Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5 Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
04 May 2016
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/74818
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Thema Introductie Ophalen voorkennis
Modules 1 Optometrist 2 Pacemaker in het brein 3 Klaar voor de start!
Afsluiting Stap1 Stap2 Stap3 Stap4
Antwoorden Afsluiting Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Thema Introductie
Zintuigen, zenuwen en spieren Een hardloper gaat van start. Op welke manier ontvangt hij het signaal om te gaan beginnen? Hoe wordt het signaal verwerkt? En hoe komen zijn benen in beweging? Bij sporters is een optimale samenwerking tussen zenuwstelsel en spierstelsel erg belangrijk. In de eerste module bestudeer je het animale zenuwstel, dat zorgt voor bewuste waarneming, willekeurige bewegingen (reflexen) en de verwerking van opgenomen informatie. Hierbij spelen de zintuigen een belangrijke rol. In de tweede module onderzoek je de werking van een zenuwcel van heel dichtbij. Op welke manier wordt een prikkel omgezet in impulsen. Hoe worden de impulsen vervoerd door je lichaam? De werking van een zenuwcel leer je door te kijken naar een situatie waarbij het niet goed gaat. Door het aanbrengen van elektrische prikkels met een soort ‘pacemaker’, kunnen hersenen gestimuleerd worden. Patiënten met epilepsie of Parkinson kunnen baat erbij hebben. In de derde module kijk je naar de samenwerking tussen de verschillende delen van het animale en autonome zenuwstel en de werking van het spierstelsel een sporter. Succes!
Ophalen voorkennis
Pagina 2
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Wat weet je al over Zintuigen? Maak de volgende vragen: Klik op de knop 'Test je kennis' om de toets te starten Voor ieder goed antwoord krijg je 2 punten. Je voorkennis is voldoende als je meer dan 30 punten haalt. Heb je minder dan 30 punten, neem dan in de theorie over onderstaande onderwerpen aandachtig door voordat je met dit thema aan de slag gaat. KB: Spieren KB: ?Prikkels en impulsen KB: ?Kijken KB: ?Zenuwstelsel KB: ?Hersenen
Zintuigen Voorkennis Test je kennis kn.nu/wahnt
1 Welk onderdeel van het oog wordt met nummer 1 aangegeven?
Pagina 3
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
a. hoornvlies b. netvlies c. iris d. glasachtig lichaam
2 Welk onderdeel van het oog wordt met nummer 2 aangegeven?
a. hoornvlies b. netvlies c. iris d. glasachtig lichaam
3 Welk onderdeel van het oog wordt met nummer 3 aangegeven?
a. hoornvlies b. netvlies c. iris d. glasachtig lichaam
4 Welk onderdeel van het oog wordt met nummer 4 aangegeven?
Pagina 4
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
a. hoornvlies b. netvlies c. iris d. glasachtig lichaam
5 Een lichtstraal die het oog binnenvalt passert achtereenvolgens een aantal onderdelen van het oog. Staan de onderstaande onderdelen in de juiste of onjuiste volgorde? 1. hoornvlies 2. pupil 3. lens 4. glasachtig lichaam a. juist b. onjuist
6 Welke prikkels vangen de ogen op? a. licht b. geluid c. zwaartekracht d. smaak (stoffen opgelost in water)
7 Welke prikkels horen bij het smaakzintuig? a. licht b. geluid c. zwaartekracht d. smaak (stoffen opgelost in water)
8 Welke prikkels horen bij het gehoorzintuig?
Pagina 5
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
a. licht b. geluid c. zwaartekracht d. smaak (stoffen opgelost in water)
9 Welke prikkels horen bij het evenwichtszintuig? a. licht b. geluid c. zwaartekracht d. smaak (stoffen opgelost in water)
10 Er zijn verschillende typen zenuwcellen. In welke zenuwcel loopt de impuls van de hersenen naar een klier of spier? a. schakelcel b. gevoelszenuwcel of sensorische zenuwcel c. bewegingszenuwcel of motorische zenuwcel
11 Er zijn verschillende typen zenuwcellen. In welke zenuwcel loopt de impuls van een zintuig naar de hersenen? a. schakelcel b. gevoelszenuwcel of sensorische zenuwcel c. bewegingszenuwcel of motorische zenuwcel
12 Welk onderdeel van de hersenen wordt met nummer 1 aangegeven?
a. grote hersenen b. kleine hersenen c. hersenstam d. hypofyse
Pagina 6
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
13 Welk onderdeel van de hersenen wordt met nummer 2 aangegeven?
a. grote hersenen b. kleine hersenen c. hersenstam d. hypofyse
14 Waar vinden bewuste waarnemingen plaats? a. grote hersenen b. kleine hersenen c. hersenstam d. hypofyse
15 Welk onderdeel van de hersenen is een hormoonklier? a. grote hersenen b. kleine hersenen c. hersenstam d. hypofyse
16 Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. Welke van de volgende spieren vind je in je arm? a. triceps en hamstrings. b. triceps en biceps. c. biceps en hamstrings. d. biceps en quadriceps.
17 Is de onderstaande stelling waar of niet waar? Spieren kunnen samentrekken. Pezen kunnen dat niet.
Pagina 7
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
a. waar b. niet waar
18 Is de onderstaande stelling waar of niet waar? Als je je armstrekspier (triceps) aanspant, is de arm gebogen. a. waar b. niet waar
19 Is de onderstaande stelling waar of niet waar? Als je je arm buigt, wordt de armbuigspier (biceps) dikker. a. waar b. niet waar
Pagina 8
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Modules 1 Optometrist
Klik op de link om de opdracht te openen: > Optometrist
2 Pacemaker in het brein
Klik op de link om de opdracht te openen: > Pacemaker in het brein
3 Klaar voor de start!
Pagina 9
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Klik op de link om de opdracht te openen: > Klaar voor de start!
Pagina 10
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Afsluiting Stap1
Hoe haal je het in je hoofd In tweetallen. Bedenk vijf vragen over dit thema voor een toets of SE. De vragen voldoen aan de volgende eisen: Bij minstens twee vragen is Binas nodig om een juist antwoord te kunnen geven. Stel geen reproductievraag, zorg voor toepassingsvragen. Bedenk één vraag met gebruik van een context (stukje van een nieuwsbericht, een artikel, enzovoort). Spreek met de docent af of enkele vragen gebruikt worden of dat je de vragen deelt met je klasgenoten.
Stap2
Pagina 11
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Reflectie Beroepen In dit thema ben je aantal beroepen tegenkomen. Welk beroep trekt je aan en welk beroep niet? Leg je antwoord uit. Past één van de beroepen bij je? Onderzoek dan waar je de opleiding kunt volgen en welke toelatingseisen worden gesteld. Eindexamenopdrachten In dit thema ben je geregeld eindexamenopdrachten tegen gekomen. Zijn deze je mee of tegen gevallen? Wat kun je nog verbeteren om de opdrachten beter te beantwoorden? Wat heb je nodig om de opdrachten nog beter te kunnen maken? Wat kun je zelf doen?
Stap3
Pagina 12
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Examen opgaven Havo Biologie 2013-1 vraag 33 Havo Biologie 2013-1 vraag 34 Havo Biologie 2013-1 vraag 35 Havo Biologie 2013-1 vraag 36 Havo Biologie 2013-1 vraag 37 Havo Biologie 2013-1 vraag 38 Havo Biologie 2013-1 vraag 39 Havo Biologie 2009-2 vraag 35 Havo Biologie 2009-2 vraag 36 Havo Biologie 2009-2 vraag 37 Havo Biologie 2009-2 vraag 38 Havo Biologie 2009-2 vraag 39 Havo Biologie 2009-2 vraag 40
Stap4
Pagina 13
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
De lift Examen havo 2001-I vraag 13 t/m 17 In deze examenopdracht komen verschillende onderwerpen uit de biologie terug. a. Verstijfd van schrik M. de Koning-Tijssen promoveerde in 1997 op hyperekplexia. Deze aandoening berust op een niet X-chromosomaal dominant gen (P). Iemand met deze aandoening verstijft bij schrik enige ogenblikken volkomen. De spieren van armen en/of benen blijven bij schrik te lang gespannen. Een man met hyperekplexia en een vrouw zonder die aandoening krijgen een gezond kind. Wat is het genotype van de moeder en wat is het genotype van de vader? ? ? A PP pp B PP Pp C Pp PP D Pp pp E pp
Pp
b. Bij hyperekplexia wordt een afwijkend eiwit gevormd dat deel uitmaakt van het celmembraan van zenuwcellen. Waar wordt dit eiwit gesynthetiseerd? Aan de ribosoom. In de kern. In de mitochondriën. In de ruimte tussen de cellen. Op het celmembraan. c. In afbeelding zijn schematisch zenuwbanen tussen de hersenen en een spier in een been getekend. Met pijlen is de richting waarin een impuls verloopt aangegeven. In deze tekening zijn vier delen met cijfers aangegeven. Benoem deze vier delen. Kies uit de volgende mogelijkheden: synaps, motorische zenuwcel, sensorische zenuwcel, schakelcel. 1.
Pagina 14
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
... 2. ... 3. ... 4. ... De Koning-Tijssen ontdekte dat er onder patiënten die gerekend worden tot de groep met hyperekplexia, mensen zijn die het "verkeerde" gen niet hebben. Bij nader onderzoek bleek dat er onder de patiënten twee typen aandoeningen voorkomen: echte hyperekplexia en „superschrik". Mensen met superschrik zijn mensen die wel extreem schrikken, maar niet stijf worden. Als patiënten om de twintig seconden een harde knal te horen krijgen, kunnen ze onderscheiden worden. Patiënten met echte hyperekplexia reageren na drie knallen al niet meer, patiënten met superschrik veren ook na twaalf knallen nog even hard overeind. d. Geef de naam van het type leerproces dat bij echte hyperekplexia wel en bij superschrik niet optreedt. e. Het aminozuur glycine blijkt een belangrijke rol te spelen bij hyperekplexia. Welk van de volgende voedingsmiddelen bevat, per 100 gram, waarschijnlijk de grootste hoeveelheid glycine? aardappel appel snijbonen varkensvlees
Pagina 15
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Antwoorden Afsluiting Stap 4: De lift a. E ?=PP ?=pp b. Aan de ribosomen. c. 1. sensorische zenuwcel 2. schakelcel 3. synaps 4. motorische zenuwcel d. Gewenning. e. varkensvlees
Pagina 16
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5
Over dit lesmateriaal Colofon Dit thema Zintuigen, zenuwstelsel en spieren is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites: www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content . Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
04 May 2016 om 11:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
VWO 5;
Leerinhoud en
Biologie; Instandhouding; Hormonale regulatie, verband met homeostase en
doelen
met zintuig- en zenuwstelsel; Regeling;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting
Pagina 17
23 uur en 5 minuten
Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5