VCO Oost-Groningen Bestuursnummer 41845 Kamer van koophandel 02061577 Postbus 35 9665 ZG Oude Pekela www.vco-oostgroningen.nl
1
0. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de VCO Oost-Groningen betreffende het kalenderjaar 2011. In dit verslag zullen de hoofdlijnen van gevoerd personeels-, financieel- en onderwijskundig beleid en aan de orde zijnde en soms komende zaken worden behandeld. Dit verslag zal ter bespreking aan de orde komen in het bestuur, het directieoverleg, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en in de ledenraad van de VCO Oost-Groningen. Deze besprekingen kunnen vervolgens leiden tot nieuwe beleidsvoornemens en/of bijstellingen van het te voeren beleid. Daarnaast is het doel van publiek verantwoorden door een onderwijsinstelling te laten zien dat zij haar middelen zo effectief mogelijk inzet. De verantwoording van het financiële beleid van een instelling is vastgelegd in de jaarstukken. Jaarstukken zijn de documenten met financiële en niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het bevoegd gezag van de bekostigde school moeten worden opgesteld en ingediend bij het departement. De jaarstukken gaan vergezeld van een accountantsverklaring. Met dit jaarverslag wil het bevoegd gezag van de VCO Oost-Groningen verticaal verantwoording afleggen naar het ministerie van OCW en horizontaal naar de ouders, werknemers en de (G)MR. Namens het bevoegd gezag, J. de Boer (algemeen directeur)
2
Inhoud 0. Inleiding ........................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid ....................................... 4 1.1. Juridische structuur ...................................................................................... 4 1.2. De vereniging en haar missie ....................................................................... 4 1.3. De organisatie van de VCO Oost-Groningen ............................................... 4 1.4. Bestuurlijke schaalvergroting ........................................................................ 6 1.5. De vereniging en haar leden ........................................................................ 7 1.6. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen......................... 8 1.7 Fusie Ds. W. Oosterheertschool en CBS De Wegwijzer (ow) ....................... 9 1.8 Krimp ............................................................................................................. 9 1.9 Het personeel in dienst van de vereniging................................................... 10 1.10 Ziekteverzuim ............................................................................................ 12 1.11 Het bestuursformatieplan 2011 – 2012...................................................... 13 1.12 Het actieplan leerkracht van Nederland..................................................... 14 1.13 Het tevredenheidonderzoek ...................................................................... 14 1.14 Onderwijskundig beleid ............................................................................. 15 1.15 Inspectiebezoeken..................................................................................... 16 1.16 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging. ............................................. 17 1.17 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School......................... 17 1.18 De vertrouwenspersoon ............................................................................ 17 1.19 Voor- tussen- en naschoolse opvang ........................................................ 18 Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens ...................................... 19 2.1.1 Het exploitatieoverzicht ............................................................................ 19 2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) ............................................ 19 2.1.3. Bestemmingsbox taal- en rekensubsidies / cultuursubsidies ................... 23 2.2 Vergelijking met begroting 2012 .................................................................. 24 2.3 Resultaatbestemming: ................................................................................. 24 2.4 Kengetallen ................................................................................................. 25 2.5 De risico’s in cijfers ...................................................................................... 26 2.6 Rendement van kapitaal/treasurybeleid ...................................................... 27 2.7 Uit de begroting 2012 .................................................................................. 28 2.8 Huisvesting .................................................................................................. 30 2.9 Toekomstparagraaf ..................................................................................... 30 Tenslotte............................................................................................................ 31
3
Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid
1.1. Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid is een vereniging met de naam: VCO Oost-Groningen. De vereniging is opgericht op 1 januari 2009 en is gevestigd in Oude Pekela. Bij de Kamer van Koophandel te Groningen is de vereniging ingeschreven onder nummer 01139778. 1.2. De vereniging en haar missie De grondslag en het doel van de vereniging zijn de bouwstenen om de scholen van de VCO Oost-Groningen echte en hechte levensgemeenschappen van mensen te doen zijn waar alle kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Bouwstenen om scholen te vormen die een goede voorbereiding bieden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Aan deze missie proberen de scholen handen en voeten te geven in de dagelijkse omgang met de kinderen, hun ouders en allen met wie ze te maken krijgen. De dialoog met de ouders over de vraag hoe en of de school er in slaagt om de geformuleerde missie daadwerkelijk te realiseren is een hele belangrijke. De stem van de schoolcommissie als klankbord namens de ouders is hierbij van grote waarde. 1.3. De organisatie van de VCO Oost-Groningen Op 1 augustus 2010 is de Wet Goed Onderwijs Goed Bestuur van kracht geworden. Deze wet verplicht de onderwijsorganisaties in het primair en voortgezet onderwijs om het besturen en het toezicht houden van elkaar te scheiden. Onderwijsorganisaties dienen uiterlijk 1 augustus 2011 aan het gestelde in de wet te voldoen. VCO Oost-Groningen is in het najaar van 2010 met een traject gestart om uitvoering te geven aan de wet. Het bestuur van VCO Oost-Groningen heeft er voor gekozen om te gaan werken met het zogenaamde Raad van Beheermodel. Binnen dit model vervult het bestuur een toezichthoudende rol en de algemene directie voert de bestuurstaken uit en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de totale organisatie. Gezamenlijk vormen zij het bestuur. De leden van de PO-Raad hebben op 21 januari 2010 een code vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Deze code is ook voor de VCO leidraad. De scholen hebben op dit moment allen een eigen directeur. Binnen het Raad van Beheermodel kunnen de schooldirecteuren zich vooral bezighouden met het onderwijskundig beleid. Het geven van kwalitatief goed onderwijs is uiteindelijk waar de organisatie voor staat. De algemene directie wordt gevormd door een algemeen directeur en twee adjunct algemeen directeuren. De algemene vergadering wordt gevormd door een ledenraad bestaande uit mensen van de schoolcommissies verbonden aan de 17 scholen. Zij komen minimaal een tweetal keren per jaar bij elkaar, om toezicht te houden op het bestuur. Tegelijkertijd kan men een klankbord voor het bestuur vormen.
4
Maatschappelijk verantwoord ondernemen VCO Oost-Groningen is zich continu bewust van het maatschappelijk speelveld waarin zij zich bevindt en de noodzaak om op een maatschappelijk verantwoorde wijze het onderwijs binnen VCO Oost-Groningen inhoud te geven. Dit onderdeel maakt tevens deel uit van de dialoog met andere betrokken partijen. De inbreng van de verschillende schoolcommissies is wat dit onderwerp betreft ook van groot belang. In de schoolcommissies zijn vele belangengroepen indirect vertegenwoordigd als ouders van kinderen die de VCO Oost-Groningen scholen bezoeken. Horizontale verantwoording De belangrijkste vorm van horizontale verantwoording vindt plaats via de schoolcommissies die op de scholen van VCO Oost-Groningen functioneren. De formele horizontale verantwoording vindt plaats via de algemene ledenvergadering. (ledenraad).
5
Het bestuur van de VCO Oost-Groningen wordt gevormd door: *De heer H.J. Kieft (Hendrik-Jan) *Mevrouw G. Stavenga (Gea) *De heer P.J.H. de Waard (Pieter) *Mevrouw C.M. ten Have (Christine) *Mevrouw M. Roelvink (Marlies)
Oogstweg 2 9674 TC Winschoten (voorzitter) Veendijk 28 9636 HH Zuidbroek (secretaresse) Mr. Modderm.str. 1, 9671 AG Winschoten (penningm.) Trekweg 5 9679 TA Scheemda(lid) Drostenlaan 5 9636 TA Zuidbroek (lid)
- Het bestuur vergadert minimaal vier keer per jaar. - De algemene directie vormt als Raad van Beheer het uitvoerend deel van het bestuur De ledenraad De algemene vergadering/ledenraad is het hoogste orgaan binnen de vereniging en bestaat uit afgevaardigden die door en uit de leden van de afdelingen worden gekozen. In artikel 9 van de statuten staat opgenomen dat voor iedere onderwijsinstelling die van de vereniging uitgaat een afdeling en schoolcommissie (artikel 10 van de statuten) wordt ingesteld. Iedere afdeling kiest uit haar midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de ledenraad. Het directieberaad en de algemene directie De directeuren van de scholen van de VCO Oost-Groningen vormen samen het directieberaad. Dit directieberaad overlegt maandelijks over de gang van zaken binnen de vereniging en probeert de gezamenlijke belangen van de scholen te behartigen. De algemene directie vormt het dagelijks bestuur van het directieberaad en maakt als Raad van Beheer onderdeel uit van het bestuur en woont derhalve de bestuursvergaderingen bij. De algemene directie bestaat uit: * De heer J. de Boer - algemeen directeur - (alg. zaken/financiën/huisvesting/ict) * De heer H. Kielstra – algemeen adjunct directeur - (onderwijs) * De heer E. Smid - algemeen adjunct directeur - (personele zaken) Het verenigingskantoor is gevestigd in Oude Pekela, Scholtenswijk 10 Postbus 35 - 9665 ZG Oude Pekela. 1.4. Bestuurlijke schaalvergroting In 2011 is er door een werkgroep, ingesteld door de besturen van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Oost-Groningen te Oude Pekela en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Midden-Groningen te Hoogezand, een fusierapport samengesteld n.a.v. een onderzoek betreffende het voornemen te komen tot een bestuurlijke fusie tussen de hiervoor genoemde rechtspersonen. Op basis van het onderzoek is het advies van de werkgroep aan de besturen unaniem en wel als volgt: •
6
Fuseer de huidige twee rechtspersonen door het overdragen van de scholen van de VCO Midden-Groningen op grond van artikel 56 van de Wet op het Primair Onderwijs aan de VCO Oost-Groningen.
De aanleiding tot een onderzoek om te komen tot een bestuurlijke fusie tussen de verenigingen voor Christelijk Onderwijs Oost-Groningen en Midden-Groningen is ingegeven door veranderingen in het overheidsbeleid, zoals de Wet Goed Onderwijs Goed Bestuur en de wijzigingen in de zorgstructuur in het onderwijs, het “Passend Onderwijs” dat in 2012 zal worden ingevoerd. In dit kader kan ook de deregulering en regionalisering worden genoemd. Dit leidt tot een groeiende verantwoordelijkheid voor de besturen van onderwijsinstellingen en noopt tot verdergaande professionalisering op het gebied van intern toezicht, het personeels-, onderwijskundig- en het financieel beleid. Het vigerende beleid van de VCO Oost-Groningen heeft als leidraad voor het onderzoek gediend. De VCO Oost-Groningen is op 1 januari 2009 ontstaan uit een fusie en het gehanteerde beleid is op veel terreinen up to date. Deze fusie is gerealiseerd op 1 januari 2012.
1.5. De vereniging en haar leden De VCO Oost-Groningen is een vereniging met leden en donateurs. De leden- en donateurswerving wordt door de schoolcommissies van de verschillende scholen georganiseerd. Het totale ledenbestand is in het cursusjaar 2010-2011 afgenomen van 1126 naar 1081, een afname van 45 leden. Het donateursbestand nam af met 5 donateurs van 153 naar 148. Steeds minder mensen blijven lid of donateur wanneer de kinderen de basisschool verlaten, dit in tegenstelling tot de eerdere jaren. Elke vereniging is echter gebaat bij een omvangrijk ledenbestand, dit als stevige basis voor een goede meningsvorming en goed bestuur. De leden(werving) en de donateurs(werving) verdienen dus de actieve en blijvende aandacht van de verschillende commissies. Naam cbs de bron cbs de wegwijzer bw cbs de loopplank cbs groen van prinsterer cbs de 7sprong cbs de wegwijzer zb cbs de Parel sjaloomschool cbs 't haimstee cbs de kern cbs maranatha cbs de vossenburcht cbs het baken cbs mons sinai cbs annewieke ds. W. oosterheertschool cbs de wegwijzer ow cbs de lichtboei TOTAAL
7
leden 07-'08 43 39 58 111 68 64 37 62 156
don. 07-'08 10 15 9 9 13 25 3 7 14
leden 08-'09 53 39 55 135 77 80 35 52 165
don. 08-'09 9 12 9 17 11 26 3 9 20
leden 09-‘10 41 28 47 88 64 49 30 43 121
don. 09-‘10 6 10 9 17 8 25 2 9 17
leden 10-‘11 35 25 45 90 62 47 29 43 119
don. 10-‘11 4 9 9 15 8 24 4 7 18
93 80 190 25 211 174 167
29 37 0 0 0 0 0
81 84 205 29 220 180 161
24 37 0 0 0 0 0
68 68 107 19 147 104 102
70 67 106 18 137
15 27 2 0 6
1578
171
1651
177
1126
16 27 1 0 6 0 0 0 153
188 1081
0 148
De VCO Oost-Groningen vindt het van het grootste belang dat ouders inhoudelijk meespreken over de school die zij graag zien voor hun kinderen. De volgende taakbeschrijving geeft de hoofdlijnen van taak en functie van een schoolcommissie weer: Vertegenwoordiging van de ouders van de school Ouders hebben recht op en zijn gediend met een orgaan dat heel schoolnabij zorgt voor de behartiging van hun belangen. Klankbordgroep, adviesorgaan en ondersteuner voor directeur en team De directeur is eerst verantwoordelijke als het gaat om het reilen en zeilen van de school. Bij de uitoefening van die taak heeft de directeur en ook het team behoefte aan communicatie met (een afvaardiging van) zijn “klanten”, namelijk de ouders. Zaken die van belang zijn voor het optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen, zijn in principe de moeite waard om met elkaar op commissieniveau te bespreken. De directeur en het team kunnen hun ideeën ventileren, maar ook de schoolcommissie kan met voorstellen ter verbetering of verandering komen. In een goed lopend “: bedrijf” luister je naar elkaar en neem je met begrip voor elkaars positie de gewenste besluiten. Adviesorgaan richting bestuur Alle commissies zijn via hun vertegenwoordiger in de ledenraad verzekerd van de mogelijkheid hun mening over het gevoerde beleid en de uitvoering daarvan op schoolniveau ter kennis te brengen aan het bestuur. Het bestuur heeft de plicht om zo goed mogelijk te luisteren naar de geluiden die het tijdens de vergadering krijgt aangereikt en daarmee rekening te houden bij de besluitvorming, waarbij wel dient opgemerkt te worden dat het bestuur in de organisatie de eindverantwoordelijkheid draagt en in die zin een unieke positie inneemt
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van schooldirecties een stevige inspanning te plegen om schoolcommissies te laten functioneren conform vastgestelde taak en functieomschrijving. De ledenraad van de vereniging wordt gevormd door een vertegenwoordiger vanuit iedere schoolcommissie. 1.6. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen 2003 62
2004 74
2005 76
2006 87
2007 95
2008 102
2009 98
2010 100
2011 102
2012 100
2013 98
2014 85
2025 62
De Loopplank
90
92
94
100
99
97
94
88
84
80
73
73
59
De Bron
36
43
41
33
36
30
32
28
19
13
7
0
0
Sjaloomschool
60
60
65
65
74
75
70
80
73
70
66
63
47
De Wegwijzer (BW)
De Parel
70
79
89
87
93
93
91
98
94
90
85
82
59
De Wegwijzer (ZB)
131
155
157
153
152
157
181
183
178
168
158
141
99
Groen van Prinsterer
158
174
168
190
194
202
192
183
184
178
170
162
129
7 Sprong
119
127
122
117
115
99
94
88
83
78
67
68
63
’t Haimstee
178
167
173
171
175
187
176
162
167
171
160
158
150
De Kern
198
209
202
207
219
219
218
231
241
233
225
218
176
Maranatha
223
223
212
207
208
204
201
200
189
191
174
136
142
Vossenburcht
284
281
274
254
259
244
230
215
211
207
200
195
170
Oosterheertschool
102
97
101
102
100
81
83
71
Het Baken
75
85
86
99
106
109
108
112
117
113
104
102
73
De Lichtboei
82
82
87
86
83
87
92
98
164
153
144
131
58
Mons Sinai
58
54
54
48
46
53
66
70
70
72
68
65
35
Annewieke
106
95
96
98
104
103
107
113
107
106
106
100
69
De Zaaier
27
26
29
28
23
10
2181
2152
TOTAAL t.o.v. vorig jaar t.o.v. 2003
8
2059
54
0
2123
2126
2132
2023
1905
3,11%
0,14%
0,28%
2,30% -1,33% -0,88% -0,61% -1,75% -2,88%
-5,83%
-6,61% -24,2%
3,11%
3,25%
3,55%
5,93%
-7,48%
-13,60% -29,8%
4,52%
2133 3,59%
2120 2,96%
2083
1,17% -1,75%
1779
1445
Totaal VCO Totaal basisonderwijs OostGroningen
Totaal VCO Totaal basisonderwijs OostGroningen
2003 2059 8684
2011 2083 8100
Ontwikkeling +24 1,17% -584 -6,73%
2010 2120 8286
2011 2083 8100
-38 -186
-1,75% -2,24%
Leerlingaantallen 2003 t/m 2011 + prognoses 2011-2012-2013-2025
1.7 Fusie Ds. W. Oosterheertschool en CBS De Wegwijzer (ow) Met ingang van 1 augustus 2011 zijn de Ds. W. Oosterheertschool en CBS De Wegwijzer gefuseerd en als gefuseerde school verder gegaan in een nieuwe multifunctionele accommodatie. De fusie is gerealiseerd door het brinnummer van de Ds. W. Oosterheertschool te laten vervallen en het brinnummer van CBS De Wegwijzer te behouden. De nieuwe school draagt de naam: CBS “De Lichtboei”. 1.8 Krimp Het is de verwachting dat in verband met een sterke afname van het geboortecijfer, de leerlingaantallen de komende drie jaren een daling laten zien van ruim 5 % per jaar. In 2025 zal het leerlingaantal 30% zijn gedaald ten opzichte van 2011. In het inventarisatierapport voor het regionaal woon en leefbaarheidsplan Oost-Groningen over de leerlingprognoses het volgende: Huidig aanbod en leerlingprognoses De bevolkingsprognoses in de 7 gemeenten laten allemaal een forse vermindering van het aantal kinderen zien, van ruim 12.000 basisschoolleerlingen (5-12) nu naar ca 9.800 over 10 jaar. Van 2020 tot 2030 zakt het aantal kinderen nog maar beperkt. De leerlingprognoses gaan uit van ca 10.500 basisschoolleerlingen en lijken een iets positiever beeld te geven dan de bevolkingsprognoses. Het aantal basisscholen bedraagt bijna 100 (waarvan ca 60 openbaar). Een gemiddelde school heeft dus 120 kinderen. Bij behoud van dit gemiddelde zouden ca. 20 scholen moeten sluiten. Dat wil zeggen 2 scholen per jaar. Het feitelijk aantal scholen dat onder de opheffingsnorm zakt in de komende 10 jaar bedraagt echter 9
(maar) ca 6 scholen. Afgezet tegen de discussie over onderwijskwaliteit en harmonisatie is de verwachting eerder dat de trend zal zijn om te streven naar grotere scholen dan gemiddeld en zal het aantal op te heffen scholen eerder op of boven 20 liggen dan op 6. Het regionaal woon en leefbaarheidsplan Oost-Groningen geeft over het onderwerp krimp veel informatie. (zie www.vpcbo.picto.nl/leefbaarheidsplanoostgroningen.pdf Voor meer gemeentelijke cijfers en grafieken zie: http://www.zorgatlas.nl/beinvloedende-factoren/demografie/ Het is van groot belang, dat we op alle terreinen actief zijn, om ons aandeel leerlingen binnen de verschillende gemeentes te behouden. Ook in dit kader is het bieden van kwalitatief goed onderwijs een zaak van voortdurende aandacht als onderdeel van het handen en voeten geven aan de verenigingsmissie. De kwaliteit van de schoolpraktijk van vandaag en morgen, de tevredenheid van de huidige ouders blijven hierbij de allergrootste en allerbeste reclame die we ons kunnen voorstellen. Tevredenheid die voor het overgrote deel wordt bepaald door het enthousiasme waarmee kinderen thuiskomen uit school. Enthousiasme overgebracht door juffen en meesters die er voor de kinderen werkelijk toe doen omdat ze altijd serieus worden genomen!!! De klanken vanuit oudercommissies en medezeggenschapsraden in het bijzonder en vanuit de kinderen en ouders in het algemeen zullen er dan ook toe moeten doen. Het onderwerp krimp in het algemeen en de consequenties voor het (bijzonder) onderwijs in het bijzonder is inmiddels een belangrijk agendapunt geworden voor de verschillende geledingen. Bij de prognoses voor 2025 hoort een leegstand van 30 leslokalen voor de scholen van de VCO Oost-Groningen. Weloverwogen acties zijn dan ook zeker noodzakelijk in de komende jaren. Ook (vergaande) samenwerking met andere denominaties is hierbij een belangrijk gespreksonderwerp. Er is een krimpnotitie vastgesteld door het bestuur met daarin een aantal richtinggevende uitspraken op grond waarvan beleidsacties worden opgestart daar waar nodig en mogelijk. Eén van de richtinggevende uitspraken is dat een school formatief vier groepen moet kunnen vormen. Er is door het bestuur een voorgenomen besluit vastgesteld om CBS De Bron op 1 augustus 2012 te laten fuseren met twee openbare basisscholen als een informele samenwerkingsschool onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van SOOOG. Door de beide besturen is de intentie uitgesproken om te streven naar een bestuurlijke samenwerking waarbij de verantwoordelijkheid voor gerealiseerde en te realiseren samenwerkingsscholen een gezamenlijke verantwoordelijkheid, zowel in formele als informele zin. 1.9 Het personeel in dienst van de vereniging In het cursusjaar 2011-2012 is er voor het onderwijzend personeel (directiegroepsleerkrachten en onderwijsassistenten) ruim 140,99 FPE beschikbaar conform het vastgesteld formatiebeleid (140,99 volledige arbeidsplaatsen). Er is voor 143,49 FPE personeel ingezet hetgeen betekent dat er voor ongeveer 2,5 FPE vanuit de personele reserves is ingezet. Het totale personeelsbestand, inclusief het onderwijs ondersteunend personeel niet onderwijs gerelateerd, ziet er als volgt uit: 10
De VCO Oost-Groningen heeft in 2011 ook gebruik gemaakt van 12 werknemers via payrolling. (uitzendconstructie). Door de te verwachten leerlingendaling is en wordt vrijkomende vacatureruimte ingevuld middels mobiliteit binnen de vereniging en middels uitzendkrachten. Uitgangspunt is dus een vacaturestop behoudens de beredeneerde uitzondering. Dit alles om boventalligheid en gedwongen ontslagen te vermijden. De verdeling tussen het aantal mannen en vrouwen zowel in aantal als in fte’s is vergelijkbaar met het landelijk beeld: 20% man 80% vrouw
Het aantal fulltimers bedraagt ongeveer 35% van het personeelsbestand. Het nadeel hiervan is dat het organisatorische belemmeringen met zich mee kan brengen. Hiertegenover is er ook het voordeel dat invalproblematieken soms gemakkelijker opgelost kunnen worden. De totale loonkosten van een parttimer zijn relatief gezien hoger dan de loonkosten van een fulltimer. Dit heeft dan ook een nadelig effect voor de totale loonkostenpost.
11
De leeftijdsopbouw binnen de VCO Oost-Groningen laat zien dat de instroom van jonge pas afgestuurde medewerkers minimaal is. De leeftijdscategorie 40-45 jaar is ondervertegenwoordigd en de leeftijdscategorie 46-65 is sterk oververtegenwoordigd. Dit zorgt voor een hogere gemiddelde leeftijd en dus hogere loonkosten en een groter aantal werknemers die gebruik maakt van de BAPO regeling. Onderstaand een overzicht van de trend gemiddelde leeftijd werknemers. De gemiddelde leeftijd van de werknemers van de VCO ligt ongeveer 2 jaar hoger dan het landelijk gemiddelde. Formatief rekent de VCO nog steeds met de landelijke GPL.
Voor meer personele gegevens zie: www.vcomiddenenoostgroningen.nl/werkgeversspiegel 1.10 Ziekteverzuim Conclusies en advies uit de verzuimanalyse 2010-2011: In vergelijking tot de referentiegegevens wijkt uw organisatie positief af van de referentiegroep: het verzuimpercentage ligt met 5,4% lager dan de gemiddelde waarde (6,7%). Het verzuim is in het schooljaar 2010-2011 lager dan het vorig schooljaar toen het 7,0% bedroeg. Dat komt met name door een daling van het aandeel lang verzuim. Ook het middellang verzuim is gedaald, terwijl het verzuim van langer dan een jaar het schooljaar 2010-2011 is gestegen. Desondanks was er een daling van het verzuimpercentage ten opzichte van schooljaar 2009-2010. De scholen scoren zeer verschillend, sommigen kennen nauwelijks verzuim, anderen kennen een hoog percentage. Daarbij moet bedacht worden dat een enkel langdurig verzuimgeval op een kleine school al snel het percentage doet 12
stijgen. Het is dus belangrijk de waarde van de cijfers op individueel schoolniveau niet te overschatten. De meldingsfrequentie is gedaald ten opzichte van 2009-2010 en is nu gemiddeld 0,78. Ook hier scoren scholen heel verschillend. Er waren 23 gevallen van lang verzuim, waarvan 0,6% in de categorie psychische klachten vielen. Opvallend is het grote aantal lang verzuim gevallen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar.
M beter F
b e t e r
verzuimpercentage 6,7 slechter
9 scholen VCO OostGroningen totaal
4 scholen
0, 9 0
s l e c h t e r
2 scholen
2 scholen
Verzuimpercentage VCO SECTOR
2010-2011
2009-2010
5,4 6,7
7,0 6,7
1.11 Het bestuursformatieplan 2011 – 2012 In verband met de lumpsumfinanciering per 1 augustus 2006 is er beleid geformuleerd en vastgesteld aangaande de wijze waarop er met het lumpsumbudget gewerkt gaat worden. Het vastgestelde beleid zorgt voor een risicospreiding op bovenschools niveau en een minimale administratieve inspanningsnoodzaak voor de directeuren van de scholen. Het bestuursformatieplan komt tot stand in nauw overleg tussen de bovenschoolse directie en de directeuren van de verschillende scholen. De formatieve mogelijkheden en wensen per school worden op een rij gezet en geïnventariseerd. De uitkomsten worden voor zover mogelijk meegenomen in dit bestuursformatieplan. De GMR heeft haar instemming gegeven aan het plan. De wijze van inzet van het per school beschikbare budget wordt in een schoolformatieplan door de school zelf duidelijk gemaakt. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor schoolcommissie en medezeggenschapsraad. Meer details over beide plannen zijn op de scholen aanwezig. Voor de komende tijd is er nog steeds sprake van een vacaturestop zodat er geen nieuwe verplichtingen ontstaan waarvoor op termijn geen ruimte bestaat. De formatieve inzet voor de begeleiding van kinderen met een leerlinggebonden budget heeft in het cursusjaar 2011-2012 een omvang ter grootte van € 350.000. De 13
hiervoor ontvangen subsidie is op projectbasis en heeft derhalve een niet structureel karakter. Een herindicatie voor kinderen met een leerlinggebonden budget zal minder snel worden afgegeven omdat de normen zijn aangescherpt. Dit geldt ook voor nieuwe aanvragen. Hiermee is er een reden temeer om terughoudend om te gaan met nieuwe aanstellingen. Met de aangekondigde bezuinigingen op passend onderwijs staat de gehele leerlinggebonden financiering op losse schroeven en is er een grote mate van onzekerheid ontstaan met grote financiële risico’s. Het uitgangspunt van een vacaturestop betekent een grotere (verplichte) mobiliteit binnen de vereniging. Het feit dat er hierdoor voor nieuwe (jonge) medewerkers beduidend minder mogelijkheden aanwezig zijn om benoemd te worden, wordt ervaren als een zeer groot nadeel. 1.12 Het actieplan leerkracht van Nederland Het actieplan leerkracht van Nederland vraagt van de schoolbesturen een functiemix te realiseren waarbij een vastgesteld percentage werknemers in een LB functie wordt ingeschaald. Het beleid is er op gericht op iedere school een leerkracht in een LB functie te benoemen. Hiermee is het te realiseren percentage zoals geformuleerd in het actieplan leerkracht van Nederland nog niet ingevuld. Aangezien de bekostiging van de functiemix voor 85% uit eigen middelen moet worden betaald zal in overleg met bestuur en GMR het vervolgbeleid moeten worden geformuleerd. Ook alle andere actuele ontwikkelingen wat bezuinigingen en krimpgevolgen betreft zullen in deze heroverwegingen mee moeten worden genomen. Ook is er een toelage mogelijk voor werknemers die de hoogste trede van hun salarisschaal hebben bereikt en ook is er een toelage voor de directies van de scholen afgesproken in het eerder genoemde actieplan leerkracht van Nederland. Hierbij is een duidelijke gesprekscyclus van beoordeling en functioneren van belang. Het nodige beleid is in 2009 vastgesteld. Te realiseren functiemix VCO Oost-Groningen 60 49
49
50 38
40 28
30
Aantallen LB-functies
20 20 9 10 0 2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
1.13 Het tevredenheidonderzoek In 2011 is er een tevredenheidonderzoek gehouden onder de kinderen van de groepen 7 en 8. Aan dit onderzoek is meegewerkt door 500 kinderen. De uitkomsten van dit onderzoek geven als totaalbeeld voor de VCO Oost-Groningen een goede tevredenheid aan. Op een 4 puntsschaal was de gemiddelde totaalscore 3,1. Scores op de afzonderlijke vragen liggend tussen de 2,5 en 3,0 zijn aandachtspunten voor de schoolteams en scores lager dan 2,5 zijn actiepunten voor de schoolteams. In 2012 zal aan de kinderen van groep 7 en 8, aan alle ouders en aan alle teamleden weer een aantal vragen worden voorgelegd.
14
1.14 Onderwijskundig beleid Er is ingezet op twee speerpunten: 1. Opbrengstgericht onderwijs. 2. Zo veel mogelijk inclusief onderwijs in het kader van passend onderwijs. Deze twee speerpunten hebben wij beschreven en vastgelegd in het Strategisch Beleids Plan dat geldt voor de jaren 2009 t/m 2011. Ad 1. Opbrengstgericht onderwijs Door de inspectie worden in eerste instantie de scholen beoordeeld op de tussenopbrengsten en de eindopbrengsten. Zij noemen dat de primaire detectie. Blijkt daaruit dat de school onder de ondergrens zit bij een aantal toetsen, dan volgt een nader onderzoek op school. Er wordt als het ware een risicoanalyse gemaakt. Deze risicoanalyse mondt dan uit in een bepaald profiel. Er kan dan uitkomen dat de school een zwakke of zelfs zeer zwakke school is. Gelukkig komen de meeste scholen gewoon in het basisarrangement. Dit geldt op dit moment voor alle scholen van de VCO Oost-Groningen. Er zijn dus heldere criteria waaraan een school moet voldoen. We hebben als vereniging hier een speerpunt van gemaakt en dan niet omdat de inspectie je daar op “afrekent”, maar omdat de kinderen op onze scholen gewoon recht hebben op het best mogelijke onderwijs (kwaliteitszorg). Vandaar dat wij enkele jaren geleden hebben gekozen voor de instelling van een kwaliteitsnetwerk. Dit kwaliteitsnetwerk wordt aangestuurd door twee bovenschoolse IB`ers en door de directeur onderwijs. Alle IB’ers zitten in het kwaliteitsnetwerk. Het doel van dit kwaliteitsnetwerk is: 1. Er voor zorgen dat we geen zwakke of zeer zwakke scholen in onze vereniging krijgen. Dus vooral preventief. 2. Mocht dat wel een keer gebeuren, dan deze scholen begeleiden met een plan van aanpak om zo spoedig mogelijk weer in het basisarrangement te komen. Dus curatief. 3. Het opbrengstgericht denken en werken verder gestalte geven. 4. Alle scholen via de IB’ers en eventueel de directeuren op de hoogte houden van de actuele ontwikkelingen op dit gebied. 5. Scholen begeleiding bij het opzetten en verbeteren van de zorg. 6. Scholen helpen bij de dossiervorming van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7. Contacten legen en onderhouden met de REC’s en de inzet van Ambulante Begeleiding optimaliseren. 8. Gerichte (na)scholing en schoolbegeleiding aanbieden. 9. Kortom een vraagbaak zijn voor de scholen op alle terreinen m.b.t. het onderwijs. Ad 2. Inclusief onderwijs Zoals de plannen nu liggen is ieder bestuur verplicht om vanaf 1 augustus 2013 een passend onderwijsarrangement aan te bieden aan alle kinderen die aangemeld worden. Met die opdracht in ons achterhoofd hebben wij het plan opgevat om te gaan voor zoveel mogelijk inclusief onderwijs. Onze missie als vereniging is niet voor niets: “Scholen waar alle kinderen en hun ouders welkom zijn”. Deze missie willen we proberen zoveel mogelijk waar te maken. Daarvoor hebben we een traject uitgezet 15
om te komen tot zo inclusief mogelijk onderwijs. Dit traject zijn we gestart met een zevental pilotscholen. Daarna is de hele vereniging er bij betrokken.
Deze 7 scholen zijn gestart in het schooljaar 2009/2010. We zijn het traject gestart door op elke pilotschool een studiedag te houden om de beginsituatie te bepalen. Dit hebben we gestalte gegeven met behulp van het programma “Kind op de Gang” van AVS. Deze studiedagen hebben plaatsgevonden in het najaar van 2009. Deze studiedag draaide om drie vragen: 1. Wat kunnen we nu? 2. Wat willen we kunnen? 3. Wat hebben we daar voor nodig? Na de bepaling van de beginsituatie hebben we de volgende stap gezet, namelijk: 1. Welke scholing hebben we nodig om het doel te bereiken. We denken daarbij in ieder geval aan “handelingsgericht werken.” 2. Hoe gaan we het hele traject verder vorm geven. Deze vervolgvragen hebben geresulteerd in een vervolgtraject van scholing waarin als eerste voorwaarde voor handelingsgericht werken werd ingezet op het werken met groepsplannen. Daarmee willen we bereiken dat we in ieder geval de groep leerlingen goed in beeld krijgen en daarmee ook goed weten wat ieder kind nodig heeft. Na dit eerste jaar zijn de andere scholen van onze vereniging in de loop van de volgende twee jaar gevolgd en hebben ook het traject gedraaid zoals de pilotscholen. Dus te beginnen met de studiedag “Kind op de Gang”. Alle scholen zijn nu op die manier bij het traject betrokken. We beseffen ons ook dat we niet alle leerlingen zullen kunnen opvangen. Vandaar dat we streven naar “zo inclusief mogelijk” en dat het belang van het kind steeds voorop moet blijven staan. Al onze scholen zijn bij een samenwerkingsverband aangesloten. Dit zijn voor onze vereniging de SWV’s 1.01, 1.04 en 2.08. Ook participeren wij in drie ROPO’s, namelijk ROPO’s Oldambt, Veendam en Stadskanaal. Daarmee creëren we een vangnet voor die leerlingen die niet binnen onze scholen opgevangen kunnen worden. Het hele traject is een zoektocht met de nodige “hobbels”. Maar ondanks dat is het een mooie uitdaging. Al met al hebben we de komende jaren met deze twee onderwerpen twee speerpunten die al onze aandacht op zullen eisen. Vooral het eerste speerpunt heeft nog eens extra gewicht gekregen door het bestuursakkoord dat inmiddels is getekend. 1.15 Inspectiebezoeken In het kalenderjaar 2011 hebben de volgende scholen bezoek gehad: 1. 2. 3. 4. 5.
16
CBS Mons Sinaï te Heiligerlee CBS Annewieke te Scheemda CBS Maranatha te Winschoten CBS De Vossenburcht CBS De Loopplank te Blijham
Alle scholen zijn in het basisarrangement gekomen. Alle andere scholen van de vereniging zitten ook in het basisarrangement.
De rapportages van de inspectie zijn te vinden op: www.onderwijsinspectie.nl 1.16 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging. Schooljaar 2010-2011: REC 1: 3 leerlingen REC 2: 8 leerlingen REC 3: 19 leerlingen REC 4: 20 leerlingen Totaal:
50 leerlingen.
Schooljaar 2011-2012 3 leerlingen 8 leerlingen 13 leerlingen 19 leerlingen 43 leerlingen
1.17 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School De scholen van de VCO Oost-Groningen participeren in drie verschillende verbanden voor WSNS: 9 scholen in het WSNS verband Stadskanaal (2.08), 5 scholen in het WSNS verband Veendam (1.04) en 3 scholen in het WSNS verband Winschoten (1.01). Door de fusie met VCOMG die formeel ingaat op 1-1-2012 wordt het aantal SWV’s voor onze vereniging nog eens uitgebreid met twee, namelijk 2.04 en 2.07. Daarmee zitten we dan in vijf SWV’s. Na meer dan 10 jaar WSNS is er veel bereikt en is er op de scholen sprake van een steeds professionelere zorg voor onze kinderen. Bewaren wat er is bereikt en, daar waar nodig en mogelijk, werken aan verbetering en inspelen op de actualiteit is wat ons te doen staat. Goed functionerende samenwerkingsverbanden zijn hierbij van groot belang. Een punt van aandacht is de omgang met de nieuwe wetgeving waarbij kinderen met speciale onderwijsbehoeften steeds meer de mogelijkheid krijgen binnen het regulier onderwijs te functioneren. De zorgplicht is de volgende stap in het bieden van mogelijkheden aan alle kinderen. Een beleidsontwikkeling waarin er voor ieder bestuur sprake zal zijn van zorgplicht, de plicht om kinderen met speciale onderwijsbehoeften op te vangen als ouders daarom vragen. Een ontwikkeling met een geweldige uitdaging, echter wel één die iedere keer weer vraagt om een zorgvuldige afweging, dit in het belang van alle betrokkenen! De rol van de samenwerkingsverbanden zal bij de uitvoering van deze zorgplicht groot zijn. Inmiddels hebben we in de provincie Groningen het plan opgevat om te komen tot één provinciaal Samenwerkingsverband. Dit SWV zal zijn SWV 20.01. De voorbereidingen voor het creëren van dit grote SWV zijn in volle gang. Organisatorisch zal dat voor onze vereniging een stuk overzichtelijker worden. Het nieuwe SWV zal voor een groot deel de taken van de huidige SWV’s overnemen. Echter de verantwoordelijkheid zal meer komen te liggen bij de individuele besturen, omdat daar de zorgplicht ook terecht komt per 1 augustus 2013. 1.18 De vertrouwenspersoon Per 1 augustus 2008 zijn de heer en mevrouw Groenbroek de nieuwe vertrouwenspersonen voor scholen van de VCO Oost-Groningen. Op schoolniveau is er altijd iemand bekend als zijnde de contactpersoon waar men met eventuele klachten terecht kan. In 2011 zijn de vertrouwenspersonen één keer ingeschakeld. Het telefonisch overleg heeft echter niet geleid tot vervolgacties en/of vervolggesprekken.
17
1.19 Voor- tussen- en naschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2006 is het bevoegd gezag van de VCO Oost-Groningen verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Vanaf 1 augustus 2007 is het bevoegd gezag van de VCO Oost-Groningen verplicht de voor- en naschoolse opvang georganiseerd te hebben. Er is daarom een coördinator voor de tussenschoolse opvang aangesteld voor 1 dagdeel per week. Voor de tussenschoolse opvang is een regeling vastgesteld. De voor- en naschoolse opvang is georganiseerd door de bovenschoolse directie conform het makelaarsmodel. Er zijn hiervoor verschillende overeenkomsten afgesloten met organisaties voor kinderopvang in de regio. Voor zowel voor- tussen- als naschoolse opvang geldt dat we graag zien dat het past in de missie van de vereniging: De scholen van de VCO Oost-Groningen zijn echte en hechte levensgemeenschappen van mensen waar kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Scholen die voorbereiden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Voor zowel de voor- als de naschoolse opvang zijn er geen situaties bekend waarbij sprake is geweest van een wachtlijst. De contractuele afspraken zijn op dit punt conform afspraak nagekomen. Op een drietal scholen is er ook de mogelijkheid van voorschoolse opvang georganiseerd door de school conform vastgesteld beleid binnen de VCO Oost-Groningen. Voor vrijwilligers van de tussenschoolse opvang zijn er enkele cursussen georganiseerd. Er is een onderzoek uitgevoerd om de mogelijkheden en onmogelijkheden van buitenschoolse opvang in eigen beheer op 1 of meer scholen in kaart te brengen. De slotconclusie was dat het op dit moment erg risicovol is buitenschoolse opvang in eigen beheer te beginnen. Er zijn ook geen situaties bekend waarbij er voor ouders met een vraag voor buitenschoolse opvang geen plaats beschikbaar was.
18
Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens 2.1.1 Het exploitatieoverzicht
2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) Het totale resultaat van de rechtspersoon bedraagt € 545.540 positief. Dit bedrag bestaat uit de volgende onderdelen (met daarnaast de begroting weergegeven): 1. exploitatieresultaat van de vereniging privaat 2. exploitatieresultaat van de scholen 3. exploitatieresultaat bovenschools 4. exploitatieresultaat van de vereniging publiek 5. schoolfondsen Totaal
Werkelijk 262.902 -99.228 49.634 321.490 10.742
Begroot 181.000 -80.873 95.669 -307.520 0
545.540
-111.724
Het positieve resultaat doet het weerstandsvermogen verhogen tot 68,7%. In de komende jaren krijgen we echter te maken met: • • • • • • •
19
Verdwijnen overschrijdingsuitkeringen. Gemeentelijke bijdragen voor schoolbegeleiding verdwijnen Forse tekorten op de schoolexploitaties. Hogere afschrijvingslasten ict (meubilair). Teruglopende leerlingaantallen (leegstand). Hogere kosten voor ondersteuning organisatie op school- en bovenschools niveau. Bezuinigingen op passend onderwijs.
Vergelijk met de begroting Rijksbijdragen De rijksbijdragen vallen € 234.000 hoger uit dan begroot. De reguliere rijksbijdragen zijn € 175.000 hoger dan begroot, omdat de vergoeding voor Taal en Rekenen ad € 35.000 niet meegenomen is in de begroting en de vergoedingen voor lumpsum, Budget Personeel en Arbeidsmarktbeleid en geindiceerde leerlingen te laag zijn begroot. De overige subsidies OCW zijn € 59.000 hoger dan begroot. De vergoeding voor impulsgebieden is € 20.000 te laag begroot en de in de exploitatie verantwoorde geoormerkte subsidie voor cultuureducatie, overblijfkrachten en studieverlof zijn niet begroot (totaal € 39.000). Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen zijn € 670.000 hoger dan begroot. De in 2011 ontvangen overschrijdingsuitkeringen van de gemeente ad. € 652.000 zijn niet meegenomen in de begroting. Daarnaast is de gemeentelijke bijdrage ad. € 13.000 in de kosten van schoonmaak op 2 scholen niet begroot. Het resterende verschil ad € 5.000 wordt veroorzaakt door een hogere vergoeding voor schoolbegeleiding. Overige baten De overige baten vallen € 1.035.000 hoger uit dan is begroot. De ontvangen vergoeding van het Vervangingsfonds ad € 624.000 (declaratie in verband met ziektevervanging) en de private gelden ad € 295.000 zijn niet begroot. Daarnaast is de bijdrage van de Samenwerkingsverbanden te laag begroot (verschil € 31.000) en zijn de ontvangen vergoedingen van met name het Risicofonds, het UWV en het Vervangingsfonds (aanvullende pakket), totaal € 77.000, niet meegenomen in de begroting. Het resterende verschil ad € 8.000 betreft overige niet begrote incidentele baten. Personele lasten De personele lasten vallen € 872.000 hoger uit dan begroot. De salariskosten in verband met ziektevervanging ad € 624.000 zijn niet meegenomen in de begroting. Deze kosten worden volledig vergoed door het Vervangingsfonds. De reguliere salariskosten zijn € 64.000 hoger dan begroot. De overige personele lasten zijn € 184.000 hoger dan begroot als gevolg van niet begrote kosten van payroll via Metrium, totaal € 186.000. Het budget voor scholing laat een overschrijding zien van € 29.000 veroorzaakt door niet begrote cursussen met betrekking tot gedragsproblematiek van leerlingen. Ook het budget voor overige personele lasten wordt met € 16.000 overschreden (kosten WGA verzekering). De Vereniging is in 2011 eigen risicodrager geworden. De kosten van uitzendkrachten zijn € 13.000 lager dan begroot en de kosten van Arbo € 15.000. Tot slot was in de begroting € 10.000 meegenomen voor een malus van het Vervangingsfonds, maar de Vereniging heeft een bonus ontvangen. Het resterende verschil ad € 9.000 betreft de overige budgetten. Afschrijvingen De afschrijvingen vallen € 2.000 hoger uit dan begroot. 20
Huisvestingslasten De huisvestingslasten vallen € 160.000 hoger uit dan begroot. De onderhoudskosten zijn € 52.000 hoger, met name als gevolg van de installatiewerkzaamheden door Telecom en extra schilderwerk welke is verricht bij 't Haimstee. Daarnaast zijn de kosten van energie € 40.000 hoger dan begroot en de kosten van schoonmaak € 48.000 hoger dan begroot (als gevolg van ziekte, hiervan wordt een deel vergoed door het Risicofonds). De overige huisvestingslasten zijn € 12.000 hoger dan begroot. De gebruikersvergoeding welke de Zevensprong en de Wegwijzer overdragen aan de gemeente, zijn te laag begroot. Het resterende verschil ad € 8.000 wordt veroorzaakt door de overige budgetten. Overige instellingslasten De overige instellingslasten vallen € 311.000 hoger uit dan is begroot. De reprokosten overschrijden de begroting met € 33.000. Een afrekening van Ricoh in december ad € 21.000 is hiervan grotendeels de oorzaak. De kosten zijn te laag begroot. De private lasten zijn € 267.000 lager dan begroot, omdat deze lasten van de scholen niet meegenomen zijn in de begroting. Het resterende verschil ad € 11.000 wordt veroorzaakt door de overige budgetten. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten vallen € 78.000 hoger uit dan begroot. De rentevergoedingen en opbrengsten effecten zijn te laag begroot en de koerswinst is niet meegenomen in de begroting. Vergelijk met 2010 Rijksbijdragen De rijksbijdragen vallen € 151.000 lager uit dan de werkelijke cijfers 2010. Het verschil ten opzichte van 2010 valt te onderscheiden in lagere reguliere rijksbijdragen ad € 299.000 en hogere overige subsidies OCW ad € 148.000. Een groot deel van beide verschillen ten opzichte van 2010 wordt veroorzaakt door de impulsgelden, welke in 2011 zijn verantwoord onder de overige subsidies OCW (€ 159.000). Deze subsidie stond in 2010 verantwoord onder de lumpsumvergoeding (€ 119.000). Derhalve een verschil in reguliere rijksbijdragen in 2011 ad € 119.000. Verder is de vergoeding voor Versterking Bestuur en Management per 1 augustus 2010 komen te vervallen (verschil € 98.000) en zijn de vergoedingen voor geindiceerde leerlingen € 79.000 lager (hiermee is in de begroting ook rekening gehouden). Het overig verschil betreft de overige reguliere subsidies, per saldo € 2.000 lager). Naast het verschil in impulsgelden (€ 159.000) is in 2011 onder de overige subsidies OCW een hogere besteding van de subsidie voor Overblijfkrachten (€ 5.000) en verlofsubsidie (€ 4.000) verantwoord. Hier tegenover staat de vergoeding voor Passend Onderwijs ad € 20.000 welke in 2010 in de exploitatie is verantwoord onder de overige subsidies.
21
Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen vallen € 688.000 lager uit dan de werkelijke cijfers 2010. In 2011 is een lagere overschrijdingsuitkering ontvangen (€ 645.000 lager) en is de bijdrage in de loonkosten € 36.000 lager (Wedeka, en gemeente Oldambt). Aan overige gemeentelijke bijdragen is per saldo € 7.000 minder ontvangen. Overige baten De overige baten zijn € 116.000 hoger dan de werkelijke cijfers 2010. Dit wordt veroorzaakt door de hogere baten van het Vervangingsfonds ad € 171.000 (declaratie salariskosten in verband met ziektevervanging) alsmede een extra vergoeding in 2011 van het Samenwerkingsverband (€ 35.000). Hier tegenover staan lagere ontvangsten in 2011 van het UWV inzake ziektewetuitkeringen (€ 9.000), van het Vervangingsfonds voor aanvullende pakket (€ 15.000) en lagere private baten (€ 34.000). Daarnaast is in 2010 de subsidie voor Taal en Rekenen ad € 12.000 verantwoord in de exploitatie en is van Metrium € 11.000 ontvangen (claim). Het resterende verschil ad € 9.000 betreft lagere incidentele baten in 2011. Personele lasten De personele lasten vallen € 47.000 hoger uit dan de werkelijke cijfers 2010. Het genoemde verschil bestaat uit een verschil (lager) op de lonen en salarissen ad € 152.174 en een verschil (hoger) op de overige personele lasten ad € 199.202. De lonen en salarissen zijn € 152.000 lager in 2011. Enerzijds zijn de salariskosten in verband met ziektevervanging € 171.000 hoger (deze kosten worden volledig vergoed door het Vervangingsfonds), maar zijn de reguliere salariskosten € 323.000 lager. Een deel van de ontstane vacatureruimte is ingevuld via de payroll van Metrium (kosten € 186.000). De overige personele lasten zijn € 199.000 hoger in 2011, grotendeels veroorzaakt door de kosten van payroll. Afschrijvingen De afschrijvingen vallen € 19.000 lager uit dan de werkelijke cijfers 2010. Dit wordt veroorzaakt door de afschrijvingslasten van het meubilair. In 2010 is op deel van de inventaris een inhaalafschrijving gedaan, omdat van deze activa de afschrijvingstermijn is gewijzigd van 25 jaar naar 20 jaar. Hier tegenover staan hogere afschrijvingslasten op de ICT in 2011. In 2010 is een te laag bedrag afgeschreven op de aangeschafte activeboards in 2008. Huisvestingslasten De huisvestingslasten vallen € 137.000 hoger uit dan de werkelijke cijfers 2010. De kosten van onderhoud zijn € 47.000 hoger (o.a. installatiewerkzaamheden Telecom en extra schilderwerk), de energiekosten € 19.000 hoger (op nagenoeg alle scholen) en de schoonmaakkosten € 12.000 hoger (met name ziektevervanging welke deels door het Risicofonds wordt vergoed). De overige huisvestingslasten zijn € 49.000 hoger dan 2010. Vanaf 2011 wordt een gebruikersvergoeding overgedragen aan de gemeente (de Zevensprong en de Wegwijzer) en er zijn in 2011 meer werkzaamheden verricht door onderhoudsbureau Syplon. 22
Het resterende verschil ad € 10.000 wordt veroorzaakt door de overige budgetten. Overige instellingslasten De overige instellingslasten vallen € 2.000 lager uit dan de werkelijke cijfers 2010. Enerzijds zijn in 2011 met name de reprokosten op bijna alle scholen hoger, totaal € 33.000 (in 2011 is een afrekening van Ricoh ontvangen ad € 21.000). Daarnaast zijn in 2011 kosten gemaakt voor de fusiebegeleiding (€ 9.000). Anderzijds zijn in 2011 de ICT uitgaven € 20.000 lager (PICTO, internetvergoeding) en de totale private lasten € 19.000 lager. Het resterende verschil ad € 1.000 wordt veroorzaakt door de overige budgetten. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten vallen € 44.000 hoger uit dan de werkelijke cijfers 2010. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere ontvangen rentevergoeding op de depositorekeningen.
2.1.3. Bestemmingsbox taal- en rekensubsidies / cultuursubsidies In 2011 is er een bedrag ontvangen van € 33.133 voor het geven van extra impulsen voor reken- en taalonderwijs. De ontvangen subsidie is ingezet binnen de bovenschoolse begroting scholing en schoolbegeleiding voor de bekostiging van het kwaliteitsbeleid (KWINTO), voor de aanschaf en de daarbij behorende scholing voor alle scholen van ParnasSys, een webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem in één. Het inzetten van de middelen binnen de reguliere bovenschoolse begroting scholing en schoolbegeleiding is onontkoombaar aangezien de vergoedingen voor scholing en schoolbegeleiding sterk achterblijven bij de werkelijke kosten, zeker nu ook op de gemeentelijke vergoedingen sterk wordt bezuinigd. De ontvangen subsidie voor cultuureducatie wordt op basis van schoolspecifieke keuzes op schoolniveau vormgegeven en ingezet voor tal van culturele activiteiten.
23
2.2 Vergelijking met begroting 2012
Exploitaitie
3.1 3.2 3.5
3 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten
4.1 4.2 4.3 4.4
4 Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
Begroting 2012
Werkelijk 2011
Begroting 2011
Werkelijk 2010
13.021.761 63.000 316.500
10.585.450 742.692 1.310.457
10.351.537 73.000 275.500
10.736.116 1.430.231 1.194.031
13.401.261
12.638.599
10.700.037
13.360.378
11.904.046 225.313 718.111 1.019.464
10.442.720 174.821 627.769 1.141.582
9.570.503 172.658 467.576 831.024
10.395.692 194.275 490.609 1.143.811
13.866.934
12.386.892
11.041.761
12.224.387
Saldo baten en lasten
465.673-
251.707
341.724-
5
230.000
293.834
230.000
235.673-
545.540
111.724-
Financiële baten en lasten
Nettoresultaat
2.3 Resultaatbestemming:
Stand van reserves:
algemene reserves best. reserve publiek huisvesting best. reserve publiek personeel best. reserve privaat algemeen best. reserve privaat schoolfonds Totaal 24
31-12-2010 31-12-2011 3.433.958 3.656.220 442.144 491.778 1.618.939 1.618.939 2.586.014 2.848.916 264.524 275.266 8.345.580 8.891.120
1.135.991 260.445 1.396.436
Bestemmingsreserves publiek De bestemmingsreserve huisvesting is bedoeld voor de bekostiging van het meerjarig onderhoud aan de scholen, dit op basis van een meerjarenonderhoudsplan. De publieke bestemmingsreserve personeel heeft betrekking op de subsidiestromen voor Lumpsum, de Bekostiging Personeel- en Arbeidsmarktbeleid (BPA), geïndiceerde leerlingen (LGF), de vergoeding van het Samenwerkingsverband en aanvullende personele subsidies. De personeelskosten worden ten laste gebracht van deze reserve. Bestemmingsreserve privaat De private reserves betreffen het private deel van de vereniging en de scholen. Aan deze reserves worden de ledengelden, ouderbijdragen en overige private bijdragen toegevoegd. Aan de reserve worden kosten voor kado en representatie, bijzondere dagen en schoolreisjes onttrokken. De totale private reserve bedraagt op 31 december 2011 € 3.124.183. Het bestuur heeft beschikking over deze reserve en beslist over de besteding hiervan. De liquide middelen bedragen per 31 december 2011 totaal € 4.515.726 (de vaste termijn deposito’s ad. € 3.000.000 staan verantwoord onder de Financiële Vaste Activa). In totaal is € 1.485.787 belegd in effecten.
2.4 Kengetallen Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de totale reserves te delen door het totaal aan baten. Het geeft een indicatie van de financiële veerkracht en continuïteit na een calamiteit. De norm is 10 - 20%, afhankelijk van het risicoprofiel. Het weerstandsvermogen van de VCO Oost-Groningen: jaar 2010 2011
eigen vermogen € 8.345.580 € 8.891.120
baten € 13.620.823 € 12.932.433
weerstandsvermogen 61% 68,7%
Beleidsuitgangspunt is, bij ongewijzigd risicoprofiel, het weerstandsvermogen minimaal op het niveau van 25% te behouden (financieel beleid vastgesteld in fusierapport). Het hoge weerstandsniveau geeft mogelijkheden om toekomstige extra lasten te kunnen dragen (zie 2.1.2 de opmerking bij het positief resultaat en de beschreven risico’s in 2.5).
25
Overige kengetallen
Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor
2011 4,4 84% 4% 82%
2010 4,3 84% 10% 73%
Liquiditeit Het kengetal liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen de "vlottende activa" en de kortlopende schulden. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de kortlopende schulden. De norm is groter dan 1. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het "eigen vermogen" en het totale vermogen. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de totale schulden. De norm is vooralsnog 50%. Rentabiliteit De rentabiliteit wordt bepaald door het “resultaat uit gewone bedrijfsvoering” te delen door het totaal aan baten. In non-profit organisaties wordt de rentabiliteit ook wel het begrotingsoverschot genoemd (of het begrotingstekort bij een negatief exploitatieresultaat). De norm is 0 - 3%. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten. Dit kengetal wordt gebruikt om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. De signaleringsgrens is gesteld tussen de 35-60%. Dit is een door de commissie Don gestelde grens. Enkele opmerkingen bij de kengetallen: • Het positief resultaat van € 545.540 minus de incidentele baten van € 652.024 levert een resultaat op van € 106.484 negatief • Bij een resultaat van € 106.484 negatief hoort een rentabiliteit van negatief 0,08%. • Hierbij in aanmerking nemend dat er ook nog inkomsten uit rendement eigen vermogen in de baten zit ter grootte van € 293.834 kan geconcludeerd worden dat er aanmerkelijk meer is besteed dan door de rijksoverheid gesubsidieerd • Het eigen vermogen wordt ingezet voor bijzondere investeringen. • Het rendement van het eigen vermogen is een belangrijke bijdrage aan een sluitende begroting. 2.5 De risico’s in cijfers Personeel/lln.aantallen: De terugloop in leerlingaantallen vraagt om een krimpend personeelsbestand. Een bestuursformatieplan met een extra inzet van 2,0 FTE gedurende 5 jaar en 1,0 FTE gedurende 5 jaar in verband met te weinig krimpmogelijkheden geeft een extra last van respectievelijk € 100.000 en € 50.000 per jaar. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 750.000. 26
Personeel/langer doorwerken/leeftijdsopbouw: Leeftijdsbewust personeelsbeleid en individuele begeleidingstrajecten vragen om een structurele jaarlijkse investering van € 25.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 250.000. Materiële instandhouding: Er is sprake van een structureel jaarlijks tekort van € 100.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 1.000.000. Specialisatie/verhoging niet lesgevende taken/functies: De steeds verdergaande bureaucratisering en de toenemende controle vragen om meer personele inzet op genoemde terreinen. Hiervoor wordt structureel een extra inzet geraamd van € 70.000 ( 2 x schaal 4 functie). In 10 jaar tijd is hiermee een bedrag gemoeid van € 700.000. Bezuinigingen: De aangekondigde bezuinigingen passend onderwijs (vanaf 1 augustus 2013) betekenen voor de VCO Oost-Groningen een bezuiniging van naar verwachting ongeveer € 120.000. Zonder maatregelen is hiermee over een periode van 10 jaar een bedrag gemoeid van € 1.200.000. Samengevat: De totale kosten voor verhoogde risico’s op genoemde terreinen kunnen over een periode van 10 jaar oplopen tot € 3,9 miljoen. 2.6 Rendement van kapitaal/treasurybeleid Voor de liquide middelen (€ 7.515.726), zowel op een vaste termijnrekening als op de rekening courant, is in 2011 een rente ontvangen van € 189.668. Een deel van het vermogen (€ 1.485.787) is belegd in obligaties met inachtneming geldende weten regelgeving en met inachtneming van het vastgestelde treasurybeleid. Het bruto rendement op deze belegde gelden was in 2011 € 79.000,-- Er is in 2011 een koerswinst geboekt van € 31.470,--. Met betrekking tot beleggingen hanteert het bestuur een terughoudend beleid. De beleggingsportefeuille bestaat nu vnl. uit staatsobligaties, zie onderstaand overzicht. De balanswaarde op 31-12-2011 is € 1.485.787). Specificatie van de effecten per 31-12-2011 Omschrijving
nominaal
4% Bank Nederlandse Gemeenten 04/14 3,25 % Nederland 05/15 Rabo inflatie oblgatie 08/18 4%Rabo inflatie oblgatie 08/18 4,125% BNG 06/16 Rabo VAR 09/16 4,5% Nederland 07/17 3,222 % NWB 2e tranche 11/21 totaal
27
100.000 200.000 150.000 150.000 200.000 250.000 150.000 200.000
Koers 31-12-2011 106.000 216.100 153.360 170.460 217.000 248.827 173.280 200.760 1.485.787
2.7 Uit de begroting 2012 (de begroting 2012-2016 is de begroting voor de VCO Midden- en Oost-Groningen)
reserve personeel reserve sa 41845 (bovenschools) reserve huisvesting reserve privaat 41845 reserves scholen reserves schoolfondsen totaal verwachte incidentele vergoedingen resultaat inclusief incidentele vergoedingen voorziening BAPO / jubileum / spaarverlof
reserves en vz. 01-01-2011 resultaat 2011 resultaat 2012 resultaat 2015 resultaat 2016 1.618.938 -198.889 -162.577 -302.720 -303.335 1.202.565 -15.962 -103.457 -141.435 -190.573 442.144 2.586.015 176.000 166.000 165.000 165.000 2.231.387 -72.879 -135.639 -290.809 -286.681 264.524 8.345.573 -111.730 -235.673 -569.963 -615.590 600.000 0 0 0 488.270 -235.673 -569.963 -615.590 164.101
reserves en vz 01-01-2017 205.419 554.840 442.144 3.588.015 1.061.848 264.524 6.116.790 600.000 6.716.790 164.101
De bovenschoolse begroting: Negatieve begroting en bezuinigingen De begroting is voor de periode 2012-2016 negatief (begrotingsresultaat 2012 € -235.673) Door de bestuurlijke fusie en door dit negatief resultaat zal het weerstandsvermogen van de vereniging weliswaar teruglopen maar ruim boven het afgesproken niveau van 25% blijven (per 1-1-2011 51,8% berekend als VCO Midden- en Oost-Groningen en met de begrote resultaten teruglopend naar 40% in 2017)Ook de kapitalisatiefactor blijft met de begrote resultaten in 2017 nog hoger dan het maximum van 35% zoals dat voor de grotere schoolbesturen is vastgesteld. Voor 2013-2014-2015 en 2016 is er sprake van forse negatieve resultaten. De begrote resultaten geven geen mogelijkheden om tegenvallers op te vangen. In 2012 worden er geen incidentele bate verwacht en begroot. Wel lopen er nog een drietal bezwarenprocedures m.b.t. de afrekening verzelfstandiging openbaar onderwijs. Voor de meerjarenbegroting (vanaf 2013) is er een structureel tekort aan de orde. De geformuleerde begrotingsdoelstellingen in 2010 vragen om een bijstelling voor de jaren 2014 e.v. De geformuleerde doelstelling in 2010 om in 2015 een sluitende begroting te realiseren vraagt om een iets langere periode i.v.m. de intussen gerealiseerde fusie en de daarbij behorende reorganisatiemaatregelen. Een doelstelling gericht op een sluitende begroting in 2017 met de volgende tussenresultaten lijkt realistisch: 28
Resultaat conform mjbegr. 2012-2016 Begrotingsdoelstelling Nodig aan bezuinigingen Invulling bezuinigingen
2012
2013
2014
2015
2016
2017
- € 230.000
- € 270.000
- € 325.000
- € 550.000
- € 580.000
€0
- € 230.000
- € 270.000
- € 200.000
- € 150.000
- € 100.000
€ 0,--
€0
€0
€ 125.000
€ 400.000
€ 480.000
75.000 m.i. scholen + huisvesting 50.000 personeel = 20 p lln =
50.000 m.i. scholen + huisvesting 275.000 personeel = 120 p lln =
80.000 personeel = afnemende BAPO kosten
De bezuinigingen op m.i. zijn gebaseerd op een maximaal tekort van € 5.000,-- per 100 lln. De bezuinigingen op personeel zijn in 2016 ingevuld door minder uitgaven BAPO, dit is een inschatting op basis van een gebruikmaking van de pensioenregeling op 63 jarige leeftijd. De bezuinigingen op personeel van in totaal € 140 per lln in 2014 en 2015 kunnen ingevuld worden binnen de gehele personele bekostiging (scholing / formatie op / formatie oop) Er is in 2011 voor een bedrag van € 236.000 geïnvesteerd in ICT en meubilair. Dit is met name het resultaat van de nieuwe inrichting voor CBS De 7 Sprong en CBS De Lichtboei. In de begroting 2012-2016 is rekening gehouden met investeringen voor: • • •
Olp van gemiddeld € 97.000,-- per jaar. Meubilair van gemiddeld € 93.000,-- per jaar. ICT van gemiddeld € 54.000,--
.
29
2.8 Huisvesting Omdat de scholen van de VCO Oost-Groningen gesitueerd zijn in 5 verschillende gemeenten is er een uitgebreid overlegcircuit met de verschillende gemeenten aan de orde. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor aanpassing, uitbreiding en nieuwbouw van onderwijshuisvesting. CBS De 7Sprong is in 2011 verhuisd naar het nieuw gebouwde onderwijscentrum in Oude Pekela. De school betaalt aan de gemeente een gebruikersvergoeding op basis van de ontvangen vergoeding voor de groepsafhankelijke kosten. CBS De Lichtboei te Oostwold is met ingang van 1 augustus 2011 gehuisvest in het multifunctioneel centrum De Meerkant. De school betaalt aan de gemeente eveneens een gebruikersvergoeding aan de gemeente op basis van de ontvangen vergoeding voor groepsafhankelijke kosten. Daar waar het bij de huisvesting gaat om het preventief onderhoud werken we nauw samen met het adviesbureau Syplon uit Groningen. Dit adviesbureau actualiseert jaarlijks de onderhoudssituatie en stelt hiervoor ook een meerjarenprognose op. Op grond van de meerjarenprognose vindt er een reservering plaats van 75% van de vergoeding voor onderhoud. Een reservering die voldoende moet zijn om de te verwachten investeringen te kunnen financieren. Een punt van aandacht en zorg voor de komende jaren is de leegstand die zal ontstaan als gevolg van de terugloop van het leerlingenaantal. De stichting Scholenbouwmeester Noord Nederland is een onafhankelijk expertisecentrum voor de onderwijshuisvesting, met als kerngebied de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân. De stichting is in 2009 ontstaan op gezamenlijk initiatief van de drie noordelijke provincies. In nauwe samenwerking met de schoolbesturen worden er scenario’s ontwikkeld voor de huisvesting van de scholen met als doel voor elke leerling en leraar op zo kort mogelijke termijn een passende en gezonde werk- en leeromgeving! Begin 2011 is er een toekomstvisie voor de gemeente Bellingwedde worden gepresenteerd waarbij er drie nieuwe schoolgebouwen gerealiseerd moeten gaan worden waarbij een zgn. Schoolschap (zelfstandige rechtspersoon) verantwoordelijk moet worden realisering, beheer en exploitatie. Zowel de gemeente als de deelnemende schoolbesturen geven hun ontvangen vergoeding voor beheer en exploitatie van de gebouwen aan het Schoolschap. De bestaande boekwaardes op de gebouwen en de gevolgen van de verwachte krimp zijn hierbij nog stevige vraagstukken die opgelost moeten worden. 2.9 Toekomstparagraaf De ontwikkeling van het leerlingenaantal is in hoofdstuk 1.5 t/m 1.7 uitvoerig beschreven en is een punt van stevige zorg en aandacht. Samenwerkingsvormen en eventuele scholenfusies met andere denominatie worden niet uitgesloten. Om kwalitatief goed onderwijs te blijven realiseren en dat daarnaast ook nog betaalbaar en bereikbaar is, is samenwerking met andere denominaties misschien zelfs een voorwaarde. Op dit moment al wordt er volop rekening gehouden met de verwachte leerlingendaling door uiterst zorgvuldig om te gaan met het uit te voeren benoemingsbeleid binnen de VCO Oost-Groningen.
30
Tenslotte Ondanks de moeilijke economische omstandigheden en sombere vooruitzichten in dezen voor de korte termijn en de wijze waarop dit ook het onderwijs raakt en zal raken, blijft het primair onderwijs volop ambities formuleren en het enthousiasme om de ambities waar te maken uitstralen; dit verdient enkel en alleen heel veel waardering en diep respect voor alle mensen die vol overgave dag in dag uit met de kinderen onderweg zijn. De ambities op het niveau van de sector zijn begin 2012 in een bestuursakkoord beschreven en onderschreven. Het gaat dan om verhoging van de kwaliteit van het onderwijs door nog meer aandacht voor opbrengstgericht werken en door stevige aandacht voor ouderbetrokkenheid in relatie tot opbrengstgericht werken. Het zijn ambities waar de VCO Oost-Groningen meer dan van harte de schouders onder zal gaan zetten en haar verantwoordelijkheid in dezen op een goede manier zal dragen. Wel zijn er een tweetal kanttekeningen die geplaatst moeten worden: • De steeds maar toenemende nadruk op verhoging van de kwaliteit van het onderwijs waarbij de uitspraak “het is de leraar die er toe doet” veelvuldig aan de orde komt, levert steeds vaker gevoelens op het nooit goed te doen en dat alle gepleegde inzet tot op heden zinloos is geweest. In de afsluiting van dit jaarverslag is het daarom goed met nadruk te herhalen wat hierboven al eerder werd geschreven: heel veel waardering en diep respect voor alle mensen die vol overgave dag in dag uit met kinderen onderweg zijn en voor wat er zo bereikt wordt! • Als het gaat over opbrengsten en het meten daarvan dan zijn het de basisvaardigheden lezen, rekenen en taal waar het om draait. Dat dit vaardigheden zijn die cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van kinderen zal niemand betwisten. Dat er ook nog andere aspecten zijn in de ontwikkeling van een kind, aspecten die in waarde die van de basisvaardigheden zelfs overtreffen, blijft in de systematiek van meten is weten een er niet toe doend onderwerp. Beide kanttekeningen komen in onderstaande afsluiting van dit jaarverslag goed naar voren: Dankbaarheid De juf op de basisschool vroeg haar leerlingen om een tekening te maken van dat waar ze dankbaar voor waren. Ze bedacht dat deze kinderen, uit een lagere sociale buurt, niet zoveel hadden om dankbaar voor te zijn. Maar ze wist dat de meeste kinderen tekeningen zouden maken van kalkoenen en tafels vol eten. Vandaar dat ze raar stond te kijken toen Tineke aankwam met een tekening van een hand, gewoon een simpele, kinderlijk getekende hand. Maar wiens hand? De andere kinderen keken gefascineerd naar de tekening. ‘Ik denk dat het de hand van God is die het eten brengt’, zei een meisje. ‘Nee, de hand is van een boer, want die zorgt voor de kalkoenen’, zei een ander. Toen de klas weer aan het werk was, vroeg de juf zachtjes aan Tineke: ‘Van wie is de hand die je hebt getekend?’ ‘Dat is uw hand, juf’, mompelde zij. De juf herinnerde zich dat ze in moeilijke omstandigheden vaak de hand van het meisje, dat er ongezond en soms zielig uitzag, had gepakt. Dat deed ze vaker bij kinderen. Maar voor dit kind betekende het alles!
Scholen voor christelijk onderwijs waar alle kinderen en hun ouders welkom zijn ! Een goede voorbereiding op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN !
April 2012 De bovenschoolse directie. 31