Te vroeg geboren Wat langer geduld
Deze folder gaat over het eerste half jaar van het leven van couveusekinderen.
Anders? In de eerste zes maanden kunnen couveusekinderen echt anders reageren dan kinderen die op tijd zijn geboren. Meestal is dat niet iets om u zorgen over te maken. Wel om meer over te weten. We hebben het hier over te vroeg geboren kinderen die verder gezond zijn. Vanzelfsprekend heeft niet elk couveusekind hetzelfde gedrag. De informatie die u hieronder vindt is dan ook niet op alle kinderen van toepassing. Misschien herkent u toch het een of ander. Rond de bevalling Vaak is het zo dat moeders van een couveusekind al vóór de bevalling een tijdje in het ziekenhuis moeten liggen. Nog voordat de baby er is, zullen de ouders al de nodige zorg doorstaan hebben. Vragen als 'Blijft mijn kindje wel leven? Komt alles goed?' kunnen na de geboorte niet altijd meteen beantwoord worden. De blijdschap over de geboorte is dan gemengd met bezorgdheid. Soms heb je als ouder de eerste tijd moeite om je meteen aan je kind te hechten. De reden daarvan is vaak dat je je op die manier probeert te beschermen tegen eventuele nare gebeurtenissen.
De couveusetijd Ouders die hun baby de eerste keer in de couveuse zien liggen, kunnen daarvan behoorlijk schrikken: al die apparatuur om het kind heen. Alles moet worden overgelaten aan artsen, verpleegkundigen, apparatuur, en de gezondheid van de baby.
2
Wat kun je doen: praten en strelen Niet alleen de ouders moeten in deze eerste tijd veel verwerken, de baby moet dat ook: al die prikkels in de couveuse, het felle licht en de geluiden van de apparatuur. En steeds weer wennen aan andere handen die hem verzorgen. Het is gebleken dat zelfs hele kleine baby'tjes er baat bij hebben als ze zachtjes toegesproken en voorzichtig gestreeld worden. Dat is meestal ook mogelijk wanneer de baby nog in de couveuse ligt. Vaak kun je aan de baby merken dat die het prettig vindt om gestreeld te worden. In veel ziekenhuizen wordt aangemoedigd dat u ook direct lijfelijk contact met de baby heeft. U mag dan de baby elke dag een tijdje tegen u aanhouden. Dit wordt de kangoeroe-methode, of buidelen genoemd.
Het is soms zo onwerkelijk... Lang niet alle ouders hebben meteen het gevoel dat dit kleine wezentje achter glas hun kind is. Het lijkt soms zo onwerkelijk: je hebt nu wel een kind, maar dat lijkt bij tijd en wijle meer van het ziekenhuis te zijn dan van jou. Veel ouders raken dan ook pas vertrouwd met het kind als ze het zelf mogen verzorgen. Dat vader- of moedergevoel wordt niet tegelijkertijd met je kind geboren. Het is een band die moet groeien door voor je kind te zorgen en het te zien opgroeien.
3
De baby net thuis Wanneer de couveusebaby groot genoeg is om naar huis te kunnen, verwachten veel ouders dat hun kind nu gelijk is aan een net geboren, voldragen baby. Maar er zijn verschillen. • Couveusekinderen zijn in de eerste maanden soms snel overprikkeld. Ze schrikken bijna zonder dat er aanleiding voor is. • De spierbewegingen zijn in de eerste tijd vaak 'anders'. Sommige kinderen hebben heel weinig spierspanning. Ze voelen 'slap' aan. Van andere kinderen zijn de spieren juist erg gespannen. Dit kan zich uitten in spastisch lijkende bewegingen en in een starre lichaamshouding. Zulke kinderen maken een holle rug als ze op de arm worden genomen. Aanwijzingen van een fysiotherapeut of verpleegkundige kunnen hierin verbetering aanbrengen. • Sommige couveusekinderen huilen de eerste maanden veel. Vaak heeft zo'n kind niet de kracht om hard te huilen, maar huilt het juist zacht, klaaglijk en langdurig. Dit komt vermoedelijk omdat allerlei lichaamsprocessen nog verder moeten rijpen. Voor ouders is het frustrerend dat ze hun kind moeilijk kunnen troosten. Een voeding, een schone broek, zelfs lekker tegen één van de ouders aanliggen brengt hun kind niet altijd tot rust. Wanneer er zo weinig met een kind te beginnen is, wanneer alle inspanningen beloond worden met een baby die blijft huilen, kun je geïrriteerd raken. Maar boos worden op dat kleintje helpt niet. Dan is het verstandiger jezelf en je kind te 'beveiligen'. Een blokje omlopen zonder kind wil wel eens helpen. Af en toe vrijaf nemen is nog beter. Vraag aan anderen - aan je partner, ouders of vriendinnen - om ook eens op de baby te passen. Zo kom je die moeilijke periode beter door.
4
U zult wat geduld moeten oefenen tot de baby zich verder ontwikkeld heeft en wel energiek genoeg is om te spelen. Maar al heeft je kind weinig energie, contact is er wel degelijk. Het kind kent je aan je lichaamsgeur en reageert op je. De eerste tijd zal hij het heerlijk vinden om behaaglijk tegen je aan te liggen en gestreeld te worden.
Drie maanden oud Aan veel couveusekinderen is na drie maanden nog duidelijk te merken dat ze te vroeg geboren zijn. De baby is een stuk groter en steviger geworden, maar meestal slaapt hij nog veel. Vaak moet hij voor een voeding wakker gemaakt worden. De meeste premature kinderen zijn met drie maanden nog steeds klein, hebben weinig energie en bewegen schrikachtig. Ze glimlachen niet veel en maken weinig geluidjes. Hun gezichtsuitdrukking is vaak nogal vlak en meestal draaien ze hun hoofdje weg als je ze gedurende lange tijd probeert aan te kijken; aankijken is een hele inspanning voor ze. Ze kunnen nog niet zo veel aan.
Vraag nog niet zoveel Buiten de baarmoeder rijpen en groeien blijkt toch moeilijker dan in moeders buik. Het kost veel kracht en daardoor houden te vroeg geboren kinderen niet veel energie over om je aan te kijken en te glimlachen. Terwijl dat juist de dingen zijn die ouders het gevoel geven dat het leuk is om ouder te zijn. Probeert u het contact met uw kind niet te dwingen. Over een tijdje gaat hij u uit zichzelf aankijken. Lekker tegen z'n moeder of vader aanliggen en gestreeld worden is nu genoeg. Met een couveusekind moet je nu eenmaal wat meer geduld hebben, wachten tot hij begint te reageren. Als u hem nadoet, bijvoorbeeld met geluidjes maken, zult u zien dat hij dat heel leuk vindt. Dat geldt voor de meeste (gezonde) te vroeg geboren
5
baby's. Van eten moet een kind groeien. In het begin is de voeding dus heel belangrijk. Veel ouders van couveusekinderen hebben de neiging vooral wat bijzondere aandacht aan die voeding te geven. Want hoe meer hun kind groeit, hoe minder het lijkt op die hele kleine baby uit de couveuse. Na een tijdje groeit het zelfvertrouwen van de ouders en vinden ze het niet meer zo'n ramp als de baby niet alles opdrinkt. Heeft u twijfels over de groei, bespreek die dan met de kinderarts of op het consultatiebureau en laat uw kind goed controleren.
Rond zes maanden: makkelijker contact Uw kind voert nu al hele 'gesprekken'; hij vindt het leuk om naar u te kijken. Soms zult u merken dat lang aankijken nog steeds te veel voor uw kind is. Dan maakt hij u dat wel duidelijk: hij begint zijn lichaampje te strekken, draait zijn hoofdje af en begint te pruilen of te huilen. Verschillen met op tijd geboren kinderen verdwijnen meestal in de loop van het eerste en tweede levensjaar. Couveusekinderen zijn de eerste tijd dus echt anders dan op tijd geboren kinderen. Ze hebben nog te weinig energie om echt te kunnen reageren. Ze zijn daarom voor veel ouders moeilijker, want ouders willen juist na de ziekenhuisperiode zo graag contact met hun kind. Het is een begrijpelijke reactie van veel ouders dat ze dat contact wel willen forceren. Maar in de praktijk zult u merken dat alleen koesteren en vasthouden de eerste tijd voldoende is. Reacties en steun uit uw omgeving kunnen vaak helpen die eerste tijd wat makkelijker door te komen. Als u moeite heeft met uw kind, praat er dan over met uw partner, arts, vrienden of kennissen. Bespreek ook of uw omgeving u praktische hulp kan bieden. Neem de tijd uw kind te leren kennen en geef hem de tijd om aan u te wennen. Want een te vroeg geboren baby vraagt nu eenmaal wat langer geduld.
6
Vereniging van Ouders van Couveusekinderen. Wie in contact wil komen met andere ouders van couveusekinderen kan zich wenden tot de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen, Postadres: Postbus 2260 BA Leidschendam. Telefoon: 070 - 386 2535 Fax: 070 - 386 4843 www.couveuseouders.nl E mail:
[email protected] Tekst: illustraties:
Madelon Schols. Babs van Wely
7