Studiehandleiding Vervolgcursus Motorisch Remedial Teacher
2012 - 2013 Den Haag Deze opleiding wordt verzorgd door:
Onder auspiciën van:
Stichting ‘Motorische Remedial Teaching’ in beweging
[email protected]
1
Inhoud Vervolgcursus MRT Bladzijde
1 2 3 4 5
Inhoudsopgave
2
Globaal overzicht van de opdrachten van de Vervolgcursus MRT
3
Competenties Motorisch remedial teaching
4
Opdrachten vervolgcursus MRT
7
Procedure inleveren portfolio vervolgcursus groeps-MRT
8
Planning en Studieadvies vervolgcursus
8
Bijlagen A1
Inhoud portfolio vervolgcursus
9 - 11
A2
Beoordelingsformulier portfolio voor Critical Friend
12 - 13
A3
Kind in problemen; maken van videobeelden en analyses
14 - 17
B
Beschrijvingen van de MRT competenties
18 – 24
C1
Lesbeschrijvingsformulier I
25 – 28
C2
Lesbeschrijvingsformulier II
29 - 30
D
Tips bij het maken van video-opnames
31
E1
Beoordelingsformulier ‘Eigen opdracht’
32
E2
Beoordelingsformulier Eindpresentaties Vervolgcursus
33
F
Formulier voor het beoordelen van een OMT
34
Informatie Stichting MRT in beweging
38
Aanmeldingsformulier Stichting MRT in beweging
39
2
1.
Globaal overzicht van de opdrachten van de Vervolgcursus MRT 2012- 2013
In dit document wordt een overzicht gegeven van de omvang, de inhoud en de planning van de opdrachten van de module Vervolgcursus MRT .
Onderdeel 1
2
Toetsing
Eigen casus ‘bewegen en spelen’ Presentaties en portfolio Testen m.b.v. OMT, opstellen Meenemen beelden OMT handelingsplan met als belangrijkste Meenemen beelden remedie (uit minimaal interventie: Groeps-MRT 3 lessen) presentaties ste e Beoordelen van een OMT van een 1 Intervisie met 1 jaars onder supervisie jaars student van docent
Beoordelaar Docent + feedback critical friend
Docent en feedback e 1 jaars studenten Docent en toehoorders
3
Eigen opdracht
Presentatie en verslag
4
Critical friend
Op papier in portfolio
Docent
5
Literatuuropdrachten
Presentatie
Docent
3
2.
Competenties van de Motorisch Remedial Teacher
Het competentieprofiel van de MRT-er is opgenomen in bijlage B. Deze competenties beschrijven het vermogen van een leerkracht om handelend op te kunnen treden in de (complexe) MRT praktijk. Die vermogens zijn niet alleen de uit beroepshandelingen af te leiden kwalificaties, ze omvatten ook de persoonlijke (kern) kwaliteiten die deze kwalificaties verder 'inkleuren'. Competenties zijn in die zin dus persoonsgebonden en daardoor niet volstrekt eenduidig en voor iedereen hetzelfde. Er worden zes brede MRT- competenties omschreven en een competentie in relatie tot reflectie en zelfsturing. Om vast te stellen of iemand voldoende competent is, wordt gebruik gemaakt van concrete omschrijvingen die de breedte van de competentie aangeven. Deze indicatoren beschrijven aspecten van de competentie die zichtbaar gemaakt kunnen worden en op basis waarvan kan worden geconcludeerd of iemand over de volle breedte van de competentie beschikt. In het eerste jaar zijn we bezig vaardigheden te ontwikkelen, kennis op te doen en meetinstrumenten te beheersen. Aan het begin van het tweede jaar zullen we nauwkeurig inzoomen op de competenties van een MRT-er. Je inventariseert waar je op dat moment staat en in het vervolg van je studie krijgt dit een individuele invulling.
4
3. Opdrachten Vervolgcursus MRT A. Stappenplan bij casus grote motoriek 1
2 3 4 5 6
7
8 9
10 11 12
13
Selecteer op jouw (stage)school 5 of 6 kinderen met een hulpvraag op het gebied van spelen en bewegen. Je bent vrij een groep samen te stellen. De kinderen in de groep ondervinden motorische, en/of sociaal-emotionele problemen. Het kan ook aanverwante problemen betreffen, zoals angstige kinderen of kinderen met overgewicht. Neem bij deze kinderen het Leerlingvolgsysteem af Neem vervolgens van één kind de OMT 2011 af en film deze test. Je bestudeert de beelden, vult de invulformulieren en de samenvatting in en je bepaalt het stereotype. Je maakt videobeelden van de wijze waarop het kind in problemen komt op het schoolplein en in De les bewegingsonderwijs. Zie bijlage A3. Naast gegevens uit de OMT verzamel je gegevens via vragenformulieren, oudergesprek, observaties op het schoolplein, les bewegingsonderwijs en in de klas. Aan de hand van het gekozen stereotype en de overige gegevens vul je het bijpassende handelingsplanformulier in. Het is de bedoeling dat de zorg rond het kind zo breed mogelijk wordt aangeboden. Naast de 12 lessen groeps-MRT gaat het om extra zorg in de lessen bewegingsonderwijs, op het schoolplein, in de klas en thuis (bewegingskaartjes). Het handelingsplan wordt in de les besproken. De docent geeft aan wanneer je het handelingsplan meeneemt naar de les. Je breidt – voor zover mogelijk – de eerste twee lessen groeps – MRT voor m.b.v. de lesbeschrijvingsformulieren (zie bijlage C1 en C2) Tijdens een intervisiebijeenkomst bespreek je de testgegevens en de opzet van je handelingsplan/en groepslessen aan je 2de jaars intervisiegroep. In deze intervisiebijeenkomst maken jullie samen de opzet van je handelingsplan definitief. Vervolgens voer je een oudergesprek. Na dit gesprek kan de remedie starten. De remedie bestaat uit minimaal 12 lessen groeps-MRT (45 minuten). Je beschrijft drie lessen uitgebreid volgens het beschikbare formulier (bijlage C1). Bij voorkeur les 2, 5 en 12. De andere negen lessen beschrijf je globaal (bijlage C2). Vergeet geen foto’s te maken! De 5e les stuur je per mail of post op naar de docent. Deze beoordeelt en geeft feedback. Naast deze lessen groeps-MRT zorg je voor zoveel mogelijk spin-off (zie 6).
14 15 16 17 18 19 20 21
Maak regelmatig videobeelden in de lessen groeps-MRT. Deze beelden worden meegenomen naar de opleiding. Je evalueert de lessen. Je verzamelt gedurende de remedieperiode videobeelden voor je casusbeschrijving, de intervisieavond en je eindpresentatie. Je neemt de OMT opnieuw af. Je evalueert de resultaten middels het formulier 6.1 van de OMT Je evalueert de gehele casus (resultaten, gesprek met ouders en kind en zelfreflectie). Van de 4 of 5 overige kinderen neem je het Leerlingvolgsysteem opnieuw af en evalueert de resultaten (half A 4 per kind). Vul het overzicht van de geïnvesteerde tijd in (zie formulier 5.5 van de OMT) 5
B. OMT beoordelen en handelingsplan schrijven voor 1ste jaars 1 2 3 4
Je ontvangt tussen 4 tot 19 November 2012 de beelden en de formulieren van de OMT van één 1e jaars student. Samen met een andere 2de jaars student bekijk je de beelden, stel je een stereotype vast en beschrijf je het handelingsplan. Tevens geef je feedback op de wijze waarop de 1e jaars student de test heeft afgenomen en ingevuld (zie formulier in bijlage F blz. 31) Je stuurt het handelingsplan op naar de 1e jaars cursist voor 21 November of 6 December afhankelijk van de indeling. Info hierover volgt. Er komt geen gezamenlijke intervisiebijeenkomst met de eerste jaars.
C. Deelnemen aan intervisiegroepen 1
Ook in het tweede jaar van de opleiding zijn er intervisieavonden waarbij er in kleine groepen aan producten wordt gewerkt en presentaties worden gehouden.
2
Medestudenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de beoordeling.
3
In veel gevallen is de docent als supervisor aanwezig om vragen te beantwoorden.
D. Eigen opdracht
1
In de vervolgcursus zijn er 28 uur ingericht voor een eigen opdracht. Het is de bedoeling dat je een product maakt of onderzoek doet naar een onderwerp wat een relatie heeft met bewegen en spelen. Afhankelijk van jouw interesse en werksituatie/ ervaring kun je denken aan;
2
3
4
het implementeren van MRT in je werksituatie, het ontwerpen van bewegingskaartjes (met materiaal) het ontwikkelen van materiaal of een spel LVS meer op maat maken voor eigen doelgroep (VO, SO, ZML, Mytyl) vergelijking van LVS-en of Motorische testen verbeteren bewegingsonderwijs (op school, in gemeente, voor kleuters ..) veranderen van (het speelgedrag op) het schoolplein de sportvereniging toegankelijker maken voor minder vaardige kinderen plan voor het opzetten van een MRT-praktijk digitale toepassingen ontwikkelen (test, kaartjes …) een onderzoek ….. naar effect van gebruik van beelden in de MRT-les
Eind november dien je een keuze gemaakt te hebben en dat aan de docent te melden. Op 14 mei 2013 is er op een later vastgestelde locatie worden de eigen opdrachten gepresenteerd. Binnen het rooster is er een aantal momenten waarop terugkoppeling plaats vindt over de eigen opdrachten met de docent. Mogelijk wordt deze datum verlaat, zodat het de laatste bijeenkomst is en een afsluiting kan vormen voor de opleiding. Beoordeling vind plaats op basis van: de presentatie het ingeleverde procesverslag: ongeveer twee A4. Eventueel met bijlagen. en een urenverantwoording
6
E. Eindpresentatie 1 2 3 4 5
6
Tijdsduur: ongeveer 20 minuten (= kort!) Het is de bedoeling dat de presentatie een indruk geeft van de werkwijzen, problemen en resultaten van jouw casus. Gebruik hiervoor kenmerkende videobeelden. Bijvoorbeeld het vergelijken van maximaal 4 vaardigheden/ testitems uit de eerste test in vergelijking met de tweede. Laat zien en vertel wat het probleem van het kind is/ was, welke zorg is toegepast (groeps-mrt, bewegingskaartjes, extra zorg in de les bewegingsonderwijs en op het schoolplein, een verwijzing, e.d.) en hoe deze zorg is verlopen. Bepaal tevens hoe je nu verder gaat (is het ‘klaar’, verwijzen, langer groeps-MRT,e.d.) Maak een ‘hand-out’ (één a twee A4) met een samenvatting/overzicht van het bewegingsprobleem of een hand-out van je powerpoint presentatie, waarin naar voren komt wat je met het kind gedaan hebt en de wat de resultaten zijn. Kopieer deze 6x zodat alle cursisten op de dag van de presentatie kunnen meelezen. Zie bijlage E blz. 30.
F. Literatuuropdracht Je kiest een onderwerp waarover je meer wilt weten. Via je eigen zoektocht en/of via de docent kom je aan geschikte literatuur. Omvang: tussen de 20 en 40 pagina’s. van minimaal 3 verschillende artikelen. Van onderzoeken kunnen meestal de samenvattingen worden meegenomen (niet het gehele onderzoek) Na de bestudering maak je een samenvatting van het stuk met behulp van het literatuurverwerking formulier.
1
Je kunt de opdracht individueel doen, in twee- of maximaal in drietallen. Uiteraard neemt elk student bovenstaande omvang voor zijn rekening. Denk aan onderwerpen als: Motorisch leren (mogelijk één specifiek onderwerp, bijvoorbeeld interne versus externe focus) Motorische ontwikkeling Oorzaken van overgewicht en obesitas (Succesvolle) Interventies rond overgewicht Invloed van de visus op bewegen DCD ADHD/ADD en bewegen Autisme en bewegen
2
Geef een korte presentatie (in januari) wilt geven van 15 minuten over jouw bevindingen, gevolgd door een ludieke manier waarop je de andere cursiten over het onderwerp laat nadenken. Denk aan: Stellingen Lagerhuis Petje op/petje af Ganzen bord Quiz Etc.
G. Portfolio Cursisten leveren uiterlijk 6 maart 2012 het portfolio in. Voor de inhoud van het portfolio: zie bijlage A1 (blz. 12). 7
4. Procedure portfolio Lever uiterlijk 6 maart 2013 je portfolio in of stuur het vooraf op naar:
Elise van Weene Baarsjesweg 254 hs 1058 AB Amsterdam Je portfolio wordt dan voor de presentatie nagekeken. Je krijgt een ontvangstbericht. Inleveren tijdens de eindpresentatie op 3 April 2013 kan ook. Je krijgt dan later feedback.
5. Planning en studieadvies Deel van het portfolio bijlage A1
A
Periode
Na de eerste bijeenkomst.
Direct aanleveren zodat ik rekening kan houden met je persoonlijke situatie. Begin januari 2013 tot D.3 beschrijven, doornemen met critical friend (m.b.v. peerassesment formulieren) (bijlage A2) Formulieren aan docent mailen.
Na de eerste bijeenkomst
De beelden worden 24 september gebruikt.
Voorwoord
OMT afnemen en bekijken
B&C Gegevens van het kind
Advies inleverdatum
Verzamelen en beschrijving in september/ oktober
-
& Diagnostiek
D Remediëren
E
Wekelijks beschrijven (zie formulier 5.7) tussen start remedie en einde remedie
Beelden van remedie neem je mee op 08 Oktober & 26 November 2012.
Gedurende gehele cursus
Evaluatie van de casus
E t/m G
Beschrijvingen afgerond
Evaluatie v/d casus Reflectie Evaluatie van de opleiding
8
5 maart 2013
Inhoud van het portfolio van de Vervolgcursus MRT Studiejaar 2012 – 2013
Bijlage A1
Voorblad
Met naam, adres, telefoon, mobiele telefoon en e-mailadres Locatie waar de opleiding gevolgd wordt (Den Haag/Haarlem)
Inhoud
Overzicht met hoofdstuk (paragraafaanduidingen) en paginanummers + nummering van de bijlagen
A.
Voorwoord
A.1
Genoten opleidingen
A.2
Situatieschets van de huidige werksituatie (eigen praktijk, werkzaam op school, aantal uur, type school..) - bewegingsonderwijs; aantal keer en tijdsduur per week - gebruikte methode (Basislessen, Groels, Libo, Werkboek Bewegingsonderwijs, Map Lelystad, Planmatig Bewegingsonderwijs) - beschrijving van de extra zorg op gebied van bewegen en spelen?
A.3
Maak een analyse van je kwaliteiten m.b.v. het competentieformulier (bijlage B1). Voeg het ingevulde formulier toe als bijlage. En geef een reflectie op het competentieformulier (handig, onzinnig, geeft een overzicht …)
A.4 Geef in een (eigen) tekst je sterke punten en je aandachtspunten aan.
B. B.1
B.2
Gegevens van het kind/ de leerling
Waarom viel dit kind op/ is het kind aangemeld? Geef duidelijk aan of het om problemen gaat met: - groot motorische vaardigheden, klein motorische vaardigheden, - sociaal emotionele vaardigheden m.b.t. (mee-) spelen of een combinatie ervan. Maak beelden van het kind in problemen en beschrijf de problemen concreet en objectie in het handelingsplan (onderdelen 1a en 1b). Voor opdracht ‘Kind in problemen ’zie bijlage A3
B.3
Beschrijf de opvallende items van de vragenlijst voor ouders (anamnese). (neem de ingevulde vragenlijst op in de bijlage achter in het verslag) Geef aan op welke wijze de antwoorden op de vragenlijst consequenties hebben voor het handelingsplan.
B.4
Zoek literatuur dat bij de ‘problematiek’ van het kind past. Denk hierbij aan medische problemen/ lichamelijke beperkingen/ motorische achterstand/ sociaal emotionele achterstand e.d.
B.5
B5
Beschrijf de aanvullende informatie van bij de leerling betrokken leerkrachten over de school- en thuissituatie. Beschrijf kort de inhoud van de verslagen uit het dossier van school (zoals kinderarts, fysiotherapeut e.d.) Houdt er rekening mee dat je te maken hebt met vertrouwelijke informatie. Zorg ervoor dat de naam van het kind niet traceerbaar is.
9
C.
Diagnostiek
C.1
Verwerk de uitkomsten van de OMT (= diagnose) in een beschrijving: - in ‘MRT-taal’ (de ingevulde formulieren (1 t/m 7) behorende bij OMT 2011 in de bijlage) - in een verslag dat leesbaar is voor anderen (m.n. ouders, leerkrachten en huisartsen).
C.2
Maak een verslag van het oudergesprek n.a.v. de test en diagnose met een voorstel t.a.v. de remedie. In het verslag worden tevens de afspraken die gemaakt worden beschreven.
D.
Remediëren
D.1
Beschrijving van het behandelplan: - wat ga je doen? - wanneer? - hoe lang? - hoe stel je de groep samen - gebruik je bijzondere materialen (o.a. zitbal)? - hoe zorg je ervoor dat het effect van de remediestof groter is dan 3 kwartier extra gym - e.d.
D.2
Formuleer je verwachtingen t.a.v. einddoelen (te verwachte resultaat) en tussendoelen (na ongeveer 6 weken) A in motorische doelen B de wijze waarop het kind deelneemt aan lessen bewegingsonderwijs, het spelen op het schoolplein, buiten (rondom huis) en/of een sportvereniging C sociaal emotionele doelen
D.3
Geef een tijdsplanning aan. - wanneer start je - wanneer sluit je af - e.d.
a. b. c. d. e.D.4 f. g.D.5 h. i. j. k. l. D.6 m. n. o. p. q.
Verslag van de remedieperiode: over voorspoed en tegenslag Wekelijkse evaluaties; - hoe verlopen de groepslessen, (gebruik hiervoor formulier 5.7 van OMT) ten aanzien van je eigen rol - vorderingen van de kinderen - maak foto’s en video-opnames in de lessen die je uitgebreid gaat beschrijven ( om de week) Tussentijdse evaluatie (rond 6 weken) - hierbij ook een verslag van het contact hierover met de ouders - is er met de bewegingskaarten gewerkt, reflecteer hierop - hoe zorg je dat alle kinderen in de zone van de naaste ontwikkeling kunnen spelen en bewegen of moet je soms water bij de wijn doen, beschrijf dit proces - welke rol spelen de ouders in het proces, - is er thuis iets verandert aan de speel- en beweegsituatie van het kind
D.7
Beschrijving van de overwegingen die al dan niet tot bijstelling hebben geleid
D.8
Verzamel een aantal typerende opmerkingen of gedragingen van het kind/de leerling
D.9
Overzicht van de geïnvesteerde tijd (zie formulier 5.5 van de OMT)
Overzicht v 10
E.
Evaluatie van de casus
E.1
Opnieuw afnemen (en op video opnemen) van de motorische test. De evaluatie vindt plaats met het evaluatieformulier (zie hoofdstuk 6 van OMT) Het is niet nodig de uitgebreide scoreformulieren (1 t/m 9) opnieuw in te vullen.
E.2
Een verslag in woorden over de periode waarin met het kind is gewerkt en de (al dan niet) geconstateerde veranderingen. Verwerk in dit verslag je doelstellingen die je bij D2 benoemd hebt.
E.3
Een gesprek met het kind, m.b.v. het Evaluatieformulier voor het kind/de leerling’. Formulier 6.3 van OMT.
E.4
Het voeren van een (tweede) oudergesprek over de vorderingen (videobeelden) van hun kind en de ervaringen van de ouders. Verwerk dit gesprek in een verslag. Gebruik het ‘Evaluatieformulier voor ouders’. Formulier 6.2 van OMT.
E.5
Hoe nu verder? Beschrijving van de mogelijkheden op school, via specialisten, sportverenigingen e.d. Geef ook aan welke wensen en mogelijkheden de ouders en het kind hebben.
Reflectie
F. m.b.t.:
Het eigen handelen in deze casus F.1 F.2
Kijk terug op de effectiviteit van de remedie, wat was zinvol, wat zou je een volgende keer anders willen doen?
F.3
Het aangeven van eigen ontwikkeling; sterke en zwakkere punten (aan einde van deze opleiding). Geef ook aan wat je verder wenst te ontwikkelen. Gebruik hierbij eventueel het competentieformulier.
F.4
Wat ga je met je verworven vaardigheden/kennis binnen school doen?
F.5
Ben je van plan om buiten school iets te gaan doen? Ben je bijvoorbeeld van plan om een eigen MRT praktijk op te starten?
G.
Evaluatie van de opleiding
G.1
Vul het (standaard) evaluatieformulier van INHOLLAND in.
G.2
Schrijf een evaluatie over de opleiding met specifiek een stuk over het tweede jaar. Sterke kanten en aanbevelingen. - was het de moeite waard? - wat waren sterke punten? - wat heb je gemist?
De omvang van de casusbeschrijving bedraagt tussen de 15 en 30 pagina’s (afhankelijk van lay-out en lettertype; wij stellen lettertype Arial en lettergrootte 11 pt. voor). De bijlagen bestaan uit 10 tot 20 pagina’s. 11
Beoordeling van de casusbeschrijving 2de jaar door de ‘critical friend’ MRT/OMT Critcal Friend
Portfolio van:
Datum 1e beoordeling
Resp. mist – onvoldoende –
voldoende - goed Voorblad Inhoud
A.
Opmerkingen van critical friend
Voorwoord
A.1
A.2
A.3
A.4
B.
Gegevens van het kind/ de leerling
B.1
B.2
B.3 B.4
B.5
B.6
C.
Diagnostiek
C.1
C.2
D. D.1 D.2
Bijlage A2
Remediëren
12
Evt. Datum 2e beoordeling
Aangebrachte veranderingen door cursist
D.3
D.4
D.5
D.6
D.7
D.8
D.9
E.
Evaluatie van de casus
E.1
E.2
E.3
E.4
E.5
F.
Reflectie
F.1
F.2
F.3
F.4
F.5
G. G.1
Evaluatie van de opleiding
13
‘Problemen in beeld’ maken van videobeelden en analyses
Bijlage A3
Maak de eerste twee weken videobeelden van minder vaardige kinderen waar je mee gaat werken. Neem deze beelden de tweede bijeenkomst mee naar de opleiding. Denk aan beelden van: niet mee (mogen) spelen niet gemotiveerd zijn compensatoir gedrag (clown, agressie en vermijden) eenzijdig spelen (alleen in de zandbak of op de kar) door andere kinderen niet gezien/aangesproken worden veel naar de juf/meester lopen (praten/klagen) Angst Iets niet kunnen
4 deelopdrachten Maak beelden van minimaal één kind: A.1. in minimaal één les bewegingsonderwijs (minimaal 5 minuten film) A.2. werk deze opnamen uit met behulp van onderstaande aanwijzingen A.3 in minimaal één pauze op het schoolplein (minimaal 5 minuten film) A.4 werk deze opnamen uit met behulp van onderstaande aanwijzingen En indien mogelijk (facultatief): In de klas In de buurt (via ouders) Op de vereniging (via ouders) Het is handig als je met de geobserveerde kinderen ook kunt werken met de volgende opdrachten van de cursus.
14
De beelden van het kind in problemen zijn erg belangrijk voor: het vaststellen van het probleem Het concretiseren van het probleem Het stellen van (haalbare) doelen Aan het einde zichtbaar maken van het effect Tevens kunnen deze beelden – bij je eindpresentatie - de illustratie vormen van de beginsituatie van dit kind. Bij de uitwerking van de observaties probeer je de gedragingen van het kind zo goed mogelijk te concretiseren en van getallen (aantal keer, cm. seconden etc.) te voorzien. Enkele voorbeelden: Bewegen Aantal beurten % beweegtijd Niveau waarop beogen wordt (hoogte van kast, afstand tot bank e.d.) Aantal keer vallen, botsen e.d. Spel
Aantal keer de bal, vrijlopen, scoren % beweegtijd/betrokken in spel Niveau Zie eventueel formulieren bij opdracht C. Effecten van groeperingvormen
Gedrag/motivatie Lichaamshouding/gelaatsuitdrukking/uitspraken. Uitdrukken in aantallen of tijdseenheid. o (glim)lacht 2 keer in 5 minuten o Sloft 3 van e 5 minuten door de zaal o Staat 2,5 min stil of zit op bank o Vraagt 9 x actief om de bal, krijgt deze 1 keer (van Thijs, zijn vriendje) Herhalingswens; hoe lang duurt het voordat het kind de activiteit opnieuw probeert Aantal keer: o Naar leerkracht o Naar wc o Veters strikken o conflicten 15
Angst concretiseren door: bal (en andere kinderen): bij welke balsoort voelt een kind zich (niet meer) veilig. Beschrijven van frequentie van angstreacties in een balspel (welk spel)? Met welke bal wordt spel gespeeld. Met wie wordt spel gespeeld, wie zijn tegenstanders. Anders geformuleerd van wie is het kind (niet) bang hoogte: in welke situaties en bij welke hoogte (niet) bang. Beschrijf waaruit blijkt dat kind bang is o gaat niet verder dan 3e sport o trekt vanaf 2e sport klimraam dicht naar zich toe o klimt erg traag en verplaats maar één van de ledematen rollen: ook angst met hulp? Om de lengte-as? Probeert uit zichzelf …
A2 Observatie van kind in problemen in de les bewegingsonderwijs Docent: Datum: Groep: Omschrijving van de bewegingssituatie: Lengte van de film:
Tijdseenheid
Registratie van geobserveerde bewegingen en gedrag
0 – 30 sec Aanpassen ..
30 – 60 sec
16
A4
Observatie van kind in problemen op het schoolplein
Docent: Datum: Welke groepen zijn op plein aanwezig (+ aantal kinderen) Lengte van de film:
Tijdseenheid
Registratie van geobserveerde bewegingen en gedrag
0 – 30 sec Aanpassen ..
30 – 60 sec
17
De competenties van de MRT leraar (globaal beschreven)
Bijlage B1
In dit document vind je een overzicht van de competenties die je aan het einde van de 2-jarige MRT opleiding zou moeten beheersen. e De student vult het formulier in het begin van de opleiding in. Aan het einde van de opleiding vul je het voor de 2 keer in
Naam student
Cohort:
Cursusplaats
Datum 1:
Schat je eigen niveau in m.b.v het aanvinken van een bolletje of een vierkantje
Lukt niet
Geef, middels het plaatsen van een (vooral) aandacht aan wilt besteden
Cirkel
om een bolletje of vierkantje, aan waar je in dit jaar
Datum 2:
Lukt soms
Lukt regelmatig
veel aandacht
aandacht
geen mening
geen aandacht
Competenties
Beoordeling start
1 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de motoriek en bewegingsleer-processen
Beoordeling eind
van een leerling door middel van een testsituatie te observeren, analyseren, diagnosticeren en te registreren, zodanig dat passend planmatig handelen kan volgen.
2 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze voor een leerling een individueel handelingsprogramma op te stellen, zodat de hulpvraag op het gebied van motoriek en bewegingsleerprocessen optimaal beantwoord kan worden
3 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze, op basis van het handelingsprogramma, MRT-activiteiten te ontwerpen en uit te voeren, zodanig dat aangesloten wordt bij de ontwikkeling van een leerling.
4 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de doelen uit het handelingsprogramma van een leerling te evalueren en vast te leggen in een verslag met vervolgadvies.
5 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze te communiceren met alle, bij de MRTactiviteiten betrokken, partijen.
6 De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de MRT-activiteiten in te voeren in een organisatie, zodanig dat MRT optimaal tot zijn/haar recht komt.
18
Lukt in meeste situaties
Waar in portfolio te vinden?
Competentie 1 Het observeren, analyseren, diagnosticeren, en registreren van motoriek en Bewegingsleerprocessen Kerntaak De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de motoriek en bewegingsleerprocessen van een leerling door middel van een testsituatie te observeren, analyseren, diagnosticeren en te registreren, zodanig dat passend planmatig handelen kan volgen
Beroepsopgaven a) Kan eigen vakconceptuele uitgangspunten op het gebied van MRT opstellen en concretiseren.
b) Ontwerpt mbv bestaande observatie-instrumenten een programma van toetsing.
c) Meet verschillende aspecten van de motoriek en bewegingsleerprocessen van een kind en vergelijkt deze met leeftijdsgenoten.
d) Stelt na de observaties onderkennende conclusies op.
e) Stelt na de observaties verklarende conclusies op.
f) Gebruikt bij de conclusies ook andere anamnistische gegevens.
Add a Add b Add c Add d Add e Add f
Beroepsdilemma’s -
-
bij het observeren van kinderen in het algemeen en opnemen op video in het bijzonder, zal er zeer voorzichtig omgegaan moeten worden met de privacy. wanneer er gebruikt gemaakt wordt van observatie-instrumenten, zal men zich niet volledig moeten laten leiden door deze instrumenten, maar ook attent moeten blijven op de eigen intuïtiviteit (het ‘timmermansoog’) Bij de motoriek en bewegingsleerprocessen spelen vele aspecten een rol. In de eerste plaats zal het accent moeten liggen op de motorische aspecten.
19
Competentie 2 Het opstellen van een individueel handelingsprogramma Kerntaak De MRT-er is in staat om op een adequate wijze voor een leerling een individueel handelingsprogramma op te stellen, zodat de hulpvraag op het gebied van motoriek en bewegingsleerprocessen optimaal beantwoord kan worden
Beroepsopgaven a) Stelt handelingsgerichte conclusies vast voortvloeiend uit het toetsingsprogramma.
b) Kiest een specifieke werkvorm van MRT
c) Gebruikt in de planning kennis op het gebied van didactische componenten, zoals: leeractiviteiten, instructievorm, ev. groeperingsvorm, leer- en hulpmiddelen.
d) Gebruikt in de planning kennis op het gebied van pedagogische componenten, zoals: veiligheid, vertrouwen, structuur, motivatie en succeservaringen.
e) Maakt met de betrokkenen een tijdsplanning voor de gehele remediëringsperiode
Add a Add b Add c Add d Add e Beroepsdilemma’s -
Het is belangrijk om in een duidelijke planning de zaken voor de totale MRT-cyclus van een kind zoveel mogelijk vast te leggen. Het zal duidelijk zijn dat wel gedurende de remediëringsperiode flexibel zal moet worden omgegaan met deze planning. Er zal steeds een bereidheid tot aanpassen moeten zijn. Vanaf het begin zal het duidelijk moeten zijn dat slagen van de MRT afhangt van een betrokkenheid van alle partijen. Dit zal ook in een bepaalde vorm in het vaststellen van het handelingsprogramma opgenomen moeten worden.
20
Competentie 3
Het ontwerpen en uitvoeren MRT-activiteiten
Kerntaak De MRT-er is in staat om op een adequate wijze, op basis van het handelingsprogramma, MRT-activiteiten te ontwerpen en uit te voeren, zodanig dat aangesloten wordt bij de ontwikkeling van een leerling.
Beroepsopgaven a) Plaatst het onderwijs in bewegen in een specifiek pedagogisch-didactisch perspectief. b) Ontwerpt lessenreeksen, oefenreeksen en lessen voor individuele MRT volgens de doelen van het handelingsprogramma c) Ontwerpt lessenreeksen, oefenreeksen en lessen voor Groeps MRT volgens de doelen van meerdere individuele handelingsprogramma’s. d) Maakt en gebruikt verschillende (specifieke?) leermiddelen en instructiematerialen. e) Stelt vooruitgang en verhinderingen vast in de leersituatie en past deze direct aan NB verder staan er opgaven in competentie 2 van het profiel. Maar die gaan al op voor de vakleerkracht in het algemeen.
Add a Add b Add c Add d Add e
Beroepsdilemma’s -
een kind dat MRT volgt, neemt tegelijkertijd ook nog deel aan de reguliere lessen bewegingsonderwijs. Het deelnemen en eventuele pedagogisch-didactische maatregelen daarin dienen op elkaar te worden afgestemd. Vooral wanneer de MRT-er en de vakleerkracht verschillende personen zijn.
21
Competentie 4
Het evalueren van de doelen van het handelingsprogramma
Kerntaak
Beroepsopgaven
De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de doelen van een leerling te evalueren en vast te leggen in een verslag met vervolgadvies.
a) Meet binnen de lessen of in aparte sessies verschillende aspecten van de bewegingsontwikkeling van de geremedieerde leerling en vergelijkt deze met de beoogde doelen.
b) Stelt conclusies op na observaties en metingen en communiceert deze met leerlingen, ouders, collega’s en eventuele specialisten.
c) Stelt op grond van tussenevaluaties planningsdocumenten bij
d) Gebruikt evaluatiegegevens voor de vervolgbepaling van leerprocessen binnen nieuwe lessen en lessenreeksen. e) Zet verwijzingen naar andere deskundigen in gang
Add a Add b Add c Add d Add e
Beroepsdilemma’s Bij de verwijzing is het noodzakelijk om de belangen van het kind af te wegen en dit te communiceren met alle betrokkenen. Dit vraagt van de MRT-er een goed inzicht en omgang met alle betrokkenen.
22
Competentie 5
Het communiceren met betrokken partijen
Kerntaak De MRT-er is in staat om op een adequate wijze te communiceren met alle, bij de MRTactiviteiten betrok-ken, partijen.
Beroepsopgaven a) Formuleert het belang van MRT op duidelijke wijze.
b) Onderhoudt contacten met gemeente, sportorganisaties en buurtwerk mbt MRT
c) Onderhoudt contacten met schoolarts en andere hulpverleningsinstanties mbt MRT.
d) Adviseert de leerling en betrokkenen over de aanpak bij schooltaken.
e) Luistert naar een leerling met problemen in de school- en/of thuissituatie en schat in hoever de rol als MRT-er reikt.
f) Informeert ouders over ontwikkelingen. Add a Add b Add c Add d Add e Add f
Beroepsdilemma’s Het communiceren op aangepast niveau voor verschillende doelgroepen.
23
Competentie 6
Het managen van MRT- activiteiten in een organisatie
Kerntaak De MRT-er is in staat om op een adequate wijze de MRT-activiteiten in te voeren in een organisatie, zodanig dat MRT optimaal tot zijn/haar recht komt.
Beroepsopgaven a) Overlegt met leerlingen en/of ouders over randvoorwaarden met betrekking tot de actuele en eventueel aanstaande MRT.
b) Werkt samen met diverse betrokkenen om een optimaal programma voor een MRT- leerling te creëren.
c) Integreert MRT in het zorgplan van een school
d) Beheert en innoveert MRT-materiaal e) Legitimeert MRT op een succesvolle manier zowel binnen als buiten de school.
f) Informeert naar subsidiemogelijkheden en bekostigingsregels bij externe partijen voor onderdelen van MRT.
Add a Add b Add c Add d Add e Add f
Beroepsdilemma’s - de ethische- en de financiële aspecten moeten zorgvuldig afgewogen worden - de mrt-er moet omgaan met eventuele weerstanden van betrokkenen
24
C1
Lesbeschrijvingsformulier I Groeps-MRT
OMT Bijlage 5. 7
Naam
Datum
Situatie A Foto(s); Eventueel worden de foto’s op een part blad/document geleverd.
Aantal kinderen:
Lesnummer Lesduur
Geef per kind aan het niveau en/of de doelstelling aan in deze situatie naam niveau doelstelling bijzonderhed en
Kort beschrijving
Organisatievorm: met zijn allen in tweetallen individueel
Groeperingswijze vaardigheid-heterogeen vaardigheid-homogeen anders
Niveaus A B C D E F G H
25
Situatie B Foto(s); Eventueel worden de foto’s op een part blad/document geleverd.
naam
Geef per kind aan het niveau en/of de doelstelling aan in deze situatie niveau doelstelling bijzonderhed en
Kort beschrijving
Organisatievorm: met zijn allen in tweetallen individueel
Groeperingswijze vaardigheid-heterogeen vaardigheid-homogeen anders
Niveaus A B C D E F G H
26
Situatie C Foto(s); Eventueel worden de foto’s op een part blad/document geleverd.
Geef per kind aan het niveau en/of de doelstelling aan in deze situatie naam niveau doelstelling bijzonderhed en
Kort beschrijving
Organisatievorm: met zijn allen in tweetallen individueel
Groeperingswijze vaardigheid-heterogeen vaardigheid-homogeen anders
Niveaus A B C D E F G H
27
Toe te passen leerhulp
Leerdoelen m.b.t. het leerkrachtgedrag & Evaluatie van het leerkrachtgedrag
Aanpassingen aan opstelling van de materialen Verandering van het aantal deelnemers Verandering van de samenstelling van de teams Aanwijzingen & Hulpverlenen Geven van een voorbeeld
A B C Evaluatie van de inhoud van de les
Evaluatie van het niveau van de kinderen
+ minimaal 2 (veelzeggende) foto’s per activiteit; voeg deze eventueel toe aan de kolom: ‘beschrijving’
-
Naam
welke kinderen hebben lesdoelen niet gehaald? en voor welke kinderen (te) was de activiteit te eenvoudig
Evaluatie
Aandachtspunten voor de volgende les Inhoud & leerkrachtgedrag
Aandachtspunten voor de volgende les Per kind Naam
Aandachtpunten
28
C2
Lesbeschrijvingsformulier II Groeps-MRT
Naam
Datum
Namen kinderen
Aantal kinderen: Beschrijving
Lesnummer Lesduur Lesindeling
van het spel/ de situatie
Materiaal
Situatie 1
Organisatie- vorm
1
Klassikaal In groepjes vrij omgangsbaan Groeperingswijze
2 Situatie 2 3
niveauheterogeen niveauhomogeen
4 Situatie 3 5 6
Leerdoelen m.b.t. het leerkrachtgedrag & Evaluatie van het leerkrachtgedrag A
Opmerkingen over de les
B C 29
Evaluatie van de inhoud van de les
Evaluatie van het niveau van de kinderen -
welke kinderen hebben lesdoelen niet gehaald? en voor welke kinderen (te) was de activiteit te eenvoudig
Naam
Evaluatie
Naam
Aandachtspunten voor de volgende les Per kind Aandachtpunten
1 2 3 4 5 6 Aandachtspunten voor de volgende les Inhoud & leerkrachtgedrag
1 2 3 4 5 6
30
Het maken van video-opnamen
Bijlage D
De docent heeft een document/link beschikbaar voor studenten die hulp nodig hebben bij het verwerken van de videobeelden/ het maken van een presentatie (technisch).
De videobeelden Voor het vergelijken van de videobeelden zijn er vier werkwijzen:
Analoog: Video-opnamen ‘plakken’
Selectie van twee grote banden
Hele test op twee grote banden
Hoe doe je dat?
Je hebt hiervoor de twee ‘kleine’ bandjes uit de videocamera nodig. Je wilt bijvoorbeeld de looppas vergelijken. Handelingen: Plaats het bandje van de eerste test in de videocamera en een lege band in de videorecorder (verbind de camera en de recorder) en neem de looppas van de eerste test op een grote vhs-band op. Vervolgens haal je het 1e bandje eruit en plaatst het tweede bandje in de videocamera. Van de tweede test neem je nu de looppas op. Etc.
Soort tussen oplossing: Enkele items van de eerste test word en op vhs-band 1 opgenomen en dezelfde items op VHS band 2. Bijvoorbeeld: Looppas Hakken Tenen Hinkelen.
Test 1 (integraal) op een vhs band opnemen en vervolgens de tweede test op een andere band. De twee testen achter elkaar op één band maakt vergelijken bijna onmogelijk.
Voordeel
Prima evaluatiemateriaal dat bij goede resultaten bijzonder illustrerend is voor ouders, collega’s directies e.d..
Nadeel
Veel werk en je moet technisch de werkwijze kennen
Minder werk - tussen -
- tussen -
Veel spoelen om vergelijking mogelijk te maken.* Bij gebruik van twee video’s wordt wel een goed vergelijk mogelijk.
Digitaal Bij de servicedesk van Inholland Haarlem en Den Haag kun je met je studentenpas en inloggegevens (CED- nummer en wachtwoord) informeren welke mogelijkheden je hebt om op de computers van de opleiding digitale beelden te bewerken. Elke locatie heeft andere mogelijkheden en beleid hieromtrent. Het is bij enkele locaties mogelijk, kosteloos, apparatuur te lenen. Het is belangrijk dat je de camera en snoertjes meeneemt als je gaat informeren wat de mogelijkheden zijn, omdat ze moeten nagaan of de software op de server van Inholland staat zodat de verschillende apparaten met elkaar kunnen communiceren.
Verschillende beelden inladen in een video bewerkingsprogramma en monteren tot één film Hoe doe je dat?
Voordeel Nadeel
Je verzameld alle beelden die je wilt gebruiken om een film van te maken. De videocamera zet je op speler en verbindt je met een usb- of fire-wire kabel aan een pc. de beelden laad je in je computer en dan kun je uit alle ingeladen beelden stukken plakken en knippen, overgangen maken, delen vertragen en versnellen en titels maken. Je kunt heel makkelijk filmpjes maken. Je hebt geduld, kennis en specifieke software nodig!
31
Beoordelingsformulier ‘Eigen opdracht’ Naam:
Naam onderzoek:
Datum:
Beoordelaar:
Kwaliteit Voor eigen ontwikkeling Proces
Voor school Impact op collega’s Impact op kinderen Duurzaam?
Feedback medestudenten
Feedback docent
Kwantiteit Inschatting van de geïnvesteerde tijd
Minder dan 28 uur Rond 28 uur 40 uur Meer dan 80 uur
Beoordeling ( 1 – 10)
32
Bijlage E1
Beoordelingsformulier Eindpresentatie vervolgcursus Student:
Datum:
Welke beelden worden getoond? Probleem Beelden OMT/LVS Beelden van bewegingsprobleem van het kind in les bewegingsonderwijs op het schoolplein in de klas op de sportvereniging in de thuis/buurtsituatie anders. N.l.
Bijlage E2
Interventies
Beelden van interventies: Groeps-MRT Individuele MRT in les bewegingsonderwijs op het schoolplein in de klas op de sportvereniging in de thuis/buurtsituatie anders. N.l.
Evaluatie Beelden OMT/LVS Beelden van bewegingsprobleem van het kind in les bewegingsonderwijs op het schoolplein in de klas op de sportvereniging in de thuis/buurtsituatie anders. N.l.
Is het gesignaleerde probleem concreet omgeschreven en zo mogelijk in beeld gebracht
Mist
O
V
Zijn de problemen, de doelen en de evaluaties concreet omgeschreven en zo mogelijk in beeld gebracht. Problemen en doelen met betrekking tot:
Mist
O
V
G
kwaliteit van bewegen gedrag motivatie deelname aan lessen bewegingsonderwijs
G
deelname aan schoolpleinactiviteiten deelname aan verenigingsleven deelname spel bewegen thuis/buurt anders. N.l.:
Maakt (met beelden) duidelijk welke interventie zijn toegepast en welke keuzes daarin gemaakt zijn
Mist
O
V
G
De student toont aan in staat te zijn een serie groepslessen samen te stellen en begeleiden en een handelingsplan op te stellen en binnen het proces aanpassingen te doen indien dat nodig is.
Mist
O
V
G
Student legt linken met theorieën over motorische ontwikkeling, motorisch leren of met theoretische informatie over het specifieke probleem van het kind
Mist
O
V
G
Kwaliteit van de presentatie en hand-out
Mist
O
V
G
Hoe is de presentatie voorbereid?
Mist
O
V
G
Kwaliteit van de beelden – technisch en inhoudelijk
Mist
O
Duidelijk, boeiend, goed gestructureerd
V
G
Geven de beelden een goede indruk van de link die de student in beeld wil brengen. Bijvoorbeeld: het werken met de huiswerkkaartjes. Scherpte, lichtsterkte, camera stabiel, kind(eren) duidelijk in beeld
Felicitaties, complimenten, tips of opmerkingen? Eind beoordeling:
33
Formulier voor het beoordelen van een door een cursist ingevulde OMT
Bijlage F
Hieronder een leeg formulier, gevolgd door een ingevuld voorbeeld Naam cursist
Voornaam (of initialen) van kind
Beoordeeld door (naam docent):
Leeftijd van kind:
Datum:
Opmerking nav de opnames
Opmerking over de wijze van invullen
Algemeen
A. Stuiten/ dribbelen B. Mikken
2e reeks
1 reeks poging
score
beschrijving
Fouten
score
beschrijving
analyse
3e reeks Fouten analyse
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 totaal C. Vangen D. Springen – Coördinatie 34
score
beschrijving
Fouten analyse
E. Springen – Kracht F. Op hakken lopen G. Op tenen lopen H Op één been staan I. Klimmen
J. Koprol
K. Opponeren
L. Looppas
Samenvatting
Keuze stereotype
Gegevens ouderformulier
Komen daar opvallende zaken uit?
Verwijzing
Vind je dat er nu of later mogelijk een verwijzing naar een andere specialist nodig is?
35
Een voorbeeld:
Opmerkingen n.a.v. de OMT van een cursist
Opmerking nav de opnames Algemeen
Opmerking over de wijze van invullen
Prima dat het gelukt is de tijd mee te laat lopen in beeld! Beelden zijn duidelijk (voldoende scherp en lichtsterk)
A. Stuiten/ dribbelen
Plakken tekst Ron
4. m.i. meer bolletje 2 (te hard/te zacht) dan bolletje 3
B. Mikken
Meer (5 of 10) ballen klaarleggen. M.n. ivm foutenanalyse en rust
Gebruik de turftabel op het
Op welk afstand staan de streepjes ?
formulier
Prima dat je stopt (na 8 keer) omdat je merkt dat hij het criterium al
(zoals hieronder)
gehaald heeft. Vanuit deze positie is links/rechts discriminatie moeilijk. Wat meer achter werper filmen. Daarna moet je het aantal van 10 pogingen (strak) aanhouden. Met het mikken van (2x) 5 ballen is dat ook voor de leerkracht eenvoudig bij te houden. Omdat de kast dicht tegen de muur aan staat is het soms moeilijk te zien of de bal eerste tegen de muur of eerst op de rand komt: verder van de muur af! Een dergelijk aantal pogingen kost ook erg veel tijd om te bekijken/scoren!
2e reeks (vanaf 3 (?) meter in kast)
1 reeks (vanaf 1,5 (?) meter in kast) poging
score
beschrijving
Fouten
score
beschrijving
analyse
Fouten
3e reeks (vanaf 2 meter) score
beschrijving
analyse
Fouten analyse
1
3
Raak
nvt
1
Rand voor
nvt
3
raak
?
2
1
Achterop rand
nvt
0
Mis voorkant kast
geen
1
Rand achter
nvt
3
3
raak
corr
0
overheen
corr
0
Achter op muur
geen
4
3
raak
nvt
1
Rand achter
corr
1
Rand achter
corr
5
1
Achter op rand
nvt
1
Rand achter (verder)
geen
1
Rand achter
Nvt (identiek)
6
3
Raak
corr
3
raak
corr
3
Raak
corr
7
1
Achterop
nvt
1
Rand voor
nvt
1
Rand voor
nvt
8
3
raak
nvt
1
Rand voor
nvt
9
3*
raak
?
10
1*
Rand achter
nvt
totaal
2/6
18
3/4/2 nvt
11
Pascal staat een meter dichterbij? 36
C. Vangen
Grote bal: hoge bal lukt niet.
Pascal laat veel meebewegingen
De tweede hoge bal is te laag (voor de borst).
(synkinesiën) zien in beide armen/handen.
Nog eens kijken naar hoge ballen.
Bij een aantal worpen is een licht antagonisme zichtbaar (2 a 3) Ook nummer 8 invullen
D. Springen – Coördinatie
E. Springen – Kracht
Huppelen: goed dat jullie aangeven dat hij dit
M.i haalt hij wisselsprong met klap. Soms
beheerst. Het gaat zeer moeizaam, maar het
mist hij een klapje (= balans).
huppelritme zit erin en dat moet je beoordelen. De
De vraag is of hij ook kan huppelen met
rest (bijvoorbeeld Evenwicht) komt elders aan bod.
klap
Aantal keer invullen. Rechts 13 x Links 17 x
F. Op hakken lopen
Okay
G. Op tenen lopen
Okay
H Op één been
Maximaal aantal seconden noteren
staan
Rechts: 11 sec. Links: 9 seconden (daarna verschuift hij) - overpronatie is duidelijk in linker voet.
I. Klimmen J. Koprol K. Opponeren
Linkerhand (meebewegingen) is niet zichtbaar. Noteer de tijd. Rechts 9.35 Links: 9.11
L. Looppas
Goed meegezoomd
Voeten (enkels) blijven in flexie in de doorhaalfase. Ziet er houterig uit en er vind geen ontspanning plaats. Hebben jullie goed aangekruist
Samenvatting
Zie formulier. Samenvatting: Evenwicht 2,5 – 4,5 jaar achter OLC 2 jaar achter Overige groepen laten veel minder achterstand zien. Alleen symmetrie II is scoort laag (= soms structureel), maar Symmetrie I = belangrijker scoort een 3 (redelijk) gezien de scores Evenwicht en OLC
Keuze stereotype
3c
Verwijzing
Podotherapie
Veulen + olc + voet
37
Stichting Motorische Remedial Teaching Opgericht op 5 februari 1993 n.a.v. de vraag van cursisten op een vervolg op de cursussen Motorisch Remedial Teaching. Web : E-mail : Adres : Gironummer:
www.mrtinbeweging.nl
[email protected] Harrelaers 8 1852 KW Heiloo. 6459230
Kamer van Koophandel Haarlem NOS226 10 5
De doelstelling van de stichting Het vergroten van kennis en vaardigheden op het gebied van de Motorische Remedial Teaching (MRT), binnen het onderwijs. Onder MRT verstaan wij: het verlenen van extra onderwijshulp op het gebied van het bewegen en spelen.
Doelstelling in ruimere zin: Het verbreden van de zorg voor bewegende en spelende kinderen.
We willen deze doelstelling bereiken door
Het organiseren van cursussen en bijeenkomsten. Het ontwikkelen en uitgeven van publicaties. Het helpen van leerkrachten bij het stellen van diagnoses en het opzetten en bijstellen van handelingsplannen. het adviseren van scholen en besturen bij het verbreden van de zorg m.b.t. (samen)spelen en bewegen.
De donateurs
Krijgen minimaal twee keer per jaar een mailing met de activiteiten van de Stichting en de noviteiten op MRT-gebied. Onder de noviteiten vallen ook de nieuwe of vernieuwde publicaties, materialen, documenten als motorische testen, lesideeën, oefenkaarten e.d.. Deze worden gratis toegezonden of kunnen tegen een gereduceerde prijs worden aangeschaft. Kunnen (minimaal) één avond per jaar op zogenaamde stichtingsavonden bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen, workshops te volgen, vragen te stellen e.d.. Worden (via de site) op de hoogte gehouden van de adressenbestanden van: kinderfysiotherapeuten, functionele optometristen (optologen), podotherapeuten e.d.. Kunnen specifieke materialen als zitballen, foamballen, pedalo’s e.d. via de stichting aanschaffen.
Kosten Individuele donateurs betalen een jaarlijkse bijdrage van 17,- , Mytylscholen 34,50
Scholen 27,Opleidingen & grote instellingen 60,-.
Publicaties (2011)
Cursusmap van de Basiscursus Motorische Remedial Teaching (inclusief test) Remedie-map MRT-Steps handleiding en kaartjes, CD en DVD Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen + software Van Gelder en Stroes 2010 Onderwijsgeschikte Motorische Test van Van Gelder en van der Meer 2005 Basislessen bewegingsonderwijs deel 3 kinderen met motorische beperkingen Zorg voor beweging van Gelder, Berg en van Weene Esstede Heeswijk-Dinther
400 pag. 250 pag. 250 pag.
50,50,45,99,95
50 pag. 370 pag. 220 pag.
15,49,50 20,50
Prijzen zijn inclusief BTW en voor donateurs inclusief verzendkosten. Informatie via: www.in-beweging.net
38
Aanmeldingsformulier Stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging’ Harrelaers 8 1852 KW HEILOO
van
De stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging' houdt zijn donateurs op de hoogte van de ontwikkelingen in het vakgebied Motorische Remedial Teaching. Twee keer per jaar ontvangen de donateurs een mailing en kunnen zijn de ‘stichtingsavond’ zonder kosten bezoeken. Tevens organiseert zij verdiepingscursussen. Ja, ik wil donateur worden van de stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging'. Individuele donateurs betalen €17,- per jaar. Scholen voor speciaal, basis- en voortgezet onderwijs betalen € 27,- per jaar. Mytylscholen € 34,50 per jaar Opleidingen & grote instellingen € 60,00 Naam
Functie
Straat
Telefoonnummer
Mobiel
Postcode
Plaats
Emailadres:
School je bent)
(waar werkzaam
Straat
Telefoonnummer
Postcode
Plaats
Opleiding
Emailadres:
Pabo, PA, Kweekschool Acte J ALO in plaats: Basiscursus Motorische Remedial Teaching plaats: 2-jarige opleiding tot Motorische Remedial Teacher plaats:
Ervaring met Ervaring met MRT (in jaren): MRT Aantal uren (betaald): Opmerkingen
39
jaar jaar jaar