TRANSMISSIE magazine
1e jaargang, nummer 01
Geachte lezer, Voor u ligt het eerste Transmissie magazine, een periodiek om onze relaties te informeren over en te confronteren met de veranderingen die in de wereld van Transmissie plaatsvinden.
In dit nummer Voorwoord Jan Bosman Normen en waarden
3 4-5
de basis van het certificaat
Raymond, de glazenwasser
6 - 10
interview met de zestigjarige Raymond
Kolom:
van alles wat
Transmissie-werk
foto
De Glazenstad
30 - 31
De wegenbouwer belt voor grondverzet of voor onze grondige kennis en assistentie bij het leggen van kabels en pijplijnen, terwijl de machinefabriek bankwerkers en metaalbewerkers van ons inleent.
een grondwerker in glas
Twee afzonderlijke kwaliteiten, uitzenden en reinigen, twee doelgroepen die wij beide proberen te benaderen met ons gevoel voor dienstverlening.
12
G-rekening of depot
34 - 35
Want dat staat bij Transmissie voorop, de kwaliteit van de dienstverlening.
13 - 15 16
Een Kroatische lasser in Nederland
nieuwe ontwikkelingen in betalingsverkeer
Kolom: BB
mannen van de techniek
Mario, de vurige
22 - 23
Kolom:
Transmissie 01-01
37 - 39
Zandman
Of dat nou de schoonheid van het reinigen van glas in lood ramen betreft, de selectie van personeel is of het de kwaliteit van onze back-office aangaat, onze hoge eisen aan onze dienstverlening is de basis. Via dit magazine geven wij u een inkijkje in die wereld, de wereld van Transmissie. We hopen u daardoor nog beter te informeren.
40 - 41
glazenwasser, brandweer- of stuntman
Colofon en puzzle pagina
02
36
de Lasser
17 - 21
opleiden met passie
Schip in droogdok
28 - 29
De scheepswerf weet van onze kennis en uitzendkwaliteiten terwijl de schoonmaakorganisatie ons de opdracht verstrekt voor het reinigen van gevels of ramen.
32 - 33
Onze Zegsman over certificeren en meer....
Grondverplaatsen
Glazenwasser in de kunst
Shipdockers Scheij en Moseman vertellen
Mirko ziet op tegen 2014
Jan Bosman, directeur Transmissie vertelt
O.Zegsman, inspecteur
24 - 27
11
Opa de glazenwasser
Weetjes en watjes
De wereld van Transmissie is breder dan menig klant of leverancier bekent is.
Shipdock, Amsterdam
42
In wens u veel plezier bij het lezen en/of doorbladeren van dit magazine. Jan Bosman
43
Transmissie 01-01
03
Bij ons thuis was het geen onderwerp. Tot de zeventiger jaren van de vorige eeuw waren normen en waarden vanzelfsprekend en geen thema voor discussies. Autoriteiten waren autoriteit. De politie was het wettelijke, de kerk het geestelijk gezag. Het schoolrapport kende cijfers voor gedrag en vlijt , een rapportage die in vele ouderlijke ogen belangrijker was dan de resultaten voor taal en rekenen. De woorden normen en waarden kwamen niet voor in ons vocabulair. Normen en Waarden die waren (er) gewoon. Toen ik als zesjarige een fotorolletje moest halen voor mijn vader’s ‘Agfa Clack’ fototoestel, kreeg ik de opdracht een 18 DIN film te kopen. Ik had geen idee dat ik iets kocht dat qua typeduiding alles te maken had met normen en waarden. Deutsches Institut für Normung (DIN) was de toen al aanwezige toezichthouder op normen en waarden, in dit geval voor lichtgevoelig materiaal. Dit in Berlijn gevestigde instituut gaf en geeft de industrie de normen en waarden aan welke de technische specificaties van hun producten minimaal moesten en moeten voldoen. Nederland heeft sinds het begin van de vorige eeuw zijn NEN en ook Amerika kent zo’n normeringsinstituut, de ASA (American Standard Association). Mijn eerste confrontatie met normen en waarden was dus de aankoop van het fotorolletje voor mijn vaders Clack. Weliswaar geheel andere normen en waarden dan die populistische kretologie van vele politici over o.a. de jeugd van tegenwoordig, maar het geeft een reden tot terugblikken. Waar komt die behoefte voor normen en waarden vandaan, daarbij de politieke motivatie negerend. Bij de verdere industrialisatie, eind 19e begin 20e eeuw, hadden zowel fabrikanten als leveranciers en afnemers de behoefte aan eenheid, aan uniformiteit, zeker toen deelspecialisatie in het fabricage proces steeds belangrijker werd. Om even bij ons Kodak voorbeeld te blijven. De eerste mogelijkheid voor fotografen om ‘mobiel’ te zijn werd door Kodak gefaciliteerd. Kodak verkocht een camerahuis met daarin een film voor 200 foto’s. De fotograaf deed zijn werk en stuurde de camera met de belichte film in het toestel naar Kodak. Kodak demonteerde, ontwikkelde en drukte het fotomateriaal af, laadde het toestel met nieuwe film en verstuurde camera geladen met nieuwe film en de afgedrukte foto’s richting fotograaf.
04
Transmissie 01-01
Toen even later andere (optiek) fabrikanten de mogelijkheid zagen om camera’s te vervaardigen, werden zij belemmerd door dit systeem. Zij waren instaat betere toestellen te bouwen, maar hadden geen lichtgevoelig materiaal. Toen Kodak besloot lichtgevoelig materiaal los te verkopen en hun gegevens vrij gaven konden andere camerafabrikanten produceren en leveren. Kodak deed dat nadat middels een convenant camera fabrikanten en Kodak tot een vergelijk waren gekomen. In het convenant waren naast vergoedingen voor Kodak de normen voor lichtgevoelig materiaal opgenomen. Afmetingen, lichtgevoeligheid en dergelijke maakte deel uit van deze afspraak. Later toen de camera’s kleiner werden, werden de grootte van cassettes, aantal beelden, transport-vertanding e.d. genormaliseerd. Kodak certificeerde fabrikanten die het convenant getekend hadden en zich hadden aangesloten en akkoord waren gegaan bij de normen en de waarden van de Kodak films en chemie. Het is duidelijk dat afspraken over deze nomen en waarden voor de hele lijn, van fabrikant tot consument, van essentiële waarde is. Vanuit de andere richting, de richting van de afnemer/ consument werd de behoeften aan normen en waarden ook steeds sterker. Grote afnemers legden hun leveranciers ‘normen en waarden’ voor hun producten op. De Koninklijke Marine bijvoorbeeld besloot rond 1955 dat hun leveranciers moesten voldoen aan eisen door de KM opgesteld. Het betrof hier niet alleen de kwaliteit van het geleverde product maar ook werkwijze, personeelsbeheer, inrichting, uitvoering administratie e.d. Mede omdat deze eisen bekend waren was de Koninklijke Marine als afnemer een belangrijke naam op leveranciers CV.
Vestigingswet 1954 Voor het midden- en kleinbedrijf bestonden eisen alvorens een winkel of kleine onderneming gestart mocht worden. Bij de inschrijving Kamer van Koophandel werden naar Middenstand- en vakdiploma gevraagd. Het middenstand diploma was een succesvol afgeronde algemene opleiding met o.a. boekhouden en basis wetskennis. Het vakdiploma was een branche gericht certificaat waaruit bleek dat de ondernemer verstand van zaken had. Met een behangersdiploma kon men wel een behangersbedrijf of behangwinkel beginnen, maar voor een fotozaak was een fotovakdiploma nodig. Zo kende iedere branche zijn eigen opleidingen en eisen, zijn eigen normen en waarden, waaraan een onderneming moest voldoen. Eind vorige eeuw werden deze vestigingseisen afgeschaft. Het gebrek aan controle en vooral de controle vooraf deed zich al snel gelden. Branche verenigingen werden opgericht of opgetuigd met keurmerken. Iedereen die een schaar wilde vasthouden kon en mocht zich kapper noemen en een zaak openen, iedereen die ooit pannenkoeken had gebakken, kon een Hans en Grietje restaurant beginnen en mijn vader had een fotowinkel mogen starten. De branchevereniging wilde de leemte opvullen die was ontstaan bij het vervallen van de vestigingswet en had het keurmerk als bewijs van hun normen en waarden. Mede door de bouwfraude van 2000/2001 ontstond eerst bij de bouw maar even later bij het gehele bedrijfsleven de behoefte om zich te profileren als goed en betrouwbare partner en/of leverancier. Brancheverenigingen sprongen in het gat om hun branche en hun leden een sterk profiel te geven.
Door de ‘parlementaire enquete bouwfraude’ en dreigende overheidsbemoeiing kwam een ware tsunami van certificaten over Nederland. Certificerende organisaties ontsproten de Nederlandse poldergrond als tulpen in de Keukenhof. De keurmerken werden het paradeplaatje van de certificerende en gecertificeerde bedrijven. Ze werden als trofee gekoesterd en gepubliceerd op internetsites, folders, beursstands en briefpapier. De normen en waarden werden gecertificeerd. Voor het midden- en kleinbedrijf is certificering een stap terug. Certificering van deze bedrijven is een inhaalslag ten opzichte van de vestigingswet 1954. Gaf die wet de consument de zekerheid van vakbekwaamheid en ondernemerszin, diezelfde zekerheid geven certificerende branche verenigingen de consument nu weer, n.l. vakbekwaamheid en ondernemerszin. Zij geven de normen en waarden weer van de ondernemer. Voor grotere bedrijven is certificering wel nieuw. Anders dan voorheen kunnen zij zich middels certificaten of deelcertificaten profileren op diverse niveaus. Niet alleen kan hun vakbekwaamheid worden bevestigd, maar ook bijvoorbeeld hun milieubeleid of kwaliteit dienstverlening. Zij proclameren hun normen en waarden. Maar let op: Het woord certificaat is niet geclaimd door de certificerende bedrijven. Het woord op zich is geen garantie voor kwaliteit omschreven door een daarvoor geautoriseerde bedrijf. Je kan voor een diner bij een Amsterdam restaurant nog altijd een cadeau certificaat kopen net als een certificaat van goed vaderschap. De laatste certificaat is overigens afgegeven door een echt autoriteit, ik gaf hem aan mijn vader. Transmissie 01-01
05
Raymond, de glazenwasser. (een interview)
“Raymond, zeg maar gewoon Raymond”. De goedgetorste man tegenover me verraad door kleur en tongval dat zijn basis niet in Nederland ligt. “Nee, ik kom uit de Caribbean, van Sint Maarten legt hij uit. Mijn vader is een echt Maroon van Jamaica en mamma heeft Nederlands bloed. Een echte Amsterdamse van het Prinseneiland. Na de scheiding van mijn ouders ben ik met mijn moeder, mijn zusje en grotere broer naar Nederland gekomen”. 06
Transmissie 01-01
Transmissie 01-01
07
“Zeven jaar jong was ik toen. Ik ben geboren in 1953 specificeert hij en door mijn leeftijd kon ik meteen door naar de eerste klas van de lagere school. Ik heb dus mijn hele schoolopleiding in Nederland gehad. Na de lagere school heb ik een aantal jaren op de Mulo gezeten, maar daar mislukte ik. Op mijn vijftiende ben ik met mijn zusje één keer terug geweest naar Sint Maarten. Mijn vader wilde ons graag zien en wij hadden wel zin in een lange en warme vakantie. Het was een bijzondere ervaring. We hadden elkaar zo’n acht jaar niet meer gezien, wel geschreven en zo nu en dan zijn stem gehoord door de telefoon”. Don’t worry, be happy “De warmte van de man en zijn land brachten mij van mijn stuk. De nonchalante levensstijl, de ‘don’t worry, be happy’ mentaliteit overvielen mij als vijftienjarige, ik was daar heel gevoelig voor. Terug in Nederland was ik de draad een beetje kwijt. Voelde me met terugwerkende kracht een ontheemde, een buitenlander. De Mulo ging niet meer en na twee jaar kwakkelen en blijven zitten, vond mijn moeder dat ik maar moest gaan werken. Ik had veel oudere vrienden die allemaal geld in hun zak hadden en dat wilde ik ook. Ik omarmde dus de gedachte van mijn moeder en stak links en recht mijn licht op. Ik solliciteerde op functies waar ik of te jong voor was of helemaal de papieren niet voor had en vond iedere afwijzing heel onterecht.
Ik was boos, had nog steeds geen geld op zak, wilde veel maar kon niets, hing rond en haalde rottigheid uit. Mijn moeder zag en greep in. Zij werkte zelf op Schiphol voor een schoonmaakbedrijf en via via bracht ze me in contact met een klein schoonmaakbedrijfje met een grote glazenwassers afdeling. Veel buiten werken, sjouwen met ladders, klimmen, al met al veel lichamelijk werk en in de buitenlucht, ik had mijn doel gevonden. Ik werd aangenomen als leerling glazenwasser en mocht in eerste instantie alleen ramen lappen aan de begane grond. Ik moest eerst de ‘laptechniek’ onder de knie krijgen. Als zeventien jarige was ik zo trots op werk en geld dat ik in bedrijfskleding, met glazenwassers koppel rond de heupen, naar huis ging. Het was in de tijd dat op TV het programma ‘Pisa’ van Harry Vermeegen en Henk Spaan werd uitgezonden met de bekende kreet ‘Kopje koffie glazenwasser?’ Ik flaneerde als oudere puber op straat in bedrijfskleding en koppel en verwachte overal de kreet ‘Kopje koffie glazenwasser?’ te horen. Vanzelfsprekend ging ik uit van koffie met iets lekkers en de in mijn verbeelding bijhorende erotische bijlagen. Maar niets, ik hoorde geen uitnodigende kreten, voor mij geen koffie, voor mij geen Lorelei. Wat ik wel hoorde was de corrigerende woorden van mijn voorman de volgende dag; ‘bedrijfskleding is voor in het bedrijf Raymond en daar blijft het als je richting huis gaat’. Ik vertel dit alles om uit te leggen dat ik trots was op het feit dat ik werk had en me er erg senang voelde. Veel leuke jonge collega’s, prettige werksfeer met veel inzet maar vooral ook veel plezier. Na een maand mocht ik proberen om met ladders om te gaan. Ik kreeg een zogenaamde 2 x 12 (ladder bestaande uit 2 delen van ieder 12 sporten) in handen en moest daarmee lopen, de ladder opzetten en opschuiven tot maximale klimhoogte, beklimmen, lappen en de ladder weer afbreken. Het lastigste vond ik dat ik de ladder verticaal moest verplaatsen. Vertikaal leek tegennatuurlijk maar het was de beste manier om zo’n lang, zwaar brok klimhout te verplaatsen. Alle ladders waren van hout, nooit aluminium. Ladders van aluminium noemen wij ‘de dood van de glazenwasser’. Bij dreigende breuk waarschuwt hout, dat kraakt eerst, aluminium breekt zonder te waarschuwen. Dat verplaatsen van ladders was dus best oefenen, op je bek gaan en doorgaan. Na een halfjaar dealde je met ladders 3 x 16 of je met het huishoudtrapje van je moeder manoeuvreerde”. Familieman “Ik ben een echt familiedier. Mijn moeder, nu 84 jaar oud, is nog steeds alles voor me en heeft me in mijn jonge jaren en kort en in de gaten gehouden. Ze werkte dag en nacht om ons een goed huis en aangename jeugd te bezorgen en dat is haar meer dan gelukt. Ben haar daar nog steeds dankbaar voor”.
08
Transmissie 01-01
Voorman “Ik groeide in mijn vak en werd toen ik 25 was voorman. Ik was de leider van een groep van vier glazenwassers, een eigen busje met ladders erop en je taken uitvoeren. Zeker voor gevelglas buitenzijde is het een weersafhankelijk beroep en dus was het iedere ochtend zeven uur overleg met de bedrijfsleiding wat je die dag ging doen. Regen is niet erg, regenkleding beschermt je, maar harde wind of vorst zorgen voor problemen. Bij dat soort weersomstandigheden wijken we uit naar binnen. Wij kennen trouwens een vorstverlet regeling, net zoals in de bouw. Natuurlijk probeer je in een vorstperiode zoveel mogelijk binnen te werken, maar dat gaat niet eindeloos door. En daarnaast, enkelvoudig gevelglas is gevaarlijk te lappen met vorst, ook de binnenkant. Zomers met warm weer beginnen we als het even kan om vijf of zes uur ‘s-morgens. Als de zon zijn hoogste punt nadert is het tegen een glasgevel niet uit te houden van de hitte. Daarnaast verdampt het water zo gauw je het raam nat maakt. Streeploos drogen is er dan niet meer bij. In de loop der jaren is het werk veranderd, of eigenlijk de manier van werken is veranderd. De overheid heeft een aantal klimmaterialen afgekeurd en bestempeld als gevaarlijk. Nu werken we, als het gevelglas zich wat hoger bevind, vanuit een hoogwerker. Een auto met hydraulische arm met een bakje eraan. Glazenwasser in het bakje en voorzichtig manoeuvreren, want een verkeerde druk op een knop en er is heel grote glasschade. Hoge ladders, bootsmanstoeltjes allemaal prachtige en in mijn ogen, met een goede opleiding, veilige manier van werken, allemaal verboden. Jammer, het was een deel van de romantiek en ook wel heroïsch. Want je voelde je een vorst als je bovenaan de ladder op driehoog de vrouw des huizes toelachte. Over vrouwen gesproken. Ik weet dat er veel verhalen de ronde gaan over vrouwen en glazenwassers. Overspel zou een deel van onze betalingen zijn. Ik heb dat nog nooit meegemaakt, zelfs niet de kleinste toespeling. Ik ben heus geen brave jongen geweest en heb ook dingen gedaan die niet echt in het handboek ‘huwelijkse trouw’ staan, maar nooit via het werk, dat kon niet, mocht niet en het gebeurde ook niet. Het enige wat ik ooit heb meegemaakt in een relatie tussen een glazenwasser en een vrouw was toen een collega een aantal ramen van een groot vrijstaand huis stond te lappen. Het was warm weer dus de ramen stonden deels open. De mevrouw des huizes waande zich onbespied en liet, waarschijnlijk per ongeluk, een harde boer. Mijn collega hoorde dat en vroeg door het geopende raam… ‘ je hebt toch niks gebroken?’ Het was mooi werk, dat lappen bij particulieren. De bewoners van hele straten waren klant. Je begon meestal op 1 hoog tot 3 hoog aan toe. Begane grond deden de bewoners eigenlijk allemaal zelf”. Transmissie 01-01
09
Vroeger kon je lachen
“De renovatie van woningen heeft een groot deel van dat werk weg gesaneerd. Doordat ramen werden veranderd in openslaande ramen konden bewoners hun eigen ramen lappen en met zo’n hydraulische auto een straat in rijden om ramen te lappen is bij de huidige verkeerssituatie vaak niet te doen. Geparkeerde auto’s vormen een grote belemmering voor het manoeuvreren met een hoogwerker. Ik trouwde toen ik 31 was, nu een kleine dertig jaar geleden. We gingen naar Amerika op huwelijksreis. Mijn vrouw Diana is daar geboren, dus het was een mooie gelegenheid kennis te maken met haar daar nog wonende familie. In New York keek ik mijn ogen uit. De ultieme uitdaging voor iedere glazenwasser. Een feest van glas. Naast gondels, de vanaf het dak zakkende werkplatforms voor onderhoud aan de buitengevel, zag ik glazenwassers los aan het gebouw hangen, zittend op de bootsmanstoel, waanzinnig. Een schommelstoeltje, uitgerust met haken voor emmer, wisser en andere hulpmiddelen, zakt middels een slim systeem van raam naar raam, de glazenwasser zittend op het stoeltje. Doordat hij aan touwen hangt heeft hij, hoe lager hij zakt, een grotere reikwijdte in de breedte. Prachtig om te zien. Voor veiligheid zit de glazenwasser nog vast aan een extra lijn met een slipbeveiliging.
10
Transmissie 01-01
Die veiligheidslijn komt uit de bergbeklimmers wereld, dus heel veilig. Spectaculair om te zien en uit ervaring weet ik, om te doen. In 1985 moest ons bedrijf het gevelglas van de Stopera in Amsterdam bewassen. Het gebouw was nog niet opgeleverd, nog niet klaar en de geplande dakgondels nog niet geleverd, laat staan gemonteerd. Toch moest er gelapt worden, niet alleen het gevelglas maar ook de gevelbeplating vanwege de vervuiling tijdens de bouw. Ons bedrijf heeft toen zes van die bootsman stoeltjes aangeschaft en hebben we met twaalf glazenwassers om toerbeurt de gevel van de stopera gelapt. Het was sensationeel. We haalden met foto’s en artikelen alle kranten en het journaal van acht uur. Die aantal dagen voelde ik me een glazenwasser in New York.
Hij vraagt of de kruk vrij is voor hij naast me aan de bar ploft. Zijn koffie wordt automatisch aangereikt. “Beetje melk en veel suiker voor de spieren” verklaart hij en test met lepel en tong de zoete bodembedekking. Een gezicht getekend door weer en wind. Zijn grote handen verraden kracht. “En heb je ut um vandaag nog gelapt?” vraag de barman met een verdekte verwijzing naar mans beroep. “Kantoortje gedaan vandaag”, antwoordt hij, “glas binnen en buiten tussen de buien door. Ik ben glazenwasser”, verduidelijkt hij in mijn richting, “ik lap al 38 jaar. Mooi beroep hoor, vrijheid en veel buitenlucht, maar ome, er is zoveel veranderd de laatste jaren”. Het is voor het eerst dat ik ‘ome’ genoemd wordt en dat intrigeert. Hij is ouder dan ik en toch ‘ome’, ik ben benieuwd. Heimwee naar vroeger laat zich zien. De gesloten ogen staren onzichtbaar door de leden richting verleden “Ik ben begonnen bij mijn opa”, vertelt hij ongevraagd en gaat er speciaal voor zitten. “Opa liep nog met een handkar
met ladders door zijn wijk. Vaste klantjes en huisvrouwen die hem aanklampten. Ik was te jong om precies te begrijpen waarom ze hem aanklampten en door zijn verlijden kan ik het niet meer vragen, maar mijn eigen ervaringen hebben mij geleerd. Toen opa de ladder niet meer omhoog kreeg stopte hij met lappen. Of dat ook met het aanklampen te maken had weet ik natuurlijk niet”. Hij gniffelt wat voor zich uit. “Laat ik het zo zeggen, gezien mijn eigen ervaringen denk ik van ja. Vroeger was het zo veel leuker. Niet alles hoor ome, maar wel véél en in ieder geval in mijn beroep. Tegenwoordig moet je een diploma hebben om een raam op 50 cm hoog te mogen reinigen, vroeger renden we tegen de gevels op”. Zijn hoofd schud van onbegrip. “Hier in de Jordaan, zetten we onze ladders neer, gingen naar driehoog, lapten, stonden op de vensterbank, lieten de ladder naar het midden van de straat ‘lopen’ gaven hem een slinger en sprongen er achter aan. Aan de andere kant lapten we dan de ramen van de overbuur, dat was lachen. Nu moet je met een hoogwerker aan de slag als je ramen op drie hoog wilt lappen en moet je je vastsnoeren. Een glazenwasser die zich laat vastsnoeren, dat kan toch niet ‘ome’. Wat je vrouw niet lukt flikt de overheid, vastsnoeren. Nou ja, geen ladders meer, dus ook niet het probleem dat je hem niet omhoog krijgt. Was minder confronterend voor mijn opa geweest”. Hij gniffelt nog een keer en krijgt iets milds in zijn gezicht. Betrapt verklaart hij, ”Ik dacht even aan um, aan opa, die ouwe reus”.
Ik heb een prachtig beroep en ben gezond. Kijk eens naar dit lijf, nog geen spatje vet. Dat sjouwen met ladders en steigers e.d. zorgt dat je conditie op hoog niveau blijft net als je werkzaamheden. Toen mijn zoon zijn beroepskeuze moest maken, zijn pakket moest samenstellen voor zijn vervolgopleiding, koos hij voor het ‘pretpakket’ maar vroeg zich af wat hij met geschiedenis en cultuur moest op de ladder. Hij wilde toen het vak in, net zoals zijn vader. Hij oefende thuis met het lappen van onze ramen tot groot plezier van zijn moeder, mijn vrouw. Uiteindelijk is hij toneelknecht/ belichter geworden in een Amsterdams theater. Hij begrijpt nu dat cultuur belangrijk is en klimt als belichter tot in de nok van het theater, toch nog een aardje naar zijn vaardje”. Transmissie 01-01
11
wietjes, weetjes en watjes Toen
Nu
Ohio State University Welding Engineering Dep. was een van de eerste universiteiten (1893) die lassen als studierichting introduceerde. In 1919 werd een tweede mijlpaal bereikt met het inpassen van ‘gas lassen en snijden’ in het studie programma. Met de vorming van de Faculteit Industrial Engineering in 1925 bij professor John Jung, werden de activiteiten overgedragen aan het College of Engineering met de nadruk op de ontwikkeling van nieuwe productie methoden. Vanaf 1938 is het mogelijk een ‘graad’ te halen in lastechnieken aan de faculteit van Industrial Engineering.
Smid, hoe houdt gy op den duer He uyt by zulk hevig vuer.
De Romeinse historicus Plinius (A.D. 23-79), beschrijft hoe Phoenicische kooplui per toeval glas ontdekten. Plinius beschrijft hoe deze kooplui, aangekomen op het strand, een kamp opsloegen en een vuur maakten waarbij de kookpot rustte op blokken nitraat. Door de intense hitte van het vuur zouden deze blokken zijn samengesmolten met het zand, waarbij een glasachtige substantie ontstond. (zie afbeelding).
Zand, zand du beau sable
Dinsdagochtend, tien uur. Mijn TomTom brengt mij naar Amsterdam, het oude havengebied. Het adres van het kantoorgebouw verraadt zijn scheepvaart historie. tt.Vasumweg, vernoemd naar een van de tankers van Shell. Amsterdam Noord wordt niet meer gedomineerd door haven en scheepvaart activiteiten. Een industriegebied met namen als Computerweg, Modem- en Scannerstraat geeft Silicon Valley verwachtingen, maar ondanks die door namen ingezette metamorfose ademt het gehele gebied toch nog steeds industrie.Staal leveranciers, chauffeursdiensten, verfgroothandel, nautische airconditioning... nauwelijks hightechnische bedrijven, meer toeleveranciers voor de aanwezige scheepvaartindustrie. Zo ook Transmissie waar ik op bezoek ben.
Er moeten glazepoetsers zijn Op dat ons ’t licht in huis beschijn. Oplossing beginners van pagina 43
Oplossing gemiddeld van pagina 43
Oplossing gevorderden van pagina 43
George Cayley
(27-12-1773 – 15 -12- 1857) Uitvinder van de rupsband de zogenaamde caterpillar track
12
Transmissie 01-01
Transmissie 01-01
13
Ik heb een afspraak met Jan Bosman, direkteur van Transmissie. De ontvangst is prettig, de koffie is er bijna eerder dan de uitgestoken hand. Kantoorruimtes vooral efficiënt ingericht, van luxe is nauwelijks sprake. “We ontvangen hier weinig mensen”, zegt Bosman, “ja, sollicitanten, maar die komen voor werk en niet voor pluche, een enkele keer een leverancier maar onze klanten bezoeken we liever op hun eigen locatie. Het gesprek is dan directer en het kost de opdrachtgever geen extra reistijd, ook in die keuze denken we met de klant mee. De opstart Hoe het allemaal begon en allemaal zo gekomen is? “Ik ben geen Privé of Story fan, ik sta niet zo graag privé te kijk dus informatie over mijn persoonlijke leven begint met mijn verplichte militaire dienst. Ik diende twee jaar bij het corps Mariniers. Daarna kreeg ik een opleiding bij de belastingen en was na 5 jaar adjunctcommies bij de Fiod. Het ambtelijke van de dienst, ondanks hun rechercherende imago, stond me al vrij snel tegen en ik begon, zoals dat heet, voor mijzelf. En hoewel de juridische vorm is aangepast, nu een besloten vennootschap, werk ik eigenlijk nog steeds voor mezelf. In de loop der jaren is er vanzelfsprekend wel het een en ander veranderd. Een veranderende markt, nieuwe technieken, aangepaste wetgeving, onderwerpen die je alert houden, die ervoor zorgen dat je ondernemersgeest met de tijd mee evolueert”.
Eigenlijk maken wij TV kijken op het toilet mogelijk, zo zou je die werkzaamheden kunnen omschrijven.
(www.transmissie-werk.nl/Bedrijfsdiensten)
Twee verschillende activiteiten. “In feite kent Transmissie twee verschillende activiteiten, vervolgt hij, ieder in hun eigen besloten vennootschap.Transmissie Personeelsdiensten b.v. is de uitzend-organisatie en Transmissie Bedrijfsdiensten b.v. een fasciliterende organisatie op het gebied van schoonmaak met als specialisatie glasbewassing en gevelreiniging. Daar liggen ook mijn roots, in die glasen gevelreiniging. Uitzenden van mensen ging deel uitmaken van onze activiteiten toen onderaanneming onder druk kwam te staan door een overname- en fusiegolf. Hoofdaannemers vonden het veiliger om in te huren dan te laten onderaannemen en in gezamenlijk overleg kwamen we tot de uitzendvorm. Ik heb die angst nooit helemaal begrepen, maar veel overnemende partijen waren toen buitenlandse grootmachten en die kenden de positieve effecten van de wet ketenaansprakelijkheid en G-rekening niet in hun thuislanden, ik denk daardoor. We zijn ook altijd lid geweest van werkgevers organisaties, gewoon om mee te kunnen praten en om goed geïnformeerd te zijn. Zij brengen voor hun leden de relevante informatie bij elkaar en categoriseren de nieuwsstromen op een goede vindbare manier. Het scheelt mij in ieder geval veel zoek en puzzle werk. Onze belangrijkste activiteit is nu het uitlenen van medewerkers. Lassers, machinebankwerkers, ijzerwerkers, dokdienstmedewerkers en grondwerkers bepalen onze wekelijkse loonsom. Lassers bij scheepswerven en machinefabrieken, grondwerkers vooral voor het graven van gleuven en dichten daarvan bij rioolaanleg en kabelbedrijven, veel glasvezelkabel.
Toekomst Een belangrijke toekomst zien wij in het lassen van elektronica. Glasvezel is en heeft de toekomst. Wist je dat je door een glasvezel, met de dikte van een mensenhaar, het volledige oude- en nieuwe testament tientallen malen kan verzenden tussen Europa en Amerika in één seconde? Snelheid maar vooral ook de hoeveelheid dataverkeer over het internet vraagt, nee eist een volledige glasvezel infrastructuur. Dus graven van geulen, leggen en lassen van kabels, dichten van de geulen en aanleggen van de glasvezel in kantoren en woonhuizen met het daarbij behorende laswerk, dat is de en hopelijk onze toekomst. We laten opleiden en zijn klaar voor die toekomst. Ik heb nog een aanvullende vraag, waarom dit magazin? Allereerst omdat het vreselijk leuk is om te bedenken en te maken Het is een uitdaging om je bedrijf te profileren en dat gebeurd veel en goed maar meestal middels de bekende gebaande paden. * Vanzelfsprekend op het internet: Iedere zichzelf respecterende onderneming heeft een eigen site en probeert daar veel van zichzelf te laten zien. * Folders: mooi tot nog mooier gedrukte werken, full color en vol beloftes naar inlenende bedrijven en/of uit te zenden werknemers. * Beurzen: stands voor te veel geld gebouwd voor te korte tijd en met te veel relaties in die korte tijd. * Mappen vol informatie: informatie geselecteerd door de uitgevende partij zoals kopieën van inschrijving KvK, G-rekening, bewijs van certificering etc. etc. Wij van Transmissie meenden dat het vanzelf- sprekend is dat je bedrijf ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel, dat het al jaren vanzelfsprekend is dat je een deel van de loonsom op een G-rekening gestort vraagt en dus een G-rekening hebt, dat je gecertificeerd bent en dergelijke.
Dus zochten we een andere weg om mede te delen en te vertellen over wie we zijn en over ons wel en wee, vandaar dit magazine. Het is geen weekblad, wil niet eens een maanduitgave zijn. Ons magazine zal uitkomen als het nodig is. Nodig om kont te doen van belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de diverse branches waarin wij actief zijn. Te melden over veranderingen in de markt, verwachtingen, perspectieven en in ieder geval ook zo nu en dan zo maar. Zo maar omdat het leuk is, zo maar omdat er altijd wel wat te vertellen is, zo maar omdat ons bedrijf ons lief is en we daar de hele dag wel over willen en kunnen vertellen. En omdat we onze relatie niet iedere dag treffen, dit magazine op het bureau. We vertellen hem dan iedere dag dat er momenten zijn dat je niet om Transmissie heen kunt, momenten zoals nu.
TRA
NSM
ISSI
TRA magazinEe NSM ISSI TRA magazinEe NSM ISSI m E aga
zine
1e ja
arga
ng,
num
mer
1e ja
01
arga
ng,
num
mer
1e ja
01
arga
ng,
num
mer
01
(www.transmissie-werk.nl/Personeelsdiensten)
14
Transmissie 01-01
Transmissie 01-01
15
NEN, SNA, ABU, RNA, 4400, NCW, CROP, NBBU, CAO, ISO, IEC, VNO,
HELLLLUPPPPP !!! Het sportieve jack verlaat moeizaam zijn linker arm. Een pijngrimas introduceert zijn verklaring. “De arm vloog uit de kom in Oostenrijk en er ook weer in. De klap verzorgde tevens drie scheurtjes in de botten en natuurlijk de nodige rekkingen en verrekkingen van de aanwezige pezen en spieren. Toen heb ik maar even een paar dagen niet geskied, leek de dokter en mij beter voor kom, botten en spieren. Volgend jaar beter, ik kom weerom, t’is een van mijn passies, skiën. O.Zegsman, staat er op zijn kaartje en ‘Inspecteur’. O staat voor Onze. O. wil liever anoniem blijven, vandaar. De afspraak kon gewoon doorgaan, ondanks het ongerief van de linkerarm. “Ook ik ben in Nederland geïnspecteerd en wel door de dokter en ik kan en mag gewoon werken, geen ‘inspectie’ belemmeringen”. O.Zegsman doet zijn werk bij een certificerend bedrijf en tevens registerhouder. Middels inspecties (controles) houdt hij jaarlijks een kleine honderd bedrijven bij de loonles. “Toen in 1999 het vergunning stelsel voor uitzendbureaus werd afgeschaft ontstond er wildgroei. Iedereen zond iedereen uit. Het uitzenden van personeel werd voor een deel weer een lucratieve activiteit voor de ‘vrije jongens’. Brancheorganisaties als ABU en NBBU zagen het gevaar van deze ontwikkeling. Niet alleen het gevaar van fraude en illegale arbeid maar ook risico’s in het kader van de wet op de ketenaansprakelijkheid. Werkgevers- en werknemersorganisaties staken de koppen bij elkaar en de contouren voor NEN 4400-1 werden geschetst. NEN 4400-1 is de norm voor een aantal administratieve disciplines binnen een uitzendonderneming zoals loonadministratie en de daaraan gerelateerde subadministraties zoals identiteit personeel, toepassing CAO, berekening en afdracht loonbelasting en premies. Maar daar stopt ons werk niet, we controleren ook of de loonstroken aan de wettelijke eisen voldoen, afdrachten op de juiste manier en op het juiste tijdstip zijn overgeboekt, of de relevante BTW correct in de boeken staat enzovoort. enzovoort Klopt dit allemaal heeft de onderneming recht op het SNA keurmerk”. (Stichting Normering Arbeid). Hij gaat wat verzitten. De linkerarm steunde op de leuning van zijn stoel en drukt het plezier van vertellen. De arm komt vrij en O.Z. gaat voort. “Een aantal van de afkortingen hebben we nu gehad, de rest volgt vanzelf of is een logisch gevolg op en van andere afkortingen. Het is gewoon even oefenen”.
16 Transmissie 01-01
Inspecteurs hebben een stevige achtergrond. “Zonder het nodige opleidingniveau en de juiste ervaring wordt je niet aangesteld. In mijn geval was dat ervaring in de accountancy, met name bij KPMG, controller bij een grote loonadministratie en enige jaren ervaring op de administratie van een uitzendbureau. De vereiste drieëenheid. Gemiddeld kom ik tweemaal per jaar bij een gecertificeerde onderneming voor boekencontrole. Mijn bevindingen en rapportage gaan richting RNA (Register Normering Arbeid) en als alle gecontroleerde facetten aan de eisen voldoen, is de onderneming gerechtigd haar certificering te vermelden. Je begrijpt een prima marketing tool, je certificering is een duidelijk signaal naar opdrachtgevers dat je als uitlenend bureau administratief de puntjes op de i hebt”. “Een onzekere markt, economisch moeilijke tijden, zorgt dat niet voor onverwachte en niet bedoelde creativiteit bij ondernemers?” “Vier maal per jaar komen alle registerhouders, de bedrijven waar wij als inspecteurs aan verbonden zijn, bijeen. Zij ruilen ervaringen uit, signaleren onrechtmatigheden en passen aan of creëren drempels die zulke onregelmatigheden moeten uitsluiten. Dit vanzelfsprekend in nauw overleg met autoriteiten, ministeries en dergelijke. Eens per jaar ontmoet ik al mijn Nederlandse collega inspecteurs. We komen dan bijeen om vanuit de praktijk bij te schaven, ervaringen te delen en toetsen in gezamenlijk overleg nieuwe ontwikkelingen en instructies. Heel nuttige bijeenkomsten omdat we denken en redeneren vanuit de praktijk zonder kleuring van politiek- of partijbelang. Omdat wij landelijk werken bestaat mijn werkdag vaak uit een behoorlijk aantal auto uren. Het bijhouden van de noodzakelijke literatuur is dan ook avondwerk. Lezen van instructies en aanpassingen vanuit ons hoofdkantoor of overkoepelende organisaties, het bijhouden van wet- en regelgeving, wijzigingen in CAO’s, aanpassingen in belastingen wetgeving, allemaal activiteiten voor de avonduren.
Grondverplaatsen Het zit in ons bloed, grond verplaatsen. Ieder kind heeft in zijn leven grond verplaatst. Op het strand scheppen ze kuilen of bouwen forten en kastelen. Kanaaltjes worden gegraven en ze dansen van pret als de zee bij vloed hun eigenhandig gegraven slotgracht bereikt. Waterwerken die het zandkasteel beschermen tegen onverhoedse aanvallen van de illusionaire vijand. Grond verplaatsen zit ons dus kennelijk in het bloed. Iedere school en iedere wat ruim uitgevallen tuin kent een zandbak waarin kinderen of kleinkinderen, bewapend met scheppen zand verplaatsen van de ene naar de andere hoek. Ouders herkennen zichzelf, grootouders hun kinderen in de activiteiten van de kleintjes. Een reden om eens op verkenning te gaan naar hoe het zit met zand en genen.
Een behoorlijke aanslag op je vrije tijd, maar ik klaag niet het is een vreselijke leuke job waarin je veel mensen ontmoet, mensen van verschillende pluimage en die je naast het controle werk kan adviseren en soms kan bijsturen”. We nemen afscheid, hij heeft nog een ruime honderd kilometer voor de boeg. Zijn auto verraad een automatische versnellingsbak. Lijkt me prettig voor de geblesseerde arm. . Transmissie 01-01
17
Opleiden voor het heden met ruimte voor het verleden. Joop Rekers, eigenaar van de Europese Bedrijfs Opleidingen, doceert. “De oudste bekende grondverplaatsingen in Nederland zijn in Friesland en Groningen. De bewoners van dat gebied werden aangevallen door een nog niet door dijken getemde Waddenzee en bedachten dat wonen op landverhogingen de voeten een stuk droger zou houden. Ze maakten die ophogingen van zand en klei. De oudst bekenden zijn van rond 500 voor Christus, de hoogste is zo’n acht meter hoog. Deze ophogingen werden in de loop der jaren en eeuwen steeds groter doordat hele gemeenschappen de Terp (Terp is een oud Fries woord voor dorp, verduidelijkt Joop), bevolkten en zij de grondverplaatsingen door hun voorvaderen opgestart, aanvulde, vergrootte en ophoogde. Later ontvolkte de terpen zich weer omdat boeren hun zelfstandigheid zochten op het land. Zij bouwden hun eigen terp, groot genoeg voor huis, stallen en een stukje landbouwgrond en die terpen, die kleinere dus, ’ik noem ze altijd de éénpersoontjes’ kom je nog tegen in het Friese landschap. Joop zit duidelijk op zijn historische praatstoel. Hij is niet de instructeur die zegt hoe te doen en dan test of je het aangeleerde ook machtig bent, nee hij plaatst activiteiten in een historisch perspectief “Als je het gevecht met de zee wint door op verhogingen te wonen, kun je de zee ook tegenhouden door over een grotere lengte ophopingen te bouwen als kering tegen het zoute water. Die gedachte ontwikkelde zich pas rond 1200. Tot dan toe waren de terpen dusdanig functioneel, zeker ook toen zij met elkaar verbonden werden, dat dwingende noodzaak tot dijkenbouw niet aanwezig was. Dat dijken tevens grondwinning kon bevorderen, hielp bij de beslissingen om toch dijken aan te leggen, ook al omdat bestuursstructuren zich langzaam manifesteerden en de bewoners van de terpen zich verenigden in hun gezamenlijke strijd tegen meerdere vijanden waaronder de zee. Inpoldering, drooglegging, dijkenbouw, opspuiten, allemaal technieken ontstaan uit de bouw van de terp(en) en verder ontwikkeld door vooral Nederlanders, want grond verplaatsen zit ons in het bloed, zit ons in de genen”. Neerlandsch trots spuit uit zijn ogen en oren, Joop is er verslaafd aan, de zestig jarige.
18
Transmissie 01-01
Verslaafd aan het vertellen over hoe de Nederlander door de eeuwen heen en vooral door het verplaatsen van grond eerst zijn eigen kleine samenleving en later het hele land vorm gaf. Zijn moment van ademhalen geeft mij de ruimte om te vragen. “Je vertelt veel en het is vanzelfsprekend leuk voor studenten om iets over de historie te horen, zeker uit zo’n enthousiaste mond als de jouwe, maar wat leren ze nou om aan de slag te kunnen, om zich interessant te maken voor en daardoor productief te zijn in de arbeidsmarkt. “Mijn verhalen over de historie moet je zien als kapstokken. Vroeger had ik op school geschiedenis lessen. De eerste leraar die ons geschiedenis gaf, vond het zelf waarschijnlijk geen leuk of interessant vak want zijn lessen stokten bij het uit het hoofd leren van jaartallen met de daarbij behorende historische gebeurtenissen. Die jaartallen waren volgens hem ook kapstokken, maar mij lukte het niet om er wat dan ook aan te hangen. Iedere les was weer een drama. De helft van de leerlingen meldden zich ziek of hadden andere belangrijke activiteiten, alles gedaan en bedacht om zijn lessen maar niet te volgen. Om redenen kregen wij in het tweede jaar een net afgestudeerde jonge vrouw als docent. Die vertelde en liet zien. Besprak aan de hand van voorbeelden, middels muziek en literatuur, enfin met elk hulpmiddel wat zij voor handen had de loop van de geschiedenis. Zo beeldend zo fantastisch dat de jaartallen vanzelf bleven hangen en alle leerlingen iedere les weer gretig haar verhalen in zich opnamen. Van haar heb ik geleerd dat je de achtergrond nodig hebt om de voorgrond te laten stralen. Daarom vraag ik mijn leerkrachten, nee eis ik van ze dat ze de te leren stof, de over te dragen informatie ‘levend’ maken voor de cursisten. Mijn grondverplaatsings historie is daar een voorbeeld van. Zo wil ik dat er bij ons gewerkt wordt. Veel cursisten zijn de schoolbanken letterlijk en figuurlijk ontgroeid. Bij velen is het jaren geleden dat zij een klas- of cursuslokaal van binnen hebben gezien. Daarom, Jip en Janneke taal luchtig met een vleugje humor veel beeldmateriaal en alles, als het even kan, geplaatst in historische context en in ieder geval breed belicht vanuit praktijk voorbeelden. Niet meteen op een dragline, nee eerst met de schop een gleuf graven van 1 meter breed, 80 cm. diep met een lengte van 2 meter. Bij de laatste schep grond die ze verwerken weten ze waarom de dragline is uitgevonden en zijn ze de uitvinder voor eeuwig dankbaar. Dat noem ik een kapstok.
Wij hebben een breed assortiment aan cursussen. Zo geven we management opleidingen, vrachtwagen- en bouw opleidingen. Daarnaast leiden we magazijn medewerkers op, doen trainingen voor steigerbouwers, hoog- en grondwerkers. En vanzelfsprekend alle aanvullende als VCA, ARBO, BVH en EHBO”. Aangepaste cursussen “Ook stellen we cursussen samen of ontwikkelen we trainingen op aanvraag. Zo hebben we heel veel mensen van het Gemeentelijke Vervoer Bedrijf Amsterdam opgeleid tot buschauffeur. Niet alleen het rijden met de bus , dus aanvulling groot-rijbewijs, maar hoe om te gaan met het publiek, kaartjes verkoop in de bus, het administreren daarvan en dus ook het afrekenen van de kaartjesomzet van een dag of week. Het lijkt zo vanzelfsprekend maar als daar geen goeie protocollen voor zijn wordt het chaos. Het sociale aspect was voor de directie van het GVB erg belangrijk. Ze hadden toen net wat negatieve publiciteit gehad inzake het gedrag van een aantal chauffeurs dus onze theorie en vooral praktijk training werd heel kritisch beoordeeld en gevolgd. Chauffeurs en wijzelf slaagden met vlag en winpel. De wimpel uitgevoerd met drie kruisjes”.
Transmissie 01-01
19
Transmissie “Maar in dit gesprek wil ik vanzelfsprekend vooral vertellen over wat wij doen voor Transmissie, daar gaat het hier om. Alle medewerkers van Transmissie krijgen een VCA basis opleiding bij ons. De directie van Transmissie is daar, zo heb ik de indruk, nogal allert op. De theorie lessen voor de medewerkers van Transmissie geven wij bij hen op kantoor. De praktijk instrukties krijgen de cursisten op die locatie die daartoe het meest geëigend is. Ons theorieboek is samengesteld volgens de eisen die daaraan worden gesteld met door de leerkrachten ingebrachte historische voorbeelden indien en waar mogelijk. Vooral video werkt uitstekend. Een gerichte zoekaktie op Youtube geeft vele voorbeelden die je instruktiemateriaal aanvullen en soms verluchtigen. In de polder hebben we een groot terrein, anderhalf duizend meter groot, met een flinke portocabin. Op het terrein zijn delen zand, delen klei en hebben we alle hulpmiddelen om de in theorie aangeboden informatie om te zetten in werken in de praktijk. Kabels en kasten, putten, rioolbuizen, klinkers en kinderhoofdjes, scheppen en een kleine dragline, steigers enfin alles wat je nodig hebt om theorie om te zetten in praktijk en de cursisten vinden het heerlijk. Na een dagdeel vol theorie fijn de buitenlucht in is voor velen de ultieme beloning voor gedane geestelijke arbeid. Voor Transmissie trainen wij cursisten daar met praktijk oefeningen. Hij schept, legt kabels of riolering aan, bestraat maar het hoogtepunt is toch iedere keer weer het even mogen ‘spelen’ met de dragline. Zij zijn geen dragline machinist, zijn daar niet voor opgeleid, maar ondervinden even hoe je grote hoeveelheden grond kan verplaatsen met zo’n soort machine en ze begrijpen meteen dat de finesse bij het graafwerk dan toch weer bij de man met de schop ligt. Wij leiden voor Transmissie dus grondwerkers op en natuurlijk steigerbouwers. Vanuit hun deelhistorie in de glas- en gevelreiniging weten ze wat ‘hoog werken’ is. Zeer ervaren lieden zijn het die fluitend met verschillende delen van de steiger aan de wandel gaan. Toch is het iedere keer weer leuk te ervaren dat je zelfs zulke door de klimwol geverfde mensen nog wat kan leren, wat praktische dingen kan bijbrengen. En vooral leuk is dat dat zo gewaardeerd wordt. Illustraties van bouwwerken uit de middeleeuwen, omgeven door de in die tijd gebruikelijke steigerachtige constructies. Bamboe steigermaterial uit het Verre Oosten, allemaal voorbeelden die het begrip groter maken en waardoor de theoretische stof beter wordt onthouden. Beter wordt gereproduseerd indien het noodzakelijk is en daar doen we het toch allemaal voor, voor de reproduseerbare kennis.
20
Transmissie 01-01
“Weet je wat het mooie is van deze opleidingen, de cursussen die we voor Transmissie hebben ontwikkeld en waar we nu mensen mee trainen. Het zijn eigenlijk allemaal oude ambachten. Werkzaamheden die door de loop der eeuwen wel verbeterd zijn, waar mechanische hulpmiddelen het werk vaak lichter en efficiënter hebben gemaakt, maar de grondwerker van nu, de man in de stuurcabine van de dragline, is eigenlijk nog steeds een oude Bataaf die met schep, met ezel en karretje een weg aanlegt of zijn maaiveld egaliseert. Die steigerbouwer is een nazaat van de steigerbouwers rond de geboorte van Christus. Oude tekeningen van het Colosseum in Rome laten en wir war van houten staanders en houten liggers zien om tot de hoogte te komen voor Nero’s loge. En asbest ruimers zijn een wat nieuwere vinding medewerkers, maar eigenlijk nog steeds volle erfgenamen van de kennisdragers van ruimen, puinruimen. En daarom probeer ik steeds de link te leggen tot de historie, het maakt het vak zo leuk, het geeft zo’n vak zoveel meer diepgang.
Tegen cursisten zeggen we altijd: Wij buigen je vragen om naar antwoorden, dus zet ons aan het werk en vraag. Iedere vraag bewijst dat er nagedacht wordt, dat ze bezig zijn met de cursus, met leren. Ik heb een prachtig beroep want het doorgeven van kennis is de basis van het leven, Ouders geven hun levenservaringen door aan hun kinderen en die weer aan hun kinderen. Leraren delen hun ‘know how’ met een ieder die wil weten, die gretig is en leergierig. Natuurlijk hebben wij niet te maken met de kennishonger van de jeugdigen, van de middelbare scholieren, maar op eigen niveau is het met de behoefte om goed en breed geïnformeerd te zijn, juist bij onze cursisten, goed gesteld. Met veel plezier reik ik dan ook eens per week aan verschillende groepen certificaten of diploma’s uit voor de gevolgde opleiding en iedere keer is het goed te merken hoe blij en dankbaar ze zijn. Dankbaar voor de opgedane kennis, blij dat ze het geflikt hebben. En dat doet goed”. Transmissie 01-01
21
Transmissie 01-01
23
shipdock, Amsterdam ‘Er gaat niets boven werken met schepen’ Passie voor hun vak en een typisch mannelijk gevoel voor humor, dat is wat Frank Scheij (55) en Ton Moseman (50) gemeen hebben. Heel verschillende functies vervullen de beide mannen bij Shipdock, de gerenommeerde scheepswerf met vestigingen in Amsterdam en Harlingen. Naast hun passie voor hun vak en hun gevoel voor humor delen ze de liefde voor water, schepen en motoren. Scheij heeft gevaren, Moseman is waarschijnlijk op het water verwekt en beiden zijn liefhebbers van motorrijden en dan met name Harleys. Heeft niets te maken met hun beroep natuurlijk maar, en dat is geen gemeenplaats, het zijn stoere en toch vriendelijke heren, die staan voor wat ze doen. Even de zaken op een rijtje.
Transmissie
Shipdock huldigt een aantal principes. Op de allereerste plaats staat veiligheid en daarbij is Frank Scheij de onmisbare schakel. Verder is teamwork heel belangrijk voor deze enorme scheepswerf, waarbij de klanten ook als onderdeel van het team worden beschouwd. Door de korte communicatie lijnen is het bedrijf bijzonder flexibel en qua service staat helderheid voorop. Dit alles maakt dat het personeel, ook de werknemers die van buitenaf worden ingehuurd, honderd procent betrouwbaar, vakkundig en gemotiveerd moet zijn. Binnen deze organisatie is Frank Scheij Manager Production Facilities, of in gewone taal: Hij zorgt voor het onderhoud van de werf, de veiligheid, ziet toe dat de milieueisen worden nageleefd, is hoofd van de bewaking en zorgt dat de Arbowetgeving wordt toegepast. Moseman is voorman van de lassers die, zoals begrijpelijk, zeer belangrijk zijn binnen Shipdock.
Moseman, beter bekend als ‘Moos’ :” Alle werknemers, in vaste dienst of ingehuurd, moeten beschikken over een goed technisch inzicht en zeer gemotiveerd zijn. Het uitzendbureau waarmee we werken, Transmissie, levert dat soort mensen en is ook erg actief op het gebied van opleidingen en bijscholing.” Frank vult uit hoofde van zijn functie aan: “Plus dat ze in het bezit moeten zijn van het Veiligheid Certificaat Aannemers (VCA) en we verwachten van Transmissie dat de ingehuurde mensen op de hoogte zijn van onze veiligheids- en gedragsregels. Ze doen ook allemaal een veiligheidstest, daar zijn we heel streng in. Gespecialiseerd personeel is overigens moeilijk te krijgen. Veiligheid staat bij ons zeer hoog in het vaandel. Ik zeg altijd maar: Ze komen gezond binnen en moeten ook weer gezond naar buiten. Het is een kwestie van scherp toezicht houden. Ik doe dit werk nu 13 jaar, daarvoor was ik projectleider aan boord van de schepen. Gevalletje doorstromen dus.
24 Transmissie 01-01
Maar hierdoor weet ik wel alles wat er in de dokken en op de werf gebeurt. Diegenen die zich niet aan de regels houden gaan er zonder pardon uit! Het is hier echt ‘Safety First’. Als voorman van de lassers houdt ‘Moos’, dus toezicht op de lassers die bij hem aan boord zijn. Er schijnt nog een heel verschil te zijn tussen lassen aan boord en lassen op de werf. Dat zal waarschijnlijk te maken hebben met het feit dat de te lassen onderdelen aan boord van een schip vast zitten. Ton Moseman: “Zoals het staat, staat het. De mensen die we inhuren moeten in alle posities kunnen lassen, zowel buiten als binnen. En ze moeten twee processen beheersen, het migmag lassen (lassen met C02 met een continue draad, dit voor de insiders) en het electrode lassen.” Wederom voor de geïnteresseerden: dat heeft dan weer te maken met gelijkstroom, wisselstroom en een knijptoorts. Als je weet waar je mee bezig bent is lassen op zich niet gevaarlijk”, beweert Moseman.
“Hoewel lasogen geen pretje zijn ben je er in twee dagen weer vanaf. Dit is natuurlijk als grapje bedoeld”. Ton ‘last’ al vanaf zijn 18de, onder andere bij het toenmalige Hoogovens. Ook heeft hij jarenlang les gegeven. In de avonduren heeft deze vader van twee dochters ook nog eens zijn papieren gehaald. Eenmaal bij Shipdock was hij binnen een jaar voorman en geeft hij ook nog steeds les. “ Ik ben goed is iets wat je niet zegt over jezelf, maar ik blijf het een enorm boeiend vak vinden. Het is interessant om te weten hoe je bepaalde materialen aan elkaar kunt krijgen, hoe je lasverbindingen kunt en moet maken. En ik vind het leuk om mensen te begeleiden en dingen te leren.” Frank is binnen Shipdock begonnen in 1990. “ Ik ben begonnen als inkoper en dat heb ik wel drie weken mogen doen. Toen viel er iemand van een touwladder af en nam ik zijn plaats in als shipmanager en dat ben ik dus 10 jaar blijven doen. Het mooie aan dit bedrijf?”
Transmissie 01-01
25
Frank Scheij
Ton Moseman
De heren worden nu wel bijzonder enthousiast als ze elkaar over en weer aanvullen. “Het mooie? De boten, oud of juist nieuw. Het water. Het feit dat je vaak buiten bent. De verschillende werkzaamheden, er is geen dag hetzelfde. Er komt van alles binnen, van zeiljacht tot baggerschip en van olietankers tot sleepboten. We hebben gewoon wat met water en met schepen en het is toch bijzonder dat we dat kunnen combineren in ons werk? Echt, ons krijg je niet meer weg bij het water. “
Avontuurlijk, stoer, een hecht team, flexibiliteit en ja, gewoon een echt ‘mannending.’ Het zijn ook stoere mannen, stoer en gelijk bijzonder vriendelijk, hulpvaardig en zelfs galant. Heel serieus bezig met hun vak, dat zeker. En humor hebben ze ook, vooral als het gaat om zichzelf en elkaar een beetje in de maling nemen. Beide rijden ze in hun vrije tijd op een Harley, en ook dat past bij ze. Scheij getrouwd en maar liefst vier dochters, heeft zelfs Amsterdam - Dakar mogen rijden afgelopen jaar, over avontuur gesproken!
Schildpadden Scheij vergelijkt zichzelf zelfs met een schildpad, die bevinden zich ook afwisselend op het water en op het land, “maar ik ben gelukkig wel een stuk sneller.” En Moseman zegt: “ Stel je nou eens voor wat een gevoel het is als je een schip helemaal uit de kreukels kunt halen en dat zij dan weer mooi en veilig ons dok verlaat en in het water ligt. Een uitdaging gewoon. En van uitdagingen houden wij.” Frank vult aan: “ Mensen op scheepswerven is wel een speciaal soort volk. Hoe speciaal is moeilijk uit te leggen, maar er zijn maar weinig mensen die kunnen aarden op een reparatiewerf. Maar werk je hier eenmaal dan ga je nooit meer weg! Het is zo’n speciale sfeer. Wij zouden bijvoorbeeld nooit meer in een fabriek kunnen werken.” Het past inderdaad wel bij deze mannen, de wereld van Shipdock.
26
Transmissie 01-01
Ocean Victory
Engine exchange
GMS Endeavour
Tailshaft withdrawal
Snoekgracht
Painting and blasting
Mooi bedrijf, Shipdock. Fijne mannen, Moos en Frank. Goed dat Transmissie bij kan dragen aan deze bijzondere wereld van een scheepswerf en alles wat daarbij hoort. Transmissie 01-01
27
Roepnaam: Johan, sociaal-democra tisch schilder, tekenaar en klarinettist, is geboren te Amsterdam op 28 februari 188 9 en aldaar overleden op 31 december 1952. Op de Rijksacademie voor Beelden de Kunsten volgde hij de lessen in de teken-, schilder- en modelklas. Hier kwam hij met een oudere generatie kunstenaars in contact , onder wie A.J. Derkinderen en R.N.Roland Holst. Hij was ook musicus, klarinettist. Hij speelde meermalen in het Concertgeb ouworkest maar sloeg een vaste aanstell ing af. Hij wilde vrij zijn en over zijn eigen tijd kunnen beschikken. Aanvankelijk schi lderde Van Hell landschappen en portrette n die zich kenmerken door ‘een losse lijnv oering en lichte kleuren’, later specialiseerde hij zich in lithografie en maakte veel toegepa ste kunst in opdracht van o.a. SDAP en NVV .
New York
In de volgende editie van Transmissie magazine:
Glazenw
asser
ziet schi Auto’s, g lderijen e l a c h , geraas: op zeven a l l es h en het ve oog. Ik hoor allee slaat dood
n r k mijn o u d en waaraan ik hang. knarsen van he spons
aan
of g t S is ik wat oms spreekt een staal
een meeu w De mens w te zegg olk mij en: druk e n heeft.
Op acht h , oog kun wit, stemloos, ach st. Dat m ter glas.
wie heeft eis voor com haar zo bespied d je daar, die lach,
p En wann limenten mijn g at ze immuun
eer breek t die sper ezicht in kijkt?
wer uit z Ik hang ijn lijst? hier als e waar nie
en ijskou mand oo d schilderi g voor he en maak j
eft, ik po het uit na maan zicht vrij - schil ets en zwoeg
d d onverv Kijk. Da alste wol er er maand
ar kruipt ken bij.
al zonlic ht in mi uit: ‘De w jn lijst.
ereld bij a Gedichte vond’, n Menno W dagbundel 2006 . igman ( 1966)
Allan Sly
in der. Geboren asser en schil nw ze le gla he : jn rs Zi ke Jac Be ar Breda. kind verhuisd na in st kle ien als nd r loo aa m in t l Dors r, zowe als glazenwasse eda Br om nd ro en leven werkte hij in jna alle kazernes or een als zelfstandig. Bi flijk veel werk vo loo ge on s wa r “E . nt rs. kla ke n Be zij gt n ware nam”, ze zijn werk serieus die r se as nw ze gla ” een klacht gehad. ctie “In 45 jaar nooit de schilder. Perfe en n rsoo eid, igh ur Dit typeert de pe ke uw na maar ook d, or wo elld. ut du sle ge is en perfectionisme , ek do t he doelgerichtheid, n va veel eer. Keuze ut ho t he In alles legt hij n va e ramen, de keuz bespannen van ed alles zelf. Hij maakte en de . len van de pane e taferelen, hij uit romantisch e ald ha tie ira sp In Schelfhout, de n Koekkoek of landschappen va Sinds juni 2011 elis Raaphorst. katten van Corn aakt nadat hij ast meer aanger kw en ge hij t ef he id drukt zwaar. . De eenzaamhe zijn vrouw verloor weet het niet. an schilderen? Ik “Opnieuw weer ga rd hoofd in.” Ik heb er een ha
van
Geboren in Windsor, Engeland 1951. Studeerde aan de Koninklijke Academie voor Kunsten in Londen. Maakt veel zogenaamde ‘straatkunst’ Deze glazenwasser staat bij het station voor de ondergrondse ‘Edgware Road’
Jac. Bekers
Transmissie 01-01
Uit amateur kunstenaars collectie
Titel: Glazenwasser Kunstenaar: Eric Goede Afmeting: 169 cm hoog Serie: 8 gietsels Sokkel: Hardsteen 5 cm. hoog
28
De glazenwasser
HELL, Johannes Gerardus Diederik
De glazenwasser
‘Het gaat om de vitale beweging in dat lijf’ Sensuele beelden maakt hij, uitgevoerd in een grenzeloze perfectie. In elk beeld vind je een bijzondere paradox terug. Want Erics beelden gaan over beweging én over stilstand. Verstilde beweging dus, ‘koud gemaakte’ vitaliteit.Een ode aan het leven, aan de kwetsbaarheid ervan, en aan de mens die kan en meestal ook wil streven naar perfectie.
Transmissie 01-01
29
Een groot succes was het, de TV serie ‘de Glazen Stad’ Willy van Hemert herschreef het boek en regisseerde de serie in opdracht van de NCRV. Acht delen over de belevenissen van tuinbouwers in het Westland. De glazen stad bleek een bedreiging voor de oprukkende betonnen stad. Nederland zat aan het toestel gekluisterd en leefde mee met de bewoners uit de serie, de bewoners van de Glazen Stad. Glazen Land
Wat achtergrond.
Inmiddels wordt glas niet meer als bedreigend beschouwd. In tegendeel, we leggen heel Nederland ermee vol. We bedoelen hier niet het gevelglas van grote kantoorgebouwen en ook niet de doorzichtige houder voor drank, nee, in de grond liggen vele duizenden kilometers glas. Niet meer de Glazen stad maar het Glazen land en ik werk daaraan mee. Ik breng indirect het glas bij u thuis, ik ben de brenger van de doorzichtige boodschap. Dagelijks leggen wij en met mij bedoel ik al mijn collega’s die het werk uitvoeren, leggen wij nieuwe glazen snelwegen aan en allemaal ingekapseld, onzichtbaar, onder de grond. Gezien de veronderstelde groei in het dataverkeer en de daarbij behorende uitbreidingen van de netwerken, denk ik dat ik nog vele jaren werk heb, nog vele jaren in het ‘glas’ zit.
Toen een jonge student in 1968 een besturingssysteem ontwikkelde en schreef voor de Personal Computer kon niemand overzien welke enorme revolutie en waanzinnige vlucht die ontwikkeling zou brengen. De uitvinding van de bits en bytes werd in eerste instantie vergeleken met de introductie van de stoomenergie. Natuurlijk bracht stoom welvaart in de negentiende eeuw door vooral industriële toepassingen, maar het is in geen verhouding met de vernieuwingen waaraan de bits en de bytes bijdragen. Bedrijven waren blij van hun grote mainframe computersystemen verlost te zijn, softwarematige toepassingen kwamen binnen het bereik van het MKB en zelfs de particulier. Bill Gates, de student die het eerste besturingsprogramma schreef,(het nu volledig achterhaalde DOS),
bleek een visionair. In korte tijd was de computer een breed hulpmiddel voor vele toepassingen. De absolute doorbraak naar de particuliere sector kwam medio 1995, via internet. Internet opende de deuren van iedereen, voor iedereen, naar iedereen. De computer werd sneller, het gebruik van internet intensiever, de lijnen overbelast. De vinding van communicatie toepassingen middels glasvezel bracht ruimte voor het overbevolkte koperen kabelnet. Door de veelvoud van data transport ten opzichte van koper en met de extreem hogere snelheid, was de keuze voor een nieuw modern netwerk van glasvezel snel genomen. De uitvoering gaat minder snel. Uitvoerder. We zijn nu al een aantal jaren bezig om glasvezel netwerken aan te leggen. In eerste instantie waren dat de intranetten, dus netwerken van en voor de overheid en voor bepaalde bedrijven. Omdat de groei op het internet zo explosief is wordt nu heel Nederland glasvezel bekabeld. Een klus voor jaren. Door heel veel ploegen wordt op veel plaatsen tegelijk gewerkt aan de verglazing van het internet, het land wordt er steeds doorzichtiger van. De nieuwe G4, het snellere kabelloze internet, geeft ook weer extra basis bekabeling en dus grondwerk voor ons. Men zegt wel eens de toekomst is digitaal maar onze grondwerktoekomst gaat niet op de schop, integendeel, steeds meer en soms ook vaker moet de grond open voor aanpassing en vernieuwing en daardoor is mijn vak een vak met een grote ‘digitale’ toekomst. Een vrij conventioneel vak, grondwerker, dat groeit door de modernste technologie, wie had dat kunnen bedenken.
30
Transmissie 01-01
Transmissie 01-01
31
Mirko ziet op tegen 2014 Als er één periode is waar hij als een heel hoge berg tegenop ziet, is het de tweede helft van 2014. Vierenzestig jaar jong is hij nu, Mirko Perisic uit Dalmatië. “Dalmatië en niet Kroatië”, meldt Mirko met veel nadruk. Hij is geen Kroaat, hij is orthodox en Europeaan. Zijn orthodoxe geloof bindt hem dus eerder aan Servië dan Kroatië, vandaar. In 1975 kwam hij naar Nederland. “In mijn land had ik geen toekomst”, vertelt hij. “Je werkte er, als er werk was, dag en nacht voor een hongerloontje dus was het Westen het gebied van melk en honing. Ik vertrok met mijn toenmalige vrouw richting Nederland. Ik had de jaren daarvoor als vrijgezelle jongeman in Duitsland gewerkt en daar mijn technieken op het gebied van
metaalbewerking op het niveau van het Westen gebracht. Thuis had ik de opleiding metaalbewerker gevolgd maar werd in Duitsland geconfronteerd met technieken die ik nog niet kende of welke ik in basis wel geleerd had maar waarvan de technische uitwerking zo verbeterd was dat ik als een leerling naar mijn collega’s stond te kijken.
32
Transmissie 01-01
Na die leerschool, want zo zie ik die periode, ging ik dus naar Nederland”.
Veelzijdig
“Ik ben lasser, ijzerwerker, brander en bankwerker. Van vele markten thuis en dus universeel inzetbaar bij metaalbewerkende bedrijven en dat gebeurde ook. Ik heb in het Botlek gebied gewerkt, bij RDM en bij de Hoogovens. Daar, bij de Hoogovens, heb ik mijn mooiste tijd beleefd. Ik werkte daar bij de walsafdeling en was inzetbaar bij de storingsdienst. Prachtige tijd. Bij storingen was het alle hens aan dek. Een continubedrijf wil en moet continu functioneren dus bij storing was het doorgaan tot de productielijn weer draaide. Eens had een onverlaat een koud stuk metaal in de vloeibare, gloeiend hete massa staal laten vallen vlak voor de wals. Dag wals, groot alarm. Door mijn lengte en kleine eetlust kan ik mij door smallere doorgangen laten glijden dan menig collega en stond ik dus even later tot aan mijn schouders in de smeermiddelen om de as van de wals te demonteren. Een aal kan nooit zo glad en slijmerig zijn geweest als ik toen. De bedrijfsdouche heeft vele overuren gemaakt. Ik ben nogal punctueel, een man van de agenda en de klok, dat wordt op prijs gesteld. Dus als er iets was, een storing of andere averij dan wist men precies waar ik hoe laat was, zelfs als ik geen dienst had. Met regelmaat moest ik van huis richting werk op tijden dat ik helemaal niet ingeroosterd was om te assisteren bij een calamiteit. Ik heb ruimtes van binnen gezien die tot dan alleen met camera en licht geïnspecteerd waren. Door mijn lichaamsbouw kon ik door de aansluiting voor pijpleidingen en daar werd zo nu en dan behoorlijk misbruik van gemaakt, maar ik vond het prachtig. Voor alle duidelijkheid, de bijkomende extra euro’s vond ik ook erg prettig.
Veel van die uitzendorganisaties deden niet aan pensioen. Ik weet dat het toen niet verplicht was om uitzendkrachten op te nemen in een pensioenfonds, maar ik pluk daar nu de zure vruchten van, maar daarover straks. Zoals net gezegd werk ik nu vanuit Transmissie vooral bij Shipdock in Amsterdam”.
Shipdock
“Heerlijk afwisselend. Soms staan we met honderden mensen aan een schip te werken, fantastisch. Ik hou van zulke momenten. Een grote groep medewerkers die met z’n allen een klus klaren. Goed voor de omzet van het bedrijf, goed voor de onderlinge verhoudingen en daardoor een heel prettige werksfeer. Ik zie de laatste jaren steeds meer Polen, Roemenen, Bulgaren en meer richting Nederland komen. Ze werken voor uurlonen waar wij niet voor kunnen of willen werken. Ik zie dat als een groot gevaar voor onze werkgelegenheid, je hoort het ik ben inmiddels een echte Nederlander. Waar ik als een berg tegenop zie is het moment van mijn pensionering. Ik woon, leef en werk niet lang genoeg in Nederland om een volledige AOW te krijgen”.
Met verdriet terug naar mijn roots. Ik vertelde al eerder over het pensioengat dat ik heb door het werken bij uitzendbureau’s, dus ik moet terug. Met het weinige geld dat ik na mijn 65e ga krijgen, kan ik niet in Nederland wonen en leven. Ik ga en moet dus terug naar het land waar ik helemaal niet naar terug wil. Ik ben Nederlander, ik hou van Nederland, ik voel me Nederlander. Mijn kinderen wonen hier, mijn kleinkinderen wonen hier en ik moet terug naar Dalmatië, naar niets. Ik heb daar een stukje grond en een huis in een dorp waar vroeger een paar duizend mensen woonden en waar nu nog maar vier huizen bewoond zijn. Geen vooruitzicht voor een man die van gezelligheid houdt. Ooit hoopte ik mijn huis te kunnen verkopen en dan richting Servië te gaan waar ik mij meer thuis voel dan in Kroatie, maar gezien de enorme emigratie van het dorp richting grote steden, zit zo’n verkoop er ook niet echt in. Ik zal mijn Nederlandse paspoort inleveren en moet terug. Dat moment, die terugtocht, daar zie ik als een berg tegenop. Maar misschien kan ik nog wat doorwerken. Mijn conditie is goed, en voor ieder uur dat ik langer in Nederland kan blijven zal ik de heer op mijn knieën danken.
De gevolgen van uitzending in het verleden “Ik werk nu een kleine tien jaar vanuit de Vasumweg en ik vind het prettig. Vele jaren van mijn werkzame leven heb ik gewerkt via uitzendbureau’s en daar ben ik met terugwerkende kracht niet blij mee. Transmissie 01-01
33
Per 1 januari 2015 verdwijnt de G-rekening. Het huidige G-rekeningensysteem wordt vervangen door een systeem van rechtstreekse stortingen (depotstelsel). Onderaannemers en uitleners kunnen een depot aanhouden op een vrijwaringrekening van de Belastingdienst.
Het deel loon- en omzetbelasting (plus sociale verzekeringspremies) van de factuur die de onderaannemer of uitlener naar de aannemer of inlener stuurt, kan op het depot ten name van de onderaannemer of uitlener worden gestort. De onderaannemer of uitlener kan het tegoed van zijn depot daarna gebruiken voor betalingen van loonheffing, omzetbelasting en sociale verzekeringpremies of doorboeken naar het depot van een ander.De depotbegunstigde en de Belastingdienst kunnen via het internet communiceren binnen het ‘persoonlijk domein’ van de betrokken depotbegunstigde. Ondernemers maken nu al gebruik van het persoonlijk domein bij het indienen van de aangiften loon-, omzet- en vennootschapsbelasting. Als tweede- en eerste kamer het wetsvoorstel tijdig behandelen zal de nieuwe ‘depotwet’ per 1 januari 2015 van kracht worden. 2014 zal gebruikt worden als overgangsjaar waarin zowel met het ‘depot’ als met de ‘G-rekening’ gewerkt kan en mag worden. Tot zover het afscheid van de G-rekening. Een terugblik. Tot de zeventiger jaren van de vorige eeuw kende Nederland, naast éénmans onderneming, VOF en CV alleen de naamloze vennootschap (N.V.) als juridische rechtspersoon. Een administratief veeleisende ondernemingsvorm die, ook mede door het vereiste kapitaal, hoogdrempelig was voor de kleinere ondernemer. De besloten vennootschap (B.V.) werd een nieuwe tussenvorm, enigszins gemodelleerd naar het Engelse Incorporated (Inc.). Laagdrempelig op het gebied van administratieve verplichtingen en gestort kapitaal, soepel voor aandeelhouders, in ieder geval een vorm waarin vele kleinere ondernemers zich thuis voelden. Ook directies van N.V.’s zagen de voordelen van de B.V. en vormden hun N.V. om naar de vereisten van de B.V.
34
Transmissie 01-01
Het ministerie van Justitie maakte indertijd vele duizenden overuren om de nieuwe aanvragen voor een B.V. of de aanvragen voor omvorming van N.V. naar B.V. te kunnen behandelen. De B.V. bleek al snel een prima onderdak voor malafide ondernemers. Met de besloten vennootschap als rechtspersoon werkten zij, veilig voor het eigen privé vermogen, met een onderneming waarmee het goed manipuleren was. Vooral in de onderaanneming werd er op grote schaal misbruik gemaakt van de mogelijkheden die de B.V. dit soort ondernemers bood. Loonbelastingen werden niet afgedragen evenals sociale premies en BTW. Een studie uit 1982 toont aan dat in de periode 1979/1980 vierenvijftig procent van de failliete B.V.’s, sporen van belasting en premie fraude vertoonden. Daarnaast bleek dat deze failliete B.V.’s een gemiddeld leven kenden van amper vier jaar. Het woord ‘plof-strategie’ werd opgenomen in de Dikke van Dale. B.V.’s werden opgericht om te frauderen om ze daarna te laten ploffen. Uit een WKA studie (wet keten aansprakelijkheid) die werd uitgevoerd over een langere periode 1981/1984 bleek dat 31% van de faillissementen in de bouw, 20% van de faillissementen in het metaal en 16% in overige bedrijfstakken sporen van fraude op het gebied van loonbelasting en/of premie afdracht kenden, ondanks de wet op de ketenaansprakelijkheid. De G-rekening wordt geïntroduceerd. G-rekening, geblokkeerde rekening voor wat? De G-rekening is een bankrekening op naam van een ondernemer en is middels een onderliggende overeenkomst tussen bank, ondernemer en fiscus geblokkeerd voor andere betalingen dan aan de fiscus, afdrachten sociale lasten of andere G-rekeningen.
De bedoeling van de G-rekening is dat aannemers of inleners een van te voren bepaald percentage van de factuur overboekt op deze rekening en is daarmee gevrijwaard voor claims van fiscus of sociale premies in gevolge de wet op de keten aansprakelijkheid. Dat de G-rekening goed functioneert blijkt wel uit de cijfers. Na introductie en verplichting van de G-rekening werd nog maar 11% afdracht fraude ontdekt bij failliete B.V.’s, een enorme verbetering ten opzichte van de eerder geconstateerde 54%. Een klein nadeel van de G-rekening is dat ook betaling van G-rekening naar G-rekening toegestaan is. Vanzelfsprekend in een arbeidsketen, maar bij gecombineerde activiteiten (onderaannemer en handelshuis) is de G-rekening ook gebruikt voor de betaling van goederen en daarmee onjuist gebruikt in het kader van de wet. 1990 Invorderingswet. De invorderingswet van 1990 maakte een eenheid van diverse wetten door o.a. Ketenaansprakelijkheid en G-rekening te koppelen op fiscaal en premie niveau. Dit was hoognodig omdat in de diverse onderzoeken onomstotelijk werd vastgesteld dat de uit 1961 stammende wet ‘keten aansprakelijkheid’ nauwelijks een positieve werking had. Aannemers en inleners vertrouwden op de blauwe ogen van de onderaannemer of een verklaring van betalingsgedrag die of geantidateerd was of zelfs helemaal niet op de datum werd gelet. De invorderingswet is een aanscherping van de wet op de ketenaansprakelijkheid gecombineerd met invordering via o.a. de G-rekening.
Afscheid van de G-rekening, welkom Depot. * De wet op de ketenaansprakelijkheid verlegde de verantwoordelijkheid van afdrachten in de fiscale en sociale sfeer van onderaannemer naar hoofdaannemer bij in gebreke blijven van de onderaannemer. * De G-rekening deed daar een bancair schepje bovenop * De invorderingwet combineerde en structureerde de wet ketenaansprakelijkheid met de G-rekening. * Depotregeling En dan nu volgt het depot, een vrijwaringrekening bij de fiscus. Manipulatie middels gecombineerde activiteiten (onderaannemer en handelshuis) zullen kritischer beschouwd worden. Overboekingen in de keten zullen efficiënter worden uitgevoerd en na opdracht ligt de verantwoordelijkheid van uitvoering bij de fiscus en niet bij een derde partij (bank). Administratief zal het een verlichting betekenen voor partijen en in het voorstel van wet staat een rentevergoeding voor de depothouder, een vergoeding die door de banken op G-rekeningen meestal is geweigerd. Overigens moeten we in een economische periode als de huidige maar niet met deze toegezegde rentevergoeding calculeren. De wet moet nog door tweede en eerste kamer en iedere mogelijkheid van besparen staat in neon-letters boven het hoofd van de minister van financiën, dus een rentevergoeding???
Transmissie 01-01
35
Mercedes 220 d Als de bekende vis in het water, zo voelde hij zich na zijn detachering bij het scheepvaartbedrijf. Opgeleid als lasser had hij de eerste decennia van zijn werkzame leven doorgebracht in een garage. Bij botsingen verwrongen stukken Mercedes moest hij weer het aanzien geven van de bolide der kapitaalkrachtigen. Door de vervangingscultuur was zijn vakmanschap in het geding geraakt. Demonteren van de gebutste onderdelen en montage van de nieuwe stukken auto vroeg om handigheid met steeken dopsleutels, zijn lasbril lag al geruime tijd werkloos in een hoekje van de garage naast zijn handschoenen en het masker. Natuurlijk bleef het prachtig werk om van een onherkenbaar stuk metaal weer een fraaie auto te maken, maar zijn handen stonden niet naar steken en doppen, die waren geschapen voor de elektrode. Opleiding en aanvullende cursussen rond nieuwe lastechnieken leken zinloos geworden en hij sleutelde voort totdat hij die advertentie zag. “Transmissie vraagt lassers voor een scheepswerf”. Hij verzamelde moed voor ontslag en zijn persoonlijke lasuitrusting bij elkaar en nam afscheid van het automobielgebeuren. Dag dag vierwieligen, hallo aandrijfschroef. De vonkenregen in de loods waar hij zich moest melden leek op de vuurkakofonie bij een jaarwisseling. Links en rechts, voor en achter werd hij verwelkomt door de champagne van het meesterschap. Lassende collega’s die hun vonkenspuwende lusten bot vierden op grote stukken metaal die middels enorme kranen aangevoerd werden als een transplantatie huid. Het schip had een aanvaring gehad met een over boord geslagen container en het geslagen gat was niet groot genoeg voor een totale catastrofe maar ruim genoeg voor meerdere Mercedessen, dus dat trof. Veiligheidsinstructies vormden het welkom en al snel kon en mocht hij aan de slag. Toen het schip na vier dagen het dok verliet richting thuishaven voelde hij zich erkent. Herkent in zijn liefde voor het vak, voor zijn vakmanschap en fluitend verliet hij de werf, nooit meer doppen, nooit meer steken maar vlammen. De vonken vlogen van zijn 220d richting huis.
36
Transmissie 01-01
BURGERS & BULSTRA mannen van de techniek
Renze Burgers en Tim Bulstra zijn heel tevreden met hun kantoor, magazijn en werkplaats. Toch beleven de bezoekers van BB-techniek de opstallen als een gebouwtje in het Haagse Madurodam. Gelegen tussen de dokken 2 en 3 van Shipdock-Amsterdam ervaart de bezoeker het kantoor als kleinduimpje in grote reuzenland. Ieder moment kunnen de beide giganten toeslaan en het gebouwtje met al zijn ‘hebben en houen’ vermorzelen. Maar de scheepsdokken kijken wel uit. Zij die je lief heeft vernietig je niet, ook een dok weet wel beter. De mensen van BB techniek houden van de dokken, vooral als ze leeg zijn. Zo gauw een schip gereed is en vertrekt, breekt voor hen de tijd van ruimen en renoveren aan. Ze verzamelen alle technische hulpmiddelen uit het lege dok en controleren en repareren zodat alles gereed is voor de komst van een volgend schip. Een continue bedrijf met adempauzes. Aggregaten, leidingen, werklampen, kabels, gasen zuurstofslangen eigenlijk alles aan techniek wat los of tijdelijk vast zit, wordt verzameld, gedemonteerd, gecontroleerd en geïnventariseerd. Transmissie 01-01
37
Renze Burgers: “Wij zijn niet in dienst van Shipdock maar verlenen onze diensten als zelfstandige onderneming. Dat zijn zoveel activiteiten en vaak in continuïteit dat het voor beide partijen zinnig is dat we op het Shipdock terrein gevestigd zijn. Ook inkoop en voorraadbeheer voeren wij voor hen uit. Natuurlijk alleen voor die onderdelen die ons vak raken, die binnen onze kennis liggen, maar die kennis is vrij breed. Eigenlijk doen wij voorraadbeheer voor alle hulpmiddelen en het onderhoud daarvan”. Tim Bulstra; “Maar ook voor de reparatie van vaste elementen worden we ingeschakeld. Doet de verlichting het ergens niet, vanzelfsprekend worden wij erbij geroepen, de slagboom bij de entree van het bedrijf buiten werking en het is geen elektrische maar een mechanische storing dan toch wordt eerst BB techniek ingeschakeld. Onze handen zijn namelijk nogal rechts, in ieder geval rechts genoeg om die klus te klaren. We zijn een beetje de uitzendkracht die er in springt, u vraagt wij draaien. De mensen van Shipdok kennen ons en wij hen. Ze kennen onze kennis en weten van onze mogelijkheden. Ook preventief denken wij met Shipdock mee. Een productielijn bestaat vaak uit een keten van onderdelen die gekoppeld tot een eindresultaat moet leiden. En zoals bekend is de ketting net zo sterk als zijn zwakste schakel dus een storing in één onderdeel van de keten kan het productieproces stil leggen. Maar in welk onderdeel zit nu die storing? Tot voor kort waren meerdere testapparaten en dus veel tijd nodig om de gehele lijn te testen en met ‘tot voor kort’ bedoel ik dat wij een tester hebben ontwikkeld die alle facetten uit die productielijn met één apparaat
38
Transmissie 01-01
test en die aangeeft in welk deel van de lijn de storing zich bevind. Gevonden, gerepareerd en verder met de productie”.
( Lijntester )
Renze: “Een grappige bijkomstigheid in relatie tot dit magazine / ons bedrijf is dat wij Transmissie natuurlijk kennen als uitzender van lassers naar Shipdock en komen wij hun vakmensen hier op de werkplek tegen, maar op hoogtij dagen, de dagen- en weken dat wij overbelast zijn door het vele werk, lenen wij ook onze personeelsuitbreiding in bij Transmissie. Mensen die de klappen van de ijzer- en soms elektra zweep kennen. En altijd mensen die graag en hard werken, dat is iets dat ook altijd opvalt”.
Tim; “Ik ga maar even voorbij aan deze hielenlikkerij en ga liever door met ons eigen verhaal. Naast Shipdock-Amsterdam werken we ook met regelmaat bij en voor hun filiaal in Harlingen. Schepen met een lengte tot 120 meter kunnen en worden daar verwend en doen we daar ook technische assistentie en verder natuurlijk vanuit Amsterdam veel voor een aantal grote industriële klanten en vastgoed beheerders”. Renze; “Bij die industriële opdrachtgevers gaat het alleen maar om onze kennis van Volt en Ohm. Voor mechanische installaties hebben ze andere bedrijven. Maar de electro is natuurlijk heel breed. Het zijn niet alleen meer kabeltjes en lampjes, niet alleen meer schakelkasten en aansluitingen maar vooral ook veel zwakstroom en kabelloze installaties voor bijvoorbeeld bewakingsdoeleinden. Camera toezicht, controlekamers worden veel toegepast en wordt onze expertise ook op dat gebied gevraagd. Nog een kop koffie voor we naar buiten gaan?” We sluiten onze jassen en gaan hun werkplek op. Het grote dok ligt er droog en leeg bij. Een aantal BB’ers loopt verzamelend rond. Kabels opgerold in transport karren, bouwlampen op hun eigen platform onder de verzamelbak. Slangen, lastoortsen, aggregaten, gerangschikt naar soort en grootte worden op pallets geplaatst. Renze; “Die halen we later op. Zie je dat ding daar? Ook een activiteit van ons voor de maritieme wereld, nee voor de hele metaalindustrie. Het is eigenlijk een groot verwarmingselement een soort electrische deken om plaatstaal voor te verwarmen naar de
(Werkzaamheden in de Petrochemische industrie) temperatuur voor de juiste verwerking. Een prima ding om nu in deze kou even naar toe te lopen. Een warme gloed straalt van zijn gezicht. Trots. Transmissie 01-01
39
Mario de vurige Ambitieus en gedreven zijn uitstekende typeringen voor Mario Doornink directeur/eigenaar van Doornink Schoonmaakbedrijf bv. uit Vijfhuizen (vlak bij Haarlem). Maar de beste uitdrukking om Mario goed te vangen is ‘vurig’. Vurig in zijn betoog, vurig in en over zijn werkzaamheden, warm en vurig als vader en echtgenoot en heel erg vurig over zijn hobby. De glas- en gevelreiniging activiteiten bepalen vijfentachtig procent van de omzet van het schoonmaakbedrijf. “Schoonmaak doen we ook, maar vooral schoonmaak van publieke ruimten in flatgebouwen en grote kantoorkolossen, onze focus is gericht op de specialiteit die glas- en gevelreiniging heet. Al een dikke twintig jaar zit ik in dit vak en al twintig jaar met veel plezier. Het heeft me veel gebracht, heel veel. Vrienden, een fijn gezin, een plezierig leven, maar ook materiële zaken zoals een fijn huis, mooie vakanties en dergelijke. Ik ben een tevreden mens, een gelukkig mens. Natuurlijk kan ik je leuke dingen vertellen uit de praktijk. Laat ik beginnen met wat ik nog altijd het toppunt vind uit mijn glazenwassers praktijk, als werkgever en als praktiserend glazenwasser. Een hele dikke tien jaar geleden werd het opeens verboden om met klimmaterialen te werken van een bepaalde lengte. Met andere woorden, opeens konden we geen ramen meer lappen op bijvoorbeeld driehoog. Je begrijpt, onze klanten boos en verdrietig, ze zagen de twintigste eeuw niet helder maar middels matglas naderen. Goede raad en goede omzet was duur want een belangrijk gedeelte van onze omzet viel door deze maatregel weg. Geen hoge gebouwen meer, geen klanten meer op drie hoog, ladders die die hoogte konden bereiken of andere systemen als bootsman-stoeltjes, waren bij wet verboden. Ik ging natuurlijk zoals al mijn collega’s op de hoogwerker toer, maar als je zo’n ding een week had gehuurd stond je eigen teller op nul, zo duur was het om die dingen te huren er bleef geen winst over en daarmee kon ik bij Gina ( de vrouw van Mario ) niet aankomen. Een uitslaande brand gaf niet alleen dat pand maar ook mij vuur. Ik zag zo’n brandweer ladderwagen en dacht; zo’n ding moet toch ook tweedehands te koop zijn. De volgende dag belde ik met de domeinen, de verkopende partij van overheidsgoederen en die vertelden me dat ze juist een ‘Magirus’ hadden staan en dat ik of op de volgende veiling moest wachten of schriftelijk een bod kon doen. De ontvangen fakturen van hoogwerker-verhuurbedrijven hielpen me om de juiste kalkulatie en dus het juiste
40
Transmissie 01-01
bod uit te brengen en de ‘Magirus’ was van mij. Het enige wat ik eraan veranderd heb zijn de blauwe lampen, nu zwaaien we iedereen oranje toe, ook wel aardig voor 30 april. Het sukses van deze aankoop was zo groot dat een tweede rode ladderwagen al snel deel uitmaakte van ons mobiele park. Het fijne van die auto’s is niet alleen de bereikbare hoogte maar vooral ook hun horizontale bereik. Het geeft je een grotere vrijheid in je opstelling met de wagen en de ladder, want een dikke 20 meter is best een end. We hebben klanten behouden en erg veel nieuwe klanten erbij. Dat maakt mij vurig, vooral met zo’n oude brandweerwagen. Ik meldde je al eerder dat mijn schoonmaakactiviteiten me de mogelijkheid gaven fijne vakanties te hebben.
Een van die vakanties was richting Amerika, richting Verenigde Staten, Florida. Lekker warm en voor de kinderen fantastisch alleen al vanwege al die pretparken. Natuurlijk deden we Disney en Kennedy Space Centre. We bezochten filmstudio’s, wildwater banen, achtbanen en het prachtige Seaworld. En toen overkwam mij iets waardoor vuur, heel veel vuur, zowel letterlijk als figuurlijk in mijn leven kwam. We bezochten een show met allerlei voertuigen. Auto’s die sprongen en dansten over andere auto’s. Autobussen, vrachtwagens maar ook driewielers en andere middels huisvlijt gecreeërde transportmiddelen. Sommige met heel grote wielen, andere met straalaandrijving maar allemaal speciaal, groots en gek en met elkaar een geweldige show met veel gas en vuur en damp en rook. Ik was verkocht. Een nieuw heilig vuur had bezit van me genomen. Dit wilde ik ook. Ik wilde dat eerst in Nederland en dan verder groeien en shows geven door heel Europa. Ik nam ter plaatse contact op met de organisatoren van deze shows en informeerde me over werkplaatsen vol handige lieden die dit soort creaturen creërden. We onderhandelden wat over prijzen, ik zocht uit hoe ik zo’n voertuig naar Nederland kreeg, en maakte me op voor wat ik wilde zijn, de stuntman die met vuur speelt, uit wiens ogen het vuur van de ambitie spuwt. Gina, mijn vrouw, vond vanaf het begin, dat ik met vuur speelde. “Hoe krijg je dat nou weer in je kop, dat is toch niks voor ons, doe normaal, je bent een goed glazenwasser en zeer bekwaam met ladder en zeem, maar daardoor ben je nog geen stuntman”. Nu vele jaren later hebben we twaalf verschillende voertuigen. Van een autobus tot een straal aangedreven toilet. Gina vindt het inmiddels geweldig, mijn zoon Armando (12 jaar) maakt deel uit van de show net als mijn dochter Manuela. We zijn het ‘Eurol Stunteam’ en treden overal in het land op met nog een aantal andere ‘Big-Wheel’ gekken. Om meerdere redenen neem ik ook altijd mijn brandweerwagen mee. Een van die redenen is: als ik toestemming vraag aan een gemeente voor een demonstratie of we worden ergens uitgenodigd is een controle door de brandweer altijd een eis. Iedere keer weer is het leuk te zien als de controlerende brandweerman langs komt hij geconfronteerd wordt met onze brandweerwagen. Hij denkt dan vaak dat collega’s hem voor zijn. Uitleg is geboden. Ik vertel dan vol vuur over mijn glazenwasser/brandweerauto, vaak aan een brandweerman met ook vuur in de ogen.Van onze show natuurlijk.Een prachtig leven vol vuur, zo kan ik mijn hele leven, werk en hobby wel typeren. Transmissie 01-01
41
Sudoku beginners
Altijd al gek op zand Ik ken hem nog van de kleuterschool. We zaten samen in een groepje bij juffie Sonja. We tekenden en plakten, vlochten matjes, zongen Annie M.G. en bouwden vele blokkendozen leeg. Maar het mooiste was naar buiten. Was het maar even droog en deed de zon een beetje haar best gingen de jasjes aan en werden klimrekken beklommen, wipeenden gewipt en draaiden we de draaimolens misselijk. Ronan nooit. Ronan was toen een wat schriel jongetje met grote donkere ogen en een snotneus. Altijd had hij een snotneus, tot groot ongenoegen van juffie Sonja. Zij sloeg papieren zakdoekjes groot in en ze gingen er groots uit. Ronan speelde het liefst in de zandbak en dat gaf met zijn genoemde handicap veel extra veegwerk voor Juffie Sonja. Terwijl wij klommen en draaiden schepte Ronan de voorraad zand van de ene hoek naar de andere of creeërde een zandkasteel, mede mogelijk gemaakt door het plakvermogen van zijn genereuze neus. We groeiden samen richting hogere groepen. Het tekenen en plakken maakte plaats voor rekenen en taal en blokken deden we nog steeds maar nu was het de duiding voor huiswerk. Bij heel mooi weer pakten we de fiets en gingen richting strand. In mijn fietstas zaten naast een handdoek een vlieger en natuurlijk mijn zwembroek. Ronan klemde alleen een schep onder de snelbinders klaar om grootse kuilen te graven of manshoge zandkastelen te bouwen. Hij was nog steeds schriel, zijn grote ogen nog steeds donker maar de neus had een aangename ontwikkeling doorgemaakt. De neus was droog waardoor zijn kastelen nu hun stabiliteit kregen door zeewater. Na groep 8 verloren wij elkaar uit het oog.Vorige week trof ik hem in Amsterdam. Ik herkende hem onmiddellijk aan zijn donkere
Sudoku gemiddeld
Colofon Transmissie magazine is een uitgave van: Transmissie personeelsdiensten b.v. en Transmissie bedrijfsdiensten b.v. Contactadres: tt Vasumweg 115 1033 SG Amsterdam telefoon: 020 4924835 telefax: 020 4920378 email:
[email protected]
ogen. Het schriele had plaatsgemaakt voor een groot gespierd lijf en de de neus was verstopt achter een stofkap. Hij wisselde een band, een rupsband. De graafmachine die middels rupsbanden mobiliteit kent, stond er lam geslagen bij. Ronan sleutelde professioneel. De geslaagde operatie bracht een glimlach op zijn gezicht, de ontdekking van mijn aanwezigheid verbrede die lach. Hoe het ging en het ons vergaan was. Getrouwd en kinderen, huisje, boompje, beestje. Ik vertelde over mijn werkzaamheden hij over de zijne. Hij was in het zand gegaan. Leverde vrachtwagens vol aan aannemers, stortte op bouwplaatsen en opeens zag ik zijn naam aan de zijkant van de Catterpilar; ‘Ronan in zand’. Bij het biertje vertelde hij dat hij Juf Sonja nog eens per jaar ziet. Al jaren vult hij in april de schoolzandbak met vers zand, gratis. En altijd doet hij er een pak Tempo zakdoekjes
Bladmanagement: Dutchmediaservices Redactieadres: tt Vassumweg 115 1033 SG Amsterdam. Redactie en fotoredactie: Dutchmediaservices Ingeborg Baumann
Sudoku gevorderden
[email protected] Vormgeving: Dutchmediaservices Internetsites: www.transmissie-werk.nl www.dutchmediaservices.nl Niets uit deze uitgave mag zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de uitgever en/of het bladmanagement worden gebruikt, verveelvuldigd of anderszins noch in papieren- noch in electronische of digitale vorm. Auteursrechten: Transmissie b.v., Amsterdam (2013)
42
Transmissie 01-01
Transmissie 01-01
43
Transmissie b.v.
tt.Vasumweg 115 1033SG Amsterdam