Module 4: Waarnemen Basisstof 1: Waarnemen Zintuigen Door zintuigen kan je prikkels waarnemen. Licht en geluid. Zintuigen: ogen, oren, huid, neus en tong. Alle zintuigen vormen het zintuigstelsel. In zintuigen zitten zintuigcellen. De prikkels die worden opgevangen worden omgezet in impulsen. Via de zenuwen naar je hersenen. Je hersenen je ruggenmerg en je zenuwen vormen samen je zenuwstelsel. Het zenuwstelsel zorgt ook voor de werking van spieren en klieren. Gewenning Een prikkel moet een minimale waarden hebben om een zintuigcel in een impuls om te zetten. Dit heet drempelwaarde. Gewenning, betekent dat je prikkels minder bewust waarneemt. Bewuste reactie Een bewuste reactie is dat je bezig bent met een bewust reageren. Als je iets voelt kan je iets terug doen. Via de impulsen naar de spieren. Reflexen Een vaste, snelle en onbewuste reactie op een prikkel heet een reflex. Smaak is persoonlijk Smaken verschillen, de ene vind iets lekker en de andere niet.
Basisstof 2: Voelen De huid Bestaat uit twee lagen: opperhuid en lederhuid. Onder de huid ligt het onderhuid bindweefsel. De opperhuid bestaat uit twee lagen: hoornlaag en kiemlaag. De hoornlaag bestaat uit hoorncellen, deze vormen een beschermlaag. Gaan uitdroging en ziekteverwekkers tegen. De hoornlaag slijt af, wordt aangevuld door de kiemlaag. Wordt na gemiddeld 30 vervangen. Bij een schaafwond is de opperhuid beschadigd. Met een ontsmettingsmiddel blijft er geen litteken achter. De lederhuid bevat zenuwen, zintuigcellen, haarspiertjes, bloedvaten, zweetkliertjes. De beschadiging blijft altijd zichtbaar als litteken. Tatoeage is versiering van het lichaam. Gebruik van een tatoeëermachine. Bij onvoldoende hygiëne kan je een infectieziekten krijgen, hepatitis en aids. Een tatoeage verwijderen via de lasermethode. Lukt niet altijd, soms blijft er een brandwond over. Onder de lederhuid ligt het onderhuids bindweefsel. Wordt vet opgenomen.
Zintuigcellen In de lederhuid zitten: tastzintuigcellen, pijnpunten, warmte- en koude zintuigcellen. Tastzintuigen reageren op aanraking en druk. Pijnpunten zijn uiteinden van zenuwen die gevoeliger zijn voor alles wat het lichaam kan beschadigen. Warmtezintuigen reageren op warme temperatuur. Koude zintuigen reageren op koude temperatuur. Braille Blinde mensen lezen met hun vingers. Ze bewegen hun vingers over een reliëfalfabet. Bobbeltjes zijn de letters. Dat heet brailleschrift. Elk brailleteken bestaat uit zes puntjes. Voor gebruik van de computer is een elektronisch brailleschriftplankje ontwikkeld Als je niet meer kunt voelen Er zijn ziektes waar je niet kunt voelen. De zintuigcellen in de huid zijn stuk, van zenuw naar de hersenen werkt niet, hersenen ontvangen het signaal niet goed. Multiple sclerose (MS) Dan zijn de zenuwen in de hersenen en het ruggenmerg beschadigd. Tussen je 20ste en je 40ste. Kan niet genezen. Minder zien, en mindergoed lopen. Lepra Wordt veroorzaakt door de lepra bacterie. Huid wordt ongevoelig. Ontstaan knobbels. Makkelijk verwondingen. Door dat ze niks voelen. Suikerziekte De hoeveelheid glucose in het bloed wordt slecht geregeld. Te veel dan wordt de bloedvaten aangetast. Ontstaat door gebrek aan insuline. Dit regelt het glucose gehalte. Mindergoed werkende pijnpunten en tastzintuigcellen. Geen gevoel in hun voeten en soms blind. Glucose gehalte meten door te prikken in hun vinger of voet. Hoe voelen dieren? Gewervelde dieren voelen net als mensen. Andere lange snorharen. Kreeften en insecten hebben antennes. Nemen vaak reuk, smaak en soms geluid op. Vissen hebben zijlijnzintuigen. Bestaat uit een staafje met haartjes. De haartjes zijn onderdeel van tastzintuigcellen. Als het staafje beweegt vormen de zintuigcellen impulsen. Via de zenuwen naar de hersenen. Voelen in de techniek Een thermometer is eigenlijk ook een zintuig. Een digitale thermometer registreert de temperatuur en geeft een elektrisch singaal af dat in een clip wordt omgezet in een leesbare tekst op het display. Een technisch apparaat dat een prikkel waarneemt noemen we een sensor. Er zijn ook sensoren die kunnen voelen. Kunnen ook iets heel voorzichtig oppakken. Spelletjes die signalen naar je hersenen stuurt.
Basisstof 3: Ruiken en proeven Ruiken Een holte in tweeën gedeeld door neustussenschot. Helemaal uit beenweefsel, alleen puntje is kraakbeenweefsel. De wanden zijn neusschelpen. Binnenkant is bekleed met neusslijmvlies, produceert neusslijm. Bloedvaten zorgen voor de temperatuur. Neusharen zuiveren de lucht. Tril haren transporteren neusslijm naar de keel. Je ademt ook geur in. Waarschuwt je voor gevaarlijke stoffen. Andere geuren helpen met het vinden van een partner. Reukcellen Reukzintuigcellen liggen boven in je neus. Boven op de zintuigcellen zitten de reukharen. De reukzintuigcellen gaan maximaal 60 dagen mee. Wordt daarna vervangen. Hoe ruik je? Elke reukzintuig kan maar 1 geurstof herkennen. Dan zenden ze een impuls naar je hersenen en weet je wat je ruikt. Reukstoornissen Met een reukstoornis kun je minder goed ruiken. Een verkoudheid, dan zwelt het neusslijmvlies op en maakt extra veel neusslijm. Bij het proeven van eten speelt geur een belangrijke rol. Daardoor ga je minder proeven bij verkoudheid. Bij ouder worden ga je minder goed ruiken. Ook roken. Ziektes, hersenschuddingen, epilepsie of beschadiging van een reukzenuw. Minder of helemaal niet meer ruiken. Soms ruiken mensen luchten die er niet zijn. Proeven Tong heeft belangrijke taak bij slikken, kauwen, praten en proeven. Op je tong veel kleine groefjes, de zijkant van de groefjes liggen smaakknopjes. Daarin zitten smaakzintuigen, voor zoet, zout, bitter en zuur. Andere smaken neem je waar met je neus. Worden alleen geprikkeld door opgeloste smaakstoffen. Drankje of voedsel met speeksel gemengd. Smaakknopjes na 7 tot 10 dagen vernieuwd. Zitten ook tastzintuigen en warmte- en koud zintuigen, voelen of iets hard of zacht is, warm of koud. Smaakstoornissen Sommige mensen proeven niet, oorzaak is een reukstoornis, tandbederf, slecht zittend kunstgebit of lage speeksel productie. Soms een smaakstoornis. Dan werken de smaakzintuigcellen niet goed. Geen verschil tussen bitter, zuur, zoet en zout. Kan aangeboren zijn of na roken of medicijn gebruik. Ruiken bij dieren Ruiken voor voedsel, gevaar of voor soortgenoten. Vissen en andere waterdieren ruiken slecht. Uitzondering op haaien en trekvissen, paling en zalm. Slang beweegt zijn tong voortdurend heen en weer. Dan verplaats hij die geurstoffen naar het orgaan van Jacobson, een reukorgaan boven in de mondholte.
Honden 125 tot 150 reukzintuigcellen. Ruiken duizend keer beter dan mensen. Gebruiken voor voedsel, sporen te herkennen, bekenden te herkennen of honden van een ander geslacht te vinden. Kunnen ook drug of inbrekers opsporen als je ze dat leert. Ook bij vermiste personen na een ramp, zoeken naar overlevenden en doden.
Basisstof 4: De kracht van geur Geurherinneringen Geuren worden in je hersenen opgeslagen. Dan herken je de geur. Kunnen beelden geluiden en herinnering oproepen, geurherinneringen. De plek waar geuren worden verwerkt ligt dicht bij de plek waar de emoties worden gemaakt. Lichaamsgeur Een eigen lichaamsgeur. Ontstaat door bacteriën die in je huid zitten. De bacteriën maken van zweet een hele sterke lichaamsgeur. Hoe meer de afval de bacteriën produceren hoe sterker de geur. Ook je afweersysteem heeft met je lichaamsgeur te maken. Gezond ruikt beter dan ziek. En je eetgewoontes. Baby’s hebben ook een lichaamsgeur, daardoor herkennen hun moeders hun baby. Vaders niet. Baby’s ruiken de tepels. Partnerkeuze In zweet en urine zitten fenomenen. Die helpen je met de partner keuzen. Verschillen tussen mannen en vrouwen Vrouwen ruiken beter en hebben ook een sterkere lichaamsgeur. Meer zweet minder urine. Onaangename geuren Je kan ook onaangename geuren afgeven via je mond, dan heb je ontstoken tandvlees of gaatjes, een droge mond, een aanslag op je tong of je tanden niet goed gepoetst. Je merkt de onaangename geur zelf niet. Lichaamsgeur heeft met je voeding te maken. De voedingsmiddelen in je darmen geven geurstoffen die via je poriën en mond naar buiten. Kan het tegengaan door de goede kleding te dragen en goed je tanden te poetsen of veel water te drinken en deo spuiten helpt. Zweetvoeten Veel zweetvoeten. Door de sokken en schoenen. Daar kunnen bacteriën zich goed ontwikkelen. Kartonnen sokken en leren schoenen en vaak van schoenen wisselen. Elke dag schonen sokken aan en na het wassen je voeten goed afdrogen en met talkpoeder bepoederen. Of geurvreters gebruiken, een inlegzool en antitranspiratiemiddel gebruiken. Feromonen bij dieren en planten Seksferomoon Dat laat soortgenoten weten dat vrouwtjes nog niet bevrucht zijn.
Alarmferomonen Deze feromonen waarschuwen andere tegen gevaar. Territoriumferomonen Deze feromonen zijn er om een bepaald gebied af te grenzen.
Basisstof 5: Horen Geluid Prikkel bij horen is geluid. Het wordt gemaakt door een geluidsbron. Kunstmatige en natuurlijke geluidsbronnen. Als je praat wordt je uitgeademde lucht in je stembanden omgezet in trillingen. Stembanden zitten in je strottenhoofd. Door lucht worden trillingen verplaatst. Trillingen verplaatsen zich door een tussenstof, wordt de bron steeds zwakker. Het oor is de ontvanger. Trillingen Kan de trillingen zichtbaar maken met een stemvork. Een metalen boog. Gebruiken om hun instrumenten te stemmen. De benen trillen heel hard. Met een oscilloscoop kun je trillingen zichtbaar maken, op een scherm. Kenmerken van een trilling De tijd die nodig is voor één trilling is de trillingstijd (T). Het aantal trillingen per seconde wordt de frequentie (f) genoemd. De eenheid voor frequentie is hertz (Hz). Hoe hoger de frequentie, hoe hoger het geluid klinkt. De formule is f=1/T Geluidssterkte De hoogte van de trilling wordt amplitude (A) genoemd. Hoe hoger, hoe harder. De eenheid van geluidsterkte is de decibel (dB). Kunt het meten met een decibelmeter. Bij geluiden vanaf 130 dB kun je hevige oorpijn krijgen.
Horen Geluid bereikt je oor en komt via de oorschelp en de gehoorgang op het trommelvlies terecht. Het trommelvlies zit tussen de gehoorgang en de trommelholte en trilt met deze trillingen mee. In de gehoorgang zitten oorsmeerkliertjes. Deze produceren oorsmeer dat het trommelvlies soepel houdt, zodat dit goed kan trillen. De trommelholte wordt ook wel het middenoor genoemd. In de trommelholte zit lucht en er liggen drie kleine gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. De gehoorbeentjes brengen de beweging van het trommelvlies over naar het slakkenhuis. Het slakkenhuis is ongeveer 4 cm lang en is gevuld met een vloeistof. Binnen in het slakkenhuis loopt het basilaire membraan. Het basilaire membraan is een vlies dat beweegt door geluidstrillingen. Op zintuigcellen worden door de geluidsgolven in de impulsen af. De impulsen worden door de gehoorzenuw naar het gehoorcentrum in de hersenen doorgegeven. De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte. Vlak boven het slakkenhuis ligt het evenwichtsorgaan. Door de prikkeling van dit orgaan nemen je hersenen waar in welke stand je hoofd staat.
Verplaatsing van geluid Geluid alleen horen als er een tussenstof is. De maat die in één seconde wordt afgelegd is een maat voor de geluidssnelheid (m/s). Formule voor snelheid is: Snelheid = afstand/tijd (s=v x t) Formule voor afstand is: afstand = snelheid x tijd Snelheid (v) in meter per seconden. Tijd (t) in seconden. Afstand (s) in meters. Geluid klinkt ander dan dat je zelf hoort. Het komt niet via de schedel.
Stemmen Door de spanning van de snaar te veranderen kan je de hoogte van het geluid kiezen, stemmen. Kun je een stemvork gebruiken, geeft een zuivere A-toon. Hoe dunner de snaar hoe hoger de toon. Hoe hoger de spanning op de snaar hoe hoger de toon. Bij een blaasinstrument verander je de toon door de buislengte te veranderen. Hoe lager de buis hoe lager de trillingsfrequentie, hoe lager de toon. Frequentiebereik en richtinghoren Jonge mensen kunnen frequenties van 20 Hz tot 20000 Hz waarnemen, frequentiebereik. Verschilt van persoon tot persoon, afhankelijk van leeftijd, gezondheid en mogelijke gehoorbeschadiging. Geluid lager dan 20 Hz worden infrasoon genoemd. Geluiden met een hogere frequentie dan 22000 Hz worden ultrasoon genoemd. Je hersenen hebben signalen nodig van beide oren om goed te kunnen horen. Door de vorm en door gebruik van beide oren kunnen mensen de richting horen, richtinghoren.
Basisstof 6: Als het gehoorzintuig beschadigd is Gehoortest Een gehoortest kan je doen bij een keel-, neus- en oor afdeling (KNO) van het ziekenhuis of bij een audiologisch centrum. Je piepjes van verschillende frequenties, die steeds harder worden. De onderzoeker noteert bij iedere frequentie de bijbehorende geluidssterkte. Deze sterkte is de
gehoordrempel, het zachtste geluid dat een persoon op een bepaald moment kan horen. Dat wordt verwerkt in een grafiek, een audiogram. Dan kan een arts kijken welke gehoorproblemen iemand heeft. Gehoorproblemen In Nederland een half miljoen mensen slechthorend of doof, hebben gehoorverlies. Gehoorverlies gevolg van gehoorschade, te lang teveel lawaai of een ziekte, medicijnen of ouderdom. Gehoorverlies wordt uitgedrukt in dB. Bent pas slechthorend als het gehoorverlies meer dan 26 dB is. Je kunt ook last krijgen van suizen, gaat nooit meer weg. Ontstaat doordat haren van zintuigcellen in het slakkenhuis beschadigd worden. Gezond, graanveld. Beschadigd, plat gewaaid. Kunnen geen geluidstrillingen opnemen, dus ook geen impulsen doorgeven. Oorzaken Acute gehoorschadde is schade die plotseling optreedt door harde geluiden boven de 100 dB. Niet acute gehoorschade is schade die langzamerhand ontstaat doordat iemand langere tijd wordt blootgesteld aan geluidsniveaus boeven 80 dB. Mensen met beroep en motorrijden, muziek luisteren. Geen vuurwerk bij je oor, uit de buurt blijven van lawaaiige machines, volumeknop lager zetten, luister nooit te lang, geen diepe oordopjes, ga nooit naast de speakers staan, gebruik oor bescherming. Gehoorstoornissen Gehoorstoornissen zijn gebreken aan het gehoor die je vanaf je geboorte hebt, of door een ziekte zijn ontstaan. Te veel oorsmeer Het oorsmeer wordt bij sommige mensen niet goed afgevoerd. Huisarts spuiter er water in of zuigt het propje eruit. Verstopte buis van Eustachius Als je verkouden bent voel je druk op je oren, dan zit de buis van Eustachius verstopt. Oorontsteking Oorontsteking is een ontsteking van de uitwendige gehoorgang, achter het trommelvlies heet middenoorontsteking. Veroorzaakt door bacteriën of schimmels. Soms schrijft de huisarts medicijnen voor. Als dat niet help wordt er een trommelvliesbuisje in je trommelvlies gezet, 1,5 mm lang. Kan het vocht naar buiten lopen. Buisje valt er vanzelf uit. Een gat in het trommelvlies Soms gat in het trommelvlies, groeit vanzelf dicht of wordt dicht gemaakt in het ziekenhuis. Ernstige oorziekten Plotsdoofheid is een oorziekte. Mogelijk oorzaken zijn slechtwerkende gehoorzenuw, infecties of verslechte doorbloeding van het slakkenhuis.
De ziekte van Ménière is een ander voorbeeld van een oorziekte. Soms goed, soms minder horen, door verstoorde werking van het slakkenhuis. Een aanval gaat vaak samen met duizeligheid, misselijkheid en horen van geluiden die er niet zijn. Begint bij één oor, eindigt met twee oren. Kan ook nierziekten, suikerziekte en multiple sclerose. Ook griep, mazelen, bof, rodehond en roodvonk kunnen leiden tot slechthorendheid. Oplossingen Iemand die gedeeltelijk doof of slechthorend is kan een gehoorapparaat gebruiken. Een gehoorapparaat bestaat uit een microfoon die het geluid opvangt, een speciale chip die het geluid bewerkt, een versterker die zorgt dat het geluid hoorbaar wordt en een luidsprekertje dat het geluid weergeeft. Een bijzonder gehoorapparaat is het cochleair implantaat (CI) dat door een operatie binnen in het oor bij het slakkenhuis wordt geplaatst. Een CI zet de geluiden om in impulsen. Onderzoekers proberen nieuwe zintuigcellen te laten groeien in het slakkenhuis. Communiceren met dover Een gebarentaal is een echte taal die is ontwikkeld door dove mensen die nooit gehoord hebben. Elk gebaar betekent een woord of naam. Handalfabet is het alfabet uitbeelden. Het spellen van woorden met behulp van de baren uit het handalfabet heet vingerspelling. Communiceren met doof blinden Soms zijn dove mensen ook blind. Communicatie met doof blinde mensen gaat ook via en soort handalfabet. Lorm-alfabet lijk een beetje op braille. Dan wordt er op bepaalde plekke op de hand gedrukt. Bij blokletters-in-de-hand teken je de blokletters in de handpalm van de doof blinde. Andere hulpmiddelen om te communiceren Kunnen ook via de e-mail, msn en sms communiceren. Binnenshuis gebruiken ze een wek- en waarschuwingssysteem.
Basisstof 7: Zien Licht Licht komt van lichtbronnen. Kunstmatige en natuurlijke lichtbronnen. Een zonnestraal is een lichtbundel. Een smalle lichtbundel is een lichtstraal. De stralen lopen uiteen. Wordt steeds zwakker. Bij een bal wordt het licht teruggekaatst. Terug gekaatst licht in alle richtingen heet diffuse terugkaatsing. Een spiegel is een stuk glas en een dun laagje metaal. De bouw van je ogen Een doorzichtige geleiachtige stof is het glasachtig lichaam. In je oog bevinden zich enkele vliezen, harde oogvlies, dat is het buitenste vlies, wit, stevig en geeft bescherming. Het witte deel van je oog.
Elk oog heeft zes oogspieren. Deze zitten vast aan het harde oogvlies. Met de oogspieren kun je je ogen in de gewenste richting draaien. De iris (regenboogvlies) is het gekleurde deel van de ogen. Deze kan de hoeveelheid licht regelen die in de ogen komt. In het midden van de iris zit een zwarte ronde opening: de pupil. Door de pupil is de donkere binnenkant van het oog te zien. Over de pupil en de iris zit het hoornvlies. Dit is een doorzichtig weefsel. Het middelste vlies is het vaatvlies. Het bevat veel bloedvaten, waarmee de oogcellen van zuurstof en voeding worden voorzien. Het binnenste vlies is het netvlies. Hierin zitten de zintuigcellen. Deze cellen vangen het licht op dat in het oog binnenkomt. Er zijn twee typen zintuigencellen: de staafjes en kegeltjes. Met de staafjes kun je alleen maar het verschil tussen donker en licht zijn (wit, grijs en zwart). Met de kegeltjes kun je scherp zien en kleuren waarnemen. De gele vlek is een gebiedje op het netvlies waar veel kegeltjes zitten. Met dit deel van het oog kun je niets zien. Daarom wordt dit ook wel de blinde vlek genoemd. Achter de iris en de pupil zit de lens. Hiermee kan het beeld scherp op het netvlies gezet worden. Het straalvormig lichaam zorgt ervoor dat je kunt scherpstellen. Bescherming van je ogen Je ogen liggen goed beschermd in je oogkassen. Je ogen worden ook goed beschermd door wenkbrauwen, wimpers en oogleden. Wenkbrauwen zorgen ervoor dat zweet van je voorhoofd niet gemakkelijk in je oog kan komen. Wimpers beschermen je oog tegen stofjes, vliegjes en te fel licht. Oogleden beschermen tegen vuil en fel licht. Oog wordt vochtig gehouden door oogvocht. Komt door traanklieren. Net boven het oog onder de huid. Door ooglid gelijkmatig over het oog verdeelt. Tegen uitdroging, stofjes, vliegjes en prikkelende stoffen worden eruit gespoeld. Bij verdriet wordt er veel oogvocht geproduceerd. Kan door traanbuizen weg naar neusholte. Pupilreflex Te veel licht kunnen je zintuigcellen beschadigd worden. Weinig, niet zien. Het pupilreflex regelt het binnenvallend licht. Groote van de pupil wordt geregeld door de iris. Zitten spieren, kringspieren en straalsgewijs lopende spieren. Kringspieren, samentrekken wordt de pupil kleiner. Straalsgewijs lopende spieren, samentrekken wordt de pupil groter. Lichtbreking Voorwerpen kunnen licht terugkaatsen of doorlaten. Richt licht schuin op een doorzichtig voorwerp, het wordt andere richting, breking. De lichtstralen worden in een andere richting gebogen, waardoor het lijkt of ze in een andere richting lopen. De werking van de lens De lens zorgt er voor dat het beeld scherp op het netvlies komt. Het beeld wordt omgekeerd en verkleind. Zintuigcellen geven via de oogzenuw naar de hersenen door. De hersenen maken de beelden weer normaal. Het licht wordt door de ooglens zo gebroken dat het beeld scherp op het netvlies terechtkomt. Doordat je met de zintuigcellen in de gele vlek het scherpst kunt zien, richt je je ogen zo, at het beeld van het voorwerp op die gele vlek valt. Scherp zien De lens in je ogen kan boller of platter worden gemaakt. Hiervoor zorgt het straalvormig lichaam, dat met lensbandje aan de ooglens is bevestigd. In het straalvormig lichaam zitten kringspiertjes. Samentrekken, opening van het straalvormig lichaam kleiner. Hierdoor komt de lensbandjes in de
rusttoestand, maximaal bol. Ontspannen, opening van het straalvormig lichaam groter. De lensbandjes worden platter. Het aanpassen van je ooglenzen heet accommoderen. Diepte zien Diepte zien doe je met twee ogen. Alles wat je met je rechteroog in één keer kunt zien noemen we het gezichtsveld van je rechteroog. Beide ogen heet het totale gezichtsveld. Met de twee ogen apart zie je verschillende beelden. Samen wordt het een goed beeld. Een koe kan geen diepte zien. Gezichtsbedrog Je ziet met je hersenen. Bij een 2D plaatje proberen je hersenen ook diepte te zien maar dat lukt niet. Dus dan krijg je gezichtsbedrog. Spiegelbeelden Bij een spiegel zie je alles in het spiegelbeeld. Bij een spiegel wordt licht teruggekaatst. Bij bolle en holle spiegels zie je jezelf anders. Bij holle spiegels zie je minder en bij bolle spiegels zie je meer.
Basisstof 8: Kleuren en scherpte Zonlicht De zon straalt allerlei kleuren uit. Kan komen rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Dit is een spectrum. Als je zonlicht op een prisma laat schijnen krijg je een spectrum of een zakspectroscoop. De zon bevat straling die mensen niet kunnen zien, infrarode straling of warmtestraling. Met een camera zou je van violette licht UV-straling kunne zien. De straling zie je niet, je huid wordt er bruin van. Kan huidkanker veroorzaken. Gekleurde voorwerpen Het licht kan worden teruggekaatst of worden geabsorbeerd, opgezogen. Wanneer het licht helemaal wordt geabsorbeerd wordt het voorwerp zwart. Als het licht niet helemaal wordt geabsorbeerd zie je het teruggekaatste licht. Kleding kunnen allerlei kleuren terugkaatsen, doordat elk kledingstuk een ander kleur absorbeert en iets anders terugkaatst. Wit zonlicht, rode blouse absorbeert alle kleuren van het spectrum behalve rood, rood licht wordt diffuus terug gekaatst. Licht wordt geabsorbeerd en in warmte omgezet. Witte absorbeert geen licht en weerkaats alle kleuren terug. Als licht andere kleur heeft, krijgt het voorwerp ook een andere kleur. Een kleurenfilter is een gekleurd voorwerp dat bepaalde lichtkleuren absorbeert en andere kleuren doorlaat. Kleuren zien Twee typen zintuigcellen, kegeltjes en staafjes. Kegeltjes nemen kleuren waar, liggen vooral in de gele vlek. Hier kun je het scherpst zien, omheen liggen minder kegeltje. Rand van het netvlies geen. Drie typen kegeltjes, dus drie verschillende kleuren: rood, blauw en groen. Een bepaald kleur licht prikkelt een bepaald soort kegeltje en deze stuurt een impuls naar de hersenen. Twee kleuren tergelijkertijd, je krijgt een andere kleur. Staafjes nemen je contrasten waar in zwart, wit en grijs. Staafjes hebben lagere drempelwaarde dan kegeltjes. Dan zie je in het donker ook nog dingen. Staafjes zitten over het hele netvlies, niet in de gele en blinde vlek.
Kleurenschermen Een beeldscherm bestaat uit hele kleine puntje. Drie puntjes bij elkaar heten pixels. Elke puntje is een andere kleur, rood, blauw en groen. Beeld is opgebouwd uit duizenden pixels. Pixels geven licht en je ziet kleuren. Bij verf mengen is dat heel anders. Fosforescentie en fluorescentie In lichtgevende armbandjes zit fosforescerende stoffen. Blijft nog een tijdje na gloeien al hij is belicht. Sommige stoffen slaan energie op als er licht op valt. Donker geven ze energie af in een bepaalde kleur. Verzwakken en gaan uit. Bij markeerstiften treedt fluorescentie op. Ze stralen licht uit als er licht op valt. In wasmiddelen zitten witmakers, zetten UV-straling om in blauw licht. Witmakers hechten zich aan het katoen. De was blijft zo mooi wit. Als je niet scherp kunt zien Je hebt moeite met veraf scherp zien, bijziend. Dan zijn je ooglenzen in rusttoestand niet plat genoeg of oogbollen te lang. De licht stralen komen dan voor het netvlies bij elkaar. Moeten precies op het netvlies bij elkaar komen. Bijziende mensen op het netvlies onscherp beeld gevormd. Je hebt moeite om dichtbij te zien, verziend. De lenzen in de macimaal geaccommodeerde toestand niet bol genog zijn. Bi oudere mensen doordat de elasticiteit van de ooglens afneemt. De lichtstralen achter het netvlies pas samen. Oogbollen zijn tekort. Convergeren en divergeren Bij niet goed zien kan je bril of contactlenzen dragen. Bij een holle lens worden de stralen naarbuiten gebogen, divergeren. Bij een bolle lens woden de stralen naar binnen toe afgebogen, convergeren. Bijziendheid naar buiten toe gebogen, holle lens. Bij verziendheid naar binnen toe gebogen, bolle lens. Oogafwijkingen en ziekten Bij kleurenblind, werken de kegeltjes niet goed meer. Verschillende vormen van kleurenblindheid. Meestal verschil tussen rood en groen, rood-groenkleurenblindheid. Vaker bij mannen dan vrouwen. Slechtziend, deel van gezichtsveld uitgevallen of ogen werken niet goed. Kunnen maar beperkt zien. Blind, zintuigcellen werken niet of beschadiging van oogzenuw of deel van de hersenen. Blind worden geboren of op latere leeftijd. Hulpmiddelen al een blindenstok, blindengeleidehond en brailleschrift. Scheel of loensen, beide ogen richten niet op een punt. Lui oog, een deel van de hersenen waar de oogprikkels verwerkt worden. Goede oog afplakken, het lui oog moet werken. Staar, komt bij oudere mensen voor. Groene staar verhoogde druk van vloeistof in de oogbol, leidt tot blindheid. Met behulp van een lezen kleine gaatje in het oog te maken. Grijze staar, vertroebeling van de ooglens. Kleine oogoperatie, wordt vertroebelt ooglens vervangen door kunststof ooglens.
Basisstof 9: Bijzonder licht Sensor Infraroodsensor of IR-sensor voor automatische regelen van lampen. Reageert op infrarode straling, warmte straling. Sensor werkt het zelfde als een zintuig. Zijn er voor temperatuur, druk, licht en afstand. Infrarood Infrarood lamp zend warmte en licht uit. Kan je dus niet zien wel voelen. Alle voorwerpen zenden infrarood uit, hoe warmer hoe meer. Sommige dieren kunnen dit opvangen. Mensen gebruiken het voor de afstandsbediening. Elke keer knippert het infraroodlampje bij een druk op een knop. Sensor in tv zet het om. Ultraviolet De zon en een zonnebank zenden UV- straling uit. Kan je zien door ook een beetje violet. Door UVstraling worden afvalstoffen afgebroken en bacteriën gedood. Bankbiljetten worden door UV- staling gecontroleerd. Verf lakken uitharden of de huidaandoening psoriasis behandelen. Laserlicht Laserlicht gemaakt door een laser. Het licht heeft maar één kleur. Laser lichten stralen lopen evenwijdig aan elkaar. Echografie Echografie of echoscopie maakt gebruik van ultrasone geluidsgolven. Kan een mens niet horen. Het apparaatjes zend een geluid uit dat door sommige weefsels wordt terug gekaatst. Dan neemt het apparaatje het weer op en op de monitor krijg je een zwart voorwerp te zien. Röntgenstraling Röntgenfoto’s. Bij tanden is de glazuur grijs en de vulling wordt wit. De rest zwart. Röntgenstalen zijn ontdekt door Wilhelm Röntgen. Bevat veel energie en zit in het spectrum rechts van de ultraviolette straling. Te veel röntgenstraling kan kanker veroorzaken. Door zachte materialen gaat het makkelijk, door harde zoals bot minder goed.