technische universiteit eindhaven
Onderwijs Service Centrum
jaarverslag 2001
Jaarverslag 2001
Onderwijs Service Centrum
o. Voorwoord ............................................................................................................................ 2 Onderwijsvernieuwing ...................................................................................................... 3 r.r ICT en onderwijs ....................................................................................................... 3 r.2 Ontwerpgericht Onderwijs (OGO) ........................................................................... 5 1.3 Aansluiting VWO-TU Je ........................................................................................... 8 1.4 Overige activiteiten op het gebied van onderwijsvernieuwing .............................. 9 2 Onderwijskundige professionalisering van docenten ................................................... 12 . eh ... 2.1 Cursussen met open 1ns nJVIng ........................................................................... 12 2.2 Cursussen op maat .................................................................................................. 14 2.3 Cursussen en presentaties extern .......................................................................... 16 2.4 Samenvatting en conclusies ................................................................................... r6 2.5 Prognose 2002 ......................................................................................................... 18 3 Kwaliteitszorg & Evaluatie .............................................................................................. 19 3.1 Inleiding .................................................................................................................. 19 3.2 Studie(mid)dagen ................................................................................................... 19 . ct'lVl'tei'ten .............................................................................................. 19 3·3 Coa eh Ingsa 3·4 Advisering ............................................................................................................... 19 3-5 Activiteiten in het kader van onderwijsvisitatie .................................................... 20 3.6 Notities .................................................................................................................... 20 3·7 Enquêtering ............................................................................................................. 20 , 3.8 Samenvatting en conclusies ................................................................................... 20 3·9 Prognoses voor 2002 ............................................................................................... 21 4 Beleidsondersteuning College van Bestuur, Overleg Opleidingsdirecteuren en opleidingen .............................................................................................................................. 22 4.1 Invoering bachelor-masterstructuur ..................................................................... 22 4.2 Academische vorming ............................................................................................. 23 4·3 ABET ......................................................................................................................... 23 .. . 'tat'Ie I n1orma r t'Ica .............................................................................. 24 4·4 0 n d erwiJSVlSI 4·5 Overige beleidsondersteuning ............................................................................... 24 4.6 Ontwikkeling toekomstvisie OSC .......................................................................... 24 5· Personele aangelegenheden en beheer .......................................................................... 25 5.1 Formatie omvang ..................................................................................................... 25 5.2 Functioneringsgesprekken...................................................................................... 25 5·3 Satisfactiepeiling personeel. .................................................................................... 25 5·4 Samenstelling OSC peildatum 1-12-01 .................................................................. 26 5·5 Interne professionalisering en werkoverleg ......................................................... 28 5.6 Lidmaatschappen .................................................................................................... 28 5· 7 Beheer ...................................................................................................................... 29 6. Publicaties ................................................................................................................... 30 6.1 Brochures ................................................................................................................ 30 6.2 Notlt1es .................................................................................................................... 30 6.3 Rapporten ................................................................................................................ 30 6.4 Externe publicaties/presentaties ............................................................................. 31 1.
I
o. Voorwoord
Het vijfde jaar van het bestaan van het Onderwijs Service Centrum (OSC) mag een moeilijk jaar worden genoemd. Als gevolg van de AVA operatie was het OSC enerzijds onder aansturing van het overleg opleidingsdirecteuren geplaatst, anderzijds in een krimpscenario beland. Er gold een vacaturestop en ook verlenging van tijdelijke aanstellingen was niet langer toegestaan. Hoewel de vraag vanuit de faculteiten en het College van Bestuur naar de diensten van het OSC redelijk constant bleefkon hieraan steeds minder voldaan worden vanwege de gestaag teruglopende capaciteit. De capaciteit voor kwaliteitszorg en onderwijsvernieuwing nam zeer sterk af, de capaciteit voor docentenprofessionalisering werd in mindere mate aangetast. Dit jaarverslag geeft naast enige algemene informatie over het OSC een beeld van de werkzaamheden die door de medewerkers zijn verricht in 2001. Waar mogelijk worden deze activiteiten gekwantificeerd. Ook een korte vooruitblik op de activiteiten die gepland staan voor 2002 kunt u vinden in dit verslag. De werkzaamheden van het OSC vinden hoofdzakelijk plaats op een drietal gebieden, te weten: 1. Onderwijsvernieuwing, waaronder: ICT in onderwijs Aansluiting VWO-TU je Ontwerp Gericht Onderwijs 2. Onderwijskundige professionalisering 3· Kwaliteitszorg Daarnaast verleent het OSC beleidsondersteuning aan het College van Bestuur, het Overleg Opleidingsdirecteuren en faculteiten. Het jaarverslag volgt bovenstaande indeling in de beschrijving van de activiteiten. Het geeft een overzicht, maar reikt wellicht ook ideeën aan. Mocht u suggesties of vragen hebben of wilt u samen met ons kijken welke ideeën ook voor u bruikbaar zijn, neem dan gerust contact met ons op.
2
1.
Onderwijsvernieuwing
1.1
ICT en onderwijs
Medewerkers: Ruud van Vliet, Miehiel Schok, Christina Morgan, Annemiek Kamp (tfm maart) Omvang: I,6 fte Ook in 200I is er binnen de TU fe-opleidingen gewerkt aan de integratie van ICT in het onderwijs. ICT wordt ingezet als onderwijsleermiddeL Denk daarbij aan simulaties, oefeningen, toetsen en dergelijke. Daarnaast wordt ICT ingezet als gereedschap om te gebruiken tijdens het leerproces bij het maken van werkstukken, het verzamelen van informatie, het communiceren met anderen, het bewerken van informatie enzovoort. Het OSC adviseert docenten en opleidingsdirecteuren over het gebruik van ICT in het onderwijs. Deels gebeurt dit in het kader van de workshops op het gebied van ICT die het OSC verzorgt voor docenten (zie daarover meer onder het hoofdstuk Professionalisering). Daarnaast verstrekt het OSC losse adviezen en is het betrokken bij I CT-projecten die op de faculteiten lopen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste activiteiten op het gebied van ICT van de betrokken OSC-medewerkers in het afgelopen jaar. Ontwikkelen en verzorgen workshops
Onderwijs webpagina's, ALN, Multimedia, Interactief oefenen en toetsen. De volgende I CT workshops werden uitgevoerd: Asynchrone leernetwerken (2 maal), Multimedia in het Onderwijs (I maal), Interactief Oefenen en Toetsen (I maal), didactisch gebruik van Internet (I maal). Dit zijn workshops die van oorsprong vanuit het OSC waren opgezet. In verband met de geringe belangstelling is besloten om de workshop didactisch gebruik van Internet niet langer te verzorgen. De workshop ALN is in verband met het in 200I aangevraagde SURF project 'Virtuele Projectruimte voor leren Ontwerpen en Onderzoeken' omgedoopt tot 'VPR workshop'. In 200I is een intensievere samenwerking met de groep ICTOO tot stand gekomen. Deze samenwerking heeft als voordeel dat de gezamenlijke personele en materiële middelen efficiënter kunnen worden ingezet. De samenwerking betrof in 200I de cursussen 'FrontPage' en 'Flash'. Door het samen verzorgen van de 'FrontPage' cursus is de workshop Onderwijs Webpagina's van het OSC deels geïntegreerd in de FrontPage cursus en als losse cursus vervallen. De 'FrontPage' cursus is in 200I tweemaal gegeven, met in totaal I9 cursisten. De oorspronkelijke workshop 'Multimedia in het Onderwijs' is vervallen dankzij de gezamenlijke verzorging van de 'Flash' cursus, waarin de oude workshop deels is geïntegreerd. De 'Flash' cursus is in 200I eenmaal gegeven met I4 deelnemers. In het jaar 2002 zal de samenwerking met de groep ICTOOverder worden uitgebreid. B\j de faculteit TM zijn enkele maatwerk workshops over het gebruik van Outlook voor projectonderwijs gehouden. Ondersteuning individuele docenten
In 200I met name Corné Dirne en Leon Osinski (opleiding TBdk en TM) +ondersteuning ontwikkeling studyweb TM (Frank Vercoulen)
3
Ten behoeve van het vak 'Productiebeheersing' bij TBdk is in samenwerking met enkele student-assistenten een pakket interactieve oefeningen gemaakt. Hierbij is gebruik gemaakt van het pakket 'Hot Potatoes'. De docent is tevreden met het resultaat en de oefeningen worden gebruikt ter ondersteuning van het leerproces bij de studenten. Ten behoeve van de computertraining van eerstejaars studenten bij TM is een instaptoets gerealiseerd. Het probleem van de docent was dat eerstejaars studenten vaak denken dat ze voldoende beheersing van met name 'MS Word' hebben, terwijl dat in feite niet zo is. Met behulp van de instaptoets kan de docent beoordelen of verdere training noodzakelijk is. De instaptoets maakt gebruik van het pakket QuestionMark. Bij de instaptoets wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de grafische mogelijkheden van QuestionMark. Projectaanvraag SURF en projectleiding
Er zijn verschillende voorlichtingsbijeenkomsten van SURF bezocht. Naar aanleiding daarvan is een aanvraag ingediend voor een project genaamd 'Virtuele Project Ruimte voor leren Ontwerpen en Onderzoeken'. De basis hiervoor vormde het concept Asynchrone Leemetwerken. Als partner is de Universiteit Utrecht gevonden, met name het IVLOS en de faculteit Scheikunde. Vanuit de TU je nemen de opleidingen TeMa, TBdk, het centrum TDO en het OSC deel. De TU je fungeert als penvoerder. Het projectleiderschap berust bij het OSC. De aanvraag betreft het gebruik van de OutlookjExchange-omgeving als samenwerkingsplatform voor groepen studenten die in projectvorm samenwerken. De belangrijkste kenmerken van de aanvraag waren de inzet van bestaande en reeds in gebruik zijnde software en de focus op professionalisering van docenten die bij SURF hoge ogen gooiden. De totale projectbegroting beloopt euro s6o ooo. De subsidiëring geschiedt op matching basis. De startdatum van het project is I september 2001 en de einddatum 31 augustus 2003. SURF Project Polaris
2
In 2001 is het Polaris 2 project afgerond. Dit samenwerkingsproject met Universiteit Maastricht is in 1999 gestart, en heeft een softwarepakket opgeleverd dat ingezet kan worden bij groepswerkvormen waar probleemgestuurd onderwijs een rol speelt. Na twee experimenten bij de faculteit TM en BMT is het project succesvol afgesloten. Publicaties, congressen, artikelen
Asynchrone leernetwerken Over Asynchrone leemetwerken (VPR) zijn presentaties gehouden bij het landelijk ICT-O platform PODIUM, bij de Hogeschool van Utrecht, bij het !VLOS en bij verschillende SURF bijeenkomsten. Met hetzelfde onderwerp is bij een SEFI congres te Galway een paper gepresenteerd. Simulation and Gaming-dag Het OSC heeft samen met SURF en het congresbureau van de TU je een Simulation and Gaming-dag verzorgd, die plaatsvond in het Auditorium. Behalve de organisatorische · zaken heeft het OSC daar 2 workshops over het gebruik van Flash voor onderwijsdoeleinden en doorlopende demonstraties van simulaties verzorgd. Jaarcongres KNCV Op verzoek van de KNCV is een presentatie op hun jaarcongres in het Evoluon verzorgd. De aanleiding hiertoe was een pakket interactieve oefeningen dat het OSC in voorgaande jaren ten behoeve van het vak Proceskunde van de opleiding Scheikundige technologie heeft ontwikkeld.
4
BITE 2001 conferentie
Op 22 24 november 2001 werd op verzoek van de rector magnificus een internationale conferentie genaamd "Bringing Information Technology to Education" (BITE), over het gebruik van ICT in het hoger onderwijs georganiseerd. Reden hier voor was dat de TU Je enige jaren geleden het notebook project heeft ingevoerd. De rector zag BITE 2001 als een geschikt middel om: De universiteit internationaal op de kaart te zetten wat betreftICTin het hoger onderwijs TU je medewerkers de gelegenheid te geven om te laten zien wat zij op het gebied van ICT in hun onderwijs hebben gedaan, en om te leren van anderen hoe zij ICT toepassen. De conferentie was zeer geslaagd. Er waren ro bijdragen van TU Je medewerkers van de in totaal 50 conferentiebijdragen. Vanuit het OSC werd een paper over de Virtuele Projectruimte gepresenteerd. Het bijbehorende artikel verschijnt in 2002 op de Proceedings CD. Verder is er tijdens de conferentie een workshop van een dag over het gebruik van Flash voor onderwijsdoeleinden verzorgd door het OSC. Er was een zeer internationaal deelnemersveld. Van de 150 deelnemers kwam de helft uit landen als Engeland, Duitsland, Australië, Polen en Zweden. BITE 2001 werd in samenwerking met het Congresbureau georganiseerd en verliep organisatorisch en technisch nagenoeg vlekkeloos. Dit heeft ertoe geleid dat de SURF organisatie een vraag heeft ingediend of de TU je bereid is om andere internationale conferenties te organiseren. Collegiale ondersteuning
Voomarnelijk ICT, computerbeheer, cursusadministratie. Vergaderingen, teambuilding (intern)
Deelname aan landelijk overleg 5% SURF, Podium (plv voorzitter), EduCP-bijeenkomsten (SURF) Bijhouden literatuur
In 2002 zal een verschuiving plaatsvinden in de richting van het SURF-project. Dit zal stijgen tot naar schatting 25%. Dit zal ten koste gaan van andere activiteiten. 1.2
Ontwerpgericht Onderwijs (OGO)
Medewerkers: Wynand Wijnen, Dirk-Jan Mulders, Christina Morgan, Jacob Perrenet, Anton Retel Helmrich, Harry van de Wouw. Omvang: 1,4 fte Vermindering van capaciteit
De capaciteit van het OSC voor ondersteuning van ontwikkeling en implementatie van het onderwijsconcept OGO liep al in 2000, vooral als gevolg van de 'AVA-operatie', drastisch terug (zie jaarverslag 2000); in 2001 zette die trend zich helaas nog voort. Twee leden van de OGO-groep beëindigden hun activiteiten voor OGO vanuit het OSC. Nog eens twee leden moesten in de loop van het jaar hun activiteiten deels in de richting van beleidsondersteuning verleggen. Eén van die twee, Professor Wijnen, kwam in de loop van het jaar tot de conclusie dat de omstandigheden voor hem niet langer geschikt waren om OGO krachtig te stimuleren en beëindigde met de jaarwisseling zijn dienstverband.
5
Deze teruggang in capaciteit werd voor een klein deel gecompenseerd door de omzetting van een parttime detachering in een fulltime aanstelling van een ander lid. Desalniettemin werd ook in het jaar zoor verder gewerkt aan diverse aspecten van de implementatie van OGO en ontwikkeling van OGO als onderwijsconcept. Genoemde capaciteitsproblemen verhinderden bij een aantal aspecten snelle resultaten. Brochure Beoordeling
De vierdeOGO-brochure kwam uit: Beoordelen van Groepswerk bij Ontwerpgericht Onderwijs. Gezien de vraag bleek deze brochure bij diverse opleidingen in een behoefte te voorzien. Ontwikkeling van OGO als onderwijsconcept
Een vergelijking met innoverende en klassieke onderwijsmodellen leverde voorlopig op dat ten eerste OGO als onderwijsmodel op de dimensies van taak, proces, product en toetsing voor een deel studentgestuurd is en dat ten tweede OGO als onderwijsmodel consistent is, dat wil zeggen dat een curriculum als geheel op deze vier dimensies gekarakteriseerd kan worden. Voorts lijkt koppeling aan het begrip competentie vruchtbaar. Externe presentatie van OGO
In Onderzoek van Onderwijs verscheen een artikel over meeliftgedrag bij samenwerkend leren, gebaseerd op een onderzoek beschreven in jaarverslag 2000. Op een conferentie in Johannesburg van de IUT (Improving Learning and Teaching at l:he University) werd een paper gepresenteerd (Innovation in Progress; Design Based Learning at the Technische Universiteit Eindhoven) en opgenomen in de proceedings. De OGO-ontwikkeling binnen de faculteiten
Binnen de faculteit Elektrotechniek is het onderdeel "Vaardigheden in een technischwetenschappelijk curriculum" voor de opleiding Elektro- en Informatietechniek door het OSC ondersteund. Voor de technische vaardigheden is een vaardighedenlab ingericht en georganiseerd. De bijdragen van het OSC waren voornamelijk de volgende: adviezen over het startklaar maken van het vaardighedenlab, de didactische aanpak, het schriftelijk ~tudiemateriaal, de begeleiding, de inschrijving, de toelatiug, de afronding en de beoordeling. In zoor zijn de volgende zaken gerealiseerd: uitwerking van de relatie vaardigheden - blokvakken, opstellen van leerdoelen per vaardigheid, per jaar vaststellen van opbouw in (deel)vaardigheden naar moeilijkheidsgraad, formuleren van toelatingseisen en realiseren van integratie vaardigheden met projecten. Eind zoor is het project afgerond. Verder werd vanuit het OSC geadviseerd bij de invoering van een portfolio. Bij de faculteit Wiskunde 6{ Informatica werd vanuit het OSC in zoor continue ondersteuning bij de verdere implementatie van OGO gegeven. Bij Technische Wiskunde werd een nieuwe versie van een docentenhandleiding gemaakt, werden beoordelingsformulieren ontwikkeld en de coördinatie van het OGO-onderwijs ondersteund. Bij Technische Informatica werd de OGO-stuurgroep (een overleg van projectcoördinatoren en andere betrokkenen) nieuw leven ingeblazen en opnieuw gestructureerd, een experiment met peer-assessment gestart, een OGO-evaluatiecolloquium georganiseerd en een introductieochtend voor nieuwe tutoren gehouden. Bij beide opleidingen werd op de OGO-ondersteuner een breder beroep gedaan in het kader van vernieuwingsactiviteiten.
6
De nieuwe opleiding Industrial Design van de gelijknamige faculteit ging in september 2001 van start met als onderwijsconcept 'de student als juniormedewerker'. Centraal staan een aantal globale competenties. Diverse OSC-ers adviseerden bij de ontwikkeling en de uitvoering, onder meer wat betreft de vormgeving van het portfolio en de daaraan gerelateerde beoordeling. Voor de opleiding Werktuigbouwkunde binnen de faculteit Werktuigbouwkunde werd vanuit het OSC bijgedragen aan een voorstel voor een meer projectmatige probleemoplossingsstrategie, te gebruiken binnen OGO, in plaats van de 7-sprong uit PGO. Voor de opleiding Scheikundige Technologie werd bijgedragen aan het meer projectmatig opzetten van onderdelen van het geïntegreerd 2e jaars practicum 6Ao22. Bij een ander onderwijsonderdeel (grensvlakchemie) werd een serie adviezen over toetsing gegeven. Voor de opleiding Biomedische Technologie werd bijgedragen aan een voorstel voor scholing van studenten en docenten in voor projecten relevante competenties. Tevens werd in het kader van de internationale conferentie "Biomedical Engineering Education in Europe" (Eindhoven, 31 oktober) een lezing gegeven met als onderwerp samenwerkend leren. De opleiding Techniek en Maatschappijwerd geadviseerd over de vormgeving van projecten. Op het punt van de interfacultaire projecten stagneerde de TU fe-brede ontwikkeling enige tijd, door problemen op het punt van het delen van verantwoordelijkheid over zaken als projectinhoud, toetsing, waardering en verroostering. Slechts enkele faculteiten gingen samen, los van de andere, door met de ontwikkeling. Toch werd op einde van het jaar in het Bestuurlijk Overleg besloten, dat bij elke opleiding de Bachelorfase met een interfacultair project zou moeten worden afgesloten. De hoop is dat deze beslissing opnieuw een impuls zal geven voor de universiteitsbrede ontwikkeling van deze projecten, zodat ook OSC-ondersteuning gegeven kan worden bij de verdere uitwerking. In het verslagjaar zijn wegens capaciteitsgebrek slechts kleine vorderingen gemaakt in de ontwikkelingen van een OGO-lijn van OSC-cursussen voor docenten. De uitvoering van een aangekondigde OGO-cursus werd extern ingevuld. Centraal beleid ten aanzien van OGO
Als vervolg op een eerdere inventarisatie door de studentenfractie van de Universiteitsraad, Groep Eén, en het daaruit voortvloeiend advies, werd in het najaar van 2001 door het OSC in opdracht van de rector een inventarisatie onder de opleidingsdirecteuren gehouden op specifieke punten van de implementatie van OGO. De resultaten gaven aan dat er een positieve ontwikkeling was op het punt van training van studenten in samenwerkingsvaardigheden, dat op diverse plekken gewerkt werd aan een systeem van individuele beoordeling bij groepsproducten (waarbij soms nog problemen werden ondervonden) en dat er behoefte was aan een scherpere omschrijving van het OGO-concept. Ten behoeve van het College van Bestuur werd een samenvatting gemaakt van de antwoorden van de opleidingsdirecteuren en werden conclusies en voorstellen geformuleerd. Op basis hiervan werd een rapportage aan de Universiteitsraad opgesteld.
7
Organisatie van de ondersteuning van OGO
Het overleg van diegenen die binnen het OSC bij OGO betrokken zijn, de OGO-groep, is in het verslagjaar gecontinueerd. De bijeenkomsten dienen zowel de onderlinge afstemming als de wederzijdse informatie en de gemeenschappelijke professionalisering. Van de maandelijkse bijeenkomsten werden verslagen gemaakt en samenvattingen gecommuniceerd naar het voltallige OSC. Ontwikkelingslijnen voor de toekomst
Voor het overleg van opleidingsdirecteuren werden vijf projectvoorstellen gemaakt voor toekomstige activiteiten van het OSC; twee daarvan waren gerelateerd aan OGO: Activerende werkvonnen en Nieuwe toetsen voor nieuw onderwijs. Het project Activerende werkvormen beoogt te komen tot meer uitwisseling tussen opleidingen over (activerende) werkvormen, tot het verspreiden van informatie over dit onderwerp ook van buiten de TU je en tot het stimuleren van daadwerkelijke implementatie. Het project Nieuwe toetsen voor nieuw onderwijs richt zich op een beschrijving van en uitproberen van toetsvormen, passend bij activerend leren, bij samenwerkend leren en bij het dragen van eigen verantwoordelijkheid door studenten. Bestuurlijke hervormingen leidden ertoe dat de projectvoorstellen goed- noch afgekeurd werden. In afwachting van duidelijkheid en capaciteit werd begonnen met een uitwerking van sommige onderdelen. Zo werd het conceptprogramma van de geplande OGO-miniconferentie omgeschreven naar activerende werkvormen en toetsvormen en werden portfolio, peer-assessment en projectvaardigheden bestudeerd. Prognose 2002
De situatie rond het OSC in het algemeen, en rond de mogelijkheden van activiteiten op het terrein van onderwijsvernieuwing in het bijzonder, is nog zodanig dat een gedetailleerde prognose niet zinvol is. Het streven is, dat een deel van de in de projectvoorstellen Activerende werkvormen en Nieuwe toetsen voor nieuw onderwijs wordt uitgevoerd, dat de bestaande ondersteuning aan de faculteiten wordt voortgezet, dat het OGO-aspect bij de docentencursussen ingevuld wordt en dat de interfacultaire projecten doorgang vinden. Gezien de in het verslagjaar verder teruggelopen capaciteit zal de omvang van de activiteiten slechts beperkt kunnen zijn. 1.3
Aansluiting VWO-TUJe
Medewerkers: Elise Quant, Patriek van Aarle, Annemiek Kamp, Riek Peters Student-assistenten: Marc Dankers, Jeroen Rietjens, Ronny de Ridder Omvang: 0.05 fte (exclusief studentassistenten) De activiteiten op het gebied van aansluiting VWO-TU je zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de aansluiting van de TU fe-opleidingen op het VWO en op structurele samenwerking met het voortgezet onderwijs. Deze activiteiten, met uitzondering van de profielwinkel, zijn echter in het jaar 2001 tot een minimum beperkt gebleven omdat hiervoor slecht marginale capaciteit beschikbaar was. Drie van de medewerkers hebben in het begin van het jaar andere taken gekregen; de vierde heeft slechts rapportages opgesteld. Docententeam.
Ook in 2001 zijn door faculteiten nog enkele docenten uit het voortgezet onderwijs aangetrokken. Er zijn enkele bijeenkomsten voor deze docenten georganiseerd om hen met elkaar in contact te brengen en gelegenheid te bieden hun ervaringen uit te wisselen.
8
Docentenbezoek.
ca. 50 docenten van het netwerk West-Brabant hebben een op vakinhoudelijke aansluiting gericht programma gevolgd op de TU je, afgesloten met een paneldiscussie. ANW·dag.
In samenwerking met de TULO is de TU je gastheer geweest voor een bijscholingsdag voor ANW-docenten. Tevens is op deze dag een aanzet gemaakt voor het opzetten van een ANW kring in deze regio. Enquête aansluiting.
Onder eerstejaars van opleidingen van de TU is een enquête afgenomen over verschillende aspecten van aansluiting. Vanwege de problemen in de continuïteit op het gebied van aansluiting bij het OSC zijn de resultaten ter beschikking gesteld van het STU. Onderwijsdag Informatica.
Op de onderwijsdag van Informatica is een presentatie gegeven over de veranderingen op het VWO en een discussie hierover gevoerd met de aanwezigen. Profielwinkel
Om de bekendheid van de profielwinkel te bevorderen en de vragenstroom richting profielwinkel te kanaliseren is een internetpagina opgezet. In het verslagjaar is deze pagina meer dan sooo keer bezocht. In totaliteit zijn ruim 400 vragen m.b.t. profielwerkstukken behandeld door de profielwinkel of facultaire contactpersonen. Een uitgebreid verslag van de profielwinkel is op verzoek beschikbaar. Techniek 15+
Het landelijke project Techniek 15+ probeert de aandacht voor techniek en technisch ontwerpen in de tweede fase havojvwo te vergroten. In de regio Zuid werken TU je en Fontys samen met een aantal scholen aan dit project waarvoor AXIS in 2000 een subsidie heeft toegekend. Samen met de faculteit BMT is gewerkt aan de ontwikkeling van ontwerpmodules voor het voortgezet onderwijs. Verder is het scholen- en bedrijvennetwerk uitgebreid. Door het ontbreken van menskracht hebben de activiteiten ernstige vertraging opgelopen waardoor de subsidie van AXIS op het spel is komen te staan en de beoogde resultaten slechts deels zijn gerealiseerd. Prognose 2002
Eind 2001 werd duidelijk dat een nieuwe coördinator voor de aansluitingsproblematiek gezocht kon worden. De verwachting is dan ook dat alle projecten en activiteiten op het terrein van aansluiting weer met voortvarendheid opgepakt kunnen worden in 2002. 1.4
Overige activiteiten op het gebied van onderwijsvernieuwing
1.4.1
Curriculumherziening faculteit Elektrotechniek
Medewerker: Conny van den Bergh Omvang: 0,2 fte In september 2001 is het eerste jaar van de vernieuwde opleiding Elektro- en Informatietechniek van start gegaan. In het verslagjaar is het projectonderwijs concreet uitgewerkt: trimestergroepen hebben projecten ontwikkeld, waarvan de technische en niet-technische vaardigheden volgens de eerder ontwikkelde systematische opbouw, een integraal onderdeel uitmaken; de methode van begeleiden en beoordelen van OGO-
9
projectwerk is praktisch uitgewerkt en uitgebreid beschreven in een basishandleiding voor OGO-tutoren en voor studenten. De OSC-medewerker is lid van de trimestergroepen van de faculteit, die het onderwijs van een bepaald trimester ontwikkelen en invullen en maakte verder deel uit van de werkgroep 'technische vaardigheden'. Prognose 2002
Het project wordt voortgezet in 2002. Hierbij zal de nadruk liggen op de concrete uitwerking van het projectonderwijs voor het tweede en derde studiejaar, o.a. de verdere ontwikkeling van de beoordeling van projectwerk (m.n. peer assessment) en de integratie van de verwerving van vaardigheden in het tweede- en derdejaars projectonderwijs. 1.4.2
Onderwijsvernieuwingen bij Wiskunde en Informatica
Medewerker: Jacob Perrenet Omvang: o.6 fte (inclusief OGO) De OSC-medewerker coördineerde een commissie die zich bezig hield met de mogelijke invoering van nieuwe didactische werkvormen in het eerste jaar. Dit resulteerde in een wijziging van de opzet van een deel van het wiskundepracticum. De opleidingsdirecteur formeerde daarnaast een kleine klankbordgroep voor onderwijsvernieuwing, waarvan de OSC-medewerker deel uitmaakt. Samen met een lid van de capaciteitsgroep Wiskunde werd een artikel geschreven over de vernieuwde tweede fase in het vwo. Bij Technische Informatica adviseerde de OSC-medewerker over herziening van het examenreglement met betrekking tot de regeling van herkansingen en voor clustervorming met compensatie. Verder resulteerde een reeks observaties en interviews in een adviesnotitie voor de invoering van activerende werkvormen. Prognose 2002
Vanuit de klankbordgroep Wiskunde zullen verschillende initiatieven genomen worden; op de agenda staat reeds de vraag hoe bij tentamens sterker op inzicht te toetsen. Bij Informatica is inmiddels een taakgroep gevormd om de mogelijkheden van vernieuwingen in examenreglement en werkvormen verder te onderzoeken. I+3 Uitwisseling met University of Pretoria In samenwerking met BIA werd een programma georganiseerd voor het bezoek van twee medewerkers van de University of Pretoria (UP). Zij werden geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de TU fe op het gebied van OGO en ICT en kregen diverse toepassingen binnen de faculteiten te zien. Wederzijds werd de intentie tot verdere samenwerking uitgesproken. Plannen voor een tegenbezoek van enkele OSCmedewerkers aan Pretoria stuitten evenwel op een reisverbod van het College van Bestuur in verband met een herziening van prioriteiten op het terrein van internationakisering. De voornemens voor onderwijskundige samenwerking met de UP zijn als gevolg hiervan in de ijskast beland. I+4 Advisering Faculteit Bouwkunde Op verzoek van de Faculteit Bouwkunde werd een tweedaagse bijeenkomst te St. Michielsgestel voorbereid en begeleid van betrokkenen bij een door deze faculteit te ontwikkelen nieuwe masteropleiding Construction Management and U rban Development. Het in deze opleiding te hanteren onderwijsconcept en de uitwerking en implicaties daarvan stonden hierbij centraal. Gedurende deze bijeenkomst vond intensieve consultancy plaats ten aanzien van de onderwijskundige aspecten van de
IQ
facultaire ideeën voor de nieuwe opleiding. Achteraf werd de opleidingsdirecteur voorzien van verslaglegging van een en ander. In aansluiting hierop heeft bij diverse gelegenheden advisering plaatsgevonden van de opleidingsdirecteur van de ontwerpersopleiding Architectural Design Management Systems van dezelfde faculteit ten aanzien van de verdere ontwikkeling van het onderwijsconcept van deze opleiding met het oog op onder meer de start van een deeltijdse variant van de opleiding. 1-4-5
Onderwijsintervisiegroep
Medewerkers: Harry van de Wouw (Wim van Meeuwen) Omvang: 0,05 fte Net als in voorgaande jaren faciliteerde en coördineerde het OSC (ondanks langdurige ziekte van de oorspronkelijk door het OSC geleverde voorzitter) een intervisiegroep voor onderwijsbeleidsmedewerkers van de TU Je. In deze groep wisselen medewerkers van alle TU fe-opleidingen en OSC'ers maandelijks ideeën en ervaringen uit op het gebied van onderwijsvemieuwingen. Prognose 2002
Daar de intervisiegroep in een duidelijke behoefte voorziet, zullen de bijeenkomsten op dezelfde wijze worden voortgezet. Diversen
Er werd een bijdrage gegeven aan een Studium Generale bijeenkomst met als thema Academische Vorming Zowel bij TEMA als bij Technische Wiskunde werd een bijdrage geleverd aan het begeleiden van studenten. Prognose 2002
Vragen aan het OSC die incidentele en kortdurende activiteiten betreffen zullen, voor zover de capaciteit het toelaat, meestal positiefbeantwoord worden.
11
2
Onderwijskundige professionalisering van docenten
Medewerkers: Harry van de Wouw (o,9). Willeke van den Einde (o,6), Gijs Meeusen (o,s), Christina Morgan (0,4), Miehiel Schok (o,I), Ruud van Vliet (0,3), Annemiek Kamp (tJm maart) Omvang: 2,8 fte Door middel van gerichte cursussen en trainingen levert het OSC een bijdrage aan de instandhouding enJofverbetering van de didactische vaardigheden van de docenten van de TU Je. De volgende paragrafen geven een overzicht van de cursussen die in 2001 ontwikkeld en uitgevoerd zijn. Naast de medewerkers die hierboven worden genoemd werd voor sommige ·noodgevallen' enkele malen een beroep gedaan op oud-OSC'ers Mark de Graaf en Annemiek Kamp. Zij werden voor die gelegenheden uitgeleend door hun huidige werkgevers. In een enkel ander geval werd assistentie gevraagd van Dirk-Jan Mulders en een trainer van buiten de TU Je. 2.1
Cursussen met open inschrijving
Tabel Ia geeft aan welke cursussen met open inschrijving werden verzorgd. In de kolom 'Totaal aantal deelnemers' zijn alleen de deelnemers opgenomen die de cursus met een certificaat hebben afgesloten. Zo'n certificaat wordt verstrekt aan deelnemers die ten minste 8o% van de contacturen hebben bijgewoond. Wanneer deelnemers om enigerlei reden niet kunnen voldoen aan deze voorwaarde, worden zij in de gelegenheid gt$teld het ontbrekende deel van de cursus alsnog in een latere aflevering van de betreffende a1.rsus te volgen.
Tabel1 a: overzicht van de cursussen met open inschrijving (cursussen met ·k zijn JCTcursussen) Aantal uitvoeringen Totaal aantal Cursussen deelnemers Didactisch Inwerktraject TU je I 7 Doceren in het Hoger Onderwijs 2 26 Teaching and Learning in Higher 2 I3 Education Optimaliseren van Hoorcolleges I 4 Theatervaardigheden in het Onderwijs 4 23 Follow up lunches I 3 Theatervaardigheden Begeleiden Afstudeeropdrachten IO I Verbeteren Schriftelijk Studiemateriaal I 4 Begeleiden van Zelfstandig Leren Colloquiumpresentatie training Asynchrone Leernetwerken ·k 2 8 Interactief Oefenen en Toetsen '': I 4 Didactisch Gebruik van Internet '': I 4 Multimedia in het onderwijs 7~ 6 I 112 Totaal 18
12
Het Didactisch Inwerktraject TU fe
Dit jaar is het OSC begonnen met een professionaliseringstraject voor beginnende docenten. Weliswaar worden er sinds 1997 korte cursussen verzorgd op onderwijskundig en didactisch gebied, maar nog niet eerder waren deze cursussen ingebed in een langer lopend traject. In zo'n traject doorlopen nieuwe docenten gedurende een half jaar meerdere cursussen in samenhang en worden zij tijdens hun werk gecoached door een medewerker van het OSC en een meer ervaren collega uit de eigen faculteit. De totale studielast van dit traject staat nog ter discussie. In september 2001 startte het OSC met een pilot, waaraan in totaal7 docenten begonnen. Al deze docenten nemen deel in overleg met hun opleidingsdirecteur. Doel daarvan is enerzijds de relatief grote investering van centrale middelen voor de betreffende docenten te rechtvaardigen, anderzijds de faculteit te informeren over de extra taakbelasting die dit inwerktraject voor hun docenten met zich meebrengt. De studielast van de pilot jaargang 2oor-2oo2 bedraagt 172 uur. De planning is dat de deelnemers van dit eerste cohort hun inwerktraject zullen afronden in apriljmei 2002. Verdeling over faculteiten
In tabel rb is aangegeven uit welke opleidingen de deelnemers aan de cursussen afkomstig waren. In de laatste kolom (XX) staar~ deelnemers vermeld die niet direct tot een bepaalde opleiding zijn te herleiden. Het moge duidelijk zijn dat docenten van alle opleidingen van de TU Je inmiddels hun weg naar het OSC hebben gevonden.
l 'd'mg 'tbl a e 1 bherkomst van de deelnemers naar oplel Cursussen
Tema
Didactisch Inwerktraject Doceren in het I Hoger Onderwijs Teaching and 2 Learning in Higher Education Optimaliseren van Hoorcolleges Theatervaardigheden in het Onderwijs Follow up lunches theatervaardigheden Begeleiden Afstudeeropdrachten Verbeteren Schriftelijk Studie1 materiaal 1 Begeleiden van Zelfstandig leren Colloquium Presentatie-training Asynchrone Leernetwerken* Interactief Oefenen en Toetsen* Didactisch Gebruik van Internet''( I Multimedia in het onderwijs* Totaal 3
BDK Wsk I I
3
W, E BMT
ST
I
2
2
I
2
3
2
B
XX Totaal
5
7
8
I
I
26
2
I
5
3
I
2
2
I
I
I
3
3
I
4
3
r r----r
3
4 2
23
I
2
6
I
3
IO
I
----- --
--·
3
I
II \
13
3
2
I
2.2
N
14
~---
i
__J --
-
....
8
I
I
4
--
14
I
I
2
I
2
2 27
I
5
5
8
1J
6
14
24
4 2
6
7
112
Cursussen op maat
In tabel2 is aangegeven welke cursussen op maat voor opleidingen, faculteiten of instituten zijn uitgevoerd. Omdat de herkomst van de deelnemers in de meeste gevallen blijkt uit de opdrachtgever van de cursus is deze tabel niet verder uitgesplitst naar faculteit. Cursussen op maat komen tot stand in direct overleg en op verzoek van opleidingen. Het initiatief gaat van de opleiding zelf uit en de werving vindt doorgaans uitsluitend intern (binnen de opleiding} plaats onder verantwoording van de opleiding.
I •
Tabel2: overzicht van de cursussen o maat Cursus
Aantal
Totaal aantal deelnemers
2 I
IO
I
6
I I
2 I I I I
r I
Doe het eens met een animatie"~( (SURF-seminar • TU e
J
II
I
27
I
I2
Onderwijskundige professionalisering CUSAT (Cochin, India)
Op verzoek van BIA werd een bijdrage geleverd aan een professionaliseringsproject gefinancierd door de Nuffic. De TUfeen Cochin University of Science And Technology (CUSAT) in India hebben een samenwerkingsverband op het gebied van Polymeer- en Rubbertechnologie. Het OSC leverde op verzoek een bijdrage aan het projectplan. Overeengekomen werd dat een aantal docenten van CUSAT zich gedurende hun verblijf in Eindhoven onderwijskundig zouden bijscholen door participatie in Engelstalige OSCcursussen en dat zij daarna kortstondig gecoached zouden worden. Onderwijskundige professionalisering AMSO en SSC
In het voorjaar begonnen de voorbereidingen voor een aantal RSI-workshops, die de Arbo en Milieu Service Organisatie (AMSO) en het Studenten Sport Centrum (SSC) samen in het najaar gingen aanbieden aan studenten. Doel van die workshops was te voorkomen dat studentenRSI-klachten gaan ontwikkelen door verkeerd gebruik van notebookcomputers. Het OSC adviseerde bij de totstandkoming van die workshops en becommentarieerde het te gebruiken cursusmateriaal. Onderwijssymposium TDO
Op I3 juni 200I organiseerde TDO het symposium 'Duurzaamheid in hoger onderwijs: Inspiratie voor onderwijsvernieuwing'. Doelgroep daarvan waren docenten van het landelijk netwerk Duurzaamheicis Onderwijs uit HBO en WO. Zo'n Ioo mensen namen aan het symposium deel. Met het verzorgen van de 3 workshops 'Attractivity', 'Moving Multimedia' en 'Sustainability inside' leverden OSC-medewerkers Harry van de Wouw,
I5
Ruud van Vliet en ex-OSC'er Mark de Graaf een substantiële bijdrage aan het dagprogramma. Individuele begeleiding
Naast de hierboven genoemde aantallen zijn diverse docenten individueel begeleid. Dit betreft onder anderen een deel van de tutoren, die na een tutortraining binnen de faculteit W voor de eerste keer als tutor optraden. 2.3
Cursussen en presentaties extern
Regelmatig kwamen er verzoeken van buiten de TU fe om cursisten te laten aansluiten bij cursussen met open inschrijving of om cursussen op maat te verzorgen. Individuele cursisten van buiten werden tegen betaling doorgaans toegelaten. Gezien de beschikbare formatie en doelstelling van het OSC is terughoudend gereageerd op verzoeken om cursussen op maat. Slechts in de gevallen waarbij het mes aan twee kanten sneed, d.w.z .. de gevallen waarin wij met weinig extra inspanning een andere instelling konden helpen en daar tegelijkertijd zelf een leereffect aan konden ontlenen, heeft het OSC die verzoeken gehonoreerd.
Tabel : overzicht van externe cursussen Cursussen en Plaats # aanwezigen resentaties extern Theatervaardigheden EHSAL, Brussel J in het onderwïs f---:---------,-L---:----+---------:--=------+-----------+-::-------·--·-----Theatervaardigheden TU Delft in het onderwï s Theatervaardigheden TU Delft in het onderwï s ~~--,_~~--~~--~~--~~------+----------------~ rtuele Universiteit Utrecht 27 4 ro ·eetruimte se temher 12 Studiedag over PGO Karel de Grote 14 Hogeschool, voor technische december Antwe en studies Totaal 6 2.4
Samenvatting en conclusies
Omzet In totaal hebben medewerkers van het OSC in 2001 voor de TU fe dus 42 cursussen (25 in 1998, 53 in 1999, 51 in 2000) met open inschrijving en op maat uitgevoerd en hebben 359 medewerkers (155 in 1998, 400 in 1999, 356 in 2ooo) aan deze cursussen deelgenomen. De reductie in het totale aantal cursussen is een deels gedwongen en deels bewuste keuze geweest. Enerzijds is de beschikbare formatie voor de uitvoering van cursussen in 2001 teruggelopen, anderzijds werd op die manier bewust ruimte gemaakt voor het Didactisch Inwerktraject. Dat traject telt in het totaal slechts mee als 1 cursus, maar bestaat uit vele bijeenkomsten.
De vraag naar cursussen met open inschrijving in de ICT-hoek bleef achter bij de verwachtingen. Dat is wellicht een gevolg van het feit dat andere faculteiten zich tegen de verwachting in dit jaar niet aansloten bij Studyweb TM en de ICT-ontwikkelingen TUfebreed enigszins stagneerden. Daarnaast werden sommige ICT-cursussen, waarvan het focus eerder technisch dan didactisch is ('Onderwijswebpagina's' en 'Multimedia') in de loop van 2001 door het OSC niet meer aangeboden, omdat deze cursussen meer passen bij het ICTOO. Het OSC blijft aan deze cursussen wel een didactische bijdrage leveren, maar de organisatie en het beheer van deze cursussen vallen niet meer onder de verantwoordelijkheid van het OSC. De cursussen met open inschrijving 'Begeleiden van Zelfstandig Leren' en 'Colloquiumpresentatietraining' trokken dit jaar geen deelnemers. Overwogen zal worden of wij deze (.Ursussen in 2002 nog slechts als mogelijk maatwerk zullen aanbieden. Groei zat er in 2001 in de maatwerkcursussen. Met name het OGO-concept, dat vele verschillende interpretaties kent, was aanleiding tot veel werk Ook bleek er redelijk veel vraag naar ICT-cursussen op maat, meestal in het kielzog van het SURF-project 'VPR02' (Virtuele Projectruimten voor leren Ontwerpen en Onderzoeken). Formatie
De formatie voor onderwijskundige professionalisering is afgenomen van 3,3 fte in 2000 tot 2,7 fte in 2001. Een van de docententrainers in deze formatie (0,4 fte) was in 2001 nog in opleiding en kon nog niet zelfstandig worden ingezet. Daardoor 'Nas de feitelijk beschikbare formatie in 2001 ongeveer 1 fte minder dan in 2000. De druk op de resterende trainers nam hierdoor enorm toe. Nuttig effect
Trainingen voor docenten worden doorgaans niet afgesloten met een competentietoets om te kijken ofhet gedrag van deelnemers feitelijk veranderd is. Wel wordt onmiddellijk na afloop aan de deelnemers gevraagd of zij tevreden zijn over de cursus en of zij denken het geleerde in de praktijk van hun onderwijs te kunnen en zullen toepassen. Bij die evaluaties werd door deelnemers doorgaans hoog gescoord. Op een schaal van 5 concentreren de scores zich rond de 4·5· Ook is opvallend dat er onder de deelnemers aan OSC-cursussen met open inschrijving vaak docenten zitten, die aan meer dan één cursus hebben deelgenomen. Je zou daaruit kunnen concluderen dat het gebodene 'naar meer smaakt' en men dus kennelijk tevreden is. Of deelnemers aan cursussen in hun onderwijspraktijk ook iets 'doen' met wat ze geleerd hebben is niet systematisch onderzocht. Wel komen er 'uit de wandelgangen' soms geluiden van studenten, die vinden dat er 'bij docent X plotseling veel veranderd is in de colleges'. Ook zijn er voorbeelden van docenten, die melden dat hun slagingspercentages drastisch zijn verbeterd of dat de waardering van studenten voor hun onderwijs is toegenomen. Meer direct is natuurlijk de feedback die er komt bij cursussen op maat. Doorgaans worden dergelijke cursussen na afloop nabesproken met de opdrachtgever (vaak een opleidingsdirecteur) en worden er eventueel direct verbeteringen voorgesteld. Dat dit mechanisme een voldoende garantie voor kwaliteit biedt, leiden wij af uit het feit dat wij veel opdrachtgevers voor cursussen op maat inmiddels tot vaste klanten mogen rekenen.
17
2.5
Prognose 2002
Het aantal deelnemers aan OSC-cursussen is in 2001 hoog gebleven zoals verwacht. Het cursusaanbod lijkt goed afgestemd op de behoefte van docenten. De deelname lijkt niet te hebben geleden onder de onduidelijkheid die er sinds 1999 bestaat over het overeind blijven van de diensten van het OSC als gevolg van de AVA-operatie. De meeste geplande cursussen gingen ook in 2001 gewoon door. Wij verwachten ook in 2002 hierin geen kentering. Hoe lang het mogelijk is met de beschikbare formatie te voldoen aan deze vraag zal in 2002 moeten blijken. Al enkele jaren spreken wij de verwachting uit dat faculteiten een verdere stap zullen zetten op weg naar een didactisch inwerktraject, waarin systematisch aan de benodigde competenties van nieuw aangestelde docenten wordt gewerkt. Nadat in 2001 begonnen is met een pilot, waaraan docenten van B, Wen TM deelnemen, verwachten wij dat er in 2002 meer faculteiten zullen aansluiten. Wij sluiten ook niet uit dat de omvang van dit traject verder zal worden uitgebouwd. In 2001 bleek opnieuw het vernieuwende karakter van het OGO-concept. Dit concept stelt andere eisen aan de didactische en onderwijskundige competenties van docenten. De behoefte aan (bijfom)scholing van docenten op dit gebied zal in 2002 waarschijnlijk nog verder toenemen. Het OSC wil komend jaar investeren in een cursus 'Construeren van OGO-opdrachten'. Ook zal er waarschijnlijk een behoefte ontstaan aan trainingen voor tutoren die al wat meer ervaring met het begeleid.en hebben. Het begeleiden van OGO-groepen vraagt van docenten ook competenties op het gebied van sociale, communicatieve en project-gerelateerde vaardigheden. Juist deze vaardigheden proberen studenten door middel van deze vorm van onderwijs te verwerven en docenten moeten hen daarbij begèleiden. Op verzoek van de faculteiten W en BMT werkte het OSC samen met STU aan een voorstel om studenten en docenten op deze gebieden te scholen. Het plan is in 2002 een aantal pilots voor docenten te laten starten. Met de cursus 'Teaching and Leaming in Higher Education' werd enkele jaren geleden een trend gesignaleerd. Steeds vaker worden niet-NPderl:mdstaligP. docenten ingeozP.t voor onderwijsdoeleinden aan de TU fe. Het lijkt erop dat deze trend zich de komende jaren voortzet. De vraag naar Engelstalige vervolgcursussen met open inschrijving of op maat zou daardoor wel eens kunnen toenemen. Hoe de vraag naar cursussen over didactische en onderwijskundige toepassingen van ICT in het onderwijs zich zal ontwikkelen is onvoorspelbaar. Vanuit het SURF-project VPR02 zal de vraag ongetwijfeld blijven bestaan. Daarnaast zullen ICT-elementen meer en meer worden ingebed in de reguliere didactische cursussen zoals het Didactisch Inwerktraject en bestaat de kans dat de vraag naar separate ICT-cursussen zal afnemen.
r8
3
Kwaliteitszorg & Evaluatie
Medewerkers: Gijs Meeusen, Wim van Meeuwen, Judith Wieringa, Anton Retel-Helmrich, Peter Verberlct, Olga Zeeuwen, Maaike Hendriks Omvang: o.1s fte (excl 0,7 fte student-assistenten) 3.1
Inleiding
In 2001 is op het gebied van kwaliteitszorg een verdere stap gemaakt met het verleggen van de nadruk van informatie verzamelen naar het adviseren en coachen bij onderwijskwaliteitsverbetering. Het kwaliteitszorgoverleg heeft meer een intervisiekarakter gekregen. Een van de kwaliteitszorg medewerkers is in 2001 belast geweest met de taak om dit overleg een meer inhoudelijk karakter te geven. Naast deze inhoudelijke verbetering is in 2001 een verdere inkrimping van de niet gedetacheerde menskracht geëffectueerd (Een medewerker vond elders emplooi een andere medewerker werd voor langere tijd ziek) waardoor deze capaciteit aan het begin van het academisch jaar 2001i2002 daalde tot O,IS fte. Binnen deze 0,1s fte moesten naast enquêtecoördinatie ook kwaJiteitszorgactiviteiten voor twee opleidingen worden uitgevoerd. Deze onderbezetting heeft geleid tot een merkbare verslechtering van de dienstverlening. De dataverwerking stagneerde in de herfst van 2001 door het falen van inmiddels verouderde apparatuur. Het geschetste tekort aan capaciteit om het enquêteringproces adequaat te begeleiden was hier met name debet ::..an. De prognoses wat betreft de capaciteit zijn voor het jaar 2002 zeer slecht te noemen. 3.2
Studie(mid)dagen
Voor de opleiding Technische Natuurkunde is in samenwerking met Sonja Feiner een studiemiddag georganiseerd over de instructies van het tweedejaars wiskunde servkeonàerwijs. De dalende slagingspercentages de afgelopen jaren waren aanleiding voor deze studiemiddag. Uitkomst van de studiemiddag is dat de instructies voor deze vakken op een andere manier zullen worden georganiseerd, waarbij de nadruk ligt op het activeren van studenten en het werken in kleine groepen. Bij de opleidingen W en BMT zijn tijdens de onderwijsdagen de op te zetten kwaliteitszorgsystemen besproken. 3· 3
Coachingsactiviteiten
Bij de opleiding scheikundige technologie is wederom aandacht besteed aan het coachen van een nieuwe docent die op korte termijn het nieuwe eerstejaars vak 'Chemische Binding en Periodiek Systeem' moest overnemen. Mede dankzij de begeleiding vanuit het OSC is dit vak met een, gezien de zwaarte van het vak, uitzonderlijk hoog slagingspercentage van ss% afgerond. 3·4
Advisering
Bij de diverse opleidingen waarbij vanuit het OSC kwaliteitszorg werd uitgevoerd lag de nadruk bij de nabesprekingen van onderwijsonderdelen op advisering.
3·5
Activiteiten in het kader van onderwijsvisitatie
Bij die opleidingen die door onderwijsvisitaties bezocht werden (TEMA en Wiskunde) is de aandacht voor de follow-up tijdelijk verschoven geweest naar documentatie ten einde de kwaliteitszorg activiteiten voor de visitatiecommissies navolgbaar en inzichtelijk te maken. 3.6
Notities
Voor de opleiding BMT zijn de volgende notities vervaardigd. Overzicht kwaliteitszorg BMT (bedoeld voor intern en extern gebruik)) Uitgangspunten voor een evaluatieplan Format voor een evaluatieplan Evaluatieplan voor de verplichte vakken 3-7
Enquêtering
Als input voor het kwalit~itszorgproces zijn vak-, trimester- en jaarenquêtes een belangrijk middel. In 2oor zijn de volgende aantallen enquêtes door het OSC verzorgd. Opleiding Bouwkunde BMT Elektrotechniek Informatica Technische Natuurkunde Scheikundige Technologie Technologie en Maatschappij Werktuigbouwkunde Technische Wiskunde Overig (Intro. CTT etc.) Totaal
20 I7 6o 66 24 r9 86 2r 25 34 372
Van deze enquêtes zijn er r2 vakoverschrijdend geweest. Ten opzichte van vorige jaren is er sprake van een voortzetting van de dalende tendens. In r998 werden er 460 enquêtes afgenomen, in de jaren daaropvolgend nam dit aantal af via 425 in r999, 389 in 2000 tot 372 in 2oor. Deze daling is in overeenstemming met de verschuiving van het accent op dataverzameling naar coaching en advisering. In de inleiding is al gemeld dat de enquêtering aan het eind van 2oor een dieptepunt bereikte. Onderbezetting en falende apparatuur waren hier debet aan. Inmiddels is in 2002 het aantal medewerkers wat zich met kwaliteitszorg en enquêtering bezighoudt nog verder gedaald en zijn de opleidingen vol begrip maar ook vol onvrede over de gang van zaken. 3.8
Samenvatting en conclusies
Samengevat kunnen we stellen dat in 2oor een inhoudelijke verdieping van het kwaliteitszorgproces heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft een uittocht plaatsgevonden
20
van met kwaliteitszorg en enquêtering belaste medewerkers. Aangezien taken slechts uitgevoerd kunnen worden als er ook menskracht voor beschikbaar is kunnen we concluderen dat het er bij het OSC met de kwaliteitszorg en enquêtering slecht voorstaat. 3·9
Prognoses voor 2002
Wat kwaliteitszorg en evaluaties betreft zal het jaar 2002 voor het OSC erop of eronder betekenen. Als er niet substantieel wordt geïnvesteerd in menskracht, apparatuur en software dan zal deze service voor de TU fe verdwijnen.
21
4 Beleidsondersteuning College van Bestuur, Overleg Opleidingsdirecteuren en opleidingen
Medewerkers: Dirk-Jan Mulders, Riek Peters, Wynand Wijnen. Omvang: 0,9 fte In 2001 heeft het OSC op een aantal onderwerpen beleidsondersteuning verleend aan het College van Bestuur, het Overleg Opleidingsdirecteuren en aan opleidingen. 4.1
Invoering bachelor-masterstructuur
Als opstapje naar invoering van de bachelor-masterstructuur in eigenlijke zin was in 2000 TU fe-breed het kandidaatsexamen ingevoerd. Daarmee werd in alle opleidingen een bachelorfase en een masterfase geïntroduceerd. Binnen de propedeuse leidde dit in het algemeen niet tot wezenlijke veranderingen. Met het oog op de wijzigingen in de post-propedeuse waarmee invoering van het kandidaatsexamen gepaard ging werden in nauwe samenwerking tussen STU en OSC modellen gemaakt voor de Onderwijs- en Examenregeling en de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, geënt op het kandidaatsexamen. Deze werden vervolgens aan de faculteiten ter hand gesteld. Waar nodig werden de faculteiten nader geadviseerd over de aanpassing van hun bestaande regelingen. Begin 2001 werd in VSNU-verband een netwerk gevormd van de coördinatoren van invoering van de bachelor-masterstructuur binnen de Nederlandse universiteiten. Dit collegiaal overleg is in de loop der tijd uitgegroeid tot een bijzonder vruchtbaar platform waarbinnen intensief wordt samengewerkt en uitgewisseld. Binnen dit kader vond ook enkele malen overleg plaats tussen de technische universiteiten en Wageningen Universiteit (de ir-universiteiten). Voorts werd op 17 januari als gast deelgenomen aan een :i.ntem symposium over de bachelor-masterstructuur van de Universiteit Maastricht, op 22 februari aan een congres in Rotterdam en op 18 mei aan een congres in Arnhem. Aspecten van de bachelormasterstructuur kwamen verder aan de orde tijdens congressen op 29 oktober in Ede en op ro-n december in Eindhoven. Namens de TU fe werd geparticipeerd in een onderzoek naar het proces van invoering van de nieuwe structuur door CHEPS. In het verslagjaar werden de ontwikkelingen op het terrein van de wetgeving intensief gevolgd. Er verschenen wetsontwerpen m.b.t. invoering van de bachelor-masterstructuur alsmede verwante onderwerpen zoals de invoering van een accreditatiestelsel en deregulering in het hoger onderwijs. Voor het College van Bestuur werden analyses gemaakt en commentaren opgesteld bij deze wetsontwerpen, die bij de minister respectievelijk de VSNU werden ingediend. De lopende ontwikkelingen werden op 5 april gepresenteerd in het kader van interne professionalisering van het OSC en op 21 juni in het kader van de intervisiegroep met facultaire medewerkers van het OSC. Daarnaast vond individuele advisering plaats van betrokkenen binnen o.a. de opleiding Technische Informatica, de universitaire lerarenopleiding (TULO) en de opleiding Bouwkunde. Na het aantreden van een nieuwe rector magnificus werd een stuurgroep bachelormasterstructuur geformeerd. Deze formuleerde beleidsuitgangspunten voor invoering
22
van de bachelor-masterstructuur binnen het kader van de nieuwe wetgeving. Op basis van een overziehtsdocument met een planning voor invoering van de nieuwe structuur werd met succes een aanvraag ingediend voor middelen in het kader van de eerste tranche van het "BaMa-potje" van het ministerie. Over de beleidsmatige inrichting van de tweede tranche werd met enkele collega's overleg gevoerd op het ministerie. Door middel van het opstellen van beleidsvragen werd een toetsingskader voor plannen m.b.t. de nieuwe structuur voorbereid. Op r6 oktober vond een Maurick-bijeenkomst plaats met de opleidingsdirecteuren over de ontwikkelingen rond de bachelormasterstructuur. Aldaar werd ook een presentatie verzorgd van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de wetgeving. Eind 2001 werd in het Bestuurlijk Overleg een TU fe-beleidskader invoering bachelormasterstructuur vastgesteld. De rector magnificus heeft vervolgens de faculteitsbesturen gevraagd hun plannen voor het toekomstige facultaire aanbod aan bachelor- en masteropleidingen in te dienen en diverse task forces en werkgroepen gevraagd te rapporteren. De stuurgroep bachelor-masterstructuur bracht op het eind van het jaar een tussenrapportage uit aan het Overleg Opleidingsdirecteuren waarin de stand van zaken m.b.t. de antwoorden op deze vragen werd beschreven. 4.2
Academische vorming
In 2001 is het onderwerp academis..::he vorming hoog op de bestuurlijke agenda gekomen in verband met de komende invoering van de Bachelor Master structuur en accreditatie van opleidingen. De Maurick bijeenkomst van 26 april was gewijd aan dit onderwerp en heeft geleid tot een projectplan academische vorming. In het n~jaar is vervolgens een task force academische vorming ingesteld om uitvoering te gaan geven aan het projectplan. Zowel de Maurick bijeenkomst als de taskforce werden ondersteund vanuit het OSC 4·3
ABET
In het verslagjaar kwam de gedachte op een aantal TU Je opieidingen te laten accrediteren door ABET (preciezer gezegd: voor deze opleidingen om een verklaring van "substantial equivalency" te verzoeken; ABET verleent geen formele accreditaties buiten de Verenigde Staten). De mogelijkheden hiervoor werden nader verkend door middel van een bezoek van een consultant van ABET, dr. Don Anderson. Het OSC heeft dit bezoek voorbereid, erin geparticipeerd en voor verslaglegging gezorgd. Ook werd de ABET consultant voorzien van Engelstalige informatie over de kenmerken van het Nederlandse stelsel van hoger onderwijs en de ontwikkelingen daarbinnen (BaMa structuur, studiehuis etc.). Uiteindelijk werd besloten vier opleidingen bij ABET aan te melden voor "substantial equivalency", te weten de opleidingen Scheikundige Technologie, Werktuigbouwkunde, Technische Bedrijfskunde en Elektrotechniek. Er werd een voorbereidingsgroep geformeerd onder voorzitterschap van Prof.dr. Ruud Metselaar (voormalig decaan ST) met vertegenwoordigers van de vier deelnemende opleidingen; deze groep nam de voorbereiding van de "site visit" van een ABET Team ter hand alsmede het opstellen van de zelfstudies voor een dergelijk bezoek (te onderscheiden in een gemeenschappelijk deel en vier opleidingsspecifieke delen). Deze voorbereidingsgroep werd bij haar werkzaamheden ondersteund door het OSC, dat ook het opstellen van het gemeenschappelijke deel van de zelfstudies voor zijn rekening nam.
4·4
Onderwijsvisitatie Informatica
Het OSC heeft ondersteuning geboden bij de totstandkoming van de zelfstudie van de opleiding Technische Informatica en (de voorbereiding op) het bezoek van de visitatiecommissie. 4·5
Overige beleidsondersteuning
Er werd een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het nieuwe studentenstatuut van de TU je. De behandeling van de evaluatie van OGO in de U-raad werd voorbereid. Hiertoe werd informatie verzameld bij de opleidingsdirecteuren en nadere toelichting gegeven op vragen. 4.6
Ontwikkeling toekomstvisie OSC
Mede door AVA operatie was bezinning op de toekomst van het OSC noodzakelijk geworden. Na de AVA operatie was het OSC geplaatst onder aansturing van het overleg opleidingsdirecteuren maar helderheid over taken en omvang was er onvoldoende. De senior medewerkers van het OSC hebben na een bezinningsdag op 23 mei 2001 een notitie opgesteld m.b.t. de lange termijn koers voor het OSC. In overleg met de opleidingsdirecteuren is eind augustus vervolgens ~k notitie "Naar een nieuwe opbouw van het OSC" opgesteld. Deze inspanningen hebben :aiet geleid tot vaststelling van een toekomstvisie.
5·
Personele aangelegenheden en beheer
5.1
Formatie omvang
De streefomvang van het OSC was na een bijstelling van de AVA plannen in 2000 aanvankelijk bepaald op 7.5 fte. Medio 200I kwam boven tafel dat het bestuurlijk overleg nog in december 2000 besloten had deze omvang voor 2 jaren op te hogen met 5 extra fte's. Hierover besliste het CvB vervolgens dat deze extra fte's vanuit centrale middelen dan wel door faculteiten gefinancierd zouden worden.
5.2
Functioneringsgesprekken
In november en december zijn functioneringsgesprekken gehouden met ro OSC medewerkers. 5· 3
Satisfactiepeiling personeel
In het najaar van 2oor is een satisfactiepeiling personeel uitgevoerd. Hoewel slechts I3 reacties van OSC medewerkers werden ingezonden en de grens voor uitsplitsing van de gegevens uit het grote geheellag op I5 reacties hebben al de OSC medewerkers toch ingestemd met een uitsplitsing. De resultaten hierv:m zijn pas in 2002 bekend geworden. Er kwamen geen specifieke aandachtspunten naar voren die op het nive:tu v:m h~t OSC opgelost konden worden, anders dan het houden van fimctioneringsgesprtkken. Deze waren toen inmiddels reeds gevoerd.
5·4
Samenstelling OSC peildatum 1·12·01
In 2001 had het OSC de volgende personeelsbezetting. In de 'totalen' zijn uitsluitend de medewerkers meegeteld, die op peildatum (r december) nog bij het OSC in dienst waren. Ook bij de opgaven van fte's in voorgaande paragrafen is van deze peildatum uitgegaan. De cursieve namen zijn van medewerkers die op de peildatum niet meer in dienst van het OSC waren, maar die in de loop van 2001 wel tot het personeelsbestand hebben behoord.
Patriek van Aarle Conny van den Bergh Willeke van den Einde Mark de Graaf Maaike Hendriks Geeske van Hoeve Annemiek Kamp Gijs Meeusen Wim van Meeuwen Christina Morgan Dirk-Jan Mulders Loes Mutsaers Jacob Perrenet Riek Peters Elise Quant Miehiel Schok Ruud van Vliet Judith Wieringa Wynand Wijnen Harry van de Wouw Jolien van der Zande Olga Zeeuwen Totaal op peildatum
1,0 fte fte·k o,6 fte·k 1,ojte 1,0 fte 0,2 fte*
(tot 1juni)
o,sfte"~<
(tot 1 april)
0,2
0,75 fte* fte>'< I,O fte I,O fte* t,o fte r,o fte>'< I,O fte*
(tot 1 mei) (tot 15 oktober)
1,0
1,0 fte o,8 fte*
(van.kf I5 novembf:r) {tot rjuli)
fte>'< I,O fte>'< (vanaf r oktober} 0,4 fte I,O fte>'< 0,3 fte>'< O,J fte>'< 13,55 fte waarvan II,2) '.'.:!.ste f0!!!12tie (1<) I,O
Detacheringovereenkomsten Voor de volgende OSC-medewerkers waren detacheringovereenkomsten gesloten. De cursieve namen betreffen medewerkers met detacheringovereenkomsten die op de peildatum niet meer geldig waren. Patriek van Aarle Mark de Graaf Geeske van Hoeve Elise Quant Dirk-Jan Mulders Loes Mutsaers Jacob Perrenet Anton Retel Helmrich
Peter Verberkt Totaal op peildatum
I,o fte 1,0
Jte
fte O,jfte o,2jte o,8 fte o,6 fte O,Jfte oafte o,6 fte 0,4 fte 0,5 fte O,Jfte 2,7 fte 0,2
naar ID vanaf I jan. tot I juni naar I D vanaf 1 jan. tot 1 mei naarTULO naar W vanaf 1 maart tot 1 juli naar Inf Januari+ fobruari naar Bouwkunde naarWski naar BMT tot 9 april naar W tot 9 april naar W vanaf 9 april naar E vanaf 9 april naar BMT vanaf 9 april naar Inf vanaf 9 april tot 1 november
De volgende personen verrichtten werkzaamheden ten behoeve van het OSC (vooral op het terrein van kwaliteitszorg) zonder dienstverband met de TU je dan wel v:muit een and_ere beheerseenheid van de TU je. Opnieuw geldt dat de cursieve n::tmen sta:m voor medewerkers waarvoor op peildatum het bovenstaande niet meer gold. Anton Retel Helmrich Peter Verberkt
Riek Peters Totaal op peildatum
I,o fte
0,9fte 0,7 fte 1.0
Jte
vanaf 9 april tot november vanaf november vanaf15juni tot november
I,; fte
Student-assistenten Daarnaast waren er voor het verwerken van enquêtes en bezetting van de profielwinkel student-assistenten in dienst: Rogier Berben Marc Dankers Bas de Graauw Sander Kok Benno van Mersbergen Ronny de Ridder Jeroen Rietjens Jan Theeven Erik Weusten Totaal op peildatum
0,2 fte 0,4 fte o,I fte 0,2 fte o,I fte 0,2 fte 0,2 fte o,2jte o,2jte I,4 fte
vanaf november
vanaf I8 juni
tot september tot mei
5·5
Interne professionalisering en werkoverleg
Het OSC heeft elke 3 weken een bijeenkomst waarin de medewerkers elkaar op de hoogte houden van hun inhoudelijke bezigheden middels interne colloquia. In 2001 zijn de volgende onderwerpen behandeld: Competentiegericht onderwijs bij de politie Richtlijnen voor het schrijven van zelfstudies Alternatieve beoordelingsvormen Asynchonen leernetwerken, Galway Ireland Competenties in het onderwijs Animaties On Line Opleidingen Hints bij het oplossen van wiskundige problemen De nieuwe BAMA-structuur ABET Deze interne professionalisering wordt gevolgd door werkoverleg waarin de medewerkers op de hoogte worden gehouden van relevante ontwikkelingen binnen of buiten de TU je. Diverse OSC'ers volgden in 2001 delen van een door CRWO georganiseerde reeks onderwijskundige colloquia ter professionalisering van onderwijskundigen, die werkzaam zijn in het hoger onderwijs. OSC'ers bezochten verder diverse landelijke en internationale conferenties. Als dat gepaard ging met de voordracht van een paper, is dat paper terug te vinden in Hoofdstuk 6: publicaties. 5.6
Lidmaatschappen
Het OSC vertegenwoordigt de TU je in een aantallandelijke organisaties. Ook om de actuele stand van zaken binnen bepaalde aandachtsgebieden nauwlettend te kunnen volgen zijn medewerkers lid van bepaalde interne en externe groepen. Hieronder een overzicht: ExternTUle • VSNU Aansluiting VWO-WOjplatform netwerken Collegiaal Overleg Onderwijsbeleidsmedewerkers Collegiaal overleg BaMa Werkgroep kwaliteitszorg en accreditatie Surf overlegorgaan Podium Surf educatie
CRWO Intervisiegroep 'Studiegroep Onderwijskundige Professionalisering' Studiegroep Onderwijsmanagement en curriculumontwikkeling Hoofden CRWO-overleg Landelijk Overleg Studievaardigheden
YnR Divisie Hoger Onderwijs Leren en instructie Toetsing en evaluatie ICT Diversen Landelijk overleg Techniek 15+ Aansluitingsplatform Zuid-Nederland Netwerk West-Brabant VO-HO Taakgroep Toetsing Universiteit Maastricht Nederlandse Vereniging van Medisch Onderwijs Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren Nederlandse Vereniging van Ontwikkeling van Reken- en Wiskundeonderwijs Netwerk pofpgo KNCV InternTU.fe Overleg Opleidingsdirecteuren Diverse facultaire commissies, werkgroepen, overleggen, stuurgroepen etc. etc. Dienstraad Intervisiegroep van medewerkers van verschillende faculteiten van de TU fe die beleidsmatig met onderwijs bezig zijn. Beleidsveld overleg 5·7
Beheer
medewerkers: Wim van Meeuwen, Harry van de Wouw, Dirk-Jan Mulders, Riek Peters In 2001 is het hoofd OSC langdurig ziek geworden. Zijn taken werden tot de komst van een opvolger deels waargenomen door enkele medewerkers van het OSC.
29
6.
Publicaties
6.1
Brochures
J.C. Perrenet
6.2
Notities
C. M. van den Bergh C.M. van den Bergh H. de Jager C. M. van den Bergh H. de Jager C. M. van den Bergh H. de Jager C.M. van den Bergh H.M.W.J. v.d. Wouw
H.M.W.J. v.d. Wouw
J.C.
Perrenet
J.C. Perrenet J.C. Perrenet J.C. Perrenet
J.C. Perrenet
6.3
Beoordelen van Groepswerk bij Ontwerpgericht Onderwijs. Een serie richtvragen bij het opzetten van beoordelingssysteem; OGO brochure nr. 4
Overzicht en opbouw van vaardigheden in het E-curriculurn Het onderwijsmodel v.d. opleiding Elektro- en Informatietechniek Organisatiestructuur van het onderwijs Startinformatie voor trimestergroepen: Ontwikkelen, begeleiden en beoordelen van projectonderwijs Evalueren in OGO-projecten Plan van aanpak BMT I In dit voorstel worden een aantalcompetenties uitgewerkt, die studenten zo1.1den mc,eten beheersen om in groepen te kunnen werken aan projecten. Verder wordt een plan gepresenteerd om studenten deze competenties aan te leren en wordt de rol van de docenten Jaarbij beschreven. Alternatief stappenpbn Hierin wordt een voorstel voor een stappenplan gepresenteerd, waarmee studenten problemen te lijf kunnen gaan. die een aantal studiepunten omvatten. Handleiding voor Begeleiders Ontwerp Gericht Onderwijs bij Technische Wiskunde: Model1eren en Projecten Aanvullende Powerpoint presentatie EP OSCjoi.02 Innovation in Progress; Design Based Learning at the TU /Eindhoven Docentenhandleiding OntwerpGericht Onderwijs bij Technische Wiskunde: Modelleren en Projecten OntwerpGericht Onderwijs bij Technische Informatica Voordracht op colloquium Ontwerpgericht Onderwijs bij Technische Informatica Verslag Colloquium Ontwerpgericht Onderwijs bij Technische Informatica
Rapporten
J.C. Perrenet
Nieuwe Didactische Werkvormen voor het Eerste Jaar Rapportage van de Commissie Nieuwe Didactische Werkvormen in het Eerste Jaar, voor de Opleidingscommissie Wiskunde
6.4
Externe publicatiesfpresentaties
J.C. Perrenet J. Terwel J.C. Perrenet J.C. Perrenet
A.J.S.F. Visschers- Pleijers D.J.W.M. Mulders H.M.W.J v.d. Wouw
Learning Together in Multicultural Groups: A Curriculum Innovation (Universiteit Amsterdam) Innovation in Progress; Design Based Leaming at the TU /Eindhoven Paper in Proceedings 26th Conference DBL at TU je: recent developments Voordracht op conferentie Improving Leaming and Teaching at the University, Rand African University, Johannesburg Meeliftgedrag bij samenwerkend leren
3I