Taalcoach in de bieb Het mobiliseren en faciliteren van Utrechtse vrijwilligers voor een aanval op laaggeletterdheid in de bibliotheken concept 16/02/12
Samenvatting Utrecht kent ruim 26.000 laaggeletterden. Doordat zij beperkt Nederlands kunnen lezen, schrijven en/of spreken worden zij veelal belemmerd in hun dagelijks functioneren. Taalvaardigheid speelt immers een belangrijke rol om mee te doen in de samenleving, bij de opvoeding van kinderen en op de arbeidsmarkt. De groep laaggeletterden is zeer divers, ongeveer 15.000 personen uit de Utrechtse doelgroep zijn van nietNederlandse komaf. Door bezuinigingen op onder andere volwasseneneducatie en inburgering is het voor laaggeletterden nog moeilijker een passend aanbod te vinden om de Nederlandse taal beter te leren lezen, schrijven en spreken. Wij willen hen een passend aanbod bieden. Twee centrale uitgangspunten in ons plan zijn: - We willen de kracht van Utrechters benutten om deze groep te ondersteunen. We zetten zo veel mogelijk vrijwilligers in en bieden hen professionele ondersteuning om hun werk goed te kunnen doen. De krachten van diverse organisaties, zowel vrijwilligersorganisaties als bijvoorbeeld onderwijsinstellingen willen we bundelen en gezamenlijk de deskundigheidsbevordering van deze vrijwilligers waarborgen. - De bibliotheek zien we als een centrale plek om laaggeletterdheid aan te pakken. De bibliotheek heeft een open functie in de wijk en beschikt over ruimte en materialen die belangrijk zijn om Utrechters taalvaardig te maken. We willen graag met een aantal Utrechtse partners de handen ineen slaan om dit vorm te geven. Naast de bibliotheek zien we de volgende kernpartners in het project: ROC Midden-Nederland, Gilde Utrecht en de Voorleesexpress. De ISKB is bereid als projectleider op te treden. De afgelopen jaren hebben we al veel ervaring opgedaan. Vrijwilligers van de ISKB geven op 3 locaties in Utrechtse bibliotheken les aan zowel mannen (MOP) als vrouwen (VOP). Er zijn diverse samenwerkingsverbanden in de stad. Zo’n 30 vrouwen krijgen wekelijks les in de bibliotheek in Zuilen van vrijwilligers van Gilde Utrecht en de ISKB. Ook geven vrijwilligers van Gilde en ISKB aanvullende conversatieles aan volwassenen die les volgen op het ROC. De Voorleesexpress komt bij veel laaggeletterde gezinnen in heel Utrecht achter de voordeur om voor te lezen aan kinderen. Met het voorliggende project ‘Taalcoach in de bieb’ willen we de krachten bundelen. In drie jaar willen we minstens 600 personen bereiken in diverse Utrechtse bibliotheken met een taalaanbod. Daarbij willen we 1 gebruik maken van ontwikkelde materialen en methodieken, zoals ‘Boekstart ’ en ETV oefenportal ‘oefenen.nl’, ‘Taalkracht’, ‘Klik en tik’ en andere materialen van ETV. Er is immers veel ontwikkeld, wij richten ons op toepassing in de praktijk. Met ons samenwerkingsverband hebben we de ambitie een voorbeeldfunctie te vervullen voor elders in het land. Onze kennis en ervaring stellen we graag beschikbaar. 1
BoekStart is een bibliotheekprogramma dat het lezen met heel jonge kinderen wil bevorderen én ouders met jonge kinderen wil laten genieten van boeken
1. Aanleiding In Nederland wonen 1,5 miljoen laaggeletterden. In de stad Utrecht gaat het om ruim 26.000 volwassenen. Het terugdringen van laaggeletterdheid staat hoog op diverse agenda’s. Het Kabinet presenteerde in najaar 2011 de nota: Geletterdheid in Nederland, het Actieplan Laaggeletterdheid 2012 – 2015. Het Kabinet ziet een belangrijke rol weggelegd voor de bibliotheken en signaleert tegelijkertijd in het actieplan dat de rol van bibliotheken versterkt kan worden: ‘Leesbevordering raakt aan de kern van het bibliotheekwerk. En wie het lezen bevordert, draagt bij aan het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid. De bibliotheken leveren op dit vlak al de nodige inzet, maar recent onderzoek heeft niettemin aangetoond dat er nog kansen liggen.’ Dit signaal komt overeen met onze Utrechtse ervaringen. Laaggeletterden komen niet of amper in de bibliotheek. Dit terwijl ongeveer 60% van de bibliotheken in Nederland in één of enkele vestigingen speciaal aanbod heeft voor laaggeletterden. Bekend is dat laaggeletterden graag leren in een digitale leeromgeving. Dit biedt de mogelijkheid voor bibliotheken om hiervoor de beschikbare voorzieningen in te zetten. En dat sluit aan bij het beleid van de Bibliotheek Utrecht om de educatieve functie te versterken. “Het ondersteunen van het informele leren, bijvoorbeeld door conversatielessen voor inburgeraars en laaggeletterden, en het aanbieden van een 2 leeromgeving in de vestigingen is een taak die in de toekomst blijft .” We willen voorkomen dat groepen worden uitgesloten en sociale cohesie bevorderen door middel van deze laagdrempelige activiteit. Aansluitend bij het Utrechtse aanvalsplan laaggeletterdheid willen we in allianties komen tot en gezamenlijke aanpak. Vraag is wat er nodig is om de bibliotheek de verbindende schakel in de aanval op laaggeletterdheid te laten zijn. Wij zijn van mening dat ondersteuning door professionele vrijwilligers hierin een belangrijke rol kan vervullen. We sluiten daarmee aan bij de ambitie van het Kabinet en gemeenten om meer de kracht van burgers in te zetten om participatie van mensen in een achterstandspositie te 3 bevorderen. In het advies van Saluti van eind 2011 wordt ook nadrukkelijk gewezen op het belang van het benutten van de kracht van de civil society om de participatie van de ongeveer 15.000 vrijwillige inburgeraars te bevorderen. Professionele ondersteuning van deze vrijwillige inzet is cruciaal om succes te realiseren: ‘De sociale netwerken in de wijk – zowel zelforganisaties als vrijwilligersinitiatieven – kunnen afhankelijk van de context voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor het organiseren en ondersteunen van cursussen waarin taal op elementair niveau centraal staat. Wel stellen we vast dat het bieden van professionele ondersteuning noodzakelijk is om netwerken in stand te houden, om als vangnet te dienen en om instrumentarium en methodieken aan te bieden. De behoefte aan professionele ondersteuning ervaren we in de praktijk. De ISKB koppelt al ruim 25 jaar vrijwilligers aan mannen en vrouwen met een taalachterstand. Jaarlijks bereiken we honderden mensen. In 2011 werkten we daarbij nauw samen met partners in het (landelijk) taalcoachproject. Partners in Utrecht in dit traject zijn Stade, Vluchtelingenwerk Midden-Nederland en Portes. Onze ervaring leert dat vrijwilligers een belangrijke rol kunnen vervullen in taalverwerving. Professionele training en ondersteuning en deskundig materiaal zijn daarbij wel voorwaarden voor succes. In samenwerking met landelijke partners, zoals het LNT (Landelijk Netwerk Thuislesorganisaties) en Gilde Samenspraak bieden we deze ondersteuning.
2
Uit: Modernisering Bibliotheek Utrecht, op weg naar een toekomstbestendige bibliotheek, Bibliotheek Utrecht, mei 2011, blz. 18 3 Saluti, Stedelijk Adviesorgaan Interculturalisatie Utrecht, Taal in de toekomst, advies over vrijwillige taalverwerving, 8 december 2011.
In onze aanpak starten we met een gesprek over de doelen van cursist. De basisniveaus zijn zeer divers (van analfabeet tot universitair opgeleid in het buitenland) en ook het doel (van zelfstandig boodschappen doen tot staatsexamen behalen). In dit plan onderscheiden we twee doelgroepen waarvoor we een passend aanbod willen doen: - Taalontwikkeling rondom gezin en gezondheid - Taalontwikkeling gericht op het vinden en/of behouden van werk In aansluiting op het kabinetsbeleid richten we ons in het bijzonder op laaggeletterde vrouwen. Uit het Kabinetsplan: “In mijn hoofdlijnenbrief aan uw Kamer over emancipatie heb ik u al aangekondigd een aanpak te ontwikkelen om laaggeletterde vrouwen te bereiken. Dat is ingegeven door het feit dat vrouwen zijn oververtegenwoordigd onder de laaggeletterden en door de emancipatiedoelstelling om hun kansen op participatie te vergroten. De aanpak kent twee actielijnen: de eerste is gericht op laaggeletterde vrouwen met jonge kinderen, de tweede op laagopgeleide vrouwen die in de zorgsector werken. Eén van de pilots, zoals bedoeld onder III ‘Evaluatie en innovatie in bestrijding laaggeletterdheid’, zal zich richten op vrouwen met jonge kinderen. Het gaat daarbij om de verhoging van de kansen van ouders zelf en van hun kinderen.” Samengevat: laaggeletterdheid belemmert een grote groep Utrechters om te participeren, zowel in de eigen omgeving als op de arbeidsmarkt. Dit heeft ook gevolgen voor opvoeding van kinderen en gezondheidsaspecten. De bestaande infrastructuur van bibliotheken en beschikbare vrijwillige taalcoaches biedt de kans om een grote groep laaggeletterden te bereiken met een taalaanbod. In dit plan beschrijven we wat we willen realiseren en hoe. Onze aanpak past naadloos binnen de aanpak zoals de Stichting Lezen & Schrijven beschrijft in ‘Taal voor het 4 leven’ : de taalcoaching wordt gegeven in de directe omgeving van de cursist, met en positieve insteek, vrijwillige taaltrainers en een doelgericht training.
2. Doelstelling Het project ‘Taalcoach in de bieb’ stelt zich ten doel: De taalvaardigheid van Utrechtse laaggeletterden vergroten door ondersteuning van taalcoaches in de bibliotheek. De taalcoaches zijn vrijwilligers die ondersteund worden door deskundige beroepskrachten en zij maken gebruik van methodieken die hun waarde hebben bewezen. - Door de inzet van vrijwillige taalcoaches wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare krachten in de civil society. - Door deskundige ondersteuning van deze vrijwilligers kan tegen geringe kosten een relatief grote groep worden bereikt met een professionele aanpak en goede methodieken. - Door de bibliotheek als centrale plek te kiezen wordt de basis gelegd voor een duurzame aanpak en bestaande infrastructuur benut. Er is bijvoorbeeld momenteel in 7 Utrechtse bibliotheeklocaties een Lees en Schrijf!-Punt met materiaal voor NT1 en NT2.
3. Doelgroep De doelgroep bestaat uit Utrechtse laaggeletterden. Dit betreft een zeer diverse groep, uiteenlopend van laagopgeleide autochtone Utrechters tot hoog opgeleide allochtone groepen, zowel mannen als vrouwen. Om in te kunnen spelen op de diversiteit van de doelgroep worden kleine homogene groepen gevormd. In onze aanpak onderscheiden we twee groepen: - Taalontwikkeling ten gunste van opvoeding van kinderen en gezondheid; - Taalontwikkeling om een baan te vinden en/of behouden.
4
Taal voor het leven, programmaplan externe steakholders, Stichting Lezen & Schrijven, 3 februari 2012
4. Samenwerkingspartners en rollen Belangrijke partners in de uitvoering zijn: de Bibliotheek, ROC Midden-Nederland, ISKB, Gilde Utrecht en de Voorleesexpress. Onderstaand de rollen die wij voor de verschillende partners zien: - De Bibliotheek. De Bibliotheek biedt in de eerste plaats facilitaire ondersteuning. Denk aan accommodatie, studieplekken, groepsruimten (in ieder geval in nieuwbouw), collectie van boeken en (digitale) leermiddelen, computers en toegang tot educatieve websites. De bibliotheek levert daarnaast expertise en advies. De bibliotheek fungeert tot slot als doorverwijzer. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door middel van een Taalloket in de bibliotheek. - ISKB: taalcoaches en deskundigheidsbevordering. De ISKB beschikt over een grote groep vrijwilligers. De ISKB heeft daarnaast een programma voor het opleiden en ondersteunen van vrijwilligers op het gebied van taalontwikkeling en methodieken die de taalcoaches kunnen inzetten. - Gilde Utrecht: taalcoaches. Het Gilde beschikt over een grote groep vrijwilligers die kunnen worden ingezet als taalcoaches. - Voorleesexpress: partner. De Voorleesexpress komt bij veel laaggeletterde gezinnen thuis. Door doorverwijzing en samenwerking kunnen ouders van gezinnen waar de Voorleesexpress komt worden doorverwezen naar taalcoaching en vice versa. Ook kan Soda Producties/De Voorleesexpress een rol vervullen in de opvoedcomponent van het project. - ROC Midden Nederland: deskundigheidsbevordering, samenwerking en doorverwijzing. Het ROC biedt deskundigheid en materialen, bijvoorbeeld om de vrijwillige taalcoaches op te leiden en begeleiden. Daarnaast is het ROC op diverse manieren partner in het traject. Het aanbod van het ROC en het aanbod van vrijwillige taalcoaches zijn aanvullend op elkaar c.q. kunnen elkaar versterken. Taalcoaching kan worden ingezet: o In voortraject naar ROC (laagdrempelige toegang taalcoaching, vervolgens doorverwijzing); o Als alternatief traject (mensen waarvoor geen geschikt aanbod is op ROC; mensen die niet in aanmerking komen voor ROC; mensen die niet naar ROC willen of kunnen) o Als tijdelijk alternatief (bijv. mensen op wachtlijst bij ROC) o Als na-traject van ROC (mensen die uitstromen vanuit ROC maar behoefte hebben aan verdere ontwikkeling/scholing/onderhoud/nazorg/voortburgeren e.d.) o Als aanvullend op ROC: mensen die een ROC-cursus volgen maar tegelijk graag extra ondersteuning/extra oefengelegenheid/huiswerkbegeleiding willen omdat ze bijv. snel inburgeringsexamen/staatsexamen willen halen. - Utrechtse organisaties op het gebied van welzijn, zorg en onderwijs, zoals: Cumulus, Portes, Doenja, Stichting Stade, Humanitas, Vluchtelingenwerk Midden-Nederland, Consultatiebureaus, Brede School, voorscholen en peuterspeelzalen. Met deze organisaties kunnen we wederzijds doorverwijzen en het aanbod op elkaar afstemmen. - PSO platform: advies in uitvoering en verspreiding materialen en ervaringen naar elders in het land. - De gemeente Utrecht: betrokken vanuit het inhoudelijk beleid op het gebied van het bestrijden van laaggeletterdheid en volwasseneneducatie.
5. Activiteiten/aanpak De volgende activiteiten worden uitgevoerd: 1. Vaststellen gezamenlijk aanbod en blijvende afstemming hierover Taakverdeling Inzet van welke methodieken 2. Deskundigheidsbevordering en ondersteuning van de vrijwilligers Introductiecursussen Training in Materiaalgebruik Taalkracht, ETV materialen, Boekstart Ondersteuning van taalcoaches bij lesmateriaal middels taalspreekuur
3 maal per jaar overleg met taalcoaches over vorderingen cursisten Thematische bijeenkomsten deskundigheidsbevordering 3. Les (tijdens openingsuren) in minimaal 3 Utrechtse bibliotheken: Individueel Kleine groepen Per taaltraject wordt doelstelling en aanpak vastgesteld. Een traject duurt minimaal een half jaar, waarbij taalcoaches en (groepjes) cursisten elkaar wekelijks minstens een uur treffen. De Bibliotheek ontwikkelt een bibliotheekles voor laaggeletterden zodat zij zelfstandig gebruik kunnen maken van het beschikbare materiaal. De Bibliotheek ontwikkelt workshop / les voor vrijwilligers over bibliotheekproducten/aanbod 4. Doorontwikkeling aanvullende activiteiten voor specifieke groepen, samen met partners: Ondersteuningsaanbod voor laaggeletterde vrouwen met kinderen op het gebied van o.a. opvoedingsondersteuning en betrokkenheid bij school Kennismaking en zo mogelijk toeleiding van laaggeletterden naar werk (bijvoorbeeld naar de zorgsector in samenwerking met zorginstellingen). 5. Evaluatie en monitoring Op deelnemersniveau meten we het taalniveau bij start en eind van het traject Per leskoppel/groep worden de doelen waar samen aan gewerkt vastgelegd en vorderingen bijhouden in een dossiers/ portfolio. Op projectniveau: voortgang project, resultaten in samenwerking, resultaten op niveau cursisten Taalcursisten kunnen gebruik maken van een kennismakingsabonnement van de Utrechtse Bibliotheken (3 maanden gratis lezen). Mogelijk kunnen we een sponsor /fonds benaderen om de abonnementskosten daarna (deels) te financieren. voor een jaar /duur cursus kan financieren. Voor cursisten en vrijwilligers.
6. Beoogd resultaat We streven de volgende resultaten na: - In een periode van 3 jaar krijgen minimaal 600 laaggeletterde Utrechters ondersteuning van een vrijwillige taalcoach in 3 Utrechtse bibliotheken. - Uit de effectmeting blijkt dat cursisten vooruitgang hebben geboekt op de volgende terreinen: o het taalniveau is gestegen; o meer zelfvertrouwen in taalvaardigheid in de dagelijkse praktijk; ste o 1 drempels zijn weggenomen bij pc vaardigheden; o opvoedingsvragen en worden besproken en ouders voelen zich zekerder t.a.v. de opvoeding o activeren van het netwerk van de vrouwen en mannen – taalcoaches hebben hierbij een belangrijke rol bij als het gaat om voorlichting en signalering - De aanpak is beschreven met do’s en don’ts, dit biedt partners elders in het land de mogelijkheid te leren van de Utrechtse aanpak. Neveneffect van het project is een bijdrage aan de bekendheid van Utrechtse burgers met laaggeletterdheid en begrip hiervoor. De betrokken vrijwilligers krijgen immers meer zicht op de problemen die allochtone en autochtone laaggeletterden in de dagelijkse praktijk ervaren. Daarmee draagt het bij aan de sociale cohesie in Utrecht. Projectpartners zullen voorafgaand aan de start gezamenlijk de beoogde resultaten en de indicatoren om het resultaat te meten vaststellen. We zullen ons daarbij laten inspireren door resultaten die eerder/elders zijn behaald in vergelijkbare projecten. Uit het onderzoek naar de effectiviteit van Taalcoach projecten die door gemeenten zijn ingezet gekoppeld aan inburgering blijken bijvoorbeeld de volgende resultaten te zijn behaald:
-
tweederde van de respondenten geeft aan dat het contact met de taalcoach heeft geleid tot grotere motivatie om de taal te leren; het zelfvertrouwen is bij ruim de helft van de respondenten toegenomen.
7. Begroting Onderstaand een eerste indicatieve begroting. De uiteindelijke begroting zal afhangen van de betrokken partners en geformuleerde ambitie. Kosten per jaar: Activiteit Projectleiding Werving, training en deskundigheidsbevordering vrijwilligers
werving vrijwilligers Introductiecursus spreekuur taalconsulent workshops/ deskundigheidsbev
aantal keer/uur 6 5 5 5
ureninzet uurprijs totaal 46 86 23736 20 86 8600 20 86 8600 46 86 19780
3
26
86
6708
86
2580
86 86
1720 5504
Keuze, toepasbaar maken en (door)ontwikkelen lesmateriaal Ontwikkelen en uitvoeren workshops/bibliotheekles
1
30
Ontwikkelen
1
20
Uitvoeren
8
8
3
50
4 6 200
20 8 50
86 86 86 1
12900 6880 4128 10000
5
40
12
2400 6000
Aanvullende activiteiten voor specifieke groepen (ism partners) Evaluatie en monitoring afstemming partners Vrijwilligerskosten
vrijwilligers * € coord vrijw * € * maanden
Activiteitenbudget Materiaalkosten, bijeenkomsten, PR
119536 De kosten van een project voor drie jaar komen hiermee naar schatting op ongeveer € 360.000. De kosten per deelnemer zijn rond € 600,-.
Vervolgstappen We streven er naar met partners tot een gezamenlijk project te komen dat start in september 2012. We hebben de volgende planning voor ogen: Planning: 1.
Januari 2012: brainstorm en schrijven eerste conceptplan (Sylvia Volkert Bibliotheek Utrecht, Thomas Bersee Platform PSO, Mariëlle van Rooij, Lineke Maat ISKB
2.
Februari/maart 2012: verkenning: a. Partners: wie doet mee in de uitvoering? We sturen het conceptplan naar potentiële partners met verzoek om aan te geven of men geïnteresseerd is in participatie en gezamenlijke uitwerking van het project: Bibliotheek Utrecht, Isolde Vega, Sylvia Volkert ROC Midden-Nederland ..? Stichting Lezen en Schrijven….? Platform PSO, Thomas Bersee Gemeente Utrecht, Sander Mateman Gilde Utrecht, Jeanne van den Heuvel Voorleesexpress, Manon Rikkengaa b.
Financiering: potentiële financiers in beeld brengen en concept voorleggen.
3.
April – augustus 2012 voorbereidende fase: a. Samenwerkingsafspraken vastleggen b. Fondswerving
4.
September 2012: start uitvoering voor 3 jaar