STUDIA CARTUSIANA –StuCa– (Bijreeks van Miscellanea Neerlandica) Algemene redactionele richtlijnen Schrift Times New Roman. Hoofdtekst: 11 pt (enkele regelafstand). Bloktekst (0,5 cm inspringend): 8 pt (enkele regelafstand) Noten: 8 pt (enkele regelafstand). Opmaak 1. Uitvullen (regels met gelijke achterkantlijn), geen woordafbreking. 2. Alinea’s met een tab van 0,5 cm inspringen, geen extra witregel tussen de alinea’s. 3. Paragrafen worden gemarkeerd met een tussenkopje, al dan niet voorzien van een paragraafnummer en voorafgegaan door een witregel. 4. Een hoofdstuk in een monografie en een artikel in een verzamelwerk beginnen altijd op de rechterbladzijde (oneven bladzijde). 5. Voetnoten worden doorlopend genummerd. In geval van een verzamelwerk worden de voetnoten per artikel genummerd. Citeren 1.
2.
3.
4. 5.
Bij citaten uit moderne onderzoeksliteratuur die minder dan drie regels tellen, wordt het citaat in de hoofdtekst ingevoegd tussen enkele aanhalingstekens (dubbele aanhalingstekens voor citaten-in-citaten of directe rede binnen een citaat). Leestekens worden buiten de haakjes geplaatst. Citaten uit primaire literatuur (bronnen) die minder dan drie regels tellen, worden gecursiveerd en in de hoofdtekst ingevoegd, bij voorkeur in de taal van de hoofdtekst omwille van de leesbaarheid. De oorspronkelijke tekst wordt in de voetnoot opgenomen. Citaten uit moderne onderzoeksliteratuur en uit primaire literatuur (bronnen) die drie regels of meer tellen, worden gemarkeerd door inspringen (0,5 cm links) met een witregel vóór en na. De geciteerde primaire bron wordt in de voetnoot vertaald ofwel wordt zijn inhoud er geparafraseerd. Elk citaat wordt voorzien van een correcte bronverwijzing in een voetnoot. Toevoegingen van de auteur aan een citaat worden tussen vierkante haken afgedrukt en voorzien van de auteursinitialen in kleinkapitaal. Bijvoorbeeld: ‘Hij [Karel de Grote, GC] was niet bijzonder groot van gestalte’.
Gebruik van aanhalingstekens en andere typografische markeringen 1. Gebruik de gekrulde enkele (‘ ’) of dubbele (“ ”) aanhalingstekens, alsook de gekrulde apostrof (’). 2. Gebruik enkele aanhalingstekens om aan te geven dat een woord of woordgroep in overdrachtelijke zin begrepen dient te worden. 3. Indien onvertaalde woorden uit een andere taal dan die van de hoofdtekst gebruikt worden, dan worden die in cursief gezet. Bibliografische referenties 1. Bij de publicatie van een monografie staat het de auteurs vrij hun eigen bibliografisch systeem te volgen, op voorwaarde dat zij met zichzelf consequent blijven. 2. Bij de publicatie van artikels in verzamelwerken (congresakten, feestbundels, libri amicorum …) worden de verschillende auteurs verzocht onderstaand referentiesysteem in de voetnoten te gebruiken omwille
van de eenvormigheid in de publicatie: a) Verkorte verwijzingen naar een geciteerde auteur, bijvoorbeeld: Janssens 1988, 161-162. De volledige bibliografische referentie wordt in de literatuurlijst aan het eind van een monografie of van een artikel in een verzamelwerk gegeven. Indien van dezelfde auteur meerdere publicaties uit hetzelfde jaar worden geciteerd, wordt de verkorte aanhaling tot Janssens 1988a, Janssens 1988b, etc. vervolledigd. Merk op dat de auteur in het gewone letterkorps wordt geplaatst (dus niet in kleinkapitaal). b) Bij auteurs met gelijke achternaam die in eenzelfde jaar hebben gepubliceerd wordt in de verkorte aanhaling het onderscheid verduidelijkt door toevoeging van de voornaaminitiaal (-initialen) tussen ronde haken: Hendrickx (F.) 1995, Hendrickx (P.M.) 1995. Bij gelijknamige auteurs die in een verschillend jaar hebben gepubliceerd vervalt deze toepassing. c) Achternamen ingeleid door partikels worden in de verkorte aanduiding steeds met een hoofdletter geschreven (bijvoorbeeld: Ten Kate 1723, Van Thienen 1999). Het Duitstalige ‘von’ wordt in de verkorte aanhaling achterwege gelaten (bijvoorbeeld: von Scarpatetti wordt als Scarpatetti vermeld). In de literatuurlijst met de volledige bibliografische referentie waar de achternaam is voorafgegaan door de voornaam(initiaal/alen) worden die partikels met een hoofd- of kleine letter geschreven naargelang van het taalgebied waartoe de auteur behoort (bijvoorbeeld: G. van Thienen in Nederland, maar J. De Grauwe in België, L. Le Vasseur in Frankrijk, etc.) d) Auteurs tussen vierkante haken geplaatst in de literatuurlijst, omdat zij niet in de publikatie staan vermeld, maar waarvan het auteurschap langs een andere bron bekend is, worden in de verkorte aanhaling zonder deze haken vermeld (bijvoorbeeld: [M. Laporte], Aux sources de la vie cartusienne…1960 wordt Laporte 1960). Literatuurlijst Voorafgaande aandachtspunten 1. Meerdere auteurs en plaatsen van publicatie a) beperkt tot drie naamsvermeldingen als volgt: auteurs: Gaens & Hendrickx 2009; Gaens, Hendrickx & Timmermans 2011 plaatsen: Leuven & Brussel 2009; London, Oxford & Toronto 2007 b) bij meer dan drie naamsvermeldingen als volgt: - auteurs: Gaens et al. (et alii) - plaatsen: Brussel etc. 2012 Men gebruike de ampersand en de (taaloverschrijdende) Latijnse formuleringen et al., etc. 2. a) De plaats van publicatie wordt geciteerd zoals die op het titelblad wordt vermeld en wordt dus niet vertaald naar de taal van de publicatie, als dit zou mogelijk zijn. Als de plaats van publicatie in het Latijn staat vermeld, zoals vooral in oude drukken het geval is, wordt naast de Latijnse plaatsnaam de vertaling in de authentieke taal tussen vierkante haken geplaatst (bijvoorbeeld: Coloniae [Köln], Lutetiae Parisiorom [Paris], Romae [Roma]). b) Men plaatst geen komma tussen plaats en jaar van publicatie. 3. De collatieonderdelen ‘deel’en ‘band’ wordedn in de taal van het te publiceren manuscript vermeld en dus niet in de taal van de anderstalige titel weergegeven. In een meertalig verzamelwerk wordt de taal van het te publiceren manuscript bepaald door de taal van het titelblad. Er bestaat een onderscheid tussen ‘deel’ en ‘band’: ‘deel’ duidt op de logische samenstelling van een publicatie, ‘band’ op de typografische of fysische samenstelling ervan. Bijvoorbeeld een publicatie bestaande uit: 3 dln. in 4 bdn. (Nederlands), 3 t. en 4 vol. (Frans), 3 Tle. in 4 Bde. (Duits), 3 vols. in 4 (Engels). Indien beide indelingen samenvallen, wat meestal het geval is, wordt de voorrang gegeven aan de benaming dl. (Nederlands), t. (Frans), Bd. (Duits), vol. (Engels). Zij worden als volgt afgekort: - Nederlands: dl. (deel), dln. (delen), bd. (band), bdn. (banden); - Frans: t. (tome/tomes), vol. (volume/volumes);
- Duits: Tl. (Teil), Tle. (Teile), Bd. (Band), Bde. (Bände); - Engels: vol. (volume), vols. (volumes). 4. Ook de aanvullende informatie staat in de taal van het manuscript. Editie De vermelding van een zoveelste editie gebeurt bijvoorbeeld als volgt: - Nederlands: 2e ed. (editie) - Frans: 2e éd. (édition), - Duits: 2. Ausg. (Ausgabe) - Engels: 2nd ed. (edition) Nadere specificaties bij editie als verbeterde, herziene editie e.a. worden in dit geval achterwege gelaten. De nadere specificatie bij editie wordt alleen vermeld wanneer er geen rangtelwoord staat; hierbij enkele standaardformuleringen: - Nederlands: herziene editie, nieuwe uitgave, herdruk, facsimile-uitgave - Frans: édition revue, nouvelle édition, réimpression, facsimilé - Duits: neu bearbeitete Ausgabe, Neuausgabe, Neudruck, Faksimile - Engels: revised edition, new edition, reprint, facsimile Vertaling - Nederlands: vertaald uit het brontaal door … - Frans: traduit du brontaal par … - Duits: übersetzt aus dem brontaal von … - Engels: translated from brontaal by … Inleiding - Nederlands: ingeleid door … - Frans: introduit par … - Duits: eingeleitet von … - Engels:introduced by … Bewerking - Nederlands: bewerkt door … - Frans: adapté par … - Duits: bearbeitet von … - Engels: adapted by … 5. In de literatuurlijst wordt in principe alleen een vermelding van het geconsulteerde deel, waaraan in de voetnoten wordt gerefereerd, opgenomen. Bijgevolg wordt er geen algemene verwijzing gemaakt naar het meerdelig werk in zijn geheel, tenzij dat er ook naar andere delen van dat werk wordt verwezen. 6. Informatie buiten de publicatie ingewonnen, voornamelijk om een anonieme auteur, of een onvermeld jaar of een niet genoemde plaats van publicatie te identificeren, wordt tussen vierkante haken geplaatst. 7. Bij de uitgave van teksten wordt een onderscheid gemaakt tussen tekstbezorgers (bewerkers van teksten) en uitgevers van bronnen. Naargelang van het geval wordt na de auteursnaam tussen ronde haken vermeld: red. (onder redactie van, redacteur) / reds. (redacteurs), of ed. (editor) / eds. (editors). Merk op dat deze aanduidingen eveneens in de taal van de publicatie worden vermeld (zie hierboven). 8. Namen van (hedendaagse) commerciële uitgevers/drukkers worden niet vermeld, tenzij de publicatie is verschenen vóór 1800. 9. Verwijzingen naar bladzijden en kolommen worden niet voorafgegaan door de gebruikelijke afkortingen p. (pagina/’s), blz. (bladzijde/en) en kol. (kolom/men). 10. In een Engelse titel worden alle zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, alsook bijvoeglijk gebruikte werkwoordelijke vormen en voornaamwoorden met een hoofdletter geschreven. 11. De auteursvoornamen worden herleid tot de vermelding van de initialen, ook al zijn ze op het titelblad voluit geschreven.
Courante voorbeelden Eéndelig boek Fragnito 1997 G. Fragnito, Le Bibbia al rogo. La censura ecclesiastica e i volgarizzamenti della Scrittura (14711605), Bologna 1997. Boek met een deeltitel Ruh 1999 K. Ruh, Geschichte der abendländischen Mystik, dl. 4: Die niederländische Mystik des 14. bis 16. Jahrhunderts, München 1999. Indien naar nog andere (of alle) delen van dit werk wordt vewezen die mogelijk bovendien elk in een verschillend jaar zijn gepubliceerd, wordt een algemene bibliografische referentie gemaakt waarbij niet noodzakelijk elke deeltitel, als die bestaat, moet worden vermeld: K. Ruh, Geschichte der abendländischen Mystikik, 4 dln., München 1990-1999. In voetnoot wordt de referentie, bijvoorbeeld: Ruh 1990-1999, dl. 2, 180.
Boek in één reeks Sanders 1990 J.G.M. Sanders, Waterland als woestijn. Geschiedenis van het kartuizerklooster ‘Het Hollandse Huis’ bij Geetruidenberg (1336-1595) [Hollandse studiën, 25], Hilversum 1990. De reekstitel tussen vierkante haken komt onmiddellijk na de boektitel zonder een komma tussen beide.
Boek in een reeks met onderreeks Achten 1984 G. Achten, Die theologischen lateinischen Handschriften in Quarto der Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz Berlin, dl. 2: Ms. theol. lat. qu. 267-378 [Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz. Kataloge der Handschriftenabteilung. Reihe 1: Handschriften, 1:2], Wiesbaden 1984. De reekstitel komt na de deeltitel als onderdeel van de hoofdtitel.
Boek in twee reeksen Rüthing 1967 H. Rüthing, Der Kartäuser Heinrich Egher von Kalkar (1328-1408) [Veröffentlichungen des MaxPlanck-Instituts für Geschichte, 18 / Studien zur Germania Sacra, 8], Göttingen 1967. Boek met aanvullende informatie (editie, vertaling, inleiding, bewerking) Editie Curtius 1963 E.R. Curtius, Europäische Literatur und lateinisches Mittelalter, 4e ed., Bern & München 1963. Wilmart 1971 Dus niet: 4. Ausg. in een Nederlandstalig manuscript (zie hoger)!
A. Wilmart, Auteurs spirituels et textes dévots du Moyen Âge latin. Études d’histoire littéraire, herdruk (editie 1932), Paris 1971. Dus niet: réimpression (édition 1932) in een Nederlandstalig manuscript (zie hoger)!
Vertaling Southern 1960 R.W. Southern, De opkomst van het avondland [Aula-boeken], vertaald uit het Engels door B.H. Loof, Utrecht & Antwerpen 1960. Inleiding, Bewerking Volgens hetzelfde systeem toepassen. Standaardformuleringen: zie hoger.
Broneditie Lamalle 1932 E. Lamalle (ed.), Arnold Beeltsens et Jean Ammonius: Chronique de la Chapelle à Hérinnes-lez-Enghien [Bibliothèque de la Revue d’histoire ecclésiastique, 8], Louvain 1932. Pro manuscripto / Niet in de handel Laporte 1953 [M. Laporte], Ex chartis capitulorum generalium ab initio usque ad annum 1951, In Domo Cartusiae [La
Grande Chartreuse] 1953. – Pro manuscripto. Catalogus van handschriften c.q. incunabelen Cat. cod. London 1959 British Museum Catalogue of Additions to the Manuscripts 1926-1930. Additional Manuscripts 4129642181, London 1959. Cat. cod. (Catalogus codicum) c.q. Cat. incun. (Catalogus incunabulorum) staat in cursief omdat de afkorting verwijst naar een titel. Men gebruike de Latijnse formulering. De plaatsnaam hierbij aansluitend in de authentieke taal verwijst naar de plaats van de bibliotheek waar de handschriften of incunabelen worden bewaard.
Catalogus van tentoonstellingen Cat. expos. Sint-Truiden 1986 Handschriften uit de abdij van Sint-Truiden. Tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst – Begijnhofkerk, 28 juni – 5 oktober 1986, Sint-Truiden 1986. Cat expos. (Catalogus expostionis) staat in cursief omdat de afkorting verwijst naar een titel. Men gebruike de Latijnse formulering. De plaatsnaam hierbij aansluitend in de authentieke taal verwijst naar de plaats waar de tentoonstelling heeft plaatsgehad.
Artikel in een tijdschrift beperkt tot dezelfde jaargang met doorlopende paginering van de afleveringen François 2006 W. François, ‘Petrus Sutor et son plaidoyer contre les traductions de la Bible en langue populaire (1525)’, in: Ephemerides Theologicae Lovanienses 82 (2006),139-163. Men plaatst geen komma tussen de tijdschrifttitel en het tijdschriftdeel. Het jaartal staat tussen ronde haken.
Artikel in een tijdschrift beperkt tot dezelfde jaargang met afzonderlijke paginering per aflevering Nissen 1999 P. Nissen, ‘De uitgestelde beloning. Tijd en eeuwigheid in de geschiedenis van de volksreligiositeit’, in: Speling 51:4 (1999), 22-28. Artikel in een tijdschrift verspreid over meerdere jaargangen Hendrickx 1973-1974 F. Hendrickx, ‘De handschriften van de kartuis Genadendal bij Brugge (1318-1580)’, in: Ons geestelijk erf, 47 (1973), 3-63, 241-290; 48 (1974), 143-169. In voetnoot kan men zo nodig de verwijzing opsplitsen in: Hendrickx 1973, Hendrickx 1974.
Artikel in een tijdschrift waarvan de lopende deelnummering overschakelt naar een nieuwe nummering onder de benaming ‘nieuwe reeks’ J.-P. Boudet, ‘Les condamnations de la magie à Paris en 1398’, in: Revue Mabillon 73 / N.S. 12 (2001), 121-157. Dit is een voorbeeld waar de oude en nieuwe nummering naast elkaar bestaan. Men gebruike de (taaloverschrijdende) Latijnse afkorting N.S. (Nova Series) als standaardformulering.
Artikel onder de vorm van een recensie Hendrickx 1974 F. Hendrickx, ‘Een nieuwe stimulans tot verder onderzoek van het boekwezen in de Nederlanden’, recensie van: Studies over het boekenbezit en boekengebruik in de Nederlanden vóór 1600 [Archief- en bibliotheekwezen in België, extranr. 11], Brussel 1974, in: Ons geestelijk erf 48 (1974), 411-435. Artikel in een jaarboek zonder deelvermelding E. van Autenboer, ‘Een landjuweel te Antwerpen in 1496?’, in: Jaarboek van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ 1978-1979, 125-149. Artikel in een encyclopedie Barone 2003 G. Barone, ‘Jacobus de Voragine’, in: Lexikon des Mittelalters 5 (1993), 262. Artikel in een verzamelwerk Gielis 1994 M. Gielis, ‘L’Augustinisme antiérasmien des premiers controversistes de Louvain Jacques Latomus et
Jean Driedo’, in: Mathijs Lamberigts (red.), L’augustinisme à l'ancienne Faculté de Théologie de Louvain [Bibliotheca Ephemeridum Theologicarum Lovaniensium, 111], Leuven 1994, 19-61. Overdruk uit een verzamelwerk c.q. tijdschrift Deschamps 1985 J. Deschamps, ‘De lange en de korte redactie van het Rosarium Jesu et Mariae van de kartuizer Jacobus van Gruitrode en de Middelnederlandse vertaling van de korte redactie’, overdruk uit: Chr. de Backer, A.J. Geurts & A.G. Weiler (reds.), Codex in context. Studies over codicologie, kartuizergeschiedenis en laatmiddeleeuws geestesleven aangeboden aan Prof. Dr. A. Gruijs [Nijmeegse codicologische cahiers, 46], Grave 1985, 105-128. Vermijd zoveel mogelijk te verwijzen naar overdrukken van bijdragen in een verzamelwerk of van een tijdschriftartikel en tracht dus bij voorkeur te refereren aan de oorspronkelijke publicatie.
Artikel op internet De Grauwe 2008 [web] J. De Grauwe, Dom Vincenzo Dinelli, een vermeende abt in de kartuis te Rome (1726), http://www.cartusiana.org/?q=node/1897 [geplaatst 10.06.2008]. Het internetadres van de publicatie wordt onderlijnd, met vermelding van het tijdstip van zijn plaatsing (‘geplaatst’, ‘geregistreerd’) op het internet, ofwel bij ontstentenis hiervan met vermelding van het tijdstip van zijn raadpleging (‘geraadpleegd’) op het internet.
Onuitgegeven verhandelingen Ameye 2004 Th. M.T. Ameye, Een monnikenwerk: reconstructie van het middeleeuwse kloosterscriptorium. Case study: de laatmiddeleeuwse scriptoria van Ter Doest en Herne. Licentiaatsthesis, Universiteit Gent 2004, 156 p., ill. Afhankelijk van de behaalde academische graad volgens het oude of nieuwe systeem en het land waar de academische graad werd behaald: België: Licentiaatsthesis, Masterthesis, Doctoraatsthesis Nederland: Doctoraalscriptie, Masterscriptie, Doctoraatsthesis. Andere landen: zoals geformuleerd op het titelblad.
Bijzondere gevallen van verwijzingen beperkt tot voetnoten • Verwijzing naar onuitgegeven bronnen: archief Oorsprong ende voortgang van het clooster der Carthuysers binnen de stad Antwerpen, in: Antwerpen, Felixarchief [Stadsarchief], Kerkelijk Archief, inv. nr. K 510 (olim 23385), [1748], 47 p. bibliotheek Johannes Divitis, Dicta salutis per modum epistole composita, in: Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, hs. 3733-50, 15e eeuw, fol. 119r-121r. Indien er een groot aantal onuitgegeven bronnen wordt geciteerd, is het wenselijk in de literatuurlijst een aparte lijst van deze bronnen op te nemen volgens bewaarplaats, -instelling en -nummer (evenwel zonder verwijzing naar de bijzondere inhoud). • Verwijzing naar een ongepersonaliseerde en ongedateerde informatie in een (lopende) website: In dit geval wordt de informatie in cursief weergegeven zoals vermeld op de website en respectievelijk gevolgd door het onderlijnde url-adres en het tijdstip van de raadpleging tussen vierkante haken: Jacobus de Voragine, http://www.manuscripta-mediaevalia.de/#|11 [geraadpleegd 31.12.2010]. Jan van Ruusbroec, http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=ruus001 [geraadpleegd 31.12.2010].