‘Vakmanschap, verbinding en vertrouwen’
Strategisch beleidsplan 2012-2016 Instituut voor Leraar en School (ILS-HAN) Tweedegraads Lerarenopleidingen
‘Vakmanschap, verbinding en vertrouwen’
Strategisch beleidsplan 2012-2016 Instituut voor Leraar en School (ILS-HAN) Tweedegraads Lerarenopleidingen
Tijdpad maart – mei
2011
Lunchbijeenkomsten i.h.k.v. strategisch beleidsplan FE
4 en 5 april
2011
Studiedagen gericht op strategisch beleid ILS, SWOT-analyse en holistische beelden
31 mei
2011
Clustermiddag: missie, visie en kernwaarden
25 augustus
2011
Opening studiejaar vervolg missie, visie en kernwaarden
6 december
2011
Bespreking concept plan in de opleidingscommissie
23 en 24 januari
2012
Studiedagen, dag 1 i.h.k.v. het strategisch beleidsplan
16 mei
2012
Bespreking in MT-ILS
22 mei
2012
Bespreking in MT-OC
15 juni
2012
Bespreking in werkveldadviescommissie (WAC)
16 augustus
2012
Bespreking in MT-FE
17 augustus
2012
Bespreking in MT-ILS
23 augustus
2012
Bespreking team ILS
12 september
2012
Vaststelling door MT-ILS
1
De missie, visie en kernwaarden van het ILS 1.1 Missie 1.2 Visie 1.3 Kernwaarden
Waar het ILS nu staat 9 9 9
2
2.1 Onze organisatie 2.2 Onze studenten 2.3 Onze medewerkers 2.4 Terugblik op de vorige beleidsperiode 2.5 Analyse van sterke punten, punten ter verbetering, kansen en uitdagingen.
10 13 15 17 17
3
4
Ontwikkelingen in onze omgeving 3.1 Maatschappelijke ontwikkelingen en het onderwijs 3.2 Politieke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen de HAN 3.3 Hoe nu verder?
Ambities en doelstellingen 2012-2016 21 21 23
4.1 Het instellingsplan van de HAN als kader 4.2 Operational Excellence: het huis op orde! 4.3 Doelstellingen met betrekking tot het onderwijs - thema 1 4.4 Doelstellingen met betrekking tot onderzoek - thema 2 4.5 Doelstellingen met betrekking tot beroepspraktijk en regio - thema 3 4.6 Doelstellingen met betrekking tot ´Kwaliteit is mensenwerk´- thema 4
25 27 28 31 33 36
Bijlage Uitwerking zeven maatschappelijke ontwikkelingen39 Literatuur / bronnen43
‘Sterk met elkaar verbonden, maar toch onderscheidend’
Inleiding Waar staat ILS-HAN voor en waar bewegen we naartoe? Voor u ligt het strategisch plan van het ILS voor de periode van 2012 -2016. In dit plan geven we een antwoord op bovenstaande vragen. Om de vier jaar breekt er een nieuwe beleidsperiode aan waarin bepaald wordt welke koers we als HAN en daarmee ook als ILS gaan varen. Een moment om pas op de plaats te maken en te kijken naar de toekomst. Dit proces heeft geresulteerd in één strategisch plan voor de lerarenopleidingen en één voor opleidingskunde; sterk met elkaar verbonden, maar toch onderscheidend. Dit strategisch plan is geschreven voor onszelf en onze stakeholders. Het is tot stand gekomen na lunchbijeenkomsten en studiedagen waarin met het team gebrainstormd is over de missie, visie en kernwaarden van het ILS, sterke punten en ontwikkelpunten van het ILS en de toekomstbeelden. Deze brainstorm resulteerde in conceptversies van het strategisch plan die tijdens bespreekrondes en studiedagen van feedback zijn voorzien door ILS-medewerkers, ILS-studenten, collega’s uit het werkveld en het MT van de Faculteit Educatie. Als instituut binnen de HAN en specifiek de Faculteit Educatie ligt dit strategisch plan in lijn met de ambities en doelstellingen van de HAN (HAN instellingsplan 2012-2016 ‘Kennis in interactie’) en de Faculteit Educatie (Strategisch beleidsplan 2012-2016 Faculteit Educatie ‘Kwaliteit van leren voor morgen’). De opbouw van dit plan kent een overeenkomstige structuur, maar geeft op eigen wijze invulling aan de kaderdoelstellingen.
Opbouw van het plan De missie, visie en kernwaarden van het ILS vormen de basis van het strategisch plan. Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de status quo van het ILS: de organisatie, sterke en ontwikkelpunten en de kansen en uitdagingen. Hoofdstuk 3 gaat in op enkele maatschappelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen binnen de HAN en de Faculteit Educatie en de landelijke/politieke ontwikkelingen die mede richting gegeven hebben aan ons plan. Tot slot worden in hoofdstuk 4 onze ambities en doelstellingen voor de periode 2012-2016 uitgewerkt. We hopen dat dit plan als inspirerend en als koersbepalend door een ieder wordt ervaren en gaan met vertrouwen deze nieuwe beleidsperiode tegemoet. drs. Hennie Komduur en drs. Yvonne Visser Instituutsdirectie ILS-HAN 7
‘Wij leiden
deskundige, creatieve en bevlogen leraren op’
1
De missie, visie en kernwaarden van het ILS
1.1 Missie
Wij leiden deskundige, creatieve en bevlogen leraren op voor het voortgezet en middelbaar (beroeps)onderwijs die beschikken over gedegen kennis en een onderzoekende beroepshouding. De leraar die van het ILS komt streeft naar kwaliteit, is betrokken bij de ontwikkeling van de leerlingen en wil zich blijven ontwikkelen. Dit alles doen wij in nauwe samenwerking met het werkveld.
1.2 Visie Om onze missie te verwezenlijken: • inspireren we onze studenten en dagen we hen uit om het beste uit zichzelf en de leerlingen te halen waardoor leerlingen zich kunnen voorbereiden op hun toekomst; • werken we intensief samen met het werkveld zodat we optimaal vorm kunnen geven aan het opleiden en professionaliseren van (aankomende) leraren en het uitvoeren van onderzoek in de praktijk; • leggen we naast de vakinhoudelijke/didactische en generieke kennisbases het accent op een onderzoekende houding zodat onze afgestudeerden niet alleen startbekwaam maar ook doorgroeibekwaam zijn;
• blijven we onszelf ontwikkelen in een professionele cultuur waarin de docent, met ruimte voor creativiteit, verantwoordelijkheid neemt voor zijn werk en voor de kwaliteitsborging van de eigen opleiding.
1.3 Kernwaarden Vakmanschap We staan voor vakmanschap en zetten in op vakinhoudelijke diepgang in combinatie met een sterke beroepsgerichtheid. We zijn professionals met betrokkenheid bij de student, het vak, het beroep en het werkveld. Verbinding We geloven in de kracht van verbinding. Wij samen maken de organisatie. We erkennen, accepteren en waarderen verschillen tussen docenten, studenten en onze partners. Binnen de totale organisatie van het ILS wordt gewerkt met kleinere ‘onderwijsgemeenschappen’ waardoor sprake is van kleinschaligheid en grote betrokkenheid. Vertrouwen We gaan uit van vertrouwen en hebben hoge verwachtingen van elkaar, onze studenten en onze partners. Vanuit onze professionaliteit, geven en nemen we verantwoordelijkheid en leggen we waar nodig verantwoordelijkheid af.
9
Waar het ILS nu staat Service Bedrijf Secretariaat, Facultaire ondersteuning onderwijsontwikkeling, Facultaire ondersteuning juridische zaken, Personeel en Organisatie, Financiële Dienst, ICT, PR/Voorlichting, Roosterbureau, Studentzaken
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen College van Bestuur
Faculteit Educatie Faculteitsdirectie
2.1 Onze organisatie
Secretariaat, procescoördinator, beleidmedewerkers kwaliteitszorg, coördinator internationalisering, beleidsmedewerker onderwijsontwikkeling Kenniscentrum Kwaliteit van Leren
HAN-Talencentrum Examencommissie Opleidingscommissie Beroepscomponent (BC-groep) Onderwijskunde, drama en logopedie
ILS-HAN Instituutsdirectie
Opleidingsoverstijgende adviescommissies: studieloopbaanbegeleiding, toetsing, onderzoek, werkplekleren, deeltijd, beleidsgroep opleidingsscholen
ILS-HAN Opleidingen
Opleidingskunde Opleidingscoördinator
Cluster Exact Clustercoördinator
Cluster M&M Clustercoördinator
Cluster Talen Clustercoördinator
ILS Academie Coördinator
Biologie Opleidingscoördinator, docenten
Aardrijkskunde Opleidingscoördinator, docenten
Duits Opleidingscoördinator, docenten
Bureau Extern
Natuurkunde Opleidingscoördinator, docenten
Economie Opleidingscoördinator, docenten
Engels Opleidingscoördinator, docenten
Subsidieprojecten
Scheikunde Opleidingscoördinator, docenten
Geschiedenis Opleidingscoördinator, docenten
Frans Opleidingscoördinator, docenten
Training en advies
Wiskunde Opleidingscoördinator, docenten
Kopopleiding Coördinator, docenten
Nederlands Opleidingscoördinator, docenten
Pedagogiek Coördinator, docenten
‘Studenten inspireren en uitdagen om het beste uit zichzelf en de leerlingen te halen’
2.2 Onze studenten
Voltijd
Deeltijd
Totaal
ILS-HAN totaal lerarenopleidingen exclusief opleidingskunde
1395
619
2014
ILS-HAN totaal lerarenopleidingen inclusief opleidingskunde
1555
870
2425
Wiskunde
99
77
176
Biologie
115
16
131
Natuurkunde
30
4
34
Scheikunde
33
5
38
Nederlands
106
163
269
Engels
273
98
371
Duits
69
85
154
Frans
49
43
92
Aardrijkskunde
120
11
131
Geschiedenis
335
34
369
Economie
81
79
160
Pedagogiek
n.v.t.
4
4
Kopopleiding
83
n.v.t.
83
Opleidingskunde
160
251
411
2.2.1. Studentaantallen
Tabel 1 Studentaantallen ILS-HAN (teldatum 1 oktober 2012)
Cluster Exact
Cluster Talen
Cluster Mens en maatschappij
Opleidingskunde
13
Algehele studenttevredenheid per opleiding
%
N
Wiskunde
83%
N = 64
Biologie
82%
N = 51
Natuurkunde
84%
N = 12
Scheikunde
84%
N = 18
Nederlands
81%
N = 69
Engels
83%
N = 111
Duits
80%
N = 59
Frans
85%
N = 44
Aardrijkskunde
80%
N = 43
Cluster Mens en
Geschiedenis
80%
N = 110
maatschappij
Economie
79%
N = 64
Pedagogiek
85%
N = 12
Opleidingskunde
90%
N = 202
Cluster Exact
Cluster Talen
Opleidingskunde
Algehele studenttevredenheid ILS-HAN lerarenopleidingen
* Inclusief Opleidingskunde 14
Totaalscore (NSE 2012)
2008
2009
2010
2011
2012 *
74%
77%
79%
80%
83%
Tabel 2 Algehele studenttevredenheid ILS-HAN per opleiding (NSE, 2012)
Tabel 3 Algehele studenttevredenheid ILS-HAN lerarenopleiding periode 2008-2012 (NSE 2008-2012)
2.2.2 Studenttevredenheid De Nationale Studenten Enquête (NSE) 2012 laat zien dat de studenten (voltijd en deeltijd) bijzonder positief zijn over de inhoudelijke deskundigheid van docenten (95%), de behulpzaamheid van docenten (93%), de kennis van docenten over de beroepspraktijk (94%), het samenwerken met anderen tijdens de studie (93%) en over het opleidingsmateriaal (94%). Minder tevreden zijn ILS-studenten over de spreiding van studielast (64%), over de mogelijkheden die het ILS biedt om een eigen studietempo te realiseren (68%), de mogelijkheid die de opleiding biedt om zelf de inhoud te bepalen (70%), het tijdig bekend maken van resultaten en beoordelingen (71%) en de aansluiting tussen het aantal studiepunten en de daadwerkelijke studielast (71%). In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat voltijdstudenten wat positiever zijn dan de deeltijdstudenten van het ILS.
2.3 Onze medewerkers 2.3.1 Aantal medewerkers en samenstelling Het ILS (lerarenopleidingen en opleidingskunde samen) telt in totaal 151 medewerkers (112,9 fte) waarvan 137 medewerkers(101 fte) onderwijzend personeel en 14 medewerkers (11.9 fte) ondersteunend personeel (teldatum 1 juni 2012). Voor alleen de lerarenopleidingen zijn er 130 medewerkers waarvan 121 medewerkers (87,7 fte) onderwijzend personeel en 9 medewerkers (8,3 fte) ondersteunend personeel (secretariaat, beleidsmedewerkers, directie). De gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel is bij de 58 mannelijke medewerkers 50,7 jaar en bij de 72 vrouwelijke medewerkers 45,2 jaar.
Tabel 4 Opleidingsniveau onderwijzend personeel Aantal
%
Bachelor
22
18,2%
Master/gepromoveerd
99
81,8%
Eindtotaal
121
100%
15
2.3.2 Medewerkerstevredenheid Het medewerkers(tevredenheid)onderzoek 2012 laat zien dat de algemene tevredenheid van medewerkers van de lerarenopleidingen van het ILS een 7,6 scoort. Positief (≥ 8,0) zijn medewerkers over de samenwerking met collega’s binnen de eigen afdeling, de sfeer op de afdeling, de eigen betrokkenheid bij de afdeling, de roosters, de variatie in werkzaamheden, de werkinhoud, het niveau van het werk, de aansluiting van de werkzaamheden bij competenties, de mate waarop men zelf het werk kan indelen, de beschikbaarheid van de werkplek en de veiligheid van de werksituatie. Minder tevreden (≤ 7,0) zijn de medewerkers over het uitoefenen van invloed op beleidskeuzes, de werkdruk, de ondersteuning bij het organiseren van de werkzaamheden, de interne communicatie, ICT-voorzieningen en de beloning in relatie tot de zwaarte van de functie. Tabel 5 Algehele medewerkerstevredenheid ILS-HAN lerarenopleiding periode 2008-2012 (MTO 2008 – 2012) 2008
Algemene medewerkers7,2 tevredenheid ILS-HAN lerarenopleidingen
16
2009
2010
2011
2012
7,4
7,3
7,5
7,6
2.4 Terugblik op de vorige beleidsperiode De doelstellingen van de vorige beleidsperiode, zoals beschreven in het ILS beleidsplan ‘ILS Koerst naar 2010’, zijn geëvalueerd. Een aantal doelstellingen hebben we behaald; zo is er onder andere een heldere verdeling ontstaan tussen de vak- en beroepscomponent, zijn competenties en beroepstaken geïntegreerd in ons onderwijs, is studieloopbaanbegeleiding een wezenlijk onderdeel van het leertraject geworden, is het aantal opleidings- en samenwerkingsscholen gegroeid en lopen steeds meer studenten ook een stage in het mbo-werkveld. Ook onderzoek en internationalisering hebben een belangrijkere plek in ons curriculum gekregen. Verschillende van deze doelstellingen behoeven ook in de komende beleidsperiode aandacht. In dit strategisch plan zien we deze doelstellingen dan ook weer terug.
2.5 Analyse van sterke punten, punten ter verbetering, kansen en uitdagingen De SWOT-analyse door het ILS-team geeft inzicht in de sterke punten, de ontwikkelpunten, de kansen en de uitdagingen voor het ILS.
2.5.1 Sterke punten Kwaliteit docenten We hebben deskundige docenten waardoor vakinhoud een goede basis vormt voor de curricula van de opleidingen. Docenten waarderen elkaars deskundigheid en uit NSEresultaten blijkt dat ook de studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten. Betrokkenheid en samenwerking docenten ILS-medewerkers zijn betrokken bij hun studenten, bij elkaar en bij de organisatie. Hoewel de werkdruk als hoog wordt ervaren, werken mensen over het algemeen met veel plezier bij het ILS. De medewerkers geven een hoge tevredenheid aan op items als samenwerking met collega’s, variatie in werkzaamheden, aansluiting van de werkzaamheden bij de competenties en het terugzien van de eigen bijdrage in de realisatie van de afdelingsdoelstellingen.
17
Relatie met het werkveld We hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de samenwerking met het werkveld om studenten op te leiden. Hoewel deze relatie nog niet optimaal is (met name de relatie met het mbo vraagt nog aandacht), is de relatie sterk verbeterd. Er is er steeds meer enthousiasme over het opleiden in de school en we hebben een open blik naar buiten. Kleinschaligheid Ondanks dat er bij het totale instituut zo’n 2.400 studenten studeren, ervaren de studenten en medewerkers de opleidingen zelf als kleinschalig. Dit uit zich in korte lijnen tussen studenten en docenten en grote betrokkenheid van docenten bij studenten. Binnen opleidingen kennen docenten en studenten elkaar goed.
2.5.1 Ontwikkelpunten Geen collectieve missie, visie en waarden Docenten ervaren op het ILS nog geen collectief gedragen missie, visie en waarden. Er is behoefte aan een gedeelde, ILS-brede visie zodat we ons ook naar buiten toe nog sterker kunnen profileren.
18
De interne organisatie en communicatie De organisatie van interne processen en de communicatie hierover kan verbeterd worden. Er is nog onvoldoende transparantie in de besluitvormingsprocessen met
betrekking tot het ILS-beleid. Dat betekent dat hier een verbetermogelijkheid ligt door docenten en studenten te betrekken bij ontwikkeling van beleid. Professionele cultuur De professionele cultuur waarin men elkaar kan aanspreken op verantwoordelijkheden, zich als professional kan ontwikkelen en (student)evaluaties open kan bespreken, is nog in ontwikkeling. ICT en moderne media Het gebruik van ICT en moderne media in onderwijssettings kan nog veel beter worden ingebed op het ILS. Ook werkveldpartners geven aan dat dit punt nog aandacht behoeft. We maken op het ILS nog onvoldoende gebruik van de mogelijkheden van leren met ICT en de mogelijkheden om met behulp van ICT meer tijd- en plaatsonafhankelijk leren mogelijk te maken voor (deeltijd)studenten.
2.5.3 Kansen en uitdagingen Samenwerking werkveld Er liggen kansen om de samenwerking met het voortgezet onderwijs verder te intensiveren en de relaties met het mbo-werkveld uit te breiden. Met name in het mbo is er een grotere behoefte aan gekwalificeerde docenten. Daarnaast is er in het werkveld een toenemende vraag naar expertise op het gebied van resultaatgericht werken en passend onderwijs. Het werken met een regionale agenda biedt veel mogelijkheden. Hierbij kan de werkveldadviescommissie een belangrijke rol kan spelen. Koppeling onderwijs - onderzoek, samenwerking met het kenniscentrum ‘kwaliteit van leren’ Samenwerking met lectoren en onderzoekers van het kenniscentrum ‘Kwaliteit van leren’ biedt mogelijkheden om de verbinding tussen onderwijs en onderzoek te versterken, samen onderzoek op te zetten, gebruik te maken van onderzoeksresultaten om de kwaliteit van opleidingen te verbeteren of curriculuminhouden te actualiseren en om professionalisering van docenten vorm te geven. Deeltijdonderwijs/leven lang leren Ontwikkelingen rondom een leven lang leren bieden het ILS kansen om zich te profileren als instituut voor deeltijdonderwijs, na- en bijscholing en professionalisering van leraren in het voortgezet en middelbaar (beroeps) onderwijs. Er ligt een kans om voor het deeltijdonderwijs expliciete uitgangspunten te formuleren en meer
mogelijkheden te creëren voor flexibiliteit. Ook liggen er kansen op het gebied van begeleiding van beginnende leraren in de zogenoemde inductiefase. Landelijke referentieniveaus en profilering Landelijke referentieniveaus bieden de mogelijkheid om het kennisniveau van studenten beter te kunnen borgen. Het biedt tevens de kans om, wanneer onze studenten boven het gemiddelde op deze toetsen scoren, ons als lerarenopleiding te profileren op de kwaliteit van onze opleidingen. Veranderende, nieuwe instroom De instroom is aan het veranderen. Er zijn meer studenten die voor een deeltijdvariant kiezen en de verwachting is dat in de toekomst met de driejarige mbo-opleidingen, minder studenten op mbo niveau 4 zullen afstuderen en daarmee de instroom van mbo-studenten afneemt. Daarentegen is de verwachting dat door strengere selectie bij de universiteiten de instroom van het aantal vwo’ers zal toenemen. Optimaal inspelen op deze veranderende instroom en daarmee recht doen aan de verschillen tussen studenten, is een van de uitdagingen voor het ILS.
19
‘Trends en ontwikkelingen die mede richting geven aan ons plan’
3
ntwikkelingen in O onze omgeving
3.1 Maatschappelijke ontwikkelingen en het onderwijs In de publicatie ‘Trends in onderwijs en de implicaties daarvan voor lerarenopleidingen’ (Vijlder, et. al., 2011) worden, op basis van interviews, deskresearch, werkplaatsbijeenkomsten, beleidslunches en een questionnaire, diverse maatschappelijke ontwikkelingen beschreven. Samenvattend zijn er zeven ontwikkelingen te noemen die relevant zijn voor het ILS: 1. Toenemende aandacht voor kennis en onderzoek 2. Permanente leerloopbanen voor leraren: blijven ontwikkelen 3. Toenemende behoefte aan flexibilisering en maatwerk om in te kunnen spelen op een grotere variëteit aan leerlingen en studenten 4. Toenemende aandacht voor internationalisering, burgerschap en globalisering 5. Toenemende politieke druk in het onderwijs en veranderingen in financiering van onderwijs
6. Snelle ontwikkelingen in het werkveld, waaronder toenemend gebruik ICT en nieuwe media 7. Bredere taken voor de schoolorganisaties en de veranderende rol van de leraar hierbij In de bijlage zijn deze zeven maatschappelijke ontwikkelingen nader uitgewerkt.
3.2 Politieke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen de HAN Ontwikkelingen in ons onderwijsveld worden mede bepaald door richtlijnen, eisen en toekomstplannen die vanuit de overheid en de HAN geboden worden. In samenhang met de hierboven beschreven trends en ontwikkelingen in onze omgeving, in deze paragraaf een overzicht van richtinggevende ontwikkelingen, rapporten en adviezen.
21
Adviesrapport ‘Differentiëren in drievoud’ In het adviesrapport van de commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (oftewel de commissie Veerman, 2010) worden diverse aanbevelingen gedaan om tot een toekomstbestendig onderwijsbestel te komen. De kern van het advies omschrijft de commissie als ‘geef een krachtige impuls aan de kwaliteit en diversiteit van het Nederlandse hoger onderwijs’. De kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek moet omhoog en de commissie pleit dan ook voor differentiatie in de structuur van het stelsel, in zowel de profielen van de instellingen als in het onderwijsaanbod. Naast een zevental aanbevelingen voor de overheid, geeft de commissie drie aanbevelingen voor onderwijsinstellingen zelf: kies een duidelijk profiel, geef het onderwijs als kerntaak meer aandacht en investeer in de kwalificaties van het personeel.
22
Herijking bekwaamheidseisen De huidige SBL-competenties worden door de onderwijscoöperatie herijkt. Hierbij is het uitgangspunt de kern en de inhoud van het leraarsberoep. Wanneer het gaat om de inhoud, wordt onderscheid gemaakt tussen het dagelijks werk van de leraar, het werk van de leraar door het jaar heen en het werk van de leraar in de context van de schoolorganisatie (onderwijscoöperatie, 2011). De bekwaamheid van de leraar wordt ingedeeld in vakinhoudelijke bekwaamheid, vakdidactische bekwaamheid en pedagogische bekwaamheid. Deze herijking van bekwaamheidseisen heeft uiteraard invloed op de curricula
van lerarenopleidingen. Op moment van schrijven is nog niet vastgesteld hoe de herijkte bekwaamheidseisen eruit gaan zien. Adviesrapport ‘Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs’ Het adviesrapport ‘Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs’ (onderwijsraad, 2011) geeft specifiek een aantal aanbevelingen voor lerarenopleidingen. Er wordt een verbetermogelijkheid gezien voor de tweedegraads lerarenopleidingen als het gaat om het opleiden van leraren voor het vmbo en mbo. Belangrijkste aanbeveling hierin is het gaan werken met uitstroomprofielen. De onderwijsraad (2011) gaat uit van een profiel vakinhoudelijke vorming (gericht op het lesgeven in het havo/vwo), een profiel zorgontwikkeling (gericht op het vmbo) en beroepspraktijkvorming (gericht op het mbo). Staatssecretaris Zijlstra kan zich vinden in deze aanbeveling (zie beleidsreactie, Zijlstra, 2011). Geadviseerd wordt uit te gaan van de generieke bekwaamheidseisen en daar accenten te leggen om de uitstroomprofielen nader vorm te geven. Strategische agenda ‘Kwaliteit in verscheidenheid’ en het hoofdlijnenakkoord OCW en HBO-raad Het ministerie van OCW bouwt voort op het adviesrapport van de commissie Veerman in de strategische agenda ‘Kwaliteit in verscheidenheid’ (ministerie OCW, 2011). De beleidvoorstellen in deze agenda worden gesteund door de tweede kamer. Concrete afspraken tussen het ministerie van
onderwijs, cultuur en wetenschappen en de HBO-raad zijn vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord OCW – HBO-raad (2011). HAN instellingsplan 2012-2016 ‘Kennis in interactie’ inclusief prestatieafspraken met de overheid In het instellingsplan van de HAN 2012-2016 zijn de missie en visie van de HAN uitgewerkt in bestuurlijke en organisatorische plannen voor de beleidsperiode 20122016. Doelstellingen en ambities zijn in het instellingsplan geordend rondom de thema’s onderwijs, onderzoek, beroepspraktijk en de regio, kwaliteit is mensenwerk en de onderlegger operational excellence. In de bijlage van het HAN instellingsplan zijn tevens de prestatieafspraken, zoals deze met de overheid zijn gemaakt, opgenomen. Strategisch beleidsplan 2012-2016 Faculteit Educatie ‘Kwaliteit van leren voor morgen’ Het MT van de Faculteit Educatie heeft in het strategisch beleidsplan ‘Kwaliteit van leren voor morgen’ doelstellingen vastgelegd voor de komende beleidsperiode. Beleidsdoelstellingen van de Faculteit Educatie zijn mede geënt op de beleidsdoelstellingen van de HAN zoals beschreven in het HAN instellingsplan 2012-2016. De doelstellingen van de Faculteit Educatie laten zien hoe zij met haar eigen focus op onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk de komende beleidsperiode de ambities van de HAN mee helpen waar te maken.
3.3 Hoe nu verder? In voorgaande hoofdstukken is ingezoomd op de huidige situatie, ontwikkelpunten, kansen en uitdagingen van het onderwijs in het algemeen en van de ILS in het bijzonder, en op de maatschappelijke en politieke kaders die gesteld zijn. Dit heeft geleid tot een focus voor onze ambities en beleidsdoelstellingen voor de komende jaren: waar gaan we als ILS mee aan de slag? Centrale thema’s als hbo-niveau, studiesucces, onderzoek, ICT, profilering, een leven lang leren en samenwerking met het werkveld zullen hierin leidend zijn. In hoofdstuk vier volgt een concrete uitwerking in ambities en doelstellingen voor de beleidsperiode 2012-2016.
23
‘Kiezen voor kwaliteit en excellentie, zonder een elitehogeschool te worden’
4
mbities en doelstellingen A 2012-2016
4.1 Het instellingsplan van de HAN als kader Onze ambities en doelstellingen sluiten aan bij het HANbeleid dat beschreven wordt in het instellingsplan van de HAN 2012-2016. De HAN ambieert een doorontwikkeling naar een University of Applied Sciences (UAS), kiest voor kwaliteit en excellentie, zonder een elitehogeschool te willen worden. De HAN wil toegankelijk blijven voor een brede doelgroep en vertaalt onze ambities in een breedte- en hoogtestrategie. Alle opleidingen dienen te voldoen aan een gegarandeerde basiskwaliteit (breedtestrategie), uitgedrukt in meetbare parameters. Boven op deze basisinfrastructuur is er ruimte voor profilering in de vorm van bijvoorbeeld synergetische concentraties van hoogwaardig onderzoek, uitstekende masteropleidingen en minoren: de hoogtestrategie.
De ambities en doelstellingen van het HAN-instellingplan zijn geordend aan de hand van vier thema’s, die ook voor dit strategisch plan richtinggevend zijn. Onder deze vier thema’s ligt de basis; operational excellence. In onderstaande paragrafen worden per thema ambities beschreven (vanaf paragraaf 4.3 in cursief gedrukte tekst) en zijn concrete doelstellingen voor de komende beleidperiode opgenomen. 25
Thema’s van het HAN-Instellingsplan Onderwijs De interactie tussen studenten, docenten en de beroepspraktijk is bepalend voor alles wat we doen. De intensiteit én kwaliteit van die interactie is de kern. Hiermee is ons uitgangspunt dat in alles wat we doen, de maat der dingen is of we die kern weten te verbeteren. Onderzoek Het belang van praktijkgericht neemt toe. Dit uit zich in een gerichte doorontwikkeling van de onderzoekstaakstelling in verbinding met het onderwijs. Het is een kerntaak gericht op drie doelen: kennisontwikkeling binnen het onderzoekdomein, doorwerking naar de opleidingen en innovatie en ontwikkeling van de beroepspraktijk. Beroepspraktijk en de regio Het onderwijs en praktijkgericht onderzoek van de HAN zijn onlosmakelijk verbonden met de beroepspraktijk. De voortdurende en systematische interactie tussen studenten, docenten, onderzoekers en de beroepspraktijk is belangrijk voor onze kwaliteit. Deze verbinding met het werkveld moet georganiseerd en gesystematiseerd zijn c.q. worden.
26
Kwaliteit is mensenwerk Onze maatschappelijke opdracht en ambities vragen om een organisatie van en door professionals. De komende beleidsperiode zal de HAN haar reputatie van goed werkgeverschap blijven waarmaken, blijkend uit een hoge medewerkerstevredenheid, een laag ziekteverzuim en ruimte voor (gerichte) professionalisering. Operational Excellence De ambitieuze keuzes in het instellingsplan vragen om een goede, geoliede bedrijfsvoering ten dienste van onderwijs en onderzoek. Om zo efficiënt en effectief mogelijk diensten aan te bieden, houden we vast aan het concept van Shared Service Center in de vorm van het Service Bedrijf. Binnen dit model gaan we experimenteren met klantspecifieke producten en een dienstverlening nog dichter tegen de opleidingen aan.
4.2 Operational Excellence: het huis op orde! De basis van de onderwijsorganisatie dient op orde te zijn om de doelstellingen met betrekking tot onderwijs, onderzoek, werkveld en regio en kwaliteit is mensenwerk te bereiken. Daarom wordt blijvend geïnvesteerd in de kwaliteit van de operationele processen en basiskwaliteit van ons onderwijs. Met andere woorden, het ILS-huis is op orde! Om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen garanderen, hanteert de HAN streefcijfers voor onder andere de beoordeling door de NVAO, propedeuseen hoofdfaserendement, onderwijsintensiteit, studenttevredenheid en medewerkerstevredenheid. Beoordeling NVAO Wij staan voor kwaliteit. Om deze kwaliteit objectief te kunnen meten, maken we gebruik van de criteria zoals opgesteld door de NVAO. Hiermee hebben we een beoordelingskader dat we gebruiken om aan te kunnen tonen dat we voldoen aan het gerealiseerd hbo-niveau en een betrouwbaar, valide en transparant systeem van toetsing. De interne audit van april 2012 biedt voldoende handvatten voor verbeteringen, zodat we de streefcijfers met betrekking tot de beoordeling van de NVAO zeker halen. Ons uitgangspunt bij dit alles is transparantie en het streven elke dag visitabel te zijn.
Rendement Wat betreft het rendementsvraagstuk richten we ons vooral op een hoger hoofdfaserendement. Dit doen we enerzijds door verbetering van het toetsbouwwerk, anderzijds door strenger te selecteren aan de poort en in het eerste studiejaar. Met iedere aankomende deeltijdstudent (en daar waar gewenst met de voltijdstudenten) wordt een intakeprocedure doorlopen waarbij een positief of negatief advies wordt gegeven. Per opleiding wordt bepaald welke acties ondernomen moeten worden om de rendementcijfers te verbeteren. 27
Onderwijsintensiteit Met betrekking tot de onderwijsintensiteit voldoen we voor de eerste twee studiejaren minimaal aan de norm van gemiddeld 20 uur contacttijd. Naast de lessen die consequent volgens het ritme van 4 x 8 lesweken worden geroosterd, lopen de studenten ieder jaar stage en vinden bij veel opleidingen excursies plaats. Student- en medewerkerstevredenheid Ten aanzien van de studenttevredenheid werken we met jaarlijkse verbeterplannen naar aanleiding van de Nationale Studenten Enquête (NSE). Iedere opleiding werkt met een teamontwikkelplan (TOP) waarin de verbeterpunten worden uitgewerkt. Daarnaast wordt ILS-breed expliciet gestuurd op meerjarige lage scores bij de NSE. Drie thema’s die HAN-breed in ieder geval om aandacht vragen, zijn toetsen en beoordelen, betere communicatie met studenten en onderwijsorganisatie. Behalve de NSE wordt minimaal één keer per jaar een docentevaluatie uitgevoerd en evalueren opleidingen minimaal twee keer per jaar op eigen wijze het curriculum met studenten. Wat betreft medewerkerstevredenheid geldt dezelfde PDCAcyclus als voor studenttevredenheid. De resultaten van het medewerkers(tevredenheid)onderzoek (MO) worden geanalyseerd en er worden gerichte verbeteracties uitgezet.
28
Optimaliseren van overige werkprocessen Naast het voldoen aan de streefcijfers van de HAN, willen we in deze beleidsperiode ook de overige werkprocessen hebben geoptimaliseerd. Denk bijvoorbeeld aan een duidelijke routing voor het aanleveren, afnemen, nakijken, archiveren van toetsen en het invoeren van cijfers in het studentinformatiesysteem.
4.3 Doelstellingen met betrekking tot het onderwijs - thema 1 De curricula van het ILS waarborgen een optimale aansluiting met de vakinhoudelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in het werkveld. Het ILS erkent de verschillen in studentpopulatie; verschillen tussen havisten/vwo’ers/mbo’ers en verschillen tussen voltijd-/deeltijdstudenten. Het ILS streeft ernaar studenten zo op te leiden dat zij problemen op een constructieve wijze oplossen, zich ambassadeur van opleiding en beroep voelen en dat zij trots zijn op het leraarschap. De doorgroeibekwame leraren die van het ILS komen, zijn niet alleen klaar voor de beroepspraktijk, maar ook voorbereid op de mogelijkheid om door te stromen naar relevante masteropleidingen.
Wat willen we concreet bereiken? 1. Er is een samenhangend, studeerbaar curriculum voor alle opleidingen 2. Leren met ICT is ingebed in het curriculum 3. Er zijn uitstroomprofielen gerealiseerd 4. Deeltijdopleidingen zijn geoptimaliseerd
4.3.1. Een samenhangend, studeerbaar curriculum Een curriculum is nooit uit ontwikkeld. Ieder jaar weer wordt het op onderdelen aangescherpt, verbeterd en worden nieuwe inzichten verwerkt. In 2015 heeft iedere opleiding een curriculum dat voldoet aan de volgende kenmerken: • een sterke verbinding tussen theorie en praktijk; • de landelijk vastgestelde kennisbases voor de lerarenopleidingen zijn geïmplementeerd, inclusief de landelijke toetsing; • een duidelijke onderzoeksleerlijn, uitmondend in een afstudeeronderzoek (zie ook thema 2); • passend bij de opleiding, zijn internationale en interculturele componenten ingebed; • er is sprake van een valide, betrouwbaar en transparant systeem van toetsen en beoordelen (inclusief beoordeling van werkplekleren) met heldere beoordelingscriteria voor zowel de beoordelaars als de studenten.
Dit alles wordt onderbouwd door een uitgewerkte visie op leren en opleiden. In deze visie, die in 2013 gereed is, maken we expliciet vanuit welk samenbindend didactisch concept wij (willen) opleiden.
4.3.2. Leren met ICT Technologie maakt gedifferentieerd en flexibel onderwijs in toenemende mate mogelijk, maar wordt nog onderbenut in het onderwijs en de lerarenopleiding. De Faculteit Educatie heeft leren met ICT benoemd als speerpunt en de ambitie uitgesproken zich te ontwikkelen tot hét expertisecentrum Leren met ICT met een iXPERIUM in Arnhem en Nijmegen. Dit biedt kansen voor een flinke ICT-impuls voor het ILS, waarbij leren met ICT een onderdeel vormt in ons curriculum, maar ook ingezet wordt ter ondersteuning van ons eigen onderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van blended learning bij deeltijdopleidingen). 29
In 2012 – 2013 wordt o.a. gestart met een nulmeting (wat gebeurt er al op het gebied van leren en ICT?) en met het formuleren van een duidelijke visie op leren met ICT om dit vervolgens te concretiseren in doelen en activiteiten. In 2016 heeft het ILS een curriculum/ICT-rijke leeromgeving dat bijdraagt aan het opleiden van leraren met de benodigde 21e eeuw competenties, specifiek ICT-geletterdheid.
4.3.3. Uitstroomprofielen De onderwijsraad (2011) stelt voor om uitstroomprofielen voor de lerarenopleidingen verplicht te stellen, zonder de brede bevoegdheid van leraren te verliezen. Op moment van schrijven van dit plan wordt landelijk nog de discussie gevoerd welke profielen dit zouden moeten zijn. Op basis van gesprekken gevoerd met ons werkveld en de gedeelde mening van het landelijk overleg van directeuren lerarenopleidingen, hebben wij de voorkeur om in het laatste jaar van de opleiding te gaan werken met twee uitstroomprofielen, gekoppeld aan de keuze van de werkplek: • Algemeen vormend onderwijs (gekoppeld aan onderbouw havo/vwo/vmbo-t) • Beroepsonderwijs (gekoppeld aan MBO en VMBO basis en kader). Door te werken met deze uitstroomprofielen hopen we onze studenten nog beter voor te bereiden op de praktijk, waardoor met name het uitstroomprofiel beroepsonderwijs meer aandacht krijgt dan tot nu toe het geval is.
4.3.4. Deeltijdopleidingen geoptimaliseerd Hoewel zo’n 1/3 van onze studentpopulatie deeltijdstudent is, zijn de meeste processen en inhoudelijke discussies vooral gericht op de voltijdstudenten. We willen de deeltijdopleidingen en daarmee de deeltijdstudenten meer tot hun recht laat komen. De HAN kiest in het instellingplan strategisch voor kwaliteit van de opleidingen en voor een beperking van het assortiment van opleidingen dat ze aanbiedt. De ongeschreven regel dat het bachelor deeltijdaanbod hetzelfde assortiment hoort te hebben als het voltijdse aanbod wordt hiermee doorbroken. Voor het ILS betekent dit dat we ons ‘deeltijdportfolio’ zullen doorlichten op basis van maatschappelijk belang, concurrentiepositie, kwaliteit en vanuit bedrijfskundig perspectief. De deeltijdopleidingen waar we mee doorgaan, zijn in 2016 voorzien van het HAN-deeltijdkeurmerk en hebben een duidelijke plek in het instituut: • de deeltijdstudent voelt zich erkend en herkend op het ILS; • de intakeprocedure en het deeltijdcurriculum is goed vorm gegeven waardoor maatwerktrajecten voor deeltijdstudenten mogelijk zijn. Voor studenten van de pabo is de doorstroomroute voor een aantal opleidingen optimaal uitgewerkt; • het deeltijdonderwijs doet recht aan de situatie van de deeltijdstudent (de werkende lerende); er wordt gebruik gemaakt van blended learning om tijd en plaatsonafhankelijk leren mogelijk te maken.
4.4 Doelstellingen met betrekking tot onderzoek - thema 2 Binnen het ILS is in 2016 een herkenbare aansluiting tussen onderwijs en onderzoek gerealiseerd. De onderzoeksleerlijn is volledig geïmplementeerd en de onderzoekende houding van zowel de docenten als studenten op het ILS is zichtbaar door een cultuur waarin het vragen stellen belangrijker is dan de antwoorden zelf. De studenten, docenten, het werkveld en de lectoren en onderzoekers van het kenniscentrum werken samen aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Er is een zichtbare relatie tussen de onderzoeksagenda van de academische opleidingsscholen, de onderzoeksactiviteiten van studenten van het ILS en het kenniscentrum. De lectoren, onderzoekers en betrokken docenten van het instituut dragen met hun onderzoeken en overige activiteiten direct bij aan het behalen van de doelstellingen in het strategisch plan.
Wat willen we concreet bereiken? 1. De leerlijn onderzoek is geïmplementeerd in het curriculum 2. Er is een vruchtbare samenwerking met het kenniscentrum ‘kwaliteit van leren’ 3. De relatie met onderzoeksactiviteiten in het werkveld is versterkt
31
32
4.4.1. Geïmplementeerde leerlijn onderzoek in het curriculum
4.4.2. Vruchtbare samenwerking met het kenniscentrum ‘Kwaliteit van leren’
Aan verschillende visies en opvattingen over de rol van onderzoek in het curriculum is in ons instituut geen gebrek. Deze beleidsperiode wordt gebruikt om hier focus in aan te brengen en een breed gedragen visie te realiseren op de verbinding tussen onderwijs en onderzoek en op welke wijze onderzoeksvaardigheden en een onderzoekende houding bijdragen aan de kwaliteit van de leraar. Dit heeft zich vertaald in een herkenbare leerlijn onderzoek in het curriculum uitmondend in praktijkgericht onderzoek in de afstudeerfase. Het praktijkgericht onderzoek is met name gericht op het verbeteren van de eigen praktijk van de student, waardoor elke startbekwame leraar in staat is om zijn eigen praktijk te onderzoeken en blijvend te verbeteren. Ons docententeam heeft zich waar nodig geprofessionaliseerd in het begeleiden van onderzoek. Daarnaast heeft in 2016 minimaal 90% van onze docenten een opleiding op masterniveau, waaronder minimaal 12% is gepromoveerd. De kennis en ervaring van onze gepromoveerde collega´s worden bewust ingezet in ontwikkelingen binnen de opleidingen en het instituut en in het begeleiden van studenten.
De samenwerking tussen het kenniscentrum ‘Kwaliteit van leren’ is in 2016 sterk geïntensiveerd en heeft zijn vruchten afgeworpen. We kennen elkaar, weten elkaar te vinden, wisselen de nieuwste wetenschappelijke inzichten uit en deze inzichten vinden hun plek in het curriculum. Onderzoek van promovendi en expertise van gepromoveerde docenten worden ingezet om onderwijs en onderzoek op natuurlijke wijze met elkaar te verbinden. • in elk cluster hebben enkele docenten de rol van ambassadeur voor verbinding onderwijs en onderzoek om zo actief de verbinding met het kenniscentrum tot stand te brengen; • de lectoren en onderzoekers van het kenniscentrum zijn actief betrokken bij de kwaliteitsborging van de leerlijn onderzoek in de curricula van het ILS; • het ILS verdiept zich, in samenwerking met het kenniscentrum, in nieuwe inzichten en onderzoeksresultaten en zoekt naar manieren waarop dit het best in het curriculum en scholing kan worden vertaald; • het ILS wordt door het kenniscentrum betrokken bij onderzoeksactiviteiten die in het ILS-werkveld plaatsvinden, waardoor van en met elkaar geleerd wordt.
4.4.3. Versterking relatie onderzoeksactiviteiten in het werkveld Onderzoek is niet alleen gericht op kennisontwikkeling en de doorontwikkeling naar de opleidingen, maar ook op innovatie en ontwikkeling van de beroepspraktijk. Behalve een vruchtbare samenwerking met het kenniscentrum, is ook een directe koppeling met het werkveld van belang. De vraagstellingen voor ons onderzoek worden ingegeven door de beroepspraktijk en vinden plaats in netwerken met interne en externe collega´s. Er is een expliciete relatie met de thema’s van de onderzoeksprogrammering van de academische opleidingsscholen, het kenniscentrum ‘Kwaliteit van leren’ van de Faculteit Educatie en waar mogelijk ILS-RU. In 2016 is veertig procent van de afstudeeronderzoeken verbonden aan deze thema’s, waardoor afstudeeronderzoeken van studenten bijdragen aan de onderzoeksresultaten van het kenniscentrum en de kennisontwikkeling binnen het werkveld.
4.5 D oelstellingen met betrekking tot beroepspraktijk en regio - thema 3 Het ILS is zich bewust van zijn maatschappelijke opdracht en streeft ernaar in intensieve samenwerking met het werkveld optimaal vorm te geven aan het opleiden en professionaliseren van (aankomende) leraren. Het ILS investeert daarom sterk in partnerschap in de regio. Er is sprake van structureel contact met het werkveld op alle niveaus waardoor vraag en aanbod op elkaar aansluiten ten behoeve van optimaal
onderwijs voor leerlingen in onze regio. Het samen opleiden (opleiden in de school) is verankerd in de curricula waardoor er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het opleiden van leraren. Daarnaast biedt het ILS professionaliseringsactiviteiten aan voor leraren in het vo en mbo gekoppeld aan een leven lang leren en het lerarenregister. Onze samenwerkingspartners beschouwen het ILS als een betrouwbaar en open instituut dat staat voor kwaliteit van onderwijs, opleiden en kennisontwikkeling.
33
4.5.1. Het samen opleiden met opleidingsscholen is verankerd in de curricula
Wat willen we concreet bereiken? 1. Het samen opleiden met opleidingsscholen is verankerd in de curricula 2. ILS-academie heeft zich ontwikkeld tot hét trefpunt voor professionalisering in de regio 3. Leven lang leren is de norm
34
Het curriculum is ingericht volgens de kaders van samen opleiden. In samenwerking met geaccrediteerde opleidingsscholen houden we ons curriculum actueel en onderbouwen we dat met onderzoek. Het binnen- en buitenschools curriculum is optimaal op elkaar afgestemd, waarmee we een impuls leveren voor ontwikkelingen in het werkveld. We hebben inzichten die we hebben opgedaan bij samen opleiden, waar mogelijk vertaald naar onze samenwerkingsscholen. We streven naar een uitbreiding van het aantal samenwerkingsscholen zodat aan het eind van deze beleidsperiode 90% van onze studenten stage loopt op opleidings- of samenwerkingsscholen. Voor de toekenning van het predicaat ‘samenwerkingsschool’ wordt gewerkt met het kwaliteitskeurmerk. Daarnaast is ook de samenwerking en afstemming met ILS-RU in het werkveld verder geoptimaliseerd. De algemeen begeleiders van beide instituten (abi’s) kennen elkaars curricula waardoor overeenkomsten en verschillen verduidelijkt kunnen worden en de complementariteit wordt benadrukt.
4.5.2. ILS (-academie) als hét trefpunt voor professionalisering In het kader van leven lang leren wordt continu gezocht naar mogelijkheden om opleidingstrajecten op maat aan te bieden aan verschillende doelgroepen. Waar mogelijk en passend bij de ontwikkelingen van het ILS en/of het werkveld, wordt aan projecten deelgenomen en worden initiatieven ontplooid om nationaal en internationaal projecten aan te vragen. De ILS-academie heeft zich ontwikkeld tot een trefpunt voor vragen over professionalisering voor docenten van het vo en mbo. Vanuit de ILS-academie worden, in overleg en waar mogelijk in samenwerking met het werkveld, cursussen en trainingen ontwikkeld op het terrein van samen opleiden, vakinhoud- en vakdidactiek en de generieke kennisbasis. Deze professionaliseringsactiviteiten voldoen aan de vraag, worden hoog gewaardeerd en zijn geregistreerd in het lerarenregister. Hierbij wordt waar mogelijk samen gewerkt met bestaande nascholingsacademies van bijvoorbeeld ROC’s. Hoewel op dit moment de vakdidactische netwerken niet naar tevredenheid verlopen, blijven we geloven in het concept van vakdidactische uitwisseling met collega´s uit het werkveld. We onderzoeken hoe we dit zo vorm kunnen geven dat vraag en aanbod elkaar treffen en er van en met elkaar wordt geleerd.
4.5.3. Leven lang leren is de norm Een student die bij het ILS afstudeert, is niet alleen startbekwaam maar ook doorgroeibekwaam. Hij weet dat hij nog veel ervaring op moet doen en zich moet blijven ontwikkelen. De begeleiding van beginnende leraren is belangrijk. We willen in overleg met ons werkveld op een aantal plekken gezamenlijk de inductiefase van beginnende leraren vorm geven. Daarnaast bieden de masteropleidingen tot eerstegraads leraar een goede mogelijkheid voor leraren om zich verder te professionaliseren. De bodem voor het volgen van de master is bij de bacheloropleiding duidelijk gelegd. In 2016 hebben we tevens een alumnibeleid ontwikkeld en geïmplementeerd. Alumni kijken na het afstuderen aan één van onze opleidingen tevreden terug en maken gebruik van de terugkomdagen en professionaliseringsactiviteiten die wij hen bieden. Na een aantal jaren ervaring worden ze graag spd-er en begeleiden ze nieuwe studenten.
35
4.6 D oelstellingen met betrekking tot ‘Kwaliteit is mensenwerk’ - thema 4 Het ILS ambieert een lerende organisatie te zijn met een professionele cultuur waarin professionele ruimte en verantwoordelijkheid centraal staan. Docenten zijn deskundig en bevlogen, spreken elkaar aan op verantwoordelijkheden, komen afspraken na en dragen bij aan zorgvuldige communicatielijnen op alle niveaus. Het ILS kenmerkt zich als een organisatie met een informele sfeer, waar ruimte is voor initiatief en creativiteit. “Als je echt iets wilt, kan het ook”, is het adagium. Er is expliciet aandacht voor de ontwikkeling van iedere medewerker en de professionaliseringsruimte –en budgetten worden optimaal besteed.
Wat willen we concreet bereiken? 1. Scholing en ontwikkeling 2. Een goede medewerkerstevredenheid 3. Een cultuur waarin professionele ruimte en verantwoordelijkheid centraal staan
36
4.6.1. Scholing en ontwikkeling Onze ambities zoals tot nu geformuleerd zijn de ene kant van het verhaal, de realisering ervan is de andere kant. Dit kunnen we niet zonder een organisatie van en door professionals. Professionalisering en ontwikkeling vormt daarom de kern van onze personeelsbeleid. We maken optimaal gebruik van de professionaliseringsruimte in de jaartaken waardoor we een voorbeeldrol vervullen voor onze studenten en omgeving ten aanzien van een leven lang leren. Belangrijke professionaliseringsthema’s voor de komende jaren liggen op het gebied van onderzoekbegeleiding, toetsing en ICT. Daarnaast verdiepen docenten van het ILS zich in de ontwikkelingen in hun eigen vakgebied en het werkveld waardoor zij in het onderwijs steeds gebruik kunnen maken van actuele (praktijk)voorbeelden. Elke docent houdt verbinding met het werkveld door te participeren in projecten, vakdidactische netwerken, ABI-schap, ILSacademie of door minimaal 2 dagdelen per studiejaar een bezoek te brengen aan de scholen in onze regio. Docentenuitwisseling met collega’s van het werkveld wordt expliciet gestimuleerd. Dit kan variëren van gastcolleges tot bijvoorbeeld aan uitwisseling voor een jaar voor 1 of meerdere dagen per week. Internationalisering is een belangrijk speerpunt voor de gehele hogeschool. Dit biedt mooie kansen voor onder andere ons talencentrum. We hebben de ambitie dat in 2016
het HAN-Talencentrum is uitgegroeid tot hét centrum voor (na)scholing op gebied van Engels, Duits en Nederlands voor studenten en medewerkers van de HAN. We bieden niet alleen uitstekend vertaalwerk, tevens wordt het huidige scholingsaanbod uitgebreid.
4.6.2. Een goede medewerkerstevredenheid We willen een onderwijsorganisatie zijn waar collega’s met betrokkenheid en plezier werken in een aantrekkelijke werkomgeving. Dit is onder andere te zien in de stijging van de gemiddelde beoordeling van het medewerkers(tevredenheid)onderzoek (MO) in de komende beleidsperiode. Specifiek is een verbetering bereikt op: • het uitoefenen van invloed op beleidskeuzes door de betrokkenheid van medewerkers bij besluiten te vergroten en besluitvormingsprocedures vast te leggen; • de interne communicatie binnen de afdeling door expliciet gebruik te maken van de hiervoor ingerichte overlegorganen en communicatiemiddelen; • verlaging van de werkdruk door meer formatie voor het primaire proces vrij te maken en de operationele processen verder op orde te brengen.
4.6.3. Een cultuur waarin professionele ruimte én verantwoordelijkheid centraal staan Ons strategisch plan laat de wens zien een hoge kwaliteit te leveren, als individu en als team. Dit vraagt om een groot kwaliteitsbewustzijn en dus ook om hoge kwaliteit van ons eigen handelen. Enerzijds als vakinhoudelijk- en/ of didactisch deskundige professional, anderzijds als een organisatorische professional. Het gaat hierbij om de grote kwaliteit, maar ook om de zogenaamde kleine kwaliteit ofwel operational excellence. We zijn hierop aanspreekbaar én durven c.q. willen ook elkaar hierop aanspreken. Deze houding vormt onderdeel van de resultaat- en ontwikkelgesprekken (R&O). Leidinggevenden vervullen een voorbeeldrol in professioneel handelen. Ze hebben veel vertrouwen in de capaciteiten van de collega´s en daarom hoge verwachtingen. Tijdens de R&O cyclus wordt bepaald welke taken en rollen medewerkers gaan vervullen. Hierbij wordt waar mogelijk rekening gehouden met de kwaliteiten van de medewerkers waardoor er variatie kan zijn in de verschillende rollen die men vervult.
37
Bijlage U itwerking zeven maatschappelijke ontwikkelingen 1. Toenemende aandacht voor kennis en onderzoek
2. Permanente leerloopbanen voor leraren: blijven ontwikkelen
Niet alleen in het vo krijgt het kennisaspect meer aandacht door onder andere het opbrengstgericht werken, maar door de invoering van de kennisbases voor leraren wordt ook op lerarenopleidingen het kennisaspect sterker benadrukt. In het verlengde hiervan zien we ook dat onderzoek een steeds belangrijkere rol gaat spelen in het onderwijs. Van zowel leerlingen als leraren in het voortgezet onderwijs wordt een onderzoekende houding verwacht en ook in het hbo zien we een steeds grotere rol voor onderzoek weggelegd. Praktijk en toepassingsgericht onderzoek moet een duidelijke plaats krijgen in de curricula van lerarenopleidingen. Om toe te werken naar kenniscirculatie moeten we aansluiten bij onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van onze eigen faculteit en het werkveld. Samenwerking met het kenniscentrum Kwaliteit van leren biedt dan ook vele mogelijkheden.
Verder leren na het diploma wordt voor elke leraar een verplichting, onder andere door het lerarenregister. Dit betekent dat er een passend aanbod ontwikkeld moet worden voor de reeds gediplomeerde leraren. De lerarenopleidingen, dus ook het ILS, hebben daar een belangrijke taak in. In samenwerking met HANmasterprogramma’s zullen we moeten komen tot een passend aanbod in masteropleidingen. Daarnaast hebben we ook een belangrijke taak in het bieden van professionalisering anders dan masteropleidingen. De ILS-academie kan een belangrijke partner in professionaliseringsactiviteiten voor reeds gediplomeerde leraren zijn. Gezien de ontwikkelingen rondom het lerarenregister moet onderzocht worden hoe leraren hun beroepsregistratie kunnen behouden en welke rol het ILS daarin kan spelen.
39
3. Toenemende behoefte aan flexibilisering en maatwerk om in te kunnen spelen op een grotere variëteit aan leerlingen en studenten Er is een toenemende behoefte ontstaan aan flexibiliteit in het onderwijs en het kunnen inspelen op een grotere variëteit aan leerlingen en studenten. Veranderende instroom (meer vrouwen dan mannen, meer tweedekansonderwijs, meer deeltijders en een verwachte verschuiving van mbo naar vwo-instroom) vraagt een grotere didactische kwaliteit van onze ILS-docenten. Er moet meer worden afgestemd op verschillen tussen (groepen) studenten: bijvoorbeeld het deeltijdonderwijs echt af te stemmen op de deeltijdstudenten en door het uitdagen van excellente studenten. Ook binnen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zien we een toenemende behoefte aan maatwerk. Van de leraar wordt steeds meer gevraagd op het gebied van omgaan met verschillen, aandacht voor zorgleerlingen, omgaan met culturele diversiteit, etc. Van onze lerarenopleidingen vraagt dit aandacht voor differentiatie in de curricula.
40
4. Toenemende aandacht voor internationalisering, burgerschap en globalisering. Met name in het voortgezet onderwijs is toenemende aandacht voor internationalisering, burgerschap en globalisering. In het voortgezet onderwijs lopen leerlingen bijvoorbeeld maatschappelijke stages, wordt de wereld in de school gebracht door de mogelijkheden van ICT en gaan leerlingen zelf steeds vaker de wijde wereld in. Voor ons betekent dit dat er (nog meer) aandacht moet komen voor zowel internationalisering als globalisering en burgerschapsvorming.
5. Toenemende politieke druk en veranderingen in financiering van onderwijs De eisen aan en verwachtingen van ons onderwijs worden steeds hoger. In de politiek en de publieke opinie is men kritisch over de kwaliteit van lerarenopleidingen. Kwaliteitsverbetering staat dan ook hoog op de politieke agenda. Voor ons betekent dit dat er keuzes gemaakt moeten worden die de kwaliteit van het onderwijs kunnen verhogen. Mogelijkheden tot specialisatie in bijvoorbeeld het havo/vwo of het beroepsonderwijs(profilering) zouden hieraan kunnen bijdragen. Gezien het feit dat een deel van het opleiden van leraren plaatsvindt in het werkveld, zou ook hier gezocht moeten worden naar mogelijkheden om de kwaliteit te verbeteren en te borgen. De bezuinigingen vormen een extra uitdaging bij deze kennisverbetering in het onderwijs, maar ook bijvoorbeeld wijziging in
de financiering van langstudeerders. Dit betekent dat we met minder middelen vanuit de overheid toch een kwaliteitsverbetering moeten bereiken.
6. Snelle ontwikkelingen in het werkveld, waaronder toenemend gebruik ICT en nieuwe media Ontwikkelingen in het onderwijsveld gaan snel. Innovaties die plaatsvinden in het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs zouden samen met het werkveld gerealiseerd moeten worden om zo het samenspel tussen opleiding, student en werkveld te optimaliseren. Een voorbeeld van ontwikkelingen in het werkveld is die rondom ICT en nieuwe media. Het toenemende gebruik van ICT en nieuwe media doet een sterk beroep op ons aanpassingsvermogen. Werkveldpartners geven dan ook aan dat zij het van belang vinden dat het ILS haar studenten beter toerust op het gebruik van ICT en nieuwe media in onderwijssettings (bijvoorbeeld bij het ontwerpen van onderwijs of als didactisch middel). Wij zouden onze studenten hierin het goede voorbeeld moeten geven.
7. Bredere taken voor de schoolorganisaties en de veranderende rol van de leraar hierbij Er is in toenemende mate behoefte aan leraren die breed kunnen functioneren als leraar en als lid van de onderwijsorganisatie. Leraren in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs vervullen diverse rollen op verschillende niveaus (de klas, de school, regionale
en landelijke netwerken). De leraar gaat een steeds belangrijkere rol spelen binnen de gehele schoolorganisatie. Werkveldpartners uit zowel het voortgezet onderwijs als het middelbaar beroepsonderwijs benadrukken dat de leraar zich steeds meer verantwoordelijk moet gaan voelen voor de organisatie en zicht moet krijgen op de bedrijfsmatige kant van de organisatie. Voor ons ligt hier de taak aanstaande leraren voor te bereiden door bijvoorbeeld in het curriculum meer opdrachten gericht op de onderwijsorganisatie in te bouwen. 41
Literatuur en bronnen Commissie Veerman (2010). Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs, advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel. December 2011 opgehaald van http://www.nvao.net/page/downloads/Rapport_ Differenti__ren_in_drievoud_commissie-Veerman.pdf HAN (2012). HAN-Instellingsplan 2012- 2016 ‘Kennis in interactie’. HAN Faculteit Educatie (2012). Concept Strategisch beleidsplan Faculteit Educatie 2012 – 2016 ‘Kwaliteit van leren voor morgen’ HBO-raad (2006) Bestuurscharter lerarenopleidingen – Kwaliteit vergt keuzes. ILS-HAN (2007). Beleidsplan ILS-HAN; ILS Koerst naar 2010. Medewerkers tevredenheidonderzoek (MTO) ILS-HAN (2008-2012).
Ministerie van OCW (2011). Kwaliteit in verscheidenheid. December 2011 opgehaald van http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ rapporten/2011/07/01/kwaliteit-in-verscheidenheid.html Ministerie van OCW & HBO-raad (2011). Hoofdlijnenakkoord OCW – HBO-raad. December 2011 opgehaald van http://www.hbo-raad.nl/index.php?option=com_ docman&task=cat_view&gid=138&Itemid=5 Nationale Studenten Enquête ILS-HAN (2008-2012). Onderwijscoöperatie (2011). Discussienota uitgangspunten herijking bekwaamheidseisen. December 2011 opgehaald van http://www.cnvo. nl/fileadmin/user_upload/PDF/discussienota_ uitgangspunten_herijking.pdf Onderwijsraad (2011). Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs. December 2011 opgehaald van http://www.onderwijsraad.nl/upload/ publicaties/612/documenten/goed-opgeleide-leraren-voorhet-voorbereidend-middelbaar-beroepsonderwijs-2-.pdf Vijlder, F., Bakker, D., van Eldik, S., Kingma, M., Lokman, I., Peters, M. (2011). Leren voor morgen, Trends in onderwijs en de implicaties daarvan voor de lerarenopleidingen. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. 43
Colofon Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 30011 6503 HN Nijmegen T (024) 353 00 03 Redactie Team ILS Eindredactie Yvonne Visser en Sabine van Eldik Ontwerp BUREAUKETEL.NL Fotografie Eric Scholten, Concept in beeld Rob Gieling (pag. 33) Druk 500 exemplaren Status Definitief. Vastgesteld op 12 september 2012 door het Managementteam ILS-HAN.
44
Uitgave Winter 2012