VCO Midden- en Oost-Groningen Bestuursnummer 41845 Kamer van koophandel 02061577 Postbus 35 9665 ZG Oude Pekela www.vco-middenenoostgroningen.nl
1
0. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de VCO Midden- en Oost-Groningen betreffende het kalenderjaar 2012. In dit verslag zullen de hoofdlijnen van gevoerd personeels-, financieel- en onderwijskundig beleid en aan de orde zijnde en soms komende zaken worden behandeld. Dit verslag zal ter bespreking aan de orde komen in het bestuur, het directieoverleg, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en in de ledenraad van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Deze besprekingen kunnen vervolgens leiden tot nieuwe beleidsvoornemens en/of bijstellingen van het te voeren beleid. Daarnaast is het doel van publiek verantwoorden door een onderwijsinstelling te laten zien dat zij haar middelen zo effectief mogelijk inzet. De verantwoording van het financiële beleid van een instelling is vastgelegd in de jaarstukken. Jaarstukken zijn de documenten met financiële en niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het bevoegd gezag van de bekostigde school moeten worden opgesteld en ingediend bij het departement. De jaarstukken gaan vergezeld van een accountantsverklaring. Met dit jaarverslag wil het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verticaal verantwoording afleggen naar het ministerie van OCW en horizontaal naar de ouders, werknemers en de (G)MR. Namens het bevoegd gezag, H. J. Kieft (vz. Bestuur)
J. de Boer (algemeen directeur; vz. Raad van Beheer)
2
Inhoud 0. Inleiding ........................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid ................................. 4 1.1. Juridische structuur ....................................................................................... 4 1.2. De vereniging en haar missie ....................................................................... 4 1.3. De organisatie van de VCO Midden- en Oost-Groningen ............................. 4 1.4. De vereniging en haar leden ......................................................................... 6 1.5. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen ......................... 8 1.6 Samenwerking CBS De Bron met de informele samenwerkingsschool De Driesprong ........................................................................................................... 9 1.7 Krimp ............................................................................................................. 9 1.8 Het personeel in dienst van de vereniging ................................................... 10 1.9 Ziekteverzuim .............................................................................................. 13 1.10 Het bestuursformatieplan 2011 – 2012 ...................................................... 14 1.11 Het actieplan leerkracht van Nederland ..................................................... 15 1.12 Het tevredenheidonderzoek ....................................................................... 15 1.13 Onderwijskundig beleid .............................................................................. 16 1.14 Inspectiebezoeken ..................................................................................... 18 1.15 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging. ............................................. 19 1.16 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School ......................... 19 1.17 De vertrouwenspersoon ............................................................................. 19 1.18 Voor- tussen- en naschoolse opvang ........................................................ 20 Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens ................................ 21 2.1.1 Het exploitatieoverzicht ............................................................................. 21 2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) ............................................ 21 2.1.3. Prestatiebox ............................................................................................. 24 2.2 Vergelijking met begroting 2013 .................................................................. 25 2.3 Resultaatbestemming: ................................................................................. 25 2.4 Kengetallen .................................................................................................. 26 2.5 De risico’s in cijfers ...................................................................................... 27 2.6 Rendement van kapitaal/treasurybeleid ....................................................... 27 2.7 Uit de begroting 2013 .................................................................................. 29 2.8 Huisvesting .................................................................................................. 32 2.9 Toekomstparagraaf ...................................................................................... 32 Tenslotte ............................................................................................................ 33
3
Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid
1.1. Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid is een vereniging met de naam: VCO Midden- en OostGroningen. De vereniging is opgericht op 1 januari 2009 en is gevestigd in Oude Pekela. Bij de Kamer van Koophandel te Groningen is de vereniging ingeschreven onder nummer 01139778. 1.2. De vereniging en haar missie De grondslag en het doel van de vereniging zijn de bouwstenen om de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen echte en hechte levensgemeenschappen van mensen te doen zijn waar alle kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Bouwstenen om scholen te vormen die een goede voorbereiding bieden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Aan deze missie proberen de scholen handen en voeten te geven in de dagelijkse omgang met de kinderen, hun ouders en allen met wie ze te maken krijgen. Hierbij is de Bijbel, met het verhaal van God en Zijn mensen de inspiratiebron waaruit we mogen leven en leidraad voor ons handelen. De dialoog met de ouders over de vraag hoe en of de school er in slaagt om de geformuleerde missie daadwerkelijk te realiseren is een hele belangrijke. De stem van de schoolcommissie als klankbord namens de ouders is hierbij van grote waarde. 1.3. De organisatie van de VCO Midden- en Oost-Groningen Op 1 augustus 2010 is de Wet Goed Onderwijs Goed Bestuur van kracht geworden. Deze wet verplicht de onderwijsorganisaties in het primair en voortgezet onderwijs om het besturen en het toezicht houden van elkaar te scheiden. Het bestuur van VCO Midden- en Oost-Groningen heeft er voor gekozen om te gaan werken met het zogenaamde Raad van Beheermodel. Binnen dit model vervult het bestuur een toezichthoudende rol en de algemene directie voert de bestuurstaken uit en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de totale organisatie. Gezamenlijk vormen zij het bestuur. De leden van de PO-Raad hebben op 21 januari 2010 een code vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Deze code is ook voor de VCO leidraad. De scholen hebben op dit moment allen een eigen directeur. Binnen het Raad van Beheermodel kunnen de schooldirecteuren zich vooral bezighouden met het onderwijskundig beleid. Het geven van kwalitatief goed onderwijs is uiteindelijk waar de organisatie voor staat. De algemene directie wordt gevormd door een algemeen directeur en twee adjunct algemeen directeuren. De algemene vergadering wordt gevormd door een ledenraad bestaande uit mensen van de schoolcommissies verbonden aan de 21 scholen. Zij komen minimaal een tweetal keren per jaar bij elkaar, om toezicht te houden op het bestuur. Tegelijkertijd kan men een klankbord voor het bestuur vormen.
4
Maatschappelijk verantwoord ondernemen VCO Midden- en Oost-Groningen is zich continu bewust van het maatschappelijk speelveld waarin zij zich bevindt en de noodzaak om op een maatschappelijk verantwoorde wijze het onderwijs binnen VCO Midden- en Oost-Groningen inhoud te geven. Dit onderdeel maakt tevens deel uit van de dialoog met andere betrokken partijen. De inbreng van de verschillende schoolcommissies is wat dit onderwerp betreft ook van groot belang. In de schoolcommissies zijn vele belangengroepen indirect vertegenwoordigd als ouders van kinderen die de VCO Midden- en Oost-Groningen scholen bezoeken. Horizontale verantwoording De belangrijkste vorm van horizontale verantwoording vindt plaats via de schoolcommissies die op de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen functioneren. De formele horizontale verantwoording vindt plaats via de algemene ledenvergadering. (ledenraad).
5
Het bestuur van de VCO Midden- en Oost-Groningen wordt gevormd door: *De heer H.J. Kieft (Hendrik-Jan) *Mevrouw G. Stavenga (Gea) *De heer P.J.H. de Waard (Pieter) *Mevrouw C.M. ten Have (Christine) *Dhr. R.A.J. Cremers (Ronald),
Oogstweg 2 9674 TC Winschoten (voorzitter) Veendijk 28 9636 HH Zuidbroek (secretaresse) Mr. Modderm.str. 1, 9671 AG Winschoten (penningm.) Trekweg 5 9679 TA Scheemda(lid) Cipressenlaan 32, 9603 DG Hoogezand (lid)
- Het bestuur vergadert minimaal vier keer per jaar. - De algemene directie vormt als Raad van Beheer het uitvoerend deel van het bestuur en vergadert één keer per twee weken De ledenraad De algemene vergadering/ledenraad is het hoogste orgaan binnen de vereniging en bestaat uit afgevaardigden die door en uit de leden van de afdelingen worden gekozen. In artikel 9 van de statuten staat opgenomen dat voor iedere onderwijsinstelling die van de vereniging uitgaat een afdeling en schoolcommissie (artikel 10 van de statuten) wordt ingesteld. Iedere afdeling kiest uit haar midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de ledenraad. Het directieberaad en de algemene directie De directeuren van de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen vormen samen het directieberaad. Dit directieberaad overlegt maandelijks over de gang van zaken binnen de vereniging en probeert de gezamenlijke belangen van de scholen te behartigen. De algemene directie vormt het dagelijks bestuur van het directieberaad en maakt als Raad van Beheer onderdeel uit van het bestuur en woont derhalve de bestuursvergaderingen bij. De algemene directie bestaat uit: * De heer J. de Boer - algemeen directeur - (alg. zaken/financiën/huisvesting/ict) * De heer H. Kielstra – adjunct algemeen directeur - (onderwijs) * Mevrouw A. Boer - adjunct algemeen directeur - (personele zaken) Het verenigingskantoor is gevestigd in Oude Pekela, Scholtenswijk 10 Postbus 35 - 9665 ZG Oude Pekela.
1.4. De vereniging en haar leden De VCO Midden- en Oost-Groningen is een vereniging met leden en donateurs. De leden- en donateurswerving wordt door de schoolcommissies van de verschillende scholen georganiseerd. Het totale ledenbestand, exclusief de vijf scholen van de vml. VCOMG, is in het cursusjaar 2011-2012 afgenomen van 1081 naar 1002, een afname van 79 leden. Het donateursbestand nam af met 12 donateurs van 148 naar 136. Steeds minder mensen blijven lid of donateur wanneer de kinderen de basisschool verlaten, dit in tegenstelling tot de eerdere jaren. Elke vereniging is echter gebaat bij een omvangrijk ledenbestand, dit als stevige basis voor een goede meningsvorming en goed bestuur. De leden(werving) en de donateurs(werving) verdienen dus de actieve en blijvende aandacht van de verschillende commissies.
6
School:
t Haimstee de Kern Annewieke 7-sprong de Bron de Hoeksteen de Loopplank de Lichtboei Het Galjoen de Parel de Regenboog de Vossenburcht de Wegwijzer bw de Wegwijzer zb de Wegwijzer sl de Zonnewijzer Groen van Prinsterer Het Baken Maranatha Mons Sinai Sjaloom TOTAAL VCO
Donateurs: Leden: Donateurs: Leden: 2010 / 2010 / 2011 / 2011 / 2011 2011 2012 2012 18 119 7 20 8 89 6 137 7 133 8 62 6 56 4 35 3 28 0 19 9 45 8 42 0 188 0 165 3 25 4 29 3 31 1 24 27 67 24 59 9 25 9 24 24 47 25 46 1 7 0 24 15 2 15 0 7 148
90 106 70 18 43 1081
16 2 13 0 5 141
89 101 64 18 37 1101
De VCO Midden- en Oost-Groningen vindt het van het grootste belang dat ouders inhoudelijk meespreken over de school die zij graag zien voor hun kinderen. De volgende taakbeschrijving geeft de hoofdlijnen van taak en functie van een schoolcommissie weer: Vertegenwoordiging van de ouders van de school Ouders hebben recht op en zijn gediend met een orgaan dat heel schoolnabij zorgt voor de behartiging van hun belangen. Klankbordgroep, adviesorgaan en ondersteuner voor directeur en team De directeur is eerst verantwoordelijke als het gaat om het reilen en zeilen van de school. Bij de uitoefening van die taak heeft de directeur en ook het team behoefte aan communicatie met (een afvaardiging van) zijn “klanten”, namelijk de ouders. Zaken die van belang zijn voor het optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen, zijn in principe de moeite waard om met elkaar op commissieniveau te bespreken. De directeur en het team kunnen hun ideeën ventileren, maar ook de schoolcommissie kan met voorstellen ter verbetering of verandering komen. In een goed lopend “: bedrijf” luister je naar elkaar en neem je met begrip voor elkaars positie de gewenste besluiten. Adviesorgaan richting bestuur Alle commissies zijn via hun vertegenwoordiger in de ledenraad verzekerd van de mogelijkheid hun mening over het gevoerde beleid en de uitvoering daarvan op schoolniveau ter kennis te brengen aan het bestuur. Het bestuur heeft de plicht om zo goed mogelijk te luisteren naar de geluiden die het tijdens de vergadering krijgt aangereikt en daarmee rekening te houden bij de besluitvorming, waarbij wel dient opgemerkt te worden dat het bestuur in de organisatie de eindverantwoordelijkheid draagt en in die zin een unieke positie inneemt
7
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van schooldirecties een stevige inspanning te plegen om schoolcommissies te laten functioneren conform vastgestelde taak en functieomschrijving. De ledenraad van de vereniging wordt gevormd door een vertegenwoordiger vanuit iedere schoolcommissie. 1.5. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen
Totaal VCO Oost-Groningen Totaal basisonderwijs OostGroningen Totaal VCO Midden- en OostGroningen Totaal basisonderwijs Midden- en Oost-Groningen Totaal VCO Midden- en OostGroningen Totaal basisonderwijs Midden- en Oost-Groningen
8
2003 2059 8684
2012 2038 7798
Ontwikkeling -21 -1,01% -886 -10,2%
2009 2760
2012 2588
-172
-6,2%
13181
12209
-972
-7,3%
2011 2642
2012 2588
-54
-2,0%
12662
12209
-453
-3,6%
1.6 Samenwerking CBS De Bron met de informele samenwerkingsschool De Driesprong Met ingang van 1 augustus 2012 werkt CBS De Bron intensief samen met de informele samenwerkingsschool De Driesprong. Dit is de uitkomst van een jaar lang overleg over mogelijkheden en wensen tot samenwerking. Het heeft niet geleid tot een officiele fusie tussen de scholen. Met ingang van 1-8-2013 zal CBS De Bron ophouden te bestaan. Het onderwijs in Vriescheloo wordt dan verzorgd, onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van SOOOG, in de informele samenwerkingsschool De Driesprong. In de samenwerkingsovereenkomst is o.a. opgenomen dat er vanuit de VCO Midden- en OostGroningen een personeelslid via detachering werkzaam zal zijn op de samenwerkingsschool. Ook in de schooldirectie zal de VCO Midden- en Oost-Groningen in de eerste twee jaren van de samenwerkingsschool vertegenwoordigd zijn. 1.7 Krimp Het is de verwachting dat in verband met een sterke afname van het geboortecijfer, de leerlingaantallen de komende drie jaren een daling laten zien van ongeveer 4 % per jaar. De komende drie jaar zal de krimp sterker zijn dan de krimp van de afgelopen jaren. Vanaf 2008 t/m 2012 is er sprake van krimpcijfers van resp. 1,33%, 0,88%, 1,45%, 2,9% en 2,0%. Klassen en scholen zullen kleiner worden de komende jaren. De onderwijsraad heeft hierover onlangs een advies uitgebracht aan de minister. In dit advies worden aanbevelingen gedaan het aantal kleine scholen te beperken door de opheffingsnormen te verhogen. De aangevoerde redenen zijn dat kleine scholen duur zijn en vaker problemen hebben om de onderwijskwaliteit te waarborgen. Reorganisatie van het scholenbestand in de hele regio zal het gevolg zijn als het advies van de onderwijsraad door de minister wordt overgenomen. Het complete rapport “grenzen aan kleine scholen” is hier te downloaden. De VCO Midden- en Oost-Groningen heeft t.a.v. de kleiner wordende scholen reeds in 2009 de onderstaande richtinggevende uitspraken vastgesteld: Samenwerken maakt sterker Samengaan waar het moet, apart waar het kan De minimaal gewenste schoolgrootte bedraagt een school van 4 groepen = 65 leerlingen Iedere school(situatie) is uniek Met bovenstaande richtinggevende uitspraken wordt afhankelijk van de lokale situatie de toekomst van de VCO scholen besproken met schooldirectie, schoolteam, schoolcommissie en ledenraad. Gesprekken met besturen van andere denominaties zijn hierbij een belangrijk onderdeel. De VCO kiest hiermee dus op die plaatsen waar scholen te klein dreigen te worden voor behoud van identiteit in nieuw te vormen samenwerkingsscholen. Het is van groot belang, dat we op alle terreinen actief zijn, om ons aandeel leerlingen binnen de verschillende gemeentes te behouden. Ook in dit kader is het bieden van kwalitatief goed onderwijs een zaak van voortdurende aandacht als onderdeel van het handen en voeten geven aan de verenigingsmissie. De kwaliteit van de schoolpraktijk van vandaag en morgen, de tevredenheid van de huidige ouders blijven hierbij de allergrootste en allerbeste reclame die we ons kunnen voorstellen. Tevredenheid die voor het overgrote deel wordt bepaald door het enthousiasme waarmee kinderen 9
thuiskomen uit school. Enthousiasme overgebracht door juffen en meesters die er voor de kinderen werkelijk toe doen omdat ze altijd serieus worden genomen!!! De klanken vanuit oudercommissies en medezeggenschapsraden in het bijzonder en vanuit de kinderen en ouders in het algemeen zullen er dan ook toe moeten doen. Het onderwerp krimp in het algemeen en de consequenties voor het (bijzonder) onderwijs in het bijzonder is inmiddels een belangrijk agendapunt geworden voor de verschillende geledingen. Bij de prognoses voor 2025 hoort een leegstand van 30 leslokalen voor de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Weloverwogen acties zijn dan ook zeker noodzakelijk in de komende jaren. Ook (vergaande) samenwerking met andere denominaties is hierbij een belangrijk gespreksonderwerp. 1.8 Het personeel in dienst van de vereniging 41845 VCO MO-Groningen Totaal aantal Fulltime medewerkers:
86
Totaal aantal Parttime medewerkers:
160
Personeelssterkte per arbeidsrelatie Type aanstelling Vast
Tijdelijk
Totaal
Fulltime
Parttime
Aantal Personen
233
83
150
Bezetting (wtf)
170
82
88
Aantal Personen
31
9
22
Bezetting (wtf)
10
4
6
Aantal Personen
1
1
0
Bezetting (wtf)
0
0
Personeelssterkte per deeltijdcategorie Deeltijd (WTF) cohort 0 - 0.2
Aantal Personen
246
9
0.2 0.4 24
Bezetting (wtf)
181
1
8
Totaal
0.4 - 0.6 39
0.6 0.8 54
20
36
0.8 - 1.0
>= 1.0
34
86
30
87
Personeelssterkte per functiegroep Functiegroep Loonkosten Onderwijspersoneel Loonkosten Onderwijs Ondersteunend Personeel
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
195
Bezetting (wtf)
145
Aantal Personen
18
Bezetting (wtf)
10
Loonkosten Directie
Aantal Personen
25
Bezetting (wtf)
23
Loonkosten Schoonmaak
Aantal Personen
8
Bezetting (wtf)
2
10
Parttime 66
129
2
16
19
6
0
8
Personeelssterkte per geslacht Geslacht Man
Vrouw
Totaal
Fulltime
Parttime
Aantal Personen
41
31
10
Bezetting (wtf)
35
Aantal Personen
205
56
149
Bezetting (wtf)
146
Personeelssterkte per leeftijdscategorie Leeftijd cohort 0/19
Totaal Aantal Personen
246
Bezetting (wtf)
181
0
20/24
25/29
30/34
35/39
40/44
45/49
50/54
55/59
60/64
2
18
37
31
15
26
43
49
25
1
14
28
21
10
18
32
34
22
Personeelssterkte per salarisschaal Schaal LA
DA
LB
DC U
DB
DE
AB
0001
0002
0004
0006
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
186
Bezetting (wtf)
137
Aantal Personen
17
Bezetting (wtf)
16
Aantal Personen
9
Bezetting (wtf)
8
Aantal Personen
2
Bezetting (wtf)
2
Aantal Personen
4
Bezetting (wtf)
3
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
9
Bezetting (wtf)
3
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
15
Bezetting (wtf)
7
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Parttime 63
123
14
3
3
6
1
1
2
2
1
0
1
0
0
9
1
0
1
14
0
1
In het cursusjaar 2012-2013 is er voor het onderwijzend personeel (directiegroepsleerkrachten en onderwijsassistenten) ruim 171,5 FPE beschikbaar conform het vastgesteld formatiebeleid (171,5 volledige arbeidsplaatsen). Er is voor 172,15 FPE personeel ingezet hetgeen betekent dat er voor ongeveer 0,65 FPE vanuit de personele reserves is ingezet. De VCO Midden- en Oost-Groningen heeft in 2012 ook gebruik gemaakt van 12 werknemers via payrolling. (uitzendconstructie). Door de te verwachten leerlingendaling is en wordt vrijkomende vacatureruimte ingevuld middels mobiliteit binnen de vereniging en middels uitzendkrachten. Uitgangspunt is dus een vacaturestop behoudens de beredeneerde uitzondering. Dit alles om boventalligheid en gedwongen ontslagen te vermijden. 11
>= 65 0
De verdeling tussen het aantal mannen en vrouwen zowel in aantal als in fte’s is vergelijkbaar met het landelijk beeld: iets minder dan 20% man en iets meer dan 80% vrouw. Het aantal fulltimers bedraagt ongeveer 35% van het personeelsbestand. Het nadeel hiervan is dat het organisatorische belemmeringen met zich mee kan brengen. Hiertegenover is er ook het voordeel dat invalproblematieken soms gemakkelijker opgelost kunnen worden. De totale loonkosten van een parttimer zijn relatief gezien hoger dan de loonkosten van een fulltimer. Dit heeft dan ook een nadelig effect voor de totale loonkostenpost. De leeftijdsopbouw binnen de VCO Midden- en Oost-Groningen laat zien dat de instroom van jonge pas afgestuurde medewerkers minimaal is. De leeftijdscategorie 40-45 jaar is ondervertegenwoordigd en de leeftijdscategorie 50-65 is sterk oververtegenwoordigd. Dit zorgt voor een hogere gemiddelde leeftijd en dus hogere loonkosten en een groter aantal werknemers die gebruik maakt van de BAPO regeling. Onderstaand een overzicht van de trend gemiddelde leeftijd werknemers. De gemiddelde leeftijd van de werknemers van de VCO ligt ongeveer 1,2 jaar hoger dan het landelijk gemiddelde. Formatief rekent de VCO nog steeds met de landelijke GPL.
man VCO man benchmark
2009 2010 2011 2012 52,3 53,7 51,6 51,7 48,2 48,2 48,3 48,7
vrouw VCO vrouw benchmark
43,7 44,1 44 41,8 42,2 42,4
44 43,1
VCO totaal benchmark totaal
45,3 45,8 45,2 43,1 43,3 43,5
45,3 44,1
gemiddelde leeftijd 60 50
man VCO
40
man benchmark
30
vrouw VCO
20
vrouw bennchmark
10
VCO totaal benchmark totaal
0 2009
2010
2011
2012
Voor meer personele gegevens zie: (versie 2012 beschikbaar vanaf mei 2013) http://www.vco-middenenoostgroningen.nl/werkgeversspiegel 2012.pdf
12
1.9 Ziekteverzuim Conclusies en advies uit de verzuimanalyse 2012: In vergelijking tot de branchecijfers over 2010-2011 wijkt onze organisatie positief af van de referentiegroep: het verzuimpercentage ligt met 5,7% lager dan de gemiddelde waarde in het Noorden (6,3%). Het verzuim is in 2012 hoger dan over het schooljaar 2010-2011 toen het 5,4% bedroeg. Daarbij moet worden opgemerkt dat het totale personeelsbestand nu anders is door de toevoeging van de scholen van VCO Midden-Groningen. Net als voorgaande jaren scoren de scholen zeer verschillend. Sommigen kennen nauwelijks verzuim, anderen kennen een hoog percentage. Daarbij moet bedacht worden dat een enkel langdurig verzuimgeval op een kleine school al snel het percentage doet stijgen. Het is dus belangrijk de waarde van de cijfers op individueel schoolniveau niet te overschatten. De meldingsfrequentie is eveneens gestegen ten opzichte van 2010-2011 en is nu gemiddeld 0,99. Ook hier scoren scholen heel verschillend. MF
b e t e r
verzuimpercentage 6,3 slechter
beter
9 scholen VCO Midden- en OostGroningen totaal
3 scholen
5 scholen
4 scholen
1,0
s l e c h t e r
Verzuimgevallen per diagnosecategorie
13
Deze grafiek toont binnen de selectieperiode het aantal verzuimgevallen afgezet tegen de diagnosecategorie en leeftijdscategorie. De diagnosecodes zijn onderverdeeld in 4 hoofdcategorieën. De aantallen die hier getoond worden zijn niet het totaal aantal verzuimgevallen omdat verzuim niet altijd door arts is gediagnosticeerd
1.10 Het bestuursformatieplan 2011 – 2012 In verband met de lumpsumfinanciering per 1 augustus 2006 is er beleid geformuleerd en vastgesteld aangaande de wijze waarop er met het lumpsumbudget gewerkt gaat worden. Het vastgestelde beleid zorgt voor een risicospreiding op bovenschools niveau en een minimale administratieve inspanningsnoodzaak voor de directeuren van de scholen. Het bestuursformatieplan komt tot stand in nauw overleg tussen de bovenschoolse directie en de directeuren van de verschillende scholen. De formatieve mogelijkheden en wensen per school worden op een rij gezet en geïnventariseerd. De uitkomsten worden voor zover mogelijk meegenomen in dit bestuursformatieplan. De GMR heeft haar instemming gegeven aan het plan. De wijze van inzet van het per school beschikbare budget wordt in een schoolformatieplan door de school zelf duidelijk gemaakt. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor schoolcommissie en medezeggenschapsraad. Meer details over beide plannen zijn op de scholen aanwezig. Voor de komende tijd is er nog steeds sprake van een vacaturestop zodat er geen nieuwe verplichtingen ontstaan waarvoor op termijn geen ruimte bestaat. De formatieve inzet voor de begeleiding van kinderen met een leerlinggebonden budget heeft in het cursusjaar 2012-2013 een omvang ter grootte van € 350.000. De hiervoor ontvangen subsidie is op projectbasis en heeft derhalve een niet structureel karakter. De invoering van passend onderwijs per 1-8-2014 maakt een einde aan de financiering via rugzakgelden. Op dit moment is het onduidelijk hoeveel middelen voor de begeleiding van deze kinderen er dan beschikbaar zullen zijn. Hiermee is er een reden temeer om terughoudend om te gaan met nieuwe aanstellingen. Het uitgangspunt van een 14
vacaturestop betekent een grotere (verplichte) mobiliteit binnen de vereniging. Het feit dat er hierdoor voor nieuwe (jonge) medewerkers beduidend minder mogelijkheden aanwezig zijn om benoemd te worden, wordt ervaren als een zeer groot nadeel. Door de verhoging van de AOW leeftijd werken medewerkers langer door. Langer doorwerken gecombineerd met een situatie van krimp maakt de kans steeds groter dat er bij het bestuursformatieplan 2013-2014 een aantal medewerkers in het risicodragend deel van de formatie geplaatst moeten gaan worden. 1.11 Het actieplan leerkracht van Nederland Het actieplan leerkracht van Nederland vraagt van de schoolbesturen een functiemix te realiseren waarbij een vastgesteld percentage werknemers in een LB functie wordt ingeschaald. Het beleid is er op gericht op iedere school een leerkracht in een LB functie te benoemen. Hiermee is het te realiseren percentage zoals geformuleerd in het actieplan leerkracht van Nederland nog niet ingevuld. Aangezien de bekostiging van de functiemix voor 85% uit eigen middelen moet worden betaald is in overleg met bestuur n GMR het vervolgbeleid geformuleerd waarbij er vooreerst naar wordt gestreefd op alle scholen één LB functie te realiseren. Ook alle andere actuele ontwikkelingen wat bezuinigingen en krimpgevolgen betreft zijn in deze heroverwegingen meegenomen. Ook is er een toelage mogelijk voor werknemers die de hoogste trede van hun salarisschaal hebben bereikt en ook is er een toelage voor de directies van de scholen afgesproken in het eerder genoemde actieplan leerkracht van Nederland. Hierbij is een duidelijke gesprekscyclus van beoordeling en functioneren van belang. Het nodige beleid is in 2009 vastgesteld. Gerealiseerde functiemix VCO Midden- en Oost-Groningen: • 7,46 FTE LB • 5,5% LB
139,4 FTE LA; 94,5% LA
1.12 Het tevredenheidonderzoek In 2012 is er een tevredenheidonderzoek gehouden onder de kinderen van de groepen 7 en 8, alle ouders en alle teamleden. Aan dit onderzoek is meegewerkt door 500 kinderen. De uitkomsten van dit onderzoek geven als totaalbeeld voor de VCO Midden- en OostGroningen een goede tevredenheid aan. Op een 4 puntsschaal was de gemiddelde totaalscore 3,1. Scores op de afzonderlijke vragen liggend tussen de 2,5 en 3,0 zijn aandachtspunten voor de schoolteams en scores lager dan 2,5 zijn actiepunten voor de schoolteams. In 2013 zal aan de kinderen van groep 7 en 8, aan alle ouders en aan alle teamleden weer een aantal vragen worden voorgelegd.
15
1.13 Onderwijskundig beleid Er is ingezet op twee speerpunten: 1. Opbrengstgericht onderwijs. 2. Ouderbetrokkenheid. Deze twee speerpunten hebben wij beschreven en vastgelegd in het Strategisch Beleids Plan dat geldt voor de jaren 2012 t/m 2015. Ad 1. Opbrengstgericht onderwijs Door de inspectie worden in eerste instantie de scholen beoordeeld op de tussenopbrengsten en de eindopbrengsten. Zij noemen dat de primaire detectie. Blijkt daaruit dat de school onder de ondergrens zit bij een aantal toetsen, dan volgt een nader onderzoek op school. Er wordt als het ware een risicoanalyse gemaakt. Deze risicoanalyse mondt dan uit in een bepaald profiel. Er kan dan uitkomen dat de school een zwakke of zelfs zeer zwakke school is. Gelukkig komen de meeste scholen gewoon in het basisarrangement. Dit geldt voor alle scholen van de VCO Midden- en OostGroningen. Er zijn dus heldere criteria waaraan een school moet voldoen. We hebben als vereniging hier een speerpunt van gemaakt en dan niet omdat de inspectie je daar op “afrekent”, maar omdat de kinderen op onze scholen gewoon recht hebben op het best mogelijke onderwijs (kwaliteitszorg). Vandaar dat wij enkele jaren geleden hebben gekozen voor de instelling van een kwaliteitsnetwerk. Dit kwaliteitsnetwerk wordt aangestuurd door twee bovenschoolse IB`ers, een CLB’er en door de directeur onderwijs. Alle IB’ers zitten in het kwaliteitsnetwerk. Het doel van dit kwaliteitsnetwerk is: 1. Er voor zorgen dat we geen zwakke of zeer zwakke scholen in onze vereniging krijgen. Dus vooral preventief. 2. Mocht dat wel een keer gebeuren, dan deze scholen begeleiden met een plan van aanpak om zo spoedig mogelijk weer in het basisarrangement te komen. Dus curatief. 3. Het opbrengstgericht denken en werken verder gestalte geven. 4. Alle scholen via de IB’ers en eventueel de directeuren op de hoogte houden van de actuele ontwikkelingen op dit gebied. 5. Scholen begeleiden bij het opzetten en verbeteren van de zorg. 6. Scholen helpen bij de dossiervorming van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7. Contacten leggen en onderhouden met de REC’s en de inzet van Ambulante Begeleiding optimaliseren. 8. Gerichte (na)scholing en schoolbegeleiding aanbieden. 9. Kortom een vraagbaak zijn voor de scholen op alle terreinen m.b.t. het onderwijs. Ad 2. Ouderbetrokkenheid. Inleiding VCO Midden en Oost Groningen is vanuit haar christelijke identiteit helder over haar missie: alle ouders en leerlingen zijn welkom op school. Dat vertaalt zich onder andere in een hoge mate van inclusief onderwijs. Het streven is om alle kinderen binnen het 16
reguliere onderwijs op te vangen. Maar ook aan de ouders wordt op deze scholen speciale aandacht besteed, vanuit het besef dat samenwerking tussen de school en de ouders goed is voor de kinderen. Wanneer ouders en school het eens zijn over bijvoorbeeld de pedagogische aanpak van het kind, zal er meer evenwicht zijn tussen regels thuis en op school. Van deze herkenbaarheid gaat veiligheid en kracht uit. In de huidige tijd staan de resultaten die leerlingen halen volop in de schijnwerpers. VCO Midden en Oost Groningen wil uiteraard ook dat haar leerlingen zo veel mogelijk kansen krijgen in de toekomst en dus wil de VCO Midden- en Oost-Groningen een reële bijdrage leveren aan de kennis, kunde en attitudes die kinderen nodig hebben in de maatschappij. Dat samenwerking met ouders daarin noodzakelijk is, realiseert het bestuur zich volledig. Wel vraagt men zich af hoe die samenwerking continu onder de aandacht van al het onderwijspersoneel te houden en wát er nodig is om alle ouders te betrekken bij goed onderwijs voor hun kinderen. Wat willen we bereiken? In het kader van blijvend resultaat moet een traject rondom ‘ouderbetrokkenheid, profileren en vernieuwen’ de volgende resultaten opleveren: 1. VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen zijn herkenbaar doordat hun onderwijs per definitie een gemeenschappelijke, nietvrijblijvende verantwoordelijkheid is van school en ouders. De kritische succesfactor voor deze samenwerking is dat elke school van VCO Midden- en Oost-Groningen binnen een per school afgesproken termijn het keurmerk ouderbetrokkenheid van de Stichting LLO heeft behaald. Het keurmerk is bedoeld als: • garantie dat er goed wordt samengewerkt tussen school en ouders, • leidraad om een samenwerking tussen school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven, • een samenwerking met ouders die ervoor zorgt dat onderwijs van VCO Middenen Oost-Groningen innovatief is, afgestemd op de behoeften van de samenleving van morgen. Overigens is voor het bestuur van de vereniging het keurmerk geen doel op zich! 2. Er is een voldoende helderheid en eenduidigheid in de symbolen (huisstijl, schoolgebouw, schoolnaam) die VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen gebruiken. Bezoekers van scholen die tot deze vereniging behoren, moeten d.m.v. deze symbolen herkennen dat ze op een school van VCO Midden- en Oost-Groningen zijn. Kritische succesfactor: eindonderzoek met positieve resultaten tot tevredenheid van de opdrachtgever onder (potentiële) ouders, buurtbewoners, scholen voor voortgezet onderwijs en andere stakeholders. 3. Er is een voldoende helderheid en eenduidigheid in de communicatie (het aanbieden van verbale of visuele boodschappen) die VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen gebruiken. Kritische succesfactor: eindonderzoek CPS met positieve resultaten tot tevredenheid van de opdrachtgever. Interventies I. CPS doet een grondig imago-onderzoek binnen VCO onder ouders, teamleden, directies en in de omgeving. Waar is VCO vooral goed in en moeten zij vooral mee doorgaan, waar liggen kansen en waar bedreigingen? Enzovoort. Het betreft een dwarsdoorsnede van alle scholen. 17
II. Bewustwordingsdagen schoolteams (met ouders, minimaal 5 ouders per groep of minimaal 50% van de ouders wanneer de school minder dan 50 gezinnen kent); vanuit de visie dat ouderbetrokkenheid een niet-vrijblijvende en gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school is waarin ouders en school vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de (school)ontwikkeling van het kind, werkt ieder schoolteam aan de volgende doelen: a. haar enthousiasme voor ouderbetrokkenheid in het onderwijs, b. het ontwikkelen van draagvlak voor ouderbetrokkenheid, c. het onderkennen van het nut en de noodzaak van ouderbetrokkenheid, d. bewustwording van het feit dat het in het belang van de leerling is dat school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de schoolontwikkeling van leerlingen, e. (h)erkenning van de specifieke deskundigheid van ouders als het gaat om de ontwikkeling van hun kind, f. begrip voor en inzicht in de soms irrationele opstelling van ouders wanneer de ontwikkeling van hun kind niet helemaal goed verloopt (het acceptatieproces van ouders), g. bewustwording van het belang van een professionele uitstraling van de leraar en van de school en de effecten hiervan op ouders, h. inzicht in het verband tussen teamcommunicatie en communicatie met ouders: hoe het team intern communiceert, heeft z’n weerslag op de communicatie met ouders, i. basiskennis over agressief gedrag van ouders en een aanpak om zulk gedrag te voorkomen en ermee om te gaan, j. praktische handelingsmogelijkheden voor de voorgaande punten. Op dezelfde dag werken ouders aan de volgende doelen: a. hun enthousiasme voor hun verantwoordelijkheid voor en bijdrage aan het onderwijs van hun kind, b. bewustwording van het feit dat het in het belang van de leerling is dat school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de schoolontwikkeling van leerlingen, c. (h)erkenning van hun specifieke deskundigheid van ouders als het gaat om de ontwikkeling van hun kind, d. inzicht in de soms eigen irrationele opstelling wanneer de ontwikkeling van hun kind niet helemaal goed verloopt (het acceptatieproces van ouders), e. bewustwording van eigen gedrag en het effect op de leraar en de school, f. basiskennis over agressief gedrag binnen een school, g. praktische handelingsmogelijkheden voor de voorgaande punten. Het resultaat van een bewustwordingsdag is dat er altijd een ‘point of no return’ wordt bereikt met betrekking tot het samenwerken met ouders. Deze omslag bestaat uit: 1. teams willen voortvarend met ouderbetrokkenheid aan de slag vanuit het besef van kansen, “We gaan het nu echt anders doen.”, “Ouders staan niet tegenover je maar daar moet je vooral mee willen samenwerken.” 1.14 Inspectiebezoeken In het kalenderjaar 2012 hebben de volgende scholen bezoek gehad: 1. CBS Het Baken te Westerlee 2. CBS De Lichtboei te Oostwold-Midwolda 3. CBS De Regenboog te Hoogezand
18
Alle drie scholen zijn weer in het basisarrangement gekomen. Alle andere scholen van de vereniging zitten ook in het basisarrangement. De rapportages van de inspectie zijn te vinden op: www.onderwijsinspectie.nl
1.15 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging. Schooljaar 2011-2012: REC 1: 3 leerlingen REC 2: 8 leerlingen REC 3: 13 leerlingen REC 4: 19 leerlingen Totaal:
43 leerlingen.
Schooljaar 2012-2013 2 leerlingen 5 leerlingen 17 leerlingen 15 leerlingen 39 leerlingen
1.16 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School De scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen participeren in vijf verschillende verbanden voor WSNS: 8 scholen in het WSNS verband Stadskanaal (2.08), 5 scholen in het WSNS verband Veendam (1.04), 3 scholen in het WSNS verband Winschoten (1.01), 4 scholen in het WSNS verband Groningen (2.07) en 1 school in het WSNS verband Noord-Groningen (2.04). Na meer dan 15 jaar WSNS is er veel bereikt en is er op de scholen sprake van een steeds professionelere zorg voor onze kinderen. Bewaren wat er is bereikt en, daar waar nodig en mogelijk, werken aan verbetering en inspelen op de actualiteit is wat ons te doen staat. Goed functionerende samenwerkingsverbanden zijn hierbij van groot belang. Een punt van aandacht is de omgang met de nieuwe wetgeving waarbij kinderen met speciale onderwijsbehoeften steeds meer de mogelijkheid krijgen binnen het regulier onderwijs te functioneren. De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs is de volgende stap in het bieden van mogelijkheden aan alle kinderen. Een beleidsontwikkeling waarin er voor ieder bestuur sprake zal zijn van zorgplicht, de plicht om kinderen met speciale onderwijsbehoeften op te vangen als ouders daarom vragen. Deze gaat in op 1-8-2014. Een ontwikkeling met een geweldige uitdaging, echter wel één die iedere keer weer vraagt om een zorgvuldige afweging, dit in het belang van alle betrokkenen! De rol van de samenwerkingsverbanden zal bij de uitvoering van deze zorgplicht groot zijn. Inmiddels hebben we in de provincie Groningen het plan opgevat om te komen tot één provinciaal Samenwerkingsverband. Dit SWV zal zijn SWV 20.01. De voorbereidingen voor het creëren van dit grote SWV zijn in volle gang. Organisatorisch zal dat voor onze vereniging een stuk overzichtelijker worden. Het nieuwe SWV zal voor een groot deel de taken van de huidige SWV’s overnemen. Echter de verantwoordelijkheid zal meer komen te liggen bij de individuele besturen, omdat daar de zorgplicht ook terecht komt per 1-8-2014. 1.17 De vertrouwenspersoon Per 1 augustus 2008 zijn de heer en mevrouw Groenbroek de vertrouwenspersonen voor scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Op schoolniveau is er altijd iemand bekend als zijnde de contactpersoon waar men met eventuele klachten terecht kan. In 2012 zijn de vertrouwenspersonen niet ingeschakeld. Er vindt jaarlijks een gesprek plaats met de vertrouwenspersoon en de algemene directie.
19
1.18 Voor- tussen- en naschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2006 is het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Vanaf 1 augustus 2007 is het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verplicht de voor- en naschoolse opvang georganiseerd te hebben. Er is daarom een coördinator voor de tussenschoolse opvang aangesteld voor 1 dagdeel per week. Voor de tussenschoolse opvang is een regeling vastgesteld. De voor- en naschoolse opvang is georganiseerd door de bovenschoolse directie conform het makelaarsmodel. Er zijn hiervoor verschillende overeenkomsten afgesloten met organisaties voor kinderopvang in de regio. Voor zowel voor- tussen- als naschoolse opvang geldt dat we graag zien dat het past in de missie van de vereniging: De scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen zijn echte en hechte levensgemeenschappen van mensen waar kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Scholen die voorbereiden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Voor zowel de voor- als de naschoolse opvang zijn er geen situaties bekend waarbij sprake is geweest van een wachtlijst. De contractuele afspraken zijn op dit punt conform afspraak nagekomen. Op een drietal scholen is er ook de mogelijkheid van voorschoolse opvang georganiseerd door de school conform vastgesteld beleid binnen de VCO Midden- en Oost-Groningen. Voor vrijwilligers van de tussenschoolse opvang zijn er enkele cursussen georganiseerd.
20
Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens 2.1.1 Het exploitatieoverzicht
Realisatie 2012
Begroting 2012
Realisatie 2011
Baten Rijksbijdrage OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
13.584.936 151.801 1.447.636
13.021.761 63.000 312.500
13.515.685 802.771 1.513.034
Totaal baten
15.184.374
13.397.261
15.831.490
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
12.652.094 235.102 837.390 1.331.077
11.914.896 225.313 718.111 1.004.614
13.168.901 237.380 855.912 1.524.340
Totaal lasten
15.055.662
13.862.934
15.786.533
Exploitatie
3. 3.1 3.2 3.5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Saldo baten en lasten
128.711
(465.673)
44.957
Financiële baten en lasten
312.979
230.000
296.722
Nettoresultaat
441.690
(235.673)
341.679
2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) Het totale resultaat van de rechtspersoon bedraagt € 441.690 positief. Onderstaand worden de verschillen ten opzichte van de begroting en ten opzichte van 2011 beschreven. Vergelijk met de begroting en de werkelijke cijfers 2011. Rijksbijdragen De totale rijksbijdragen zijn € 563.000 hoger dan begroot. Belangrijkste verschillen zijn de personele vergoedingen welke per saldo € 147.000 hoger zijn. In 2012 is subsidie voor groeiformatie ontvangen en subsidie wegens samenvoeging. Daarnaast is de personele vergoeding 2011-2012 verhoogd. Deze compensatie is bedoeld voor de gestegen werkgeverslasten en is volledig in de exploitatie 2012 verwerkt). Verder is in 2012 de vergoeding prestatiebox ontvangen ad € 203.000, is de bestede subsidie pilot Startgroep voor Peuters ad € 74.000 en de bestede vergoeding voor cultuureducatie (2011-2012) ad € 23.000 verantwoord in de exploitatie. Deze vergoedingen zijn niet meegenomen in de begroting. De vergoeding voor Impulsgebieden is te laag begroot. Deze vergoeding bedraagt in 2012 € 262.000 en is daarmee € 32.000 hoger dan begroot. Tot slot is de vergoeding voor geïndiceerde leerlingen € 46.000 hoger dan begroot. Het van te voren inschatten van deze vergoeding is lastig. 21
Het resterende verschil ad € 38.000 betreft diverse overige verantwoorde vergoedingen welke niet zijn begroot voor 2012. Ten opzichte van 2011 zijn de rijksbijdragen € 69.000 hoger. De reguliere rijksbijdragen en de niet geoormerkte rijksbijdragen zijn per saldo € 104.000 hoger in 2012. Enerzijds zijn de bijdragen hoger met name als gevolg van de ontvangen vergoeding voor prestatiebox in 2012 en de verantwoorde subsidie Pilot startersgroep voor peuters. Hier tegenover staan de lagere reguliere personele rijksbijdragen (de daling van het aantal leerlingen is hiervan met name de oorzaak) De geoormerkte vergoedingen zijn € 35.000 lager in 2012, omdat een lagere subsidie voor cultuureducatie verantwoord is onder de geoormerkte vergoedingen. Deze regeling liep tot 31 juli 2012 (vanaf 1 augustus is deze vergoeding opgenomen in de prestatiebox). Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen zijn € 89.000 hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de niet begrote ontvangsten; een overschrijdingsuitkering ad € 49.000, een bijdrage van de Gemeente Oldambt voor vakleerkrachten gym (€ 15.000) en een loonkostensubsidie van de Gemeente Hoogezand (€15.000). Het resterende verschil ad €10.000 betreft de overige baten welke niet of te laag zijn begroot. Het verschil met de overige overheidsbijdragen in voorgaand kalenderjaar bedraagt € 651.000 en wordt veroorzaakt door de ontvangen overschrijdingsuitkeringen in 2011. Overige baten De overige baten zijn € 1.135.000 hoger dan begroot. De vergoeding van het Vervangingsfonds (gedeclareerde salariskosten in verband met ziektevervanging) ad € 668.000 zijn niet begroot alsmede de private baten van de scholen, totaal € 313.000 en de overige baten ad € 147.000 (o.a. teruggave Belastingdienst, bijdrage Stichting Beheer en Welzijn en afgeboekte subsidies van voormalig VCO Midden Groningen). Het resterende verschil ad € 7.000 betreft kleine verschillen op de overige budgetten. Ten opzichte van 2011 zijn de overige baten € 65.000 lager, met name veroorzaakt door de lagere vergoeding van het Vervangingsfonds (minder gedeclareerde salariskosten) en een lagere bijdrage van de Samenwerkingsverbanden (in 2012 is een bedrag inzake de overdracht IB’er teruggestort). Hier tegenover staan hogere overige baten waaronder de vergoeding van de Stichting Beheer en Welzijn (vergoeding schoonmaak). Personele lasten De totale personele lasten zijn € 737.000 hoger dan begroot. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de salariskosten in verband met ziekte welke zijn gedeclareerd bij het Vervangingsfonds, totaal € 668.000. Deze salariskosten zijn niet begroot. De vergoeding door het Vervangingsfonds staat hier tegenover en heeft daarom geen invloed op het resultaat. Verder zijn de salariskosten inclusief de kosten van payroll € 91.000 hoger dan begroot. Het resterende verschil ad € 22.000 betreft geringere verschillen op de overige budgetten.
22
Ten opzichte van 2011 zijn de personele lasten € 517.000 lager. De lonen en salarissen zijn € 406.000 lager als gevolg van inkrimping van het personeelsbestand en invulling van vacatures via de payroll. De overige personele lasten zijn € 111.000 lager. Enerzijds zijn de kosten van uitzendkrachten/inhuur derden € 283.000 lager (de directievoering is bij de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Midden Groningen ingevuld door een interimmanager en de secretariële ondersteuning is eveneens extern ingevuld). Hier tegenover staan hogere overige lasten ad € 160.000 (de kosten van payroll zijn hoger en in 2011 is een afkoopsom betaald aan een personeelslid). Het resterende verschil bedraagt € 13.000. Afschrijvingen De afschrijvingen vallen € 10.000 hoger uit dan begroot en € 2.000 lager dan 2011. Huisvestingslasten De huisvestingslasten vallen € 119.000 hoger uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de kosten van schoonmaak (€ 102.000 hoger dan begroot). Bij een aantal scholen is budget meegenomen voor de salariskosten van schoonmaakpersoneel in dienst, terwijl de schoonmaak in 2012 is uitgevoerd door derden. Daarnaast zijn de kosten van groot onderhoud € 17.000 hoger uitgevallen dan begroot. Ten opzichte van 2011 zijn de huisvestingslasten € 18.000 lager. De energiebesparende maatregelen hebben tot gevolg gehad dat de kosten van energie en water in 2012 € 57.000 lager zijn. Hier tegenover staan hogere overige huisvestingslasten € 28.000. De doorbetaling van de groepsafhankelijke vergoeding van de school in Oostwold staat onder deze post verantwoord. Vanaf september 2011 is het bestuur namelijk geen juridisch en ook geen economisch eigenaar meer van het schoolgebouw (MFC) in Oostwold. De groepsafhankelijke vergoeding die wordt ontvangen, wordt als bijdrage in de exploitatie van het schoolgebouw doorbetaald. Tot slot zijn de onderhoudskosten (jaarlijks en groot onderhoud) € 9.000 hoger in 2012. Het resterende verschil ad € 2.000 betreft kleine verschillen op de overige budgetten. Overige instellingslasten Ten opzichte van de begroting zijn de overige lasten € 312.000 hoger dan begroot. Het verschil wordt met name veroorzaakt door de private lasten, totaal € 302.000 hoger dan begroot. Deze lasten zijn van de scholen niet meegenomen in de begroting. Daarnaast wordt het budget voor reprokosten overschreden met € 40.000. De overschrijding doet zich voor bij alle scholen, maar in het bijzonder bij De Wegwijzer, De Vosseburcht en Het Baken (o.a. forse afrekening van Ricoh). Hier tegenover staan lagere administratiekosten van per saldo € 30.000 (o.a. is het contract met Metrium te hoog begroot en vallen de kosten van kantoorbenodigdheden aanzienlijk lager uit). De overige lasten zijn € 193.000 lager dan in 2011. De administratie- en beheerslasten zijn lager als gevolg van de lagere kosten ad € 66.000 van het administratiekantoor in 2012. Als gevolg van de fusie wordt de administratie vanaf 2012 door Metrium gevoerd (in 2011 nog kosten van 2 administratiekantoren). Daarnaast zijn de jaarlijkse leermiddelen € 42.000 lager en de private lasten € 28.000 lager. Het resterende verschil is € 57.000 en wordt veroorzaakt door geringere overschrijdingen op diverse budgetten.
23
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten zijn € 83.000 hoger dan begroot als gevolg van de niet begrote koerswinst van € 37.000 en een hogere ontvangen rente dan begroot als gevolg van de gestegen liquiditeit (o.a. verkochte effecten in december 2011 en de ontvangen overschrijdingsuitkering in 2011). De financiële baten en lasten zijn € 16.000 hoger dan 2011. Enerzijds is de rente in 2012 € 36.000 hoger als gevolg van de gestegen liquiditeit, maar is anderzijds de opbrengst op de effecten € 30.000 lager omdat in 2011 effecten zijn verkocht. Daarnaast is de koerswinst in 2012 iets hoger.
2.1.3. Prestatiebox Met ingang van het schooljaar 2010-2011 is de bestemmingsbox ingevoerd. In 2012 hadden we te maken met de prestatiebox. De extra gelden worden ingezet voor de doelen die de overheid ermee poogt te stimuleren. Het gaat dan om opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. In 2012 is de cultuureducatie op basis van schoolspecifieke keuzes op schoolniveau vormgegeven en ingezet voor tal van culturele activiteiten. In het kader van opbrengstgericht werken is er een eigen auditteam ingericht. Het auditteam zal iedere groepsleerkracht één keer per twee jaar bezoeken. De schooldirecties en IB-ers zijn voorafgaand aan de werkzaamheden van het auditteam geschoold in beoordelen didactische vaardigheden van groepsleerkrachten i.h.k.v. opbrengstgericht werken. In het kader van de prestatiebox is er ook een traject ouderbetrokkenheid vastgesteld voor alle scholen. Zie voor meer info hoofdstuk 1.13 van dit jaarverslag.
24
2.2 Vergelijking met begroting 2013
Begroting 2013
Realisatie 2012
Begroting 2012
Realisatie 2011
Baten Rijksbijdrage OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
13.035.970 53.000 322.431
13.584.936 151.801 1.447.636
13.021.761 63.000 312.500
13.515.685 802.771 1.513.034
Totaal baten
13.411.401
15.184.374
13.397.261
15.831.490
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
11.599.809 215.884 816.173 976.748
12.652.094 235.102 837.390 1.331.077
11.914.896 225.313 718.111 1.004.614
13.168.901 237.380 855.912 1.524.340
Totaal lasten
13.608.614
15.055.662
13.862.934
15.786.533
Exploitatie
3. 3.1 3.2 3.5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Saldo baten en lasten
197.213-
128.711
(465.673)
44.957
Financiële baten en lasten
250.000
312.979
230.000
296.722
52.787
441.690
(235.673)
341.679
Nettoresultaat
2.3 Resultaatbestemming:
Stand van de reserves:
Algemene reserve Bestemmingsreserve personeel Bestemmingsreserve huisvesting Algemene reserve privaat Reserve schoolfonds
31-12-2011 3.757.760 1.618.939 618.665 2.848.916 413.495 9.257.776
resultaat 157.849 17.420 286.912 20.490441.691
31-12-2012 3.915.609 1.618.939 636.085 3.135.828 393.005 9.699.467
Bestemmingsreserves publiek De bestemmingsreserve huisvesting is bedoeld voor de bekostiging van het meerjarig onderhoud aan de scholen, dit op basis van een meerjaren-onderhoudsplan. De publieke bestemmingsreserve personeel heeft betrekking op de subsidiestromen voor Lumpsum, de Bekostiging Personeel- en Arbeidsmarktbeleid (BPA), geïndiceerde leerlingen (LGF), de vergoeding van het Samenwerkingsverband en aanvullende personele subsidies. De personeelskosten worden ten laste gebracht van deze reserve. Bestemmingsreserve privaat De private reserves betreffen het private deel van de vereniging en de scholen. Aan deze reserves worden de ledengelden, ouderbijdragen en overige private bijdragen 25
toegevoegd. Aan de reserve worden kosten voor kado en representatie, bijzondere dagen en schoolreisjes onttrokken. De totale private reserve bedraagt op 31 december 2012 € 3.528.834. Het bestuur heeft beschikking over deze reserve en beslist over de besteding hiervan. De liquide middelen bedragen per 31 december 2012 totaal € 5.065.087 (de vaste termijn deposito’s ad. € 3.000.000 staan verantwoord onder de Financiële Vaste Activa). In totaal is € 1.199.635 belegd in effecten.
2.4 Kengetallen Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de vereniging als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets voer de reservepositie van de vereniging en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Het weerstandsvermogen van de VCO Midden- en Oost-Groningen: jaar 2012 2011 41845 40918
eigen vermogen €9.699.466
baten € 15.497.353
weerstandsvermogen 62,6%
€ 8.882.725 € 248.163
€ 12.932.433 € 3.195.779
69,0% 7,8%
Beleidsuitgangspunt is, bij ongewijzigd risicoprofiel, het weerstandsvermogen minimaal op het niveau van 25% te behouden (financieel beleid vastgesteld in fusierapport). Het hoge weerstandsniveau geeft mogelijkheden om toekomstige extra lasten te kunnen dragen (zie 2.1.2 de opmerking bij het positief resultaat en de beschreven risico’s in 2.5).
Overige kengetallen 2012 Liquiditeit Solvabiliteit Weerstandsvermogen Rentabiliteit Kapitalisatiefactor
4,5 84% 62,6% 2,9% 74,3%
2011 41845 4,2 83% 69,0% 4% 82,0%
40918 1,2 37% 7,8% -6,1% 21,0%
Liquiditeit Het kengetal liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen de "vlottende activa" en de kortlopende schulden. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de kortlopende schulden. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven 1,5 dan is de vereniging in staat aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het "eigen vermogen" en het totale vermogen. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de totale schulden. 25% tot 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de vereniging in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen.
26
Rentabiliteit Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van de vereniging niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van de taken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten. De volgende percentages worden hierbij ter indicatie gehanteerd: 35% bovengrens voor grote besturen (> 8 miljoen omzet) 60% bovengrens voor kleine besturen. 2.5 De risico’s in cijfers Personeel/lln.aantallen: De terugloop in leerlingaantallen vraagt om een krimpend personeelsbestand. Een bestuursformatieplan met een extra inzet van 2,0 FTE gedurende 5 jaar en 1,0 FTE gedurende 5 jaar in verband met te weinig krimpmogelijkheden geeft een extra last van respectievelijk € 100.000 en € 50.000 per jaar. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 750.000. Personeel/langer doorwerken/leeftijdsopbouw: Leeftijdsbewust personeelsbeleid en individuele begeleidingstrajecten vragen om een structurele jaarlijkse investering van € 25.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 250.000. Materiële instandhouding: Er is sprake van een structureel jaarlijks tekort van € 100.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 1.000.000. Specialisatie/verhoging niet lesgevende taken/functies: De steeds verdergaande bureaucratisering en de toenemende controle vragen om meer personele inzet op genoemde terreinen. Hiervoor wordt structureel een extra inzet geraamd van € 70.000 ( 2 x schaal 4 functie). In 10 jaar tijd is hiermee een bedrag gemoeid van € 700.000. Bezuinigingen: De aangekondigde bezuinigingen passend onderwijs (vanaf 1 augustus 2014) betekenen voor de VCO Midden- en Oost-Groningen een bezuiniging van naar verwachting ongeveer € 120.000. Zonder maatregelen is hiermee over een periode van 10 jaar een bedrag gemoeid van € 1.200.000. Samengevat: De totale kosten voor verhoogde risico’s op genoemde terreinen kunnen over een periode van 10 jaar oplopen tot € 3,9 miljoen. 2.6 Rendement van kapitaal/treasurybeleid Voor de liquide middelen (€ 5.065.087) en de Vaste termijnrekeningen (€ 3.000.000) is in 2012 een rente ontvangen van totaal € 228.209. 27
Een deel van het vermogen (€ 1.199.635) is belegd in obligaties met inachtneming geldende wet- en regelgeving en met inachtneming van het vastgestelde treasurybeleid. Het bruto rendement op deze belegde gelden was in 2012 € 50.000,-- Er is in 2012 een koerswinst geboekt van € 37.320. Met betrekking tot beleggingen hanteert het bestuur een terughoudend beleid. De beleggingsportefeuille bestaat nu vnl. uit staatsobligaties, zie onderstaand overzicht. De balanswaarde op 31-12-2012 is € 1.199.635. Specificatie van de effecten per 31-12-2012 Omschrijving
Nominaal
Koers 31-12-2012
4,283% Rabo inflatie obligatie 08/18 150.000
158.070
150.000
176.250
200.000
224.500
250.000
261.000
150.000
176.955
200.000
202.860
4%Rabo inflatie obligatie 08/18 4,125% BNG 06/16 3% Rabo VAR 09/16 4,5% Nederland 07/17 3,222 % NWB 2e tranche 11/21
totaal
28
1.199.635
2.7 Uit de begroting 2013
29
De bovenschoolse begroting: Negatieve begroting en bezuinigingen De begroting is voor de periode 2013-2017 in z’n totaliteit negatief (begrotingsresultaat 2013-2017 € -164.161) Door de bestuurlijke fusie en door dit negatief resultaat zal het weerstandsvermogen van de vereniging weliswaar teruglopen maar ruim boven het afgesproken niveau van 25% blijven (per 1-1-2012 56,6% berekend als VCO Midden- en Oost-Groningen –weerstandsvermogen VCOMG 7,7% / weerstandsvermogen VCO Oost-Groningen 68,7%) en met de begrote resultaten teruglopend naar 45% in 2018) Ook de kapitalisatiefactor blijft met de begrote resultaten in 2017 nog hoger dan het maximum van 35% zoals dat voor de grotere schoolbesturen is vastgesteld. Er is gerekend met een natuurlijk verloop in het personeelsbestand dat het mogelijk maakt het personeelsbestand terug te brengen evenredig aan de teruglopende leerlingaantallen. De vergoeding voor begeleiding van rugzakleerlingen is onzeker, er is hiervoor wel personeel benoemd. Een lagere vergoeding moet dus worden opgevangen door extra natuurlijk verloop of door benoemingen op basis van projectformatie die beëindigd kunnen worden bij beëindiging van het project begeleiding van een rugzakleerling. Ook voor 2013 blijft een vacaturestop het uitgangspunt van het formatiebeleid. Bij tussentijdse vacatures wordt indien mogelijk en nodig gebruik gemaakt van een “uitzendleerkracht”. Omdat de financiering van de nieuwe structuur voor passend onderwijs per 1-8-2014 nog niet duidelijk is, de impulsbijdragen een niet structurele subsidie betreft is er voor 2014 een vermindering van de baten meegenomen van € 75.000,-- voor 2014 en 2015 van € 150.000,-- terwijl de vergoeding prestatiebox is meegenomen tot 1-8-2016. De geformuleerde begrotingsdoelstellingen in 2012 kunnen nu als volgt worden bijgesteld:
Resultaat conform mjbegr. 2013-2017 Begrotingsdoelstelling Nodig aan bezuinigingen Invulling bezuinigingen
2013
2014
2015
2016
2017
€ 50.000
€ 70.000
- € 30.000
- € 135.000
- € 200.000
€ 50.000
€ 70.000
- € 30.000
- € 135.000
- € 100.000
€0
€0
€0
€0
€ 100.000 20.000 m.i. scholen + huisvesting 80000 personeel = 40 per lln
De bezuinigingen op m.i. zijn gebaseerd op een maximaal tekort van € 5000,-- per 100 lln. De bezuinigingen op personeel van in totaal € 40 per lln in het cursusjaar 2016-2017 kunnen ingevuld worden binnen de gehele personele bekostiging (scholing / formatie op / formatie oop)
30
Er is in 2012 voor een bedrag van € 30.330 geïnvesteerd in ICT en meubilair en € 45.410 in OLP. Voor de jaren 2013 t/m 2016 is rekening gehouden met investeringen voor: • • •
Olp van gemiddeld € 105.000 per jaar. Meubilair van gemiddeld € 90.000 per jaar. ICT van gemiddeld € 60.000
.
31
2.8 Huisvesting Omdat de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen gesitueerd zijn in 7 verschillende gemeenten is er een uitgebreid overlegcircuit met de verschillende gemeenten aan de orde. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor aanpassing, uitbreiding en nieuwbouw van onderwijshuisvesting. In 2012 is er begonnen met de nieuwbouwplannen voor CBS De Regenboog te Hoogezand. De planning is om in het schooljaar 2014-2015 een nieuw schoolgebouw in gebruik te gaan nemen. Een kindcentrum waarin naast kinderopvang ook twee andere basisscholen gehuisvest zullen zijn. CBS De Mare is verhuisd naar een nieuw (reeds bestaand) schoolgebouw. Met het in gebruik nemen van het nieuwe schoolgebouw is de naam van de school gewijzigd in CBS Het Galjoen. Voor de aanpassingen van het gebouw is een budget beschikbaar gesteld door de gemeente van € 219.000,-Verder is er in de gemeente Hoogezand een budget beschikbaar voor investeringen in duurzaamheid. Vanuit dit budget is er in het nieuwe schoolgebouw van CBS Het Galjoen een voorinvestering gedaan van ongeveer € 40.000,-- voor het aanbrengen van dubbele beglazing. De definitieve besluitvorming over de bekostiging vanuit het duurzaamheidsfonds moet nog plaats vinden. Voor CBS De Wegwijzer in Slochteren en CBS De Zonnewijzer in Siddeburen zijn de voorbereidingen gestart voor aanpassing en renovatie van de schoolgebouwen. Architectenbureau Klein is voor beide trajecten aangetrokken om de plannen voor te bereiden, uit te voeren en te coordineren. Het schoolgebouw van CBS De Bron te Vriescheloo zal aan het eind van het schooljaar 2012-2013 worden overgedragen aan de gemeente Bellingwedde. Daar waar het bij de huisvesting gaat om het preventief onderhoud werken we nauw samen met het adviesbureau Syplon uit Groningen. Dit adviesbureau actualiseert jaarlijks de onderhoudssituatie en stelt hiervoor ook een meerjarenprognose op. Op grond van de meerjarenprognose vindt er een reservering plaats van 75% van de vergoeding voor onderhoud. Een reservering die voldoende moet zijn om de te verwachten investeringen te kunnen financieren. Een punt van aandacht en zorg voor de komende jaren is de leegstand die zal ontstaan als gevolg van de terugloop van het leerlingenaantal. Op lokaal niveau wordt geprobeerd de huisvesting van het basisonderwijs zo effectief en betaalbaar mogelijk te organiseren. Het onder één dak brengen van twee scholen van verschillende denominaties kan hierbij een goede oplossing betekenen, hier wordt indien mogelijk dan ook op ingezet. 2.9 Toekomstparagraaf De ontwikkeling van het leerlingenaantal is in hoofdstuk 1.5 t/m 1.7 uitvoerig beschreven en is een punt van stevige zorg en aandacht. Samenwerkingsvormen en eventuele scholenfusies met andere denominatie worden niet uitgesloten. Om kwalitatief goed onderwijs te blijven realiseren en dat daarnaast ook nog betaalbaar en bereikbaar is, is samenwerking met andere denominaties misschien zelfs een voorwaarde. Op dit moment al wordt er volop rekening gehouden met de verwachte leerlingendaling door uiterst zorgvuldig om te gaan met het uit te voeren benoemingsbeleid binnen de VCO Midden- en Oost-Groningen.
32
Tenslotte Ondanks de moeilijke economische omstandigheden en sombere vooruitzichten in dezen voor de korte termijn en de wijze waarop dit ook het onderwijs raakt en zal raken, blijft het primair onderwijs volop ambities formuleren en het enthousiasme om de ambities waar te maken uitstralen; dit verdient enkel en alleen heel veel waardering en diep respect voor alle mensen die vol overgave dag in dag uit met de kinderen onderweg zijn. De ambities op het niveau van de sector zijn begin 2012 in een bestuursakkoord beschreven en onderschreven. Het gaat dan om verhoging van de kwaliteit van het onderwijs door nog meer aandacht voor opbrengstgericht werken en door stevige aandacht voor ouderbetrokkenheid in relatie tot opbrengstgericht werken. Het zijn ambities waar de VCO Midden- en Oost-Groningen meer dan van harte de schouders onder zet met concrete trajecten zoals het traject ouderbetrokkenheid onder regie van het CPS, hetgeen moet leiden tot scholen met het L(eerling)L(eraar)O(uders) certificaat en een eigen auditteam. De breed gedragen missie is en blijft bij dit alles leidraad voor de VCO Midden- en Oost-Groningen:
Scholen voor christelijk onderwijs waar alle kinderen en hun ouders welkom zijn ! Een goede voorbereiding op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN !
Mensen die zich iedere dag weer vol overgave inzetten met bovenstaande gedachte in hun rugzak blijven naast het geven van fantastische lessen rekenen, taal, lezen vooral ook verhalen vertellen; verhalen die inspireren en richting geven aan leven en leefomgeving van jonge en oudere mensen; verhalen over een God onderweg met Zijn mensen; Voor al die momenten waarin de vertelde verhalen voelbaar en zichtbaar waren, handen en voeten kregen, voor onze kinderen en alle andere mensen die we tegen kwamen, zeggen we iedereen oprecht dank! Voor de momenten waarop dat even minder of niet voelbaar en zichtbaar was; iedere dag ontvangen we een nieuwe kans! Dit jaarverslag willen we besluiten met een citaat van Jan Ligthart, een citaat als samenvatting van bovenstaande zinnen maar ook een citaat herkenbaar vanuit gesprekken en belevenissen met schooldirecties, leerkrachten, ouders en kinderen; momenten om te koesteren! Opvoeding is een kwestie van liefde, geduld en wijsheid. En de laatste twee groeien waar de eerste heerst. (Jan Lighthart)
April 2013 De algemene directie.
33