USER MANUAL Version 1.1

USER MANUAL – Version 1.1 CAMERAMANAGER.COM o ALGEMEEN • • •

Inloggen Uitloggen Opstarten Cameramanager

2 2 2

o LIVE VIEWER • • • •

Multiview Cameralijst Alarmlijst Functies

•

3 5 5 6

Start / stop opnemen Snapshots maken Fullscreen gebruik Pan-tilt-zoom aansturing I/O aansturing Overige functies

Informatie

8

o INSTELLINGEN •

Camera instellingen

•

Opname triggers

•

12

Opname schema Bewegingsdetectie Alarmeringen

Gebruikersbeheer

9

Camera’s toevoegen, wijzigen en verwijderen Locaties toevoegen, wijzigen en verwijderen Sequences toevoegen, wijzigen en verwijderen

16

Gegevensbeheer Extra gebruikers Controle tools

o BEKIJK OPNAMEN • • •

Terugkijken van opnamen Exporteren van opnamen Laden van opnamen

19 21 22

Pagina 1/22 Copyright © – Cameramanager.com 2007

ALGEMEEN

Inloggen: Om Cameramanager te kunnen gebruiken en opstarten dient u in te loggen op de website www.cameramanager.com. Rechts bovenin kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruikersnaam: Wachtwoord:

uw emailadres door u zelf aangemaakt tijdens registratie

Bent u uw wachtwoord vergeten dan kun u een nieuw wachtwoord laten toesturen op www.cameramanager.com > Mijn manager.

Uitloggen: U kunt op twee manieren uitloggen: (1) Uitloggen van de applicatie (2) Uitloggen van de website Het uitloggen van de applicatie doet u door rechtsboven in de applicatie te klikken op het volgende icoon:

Het uitloggen van de website doet u door onder ‘Mijn manager’ op de website te klikken op de volgende icoon:

Opstarten Cameramanager: Voor het opstarten van Cameramanager dient u eerst ingelogd te zijn. Als u ingelogd bent wordt u direct naar de juiste pagina gewezen om Cameramanager te starten. Indien dit niet zo is, gaat u dan naar de ‘Mijn manager’ sectie op de website. Klikt u op onderstaand icoon en Cameramanager start op. Lukt dit niet, raadpleeg dan onze Troubleshooting Guide.


LIVE VIEWER

Multiview: Om live camerabeelden te kunnen bekijken dient u camera’s uit de cameralijst (zie volgende punt) te slepen naar de Multiview. Een overzicht van de Multiview ziet u hieronder:

De Multiview bestaat uit een gedeelte voor het live bekijken van de camerabeelden (in het midden van de applicatie) en buttons om uw Multiview instellingen te wijzigen. Om live beelden te bekijken in de Multiview sleept u een voor een de camera’s uit de cameralijst naar de Multiview. U doet dat door met uw linker muisknop en camera uit de cameralijst op te pakken en deze (terwijl u de muisknop ingedrukt houdt!) te slepen naar een van de vakken in de Multiview. Boven het gewenste vak laat de linker muisknop los en de desbetreffende camera wordt geladen in dit vak. De Multiview is gebaseerd op de Drag & Drop principe. Dit houdt in dat u eenvoudig camera’s kunt verslepen van het ene vak naar het andere vak. Indien het doelvak al bezet is met een andere camera zullen de camera’s van positie wisselen. U kunt zelf uw Multiview indelen naar uw eigen inzicht, met een maximum van 5 camera’s horizontaal en 5 camera’s verticaal (25 totaal!). De gewenste Multiview indeling kunt u selecteren rechtsonder door op een van onderstaande iconen te klikken. U zult zien dat uw Multiview indeling verandert.


Met de linker icoon kunt u uw favoriete Multiview indelingen opslaan. Zorgt u er eerst voor dat de geopende Multiview gevuld is met de gewenste camera’s, klik daarna op de ‘+’ en selecteer ‘voeg toe’. U kunt een naam aan uw favoriete Multiview geven zodat u later deze instellingen direct kunt laden.

In de Multiview wordt er boven elke camera de status weergegeven van de camera’s. Zo wordt het aantal beelden per seconde (fps) dat u haalt met het live bekijken weergegeven en staat er of de camera aan het opnemen is (REC) of dat deze op bewegingsdetectie staat (MD). Tevens vindt u rechtsboven het camerabeeld de naam van de camera en kunt u de camera sluiten / weghalen uit de Multiview door op het kruisje te klikken. Zie hieronder hoe dit er in de applicatie uit dient te zien:

fps: het aantal frames per seconde / beelden per seconde dat de camera live waarneemt met Cameramanager. Dit is afhankelijk van de upload snelheid van de verbinding op de plaats waar de camera fysiek staat. De fps kunnen fluctueren. MD: Motion detection / bewegingsdetectie. De camera heeft u ingesteld dat deze opneemt op bewegingsdetectie. REC: De camera is aan het opnemen op het moment dat u de tekst ‘REC’ ziet.


Cameralijst: In de Camera lijst kunnen de eerder in het ‘Settings’ scherm toegevoegde camera’s en locaties beheerd worden. De cameralijst werkt op basis van het Drag & Drop principe dat betekent dat u de camera met uw muis kunt slepen naar bv. andere mappen en de Multiview.

De camera’s kunnen gesleept worden (Drag & Drop) vanuit de cameralijst naar een willekeurige plaats in de Multiview. Hoe u dit kunt doen leest u in het hoofdstuk ‘Multiview’. De cameralijst geeft de status van uw camera’s weer. Er zijn verschillende status iconen die aangeven wat er met uw camera aan de hand is: - Uw camera is online - Uw camera is offline - Uw camera is geconfigureerd op een lokaal IP adres - Uw camera’s bevinden zich in een sequence viewer (lees meer bij instellingen)

Alarmlijst: De alarmlijst geeft aan welke alarmeringen u de afgelopen tijd heeft gekregen. Er zijn verschillende soorten alarmeringen te zien in de alarmlijst. Deze zijn aangeduid in verschillende kleuren. O De camera is gedeactiveerd (stroomuitval, kabel los o.i.d.) O De camera is geactiveerd (stroom terug, kabel weer er op, netwerkverbinding terug o.i.d.) O De camera heeft beweging gedetecteerd Als u het vinkje ‘alert’ hebt aangezet bij bepaalde of alle camera’s dan komen die alarmeringen in de alarmlijst (voor uitleg zie hoofdstuk ‘Settings’). De alarmlijst geeft u ook extra informatie over uw camera’s en opnames. -

U kunt in de alarmlijst zien op welke datum, op welk tijdstip en voor welke camera het alarm is geweest;


-

Als u uw muis even stil houdt boven een alarm dan verschijnt er een pop-up scherm met extra informatie;

-

U kunt met uw muis meerdere alarmen selecteren en de selectie verwijderen door op ‘Selectie’ te klikken;

-

U kunt alle alarmen verwijderen door op ‘Alles’ te klikken.

Met de schuifbalk kunt u door uw alarmlijst heen scrollen. Indien er teveel alarmen zijn zullen ze worden onderverdeeld over meerdere pagina’s. Door dubbel te klikken op een motion detection event (alarmen met blauwe kleur) kunt u de bijbehorende opnamen te zien krijgen.

Functies: Er zijn verschillende functionaliteiten te gebruiken in de live viewer / Multiview. De functionaliteiten worden geactiveerd zodra u een camera in de Multiview heeft geselecteerd. Dit doet u door boven het camerabeeld op de balk te klikken. De selectierand rondom de camera wordt dan oranje. Zodra de camera geselecteerd is schakelen onderaan bij ‘Functies’ de beschikbare functionaliteiten vrij. LET OP: het aantal vrijgeschakelde functionaliteiten kan afhankelijk zijn van uw abonnement en gebruikte camera! Hieronder vind u een uitleg van alle functionaliteiten: Benader uw IP device rechtsreeks via de browser Door op deze button te klikken komt u in de browseromgeving van uw IP camera. U kunt daar indien gewenst geavanceerde instellingen van uw camera wijzigen. In de meeste gevallen zijn de instellingen die u aanmaakt via Cameramanager voldoende. Neem een snapshot Als u op deze button klikt, maakt u een snapshot van het beeld wat u live bekijkt op een geselecteerde camera in de Multiview. Deze snapshot kunt u dan op uw pc opslaan en later terugkijken. Start opnemen Door te klikken op deze button gaat de geselecteerde camera direct opnemen in uw Cameramanager account. De beelden worden dan veilig opgeslagen in ons datacenter. Start opnemen lokaal Door te klikken op deze button gaat de geselecteerde camera direct opnemen op uw lokale PC. U kunt een bestandsnaam opgeven zodat u later uw beelden eenvoudig kunt terugvinden. U kunt de opgenomen beelden op de harde schijf terugvinden als een .cmm file.


Deze kunt u afspelen met Windows Media Player 10, Quicktime en in de Cameramanager interface zelf (tabblad ‘Opnamen’). Stop opnemen Door te klikken op deze button stopt de geselecteerde camera met opnemen in uw Cameramanager account. Schakelen van I/O poorten Met deze button roept u het I/O scherm op van de geselecteerde camera. Als de camera I/O poorten heeft dan herkent Cameramanager dat automatisch. Met I/O poorten kunt u bijvoorbeeld op afstand licht aan en uit zetten, deuren open en dicht maken. Uw camera dient wel gekoppeld te zijn, anders werkt de button uiteraard niet. Wijzig PTZ positie Er zijn bepaalde camera’s op de die PTZ zijn. PTZ staat voor pan/tilt/zoom. Deze camera’s kunnen dus bestuurd worden. In hoeverre, hangt af van de camera en de instellingen. Cameramanager herkent automatisch of een camera PTZ is. De camera bestuurt u d.m.v. het klikken op de pijltjes naar links/ rechts/ omhoog/ omlaag en u zoomt de camera in en uit door middel van de ‘+’ en ‘-‘ buttons.

Ook neemt Cameramanager automatisch de zogenaamde ‘presets’ over uit de camera mochten deze eerder ingesteld zijn. Presets zijn vooraf ingestelde posities van een PTZ camera. U kunt presets oproepen d.m.v. klikken met de rechter muisknop op het beeld van een PTZ camera in de Multiview.


Fullscreen modus Door op deze button te klikken wordt de applicatie opgeschakeld naar een fullscreen versie. U kunt dit weer sluiten door rechtsboven te klikken op ‘Naar standaard view’. Laat bewegingsgebieden zien Via deze button kunt u in een oogopslag zien waar u de bewegingsdetectie velden heb ingesteld. Deze worden zichtbaar op het live beeld van de camera in de Multiview.

Informatie: Bij ‘informatie’ kunt u zien wat uw huidige abonnement is en welke opslag erbij hoort. Ook kunt u gemakkelijk uw account gegevens wijzigen via de link ‘klik hier om uw account te wijzigen’.


INSTELLINGEN

Camera instellingen: 1. Locaties Onder Camera instellingen kunt u locaties aanmaken. Locaties zijn (sub)mapjes onder ‘Mijn Camera’s’ in de cameralijst. Dat kan een plaats zijn zoals Amsterdam of New York of een locatie zoals ‘Vakantiehuis’ of ‘mijn bedrijf’. U geeft simpelweg een naam in en u klikt op opslaan en u ziet u locatie in de cameralijst verschijnen.

Als u uw locatie selecteert, dan kunt u tevens de naam van uw locatie wijzigen of de locatie verwijderen. LET OP: Als u uw locatie verwijdert en er bevinden zich nog camera’s in deze locatie, dan verwijdert u ook deze camera’s. Zorg er voor dat uw locatie map leeg is voordat u deze verwijdert. 2. Camera’s U kunt onder Camera instellingen nieuwe camera’s toevoegen, huidige camera’s wijzigen en camera’s verwijderen. Voeg camera toe Naam: hier voert u een naam in voor de camera. Bijvoorbeeld: ingang, uitgang enz. Merk: hier kiest u de merk van uw IP camera. URL globaal: hier voert u het globale IP adres in van uw camera. Poort globaal: hier voert u het externe poortnummer in van uw camera.


URL lokaal: hier voert u het lokale IP adres in van uw camera. Poort lokaal: hier voert u het lokale poortnummer in van uw camera. Cameraserver: Zet dit vinkje aan als u gebruik maakt van een videoserver. Als u een camera hebt dan staat u dit over. Kanaal: hier kiest u het kanaal van de videoserver. Een videoserver heeft meestal 1-4 kanalen. Gebruikersnaam: Hier voert u de gebruikersnaam in van uw camera of videoserver. Wachtwoord: Hier voert u het wachtwoord in van uw camera of videoserver Test: hier kunt de ingevulde gegevens testen. Cameramanager zal na enkele ogenblikken aangeven of de instellingen juist zijn. Voeg toe: hier voegt u de camera toe in de locatie in ‘mijn camera’s’ of in een andere locatie als u die geselecteerd heeft. 3. Sequences Onder Camera instellingen kunt u Sequences aanmaken. Sequences zijn vooraf gedefinieerde omloop van camera’s in de Multiview.


Om de sequence te maken moet u camera’s uit de cameralijst naar de sequencelijst slepen. Voordat u begint met slepen moet u er voor zorgen dat het vinkje aan staat om de cameraboom te vergrendelen. Dit is de enige manier om de camera’s in de lijst te kunnen zetten. De volgorde waarop de camera’s in de sequencelijst staan is ook de volgorde waarop de sequence wordt afgespeeld in de Multiview. Naam: hier kun je de sequence een naam geven Vertraging: Vul hier het aantal seconden in dat u tussen het wisselen van de camera’s wilt hebben. 15 houdt in dat elke camera 15 seconden beeld geeft voordat de volgende camera wordt opgeschakeld. Omhoog / Naar beneden: Selecteer een camera en met deze buttons kunt u de camera verplaatsen van positie in de sequencelijst. Verwijder: Hiermee kunt u een camera uit de sequencelijst verwijderen. Opslaan: hiermee slaat u de aangemaakte sequence op. De sequence verschijnt dan onder ‘Mijn camera’ in de cameralijst.


Opname triggers: 1. Bewegingsdetectie Bij ‘Bewegingsdetectie’ kunt u instellen waar u beweging wilt detecteren. De volgende screenshot laat zien hoe u dat kunt instellen:

Er zijn twee grote verschillen te maken bij bewegingsdetectie: (1) Bewegingsdetectie op de camera (2) Bewegingsdetectie vanuit Cameramanager LET OP: Cameramanager bepaalt zelf welke vorm van bewegingsdetectie er gebruikt wordt. Als uw camera bewegingsdetectie ondersteunt dan zal deze optie altijd gebruikt worden. Ondersteunt uw camera geen bewegingsdetectie, dan zal Cameramanager het zelf doen. Dit zorgt voor optimaal gebruik van uw bandbreedte! Voeg toe: Om een bewegingsgebied aan te maken klikt u op deze button. Er wordt gevraagd een naam op te geven. Dit is de naam van het gebied dat u aanmaakt. Standaard is dit Area0, 1,2 en zo verder. Om een bewegingsgebied te maken maakt u een selectie met uw muis (link muisknop ingedrukt!) op het live beelden. U ziet een venster verschijnen. U kunt dit venster aanpassen in grootte en positie.


In het geval van bewegingsdetectie op de server krijgt u een andere interface. Hier selecteert u de vakjes waarop u wilt dat beweging gedetecteerd wordt. Met uw recht muisknop verwijdert u de selectie weer. Wijzigen: Met deze knop wijzigt u de naam van een bewegingsgebied. Selecteer eerst het gewenste bewegingsgebied en klik daarna op wijzig. U kunt nu een nieuwe naam aanmaken. Verwijder: Hiermee verwijdert u een bewegingsgebied volledig. Object grootte: De object grootte geeft het percentage van het gebied aan dat in beweging moet zijn wil de bewegingsdetectie een signaal afgeven. 15 betekent dus dat minimaal 15% van het bewegingsgebied in beweging moet zijn voordat Cameramanager een signaal gaat afgeven. Tijdsduur: Tijdsduur geeft in seconden aan hoe lang er beweging moet plaatsvinden voordat er een signaal wordt afgegeven door Cameramanager. (De optie ‘Tijdsduur’ voor elke camera beschikbaar!) Gevoeligheid: Met de gevoeligheid kunt u de instellingen verfijnen. Standaard staat deze op 90. Hoe lager het getal des te ongevoeliger de bewegingsdetectie. Opslaan: Hiermee slaat u de gemaakte instellingen op Wis: hiermee verwijdert u het geselecteerde bewegingsgebied Grafiek: De grafiek laat zien hoe u de detectie heeft afgesteld. Blauwe staven betekent geen alarm, rode staven betekent wel alarm. U kunt hiermee testen of u de instellingen juist hebt staan. LET OP: Om bewegingsdetectie te laten werken dient u altijd een schema aan te maken! Zie hiervoor het volgende punt in de handleiding!


2. (Opname) schema Bij ‘Opname schema’ kunt u instellen wanneer u wilt dat welke camera gaat opnemen. De volgende screenshot laat zien hoe u dat kunt instellen:

Om instellingen te kunnen maken is het volgende belangrijk: 1. Met de linker muisknop voegt u tijdstippen toe 2. Met de rechter muisknop verwijdert u tijdstippen Als u tijdstippen wilt markeren wanneer een camera opneemt selecteert u door te slepen de tijdstippen die u wilt opnemen. Maakt u in de dropdown box de keuze of u een continue opname of een opname op bewegingsdetectie wilt toevoegen. U zult zien dat de selectie tussen de tijdstippen rood of groen kleurt. Om gehele of delen van tijdstippen te verwijderen sleept u over de groen of rood gekleurde balk met u rechter muisknop ingedrukt. De selectie wordt dan verwijderd. Allen als deze: hiermee maakt u alle dagen zoals die dag Wis: hiermee verwijdert u alle aangemaakte gebieden van die dag Constante opname: hiermee selecteert u continue opname voor elke dag gedurende de hele dag Opslaan: hiermee slaat op de gemaakte instellingen op Zonder dit schema zal de bewegingsdetectie niet werken!


3. Alarmeringen Bij ‘Alarmeringen’ kunt u instellen wat u wilt dat er gebeurt als er beweging wordt gedetecteerd of als uw camera’s uitvallen. De volgende screenshot laat zien hoe u dat kunt instellen:

Opname: Zet hier een vinkje als u wilt dat er als actie wordt ondernomen dat er opnames gemaakt worden Mail: Zet hier een vinkje als u wilt dat er als actie een mail verstuurd wordt SMS: Zet hier een vinkje als u wilt dat er als actie een SMS verstuurd wordt Alert: Zet hier een vinkje als u wilt dat er als actie een alarm in de alarmlijst geplaatst wordt


Gebruikersbeheer: 1. Gegevensbeheer U kunt onder gebruikersbeheer de volgende gegevens beheren: Wijzig details: Hier kunt u uw NAW gegevens wijzigen Verander wachtwoord: Hier kunt u uw wachtwoord wijzigen die u toegang geeft tot Cameramanager. Feedback: Hier kunt u ons uw feedback geven over de applicatie en de werking ervan. 2. Extra gebruikers Hier kunt u extra gebruikers aanmaken en hun eventuele functie en camera rechten toekennen.


LET OP: Deze functionaliteit is afhankelijk van uw abonnement en het aantal afgenomen gebruikers. Functie rechten zijn toe te kennen door de ‘Administrator’ aan nieuwe gebruikers voor: -

Alle camera’s en locaties Per locatie Per camera

Selecteer alles: u vinkt alle functionaliteiten aan door middel van een druk op de knop. U geeft de nieuwe gebruiker hiermee de zelfde rechten als dat u hebt (administrator). Deselecteer alles: door middel van het klikken op deze button de-selecteert u alle eerder geselecteerde vinkjes. Gebruikers: Hier ziet u de overige gebruikers die door de Administrator aangemaakt zijn. Selecteer hier een gebruiker indien u van deze gebruiker de rechten wilt wijzigen. Persoonlijke informatie: Hier kunt u nieuwe gebruikers aanmaken en verwijderen. Nieuwe: Geeft u een naam, achternaam en emailadres op. Hiermee maakt u een nieuwe gebruiker aan. Verwijder: Hiermee verwijdert u een gebruiker Opslaan: Nadat u alle gegevens hebt ingevuld en de juiste rechten hebt toegekend, kunt u middels een klik op ‘Opslaan’ een email laten versturen naar de nieuwe gebruiker. In deze email staan zijn inloggegevens vermeld. Camera waar een gebruiker geen rechten toe heeft worden automatisch uit de Sequence gehaald. Alleen de Administrator kan rechten toekennen en rechten wijzigen. 3. Controle tools Onder gebruikersbeheer vindt u de ‘Poort controle’. Hiermee kunt u testen of alle poorten op uw netwerk toegankelijk zijn om Cameramanager goed te laten functioneren. Als u problemen ondervind met de applicatie dan kunt u de poort controle gebruiken.


Klik een voor een op alle buttons. Indien de poorten toegankelijk zijn komt er ‘Succesvol’ te staan, anders verschijnt er ‘Niet succesvol’. Indien het niet succesvol verlopen is, raadpleeg dan uw netwerkbeheerder. De volgende poorten dienen toegankelijk te zijn: Hoofd poort: Opname poort: Bewegingspoort:

443 80 554


BEKIJK OPNAMEN 1. Terugkijken van opnamen Onder het tabblad ‘Bekijk opnamen’ kunt u uw opgenomen beelden bekijken. LET OP: De opslagruimte en dus ook de bewaartijd van de beelden is afhankelijk van de gekozen account. U hebt de mogelijkheid om op ieder gewenst moment uw account te upgraden zodat u meer opnamecapaciteit hebt en dus ook langer uw beelden kunt bewaren indien nodig.

Om een opname te bekijken selecteert u eerst een camera uit de cameralijst. Er wordt vervolgens door Cameramanager gezocht naar opgenomen beelden en u ziet rechtsboven een kalender verschijnen. LET OP: Het zoeken van de kalender en bijbehorende opnamen kan even duren. Totdat de kalender gevonden is ziet u de melding ‘Verbinding maken met server’. Zodra de kalender geladen is kunt u door de maanden heen bladeren met de oranje pijltjes. Als een dag ‘groen’ is gekleurd dan betekent dat, dat er op die dag opnames gemaakt zijn en die ook nog aanwezig zijn. Op dagen dat er geen opnames zijn gemaakt of wanneer deze al gewist zijn, dan is deze datum ‘wit’ op de kalender. Indien een datum geselecteerd is wordt dat aangegeven met een oranje rand rondom de datum. LET OP: De opslag in uw account werkt op basis van First-in-first-out. Dit houdt in dat als de oudste beelden worden overschreven door de nieuwste en dat de totale opslagruimte nooit groter kan worden dan dat uw account toelaat.


Als u op de datum waarop opnames aanwezig zijn klikt, ziet u opnames verschijnen in het veld ‘ Beschikbare intervallen’. U kunt ook zoeken op opnames door de datum te selecteren, een begintijd en eindtijd in te vullen. U drukt op de enter toets op uw toetsenbord en indien er opnames zijn binnen de door u opgegeven tijdsmarges, zullen deze worden weergegeven in ‘Beschikbare intervallen’. Om opnames terug te kijken kunt u dubbelklikken op het interval of een interval selecteren en op de play button klikken onder de video player. Afspelen Hiermee start u een geselecteerde opname Pauze/ stop Hiermee pauzeert of stopt het afspelen van de geselecteerde opnames Volgende frame Met deze button kunt u door een opname heen spoelen per opgenomen frame. Snelheid afspelen 1X = Speel af op de normale snelheid 2X = Speel af op 2 maal de normale snelheid 5X = Speel af op 5 maal de normale snelheid Start volgende interval Met deze button gaat u naar het volgende interval in de ‘beschikbare intervallen’ lijst. Beeld opslaan Met deze button kunt u een snapshot maken van het beeld dat u aan het bekijken bent. Die kunt u vervolgens een naam geven en die opslaan op uw harde schijf. Exporteer film naar harde schijf Met deze button kunt u uw opgenomen film/interval exporteren naar uw harde schijf. Zie verderop voor extra uitleg. Laad film van de harde schijf Met deze button u kunt een geëxporteerde film/interval afspelen in de Cameramanager interface. 2. Exporteren van opnamen Na het klikken op de export button krijgt u het volgende scherm te zien:


Starttijd: Hier staat de begintijd van het in de ‘Beschikbare intervallen’ lijst geselecteerde interval. Eindtijd: Hier staat de eindtijd van het in de ‘Beschikbare intervallen’ lijst geselecteerde interval. Wijzigen: Door hier op te klikken opent een venster waarin u kunt aangeven waar u de te exporteren beelden wilt opslaan op uw harde schijf en welke naam u aan de opname wilt geven. De te exporteren opname heeft de extensie .cmm (CameraManager Movie). Selecteer een map waarvan u weet dat u daar makkelijk de opnames kunt terugvinden en zorg er voor dat er voldoende harde schijfruimte vrij is op uw lokale harde schijf. Zodra u op de ‘Opslaan/Save’ button klikt, verschijnt er een venster dat de status van het exporteren weergeeft:

Zodra het exporteren voltooid en geslaagd is zal dit venster automatisch verdwijnen. De status indicator is geen juiste aanwijzing voor de duur van het exporteren! De duur van het exporteren hangt af van de grootte van het te exporteren interval dat u geselecteerd heeft.


LET OP: U kunt de geëxporteerde beelden afspelen door middel van Windows media player 10, Quicktime player of in de online Cameramanager interface. 3. Laden van opnamen Voor het laden van opnamen klikt u op de button onder de player zoals hieronder aangegeven:

Er verschijnt een Windows venster waarin u de juiste map op uw harde schijf kunt opzoeken en de op uw harde schijf opgeslagen films kunt afspelen. Selecteert u de gewenste film en klik op open. De film zal afgespeeld worden in de Cameramanager Player.


USER MANUAL Version 1.1

Recommend Documents