Omslag notitie Vergadering van
Commissie Sierteelt en Groen Datum vergadering
26 februari 2013 Agendapunt
Totaal aantal pagina’s
4a
33
Voorbereid door
Zoetermeer d.d.
Piet Broekharst/Aat Dijkshoorn/Dennis Medema
15 februari 2013
.
Project • Projectnummer Zie tabel 1. • Onderwerp/titel Projecten programma Energie + CO2 • Relatie met taken/thema’s PT De projecten passen in het kernpakket van het PT: het Programma Energie & CO2.
.
Aanvraag • Datum aanvraag Zie tabel 1. • Naam aanvrager Zie tabel 1.
.
Projectinhoud • Doelstelling De doelstelling van deze aanvraag is het laten uitvoeren van projecten op het gebied van Energie en CO2 voor de sectoren Bloembollen, Paddenstoelen, Fruitteelt, Groenten- en Fruitverwerkende Industrie, Bloemenhandel, Bloemisterij en Glasgroenten. • Hoofdpunten Projectvoorstellen Energie en CO2, Projectbeschrijvingen zie bijlage 1 (positief advies) en 2 (negatief advies).
.
Projectkosten Zie tabel 1 • Kostenplaats/financieringsfonds Bloembollen kp 200 Bloementeelt kp 220 Bloemenhandel kp 224 Glasgroente kp 333
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
2 / 33
15 februari 2013 Fruit kp 334 Paddenstoelen kp 335 Groenten- en Fruitverw. Industrie kp 381
• Rubriek Programma Energie en CO2 Tabel 1. Budget 2013 Gevraagde
PT-fonds
PT bijdrage 2013 Subtotalen per sector
Totaal Progr. Energie en CO2
€ 160.000
Bloembollen
€ 1.383.650
Bloementeelt
€ 200.000
Bloemenhandel
€ 603.306
Glasgroenten
€ 20.000
Fruit
€ 95.000
Paddenstoelen
€ 25.000
Gr. Fr. Industrie
€ 2.486.956
Uitsplitsing in projecten Nr.
Projecttitel
PT-nr.
Gevraagde
PT-fonds
PT bijdrage
Co-
Totaal project
Financiering
2013 1
Jaarwerkprogramma Energie 2013
13730.06
160.000
Bloembollen
160.000
320.000
2
Duurzame Sierteeltketens
14651.04
200.000
Bloemenhandel
665.000
950.000
GreenCHAINge
Zie a.
3
Energiezuinige verdamperunit Fruit
14900
20.000
Fruitteelt
74.900
94.900
4
Jaarwerkprogramma Energie 2013 Haalbaarheidsonderzoek anaerobe zuivering (bio-energie)
14901
95.000
Paddenstoelen
95.000
190.000
14902
25.000
7.000
32.000
5
Gr. Fr. Verw. Industrie
6.1
Kasluchtontvochtiging voor
14490
energiezuinige glastuinbouw
48.200
Bloementeelt
Alle glastb:
39.437
Glasgroente
Zie b + c
19.305
Bloementeelt
87.637
Co-financ. 6.2
Monitoring en knelpuntanalyse
6.3
Meer energie in (en uit) aquifers
14895
WKO
6.4
Meer grip op licht (e.besparing
14896 14572
15.795
Glasgroente
30.184
Bloementeelt
24.696
Glasgroente
211.658
potpl. door meer licht toelaten 6.5 6.6
Belichtingsapplicatie internet Biologisch grond ontsmetten
Bloementeelt
35.100 Prio OP: Zie d 54.880 Prio OP: Zie d 241.658
Glasgroente 14888 14889
17.416
Bloementeelt
14.250
Glasgroente
104.514
Bloementeelt Glasgroente
453.316 Prio OP: Zie d 31.666
36.000
140.514
6.7
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
3 / 33
15 februari 2013
Energiezuinig belichten chrysant
14890
123.000
Bloementeelt
123.000
Glasgroente 6.8
Energiebesp. hybride belichtng
14890
33.923
chrysant in de praktijk 6.9
Zuiniger met CO2 bij gelijke of
14891
hogere productie 6.10
Stuurlicht in de glastuinbouw
14892
6.11
Stuurlicht in lelie: strategie voor
14893
164.285
Bloementeelt
134.415
Glasgroente
78.395
Bloementeelt
64.141
Glasgroente
89.340
energiebesparing 6.12
Softsensor voor energie efficiënte Ondersteuning actielijnen efficiënt
6.14
Communicatiewerkplan 2013 Kas
14894 14903 12279.09
als Energiebron Telers aan zet voor valorisatie HNT
14790
(gerbera/aubergine) 6.16 6.17 6.18
Update stappenplan Aardwarmte Onderzoek Geo-chemie Begeleiding en communicatie onderzoeksprojecten
298.700 Prio OP: Zie d 142.536
Bloementeelt
89.340
83.840
Bloementeelt
30.000
113.840
Glasgroente
fossiel en Bio-energie
6.15
33.923
Glasgroente
plantmonitoring 6.13
Bloementeelt Glasgroente
14899 14898 14225
57.899
Bloementeelt
47.371
Glasgroente
66.000
Bloementeelt
54.000
Glasgroente
92.565
Bloementeelt
75.735
Glasgroente
6.376
Bloementeelt
5.216
Glasgroente
101.750
Bloementeelt
83.250
Glasgroente
55.000
Bloementeelt
45.000
Glasgroente
105.270 120.000 Prio OP: Zie d 80.000
248.300 Zie e 11.592 Prio OP: Zie d
35.000
220.000 Prio OP: Zie d 100.000 Prio OP: Zie d
Toelichting bij tabel. a. GreenCHAINge: In het totaal is meegenomen de reeds eerder toegezegde bijdrage van het PT van € 135.000,- vanuit het PT programma plantgezondheid, fyto, water. Zie bijlage 1, nr 2. b. Verdeling binnen glastuinbouw: bij Glasgroenten en Bloementeelt zijn de projecten waar mogelijk toegerekend naar de deelsector. Dit betreft voor de bloementeelt € 656.275,-. Er zijn geen projecten specifiek glasgroente. Bij de projecten die voor beide sectoren resultaat leveren, is de verdeling aangehouden conform de oorspronkelijke begroting 2013 van het Programma Energie en CO2: 55% bloementeelt en 45% glasgroenten. Dit betreft voor de bloementeelt nog eens € 727.375,- en voor de glasgroente € 603.306,-. c. Co-financiering Glastuinbouw. Vanuit de DLO-middelen in het kader van topsector T&U is een co-financiering van € 1.370.000,-. Het PT heeft in dat kader in november al gehonoreerd € 646.263,- (Project Perfecte Roos). Om die T&U toezegging geheel te benutten zou nog voor € 723.737,- aan projecten gehonoreerd moeten worden in de glastuinbouw. Daarnaast is bij EZ nog € 1.600.000,- co-financiering uit beleidsmiddelen beschikbaar. Met de nu voorliggende projecten zou daarvan € 1.263.219,- kunnen worden gematched (totaal glastuinbouw minus genoemde matching T&U). EZ zal dan voor dat bedrag nog projecten honoreren, op basis van een nieuwe projectencall dit voorjaar. d. Prioriteit OP: Het Ondernemingsplatform (glastuinbouwdeel) heeft op 5 februari aan deze projecten een hoge prioriteit toegekend, dus de projecten met noot d.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
4 / 33
15 februari 2013
e. Eerdere positieve beoordeling: Dit project is in oktober 2012 door de Commissies gehonoreerd maar daarna door het Bestuur vanwege het kabinetsbesluit tot opheffing PT on hold gezet. • Beschikbaar budget en dekking Zie budgetplanning 2013 . Beoordeling en advies • Beoordeling De Sectorcommissies worden om een beoordeling van de projecten gevraagd. De projecten passen in het PT Programma Energie en CO2 en dragen bij aan de sector- en programmadoelen voor energie.
De projectaanvragen Bloemisterij en Glasgroenten (Glastuinbouw Kas als Energiebron) zijn door het Ondernemingsplatform Energie+CO2 (glastuinbouwleden) op 5 februari 2013 van een advies voorzien. Concepten van jaarwerkplan 2013 energie bloembollen, Duurzame sierteeltketens GreenCHAINge zijn in oktober in het Ondernemingsplatform besproken (positief). De projecten voor de sectoren bloembollen, fruitteelt, sierteelhandel, groenten- en fruitverwerkende industrie en paddenstoelen zijn door de dragende organisaties beoordeeld, mede in het kader van de budgetplanning 2013 en de beoordeling van de financiële ruimte per sectorfonds. De sectoren hebben aangegeven, dat er draagvlak is voor de projecten. • Advies Projecten met een positief advies Er zijn 23 projecten voor aanvraag financiering van een positief advies voorzien. Deze projecten zijn verwerkt in het bovenstaande financiële overzicht. Een beschrijving van deze projecten staat in bijlage 1. Het advies is deze projecten positief te beoordelen. De Commissie wordt gevraagd aansluitend te bepalen welke projecten nu gehonoreerd kunnen worden binnen de ruimte die het Bestuur op 11 februari heeft vastgesteld. te honoreren en de overige projecten aan te houden, voorzien van een volgorde van prioriteit. Projecten met een negatief advies Het project ‘Optimaliseren: de volgende stap in HNT’ (€ 247.285,- gevraagd) in bijlage 2 is negatief beoordeeld en niet verwerkt in bovenstaand financieel overzicht. Het advies is deze projecten niet te honoreren. NB. Naast het project in bijlage 2 zijn 5 projectvoorstellen in overleg met de indieners teruggetrokken na het negatief advies van het ondernemingsplatform. Deze ingetrokken projecten vertegenwoordigden een bedrag van € 696.217,-. .
Bijlagen 1. Beschrijving van de projecten met positief advies. 2. Beschrijving van de projecten met negatief advies.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
5 / 33
15 februari 2013
BIJLAGE 1. Projecten met een positief advies 1. Jaarwerkprogramma 2013 Energie Bloembollen Projectnummer: 13730.06 Uitvoerder KAVB (met in opdracht WUR, DLV e.a.) Looptijd: 1-1-2013 t/m 31-12-2013 Gevraagde bijdrage: € 160.000,Bijdrage derden: € 160.000,- (EZ in het kader van Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren Projectbeschrijving Voorgeschiedenis: Dit is het tweede jaar van het meerjarenprogramma 2012-2015 Schone en Zuinige Bloembollen en bolbloementeelt, in het kader van het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (hierna: Agroconvenant). In de jaren daarvoor werd op soortgelijke wijze gewerkt aan het energiethema, vanuit de toenmalige Meerjarenafspraak Energie+ (2007-2011). Met de overheid (LNV, nu EZ) is al een jarenlange samenwerking op basis van een 50-50 financiering. Doelstelling Initiëren en (doen) uitvoeren van projecten en activiteiten gericht op het realiseren van de doelen en ambities uit het Agroconvenant. De ambitie is dat vanaf 2020 in nieuwe bedrijven economisch rendabel klimaatneutraal kan worden geproduceerd. De doelstellingen zijn resp.: - jaarlijkse energiebesparing van 2% (t/m 2020) - reductie van 30% broeikasgassen in 2020 t.o.v. 1990 - aandeel duurzame energie van 20% t.o.v. het totale energieverbruik in 2020 Hoofdpunten - Het Meerjarenprogramma 2012 – 2015 is een vervolg op de succesvolle aanpak van sector en overheid in de afgelopen jaren (de MJA-programma’s). De bloembollen- en bolbloementeelt streeft maatschappelijk verantwoorde productie na en beoogt de afhankelijkheid van fossiele brandstof en de invloed van energieprijzen op het rendement van de bedrijven te verminderen. - De Stuurgroep Schone en Zuinige Bloembollen heeft in het kader van het Agroconvenant een meerjarenprogramma ontwikkeld dat het economisch rendabele klimaatneutrale bedrijf als uitgangspunt heeft. Het programma is ingericht langs 3 thema’s: terugdringen onnodig energieverbruik, resterende energiebehoefte zoveel mogelijk duurzaam invullen en efficiënt gebruik van fossiele bronnen (als duurzaam niet voldoende is). - Binnen de 3 thema’s worden verschillende instrumenten en activiteiten ingezet, zoals verkenningen, fundamenteel en praktijkonderzoek, demonstratie, voorlichting en communicatie. - Voor 2013 is een projectportfolio voorbereid. Het accent ligt op energiebesparing, zowel in de teelt (bewaring/preparatie) als in de broeierij. Bijna 15% van het budget wordt besteed aan de ontwikkeling van de toepassing van duurzame energie, waarvoor een leidraad wordt ontwikkeld.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
6 / 33
15 februari 2013
Beoordeling en advies - Het Meerjarenprogramma 2012-2015 is een logisch vervolg op de lopende aanpak en de samenwerking met EL&I, nu EZ. Het PT is vertegenwoordigd in de Stuurgroep MJA-e+ die het programma coördineert. - Gezien de succesvolle gezamenlijke aanpak met de overheid tot nu toe, in de vorm van een meerjarenprogramma en jaarwerkplannen, wordt continuering voorgesteld. De KAVB verzoekt het PT om de financiering voor 2013 te honoreren. - Er wordt een jaarlijkse begroting voorzien van € 320.000 ten behoeve van de projecten en uitvoering. Er wordt uitgegaan van voortzetting van de 50/50-financiering met het ministerie van EZ. De cofinanciering van EZ voor 2013 is toegezegd. - In oktober 2012 is het meerjarenprogramma met de Werkgroep Energie en de Stuurgroep Bloembollen besproken en de beide groepen hebben dit meerjarenprogramma goedgekeurd. In oktober is het concept meerjarenprogramma besproken en positief gewaardeerd in het Ondernemingsplatform Energie en CO2. Het programma Schone en Zuinige Bloembollenteelt is onderdeel van het Programma Energie en CO2. - Het ingediende Meerjarenprogramma is uitgewerkt voor wat betreft visie en onderzoekslijnen. Jaar 2013 is concreet uitgewerkt in projecten. Advies Positief
2. Duurzame Sierteeltketens GreenCHAINge Projectnummer: 14651.04 Uitvoerder: VGB Trade Services, LTO Groeiservice, FloraHolland, Wageningen UR Food&Biobased Research Looptijd: heden t/m 31-3-2014 Gevraagde bijdrage: € 200.000 Bijdrage derden: € 750.000,- (2013) Dit betreft cofinanciering publiek € 325.000,- t.b.v. DLO-inzet, toegezegd door EZ in kader Topsector T&U PPS 239; Co-financiering privaat, incl. bijdragen in natura € 90.000,-; Daarnaast is voor onderdelen € 135.000,- in 2012 gehonoreerd vanuit PT Thema plantgezondheid, uit te geven door LTO groeiservice in 2013. Projectbeschrijving Voorgeschiedenis - 31 januari 2012; gehonoreerd: CO2 analyse en opstellen ketenprogramma ‘’Reductie CO2 emissie in duurzame ketens”, rapport september 2013. - In oktober is het rapport positief ontvangen in het Ondernemingsplatform Energie en CO2 en opgenomen in het Programma Energie en CO2. - 31 januari 2012; nog niet gehonoreerd: ketenvisie kwekers, veredelaars en handel, valorisatie producttesten en pilots. - 17 december 2012; goedgekeurd PPS 239 Duurzame Sierteeltketens GreenCHAINge
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
7 / 33
15 februari 2013
Doelstelling Op sectorniveau is het doel te komen tot een maximaal efficiënt en duurzaam vervoer van Nederlandse sierteeltproducten, import en re-export. Doelstelling 2020 is 36% verlaging van de CO2-emissie op importproducten en 15% voor export op verre bestemmingen (>800 km), beide t.o.v. 2011. Dit project heeft als doel via toegepast onderzoek en valorisatie in de praktijk (pilots) aan te tonen dat diverse vormen van boot- en railtransport als alternatief voor de huidige vervoerswijzen kansen bieden voor de sector op het gebied van productkwaliteit en verlaging van CO2 uitstoot. Hoofdpunten - De genoemde doelstelling kan gerealiseerd worden door transitie van luchtvracht naar zeetransport en van transport over de weg (> 800km) naar short sea en railtransport. - Er is in 2012 in kaart gebracht wat de potentiële CO2-reductie is door analyse van het energiegebruik in de huidige keten en in de gewenste nieuwe multimodale ketens. In een parallel traject zijn ook de mogelijkheden en onmogelijkheden van kwaliteitsbeheersing en plantgezondheid aspecten geanalyseerd. - Dit vervolgproject gaat de analyses uit 2012 toetsen in de praktijk. Dit richt zich op Afrika, Verre export afstanden Noord, Zuid en Oost Europa en Rusland. - Het organiseren van praktische pilots voor de belangrijkste export- en importtrajecten als ‘proof of concept’. - Het project kent 3 werklijnen: o (1) Import snijbloemen Oost-Afrika keten (Ethiopië, Kenia), met focus op enkelvoudige lading roos in zeecontainers. o (2) Export potplanten GreenRail en over de weg, met focus op samengestelde ladingen, conditionering en verpakkingen. o (3) Export snijbloemen, met focus op gerbera en snijanthurium plus Roos zowel over de weg (compact en droog) als per trein, GreenRail. - Alle werklijnen bestaan uit onderzoek, delen van visie en betrekken van ondernemers in de keten en valorisatie. In het onderzoek gaat het om rekenmodellen en testen van veelbelovende technologieën, ras eigenschappen en compacte verpakking varianten. In het valorisatiedeel betreft het ‘learning by doing’ via pilot shipments. Daarin wordt de kwaliteit gemonitord en wordt de CO2 footprint bepaald. Dit met als doel de in 2012 berekende potentiële CO2 emissie reductie te controleren en valideren. Belangrijk punt in de valorisatie is ook het vormen van samenwerkingsverbanden tussen kwekers (LTO groeiservice) en handelaren voor de pilots. - In dit project en aanpalende projectonderdelen binnen het PT programma Plantgezondheid, worden gegevens verzameld die aantonen wat een GreenCHAINge tool kan opleveren voor de individuele bedrijven en ketens. Dit betreft het voorspellen van de resterende houdbaarheid van bloemen en planten aan het einde van de logistieke/verkoop keten. - Het beoogde GreenCHAINge is: een database(structuur) met verschillende productkenmerken (raseigenschappen, teelthistorie, oogstbehandelingen, bewaarbaarheid); een ketenmonitor; een kwaliteitsverliesmodel; gebruiksinterface; CO2 footprints. - In elke van de drie werklijnen wordt een werkgroep gevormd van groothandelaren (importeurs, exporteurs), telers (en bij 3 ook veredelaars). Het onderzoek wordt gedaan door WUR Food en
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
8 / 33
15 februari 2013
-
Biobased Resaerch en Flowerwatch. De coördinatie, het valoristaiedeel en de rapportage is in handen van VGB Trade Services en LTO Groeiservice. Het brede PPS koepel project is in activiteiten uitgewerkt voor 2013 en 2014. De huidige aanvraag betreft (private) activiteiten ondersteund vanuit het PT, uitgewerkt voor 2013.
Beoordeling - VGB cs heeft in 2012 een overall project “Duurzame Slimme Ketens” uitgevoerd, bestaande uit drie deelprojecten. In dit project is nagegaan hoe een geïntegreerde en duurzame keten van verse sierteeltproducten gerealiseerd zou kunnen worden. Het deel dat aan plantgezondheid is gerelateerd is in 2012 goedgekeurd, met een ontbindende voorwaarde van financiering via Topsectoren. De onderdelen die Energie en CO2 gerelateerd zijn, zijn in 2012 deels gehonoreerd in de projecten ‘Reductie CO2 emissie in duurzame ketens bloemisterij en in Greenrail III. Het deel waarin de praktijkpilots aan de orde zijn, is niet gehonoreerd. Dit diende eerst in het kader van de PPS én het PT Programma Energie en CO2, nader uitgewerkt te worden. De wel gehonoreerde onderdelen zouden daartoe de onderbouwing en analyse gaan bieden, hetgeen inmiddels heeft plaatsgevonden (rapport september 2012). - Op basis van genoemd rapport is GreenCHAINge opgenomen in het Programma Energie en CO2. In dit voorstel worden de activiteiten 2013 uitgewerkt. - De PPS 239 Duurzame Sierteelt Ketens, GreenCHAINGE, is in 2012 ontwikkeld, die vanuit de Sierteelthandelssector is gebaseerd op de in 2012 uitgevoerde analyses in het project “Duurzame slimme ketens”. In de PPS is PT financiering opgenomen, vanuit het Programma Energie en CO2. - PPS 239 is op energiegebied de invulling van het onderdeel sierteelthandel in het Programma Energie en CO2. - PPS 239 is in december 2012 gehonoreerd door Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. - De PPS is bedoeld voor een periode van 4 jaar, waarbij voor de jaren 2013 en 2104 concrete activiteiten en begroting zijn uitgewerkt. Vanuit Programma Energie en CO2 is een bijdrage van € 200.000 per jaar geprognotiseerd. Gezien de voorgenomen opheffing van het PT kan nu alleen 2013 daadwerkelijk worden gehonoreerd. - Per juni 2013 kan nader worden besloten of er vanuit de in het financieringsfonds handel aanwezige ruimte nog een bijdrage verleend kan worden voor de geplande vervolg activiteiten als cofinanciering voor de goedgekeurde PPS activiteiten 2014 - Maatschappelijk belang, sectoraal belang: evident. Energiebesparing en duurzame energie zijn zowel voor de sector als voor de samenleving belangrijke onderwerpen in het licht van energieschaarste, energiekosten, klimaatverandering en imago/markt. - Daarnaast ligt er een positief advies vanuit het PT ondernemersplatform Energie. - Onderliggende milieudoelstellingen zijn formeel goedgekeurd in het VGB bestuur. - Het project is ten behoeve van de uitvoeringsagenda van de Topsector vanuit de sector tot stand gekomen in intensief overleg tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. VGB en LTO Groeiservice zorgen voor een goede verbinding met de ondernemers. Een groot aantal importeurs en exporteurs heeft medewerking toegezegd en zijn gecommitteerd vanuit het ondernemers-platform handel. Advies Positief.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
9 / 33
15 februari 2013
3. Jaarwerkprogramma 2013 Energie Paddenstoelen Projectnummer: 14901 Uitvoerder LTO Nederland, vakgroep Paddenstoelen (ZLTO) Looptijd: 1-1-2013 t/m 31-12-2013 Gevraagde bijdrage: € 95.000,Bijdrage derden: € 95.000,- (EZ in het kader van Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren Projectbeschrijving Voorgeschiedenis: In 2007 hebben het ministerie van LNV en de paddenstoelensector het MJA-e+ convenant afgesloten, looptijd 2007-2011. In 2008 is het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren getekend, en de MJA-e+ was daarvan onderdeel. Daaraan zijn ambities en doelen voor 2020 toegevoegd. Met de overheid (LNV, nu EZ) is al een jarenlange samenwerking op basis van een 50-50 financiering. Doelstelling Initiëren en (doen) uitvoeren van projecten en activiteiten gericht op het realiseren van de doelen en ambities uit het Agroconvenant. De ambitie is dat vanaf 2020 in nieuwe bedrijven economisch rendabel klimaatneutraal paddenstoelen te telen. De doelstellingen in het Agroconvenant zijn resp. een jaarlijkse energiebesparing van 2% (t/m 2020), een reductie van 30% broeikasgassen in 2020 t.o.v. 1990 en een aandeel duurzame energie van 20% t.o.v. het totale energieverbruik in 2020. Binnen het nu lopende meerjarenprogramma 2012-2016 is specifiek overeengekomen om de energie-efficiëntie met 2,5% per jaar te verbeteren en er wordt naar gestreefd rendabele opties voor duurzame energie toe te passen op investeringsmomenten. Hoofdpunten - Het Meerjarenprogramma 2012 – 2016 is een vervolg op de succesvolle aanpak van sector en overheid in de afgelopen jaren (de MJA-programma’s). De paddenstoelensector streeft maatschappelijk verantwoorde productie na en beoogt de afhankelijkheid van fossiele brandstof en de invloed van energieprijzen op het rendement van de bedrijven te verminderen. - Door onduidelijkheden in beleid en financieringsmogelijkheden is 2012 een herijkingsjaar geweest. In dat jaar zijn geen nieuwe projecten uitgevoerd. Wel is in de loop van 2012 besloten om vanaf 2013 weer volop verder te gaan met de energieaanpak, en is het meerjarenprogramma 2012-2016 opgesteld. - Het programma kent drie transitiepaden: (1) toekomstbestendige paddenstoelenteelt. Hierin worden nieuwe voedingsbodems en paddenstoelenrassen ontwikkeld. Hiermee worden mogelijk een snellere teelt, een lagere koelbehoefte, meer vluchten. In dit transitiepad wordt ook gewerkt aan nieuwe teelttechnieken: teelt met bedkoeling en bedverwarming. (2) Verhogen van de energie-efficiëntie. Dit betreft het verbeteren van energiebesparingsopties zoals lage temperatuur verwarming, dauwpuntskoeling, warmteterugwinning. Daarnaast komt in dit pad aan de orde systeeminnovaties zoals energiemonitoring bedrijf en champostverbranding. (3) Duurzame energie. Het bevorderen van de toepassing van groene stroom, zon-PV en warmte- en koudeopslag in combinatie met warmtepomp.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
10 / 33
15 februari 2013
-
-
Binnen de 3 transitiepaden worden verschillende instrumenten en activiteiten ingezet, zoals verkenningen, fundamenteel en praktijkonderzoek, demonstratie, voorlichting en communicatie. Voor de eerste helft van 2013 is een aantal projecten voorbereid. In de Stuurgroep MJA Paddenstoelenteelt zullen de definitieve keuzes worden gemaakt.
Beoordeling en advies - Het Meerjarenprogramma 2012-2016 is een logisch vervolg op de lopende aanpak en de samenwerking met EL&I (nu EZ). Het PT is vertegenwoordigd in de Stuurgroep MJA Paddenstoelenteelt die het programma coördineert. - Sector en overheid zijn in 2012 tot de gezamelijke conclusie gekomen dat een hervatting van de energieaanpak nuttig en nodig is. De LTO Vakgroep Paddenstoelen verzoekt het PT om de gevraagde bijdrage te honoreren. - Er wordt een jaarlijkse begroting voorzien van € 190.000 ten behoeve van de projecten en uitvoering. Er wordt uitgegaan van voortzetting van de 50/50-financiering met het ministerie van EZ. De cofinanciering van EZ voor 2013 is toegezegd. - In oktober is in het Ondernemingsplatform de hoofdlijn voor de energieaanpak voor de komende jaren besproken en vastgelegd in het programma Energie en CO2. Het nu ingediende meerjarenprogramma 2012 – 2016, met jaarwerkplan 2013, is daarvan de concrete invulling. Advies Positief
4. Duurzame bewaring Agri-producten, Energiezuinige verdamperunit (fruitteelt) Projectnummer: 14900 Uitvoerder: Wageningen UR, Food & Biobased Research, i.s.m. bedrijven Looptijd: 1 juni 2013 – 31 maart 2014 Gevraagde bijdrage: € 20.000,Bijdrage derden: € 74.900,- (€ 27.900 door Koelhuis WFO Laan Flora Facilities en € 47.000 door Van Kempen Koude Techniek. Deze bijdrage is al toegekend in het kader van Innovatie Prestatie Contract) Projectbeschrijving: In het kader van het IPC project Duurzame bewaring van Agriproducten worden in bestaande perencellen gedurende 2 bewaarseizoenen tests uitgevoerd met een nieuw concept verdamperunit. Doel van dit onderzoek is om een belangrijke energiebesparing te realiseren in de fruitbewaring bij nieuwe en bestaande koelinstallaties. Hierbij moet de kwaliteit van het bewaarde product op peil blijven of toenemen. De volgende onderdelen komen binnen dit project aan bod: • Testen van een compleet aangepaste verdamperunit in bestaande peren cellen. • Aparte test van afzonderlijke componenten zoals energiezuinige ventilatoren en een nieuw luchtgeleidingssysteem naar de verdamper. • Data verzamelen omtrent energieverbruik, celklimaat en productkwaliteit. Dit gebeurt in aangepaste ULO cellen en controle cellen. Hierbij worden uitgebreide metingen uitgevoerd gedurende het complete bewaarseizoen wat betreft luchtsnelheid, luchtverdeling, temperatuurverdeling en vochtverliezen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in Koelhuis WFO
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
11 / 33
15 februari 2013
•
•
•
met Conference peren van diverse telers. Productkwaliteit wordt gemeten aan de hand van gewichtsverlies, in- en uitwendige afwijkingen, groenkleur en stevigheid. Na het onderzoek wordt een korte rapportage gemaakt. Er zal met de huidige deelnemers in het IPC project en de penvoerder Agriboard Noord Holland Noord nog nader besproken worden hoe de communicatie van de resultaten plaatsvinden. Specifiek voor de PT bijdrage is de verdere uitwerking van de energiezuinige verdamperunit. Momenteel wordt in het huidige IPC programma de combinatie getest van energiezuinige gelijkstroomventilatoren en alternatieve luchtsturing bij een bestaande verdamper. In de huidige test in een perencel levert dit al een energiebesparing op van 50%. Het is echter niet bekend wat de afzonderlijke bijdrage is van de aparte componenten. Een belangrijke extra taak is het testen gedurende een heel bewaarseizoen van de energiezuinige ventilatoren en het geoptimaliseerde luchtgeleidingssyteem. Het energieverbruik wordt vergeleken met het bestaande gecombineerde systeem en de huidige bestaande cellen. Dit vergt aanpassing van extra koelcellen en extra kosten voor de klimaatmetingen en kwaliteitsbepalingen. De huidige complete aanpassing aan de verdamper is kostentechnisch voor de praktijk alleen haalbaar bij nieuwbouw. Met de bijdrage van PT is het mogelijk om ook voor bestaande bewaarcellen de energiebesparende aanpassing aan verdampers de investering haalbaar te maken. Hierdoor heeft de hele sector een grote kans om kosten te besparen.
Beoordeling - Het voorstel sluit aan op de energievraagstukken die in het Programma Energie en CO2 worden genoemd voor de fruitteelt. - Het voorstel wordt gesteund door de Nederlandse Fruittelers Organisatie en is afgestemd met de OP vertegenwoordiger. De NFO komt ook in de begeleidingscommissie van het project. Advies Positief
5. Haalbaarheidsonderzoek anaerobe zuivering bij sterk wisselende producten (bio-energie) groenten- en fruitverwerkende industrie Projectnummer: 14902 Uitvoerder: VIGEF. Platform Techniek en MJA i.s.m. Remondis Triqua Looptijd: 1 mei – 31 december 2013 Gevraagde bijdrage: € 25.000,Bijdrage derden: € 7.000,- Begeleiding VIGEF en operationele kosten op pilotbedrijf Projectbeschrijving: De groente en fruit verwerkende industrie verenigd in de VIGEF is deelnemer van de MJA 3 en heeft in 2011 een Routekaart gemaakt naar 2030 met als doelstelling in 2030 50% energiebesparing te realiseren t.o.v. 2005. In dit kader zijn er een aantal voorstellen gedefinieerd waardoor continu gezocht wordt naar verbetering van het energieverbruik. Hetzij door procesoptimalisatie hetzij door andere nieuwe technieken of processen die toepasbaar zijn. Het zuiveren van afvalwater wordt door veel bedrijven binnen de branche toegepast. Dit zijn veelal zuiveringsinstallaties die d.m.v. aerobe zuivering het water zuiveren. Ofwel installaties waar door middel van het actief in contact brengen van bacteriën en vervuiling onder het toedienen van voldoende zuurstof (lucht) het water gezuiverd wordt. Het inbrengen van voldoende lucht wordt
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
12 / 33
15 februari 2013
gedaan d.m.v. blowers. De blowers zijn de grootste energieverbruikers van de totale zuiveringsinstallatie. Bij constant belaste zuiveringen is het anaerobe zuiveren van afvalwater een bekende techniek. Door deze technologie wordt biogas opgewekt dat direct verstookt wordt in een verbrandingsinstallatie en in het aerobe deel is minder elektrische energie noodzakelijk. Dus totaal een energiewinst. Deze techniek werkt optimaal en kan gebruikt worden als er over het jaar heen een constant aanbod is van eenzelfde hoeveelheid vervuiling. Dit heeft alles te maken dat de anaerobe bacterie zich niet snel aanpast aan wisselende soorten vervuiling, ofwel het is een traag proces. Kenmerkend voor de groente en fruit verwerkende industrie is een snelle wisseling van producten en ten gevolge daarvan ook een grote wisseling van de samenstelling van het afvalwater. Tevens heeft het seizoenskarakter van de verwerkende bedrijven sterk wisselende vervuiling van het afvalwater tot gevolg. Er zijn zelfs momenten dat er totaal geen vervuiling ter beschikking is. Totaal resulteert dit in een sterk wisselende vervuiling naar de zuivering. Met het gegeven dat anaerobe bacteriën zich niet snel aanpassen aan sterk wisselende omstandigheden wordt anaerobe zuivering in de groente en fruit verwerkende bedrijven niet met succes toegepast. Momenteel zijn er ontwikkelingen die er voor zorgen dat er dragers zijn waaraan de bacteriën zich hechten. Hierdoor gaan bacteriën niet verloren en blijven in de biologie aanwezig waardoor een snellere adaptie op de wisselende vervuiling verwacht mag worden. Er zijn testen op labschaal uitgevoerd en daaruit blijkt dat een snellere adaptie bereikt wordt. Door het toepassen van anaerobe zuivering kan naar schatting 23 TJ aan fossiele brandstoffen bespaard worden door minder elektriciteitsgebruik en opwekking van biogas voor eigen gebruik. Op de 2606 TJ in 2011 van de branche is dit een krappe 1%, maar het is duurzame energie en het betreft ruim 40% van de jaarlijkse doelstelling. Het voorstel is om een pilotinstallatie te plaatsen op een van de aangesloten bedrijven bij de zuivering en een deelstroom van het influent anaerobe te gaan zuiveren. Tijdens de testen moet meer inzicht gekregen worden over de navolgende punten: • Biologische zuivering en effluentkwaliteit • Slib aangroei en flexibiliteit • Biogashoeveelheid en kwaliteit in relatie tot input • Weekend effect op de zuivering • Resultaten bij laag belaste systeem en vol belast systeem Uitgangspunt hierbij is de invloed van de wisselende productstroom en de gevolgen daarvan. Voor het uitvoeren is een derde partij benaderd die kennis heeft van zuiveringstechnieken en ook de betreffende knowhow kan leveren, namelijk Remondis Triqua. De activiteiten die door de derde partij worden uitgevoerd worden zijn: • Levering van de pilotinstallatie, opbouwen, inregelen en ent slib levering. • Technologische begeleiding • Bedrijven pilotinstallatie, met name debiet, slib aangroei en uitvoeren diverse analyses • Verwerken meetresultaten • Rapportage De testperiode zal ca 4 maanden zijn i.v.m. de diverse producten en ook om voldoende wisselingen van producten te kunnen waarnemen. De rapportage zal beschikbaar gesteld worden aan het Platform Techniek en MJA en het bestuur van de VIGEF. Het resultaat zal ook gedeeld worden op de MJA-dag van de VIGEF die samen met Agentschap en het PT georganiseerd wordt.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
13 / 33
15 februari 2013
Beoordeling - Het voorstel sluit aan op de energievraagstukken die in het Programma Energie en CO2 worden genoemd voor de groenten- en fruitverwerkende industrie. - Het voorstel wordt gesteund door het Platform Techniek en MJA van de VIGEF en dit platform zal het project ook begeleiden. Advies Positief
6.1
Ontvochtiging in de praktijk
Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage:
14490 WUR (Feije de Zwart) 1-3-2013 t/m 31-12-2013 € 87.637
Projectbeschrijving Dit project betreft een vervolg op de monitoring van de werking van 2 ontvochtigingstechnieken op een praktijk bedrijf. De technieken betreffen de next generation sg kas (ontvochtiging met een warmtepomp) en ontvochtiging met een hygroscopische zoutoplossing. Bij beide technieken komt latente warmte beschikbaar die kan worden opgeslagen in een aquifer. De ontvochtiging met zout heeft nog een technische optimalisatie slag nodig. De re-design werkzaamheden zijn inbegrepen in dit project, de investeringen in techniek niet, die zijn voor rekening van de teler en/of derden. Aangezien het klimaat dat wordt nagestreefd identiek is aan het referentie klimaat kan de teeltmonitoring beperkt blijven. De monitoring richt zich vooral op de behaalde energiebesparing doordat geen latente en voelbare warmte verloren gaat door het afvoeren van vocht via de ramen. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn energiebesparing in de teelt. Opmerkingen en toelichting: • De teler neemt de noodzakelijke technische aanpassingen van het systeem voor ontvochtiging met zout voor zijn rekening. • Er is al een begeleidingscommissie. • Aan het einde van het project wordt een factsheet met de resultaten gepresenteerd inclusief een eenvoudig economische evaluatie. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2 Positief
6.2
Monitoring en knelpunten WKO
Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage:
14895 Infinitus (Charles Geelen en Krijn Braber) 1-4-2013 t/m 1-10-2013 € 35.100
Projectbeschrijving Dit project betreft inventarisatie van gebruikservaringen, rendementen en knelpunten bij het gebruikt van WKO (warmte koude opslag) in de glastuinbouw. Aanleiding voor de vraag die ten
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
14 / 33
15 februari 2013
grondslag ligt aan dit voorstel zijn de resultaten van vergelijkbare monitoring van WKO in de utiliteit sector. Mede door die resultaten is een beweging ontstaan die tendeert naar strengere regelgeving rond WKO. Tot nu toe gaan wij er binnen KaE vanuit dat er juist betere mogelijkheden ontstaan door ruimere regelgeving, vooral t.a.v. toegestane infiltratietemperatuur. Vanuit de glastuinbouw zijn nog geen structureerde gebruikservaringen bekend. Het project begint met een globale inventarisatie op basis van een telefonische interviews van 20 tot 30 glastuinbouw bedrijven met WKO. Dit zijn vooral, maar niet uitsluitend, bedrijven waar koeling in de teelt noodzakelijk is. Op 4 van deze bedrijven wordt vervolgens een intensieve monitoring en analyse uitgevoerd. Het project moet leiden tot een overzicht van de gebruiservaringen en rendement van WKO in de glastuinbouw. Daarnaast wordt een lijst met knelpunten en mogelijke oplossingen geleverd, zowel op technisch als organisatorisch gebied. Hiermee kunnen gebruikers van WKO hun installatie en het rendement daarvan verbeteren. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn voor de toepassing van duurzame energie (zonne energie) en verbetering van rendement van ketelhuisinstallisaties Opmerkingen en toelichting: Het mogelijke voordeel voor telers is tweeledig: bestaande WKO kunnen wellicht hun installatie en rendement verbeteren. Nieuwe installaties kunnen in de toekomst mogelijk opslaan bij hogere temperaturen en/of in andere watervoerende pakketten dan nu is toegestaan. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
6.3
Meer energie in aquifers
Projectnummer: Uitvoerders: Looptijd: Gevraagde bijdrage:
14896 DLV Glas+Energie en IF Technology 1-3-2013 t/m 1-4-2014 € 54.880
Projectbeschrijving Dit project betreft een breed pakket van werkzaamheden die gericht zijn op realisatie, toepassing en monitoring van midden hoge temperatuur opslag (MTO). Het project bouwt voort op de resultaten van eerdere projecten. De pilot voor MTO zal worden uitgevoerd bij een kwekerij in Steenbergen. Op dit bedrijf is al een goed functionerende WKO in combinatie met een warmtepomp en warmtewinning uit de condensor van de WK installatie aanwezig. De werkzaamheden in dit project zijn: 1. Gegevens verzamelen t.b.v. de vergunning aanvraag voor de MTO pilot(ontheffing) bij de provincie Noord Brabant 2. Opzet van een monitoring plan voor de MTO pilot. Dit betreft zowel ondergrondse als bovengrondse monitoring 3. Debietmetingen bij 3 bestaande bronnen elders waar MTO of HTO wordt toegepast. Dit om het ontwerpdebiet voor de MTO toepassing beter te kunnen vast stellen. Er zijn aanwijzingen dat hogere debieten mogelijk zijn wat tot een beter business case zou leiden 4. Van dezelfde bronnen wordt het opslagrendement bepaald, wat behulpzaam is bij het ontwerp van de MTO pilot in de glastuinbouw e 1 go / no go
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
15 / 33
15 februari 2013
5. Uitvoering van de daadwerkelijke monitoring MTO bij het glastuinbouwbedrijf in Steenbergen gedurende 1 jaar 6. Analyse en rapportage e 2 go / no go 7. Extra kennisoverdracht: er wordt voor 4 groepen van 6 bedrijven een kennistrip georganiseerd naar de pilot De beoogde resultaten van dit project zijn: Optimalisatie van ontwerpnormen voor WKO/MTO, praktijkmetingen aan MTO/HTO t.a.v. opslagrendement en gevolgen voor het rendement van bovengrondse installatie bijv. (COP), gevolgen van MTO voor de ondergrond (chemie, biologie) en vergroten van acceptatie van MTO. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn voor de verbetering van toepassing van duurzame energie (zonne energie) en het rendement van (ketelhuis)installaties Opmerkingen en toelichting: • Het monitoring programma zal moeten voldoen aan de eisen van de provincie, mogelijk leidt dit tot extra eisen De financiering daarvan zal moeten geschieden door de provincie, het proefbedrijf of door derden • De werkpakketten 3 en 4 zijn bedoeld om nieuwe WKO en MTO bronnen beter en vooral efficiënter te kunnen maken. Het is aannemelijk dat hogere debieten mogelijk zijn tegen gelijke kosten. Daarmee zou WKO en MTO economisch aantrekkelijker worden. Het glastuinbouwbedrijf waar de MTO pilot wordt gehouden wil het risico niet lopen haar bron op te blazen. De MTO ’s elders kunnen of willen dat risico wel lopen. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
6.4 Meer grip op licht (Energiebesparing potplanten door meer licht toelaten) Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdragen derden:
14572 Wageningen UR februari 2013 t/m 31 december 2013 € 211.658,Vanuit het programma ‘Towards Biosolar Cells’ wordt ook € 211.658 toegekend. Daarnaast dragen een scherm- en een glasleverancier € 30.000 in materiaal bij.
Projectbeschrijving Het toelaten van meer natuurlijk licht heeft veel potentie voor energiebesparing. In dit project ligt de focus op meer natuurlijk licht toelaten bij de teelt van potplanten. Het doel is om een energiebesparing te halen van 50% (onbelicht) t.o.v. een standaard teelt door meer natuurlijk licht toe te laten, minder te belichten, en minder te stoken met minimaal een gelijkblijvende productie. In de potplantenteelt wordt veel licht weggeschermd omdat er anders snel lichtschade optreedt. Als licht diffuus gemaakt wordt, wordt het licht veel gelijkmatiger verdeeld over het gewas en neemt de kans op lichtschade af. Hierdoor kan er meer licht worden toegelaten. In dit onderzoek wordt dan ook de potentie onderzocht om meer licht toe te laten door een diffuus schermdoek en diffuus kasdek. Hoeveel meer licht toegelaten kan worden zonder schade is echter nog niet duidelijk. Om
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
16 / 33
15 februari 2013
te voorkomen dat meer licht tot lichtschade leidt, wordt er ook plantmonitoring ontwikkeld. De huidige monitoring laat veel te wensen over, deze wordt in de ontwikkeling grondig herzien. Met goede monitoring kunnen tuinders vroegtijdig ingrijpen, voordat economische schade ontstaat aan de plant. Dit monitoringsprotocol is niet alleen te gebruiken voor de onderzochte gewassen, maar is zeer breed toepasbaar. Het eerste jaar zijn de gewassen bromelia en anthurium onderzocht. In het project wordt het gewas phalaenopsis onderzocht waarbij gekeken wordt naar de potentie van diffuus scherm en diffuus glas. Phalaenopsis wordt apart onderzocht vanwege de extra complexiteit doordat deze planten CAM-fotosynthese hebben en er gebruik gemaakt wordt van uitgebreide compartimentering in de teelt. De kasproeven (referentiekas, kas met diffuus scherm en een kas met diffuus glas) zijn nodig om, naast demonstratie, met relatief lage investeringen (diffuus doek en/of glas in een normale kas) het effect te onderzoeken van meer licht toe laten op de kwaliteit en kwantiteit van de productie. In de Daglichtkas (vierde kas, v.h. IDC)) wordt de potentie van meer natuurlijk diffuus licht en potentie van verdere energie besparing (dubbel glas) getoond. Ook wordt daar direct licht middels fresnellenzen via zonnecellen omgezet in elektriciteit en warmte. In het onderzoek wordt daarnaast getoond wat de bruikbaarheid is van de ontwikkelde preventieve monitoring van lichtschade. Inpassing Kas als Energiebron Het meer toelaten van natuurlijk licht is valt in de actielijn energiebesparing belichte teelt. Voor de potplantensector liggen hier grote kansen om energie te besparen. In dit project wordt gestreefd naar 50% energiebesparing (onbelicht) waarbij de praktijk handvatten geboden krijgt om de potentie te kunnen verzilveren. Opmerkingen en toelichting - Het oorspronkelijke project duurde twee jaar, maar er is een knip in gekomen vanwege dat het PT niet langer dan één jaar kan honoreren. - Bij het begin van het project hebben de landelijke gewascommissie bromelia, potanthurium, potorchidee aangegeven hier positief tegenover te staan. Ook hebben 21 bedrijven aangegeven dit project te steunen. De huidige BCO is unaniem voor een vervolg van deze proef. - De keuze voor de gewassen is gevallen op anthurium, bromelia en phalaenopsis omdat dit de grootste potplantengewassen zijn, representatief voor een groot deel van de potplanten en dit zijn teelten die innovaties snel oppakken. Bovendien is de ontwikkelde monitoring toepasbaar voor bijna alle (pot)planten. Vervolgonderzoek naar bijv. andere teelten is daarbij niet nodig, alleen moet hooguit het plantmonitoringsprotocol aangepast worden op basis van gewasspecifieke aspecten. - In de tussenresultaten wordt cumulatief vanaf april t/m januari inmiddels 20% energiebesparing gehaald (totaal van besparing op energie voor warmte en belichting) ten opzicht van de referentie behandeling. Deze besparing is tot stand gekomen door 25% besparing op warmte en 13% besparing op elektra. Dit wordt gehaald door het aanhouden van lagere temperaturen, meer licht toe te laten en het toepassen van lichtintegratie. In de Daglichtkas waar geen assimilatiebelichting wordt toegepast is de totale besparing op energie meer dan 50%, waarbij er daarnaast duurzame elektra en warmte wordt opgewekt. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
17 / 33
15 februari 2013
6.5 Belichtingsapplicatie Internet Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdrage derden:
14888 WUR. 10 maanden tot 31-12-2013 PT € 31.666,nihil
Projectbeschrijving In de projecten Het Nieuwe Telen Gerbera en Het Nieuwe Belichten Tomaat is ervaring opgedaan met de inzet van assimilatiebelichting op basis van stralingsverwachting en behoefte van het gewas. Deze werkwijze maakt de teler meer bewust met zijn belichtingsstrategie. Vooral bij sterk wisselende lichtcondities in voor- en najaar kan bespaard worden op energie en tegelijkertijd beter worden gereageerd op de behoefte van een gewas. De applicatie geeft de teler advies over het aantal uren dat er die dag belichting gewenst is Om deze applicatie breder en voor tuinders beschikbaar te krijgen, moet dit systeem omgebouwd worden van een Excel spreadsheet naar een webbased applicatie. Daarna kan dit als dienst tegen een voor de exploitatie kostendekkend tarief beschikbaar komen voor de telers. De werkpakketten zijn: 1. Bouw prototype en overleg met telers 2. Bouw van het eigenlijke systeem. 3. Toepassen bij testbedrijven 4. Algemene beschikbaarheid en rapportage De applicatie werkt globaal als volgt: De basis van de belichting is een berekende groei van het gewas met de daarbij horende assimilatenvraag. Deze groeilijn wordt aan het begin van een teelt gemaakt. De teler kan die zo nodig nog iets aanpassen als hij meent dat de berekende lijn niet helemaal past op zijn situatie. Daarnaast zijn enkele bedrijfsspecifieke gegevens nodig. Vervolgens wordt dagelijks een advies voor het gewenste aantal uren belichting berekend op basis van locale weersverwachting, geïnstalleerd lampvermogen en gerealiseerde lichtsom van de afgelopen dagen. De belichtingsapplicatie geeft aan wat plantkundig gezien gewenst is aan belichting om een goede plantbalans te behouden. Dit project wordt afgesloten met een brede workshop voor tuinders. Inpassing Kas als Energiebron Actielijn energiebesparing belichte teelten Uit de projecten is gebleken dat een belichtingsstrategie gebaseerd op de assimilaten vraag van een gewas, 10% op belichting bespaart. Door deze kennis algemeen beschikbaar te maken in de vorm van een ‘Energiezuinige belichtingswijzer’ kan deze besparing ook werkelijk in de praktijk worden gerealiseerd. Opmerkingen en toelichting - Tuinders die betrokken zijn bij de proeven met Het Nieuwe Telen Gerbera en Het Nieuwe Belichten Tomaat hebben gevraagd om deze applicatie en staan dus achter dit project. Voorwaarde is wel dat het goed moet passen binnen de bedrijfsvoering. - In eerste instantie wordt de applicatie gebouwd voor gerbera en tomaat. De basis van het systeem wordt zodanig dat uitbreiding naar andere gewassen zoals roos, chrysant of potplanten mogelijk is. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2:
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
18 / 33
15 februari 2013
Positief, onder voorwaarde dat het gebruik van deze applicatie geen drempel mag kennen voor gebruik en dus gratis moet zijn. De gevraagde bijdrage mag daarmee € 5.000 duurder uitvallen (reeds in het gevraagde bedrag).
6.6 Biologisch grond ontsmetten Projectnummer: 14889 Uitvoerder: WUR. Dit i.s.m. DLV Plant Looptijd: 12 maanden tot 1-3-2014 Gevraagde bijdrage: PT € 104.514,- (€ 93.469,- in 2013, € 11.045,- in 2014) Bijdrage derden: € 36.000,- door Samenwerken aan vaardigheden en Thatchtec Projectbeschrijving In het project over biologisch grond ontsmetten (BGO) in 2011 en 2012 zijn op twee praktijkbedrijven goede resultaten geboekt met de methode. Vaak met een beter of minimaal gelijkaardig effect als bij stomen. Op basis hiervan kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de methode technisch gezien een waardig alternatief kan zijn voor stomen. Het toepassen van bodemresetten in de praktijk vindt echter nog weinig opgang. Redenen hiervoor zijn: • De kosten van ‘bodemresetten’ verschillen weinig van die van stomen. • De benodigde tijdsduur voor bodemresetten van enkele weken is voor intensieve teelten, zoals Chrysant en Lisianthus een extra kostenverhogende factor in vergelijking met stomen. • Stomen is voor de meeste bedrijven een ‘bedrijfszekere’ wijze van grondontsmetting. In dit project wordt op 5 praktijkbedrijven i.s.m. DLV experimenten met BGO aangelegd. Bij de 5 demonstratiebedrijven zal de toepassing van bodemresetten worden gevolgd en worden vergeleken met een controle perceel. De resultaten van de ontsmetting zullen worden gemonitord op 1 ziekte (schimmel) en 1 plaag (aaltjes) na 7 en 14 dagen anaerobe condities. Gedurende het ‘bodemresetten’ zullen parameters zoals bodemtemperatuur en gasproductie als gevolg van microbiële omzetting worden gemonitord. Ook de ontwikkeling van een primer of meerdere primers ter bevordering van het proces zullen worden geïntegreerd in de demonstratie proeven. De productie van de percelen worden vergelijken, naast het effect op energieconsumptie, arbeid, benodigde tijd voor ontsmetting, de impact op bedrijfsvoering en het gebruik gewasbeschermingsmiddelen. De 5 bedrijven zullen gedurende 1 vol jaar worden gevolgd. Middels de praktijkproeven moeten tuinders meer vertrouwen krijgen in de methode en worden verbeteringen toegepast dat het eerder economisch rendabel is. Daarnaast zal bij de WUR drie kassen worden ingericht waarbij BGO vergeleken wordt met een stoombehandeling en een luchtdicht afgedekt maar onbehandeld perceel. De insteek van dit experiment is om onafhankelijk van bedrijfsinvloeden een controle experiment aan te leggen, en objectief de behandelingen te kunnen vergelijken op de productie, bodemweerbaarheid, populatie van plagen en biologische bestrijders en effecten van primers en eventueel andere ideeën te testen. Het resultaat van dit project is, naast demonstratie op praktijkbedrijven, een gecompleteerd protocol voor de toepassing van BGO. Inpassing Kas als Energiebron
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
19 / 33
15 februari 2013
Actielijn energiebesparing belichte en onbelichte teelten. De inschatting is dat per jaar met stomen globaal 100 miljoen kuub aardgas (globaal 5m3 / m2) verstookt wordt. Met biologisch grond ontsmetten kan dit dus in potentie bespaard worden en past daarom prima in het Programma Kas als Energiebron. Opmerkingen en toelichting - Op 20 december is een arenasessie gehouden waarin het onderwerp is besproken en de tuinders ook aangaven wat de problemen / knelpunten zijn. Het projectvoorstel is daar een uitwerking van. - Dit project zal m.n. bij chrysant zijn, maar bij belangstelling van andere teelten kunnen er ook praktijkproeven worden uitgevoerd bij andere sierteelten in de grond onder glas zoals Freesia, Alstroemeria, Amaryllis of Lisianthus, Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief
6.7 Energiezuinige belichting bij chrysant Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdrage derden:
14890 WUR. 11 maanden tot 1-2-2014 € 123.000,- (€ 107.852,- in 2013, € 15.148,- in 2014) PM bijdrage Philips
Projectbeschrijving In twee teelten (start maart en oktober) wordt gestreefd om in chrysant 30% op elektriciteit te besparen met nagenoeg behoud van productie en kwaliteit. In overleg met tuinders, adviseur en Philips wordt een belichtingsplan opgesteld voor de referentiekas en de behandeling. Het energieverbruik en de kwantitatieve en kwalitatieve productie worden gevolgd. De besparing op elektriciteit wordt gehaald door: - Het toepassen van led belichting in combinatie met SONT-belichting; de helft van het vermogen aan SON-T lampen wordt vervangen door leds (5% besparing). - Het opstellen van een belichtingsplan opgesteld op basis van de behoefte van het gewas waarbij wordt gestreefd naar een gewenste lichtsom per dag (10% besparing). Met ledbelichting kan daarbij sneller op wisselende weersomstandigheden worden omgesprongen, zodat er bespaard kan worden op het aantal uren belichting (cica 4% besparing). - Het toepassen van stuurlicht voor o.a. daglengteverlening i.p.v. assimilatiebelichting (7% besparing). - In de eerste weken van de teelt en in de laatste weken benut de plant het licht niet optimaal, waardoor er fasegericht efficiënter belicht kan worden. (3% besparing) De resultaten worden gecommuniceerd en bediscussieerd middels twee open dagen voor tuinders. Inpassing Kas als Energiebron Dit project past binnen de actielijn energiebesparing, onderdeel licht. Het elektraverbruik van belichting is een groot knelpunt om de doelstellingen binnen het programma te halen. In dit project is het doel om 30% op elektriciteit te besparen bij het grootste (qua areaal) sierteeltgewas. Opmerkingen en toelichting
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
20 / 33
15 februari 2013
-
-
Dit voorstel is besproken en wordt ondersteund door een 4 tal chrysantentuinders, waarvan 2 zelf op kleine schaal aan het experimenteren zijn met led-belichting. Uiteraard wordt het tweetal betrokken bij de uitvoering van de proef in een begeleidingscommissie. Het voorstel is alleen gericht op besparing van de elektravraag. Besparing op warmte is hier bewust niet meegenomen. Philips is betrokken bij de proef en draagt in natura bij door de levering van de leds.
Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief, met als voorwaarde dat dit project gekoppeld wordt met het volgende project ‘Energiebesparing met hybride belichting chrysant in de praktijk’ van DLV.
6.8 Energiebesparing met hybride belichting chrysant in de praktijk Projectnummer: 14890 Uitvoerder: DLV Looptijd: 1-9-2013 tot 1-12-2013 Gevraagde bijdrage: PT € 33.923,Bijdrage derden: Philips en tuinders investeren in natura (tijd en leds) in deze proef Projectbeschrijving Het doel van deze proef is: 1. De potentie van hybride verlichting bij chrysant in de praktijk aantonen. 2. Mogelijke besparing vanuit de proef bij Botany aantonen door 17% te besparen met hybride verlichting. 3. Kwekers bekend maken met de mogelijkheden van LED verlichting in de chrysantenteelt. De komst van LED verlichting heeft twee grote voordelen voor de chrysantenteelt; 1. De lichtbenutting van de chrysant per µmol is groter. Proefondervindelijk is 6% betere benutting gerealiseerd bij onderzoek bij Botany in Horst. 2. Daarnaast is de lichtefficiëntie per watt groter. Op dit moment loopt een proef van Philips Lighting en DLV Plant bij River Flowers en Beyond chrysanten, waarbij 30 µmol licht wordt toegevoegd aan het huidige lichtspectrum. Uit de discussie met telers en adviseurs blijkt dat de aangeboden 30 µmol nog niet voldoende is om substantiële verschillen waar te nemen. Uit een nieuwe proef met nieuwe verhoudingen moet blijken of er verbeteringen worden waargenomen in takopbrengst, planttemperatuur, bloeigelijkheid en kastemperatuur. Hierbij wordt er gerefereerd aan 120 µmol SON-T. In het project worden eerst scenario’s berekend met DLV Plant chrysant QMS systeem. Op basis van deze berekeningen worden in de praktijkproef 3 proefvelden van circa 250 m2 aangelegd op het bedrijf Beyond chrysanten om de energiebesparing aan te tonen. Een voorbeeld van de proefopzet die na overleg met de BCO tot stand zal komen; - Standaard lichtniveau van 120 µmol - Zelfde lichtniveau 60 µmol / 60 µmol - Energiebesparing aantonen 60 µmol SON-T / 50 µmol LED
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
21 / 33
15 februari 2013
Inpassing Kas als Energiebron Dit project past in de actielijn energiebesparing belichte teelten. Het doel is om aan te tonen dat 17% op energie bespaard kan worden met behoud van productie en kwaliteit. Opmerkingen en toelichting Dit voorstel wordt gesteund door Beyond Chrysanten en River Flowers. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief, met als voorwaarde dat dit project gekoppeld wordt met het vorige project ‘Energiezuinige belichting bij chrysant’ van WUR.
6.9 Zuiniger met CO2 bij gelijkblijvende of hogere productie Projectnummer: 14891 Uitvoerder: TTO en Plant Lighting. Looptijd: 13 maanden tot 1-4-2014 Gevraagde bijdrage: PT € 298.700,- (€ 54.200,- tot go/no go, daarna € 244.500,-) Bijdrage derden: Nihil Projectbeschrijving Het hoofddoel van dit project is om met slechts een fractie van de huidige CO2 dosering eenzelfde of zelfs een betere productie te behalen. Dit wordt bereikt door de plantrespons centraal te stellen door CO2 alleen in te zetten wanneer het effectief gebruikt wordt en het voorkomen van luie bladeren. Dit komt voort uit de gedachtenlijn dat een lui blad productief blijft zolang er maar een hoge CO2 concentratie in de kas aanwezig is. Maar zodra de luchtramen opengaan in het voorjaar zakt de CO2 concentratie in de kas en zakt ook de productiviteit van die bladeren in elkaar. Minder CO2 doseren tegen het voorjaar voorkomt dat het blad lui wordt en houdt de bladeren actiever. Hierdoor wordt CO2 efficiënter opgenomen bij de lagere CO2 concentraties in de kas als de ramen open staan. Dit verhoogt de gewasproductiviteit. Fase 1: CO2-onderzoek in kleine cabines In 6 glazen cabines wordt tomaat gedurende 17 weken bij 3 CO2 concentraties opgekweekt. Hierbij wordt de benuttingefficiëntie van CO2 van de bladeren, opgegroeid bij de 3 CO2 niveau’s, bepaald door fotosynthese-meetapparatuur. Go / No Go Uit fase 1 wordt duidelijk of langdurige blootstelling aan hoog CO2 daadwerkelijk leidt tot een afname van de efficiëntie van CO2 benutting bij tomaat. Blijkt dit niet zo te zijn, dan heeft opschaling geen zin. In dat geval volgt nog een proef met paprika in de cabines. Fase 2: CO2-onderzoek in drie kas-compartimenten & voortzetting onderzoek kleine cabines Het onderzoek aan tomaat (of paprika) wordt voortgezet gedurende 35 weken in drie kascompartimenten met 3 CO2 niveaus: • Afd. 1: Laag (400-600 ppm, niveau afhankelijk van resultaten fase 1) • Afd. 2: Gangbaar (800 ppm, tenzij dit onhaalbaar is bij hoge temperaturen buiten) • Afd. 3: Fluctuerend op basis van de plantrespons en het klimaat. Inzet evenveel kilo’s CO2 als in de afdeling 1, maar dan gericht ingezet met het oog op het actief houden van de bladeren en het hoogste gebruiksrendement.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
22 / 33
15 februari 2013
Fotosynthese-eigenschappen worden in detail gemeten gedurende verschillende fasen van de teelt. Hierdoor is de activiteit van de bladeren gedurende de teelt bekend. De oorzaken van eventuele verschillen in bladactiviteit worden achterhaald door analyse van de donkerrespiratie, Rubisco-activiteit, huidmondjesweerstand en aantal, vorm en grootte van de huidmondjes. Parallel aan het vruchtgroentenonderzoek in de kascompartimenten wordt een nieuw onderzoek in de kleine cabines uitgevoerd met phalaenopsis. Op te leveren resultaat: 1. Kennis van de lange termijn effecten van CO2 dosering op productie, fotosyntheseeigenschappen van bladeren en plantontwikkeling. Hieruit moet een strategie volgen om CO2 op een intelligentere manier in ze zetten in tuinbouwkassen. De werking van zo’n strategie tonen we aan in een kasproef. 2. Uiteindelijk doel is om met veel minder CO2 dosering een gelijkblijvende of hogere productie te behalen. Dit is voor meerdere gewassen toepasbaar. 3. Verklarende kennis van de lange termijn effecten van CO2 dosering op productie en de fotosynthese-eigenschappen van bladeren. Op basis van deze verklarende kennis kunnen alternatieve strategieën ontwikkeld worden om het gebruiksrendement van CO2 te verhogen. Inpassing Kas als Energiebron Dit onderzoek werkt aan de efficiëntere inzet van CO2 in de kas. Opmerkingen en toelichting - Telersvereninging TTO (Tuinbouw Techniek Ontwikkeling) ondersteunt dit project (47 leden, 100 ha) en 47 leden van FresQ (500 ha). - Het onderzoek kost veel geld, daarom is er een go / no go ingebouwd. Mochten de perspectieven tegenvallen om de CO2 efficiëntie te verhogen, kan het project gestopt worden. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
6.10 Stuurlicht in de glastuinbouw Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdrage derden:
14892 WUR. Dit i.s.m. Plant Dynamics, Plant Lighting 12 maanden tot 1-3-2014 PT € 142.536,- (€76.250,- tot go/no go, daarna € 66.286,-) nihil
Projectbeschrijving Met stuurlicht kan m.b.v. lichtkleuren morfogenetische (bijv. plantvorm) of fysiologische processen (bijv. huidmondjesopening) gestuurd worden. Ook varieert de gevoeligheid van de plant voor stuurlicht over de dag. Het doel van dit project is, naast kennisoverdracht richting tuinders, de kansen te bepalen voor energiebesparing met behulp van stuurlicht voor de glastuinbouw. - Werkpakket 1. Ontwikkelen van energiezuinige stuurlichtstrategieën. De effecten van stuurlicht worden op een rij gezet en in nauwe interactie met tuinders worden de kansen en strategieën voor energiebesparing met stuurlicht uitgewerkt. - Werkpakket 2. Inzet stuurlicht over de dag Parallel aan Werkpakket 1 wordt gestart met het opzetten van een verkennend experimenteel onderzoek in klimaatcellen naar de variatie in de gevoeligheid voor stuurlicht van
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
23 / 33
15 februari 2013
-
-
tuinbouwgewassen gedurende een etmaal. Voor bepaalde praktijktoepassingen kan de hoeveelheid benodigd stuurlicht substantieel zijn. Go / no go. De werkzaamheden worden geëvalueerd voordat een praktijkgericht experiment start. Criteria daarvoor zijn dat er draagvlak van tuinders is en dat er de bijdrage aan energiebesparing substantieel is (>10%). Werkpakket 3. Uitvoering experiment ‘Energiebesparing door bloeisturing phalaenopsis’. Omdat bloei-inductie hormonaal gestuurd is, zien de onderzoekers zeer kansrijk dat dezelfde effecten die met koeling en warmte bereikt worden ook met stuurlicht te bewerkstelligen zijn: Via de spectrale samenstelling van het licht kan de hormoonbalans op velerlei manieren gestuurd worden. Er liggen dan mogelijkheden om koeling of verwarming te vervangen door het inzetten van stuurlicht.
Inpassing Kas als Energiebron Dit project past in de actielijn energiebesparing, onderdeel licht. Het resultaat is dat, naast kennisoverdracht, de kansen voor energiebesparing met stuurlicht duidelijk zijn, waarbij ze uitgewerkt zijn in teeltstrategieën. Opmerkingen en toelichting - De interactie met tuinders wordt verzorgd door LTO Groeiservice. - In de inputronde voor de programma’s van het PT hebben meer dan 10 gewascommissies aangegeven onderzoek naar led belichting / stuurlicht belangrijk te vinden. - Het ondernemingsplatform heeft zo zijn twijfels of er (grote) kansen liggen voor energiebesparing met stuurlicht. Daarnaast vindt men het redelijk veel geld dat de bestaande kennis op een rij gezet wordt. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief
6.11 Stuurlicht in de lelieteelt: strategie voor energiebesparing Projectnummer: 14893 Uitvoerder: Plant Lighting. Dit i.s.m. Plant Dynamics en PPO Lisse. Looptijd: 1 mei 2013 tot 1-4-2014 Gevraagde bijdrage: PT € 89.340,Bijdrage derden: Nihil Projectbeschrijving In de lelieteelt wordt langdurig belicht met een aanzienlijke intensiteit SON-T licht. Het doel van de belichting is zwaardere takken, remming van takstrekking en voorkomen van knopval en knopverdroging. De huidige belichting werkt dus als assimilatielicht en als stuurlicht. In dit project wordt gewerkt om beide aspecten efficiënter vorm te geven, waarmee op jaarbasis minimaal 30% energie (elektra voor assimilatiebelichting) bespaard kan worden door minder te belichten bij gelijkblijvende fotosynthese door beperkte toevoeging CO2. De hypothese is dat het energetisch veel zuiniger is om aan de suikerbehoefte voor voldoende takgewicht en een goede knopontwikkeling te voldoen met weinig belichting plus CO2 dan met alleen veel belichting. Stengelstrekking kan daarnaast worden tegengegaan door middel van stuurlicht. Vervanging van een hoge intensiteit SON-T door veel lagere intensiteit van het juiste LED-licht zou even sterk strekkingsremmend moeten werken. Het onderzoek ziet er als volgt uit:
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
24 / 33
15 februari 2013
Lelie wordt in twee teeltcycli in drie proefkassen van PPO Lisse geteeld. - Kas 1. Controlebehandeling: gangbaar SON-t zonder CO2-dosering. - Kas 2. Vervanging deel SON-t door CO2: 1/3 minder SON-t belichting met CO2-dosering. - Kas 3. Vervanging alle SON-t door CO2 en stuurlicht: Proefkas met ongeveer 1/3 minder belichting met een ander lamptype dat efficiënter stuurlicht bevat dan de SON-t lamp, met CO2dosering (zelfde niveau als onder 2). De kwantitatieve en kwalitatieve productie wordt gevolgd, naast gedetailleerde analyse van de assimilatiesnelheid middels fotosynthesemetingen. Inpassing Kas als Energiebron Dit project past binnen de actielijn energiebesparing in de belichte teelten. De hypothese is dat minimaal 30% op elektriciteit voor belichting bespaard kan worden voor de lelieteelt. Opmerkingen en toelichting - Dit voorstel is vooral gericht op lelie. Wel zijn de effecten van stuurlicht op de plantvorm vertaalbaar naar andere gewassen die belicht worden zoals kalanchoë, potroos en potchrysant. - De landelijke gewascommissie lelie steunt dit voorstel. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief.
6.12 Softsensor voor energie-efficiënte plant monitoring Projectnummer: 14894 Uitvoerder: Plant Dynamics. Dit i.s.m. Plant Lighting. Looptijd: 9 maanden tot 1-4-2014 Gevraagde bijdrage: PT € 83.840,Bijdrage derden: € 30.000,- in kind van Priva Projectbeschrijving In de praktijk heerst veel onzekerheid over hoe bijvoorbeeld variaties in lichtintensiteit en CO2 voor verschillende cultivars doorwerken in de teelt en op de productie. In het lopende project “Meer Rendement uit Belichting en CO2” worden zeer uitgebreide metingen gedaan aan de plantrespons op licht en CO2. In dit project worden de grenswaarden bepaald voor een optimale benutting van licht en CO2. Grenswaarden wil zeggen: Welke doseringen belichting en CO2 worden nog met voldoende rendement door de plant benut onder verschillende omstandigheden, en vanaf welke lichtintensiteiten ontstaat schade. Het doel van dit project is deze kennis te bundelen en via een “Softsensor” te vertalen naar groeilijnen (assimilatielijnen) op de klimaatcomputer. Dit voorziet in monitoring (zonder dure sensoren) en biedt tevens de mogelijkheid tot directe sturing op gewasbehoefte. Het project heeft de volgende onderdelen: •
•
Werkpakket 1: ontwerp / ontwikkeling Ontwikkelen van een rekenmodule (softsensor) voor het bepalen van de assimilatielijnen: o Potentiële lijn (welke fotosynthese is op basis van licht maximaal haalbaar) o Gerealiseerde lijn (+ inzichtelijk maken in hoeverre licht en CO2 al dan niet efficiënt wordt gebruikt; bijvoorbeeld via stoplicht signalering) Werkpakket 2: implementatie: Dit werkpakket voorziet in het implementeren van de rekenregels in de klimaatcomputer en de vormgeving daarvan.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
25 / 33
15 februari 2013
•
Werkpakket 3: Kalibratie en validatie: Op 2 praktijkbedrijven (Chrysant en Spathiphyllum) worden in dit werkpakket validatiemetingen gedaan van de softsensor, Deze validatie gaat via het maken van een vergelijk tussen de softsensor en simultane fotosynthese metingen in de kas.
Het resultaat van dit project is een werkend en een in de praktijk geteste softsensor voor het gewas chrysant en spathiphyllum. Inpassing Kas als Energiebron Dit project past binnen de actielijn energiebesparing in de belichte teelten. Het hoofddoel van dit project is om op jaarbasis minimaal 10% energie (elektra + gas) te besparen door bewuster om te gaan met belichting en CO2 dosering. Opmerkingen en toelichting - Bij gebleken succes is het relatief eenvoudig om dit concept uit te breiden voor andere gewassen. Voor andere gewassen hoeft de softsensor niet weer apart geschreven te worden, maar zal wel aanpassing vergen voor specifieke gewaseigenschappen. De kennis en rekenregels uit dit project worden openbaar, zodat ook andere leveranciers van klimaatcomputers ze kunnen implementeren en Priva niet het alleenrecht krijgt. - De tuinders / BCO bij het huidige project ‘Meer rendement uit belichting en CO2’ hebben behoefte aan meer inzicht in de plantrespons en willen hier graag betrokken bij zijn; er is dus draagvlak. - Het huidige project Meer rendement uit belichting en CO2’ levert een ‘papieren’ protocol op. Dit project moet dit protocol vertalen naar een dynamische protocol op de klimaatcomputer waarbij de plantrespons centraal staat om het klimaat beter te kunnen sturen. De huidige kennis wordt als het ware vertaald in lijnen op de klimaatcomputer. - Chrysant en spathiphyllum dienen als voorbeeldgewassen waarbij de rekenregels hetzelfde zijn voor alle C3-planten. Wel zijn de plantparameters erachter soortspecifiek. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief, onder voorwaarde dat er een go / no go komt voorafgaande aan het project en dat de huidige BCO positief staat tegenover dit voorstel.
6.13 Ondersteuning actielijnen efficiënt fossiel en bio-energie Projectnummer: Uitvoerders: Energy Matters Looptijd: 1-3-2013 t/m 1-4-2014 Gevraagde bijdrage: € 105.270,Bijdrage begeleiding: nvt Projectbeschrijving Dit project geeft ondersteuning aan twee actielijnen uit het programma Kas als Energiebron: efficiënt inzetten van fossiel en bio-energie. Actielijn efficiënt fossiel: Het belang van WKK voor de glastuinbouw is groot. De WKK is een belangrijk onderdeel in KaE in de actielijn van het zo goed mogelijk inzetten van fossiele brandstof. WKK is de standaard op tweederde van de bedrijven en omdat het dus de benchmark is voor andere technieken, wordt de
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
26 / 33
15 februari 2013
ontwikkelingen op de voet gevolgd (monitoring, 6 dagen) en worden vooral ook de (markt)omstandigheden systematisch in kaart gebracht (barometer, 8 dagen). Daarnaast is het van belang dat de duurzaamheid van WKK verder omhoog gaat, om het goede imago te behouden. In dat kader wordt in dit project beoogd een pilot te realiseren voor een nieuwe methode van rookgasreiniging die een oplossing kan zijn voor de methaanslip problematiek (€ 15.000,- ex btw). Tenslotte worden ontwikkelingen van technologieën in kaart gebracht die het rendement van WKK kunnen verhogen, zoals brandstofcellen, ORC (10 dagen). Op dit moment zijn daar veelbelovende ontwikkelingen gaande, die voor de glastuinbouw perspectief kunnen bieden. Het onderdeel efficiënt fossiel kost in totaal € 47.190,- incl. btw. Het is ook de benchmark voor andere technieken. Daarom is het van belang om de ontwikkelingen en de marktomstandigheden van die benchmark nauwkeurig te volgen. Actielijn bio-energie: Bio-energie is een van de routes naar klimaatneutraal in de glastuinbouw. Het accent ligt op het benutten van regionale kansen, waarbij de aandacht nu verlegd wordt naar vergassing/vergisting. De afgelopen jaren is veel aandacht gegaan naar de houtketel en bio-wkk. De komende tijd zal de aandacht uitgaan naar vergassing/vergisting, waarbij de glastuinbouw de groen warmte/CO2 kan afnemen. Het gaat hierbij vooral om regionale matchmaking en inbrengen van tuinbouwkennis (10 dagen). Verder wordt de studiegroep bio-energie voortgezet (12 dagen), waar tuinders laagdrempelig informatie uitwisselen over vele onderwerpen zoals biomassaprijzen, contracten, technieken, subsidies, emissienormen, vergunningen etc. Het platform speelt ook een rol in het formuleren van onderzoeksvragen en aandachtspunten voor beleid. De studiegroep heeft behoefte aan 2x per jaar een excursie met inhoudelijke discussie, ervaringen uitwisselen en bezichtiging van techniek. Een derde activiteit is een update van de richtinggevenede visie “Met Groene Kracht Vooruit” van 2009 (14 dagen). Na drie jaar is veel gebeurd en ervaring opgedaan, tijd om alles op een rijtje te zetten en de kansen en knelpunten vast te stellen. Dit levert een doorkijk naar wat er tot 2020 zou moeten gebeuren op het terrein van het ontwikkelen van bio-energie. Energy Matters levert ondersteuning aan het beleid, o.a. op het gebied van de basisbedragen in de SDE+, het oplossen van knelpunten in de regelgeving en vergroening WKK (6 dagen). Tenslotten wordt 6 dagen ingezet op communicatie over de resultaten en projecten, incl. een update van het stappenplan houtstook. Het onderdeel bio-energie kost € 58.080,- incl. btw. Energy Matters voert ook projecten uit in de industrie, gebouwde omgeving en bio-energie, beleid. De glastuinbouw profiteert van daar opgedane kennis. Het betreft o.a. de WKK voorjaarsdag (glastuinbouw), Plagamo platform gasmotoren, Projectgroep Biomassa en WKK, Ondersteuning COGEN Nederland (belangenbehartiging WKK), begeleiding van tal van projecten in de industrie en andere sectoren. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn efficiënt fossiel (verbeteren rendement van (ketelhuis)installaties) en de actielijn bio-energie. Opmerkingen en toelichting: - Er is breed draagvlak voor dit project. Het is voorbereid met medewerkers van LTO Glaskracht Nederland en met de ondernemersgroep bio-energie, en met de overheid. Energy Matters heeft bewezen goede ondersteuning te geven aan diverse issues voor WKK en bio-energie in de glastuinbouw. - Het Ondernemingsplatform heeft twijfels bij de potentie van bio-energie waarbij bovendien de toepassingen ook regionaal zijn. Het onderdeel bio-energie geeft daarom een gemengd beeld in
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
27 / 33
15 februari 2013
het OP. Des te belangrijker om een update van kansen en knelpunten te maken om daar een gedeeld beeld te ontwikkelen. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief
6.14 Communicatieactieplan 2013 Kas als Energiebron Projectnummer: 12279.09 Uitvoerders: Ment, Tuinbouw Communicatie BV Looptijd: 1-3-2013 t/m 1-4-2014 Gevraagde bijdrage: € 120.000,Bijdrage begeleiding: nvt Projectbeschrijving KaE werkt vanaf de start structureel aan de doelstelling dat tuinbouwondernemers (koplopers en volgers) het programma KaE kennen, de ambitie en doelen onderschrijven en dat zij vervolgens stappen zetten op hun bedrijf om energie te besparen en te investeren in duurzame energie. Hiervoor wordt ieder jaar een communicatieactieplan opgesteld. Het plan voor 2013 borduurt voort op de aanpak tot nu toe, maar is in verband met de huidige ontwikkelingen bij het PT beperkt tot de belangrijkste lopende onderdelen en worden geen nieuwe activiteiten en middelen ontwikkeld. Op basis van de ervaringen en input vanuit diverse bijeenkomsten met ondernemers worden wel enkele accentverschuivingen doorgevoerd. Twee voorbeelden: De toeleveranciers en adviseurs worden ook primaire doelgroep, vanwege hun belangrijke kennis- en adviesrol richting tuinders. Een andere ontwikkeling is dat de communicatie geheel digitaal wordt, en ook meer visueel (filmpjes e.d.). Het communicatieactieplan benoemt primaire en secundaire doelgroepen en de bijbehorende boodschappen. De belangrijkste is dat in 2013 het beeld bij de tuinders over KaE wordt bijgesteld. KaE wordt vooral geassocieerd met semigesloten kassen en warmtelevering. Het programma is veel breder en dat dient steviger geprofileerd te worden. De volgende middelen en activiteiten worden ingezet: - Voorlichting en kennisuitwisseling (ala “de weken van HNT”) - Website energiek2020.nu: content en redactie, zoekfunctie, kennisarchief, nieuws vanuit KaE, blogs, social media twitter als @Kae2020 - Jaarplan 2013 in beknopte digitale vorm - Energiek2020 Event 18 april, samen met WUR en GreenQ - Uitvoering en coördinatie Inpassing Kas als Energiebron Dit is onderdeel van de actielijn Ondersteunend instrumentarium. Opmerkingen en toelichting: Communicatie over het hoe en waarom van het programma Kas als Energiebron en het beschikbaar stellen van de kennis die in het kader van het programma wordt ontwikkeld, is zeer belangrijk. Enerzijds vanuit het belang de tuinbouwondernemers te stimuleren op het gebied van energiebesparing en duurzaam. Anderzijds vanuit het belang om draagvlak te behouden voor het programma KaE (en de tuinbouwsector), bij de tuinders, maar ook bij overheden en algemeen publiek.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
28 / 33
15 februari 2013
Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
6.15 De teler aan zet voor valorisatie HNT (gerbera/aubergine) Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdrage begeleiding: Eigen bijdrage:
14790 TTO i.s.m. anderen 1-3-2013 t/m 1-11-2014 € 168.300 € 30.800 (al inbegrepen in de gevraagde bijdrage) € 80.000 (al verrekend met de gevraagde bijdrage)
Projectbeschrijving Dit project betreft de valorisatie van HNT voor de gerberateelt en voor de aubergine teelt. In beide gevallen ligt het initiatief bij een groep telers die zich verenigd hebben via TTO. Er zijn 3 gerbera bedrijven die in 2012 geïnvesteerd hebben in technieken om HNT toe te passen. Bij alle 3 de bedrijven wordt de teelt intensief begeleid door gerbera consult. Ook het warmteverbruik wordt gemonitord en op één bedrijf vergeleken met een referentie afdeling. De LBK’s die worden toegepast zijn van verschillende leveranciers, dus vergelijk tussen die LBK’s is ook nog mogelijk. Een groep aubergine telers is voornemens om gezamenlijk te investeren in technieken voor HNT in 2 een afdeling van 3.000 m op één van de deelnemende bedrijven. In het project kiezen zij gezamenlijk de uitvoeringsvorm van HNT. Na installatie start het monitoren van zowel de teelt (klimaat, productie)als het energieverbruik. Er is voorzien in intensieve teeltadvisering. Voor beide projecten is een stelpost beschikbaar om deskundige wetenschappelijke onderzoekers in te zetten. Dit onderzoek is bedoeld om verschijnselen die gedurende teelt zich openbaren te kunnen verdiepen. Op het bedrijf kunnen andere afdelingen als referentie dienen. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn energiebesparing in de teelt. Opmerkingen en toelichting: - Als de proef succesvol is, neemt de aubergine teler de installatie over voor € 20.000. Dat bedrag komt dan in mindering op de projectkosten. Als hij dit niet wil, wordt de installatie ontmanteld. - Het gerbera monitoring project is al begonnen met een financiering vanuit IPC (innovatie prestatie contract, EL&I innovatiesubsidie regeling voor het MKB) en eigen bijdragen van de deelnemende gerbera telers. - Het gerbera project borduurt voort op een succesvolle 3-jarige demonstratie van HNT gerbera door GreenQ/WUR/Gerberaconsult i.s.m. gerberatelers. - Ter voorbereiding voor HNT aubergine is reeds een bureau studie uitgevoerd door WUR waarin een de mogelijkheden van HNT aubergine zijn berekend en beschreven. Het huidige voorstel is een tussenstap op weg naar grootschaliger praktijk toepassing. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Dit project is al eerder beoordeeld en gehonoreerd door de Commissies, maar door het Bestuur on hold gezet na het opheffingsbesluit door het kabinet.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
29 / 33
15 februari 2013
6.16 Update Stappenplan aardwarmte Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage:
14899 Radboud Vorage i.s.m. operators en Agro Advies Bureau 1-3-2013 t/m 31-5-2013 € 11.592
Projectbeschrijving Het stappenplan aardwarmte is in 2010 gemaakt voor de ondernemers die zich willen oriënteren op het realiseren van een aardwarmte bron. Een update met de meest recente ervaringen is gewenst. In dit project wordt het stappenplan aardwarmte geactualiseerd. De nieuwe onderwerpen die worden toegevoegd zijn: • Bijvangst van olie en/of gas • Eisen van SodM • Verwijzing naar en samenvatting van VGZorgsysteem • Business case en kosten aspect • Clustering en benutting van de warmte • Aspecten m.b.t. financiering, subsidies, garanties en verzekeringen, fiscaliteit Daarnaast wordt de hele tekst geactualiseerd en aangepast waar nodig. Inpassing Kas als Energiebron Dit project betreft de actielijn geothermie Opmerkingen en toelichting: • De bestaande lay out wordt gehandhaafd, de nieuwe versie komt digitaal beschikbaar • Radboud Vorage is directeur van Greenhouse GeoPower (Koekoekspoder 1) Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
6.17 Onderzoek geochemie Projectnummer: Uitvoerder: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Eigen bijdragen:
14898 GPC Instrumentation Process en Kiwa Water Research (KWR) 1-3-2013 t/m 31-8-2013 € 185.000 € 35.000 in kind door de huidige operators
Projectbeschrijving Op dit moment zijn 7 aardwarmte bronnen operationeel in de glastuinbouw en 1 daarbuiten. In 2012 is door TNO een verkenning uitgevoerd i.v.m. operationele problemen bij een aantal bronnen. Deze hebben vooral te maken met een mindere injectiviteit en vraagstukken rond geochemie, filtering, onderhoud en levensduur van de bronnen. Ondanks dat er nu in totaal 8 bronnen gerealiseerd zijn in Nederland blijft het een jonge industrie waar nog veel kennis en ervaring moet worden opgedaan. TNO geeft aanbevelingen om de problemen te tackelen: 1. Eenduidige bemonstering van alle bronnen 2. Geochemische analyse 3. Simulatie per bron om verandering in o.a.. temperatuur te kunnen voorspellen
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
30 / 33
15 februari 2013
4. In volgorde testen van methoden om de infiltratie te verbeteren: met zuur, flushen of via hoge druk Naast verbetering van de huidige operatie spelen ook vragen rond een verdere verlaging van de retourtemperatuur door de inzet van een warmtepomp. Wat zijn de gevolgen voor de injectiviteit, het onderhoud en de levensduur van de bron? In het onderliggende project zijn de aanbevelingen van TNO verwerkt. De bemonstering gebeurt aan alle 7 bronnen en wordt uitgevoerd door KWR.. Dit maakt het vergelijk tussen de bronnen mogelijk en is een onderdeel van de analyse. Er zijn nl. grote verschillen tussen de bronnen onderling. Na de bemonsterings- en analysefase kunnen praktijktests worden uitgevoerd. Er is een go / no go beslissing voorzien tussen de analysefase en de testfase. De tests worden uitgevoerd bij 1 of 2 bronnen. GPC is een internationaal werkend, Frans bedrijf met een ruime expertise in monitoren en advisering van geothermische bronnen. KWR is het research instituut van de Nederlandse waterwinbedrijven met een ruime expertise en goede reputatie in onderzoek aan waterbronnen. Door TNO zal hoogstwaarschijnlijk een vervolgtraject op de eerdere verkenning worden uitgevoerd. Dit vervolgtraject zal echter uitsluitend kennisuitwisseling aspecten en modelsimulaties bevatten. Het voorliggende project sluit hierop aan omdat dit voorstel de praktijkmetingen en praktijktest bevat. De 2 projecten zullen elkaar dus versterken. Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn geothermie Opmerkingen en toelichting: • De begroting van de testfase is nog niet in detail uitgewerkt. Daarom kan dit onderdeel slechts onder voorbehoud van goedkeuring na een go / no go worden gehonoreerd. • Het voorstel wordt ondersteund door alle 7 glastuinbouwoperators. • Aanbevolen wordt om een BCO te vormen met daarin de operators, TNO en een vertegenwoordiging van KaE. • Het onderzoek is van belang voor zowel de huidige bronnen, maar nog meer voor toekomstige te realiseren aardwarmte bronnen. Zij kunnen bij aanvang al gebruiken maken van de kennis die uit dit project komt. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief, hoge prioriteit, onder voorwaarde dat: • Er nog een meer gedetailleerdere beschrijving van de werkpakketten inclusief begrotingen komt. • Er een go / no go voor de testfase komt, • Er een BCO inclusief begeleiding vanuit KaE komt.
6.18 Begeleiding en communicatie Projectnummer: 14225 Uitvoerders: Varierend, vaak LTO Groeiservice. Gevraagde bijdrage: € 100.000,-
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
31 / 33
15 februari 2013
Projectbeschrijving De betrokkenheid van tuinders bij projecten is cruciaal voor o.a. een goede uitvoering van een teeltproef en een goede kennisoverdracht en –interactie. Dit wordt vaak door LTO Groeiservice georganiseerd door begeleidingscommissie te vormen en de vergaderingen te organiseren. Ook wordt de communicatie daarmee deels verzorgd door bijv. stukken te schrijven voor nieuwsbrieven of het organiseren van excursie of open dagen. Hiervoor was in het verleden een apart budget voor beschikbaar. Op basis van inschattingen van het secretariaat per project van de hier voorliggende projecten wordt voorgesteld weer een budget beschikbaar te stellen. De kosten bestaan voor de helft uit m.n. een gewasmanager en daarnaast voor de helft voor vacatie- en kilometervergoedingen voor tuinders. Per project wordt van te voren een begroting ontvangen voor de begeleiding / communicatie. Het gaat hierbij om de volgende projecten: 6.4 Grip op licht 6.6 Biologisch grond ontsmetten 6.7 Energiezuinig belichten chrysant 6.9 onderzoek naar CO2-efficientie van de plant 6.11 Stuurlicht in de lelieteelt 6.12 Softsensor voor energie-efficiente plantmonitoring Daarnaast is een extra bedrag gereserveerd voor het project Perfecte roos aangezien het eerder geschatte bedrag te laag was. Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Positief. Hoge prioriteit.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
32 / 33
15 februari 2013
BIJLAGE 2. Projecten met een negatief advies 1.
Optimaliseren: de volgende stap in HNT
Uitvoerders: Looptijd: Gevraagde bijdrage: Bijdrage derden:
GreenQ + WUR 1-1-2013 t/m 1-1-2014 € 247.285 € 427.000 door leveranciers en GreenQ plus € 135.000 SAV/verdampingsproject
Projectbeschrijving Samen met 5 leveranciers heeft GreenQ Improvement Centre een demonstratie project georganiseerd in 3 afdelingen. Hier worden de effecten van volgende behandelingen onderzocht: • Klimaat en watergift sturing met Top Crop (Priva) • Afschermen van licht pieken in de zomer (LS Harmony scherm) • Ontvochtigen met geforceerde ventilatie (LBK van Van Dijk Heating) • Dubbel XLS 10 scherm op één dradenbed (LS) • Watergift strategieën en verdampingsonderzoek (Grodan en Paskal weegunit) • Toepassen van Natugro groei bevordering (Koppert) Deze teelt demonstratie in 3 afdelingen is al gestart en wordt mede gefinancierd door de betrokken bedrijven. In het huidige project plan wordt voorgesteld om naast de demonstratie een intensief onderzoeksprogramma aan deze 3 teelten uit te voeren. De verschillende behandelingen kunnen beschouwd worden als optimalisatie stappen van Het Nieuwe Telen. Tevens wordt een verbinding gelegd met het onderzoeksproject “Verdamping: balans tussen noodzaak en overmaat”. Onderzoek aan gewassen binnen dit project kan deels worden uitgevoerd aan de 3 demonstatie gewassen. Het extra onderzoek waarvoor nu de aanvraag wordt gedaan betreft in hoofdzaak nog niet geplande waarnemingen en analyse in de 3 afdelingen, in het bijzonder: • Gedetailleerde analyse van watergift data, verdamping en nutrienten opname • Vergelijken energie en CO2 verbruik met Kaspro modellering • Metingen aan huidmondjes • Metingen aan smaak en houdbaarheid • Metingen aan actuele fotosynthese met een Multi head PAM meter Deze extra analyse moet de onderbouwing en verdieping geven over de effecten op teelt, klimaat en energiebesparing van: • verschillende schermen • geforceerde ventilatie • waterverbruik en gewasverdamping • Top Crop • Natugro Inpassing Kas als Energiebron Dit is een valorisatie project en betreft de actielijn energiebesparing teelt. Opmerkingen en toelichting: • Het project wordt intensief begeleid door telers • Door toevoeging van dit onderzoeksproject komen de resultaten van de demonstratie in 3 afdelingen openbaar beschikbaar voor de hele sector.
Bladzijde
Zoetermeer d.d.
33 / 33
15 februari 2013
•
Wetenschappelijk gezien worden geen afzonderlijke behandelingen vergeleken. Door goede analyse van de bijdrage van een onderdeel van het systeem in samenhang met alle andere onderdelen van het systeem kunnen de conclusies echter de zelfde kracht hebben als bij de eerdere demonstratie projecten van KaE in het GreenQ IC.
Advies Ondernemingsplatform Energie en CO2: Negatief.