Financiering van inloophuizen Deel 1: Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
vastgesteld 13 maart 2009
1. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning Veel zorgtaken die eerder door de centrale overheid werden bekostigd, zijn sinds 2007 onderdeel van de gemeentelijke verantwoordelijkheid, als onderdeel van de WMO. Deze wet regelt dat gemeenten zelf uitvoering geven of voorzien in de financiering van bepaalde diensten en zorg: • • • • • • • • • • • •
hulp bij het huishouden woonvoorzieningen rolstoelen of andere verplaatsmiddelen vervoersvoorzieningen gehandicaptenparkeerkaart en –parkeerplaats welzijnswerk (zoals ondersteuning voor clubs, wijkcentra, dorpshuizen) ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers verslavingszorg vrouwenopvang maatschappelijke opvang openbare geestelijke gezondheidszorg bestrijding van huiselijk geweld
Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is dat iedereen lokaal kan meedoen in de maatschappij, burgerparticipatie staat centraal. De WMO is daarbij verantwoordelijk voor de gemeentelijke ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers als vorm van hulp en opvang voor bepaalde groepen, zoals mishandelde vrouwen, mensen met psychische problemen, daklozen en verslaafden. Uitgangspunten van de WMO: • Burgers moeten meer voor zichzelf en voor elkaar gaan zorgen • Versterking van de maatschappelijke solidariteit • Ondersteunen en deelnemen in de samenleving op basis van het compensatiebeginsel • Goede zorg voor mensen die het echt nodig hebben • Minder bureaucratie De WMO onderscheidt de volgende prestatievelden: 1. Bevorderen van sociale samenhang 2. Op preventie gerichte ondersteuning jeugd 3. Informatie, advies en cliëntondersteuning 4. Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 5. Bevorderen maatschappelijke participatie kwetsbare burgers 6. Leveren van individuele voorzieningen 7. Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 8. OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg) 9. Bevorderen van verslavingsbeleid 2. Inloophuizen en de WMO Inloophuizen wordt geadviseerd om voor subsidie van organisatiekosten en loonkosten van hun coördinator een beroep te doen op de eigen gemeente in het kader van de WMO. Inloophuizen kunnen - in de WMO-terminologie- aangeven dat zij in prestatieveld 4 actief zijn. Op zich zijn inloophuizen ook wel actief op de velden 1,5 en 8. Dit laatste met name in de zogenaamde “kerngemeenten, belast met de geestelijke gezondheidszorg in de regio”
2
Om een indicatie te geven van de grootte van de bedragen, en dit is slechts een indicatie, hier zijn geen rechten aan te ontlenen. 1. er is een inloophuis met 2.000 bezoekers per jaar, dat krijgt een subsidie van € 30.000,- voor de personele lasten 2. er is een inloophuis met 4.000 bezoekers per jaar en dat krijgt een subsidie van € 42.000,- voor de personele lasten 3. er is een inloophuis met 6.000 bezoekers per jaar en dat krijgt € 65.000,subsidie voor de personele lasten Laat u niet afschepen met een kleine startsubsidie maar zet in op structurele subsidie voor de dekking van de personele lasten, mn die van de betaalde coördinatoren.
In het contact met de gemeente is het volgende van belang: * De registratie: Het is daarbij zeer belangrijk dat een inloophuis de registratie van bezoekers op orde heeft, waarbij helder moet zijn uit welke gemeente de bezoekers afkomstig zijn. Weinig of geen gemeente wil betalen voor een voorziening voor burgers van een andere gemeente. Met iedere gemeente waar bezoekers vandaan komen moet het inloophuis dus in feite apart om de tafel voor een stukje subsidie. Het is aan te raden om na te gaan of er een regionaal werkverband bestaat tussen deze gemeenten, dat maakt het aanvragen eenvoudiger. * De presentatie: presenteer het inloophuis op een professionele en zakelijke manier, met goede onderbouwing, een keurig jaarverslag of beleidsplan. Benoem je kernproduct en je kwaliteitseisen. Laat zien wie je bent, zorg voor een goede maar korte presentatie. Zorg dat de gemeente weet wie je bent en leer elkaar kennen. Ga daarbij niet te diep in op het specifieke en het eigene van het mooie en goede werk dat gebeurt in een inloophuis. Vaak ga je als organisatie ook te diep in op je eigen werk en hoe bijzonder en speciaal het is. Dat neemt men voor kennisgeving aan. Praat meer over positionering: binnen de WMO en binnen het maatschappelijk veld. Benoem ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het inloophuis, bijvoorbeeld door het willen gaan geven van voorlichting op scholen, het actief betrekken van allochtonen bij het inloophuis, het bieden van maatschappelijke stages, het geven van voorlichting aan (allochtone) vrouwen. * De procedure: zoek eerst uit welke termijnen er gelden voor het aanvragen van een WMO-subsidie. Dat kan soms zelfs al voor 1 april van het voorafgaande jaar zijn! Treedt vervolgens in contact met de gemeente-ambtenaar en wethouder die de WMO in hun taakpakket hebben, om één en ander te bespreken. Vaak is het goed te beginnen met een kennismakingsbezoek aan het inloophuis. Vervolgens is het zaak in onderling overleg vast te stellen bij welk prestatieveld van de WMO het inloophuis wordt ondergebracht, hoe de gemeente dat ziet en welke financiële ruimte er is binnen die velden. Inloophuizen zijn binnen de WMO met name te positioneren als een vorm van lokale vrijwillige hulpverlening, oftewel informele zorg: o hulp wordt verleend door vrijwilligers, meestal vanuit een georganiseerd verband; tussen de vrijwilliger en degene aan wie zorg wordt verleend bestaat vooraf meestal geen relatie o de reikwijdte van inloophuizen is meestal gemeentelijk o het aanbod is bestaat uit activiteiten, inloop en lotgenotencontact o het vrijwilligerswerk is intensief en veeleisend
3
Daarnaast zijn inloophuizen mantelzorgondersteunend: o door activiteiten en lotgenotencontact voor partners en naasten van mensen met kanker o door rust te brengen thuis door ontlasting van de mantelzorg o door het geven van informatie Inloophuizen zijn gericht op leefbaarheid en samenwerking, vervullen een functie centraal in de wijk, zijn onderdeel van de bredere samenleving, als vorm van gemeenschapszorg voor mensen in een wijk of stad aan elkaar. Inloophuizen zorgen voor langere participatie van kwetsbare burgers en voorkomt ernstige sociale problematiek zoals vereenzaming. Daarmee is aangegeven hoe inloophuizen te zien zijn als onderdeel van de informele zorg en de mantelzorgondersteuning. Een gemeente zal vervolgens kijken of het werk van een inloophuis niet te scharen valt onder het werk van een al bestaande gemeentelijke voorziening, bijvoorbeeld het welzijnswerk. Daarbij is het van belang te benadrukken waarin het inloophuis zich onderscheid van dat welzijnswerk: de specifieke en grote doelgroep die wordt ondersteund, en het werken met speciaal daartoe geschoolde en getrainde vrijwilligers, die begeleid en ondersteund worden. Dat is onderscheidend. Voor het verkrijgen van een WMO-subsidie zijn doorgaans aanvraagformulieren beschikbaar. In grotere gemeenten kan het ook zijn dat dit wordt verzorgd door een budgethouder, andere instantie die belast is met de uitvoering van de WMO, zoals de GGD. Maar: het doen van een subsidieaanvraag zou niet het begin maar het sluitstuk van de samenwerking met een gemeente moeten zijn. De betreffende ambtenaar verzorgt dan zelf die aanvraag, beginnend bij een beschrijving binnen het gemeentelijk beleid. Om dat te bereiken is, zoals gezegd, een goede positionering van het inloophuis van belang: als zelfstandige organisatie met een goed eigen product en tegelijkertijd als netwerkorganisatie binnen de informele zorg. Dat is een spanningsveld waarbinnen het wat lastig laveren is: niet worden weggezet als “te lastig en te zelfstandig” en niet worden weggezet als “te weinig eigenheid” en “dit wordt al gedaan door anderen”. Goed is het om van te voren na te denken welk aanbod je kan doen aan de gemeente, wat heb je hen te bieden en vanuit welke positiviteit kan je elkaar vinden. Probeer mee te denken in het totaalplaatje van de gemeente en probeer te denken in samenwerkingsverbanden. Benadruk je visie op samenwerking binnen de gemeente, met lokale organisaties zoals lokale vrijwilligersorganisaties in de zorg. Benadruk daarin steeds het eigene van deze werksoort: “wij allen helpen zeer kwetsbare burgers in uw gemeente” is het adagium. En benadruk tenslotte ook dat het inloophuis een sterke rol kan vervullen als buurtcentrum, als bindmiddel voor een wijk, als middel om bij te dragen aan cohesie in de lokale gemeenschap en aan de participatie van burgers. Er zijn, dat zal duidelijk zijn, geen standaard-aanvraagformulieren of voorbeelden van beschikkingen te vinden. Enerzijds omdat deze per gemeente verschillend zijn, maar anderzijds ook omdat hopelijk duidelijk is geworden dat het daar niet om gaat. De subsidieaanvraag en de toekenning ervan is het gevolg van een langer en intensief contact met de gemeente, van elkaar kennen en erkennen, samenwerken en overleggen. Tenslotte: Iedere gemeente is verplicht om een vorm van burgerparticipatie te hebben met betrekking tot de WMO. Meestal is dat een adviesorgaan in de vorm van een WMO-raad, waarin burgers en belanghebbenden zitting hebben. Het is aan te raden om deze raad, of enig ander adviesorgaan van de WMO, te informeren over het inloophuis. Die WMO-raad kan vervolgens met de gemeente bespreken hoe met het verzoek van ondersteuning van het inloophuis wordt omgegaan.
4
Ook wanneer de gemeente niet bereid is om het inloophuis te steunen, kan de WMO-raad dit aanroeren. 3. Lokale samenwerking Dus: zorg eerst voor samenwerking: Binnen een lokale samenleving, maar ook binnen de WMO, komt een inloophuis tal van andere organisaties tegen die actief zijn in hun hulp aan kwetsbare mensen. Afgezien van de mogelijkheden die inhoudelijke samenwerking kan bieden voor de bezoekers, zoals goede doorverwijsmogelijkheden, kan samenwerking ook bijdragen aan een betere positionering van het inloophuis binnen de gemeenschap en dus ook voor de gemeente als verstrekker van middelen zoals WMO-gelden. Samenwerken vanuit de eigenheid van de organisatie heeft lokaal dus ook een sterk strategische kant, gericht op de positionering van de organisatie en op het verkrijgen van subsidies. Inloophuizen zijn geneigd samenwerking vooral te zoeken met andere organisaties die zich richten op kanker. Voor een goede positionering binnen de WMO en binnen de gemeente is dat dus minder van belang en is samenwerking met lokale organisaties van informele zorg en mantelzorgondersteuning belangrijker. Inhoudelijk ligt dit minder voor de hand, strategisch juist meer. 4. Tot besluit: samenwerking in het algemeen Los van strategische keuzes om samen te werken met betrekking tot de WMO, inhoudelijk kan samenwerking voor een inloophuis ook een hoop betekenen, en rechtstreeks ten goede komen aan de bezoekers van een inloophuis. Samenwerking kan, afhankelijk van het doel van die samenwerking, met zeer veel verschillende partijen worden aangegaan: 1. rondom het thema kanker, dus met andere organisaties van/voor kankerpatiënten of met organisaties werkzaam op het terrein van de ziekte kanker. bijvoorbeeld: ziekenhuizen, patiëntenorganisaties, integrale kankercentra. Die laatsten zijn te vinden via www.ikcnet.nl, de patiëntenverenigingen via www.dekankerpatient.nl. Deze samenwerking kan resulteren in een goede doorverwijzing, gezamenlijke activiteiten en gezamenlijke PR 2. met andere vrijwilligersorganisaties in de zorg voor kwetsbare mensen. bijvoorbeeld: vrijwillige thuishulp, steunpunten mantelzorg, buddyzorg. Gegevens hierover zijn te vinden via www.mezzo.nl. Deze samenwerking zorgt ervoor dat bezoekers die dat aangeven nodig te hebben, ook thuis kunnen beschikken over ondersteuning: iemand voor de tuin, hulp bij het invullen van formulieren, vervoersdiensten, maar ook de langdurige zorg en ondersteuning van een buddy als men te ziek is om naar het inloophuis te komen. 3. met andere organisaties rondom het levenseinde. bijvoorbeeld: VPTZ, hospices. Gegevens hierover zijn te vinden via www.vptz.nl FINK heeft in 2009 een groot samenwerkingsproject met VPTZ waarin gekeken wordt hoe er lokaal kan worden samengewerkt. Dit gaat resulteren in een handleiding voor lokale samenwerking die eind 2009 zal verschijnen. Inloophuizen zouden allen lid moeten zijn van een lokaal Netwerk Palliatieve zorg, waarin zij als vroegsignalering een bijdrage kunnen leveren aan de palliatieve
5
zorg. De netwerken zijn de vinden op www.palliatief.nl en op www.netwerkpalliatievezorg.nl 4. met sleutelorganisaties in het maatschappelijk leven. bijvoorbeeld: vrouwenorganisaties, kerkelijke organisaties. Gegevens hierover zijn te vinden in de gemeentegids. Deze samenwerking zorgt voor een betere bekendheid van inloophuizen bij mensen met kanker en zal de drempel van een bezoeken van een inloophuis verder verlagen.
6
Bijlage 1. Voorbeeld WMO-subsidieaanvraag gemeente Delft (Let wel, in iedere gemeente zijn weer andere voorschriften, maar onderstaande geeft wel een goed idee van een succesvolle aanvraag) Aan; Burgemeester en wethouders van de gemeente Delft Datum: 21 september 2009
Onderwerp: Subsidie aanvraag WMO 2010
Geachte mevrouw, Hierbij stuur ik u een subsidieaanvraag in het kader van de Kaderverordening 2008 van de Gemeente Delft, het Beleidskader en de beleidsregels Maatschappelijke Activiteiten 2008. De aanvraag betreft een subsidie voor het salaris van twee parttime coördinatoren en de voormalige projectsubsidie. Organisatiegegevens Stichting Inloophuis Delft en Omstreken Aart van der Leeuwlaan 9 2624 PK Delft Bankrekeningnummer: Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Haaglanden onder nr. Correspondentieadres t.a.v. deze aanvraag:
Aangevraagde subsidiebedrag Het betreft een subsidieaanvraag van € 32.224,00 (76% van € 42.400) en projectsubsidie ad € 3.988,00. Bij ’Specificatie aangevraagde subsidiebedrag’ is aangegeven hoe deze bedragen zijn samengesteld. Motivering Het aantal mensen dat leeft met kanker of van de ziekte is genezen zal in 2015 bijna zijn verdubbeld ten opzichte van 2000. Bij de millenniumwisseling hadden 366 duizend mensen kanker of zijn eraan behandeld. De prognose is dat in 2015 dat cijfer is gestegen tot 692 duizend. Mensen die direct of indirect geconfronteerd worden of werden met kanker dreigen vaak in een isolement terecht te komen. Praten over hun ziekte en over alle emoties mag vaak niet bij herhaling. De fysieke mogelijkheden om aan het maatschappelijke en sociale leven deel te nemen worden geringer. Alle aandacht gaat uit naar de behandeling. De kwaliteit van leven wordt aangetast, zowel van diegene die kanker heeft, als van de partner; het gezin en de direct betrokkenen. Om deze mensen naast hun moeizame weg in het medische circuit steun en aandacht te bieden kent men in Nederland Inloophuizen. Ook in Delft is een Inloophuis, dat sinds de opening in 2005 een groeiend aantal bezoekers trekt. Voor het ontvangen en begeleiden van de gasten van het Inloophuis zijn ca 25 gastvrouwen en gastheren en 12 activiteiten begeleiders actief. Het betreft uitsluitend vrijwilligers. De werkzaamheden van de gastvrouwen en –heren bestaan o.a. uit: Gasten ontvangen en op hun gemak stellen; Emotionele ondersteuning bieden; Voeren van gesprekken; Gasten wegwijs maken in de boeken - en informatiehoek; Er zorg voor dragen dat het Inloophuis een verzorgde indruk maakt; Het verrichten van eventuele kleine huishoudelijke taken. De activiteitenbegeleiders verzorgen o.a. de volgende activiteiten: Meditatieve kringdans; Yoga; Tekenen en schilderen; Boetseren; Tai Chi; Papier en taal; Lunch; Zang;
7
-
Bingo; Themaavonden; Jongerenavond; Film (thema); Wandelen.
Voor de dagelijkse leiding zijn twee betaalde parttime coördinatoren aangesteld. Deze coördinatoren hebben als taak: Verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken; Uitvoeren personeelsbeleid; Zorgen voor een goede vertaling van het beleid naar de praktijk. Het deelnemen aan overlegstructuren buiten de organisatie in overleg met het bestuur; Uitvoeren van het PR-beleid; In samenwerking met het bestuur opbouwen en in stand houden van een netwerk; Voeren van de administratie; Verwerven en up-to-date houden van informatiemateriaal; Organiseren van activiteiten, cursussen, workshops, ontvangstdagen e.d. De aanvraag betreft een subsidie voor het salaris van deze twee parttime coördinatoren en 10% van de huurkosten en een bijdrage in de uitgaven van PR, teambuilding, activiteiten en een specifieke doelgroepproject (modeshow). Resultaatbeschrijving Het resultaat van de aanwezigheid van het Inloophuis laat zich het beste als volgt samenvatten: Mensen doen als gevolg van bezoeken aan het Inloophuis minder beroep op de reguliere hulpverlening; Een ontmoetingsplaats voor lotgenoten; Mogelijkheid tot ontspanning en deelname aan creatieve activiteiten; Mogelijkheid om informatie te raadplegen over kanker en gerelateerde onderwerpen; Mogelijkheid om deel te nemen aan thema bijeenkomsten; Bieden van gratis faciliteiten aan mensen die niet zelden als gevolg van hun ziekte geconfronteerd worden met een forse daling van inkomen; Bijdrage aan het socialisatie proces. Doelgroepbeschrijving In het Inloophuis is iedereen welkom die met kanker in aanraking is gekomen. Dit kan zijn als patiënt, ex-patiënt of als familie of anderszins betrokkenen. Het Inloophuis richt zich primair op inwoners van Delft en Omstreken. Maar heeft tevens een regio functie voor bezoekers uit de Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Gemeente Westland en Gemeente Midden-Delfland. Beschrijving van het aanbod Inwoners uit Delft en Omstreken kunnen 4 dagen en een avond (woensdag) per week bij het Inloophuis terecht voor een kopje koffie, moment van rust of juist voor een praatje met lotgenoten. Naast de inloopmogelijkheid kan iedereen binnen de doelgroep deelnemen aan creatieve activiteiten of ontspanningsoefeningen. Daarnaast organiseert het Inloophuis regelmatig lezingen, informatie bijeen-komsten en cursussen. Verwachte aantal inwoners dat gebruik maakt van dat aanbod De exacte omvang van het aantal mensen die kanker hebben of hiermee in de directe omgeving in aanraking zijn gekomen is niet bekend. Ieder jaar komen er in Delft en omgeving ca. 825 kankerpatiënten bij (bron: kankerregistratie IKW). Het aantal gasten dat Inloophuis Debora maandelijks bezoekt is stijgend. In het jaar 2006 bezochten gemiddeld 85 bezoekers per maand het Inloophuis. Dit was in het jaar 2007 toegenomen naar 140 bezoekers per maand. Het gemiddelde aantal bezoekers in het jaar 2008 bedraagt 175 per maand en het gemiddelde over het eerst half jaar 2009 is 210 bezoeken per maand. Vanaf januari 2008 wordt geregistreerd uit welke gemeente onze bezoekers komen. Voor het jaar 2008 is de verdeling in percentage per gemeente als volgt: Vanuit de Gemeente Delft (76%), Gemeente Pijnacker-Nootdorp (8%), Gemeente Westland (10%) en Gemeente MiddenDelfland (6%). Specificatie aangevraagde subsidiebedrag De aanvraag betreft een subsidie voor het salaris van twee parttime coördinatoren en bijkomende lasten. Totale salariskosten (twee parttime functies van 16 uur/week) Salarisadministratieve en belastingtechnische ondersteuning Huisvestingskosten
8
41.000 400 1.000 42.400
NR
1
2
3
4
PROJECTPLAN
DOEL
MAATSCHAPPELIJK EFFECT
SUBSIDIEBEDRAG
Organiseren van een modeshow
Laten zien dat je er ondanks je ziekte toch geweldig kunt uitzien
Geven van zelfvertrouwen zodat je weer aan het maatschappelijk leven durft deel te nemen
€
496,00
Promotie activiteiten
Ontwerpen beeldmateriaal voor presentatie in het ziekenhuis (en elders) welke daar permanent te zien zal zijn. Tevens ontwerpen van promotiemateriaal t.b.v. lezingen, publieke manifestaties, kranten, regiobladen e.d.
Mensen raken vertrouwd met het Inloophuis zodat het gemakkelijker en gewoner wordt om daar naar binnen te stappen
€
1.248,00
Teambuilding
Met alle vrijwilligers elders een dag of dagdeel doorbrengen. Niet alleen om ze in het zonnetje te zetten maar ook om de afgelopen 2 jaar te evalueren en nieuwe plannen te smeden
Een goed functionerend Inloophuis waar "de gasten" de warmte en betrokkenheid vinden waarnaar ze op zoek zijn
€
996,00
Activiteiten
Inbrengen en ontwikkelen van nieuwe activiteiten, themabijeenkomsten, workshops e.d., aanschaf materialen en bestuurlijke activiteiten
Bereiken van zoveel mogelijke mensen
€
1.248,00
TOTAAL
€
3.988,00
In bijlage 1 vindt u de begroting voor 2010. Het jaarverslag 2008 heeft u reeds ontvangen bij de verantwoording WMO subsidie 2008. Ik hoop dat ik u hiermee voldoende informatie heb verschaft. Met vriendelijke groet, Namens het Bestuur van de Stichting Inloophuis Delft en Omstreken,
Penningmeester
9
Bijlage 1: Begroting 2010 Uitgaven
2010
Inkomsten
2010
PERSONEELSKOSTEN
42.400 SUBSIDIE WMO i.v.m. PERSONEELSKOSTEN
42.400
ACTIVITEITEN HUISVESTINGSKOSTEN KANTOORKOSTEN
4.900 PROJECTSUBSIDIES GEMEENTE DELFT 12.316 FIN. BIJDRAGE 'DEBORA PARTNERSHIP' 2.000 DONATIE STICHTING VRIENDEN VAN HET INLOOPHUIS 2.780 BIJDRAGEN 3.362
3.988 18.004 5.500
ALGEMENE KOSTEN PROMOTIE, PR & FONDSWERVING ONKOSTEN VRIJWILLIGERS OVERIGE KOSTEN TOEKOMSTIGE UITGAVEN COORDINATOREN (Voorziening) Totaal Kosten
2.352 BEGROTINGSTEKORT 2.360 2.800 75.270 Totaal Opbrengsten
10
3.750 1.928
75.270