Taiji en emoties Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat je taiji kunt beoefenen zonder dat je af en toe spontaan een emotie voelt opkomen. Emoties zijn immers ook energie. Wat doe je met emoties? Negeren of er op ingaan? De veilige, ‘professionele’ weg voor een taijileraar is niet op de emoties van leerlingen ingaan. Professionals vermijden elk onnodig risico en bakenen daarom hun werkterrein op een heldere manier af. Het leren van bewegingen en applicaties valt binnen de grens van taiji onderwijzen. Wat die bewegingen vervolgens bij mensen teweeg brengt is hun eigen verantwoordelijkheid. Een tweede argument om geen aandacht aan emoties te besteden is dat niet op emoties ingaan een vorm is van ‘meegaan met de beweging’. Net als gedachten gaan ook emoties doorgaans vanzelf voorbij. Hoe minder aandacht je er aan besteedt, hoe beter. En als een emotie niet vanzelf verdwijnt of al te hoog oploopt, is er veel voor te zeggen om een psychotherapeut in te schakelen. Ieder zijn vak, nietwaar? Maar behalve de ‘professionele’ weg is er ook een ‘menselijke’ weg. Die houdt in dat je elkaar weldegelijk emotionele opvangt. Iemand die bang is kan je gerust stellen en iemand die verdriet heeft kan je troosten. Daar zijn we mensen voor. Een emotie als woede is binnen de vechtkunst zelfs zoiets als gloeiend ijzer voor een smid: daar kunnen we wat mee! Een paar jaar geleden begon ik te voelen hoe de energie van de vier delen van een cirkelbeweging (peng-lu-ji-an) correspondeert met de vier basis-emoties: angst, verdriet, woede en plezier. Ik heb die basis-emoties wat beter leren kennen dankzij Padwerk trainingen. De herkenning van de basis-emoties in de taiji bewegingen was het begin van een ontdekkingsreis, die ik hieronder beknopt zal beschrijven.
Basis cirkelbeweging Een goede taiji-oefening om contact te maken met de vier basis-emoties is een chan-si (silk reeling-) beweging, die begint met een uitgestrekte hand op schouderhoogte. De eerste beweging brengt je gewicht op je achterste voet en je duim vlakbij je borstbeen. De tweede beweging is een wering: een draai om je vertikale as, rechtsom als je met je rechterbeen voorstaat. De derde beweging is een stoot naar de keel van je tegenstander, die je gewicht en je hand vooruit brengt. Vier is een meegaande draai om je vertikale as, met een uitgestrekte arm. Bij de eerste beweging naar mijn borstbeen toe begon ik op een zeker moment mijn angst te voelen. De sensatie is te beschrijven als een gevoel van communicerende energieën. Het voelt alsof je de deken wegtrekt, waaronder je angst was toegedekt. Het wegdraaien voor mijn centrum correspondeerde voor mijn gevoel met verdriet. De naar buiten gerichte stootbeweging voelde als
woede: richting geven. De meegaande draaibeweging met uitgestrekte arm voelde als plezier: loslaten.
Motoriek en emoties Ik heb allerlei mensen te pas en te onpas gevraagd of ze deze vier bewegingen associeerden met dezelfde basis-emoties. Angst en woede worden door bijna iedereen in dezelfde bewegingen herkend. Veel mensen voelen ook de beweging, die ik met verdriet associeer, op dezelfde manier aan. De plezierbeweging roept de minst herkenbare associaties op. In eerste instantie vond ik die associaties met de basis-emoties alleen maar frappant. Ik was me er van bewust dat ik er geen ‘wetenschappelijke waarde’ aan mocht toekennen. Maar mijn interesse werd verterkt toen ik bij mijn leerlingen merkte dat er een één op één relatie bestaat tussen de manier waarop je beweegt en de manier waarop je met je emoties omgaat. Als je bewegingen beter worden, ga je ook emnotioneel beter functioneren. Als je emotioneel beter functioneert, ga je ook beter bewegen. Iedereen heeft bepaalde voorkeur-emoties en emoties waar hij minder goed mee overweg kan. Deze voorkeuren en afkeren vond ik niet alleen terug in de Chansi bewegingen, maar in elke cirkelbeweging, dus ook in de taiji-vorm. Je zou kunnen zeggen dat de afwijkingen van de volmaakte cirkelbewegingen leesbaar zijn als het handschrift van de grove motoriek. Ik begon te begrijpen dat het oefenen en verbeteren van dat handschrift effect heeft op de manier waarop je met je emoties omgaat. Ik stelde me voor dat wanneer de ‘hobbels’ in de bewegingen (spanningen, kleine balansverstoringen) afslijten als ze telkens maar weer genomen worden. Ik merkte bij mezelf dat de geaardheid, die ik met de vier delen van de cirkelbeweging opbouwde effect had op mijn relatie m et de corresponderende emoties. Naarmate ik meer balans vond in de vier zijden van de cirkelbewegingen, raakte ik meer vertrouwd met mijn angst, mijn verdriet, mijn woede en mijn plezier.
Mannen en vrouwen Een duidelijk voorbeeld van het verband tussen de manier waarop mensen bewegen en de manier waarop ze omgaan met emoties is het verschil tussen mannen en vrouwen wat je direct ziet bij het beoefenen van pushing-hands. Mannen (‘yang-mensen’) komen in hun kracht bij de aanvallende, naar buiten gerichte beweging. Vrouwen hebben veel meer moeite met het plaatsen van een aanval. Ze zijn terughoudend. Het lijkt of ze een ander niet graag aanvallen of uit balans brengen. Ze voelen zich daarentegen meer op hun gemak bij de naar binnen gerichte yin-beweging. Vertaald in emotie-termen schieten mannen makkelijker in hun woede. Vrouwen hebben een voorkeur voor verdriet. Het rondere handschrift van vrouwen zie je in de grove motoriek terug als een voorkeur voor beweging in de breedterichting.
Hetzelfde fenomeen zag ik ook op een heel ander gebied. Als we ‘s avonds naar de televisie kijken vertonen de verschillende leden van mijn gezin een typerend zap-gedrag. De ‘meiden’ hebben een voorkeur voor programma’s, die de kijker afwisselend op verdriet en plezier trakteren: soaps en dergelijke. De mannen kijken liever naar programma’s, die je heen en weer slingeren tussen angst en woede: films waarin veel mensen rondlopen met schiettuig in hun hand.
Hoekpunten Opmerkelijk zijn ook de vier ‘hoekpunten’ van de cirkelbeweging. Na de eerste beweging, die je hand met je duim voor je borstbeen brengt en die ik met angst associeer, volgt een wering. Dit hoekpunt voelt als ‘geraakt worden’ oftewel pijn. Het duurt tamelijk lang (maanden, soms zelfs jaren) voordat taiji beoefenaars de timing en de juiste balans vinden bij deze overgang van een terugtrekkende beweging naar een draaibeweging. Gelijk opgaand met dit motorische leerproces zie je een afname van de angst voor pijn. Het tweede hoekpunt in de cirkelbeweging vormt de overgang van een wering naar een uitgaande stootbeweging. De gevoels-associatie bij dit hoekpunt is ‘verantwoordelijkheid nemen’. Voordat je in actie komt beslis je wat je gaat doen. Beslissen betekent verantwoordelijkheid nemen voor wat je doet. Het derde hoekpunt is het einde van de stootbeweging. Aan het einde van een stoot laat je je energie los. Als de voorafgaande bewegingen perfect zijn uitgevoerd, is de stootbeweging zuiver gericht op de vertikale as van je partner, die de tegenovergestelde bewegingen maakt. De energie in je stootbeweging zal je partner dan uit balans brengen. Hoe beter de bewegingen worden uitgevoerd, hoe minder kracht er voor nodig is om dit doel te bereiken. Als je de vertikale as van je tegenstander niet hebt weten te vinden, dan zal hij jouw stootbeweging afweren. Je wordt dan meegenomen in de wering van de ander. Je laat je naar buiten gerichte energie los en bereid je voor op een nieuwe cyclus, die begint met het opvangen van de aanval van je partner. Het correct nemen van de eerste twee hoekpunten vraagt veel oefening. Het eerste probleem is het vinden van de juiste timing. Probeer je de wering te vroeg in te zetten, of maak je je wering te kort, dan word je makkelijk omver geduwd. Laat je de aanvallende beweging van je partner teveel binnenkomen, dan heeft een wering geen effect meer. Zet je je wering te lang door, dan is het vrijwel onmogelijk om de kracht te ontwikkelen voor een effectieve duwbeweging. Heb je de juiste timing eenmaal gevonden, dan wordt het zaak om lichaamsbewustzijn te ontwikkelen op je vertikale as. Elke spanning in je lichaam maakt je vertikale as ‘dikker’, waardoor je tegenstander een groter trefvlak heeft. Elke onbalans (voorover, achterover of opzij leunen) maakt je kwetsbaarder in je draaibewegingen. Heb je de juiste balans en de vereiste ontspanning gevonden, dan voel je op een zeker moment spiraal-energie, die via je achterste been naar de grond gaat en
weer terugkaatst. De is de energie waarmee je werkt als je Chan-si (Silk Reeling) beoefent. Het is dezelfde energie die bij een emotioneel verwerkingsproces of pijnverwerkingsproces door je lichaam stroomt.
Pijnverwerkingsproces Bij elke pijnlijke gebeurtenis in je leven voltrekt zich op emotioneel niveau hetzelfde proces. Wanneer je pijn oploopt, is er iets gebeurd wat je niet hebt kunnen voorkomen, omdaqt je het niet op tijd hebt onderkend. Je zou kunnen zeggen dat er een botsing heeft plaatsgevonden tussen twee werkelijkheden: jouw beeld van de werkelijheid en de echte werkelijkheid. Voordat die botsing plaatsvindt voel je angst. Ook al word je volkomen overrompeld door iets wat je absoluut niet aan zag komen, dan nog is er een kort moment van angst, vlak voordat je getroffen wordt. Een gezonde dosis angst maakt je al je zintuigen alert en bereidt je lichaam voor op vechten of vluchten. Als je angst doorschiet in paniek, dan heeft het juist het omgekeerde effect. Je geest stopt met waarnemen en je lichaam is niet meer in staat om te bewegen. Nadat je wordt geraakt is je eerste reactie normaal gesproken verdriet. In verdriet vindt een versmelting plaats waarin je je verzoent met je pijn en met dat wat je pijn heeft veroorzaakt. Het resultaat van die verzoening is dat je je nieuwe situatie weer kunt overzien en accepteren. Het vernieuwde inzicht in jouw werkelijkheid, maakt dat je de verantwoordelijkheid voor je nieuwe situatie op je kunt nemen. Verantwoordelijkheid betekent in sommige gevallen dat je iets moet doen om te zorgen dat je niet opnieuw getroffen wordt. Een goed inzicht in de werkelijkheid maakt dat je je daadkracht (woede) de juiste richting geeft, zodat je je doel bereikt. Je kan precies doet wat nodig is om de situatie naar je hand te zetten. Het bereiken van je doel geeft voldoening (plezier) en plezier stelt je in staat om de gebeurtenis los te laten. In de praktijk verloopt het pijnverwerkingsproces zelden volgens dit ideale schema. Sommige mensen slaan hun verdriet over en reageren direct met woede als ze pijn ondervinden. Vrijwel altijd als je veel pijn ondergaat wisselen verdriet en woede zich een aantal keren af, voordat je weer de vaste grond onder je voeten voelt, die je nodig hebt om verder te gaan.
Een paar voorbeelden Als er een dijk doorbreekt, en je huis komt onder water te staan, zal je eerst jezelf en alles wat je lief is in veiligheid moeten brengen. Zodra je het water ziet stijgen, stijgt ook je angst om te verliezen wat je dierbaar is. Is je verlies eenmaal een feit, dan doet dat je verdriet. Als het water weer zakt, zal je je huis opnieuw gaan opbouwen. Je verdriet wordt omgezet in woede: werklust, daadkracht. Als je die werklust goed gebruikt, dan bouw je je huis mooier op dan het was. Om te voorkomen dat je in de toekomst opnieuw wordt getroffen
door een overstroming, zal je ook de dijk moeten verstevigen. Is dit proces eenmaal met succes voltooid, dan ervaar je de overstroming als een reinigingsproces, waar je met plezier op terugkijkt. Elke hondeneigenaar kent de angst dat zijn hond een keer wordt overreden. Stel dat je hond wordt aangereden en overlijdt, dan voel je, als je veel van je hond hield, een intens verdriet. Dit verdriet slijt met de tijd langzaam weg, maar voor het zover is zal je eerst een paar keer in je woede terechtkomen. Je woede kan je op allerlei manieren richten. Je kunt boos worden op de automobilist, die misschien te onvoorzichtig reed, op auto’s in het algemeen, wat eigenlijk moordwerktuigen zijn, of op architecten en overheden, die geen veilige, kind- en hondvriendelijke woonwijken bouwen. Misschien word je ook boos op jezelf, omdat je je hond niet goed hebt opgevoed of omdat je hem niet aan de lijn hebt gehouden. Als je je woede goed richt, maakt je verdriet langzaam plaats voor plezierige herinnering aan de fijne tijd die je met je hond hebt mogen doormaken.
Onvolmaaktheden in het verwerkingsproces De realiteit is dat de meeste pijnverwerkingsprocessen ergens in de cirkel stoppen, voordat de afwikkeling naar plezier een feit is. Sommige mensen komen nooit over hun verdriet heen, anderen komen keer op keer in dezelfde pijnlijke situatie terecht. Ze ontwikkelen niet de daadkracht om er echt iets aan te doen. Dat betekent dat er veel verandert in je leven als je je emotionele verwerkingsproces verbetert. Een slechte relatie met de vier basis-emoties geeft volgende beeld: 1. Angst voor angst. Als je negatieve ervaringen hebt met bang zijn, heb je de neiging om in struisvogelpolitiek te vervallen. Je bent niet bereid om gevaar dat je bedreigt onder ogen te zien. Het resultaat is dat elke pijnlijke gebeurtenis je overvalt. De manier waarop we in onze cultuur de dood wegstoppen illustreert deze blokkade misschien nog het best. 2. Angst voor verdriet. De reden waarom mensen hun verdriet graag overslaan is meestal dat ze als kind niet goed getroost zijn. Dit is een typische mannenkwaal, maar ook vrouwen kunnen er aan lijden. Het oude dogma dat een man niet mag huilen speelt nog steeds een rol. In extreme vorm uit dat zich in zinloos geweld: ‘ontwortelde’ agressie, die geen verband meer heeft met de achterliggende pijn. 3. Blijven hangen in je verdriet. De oorzaak is meestal negatieve ervaring met verantwoordelijkheid nemen. Je wil niet meer de schuld van iets krijgen. Je credo wordt: ’Als je niets doet kan je ook niets fout doen’. Dit is een vrouwenkwaal, maar ook mannen kunnen er aan lijden. Het oude taboe op ‘de vrouw met de broek aan’, die boos wordt, die in haar daadkracht komt, is nog steeds niet helemaal uitgeroeid. Het gevolg is dat vrouwen door een slechte relatie met hun woede in een afhankelijkheidsrelatie terechtkomen.
Ze zijn te passief, ze laten hun partner alle beslissingen nemen, ze klagen en vervallen voortdurend in de slachtofferrol. ‘Slachtofferitis’ is een echte volksziekte, die steunt op de overtuiging dat verdriet niet getransformeerd kan worden. Het is het oude idee dat we op de wereld zijn om te lijden, wat ons weerhoudt om te leren of om er iets aan te gaan doen. 4. Angst voor plezier. Toen ik jaren geleden een Padwerk oefening deed, realiseerde ik me voor het eerst dat je echt bang kan zijn voor plezier, voor genieten en voor gelukkig zijn. We moesten op onze rug gaan liggen, met onze armen en benen recht omhoog. Vervolgens moesten we onze armen en benen openen en zeggen “Ik Mag Genieten!”. Niemand kon dat. De enige tekst die ik over mijn lippen kreeg was: “Ikke Magge Niete”. Ik heb sindsdien wel vorderingen gemaakt. Maar af en toe kom ik nog steeds een restje ‘Calvinisme’ tegen, wat zegt dat we pas mogen genieten als we in de hemel zijn. Het aardige van het maken van goed geaarde, fysiek-energetische cirkelbewegingen is dat ze je heel geleidelijk aan helpen om ook op emotioneel niveau beter te functioneren. Een intellectueel begrip van het verband tussen de bewegingen en de emoties is daarbij niet noodzakelijk. Het gebeurt vanzelf. Alles wat aandacht krijgt wordt groter. Daarom is het vaak beter om niet te veel aandacht te besteden aan de blokkades in het emotionele verwerkingsproces. Maar er zijn ook situaties waarbij een dieper inzicht en de nodige aandacht tot een sneller resultaat leiden. En tijd is een factor om serieus rekening mee te houden als je je emotionele blokkades aan wil pakken. De veranderingen op emotioneel gebied zijn ingrijpend en ze verlopen traag. Bij oudere mensen kan je op hun gezicht vaak aflezen bij welke emotie ze in hun verwerkingsproces gewoonlijk blijven hangen. Angst, verdriet, woede en plezier geven herkenbare gelaatsuitdrukkingen, die door rimpels lijken te worden ‘vereeuwigd’. Ik heb het gevoel dat het tegen die tijd te laat is, of in ieder geval een stuk moeilijker wordt om er nog veel aan te veranderen.
Nol Twigt Nol Twigt geeft workshops onder de titel EEB (Emotie Energie Beweging) waarbij het verband tussen emoties en bewegingen wordt uitgediept