Thomas a Kempis en Jheronimus Bosch
| 1380 - 1471 Thomas a Kempis (eigenlijk Thomas van Kempen of Thomas Hemerken Kempen in Keur-Keulen, ca. 1380 – Zwolle, 25 juli 1471) was een middeleeuws augustijner kanunnik, kopiist, schrijver en mysticus. Hij was lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie en een volgeling van Geert Grote en Florens Radewijns, de stichters van de congregatie der Broeders des Gemenen Leven, Zijn bekendste en nog altijd beroemde werk is Over de navolging van Christus De imitatione Christi, de verzamelnaam voor vier traktaten, waarvan het oudste dateert uit 1424. Het werk werd in 1471-1472 te Augsburg gedrukt en honderden keren herdrukt; het was na de Bijbel het meest verspreide boek van de late middeleeuwen. Het van oorsprong zeer katholieke werk vond zelfs verspreiding bij aanhangers van de Nadere Reformatie, met verwijdering van de vele„paepsche stoutigheden erin. Vergelijkbare werken, en doortrokken van dezelfde geest, vormen zijn uitgebreide meditatie over het leven en de zegeningen van de Verlosser en een andere over de Incarnatie.
1450 – 1516 Jheronimus Bosch, circa 1450 geboren 'sHertogenbosch begraven op 9 augustus 1516), postuum ook Jeroen of Hiëronymus Bosch genoemd, eigenlijk Jheronimus van Aken, was een Nederlands kunstschilder behorend tot de Noordelijke Renaissance. Hij ging de geschiedenis in als den duvelmakere (de schepper van duivels) en als schilder van satirische voorstellingen, maar hij is vooral van betekenis als vernieuwer van de bestaande beeldtraditie, vanwege zijn persoonlijke en fantasievolle invulling van bestaande motieven en omdat hij een reeks van nieuwe motieven zelf bedacht. Op sommige panelen zou hij zich, prominent boven zijn handtekening, als koorduivel hebben afgebeeld, een demon die alle zonden van de mens noteert en ze op de Dag des oordeels tegen hem zal gebruiken.
Bestaat er een literair verband tussen de schrijver en de schilder? Jheronimus en Thomas zijn een poosje tijdgenoten geweest die, vernieuwers als ze waren, zich niet altijd aan de gebruikelijke, door de Kerk voorgeschreven denkbeelden en afbeeldingen hielden. Heeft Jheronimus Bosch (het werk van) Thomas a Kempis gekend? en heeft hij er zich mogelijk door laten inspireren? Walter Bosing, Jheronimus Bosch-kenner en schrijver van vele boeken over deze schilder zegt er het volgende over: “Het aantal godsdienstige groeperingen en activiteiten in het S’Hertogenbosch van de 15e eeuw was divers. In de directe omgeving van de stad bevond zich een groot aantal kloosters. Van bijzonder belang zijn de twee huizen die zijn opgericht door de Broeders en Zusters van het Gemeene Leven. Het betreft hier een orde van leken zonder gelofte, die eind 14e eeuw in Holland ontstond en die probeerde terug te keren naar een eenvoudiger en persoonlijker geloof, de zogenaamde Devotio Moderna. Deze twee huizen van de Broeders en Zusters van het Gemeene Leven waren slechts op een steenworp van het atelier van Bosch verwijderd, dus ze waren bijna buren. De geest van deze gemeenschap vindt men het duidelijkst terug in de beroemde, meestal aan Thomas à Kempis toegeschreven verhandeling Imitatio Christi (navolging van Christus), die aan Bosch en zijn opdrachtgevers bekend moet zijn geweest. De Devotio Moderna speelde een belangrijke rol bij de religieuze vernieuwingen in de 15e eeuw” (Einde citaat)
“De doornenkroning” (1480-1485 detail) In de directe blik waarmee de lijdende Christus de toeschouwer aankijkt menen velen de aanmaning te zien tot de imitatio Christi” vanuit de Moderne Devotie.
Zwolse fantasierijke religieuze kunstuitingen Maar omgekeerd waren de fanatasierijke en soms duiverse figuurtjes zoals Bosch die schilderde in Zwolle blijkbaar ook niet onbekend. Met name in de Broerenkerk zijn nog vele voorbeelden te vinden (geschilderd rond 1510, zie hieronder)
Duiveltje bij Antonius Abt
De bottenbijter (kolonet)
Duiveltje bij Dominicus
De vernieuwende geest van de geschriften van Thomas en de fantasierijke spottende schilderijen van Jheronimus zullen in deze donkere middeleeuwen wel menigeen de wenkbrauwen hebben doen fronsen. Zeker is in ieder geval dat het werk van beide, de schrijver en de schilder, niemand onberoerd liet en dat zij in hun eigen tijd al ruime bekendheid en waardering genoten. De één z’n mystiek en de ander z’n fantasie zouden elkaar vanuit diezelfde bron wel eens heel goed aangevuld kunnen hebben.
“Met een boekske in een hoekske.” Thomas a Kempis mediterend voor de stad Zwolle. zoals Jheronimus Bosch Thomas a Kempis afgebeeld zou kunnen hebben (Eigen fotomontage)
Onderzoek als uitdaging Het zou voor kunsthistorici en theologen een uitdaging kunnen zijn om in de geschilderde beeldtaal van Jheronimus Bosch artistieke overeenkomsten zien te vinden die zouden kunnen aansluiten bij de, in dezelfde tijd geschreven beeldtaal van Thomas a Kempis. Populair gezegd zou op deze wijze Thomas’s levenswerk na 500 jaar van passende illustraties kunnen worden voorzien. Op deze wijze zou het werk van Thomas a kempis nog weer meer aan uitdrukkingskracht kunnen winnen en de verbeeldingskracht van de lezer nog meer kunnen prikkelen Mogelijk zou daarmee een nog groter en breder publiek bereikt kunnen worden.
Toeval? of logisch gevolg? Zomaar enige voorbeelden van mogelijke illustraties van de geschilderde figuren van Jheronimus Bosch naast passages en hoofdstukken uit de Imitatione Christi. Ongetwijfeld kunnen er zonder enige moeite nog vele tientalen andere “matches” worden gemaakt. Hoofdstuk 10 4. Maar waarom praten en babbelen wij menschen toch zoo graag met elkander, hoewel wij zelden zonder een eenigszins bezwaard geweten tot onze eenzaamheid terugkeeren? 5. Onze bedoeling daarbij is, dat wij troost en voor ons vermoeid hart wat opluchting willen zoeken, en onze moeilijkheden aan elkaar willen meedeelen. 6. En vooral spreken wij graag over dingen die ons bevallen en waar wij van houden, of over personen die ons tegenstaan. 7. Maar jammer genoeg, loopt het vaak op niets uit. 9. En daarom moeten wij waken en er voor zorgen, dat ons die kostbare gelegenheid niet vruchteloos blijft of ontglipt. 10. Wanneer het spreken geoorloofd is, zeg dan wat nuttigs en stichtends
Hoofdstuk 17. 5. Dwaas moet je worden om Christus' wille (1 Cor. 4, 10), als je in een klooster wilt gaan. 6. Het kloosterkleed en de kruinschering baten je niets, als daar geen diepe zedenverandering en zinnenversterving op volgen. 7. Wie hier iets anders zoekt, dan zijn geluk in God alleen, zal er niets vinden als verveling en ellende. (Ps. 114, 3). 8. En wie zich niet , beijvert de minste en aan alien onderworpen te wezen, zal hier niet lang tevreden zijn. (1 Petr. 2, 13). 9. Om te dienen ben je hier gekomen, niet om te heerschen. 10. Om in lijden en zwaren arbeid groot te worden ben je geroepen, weet dat wel, en niet om vrijen tijd te hebben of om te babbelen. 11. Hier, dat is in het klooster, wordt de mensch beproefd, gelijk het goud in den smeltkroes. (Sap. 3, 6). 12. Hier kan dan ook niemand het uithouden, die zich niet van harte voor God wil verootmoedigen.
Hoofdstuk 23 0, hoe spoedig zal het hier met u gedaan zijn, evenals met elken sterfelijken mensch. 5. Gedraag u dus in al uw gedachten, woorden en daden, alsof ge vandaag nog sterven moest. 8. Zoo gij heden niet klaar zijt, hoe zult gij het dan morgen zijn? Misschien nog veel minder dan nu. 10. Wat baat het lang te leven, en ons leven niet te beteren? 11. Want een lang leven maakt ons niet altijd beter, vaak vermeerdert het nog onze schuld. 13. Velen tellen reeds jaren na hun bekeering, en toch is hun geestelijke vrucht heel gering. 15. Gelukkig hij, die het uur van zijn dood altijd voor oogen heeft en zich dagelijks klaar maakt om te sterven. 16. Hebt gij ooit een mensch zien sterven, bedenk dan dat u hetzelfde wacht en misschien nog veel ijselijker. 17. Van morgen tot avond, en van avond tot morgen weet ge nooit waar gij terecht komt. 18. Laat de dood u dus nooit ongereed vinden; want hij komt, en spoedig
Hoofdstuk 6, 1. Wanneer iemand iets ongeregeld begeert, wordt hij aanstonds onrustig. 2. Een hoovaardige of gierige is nooit in rust, maar een arme en ootmoedige leeft altoos in vollen vrede. 3. Een niet volkomen verstorven mensch wordt spoedig bekoord en zelfs in kleine onnoozele dingen overrompeld. 4. Zwak van geest, wordt hij tot het zinnelijke en ook het vleeschelijke aangetrokken, waarvan hij zich niet dan met spijt en moeite kan losmaken. 5. En daarom wordt hij gemakkelijk boos op ieder die hem weerstaat. 6. En toch, juist als hij er in slaagt te hebben wat hij begeerde, wordt zijn geweten bezwaard. 7. Vrede des harten vindt men alleen door aan zijn driften te weerstaan en niet door ze te dienen. 8. Zoo is er dus nooit ware vrede in hem, die zich overgeeft aan uiterlijke dingen, maar in den innerlijken geestelijken mensch, daar is de ware vrede thuis. 9. Want de stille, rustige ziel houdt zich kloek gericht, zegt de profeet (Prov. 14, 33), maar de wilde en onrustige zwenkt en zwicht. Hoofdstuk 24. 11. Daar zullen de lauwen met gloeiende prikkels worden gestoken.(Speculum humanae salvationis). 12. Daar zullen de gulzigen door vreeselijken honger en dorst gekweld worden. De weelderigen en wellustelingen zullen met brandend pek en stinkend sulfer worden overgoten. De nijdassen zullen als dolle honden janken. 14. De hoovaardigen zullen van schaamte worden vervuld. De gierigaards zullen in het jammerlijkst gebrek geprangd worden. 13. En zoo zal er geen zonde zijn die niet haar eigen straf vindt. 16. Daar is geen rust, geen troost voor de verdoemden
Beste lezer, Het is vanzelfsprekend dat de geschiedenis van Zwolle zich niet zonder allerlei invloeden vanuit de ons omringende, maar ook verder gelegen (Hanze) steden, gevormd heeft. Dat is ook onvermijdelijk als je nagaat dat de religieuze en culturele vorming van Zwolle eigenlijk gelijk opliep met stromingen binnen veel andere steden die immers vaak door dezelfde machthebbers bestuurd werden. Vanuit de bisdommen (bv Keulen en Utrecht) waaronder Zwolle viel werden bijvoorbeeld veel Duitse en Zuid-Nederlandse bouwmeesters, beeldsnijders, graveurs en schilders naar Zwolle gestuurd om in onze stad de kerken en belangrijke gebouwen te ontwerpen en te versieren. Maar ook vanuit Zwolle waren er nieuwe ontwikkelingen die grote invloed hebben gehad op de religieuze en culturele vorming van veel steden in het Hanzegebied en ver daar buiten. Met name de Moderne Devotie in de 15e eeuw heeft vanuit het klooster van Windesheim geleid tot de stichting van meer dan 100 kloosters in de Nederlanden, Frankrijk en Duitsland. Onze Thomas a kempis is daarvan uiteraard het grootste Zwolse voorbeeld. Als bestuurslid van de Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle en vertellend stadsgids ben ik altijd op zoek naar deze verbanden die mij dan weer een duidelijker inzicht geven in de oorsprong van onze zo zeer interessante Zwolse geschiedenis. Het was dan ook voor mij zeer verrassend om op deze wijze terecht te komen bij de wereldberoemde schilder Jheronimus Bosch.
Misschien was Jheronimus Bosch als tijdgenoot van Thomas en beeldvertolker ook wel een boodschapper van dezelfde indringende bijbelse boodschap die Thomas a Kempis de wereld had te bieden? De lezer oordele zelf.
Noot: Ik heb niet de illusie dat ik ook maar iets aan de zeggenskracht van het werk en het zeer grote inspirerende karakter van beide, zowel de schrijver en de schilder heb kunnen toevoegen. Maar mogelijkerwijze zouden mijn zeer bescheiden veronderstellingen, kunnen oproepen en aanmoedigen tot nieuwe culturele, religieuze en kunstzinnige activiteiten in Zwolle en misschien ook wel in s”Hertogenbosch. We kunnen daarbij denken aan verder onderzoek, lezingen, exposities, presentaties, tot straatthema festivals aan toe. Het zou op zn minst een heel goede aanleiding zijn om nieuwe culturele contacten te leggen met de stad s’Hertogenbosch, als stad in het rijtje van steden waar de Moderne Devotie zijn sporen heeft nagelaten. En als daarmee het werk van Jeroen Bosch en het werk van Thomas a Kempis daarmee nóg toegankelijker zouden kunnen worden voor een nóg breder publiek zou dat althans veel nieuwe culturele en toeristische impulsen kunnen opleveren.
Zwolle, december 2014
Bert Dijkink
Bronvermelding:
• • • • •
De Navolging van Christus. Jac van Ginneken (1946) (boek) Alle schilderijen en tekeningen van Jheronimus Bosch (boek) Jos Koldeweij, Paul Vandenbroek en Bernard Vermet) De Broerenkerk te Zwolle, boek (Waanders) De Broeren en zijn gewelven, boek, (Waanders) Bosch, schilderijen, boek, Walter Bosing