veiligheid en kwaliteit
Nederlandse versie
Beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Om optimale kwaliteit voor haar klanten te garanderen heeft Snijder B.V. besloten een organisatiesysteem op te zetten. Het doel van het organisatiesysteem van Snijder B.V. is om de dienstverlening continu optimaal te leveren en aan te laten sluiten op de wensen van haar klant. Als grondslag voor alle werkzaamheden welke Snijder B.V. voor haar klanten uitvoert, staan vier pijlers: · Veiligheid; · Kwaliteit; · Gezondheid /welzijn; · Milieu. De directie van Snijder B.V. onderschrijft het in het organisatiehandboek omschreven beleid, en geeft hiermee voor bovengenoemde pijlers alle ruimte aan haar medewerkers om veilig, kwalitatief hoogstaand, gezond en milieubewust te kunnen handelen, om hiermee de gewenste kwaliteit te kunnen blijven leveren en te voldoen aan de wettelijke voorschriften en vergunningsvoorwaarden.
De directie zal zich door regelmatig en gestructureerd overleg op de hoogte houden van de uitwerking en naleving van het veiligheidsbeleid, en waar nodig dit beleid bij stellen om tot optimale arbeidsomstandigheden te komen op het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu.
2e druk 2011
Hoorn, januari 2011
De directie R. Snijder
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
3
i
i Inhoudsopgave
4
Beleidsverklaring
3
8
Orde en netheid
30
Inhoudsopgave
4
9
Milieuzorg
32
1
Inleiding
6
10
2 Veiligheid, Gezondheid en Milieu 2.1 Veiligheid 2.2 Gezondheid en Welzijn 2.3 Milieu
7 7 8 8
3
9
Verantwoordelijkheid
4 Incidentenmelding en rapportage
10
5
12
Roken
6 Persoonlijke Beschermingsmiddelen 6.1 Voetbescherming 6.2 Oogbescherming 6.3 Gehoorbescherming 6.4 Handbescherming 6.5 Hoofdbescherming 6.6 Gelaats /Adembescherming 6.7 Kniebescherming 6.8 Valbeveiliging 6.9 Beschermende kleding 6.10 Vervangingsregeling 6.11 Maatregelen bij het niet dragen
13 14 14 16 17 17 18 18 18 19 19 23
7
24 25 26
Brand- en explosiegevaar 7.1 Brand 7.2 Explosie
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Specifieke regels 10.1 Grondverzetmachines 10.2 Werkplaatsen 10.3 Machines, gereedschappen en uitrusting 10.3.1 Elektrisch handgereedschap 10.3.2 Heftrucks 10.3.3 Accu’s en acculaadplaatsen 10.3.4 Elektrisch lassen 10.3.5 Lassen en branden 10.3.6 Hijsmiddelen 10.3.7 Verplaatsbare ladders 10.3.8 Steiger/schaarlift 10.4 Opslag van materiaal en goederen 10.5 Gevaarlijke stoffen 10.6 Afvallozing 10.7 Met de hand tillen 10.8 Hygiëne 10.9 Seksueel- en bloed-overdraagbare ziekten 10.10 Alcohol en drugs 10.11 Psychosociale belasting
33 33 34 35
11
Algemene voorschriften
56
12
Laatste Minuut Risico Analyse
58
37 38 39 40 42 43 48 49 49 50 51 52 53 53 54 55
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
5
1
2 Inleiding
Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu
De gids bevat, naast algemene regels, een aantal algemene zaken met betrekking tot de wet- en regelgeving rond Arbeidsomstandigheden en met betrekking tot de bescherming van het milieu. De zorg voor de veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu wordt door Snijder B.V. beschreven in haar organisatiehandboek en het standpunt met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en het milieu is verwoord in een beleidsverklaring. Deze verklaring is in deze gids en het organisatiehandboek opgenomen. Met behulp van procedures en (werk-)voorschriften wordt invulling gegeven aan het beleid.
Ons bedrijf is ISO 9001 en VCA** gecertificeerd. We hebben er alle belang bij aandacht te besteden aan veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu (VGWM) in zowel onze werk- als privésituatie. Bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden geldt voor de drie aandachtsgebieden de DNV Certification BV volgende betekenis:
2.1
ISO 9001 en VCA** gecertificeerd
Veiligheid
“Veiligheid is het bewust nemen van een aanvaardbaar risico”. Risico in deze definitie is de kans dat er een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt met een bepaald ongewenst effect (gevolg). Bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden zullen we soms een risico moeten nemen. Als de werkzaamheden op een veilige manier worden uitgevoerd is er sprake van het aanvaarden van het risico, omdat we er dan bewust mee bezig zijn. Bij twijfel of de veiligheidssituatie wel aanvaardbaar is, moeten we overleggen met de leidinggevende. We noemen een risico aanvaardbaar, als: • diegene die het risico neemt het gevaar kent, de gevolgen en de kans erop kan beoordelen; • het gevaar zoveel mogelijk beperkt kan worden, zowel voor uzelf als voor anderen; • het risico aanvaard moet worden om het werk uit te voeren, als dat niet op een minder riskante manier kan. Het aanvaardbaar zijn van het te nemen risico is zeer sterk persoonsgebonden. Wat de één aanvaardbaar vindt, behoeft voor een ander nog niet aanvaardbaar te zijn. Dit is onder meer afhankelijk van opleiding, training, voorlichting en (werk-)ervaring.
6
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
7
2
3 Uitgangspunt blijft, dat men zich van het risico dat men dagelijks toch loopt, bewust is en dit voor zichzelf en omgeving aanvaardbaar acht.
2.2
Gezondheid en welzijn
Naast veilig werken besteedt Snijder B.V. ook de nodige aandacht aan de gezondheid van alle werknemers. Als uitgangspunt voor het te voeren beleid – zorg voor het welzijn - houden wij ons aan de Arbowet. Globaal gelden de volgende definities: • Gezondheid stelt de mens in staat volledig te functioneren, onder andere in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Gezondheid binnen de werksituatie kan bijvoorbeeld worden afgemeten aan het aantal gezondheidsklachten en de ziekteverzuimcijfers; • Naast fysieke gezondheid en aandacht voor de psychische gezondheid omvat het begrip ‘welzijn’ ook de waardering voor uitvoering én resultaat van de werkzaamheden; • Welzijn binnen de werksituatie kan worden afgemeten aan de sfeer en de collegialiteit binnen het bedrijf.
2.3
Verantwoordelijkheid Om een veilige en gezonde arbeidsomgeving te waarborgen, zijn er bij Snijder B.V. afspraken gemaakt waar bepaalde verantwoordelijkheden liggen. Hierbij is ervan uitgegaan, dat de personen met verantwoordelijkheden ook de middelen en bevoegdheden hebben om hun taken naar behoren te kunnen vervullen. Wettelijk gezien is de werkgever (artikel 3, Arbowet) in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van zijn werknemers. Echter, als de werknemers zich niet aan bepaalde verplichtingen houden, kunnen ook zij ter verantwoording worden geroepen (artikel 11, Arbowet). Gesteld kan dus worden dat de zorg voor arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn ligt bij zowel werkgever als werknemer (artikel 12, Arbowet).
Milieu
Tijdens het uitvoeren van diverse werkzaamheden door werknemers van Snijder B.V. dient rekening te worden gehouden met de bescherming van het milieu. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan het werken volgens geldende vergunningvoorschriften op de werkplek en het (gescheiden) inzamelen en afvoeren van vrijkomende afvalstoffen. Snijder B.V. zal duurzaam gebruik maken van grondstoffen.
8
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
9
4
4 Incidentenmelding en -rapportage Het doel van het melden en rapporteren van bijna-ongevallen en ongevallen is: • De (mogelijke) negatieve effecten (verder) te beperken; • Vergelijkbare incidenten in de toekomst te voorkomen; • Nader onderzoek mogelijk te maken. Het hoofddoel bij ongevallen en calamiteiten is altijd de personen in veiligheid brengen en eerste hulp bieden. Tevens wordt getracht de persoonlijke, materiële en milieuschade zoveel mogelijk te beperken. Na een incident of bijna-ongeval wordt beoordeeld welke directe maatregel moeten worden genomen om herhaling te voorkomen. Deze maatregel worden tevens genoteerd op het incidentenmeldingsformulier. Een ieder is verantwoordelijk voor het rapporteren van incidentmeldingen van zowel persoonlijke schade als van materiele - en milieuschade. De rapportage dient zo snel mogelijk na het incident toegezonden of ingeleverd te worden bij de leidinggevende op de vestiging. Het kan zijn dat op de diverse locaties wereldwijd andere regels gelden met betrekking tot het melden en rapporteren van incidenten. Deze regels zullen dan direct van toepassing zijn op de werknemers van Snijder B.V. met dien verstande dat zij te allen tijde de technische dienst op de vestiging op de hoogte moeten stellen. De registratie van meldingsformulieren gebeurt door de VGM-coördinator van Snijder B.V. Het meldingsformulier dient bij alle incidenten binnen het toepassingsgebied te worden ingevuld. Bedenk hierbij dat ook kleine incidenten van belang kunnen zijn, zodat hiervoor eventueel maatregelen genomen kunnen worden om herhaling (of erger!) te voorkomen.
10
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
11
5
6 Rookbeleid
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Uitgangspunt is dat iedereen recht heeft op een rookvrije werkplek.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) hebben tot taak de mens te beschermen tegen de gevolgen van een incident. Er dient te worden beoordeeld of er andere maatregelen kunnen worden getroffen om de risico’s van de werkzaamheden te verminderen. Met andere woorden; er moet gekeken worden naar het bestrijden van gevaren bij de bron.
Het is niet toegestaan om in openbare ruimtes te roken. Onder openbare ruimtes wordt verstaan: gangen, vergaderruimtes, kantine, keuken, toiletten, e.d. Het is niet toegestaan om in een grondverzetmachine en/of bedrijfsauto en/of bouwkeet te roken, tenzij er meerdere keten aanwezig zijn, waarvan er één als rookruimte wordt gebruikt of allen die er gebruik van maken er geen bezwaar tegen hebben. Mocht er in de ruimte waarin u werkt toch gerookt worden, ondanks het feit dat u daarvoor geen toestemming heeft gegeven, kunt u bij de directie een klacht indienen. Deze zal een gemotiveerd advies geven dat bindend is voor de organisatie. Indien een opdrachtgever een eigen regeling heeft omtrent roken, die stringenter is dan de regel van Snijder B.V., zullen de medewerkers van Snijder B.V. zich aan deze regeling dienen te houden.
Voorbeelden van het bestrijden van gevaren bij de bron zijn: • Beveiligingen aanbrengen op machines en apparatuur; • Schadelijke gassen, dampen en/of stof afzuigen door goede ventilatie; • Vervangen van schadelijke grondstoffen door minder schadelijke grondstoffen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu; • Aanbrengen van isolatie op machines en apparatuur die een hoge geluidsproductie kennen (b.v. omkasten van een compressor). Snijder B.V. stelt voor het operationele personeel, naast werkkleding, gratis persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ter beschikking. Zij houdt toezicht op het juiste gebruik van de PBM en zal tussentijds inspecties uitvoeren op het juist onderhouden van bepaalde PBM (binnenzijde oorkappen, onderhoud otoplastieken). Bij indiensttreding worden de PBM aan de medewerker ter beschikking gesteld op basis van zijn functie binnen de organisatie. Indien op specifieke projecten of klussen andere PBM nodig zijn, zullen deze door Snijder B.V. of door de opdrachtgever beschikbaar worden gesteld. Medewerkers van Snijder B.V. zijn verplicht de op grond van de wettelijke bepalingen door het bedrijf ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken, te onderhouden en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen. Bij vermissing, tekortkoming en/of beschadiging dient dit zo snel mogelijk gemeld te worden aan de direct leidinggevende.
12
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
13
6
6 6.1 Voetbescherming Tijdens het werk loopt men de kans om in scherpe voorwerpen te trappen. Na handletsel komt dit soort ongevallen het meest voor. Door veiligheidsschoenen te dragen kunnen de meeste ongelukken worden voorkomen. De schoenen moeten goedgekeurd zijn, herkenbaar aan de CE-markering en voldoen aan de eisen (minimale eis veiligheidsklasse S3) van de uit te voeren werkzaamheden. Er wordt van de medewerkers verwacht dat zij de schoenen goed onderhouden. Bij Snijder B.V. dienen de operationele medewerkers altijd veiligheidsschoenen te dragen.
6.2 Oogbescherming Bij zeer veel werkzaamheden zoals boren, zagen, draaien, slijpen en snijbranden zijn veiligheidsbrillen geen overbodige luxe tegen stof en/ of wegspringende stukjes materiaal. Bij het uitvoeren van laswerkzaamheden dient een laskap of lasbril gebruikt te worden. Het is niet toegestaan dat men met een “gewone” bril werkt als vervanger van een veiligheidsbril. Deze valt namelijk in scherpe splinters uiteen als er iets met kracht tegenaan komt. Snijder B.V. stelt haar operationele medewerkers oogbescherming ter beschikking bij het uitvoeren van de werkzaamheden met genoemde risico’s.
14
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
15
6
6 6.3 Gehoorbescherming
6.4
Eén van de belangrijkste zintuigen die de mens heeft is het gehoor. Hiermee kunnen we met andere mensen communiceren. De beschadiging van het gehoor door lawaai is onherstelbaar. “Wennen aan lawaai” betekent eigenlijk steeds dover worden. Hoe doof men ook al zou zijn, bescherming blijft noodzakelijk. Hiermee kan voorkomen worden dat het gehoor nog verder achteruit gaat.
Handen zijn betrokken bij vrijwel alle handelingen tijdens het werk. Daarom vormen zij een kwetsbaar geheel. Handen kunnen niet tegen alle gevaren beschermd worden, maar wel bijvoorbeeld tegen koude, hitte, schuren, snijden, steken, chemicaliën enzovoorts. Bij werkzaamheden waar beknelling kan optreden is het dragen van handschoenen verboden.
Lawaai met een geluidsniveau boven de 80 dB(A) geeft een verhoogde kans op blijvende gehoorbeschadiging. De werkgever dient gehoorbescherming ter beschikking te stellen en de medewerkers voor te lichten; Bij werkzaamheden en/of verblijf in ruimten waar het geluidsniveau hoger is dan 85 dB(A) zijn medewerkers wettelijk verplicht gehoorbescherming te dragen. Een aantal werkzaamheden die medewerkers van Snijder B.V. uitvoeren zitten boven het geluidsniveau van 85 dB(A). Hierbij valt te denken aan boren, zagen en werkzaamheden met de grondverzetmachine.
De operationele medewerkers van Snijder B.V. dienen de ter beschikking gestelde werkhandschoenen te gebruiken bij werkzaamheden waarbij letsel aan de handen voorkomen kan worden.
Snijder B.V. stelt de medewerker de volgende gehoorbescherming ter beschikking: • Bij bescherming op het oor: gehoorkappen, als er sprake is van een korte periode geluidshinder; • Bij bescherming in het oor: oordopjes. Bij langdurige blootstelling aan schadelijk geluid worden otoplastieken (op maat gemaakte gehoorbeschermers) verstrekt. De operationele medewerkers van Snijder B.V. dienen de gehoorbescherming te gebruiken. Bij het op de juiste manier aanbrengen van de gehoorbescherming speelt vanzelfsprekend de hygiëne een grote rol.
16
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
6.5
Handbescherming
Hoofdbescherming
Daar waar de kans bestaat te worden getroffen door vallende of rondvliegende voorwerpen en of het hoofd bekneld of beschadigd raakt, is het verplicht een veiligheidshelm te dragen. Om de drie jaar, of eerder indien de helm scheuren of aantastingen vertoont, dient de helm te worden vervangen door een nieuw exemplaar. Hierdoor wordt voorkomen dat de kwaliteit van de helm te ver terugloopt onder invloed van het zonlicht. De productiedatum staat aan de binnenzijde van de helm. Het dragen van metalen helmen is wettelijk verboden. De helm moet zijn voorzien van een CE-markering en voldoen aan de veiligheidsnorm. Snijder B.V. stelt een helm ter beschikking aan de operationele medewerkers.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
17
6
6 6.6
Gelaats- / Adembescherming
Wanneer men bloot staat aan schadelijke stoffen, verf, vezels, damp en/ of gassen is het dragen van adembescherming verplicht. Als schadelijke hoeveelheden stof of gas/damp bij bepaalde werkzaamheden (bijvoorbeeld lassen, schuren, stralen, industriespuiten) vrijkomen moeten de medewerkers adembeschermingsmiddelen dragen. Voor de diverse risiconiveaus zijn verschillende soorten maskers en filters te verkrijgen. Snijder B.V. stelt de maskers en filters ter beschikking van de medewerkers die blootgesteld staan aan deze mogelijke risico’s. Deze medewerkers zijn verplicht gelaats- / adembescherming te dragen.
6.7
Kniebescherming
Kniebescherming beschermen het kniegewricht bij (langdurig) geknield werken. Ze hebben het voordeel dat ze de knieën constant beschermen. Vloermatten kunnen eenzelfde graad van bescherming bieden, maar de medewerker moet deze steeds oppakken en neerleggen. Snijder B.V. stelt kniebeschermers ter beschikking aan de werknemers, die regelmatig geknield werk doen.
6.8
Valbeveiliging
6.9
Beschermende kleding
Tijdens werkzaamheden waar de normale werkkleding onvoldoende bescherming biedt, is het gebruik van speciale beschermende kleding noodzakelijk. Op plaatsen waar de kans groot is in aanraking te komen met chemicaliën of hete voorwerpen, moet de werkkleding geheel gesloten zijn en moeten de mouwen de gehele arm bedekken (overall). Het dragen van sterk vervuilde overalls brengt bijkomende risico’s met zich mee. Zorg voor schone (hele) overalls, ze verkleinen risico’s en brengen een representatiever kwaliteitsbeeld naar voren. Bij nacht en slecht zicht dienen er veiligheidshesjes te worden gedragen. Snijder B.V. stelt beschermende kleding ter beschikking gesteld op basis van hun functie. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het onderhouden en tijdig vervangen van de kleding. Op bepaalde projecten zal er specifieke beschermende kleding worden verstrekt door de opdrachtgever.
6.10
Vervangingsregeling
Bij slijtage of beschadiging, waardoor de PBM niet meer gebruikt kan worden of geen optimale veiligheid meer kan garanderen, dient deze vervangen te worden. De medewerker is zelf verantwoordelijk hiervoor en dient dit te melden bij zijn leidinggevende. Deze zal er voor zorg dragen dat de medewerker een nieuwe PBM ontvangt.
Bij werkzaamheden op een hoogte van 2,5 meter en hoger moeten de medewerkers persoonlijke valbeveiliging dragen. Deze moet de gevolgen van een val op het menselijk lichaam kunnen opvangen. Deze PBM’s dienen regelmatig gekeurd te worden en dit moet zichtbaar op het materiaal te zien zijn. Snijder B.V. stelt valbeveiliging ter beschikking aan de medewerkers op die plaatsen waar dit nodig is.
18
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
19
6
6 Persoonlijk beschermingsmiddel
Werkzaamheden / situaties
Vervanging
Voetbescherming Veiligheidsschoenen of -laarzen
20
Werkzaamheden / situaties
Vervanging
• Vanaf 85 dB(A) is men verplicht gehoorbescherming te dragen • Daar waar het is aangegeven met het blauwe bord met witte opdruk
•G ehoorkappen bij slijtage of beschadiging •O toplastieken behoren jaarlijks te worden gecontroleerd en zo nodig te worden vervangen
Men dient werkhandschoenen te dragen bij werkzaamheden met “mechanische” risico’s, bij werken met chemische stoffen en bij thermische risico’s
Bij slijtage of beschadiging
Gehoorbescherming Bij alle voorkomende operationele functies, waar werkzaamheden zijn: • Waar de voet bekneld kan raken of getrapt kan worden in uitstekende gedeeltes; • Zoals tillen en verplaatsen van (zware) voorwerpen; • Waar het verplicht gesteld wordt met een blauw bord met witte opdruk.
Bij slijtage of beschadiging
Otoplastieken Oorkap
Handbescherming
Oogbescherming Veiligheidsbril Lasbril Ruimzichtbril Snijbril
Persoonlijk beschermingsmiddel
• Bij werkzaamheden waarbij men de kans loopt schadelijke stoffen in de ogen te krijgen • Bij het uitvoeren van verspanende handelingen • Bij las- en snijwerkzaamheden • Daar waar het is aangegeven met het blauwe bord met witte opdruk
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Bij slijtage of beschadiging
Werkhandschoenen Lashandschoenen
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
21
6
6 Persoonlijk beschermingsmiddel
Werkzaamheden / situaties
Vervanging
Hoofdbescherming Helm
• Op projecten waar de kans bestaat dat men getroffen wordt door rondvliegende of vallende voorwerpen • Waar men de kans loopt om het hoofd te stoten of bekneld te raken • Op projecten daar waar het is aangegeven met het blauwe bord met de witte helm
Helmen mogen drie jaar worden gebruikt, daarna moeten zij worden vervangen. Tussendoor vervangen als de helm is gescheurd en/of gedeukt
Wanneer men bloot staat aan schadelijke stoffen, verf, vezels, damp en/of gassen is het dragen van adembescherming verplicht
Bij slijtage of beschadiging
Men dient kniebescherming te dragen bij werkzaamheden waar (langdurig) geknield werk wordt gedaan
Harnasgordel Vallijn
Vervanging
Bij werkzaamheden op hoogte (boven de 2,5 meter) waar valgevaar bestaat dient men valbeveiliging te dragen
Harnasgordel bij slijtage of beschadiging. Vallijn na 1 x gebruik
Bij koude werkomstandigheden dient men de doorwerkjas te dragen. Het veiligheidshes dient gedragen te worden bij nacht en slecht zicht.
Bij slijtage
Beschermende kleding Doorwerkjas Veiligheidshes
6.11 Maatregel bij het niet dragen van de PBM
Kniebescherming Kniebeschermers
Werkzaamheden / situaties
Valbeveiliging
Gelaatsbescherming Lashelm Filtermasker Spuitmasker Stofmasker
Persoonlijk beschermingsmiddel
Bij slijtage of beschadiging
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is de leidinggevende verantwoordelijk voor het toezicht op het gebruik van de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen. Medewerkers die niet of onjuist gebruik maken van de verstrekte PBM worden door de leidinggevende geattendeerd op deze handelswijze. Niet naleven van deze instructie wordt uitgelegd als gedrag die niet hoort tot het gedrag van een goede werknemer. In het uiterste geval kan het niet dragen van de benodigde PBM leiden tot ontslag.
22
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
23
7
7
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
sto
Deze drie voorwaarden worden vaak gepresenteerd in een zogenaamde branddriehoek. Onderstaand een aantal oorzaken waardoor er binnen Snijder B.V. brand kan ontstaan: • Lassen, slijpen, snijwerkzaamheden; • Roken en open vuur; • Zelfontbranding door broei (bijv. met olie verontreinigde poetsdoeken); • Verkeerde opslag of behandeling van brandgevaarlijke stoffen; • Elektrische apparaten en bedrading; • Natte kleding op verwarming; • Lekkende zuurstof uit de fles.
f
In de tweede plaats in er zuurstof nodig. Dit kan zuurstof uit de lucht zijn, vloeibare zuurstof of zuurstof die gemakkelijk wordt afgegeven door een andere stof zoals een peroxide. Een derde voorwaarde is dat er een voldoende hoge temperatuur heerst om de reactie tussen de brandbare stof en zuurstof op gang te brengen.
tof
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Brand kan pas ontstaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats moet er een brandbare stof aanwezig zijn. Dit kunnen zijn: • Een gas; • Een vloeistof; • Een vaste stof.
urs
24
Brand
Zu
In dit kader onderstaand enkele preventieve maatregelen die genomen moeten worden vóór aanvang van de werkzaamheden: • Zich op de hoogte stellen van de plaats en bedieningsvoorschriften van de draagbare brandblusmiddelen in en bij de werkomgeving (gebruiksvoorschrift staat op ieder blustoestel aangegeven). • Gebruikte brandblusmiddelen direct vervangen voor goedgekeurde nieuwe. • Zich op de hoogte stellen van de vluchtwegen, deze vrij houden van obstakels. • Verwijder vóór aanvang van de werkzaamheden aanwezige brandbare materialen. Indien niet mogelijk, dek deze dan af met brandvertragende dekens. • Gebruik bij open vuur geen vluchtige stoffen. • Zich op de hoogte stellen van de alarmnummers en de wijze waarop brandmeldingen moeten worden doorgegeven. • Altijd zorgen voor een vrije doorgang voor de brandweer. • Blokkeer geen brandblusapparatuur. Alle brandblusapparatuur moet in het zicht hangen en in geval van nood gemakkelijk te bereiken zijn. • Brandblusmiddelen moeten eenmaal per jaar en na gebruik worden gecontroleerd (controleer de sticker). • Zorg ervoor dat de juiste brandblusapparatuur daadwerkelijk aanwezig is, met name in de nabijheid van: • laswerkzaamheden (open vuur); • opslagplaatsen voor oliën, vetten en verven; • opslagplaatsen voor gas- en zuurstofflessen. • Instructies hoe te handelen bij brand moeten op of in de nabijheid van de werkplek aanwezig zijn.
7.1
nd
Alle voorzorgsmaatregelen ten spijt ontstaat er soms toch een brand of doet zich een explosie voor. In dergelijke situaties gebeuren vaak, in hele korte tijd, veel onvoorspelbare dingen. Toch kan er in dergelijke situaties veel gedaan worden om letsel en schade zoveel mogelijk te voorkomen.
Verschillende gevaarlijke stoffen zijn brand- en explosiegevaarlijk. Bij de opslag en het verwerken van deze stoffen moet rekening worden gehouden met de risico’s.
Bra
Brand- en explosiegevaar
Temperatuur
25
7
7 7.2
Explosie
Een explosie kan een fysisch of een chemisch karakter hebben. Een voorbeeld van een fysische explosie is het bezwijken van een drukvat zoals een gascilinder, waarbij de inhoud in korte tijd vrijkomt. Een voorbeeld van een chemische explosie is het ontleden van een organisch peroxide waarbij in korte tijd veel gasvormige producten vrijkomen. Risico’s Bij brand of explosie is de kans op ongevallen met persoonlijk letsel groot. Ook bestaat de mogelijkheid dat aanzienlijke materiele schade wordt aangericht. De risico’s van brand zijn het vrijkomen van hittestraling en van giftige verbrandingsproducten. De gevolgen hiervan zijn afhankelijk van de verbrandingsproducten en hun giftigheid. De risico’s van een explosie zijn het vrijkomen van toxische stoffen; het ontstaan van een schokgolf, scherfwerking en verbranding. Maatregelen In principe is vrijwel iedere brand te voorkomen. Gewoon een kwestie van het werk doordacht uitvoeren en de nodige maatregelen treffen. In het beginstadium zijn de meeste branden te blussen, maar neem hierbij beslist geen enkel onnodig risico. Bij brand zonder kans op calamiteiten als volgt handelen: • Blijf kalm, denk aan de eigen veiligheid; • Alarmeer of laat alarmeren. Stel leidinggevende op de hoogte; • Aanwezigen veilig stellen; • Probeer brand van geringe omvang te blussen. Lukt dit laatste niet, handel dan als volgt: • Ontruim de werkplek; • Lokaliseer de brand door ramen en deuren te sluiten; • Sluit gasflessen af; • Sluit elektra- en gastoevoer af; • Zorg voor een goede doorgang voor de hulpdiensten; • Indien zelf blussen niet mogelijk is, verlaat dan de ruimte direct volgens de ontruimingsinstructie.
26
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Op de hoofdvestiging heeft Snijder B.V. een bedrijfsnoodplan en een ontruimingsplan ter inzage bij de hoofd BHV. De medewerkers moeten op de hoogte zijn van het hoofdstuk “Wat te doen bij brand en ontruiming” van het ontruimingsplan. Op de projecten moeten de medewerkers zich houden aan de veiligheidsvoorschriften van de opdrachtgever.
Zorg dat u weet wat er van u wordt verwacht. Doe, in ieder geval, altijd eerst wat het meest direct effect heeft. Brandklassen Onder een brandklasse verstaat men een groep van gelijksoortige branden, geordend naar de aard van de brandende stoffen. Dit is in het bijzonder van belang voor de bestrijding van branden met een brandblusser. De brandklasse wordt door middel van een pictogram en de desbetreffende letter op de brandblusser weergegeven. De brandklassen zijn: • Klasse A: geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van vaste stoffen, zoals hout, papier, textiel enz.
• Klasse B: geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van vloeistoffen en vloeibaar wordende stoffen, zoals olie, benzine, vetten enz.
• Klasse C: geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van gassen, zoals butaan, propaan en aardgas. (Let wel op bij het blussen van gassen dat u daarna de gastoevoer kunt afsluiten, anders krijgt u een gaswolk, die naderhand bij een ontstekingsbron kan exploderen.)
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
27
7
7 • Klasse D: geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van brandbare metalen, zoals magnesium, aluminium, natrium, kalium, zirkonium, lithium enz.
• Klasse F: geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van zeer hete oliën en vetten, waarvan de hoeveelheid meer bedraagt dan 5 liter, men moet dan denken aan bijvoorbeeld grote frituurovens.
Eigenschappen
Water
Poeder
Schuim
Koolzuur sneeuw
Brandklasse volgens NEN-EN 2
A
ABC BC D
AB F
B
Bluswerking
Afkoelend
•N egatief katalytisch bij BC poeder •N egatief katalytisch en afdekkend bij ABC poeder • Afdekkend bij D poeder
Afdekkend
Zuurstof verdringend/ verstikkend
Milieuschade door de blusstof
Laag
Laag
Laag
laag
Nevenschade door blussing
Hoog
Hoog
Laag
Geen
TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN
28
Eigenschappen
Water
Poeder
Schuim
Koolzuur sneeuw
Brandklasse volgens NEN-EN 2
A
ABC BC D
AB F
B
Worplengte
~5-10 meter gebonden straal; ~2-3 meter sproeistraal
~5 meter
~3 meter
Spuitduur
Onbeperkt
6 kg ~16 sec. 9 kg ~16 sec. 12 kg ~20 sec.
6 liter ~30 sec. 9 liter ~30 sec.
2 kg ~8 sec. 5 kg ~15 sec.
Zicht bij blussen
Goed
Slecht
Goed
Goed
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
~ 1,5 meter
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
29
8
8 Orde en netheid Snijder B.V. stelt hoge eisen aan orde en netheid in haar vestiging(en) en op locaties waar werkzaamheden worden uitgevoerd. Hiermee wordt een zo veilig mogelijke werksituatie en een maximale bescherming van het milieu nagestreefd. Tevens wordt de kwaliteit van de uitvoering van het werk op deze manier bevorderd. Daarom wordt van een ieder verwacht zich volledig aan onderstaande regels te houden: • Alle werklocaties dienen iedere dag schoon en opgeruimd te worden achtergelaten. Iedereen dient zijn eigen werkomgeving schoon en opgeruimd te houden. De direct leidinggevende ziet er op toe dat zijn afdeling schoon is; • Gebruik gereedschappen en materialen op de juiste manier; • Gebruik materieel en bedien machines e.d. alleen als men hiervoor is opgeleid met toestemming van een bevoegd persoon; • Looppaden, wegen, trappen, gangen, deuren enz. dienen over de gehele breedte vrij te zijn van obstakels. Obstakels welke niet kunnen worden verwijderd dienen te worden voorzien van een duidelijke markering; • Gemorste olie en/of chemicaliën dienen direct te worden opgeruimd; • Afvalmateriaal moet worden gedeponeerd in de daartoe bestemde containers of afvalbakken; • Bij het opslaan van losse onderdelen buiten de gebouwen, dient men rekening te houden met wijzigende weersomstandigheden (b.v. storm); • Stapel materialen veilig op en gebruik hiervoor de aangewezen plaatsen; • Schaftgelegenheden/kantines, toiletten en wasgelegenheden dienen schoon en hygiënisch te worden gehouden. Werp etensresten in de daarvoor bestemde afvalbakken; • Het toezichthoudend personeel moet nagaan of de opslag van materialen op de juiste wijze geschiedt.
30
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
31
9
10 Milieuzorg
Specifieke regels
De zorg voor het milieu dient door iedereen zo goed mogelijk gedragen te worden.
10.1
Iedere medewerker van Snijder B.V. is verantwoordelijk voor het beperken en het inzamelen van het door hem geproduceerde afval. De verschillende soorten afval moeten zo veel mogelijk gescheiden gehouden worden (huishoudelijk, hout, steen, glas, olie, plastic). Bij het werken op locatie van derden dient men zich ervan te overtuigen dat, voordat men afval verwijderd en/of afvoert, het wel toegestaan is om zich op deze wijze van het afval te ontdoen. Chemisch afval, zoals oliën, vetten, spuitbussen enz., dienen bij de verantwoordelijke personen op onze vestiging ingeleverd te worden, waar het op verantwoorde wijze verwerkt wordt. Bij milieucalamiteiten dient men zorg te dragen dat ten eerste de vervuiling gestopt wordt (olielekkages), vervolgens maatregelen genomen wordt om de vervuiling te stabiliseren met bindmiddelen (absorptiekorrels) en tenslotte de vervuiling op te ruimen. Bedenk altijd vooraf welke milieurisico’s de werkzaamheden met zich mee kunnen brengen. Mocht er, ondanks alle voorzorgmaatregelen, toch schade aan het milieu worden veroorzaakt, dan moet het zo snel mogelijk worden gerapporteerd aan de verantwoordelijke mensen, zowel op het project als op de vestiging.
32
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Grondverzetmachines
• Spiegels en lichten moeten in goede staat verkeren; • Machinisten moeten, voor het verlaten van de machine, de motor afzetten; • Als een machine niet gebruikt wordt moet deze op een veilige plaats staan en afgesloten zijn. Bij parkeren de bakken, vorken etc. op de grond en niets zwevend in de lucht; • Materieel dient goed onderhouden te worden (smeren, schoonhouden, enz.); • Voordat materieel afgevoerd wordt naar een project dient er een eindcontrole plaats te vinden (brandblusser aanwezig, verlichting in orde, verbanddoos aanwezig, algehele staat machine, enz.); •B ij controleren van vloeistofniveaus van een accu mag niet gerookt worden, daar er brandbare gassen vrij kunnen komen; • Nooit water of koelvloeistof toevoegen aan een oververhitte motor; Laat deze eerst afkoelen door de machine stationair te laten draaien; •B ij tijdelijk parkeren dient men voldoende ruimte vrij te houden voor een goede doorgang van hulpverlenings-voertuigen; • Het is niet toegestaan passagiers op de machines mee te laten rijden; • Op zo goed als alle CAT machines zitten stekkers om machines aan elkaar te koppelen bij het “overstarten”. Deze bij voorkeur gebruiken en bij niets anders gebruik maken van startkabels. Zorg dan dat deze “parallel” worden gemonteerd: • # positief (+) op positief (+) • # negatief (-) op negatief (-) • Een achteruitrijdsignalering moet zijn gemonteerd op die machines, waarop dit vereist is; • Open vuur is verboden op die plaatsen waar dit is aangegeven en bij het tanken van brandstof; • Bij het tanken van brandstof moet worden voorkomen dat t.g.v. morsen de grond wordt verontreinigd. Indien nodig een lekbak gebruiken;
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
33
10
10
• In iedere machine moet een brandblusser en verbandtrommel ‘B’ aanwezig zijn; • Als een machine dreigt te verzakken, direct het contact uitzetten en de machine verlaten. Daarna direct de projectleiding op het werk en de leidinggevende van Snijder B.V. waarschuwen; • Benader nooit een werkende machine zonder eerst oogcontact te krijgen met de machinist; • De machinist(en) dienen een lichtgevend vest of jas te dragen.
10.2
• Let op, het zand en de korrels vallen na gebruik onder chemisch afval!
34
Maak voor het afsluiten van de werkplaats
Werkplaatsen
Om een veilige werkomgeving te kunnen creëren dient men een aantal punten in de gaten te houden: • Looppaden, trappen en uit- en doorgangen vrijhouden van obstakels; • Brandblusapparaten, bedieningsapparatuur en telefoontoestellen vrijhouden van obstakels; • Afval gescheiden inzamelen: • O rganisch afval in de daarvoor bestemde afvalbakken deponeren; • Chemisch afval in de daarvoor bestemde afvalbakken met opschrift deponeren; (Poetsdoeken in metalen bakken met deksel deponeren i.v.m. brandgevaar) • Werkvloeren vrijhouden van rommel, onnodig materiaal en/of gereedschappen; • Gereedschappen en materialen moeten na beëindiging van de werkzaamheden correct worden opgeborgen; • Gemorste oliën, vetten enz. direct met zand of absorptiemiddelen verwijderen.
• Voorkom gladheid op werkvloeren: • Beperk de aanwezige gereedschappen en materialen die men nodig acht voor de uit te voeren werkzaamheden; • Leg geen gereedschappen op draaiende machines; • Draag geen ringen, halskettingen of andere sieraden, zij vormen een risico om gewond te raken tijdens de werkzaamheden.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
een veiligheidsrondgang! 10.3
Machines, gereedschappen en uitrusting
De toegestane veilige werkbelasting van een machine, stuk gereedschap of uitrusting mag niet worden overschreden. Gereedschappen, werktuigen en uitrusting mogen niet worden gewijzigd op een wijze die hun oorspronkelijke staat van veiligheid doet afnemen. Indien bovenhands gewerkt wordt dient hiervoor een zo licht mogelijke machine gekozen te worden, welke goed hanteerbaar is. Al het in eigendom zijnde en/of gehuurde materieel moet in een veilige mechanische toestand verkeren, om te allen tijde veilig dienst te kunnen doen. Handleidingen etc. van machines en gereedschappen moeten beschikbaar zijn. Defecte gereedschappen moeten van het werk verwijderd worden en deugdelijk hersteld worden. Machines, kranen, gereedschappen en uitrusting mogen niet in werking gesteld worden zonder dat alle beveiligingen zijn aangebracht en gecontroleerd op deugdelijk functioneren.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
35
10
10 Losse kleding mag niet worden gedragen als men in de buurt van machines werkt. Lange haren zijn gevaarlijk en dienen d.m.v. een haarnet/pet beschermd te worden. Werktuigen/gereedschappen moeten buiten werking worden gesteld voor er iets aan gerepareerd of bijgesteld wordt (spanningsloos maken). Alle bewegende delen van apparatuur zoals tandwielen, snaren, kettingen, koppelingen etc. moeten voldoende zijn afgeschermd om snijwonden, afknellingen enz. te voorkomen. Het inspecteren van materiaal: Het is de verantwoording van de leidinggevende ervoor te zorgen dat de onder zijn beheer zijnde materialen en gereedschappen geïnspecteerd en volgens de procedure gekeurd worden door een bevoegde vakman. Bij het gebruik van luchtcompressoren en/of luchthamers dienen maatregelen genomen te worden teneinde geluidsoverlast aan derden te voorkomen. Ook dienen er goedgekeurde slangkoppelingen te worden gebruikt, die onverwacht losschieten van de luchtslang tegengaan. In werking zijnde machines mogen niet worden verlaten. Deze moeten, voor het verlaten, buiten werking gesteld worden. Het bedienen van machines mag alleen gebeuren door bevoegd personeel.
36
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
10.3.1 Elektrisch handgereedschap.
• Gebruik uitsluitend goedgekeurde elektrische handgereedschappen; • Elektrisch handgereedschap is verboden bij brand- en explosiegevaar; • Bij gebruik van kabelhaspels dient men er rekening mee te houden dat deze volledig afgerold moeten worden; • Kabelhaspels dienen bij gebruik met de contactdoos naar beneden gelegd te worden (tegen inwateren); • Vermijdt met elektrische kabels: • Hete voorwerpen; • W ater; • S cherpe randen; • O lie etc. • Kabels, zoveel waar mogelijk, ophangen of zodanig neerleggen dat niemand er hinder van ondervindt i.v.m. struikelgevaar of beschadiging van de elektrische kabel; • Zorg dat de elektrische kabel niet op trek wordt belast; • Na beëindiging van de werkzaamheden dient het gereedschap deugdelijk opgeborgen te worden.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
37
10
10 10.3.2 Heftrucks
10.3.3 Accu’s en acculaadplaatsen
• Heftrucks mogen bediend worden door personen vanaf 18 jaar, welke met de bediening, de gebruiksvoorschriften en de aard van de werkzaamheden vertrouwd zijn. De leidinggevende dient de medewerker een instructie te geven. • Controleer dagelijks voor de werkzaamheden: • de verlichting; • de claxon; • het olieniveau; • de bandenspanning; • de werking van de remmen; • hefmechanisme. Heftrucks moeten in goede algemene staat verkeren en moeten jaarlijks door een deskundige worden gekeurd. Regels die gelden voor het verplaatsen van een heftruck: • Men dient te zorgen dat de lepels ± 10 cm. van de grond afblijven (met of zonder last); • Men dient te zorgen dat de lepels geborgd zijn; • Men dient te zorgen dat bij het rijden de mast achterover helt; • Rijdt rustig, maximaal 10 km. per uur. Afgezien van de maximum snelheid moeten vorkheftrucks hun snelheid aanpassen aan de aard van de lading, wegen en weersgesteldheid; • Let op doorganghoogten; • Bij het plaatsen van lasten die het uitzicht belemmeren, dient men achteruit te rijden; • Gebruik de vorkheftruck slechts voor het heffen en vervoeren van lasten; • Opduwen van voertuigen of voorwerpen is verboden; • Een vorkheftruck is een eenpersoons voertuig. Laat niemand meerijden, tenzij er een officiële plaats in de cabine beschikbaar is; • Het is verboden om een vorkheftruck als hijsmachine te gebruiken; • Bij parkeren dient men de vorken in voorovergebogen stand op de grond te laten rusten. • De heftruck belasten binnen het voorgeschreven werkbereik.
38
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
• Bij het laden van accu’s of als de accu’s pas geladen zijn kan knalgas ontstaan tot 1 uur na het laden. Vonken, b.v. ontstaan door het losmaken van de accuklemmen, kunnen dit gas doen exploderen; • Bij het installeren van accu’s kunnen door kortsluiting en/of brand zeer ernstige brandwonden ontstaan. Ringen en/of andere metalen horlogebandjes kunnen kortsluiting veroorzaken en het dragen daarvan is daarom gevaarlijk; • Plaatsen waar accu’s worden opgeladen of opgeslagen moeten aan de volgende eisen voldoen: • Apart en goed geventileerd zijn; • Niet in de buurt zijn van toestellen die kunnen vonken; • Voorzien zijn van geïsoleerde accuklemmen; • Laadapparaat moet uitgeschakeld zijn bij het bevestigen van de klemmen; • Indien mogelijk, waterkraan of oogdouche in de directe nabijheid; • Beschermbril en handschoenen voor bedienend personeel ter plaatse beschikbaar; • Voorzien zijn van waarschuwingsbord “roken en open vuur verboden”; • Zorg dat de accu niet kan worden getroffen door vallende voorwerpen. •M aak bij monteren en demonteren van accu’s als eerste de massaklem los en als laatste weer vast. Zorg dat de spanning is uitgeschakeld; •P laats accu’s nooit in een kast zonder ventilatieopeningen aan de bovenkant; •N a het installeren van accu’s moeten de accupolen worden afgedekt met een beschermplaat; • Inademen van accuzuur is zeer gevaarlijk. Vermijd contact met accuvloeistof.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
39
10
10 10.3.4 Elektrisch lassen Tijdens elektrisch lassen kunnen gevaren ontstaan zoals brand, blootstelling van schadelijke straling (infrarood, ultraviolet), blootstelling aan toxische (giftige) rookgassen, elektrocutie en geluid. Onderstaande regels dienen strikt in acht te worden genomen: Neem voldoende maatregelen ter voorkoming van brand • Zorg voor brandpreventie (brandblusapparatuur, vluchtwegen, enzovoorts); • Kabels moeten in een veilige staat verkeren; • Beschadigde kabels moeten direct worden gerepareerd of worden vervangen; • De lasmachine moet na gebruik worden uitgeschakeld en indien mogelijk van zijn voeding worden losgekoppeld (spanningsloos maken); • Controleer na afloop van de laswerkzaamheden de omgeving van de lasplek op smeulend vuur, resten en dergelijke; • Lasdampen moeten zoveel mogelijk worden afgevoerd; • Beschermende kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen om huid en ogen te beschermen; • Brandbaar materiaal in de directe omgeving van de lasplaats moet worden afgedekt (b.v. met een branddeken).
40
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
41
10
10 10.3.5 Lassen en branden met gas en zuurstof, MIG MAG lassen met argon
• Tijdens lassen en branden moeten voldoende voorzorgsmaatregelen worden genomen ter voorkoming van brand; • Zorg ervoor dat gas- en zuurstofflessen rechtop staan, ook tijdens opslag en dat ze: • Niet kunnen omvallen; • Gescheiden zijn opgesteld (staalplaat tussen de koppen); • Beschermd zijn tegen extreme hitte; • In goed geventileerde ruimten staan. • Acetyleenflessen mogen niet liggend worden gebruikt, maar onder een hoek van minstens 30°; • Gebruik de juiste verbindingen, drukmeters, slangen en branders; • Gas- en zuurstofflessen moeten voorzien zijn van afsluitsleutels; • Gasflessen moeten zijn voorzien van vlamdovers / reduceerventielen; • Sluit flessen af gedurende werkonderbrekingen; • Gebruik nooit zuurstof voor schoonmaakdoeleinden i.v.m. brandgevaar; • Schenk extra aandacht aan het volgende: • Flessen en afsluiters moeten vrij zijn van olie en vet; • Slangen en koppelingen moeten schadevrij zijn en in een veilige conditie verkeren; • Smerige en vette kleding tezamen met zuurstof brandt als een fakkel. • Meldt onvolkomenheden direct bij de leidinggevende; • Las- en branddampen moeten zoveel mogelijk worden afgevoerd; • Slangen met verbindingsstukken mogen in besloten ruimten niet worden gebruikt; • Slangen en leidingen dienen in een veilige staat te verkeren en te worden gehouden; • Beschermende kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen om huid en ogen te beschermen.
42
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
10.3.6 Hijsmiddelen
• Al deze middelen moeten worden geleverd met een certificaat. De afdeling technische dienst is er verantwoordelijk voor dat de certificaten op overzichtelijke wijze worden opgeborgen of bewaard; • Om er zeker van te zijn dat de hijsmiddelen in een goede staat verkeren, moet met regelmaat een visuele inspectie worden uitgevoerd door de leidinggevenden van de betreffende afdeling; • Gebruik voor hijswerkzaamheden nooit hijsdraden of stroppen die met staaldraadklemmen aan elkaar zijn bevestigd; • Zorg ervoor dat de volgende hijs- (hulp)middelen niet zijn vervormd, aangetast door roest of platte slijtvlakken of overige schade hebben: • Kettingen; • V erbindingen/schalmen; • S luitingen; • H aken; • Ringen; • Wartels; • Oogbouten. • Middelen met bovenvermelde defecten moeten worden vervangen en mogen niet meer worden gebruikt; • Pennen van sluitingen moeten worden geborgd met contramoeren en/of veiligheidspennen; • De veilige werkbelastingen moeten in het bovenvermelde hijsgerei zijn ingeslagen; • Hijsbanden moeten worden voorzien van hoekbeschermingen tegen scherpe hoeken van lasten; • De hijsmiddelen moeten regelmatig worden gekeurd. De certificaten worden gearchiveerd op de technische afdeling. De middelen worden voorzien van een keuringskenmerk en de IMO kleurencode.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
43
10
10 Bruin
2010
2016
A. Algemene gebaren
Blauw
2011
2017
Geel
2012
2018
BEGIN Pas op! Begin van commando
Beide armen zijn horizontaal gestrekt met de handpalmen naar voren.
Rood
2013
2019
Zwart
2014
2020
Groen
2015
2021
STOP Onderbreking Einde van de beweging
De rechterarm is opgeheven en de rechterhandpalm naar voren gehouden.
Veilig hijsen Om materialen te transporteren wordt veelal gebruik gemaakt van hijsgereedschap of takel. Vooraf moet worden bepaald hoe en met welke middelen wordt gehesen, rekening houdend met het gewicht en de vorm van de last. De lasten kunnen tijdens het hijsen uit de kraan, verreiker of takel vallen door: • Bezwijken van het hijsgereedschap (te licht, beschadigd, versleten); • Losraken van onderdelen van het hijsgereedschap (splitpennen, pallen); • Verkeerd aanslaan van de last (bijv. aan de punt van hijshaak); • Stoten van de last tegen obstakels waardoor het hijsgereedschap losraakt. Zorg voor visueel contact met de kraanmachinist en degene die de last aanslaat; • Gebruik standaardaanwijzingen voor het aanduiden van de hijsbewegingen.
44
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
EINDE Einde van de werkzaamheden
Beide handen zijn ter hoogte van de borst samengevoegd.
B. Verticale bewegingen HIJSEN
Met de opgeheven rechter-arm en naar voren gebrachte rechter handpalm wordt traag een cirkelbeweging gemaakt.
VIEREN
Met de naar beneden gerichte rechterarm en naar binnen gehouden rechterhandpalm wordt traag een cirkelbeweging gemaakt.
VERTICALE AFSTAND
De afstand wordt met de handen aangegeven.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
45
10
10 C. Horizontale bewegingen
D. Gevaar
vooruit
Beide armen worden gebogen, beide handpalmen worden naar binnen gehouden en met de voorarmen worden trage bewegingen naar het lichaam toe gemaakt.
ACHTERUIT
Beide armen worden gebogen, beide handpalmen worden naar buiten gehouden, met de voorarmen worden trage bewegingen van het lichaam af gemaakt.
NAAR RECHTS Ten opzichte van signaalgever.
Met de ongeveer horizontaal gestrekte rechterarm en de naar beneden gehouden rechterhandpalm worden trage richting aanwijzende bewegingen gemaakt.
NAAR LINKS Ten opzichte van signaalgever.
Met de ongeveer horizontaal gestrekte linkerarm en de naar beneden gehouden linkerhandpalm worden trage richting aanwijzende bewegingen gemaakt.
HORIZONTALE AFSTAND
De afstand wordt met de handen aangegeven.
snelle/trage bewegingen De gecodeerde, bevelende gebaren ter aangeven van de bewegingen worden zeer snel/langzaam uitgevoerd.
Aanslaan van de last Hijshaken mogen niet op de punt worden belast en moeten voorzien zijn van een borgpal. De maximale werkbelasting van een kraan of takel mag nooit overschreden worden. Voor het hijsen van grote onderdelen of pijpstukken dient gebruik gemaakt te worden van stuurlijnen. Vooraf dient de keuringsstatus gecontroleerd te worden en of de maximale toegestane belasting overeenkomt met de te hijsen last. Handtakels De risico’s bij het gebruik van handtakels zijn: • Overbelasting van de handtakel (te veel gewicht, schuin hijsen); • Gebruik verkeerde aanhaakpunten (steiger, leuning e.d.). Voordat men start altijd eerst de handtakel visueel inspecteren. Vooral letten op de vermelding van de maximale belasting; de keuringsstatus; slijtage; de werking van het zelf remmend mechanisme. Kraanbanen en hijskranen Kraanbanen en hijskranen dienen jaarlijks te worden geïnspecteerd door een deskundige. Er dient een kraanboek aanwezig te zijn, waarin alle onderhouds- en inspectiegegevens worden bijgehouden. De kraanboeken dienen ter plekke aanwezig te zijn. Als men een defect constateert aan één van de onderdelen van de kraan dan direct melden bij de leidinggevende.
D. Gevaar GEVAAR Noodstop
46
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Beide armen opgeheven, handpalmen naar voren.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
47
10
10 10.3.7
Verplaatsbare ladders
Ladders die bestemd zijn om door één persoon te worden belast, dienen tenminste te voldoen aan de Nederlandse norm NEN 2484 “Draagbaar klimmaterieel. Ladders en trappen. “
48
• Verplaatsbare ladders moeten regelmatig worden gecontroleerd op gebreken en in een goede staat worden gehouden; • Beschadigde ladders moeten niet worden gebruikt; deze dienen eerst te worden gerepareerd. Als de ladder niet meer kan worden gerepareerd, moet deze worden vervangen; • Alle ladders die worden gebruikt, dienen 1 meter boven het hoogste steunpunt uit te steken, behalve als er andere bruikbare houvasten zijn; • Tijdens het gebruik van een ladder moet deze aan de bovenkant en onderzijde worden geborgd, tevens moet er voldoende ruimte achter de ladder zijn voor het plaatsen van de voeten op de ladder; • Gebruik altijd twee handen bij het beklimmen van een ladder; • Let vooral op als het regent of geregend heeft i.v.m. de kans op wegglijden van de ladder, indien deze niet goed is vastgezet; • Verplaatsbare ladders moeten altijd onder een hoek van 75 graden met de horizontaal worden geplaatst. (Dit is een schuinte van 4 laddersporten op 1 horizontaal). Hierdoor worden de krachten gelijkmatig verdeeld; • Kleinere hoeken zorgen voor een grotere doorbuiging van de ladder. Als de ladder geheel horizontaal wordt gelegd en wordt belast kan deze breken; • Omdat het gevaarlijk is over een horizontale ladder te lopen, moet deze niet als zodanig worden gebruikt; • Gebroken, versleten en doorgeroeste treden moeten worden vernieuwd; • Houten ladders moeten in droge en geventileerde ruimten worden opgeslagen en niet op plaatsen waar zij aan de weersinvloeden zijn blootgesteld; • Een houten ladder mag niet worden geverfd, daar dit gebreken kan verbergen. Alleen behandelen met vernis/blanke lak is toegestaan; • Het is gevaarlijk ver naar opzij te reiken vanaf een ladder.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
10.3.8 Rolsteiger / schaarlift Als er op een hoogte van meer dan 2,5 meter moet worden gewerkt, moet (waar dit praktisch uitvoerbaar is) een rolsteiger of schaarlift worden gebruikt, welke is voorzien van leuningwerk van 1,0 meter hoogte . Als het praktisch onuitvoerbaar is om een leuning te plaatsen en werken boven een hoogte van 2,5 meter moet met behulp van een veiligheidsgordel/harnas worden gewerkt. Neem geen risico’s die ongevallen en letsel aan jezelf en aan mensen, die in de nabijheid zijn, kunnen veroorzaken. Rolsteiger Een rolsteiger is een tijdelijk bouwwerk waarop zonder risico’s gewerkt kan worden. De werkvloer moet dicht zijn. De rolsteiger dient verankerd te zijn en schoren tot de bovenste werkvloer te hebben. De rolsteiger dient gekeurd te zijn. Schaarlift Voordat men gaat werken met de schaarlift moet men de omgevingsrisico’s (voorbeelden: oneffenheden, beperkte zichtbaarheid) beoordelen. Men moet veilig kunnen in- en uit stappen en op de hoogte zijn van de regels bij het rijden. De schaarlift moet gekeurd zijn.
10.4
Opslag van materiaal en goederen
Alle materialen en goederen moeten zodanig worden opgeslagen dat ze niet kunnen wegrollen of omvallen. Gevaarlijke goederen dienen te worden opgeslagen in een brandwerende kast, een geventileerde ruimte of boven lekbakken.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
49
10
10 10.5
Gevaarlijke stoffen
Alvorens werkzaamheden met gevaarlijke stoffen worden aangevangen, moet eerst het etiket, de gebruiksaanwijzing en het productinformatieblad van de betreffende gevaarlijke stof worden gelezen en moeten alle relevante maatregelen worden getroffen. Als er twijfel bestaat omtrent de veiligheid tijdens het werken met gevaarlijke stoffen, moeten de werkzaamheden worden onderbroken en moet contact worden opgenomen met de chef werkplaats of projectleiding. Indien er calamiteiten ontstaan bij het werken met gevaarlijke stoffen en er na EHBO-verlening verdere medische hulpverlening noodzakelijk is, moet de documentatie van de gevaarlijke stof worden meegenomen naar de betreffende hulpverleners. Het mengen van gevaarlijke stoffen mag alleen worden uitgevoerd conform de voorschriften die gelden voor deze stoffen. Tijdens werkzaamheden met gevaarlijke stoffen moeten doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de handhaving van de hygiëne. Dit houdt in: • Zorgen voor voldoende ventilatie; • Roken en open vuur, alsmede het nuttigen van etenswaren, is verboden; • Na (tussentijdse) beëindiging van de werkzaamheden met gevaarlijke stoffen moeten de handen worden gewassen. Bij het werken met gevaarlijke stoffen, die brandgevaarlijk en/of ontplofbaar kunnen zijn, moet men zorgen voor voldoende en geschikte brandbestrijdingsmiddelen in de directe omgeving van de werkplek. Indien wordt gewerkt met brandgevaarlijke stoffen die bij verbranding een giftig gas vormen, moeten voldoende adembeschermingsmiddelen aanwezig zijn. Bij werkzaamheden met ontplofbare stoffen, moet de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht worden genomen. Bij werkzaamheden met bijtende stoffen moeten maatregelen worden getroffen ter voorkoming van aanraking van de huid en de ogen met deze stof, zoals het dragen van beschermende kleding, handschoenen en een gelaatscherm.
50
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
10.6
Afvallozing
Probeer de hoeveelheid afval te beperken. Chemisch afval moet apart worden ingezameld, afgevoerd en administratief worden vastgelegd. Onder chemisch afval vallen de volgende producten: • Petroleum • Accu’s • Plamuur • Accuzuur • Remolie • Afgewerkte olie • Slib uit de olieafscheider • Batterijen • Smeervet • Brandstof • Snijolie • Bestrijdingsmiddelen • Spuitbussen met • Boorolie productresten • Energiezuinige lampen • Straalgrit • Filters spuitcabine • Terpentijn • Halobrandblussers • Thinner • Houtverduurzamings middelen • TL balken • Inkten • Toners • Insecticiden • Verfafbijtmiddel • Kitten • Verf/drukinktafval • Koelvloeistoffen • Verfverdunner • Kwastreiniger • Vervuilde grond • Kwastontharder • Vlekkenwater • Loodwikkel • Wasbenzine • Lijm • Zoutzuur • Oliefilters • Oliehoudend afval
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
51
10
10 10.7
Met de hand tillen
Voor het tillen van zware voorwerpen is er een juiste en een verkeerde methode. De verkeerde methode is erg vermoeiend en kan de rug beschadigen. Het tillen van materialen vereist oefening.
10.8
Neem de volgende regels in acht: • Vorm een oordeel over het karwei, let op scherpe hoeken en op uitstekende delen; • HAAL HULP indien het twijfelachtig is of men het karwei alleen kan klaren of gebruik een hulpmiddel; • Buig de knieën, pak het voorwerp stevig vast en houd de kin op de borst; • Til de last op door het strekken van de benen, de spanning zal dan niet op de rug komen; • Houd de rug recht, de schouders laag; • Til niet met gedraaide rug (zie afbeelding); • Verdeel de last over beide armen voor gelijke belasting; • Houd de last vlak bij het lichaam; • Zet de last neer in de omgekeerde volgorde; • Plaats de voeten zo dat er een goed evenwicht is; • Draag hoekstalen, pijpen, etc. uitgebalanceerd op de schouder; • Draag hoekstalen, pijpen, etc., met de voorkant naar beneden wijzend door een deuropening; • Dit voorkomt letsel aan hoofd, gezicht of borstkas van iemand die van de andere kant uit dezelfde deur nadert; • Zorg ervoor bij het dragen van elk materiaal dat de weg die moet worden afgelegd vrij is van obstakels.
52
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Hygiëne
• Was de handen voor het eten en na toiletgebruik!; • Houd toiletten en wasruimten schoon en hygiënisch, precies zoals u ze zelf graag zou willen aantreffen; • Houd kantines en eetzalen schoon en vrij van overgebleven voedsel en verpakkingen; • Overgebleven voedsel moet in af te sluiten afvalcontainers worden gedeponeerd; • Afval mag de omgeving en/of het water niet vervuilen, om geen ongedierte aan te trekken, dat ziekten kan verspreiden; •D enk eraan dat persoonlijke hygiëne erg belangrijk is, zeker in tropische landen. Alle mogelijke maatregelen moeten worden genomen om de gezondheid van iedere individueel persoon en van de groep te waarborgen; •Z org ervoor dat kwalitatief goed drinkwater beschikbaar is. Het voorkomt besmetting van door water overdraagbare ziekten; •V oordat materieel na stilliggen weer in gebruik wordt genomen, moeten tanks en leidingen eerst worden doorgespoeld met schoon water voordat deze weer worden gevuld.
10.9
Seksueel- en bloed-overdraagbare ziekten
In een groot deel van de wereld is de ziekte AIDS en SOA een serieus probleem. Goede preventie is dan ook uiterst noodzakelijk. SOA’s zijn alle besmettelijke ziekten die overgedragen kunnen worden bij bloed-, slijm- of seksueel contact. Preventie is hierin de belangrijkste beheersmaatregel. Als men eerste hulp/wondbehandeling verricht dient men latex handschoenen te dragen. Wisselende seksuele contacten verhogen de kans op seksueel overdraagbare ziekten en vragen om voorzorgsmaatregelen, zoals gebruik van condooms. Men dient slijmcontact (b.v. zoenen) te vermijden.
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
53
10
10 10.10 Alcohol en drugs
10.11
Psychosociale belasting (artikel 1.3e - Arbowet)
Gebruik van alcohol of drugs verlaagt iemands reactievermogen om veilig te kunnen werken en schaadt bovendien de gezondheid. Het leidt tot een verhoogd risico op ongevallen. Gebruik van medicijnen, die het reactievermogen beïnvloeden, moet gemeld worden aan de projectleiding. Het gebruik van alcohol tezamen met medicijnen, zoals aspirine, malaria- en antizeeziekte tabletten, kan gevaarlijk zijn.
De factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk kunnen in de arbeidssituatie stress teweeg brengen. Als een medewerker hiermee te maken heeft dient hij/zij dit te melden bij de leidinggevende of het management. Is de klacht daarna nog niet opgelost, dan legt de medewerker de klacht neer bij de vertrouwenspersoon van Snijder B.V., waarna er maatregelen zullen worden genomen.
Daarom is het voor werknemers verboden: • Bezit van alcohol en drugs tijdens het werk; • Alcohol of drugs te gebruiken tijdens het werk; • Onder invloed te zijn van alcohol of drugs tijdens het werk; • Drugs of overmatig alcohol te gebruiken buiten werktijd. Na het nuttigen van het laatste glas dient er een periode, waarin geen alcoholische dranken genuttigd mogen worden, in acht te worden genomen. Hiervoor bestaan richtlijnen, die in de tabel worden weergegeven. Elk van de eenheden komt overeen met één uur waarin geen alcohol bevattende dranken mogen worden genuttigd:
54
Type alcoholhoudende drank
Volume
Eenheden
Gewoon bier en pils tot 6%
30 cl
1
Extra sterk bier of pils meer dan 6%
30 cl
2,5
Tafelwijn tot 12%
1l
10
Sherry en versterkte wijn van 12% tot 20%
1l
16
Sterke drank en likeuren vanaf 20%
3 cl
1
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
55
11
11 Algemene voorschriften Onderstaand zijn een aantal algemeen geldende regels opgenomen voor het uitvoeren van werkzaamheden door medewerkers van Snijder B.V.: • Men dient alleen met gekeurde materialen en/of gereedschappen te werken en op de hoogte te zijn van de keuringsprocedure; • Iedereen is verplicht de juiste PBM te dragen op plaatsen en/of voor werkzaamheden waar deze voorgeschreven zijn; • Men dient de PBM op de juiste wijze te gebruiken en te onderhouden; • Indien PBM niet meer voldoen aan het oorspronkelijke doel waar ze voor gemaakt zijn dient hiervan melding te worden gemaakt aan de betreffende leidinggevende. Deze dient er voor te zorgen dat de geconstateerde tekortkoming wordt verholpen. Pas als alles in orde is bevonden kan weer worden aangevangen met het werk; • Alléén de PBM die door Snijder B.V. en door de opdrachtgever op het project zijn verstrekt of aanbevolen mogen worden gebruikt voor de uitvoering van werkzaamheden; • Men dient voordat werkzaamheden worden gestart op de hoogte te zijn van de plaats en de werking van reddingsmiddelen, zoals brandblussers, EHBO en meldpunt voor calamiteiten; • Het is niet toegestaan, dat men reddingsmiddelen gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn; • Reddingsmiddelen en PBM dienen regelmatig te worden gecontroleerd op aanwezigheid en staat van onderhoud; • De werkkleding moet worden gedragen, dient schoon en representatief voor ons imago te zijn; • Het dragen van ringen en andere sieraden is niet verboden, maar wordt sterk afgeraden. Het risico een vinger ernstig te beschadigen of zelfs te verliezen is groot; • Ook het nuttigen van eten of drinken is uit veiligheidsoverwegingen op de meeste werkplekken verboden; • De medewerker dient zich te houden aan de normen en waarden die gelden in het gastland waar hij te werk is gesteld; • Het is verboden alcohol en drugs in bezit te hebben.
56
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
57
12
12 12. Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) Degene die een taak gaat uitvoeren dient van te voren een korte algemene risicoanalyse uit te voeren. Dit kan op ieder moment van de dag, op de werkplek en direct vóór aanvang van alle werkzaamheden. Niet alleen na de standaardvoorzorgmaatregelen, maar ook bij de routinewerkzaamheden.
Een LMRA bestaat uit drie stappen: Het risico beoordelen! De medewerker kan niet aan het werk beginnen als de risico’s naar zijn oordeel niet aanvaardbaar zijn. Maatregelen nemen om het risico te verminderen! De medewerker bepaalt de te nemen maatregelen die noodzakelijk zijn om de risico’s te elimineren of aanvaardbaar te maken. Actie nemen voor een veilige uitvoering! De medewerker voert betreffende maatregelen uit om een veilige uitvoering van zijn taak mogelijk te maken. Bij twijfel of als men vindt dat het risico te hoog is moet hij om hulp vragen bij zijn leidinggevende.
58
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit
59
60
Snijder beleidsverklaring veiligheid en kwaliteit