•
Faculteit Technische Bedrijfskunde
t~
Rapportage Wetenschappelijk_onderzoek
Technische Universiteit
1990
t
'.
' .
FACULTEIT TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE RAPPORTAGE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 1990 BLZ
INHOUDSOPGAVE Gebruikte afkortingen ALGEMEEN Opzet Onderzoekresultaten in 1990 Beoordeling van het onderzoek Veranderingen onderzoekprogramma Facultaire beleidsruimte Maatschappelijke dienstverlening en kennisoverdracht Beleid t.a.v. 2e geldstroom Beleid t.a.v. 3e geldstroom Categorie-indeling van de wetenschappelijke output
5 5 6 7 8 9 10 11 11 13
KWANTITATIEVE OVERZICHTEN BOK-ONDERZOEK 1990 VF-onderzoek, per VF-programma/per vakgroep Niet VF-onderzoek, per thema/per vakgroep VF-onderzoek, per faculteit/per vakgroep Niet VF-onderzoek, per faculteit/per vakgroep Onderzoek totaal, per faculteit/per vakgroep Onderzoek 2e geldstroom, in mj/wp, per vakgroep Onderzoek 3e geldstroom, in kfl. Doorstroomplaatsen facultaire resp. instellingsbeleidsruimte, per vakgroep
15 17 18 18 18 19 19 20
BESCHRIJVING VF-PROGRAMMA'S VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING Algemeen Produktiebeheersing Thema 1 KBS-09 Produktiebeheersing in complexe produktieeenheden KBS-10 Produktiebeheersing in de procesmatige fabricage KBS/ORS-01 Produktiebeheersing in ketens van produktievoorraadsystemen OK-36 Inrichting beheersingssystemen voor kwaliteitszorg en logistiek TPS-14 Bedrijfskundige beschrijving van verwerkingsprocessen gezamenlijk project van VF-Produktie- en Logistieke Beheersing en VF-Werk en Organisatie: ORS/T&A-02 Beheersing van Engineer-ta-order produktie in een multiproject omgeving Thema 2 Bedrijfseconomische beheersing BE-01 Economische besturing van primaire processen Onderbaudsbeheersing Thema 3 KBS-03 Onderbaudsbeheersing Externe logistiek Thema 4 gezamenlijk project van VF-Produktie- en Logistieke Beheersing en VF-Innovatie en Industriële Marketing: ORS/BE-01 Communicatie tussen verkoop en produktie Produktiebeheersing in dienstverlening Thema 5 KBS-06 Kwantitatieve beheersing in klinieken van ziekenhuizen
- 1 -
21 21 25 30 31 32 42
45
48 53
59 63
Thema 6 Informatiesystemen t.b.v. produktiebeheersing gezamenlijk thema van VF-Produktie- en Logistieke Beheersing en VF-Informatiesystemen: Algemeen 145 BISA-12 Intelligente produktmodellering 146 BE/BISA-01 Informatiesystemen voor besturing van 149 ordervoorbereiding bij 'Engineer-to'Order' produktiebedrijven 151 BISA/ORS-01 Experimentele logistieke informatiesystemen: MPS-functie BISA/ORS-02 Experimentele logistieke informatiesystemen: 154 Materiaalcoördinatie BISA/ORS-03 Experimentele logistieke informatiesystemen: 156 Praktijksimulatie BISA-05 Externe logistieke integratie 159 VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE Algemeen 67 Thema 1 Ergonomische vraagstukken bij ontwerp en besturing van hooggeautomatiseerde produktieprocessen Processimulatie t.b.v. selectie en training 72 T&A-12 van procesoperators De menselijke component van systeemfalen 76 T&A-13 T&A-14 (Her-)ontwerpprocedure voor informatiepresen83 tatie op beeldscherm T&A-15 Monitorgedrag van operators 87 Thema 2 Taakstructurering en werkorganisatie Werkorganisatie en werkgedrag 92 T&A-06b Sociotechniek voor Continue Stroom Produktie 94 T&A-09 (CSP) Prestatie-indicatoren en prestatiesturings99 T&A-10 systemen voor (interdependente) functies en afdelingen OK-11 Besturen en beheren binnen organisaties in de 106 gezondheidszorg; toetsing aangewende middelen Centralisatie, decentralisatie en unit 107 OK-30 management 110 Change management OK-37 Optimale inrichting van produktiesystemen; 112 TPS-02 produktiviteiteverhoging in de industrie Menskundige en organisatie-aspecten van Thema 3 automatisering 116 BISA/T&A-01 Kantoororganisatie en automatisering T&A/BISA-03 Een group decision support system (GDSS) voor 118 het begroten van informatiesysteemontwikkelingsprojecten Informatievoorziening voor nieuwe organisatie- 122 T&A-16 vormen T&A/BISA/ORS-01 Menskundige en organisatie-aspecten van 125 automatisering VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN Algemeen Ontwerpmethodologie voor informatiesystemen Thema 1 Gestructureerd ontwikkelen van informatieBISA-04 systemen BISA-08 Informatiebeleid en -planning
129 132 132
- 2 -
I
BISA-11 Thema 2 -
Kennis- en expertsystemen Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering BISA/T&A-02 Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering BISA-07 Begroten en beheersen van automatiseringsprojecten Thema 3 Informatiesystemen in produktie en logistiek gezamenlijk thema van VF-Informatiesystemen en VF-Produktie- en Logistieke Beheersing: Algemeen BISA-12 Intelligente produktmodellering BE/BISA-01 Informatiesystemen voor besturing van ordervoorbereiding bij 'Engineer-tc-Order' produktiebedrijven BISA/ORS-01 Experimentele logistieke informatiesystemen: MPS-functie BISA/ORS-02 Experimentele logistieke informatiesystemen: Materiaalcoördinatie BISA/ORS-03 Experimentele logistieke informatiesystemen: Praktijksimulatie Externe logistieke integratie BISA-05 Computer Integrated Manufacturing Thema 4 BISA/TPS-01 Computer Integrated Manufacturing (CIM)
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRIELE MARKETING Algemeen Management van Innovatieprocessen Thema 1 Management van technische innovatieprocessen OK-23 binnen de mogelijkheden en beperkingen van een (business-unit van een) industriële onderneming OK-31 Design for Logistics OK-32 Samenwerking tussen commercie en ontwikkeling bij produktinnovatie OK-33 Strategische produktinnovatie OK-34 Organisatie en management van produktinnovatie OK-38 Risicomanagement bij produktinnovatieprojecten TPS-11/0K-23 Learning/Experience/Progress Curve Thema 2 Marketing en Verkoop BE-02 Industriële Marketing Thema 3 Strategisch Management BE-04 Economische rechtvaardiging van investeringen in nieuwe technologie TPS-12 Internationalisatie van technische produktiesystemen BESCHRIJVING NIET VF-GEBONDEN THEMA'S VAKGROEP ORGANISATIEKUNDE Thema: Bestuur en beheer in onderneming en maatschappij OK-35 Kwaliteitsbeleid en organisatie OK-39 Reflectie op thema's en methodologie in de organisatiekunde OK-40 Een leeromgeving voor logistieke strategievorming
- 3 -
132 140 140
145 146 149 151 154 156 159 162 169 174 176 178 178 180 182 84 186 189 195 197 200
200 201 204
VAKGROEP OPERATIONELE RESEARCH EN STATISTIEK Thema: Kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde ORS-01 Kwantitatieve Economische Methoden Statistische methoden ORS-06 Tijdreeksanalyse in financiële markten
206 210 ORS-07 214
VAKGROEP TECHNISCHE PRODUKTIESYSTEMEN Thema: Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische produktiesystemen TPS-13 Industrial Performance (efficiëntie x 216 effectiviteit) van technische produktiesystemen TPS-04 Produceren met minimaal energiegebruik 223 TPS-06 De energie-arme fabriek 227 TPS-09 Energie- en milieumanagement 231 TPS-10 Substitutie van produktiefakteren uitgaande 233 van technische produktiefuncties Optimale vormgeving van produktiesystemen TPS-05 235 BESCHRIJVING NIET-VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP BEDRIJFSECONOMIE Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
238 238 238 242
VAKGROEP BESTUURLIJKE INFORMATIESYSTEMEN EN AUTOMATISERING Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
245 245 247
VAKGROEP KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN BEHEERSINGSSYSTEMEN Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
249 249 251
VAKGROEP ORGANISATIEKUNDE Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
255 255 261
VAKGROEP OPERATIONELE RESEARCH EN STATISTIEK Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
263 263 267
VAKGROEP TECHNOLOGIE EN ARBEID Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
270 270 271
VAKGROEP TECHNISCHE PRODUKTIESYSTEMEN Niet-projectgebonden onderzoeksresultaten/Afstudeerverslagen Overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening
273 273 276
- 4 -
I
Gebruikte afkortingen BE = vakgroep Bedrijfseconomie BISA = vakgroep Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering KBS = vakgroep Kwantitatieve Aspecten van Beheersingssystemen OK = vakgroep Organisatiekunde T&A = vakgroep Technologie en Arbeid TPS = vakgroep Technische Produktiesystemen ZRP = Ziekenhuis Research Project i.o.m. = in overleg met o.t.v. = onder toezicht van VF = Voorwaardelijke Financiering
FACULTEIT TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE RAPPORTAGE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 1990
FACULTEIT TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE RAPPORTAGE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 1990
Ieder jaar worden onderzoekgegevens verzameld ten behoeve van het wetenschappelijk Verslag van de TUE en de Rapportage wetenschappelijk Onderzoek Technische Bedrijfskunde (verder te noemen Onderzoekrapportage). Verzameling en indiening van deze gegevens gebeurt volgens ministeriele richtlijnen, die voor alle w.o.-instellingen bindend zijn. Volgens deze richtlijnen wordt eerst een beschrijving gegeven van de voorwaardelijk gefinancierde (VF-)onderzoekprogramma's, gesplitst per thema, vervolgens van niet-VF-gebonden onderzoekthema's en tot slot van overig onderzoek, per vakgroep. De Onderzoekrapportage heeft ongeveer dezelfde inhoud als het Wetenschappelijk Verslag. In de Onderzoekrapportage zijn ook de afzonderlijke onderzoeksprojecten beschreven; bovendien is hierin per vakgroep een categorie overige wetenschappelijke activiteiten/Maatschappelijke dienstverlening per vakgroep opgenomen. De voor u liggende Onderzoekrapportage heeft betrekking op het kalenderjaar 1990. In deze Onderzoekrapportage wordt gerapporteerd over vier VF-programma's: Produktie- en Logistieke Beheersing (v/h Beheersingssystemen) Dit programma is per 01.01.1983 gestart. Werk en Organisatie Gestart per 01.01.1984. Informatiesystemen (samen met Wsk/I) Gestart per 01.01.1985. Dit VF-programma wordt uitgevoerd door de faculteiten Wsk/I en Bdk, die elk ca 50% van de inzet in fte w.p. voor hun rekening nemen. Innovatie en Industriële Marketing (v/h Produktinnovatie) Gestart per 01.01.1987. Bdk levert verder een bijdrage van 0,1 fte wp in het VF-programma Besliskunde en Stochastiek (Wsk/I). Deze bijdrage wordt gegeven uit het VF-programma Produktie- en Logistieke Beheersing. Er is geen afzonderlijke projectbeschrijving. Ook zijn beschrijvingen opgenomen van niet-VF- gebonden thema's en in dat kader uitgevoerde onderzoeksprojecten. De Onderzoekrapportage bevat verder een aantal kwantitatieve overzichten, waarin onder meer de onderzoekinspanning in mensjaren w.p. en de onderzoekoutput zijn opgenomen. De volgende kwantitatieve overzichten zijn samengesteld: VF-onderzoek, per VF-programma/per vakgroep niet-VF-onderzoek, per thema/per vakgroep VF-onderzoek, per faculteit/per vakgroep niet-VF-onderzoek, per faculteit/per vakgroep Onderzoek totaal, per faculteit/per vakgroep Onderzoek 2e geldstroom, in mj/wp, per vakgroep Onderzoek 3e geldstroom, in kfl. Tijdelijk wetenschappelijk personeel t.l.v. facultaire resp. instellingsbeleidsruimte, per vakgroep. - 5 -
Onderzoekresultaten in 1990 De faculteit heeft in 1990 de 4 VF-programma's opnieuw geformuleerd. De nieuwe VF-programma's zijn m.i.v. 01.01.1990 gestart. Bij de herziening zijn opmerkingen en adviezen voor verbetering van (de samenhang van) het onderzoek verwerkt. Dergelijke adviezen zijn niet alleen afkomstig van de officiële beoordelende instanties, maar ook van de verschillende externe visiting commissies die door de faculteit zelf zijn ingesteld voor beoordeling van de VF-programma's. In deze beoordelingscommisies hadden deskundigen van universitaire en industriële organisaties zitting. Met betrekking tot de omvang van de VF-programma's voor de periode 1990-1995 zijn de volgende afspraken gemaakt: Produktie- en Logistieke Beheersing: inzet 19,5 fte wp, waarvan 3,8 3e geldstroom. Werk en Organisatie: 12,2 fte wp, waarvan 0,9 3e geldstroom. Informatiesystemen: inzet Bdk 8,55 fte wp, waarvan 1,4 3e geldstroom. Innovatie en Industriële Marketing: 5,5 fte wp, waarvan 0,5 3e geldstroom. In totaal dus 45,75 fte wp, waarvan 39,15 in de 1e geldstroom en 6,6 in de 3e geldstroom. Door de Universiteitsraad is de 1e geldstroomcapaciteit intern beschermd. Het B-deel bedroeg in 1990 28,0 fte wp. De kernthema's van onderzoek zijn in 1990 niet veranderd. De samenwerking tussen vakgroepen in het kader van het VF-onderzoek is opnieuw versterkt: bij de herformulering van de VF-programma's zijn de bijdragen van vakgroepen uitgebreid, zowel qua aantal als qua inzet per vakgroep. Ook de samenwerking tussen VF-programma's is vergroot door het opnemen met enkele gezamenlijke thema's, t.w. Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering (tussen VF-Werk en Organisatie en VF-Informatiesystemen) Informatiesystemen voor logistiek en produktie (tussen VF-Beheersing en VF-Informatiesystemen). Rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen rond het 'zwaartepunt' van het onderzoek van de faculteit zijn enkele nieuwe onderzoek-thema's geformuleerd: Distributielogistiek, Produktiebeheersing in dienstverlening, Computer Integrated Manufacturing, Informatiesystemen t.b.v. produktie en logistiek, Menskundige en organisatorische aspecten van de automatisering. In 1990 werd in de eerste geldstroom 34,7 fte w.p. (incl. 1,2 fte o.b.p.) gerealiseerd in VF-programma's. Daarmee werd de trend voortgezet dat de werkelijke inzet in VF-onderzoek aanmerkelijk groter is dan het B-deel. De inzet in onderzoek van capaciteit uit de 3e geldstroom is teruggelopen ten opzichte van 1989; deze is ook een fractie lager dan de voorgenomen inzet: in 1988 was dat 4,5; in 1989 9,5 fte w.p. en in 1990 6,4. Deze capaciteit is geheel ingezet in VF-programma's. De overeengekomen VF-inzet voor 1990 is niet volledig gerealiseerd. De capaciteit besteed aan overige onderzoektaken bedroeg 5,8 fte w.p.
- 6 -
De inzet t.b.v. onderzoek heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: jaar 1985 1986 1987 1988 1989 1990
waarvan t.b.v. VF-programma's
inzet t.b.v. onderzoek incl. 2e/3e geldstroom
20,9 22, 1 29,0 32,0 42, 1 41, 1
37, 1 34,8 36,3 39, 1 49,2 46,9
De totale wetenschappelijke output ontwikkelde zich als volgt: 1987 1989 1985 1986 1988 dissertaties . wetenschappelijke publikaties abstracts . vakpublikaties overige produkten van wet. activiteit . afstudeerverslagen
1990
4
6
3
6
5
3
114 2 73
73 66
117 27 171
77 17 139
104 10 164
104 10 171
170 88
226 144
228 172
306 180
298 161
229 183
Beoordeling van het onderzoek De vcw speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van het wetenschappelijk onderzoek van de faculteit: nieuwe onderzoeksprojecten worden vooraf door de VCW beoordeeld; aan niet goedgekeurde projecten wordt geen capaciteit toegekend; onderzoeksresultaten worden jaarlijks - aan de hand van de Onderzoek-rapportage - door de VCW beoordeeld. Gecoördineerd door of op initiatief van de VCW worden VF-programma's elke twee jaar bijgesteld, wordt elk VF-programma periodiek ter beoordeling voorgelegd aan een beoordelingscommissie van externe deskundigen. Ter voorbereiding van haar advies over de kwaliteit van het onderzoek heeft de vcw in 1990 een gespreksronde met alle vakgroepen georganiseerd om zich te informeren over o.a. het onderzoekmanagement, kwaliteit van projecten en publikaties, evt. knelpunten m.b.t. onderzoekmiddelen. Het VCW-advies heeft geleid tot richtlijnen van het Faculteitsbestuur en Faculteitsraad m.b.t. gemiddelde inzet voor onderzoek, aantal publikaties e.d. Afgesproken is dat medio 1992 (halverwege de looptijd van de huidige VF-programma's) een gespreksronde VCW met VF-programmaleiders zal worden georganiseerd, in 1993 (ca een jaar voor de indiening van herziene VF-programmabeschrijvingen) een nieuwe gespreksronde VCW-vakgroepen zal worden voorbereid. De faculteit kent al vanaf 1987 de procedure dat ieder VF-programma circa een half jaar voor het aflopen daarvan door een panel van externe deskundigen wordt beoordeeld. Deze procedure zal in de toekomst worden gecontinueerd.
- 7 -
In het kader van de externe beoordeling van de bedrijfskunde-discipline zijn alle VF-programma's in 1989 positief beoordeeld door KIVI; VFInformatiesystemen is daarnaast ook door SION positief beoordeeld. De externe beoordeling van de hele bedrijfskunde-discipline is in de plaats gekomen van de aanvankelijke procedure waarin de VF-programma's tranchegewijs v66raf werden beoordeeld. Aangekondigd is dat in 1992 opnieuw een verandering in het beoordelingssysteem zal worden aangebracht. In grote lijnen gaat het nieuwe beoordelingssysteem er als volgt gaan uitzien: alle onderzoek- dus niet alleen VF-programma's - zal worden beoordeeld op voortgang en wetenschappelijke produktie beoordeling van de afzonderlijke onderzoekprogramma's vindt plaats op lokaal niveau elke faculteit zal eens per 5 jaar een interne beoordeling uitvoeren, op een manier die vergelijkbaar is met de zelfstudie voor de onderwijsvisitatie per discipline zullen in VSNU-verband afspraken worden gemaakt over de criteria voor de interne beoordeling. Rekening kan dan worden gehouden met verschillen tussen vakgebieden, bijv. in publikatiepatroon, omvang van programma's, samenhang e.d. de beoordeling door de faculteit vormt vervolgens de basis voor een landelijke, externe beoordeling. Hiervoor zal per discipline een commissie worden gevormd van onafhankelijke deskundigen, voor een deel ook uit het buitenland afkomstig. Deze commissie krijgt tot taak om te toetsen of de interne beoordeling volgens de afgesproken criteria heeft plaatsgevonden. Verder zal zij in de landelijke vergelijking aangeven waar toponderzoek in het vakgebied wordt gedaan en welke 'witte plekken' er zijn. Veranderingen onderzoekprogramma Afspraak is dat nieuwe onderzoeksprojecten bij voorkeur direct worden ondergebracht in VF-programma's. Zij kunnen op die manier profiteren van de betere managementstructuur en het onderzoekklimaat in die programma's. Als gevolg van die afspraak zijn enkele niet-VF-gebonden onderzoekthema's beëindigd en opnieuw geformuleerd in het kader van VF-programma's. In 1990 zijn de volgende nieuwe onderzoeksprojecten geformuleerd: VF-Produktie- en Logistieke Beheersing: OK-36 Inrichting beheersingasystemen voor kwaliteitszorg en logistiek Bedrijfskundige beschrijving van bewerkingsprocessen TPS-14 VF-Werk en Organisatie: Change management OK-37 Een group decision support system (GDSS) voor het begroT&A/BISA-03 ten van informatiesysteemontwikkelingsprojecten T&A-16 Informatievoorziening voor nieuwe organisatievormen Gezamenlijk thema van VF-Werk en Organisatie en VF-Informatiesystemen: T&A/BISA/ORS-01 Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering (uitgevoerd bij T&A) BISA/T&A-02 Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering (uitgevoerd bij BISA) Gezamenlijk thema van VF-Produktie- en Logistieke Beheersing en VFInformatiesystemen: BE/BISA-01 Informatiesystemen voor besturing van ordervoorbereiding bij 'Engineer-ta-Order' produktiebedrijven Experimentele logistieke informatiesystemen: MPS-functie BISA/ORS-01 - 8 -
BISA/ORS-02
Experimentele logistieke informatiesystemen: Materiaalcoördinatie BISA/ORS-03 coördinatie: Praktijksimulatie BISA-05 Externe logistieke integratie VF-Informatiesystemen: BISA/TPS-01 Computer integrated manufacturing (CIM) VF-Innovatie en Industriële Marketing: OK-38 Risicomanagement bij produktinnovatieprojecten Het VF-programma Energiebesparing (faculteit Bouwkunde) is in 1990 niet in de oorspronkelijke vorm gecontinueerd; daarmee is ook de BOKbijdrage in dit programma vervallen. Het in dit programma ondergebrachte onderzoeksproject 'De energie-arme fabriek' wordt in de faculteit (vakgroep TPS) als niet-VF-gebonden onderzoek voortgezet. De volgende niet VF-gebonden projecten zijn beëindigd of opnieuw geformuleerd in het kader van de herziene VF-programma's: BE-05 Informatie-analyse in de kantooromgeving BISA-02 Databases OK-08 Organisatie-ontwikkeling in de verpleegsector van algemene ziekenhuizen. Material Management in de bouw, OK-16 Structuring eerstelijnszorg OK-24 Preventieve doorlichting en strategische beleidsvorming OK-27 TPS-1 Generieke Innovatieprocessen beide in verband met herformulering en opname in het VF-programma Innovatie en Industriële Marketing. Facultaire beleidsruimte De faculteit wil jonge onderzoekers in de gelegenheid stellen zich verder te bekwamen in het onderzoek. Met name onder de 'eigen' Bdkingenieurs wordt actief geworven naar promotie-aio's. De faculteit had in 1990 een beleidsruimte van 20 aio-plaatsen. Op 31.12.1990 waren 27 aio's aangesteld. Door medefinanciering van aio-plaatsen door derden is het aantal promovendi groter dan het aantal formatieplaatsen. Via die vorm van financiering kan ook een suppletie op het aio-salaris worden gegeven, waardoor de bereidheid om een aio-aanstelling te aanvaarden wordt vergroot. Deze handelwijze, aangevuld met een actieve scouting onder veelbelovende BOK-studenten, heeft ertoe geleid dat vrijwel alle aio-vacatures konden worden vervuld. Eén aio heeft besloten zijn onderzoeksproject voortijdig te beëindigen, mede omdat de perspectieven in het bedrijfsleven gunstiger waren. Eén aio heeft op voorstel van de begeleidende hoogleraar/werkgroep zijn onderzoeksproject beëindigd, vanwege achterblijvende onderzoekresultaten. Bij de formulering en goedkeuring van een aio-project wordt erop toegezien dat de wetenschappelijke begeleiding gewaarborgd is. Voor ieder project wordt een verantwoordelijke begeleider aangewezen, alsmede een werkgroep en een begeleidingscommissie. Hieruit wordt in een later stadium de eerste promotor aangewezen. A.i.o.-plaatsen worden bij voorkeur toegekend aan projecten in VFprogramma's. De inzet van jonge onderzoekers op tijdelijke plaatsen is van groot belang voor de vernieuwing van het onderzoek.
- 9 -
Onder ausp1c1en van NOBO en met medewerking van docenten van de vier bedrijfskunde-faculteiten zijn gezamenlijke cursussen ontwikkeld over resp. 'onderzoekmethodologie' en 'case study' als methode van onderzoek. Deelname aan deze cursussen is voor alle BOK-aio's verplicht gesteld. vanaf 1991 worden twee nieuwe cursussen aangeboden, 'human resources management' en 'logistiek'. Bij het geven van die cursussen worden ook aio's ingezet. Deelname van BOK-aio's is facultatief. In het kader van de opleiding van jonge wetenschappelijke onderzoekers laat de faculteit de cursussen Technica! Writing and Editing verzorgen. Deze cursus wordt ieder jaar herhaald. De gezamenlijk ontwikkelde aio-cursussen worden ondergebracht in een NOBO-netwerk i.o. Daarmee wordt de basis gelegd voor de ontwikkeling van een landelijke onderzoekschool bedrijfskunde. In verband met de opleiding van promovendi zijn ook contacten gelegd met de European Institute for Advanced Studies in Management (EIASM) in Brussel, i.v.m. een mogelijk Europees netwerk. OVerzicht van tijdelijk wetenschappelijk personeel (ltd/aio) per 31 . 12. 1990 (verdeeld over de vakgroepen) VAKGROEP
TOTAAL AANTAL PLAATSEN
BEZETTE PLAATSEN ltd/toeg. onderz.
BE BISA KBS OK ORS T&A TPS
6,0 8,0 3,0 1, 0 3,0 4,0 2,0
Totaal
27,0
WAARVAN IN VF-PROGRAMMA'S
aio
3,0 6,0 3,0
3,0 6,0 3,0
1, 0
1, 0
3,0 4,0 2,0
3,0 4,0 1, 0
22,0
21,0
Maatschaooelijke dienstverlening en kennisoverdracht Oe maatschappelijke dienstverlening bestaat met name uit steun aan bedrijven/instellingen via: * adviezen van onderzoekgroepen en individuele onderzoekers * contract-onderzoek * stages en afstudeeropdrachten * adviezen van de bedrijfskundewinkel. Kennisoverdracht vindt plaats door verspreiding van onderzoek-resultaten door: boeken en publikaties bilaterale contacten met onderzoekers in binnen- en buitenland aanbieding en presentatie van papers, deelname aan wetenschappelijke congressen e.d. lidmaatschap van wetenschappelijke en beroepsverenigingen lezingen en workshops. Onderzoekers van de faculteit investeren relatief veel tijd in kennistransfer. Ca 50% van de 'overige produkten van wetenschappelijke activiteiten' bestaat uit voordrachten, cursusbijdragen, adviezen e.d. - 10 -
Beleid t.a.y. 2e geldstroom Oe faculteit voert een actief beleid met betrekking tot het verkrijgen van middelen uit de 2e geldstroom. Door de VCW goedgekeurde promotieprojecten die zich daarvoor lenen worden ook ingediend bij een 2e geldstroomorganisatie. In 1989 zijn 5 aanvragen ingediend bij NWO en STW. Alle aanvragen zijn A-geclassificeerd. Voor 1 daarvan is voor 1990 een oio-plaats toegekend. Deze plaats is met prof.Wijngaard meegegaan naar de Rijksuniversiteit Groningen. In 1990 zijn 8 projecten ingediendi daarvan zijn er 2 toegekend. Ecozoek financiert het aio-project Ontwikkeling van instrumenten voor diagnose en prestatie-evaluatie m.b.t. de logistieke bedrijfsvoering, o.l.v. prof.dr.ir.J.W.M.Bertrand en prof.dr.J.A.M.Theeuwes; SION financiert het project Een 'group decision support system (GOSS)' voor het begroten van informatiesysteemontwikkelingsprojecten, o.l.v. dr.ir.F.J.Heemstra en dr.H.F.J.M.van Tuijl. Van de overige projecten ontving er 1 een C-classificatie (d.w.z. niet subsidiabel) en 5 kregen een A-classificatie, d.w.z. dat de projecten wel subsidiabel zijn, maar wegens gebrek aan middelen niet konden worden gesubsidieerd. Ondanks diverse acties van de faculteit om de 2e geldstroomfinanciering te verbeteren, is de toegang nog steeds problematisch. Hoofdreden is het krimpscenario dat NWO kent. De positieve beoordeling van vrijwel alle ingediende projecten is voor de faculteit een stimulans om het beleid voort te zetten. Ook op landelijk niveau wordt versterking van de positie van bedrijfskundig onderzoek bij 2e geldstroomorganisaties nagestreefd. NOBO werkt aan erkenning als NWO-stichting. Verwacht moet echter worden dat die erkenning pas op langere termijn gerealiseerd zal worden. Vooruitlopend op een eigen NWO-stichting heeft NOBO eind 1990 een commissie voor de beoordeling van 2e geldstroomprojecten ingesteld, die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt over alle door BOK-onderzoekers ingediende aanvragen. Van BOK-TUE zijn daarin benoemd prof.dr.ir.J.W.M.Bertrand en dr.H.F.J.M.van Tuijl. Het NOBO-secretariaat bewaakt bovendien de voortgang van de projectaanvragen en op basis daarvan worden gesprekken gevoerd met het NWObestuur. Beleid t.a.v. 3e geldstroom Werving van 3e geldstroomfondsen heeft altijd veel aandacht van de faculteit gehad. Dat ligt ook voor de hand, gezien de aard van bedrijfskundig onderzoek. oe omvang van de 3e geldstroom in fte-aio bedroeg in 1990 6,6 fte, d.w.z. 17' van de totale onderzoekformatie. Researchcontracten worden slechts afgesloten als deze passen in het onderzoekbeleid van de faculteit en een extra ondersteuning betekenen voor lopend onderzoek. Vrijwel iedere vakgroep van de faculteit werft middelen uit de derde geldstroom (contractresearch). Ook aanbieding van materiële en personele middelen 'in natura' vergroot de 3e geldstroom. De verwachting is dat deze vorm van financiering in de komende jaren nog verder zal groeien.
- 11 -
I
Naast de meer traditionele contractvormen worden ook andere mogelijkheden benut, bijv. sponsoring van langer lopende onderzoek-projecten door bedrijven, schenkingen van apparatuur, vergoeding van reis-/verblijfkosten van a.i.o.'s, etc. Door inzet van afstudeerders bij contractresearch wordt verdere uitbreiding van de 3e geldstroommiddelen beoogd. De Vaste Commissie voor de wetenschapsbeoefening
mei 1990
- 12 -
I
FACULTEIT BEDRIJFSKUNDE - RAPPORTAGE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 1990
Categorie-indeling van de wetenschappelijke output a.
Dissertatie 1. Promotie bij eigen instelling, intern voorbereid; 2. Promotie bij eigen instelling, extern voorbereid; 3. Promotie elders (instelling vermelden), intern bereid.
b.
Wetenschappelijke publikatie (Hoofdstuk of artikel in een) boek uitgegeven door een (inter) nationaal vooraanstaand wetenschappelijk uitgever. Origineel artikel voortvloeiend uit eigen wetenschappelijk onder- zoek, gepubliceerd in (inter)nationaal wetenschappelijk tijdschrift met in principe "referee-systeem". Extern rapport, vergelijkbaar met wetenschappelijke publikaties (aantoonbare wetenschappelijke status b.v. blijkend uit aanwezigheid van over publikatie beslissende, gezaghebbende referenten). Extern rapport vergelijkbaar met wetenschappelijke publikaties en in opdracht van met name genoemde derden vervaardigd; ook voor deze categorie van publikatie is bibliografische naspeurbaarbeid wenselijk, doch niet in alle gevallen mogelijk). Congrespaper en conferentiebijdrage, mits gepubliceerd in proceedings of soortgelijke publikatievormen. Inaugurale rede, afscheidscollege.
c.
Abstract Samenvatting van een artikel, voordracht of casuïstische mededeling op (inter)nationale wetenschappelijke bijeenkomst, gepubliceerd in tijdsschrift of congresuitgave.
d.
Vakpublikatie Bijdrage aan encyclopedie, boekbespreking, commentaar, schoolboek. Origineel artikel of mededeling voortvloeiend uit eigen wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in vaktijdschrift, al dan niet betrekking hebbend op eigen vakgebied. Artikel in meer algemeen georiënteerd of populairwetenschappelijk tijdschrift (of tijdschrift van beroepsvereniging, Intermediair) met uitzondering van dag- en weekbladen, tenzij het gaat om een (eenmalige) bijdrage van meer dan circa 2000 woorden. Overzichtartikel, klinische les, beschouwing, caput, referaat. Overige bibliografisch naspeurbare rapporten.
e.
Overige produkten van wetenschappelijke activiteit Voordrachten, conferentiebijdragen en congrespapers, posterpresentaties, e.d. voorzover niet gepubliceerd in proceedings of dergelijke. Rapport over onderzoekwerkzaamheden (intern rapport of eigen uitgaven niet opgenomen in boek of erkend tijdschrift), afstudeerverslagen. Overige informatiedragers, zoals audio-visuele media, ontwikkelde produkten etc. voorzover deze extern zijn uitgedragen.
- 13 -
f.
Overige wetenschappelijke activiteiten Redactielidmaatschappen van wetenschappelijke tijdschriften of daarvoor optreden als referent; lidmaatschappen van wetenschappelijke adviescolleges, commissies enz. Postacademisch onderwijs, gastcolleges; Collegedictaten, syllabi, leerboeken e.d.
g.
Maatschappelijke dienstverlening Ondersteuning van andere faculteiten, instellingen, bedrijven of instanties bij het oplossen van problemen. Activiteiten gericht op wetenschapstoepassing en innovatiebevordering.
- 14 -
Tabel I-a:Kwantitatief overzicht voorwaardelijk gefinancierd onderzoek Titel VF-Progratm~a :Produktie- en Logistieke Beheersing Identificatienummer :TUE-BDK-101.83.33/201.90.33 Onderwerponts1uiting:- ISN : 3310, 1207, 3304, 5311 -ZWO: T.120, T.130, S.190, P.160, P.170 - NABS: N. 048, Vak- londerzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep l----------------------------l-----------------------------------------1
I
jgeldstromen I 1e 2e
I
3e
I
rotaalldissertaties wet. abvak- oe- overil 1+2+3 I I II III pub1.stracts pub1.trooiprod.l
------l----------------------------1-----------------------------------------l BE I 2.9 2.91 6 1 291 BISA I 1.2 * 0.8 2.0 I 5 1 15 I KBS I 7.5 0.8 8.31 8 25 241 OK I 0. 1 0. 1 I 1 I
I 2.8 ** o. 7 3. 5 I 5 17 16 I I I I TPS I 1•0 1•0 I 4 1 I ------l----------------------------1-----------------------------------------l Totaal! 15.5 ** 2.3 17.8 I 1 0 0 25 48 0 85 I ORS T&A
* inclusief 0,1 mje obp **inclusief 0,1 mje wp in VF-programma Besliskunde en Stochastiek (Wsk/I)
Tabel I-b:Kwantitatief overzicht voorwaardelijk gefinancierd onderzoek Titel VF-Progratm1a :Werk en Organisatie Identificatienummer :TUE-BDK-102.84.33/202.90.33 Onderwerpontsluiting:- ISN : 3310, 5311, 6109, 3304 -ZWO: T.110, T. 120, T. 130, S.260, S. 190 - NABS: N.070, N.083, N.084, N.087 Vakgroep
wetenschappelijke output I 1----------------------------l-----------------------------------------l I I I !onderzoekinspanning (mje/wp)l
jgeldstromen:
rotaalldissertaties wet. ab-
vak- oe- overil
I le 2e 3e 1+2+3 I I II III publ.stracts publ.trooiprod. I ------l----------------------------1-----------------------------------------l BE I I I BISA I 0.3 0.3 I I KBS I I I OK I o. 4 0. 7 1.1 I I ORS I 0. 1 0. 1 I I T&A I 7.4 * 2.4 ** 9.8 I 17 6 28 80 I TPS I 0.2 0.2 I 8 I ------1----------------------------l-----------------------------------------l Totaal! 8.4 0.0 3.1 11.5 I 1 0 0 19 6 28 0 89 I ========================================:#==================================== *) Inclusief 0,5 mje obp. **) Inclusief 0,4 mje obp
- 15 -
Tabel 1-c:Kwantitatief overzicht voorwaardelijk gefinancierd onderzoek Titel VF-Programma :Informatiesystemen Identificatienummer :TUE-lnf-302.85.26/303.90.26 Onderwerpontsluiting:- ISN : 1203, 1207, 3304 -ZWO: P.160, P.170, S. 190 - NABS: N.076, N.083 Vak- londerzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep 1----------------------------l-----------------------------------------l
I
I
I
lgeldstromen: Totaalldissertaties wet. abvak- oe- overil I le 2e 3e 1+2+3 I I 11 111 publ.stracts publ.trooiprod. I ------l----------------------------1-----------------------------------------l BE I 0. 3 o. 3 I 1 I BISA I 5.1 •) 0.8 5.9 I 35 16 103 I KBS I 0.0 I I OK I 0.0 I I ORS I o. 5 o. 2 0. 7 I 5 5 I T&A I 0. 5 0. 5 I I TPS I 0.2 0.2 I I ------1----------------------------l-----------------------------------------l Totaalj 6.6 0.0 1.0 7.6 I 0 0 36 1 22 0 109 I
============================================================================== *)Inclusief 0,1
mje
obp
Tabel I-d:Kwantitatief overzicht voorwaardelijk gefinancierd onderzoek Titel VF-Programma :Innovatie en Industriele marketing Identificatienummer :TUE-BOK-103.87.33/203.90.33 Dnderwerponts1u1t1ng:- ISN : 5311 - ZWO : S. 190 - NABS: N.071, N.083 Vak- londerzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep 1----------------------------l-----------------------------------------l
I
I
I
I
I
jgeldstromen: Totaaljdissertaties wet. abvak- oe- overi I I le 2e 3e 1+2+3 I I II III publ.stracts publ.trooiprod. I ------l----------------------------1-----------------------------------------l BE I 1.1 1.11 5 7 351 BISA I 0.0 I I KBS I 0.0 I I OK I 2.1 2.1 I 2 4 1 I ORS I 0. 1 0. 1 I I T&A
I
0.0
TPS I 0. 9 0. 9 I 1 1 1 4 I ------l----------------------------1-----------------------------------------l Totaalj 4.2 0.0 0.0 4.2 I 0 0 0 8 2 12 0 40 I ==~================:==========================================================
- 16 -
I
Tabel 11: Kwantitatief overzicht onderzoekthema's (niet-voorwaardelijk gefinancierd onderzoek)
Thema Vak- IOnderwerpontsluitinglonderzoekinspanning {mje/wp)l
I
wetenschappelijke output
groepl 1----------------------------1 ------------------------------------------l-------1 ISN ZWO NABS !geldstroom Totaal !dissertaties wet. abvak- oe- ov. lafstud. I I le 2e 3e 1+2+3 I I II lil publ. stract publ.trooiprod. lversl. 1--------------------l----------------------------l ------------------------------------------l-------1.01 OK I 5311 S.190 N.083 I 1.2 "') 1.2 I 2 I P.160 I I I I 1.02 ORS
I
I
11207 P.160 N.070 I 1209 N.083
I
I 1.03 TPS ORS
I 3310 T.120 N.055 I 3322 T.130 N.071 I 5310 T.140 N.072 I S.190
I I I I I
I
1.0
1.0
3.4 0.2
3.4 0.2
I
I I I I I
3
I
12
12
23
21
I I I I I I
I I I I I I 1.04BE I I I 2 11 131 23 BISA I I l I 24 KBS I I I 5 5 I 25 OK I I I 3 3 15 I 51 ORS I I I 6 3 18 I 22 T&A I I I I 12 TPS I I I 2 3 2 I 26 I I I I -----------1--------------------l----------------------------l ------------------------------------------1-------Totaal *)
I
I 5.8 0.0 0.0 5.8 I 16 61 89 I 183 !==~==~~~========~===~==~~=~=! ===================================~======!========
Inclusief 0,1 mje obp
Code Thema-aanduiding 1. 01 1.02 1.03 1.04
Bestuur en beheer in onderneming en maatschappij Kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische productiesystemen Onderzoekresu1taten, niet-VF, niet-themagebonden
- 17 -
Tabel III-1: Kwantitatief overzicht voorwaardelijk gefinancierd onderzoek gerubriceerd per vakgroep Vak- !onderzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep 1----------------------------l-----------------------------------------l !geldstromen: Totaal Idissertaties wet. abvak- oe- overi I I le 2e 3e 1+2+3 I I II III publ.stracts publ.trooiprod. I ------1----------------------------l-----------------------------------------l BE I 4.3 4.3 I 12 9 65 I BISA I 6.6 1.6 8.2 I 40 17 119 I KBS I 7.5 0.8 8.3, 8 25 241 OK I 2.6 o. 7 3.3 I 4 1 4 I ORS I 3.5 0.9 4.4, 5 0 22 211 T&A I 7.9 2.4 10.3 I 17 6 28 80 I TPS I 2. 3 2. 3 I 2 1 5 13 I ------1----------------------------l-----------------------------------------l Totaal! 34.7 6.4 41.1 I 2 88 10 110 3231 ===============================================~=============================·
In deze tabel zijn de gegevens verwerkt van het Bdk-aandeel in het VF-programma dat bij Wiskunde en Informatica (TUE-INF 302.85.26)is opgenomen. Tabel III-2: Kwantitatief overzicht niet-voorwaardelijk gefinancierd onderzoek gerubriceerd per vakgroep Vak- londerzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep l----------------------------1-----------------------------------------l----lgeldstromen: Totaalldissertaties wet. abvak- oe- overi lafst. I le 2e 3e 1+2+3 I I II III publ.stracts publ.trooiprod. lversl. ------l----------------------------l-----------------------------------------1----sE 1 1 2 11 13 1 23 BISA I I I 24 KBS I 0.0 I 5 5 I 25 OK I 1. 2 1. 2 I 3 3 17 I 51 ORS I 1. 2 1. 2 I 9 16 31 I 22 T&A I I I 12 TPS I 3.4 3.4 I 2 26 23 I 26
------1----------------------------I-----------------------------------------I----5.8 5.8 I 16 61 89 I 183
Totaall
=================·==========================================:====================== Tabel III-3: Kwantitatief overzicht totaal onderzoek gerubriceerd per vakgroep Vak- londerzoekinspanning (mje/wp)l wetenschappelijke output I groep l----------------------------l-----------------------------------------1 !geldstromen: Totaalldissertaties wet. abvak- oe- ov. lafst. I le 2e 3e 1+2+3 I I II III publ.stracts publ.trooiprod. lversl. ------l----------------------------l-----------------------------------------1----sE 1 4. 3 4. 3 1 14 20 78 1 23 BISA I 6.6 1.6 8.2 I 40 17 119 I 24 KBS I 7. 5 o. 8 8. 3 I 8 30 29 I 25 OK I 3.8 0.7 4.5 I 7 7 18 I 51 ORS I 4. 7 0. 9 5. 6 I 14 38 52 I 22 T&A I 7.9 2.4 10.3 I 17 6 28 80 I 12 TPS I 5. 7 5. 7 I 4 31 36 I 26
------1----------------------------I-----------------------------------------I----40.5 6.4 46.9 I 2 104 10 171 412 I 183
Totaall
-
18
Tabel IV: Specificatie onderzoekinspanning tweede geldstroom in mje/wp. VakgroepiWP 2 in dienst WP 2 in dienst Ivan de TUE van NWO, etc.
Totaa 1 WP 2 Omvang onderzoek Inspanning WP 2
--------1 --------------BE I BISA I KBS I OK I ORS I T&A I TPS I --------1--------------Totaal BI 0 0 1=======:======= ===============
0 0 0 0 0 0 0
0
0
=~============================
Tabel V-1: Derde geldstroom (omzet excl. BTW) Globale indicatie van 'derden' (contractpartners, resp. instanties aan wie maatschappelijke diensten werden verleend)
Ibedragen x I lf 1.ooo.-- 1 ----------------------------------------------------------l-----------1 Ministerie van Economische Zaken I I Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening I I Overige Ministeries: I I I I I I Rijksdiensten I I Provinciale i'nstellingen I I 'Derden'
Gemeentelijke instellingen Semi-overheidsinstellingen Universiteiten Particuliere non-profit organisaties Bedrijfsleven Europese Gemeenschap Andere: Totaal
mje obp ten laste van derden percentage personele kosten van totale kosten aantal contracten
1
1o.o
1
I
9.5 2.4 n6.8 987.2 324.1
1
I I
1 1
I
o.5
I
1 1
1 1
I 1
1-----------1
1 1,510.4 1 1===========1
I I I
o.4
• 85%
I I I
I
s9.o
1
-
19 -
Tabel VI: Tijdelijk wetenschappelijk personeel (LTD/aio); peildatum 31-12-1990
Vakgroep
!Totaal aan- I !tal plaatsen!
Bezette plaatsen
!Vacatures, I I incl. lopendel !sollicitatie I Iprocedures I
I I LTD AIO I I I ----------l------------l----------1----------l-------------l BE I 6.0 I I 3.0 I 3 I I I I I I BISA I 8.0 I I 6.0 I 2 I I I I I I KBS I 3. 0 I I 3. 0 I I I I I I I OK I 1.01 I 1.0, I I I I I I ORS I 3.0 I I 3.0 I I I I I I I T&A I 4. 0 I I 4. 0 I I I I I I I TPS I 2.0 I I 2.0 I I ----------l------------l----------1----------l-------------l Totaal BDKI 27.0 I I 22.0 I 5.0 I 1================================================1
20 -
BESCHRIJVING VF-PROGRAMMA'S PER PROGRAMMA
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING ALGEMEEN Het onderzoekprogramma is gericht op de beheersing van het primaire proces van produktie-organisaties. Met primair proces is hier bedoeld het voortbrengingsproces van de primaire functie van een produktieorganisatie. Alle onderzoek in het VF-programma is gericht op de ontwikkeling van instrumenten, concepten en methoden voor verbetering van de bedrijfsvoering. Binnen het programma worden de volgende thema's onderscheiden: 1. Produktiebeheersing 2. Bedrijfseconomische beheersing 3. Onderhoudsbeheersing 4. Externe logistiek 5. Produktiebeheersing in dienstverlening 6. Informatiesystemen t.b.v. produktiebeheersing. De volgende vakgroepen van de faculteit Technische Bedrijfskunde nemen deel in het VF-programma: BE (Bedrijfseconomie) BISA (Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering) KBS (Kwantitatieve Beheersingssystemen) OK (Organisatiekunde) ORS (Operationele Research en Statistiek) TPS (Technische Produktiesystemen). OMSCHRIJVING De in het VF-programma onderscheiden thema's worden hieronder kort beschreven. Thema 1. Produktiebeheersing In dit thema gaat het met name om de operationele beheersing binnen één bedrijf. Onderwerpen zijn: De afstemming van produktie op vraag. De coördinatie van produktie-afdelingen. De interne besturing van produktie-afdelingen. Het vraagstuk in het algemeen van de balans tussen logistieke performance (levertijd, flexibiliteit, ... )en efficiency (bezettingsgraden, voorraadkosten, kosten uitbesteden, ... ). Extra aandacht zal worden gegeven aan produktiesituaties met: procesmatige fabricage projectmatige fabricage en aan vraagstellingen betreffende de relaties tussen kwaliteitszorg en produktiebeheersing. de relaties tussen technische keuzes m.b.t. produktiemiddelen en -bewerkingen en de produktiebeheersing. Thema 2. Bedrijfseconomische beheersing In dit thema gaat het vooral om het tactische niveau van beheersing. De aansluiting van produktiebeheersing/logistiek op financiële beheersing. Belangrijke onderwerpen hier zijn budgettering en (economische) waardering. De gangbare methoden voor economische waardering van variabelen van produktiebeheersing en logistiek benadrukken de efficiency. Het belang van korte doorlooptijden, lagere voorraden, op tijd leveren, e.d. wordt onvoldoende afgewogen tegen het belang van efficiency. Het - 21 -
onderzoek richt zich dan ook op de integratie van kostenbeheersing en logistieke beheersing. Thema 3. Onderhoudsbeheersing Het gaat hier om de analyse en ontwikkeling van systemen voor onderhoudsbeheersing. Hier wordt het (onderhouds) proces dus niet afgestemd op de klantenvraag naar goederen en diensten, maar op de onderhoudsbehoefte van het te onderhouden systeem, waarbij de onderhoudsbehoefte afhangt van het gebruik dat door het primaire proces gemaakt wordt van het systeem. Onderhoud en onderhoudsbeheersing worden gekenmerkt door een grote mate van onzekerheid. Daarom verschaft de onderhoudswereld verhelderende voorbeelden van multi-projectbeheersing (onderhoudsprojecten) en afdelingsbeheersing (onderhoudswerkplaats). Op dat type van problemen zal de eerstvolgende jaren de nadruk komen te liggen. Thema 4. Externe logistiek Naast de beheersing intern is van groot belang voor de totale logistiek de aanvoer en distributie, de coördinatie daarvan en de relatie met leverancier en afnemer. Dat is het gebied van dit thema. Daarbij komen de volgende onderwerpen vooral aan de orde: de beheersing van de distributie van een individueel produktiebedrijf de beheersing van het primaire proces van een zelfstandige distributeur coördinatie/communicatie verkoop en produktie co-makership beheersing van "factory networks" kostenbeheersing in de distributie Thema 5. Produktiebeheersing in de dienstverlening Dienstverlening is een voortdurend groeiende sector van het bedrijfsleven. Dienstverlening kenmerkt zich als volgt. Het produkt is een activiteit of een voorziening, en de koper verzekert zich via een contract van het op nader overeen te komen tijdstippen ter beschikking zijn van die activiteit of voorziening. Om de activiteiten te kunnen leveren zet het dienstverlenende bedrijf een produktie-organisatie op. Er zullen vele overeenkomsten zijn met produktie-organisaties in de industrie. Van deze overeenkomsten kan nuttig gebruik gemaakt worden via het vertalen van inzichten, systemen en methoden betreffende industriële logistiek naar dienstverlening. Dat zal hier hoofdonderwerp van onderzoek zijn. Dat houdt dus ook in een zorgvuldige analyse van de verschillen die er zijn tussen de verschillende soorten van dienstverlening en industriële produktie. Een belangrijk toepassingsgebied is de gezondheidszorg. De komende jaren zal ook onderzoek worden gedaan naar de logistiek in gegevensverwerkende organisaties. Thema 6. Informatiesystemen t.b.v. produktie en logistiek Dit thema vormt een interface tussen de VF-programma's Produktie- en Logistieke Beheersing bij de faculteit Technische Bedrijfskunde en het VF-programma Informatiesystemen bij de faculteiten Technische Bedrijfskunde en Wiskunde & Informatica. Binnen het VF-programma Produktie- en Logistieke Beheersing als totaal worden nieuwe concepten onderzocht voor besluitvorming en management van het primaire proces; deze concepten kunnen leiden tot nieuwe soorten informatiesystemen. Omgekeerd kunnen nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie de mogelijkheid bieden van nieuwe beheersingsconcepten. Te behandelen onderwerpen zijn o.a. - 22 -
produktiemodellering (stuklijsten o.a.) alternatieven voor MRP externe logistieke integratie management informatiesystemen voor produktie en logistiek de modellering van produktiesystemen ten behoeve van kennisontwikkeling en opleiding met behulp van simulatie. VOORTGANG VAN HET ONDERZOEK Het grootste deel van de geplande activiteiten voor 1990 is in het verslagjaar 1990 gerealiseerd. Daarnaast is er door allerlei omstandigheden een aantal wijzigingen opgetreden, zowel van inhoudelijke als organisatorische aard. Deze zaken zullen hieronder per thema kort worden besproken. De formatieplaatsen van Wijngaard en Van der Veen zijn in 1991 niet langer beschikbaar voor dit VF-rogramma. Het faculteitsbestuur heeft besloten deze wegens vertrek vrijkomende formatieplaatsen te realloceren aan andere aandachtsgebieden. Dit wordt in kwantitatief opzicht gecompenseerd door de aanstelling als onderzoeker van een voormalig applicatieprogrammeur. Thema 1. Produktiebeheersing Binnen dit thema is de toegezegde capaciteit gerealiseerd voor de projecten KBS/ORS-01, KBS-09 en KBS-10. Voor het project OK-36 rond kwaliteitszorg en logistiek is het in 1990 niet gelukt een AIO aan te trekken. Inmiddels is dit wel gelukt en kan het project per 1-3-1991 starten. Ook zijn er nog geen andere OK-projecten gestart binnen dit thema, zodat de capacitatieve inzet vanuit OK in 1990 achterblijft bij de begroting. Wel is in 1991 binnen OK door Akkermans gewerkt aan de ontwikkeling en een project naar het gebruik van simulatie-tools ten behoeve van de logistieke besluitvorming op strategisch niveau. Dit project zal in 1991 ter rapportering onder VF-01 Beheersing aangeboden worden. Met deze beide projecten is dan voorzien in de gebudgetteerde inbreng vanuit OK. Het project TPS-14 werd voor 1990 gepland voor rapportering onder het thema Externe Logistiek. Medio 1990 werd duidelijk dat het onderwerp veel beter aansluit bij het thema Produktiebeheersing. Om die reden is besloten het project onder Produktiebeheersing te rapporteren. Een NWO-aanvraag voor een onderzoeksproject naar logistieke diagnosemodellen en performance-evaluatie is gehonoreerd, en kan per 1-4-1991 starten. Thema 2. Bedrijfseconomische beheersing Alle projecten binnen dit thema hebben op schema gelopen en de begrote capaciteitsinzet is voor 85% gerealiseerd. Thema 3. Onderhoudsbeheersing In 1990 hebben alle projecten binnen dit thema op schema gelopen, de begrote capaciteitsinzet. De begrote inzet van Wijngaard (0,1) zal in 1991 vervallen, evenals de inzet van Geraerds. De inzet van Lamberti is met diens vertrek in september 1990 beëindigd en zal niet worden gecompenseerd. Wel zal in 1991 gewerkt worden aan het aanstellen van een deeltijds hoogleraar (0,4) voor het gebied onderhoudsbeheersing. De AIO-aanvraag voor een onderzoeksproject naar de beheersing van situaties met sterk fluctuerende vraag is gehonoreerd en er is een onderzoeker gevonden die per 15-2-1991 start. Thema 4. Externe logistiek - 23 -
Voor dit thema Z1Jn in 1990 de voorbereidende activiteiten uitgevoerd, die nodig zijn om te komen tot meerdere projecten. Deze activiteiten hebben capaciteit gekost, maar worden niet verantwoord onder het VFprogramma. Het project Comakership ORS/BE-01 Communicatie tussen verkoop en produktie Comakership is conform de planning verlopen en is ondergebracht in thema 4. Het project TPS-14 is verplaatst naar thema 1. De AIO-aanvragen voor een onderzoeksproject naar de distributie van chemicaliën is gehonoreerd. Indien er tijdig een onderzoeker kan worden aangesteld kan dit project in 1991 worden gerapporteerd. Het project TPS-05 dat tot nu toe loopt onder het subthema Internationale Industriële Produktie heeft een sterke relatie met vraagstukken rond de externe logistiek. Om die reden is besloten om dit project vanaf 1991 ook te rapporteren onder het thema Externe Logistiek van het VF-programma Produktie- en Logistieke Beheersing. De beoogde capacitatieve inzet is in dit thema in 1990 nog niet gehaald. In 1991 zal dit naar alle waarschijnlijkheid wel het geval zijn. In 1991 zal nog een aantal nieuwe onderzoeksprojecten worden gestart. Thema 5. Produktiebeheersing in de dienstverlening Alle projecten binnen dit thema hebben gelopen conform de planning en met de geplande capaciteitsinzet. Thema 6. Informatiesystemen ten behoeve van Produktiebeheersing Dit is een gemeenschappelijk thema met het VF-programma Informatiesystemen. Voor commentaar verwijzen we naar het algemene gedeelte van dat programma. De capaciteitsinzet blijft in dat thema sterk achter bij de begroting. SAMENWERKING Het thema Informatiesystemen t.b.v. produktiebeheersing wordt dubbel gecoördineerd, zowel vanuit VF-Produktie- en Logistieke Beheersing als vanuit VF-Informatiesystemen. Voor wat betreft onderwerpen als: logistieke organisatie (informatie) ondersteuning logistieke functionarissen projectmanagement versus produktiebeheersing bestaan er nauwe relaties met VF~werk en Organisatie. Delen van het onderzoek uit thema 4: Externe logistiek, n.l. co-makership en distributie, sluiten nauw aan bij VF-Innovatie en Marketing. Binnen Nederland, noch internationaal, zijn er formele taakverdelingsafspraken. Wel is er een zekere taakverdeling gegroeid. zowel nationaal als internationaal is er erkenning voor de TUE als centrum van deskundigheid op het gebied van dit VF-programma. Er bestaan intensieve contacten met de volgende beroepsverenigingen: VLM (Nederlandse Vereniging Logistiek Management) NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica) SOR (Sectie Operationele Research van de Vereniging voor Statistiek) NVDO (Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud).
- 24 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 1: Produktiebeheersing PROJECT KBS-09: Produktiebeheersing in complexe produktie-eenheden DEELNEMENDE VAKGROEP: Kwantitatieve Aspecten van Beheersingssystemen (KBS) AANVANG tweede fase: 1986
VERMOEDELIJK EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Ir. H.P.G. van Ooijen i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand o.t.v. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Ir. C.W.G.M. Dirne - Ir. A.M. v.d. Wakker o.t.v. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek binnen het project richt zich op de beheersing van doorlooptijden van orders in complexe produktie-eenheden. Hierbij wordt gewerkt op basis van de beheersingsprincipes zoals ontwikkeld onder de naam Werklastbeheersing. Binnen het project wordt momenteel gewerkt aan vier speciale onderwerpen. 1. De beheersing van gedifferentieerde doorlooptijden voor verschillende ordercategorieën. Hierbij wordt gezocht naar methoden om beheersbare en voorspelbare verschillen te creëren in de doorlooptijd van orders met in principe dezelfde produktie-karakteristieken. 2. De beheersing van de gemiddelde doorlooptijd in produktiesituaties met een lage herhalingsgraad en een grote variëteit in bewerkingsvolgorde. 3. De beheersing van de levertijd in situaties waar de orders netwerkstructuren hebben, waardoor er enerzijds completeringswachttijden optreden, en anderzijds grote verschillen in doorlooptijdspeling per pad in het netwerk kunnen optreden. 4. De inpassing van flexibele fabricagesystemen in de produktiebesturing van een afdeling. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Doorlooptijdbeheersing in produktieafdelingen is een noodzakelijke voorwaarde voor de logistieke beheersing van goederenstromen. Het eerder ontwikkelde systeem Beheersing Werklast heeft in een aantal praktijksituaties bewezen goed te functioneren. De onderwerpen die binnen dit project worden onderzocht zijn gericht op uitbreiding van de beheersingsprincipes achter dit systeem naar meer complexe produktiesituaties. Twee van de gekozen onderwerpen sluiten bovendien nauw aan bij de huidige tendens in de praktijk naar grotere flexibiliteit (gedifferentieerde doorlooptijden, flexibele fabricagesystemen).
- 25 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: De contacten met de Graduate School of Management van Rutgers University, Newark, N.J., U.S.A. lopen af en zijn uitgemond in publikaties. Door Dirne zijn contacten gelegd met onderzoekers van de Universiteit Twente (onderzoek naar flexibele fabricagesystemen in de vakgroep van prof.dr.ir. Bakker), met het onderzoeksinstituut van Michigan University (prof. Stecke), en de Technische Hochschule Darmstadt (H. Kuhn). Voorts wordt een deel van de ontwikkeling van het BeWe-systeem uitgevoerd in samenwerking met het ITP. Voor de praktijkgerichte ontwikkeling wordt samengewerkt met de bedrijven DAF-SP, de pershal van DAFTrucks, de IC-fabrieken en de machinefabrieken van Philips en diverse Storkbedrijven. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Deelproject 1: Gebruik van flexibele doorstroomsnelheden Doel van dit onderzoek is om te onderzoeken hoe voor bepaalde categorieën produkten in job-shop achtige produktie-omgevingen op een beheerste wijze doorlooptijdverkorting kan worden gerealiseerd door deze produkten sneller te laten stromen dan de overige produkten. De reden van dit onderzoek is gelegen in het feit dat in de meeste produktiesituaties men sommige produkten sneller geleverd wil hebben, waarbij de andere produkten dan een wat langere doorlooptijd dan gemiddeld mogen hebben; voorwaarde is dat het wel beheerst gebeurt, dus dat de doorlooptijden betrouwbaar zijn. Te denken valt aan produkten met een grote vraagonzekerheid, produkten met dure onderdelen. Van 1986-1988 is er onderzoek gedaan naar de situatie waar de produkten, produkttechnisch gezien, identiek zijn. Het blijkt in deze situatie mogelijk te zijn op beheerste wijze, gebruik makend van een eenvoudige balansvergelijking, te werken met verschillende stroomsnelheden. Voorwaarde is wel dat de totale werklast beheerst is. Omdat de minimaal te behalen doorlooptijd een ondergrens > 0 heeft, gaan de actuele doorlooptijden structureel verschillen van de normdoorlooptijden. Dit betekent dat we in de praktijk daarvoor extra speling mee zullen moeten geven in de aan de klant afgegeven levertijd. De resultaten zijn gerapporteerd op het TIMS/ORSA congres in st. Louis. Deelproject 2: Ontwikkeling van Werklastbeheersingstechnieken. Bij Philips Nijmegen is een project uitgevoerd om het systeem BeWe aan te passen aan de situatie die wat dynamischer is dan eind jaren '70 toen het systeem werd ingevoerd. Met name de bepaling van werklastnormen en het inhoud geven aan en gebruik van de zogenaamde blow-up parameters staan hierbij centraal. Een vakpublikatie hierover is voorbereid. De gebruikers zijn bijgeschoold in het gebruik van BeWe. Deelproject 3: Afdelingsbeheersing in machinefabrieken. Het onderzoek richt zich in het bijzonder op het verbreden van de toepasbaarheid van het BeWe-systeem. Met behoud van de BeWe-principes wordt gezocht naar methoden voor doorlooptijd en levertijdbeheersing in situaties met zeer variabele werkorder-routing en situaties met netwerkstructuren van werkorders. Het onderzoek heeft een toepassingsgericht karakter. Het onderzoek is medio 1986 opgestart. Tot 1987 is er literatuuronderzoek uitgevoerd en is er geparticipeerd in een logistiek reorganisatieproject bij de machinefabrieken van Philips, in het bijzonder de Centrale Gereedschapamakerij van Philips in Eindhoven.
- 26 -
In 1987 is het literatuuronderzoek verder uitgebreid. Er is middels een afstudeerstage een DSS geschreven met behulp van een vierde generatietaal ten behoeve van een BeWe-systeem voor de Machinefabriek-M van Philips in Eindhoven. In 1988 is er nieuwe simulatieprogrammatuur in Simula geschreven die specifiek geschikt is voor: - orderstructuren met netwerk-kenmerken, - fabricage-ordervrijgave op basis van werklastbeheersing. In 1988 is een aanvang gemaakt met het simulatie-onderzoek. Daarnaast is het DSS van de Machinefabriek-M middels een tweede afstudeerstage uitgebreid en geschikt gemaakt voor de autonome groep G-2 van de Gereedschapsmakerij van Philips in Eindhoven. Begin 1989 is dit systeem geïmplementeerd. In 1989 is er veel simulatie-onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft zich eerst geconcentreerd op spelinguitwisseling tussen deelorders en werkorders. Vervolgens heeft het onderzoek zich geconcentreerd op speling-uitwisseling binnen deelorders en op het formuleren van de juiste leverdatumafgifteregels. Het praktijkonderzoek heeft verder vorm gekregen in een afstudeeronderzoek waarin produktieafdelingen van de Gereedschapsmakerij zijn gemodelleerd, en met behulp van het simulatieprogramma geanalyseerd. Dit onderzoek heeft conceptueel een aantal onderzoekvragen opgeworpen die begin 1990 beantwoord zijn. Deelproject 4: Flexibele Fabricagesystemen. Na een kritische analyse van de in de literatuur bekende studies die vooral gebaseerd zijn op de situatie in de USA, is een alternatieve probleemformulering opgesteld die gericht is op de Europese situatie, m.n. in Nederland. Ten behoeve van de bestudering van deze alternatieve probleemformulering zijn zowel analyse als computersimulatie instrumenten ontwikkeld die rekening houden met stochastisch en dynamisch gedrag. Deze instrumenten zijn getoetst in een tweetal praktijksituaties. Diverse kwalitatieve inzichten zijn kwantitatief onderbouwd. Diverse resultaten zijn reeds gepresenteerd op diverse (internationale) conferenties. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Deelproject 1: Flexibele Doorstroomsnelheden. Over het eerste deelonderzoek is een paper geschreven dat inmiddels is geaccepteerd door het International Joumal of Production Research. Over de resultaten van het onderzoek aangaande de situatie waarin produkten produktietechnisch verschillen met betrekking tot de gemiddelde routinglengte (tweede deelonderzoek) is gerapporteerd op een congres te Igls. Een paper is aangeboden voor de Proceedings van dit congres. Er is een begin gemaakt met onderzoek in de situatie waarin er 'oneindig' veel categorieën zijn (in tegenstelling tot de twee categorieën in de eerdere onderzoeken). Dit is beschreven in een interne publikatie. De waargenomen resulaten zijn nog niet volledig verklaarbaar. De gestarte analytische onderbouwing voor de M/G/1 situatie met twee categorieën bleek reeds gedaan te zijn door Goldberg in 1977. Gezocht wordt nu naar een analytische onderbouwing voor netwerken van M/G/1 stations. Deelproject 2: Ontwikkeling van werklastbeheersingstechnieken. Aan dit deelproject is in 1990 niet gewerkt.
- 27 -
Deelproject 3: Afdelingsbeheersing in machinefabrieken. In 1990 heeft het simulatieonderzoek verder voortgang gevonden. De eerste resultaten zijn gepresenteerd op een internationale conferentie (IFORS, 28 juni 1990, Athene). Het simulatieonderzoek is uitgebreid met onderzoek naar het effect van completeringswachttijden op de deelorderdoorlooptijd. Voorts is het tweede concept van het proefschrift in 1990 geschreven. Deelproject 4: Flexibele Fabricagesystemen. In 1990 is het onderzoek afgesloten in de vorm van een dissertatie. Tevens is een artikel gebaseerd op het proefschrift verschenen in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift (International Journal of Production Research). KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Deelproject 1. Analytische onderbouwing van de resultaten voor netwerken van wachtrijen voor de situatie met twee categorieën. Deelproject 2. Onderzoek naar effecten van BeWe op de totale doorlooptijd. Hierover zal op een TIMS/ORSA congres te Nashville worden gerapporteerd. Contacten leggen met onderzoekers in Duitsland (Fleischmann, Hamburg) en de Verenigde Staten (Ramasesh, Texas) die onderzoek doen op aanverwant gebied. Afronding van de deelprojecten 1 en 2 in de vorm van een proefschrift door Van Ooijen. Deelproject 3. In het voorjaar van 1991 zal het onderzoek afgerond gaan worden in de vorm van een proefschrift. In mei 1991 zullen de resultaten van het onderzoek naar effecten van levertijdafgifte en besturingsregels op completeringswachttijden gepresenteerd worden op een internationale conferentie in Zweden (EIASM). Deelproject 4. Onderzoek naar de invloed van completeringswachttijden t.g.v. omstelverschijnselen op de doorlooptijd van werkorders. Nadere analytische onderbouwing en verfijning van de in de dissertatie vermelde resultaten ten aanzien van doorlooptijden. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Bertrand 400 Dirne (LTD) 2000 Van Ooijen 400 Van de Wakker 800
- 28 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: DISSERTATIE Dirne, C.W.G.M.: Production Control for Flexible Automated Manufacturing Stations in Low Volume Component Manufacturing. Promotoren: Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand en Prof.ir. P.W. Sanders, TUE, Eindhoven, december 1991, pp. 252. KBS. WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Dirne, C.W.G.M.: The quasi-simultaneous finishing of work orders on a flexible automated manufacturing cell in a job shop. International Journal of Production Research, 1990, 28, 9, pp. 16351655. KBS. VAKPUBLIKATIES Ooijen, H.P.G. van: Cantrolling different flow rates in complex production departments. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-04, Eindhoven, 1990, pp. 15. KBS Ooijen, H.P.G. van; Wakker, A.M. van de: Capaciteiten management, flexibiliteit en orderacceptatie. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-05, Eindhoven, 1990, pp. 14.
KBS
Ooijen, H.P.G. van: Beheersen van de doorstroomsnelheden in geval van een groot aantal verschillende gewenste doorstroomsnelheden. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-08, Eindhoven, 1990, pp. 11. KBS Ooijen, H.P.G. van: Werkorderdoorlooptijden in geval van werkplek afhankelijke seriegroottes; onderzoeksopzet. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-12, Eindhoven, 1990, pp. 4. KBS Ooijen, H.P.G. van: What are the benefits of input/output control for the total throughput time?; a research proposal. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-13, Eindhoven, 1990, pp. 8. KBS
- 29 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 1 : Produktiebeheersing PROJECT KBS-010: Produktiebeheersing in de procesmatige fabricage DEELNEMENDE VAKGROEP: Kwantitatieve Aspecten van Beheersingasystemen (KBS) AANVANG: 1 februari 1989
VERMOEDELIJK EINDE: 1995
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Ir. J.C. Fransoo o.t.v. Prof.dr.ir. J.W.M. eertrand - Ir. W.G.M.M. Rutten o.t.v. Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand DEELPROJECT 1. KORTE TERMIJN FLEXIBILITEIT. KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek richt zich op fabricagesituaties die gekenmerkt worden door: een hoofdzakelijk divergente materiaalstroom; één of enkele processtappen; een dure, multi-purpose installatie met lange, volgorde-afhankelijke omsteltijden. Doel van het onderzoek is te komen tot een beheersingsconcept, waarbij het mogelijk is om op korte termijn bij de orderacceptatie en produktieplanning snel en flexibel te kunnen reageren op veranderingen in de vraag en in de produktievoortgang, zonder daarbij de lange termijn doelstellingen in gevaar te brengen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de procesindustrie is de produktie in de afgelopen decennia steeds grootschaliger geworden, als gevolg van een sterk groeiende vraag, die zich kenmerkte door grote volumina en weinig produktdifferentiatie. Planning en besturing van het primaire proces waren in deze situatie gebaseerd op het bestaan van grote zekerheid en technieken als lineaire programmering werden op grote schaal toegepast. Enkele jaren geleden trad er echter een kentering in het vraagpatroon op: de klant wilde meer specifieke produkten, met korte levertijden en in kleinere hoeveelheden. De bestaande planningssystemen konden deze dynamiek niet aan met als meest zichtbare gevolgen: hoge voorraden en slechte leverprestaties. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Binnen het project wordt samengewerkt met het Instituut voor Produktie en Logistiek IPL-TNO (voorheen ITP). Ir. Fransoo is voor 50% van zijn tijd gedetacheerd bij het IPL. Samen met het IPL werd een activiteit - 30 -
gestart om externe projecten op dit onderzoeksgebied te coördineren en zo een brede praktijkbasis voor het onderzoek te leggen. Hiernaast is er contact met betrekking tot het IPL-onderzoeksproject 'CAIOPS-Interplan', dat wordt uitgevoerd door ir. J.J.F.M. Dijkstra o.t.v. prof.ir. J.E. Rijnsdorp (Universiteit Twente, Faculteiten Chemische Technologie en Technische Natuurkunde, en IPL). Een praktijkcase wordt onder contractresearch uitgevoerd bij PLM Glasindustrie Dongen BV. Hiernaast zijn er contacten met Clemson University (prof.dr. V. Sridharan), wat zal resulteren in een uitwisseling van onderzoekers in 1991. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Ir. Fransoo is in 1989 gestart met het onderzoek. Na literatuurstudies en diverse bedrijfsbezoeken is gebleken dat de planning in de procesmatige fabricage capaciteitsgeoriënteerd dient te Z1Jn. Er is een grof concept ontwikkeld, gebaseerd op een hiërarchische beslissingsstructuur. Ten bate van een glasfabriek (PLM Dongen) is dit concept verder uitgewerkt en is een ontwerp gemaakt voor een prototype van een software besturingsmodule ter ondersteuning van het planningsproces. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het ontwikkelde concept is verder uitgewerkt tot een model. Vanuit dit model zijn diverse onderzoeksvragen afgeleid. Deze vragen concentreren zich enerzijds op het verder analyseren van de lange termijn doelstellingen (mathematisch model), en anderzijds op het ontwikkelen van orderacceptatiestrategieën voor de korte termijn. Voor dit laatste is een simulatiemodel ontwikkeld, dat alternatieve strategieën kan simuleren. Bij de glasfabriek is het prototype operationeel en wordt nu gewerkt aan een verdere integratie met het lange termijn planningsproces. Het model is gepresenteerd voor een internationaal forum op de ORSA/TIMS najaarsconferentie in Philadelphia. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: wetenschappelijke onderbouwing van het model * analyse mathematisch model * simulatie en ontwerp acceptatieprocedures integratie met L.T. planning in praktijkcase met glasfabriek uitwisseling met Clemson University SC schrijven eerste deel proefschrift gereed maken twee wetenschappelijke publikaties presentaties: * Gothenborg, EIASM * USA: Santa Ana, ORSA/TIMS of DSI. DEELPROJECT 2. MATERIAALCOORDINATIE BIJ FLEXIBELE RECEPTUUR KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Bij een bepaalde categorie produktieprocessen worden uit natuurlijke grondstoffen produkten vervaardigd via mengen, distilleren, raffineren e.d. De samenstelling van de grondstoffen kan variëren, terwijl de kwaliteit van het eindprodukt sterk afhangt van de gebruikte grondstoffen (de recepten) en het daarop afgestemde fabricageprocédé. Bij deze processen wordt veel gebruik gemaakt van optimaliseringsmethodieken - 31 -
waarbij de grondstofrecepten voor de produktieorders zodanig worden samengesteld dat de vereiste kwaliteit(en) tegen minimale kosten worden gerealiseerd. Deze optimaliseringstechnieken introduceren echter onzekerheden met betrekking tot het vermogen te kunnen reageren op de markt, verstorende factoren in de produktie en de materiaalaanvoer. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe de optimaliseringsalgoritmen, of hun gebruik, zodanig aangepast kunnen worden dat in de produktiebeheersing meer flexibel gereageerd kan worden op korte termijn variaties in klantvraag en materiaalaanbod. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De onderzoeksvraag komt voort uit het onderzoek dat begin 1989 gestart is.op het gebied van de procesgewijze fabricage en is geformuleerd naar aanleiding van gesignaleerde beheersingaproblemen in het bedrijfsleven. Bepaalde bedrijven in de procesindustrie moeten hetzelfde produkt op meerdere manieren kunnen maken, vanwege de variatie in de samenstelling van de grondstoffen. De bestaande methoden voor materiaalcoördinatie (MRP, BSC, LRP) zijn niet in staat om te gaan met wisselende recepten voor één eindprodukt. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Binnen het project wordt samengewerkt met het Instituut voor Produktie en Logistiek IPL-TNO (voorheen ITP). Ir. Rutten is voor 50' van zijn tijd gedetacheerd bij het IPL. Samen met het IPL wordt een multiclient project opgezet om een brede praktijkbasis voor het onderzoek te leggen. Hiernaast is er intensief contact met betrekking tot het IPL-onderzoeksproject 'CAIOPS-Interplan', dat wordt uitgevoerd door ir. J.J.F.M. Dijkstra o.t.v. prof.ir. J.E. Rijnsdorp (Universiteit Twente, Faculteiten Chemische Technologie en Technische Natuurkunde, en IPL), en met betrekking tot het promotie-onderzoek dat wordt uitgevoerd door ir. J.C. Fransoo o.t.v. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: n.v.t. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Ir. Rutten is eind 1989 gestart met een nadere analyse van de case die voortkwam uit zijn afstudeerwerk. De relatie tussen scheduling, receptberekening en inkoop blijkt van belang te zijn voor het onderzoek. Verder bleek dat de optimalisatietechniek niet gebruikt wordt als planningsmethodiek, maar als rekenmethode voor het bepalen van het definitieve recept van een eindprodukt. Over het gebruik van optimalisatie als onderdeel van een planningsmethodiek op korte termijn is in de literatuur nog niets bekend. Er is, gebaseerd op de case-situatie, een aantal simulaties uitgevoerd waaruit bleek dat het gebruik van optimalisatie voor de receptberekening wel belangrijke en complexe gevolgen kan hebben, maar dat het geen cruciale factor vormt. Een tweede resultaat was dat de variaties in de samenstelling van de grondstoffen niet altijd alternatieve recepten veroorzaken die duurder zijn dan het standaardrecept. zonder variaties in de grondstoffen blijken alternatieve recepten wel altijd duurder uit te vallen. - 32 -
Het toepassen van alternatieve recepten heeft verder tot gevolg dat de totale veiligheidsvoorraad lager kan zijn. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: analyseren van de relatie tussen veiligheidsvoorraad en het toepassen van alternatieve recepten op basis hiervan ontwikkelen en uitwerken van een beheersingsconcept toepassen van dit concept in een bedrijf presenteren voorlopige onderzoeksresultaten op najaarsconferentie TIMS/ORSA NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren Fransoo (AIO) 1400 Rutten (AIO) 1400 100 eertrand PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: ABSTRACT Fransoo, J.C.; Bertrand, J.W.M.: A hierarchical model for production control in process industries. ORSA/TIMS Joint National Meeting, Philadelphia, 1990; TIMES, Providenee RI, 1990, pp. 1. KBS VAKPUBLIKATIES Fransoo, J.C.: A hierarchical model for production control in process industry; model formulation and research proposal. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-09, Eindhoven, augustus 1990, pp. 14. KBS Fransoo, J.C.; Bertrand, J.W.M.: Besturingssystemen voor discrete produktie niet toepasbaar in procesgewijze fabricage. Food Management, 1990, 8, 4, pp. 29-31. KBS Fransoo, J.C.; Bertrand, J.W.M.: Procesgewijze fabricage vraagt eigen besturingssystemen. Toegepaste Wetenschap, 1990, 6, 9, pp. 59, 62-63. KBS Rutten, W.G.M.M.: Hierarchical mathematica! programming for operational planning in a process industry. Intern rapport BDK/KBS/90-03, Eindhoven, 1990, pp.13. KBS Rutten, W.G.M.M.: Material coordination with variable recipes; a research proposal. Intern rapport BDK/KBS/90-11, Eindhoven, 1990, pp. 17. KBS
- 33 -
OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Fransoo, J.C.: Logistiek in de procesindustrie. Bijdrage ITP-minisymposium 'Produktie-automatisering en Technische Universiteit Eindhoven, 8 november 1990. KBS
Logistiek',
Fransoo, J.C.: A hierarchical model for production control in process industries; model tormulation and resarch proposal. Voordracht LAIOOB Promovendidag Bedrijfskunde, Ede, 9 november 1990. KBS (Proceedings worden nog gepubliceerd). Fransoo, J.c.: Logistiek in de procesindustrie. Bijdrage TNO-cursus bio-, chemische, proces- en voedingsmiddelentechnologie voor medewerkers van de Innovatie Advies Centra, Putten, 18 december 1990. KBS
- 34 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 1: Produktiebeheersing PROJECT KBS/ORS-01: Produktiebeheersing in ketens van produktievoorraadsystemen DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Kwantitatieve Aspekten van Beheersingssystemen(KBS) Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1982
EINDE: onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. J. Wijngaard (projectleider) - Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Prof.dr.ir. J.C. Wortmann i.o.m. prof.dr. J. Wijngaard - Dr. K. van Donselaar Ir. P.P.J. Durlinger o.t.v. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand o.t.v. prof.dr. J. Wijngaard - Dr.ir. S.D.P. Flapper o.t.v. prof.dr. J. Wijngaard - Ir. F.A.W. We ster i.o.m. prof.dr. J. Wijngaard - Dr.ir. B. van der Veen Dr.ir. E.G.F. van Winkel i. o.m. prof.dr. J. Wijngaard
-
KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het gaat in dit onderzoek om de beheersing van de produktie van complexe produkten in meerdere fasen. Bij dergelijke beheersings-situaties zijn er interacties en samenhangen tussen produkten, produktiecapaciteiten, uitgangsmaterialen en afleververplichtingen. Een belangrijk ontwerpkader voor de beheersing van een dergelijk proces staat bekend onder de naam Manufacturing Resources Planning (ook wel MRP-II). Er wordt in dit project gewerkt aan een algemener ontwerpkader, waarin het MRP-II kader ingebed kan worden, maar waarbinnen ook plaats is voor andere aanpakken. Vanuit een dergelijk kader kunnen de verschillende beheersingsfunkties worden geformuleerd en kan de behoefte aan beslissingsondersteunende systemen en modellen worden onderzocht. Wat dit laatste betreft wordt er vooral veel aandacht besteed aan capaciteitsgeoriënteerde modellen en systemen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De gebrekkige structuur van de beschikbare ontwerpkaders. De moeilijkheid om capaciteitsrestricties op de juiste manier in een MRP-benadering te verwerken.
- 35 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt veel met bedrijven samengewerkt. Belangrijke contacten Z1Jn DAF en Philips. Maar ook met allerhande andere bedrijven bestaan er nauwe contacten. Daarnaast zijn er contacten met adviesbureaus. Een belangrijk contact is ook het ITP (TNO-Instituut voor Informatie-Technologie en Produktie-automatisering). De beroepsvereniging waar de meeste contacten mee bestaan is de NEVEM (binnen NIVE) . Binnen de TUE wordt er o.a. samengewerkt met de groep Besliskunde binnen de faculteit Wiskunde en Informatica. Nationaal is er samenwerking met vooral de faculteit Werktuigbouwkunde in Twente. Internationaal bestaan er o.a. regelmatige contacten met: - Prof.dr.ir. L. Gelders Katholieke Universiteit Leuven - Prof. M. Lambrecht Katholieke Universiteit Leuven Linköping Institute of Technology - Prof. J. Grubbström Linköping Institute of Technology - Prof. J. Lundquist -Prof. u.s. Karmarkar University of Roehester North Carolina State University - Prof. s. Elmaghraby Universität Mannheim. - Prof. Ch. Schneeweiss RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Er zijn voorstudies verricht naar de uitgangspunten van de MRP-filosofie. Er werd een eigen ontwerpkader voor produktiebeheersing ontwikkeld. Daarbij is m.n. aandacht besteed aan de relatie tussen goederenstroombeheersing en afdel ingsbeheersing, de rol van Master Production Scheduling en de stratificatie van goederenstroombeheersing naar aggregaatplanning en detailbeheersing. Onderzoeksresultaten op het gebied van buffers in produktielijnen werden vertaald naar aggregaatplanning. In samenwerking met staf-afdelingen van Philips-Elcoma is gewerkt aan de ontwikkeling en beproeving van een systeem voor de evaluatie van de performance van produktie-afdelingen. Dit sluit aan op onderzoek naar budgettering binnen projekt BE-01. Er is aandacht besteed aan het meerfasen aspect van goederenstroombeheersing en de rol van voorraden daarbij. De bruikbaarheid van Base Stock Control en Line Requirements Planning als alternatieven voor MRP werden getoetst, o.a. in de praktijk (DAF). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: 1. Het ontwikkelde ontwerpkader voor produktiebeheersing en goederenstroombeheersing is in boekvorm verschenen. Daarnaast is een leerboek verschenen waarin ook weer elementen zijn opgenomen van dat raamwerk. Dit onderzoek is daarmee afgesloten. 2. Een proefschrift over performance analyse en diagnose van produktie-afdelingen is in voorbereiding. 3. Het onderzoek betreffende de vergelijking van beheersing via scheduling en beheersing middels prioriteitstelling is voorlopig afgesloten met het schrijven van enkele consoliderende rapporten/artikelen. 4. Onderzoek met betrekking tot het ontwikkelen van algemeen simulatiegereedschap ten behoeve van praktijktraining voor logistieke functies is voortgezet. Er is voor het eerst ook gebruik van gemaakt. Bij dit onderzoek wordt samengewerkt met de faculteit Wiskunde & Informatica (groep Prof.dr. K.M. van Hee). Er is een onderzoek gestart naar de toepasbaarheid van LRP. 5. - 36 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Afronding proefschrift over performance analyse en diagnose van produktie-afdelingen (TOM). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Bertrand 200 Van Donselaar 160 240 Durlinger 100 Van der Veen 600 Wester (AIO) Wijngaard 800 Van Winkel 50 Wortmann 250 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIRATIES Bertrand, J.W.M.; Wortmann, J.C.; Wijngaard, J.: Production Control; A Structural and Design Oriented Approach. Elsevier, Amsterdam, 1990, pp. 322. KBS Bertrand, J.W.M.; Wortmann, J.C.; Wijngaard, J.: Produktiebeheersing en material management. Stenfert Kroese, Leiden, 1990, pp. 568. KBS Donselaar, K.H. van: Integral Stocknorms in Divergent Systems with Lot-Sizes. European Journalof Operational Research, 45, 1190, pp. 70-84. ORS Kok, A.G. de; Lenstra, J.K.; Wijngaard, J.: Production Planning and Control. Fifth EURO Summer Institute Editorial Special Issue, European Journal of Operational Research, 45, 1190, pp. 1-10. ORS VAKPUBLIRATIES Donselaar, K.H. van: Alternatives for MRP. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/12, Eindhoven, augustus 1990, pp. 1-14. ORS (Te verschijnen in de Proceedings van de International Conference on Modern Production Concepts, Hagen.) Donselaar, K.H. van: Seriegroottes en veiligheden bij MRP-I. Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek, september 1990, pp. 1-4. ORS Miltenburg, G.J.; Wijngaard, J.: A Framewerk for Developing Production Control Systems: A Case in Coffee Roasting/Distributing. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/17, Eindhoven, augustus 1990, pp. 1-18. ORS
- 37 -
Miltenburg, G.J.; Wijngaard, J.: The JIT U-line Line Balancing Problem. Intern rapport TUE/BDI
1-22.
Wester, F.A.W.; Wijngaard, J.: Restricties en Onzekerheid bij de Afstemming tussen Produktie en Verkoop. Intern rapport TUE/BDI
- 38 -
Wes ter, F . A.W. : Production Planning in a Situation with a Mixture of Production to Order and Production to Stock. Voordracht op Sixth International Werking Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, februari 1990. ORS Wijngaard, J.: Production Control in Batch Process Industry: A Case in Pharmaceutical Production. Voordracht William E. Simon School of Business Administration, University of Rochester, Rochester, 1 oktober 1990. ORS Wijngaard, J.: On the Performance of a Scheduled System. Voordracht University of Toronto, Faculty of Applied Science and Engineering, Toronto, 3 oktober 1990. ORS Wijngaard, J.: On the Performance of a Scheduled System. Voordracht MeMaster University, Faculty of Business, Hamilton, 3 oktober 1990. ORS Wortmann, J.C.: Integrale logistiek in de produktie. Bijdrage aan de cursus Management Integrale Goederenstroombeheersing (NEVEM), op verschillende plaatsen, 2 maal gedurende 1990. BISA Wortmann, J.c. : Master Production Scheduling. Lezing in de cursus Manufacturing Resources Planning verschillende plaatsen, 2 maal gedurende 1990. BISA
(ITP),
op
Wortmann, J.C.: Material Requirements Planning. Bijdrage aan de cursus Management Integrale Goederenstroombeheersing (NEVEM), Amersfoort, 6 juni 1990. BISA Wortmann, J.C. : Manufacturing Resources Planning. Bijdrage aan de cursus Management Integrale Goederenstroombeheersing (NEVEM), Amersfoort, 7 juni 1990. BISA Wortmann, J.C.: Flow-produktie en Just-in-Time. Bijdrage aan de cursus Management Integrale Goederenstroombeheersing (NEVEM), Amersfoort, 8 juni 1990. BISA Wortmann, J.C.: Het Esprit programma FOF: logistiek in enkelstuks produktie. Lezing voor de logistieke kring van het VBI, Eindhoven, 30 oktober 1990. BISA Wortmann, J.C.: Produktiebeheersing en logistiek - een inleiding. Lezing voor de postdoctorale accountantsopleiding RUL, november 1990. BISA
- 39 -
Maastricht, 9
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 1: Produktiebeheersing PROJECT OK-36: Inrichting beheersingssystemen voor kwaliteitszorg en logistiek DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1989
EINDE: onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. F.A. Mulder - Dr. J.D. van der Bij i.o.m. Prof.ir. F.A. Mulder KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek dient inzicht te geven in de volgende vragen: a. Welke invloed hebben omgevingsfactoren en kenmerken van het primaire voortbrengingsproces op de keuze van een bepaald type beheersingssystemen voor kwaliteitszorg en logistiek? b. Welke wederkerige invloed hebben systemen voor kwaliteitsbeheersing en systemen voor logistieke beheersing? c. Op welke wijze kan bij het ontwerpen van beheersingssystemen voor kwaliteitszorg en logistiek rekening gehouden worden met (eventuele) invloeden gevonden bij a. en b.? AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Aanleiding voor het onderzoek Zl.Jn een aantal ont~ikkelingen in c.q. invloeden op de kwaliteitszorg en de logistiek zoals de certificeringsdrang in veel organisaties, het streven naar 'just-in-time • produktie en de steeds verdergaande ont-Taylorisering van de produktie-organisatie. Deze ontwikkelingen zouden de keuze van een beheersingssysteem voor kwaliteitszorg en logistiek kunnen beïnvloeden. Echter, niet alle genoemde ontwikkelingen leiden logischerwijs tot hetzelfde type beheersingssysteem. De vraag is dan ook of er dominante invloeden zijn die in de praktijk de keuze van het type beheersingssysteem bepalen, welke invloeden dat zijn en op welke wijze ze de keuze van het type beheersingssysteem bepalen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Nog geen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1989 is een verkenning in de praktijk en in de uitgevoerd. Resultaten zijn weergegeven in een publikatie.
- 40 -
literatuur
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is een AIO-formatieplaats aan dit project toegewezen, die zich vooral zal richten op onderzoeksvraag b. De AIO zal echter pas in 1991 starten waardoor het veldonderzoek enigszins vertraagd is. Wel is in 1990 op grond van literatuuronderzoek en enkele praktijkverkenningen een publikatie voorbereid over manieren waarop een kwaliteitssysteem doorgelicht kan worden. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het onderzoek zal voornamelijk betrekking hebben op vraag b. Met betrekking tot deze vraag zal een veldonderzoek voorbereid worden. Ondermeer zullen operationele criteria ontwikkeld moeten worden om een aantal middelgrote bedrijven te selecteren voor het veldonderzoek. Bovendien zal een gedetailleerde aanpak ontwikkeld moeten worden voor een case-study per bedrijf. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Mulder 10 van der Bij 150 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Bij, J.D. van der: Certificering en de structuur van kwaliteitssystemen. Bedrijfskunde 62, 2, 1990, pp. 188-193. OK
- 41 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 1: Produktiebeheersing PROJECT TPS-14: Bedrijfskundige beschrijving van bewerkingsprocessen DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: oktober 1989
VERMOEDELIJK EINDE: eind 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHTRELATIE: - dr.ir. A. van de Ven - ir L.Florusse i.o.m. dr.ir. A. van de Ven KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek richt zich op bewerkingsprocessen in de fabricage, dat wil zeggen op bewerkingsprocessen die worden aangewend voor de vervaardiging van discrete (samengestelde) onderdelen. Doel van het onderzoek is te komen tot een methode voor beschrijving van deze processen waarin niet (slechts) technische aspecten worden meegenomen maar waarin de invloed van deze bewerkingsprocessen op de overige functies in een produktiebedrijf worden meegenomen. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is het vastleggen van de relatie tussen de keuze van het technische bewerkingsproces en de performance van het produktiesysteem. Voorlopig spitst het onderzoek zich hierbij toe op de relatie tussen bewerkingsprocessen en de functies detailontwerp en fabricagevoorbereiding. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Er lijkt tussen produktiebedrijven een trend te zijn naar specialisatie. Die specialisatie heeft twee dimensies. De eerste dimensie betreft een specialisatie binnen een bedrijfskolom. Dat wil zeggen dat één produktiebedrijf zich toelegt op het uitvoeren van slechts enkele taken binnen het totale produktieproces van een eindprodukt. Een tweede dimensie is een nauwer wordende samenwerking tussen bedrijven die eindprodukten ontwerpen (en assembleren) en hun toeleveranciers. Die toeleveranciers zijn dan de gespecialiseerde bedrijven als hiervoor bedoeld. Een andere ontwikkeling is de integratie van functies in onderdelen. Dit betekent dat de betekenis van onderdelen voor de prijs & levertijd van een produkt toeneemt. De markten voor consumentengoederen en industriële goederen (in 'het Westen') lijken zich te kenmerken door versnelde vernieuwing van produkten, bijvoorbeeld door het uitgeven van verschillende produktversies. Bovendien is er een ontwikkeling naar produkten die, gedeeltelijk, worden aangepast aan de wensen van een specifieke klant.
- 42 -
Als produktiebedrijven zich in toenemende mate toeleggen op een beperkt aantal of slechts één bewerkingsproces dan zijn, voor dat ene bedrijf, verschillen tussen alternatieve bewerkingsprocessen alleen interessant in de vorm van een vergelijking van de concurrentiepositie. Voor bedrijven die stroomafwaarts in de bedrijfskolom zitten en zich mede toeleggen op het ontwerpen/ontwikkelen van produkten, is het interessant te weten wat de keuze van een bewerkingsproces voor de eigen (ontwerp)activiteit betekent. Gelet op de gesignaleerde ontwikkelingen van de markt lijken dergelijke ontwerpactiviteiten in belang toe te nemen. Bovendien maken de ontwerpactiviteiten een toenemend deel van de kosten van een produkt uit. Vergelijking van gemaakte keuzen met, ideaaltypisch weergegeven, andere keuzen is ook hier interessant. SAMENWERKINGSVERBANDEN: In dit project wordt samengewerkt met de Faculteit der Werktuigbouwkunde (in de persoon van Prof.ir. J.Kals). Praktijkcases zijn uitgevoerd bij NAF bv en TURMAC bv. Momenteel wordt onderzoek uitgevoerd bij Fokker Aircraft bv. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Ir. Florusse is eind 1989 gestart met het onderzoek. Na een literatuurstudie werd besloten eerst een beschrijving van bewerkingsprocessen op machineniveau te formuleren. Aan de hand van een drietal exploratieve case studies werd een beschrijving geformuleerd. In een vierde case, TURMAC bv, werd deze beschrijving uitgewerkt. Nadat dit deel van het onderzoek was afgerond is het onderzoek voortgezet bij Fokker Aircraft. Hier wordt gekeken naar de keuze van bewerkingsprocessen in het produktontwerptraject. Een eerste oriënterende fase is hier reeds afgerond. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991 : meten van verbanden tussen bewerkingsprocessen en capaciteitsbeslag op detailontwerp en fabricagevoorbereiding bij Fokker, identieke metingen bij één of twee andere bedrijven, generaliseren van de resultaten, ontwikkelen van de bewerkingsprocesbeschrijving. NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING Onderzoeker(s): Aantal uren: Florusse 1500 100 vd Ven
- 43 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIES Florusse, L. : Machinebeschrijving en investeringsrekening voor Focke combinaties bij TURMAC, Zevenaar. Intern Rapport BDK/IIP/90-01, Eindhoven, 1990, pp. 16. TPS Florusse, L. : Tussentijds verslag van onderzoek bij Fokker. Intern Rapport BDK/IIP/90-02, Eindhoven, 1990, pp. 11. TPS Florusse, L.: Basis voor een beschouwing van bewerkingsprocessen vanuit de bedrijfskunde. Intern Rapport BDK/IIP/90-03, Eindhoven, 1990, pp. 13. TPS Florusse, L.; Ven, A. van de: Integrated cost- and time-functions as a basis for analysis of complex production systems. Intern Rapport BDK/IIP/90-04, Eindhoven, 1990, pp.12. TPS (Geaccepteerd door ENCOST, te verschijnen in 1991). OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Florusse, L. : An IE model of Production Systems at Machine Level. Voordracht LAIOOB Promovendidag Bedrijfskunde, Ede, 9 november 1990. TPS (Proceedings worden nog gepubliceerd).
- 44 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 1: Produktiebeheersing PROJECT: ORS/T&A-02: Beheersing van Engineer-tc-Order produktie in een multi-project omgeving DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Operationele Research en Statistiek (ORS) Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: 1988
VERMOEDELIJK EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: i.o.m. prof.dr. J. Wijngaard - Ir. C.A.J.M. Aarts - Prof.dr. P.M. Bagchus i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus - Drs. P.M. Janssen - Ing. L.H. Kroep (OBP) o.t.v. prof.dr. J. Wijngaard - Prof.dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het project heeft tot doel het ontwikkelen van hulpmiddelen voor de beheersing van de produktie in Engineer-tc-Order bedrijven. Onder Engineer-tc-Order wordt verstaan: het vervaardigen van produkten die voor een belangrijk deel na specificatie van de klant ontworpen worden. Dit impliceert dat engineering een deel vormt van het voortbrengingsproces van elke order. Voorafgaand aan het ontwikkelen van bovengenoemde hulpmiddelen dient een beschrijvingswijze te worden ontwikkeld om karakteristieke elementen van dit type voortbrengingsproces beter zichtbaar te kunnen maken. De manier waarop een organisatie ervaring opdoet via het uitvoeren van projecten en de wijze waarop deze ervaring gebruikt kan worden in volgende projecten vormt een belangrijk element van dit onderzoek. Het accent ligt hierbij vooral op het gebied van planning en beheersing van de eerste fase van het ordertraject. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Er zijn twee sporen die geleid hebben tot definitie van dit onderzoek. In de eerste plaats het onderzoek naar arbeidsduurverkorting en flexibilisering van arbeidspatronen (zie onderzoekrapportage 1987, project ORS/T&A-01). Het onderzoek daarbinnen verschoof van ADV via flexibilisering van arbeidspatronen in ontwikkelsituaties naar beheersing i.h.a. van ontwikkelprocessen. De best grijpbare situatie waarbinnen men de beheersing van ontwikkelprocessen kan bestuderen is die van de Engineer-tc-Order produktie in een multi-project omgeving. In de tweede plaats is vanuit VF-Produktie en Logistieke Beheersing de behoefte geformuleerd meer aandacht te besteden aan multi-project management.
- 45 -
Het flexibel inzetten van personeel, het organiseren van flexibiliteit is belangrijk bij de beheersing van ontwikkelprocessen. Mede om die reden is het project ondergebracht binnen zowel VF-Produktie en Logistieke Beheersing als binnen VF-Werk en Organisatie. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Het onderzoek vormt een deel VF-programma Produktie en Logistieke Beheersing en het VF-programma werk en Organisatie. Extern wordt intensief samengewerkt met het organisatie-adviesbureau Twijnstra Gudde nv. Twee bedrijfsstudies worden uitgevoerd bij resp. Stork X-cel in Boxmeer en Machinefabriek Rademaker BV te Culemborg. Daarnaast bestaat er regelmatig contact met de bedrijfsmechanisatiegroepen van Philips Sittard en Philips Stadskanaal. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1989 heeft, in samenwerking met het adviesbureau Twijnstra Gudde, een oriënterend onderzoek plaatsgevonden om een beeld te krijgen van de beheersingsproblematiek binnen het gekozen type bedrijven. Drie bedrijven, te weten Asea Brown Boveri, Stork X-cel en Thomassen zijn betrokken geweest bij deze oriëntatie. Als afsluiting van deze fase van het onderzoek is een workshop georganiseerd met de deelnemende bedrijven. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: De eerste, oriënterende fase is afgesloten. In deze fase zijn drie bedrijven meerdere malen bezocht met het doel inzicht te verwerven in problematiek van deze bedrijven. Als afronding is gezamenlijk een workshop gehouden waarin bevindingen van de bedrijfsbezoeken aan de bedrijven werden teruggekoppeld. OVer deze oriëntatiefase is een rapport geschreven. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991 : Twee bedrijven worden bij de verdere analyse betrokken. Hierbij zal het onderzoek zich met name concentreren op de analyse van informatiegebruik bij planning en beheersing van de eerste fase van het ordertraject en de daarvoor geldende organisatorische voorwaarden en de wijze waarop organisaties aan deze informatie komen via leren. Tot de zomer 1991 zal gewerkt worden aan deze twee case studies. In de tweede helft van 1991 wordt een praktisch hulpmiddel voor de planning ontwikkeld. De eerste helft van 1992 wordt besteed aan het schrijven van een proefschrift. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1989: Aantal uren: Onderzoekers: Aarts 600 Kroep (OBP) 120 Bagchus Janssen Wijngaard 200
- 46 -
I
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Aarts, C.A.J.M.: How to Solve the Planning Paradox in a Project Environment. Preprints of the 6th International Working Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, februari 1990, pp. 1-11. ORS Kroep, L.H.: Projecten leiden: Methoden en technieken voor projectmatig werken. Projectmanagement Software. Groote c.s. (ed.), Marka Paperback, september 1990, pp. 10. ORS VAKPUBLIKATIES Aarts, C.A.J.M.: Besturing en organisatie van Engineer-to-Order bedrijven: rapportage van de oriëntatiefase. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/04, Eindhoven, maart 1990, pp. 1-27. ORS Kroep, L. H. : Projectmanagement: de computer als regelneef. Software Magazine, 7, september 1990, pp. 7. ORS
- 47 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 2: Bedrijfseconomische beheersing PROJECT BE-01
Economische besturing van primaire processen
DEELNEMENDE VAKGROEP: Bedrijfseconomie (BE) AANVANG: 1984
VERMOEDELIJK EINDE: 1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. J.A.M. Theeuwes (projectleider) Drs.ing. H.J.M. van der Veeken i.o.m. prof.dr. J.A.M. Theeuwes Drs. E.G.J. vosselman i.o.m. prof .dr. J.A.M. Theeuwes Drs. C.J.Th.M. Kokke i.o.m. prof.dr. J.A.M. Theeuwes - Ir. M.H. Corbey o.t.v. prof.dr. J.A.M. Theeuwes - Ir. M.J.F. wouters o.t.v. prof .dr. J.A.M. Theeuwes KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Onderwerp van dit onderzoek is de aansluiting tussen produktie/logistieke beheersing en financieel-economische beheersing. Bij de inzet van produktiemiddelen om logistieke doelstellingen te realiseren moeten de economische effecten van deze inzet in beeld gebracht kunnen worden. De economische waardering van logistieke doelvariabelen is het onderwerp van dit onderzoek. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Voor het beheersen van produktie-afdelingen en goederenstromen is snelle beschikbaarheid van stuurinformatie noodzakelijk. De gerealiseerde activiteiten moeten vergeleken kunnen worden met de geplande activiteiten in termen die het operations management aanspreken. In de praktijk van bedrijfsadministraties worden economische variabelen van een produktieproces voornamelijk gemeten voor het afleggen van verantwoording over het gevoerde beheer. Hoe economische variabelen gemeten en gebruikt kunnen worden voor sturing van produktieprocessen wordt onderzocht. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Universiteit Leuven, België, Prof. dr. M. Lambrecht Universiteit Maastricht, Prof.dr. J. van de Poel Vrije Universiteit Amsterdam, Prof.dr. L. Traas Universiteit Gent, België, Prof. dr. w. Bruggeman RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Een fundamentele bezinning op management accounting vraagstukken voor logistieke besturing heeft plaatsgevonden. Hierover zijn artikelen gepubliceerd en bijdragen geleverd aan wetenschappelijke conferenties.
- 48 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 werden de onderzoekactiviteiten gericht op de uitwerking van de geldstroombenadering bij logistieke besluitvorming en evaluatie van logistieke prestaties. Eerste resultaten zijn in artikelen en wetenschappelijke conferenties gepresenteerd. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 worden de economische beslissingscalculaties voor logistiek en operations management verder ontwikkeld. Daarnaast zal gewerkt worden aan de koppeling van economische evaluatie-systemen aan logistieke besturingsconcepten. Een methode voor logistieke uitgave diagnose zal verder worden uitgewerkt. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Theeuwes 500 Corbey (tijd.) 1200 Kokke 500 Van der Veeken 330 Vosselman 500 Wouters (AIO) 1320 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Corbey, M.H. : Measurable economie consequences of investments in flexible capacity. Preprints of the 6th International Werking Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, 1990, pp. 291-311. BE Theeuwes, J.A.M.: Nieuwe produktiemethoden vragen om nieuwe Accounting Methoden. In: FMA-Kroniek 1990, FMA-Congres, 1990, C.D. Knoops, J. Dijksma, W.M. du Pon. (red.). Groningen, 1990, pp. 403-419. BE Theeuwes, J.A.M.: Economie Maasurement of Manufacturing Operations. Preprints of the 6th International werking Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, 1990, pp. 1025-1039. BE Veeken, H.J.M. van der: Decision support for quality improvement. Preprint 6th International Werking Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, 1990, pp. 1037-1058. BE Vosselman, E.G.J.: Stuurmechanismen en management accounting. In: FMA-kroniek 1990, FMA-Congres, 1990, C.D. Knoops, J. Dijksma, W.M. du Pon (red.). Wolters-Noordhoff, Groningen, 1990, pp. 421-439; nawoord pp. 436-439. BE - 49 -
OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Corbey, M.H. : Kosteninformatie bij de seriegroottebeslissing. Bijdrage aan de post-HBO cursus Bedrijfskunde, HEAO, Breda, 11 januari 1990. BE Corbey, M.H.: Kwaliteitskosten of -geldstromen? Bijdrage aan de post-HBO cursus Bedrijfskunde, HEAO, Breda. 15 februari 1990. BE Corbey, M. H. : Kosteninformatie bij de seriegroottebeslissing plus de casus 'Flexi- press Ltd.' Workshop Anartek, Bilthoven, 18 april 1990. BE Corbey, M.H. : Bedrijfseconomische aspecten van de logistiek. onderdeel PATO-cursus Logistiek voor produktiebesturing en voorraadbeheer, Oisterwijk, 9 mei 1990. BE Corbey, M.H.; Jansen, R.A.: Logistieke Uitgavendiagnose. Presentatie voor VMF-STORK werkgroep 'Integraal Logistiek Management', Amersfoort, 10 juli 1990. BE Corbey, M. H. : Meetbare economische gevolgen van investeringen in flexibele capaciteit. Lezing werkgroep CFT, Nederlandse Philips Bedrijven B.V., Eindhoven, 20 september 1990. BE Corbey, M.H.: De Geldstroombenadering. Lezing voor de sectie 'Management en Logistiek' van het Instituut Informatietechnologie voor Toegepaste Produktie-automatisering ITP-TUE/TNO, Eindhoven, 20 september 1990. BE Corbey, M.H.: Economische aspecten van Logistieke beslissingen en de casus CorbeyCo. Workshop SKF-Veenendaal, Veenendaal, 19 en 21 september 1990. BE Corbey, M.H.: De geldstroombenadering, wat is dat eigenlijk? Voordracht Faculteitscolloquium, Faculteit Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven, 21 november 1990. BE Corbey, M.H. : Wat is de logistieke geldstroomdiagnose? Presentatie ODA, St. Oedenrode, 17 december 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: ontwikkelingen in management accounting. Lezing Vereniging van Financieel-Administratieve Managers NGA, Utrecht, 18 januari 1990. BE
- 50 -
Theeuwes, J.A.M.: Bedrijfseconomie en logistiek. Bijdrage nascholingscursus logistiek HBO-docenten, Vereniging Logistiek Management, Utrecht, 2 februari 1990 en Groningen, 15 mei 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Tijd of geld, wat telt. Bijdrage cursus Produktie Besturing TUE-ITP, Oisterwijk, 10 april 1990 en Mierlo, 20 november 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Management Accounting and JIT; Manufacturing operations. Bijdrage International Logistics Management Course, Nederlandse Philips Bedrijven B.V., St. Michielsgestel, 25 april 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Management Accounting en Logistiek: Partners of concurrenten. Lezing Management Opleidingscentrum, Driebergen, 14 juni 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Logistiek in Economisch perspectief. Lezing bij Koninklijke Maatschappij De Schelde, Vlissingen, 4 september 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Management Accounting na 1990. Lezing Vereniging van Financieel-Administratieve Managers NGA, Utrecht, 13 september 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Economische aspecten van Goederenstroombeheersing. Lezing Themadag TNO-instituten VHL, Delft, 19 juni 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: Nieuwe produktiemethoden vragen om nieuwe accountingmethoden. Bijdrage Lustrumcongres 25 jaar Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, 2 november 1990. BE Theeuwes, J.A.M.: De geldstroombenadering. Bijdrage aan Postdoctorale opleiding Controllers, Limburg, Maastricht, 23 november 1990. BE
Rijksuniversiteit
Veeken, H.J.M. van der: De informatiestructuur voor coördinatie van logistieke en financiële besturing. Voordracht Werkgroep Hoogovens, IJmuiden, 4 april 1990. BE Vosselman, E.G.J.: De financiële functie in bestuurlijk perspectief. Bijdrage cursus Management van basiseenheden in het Hoger Beroepsonderwijs, Koninklijke PBNA, Arnhem, 1990. BE Vosselman, E.G.J.: Budgettering in bestuurlijk perspectief. Inleiding studiedag Vereniging van Financieel-Administratieve Managers, NGA, Utrecht, 18 januari 1990. BE
- 51 -
Vosselman, E.G.J.: o Stuurmechanismen en management accounting. Voordracht FMA-congres, Rotterdam, 7 juni 1990. BE Vosselman, E.G.J.: Budgetten en prijzen als stuurinstrument. voordracht faculteitscolloquium, Faculteit Technische Technische Universiteit Eindhoven, 13 juni 1990. BE
Bedrijfskunde,
Vosselman, E.G.J.: Budgettering in bestuurlijk perspectief. Voordracht studiedag 'Budgetteren in de dienstverlening', Studiecentrum voor Bedrijfsleven en Overheid, 's-Gravenhage, 3 oktober 1990. BE Vosselman, E.G.J.: Inleiding budgetten en prijssystemen. Bijdrage Cursus voor produktiemanagers, 1990. BE
NIVE,
Den Haag,
wouters, M. J . F. : Eindrapport project Ondersteuning Bedrijfsvoering MOP-teams. Stadskanaal, 1990, pp. 1-33. BE Wouters, M.J.F.: Logistiek tot welke pr1JS. Lezing NIVE, Paterswolde, 9 oktober 1990. BE
- 52 -
6 december
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Onderhoudsbeheersing PROJECT KBS-03: Onderhoudsbeheersing DEELNEMENDE VAKGROEP: Kwantitatieve Aspekten van Beheersingssystemen (KBS) AANVANG: 1970
VERMOEDELIJK EINDE: permanent thema
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir.W.M.J.Geraerds (projectleider) - Dr.ir. J.H.J. Geurts i.o.m. prof.ir. W.M.J. Geraerds Dr.ir. c.w. Gits i.o.m. prof.ir. W.M.J. Geraerds Ing. E.J.L. Lamberti i.o.m. prof.ir. W.M.J. Geraerds - Ir. H.H. Martin o.t.v. prof.ir. W.M.J. Geraerds Ir. J.Ph.C. Wubben i.o.m. prof.ir. W.M.J. Geraerds KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Naast het uitdragen van reeds beschikbare kennis beoogt het onderzoek onvoldoende ontwikkelde elementen op het gebied van de onderhoudsbeheersing, en in dat verband de beginselen van doelmatig onderhoud, voor toepassing in organisaties rijp te maken. Sinds het onderzoek omstreeks 1970 is gestart richt het zich op de volgende onderdelen: 1) Onderhoudsconcept, d.i. de methode voor het systematisch ontwerpen van het onderhoudsconcept voor een technisch systeem. 2) Onderhoudsplanning en -besturing. 3) Voorraadbeheersing t.b.v. het onderhoud. 4) Terotechnologie, d.w.z. de wijze, waarop reeds in het stadium van het ontwerp van een systeem rekening wordt gehouden met het te verwachten onderhoudsgedrag. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De voortdurende stijging van de kosten van materiaal en loon in het onderhoud, van de kosten als gevolg van produktieonderbreking en van andere, in sommige gevallen zeer ernstige, storingscansequenties leiden tot hogere eisen gesteld aan de beheersing van het onderhoud. De introductie van flexibele produktiesystemen stelt opnieuw hogere eisen aan de onderhoudsbeheersing, omdat produktiecapaciteit, wanneer benodigd, beschikbaar zou moeten zijn (JIT). Op langere termijn wordt beperking van verschrotting van materiaal erkend als een noodzakelijkheid, zowel i.v.m. materiaalschaarste als i.v.m. de energieconsumptie ten behoeve van de fabricage van nieuwe delen. Sinds kort is grote interesse ontstaan in de reductie van risico als gevolg van storing bij complexe installaties, zowel chemisch (Bophal), als nucleair (Tchernobyl). Dit wordt mede bevorderd doordat het management van ondernemingen meer en meer persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de consequenties van storingen opgetreden in hun bedrijf.
- 53 -
De economische omvang komt landelijk tot uitdrukking in het feit dat de jaarlijkse onderhoudskosten in Nederland ( 1978) circa f 33 miljard, d.i. 13 á 14' van het nationale inkomen bedragen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: ( 1) Prof. Geraerds werkt samen met de Univarsity van Manchester als External MSc en PhD Examinor en als Honorary Visiting Professor of Terotechnology. (2) Prof. Geraerds is Editor Maintenance, dr.ir. Geurts is lid van het Editorial Board van het internationale tijdschrift Engineering Costs and Production Economics. ( 3) Teneinde de internationale contacten effectief en efficient te kunnen regelen is in 1986 de International Foundation for Research in Maintenance opgericht, waarvan het bestuur uit (ex) leden van de faculteit bestaat. Het IFRIM documentatie centrum, met enige honderden publikaties, staat ter beschikking van de faculteit. Individuele onderzoekers van wetenschappelijke instituten elders participeren door lidmaatschap van de IFRIM Board of Advisors. Inmiddels zijn daarin opgenomen: -Prof. A.K.S. Jardine Univarsity of Toronto (C) Univarsity of Salford (UK) -Prof. A.H. Christer - Ass.Prof. J. Knezevic Univarsity of Exeter (UK) - Ass.Prof. A. Ray Univarsity of Nottingham (UK) - Prof.dr.ir. L. Gelders Katholieke Universiteit Leuven (B) Univarsity of Lund (S) - Prof. H. Ahlmann Univarsity of Linköping (S) - Prof. B. Bergman Univarsity of Virginia (USA) - Prof. B.S. Blanchard Univarsity of Louisiana (USA) - Prof. L. Mann, Jr. -Dr. D.J. Sherwin Univarsity of Queensland (Australia). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Tot circa 1975 is het onderzoek van zeer beperkte omvang geweest en had het vooral een exploratief karakter. Daarna werd vooral aandacht besteed aan het methodisch ontwerpen van het onderhoudsconcept. Dat werd in 1984 afgerond met de dissertatie van dr. ir. Gi ts. Dr. ir. Geurts sloot zijn daarop aansluitend promotie-onderzoek af in 1986. Voor de overige onderwerpen wordt naast de rapportage over het jaar 1989 verwezen naar de uitgebreide reeks publikaties en bijdragen opgenomen in de rapportages over de voorgaande jaren. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Er is in 1990 veel tijd besteed aan het verbreiden van reeds bereikte onderzoeksresultaten. Vele van de publikaties vonden hun weg naar het Handboek Onderhoudsmanagement, waarvan ook de redactie voor een belangrijk deel gevoerd werd. Daarnaast werden bijdragen gegeven aan cursussen op het onderhoudsgebied. De versterking van het internationale netwerk via de door Geraerds gestichte en geleide International Foundation for Research in Maintenance ( IFRIM) , waar het merendeel der onderzoekers in deelneemt, nam tijd in beslag maar resulteerde ook in bijdragen aan internationale congressen en publikaties. 1. Er werd veel werk gemaakt van de verbreiding van de resultaten van eerder onderzoek over het ontwerpen van het onderhoudsconcept. - 54 -
2.
3. 4.
Op het gebied van de onderhoudsplanning en -besturing werden eveneens veel artikelen geschreven en lezingen gehouden, in het bijzonder over het binnen dit gebied ontwikkelde EUT Onderhoudsmodel. Daarnaast werd het onderzoek naar de planning en beheersing van de onderhoudswerklast voortgezet; dit resulteerde in een intern rapport. Een AIO-plaats voor dit onderdeel werd verkregen. Het onderzoek naar de functionaliteit van onderhoudsbeheersingssystemen resulteerde in een artikel dat geaccepteerd is door een internationaal tijdschrift. In het kader van de onderhoudsbeheersing van onroerend goed, waarin samengewerkt werd met de faculteit Bouwkunde, verschenen twee artikelen. Resultaten van het onderzoek naar de netwerkproblematiek in onderhoudswerkplaatsen bestaan ten dele uit computersoftware (met hulp van twee HIO-studenten) en ten dele uit rapporten. Ook op dit gebied kwam het probleem naar voren van multi-inzetbaarheid van personen, met name bij kritieke capaciteiten. In een andere context werd ook aandacht aan dit probleem besteed, hetgeen leidde tot een intern rapport. Het onderzoek naar de beheersing van 'insurance type' reservedelen resulteerde in een voorwaardelijk geaccepteerd artikel. Na uiteindelijke publikatie hiervan zal dit onderzoek afgesloten worden. Op teretechnologisch gebied werd een artikel gepubliceerd. Het EUT Onderhoudsmodel speelt ook hier een belangrijke rol.
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Er zal in 1991 aanmerkelijk minder capaciteit beschikbaar Z1Jn dan in voorgaande jaren vanwege het vertrek van Geraerds en Lamberti en de onzekerheid omtrent hun opvolging. Ook de situatie met betrekking tot IFRIM is onzeker. Daartegenover staat dat een AIO-plaats is toegewezen voor onderzoek op het gebied van planning en besturing. Het onderzoek naar het onderbaudsconcept zal verder worden gereduceerd. De aandacht wordt primair gericht op het ontwerpen van een globale structuur van de onderbaudsbeheersing, mede door het onderzoek van de AIO. De invulling van specifieke beslisfuncties wordt ter hand genomen. Het onderzoek naar de mogelijkheden van netwerkplanning bij planning en besturing van groot onderhoud zal bestaan uit twee proefsituaties in de praktijk. Tevens zal in deze context bezien worden aan welke voorwaarden de reserveonderdelenvoorziening moet voldoen. Het onderzoek naar de beheersing van 'insurance type' reserveonderdelen zal afgesloten worden. NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Geraerds 1500 Geurts 400 Gits 300 Lamberti 600 Martin 800 Wubben 290 Totaal 3890
- 55 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Delahay, G.H.V.M.; Martin, H.H.: Invoering van een storingsregistratiesysteem; de ~LM- case. Handboek Onderhoudsmanagement, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1990, pp. G9060/1-21. KBS Geraerds, W.M.J.: The EUT Maintenance Model. Proceedings 12th triennial conference on operations research, Athens, June 25-29 1990, pp. 19. KBS Geraerds, W.M.J.: Maintenance: State of the Art and its Future. Proceedings Conferentie Onderhoudsmanagement, IIR, Brussel, 28-29 november 1990, pp. 19. KBS Geraerds, W.M.J.: Maintenance Developpement, Etat de l'Art et Futur. Proceedings of the Conference La Maintenance Industrielle, IIR, Paris, 5-6 December 1990, pp. 4/1-4/16. KBS Lamberti, E.J.L.: Onderhoud onroerend goed in opdracht- en ontwerpfase. Handboek Onderhoudsmanagement, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1990, pp. C3035/1-21. KBS VAKPUBLIKATIES Geraerds, W.M.J.: Het TUE-Onderhoudsmodel. Verslag IPM studiedag 'Het onderhondsconcept in de praktijk', Utrecht, 21 juni 1990, pp. 1-16. KBS Geraerds, W.M.J.: Typische aspecten van de voorraadbeheersing in het onderhoud. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-48, Eindhoven, november 1990, pp. 27. KBS (Wordt gepubliceerd in Handboek Onderhoudsmanagement). Geraerds, W.M.J.: Het TUE-Onderhoudsmodel. Doelmatige Bedrijfsvoering, 2, 11, 1990, pp. 13-17. KBS Geraerds, W.M.J.: Het TUE-Onderhoudsmodel. Bedrijfskundig vakblad B&ID, 2, 4, 1990, pp. 16-19. KBS Geurts, J.H.J.; Moonen, J.M.C.: On the robustness of 'insurance type' spares prov1s1oning strategies. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-47, Eindhoven, september 1990, pp. 26. KBS (Voorwaardelijk geaccepteerd door Journalof the Operational Society}.
- 56 -
Gits, c.w.: Het ontwerpen van onderhoudsconcepten. Doelmatige Bedrijfsvoering, 2, 12, 1990, pp. 20-27. KBS Gits, c.w.: Het ontwerpen van onderhoudsconcepten: stand van zaken. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-10, Eindhoven, 1990, pp. 17. KBS Gits, C.W.: Design of maintenance concepts. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-07, Eindhoven, 1990, pp. 17. KBS Gits, c.w.: Design of maintenance concepts. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-44, Eindhoven, mei 1990, pp. 18. KBS (Aangeboden aan 'Engineering Costs and Production Economics'). Gits, c.w.: Over het structureren van onderhoudsbeheersingssystemen. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-01, Eindhoven, 1990, pp. 20. KBS Lamberti, E.J.L.: Onderbaudsbeheersing Technische Systemen Onroerend Goed, deel I. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-45, Eindhoven, oktober 1990, pp. 30. KBS (Verschijnt in handboek Onderhoudsmanagement, Samsom, Alphen aan den Rijn). Lamberti, E.J.L.: Onderbaudsbeheersing Technische Systemen Onroerend Goed, deel II. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-46, Eindhoven, november 1990, pp. 33. KBS (Verschijnt in handboek Onderhoudsmanagement, Samsom, Alphen aan den Rijn). Martin, H.H.: Evaluation methods of standard software with respect to their effectiveness. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-49, Eindhoven, november 1990, pp. 22. KBS (Geaccepteerd door Journal for Production Economics (special issue)). Wubben, J.Ph.C.: Multinetwerkapplicatie voor het groot onderhoud van locomotieven. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-43, Eindhoven, december 1990, pp. 22. KBS OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Geraerds, W.M.J.: Maintenance Management. Voordracht in de Management cursus voor Tunesische managers, TUE, Eindhoven, 21 mei 1990. KBS Geraerds, W.M.J.: Onderhoudsbeheersing. Bijdragen in cursus 'Hoeveel onderhoud is genoeg', Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid, op verschillende plaatsen, 8 maal gedurende 1990. KBS
- 57 -
Geraerds, W.M.J.: Onderhoudsbeheersing. Bijdragen in cursus 'Betrouwbaarheidstheorie en Onderhoud', Koninklijke Luchtmacht, Deelen, 3 maal gedurende 1990. KBS Geraerds, W.M.J.: Maintenance Management. Seminar, Abu Dhabi, U.A.E., 2 maal gedurende 1990. RBS Geraerds, W.M.J.: Bijdrage aan cursus 'Maintenance in the cement industry', Copenhagen, mei 1990. RBS Geurts, J .H.J.: Beyond Paul's problem. Intern rapport, Eindhoven, januari 1990, pp. 11. KBS Geurts, J.H.J.: Betrouwbaarheidstheorie en Grafische Methoden. Bijdragen in cursus 'Hoeveel Onderhoud is Genoeg', Studiecentrum voor Bedri)f en Overheid, op verschillende plaatsen, 8 maal gedurende 1990. KBS Geurts, J .H.J.: Betrouwbaarheidstheorie en Grafische Methoden. Bijdragen in cursus 'Betrouwbaarheidstheorie en Onderhoud', Koninklijke Luchtmacht, Deelen, 3 maal gedurende 1990. KBS Gits, c.w.: Het Onderhoudsconcept. Bijdragen in cursus 'Hoeveel Onderhoud is Genoeg', Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid, op verschillende plaatsen, 8 maal gedurende 1990. RBS Gits, c.w.: Design of maintenance concept. Voordracht IFORS XII Conference, Athens, 26 juni 1990. KBS Gits, C.W.: Ontwerpen van onderhoudsconcepten. Bijdrage studiedag 'Het onderhoudsconcept; theorie in de praktijk gebracht', Utrecht, 31 augustus 1990. KBS
- 58 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 4: Externe logistiek PROJECT: ORS/BE-01 Communicatie tussen Verkoop en Produktie DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Operationele Research en Statistiek (ORS) Bedrijfseconomie (BE) AANVANG: 1988
EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Ir. P.A. Konijnendijk o.t.v. Prof.dr. J. Wijngaard - Prof.dr. H.W.C. v.d. Hart - Prof.dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Onderzoek naar de mogelijkheden van tactische afstemming van logistieke en produktie-aspecten tussen produktie en verkoop. Een instrument ter afstemming van deze aspecten moet zowel op een commerciële manier gebruikt kunnen worden in marketing en verkoop als bruikbaar zijn in produktieplanning en -beheersing. De tactische afstemming begrenst de operationele mogelijkheden van produktie en verkoop. Het schept een kader waarbinnen efficiënt en concurrerend geopereerd kan worden. Hiertoe zal inzicht verkregen moeten worden in: De belangrijke invloedsfactoren in de afstemming tussen produktie en verkoop. De perceptie van de klant van logistieke ( customer service) en produktie (kwaliteit) aspecten t.o.v. kosten (prijs) van een bepaald prestatieniveau van de leverancier. Mogelijkheden die produktie en verkoop hebben in het aangeven van het belang (baten) en de gevolgen (kosten) van een zeker 'service level' op de belangrijke aspecten (prijsstaffels, DPP/DPC, etc.). Communicatiebehoeften voor een afstemming op de belangrijke aspecten. Informatiebehoeften van verkoop en produktie en begrenzingen daarvan (wat kan/wil men wel weten en wat niet). AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het zwakke punt in produktiebeheersing en logistiek is de aansluiting tussen Produktie en Verkoop. In het Manufacturing Resources Planning concept wordt het Master Production Schedule naar voren geschoven als 'realistische' afspraak tussen Produktie en Verkoop. De factoren die die afspraak aan produktiekant beïnvloeden zijn redelijk goed in kaart gebracht (capaciteiten, voorraden, etc.). Wat de bepalende factoren aan verkoopkant zijn is minder duidelijk. En ook welke produktiebeperkingen voor verkoop van belang zijn en op welke termijn is niet duidelijk. - 59 -
Inzicht hierin is nodig om de communicatie tussen verkoop en produktie en het maken van afspraken beter te kunnen ondersteunen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Een belangrijk deel van de onderzoekactiviteiten bestaat uit adviesachtige projecten bij verschillende bedrijven. In 1990 zijn de volgende projecten gestart/uitgevoerd: Bedrijf: Thomassen & Drijver Verblifa b.v. Project: Co-makership met Nutricia Cuijk. Inhoud: Fase 1 . Basisanalyse goederenstroom en informatiestroom en aangeven samenwerkings-issues. Fase 2. Uitwerking/kwantificering samenwerkingsissues. Fase 3. Implementatie verbeteringsvoorstellen. Samenwerking: Projectgroep TDV, Nutricia, TUE, Berenschot, E.Z. Looptijd: tot augustus 1990 Status: Afgerond. Bedrijf: Dow Europe. Project: Business operations planning (Expoxy). Inhoud: Exploratory phase: Basic analysis of changes in the goodsflow, inventories and planning changes due to assortment growth. Identifying phase: Identify scope of improvements. Design phase: Specify implementation plan. Implementation phase. Looptijd: Exploratory phase: november - december 1990. Andere fases: januari 1991 -augustus 1991. Status: Identifying phase. Bedrijf: Walker Hagou b.v. Project: Onderzoek communicatiestructuur. Inhoud: Beschrijving van huidige communicatiestructuur in engineer-tcorder omgeving. Identificatie van knelpunten een aangeven van verbeteringsmogelijkheden. Looptijd: april/mei 1990. Status: Afgerond. Naast de projecten bij de bovenstaande bedrijven zijn er ook samenwerkingsverbanden op het gebied van onderzoek: Onderzoek:
Communicatie tussen produktie en verkoop in Midden- en Kleinbedrijf. Opzet: fase 1. Interviews en workshop vier pilotbedrijven. fase 2. Inventarisatie groot aantal bedrijven. Status: Rapportage 1990. Looptijd: 1990. Samenwerking: KMO-fonds, F.M.E. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Eerste opzet gemaakt voor raamwerk voor de verhouding tussen Produktie en Verkoop in verschillende typen van bedrijven. Uitvoering verschillende projecten in bedrijven. Literatuuronderzoek.
- 60 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Uitvoering en afronding van verschillende proejcten bij bedrijven (zie samenwerkingsverbanden} specificeren en vastleggen van het raamwerk voor de presentatie van de uiteindelijke resultaten in afgebakend onderzoeksgebied. Uitvoering fase 1 en 2 van het onderzoek MKB. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Afronden projecten en onderzoek MKB. Uitwerking van en beschrijving van het het gehele onderzoek in een dissertatie. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s}: Aantal uren: Konijnendijk (AIO) 1750 200 Wijngaard van der Hart 50 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Konijnendijk, P.A.: Setting customer service levels: an overall eest-approach. Preprints of the 6th International Werking Seminar on Production Economics. Innsbruck, Austria, februari 1990, pp. 1-12. ORS VAKPUBLIKATIES Konijnendijk, P.A.: Blik op co-makership. Congresbundel 25 jaar bedrijfskunde, november 1990, pp. 1-6. ORS Konijnendijk, P.A.: Communicatie tussen Produktie en Verkoop. Rapportage interviewfase MKB Enquête. Intern Rapport TUE/BDK/ORS/90/05, Eindhoven, maart 1990, pp. 1-41. ORS Konijnendijk, P.A.: Onderzoek communicatiestructuur Walker Hagou Conveying Systems. Intern Rapport TUE/BDK/ORS/90/06, Eindhoven, mei 1990, pp. 1-23. ORS Konijnendijk, P.A.; Wijngaard, J.: Co-makership in the Delivery of Packaging Materials. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/09, Eindhoven, juni 1990, pp. 1-20. ORS OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Konijnendijk, P.A.: Co-makership, een praktijkcase. voordracht TUE-KUB Executive MBP-opleiding, ORS
Veldhoven,
Konijnendijk, P.A.: Afstemmingsconcepten voor produktie en verkoop. voordracht Fokker, Amsterdam, december 1990. ORS - 61 -
oktober 1990.
Wijngaard, J.: co-makership in the delivery of packaging materials. Voordracht 5th International Conference of the OMA-UK on Manufacturing Strategy-theory and practice, Warwick, juni 1990. ORS
- 62 -
VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 5: Produktiebeheersing in dienstverlening PROJECT KBS-06: Kwantitatieve beheersing in klinieken van ziekenhuizen. DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Kwantitatieve Aspecten van Beheersingasystemen (KBS) Operationele Research en Statistiek (ORS) Technologie & Arbeid (T&A) Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) AANVANG: 1982
EINDE: Onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Ir. M.J.A. Kirkels (projectleider) i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand Dr.ir. G. de Vries i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Ir. J.W. Hoorn i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Ir. P.M.A. Groot o.t.v. ir. M. Kirkels Ir. J. Vissers i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Drs. P.G.T.M. Kremer i.o.m. prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Doel is het zoeken naar mogelijkheden om de werkzaamheden in ziekenhuizen te beheersen en te coördineren. Invalshoek is de logistiek van patiëntenstromen. A.
B.
c.
D.
Deelonderzoek Opnameplanning chirurgische patiënten (Groot). Doel van het onderzoek is het ontwerpen van een planningsconcept voor de opnames van patiënten. Dit planningsconcept moet rekening houden met de beschikbaarheid van capaciteiten, het vrijkomen van capaciteit op aangegeven tijdstippen, de urgentie-indicatie en wachttijd van de patiënt. Bovendien wordt een beslissings-ondersteunend systeem voor opnameplanning ontworpen om het planningsconcept in de praktijk te kunnen testen. Deelonderzoek naar prestatie-indicatoren, ter ondersteuning van de logistieke besturing van patiëntenstromen (Kremer). Deelonderzoek capaciteitsmanagement ziekenhuis (Vissers). Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een aanpak van toewijzing van capaciteiten op middellange termijn, die bijdraagt aan een betere benutting van de schaarse capaciteiten binnen een ziekenhuis. In dit kader wordt een set van PC-modellen ontwikkeld, waarmee vraagstukken van capaciteitsmanagement op middellange termijn ondersteund kunnen worden. Deelonderzoek structurering en beheersing van zorgprocessen (Hoorn, Vissers, De Vries). Er wordt studie verricht naar organisatievormen en informatievoorziening die past bij de huidige coördinatie-problematiek in ziekenhuizen.
- 63 -
AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Door de budgettering en de beddenreducties wordt de beschikbare capaciteit in ziekenhuizen krap. Hierdoor is de vraag ontstaan om efficiënter en effectiever om te gaan met capaciteiten: er is vraag ontstaan naar een betere planning. Daarnaast heeft het onderzoek van Kusters geleid tot inzicht in capaciteitsbeslag van patiënten en hierdoor is het mogelijk geworden te plannen. Onderzoek B en C passen ideeën van een logistieke benadering toe op patiëntenstromen; onderzoek D speelt in op recente ontwikkelingen in het denken over ziekenhuisorganisaties. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Door de parttime aanstellingen van De Vries, Hoorn, Kremer en Vissers ontstaat een vruchtbare samenwerking met vier grote adviesorganisaties in Nederland. In het project Opnameplanning wordt in het bijzonder samengewerkt met het Nationaal Ziekenhuisinstituut, De Wever Ziekenhuis (Heerlen), St. Elisabeth Ziekenhuis (Tilburg) en de Dienst Informatieverwerking (Tilburg). De deelprojecten worden door personen uit vier vakgroepen begeleid. Als meer algemene verbanden kunnen de volgende genoemd worden. Op de TUE wordt op dit gebied informatie uitgewisseld in het Ziekenhuis Research Project, een werkgroep van vijf vakgroepen van de Faculteit Technische Bedrijfskunde. Landelijk wordt samengewerkt met het Nationaal Ziekenhuisinstituut (Lettink, Vissers, e.a.) en meer algemeen met vakgroepen van andere universiteiten en buiten-universitaire instellingen in de Interacademiale Werkgroep Ziekenhuiswetenschappen. Internationaal wordt contact onderhouden met onderzoekers op het gebied van OR- toepassingen in de gezondheidszorg. Jaarlijks bezoekt een van de betrokken onderzoekers de internationale meeting van de Euro-werkgroep ORAHS. (Euro Working group on Operational Research Applied to Health Services). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: A. De problemen rond opnameplanning zijn met behulp van interviews in kaart gebracht. De internationale literatuur met betrekking tot opnameplanning is bekeken. In een tweetal ziekenhuizen is gestart met een pilotproject inzake opnameplanning. In een ziekenhuis is dit project inmiddels afgerond. Probleemstelling en aanpak van het promotie-onderzoek zijn volledig duidelijk geworden. B. Opzet voor een dissertatie is gemaakt. C. Een tweetal modellen voor capaciteitsmanagement op middellange termijn is ontworpen in samenwerking met ziekenhuizen: een model voor capaciteitsafstemming tussen specialisten en ziekenhuisafdelingen (operatiekamers, polikliniek, verpleegafdelingen) en een model voor capaciteitsafstemming tussen opnameplanning en capaciteiten in de klinische zorg (operatiecapaciteit, bedden, verpleging). D. Een eerste boek van het schrijverscollectief is verschenen met de titel "Structurering en beheersing van zorgprocessen". Het schrijverscollectief heeft een concept voor een tweede boek gerealiseerd over ziekenhuisorganisatie en samenwerking met de medische professie.
- 64 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: A. Probleemstelling van het promotie-onderzoek is op papier gezet. In het ziekenhuis in Tilburg zijn inzake het pilotproject doelen gesteld aan de opnameplanning en aan de hand van deze doelen criteria opgesteld waaraan een nieuw planningsmodel moet voldoen. Daarnaast zijn gegevens verzameld om de patiëntenstroom in kaart te brengen en is geïnventariseerd welke veranderingen plaats moeten vinden als wordt overgegaan tot het invoeren van een beslissingsendersteunend systeem. De specificaties voor een beslissingsondersteunend systeem voor opnameplanning zijn gereed. verwacht wordt dat dit systeem januari 1991 operationeel is. Tot slot is dit jaar gewerkt aan de opzet van een simulatiemodel om nieuwe concepten van opnameplanning te kunnen testen. De specificaties voor dit model zijn opgesteld. Momenteel is een eerste versie van dit model gereed. De simulatie-opzet is gereed en de eerste simulatieresultaten zijn beschikbaar. B. In het promotie-onderzoek naar prestatie-indicatoren is een duidelijke keuze gemaakt en uitgewerkt voor de benaderingswijze van dit probleem. In de tweede helft van het jaar is vertraging opgetreden door ziekte. c. Het promotie-onderzoek capaciteitsmanagement ziekenhuis vordert volgens plan. De modelontwikkeling voor dit onderzoek is gecompleteerd met nog twee modellen: een model om de benodigde capaciteit van het ziekenhuis te berekenen, uitgaande van een geprojecteerde patiëntenstroom naar het ziekenhuis toe en een model voor afstemming tussen vraag naar en aanbod van poliklinische capaciteiten. Daarnaast is er een aanzet gemaakt voor een besturingsraamwerk. D. Het tweede boek van het schrijverscollectief is drukklaar gemaakt en zal voorjaar 1991 verschijnen. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: A. In 1991 staan voor opnameplanning de volgende activiteiten gepland: het simuleren van de effecten van de verschillende concepten voor opnameplanning in de verschillende situaties; het uitvoeren en afronden van pilotprojecten in twee ziekenhuizen; het ontwerpen van de tweede fase van het beslissingsondersteunende systeem. In deze tweede fase wordt het systeem gereed gemaakt om zelf een opnamevoorstel te kunnen maken; het schrijven van een deel van het uiteindelijke proefschrift. Aan onderzoek zal in 1991 1320 uur besteed worden. B. Voortgang van dit deelproject in de gekozen richting is afhankelijk van de situatie, zoals die zich zal ontwikkelen. C. Een opzet voor een veldonderzoek in de vorm van een aantal casestudies zal worden uitgewerkt. In deze case-studies zal ervaring opgedaan worden met implementatie van de ontwikkelde modellen. In de tweede helft van 1991 zal met de uitvoering van deze case-studies worden begonnen. Daarnaast zullen concept-hoofdstukken voor het proefschrift geschreven worden met betrekking tot het besturingsraamwerk en de ontwikkelde set van modellen. D. Het boek zal (met een herdruk van het vorige boek) op een congres gepresenteerd worden; concrete plannen zijn afhankelijk van de verwachte wijzigingen in de personele situatie.
- 65 -
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Kirkels 350 Groot (AIO) 1500 Hoorn 170 De Vries 340 Vissers 340 Kremer 170 Bertrand 100 Sander 25 Van Tuyl/Algera 75 Kusters 25 Bemelmans 25 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIE Groot, P.M.A.: Admissions planning: planning of capacity loading and throughput. Intern rapport TUE/BDK/KBS/90-06, Eindhoven, 1990, pp. 14. KBS OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Groot, P.M.A.: Opnameplanning in Nederlandse ziekenhuizen. Te verschijnen in boek T.U.E.-N.Z.I. begin 1991, pp. 17. KBS Groot, P.M.A.: Opnameplanning, een inventarisatie. Voordracht Symposium Integrale logistieke besturing in de gezondheidszorg, Rotterdam, 26 april 1990. KBS Groot, P.M.A.: Admissions planning: planning of capacity loading and throughput. Voordracht voor 16th meeting EURO Werking Group on Operational Research Applied to Health Services, ORAHS, wroclaw, Polen, 2 augustus 1990. KBS Groot, P.M.A.: Opnameplanning: planning van capaciteiten en doorstroming. Voordracht van promovendidag bedrijfskunde, Ede, 9 november 1990. KBS Vissers, J.M.H.: Modelling support for hospital resource management problems. Voordracht voor IFORS, Athene, 25-29 juni 1990. KBS Vissers, J.M.H.: Hospital planning: an overview and an illustration. Voordracht voor 16th meeting EURO Werking Group on Operational Research Applied to Health Services, ORAHS, Wroclaw, Polen, 30 juli - 3 augustus 1990. KBS Vissers, J.M.H.: Beslissingsondersteuning voor capaciteitsmanagement voor ziekenhuizen. Voordracht voor Faculteit Bedrijfskunde, Universiteit Twente, Enschede, 10 januari 1990. KBS - 66 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE ALGEMEEN Van 1984 t/m 1989 is een VF-programma onder dezelfde naam (Werk en Organisatie) uitgevoerd. In december 1989 is dit programma door een externe beoordelende instantie (het KIVI) van een positieve beoordeling voorzien. In de loop van 1989 zijn voorbereidingen getroffen voor de indiening van een nieuw programma. Het nieuwe programma is in november 1989 ingediend en goedgekeurd door faculteitsraad en universiteitsraad. Het is per 1 januari 1990 van start gegaan. De volgende vakgroepen van de faculteit Technische Bedrijfskunde nemen deel in het programma: * Organisatiekunde (OK) * Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA); * Operatiens Research en Statistiek (ORS); * Technische Produktiesystemen (TPS); * Technologie en Arbeid (T&A). OMSCHRIJVING Het nieuwe programma komt in grote lijnen overeen met en is een voortzetting van het programma dat van 1984-1989 is uitgevoerd. De centrale focus van het onderzoekprogramma is menskundige en organisatiekundige vraagstukken bij het ontwerpen en besturen van organisaties. Het belang van dergelijk onderzoek wordt bepaald door de onloochenbare paradox dat met toenemende automatisering steeds hogere eisen worden gesteld aan het goed functioneren van mensen, zowel individueel als in groepsverband. Een goede verdeling van taken over mens en machine, een goede interface en een goede, flexibele, aan de technologie aangepaste organisatie- en taakstructuur worden voor organisaties meer en meer van levensbelang. Binnen het programma wordt uitgegaan van een bepaalde opvatting over integraal ontwerp van produktiesystemen. Wezenlijk voor deze opvatting is dat bij het ontwerpen van produktiesystemen de consequenties van eerdere beslissingen op later te nemen beslissingen moeten worden voorzien. Zo is het in principe mogelijk om bij de keuze voor een bepaald produktieproces vast te stellen op welke wijze deze beslissing de keuzemogelijkheden bij het ontwerp van taken en werkplekken inperkt. Het nieuwe programma bestaat weer uit een drietal thema's, maar deze worden nu op een andere wijze benoemd dan voorheen. De nieuwe benaming van de thema's is als volgt: Thema 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp en besturing hooggeautomatiseerde produktieprocessen. Thema 2: Taakstructurering en werkorganisatie. Thema 3: Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering.
van
Hieronder wordt - voor elk van de drie thema's afzonderlijk - een overzicht gegeven van de uitgangspunten en algemene vraagstelling. Thema 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp hooggeautomatiseerde produktieprocessen. - 67 -
en
besturing
van
Het goed functioneren van bedieningspersoneel wordt kritischer naarmate mens- en machinesystemen complexer worden. Operators, die in meet- en regelkamers belast zijn met het besturen van worden geconfronteerd met grote aantallen complexe processen, informatiebronnen en alarmen. Praktijkstudies hebben aangetoond dat in dergelijke werksituaties menselijke fouten niet zelden de oorzaak zijn van een falend systeem. De toenemende betekenis van 'human factors' -onderzoek naar menselijke fouten houdt rechtstreeks verband met de toenemende automatisering. Menselijke fouten treden o.a. op door een overmaat aan vrijwel gelijktijdig te verwerken informatie, door het werken onder stress, bijvoorbeeld als gevolg van vermoeidheid of tijdsdruk, door een gebrekkige communicatie tussen mens en apparatuur en tussen mensen onderling, en door gebrekkige constructie van apparatuur, waardoor vergissingen bij het bedienen ervan gemakkelijk worden uitgelokt. Gedragswetenschappelijk en ergonomisch onderzoek kan de methoden en criteria opleveren op grond waarvan apparatuur, informatie en werkplekken ontworpen worden in termen van wat mensen wél en niet kunnen. Alleen dan zal een evenwichtige taakverdeling tussen mensen en apparatuur kunnen worden bereikt. Dit betekent dat met behulp van o.a. taakanalyse-methoden onderzocht moet worden wat mensen in de produktiesystemen moeten doen (of zouden moeten doen) in termen van waarnemen, beslissen en handelen. Taakanalyse gaat daarom noodzakelijk aan het ontwerp en inrichten van werkplekken vooraf. Ook om andere redenen is taakanalyse noodzakelijk bij ontwerp of herontwerp van taken en werkplekken. Zo is beantwoording van de volgende vragen niet mogelijk dan op grond van de resultaten van taakanalyse: welke informatie heeft men nodig op de werkplek om de taak naar behoren en met zo min mogelijk storingen te kunnen uitvoeren? welke opleidings- en ervaringseisen moeten worden gesteld aan personeel dat de taken verricht? met welke methoden kan bedieningspersoneel worden geselecteerd en opgeleid? welke zijn de knelpunten in de taakuitoefening die leiden tot ongewenste storingen in het produktiesysteem? welke gevolgen zullen technische veranderingen in de produktieorganisatie hebben voor de inhoud van taken? Er bestaat binnen het VF-programma een jarenlange traditie van onderzoek op het terrein van meeten regelkamers in de procesindustrie, dat zich primair richt op taak en werkplek van de operator. Binnen dit onderzoek zal de ontwikkeling van methoden voor de analyse van taken worden voortgezet. Met de resultaten van taakanalyse enerzijds en inzicht in de menselijke informatieverwerking anderzijds is de basis te leggen voor onderzoek naar een 'optimale' vorm waarin informatie gestructureerd en gepresenteerd moet worden om een veilige, bedrijfszekere en flexibele taakuitoefening te garanderen. Onderzoek naar de waarin informatie voorkomen dat bij gevolg van onjuiste
juiste keuzecriteria bij het bepalen van de vorm wordt gepresenteerd, o.a. op beeldschermen, kan controle- en regel taken fouten worden gemaakt als interpretaties.
- 68 -
Een optimaal ontwerp van de werkplek op basis van een analyse van te verrichten taken kan de kans op fouten wel verkleinen, maar nooit geheel uitsluiten. Er zal altijd een kans op het maken van fouten blijven bestaan. Mensen variëren nl. in hun verrichtingen; een handeling wordt nooit exact op dezelfde wijze herhaald. Meestal blijven deze variaties binnen te tolereren grenzen. Deze grenzen kunnen echter overschreden worden in situaties waarin van een plotseling stress sprake is (alarmsituaties). Onderzoek naar oorzaken van menselijk falen levert onontbeerlijke input voor een veiliger ontwerp van mens-machinesystemen. Het onderzoek dat binnen dit thema zal worden uitgevoerd, kan kort in de volgende onderzoeksvraagstellingen worden weergegeven: 1. Welke methoden kunnen worden ontwikkeld voor het analyseren van menselijke taken in hooggeautomatiseerde systemen? 2. Wat is de optimale presentatie van informatie bij controle- en regeltaken in geautomatiseerde systemen? 3. Welke operatorvaardigheden Z1Jn kritisch voor een veilige en bedrijfszekere besturing van produktieprocessen? 4. Op welke W1Jze kan menselijk falen de veiligheid en bedrijfszekerheid bedreigen en op welke wijze kunnen de kansen op menselijk falen gereduceerd worden? Thema 2: Taakstructurering en Werkorganisatie Waar het onderzoek binnen thema 1 zich vooral richt op analyse en ontwerp van individuele taken en werkplekken concentreert het onderzoek binnen thema 2 zich op de relaties tussen taken en de organisatie. Het onderzoek binnen dit thema is enerzijds gericht op het vormgeven van het produktieproces inclusief de gehanteerde informatietechnologie en anderzijds op het ontwerpen en besturen van de werkorganisatie (groepen, afdelingen en de afstemming daartussen). Optimale vormgeving van het produktieproces en van de werkorganisatie staan niet los van elkaar. De gekozen technologie resulteert in een bepaald takenpakket en dat stelt bepaalde eisen aan ontwerp en besturen van de werkorganisatie en aan management uit het oogpunt van doelmatigheid. Uitgangspunt is dat elk ontwerp of herontwerp van een produktiesysteem of werkorganisatie voorafgegaan dient te worden door een analyse van het technisch proces. Dit is een integraal onderdeel van het gehele (her)ontwerpproces. De vraag hoe aan het produktieproces vorm gegeven moet worden en welke werkorganisatie daarbij dient aan te sluiten kan slechts beantwoord worden in het licht van de doelstellingen en van de aard van de vormgeving waarin die doelstellingen worden nagestreefd. Met name de mate van onzekerheid en complexiteit en de 'storingen' die daardoor in het werksysteem geïmporteerd worden hebben belangrijke repercussies op het ontwerp. vooral onder omstandigheden van onzekerheid wordt een beroep gedaan op de inzet, de flexibiliteit en het vermogen tot onderlinge afstemming van mensen en groepen. Voor zover het succes van de organisatie afhankelijk is van deze kenmerken dient bij de inrichting van het produktieproces en de werkorganisatie rekening te worden gehouden met de vraag hoe deze eigenschappen gemobiliseerd kunnen worden met het oog op de organisatiedoelen. Met name Japanse ervaringen illustreren, dat het mogelijk en belangrijk is een optimale menselijke inbreng in het ontwerp van de produktie- en werkorganisatie te realiseren.
- 69 -
Niet alleen uit oogpunt van doelmatigheid en beheersbaarheid, maar ook uit oogpunt van flexibiliteit en kwaliteit van de arbeid is het van groot belang ontwerpcriteria te hanteren. Een belangrijk kenmerk van het ontwerp van een produktie- en werkorganisatie is de interne consistentie. Dit is een uitgangspunt dat niet zelden wordt veronachtzaamd waar het gaat om de afstemming van ondersteunende systemen op de werkorganisatie. Men dient hier met name te denken aan de gehanteerde systemen voor personeelsmanagement. Binnen dit thema richt het onderzoek op het gebied van personeelsmanagement zich primair op het ontwerp van adequate en consistente prestatiesturingssystemen. Het (her)ontwerp van produktie- en werkorganisaties vraagt niet alleen om geïntegreerde bedrijfskundige kennis. Daarnaast is kennis van diagnostische procedures en van implementatiemethoden vereist. Veel herontwerpprojecten mislukken door verwaarlozing van de diagnose en door te weinig aandacht voor de invoering. Diagnostische procedures hebben tot doel: Het systematisch beschrijven van produktiesystemen, daarmee samenhangende takenpakketten en daarop gebaseerde werkorganisaties. Het signaleren van afstemmingsproblemen tussen deze elementen onderling, met de ondersteunende personeelssystemen en met de omgeving. Het opsporen van speelruimte voor herontwerp en het genereren van ontwerpalternatieven. Het onderzoek binnen dit thema kan in de volgende kernvraagstellingen worden weergegeven: 1• Tot welke takenpakketten voor groepen of afdelingen kunnen de te onderscheiden produktieprocessen leiden? Hoe dient de organisatie (van de groep of afdeling) daarop afgestemd te zijn uit overwegingen van doelmatigheid? 2. Welke eisen stelt de omgeving waarin de organisatie opereert aan de combinatie produktieproces, takenpakket, organisatiestructuur, management en welke technologische en organisatorische speelruimte is er om aan de eisen te voldoen? 3. Op welke W1Jze kan men de kwaliteit, flexibiliteit en innovativiteit van organisaties mobiliseren via het ontwerp van produktieproces en organisatiestructuur? 4. Aan welke eisen moeten systemen van personeelsmanagement voldoen om een optimale inzet en produktiviteit van personeel te garanderen? 5. Welke diagnostische procedures en methoden zijn noodzakelijk in het (her)ontwerpproces en welke zijn de voorwaarden voor een geslaagde invoering? Thema 3: Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering Het succes van een informatiesysteem is in grote mate afhankelijk van het succes van Z1Jn organisatorische integratie, alsmede van de acceptatie van het systeem door de gebruikers. Het belang van de menskundige en organisatie-aspecten wordt bij automatiseringsprojecten algemeen erkend. Bij het ontwikkelen van theorieën met betrekking tot de organisatie van het werk en taken van mensen moet steeds meer met het gebruik van de mogelijkheden van moderne technologieën rekening worden gehouden. Omgekeerd dient bij het opzetten van computersystemen en bedrijven en organisaties rekening te worden gehouden met de eis dat daaruit een
- 70 -
zinvolle en bevredigende samenwerking tussen mensen en machines moet resulteren. Belangrijke vragen in het kader van dit thema zijn: 1. Ergonomische vraagstukken rondom software interface en ergonomisch ontwerp van werkstations. 2. Human-oriented ontwikkeling van informatiesystemen (o.a. participatie, prototypering-methoden). 3. Sociotechnisch ontwerp van organisatie- en informatiestructuren. 4, Nieuwe organisatievormen bij gebruik van moderne technologieën. In augustus 1989 is een rapport uitgebracht over de 'interfaces' en de mogelijkheden van samenwerking tussen de VF-programma's Informatiesystemen en Werk en Organisatie op dit gebied. Besloten is om in beide programma 1 s een thema op te nemen: 'Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering'. In de projecten die binnen deze thema 1 s worden uitgevoerd zal door onderzoekers uit beide VFprogramma's worden samengewerkt. VOORTGANG VAN HET ONDERZOEK Bij de start van het onderzoekprogramma is enige vertraging ondervonden omdat een aantal vacatures nog bezet moest worden. Het bestuur van het VF-programma heeft besloten het verloop van de verschillende projecten nog nauwlettender te volgen. Daartoe zijn in de zomer van 1990 zgn. projectvoortgangsbesprekingen gevoerd tussen wisselende delegaties van het bestuur van het VF-programma en alle projectleiders. Deze gesprekken hebben belangrijke informatie opgeleverd voor een betere sturing en coördinatie van de onderzoeksprojecten. Besloten is dat voortaan ook regelmatig bijeenkomsten van onderzoekers zullen worden georganiseerd op themaniveau. De samenwerking met het VF-programma Informatiesystemen is verder uitgebouwd. In elk van beide VF-programma' s is een thema opgenomen 'Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering'. Binnen deze twee gelijknamige thema's is sprake van een nauwe samenwerking, met name tussen de vakgroepen BISA en T&A. Eind december is een AIO-voorstel binnen thema 2 van het programma gehonoreerd. Internationale samenwerking is in een aantal projecten ontwikkeld c.q. uitgebreid. Afgezien van de genoemde vertragingen als gevolg van vacatures zijn de meeste projecten in 1990 volgens plan uitgevoerd.
- 71 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp hooggeautomatiseerde produktieprocessen PROJECT T&A-12: Processimulatie procesoperators
ten
behoeve
van
selectie
en
en
besturing
van
training
van
DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technologie en Arbeid (T&A) Operatiens Research en Statistiek (ORS) AANVANG: oktober 1987
EINDE: juni 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. J.A. Algera en dr.ir. H. Kragt (projectleiders) -Drs. A. Ridderbos o.t.v. prof.dr. J.A. Algera en dr.ir. H. Kragt - Werkcontacten: prof.drs. J. Moraal, ir. M. Leermakers, ing. C. Kuijpers, dr. G.J.K. Regterschot (vakgroep ORS), A. Kluytmans (tot 1/6/1990), P. Elings (vanaf 1/12/1990) KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het construeren van arbeidsproeven, o.a. met behulp van de processimulator van de Faculteit Technische Bedrijfskunde, ten behoeve van: a. onderzoek naar de selectie van operators; b. het bestuderen van de ontwikkeling van operatorvaardigheden ('skills') met betrekking tot procesbeheersing en fouten-diagnose. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het project is in 1986 gestart, overeenkomstig de Onderzoekrapportage 1986, p. 59. In de tweede helft van 1987 is een begin gemaakt met de uitvoering van het project, dat grotendeels wordt gefinancierd vanuit de derde geldstroom. Door de nog steeds toenemende automatisering verandert de inhoud van de operatortaak in de procesindustrie. De operatorfunctie kenmerkt zich door het ontbreken van goed gedefinieerde prestatiecriteria. De aanleiding voor dit project was dat men ook in de industrie zelf tot de conclusie kwam dat een beter inzicht in de kritische operatorvaardigheden van zeer groot belang is, met name voor de selectie en training van (leerling)operators. Aan de hand van taakanalyses van de operatorfunctie zullen arbeidsproeven worden gedefinieerd, die in de vorm van simulaties van de operatortaak zullen dienen als praktijkopdracht ten behoeve van selectie en basistraining.
- 72 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: Naast de samenwerkingsverbanden binnen het onderhavige VF-programma wordt samengewerkt met de bedrijven die het project (mede)financieren: ARCO Chemie, DSM, Exxon Chemicals, Hoechst, KEMA, Netherlands Refining Company, Shell Nederland Chemie en Stamicarbon. Tevens Z1Jn er contacten met Dr. G.J.K. Regterschot van de vakgroep ORS van Bdk-TUE in verband met adviezen op statistisch gebied. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In het laboratorium is met behulp van een gesimuleerd proces een begin gemaakt met het ontwikkelen van een aantal arbeidsproeven. In het kader van de arbeidsproeven als selectie-instrument zijn de eerste pilotexperimenten uitgevoerd en is een test uitgevoerd op het realiteitsgehalte van de arbeidsproeven. Nieuwe arbeidsproeven Z1Jn ontwikkeld en uitgetest in een pilot-experiment met zowel leerlingoperators als ervaren operators. Naar aanleiding van dit pilotexperiment is een aangepaste versie van de arbeidsproeven nogmaals uitgetest met zowel leerling-operators als ervaren operators. In het laboratorium is voorts gewerkt aan een uitbreiding van de processimulaties. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In het kader van de ontwikkeling van de arbeidsproeven als selectieinstrument zijn in het laboratorium experimenten uitgevoerd met zowel leerling-operators als ervaren operators (Ridderbos, 1990). Tevens is er onderzoek gedaan naar prestatiematen voor procesoperators toegesneden op zowel de arbeidsproeven als de praktijksituatie. Het eerste deel van een validatie-studie met een klas leerling-operators van de Shell-bedrijfsschool is afgerond. Hierbij is vooral gekeken naar de betrouwbaarheid van de arbeidsproevenbatterij en de correlaties met diverse vaardigheden, zoals gemeten met een aantal conventionele tests. Bij deze groep van 13 leerling-operators is een redelijk grote betrouwbaarheid gevonden, gebaseerd op test-hertest en split-half correlaties. De resultaten zijn in september ook gepresenteerd op de jaarlijkse 'Workshop work sample project' aan de TUE ten behoeve van de financierende bedrijven. In juli is een validatie-studie gestart met een groep leerling-operators van de Netherlands Refining Company. Oktober 1991 worden de eerste resultaten hiervan verwacht. Tenslotte is in december een validatie-studie gestart met alle operators van de RAPfabriek van Exxon. Hiertoe is de simulator met arbeidsproeven verhuisd naar het Exxon-terrein. De eerste resultaten van deze studie worden in april 1991 verwacht. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: In januari zal het tweede deel van de validatiestudie met leerlingoperators van de Shell-bedrijfsschool gestart worden. Een nieuwe klas van 20 leerling-operators zal getest worden. In september worden hiervan de resultaten verwacht. zoals hiervoor reeds is vermeld, worden tevens de resultaten verwacht van de validatie-studies met de leerlingoperators van de Netherlands Refining Company en de operators van de RAP-fabriek van Exxon. In het voorjaar zal nog een validatie-studie gestart worden met alle operators van een fabriek van de Netherlands Ref ining Company. Resultaten van deze studie worden in juli verwacht. In 1991 wordt in april een tussentijdse bijeenkomst met de vertegenwoordigers van alle financierende bedrijven georganiseerd, waar - 73 -
de eerste resultaten van de validatie-studies gepresenteerd worden. In het najaar zal weer de jaarlijkse workshop georganiseerd worden. Vervolgens zal in december begonnen worden met het schrijven van een proefschrift over dit onderzoeksproject. In de planning zijn de volgende uren opgenomen: Algera (150); Kragt (100); Leermakers (150); Ridderbos (1650); Kuijpers (400). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Algera 150 Kragt 150 Ridderbos (tijd.) 1650 Leermakers 150 Kuijpers (OBP) 700 Moraal 20 Kluytmans (OBP) 690 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Algera, J.A.; Reitsma, w.o., Scholtens, S.; Vrins, A.; Wijnen, CD: Ingredients of ergonomie intervention: How to get ergonornies applied. Ergonomics, 33, 5, 1990, pp. 557-578. T&A VAKPUBLIKATIE Ridderbos, A. : Arbeidsproeven ten behoeve van selectie en training: regelprestaties van leerling- en ervaren operators op een processimulator. Polytechnisch Tijdschrift voor de Procestechniek, 45, maart 1990, pp. 30-33. T&A OVERIGE PRODUCTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Algera, J .A.: Man-machine interface. Paper presented at the International Refinery Meeting, 1990, Den Haag. T&A
20 september
Kluytmans, A.W.G.: De verschillende modelprogramma versies van het werksample project. Intern rapport TUE, Faculteit Technische Bedrijfskunde, Vakgroep Technologie en Arbeid, Ergonomie 63, maart, 1990, pp. 45. T&A Kluytmans, A.W.G.: Handleiding voor het werken met de processimulator in het werksample project. Intern rapport TUE, Faculteit Technische Bedrijfskunde, Vakgroep Technologie en Arbeid, Ergonomie 64, maart, 1990, pp. 68. T&A
- 74 -
Moraal, J.; van Meeteren, A.: Validation of training simulators. voordracht op de conferentie 'International Training and Simulation Market', Brussel, juni, 1990. T&A Ridderbos, A.; Algera, J.A.; Kragt, H: Simulation-based training and selection of process operators Defining performance measures. Intern rapport TUE, Faculteit Technische Bedrijfskunde, Vakgroep Technologie en Arbeid, Ergonomie 66, april, 1990, pp. 17. T&A Ridderbos, A.: Simulation-based training and selection of process operators: Defining performance measures. voordracht op de internationale conferentie 'Computer, Man and Organization', Nivelles, België, 9-11 mei 1990. T&A Ridderbos, A. : Het work sample project, activiteiten periode 1989-1990. Voordracht op de derde workshop 'Work sample project' voor functionarissen van de volgende bedrijven: Arco Chemie, DSM, Exxon Chemicals, Hoechst, Kema, Netherlands Refining Company, Shell Chemie Nederland en Stamicarbon, TUE, Eindhoven, 28 september 1990. T&A Ridderbos, A. : Training en selectie van procesoperators op een simulator: definiëring van prestatiematen. Nationaal Psychologencongres, Amsterdam, Symposium 16: Beoordelingsmetboden ten behoeve van selectie- en trainingsbeslissingen toegesneden op praktijksituaties, 19-20 october 1990. (Samenvatting in: De Psycholoog, juli/augustus 1990, pp.1). T&A Wilbrink, B.; Hoorn, W. van; Kamp, L.J.Th. van; Algera, J.A.: Selectie voor politie-officier: de toelating tot de Nederlandse Politie Academie. SCO-Rapport 245, Amsterdam, pp. 91. T&A
- 75 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp hooggeautomatiseerde produktieprocessen
en
besturing
van
PROJECT T&A-13: De menselijke component van systeemfalen DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technologie en Arbeid (T&A) Operations Research en Statistiek (ORS) AANVANG: november 1988
VERMOEDELIJK EINDE: november 1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Drs. T.W. van der Schaaf (projectleider) i.o.m. prof.drs. J. Moraal -Dr. J.A. Brinkman (0,4) i.o.m. dr.ir. H. Kragt - Prof.dr. P.C. Sander - Dr. M.J. Newby Werkcontacten: ir. M. Leermakers; ing. C. Kuijpers en dr.ir. H. Kragt. KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek naar de menselijke component van systeemfalen toegespitst op twee thema's: A. Registratie en analyse van 'human error' en 'human recovery'. B. Analyse en ondersteuning van diagnosestrategieën.
is
Deelproject A richt zich op het ontwikkelen van algemene systemen binnen bedrijfssituaties om de negatieve kant van de menselijke component te minimaliseren en de positieve kant te maximaliseren. Uiteindelijk doel is het verhogen van de industriële veiligheid en bedrijfszekerheid. Dit deelproject zal naar verwachting begin 1992 leiden tot een dissertatie door Van der Schaaf. Deelproject B richt zich meer specifiek op de (in de toekomst) belangrijkste taak van de meeten regelkamer operator: storingsdiagnose. Door middel van een cognitief ergonomische taakanalyse worden knelpunten in de uitvoering van diagnosetaken opgespoord, waarna hiervoor programmatuur ('decision support') ontwikkeld en getest zal worden, zowel in het laboratorium als in de praktijk. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: ad A: Een concrete vraag vanuit het bedrijfsleven (uitmondend in een contract per medio 1988 tussen Exxon Chemieals Holland en de faculteit Bdk) betreft de noodzaak om zo snel mogelijk te komen van correctieve naar preventieve maatregelen met betrekking tot o.a. menselijke bedieningsfouten. - 76 -
ad B: Voortbouwend op de resultaten van deelproject A is project B meer gericht op het voork6men van toekomstige problemen ten gevolge van het invoeren van (slechte) 'decision support' bij storingsdiagnosetaken. Evenals bij het project '(Her)ontwerpprocedure voor informatiepresentatie op beeldscherm' (T&A-14) moet gezorgd worden voor een speciaal voor diagnosetaken ontworpen informatiepresentatie (inclusief Decision Support Systemen (OSS)) die gebaseerd is op diagnosestrategieën. SAMENWERKINGSVERBANDEN: ad A: Behalve het reeds vermelde contract met Exxon wordt er ook samengewerkt met het Engelse adviesbureau 'Human Reliability Associates' (HRA) Ltd. en de vakgroep Veiligheidskunde van de TU Delft. Contacten zijn gelegd met prof.dr. L. Bainbridge van de Universiteit van Londen en de werkgroep Veiligheid van de RU Leiden. ad B: Binnen T&A wordt nauw samengewerkt met Dr. J.A. Brinkman. Het ligt in de bedoeling om met ingang van januari 1991 13B af te splitsen en tot nieuw T&A project om te vormen, dat Brinkman en Van der Schaaf als projectleiders heeft. Een gedeelte van het onder 13A genoemde Exxon contract behoort onder 13B, namelijk een experiment waarbij Exxon operators de op de TUE ontwikkelde storingsdiagnosetaak moeten uitvoeren. In internationaal verband wordt actief meegewerkt aan de themagroep 'Cognitive Processes in Complex Tasks' waarbinnen een twintigtal Europese en Amerikaanse onderzoekers op het gebied van cognitieve taakanalyse verenigd zijn. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: ad A: Dit onderdeel heeft zich toegespitst op het ontwerpen en invoeren van systemen voor registratie en analyse van bijna-ongevallen (zgn. 'nearmisses') in de industrie. Met subsidie van de Commissie van de Europese Gemeenschap is in september 1989 in Eindhoven een internationale driedaagse conferentie georganiseerd over dit thema. vertegenwoordigers uit de industrie (procesindustrie van transportsector), consultants en academici hebben hierbij zeer openhartig hun, tot dan toe vaak vertrouwelijke, onderzoekservaringen uitgewisseld. Binnen Exxon is het voorgestelde raamwerk voor een 'Near-Miss Management Systeem' door de staf aanvaard. Gedeelten hiervan zijn verder uitgewerkt en vervolgens ingevoerd binnen het bedrijf. ad B: De door Brinkman op de POP-computer ontwikkelde software voor de abstracte diagnosetaken zijn met behulp van HIO-stagiairs overgezet op PC, zodat de taken ook binnen bedrijven uitgevoerd kunnen worden. Tevens is aan één van de taken een aantal eenvoudige 'Decision Support' functies toegevoegd. Het eerder genoemde samenwerkingsverband over 'Cognitive Processes in Complex Tasks' heeft in december 1989 geresulteerd in een eerste driedaagse workshop in West-Duitsland, georganiseerd door TÜV-Rheinland in Keulen. Het werk van Brinkman en Van der Schaaf is daar gepresenteerd, waardoor vele contacten mogelijk werden en de TUE gevraagd is de volgende workshop te organiseren.
- 77 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: ad A: Als uitvloeisel van de succesvol verlopen 'near-miss' conferentie van september 1989 is in 1990 een contract gesloten met de Engelse uitgeverij Butterworths Scientific Ltd., voor publikatie van de geredigeerde en uitgebreide proceedings hiervan. Verder is samen met Hoogovens IJmuiden BV een onderzoeksvoorstel opgesteld voor een Veiligheidsmanagementsysteem à la Exxon, SAFER genaamd. In oktober 1990 is bij de EGKS in Luxemburg een subsidieaanvraag van 60% van de totale kosten van dit TOE-Hoogovensproject ingediend (Hoogovens zal de resterende 40% betalen). Het contractonderzoekswerk voor Exxon is zowel binnen Exxon als daarbui ten nationaal en internationaal gepresenteerd via voordrachten rapporten, externe cursussen en gastcolleges. ad B: Over het onderzoek naar de bruikbaarheid van verbale rapporten voor het analyseren van denkprocessen bij steringadiagnose is in de vorm van een proefschrift gerapporteerd (Brinkman, 1990). De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat de mate waarin zulke verbale rapporten aan reactiviteit lijden en niet-valide Z1Jn, afhankelijk is van twee factoren: de aard van de taak en de wijze van rapporteren. Toch blijkt verbale protocollering een bruikbare techniek voor kennis-elici tatie, mits rekening wordt gehouden met de specifieke condities waarin ze wordt toegepast. Er is samen met een IAESTE-student (G. Wierman, University of Wisconsin) een pilot-experiment uitgevoerd naar de effectiviteit van verschillende 'decision support' functies van de reeds eerder genoemde abstracte storingsdiagnosetaak op PC. Samen met dr. Bainbridge uit Londen en drs. Lenior uit Twente is een aanvang gemaakt met het organiseren van de tweede workshop 'Cognitive Processes in Complex Tasks', die eind april 1991 in Eindhoven gehouden zal worden. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: ad A: Begin 1991 zal het redigeren van de conferentie-proceedings klaar Z1Jn waarna het boek (Van der Schaaf, Lucas en Hale, 1991) in het voorjaar zal verschijnen. Dit boek (en de reacties daarop) zal de basis vormen voor het proefschrift door van der Schaaf dat eind 1991 in concept klaar moet zijn. In juni 1991 loopt formeel het driejarig contract met Exxon af. Dit zal waarschijnlijk in afgeslankte vorm worden voortgezet. Indien de EGKS het verzoek van Hoogovens en TUE om subsidie toekent, kan eind 1991 een start met dit nieuwe project worden gemaakt. Daartoe zal voor de duur van het project (3 jaar) o.a. een toegevoegd onderzoeker full-time worden ingezet. ad B: Op basis van het promotie-onderzoek van Brinkman zullen één of twee artikelen aan internationale tijdschriften ter publikatie worden aangeboden. In april 1991 zal de reeds eerder genoemde workshop over cognitieve taakanalyse georganiseerd worden voor een twintigtal onderzoekers uit Europa en de V.S. Het ligt in de bedoeling de proceedings hiervan te redigeren en uit te laten geven. In het kader van het Exxon contract zal een experiment over 'decision support' bij storingsdiagnose uitgevoerd worden binnen het bedrijf zelf. De resultaten van dit experiment zullen, in het licht van de workshop conclusies, leiden tot een formeel lange termijn onderzoeksplan voor het af te splitsen deel van T&A-13.
- 78 -
In de planning voor 1991 zijn de volgende uren opgenomen:
Onderzoeker(s): Van der Schaaf Brinkman Moraal Kragt Kuijpers (OBP) Bagchus
T&A-13 (voorheen 13A)
T&A-16 (voorheen 13B)
Aantal uren: 900 (p.m.: EGKS) p.m. (EGKS) 120 100
Aantal uren: 140 320 40
p.m. (EGKS)
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Van der Schaaf (ad A) Brinkman Moraal Kragt Kuijpers (OBP)
Aantal uren 13A: 700 40 50
Aantal uren 13B: 200 1650 80 20
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: DISSERTATIE Brinkman, J .A.: The anal ysis of f aul t diagnosis tasks: Do verbal reports speak for themselves? Promotoren: prof.drs. J. Moraal, prof.dr. J. Algera. Eindhoven, 1990, pp. 255. T&A WETENSCHAPPELIJKE PUBLIRATIES Koelega, H.S.; Brinkman, J.A.; zwep, B.; verbaten, M.N.: Dynamic vs static stimuli in their effect on visual performance. Perceptual and Motor Skills, 70, 1990, pp. 823-831. T&A
vigilance
Schaaf, T.W. van der: Interface design for process control tasks. Proceedings IBC Technica! Conference on 'The human factor in safety: Implications for the chemicaland process industries'. IBC Technica! Services Ltd., Londen, Documentation no. E7739, pp. 16. T&A Schaaf, T.W. van der: Near-miss reporting as a tool for disaster prevention. Preprints van de 'European Workshop of the Second Disaster Prevention and Limitation Conference', University of Bradford, pp. 19. T&A
- 79 -
ABSTRACTS Schaaf. T.W. van der: Near-misses and industrial safety. Near-miss reporting as a safety tool, Van der Schaaf, Lucas en Hale (Eds.). Butterworths, London, 1991, pp. 1. T&A Schaaf, T.W. van der: A framewerk for Near-Miss Management Systems. Near-miss report ing as a safety tool, Van der Schaaf, Lucas en Hale (Eds.). Butterworths, London, 1991, pp. 1. T&A Schaaf, T.W. van der: Setting up a Near-Miss Management System in a chemica! process plant. Near-miss reporting as a safety tool, Van der Schaaf, Lucas en Hale (Eds.). Butterworths, London, 1991, pp. 1. T&A Schaaf, T.W. van der: Near-miss reporting as a tool for disaster prevention. European Workshop of the Second Disaster Prevention and Limitation Conference, Bradford, 13 september 1990, pp. 1. T&A Schaaf, T.W. van der; Bollen, L.A.A.: Automatiseren: een automatisme? De gevolgen voor veiligheid, bedrijfszekerheid en kwaliteit in de procesindustrie. Jubileumcongres '25 jaar Technische Bedrijfskunde', TUE Eindhoven, 2 november 1990, pp. 2. T&A VAKPUBLIKATIES Schaaf, T.W. van der: Ergonomie en veiligheidsmanagement. Bijdrage aan 'Managementcursus Veiligheidskunde', Delft, 1990, pp. 5. T&A
Top
Tech
Studies
Schaaf, T.W. van der: An integral approach to Safety Management. Report prepared for Exxon Chemica! Holland BV (ook te verkrijgen als EUT-Bdk rapport 1991), Rotterdam Aromatic Plant, oktober 1990, pp. 12. T&A Schaaf, T.W. van der: Interface design for process control tasks. Bijdrage aan ESRA cursus 'Human Factors in Reliability', Eindhoven, 2428 september 1990, pp. 16. T&A Schaaf, T.W. van der: Using ergonornies in designing for safety. Bijdrage aan Top Tech cursus 'Management of Environment, Zoetermeer, 1990-1991, pp. 4. T&A
- 80 -
Safety,
Health
and
OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Brinkman, J .A.: De analyse van storingsdiagnosetaken met behulp van de verbale protocol methodologie. Paper gepresenteerd voor de themagroep 'Menselijke Supervisie van Geautomatiseerde Systemen' voor de 'Stichting Meeten Besturingstechnologie' (SMBT), Rijksuniversiteit Utrecht, 13 november 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Ergonomie en veiligheidsmanagement. Voordracht 'Top Tech Managementcursus Veiligheidskunde', Vinkeveen, 13 februari 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: An integral approach to Safety Management. Paper presented at the 'Exxon Chemica! International Coordinators Meeting', Marbella (Spain), 4 april 1990. T&A
Safety
Schaaf, T.W. van der: Safety Management. Gastcollege doctoraal studenten RWTH, Aachen (BRD), 8 mei 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Near-misses. Voordracht studiedag 'Nederlandse Vereniging Bedrijfzekerheidstechnologie', TUE, Eindhoven, 31 mei 1990. T&A
voor
Schaaf, T.W. van der: Near-miss reporting as a tool for disaster prevention. Paper presented at the European workshop 'Emergency Planning in the 1990s', University of Bradford, 13 september 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Ergonornies and design of control rooms (II). Paper presented at the ESRA course 'Human Factors in Reliability', Eindhoven, 28 september 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Menselijk gedrag bij storingen. Voordracht voor de 'Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud' , Arnhem, 16 oktober 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Systematic analysis of faults, errors and recoveries. Onderzoeksvoorstel voor een gezamenlijk TUE-Hoogovens project, als subsidie-aanvraag ingediend bij EGKS te Luxemburg, oktober, 1990, pp. 15. T&A Schaaf, T.W. van der: Interface design for process control tasks. Paperpresentedat 'IBC Technica! Conference', Manchester, 20 november 1990. T&A
- 81 -
Schaaf, T.W. van der: Using ergonomics in designing for safety. voordracht Top Tech 'Management of Safety, Heal th and Environment' , Zoetermeer, 23 november 1990. T&A Schaaf, T.W. van der; Bollen, L.A.A.: Automatiseren: een automatisme? Voordracht jubileumcongres '25 jaar Technische Bedrijfskunde', TUE, 2 november 1990. T&A
- 82 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp hooggeautomatiseerde produktieprocessen
en
besturing
van
PROJECT T&A-14: (Her-)ontwerpprocedure voor informatiepresentatie op beeldscherm DEELNEMENDE VAKGROEP: Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: november 1988
VERMOEDELIJK EINDE: januari 1991
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Drs. T.W. van der Schaaf (projectleider) i.o.m. Prof.drs. J. Moraal - Werkcontacten: dr.ir. H. Kragt, ir. M. Leermakers en ing. C. Kuijpers. KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het (verder) ontwikkelen en valideren van een, door proces-operators zelf toe te passen, verantwoorde procedure voor het ontwerpen én evalueren van procesinformatie-presentatie op beeldscherm in meet- en regelkamers. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de praktijk van de (chemische) proces-industrie is het probleem gerezen van interface-ontwerpen die slecht aansloten bij de informatiebehoefte van de gebruiker (de procesoperator). Door middel van vérgaande gebruikersparticipatie wordt in deze procedure getracht een, op het bedrijf toegesneden, simpele handleiding te ontwikkelen voor het ontwerp van beeldscherminformatie. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Toepassingen van deze procedure Z1Jn mogelijk geweest door samenwerking met Hoechst-Vlissingen, DSM-Rotterdam en HSC-Geleen. Recente toepassingen hebben plaatsgevonden bij Exxon (contractonderzoek) en Hoechst-Vlissingen. Bovendien is samenwerking gestart met een groot internationaal ingenieursbureau (John Brown) te Zoetermeer m.b.t. de documentatie van deze procedure. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In het kader van contractonderzoek (Hoechst; Exxon) en afstudeerprojecten is genoemde ontwerpprocedure verder ontwikkeld, hetgeen geresulteerd heeft in diverse voordrachten, (inter) nationale publikaties en cursusbijdragen.
- 83 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is een tweetal (inter)nationale samenvattende publikaties over het onderzoek verschenen. Aangezien de procedure min of meer gebruiksklaar is voor verdere toepassingen heeft het onderzoeksthema zich verplaatst naar de rol van gebruikersparticipatie bij ontwerpen van complexe interfaces. Door de nadruk op cognitieve taakanalyse hierbij is het project dus opgeschoven naar project T&A-13B. Er wordt dan ook voorgesteld dit project per 1-1-1991 af te sluiten. Activiteiten op het gebied van cognitieve taakanalyse horen duidelijk meer thuis bij 13B (zie T&A-13), terwijl de projecten op het gebied van interface-ontwerp en integraal ontwerpen van meet- en regelkamers dan ondergebracht zouden moeten worden bij T&A-15 (monitorgedrag) en/of bij VF-Informatiesystemen (project R. Cullen). KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991 : Zoals hierboven reeds aangekondigd, ligt integratie met andere BDK-VF projecten voor de hand. Na de formele afsluiting van T&A-14 zullen verdere activiteiten op het gebied van de ontwerpprocedure voorlopig alleen plaatsvinden in het kader van BOK onderwijs (stages en afstudeerprojecten), enkele externe cursussen o.a. Top Tech Studies en incidentele consultancy (o.a. Exxon contract). Er zijn daarom voor 1991 geen onderzoeksnormen voor T&A-14 gepland. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker ( s) : Van der Schaaf 100 80 Kragt 10 Moraal PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIRATIES Kragt, H.: A comparative simulation study of annunciator systems. Preprints van de conferentie 'Human Factors in Design for Manufacturing and Process Planning', Hawaii (USA), 9-11 augustus 1990, pp. 189-198 (definitieve proceedings worden uitgegeven bij Taylor and Francis). T&A Moraal, J.; Kragt, H.: Macro-ergonomie design: The need for empirica! research evidence. Ergonomics, 33, 5, 1990, pp. 605-612. T&A Schaaf, T.W. van der: Einbeziehung von Benutzern bei der Gestaltung graphischer Anzeigen auf Datensichtgeräten in der Verfahrenstechnik. Proceedings 2. internationales Kolloquium Leitwarten: Einsatz Neuer Informations und Leitsysteme im Verkehr, Prozessführung, Fertigung. Becker, G. und Preuss, w. (Eds.). Verlag TÜV Rheinland, Köln, pp. 153-164. T&A
- 84 -
Schaaf, T.W. van der: Beeldscherminformatie voor en door procesoperators. Mens-computer interactie in Nederland. Zijlstra, F.R.H. en Arnold, A.G. (Eds.).
Stichting Informatica Congressen, Amsterdam, pp. 109-116. T&A OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Kragt, H.: Quick-scan meetkamer-ergonomie 'CCR FREON/MONOMERS' Du Pont Dordrecht. Interne notitie naar aanleiding van verzoek bedrijfsleiding Du Pont om te adviseren bij de overgang van de Honeywell TDC 2000 naar de TDC 3000 procesbesturing, Dordrecht, Augustus, 1990, pp. 16. T&A Kragt, H: De rol van de ergonoom in automatiseringsprojecten. Voordracht gehouden op de jaarvergadering van de 'Stichting Meet- en Besturingstechnologie' {SMBT), Leiden NIPG, 14 februari 1990. T&A Kragt, H: VDU-ergonomics and process automation: How to implement new technologies? Voordracht 'International Industrial Engineering Conference Philips International'. Corporate O&E, 7 maart 1990. T&A Kragt, H: Integratie ACN en DAB meet- en regelkamers; voor- en nadelen van de gehanteerde technologie op basis van een evaluatie-studie. Voordracht DSM-management ACN en DAB-fabrieken, Geleen, 14 maart 1990. T&A Kragt, H: Ergonomie binnen Philips; een nieuw elan. Voordracht vakcommissie 'O&E-werkplaatsen' , Eindhoven, 30 mei 1990. T&A
Philips
Nederland,
Kragt, H: A comparative simulation study of annunciator systems. Design for Voordracht op de conferentie 'Human Factors in Manufacturability and Process Planning', Hawaii (USA), 9-11 augustus 1990. T&A Kragt, H.: How to convince automation managers for an integral approach to design new production systems. Voordracht voor de 'Second International Conference on Ergonornies of Hybrid Automated Systems', Hawaii (USA), 14 augustus 1990. T&A Kragt, H.; Schaaf, T.W. van der: Cognitive ergonornies and new process technologies. Voordracht voor studenten van de University of Cambridge, Technische Bedrijfskunde, TUE, Eindhoven, 21 juli 1990. T&A
- 85 -
Faculteit
Schaaf, T.W. van der: Informatieprestatie op beeldschermen. voordracht studiedag 'Nederlandse Vereniging Technologie', Ede, 22 februari 1990. T&A
voor
Bedrijfszekerheid
Schaaf, T.W. van der: Informationsgestaltung und Datensichtgeräten. Gastcollege doctoraal studenten RWTH, Aachen (BRD), 7 mei 1990. T&A Schaaf, T.W. van der: Ergonomics and design in control rooms (I). Paper presented at ESRA course 'Human Eindhoven, 28 september 1990. T&A
- 86 -
Factors
in
Reliability',
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 1: Ergonomische vraagstukken bij ontwerp hooggeautomatiseerde produktieprocessen
en
besturing
van
PROJECT T&A-15: Monitorgedrag van operators DEELNEMENDE VAKGROEP: Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: november 1988
VERMOEDELIJK EINDE: november 1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.drs. J. Moraal (projectleider); - Drs. H. Bohnen (via Samenwerkingsorgaan Brabantse Universiteiten, SOBU); Ing. C. Kuipers; Ir. M. Leermakers. - Regelmatige contacten met Dr. J.A. Brinkman; Dr.ir. H. Kragt en Drs. T. van der Schaaf. KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: De taak van operators in de procesindustrie heeft een verandering ondergaan waardoor er van hen meer monitor- of observeergedrag wordt vereist. Onder observeergedrag wordt in dit kader verstaan: het herhaald bekijken van procesinformatie, zonder in te grijpen, met het doel te beslissen of een proces zich wel of niet in een kritieke toestand bevindt. In het verleden zijn normatieve analytische modellen ontwikkeld om het observeergedrag te beschrijven. De betreffende modellen beschrijven vooral de invloed van dynamische en stochastische proceskenmerken op het observeergedrag. De invloed van causale verbanden en verschillen in het relatieve belang van procesinformatie Zl..Jn echter slechts marginaal in deze modellen verwerkt. De belangrijkste kenmerken van deze modellen zijn als volgt. 1. Aan het observeergedrag ligt een mentaal model van het te observeren proces ten grondslag dat relevant is voor efficiënte taakuitvoering. Dit mentale model is sterk taakafhankelijk. Bij een controletaak zal dit onder andere informatie over de gewenste procestoestand bevatten, bij een storingsdiagnosetaak informatie over causale verbanden tussen variabelen. 2. Een operator wenst de onzekerheid over een procestoestand te minimaliseren. Als hij niet zeker weet of de momentane procestoestand overeenkomt met de gewenste procestoestand zal hij moeten observeren. De onzekerheid zal zowel afhankelijk zijn van proces- als van persoonsgebonden factoren (bijv. vergeten of verkeerd interpreteren van informatie). 3. Het observeergedrag is afhankelijk van c.q. wordt beïnvloed door de volgende factoren: a. de dynamische eigenschappen van het te observeren proces; b. causale verbanden en correlaties tussen de procesvariabelen; zo zal een temperatuurverhoging in een gastank meestal een drukverhoging tot gevolg hebben;
- 87 -
c.
verschillen in relevantie van de signalen en in de aan het observeren gekoppelde kosten en baten. Bijvoorbeeld, informatie over het vloestofniveau in een voorraadbuffer kan voor een goede taakuitvoering minder van belang zijn dan informatie over de zuiverheidsgraad van een eindprodukt. Problematisch is dat er, door het geringe aantal experimentele validatiestudies, zo goed als geen empirische evidentie kan worden aangedragen over de mate waarin bovengenoemde determinanten het observeergedrag beïnvloeden. Het doel van de experimentele studie is: het incorporeren van de invloed van causale verbanden en correlaties tussen procesvariabelen en van kostenfactoren in bestaande modellen over observeergedrag; het verkrijgen van inzicht in het menselijke observeergedrag in situaties waarin het belang van de procesgrootheden verschilt; het experimenteel controleren van theorema's van onder andere Senders en Carbonell over relevante fysische variabelen met betrekking tot het observeergedrag. De aanpak van Carbonall lijkt het meest geschikte uitgangspunt om het observeergedrag te beschrijven. Bij deze benadering kan namelijk de invloed van bovengenoemde proceskenmerken in een model worden opgenomen. De te observeren signalen vormen bij deze benadering een wachtrij. Het signaal dat de grootste bijdrage levert aan de totale onzekerheid over de procestoestand zal vooraan worden geplaatst en diens toestand zal bepaald moeten worden. Dit kan uitsluitend intern gebeuren via de kennis die in het mentale model ligt opgeslagen, of door middel van observatie. Carboneli heeft geen empirische validatie geleverd van Z1Jn model. Carbonall veronderstelt dat het observeergedrag uitsluitend wordt bepaald door externe variabelen. Op basis van expertise, ervaring en kennis van het proces wordt een voorstelling van een goedlopend proces ontwikkeld. Aan de hand van dit zogenaamde 'mentale model' gaat men na of de feitelijke procestoestand hiermee overeenkomt. Proceskenmerken zullen zeker een deel van de variantie in het observeergedrag kunnen verklaren. Echter, operators gedragen zich niet consistent en hun gedrag wijkt vaak af van het door normatieve modellen voorspelde gedrag. Dit wordt veroorzaakt doordat de vorming en het gebruik van het mentale model mede wordt bepaald door de capaciteit van het menselijke informatieverwerkende systeem. Daardoor is het mentale model mogelijk geen juiste afspiegeling meer van het te observeren proces. Verder zijn mensen ook gevoelig voor situationele factoren, zoals bijvoorbeeld tijdsdruk. Het is mogelijk dat operators, ten gevolge van bovengenoemde oorzaken, hun toevlucht nemen tot eenvoudige vuistregels (heuristieken). In belissingsmodellen (met name beslisgedrag in onzekere niet-dynamische situaties} zijn reeds met succes heuristieken opgenomen. De vraag in hoeverre het observeergedrag bepaald kan worden door het toepassen van enkele vuistregels zal ook aan de orde worden gesteld. Onderzoek naar observeergedrag (het richten van aandacht} is van belang omdat dit kan leiden tot richtlijnen met betrekking tot: de informatiepresentatie, zoals het gebruik van overzichtdisplays; het aantal te superviseren processen; de verdeling van de informatie over de verschillende displays; oparationalisaties met betrekking tot gedragsmaten voor bijvoorbeeld de mentale belasting van operators.
- 88 -
AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Door de toegenomen automatiseringsgraad kunnen produktieprocessen een grotere complexiteit aannemen. Aan de besturing van dergelijke processen, waarvoor de mens de uiteindelijke verantwoordelijkheid heeft, worden hoge eisen gesteld. Dit alles heeft grote gevolgen voor de taak die hij nog moet uitvoeren. Deze is verschoven van een directe, fysieke inspanning eisende controle- en regeltaak naar een 'passieve', weinig fysieke inspanning eisende supervisietaak. Door deze verschuiving lijkt het erop dat de taakuitvoering minder zwaar is geworden. De verminderde fysieke acti vi te i t leidt echter niet zonder meer tot een taakverlichting; de te superviseren processen Z1Jn complexer geworden, waardoor er hoge eisen worden gesteld aan de diagnosevaardigheden van de operator teneinde fouten in de procesvoering te voorkomen, dan wel de gevolgen daarvan te minimaliseren. Een deel van de supervisietaak is het observeren van procesvariabelen. In het kader van eerder genoemde accentverschuiving is het redelijk om te veronderstellen dat het observeren in de toekomst belangrijker zal worden en dat onderzoek naar observeergedrag gewenst is. SAMENWERKINGSVERBANDEN: 1. Themagroep 'Menselijke Supervisie van Geautomatiseerde Systemen' van de stichting SMBT waarin ook UT, TUD, RUU, NIPG/TNO en IZF/TNO zijn vertegenwoordigd. 2. KUB ( SOBU) met Prof. dr. H. Roe en Ir. P. Venemans. 3. Contacten met IZF/TNO (Drs. J. van Delft) en VU Amsterdam (Prof.dr. A.F. Sanders en Drs. M. Donk). 4. Hogeschool Eindhoven voor het verwezenlijken van de gewenste programmatuur. 5. RUU (Zwaga) d.m.v. afstudeerder(s). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Tot 1988 en in 1989 zijn twee laboratoriumexperimenten uitgevoerd om theorema's van Senders en Carbonell experimenteel te controleren. In deze experimenten is gemanipuleerd met de dynamische eigenschappen van de te observeren processen. Over een van deze experimenten is gerapporteerd (o.a. op het congres van het NOBO). Tevens is een proj eetaanvraag ingediend bij het SOBU, die gehonoreerd is. Daardoor kon Drs. H. Bohnen voor een jaar (juli 1989 - juli 1990) op dit project worden aangesteld. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 zijn de volgende werkzaamheden verricht: 1. Van het in 1988 uitgevoerde experiment zijn artikelen geschreven en gepubliceerd in de tijdschriften 'Bedrijfsvoering' en 'Nederlands Tijdschrift voor Ergonomie' . Tevens is een engelstalig artikel geschreven voor en geaccepteerd door IEEE, 'Systems, Man, and Cybernetica • . 2. van het in 1989 uitgevoerde experiment is een artikel voorbereid voor het tijdschrift 'Human Factors'. 3. Er is een derde experiment uitgevoerd (samenwerking RUU, Zwaga) waarbij de invloed van correlaties tussen procesvariabelen op het monitorgedrag is bestudeerd. Over dit experiment zal in 1991 worden gerapporteerd, in de vorm van een publikatie.
- 89 -
4. 5.
6. 7.
T.b.v. het SOBU project is een literatuurstudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in het hypothetisch construct mentale belasting en in de te hanteren meetmethoden {Bohnen 1990) T.b.v. het SOBU project is een vierde experiment uitgevoerd waarbij de invloed van kostenfactoren tussen procesvariabelen op het monitorgedrag en de mentale belasting is bestudeerd. De ervaren mentale inspanning is o.a. gemeten door middel van vragenlijsten en door middel van een objectieve maat gerelateerd aan de ervaren onzekerheid. OVer dit experiment zal in 1991 worden gerapporteerd, in de vorm van een publikatie. Er is een PC-software pakket geschreven ten behoeve van voorbereiding, uitvoering en data analyse van de experimenten. Tevens is een projectvoorstel geschreven en ingediend bij STW en het SOBU. Het project is niet toegekend door het STW. Het SOBU heeft nog geen definitieve uitspraak gedaan. Dit project betreft een promotieplaats t.b.v. Drs. H. Bohnen.
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991 : De werkzaamheden die in 1991 kunnen worden uitgevoerd zullen sterk afhankelijk Z1Jn van het feit of het bij het SOBU ingediende projectvoorstel wordt toegekend. In ieder geval zal er naar gestreefd worden om over elk experiment te publiceren in een nationaal of internationaal tijdschrift. Indien genoemd projectvoorstel wordt goedgekeurd zullen in het najaar van 1991 één of twee experimenten worden uitgevoerd met betrekking tot kostenfactoren. De opzet van deze experimenten is duidelijk beschreven in het projectvoorstel. In de planning zijn de volgende uren opgenomen: 120 Moraal 750 Leermakers 420 Bohnen 80 Kuijpers NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker{s): 120 Moraal 800 Leermakers Bohnen {tijd.) 1650 Kuijpers {OBP) 40 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Bohnen, H.G.M.; Leermakers, M.A.M.; Venemans, P.J.: Observeergedrag bij de bewaking van dynamische processen. Tijdschrift voor Ergonomie, 5, 1990, pp.3-8. T&A
- 90 -
ABSTRACT Bohnen, H.G.M.: Observeergedrag in dynamische taken: invloed van fysische signaaleigenschappen. Abstract, voordracht en poster, gepresenteerd voor de 'Nederlandse Vereniging voor Ergonomie', Eindhoven, februari 1990, pp. 1. T&A VAKPUBLIKATIE Leermakers, M.A.M.; Bohnen, H.G.M.: Het observeergedrag van operators bij de bewaking processen. Doelmatige Bedrijfsvoering, 7/8, 1990, pp. 9-12. T&A
van
dynamische
OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Bohnen, H.G.M.; Gaillard, A.W.K.: The effects of sleep loss in a combined tracking and time-estimation task. Submitted for publication in Ergonomics, pp. 12. T&A Bohnen, H.G.M.; Leermakers, M.A.M.: Sampling behavier in a four instrument monitoring task. Accepted for publication in IEEE, Transactions on Systems, Cybernetics, pp. 9. T&A Bohnen, H.G.M.: Mentale werkbelasting: literatuurstudie. Intern rapport TUE, Faculteit Technische Bedrijfskunde, Technologie en Arbeid, Ergonomie 67, 1990, pp. 21. T&A
Man, and
Vakgroep
Leermakers, M.A.M.; Moraal, J.: Observeergedrag bij de bewaking van dynamische processen. Projectaanvraag 'Stichting Technische Wetenschappen', 1990, pp. 12. T&A Leermakers, M.A.M.; Moraal, J.; Observeergedrag bij de bewaking van dynamische processen. Protocol n.a.v. projectaanvraag 'Stichting Technische Wetenschappen', 1990, pp. 5. T&A Leermakers, M.A.M.; Moraal, J.: Observeergedrag bij de bewaking van dynamische processen. Projectaanvraag 'SamenwerkingsOrgaan Brabantse Universiteiten',1990, pp. 9. T&A Leermakers, M.A.M.; Bohnen, H.G.M.; Venemans, P.J.: Invloed van proceskenmerken op het monitorgedrag en op de mentale belasting bij monitortaken. Eindverslag SOBU project, Tilburg, 89s, 1990, pp. 4. T&A
- 91 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT T&A-06.b: Werkorganisatie en werkgedrag DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technologie en Arbeid (T&A) Organisatiekunde (OK) Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1983
VERMOEDELIJK EINDE: 1991
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Dr. H.F.J.M. van Tuijl i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek heeft tot doel: het toepasbaar maken van een normatief contingentiemodel op de werkorganisatie van verpleegafdelingen; het ontwikkelen van een vragenlijst, gebaseerd op het contingentiemodel, waarmee kan worden vastgesteld (1) in hoeverre de werkorganisatie van verpleegafdelingen is aangepast aan daaraan door takenpakket en omgeving gestelde eisen en (2) in hoeverre het niet aangepast zijn leidt tot knelpunten op het vlak van effectiviteit, efficiency en kwaliteit van de arbeid; het uitvoeren van het hierboven onder (1) en (2) bedoelde onderzoek in een steekproef van verpleegafdelingen van algemene ziekenhuizen in Nederland; het maken van een aantal in termen van het contingentiemodel aangepaste ontwerpen van afdelingsorganisaties. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Aanleiding tot het onderzoek is: de behoefte het elders binnen dit VF-programma ontwikkelde contingentiemodel meer algemeen bruikbaar te maken door de toepasbaarheid ervan in een non-profit organisatie te onderzoeken; de behoefte van de betreffende. organisaties (verplegingsdiensten van algemene ziekenhuizen) aan een bedrijfskundige analyse van uit de verpleegkundige professie voortkomende ideeUn over de organisatie van verpleegkundige werkzaamheden en de afstemming met de omgeving. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er bestaan geen formele samenwerkingsverbanden met onderzoekers op het gebied van de gezondheidszorg buiten de Faculteit Technische Bedrijfskunde. - 92 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1983 is het onderzoekmodel opgezet. In 1984 is een eerste pilotonderzoek uitgevoerd, speciaal gericht op de toepassing van het model op verpleegafdelingen. In 1985 is een tweede pilot-onderzoek uitgevoerd, speciaal gericht op de ontwikkeling van de vragenlijst. In 1986 is het vragenlijstonderzoek uitgevoerd in ongeveer 75 verpleegafdelingen. Tevens is een begin gemaakt met de analyse van de verkregen gegevens. In 1987 Z1Jn de gegevens uit het vragenlijstonderzoek verder geanalyseerd. Op basis van de vragenlijstgegevens zijn enkele verpleegafdelingen voor nader onderzoek geselecteerd. Het betreft verpleegafdelingen die in termen van het normatieve contingentiemodel ofwel op een juiste ofwel op een onjuiste wijze zijn georganiseerd. Deze afdelingen zijn in extenso beschreven. De laatste hand is gelegd aan het resultatenhoofdstuk van de dissertatie van Drs. J.H.I. Bodt. Het dienstverband van Drs. Bodt is per 31-12-1987 beëindigd. Drs. Bodt is inmiddels werkzaam als organisatie-adviseur in de gezondheidszorg en past de uit het onderzoek naar voren gekomen resultaten in de praktijk toe. In 1988 is een concept-tekst van het proefschrift gereedgekomen. Over de resultaten van het onderzoek is gerapporteerd in de vorm van een aantal boekbijdragen en presentaties op symposia. In 1989 is de concept-tekst van het proefschrift voorwaardelijk goedgekeurd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is gewerkt aan de afronding van het proefschrift. Dit werk is vertraagd door privé-omstandigheden van de promovendus. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: De concept-tekst van het proefschrift is in januari gereed gekomen. De promotie zal vermoedelijk in de tweede helft van 1991 plaatsvinden. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Van Tuijl 15 Bagchus 15 Sander 15 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 93 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT T&A-09: Sociotechniek voor Continue Stroom Produktie {CSP) DEELNEMENDE VAKGROEP: Technologie en Arbeid {T&A) AANVANG: 1988
VERMOEDELIJK EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. H. Kuipers - Dr. F.M. van Eijnatten i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus - Ir. P.J. van Amelsvoort - Mw. Drs. A.M. Hoevenaars o.t.v. prof.dr. H. Kuipers en dr. F.M. van Eijnatten KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het project is erop gericht om op basis van sociotechnische inzichten bijbehorende hulpmiddelen te ontwikkelen, ~aarmee fabrieken die worden gekenmerkt door Continue Stroom Produktie kunnen worden (her)ontworpen. Het project 'Sociotechniek CSP' heeft als doel sociotechnische praktijktheorieën verder te ontwikkelen, speciaal voor hooggeautomatiseerde Continue Stroom Produktie {: continu proces, automatisch transport, machinale 'handling' van het produkt). Het project 'Sociotechniek CSP' beoogt: a. inzicht in de problemen die men kan aantreffe11 in {klassiek georganiseerde) geautomatiseerde CSP; b. inzicht in de speelruimte die aanwezig is om (met behulp van sociotechnische ontwerpprincipes) deze problemen te leren beheersen; c. ontwikkeling van sociotechnische theorie in de richting van een 'praktijkmodel' geschikt voor toepassing in CSP; d. inzicht in de functionele eisen waarvoor CSP (in de toekomst) wordt gesteld; e. ontwikkeling van methodieken en instrumenten voor sociotechnisch (her-)ontwerp in situaties van CSP. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De onderzoekvragen komen voort uit het onderzoekgebied 'Integraal (her-)ontwerpen op basis van sociotechnische ontwerpprincipes', en Z1Jn specifiek gèricht op de proces-industrie en op vèrgaand geautomatiseerde fabrieken voor discrete produktie. De sociotechnische theorie voor integraal (her-) ontwerp is door de 'Groep Sociotechniek THE' (De Sitter e.a., 1986) geoperationaliseerd voor praktische toepassing in de discrete produktie. Relatief weinig aandacht is tot nu toe besteed aan de proces-industrie. Het wetenschappelijk en maatschappelijk belang van het onderzoek ligt in het feit dat er uit het oogpunt van sociotechnisch ontwerp markante - 94 -
I
verschillen bestaan tussen de proces-industrie en de discrete produktie. Bovendien kunnen er bij toenemende automatisering in de discrete produktie problemen optreden die men nu reeds aantreft bij de proces-industrie. SAMENWERKINGSVERBANDEN: In 1990 werd geparticipeerd in het onderzoeksstimuleringsprogramma 'Technologie, Arbeid en Organisatie (TAO)', dat wordt geleid vanuit het MERIT te Maastricht, en dat wordt gesubsidieerd vanuit de Ministeries van Onderwijs en Wetenschappen, Economische Zaken en Sociale Zaken. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1988 werd het projectvoorstel goedgekeurd, de aio aangetrokken en ingewerkt, de onderzoeksopzet en planning uitgewerkt, het aioopleidingsplan opgesteld, enige pilot-projecten uitgevoerd en de eerste case-studie gestart. In 1989 werd de aangevangen case-studie van afstand gevolgd (observatie-case) en werd enkele malen geadviseerd m.b.t. keuzen in het herontwerp, werd de aio-opleiding volgens plan afgesloten, en werden twee nieuwe case-studies uitgevoerd in de proces-industrie. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 werd de vierde en laatste case-studie aangevangen bij een pharmaceutisch bedrijf. Na een check op de toereikendheid van de empirische gegevens werden in 1990 drie van de vier case-studies feitelijk afgerond. In de twee gevallen waar dat mogelijk was, is een 'papieren herontwerp' voor reorganisatie van de technische processen (produktiestructuur) geproduceerd. Medio 1990 is begonnen met het schrijven van het manuscript van de dissertatie. Op het einde van het kalenderjaar werd een voorstel voor een hoofdstukkenindeling en een eerste versie van het empirisch gedeelte van het proefschrift voorgelegd aan de 'kleine commissie'. Met het bedrijf waar de observatiecase plaatsvond zijn afspraken gemaakt om in 1991 tot een afronding/ papieren herontwerp te komen. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 zal naar verwachting ook de laatste case-studie worden afgerond. In de loop van het jaar zal het volledige concept-manuscript van het proefschrift ter goedkeuring worden voorgelegd aan de promotiecommissie. De feitelijke promotie wordt eind 1991/begin 1992 verwacht. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDBESTEDING IN 1990: Onderzoeker ( s) : Aantal uren: Kuipers 50 Van Eijnatten 523 Van Alnelsvoort 72 Hoevenaars (AIO) 1614
- 95 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Amelsvoort, P. van; Mol, G.; Leyen, H.; Weerd, de H.: Integrale organisatie vernieuwing Philips Stadskanaal: een case studie van het herontwerp van de produktgroep Plaatstellen. Bedrijfskunde,4, 1990, pp. 9. T&A Eijnatten, F.M. van; Hoevenaars, A.M.; Rutte, e.G.: Integraal ontwerpen van organisaties rond nieuwe technologieën. Management van technologische vernieuwing, Hertog J .F. den; Eijnatten F.M. van (eds). Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1990, pp. 85-108. T&A Eijnatten, F.M. van: Het einde van arbeidsprocesbenadering en Sociotechniek: een kwestie van redeneren of uitproberen? Tijdschrift voor Arbeidvraagstukken, 6,2, 1990, pp. 46-61. T&A Hertog, J.F. den; Eijnatten, F.M. van: Management van technologische vernieuwing. Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1990, pp. 177. T&A Kuipers, H.; Amelsvoort, P.J. van: Slagvaardig organiseren: een inleiding integrale ontwerpleer. Kluwer, Deventer, 1990, pp. 293. T&A
in
de
Sociotechniek
als
VAKPUBLIKATIES Amelsvoort, P.J. van; Fruyter. B.; Buyse, J.: De menselijke organisatie. Intermediair, 26, 15, 13 april 1990. T&A Eijnatten, F.M. van: Bock review, Computers and the Psychosocial Werk Environment. Bradley, G. Londen: Taylor & Francis,1989, pp. 254. Journalof Organizational Behavior, 11.3, 1990, pp. 243-245. T&A Eijnatten, F.M. van: A bibliography of the Classical Sociotechnical Systems Paradigm. Report EUT/BDK/39, Eindhoven Univers i ty of Technology, Department of Industrial Engineering and Management Science, 1990, pp. 31. T&A Eijnatten, F.M. van: Meten van kwaliteit van de arbeid: een bekommen:tariëring val) Nederlandse instrumentatie op basis van ontwerpgerichte toepassingsaspecten. Report EUT/BDK/38, Eindhoven University of Technology, Department of Industrial Engineering and Management Science, 1990, pp. 33. T&A Eijnatten, F.M. van: Klassieke Sociotechniek: het sociotechnisch ontwerpparadigma van organisaties. Monografie Faculteit Technische Bedrijfskunde, Vakgroep Technologie en Arbeid, TUE, BDK/T&A 001, maart, pp 37. T&A - 96 -
Eijnatten, F.M.van: Classica! Sociotechnical systems design: the socio-technica! design paradigma of organizations. Research Memorandum 90-005, Eindhoven/Maastricht: Eindhoven University of Technology, Graduate School of Industrial Engineering and Management Science Maastricht Economie Research Institute on Innovation and Technology, University of Limburg, maart, pp. 41. T&A Eijnatten, F.M. van; Hoevenaars, A.M.: Benadering van Flexibele Organisaties: een methodiek sociotechnisch doorlichten en herontwerpen van organisaties. Doelmatige Bedrijfsvoering, 2, 4, 1990, pp. 20-23. T&A
voor
Hoevenaars. A.M.: Certificaat hoort bij imago 'betrouwbare leverancier'. (B&id) Bedrijfskundig vakblad voor industrie en dienstverlening, 2, 6, 1990, pp. 23-25. T&A OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Amelsvoort, P.J. van: Voordracht, evaluatie en opmerkingen taakgroepen' . COB/SER Den Haag, 30 oktober 1990. T&A
bij
het
onderzoek
Amelsvoort, P.J. van: Invoering van het sociotechnisch concept gaat niet vanzelf. Bijdrage conferentie 'Kwaliteit; Mens en werk', NIVE, december 1990. T&A
'Autonome
Utrecht,
6
Amelsvoort P.J. van; Kuipers, H.: Aanpak van integrale socio-technische organisatievernieuwing: het komt niet zomaar aanwaaien. Voordracht Congres Arbo 90, Amsterdam, 8 juni 1990. T&A Eijnatten, F.M. van: Herinrichting van het primaire proces: ontwikkelingen in onderzoek, theorie en methodologie. Lezing op thema-middag Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Presentatie onderzoeksstimuleringsprogramma Technologie, Arbeid en Organisatie (TAO), Utrecht, 26 januari 1990. T&A Eijnatten, F.M. van: Analyse en ontwerp van organisaties met behulp van Sociotechniek: voorbeelden van studie en toepassingen op het gebied van mens, techniek en organisatie. Colloquium Faculteit Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, 16 mei 1990. T&A Eijnatten, F.M. van; Hoevenaars, A.M.: Organisatiestructuur en beheersbaarheid: een onderzoek bij Processing te Oss. Presentatie bij Organen Processing, Oss, 21 maart 1990. T&A
- 97 -
Organen
Eijnatten, F.M. van; Hoevenaars, A.M.; Rutte, e.G.: Holistic and participative (re)designing flexible and productive systems: contemporary Dutch sociotechnical developments. Intern rapport, Eindhoven/Nijmegen: Eindhoven University of Technology, Graduate School of Industrial Engineering and Management Science/Catholic Univarsity of Nijmegen, Department of Administration and Policy Sciences, october, 1990, pp. 26. T&A Hoevenaars, A.M.: Sociotechnisch organisatie-ontwerp in de procesindustrie: filosofie, aanpak en illustratie. Lezing voor de werkgroep Produktie-Organisatie en SocioTechniek (POST), Instituut voor Arbeidsvraagstukken (IVA), Tilburg, 27 april 1990. T&A Hoevenaars, A.M.: Kwaliteit van werk èn organisatie: een pleidooi voor het stroomlijnen van de produktie-struktuur. Lezing op de WAOP-dag, vu Amsterdam, 28 september 1990. T&A Hoevenaars, A.M.: Herontwerpen van de produktie-structuur: een case-study in de chemische industrie. Voordracht landelijk AIO-Overleg, Bedrijfskunde Promovendidag, Ede, 9 november 1990. T&A Hoevenaars, A.M.; Eijnatten, F.M. van: De produktie-organisatie Unichema. Eindpresentatie bij Unichema, Gouda, 8 mei 1990. T&A Hoevenaars, A.M.; Eijnatten, F.M. van: Produktie-organisatie Processing Oss, huidig herontwerp. Eindpresentatie bij Organon Processing, Oss, 15 november 1990. T&A Kuipers, H.; Amelsvoort, P. van: Organisatiestructuur en technologie: een actuele socio-technische benadering. Voordracht Congres Arbo 90, Amsterdam, 8 juni 1990. T&A Kuipers, H.: Kwaliteitsbeleid en kwaliteit van de arbeid vanuit een sociotechnische invalshoek. Voordracht NIVE kwaliteitsdag 'Kwaliteit: Mens en Werk' , Utrecht, 6 december 1990. T&A Sitter, L.U. de; Hertog, J.F. den; Eijnatten, F.M. van: Simple organisations complex jobs: the Dutch sociotechnical approach. Voordracht the annual conference of the American Academy of Management, San Francisco, 12-15 augustus 1990. T&A Sitter, L.U. de; Hertog, J.F. den; Eijnatten, F.M. van: Simple organisations, complex jobs: the Dutch sociotechnical approach. Eindhoven/Maastricht: TUE/MERIT, research report, juli 1990, pp. 29. T&A
- 98 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT T&A-10: Prestatie-indicatoren en prestatiesturingssystemen (interdependente) functies en afdelingen
voor
DEELNEMENDE VAKGROEP: Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: 1987
VERMOEDELIJK EINDE: 1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. J.A. Algera Dr. H.F.J.M. van Tuijl i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus - Drs. P.M. Janssen i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus - Ir. P.A.M. Kleingeld o.t.v. prof.dr. J.A. Algera KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek richt zich op het definiëren van prestatie-indicatoren op het niveau van individuele functies en het niveau van afdelingen. De ontwikkeling van valide prestatie-indicatoren is een noodzakelijke voorwaarde voor prestatiesturing met behulp van besturingssystemen die zijn gebaseerd op goalsetting en feedback. De aard van de onderlinge afhankelijkheid binnen en tussen groepen wordt in het onderzoek betrokken. De effectiviteit van op goalsetting-feedback gebaseerde prestatiesturingssystemen wordt getoetst in een aantal situaties die verschillen naar de aard van de onderlinge afhankelijkheidsrelaties tussen en binnen groepen. Tevens wordt de overdraagbaarheid van een participatief ontwikkeld prestatiesturingssysteem naar groepen met vergelijkbare werkzaamheden als de groep die het systeem heeft ontwikkeld onderzocht. Een derde vraag betreft de wijze waarop bewerkingsenzekerheid en omgevingsenzekerheid verdisconteerd kunnen worden bij het stellen van doelen en het geven van terugkoppeling. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Produktiviteitsverhoging is voor vele bedrijven een voorwaarde om te kunnen overleven. Naast de introductie van nieuwe technologie op zichzelf is de wijze waarop het personeel de technische hulpmiddelen gebruikt een belangrijk aandachtspunt bij produktiviteitsverhoging. De motivatie van personeel tot het leveren van hoge prestaties is daarmee van cruciaal belang. Op feedback en goalsetting gebaseerde prestatiesturing is zowel in laboratorium- als veldstudies zeer effectief gebleken. Traditioneel Z1Jn er twee problemen bij het ontwikkelen van prestatie-indicatoren: 1. hoe kunnen verschillende dimensies van produktiviteit (bijv. leverbetrouwbaarheid, kwantiteit, kwaliteit, veiligheid) worden gecombineerd tot een overall index, rekening houdend met het relatieve belang van de dimensies, en
- 99 -
2.
hoe kan men rekening houden met niet lineaire relaties tussen prestaties op indikatoren en de waarde van die prestaties voor het bedrijf? In de recente literatuur zijn suggesties voor de aanpak van deze twee problemen aangedragen (Pritchard, 1988, 1989). Het onderzoek sluit hierbij aan. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Internationaal: Prof.dr. R.D. Pritchard Texas A&M University, College Station, Houston, Texas, USA. Prof.dr. u. Kleinbeek Universität Dortmund Dortmund, BRD. Dr. K.H. Schmidt Institut für Arbeitsphysiologie Universität Dortmund, Dortmund BRD. Nationaal: Prof.dr. Hk. Thierry Vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1987 is op basis van pilot-studies en de inzichten uit de literatuur een onderzoekvoorstel ontwikkeld. In 1988 is een definitieve a.i.o.-aanvraag ingediend en goedgekeurd. De aanvraag is mede ontwikkeld in samenspraak met de internationale partners. Er hebben twee uitwisselingabijeenkomsten plaatsgevonden met de groep van Prof. Kleinbeek uit (toentertijd) Wuppertal. In 1989 is de internationale samenwerking sterk geïntensiveerd. In de periode mei tot en met juli 1989 is Prof.dr. R.D. Pritchard (Texas A&M University, USA), de ontwikkelaar van het prestatiesturingssysteem ProMES dat als vertrekpunt voor het onderzoek dient, als gasthoogleraar bij de vakgroep T&A werkzaam geweest. In 1989 hebben drie bijeenkomsten plaatsgevonden met de onderzoekgroep van Prof. dr. U. Kleinbeek. Het internationale samenwerkingsverband (Texas A&M, Bergische Universität Wuppertal en Technische Universiteit Eindhoven) rond het thema prestatiesturing heeft zich als zodanig gemanifesteerd door de organisatie van een symposium tijdens het eerste European Congress of Psychology (Amsterdam, juli 1989). In de BRD is de samenwerking uitgebreid naar het Institut für Arbeitsphysiologie van de Universität Dortmund (Dr. K.H. Schmidt) en in Nederland naar de Universiteit van Amsterdam (Prof.dr. Hk. Thierry). Tijdens het verblijf van Pritchard (mei tot en met juli 1989) is in twee bedrijven (VANDRA en NASHUA) gestart met de ontwikkeling van prestatiesturingssystemen op basis van ProMES onder supervisie van Pritchard. Deze projecten hadden enerzijds ten doel de Eindhovense onderzoekgroep deskundig te maken in het hanteren van ProMES en anderzijds de toepasbaarheid van ProMES in Nederlandse bedrijven te demonstreren (parallel-projecten werden in de BRD uitgevoerd door de groep van Kleinbeck/Schmidt). - 100 -
I
I
In een van de genoemde bedrijven is (december 1989) het ontwerp van een ProMES prestatiesturingssysteem afgerond. In beide projecten Z1Jn afstudeerders ingezet die onderdelen van ontwikkeling, implementatie en evaluatie uitvoeren. Door Pritchard is tijdens zijn verblijf aan de faculteit Bedrijfskunde een manual geschreven ten behoeve van ProMESgebruikers. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: De vraag naar de toepasbaarheid van ProMES in Nederlandse bedrijven kan voorlopig positief worden beantwoord. In beide proefsituaties is de ontwikkeling van het systeem goed verlopen, is het uiteindelijke ontwerp ook daadwerkelijk ingevoerd en zijn de reakties op het in gebruik genomen systeem hoopgevend. Er zijn nog te weinig gegevens beschikbaar voor een definitieve effektevaluatie. Er zijn inmiddels drie studenten afgestudeerd op ontwerp en invoering van ProMES in de betreffende bedrijven. Met beide bedrijven zijn afspraken gemaakt over vervolgonderzoek. Dit heeft erin geresulteerd dat in een van de twee bedrijven de vraagstelling naar prestatiesturing bij onderlinge afhankelijkheid tussen groepen centraal komt te staan: deelproject A, en dat in het andere bedrijf de centrale vraag betrekking heeft op de overdraagbaarheid van een ontwikkeld prestatiesturingssysteem naar andere, gelijksoortige, groepen; c.q. de vraag naar de vereiste participatiegraad bij de ontwikkeling van een prestatiesturingssysteem: deelproject B. Beide bedrijven dragen bij in de financiering van de projecten zodat deze leiden tot 3e geldstroominkomsten. Deelproject B is eind maart 1990 gestart met de aanstelling van Ir. Kleingeld. Het project wordt uitgevoerd bij Nashua. De onderzoekopzet is uitgewerkt en gepresenteerd op een door de Psychon deelWerkgemeenschap A&O Psychologie (WAOP) georganiseerde aio-conferentie en aldaar bekroond met een eerste prijs. De implementatie van het ProMES-systeem is per oktober 1990 gestart in de twee regio's die het systeem ontwikkeld hadden. Implementatie zal in de overige regio's onder verschillende condities plaatsvinden in de loop van 1991 en 1992. De voorlopige resultaten wijzen uit dat implementatie een intensieve begeleiding vergt en dat afstemming met andere besturingssystemen (b.v. prestatie-beloningssystemen voor leidinggevenden) noodzakelijk is. Deelproject A is in 1990 voorbereid. De daadwerkelijke start vindt plaats per 1 januari 1991 met de aanstelling van Ir. van Berkel. Het project wordt uitgevoerd bij Vandra. Centraal staat de vraag naar het verdisconteren van afhankelijkheidsrelaties in een ProMES-systeem waarin de prestaties van onderling afhankelijke produktgroepen geaggregeerd worden weergegeven. Onderliggend is de vraag hoe prestatiesturingssystemen kunnen worden ontwikkeld voor het stimuleren van samenwerking tussen onderling afhankelijke groepen of afdelingen. Over de konkrete voortgang die in beide deelprojecten is geboekt is gerapporteerd in een aantal vakpublikaties en tijdens een workshop, georganiseerd door het internationale samenwerkingsverband (Texas A&M, USA, Universiteit Dortmund, BRD en TUE, NL) dat gezamenlijk vraagstukken rond prestatiesturing onderzoekt.
- 101 -
Ter bevordering van de utilisatie van onderzoekresultaten is een studiedag georganiseerd voor geïnteresseerden uit bedrijven en instellingen over de gebruiksmogelijkheden van ProMES. De relatie tussen prestatiesturing en kwaliteitsmanagement is toegelicht op een door NIVE georganiseerde studiedag over kwaliteit. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Deelproject A: stapsgewijze ontwikkeling en invoering van ProMESsystemen in onderling gerelateerde groepen van de verwerkingsafdeling. Deelproject B: effektevaluatie in de twee 'ontwikkel'-regio's; implementatie onder twee verschillende condities in een aantal van de resterende regio's. Pilots: ontwikkeling en invoering van ProMES-systemen voor produktie-afdelingen die in ploegendienst werken. Centrale vraag: hoe kan via de ProMES-methode samenwerking tussen ploegen worden gestimuleerd? Wetenschappelijke publikaties in de vorm van bijdragen aan een door Pritchard geredigeerd boek met ProMES-casebeschrijvingen en bijdragen aan workshops tijdens internationale congressen (juli 1991, Budapest: 2e European Congressof Psychology; augustus 1991, Miami: Academy of Management). Bijdragen aan utilisatie via de vertaling en bewerking voor Nederlandse gebruikers van het door Pri tchard geschreven Manual; uit te geven door Kluwer (1991). Eveneens in het kader van utilisatie: organisatie van een workshop voor potentiële gebruikers van het ProMES systeem (juli 1991). Tweede geldstroom: indiening intentieverklaring voor een Psychonaandachtgebied 'Prestatiesturing en Produktiviteitsverbetering' (januari 1991 ) . Planning capaciteit in 1991: Algera 200 uur; Van Tuijl 400 uur; Janssen 400 uur; Kleingeld 1240 uur. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker(s): Algera 200 300 Van Tuijl 300 Janssen Kleingeld (AIO) 825 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Algera, J .A.: Feedback systems in organizations. Cooper, C.L. & Robertson, I.T. (Eds.), International Review Industrial and Organizational Psychology. John Wiley & Sons, Chichester, 1990, vol.5, pp. 169-193. T&A
of
Algera, J .A.: The Job Characteristics Model of work motivation revisited. Kleinbeck, u. et al. (Eds.) Work Motivation. Lawrence Erlbaum, Hillsdal NJ, 1990, pp. 85-103. T&A - 102 -
I
Algera, J.A.; Tuijl, H.F.J.M. van: Feedback systems and the management of performance in organizations. P.J. D. Drenth, J. A. Sergeant & R. J. Takens ( Eds. ) , European perspectives in psychology. John Wiley & Sons, New York, vol.3, New York, 1990, pp. 39-55. T&A VAKPUBLIKATIES Algera, J .A.: Werkmotivatie: de rol van prestatiemeting en terugkoppeling. Congresmap Prestatiemeting en Produktiviteit, Euroforum, 1990, pp. 4. T&A
Eindhoven,
Janssen, P.M.: De invoering van ProMES bij een machinegroep van VANDRA Golfkarton. Congresmap Prestatiemeting en Produktiviteit, Euroforum, Eindhoven, 1990, pp. 10. T&A Janssen, P.M.; Berkel, A. van: ProMES:prestatiesturing door terugkoppeling van informatie geleverde prestaties. Intern rapport ARW-02-TUE, Eindhoven, 1990, pp. 1-17. T&A
over
Kleingeld, P.A.M.: Prestatiesturing in de service afdeling van een leverancier van fotokopieerapparatuur (CASE). Congresmap Kwaliteit, Mens en Werk, NIVE, Den Haag, 1990, pp. 3. T&A Kleingeld, P.A.M.; Tuijl, H.F.J.M. van: ProMES, een methode voor prestatiesturing en produktiviteitsstijging. Methoden, Technieken en Analyses voor Personeelmanagement, afl. 17, 16.2.1., 1990, pp. 201-221. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Toepassing van ProMES in de service-afdeling van Nashua Nederland BV. Congresmap Prestatiemeting en Produktiviteit, Euroforum, Eindhoven, 1990, pp. 11. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Kwaliteit als prestatie van mensen. Congresmap Kwaliteit, Mens en Werk, NIVE, Den Haag, 1990, pp. 5. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Kwaliteitsmanagement en veranderstrategie: botturn up en top down. Congresmap Lustrum Bedrijfskunde, Faculteit Technische Bedrijfskunde, TUE, Eindhoven, 1990, pp. 4. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Performance management in hospitals. Internal Report ARW-02-TUE Faculty of Industrial Engineering and Management Science, Eindhoven University of Technology, Eindhoven, 1990, pp. 23. T&A Tuijl, H.F.J.M. van; Splinter, M.A.M: De energieconsulent: spil in een veranderingsproces. De Energieconsulent, 1990, 7, 3, pp. 8-12. T&A
- 103 -
Tuijl, H.F.J.M. van; Janssen, P.M.; Algera, J.A.: ProMES: meten en bevorderen van produktiviteit. Gids voor Personeelmanagement, 60, 2, 1990, pp. 28-33. T&A OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Algera, J .A.: Werkmotivatie: de rol van prestatiemeting en terugkoppeling. Voordracht op de Euroforum studiedag Prestatiemeting en Produktiviteit, Rotterdam, 31 mei 1991. T&A Algera, J.A.; Janssen, P.M.; Kleinbeck, U.; Pritchard, R.D.; Przygodda, M.; Tuijl, H.F.J.M. van: Workshop Participative Productivity Management, held at the IIe International Conference on Work Values, Prague, Czechoslovakia, 10-13 augustus 1990. T&A Janssen, P.M.: Projectvoorstel voor de ontwikkeling en invoering van ProMES bij VANDRA Golfkarton, Eindhoven, vakgroep T&A, 1990, pp. 1-3. T&A Janssen, P.M.: ProMES bij VANDRA Golfkarton. Voordracht op de Euroforum studiedag Produktiviteit, Rotterdam, 31 mei 1990. T&A
Prestatiesturing
en
Janssen, P.M.: Introduetion of ProMES in a Dutch factory. Paper presented at the IIe International Conference on Work Values, Prague, Czechoslovakia, 20-23 augustus 1990. T&A Kleingeld, P.A.M.: Overdraagbaarheid van een prestatiesturingssysteem: onderzoekopzet. Paper gepresenteerd op de WAOP aio-conferentie, Amsterdam, 28 september 1990, pp. 16. T&A Kleingeld, P.A.M.: Prestatiesturing in de service-afdeling van een leverancier fotokopieerapparatuur. Voordracht NIVE-kwaliteitsdag, Utrecht, 6 december 1990. T&A
van
Tuijl, H.F.J.M. van: Progress report on the development of ProMES at Nashua. Paper presented at the sixth Symposium on Motivation and Performance, Eindhoven, 23 februari 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Prestatiesturing, -een systeem; -toepassingsmogelijkheden in de gezondheidszorg. voordracht voor de Vereniging van Hoofden van {Para) Medische Diensten, Utrecht, 30 maart 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Performance management in hospitals. Paper presented at the IIe workshop on Work and Organizational Psychology in Hospitals, Valencia, Spain, 5-7 april 1990. T&A
- 104 -
Tuijl, H.F.J.M. van: Toepassing van ProMES in de service-afdeling van Nashua Nederland B.V. Voordracht op de Euroforum studiedag Prestatiemeting en Produktiviteit, Rotterdam, 31 mei 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: A productivity enhancement system for a field service department. Paper presented at the IIe International conference on Work Values, Prague, Czechoslovakia, 20-23 augustus 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Kwaliteitsmanagement en veranderstrategie: bottorn up én top down. Voordracht op het lustrumcongres van de Faculteit Technische Bedrijfskunde, Eindhoven, 2 november, 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van: Kwaliteit als prestatie van mensen. Voordracht op de NIVE-kwaliteitsconferentie, Utrecht, 6 december 1990. T&A Tuijl, H.F.J.M. van; Janssen, P.M.: Ervaringen met ProMES. Colloquium Faculteit Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, 17 oktober 1990. T&A
- 105 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT OK-11: Besturen en beheren binnen organisaties in de gezondheidszorg; toetsing aangewende middelen. DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1978
EINDE: Onbepaald
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Dr.ing. L.N.J. Verzeilenberg i.o.m. Prof.dr.ir. J.E. van Aken KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het verwerven van inzicht in het efficiënt gebruik van faciliteiten in ziekenhuizen vanuit organisatiekundige optiek. Uiteindelijk gaat het om de vraag: wat is de beste samenwerkingsvorm om te komen tot een investeringsbeslissing waarbij de gevolgen voor de dagelijkse organisatie daadwerkelijk worden meegewogen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: V66r de start van dit project zijn er in Nederland geen of slechts incidentele aktiviteiten op het terrein van de toetsing van aangewende middelen ondernomen. In Nederland wordt voor ongeveer f 800.000.000,-- per jaar in ziekenhuisapparatuur geïnvesteerd. Daaronder zijn veel innovaties. De apparatuurgebonden kosten (afschrijving, rente, bediening, onderhoud, verbruiksmateriaal) belopen ca. 27% van de totale ziekenhuiskosten (ca. 19 miljard gulden)), hetgeen overeenkomt met 5 miljard gulden. Naar de organisatie van de besluitvorming is geen onderzoek gedaan. SAMENWERKINGSVERBANDEN: In het kader van dit project vindt formeel overleg plaats met: Nationaal Ziekenhuis Instituut (NZI), basisgroep managementondersteuning en bedrijfsvoering. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Er zijn contacten gelegd met instanties die betrokken Z1Jn bij, invloed hebben op of belang hebben bij het toetsen van aangewende middelen in de gezondheidszorg. Dat zijn o.a. het Nationaal Ziekenhuis Instituut NZI, de Nationale Ziekenhuis Raad NZR, de Landelijke Specialisten Vereniging LSV, de Hoofdinspectie voor de Volksgezondheid, het Centraal Begeleidinga Orgaan voor Intercollegiale Toetsing in Nederland CBO, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren NVZD en het College voor Ziekenhuisvoorzieningen cvz. Dit project richt zich in de eerste plaats op de praktijk van het aanschaffen van apparatuur in ziekenhuizen, met het doel die - 106 -
organisatie aan te geven en te toetsen wat moet leiden tot het expliciet 'meenemen' van de gevolgen voor de dagelijkse organisatie bij dit soort beslissingen. Het onderzoek heeft geleid tot 18 publikaties en een dissertatie. Het proefschrift 'Investeringen in ziekenhuizen. Model en praktijk' is voltooid en verdedigd op 6 december 1988 (prof.dr. H. Feitsma, eerste promotor (TUE), prof.dr. H. van Andel, tweede promotor (RUU)). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Door een extra hoge onderwijs- en beheerslast is het aantal bestede uren veel te laag. Daardoor is het voorgenomen onderzoek in het bui tenland nog niet uitgevoerd. Bovendien bleek een Franse toezegging om postdoctorale studenten in te zetten niet haalbaar. Op uitnodiging van het NZI wordt meegewerkt in het zg. project EDE, dat een hulpmiddel moet opleveren voor de ziekenhuizen om investeringsbeslissingen te verbeteren. De TUE bijdrage past in het voornemen om het eerder ontwikkelde model - indien nodig - aan te passen. Publikaties kunnen nu echter pas worden verwacht na afsluiten van het EDE-project in begin 1991. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: Een aantal internationaal opererende producenten en leveranciers zal worden benaderd voor financiële ondersteuning (reis- en verblijfkosten) voor onderzoek in het buitenland. De reeds gelegde contacten zullen verder worden benut. Het EDE-project wordt afgerond met een workshop, enkele publikaties en mogelijk een symposium. Het aantal te besteden uren zal kunnen toenemen nu afspraken zijn gemaakt voor een herverdeling van werkzaamheden binnen de vakgroep. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker: Aantal uren: verzellenberg 200 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 107 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT OK-30: Centralisatie, decentralisatie en unit management DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Organisatiekunde (OK) Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1988
EINDE: 1991
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Ir. G.J.J. Post o.t.v. Prof.dr. P.M. Kempen (tot 25-9-1990) en i.o.m. Prof.dr.ir. J.E. van Aken (vanaf 25-9-1990) - Prof.dr. P.C. Sander KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Een belangrijk thema in de organisatiekunde, mogelijk het kernthema, is de vraagstelling naar de noodzakelijke mate van centralisatie en decentralisatie binnen organisaties. Historische gegevens tonen aan dat gesproken kan worden over een golfbeweging tussen twee extrema. Recente publikaties op dit terrein, in het bijzonder Unit Management door prof.dr. J. Wissema en de huidige tendens in veel grote organisaties om het totaal op te splitsen in kleinere eenheden tonen aan dat decentraliseren momenteel 'mode' is. In het onderzoek wordt van de werkhypothese uitgegaan dat er inzicht moet Z1Jn in de samenhang tussen structuur, omgeving, beheersingssystemen en informatiesystemen om tot produktieve uitspraken omtrent autonomie van groepen, units en de mate van centralisatie en decentralisatie te komen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Directe aanleiding voor het onderzoek was een verzoek van een instelling voor gezinsverzorging om ondersteuning van haar reorganisatieplannen. Deze ondersteuning heeft plaatsgevonden in het kader van het project OK-24 'Structurering eerstelijnszorg'. Binnen dit project heeft ir. G.J.J. Post onderzoek verricht naar mogelijkheden om in een meer gedecentraliseerde organisatiestructuur coördinatie van units te bewerkstelligen. Het huidige onderzoek beoogt door aanvullend empirisch onderzoek en theoretisch interpretatieve studie een kritische beschouwing van unit management te geven als oplossing voor het vraagstuk van centralisatie en decentralisatie.
- 108 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: In het kader van dit project vindt overleg plaats met het centrum voor maatschappelijk werk en gezinszorg in de regio Weert. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het project is in 1988 van start gegaan. Na een theoretische verbreding en methodologische verdieping is een onderzoeksopzet opgesteld. Gedurende de periode januari 1989 tot juli 1989 is aanvullend empirisch onderzoek verricht bij de gezinszorg te Weert. Dit onderzoek heeft betrekking op allocatie- en voorspelmethoden ten behoeve van gedecentraliseerde organisatievormen (unit management). De resultaten van dit (aanvullende) onderzoek zijn uitgewerkt tot een case die deel zal uitmaken van een te verschijnen proefschrift. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: oe ervaringen opgedaan bij het empirisch onderzoek Z1Jn door theoretisch interpretatieve studie geëvalueerd. Hierbij zijn de onderzoeksresultaten en de onderzoeksmethode gespiegeld aan theoretische en methodologische literatuur op dit terrein. De beschikbare onderzoekscapaciteit in 1990 is aangewend voor het schrijven van een proefschrift. Dit is inmiddels gereed. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: De promotie zal plaatsvinden in januari 1991. In het verlengde van het te verschijnen proefschrift zal nog gewerkt worden aan een tweetal publikaties op dit terrein. Vervolgens zal dit project afgesloten worden. Tevens zal een nieuw project opgestart worden. Hierover is momenteel overleg gaande. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Post 1320 Sander 50 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 109 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT OK-37: Change management DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1990
EINDE:onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: Dr. J.A. Keizer i.o.m. Prof.dr.ir. J.E. van Aken Prof.dr. P.M. Kempen KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Organisatie-advieswerk vindt grotendeels plaats op basis van min of meer theoretisch onderbouwde ervaringskennis. Veel organisatietheoretische premissen blijven impliciet. Voorzover expliciet gemaakt, lijkt er slechts een beperkte greep te worden gedaan uit de verschillende conceptuele perspectieven welke mogelijk zijn. Het begrip 'change management' wordt hier gebruikt in de omvattende betekenis: hoe kunnen effectieve organisaties worden gecreëerd in een situatie waarin voortdurend sprake is van verandering en op welke W1Jze kunnen organisatie-onderzoekers en -adviseurs daaraan een bijdrage leveren? In het onderzoek zal zowel theoretisch als empirisch worden nagegaan wat de mogelijkheden en consequenties zijn van het toepassen van een meervoudig organisatie-perspectief in het adviesproces als geheel en in de verschillende fasen daarbinnen (probleemstelling, diagnose, oplossing, implementatie). AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: basis van empirisch onderzoek en theoretische reflectie kunnen twee conclusies worden getrokken: Op
cognitieve variabelen oefenen grote invloed uit op de W1Jze waarop managers kansen en bedreigingen waarnemen en daarop reageren (o.a. 'managerial ecology', 'mental frameworks', 'mental agenda') het conceptuele kader van met name veel doorlichtings- en diagnoseinstrumenten welke gebruikt worden door organisatie-onderzoekers en -adviseurs heeft een smalle basis. Van de mogelijke gezichtspunten waaronder men het funktioneren van organisaties kan bestuderen, overheersen sommige, terwijl andere onderbelicht blijven. Het begrip 'organisatiebeeld' of 'organisatie-metafoor' lijkt een goed uitgangspunt voor de analyse van eenzijdigheden en tekortkomingen in het effectief handelen van managers en organisatie-onderzoekersiadviseurs en voor het formuleren van verbeter-mogelijkheden.
- 110 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: Nog geen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het onderzoeksprojekt bevindt zich in een fase van oriëntatie. Nadere precisering zal in de nabije toekomst plaats vinden. Tot de oriëntatie behoorde: een onderzoek naar de vragen en knelpunten welke in de bedrijfskundige praktijk (grote organisatie-adviesbureaus en O&Eafdelingen van een aantal grote bedrijven) worden gesignaleerd. Dit onderzoek resulteerde in een wetenschappelijke publikatie. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het is de bedoeling het begrip 'change management' nader te verkennen uitlopend op een publikatie. Vervolgens zal een begin worden gemaakt met het onderzoeken van de implicaties en mogelijkheden van het hanteren van een multipel organisatieperspectief in de verschillende fasen van het organisatieadviesproces. Voorts zal een lopend praktijk-onderzoek worden afgerond naar de wijze waarop de organisatie kan leren van de kennis en ervaringen welke in de evaluatie van het verloop van een concreet produkt-innovatie-projekt werden verkregen (in samenwerking met drs.ir. J. I.M. Halman). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Keizer 300 Kempen 20 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Dam, C. van; Keizer, J.A.; Kempen, P.M.: Living apart together? - over de spanning tussen theorie en praktijk in de bedrijfskunde. Bedrijfskunde 62, 2, 1990, pp 173-185. OK
- 111 -
I
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 2: Taakstructurering en werkorganisatie PROJECT TPS-02: Optimale inrichting van produktiesystemen. Produktiviteiteverhoging in de industrie. DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: 1976
EINDE: onbepaald
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Dr.ir. H.H. van Mal i.o.m. prof.ir. C.H. Botter KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Op basis van de gegevens over het functioneren van een produktiesysteem (door inventarisatie en analyse) worden voorstellen uitgewerkt voor alternatieve structuren, die na toetsing op hun haalbaarheid tot uitvoering worden gebracht. De beheersing van fabricageprocessen (automatisering is de hoogste vorm van beheersing) wordt voornamelijk bepaald door de communicatie tussen de diverse disciplines in het traject van produktidee tot realisatie van het produkt in de fabriek en de service bij de klant. De inspanningen van bedrijven worden steeds meer verlegd van de fabricage (die flexibel moet zijn) naar het voortraject. Het onderzoek is gericht op de ordening en keuze van produktiemiddelen (computer gestuurd) en systematisering van werkwijzen (computer gesteund) in de technische produktieorganisatie. Groepentechnologie, standaardisatie en classificatie worden daarbij als belangrijke technieken gehanteerd. Sinds 1983 is de nadruk gelegd op het onderzoek naar geschikte classificatiesystemen voor o.a. de ontwerp- of constructie-afdeling, tekenkamer en werkvoorbereiding, en andere afdelingen, in industriäle bedrijven. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Verhoging van de produktiviteit, met name ook de flexibiliteit van industriële produktiesystemen, is noodzakelijk (Japanse druk!). Dit vraagt een toename van de mechanisatie en automatisering en zal leiden tot andere produktiestructuren. Vooral door de invoering van de computer ter ondersteuning van de communicatie in het produktvernieuwingstraject, aangeduid met CAD/CAM, zullen produktiestructuren ingrijpende W1Jzigingen ondergaan. Informatiedragers (handboeken, tekeningen, onderdelencatalogi, etc.) 1 gaan vervangen worden door ijzeren 1 silicium geheugens met zoeksystemen voor snelle toegankelijkheid. Het beslissingsproces van ontwerpers en constructeurs krijgt een versnelling door de mogelijkheid om berekeningen en simulaties snel te kunnen uitvoeren. Het beslissingsproces krijgt een verbreding en verdieping door de toegankelijkheid van informatie over service-activiteiten, fabricageprocessen, meettechnieken in de fabricage en in de - 112 -
I
kwaliteitsdienst, en over de activiteiten ten behoeve van de ontwikkeling van produktiemiddelen. De kwaliteit van de beslissingen in de vroege ontwerpfase van produkt en proces neemt dientengevolge aanzienlijk toe. De flexibiliteit kan daardoor in grotere mate in het produktiesysteem worden ingebouwd. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Bij het onderzoek naar geschikte classificatiesystemen voor industriële bedrijven, met name ook voor de kleine en middelgrote bedrijven, waren 16 bedrijven in de regio betrokken, alle aangesloten bij de FME. Contacten in deze bestonden met de FME en met TNO. In 1986 is op contractbasis samenwerking ontstaan met Philips Drachten. In 1987 zijn met Philips opnieuw drie contracten afgesloten. Met TNO is op contractbasis samengewerkt in het onderzoek naar geschikte classificatiesystemen voor kleine en middelgrote bedrijven. Met veel bedrijven bestaan contacten in verband met dit onderzoek. Met een free-lance onderzoeker en de Universiteit van Twente is in samenwerking met de FME in een aantal bedrijven onderzoek gedaan naar de organisatorische inpassing van CAD/CAM. Er is een begin van samenwerking aan het ontstaan met de Technische Universiteit van Pisa. Er is nauw samengewerkt met dr. Merchant, Metcut, Cincinnati in de verenigde Staten voor de organisatie van een studiereis en introductie in Amerikaanse bedrijven en universiteiten. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In het onderzoek is aandacht besteed aan de rol van classificatie en de proceskenniskaart als hulpmiddel in de communicatie om tot betere besluitvorming te komen en daardoor een hogere graad van procesbeheersing te bereiken. De proceskenniskaart geeft per processtap een geordend overzicht van alle kennis en ervaring die nodig is om een bepaald onderdeel met gewenste functies te realiseren. Verschillende publikaties hierover zijn uitgekomen in Nederlandse bladen en een korte aanduiding is gegeven tijdens een voordracht op een internationaal congres (CAPE) in Kopenhagen. Samenvattend kan men zeggen dat gewerkt is en wordt aan hulpmiddelen en technieken om de communicatie en daardoor de besluitvorming te verbeteren in het creatieproces van nieuwe produkten. Een hogere graad van procesbeheersing kan worden bereikt door juist in de conceptfase van nieuwe produkten tot een goede besluitvorming te komen. Gewerkt is naar een betere structurering daarvan, classificatie is daarin een belangrijk hulpmiddel. De toepassing van CAD/CAM vraagt nieuwe concepties van produktiemiddelen, produktiesystemen en classificatiesystemen. Hier ligt een opgave voor de Nederlandse industrie om zelf de automatisering, met name de computergestuurde produktiemiddelen te realiseren. Dit voorkomt export van werkgelegenheid naar landen (Japan) die meer alert zijn op automatiseringsmogelijkheden. Uit een groepentechnologische studie is een voorstel gekomen voor de nieuwe structuur van de 'werkplaats' van Philips (DAP) in Drachten. Deze structuur wordt ingevoerd en ook onze eerdere voorstellen om de werkvoorbereiding te automatiseren en de automatiseringseilanden daarmee te koppelen worden door Drachten uitgevoerd. Onderzocht is hoe bedrijven die al enige tijd beschikken over een classificatiesysteem (o.a. Miclass) daarvan gebruik maken. Deze studie is uitgevoerd in Nederlandse bedrijven, maar ook in een aantal - 113 -
Amerikaanse bedrijven is gekeken naar de toepassing van classificatiesystemen en groepentechnologie. Hierover is in eerste instantie een kort verslag geschreven. Het is de bedoeling dat ir. Vliegen de bevindingen opneemt in zijn proefschrift. Knelpunten en oorzaken zijn in beeld gebracht. Bij Fokker is een afstudeeronderzoek gedaan naar de knelpunten in de toepassing van CAD/CAM. Bij Volvo is een onderzoek gedaan naar de invloed van CAD/CAM op de relaties met toeleveranciers. Ook hier blijkt een goede besluitvorming zeer essentieel en zijn voorstellen gedaan voor een betere structurering. In de proceskenniskaart en de achterliggende definities zijn door ir. Vliegen belangrijke bijdragen geleverd, zodat een helder begrippenkader is ontstaan. Een publikatie hierover is verschenen in het internationaal toonaangevende tijdschrift: Robetics and Computer Integrated Manufacturing. Ten aanzien van het kader waarbinnen classificatiesystemen functioneren heeft het onderzoek geleid tot een manuscript voor IEEE Transactions on Engineering Management in Amerika. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Er is een wetenschappelijke publikatie verschenen en een aantal vakpublikaties. Het onderzoek heeft door de te kleine inzet van capaciteit vertraging ondervonden. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: Het is de bedoeling om de resultaten van het onderzoek tot dusver verder te analyseren. Er moet meer zicht verkregen worden op de functies, procescondities, eigenschappen en opbouw van classificatiesystemen in relatie tot de toepassing in verschillende typen bedrijven. In enkele bedrijven zal ondersteuning gegeven worden bij de introductie van classificatiesystemen. Dit geeft de mogelijkheid om de ideeën over de aanpak bij de introductie te toetsen. Het is de bedoeling te komen tot classificatiesystemen met eigenschappen die interessant zijn voor kleinere en middelgrote bedrijven. Hierbij moet voldaan worden aan de randvoorwaarden die gaan gelden wanneer gebruik wordt gemaakt van CAD/CAM. In 1991 hoopt ir. Vliegen Z1Jn proefschrift over 'classification systems' te kunnen afronden. Verbetering van de communicatie o.a. door goede classificatiesystemen, daarmee de besluitvorming en daardoor de procesbeheersing is het doel van het onderzoek. De voor het onderzoek inzetbare capaciteit is door het vertrek van ir. Vliegen begin 1989 voorlopig teruggebracht tot 0, 2 fte, en is nog steeds 0,2 fte. NAAM ONDERZOEKER EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker: Van Mal 300
- 114 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Vliegen, H.J.W.; Mal, H.H. van: Rational Decision making: Structuring of Design Meetings. IEEE Transactions on Engineering Management, 37,3, augustus 1990, pp. 185-190. OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Mal, H.H. van: Technologische aspecten van de produktie-afdeling. Leergang Produktie Management, Nederlandse Vereniging voor Management, Oisterwijk, 8 februari 1990. TPS Mal, H.H. van: Procesbeheersing door Produktie Besturing en Operatiens Research technieken? Colloquium Faculteit der Werktuigbouwkunde van de Universiteit Twente, Enschede, 6 maart 1990. TPS Mal, H.H. van: Groepentechnologische Ordening. Bijdrage aan perstdoctorale MBA-opleiding, Veldhoven, 25 juni 1990. TPS Mal, H.H. van: Nieuwe organisatie-structuren in de scheepsbouw. Voordracht Scheepsbouwdag CMO-kernprogramma; Verslag van het onderzoek uitgevoerd door de TUE, Croon Electratechniek Rotterdam en de Technische Universiteit Delft, Delft, 26 juni 1990. TPS Mal, H.H. van: Technologische aspecten van de produktie-afdeling. Leergang Produktie Management, Nederlandse Vereniging voor Management, Oisterwijk, 21 juli 1990. TPS Mal, H.H. van: Voordracht en presentatie (voorvertoning) van de Videofilm: 'CAD/CAM in de Nederlandse Scheepsbouw, Systemen en Meningen'. Vergadering van Directeuren Nederlandse Scheepsbouw, vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie. Groningen, 20 november 1990. TPS Mal, H.H. van; Weijtens, F.J.A.; Pangalila, F.; Rookhuijzen, R.F. van: CAD/CAM in de Nederlandse Scheepsbouw: van Ontwerp tot Vaart. Videofilm over CAD/CAM in de bouw van schepen, kleur, 31 min., onder regie van Lucas van Royen. November 1990. Mal, H.H. van; Weijtens, F.J.A.; Pangalila, F.; Rookhuijzen, R.F. van: CAD/CAM in de Nederlandse Scheepsbouw: Systemen en Meningen. Videofilm over toepassing diverse CAD/CAM-systemen in de scheepsbouw, kleur, 32 min.,onder regie van Lucas van Royen. November 1990.
- 115 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 3: Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering PROJECT BISA/T&A-01: Kantoororganisatie en automatisering DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: augustus 1984
VERMOEDELIJK EINDE: najaar 1991
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. T.M.A. Bemelmans o.t.v. prof.dr. T.M.A. Bemelmans - Drs.ing. B.M.E. de Waal (tot 1-10-1989} - Prof.dr. P.M. Bagchus - Dr.ir. H. Kragt KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het ontwikkelen van ontwerpregels ter gebruiksvriendelijkheid van user-interfaces.
bevordering
van
de
AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De ontwikkeling die wel aangeduid wordt met de term 'kantoorautomatisering' is de laatste jaren enorm in betekenis toegenomen. Daarvoor zijn voornamelijk twee oorzaken aan te geven: de ontwikkeling van de kantorensector en de snelle technologische ontwikkeling, waardoor een toevloed van kantoorsystemen ontstaat. Het blijkt dat veelal de technische mogelijkheden van deze systemen bepalend zijn voor de beslissing om een kantoorsysteem te installeren en niet de vraag waaraan de klant behoefte heeft. In de literatuur over kantoorautomatisering wordt steeds meer benadrukt dat de voornaamste problemen in het kantoor niet van technologische aard zijn. Het voornaamste probleem is het ontwikkelen van systemen die aan de behoefte van de organisaties en van directe gebruikers voldoen en de menselijke en organisatorische problemen in ontwerp en invoering van systemen. Een onderdeel hiervan is de gebruiksvriendelijkheid van kantoorsystemen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Prof.dr. R.A. Roe (Katholieke Universiteit Brabant) is als adviseur bij dit project betrokken.
- 116 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Door literatuurstudie en veldoriëntatie door middel van workshops, congressen, lezingen e.d. is het onderzoeksterrein verkend. Op grond hiervan zijn enkele interne rapporten verschenen. Na deze verkenning is het onderzoeksterrein afgebakend. De onderzoeksvraag richt zich op het vaststellen van ontwerpregels voor user-interface design. Om deze vraag te beantwoorden Z1Jn laboratorium-experimenten uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn geanalyseerd. De verslaglegging is geschied in de vorm van een drietal congresbijdragen. Verder is de verslaglegging in de vorm van een proefschrift nader uitgewerkt. De aanstelling van de promovendus is per 01 .10.1989 beëindigd. Hij heeft sindsdien in eigen tijd gewerkt aan de afronding van het proefschrift. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Per 01.09.1990 heeft de promovendus een voltijdse functie elders aanvaard. Hij is van plan het proefschrift v66r eind 1991 af te ronden. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1989: Onderzoeker(s): Aantal uren: De Waal 20 Hemelmans Bagchus 10 10 Kragt PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 117 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 3: Menskundige en organisatie-aspekten van automatisering PROJECT T&A/BISA-03: Een group decision support system ( GDSS) voor het begroten van informatiesysteemontwikkelingsprojecten. DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: 1990
VERMOEDELIJK EINDE: 1994
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. P.M. Bagchus - Prof.dr. T.M.A. Bemelmans Dr.ir. F.J. Heemstra i.o.m. prof.dr. T.M.A. Bemelmans - Mevr. M.S. Howard, M.Sc. o.t.v. prof.dr. T.M.A. Bemelmans - Dr. R.J. Kusters i. o.m. prof.dr. T.M.A. Bemelmans Dr. H.F.J.M. van Tuijl i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Doel van het project is te komen tot een verbeterde benadering van het softwarebegrotingsproces. Deze benadering is gebaseerd op het principe van groepsbesluitvorming. Een dergelijke benadering wordt momenteel in de praktijk niet of nauwelijks toegepast. Om deze benadering te ontwikkelen zal d.m.v. veld- en theoretisch onderzoek allereerst een normatief model ontwikkeld worden van de wijze waarop een individuele begroter werkt. Op basis van experimentatie met dit model en ervaringen met anderssoortige groepsbeslissingen wordt een normatief groepsmodel ontwikkeld. Het effekt van het begroten volgens dit normatieve groepsmodel met en zonder geautomatiseerde hulpmiddelen zal met behulp van experimenten worden getest. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de literatuur en de praktijk wordt gesignaleerd dat het begroten van informatiesysteem-ontwikkeling meer dan eens problemen oplevert (Kemerer, 1987; Verneren Tate, 1990; Heemstra, 1989; Boehm, 1981). Dit geldt in het bijzonder voor die gevallen waarin er sprake is van grote onzekerheid. Grote onzekerheid betekent dat er we1n1g of geen duidelijkheid bestaat over het te ontwikkelen produkt, niet bekend is op welke wijze het informatiesysteem moet worden gerealiseerd en welke middelen c.q. mensen hierbij moeten worden ingezet (Heemstra, 1990). Een dergelijke situatie treedt vooral op bij aanvang van ontwikkelingsprojecten. Toch zullen ook in een vroeg stadium de belanghebbenden (ontwikkelaar, opdrachtgever, gebruiker) een indicatie willen hebben van de benodigde inspanning, het tijdstip van opleveringen en de kosten. De bestaande begratingsmethoden en -technieken schieten in deze tekort gezien de enorme overschrijdingen van budgetten en doorlooptijden. Uit de promotie-onderzoeken van - 118 -
I
Heemstra (1989) en Van Genuchten(1990/1991) komt naar voren dat begroten onder grote onzekerheden niet een vraagstuk is dat met behulp van rekenkundige modellen kan worden opgelost. Zij signaleren dat het veel meer een menskundig en organisatorisch vraagstuk is. Bij het opstellen van een begroting spelen ondermeer de volgende vragen: wie wil het produkt en waarom, wie wordt bij het project betrokken en voor hoelang, hoe vertrouwd is het ontwikkelteam met de onderhavige problematiek, hoe groot is tijdsdruk op het project, hoeveel gebruikers zijn er, etc. De antwoorden op deze vragen geven een indicatie van de haalbaarheid c.q. risico van het project en helpen de ontwikkelaar en opdrachtgever een prognose te maken van kosten en doorlooptijd. Het beantwoorden van dit soort vragen vereist veel expertise van zowel management, ontwikkelaars als gebruikers. Beslissingen over de haalbaarheid en risico's van een project, indikaties over benodigde inspanning en doorlooptijd, vooraf signaleren waar mogelijke problemen zullen ontstaan en hierop anticiperen, zijn alle zaken die vragen om een groepsoordeel (Heemst ra, Kusters en Van Genuchten, 1989) . In de promotie-onderzoeken van Heemstra en van Genuchten komt naar voren dat in de dagelijkse praktijk begroten slechts incidenteel wordt gezien als een groepstaak. De eerste vraag die in het onderzoek moet worden beantwoord is: Zijn begrotingen gemaakt met behulp van een nog te ontwikkelen normatief groepsmodel beter dan de gangbare begrotingen. De verwachting die in de literatuur wordt uitgesproken is dat de informatie die een dergelijke groep nodig heeft bij het struktureren van het probleemveld en het nemen van beslissingen in dergelijke onzekere situaties, ondersteund kan worden door gebruik te maken van informatietechnologie (IT) en in het bijzonder van GDSS (Special van MIS Quarterly over GDSS, december 1988). Dit leidt tot de tweede vraagstelling. Deze luidt als volgt: In hoeverre zijn begrotingen gerealiseerd met behulp van GDSS, al dan niet ondersteund door informatietechnologie, beter dan begrotingen gerealiseerd met behulp van alleen het normatieve groepsmodel. Door middel van prototypes, referentiesystemen e.d. kan de groep in haar besluitvorming worden ondersteund. Ondersteuning kan ook plaatsvinden door de individuen van de groep te confronteren met ervaringsgegevens van oude projecten. Onder ervaringsgegevens dient men onder meer te verstaan begrotingsen realisatiegegevens en risicoprofielen van afgesloten automatiseringsprojecten. Verder ook gegevens over oorzaken van het uit de hand lopen van eerdere projecten. Met behulp van uitgebreide opvraagfaciliteiten worden de groepsleden in de gelegenheid gesteld naar eigen goeddunken gebruik te maken van dit soort gegevens. Verder moet worden opgemerkt dat genoemde ondersteuning niet alleen geldt voor een nieuw op te starten project, maar ook voor het herbegroten van lopende projecten. Immers, naarmate een project vordert, stijgt het inzicht in het te ontwikkelen informatiesysteem, de in te zetten middelen en de wijze waarop het systeem gerealiseerd kan worden. Met andere woorden, de onzekerheid daalt en uitspraken over benodigde inspanning, tijd en geld kunnen nauwkeuriger worden. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Internationaal: Prof.dr. J.F. Nunamaker en Dr. R. Vogel, University of Arizona, USA
- 119 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek bouwt voort op het promotie-onderzoek van Heemstra (1989). In december 1989 is een werkbezoek gebracht aan de universiteit van Arizona ter voorbereiding van het onderzoek. Arizona (Vogel) is bereid het onderzoek aktief te steunen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is de aio-aanvraag geformuleerd, ingediend bij de VCW en door deze van een positief advies voorzien. Per 1-9-1990 is Mevrouw M. Howard, M.Sc. aangesteld als uitvoerend onderzoeker ten behoeve van het project. Een aangepaste versie van de aanvraag is ingediend bij NWO (SION) en gehonoreerd. De eerste maanden van de aanstelling van de aio zijn besteed aan literatuurstudie op het gebied van software-cost estimation, de uitwerking van een case op dit gebied en een nadere oriëntatie op het werk van de Arizona groep, o.a. via een werkbezoek van Dr. D. Vogel aan de faculteit en via deelname aan het International Congress on Information Systems (Kopenhagen, december 1990). KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Bijdrage aan International Conference on Information Systems (ICIS) in New York (dec. 1991). Auteurs Howard, Van Genuchten, Heemstra en Kusters. Ti tel bijdrage: Group decision in the realm of software cost estimation. Bijdrage aan European Software Cost Modelling Meeting in Noordwijkerhout (juni 1991). Auteurs Howard, van Genuchten, Heemstra en Kusters. Titel bijdrage: Group interaction: a better approach to software cost estimation. Artikel in Informatie. Titel: Groepsbesluitvorming bij het begroten van software ontwikkeling: beschrijving van een experiment. Auteurs Howard, Van Genuchten, Heemstra en Kusters. Descriptieve taakanalyse uit te voeren bij een tiental informatiemanagers die een case krijgen voorgelegd die inhoudt dat een begroting van een software-ontwikkelingsproject moet worden gemaakt. Ontwikkeling van een normatief model voor het begroten van software-ontwikkelingsprojecten. Planning capaciteit 1991 Bagchus Bemelmans Heemstra Howard Kusters van Tuijl
50 50 150 1200 50 100
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: onderzoeker(s): Aantal uren: 20 Bagchus Bemelmans 20 75 Heemstra Howard (AIO) 300 20 Kusters van Tuijl 50
- 120 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Howard, M.S.: Predicting Fault Diagnosis Behavior, In and Out of the Cockpit. Voordracht Annual Human Factors Conference in Orlando, Florida, october 1990. BISA
- 121 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE THEMA 3: Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering PROJECT T&A-16; Informatievoorziening voor nieuwe organisatievormen DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technologie en Arbeid (T&A) Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) AANVANG: 1990
VERMOEDELIJK EINDE: 1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. P.M. Bagchus - Dr. F.M. van Eijnatten i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus - Dr. ir. F.J. Heemstra i.o.m. prof.dr. T. Bemelmans - Ir. J.M.J. Loeffen i.o.m. prof.dr. P.M. Bagchus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het project heeft tot doel het exploreren van de relatie tussen organisatie en informatie in nader te bepalen, specifieke bedrijfssituaties. Met name wordt geconcentreerd op het ontwikkelen van een beschrijvingsmethodiek die zowel voor deskundigen op sociotechnisch gebied als voor deskundigen op informatiekundig gebied inzichtelijk en bruikbaar is ten behoeve van analyse en herontwerp. Het project 'Informatievoorziening voor nieuwe organisatievormen' beoogt: a. Inzicht te verschaffen in kenmerkende overeenkomsten en verschillen van de W1Jze waarop sociotechnici en informatiedeskundigen organisatie en informatie beschrijven en analyseren. b. Inzicht te verschaffen in praktische uitgangspunten die sociotechnici en informatiedeskundigen hanteren in concrete projecten. c. Inzicht te verschaffen in methodische werkwijzen die sociotechnici en informatiedeskundigen hanteren om organisatie en informatie te ontwerpen. d. Inzicht te verschaffen in wat de wederzijdse bijdrage van concepten uit beide paradigma's kan zijn voor theorie en praktijk. e. Ontwikkeling van een methodiek waarmee informatie en organisatie in onderlinge samenhang kunnen worden beschreven, geanalyseerd en vormgegeven. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het onderzoek komt voort uit de constatering dat experts op organisatiekundig gebied de relatie tussen organisatie en informatie fundamenteel anders beschrijven dan experts op informatiekundig gebied dat doen. Ook is er ogenschijnlijk een geringe overlap tussen gehanteerde concepten. Dit belemmert het gemeenschappelijk werken aan het meer geïntegreerde ontwerp van organisatie en informatie. Omdat multi-disciplinaire samenwerking steeds vaker nodig is voor het oplossen van praktijkproblemen, onderstreept dit feit het - 122 -
wetenschappelijk en maatschappelijk belang van het onderzoek. Het project bouwt voort op de ontwikkelde expertise op het gebied van Sociotechniek (T&A) en Informatiesystemen (BISA). Het onderzoek kan worden opgevat als verwant aan het onderzoeksthema 'Taakstructurering en Werkorganisatie (VF-Werk en Organisatie, thema 2). Met name sluit het aan bij het project Sociotechniek van Continue Stroom Produktie, waarin meer integratie tussen produktie, besturingsen informatiestructuur wordt voorgesteld. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Het project heeft een vakgroepsoverschrijdend karakter. voorts wordt geparticipeerd in het onderzoeksstimuleringsprogramma Technologie, Arbeid en Organisatie (TAO), dat wordt geleid vanuit het MERIT te Maastricht, en dat wordt gesubsidieerd vanuit de Ministeries van Onderwijs en Wetenschappen, Economische Zaken en Sociale Zaken. Via TAO is de onderzoeker aangesloten op het MODEM-netwerk, waardoor uitwisseling op Europees nivo mogelijk is (Frankrijk, zweden, Engeland, Duitsland, België). Deelgenomen wordt aan het NGI/SAIA 'kwaliteit van de arbeid'-netwerk te Amsterdam. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 werden de relaties tussen de vakgroepen gelegd, en het onderzoeksvoorstel inhoudelijk nader uitgewerkt. Op verschillende momenten is het conceptvoorstel op (beide) vakgroepsnivo('s) bediscussieerd en op onderdelen aangepast. In 1990 werd een presentatie op een internationaal congres gehouden en werden externe contacten gelegd. In 1990 werden bedrijven en instellingen benaderd in verband met het uitvoeren van het onderzoek. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 zal naar verwachting de methode die in het onderzoek gebruikt gaat worden, nader worden uitgewerkt. Daarbij zal een combinatie gemaakt worden van sociotechnische en informatietechnische benaderingen. In 1991 zal naar verwachting een eerste case studie-onderzoek worden uitgevoerd. Daarbij staat een samenhangende beschrijving van de feitelijke structuur van de organisatie en het aangetroffen informatiesysteem centraal. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Bagchus 50 Van Eijnatten 282 Heemstra 70 Loeffen 963
- 123 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIE Eijnatten, F.M. van; Loeffen, J.M.J.: Some comments about information systems design for production control from the perspective of an integral sociotechnical organization philosophy. Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Technische Bedrijfskunde, vakgroep Technologie en Arbeid, BDK/T&A 003 (ARW 02 TUE), april 1990, pp. 17. T&A OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Loeffen, J.M.J.: Informatievoorziening voor nieuwe organisatievormen: een onderzoek naar de relatie tussen organisatie en informatie vanuit sociotechnisch perspectief. Technische universiteit Eindhoven, Faculteit Technische Bedrijfskunde, vakgroep Technologie en Arbeid, dissertatievoorstel, 1990, pp. 15. T&A Eijnatten, F.M. van; Loeffen, J.M.J.: Informatie-architectuur en organisatie-structuur: een sociotechnische benadering. Voordracht Instituut Informatie-Technologie voor Produktieautomatisering (ITP), Eindhoven, 9 februari 1990. T&A Loeffen, J.M.J.: Some comments about information systems design for production control from the perspective of an integral sociotechnical design philosophy. Paper presented at the conference Computer, Man and Organization, Nivelles, Belgium, 9-11 mei 1990. T&A Loeffen, J.M.J.: Onderzoeksplan: het sociotechnisch ontwerp van informatiesystemen. Voordracht TAO-industriecluster, Utrecht, 15 oktober 1990. T&A
- 124 -
VF-PROGRAMMA WERK EN ORGANISATIE VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA BEHEERSINGSSYSTEMEN THEMA 3: Menskundige en organisatie-aspecten van automatisering PROJECT T&A/BISA/ORS-01: Informatieverwerking bij beslissingsondersteunende systemen in de logistiek DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technologie en Arbeid (T&A) Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Operationele Research en statistiek (ORS) AANVANG: oktober 1988
VERMOEDELIJK EINDE: oktober 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. P.M. Bagchus o.t.v. Prof.dr. P.M. Bagchus - Ir. A.A.A. den Boer - Prof.drs. J. Moraal - Prof.dr.ir. J.C. Wortmann - Prof.dr. J. Wijngaard Drs. T.W. van der schaaf i.o.m. prof.dr. J. Moraal KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: In het project wordt het beslissingsgedrag onderzocht van functionarissen die veel informatie moeten verwerken en veel beslissingen moeten nemen en daarbij gebruik maken van beslissingsondersteunende systemen. Dit project richt zich op het informatieverwerkingsen beslissingsgedrag van materiaalbehoefteplanners. De volgende resultaten worden van het project verwacht: verbetering van het besluitvormingsproces van de materiaalbehoefteplanner; adviezen voor het ontwerp van beslissingsondersteunende systemen t.b.v. logistieke beslissingen; adviezen met betrekking tot de 1 interface 1 tussen het systeem en zijn gebruikers. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In Nederland wordt de functie van materiaal-behoefteplanner door naar schatting 10.000 mensen vervuld. Er zijn op dit moment ongeveer 50 standaardprogramma 1 s op de markt. De omzet van hardware- en softwarebureaus op het gebied van logistieke besturingssystemen bedraagt zeker 100 miljoen gulden per jaar. Van de wijze waarop de materiaalplanner tot beslissingen komt en van de wijze waarop hij daarbij door het systeem wordt ondersteund is echter zeer weinig bekend.
- 125 -
Door de snelle automatisering en informatisering ontstaan steeds meer functies waarin mensen gebruik maken van geautomatiseerde hulpmiddelen die het nemen van beslissingen kunnen ondersteunen. Kernvragen bij het gebruik van dergelijke systemen zijn: wordt door van deze systemen gebruik te maken de kwaliteit van de besluitvorming echt verbeterd? Komt de ter beschikking gestelde informatie tegemoet aan de behoeften van de beslisser? Hoe verloopt het beslissingsproces zonder dit hulpmiddel en op welke W1JZe brengt het hulpmiddel hier verandering in? Hoeveel van de beschikbare informatie wordt werkelijk gebruikt? Steeds meer wint de overtuiging veld dat de ontwikkeling van beslissingsondersteunende systemen alleen goed kan geschieden als men voldoende kennis heeft van de wijze waarop menselijke informatieverwerking verloopt. Er is echter te weinig contact en te we1n1g samenwerking tussen deskundigen op het gebied van menselijke informatieverwerking en ontwerpers van systemen. De hoofdstroom in de psychologisch-besliskundige literatuur is fundamenteel-theoretisch van aard. Aan toepassingsgericht onderzoek is relatief minder aandacht besteed. Voor de systeembouwer is het primair van belang dat het systeem werkt. De vraag hoe de gebruiker ermee omgaat valt grotendeels buiten zijn professionele probleemstelling. In dit project wordt getracht de resultaten van onderzoek naar beslissingsgedrag te gebruiken als een uitgangspunt bij de ontwikkeling van beslissingsondersteunende systemen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Het project is een samenwerking tussen drie VF-programma's en eveneens tussen drie vakgroepen. Voorts wordt samengewerkt met het Instituut voor Zintuigfysiologie/TNO (dr. J. Raaijmakers en prof.drs. J. Moraal), waar sterk verwant onderzoek wordt uitgevoerd naar informatieverwerking en beslissingsgedrag in 'command and control systems'. Ook wordt samengewerkt met de Groep Ergonomie van Hoogovens IJmuiden (prof .dr. J. Algera), waar een soortgelijk project wordt uitgevoerd onder de ti tel 'Ergonomische richtlijnen voor logistieke planningsfuncties'. Tenslotte wordt nauw samengewerkt met de bedrijven waarin het project wordt uitgevoerd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het project is eind 1988 gestart. Een projectvoorstel werd ingediend. Er werd een a.i.o.-plaats aangevraagd en toegewezen. Met verschillende bedrijven werden afspraken gemaakt over samenwerking. Per 1 oktober 1988 werd ir. A.A.A. den Boer aangesteld als a.i.o. op dit project. In de maanden november en december is een eerste oriënterende casestudie uitgevoerd bij DAF Trucks. De samenwerking met TNO werd geformaliseerd. In de eerste helft van 1989 is een tweede oriënterende case-studie uitgevoerd bij een kunststofverwerkend bedrijf. Eind 1989 is het onderzoekmodel en plan van aanpak vastgesteld.
-
126 -
De vervolganalyse start bij DAF Trucks. Volvo Born en Fokker zijn betrokken in het onderzoek. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Een vervolgonderzoek bij 10 materiaalplanners op de afdeling Verwerving Koopdelen Eindhoven van DAF-TRUCKS is afgerond in juni 1990. Het onderzoek betrof een kwantitatieve analyse van menselijke en nietmenselijke factoren die de totstandkoming van de logistieke performance in interactie bepalen. De conclusies van dit onderzoek hebben geleid tot een nieuw ontwerp voor een verbeterde interface voor de materiaalplanners. In november 1990 is een presentatie gehouden voor het logistieke management; hier is het ontwerpvoorstel besproken en goedgekeurd. Het ontwerp van de verbeterde interface zal worden geïmplementeerd bij DAF. Een HIO-stagiair is voor 5 maanden aangetrokken voor de programmatechnische uitvoering van het ontwikkelde tool per januari 1991. De effectiviteit van het tool zal worden gemeten met behulp van een evaluatie-onderzoek. Veldonderzoek; Fokker In februari 1990 is een presentatie voor het logistiek management bij Fokker gehouden en zijn vervolgens diverse gesprekken gevoerd met sleutelfunktionarissen. Een oriënterend onderzoek en gesprekken met enkele materiaalplanners hebben plaatsgevonden op de afdeling Materiaal verwerving in mei. Op deze afdeling werken een 10-tal materiaalplanners. Er is besloten een kwantitatieve analyse over verschillende maanden uit te voeren, analoog aan het onderzoek zoals bij DAF is uitgevoerd. De opzet voor deze analyse is gereed. De uitvoering van de data-analyse kan niet eerder starten dan januari 1991, wegens invoering van nieuwe automatisering binnen de afdeling in het najaar 1990. Laboratorium experiment In overleg met TNO is een onderzoeksopzet afgerond voor het uit te voeren experiment in de periode april-augustus 1991. In het experiment wordt een logistieke verwervingtaak gesimuleerd. Het experiment beoogt te onderzoeken welk type informatie (interface) effectief is voor de menselijke beslisser in de complexe, dynamische en stochastische besturingssituatie. Het informatieverwerkings- en beslisgedrag van proefpersonen wordt gemeten en vergeleken bij de verschillende experimentele condities. Per conditie is een ander type interface toegankelijk voor de proefpersoon. Een (tweede) HIO-stagiair is voor een periode van 10 weken aangetrokken voor het schrijven van de software voor het experiment. De eerste geprekken vonden in december 1990 plaats. Het programma zal worden afgerond in februari-maart 1991. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN 1991: In de eerste helft van 1991 wordt de software van de laboratoriumexperimenten geschreven en getest. Vanaf april zouden de eerste experimenten kunnen worden uitgevoerd. Parallel aan eerstgenoemde periode wordt de interface voor de materiaalplanners bij DAF gemaakt en ingevoerd. Evaluatie van de effectiviteit van dit tool kan pas hierna plaatsvinden. Rapportage hiervan zal vermoedelijk in september plaatsvinden. Gedurende het eerste halfjaar van 1991 worden data van Fokker verwerkt en geanalyseerd. Eindrapportage hiervan zal vermoedelijk in augustus plaatsvinden. De wenselijkheid van een
- 127 -
(additioneel) enquete-onderzoek bij materiaalplanners produktiebedrijven in Nederland wordt overwogen.
in
andere
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Bagchus 100 Den Boer (AIO) 1650 Wortmann 35 Wijngaard 35 Van der Schaaf 40 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Bagchus, P . M. : Mens en Organisatie in Bedrijfskundig Perspectief. Inleiding gehouden op het Bedrijfskunde congres 1990 ter gelegenheid van 25 jaar Technische Bedrijfskunde Eindhoven, 2 november 1990. T&A Boer, A.A.A. den: Beslisgedrag in een complexe, dynamische en onzekere logistieke besturingssituatie. Paper gepresenteerd op AIO-Congres van de Werkgemeenschap Arbeids- en Organisatiepsychologie (WAOP), Amsterdam, 28 september 1990, pp. 9. T&A Boer, A.A.A. den: Beslisgedrag in een complexe, dynamische en onzekere logistieke besturingssituatie. Paper gepresenteerd op AIO-congres van het Landelijke AIO-netwerk voor Bedrijfskundige Promovendi (LAIOOB), Ede, 9 november 1990, pp. 9. T&A Boer, A.A.A. den: bij beslissingsondersteunende TUE-onderzoek: Informatieverwerking systemen in de logistiek. Interne notitie vakgroep Technologie en Arbeid, Technische Universiteit Eindhoven, pp. 11. T&A Boer, A.A.A. den: Human Decision Making and Performance in a Logistic, Dynamic, Complex and Stochastic Control Setting. The theoretica! framing of A PBOproject. Interne notitie vakgroep Technologie en Arbeid, Technische Universiteit Eindhoven, pp. 17. T&A Boer, A.A.A. den: Verslag bedrijfsbezoeken FOKKER en voorstel. Interne notitie FOKKER, Eindhoven, pp. 20. T&A Boer, A.A.A. den: Resultaten analyse materiaalplanning VKE DAF-Trucks Eindhoven. TUEonderzoek: Informatieverwerking bij beslissingsondersteunende systemen in de logistiek. Interne notitie DAF-Trucks, Eindhoven, pp. 28. T&A Voordracht TAO-industriecluster, Utrecht, 15 oktober 1990. T&A - 128 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN Algemeen Dit programma is per 1 januari 1985 van start gegaan. Het betreft een samenwerkingsverband tussen de Faculteiten Technische Bedrijfskunde en Wiskunde & Informatica. Het programma is in 1989 door diverse instanties (KIVI/SION) positief beoordeeld. Op grond hiervan wordt het programma voor de periode 1990-1994 in een uitgebreidere vorm voortgezet. In deze onderzoeksrapportage van de Faculteit Technische Bedrijfskunde treft men alleen een verslag aan over het deelgebied dat door de Technische Bedrijfskunde wordt bestreken. Voor de goede orde Z1J opgemerkt dat in het verslagjaar 1990 ook goede voortgang is geboekt in de onderlinge samenwerking tussen de onderzoeksgroepen in de verschillende faculteiten. Men zie hiervoor het verslag van het VFprogramma als geheel, dat afzonderlijk wordt uitgebracht. De omvang van het beschermde deel van het programma, waarover hier wordt gerapporteerd, betreft ruim 8 fte wetenschappelijk personeel. Binnen de Faculteit Technische Bedrijfskunde is door de volgende vakgroepen een verplichting aangegaan: Vakgroe:e BE BISA KBS ORS T&A TPS
fte {toegezegd} 0,25 5,40 0,25 0,25 0,60 0,40
fte (gerealiseerg 129Q} 0,50 6,00 0,00 1, 40 0,50 0,20
OMSCHRIJVING Informatietechnologie wordt in principe binnen organisaties ingezet voor drie doeleinden: Verhoging van de functionaliteit en bruikbaarheid van eindprodukten en diensten (dit terrein wordt vaak aangeduid met de term embedded software). Ondersteuning bij de uitvoering van een primair proces. Tot dit terrein behoort onder andere fabricage-automatisering. Ondersteuning bij bestuurlijke informatieverzorging (bestuurlijke informatiesystemen c.q. kantoorautomatisering). Object van onderzoek binnen de faculteit Technische Bedrijfskunde z1Jn met name de beide laatstgenoemde zaken. Binnen dat onderzoek kan men twee hoofdlijnen onderkennen, te weten: Onderzoek naar de methodologie van het ontwikkelen en beheren van informatiesystemen; Theorievorming over bepaalde typen informatiesystemen in bepaalde toepassingsgebieden. Het onderwerp methodologie stond reeds centraal in het afgeronde VFprogramma Informatiesystemen 1985-1989. Duidelijk is geworden dat het oorspronkelijke thema 'methodologie' zich niet moet beperken tot alleen het wiskundige, formele aspect van het ontwikkelen en beheren van informatiesystemen, hoe belangrijk dit aspect ook is (zie thema - 129 -
'Formele Specificaties' binnen het deel van dit programma dat door Informatica wordt uitgevoerd). Het bedrijfskundig onderzoek zal derhalve eveneens andere aspecten omvatten zoals economische waardering en evaluatie, gebruikersparticipatie, sociotechnisch ontwerp, kwaliteit van informatiesystemen etc. Een en ander heeft geleid tot een differentiatie van het onderwerp 'methodologie in twee onderzoeksthema's voor de periode 1990-1994: Ontwerpmethodologie voor informatiesystemen; Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering. 1
Wat betreft theorievorming over bepaalde typen informatiesystemen in bepaalde toepassingsgebieden is de lijn van het vorige programma doorgetrokken en is opnieuw gekozen voor een dergelijk thema in de periode 1990-1994, nl: 'Informatiesystemen in de produktie en logistiek 1 • Een dergelijke keuze ligt voor de hand, lettende op de jarenlange onderzoekstraditie en de beschikbaarheid van onderzoekers op het gebied van produktiebeheersing en logistiek. In vergelijking met het vroegere programma is er een nieuw onderzoeksthema expliciet toegevoegd, namelijk 'Computer Integrated Manufacturing'. Dit thema is de laatste jaren enorm in belang gegroeid, zowel qua aanzetten in de theorievorming als in de praktische toepassing. De faculteit beoogt op dit gebied primair inventariserend en ordenend onderzoek. VOORTGANG VAN HET ONDERZOEK De vier bovengenoemde thema's z1 Jn conform plan ter hand genomen. De beloofde inspanning wordt door de feitelijke inspanning nog overtroffen, met een enkele uitzondering.
In dit eerste jaar van het hernieuwde VF-programma is het thema 1, 'methodologie', het meest verankerd in het vroegere onderzoek. Om deze reden is hier ook het meeste resultaat in de vorm van publikaties geboekt. Het zwaartepunt ligt nog op het subthema 'applicatie-ontwikkeling', maar daarnaast begint het subthema 'infrastructuren' uit te groeien. Er is een begin gemaakt met het subthema 'kwaliteit'. Ten aanzien van thema 2, 'menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering', is voortgebouwd op het reeds bestaande subthema 'begroten en beheersen van automatiseringsprojecten'. In twee andere subthema's zijn (promotie-)projecten gestart, namelijk 'informatie- en organisatie-structuren, en 'werkplek-automatisering en ergonomie'. De beoogde samenwerking met het VF-programma 'Werk en Organisatie' wordt hiermee gerealiseerd. Thema 3, 'informatiesystemen in produktie en logistiek', bestaat allereerst uit het subthema 'intelligente produktmodellering". Dit werk leidt begin 1991 tot een promotie en er wordt een prototype gerealiseerd. De voortgang is goed. Het subthema 'experimentele informatiesystemen' is met een promotieproject op het gebied van ordervoorbereiding in de enkelstuksproduktie en enkele kleinere activiteiten gestart. Het subthema 'EDI' wordt bestreken door slechts een enkel promotieproject, maar zal door de komst van een deeltijdhoogleraar op dit gebied worden versterkt. De beoogde samenwerking tussen VF-Beheersing en VF-Informatiesystemen wordt zeker gerealiseerd.
- 130 -
I
Het vierde thema, CIM, is als thema binnen VF-Informatiesystemen een nieuw thema. Het leidt tot de betrokkenheid van de vakgroep TPS bij dit VF-programma en wordt inmiddels gedragen door drie promotie-projecten. De benoeming van een deeltijdhoogleraar specifiek op dit gebied geeft veel vertrouwen in de verdere uitbouw.
- 131 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN THEMA 1: Ontwerpmethodologie voor Informatiesystemen Projekt BISA-04: Gestructureerd ontwikkelen van informatiesystemen (GOGIS) Projekt BISA-08: Informatiebeleid en -planning Projekt BISA-11: Kennis- en expertsystemen DEELNEMENDE VAKGROEP: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) AANVANG: 1985
EINDE: 1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Prof. dr. T.M.A. Bemelmans (projectleider) Ir. J.J.M. Trienekens i.o.m. prof. dr. T.M.A. Bemelmans i.o.m. prof. dr. T.M.A. Bemelmans Dr. R.J. Kusters Ir. drs. R. Schuwer i.o.m. prof. dr. T.M.A. Bemelmans Ir. C.J. van Antwerpen o.t.v. prof. dr. T.M.A. Bemelmans KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het thema ontwerpmethodologie is reeds jaren een speerpunt qua onderzoek binnen de vakgroep. Sinds begin 1990 is het programma Informatiesystemen geherstructureerd. Voor het thema ntwerpmethodologie heeft dit geleid tot drie onderzoekclusters, te weten: Cluster 1.1: het ontwikkelen en beheren van infrastructuren Cluster 1.2: het ontwikkelen en beheren van applicaties Cluster 1.3: kwaliteit en performance indicatoren van informatiesystemen. Binnen het eerste cluster wordt het gebied afgedekt van informatiestrategie, methoden voor beleidsvorming en -planning, strategisch assessment van informatietechnologie, portfoliomanagement e.d. Reden om te spreken van het ontwikkelen en beheren van infrastructuren is dat tal van automatiseringszaken op dit ogenblik daadwerkelijk behoren tot de gemeenschappelijke voorzieningen met een lange termijn duurzaamheid. Tot infrastructuren behoren niet alleen technische voorzieningen, maar eveneens gemeenschappelijke kennis- en databestanden, gemeenschappelijk applicatiegebruik en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen. Dit cluster bouwt voort op het projekt BISA-08 'Informatiebeleid en -planning' (zie onderzoekrapportage 1989). Het tweede cluster, het ontwikkelen en beheren van applicaties, is inmiddels nationaal en internationaal reeds een gevestigd onderzoeksgebied. Zaken die hiertoe behoren zijn o.a. methoden, technieken en (geautomatiseerde) hulpmiddelen voor informatiesysteemontwikkeling, projekt- en programmamanagement en bedrijfskundige veranderingsmethoden. Dit cluster bouwt voort op het projekt BISA-04 'Gestructureerd ontwikkelen van informatiesystemen - 132 -
{GOGIS) en BISA-11, 'Kennis- en expertsystemen' {zie onderzoekrapportage 1989). Het derde cluster, kwaliteit en performance indicatoren, is opgevoerd als afzonderlijk onderzoekgebied om redenen van relevantie en urgentie. De 'state of the art' met betrekking tot kwaliteitsbeheersing en toetsing in informatica en informatiekunde is dat er nog relatief we1n1g onderzoek is gedaan op dit terrein en er derhalve ook nog niet zoiets bestaat als een 'praktische' theorie. Dit cluster is nieuw maar is wel gerelateerd aan het projekt BISA-07 'Begroten van automatiseringsprojekten', dat inmiddels is ondergebracht in het tweede thema van dit VF-programma. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Binnen het vakgebied Informatiesystemen heeft methodologie steeds een centrale plaats ingenomen en zal dat ook blijven doen. Methodologie is immers het omvattende theoretische kader waarbinnen ontwerpmethoden, technieken en geautomatiseerde hulpmiddelen tot stand komen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt samengewerkt met met name: 1. faculteit wiskunde en informatica TUE 2. faculteiten informatica en informatiekunde in Nederland binnen de SION {Stichting Informatica Onderzoek Nederland) 3. buitenlandse universiteiten binnen IFIP 8.1 en 8.2 kaders {International Federation of Information Processing) 4. industriële organisaties en overige organisaties waaronder Philips, AKZO, DAF, IBM, Digital Equipment, Unisys, Serc {Software Engineering Research Centrum), BSO, Twijnstra Gudde, Kleynveld Bosboom Hegener, rijksoverheid, NZI, Bolesian, IPL-TNO/TUE. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In de afgelopen jaren zijn op het onderzoekgebied Methodologie 12 promoties met succes afgerond. Daarnaast zijn er ruim 100 artikelen gepubliceerd en ruim 200 lezingen en conferentiebijdragen verzorgd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 rondde dr.ir. N.J.W. Greveling zijn proefschrift af over informatieplanstudies binnen het onderzoekscluster 'Infrastructuren'. Binnen het subthema 'Applicatie-ontwikkeling' zijn twee proefschriften door interne medewerkers in voorbereiding, een op het onderwerp 'Ontwikkelscenario's' en een op het onderwerp 'Kennis- en expertsystemen'. Verder zijn diverse externe promovendi op dit terrein bezig met een dissertatie. Het derde subthema 'Kwaliteit' heeft in het najaar 1990 formeel vorm gekregen binnen een researchprogramma van SERC (Software Engineering Research Centrum) met prof. Bemelmans als een van de programmabegeleiders.
- 133 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: Afronding van een tot twee proefschriften, publikatie van 10 tot 15 artikelen en continuering van de ruim 50 lezingen en conferentiebijdragen per jaar. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker{s): Aantal uren: Bemelmans 850 Trienekens 1200 van Antwerpen (aio) 400 400 Kusters Schuwer 600 Bakker 0 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: DISSERTATIES Greveling, N.J.W.: Informatieplanstudie: model voor strategie. Promotoren: Prof.dr. T.M.A. Bemelmans, Prof.dr. J.A.M. Theeuwes. Eindhoven, 26 oktober 1990, pp. 300. Academie Service, Schoonhoven, 1990, ISBN 9062336388, pp. 300. BISA WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Bakker, J.J.A.: Een bedrijfskundig model voor de analyse van informatiestromen. Informatie, 32, 1, pp. 34-44. BE Bemelmans, T.M.A.: Ontwikkelingen rondom informatietechnologie. In: Informatiemanagement bij de overheid, red. W. van 't Spijker e.a .. SOU-uitgeverij, Den Haag, 1990, pp. 53-68. BISA Bemelmans, T.M.A.: Sturing en informatie. In: Sturing van zorgverlening, kwaliteit en informatie, red. J. Lettink, F. vd Velde. NZI publikatienr. 90.672, Utrecht, 1990, pp. 39-42. BISA Bemelmans, T.M.A.; Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange: een overzicht. Informatie, 32, 9, september 1990, pp. 681 - 692. BISA Bemelmans, T.M.A.: Organisatie, communicatie en informatie. In: Informatievoorziening in dienst van effectiviteitsverbetering: een wenkend perspectief, Red. T. Huppes. Stenfert Kroese BV, Leiden, 1990, pp. 19-41. BISA Peverelli, R.G.; Schuwer, R.V.: Planner, een expertsysteem voor communicatieplanning. Informatie, 32, 5, 1990, pp. 433-439. BISA
- 134 -
Eiben, A.E.; Schuwer, R.V.: Kennissystemen, een formeel model. In: H.J. van den Herik, N.J.I. Mars (eds.), Proceedings NAIC'90, Kerkrade, 1990, ISBN 90-5005-034-4, pp. 81-91. BISA Broek, G.M.C.M., van de; Abbink Spaink, H.; Schuwer, R.V.: Ervaringen met specificaties voor kennissystemen. Informatie, 32, 6, 1990, pp. 531-536, BISA Schuwer, R.V.; Kusters, R.J.: Toegevoegde waarde van kennissystemen. Informatie, 32, 12, 1990, pp. 1039-1046. BISA Trienekens, J.J.M.: Informatiesystemen, Bestuurlijk en Administratief. Handboek Industriële Automatisering. Kluwer, Utrecht, 1990, pp. 13-43. BISA VAKPUBLIRATIES Bemelmans, T.M.A.: Invoering case tools, CA Techniek in Bedrijf. VNU publikaties, 8, 5, mei 1990, pp. 8-13. BISA Bemelmans, T.M.A.: Wat je niet leert, conferentiebijdrage NIOC. Maastricht, 12 mei 1990, pp. 1-5. BISA Bemelmans, T.M.A.: Rooskleurig over computer en beleid. Bundel Tussen computer en beleid, RCC, Apeldoorn, 1990, pp. 9-14. BISA Bemelmans, T.M.A.: Redactioneel Uittree en intree. Informatie, 32, 2, 1990, p. 107. BISA Bemelmans, T.M.A.: Redactioneel Wisseling van de wacht. Informatie, 32, 4, 1990, p. 323. BISA Bemelmans, T.M.A.: C. Gane, Rapid Systems Development. Using structured Techniques and Relational Technology, Prentice Hall, Englewood Cliffs, New Jersey, 1989. Boekbespreking, Informatie, 32, 3, 1990, p. 305. BISA Trienekens, J.J.M.; Reeken, A.J. van: Effectiviteit van workbenches. In opdracht van het Software Engineering Centrum (SERC), Utrecht. SERC, report 90/08, Utrecht, 1990, pp. 23. BISA Visser, S.; J.J.M. Trienekens: ontwikkelingen in de Informatietechnologie, gaan we er wel goed mee om? NGI-magazine, 5, februari 1990, pp. 13-14. BISA
- 135 -
Schuwer, R.V.: H. Farreny, AI and expertise: Beuristic Search, Inference Engines, Automatic Proving, Ellis Horwood Limited, Chicester, 1989. Boekbespreking, Informatie, 32, 1990, p. 728. BISA OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Bemelmans, T.M.A.: Organiseren en Automatiseren, casus Gemeentelijk Sociale Dienst. Open Universiteit, Heerlen, 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Onderzoek in EDI. Korte lezing EDI-forum, Amsterdam, 11 januari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatica en Informatiekunde: State of the art. Dagcursus OIK, Nijmegen, 18 januari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatietechnologie en -management. Leergang Informatica Management, Wolfheze, 23 januari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiestrategie en logistiek binnen gemeenten. Leergang Management bij de Overheid, Utrecht, 25 januari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatietechnologie en Informatiestrategie. Nakomdag Dagopleiding Informatie- Analyse, Breukelen, 1 februari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Datastructurering bij informatieplanning. PAO Informatiebeleid, Eindhoven, 7 februari 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Onderhoudsautomatisering. SICON, Oosterbeek, 15 maart 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiestrategie. PAO-BIK, Utrecht, 28 maart 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatietechnologie. MBA-opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 30 april 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Automatiseringshulpmiddelen. MBA-opleiding TUE-KUB, Veldhoven,
mei 1990. BISA
Bemelmans, T.M.A.: wat je niet leert. Onderwijscongres NIOC, Maastricht 12 mei 1990. BISA
- 136 -
Bemelmans, T.M.A.: Onderwijsmanagement en Ontwikkeling van IS. Leergang Onderwijsmanagement, Apeldoorn, 16 mei 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiestrategie. Leergang Onderwijsmanagement Apeldoorn, 17 mei 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Case tools: invoeringsaspecten. HEAO-congres, Arnhem, 23 mei 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Rooskleurig over Computer en Beleid. Ministerie van Binnenlandse Zaken, afscheid J. Roos, Den Haag, 1 juni 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: ISS en Ismod. Lezing IBM-studiecontract, Technische Universiteit Eindhoven, 13 juni 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Datamanagement. Leergang Informatica Management, Wolfheeze, 18 juni 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Onderzoeksbeleid binnen de overheid. Binnenlandse Zaken, Den Haag, 19 juni 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatietechnologie: Trends en Ontwikkelingen. HEAO-Bedrijfsinformatica, Eindhoven, 5 juli 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Bedrijfskundig ontwikkelen van informatiesystemen. MBA-opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 3 september 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Paradigma's en paradoxen bij systeemontwikkeling. VRI-NOVI, Echteld, 25 september 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiemanagement. Leergang Informatica Management, Bennebroek, 2 oktober 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiestrategie. Lezing NCR, Apeldoorn, 22 oktober 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Paradigma's bij informatiesystemen. Leergang SIOO, Utrecht, 23 oktober 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiebeleid en -planning. Psychiatrisch Centrum, Venray, 24 oktober 1990. BISA
- 137 -
Bemelmans, T.M.A.: Onderhoud en automatisering. SICON, Oosterbeek, 25 oktober 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Datamanagement. PAO-Informatiestrategie, Eindhoven, 26 oktober 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Bedrijfskundig ontwikkelen van informatiesystemen. Gastcollege Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 6 november 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Informatiebeleid en -planning. Discussie PAO Informatie-architectuur, Eindhoven, 9 november 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Organisatie- en informatietypologieën. Leergang SIOO, Utrecht, 13 november 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Beheersen van software. PAO cursus Begroten en beheersen van software-ontwikkeling, Eindhoven, 14 november 1990. BISA Bemelmans, T.M.A.: Van architectuur naar infrastructuur. Lezing IBM, Corsendonk, België, 21 november 1990. BISA Schuwer, R.V.: Kennissystemen, een formeel model en toepassingen. Voordracht Nederlandse AI Conferentie, Kerkrade, 14 juni 1990. BISA Schuwer, R.V.: Kennissystemen. Lezing MBA-opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 4 september 1990. BISA Van Reeken, A.J.; Trienekens, J.J.M.: What determines the effectiveness of Case-tools? Answers suggested by empirica! research. Fourth International Workshop on Computer Aided Software Engineering. Volume 2, IEEE Computer Society Press, Los Alamitos, USA, 1990, pp. 3. To appear in proceedings. Trienekens, J.J.M.: Architectuur van Informatiesystemen. Lezing Leergang Informatica Management, Wolfheze, 23 april en 28 mei 1990. BISA Trienekens, J.J.M.: Informatiemanagement. Lezing Instituut voor Bedrijfswetenschappen, Utrecht, 31 januari 1990. BISA
- 138 -
Trienekens, J.J.M.: Inleiding informatiebeleid en -planning. Presentatie PAO-cursus Informatiearchitectuur, Eindhoven, 5 februari en 25 oktober 1990. BISA Trienekens, J.J.M.: De architectuur van de informatievoorziening. Presentatie PAO-curus Informatiearchitectuur, Eindhoven, 7 februari en 9 november 1990. BISA Trienekens, J.J.M.: De informatiebeleids- en planningscase TB-G. Presentatie PAO-cursus Informatie-architectuur, Eindhoven, 5 en 6 februari 1990. BISA Trienekens, J.J.M.: Methoden voor systeemontwikkeling. Lezing MBA-opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 4 september 1990. BISA Trienekens, J.J.M.: Informatie-architectuur. Lezing Provincie Zuid-Holland, Den Haag, 19 juni 1990. BISA Trienekens J.J.M. (ed.): Informatiemanagement, syllabus cursus General Management. Kluwer, Utrecht, 1990, pp. 135. BISA
- 139 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN THEMA 2:
Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering (MOA)
Projekt BISA/T&A-02: Menskundige en organisatie-aspecten van de automatisering (MOA) Projekt BISA-07: Begroten en beheersen van automatiseringsprojecten DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Technologie en Arbeid (T&A) AANVANG: 1990
EINDE: 1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: prof. dr. P.M. Bagchus prof. dr. T.M.A. Bemelmans ir. R. Cullen (aio) o.t.v. Prof.dr. P.M. Bagchus ir. M.J.I.M. van Genuchten (aio) o.t.v. Prof.dr. T.M.A. Bemelmans dr. A.H. Gomes de Mesquita i.o.m. Prof.dr.ir. J.C. Wortmann dr. ir. F.J. Heemstra (projectleider) i.o.m. Prof.dr. T.M.A. Bemelmans dr. ir. G.H. van der Heiden i.o.m. Prof.dr. P.M. Bagchus dr. ir. H. Kragt i.o.m. Prof.dr. P.M. Bagchus i.o.m. Prof.dr. T.M.A. Bemelmans dr. R.J. Kusters dr. H.F.J.M. van Tuyl i.o.m. Prof.dr. P.M. Bagchus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Uit de resultaten van het methodologie-onderzoek in het vroegere VFprogramma Informatiesystemen 1985-1989 is gebleken dat het succesvol ontwikkelen en beheersen van informatiesystemen in belangrijke mate wordt bepaald door economische, menskundige en organisatiestructuren. Verder is naar voren gekomen dat informatietechnologie belangrijke positieve mogelijkheden biedt voor andere organisatiestrukturen en een andere inrichting van individuele werkplekken. Dat is een andere visie dan men doorgaans in de literatuur aantreft. In die literatuur concentreert men zich op mogelijke negatieve gevolgen van automatisering en op mogelijkheden van correctief ingrijpen nadat automatisering is ingevoerd. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Belangrijke aanleiding voor het onderzoek is de grote industriële en maatschappelijke relevantie van economische, menskundige en organisatie- aspecten in genoemd onderwerp. Wetenschappelijk gezien is het onderwerp uitdagend, gezien het feit dat theorievorming en een methodologisch raamwerk nog summier zijn, maar wel noodzakelijk.
- 140 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt samengewerkt met 1. De Vrije Universiteit van Amsterdam (prof. dr. J.C. van Vliet) 2. De Universiteit van Arizona (dr. D. Vogel) RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het thema is per 1 januari 1990 opgestart. Om een goed beeld te krijgen van de onderzoeksresultaten is het van belang de drie bestaande projecten binnen het thema MOA te onderscheiden (zie voorwaardelijk gefinancierd onderzoekprogramma 1990-1994, TUE, sept. 1990). Deze zijn: 1. 2. 3.
Informatie- en organisatiestrukturen; Werkplekautomatisering en ergonomie; Begroten en beheersen van automatiseringsprojecten.
Binnen het VF-programma Werk en Organisatie wordt eveneens een thema MOA onderscheiden met daarbinnen overeenkomstige projecten. Een en ander betekent dat door beide VF-programma's binnen beide MOA thema's gezamenlijk onderzoek wordt uitgevoerd. Voor deze wetenschappelijke rapportage betekent dit dat op sommige punten wordt verwezen naar een project binnen VF-2. De eerste twee projecten zijn gestart per 1-1-1990. Er kan daarom geen melding worden gemaakt van wetenschappelijke resultaten tot 1990. Wat betreft het project BISA-07 'Begroten en beheersen van automatiseringsprojecten' geldt dat het project reeds een aantal jaren loopt en heeft geresulteerd in een proefschrift, diverse artikelen en vele lezingen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Wat betreft de resultaten van het project 'Informatie- en organisatiestrukturen' wordt verwezen naar het overeenkomstige project binnen het gelijknamige thema binnen het VF-programma Werk en Organisatie. Het betreft hier in concreto het onderzoekwerk van ir. J. Loeffen (onder directe begeleiding van Dr. F. van Eijnatten (VF-Werk en Organisatie) en Dr.ir. F.J. Heemstra (VF-Informatiesystemen). Wat betreft het project T&A-16 'Informatievoorziening voor nieuwe organisatievormen', BISA/T&A-02 'Werkplekautomatisering en ergonomie' geldt dat het onderzoek weliswaar per 1-1-1990 is gedefinieerd, maar pas per 1-9-1990 is gestart. Annex aan dit project wordt een promotieonderzoek uitgevoerd door ir. R. Cullen, onder directe begeleiding van Dr.ir H. Kragt (VF-Werk en Organisatie) en Dr.ir. F.J. Heemstra (VFInformatiesystemen). Wat betreft het project BISA-07 'Begroten en beheersen van automatiseringsprojecten' geldt dat er in 1990 diverse artikelen zijn gepubliceerd en een groot aantal lezingen is verzorgd. Bovendien is per 1-9-1990 ir. M. Howard gestart met een promotie-onderzoek in aansluiting op genoemd project (onder directe begeleiding van dr.ir F.J. Heemstra en Dr. H.F.J.M. van Tuyl). KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: In 1991 wordt het promotie-onderzoek van ir. M. van Genuchten afgerond. Daarnaast zijn weer diverse artikelen en lezingen gepland.
- 141 -
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDBESTEDING IN 1990: Onderzoeker ( s) : Aantal uren: Bagchus 50 Bemelmans 150 Cullen (aio) 512 Van Genuchten (aio) 600 Gomes de Mesquita 50 Heemst ra 600 van der Heiden 25 Kragt 150 Kusters 400 Van Tuyl 100 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Heemstra, F .J.: Beheersen en onzekerheid. Informatie, 32, 2, pp. 192-200, 1990. BISA Heemstra, F .J.: What about software cost estimation models. Proceedings of the 5th Jerusalem Conference on Information Technology, IEEE Computer Society, Jerusalem, 22-25 oktober, 1990, pp. 11. BISA Heemstra, F.J.; Kusters, R.J.: Function Point Analysis; a better way of cost estimation? Proceedings of the European COCOMO users' group, Bottley, 21-23 mei 1990, pp. 8.1-8.18. BISA Heemstra, F. J. : Efficiënt informatiesystemen ontwikkelen: een bedrijfskundig vraagstuk. Bedrijfskunde, 62, 3, 1990, pp. 244-253. BISA Heemstra, F.J.; Siskens, W.; Van der Stelt, D.: Kostenbeheersing van automatiseringsprojecten. Handboek Praktisch Management Programma. Bocaal Business Press bv, juni 1990 pp. 1-14. BISA Heemstra, F .J.: Hoe duur is programmatuur. Proceedings van de conferentie Informatie Audit projecten. Logica, Woerden, 10 januari 1990, pp. 1-10. BISA Kusters, R.J.; Genuchten, M.J.I.M., van; Heemstra, F.J.: Are software cost estimation models accurate? Information and Software technology, 32, april 1990, pp. 187-190. BISA Kusters, R.J.: Ziekenhuisinformatiesystemen, van de Velde, R., Academie Service, Schoonhoven, 1988. Boekbespreking, Informatie, 32, 6, 1990, pp. 584-585. BISA
- 142 -
VAKPUBLIKATIES Genuchten, M.J.I.M. van: Boekbespreking 'Software engineering management' by H.M. Sneed, Ellis Horwood limited, Chichester, 1990. Informatie, 32, 5, pp. 492-493. BISA Genuchten, M.J.I.M. vani Brethouwers, G.i Boomen, T., van den: Analysis of software maintenance. Philips TMS news, november 1990, pp. 7-10. BISA OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Genuchten, M.J.I.M. van: One way to analyze software development. Note corporate O&E, Philips, september 1990, pp. 22. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Four techniques to analyse software development. Publication Philips Corporate Automation, november 1990, pp. 32. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Why is software behind the times. Presentation at the symposium 'Moving toward new software technologies', Informix Software, Rotterdam, 15 mei 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Analyse van software-ontwikkeling. Presentatie PAO cursus Begroten en beheersen van software-ontwikkeling, Eindhoven, 13 november 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Op weg naar een softwarefabriek. Presentatie PAO cursus Begroten en beheersen van software-ontwikkeling, Eindhoven, 14 november 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Het analyseren van software-ontwikkeling. Presentatie eerste O&E en software dag Philips, Eindhoven, 16 januari 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Delay analysis in software development. Philips Industrial Engineering Conference, Oisterwijk, 7 februari 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Over het gebruik van begrotingsmodellen. Philips Medical Systems, Software cultuurclub, Best, 22 maart 1990. BISA Genuchten, M.J.I.M. van: Inzicht in het uitlopen van software-ontwikkeling. Philips Medica! Systems, Best, 27 maart 1990. BISA
- 143 -
Genuchten, M.J.I.M. van: Het analyseren van software-ontwikkeling. Presentatie Communication Systems, Sopho Configuration Group, Hilversum, 25 april 1990. BISA Heemstra, F.J.: Hoe duur is programmatuur. Lezing Logica Woerden, 10 januari 1990. BISA Heemstra, F.J.: Begrotingsmetboden en modellen. Presentatie PAO cursus Begroten en beheersen van software-ontwikkeling, Eindhoven, 12 november 1990. BISA Heemstra, F.J.: Situationeel begroten. Presentatie PAO cursus Begroten en beheersen van software-ontwikkeling, Eindhoven, 14 november 1990. BISA Heemstra, F.J.: Bedrijfskundig ontwerpen van informatiesystemen binnen een Psychiatrisch centrum. Lezing Psychiatrisch Centrum Venray, 24 oktober 1990. BISA Heemstra, F.J.: Begroten en beheersen van software-ontwikkeling. Lezing MBA opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 4 september 1990. BISA Heemstra, F.J.: Een case voor het bedrijfskundig ontwerpen van informatiesystemen. Lezing MBA opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 3 september 1990. BISA Heemstra, F.J.: Presentatie op de 11th ICIS conference betreffende het Paper: On the economics of the software replacement problem, door Gode, Barua and Mukhopadhyay, Kopenhagen, 18 december 1990. BISA Kusters, R.J.: Function Point Analysis; a better way of cost estimation ? Presentatie op de European COCOMO users groupmeeting, Bottley, 21-23 mei 1990. BISA Kusters, R.J.: De begratingscase JEVE. Presentatie PAO cursus, Begroten en beheersen van softwareontwikkeling, Eindhoven, 13 november 1990. BISA Kusters, R.J.: The use of workload measurement as a tool for nurse manpower planning. Congres Operational Research Applied to Health Services, Wroclaw, 29 juli-3 augustus 1990. BISA Kusters, R.J.: Organisatorische aspecten van opnameplanning. Lezing voor het NVOG, Eindhoven, 5 april 1990. BISA
- 144 -
I
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek ALGEMEEN Hier wordt een gezamenlijk thema in VF-Beheersing en VFInformatiesystemen beschreven. In ieder VF-programma wordt 50% van het totale project verantwoord. Binnen dit thema waren bij de aanvang een drietal subthema's voorzien, namelijk informatiesystemen ter ondersteuning van: 1. 2. 3.
intelligente produktmodellering experimentele logistieke systemen externe logistieke integratie.
Het eerste onderwerp komt in het hiernavolgend verslag naar voren in het project BISA-12, generatieve stuklijsten. Dit project wordt uitgevoerd conform afspraken, en boekt goede voortgang. Begin 1991 zal ir. E.A. van Veen zijn werk op dit gebied afronden met een promotie. Er is prototype software in ontwikkeling, gebaseerd op het werk van Hegge. Er wordt samengewerkt met de fakulteit Wiskunde en Informatica, vakgroep Informatica, teneinde de object-georienteerde benadering op ons probleemgebied toe te passen. Het tweede onderwerp komt in het hiernavolgende verslag onder verschillende projecten naar voren. Allereerst in het project BE/BISA01, waarin de (logistieke) beheersing van engineering werk in enkelstuks-produktie wordt bestudeerd. Vervolgens in de projecten BISA/ORS-01 en -02, waarin de toepassing van nieuwe beheersingsconcepten voor seriematige produktie in informatiesystemen wordt beschreven. Tenslotte het project BISA/ORS-03 waarin informatietechnologie wordt toegepast om inzichten die o.a. binnen VFbeheersingssystemen t.a.v. logistiek zijn ontwikkeld, zichtbaar te maken voor opleidingsdoeleinden. Onder dit onderwerp wordt niet verantwoord het project T&A/BISA/ORS-01: Informatieverwerking bij beslissingsondersteunende systemen in de logistiek; toch moet men de inspanningen die in dit project worden verricht (en die worden verantwoord onder het VF-programma Werk en Organisatie) wel in samenhang met het onderhavige onderwerp beschouwen. Het derde onderwerp, externe logistieke integratie: conceptuele communicatie, wordt hierna gerapporteerd als het project BISA-05: externe logistieke integratie.
- 145 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek PROJECT BISA-12: Intelligente produktmodellering (voorheen: generatieve stuklijsten) DEELNEMENDE VAKGROEP: Bestuurlijke informatiesystemen en automatisering (BISA) AANVANG: 1986
EINDE:
1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Prof. dr. ir. J.C. Wortmann (projectleider) Drs. H.M.H. Hegge i.o.m. prof. dr. ir. J.C. Wortmann Ir. F.J. Faszbender o.t.v. prof. dr. ir. J.C. Wortmann (tot juli 1990) Ir. E.A. van veen o.t.v. prof. dr. ir. J.C. Wortmann (tot 1 september 1990) KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het betreft hier een reeks studies naar intelligente methoden om produkt-documentatie in de vorm van stuklijsten vast te leggen, waarbij ook prototypes worden gebouwd. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Stuklijst-systemen vormen het hart van produktie-informatiesystemen. Reeds in het proefschrift van Van Rijn (1985) bleek, dat stuklijstsystemen in de traditionele vorm een belemmering vormen voor betere decision support systemen in produktie-bedrijven. Daarom is het onderzoek naar intelligentere vormen van stuklijst-representatie ter hand genomen. Dit zijn gewoonlijk de zgn. generatieve stuklijsten. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Formele samenwerkingsverbanden Z1Jn in dit onderzoek aangegaan met DAFTrucks en Philips Medical Systems. Het onderzoek wordt deels gesponsord door Baan Info Systems via het zgn. TUBA-samenwerkingsverband. Binnen de TUE wordt samengewerkt met de groep van Prof. Hammer (technische toepassingen, fakulteit Wsk/I). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Tot 1990 is door van Veen onderzoek verricht naar classificeringen van bestaande beschrijvingswijzen voor het vastleggen van produktkennis. Daarnaast is het generieke-stuklijst-concept ontwikkeld. Dit is getoetst aan de praktijk in het kader van het samenwerkingsverband met DAF-Trucks. Hegge heeft een prototype ontwikkeld voor de generieke stuklijst, waarbij de planningsstuklijsten in de generieke stuklijst kunnen worden geïntegreerd. - 146 -
I
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 heeft van Veen zijn onderzoek naar een algemene beschrijving van de generatieve stuklijst voltooid. Dit heeft geresulteerd in een proefschrift. Hegge is verder gegaan met het bouwen van het prototype voor de generieke stuklijst. Het prototype is uitgebreid met een aantal applicaties, o.a. een tweetal configuratoren. Er is een uitgebreide testcase opgesteld. Een praktijkcase is met het prototype getest. Faszbender heeft een eerste verkenning naar informatiesystemen t.b.v. orderacceptatie voltooid. Verder onderzoek naar informatiesystemen ten behoeve van orderacceptatie is beëindigd wegens vertrek van Faszbender. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 zal de uitbreiding van het prototype met een materiaalbehoeften planningmodule worden voltooid. Over het prototype zullen enkele publikaties verschijnen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Wortmann 250 350 Faszbender (aio) Hegge 400 Van Veen (aio) 500 Van Eekhout (OBP) 300 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Hegge, H.M.H.; Wortmann, J.C.: Generic bill of material: a new product model. Preprint Sixth International Working Seminar on Production Economics. Igls, Austria, 19-23 februari 1990, pp. 501-518. BISA VAKPUBLIKATIE Faszbender, F.J.: Informatievoorziening ten behoeve van klantorderacceptatie: een eerste verkenning. Intern rapport EUT/BDK/40, Eindhoven, 1990, pp. 18. BISA OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Hegge, H.M.H.: Generic bill of material: a new product model. Presentatie Sixth International Working Seminar on Production Economics. Igls, Austria, 19-23 februari, 1990. BISA Wortmann, J.C.: De rol van informatiesystemen in logistiek en produktie. IBO, Zeist, 12 februari 1990. BISA
- 147 -
Wortmann, J.C.: Standaardsoftware voor produktiebesturing. Lezing in de cursus Manufacturing Resources Planning (ITP), Oisterwijk, 16 maart 1990 en Mierlo, 26 oktober 1990. BISA Wortmann, J.C.: De keuze en invoering van een standaardsoftware-pakket. Lezing t.b.v. een logistieke opleiding binnen AKZO-coatings, Noordwijk, 18 april 1990. BISA Wortmann, J.C.: Informatiebeleid en -planning vanuit logistiek perspectief. Bijdrage aan de Leergang Informatie Management (Pandata), Wolfheeze, 19 juni 1990. BISA Wortmann, J.C.: Rendementsverbetering door logistiek -- de rol van simulatie. Lezing op de PPA-dagen, Holland Electronica, Amsterdam, 14 november 1990. BISA Wortmann, J.C.: Flexibility of production control information systems. Conference 'Beyond MRP II', ELA (European Logistics Association). Den Haag, 21 november 1990. BISA Wortmann, J.C.: Informatiesystemen en integratie tussen logistieke activiteiten. Studiemiddag 'Integratie in logistiek als strategie', EUR, Rotterdam, 26 november 1990. BISA Wortmann, J.C.: Informatiesystemen voor klanten-order gestuurde produktie. Middag georganiseerd door Digital Equipment Co. en Waterland B.V., Utrecht, 29 november 1990. BISA
- 148 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in Produktie en Logistiek PROJECT BE/BISA-01: Informatiesystemen voor Besturing van Ordervoorbereiding bij 'Engineer-ta-order' produktiebedrijven DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bedrijfseconomie (BE) Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) AANVANG: 1988
EINDE:1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof. dr. J.A.M. Theeuwes (projectleider) - Prof. dr. ir. J.C. Wortmann - Ir. D.R. Muntslag o.t.v. prof. dr. J.A.M. Theeuwes KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Verkennende studie naar de mogelijkheden van besturing van het ordervoorbereidingatraject in een engineer-ta-order produktiesituatie. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Engineer-ta-order situaties blijken een we1n1g planmatig verloop te hebben. De economische resultaten van 'engineering orders' vertonen een zeer grillig verloop. Een betere beheersing van het ordervoorbereidingsproces zou tot een beter voorspelbaar verloop van de orderafwikkeling kunnen leiden. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Het onderzoek wordt in nauwe samenwerking met een machinefabriek gerealiseerd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Een grondige beschrijving van het ordervoorbereidingstraject in engineer-ta-order situaties is gemaakt in termen van een informatiemodel. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Uitwerking van een casus en ontwikkeling van een besturings-informatie model voor deze casus. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Uitwerken van een concept-dissertatie.
- 149 -
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Theeuwes 175 Wortmann 50 Muntslag (aio) 660 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Theeuwes, J.A.M.: Bedrijfskundige aspecten van informatiesystemen. Bedrijfskunde, 62, 3, 1990, pp. 230-233. BE Wortmann, J.C.: Towards one-of-a-kind production: the future of European industry. Proceedings APMS '90 (Advances in production management systems). Helsinki, augustus 1990, pp. 41-49. BISA VAKPUBLIKATIES Muntslag, D.R.: De toepassing van vaardigheden bij de specificatie van het bewerkingsvoorschrift. Report EUT/BDK/37, Eindhoven, 1990. BE Muntslag, D.R.; Verstegen, M.F.G.M.: Manufacturing Resources Planning. Praktijkhandboek Financieel Management, aflevering 9, september 1990, X.3.4.-01 - X.3.4.-24. BE OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Muntslag, D.R.: Logistiek Management. 3-daagse workshop Euroforum, 14 t/m 16 februari 1990, 19 t/m 21 november 1990. BE
- 150 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek PROJECT BISA/ORS-01: Experimentele logistieke informatiesystemen: MPS functie DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Operationele Research en Statistiek {ORS) AANVANG: 1988
EINDE:
1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Prof. dr. ir. J.C. Wortmannen Prof. dr. J. Wijngaard (projectleiders) Ir. P.M.J. Giesberts o.t.v. Prof. dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Oe MPS-functie zoals die uit de literatuur bekend is, vertoont een aantal manco's. In dit onderzoek wordt een verbeterde MPS-functie nagestreefd, waarbij ook helderheid wordt verschaft over de eisen die moeten worden gesteld aan de informatievoorziening. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Langzamerhand komt in de logistieke praktijk de MPS-functie steeds nadrukkelijker aan de orde. Het blijkt, dat de huidige opvattingen over het MPS sterk worden geïnspireerd door de beschikbare software. oe implementatie gaat echter op vele plaatsen moeizaam. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Dit onderzoek wordt uitgevoerd samen met BAAN Info Systems te Barneveld, in het kader van de TUBA-overeenkomst. Ir. Giesberts wordt voor 50% door Baan gesponsord. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Na een gedegen studie van literatuur en beschikbare software is in diverse bedrijven een casestudy uitgevoerd naar het feitelijk functioneren en mogelijke verbeteringen van de MPS-functie. Hierover is in diverse wetenschappelijke en vaktechnische publikaties verslag gemaakt. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In het kader van het promotie-onderzoek van Giesberts 'Verbetering MPSfunctie' is m.n. gewerkt aan de ontwikkeling van een algemeen raamwerk voor MPS. Het werk heeft bijgedragen aan de twee leerboeken die door Bertrand/Wijngaard/Wortmann onder KBS/ORS-01 zijn gerapporteerd.
- 151 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Ontwikkeling algemeen kader MPS-functie. Uitwerking mogelijkheden verbetering MPS-module in standaard software. Schrijven artikel over klantenorder ontkoppelpunt. Schrijven artikel over modulariteit. Simulatie-onderzoek naar de wijze waarop een MPS produktieflexibiliteit kan representeren. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Giesberts (aio) 1360 Wortmann 50 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Van Rijn, Th.M.J.; Wortmann, J.C.: MRP II bij stroomsgewijze produktie. In Handboek industriële automatisering, Vermeulen, A.A.M. (red.), 1990, Deel IV, hoofdstuk 3.3, 40 pp. Wortmann, J.C.: Rendementeverbetering door logistiek, de rol van simulatie. congresboek PPA-dagen, Holland Electronica/Kluwer, november 1990. BISA VAKPUBLIKATIES Giesberts, P.M.J.; Wijngaard, J.: Reducing inventories, using product structure modularity. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/13, Eindhoven, mei 1990, pp. 1-15. ORS Giesberts, P.M.J.; Wijngaard, J.: Top down versus bottom up forecasting. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/14, Eindhoven, mei 1990, pp. 1-14. ORS Giesberts, P.M.J.: Afstemming van distributiebesturing en MPS: een detaillering van het Logistiek Concept bij AKZO Coatings. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/15 (vertrouwelijk), Eindhoven, mei 1990, pp. 1-40. ORS Giesberts, P.M.J.: Ontwerp van een produktiebeheersingssysteem bij SKF. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/16 (vertrouwelijk), Eindhoven, juli 1990, pp. 1-57. ORS Giesberts, P.M.J.: Ontwerp van een productiebeheersingssysteem bij SKF. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/16 (vertrouwelijk), Eindhoven, juli 1990, pp. 1-57. ORS
- 152 -
OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Giesberts, P.M.J.: Master Production Scheduling: New Requirements On Structure. voordracht op Sixth-International Werking Seminar on Production Economics, Igls, Austria, februari 1990. ORS Giesberts, P.M.J.: Mogelijkheden voor produktiebeheersing bij SKF: een projectvoorstel. Voordracht Management Team bij SKF Transportwielen B.V., Veenendaal, mei 1990. ORS Giesberts, P.M.J.: Logistiek concept voor De Hoop papierfabrieken. Adviesrapport voor De Hoop (vertrouwelijk), Apeldoorn, maart 1990. ORS Giesberts, P.M.J.: Berekenen van planningsslack. Adviesrapport voor De Hoop (vertrouwelijk), Apeldoorn, november 1990. ORS
- 153 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek PROJECT BISA/ORS-02: Experimentele logistieke informatiesystemen: Materiaal-coördinatie DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1989
EINDE:
onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Prof. dr. ir. J.C. Wortmannen Prof. dr. J. Wijngaard (projectleiders) Dr. K.H. van Donselaar o.t.v. Prof. dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Dit onderzoek behelst een toetsing in de vorm van een experimenteel informatiesysteem van de ideeën die zijn ontwikkeld in het proefschrift van van Donselaar (1989). AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de praktijk en in de theorie blijkt de alom gebruikte MRP-methode van materiaal-coördinatie nogal wat nadelen te hebben. In theorie worden verbeteringavoorstellen ontwikkeld in een eerder project. Het ligt voor de hand, deze ideeën te toetsen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt samengewerkt met het TNO-instituut IPL (voorheen ITP), waar Van Donselaar deeltijds werkt en met DAF-Trucks, waar experimentele software wordt ontwikkeld. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Tot 1990 is nauwelijks aan dit project gewerkt (maar wel aan het theoretisch werk). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is met DAF-Trucks een samenwerkingsverband aangegaan: hierin zijn functionele specificaties voor een LRP-software pakket opgesteld. DAF is begonnen met de programmering. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991 : Voortzetting toepassingsonderzoek LRP bij DAF-Trucks.
- 154 -
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: 250 Donselaar 25 Wortmann Wijngaard 25 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Wortmann, J.C.: Materiaal-coördinatie. In Handboek industriële automatisering, Vermeulen, A.A.M. (red.), 1990, Deel I, hoofdstuk 10.3, pp. 45-85. BISA Wortmann, J.C.: Produktie-eenheidbeheersing. In Handboek industriële automatisering, Vermeulen, A.A.M. (red.), 1990, Deel I, hoofdstuk 10.4, pp. 86-105. BISA. VAKPUBLIKATIE Donselaar, K.H. van: A Comparison of Material Coordination Concepts. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/11, Eindhoven, juni 1990, pp. 1-17. ORS (Te verschijnen in de Proceedings van de International Pederation of Operational Research Societies-conferentie, Athene). OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN: Donselaar, K.H. van: A Comparison of material coordination concepts. Voordracht International Pederation of Operation Research Societiesconferentie, Athene, juni 1990. ORS.
- 155 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek PROJECT BISA/ORS-03: Experimentele logistieke informatiesystemen: praktijksimulator DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1990
EINDE:
1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Prof. dr. ir. J.C. Wortmannen Prof. dr. J. Wijngaard (projectleiders) Ir. dr. S.D.P. Flapper o.t.v. Prof. dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het betreft hier een project om aan de hand van een praktijksimulatie logistieke effecten te demonstreren. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Bij de verspreiding van onderzoeksresultaten van VF-Produktie- en logistieke beheersing blijkt het zeer moeilijk met klassieke middelen (d.w.z. geschriften) allerlei inzichten over te dragen aan de praktijk. Het onderhavige onderzoek probeert m.b.v. informatietechnologie deze situatie te verbeteren. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt samengewerkt met de groep van Prof. van Hee en met het TNOinstituut IPL. Internationaal wordt samengewerkt met diverse Europese instituten. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Geen, het onderzoek is in 1990 gestart. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Een eerste versie van het prototype van dit simulatiegereedschap is klaar. Hierover is gerapporteerd bij verschillende gelegenheden. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het prototype zal in 1991 worden afgerond. Daarna zal worden bekeken, in hoeverre de ontwikkeling van definitieve software haalbaar is.
- 156 -
NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker(s): 700 Flapper 10 Wortmann PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIES Flapper, S.D.P.: A Flight Simulator for Logistic Managers and Planners. Modelling and Simulation. Proceedings of the 1990 European Simulation Multiconference, Nürnberg, 10-13 juni, 1990, pp. 374-379. ORS Flapper, S. D.P.: Trainer's and Trainee's manual Flight Simulator. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/01, Eindhoven, juni 1990, pp. 1-10. ORS Flapper, S.D.P.: On the Forecasting of Cash Flows. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/02, Eindhoven, september 1990, pp. 1-15. ORS OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Flapper, S.D.: TUE Logistic Flight Simulator Project. TUE Bedrijfskunde, Wiskunde en ITP, Eindhoven, 5 maart 1990. ORS Flapper, S.D.: TUE Logistic Flight Simulator Project. WISE annual meeting te Veldhoven (TUE Informatica), Veldhoven, 13 december 1990. ORS Flapper, S.D.P.: TUE Logistic Flight Simulator Project. Voordracht Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Wiskunde en ITP, Eindhoven, 5 mei 1990. ORS Flapper, S.D.P.: TUE Logistic Flight Simulator Project. Voordracht 1990 European Simulation Multiconference, Nurnberg, 12 juni 1990. ORS Flapper, S.D.: TUE Logistic Flight Simulator. Abstract, East-West congres on Engineering education, Krakow, september 1990, 1 p. ORS Flapper, S.D.P.: TUE Logistic Flight Simulator Project. Voordracht WISE Annual Meeting, Veldhoven, 13 december 1990. ORS Wortmann, J.c.: One of a kind production. University of Aalborg, lezing, Aalborg, 27 augustus 1990. BISA - 157 -
Wortmann, J.C. : Modular design of integrated databases in production management systems. University of Aalborg, lezing, Aalborg, 27 augustus 1990. BISA
- 158 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN VF-PROGRAMMA PRODUKTIE- EN LOGISTIEKE BEHEERSING THEMA 3: Informatiesystemen in produktie en logistiek Project BISA-05: Externe logistieke integratie DEELNEMENDE VAKGROEP: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) AANVANG: 1988
EINDE:
1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. T.M.A. Bemelmans (projectleider) - Ir. C. Kreuwels o.t.v. prof.dr. T.M.A. Bemelmans - Ir. w. Veldhuis i.o.m. prof. dr. T.M.A. Bemelmans (tot 1-3-90) - Prof.dr.ir. J.C. Wortmann KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Uiteindelijk beoogt dit project, voor communicatie-structuren soortgelijke conceptuele modellen te ontwikkelen, als heden ten dage voor data-strukturen reeds algemeen geaccepteerd zijn. Het onderhavige project legt daarmee de grondslag voor het subthema 'communicatiestructuren' dat in thema 1 van VF-Informatiesystemen is beschreven. Om te beginnen wordt in het onderhavige project het promotieproject van Kreuwels, de communicatiestructuur tussen ondernemingen op het gebied van de logistiek in kaart gebracht. De ontwikkelingen op het gebied van standaardisatie m.b.t. EDI (Electronic Data Interchange) zijn juist t.a.v. logistieke communicatie in een enorme stroomversnelling terecht gekomen. Het onderzoek van Kreuwels richt zich op de voorwaarden waaronder EDI in de logistiek tot ontwikkeling kan komen, en de gevolgen die dit heeft voor de organisatie en informatiesystemen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de huidige praktijk wordt communicatie nog steeds erg adhoc geregeld. Een systematische methodologie voor het ontwikkelen van communicatiestructuren vergt allereerst, dat men deze strukturen op conceptueel niveau kan beschrijven. SAMENWERKINGSVERBANDEN: In 1990 is samengewerkt met DAF-Trucks en met Philips. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Er is geïnventariseerd hoe de ontwikkeling van EDI gestalte zou moeten krijgen. Met name is bekeken hoe de problemen bij het invoeren van EDI aangepakt moeten worden. Zie verder onder resultaten van het onderzoek in 1990. - 159 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is een aantal hypothesen m.b.t. organisatorische randvoorwaarden van EDI, organisatorische gevolgen van EDI, en gevolgen voor informatiesystemen nader uitgewerkt. De contracten met Baan en DAF-Trucks zijn afgesloten, het contact met Philips is geïntensiveerd in de vorm van participatie in een Europees projekt. Het contact met Baan is afgesloten in de vorm van een artikel in Informatie, dat zal verschijnen in januari 1991. Het contact met DAF-Trucks is afgesloten in de vorm van het Odettehandboek, geschreven als hulp bij het invoeren van EDI. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991 : In 1991 zal de samenwerking met Philips verder worden geïntensiveerd. In een aantal praktijkgevallen zal worden onderzocht, of de hypothesen die in 1990 zijn geformuleerd, in de praktijk houdbaar blijken. Daarbij ligt het accent op de relatie tussen EDI en Just-In-Time toelevering. Kreuwels zal als medewerker in dienst van Philips aan de praktijktoepassingen meewerken en zal hieraan materiaal ontlenen voor zijn proefschrift. De te verwachten benoeming van een deeltijds hoogleraar 'Logistiek en Informatieverzorging' zal een verdere stimulans voor het onderzoek in 1991 betekenen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker ( s ) : Aantal uren: Bemelmans 50 Kreuwels (aio) 1350 100 Veldhuis Wortmann 80 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Kreuwels, C.M.A.: Externe logistieke communicatie. Proceedings Promovendidagen Informatiesystemen 1990, Noordwijkerhout, 10-12 april 1990, pag. 47-49. BISA Kreuwels, C.M.A.: EOI, one of the means to realize Computer Integrated Manufacturing. Uitgebracht i.o.v. International Institute of Applied Systems Analysis (IIASA), Laxenburg-Wenen, Oostenrijk. IIASA, Laxenburg-Wenen, Oostenrijk, 1990, pp.1-40. BISA Kreuwels, C.M.A.: Impact and strategie issues of Electronic Data Interchange. Proceedings of the Third Electronic Data Interchange Conference, 4-5 juni, 1990, Bled, Yugoslavia, pp. 95-112. BISA Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange. Proceedings of the 5th Jerusalem Conference on Information Technology, 25 october 1990, Jerusalem, Israel. BISA
- 160 -
Bemelmans, T.M.A.: Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange: een overzicht. Informatie, 32, 9, pp. 681-692, september 1990. BISA VAKPUBLIKATIE C.M.A. Kreuwels: EDI Handboek, ir. W.J. Hofman, Tutein Nolthenius, Amsterdam, 1989. Boekbespreking. Informatie, 32, 9, pp. 728-729, Deventer, september 1990. BISA OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Kreuwels, C.M.A.: Externe logistieke communicatie. Lezing op de Promovendidagen Informatiesystemen 1990, Noordwijkerhout, 10-12 april 1990. BISA Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange. Lezing voor E-Dispuut, georganiseerd door Bakkenist, Spits en Co., Amsterdam, 11 januari 1990. BISA Kreuwels, C.M.A.: Impact and strategie issues of Electronic Data Interchange. Lezing op the 3rd EDI-conference, Bled, Yugoslavia, 5 juni 1990. BISA Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange. College voor Doctoraal-studenten van de fakulteiten Bestuurlijke InformatieKunde (BIK) en Bedrijfseconomie van de Katholieke Universiteit Brabant (KUB), Tilburg, 18 september 1990. BISA Kreuwels, C.M.A.: Electronic Data Interchange: een overzicht. Lezing in het kader van de EDI-cyclus van het Nederlands Genootschap van Informatici (NGI), Regio Zuid-Nederland, Eindhoven, 18 september 1990. BISA
- 161 -
VF-PROGRAMMA INFORMATIESYSTEMEN THEMA 4: Computer integrated manufacturing (CIM) Projekt BISA/TPS-01: Computer Integrated Manufacturing (CIM) DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Bestuurlijke Informatiesystemen en Automatisering (BISA) Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: 1990
EINDE: 1994
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: dr.ir. H.J. Pels (projectleider) i.o.m. Prof.dr.ir. J.C. Wortmann prof.ir. P.W. Sanders prof.dr.ir. E.J. Sol ir. P.J.M. Timmermans (aio) o.t.v. Prof.dr.ir. J.C. Wortmann ir. F.J. Erens (aio) o.t.v. Prof.dr.ir. J.C. Wortmann ir. A.A.M. Vermeulen i.o.m. Prof.ir. P.W. Sanders ir. J.A.W.M. Smetsers o.t.v. Prof.dr.ir. J.C. Wortmann KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Door de toenemende complexiteit en de verkorting van de levenscyclus van produkten, alsmede door de intensieve toepassing van informatietechnologie in ontwerp- en produktieprocessen, neemt de hoeveelheid informatie die tussen verschillende onderdelen van het produktieproces moet worden uitgewisseld snel toe. Het onderzoek richt zich met name op twee concrete probleemvelden die hieronder worden beschreven. 1. Engineering Data Base (EDB). Produkt- en processpecificaties zijn gegevens die in toenemende mate worden gedeeld tussen de verschillende functies die betrokken zijn bij het produktieproces. De klassieke databasetheorie vormt een belangrijke basis voor het organiseren en ondersteunen van het gegevensbeheer voor ontwerp en fabricage. Nieuwe problemen worden veroorzaakt door de inherent gedistribueerde infrastructuur, door de complexe structuur van de te beheren gegevens en door de afwijkende karakteristieken van de op de gegevens uit te voeren operaties. Doelstelling van het onderzoek is aangepaste concepten te ontwikkelen voor het modelleren van de gegevens en het organiseren van het beheer ervan. Integratie van CAD-systemen en intelligente produktmodellering is hierbij een concreet toepassingsgebied. 2. Conceptueel raamwerk voor CIM. Integratie van computers vereist koppeling van programmatuur en gegevensbestanden. Toenemende koppeling dreigt te leiden tot toenemende onderhoudsproblemen en verminderde aanpasbaarbeid van het systeem. Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een conceptueel raamwerk voor het ontwerpen van geschikte architecturen om produktiesystemen te structureren en voor het beheersen van de interfaces tussen de aldus bepaalde systeemcomponenten. - 162 -
AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Betere integratie van de verschillende processen die bijdragen aan de produktie van goederen is een belangrijke voorwaarde voor vergroting van concurrentiekracht. Informatietechnologie speelt een belangrijke rol bij die integratie. De bij bedrijfskunde bestaande kennis rond het ontwikkelen van geïntegreerde informatiesystemen en het organiseren van produktieprocessen vormt een goed uitgangspunt voor een zinvolle bijdrage aan de ontwikkeling van Computer Integrated Manufacturing. SAMENWERKINGSVERBANDEN: 1. de vakgroep Informatica van de faculteit Wiskunde en Informatica 2. Instituut voor Produktie en Logistiek TUE/TNO (IPL) 3. Philips Centrum voor Fabricagetechnieken (CFT) 4. Philips Medical Systems Nederland 5. Bremer Institut für Betriebstechnik und Angewandte Arbeitswissenschaft (BIBA) ander Universität Bremen (Prof.dr.ing. B.E. Hirsch, dr.ing. K.D. Thoben) 6. Technical University of Denmark (DTH), Electric Power Engineering Department, Trondheim, Norway (Prof.dr. A. Rolstadas) 7. SINTEF Production Engineering, Trondheim, Norway (Prof.dr. A. Rolstadas) 8. Helsinki University of Technology (HUT) (Dr. E. Eloranta) 9. CIM Research Unit of the University of Galway (CIMRU) (dr. E. Molloy) 10. GRAI Université de Bordeaux, Laboratoire de Productique et d'Automatique (Prof.dr. Guy Doumeingts) 11. Fokker Aircraft Schiphol, Amsterdam (A. Weiss) 12. IBM Nederland bv (E.J. Baars) 13. Digital Cooperative Engineering Centre Eindhoven (C. Kearns). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het thema is per 1 januari 1990 gestart. Het onderzoek bouwt voort op met name het project BISA-02 Databases in het VF-programma Informatiesystemen 1985-1989. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: 1. Project Engineering Data Base. Ir. Erens is medio augustus gestart met Z1Jn promotie-onderzoek in dit project. Zijn onderzoek verricht hij voor 50\ van zijn tijd in dienst van Philips O&E. Voor de aio-plaats die in samenwerking met Philips CFT is toegekend, kon in dit jaar geen geschikte kandidaat worden gevonden. Inmiddels heeft Philips de toegezegde plaats moeten terugtrekken. In het kader van het EG COMETT programma werd, in samenwerking met de stichting PATO, subsidie verkregen voor het ontwikkelen van een driedaagse cursus Engineering Data Management. Hierbij is samengewerkt met Cranfield Information Technology Institute (Cranfield, UK) en PAConsultants (Cambridge, UK). In het kader hiervan heeft uitgebreid literatuuronderzoek plaatsgevonden.
- 163 -
In samenwerking met een aantal Europese onderzoeksinstituten werd een onderzoeksvoorstel ingediend in het kader van ESPRIT II.4.3. Hoewel dit voorstel niet werd gehonoreerd, heeft het wel geleid tot voortgezette samenwerking met een aantal van de partners: BIBA, SINTEF, DTH, HUT, CIMRU, GRAI, IBM en Fokker (zie samenwerkingsverbanden). 2. Conceptueel Raamwerk voor CIM. In het kader van het promotie-onderzoek •semantische Interfaces in CIM' van ir. Timmermans werd het Bdk-CIMlab gemodelleerd en geanalyseerd. Mede hieruit bleek dat Bdk geen basis vormt om een dergelijk laboratorium op voldoend grote schaal te ontwikkelen en in stand te houden. Daarom is besloten het laboratorium niet verder uit te bouwen. Voor verder onderzoek naar semantische interfaces in CIM zal daarom samenwerking worden gezocht met o.m. het Regionaal Centrum werktuigbouwkunde. Daarnaast heeft ir. Timmermans meegewerkt aan het ESPRIT-FoF project. Met het Collaborative Engineering Centre van de firma Digital (DEC-CEC) wordt samengewerkt bij het bouwen van een modelfabriek voor onderzoek naar computer-integratie en toepassing van JIT-principes. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: In 1991 zal een nieuw ESPRIT-voorstel worden voorbereid. De promotieonderzoeken van ir. Timmermans en ir. Erens zullen worden voortgezet. Met ir. Rampersad zal een plan voor een promotie-onderzoek worden opgesteld. In samenwerking met prof. E.J. Sol wordt een aio-voorstel CIM-architecturen voorbereid. Zodra een geschikte kandidaat gevonden wordt voor het EDM-project, zal opnieuw naar een geschikte financiering worden gezocht. Met IPL zal worden samengewerkt met evaluatie van de CIM-OSA architectuur in het kader van het ESPRIT-VOICE project. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Wortmann 320 Sanders 100 20 Sol Pels 580 Timmermans (aio) 1280 Erens (aio) 280 Vermeulen 160 Smetsers 160 PROJEKTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Adam, N.R.; Wortmann, J.C.: Security-Control Methods for statistical databases: a comparative study. ACM Computing Surveys, 21, 4, december 1989, pp. 515-556. BISA
- 164 -
Pels, H.J.: Conceptual Integration of Distributed PMS databases. Proceedings IFIP TC5/WG5.7 Working Conference on Design, Implementation and Operations of Databases for Production Management, Barcelona, Spain, 10-12 mei, 1989. In: Companys, R.; Falster, P.; Burbidge, J.L.; (eds.), Databases for Production Management. North-Holland, Amsterdam, 1990, pp. 91-107. BISA Pels, H.J.; Wortmann, J.C.: Modular Design of Integrated Databases in Production Management Systems. International Journal on Production Planning & Control, 1, 3, 1990, pp. 132-146. BISA Pels, H.J.: Modulaire Decompositie van Gegevensbanken op Basis van Organisatiestructuren. Bedrijfskunde, 62, 3, 1990, pp. 254-267. BISA Timmermans, P.J.M.: Uitwisselbaarheid van CIM-componenten: semantische interfaces in CIM. Proceedings Promovendidagen Informatiesystemen 1990, Noordwijkerhout, 10-12 april 1990, pp. 9-13. BISA Timmermans, P.J.M.: Enhancement of Maintainability of CIM Systems by Modular Decomposition of the Conceptual Scheme. Proceedings of the 13th IRIS conference, Turku, Finland, 12-15 augustus, 1990, pp. 23-36. BISA Timmermans, P.J.M.; Gemert, H.L.M., van; Schalla, A.J.; Marcotte, F.: Organisational and decisional aspects of computer and human integrated manufacturing. Proceedings of the IFIP APMS'90 conference, Helsinki, Finland, 1990, 20-22 augustus 1990, pp. 129-142. BISA Timmermans, P.J.M.; Pels, H.J.: A case study on modular decomposition of a CIM system. Proceedings of the IFIP APMS'90 conference, Helsinki, Finland, 20-22 augustus 1990, pp. 42-53. BISA wortmann, J.c.: Ontwikkelingen in de Bedrijfskunde onder invloed van de informatietechnologie. Congresboek Lustrumcongres Technische Bedrijfskunde TUE, bijdrage nr. 16. Eindhoven, november 1990, pp. 1-8. BISA Kwikkers, R.; Wortmann, J.C.: The ESPRIT-Basic Research Action 3143 after one year. Overview in the first review report of FOF, Brussel, februari 1990. BISA Wortmann, J.C. : Factory of the future (The ESPRIT Basic research action 3143). Proceedings of the COSIMA-Workshop on control systems for integrated manufacturing DEC/TUE, Eindhoven, juli 1990, pp. 96-104. BISA - 165 -
Wortmann, J.c.: Towards one-of-a-kind production: the future of European industry. Proceedings of the IFIP APMS '90 (Advances in production management systems), conference, Helsinki, 21 augustus 1990, pp. 39-48. BISA VAKPUBLIKATIES Pels, H.J.: Meer dan een nieuw jasje. Boekbespreking van: C.J. Date 'An Introduetion to Database Systems, Volume I, Fifth edition', Addison Wesley, 1990. In: Database Magazine, 1, 2, augustus 1990, pp. 54-55. BISA Pels, H.J.: Het Einde van de Corporate Database? Database Magazine, 1, 2, augustus 1990, pp. 47-49. BISA Pels, H.J.: Database: Volwassen, maar nog lang niet Volgroeid. Database Magazine, 1, 1, juni 1990, pp. 62-64. BISA Pels, H.J.: Normaliseren: normaal of niet-normaal? Database Magazine, 1, 5, november 1990, pp. 56-58. BISA OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Pels, H.J.: Database Modelleringstechnieken in een technische omgeving. Lezing Philips CFT/TASS, Eindhoven, april 1990. BISA Pels, H.J.: De Plaats en de Betekenis van Datamodellen. Studiedag Datamodellering in de gezondheidszorg, VIZ, Bunnik, 20 september 1990. BISA Pels, H.J.: Modulaire Decompositie van Gegevensbanken. Leden Vakgroep informatiesystemen Universiteit Leuven, Eindhoven, 18 mei 1990. BISA Pels, H.J.: De Infrastructuur van Gegevens. Leergang Informatie Management, Wolfheze, 19 juni 1990. BISA Wortmann, J.C.; Pels, H.J.: Infrastructures for Integration and Decentralisation. Presentatie ESPRIT-ISA working conference, Eindhoven, 29 november 1990. BISA Pels, H.J.: De Plaats en de Betekenis van Datamodellen. Presentatie MBA opleiding TUE-KUB, Veldhoven, 28 november 1990. BISA
- 166 -
Pels, H.J.: Infrastructuur van gegevens. Presentatie PAO cursus Databases, Eindhoven, 19 en 23 november 1990. BISA Pels, H.J.; Kwikkers, R. (ed.): SMOKE: Support and Management tools for One-of-a-Kind Engineering. ESPRIT Proposal for Area II.4.3, Eindhoven, 10 januari 1990, pp. 98, BISA Pels, H.J.: A Logistics Control Concept for Curver Rubbermaid Group. Rapport ITP, D90ML074, Eindhoven, 14 december 1990 (vertrouwelijk), pp. 20. BISA Timmermans, P.J.M.: Uitwisselbaarheid van CIM-componenten: semantische interfaces in CIM. Presentatie bij Promovendidagen Informatiesystemen, Noordwijkerhout, 11 april 1990. BISA Timmermans, P.J.M.: Enhancement of Maintainability of CIM Systems by Modular Decomposition of the Conceptual Schema. Presentatie tijdens the 13th IRIS conference, Turku, Finland, 14 augustus 1990. BISA Timmermans, P.J.M.: Organisational and decisional aspects of computer and human integrated manufacturing. Presentatie tijdens the IFIP APMS'90 conference, Helsinki, Finland, 21 augustus 1990. BISA Timmermans, P.J.M.: Integration in CIM by modular decomposition of the conceptual scheme. Presentatie aan de Universiteit van Aalborg, Denemarken, 28 november 1990. BISA Timmermans, P.J.M.: Verbeteringen van de integrale logistieke situatie in de schoenenindustrie. (Samen met drs.ing. P.J.G. Pubben, ir. W.J.M. Winkelmolen en ir. R.J.M. Vaessen), Eindhoven, april 1990. BISA Wortmann, J.C.: Het onderzoeksprogramma informatiesystemen. Lezing voor de sectie Informatiesystemen, faculteit toegepaste economie, Katholieke Universiteit Leuven, 9 februari 1990. BISA Wortmann, J.C.: Een inleiding bij het gebruik van CASE-tools. Lezing voor een interne VOLMAC-avond over CASE-tools, TUE, Eindhoven, 27 maart 1990. BISA Wortmann, J.C.: Towards integration of the conceptual model in FOF. Lezing tijdens de FOF-workshop nr. 3, Trondheim, 8 januari 1990. BISA
- 167 -
Wortmann, J.C.: The ESPRIT-Basic Research Action 3143 after one year. Lezing bij de eerste review van het programma FOF, Brussel, 15 februari 1990. BISA Wortmann, J.c.: Het Esprit-project 3143 Factory of the Future. Colloquium Fakulteit Technische Bedrijfskunde, TUE, Eindhoven, 11 april 1990. BISA wortmann, J.c.: Design choices and performance indicators in FOF. Lezing op de FOF-workshop nr. 4, Galway, a mei 1990. BISA Wortmann, J.c.: Factory of the future (The ESPRIT Basic research action 3143). Workshop on control systems for integrated manufacturing DEC/TUE, Eindhoven, 19 juli 1990. BISA Wortmann, J.c.: Computer integrated manufacturing. Lezing in het kader van de logistieke opleiding van TIAS, Tilburg, 26 september 1990. BISA Wortmann, J.c.: Ontwikkelingen in de Bedrijfskunde onder invloed van de informatietechnologie. Lustrumcongres Bedrijfskunde TUE, Eindhoven, 2 november 1990. BISA Wortmann, J.C. : Reference models, drawing models, and particular models. Lezing gehouden op de FOF-workshop nr. 6, Veldhoven, 20 november 1990. BISA Wortmann, J.c. : Bedrijfskundige aspecten van netwerken. Lezing voor de leergang Netwerken in de Industrie 1990 (KIVI/NIRIA), Utrecht, 25 april 1990. BISA Wortmann, J.c.: Modular decomposition of databases. University of Aalborg, area of information systems, Aalborg, 27 augustus 1990. BISA Wortmann, J.c.: Towards one-of-a-kind Production: The future of European Industry. Lezing APMS, Helsinki, 21 augustus 1990. BISA
- 168 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING ALGEMEEN Dit programma is per 01.01.1987 van start gegaan. De omvang van het programma per ultimo 1990 is 5,5 manjaar w.p. per jaar. Aan dit onderzoek wordt meegewerkt door de vakgroepen: Bedrijfseconomie - BE Organisatiekunde - OK Technische Produktiesystemen - TPS Operationele Research en Statistiek - ORS OMSCHRIJVING Produktinnovatie is een onderwerp dat al lange tijd wetenschappelijke belangstelling geniet. Behalve dat innovatie voor de samenleving als geheel belangrijk is, is het vooral voor de individuele onderneming van grote betekenis dat er op tijd vernieuwingen worden aangebracht in het-produktassortiment. Er zijn in de loop van de tijd nogal wat ondernemingen geweest die juist doordat hun produktiepakket niet op tijd werd vernieuwd in moeilijkheden raakten. Innovatieprocessen in ondernemingen verlopen lang niet altijd even soepel en er zijn bepaalde knelpunten die systematische aandacht voor produktinnovatie kunnen belemmeren. Zo is het voor de industrie van grote betekenis dat ondernemingen en technische onderzoekers elkaar weten te vinden. Aandacht voor de bedrijfskundige aspecten van het innoveren in ondernemingen is dan ook noodzakelijk opdat technologische vernieuwingen snel worden vertaald in commercialiseerbare produkten die aansluiten op de marktbehoeften. Juist binnen een technische universiteit, waar technologische veranderingen de kern van de research-activiteiten vormen is de studie van technische produktinnovatieprocessen op haar plaats. Het VF-onderzoekprogramma Innovatie en Industriële Marketing kenmerkt zich doordat het in eerste instantie geörienteerd is op technisch complexe produkten en op bedrijven die leveren aan industriële markten. Een ander kenmerk is de nauwe samenwerking met ondernemingen, waar innovatieprocessen worden bestudeerd. Er zijn daartoe vele contacten met individuele ondernemingen in diverse bedrijfstakken. Innovatie en Marketing van consumentenprodutten is eveneens onderwerp van onderzoek, aangezien dit met name relevant is in samenhang met het onderzoek van de externe logistiek in het VF-programma Produktie- en Logistieke Beheersing. Doelstelling van het programma is het ontwikkelen van instrumenten, modellen en concepten die voor de praktijk van betekenis zijn. Het programma beoogt in wetenschappelijke zin exploratie en theorievorming op het terrein van de technische innovatie en industriële marketing op ondernemingsniveau. Het onderzoeksteam bestaat uit onderzoekers die afkomstig zijn uit de vakgroepen Bedrijfseconomie, Organisatiekunde, Technische Produktiesystemen en Operationele Research en Statistiek. Het zijn specialisten op de gebieden Projectmanagement, Strategische Beleidsvorming, Marketing, Financiering, Organisatiestructurering, Produktiesystemen en Statistiek.
- 169 -
Het produktontwikkelingsproces binnen ondernemingen bevat een R.& D. resp. produktie-technische component en een commerciële component. Deze twee componenten behoren in wisselwerking met elkaar het innovatieproces, vanaf het verzamelen van ideeën tot en met het op de markt introduceren, richting te geven. Daar is innovatie-management en vermogen tot commercialisatie voor nodig. Een derde component naast commercie en techniek is de strategische component: voor innovatie zijn investeringen nodig, die vragen om een economische rechtvaardiging vooraf en economisch technisch beheer tijdens de produktlevenscyclus. Gelet op het voorafgaande kunnen we in dit onderzoekprogramma dan ook drie thema's onderscheiden: 1. Management van innovatieprocessen 2. Marketing en Verkoop 3. Strategisch management We zullen deze thema's hieronder beknopt bespreken: Thema 1: Management van Innovatieprocessen Dit thema richt zich op de wijze waarop organisaties hun produktinnovatie organiseren en beheersen. Om innovatieprocessen effectief en efficiënt te beheersen zullen hiervoor in de praktijk bruikbare organisatie-modellen nodig zijn. Projectmanagement als organisatiemodel voor produktinnovatie is een concreet onderzoeksproject binnen dit thema. Daarbij gaat het om vragen als: wie neemt welke beslissingen wanneer in het innovatieproces en hoe wordt het proces bewaakt en beheerst voorzover het betreft risicomanagement tijdsplanning, de financiële aspecten, kwaliteit en informatie e.d. Een tweede project heeft betrekking op de samenwerking tussen enerzijds de commerciële functie (Marketing en Verkoop) en anderzijds de R.& D. functie. Het onderzoek richt zich op de effectiviteit van de verschillende samenwerking bevorderende instrumenten in organisaties (zie dissertatie Krijger). Een derde project omvat onderzoek naar het innovatief vermogen van ondernemingen. Onderzoek over dit onderwerp richt zich op de vraag wat innovatieve ondernemingen onderscheidt van niet-innovatieve ondernemingen. Welke factoren en organisatiekenmerken zijn bepalend voor de onderneming om bij voortduring innovaties tot stand te brengen: het innovatief vermogen van de onderneming. Tenslotte omvat dit thema theoretisch onderzoek naar de ontwikkeling van de learning/experience/progress curve vanwege het onderliggende proces van vernieuwing. De learning curve is een afbeelding van de relatieve produktiekostendaling die optreedt wanneer de output van een produktiesysteem in de tijd gezien toeneemt. Resumerend omvat dit thema dus onderzoek naar toepassing van projectmanagement en risicomanagement voor innovatieprocessen samenwerking tussen R.& D. en commercie innovatief vermogen van ondernemingen de learning curve.
- 170 -
Thema 2: Marketing en Verkoop Het succes van innovaties wordt mede bepaald door de capaciteit van de onderneming om marktsuccessen te maken van nieuw ontwikkelde produkten. Dit is afhankelijk van de kwaliteit van de marketing en verkoop. Onderzoek binnen dit thema richt zich op: commercialisatie van nieuwe produkten bestemd voor (industriële) markten commerciële samenwerking en interactie tussen (toe-)leveranciers en afnemers. Daarbij ligt het accent op de ontwikkeling van commerciële netwerken tussen partners gericht op het zo succesvol mogelijk opereren op industriële markten en het realiseren van duurzame relaties met afnemers (relatiemanagement) - de rol van de commercieel-technicus in gebieden als service, verkoop, marketing, produktmanagement en inkoop. Inkoop en innovatie is een onderzoekthema dat van grote betekenis is voor die ondernemingen waar ingekochte produkten in sterke mate verantwoordelijk zijn voor de concurrentiepositie op afzetmarkten. Heel duidelijk is dit het geval in de auto-industrie, de machineindustrie en elektrotechnische industrie. Innovatie vereist een actieve rol van het strategisch inkoopmanagement vanaf de eerste fase van het innovatieproces tot en met de laatste fase van de produktlevenscyclus. Op dit terrein is inmiddels een deeltijds hoogleraar benoemd bij de faculteit Technische Bedrijfskunde. Het accent bij onderzoek binnen dit thema ligt op het terrein van de industriële marketing. Voor zover dit relevant is voor de externe logistiek (zie VF-Produktie en Logistieke Beheersing) zal ook aandacht worden besteed aan de marketing van consumentengoederen. Thema 3: Strategisch management Produktinnovatie vereist een groot aantal beslissingen van strategische aard, omdat innovatieprocessen voor de onderneming toekomstbepalende invloed hebben. Innovatie bepaalt mede de koers van de onderneming voor de komende jaren. Daarom is dit thema in het programma opgenomen. Het biedt bovendien de mogelijkheid om de onderzoeksprojecten met een meer strategische oriëntatie, waarvoor in andere VF-programma's van de faculteit Technische Bedrijfskunde geen ruimte en ook geen aansluitingsmogelijkheden bestaan een onderzoekskader te bieden. Op deze wijze kan aan het thema strategie in het faculteitsonderzoek de noodzakelijk geachte aandacht worden gegeven. Voorlopig zijn er binnen dit thema twee projecten te onderscheiden: 1. Economische rechtvaardiging van investeringen in nieuwe technologie 2. Internationalisatie van Technische Produktiesystemen. VOORTGANG VAN HET ONDERZOEK Binnen het thema 1 Management van Innovatieprocessen werd de laatste hand gelegd aan het dissertatieproject over de interactie tussen R.& D. en Marketing. Promotie zal voorjaar 1991 plaatsvinden. Ondersteund door een subsidie van EZ werd met het onderzoeksproject Strategische Innovatie (Ir. A.P. Nagel) verdere voortgang geboekt. Het project zal in 1991 worden voltooid met een dissertatie. In 1990 werd onder auspiciën van EZ/Stipt Medische Technologie een uitgave verzorgd over het onderzoeksproject. Het project Risicomanagement bij produktinnovatieprojecten boekt zichtbare voortgang door een drietal publikaties. - 171 -
Binnen thema 2 Marketing en Verkoop bereikte het dissertatieproject Afzetfinanciering als marketinginstrument het eindstadium. In de eerste helft van 1991 is de promotie voorzien. Als gevolg van problemen bij de bezetting van vacatures, alsmede de grootscheepse reorganisatie bij Philips is vertraging opgetreden bij de overige in de voorbereidingsfase verkerende onderzoeksprojecten. Door het vertrek van de onderzoeker is het project op het terrein van de marketing van toeleveranciers tijdelijk onderbroken. Er is een tussentijds onderzoeksrapport opgesteld. Eind 1990 werd gestart met een onderzoek op het terrein van de relatie Marketing en Logistiek en de betekenis van customer service in dat verband. Binnen thema 3 Strategisch Management werd voortgang geboekt met het onderzoek naar de internationalisatie van technische produktiesystemen. Dit resulteerde in een tweetal publikaties en enkele voordrachten. Ten aanzien van het project Economische rechtvaardiging·van investeringen in nieuwe technologie werd een vertraging opgelopen door tijdrovende interne en externe procedures voor het verwerven van onderzoekgelden, die tot op heden slechts tot 50% financiering hebben geleid. In afwachting van de resultaten van nieuwe pogingen om fondsen te verwerven moet voorlopig nog met verdere vertraging rekening worden gehouden. De bijdrage van de vakgroep ORS (Dr. L. Dijkstra) omvatte onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van kwantitatieve methoden bij casestudies ter ondersteuning van relevante projecten binnen het programma (zie thema 1 project OK-32 en thema 2 project BE-02) SAMENWERKING Interne samenwerking binnen het programma wordt bevorderd door programmacolloquia, die maandelijks plaatsvinden. De externe samenwerking met de faculteit Industrieel Ontwerpen van de T.U. Delft en de Economische Faculteit van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam heeft geleid tot de oprichting van een Nederlandse afdeling van ISPIM (International Society for Product Innovation Management) NLISPIM. Via deze afdeling bestaan er contacten met RUG, UT, TUD, EUR en verschillende bedrijven en met Innovatie Centra. In augustus 1990 vond een eerste bijeenkomst van onderzoekers plaats. Via een van de projecten is er een samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken (StiPT). Voorts zijn er contacten met diverse buitenlandse universiteiten, waaronder Uppsala University, School of Business Administration, Rutgers University, Philadelphia, USA. Met de programmaleiding van het KUB-VF-programma Strategie en Innovatie door middel van informatietechnologie (Prof. P. Ribbers) is overeenstemming bereikt inzake samenwerking in het kader van thema 3, Strategisch Management, in het bijzonder De Economische Rechtvaardiging van investeringen in nieuwe technologie.
- 172 -
CONTINUITBIT Eind 1989 werd het VF-programma door een externe beoordelingscommissie van het KIVI beoordeeld. Het KIVI kwalificeerde het programma met een positief oordeel en de aanbeveling aan het College van Bestuur van de TUE om het programma te continueren. Vanaf 1 januari 1990 is het programma gecontinueerd voor een periode van 5 jaar, met voor 1990 een omvang van 5,5 fte. In 1991 zal de capaciteit tot 6,7 fte worden vergroot door nieuwe AIOprojecten en andere interne verschuivingen. Tenslotte zal in 1991 de capaciteit door de samenwerking met de KUB Tilburg worden uitgebreid met 3,6 fte. Dit is onderzoekcapaciteit die vanuit Tilburg is beschermd en aan ons programma wordt toegevoegd. De coördinatie van Thema 1 Management van Innovatieprocessen is overgedragen aan Prof. dr. ir. J. van Aken. Met ingang van 1991 functioneert binnen het programma een bestuur, bestaande uit de drie themacoördinatoren: Prof. dr. ir. J. van Aken (Thema 1 Management van Innovatieprocessen) Prof. dr. H.W.C. van der Hart (Thema 2 Marketing en Verkoop) Prof. dr. C. van Dam (Thema 3 Strategisch Management) Met ingang van 1 januari 1991 is de deeltijdse leerstoel Organisatie van technische innovatieprocessen vacant door het vertrek van Prof. drs. ir. ing. B. v.d. Kooy. Herbezetting van deze leerstoel is in het kader van dit VF-programma van grote betekenis.
- 173 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-23: Management van technische innovatieprocessen binnen de mogelijkheden en beperkingen van een (business-unit van een) industriële onderneming DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1987
EINDE: 1990
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Prof.drs.ir.ing. B.J.G. v.d. Kooy KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: In het management van technische innovatieprocessen worden vier aspecten onderscheiden: a. methoden en technieken, zoals methoden voor creativiteitsbevordering, faserings- en segmentatietechnieken, budgettering, planning en controletechnieken; b. organisatievormen, zoals vorming van diverse ontwikkelingaafdelingen en projectorganisaties; c. ondernemingakenmerken die van invloed zijn op technische innovatieprocessen, zoals ondernemingsomvang, plaats in de bedrijfskolom, aanwezigheid van goede kosten- en marktgegevens, ondernemingscultuur; d. omgevingskenmerken die van invloed zijn op technische innovatieprocessen, zoals concurrentie, afnemers, subsidies, snelheid van technologische ontwikkelingen. In eerste instantie zullen alle bekende methoden en technieken, organisatievormen en outputbeïnvloedende factoren die van belang zijn voor technische innovatieprocessen in kaart worden gebracht. Vervolgens zal onderzocht worden of er relaties tussen diverse aspecten bestaan en hoe die relaties er uit zien. Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een model waaruit een innovatiemanager kan aflezen welk complex van methoden, technieken en organisatievormen het best past bij de ondernemings- en omgevingskenmerken van zijn business-unit of onderneming. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Management van technische innovatieprocessen wordt door veel ondernemingen als een probleem ervaren. Kenmerkend voor het ontwerpen van iets nieuws is, dat men steeds weer voor verrassingen, voor iets onbekends wordt geplaatst. Er vindt permanent herziening van ideeën en voornemens plaats op grond van nieuw verworven inzichten en kennis. - 174 -
Hierdoor is er bij een innovatieproject altijd onzekerheid over welke activiteiten verricht moeten worden, en is de benodigde tijdsduur en capaciteit voor het verrichten van die activiteiten in grote mate onvoorspelbaar. Toch wil elke onderneming binnen de mogelijkheden en beperkingen die zij heeft haar technische innovatieprocessen zo effectief en efficiënt mogelijk structureren, organiseren en beheren. De literatuur behandelt steeds slechts één of enkele aspecten van het management van technische innovatieprocessen. Literatuur waarin alle aspecten (methoden en technieken, organisatievormen, interne outputbepalende factoren, externe outputbepalende factoren) aan bod komen en geïntegreerd worden tot een praktische, op de onderneming afgestemde aanpak is onbekend. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er wordt nationaal op niet-formele basis samengewerkt met: Prof.dr.ir. J.A. Buys T.U. Delft Prof.dr. A.H. v.d. zwaan R.U. Groningen Dr.ir. W.E. During T.U. Twente Ir. H. v.d. Meer Philips RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Tot 1989 werd dit project door meerdere onderzoekers uitgevoerd. Het ging toen voornamelijk om de relatie tussen innovatie-situatie, innovatie-organisatie en innovatie-resultaat. Zie hiervoor de rapportages uit de voorgaande jaren. vanaf 1989 heeft prof. van der Kooy dit project alleen voortgezet. Zijn onderzoek richt zich op de implementatie van een fasemodel voor produktinnovatie. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is, voortbouwend op het onderzoek zoals verricht in 1989, het door van der Kooy ontworpen fase-model in een drietal bedrijven uitgetest als afstudeeropdracht. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Eind 1990 wordt dit onderzoek beëindigd in verband met beëindiging van het dienstverband van de onderzoeker. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker: Aantal uren: van der Kooy 500 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIE Kooy, B.J.G. van der: Innovatie in de accountancy I. MIVAK-actueel, Nederlands Instituut voor Administratie Kantoren, november-december 1990, pp. 23-26. OK - 175 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-31: Design for Logistics DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1989
EINDE: 1991
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Ir. J. Ruules i.o.m. prof.ir. C.H. Botter KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: 1. Analyseer voor assemblage-produkten (T.V. en vergelijkbare produkten) de relevante parameters in de relatie tussen het ontwikkelproces en het logistieke netwerk. 2. Ontwikkel een systematische methode Design for Logistics (vergelijkbaar met Design for Assembly), waardoor bewuste en goede conditionering van het logistieke proces d.m.v. het produktontwerp wordt bevorderd. 3. Geef in een modelmatige aanpak aan wanneer en hoe in de verschillende fasen van het ontwikkelproces de samenwerking tussen produktontwikkeling en de logistieke functie moet worden gestructureerd. 4. Toets methode en aanpak d.m.v. een implementatie in een produkt ontwikkelproject. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: In de huidige marktsituatie voor consumentenproduktie worden gevraagd: snelle aanpassing in produkt-mix aanbod ruime keuze in produkt-diversiteit lage prijs (industriële schaalvergroting) hoge produktkwaliteit en -betrouwbaarheid (procesbeheersing) Het produktontwikkelproces is sterk conditionerend voor zowel het produktie- als het logistieke proces. Hierbij wordt steeds meer aandacht gegeven aan een goede afstemming t.o.v. het produktie-proces (o.a. Design for Assembly). In vergelijking hiermee is er minder systematisch aandacht voor de conditionerende invloed die de keuzes in het produktontwikkelstadium uitoefenen op het logistieke proces. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Philips International Consumer Electranies Division Organization & Efficiency (P. Quinton)
- 176 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In 1989 is het onderzoek voorbereid. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is conform de planning een analyse gemaakt van relevante parameters. verder is er een stuk literatuurstudie verricht. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Ontwikkeling eerste concept voor D.F.L. via een modelmatige aanpak. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Botter 10 Ruules 180 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 177 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-32: Samenwerking tussen commercie en ontwikkeling bij produktinnovatie DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Organisatiekunde (OK) Operatiens research en statistiek (ORS) AANVANG: 1989
EINDE: 1990
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. C.H. Botter - Ir. e.c. Krijger o.t.v. prof.ir. C.H. Botter Dr. L. Dijkstra i.o.m. prof. dr. J. Wijngaard KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek dient te resulteren in een aantal wetenschappelijk onderbouwde, maar pragmatische adviezen voor het verbeteren van de samenwerking tussen commercie en ontwikkeling in de dagelijkse innovatiepraktijk in middelgrote, technisch georiënteerde ondernemingen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Om goed te kunnen innoveren, is een goede samenwerking tussen commercie en ontwikkeling een eerste vereiste. Met name in technisch georiënteerde bedrijven is de samenwerking tussen commercie en ontwikkeling echter vaak problematisch. Wanneer het gewenste onderzoekresultaat gerealiseerd wordt komt aan deze bedrijven kennis ter beschikking over hoe zij de kwaliteit van de genoemde samenwerking en daarmee hun kans op innovatiesucces kunnen vergroten. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Prof.dr.ir. J.A. Buys (TUD) Prof.dr. A.H. van der zwaan (RUG). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Voor de resultaten tot 1989 zie project OK-23. In 1989 is gewerkt aan de analyse van het onderzoekmateriaal en de onderzoekrapportage. Met behulp van statistische analyses zijn vier hypothesen getoetst. Uit een kwalitatieve analyse van het onderzoekmateriaal zijn vier categorieën van samenwerkingaproblemen naar voren gekomen. Voor elke categorie wordt een aantal 'samenwerkingsbevorderaars' aangegeven.
- 178 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is de analyse afgerond en de rapportage vrijwel. De dissertatie komt binnenkort uit. TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Niet van toepassing. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1989: onderzoekers: Aantal uren: Botter 150 Krijger (LTD) 200 Dijkstra 140 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 179 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-33: Strategische produktinnovatie DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1989
EINDE: 1990/1991
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. C.H. Botter - Ir. A.P. Nagel i.o.m. prof.ir. C.H. Botter KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het doel van het onderzoek is een bedrijf te leren innoveren. Innoveren wordt hier opgevat als het leggen van de relatie van de strategie van het bedrijf met de zoekrichting. Het empirisch object van dit onderzoek wordt gevormd door bedrijven op het gebied van medische technologie. Het formele object van studie is het innovatievermogen. Een eerdere studie heeft uitgewezen dat bedrijven op het gebied van de medische apparatuur een veelbelovende toekomst tegemoet gaan. Eén van de mogelijkheden om dit waar te maken is het verhogen van het innovatievermogen. Dit vereist een leerproces dat kan verlopen via een reflectie op en evaluatie van het innovatiegedrag van het bedrijf tot nu toe. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Enerzijds benutten van kansen van bedrijven in de medische technologie. Anderzijds toepassen en verder ontwikkelen van ideeën op het gebied van strategisch management en innovatie. Beide sluiten goed op elkaar aan. SAMENWERKINGSVERBANDEN: EZ StiPT, Ir. P. Vis. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Na drie pilot studies, een literatuuronderzoek en een aantal interviews met experts op dit gebied, zijn we tot de volgende onderzoeksaanpak gekomen: een interview met het managementteam aan de hand van drie 1. vragenlijsten:
- 180 -
a.
2.
3. 4.
een vragenlijst die betrekking heeft op de huidige procedures, besluitvormingsprocessen, organisatorische regelingen en knelpunten op het gebied van strategische produktinnovatie b. een vragenlijst over meer algemene onderwerpen (verkoop, ' R.& D.) en over innovatiefactoren, zoals de strategische oriëntatie, de cultuur, het gepercipieerde concurrentievoordeel en verschillen tussen plannen en realisaties c. een vragenlijst waarin getest wordt hoeveel men weet over de stand van zaken van de theorie over strategische produktinnovatie. presentatie van de resultaten van de eerste stap aan het managementteam, gecombineerd met een meer theoretische introductie over de stand van zaken rond strategische produktinnovatie; tenslotte volgt een discussie met daaruit voortvloeiend een actieplan na drie maanden worden de eerste resultaten van bovenstaande interventie geëvalueerd, weer aan de hand van vragenlijsten in een later stadium worden nog een aantal andere evaluaties gehouden.
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het schrijven van een proefschrift en andere publikaties, zoals een presentatie voor het ISPIM (samen met van Beek). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker ( s) : Aantal uren: Botter 100 Nagel 1200 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIES Nagel, A.P.: Zicht krijgen op produktinnovatie op ondernemingsniveau. Uitgave EZ/Stipt Medische Technologie, oktober 1990, 44 pp OK Brouwers, A.; Nagel, A.P.: Strategische Produktinnovatie: een koersbepaling. Rapport TUE-BMGT/90.094, 1990, 19 pp OK Brouwers, A.; Graafmans, J.A.M.; Nagel, A.P.: Strategische Produktinnovatie; wetenschap en praktijk. Rapport TUE-BMGT/90.233, 1990, 44 pp OK
- 181 -
VF-PROGRAMMA-INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-34: Organisatie en management van produktinnovatie DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1989
EINDE: onbepaald
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Dr. A. Kastelein i.o.m. prof.ir. C.H. Botter en Prof. dr. ir. J.E. van Aken KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: In het onderzoek 'Organisatie en management van produktinnovatie' wordt in het bijzonder aandacht geschonken aan determinanten van de situatie waarin produktinnovatie plaatsvindt. Daarbij wordt beschouwd wat de invloed van de situatie is op de wijze waarop deze produktinnovaties georganiseerd en gemanaged worden resp. zouden moeten worden. Als veld van onderzoek is gekozen voor bedrijven die produceren voor markten op medisch technologisch gebied. Bij het opzettten van het empirische gedeelte van het onderzoek is op praktische gronden besloten het onderzoek niet te beperken tot producenten van artikelen voor medisch gebruik. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Produktinnovatie is te beschouwen als een strategisch aan te wenden instrument ter verhoging van de overlevingskansen van een bedrijf. De huidige tendens is, dat de innovatiefrequentie toeneemt. Volgens actuele opvattingen in de organisatiewetenschap is niet elke organisatie en managementvorm even doeltreffend. Welke verdeling van innovatieve arbeid en de daarbij gehanteerde coördinatiemechanismen doeltreffend kunnen zijn, hangt af van de specifieke situatie waarin de onderneming zich bevindt. Inzicht in de aard van de relatie tussen situationele factoren en de organisatorische inrichting rond de produktinnovatie zou een bijdrage leveren aan de organisatiekunde. De organisatiewetenschap is een sterk praktijkgericht vak. Goede uitspraken zouden tevens tot verbetering in de organisatie en het management van innovatie kunnen leiden. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Geen.
- 182 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek naar de organisatie en het management van produktinnovatie van medische hulpmiddelen is in 1989 beland aan het begin van de tweede fase, een praktijkoriëntatie. Een opzet werd gemaakt om een aantal reeds afgeronde produktinnovaties te evalueren. Met een bedrijf werden afspraken gemaakt over de uitvoering van het empirische gedeelte van het onderzoek. Voortvloeiend uit de eerste fase van het onderzoek (het algemene literatuuronderzoek) zijn twee artikelen in voorbereiding. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: De voor 1990 geplande case-studies konden geen doorgang vinden in het bedrijf dat aanvankelijk medewerking had toegezegd door sterk verslechterde bedrijfsomstandigheden. Er werd een ander bedrijf gevonden dat bereid was om mee te werken aan de uitvoering van een case-studie. Literatuurstudie naar determinanten van innovatiesituaties en de betekenis daarvan voor de inrichting van organisatie en management werd voortgezet. Op grond van bevindingen (gebaseerd op literatuuronderzoek), de aard van de bedrijven in Nederland die medische hulpmiddelen produceren (veelal semiproducerend), het aantal bedrijven in deze bedrijfstak (relatief gering) en de toegankelijkheid tot relevante gegevens daarover (beperkt door het overweldigende aantal aanvragen om medewerking aan research-programma's), is besloten het empirische gedeelte van het onderzoek vooralsnog niet te beperken tot deze bedrijfstak. Resultaten van het onderzoek zijn in de vorm van een paper ingediend bij de International Advisory Board van ISPIM (International Society for Product Innovation Management). KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Beoogd wordt een aantal case-studies uit te voeren en een opzet te maken voor nader empirisch onderzoek. Behalve de bijdrage aan de 7e ISPIM conferentie zullen onderzoeksbevindingen met betrekking tot organisaties en management van innovatie gerapporteerd worden in twee publikaties. NAAM VAN ONDERZOEKER EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker: Aantal uren: Kastelein 200 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: Kastelein, A: Management of innovation and stream analysis, Paper te presenteren op de 7e internaionale conferentie over innovatie strategiën, ISPIM, 6-9 oktober 1991, Israël. OK
- 183 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT OK-38: Risicomanagement bij produktinnovatieprojecten DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1990
EINDE: onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof. ir. C.H. Botter - Ir. drs. J.I.M. Halman i.o.m. Prof. ir. C.H. Botter KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek is gericht op het vanuit theorie en praktijk ontwikkelen van een modelmatige aanpak waarmee bedrijven leren om bewust de risico's te onderkennen en beheersen bij selectie en uitvoering van produktinnovatieprojecten. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Inherent aan produktinnovatie is het nemen van risico's. Risico is in dit verband de combinatie van het te investeren bedrag en de onzekerheid omtrent het wel of niet kunnen realiseren van een succesvol produkt op de markt. Een proces gericht op het bewust onderkennen en/of verminderen van risico's bij selectie en management van produktinnovatieprojecten zal de kans op succesvolle produktinnovaties verhogen. Zowel vanuit de theorie als vanuit de praktijk wordt de noodzaak aangegeven om meer te weten van en bewuster om te gaan met risico's bij produktinnovatieprojecten. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Philips Glas Optical Disc Mastering PMI-Nederland RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Na een aantal interviews met experts op het gebied van innovatie en verkennend onderzoek op het gebied van innovatie is besloten om risicomanagement bij produktinnovatieprojecten als onderwerp van onderzoek te nemen. In 1990 is hiertoe een onderzoeksopzet gemaakt. - 184 -
Onderdeel van de onderzoeksopzet is het verrichten van literatuurstudie. Met name is de relevante literatuur van risico en projectmanagement bestudeerd. Resultaat van dit onderzoek is geweest dat drie artikelen zijn voorbereid waarvan inmiddels twee zijn gepubliceerd. Hiernaast is (i.s.m. dr. J.A. Keizer) in september 1990 een pilotstudie begonnen naar de wijze waarop risico's bij een groot produktinnovatieproject bij Philips zijn onderkend en beheerst. KORTE TERMIJN ONDERZOEKSPLAN VOOR 1991: In 1991 zal het literatuuronderzoek naar de doorsnede risicoprojectmanagement-produktinnovatie worden afgesloten via het schrijven van drie artikelen. De pilot studie die in september 1991 is begonnen zal begin 1991 worden afgesloten. Deze praktijkstudie zal worden vervolgd met andere studies in de praktijk. Ook de praktijkstudies zullen via het schrijven van artikelen worden afgerond. NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING: Onderzoeker: Aantal uren: Botter 40 700 Halman PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Halman, J.I.M.; Deijl, J. van der; Waardhuizen, Th. van: Towards the project oriented organization with learning capabilities. In: The Handbook of Management by Projects, Gareis, R. (red.}, Vienna, december 1990, 6 pp. OK Halman, J.I.M.; Deijl, J. van der; Waardhuizen, Th. van: Towards the project oriented organization with learning capabilities. In: Management by Projects, proceedings of the 10th Internet World Congress on Project Management, Vienna, 26 en 29 juni, 1990, pp. 1-6. OK VAKPUBLIKATIE Halman, J.I.M.: Project Management in ontwikkeling. De Ingenieur, 102, 10, 1990, pp. 37-40. OK
- 185 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 1: Management van innovatieprocessen PROJECT TPS-11/0K-23: Learning/Experience/Progress Curve DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technische Produktiesystemen (TPS) Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1988
EINDE: 1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. P.C.F. Bekker, Ph.D. i.o.m. Prof.ir. C.H. Botter - Ir. D. Grootjans Vanaf 1 oktober 1990 bovendien i.o.m. Prof. ir. P.C.F. Bekker, Ph.D. KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Empirisch en theoretisch onderzoek naar de learning/experience/progress curve vanwege het onderliggende proces van vernieuwing. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het is bekend dat de zgn. learning/experience/progress curve een krachtig strategisch instrument is om het verloop van de gemiddelde produktiekosten per cumulatieve output (in hoeveelheid van een stroom identieke massa of objekten), getransformeerd naar het tijdsdomein, aan te geven. Deze curve is een weerspiegeling van de relatieve technologische vooruitgang en zou dan ook beschouwd kunnen worden als een graadmeter voor industriële innovatie. Onderzoek door de Vakgroep TPS doet vermoeden dat het hier gaat om een wetmatig proces, dat betiteld zou kunnen worden als een stapsgewijze vernieuwing van de State-of-the-Art met betrekking tot de techniek der produktie en de ontwikkeling van industriële produkten. Door de empirisch gevonden learning/experience/progress curve theoretisch te onderbouwen, wordt getracht een meer fundamenteel inzicht te krijgen in het onderliggende innovatieproces. Dit vergt grensverleggend onderzoek dat geheel aansluit bij het centrale onderzoekthema van de Vakgroep TPS. SAMENWERKINGSVERBANDEN: VU-Amsterdam, Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie, Vakgroep Econometrie (Prof. dr. A.H.Q.M. Herkies). RU-Groningen, Faculteit der Economische Wetenschappen, Vakgroep Econometrie (Prof. dr. G. Ridder). - 186 -
TUE, Faculteit Technische Natuurkunde, Vakgroep Systeem- en Regeltechniek (Prof. dr. ir. P.M.E.M.van der Grinten). Philips Components; B.U. Passieve Componenten. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek is gestart in 1988 en heeft in dat jaar al geleid tot een theoretische onderbouwing van de learning/experience/progress curve. Tijdens een voordracht op 5 januari 1989 zijn de resultaten getoond aan en besproken met de deelnemende onderzoekers in het betreffende VFprojekt. Bovendien werden de resultaten vastgelegd in een intern rapport TUE/Bdk/TPS/89-44. In 1989 werd een manuscript geschreven over 'A theoretica! justification of the Learning CUrve and its Progress Function'. Voorts kwamen enkele concept-paragrafen over de theorievorming met betrekking tot de learning curve gereed t.b.v. een proefschrift. Aangetoond werd dat het technologisch vernieuwingsproces mathematisch kan worden beschreven m.b.v. de ontwikkelde gebruiksduurtheorie waarover het betreffende promotie-onderzoek gaat. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: De theorievorming rond de learning/experience/progress curve (LC) is verder uitgebouwd en opgenomen in een promotie-onderzoek aan de VUAmsterdam. Dit proefschrift, getiteld 'Lifetime Distribution Model of depreciable and reproducible Capita! Assets', kwam in 1990 in concept gereed. Uit dit onderzoek blijkt dat de gebruiksduur van 'industrial equipment' een stochastische variabele is welke gerelateerd is aan technologische vernieuwingen. Dat geldt ook voor vele duurzame industriële produkten. De interactie van proces- en produktinnovatie is evident. In de procesindustrie ligt het accent wat meer op procesinnovatie, derhalve op vernieuwingen van produktie-installaties en machines. Bij 'consumer electronics' spelen produktinnovaties een wat grotere rol, maar ook daar is het onderscheid tussen proces- en produktinnovaties moeilijk eenduidig aan te geven. Het proces der industriële voortbrenging en de eigenschappen van industriële produkten komen voort uit de technologie. Het ligt daarom voor de hand om de interactie van proces- en produktinnovaties te beschouwen vanuit de technologische vernieuwingen. Technologische vernieuwingen zijn in overwegende mate gericht op het efficiënter en effectiever produceren. Van nieuwe industriële produkten wordt eveneens verwacht dat ze efficiënt en effectief hun funktie vervullen en dat ze in dat opzicht beter zijn dan wat eerder mogelijk was. Beter betekent in dit verband dat de 'competitive performance' is gewaarborgd, hetgeen met één (dynamisch) kengetal kan worden weergegeven nl. de 'performance rate', gedefinieerd als 'efficiency x effectiveness'. Deze grootheden zijn te berekenen uit de werkelijke input (offers) en output (resultaat) en de daarvoor geldende (dynamische) normen op basis van de produktiviteit. De produktiviteitsnorm wordt bepaald door de laatste stand der technologie. Technologische vernieuwingen dienen in de fabricage van produkten (voor het vervullen van standaard funkties) te leiden tot de beoogde integrale produktiviteitsverhoging. Die verhoging wordt door de LC weerspiegeld. De empirisch vastgestelde wiskundige funktie van de LC blijkt conceptueel overeen te komen met de 'integrated hazard' funktie van WEIBULL verdeelde gebruiksduren van elkaar opvolgende standen der - 187 -
technologie. De maximale kans op een technologische vernieuwing blijkt 37' te zijn. Dat maximum treedt op zodra de karakteristieke gebruiksduur (=grootte-parameter van de relevante WEIBULL verdeling) van de bestaande technologie is bereikt. Het blijkt dat de snelheid van technologische vernieuwingen voor verschillende industriële sectoren een grote spreiding vertoont. Dit moet nog nader worden onderzocht. Het lijkt erop dat voor bepaalde sectoren en produkten de maximum vernieuwingssnelheid is bereikt nl. daar waar de verkorting van de z.g. product-life-cycle de grenswaarde met betrekking tot een lonende produktie heeft bereikt. Voor bedrijfsonderzoek zijn de principes van de LC gebruikt als een analyse-gereedschap voor de doorlichting van de produktielijn op efficiency en effectiviteit. Het betreft een 6-tal studies, waarvan één (nog niet afgesloten) afstudeerprojekt. De 5 overige studies zijn vastgelegd in verslagen, waarvan 3 in bedrijfsrapporten. Een van de studies is gericht op 'added value' en 'non-added value' elementen in de fabricage om na te gaan in hoeverre 'added value' gerelateerd is aan effektiviteit en 'non-added value' aan efficiency. Het LC-effect werd in alle gevallen gevonden. De principes van de LC lijken praktisch bruikbaar te zijn voor de analyse van en het richting geven aan de prestatie (efficiency x effectiveness) van een technisch produktiesysteem. Voor een beter gefundeerd oordeel over de bruikbaarheid van de LC-principes is veel meer bedrijfsonderzoek nodig, dat kan worden verricht in de vorm van afstudeeronderzoek. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991 : Gewerkt zal worden aan het publiceren van de theoretische en empirische onderzoeksresultaten. Dat zal gebeuren in de vorm van een proefschrift waarin de theorievorming met betrekking tot de 'learning curve' en technologische vernieuwingen deel van uitmaakt. Daarnaast zullen de resultaten gepubliceerd worden in minstens één internationaal wetenschappelijk tijdschrift waarvoor het manuscript in 1990 al gemaakt is. In een aangepaste vorm staan ook publikaties in vaktijdschriften op het programma. Voorstellen zijn ingediend om het programma te intensiveren wat betreft het onderzoek naar de interactie van procesen produktie-innovaties en van technologische vernieuwingen. De resultaten tot nu toe zullen worden gebruikt t.b.v. een promotieonderzoek gericht op het ontwikkelen van dynamische bedrijfsmodellen (VF-programma 'Fysisch-Technische Informatieverwerking', identificatienummer: TUE-NAT 106.89.32). Het empirisch onderzoek in bedrijven zal worden voortgezet. Dit zal vooral gebeuren in de vorm van afstudeeronderzoek en worden vastgelegd in afstudeerverslagen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoekers: Bekker 620 uur Grootjans 225 uur PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 188 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 2: Marketing en Verkoop PROJECT BE-02: Industriële marketing DEELNEMENDE VAKGROEP: Bedrijfseconomie (BE) AANVANG: januari 1987 NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. H.W.C. van der Hart -Ir. M. Crijnen (tot 1.11.1990) o.t.v. prof.dr. A.J. van Weele o.t.v. prof.dr. H.W.C. v.d. Hart - Drs. J.C. Heine i.o.m. prof.dr. H.W.C. v.d. Hart Drs. F.C.L. Klarenaar - Mr.ir. s.c. Santema (Shell Nederland) - Prof.dr. A.J. van Weele i.o.m. Prof. dr. J. Wijngaard Dr. L. Dijkstra KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek richt zich op industriële marketing en inkoop. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Bedrijven die opereren op industriële markten hebben grote behoefte aan specifieke concepten voor hun marketingservice en commercialisatie van nieuwe produkten. Inkoopmanagement voor bedrijven verdient eveneens meer aandacht in wetenschap en praktijk. SAMENWERKINGSVERBANDEN: TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen Universiteit Twente, faculteit Bedrijfskunde EUR, faculteit Economische Wetenschappen Philips Divisie Medica! Systems, Best NIMA Industriële Marketing Groep Contacten met diverse bedrijven ISPIM Nederland RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Van 1987 tot 1989 is onderzoek uitgevoerd naar de commercialisatie van nieuwe produkten op industriële markten. Dit heeft geresulteerd in een groot aantal publikaties (zie de rapportages 1987 t/m 1989), met als afsluiting het proefschrift van Dr. w. Biemans (AIO-project), Developing innovations within networks. Promotoren: Prof. dr. H.W.C. van der Hart en Prof. dr. R.S. Reneman, Eindhoven 1989.
- 189 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In het jaar 1990 werden verschillende publikaties en voordrachten geproduceerd die voornamelijk resultaten bevatten van eerder voltooid onderzoek of die preluderen op nieuw te starten onderzoek in 1991. In 1990 werd voortgang geboekt met het onderzoek naar de toepassing van afzetfinanciering als marketinginstrument op industriële markten, in het bijzonder markten voor kapitaalgoederen (Mr. ir. S. Santema). Het concept-proefschrift was eind 1990 gereed. Gestart werd met de werving van een AIO voor onderzoek naar de strategische aspecten van product-service. Met Philips Medical Systems werd in principe overeenstemming bereikt over een 50% dienstverband van de AIO bij Corporate Customer Support van MSO. Door de grootscheepse reorganisatie bij Philips is voorlopig een half jaar vertraging opgetreden. Het project zal medio 1991 alsnog starten. De vacature ontstaan door het vertrek van Ir. R. de Vries (in de loop van 1989) kon eerst najaar 1990 worden vervuld. De universitair docent Drs. J.C. Heine zal onderzoek starten gericht op customer service in het kader van logistiek, in het bijzonder de meting van de verwachtingen en perceptie van industriële afnemers met betrekking tot de logistieke customer service. Het AIO-project op het terrein van de inkoop is door het vertrek van Ir. M. Crijnen naar het bedrijfsleven onderbroken. Er is een tussentijds rapport uitgebracht waarin ook voorstellen worden gedaan voor de voortzetting van het project in de richting van de commerciële relatie tussen toeleveranciers en uitbesteders. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 wordt het onderzoek naar service in het kader van industriële marketing definitief gestart zodra de situatie bij contractpartner Philips dit toelaat, vermoedelijk medio 1991. Het AIO-project op het gebied van toeleveren en uitbesteden zal worden gecontinueerd zodra financiering van het niet intern gefinancierde deel (50%) van de formatieplaats is gevonden en een kandidaat-opvolger van Ir. Crijnen is gevonden. Het project Customer service in het kader van logistiek wordt gecontinueerd. Het project over afzetfinanciering als marketinginstrument op industriële markten (Mr. ir. S.C. Santema) zal in 1991 worden afgerond met een promotie (promotoren: Prof. dr. H.W.C. van der Hart en Prof. dr. C. van Dam). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoekers: 250 Van der Hart 45 Van Weele Crijnen (AIO) 750 Heine 215 Klarenaar 20 P.M. (Shell Nederland) Santema Dijkstra 80 - 190 -
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Hart, H.W.C. van der: Klantgerichtheid en Produktservice. In: Handboek Klantgericht Denken en Doen, B. Bakker en B.v. Luyk (red.). Samsom, Alphen a.d. Rijn, januari 1990, pp. B1350-1-17. BE Hart, H.W.C. van der: Marktgerichtheid in het Onderwijs. In: Handboek Marketing van Diensten, W. Faes en v. Tilborgh (red). Kluwer, Deventer, 1990, pp. VI 3.4-01-14. BE Hart, H.W.C. van der: Government Organisations and their Customers in The Netherlands: Strategy, Tactics and Operations. European Journalof Marketing, 24, 7, 1990, pp. 31-42. BE Santema, S.C.: Marketing door afzetfinanciering. Bedrijfskunde, 1990, 61, 1, pp. 30-36. BE Weele, A.J. van: Ligt bij de Inkoop de Eerste Winst. Intreerede Technische Universiteit Eindhoven. Samsom, Alphen a/d Rijn, 19 januari 1990, pp. 1-30. BE VAKPUBLIKATIES Hart, H.W.C. van der: De Marketing van het Advies. Harvard Holland Review, 21, winter 1989, pp. 21-27. BE Santema, S.C.: Stop meer financiering in uw marketing-mix! (M. Bakker, red.) FEM (Financiën, Economie en Management), 1990, 21, 8, pp. 46-50. BE Weele, A.J. van: Ligt bij de Inkoop de Eerste Winst (1). Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek, 6, 1990, 1-2, pp. 14-19. BE Weele, A.J. van: Ligt bij de Inkoop de Eerste Winst (2). Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek, 6, 1990,3, pp. 16-20. BE Weele, A.J. van: 1992 en de Inkoopfunctie bij de Overheid: een Brug te Ver?. Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek, 6, 1990,4, p. 3. BE Weele, A.J. van: Toeleveren en Uitbesteden: Nog Meer Onderzoek?. Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek, 6, 1990,6, p. 3. BE
- 191 -
OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Hart, H.W.C. van der: Overheidsorganisaties en hun klanten. Voordracht en dagvoorzitter tijdens de studiedag Overheidsmarketing van het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid, Amsterdam, 1 februari 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Marketing in de bouwnijverheid. Bijdrage aan de Leergang Topmanagement Grootbedrijf Bouwnijverheid van VG Bouw, Wolfheze, 22 februari en 20 september 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Een samenspel van specialistenpraktijken en ziekenhuis. Voordracht tijdens een symposium van de Stichting Doetinchemse Ziekenhuizen over Ziekenhuismarketing, Doetinchem, 9 maart 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Industriële Marketing: enkele ontwikkelingen. Voordracht voor de sectie Werktuigbouwkunde/Scheepsbouwkunde van het KIVI en NIRIA, Utrecht, 29 maart 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Brug tussen onderwijs en bedrijfsleven; een onmogelijke opgave? Voordracht tijdens het symposium van de Stichting ISO Noord en Midden Limburg over Marktgerichtheid in het Onderwijs, Maastricht, 10 april 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Industriële Marketing. Voordracht voor de vaksectie Bedrijfskunde van het NIRIA, Utrecht, 25 april 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Wat kan customer service in uw bedrijf inhouden? Voordracht en dagvoorzitter tijdens de studiedagen Customer Service van European Business Studies, Bussum, 15 juni 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Marketing voor de overheid en voor de professionele dienstverlener. Voordracht voor de staf van de Rijksvoorlichtingsdienst, Den Haag, 29 juni 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Kwaliteitscontrole en effectiviteitsmeting. Bijdrage als gastdocent aan de postdoctorale opleiding Beleidsvoering in Nonprofit-organisaties TIAS/KUB, Tilburg, 27 september 1990. BE Hart, H.W.C. van der: Inleiding Industriële Marketing. Bijdrage aan de interne cursus Industriële Marketing van de AKZO Divisie Vezels en Polymeren, Arnhem, 23 oktober 1990. BE Hart, H.W.C. van der: De Organisatie-Adviesmarkt. Voordracht tijdens het Introduktieseminar Nieuw in 't Vak van de ROA (Raad van Organisatie-adviesbureaus), Wolfheze, 29 november 1990. BE - 192 -
Klarenaar, F.C.L.: Inkoopontwikkelingen. Voordracht ten behoeve van Unilever seminar Logistiek, Loosdrecht, 27 oktober 1989. BE Klarenaar, F.C.L.: Inkoopontwikkelingen. Voordracht ten behoeve van Unilever seminar Logistiek, Noordwijkerhout, 11 mei 1990. BE Klarenaar, F.C.L.: Prijs-Kwaliteit: waar praten we over? Voordracht ten behoeve van Symposium 'Geen cent teveel ... Prijskwaliteitsverhoudingen in de gezondheidszorg•, Eindhoven, 4 oktober 1990. BE Santema, S.C.: Afzetfinanciering als marketinginstrument. Inleiding in het kader van de studiedag Afzetfinanciering als marketinginstrument, Euroforum, Noordwijk, 31 oktober 1990. BE Weele, A.J. van: Struktuur en organisatie van de inkoop. Presentatie ten behoeve van cursus Management Integrale Goederenstroom, Amersfoort, 9 januari 1990. BE Weele, A.J. van: VROEM 1990: Inkoopbeleid in de hoogste versnelling?. Presentatie ten behoeve van Verkoopdag MOORE Benelux, Veldhoven, 9 februari 1990. BE Weele, A.J. van: Inkoop en Kwaliteitszorg: een Goed Huwelijk. Presentatie ten behoeve van de post-HBO opleiding Kwaliteitszorg, HTSBreda, 2 maart 1990. BE Weele, A.J. van: Doorlichting van de Inkoopafdeling: de Inkoop-Audit. Presentatie ten behoeve van ISFAH-seminar, Nederlandse Vereniging voor Inkoop Efficiency, Veldhoven, 13 maart 1990. BE Weele, A.J. van: Implementatie van beleid: de rol van de veranderingsmanager. Presentatie ten behoeve van Seminar Management van organisatievernieuwing, De Baak, Noordwijk, 23 maart 1990. BE Weele, A.J. van: Het inkopen van projekten: trends in het uitbestedingsgedrag van grote uitbesteders. Bijdrage ten behoeve van studiedag 'Het Inkopen van projekten•, NEVIE, Maarssen, 6 april 1990. BE Weele, A.J. van: Samenwerking met grote uitbesteders: bent u er klaar voor? Bijdrage ten behoeve van seminar Leveranciersdiaqnose: Hoe Potentieel van leveranciers vast te stellen?, Kamer van Koophandel Rotterdam, Rotterdam, 29 maart 1990. BE
- 193 -
Weele, A.J. van: Kwaliteitsborging van leveranciers: aanpak van grote uitbesteders. Bijdrage ten behoeve van seminar Leveranciersdiagnose: Hoe Potentieel van leveranciers vast te stellen?, Kamer van Koophandel Rotterdam, Rotterdam, 29 maart 1990. BE Weele, A.J. van: Inkoop en Kwaliteitszorg: een Gelukkig Huwelijk? Presentatie ten behoeve van de Kring Gent, Vereniging voor Inkoop en Bevoorrading (VIB), Gent, 7 juni 1990. BE Weele, A.J. van: Creatief Inkopen in het Reclamebedrijf. Presentatie ten behoeve van de opleiding Operatiens Manager, Utrecht, 3 oktober 1990. BE Weele, A.J. van: Purchasing and Supply management: The Last frontier to Corporate Success. Conference on world Class Quality, Vasteras, Sweden, March 15th, 1990. BE weele, A.J. van: From Competitive to Cooperative Purchasing and Supply. Presentation to the Materials Conference 1990, Shell International Petroleum Company, Crest Hotel, Amsterdam, 2 april 1990. BE Weele, A.J. van: From Competitive to Cooperative Strategy: Developments in Buyer-Seller Relationships. Presentatie ten behoeve van 18th International Purchasing Logistics and Supply Conference, Management Centre Europe, London, 26-28 September 1990. BE Weele, A.J. van: Inkoop en Kostenreduktie. Voordracht tweedaagse Werkconferentie voor inkoopmanagers i.s.m. Nederlandse Vereniging voor Inkoop Efficiency, Wolfheze, 14 en 15 februari 1990. BE Weele, A.J. van: Leverancierdiagnose. Voordracht tweedaagse Werkconferentie voor inkoopmanagers en quality-managers i.s.m. de Nederlandse Vereniging voor Inkoop Efficiency, Hoenderloo, 20 en 21 september 1990. BE Weele, A.J. van: Effectief Inkoopmanagement. Voordracht tweedaagse Werkconferentie voor directieleden i.s.m. Euroforum, Garderen, 11 en 12 oktober 1990. BE Weele, A.J. van: Werken aan Inkoopkwaliteit. Bijdrage Lustrumcongres 25 jaar Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, 2 november 1990. BE
- 194 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 3: Strategisch Management PROJECT BE-04: Economische rechtvaardiging van investeringen in nieuwe technologie DEELNEMENDE VAKGROEP: Bedrijfseconomie (BE) AANVANG: 1986
VERMOEDELIJK EINDE: 1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. C. van Dam - Drs. Th.A. van Beek i.o.m. prof.dr. C. van Dam KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek heeft betrekking op de investeringen in de ontwikkeling van nieuwe produkten. Investeringen in produktinnovatie zijn van eminent belang voor de concurrentiepositie van ondernemingen op zowel nationaal als internationaal niveau. Gezien dit belang wordt in produktinnovatie veel geld geïnvesteerd. Of de geïnvesteerde geldmiddelen in de toekomst in voldoende mate renderen is hoogst onzeker. De vraag die wordt onderzocht is of de allocatiebeslissingen ten aanzien van produktinnovatie wel in voldoende mate steunen op inzichten in de daaraan verbonden rendementsbijdragen en risico. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Gegeven het feit dat in ondernemingen beslissingen worden genomen om produktinnovaties te entameren c.q. voort te zetten zou mogen worden verwacht dat deze beslissingen zijn gebaseerd op kennis van de effecten op toekomstig rendement en risico. Beslissers handelen veelal op basis van indrukken die gebaseerd zijn op overwegingen die meer gevoelsmatig dan analytisch zijn. Een betere indruk omtrent de effecten op toekomstig rendement en risico ontstaat door het systematiseren van de overwegingen. Deze systematisering zou tot een betere beslissing t.a.v. het entameren c.q. voortzetten van produktinnovaties moeten leiden. SAMENWERKINGSVERBANDEN: BMGT, TUE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Onderzoekgebied en onderzoekopzet zijn opnieuw vastgelegd op basis van literatuurstudie en gesprekken met deskundigen. Vanwege een hoge onderwijslast en nul uur beschikbare onderzoektijd is tot 1989 vertraging in het onderzoek ontstaan. Deze vertraging hield voornamelijk verband met het onvervuld blijven van de vacante leerstoel binnen de sectie bedrijfsfinanciering. - 195 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Een verdere verdieping op het onderwerp heeft plaatsgevonden, waardoor meer zicht is verkregen op de inhoud van het onderzoek. Meerdere studenten hebben in het kader van afstudeerwerk bij verschillende bedrijven onderzoek op het onderwerp verricht. De vragenlijst is uitgewerkt en geschikt gemaakt voor het afnemen van de interviews. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Begin 1991 worden de interviews bij de bedrijven afgenomen. Het doel hiervan is te achterhalen op welke wijze investeringsbeslissingen ten aanzien van produktinnovatie worden genomen. Tevens zal een inventarisatie worden gemaakt van de praktische problemen die zich hierbij in de bedrijven voordoen. In het onderzoek blijven studenten ingeschakeld die in het kader van afstudeerprojecten een bijdrage kunnen leveren. Om dit zo efficiënt mogelijk te kunnen coördineren is een projectgroep innoveren en investeren in het leven geroepen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker(s): 160 Van Beek 330 van Dam PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIE Beek, Th.A. van: Financiële aspecten van strategische produktinnovatie. In: Strategische produktinnovatie, Wetenschap en praktijk, TUE-BMGT/90.233, juni 1990, pp.26-32. BE OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Beek, Th.A. van: Financiële strategie van een kleine onderneming. Voordracht congres BMGT: Strategische produktinnovatie: Wetenschap en Praktijk, Eindhoven, 13 maart 1990. BE Beek, Th.A. van: Innoveren en Investeren. Voordracht IBO, Zeist, 7 en 14 maart 1990. BE Beek, Th.A. van: Financiële aspecten van strategische produktinnovatie. Conferentiebijdrage BMGT, Eindhoven, 13 maart 1990. BE
- 196 -
VF-PROGRAMMA INNOVATIE EN INDUSTRiëLE MARKETING THEMA 3: Strategisch Management PROJECT TPS-12: Internationalisatie van technische produktiesystemen DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: 1988
EINDE: 1992
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: o.t.v. dr.ir. A.D.M. v.d. Ven Ir. G.C.J.M. Vos KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Internationale Industriële Produktie behelst de vervaardiging van goederen (materiële produkten) in verschillende landen. Het object van studie is het industrieel bedrijf (produktiesysteem) en zijn omgeving. Verschillende landen impliceren verschillende omgevingen, zodat als doelstelling van deze studie geformuleerd kan worden: het analyseren en ontwerpen van industriële produktiesystemen waarbij de omgevingsvariabelen expliciet gemaakt worden. Om de gewenste produktieve prestatie te realiseren, kan vervolgens bepaald worden in welk land welk produkt op welke wijze het best geproduceerd en afgezet kan worden. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het Nederlandse industriële bedrijfsleven opereert in sterke mate in internationaal verband, zowel in termen van direkte export van halffabrikaten en eindprodukten alsook in de vorm van buitenlandse produktie. Deze export en produktie vinden niet alleen plaats in de hoog-geïndustrialiseerde landen, maar ook in de opkomende industrielanden in Z.O. Azië en Latijns-Amerika. Van de andere kant ondervindt het Nederlandse bedrijfsleven in belangrijke mate concurrentie van de landen in de E.G., Japan en de v.s., en van genoemde opkomende industrielanden, zowel op de internationale markt als op de binnenlandse markt. Niet alleen multinationale ondernemingen zoals Shell, Philips en unilever kunnen hier genoemd worden, ook de kleinere industriële ondernemer is hierbij steeds nauwer betrokken. Ook kan men konstateren dat tengevolge van concurrentie binnen de E.G. en binnen de Nederlandse markt, bedrijven uitzien naar mogelijkheden om hun produktiecapaciteit te benutten voor export en/of produktie buiten de E.G. Ook zijn niet alle ondernemers ervan overtuigd dat de Europa 1992 beweging alleen maar positieve effecten heeft. Ook buitenlandse bedrijven zullen profiteren van een meer uniforme markt. Bij het opzetten van deze buitenlandse activiteiten is het noodzakelijk inzicht te hebben in de markt- en produktie-omstandigheden in andere landen. De vraagstukken waar men mee te maken krijgt betreffen: export, - 197 -
de optimale internationale produktielokatie en het ontwerp van het buitenlandse produktiesysteem. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Ministerie van Buitenlandse Zaken, Direktoraat-Generaal Internationale Samenwerking, Den Haag Faculteit WM, TUE Bedrijven: Philips/Gemco/Friesche Vlag/Stork/KNP/DHV/Matrix UNIDO, Wenen INSEAD, Fontainebleau RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: In eerste instantie is een literatuurstudie verricht aangaande de faktoren die een rol (kunnen) spelen bij lokatiekeuzebeslissingen van ondernemingen. Deze studie is gecompleteerd met ervaringen uit de praktijk middels een aantal oriënterende bedrijfsbezoeken. verder is in 1989 een contactonderzoek uitgevoerd bij een Nederlands bedrijf, gericht op het bepalen van de Europese produktiestrategie voor de jaren '90. Het belangrijkste doel in dit onderzoek was de beantwoording van de vraag in hoeverre concentratie van produktie de winstgevendheid kan vergroten. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In het kader van het projekt is een contractonderzoek uitgevoerd bij een papierfabriek, met als doel het bepalen van toekomstige produktielokaties voor het betreffende bedrijf. Hierbij is aandacht besteed aan aspekten als schaalgrootte in de produktie, distributie (aan- en afvoer) en de mate van vertikale integratie. Op basis van het onderzoek zijn uitspraken gedaan over de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijf ten opzichte van de Europese concurrentie. Het onderzoek heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen, die vastgelegd zijn in een (vertrouwelijk) eindrapport. Verder is in 1990 een begin gemaakt met het opstellen van een theoretisch model betreffende lokatiekeuze- en produktie-allokatie beslissingen van internationaal opererende ondernemingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen tijdens de uitvoering van de 2 contractonderzoeken. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In de eerste helft van 1991 zal het theoretische model verder uitgewerkt worden. Het model dient inzicht te verschaffen in de vraag welke faktoren in welke mate een rol spelen bij de allokatie van produktie-aktiviteiten binnen een multinationale onderneming. In de tweede helft van 1991 zal getracht worden de ontwikkêlde concepten toe te passen binnen één of meer ondernemingen. Het belangrijkste doel van deze exercitie is vast te stellen of toepassing van de concepten leidt tot beter onderbouwde beslissingen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Vos (AIO) 680 uur 150 uur Van de Ven - 198 -
BESCHRIJVING NIET VF-GEBONDEN THEMA'S PER VAKGROEP
PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIE Vos, G. C. J . M. : A Production Allocation Approach for International Manufacturing Strategy. Proceedings of the 5th International Conference of the Operatiens Management Association UK, warwick, June 1990, Volume 2, pp. 935-948. TPS ABSTRACT Vos, G.C.J .M.: The allocation of production in a multinational enterprise. Extended abstract for the 3rd International Production Management Conference on Managementand New Production Systems, May 1991, Gothenburg, Sweden, november 1990, 4 pp. TPS VAKPUBLIKATIE Ven, A.D.M. van de; Ribbers, A.M.A.: Internationale produktie-allocatie. Harvard Holland Review, december 1990, pp. 91-98. TPS OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Ven, A.D.M. van de: Production Allocation Strategy. Lezing Rothmans International, Amsterdam, november 1990. TPS Ven, A.D.M. van de: Industrieel beleid van de gemeente Uden. Lezing, Uden, september 1990. TPS Ven, A.D.M. van de: International Business Operations. College-cyclus Nijenrode, maart-april 1990. TPS Vos, G.C.J .M.: The manufacturing performance of enterprises in Europaan countries. Research proposal for cooperation with INSEAD, Fontainebleau, France, augustus 1990, 7 pp. TPS
- 199 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Bestuur en beheer in onderneming en maatschappij
PROJECT OK-35: Kwaliteitsbeleid en organisatie DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1989
EINDE: 1990
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. F.A. Mulder i.o.m. Prof.ir. F.A. Mulder - Ir. C.P.M. Govers o.t.v. Prof.ir. F.A. Mulder - J. Meijer (OBP) KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek bestaat uit twee nauw met elkaar samenhangende delen. a. Een herhaling van een onderzoek uit 1981-1982 bij 25 Nederlandse industriële bedrijven. b. Een onderzoek naar beroepsprofielen op het gebied van kwaliteitszorg. ad a. In 1981-1982 zijn in een oriënterend onderzoek feitelijke gegevens verzameld over het relatieve belang dat door de topleiding werd gehecht aan kwaliteitszorg, over de organisatorische positie, het werkterrein en het functioneren van de kwaliteitsafdeling, alsmede over het functioneren van het systeem van kwaliteitszorg als geheel. Begin 1989 werd bij het NEHEM een onderzoeksvoorstel ingediend om na te gaan: of er de afgelopen jaren bij de toen onderzochte bedrijven feitelijke veranderingen opgetreden zijn in welke mate subsidiemogelijkheden daarop effect gehad hebben hoe men de relatie Kwaliteit en Logistiek ziet en welke conclusies men daaruit trekt. ad b. Mede op verzoek van het NEHEM heeft in dit onderzoek een meer expliciete inventarisatie plaatsgevonden van kwaliteitstaken. Deze taken werden ontleend aan de literatuur (ISO 9000-9004, Juran, Feigenbaum, e.a.). Op grond daarvan zullen beroepsprofielen en aansluitend daarop onderwijsprofielen worden afgeleid. Het profielonderzoek kwaliteitszorg is inhoudelijk vanuit de TUE opgezet, verwerking vond plaats bij het CIBB. Voor de uitvoering richtten de TUE-onderzoekers zich op de industriële sector, terwijl het CIBB de dienstensector heeft benaderd.
- 200 -
AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Aanleiding voor het onderzoek waren vragen in hoeverre stimuleringsmaatregelen van het Ministerie van Economische Zaken effect gehad hebben en welke beroepsprofielen op het gebied van de kwaliteitszorg bestaan c.q. denkbaar zijn. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Er is formeel samengewerkt met mr. L. Kerklaan, firmant van de Holland consulting Group en met het CIBB. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Er is een opzet gemaakt voor het veldonderzoek in de 25 Nederlandse industriële bedrijven en deze bedrijven zijn tevens benaderd met de vraag of ze (opnieuw) aan een onderzoek naar kwaliteitsbeleid en organisatie willen meewerken. Uiteindelijk hebben 23 bedrijven toegezegd aan het onderzoek te willen meewerken. verder zijn vragenlijsten ontwikkeld voor het profielonderzoek. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het onderzoek is rond augustus 1990 afgerond. Het eindrapport 'Kwaliteitsbeleid en Organisatie in 23 Nederlandse industriële bedrijven' is op 24 oktober officieel aangeboden aan de NEHEM in het kader van de kwaliteitsdag van de Nederlandse Vereniging voor Kwaliteitskundigen. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Niet van toepassing. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker(s): 100 Mulder 400 Govers 200 Meijer (OBP) PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Govers, C.P.M.; Kerklaan, L.A.F.M.; Mulder, F.A.: Kwaliteitsbeleid en -organisatie in 23 Nederlandse industriële bedrijven. Uitgave Stichting Kwaliteitsdienst K.D.I., Rotterdam, 1990, pp. 69. OK
- 201 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Bestuur en beheer in onderneming en maatschappij
PROJECT OK-39: Reflectie op thema's en methodologie in de organisatiekunde DEELNEMENDE VAKGROEP: Organisatiekunde (OK) AANVANG: 1990
EINDE: 1991
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: i.o.m. Prof.ir. F.A. Mulder - Dr. J.D. van der Bij - Dr. J.A. Keizer i.o.m. Prof.dr.ir. J.E. van Aken KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek moet inzicht geven in de volgende vragen: welke thema's zijn momenteel relevant in de organisatiekunde? welke onderzoeksmethoden zijn dominant? is er een verklaring voor de huidige themakeuze en keuze van onderzoeksmethoden? kan door een geschikte themakeuze en keuze van onderzoeksmethode de handelingsgerichtheid in de organisatiekunde bevorderd worden? AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Behoefte om meer inzicht te krijgen in het huidige debat in de organisatiekunde. Verder de steeds terugkerende discussie over de geringe toepasbaarheid van de organisatiekundige concepten. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Geen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 is een inventarisatie gemaakt van relevante thema's en dominante onderzoeksmethoden in twee nationale en één internationaal tijdschrift. De onderzoeksresultaten zijn nader geanalyseerd en gestructureerd. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: De in 1990 verkregen onderzoeksresultaten zullen in een publikatie worden verwerkt.
- 202 -
N AMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: van der Bij 250 Keizer 200 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: Geen.
- 203 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Bestuur en beheer in onderneming en maatschappij
PROJECT OK-40: Een leeromgeving voor logistieke strategievorming DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Organisatiekunde (OK) Kwantitatieve Aspecten van Beheersingssystemen (KBS) AANVANG: 1990
EINDE:
1993
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr.ir. J.E. van Aken - Prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand - Drs.drs. H.A. Akkermans o.t.v. Prof.dr.ir. J.E. van Aken KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek richt zich op het ontwerpen en evalueren van een computer-ondersteunde leeromgeving, i.e. een onderling samenhangend geheel van modellen, methoden, technieken en procedures, ter ondersteuning van beleidsmakers in organisaties bij het proces van logistieke strategievorming. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Aanleiding voor het onderzoek is het toegenomen strategische belang van logistieke performance, en bijgevolg de maatschappelijke behoefte aan ondersteuning van het proces van strategische beleidsvorming op dit terrein van de logistiek. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Dr. J.A.M. Vennix, vakgroep Gamma-Informatica, Faculteit Sociale Wetenschappen, R.u.u. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Niet van toepassing. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In het tweede halfjaar van 1990 heeft het onderzoeksproject, dat reeds opgestart was aan de R.U.U., vaste vorm gekregen. Dit heeft ondermeer geresulteerd in een onderzoeksdefinitie en een conferentiepaper waarin theoretische achtergronden van het onderzoek uiteengezet worden (te presenteren in januari 1991 in de V.S.).
- 204 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: In 1991 zullen twee stappen genomen worden, te weten: een vertaling van logistieke strategische beslissingen in System Dynamics modellen de ontwikkeling van LogSim 1, 2, 3 (tutorial, simuiatien game, participatieve modelbouw procedure). NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: van Aken 50 Bertrand 50 Akkermans 700 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Akkermans, H.A.; Bertrand, W.J.M.; Vennix, J.A.M.: Using simuiatien models to support strategie decision making in the field of logistics. Paper te presenteren op de Simuiatien in Business and Management Conference, Society for Computer Simulation, Anaheim, California, 23-25 januari 1991. OK
- 205 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde
PROJECT ORS-01: Kwantitatieve Economische Methoden DEELNEMENDE VAKGROEP: Operationele Research en Statistiek AANVANG: 1971
VERMOEDELIJK EINDE: 2001
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.dr. C.B. Tilanus (projektleider) KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het ontwikkelen van kwantitatieve economische methoden en het toetsen van de toepasbaarheid ervan op bedrijfskundige problemen. De computer wordt daarbij gebruikt als hulpmiddel. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Aanleiding voor het onderzoek is de behoefte bij het bedrijfsleven en bij organisaties om te kunnen beschikken over goed bruikbare, met de computer te verwerken kwantitatieve methoden in de budgettering, een handleiding over de toepassing van lineaire programmering e.d. Voorts blijkt de bedrijfskundige opleiding behoefte te hebben aan een bij deze opleiding aansluitend bedrijfsspel dat gebruikt kan worden als didactisch instrument en als hulpmiddel bij het onderzoek. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Samengewerkt wordt met: SOR, Sectie Operations Research van de vereniging voor Statistiek; DMV-Campina te Veghel; COSOR, TUE; Faculteit Wiskunde en Informatica. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Inventarisatie van lineaire programmeringsteepassingen in Nederland is vastgelegd. Kwantitatieve methoden in de budgettering zijn in de praktijk getoetst. Het management-game 'Het Rubber Schoeisel Spel' is operationeel. Diverse toepassingen van lineaire programmering in bedrijven zijn afgerond, o.a. een groot projekt bij DMV-Campina te Veghel. DMV-Campina neemt het ontwikkelde model in eigen beheer. LPmodellen zijn afgerond voor het Grootlandbouwbedrijf van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, en voor een snackfabrikant in Limburg. Het onderzoek naar de trends in de operations research in Europa is m.b.t. de congressen afgerond.
- 206 -
Een nieuw deelonderzoek betreffende het gebruik van pakketten voor mathematische programmering is afgerond. De nadruk wordt gelegd op het toetsen van de toepasbaarheid in concrete situaties. In 1981 heeft het onderzoek zich toegespitst op drie deelonderzoeken: a) Operationele Research in Nederland. Welke kwantitatieve methoden worden in de bedrijfskundige praktijk gebruikt? b) Kwantitatieve methoden in het management. Een coördinatie en een bundeling van ongeveer 35 case-studies. ad a) ad b)
Hiervoor is een telefonische enquête gehouden onder 365 (98%) van de 372 met name bekende leden van de SOR: de Sectie Operationele Research van de Vereniging voor Statistiek. Het aantal case-studies dat verzameld is, is 36 geworden. De bundel, onder de titel 'Kwantitatieve methoden in het management: 36 praktijkgevallen in de operations research', is als Aula-paperback nr. 69 verschenen in januari 1983 bij het Spectrum.
Aan het artikel van B. Fokkens en M. Puylaert, 'A linear programming model for daily harvesting operations at the large-scale grain farm of the IJsselmeerpolders Development Authority', Journalof the Operational Research Society, 32, 1981, 535-547, is de President's Medal voor het beste in 1981 gepubliceerde artikel toegekend. In 1983 is de verzameling case-studies van successen en mislukkingen van kwantitatieve methoden in het management verschenen, als jubileumuitgave van de Sectie Operationele Research (SOR) van de Vereniging voor Statistiek, die 25 jaar oud werd. De uitgave is verzorgd door het Spectrum te Utrecht, en in een goedkope paperback-editie op grote schaal verspreid. Het (hernieuwde) onderzoek naar het gebruik in Nederland van operationele research in het algemeen en van mathematische programmering in het bijzonder is afgerond. verkennende studies zijn gemaakt naar het aanbod van projektmanagement-software-pakketten en van matrix-generatoren en -supergeneratoren voor de mathematische programmering. Verschillende rapporten zijn in 1984 tot stand gekomen, die inmiddels gedeeltelijk als publikatie verschenen zijn. De vertaling van 'Kwantitatieve Methoden in het Management' in het Engels is in 1985 bij Wiley verschenen. Als nieuw terrein is de vervoerplanning betreden. De know-how op het gebied van programmapakketten, met name voor netwerkplanning en lineaire programmering, is verstevigd. Uitgebreide aandacht is besteed aan de toepassingsmogelijkheden van microcomputers. In 1985 is verder gegaan met het onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van microcomputers. Veel aandacht is besteed aan operations-research-softwarepakketten, op het gebied van lineaire programmering, netwerkplanning, spreadsheetmodellen en transportplanning. In 1986 is de meeste aandacht uitgegaan naar problemen op het gebied van transportplanning, projectplanning en korte-termijn produktieplanning. De sectoren waar onderzoek gedaan is zijn onder meer de procesindustrie (zuivelindustrie, voedings- en veevoerindustrie, chemische industrie), de dienstensector (banken, verzekeringsmaatschappijen) en de bouwsector. De programma-ontwikkeling voor project-management bevindt zich in een stroomversnelling. Microcomputers komen steeds meer binnen het bereik - 207 -
, van pakketten voor lineaire programmering, projectplanning, transportplanning. De ontwikkelingen worden gevolgd en er wordt aan bijgedragen. In 1988 is bijzondere aandacht gegeven aan implementatie-onderzoek. Verschillende onderwerpen van het kwantitatieve wetenschapsonderzoek, de scientometrics, op het gebied van de kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde zijn aan de orde gekomen. In 1989 is het aandachtsveld van de kwantitatieve economische methoden binnen dit project verlegd naar externe logistiek. Externe logistiek wordt opgevat als de beheersing van de goederenstroom tot aan, en vanaf, de fabriekspoort. Een studiereis in april 1989 van de studievereniging Industria is gewijd aan de externe logistiek in het licht van 1992 en is door de eerste onderzoeker van dit project begeleid. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 werd, in samenwerking met prof. A. Mereer en prof. H.J. Zimmermann van de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule te Aken, voor het veertiende jaar de hoofdredactie gevoerd van het European Joumal of Operational Research. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Voortzetting, in samenwerking met prof. A. Mereer en prof. H.J. Zimmermann, van de hoofdredactie van het European Journalof Operational Research. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Aantal uren: Onderzoeker: Tilanus 100 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIES Gils, K. van; Tilanus, C.B: Aankoopbeleid van fleetowners. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/07, Eindhoven, augustus 1990, pp. 1-6. ORS Tilanus, C.B.: Verstoringen van het fysieke-distributieproces. Beroepsvervoer, 50, 1990, pp. 6. ORS Tilanus, C.B.: De magische grens tussen zelf doen en uitbesteden. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/08, Eindhoven, augustus 1990, pp. 1-9. ORS OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN: Tilanus, C.B.: wat is er bijzonder aan externe logistiek? Nieuwsblad Transport, 3, 7 juli 1990, p. 4. ORS - 208 -
Tilanus, C.B.: Knelpunten in het wegennet: Wat is er aan te doen? Nieuwsblad Transport, 3, 21 juli 1990, p. 4. ORS Tilanus, C.B.: Maatschappelijke verkeerskasten louter een kwestie van geld? Nieuwsblad Transport, 3, 2 augustus 1990, p. 6. ORS Tilanus, C.B.: wat heet bezettingsgraad? Nieuwsblad Transport, 3, 18 augustus 1990, p. 4. ORS Tilanus, C.B.: Ovenverse croissants. Nieuwsblad Transport, 2, 20 september 1990, p. 10. ORS Tilanus, C.B.: Oost-Europa maakt 'fouten' Westen met plezier opnieuw. Nieuwsblad Transport, 3, 13 december 1990, p. 4. ORS Tilanus, C.B.: Research of physical distribution operations. Paper presented at 12th Triennial Conference on Operatiens Research, Athens, 25-29 June 1990. ORS NIET VF-GEBONDEN THEMA'S
- 209 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde
PROJECT ORS-06: Statistische methoden DEELNEMENDE VAKGROEP: Operationele Research en Statistiek (ORS) AANVANG: 1980
EINDE: niet bepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Dr. M.J. Newby i.o.m. prof.dr. P.C. Sander i.o.m. prof.dr. P.C. Sander - Dr. G.J.K. Regterschot - Ir. M.J.P. Pijnenburg o.t.v. prof.dr. P.C. Bander - Prof.dr. P.C. Sander KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Doel van het onderzoek is het ontwikkelen en het toetsen op toepasbaarheid van statistische methoden en stochastische modellen op bedrijfskundige problemen. De bedrijfskundige methoden worden in het bijzonder ontleend aan bedrijfszekerheid, statistische procesbeheersing en de theorie van de stochastische processen. Voorbeelden van relevante vragen zijn: hoe wordt het effekt van afbreken (censoring) van levensduurproeven in de conclusies verwerkt; wat is de invloed van reparaties op de beschikbaarheid van systemen; op welk moment raakt een technisch proces ontregeld; welke (statistische) procedure heeft tot gevolg dat de ontregeling snel wordt geconstateerd en hersteld, zonder dat frekwent onnodig in het technische proces wordt ingegrepen; hoe is het faalgedrag van systemen en componenten te beschrijven m.b.v. stochastische processen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De aanleiding voor het onderzoek is enerzijds de vraag uit de praktijk om kwantitatieve ondersteuning bij het beleid met betrekking tot bedrijfszekerheid, kwaliteitsbeheer en onderhoudsbeheersing, en anderzijds de ervaring dat statistische en stochastische methoden met vrucht kunnen worden toegepast bij de bewaking van industriële processen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Uiteraard is er inhoudelijk overleg met deskundigen binnen de faculteit op de terreinen kwaliteitsbeheer en onderhoudsbeheersing. Daarnaast bestaan binnen de TUE intensieve contacten met de vakgroep Besliskunde & Stochastiek van de faculteit Wiskunde en Informatica - 210 -
de vakgroep Werktuigkundig Ontwerpen voor de procestechnieken van de faculteit werktuigbouwkunde. Binnen Nederland zijn er nauwe contacten met het kwaliteitsplatform 'club van 7', bestaande uit NIVE, VVS, NVvB, NVDO, NVK, NVvK en KINT; het Centre for Quantitative Methods van Philips te Eindhoven; de KEMA te Arnhem; de Gasunie te Groningen; het KSLA te Amsterdam. Buiten Nederland zijn er intensieve contacten met de University of Bradford; de European Safety and Reliability Association. In het kader van de bedrijfszekerheid wordt bovendien geparticipeerd in de organisatie en uitvoering van de European Part-time Modular Masters Course in Reliability, dit is een samenwerkingsproject tussen enkele universiteiten, industrieën en (semi-)overheidsinstellingen in de EEG. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek betreffende het opsporen van discontinuïteiten in technische processen heeft geleid tot diverse resultaten betreffende plotselinge veranderingen in locatie en/of schaal. De meeste resultaten zijn samengevat in een proefschrift. Het stochastische faal- en herstelgedrag van een systeem is vastgelegd in een kwantitatief model dat analyse van een systeem d.m.v. simulatie mogelijk maakt. Het model is vastgelegd in software en deze software wordt door het bedrijfsleven gebruikt. Het model en de bijbehorende software zijn in een proefschrift beschreven. Een tweede onderwerp is het effect van additieve hazards op de beschikbaarheid van een systeem. Hiervoor zijn verschillende modellen bestudeerd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het onderzoeksproject gericht op het efficiënt opsporen van een gering aantal belangrijke invloedsfactoren in een grote klasse van onbelangrijke factoren is in 1990 afgerond. Er is een methode ontwikkeld die aanzienlijk efficiënter werkt dan de uit de literatuur bekende methoden. Het onderzoek werd uitgevoerd in een samenwerkingsproject van KUB en TUE. De resultaten zijn vastgelegd in een proefschrift. In 1990 is voortgang geven aan het onderzoek naar het faalgedrag van repareerbare systemen. In het bijzonder is het faalgedrag bestudeerd van systemen bestaande uit twee redundante componenten waarvan de faaltijdstippen niet onderling onafhankelijk zijn als gevolg van het optreden van common cause failures. De gehanteerde modellen zijn additieve hazard modellen. De studie was erop gericht de gebruikelijke bedrijfszekerheidskarakteristieken te bepalen voor een ruime klasse van faal- en herstelverdelingen: m.n. de fasetypeverdelingen. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het onderzoek betreffende het faalgedrag van repareerbare systemen concentreert zich in 1991 op drie punten, te weten: het bepalen van een onderbaudsstrategie voor een systeem bestaande uit twee redundante componenten. Hierbij wordt gezocht naar een combinatie van age replacement en opportunistic replacement; de modellering van geleidelijke veroudering met behulp van een additief hazards model; - 211 -
de modellering van het faalgedrag van een systeem bestaande uit meerdere componenten dat aan mogelijke common cause failures bloot staat. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Newby 500 Pijnenburg (aio) 300 Regterschot 200 Sander 200 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Newby, M.J.: On Likelibood Methods and the Analysis of Fatigue Crack Growth. Engineering Fracture Mechanics, 37, 1990, 3, pp. 701-705. ORS Al-Ayoubi, I.O.; Bunday, B.D.; Newby, M.J.: Likelibood and bayesian estimation methods for poisson process models in software reliability. International Journal of Quality and Reliability Management, 7, 1990, 5, pp. 9-18. ORS Pijnenburg, M.J.P.: Addi t i ve Hazards Models in Repairable Systems Reliabili ty. Reliability Engineering and System Safety, 31, 1991, pp. 369-390. ORS VAKPUBLIKATIES Coolen, F.P.A.; Newby, M.J.: A Note on the use of the Product of Spacings in Bayesian Inference. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/29, Eindhoven, september 1990, pp. 1-10. ORS Coolen, F.P.A.; P.R. Mertens; Newby, M.J.: A Bayes-Competing Risk Model for the Use of Expert Judgment in Reliability Estimation. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/22, Eindhoven, augustus 1990, pp. 1-18. ORS Newby, M. J . : Estimation of Paris-Erdogan Law Parameters and the Influence of Environmental Factors on Fatigue Crack Growth. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/23, Eindhoven, november 1990, pp. 1-24. ORS Newby, M.J.: Reliability Modelling and Estimation. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/24, Eindhoven, oktober 1990, pp. 1-24. ORS
- 212 -
Newby, M.J.: Repairable Systems and Growth Models. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/25, Eindhoven, oktober 1990, pp. 1-20. ORS Newby, M.J.: Parameter Estimation in Reliability and Life Span Models, A.C. Cohen en B. Jones Whitton. Boekbespreking. Joumal of the Royal Statistica! Society Series B, 135, 1990, Part 1, pp. 108-109. ORS Pijnenburg, M.J.P.: Stochastic Analysis of a Dependent Parallel System. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/26, Eindhoven, juli 1990, pp. 1-34. ORS Pijnenburg, M.J.P.: Quasi-Stationary Distributions of a Two-Unit Dependent Parallel System. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/27, Eindhoven, september 1990, pp. 1-18. ORS Pijnenburg, M.J.P.: A Two-Unit Dependent Parallel System with Bivariate Phase Type Life and General Repair Distribution. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/28, Eindhoven, november 1990, pp. 1-15. ORS OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEIT Newby, M.J.: Reliability and Design. Lezing voor bezoekers vanuit Universiteiten van Cambridge en Lancaster, Technische Universiteit Eindhoven, 31 juli 1990. ORS Newby, M.J.: Bedrijfszekerheidanalyse voor warmtewisselaars. Lezing Wiskunde voor Industrie dag, Technische Universiteit Eindhoven, 1 juni 1990. ORS Sander, P.C.: Statistische aspecten van bedrijfszekerheid en onderhoud. Bijdrage aan de cursus Bedrijfszekerheid en Onderhoud, NVDO en NVvB, Eindhoven, 24 en 25 januari en 1 februari 1990. ORS Sander, P.C.: Levensduurverdelingen. Bijdrage aan de leergang Onderhoudsmanagement, Rijnconsult BV, Amersfoort, 19 februari en 17 september 1990. ORS Sander, P.C.: Modelbouw en Statistiek. Lezing tijdens symposium ter gelegenheid van het afscheid van Prof.dr. G.J. Leppink, Rijksuniversiteit Utrecht, 20 september 1990. ORS
- 213 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA
Kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde
PROJECT ORS-07: Tijdreeksanalyse in financiële markten (ORS) DEELNEMENDE VAKGROEP: Operationele Research en Statistiek AANVANG: medio 1981
EINDE: nog niet te voorzien
NAAM VAN DE ONDERZOEKER EN ZIJN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIE: - Dr.ir. E.G.F. van Winkel i.o.m. prof.dr. C.B. Tilanus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Toetsen van de hypothese, dat prijzen van valuta's en effecten onvoorspelbaar zijn. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het onderzoek is gestart na de vaststelling dat bij de besturing van het dynamische gedrag van prijzen in speculatieve markten, sterk tegenstrijdige resultaten werden gepubliceerd. Tijdreeksanalyse bleek bovendien een nauwelijks gebruikt instrument. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Samengewerkt wordt met dr. L.A. Soenen (University of San Diego). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het basisidee is behandeld in enige artikelen, in een voordracht en in een afstudeerproject. Publikatie gaf aanleiding tot een dieper rakende studie van de methoden die door financiële-marktonderzoekers worden gebruikt. Univariante tijdreeksanalyse volgens de eerder voorgestelde methode blijkt aan te sluiten bij de in de literatuur besproken regressiemodellen, maar vereist minder vergaande vooronderstellingen. Onder ruime voorwaarden kunnen transacties van het type aankoop contant/verkoop op termijn resp. verkoop contant/aankoop op termijn systematisch winstgevend zijn. Voor een zevental (niet-EMS) muntsoorten werden de relevante einde-weekkoersen verzameld en werd van de algorithme een systeemontwerp gemaakt. Uiteindelijk is gekozen voor het gebruik van bestaande PC-software voor tijdreeksanalyse, uit te breiden met zelfgemaakte data-handling faciliteiten. Een HIO-stagiair heeft zich hieraan gezet. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Een voorlopige versie van het programma is in de loop van het jaar opgeleverd en bevindt zich nu in de test-fase.
- 214 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Verwacht wordt dat de software operationeel wordt. Simulaties met historische data moeten hierover uitsluitsel geven. Hierna kan on-line verder worden gewerkt. NAAM VAN ONDERZOEKER EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker: Aantal uren: Van Winkel 350 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: Geen.
- 215 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische produktiesystemen.
PROJECT TPS-13: Industrial Performance (efficiëntie x effectiviteit) van technische produktiesystemen. DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen {TPS) AANVANG: 1990
EINDE: onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. P.C.F. Bekker, Ph.D. (onderzoekscoördinator) - Prof.ir. P.W. Sanders - Prof.dr.ir.E.J. Sol i.o.m. Prof.ir. P.C.F. Bekker, Ph.D. - Ir. C.J. Daams Dr.ir. A.J.D. Lambert i.o.m. Prof.ir. J. Claus - Ir. P.F. Cuijpers i.o.m. Prof.ir. P.W. Sanders - Ir. H.K. Rampersad i.o.m. Prof. ir. P.W. Sanders i.o.m. Prof.ir. P.C.F. Bekker, Ph.D. - Ir. A.J. de Ron KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Het onderzoek in de Vakgroep TPS is gericht op het ontwerpen en beheersen van technische produktiesystemen met betrekking tot het geheel van de materie- en energiestromen, de techniek van de transformatie {hoedanigheid, plaats en tijd), het gebruik van grondstoffen en energie met inachtneming van de milieulast, en dat (bottom-up) vanuit een integrale ketenbenadering. In het onderzoekraamwerk staat de prestatie van een technisch produktiesysteem in vergelijkende zin (competitive performance) centraal, waarbij rekening wordt gehouden met alle processen in de gehele voortbrengings- en gebruiksketen, incl. de onttrekking aan en de terugvoering in het ecosysteem. Het bovenomschreven geheel vormt het vroegere TPS-onderzoekthema (TPS08), waaraan de volgende projekten zijn c.q. waren gerelateerd: Energie/Milieu-analyse. Van dit projekt afgeleide (deel)projekten: * TPS-04: Produceren met minimaal energiegebruik * TPS-06: De energie-arme fabriek * TPS-09: Energie- en milieumanagement * TPS-10: Substitutie van produktiefakteren {Samenwerkingsorgaan Brabantse Universiteiten) Internationale Industriële Produktie. Van dit projekt afgeleide (deel)projekten: Automatisering in de Fabricage. Van dit projekt afgeleide (deel)projekten: * TPS-02: Optimale inrichting van produktiesystemen; produktiviteitsverhoging in de industrie (VF-programma Werk en Organisatie) - 216 -
*
TPS-11: Generieke Innovatieprocessen
Korte samenvattingen van de betreffende (deel)projekten zijn op de daartoe bestemde plaatsen in dit verslag opgenomen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De bedrijfskundige vraag, hoe met minder offers méér en/of betere resultaten kunnen worden bereikt, staat centraal bij het hele scala van veelal versnipperd onderzoek dat op een of andere wijze, direkt of indirekt, gericht is op prestatieverbetering van produkten en produktie in de industriële sector, alsmede in vele andere sectoren. In het licht van een zich uitbreidende internationalisering van handel, nijverheid en industrie heeft die bedrijfskundige vraag een wereldwijde betekenis. Vanwege de relatie produkt/technologie/produktie, kan verwacht worden dat de ontwikkeling van de technologie een rol speelt bij de verandering van de produktiviteit in de tijd. Anderzijds zijn met het gebruik van produkten en met de produktie negatieve effecten verbonden, welke vooral tot uitdrukking komen in de finale produktiviteit, als de verhouding tussen offers en resultaten volgens een cyclusbenadering (over een zeer lange periode beschouwd). Bedrijfskundige theorievorming is een belangrijke aanleiding voor het onderzoek. Daarnaast biedt het onderzoekraamwerk de mogelijkheid om alle onderzoekinspanningen van de vakgroep TPS, zowel VF- als niet-VFgebonden thema's, te coördineren en te integreren tot één samenhangend geheel. SAMENWERKINGSVERBANDEN: European Research Group on Durability Performance of Materials and Components (Finland, Ver. Koninkrijk, Nederland, Belgi6, Frankrijk en Italië); Prof.dr.ir. E.M.M.G. Niël en Prof.ir. J.A. Wisse; Institut für Produktions-Automatisierung Frauenhofer Gesellschaft, Stuttgart; Katholieke Universiteit Leuven, Departement Werktuigkunde, Faculteit der Toegepaste Wetenschappen, Leuven-Heverlee; Prof.dr.ir.L. Geldens; Rijks Universitair Centrum, Antwerpen, Werkgroep Logistiek; Politecnico di Milano, Dipartimento di Ingegneria Strutturale, Milaan, Italië; Prof.L. Binda-Maier; Ruhr Universität Bochum, Institut für Automatisierungstechnik; RILEM (Réunion International des Laboratoires d'Essais et de Recherche sur les Materiaux et les constructions), Parijs; Prof. A. Hendry; Academie van Wetenschappen in China, Beijing; Cao Yimin, Wen Yeqing en Huang Xiaguo; Technische Universiteit van Praag, Faculteit voor Bouwconstructies en Materialen; Ing. D. Pume, Ph. D.; Technische Universiteit van Slovakia, Bratislava, vakgroepen Bouweconomie; Prof. Ing. V. Synek, Dr.Sc. en Verkeersbouwkunde; Prof.Ing. I. Gschwendt, Dr.Sc.; TNO-TPD, Keramisch Technisch Centrum; L. de Vries; Vrije Universiteit Amsterdam; vakgroep econometrie (Faculteit Economische Wetenschappen en Econometrie); Prof.dr. A.H.Q.M. Herkies; Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Bouwkunde; vakgroepen BFA; Prof.ir.J.A. Wisse en Prof.dr.ir.E.M.M.G. Niël;
- 217 -
I
Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen; hoofdafdeling Statistieken van de kapitaalgoederenvoorraad en balansen; Drs. E. Smeets; Philips Eindhoven * Stafafdeling Organisatie & Efficiency * Centrum voor Fabrikage-Technieken (CFT) TNO, Metaal Instituut, Apeldoorn; Instituut voor Technologie en Produktie-automatisering TUE/TNO, Eindhoven; Bedrijfsmechanisatie-kern, Philips Eindhoven; Stichting NKWO/Adviesgroep Koers, Den Bosch; Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg; Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) te Gouda; Prof.ir. P.C. Kreijger; Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Technische Natuurkunde, vakgroep NR; Prof.dr.ir.P.M.E.M. van der Grinten; Technische Universiteit Delft, Faculteit der Civiele Techniek, vakgroep Verkeer, sectie Verkeersbouwkunde; Prof.dr.ir.A.A.A. Molenaar; TNO-Bouw te Delft/Rijswijk; ir.A.J.M. Siemes; Ing. Bureau DHV te Amersfoort; Ir. J.G.A. van Hulst; Research Instituut voor Bedrijfswetenschappen, Maastricht; Dr.ir. R. Samson; Samenwerkingsorgaan Brabantse Universiteiten; Prof.dr.J.B. Rijsman, Dr.Y.H. Poortinga. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Voor de resultaten van de hiervoor genoemde (deel)projekten wordt verwezen naar de rapportages elders in dit verslag. Wat het meer algemene deel inzake het centrale TPS-onderzoekthema betreft, was er eind 1988 een samenhangende theorie ontwikkeld met betrekking tot de prestatie van een technisch produktiesysteem en het verloop daarvan in de tijd. Die prestatietheorie is in principe gebaseerd op de produktiviteit van een technisch produktiesysteem en gerelateerd aan een gebruiksduurtheorie. Gewapend met die kennis, kon de uit de praktijk bekende learning/experience/progress curve theoretisch onderbouwd worden. Het onderzoekraamwerk van de Vakgroep TPS is eigenlijk een productiviteitsraamwerk, dat voor bedrijfskundig onderzoek en in de praktijk uitermate geschikt blijkt te zijn. Dat geldt zowel voor de gehele keten van transformatie en gebruik van 'bron naar put', als voor de kleinste schakels uit die keten, met inbegrip van het eco-systeem. Voor meer informatie over de resultaten van het onderzoek wordt verwezen naar de rapporten en publikaties tot 1990 met betrekking tot het vroegere Projekt TPS-08. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: De resultaten van het onderzoek met betrekking tot het onderwerp Energie/Milieu-analyse zijn elders in dit verslag vermeld onder de (deel)projecten TPS-04/06/09/10. wat het onderwerp Internationale Industriële Produktie betreft wordt verwezen naar de verslaggeving over (deel)projekt TPS-05. Aan het derde onderwerp Automatisering in de Fabricage kon slechts in beperkte mate worden gewerkt als gevolg van gebrek aan capaciteit en middelen. Samen met de vakgroepen KBS en BISA werd een CIM-groep gevormd om een goed onderzoekprogramma te formuleren voor een deeltijdse onderzoeker en 3 AIO-ers. De deeltijdse onderzoeker, Ir. - 218 -
H.K. Rampersad, werkt aan een promotie-onderzoek over de bijdrage van robots aan de prestatieverbetering van daartoe geschikte produktiesystemen. Voor 2 AIO-plaatsen werd een aanvrage geformuleerd en ingediend. Beide aanvragen werden afgewezen. Het onderzoek naar de interactie van proces- en produktinnovatie en technologische vernieuwingen is voortgezet. Een deel van dit werk is uitgevoerd als bijdrage aan het VF-programma 'Innovatie en Industriële Marketing', waarover elders in dit verslag is gerapporteerd. Industriële proces- en produktinnovaties dienen te leiden tot een verbetering van de 'industrial performance', mede ook in het licht van 'duurzame ontwikkeling', zoals aangeduid in het Nationaal Milieu Beleidsplan. zoals aangekondigd in de Rapportage Wetenschappelijk Onderzoek Bdk 1989, is in 1990 gewerkt aan onderzoek op het gebied van duurzaamheid van poreuze, steenachtige materialen en componenten. Twee HTS-studenten (studierichting Technische Natuurkunde) werden ingeschakeld t.b.v. 'Duurzaamheidsonderzoek met behulp van Modellen'. Het doel was om een theoretische en modelmatige benadering van duurzaamheid d.m.v. experimenten te toetsen. Dit werk is vastgelegd in een afstudeerverslag, waaruit o.m. blijkt dat het eigenlijk gaat om het dynamisch vocht- en warmtetransport en daarnaast om kristallisatie- en biochemische processen in poreuze materialen. Voor het onderwerp 'instationair vocht- en warmtetransport' is een AIO-plaats verkregen bij de Faculteit Bouwkunde TUE (vakgroep BFA), waar een promovendus intussen met dit werk is begonnen. Parallel aan dit onderzoek wordt deelgenomen aan duurzaamheidsonderzoek in Nederland (Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving, CUR te Gouda), in de European Research Group on Durability Performance of Materials and Components en in RILEM te Parijs. In het onderzoek naar de Industrial Performance wordt gemeten volgens de eerder ontwikkelde methodologie op basis van efficiëntie en effektiviteit, toegepast op dynamische bedrijfsmodellen. Bij dat onderzoek staan technologische vernieuwingen en gebruiksduur centraal. Behalve dat een bepaalde technologie zelf een gebruiksduur heeft, geldt dat ook voor industriële produktiesystemen en/of produkten, welke op basis van die technologie zijn ontwikkeld. Op die wijze is gebruikeduur gerelateerd aan industrial performance en, als zodanig, kan men spreken van de duurzaamheid van industrial performance in bedrijfskundige zin, d.w.z. integraal bezien en in het licht van de gegeven randvoorwaarden. Het proefschrift over 'Lifetime distribution Models of depreciable and reproducible Capital Assets' kwam in concept-vorm gereed. De resultaten van dat onderzoek worden gebruikt in een ander promotie-onderzoek op het gebied van dynamische bedrijfsmodellen, dat loopt bij de Faculteit Technische Natuurkunde TUE, vakgroep NR. De vakgroep TPS is bij dat onderzoek betrokken en heeft op basis van de systeemleer en de principes van de meet- en regeltheorie een dynamisch bedrijfsmodel geoptimaliseerd d.m.v. simulaties. Dit werk is vastgelegd in TUE/Bdkrapporten. De eerste publikatie over dat onderwerp zal binnenkort verschijnen. De eerder ontwikkelde methodologie om de performance van technische produktiesystemen te meten, is in 1990 met succes toegepast t.b.v. industrieel onderhoud. Het ging in dit geval om een afstudeerprojekt van de vakgroepen KBS en TPS. Het is gebleken dat de efficiëntie en de effektiviteit van onderhoudsaktiviteiten aan een produktie-installatie voor het maken van vertind bandstaal bij de Hoogovens, IJmuiden, heel goed beoordeeld kunnen worden d.m.v. de TPS-methode op basis van - 219 -
I
produktiviteit. De resultaten zijn vastgelegd in een afstudeerverslag (ir. S. Breure). De theoretisch verkregen resultaten worden permanent getoetst aan bedrijfssituaties en aan de werkelijkheid, zoals die zich voordoet in de gehele keten van 'bron naar put' met de daarbij behorende gebruiksen verbruiksprocessen incl. de milieulast. Dat werk leent zich uitstekend voor afstudeeronderzoek van HBO- en WO-studenten. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het ligt in de bedoeling om in 1991 nagenoeg alle facetten van het onderzoek, welke nog niet zijn uitgevoerd in VF-programma's, onder te brengen in lopend VF-onderzoek. Het overgrote deel van het hiervoor gerapporteerde onderzoek is aangeboden aan het VF-programma 'Innovatie en Industriële Marketing'. Andere delen gaan vermoedelijk naar VFprogramma's welke lopen in de Faculteiten Bouwkunde en Technische Natuurkunde der TUE in het kader van promotieonderzoek door respectievelijk ir.M.Blok en ir.L.Pel. Hier wordt volstaan met te verwijzen naar het korte termijn onderzoekplan van de betreffende VFprogramma's. Veel tijd zal worden ingeruimd voor publikatie van de onderzoeksresultaten op het gebied van de integrale industrial performance. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Bekker 220 240 Sanders Sol 35 Daams 660 Lambert 50 Cuypers 65 De Ron 112 Rampers ad 160 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: VAKPUBLIKATIES Cuypers, P.F.; Daams, C.J.: Koolborstels: een onderzoek naar verschillende facetten. Werkzaamheden vastgelegd in het verslag van E. Valk (Hogeschool Eindhoven). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-27, Eindhoven, november 1990, pp. 41. TPS. Daams, C.J.: Simulatie m.b.v. TUTSIM. Case: een produktiebedrijf. Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-01, Eindhoven, januari 1990, pp. 12. TPS.
- 220 -
Daams, C.J.; Bekker, P.C.F.: Duurzaamheidsonderzoek met behulp van Modellen. Werkzaamheden vastgelegd in het verslag van M. Janssen en R. Valkonet (Hogeschool Eindhoven). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-23, Eindhoven, juni 1990, pp. 107. TPS. Daams , C. J . ; Bekker, P • c . F. : Simulatie van een Weibull-model met fouttoepassing volgens de methode van Ravenis. Werkzaamheden vastgelegd in het verslag van E.H. Samson (Hogeschool Enschede). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-28, Eindhoven, augustus 1990, pp. 31. TPS. Daams, C.J.; Ron, A.J. de: Een eenvoudig ondernemingsmodel; een systeemtechnische aanpak. Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-15, Eindhoven, oktober 1990, pp. 16. TPS. Daams, C.J.; Ron, A.J. de: Een eenvoudig ondernemingsmodel; simulatie m.b.v. TUTSIM. Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-19, Eindhoven, november 1990, pp. 11. TPS. Daams, C.J.; Ron, A.J. de: Een systeemtechnische aanpak van een eenvoudig ondernemingsmodel. Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-20, Eindhoven, november 1990, pp. 20. TPS. Daams, C.J.: Simulatiemodellen van voorraadsystemen. Werkzaamheden vastgelegd in het verslag van M.J.M. Ploegmakers en C.A.M. Grennée (Hogeschool 's-Hertogenbosch). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-25, Eindhoven, mei 1990, pp. 58. TPS. Daams, C.J.: Simulatie van een voorraad- en produktiesysteem. werkzaamheden vastgelegd in het verslag van B. v.d. Gouw (Hogeschool Enschede). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-26, Eindhoven, november 1990, pp. 15. TPS. Rampersad, H.K.: Approche globale et multi-disciplinaire de projets de soudure par robots. Industrial Systems, Brussel, 134, januari 1990, pp. 36-44. TPS. Rampersad, H.K.: Veiligheidssystemen voor industriële robots. Technisch Management, Antwerpen, 3, maart 1990, pp. 40-46. TPS. Rampersad, H.K.: Integrale en multidisciplinaire aanpak van lasrobotprojecten. Industrial Systems, Brussel, 141, april 1990, pp. 36-40. TPS.
- 221 -
Rampersad, H.K.: Assemblage met behulp van industriële robots; integrale en multidisciplinaire aanpak, assemblageproject. PT/Industriële automatisering, Rijswijk, 4, april 1990, pp. 39-43. TPS. Rampersad, H.K.: 'Design for assembly' dans l'automatisation flexible des processes d'assemblage. Industrial Systems, Brussel, 10, 5, november 1990, pp. 42 - 45. TPS. OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Bekker, P.C.F.: Duurzaamheid, een modelmatige aanpak. voordracht Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR), Hogeschool Eindhoven, 20 juni 1990. TPS. Bekker, P.C.F.: Leistung und Lebensdauer von Transportsystemen: Fahrzeuge und Strassen. Voordracht n.a.v. bezoek van een groep der Verkehrshochschule te Dresden, 26 october 1990. TPS. Bekker, P.C.F.: Duurzaamheidsonderzoek, Onderzoekscommissie B51 van CUR (Civieltechnisch Centrum uitvoering research en regelgeving), CURjaarverslag 1990. Gouda, (nog niet uitgebracht). TPS. Sol, E.J.: Keep it CIMple. Voordracht 25 Jaar Bedrijfskunde, Bedrijfskundecongres 1990, TUE, Eindhoven, 2 november 1990. TPS.
- 222 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van Technische Produktiesystemen. Energie/Milieu-analyse.
PROJECT TPS-04: Produceren met minimaal energiegebruik. DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS). AANVANG: 1988
EINDE: onbepaald
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. J. Claus Dr.ir. A.J.D. Lambert i.o.m. prof.ir. J. Claus Ir. M.A.M. Splinter i.o.m. prof.ir.J.Claus - M.L.M. Stoop o.t.v. prof. ir. J. Claus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Doel van het onderzoek is te komen tot een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van de invloed van de maatregelen die nodig zijn om een produktiesysteem (resp. een samenstel van produktiesystemen) zodanig te laten functioneren dat het energiegebruik minimaal is en het milieu (mede daardoor) in zo gering mogelijke mate ten nadele beïnvloed wordt. Het onderzoek verloopt langs twee lijnen: 1. Het toepassen van mathematische programmering bij het optimaliseren van het energiegebruik in produktiesystemen door middel van procesintegratie, met name bij het bepalen van de structuur van netwerken van warmtewisselaars. 2. Het onderzoek naar de massa- en energiestromen in een vrijwel volledige produktieketen. Het beschrijven van produktieketens door middel van mathematische modellen. Het kwantificeren van de milieuinvloeden en de wijzigingen daarin tengevolge van veranderingen in de procesparameters. Als case wordt de produktie van varkensvlees beschouwd. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Bij het nemen van ekonomische beslissingen, zelfs indien die zich op een relatief laag (micro-) niveau afspelen, dienen de gevolgen hiervan op grotere schaal (meso- en macroniveau) en op langere termijn zo goed mogelijk bekend te zijn. De randvoorwaarden die door de omgeving nu en in de toekomst aan deze beslissingen worden gesteld vloeien in het algemeen - zelfs al zijn ze maatschappelijk van aard (wetgeving, publieke opinie enz.) -mede voort uit de fysische werkelijkheid. Toename van de omvang van de materiaal- en energiestromen die in het technisch-ekonomische systeem worden ingezet, zorgt er niet alleen voor dat de schaarste aan primaire energiedragers en aan een aantal primaire grondstoffen manifest wordt, doch veroorzaakt ook beperkingen in de - 223 -
I
I
sfeer van opslag van afval, restwarmte en co2-emissie. Een belangrijke factor is voorts de bevolkingsgroei. De toegenomen kennis op het gebied van de beïnvloeding van het milieu door menselijk handelen kan worden ingezet om eventuele problemen tijdig te localiseren. Ondernemingen zullen zich in eerste instantie geconfronteerd zien met prijsverhogingen van basisgrondstoffen en energie, en mogelijk zelfs met storingen in de aanvoer. Daarnaast zijn ten aanzien van de milieuaspecten strengere wetten en voorschriften te verwachten. Ook is het aannemelijk dat een toenemende schaarste tot uiting komt in verhoogde kwetsbaarheid voor calamiteiten van politieke of andere aard. Om al deze redenen is het reeds nu van belang om de kennis omtrent de samenhang van de produktiesystemen in relatie met hun omgeving te vergroten en om inzicht te verwerven in de gevolgen voor het bedrijfsleven van de maatregelen die op korte en middellange termijn genomen moeten worden, teneinde de omvang van de problemen in de toekomst binnen aanvaardbare grenzen te houden. Dit inzicht kan opgebouwd worden langs drie wegen: Ontwerpen en bestuderen van mathematische modellen. Bestuderen en verklaren van wetmatigheden in deze gegevens. Bestuderen van produktieprocessen in de praktijk van de onderneming en in een laboratoriumsituatie. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Vakgroep Chemische Technologie, T.U. Eindhoven. Vakgroep Chemische Technologie, Universiteit Twente. Vakgroep Anorganische Chemie, Project Energiekunde, R.U. Utrecht. Faculteit Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen, T.U. Eindhoven. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek naar procesintegratie {pinchpunt-methode) werd vervolgd. Met name op het gebied van de beschrijving van netwerken van warmtewisselaars waarbij de matches verschillende warmteoverdrachtscoëfficiënten hebben, werd vooruitgang geboekt. In het kader van het onderzoek naar de integrale ketenbenadering bij de sector varkensvlees werd een grote hoeveelheid materiaal verzameld. Dit materiaal werd, waar het varkensvoer betreft, gesystematiseerd. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het onderzoek naar procesintegratie werd uitgebreid met de studie van het automatisch genereren van netwerkstrukturen. Voorlopige resultaten werden gepresenteerd op een Vakgroepscolloquium. Een publikatie hieromtrent is in voorbereiding. In samenwerking met drs. W.T.M. wolters werd software geselecteerd om het onderzoek te kunnen uitbreiden naar grotere modellen. Het onderzoek naar de integrale ketenbenadering heeft geresulteerd in een faculteitscolloquium, twee externe rapporten en een aantal vakpublikaties. De volgende aspecten zijn daarbij naar voren gekomen: Het varken als opruimer van huishoudelijke en industriële reststromen, met name in de vorm van zogenaamde natte bijprodukten. Het ontwerpen van enkele modellen, zoals een model dat energie- en massabalansen voor een vleesvarken berekent, en een model dat globale bedrijfsgegevens berekent vanuit statistisch materiaal. - 224 -
KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991 : Voor wat betreft de organisatorische toekomst van TPS-04 is het van belang te refereren aan het schrijven van prof.dr.P.C.F. Bekker (5 december 1990) namens de vakgroep TPS, getiteld: •voorstel tot uitbreiding van de bijdrage van de vakgroep TPS aan het VF-programma Industriële Innovatie en Marketing•. Het onderzoek naar procesintegratie wordt voortgezet. Een tweetal wetenschappelijke publikaties wordt geschreven. Met behulp van onlangs bestelde software zullen grotere modellen worden bekeken. Ook zal het concept hyperstructuur worden uitgewerkt en operationeel worden gemaakt. Een en ander heeft sterke raakvlakken aan project TPS-06. Het onderzoek naar de integrale ketenbenadering bij de produktie van varkensvlees wordt voortgezet met een rapport over varkensvoeders, waarbij met name de massastromen en de herkomst ervan zullen worden geïnventariseerd. De resultaten hiervan zullen in eerste instantie in een extern rapport worden neergelegd. Daarnaast worden massa- en energiebalansen opgesteld voor enkele processen van grootschalige mestverwerking. Tenslotte zal de (varkens-)slagerij op hetzelfde aspect worden bestudeerd. In alle gevallen zullen innovatieve ontwikkelingen (biotechnologie, automatisering) aan de orde komen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Splinter 50 50 Claus Lambert 700 PROJEKTGEBONDEN RESULTATEN 1990: VAKPUBLIKATIES Lambert, A.J .D.: Benutting van Proceswarmte voor verwarming van Bedrijfsgebouwen: Een systeembenadering. Klimaatbeheersing 19, 1990, pp. 33-37. TPS. Lambert, A.J .D.: Some Remarks on the Search for an Optimum Structure of Heat-Exchanger Networks (preprt.) Intern Rapport TUE/BDK/TPS/90-08, Eindhoven, juli 1990, 9 pp. TPS Lambert, A.J .D.: Het berekenen van Optimale Netwerkstructuren. Intern Rapport TUE/BDK/TPS/90-10, Eindhoven, sept. 1990, 16 pp. TPS. Lambert, A.J .D.: De varkenssector - Een Aanzet tot een Integrale Ketenbenadering. Intern Rapport TUE/BDK/TPS/90-16, Eindhoven, sept. 1990, 20 pp. TPS. Stoop, M.L.M.: Het varken als opruimer van Natte Bijprodukten. Landbouwkundig Tijdschrift, vol. nr. 103, januari 1991, 4 pp. TPS.
- 225 -
I
OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN: Lambert, A.J.D.: Varkenssector - Enkele produktiemodellen uitgewerkt. Extern BOK-rapport, september 1990, 50 pp. (ter perse). TPS.
De
Lambert A.J.D.: De Voortbrenging van Varkensvleesprodukten. Milieu en Innovatie in Integraal Perspectief. Voordracht Faculteitscolloquium Bedrijfskunde, T.U. Eindhoven, 14-31990. TPS. Stoop, M.L.M.: Perspectieven van Mestverwerking. Voordracht Studium Generale, Themagroep Landbouw-Milieu, Landbouw Universiteit Wageningen, 28-2-1990. TPS. (Bijdrage (5 pp) is opgenomen in het cursusmateriaal). Stoop, M.L.P.: Het gebruik van Natte (Industriële) bijproducten in de Varkenshouderij; een verkenning van de Nederlandse situatie. Extern BOK-rapport, november 1990, 59 pp. (ter perse), TPS.
- 226 -
NIET-VF GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van Technische Produktiesystemen. Energie/Milieu-analyse.
PROJECT TPS-06: De energie-arme fabriek. DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: augustus 1985
EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. J. Claus Ir. M. Splinter i.o.m. prof.ir. J. Claus Dr.ir. A.J.D. Lambert i.o.m. prof.ir. J. Claus o.t.v. prof.ir. J. Claus - Drs. W.T.M. Wolters KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: De centrale vraagstelling van het onderzoek is: In hoeverre is minimalisering van het totale (indirekte + direkte) energiegebruik, benodigd om een eenheid product te produceren, mogelijk door een integraal (her)ontwerp van het Technisch Produktiesysteem. Bij het (her)ontwerpen van zo'n Technisch Produktiesysteem moet er naast het energiegebruik ook rekening worden gehouden met andere (bedrijfskundige/bedrijfseconomische) criteria. Het onderzoek is gericht op het ontwikkelen van kwantitatieve methoden en technieken door middel waarvan de invloed van energiebesparende acties op de performance van het gehele Technische Produktiesysteem kan worden beoordeeld. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: De bedrijfskundige aanleiding voor het onderzoek in zijn huidige vorm is gelegen in het feit dat (fossiele) energiedragers een instabiele kostenfactor vormen bij het transformeren van grondstoffen tot produkten. Deze instabiliteit wordt aan de ene kant veroorzaakt door politieke factoren, aan de andere door de milieumaatregelen die naar verwachting genomen (zullen) worden m.b.t. het gebruik van fossiele energiedragers. De invloed van energie als instabiele kostenfactor kan gereduceerd worden door minder energie te gebruiken, d.w.z. energie te besparen. Dit brengt niet alleen minder instabiliteit met zich mee, doch resulteert ook in een reductie van de totale energiekosten. Naast de hierboven beschreven bedrijfskundige aanleiding voor het onderzoek is er nog een aantal aanleidingen van een meer strategisch macro-economisch karakter. Te noemen zijn onder meer de eindige voorraden fossiele energiedragers op aarde en de vermindering van de totale belasting van het milieu. - 227 -
SAMENWERKINGSVERBANDEN: Geen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Het onderzoek in zijn huidige vorm is een vervolg op het onderzoek dat werd uitgevoerd door dr.ir.W. Willeboer en ir. F. Spruit. In het onderzoek van dhr. Willeboer werd na een uitgebreide literatuurstudie, gevolgd door een afstudeerprojekt, aan de hand van een aantal case-studies een systematiek ontwikkeld voor het afleiden van energiebesparingsmaatregelen. Vervolgens werden de financiële aspekten welke verbonden zijn met het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen in beschouwing genomen. Het bleek dat de keuze van de volgorde waarin de afzonderlijke energiebesparingsmaatregelen worden uitgevoerd van grote invloed is op het eindresultaat van het totale besparingsproject. Bij nadere analyse bleek dat dit verschijnsel niet een toevallige uitzondering is, maar dat deze volgorde-afhankelijkheid algemeen geldt wanneer, zoals veel in de praktijk gebeurt, maatregelen één voor één worden uitgevoerd. Het onderzoek heeft geleid tot belangrijke theorievorming op het gebied van de fysische en economische aspecten van energiebesparing. Op basis van deze theorie is een energiebesparingsstrategie ontwikkeld met behulp waarvan op betrekkelijk eenvoudige wijze de prioriteit van verschillende maatregelen t.o.v. elkaar kan worden vastgesteld. Het onderzoek heeft in 1985 geresulteerd in een dissertatie. Dhr. Spruit heeft een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de vraag welke rol procesintegratie kan spelen bij energiebesparingsprojecten in de industrie. Hierbij werd ook de energie benodigd voor het systeem produktieproces/mens/klimatiseringsinstallatie/gebouw in de beschouwingen meegenomen. Als representatieve case-study werd een simulatiemodel gemaakt van een droger. Het werk resulteerde in een tweetal publikaties. In januari 1989 werd het onderzoek opnieuw opgestart door dhr. Wolters. Na een zeer uitvoerige literatuurstudie over de technische en economische aspecten van energiebesparing en een analyse van het werk dat hiervoor beschreven werd, is een aanvang gemaakt met het onderzoek in zijn huidige vorm. Hierin wordt naast procesintegratie en integratie van produktieprocessen onderling ook aandacht geschonken aan de keuze en selectie van de unit-operations waaruit een technisch produktiesysteem o.m. is opgebouwd. De reden hiervoor is dat, om de energetische performance van een technisch produktiesysteem te verhogen, er niet alleen gekeken moet worden naar mogelijkheden om de energetische efficiency te verhogen (b.v. d.m.v. procesintegratie), maar ook naar mogelijkheden om de energetische effektiviteit te verhogen. Dit laatste kan gebeuren door de keuze en selectie van de unit-operations in de beschouwing mee te nemen. Als uitgangspunt is de integratie van energiestromen genomen. De reden daarvoor is dat dit vraagstuk voor ieder technisch produktiesysteem relevant is, terwijl tevens op dit terrein reeds veel studie is verricht. Het begrip 'degradatie', dat bij ieder produktieproces een sleutelrol speelt met betrekking tot de reststromen, is bovendien voor energiestromen eenvoudig te kwantificeren als exergieverlies. In 1989 werd een kwantitatief model geformuleerd waarmee het mogelijk is alternatieve opties voor de unit-operations te inventariseren. Tevens werd een aanvang gemaakt met het formuleren van een kwantitatief model waarmee het mogelijk is alternatieven met elkaar te vergelijken. - 228 -
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: In 1990 werd het onderzoek voortgezet op de in 1989 ingeslagen weg. De formulering van het kwantitatieve model waarmee in 1989 een aanvang was gemaakt is verder uitgewerkt. In eerste instantie is alleen gekeken naar flow-processen. De reden hiervoor is dat dan de variabele tijd geen rol speelt in het model als gevolg van het continue karakter van de energie en massastromen door een flow-proces. Inmiddels is er een aanvang gemaakt met het opnemen van batch-processen in het model. Het model zoals dat geformuleerd is voor flow-processen is een selectie-algoritme waarmee unit-operations kunnen worden geselecteerd om op die manier de energetische effectiviteit van een technisch produktiesysteem te verhogen. Uit simulatie-experimenten is gebleken dat de volgorde waarin de energetische effectiviteit en efficiency worden verhoogd elkaar beïnvloeden. Indien ze sequentieel gebeuren kan dit leiden tot energetisch suboptimale situaties. Ook bleek dat de ontwerpstrategie volgens welke een technisch produktiesysteem wordt ontworpen van invloed is op de uiteindelijke energetische performance. Het model zoals dat nu voorhanden is, is gebaseerd op fysisch/mathematische methoden en technieken. Er wordt intensief gebruik gemaakt van technieken uit de Mathematische Programmering (LP, MILP, NLP etc.}. Het model in zijn huidige vorm biedt een goed uitgangspunt om alternatieve technische produktiesystemen te evalueren op een aantal andere performance criteria van meer economische, logistieke en/of milieu-technische aard. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: De onderzoekslijn zoals die voor 1990 gevolgd is zal worden voortgezet. Dit houdt in dat het aanwezige model verder zal worden uitgewerkt, waarbij er ook intensief aandacht zal worden besteed aan batchprocessen. verder zullen de alternatieve technische produktiesystemen worden geëvalueerd op een aantal andere performance criteria, waarna er een multi-criteria analyse zal worden uitgevoerd om inzicht te krijgen welke criteria strijdig zijn (en in welke mate} en welke criteria elkaar juist versterken. In eerste instantie zal dit alles getoetst worden door middel van simulatie-experimenten. Er wordt echter naar gestreefd in 1991 ook een case-studie uit te voeren teneinde de methode in de praktijk te demonstreren. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: 50 Claus Lambert 150 Splinter 100 Wolters (AIO) 250
- 229 -
PROJEKTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: ABSTRACT Wol ters, w. T. M. : Energy Saving Decision strategy (ESDS); a methodology in designing energy efficient Production Systems. Abstract submitted for the '3rd International Production Management Conference on Managementand New Production Systems', Göteborg, Sweden, May 1991, 2 pp. TPS. Intern rapport TUE/BDK/TPS/90-21, Eindhoven, december 1990, TPS. VAKPUBLIRATIES Wolters, W.T.M.: De 'Energie-arme Fabriek'; Methodologie van het onderzoek. Intern rapport TUE/BDK/TPS/90-11, Eindhoven, september 1990, 16 pp. TPS. Wolters, W.T.M.: Het ontwerpen van energie-zuinige produktiesystemen. Intern rapport TUE/BDK/TPS/90-30, Eindhoven, december 1990, 23 pp. TPS. Wolters, W.T.M.: Deduction of the problem definition for the research on minimal energy using Production Systems. Intern rapport TUE/BDK/TPS90-12, Eindhoven, september 1990, 9 pp. TPS.
- 230 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische produktiesystemen. Energie/Milieu-Analyse
PROJECT TPS-09: Energie- en Milieumanagement DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen (TPS) AANVANG: 1988
EINDE: 1990
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. J. Claus - Ir. M. Splinter i.o.m. prof.ir. J. Claus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: De toenemende aandacht voor een verantwoord energie- en milieubeheer vraagt ook van het bedrijfsleven om maatregelen om dat beheer te waarborgen. Hoewel momenteel de brandstofprijs de aandacht voor energiemanagement niet stimuleert, mag worden verwacht dat door toekomstige ontwikkelingen tengevolge van een grotere vraag en tengevolge van de noodzaak tot milieubeschermende maatregelen bij de energie-conversie de aandacht voor energiemanagement weer zal toenemen. Parallel daaraan zal in toenemende mate aandacht nodig zijn voor milieuzorg in bedrijven. Door studenten in praktijksituaties te confronteren met de vraag welke informatie op de verschillende niveaus beschikbaar hoort te zijn en vervolgens de feitelijke situatie aan de gewenste te toetsen, kan inzicht worden verkregen in de noodzakelijke veranderingen in de managementtaken en -struktuur en in de informatiestromen die nodig zijn om energie- en milieubeheer adequaat uit te voeren. Door dit voor verschillende bedrijven te doen zal duidelijk worden of het mogelijk is algemeen geldende regels ten aanzien van energie- en milieumanagement te ontwikkelen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Milieuzorg en een verantwoord energiegebruik vragen om een bedrijfskundig kader dat zoveel mogelijk gebruik maakt van bestaande structuren en rekening houdt met wettelijke voorschriften. De wijze waarop energiebeheer en milieuzorg in een bedrijf moeten worden verankerd, vraagt om nadere studies. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Interfacultaire Vakgroep Milieukunde, Universiteit van Amsterdam (IVAM). Erasmus Studiecentrum Milieukunde (ESM).
- 231 -
I
I
Nederlandse Organisatie voor Technologisch Aspectenonderzoek (NOTA). RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Eind 1989 is een viertal projecten op het gebied van milieubeheer in industriële bedrijven gestart. Het accent van dit onderzoek bevat naast de gebruikelijke bedrijfskundige aspecten ook een ruimer aspect: Welke milieuverontreinging wordt buiten het bedrijf aangebracht t.b.v. het funktioneren van dat bedrijf? Daarnaast zal worden getracht ook de 'regulerende' werking van de geldstromen in de analyse te betrekken. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Een onderzoek naar de milieu-effekten van het reinigen van lucht in een houtzagerij werd afgerond. Hiermee is een begin gemaakt met een veelomvattend onderzoek naar de milieu-effekten van milieubeheer. Gebleken is dat in bepaalde gevallen een milieumaatregel kan leiden tot een vergroting van de milieu-belasting. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR HET JAAR 1991: Het project TPS-09 is per ultimo 1990 opgeheven en aangeboden aan het VF-programma 'Innovatie en Industriële Marketing'. Verwacht wordt dat er gepubliceerd zal mogen worden over de resultaten van een onderzoek naar de milieu-effekten van lucht-, water- en bodemreiniging. Tevens zal worden aangegeven welke gerelateerde onderzoeksgebieden hierin ontstaan, waarbij met name de economische aspecten de aandacht krijgen. NAMEN VAN ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Splinter 200 Claus 50 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN 1990: Geen rapportage, vanwege geheimhoudingabepalingen van betrokken ondernemingen.
- 232 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische produktiesystemen. Energie/Milieu-analyse
PROJECT TPS-10: Substitutie van produktietaktoren uitgaande van technische produktiefunkties. DEELNEMENDE VAKGROEPEN: Technische Produktiesystemem (TPS) Operationele Research en Statistiek (ORS) Econometrie (KUB - Tilburg) AANVANG: oktober 1988
EINDE: 1992
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: - Prof.ir. J. Claus (TUE) - Prof.dr. P.H.M. Ruys (KUB) Ir.dr. S.O. Flapper i.o.m. prof.dr. J. Wijngaard Dr.ir. A.J.D. Lambert i.o.m. prof.ir. J. Claus Ir. M.A.M. Splinter i.o.m. prof.ir. J. Claus KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Een raamwerk voor het beschrijven van de wisselwerking tussen produktie- activiteiten en natuurlijke processen vanuit een technische transformaties/procesoogpunt. Op basis van dit raamwerk te komen tot economische maatregelen voor een duurzame relatie tussen produktie en natuurlijke transformaties/processen. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Via processen beïnvloeden mensen de natuur als leverancier/verwerker. De vraag is hoe we de nadelige invloeden van processen op de natuur kunnen verminderen. SAMENWERKINGSVERBANDEN: Het onderzoek is een samenwerkingsprojekt van het Samenwerkingsorgaan Brabantse Universiteiten. Vakgroep Econometrie (KUB-Tilburg) Vakgroepen Technische Produktiesystemen en Operationele Research en Statistiek (TUE) RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK TOT 1990: Literatuuronderzoek en het maken van een eerste aanzet tot enige artikelen.
- 233 -
I
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK IN 1990: Het raamwerk waarbinnen de rest van het onderzoek zal plaatsvinden is gedefinieerd. Uitgaande van dit raamwerk is begonnen met het beschrijven van de wisselwerking tussen de elektriciteit genererende/distribuerende sector en de overige macro-economische sectoren, met name hun onderlinge wisselwerking via het milieu. KORTE TERMIJN ONDERZOEKPLAN VOOR 1991: Het raamwerk zal dienen voor de verdere modelontwikkeling, die gericht is op: Bepaling van de belangrijkste relaties tussen de elektriciteitssector, de overige macro-economische sectoren en het milieu; Bepaling van financiële consequenties van maatregelen om tot vermindering van de milieubelasting te komen. Hierbij wordt gedacht aan maatregelen in de technische, ekonomische en sociologische sfeer. NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s): Aantal uren: Claus 50 Ruys (KUB) 50 Flapper 350 Lambert 50 Splinter 50 PROJECTGEBONDEN RESULTATEN IN 1990: VAKPUBLIKATIE Flapper, S.D.P.: On the Economie Relations between Human Activities and Natural Processes. Intern Rapport TUE/BDK/TPS/90/09, Eindhoven, juli 1990, pp. 9. ORS. OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEIT Flapper, S.D.P.: On the Transformatiens underlying Production and Natural Processes. Intern Rapport TUE/BDK/TPS/90/24 (first draft), Eindhoven, december 1990, pp. 7. ORS.
- 234 -
NIET VF-GEBONDEN THEMA'S THEMA:
Onderzoek naar de relatieve prestatiekracht van technische produktiesystemen Internationale Industriële Produktie.
PROJEKT TPS-05: Optimale vormgeving van produktiesystemen. DEELNEMENDE VAKGROEP: Technische Produktiesystemen. AANVANG: 1976
EINDE: onbepaald.
NAMEN VAN DE ONDERZOEKERS EN HUN TOEZICHT- EN OVEREENSTEMMINGSRELATIES: Dr.ir. A.D.M. van de Ven (projektleider) i.o.m. prof.ir. P.C.F Bekker, Ph.D. (vanaf juli 1990: prof.ir.C.H. Botter) ir. H. Cornelissen (tot maart 1990) ir. G.J.C.M. Vos o.t.v. dr.ir. A. v.d. Ven KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK: Internationale Industri~le Produktie behelst de vervaardiging van goederen (materi~le produkten) in verschillende landen. Het object van studie is het industrieel bedrijf (produktiesysteem) en zijn omgeving. Verschillende landen impliceren verschillende omgevingen, zodat als doelstelling van deze studie geformuleerd kan worden: het analyseren en ontwerpen van industri~le produktiesystemen waarbij de omgevingsvariabelen expliciet gemaakt worden. Om de gewenste productieve prestatie te realiseren, kan vervolgens bepaald worden in welk land welk produkt op welke wijze het best geproduceerd en afgezet kan worden. AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK: Het Nederlandse industriële bedrijfsleven opereert in sterke mate in internationaal verband, zowel in termen van direkte export van halffabrikaten en eindprodukten alsook in de vorm van buitenlandse produktie. Deze export en produktie vinden niet alleen plaats in de hooggeindustrialiseerde landen, maar ook in de opkomende industrielanden in Z.O. Azië en Latijns-Amerika. Van de andere kant ondervindt het Nederlandse bedrijfsleven in belangrijke mate concurrentie van de landen in de E.G., Japan en de v.s., en van genoemde opkomende industrielanden, zowel op de internationale markt als op de binnenlandse markt. Niet alleen multinationale ondernemingen zoals Shell, Philips en Unilever kunnen hier genoemd worden, ook de kleinere industri~le ondernemer is hierbij steeds nauwer betrokken. Ook kan men konstateren dat tengevolge van concurrentie binnen de E.G. en binnen de Nederlandse markt, bedrijven uitzien naar mogelijkheden om hun produktiecapaciteit te benutten voor export en/of produktie buiten de E.G. Ook zijn niet alle ondernemers ervan overtuigd dat de Europa - 235 -
I
1992 beweging alleen maar positieve effekten heeft. Ook buitenlandse bedrijven zullen profiteren van een meer uniforme markt. Bij het opzetten van deze buitenlandse activiteiten is het noodzakelijk inzicht te hebben in de markt- en produktie-omstandigheden in andere landen. De vraagstukken waar men mee te maken krijgt betreffen: export, de optimale internationale produktielokatie en het ontwerp van het buitenlandse produktiesysteem. SAMENWERMINGSVERBANDEN: Ministerie van Buitenlandse Zaken, Faculteit WH, TUE Bedrijven: Philips/Gemco/Friesche Vlag/Stork/RNP/DHV INSEAD, Fontainebleau RESULTATEN VAN HET ONDERZOEM TOT 1990: In 1984 is gestart met het onderzoek naar de gevoeligheid van de Nederlandse industrie voor internationale concurrentie. Tevens is onderzoek gedaan naar de variabelen welke een rol spelen bij de internationale produktie-allokatie, d.w.z. de keuze van vestigingsplaats van een bedrijf wanneer gekozen kan worden tussen verschillende landen. Het onderzoek naar een modelmatige benadering van internationale industri~le produktiesystemen werd in 1986 afgerond in de vorm van een proefschrift. Vanaf 1986 werden de resultaten van dit proefschrift in verschillende wetenschappelijke fora gepresenteerd. In 1989 werd een uitgebreid Engelstalig artikel gepubliceerd n.a.v. het proefschrift van Van de Ven. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEM IN 1990: In het kader van het promotieonderzoek 'Internationale produktiestrategie' werd een 2e case-studie afgerond. Dit promotieonderzoek vindt aansluiting bij het VF-programma Innovatie en Marketing en het VFprogramma Beheersing. In een tweede promotieonderzoek 'Ontwerpen van produktie technieken' werd een aanvang gemaakt met het scheppen van het theoretisch kader. Dit onderzoek is aangesloten bij het VF-programma Beheersing. Door een medewerker aan dit projekt werd een bijdrage geleverd aan een congres in Warwiek (Engeland). Ook wordt nog steeds gewerkt aan een verdere uitbreiding van het netwerk van onderzoeks-instituten, die geïnteresseerd zijn in internationale produktie. MORTETERMIJN ONDERZOEMPLAN VOOR HET JAAR 1991: - Voortzetting promotieonderzoek ir. Vos. - Uitbreiding internationale kontakten. NAMEN VAN ONDERZOEMERS EN TIJDSBESTEDING IN 1990: Onderzoeker(s) Aantal uren Van de Ven 150 Cornelissen 150 Vos 950 - 236 -
PROJEKTGEBONDEN RESULTATEN 1990: OVERIG PRODUKT VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN: Ven, A.D.M.; Vos, G.C.J.M. Eindrapportage onderzoek bij een papierfabrikant (vertrouwelijk) Mei 1990
- 237 -
BESCHRIJVING NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK PER VAKGROEP
NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP BEDRIJFSECONOMIE NIET PROJEKTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIRATIES Bakker, J.J.A.: Een Bedrijfskundig model voor de analyse van informatiestromen. Informatie, jrg. 32, nr. 1, 34-44. Dam, C. van; Keizer, J.A.; Kempen, P.M.: Living apart together? OVer de spanning tussen theorie en praktijk in de bedrijfskunde. Bedrijfskunde, 62, 1990, pp. 173-185. BE/OK VAKPUBLIKATIES Beek, Th. A. van: Financiële aspecten van stategische investeringsbeslissingen. PBNA, Arnhem, 1990, pp. 1-11 Beek, Th. A. van: Financiële functie: Bijdrage in Poly Bedrijfskundig zakboekje. Red. J. Bilderbeek, S. Brinkman en A.C.J. de Leeuw. PBNA, Arnhem, 1990, pp. F3-F22, F42-F78, F89-F99, F116-F120. Bel, F.D.P. van: Hogere Bedrijfsadministratie, SPD-opleiding nieuwe stijl. Bedrijfseconomie I, onderdeel financiering, lessen 9 t/m 14. IBW, Utrecht, 1990, pp. 326 t/m 538. Herel, G.L.H. van: Economische beoordeling van investeringsprojecten, opgenomen in cursusboek Post-HBO cursus Energiebeheer, Utrecht, p. 32. Kekke, C.J.Th.M.: Examens SPD 1978-1990. Statistiek. Examenvragen en uitwerkingen. (2e druk). Stenfert Kroese, Leiden/Antwerpen, 1990, p. 150. Kekke, C.J.Th.M.: Bedrijfskundig Lexicon, aanvulling. Bestuurlijke Informatie. Samsom, Alphen a.d. Rijn, 1990, p.7. Kekke, C.J.Th.M.: Financiële Analyse, t.b.v. Commercieel technische medewerkers, PBNA, Arnhem, 1990, p.60. Kekke, C.J.Th.M.: PC en Bedrijfskunde, deel II, Spreadsheets als hulpmiddel bij besturingsvraagstukken, IBO, Zeist, 1990, p.20
- 238 -
Kokke, C.J.Th.M.: Financiële functie: Bijdrage in Poly Bedrijfskundig zakboekje. Red. J. Bilderbeek, S. Brinkman en A.C.J. de Leeuw. PBNA, Arnhem, 1990, pp. F22-F28 en F78-F89. Vosselman, E.G.J.: Financiële functie: Bijdrage in Poly Bedrijfskundig zakboekje. Red. J. Bilderbeek, S. Brinkman en A.C.J. de Leeuw. PBNA, Arnhem, 1990, pp. F31-F42 en F99-F116. Vosselman, E.G.J.: Examens SPD 1978-1990. Bedrijfseconomie II. Examenvragen en uitwerkingen. (2e druk). Stenfert Kroese, Leiden/Antwerpen, 1990. OVERIGE PRODUKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Beek, Th.A. van: Financieel Management. Voordracht voor docenten Financieel Management, Instituut Bedrijfswetenschappen, Utrecht, 21 augustus 1990 en 6 september 1990. Beek, Th.A. van: Investeren en financieren. Voordracht IBK, Zeist, 27 oktober 1990. Dam, c. van: Beslissen en scenario's. Voordracht voor Presidents' Council, Zeist, 11 januari 1990. Dam, c. van: Bedrijfskunde en bedrijfsleven. Voordracht voor Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen, Zeist, 23 januari 1990. Dam, c. van: Plannen en beslissen. Voordracht voor Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen, Zeist, 24 april 1990. Dam, c. van: Onderwijs-arbeidsmarkt: Kwaliteit en permanente educatie. Deelname aan video-forumdiscussie, Hilversum, 2 oktober 1990. Dam, C. van: Vijftig jaar Bedrijfskunde: 1965-2015. Rede ter gelegenheid van het vijfde lustrum van de Faculteit Technische Bedrijfskunde, Technische Universiteit Eindhoven, 2 november 1990. Herel, G.L.H.: De structurering van organisaties. Bijdrage aan Post-HBO cursus Bedrijfskunde voor technici, Hogeschool West-Brabant, Breda, 11 januari 1990, 21 februari 1990. Herel, G.L.H.: Planning en beoordeling van investeringsprojecten. Bijdrage Post-HBO cursus Bedrijfskunde voor technici, Hogeschool WestBrabant, Breda, 29 november 1990. - 239 -
I
Herel, G.L.H.: Bedrijfsprocessen en organisatiestructuur. Bijdrage aan Post-HBO cursus Bedrijfskunde voor technici, Hogeschool West-Brabant, Breda, 11 oktober en 22 november 1990. Heine, J . C . : Relatiemarketing. Voordracht bij studentenvereniging de Marketeer, Eindhoven, 31 oktober 1990. Kokke, C.J.Th.M.: PC en Bedrijfskunde. Cursus IBO, Zeist, Diverse data. Kokke, C.J.Th.M.: Financieel Management. M.O.C., Driebergen, 5 en 6 november 1990. Afstudeerverslagen Beerendonk, W.M.J. van: Wanneer is doorlooptijdverkorting bedrijfseconomisch verantwoord? (21-03-90) Bijlemeer, N.S.A: De geldstroombenadering bij de besturing van de goederenstroom in de procesindustrie (21-03-90) Bilsen, T.H. van: Het structureren van de informatiestromen rond produktie en m.n. produktieplanning (21-03-90) Dekkers, P.J.C.M.: Onderzoek debiteurenbewaking bij Lage Landen Factors BV (24-01-90) Devilee, M.J.T.: Prijsperformance meting bij Philips Consumer Electronica (26-06-90) Evers, J.W.G.: Produktassortimentswijzigingen bij de koninklijke MOSA BV: economische gevolgen (21-03-90) Germing, M.A.: Innoveren is investeren. Een onderzoek naar produktinnovatie bij starters. (29-08-90) Geurts, N.H.: Een onderzoek naar projektbeheersing binnen VDT (31-10-90)
- 240 -
Gieskens, B.D.: Plafondverwarming, een studie naar haalbaarheid en introductie bij Brakel Hilversum BV (30-05-90) Hendriks, M.A.G.: De voorspelbaarheid van de geldmarktruimte (25-04-90) Heuer, J. P.J. : Ontwerp en implementatie van een prestatie-meetsysteem (30-05-90) Heusschen, R.H.J.M.: Een kwaliteitsorganisatie voor een kwalteitsprodukt (29-08-90) Hofstra, G.: Innoveren en presteren (26-09-90) Janssen, W.G.M.: Het verbeteren van de koördinatie tussen aktiviteiten (29-08-90) Klinkers, W.A.M.H.: Afzetmogelijkheden van het zinkoxyde feed-grade in Azië en Australië (26-06-90) Hartens, R.H.P.: Towards a centralized T&M Customer Support set-up (31-10-90) Moonen, M.H.P.: Valutamanagement voor Campina - Melkunie bv Divisie Industriële Produkten (26-06-90) Namen, W.G.A. van: Het doorbelasten van afkeur aan leveranciers (29-08-90) Pijnenburg, J.M.M.: Nolte Amsterdam BV. op weg naar de industrie strategische opties en een marketingplan. (21-03-90) Sintnicolaas, H.A.: Promotional packaging of color negative film (12-12-90) Teuwsen, M.W.M.: Contract(or) Management (29-08-90) Vercoulen, P.A.J.: Asset stripen Recovery en Operationele Besturing (26-09-90) - 241 -
Vluggen, H.L.A.M.J.: Ontwerp en implementatie van een leveranciersselectie-, beoordelingsen -evaluatiemodel bij Zinkwit Nederland BV en Crosfield Chemie BV (12-12-90) OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Beek, Th.A. van: Gastdocent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven Docent Nadoetorale Ontwerpersopleiding Ontwerpen van Logistieke Besturingssystemen, TU Eindhoven Bel, F.D.P. van: (red) Kansen en bedreigingen in commercieel China. red. deel I Geschiedenis en politieke situatie, pp. 7 t/m 20, deel II Strategie van de zakelijke dienstverlening, pp. 21 t/m 44. verslag Studiereis Industria naar Taiwan en Hongkong, Eindhoven, april 1990 Dam,
c. van: Hoofdredacteur Bedrijfskunde, Tijdschrift voor Modern Management Programmaleider Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen B.V., Zeist Voorzitter van jury ondernemingsplan-competitie
Hart, H.W.C. van der: Lid van de redactiecommissie Tijdschrift voor Marketing Cursusleider PATO-cursus Techniek en Marketing Cursusleider en docent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven Themacoördinator Marketing MBA-opleiding TUE/KUB Lid redactie Bedrijfskunde, Tijdschrift voor Modern Management Lid promotiecommissie Drs. J. Strother, TU Eindhoven Heine, J.C.: Lid van de wetenschappelijke Commissie van het Nederlands Instituut voor Marketing Docent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven. Docent NIMA Klarenaar, F.C.L.: Kerndocent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven. Docent Stichting Leergang Bedrijfskunde, Eindhoven. Lid Begeleidingscommissie t.b.v. differentiatie Commercieel Technisch Ingenieur van de Hogeschool Eindhoven, Eindhoven. Docent NIMA. Kekke, C.J.Th.M.: Kerndocent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven Docent Nederlandse Organisatie voor Bedrijfskundig Onderzoek opleiding (NOBOR; Twente School of Management) Docent IBO, Zeist
- 242 -
Theeuwes, J.A.M.: 2e promotor, ir. N.J.W. Greveling. Informatieplanstudie: model voor strategie 26 oktober 1990 Lid promotiecommissie ir. G. Beers, Faculteit Bedrijfskunde Erasmus Universiteit Rotterdam Redacteur Bedrijfskunde; Tijdschrift voor modern management Eindredactie Financiële Functie; hoofdstuk in Poly Bedrijfskundig zakboekje, PBNA, Arnhem 1990, p 120 Secretaris Stichtingbestuur Nederlandse organisatie voor Bedrijfskundig Onderzoek (NOBO) Coördinator werkgroep FINEM/VLM, Centrolling en Logistiek Weele, A.J. van Gastdocent Inkoopseminar voor Funktionarissen met Academische en/of HBO-opleiding (ISFAH), NEVIE Gastdocent opleiding Management Integrale Goederenstroombesturing (MIG), NEVEM Gastdocent Commercieel Technische Opleiding CTO, Eindhoven Voorzitter Adviesraad Handboek Inkoopmanagement, Samsom, Alphen a/d Rijn Bestuurslid, Stichting BETA, Rotterdam MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Bakker, J.J.A.: Examinator Administratieve Organisatie incl. Bedrijfsinformatica, Nederland Instituut voor Register Accountants Beek, Th.A. van: Redacteur Bedrijfskundig Lexicon Docent financiering HOFAM (NIVE) Lid examencommissie SNME Auteur Instituut voor Bedrijfswetenschappen (IBW) Gastdocent Instituut Bedrijfskundige Opleidingen (IBO) Gastdocent lBO-Permanent Lid IBO jury Lid werkgroep financiële aspecten van investerings- en acquisitiebeslissingen, FINGM, NIVE Gastdocent SIOO Adviseur diverse bedrijven Bel, F.F.P. van: Docent bedrijfseconomie Stichting Leergang Bedrijfskunde Auteur Instituut voor Bedrijfswetenschappen Corbey, M.H.: Secretaris Vereniging Bedrijfskundige Ingenieurs VBI, Eindhoven (tot 8 november 1990) Docent NIVE-HOFAM Dam,
c. van: Lid Algemeen Bestuur Stichting Universiteitsfonds Rotterdam Directeur Instituut van Bedrijfskundige Opleidingen B.V., Zeist Directeur IBO Permanent B.V., Zeist Lid Hoogeschoolraad Rotterdam
- 243 -
Hart, H.W.C. van der: Firmant Holland Consulting Group, Amsterdam Lid van de redactieraad tijdschrift Praktijkmanagement Herel, G.L.H. van: Cursusleider Post-HBO cursus Bedrijfskunde voor technici, Hogeschool West-Brabant, Breda Adviseur Ministerie van VROM, O.G. Milieu, Den Haag Adviseur Ministerie van Buitenlandse Zaken, O.G. Internationale Samenwerking, Den Haag Adviseur Wereldbank, Washington Docent diverse Post-HBO cursussen Examinator Post-HBO cursus Bedrijfskunde voor technici, Breda Kokke, C.J.Th.M.: Deskundige bij examens HEAO Eindhoven Lid vakexamencommissie Bedrijfskunde PBNA Redacteur Bedrijfskundig Lexicon Theeuwes, J.A.M.: Redacteur Bedrijfskundig Lexicon Redactieraad Tijdschrift voor Administrateurs en Controllers Secretaris Stichtingsbestuur Centrum voor Bedrijfskundig onderzoek (CEBO) Lid van het Nederlands Instituut voor Registeraccountants Rijksgecommitteerde HEAO te Eindhoven Lid Programmaraad van de Vereniging Logistiek Management Lid Raad van advies Nederlandse vereniging van financieel-administratieve Managers en Controllers Docent cursus Logistiek voor HBO-docenten Redacteur PBNA Bedrijfskundig zakboekje Veeken, H.J.M. van der: Lid Adviesraad Hogeschool West Brabant Docent MIG cursus NEVEM Docent NIVE Productiemanagement Vosselman, E.G.J.: Rijksgecommitteerde Academie Diedenoort te Wageningen Lid examencommissie bij het Bouwcentrum te Rotterdam (leergang bedrijfseconomie voor het hoger kader in de civiele dienstverlening) Docent Planning en control bij de HOFAM-opleiding Gecommitteerde deeltijd-HEAO te Breda Auteur PBNA Bedrijfskundig zakboekje
- 244 -
NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP BESTUURLIJKE INFORMATIESYSTEMEN EN AUTOMATISERING (BISA) NIET-PROJEKTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: Afstudeerverslagen Adriaens, R.J.H.: Prestatie-indicatoren in de ordergerichte industrie (29-08-90) Bokhoven, J.L. van: Logistieke besturingsconcepten voor trajekten: komputer ondersteunende taakverdeling- en coördinatie in gegevensverwerkende organisaties (25-04-90) Boomen, A.J.H.M. van den: on the analysis of software development (30-05-90) Brouwer, H. Management of engineering data (30-05-90) Buining, A.J.: Verkorten en beheersen van doorlooptijd in de orderverwerking (26-09-90) Cové, J.: een onderzoek naar de effektiviteit van het proces van pensioentoekenning (26-06-90) Damen, F.: Een besturingsmodel voor de afdeling WW (26-09-90) Drummen, A. w.J.: De beheersing van logistieke communicatie (30-05-90) Duffhauss, J. H.: Management informatie voor de afdeling radiodiagnostiek (26-09-90) Euwe, M.J.: Een verkoopondersteunend computersysteem voor Van Doorne's Bedrijfswagenfabriek DAF BV (29-08-90) Fredrik, D.R.: De prijzen geprezen. (21-03-90)
- 245 -
I
Greef, H.J.A. de: Referentie-datamodel van een bedrijfsmiddelenregistratie-systeem (25-04-1990) Jansen, P.M.: Electronische Diensten en het midden- en kleinbedrijf: een se-procedure. (21-03-90)
Diagno-
Jetten, L.C.G.: Het organiseren en beheersen van flexibiliteit in de assemblage (30-05-90) Klein, K.E. de: Centrale/decentrale opstelling van de DIV-computerconfiguraties, methode en toepassing (21-03-90) Lambregts, P.J.T.: Object oriented development with BSDM (29-08-90) Lugt, W.P. van der: Een fabrieksmanagementsysteem voor Smurfit Lona Verpakking BV (Divisie massiefkarton) (29-08-90) Nijnens, P.J.: Het ontwerp van een nieuw systeem voor de ondersteuning van leerlingenplanning (29-08-90) Peters, Ch.H.M.L.: Doorlooptijd-verkorting Mechanische Werkplaats BM (26-09-90) Pol, F.W. van der: Onderzoek naar de functionele eisen aan een produktiebesturingspakket voor het midden- en kleinbedrijf (29-08-90) Schröder, E.J.B.M.: Ordergerichte vrijgifte van produktiegegevens (29-08-90) Segers, F.G.M.: Doorlooptijdbeheersing in de accountancy (31-10-90) Simons, J.M.M: Levertijdafgifte in een ATO - situatie (24-01-90) Velde, H. van de: Oriënterend onderzoek naar de invloed van informatie-technologie op de concurrentiepositie van een bedrijf (26-06-90)
- 246 -
I
OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN T.M.A. Bemelmans Lid adviesraad EIT-opleidingen Lid adviesraad Project Informatica/Informatiekunde Arnhem-Apeldoorn (PIIA projekt HBO onderwijs) Lid werkgemeenschap Informatiesystemen - SION Lid geschillencommissie NWO Voorzitter wetenschappelijke raad ITP Voorzitter commissie structuurschets vastgoedinformatie RAVI Vice-voorzitter onderzoeksprogramma Informatievoorziening voor zorgprocessen (IZP) Voorzitter Vereniging voor Register Informatici (VRI) Lid adviesraad Vereniging Bedrijfskundige Ingenieurs (VBI) Lid adviescommissie Nederlands Genootschap voor Informatica (NGI) Lid werkgemeenschap 8.2 IFIP (International Faderation of Information Processing) Voorzitter redactie tijdschrift Informatie (tot mei 1990) Adviseur Calumatic Voorzitter redactieraad Poly Automatiserings Zakboekje (PBNA) Lid initiatiefgroep i-TIM-e (internationaal onderzoeksinstituut) Coördinator en docent MBA-opleiding KUB-TUE voor onderdeel Informatietechnologie Lid NGI en sectie Informatiesystemen Docent Leergang Informatica Management (LIM) Docent SIOO Lid kwaliteitseemmissie NKWO (Nederlands Instituut ter bevordering van de kwaliteit van werk en organisatie) Docent NOBOR opleiding Lid ad hoc adviescommissie SURF Bestuurslid SICON Docent OIK opleidingen en lid van de adviesraad Docent PAO Informatiesystemen voor opleiding van HBO docenten Lid adviesraad TIAS-EDP auditing Lid Handvestcommissie SIG Lid onderzoeksnetwerk BIZA Vice-voorzitter curatorium CWI (Centrum voor Wiskunde en Informatica) Voorzitter en inleider AKZO seminar, Arnhem, 11 en 12 december 1990 Voorzitter sessie methodologie, IFIP 8.2-conferentie, Kopenhagen, 16 december 1990 F.J. Heemstra Docent Dagopleiding Informatie-analyse/beleid, CBBM Scheveningen. Docent Opleiding Informatiekundige, CBBM Scheveningen. Lid stuurgroep Automatisering Pedagogisch Technische Hogeschool Eindhoven. Reviewer Esprit-project Murmaid. Adviseur Esprit-project COSMOS Coördinator en docent PAO-Informatica cursus Begroten en beheersen software-ontwikkeling H.M.H. Hegge Docent EIT, AMBI HS-6. Lessen ontwikkeld t.b.v. AMBI-88 cursus HS6 voor het EIT, Tilburg Lid examencommissie MBP/HPP van de Vereniging Logistiek Management - 247 -
I
Lid werkgroep "Logistieke besturingsconcepten en informatica" van sectie Logistiek en Informatica van het NGI. C.M.A. Kreuwels Organisatie van EDI-lezingencyclus, NGI Regio Zuid-Nederland, BISAdag. R.J. Kusters Lid NGI Extern deskundige eindexamens HBO H.J. Pels Examinator Exin HB-1 columnist Database magazine Lid normcommissie onderhoud (NNI) R.V. Schuwer Coördinator Post-AMBI opleiding Knowledge Base Systems t.b.v. het EIT. Lid ontwikkelteam Post-AMBI opleiding Knowledge Base Systems t.b.v. het EIT. Docent AMBI-module HE2 (Inleiding informatiekunde). Docent Opleiding Informatiekundige t.b.v. het CBBM, Zwijndrecht. J.J.M. Trienekens Lid ITP-werkgroep Software Quality System (SQS), Eindhoven. Eindredaktie cursus Systeemontwikkeling en cursus Informatiemanagement, IBW, Utrecht. Coordinator van de AMBI-module HS9: Informatiebeleid en -planning (HS9), NOVI, Maarssen. Lid examencommissie HS9, EXIN, Utrecht. Lid werkgroep 'Afstemming examenspecificaties S-lijn, EXIN, Utrecht. Lid werkgroep 'Architectuur van Informatiesystemen', Nederlands Genootschap voor Informatica. Lid docentenwerkgroep 'Onderwijs in Systeemontwikkeling', Nederlands Genootschap voor Informatica. coordinatie lezingen 'raamwerk voor architecturen' NGI-werkgroep. J.C. Wortmann Lidmaatschap IFIP en vice-voorzitterschap IFIP-werkgroep 5.7 Advisering Moret Advies groep Logistiek en Informatiesystemen Bestuurslidmaatschap Ziekenhuis de Grote Beek Programmaleiding ESPRIT projekt Factory of the Future Lidmaatschap redactieraad handboek industriijle automatisering Kluwer Blokdocent VLM-cursus Management Integrale Goederenstroombeheersing (Blok 5: Strategische en Taktische aspekten van Logistiek in de Produktie) Lid curatorium opleiding Logistiek Management, CBBM Lid werkgemeenschap Bestuurlijke Informatiekunde, SION Lid STW-adviesraad m.b.t. project 'produktiebeheersing en informatiesystemen in de uitvoerende bouw' Lid klankbordgroep projekt 'stuklijsten', DAF Trucks voorzitter bestuur Eindhovense Studentenkerk
- 248 -
NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN BEHEERSINGSSYSTEMEN NIET PROJECTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: VAKPUBLIKATIES Igel, M.: Orderproduktie in de procesindustrie. Doelmatige Bedrijfsvoering, januari/februari 1990, pp. 18-24. KBS Igel, M.: Het beheersen van kritische onderdelen in de materiaalverwerving. Doelmatige Bedrijfsvoering, april 1990, pp. 24-29. KBS Igel, M.: Produktiebesturing, de funktionaliteit van een softwarepakket. Doelmatige Bedrijfsvoering, juni 1990, pp. 26-30. KBS Igel, M.: Fustopslag en -uitgifte bij de bloemenveiling in Aalsmeer. Doelmatige Bedrijfsvoering, september 1990, pp. 17-23. KBS Igel, M.: Bestanden voor wegverbindingen en software voor het plannen van ritten met tankauto's. Doelmatige Bedrijfsvoering, november 1990, pp. 21-26. KBS OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Bertrand, J.W.M.: Economie Trade-offs in de produktie en distributie. Lezing voor groothandelsbijeenkomst Osram Nederland B.V., Apeldoorn, 13 september 1990. KBS Bertrand, J.W.M.: Materials Management. Lezing in het kader van het seminar Verbetering Logistieke Dienstverlening, Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, 11 oktober 1990. KBS Bertrand, J.W.M.: De Rol van de Theorie in de ontwikkeling van Produktiebesturingssystemen in de praktijk. Bijdrage aan lustrumcongres 25 jaar Technische Bedrijfskunde, Eindhoven, 2 november 1990. KBS Bertrand, J.W.M.; Heyst, L.J.M. van; Kirkels, M.J.A.: Logistiek Management in Ziekenhuizen. Eindrapport naar aanleiding van onderzoekproject in opdracht van IHDF/VLM, TUE/BOK, Eindhoven, 1990, pp. 71 (vertrouwelijk). KBS Wakker, A.M. van de: Lezing voor Moret Advies over voortgang promotie-onderzoek (Doorlooptijdbeheersing bij samengestelde produkten), Eerbeek, 14 december 1990. KBS - 249 -
I
Afstudeerverslagen Bartels, P.W.M.: Het onderhoudsconcept; een ontwerp bij Esse Nederland BV (29-08-90) Beurskens, B.J.A.: VBA-investeringsvoorstel fustopslag & -uitgifte. (21-03-90) Blanken, T.A. den: Verbeteringen in de informatievoorziening van de product-service bij DAF
(25-04-90)
Boudens, J .J .A.: Selectie en testfase, prioriteitaregel RS/BEW (26-09-90) Bovens, N.L.A.: Een evaluatie van de produktiebeheersing t.b.v. de uitvoering van meerjarig onderhoud van S-fregatten (29-08-90) Bruin, J.C. de: Logistieke verbeteringen bij het CE-OSC (29-08-90) Burg, J.A. van der: Voorraadbeheersing in een make-tc-order assemblage bedrijf (31-10-90) Claus, F . J. w. : Een aanzet tot de informatie-analyse van het onderhouda-concept (29-08-90) Derks, A • P . M • : Een capaciteitsmodel voor de röntgenafdelingen (29-08-90) Frijlink, R.A.: Globale capaciteitsplanning (29-08-90) Goesen, C.A.M.: Produktiebeheersing en informatievoorziening in een 'engineer to order'-situatie (31-10-90) Groot, P.L.A.M. de: Goederenstromen in ziekenhuizen (12-12-90) Haas, H.F.M. de: De logistieke besturing van reparatiewerkplaatsen (31-10-90)
- 250 -
Ickenroth, R.J.L.: Inventarisatie goederenstromen AZVU ( 12-12-90) Jansen, J .F .M.: Bepaling van de informatiebehoefte voor de afdeling operatiekamers (31-10-90) :Kni j f f, P.E. :
Afstemming tussen doorlooptijd en levertijd (25-04-90) Lambooij, P.P.H.: Ontwerp van een verbeterd concept voor de produktieplanning (26-09-90) Melio, P. I. : Beheersing van de patiëntenstroom op een röntgenafdeling (29-08-90) Olsthoorn, R.A.C. van: Orderacceptatie is probleememancipatie (29-08-90) Rooij, P.M. van: Logistiek management in het Maria Ziekenhuis (24-01-90) Sommers, P.A.M.: Een nieuwe visie op het wetboek van MIX (12-12-90) Steen, R.P.A. van: Planning in het O.K.-centrum (12-12-90) Sterren, J.C.W.M. van der: Centrale planning bij DAP - SP (29-08-90) Stoop, P.P.M.: Operatorcapaciteit toewijzing in de diffusie-afdeling van IC-Bipolair (24-01-90) Tromp, J . w•T • : Doorlooptijdverkorting binnen een Gereedschapmakerij. (24-01-90) OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN J.W.M. Bertrand Lid The Institute of Management Sciences; Lid The European Working Group on Production and Inventory Control; Blokdocent MIG-cursus VLM; Bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Logistiek Management; Voorzitter examencommissie Capaciteitsmanagement en Onderhanden WerkBeheer; Voorzitter Ontwikkelingsraad VLM; - 251 -
I
I
Lid curatorium cursus Logistiek Management CBBM; Lid adviescommissie tijdschrift B&ID; Referee voor European Journal of Operational Research; Referee voor AIIE Transactions; Referee voor International Journal of Production Research; Referee voor Management Science; Docent PAO-cursus Produktiemanagement; Kerndocent NADO-Logistiek TUE; Lid Redactieraad Tijdschrift Bedrijfskunde; Area Editor Tijdschrift Production and Operatiens Management; Member board of directers of Production and Operatiens Management Society (POM); Themacoördinator Production Management and Logistics IVO/TIAS MBAopleiding Transport en Logistiek TIAS, Tilburg; Wetenschappelijk referent voor leerboek Produktiebeheersing en materials management van de Open Universiteit. Dagvoorzitter Studiedag Integrale Logistieke Besturing in de Gezondheidszorg, Utrecht, 26 april 1990; Dagvoorzitter studiebijeenkomst Faculty Management in Industriële Ondernemingen, Hilton Amsterdam, 24 oktober 1990. P.P.J. Durlinger Docent PAO-cursus IPL; Docent MIG-cursus VLM; Docent BIK-cursus PAO; Docent MPS-cursus VLM; Examinator MIG-cursus VLM; Docent PATO-cursus Produktiebesturing. W.M.J. Geraerds President International Foundation for Research in Maintenance (IFRIM); Bestuurslid Stichting Sigma-Jaarprijs; Voorzitter Jury Sigma-Jaarprijs; Visiting Professor University of Manchester; Editor Maintenance Engineering Costs and Production Economics; Redactielid Samsom Handboek Onderhoudsmanagement; Redacteur Onderhoud in Samsom Bedrijfskundig Lexicon; Congresvoorzitter IIR Conferentie Onderhoudsmanagement, Brussel, 28-29 november 1990; Dagvoorzitter IPM studiedag Het onderhoudsconcept in de praktijk, Utrecht, 21 juni 1990; Referee voor Proceedings of the Institution of Mechanica! Engineers. J.H.J. Geurts Lid Bestuur IFRIM; Lid van de Editorial Board van Engineering costs and Production Economics; Referee voor Engineering Costs and Production Economics; Referee voor European Journal of Operational Research. C.W. Gits Lid Redactie Handboek Onderhoudsmanagement. P.M.A. Groot Lid landelijk aio-overleg Bedrijfskunde.
- 252 -
J.W. Hoorn Projectco8rdinator schrijverscollectief tweede boek (Sturing van Zorgprocessen), als samenwerkingsproject tussen diverse vakgroepen binnen de faculteit en het Nationaal Ziekenhuisinstituut. M. Igel Redactielid INFVOA; Docent seminar Logistiek in de bouw. M.J.A. Kirkels Voorzitter Ziekenhuis Researchproject; Bestuurslid Interacademiale Werkgroep Ziekenhuiswetenschappen (IWZ). P.G.T.M. Kremer Lid stuurgroep logistiek IHDF/NEVEM. E.J.L. Lamberti Lid van de Raad van Advies Handboek Onderhoudsmanagement; Lid van de redactie Handboek Onderhoudsmanagement; Lid jury, Sigma Jaarprijs; Lid Bestuur IFRIM; Ondersteuning op het gebied Onderhoudsbeheersing aan Faculteit Bouwkunde. H.H. Martin Head IFRIM oocumentation Centre; Lid Bestuur IFRIM; Deelnemer IFRIM-Workshop, Athene, 25-29 juni 1990 (plaatsvervangend secretaris). H.P.G. van Ooijen Referee AIEE Transactions; Docent ITP-cursus Produktiebeheersing; Referee European Journal of Productions Research. J. Vissers Gastdocent cursus Leidinggeven en Organisatie Polikliniek, Hogeschool Nijmegen; Adviseur Nederlandse Vereniging van Hoofden Polikliniek; Lid European werking Group on Operational Research Applied to Health Services. G. de Vries Lid van de Ontwikkelingsraad van de VLM (Vereniging Logistiek Management); Gastdocent cursus Leidinggeven en Organisatie Polikliniek, Hogeschool Nijmegen; Gastdocent cursus Beleidsontwikkeling Ambulante zorg, NZR-consult Utrecht; Redactielid boek Sturing van Zorgprocessen; verschijnt in 1991; Adviseur Nederlands Studie Centrum en inhoudelijk coördinator van Studieconferentie 'Integrale Logistieke Besturing in de Gezondheidszorg', Rotterdam, 26 april 1990 (eigen congresbijdrage: Logistieke informatie en de logistiek van informatiestromen).
- 253 -
I
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING C.W.G.M. Dirne Redactielid periodiek VBI Bestuurslid VBI W.M.J. Geraerds Plv. voorzitter bestuur Stichting Leergang Bedrijfskunde, Eindhoven. H.H. Martin Redactielid periodiek VBI.
- 254 -
NIET VF-, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP ORGANISATIEKUNDE NIET PROJECTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Bij, J.D. van der: Meten is weten! Ook in de Bedrijfskunde? - over de betekenis van ordinaal meten in de bedrijfskunde. Bedrijfskunde 62, 4, 1990, pp. 419-423. OK Bij, J.c. van der; Kempen, P.M.: Ontwikkeling en beproeving van een methode ter beheersing van organisatorische effectiviteit. Men 0 44, maart/april 1990, pp 121-141. OK Kastelein, A.: Ontwikkelingen in de organisatieleer. In: Organisatiekunde: kanttekeningen en kritiek, theorie en toepassingen, onder redactie van Buitenhuis en Verzellenberg. Kanters BV, Alblasserdam, 1990, pp 1-9. OK VAKPUBLIKATIES Grootjans, D.: Trends in de industrie. De Ingenieur 102, december 1990, pp 23-27. OK Grootjans, D.; Raaf, J.P.A.L. de; Sanders, P.W.: Projectmatig of routinematig werken - Project of opdracht? Doelmatige Bedrijfsvoering 2, oktober 1990, pp 10-14. OK Mulder, F.A.; Tepper, H.J.: Kwaliteitsmanagement, Q.MBO: instrument voor kwaliteitsbeleid en organisatie. Paper t.b.v. het lustrumcongres Bedrijfskunde, Eindhoven, november 1990, pp. 7. OK OVERIGE PRODURTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Aken, J.E. van: Kernvragen en kenproblemen in de Organisatiekunde. Lezing VBI, Eindhoven, 8 november 1990. OK Govers, C.P.M.: Kwaliteitszorg of -borg? Voordracht symposium 'geen cent te veel Provinciale Noordbrabantse Kruisvereniging, Eindhoven, 4 oktober 1990. OK Govers, C.P.M.: Kwaliteit, logistiek en milieu - conflict of coöperatie? Voordracht congres NvvK, Utrecht, 24 oktober 1990. OK - 255 -
I
Gevers, C.P.M.: Production Management. EDP-course for women entrepeneurs, RvB Maastricht, 1990, pp. 40. OK Grootjans, D.: Industrieel leiderschap. Lezing KIVI lustrumcongres afdeling Bedrijfskunde, Lunteren, 23 oktober 1990. OK Grootjans, D.: Industrieel leiderschap en de rol van ontwikkeling voor produktiviteit. Lezing congres Logistiek en Produktontwikkeling, IIR, Amsterdam, 27 november 1990. OK Kastelein, A.: steam analysis. Voordracht op ORAHS-congres Wroclaw, Polen, augustus 1990. OK Kastelein, A.: Is unit-management of werken in resultaatverantwoordelijke eenheden noodzakelijk? Paper gepresenteerd op het NVDO-SICON symposium, Den Haag, 12 april 1990. OK Kastelein, A.: Decentralisatie van technische en onderhoudsdiensten. NVDO-SICON congresboek, Den Haag, 1990, pp. 20. OK Kastelein, A.: Over theorie en praktijk van organisatie-onderzoek. Bijdrage aan de postdoctorale onderzoekersopleiding voor Bestuurskunde en Beleidswetenschap, cursus Organisatie en Management, Utrecht, 30 november 1990. OK Keizer, A.J.; Steenwinkel, F.H.J.: Zukunft Wählen. Arbeitsbuch für Strategische Planung in Kirchen, Uitgave: Hans Villichst, Schwerte BRD, 1990, pp. 113. OK Kooy, B.J.G. van der: Produktinnovatie. Bijdrage PATO-cursus Marketing en Techniek, Voorthuizen, 26 januari 1990. OK Kooy, B.J.G. van der: De innovatiewetten. Seminar 'Zicht op innovatieprocessen', Zernicke SciencePark studies, Groningen, 16 mei 1990. OK Kooy, B.J.G. van der: Subsidies en kredieten voor technologische innovatie. Studiedag studiecentrum Bedrijf en Overheid, Koninklijke Jaarbeurs, Utrecht, 19 juni 1990. OK
- 256 -
Kooy, B.J.G. van der: Management van Innovatie. Themadag Innovatie-management, Postdoctorale opleiding Informatiemanagement, Universiteit van Amsterdam, Heemskerk, 8/9 november 1990. OK Afstudeerverslagen Alkemade, T.C.W.M.: Ontwerp van materials management functie bij Vicon LBW (26-06-90) Banga, 0 •P • : XL-Bilboard Haalbaarheidsonderzoek (26-06-90) Beckers, E.J .A.: Een onderzoek naar de acceptatie van klantorders in de telecommunicatie industrie (12-12-90) Berg, P.F.H.J. van den: Onderzoek mogelijkheid om asfaltinstallatie te vestigen aan grootscheeps-vaarwater (25-04-90) Bessems, P.J.A.M.: Harry Vos: Met gecombineerd weg-rail vervoer op het juiste spoor? (26-09-90) Beurskens, L.G.G.: Reorganisatie van de fysieke distributie (12-12-90) Boersma, W.H.: Inventarisatie Rapport High Definition Television ten behoeve van de HTG Glas van NV Philips. (21-03-90) Bogers, H.F .c.: Positronika en Industriële automatisering (26-09-90) Bouten, J .R.: Indicatoren en richtlijnen voor de bezetting van inkoopafdelingen (25-04-90) Dirkx T.K. Gestion des achats (26-09-90) Geerts, G.A.: Verkooppromoties het panacee? (31-10-90)
- 257 -
Groot, J.: Haalbaarheidsstudie voor de ontwikkeling van een DSS voor de Nederlandse kleine tot middelgrote transportonderneming. (21-03-90) Haafkes, L.J.: De haalbaarheid van logistieke beheersing in de bouwnijverheid (26-06-90) Haaren, B. van: Logistiek Stork Screens, Stork Graphics (25-04-90) Hartog, M.M.J.M. den: Een bijdrage aan het opzetten van schoonmaakkwaliteitssystemen voor het marktsegment van algemene ziekenhuizen (29-08-90) Hefting, A.C.: Op weg naar een kwaliteitsorganisatie (29-08-90) Hooff, A.L.M. van den: Optimaliseren van het interlokale en rolcontainervervoer. (21-03-90) Hoogedeure, W. : Ondernemingsplan IBAS Logistieke Adviesgroep (25-04-90) Janssen, R.: Beheersing van het innovatieproces bij AKZO Resins (26-09-90) Joosten, W.P.J.M.: Opzet van een kwaliteitssysteem (25-04-90) Karmiggelt, M.: Het ontwerpen van een beheersingssysteem voor Mercedes Benz Rijswijk (31-10-90) Kelle, P.A.W. van: Het ontwikkelen van een beheersstruktuur op het gebied van produktinnovaties bij V&T (29-08-90) Koldewijn, A.J.: Een geautomatiseerd informatiesysteem voor de beheersing van de kosten van transport, handling en opslag (26-06-90) Koppers, A.J.M.: Een nieuwe werkwijze in het distributiecentrum (12-12-90)
- 258 -
Koppers, P.A.C.: Beheersing van Engineering-projecten; 'Wens' en 'Werkelijkheid' (29-08-90) Koster, w. B. F. : Een onderzoek naar het planningsproces van de KLM-dienstregeling (25-04-90) Lanschot, N.M.P. van: Concurrentie-analyse bij ABN (12-12-90) Lemmens, H.M.C.G.: Evaluatie van een kwaliteitszorgproject Ontwerp van een kwaliteitsinformatiesysteem (25-04-90) Liebers, H.A.B.: Strategische beleid voor Barth Lijsten Boxtel BV (25-04-90) Lieshout, G.J.M.: Projektbeheersing. (21-03-90) Lui ten, T. F. : Een evaluatie van het effect van veranderingen op een organisatie (24-01-90) Musterd, E.E.: Identification of Business Expansion opportunities for Seagate Co, in the port of Philadelphia U.S.A. (31-10-90) Nimberg, H.W.J.: Capaciteits-, Voorraad- en Ordertijdplanning (24-01-90) Oskamp, F . C. : Een strategische analyse voor een eventuele uitbreiding van de leveringsomvang bij S.P.M. (25-04-90) Paauwe, E. W. : First-line Production Supervision (26-06-90) Philipsen, P.A.G.: Samenwerking in internationale telecommunicatie. (21-03-90) Raaff, J.P.A.L. de: Project Management bij Esso. (21-03-90) Reudink, N. : Kwaliteitsonderzoek bij Nicolon BV (30-05-90) - 259 -
I
Rhee, J.P.F. van: The flow must go on (24-01-90) Riemens, J.: Een innovatiemodel als ondernemingsplan? (29-08-90) Rijken, A.G.: Concurrentie-analyse bij Heineken NV (12-12-90) Rombouts, F.J.: Inrichting en beheer van administratieve processen binnen aangesloten banken. (24-01-90) Schelling, A.N.: Fysieke distributie bij APT (30-05-90) Teurlings, J.L.W.M.: Business Group Automative: distributiestructuuranalyse (30-05-90) Tielemans, C.M.F.J.: Profit-improvement-project (26-06-90) verhoek, E.M.: Een essentiële stap tot een verhoogde effectiviteit van de fysieke distributie (24-01-90) Vries, A.D.P. de: Een integrale benadering van de capaciteitsplanning (29-08-90) Weering, J.J.D. van: Volvo Car BV samen met de leveranciers op weg naar zero Defect (29-08-90) Wijbenga, s.: Beheersen van de weerstandswaarde na het zeefdrukken. (21-03-90) Witte, C.A.C.: De invoering van een geautomatiseerd informatiesysteem: een organisatie-innovatie (29-08-90) Wolf, E.R.: Ontwikkeling en attractiviteit van de defensiemarkt (29-08-90)
- 260 -
OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Akkermans, H. : Lid promovenditeam Interactieve Planningsystemen, EUR, LUW, RUG, TUD, TUE, werkverband Informatiesystemen. Docent Logistiek Management, informatica intermediair project (IIP), Regio-Baak, Noordwijk. Docent Logistiek Management, postdoctorale opleiding Bestuurlijke Informatiekunde, Tilburg Institute of Academie Studies. Docent Logistiek Management, cursus Voorbereiding Logistiek Management, Nieuw Elan/De Baak VNO, Noordwijk. Bij, J.D. van der: Docent Organisatie van de kwaliteitszorg, leergang kwaliteitskunde, Stichting Kwaliteitsdienst K.D.I., Rotterdam. Geenen, A.L.J.: Blokdocent Organisatiekunde, NADO ontwerpersopleiding Logistieke Besturingssystemen, TU Eindhoven. Govers, C.P.M.: Lid Commissie Richtlijnen Stichting Certificatie Kwaliteitskundige Opleidingen (CERKOOP). Docent Production Management, MBA Course, Research Instituut voor Bedrijfskunde (RvB), Maastricht. Supervisor American Production and Inventory Control Society (APICS) examens, Eindhoven. Docent Kwaliteitszorg, leergang Kwaliteitskunde, Stichting Kwaliteitsdienst K.D.I., Rotterdam. Lid programmacommissie Nederlandse Vereniging voor Kwaliteitskundigen, Utrecht. Grootjans, D.: Lid redactie handboek Produktie, Samsom, Alphen aan de Rijn. Halman, J. I.M.: Lid van het algemeen bestuur van de afdeling Bedrijfskunde van het KIVI. Voorzitter regio zuid van de afdeling Bedrijfskunde van het KIVI. Voorzitter van de organisatie van het lustrumcongres van het KIVI afdeling Bedrijfskunde. Examinator en docent bij de post-HBO opleiding Bedrijfskunde voor Technici van de Technische Hogeschool in Breda. Mulder, F. A. : Voorzitter Raad van Deskundigen, Commissie Richtlijnen Stichting Certificatie Kwaliteitskundige Opleidingen (CERKOOP). Docent Kwaliteitsbeleid, leergang kwaliteitskunde, Stichting Kwaliteitsdienst K. D.I. , .Rot terdam. Nagel , A.P. : Coördinator van de Vereniging voor Strategische Beleidsvorming (VSB), kring zeeland, Brabant en Limburg. Lid ISPIM (International Society for Product Innovation Management). Lid Nederlandse Organisatie voor Technologisch Aspectenonderzoek. Kerndocent Strategische Beleidsvorming Postdoctorale Opleiding CTO, Instituut voor Vervolgopleidingen, TU Eindhoven. - 261 -
Ruules, J.: Docent product innovation Eindhoven International Institute. Rijksgecommitteerde Nederlandse Vereniging voor Logistiek. Verzellenberg, L.N.J.: Secretaris Interacademiale Werkgroep Ziekenhuiswetenschappen. Secretaris Ziekenhuis Research Project. Lid Redactieraad Acta Hospitalia, Leuven, België. Voorzitter regio zuid van de Nederlandse Vereniging voor Organisatie van de Gezondheidszorg (NVOG). Bestuurslid landelijk bestuur NVOG. Mederedacteur van het boek: Organisatiekunde: kanttekeningen en kritiek, theorie en toepassingen, Kanters BV, Alblasserdam. Dagvoorzitter lustrumcongres Nederlandse Vereniging voor Organisatie van de Gezondheidszorg (NVOG), Bunnik, 18 mei 1990. Voorzitter eongrescommissie Interacademiale Werkgroep Ziekenhuiswetenschappen 'Gezondheidszorg in functie en samenhang: beleid en praktijk', 's-Hertogenbosch, 7 juni 1990. Sessievoorzitter op het congres European Health Care Management Association (EHMA) 'Paradoxes of competition for health in the 1990's: implications for management', Leeds, 11-15 juni 1990. Core member European Health Care Management Association-group for management development in Hungarian Health Care. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Keizer, J.A.: Lid Adviesgroep voor de Gemeentestructuur van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Nagel, A.P.: Redacteur Zenit, maandblad voor Weer- en Sterrenkunde, Stichting de Koepel, Sterrenwacht, Utrecht. Bestuurslid van de Stichting Computerclub Eindhoven. Verzellenberg, L.N.J.: Penningmeester Centrum Bedrijfskundig Onderzoek. Voorzitter International Neighbour Group.
- 262 -
NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP OPERATIONELE RESEARCH EN STATISTIEK NIET PROJEKTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIRATIES Ploos van Amstel, M.J.: Controlling the Logistics Pipeline. The International Journal of Logistics Management, The Braybrooke Press Ltd., Henly-on-Thames, 1, 1990, pp. 19-28. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Verdeel en Beheers. Tijdschrift voor modern management, 'Special' Bedrijfskunde, Kluwer, Deventer, april 1990, pp. 366-377. ORS Ploos van Amstel, M.J.; Goor, A.R. van; Ploos van Amstel, W.: Fysieke Distributie: Denken in toegevoegde waarde. Stenfert Kroese, Leiden, ISBN 90-207-1790-1, 1990, pp. 476. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Distribution Logistics in Europe after 1990. Logistik Lösungen für die Praxis, Richtsband über den Kongress, Berlin, Bundesvereinigung Logistik, 1990, pp. 663-680. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Managing the Pipeline Effectively. Journal of Business Logistics, Council of Logistics Management, Pennsylvania, 1990, 11, 2, pp. 1-25. ORS Ploos van Amstel, M.J.: verdeel en beheers. Oratie Technische Universiteit Eindhoven. Stenfert Kroese, Leiden, ISBN 90-207-1983-1, 23 maart 1990, pp. 1-28. ORS VAKPUBLIRATIES Ploos van Amstel, M.J.: Verdeel en beheers. Inkoop & Logistiek, 6, juni 1990, Kluwer, Deventer, pp. 50-57. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Verdeel en beheers. Goederenstroom Management, Tijdschrift voor Organisatie en Logistiek, EVO, Zoetermeer, 4, 4, april 1990, pp. 16-17. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kostenbeoordeling alternatieve logistieke infrastructuren, Bedrijfskundig Vakblad, 2, 4, 1990, pp. 12-16. ORS
- 263 -
I
OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN Donselaar, K.H. van: A Comparison of Material Coordination Concepts. Intern rapport TUE/BDK/ORS/90/11, Eindhoven, juni 1990, pp. 1-17. ORS (Te verschijnen in de Proceedings van de International Federation of Operational Research Societies-conferentie, Athene.) Donselaar, K.H. van: A Comparison of Material Coordination Concepts. voordracht International Federation of Operational Research Societiesconferentie, Athene, juni 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Overwegingen bij uitbesteden. Nieuwsblad Transport, Vakblad voor Nederland en België op gebied van Logistiek, Distributie en Goederenvervoer, Rotterdam, 12 april 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: EDI, een muis met een staart. Nieuwsblad Transport, 1 mei 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Beladingsgraad, een beladen begrip. Nieuwsblad Transport, 10 mei 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kostenvergelijking in de fysieke distributie (1). Nieuwsblad Transport, 4 augustus 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kostenvergelijking in de fysieke distributie (2). Nieuwsblad Transport, 28 augustus 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Amerika's blik op Europa. Nieuwsblad Transport, 27 oktober 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kop en staart. Nieuwsblad Transport, 29 november 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Logistieke trends in Amerika. Nieuwsblad Transport, 4 december 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Bezint eer ge begint. Nieuwsblad Transport, 4 december 1990, p. 1. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Logistieke performance indicatoren. Te verschijnen in Nieuwsblad Transport. ORS
- 264 -
Ploos van Amstel, M.J.: Kostenbeheersing in de distributie. Voordracht Industria Congres, Veldhoven, januari 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kwaliteit van de logistieke dienstverlening. Voordracht voor Koninklijk Nederlands Vervoer, Zeist, maart 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Kostenbeoordeling alternatieve logistieke infrastructuren. Voordracht voor Institute for International Research, Maarssen, april en november 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Welke aspecten zijn van invloed op de besluitvorming over uitbesteden of zelf doen? Voordracht voor Institute for International Research, Bussum, september 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Distribution Logistics in Europe after 1990. Voordracht Bundesvereinigung Logistik e.v., 7e Duitse Logistiek Congres, Berlijn, oktober 1990. ORS Ploos van Amstel, M.J.: Ontwikkelingen in de internationale distributielogistiek en de betekenis voor de Verf- en Drukinktindustrie. Voordracht Jaarvergadering Nederlandse Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten, Zeist, december 1990. Afstudeerverslagen Adema, P.G.: Marketing logistics voor de kledingdetailhandel (31-10-90) Bergen, P.B.M. van: Haalbaarheid van een beslissingsondersteunend systeem voor de korte termijn produktieplanning bij Mora Maastricht. (21-03-90) Bogaers J. Informatiesysteem voor capaciteitsbeheersing bij een ontwikkelafdeling (29-08-90) Dohmen, P.H.T.J.M.: Materiaalstroombeheersing in de ontwikkeling (25-04-90) Engles, M.J.S.: Kwaliteitverbetering van de afdeling 'Quality consultancy and support' (31-10-90) Gils, K.J.M. van: Aankoopbeleid van fleetowners (26-06-90)
- 265 -
Hannen, M.A.P.: Een wijziging van de besturing van de goederenstroom bij BV Houtindustrie Pieus (12-12-90) Hasselo, w. T .A.: Herstructurering, planning en organisatie met behulp van automatisering (29-08-90)
Hommes, P . A. : Een veiligheidspolitiek voor DAF voorraadbeheersing op klantenorder ontkoppelpunt niveau (29-08-90) Keulen, M.W.J.: Planningssysteem naar de leverancier toe (29-08-90) Knauf, F. G. M. : Vat op lak (31-10-90) Kroep, L.H.: Op weg naar inzicht in projectmanagement software (12-12-90) Loenhout, F.J.P. van: De optimale pallet voor Akzo Coatings bv (26-06-90) Sanden, R.J.van der: Doorlooptijdverkorting en Master Scheduling bij CPC Benelux BV (26-06-90) Seters, R.W.P. van: Public warehousing: marktonderzoek en opzet tariefstructuur. (24-01-90) Sondeijker, E.J.H.: Onderhoudsbeslissingen voor warmtewisselaars (31-10-90) Soons, H.G.M.: Als dit projectmanagement is, dan ..... . (29-08-90) Vogels, P.A.C.: Seriegrootte-effecten in een produktieketen (29-08-90) Willekens, C.H.M.J.: Een materiaalplanning- en beheersingssysteem voor inkoopdelen bij Ahrend - ODA BV (26-09-90)
- 266 -
I
Willems, M.M.Y.: Centralisatie van fysieke distributie - de invloed van 1992 (26-06-90) Wylick, W.H. van: Ontwikkeling en toepassing van een methode voor het uitvoeren van logistieke analyses in de procesindustrie. (30-05-90) Zwanen, H.P.T.: Quick Express BV, een nieuwe onderneming voor de distributie van de kleingoedzendingen van Spido Transport BV en Bakker Transport BV (29-08-90) OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN L. Dijkstra, Lid Redactieraad Mens en Maatschappij; Lid NOSHO-werkgroep preferentie-analyse; Lid werkgemeenschap verklarende sociologie. K.H. van Donselaar, Referent European Journal of Operational Research. Lid examencommissie NEVEM S.D.P. Flapper, Referent European Journal of Operational Research. P.A. Konijnendijk, Coördinator van de werkgroep Marketing en Logistiek van het IMG (Industriële Marketing Groep) van de NIMA (Nederlandse Vereniging van Marketing). L.H. Kroep, Lid bestuur Projekt Management Instituut Nederland; Lid werkgroep 'Opleidingen' van het Projekt Management Instituut Nederland; Lid werkgroep PM-pakketten, PMI-Nederland. M.N. Newby, Referent IEEE Transactions on Reliability; Referent Journals of the Royal Statistica! Society; European Safety and Reliability Association National Correspondent van Nederland; Lid programme committee 'Reliability '91' (The United Kingdom National Reliability Conference); Lid programme committee 'ESRC '92' (The European Safety and Reliability Conference 1992); Lid Programmacommissie van de NVvB; Lid gebruikerscommissie van de Stichting voor Technische Wetenschappen (STW) project 'Statistica! Analysis of Software Reliability' van het CWI, het project is onder begeleiding van Professor.dr. R. Gill; Organisator voor de cursus Bayesian
- 267 -
M.J. Ploos van Amstel, lid examencommisie Management Integrale Goederenstroombesturing, Vereniging Logistiek Management; blokdocent Management Integrale Goederenstroombesturing, Vereniging Logistiek Management; docent Management Integrale Goederenstroombesturing, en FDM, Vereniging Logistiek Management; lid examencommissie Teleac; lid curatorium CBBM (omscholing langdurig werklozen/academici); lid examencommissie CBBM; lid Raad van Advies van Overleg Transport Brabant; lid Klankbordgroep Logistieke Opleidingen van Nederland Distributieland; mede-organisator van examens ter verkrijging van de betreffende certificates Institute of Logistics and Distribution Management, Engeland; fellowship Institute of Logistics and Distribution Management, Engeland; gastdocent Logistiek en Transport Katholieke Universiteit Brabant; extern referent voor publicaties, Open Universiteit; gastdocent Postdoctorale opleiding Universiteit Maastricht; gastdocent Rotterdam Transport Centre, Erasmus Universiteit Rotterdam; lid Adviesgroep Logistieke Performance, NEHEM; adviseur fysieke distributie, Moret; inleider, dagvoorzitter Institute for International Research/Nederland Studiecentrum/Eva; lid Council of Logistics Management, Verenigde Staten; Dagvoorzitter Industria-congres, Distributie Logistiek, the last Frontier, Veldhoven, januari 1990; Dagvoorzitter Performance meting in Logistiek, Institute of International Research, Maarssen, april 1990 en 14 november 1990; Dagvoorzitter Studiedag Distributie besturingssystemen, NEVEM, Utrecht, juni 1990; Dagvoorzitter Fysieke Distributie, Institute of International Research, Bussum, september 1990. G.J.K. Regterschot, Lid Landelijke werkgemeenschap Mathematische Besliskunde en Systeemtheorie; Lid landelijke groep wachttijdtheorie; Secretaris jury VVS-prijs; Lid coördinatie commissie VVS; Referent voor IEEE Transactions on Reliability; Referent voor European Journal of Operational Research; Referent voor International Journal on Forecasting. P.C. Sander, Voorzitter Stichting Opleidingen Statistiek; Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Bedrijfszekerheids-technologie; Chairman Specialized Group on Education and Training of the European Safety and Reliability Association; Lid MSc Steering Committee of the European Part-time Modular MSC Course in Safety and Reliability; Lid Steering Committee European Safety and Reliability Association;
- 268 -
Referent European Journal of Operational Research; Referent Statistica Neerlandica. C.B. Tilanus, Lid Memher Activities Committee van The Institute of Management Beiences Editorial Board Member, Foundations of Control Engineering; Rubrieksredacteur Bedrijfskundig Lexicon, Samsom, Alphen a/d Rijn; Editor, European Journalof Operational Research (EJOR);Mercer, A.; Tilanus, C.B.; Zimmermann, H.J. (editors): European Journalof Operational Research, Volume 44, 1990, pp. 438; Volume 45, 1990, pp. 383; Volume 46, 1990, pp. 419; Volume 47, 1990, pp. 408; Volume 48, 1990, pp. 402; Volume 49, 1990, pp. 382; Editorial Board member, Annals of Management Science (Kluwer); Editorial Board member, Management Science Research (Kluwer); Memher International Study Group 'Cities without Cars'; Lid wetenschappelijke-Redacteurenkring; Lid Vereniging voor Distributie-Economie; Lid Council of Logistics Management. B. van der Veen, Referent European Journalof Operational Research (EJOR); Voorzitter examencommissie W2 (AMBI); Docent Leergang Bedrijfskunde Eindhoven van Stichting Leergang Bedrijfskunde. J. Wijngaard, Lid NEVEM Ontwikkelraad; Lid werkgemeenschapscommissie Toegepaste Besliskunde en Bedrijfseconometrie; Referent European Journal of Operational Research (EJOR); Referent IIE-Transactions; Referent Operatiens Research. E.G.F. van Winkel, Referent European Journalof Operational Research (EJOR); Redacteur Bedrijfskundig Lexicon; Associate of the Time Series Analysis and Foracasting Society; Auteur Handboek Onderhoudsmanagement. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING L. Dijkstra, Bestuurslid Stichting MDGO. P.C. Sander, Secretaris van de Stichting Internationaal Kinderdagverblijf. E.G.F. van Winkel, Bestuurslid Stichting Centrum voor de Kunsten Eindhoven.
- 269 -
NIET VP, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP TECHNOLOGIE EN ARBEID NIET-PROJECTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: Afstudeerverslagen Abram, M.N.P.: Onderzoek naar de mogelijkheid een tijdschatting te ontwikkelen voor technische constructiebureaus t.b.v. de planning (21-03-90) Berkel, A. van: Ontwikkeling en invoering van ProMES bij Vandra Golfkarton BV (31-10-90) Coolen, P.R.J.J.: Een prestatiesturingssysteem voor de service technici van Nashua BV (26-09-90) Dirne, P.A.G.M.H.: Afstemmen van de informatiepresentatie op de behoeften van de gebruikers in een meet- en regelkamer: een eerste aanzet tot een overzichtsbeeld. (21-03-90) Groenen, T.J.M.: Het ontwerp van een kwaliteitssysteem voor de verwerving van grondstoffen, hulpstoffen en emballagematerialen volgens NEN-ISO 9001/4 (24-01-90) Henkens, K. : Een nieuwe naam, een nieuwe visie (26-06-90) Hulten, N.J.M. van: Techniek en Mensen: een keuze of synergie (29-08-90) Kleingeld, P.A.M.: De ontwikkeling van een prestatiesturingssysteem voor de service technici van Nashua Nederland B.V. (21-03-90) Landré, C. J. N. : De besturing van de produktgroep KSP, Philips Stadskanaal. Het (her)ontwerpen van de besturingsstructuur volgens sociotechnische principes. (21-03-90) Mevissen, A.C.H.J.: De Meldings(FONA-) commissie in een algemeen ziekenhuis (29-08-90)
- 270 -
Minkelis, A. van de: Het functioneren van afdelingshoofden in het kader van organisatieveranderingen bij AEGON-Collectief (30-05-90) Potting, Y.C.M.: Design graphics for DCS systems for process control in the processindustry; an evaluation of the by John Brown taken design approach (26-09-90) OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN J.A. Algera Lid van de Editorial Board van Journal of Organizational Behavior. P.J.L.M. van Amelsvoort Dagvoorzitter conferentie 'Teamwork in de Produktie'. Bussum, 8 maart 1990. T&A P.J.L.M. van Amelsvoort Begeleiding workshop 'ontwerpen', Conferentie integraal Automatiseren, Katholieke Universiteit Nijmegen, mei 1990. T&A P.J.L.M. van Amelsvoort Lid werkgroep POST (Produktie Organisatie en Sociotechniek). P.M. Bagchus Lid vaste Commissie Beoordeling Samenwerkingsprojecten KUB-TUE; Lid Redactieraad Gedrag en Organisatie. , Eijnatten, F.M. van Reviewer van het Journal of Organizational Behavior. H. Kragt Voorzitter landelijke commissie cursussen Ergonomie van de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie; Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Ergonomie, portefeuille Onderwijs. M.A.M. Leermakers Coördinator landelijke themagroep 'Menselijke supervisie van geautomatiseerde systemen' van SMBT (Stichting Meet- en Besturingstechnologie). J. Loeffen Penningmeester van de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie. J. Moraal Lid research-commissie IPO/TUE; Lid Editorial Board van International Joumal of Industrial Ergonomics. Lid Human Factors Society; Lid Wetenschappelijke Adviesraad van de SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid); Lid Raad voor de Verkeersveiligheid.
- 271 -
I
T.W. van der Schaaf Referent van het Engelstalige wetenschappelijke tijdschrift Acta Psychelogica voor de sectie Judgement and Decision making; Lid Raad van Advies TU Delft m.b.t. veiligheidskunde. Lid werkgroep Menselijk Handelen van de Nederlandse Vereniging voor Bedrijfszekerheidstechnologie. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING P.M. Bagchus, Voorzitter Bestuur Epilepsie-centrum Kempenhaeghe te Heeze. Lid Bestuur Stichting Leergang Bedrijfskunde Eindhoven.
- 272 -
I
NIET VF, NIET THEMAGEBONDEN ONDERZOEK VAKGROEP TECHNISCHE PRODUKTIESYSTEMEN NIET PROJECTGEBONDEN ONDERZOEKRESULTATEN: WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES Sol, E.J.: Cell Control on VMEbus. VITA-Congress Proceedings 'VMEbus in factory Automation', Mainz, november 1990, pp. 279/284. Splinter, M.A.M.: Energiemanagement en Economie. Proceedings, Energy-Economy 90 Conference, Amsterdam, pp. 1-16. VAKPUBLIKATIES Bekker, P.C.F.; oaams, C.J.: Inkomensverdeling, een studie van een samengesteld proces. Werkzaamheden vastgelegd in het verslag van M.A.M. Kurstjens (Hogeschool Eindhoven). Intern rapport TUE/BDK/TPS/1990-29, Eindhoven, februari 1990, pp. 35 + 147 bijlagen. Splinter, M.A.M.; Tuijl, H. van: De energieconsulent: Spil in een veranderingsproces. Energieconsulent, juni/juli 1990, pp. 8-12. Wol ters, W. T. M. : Verslag van een marktonderzoek naar software voor M.P. Intern rapport TUE/BDK/TPS/90-22, Eindhoven, december 1990, 3 pp. bijlagen. TPS.
+
OVERIGE PRODOKTEN VAN WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Lambert, A. J. D. : Systeemanalyse als instrument bij Conflictbeheersing. Bijdrage aan SISWO (Stichting Interuniversitair Instituut voor SociaalWetenschappelijk Onderzoek), Amsterdam, congresdag 14-12-1990, pp. 4. Sol, E.J.: Industriële Automatisering in de 90er jaren 'Keep it CIMple'. Lezing B'90 congres van VOA, te Ede, .november 1990. Afstudeerverslagen Ark, R.C.A. van: Logistiek gericht ontwerpen (21-03-90)
- 273 -
I
Berg, A.F.W. van den: Onderzoek naar de mogelijkheden tot logistiek verbeteren bij Industria Technische Verlichting BV (26-09-90) Bloemen, F.E.M.: Normalisatie en de levensduuruitgaven van chemische installaties (24-01-90) Bouwmeester, R.M.E.: Grafische procesbeschrijving (29-08-90) Braks, M.H.J.: Analyse van de distributieorganisatie (12-12-90) Burgers, P.T.J.: Going without knowing? (31-10-90) Casseé, R.W.: Energiebesparen in bestaande gebouwen: een milieumaatregel (12-12-90) Cl i teur, F . J. M. : Beheersing van het passage-proces Onderzoek naar mogelijke verbeteringen in de beheersing van het passage-proces van KLM (29-08-90) Croese, P.M.: Haalbaarheid CAD-CAM voor een gereedschapmakerij (29-08-90) Damen, F .G.J.: De just in time filosofie (31-10-90) Dellaert, B.G.C.: Dornestic waste collection. (12-12-90) Houtert, B.M.E. van: Afval er is nog (een) hoop ... (24-01-90) Loos, H.J.: Design for (cash)flow. (21-03-90) Maas, F. P.M. : Onderzoek naar de mogelijkheden en gevolgen van onbemand produceren toegepast op het kunststof spuitgietbedrijf KHT (26-06-90)
- 274 -
Mazier, R.: Naar een beheersing van de waterhuishouding van Parenco (24-01-90) Meerendonk, S.P.C. van de: Een visie op energiemanagement; visie als uitgangspunt voor energiemanagement (29-08-90) Molengraaf, J.C.M. van den: Kostprijsbewust construeren: een keuzeprogramma voor bewerkingen (12-12-90) Nijenhuis, R.J.M.: Een onderzoek naar produktiviteitsverbetering van de hoofdmallenlijn V400 (12-12-90) Post, B.J.: Finishing sereens TV-Glass factory Philips (29-08-90) Rooij, R.A.W.M. de: CAD/CAM gestuurde CNC-meet en CNC-freesmachine bij het afwerken van scheepsschroeven (12-12-90) Sollewijn Gelpke, P.J.G.: Produktiegroei bij V.D.T. (30-05-90) Ven, F.van de: Automatiseringsplan? 'Opportunities' binnen ETF-machinefabriek BV (12-12-90) Verdonk, M. De apparatenbouw in Oost-Europa, een sterk staaltje of lood om oud ijzer? (12-12-90) voorhoeve, E.P.H.: Possibilities for technology transfer in the U.S. and Dutch brick industry (29-08-90) werf, J.E.H.A.G. van der: Voorkalkulatie bij een plaatverwerkende toeleverancier (24-01-90) Woude, C.R. van der: Manufacturing performance measurement at F.F.T. ltd (31-10-90)
- 275 -
l
OVERIGE WETENSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN Bekker, P.C.F.: Begeleiding promotie-onderzoek 'Culturele factoren in internationale, technische onderhandelingen'. Promovendus drs. E.C. Hendriks. VF-programma 'Gedrag in Culturele Context' (KUBTilburg) en 'Overdracht van Technische Kennis' (TUE/WMW). Begeleiding promotie-onderzoek 'Instationair Vocht- en warmtetransport in poreuze Materialen en Composieten'. Promovendus ir. L. Pel. VF-programma 'Bouwfysisch en Materiaalkundig Ontwerpen'. TUE/Bouwkunde, vakgroep BFA. Begeleiding promotie-onderzoek 'Dynamisch optimaliseren van Bedrijfsmodellen'. Promovendus ir. M. Blok. VF-programma 'FysischTechnische Informatie-verwerking, TUE/Technische Natuurkunde, vakgroep NR. Coördinator ERASMUS-programma der Santandergroup of European Universities, Departments of Industrial Engineering (University of Bristol, Universidad de Cantabria, Universidad Politécnica de Valencia, Universitè Joseph Fourier, ISTG, Grenoble, Universidade do Porto, Rijksuniversiteit Gent en TUE/BOK; Voorzitter van de werkgroep 'Methoden van Duurzaamheidsonderzoek' van de Commissie B51 van CUR (Civieltechnisch Centrum uitvoering Research en Regelgeving), Gouda. Referee en lid van Editorial Board van Applied Clay Science, Elsevier Science Publishers, Amsterdam; RILEM (Rèunion International des Laboratoires d'Essais et de Recherche sur les Materiaux et les Constructions), Parijs. Vertegenwoordiger voor Nederland in de commissie 'Non-destructive Testing and Durability Performance'. Claus, J. Lid van het Dagelijks Bestuur van de SVEN; Voorzitter van de Technische Raad van de Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen (TVVL); Lid Algemeen Bestuur van de Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen (TVVL); Directeur van de Hoofdgroep Maatschappelijke Technologie TNO te Apeldoorn; Lid van de Raad van Begeleiding van de stichting Instituut voor Studie en Onderzoek op het gebied van de installatietechniek (ISSO) i Lid van de jury voor de Dow Chemica! Energieprijs. Cuypers, P.F. Penningmeester Stichting Techniek & Bedrijfskunde; Lid van het bestuur van American Society Materials, afdeling Benelux; Lid van Ned. vereniging Warmtebehandelingstechniek Rampersad, H.K.: Redacteur De praktijk van de machinale produktievernieuwing in de meubelindustrie: volledige integratie van machine en logistiek. StiPT, Den Haag, september 1990, ISBN 90-73622-01-8. TPS.
- 276 -
Rampersad, H.K.: Redacteur De praktijk van de produktievernieuwing in de procesindustrie en de discrete produktie-industrie; Invoeringaervaringen van zeven bedrijven. StiPT, Den Haag, november 1990. TPS. Sanders, P.W.: Lid Hoofdbestuur VOA (Vereniging voor Bedrijfskundigen); Voorzitter Commissie Ontwikkeling & Examens VOA; Lid Redactiecommissie van het tijdschrift Doelmatige Bedrijfsvoering; Lid Europalsche Hochschullehrergruppe Technische BetriebsfUhrung; Lid Santandergroep van bedrijfskunde-faculteiten in ERASMUS-programma. Splinter, M.A.M.: Bestuur Stichting Post Hoger Onderwijs Energiekunde (PHOE); Lid begeleidingscommissie Project Industriële Successen Met Afvalpreventie (PRISMA) van de Nederlandse Organisatie voor Technologisch Aspecten Onderzoek (NOTA); Lid Milieuzorgcommissie TUE. Docent cursus Energiebeheer, Stichting Post Hoger Onderwijs Energiekunde. Stoop, M.L.M.: Adviseur onderzoek en journalistiek op het terrein van de mestverwerking, zuiveringsslibverwerking. (op free-lance basis). Ven, A.D.M. v.d.: Member of Operatiens Management Association, U.S.A. Vermeulen, A.A.M.: Redactie Handboek Industriële Automatisering, Kluwer, Deventer, 1989, 780 pp. Hoofdredacteur Handboek Industriële Automatisering, Kluwer, Deventer, 1989. 780 pp. Lid College van Externe Deskundigen van het Programma Bedrijfsgerichte Technologie Stimulering, Ministerie van EZ. Lid Commissie Uitstraling Produktie Vernieuwing PBTS, StipT. Lid Werkgroep Product Data Interchange Nederland. Vos, G.C.J.M.: AIO vertegenwoordiger TUE in het Landelijk AIO-overleg Bedrijfskunde. Wolters, W.T.M.: Dagvoorzitter en vertegenwoordiger TUE in cie. terugkomdagen AIOmethodologie cursus, Zeist 26 t/m 28 september 1990. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING CUypers, P.F.: Secretaris Vereniging voor Produktietechniek Kring Oost-Brabant; Rijksgecommitteerde bij de Lerarenopleiding Zuid; Docent bij R.V.B. Maastricht.
- 277 -
l
Lambert, A.J.D.: Bijdrage aan rapport: Een floristische inventarisatie van het Wilhelminakanaal van Best tot Oirschot. FLORON-werkgroep Eindhoven. Penningmeester Stichting Vredescomité Eindhoven e.o.; Lid Floristisch Onderzoek Nederland, werkgroep Eindhoven. Sanders, P.W.: Docent diverse cursussen Philips Interne Technische Opleiding; Docent leergang Personeelszaken en Organisatieadvieswerk onder auspiciën van Nederlandse Vereniging voor Personeelbeleid, Naervarings-beroepsopleiding in personeel- en organisatieadvieswerk, Breda; Docent cursussen Flexibele Produktie-Automatisering Anertek, Bilthoven; Lid Adviesraad Item-bank van VOA, vereniging voor Bedrijfskundigen; Lid voorbereidingscommissie congresdag Bedrijfskunde '90; Jurylid, plv. vz. toekennen Mignotprijs; Jurylid vaste prijsvraagcommissie van de Nederlandse Ingenieursvereniging Niria; Rijksgecommitteerde eindexamens Hogeschool Utrecht-Hilversum, sector elektrotechniek, werktuigbouwkunde en automatisering; Lid adviesgroep Hogeschool Utrecht-Hilversum ter verbetering van het curriculum automatisering; Docent en lid examencommissie aan de KUB Tilburg, Fac. Sociale Wetenschappen studierichting Personeelswetenschappen; Lid docentengroep Nadoetorale ontwerpersopleiding Computergestuurd ontwerpen en fabriceren van discrete produkten, TUE. Docent Na doctorale ontwerpersopleiding Ontwerpen van logistieke Besturingssystemen, TUE. Splinter, M.A.M.: Examencommissie Energiecoördinator (PBNA); Examencommissie Energieconsulent (PHOE). Bestuur Algemene Associatie van Energie-consulenten (AEC); Redaktie tijdschrift Energieconsulent; Lid American Association of Energy Engineering (Dutch Chapter); Lid Benelux Association of Energy Economists.
- 278 -