TENTOONSTELLING JOAN MIRÓ
Dossier voor de leerkracht Deze brochure bevat een ludieke wegwijzer doorheen het leven, werk en universum van Joan Miró. Ze is bestemd voor de leerkrachten uit de lagere school en uit de eerste graad van het middelbaar onderwijs. Zij vinden hier vragen en oefeningen die zowel vóór, tijdens als na het bezoek aan de tentoonstelling uitgewerkt kunnen worden. Bijkomend didactisch materiaal (wetenschappelijke en iconografische informatie) is te vinden in de catalogus van de tentoonstelling.
Brugge – Site Oud Sint Jan
Een artiest met wereldfaam In de fantastische wereld van Joan Miró ontmoeten de schilderkunst en de dichtkunst elkaar. In dit poëtische universum, leven vreemde, buitengewone wezens. Met enkele kleuraccenten schept de schilder tekens en wonderlijke figuren. Manen, sterren, zonnen, maar ook ogen en enkele levende figuren zweven in de schilderijen. Miró laat de toeschouwer dromen. Volgens André Breton is Joan Miró dan ook “de grootste van alle surrealistische kunstenaars”.
Over deze tentoonstelling Inleiding : denk samen na over de volgende vragen. Gebruik eerst je parate kennis, zoek in je eigen leefwereld en raadpleeg daarna een woordenboek. Wat is een tentoonstelling ? En een museum ? Ken je musea (uit eigen bezoek, TV, krant) ? In je dorp, land of elders ? Waarover gaan deze exposities ? In welke context ben je naar die tentoonstelling of dat museum geweest ? Wat heb je ervan onthouden ? Wat is het doel van een tentoonstelling/museum ? Opdracht : maak twee kolommen, Museum en Expo. Elke leerling noteert zijn tussenkomst in de juiste kolom, eventueel met persoonlijke documentatie. Musea en monumenten in jouw achtertuin ? Is er een museum of monument bij jou in de buurt ? In de buurt van de school ? Voor de oudere leerlingen: verzamel informatie over musea en monumenten in de provincie. Ga hiervoor naar de bibliotheek en de VVV. Hou hierover een kleine spreekbeurt. Gebruik hiervoor affiches, catalogi, internetinformatie)
De “Joan Miró” tentoonstelling te Brugge Wie heeft het initiatief genomen om de tentoonstelling te bezoeken? Waar vindt ze plaats ? Hoe ga je ernaar toe ? Welke personen kom je tegen op de tentoonstelling ? (bewaarders, bezoekers, journalisten) ? Benoem deze personen en beschrijf hun taak. Hoe zijn de werken van Miró tentoongesteld ? Hoe zijn ze te herkennen ? Waar komen ze vandaan?
Het leven van Joan Miró Joan Miró wordt geboren op 20 april 1893 te Barcelona. Zijn vader is een horlogemaker-juwelier. Joan verveelt zich op school, hij tekent liever. Als hij veertien jaar oud is, volgt hij les aan de school voor Schone Kunsten te Barcelona. Na deze studies werkt hij twee jaar als klerk in een drogisterij. Hij voelt zich zo ongelukkig dat hij een zenuwinzinking krijgt. Hij gaat herstellen op de familieboerderij in de buurt van Barcelona. Daar begrijpt hij dat schilderen zijn roeping is. Hij begint te schilderen en ontmoet in Barcelona artiesten als Marie Laurencin, Max Jacob en Francis Picabia. In 1920 vertrekt Miró naar Parijs waar hij Picasso ontmoet. Deze twee mannen zullen hun leven lang vrienden blijven. Vanaf 1923 begint Miró - onder invloed van het surrealisme - eigen beelden te schilderen die uit zijn onbewuste opduiken. Hij vervormt de werkelijkheid tot een denkbeeldige wereld waarin allerlei figuren leven. Toch blijft hij deze droomwereld realistisch weergeven. In 1929 trouwt hij in Palma de Mallorca met Pilar Juncosa. Hun dochter Dolores ziet het levenslicht in 1931. In 1944 begint Miró keramiek te maken evenals beeldhouwwerken in brons en in gebakken klei. In 1947 vertrekt hij naar New York en maakt er zijn eerste grote muurschildering voor een restaurant in Cincinnati. In 1956 maakt hij samen met zijn vriend Artigas het grote kunstwerk in keramiek dat het UNESCO -gebouw te Parijs versiert. Hij laat een groot atelier bouwen in Palma de Mallorca waar hij zijn monumentale werken kan schilderen. Op het einde van zijn leven maakt hij door elkaar schilderijen, keramiek, etsen en beeldhouwwerken. Hij richt de “Fondation Miró” op te Barcelona, die in 1975 haar deuren opent. Hij sterft in 1983 op 90-jarige leeftijd. Zijn echtgenote sticht een tweede “Fondation Miró”, deze keer in Palma de Mallorca, naast de ateliers van Miró, zoals hij het zelf had gewild.
Lees de biografie van Joan Miró en bezoek de tentoonstelling. Zet een cirkel rond het goede antwoord (er zijn meerdere goede antwoorden mogelijk) 1. Joan Miró is een schilder uit: a) België b) Duitsland c) Spanje d) Italië 2. Hij heeft vooral: a) geschilderd b) gebeeldhouwd c) keramiek gemaakt d) muziek gemaakt 3. Hij is een kunstenaar: a) uit de oudheid b) uit de moderne tijd 4. Hij heeft gewerkt: a) in Frankrijk b) in Spanje c) In Zwitserland d) In Italië e) in Amerika 5. Hij had twee zonen a) waar b) niet waar 6. Hij reist voor de eerste keer naar New York om: a) aan WOII te ontsnappen b) New York te leren kennen c) er een muurschildering te maken d) er een beeldhouwwerk te maken 7. Miró heeft samengewerkt met zijn vriend Artigas. Zij maakten: a) keramiek b) schilderijen c) beeldhouwwerken Oplossing: 1) c - 2) abc - 3) b - 4) abe - 5) b - 6) c - 7) a
De tekens van Joan Miró Sommige critici vinden het werk van Joan Miró kinderlijk en kinderachtig. Hij hanteert immers een eigen beeldtaal met eenvoudige lijnvoering. Deze stijl lijkt op degene die kinderen in hun tekeningen gebruiken. Vooral sinds WOII, zuivert Miró zijn beeldtaal en herleidt ze tot pure essentie. Maar in elke lijn en elke kleur schuilt een diepere gedachte en elke lijn en kleur harmonieert perfect met zijn omgeving. In het werk van Miró komen ook steeds weer dezelfde figuren of tekens terug.
“de sterren” Deze sterren zijn symbolen van de reis naar de hemel, het oneindige en ze benadrukken het dromerige van het werk. Teken hier een ster op de wijze van Miró.
“de vrouw” De vrouw in Miró’s werk is de Universele Vrouw, volks en eenvoudig. Een figuur met drie haren op het hoofd volstaan om haar te scheppen. Teken hier de Vrouw op de wijze van Miró.
“de ladder” De ladder is de weg van het aardse bestaan naar de hemel. Langs de ladder kan de mens ontsnappen aan de angst van het aardse bestaan. Teken hier een ladder op de wijze van Miró.
“de vogel” De vogel vliegt omhoog en hij is vrij.”Een vogel in de lucht, dat is indrukwekkend”, zei Miró. Teken hier de vogel op de wijze van Miró.
“de zon” Miró zegt over zijn geboorteland Spanje:”er zijn rode bergen, een prachtige hemel en een fascinerende zonneschijf”. Teken hier de zon op de wijze van Miró.
Ga op zoek naar de volgende drie werken van Miró. Voeg aan elke beeld het ontbrekende teken toe.
Het spel van de 4 vergissingen. We hebben in een beeld van Miró 4 fouten aangebracht. Zoek het werk en omcirkel de 4 fouten.
Teken op de wijze van Miró Maak de volgende oefening als je weer in de klas bent of terug thuis: neem een vel papier en verf of potloden in de primaire kleuren; kies een achtergrondkleur, zo creëer je de indruk van materie; gebruik vormen, lijnen en figuren “op de wijze van Miró”; gebruik felle kleuren. Je kunt het onderstaande doek nabootsen of een meer persoonlijk werk maken; - Geef aan jouw werk een eigen naam! -
De plaats van Miró in de moderne kunst Miró is beroemd omwille van zijn kleurige schilderijen vol betekenisvolle vormen en tekens.In het begin van zijn carrière echter schilderde hij ook “gewone” stillevens, portretten en landschappen. Hieronder vind je de namen van verschillende richtingen in de moderne kunst die elk op hun manier zijn werk hebben beïnvloed. Zoek het ontbrekende woord in de onderstaande definities. (Zoek in de onderstaande lijst)
ABSTRACTE KUNST
De abstracte kunst ontstaat in de 20e eeuw. De kunstenaar verlaat de idee om de omgeving realistisch weer te geven. Hij verkiest het.................. , kleur en materie gaan vóór de vorm.
DADA
De dadaïsten zijn oneerbiedig en.................... Zij misprijzen de oude normen van de kunst. Zij zoeken een maximum aan creatieve vrijheid.
CUBISME
Pablo Picasso en Geirges Braque hebben het cubisme ontwikkeld tussen 1907 en 1914. De cubisten willen de schilderkunst heruitvinden: ze laten het juiste perspectief links liggen, ze herleiden vormen tot volumes en..................... Zo wordt het beeld krachtiger. Ze schilderen de dingen vaak vanuit verschillende gezichtspunten, alsof ze rond draaien.
SURREALISME
In 1924 legt de Franse dichter André Breton de grondslag van het surrealisme. Hij bepaalt dat in het scheppingsproces de droom en het onbewuste de overhand moeten krijgen op de realiteit. De surrealisten scheppen een werk zonder erover na te denken, alsof ze in................................ verkeren.
FAUVISME
Deze kunstrichting uit het begin van de 20e eeuw valt op door de durf waarmee................................. wordt gebruikt. De fauvisten doen een beroep op een hevig, helder en puur kleurenpalet.
DE FIGURATIEVE KUNST Een figuratief werk wil de werkelijkheid weergeven zoals ze in werkelijkheid is. Je kunt het........................ probleemloos herkennen. Ontbrekende woorden: kubussen – onderwerp - denkbeeldige - extravagant - hypnose - kleur