Van Hattum en Blankevoort, wat is uw ‘Footprint’? Doet u met ons mee!! Het beleid van Van Hattum en Blankevoort is gericht op het maximaal reduceren van haar CO2 emissies. Wij onderzoeken hoe we de huidige CO2 emissies kunnen terugbrengen en werken initiatieven uit om gezamenlijk met onze Partners (opdrachtgevers, leveranciers en onderaannemers) onze doelen te bereiken.
De CO2 prestatieladder en het GHG protocol Als bedrijf wordt het steeds belangrijker om een actieve invulling te geven aan het thema duurzaamheid. Het maatschappelijke belang om zuinig om te gaan met energie in het algemeen en het verminderen van de CO2 uitstoot in het bijzonder is groot. Aan de hand van het GHG (Greenhouse Gas, of broeikasgas) Protocol heeft ProRail de CO2Prestatieladder opgesteld. De ladder wordt nu beheerd door SKAO, de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen. Bij ProRail en andere partijen die de CO2-Prestatieladder gebruiken zijn er duidelijke voordelen te behalen voor partijen die tijdens een aanbestedingstraject kunnen aantonen dat zij zijn gecertificeerd. Het voordeel kan oplopen tot 10% verdeeld over vijf niveaus t.o.v. een partij die nog geen trede heeft bereikt in de ladder. Dit geldt voor partijen die direct of in een samenwerkingsverband een aanbieding doen. De exacte ‘spelregels’ zijn te vinden op de websites van ProRail en SKAO. Voor A-leveranciers van Van Hattum en Blankevoort geldt dat zij een gecertificeerde administratie moeten kunnen overleggen van haar directe CO2 uitstoot. Dit kan tevens de basis vormen van energiemanagement binnen uw bedrijf. Aangezien de ladder nu breder wordt ingezet dan alleen voor ProRail, zullen er ook andere partijen zijn die hierom zullen gaan vragen. De extra werkzaamheden die de ladder met zich meebrengt bieden ook voordelen, zoals kansen voor kostenbesparingen. Door een beter inzicht in het energieverbruik kan er gestuurd worden om het verbruik omlaag te brengen. In zijn algemeenheid geldt dat indien een bedrijf zich bezighoudt met energiemanagement al snel 30% minder energie verbruikt wordt.
Wat wordt er van u verwacht? De CO2-Prestatieladder heeft zich bij het onderdeel ‘inzicht’ gebaseerd op het ‘GHG protocol’ en de ISO 14064 norm. Uiteindelijk dient u de inventaris door een bevoegde certificeringinstantie eenmaal per jaar te laten verifiëren. Van Hattum en Blankevoort heeft als bedrijf met een CO2 Prestatiecertificaat op nivo 5 al eerder (over 2009, 2010 en 2011) aan haar belangrijkste leveranciers / onderaannemers hun footprint gevraagd. Nu is het tijd voor het rapportage moment over 2012. Daarom vraagt Van Hattum en Blankevoort aan u om uw footprint over 2012 in kaart te brengen en aan te leveren. In de bijgeleverde handleiding wordt aangegeven welke gegevens gevraagd worden en hoe deze gegevens het beste geïnventariseerd kunnen worden.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
1
Hoe gaat u te werk? De aanpak om te komen tot een volledige en juiste CO2 inventarisatie is in een aantal stappen onder te verdelen. 1. 2. 3. 4.
het vaststellen van de bedrijfsgrenzen. het vaststellen van de energiestromen. het borgen van de periodieke inventarisatie. het extern laten verifiëren van een footprint en rapportage conform ISO 14064-1).
Stap 1: De eerste stap is het bepalen van de afbakening van het bedrijf. Voor kleine bedrijven zonder verschillende dochterondernemingen is dit eenvoudig. Bij grotere bedrijven moet er vastgesteld worden wat de organisatorische grenzen (organisational boundaries) zijn van het bedrijf volgens hoofdstuk 3 uit het GHG protocol. Dit betekent dat u op basis van de financiële of operationele wijze van consolideren de bedrijfsonderdelen in kaart brengt die direct onderdeel uitmaken van het bedrijf. Voorbeeld: Operationele controle Het bedrijf ‘InfraBouw’ heeft een dochteronderneming ‘RailBouw’ en ‘PerronBouw’. Tevens neemt het moederbedrijf deel in de tijdelijke joint venture ‘SamenBrugBouw’ met een belang van 60%. InfraBouw heeft 100% financiële en operationele zeggenschap over RailBouw. InfraBouw heeft 50% van de aandelen in PerronBouw, maar geen financiële en operationele zeggenschap. SamenBrugBouw is opgezet als een operationeel en financieel zelfstandige VOF.
InfraBouw telt de CO2 uitstoot van RailBouw op bij haar eigen uitstoot. PerronBouw is een zelfstandige onderneming en telt om die reden niet mee voor Infrabouw. SamenBrugBouw is ondanks dat het gaat om een tijdelijke onderneming operationeel en financieel zelfstandig en wordt niet meegerekend voor de totale CO2 uitstoot van InfraBouw. Aangezien echter personeel en materieel door InfraBouw wordt geleverd aan SamenBrugBouw is automatisch het aandeel van de CO2 uitstoot voor scope 1 en 2 meegenomen bij de inventarisatie voor InfraBouw.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
2
Stap 2: De volgende stap is het inventariseren van directe energiestromen (conform scope 1 & 2 van het GHG-protocol) binnen de organisatie. In onderstaande afbeelding is de SKAO interpretatie opgenomen van de scope indeling conform het GHG-protocol (zie ook Handboek CO2 Prestatieladder 1.2, Bijlage A, par. 3) . Scope 3 richt zich op indirect energieverbruik en is voor A-leveranciers van van Hattum en Blankevoort niet van toepassing.
De energiestromen die geïnventariseerd dienen te worden zijn als volgt: Brandstofverbruik: Gasverbruik kantoren, brandstofverbruik machinepark, stadswarmte en andere direct ingekochte en verbruikte brandstoffen. Koelgassen airco’s (niet verplicht): De hoeveelheid bijgevulde koelgassen van alle airconditioning apparatuur Brandstofverbruik van bedrijfsauto’s en/of leaseauto’s. ngekochte elektriciteit: Het elektriciteitsverbruik van kantoren en op eigen bouwplaatsen indien significant. Zakelijke kilometers in privé-auto’s: het aantal kilometers of liters brandstof die voor zakelijk gebruik met privé-auto’s zijn gereden. Zakelijk gevlogen kilometers: Het aantal vliegtuigkilometers die gevlogen zijn voor zakelijke doeleinden.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
3
De conversiefactoren, om het energieverbruik om te rekenen naar CO2 uitstoot, zijn afhankelijk van de energiestroom. In Bijlage C van het Handboek CO2-Prestatieladder staan de te gebruiken conversiefactoren benoemd.
Hieronder zijn per energiestroom voorbeelden en mogelijkheden gegeven, hoe de gegevens geïnventariseerd kunnen worden. Brandstofverbruik: gasverbruik kantoren, brandstofverbruik machinepark en andere direct ingekochte en verbruikte brandstoffen. o Het gasverbruik voor verwarming (incl. stadswarmte) over 2012 kan terug gevonden worden in de jaarrekening van de energieleverancier (Eneco, Essent, etc.). Hierna is het maandelijks opnemen van de meterstand de beste manier om inzicht te krijgen in het gasverbruik (Zie figuur 1) o Het brandstofverbruik van machines is het beste te inventariseren door een overzicht bij te houden van het aantal liters brandstof dat per machine per maand gebruikt wordt. Als deze gegevens nu nog niet bijgehouden worden is het mogelijk om aan de hand van de totale kosten voor brandstof met een gemiddelde brandstofprijs een indicatie te krijgen van de hoeveelheid die is verbruikt. Verbruik bedrijfsauto’s: het aantal liters brandstof verbruikt in bedrijfswagens zoals lease auto’s. o Het verbruik van lease auto’s is vaak eenvoudig te achterhalen en bestaat uit het opvragen van gegevens bij het lease bedrijf. Dit houdt in dat het lease bedrijf gegevens moet verstrekken over het aantal gereden kilometers en het verbruik per geleaste auto. Ingekochte elektriciteit: Het elektriciteitsverbruik van kantoren en op bouwplaatsen indien significant. o Deze gegevens kunnen, net zoals het gasverbruik van gebouwen, geïnventariseerd worden aan de hand van de jaarlijkse rekening van de elektriciteitsleverancier. Om in de toekomst deze gegevens maandelijks inzichtelijk te krijgen is het noodzakelijk om deze gegevens, gezamenlijk met de gasmeterstanden, maandelijks op te nemen. o Op grote (eigen) bouwprojecten waar een significant deel van het totale elektriciteit wordt verbruikt, is het ook noodzakelijk om op dezelfde manier gegevens te verzamelen van het verbruik. Zakelijke kilometers in privé auto’s: het aantal kilometers of liters brandstof die voor zakelijk gebruik met privé auto’s zijn gereden o Deze gegevens zijn vaak minder goed gedocumenteerd. Hier is het de bedoeling dat het aantal kilometers, dan wel het aantal liters brandstof berekenend wordt. Meestal valt dit te achterhalen aan de hand van de financiële administratie waar tankbonnen en kilometerdeclaraties een goed inzicht kunnen geven. Zakelijke gevlogen kilometers: Het aantal vliegtuigkilometers, die gevlogen zijn voor zakelijke doeleinden. o Meestal worden vluchten via externe dienstverleners geboekt en kunnen zij een overzicht geven van de afstanden die per persoon per vlucht zijn gevlogen. o Zo niet, dan is het de bedoeling om alle vlucht gegevens intern te verzamelen en de afstanden hiervan te berekenen. Er zijn drie afstandscategorieën met een eigen CO2 conversiefactor. o Vluchten dienen per passagier per enkele vlucht berekend te worden en dan de hoeveelheid km's in de juiste afstandscategorie.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
4
VOORBEELD
Figuur 1: voorbeeld gas en elektra verbruik
Stap 3: Nadat de eerste inventarisatie van de nulsituatie in kaart is gebracht, moeten deze gegevens per jaar opnieuw worden aangeleverd bij Van Hattum en Blankevoort. Dit houdt in dat er procedures moeten worden ingeregeld om periodiek het energieverbruik bij te houden. Om optimaal voordeel te kunnen behalen van de energie-inventarisatie is het aan te bevelen minimaal eens per kwartaal het energieverbruik in kaart te brengen. Op dat moment kan gekeken worden in hoeverre b.v. reductiemaatregelen ook daadwerkelijk effect hebben gehad. Uiteindelijk zal er iemand verantwoordelijk moeten zijn om alle gegevens te verzamelen om tot een totaaloverzicht van de CO2 uitstoot te komen. Tevens zullen de inventarisatieprocedures conform een algemeen kwaliteitssysteem (b.v. ISO 9001) moeten worden geborgd en periodiek worden getoetst op de mate waarin deze in de praktijk worden nageleefd. Stap 4: De laatste stap is om te zorgen dat er een goedkeuring komt voor de wijze waarop de inventarisatie wordt uitgevoerd d.m.v. een externe verificatie. Belangrijk hierbij is om actuele cijfers te kunnen tonen en inzicht te kunnen verstrekken op welke wijze de data is verzameld. Volledigheid en juistheid van de data kan aangetoond worden door gegevens te tonen van de basisadministratie. Denk hierbij aan aantal vestigingen, aantal personeelsleden (i.v.m. lease-auto’s), facturen gas- en elektraverbruik. Behalve de data zelf, eventueel opgenomen in een rekentool, dient er ook een rapportage conform ISO 14064-1 te worden opgesteld. De spreadsheet die Van Hattum en Blankevoort ter beschikking stelt voorziet hier in (eerste tabblad). Ook de ingeschakelde verificatie-instelling heeft hier modellen voor.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
5
Op welke wijze kunnen wij u helpen? Wilt u ondersteuning bij het inregelen van het inventarisatieproces, de bijbehorende procedures of meetmethoden in het bijzonder? Ons intern adviesbureau, Primum kan u hierbij ondersteunen met een standaard aanpak. Deze is toegespitst op een pragmatische werkwijze, zodat het voor u in de praktijk zo min mogelijk inspanning vergt. Tevens kunnen wij ondersteunen bij het opstellen van een CO2-reductieplan of invulling geven aan het compenseren van uw huidige CO2 uitstoot.
Reductie Het is geen eis van Van Hattum en Blankevoort leveranciers om een CO 2 reductiebeleid te ontwikkelen. De voordelen zijn echter groot om daar toch verdere invulling aan te geven. Directe voordelen zijn: Kostenbesparing, door het verkregen inzicht in het energieverbruik ontstaat er een goed beeld van de besparingsmogelijkheden. De eerste 10 á 20 % reductie is vaak met eenvoudige maatregelen te realiseren. Uitstraling voor het bedrijf, het actief werken aan CO2 reductiemaatregelen in het algemeen wordt een steeds belangrijker verkoopargument. Eisen op het gebied van CO2 management zullen door ‘stakeholders’ eerder worden aangescherpt dan versoepeld vanuit de overheid. De CO2 prestatieladder is hiervan een duidelijk voorbeeld. Op het moment van nieuwe investeringen kan door het inzicht in het bestaande energieverbruik van o.a. kantoren, auto’s en machines betere keuzes worden gemaakt. Hierdoor kunnen de variabele kosten en de uiteindelijke exploitatiekosten tijdens het gebruik lager uitvallen en worden gestelde CO2 reductiedoelen invulling gegeven.
Compensatie Als verdere reductie niet mogelijk is, bestaat er de mogelijkheid om CO 2 uitstoot te compenseren. U kunt b.v. deelnemen in een CO2 reductieprogramma van derden of afhankelijk van de mate van compensatie kiezen voor een eigen project. Afhankelijk van de bedrijfsvoorkeur kan hiervoor een geschikt project gezocht worden.
Vragen? U kunt kosteloos een inventarisatietemplate ophalen van de van Hattum en Blankevoort internetsite. Daarinstaan alle gangbare energiestromen vermeld met de daarbij behorende eenheden en conversiefactoren om de totale CO2 uitstoot te kunnen bepalen. Verder kunnen wij u ondersteunen met de inventarisatie, het invulling geven aan een energiereductieprogramma of het compenseren van de CO2 uitstoot. Om u nog beter van dienst te kunnen zijn hebben wij een speciaal e-mailadres waar u vragen kunt stellen. U kunt ons bereiken op
[email protected] Eenvoudige vragen worden binnen 24 uur afgehandeld. Bij complexe vragen wordt de oplossingstermijn binnen deze 24 uur samen met u vastgesteld.
Handige links • SKAO • Van Hattum en Blankevoort • Primum • GHG protocol
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
6
Bijlage: Inventarisatievoorbeelden Bedrijf 1: Detacheringsbedrijf, PietPersoneel b.v. Het bedrijf PietPersoneel verhuurt personeel aan van Hattum en Blankevoort voor verschillende bouwprojecten. Het bedrijf heeft 12 werknemers in dienst en een kantoorruimte. Aangezien het bedrijf bestaat uit een enkele BV en er geen dochter ondernemingen zijn is het eenvoudig om de organisatorische grenzen aan te geven en die bevatten dan ook de hele BV Pietpersoneel. Aan de hand van de jaarrekening van de energieleverancier blijkt dat er 8214 kWh stroom en 2510 m3 gas zijn verbruikt door het kantoor in 2012 (in het voorbeeld 2007/2008). Op deze rekening staat ook de laatste opgenomen meterstand van december 2012. Door de huidige meterstand op te nemen kan uitgerekend worden hoeveel hij in 2012 al heeft gebruikt. Vanaf dat moment kan door het maandelijks opnemen van de meterstand een nauwkeurig beeld worden verkregen van het energieverbruik. Het stroom- en gasverbruik zijn nu inzichtelijk en aan het einde van het jaar kan hij zijn opgenomen meterstanden controleren met het jaaroverzicht van zijn energieleverancier en de bijbehorende factuur. Houd rekening met het feit dat de elektriciteitsmeter voor de meeste kantoren zowel een dag als een nachtstand kent. Het betekent dat er twee kWh-standen bijgehouden moeten worden. VOORBEELD :
Figuur 2: Voorbeeld jaaroverzicht energie leverancier Binnen het bedrijf worden verder geen andere brandstoffen (voor b.v. machines) gebruikt. Ook wordt er geen gebruik gemaakt van een airco. PietPersoneel heeft vier bedrijfswagens die allemaal gekoppeld zijn aan een tankpas. In de administratie is het totaaloverzicht van de kosten voor diesel in 2012 terug te vinden. Aan de hand van de gemiddelde dieselprijs wordt een berekening gemaakt van het aantal liters diesel in 2012 (5000 liter diesel). Vanaf 2013 is begonnen met het bijhouden van het aantal liters dat getankt wordt per auto. Met de gegevens van de tankpas kan nu maandelijks bijgehouden worden hoeveel diesel er per voertuig wordt verbruikt. Bij Pietpersoneel worden geen zakelijke kilometers gedeclareerd met privé auto’s en ook geen vluchten geboekt door het personeel. Dit betekend dat het bedrijf PietPersoneel al zijn gegevens gereed heeft om zijn directe CO2 uitstoot te berekenen. De geïnventariseerde gegevens van 2012 worden ingevuld in een standaard template voor het omrekenen van het energieverbruik naar CO2 uitstoot. Uit de template is nu direct de totale directe CO2 uitstoot van het bedrijf inzichtelijk gemaakt.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
7
Bijlage: Inventarisatievoorbeelden Ingevuld template Pietpersoneel b.v.
Bedrijf 2: Productiebedrijf, Stukstaal b.v. Het productiebedrijf Stukstaal b.v. produceert onderdelen die veelvuldig gebruikt worden door Van Hattum en Blankevoort bij het aanleggen van kunstwerken. Dit bedrijf heeft een grote fabriek waar honderden verschillende stalen producten gefabriceerd worden. Hier zal de inventarisatie van de directe CO2 uitstoot een relatief grote klus zijn. Het begint wederom met het vaststellen van de organisatorische grenzen. De vraag is of de uitstoot meegenomen moet worden van de dochteronderneming ‘StaalVervoer b.v.’ die volledig in handen is van StukStaal b.v.. Door de volledige financiële controle vanuit Stukstaal b.v. zal StaalVervoer b.v. volledig worden meegerekend. Bij de werkmaatschappij Staalverharding heeft stukstaal een meerderheids belang van 65% , maar geen financiële controle. De uitstoot wordt niet meegerekend bij Stukstaal. Staalverharding b.v. zal indien eveneens een A-leverancier van Van Hattum en Blanevoort zelf een inventarisatie moeten aanleveren.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
8
Bijlage Inventarisatievoorbeelden StukStaal b.v. gaat elke energiestroom apart bekijken om tot een volledig overzicht te komen. Met betrekking tot elektriciteit verbruik zullen zij eerst een goed overzicht van hun vestigingen en kantoorpanden in kaart moeten brengen. Zij hebben een hoofdkantoor in Rotterdam en een fabriek in de haven. Aangezien er in de hoogovens veel kool wordt verbrand, moet dit gezien worden als brandstof verbruik en zal het aantal kilogram kool omgezet worden naar een hoeveelheid CO2 uitstoot. Om een overzicht te krijgen van de hoeveelheid broeikasgassen die in de airco’s van de fabriek en het kantoorpand wordt er gekeken naar het model en aantal airco machines. Bij elk type airco staat het aantal kilogram gas vermeld, en de leverancier weet te melden dat het gas van het type R407c is. De conversie factor voor dit type gas is 1526 gram CO2 per kilo van het betreffende gas. Met betrekking tot hun wagenpark bellen ze hun leasebedrijf en vragen een maandelijks overzicht van de gereden kilometers en hoeveelheid brandstof dat getankt is. Het leasebedrijf heeft deze informatie voorhanden en levert dit elke maand in de vorm van een Excel sheet met daarin de gegevens gespecificeerd per kenteken. Het management vliegt regelmatig naar het buitenland, en de tickets worden via een extern reisbureau geboekt. Net zoals de gegevens voor de leaseauto’s, levert het reisbureau de gegevens van alle geboekte vluchten. Op basis van de afstand wordt de bijbehorende conversiefactor bepaald. Nadat door het bedrijf StukStaal een compleet overzicht van hun directe CO2 uitstoot en levert de informatie aan een auditeur om gecertificeerd te worden. Nadat de eerste audit van de nulmeting goedgekeurd is, blijft het bedrijf haar CO2 uitstoot meten en zet en aantal reductie maatregelen op. Bedrijf 3: Uitvoering van werkzaamheden/onderaannemer, Bodemgraaf b.v. Het bedrijf Bodemgraaf b.v. voert voor van Hattum en Blankevoort graafwerkzaamheden uit als onderdeel van projecten. Het bedrijf is onderdeel van een groter concern en er zal eerst gekeken moeten worden naar de afbakening van het bedrijf waarop de CO2 meting zal plaatsvinden. Aangezien Bodemgraaf b.v. een aparte onderneming is onder het grotere concern, en zijn eigen financiën en controle uitvoert zal alleen de CO2 uitstoot van het onderdeel BodemGraaf b.v. geïnventariseerd moeten worden. BodemGraaf heeft wel haar materiaal ondergebracht in een aparte onderneming (machine b.v.) waar zij 60% eigenaar van is, maar volledige controle uitoefent. Omdat Bodemgraaf volledige controle uitoefent over het genoemde bedrijf zal de volledige uitstoot van dit bedrijf meegenomen worden in de totale uitstoot van Bodemgraaf b.v.. De volgende stap is het inventariseren van de energiestromen. Als eerste is dit al het brandstofverbruik van BodemGraaf. Hier bestaat een groot deel uit diesel dat gebruikt wordt in de graafmachines tijdens een bouw project. Uit de administratie blijkt dat er gegevens zijn voor het totale aantal liters diesel dat per kwartaal gebruikt is. Vanaf heden wordt er een procedure opgezet om dit per machine bij te houden en dit per kwartaal aan de hand van financiële gegevens te waarborgen. Vervolgens kijkt het bedrijf naar de rest van haar brandstof verbruik in de vorm van gas voor het verwarmen van de fabriek en het kantoor. Deze gegevens worden aan de hand van de meterstanden opgenomen en jaarlijks vergeleken met de jaarrekening van het energie bedrijf. Hier geld hetzelfde voor het elektriciteitsverbruik.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
9
Bijlage Inventarisatievoorbeelden Het aantal liters brandstof dat verbruikt wordt in alle bedrijfsauto’s komt voornamelijk voor rekening van de de diverse werkbusjes waar BodemGraaf mee naar de projecten rijdt en gereedschap vervoert. Het verbruik hiervan wordt geïnventariseerd aan de hand van de brandstofdeclaraties. In de toekomst zullen deze gegevens duidelijk per maand bijgehouden moeten worden. Hiermee wordt het ook mogelijk om in de toekomst te kunnen zien of reductiemaatregelen daadwerkelijk tot vermindering van het brandstofverbruik leiden. De lease-auto’s van Bodemgraaf zijn van een extern bedrijf en deze levert de gegevens aan in een duidelijk overzicht. Aangezien niemand van BodemGraaf zakelijk vliegt vervalt deze CO2 bron uit de meting. Privé auto’s worden wel gebruikt voor werk doeleinde en hier wordt een kilometer administratie van bijgehouden. Het aantal gereden kilometers kunnen omgezet worden in CO2 uitstoot wardoor ook deze post geïnventariseerd is. Nu dat BodemGraaf al zijn gegevens heeft verzameld kunnen de resultaten door een extern bedrijf worden gecertificeerd. De procedures omtrent het meetsysteem moeten hierbij duidelijk zijn vastgelegd.
Van Hattum en Blankevoort bv Leveranciers informatie CO2 prestatieladder
10