PROTECT BULLETIN Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect J A A R G A N G
6
•
N U M M E R
21
•
21
2002
DE VRIJE MEDEWERKER: EEN NIET RISICOLOOS STATUUT ! - VERVOLG Voorbeeld voor één medewerker Gegevens: - 30 uur prestaties per week - 40 weken per jaar - 20 EUR per uur aan uurloon - jaarereloon: 30 X 40 X 20 = 24.000 EUR - aantal jaar: 5
Ir. Ides Ramboer
In het vorige nummer van ons Protectbulletin (nr. 20 - jaargang 2001) werd uitgebreid aandacht besteed aan een door Protect georganiseerde conferentie over dit onderwerp. Mevrouw Karin Rasschaert van het advocatenkantoor Allen en Overy bracht een bijdrage over de juridische en sociaal-rechtelijke aspecten van de schijnzelfstandigheid. De korte inhoud van haar bijdrage werd opgenomen in het vorige bulletin. In dit bulletin vindt u de weergave van mijn bijdrage aan de conferentie. Deze bijdrage geeft u een aantal praktische bedenkingen en gevolgen. DE FINANCIËLE RISICO’S Indien een medewerker naar aanleiding van een onderzoek gekwalificeerd wordt als bediende in plaats van als zelfstandige, dan kan de R.S.Z. achterstallige bijdragen vorderen. Het bedrag dat kan (zal) gevorderd worden, kan zware financiële gevolgen hebben. Immers wordt verondersteld dat het bedrag dat aan een medewerker betaald wordt, het nettobedrag is na aftrek van werkgevers- (35%) en werknemersbijdragen (13,07%) en dit ingevolge art. 26 van de R.S.Z.-wet. De effectieve verschuldigde R.S.Z.-bijdragen, worden verhoogd met de bijdrageopslagen en de boetes. De R.S.Z. kan vorderen met een retroactiviteit van 5 jaar en zal naast de verschuldigde sommen ook de intresten vorderen.
R.S.Z.-vordering: • Bijdragen: 24.000 X 48,07% X 5 = 57.684 • Intrest: 7% 12.114 (gecumuleerd over 5 jaar) • Bijdrageopslagen: 10% 5.768,40 • Boetes: 2.500 -------------------------78.066,40 EUR of ca. 3.150.000 BEF Dit bedrag geldt dus voor 1 medewerker. Het zal je maar overkomen dat al uw vrije medewerkers geherkwalificeerd worden. Doch er is niet alleen een financieel risico in hoofde van de rijksdienst. Ook de schijnzelfstandige kan een vordering instellen. Denk maar aan achterstallig loon (eindejaarspremie, vakantiegeld,…) en aan opzegvergoedingen. Deze laatste houden rekening met de «wedde» en de «anciënniteit» in de onderneming. Opzegvergoedingen bedragen zeer snel enkele maanden loon, waarop dan terug R.S.Z.-bijdragen verschuldigd zijn. Duidelijk geen prettig vooruitzicht wanneer u ermee geconfronteerd wordt. Voorkomen is dus wenselijk, zoniet noodzakelijk.
onder meer als doel snel te detecteren of iemand al dan niet schijnzelfstandige is zodat rechtsonzekerheid kan vermeden worden. Unizo analyseerde de bestaande rechtspraak, betrok er haar experten bij en deed een beroep op professoren gespecialiseerd in arbeidsrecht. Aan de hand van hun bevindingen stelde zij een scoringstabel op. Hoewel het resultaat van de tabel geen absolute zekerheid geeft of iemand zelfstandige dan wel weddetrekkende is, geeft het toch duidelijke indicaties. Bij elk onderzoek moet op 12 criteria een antwoord gegeven worden. Elk criterium heeft een waardecoëfficient. In functie van het belang worden 3 puntenscores gegeven (13 - 9 - 4). De punten worden opgeteld. Het maximum bedraagt honderd. Scoort iemand minstens 60, dan mag redelijkerwijze aangenomen worden dat de kans zeer groot is dat hij als zelfstandige gekwalificeerd wordt. Is de score lager dan 40, dan is er praktisch absolute zekerheid op een herkwalificatie. Tussen 40 en 60 bevindt men zich in de grijze zone. De checklist is op de volgende pagina afgedrukt.
IN DIT NUMMER PAG.
1 • DE
VRIJE MEDEWERKER: EEN
NIET RISICOLOOS STATUUT! PAG.
3 • VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR: DE BOUWHEER WEIGERT EEN
DE UNIZO-SCORINGSTABEL Unizo, de Unie van zelfstandige ondernemers, heeft zich over dit probleem gebogen. Het systeem van vrije medewerker is immers een algemeen verschijnsel niet alleen bij de vrije beroepen (architecten, advocaten, kinesitherapeuten, …), doch ook bij de handelaars en ambachten. Unizo heeft een studie gemaakt met
VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR AAN TE STELLEN. PAG.
4 • WATER +
WIND
=
SLAGREGEN
EEN VREES VOOR BUITENSCHRIJNWERK? PAG.
6 • DE
VERZOENINGSCOMMISSIE:
DEELNEMEN!!!
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
MODELCONTRACT Een contract tussen opdrachtgever en opdrachtnemer helpt om de relatie te bepalen en om in geval van discussie of onderzoek te bewijzen welke de relatie is tussen partijen. Samen met Allen en Overy heeft Protect een nieuw contract opgesteld dat ter beschikking is van onze verzekerden. Tal van elementen, onder meer deze die vermeld zijn in de Unizo-scoringstabel, werden opgenomen. Onder meer: aard van de overeenkomst, plaats van uitvoering, tijdslimieten, honorering, kostenvergoedingen, statuut, uitrusting, beroepsgeheim, verzekeringen, etc. Wie het contract als leidraad gebruikt en het ook toepast, loopt weinig kans op een herkwalificatie.
VERZEKERINGEN Wat de beroepsaansprakelijkheidsverzekering betreft, is het standpunt van Protect duidelijk. De vrije medewerker is opgenomen als verzekerde in de polis van de opdrachtgever. De vrije medewerker moet geen afzonderlijke polis afsluiten. Artikel 1.3 van de algemene polisvoorwaarden stelt dit zeer duidelijk. Dan stelt zich de vraag: quid als de medewerker een ongeval overkomt tijdens de uitvoering van een opdracht met een tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Hoe is het gesteld met het door hem opgelopen letsel? Hoe wordt zijn inkomstenverlies vergoed? Kan hij terugvallen op zijn opdrachtgever? Is die aansprakelijk? Laat mij duidelijk zijn. Betwistingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen als de pest gemeden worden. Bij ongeval kan nu juist een dergelijke betwisting optreden. De medewerker zal zich dan mogelijkerwijze wel de vraag stellen of er geen verzekering is die zijn inkomstenverlies waarborgt en of zijn opdrachtgever niet aansprakelijk is naar analogie met de arbeidsongevallenwetgeving en of hij niet als bediende moet aanzien worden teneinde te kunnen genieten van een aantal tussenkomsten. Beter dus voorkomen dan genezen • 2 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
CHECKLIST: WERKNEMER - ZELFSTANDIGE UNIZO 1. Substantiële deelname in de winst of het verlies
13
2. Belangrijke beroepsinvesteringen
13
3. Verantwoordelijkheid en beslissingsmacht om met bedrijfsmiddelen de onderneming rendabel te houden
13
4. Variabel inkomen zonder minimuminkomensgarantie
9
5. Mogelijkheid om voor meerdere opdrachtgevers of klanten te werken 9 6. Zich manifesteren als onderneming t.o.v. derden
9
7. Zelf arbeidstijd organiseren
9
8. Reële mogelijkheid om zelf geselecteerd personeel ten laste te hebben
9
9. Beschikking over eigen bedrijfsruimte en –uitrusting
4
10.Niet onderworpen aan interne controle of sanctiemogelijkheden
4
11.Aankoopvrijheid of vrije prijsbepaling
4
12.Zich contractueel als zelfstandige verbinden
4
TOTAAL
100
Zelfstandige
60-100
Grijze zone
40-60
Werknemer
0-40
waarbij dan misschien mag gesteld worden: al is de opdrachtgever niet wettelijk aansprakelijk voor de lichamelijke ongevallen overkomen aan zijn medewerker dan toch voelt hij zich misschien moreel aansprakelijk. Protect ontwierp specifiek hiervoor een polis die de lichamelijke ongevallen verzekert overkomen aan de vrije medewerkers (en dit met een collectieve polis). De polis voorziet bij ongeval een tegemoetkoming voor inkomstenverlies, met vergoedingen bij tijdelijke ongeschiktheid, blijvende ongeschiktheid en overlijden. Het is niet de bedoeling in het kader van deze bijdrage een volledige analyse te geven van de polis. Meer informatie kan u steeds opvragen.
BESLUIT Het statuut van vrije medewerker is zeer aanlokkelijk, zowel voor de opdrachtgever (flexibiliteit, kostprijs, …) als voor de opdrachtnemer (geen dubbel statuut zelfstandige en weddetrekkende). Beide partijen zijn veelal geneigd zich zo aan elkaar te binden. Soms beseffen zij te weinig wat de gevolgen kunnen zijn. Het is vooral de opdrachtgever die bij herkwalificatie de nadelige gevolgen zal ondervinden en aan wie dus de raad gegeven wordt bijzonder aandachtig te zijn in deze materie.
Ir. Ides Ramboer Ged. Bestuurder
VEILIGHEIDSCOORDINATOR: DE BOUWHEER WEIGERT EEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR AAN TE STELLEN. WAT DOEN? VRAAG
ANTWOORD
Onze verzekerden worden geconfronteerd met bouwheren die pertinent weigeren om een veiligheidscoördinator aan te stellen (werven met beroepsmatig karakter) of met bouwheren die weigeren dat de architect een coördinator aanstelt (werven met privaat karakter). Wat moet u als architect doen in dergelijk geval?
1. U stuurt een aangetekende brief naar de bouwheer waarbij u hem wijst op de verplichting tot aanstelling van een coördinator of u noteert dit in het eerste werfverslag. 2. U verwittigt per aangetekend schrijven of per fax (bewijsmateriaal) de technische inspectie van het ministerie van tewerkstelling en arbeid van de provincie waar de werf gelegen is.
Hieronder vindt u de adressen, de telefoon- en faxnummers.
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID - TECHNISCHE INSPECTIE PROVINCIE
ADRES
TELNR
FAXNR
Brussel
Belliardstraat 51 te 1040 Brussel
02/233.45.46
02/233.45.23
Oost-Vlaanderen
Sint-Lievenslaan 33 B te 9000 Gent
09/235 29 81
09/235 28 39
West-Vlaanderen
Breidelstraat 3 te 8000 Brugge
050/44 20 20
050/44 20 29
Antwerpen-Noord
Italiëlei 124 Bus 90 te 2000 Antwerpen
03/232 79 05
03/226 02 53
Antwerpen-Zuid
Italiëlei 124 Bus 91 te 2000 Antwerpen
03/226 03 07
03/226 02 53
Vlaams-Brabant
Bondgenotenlaan 116 te 3000 Leuven
016/31 14 90
016/31 14 99
Brabant Wallon - Hainaut Est
Rue Ferrer 6 à 6000 Charleroi
071/20 49 00
071/20 49 14
Hainaut Ouest
Bld. Gendebien 16 à 7000 Mons
065/35 39 19
065/31 39 92
Limburg
Gouv. Verwilghensingel 75 te 3500 Hasselt
011/22 31 72
011/23 36 89
Liège
Bld. De la Sauvenière 73 à 4000 Liège
04/222 05 81
04/221 21 33
Namur
Place des Célestines 25 à 5000 Namur
081/30 46 30
081/30 86 30
Luxembourg
Rue de la Cité 25 à 6800 Libramont
061/22 27 40
061/23 22 55
• 3 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
WATER + WIND = SLAGREGEN EEN VREES VOOR BUITENSCHRIJNWERK? Na deze uiterst natte en winderige periode van het jaar - we noteerden in de pers dat februari 2002 de natste was ooit - zijn her en der opmerkingen gemeld, al dan niet terecht, in verband met infiltraties via of rond ramen.
BUITENSCHRIJNWERK DIENT TAL VAN EIGENSCHAPPEN TE COMBINEREN Men staat er niet onmiddellijk bij stil doch buitenschrijnwerk, laat het ons algemeen houden bij ramen, dient talloze eigenschappen te combineren. Zo moet een raam voldoen aan een aantal thermische eisen, akoestische eisen alsook mechanische eisen. Wat deze laatste betreft moet een raam in eerste instantie voldoende stabiel zijn voor het gebruik en onder de winddruk, maar dient verder ook eventueel inbraakwerend en/of brandwerend te zijn. Naast deze punten moet het in het bijzonder ook voldoende weerstand bieden tegen de buitenweersomstandigheden, waaronder dus ook de slagregen. Slagregen is regenval gepaard gaande met belangrijke wind. Gelet op onze Belgische gewoonte om ramen naar binnen te laten opengaan is dit laatste geen sinecure. Veel buurlanden alwaar er ook een belangrijke regenval is, hebben de gewoonte om hun ramen naar buiten te laten opendraaien wat een aantal aspecten van regen- en winddichtheid bij de bouw van het raam zelf sterk vereenvoudigt. Zoals u ziet dient men in een raam - ook al lijkt dit een alledaags bouwelement - met veel parameters rekening te houden. In dit beperkt artikel willen we kort ingaan op de problematiek van infiltraties rond en aan ramen.
ELEMENTEN DIE EEN ROL SPELEN OM TOT EEN GOED RESULTAAT TE KOMEN Om tot een goed resultaat te komen, is het zoals bij elk deel van een bouw een samenspel van diverse elementen • 4 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
die ieder op zich goed dienen te zijn. Het geheel is zo sterk als de zwakste schakel. Zo moet men er op toezien dat men ramen plaatst met voldoende regendichte eigenschappen, en dit in functie van hun blootstelling. Dit is een eerste belangrijk gegeven. Doch hiermee is niet alles gezegd. Ook het plaatsen van het raam zelf dient volgens de gepaste wijze te gebeuren, deels in functie van de genomen voorzieningen in de ruwbouwfase, en deels in functie van de voorziene binnenafwerking.
VOORZIENINGEN IN DE RUWBOUWFASE Vooreerst dient men bij de opbouw van de wand rekening te houden met de plaatsing van de ramen en omgekeerd. Bij nieuwbouw wordt heden ten dage hoofdzakelijk met een spouwmuur gewerkt, of in een aantal bepaalde gevallen werkt men met een volle wand waarop een buitenisolatiesysteem wordt voorzien. Bij een spouwmuur worden de ramen ook meestal achter slag gezet, daar waar dit bij een systeem met buitenisolatie niet steeds zo is. We bekijken hier de meest klassieke uitvoering, namelijk de spouwmuur. In een spouwmuur is het onvermijdelijk dat bij hevige regen en wind (= slagregen) regen afloopt aan de achterzijde van het parament. Dit aflopend water dient dan ook ter hoogte van muurvoeten naar buiten afgevoerd te worden, doch niet enkel daar maar ook boven alle muuronderbrekingen. Dit zijn dus de ramen en deuren. Boven elk raam of deur dient men in principe een waterkeringslaag aan te brengen en dit beginnend aan het binnenspouwblad, afdalend over de spouw tot in en door het buitenspouwblad. De plaatsing van deze folie dient over
een voldoende breedte te gebeuren (breder dan de raamopening) en dient best aan de uiteinden voorzien te worden van opkanten teneinde een zijdelings aflopen te verhinderen. Wanneer de hiervoor vermelde waterkering niet of onvoldoende werd geplaatst, stellen we vochtverschijnselen vast ter hoogte van de bovenzijde van het raam. Niet zelden loopt het water uit de horizontale uitbekleding en/of rot deze binnen de kortste keren. In een zeldzaam geval loopt het water zelfs langs de binnenzijde van het raam af. Wanneer we weliswaar enkel vochtverschijnselen zien links en rechts aan de bovenste raamhoeken kan verwacht worden dat de folie geplaatst is doch onvoldoende breed is of niet werd voorzien van opstaande zijflanken. Verder dient men in de ruwbouw ook nog rekening te houden met het slag of de neg. Deze dient voldoende groot te zijn teneinde een goede plaatsing van het raam te kunnen verwezenlijken, waarbij een gepaste kitvoeg het geheel waterdicht aan elkaar laat aansluiten. De kitvoegen dienen dan ook een gepaste rugvulling te hebben en met de gepaste maatvoering.
DE WATERDICHTHEID VAN HET EIGENLIJKE RAAM ZELF Het eigenlijke buitenschrijnwerkelement dient vanzelfsprekend op zichzelf ook voldoende waterdicht te zijn. Een niet onbelangrijke vraag is dus hoe waterdicht is voldoende, daar met de dichtheidseisen ook de kostprijs van de ramen de hoogte in gaan. Voor belangrijke dichtheidseisen dient men immers speciale profileringen en dichtingsrubbers en zelfs soms verzwaarde profielen te gebruiken. Het zou dan ook economisch onverantwoord zijn om overal de hoogste dichtheidseisen te hanteren. Het is immers duidelijk dat niet alle ramen een zelfde waterbelasting hebben. Een raam op het tiende verdiep
op de zeedijk heeft een niet te vergelijken blootstelling als bijvoorbeeld een raam op het gelijkvloers van een in de bossen gelegen bungalow met een randoversteek van een meter. Teneinde economisch te zijn werden dan ook verschillende prestatieniveaus bepaald ongeacht het raamtype. Het is immers nog belangrijk te weten dat bepaalde raamtypen duidelijk gevoeliger zijn aan infiltraties dan andere. Het meest gevoelig zijn doorgaans het klassieke schuifraam (als antwoord hierop werd door de industrie het parallelschuifraam ontwikkeld), het dubbel opendraaiend raam zonder middenstijl (hiervoor werden speciale voegdichtingen ontwikkeld) en de om hun as draaiende ramen die heden ten dage in onbruik geraakt zijn. Teneinde tot goede resultaten te komen werden dus een aantal prestatiecriteria ontwikkeld die in functie staan van de blootstelling, en dit ongeacht het raamtype. Hieronder vindt u een samenvattende tabel die de prestatiecriteria voor de waterdichtheid op een rijtje zet. Prestatie Waterdichtheid niveau (pascal)
KM/U
PE2 PE3 PE4 PEE
56 80 103
150 300 500 Expliciet te melden
De vereiste dichtheidsklasse is dan ook te bepalen in functie van de blootstelling. De meest van belanghebbende parameter is de hoogte van het raam boven de grond. Hoogte boven de grond x < 10 m. 10< x < 25 m. 25< x<50 m. 50 m. < x
Waterdichtheidsniveau PE2(*) PE3 PE4 PEE
waterdichtheid kunnen garanderen. Het is dan ook aangewezen hetzij het raamtype, hetzij de profilering (fabrikant) te wijzigen. Deze bespreking is dan ook best vast te leggen bij de bestelling en/of de offerte. Heden ten dage beschikken veel raamfabrikanten over een technische goedkeuring waaruit men de prestaties rechtstreeks kan afleiden.
DE PLAATSING VAN HET RAAM Naast de hiervoor vermelde punten zoals het raam zelf, en de voorzorgen in de ruwbouw is ook de goede plaatsing van het raam cruciaal. Bij een goede plaatsing dient men na te zien of in de ruwbouw de nodige waterkeringen voorzien werden, zoniet breekt nu de laatste mogelijkheid aan om dat nog te verhelpen. Het plaatsen van het raam zelf dient te gebeuren rekening houdend met de nodige afstanden voor de plaatsing van dichtingsvoegen. Zo moet men een voldoende ruimte houden om een rugvullingsband te kunnen plaatsen tussen de ruwbouw en het raam, waartegen men naderhand een correct gedimensioneerde kitvoeg kan aanbrengen. Ook tussen raam en dorpel dient men de nodige schikkingen te treffen om hier een voldoende water- en luchtdichtheid te verwezenlijken. Belangrijk punt hierbij is de continuïteit van de dichtingen. Zeker in het geval van ramen met rolluiken geplaatst op een correct afhellende dorpel stellen we soms vast dat er onder de geleidingsrail van het rolluik een kleine driehoekige opening blijft bestaan. Via de kleine opening kan het regenwater (afstromend van het glasoppervlak) al over de dorpel in de spouw geblazen worden. Dit water kan dermate gestuwd worden door de wind dat het over de spouw tot aan het binnenspouwblad geblazen wordt, alwaar het zorgt voor een bevochtiging naast de onderste raamhoeken.
(*) wordt PE3 indien dichter dan 600 m van de zeedijk of voor een raam in het gevelvlak gelegen
KEUZE VAN HET RAAM Het is dan ook belangrijk om samen met de bouwheer en de uitvoerende schrijnwerker de raamtypen en de te behalen prestaties te bespreken en of voor te schrijven in het lastenboek. Zo kan het dat bepaalde raamtypen met een gegeven profilering een onvoldoende
Vocht aan onderste raamhoek
Een goede ruwbouw, een perfect geplaatst degelijk raam en toch… Last but not least dient nog opgemerkt te worden dat ook bij de binnenafwerking men enige voorzichtigheid aan de dag dient te leggen. Zo werden wij meermaals geconfronteerd met vochtkringen langs de binnenzijde op het pleisterwerk links en rechts van de raamdorpels en/of op uitgepleisterde raamneggen. De oorzaak van deze vochtkringen was met uitzondering van het net hiervoor vermelde punt nagenoeg steeds hetzelfde. Er wordt namelijk bij het afwerken gebruik gemaakt van plaatsingsspecie (in het ene geval mortel om de dorpel te plaatsen en in het andere geval pleister om de neg uit te bekleden). Indien deze te naarstig wordt aangedrukt en rond het raam tot in de spouw en tot aan het buitenspouwblad raakt is vochtoverdracht te vrezen. Niet alleen is dit een koudebrug maar dergelijke klonterspecie zuigt ook vocht aan vanuit het parament, dat bij regenval ongetwijfeld nat wordt.
ONDERHOUD. Tot slot wensen wij nog op te merken dat ook het onderhoud van buitenschrijnwerk een rol heeft bij het waterdicht zijn van het raam zelf. Zo hebben testen duidelijk uitgewezen dat een niet onderhouden ontwateringssponning en/of druipneus het verschil kan maken of een raam nu al dan niet een bepaalde waterdichtheidsklasse haalt. De aanwezigheid van een goede afwerking zorgt voor een goede druppelvorming waardoor de druppels in de ontspanningskamers tot in de ontwateringssponning vallen en worden afgevoerd via de hiertoe geëigende voldoende grote ontwateringsopeningen. Een ander belangrijk punt bij het onderhoud is dat men best de dichtingsrubbers verwijdert alvorens te schilderen of te oliën. De onderhoudsproducten tasten immers in veel gevallen de goede veerwerking van de dichtingsprofielen aan. Het kan dan ook aangewezen zijn om deze dichtingsprofielen na een onaangepast onderhoud te vervangen.
Ing. Luc Salomez Expert Inventum B.V.B.A. • 5 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
DE VERZOENINGSCOMMISSIE: DEELNEMEN ! ! ! In ons Protect bulletin nr. 19 heb ik een aantal bedenkingen gemaakt omtrent de verzoeningscommissie. Het standpunt van Protect was pro, doch ietwat terughoudend omdat een aantal vragen nog niet opgelost waren. Ondertussen werden gesprekken gevoerd met de voorzitter Geert Coene en kan ik graag mededelen dat Protect wil meewerken aan dit initiatief.
1. CONTRACT ARCHITECT - BOUWHEER Bij een schadegeval namen wij regelmatig zelf het initiatief om tot een minnelijke regeling te komen. Dit initiatief willen we niet gedwarsboomd zien en willen we zeker verder ontwikkelen. Nochtans beseffen wij dat in een aantal gevallen ons initiatief aanzien wordt door de andere betrokken partijen als een pleidooi «pro domo» en dus niet onafhankelijk. Een externe expert-verzoener kan eventueel meer kans op slagen hebben. Daarom raden wij aan om volgende clausule op te nemen in het contract tussen bouwheer en architect (en uiteraard voor zover het gebouw onder de voorwaarden valt): «De partijen verbinden er zich toe in geval van betwisting de nodige inspanningen te leveren met het oog op een minnelijke oplossing onder hen. Indien er geen minnelijke oplossing mogelijk is, zal een beroep gedaan worden op de Verzoeningscommissie Bouw, Hoogstraat 139 te 1000 Brussel».
2. LASTENBOEKEN Een tweede probleem stelt zich in verband met de tegenstelbaarheid van de bevindingen t.o.v. alle mogelijk betrokken partijen. In een discussie is het van belang om alle partijen rond de tafel te krijgen. Is een partij afwezig dan bestaat het risico dat de vaststellingen door een expert uitgevoerd niet • 6 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 21
tegenstelbaar zijn aan deze afwezige en dat gans de procedure een maat voor niks is geweest. Dit moet ten alle koste vermeden worden en daarom is het noodzakelijk dat de lastenboeken een clausule voorzien met de volgende inhoud: «De aannemer zal in geval van betwisting de nodige inspanningen leveren met het oog op een minnelijke oplossing. Indien er geen minnelijke oplossing mogelijk is zal een beroep gedaan worden op de Verzoeningscommissie Bouw, Hoogstraat 139 te 1000 Brussel. De aannemer verbindt zich er toe deze verplichting op te leggen aan al zijn medecontractanten».
BESLUIT Protect zegt dus ja. Echter niet definitief. Na verloop van tijd zal moeten geëvalueerd worden. Alvast zullen hier en daar correcties moeten gebeuren en dit niet alleen over punten en komma’s. Zoals bij elk initiatief zullen kinderziektes gedetecteerd worden. Goede heelmeesters moeten dan maar de gepaste remedies uitwerken. Persoonlijk hoop ik alvast dat dit instrument een positieve bijdrage kan leveren tot een versnelde oplossing van een aantal geschillen.
De beide clausules moeten uiteraard gelijktijdig voorzien worden.
Ir. Ides Ramboer. Ged. Bestuurder 3. DE EXPERTEN Onze bezorgdheid betreft eveneens de kwaliteit van de expert-verzoener en zijn opdracht. Het is een bekend gegeven dat aan de kwaliteit van een aantal experten die door de rechtbanken aangesteld worden regelmatig getwijfeld wordt. Het mag duidelijk zijn dat wij tal van experten waarderen onder meer om de correctheid, de stiptheid, de onkreukbaarheid, de technische kwaliteiten en het psychologisch inzicht dat zij aan de dag leggen. Vermits niet allen de nodige gaven hebben, willen wij enerzijds de kwaliteit helpen controleren en willen wij anderzijds dat de opdracht duidelijk omschreven en beperkt is. Zo stelden wij dat de deskundige verzoener zich wel mag uitspreken over de technische aansprakelijkheid, doch dat wanneer zijn verzoeningspoging mislukt, in zijn verslag dat neergelegd wordt en bindend is voor partijen, geen bindend voorstel mag geformuleerd worden over de procentuele verdeling van de aansprakelijkheden tussen partijen. Hieraan werd gevolg gegeven.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Leopold II laan 152, B-1080 Brussel Tel. 02 411 41 14 Fax 02 411 19 29 E-mail:
[email protected] website: www.nvprotectsa.be Redactie: Ides Ramboer Rebecca Ramboer • Pieter Claesen Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer
verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009