Twee orgelbouwwerkplaatsen op bezoek bij Peter Hoogerheide en Theo Koele - een fotoverslag door Cees Steeg en Jan Bouterse Zij wonen vlak bij elkaar, Peter Hoogerheide in Drempt, Theo Koele in Hoog-Keppel. Beide Bouwerskontaktleden zijn bevlogen orgelbouwers en hebben ook voor de Bouwbrief artikelen geschreven. Theo in Bb 140 (februari 2011), met als onderwerp 'Weet waaraan je begint als je een orgeltje wilt bouwen'. Wel, hij weet daar inmiddels nog wat meer van, want wij konden bij hem thuis zijn opus 2 bewonderen, een kistorgel met twee registers dat vrijwel klaar was. Theo Koele is dus nog maar enkele jaren bezig met het bouwen van - tot nu toe uitsluitend - orgels. Peter Hoogerheide is al veel langer actief. In 1974 al begonnen met orgels, tussendoor een zijsprong gemaakt naar vedels en 'toeters' (vroege houtblaasinstrumenten). Bij de orgels eerst ging het eerst nog simpele instrumenten als portatieven en een huisorgel met pijpen van PVC en een klavier van een harmonium, later met het betere werk. Peter heeft in diverse recente Bouwbrieven belangrijke artikelen geschreven over onder andere de windvoorziening van kistorgels. Zijn didactische aanleg bleek al veel eerder, toen in 1993 bij het Bouwerskontakt de Handleiding bij de bouw van een kistorgel met 3 1/2 stem verscheen. In de afgelopen twintig jaar hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. Van zijn lichtgewicht kistorgel (zie Bb 135) heeft hij inmiddels twee exemplaren gemaakt en verkocht: zij vullen als begeleidingsinstrumenten van de cantorijen de ruimtes van de Grote Kerk in Leerdam en Culemborg. Gevolg: Peter heeft thuis geen representatief instrument klaar staan (in zijn woonkamer zagen we een keyboard, ook handig), maar is op dit moment bezig met een klein kistorgel voor zijn vrouw. De foto's bij dit artikel hebben betrekking op de bouw van dat instrument (zijn opus 13). Op zijn website http://werkplaatsvoororgelbouw.nl/ is meer informatie (met geluidsvoorbeelden) te vinden over de orgels van Peter.
Peter Hoogerheide woont in een vrijstaand huisje ('t Alderskamp), te bereiken over een paar landweggetjes in het buitengebied van Drempt. Dat is onhandig als het stevig heeft gesneeuwd, maar plezierig omdat hij alle ruimte heeft en niet bang hoeft te zijn voor buren die klagen over het mogelijk doordringende geluid van de 8'-pijpen. De werkplaats is in het huis zelf, ongeveer zo groot als een garage (3,5 x 6 m), met verwarming, en zonder vochtproblemen.
Bouwbrief 147 - november 2012
Peter met een zelfgemaakte - en nog regelmatig bespeelde vedel. Ooit had hij het plan om dit type instrument in serie te gaan maken; hij heeft nog hout liggen voor meerdere exemplaren. In een la in de huiskamer: toeters, waaronder ook bamboefluiten. Deze zien er bepaald niet veel bespeeld uit.
De werkplaats in Drempt staat aardig vol met machines. Hierbij de opmerking dat Peter ooit eenvoudig begon met gewone handgereedschappen. Links op de foto is nog net de vlakvandiktebank te zien. Voor het perfect vlak krijgen van dunne plaatjes hout (o.a. voor toetsbeleg) is de 'armelui's' vandiktebank (middenvoor op de foto) onmisbaar. Deze zelfgebouwde en veelzijdige machine is door Leo Schenkelaars uitgebreid beschreven in Bb 69 (uit 1993). Het is wel zaak om het schuurpapier (of schuurlinnen) van tijd tot tijd te vernieuwen. Peter gebruikt daarvoor materiaal van het merk Imperial-Professional (korrel 80 en 180) van 3M.
pag. 18
Peter Hoogerheide heeft een professionele afzuiginstallatie. Links is het grote apparaat te zien, merk Kiekens, zonder open zak maar met een klopinrichting. Het afgezogen materiaal valt in een bak die eenvoudig geleegd kan worden. Op de tafel onder de kolomboormachine staat een compressor. Daarmee wordt perslucht opgewekt, de enige methode om opgehoopt stof op lastige plekken te verwijderen. Op de middelste foto zijn de leidingen (van PVC) te zien die naar de afzuigmachine lopen. Rechts een oude kolomboormachine, gekregen van zijn buurman. De machine werkt nog goed (en vrijwel spelingsvrij), moet alleen nog worden schoongemaakt. Voor netjes boorwerk is een kolomboormachine (groot of kleiner) onmisbaar. Het is een van de eerste machines die een beginnend muziekinstrumentenbouwer wil aanschaffen. Ook wat betreft de boren verdient het aanbeveling goed materiaal aan te schaffen, dat voorkomt het veel ergernis. Peter liet ons een set boren zien waarvan de schachten zijn geslepen, en niet zoals bij goedkopere boren 'gewalst'.
Links de werktafel waar Peter met behulp van 'gobars' te verlijmen onderdelen vast kan klemmen. Het plafond van deze werktafel kan in hoogte worden versteld, waardoor je veel minder van deze klemstokken in voorraad hoeft te hebben. Rechts een doorsnedemodel van een tweeklaviers huisorgel met aangehangen pedaal, compleet met alle koppelingen. Peter heeft dit model gemaakt om te zien of het op de tekentafel gemaakt ontwerp van dit instrument in de praktijk wel zou kunnen werken. Het orgel zelf moet nog (af)gebouwd worden.
Bouwbrief 147 - november 2012
pag. 19
Een combinatiemachine (cirkelzaag, schuurband, schuurschijf, draaibank) neemt weinig plaats in. Meer gevorderde of veeleisende bouwers stellen op den duur hogere eisen en kopen - als ze de ruimte hebben - een aparte cirkelzaag of draaibank. Peter heeft voor de verschillende onderdelen aansluitingen gemaakt voor de afzuiging. Als hij wil houtdraaien, moet de achterste afzuigpijp tijdelijk worden gedemonteerd.
Een ander zelfgemaakt hulpmiddel: een freestafel waarin de labia van de houten orgelpijpen worden gemaakt (foto links). Deze tafel heeft uitgebreide instelmogelijkheden, nodig om de labia steeds op de juiste breedte en diepte te frezen. Rechtsboven de bovenfreesmachine van het merk Festo, ook deze is nauwkeurig in te stellen.
Hierboven: het klavier in wording. Op de onderplank (linden) zijn de posities van de toetsen uitgetekend. De losse stukjes voor de worden daar opgelegd, daarna vastgelijmd. Ten slotte worden de toetsen uitgezaagd. Rechts een van de eerste opusnummers van Peter Hoogerheide. Een portatieforgel, waarvan de balg met de vierkante opening van het afblaasventiel nog net achter de pijpen is te zien. Die pijpen zijn niet gedekt, van het open prestanttype. Lastiger te intoneren dan houten holpijpen, maar lekker pittig van klank. Cees Steeg kreeg het idee zoiets te maken voor zijn eigen kistorgel, waar hij niet zo tevreden is met de eigenschappen van de metalen prestant die er nu in staat,
Bouwbrief 147 - november 2012
pag. 20
Rechts een serie roerfluiten in wording voor het nieuwe orgeltje dat nu in aanbouw is. Wij vroegen aan Peter welke mensuren hij gebruikt. Ooit begon hij met het bestuderen van de afmetingen van orgelpijpen in het boek van Gierveld 'Het Nederlandse Huisorgel in de 17e en 18e eeuw'. Maar de daarin beschreven orgelregisters zijn zo verschillend van karakter, dat hij in die informatie weinig had en zelf op zoek is gegaan.
Een blik in de werkplaats van Theo Koele, met zijn bijna voltooide kistorgel. Rechts op de foto de lintzaag, ook al zo'n vrijwel onmisbare machine voor de instrumentenbouwer. Theo heeft voor een groot deel van zijn orgel Amerikaans kersenhout gebruikt, afkomstig van planken van een parketvloer. Dit hout was weliswaar niet kwartiers gezaagd, maar had het voordeel dat het goed droog was. Voor het eerste (grove) zaagwerk heeft hij het hout naar de grote zaag van een bevriende aannemer gebracht. Voor de afwerking van de kast gebruikt Theo hardwaxolie (een combinatie van was en olie).
Het klavier van het orgel is eenvoudig te verwijderen. Het kan één positie worden opgeschoven, zodat het instrument in a-440 en a-415 Hz kan worden bespeeld. De zes langste pijpen van de holpijp 8' staan in een apart blok links van de orgelkast, en kunnen in hun geheel worden weggenomen.
Bouwbrief 147 - november 2012
pag. 21
Hier is ook de voorwand van de orgelkast verwijderd, zodat de stekers te zien zijn die de verbinding vormen tussen het klavier en de windlade. Het blok met de baspijpen links is hier losgekoppeld.
Links: blik op het registermechaniek. Rechts: een deel van het pijpwerk. Naast de holpijp heeft het orgel een roerfluit, waarvan de kleinste pijpen echter geen roer hebben maar open zijn.
Van links naar rechts: Peter Hoogerheide, Theo Koele en Cees Steeg.
Bouwbrief 147 - november 2012
pag. 22