RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK Maris College, Media & Design Vmbo g/t
Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 20MJ-2 Arrangementsnummer: 229337 Onderzoek uitgevoerd op: 22 november 2012 Conceptrapport verzonden op: 9 januari 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op 18 maart 2013 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
H2839406/13 3482444
Pagina 2 van 10
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 22 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op de vmbo-g/t afdeling van het Maris College, Media & Design om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor de vmbo-g/t afdeling van het Maris College, Media & Design een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten op deze afdeling onvoldoende zijn. Op 16 mei 2012 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Toezichthistorie Er is eerder een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op deze afdeling, namelijk op 8 december 2009. Bij dit onderzoek zijn tekortkomingen in de opbrengsten van de afdeling vmbo g/t vastgesteld. De kwaliteitszorg (op twee indicatoren na) en het onderwijsproces werden als voldoende beoordeeld. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Op 13 januari 2011 is een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) uitgevoerd. De inspectie concludeerde dat de opbrengsten inmiddels voldoende waren evenals de kwaliteitszorg. De inspectie kende een basisarrangement kwaliteit en naleving toe. Onderzoeksopzet De inspectie heeft in het onderhavige onderzoek naast alle normindicatoren, de opbrengsten en de kwaliteitszorg, enkele indicatoren van het onderwijsleerproces wat uitgebreider en diepgaander onderzocht. Tevens heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en docenten. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2011. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
H2839406/13 3482444
Pagina 3 van 10
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.
Resultaten 1 1.1 1.2 1.3
1.4
* De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
2
3
4
5
• • • •
Leerstofaanbod 1 2.1 2.2 2.3
* De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
H2839406/13 3482444
Pagina 4 van 10
2
3
• • •
4
Schoolklimaat 1 4.4
4.7 4.8
2
* De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
3
4
• • •
Didactisch handelen 1 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.7
* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. De leraren geven de leerlingen zicht op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten. De leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen. De leraren stimuleren de leerlingen tot denken.
2
•
3
• •
4
● ● ●
Begeleiding 1 7.1
2
* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
•
Zorg 1 8.1 8.2 8.3
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. * De school voert de zorg planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
2
3
4
• •
•
Kwaliteitszorg 1 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
H2839406/13 3482444
Pagina 5 van 10
2
3
• • • •
•
•
4
Wet- en regelgeving nee N1
N2
N3
N4
N5
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
H2839406/13 3482444
Pagina 6 van 10
ja
• • • • •
2.2 Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-gemengd/theoretische leerweg van het Maris College, Media & Design in Den Haag als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar onvoldoende. Het onderwijsproces vertoont weliswaar enkele belangrijke tekortkomingen, maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit. De school werkt in haar kwaliteitszorg onvoldoende systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na. Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten Het driejaarlijkse oordeel van de inspectie over de opbrengsten is onvoldoende. Dit betreft met name de resultaten voor het eindexamen. Het gemiddelde cijfer voor het eindexamen is over drie jaar bezien onvoldoende. Voor de eindexamenjaren 2009, 2010 en 2011 was het gemiddelde eindexamencijfer respectievelijk een 5.9, 6.0 en 5.7. Het laatste eindexamenjaar 2012 laat geen verbetering zien (gemiddeld cijfer een 5.7). Met name de resultaten voor Nederlands, wiskunde en natuur- en scheikunde zijn laag. Ook bij de vakken economie en Engels zijn de gemiddelden laag, maar zijn er wel duidelijke verschillen per klas en per docent. Voor het examenjaar 2011 behoorde de school wat betreft het gemiddelde eindexamencijfer tot de tien procent slechtste scholen in Nederland. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit ook het geval zijn voor het examenjaar 2012. Het verschil tussen het gemiddelde cijfer voor het centraal eindexamen en het schoolexamen is over drie jaar bezien te groot (norm van de inspectie: kleiner dan 0.5 punt verschil). Voor de eindexamenjaren 2009, 2010 en 2011 is sprake van een discrepantie van respectievelijk 0.7, 0.37 en 0.62. In 2012 is de discrepantie 0,56 punt en daarmee net boven de norm van de inspectie. Over drie jaar bezien is het rendement in de bovenbouw nog voldoende maar er is sprake van een sterke achteruitgang. Op de opbrengstenkaart 2012 (schooljaar 2010/2011) behoort de school op dit punt tot de tien procent slechtste scholen. Met name het aantal leerlingen dat in dat schooljaar blijft zitten is groot (15 procent in klas 1, 17 procent in klas 2, 22 procent in klas 3 en 16 procent in klas 4). Het rendement in de onderbouw is bovengemiddeld. Dit komt met name door het feit dat leerlingen in de derde klas vmbo t/g overwegend een lager advies van de basisschool hebben meegekregen. De school ging ervan uit dat deze leerlingen, ondanks hun lagere advies, toch het vmbo theoretische/gemengde leerweg met succes zouden kunnen afronden. Op de opbrengstenkaarten 2012 en 2010 heeft ongeveer de helft van de leerlingen in de derde klas van het vmbo-t/g een relatief laag advies van de basisschool (niveau vmbo kaderberoepsgericht of lager). Op de opbrengstenkaart 2011 is dit het geval voor driekwart van de leerlingen. Met deze soepele determinatie loopt de school een risico voor de opbrengsten in de bovenbouw. In het ‘Plan van aanpak verbetering examenresultaten Media & Design leerweg vmbo gemengde leerweg’ noemt de schoolleiding drie verklaringen voor de tegenvallende examenresultaten in het schooljaar 2011/2012. Twee van de genoemde verklaringen betreffen tijdelijke zaken. In de eerste plaats wijst de school op de administratieve loskoppeling van de locatie Nieuwe Duinweg van de Johan de Witt Scholengroep en de toevoeging aan het Maris College. Dit bracht onduidelijkheid met zich mee over de positie en toekomst van het grafisch vmbo. De school hoopte op een nieuwe locatie voor Media & Design in een omgeving met grafische bedrijven. Dit is niet doorgegaan omdat er binnen het regionaal arrangement geen toestemming voor is gegeven. De school blijft zoeken
H2839406/13 3482444
Pagina 7 van 10
naar een andere locatie maar dan dichterbij. In de tussentijd blijven de leerlingen op de Nieuwe Duinweg. Er is voor hen een eigen plek in het gebouw gecreëerd. De tweede door de schoolleiding genoemde verklaring is het hoge percentage langdurig zieke examinatoren in het schooljaar 2011/12. De problematiek van vervangers concentreerde zich met name in één klas. De schoolleiding geeft aan dat er voor het huidige schooljaar sprake is van een stabiele groep examinatoren. Een derde door de schoolleiding genoemde verklaring betreft de lage adviesstructuur in het derde leerjaar (zie boven). Er zijn inmiddels maatregelen genomen voor een reëlere doorstroom van de tweede naar het derde leerjaar. De schoolleiding geeft aan dat de aanscherping van het determinatie- en doorstroombeleid met name effect heeft gehad op de huidige groep in leerjaar 3 en enigszins op de examengroep. Een laatste verklaring is meer algemeen van aard en verklaart niet alleen de tegenvallende examenresultaten van het schooljaar 2011/2012. Op deze locatie zitten traditiegetrouw ook relatief veel leerlingen die niet bewust voor de grafimedia hebben gekozen (onder meer relatief veel leerlingen die tussentijds instromen vanuit andere locaties) met motivatieproblemen tot gevolg. In het schooljaar 2011-2012 heeft de schoolleiding besloten om leerlingen uit de onderbouw die niet voor grafimedia kozen naar andere locaties van het Maris College over te plaatsen (locaties Bohemen en Houtrust). De school gaat zich vanaf dit schooljaar alleen richten op de gemengde leerweg (en niet meer de theoretische leerweg) en de kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Bovenstaande verklaringen en maatregelen zijn relevant maar niet toereikend om de opbrengsten op korte termijn te verbeteren. De inspectie acht een aanscherping van het verbeterbeleid noodzakelijk, onder meer inhoudelijke analyses van de opbrengsten per eindexamenvak en gerichte verbetermaatregelen per vak. Het onderwijsproces De inspectie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende. Op onderdelen is sprake van tekortkomingen. Leraren leggen over het algemeen goed uit, gaan op een plezierige manier met de leerlingen om en hanteren diverse strategieën om een taakgerichte werksfeer te creëren. Ze lopen veel rond in de klas en checken of de leerlingen de stof begrijpen. Een te groot deel van de leerlingen is echter niet actief betrokken. Het gaat hier niet alleen om leerlingen die negatieve aandacht vragen maar ook om leerlingen die zonder de orde verstoren met andere dingen bezig zijn dan met de les. Een ander verbeterpunt is het expliciet maken van de opzet van de les. Tijdens de lesbezoeken is weinig waargenomen dat leraren aangeven wat het doel van de les is en wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen/kennen. Aan het einde van de les wordt weinig teruggegrepen op het doel van de les en de mate waarin de leerlingen volgens de leraar het doel hebben gehaald. Tot slot is het van belang dat leerlingen meer worden gestimuleerd om dieper op de stof in te gaan en te reflecteren op de redenen waarom een antwoord goed, fout of beter is. De zorg voor leerlingen is voldoende. De problematiek wordt goed geanalyseerd en er wordt planmatig hulp geboden. Evaluatie op individueel en macro-niveau is nog een verbeterpunt. Er zijn geen indicaties dat het leerstofaanbod niet goed is gewaarborgd. Sinds de aansluiting bij het Maris College is een groot deel van de leermethoden vervangen. Leraren en leerlingen geven aan dat de nieuwe methoden beter aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Het taalbeleid is onvoldoende. Gezien de resultaten voor het vak Nederlands en de resultaten op genormeerde toetsen is taalbeleid zeker nodig. De resultaten op de toetsen van de eerstejaarsleerlingen laten zien dat ongeveer een derde een taalachterstand heeft. Het streven van de school is dat wordt aangesloten bij het taalbeleid van het Maris College. De voorbereidingen hiervoor zijn getroffen maar er is nog geen smart uitgewerkt taalbeleidsplan. Toetsen worden wel afgenomen maar zijn tot nu toe met name gebruikt als extra gegeven bij de determinatie. Het is van belang dat leerlingen met achterstanden gericht hulp aangeboden krijgen en ook dat er vakoverstijgende afspraken worden gemaakt over taalbeleid.
H2839406/13 3482444
Pagina 8 van 10
De kwaliteitszorg De inspectie beoordeelt de kwaliteitszorg in zijn geheel als onvoldoende. Een aantal onderdelen is wel in orde. Zo is de evaluatie van de opbrengsten voldoende. Uit het plan van aanpak en uit onderliggende stukken blijkt dat het team in beeld heeft gebracht hoe er de laatste jaren is gepresteerd. De aandacht richt zich daarbij met name op de examenresultaten en de adviesstructuur in het derde leerjaar. Ook zijn er voldoende waarborgen voor de toetsen en de schoolexamens, zeker sinds de samenvoeging met het Maris College. De programma’s voor toetsing en afsluiting, de toetsen en de schoolexamens worden schoolbreed afgestemd. Een aantal andere onderdelen van de kwaliteitszorg is onvoldoende en behoeft verbetering. Dit betreft in de eerste plaats het planmatig handelen. Er zijn diverse beleidsdocumenten (schoolplan, locatieplan, verbeterplan) maar de beleidsmaatregelen zijn te weinig ‘smart’ geformuleerd. De plannen bieden daarmee te weinig waarborg voor een snelle verbetering van de opbrengsten. Zeker voor de huidige examengroep is het van belang dat planmatig en doelgericht gewerkt wordt aan het behalen van goede examenresultaten. Ook de evaluatie en borging van de kwaliteit van het onderwijs behoeven verbetering. Er zijn zeker positieve bevindingen te melden op deze terreinen (informatieboek voor medewerkers van het Maris College met tal van afspraken, kijkwijzer voor lesbezoek). Echter gezien de huidige uitgangssituatie van onvoldoende opbrengsten, is het van groot belang dat de verbetermaatregelen volgens planning worden uitgevoerd en zorgvuldig worden geëvalueerd op hun effecten. De school is van plan om de systematiek van de kwaliteitszorg van het Maris College over te nemen (onder meer lesbezoek aan de hand van kijkwijzers). Dit moet echter nog zijn beslag krijgen. Wet- en regelgeving De school voldoet aan de wet- en regelgeving.
H2839406/13 3482444
Pagina 9 van 10
3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen in de opbrengsten en is als zwak beoordeeld. Het onderwijsproces is voldoende maar hier zijn enkele tekortkomingen geconstateerd . Verder heeft de inspectie de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de vmbo-g/t-afdeling van het Maris College, Media & Design,een aangepast arrangement zwak toe. De afdeling valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de opbrengsten in november 2014 weer van voldoende niveau zijn. Hieraan voorafgaand voert de inspectie een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.
H2839406/13 3482444
Pagina 10 van 10