Colofon © Stichting Oehoewerkgroep Nederland (OWN) Tekst en samenstelling: Gejo Wassink Contactadres: Gejo Wassink Europaweg 40a 7137 HN Lievelde 0544 467034
[email protected] http://oehoe.web-log.nl Bestuurssamenstelling: Scipio van Lierop (Voorzitter) GejoWassink(Secretaris/Penningmeester) Henriette Edens (Weblog) Roelof Speelman (Bestuurslid) Richard Speelman ( Bestuurslid)
Kamer van Koophandel: 09200843
fiscaal nr. 821235175
Oehoebeschermingsplan 2011 t/m 2015
Inhoudsopgave 1. inleiding, de oehoe als ambassadeur voor afgravinggebieden. ............................................. 4 2. Inventarisatie van potentieel geschikte locaties (minimaal 3 bezoeken): ............................. 5 3. Bescherming broedlocaties (minimaal 7 bezoeken):............................................................. 6 4. Taken Limburgse coördinator (Scipio van Lierop: voorzitter OWN)................................... 7 5. Taken landelijk coördinator (Gejo Wassink) ........................................................................ 7 6. Taken weblog, redactie en Archief........................................................................................ 8 7. Kunstnesten ........................................................................................................................... 8 8. Bestuur OWN........................................................................................................................ 9 9. informatiemateriaal ............................................................................................................. 10 10. publicatiefonds .................................................................................................................. 10 11. Ringonderzoek.................................................................................................................. 11 12. Telemetrie-onderzoek....................................................................................................... 11 13. Oehoeonderzoek (grensoverschrijdend)........................................................................... 11 14. ontwikkeling lesmateriaal................................................................................................. 12 15. Financiën .......................................................................................................................... 12
1. inleiding, de oehoe als ambassadeur voor afgravinggebieden. In Nederland hebben we een aantal steengroeven in Limburg en één in Gelderland. Daarnaast kennen we zandgroeves en natte zandwinningen waar ook steile zandwanden of hellingen te vinden zijn. Verder zijn er de voormalige vuilnisbelten die ook door hellingen gekenmerkt worden. Al deze bijzondere landschapselementen die door de mens gecreëerd zijn, met name de echte groeves, vormen belangrijke leefgebieden voor vele zeldzame planten- en diersoorten. In het themanummer van het Natuurhistorisch maandblad van april 2004 “Verborgen valleien” passeren verschillende soorten de revue zoals: Koninginnepage, Beekrombout, Geelbuikvuurpad, Lansvaren enz. Dat deze gebieden bescherming verdienen is eigenlijk wel overduidelijk. M aar om een maatschappelijk draagvlak te creëren, valt nog niet mee. Daar heb je een planten- of diersoort voor nodig die tot de verbeelding van velen spreekt, met name ook als het gaat om de groeveeigenaren zelf. En welke soort kan die rol nu beter vertolken dan…..de oehoe. De grootste uilensoort van de wereld heeft de steen- en zandgroeves gekozen als leefgebied. In Nederland kennen we 8 plekken waar oehoes leven. En vlak over de Duitse grens neemt het aantal toe, waardoor ook in Nederland nog een toename te verwachten valt. M et name in alle oostelijke Provincies worden nu oehoes gesignaleerd. De groeves en afgravingen zijn hiermee onbewust unieke natuurgebieden geworden. Daar hoeft niemand meer iets voor te doen en het kost ook niets. M aar….. deze gebieden dreigen weer te verdwijnen of worden ongeschikt voor de huidige Flora en Fauna. M et name als de eindafwerking in zicht komt. Steile wanden en hellingen worden afgevlakt, of een afgraving verdwijnt helemaal en wordt weer beschikbaar gesteld voor bijvoorbeeld de landbouw of recreatie. De stichting Oehoewerkgroep Nederland ziet de oehoe als ambassadeur voor het behoud van deze zand- of steengroeven en andere gebieden met plaatselijke hoogteverschillen in het landschap. De oehoe staat nu al in de schijnwerpers vanwege het webcam-project www.beleefdelente.nl van vogelbescherming en het GPS-project van OWN dat voorheen o.a. door de Provicie Limburg al werd gesubsidieerd. M aatschappelijke verbreding van soortenbescherming is één van de uitgangspunten van de leefgebiedenbenadering, het nieuwe beleid voor de bescherming van bedreigde soorten. Deze maatschappelijke verbreding kan tot stand komen door groeve-eigenaren te betrekken bij het realiseren van leefgebieden voor bedreigde soorten in de terreinen waar zij werken. Projecten rondom de oehoe zijn daarom niet alleen gunstig voor de bescherming van de soort zelf, maar kunnen goodwill scheppen bij een zeer breed publiek en dus draagvlak voor de inrichting van deze gebieden. Een deel van het publiek kan ook worden ingeschakeld bij het in de gaten houden van (potentiële) oehoegebieden. Projecten kosten echter geld, ook al worden ze uitgevoerd door vrijwilligers. Zonder financiële ondersteuning van overheden en andere subsidieverstrekkers kan OWN haar voorgenomen taken niet uitvoeren. In het navolgende worden deze taken beschreven. De oehoe, ambassadeur van afgravinggebieden.
2. Inventarisatie van potentieel geschikte locaties (minimaal 3 bezoeken): 1. In de periode januari tm. maart moeten minimaal twee bezoeken worden gebracht aan elk gekozen gebied. Het eerste bezoek rond 15 januari en het tweede bezoek rond 15 februari. Zo mogelijk ook een bezoek brengen rond 15 november. 2. Voorafgaande aan de luistercessie wordt op opvallende plekken gezocht naar prooiresten en braakballen (op zandheuvels, open plekken in of vlakbij de bosrand, onder dode of goed aanvliegbare takken van bomen in de bosrand e.d.). 3. De bezoeken vinden plaats van 15 minuten voor zonsondergang tot 30 minuten daarna. 4. Een bezoek wordt gebracht bij droog en nagenoeg windstil weer. 5. De eerste 30 minuten worden gebruikt om te luisteren. 6. Tijdens de laatste 15 minuten wordt bij non-respons de baltsroep van de oehoe ten gehore gebracht (vocaal of via cassetterecorder/cd-speler). Daarna wordt nog 10 minuten geluisterd. 7. Tussen de bezoeken dient minimaal twee weken tijdsverschil te worden aangehouden. 8. Half juni wordt een derde bezoek gebracht aan de locatie. Overdag wordt het object inclusief aanliggende bosranden en kaalkappen doorzocht met het oog op eventuele prooiresten of andere sporen. Daarna wordt voor de zekerheid nog geluisterd vanaf een kwartier voor zonsondergang tot een kwartier (of langer) daarna, met als doel eventuele roepende jongen alsnog te lokaliseren. Berekening onkostenvergoeding: Uitgangspunten:
Berekening (afger. Bedragen):
Afstand tot object: 40 km. Aantal bezoeken: 4 Vergoeding per km. : 0,28 Tijdsinvestering: 8 uur (incl reistijd). a € 25,-
40 km.x2= 80 km. x 4 bezoeken= 320 km.x 0,28= € 90,eigen bijdrage vrijwilligersuren (cofinanciering): € 6000,(8 uur x €25 x 30 objecten) totaal voor begroting € 90,aantal objecten: 30 totaalbedrag: € 2700,-
s o ort z a n d w in n in g s to r tp l a a ts z an d gro e v e ? s to r tp l a a ts z an d gro e v e s to r tp l a a ts h e u v e l /s t o r t p l a m e rg e lg ro e v e z an d gro e v e le e m g ro e v e ? m e rg e lg ro e v e z an d gro e v e s to r tp l a a ts m e rg e lg ro e v e g r in d g r o e v e B o s /h e i d e z an d gro e v e s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts s to r tp l a a ts
p l a a ts Em m e n Em m e n E r m e lo W ek e ro m Lu ntere n T w e l lo Z u i d G a rde re n R o oth T e g e le n W ee rt V ilt Brun ssu m M a a s b rac h t T e r b l i jt Sp a ub e ek W e ll K o n in g s b o s c h G e ld r o p / N u e n e n Ve g he l A l t w e e r t e r h e id e H a rd en be rg Ze nd eren Z e ld a m / D e l d e n H e n g e lo
Nog 6 gebieden in te vullen.
b e n a m in g B r o k e n c i r c le E m m e rs c h an s U l le r b e r g S te e n e n b e r g A erd e nb roe k S o ls c h e b e rg R o o th e r g r o e v e G p 4 48 Lo z erw e g M e e r te n s g r o e v e A b d is s e n b o s c h B lo m S pa ub e ek B e r g e r h e id e za n d w
W it t e p a a l V lo e d b e l t B o e ld e r s h o e k
p ro v in c ie D r e n te D r e n te G e ld e rla n G e ld e rla n G e ld e rla n G e ld e rla n G e ld e rla n L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g L im b u r g N B ra ba n t N B ra ba n t N B ra ba n t O ve rijs s e l O ve rijs s e l O ve rijs s e l O ve rijs s e l
te be n ad e ren p e rs oo n H an s H a spe r H an s H a spe r H an s H a spe r
A rja n O v a a R a lf B o v e e J a c o b v a n d e r W e e le H an s va n de L a ar H uu b D on G e r V e e ns tra K y le G r o t e n s R o b V o e s te n P a ul E v e rs Ja m e s va n Le uve n O t to K w a k H an s H a spe r H an s H a spe r M a r k Z e k h u is P ie t K o k k e
3. Bescherming broedlocaties (minimaal 7 bezoeken): 1. Alle broedlocaties worden door een vaste “oehoeder” vanaf 15 januari tm. juni minimaal maandelijks, maar liever om de twee weken bezocht. (zie voor inventarisatie punt 1.) 2. In augustus/september wordt getracht te achterhalen hoeveel jongen hebben overleefd.( bezoek nr. 7). 3. Na het vaststellen van de nestlocatie wordt alleen nog maar van grote afstand bekeken of er geen bedreigingen zijn. Een bezoek aan de exacte plek is dan overbodig en kan tot verstoring leiden. 4. Problemen op de broedlocatie, ook als deze andere bijzondere flora en fauna betreft, worden op de dag van constatering doorgegeven aan de Landelijke- en/of Limburgse coördinator (als het Limburg betreft). Deze (of na overleg de ‘oehoeder’ zelf) neemt persoonlijk contact op met de terreineigenaar en werkgroepen die zich met betreffende soorten bezig houden om tot een oplossing te komen. Ook nestlocaties worden aan hem doorgegeven, opdat de eigenaar in kennis kan worden gesteld. 5. Bij het ontbreken/afwezigheid van een “oehoeder” vragen de coördinatoren andere personen om in ieder geval eind april de locatie te bezoeken. In deze tijd kan het aantal jongen op het nest worden vastgesteld. 6. In de periode mei-september organiseren de coördinatoren nog minimaal ėėn bezoek om het aantal uitgevlogen jongen vast te kunnen stellen. 7. Speciaal bij groeves moet in de periode februari-april de nodige voorzichtigheid in acht worden genomen . Het benaderen van een broedende oehoe vanaf de bovenrand van de groeve kan tot verstoring leiden. Bevindingen , nulwaarnemingen , gegevens betreffende prooiresten en braakballen (na opmeten en uitpluizen) worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de landelijk coördinator. Uitgangspunten:
Berekening (afger. Bedragen):
Afstand tot object: 40 km. Aantal bezoeken: 7 Vergoeding per km. : 0,28 Tijdsinvestering: 14 uur (incl reistijd). a € 25,-
40 km.x2= 80 km. x 7 bezoeken= 560 km.x 0,28= € 157,eigen bijdrage vrijwilligersuren (cofinanciering): € 3500,(14 uur x € 25 x 10 objecten) totaal per gebied voor begroting € 157,aantal objecten : 10 totaalbedrag € 1570,-
De namen van de oehoeg ebieden zijn hier verwijderd.
in 2013 waren er reeds 16 territoria. Het plan moet hier nog op worden aangepast.
4. Taken Limburgse coördinator (Scipio van Lierop: voorzitter OWN). 1. 2.
3. 4.
5. 6.
De coördinator in Limburg treedt op na het ontdekken van een broedgeval of bij calamiteiten. Zo snel mogelijk nadat een oehoeder een broedsel heeft ontdekt, wordt de terreineigenaar op de hoogte gebracht. (door oehoeder zelf of de coordinator). Als het broedsel op een winningswand is gevestigd, wordt samen met de terreineigenaar naar een oplossing gezocht. Ook als andere bijzondere flora of fauna bedreigd wordt, wordt contact gezocht met de eigenaar en de werkgroepen die zich met deze soorten bezig houden. De coördinator regelt (in overleg met de oehoeder en terreineigenaar en/of Provincie) de nodige vergunningen/toestemming om het terrein te mogen betreden. Als het nodig blijkt een kunstnest o.i.d. aan te brengen, wordt dit door de coördinator geregeld. Hij/zij onderhoudt contact hierover met de landelijk coördinator en Vogelbescherming Nederland (m.b.t. de financiering als dat nodig is). Secundair aanspreekpunt voor de pers, als de landelijk coördinator onbereikbaar is. Aanspreekpunt voor Limburgs Natuurhistorisch Genootschap. Inktpatronen/kopie: € 20,Telefoonkosten: € 25,Porto : € 10,Tegemoetkoming internetk. : € 50,2 besprekingen (a 63 km.) 252 km. x 0,28= € 70,totaal: €175,Tot nu toe (juli 2013) is dit bedrag nog nooit gedeclareerd.
5. Taken landelijk coördinator (Gejo Wassink) 1. Ontwikkelen/aanpassen van het beschermingsplan. 2. Coördinatie van de inventarisatie van huidige broedplaatsen en geschikte toekomstige broedplaatsen. 3. Opzetten en up to date houden van een landelijke database inclusief bijhouden nulwaarnemingen. 4. Beschikbaar stellen van de databasegegevens aan overige bestuursleden. 5. Publicatie van een jaarverslag. 6. Contactpersoon voor landelijke oehoevraagstukken. 7. Aanspreekpunt voor landelijke pers. 8. Contact onderhouden met de webmaster van www.uilen.org en organisatoren landelijke uilendag. (STONE en Kerkuilenwerkgroep Nederland). 9. Aanleveren van gegevens aan SOVON. (broedlocaties en zekere waarnemingen).
Inktpatronen/kopie : € 40,Telefoonkosten: € 30,Porto : € 30,Tegemoetkoming internetk. E.a. : € 50,4 besprekingen (a 63 km.) 504 km. x 0,28= € 140,totaal : € 290,Tot nu toe (juli 2013) is dit bedrag nog nooit gedeclareerd.
6. Taken weblog, redactie en Archief. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inrichten en actueel houden van de internetsite: http://oehoe.web-log.nl Behandelen van ingekomen e-mailberichten via dit weblog. Controleren van oehoewaarnemingen die via de weblog binnenkomen. Controle internetwaarnemingen. Gecontroleerde oehoewaarnemingen doorspelen aan de landelijke coördinator/databasebeheerder. Bijhouden van een papieren archief. Contactpersoon betreffende ontsnapte oehoes. Sporadische controle in verdachte oehoegebieden in West- en M idden Nederland. Zo mogelijk ook af en toe aandacht schenken aan andere bijzondere Flora en Fauna die in het leefgebied van de oehoe voorkomt. Inktpatronen: € 40,Telefoonkosten: € 25,Porto : € 10,Tegemoetkoming internetkosten e.d. € 50,Kosten internetpagina/weblog: € 150,4 besprekingen/controles (a 63 km.) 504 km. x 0,28= € 140,totaal : € 415,Tot nu toe (juli 2013) is dit bedrag nog nooit gedeclareerd.
7. Kunstnesten Het weglokken van de oehoes uit bedreigde broedlocaties kan in sommige gevallen een duurzame oplossing bieden. In de Achterhoek is dit reeds met succes toegepast. In Limburgse groeves, waar het redelijkerwijs niet mogelijk is een steile wand te behouden en/of in te richten voor oehoes, is een dergelijke maatregel een optie. Bij de Encigroeve en Julianagroeve is het niet nodig kunstnesten aan te brengen. Bij Brunssum is al een nestbak geplaatst en moeten we overwegen of het graven van een nestrichel op een rustige plaats een oplossing biedt. Voor de Curfs groeve ligt er al een plan waarbij rekening wordt gehouden met de oehoe. Omdat het nest in de Achterhoek snel in verval raakt , zou ook hier een onderhoudsvrijere nestplek gecreëerd kunnen worden. De meest duurzame oplossing lijkt dan een nestkast zoals die in Schleswig-Holstein gebruikt wordt. Van duurzaam hout worden “bakken” vervaardigd van 70 * 70 cm. Op een bodem wordt een opstaande rand gemaakt van 30 cm. hoog. In de bodem worden talrijke gaten geboord voor het aflopen van regenwater. Als de bodem van planken gemaakt wordt kunnen ca. 0.5 cm. brede spleten voor waterafvoer zorgen. De bak wordt gevuld met een laag fijn grind dat wordt afgedekt met zachter materiaal als houtspaanders e.d. Deze nestbakken worden het liefst zo’n 10 meter uit de bosrand opgehangen , stevig verankerd in bijvoorbeeld de splitsing van de hoofdstam. Een gemiddelde ophanghoogte van 9 meter is voldoende. Het hout moet in een onopvallende kleur geverfd worden. Vanuit de nestkast moet een horizontale tak voor de pullen bereikbaar zijn voor loopoefeningen. Dit voorkomt al te vroeg uitvliegen. De nestplaats moet voor de oehoes die de bosrand invliegen vrij aanvliegbaar zijn.
Zo mogelijk moet de nestbak onzichtbaar zijn vanaf de dichtstbijzijnde wandelpaden of wegen, opdat wandelaars niet nieuws gierig worden door het onnatuurlijk ogende geheel. Een andere optie is het maken van een kunstnest. Deze is onopvallender, maar minder duurzaam. Kunstnesten moeten bij gebruik door oehoes jaarlijks worden gerepareerd. Op een mat betonijzer van 60*60 cm. wordt een even zo groot stuk kippengaas of ander fijnmazig gaas bevestigd. Op dit platform wordt met takken een nest gevlochten zodat het geheel uiterlijk lijkt op een oud roofvogelnest. Dit nest wordt op een soortgelijke plek bevestigd als een nestbak. De aanschaf van 4 nestkisten inclusief ophangen, reiskosten en materiaal is € 600,-
8. Bestuur OWN Voorzitter: Scipio van Lierop Secretaris/penningmeester: Gejo Wassink (tevens landelijk coördinator) Weblog: Henriette Edens (tevens redactie en archief). Bestuurslid: Roelof Speelman Bestuurslid: Richard Speelman
Het bestuur heeft in eerste instantie contact via e-mail. Een of twee keer per jaar kunnen de leden lijfelijk vergaderen. Vele zaken kunnen immers via het internet (e-mail) besproken worden en de leden zullen waarschijnlijk ver bij elkaar vandaan wonen. Verder gaan we er van uit dat er 3 bestuursleden aanwezig zullen zijn op de landelijke Sovondag en de uilendagen. Ook zal er minimaal 1 keer per jaar vergaderd worden met de andere uilenwerkgroepen in Nederland. Voor het goed kunnen uitvoeren van de taken Penningmeester/secretaris/landelijk coördinator en de taken Weblog/redactie/archief zijn 2 laptops nodig. Deze dienen tevens voor lezingen en hebben een educatief doel op landelijke dagen. Porto-, telefoon- en internetkosten zijn al genoemd bij hoofdstuk 4,5 en 6 in dit plan.
Secretaris/penningmeester
Weblog/redactie/archief
-Laptop (eenmalig): € 400,-2 verg. (a 63 km.) 252 km. x 0,28= € 70,-land.uilendag : 126x 0,28= € 35,-Sovondag : 126x 0,28= € 35,-alg. verg. uilenwerkgr. : 126x 0,28= € 35,- consumpties vergadering 2x 50,= €100,jaarlijks: € 275,eenmalig : € 400,-
-Laptop (eenmalig): € 400,-2 verg. (a 63 km.) 252 km. x 0,28= € 70,-land.uilendag : 126x 0,28= € 35,-Sovondag : 126x 0,28= € 35,-alg. verg. uilenwerkgr. : 126x 0,28= € 35,-
Voorzitter
Overige bestuursleden (3 personen) -2 verg. (a 63 km.) 252 km. x 0,28= € 70,-land.uilendag : 126x 0,28= € 35,-Sovondag : 126x 0,28= € 35,-alg. verg. uilenwerkgr. : 126x 0,28= € 35,-
-2 verg. (a 63 km.) 252 km. x 0,28= € 70,-land.uilendag : 126x 0,28= € 35,-Sovondag : 126x 0,28= € 35,-alg. verg. uilenwerkgr. : 126x 0,28= € 35,-
jaarlijks: € 175
eenmalig : € 400,-
jaarlijks: € 175 x 3= € 525 jaarlijks: € 175 * In 2012 is besloten 0,19 ct per km. ipv. 0,28 ct te vergoeden.
9. informatiemateriaal 8 a. informatiepaneel: Na de oprichting van de werkgroep wordt een staande informatiewand aangeschaft die demontabel is. Op dit informatiepaneel komen foto’s en informatie betreffende de oehoe en ook andere flora en fauna die we in de leefgebieden van oehoes aantreffen. Op landelijke dagen (ook uilendag en roofvogeldag) kan dit paneel dan worden tentoongesteld. Er zal iemand van de werkgroep als taak op zich moeten nemen deze wand op te slaan en te vervoeren. Reiskosten hiervoor moeten worden vergoed. Geraamde kosten: € 2150,- (fotowand) en € 100,- (reiskosten). 8 b. jaarverslag en nieuwsbrief: De landelijke coördinator zorgt aan het eind van het jaar voor een jaarverslag dat per e-mail wordt verstuurd. Verder wordt er 4x per jaar een digitale nieuwsbrief uitgebracht voor donateurs. OWN gaat in overleg met andere uilenwerkgroepen en Vogelbescherming over de realisatie van een gezamenlijke nieuwsbrief/uilenblad. Naar alle waarschijnlijkheid zal Vogelbescherming een gezamenlijke uilennieuwsbrief buiten dit plan om (gedeeltelijk) financieren. M aar ook OWN zelf zal een bijdrage moeten leveren 8 c. Beamer en projectiescherm voor educatie landelijke dagen e.d. Voor het tonen van oehoebeelden in de stand van OWN op landelijke dagen e.d. is een laptop nodig. Deze kan tevens gebruikt worden voor lezingen. Ook een beamer en projectiescherm zijn hiervoor onontbeerlijk. beamer + reserve lamp: € 1200 projectiescherm (incl. opberghoes e.d.): € 700 8 d. Opgezette oehoe. Geschatte kosten inclusief opbergkist: € 600,-
10. publicatiefonds De oehoewerkgroep verzamelt veel onderzoeks gegevens. Af en toe zal er een rapportage plaats kunnen vinden, of kan worden nagedacht over het publiceren van een brochure. Verder moet een folder worden ontwikkeld die op landelijke dagen e.d. aan het publiek kan worden uitgereikt. Ook zal er moeten worden bijgedragen aan een landelijke uitgave die door de gezamenlijke Nederlandse uilenwerkgroepen zal worden ontwikkeld. Geraamde kosten folder: € 1200,- publicatiefonds rapportage/brochure: € 3000,-
11. Ringonderzoek. Bij het 1. 2.
het Vogeltrekstation wordt een ringvergunning aangevraagd. Doel van het ringonderzoek is verkrijgen van antwoorden op o.a. volgende vraagstellingen: Waar komen doodgevonden of gewonde oehoes in NL vandaan, en waar gaan ze naartoe ? Is er een eventuele uitwisseling tussen populaties (Teutoburgerwald, M unsterland, Nederland, Eifel) ? 3. Hoe is het gesteld met de conditie van jonge Oehoes, samen met het oog op PCB-gehalte (vetmonsters nemen....instructie van Alterra). ? 4. Hoe zit het met de gem. leeftijd van de Oehoes in de "nieuwe gebieden" en daaraan gekoppeld de kans dat ze verder in NL voet aan wal kunnen krijgen ? 5. Kan er een verband worden gelegd met de broedplaatskeuze en de plaats waar jonge oehoes geboren worden (Gaan Enci-oehoes straks ook gewone bosgebieden bevolken ?). 6. Hoe zit het met de verdeling mannetjes-vrouwtjes. 7. Hoe zit het met de leeftijd, trek, dispersie en afgelegde afstand van de oehoes in de "nieuwe gebieden"t.o.v. de gebieden in DL waar al langer ringonderzoek plaats vindt. Kortom ....gedragen de oehoes zich in de dunbevolkte nieuwe gebieden anders dan in de dichtbevolkte bolwerken ? Geraamde kosten voor 20 ringen per jaar: € 60,- (inclusief certificering voor ringvergunning).
12. Telemetrie-onderzoek Er is een apart plan van aanpak geschreven voor telemetrieonderzoek. De kosten voor dit onderzoek worden wel meegenomen in de financiële bijlage van dit plan. We gaan uit van het zenderen van 3 oehoes per jaar. Geraamde kosten: € 25000,- voor een project met 3 zenders.
13. Oehoeonderzoek (grensoverschrijdend). In Nederland worden 6-8 broedparen van de oehoe in de gaten gehouden, over de grens bij Drenthe 10 en over de grens bij Gelderland 20. In verschillende gebieden worden (soms maandelijks) voedselresten verzameld . De jonge oehoes worden geringd door Gejo Wassink van OWN, ook in Duitsland. Broedbiologie en metingen worden door OWN bijgehouden. Het onderzoek in Duitsland is belangrijk omdat de toename van de soort in Nederland te verklaren is uit de aantaltoename in deze Duitse oehoegebieden. Telemetrieonderzoek toont aan dat er uitwisseling is tussen de Duitse en Nederlandse populatie. Voor dit onderzoek wordt minimaal 5000 km. per jaar afgelegd door onderzoekers. Voor het inventariseren van oehoes in potentiële gebieden zijn 2 memorecorders nodig. Geraamde kosten: 5000 x 0,28*= € 1400,2 memorecorders : 2 x € 350,-= € 700,totaal € 2100,-
* In 2012 is besloten 0,19 ct per km. ipv. 0,28 ct te vergoeden.
14. ontwikkeling lesmateriaal In 2012 wil OWN een start maken met het ontwikkelen van lesmateriaal voor het basisonderwijs. In eerste instantie zal onderzoek verricht worden naar de manier waarop hieraan gestalte kan worden gegeven. Daarnaast zullen enkele lessen worden ontwikkeld en uitgeprobeerd. De geschatte kosten voor deze eerste opzet en uitprobeerfase beramen we op € 1000,Dit omvat het maken en drukken van enkele lessen, alsmede het verzenden aan scholen en kilometervergoedingen voor schoolbezoeken (gastlessen).
15. Financiën Onderstaande tabellen tonen de bedragen voor 5 jaren oehoe-bescherming. De benodigde bedragen zijn ook terug te vinden in de verschillende hoofdstukken hiervoor. Let wel dat dit geschatte bedragen zijn. Voor de werkelijk gedeclareerde kosten e.d. verwijzen we naar het financiële jaaroverzicht en de jaarbegroting van OWN. Begroting Oehoebeschermingsplan voor 5 jaren onderdeel invent. Potentieel geschikt gebied eigen bijdrage vrijwilligers bescherming bezette broedplaatsen eigen bijdrage vrijwilligers coordinatie Limburg coordinatie Landelijk weblog en archief kunstnesten bestuurskosten laptop+Photoscoop en afschrijving informatiemateriaal/presentatie
kosten 2011 € 2.700 € 6.000 € 1.570 € 3.500 € 175 € 290 € 415 € 600 € 1.150 € 800 € 4.750
kosten kosten kosten kosten totaal 2012 2013 2014 2015 € 2.700 € 2.700 € 2.700 € 2.700 € 13.500 € 6.000 € 6.000 € 6.000 € 6.000 € 30.000 € 1.570 € 1.570 € 1.570 € 1.570 € 7.850 € 3.500 € 3.500 € 3.500 € 3.500 € 17.500 € 175 € 175 € 175 € 175 € 875 € 290 € 290 € 290 € 290 € 1.450 € 415 € 415 € 415 € 415 € 2.075 € 100 € 100 € 100 € 100 € 1.000 € 1.150 € 1.150 € 1.150 € 1.150 € 5.750 € 730 € 730 € 730 € 730 € 3.720 € 100 € 100 € 100 € 100 € 5.150
fotowand: € 2150 reiskosten: € 100 beamer: € 1200 projectiescherm: € 700 opgezette oehoe € 600
publicatiefonds
€ 4.200
€0
€ 60 € 25.000 € 2.100
€ 60
€0
€0
€0
€ 4.200
€ 60 € 60 € 60 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 1.400 € 1.400 € 1.400 € 1.400 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 100 € 100 € 100 € 100
€ 300 € 100.000 € 7.700 € 4.000 € 500
folder: € 1200 brochure: € 3000
ringonderzoek telemetrieonderzoek overig onderzoek lesmateriaal Basisonderwijs onverwacht
€ 100
tot. Generaal totaal € 53.410 € 19.290 € 44.290 € 44.290 € 44.290 € 205.570 Afschrijving laptops in 5 jaar. Photoscoop in 10 jaren.
* In 2012 is besloten om 0,19 ct per km. te vergoeden i.p.v. de genoemde 0,28 ct in dit beleidsplan. Overal waar 0,28 wordt genoemd in dit plan, moet dus 0,19 worden gelezen. De bedragen zijn hierop nog niet aangepast in dit document. Wel in de financiële jaaroverzichten en de begroting van OWN.