“THUS WAVES COME IN PAIRS.” (Adnan, Etel. Sea and Fog. 2012) De zee is bij uitstek een gladde ruimte. De zon, de maan en de sterren reizen als nomaden over het open wateroppervlak. Ze bepalen het geluid, de kleur en de verhouding van de zee tot de sterren, maar laten geen blijvende sporen achter. Pas toen de mens de zee is gaan bevaren, is ook de nood ontstaan om de zee met lijnen en markeringen onder te verdelen, in kaart te brengen, meetbaar te maken. In het gladde oppervlak zijn op deze manier steeds meer groeven gekomen. Het valt samen met de grote ontdekkingsreizen, de slavenhandel en het moment waarop Europa zijn macht en manier van denken over de wereld heeft verspreid. Het is een Franse filosoof geweest die het verschil tussen de groeven en het gladde van de zee heeft aangegeven.* Voor hem staan ze voor het verschil tussen het politieke (datgene wat iedereen aanbelangt) en aan politiek doen. Wat hij hiermee probeert te zeggen, is niet zo moeilijk: hij zegt namelijk dat het gladde en de groeven niet zonder elkaar kunnen bestaan. Er is zwart en er is wit, maar het verschil wordt pas duidelijk als ze worden gemengd. Wit en zwart gaan eigenlijk elk hun eigen weg en zijn sterk verschillend: het gladde van de zee gaat alle kanten op en de groef trekt een duidelijke lijn op een kaart, het is een afspraak tussen mensen. Kunstenaars laten ons nadenken en laten ons zien hoe ingewikkeld de vermenging ‘tussen het gladde en de groef ’ is. In dit kleine boekje bespreken en beschrijven een aantal medewerkers van Mu.ZEE schilderijen, sculpturen en installaties uit de kunstgeschiedenis. Ze gaan over de zee, maar ze laten ons vooral ook zien hoe dingen met elkaar zijn vermengd en welke rol we daarin als mens spelen. Dat klinkt serieus en zwaar, maar tegelijkertijd kan een stuk muziek, een theaterstuk of een schilderij uitnodigen om een gesprek te voeren, licht en vrolijk te worden en, wie weet, zelfs troost geven.
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
1
We nodigen iedereen uit om de beschrijvingen in dit boekje aan elkaar voor te lezen. Ze zijn een uitnodiging om te kijken en het kunstwerk verder te maken. Het kunstwerk is een golf en komt nooit alleen. Golven komen als koppel. Jan Hoet heeft zijn leven lang de publieke arena opgezocht, kunstenaars en publiek met zijn passie voor kunst uitgedaagd. In een interview uit 1999 vertelt hij: “Een museum heeft die gelegenheid om confrontaties aan te gaan die vaak tegen elkaar in werken, zodat je tegenstellingen krijgt. Dat is mijn wens natuurlijk. Dat je een heldere tentoonstelling maakt, en dat je daarna, eventueel, chaos brengt. Om terug alles in vraag te stellen. Om te decoderen, want anders wordt alles alleen maar gecelebreerd. Een museum mag er niet zijn om te celebreren, een museum moet er zijn om permanent de dingen in vraag te stellen.” Phillip Van den Bossche directeur Mu.ZEE, Oostende * Gilles Deleuze (1925-1995)
THE SEA I need the sea because it teaches me,
I don’t know if I learn music or awareness,
if it’s a single wave or its vast existence,
or only its harsh voice or its shining
suggestion of fishes and ships.
The fact is that until I fall asleep,
in some magnetic way I move in
the university of the waves. It’s not simply the shells crunched
as if some shivering planet
were giving signs of its gradual death;
no, I reconstruct the day out of a fragment,
the stalactite from a sliver of salt,
and the great god out of a spoonful. What it taught me before, I keep. It’s air
ceaseless wind, water and sand. It seems a small thing for a young man,
to have come here to live with his own fire;
nevertheless, the pulse that rose
and fell in its abyss,
the cracking of the blue cold,
the gradual wearing away of the star,
the soft unfolding of the wave
squandering snow with its foam,
the quiet power out there, sure
as a stone shrine in the depths,
replaced my world in which were growing
stubborn sorrow, gathering oblivion,
and my life changed suddenly:
as I became part of its pure movement. Pablo Neruda
2
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
3
1.
Antwerpen, 1959
FRANCIS ALŸS
Francis Alÿs, oorspronkelijk een Antwerps architect, vindt zijn roeping als kunstenaar wanneer hij zich in de grootstad Mexico-Stad vestigt. Hij is gefascineerd door de tegenstellingen in de samenleving, het gevarieerde dagelijkse leven in een grootstad, de idee van de vooruitgang die toch geen vooruitgang blijkt te zijn, grensconflicten en economische crisissen. Het inspireert hem voor zijn schilderijen, foto’s, installatie en video’s. Zoals bijvoorbeeld zijn trage stadswandelingen in de grootsteden Mexico, New York, Lima en Jeruzalem die hij vastlegt op foto en video. Wandelen, dolen of slenteren is voor Alÿs een soort van verzet tegen de snelheidscultuur van onze tijd. Want alles moet in het onmiddellijke nu gebeuren, er is geen tijd voor nostalgie, romantiek of eenvoudig flaneren door de straten. Zijn werken zijn eenvoudig, maar wel gelaagd. Een politieke boodschap brengt hij met een zekere lichtheid, poëzie en soms wat ironie. In de video Watercolor (2010) neemt Alÿs een emmer water uit de Zwarte Zee en giet het over in de Rode Zee. De geografische locaties geven deze eenvoudige handeling politieke betekenis. Het ‘zwarte ’ water wordt getransporteerd van de oevers van Trabzon in Turkije naar Aqaba in Jordanië, waar het wordt vermengd met de Rode Zee, die grenst aan de kustlijn van Jordanië, Israël, Egypte en andere landen. De naam van de zee verwijst naar een oorlogszuchtig verleden, maar ook naar de aard van de bodem. Wanneer het wordt vermengd, kan de kijker zich afvragen “wat is het belang nog van de kleur?”.
2.
Oregon (US), 1926 – Keulen (DE), 2008
GEORGE BRECHT
In de jaren zestig sluit George Brecht zich aan bij een beweging van radicale muzikanten en kunstenaars die een band hebben met de Fluxus groep. De naam Fluxus is afkomstig van het latijnse woord ‘flux’ en betekent verandering, beweging, vernieuwing. Deze groep van internationale kunstenaars,
4
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
schrijvers, performers en componisten hebben een grote waardering voor alledaagse gebeurtenissen, niet voor een ‘hoge’ kunst. Ze houden van speelse interactie, toeval en experiment. Geïnspireerd door de vooruitstrevende muzikale composities van John Cage, die het voortouw neemt in de Fluxus groep, waagt Brecht zich aan heel experimentele geluidskunst. Zijn eerste performance uit de jaren zestig heet Drip music: het geluid van druppelend water in een leeg vat. Hij maakt ook een aantal Event-Objects met toevallig samengebrachte alledaagse voorwerpen. Het ‘event’ ontstaat volgens Brecht wanneer de kijker de objecten vast neemt en er iets mee doet. Hij ontwerpt onder meer witte kaarten met instructies om te versturen naar vrienden. Op elke kaart staat een titel en een instructie, zoals bijvoorbeeld ‘handen schudden’ voor een strijkkwartet. Vrijwel alle Fluxus-kunstenaars beoefenen deze kleine opdrachtjes. Hij maakt ook objectdozen waarin hij speelt met taal, om taal op een creatieve manier te vernieuwen. De dozen bevatten letters in kalligrafische pictogrammen om samen te stellen tot nieuwe woorden.
3.
Sint-Gillis, 1924 – Keulen (DE), 1976
MARCEL BROODTHAERS
Aanvankelijk is Marcel Broodthaers dichter. Hij publiceert vier dichtbundels, maar ze kennen weinig succes. Daarom verlegt hij zijn focus naar de beeldende kunst. Zijn eerste beeldend werk is een van zijn dichtbundels ondergedompeld in een bad met gips. De mosselpot is een sleutelwerk van Broodthaers. De kunstenaar heeft iets met mosselen. Hij speelt graag met de dubbele betekenis van het woord ‘moule’: ‘la moule’ (de mossel) en ‘le moule’ (de gietvorm). De mossel maakt zijn eigen schelp, zoals de inhoud van een kunstwerk zijn vorm bepaalt. Bovendien is het een typisch Belgisch product, mosselen met frietjes. Broodthaers speelt graag met typisch Belgische elementen. de zee - salut d’honneur Jan Hoet
5
Op een speelse en ironische manier levert Marcel Broodthaers kritiek op de rol van de kunst en de kunstenaar in de maatschappij, op het belang van het museum en op de kunsthandel die de waarde van kunst bepaalt. Hoort alleen echte kunst thuis in een museum? Wordt een voorwerp kunst omdat het in een museum staat? Waarom is een banale mosselpot plots kunst? Broodthaers stelt meer vragen dan dat hij antwoorden geeft. Het idee is voor hem altijd belangrijker dan het resultaat. Dat maakt van hem een conceptueel kunstenaar. Maar het is moeilijk om Broodthaers in een hokje te plaatsen. Hij inspireert zich ook op het surrealisme, dada en pop art.
4.
Aix-en-Provence (FR), 1839 – Aix-en-Provence (FR), 1906
PAUL CÉZANNE
Voor het eerst in de schilderkunst sinds de Renaissance bekijkt de Franse kunstenaar Paul Cézanne het perspectief op een andere manier. Hij vervangt het klassieke perspectief door platte kleurvlakken achter elkaar te plaatsen. Want als je het gebruikelijke perspectief toepast, vernietig je het vlak, zo meent hij. En als je je vasthoudt aan het vlak, kan je de werkelijke ruimte onmogelijk weergeven. Daarom kiest hij voor een tussenoplossing. Omdat Cézanne wil begrijpen hoe vormen en kleuren zich in de natuur tot elkaar verhouden, zoekt hij naar de onveranderlijke grondvormen in het landschap, zoals bol, cilinder, kegel, kubus en piramide. Hij zoekt ook naar de ‘grondtoon’, een constante kleur in de natuur afgeleid uit verschillende kleurcontrasten die in het landschap aanwezig zijn. Uiteindelijk bereikt hij een sterk vereenvoudigde, pure weergave van de werkelijkheid. Paul Cézanne heeft een grote invloed op de evolutie van de schilderkunst. Hij slaat een brug tussen het impressionisme en het kubisme van Pablo Picasso. De kunstenaar is pas 26 jaar wanneer hij Rocks, L’Estaque schildert. Hij komt net terug uit Parijs waar hij niet kan aarden en vestigt zich opnieuw in zijn geboortestreek bij Aix-en-Provence. L’Estaque is een klein vissersdorpje aan de Middellandse zee, vlakbij Aix-en-Provence. Hij gaat er vaak schilderen in open lucht. Wanneer hij Rocks, L’Estaque schildert, staat Paul Cézanne nog in de startblokken van een lange, intensieve zoektocht naar de vereenvoudiging van vorm, kleur en perspectief. Het kleine doek is vermoedelijk een studie. De rotsen zijn reeds weergegeven als platte vlakken, geschilderd met brede, heftige penseelstreken en harde, sombere aardkleuren.
Marcel Broodthaers, Grande casserole de moules, 1966. S.M.A.K., Gent
6
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
7
5.
GUSTAVE COURBET
Ornans (FR), 1819 – La Tour-de-Peilz (CH), 1877
Gustave Courbet is de zoon van een boer. Hij gaat rechten studeren in Parijs, maar dat mislukt. Daarna gaat hij in de leer bij een succesvolle academieschilder. Tekenen en schilderen leert hij volledig op zichzelf, door zes jaar intensieve zelfstudie. In de negentiende eeuw, wanneer de meeste schilders in een romantische en idealistische stijl schilderen, beeldt Courbet taferelen uit het dagelijkse leven af. Dat zorgt voor grote opschudding in de kunstwereld; hij wordt bestempeld als een anarchist. De werkelijkheid maakt hij niet mooier dan ze is. Hij kies voor heel gewone onderwerpen, zoals boeren op het land, steenhouwers of een begrafenis, en hij schildert het op een heel groot formaat in een realistische stijl. Gustave Courbet schildert ook vaak landschappen. La vague behoort tot een reeks zeezichten die hij aan de kust van Normandië maakt. Hij schildert zijn landschappen op een heel directe manier met dikke lagen verf. Soms maakt hij gebruik van een paletmes om de volumes van de rotsen en de beweging de golven kracht bij te zetten. De impressionisten hebben zich later op deze vernieuwende manier van schilderen geïnspireerd.
Gustave Courbet, La vague, 1869. Southampton City Art Gallery, Southampton 8
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
6.
1941, München (DE) – 2009, Hamburg (DE)
HANNE DARBOVEN
Duizenden A4-tjes heeft Hanne Darboven beschreven met letters en cijfers. Ze schrijft niet omdat ze een verhaal wilt vertellen. Het gaat haar om de meditatieve handeling van het schrijven zelf en om het vastleggen van de tijd die dit proces in beslag neemt. “Ik kies voor cijfers omdat je er mee kunt schrijven zonder te beschrijven. Het heeft niets te maken met wiskunde. Cijfers zijn constant, gesloten en kunstzinnig. Het is waarschijnlijk de enige echte ontdekking van de mens. Een aantal van iets (zoals twee stoelen bijvoorbeeld) daarentegen is geen puur cijfer en heeft een andere betekenis.” Meer dan veertig jaar lang schrijft ze met haar regelmatige handschrift codes en tekens op vellen papier. Ze tekent op teksten uit wetenschappelijke of literaire boeken, op filosofische beschouwingen, op gedichten en oude prentkaarten. Ze krast ritmische lijntjes, herhaalt doorhalingen. Zo probeert ze vat te krijgen op de chaos in de wereld om haar heen. Door haar getallensysteem in noten om te zetten, ontwikkelt ze ook haar eigen mathematische muziek die ze vervolgens door symfonieorkesten laat uitvoeren. Der Sand omvat 456 vellen A4 papier met overgeschreven teksten uit verschillende bronnen. Het werk begint met het verkennen van het woord zand. Vanuit de encyclopedie Brockhaus schrijft ze alle betekenissen van het trefwoord ‘zand’ uit: George Sand, zandman, zandbak, zandloper, etc. Andere vellen zijn gevuld met vloeiende lijnen die doen denken aan een handschrift maar zonder betekenis. Het lettertype speelt een dubbele rol: een onafhankelijke, leesbare kopie van een echte tekst en een abstract-conceptueel resultaat van een eenvoudige, ritmische handbeweging. De titel van het werk is autobiografisch. Hanne Darboven groeit op in Hamburg. Ze woont op een plein met de naam Der Sand, waar ook het conservenbedrijf van haar grootvader J.W. Darboven uit 1895 is gevestigd. Hanne Darboven is een pionier van de conceptuele kunst, waar het idee of het concept primeert. Het kunstwerk hoeft niet mooi of technisch hoogstaand te zijn. “Kunst is een mix van idee en discipline”
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
9
7.
Wervik, 1965
WIM DELVOYE
Wim Delvoye decoreert moderne, alledaagse voorwerpen: beschilderde tapijten, butaangasflessen met Delfst schilderwerk, voetbaldoelen in glasin-lood, strijkplanken met wapenschilden, getatoeëerde varkens. Door het decoreren verliezen de voorwerpen hun vertrouwde karakter. Delvoye tast steeds de grenzen van de identiteit af. Wat is het en wanneer wordt het iets anders? Zijn de gedecoreerde betonmolens sculptuur of betonmolens? En is de Cloaca (zijn beroemde ‘kakmachine ’) kunst, wetenschap of een circusgrap? Hij stelt ook vragen over de gemeenschap waarin we leven. Hij laat ons lachen met onszelf en met onze cultuur. Hij houdt van provocatie en confrontatie. Kunst moet choqueren, zo vindt hij. Op het einde van de jaren tachtig schildert Wim Delvoye enkele denkbeeldige kaarten geïnspireerd op de oude didactische schoolkaarten die tot voor kort de wanden van de klaslokalen sierden. Bij minder interessante lessen konden de leerlingen even wegdromen bij deze kaarten en hun fantasie de vrije loop laten. Wim Delvoye maakt een synthese van de geschilderde kaarten. Hij scant de handgemaakte kaarten in, hergroepeert ze in de computer in de vorm van een imaginaire wereld en drukt ze af op enorme doeken. Het resulteert in zeven kaarten van zeven continenten en een atlas met een overzicht van alle handgeschilderde kaarten.
Wim Delvoye, Atlas #2, 2003. Studio Wim Delvoye, België
10
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
11
Rineke Dijkstra, Oostende (België), 1992. Deutsche Börse Group, Eschborn
8.
Sittard (NL), 1959
RINEKE DIJKSTRA
Wanneer de Amsterdamse fotografe Rineke Dijkstra begin jaren negentig haar heup breekt, start ze een lange revalidatie in het zwembad. De kans dat haar heup volledig afsterft maakt Dijkstra bewust van haar eigen kwetsbaarheid. Op een dag besluit ze foto’s te maken in het zwembad van haar spiegelbeeld in badpak. Dit zelfportret vormt de basis van de serie Strandportretten. Voor haar Strandportretten kiest Dijkstra om jongeren te fotograferen op een leeftijd dat ze nog twijfelen en zoeken naar hun identiteit. Met een veldcamera trekt ze naar het strand van België, Kroatië, Amerika en Polen. Ze haalt de pubers uit hun groep en laat ze alleen – soms met twee of drie – in hun zwemkledij voor de camera poseren. Van het gezicht is een mengeling van onzekerheid en een sterk zelfbewustzijn te lezen. Soms schuchter en onhandig, soms vol verwachting of stoer. Ze voelen zich ongemakkelijk, weten zich geen houding te geven. Sommige meisjes zijn erg begaan met hun uiterlijk en proberen te poseren als een model, buik ingehouden, handen krampachtig naast zich. Door de lange voorbereidingstijd – het meten van het licht, het statief op de juiste hoogte instellen – verliezen de jongeren hun concentratie en letten niet meer op de camera. Op het moment dat ze terugvallen in hun natuurlijke houding legt Dijkstra de foto vast. Het gebruik van een flits zorgt ervoor dat de pubers letterlijk in de schijnwerpers staan. Niets wordt verhuld of verdoezeld. Daardoor valt de ongemakkelijke houding nog meer op en wordt de foto meer indringend en confronterend.
“Ik probeer te bereiken dat je als kijker in de huid van iemand anders kunt kruipen.”
12
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
De compositie in de Strandportretten is steeds dezelfde. De jongens en meisjes staan in het midden en kijken recht in de camera. De lijn van de horizon en de verticale lijn van de figuren vormen samen een kruis. Door het lage standpunt van de camera torent de puber boven de kijker uit. De persoon wordt niet opgenomen in de achtergrond: een grauwe vage zeelijn zonder andere mensen er om heen. Ze lijken geïsoleerd van de wereld.
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
13
9.
1961, Oudenaarde als Raf Van Ommeslaege 1984, Gent als Honoré d’O
HONORE D’O
“Er zit zoveel poëzie in de dingen rondom ons, maar we zien ze niet, we kijken erover. Kunst is meestal heel dichtbij.” De installaties van de Gentse kunstenaar Honoré d’O bestaan uit heel eenvoudige ingrepen en verrassende combinaties, zonder de minste technische pretentie. Het liefst werkt hij met banale voorwerpen uit het dagelijkse leven, zoals draadjes, knikkers, watjes, takjes, een speelkaart ... En met goedkope commerciële producten en industrieel vervaardigd materiaal, zoals watten, piepschuim en pvc. Deze herkenbare materialen combineert hij met video en immateriële elementen als lucht en licht tot kleine en grote verrassende poëtische kunstwerken. Het is vaak onduidelijk waar de werkelijkheid ophoudt en het kunstwerk begint. Ook de kijker heeft een actieve rol. Hij/zij maakt deel uit van het gebeuren. Opera Aperto is een rolboek geïnspireerd op de Dode Zee-rollen en de Joodse Thora. Het bevat beelden uit het dagelijkse leven die de kunstenaar digitaal heeft bewerkt en combineert met grafische teksten. Het leest niet als een boek, maar als een kunstwerk dat de kijker kan bedienen. De kijker kan rustig de tijd nemen en een eigen verhaal samenstellen. De titel Opera Aperto verwijst naar openheid. Een voltooid werk met een commerciële waarde interesseert de kunstenaar niet. Hij wil het bewustzijn van de kijker stimuleren. Het gevoel onderweg te zijn.
Honoré d’O, Opera Aperto V. Collectie van de kunstenaar.
“Een kunstenaar moet de dingen zichtbaar maken.”
14
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
15
10.
JAN FABRE
Antwerpen, 1958
Jan Fabre is theaterregisseur, operamaker, choreograaf, schilder, tekenaar, beeldhouwer en filmproducer. Hij werkt niet zozeer vanuit een bepaalde kunstvorm maar vooral vanuit ideeën, symbolen en concepten. Het werk van Fabre is heel conceptueel, maar steeds verbonden met een sterke beeldtaal. Zijn eerste stap naar het publiek gebeurde in de vorm van performances. Tijdens zo’n performance ontstaat zijn eerste bic-kunst: drie dagen sluit hij zich op in een kleine ruimte en bedekt hij bijna alles in de ruimte met bicblauw. Voor Fabre verwijst dit typische blauw naar het moment tussen dag en nacht, tussen dood en leven, naar het tijdstip waarop de nachtdieren hun slaap aanvatten en de dagdieren ontwaken: het ‘uur blauw’. Een ander veel voorkomend onderwerp in zijn kunst is de wereld van de dieren en in het bijzonder die van de insecten die hij in allerlei gedaantes uitbeeldt. De scarabee treedt ook op als tweede huid voor onder meer jurken, wereldbollen en zelfs om een plafond van het Koninklijk Paleis te Brussel te bekleden. Sea-Salt of the Fields is een van de eerste performances van Jan Fabre. Het is een hommage aan de kunstenaar Marcel Duchamp, zijn leraar en creatieve mentor. De titel is een letterlijke vertaling van de naam Marcel Duchamp: Sea-Salt-of-the-Fields/ Mer-Sel-du-Champ/Mar-cel-du-champ. In deze performance schrijft Fabre met zout het woord ‘art’ op de grond. Het zout verwijst naar Duchamps voornaam: Mar-cel/sel. De kunstenaar wordt hierdoor tot een kunstwerk omgevormd. Maar zout heeft ook een andere symbolische betekenis. Het wordt al lang als betaalmiddel gebruikt, het is onlosmakelijk verbonden met de zee, het is een specerij dat voeding smaakt geeft en het langer houdbaar maakt. Met industrieel en keukenzout tekent hij de golven van de zee op het podium. En met zoutkorrels bestrooit hij de hoofden van een aantal toeschouwers. Op die manier kruidt hij hun geest. In Fabres performance wordt Duchamp zelf als kunstenaar een soort readymade. Duchamp is als concept aanwezig en tegelijk wordt hij verbeeld als zout.
16
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
11.
1945, Donaueschingen (DE)
ANSELM KIEFER
De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer maakt gigantische materieschilderijen, waarin hij verf in dikke lagen vermengd met gips, klei, modder, zand, stro, gedroogde planten, haar en lood. Het werk is niet eenvoudig te lezen, want ook inhoudelijk is het veelgelaagd. Er zijn veel verwijzingen naar historische gebeurtenissen en figuren, filosofie en wetenschappelijke theorieën. Aanvankelijk gaat het vooral over oorlog, vernietiging, het nazisme, de Holocaust, de Germaanse mythologie en de Duitse nationale identiteit. Kiefer beschouwt het schilderen als een denkproces bij het verwerken van de herinnering. Bovendien wil hij Duitsland met het verleden confronteren. Omdat Kiefer geen eenduidige stelling neemt, veroorzaken deze werken veel verwarring bij de kijker. Sinds midden jaren tachtig betrekt Kiefer ook bijbelse thema’s, filosofischkosmische beschouwingen, de Egyptische legende van Isis en Osiris en de Joodse leer van de Kabbala in zijn kunstwerken. Kiefer is een verhalenverteller. Boeken komen vaak terug. Vooral loden boeken, zoals bij Naglfar. Op het bovenste boek van Naglfar rust een oorlogsschip. Afgeknipte vingernagels bootsen het gekabbel van de golven na. De boeken verwijzen naar kennis, maar het materiaal waaruit ze gemaakt zijn doet vragen rijzen. Zijn dit letterlijk loodzware boeken waarvan de kennis niet langer toegankelijk is? Verdrinkt de kennis in een oceaan? En vergaat dan alle kennis? De boeken zijn immers aangetast. De titel verwijst naar de IJslandse sage van Naglfar of nagelboot. Die werd door mythologische reuzen gebruikt om naar Midgard te varen en te vechten in Ragnarok. Het vikingschip is bij Kiefer een hedendaagse oorlogsbodem geworden. Want oorlog is van alle tijden. Kiefer wordt beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars van het neo-expressionisme. Deze beweging ontstaat uit onvrede voor het minimalisme, die streeft naar zuiverheid en eenvoudige basisvormen. Het neoexpressionisme wil opnieuw een verhaal vertellen met figuratie.
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
17
12.
Piraeus (EL), 1936
JANNIS KOUNELLIS
Jannis Kounellis wil de spanningen en de vervreemding die de hedendaagse samenleving kenmerken in beeld brengen aan de hand van installaties en ‘oneacts’ die dicht bij het theater aanleunen. Daarin integreert hij symbolen van de grootstedelijke en industriële beschaving en primitieve, individuele waarden. Zijn kunstwerken bevatten gevonden voorwerpen (zoals lattenbodems, deuren, ramen, kapstokken, planken, matrassen, naaimachines) en alledaagse materialen (zoals aarde, leem, steenkool, teer, jutezakken, ijzer, steen, katoen, wol, koffie, haarvlechten), soms ook vuur, roet en rook. Jannis Kounellis behoort tot de Arte povera, een groepering van Italiaanse kunstenaars die installaties maken met eenvoudige materialen. De term Arte povera verwijst naar waardeloze goedkope materialen of afval. Volgens deze kunstenaars is kunst geen commercieel product. Daarom kiezen ze voor natuurlijke vergankelijke materialen. Het is een reactie op de kille abstracte kunst. De kunstenaars willen ook geen verhalen of ideeën overbrengen. Het gaat puur om het opmerken van de dingen die er al zijn. De Italiaanse Arte povera heeft trouwens veel gemeen met Amerikaanse Fluxus uit dezelfde periode. 13.
GUSTAVE LE GRAY
Villiers-le-Bel (FR), 1820 – Cairo (EG), 1884
De negentiende eeuwse Franse kunstenaar Gustave Le Gray staat aan de wieg van de fotografie. Aanvankelijk is hij schilder, maar hij raakt in de ban van het gloednieuwe medium fotografie. Hij experimenteert met de ontelbare nieuwe artistieke mogelijkheden van het medium. Technisch is hij heel onderlegd. Zijn experimenten en onderzoeken resulteren in enkele belangrijke technische vernieuwingen in de fotografie. Maar hij gaat verder. Hij zoekt ook uit hoe hij het beeld technisch kan manipuleren en bewerken om de expressieve kracht te vergroten. Anselm Kiefer, Naglfar (Die Argonauten), 1998. S.M.A.K., Gent
18
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
19
Brick au clair de lune behoort tot een indrukwekkende reeks zeezichten, waarvoor hij een heel aparte techniek gebruikt. Met de eerste fototoestellen is het bijna onmogelijk om lucht en water in een zeezicht even sterk in beeld te brengen. Daarom kiest Gustave Le Gray om twee aparte beelden, lucht en water, vast te leggen op negatief en samen te brengen aan de horizon. Het gebeurt zelfs dat hij beide delen op andere tijdstippen of plaatsen fotografeert. Het naast elkaar leggen van de twee negatieven geeft hem de mogelijkheid om de belichting nauwkeuriger te bewerken. De expressieve en dramatische belichting van elk deel van het geheel – zonlicht, wolken, water, golven, rotsen – resulteert in een heel poëtisch, bijna surrealistisch beeld.
14.
ROY LICHTENSTEIN
New York (US), 1923 – New York (US), 1997
Roy Lichtenstein neemt details uit strips – hij kiest eerder voor de gevoelige of gewelddadige scènes – , hij schildert de gekozen details over en vergroot het uit. Net zoals in een strip geeft hij de vlakken weer in stippen of rasterpunten. De kleuren rood, geel en blauw, soms groen, omlijnt hij met dikke zwarte lijnen. Lichtenstein is popartkunstenaar. Pop art beeldt het dagelijkse moderne leven uit. De kunstenaars inspireren zich op de consumptiemaatschappij en massacultuur. Ze maken gebruik van advertenties en reclame, kranten en tijdschriften, televisie, massaal vervaardigde serieproducten en populaire strips. Bij sommige popartkunstenaars speelt ironie een grote rol. Ze focussen zich op de verheerlijking van de consumptie en de onverschilligheid van de massa. “Het is de onverschilligheid, die conventionele stereotype en lege emotie die ik wil laten zien.”
20
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
Roy Lichtenstein, Gullscape, 1964. Virginia Museum of Fine Arts, Richmond
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
21
15.
BERND LOHAUS
Düsseldorf (DE), 1940 – Antwerpen, 2010
De Duitse kunstenaar Bernd Lohaus onderzoekt de relatie tussen kunstenaar, kunstwerk en kijker, maar ook tussen de mensen onderling en tussen mensen en dingen in het algemeen.
Hij plaatst vormen tegenover elkaar in de ruimte. Vaak kiest hij voor onbewerkte steen, aangespoeld hout of touw, gevonden bij zijn wandelingen langs de Schelde. Materiaal dus dat al een leven achter de rug heeft voor het in het atelier van de kunstenaar belandt. Soms schrijft hij korte teksten of woorden op het gevonden materiaal, voorzichtig gekrast, gebeiteld of geschreven met krijt. Ook de woorden verwijzen naar de afstand tussen mensen en dingen, hoe die zich tegenover elkaar verhouden maar eigenlijk nooit kunnen samenvallen. Zoals samen/ alleen, mannelijk/vrouwelijk, ik/jij. Bij zijn meest recente werken ontbreken de taalfragmenten. Hij legt de interpretatie meer bij de kijker. De nadruk ligt op de kracht van de pure woordeloze vormen. Ook het proces vindt Lohaus heel belangrijk, het zoeken naar de verhoudingen en de lichamelijke en mentale inspanning bij het opstellen
en verplaatsen van de loodzware elementen. Het veroorzaakt een fysieke spanningskracht tussen het gekozen materiaal en de kunstenaar.
Bernd Lohaus, zonder titel. Bernd Lohaus Estate, Antwerpen
22
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
23
16.
Düsseldorf (DE), 1950
REINHARD MUCHA
Gevonden, afgedankte meubelen liggen aan de basis van de installaties van Reinhard Mucha. Hij combineert ze met abstracte vormen en onderzoekt zo
de raakvlakken tussen beeldende kunst, vormgeving en architectuur. Bij het construeren ligt de focus op ritme, beweging en evenwicht.
Een oude houten ladder vormt de kern van het kunstwerk Zingst. Aan de achterzijde van de verticale sporten van de ladder liggen klein kamers bekleed met vilt. Rondom de centrale structuur heeft de kunstenaar een houten kader gebouwd met een veelheid aan fijne horizontale en verticale lijnen. Zij verlengen het ritme van de lijnen in de ladder. Het is een hele lichte en doorschijnende constructie, doordacht en nauwkeurig uitgewerkt. Oude en nieuwe materialen en technieken komen samen. Licht en schaduw geven het geheel gevoel voor ruimte.
Voor zijn nieuwe stijl inspireert Picasso zich ook op de primitieve kunst van Afrika en Zuid-Amerika die hij ontdekt in de Parijse musea. Hij bestudeert de vormen van de beelden en de maskers en past ze toe in zijn eigen kunst. En hij legt zelf een grote collectie van primitieve beelden en maskers aan. Gedurende zijn hele leven blijft Picasso zich vernieuwen. Zo is hij ook de eerste die de collagetechniek toepast, samen met zijn goede vriend-kunstenaar Georges Braque. Karton en papier plakt hij op een ondergrond en hij schildert er over heen. Later voegt Picasso ook voorwerpen toe aan zijn kunstwerken, zoals een fietsstuur en een zadel. Het kubisme, de collagetechniek, het toevoegen van voorwerpen uit het dagelijkse leven, de inspiratie door de primitieve kunst, Picasso heeft het allemaal ingeleid en dat betekent een immense omwenteling in de beeldende kunst.
18.
17.
PABLO PICASSO
Malaga (ES), 1881 – Mougins (FR), 1973
Met het schilderij Les demoiselles d’Avignon uit 1907 maakt de Spaanse kunstenaar Pablo Picasso een doorbraak in de schilderkunst. Voor het eerst toont hij zijn nieuwe stijl: het kubisme, een verdere uitwerking van de zoektocht van Paul Cézanne. Bijzonder aan het kubisme is dat er niet wordt gewerkt met het perspectief zoals we het kennen. Het voorwerp wordt tegelijkertijd vanuit verschillende gezichtspunten getoond en het platte vlak wordt benadrukt. Eigenlijk heeft de fotografie de schilderkunst bevrijd, meent Picasso. De schilderkunst kan nu eindelijk andere dingen tonen dan de fotografie. Soms wordt Picasso omschreven als de vader van de abstracte kunst, maar nooit is hij de werkelijkheid uit het oog verloren. Hij vertrekt steeds van een onderwerp – een persoon, een landschap of een stilleven – dat hij verder vereenvoudigt.
24
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
GERHARD RICHTER
Dresden (DE), 1932
Gerhard Richter werkt in verschillende stijlen naast elkaar. Hij schildert foto’s na in een heel nauwkeurig realisme en hij maakt kleurrijke abstracte doeken met dikke lagen verf die hij nadien weer afgeschraapt. Soms ontmoeten deze twee stijlen elkaar, wanneer hij ook krassen trekt in zijn fotorealistische werken en er de verf van schraapt. Bij beide stijlen ligt de nadruk op de waarneming en het bestuderen van de werkelijkheid. Zijn eerste fotorealistische werken ontstaan in het begin van de jaren zestig. Hij is dan net vanuit de DDR naar West-Duitsland gevlucht. Hij selecteert foto’s uit kranten, eigen foto’s van landschappen, zeezichten en familiekiekjes, die hij uitvergroot en heel fijn naschildert. Aanvankelijk kiest hij voor een zwart-wit weergave. Zwart-wit geeft het schilderij volgens hem een meer algemene betekenis. De omtrek van de motieven, figuren, horizonlijn vervaagt hij met een zachte kwast wanneer de verf nog nat is. Zo verschijnt de voorstelling in een zachte waas. Het zorgt voor een gevoel van afstand en vervreemding. Het relativeert de betekenis van de afbeelding en het legt de nadruk op het beschilderde oppervlak. de zee - salut d’honneur Jan Hoet
25
Voor het ‘als een automaat’ naschilderen van foto’s uit kranten en tijdschriften inspireert Gerhard Richter zich op de kunstenaars van de pop art.
19.
ETTORE SPALLETTI
Capelle sul Tavo (IT), 1940
Met enkele tinten geel, groen, grijs, blauw, rood, rozerood, zwart, wit en goud en de geometrische vormen rechthoek, driehoek, cirkel, cilinder, kegel of bol creëert de Italiaanse kunstenaar Ettore Spalletti oneindig veel variaties in zijn schilderijen en sculpturen. Voor zijn schilderijen maakt hij gebruik van de oude schilderstechniek ‘impasto’ die men ook hanteert voor het schilderen van fresco’s. Spalletti maakt eerst een pasta van gesso (gipsverf ) en lijm die hij aanbrengt op een drager. Ook de zij- en achterkant krijgen een laag. Terwijl de pasta nog nat is, strooit hij puur pigment over het hele oppervlak totdat het van de kleur doordrongen is. De intensiteit en de transparantie van de kleur hangen af van de hoeveelheid wit die door de pasta gemengd is. Zodra de pasta droog is, bewerkt Spalletti het oppervlak met een stukje schuurpapier. Daardoor wordt het poederig en dat verhoogt de tactiele kwaliteit van het werk (hoewel het absoluut niet mag aangeraakt worden, want het poederige oppervlak is heel kwetsbaar). Het poederige en wolkige effect geven het werk een indruk van gewichtloosheid.
20.
PAUL THEK
Brooklyn (US), 1933 – New York (US), 1988
Paul Thek is een heel veelzijdig Amerikaans kunstenaar. Hij schildert grote drieluiken, maakt omstreden installaties ondermeer met vlees uit slachthuizen en is ook vele jaren actief in de textielindustrie. Life is just a bowl of cherries is het levensmotto van de kunstenaar en de titel van dit drieluik. Hoewel het kunstwerk heel poëtisch wordt weergegeven, bevat het toch een ironische ondertoon. Het is speels en dreigend tegelijkertijd. De drie droomlandschappen zijn moeilijk te ontcijferen. Het linkerdoek toont een waterval, omringd door vier bollen. Zijn het planeten of luchtbellen? Op het middelste doek is een bokaal met kersen te zien, omringd door wilde golven. En het rechterdoek toont enkele vulkanische bergen en een visser rechts onderaan. Een amalgaam aan absurde elementen die voor de kijker misschien geen steek houden, maar voor de kunstenaar levensvreugde uitbeelden.
Voor zijn kleuren haalt Spalletti inspiratie uit de late middeleeuwen en de renaissance, bij de Italiaanse schilders Giotto, Fra Angelico, Antonella da Messina en Piero della Francesca. Het werk van Spalletti ligt in de lijn van de minimalistische kunst. Minimalistische kunstenaars willen niet de werkelijkheid weergeven of een verhaal vertellen, maar zuivere en eenvoudige basisvormen in beeld brengen.
26
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
Paul Thek, Fish Tank, 1980. Privécollectie Beth Rudin DeWoody, New York.
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
27
21.
JOSEPH MALLORD WILLIAM TURNER
Londen (UK), 1775 – Londen (UK), 1851
Joseph Mallord William Turner is een Engelse schilder uit de negentiende eeuw. In een periode waarin alle kunstenaars in een academische stijl schilderen, experimenteert hij met kleur, licht en atmosfeer in olieverfschilderijen van heel groot formaat. Wisselende weersomstandigheden, een opstekende storm, mist, nevel, regen, voorbijdrijvende wolken, licht en opwaaiend stof probeert hij te vatten in bijna abstracte, poëtische schilderijen. Sommige delen schildert hij met grove penseelstreken, andere delen brengt hij uiterst nauwkeurig in beeld. Hij experimenteert met verschillende kleurpigmenten naast elkaar om licht en ruimte te suggereren. Zo gebruikt hij warme en koude tinten om de voorgrond naar voren te halen en de verre achtergrond naar achteren te schuiven. De bleke, zilverachtige verte plaatst hij tussen twee donkere vlakken. De zee speelt een heel belangrijke rol in het leven van Turner. Bijna een derde van zijn olieverfschilderijen zijn zeezichten. En hoewel hij vooral leeft en werkt in Londen, spendeert hij lange periodes aan zee. Hij is ook amateur zeiler; van op de zee observeert hij het natuurgeweld in volle actie. Three Seascapes vertelt veel over zijn werkwijze. Meerdere landschappen schildert hij op een rol canvas. Dit schilderij toont twee keer de lucht en drie keer de zee. De lucht bovenaan dient zowel voor het water eronder als voor het water erboven (wanneer het doek onderste boven wordt gedraaid). Deze methode geeft Turner de mogelijkheid om te kiezen welke delen hij het meest geslaagd vindt om uit te snijden.
Joseph Mallord William Turner, Three Seascapes, ca. 1827. Tate London
28
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
29
22.
HENK VISCH
Eindhoven (NL), 1950
Henk Visch maakt verstilde, bijna teruggetrokken beelden, gestileerde menselijke figuren en dieren. Sommige figuren lijken een balans te zoeken en verliezen bijna het evenwicht. Ze raken nauwelijks de grond, voortdurend zijn ze in beweging. Visch maakt beelden die over zijn aanwezigheid in de wereld berichten. Hij vergelijkt het maken van beelden met hardop nadenken. Het beeld is voor hem een metafoor voor de werkelijkheid. Dikwijls gebruikt hij heel poëtische titels, die bij de kijker een heel stroom van vergelijkingen en betekenissen kunnen oproepen. Titel en beeld versterken elkaar, ze drukken met verschillende middelen hetzelfde uit. Visch nodigt de kijker uit om de fantasie en de eigen gedachten de vrije loop te laten.
LOCATIES IN DE STAD OOSTENDE Cinema Capitole, Langestraat 49 - Bill Viola Galerie Beausite, Albert I Promenade 39 - Matthieu Ronse, Vaast Colson Het strand ter hoogte van het Thermae Palace - Kris Martin Kapucijnenkerk, Kapucijnenstraat 1 - James Lee Byars Koninklijke Gaanderijen & Thermae Palace, Koningin Astridlaan 7
- Dennis Oppenheim, Joseph Kosuth, Hans-Peter Feldman, Bas Jan Ader, Zoe Leonard, Jan Dibbets
Ensorhuis, Vlaanderenstraat 27
- Rob Scholte, Josheph Grigely
Leopoldpark, Leopoldpark 1
- Frans West & Heimo Zobernig
Station Oostende, Natiënkaai 1 - John Baldessari
CC De Grote Post, Hendrik Serruyslaan 18a
- Rodney Graham, Tacita Dean, Ilse d’Hollander
Mercator Jachthaven, Sir Winston Churchillkaai 1 - Lawrence Weiner
Volvogarage, Victorialaan 26
- Pascale Marthine Tayou Henk Visch, The fortune teller, 2010 & Bank Irene, 2013. Sammlung des Künstlers, courtesy Galerie Tim Van Laere
30
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
de zee - salut d’honneur Jan Hoet
31
“Ik ben opgegroeid in zee en de armoede was een pracht, toen heb ik de zee verloren en alle luxe scheen me vaal, het verdriet ondragelijk. Ik wacht, sindsdien. Ik wacht op de boten van de terugkeer, het huis dat het water is, de doorzichtige dag. Ik oefen geduld, ik blijf uit alle macht beleefd. Men kan mij in mooie, wijze straten voorbij zien gaan, ik bewonder landschappen, ik applaudisseer als iedereen, ik geef een hand – ik ben het niet die spreekt. Ik word geprezen, en ik droom wat, ik word beledigd, en nauwelijks ben ik verbaasd. En dan ben ik het vergeten en glimlach ik naar wie mij hoont, of ik groet te hoffelijk wie ik aardig vind. Wat anders te doen als ik maar aan één beeld herinnering heb? Ten leste dwingen ze mij te zeggen wie ik ben. « Nog niets, nog niets... »” Camus, Albert. Alleen de zee rondom (Scheepsjournaal). 1953
32
de zee - salut d’honneur Jan Hoet