VCO Midden- en Oost-Groningen Bestuursnummer 41845 Kamer van koophandel 01139778 Postbus 35 9665 ZG Oude Pekela www.vco-middenenoostgroningen.nl
0. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de VCO Midden- en Oost-Groningen betreffende het kalenderjaar 2013. In dit verslag zullen de hoofdlijnen van gevoerd personeels-, financieel- en onderwijskundig beleid en aan de orde zijnde en soms komende zaken worden behandeld. Dit verslag zal ter bespreking aan de orde komen in het bestuur, het directieoverleg, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en in de ledenraad van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Deze besprekingen kunnen vervolgens leiden tot nieuwe beleidsvoornemens en/of bijstellingen van het te voeren beleid. Daarnaast is het doel van publiek verantwoorden door een onderwijsinstelling te laten zien dat zij haar middelen zo effectief mogelijk inzet. De verantwoording van het financiële beleid van een instelling is vastgelegd in de jaarstukken. Jaarstukken zijn de documenten met financiële en niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het bevoegd gezag van de bekostigde school moeten worden opgesteld en ingediend bij het departement. De jaarstukken gaan vergezeld van een accountantsverklaring. Met dit jaarverslag wil het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verticaal verantwoording afleggen naar het ministerie van OCW en horizontaal naar de ouders, werknemers en de (G)MR. Namens het bevoegd gezag, H. J. Kieft (vz.Bestuur)
J. de Boer (algemeen directeur; vz. Raad van Beheer)
Pagina 2
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Inhoud 0. Inleiding ........................................................................................................... 1 Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid ................................. 4 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18
Juridische structuur ..................................................................................... 4 De vereniging en haar missie ..................................................................... 4 De organisatie van de VCO Midden- en Oost-Groningen ........................... 4 De vereniging en haar leden ....................................................................... 7 De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen ....................... 9 Samenwerkingsscholen in Vriescheloo en Meerstad ................................ 10 Dalende leerlingaantallen ......................................................................... 10 Het personeel in dienst van de vereniging ................................................ 12 Ziekteverzuim ........................................................................................... 14 Het bestuursformatieplan 2011 – 2013 ..................................................... 15 Het actieplan leerkracht van Nederland .................................................... 15 Het tevredenheidonderzoek ...................................................................... 16 Onderwijskundig beleid ............................................................................. 16 Inspectiebezoeken .................................................................................... 19 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging. ............................................ 19 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School ........................ 19 De vertrouwenspersoon ............................................................................ 20 Voor- tussen- en naschoolse opvang ....................................................... 20
Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens ................................ 21 2.1.1 Het exploitatieoverzicht ............................................................................. 21 2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) ............................................ 21 2.1.3 Prestatiebox .............................................................................................. 24 2.2 Vergelijking met begroting 2013 ............................................................... 25 2.3 Resultaatbestemming: .............................................................................. 25 2.4 Kengetallen ............................................................................................... 26 2.5 Continuiteitsparagraaf………………………………… …………………. 27 2.6 De risico’s in cijfers ................................................................................... 28 2.7 Rendement van kapitaal/treasurybeleid .................................................... 30 2.8 Uit de begroting 2014................................................................................ 31 2.9 Huisvesting ............................................................................................... 33 2.10 Toekomstparagraaf ................................................................................... 34 Tenslotte ................................................................................................... 35
Pagina 3
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 1 – Algemene informatie en gevoerd beleid 1.1. Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid is een vereniging met de naam: VCO Midden- en Oost-Groningen. De vereniging is opgericht op 1 januari 2009 en is gevestigd in Oude Pekela. Bij de Kamer van Koophandel te Groningen is de vereniging ingeschreven onder nummer 01139778. 1.2. De vereniging en haar missie De grondslag en het doel van de vereniging zijn de bouwstenen om de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen echte en hechte levensgemeenschappen van mensen te doen zijn waar alle kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Bouwstenen om scholen te vormen die een goede voorbereiding bieden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Aan deze missie proberen de scholen handen en voeten te geven in de dagelijkse omgang met de kinderen, hun ouders en allen met wie ze te maken krijgen. Hierbij is de Bijbel, met het verhaal van God en Zijn mensen de inspiratiebron waaruit we mogen leven en leidraad voor ons handelen. De dialoog met de ouders over de vraag hoe en of de school er in slaagt om de geformuleerde missie daadwerkelijk te realiseren is een hele belangrijke. De stem van de schoolcommissie als klankbord namens de ouders is hierbij van grote waarde. 1.3. De organisatie van de VCO Midden- en Oost-Groningen Op 1 augustus 2010 is de Wet Goed Onderwijs Goed Bestuur van kracht geworden. Deze wet verplicht de onderwijsorganisaties in het primair en voortgezet onderwijs om het besturen en het toezicht houden van elkaar te scheiden. Het bestuur van VCO Midden- en Oost-Groningen heeft er voor gekozen om te gaan werken met het zogenaamde Raad van Beheermodel. Binnen dit model zijn de functies van bestuur en intern toezicht in één orgaan ondergebracht doordat binnen dat ene orgaan bepaalde functionarissen met de uitoefening van het bestuur worden belast en anderen met de uitoefening van intern toezicht. De algemene directie voert de bestuurstaken uit (“het schoolbestuur”) en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de totale organisatie. De toeziende leden zijn belast met de uitoefening van intern toezicht (“het intern toezichtsorgaan”) Gezamenlijk vormen zij het bestuur. De leden van de PO-Raad hebben op 21 januari 2010 een code vastgesteld (in 2012 met enkele aanpassingen voor onbepaalde tijd verlengd) als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Deze code is ook voor de VCO leidraad. De scholen hebben op dit moment allen een eigen directeur. Binnen het Raad van Beheermodel kunnen de schooldirecteuren zich vooral bezighouden met het onderwijskundig beleid. Het geven van kwalitatief goed onderwijs is uiteindelijk waar de organisatie voor staat. De algemene directie wordt gevormd door een algemeen directeur en twee adjunct algemeen directeuren. De algemene vergadering wordt gevormd door een ledenraad bestaande uit mensen van de schoolcommissies verbonden aan de 20 scholen. Zij komen minimaal een tweetal keren per jaar bij elkaar, om toezicht te houden op het bestuur. Tegelijkertijd kan men een klankbord voor het bestuur vormen.
code goed bestuur
Pagina 4
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Maatschappelijk verantwoord ondernemen VCO Midden- en Oost-Groningen is zich continu bewust van het maatschappelijk speelveld waarin zij zich bevindt en de noodzaak om op een maatschappelijk verantwoorde wijze het onderwijs binnen VCO Midden- en Oost-Groningen inhoud te geven. Dit onderdeel maakt tevens deel uit van de dialoog met andere betrokken partijen. De inbreng van de verschillende schoolcommissies is wat dit onderwerp betreft ook van groot belang. In de schoolcommissies zijn vele belangengroepen indirect vertegenwoordigd als ouders van kinderen die de VCO Middenen Oost-Groningen scholen bezoeken. Horizontale verantwoording De belangrijkste vorm van horizontale verantwoording vindt plaats via de schoolcommissies die op de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen functioneren. De formele horizontale verantwoording vindt plaats via de algemene ledenvergadering. (ledenraad).
Pagina 5
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Het bestuur van de VCO Midden- en Oost-Groningen wordt gevormd door: *De heer H.J. Kieft (Hendrik-Jan) *Mevrouw G. Stavenga (Gea) *De heer P.J.H. de Waard (Pieter) *Mevrouw C.M. ten Have (Christine) *Dhr. R.A.J. Cremers (Ronald)
Oogstweg 2 Veendijk 28 Mr. Modderm.str. 1 Trekweg 5 Cypressenlaan 32
9674 TC Winschoten 9636 HH Zuidbroek 9671 AG Winschoten 9679 TA Scheemda 9603 DG Hoogezand
(voorzitter) (secretaresse) (penningm.) (lid) (lid)
Het bestuur vergadert minimaal vier keer per jaar. De algemene directie vormt als Raad van Beheer het uitvoerend deel van het bestuur en vergadert één keer per twee weken De ledenraad De algemene vergadering/ledenraad is het hoogste orgaan binnen de vereniging en bestaat uit afgevaardigden die door en uit de leden van de afdelingen worden gekozen. In artikel 9 van de statuten staat opgenomen dat voor iedere onderwijsinstelling die van de vereniging uitgaat een afdeling en schoolcommissie (artikel 10 van de statuten) wordt ingesteld. Iedere afdeling kiest uit haar midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de ledenraad. Het directieberaad en de algemene directie De directeuren van de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen vormen samen het directieberaad. Dit directieberaad overlegt maandelijks over de gang van zaken binnen de vereniging en probeert de gezamenlijke belangen van de scholen te behartigen. De algemene directie vormt het dagelijks bestuur van het directieberaad en maakt als Raad van Beheer onderdeel uit van het bestuur en woont derhalve de bestuursvergaderingen bij. De algemene directie bestaat uit: * De heer J. de Boer - algemeen directeur - (alg. zaken/financiën/huisvesting/ict) * De heer H. Kielstra – adjunct algemeen directeur - (onderwijs) * Mevrouw A. Boer - adjunct algemeen directeur - (personele zaken) Het verenigingskantoor is gevestigd in Oude Pekela, Scholtenswijk 10, Postbus 35 - 9665 ZG Oude Pekela.
Pagina 6
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.4. De vereniging en haar leden De VCO Midden- en Oost-Groningen is een vereniging met leden en donateurs. De leden- en donateurswerving wordt door de schoolcommissies van de verschillende scholen georganiseerd. Het totale ledenbestand, is in het cursusjaar 2012-2013 afgenomen van 1101 naar 1043, een afname van 68 leden. Het donateursbestand nam toe met 4 donateurs van 141 naar 145. Steeds minder mensen blijven lid of donateur wanneer de kinderen de basisschool verlaten, dit in tegenstelling tot de eerdere jaren. Elke vereniging is echter gebaat bij een omvangrijk ledenbestand, dit als stevige basis voor een goede meningsvorming en goed bestuur. De leden(werving) en de donateurs(werving) verdienen dus de actieve en blijvende aandacht van de verschillende commissies.
School: t Haimstee
Donateurs:
Leden:
Donateurs:
Leden:
Donateurs:
Leden:
2010/2011
2010/2011
2011/2012
2011/2012
2012 / 2013
2012 / 2013
18
119
7
20
7
22
8
89
9
86
de Kern Annewieke
6
137
7
133
6
114
7-sprong
8
62
6
56
6
52
de Bron
4
35
3
28
3
20
0
19
0
20
de Hoeksteen de Loopplank
9
45
8
42
9
39
de Lichtboei
0
188
0
165
0
137
3
25
2
23
3
31
3
28
1
24
2
24
Het Galjoen de Parel
4
29
de Regenboog de Vossenburcht
27
67
24
59
25
62
de Wegwijzer bw
9
25
9
24
7
23
de Wegwijzer zb
24
47
25
46
25
58
de Wegwijzer sl
1
7
2
7
de Zonnewijzer
0
24
1
31
Groen van Prinsterer
15
90
16
89
16
85
Het Baken
2
106
2
101
3
92
Maranatha
15
70
13
64
12
59
Mons Sinai
0
18
0
18
2
24
Sjaloom
7
43
5
37
5
37
148
1081
141
1101
145
1043
TOTAAL VCO
Pagina 7
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
De VCO Midden- en Oost-Groningen vindt het van het grootste belang dat ouders inhoudelijk meespreken over de school die zij graag zien voor hun kinderen. De volgende taakbeschrijving geeft de hoofdlijnen van taak en functie van een schoolcommissie weer: Vertegenwoordiging van de ouders van de school Ouders hebben recht op en zijn gediend met een orgaan dat heel schoolnabij zorgt voor de behartiging van hun belangen. Klankbordgroep, adviesorgaan en ondersteuner voor directeur en team De directeur is eerst verantwoordelijke als het gaat om het reilen en zeilen van de school. Bij de uitoefening van die taak heeft de directeur en ook het team behoefte aan communicatie met (een afvaardiging van) zijn “klanten”, namelijk de ouders. Zaken die van belang zijn voor het optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen, zijn in principe de moeite waard om met elkaar op commissieniveau te bespreken. De directeur en het team kunnen hun ideeën ventileren, maar ook de schoolcommissie kan met voorstellen ter verbetering of verandering komen. In een goed lopend “: bedrijf” luister je naar elkaar en neem je met begrip voor elkaars positie de gewenste besluiten. Adviesorgaan richting bestuur Alle commissies zijn via hun vertegenwoordiger in de ledenraad verzekerd van de mogelijkheid hun mening over het gevoerde beleid en de uitvoering daarvan op schoolniveau ter kennis te brengen aan het bestuur. Het bestuur heeft de plicht om zo goed mogelijk te luisteren naar de geluiden die het tijdens de vergadering krijgt aangereikt en daarmee rekening te houden bij de besluitvorming, waarbij wel dient opgemerkt te worden dat het bestuur in de organisatie de eindverantwoordelijkheid draagt en in die zin een unieke positie inneemt
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van schooldirecties een stevige inspanning te plegen om schoolcommissies te laten functioneren conform vastgestelde taak en functieomschrijving. De ledenraad van de vereniging wordt gevormd door een vertegenwoordiger vanuit iedere schoolcommissie.
Pagina 8
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.5. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de scholen
2003
2013
Ontwikkeling
Totaal VCO Oost-Groningen
2059
1970
-89
-4,32%
Totaal basisonderwijs Oost-Groningen
8684
7433
-886
-10,2%
2009
2013
Ontwikkeling
Totaal VCO Midden- en Oost-Groningen
2760
2523
-237
-8,58%
Totaal basisonderwijs Midden- en Oost-Groningen
13181
11809
-1372
-10,4%
2012
2013
Ontwikkeling
Totaal VCO Midden- en Oost-Groningen
2586
2523
-63
-2,43%
Totaal basisonderwijs Midden- en Oost-Groningen
12209
11809
-453
-3,27%
Pagina 9
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.6 Samenwerkingsscholen in Vriescheloo en Meerstad Samenwerkingsschool De Driesprong in Vriescheloo: Met de Stichting Openbaar Onderwijs Oost-Groningen zijn er inhoudelijke afspraken gemaakt over de samenwerkingsschool de Driesprong na de sluiting van CBS De Bron. Deze afspraken staan in een samenwerkingsovereenkomst. Twee keer per jaar wordt het bestuur van de VCO door het bestuur van SOOOG geinformeerd over de gang van zaken op de informele samenwerkingsschool. Aan het samenwerkingsconcept wordt goed vorm gegeven door het gebruik van de methode Trefwoord, een methode voor de levensbeschouwelijke vorming in het basisonderwijs. Vanuit de VCO Midden- en Oost-Groningen zal er t/m het schooljaar 2015-2016 een leerkracht gedetacheerd zijn naar de samenwerkingsschool om mede vorm en inhoud te geven aan het samenwerkingsconcept.
Samenwerkingsschool Meeroevers in Meerstad: Met de Stichting Openbaar Onderwijs Slochteren zijn er inhoudelijke afspraken gemaakt over de samenwerkingsschool Meeroevers. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant. In Meerstad is in september 2012 de informele samenwerkingsschool Meeroevers gestart. Een nieuwe school in een nieuwe woonwijk. De school valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van OPOS. Jaarlijks vindt er een bestuurlijk overleg plaats waarin de gemaakte afspraken worden besproken. Aan het samenwerkingsconcept wordt ook hier goed vorm gegeven door het gebruik van de methode Trefwoord, een methode voor de levensbeschouwelijke vorming in het basisonderwijs. Er is bij samenwerkingsschool Meeroevers geen sprake van een detachering van een leerkracht vanuit de VCO. 1.7 Dalende leerlingaantallen Het is de verwachting dat de leerlingaantallen ook de komende jaren nog een daling zullen blijven laten zien van gemiddeld ruim 3 % per jaar. De leerlingaantallen zullen in 2020 naar verwachting dan ook nog met 20% zijn afgenomen t.o.v. 2013. Vanaf 2008 t/m 2013 is er sprake van krimpcijfers van resp. 1,33%, 0,88%, 1,45%, 2,9%, 2,0% en 2,44%. Het scenariomodel po (www.scenariomodelpo.nl), rekenend met actuele bevolkingsgegevens, komt overigens tot een geringere krimp (2% per jaar) Klassen en scholen zullen echter kleiner worden de komende jaren. Om de kwaliteit van het onderwijs in de breedste zin van het woord te waarborgen is er een schoolgrootte van belang waarbij er sprake is van voldoende sociale contactmogelijkheden en een schoolorganisatie waarin het voor een schoolteam mogelijk is handen en voeten te geven aan modern en kwalitatief goed onderwijs. De VCO Midden- en Oost-Groningen heeft t.a.v. de kleiner wordende scholen reeds in 2009 de onderstaande richtinggevende uitspraken vastgesteld:
Samenwerken maakt sterker Samengaan waar het moet, apart waar het kan De minimaal gewenste schoolgrootte bedraagt een school van 4 groepen Iedere school(situatie) is uniek
Pagina 10
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Met bovenstaande richtinggevende uitspraken wordt afhankelijk van de lokale situatie de toekomst van de VCO scholen besproken met schooldirectie, schoolteam, schoolcommissie en ledenraad. Gesprekken met besturen van andere denominaties zijn hierbij een belangrijk onderdeel. De VCO kiest hiermee dus op die plaatsen waar scholen te klein dreigen te worden voor behoud van identiteit in nieuw te vormen samenwerkingsscholen. Samen met de schoolbesturen van andere onderwijsorganisaties in onze regio wordt onderzocht hoe we op basis van formele gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid aan deze samenwerkingsscholen vorm en inhoud kunnen geven. In 2014 zal het lopende onderzoek worden afgerond. Het aandeel “VCO leerlingen” van het totale leerlingenbestand in de regio is ook het afgelopen jaar licht gegroeid (0,2%). Het is van groot belang, dat we op alle terreinen actief zijn, om ons aandeel leerlingen binnen de verschillende gemeentes te behouden. Ook in dit kader is het bieden van kwalitatief goed onderwijs een zaak van voortdurende aandacht als onderdeel van het handen en voeten geven aan de verenigingsmissie. De kwaliteit van de schoolpraktijk van vandaag en morgen, de tevredenheid van de huidige ouders blijven hierbij de allergrootste en allerbeste reclame die we ons kunnen voorstellen. Tevredenheid die voor het overgrote deel wordt bepaald door het enthousiasme waarmee kinderen thuiskomen uit school. Enthousiasme overgebracht door juffen en meesters die er voor de kinderen werkelijk toe doen omdat ze altijd serieus worden genomen!!! De klanken vanuit oudercommissies en medezeggenschapsraden in het bijzonder en vanuit de kinderen en ouders in het algemeen zullen er dan ook toe moeten doen. Het onderwerp krimp in het algemeen en de consequenties voor het (bijzonder) onderwijs in het bijzonder is inmiddels een belangrijk agendapunt geworden voor de verschillende geledingen. Als de prognoses voor 2020 ook de daadwerkelijke leerlingaantallen zullen zijn voor de verschillende scholen, dan zal er de komende jaren voor meerdere scholen een uitspraak gedaan moeten worden over de vormgeving van de scholen in de toekomst en of en hoe er met andere scholen samengewerkt moet gaan worden. Weloverwogen acties zijn, conform de vastgestelde richtinggevende uitspraken, zeker noodzakelijk in de komende jaren. Ook (vergaande) samenwerking met andere denominaties is hierbij een belangrijk gespreksonderwerp. In de door de Besturenraad uitgegeven brochure “Als je gaat samenwerken” worden de belangrijke aspecten die aan de orde zijn bij een vorm van samenwerken op een rij gezet. De in de brochure geschetste ontmoetingsschool is een school passend bij de statutaire opdracht scholen voor Christelijk onderwijs op te richten en in stand te houden. De brochure is hier te downloaden.
Pagina 11
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.8 Het personeel in dienst van de vereniging Totaal aantal Fulltime medewerkers:
76
Totaal aantal Parttime medewerkers:
161
Personeelssterkte per arbeidsrelatie Type aanstelling Vast
Tijdelijk
Totaal
Fulltime
Parttime
Aantal Personen
229
74
155
Bezetting (wtf)
164
74
90
21
4
17
5
2
3
Aantal Personen Bezetting (wtf)
Personeelssterkte per deeltijdcategorie Deeltijd (WTF) cohort Totaal
0 - 0.2
0.2 - 0.4
0.4 - 0.6
0.6 - 0.8
0.8 - 1.0
>= 1.0
Aantal Personen
237
9
24
41
57
30
76
Bezetting (wtf)
169
1
8
21
38
26
76
Personeelssterkte per functiegroep Functiegroep Onderwijsperso neel
Onderwijs Ondersteunend P erso neel
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
186
Bezetting (wtf)
136
Aantal Personen
Scho o nmaak
129
2
18
17
6
0
8
20
Bezetting (wtf) Directie
Parttime 57
9
Aantal Personen
23
Bezetting (wtf)
21
Aantal Personen
8
Bezetting (wtf)
2
Personeelssterkte per geslacht Geslacht Man Vrouw
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
35
Bezetting (wtf)
30
Aantal Personen
202
Bezetting (wtf)
140
Parttime 26
9
50
152
Personeelssterkte per leeftijdscategorie Leeftijd cohort Totaal
0/19
Aantal Personen
237
Bezetting (wtf)
169
20/24 0
25/29
30/34
35/39
40/44
45/49
50/54
55/59
60/64
2
13
39
34
16
17
49
43
24
2
9
30
22
10
12
34
30
21
>= 65 0
Personeelssterkte per salarisschaal Schaal LA
DB
LB
DA
DD
DE
AB
0001
0002
0004
0006
0008
Pagina 12
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
173
Bezetting (wtf)
125
Aantal Personen
4
Bezetting (wtf)
4
Aantal Personen
13
Bezetting (wtf)
11
Aantal Personen
15
Bezetting (wtf)
14
Aantal Personen
2
Bezetting (wtf)
2
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
9
Bezetting (wtf)
3
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
15
Bezetting (wtf)
6
Aantal Personen
1
Bezetting (wtf)
1
Aantal Personen
2
Bezetting (wtf)
1
Parttime 53
120
3
1
4
9
11
4
1
1
1
0
1
0
0
9
1
0
1
14
0
1
0
2
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
In het cursusjaar 2013-2014 is er voor het onderwijzend personeel (directie-groepsleerkrachten en onderwijsassistenten) 169,2 FPE beschikbaar conform het vastgesteld formatiebeleid (169 volledige arbeidsplaatsen). Er is voor 169,9 FPE personeel ingezet, hetgeen betekent dat er voor ongeveer 0,7 FPE vanuit de personele reserves is ingezet. De VCO Midden- en Oost-Groningen heeft in 2013 ook gebruik gemaakt van 19 werknemers via payrolling. (uitzendconstructie). Door de te verwachten leerlingendaling is en wordt vrijkomende vacatureruimte ingevuld middels mobiliteit binnen de vereniging en middels tijdelijke contracten. Uitgangspunt is dus een vacaturestop behoudens de beredeneerde uitzondering. Dit alles om boventalligheid en gedwongen ontslagen te vermijden. De verdeling tussen het aantal mannen en vrouwen, zowel in aantal als in fte’s, is iets gedaald (van 17 naar 15 %) en ligt hiermee iets lager dan het landelijk beeld (20% man en 80% vrouw). Het aantal fulltimers bedraagt ongeveer 32% van het personeelsbestand. Het nadeel hiervan is dat het organisatorische belemmeringen met zich mee kan brengen. Hiertegenover is er ook het voordeel dat invalproblematieken soms gemakkelijker opgelost kunnen worden. De totale loonkosten van een parttimer zijn relatief gezien hoger dan de loonkosten van een fulltimer. Dit heeft dan ook een nadelig effect voor de totale loonkostenpost. De leeftijdsopbouw binnen de VCO Midden- en Oost-Groningen laat zien dat de instroom van jonge, pas afgestudeerde medewerkers minimaal is. De leeftijdscategorieën 20-30 en 40-45 jaar zijn ondervertegenwoordigd en de leeftijdscategorie 50-60 is sterk oververtegenwoordigd. Dit zorgt voor een hogere gemiddelde leeftijd en dus hogere loonkosten en een groter aantal die gebruik maakt van de BAPO regeling. Door de wijzigingen in de pensioenwetgeving zien we dat mensen langer doorwerken dan voorheen. De gemiddelde leeftijd van de werknemers van de VCO ligt ongeveer 1,9 jaar hoger dan het landelijk gemiddelde. Formatief rekent de VCO nog steeds met de landelijke GPL. Dit zorgt ervoor dat er zoveel mogelijk formatie voor de scholen beschikbaar blijft.
Voor meer personele gegevens zie: (versie 2013 beschikbaar vanaf mei 2014) http://www.vco-middenenoostgroningen.nl/werkgeversspiegel 2013.pdf
Pagina 13
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.9 Ziekteverzuim Conclusies en advies uit de verzuimrapportage 2013: Het verzuimpercentage over 2013 is 7,0%. Dit is een stijging van 1,3 procent ten opzichte van 2012. De meldingsfrequentie over 2013 is 0,75 en is daarmee flink gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aantal frequent verzuimers (4 of meer ziekmeldingen in een jaar) is 11. Ook dit is vrij laag. Onderstaande tabel geeft de cijfers weer. 2013 260 7,0 0,75
Aantal werknemers Verzuimpercentage Meldingsfrequentie
2012 5,7 0,99
Het landelijk verzuimcijfer voor het primair onderwijs in het Noorden bedroeg over 2012: 6,72%, met een meldingsfrequentie van 1,06. (Bron: Vf/Pf, rapport verzuimonderzoek VO en PO 2012). Het verzuimpercentage van VCO Midden- en Oost-Groningen ligt hoger dan de benchmark, de meldingsfrequentie ligt lager. Net als voorgaande jaren scoren de scholen zeer verschillend. Sommigen kennen nauwelijks verzuim, anderen kennen een hoog percentage. Daarbij moet bedacht worden dat een enkel langdurig verzuimgeval op een kleine school al snel het percentage doet stijgen. Het is dus belangrijk de waarde van de cijfers op individueel schoolniveau niet te overschatten.
MF
b e t e r
Verzuimpercentage beter
10 scholen VCO Midden- en Groningen totaal
6,7
Slechter
4 scholen Oost-
1,0
s l e c h t e r
Pagina 14
3 scholen
4 scholen
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.10 Het bestuursformatieplan 2012 – 2013 In verband met de lumpsumfinanciering per 1 augustus 2006 is er beleid geformuleerd en vastgesteld aangaande de wijze waarop er met het lumpsumbudget gewerkt gaat worden. Het vastgestelde beleid zorgt voor een risicospreiding op bovenschools niveau en een minimale administratieve inspanningsnoodzaak voor de directeuren van de scholen. Het bestuursformatieplan komt tot stand in nauw overleg tussen de bovenschoolse directie en de directeuren van de verschillende scholen. De formatieve mogelijkheden en wensen per school worden op een rij gezet en geïnventariseerd. De uitkomsten worden voor zover mogelijk meegenomen in dit bestuursformatieplan. De GMR heeft haar instemming gegeven aan het plan. De wijze van inzet van het per school beschikbare budget wordt in een schoolformatieplan door de school zelf duidelijk gemaakt. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor schoolcommissie en medezeggenschapsraad. Meer details over beide plannen zijn op de scholen aanwezig. Voor de komende tijd is er nog steeds sprake van een vacaturestop zodat er geen nieuwe verplichtingen ontstaan waarvoor op termijn geen ruimte bestaat. De formatieve inzet voor de begeleiding van kinderen met een leerlinggebonden budget heeft in het cursusjaar 2013-2014 een omvang ter grootte van € 325.000. De hiervoor ontvangen subsidie is op projectbasis en heeft derhalve een niet structureel karakter. De invoering van passend onderwijs per 1-8-2014 maakt een einde aan de financiering via rugzakgelden. Op dit moment is het onduidelijk hoeveel middelen voor de begeleiding van deze kinderen er dan beschikbaar zullen zijn. Hiermee is er een reden temeer om terughoudend om te gaan met nieuwe aanstellingen. Het uitgangspunt van een vacaturestop betekent een grotere (verplichte) mobiliteit binnen de vereniging. Het feit dat er hierdoor voor nieuwe (jonge) medewerkers beduidend minder mogelijkheden aanwezig zijn om benoemd te worden, wordt ervaren als een zeer groot nadeel. Door de verhoging van de AOW leeftijd werken medewerkers langer door. Langer doorwerken gecombineerd met een situatie van krimp blijven er voor zorgen dat we een flexibele schil aan personeel beschikbaar houden voor de organisatie. Dit om te voorkomen dat er bij het bestuursformatieplan 2014-2015 een aantal medewerkers in het risicodragend deel van de formatie geplaatst moeten gaan worden. 1.11 Het actieplan leerkracht van Nederland Het actieplan leerkracht van Nederland vraagt van de schoolbesturen een functiemix te realiseren waarbij een vastgesteld percentage werknemers in een LB functie wordt ingeschaald. Het beleid is er op gericht op iedere school een leerkracht in een LB functie te benoemen. Hiermee is het te realiseren percentage zoals geformuleerd in het actieplan leerkracht van Nederland nog niet ingevuld. Aangezien de bekostiging van de functiemix voor 85% uit eigen middelen moet worden betaald, is in overleg met bestuur en GMR het vervolgbeleid geformuleerd waarbij er naar wordt gestreefd op alle scholen één LB functie te realiseren. Ook alle andere actuele ontwikkelingen wat bezuinigingen en krimpgevolgen betreft zijn in deze heroverwegingen meegenomen. Ook is er een toelage mogelijk voor werknemers die de hoogste trede van hun salarisschaal hebben bereikt en ook is er een toelage voor de directies van de scholen afgesproken in het eerder genoemde actieplan leerkracht van Nederland. Hierbij is een duidelijke gesprekscyclus van beoordeling en functioneren van belang. Het nodige beleid is in 2009 vastgesteld. Gerealiseerde functiemix VCO Midden- en Oost-Groningen 2013: FTE functieschaal LA 122,7 FTE functieschaal LB 11,9 % functieschaal LA 91% % functieschaal LB 9%
Pagina 15
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.12 Het tevredenheidonderzoek In 2013 is er een tevredenheidonderzoek gehouden onder de kinderen van de groepen 7 en 8. Aan dit onderzoek is meegewerkt door 613 kinderen. De uitkomsten van dit onderzoek geven als totaalbeeld voor de VCO Midden- en Oost-Groningen een goede tevredenheid aan. Op een 4 puntsschaal was de gemiddelde totaalscore 3,1. Scores op de afzonderlijke vragen liggend tussen de 2,5 en 3,0 zijn aandachtspunten voor de schoolteams en scores lager dan 2,5 zijn actiepunten voor de schoolteams. De vraag over wel of geen pestprobleem levert een blijvend aandachtspunt op voor nagenoeg alle scholen. In 2013 zal aan de kinderen van groep 6, 7 en 8, aan alle ouders en aan alle teamleden weer een aantal vragen worden voorgelegd. 1.13 Onderwijskundig beleid Er is ingezet op twee speerpunten: 1. Opbrengstgericht onderwijs. 2. Ouderbetrokkenheid. Deze twee speerpunten hebben wij beschreven en vastgelegd in het Strategisch Beleids Plan dat geldt voor de jaren 2013 t/m 2015. Ad 1. Opbrengstgericht onderwijs Door de inspectie worden in eerste instantie de scholen beoordeeld op de tussenopbrengsten en de eindopbrengsten. Zij noemen dat de primaire detectie. Blijkt daaruit dat de school onder de ondergrens zit bij een aantal toetsen, dan volgt een nader onderzoek op school. Er wordt als het ware een risicoanalyse gemaakt. Deze risicoanalyse mondt dan uit in een bepaald profiel. Er kan dan uitkomen dat de school een zwakke of zelfs zeer zwakke school is. Gelukkig komen de meeste scholen gewoon in het basisarrangement. Dit geldt voor alle scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Er zijn dus heldere criteria waaraan een school moet voldoen. We hebben als vereniging hier een speerpunt van gemaakt en dan niet omdat de inspectie je daar op “afrekent”, maar omdat de kinderen op onze scholen gewoon recht hebben op het best mogelijke onderwijs (kwaliteitszorg). Vandaar dat wij enkele jaren geleden hebben gekozen voor de instelling van een kwaliteitsnetwerk. Dit kwaliteitsnetwerk wordt aangestuurd door twee bovenschoolse IB`ers, een CLB’er en door de directeur onderwijs. Alle IB’ers zitten in het kwaliteitsnetwerk. Het doel van dit kwaliteitsnetwerk is: 1. Er voor zorgen dat we geen zwakke of zeer zwakke scholen in onze vereniging krijgen. Dus vooral preventief. 2. Mocht dat wel een keer gebeuren, dan deze scholen begeleiden met een plan van aanpak om zo spoedig mogelijk weer in het basisarrangement te komen. Dus curatief. 3. Het opbrengstgericht denken en werken verder gestalte geven. 4. Alle scholen via de IB’ers en eventueel de directeuren op de hoogte houden van de actuele ontwikkelingen op dit gebied. 5. Scholen begeleiden bij het opzetten en verbeteren van de zorg. 6. Scholen helpen bij de dossiervorming van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7. Contacten leggen en onderhouden met de REC’s en de inzet van Ambulante Begeleiding optimaliseren. 8. Gerichte (na)scholing en schoolbegeleiding aanbieden. 9. Scholen zo goed mogelijk voorbereiden op Passend Onderwijs. 10. Kortom een vraagbaak zijn voor de scholen op alle terreinen m.b.t. het onderwijs. Pagina 16
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Ad 2. Ouderbetrokkenheid. Inleiding VCO Midden en Oost Groningen is vanuit haar christelijke identiteit helder over haar missie: alle ouders en leerlingen zijn welkom op school. Dat vertaalt zich onder andere in een hoge mate van inclusief onderwijs. Het streven is om alle kinderen binnen het reguliere onderwijs op te vangen. Maar ook aan de ouders wordt op deze scholen speciale aandacht besteed, vanuit het besef dat samenwerking tussen de school en de ouders goed is voor de kinderen. Wanneer ouders en school het eens zijn over bijvoorbeeld de pedagogische aanpak van het kind, zal er meer evenwicht zijn tussen regels thuis en op school. Van deze herkenbaarheid gaat veiligheid en kracht uit. In de huidige tijd staan de resultaten die leerlingen halen volop in de schijnwerpers. VCO Midden en Oost Groningen wil uiteraard ook dat haar leerlingen zo veel mogelijk kansen krijgen in de toekomst en dus wil de VCO Midden- en Oost-Groningen een reële bijdrage leveren aan de kennis, kunde en attitudes die kinderen nodig hebben in de maatschappij. Dat samenwerking met ouders daarin noodzakelijk is, realiseert het bestuur zich volledig. Wel vraagt men zich af hoe die samenwerking continu onder de aandacht van al het onderwijspersoneel te houden en wát er nodig is om alle ouders te betrekken bij goed onderwijs voor hun kinderen. Wat willen we bereiken? In het kader van blijvend resultaat moet een traject rondom ‘ouderbetrokkenheid, profileren en vernieuwen’ de volgende resultaten opleveren: 1. VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Midden- en Oost-Groningen zijn herkenbaar doordat hun onderwijs per definitie een gemeenschappelijke, niet-vrijblijvende verantwoordelijkheid is van school en ouders. De kritische succesfactor voor deze samenwerking is dat elke school van VCO Midden- en Oost-Groningen binnen een per school afgesproken termijn het keurmerk ouderbetrokkenheid van de Stichting LLO heeft behaald. Het keurmerk is bedoeld als: garantie, dat er goed wordt samengewerkt tussen school en ouders, leidraad om een samenwerking tussen school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven, een samenwerking met ouders die ervoor zorgt dat onderwijs van VCO Midden- en OostGroningen innovatief is, afgestemd op de behoeften van de samenleving van morgen. Overigens is voor het bestuur van de vereniging het keurmerk geen doel op zich! 2. Er is voldoende helderheid en eenduidigheid in de symbolen (huisstijl, schoolgebouw, schoolnaam) die VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Midden- en OostGroningen gebruiken. Bezoekers van scholen die tot deze vereniging behoren, moeten d.m.v. deze symbolen herkennen dat ze op een school van VCO Midden- en Oost-Groningen zijn. Kritische succesfactor: eindonderzoek met positieve resultaten tot tevredenheid van de opdrachtgever onder (potentiële) ouders, buurtbewoners, scholen voor voortgezet onderwijs en andere stakeholders. 3. Er is voldoende helderheid en eenduidigheid in de communicatie (het aanbieden van verbale of visuele boodschappen) die VCO Midden- en Oost-Groningen en de scholen van VCO Middenen Oost-Groningen gebruiken. Kritische succesfactor: eindonderzoek CPS met positieve resultaten tot tevredenheid van de opdrachtgever.
Pagina 17
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Interventies I. CPS doet een grondig imago-onderzoek binnen VCO onder ouders, teamleden, directies en in de omgeving. Waar is VCO vooral goed in en moeten zij vooral mee doorgaan, waar liggen kansen en waar bedreigingen? Enzovoort. Het betreft een dwarsdoorsnede van alle scholen. II. Bewustwordingsdagen schoolteams (met ouders, minimaal 5 ouders per groep of minimaal 50% van de ouders wanneer de school minder dan 50 gezinnen kent); vanuit de visie dat ouderbetrokkenheid een niet-vrijblijvende en gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school is waarin ouders en school vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de (school)ontwikkeling van het kind, werkt ieder schoolteam aan de volgende doelen: a. haar enthousiasme voor ouderbetrokkenheid in het onderwijs, b. het ontwikkelen van draagvlak voor ouderbetrokkenheid, c. het onderkennen van het nut en de noodzaak van ouderbetrokkenheid, d. bewustwording van het feit dat het in het belang van de leerling is dat school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de schoolontwikkeling van leerlingen, e. (h)erkenning van de specifieke deskundigheid van ouders als het gaat om de ontwikkeling van hun kind, f. begrip voor en inzicht in de soms irrationele opstelling van ouders wanneer de ontwikkeling van hun kind niet helemaal goed verloopt (het acceptatieproces van ouders), g. bewustwording van het belang van een professionele uitstraling van de leraar en van de school en de effecten hiervan op ouders, h. inzicht in het verband tussen teamcommunicatie en communicatie met ouders: hoe het team intern communiceert, heeft z’n weerslag op de communicatie met ouders, i. basiskennis over agressief gedrag van ouders en een aanpak om zulk gedrag te voorkomen en ermee om te gaan, j. praktische handelingsmogelijkheden voor de voorgaande punten. Op dezelfde dag werken ouders aan de volgende doelen: a. hun enthousiasme voor hun verantwoordelijkheid voor en bijdrage aan het onderwijs van hun kind, b. bewustwording van het feit dat het in het belang van de leerling is dat school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de schoolontwikkeling van leerlingen, c. (h)erkenning van hun specifieke deskundigheid van ouders als het gaat om de ontwikkeling van hun kind, d. inzicht in de soms eigen irrationele opstelling wanneer de ontwikkeling van hun kind niet helemaal goed verloopt (het acceptatieproces van ouders), e. bewustwording van eigen gedrag en het effect op de leraar en de school, f. basiskennis over agressief gedrag binnen een school, g. praktische handelingsmogelijkheden voor de voorgaande punten. Het resultaat van een bewustwordingsdag is dat er altijd een ‘point of no return’ wordt bereikt met betrekking tot het samenwerken met ouders. Deze omslag bestaat uit: 1. teams willen voortvarend met ouderbetrokkenheid aan de slag vanuit het besef van kansen, “We gaan het nu echt anders doen.”, “Ouders staan niet tegenover je maar daar moet je vooral mee willen samenwerken.”
Pagina 18
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.14 Inspectiebezoeken In het kalenderjaar 2013 hebben de volgende scholen bezoek gehad: 1. 2. 3. 4. 5.
CBS De Wegwijzer te Zuidbroek CBS De Zonnewijzer te Siddeburen CBS De Hoeksteen te Hoogezand CBS De Wegwijzer te Bellingwolde CBS ’t Haimstee te Veendam
Alle vijf scholen zijn weer in het basisarrangement gekomen. Alle andere scholen van de vereniging zitten ook in het basisarrangement. De rapportages van de inspectie zijn te vinden op: www.onderwijsinspectie.nl
1.15 Aantal LGF leerlingen binnen de vereniging.
REC 1: REC 2: REC 3: REC 4: Totaal:
Schooljaar 2011-2012: 3 leerlingen 8 leerlingen 13 leerlingen 19 leerlingen 43 leerlingen
Schooljaar 2012-2013 2 leerlingen 5 leerlingen 17 leerlingen 15 leerlingen 39 leerlingen
Schooljaar 2013-2014 2 leerlingen 6 leerlingen 18 leerlingen 16 leerlingen 42 leerlingen
1.16 De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School De scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen participeren in vijf verschillende verbanden voor WSNS: 8 scholen in het WSNS verband Stadskanaal (2.08), 5 scholen in het WSNS verband Veendam (1.04), 3 scholen in het WSNS verband Winschoten (1.01), 4 scholen in het WSNS verband Groningen (2.07) en 1 school in het WSNS verband Noord-Groningen (2.04). Na meer dan 15 jaar WSNS is er veel bereikt en is er op de scholen sprake van een steeds professionelere zorg voor onze kinderen. Bewaren wat er is bereikt en, daar waar nodig en mogelijk, werken aan verbetering en inspelen op de actualiteit is wat ons te doen staat. Goed functionerende samenwerkingsverbanden zijn hierbij van groot belang. Een punt van aandacht is de omgang met de nieuwe wetgeving waarbij kinderen met speciale onderwijsbehoeften steeds meer de mogelijkheid krijgen binnen het regulier onderwijs te functioneren. De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs is de volgende stap in het bieden van mogelijkheden aan alle kinderen. Een beleidsontwikkeling waarin er voor ieder bestuur sprake zal zijn van zorgplicht, de plicht om kinderen met speciale onderwijsbehoeften op te vangen als ouders daarom vragen. Deze gaat in op 1-8-2014. Een ontwikkeling met een geweldige uitdaging, echter wel één die iedere keer weer vraagt om een zorgvuldige afweging, dit in het belang van alle betrokkenen! De rol van de samenwerkingsverbanden zal bij de uitvoering van deze zorgplicht groot zijn. Inmiddels hebben we in de provincie Groningen één provinciaal Samenwerkingsverband. Dit SWV is SWV 20.01. De voorbereidingen voor het creëren van dit grote SWV is inmiddels afgerond. Organisatorisch zal dat voor onze vereniging een stuk overzichtelijker worden. Het nieuwe SWV zal voor een groot deel de taken van de huidige SWV’s overnemen. Echter de verantwoordelijkheid zal meer komen te liggen bij de individuele besturen, omdat daar de zorgplicht ook terecht komt per 1-8-2014.
Pagina 19
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
1.17 De vertrouwenspersoon Per 1 augustus 2008 zijn de heer en mevrouw Groenbroek de vertrouwenspersonen voor scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen. Op schoolniveau is er altijd iemand bekend als zijnde de contactpersoon waar men met eventuele klachten terecht kan. In 2013 zijn de vertrouwenspersonen niet ingeschakeld. Er vindt jaarlijks een gesprek plaats met de vertrouwenspersoon en de algemene directie. In 2013 is de vertrouwenspersoon niet ingeschakeld door ouders en/of medewerkers. 1.18 Voor- tussen- en naschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2006 is het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Vanaf 1 augustus 2007 is het bevoegd gezag van de VCO Midden- en Oost-Groningen verplicht de voor- en naschoolse opvang georganiseerd te hebben. Er is daarom een coördinator voor de tussenschoolse opvang aangesteld voor 1 dagdeel per week. Voor de tussenschoolse opvang is een regeling vastgesteld. De voor- en naschoolse opvang is georganiseerd door de bovenschoolse directie conform het makelaarsmodel. Er zijn hiervoor verschillende overeenkomsten afgesloten met organisaties voor kinderopvang in de regio. Voor zowel voor- tussen- als naschoolse opvang geldt dat we graag zien dat het past in de missie van de vereniging: De scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen zijn echte en hechte levensgemeenschappen van mensen waar kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Scholen die voorbereiden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Voor zowel de voor- als de naschoolse opvang zijn er geen situaties bekend waarbij sprake is geweest van een wachtlijst. De contractuele afspraken zijn op dit punt conform afspraak nagekomen. Op een drietal scholen is er ook de mogelijkheid van voorschoolse opvang georganiseerd door de school conform vastgesteld beleid binnen de VCO Midden- en OostGroningen. Voor vrijwilligers van de tussenschoolse opvang zijn er enkele cursussen georganiseerd.
Pagina 20
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 2 Financieel beleid en financiële gegevens 2.1.1 Het exploitatieoverzicht
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten Totaal baten
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
13.795.280
13.035.971
13.584.936
121.832
53.000
151.801
1.458.195
322.431
1.447.636
15.375.307
13.411.402
15.184.374
12.508.701
11.599.810
12.652.094 235.102
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
193.876
215.884
4.3
Huisvestingslasten
824.288
816.173
837.390
4.4
Overige lasten
1.289.242
976.748
1.331.077
14.816.107
13.608.615
15.055.662
Totaal lasten
5
Saldo baten en lasten
559.200
(197.213)
128.711
Financiële baten en lasten
224.940
250.000
312.979
Nettoresultaat
784.139
52.787
441.690
2.1.2 Analyse van het resultaat (per kostenplaats) Het totale resultaat van de rechtspersoon bedraagt € 784.100 positief. Onderstaand worden de verschillen ten opzichte van de begroting en ten opzichte van 2012 beschreven. Vergelijk met de begroting en de werkelijke cijfers 2012. Rijksbijdragen De totale rijksbijdragen zijn € 759.300 hoger dan begroot. Belangrijkste verschillen zijn de vergoedingen vanuit het NOA en het herfstakkoord. Het gaat om de bijzondere bekostiging jonge leerkrachten PO ad. € 56.900 en de bijzondere aanvullende bekostiging ad. € 475.600. Het Ministerie heeft daarnaast eind juni aangegeven dat de na 1 augustus 2012 terugbetaalde gelden ziektewetopgaven niet meer verrekend of terugbetaald hoeven worden. Dit betekent een extra bate van € 19.900. Het kabinet heeft in het Begrotingsakkoord 2013 extra geld vrijgemaakt voor het verhogen van de kwaliteit van schoolleiders. In mei 2013 is deze bijzondere bekostiging professionalisering schoolleiding 2012-2013 ontvangen. Het gaat om een bedrag van € 46.700. Alle voorgenoemde vergoedingen zijn niet opgenomen in de begroting. Tot slot zijn er ten opzichte van de begroting meer geïndiceerde leerlingen. Dit resulteert in een hogere vergoeding ad. € 96.900. Pagina 21
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Ten opzichte van 2012 zijn de rijksbijdragen € 210.300 hoger. Zoals hiervoor aangegeven zijn er in 2013 gelden ontvangen vanuit het NOA en het herfstakkoord. Deze gelden bedragen ruim € 532.500 en werden in 2012 niet ontvangen. Daartegenover staat een lagere vergoeding voor geïndiceerde leerlingen door een daling van het aantal LGF leerlingen. De personele lumpsum en de vergoeding BPA zijn gedaald door de daling van het aantal leerlingen. Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen zijn € 68.800 hoger dan begroot. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de niet begrote overschrijdingsuitkering ad € 14.400. De gemeentelijke vergoedingen voor loonkosten in het kader van ID banen zijn € 49.400 hoger dan begroot. Het verschil met de overige overheidsbijdragen in voorgaand kalenderjaar bedraagt € 31.500. Ook dit wordt veroorzaakt door de hogere vergoeding voor ID banen. Overige baten De overige baten zijn € 1.135.800 hoger dan begroot. De vergoeding van het vervangingsfonds (gedeclareerde salariskosten in verband met ziektevervanging) ad € 583.000 is niet begroot evenals de private baten van de scholen, totaal € 302.300 en de overige baten ad € 248.400 (o.a. teruggave Belastingdienst en UWV uitkeringen in het kader van zwangerschap). Ten opzichte van 2012 zijn de overige baten € 10.600 lager, voornamelijk veroorzaakt door de lagere vergoeding van het Vervangingsfonds (minder gedeclareerde salariskosten), een lagere bijdrage van de Samenwerkingsverbanden en lagere private baten. Hier tegenover staan hogere overige baten, zie ook hierboven.
Pagina 22
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Personele lasten De totale personele lasten zijn € 908.900 hoger dan begroot. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de salariskosten in verband met ziekte welke zijn gedeclareerd bij het Vervangingsfonds, totaal € 583.000. Deze salariskosten zijn niet begroot. De vergoeding door het Vervangingsfonds staat hier tegenover en heeft daarom geen invloed op het resultaat. Verder zijn de salariskosten inclusief de kosten van payroll € 503.000 hoger dan begroot. In 2013 is € 153.800 aan ontslagvergoedingen (waaronder € 125.800 aan pensioenvoorzieningen) uitgekeerd. Daarnaast is er in 2013 € 302.000 meer ingezet in Payroll dan begroot. Het resterende verschil ad € 177.200 betreft verschillen op de overige budgetten waaronder scholing, uitzendkrachten en declaranten, Arbo, overige personele lasten en project coördinatie. Ten opzichte van 2012 zijn de personele lasten € 143.400 lager. De lonen en salarissen (inclusief de kosten van payroll) zijn € 160.500 lager als gevolg van inkrimping van het personeelsbestand en invulling van vacatures via de payroll. De overige personele lasten zijn € 16.100 hoger. Enerzijds zijn de kosten van regulier scholing € 69.300 lager dan begroot. Anderzijds zijn de scholingskosten van het kwaliteitsnetwerk € 126.600 hoger dan begroot. Het resterende verschil bedraagt € 41.200 en bestaat uit een hogere dotatie aan de jubileumvoorziening door de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, lagere kosten uitzendkrachten en declaranten ad. € 15.200, lagere overige personele lasten ad. € 34.400 en tot slot lagere kosten van inhuur deskundigenadvies ad. € 12.800. Afschrijvingen De afschrijvingen vallen € 22.000 lager uit dan begroot en € 41.000 lager dan 2011. In 2013 is binnen de vereniging een inventarisatie van de aanwezige activa uitgevoerd. Niet meer aanwezige activa is afgevoerd van de balans. Huisvestingslasten De huisvestingslasten vallen € 8.100 hoger uit dan begroot. De overschrijding op onderhoud is ca. € 5.000. De grootste overschrijding is zichtbaar op de post energie. De overschrijding bedraagt € 18.900.De kosten voor onderhoud, preventief- en groot onderhoud, zijn € 10.300 lager dan begroot. Ten opzichte van 2012 zijn de huisvestingslasten € 13.100 lager. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten voor preventief onderhoud ad. € 11.900. Overige instellingslasten Ten opzichte van de begroting zijn de overige lasten € 312.500 hoger dan begroot. Het verschil wordt in het bijzonder veroorzaakt door de private lasten, totaal € 353.900 hoger dan begroot. Deze lasten zijn van de scholen niet meegenomen in de begroting. Daarnaast wordt het budget voor leermiddelen met € 90.100 overschreden. De overschrijding doet zich voor bij onderwijsleerpakket, lesmateriaal t.b.v. geïndiceerde leerlingen (zie ook onderdeel rijksbijdragen) en repro leermiddelen. De overige lasten zijn € 41.800 lager dan in 2012. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere private lasten. Deze lasten zijn in 2013 € 48.400 lager dan in 2012.
Pagina 23
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten zijn € 25.000 lager dan begroot als gevolg van het niet begrote koersverlies van € 20.100 en de niet begrote kosten van het aanhouden van de effectenportefeuille ad. € 2.000. Ten opzichte van 2012 zijn de financiële baten en lasten € 88.000 lager. In tegenstelling tot 2013 lag in 2012 de koerswaarde op 31-12 hoger dan op 1-1 van het jaar. In 2012 is een koerswinst van € 37.300 geboekt. De opbrengsten van de effecten waren in 2012 € 15.500 hoger dan in 2013; in 2012 en 2013 zijn effecten verkocht waardoor hier geen opbrengst meer op wordt ontvangen. Tot slot zijn de rentebaten in 2013 € 15.700 lager dan in 2012.
2.1.3. Prestatiebox De gelden ontvangen in de prestatiebox worden ingezet voor de doelen die de overheid ermee poogt te stimuleren. Het gaat dan om opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. In 2013 is de cultuureducatie op basis van schoolspecifieke keuzes op schoolniveau vormgegeven en ingezet voor tal van culturele activiteiten. In het kader van opbrengstgericht werken is er een eigen auditteam ingericht. Het auditteam zal iedere groepsleerkracht één keer per twee jaar bezoeken. De schooldirecties en IB-ers zijn voorafgaand aan de werkzaamheden van het auditteam geschoold in beoordelen didactische vaardigheden van groepsleerkrachten i.h.k.v. opbrengstgericht werken. In het kader van de prestatiebox is er ook een traject ouderbetrokkenheid vastgesteld voor alle scholen. Zie voor meer info hoofdstuk 1.13 van dit jaarverslag.
Pagina 24
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
2.2 Vergelijking met begroting 2014
Rea l i s a tie 2013 3. 3.1 3.2 3.5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Begroting 2013
Rea l i s a tie 2012
Begroting 2014
Baten Ri jks bi jdra ge OCW Overi ge overhei ds bi jdra gen Overi ge ba ten
13.795.280 121.832 1.458.195
13.035.971 53.000 322.431
13.584.936 151.801 1.447.636
12.753.716 53.000 302.439
Totaal baten
15.375.307
13.411.402
15.184.374
13.109.155
Lasten Pers oneel s l a s ten Afs chri jvi ngen Hui s ves tings l a s ten Overi ge l a s ten
12.508.701 193.876 824.288 1.289.242
11.599.810 215.884 816.173 976.748
12.652.094 235.102 837.390 1.331.077
11.560.887 210.797 777.700 982.066
Totaal lasten
14.816.107
13.608.615
15.055.662
13.531.450
Saldo baten en lasten
559.200
(197.213)
128.711
(422.295)
Financiële baten en lasten
224.940
250.000
312.979
250.000
Nettores ul taa t
784.139
52.787
441.690
(172.295)
2.3 Resultaatbestemming:
Stand van de reserves:
Algemene reserve Bestemmingsreserve personeel Bestemmingsreserve huisvesting Algemene reserve privaat Reserve schoolfonds
31-12-2012 resultaat 4.588.816 686.805 1.618.939 636.085 13.971 2.462.621 71.817 393.005 11.546 9.699.466 784.139
31-12-2013 5.275.621 1.618.939 650.056 2.534.439 404.551 10.483.606
Bestemmingsreserves publiek De bestemmingsreserve huisvesting is bedoeld voor de bekostiging van het meerjarig onderhoud aan de scholen, dit op basis van een meerjaren-onderhoudsplan. De publieke bestemmingsreserve personeel heeft betrekking op de subsidiestromen voor Lumpsum, de Bekostiging Personeel- en Arbeidsmarktbeleid (BPA), geïndiceerde leerlingen (LGF), de vergoeding van het Samenwerkingsverband en aanvullende personele subsidies. De personeelskosten worden ten laste gebracht van deze reserve. Pagina 25
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Bestemmingsreserve privaat De private reserves betreffen het private deel van de vereniging en de scholen. Aan deze reserves worden de ledengelden, ouderbijdragen en overige private bijdragen toegevoegd. Aan de reserve worden kosten voor kado en representatie, bijzondere dagen en schoolreisjes onttrokken. De private reserves bedragen op 31 december 2013 € 2.939.000. Het bestuur heeft beschikking over deze reserves en beslist over de besteding hiervan. De liquide middelen bedragen per 31 december 2013 totaal € 6.166.800 (de vaste termijn deposito’s ad. € 3.000.000 staan verantwoord onder de Financiële Vaste Activa). In totaal is € 957.000 belegd in effecten. 2.4 Kengetallen Weerstandsvermogen Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de vereniging als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de vereniging en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Het weerstandsvermogen van de VCO Midden- en Oost-Groningen:
Jaar
Eigen vermogen Baten Weerstandsvermogen 2013 10.483.606 15.600.247 67,2% 2012 9.699.466 15.497.353 62,6%
Beleidsuitgangspunt is, bij ongewijzigd risicoprofiel, het weerstandsvermogen minimaal op het niveau van 25% te behouden (financieel beleid vastgesteld in fusierapport). Het hoge weerstandsniveau geeft mogelijkheden om toekomstige extra lasten te kunnen dragen. Overige kengetallen
Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor
2013 4,80 84,2 5,1 79,6
2012 4,53 84,0 2,9 74,3
Liquiditeit Het kengetal liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen de "vlottende activa" en de kortlopende schulden. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de kortlopende schulden. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven 1,5 dan is de vereniging in staat aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen.
Pagina 26
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het "eigen vermogen" en het totale vermogen. Het geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is om te voldoen aan de totale schulden. 25% tot 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de vereniging in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. Rentabiliteit Dit kengetal heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van de vereniging niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van de taken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale baten inclusief de financiële baten. De volgende percentages worden hierbij ter indicatie gehanteerd: 35% bovengrens voor grote besturen (> 8 miljoen omzet) 60% bovengrens voor kleine besturen. Ultimo 2013 is de kapitalisatiefactor 79,6%. Ten opzichte van 2012 een stijging van 5,3%. De extra uitkeringen vanuit het NOA en het herfstakkoord waren niet voorzien en derhalve niet opgenomen in beleidsbeslissingen. In de meerjarenbegroting 2014-2017 is zichtbaar dat de komende jaren zal worden ingeteerd op het vermogen. Hierdoor zal ook de kapitalisatiefactor dalen. Zie ook paragraaf 2.5. 2.5 Continuïteitsparagraaf
Pagina 27
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Toelichting De resultaten van de meerjarenbegroting zijn in het eigen vermogen verwerkt. In de materiële vaste activa zijn de meerjareninvesteringen en de afschrijvingen voor de komende jaren verwerkt. Het bestuur verwacht verder geen overige mutaties in de voorzieningen of reserves. Het bestuur heeft geen plannen om de financieringsstructuur te wijzigen.
Staat van Baten en Lasten Baten Rijksbijdrage
2013 13.795.280
2014 12.753.716
2015 12.551.102
2016 12.078.235
121.832 1.458.195
53.000 302.439
38.000 299.551
33.000 295.275
Totaal baten
15.375.307
13.109.155
12.888.653
12.406.510
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
2013 12.508.701 193.876 824.288 1.289.242
2014 11.560.887 210.797 777.700 982.066
2015 11.405.414 222.966 887.691 943.731
2016 11.216.058 219.558 872.203 924.136
Totaal lasten
14.816.107
13.531.450
13.459.802
13.231.955
Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
Saldo baten en lasten
559.200
422.295-
571.149-
825.445-
Financiële baten en lasten
224.940
250.000
247.500
247.500
Totaal resultaat
784.140
172.295-
323.649-
577.945-
Toelichting In het nationaal onderwijsakkoord en het herfstakkoord zijn afspraken gemaakt over extra middelen voor de komende jaren voor het onderwijs. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met deze middelen. Dit geldt ook voor de doordecentralisatie van het buitenonderhoud: hiermee is nog geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting. De precieze uitwerking van deze twee onderwerpen is nog onduidelijk. In de meerjarenbegroting is in de rijksbijdrage rekening gehouden met de daling van het aantal leerlingen. De invoering van passend onderwijs op 1-8-2014 zorgt voor een op dit moment nog niet duidelijke bekostiging voor de huidige LGF. Er is daarom vanaf 2015 gerekend met minder inkomsten ter grootte van € 70.000, -. Dit zal dan echter ook meteen leiden tot minder personele inzet. De begrote resultaten geven geen mogelijkheden om tegenvallers op te vangen. In 2014 worden er geen incidentele baten verwacht en begroot. Wel loopt er nog een bezwarenprocedure m.b.t. de afrekening verzelfstandiging openbaar onderwijs. Voor de meerjarenbegroting 2014-2018 is er een structureel tekort aan de orde. Pagina 28
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Onderdeel van de meerjarenbegroting is een analyse op de risico’s. Hierin geeft de VCO Middenen Oost-Groningen aan voor welke risico’s zij zich de komende jaren geplaatst ziet en op welke wijze eventuele maatregelen worden getroffen. In het volgende hoofdstuk zijn de risico’s beschreven. 2.6 De risico’s in cijfers Personeel/lln.aantallen: De terugloop in leerlingaantallen vraagt om een krimpend personeelsbestand. Een bestuursformatieplan met een extra inzet van 2,0 FTE gedurende 5 jaar en 1,0 FTE gedurende 5 jaar in verband met te weinig krimpmogelijkheden geeft een extra last van respectievelijk € 100.000 en € 50.000 per jaar. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 750.000. Personeel/langer doorwerken/leeftijdsopbouw: Leeftijdsbewust personeelsbeleid en individuele begeleidingstrajecten vragen om een structurele jaarlijkse investering van € 25.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 250.000. Materiële instandhouding: Er is sprake van een structureel jaarlijks tekort van € 100.000. In 10 jaar is hiermee een bedrag gemoeid van € 1.000.000. Specialisatie/verhoging niet lesgevende taken/functies: De steeds verdergaande bureaucratisering en de toenemende controle vragen om meer personele inzet op genoemde terreinen. Hiervoor wordt structureel een extra inzet geraamd van € 70.000 ( 2 x schaal 4 functie). In 10 jaar tijd is hiermee een bedrag gemoeid van € 700.000.
Samengevat: De totale kosten voor verhoogde risico’s op genoemde terreinen kunnen over een periode van 10 jaar oplopen tot ruim € 3 miljoen.
Pagina 29
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
2.7 Rendement van kapitaal/treasurybeleid Voor de liquide middelen (€ 6.166.843) en de Vaste termijnrekeningen (€ 3.000.000) is in 2013 een rente ontvangen van totaal € 212.500. Een deel van het vermogen (€ 957.000) is belegd in obligaties met inachtneming geldende weten regelgeving en met inachtneming van het vastgestelde treasurybeleid. Het bruto rendement op deze belegde gelden was in 2013 € 32.600, - Er is in 2013 een koersverlies geboekt van € 20.100. Met betrekking tot beleggingen hanteert het bestuur een terughoudend beleid. De beleggingsportefeuille bestaat voornamelijk uit staatsobligaties. Zie ook onderstaand overzicht. Specificatie van de effecten per 31-12-2013:
Omschrijving 4,283% Rabo inflatie oblgatie 08/18 4%Rabo inflatie oblgatie 08/18 3% Rabo VAR 09/16 4,5% Nederland 07/17 3,222 % NWB 2e tranche 11/21
Pagina 30
Nominaal Koers 150.000 151.005 150.000 169.515 250.000 261.525 150.000 169.620 200.000 205.320 956.985
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
2.8 Uit de begroting 2014
Pagina 31
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
De bovenschoolse begroting: Negatieve begroting en bezuinigingen De begroting is voor de periode 2014-2018 in zijn totaliteit negatief (begrotingsresultaat 2014-2018 € -2,5 miljoen) Door dit negatief resultaat zal het weerstandsvermogen van de vereniging weliswaar teruglopen maar ruim boven het afgesproken niveau van 25% blijven (per 1-1-2013 62,6% en met de begrote resultaten teruglopend naar 48% 31-12-2018). Ook de kapitalisatiefactor blijft met de begrote resultaten in 2018 nog fors hoger dan het maximum van 35% zoals dat voor de grotere schoolbesturen is vastgesteld. Er is gerekend met een natuurlijk verloop in het personeelsbestand dat het mogelijk maakt het personeelsbestand terug te brengen evenredig aan de teruglopende leerlingaantallen. Bij de vaststelling van de begroting 2014-2018 is er geen rekening gehouden met de uitwerking van het nationaal onderwijs akkoord en het onlangs gesloten herfstakkoord. De precieze uitwerking is op dit moment nog onduidelijk. De bekend gemaakte indicatieve bedragen rechtvaardigen een voorzichtige conclusie dat: de regeling prestatiebox weliswaar eindigt op 1-8-2015 maar dezelfde bedragen aanwezig zullen blijven voor kwaliteit onderwijs. de investering werkgelegenheid jonge leerkrachten is te gebruiken om het begrotingstekort 2014 op te lossen zonder formatieve bezuinigingen door te voeren waardoor meer jonge leerkrachten hun baan kunnen behouden de gestegen werkgeverslasten waarvoor maar gedeeltelijke prijscompensatie is toegepast voor een deel zullen worden gerepareerd De begrotingsresultaten samengevoegd met een voorzichtige inschatting consequenties nationaal onderwijsakkoord en herfstakkoord zien er als volgt uit: 2014 2015 2016 2017 2018 Begrotingsresultaat -172.295 -323.648 -577.945 -668.517 -816.160 Werkgelegenheid jonge lkr. Opvolger prestatiebox Verhoging lumpsum
130.000
Nieuw begrotingsresultaat
-42.295
100.000 200.000
260.000 200.000
260.000 200.000
260.000 200.000
-23.648
-117.945
-208.517
-356.160
Conclusies: de nieuwe begrotingsresultaten kunnen ruimschoots uit de aanwezige reserves worden bekostigd de nieuwe begrotingsresultaten hebben i.v.m. teruglopende baten nauwelijks invloed op het weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor bij vaststelling begroting 2015-2019 opnieuw beoordelen of bezuinigingsmaatregelen nodig zijn Er is in 2013 voor een bedrag van € 108.300 geïnvesteerd in ICT en meubilair en € 58.500 in OLP. Voor de jaren 2014 t/m 2018 is rekening gehouden met investeringen voor:
Olp van gemiddeld € 113.000 per jaar. Meubilair van gemiddeld € 40.000 per jaar. ICT van gemiddeld € 6000 per jaar (in 2013-2014 is alle hardware vervangen; een nieuwe vervangingsronde is gepland in 2019)
Pagina 32
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
2.9 Huisvesting Omdat de scholen van de VCO Midden- en Oost-Groningen gelegen zijn in 7 verschillende gemeenten is er een uitgebreid overlegcircuit met de verschillende gemeenten aan de orde. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor buitenonderhoud, aanpassing, uitbreiding en nieuwbouw van onderwijshuisvesting. Vanaf 2015 verschuift de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van de gemeente naar de schoolbesturen. In 2013 is er begonnen met de nieuwbouwplannen voor CBS De Regenboog te Hoogezand. De planvorming heeft een stevige vertraging opgelopen i.v.m. het vinden van een geschikte locatie voor het gewenste kindcentrum. Een aangepast plan kan gerealiseerd worden op de huidige locatie van CBS De Regenboog. De gemeente heeft in goed overleg het bouwheerschap overgenomen van de deelnemende schoolbesturen. De planning is nu bij de aanvang van het schooljaar 2016-2017 een nieuw schoolgebouw in gebruik te gaan nemen. Een kindcentrum waarin naast kinderopvang ook één andere basisschool gehuisvest zullen zijn.
In de gemeente Hoogezand is er een budget beschikbaar voor investeringen in duurzaamheid. Vanuit dit budget is er in het nieuwe schoolgebouw van CBS Het Galjoen een voorinvestering gedaan van ongeveer € 40.000, - voor het aanbrengen van dubbele beglazing. De definitieve besluitvorming over de bekostiging vanuit het duurzaamheidsfonds moet nog steeds plaats vinden. Voor CBS De Zonnewijzer in Siddeburen is er een voorlopig ontwerp om het gebouw aan te passen en te renoveren. Hiervoor is een bedrag van bijna € 500.000, - beschikbaar. Met de gemeente Slochteren vindt intensief overleg plaats om het beschikbare bedrag te gebruiken voor vervangende nieuwbouw. Omdat het gebouw van CBS De Zonnewijzer daterend uit 1902 met het beschikbare investeringsbedrag slechts in beperkte mate en voor een beperkte periode in voldoende mate geschikt kan worden gemaakt voor modern kwalitatief onderwijs met een betaalbare exploitatie, zal vervangende nieuwbouw ondanks de investeringen niet lang meer kunnen worden uitgesteld. CBS De Wegwijzer (Slochteren) is in 2013 aangepast en er is groot onderhoud uitgevoerd met de door de gemeente hiervoor beschikbare middelen ter grootte van € 262.000, Het schoolgebouw van CBS De Bron te Vriescheloo is in 2013 overgedragen aan de gemeente Bellingwedde.
Pagina 33
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Voor CBS De Loopplank worden er plannen uitgewerkt om gehuisvest te gaan worden onder één dak in het multifunctioneel centrum De Koningspil. De planning is er op gericht om dit bij aanvang van het schooljaar 2015-2016 gerealiseerd te hebben.
Voor CBS De Parel is er een steeds nijper wordend ruimtetekort. Conform de gemeentelijke verordening wordt er ruimte beschikbaar gesteld in leegstaande lokalen van een andere school. Voor een goede organisatie van het onderwijs is dit een ongewenste oplossing. Er wordt daarom gewerkt aan een tijdelijke oplossing met een extra lokaal hetgeen uit eigen middelen bekostigd moet worden. Daar waar het bij de huisvesting gaat om het preventief onderhoud werken we nauw samen met het adviesbureau Syplon uit Groningen. Dit adviesbureau actualiseert jaarlijks de onderhoudssituatie en stelt hiervoor ook een meerjarenprognose op. Op grond van de meerjarenprognose vindt er een reservering plaats van 75% van de vergoeding voor onderhoud. Een reservering die voldoende moet zijn om de te verwachten investeringen te kunnen financieren. Een punt van aandacht en zorg voor de komende jaren is de leegstand die zal ontstaan als gevolg van de terugloop van het leerlingenaantal. Op lokaal niveau wordt geprobeerd de huisvesting van het basisonderwijs zo effectief en betaalbaar mogelijk te organiseren. Het onder één dak brengen van twee scholen van verschillende denominaties kan hierbij een goede oplossing betekenen, hier wordt indien mogelijk dan ook op ingezet. En over een aantal scholen waarvoor dit een realistische optie is wordt er inmiddels over gesproken met de desbetreffende gemeente. 2.10 Toekomstparagraaf De ontwikkeling van het leerlingenaantal is in hoofdstuk 1.5 t/m 1.7 uitvoerig beschreven en is een punt van stevige zorg en aandacht. Samenwerkingsvormen en eventuele scholenfusies met andere denominatie worden niet uitgesloten. Om kwalitatief goed onderwijs te blijven realiseren en dat daarnaast ook nog betaalbaar en bereikbaar is, is samenwerking met andere denominaties misschien zelfs een voorwaarde. Op dit moment al wordt er volop rekening gehouden met de verwachte leerlingendaling door uiterst zorgvuldig om te gaan met het uit te voeren benoemingsbeleid binnen de VCO Midden- en OostGroningen. Tegelijkertijd is het om meer dan één reden geweldig belangrijk jonge mensen aan te trekken en te behouden voor het geven van uitdagend en geïnspireerd onderwijs door kleurrijke en evenwichtige schoolteams.
Pagina 34
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013
Tenslotte Onderwijs heeft ook in 2013 weinig te klagen gehad als het gaat om belangstelling vanuit de maatschappij en vanuit de politiek; en terecht! Heel vaak wordt in gesprekken, in discussies, en in beleidsstukken gesproken over de kwaliteit van het onderwijs. Ook in bestuurlijke kringen moet je, om erbij te blijven horen, vaak benoemen dat je je verantwoordelijk weet voor de kwaliteit van het onderwijs op jouw scholen en dat je daar ook vooral naar handelt. Die o zo belangrijke kwaliteit moeten we ook vooral goed meten en in beeld brengen en daarmee lopen we dan tegelijkertijd het grote gevaar om de kern, het belangrijkste deel van kwaliteit om het leven te brengen. In een column in Trouw van Gerwin van der Werf werd dit risico als volgt beschreven: Meten is Meten (column Trouw 29 jan) Mijn mentorleerlingen zitten weer eens gebogen boven een proefwerk, en ik ben de surveillant. Ik staar afwezig naar ze, mijn gezicht blauw uitgelicht door het scherm van mijn laptop. Ze maken een proefwerk voor gym. Ik herhaal dit, zodat u weet dat het er echt staat: ze maken een proefwerk voor gym. ‘Physical Education’, zo heet gym op de internationale school. Het proefwerk heeft zes pagina’s en vijfentwintig vragen. De eerste vraag is meteen raak. Voor één punt: ‘Welke drie commando’s worden gegeven aan de start van de sprint (door de man met het pistool)?’ Ik heb geen idee. ‘Hands up’? Ik spiek bij Stella, die vooraan zit. Het is ‘Ready, Set, Go.’ Vraag twee: wat is het ‘dode punt’ van de ringen? Als ik aan die ringen denk, en aan vroeger, zie ik mezelf als dood punt. Ze moeten ook hun VO2-max berekenen en het FITT-principe uitleggen. De gymdocenten zelf zijn eigenlijk geen voorstanders van die toetsen, maar ze legden mij uit dat ook hun resultaten meetbaar moeten zijn op verschillende criteria. Ik snap het, het is modern, maar het heeft iets treurigs. Gym, het enige schoolvak – met muziek misschien – waarbij er niet aan het feit voorbij wordt gegaan dat je ook een lichaam hebt. Voor het overige gebruikt een schoolkind zijn lichaam om zijn hoofd van het ene naar het andere klaslokaal te vervoeren. Nu, op dit moment, terwijl ik de schijn wek de leerlingen in de gaten houdt tijdens de gymnastiektoets, maakt mijn dochtertje in groep 6 de citotoets woordenschat. Ze heeft er twee weken van toetsen opzitten, maar nu komt het erop aan. Ze weet dat woordenschat niet haar sterke punt is, en hoopt vurig dat ze dit jaar bij de beste veertig procent zit. Als je daaronder komt wordt een Vwo-advies lastig, zegt ze. De druk wordt vanaf groep 3 stap voor stap opgevoerd. Meten is weten, niemand lijkt dat meer te betwisten, en meten moet je steeds opnieuw. Het zelfvertrouwen van de school, de gemoedsrust van de ouders, of de plaats op allerlei ranglijsten zullen er wel mee gediend zijn. Kinderen zijn dat in ieder geval niet. Meten is helemaal niet weten, als je het mij vraagt, in ieder geval niet in het onderwijs.
Onderwijs is de manier waarop we het verlangen naar een betere wereld vormgeven. Meten is meten. Meer niet. En al die tijd hebben we het belangrijkste uit het oog verloren:
Na een half uurtje is Majid klaar met de toets. Majid kan lekker voetballen, hij speelt in de B1 van ADO den Haag. Hij heeft meer dan de helft van de vragen niet ingevuld. Nu ja, dan weet hij in ieder geval wat hij niet weet.
Onderwijs, de manier waarop we het verlangen naar een betere wereld vormgeven. Hierbij zijn omzien, aandacht, barmhartigheid en respect voor een ieder die we ontmoeten kernwoorden. Voor de gedrevenheid, alle inspanningen en inzet waarmee er binnen de VCO scholen aan die geweldige opdracht handen en voeten zijn gegeven kunnen en willen we alleen maar onze welgemeende en oprechte waardering en dankbaarheid uitspreken. Gedrevenheid, inspanningen en inzet van medewerkers en vrijwilligers vanuit de inspirerende en richtinggevende verhalen van God met Zijn mensen. Waar we een stap dichter bij die betere wereld zijn gekomen moeten we het bereikte koesteren, waar het (nog) niet lukte gaan we samen verder met het werken aan kwalitatief goed onderwijs!
April 2014 De algemene directie.
Pagina 35
VCO Midden- en Oost-Groningen – Jaarverslag 2013