(Ver)bouwen van een praktijk
(Ver)bouwen van een praktijk 1
(Ver)bouwen in het kort Een goede voorbereiding… Het (ver)bouwen van een praktijk is een kostbaar en tijdsintensief traject. Daarnaast kunnen de kosten tegenvallen en kost het soms meer tijd dan u van te voren had ingeschat. Een goede voorbereiding is het halve werk. Laat u dan ook goed informeren door leveranciers, collega’s, op beurzen en andere vergelijkbare projecten in uw regio. Ook kunt u inspiratie halen uit het Nederlands Tandartsenblad, waarin elke week een andere praktijk wordt uitgelicht.
Daarnaast vindt u een overzicht van alle ruimten in een praktijk. Hierbij wordt het wettelijke kader weergegeven en een indicatie van de oppervlakte. Wellicht handig om uit te rekenen hoe groot uw beoogde pand zou moeten zijn. Daarnaast vindt u per ruimte praktische tips. Als laatste voegen we nog een aantal praktische documenten toe. Een overzicht met technische eisen, relevante wet- en regelgeving en een overzicht van informatieve links.
Er zijn tandartsen die eerst een concept (een huisstijl) laten ontwikkelen door een communicatiebureau. Hierdoor ontstaat uiteindelijk consistentie in logo, briefpapier, website, bedrijfskleding en uitstraling van de praktijk. Alles bij elkaar zorgt voor een professionele uitstraling. Natuurlijk kunt u ook kiezen voor het moderniseren van de huidige ruimten.
Deze brochure “(Ver)bouwen van een praktijk” is bedoeld als hulpmiddel voor relaties van de VGT en leden van de NMT, om inzicht te verkrijgen in het (ver)bouwproces van een tandheelkundige praktijk, de mogelijke ruimten in de praktijk, de technische eisen, de relevante wettelijke regels en relevante links.
In welke mate u de bouw of verbouwing ook doorvoert, het is handig dit planmatig te doen. Om u hierbij van dienst te zijn, is een beschrijving toegevoegd van het bouwproces met de verschillende fasen. Per fase wordt aangegeven welke activiteiten worden uitgevoerd en wat het uiteindelijke resultaat is.
De NMT en de VGT wensen u veel succes bij de bouw of verbouw van uw praktijk.
Dit is de eerste versie van deze brochure. De auteurs hebben getracht alle onderwerpen te benoemen en hier invulling aan te geven. Veel wetgeving welke in deze brochure wordt genoemd is in 2011 aangepast of zal in 2012 worden aangepast. Daar waar wij al informatie over mutaties of aanpassingen verkregen hebben, is dit reeds in deze brochure verwerkt. Andere informatie of nieuwe wetgeving zal in de volgende brochure verwerkt worden, welke naar verwachting eind 2013 verschijnt. Deze brochure is een product van de Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) en de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT). Alhoewel VGT en NMT bij het ontwikkelen van dit hulpmiddel de uiterste zorg hebben betracht, kan geen enkele aansprakelijkheid worden aanvaard voor de juistheid en de volledigheid van deze informatie of voor de gevolgen van het gebruik daarvan. De gebruiker blijft te allen tijde zelf (eind)verantwoordelijk voor de (ver)bouw van de tandartspraktijk en het (ver)bouwproces. © Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een digitaal bestand of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VGT én de NMT. Nieuwegein/Zaandam, januari 2012
(Ver)bouwen van een praktijk 3
Inhoudsopgave
1.
Het bouwproces Stap 1 Het vooronderzoek Stap 2 Opstellen van het voorlopig programma van eisen Stap 3 Het zoeken van deskundigen Stap 4 Keuze van de apparatuur Stap 5 Opstellen definitief programma van eisen Stap 6 Keuze van het pand Stap 7 Beoordelen van ontwerpen Stap 8 Aanvragen van de vergunningen Stap 9 Opstellen bestek Stap 10 Aanbesteding van aannemers Stap 11 Realisatie van de bouw Stap 12 De oplevering Stap 13 De opening Schema Het bouwproces
2. Ruimten in een tandartspraktijk Algemeen 2.1. Entree 2.2. Wachtkamer 2.3. Receptiebalie/administratie 2.4. Behandelkamer 2.5. Röntgenruimte 2.6. Technische ruimte 2.7. Sterilisatieruimte 2.8. Personeelsruimte 2.9. Opslagruimte
5 5 5 6 6 6 6 7 8 8 8 9 9 10
12 12 12 13 14 16 16 17 17 18
3. Technische eisen 3.1. Elektrotechnische installaties 3.2. Professionele elektrische apparatuur in de praktijk 3.3. Werktuigbouwkundige installaties 3.4. Röntgenapparatuur 3.5. Calamiteiten-voorzieningen 3.6. Arbo-voorzieningen 3.7. Preventie van legionellabesmetting 4. Onderhoudvereisten 4.1. Röntgenapparatuur 4.2. Autoclaven en thermodesinfectoren 4.3. Alle professionele elektrische apparatuur, waaronder ook desinfectie-, sterilisatie- of röntgenapparatuur 4.4. Algemene tandheelkundige apparatuur, niet zijnde desinfectie-, sterilisatie- of röntgenapparatuur 4.5. Drinkwaterleidingbeveiligingen (meestal BA-beveiliging) 4.6. Airconditioning 4.7. Overige apparatuur/systemen
22 22 22 22 22 22 22
5.
Relevante wet- en regelgeving
23
6.
Relevante links
24
19 19 19 20 20 20 20
(Ver)bouwen van een praktijk 5
1. Het bouwproces
Bij een bouw of verbouwing van een praktijk is een goede voorbereiding cruciaal voor het aansturen op het gewenste eindproduct. Breng uw wensen helder in beeld en weeg alternatieven goed af. Wijzigingen van plannen gedurende de bouw kunnen leiden tot overschrijding van uw budget. Een goed vooronderzoek is daarom onontbeerlijk.
Stap 1 Het vooronderzoek Voordat u begint is het verstandig om vast te stellen wat uw plannen en ambities zijn op korte termijn, maar zeker ook op langere termijn. Denk bijvoorbeeld over de volgende vragen na: - Wil ik dat mijn praktijk groeit? - Wil ik nauw samenwerken? - Wil ik meer delegeren? - Wil ik specialiseren en/of differentiëren? - Wat moet mijn praktijk uitstralen? Maar denk ook aan: - Kom ik in het te verbouwen pand geen bouwkundige verrassingen tegen? - Wat is de marktwaarde van mijn praktijk na de verbouwing? De weg naar de gemeente Met uw vooraf bepaalde plannen en ambities zoekt u vervolgens uw weg binnen de gemeente. Daar gaat u na of uw plannen passen binnen het bestemmingsplan. Heeft u al een concreet perceel of pand op het oog? Dan is het belangrijk de bestemming na te gaan. Wellicht moet u een omgevingsvergunning aanvragen voor bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld voor het bouwen, slopen, kappen van bomen of het wijzigen van een monument. Denk ook aan vergunningen voor brandveiligheid en/of uitingen van reclame enzovoort. Gesprek met uw financieel adviseur Een oriënterend gesprek met uw financieel adviseur geeft u een beeld van de financiële mogelijkheden. Zeker wanneer u een grotere praktijk gaat ontwikkelen, is het belangrijk een financiële haalbaarheidsanalyse uit te voeren.
Tips
Neem een kijkje bij collega’s en laat u vooral goed informeren door leveranciers, dienstverleners en adviseurs.
Verzamel ideeën en voorbeelden van sfeer, materialen en kleuren die u aanspreken. De tijd die u vooraf besteedt aan het opdoen en beoordelen van ideeën vergemakkelijken en versnellen bepaalde keuzes tijdens de realisatie.
Stap 2 Opstellen van het voorlopig programma van eisen Nu u een beeld heeft van zowel de vergunningen als uw financiële ruimte, stelt u een voorlopig programma van eisen op vanuit uw eigen praktijksituatie. Het is raadzaam om dit in samenspraak met uw medewerkers te doen. U stelt daarbij de volgende vragen: - Wat wil ik in de praktijk gaan doen? Bijvoorbeeld uitsluitend patiëntbehandeling of ook tandtechnische werkzaamheden? - Hoeveel medewerkers gaan er tegelijkertijd in de praktijk werken en in welke functies? - Hoe wordt er gewerkt? (solo, duo, four handed, met/ zonder tray-systeem, soort behandelingen, planning) Let op! Als u anders gaat werken in de nieuwe praktijkruimte dan moet het programma van eisen daar op afgestemd worden en kunt u niet uitgaan van uw ‘oude situatie’. - Hoe moet de praktijkruimte worden ingedeeld en ingericht? Bijvoorbeeld meerdere behandelkamers, aparte röntgenkamer? Denk ook aan de -grotere?sterilisatieruimte. - Hoe is de beleving van patiënten? Is de ontvangstruimte groot genoeg? Is de wachtkamer berekend op eventuele langere wachttijd? Is er voldoende privacy in de behandelruimtes? - Hoeveel jaar wilt u in de nieuwe praktijksetting werken? Hoe lang moet het een en ander meegaan? Houd hierbij rekening met verwachte toekomstige ontwikkelingen. Bepaal ook welke rol u wilt spelen in het bouwproces. Realiseert u zich dat een (ver)bouwing veel tijd en energie kost en veel bouwkundige kennis en ervaring vraagt. Wilt u alles zelf regelen en coördineren? Of wilt u daarvoor een bouwcoördinator inschakelen? Als u deze inschakelt is het ook verstandig goed te bepalen vanaf welk moment deze de coördinatie over gaat nemen. Dit kan vanaf deze stap, maar kan bijvoorbeeld ook vanaf het moment dat u een aannemer gaat inschakelen.
Stap 3 Het zoeken van deskundigen Met een globaal programma van eisen gaat u op zoek naar een deskundige (architect, ontwerpbureau, bouwadviseur, leverancier, installateur) die u kan helpen de plannen verder te concretiseren. Let er vooral op dat deze wel ervaring heeft met het inrichten van een tandartspraktijk. Het is van groot
6 (Ver)bouwen van een praktijk
belang dat in ieder geval de leverancier(s) van de tandheelkundige inrichting en apparatuur al direct vanaf het begin bij het proces betrokken worden. Zij kunnen samen het (eerste) ontwerp completeren. Er zijn ook leveranciers van dentale apparatuur die een totaalconcept (turn-key) kunnen leveren. Ook kunnen zij u verder helpen met het selecteren van deskundigen. Bedenk bij welke onderdelen u een deskundige betrekt en wat u zelf wenst te doen. Bespreek de mogelijkheden en de aanpak. Sluit eventueel contracten af voor de deelstappen van het bouwproces. Laat een juridisch adviseur het contract beoordelen.
Tip
Geef een coördinerend deskundige een taakstellend budget. Dit voorkomt dat er keuzes worden gemaakt die niet passen bij uw budget.
Stap 4 Keuze van de apparatuur Heeft u een pand gevonden dat past bij uw plannen, dan stemt u de apparatuur hierop af. Bij veel gebouwen is de inrichting een project dat pas begint na de bouw. Tandartsapparatuur stelt echter specifieke eisen aan onder meer de inrichting van de behandelkamer. Met name op het gebied van voorzieningen. De keuze van de behandelunit en het ontwerp zijn nauw met elkaar verweven. Leveranciers zijn goed op de hoogte van de huidige wet- en regelgeving. Daarbij kunnen zij u uitgebreid informeren over mogelijkheden of beperkingen. Bespreek uw plannen en ideeën en laat u adviseren over apparatuur die het beste past bij uw plannen. Veel leveranciers hebben een uitgebreide showroom waar u verschillende modellen en uitvoeringen kunt bekijken.
Stap 5 Opstellen definitief programma van eisen Heeft u een deskundige gekozen, dan stelt u een definitief programma van eisen op. Hierin geeft u exact aan wat uw wensen zijn, wat er moet gebeuren, wanneer en wie dit uitvoert. Deze eisen vormen de randvoorwaarden waarop een ontwerp wordt gemaakt. Bouwbesluit De deskundige zal uw programma van eisen toetsen aan het op dat moment geldende Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staat omschreven aan welke voorwaarden een gebouw
moet voldoen. Denk daarbij aan afmetingen van ruimten, ventilatie, brandveiligheid, constructieve veiligheid en eisen aan de water-, elektra-, afvoer-, verwarmings-, ICT-, gasleidingen en rookgasafvoeren. Belangrijk in dit stadium is na te gaan wat haalbaar is binnen het beschikbare budget. De deskundige kan ook adviseren.
Let op! Houd er rekening mee dat de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en het Arbobesluit aanvullende (veiligheids)eisen stellen aan de inrichting van een praktijk.
Stap 6 Keuze van het pand Met een duidelijk beeld van alle wensen en eisen gaat u op zoek naar het juiste pand. Hanteer het programma van eisen als leidraad bij de beoordeling. Kijk niet alleen naar vierkante en kubieke meters, maar kijk ook naar mogelijk bouwkundige beperkingen, zoals de draairichting van deuren, draagmuren, pilaren, trappenhuizen of andere niet of moeilijk verplaatsbare objecten of obstakels. Houd ook rekening met de eisen die een tandheelkundige unit aan een pand stelt, zoals toe- en afvoerleidingen in de vloer. Kunnen deze in de vloerconstructie? Let ook op de bouwkundige conditie van het pand en de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Kijk goed naar toegankelijkheid en de bereikbaarheid van de locatie (ook voor rolstoelgebruikers). Kijk ook naar omgevingsfactoren. Een locatie naast een supermarkt bijvoorbeeld kan leiden tot beperkte parkeergelegenheid. Een locatie die als eerste wordt opgeleverd in een te bouwen nieuwbouwwijk kan te maken krijgen met tijdelijke afsluitingen, overlast en wisselende aanrijroutes. Indien u kiest voor een huurpand, dan dient vooraf een goede afstemming plaats te vinden met de verhuurder over de verantwoordelijkheden ten aanzien van de zogenaamde E&W (electrische en werktuigbouwkundige) installaties.
Stap 7 Beoordelen van ontwerpen Op basis van het gekozen pand, het behandelconcept en uw programma van eisen gaat de ontwerper aan de slag om één of meerdere concepten te maken. Het beoordelen van een praktijkconcept vraagt een kritische en objectieve blik. Laat vooral medewerkers, collega’s, leverancier(s) of adviseur(s) meekijken. Beoordeel een praktijkconcept
(Ver)bouwen van een praktijk 7
onder andere op basis van de volgende punten: - traffic (drukte) en routing patiënten (bijvoorbeeld instaproute); - routing personeel c.q. gebruikt instrumentarium; - ergonomie; - hygiënische aspecten; - behandelconcept (werkwijze, bijvoorbeeld wel of geen four-handed aan de stoel); - soort behandelingen (preventief, niet-invasief, invasief); - veiligheid (voor uzelf, uw medewerkers en uw patiënten); - toegankelijkheid van de praktijk; - sfeer en uitstraling; - licht (zowel daglicht als kunstlicht); - ICT-locaties in de praktijk (welke apparatuur en waar). Naast het concept bepalen de ingezette materialen de uitstraling van uw praktijk. Daarbij zijn materialen sterk bepalend voor de realisatiekosten. Beoordeel de ingezette materialen op basis van de volgende punten: - praktisch, hygiënisch; - onderhoud en levensduur; - esthetisch; - akoestisch.
Tip
Houd u kritisch aan uw begroting en houd stelposten beschikbaar voor onverwachte kosten op een later moment.
Stap 8 Aanvragen van de vergunningen Op 1 oktober 2010 is de Wet Administratieve Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Voor (ver)bouwen, slopen, het aanbrengen van reclame, het wijzigen van een monument, het kappen van bomen en het maken van inritten, is vanaf dat moment één omgevingsvergunning nodig. Deze activiteiten kunnen in één aanvraag worden ingediend. Wanneer u voor de te realiseren praktijk een nieuw pand gaat bouwen of een bestaand pand gaat verbouwen dan heeft u in de regel zo’n omgevingsvergunning nodig. In sommige gevallen kan ook bij een bedrijf een vergunningvrije aanbouw of bijgebouw worden gerealiseerd. De criteria staan in het bij de Wabo behorende Besluit omgevingsrecht (Bor).
Past een tandartspraktijk niet binnen het bestemmingsplan, dan kunt u bij de gemeente nagaan of zij alsnog mee wil werken aan het mogelijk maken van uw praktijk. Daartoe zijn verschillende mogelijkheden. De meest voor de hand liggende zijn het voeren van vooroverleg, het doen van een principeverzoek of het aanvragen van een omgevingsvergunning. Uiteindelijk moet dit dan leiden tot een omgevingsvergunning voor het mogen afwijken van het bestemmingsplan. Het verbod om percelen en/of gebouwen te gebruiken die in strijd zijn met het bestemmingsplan is nu opgenomen in de Wabo. Een gemeente kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan wanneer er wordt voldaan aan bepaalde criteria. De beoordelingscriteria vindt u in artikel 2.12 van de Wabo. Een procedure om af te mogen wijken van het bestemmingsplan wordt gevoerd met gebruikmaking van artikel 3.10, lid 1. De omgevingsvergunning kent twee procedures. Hieronder volgt daarvan een beknopte omschrijving op hoofdlijnen: 1. De reguliere procedure, is van toepassing wanneer het (ver)bouwen past binnen het bestemmingsplan. De behandeltermijn bedraagt 8 weken. De aanvraag wordt gepubliceerd na ontvangst door de gemeente. De vergunning wordt gepubliceerd en treedt de dag na bekendmaking in werking (tenzij het de activiteit slopen of kappen betreft of wanneer er sprake is van een monument of een beschermd dorps- of stadsgezicht). 2. De uitgebreide procedure, is bijvoorbeeld van toepassing wanneer er sprake is van een monument of wanneer een omgevingsvergunning voor het (brandveilig) gebruik nodig is. De behandeltermijn bedraagt 26 weken. De conceptvergunning/het voornemen om een vergunning te verlenen wordt gepubliceerd. De vergunning treedt in werking na de bezwaartermijn. Daarna is er beroep mogelijk. Houd bij het ontwerp ook rekening met eisen vanuit milieuwetgeving. Denk bijvoorbeeld aan eisen rondom de aansluiting op het drinkwaternet, de opslag van gevaarlijke stoffen, het installeren van een goedgekeurde amalgaamafscheider, afvalstoffen, geluidshinder, afvoer en eisen ten aanzien van de waterafvoer. Alle milieuregels zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. Op de website van VROM vindt u de internetmodule Activiteitenbesluit (http://aim.vrom.nl). Hiermee kunt u vaststellen welke eisen op uw praktijk van toepassing zijn. U kunt de informatie en module ook vinden via www.antwoordvoorbedrijven.nl.
8 (Ver)bouwen van een praktijk
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kunt u online indienen bij het digitale landelijk omgevingsloket (www.omgevingsloket.nl). Ook kunt u de aanvraag op papier indienen bij uw gemeente. Bij de aanvraag voegt u tekeningen (plattegronden, gevels, doorsneden en situatie), constructieberekeningen, een brandveiligheidsplan en ventilatieberekeningen toe. De gemeente kan ook eisen stellen, bijvoorbeeld aan de hoeveelheid parkeerplaatsen voor zowel auto’s als fietsen. Een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik (voorheen de gebruiksvergunning) hoeft u alleen in de volgende gevallen aan te vragen: - uw praktijk is bestemd voor gebruik door een groter aantal personen (grenswaarde is meestal 50, raadpleeg hiervoor de gemeentelijke Bouwverordening); - uw praktijk is gelegen in een gebouw, dat in zijn totaliteit (inclusief uw praktijkruimte) is bestemd voor gebruik door het grotere aantal personen; - in uw praktijkruimte heeft u een ruimte die is bestemd voor de opslag van brandbare, brandbevorderende of bij brand gevaar opleverende stoffen als bedoeld in het Bouwbesluit. Voor meer informatie kunt u terecht bij de gemeente. Ook kunt u daartoe de website www.omgevingsloket.nl raadplegen.
Stap 9 Opstellen bestek Na een positieve reactie van de gemeente, werkt u het ontwerp verder uit. Het zogenaamde ‘bestek’ wordt opgesteld: een technische omschrijving van het uit te voeren werk, inclusief de geldende administratieve en juridische bepalingen. Bijvoorbeeld de termijn waarop de bouw gereed moet zijn, afspraken bij vertraging en mogelijkheden om met alternatieve materialen te werken. Onderdeel van het bestek zijn de bestektekeningen (plattegronden, doorsneden, detailtekeningen en situatietekening). Op basis daarvan worden de bouwbesluitberekeningen (ventilatie, energiezuinigheid, daglichttoetreding) opgesteld.
Stap 10 Aanbesteding van aannemers Het bestek met de bestektekeningen vormen de basis voor een offerte en (na acceptatie van de offerte) de overeenkomst met een aannemer. Een aannemer weet hierdoor exact wat hij moet doen, met welke materialen en in welke kleuren. Hierdoor kunnen aannemers offertes uitbrengen die goed
vergelijkbaar zijn. U kunt hiervoor een aantal aannemers benaderen, echter bij voorkeur niet meer dan drie in verband met de transparantie en vergelijkingsmogelijkheden van de verschillende aanbiedingen. Mogelijk heeft de deskundige ook suggesties.
Tip
Zorg voor een heldere en duidelijke vraagstelling en voorwaarden bij het bestek. Onduidelijkheden zijn in een later stadium vaak de bron van discussies, vertragingen en aanvullende kosten.
De aannemer draagt zorg voor de uitvoering van het ontwerp. Hij kan ervoor zorgen dat specialisten (loodgieter, elektricien e.d.) op tijd ingezet worden. U moet er wel rekening mee houden dat de voorzieningen die nodig zijn in de praktijkruimten altijd aangegeven worden door de leverancier van de (door u bestelde of te verhuizen) apparatuur. Vaak wordt er te weinig rekening gehouden met de omvang van deze voorzieningen en loopt u kans later in het project tegen ‘meerwerkkosten’ aan te lopen door ‘last minute’ aanpassingen op het originele ontwerp.
Stap 11 Realisatie van de bouw Zodra u een contract heeft afgesloten met een aannemer kan gestart worden met de bouw. Het is handig dat de aannemer, de architect, de leverancier en uzelf voorafgaand aan het bouwproces, maar ook tijdens de uitvoering voortdurend contact houden via periodieke bouwbesprekingen. De directievoering van het bouwproces kunt u ook uit handen geven. Het pand wordt verder afgewerkt en ingericht. Voorafgaand aan de plaatsing van de apparatuur vindt er meestal een zogenaamde leidingencontrole plaats. Het is handig om de aannemer hierbij te betrekken, zodat eventuele kleine technische problemen ter plekke kunnen worden besproken, vastgesteld en/of opgelost.
(Ver)bouwen van een praktijk 9
Tips
Plan tijd voor de begeleiding van de bouw, ook als u de begeleiding heeft uitbesteed.
Zorg in dit stadium al voor een goede opstal- en inboedelverzekering. Krijgt u tijdens de bouw, de verbouwing of het installeren van de apparatuur te maken met brand, waterschade, diefstal etc. en u bent op dat moment nog niet of onvoldoende verzekerd dan is de schade vaak voor uw rekening. Zit er langere tijd tussen de verbouwing en de uiteindelijke oplevering? Besteed dan extra aandacht aan legionella preventie, aangezien de periode dat het water stilstaat, zeker met hogere temperaturen, tot legionella groei in de waterleidingen kan leiden.
Stap 12 De oplevering De oplevering van de bouw/verbouwing en de apparatuur zijn twee belangrijke momenten. Tijdens de (ver)bouw moet er regelmatig stapsgewijs gecontroleerd worden of de uitgevoerde handelingen correct hebben plaatsgevonden. Zo moeten bijvoorbeeld de leidingen worden gecontroleerd voordat de vloeren worden dichtgestort. Als het einde van de werkzaamheden in zicht komt, volgt er meestal een eerste voorlopige oplevering. Van de tijdens de oplevering geconstateerde tekortkomingen of fouten wordt een rapport opgemaakt (proces-verbaal). In een later stadium volgt er nog een tweede oplevering waarin de tekortkomingen van de eerste oplevering opgelost zouden moeten zijn en eventuele nieuwe tekortkomingen opnieuw geregistreerd moeten worden. Ook hierop volgt dan weer een nacontrole. Bij kleinere projecten volstaat men meestal met één oplevering en een nacontrole. De leverancier van de apparatuur controleert het leidingenwerk in de voor hem belangrijke delen van de praktijk, meestal de behandelkamer(s), sterilisatieruimte, röntgenruimte en technische ruimte. Ook hier wordt van eventuele tekortkomingen een verslag gemaakt. Na de plaatsing van de apparatuur volgt er in de meeste gevallen een formele oplevering waarin ook uitleg wordt gegeven over de werking en het onderhoud van de apparatuur.
Stap 13 De opening Het in gebruik nemen van uw nieuwe praktijk is natuurlijk een feestelijk moment. Houd er rekening mee dat (onderdelen van) bouwprocessen vertraagd kunnen worden en daardoor de gehele planning opschuift. Plan extra ruimte in de eerste periode. Dit geeft u de kans ervaringen op te doen en eventuele kinderziektes op te lossen.
Houd er rekening mee dat u en uw medewerkers tijd nodig hebben om te wennen aan uw nieuwe praktijk. Zeker als u met een ander behandelconcept of routing gaat werken. Door de patiënten wat ruimer te plannen over de dag, is er vaker tijd om te overleggen, bij te sturen, te instrueren of uitloop op te vangen.
Tip
10 (Ver)bouwen van een praktijk
Schema: Het bouwproces
Fase Activiteiten
Eindproduct
1. Vooronderzoek - bespreken bestemmingsplan gemeente - bezoeken andere praktijken en leveranciers - inwinnen van adviezen - financieringsmogelijkheden onderzoeken 2. Voorlopig programma - formuleren van eisen en wensen van eisen - uitgangspunten behandelconcept - materiaalvoorkeuren (o.a. vloerbedekking, wanden) - locaties en panden onderzoeken - haalbaarheidsonderzoek
- globaal overzicht van de plannen - inzicht in mogelijke vergunningsvereisten - globale begroting
3. Zoeken van deskundigen - - -
4. Keuze apparatuur
namen selecteren bezoeken projecten gesprekken deskundigen over werkwijze, honorarium, tijdschema en contract
- marktverkenning - selectie - bepalen keuze behandelapparatuur
5. Definitief programma - bepalen wat ‘wens’ en wat ‘eis’ is van eisen - vaststelling gewenste ruimtelijke indeling praktijk - keuze deskundige(n) maken 6. Keuze pand - informeren naar bestemmingsplan/ voorschriften voor de betreffende locatie - prijsonderhandelingen - beoordeling bouwkundige staat - beoordeling geschiktheid - hypotheek 7. Beoordelen ontwerpen - - - - -
ontwikkelen van varianten doorpraten met alle betrokkenen en keuzes maken voorlopig ontwerp en globale begroting toetsing op functionaliteit en combinatie met voorkeuren behandelunits vaststellen voorlopig ontwerp
- globaal programma van eisen - randvoorwaarden keuze apparatuur
- contract (in deelopdrachten) deskundigen - tijdschema
- concept inrichting - afspraken met leverancier
- exacte weergave van plannen - indeling verantwoordelijkheden - voorlopig tijdspad
- (voorlopig) koopcontract - (voorlopig) huurcontract
- voorlopig ontwerp en begroting
(Ver)bouwen van een praktijk 11
Fase Activiteiten
Eindproduct
8. Aanvragen vergunningen
-
-
aanvragen omgevingsvergunning
omgevingvergunning
9. Opstellen bestek - ontwikkelen definitief ontwerp - bestek, bestektekeningen en definitieve - toetsing definitief ontwerp op begroting functionaliteit - definitieve materiaalkeuze - vaststellen van het definitief ontwerp en begroting bestek en bestektekeningen maken - definitieve begroting opstellen
10. Aanbesteding aannemer
- - - - -
verkennen van de markt - keuze van de methode van aanbesteding selecteren van aannemers - aanbesteden bouw evt. aanbesteden interieur
overeenkomst van aanbesteding (gebouw, installaties) overeenkomst van aanbesteding (interieur)
11. Realisatie (ver)bouw 12. De oplevering
- - - -
eventueel bouwrijp maken van de grond realisatie van de bouw/verbouwing inrichten praktijkpand plaatsen/verhuizen apparatuur
- tussentijdse oplevering pand - eventuele tekortkomingen - definitieve oplevering pand (ver)bouw en/of leidingenwerk - oplevering en uitleg apparatuur registreren en oplossen
13. De opening
- ingebruikname - evaluatie - eventueel aanpassingen
- het gebouw gereed - inrichting gereed - apparatuur geïnstalleerd
- het gebouw in gebruik
12 (Ver)bouwen van een praktijk
2. Ruimten in een tandartspraktijk
In dit hoofdstuk behandelen we de indeling van de praktijk per ruimte.
Algemeen In het Bouwbesluit worden bij de functies gezondheidszorg en kantoor regels gesteld aan de afmetingen van verblijfsruimten. Voor wat betreft nieuwbouw moet een verblijfsruimte op grond van artikel 4.25 en tabel 4.20 een oppervlakte hebben van tenminste 10 m² met een breedte van minimaal 1,80 m en een hoogte van 2,60 m. Voor wat betreft bestaande bouw moet een verblijfsruimte op grond van artikel 4.33 en tabel 4.30 een oppervlakte hebben van tenminste 8 m² met een breedte van minimaal 1,50 m en een hoogte van 2,10 m.
2.1. Entree Tot de entree behoren ook het terrein om de praktijk en de parkeerplaatsen. Ook goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer is van belang. Daarnaast hoort elke tandartspraktijk een stallingruimte voor fietsen te hebben. De bewegwijzering, de intercom en de entree bepalen de eerste indruk die de patiënt krijgt van uw praktijk. Er heeft dan nog geen persoonlijk contact plaatsgevonden. Ook de website is vaak een eerste kennismaking die bepalend is voor de eerste indruk. Uw digitale presentatie moet aansluiten bij uw fysieke vestiging. De patiënt zal hierbij dezelfde gastvrijheid en functionaliteit verwachten. De toegankelijkheid van de praktijk voor ouderen, kinderen en minder validen vraagt specifieke aandacht. Het is praktisch om de praktijk op de begane grond te vestigen of bereikbaar te maken via een lift. De lift en de toegangsdeuren moeten dan natuurlijk wel groot genoeg zijn voor rolstoel en/of rollator. Relevant wettelijk kader - Er zijn gemeenten die eisen stellen aan het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein. Denk hierbij ook aan specifieke parkeerplaatsen voor mensen met beperkingen. Deze plekken zijn breder en vlakbij de ingang gesitueerd. - Heeft uw tandartspraktijk een grotere gebruiksoppervlakte (dit is ongeveer de vloeroppervlakte waarboven zich een hoogte bevindt van tenminste 1,50 m) dan 400 m², dan bent u op grond van het Bouwbesluit (en de gemeentelijke Bouwverordening) verplicht om de praktijk (vanaf de openbare weg) toegankelijk te maken en voorzieningen te treffen voor gehandicapten (bijvoorbeeld een gehandicapten toilet met een brede toegangsdeur voor de rolstoel).
Preventie - De ´open´ ruimten van een praktijk zijn kwetsbaar. Inbraakpreventie kan bestaan uit een aantal bouwkundige oplossingen: door deuren en ramen te voorzien van veiligheidssloten en dievenklauwen. Het installeren van een alarmsysteem is vaak geen overbodige luxe, bij een aantal verzekeraars is dit zelfs een vereiste. Betrouwbare adressen van adviseurs voor inbraakpreventie kunt u krijgen bij uw aannemer. - Er bestaan veel effectieve brandwerende of brandvertragende bouwmaterialen (en deuren) die bij de bouw of verbouw van uw praktijk kunnen worden toegepast. Rookmelders en brandblusmiddelen mogen in geen enkele praktijk ontbreken. Voor informatie over goedgekeurde rookmelders en geschikte brandblusmiddelen kunt u de website van het Keurmerkinstituut www.keurmerk.nl raadplegen. Ook kunt u de brandweer om advies vragen.
Een tochtsluis met droogloopmatten is in veel gevallen aan te bevelen. Zeker omdat er vaak geen dichte deur meer voor de wachtkamer komt. Houd hierbij wel rekening met toegang voor bijvoorbeeld ouderen en rolstoelgebruikers.
Tips
Denk goed na over de plek van de garderobe. In een openbare ruimte nemen risico’s van diefstal toe. Losse kapstokken kunnen omvallen. Een plekje in de wachtkamer kan ertoe leiden dat patiënten over elkaar heen moeten hangen om hun jas te bemachtigen. En bedenk ook waar men met natte, klamme jassen en paraplu’s naar toe kan. Denk ook aan de plaatsing van scootmobielen buiten de praktijk.
2.2. Wachtkamer Een prettige sfeer in de wachtruimte is belangrijk voor uw patiënten. Achtergrondmuziek, wat te lezen en een speelhoek met kinderstoeltjes dragen hier aan bij. Verder is de inrichting natuurlijk afhankelijk van uw persoonlijke smaak en uw budget. Een goede ervaring is om zelf eens tien minuten in uw wachtkamer te gaan zitten. Voor ideeën kunt u een kijkje nemen bij collega’s (ook huisartsen, dierenartsen, fysiotherapeuten hebben wachtkamers!). U kunt ook een binnenhuisarchitect vragen om de inrichting te verzorgen.
(Ver)bouwen van een praktijk 13
Een goede wachtkamer biedt privacy aan de patiënten. Patiënten willen zich prettig en beschermd voelen, juist omdat een bezoek aan de tandarts vaak al enige stress oproept. Voorkom looplijnen van werknemers en patiënten door de wachtruimte. Denk ook aan ruimte tussen de stoelen om contact tussen wachtenden te voorkomen. Zorg dat ook zwaarlijvige mensen goed kunnen zitten en neem armleuningen op de stoelen zodat ouderen eenvoudiger kunnen opstaan. Een leestafel geeft een prettiger gevoel van bescherming en afstand dan losse stoelen of een muurbank. In een wachtruimte moeten voldoende zitplaatsen zijn, ook bij uitlopen van behandelingen (richtgetal: twee zitplaatsen per behandelstoel). Wellicht wilt u een gelegenheid bieden om de tanden te poetsen of een glaasje water te drinken. Houd bij het ontwerp en de inrichting rekening met akoestiek of gebruik geluidsabsorberend plafond- en wandmateriaal. Voorkom door goede geluidsisolatie dat gesprekken en gebruik van apparaten in de behandelkamers elders (dus ook in de wachtkamer) te horen zijn. Daglicht in een wachtruimte is niet verplicht, maar wel prettig. Wel bent u verplicht om te zorgen voor een goede mechanische ventilatie. Voor patiënten zijn aparte toiletruimten gewenst, die bij voorkeur eveneens toegankelijk en ingericht moeten zijn voor gebruik door rolstoelgebruikers. Houd er ook rekening mee dat u, in het kader van het experiment ‘vrije prijsvorming’, in de wachtkamer informatie aan uw patiënten ter beschikking moet stellen zoals een tarievenlijst, openingstijden van de pratijk, namen en functie medewerkers etc. Oppervlakte - Richtlijn is 6 à 7 m² en vervolgens 1½ m² per behandelaar extra. Weeg hierbij de duur van behandeling en het risico van uitloop mee. Relevant wettelijk kader - Heeft uw tandartspraktijk een grotere gebruiksoppervlakte dan 400 m², dan bent u verplicht ook de toiletten toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers.
Tips
Reserveer in of bij de wachtruimte een plek voor rolstoelen, rollators en kinderwagens. Vergeet niet om dit ook met een wegwijzer kenbaar te maken.
Laat de deuren van toilet(ten) en behandelkamer(s) niet direct uitkomen in de wachtkamer. Voorkom trapjes en drempels. Plaats actueel leesmateriaal overzichtelijk in een schuine schappenkast of in schuin geplaatste wandschappen met opstaande rand. Houd ruimte vrij voor informatie over prijslijst, namen en functie medewerkers etc. Zet brede stoelen met armleuningen neer. Denk ook aan beeldschermen in de wachtkamer met informatie of aanmeldmodulen. Houd hier ruimte voor vrij en zorg voor (toekomstige) mogelijkheden ten aanzien van stroomvoorziening en netwerkkabels. Houd wandruimte vrij voor bulletins, posters, kindertekeningen en/of schilderijen. Verzorg regelmatig een opknapbeurt!
2.3. Receptiebalie/administratie U kunt ervoor kiezen uw patiënten te verwelkomen aan een balie. Uw balieassistente moet zicht hebben op de entree en eventueel ook op de wachtruimte. Een goede balie, die prettig werkt vraagt echter de nodige voorbereiding. Neem dit dan ook op in het programma van eisen. Bepaal ten eerste welke werkzaamheden aan de balie uitgevoerd gaan worden. Overleg met de werknemers die er gaan werken over hun ideeën en wensen. Zorg voor een prettige werkplek. Een goede werkplek beschikt bijvoorbeeld over voldoende beenruimte en voldoende ruimte achter de medewerker. Denk goed na over de activiteiten die uitgevoerd gaan worden, zorg voor een beperkte reikafstand bij reguliere handelingen en een beperkte draaiing bij schakelen van beeldscherm naar bezoeker.
14 (Ver)bouwen van een praktijk
Ook moet de inrichting van de balie zo zijn dat de balieassistente en de bezoeker (patiënt) elkaar op (vrijwel) gelijke ooghoogte aan kunnen kijken. De balieassistente moet daarnaast de reguliere handelingen zo kunnen uitvoeren dat weinig verandering van houding nodig is. Wanneer er een werkplek aan de balie is, kan deze op een verhoging worden geplaatst. Indien de werkplek ook wordt gebruikt voor administratieve werkzaamheden, moet de werkplek ook voldoen aan de ergonomische eisen van een administratieve werkplek (in hoogte verstelbaar). Wanneer er een open balie is, verdient het ter bescherming van de receptioniste/assistente aanbeveling deze minstens 1.05 m hoog en 1 m breed te maken. De balie kan tevens worden voorzien van een alarmknop. Een dichte balie met afsluitbare schuiframen biedt meer bescherming en de mogelijkheid even van de werkplek af te gaan en deze dan af te schermen. Houd er altijd rekening mee dat patiënten die hun betalingen via een betaalautomaat willen doen in voldoende mate afgeschermd zijn. Anderzijds moet de privacy van reeds ingeschreven patiënten in het afsprakenboek of -scherm in voldoende mate afgeschermd zijn voor de bij de balie aanwezige patiënt. Een kantoorruimte moet voorzien zijn van daglicht. Hiervan kan alleen ontheffing worden verleend als het gaat om een verbouwing, mits de netto-daglicht oppervlakte ten minste 0,5 m² is. Daglichtopeningen die niet in een noord gevel zijn aangebracht, moeten zijn voorzien van zonwering. Buitenzonwering heeft hierbij de voorkeur. Bij nieuwbouw moet voldaan worden aan de energieprestatie-eis van het Bouwbesluit. Een administratieve werkplek moet zo zijn ingericht dat de ergonomische belasting beperkt is. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een instelbare bureaustoel en een beeldscherm waarbij schittering wordt voorkomen. Ook mag er niet te lang achtereen beeldschermwerk worden verricht. In de RI&E voor de Tandheelkundige praktijk (www.nmt.nl) (zie ‘relevante links’) vindt u hiervan een nadere uitwerking. Naast de balie en een eventuele kantoorruimte is het aan te bevelen een aparte ruimte in te richten voor de bespreking van een behandelplan, een offerte of andere privacygevoelige gesprekken (bijvoorbeeld een betalingsregeling) met een patiënt.
Vergeet niet ruimte te reserveren voor de opslag van patiëntgegevens. De bewaartermijn is minimaal 15 jaar. In verband met de huidige mogelijkheden van digitale opslag wordt het aantal benodigde ordners vaak stevig onderschat. Bewaar altijd een (dagelijkse!) digitale back-up van uw bestanden op een andere locatie en beveilig de toegankelijkheid van alle patiënteninformatie. Oppervlakte - Praktijkassistentie/administratie heeft een ruimte van 6 m², die bij voorkeur bij meer behandelkamers geclusterd worden. - Een administratieve werkplek heeft minimaal een oppervlakte van 4 m². - Reserveer ruimte voor het archief. Relevant wettelijk kader - Een balie werkplek moet voldoen aan artikel 5.4, eerste lid, van het Arbobesluit. Dit is concreet uitgewerkt in artikel 5.4-3 van de Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving. - Bij nieuwbouw moet worden voldaan aan de eisen vanuit het Bouwbesluit. In artikel 6.5 van het Bouwbesluit staan eisen met betrekking tot zonwering vermeld.
Tips
Monteer waardevolle apparatuur zoals laptops, computers, printers en monitoren vast of met een anti-diefstal kabel aan een balie of bureau.
Bekijk de RI&E Tandheelkundige praktijken (www.nmt.nl) voor specifieke eisen aan een administratieve werkplek. Laat een ergonomisch adviseur de plannen m.b.t. de werkplekken vooraf beoordelen. Bekijk de NMT-Checklist Informatiebeveiliging Mondzorg (www.nmt.nl) voor informatie en tips om vertrouwelijke informatie goed te beschermen.
2.4. Behandelkamer De behandelkamer is het hart van uw praktijk. Houd er in het ontwerp rekening mee dat andere ruimten zoveel mogelijk binnen bereik zijn, zoals de sterilisatieruimte en röntgenruimte. Het is erg belangrijk om elk ontwerp steeds opnieuw te toetsen op looplijnen van tandarts, assistentes en patiënten. Hierna worden nog een aantal uitgangspunten voor een algemene praktijkruimte uiteengezet.
(Ver)bouwen van een praktijk 15
Een behandelkamer heeft bij voorkeur twee toegangsmogelijkheden, zodat deze ruimte in noodsituaties gemakkelijk verlaten kan worden. Daglicht zorgt voor een prettige sfeer en is ook prettig voor degene die er werken. Zorg voor een constante temperatuur door klimaatbeheersing en zonwering. Natuurlijk beschikt de behandelkamer ook over ventilatie- en/ of luchtbehandelingsmogelijkheden voor het afvoeren van bij de werkzaamheden vrijgekomen gassen, dampen en geuren. Voor ruimten die als operatiekamer kunnen worden aangemerkt gelden strengere eisen ten aanzien van dergelijke systemen. Een extra stoel voor een ouder of begeleider van de patiënt is handig. Bij meerdere behandelkamers is het handig vooraf te bepalen wie waar gaat werken. De inrichting kan dan worden aangepast aan de tandarts. Een linkshandig of rechtshandig ingerichte behandelkamer is ergonomisch prettiger en kan lichamelijke klachten voorkomen. Is niet bekend of de inrichting is bestemd voor rechts- of linkshandige tandarts(en) dan dient bij voorkeur de inrichting van de kamer geschikt te zijn voor beide. Neem de checklist van Prof. Hokwerda over ergonomie aan de stoel nogmaals door. Deze informatie is opgenomen in de RI&E Tandheelkundige praktijken (www.nmt.nl). Onderlinge afstanden tussen apparatuur en werkbladen moeten nauwkeurig worden bepaald. De tandartswerkplek bevat een doorgaans vast gemonteerde behandelunit met stoel. De tandartsinstallatie wordt dan meestal op vloerleidingen aangesloten. Zorg dat deze behandelunit past bij de medewerker die er gaat werken of eventueel ingesteld kan worden. Let op: in sommige vloeren is het niet mogelijk leidingen aan te brengen. Onderzoek dit vooraf. Een alternatief is een dikke dekvloer aanbrengen. Vraag tevens na of de belasting van de vloer groot genoeg is, richtgetal is minimaal 250 kg per m². Een kastenwand wordt, volgens het programma van eisen, op een specifieke positie ten opzichte van de behandelinstallatie opgesteld. Het werkblad van de kastenwand is bij voorkeur naadloos, niet poreus en voorzien van wasbak(ken) met sensorkranen (handsfree), kranen met voetbediening of met de elleboog bedienbare kranen met koud en warm stromend water. Ook moeten de afvalbakken zonder handaanraking te gebruiken zijn. Tijdens behandelingen kan het ‘vuile’ deel van het blad gebruikt worden voor het neerleggen van materialen en instrumenten. Alle materialen verwerkt in werkbladen, handgrepen, panelen, etc. die gedesinfecteerd worden, moeten bestand zijn tegen 70% en 80% alcohol en tegen de inwerking van zeep en desinfectans. In het algemeen is het van belang alle werkblad-
hoogtes goed af te stemmen op het soort werk dat eraan uitgevoerd wordt. Intra-orale röntgenapparatuur kan bij de stoel worden geplaatst. Neem hierbij de adviezen uit de NMT-Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie in acht. Alle werkruimtes moeten goed verlicht zijn, zodat er veilig gewerkt kan worden. De verlichting in de behandelkamer wordt in 3 niveaus ingedeeld: - Operatielamp (ca 24.000 lux) - Verlichting boven de patiëntenstoel (werkveldverlichting) (ca 2.000 lux) - Omgevingsverlichting (ca 1.000 lux) Houd bij de keuze van de lampsterkte rekening met de verdere verlichting in de werkomgeving en zorg ervoor dat het contrast niet te groot is. Dit geldt ook voor de gebruikte kleurstelling/kleurcombinatie in de behandelruimte. Door het plaatsen van een camera en een beeldscherm boven de stoel of de behandeleenheid kan de patiënt uw acties volgen. Houd dan ook hier weer rekening met de bekabeling en stroomtoevoer. Oppervlakte - Het oppervlak van de behandelkamer varieert bij voorkeur tussen 15 en 20 m² met een minimale breedte van 3 meter. - Gemotiveerd afwijken van deze richtmaten is in verband met individuele ergonomische eisen natuurlijk mogelijk. Wettelijk kader - Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidsomstandighedenbesluit. - Beleidsregel 6.3 Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met daglicht toetreding.
Tips
Informeer bij collega’s over hun ervaringen met de praktijkinrichting. Laat service- en onderhoudskosten meewegen in uw keuze.
Denk ook aan reiniging en desinfectie. Kies voor een goede routing binnen uw praktijk en gladde oppervlakken van werkbladen en apparatuur. Bestudeer de Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk van de Werkgroep Infectie Preventie voor meer informatie over de hygiënische aspecten (www.nmt.nl).
16 (Ver)bouwen van een praktijk
2.5. Röntgenruimte Tandheelkundige röntgenapparatuur vraagt om speciale bouwkundige voorzieningen om de stralingsbelasting tot een minimum te beperken. Er zijn veel factoren die bepalend kunnen zijn voor de vereiste beschermende maatregelen. Onder meer de locatie van uw röntgentoestellen (centraal of decentraal), het gebruikte bouwmateriaal, de hoeveelheid straling die vrijkomt, de afstand tot de werkplekken en erfgrenzen van de praktijk, de ligging en afstand ten opzichte van aangrenzende ruimten en het gebruikersdoel van de aangrenzende ruimten. De keuze van de gebruikte bouwmaterialen is met het oog op stralingsabsorptie van groot belang. Scheidingswanden van lichte bouwmaterialen zoals glas, hout en dunne gipswanden hebben (te) lage stralingswerende eigenschappen. Steen, beton en lood een hoge. Het is aan te bevelen voorafgaand aan de bouw te laten controleren of de gekozen bouwmaterialen geschikt zijn voor toepassing in ruimten waarin röntgentoestellen zijn opgesteld. De leverancier van de röntgentoestellen kan hierbij adviseren. Het wettelijk kader voor het gebruik van röntgentoestellen is vastgelegd in het Besluit Stralingsbescherming. Hierin is vastgelegd dat in eerste instantie gekeken moet worden naar ALARA (As Low As Reasonably Achievable). De effectieve stralingsdosis voor personen moet dus zo laag als redelijkerwijs haalbaar is zijn. Naast deze dosisbeperking moet ook voldaan worden aan de wettelijke dosislimieten. Daarnaast moet er in iedere praktijk waar gewerkt wordt met röntgenstraling een bijgewerkt dossier in het kader van het Besluit Stralingsbescherming aanwezig zijn, het zogenaamde KEW-dossier. Eén van de onderdelen van een dergelijk KEW-dossier is het opmaken van een risico-analyse waarin de stralingsbelasting van iedere werkplek en aan de vier terreingrenzen (oost, noord, west en zuid) van het perceel in gemeten is. Voor het in gebruik mogen nemen van röntgentoestel(len) moet deze risico-analyse ten aanzien van straling uitgevoerd zijn. Leden van de VGT beschikken over speciaal hiervoor ontwikkelde software. Hiermee kan (vooraf) getoetst worden of de voorgenomen beschermende maatregelen het verwachte resultaat zullen opleveren. Meer informatie over het KEWdossier en de wettelijk voorgeschreven inhoud hiervan kunt u terugvinden op www.vgt.nl/wetgeving/rontgenbesluit/. Meer informatie is ook terug te vinden in de NMT-Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie (www.nmt.nl).
Overigens: voor het in gebruik nemen van röntgentoestel(len) onder de 100 kV geldt een meldingsplicht naar de overheid (AgentschapNL, voorheen Senter Novem), toestellen vanaf 100 kV zijn vergunningsplichtig. Uw leverancier kan u behulpzaam zijn in het opstellen van de risico-analyse, de metingen voor toestellen onder de 100 kV, de resultaten van voorgenomen beschermende maatregelen en de meldingsplicht aan de overheid. Zij verzorgen op verzoek ook, via de VGT, de levering van een totaal KEWdossier voor de toestellen die u in gebruik wilt nemen (of heeft genomen). Welke informatie er precies in een KEWdossier aanwezig moet zijn, vindt u terug op: www.vgt.nl/downloads/pdf/inhoud_KEW_dossier.pdf en in de NMT-Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie, bijlage over KEW dossier (www.nmt.nl). Oppervlakte - Afhankelijk van röntgentype: - voor een intra-oraal toestel: ca. 2½ m² - voor een OPT/OPG toestel: ca. 3 m² - voor een OPT/OPG met CEPH: ca. 6 m² - voor een 3D-CBCT: ca. 6 m² Wettelijk kader - Besluit Stralingsbescherming (Staatsblad 397, 16 juli 2001). Het Besluit Stralingsbescherming zal waarschijnlijk medio 2012 worden aangepast. Voor zover wij nu hebben kunnen constateren (in het nu in omloop zijnde concept) zal dat geen of beperkte gevolgen hebben voor het wettelijk kader voor het gebruik van röntgentoestellen in tandartspraktijken. Mogelijk dat er binnenkort wél aanvullende wet- of regelgeving gaat komen voor het gebruik en de opleidingsvereisten van 3D CBCT-scanners.
Tips
Meer over beschermende maatregelen leest u in de NMT-Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie.
Op de website van de VGT (www.vgt.nl/wetgeving/ rontgenbesluit/) kunt u veel informatie terugvinden over dit onderwerp.
2.6. Technische ruimte Voor de perslucht in de tandheelkundige praktijk is een aparte dentale (olievrije) compressor met luchtdroging nodig. Deze staat in een aparte ruimte, evenals de afzuigmotor en bijvoorbeeld de waterontharder. Maak een zorgvuldige overweging wat voor type afzuigsysteem er wordt gekozen, een zogenaamd ‘droog’ of ‘nat’ afzuigsysteem. Het gebruik van een waterinjector (vacuüm
(Ver)bouwen van een praktijk 17
maken door middel van waterinjectie) is verboden vanwege de grote milieubelasting, het is daarnaast een hele dure manier van afzuiging gezien het grote waterverbruik. Houd bij de locatiekeuze en bouw rekening met geluidsdemping, luchtinlaat, afblaas naar buiten en warmteafvoer. De lucht in de afblaas van de afzuigmotor kan verontreinigd zijn met micro-organismen en moet daarom afgevoerd worden naar de buitenlucht. Oppervlakte - Ca. 4 m² (afhankelijk van het aantal en de grootte van de apparatuur). Wettelijk kader - Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidsomstandighedenbesluit voor geluid, trillingen, warmte in aangrenzende ruimten. - Bouwbesluit.
Tips
Check of de maximale warmteafgifte van uw compressor aansluit bij de maximale capaciteit van de warmteafvoer.
Zorg voor een goede temperatuurregulatie in verband met de warmte ontwikkeling en de mogelijkheid van bevriezing in de winter. Zorg voor een goede bereikbaarheid van de apparaten (rondom) in verband met o.a. het onderhoud en vervanging van filters. Goede verlichting is van belang voor werkzaamheden in deze (vaak raamloze) ruimte.
2.7. Sterilisatieruimte De sterilisatieruimte is een aparte ruimte, welke (net als de behandelkamer) geldt als kritische ruimte. In deze ruimte mogen dus alleen apparaten en hulpstukken gebruikt worden die nodig zijn voor reiniging, desinfectie en/ of sterilisatie van gebruikt instrumentarium of gebruikte hand- en hoekstukken. Voorbeelden zijn: - hand- en hoekstukken reiniger/sterilisator; - ultrasonische reiniger (zonder verwarming en met deksel!); - thermodesinfector; - sealapparaat; - autoclaaf. De sterilisatieruimte mag niet gebruikt worden voor opslag, als bedrijfskantine, als tandtechnische werkplek of als verkleedruimte.
Zorg voor werkbladen met gladde oppervlakken zonder naden. Zorg ervoor dat er een duidelijke waarneembare fysieke scheiding is tussen een schoon en een vuil gebied. In het vuile gebied vindt reiniging en desinfectie plaats, in het schone gebied het inpakken en steriliseren. Werk altijd van links naar rechts (of van rechts naar links) met de wasbak en de afvalbak aan de vuile kant. Zorg ook hier voor sensorkranen (handsfree), kranen met voetbediening of kranen met elleboog bediening. Ook dispensers voor alcohol en zeep mogen niet met de hand bedienbaar zijn. Werk bij voorkeur met trays en zorg te allen tijde voor een opgeruimd geheel. Apparatuur zoals de thermodesinfector moet op werkhoogte worden ingebouwd. Ook moeten de materialen bestand zijn tegen desinfectie met alcohol 70% en 80%. Oppervlakte - Minimaal 5 m². Wettelijk kader - Werkgroep Infectie Preventie: Infectiepreventie in de Tandheelkundige Praktijk van oktober 2007.
Tips
De NMT heeft een geplastificeerde kaart gemaakt met de 10 maatregelen om besmetting te voorkomen. Hang deze op een goed zichtbare plek in de praktijk.
Op www.wip.nl vindt u meer informatie over de infectiepreventie richtlijn. Hierin staat ook meer informatie over de desinfectie en sterilisatie van instrumenten. Hiervoor kunt u ook de NMT brochure Infectiepreventie voor de tandartspraktijk raadplegen. Ook op de website van de VGT www.vgt.nl is veel informatie te vinden voor het toepassen van hygiënische maatregelen.
2.8. Personeelsruimte De personeelsruimte mag niet gecombineerd worden met een kritische ruimte zoals behandelruimte en/of sterilisatieruimte. Op grond van het Arbobesluit dient een praktijk voor de medewerkers te beschikken over een ontspanningsruimte met bij voorkeur daglichttoetreding (voor koffie- en lunchpauzes). Het spreekt voor zich dat de keuken, vanuit het oogpunt van hygiëne, afgescheiden is van werkruimten die besmet
18 (Ver)bouwen van een praktijk
(kunnen) zijn met ziektekiemen. Afhankelijk van het aantal medewerkers is de ontspanningsruimte voldoende ruim bemeten en zijn er genoeg tafels en stoelen. Bovendien dient de ruimte rookvrij te zijn. U kunt eventueel een aparte rookruimte inrichten, maar dit laatste is niet verplicht. Een koelkast voor het bewaren van levensmiddelen mag wel in de personeelsruimte, maar niet in de sterilisatieruimte staan. Voor de opslag van bijvoorbeeld geneesmiddelen of andere tandheelkundige producten die gekoeld bewaard moeten blijven werkt het weer andersom: in deze koelkast mogen geen levensmiddelen opgeslagen worden. Zwangere werknemers en moeders die borstvoeding geven moeten kunnen beschikken over een besloten, afsluitbare ruimte, die privacy biedt in de lactatieperiode en gelegenheid tot het nemen van rust. In een dergelijke ruimte is een deugdelijk, al of niet opvouwbaar bed of een rustbank beschikbaar. Een kleedruimte beschikt over afzonderlijk afsluitbare lockerkasten. Alle ruimtes zijn doelmatig, gemakkelijk toegankelijk en in de nabijheid van de ruimte waar de arbeid verricht wordt. De kleedruimten dienen voorzien te zijn van stoelen of banken en naar seksen gescheiden te zijn. Houd ook eventueel ruimte vrij voor de opslag van wasgoed en schone bedrijfskleding. Voor werknemers is bij voorkeur tenminste één aparte toiletruimte aanwezig. Bij tien of meer werknemers, is voor iedere vijftien of minder medewerkers van hetzelfde geslacht tenminste één toiletruimte aanwezig. Oppervlakte - Minimaal 5 m². Wettelijk kader - Arbobesluit.
Tip
stabiel opgestelde kast in een afsluitbare ruimte, die alleen toegankelijk is voor diegene die op de hoogte is van de risico’s en weet hoe te handelen bij calamiteiten (zie hiervoor ook de veiligheidsinformatiebladen). Onderstaande maatregelen zijn van toepassing. Dit is afhankelijk van de soorten gevaarlijke stoffen die opgeslagen zijn en de werkzaamheden die ermee verricht worden. Een apparaat dat het droog huishoudelijk afval samenperst kan het aantal vuilniszakken aanzienlijk beperken. Voor chemisch afval of producten met gevaarlijke stoffen (en die komen veel voor in tandartspraktijken!) gelden aanvullende regels voor het opslaan en verwijderen hiervan. In of in de nabijheid van de opslagplaats moeten blusmiddelen aanwezig zijn en in de praktijk moet een, op een koudwaterkraan aangesloten, oogspoeldouche zijn. In geval van aanwezigheid van (zeer) lichtontvlambare of bijtende stoffen moeten eisen gesteld worden aan de elektrische installatie. Bij elke opslagplaats moet een duidelijk leesbare instructie aanwezig zijn. Voor het maken van een risico-analyse voor producten met gevaarlijke stoffen (te herkennen aan een oranje vierkant met daarop een gevaarsymbool) wordt sterk geadviseerd gebruik te maken van de, speciaal voor tandheelkundige producten met gevaarlijke stoffen ontwikkelde, digitale dentale stoffenmanager. Hiermee kunt u een voor uw praktijk toegesneden risico-analyse maken en bijhouden. De risico’s worden goed weergegeven en u vindt er diverse praktijkrichtlijnen en tips. Zowel het kunnen benaderen van veiligheidsinformatiebladen en de digitale stoffenmanager (en de gebruikshandleiding hiervoor) is te bereiken via www.vgt.nl/veiligheid/ veiligheidsinformatiebladen/. Ook kunt u via de stoffenmanager zogenaamde werkplekinstructiekaarten (WIK’s) uitprinten. Deze WIK’s geven in één oogopslag adviezen hoe te handelen bij een calamiteit. Oppervlakte - Ca. 2,5 m². Wettelijk kader - Arbeidsomstandighedenwet.
Een personeelsruimte kan ook gebruikt worden voor werkoverleg en scholing.
2.9. Opslagruimte In verband met de opslag van producten met gevaarlijke stoffen is het (conform de Arbowet) verplicht dat hiervoor een risico-inventarisatie wordt gemaakt en, indien nodig, preventieve beschermende maatregelen genomen worden. Dergelijke producten moeten opgeslagen worden in een
Tips
Maak gebruik van de digitale dentale stoffenmanager! Kijk eerst voor de gebruikershandeling op www.vgt.nl/veiligheid/dental-stoffenmanager/
Veiligheidsinformatiebladen over tandheelkundige producten met gevaarlijke stoffen kunt u terugvinden op www.vgt.nl/ veiligheid/veiligheidsinformatiebladen-opvragen/
(Ver)bouwen van een praktijk 19
3. Technische eisen 3.1. Elektrotechnische installaties Patiënten waarbij contact wordt gemaakt met lichaamsvloeistoffen zijn extra gevoelig voor de gevolgen van stroom door het lichaam. Hierdoor zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen voorgeschreven die beschreven worden in blad 710 van de Norm NEN-1010. Een belangrijk gedeelte gaat over het classificeren van een behandelruimte. Afhankelijk van de behandelingen die in een ruimte plaatsvinden dient een keuze gemaakt te worden voor Klasse 0 t/m Klasse 3, waarbij Klasse 0 de eenvoudigste is en Klasse 3 handelt over behandelingen in de hartstreek. Reguliere tandartspraktijken worden veelal als Klasse 1 geclassificeerd, maar ook Klasse 2 kan in sommige gevallen (bijvoorbeeld bij kaakchirurgie) noodzakelijk zijn. Deze lastige materie is voor zogenaamde ‘wijkgebonden medische behandelruimten’ (hieronder vallen ook tandartsen mondhygiënistenpraktijken) praktisch verder uitgewerkt in ISSO-publicatie 84, die is opgesteld in samenwerking met alle relevante beroepsverenigingen in de tandheelkunde. Deze publicatie is te bestellen bij de VGT (
[email protected]) of bij ISSO www.isso.nl. Let op! De tandarts/praktijkhouder is en blijft altijd eindverantwoordelijk voor de juiste classificering. Een installatiebedrijf of leverancier kan u hierin wel adviseren. Elektrische aansluitleidingen moeten zo zijn aangelegd dat ze niet in contact kunnen komen met chemicaliën. Daarnaast mogen ze niet in de buurt liggen van verwarmingsapparatuur. Zorg zoveel mogelijk voor vaste leidingen en vermijd losse contactdozen en verlengsnoeren. Zorg ervoor dat er geen kans is op struikelen over snoeren en maak gebruik van dubbel geïsoleerde apparatuur. Zorg bij een bestaand gebouw er voor dat de aardleiding is aangesloten op een aardelektrode die voldoet aan Norm NEN-1010.
3.2. Professionele elektrische apparatuur in de praktijk De Arbowet schrijft voor wanneer personeel werkt met en/of aan professionele elektrische apparatuur er jaarlijks een controle van deze elektrische apparatuur vereist is (op basis van Norm NEN-3140 en Norm NEN-62353). U kunt deze jaarlijkse controle door de leverancier van de apparatuur laten uitvoeren. Vraag van deze veiligheidscontrole een gedocumenteerd verslag en bewaar deze goed.
Opmerking: koffiezetmachines en (af)wasmachines zijn geen ‘professionele elektrische apparaten’ ook al worden ze wel in de praktijk gebruikt. Alle andere elektrische apparaten (inclusief thermodesinfectoren) zijn wel ‘professionele elektrische apparaten’.
3.3. Werktuigbouwkundige installaties Volgens de Norm NEN-1006 en de aansluitvoorwaarden van de drinkwaterbedrijven (Vewin-eisen) moet ieder apparaat dat in de praktijk op het drinkwaternet is aangesloten, voorzien zijn van een terugstroombeveiliging. Ieder apparaat moet, afhankelijk van zijn technische specificaties en de mogelijkheid om het drinkwater te verontreinigen, voorzien zijn van adequate beveiliging. Uitgangspunt is echter dat voor iedere behandelunit een zogenaamde BA-beveiliging in de waterleiding gemonteerd moet zijn. Iedere unit dient individueel beveiligd te worden en tappunten na een BA-beveiliging mogen geen drinkwatertappunten zijn. Overigens wordt de drinkglasvuller bij een spittoon niet als drinkwatertappunt gezien. Het is dus zaak deze waterleidingen na binnenkomst in het pand eerst te scheiden in ‘leidingen apparatuur’ en ‘leidingen drinkwater’ voor de beveiligingen te plaatsen. Veel beveiligingen dienen periodiek (meestal jaarlijks) te worden beproefd. Waterleidingbedrijven wensen vaak een inspectierapport van deze beproeving. De mogelijkheid bestaat om bijvoorbeeld de watervoorziening van de behandelunit via een systeem van flessenwater te laten gebeuren. Dan hoeft de behandelunit niet te worden voorzien van een terugstroombeveiliging. Afvalwater dat amalgaam (veelal van oude amalgaamvullingen) zou kunnen bevatten dient door een amalgaamafscheider geleid te worden. Alle amalgaamafscheiders dienen per 1 januari 2011 te voldoen aan de Norm NEN-11143. Indien apparatuur gebruikt wordt met heet afvalwater (bijvoorbeeld van een thermodesinfector) dient in ieder geval het eerste gedeelte van de afvoer in een hittebestendig materiaal (PE) te worden uitgevoerd. Bij het installeren van zuigleidingen moet de maximaal toegestane lengte gerespecteerd worden. In de zuigleiding mogen geen haakse bochten voorkomen en leidingen moeten goed gedimensioneerd op het juiste afschot liggen.
20 (Ver)bouwen van een praktijk
Er zijn goede ervaringen met het aanleggen van zuigleidingen in PE, een zwarte kunststof, in plaats van PVC. PE is namelijk minder gevoelig voor aanhechting aan de buiswand. Verder is de keuze tussen een natte of droge zuigleiding van belang. Bij een natte zuigleiding gaat er lucht én vloeistof (water, bloed, speeksel etc.) naar de afzuigmotor. Bij een droge zuigleiding worden de vloeistoffen al in de praktijkruimte gescheiden en gaat er alleen lucht naar de afzuigmotor.
3.4. Röntgenapparatuur Röntgenapparatuur bestaat in grote en kleine varianten. De kleine (intra-orale) toestellen worden in principe in de behandelkamer geplaatst. OPG en/of CBCT toestellen worden vrijwel altijd in een aparte ruimte geplaatst. Op basis van de wettelijk voorgeschreven risico-analyse en het KEW-dossier kunnen beschermende maatregelen noodzakelijk zijn. De leverancier kan u helpen in het bepalen van deze beschermende maatregelen, zie ook punt 2.5 van deze brochure. Röntgenopnamen in de tandheelkunde worden al enkele jaren gedaan in een digitale vorm. De voordelen van deze opnametechniek in plaats van de oude analoge techniek zijn evident. Korte belichtingstijd, informatie direct beschikbaar, geen chemicaliën meer etc. Maar er kleven ook wel enkele bezwaren aan. Zo moet u uw ICT-situatie hier wel goed op afstemmen, uw opslagcapaciteit moet het volume aan digitale informatie goed aankunnen, de verschillende systemen moeten met elkaar kunnen communiceren, u dient licenties aan te schaffen en u dient een strak protocol voor back-ups na te leven. Deze back-ups moeten niet alleen inpandig maar ook uitpandig gemaakt kunnen worden of tenminste meegenomen worden, want bij bijvoorbeeld een brand worden ook de inpandige back-ups vernietigd en dan heeft u in het geheel geen data meer! Ook moet u er aan denken dat beeldschermen en toetsenborden in de behandelruimte goed desinfecteerbaar zijn.
3.5. Calamiteiten-voorzieningen Met betrekking tot vluchtroutes (deze zijn verplicht in ruimtes groter dan 500 m²) moeten gebouwen voldoen aan het Bouwbesluit en aan de gebruiksvoorschriften van de gemeentelijke Bouwverordening. Raadpleeg zonodig de plaatselijke brandweer. Deuren die zijn bestemd voor het vluchten mogen tegen de vluchtrichting in draaien als daarop niet meer dan 25 personen zijn aangewezen en mogen in ieder geval niet tegen de vluchtrichting in draaien als daarop meer dan 37 personen zijn aangewezen.
Voor een tandartspraktijk is niet concreet voorgeschreven wanneer een brand- en ontruiming alarmeringinstallatie nodig is. Bij een kleine praktijkruimte zal dit veelal niet worden verlangd. Raadpleeg hiervoor zonodig ook de plaatselijke brandweer. Een tandartspraktijk moet altijd zijn voorzien van goed zichtbare en voldoende herkenbare vluchtrouteaanduidingen die voldoen aan Norm NEN-6088. Deze vluchtrouteaanduidingen moeten zijn voorzien van noodverlichting wanneer op grond van het Bouwbesluit voor het vluchten gebruik moet worden gemaakt van een ‘rookvrije vluchtroute’. Bij een kleine tandartspraktijk is dit doorgaans niet nodig. Een tandartspraktijk moet uiteraard voldoen aan de gebruikerseisen uit de Bouwverordening waaraan elk bouwwerk moet voldoen. Hierin is bijvoorbeeld aangegeven dat vluchtroutes zijn vrijgehouden van obstakels. Ook met de aanwezigheid (en de daarbij behorende opleiding en regelmatige controle) van een AED-apparaat kunt u mogelijk veel problemen voorkomen.
3.6. Arbo-voorzieningen Op grond van het Arbobesluit moet de werkplek geen gevaren geven voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. U als werkgever, heeft daarin zelfs een wettelijke zorgplicht. De Risico Inventarisatie & Evaluatie voor de Tandheelkundige praktijk biedt hierover meer informatie. Bovendien is wettelijk bepaald dat een arbeidsplaats niet mag worden gebruikt als deze in strijd is met het Bouwbesluit. Op www.nmt.nl vindt u meer informatie over arbeidsrisico’s en arbeidsomstandigheden in de tandheelkundige praktijk.
3.7. Preventie van legionellabesmetting Kleinere tandartspraktijken kunnen door de waterleidinginspectie op dit moment (2011) niet verplicht worden gesteld om een risico-analyse en een beheersplan te maken. Toch wordt van tandartsen verwacht dat zij zich houden aan de zorgplicht ten aanzien van legionellapreventie en hier maatregelen voor nemen, zie hiervoor ook de Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk (de WIP richtlijn). Voor grotere praktijken, zorginstellingen of grotere panden waar de praktijkruimte bijvoorbeeld een gehuurd deel van uitmaakt, gelden stringentere eisen. Meer informatie kunt u vinden op: www.vgt.nl/downloads/ pdf/legionellapreventie_in_leidingwater_vrom_200412.pdf
(Ver)bouwen van een praktijk 21
De waterkwaliteit in de unit kan op verschillende manieren worden beheerst. Elke manier heeft beperkingen. Afhankelijk van de omstandigheden kan een bepaalde manier de voorkeur genieten. Dit kan per praktijk verschillen. Een installatie die beheerd wordt conform de richtlijnen uit ISSO-publicatie 55.1 voldoet aan de nieuwe wettelijke regels voor Legionellapreventie in leidingwater. Een erkend installateur kan u hierover nader informeren. Daarnaast heeft de NMT uitgebreide informatie over waterkwaliteit beschikbaar op www.nmt.nl
22 (Ver)bouwen van een praktijk
4. Onderhoudvereisten
Alle apparatuur in uw praktijk heeft onderhoud nodig. Soms vanuit het oogpunt van bedrijfszekerheid, soms omdat het onderhoud wettelijk is voorgeschreven. Hieronder hebben wij in het kort weergegeven aan welke apparatuur u dan moet denken met daarbij de frequentie en het wettelijke kader (WK).
4.6. Airconditioning
Houd van alle controle- en onderhoudshandelingen aan de hand van werkbonnen, meetrapporten en/of facturen een (digitaal) logboek bij, zodat u zelf de controlemomenten kunt bewaken en kunt aantonen dat het vereiste onderhoud heeft plaatsgevonden.
4.7. Overige apparatuur/systemen
4.1. Röntgenapparatuur - acceptatietest bij oplevering nieuw toestel - periodieke onderhoudstesten op werking, veiligheid en functioneren - frequentie: 1 x per 3 jaar voor intra-oraal en 1 x per jaar voor OPG, OPG/CEPH en CBCT - WK: Besluit Stralingsbescherming en Arbo-wetgeving
4.2. Autoclaven en thermodesinfectoren - periodieke onderhoudstesten op werking en functioneren - frequentie: volgens richtlijn fabrikant, meestal 1x per jaar - WK: Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk en RIVM Richtlijnen 8153-1 en 815x-1
4.3. Alle professionele elektrische apparatuur, waaronder ook desinfectie-, sterilisatie- of röntgenapparatuur - periodieke inspectie - frequentie: 1 x per jaar - WK: Arbo-wet en NEN Norm-3140 en Norm-62353
4.4. Algemene tandheelkundige apparatuur, niet zijnde desinfectie-, sterilisatie- of röntgenapparatuur - periodiek onderhoud op werking en functioneren - frequentie: afhankelijk van aantal en soort apparaten, meestal 1 x per jaar - WK: geen
4.5. Drinkwaterleidingbeveiligingen (meestal BA-beveiliging) - periodiek testen op werking - frequentie: minimaal 1 x per jaar - WK: drinkwaterwet, VEWIN werkbladen en voorschriften waterleidingmaatschappij
- periodieke controle op werking en schoonmaken/ vervangen filters - frequentie: 1 x per jaar of zoveel vaker als nodig (afhankelijk van filtervervuiling) - WK: geen
- periodieke controle op werking rookmelders en brandblusmiddelen - periodieke controle op werking AED apparaat - periodieke controle op werking alarminstallatie, cv installatie, zonwering etc. - frequentie: zo vaak als voorgeschreven door fabrikant - WK: geen
(Ver)bouwen van een praktijk 23
5. Relevante wet- en regelgeving
Zorg - De Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) - Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) - Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) - Kwaliteitswet zorginstellingen - Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk Bouwen/verbouwen - Besluit Stralingsbescherming (bescherming tegen röntgenstraling) - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) - Bouwbesluit (veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid) en de gemeentelijke Bouwverordening Personeel (en uzelf!) - Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidsomstandighedenbesluit - Besluit Stralingsbescherming (bescherming tegen röntgenstraling) - Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk De samenleving (omwonenden, de gemeente) - Activiteitenbesluit (milieuwetgeving, geluid- en stankoverlast) - Besluit Stralingsbescherming - Bestemmingsplan (Wet ruimtelijke ordening) - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) - Bouwbesluit (veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid) en de gemeentelijke Bouwverordening
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl) opgericht. Op die website kunt u direct zien welke onderdelen wel en niet in uw specifieke situatie van toepassing zijn. Behalve wetgeving heeft u ook te maken met de afspraken binnen de beroepsgroep, bijvoorbeeld in de vorm van de gedragsregels of professionele standaards. Bij twijfel of bepaalde voorzieningen of te nemen maatregelen een aanbeveling zijn dan wel wettelijk verplicht zijn, kunt u het beste een deskundige inschakelen. Ook bij de NMT, de VGT en de leveranciers van apparatuur is veel informatie over veel onderwerpen beschikbaar.
24 (Ver)bouwen van een praktijk
6. Relevante links
Informatie Website Arbowetgeving
www.szw.nl
Beroepsuitoefening tandarts, tandartspraktijk en arbeidsomstandigheden
www.nmt.nl
Bouw/verbouw; ruimtelijke ordening, milieu www.omgevingsloket .nl www.bouwbesluitonline.nl www.rijksoverheid.nl www.agentschapnl.nl Wetgeving voor tandartspraktijken, dental stoffenmanager, veiligheidsinformatiebladen etc.
www.vgt.nl
Leveranciers apparatuur
www.vgt.nl/downloads/pdf/vgtleden.pdf
Gezondheidszorg
www.minvws.nl
Infectiepreventie
www.nmt.nl en www.wip.nl
NEN-normen
www.nen.nl
Omgevingsvergunning
www.omgevingsloket.nl
Specifieke informatie over inhoud en risico’s van stoffen in de tandartspraktijk
www.dentalstoffenmanager.nl
Wetgeving en normering
www.euronorm.nl
NMT-RI&E tandheelkundige praktijken
www.nmt.nl en www.rie.nl
NMT-Ledenservice Geelgors 1 Postbus 2000 3430 CA Nieuwegein Telefoon 030 60 76 380 Telefax 030 60 48 994 Internet www.nmt.nl E-mail
[email protected]
VGT Zuiddijk 384 b 1505 HE Zaandam Telefoon 075 65 39 290 Telefax 075 65 39 295 Internet www.vgt.nl E-mail
[email protected]
Prijs voor niet-leden NMT en VGT: € 37,50