Rapportage audit Afasiecentrum Flevopolder/’t Gooi De Afasie Vereniging Nederland wil kwalitatief sterke afasiecentra met als doel optimale nazorg voor mensen met afasie. In 2009 is daarom in nauwe samenwerking met de bestaande afasiecentra een kwaliteitsproject gestart met als doel de geboden zorg in afasiecentra zichtbaar te maken vanuit cliëntenperspectief. Sinds 2010 doet de AVN dit door de afasiecentra te bezoeken en te beoordelen op hun werkwijze. Bij een beoordeling die tenminste ‘voldoende’ is, ontvangt het betreffende Afasiecentrum het AVN-keurmerk voor een periode van 3 jaar*. Op die manier wordt de zorg transparant en worden eventuele verbetertrajecten inzichtelijk. De AVN heef een audit in de vorm van een werkbezoek afgenomen bij Afasiecentrum Flevopolder/’t Gooi op 10 juni 2014. Het Afasiecentrum is een zelfstandige stichting. De geauditeerden zijn: • mevrouw B Richmond-van Olffen, afasietherapeut en coördinator • mevrouw T Klazinga-de Boer, afasietherapeut en coördinator Daarnaast zijn cliënten, mantelzorgers en medewerkers/vrijwilligers van het Afasiecentrum bevraagd. Uitgangspunt zijn de door de Afasiecentra en de AVN gezamenlijke vastgestelde kwaliteitscriteria, vastgesteld d.d. 19 juni 2009. Vanuit drie perspectieven is er gekeken naar de kwaliteit binnen het Afasiecentrum: • vanuit de ’processen en procedures’ • vanuit het ‘cliëntenperspectief’ en • vanuit het ‘medewerkersperspectief’. De auditoren hebben geconstateerd dat: • de ‘processen en procedures’ in ruim voldoende mate * worden uitgevoerd. • vanuit ‘cliëntenperspectief’ blijkt dat in hoge mate de cliënten en zijn/haar cliëntensysteem tevreden zijn over de inhoudelijke zorg en bejegening. • vanuit ‘medewerkersperspectief’ blijkt dat zij in hoge mate tevreden zijn over de begeleiding en het inhoudelijke werk in het Afasiecentrum. Concluderend wordt vastgesteld dat het Afasiecentrum Flevoland/’t Gooi in hoge mate voldoet aan de eisen die gesteld mogen worden aan een Afasiecentrum. De auditoren merken op dat de uitvoering van het concept Afasiecentrum in dit Afasiecentrum op een professioneel niveau gestalte krijgt. *Uitleg keurmerk Afasie Vereniging Nederland Dit keurmerk van de AVN heeft een geldigheidsduur van 3 jaar, tenzij zich gedurende die periode belangrijke wijzigingen voordoen bij het Afasiecentrum. Belangrijke wijzigingen zijn bijvoorbeeld een wijziging in de inhoudelijke aansturing, coördinatie of het management van een Afasiecentrum. **Uitleg gehanteerde termen: Uitstekende mate Hoge mate Ruim voldoende mate Voldoende mate 6-6,9 Onvoldoende mate
9 en hoger 8-9 7-7,9 onder de 6
Rapportage opgesteld d.d. 10 juni 2014 Mevrouw M. Lindhout, directeur Afasie Vereniging Nederland Mevrouw K. Schipper, landelijk coördinator afasiecentra Afasie Vereniging Nederland
1. Perspectief : Procedures en Processen Gesprek over primaire proces, verbeterproces en ondersteunend proces Auditee’s : afasietherapeuten/coördinatoren Auditoren : directeur en landelijk coördinator afasiecentra van de AVN In het gesprek zijn de volgende onderwerpen besproken: • Vooraf Het afasiecentrum is een eigen stichting en valt niet onder een grote zorginstelling. Er zijn samenwerkingsverbanden met grotere instellingen om één en ander rondom indicaties te regelen. Er zijn twee locaties. Het afasiecentrum in Bussum is gevestigd in een activiteitencentrum van Sherpa. In Almere zit het afasiecentrum in een verpleeghuis en buurthuis. • Verslaglegging hulpvraaggestuurd intake-gesprek Cliënten worden via diverse kanalen doorverwezen. De meeste aanmeldingen komen via de revalidatie instelling. Met alle mogelijke nieuwe cliënten volgt een intake gesprek. Dit gesprek wordt door één van de afasietherapeuten/coördinatoren gedaan. Het gesprek gaat samen met een rondleiding door het afasiecentrum. Als het gaat om een cliënt voor de locatie Bussum, dan wordt er meteen een rondleiding door het activiteitencentrum van Sherpa gegeven en wordt besproken wat de mogelijkheden van dat centrum zijn. Op die manier krijgt de cliënt een beeld van de mogelijkheden. Het intake gesprek vindt plaats met behulp van een standaard intake formulier dat tijdens het gesprek met de hand wordt ingevuld. In het gesprek (en verslag) wordt onder andere gesproken over de hulpvragen, wensen en eerder geboden ondersteuning/behandeling. Hierbij worden ook de vragen en wensen van eventuele partners/naasten meegenomen. Cliënten tekenen voor het intake verslag. Soms willen cliënten na de intake eerst nog een keertje meedraaien in de groep om te kijken of het centrum aansluit bij hun wensen. Dit is geen probleem. Als cliënten wel direct willen instromen dan is er geen wachtlijst. • Verslaglegging vraaggestuurd handelingsplan Mede omdat het centrum niet onder een grotere HKZ gecertificeerde stichting valt, is er geen format waar het verslag aan moet voldoen. Voor alle cliënten wordt een kort verslag gemaakt waarin met name de doelen beschreven staan. Dit verslag wordt door één van de afasietherapeuten/coördinatoren gemaakt. De doelen worden met cliënten samen vastgesteld en besproken op een dusdanige manier dat cliënten de doelen goed begrijpen. Cliënten tekenen voor het verslag. • Inventarisatiesysteem nieuwe hulpvragen Nieuwe hulpvragen komen tijdens een evaluatie of tijdens de dagdelen zelf naar voren. De hulpvragen worden vastgelegd in het individuele dossier. • Uitvoer nieuwe vraaggestuurde activiteiten Hoewel het centrum klein is, worden er wel verschillende activiteiten aangeboden. Er zijn groepen gericht op communicatie en groepen gericht op expressie (bijvoorbeeld een theatergroep en schildergroep). Er zijn in de afgelopen jaren nieuwe groepen opgezet. Deze groepen, zoals een i-pad groep, kwamen voort uit de wensen van cliënten. In september start er om die reden ook een afasiekoor. Ook is men bezig met een groep voor hoger opgeleide mensen in Almere. Daarnaast worden er extra korte cursussen aangeboden als cliënten hier behoefte aan hebben. Er wordt dan met cliënten gekeken wat het beste moment is.
• Documentatie grootte groepen; kwaliteit/kwantiteit Er is voor elke dag een overzicht van welke cliënt in welke groep zit en wie er als medewerker of vrijwilliger op de groepen staan. Momenteel is het centrum in Bussum twee dagdelen open (dinsdag ochtend en vrijdagochtend). Het centrum in Almere is eveneens twee dagdelen open (dinsdagmiddag en woensdagochtend). Het centrum voldoet ruimschoots aan de eisen die gesteld worden aan het aantal uren inzet afasietherapeut. De therapeuten laten een enorme betrokkenheid zien en doen veel extra in eigen tijd. Ook als het centrum niet geopend is, zijn zij telefonisch bereikbaar. • Documentatie verwijzing van cliënten en andere afatici naar welzijnsactiviteiten in de regio Men probeert een goed vervolg te vinden als mensen stoppen of als het centrum niet aansluit bij de vragen/behoeften van de cliënt. Er is de afgelopen periode flink geïnvesteerd in meer samenwerking en de afasietherapeuten/coördinatoren hebben een goed zicht op de sociale kaart. In een map wordt (nog niet zo gestructureerd als de therapeuten/coördinatoren zouden willen) bijgehouden wie waarnaar toe is verwezen. • Verslaglegging evaluatie handelingsplan De doelen worden minimaal twee maal per jaar met cliënt en eventuele naasten geëvalueerd. Dit wordt door één van de afasietherapeuten/coördinatoren gedaan. Als het nodig is vindt de evaluatie eerder plaats. Van de evaluatie wordt een standaard verslag gemaakt, dat getekend wordt door de cliënt. In dit verslag staan ook de nieuwe doelen voor de komende periode. Naast deze formele evaluaties, passen de afasietherapeuten/coördinatoren de doelen aan als dit tijdens de dagelijkse praktijk nodig blijkt. Zij draaien zelf de groepen, waardoor zij goed zicht hebben op hoe het werken aan de doelen verloopt en of aanpassing nodig is: ‘Wij zitten er boven op omdat wij zelf de groepen voorbereiden en begeleiden. Wij bewaken het proces continu en passen steeds aan als dat nodig is.‘ Daarnaast worden de groepen elke dag met cliënten geëvalueerd. Hier wordt aan de hand van een formulier stilgestaan bij hoe het die dag verliep. • Communicatie met cliënt Het plan/de doelen worden individueel besproken met cliënten en eventuele naasten en er wordt nagegaan of zij de inhoud begrijpen en of zij akkoord gaan met de inhoud van het plan. Waar nodig wordt gebruik gemaakt van ondersteunende communicatiemiddelen. Cliënten tekenen voor akkoord. • Verslaglegging exitgesprekken Wanneer een cliënt weggaat, vindt er een exit gesprek plaats. Van het gesprek wordt een verslag op papier gemaakt. Wanneer er nog hulpvragen zijn dan probeert het centrum daar nog een oplossing voor te vinden. Er vinden soms ook nog afspraken plaats na verloop van tijd om te volgen hoe het gaat. Sommige mensen stromen na het afasiecentrum door naar de Afasiesoos of een andere activiteit. Sommige mensen willen een jaar even niet naar het Afasiecentrum en komen dan daarna terug met nieuwe doelen. • Klant Tevredenheid Onderzoek; analyse en opvolgen van resultaten KTO Vanwege tijdgebrek is er in Bussum en Almere geen KTO uitgevoerd. De wens bestaat om dit door stagiaires te laten doen in de (nabije) toekomst. • Inbreng van cliënten
Het centrum probeert zo veel mogelijk cliëntgericht te werken en allerhande vragen op te pakken door nieuwe groepen te starten of individuele doelen in de groep op te nemen. Er wordt van alles geprobeerd om aan de wensen van cliënten te voldoen en deelname mogelijk te maken: ‘Er was een cliënt die graag wilde komen maar het vervoer kregen wij echt niet voor elkaar. Toen is één van onze ervaringsdeskundige vrijwilligers dit gaan regelen. Hij regelde vier mensen die vrijwillig voor het vervoer van deze cliënt willen zorgen en nu kan de cliënt komen.’ • Huisvesting gebaseerd op sociale model Het centrum in Bussum is in een statig oud gebouw gevestigd. Het centrum maakt gebruik van een activiteitencentrum van Sherpa. De locatie ligt midden in het centrum van Bussum en ademt een prettige en gezellige sfeer uit. In Almere is het centrum gevestigd in een verpleeghuis en buurthuis. Het verpleeghuis komt wat sfeerloos en deprimerend over. Het ligt wel op loopafstand van winkels. • Rooster medewerkers met tijdsverdeling en classificatie Er is een overzicht van wie wanneer op welke groep werkt en wat zijn of haar functie is. • Deskundige medewerkers en vrijwilligers; scholingsplan en werving Het centrum wordt geleid door twee afasietherapeuten/coördinatoren. Zij draaien een deel van de groepen. Daarnaast zijn er een logopedist, enkele activiteitenbegeleiders, een theatermaker, vrijwilligers en vrijwillige ervaringsdeskundigen bij het centrum betrokken. Omdat het een stichting betreft, zijn er twee bestuursleden. In de praktijk vindt de aansturing van vrijwilligers en betaalde krachten door de afasietherapeuten plaats. Voor de werving van vrijwilligers kan het centrum niet terugvallen op een betaalde kracht/coördinator. Zij doen dit allemaal zelf en de vrijwilligers komen vooral ‘via via’ en via poster campagnes. De huidige vrijwilligers zijn al lang bij het centrum betrokken. Er komen geregeld stagiaires van de hoge school Almere. Deze worden ‘benut’ om zaken op te pakken waar anders weinig tijd voor is. Hierbij valt te denken aan scholing ontwikkelen en het schrijven van een PR plan. Wanneer er een nieuwe medewerker/ vrijwilliger bij het centrum komt werken dan krijgen zij een cursus afasie aangeboden. Wanneer er maar 1 nieuwe medewerker is, dan kan deze ook aansluiten bij een cursus in Amsterdam of er wordt een individuele cursus aangeboden. Recent hebben medewerkers een cursus gehad. Het betrof een verdieping op het helpen in de groep, welke cues biedt je aan en wanneer biedt je die aan. Indien nodig worden er door de dag heen adviezen gegeven. De docenten van het schilderen krijgen nog specifiekere uitleg over motoriek, hemianopsie en dergelijke. Het betreft nevenstoornissen die kunnen voorkomen bij afasie en die tijdens het schilderen tot uiting kunnen komen. • Toetsen en leren van andere inhoudelijke deskundigen Het Afasiecentrum levert waar mogelijk een actieve bijdrage aan de landelijke ontmoetingsdagen van de AVN. • Onderhouden van relevante contacten in de keten en actief deelnemen aan ketenoverleg in de regio Het afasiecentrum heeft diverse relevante contacten met andere zorgaanbieders en investeert flink in keten overleggen en contacten. Het aantal contacten, overleggen en samenwerkingsverbanden is toegenomen de afgelopen jaren.
• Afasiecentrum fungeert als expertisecentrum
Het centrum heeft duidelijk de functie van een expertise centrum. Mensen weten hen te vinden. Algemene indruk auditoren: Het centrum bestaat bijna 5 jaar en is wat betreft inbedding anders dan de meeste andere centra. Het centrum is een zelfstandige stichting en moet daardoor alles zelf doen en regelen. Doordat het centrum alles zelf moet doen en de afasietherapeuten zowel cliëntenzorg als coördinatie zelf doen, zijn procedures nog niet zo ver ontwikkeld als de afasietherapeuten zelf zouden willen. De auditoren zijn echter flink onder de indruk van de betrokkenheid, bevlogenheid en enorme passie en inzet van de afasietherapeuten/coördinatoren. Er gebeurt veel in eigen tijd en niets is te gek!
2. Cliëntenperspectief Vanuit het cliëntenperspectief hebben 2 gesprekken plaatsgevonden: met cliënten en verwanten Gesprek 1 Auditee’s : in totaal 9 cliënten in Bussum en 8 cliënten in Almere in 2 gesprekken Auditoren : directeur en landelijk coördinator afasiecentra van de AVN. In het gesprek zijn de volgende onderwerpen besproken: • Vraaggestuurd handelingsplan en evaluatie hiervan Er wordt doelgericht gewerkt: ‘Plan om doel te bereiken.’ Cliënten willen zo veel mogelijk bereiken: ‘Wij komen omdat wij iets leren.’ Voor sommige cliënten is het meetmoment door de logopedist erg belangrijk om de vorderingen bij te houden: ‘Dat is mijn instrument voor verbetering. Ik merk het zelf ook wel. Zo lang ik gevoel van groei heb, ga ik door, maar ik wil het objectief weten.’ Het werken op het centrum levert cliënten ook daadwerkelijk iets op. Op de vraag of mensen iets leren, is men het geheel met elkaar eens: JA! ‘Ja ik leer. Ik kon eerst niet praten.’ ‘Is nu jaar geleden. Kan meer.’ ‘Iedereen gaat vooruit.’ Men is het er over eens dat het inspanning vraagt om vooruit te komen. Binnen het centrum kan lekker geoefend worden: ‘Je kunt nog veel terugwinnen. Kost tijd en oefenen.‘ ‘Veel oefenen, doorzetten. Overwinning op mijzelf.’ • Flexibiliteit Afasiecentrum en initiëren van nieuwe vraaggestuurde activiteit Cliënten ervaren het centrum als klantgericht en open voor nieuwe ideeën:
‘Als ik vraag ik wil iets anders, dan vraagt ze: wat wil je dan? Ik zeg dit en dit en dan verandert ze het.’ ‘Ik heb met Tjitske gesproken en dan regelt ze het.’ • Antwoord aan de cliënt met betrekking tot zijn hulpvraag De cliënten geven aan dat hun hulpvragen worden beantwoord en dat er echt naar hun wensen geluisterd wordt. Sommige cliënten vinden het wel soms lastig om in een groep te werken. Het levert hen enerzijds veel op: van elkaar leren. Anderzijds vinden zij echter ook dat zij hierdoor minder individuele aandacht krijgen: ‘Als de groep groter is, krijg je minder aandacht. Dat vind ik minder fijn.’ Een deel van de cliënten is dan ook blij dat er ook individuele logopedie geboden kan worden: ‘Ik vind het fantastisch in combinatie met de individuele logopedie.’ Sommige cliënten willen wat meer actie, terwijl anderen de rust wel prettig vinden. • Inbreng van cliënten De cliënten geven aan dat zij terecht kunnen bij alle mensen die op het centrum werken: ‘Ze willen je overal mee helpen.’ ‘De meiden doen heel veel in eigen tijd.’ (ervaringsdeskundige) Cliënten proberen elkaar ook te helpen, zo blijkt tijdens het gesprek. Zo wijst de ene cliënt de andere cliënt erop dat hij wat speeksel aan zijn kin heeft hangen. Mensen proberen elkaar ook te ondersteunen als zij niet op een woord kunnen komen of zichzelf niet goed kunnen uiten. Er is ook aandacht voor het stukje verwerking bij elkaar. Zo vertelt een cliënt boos te zijn: ‘In 5 seconden ben ik kapot gegaan. Wat moet ik doen?! Niets lukt meer.’ Een andere cliënt probeert hem te ondersteunen: ‘Ik snap zijn boosheid. Ik zou hem willen helpen. Boosheid gaat hem in de weg zitten.’ • Tevredenheid cliënt met doelstelling en deelname in groepen Cliënten zijn tevreden met het centrum, zo blijkt uit de gesprekken en de vele duimen die omhoog gestoken worden: ‘Ik had er liever niet gezeten, maar het is gebeurd en nu is het heel belangrijk voor mij.’ ‘Ik vind het prima hier.’ ‘Ik ben er erg blij mee.’ Zij zijn blij dat het centrum er is: ‘Ik vind het heel fijn dat ik hier mag komen.’ ‘Geweldig dat je dit hier hebt.’ Het werkt goed dat er nu langer geoefend kan worden dan tijdens de individuele logopedie:
‘Logopedie was maar half uur en dan kun je weinig.’ De cliënten in Bussum geven allemaal hoge cijfers als hen gevraagd wordt het centrum een cijfer te geven. Er worden alleen achten en negens toegekend. Eén cliënt geeft aan dat een cijfer flauwekul is. Hij geeft wel een hoog cijfer maar is van mening dat het vooral om jouw strijd gaat: ‘Een cijfer is flauwekul. Je bent vooral met je eigen strijd bezig.’ Een tien is pas mogelijk als het centrum mensen volledig van de afasie kan afhelpen: ‘Het zou een tien zijn als ze ervoor kunnen zorgen dat ik weer zo was als vroeger.’ De cliënten in Bussum en Almere zijn ook erg tevreden over de medewerkers en vrijwilligers: ‘De mensen zijn heel behulpzaam’ ‘Ik vind het geweldig dat ze ons helpen’ ‘De manier van werken geeft kracht.’ In Almere is men minder tevreden over de locatie (buurthuis in Almere): ‘Er is veel lawaai. Mensen spelen er, praten hard en lachen hard. Ik kan mij niet goed concentreren.’ Niet iedereen heeft hier last van en één cliënt nuanceert het een beetje: ‘Het is niet echt goed daar maar ben blij dat er plaats is en dat vind ik veel belangrijker.’ Men weet dat de afasietherapeuten bezig zijn met het zoeken naar een andere locatie, maar dat dit lastig is. Veel locaties zijn wel beschikbaar maar te duur. Over het verpleeghuis in Almere is men wel tevreden. Er gaan veel duimen omhoog en er wordt ook gezegd dat dit prima is. Eén cliënt vindt de omgeving somber: ‘Trieste omgeving. Ik ga binnen en denk ik ga weer.’ Als mensen in Almere een algemeen cijfer geven, dan liggen de cijfers rond zeven (met uitschieters). Als hen echter gevraagd wordt om een cijfer te geven voor de afasietherapeuten, dan liegen de cijfers er niet om: driemaal een 10, tweemaal een 9 en tweemaal een 8! Algemene indruk auditoren: Cliënten zijn zeer tevreden over de begeleiding en het aanbod! De omgeving in Almere (buurthuis) wordt wat minder gewaardeerd vanwege het lawaai. De omgeving van het verpleeghuis lijkt vooral vrijwilligers en auditoren op te vallen. Cliënten hebben hier aanzienlijk minder (tot zelfs geen) last van. Gesprek 2 Auditee’s : 2 partners van cliënten van het Afasiecentrum Auditoren : directeur en landelijk coördinator afasiecentra van de AVN In het gesprek zijn de volgende onderwerpen besproken en geconstateerd: • Vraaggestuurd handelingsplan De partners geven aan dat zij merken dat er doelgericht gewerkt wordt en dat dit leidt tot vooruitgang:
‘Het heeft goed geholpen.’ ‘Hij kan beter schrijven, hij kon in het begin helemaal niets.’ ‘Hij is er zelf zo trots op.’ • Initiëren van nieuwe vraaggestuurde activiteit en antwoord aan de cliënt met betrekking tot zijn hulpvraag Partners ervaren het centrum als klantgericht en flexibel. Vragen worden altijd opgepakt en waar mogelijk opgelost. • Evaluatie van handelingsplan De partners geven aan dat het plan elk half jaar wordt geëvalueerd en dat zij en de cliënt hierbij aanwezig zijn. • Tevredenheid cliënt met doelstelling en deelname in groepen De twee partners zijn erg te spreken over het centrum: ‘Zijn er blij mee.’ ‘Het is geweldig.’ Hun partners komen er met plezier naar toe: ‘Hij gaat er lachend heen.’ Het geeft hen zelf even wat lucht: ‘Fijn maar het is ook wel heel kort. Hij is zo weer terug.’ Er hangt een fijne sfeer: ‘Het is altijd warm, gezellig en hartelijk.’ De partners zijn tevreden en kunnen eigenlijk geen verbeterpunten aangeven. Algemene indruk auditoren: Verwanten zijn tevreden met het centrum en zien dat hun geliefden vooruitgaan. Er lijkt behoefte te zijn aan het aanbieden van meerdere dagdelen afasiecentrum.
3. Medewerkers perspectief Auditee’s: Auditoren:
2 vrijwilligers (waarvan 1 ervaringsdeskundige vrijwilliger) en 2 betaalde medewerkers directeur en landelijk coördinator afasiecentra van de AVN
In het gesprek zijn de volgende onderwerpen besproken en geconstateerd: • Werving De aanwezige vrijwilligers zijn vanwege hun interesse of eigen ervaringen bij het afasiecentrum terecht gekomen: ‘Mijn partner had afasie. Hij is overleden in 2007. Het hersenletselteam zei “laat je kennis niet verloren gaan. Er zitten mensen op je te wachten.” Zo ben ik hier gekomen vijf jaar geleden.’ De ervaringsdeskundige vrijwilliger vertelt: ‘Ik had hiervan gehoord en ben wezen kijken. Misschien kan ik mij nuttig maken. Ik kan niet iedereen helpen maar XX bijvoorbeeld wel.’ • Groepsdynamiek en opvang De vrijwilligers ervaren hun werk als erg leuk: ‘Ik vind het erg leuk. Ik kan mijn dag best anders vullen. Maar dit vind ik leuk. Het is leuk om de vooruitgang te zien.’ ‘Ik voel mij hier heel lekker. Kan zelf dingen leren, nuttig zijn en het geeft mij het gevoel dat je nodig bent.’ Dit geldt ook voor de twee medewerkers die wij spraken: ‘De sfeer is heel prettig, je voelt je echt welkom.’ ‘Het is erg leuk om te doen.’ Mensen voelen zich enorm gesteund door de afasietherapeuten: ‘Zij is zo geweldig. Ze heeft altijd tijd voor iedereen.’ ‘Soms denk ik wel eens, wat moet ik met die mensen? Zij is dan altijd achter de hand. Ze luistert en doet er wat mee.’ Het wordt wel als jammer ervaren dat er door praktische omstandigheden weinig vast overleg is: ‘Er is weinig overleg mogelijk tussen de afasietherapeut en ons. Dat komt door praktische zaken als afspraken die voor en na de dagdelen staan. Dit is jammer. Geen drama. Het zijn echt de agenda’s die niet mee zitten. Ik heb wel veel telefonisch overleg tussendoor hoor.’ Er is ruimte voor eigen ideeën en dat wordt gewaardeerd: ‘Ik zou ook graag hier in Bussum een afasiekoor oprichten. Dat vinden ze heel leuk. Ze staan er voor open.’ • Deskundigheidsbevordering
Vrijwilligers en medewerkers geven aan dat zij meer behoefte hebben aan scholing. Dit wordt al wel aangeboden maar er is meer vraag: ‘Dat mag vaker.’ ‘Ik heb zeker behoefte aan scholing omdat ik nu soms in de communicatie nog blunders maak. Bijvoorbeeld beeldspraak gebruiken.’ Algemene indruk van de auditoren: Medewerkers en vrijwilligers voelen zich gewaardeerd en op hun plek. Er is voldoende steun maar er is meer behoefte aan scholing en mogelijk vaststaande overleggen. De auditoren zien betrokken medewerkers (betaalde krachten en vrijwilligers) die met elkaar proberen cliënten te ondersteunen en het centrum verder te brengen.
4. Conclusie en adviezen
De auditoren zijn onder de indruk van het vele werk dat de beide afasietherapeuten samen met de vrijwilligers en medewerkers neer zetten. De betrokkenheid en passie is enorm groot en maakt dat het centrum steeds een beetje verder komt. Zelf hebben de afasietherapeuten/coördinatoren een lijst met verbeterpunten. Het gaat om zaken op het gebied van de administratie/verslaglegging en evaluatie, rondom PR/werving/samenwerking en de WMO en rondom de groepen zelf: de indeling en activiteitenplannen schrijven. Om één en ander te bereiken willen zij een logopedist aannemen zodat zij zelf meer tijd krijgen voor coördinerende taken. De auditoren denken dat dit zeker een oplossing is om tijd vrij te maken voor dergelijke activiteiten. Zij adviseren de therapeuten verder om gebruik te maken van datgene dat er al binnen andere centra is ontwikkeld. Het is zonde van de tijd en energie om zelf formulieren te ontwikkelen terwijl die er al op verschillende plekken zijn! PR en werving achten de auditoren van belang om zo te groeien en meer coherente groepen te kunnen creëren. Verdere groei lijkt haalbaar (mits er een locatie beschikbaar is) en wenselijk. Verder adviseren de auditoren om de zoektocht naar een andere ruimte in Almere voort te zetten en meer aandacht te besteden aan scholing voor de overige medewerkers en vrijwilligers en het uitvoeren van een KTO door een stagiaire.