Slow Food behoudt traditionele streekproducten voor kleuters
>
>
Kijkboerderij
Cittaslow stimuleert kwaliteitsbeleid
voor plattelandsondernemers
>
>
Steun
Ondernemerschap in de grensstreek
STREEK | STREEK 3 | jaargang 3 | SEPTEMBER 2010 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
‘De conferentie kan een enorme impuls zijn voor startende samenwerkingsverbanden‘
STREEK 3 september 2010
Netwerk Platteland
6
>
e Kempen: de grens als D economische motor?
Organisatoren van de najaarsconferentie van Netwerk Platteland doen een boekje open over samenwerking over de grens.
8
>
treekbewoners: platteS landsondernemers in de Kempen
Vier innovatieve ondernemers uit de Kempen aan weerskanten van de grens vertellen over hun bedrijf.
10
> Waar voedselproducent en consument elkaar treffen
Slow Food bevordert het behoud van streekproducten van hoge kwaliteit en ondersteunt de ondernemers die ze maken.
12
> Een gemeente waar het goed toeven is
Cittaslow is een onderscheidend keurmerk voor kleine gemeenten. Midden-Delfland voert dat keurmerk al twee jaar.
14 > Streek-idee: Varkens knuffelen voor kleuters In de Vlaamse Kempen ligt boerderij het Ollemanshoekje, een kijkboerderij die educatie biedt voor de allerkleinsten.
COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Jet Holleman, Narda van der Krogt, Florien Kuijper, Koen Moons Eindredactie | Jet Holleman Foto’s | Guy Ackermans, Antoinette Borchert, Narda van der Krogt, Thomas van der Pluijm, www.slowfood.com Vormgeving | Grafisch Atelier Wageningen Omslag | Elisabeth Koch (prov. N-Brabant), een van de organisatoren van de Kempenconferentie Omslagfoto | Guy Ackermans Drukwerk | Drukkerij Modern, Bennekom
Het Netwerk Platteland is een nationaal netwerk van en voor iedereen die zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. We brengen organisaties met elkaar en met overheden in contact en bieden ze de gelegenheid van elkaar te leren. Daarnaast signaleren we nieuwe en kansrijke initiatieven voor landbouw en dorpsontwikkeling, voor natuur en sociale samenhang, voor leefbaarheid en zeggenschap. En we stimuleren gebiedscommissies in hun werk voor het landelijk gebied. We doen dit door middel van bijeenkomsten, adviesgesprekken, publicaties, een projectendatabase, een website, workshops, een nieuwsbrief en door goed te luisteren naar de behoeften van netwerkdeelnemers.
Website Het Netwerk Platteland presenteert zich ook op een goedgevulde, actieve website met onder meer actueel nieuws, verslagen van bijeenkomsten, een agenda, een interactief forum, de database innovatieve praktijken, een infotheek en achtergrondinformatie. www.netwerkplatteland.nl
Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief Netwerk Platteland willen wij u attenderen op belangrijke ontwikkelingen en innovatieve praktijken in het landelijk gebied en de activiteiten van het Netwerk Platteland. Deze e-mailnieuwsbrief verschijnt acht keer per jaar. Wilt u deze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan online aan via onze website of stuur een e-mail naar
[email protected].
NETWERK PLATTELAND STREEK Streek is hét netwerkwerkblad voor alle plattelanders in Nederland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Wilt u Streek ontvangen? Meld u dan online aan voor een abonnement via onze website, of stuur een e-mail naar
[email protected]. Heeft u een idee voor een artikel in Streek? Neem dan contact op met de redactie:
[email protected].
Projectendatabase: meld uw ervaring bij ons aan! Netwerk Platteland is voortdurend op zoek naar vernieuwende praktijken die bijdragen aan een sterk en leefbaar platteland. Nieuwe technieken op een agrarisch bedrijf, verrassende samenwerking op sociaalcultureel gebied, bijzondere vormen van natuurbeheer, projecten door en voor jongeren, enzovoort. In de database op onze website kunt u zoeken op provincie, thema of op doelgroep. Van ieder project vindt u een korte omschrijving, succesfactoren en mogelijke knelpunten, websites en contactpersonen. Heeft u ervaring met een innovatief project? Laat het ons weten! U kunt uw ervaring online aanmelden. Na goedkeuring wordt uw ervaring opgenomen in de database.
Netwerk Platteland, bindt doet prikkelt en verrijkt www.netwerkplatteland.nl |
[email protected] | 033-4326090 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
2 STREEK 3 10
Om te voorkomen dat te veel geld opgaat aan overhead, functioneren zeven contactambtenaren van de gemeenten van Oost-Groningen als Stipo-coach. Die hebben toch al contact met de ondernemers. Daarachter zit een expert-team met mensen van KvK, ROI en MKB-Noord en drie innovatieve ondernemers. Op 1 september is het van start gegaan, ik ben erg benieuwd hoe het gaat lopen.’ Samen sterk
foto: Antoinette Borchert
Cor Eenkema (LEADER Oost-Groningen):
‘Steun in de rug voor de ondernemer’ Leefbaarheid en plattelandseconomie, dat zijn de thema’s van LEADER. In Oost-Groningen wordt vooral op het tweede ingezet. Cor Eenkema, LEADER-coördinator in deze regio, helpt samen met projectleiders van het Plattelandshuis Oost-Groningen bij het opzetten van steunpunten en ondernemerscollectieven. ‘Wij maken een zo plezierig en praktisch mogelijke omgeving voor ondernemers en daar maken ze enthousiast gebruik van.’ In Oost-Groningen kunnen ondernemers wel een steuntje in de rug gebruiken. Toch zijn daar opvallend veel ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Vooral op het gebied van toerisme en recreatie liggen er veel kansen, meent Eenkema. ‘Maar ook in andere branches kunnen ondernemers met een beetje hulp verder komen.’ Starters en ondernemers die in de problemen zijn geraakt, kunnen rekenen op directe ondersteuning. Daartoe heeft Eenkema het Regionaal Ondernemers instituut (ROI), dat al sinds 1987 bestaat, flink opgeschaald. ‘Als bedrijven uit de rails dreigen te lopen, kunnen ze hier steun krijgen van specialisten. Het kan gaan om dreigend faillissement, schuldeisers, belastingproblemen of vergunnings-
perikelen. Starters kunnen hulp krijgen bij hun ondernemingsplan. Het ROI heeft drie deskundige medewerkers die zo nodig kunnen verwijzen naar gespecialiseerde bedrijven in hetzelfde kantoorpand.’
‘Een ander voorbeeld is de ondersteuning van ondernemerscollectieven. Dat zijn ondernemers uit eenzelfde regio die elkaar versterken door samen producten of diensten aan te bieden. Op het gebied van recreatie heb je bijvoorbeeld het Blauwe Lint, met zo’n vijfentwintig ondernemers uit ‘t Oldambt. In Westerwolde is het samenwerkingsverband Waar Westerwolde actief, bestaande uit twintig ondernemers. Toerisme en recreatie gaan in de hele provincie een steeds belangrijkere rol spelen. Zo is in de Veenkoloniën stevig geïnvesteerd in waterrecreatie. Daar zijn nieuwe vaarroutes ontwikkeld vanuit de stad Groningen naar Duitsland en verbindingen met de Waddenzee. Dit biedt nieuwe kansen voor onder nemers. Deze ondernemers (Veenkoloniaal Goud) krijgen nu ondersteuning gebaseerd op de kennis en ervaring van het Blauwe Lint en Waar Westerwolde. LEADER faciliteert deze kennisuitwisseling.’ Mountainbiken
Als hij nieuwe kansen ziet, helpt Eenkema ondernemers graag zelf op weg. Zo kon hij het ontbreken van goede mountainbikeroutes in natuurgebieden omzetten in nieuwe kansen voor recreatie- en horecabedrijven. ‘In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur komen er nieuwe natuurgebieden bij, die ook geschikt zijn voor recreatie. Die gebieden trekken veel mountainbikers, maar die rijden soms ook in kwetsbare stukken natuur. Ik heb de natuurbeheerders, vier mountainbike verenigingen en de voorzitter van Waar Westerwolde bij elkaar geroepen om te kijken hoe we mountainbikeroutes kunnen aanleggen die buiten de kwetsbare delen van de EHS blijven, maar wel langs horecagelegenheden gaan. Dan kun je gaan denken aan het opzetten van arrangementen.’
Initiatief
Eenkema ondersteunt de individuele ondernemers niet altijd zelf. ‘Als LEADERcoördinator neem of ondersteun ik initiatieven die uit LEADER-gelden worden gefinancierd. Veel ondersteuning loopt via stichtingen en samenwerkingsverbanden. Naast het ROI hebben we sinds kort bijvoorbeeld Stipo. Dat staat voor Stimulering Innovatie van Plattelandsonder nemingen. Stipo is een initiatief van de Kamer van Koophandel en MKB-Noord.
LEADER moedigt de toepassing van kwalitatief hoogwaardige strategieën voor duurzame ontwikkeling aan en stimuleert partnerschap en netwerken voor de uitwisseling van ervaringen. Leader maakt deel uit van het PlattelandsOntwikkelingsProgramma (POP), dat loopt van 2007 - 2013. Meer informatie over Leader in POP2 vindt u op www.netwerkplatteland.nl.
3 10 STREEK 3
korte berichten
Manifest voor natuur en platteland Er moet een balans komen tussen de diverse functies in het landelijk gebied, stellen de ANWB, de Federatie Particulier Grondbezit, de twaalf Landschappen, LTO, Natuurmonumenten, Natuurlijk Platteland
Nederland, de RECRON en Staatsbosbeheer in een gezamenlijk manifest. Zij boden dit manifest aan de informateurs aan om te pleiten voor een sterk platteland, waarin het beleid voor natuur en landschap in evenwicht is met de economische ontwikkeling van het platteland. Er is speciale aandacht voor de Ecologische Hoofdstructuur. Deze moet worden afgemaakt, maar wel flexibel en met oog voor de lokale en regionale omstandigheden. Volgens het manifest mag de schaarste aan middelen de vergoeding voor beheer van bestaande natuur niet in de weg staan. Verder wil men het landelijk gebied toegankelijker maken
PUBLICATIES De lerende regio In steeds meer regio’s ontstaan kennisarrangementen, duurzame samenwerkingsverbanden tussen onderwijs, onderzoek, overheden, ondernemers en andere partners. Projectpartners profiteren van de kennis en frisse blik van studenten. De studenten doen vaardigheden op die ze later goed kunnen gebruiken en maken kennis met de specifieke opgaven waar de regio voor staat. Dit boek laat zien dat een kennisarrangement meer is dan een aantal samen werkingsprojecten tussen onderwijs en praktijk. Samenwerking wordt pas tot een ‘kennisarrangement’ wanneer (studenten)onderzoeken thematisch met elkaar samenhangen en op elkaar voortbouwen. Daarvoor zijn duurzame afspraken nodig. Beleidsmedewerker en terreinbeheerder, docent en gedeputeerde, kennismakelaar en onderzoeker bouwen vanuit hun verschillende rollen mee aan een regionaal kennisarrangement. In dit boek komen veel mensen aan het woord met hun eigen verhaal. Ter inspiratie voor iedereen die in zijn of haar regio werkt aan een kennis arrangement, of dat overweegt. ‘De lerende regio: Kennisarrangementen voor vitale regio’s’. Publicatie van Netwerk Platteland, in samenwerking met de Groene Kennis Coöperatie en het LEI, in opdracht van het ministerie van LNV. U kunt het boek voor € 5,- bestellen via www.netwerkplatteland.nl.
4 STREEK 3 10
voor het publiek. Dit is te realiseren door de multifunctionele landbouw te stimuleren. Meer informatie en het manifest zijn te vinden op de website van Staatsbosbeheer: www.staatsbosbeheer.nl
mensen weten of ervaren dat. Zo werken mensen met een persoonsgebonden budget op een zorgboerderij en zoekt iemand met een drukke baan graag ontspanning in de natuur. ‘Notitie Raakvlakken zorg en groen’ is gratis te downloaden via www.infoloketplatteland.nl.
Website Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling Verbreding vernieuwd verzacht effecten De website van de ENRD, het krimp European Network for Rural Development, is vernieuwd. Niet alleen het uiterlijk is nieuw, de website ook gebruikersvriendelijker geworden. Zo kunt u in een vernieuwde database samenwerkingspartners voor plattelandsprojecten uit alle lidstaten zoeken. Ook is er een digitale ‘LEADER cooperation guide’. Deze gids geeft stap-voor-stap-advies voor het opzetten van internationale samenwerkingsprojecten. Verder is er informatie over het Europese plattelandsbeleid, contactgegevens van alle National Rural Networks en informatie over door het ENRD georganiseerde bijeenkomsten. Neem een kijkje op http://enrd.ec.europa.eu/
Raakvlakken tussen zorg en groen Waarom maakt de gezondheidszorg geen gebruik van de natuur? De overheid wil de samenwerking tussen zorg- en natuurorganisaties stimuleren. Alterra, onderdeel van Wageningen UR, deed onderzoek naar aanknopingspunten in het beleid van twee ministeries (SZW en VWS). Het blijkt dat diverse regelingen, wetten en plannen aansluiten bij de wens om de twee sectoren meer te laten samenwerken. De samenwerking tussen de zorg en natuur biedt grote voordelen. Een voorbeeld: eigenaren van een natuurterrein hebben mensen nodig voor het onderhoud. Zorginstellingen kunnen hun cliënten zinvol werk geven door hen onderhoudswerk in de natuur te laten doen. Bewegen in de natuur bevordert de gezondheid. Veel
De effecten van krimp kunnen worden verzacht door verbreding, stelt het rapport ‘Ondernemend met krimp! Handreiking economische bedrijvigheid bij bevolkingsdaling’, dat bureau Berenschot opstelde in opdracht van het Ministerie van Economische zaken. Het rapport laat zien dat bevolkingskrimp mogelijkheden biedt voor nieuwe economische initiatieven die de bedrijvigheid in krimpregio’s stimuleren. Men denkt aan initiatieven als zorgtoerisme, nieuwe onderwijsvormen en ruimte voor nieuwe economische activiteiten, zoals glastuinbouw en duurzame energie. Met behulp van de dertien inspirerende voorbeelden sporen bureau Berenschot en het Ministerie ondernemers aan de bevolkingsdaling te zien als een uitdaging en vernieuwende projecten te initiëren. Het rapport is te downloaden op de website van de Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/ ministeries/ez/
CBS-landbouwtelling onder de loep De CBS-landbouwtelling is het belangrijkste databestand op het gebied van multifunctionele landbouw. Het Landbouw-economisch Instituut (LEI), onderdeel van Wageningen UR, onderzocht in opdracht van de Taskforce Multifuntionele Landbouw de volledigheid van het bestand. De conclusie:
de database bevat niet alle (landbouw)bedrijven met multifunctionele activiteiten. Een oorzaak is dat sommige bedrijven vanwege de contributieheffing door LTO de verbredende activiteit niet officieel aangeven, maar die als hobby bestempelen. Ook is de term verbrede landbouw nog niet bij alle boeren bekend, stelt het LEI. Behalve het CBS houden ook andere organisaties de gegevens van multifunctionele bedrijven bij, zoals Eurostat, Stichting verenigde zorgboeren, verenigde agrarische kinderopvang, Dienst Regelen, VeKaBo en de Bio-Monitor. Ook de gegevens in die databestanden verschillen onderling op een
aantal punten. Het LEI hoopt met dit rapport meer duidelijkheid te scheppen. www.lei.wur.nl
Boerenbond lanceert campagne ‘Proef het platteland’ In Vlaanderen is de campagne ‘Proef het platteland’ gelanceerd. De Boerenbond wil de consument informeren over het belang van lokale voedselproductie. De organisatie benadrukt de rol die land- en tuinbouwers spelen in de productie van voldoende voedsel van hoge kwaliteit, dat veilig, lekker en betaalbaar is. Ook spelen boeren een grote rol in het onderhoud en leefbaar-
PUBLICATIES Poolse arbeidsmigranten op het Nederlandse platteland Wat zijn de sociale gevolgen van de stroom Poolse arbeidsmigranten op het Nederlandse platteland? Movisie onderzocht dat en publiceert de resultaten in de verkenning: ‘Onder Polen, Poolse arbeidsmigranten op het platteland in beeld’. Het schetst een duidelijk beeld van wat er leeft onder de migranten, waarom het platteland aantrekkelijk is voor deze groep en welke impact de nieuwkomers hebben op plattelandsgemeenschappen. Movisie besluit de rapportage met observaties. De Poolse arbeidsmigranten bezorgen weinig tot geen overlast, maar er is ook zeer weinig contact tussen de autochtone bevolking en de Polen. Dat is vaak een bewuste keuze. Polen willen hier werken en geld verdienen voor een betere toekomst. Ze investeren weinig in een sociaal leven. Toch vestigen steeds meer Polen zich hier wat meer permanent, al stellen ze het keuzemoment vaak telkens uit. Het is veelal afhankelijk van de thuissituatie en de situatie in het land van herkomst. Op de website van Movisie kunt u de publicatie downloaden. www.wwzmaakhetsamen.nl/131360/def/home/publicaties/publicaties/onder_polen/
heid van het platteland. Op www.proefhetplatteland.be kunnen bezoekers een profiel aanmaken. Hiermee ‘tekenen’ ze een fotopetitie en kunnen ze een weekendje op het platteland winnen. De organisatie wil met deze alternatieve petitie de consumenten laten beseffen dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ook voor hen van belang is.
Platteland centraal in muziektheater Muziektheaterensemble de Veenfabriek uit Leiden brengt als onderdeel van het project ‘Platteland als Podium’ de productie ‘Machine Agricole’. Hierin staan het platteland, de relatie tussen stad en land en het boerenbestaan centraal. Het gezelschap geeft zowel de moeilijkheden als de schoonheid van het platteland weer.
Het lekkerste regionale product Syntens organiseert in samenwerking met de Taskforce Multifunctionele Landbouw en foodlog.nl een wedstrijd voor ondernemers wie het lekkerste product van eigen bodem maakt. Wie de voorrondes, de mening van Nederland en de regionale masterclass heeft overleefd, maakt kans op de ‘Smaakvol 2010’. De Smaakvol-erkenning wordt voor de derde keer uitgereikt. Vorig jaar won Pepijn Ornstein
In Platteland als Podium staan participatie en samenwerking centraal. Iedereen is welkom om de muziekvoorstellingen, de mini-opera van een basisschool en een diner met streekproducten bij te wonen. Op zaterdag 9 oktober voor zonsopgang start het project met een ontbijt voor driehonderd mensen op een boerderij. Vervolgens geeft de Veenfabriek gedurende een half jaar voorstellingen en organiseert en aantal debatten. Hiervoor werkt het ensemble nauw samen een ‘denktank’ bestaande uit boeren en kunstenaars. Locatie: Boerderij van Piet van der Geest, Zijldijk 8, Warmond, Gemeente Teylingen. Reserveren: T (071) 3318053 of E
[email protected]. Het project wordt afgesloten op 12 en 13 maart 2011 in Paradiso in Amsterdam. Meer informatie vindt u op www. plattelandalspodium.nl/
van Grunschnabel Ice Labaratories uit Alkmaar met zijn ijs met bijzondere smaken zoals rode peper, kokos en basilicum. In de smaakjury zitten o.m. de culinair journalisten Janneke Vreugdenhil en Felix Wilbrink en Dick Veerman, foodkenner en initiatiefnemer van foodlog. nl. Begin november vinden de regionale voorrondes plaats in Zwolle, Amsterdam en Veghel. De finale is op 30 november in Den Bosch. Meer informatie: www.syntens. nl/desmaakvannl/home.aspx 3 10 STREEK 5
conferentie
Foto: Florien Kuijper
Foto: Guy Ackermans
De Kempen staat centraal in de najaarsconferentie van Netwerk Platteland. Niet voor niets: het is een bijzondere regio, die deels in België, deels in Nederland ligt. Ooit is er een grens dwars door de Kempen getrokken, maar het gebied is een eenheid, met eenzelfde landschap en een gedeelde historie. De regio wil zichzelf graag op de kaart zetten. Is die grens dan een rem of juist een kans?
De Kempen: de grens als economische motor? Waarom is samenwerking over de grens zo belangrijk voor de Kempen? ‘Het Europese beleid zet sterk in op regionalisering’, vertelt Jan van den Berghe, van Strategisch Plan Kempen (SPK), een Vlaams privaat samenwerkingsverband dat de Kempense regio sociaal-economisch wil versterken. ‘Iedere regio wil zich dus profileren. Het meeste succes hebben de regio’s die een goed verhaal hebben én authentieke producten en diensten bieden die bij dat verhaal aansluiten. De Kempen is een landschappelijke eenheid, met bos, heide en eenzelfde type landbouw. Je kunt alleen tot een goed verhaal komen als de Kempen zich als eenheid presenteert. Maar je moet de grens niet ontkennen; die maakt het gebied juist bijzonder.’ Echt Kempens
Hoe kunnen ondernemers het verhaal van de Kempen aan de man brengen? Van den Berghe: ‘Een product is pas echt Kempens als er gevoel voor de plek uit spreekt, als de productiewijze is ingebed in het 6 STREEK 3 10
landschap, de historie of de natuur.’ Een geslaagd voorbeeld is het streekbier Gageleer. Het wordt gebrouwen van lokaal geteelde ingrediënten. Gagel, een struikje van de natte heide en dus typisch voor de Kempen, voegt een bijzondere smaak en een extra vleugje Kempen toe. ‘Mooi hoe een typisch kenmerk van de Kempense natuur wordt ingezet om een streekproduct te maken’, zegt Van den Berghe. ‘Bij Gageleer zijn ondernemers aan weerszijden van de grens betrokken, ook daarmee is het volledig Kempens.’
van samenwerking tussen ondernemers onderling en tussen ondernemers en overheden. ‘Als provincie móet je ruraal ondernemerschap belangrijk vinden’, stelt zij. ‘Goedlopende bedrijven op het platteland houden een gebied leefbaar, zorgen dat mensen er willen wonen, dat er voorzieningen blijven bestaan. We moeten ons daarom meer als onderne-
Samen sterk
‘Een product is pas echt Kempens als er gevoel voor de plek uit spreekt’
Hoe kun je ondernemers stimuleren om de eigenheid van de Kempen te verzilveren? Door ze bij elkaar te brengen, want samen zijn ondernemers sterker. SPK stimuleert samenwerking door regionale netwerken op te zetten voor ondernemers, erfgoedbeheerders en landbouwers. Ook Elisabeth Koch, beleidsmedewerker bij de provincie Noord-Brabant en LEADER-coördinator, wijst op het belang
mende overheid opstellen door slimme, publiek-private samenwerkingsverbanden te stimuleren.’ Een voorbeeld: Bezoekersmarkt de Hilver, begonnen als LEADER-project en nu een zelfstandig netwerk van ondernemers rond Hilvarenbeek. De ondernemers ontwikkelen samen toeristische arrange-
Foto’s: Thomas van der Pluijm
menten. Een bezoek aan een aspergeteler bijvoorbeeld, gecombineerd met een aspergediner in een restaurant, een overnachting in een B&B en een bezoek aan de Beekse Bergen. Ook over de grens ontstaan dit soort initiatieven. De grens: rem of kans?
De grens is een stimulans als hij een unique selling point wordt. Van den Berghe noemt als voorbeeld natuurgebied het Merkske, waar een natuurpad is aangelegd dat een paar keer de grens kruist. Ondernemers aan weerszijden van de grens kunnen daarbij aansluiten. Koch noemt als voorbeeld historische smokkelroutes, die toeristische aanknopingspunten bieden. De grens kan echter een barrière vormen als de regels en procedures uiteenlopen. Van den Berghe noemt als voorbeeld het Kempens heideschaap. Een streekproduct met een historische context én een hedendaagse rol in het natuurbeheer, dat als exclusief kwaliteitsproduct wordt verkocht aan regionale restaurants en via betere regionale slagerijen. ‘Nederland kent ruimere subsidieregelingen, waardoor het voor een Nederlandse ondernemer makkelijker is om iets op te zetten’, aldus Van den Berghe. ‘Daarnaast maken de verschillen in veterinaire eisen in België en Nederland dat een kudde op de hei niet zomaar de grens mag oversteken. SPK wil bijdragen aan een oplossing voor die problemen. Zo versterk je de Kempen én stimuleer je de grensoverschrijdende regionale economie.’ Overheden
De bemoeienis van lokale overheden stopt vaak bij de grens. Ze zijn zich weinig bewust van hun rol bij het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking. Van den Berghe hoopt dat de Kempenconfe-
rentie daar iets aan kan veranderen. ‘We proberen lokale bestuurders met positieve voorbeelden van transnationale samenwerking bewuster te maken van knel punten en kansen. Als spin off van de conferentie streven we naar een netwerk voor lokale bestuurders aan weerszijden van de grens, zoals dat van de onder nemers. Ook overheden zijn gebaat bij uitwisseling en samenwerking.’ ‘De Kempenconferentie kan een enorme impuls zijn voor startende samenwer-
‘Het wordt een inspirerende bijeenkomst’ kingsverbanden, daar zijn we als Provincie graag bij betrokken’, vult Koch aan. ‘Op de conferentie komen veel partijen: overheden, ondernemers, streekhuizen, ZLTO, LEADER-gebieden, allerlei losse projecten. Het wordt een inspirerende bijeenkomst, ook voor andere regio’s in binnen- en buitenland.’ Meer informatie over SPK: www.spk.be
De Kempen staan centraal in de tweedaagse najaarsconferentie van Netwerk Platteland. Tijdens de eerste dag staan succesvolle ondernemers initiatieven uit de Kempen centraal. De tweede dag gaat over succesvolle manieren, uit de Kempen én interna tionaal, waarop overheden en netwerken regionale ondernemers kunnen ondersteunen. Meer informatie: www.kempenconferentie.eu
3 10 STREEK 7
‘Duurzaamheid en agrarisch natuurbeheer’ Wat voor bedrijf heeft u en waarom koos u voor verbreding? ‘Van oorsprong is Landgoed de Hoevens een buitenplaats. Het groeide uit tot een modern melkveebedrijf, tot we in 1992 de omslag maakten. Er kwamen steeds meer mensen wandelen en fietsen door de bossen in de omgeving. Duurzaamheid en agrarisch natuurbeheer werden belangrijker en wij ontdekten dat dit goed bij ons past. We besloten de stap te zetten naar recreatie, natuurontwikkeling en natuurbeheer.’ Wat is de innovatie? ‘De agrarische elementen op het landgoed zijn verdwenen. We herstelden vele landschapselementen, zoals houtwallen, lanen en poelen. Het terrein is nu een
inspirerende locatie voor bedrijven. Ook is er een luxe groepsaccommodatie en een natuurkampeerterrein met blokhutten en een tipi. Op het landgoed bieden we verschillende workshops aan, zoals djembé, yoga en koken met streekproducten. We zijn een recreatiebedrijf met een verhaal: we werken met pure producten uit de streek en er graast jongvee op ons landgoed. Wij leveren vervolgens weer stro en voer aan de boer en zo maken we de cirkel rond.’ Wat betekent de Kempen voor u? ‘De Hoevens ligt net onder Tilburg en is deel van een uitgebreid natuurgebied. De streek heeft een grote betekenis voor ons. We zijn nu aan het kijken naar een
nog betere samenwerking met bijvoorbeeld Kempen Goed, een stichting voor vertegenwoordiging van groene ondernemingen met een multifunctionele tak in de Kempen.’ Welke invloed heeft het bedrijf op de streek? ‘We hebben in de omgeving een redelijke bekendheid opgebouwd. Hiermee kunnen we een bijdrage leveren aan de educatie en recreatie in de omgeving. Eén van de methoden om agrobiodiversiteit te verbeteren in het gebied is natuurbegrazing door de unieke Kempische heideschapen op het landgoed. Door mee te gaan met de herder leren mensen meer over de rol van deze schapen in het landschapsbeheer.’
Floris van der Lande Landgoed de Hoevens, Alphen (NL)
STREEK-bewoners portretteert in elk nummer vier mensen die zich inzetten voor een sterk en aantrekkelijk platteland. Ditmaal vier plattelandsondernemers in de Kempen.
STR EE K
Luc Nouwen
Sint Jozefhoeve, Balen (B)
‘Het imago van de landbouw oppeppen’ Wat voor bedrijf heeft u en waarom koos u voor verbreding? ‘We hebben een melkveebedrijf met 65 melkkoeien en 45 stuks jongvee. Mijn vrouw en ik zijn sociaal ingesteld en kozen voor sociale, educatieve en recreatieve verbreding in plaats schaalvergroting. Het ging heel geleidelijk. Eerst maakten we informatieborden over land- en tuinbouw langs een langeafstandsfietspad. Later wilden mensen en scholen graag ons bedrijf bezoeken. We verbouwden de hooizolder tot vergaderruimte en we bedachten verschillende activiteiten, zoals ‘KOEkriebels’ en ‘KOEklusjes’ voor kinderen en ‘’t pure WEI-gevoel’ als teambuilding voor volwassenen.’
8 STREEK 3 10
Wat is het innovatieve? ‘Feiten als: ‘Een koe drinkt tachtig liter water per dag’ gaan het ene oor in en het andere uit. Wij laten de kinderen die informatie beleven. Met emmers van twaalf liter stapelen we net zo lang tot het tachtig liter is. Hetzelfde doen we met andere abstracte begrippen, zoals een hectare vergelijken met voetbalvelden. De beleving begint al op weg naar de boerderij. We halen de schoolkinderen vijf kilometer verderop met een kar op. Die kar is beschilderd met een koe, schaap, varken en een kip en gevuld met stro.’ Wat betekent de Kempen voor u? ‘Het landschap is heel mooi hier. Wij werken samen met plattelandsorganisaties en de VVV om
mensen het mooie te laten ervaren, bijvoorbeeld door middel van een doe-wandelpad door de weiden en akkers en een arrangement met schapen. Door middel van zulke activiteiten willen we het imago van de landbouw oppeppen.’ Welke invloed heeft het bedrijf op de streek? ‘Door de educatieve en recreatieve verbreding ontvangen we nu jaarlijks ruim 3000 personen voor schoolreisjes, vergaderingen of teambuildingsactiviteiten. Bovendien zijn we zorgboerderij voor probleemjongeren. Er verblijft dan acht weken één jongere op de boerderij van maandag tot vrijdag. Wij zorgen voor structuur en respect, hij of zij werkt mee op de boerderij.’
‘Dierenwelzijn en educatie’ Wat voor bedrijf heeft u en waarom koos u voor verbreding? ‘We hebben een gesloten varkensbedrijf. Dat wil zeggen dat de biggen bij ons worden geboren en blijven tot ze slachtrijp zijn. We kopen nooit dieren aan. Voor het varkensvoer halen we natuurlijke producten uit de voedingsindustrie en mengen die tot een brij. We willen niet alleen vlees produceren, maar ook de mensen laten zien hoe het eraan toe gaat op een modern boerenbedrijf. In het jaar 2000 besloten we te verbreden naar een kijkboerderij. Er kwam veel bij kijken, zoals hygiëneregels voor bezoekers en ramen tussen bezoekers en varkens om het risico op varkensziekten te verlagen.’
Wat is de innovatie? ‘In dierenwelzijn lopen we voorop. De zeugen lopen bij ons vrij rond, terwijl dat pas in 2012 verplicht zal worden. En we vaccineren de beren, zodat ze niet gecastreerd hoeven te worden. De kijkboerderij is ook een innovatie. Ik heb een opleiding gevolgd tot landbouwgids, iets wat in Nederland nog niet bestaat. Ik geef rondleidingen op de boerderij en via onze hoevewinkel verkopen we ons eigen kwaliteitsvarkensvlees.’ Wat betekent de Kempen voor u? ‘De Kempen is in de eerste plaats een prachtige, rustige en landelijke omgeving. Onze boerderij Wolkenhoeve ligt naast natuurreservaat de Zegge. Wij vinden dat natuur en landbouw heel goed samengaan.
Het is prachtig dat dit gebied is ontstaan uit het moeras dat het zestig jaar geleden was.’ Welke invloed heeft het bedrijf op de streek? ‘Wij geven mensen inzicht in de herkomst van ons voedsel, hoe de landbouw tegenwoordig werkt en wat de ecologische voetafdruk is. Onze varkens gaan bijvoorbeeld alleen van het bedrijf naar de slacht en weer terug. We maken mensen bewuster en zorgen voor een positieve indruk van het boerenleven. Ook geven we inzicht in wat de boer nog meer doet, zoals het onderhoud van de bomen en bescherming van de zwaluwen.’
Ria Peeters-Nouwen De Wolkenhoeve, Geel (B)
BEW O NERS Wino van Lieshout
Landgoed de Biestheuvel, Hoogeloon (NL)
‘Van boerenbedrijf tot recreatie-natuurgebied’ Wat voor bedrijf heeft u en waarom koos u voor verbreding? ‘Dit landgoed was vroeger een gemengd varkensbedrijf. De eerste stap naar recreatie begon met de verbouwing van een stal voor het 25-jarig huwelijksfeest van de toenmalige boer en boerin. In 1996 kwam de keus: óf groot worden in de recreatie óf meer varkens. Ze kozen voor de recreatie. Intussen werden de kinderen van de boer en boerin ook betrokken in het bedrijf. Het landgoed groeide verder. In 2006 kwam er een outdoor-tak bij. We hebben nu 230 bedden in de groepsaccomodaties. En we blijven vernieuwen. Vroeger was voor twintig mensen één douche en één toilet voldoende, tegenwoordig voldoet dit niet meer.’
Wat is het innovatieve? ‘Het is vernieuwend om een landgoed te ontwikkelen van boerenbedrijf tot een vrij toegankelijk natuurgebied met een insectenhotel, doolhof, schuilplaatsen en een wandelroute. We hebben het landschap versterkt en realiseren nieuwe natuur. De agrarische elementen zijn verdwenen. Voor optimale recreatiemogelijkheden hebben we robuuste zitbankjes geplaatst.’ Wat betekent de Kempen voor u? ‘Ik ben er geboren en getogen, dat geeft al een band. De Kempen is een streek met kenmerken die we kunnen gebruiken om het op de kaart te zetten, het zogenoemde ‘regiobranding’. Hier-
voor werken we samen met organisaties, zoals het Streekhuis Kempenland en het Land van de Zaligheden. En we proberen gebruik te maken van leveranciers uit de Kempen.’ Welke invloed heeft het bedrijf op de streek? ‘Wij hebben de instelling: we gaan het doen en we gaan zorgen dat onze ideeën van de grond komen. Zo zorgden we ervoor dat het riviertje de Kleine Aa de oorspronkelijke loop van rond 1900 weer terug heeft gekregen. Onder andere hiervoor werden we beloond met de Kempenlandtrofee 2010. Zeker ook vanwege het feit dat we alles in eigen beheer doen.’
3 10 STREEK 9
Achtergrond
Waar voedselproducent en consument elkaar treffen Wat heeft het verijdelen van de vestiging van een McDonald’s in het hart van Rome te maken met het behoud van de hoogstamboomgaarden in Zuid-Limburg? Veel. In Rome werd de Slow Food-beweging geboren in reactie op het oprukkende fast food. Sindsdien ondersteunt Slow Food – ook in Nederland – het behoud van streekproducten van hoge kwaliteit, zoals de Zuid-Limburgse appel-perenstroop.
Carlo Petrini maakte zich in 1986 kwaad over de voorgenomen vestiging van McDonald’s pal naast de Spaanse Trappen in Rome. ‘Wat is er mis met onze eigen traditionele keuken?’, vroeg hij zich af. Hij mobiliseerde de publieke opinie zo effectief, dat de vestiging van de fastfoodgigant werd afgeblazen. Dat was het begin van de Slow Food-beweging die nu aan-
Slow staat voor lekker, puur en eerlijk voedsel hangers heeft in honderdzestig landen. Slow staat voor lekker, puur en eerlijk voedsel: het moet goed smaken, geproduceerd zijn met respect voor mens, dier en milieu, en een eerlijke vergoeding voor de producent opleveren. Slow staat ook voor een levensstijl: samen eten is een aspect van de cultuur en bevordert de sociale
10 STREEK 3 10
samenhang. De Slow Food-beweging richt zich vooral op bewustwording bij de consument, maar bevordert ook de onderlinge samenwerking tussen producenten en het contact tussen consumenten en producenten. Regionaal produceren en consumeren staan centraal. Ark van de Smaak
Een boegbeeld van Slow Food is de Ark van de Smaak (zie kader). Producten moeten aan strenge criteria voldoen om tot de Ark van de Smaak te worden toegelaten, bijvoorbeeld: • ambachtelijk en kleinschalig geproduceerd, • gastronomisch interessant, • historisch en cultureel verbonden met een streek of stad, • bedreigd met uitsterven. Zo zijn er in Zuid-Limburg nog maar vier stroopstokers die het fruit van de plaatselijke hoogstamboomgaarden verwerken tot de ambachtelijke Limburgse stroop.
Andere Ark-producten zijn bijvoorbeeld Goudse boeren-oplegkaas, Amsterdamse ossenworst en Leidse boter. Maar ook huisdierrassen zoals het Drents heideschaap en het Lakenvelder rund zijn opgenomen in de Ark van de Smaak. Heeft Slow Food soms iets tegen vernieuwingen op het platteland? ‘Geenszins’, stelt Ton Jansen, commissaris Externe Betrekkingen van Slow Food. ‘Maar in de Ark van de Smaak willen we bewaren wat goed is en dreigt te verdwijnen.’ Salone del Gusto
De producenten van een Ark-product kunnen een presidium vormen en zo gezamenlijk hun product promoten. Zij mogen bijvoorbeeld hun product presenteren op de internationale culinaire beurs Salone del Gusto die in oktober voor de achtste keer in Turijn wordt georganiseerd. Jansen: ‘Samen met de Terra Madre-conferentie die gelijktijdig plaatsvindt, is dat de enige plek ter wereld waar
Foto’s: www.slowfood.com
boeren en ambachtelijke voedselproducenten, chef-koks en wetenschappers, ervaren fijnproevers en andere geïnteresseerden samenkomen, contacten leggen en vriendschappen sluiten.’
van het Drents heideschaap. De herders van hun kant werken aan verbreding: ze brengen niet alleen het vlees op de markt, maar ook de huiden en de hoorns.’ Nieuwe richtingen
Ondernemerschap
Slow Food ondersteunt het ondernemerschap van voedselproducenten, bijvoorbeeld op het gebied van marketing, netwerken en samenwerken met afnemers en lokale overheden. Dat komt uiteindelijk de economische vitaliteit van een hele regio ten goede. Ton Jansen is zelf nauw betrokken bij het Drents heideschaap. Hij vertelt enthousiast over dit bijzondere schapenras, de trots van de herders van onder meer het Balloërveld. ‘Maar de regionale afzet stagneert’, vertelt
Slow Food ondersteunt het ondernemerschap van voedselproducenten hij. ‘Drenten eten van oudsher geen lamsvlees. Voor de afzet in de regio, moet je je dus richten op de toeristische restaurants. Je moet het promoten als regionale specialiteit, misschien zelfs als seizoensproduct. Ze slachten rond de jaarwisseling, dus het beste seizoen om te genieten van dit heerlijke vlees is januari en februari. Slow Food helpt bij het leggen van contacten met restaurants en de promotie. Zo kunnen we bijdragen aan de bestaanszekerheid van de herders en daarmee aan het behoud
Slow Food zoekt steeds nieuwe manieren om de bewustwording bij de consument en het contact tussen regionale producen-
ten en consumenten te bevorderen. Een recente ontwikkeling zijn de Earth Markets: regionale boerenmarkten in de stad die als doel hebben stad en platteland (en dus consument en producent) met elkaar te verbinden. Ook wordt er samenwerking gezocht met andere organisaties om via de macht van het getal meer politieke invloed te verwerven.
Ark van de Smaak Om traditionele, ambachtelijke streekproducten en rassen te behoeden voor de vergetelheid neemt Slow Food ze op in de Ark van de Smaak en documenteert de teelt- en verwerkingsmethoden. Het streven is, meer bekendheid en erkenning voor deze producten te krijgen. De Ark van de Smaak bevat wereldwijd zo’n 750 producten, waarvan vijftien in Nederland.
Presidia Een Presidium bestaat uit de samenwerkende producenten van een product dat is opgenomen in de Ark van de Smaak. Zij produceren volgens strenge kwaliteitsregels. Door samen te werken kunnen zij hun product beter promoten en in de markt zetten.
Voedselgemeenschappen Een voedselgemeenschap is een regionale groep producenten. Zij zijn met hun regio verbonden vanuit milieu-, sociaal-economisch en historisch oogpunt. Hun doel is om samen hun kleinschalig geproduceerd kwaliteitsvoedsel in de regio bij de consument te brengen.
Convivia De regionale afdelingen van Slow Food heten convivia. Een convivium (Latijn voor feestelijk tafelgezelschap) brengt Slow Food-leden samen en bevordert de contacten met voedselproducenten in de regio. Een convivium organiseert bijvoorbeeld kookworkshops, diners, proeverijen en excursies. Meer informatie: www.slowfood.nl, www.terramadre.info.
3 10 STREEK 11
Cittaslow
Foto’s: Guy Ackermans
Een gemeente waar het goed toeven is Een bootje glijdt langs de rietkragen van de Vlaardingervaart. Achter het riet ligt een lage kade – het voormalige jaagpad. En daarachter liggen de veenweiden tot aan de horizon. Aan het roer staat de burgemeester van Midden-Delfland, Arnoud Rodenburg, die vol trots zijn gasten rondleidt door zijn gemeente, de eerste Cittaslow-gemeente van Nederland.
Midden-Delfland is een plattelandsgemeente tussen Den Haag, Delft, Rotterdam, het Nieuwe-Waterweggebied en de kassen van het Westland. Aan de horizon rijst de stedelijke bebouwing op. Daar wonen en werken zo’n anderhalf miljoen mensen. Het authentieke agrarische landschap van Midden-Delfland is een oase van rust waar steeds meer stedelingen komen wandelen, fietsen of varen. Rodenburg wijst op de jachthaven met driehonderd plaatsen die sinds kort een wachtlijst heeft en op het toeristenpontje dat deze zomer z’n miljoenste klant overzette. Gebiedsvisie
Hoe kwam Midden-Delfland erbij om Cittaslow-gemeente te willen worden? ‘We zijn een fusie-gemeente sinds 2004’, legt Rodenburg uit, terwijl we langs het natuurgebied De Vlietlanden varen. ‘Als nieuwe gemeente wilden we een gebieds visie ontwikkelen, samen met alle betrokkenen. Dat werd een groot evenement: met 150 personen, afkomstig van 63 partijen 12 STREEK 3 10
overlegden we drie dagen lang in een enorme stal, ergens midden in de polder. Daar zei een van de deelnemers al dat onze plannen in de sfeer van Cittaslow lagen. Toen wist nog niemand wat dat inhield. Een jaar later wilden we een dorpsvisie ontwikkelen om de karakteristieke waarden van onze dorpen te behouden en versterken. En weer kwam Cittaslow ter sprake. Toen ben ik erin gedoken. Ik heb
‘Cittaslow is een kwaliteits‑ systeem dat het mogelijk maakt je beleid te toetsen.’ contact gezocht met de Cittaslow-organisatie in Italië en ik werd enthousiast. Het is een kwaliteitssysteem dat het mogelijk maakt je beleid te toetsen. De criteria van Cittaslow sloten aan op de ontwikkelingsrichting waarvoor we gekozen hadden. We konden na een half
jaar al ‘examen’ doen. Sinds april 2008 is Midden-Delfland de eerste Cittaslowgemeente van Nederland.’ Bewustwording
Medio 2010 zijn Borger-Odoorn en Alphen-Chaam toegetreden tot het keurkorps van Cittaslow-gemeenten. Er zijn meer gemeenten geïnteresseerd, vertelt Rodenburg. ‘We streven naar een landelijk netwerk met per provincie een deelnemer. Veel gemeenten zien Cittaslow als een marketing-gadget, maar het is veel meer. Natuurlijk is het bruikbaar voor de marketing, maar je kunt het keurmerk alleen verkrijgen en behouden als het hele gemeentebeleid is gebaseerd op de principes van Cittaslow. Daarvoor is bewustwording nodig en de bereidheid verantwoordelijkheid te nemen. De gemeente neemt natuurlijk het voortouw, maar het bedrijfsleven en de inwoners moeten ook bijdragen. Daarom gaat de gemeente ook veel in gesprek met ondernemers en stimuleert zij nieuwe
ontwikkelingen. ‘In een brainstorm over het begrip gastvrijheid – een van de pijlers van Cittaslow – bleek bijvoorbeeld, dat er weinig overnachtingsmogelijkheden zijn in de gemeente. Daarom hebben we een stichting opgericht die (met een gemeentelijke subsidie) moet bevorderen dat er meer Bed&Breakfast-adressen komen.’ Samenwerking
Rodenburg: ‘Door Cittaslow moesten we als gemeentebestuur anders gaan denken. ‘Het is gebruikelijk om alles te verbieden wat niet in je visie past, maar het is veel uitdagender om te kijken hoe je het slim kan regelen om dingen mogelijk te maken. Daarom zijn we ook blij met de samenwerking tussen de Nederlandse Cittaslow-gemeenten die nu ontstaat. We zijn kleine gemeenten, met een vergelijkbaar budget. We zijn geen buren, er is geen concurrentie, maar we kunnen juist samenwerken op het gebied van marketing en toeristisch beleid. Er is overleg op het gebied van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en er komt een uitwisseling tussen ondernemers op gang.’
Wat is Cittaslow? Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Het werd in het leven geroepen door de burgemeesters van enkele Italiaanse gemeenten die al actief waren in de Slow Foodbeweging. Alleen gemeenten met minder dan 50.000 inwoners komen in aanmerking.
Kwaliteit van leven In deze tijden van urbanisatie en veralgemenisering is het voor authentieke gebieden belangrijk hun identiteit te bewaken en te versterken. Het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving is het allerbelangrijkst voor een Cittaslow-gemeente. Dit betekent dat een gezond milieu, het versterken van de landschappelijke kwaliteiten en een goede infrastructuur hoog op de agenda staan, evenals het koesteren van het cultuurhistorisch erfgoed, de plaatselijke tradities en het promoten van streekproducten.
Vooruitgang met behoud van historie Cittaslow bevordert de bewustwording bij beleidsmakers, instellingen, ondernemers en inwoners. Het keurmerk stimuleert hen om verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de gemeente. Naast de aandacht voor het authentieke, bevordert Cittaslow het gebruik van nieuwe technieken die de gewenste vooruitgang mogelijk maken. Cittaslow biedt een kader voor de toekomst met behoud van de historie. Meer informatie: www.cittaslow-nederland.nl en www.cittaslow.net.
Terwijl de burgemeester vertelt, glijden de weiden vol koeien langzaam voorbij onder de imposante Hollandse wolkenluchten. Hij wijst op de molen, het oude rechthuis en de authentieke bruggetjes. In het schilderachtige dorp Schipluiden bezoeken we nog een winkel vol streekproducten. Het is goed toeven in Midden-Delfland.
3 10 STREEK 13
streek- idee Wat doe je als je merkt dat er een tekort is aan goede kleuteruitstapjes? Martine Peeters en Dany Verheyen combineerden hun varkenshouderij met een educatieve kijkboerderij. Peeters’ achtergrond als kleuterjuf en de prachtige locatie in de Vlaamse Kempen maken het Ollemanshoekje tot een succes.
Foto: Thomas van der Pluijm
Foto: Thomas van der Pluijm
Varkens knuffelen voor kleuters Martine Peeters staat met de kinderen voor de poort. Ze stelt zich voor: ‘Ik spreek door een microfoon, want als de pauw gaat schreeuwen en de haan begint te kraaien, dan verstaan jullie mij niet meer.’ Ze vraagt de kinderen of ze een handje kunnen
‘Als het blijft kriebelen, kun je niet blijven krabben’ helpen. De varkens, schapen en kippen moeten namelijk een stukje brood krijgen en ze willen ook graag geaaid worden. ‘Maar de ezels mogen geen brood, die worden daar veel te dik van. Als we het brood pakken, lopen we behoedzaam met het stukje brood achter de rug langs de ezels naar de varkens.’ De stap zetten ‘Ik was kleuterjuf,’ vertelt Peeters, ‘en als we een uitstapje met de kleuters maakten, zag ik altijd 14 STREEK 3 10
problemen. Er was geen goede afsluiting, er waren geen propere toiletten of ze konden niet naar binnen met kou en regen. Vooral met de allerkleinsten van drie jaar is dat niet eenvoudig. Je moet ze continu in het oog houden.’ Elf jaar geleden nam ze samen met haar man Dany Verheyen het varkensbedrijf van haar ouders over. Het idee ontstond, zelf iets te beginnen waar ze met haar kindjes naartoe zou willen. ‘Ik had een vaste benoeming op een school hier in het dorp. Dus ik heb het enkele jaren afgehouden, want dan heb je de zekerheid niet meer. Maar uiteindelijk: als het blijft kriebelen, kun je niet blijven krabben.’ Uniek Tegenwoordig is het concept boerderijschool al redelijk bekend. Steeds meer scholen willen die brug slaan tussen het onderwijs en de land- en tuinbouwpraktijk. Peeters en Verheyen spreken over een schemerzone
tussen recreatie en landbouw. Toen zij zeven jaar geleden begonnen met de kijkboerderij, informeerden ze eerst bij de afdeling Land van het Vlaamse Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en kregen een gunstig advies. ‘Wij zijn uniek omdat we alleen met kleuters werken,’ vertelt Peeters. ‘Toen wij ons plan indienden, keurden ze het in het begin zelfs af dat wij alleen kleuters aannemen. Maar vanuit het kleuteronderwijs wist ik dat daar een tekort was. Ik had een doel.’ Landbouwleerpad Op de boerderij kunnen de leerlingen een landbouwleerpad afleggen. Aan het eind krijgen ze een diploma. ‘Ze moeten vragen beantwoorden over de boerderijdieren en -planten, zoals over zwaluwen en maïs. Het pad is met duidelijke prenten weergegeven, zodat kinderen het zelf kunnen afleggen. En als ze nog niet kunnen lezen, dan helpt de juf met vragen voorlezen.’
c o lumn
Karel Lhermitte
E = mc²
Foto: Narda van der Krogt
De methode is klasoverstijgend; kleuters en basisschoolleerlingen kunnen samen aan de slag. Peeters lacht hartelijk om de vraag naar haar toekomstplannen. ‘Er zit nog van alles te kriebelen, zoveel ideeën. Ik denk dat het nooit af zal zijn, echt nooit. Maar als eerste willen we een winterprogramma ontwikkelen. Ook betrekken we steeds meer de eerste klassen van de lagere school.’ Aan het eind van de educatieve rondleiding spoort Peeters de kinderen aan: ‘En nu rennen terug naar de poort.’ Daarna kunnen ze naar har-
‘Kinderen zitten al meer dan genoeg binnen’ tenlust spelen op de boerderij. Met de trekker racen, in het stro spelen of wat leren op de speelzolder. Peeters: ‘Als de kinderen hier vertrekken zijn ze doodop, zeker in het voorjaar. Ze hebben de hele winter binnen gezeten en nu moeten ze lopen, rennen en spelen. En dat is goed. Kinderen zitten al meer dan genoeg binnen.’ Meer informatie: www.hetollemanshoekje.be Nederlandse initiatieven zijn te vinden op: www.metdeklasdeboerop.nl.
In Leuven staat deze formule op een bord bij een school. Einstein? Kernenergie? Was het een school voor natuurkundigen? Nee, de formule betekende hier iets nieuws. ‘E’ stond voor educatie, ‘m’ voor motivatie en ‘c’ betekende coaching. In mijn werkveld, de plattelandsontwikkeling, ben ik steeds op zoek naar de fundamenten. Niet omdat ik van theorie houd, maar omdat ik daarmee mijn praktijk kan verbeteren. Een 19de-eeuwse wetenschapper zei: ‘Doen zonder denken is dom en denken zonder doen is tijdverlies’. Die uitspraak helpt mij om een probleem aan te pakken: veel ondernemers op het platteland redden het niet. Statistieken vertellen dat er genoeg starters zijn, maar dat ze het niet volhouden. Na vijf jaar zijn zeer veel ondernemers weer gestopt. Dat komt zo: wie met een onderneming start, heeft een idee waarvoor hij/zij door het vuur wil gaan. De adrenaline jaagt door het bloed, iedereen is vriendelijk, bloemen bij de opening en daarna… meestal de stilte. Twijfel besluipt de ondernemer. Waarom kopen/ komen ze niet? Heb ik de juiste keuze gemaakt? Hoe lang kan ik dit volhouden? Stel dat de markt ineenzakt? Voor deze fase in het ondernemerschap is de formule behulpzaam, vooral doordat de ‘c’ in het kwadraat staat. Als de ‘E’ voor empowerment staat, vertelt de formule dat de ondernemer moet geloven in zijn eigen zaak (de ‘m’ betekent dan intrinsieke motivatie). Daarbij moet de ondernemer hulp krijgen van een vertrouwde externe kracht die meeleeft met de successen en de moeilijkheden. Nu heet zo iemand een coach (‘c’), vroeger was dat een goede vriend. Is de ‘m’ of de ‘c’ nul, dan is het resultaat ook nul. Plattelandsontwikkeling zoekt naar de juiste ondernemers op het platteland. Maar als ze gestart zijn, mogen we ze niet aan hun lot overlaten. Daarom zie je in de praktijk lerende netwerken, steun punten, agro-coaches, praktijkkringen… Zo zie je maar, formules werken.
Karel Lhermitte Adviseur plattelandsontwikkeling Boerenbond - Landelijke Gilden
3 10 STREEK 15
Praktijkkring Voedselstrategieën Netwerk Platteland organiseert een ‘Community of Practice’ (CoP) met gemeenten die werken aan een duurzame voedselstrategie. Het doel hiervan is dat de gemeenten concrete stappen zetten om te komen tot een integraal voedselbeleid. De CoP bestaat uit gemeenten die al aan dit thema werken en nadenken over het opzetten van een voedselstrategie. Naar verwachting komen er vijf bijeenkomsten. Deze vinden steeds plaats in een andere gemeente. Bij iedere bijeenkomst staat een gedeeld thema centraal of een casus uit de gemeentepraktijk over duurzaam voedsel. De praktijkkring start op 25 november 2010. Wilt u meer weten of deelnemen? Kijk op www. netwerkplatteland.nl > werkwijze > praktijkkringen > voedselinitiatieven, of neem contact op met Martine Vonk, T (0345) 470 722 of E
[email protected].
Samenwerking tussen LEADER-groepen
Samenwerking staat bij de LEADER-aanpak centraal. Netwerk Platteland wil het totstandbrengen van die samenwerking graag ondersteunen. Op de website van Netwerk Platteland is veel informatie te vinden, zoals: • Een overzicht van de samenwerkingsthema’s van Nederlandse Leadergroepen • Een link naar de website van de European Network for Rural Development voor een overzicht van internationale oproepen tot samenwerking. Het is ook mogelijk zelf een oproep te doen voor samenwerking en de oproepen van buitenlandse LEADER-groepen te bekijken. Ten slotte biedt het Netwerk Platteland ook publicaties over samenwerking en ondersteuning bij het vinden van samenwerkingspartners. Meer informatie: www.netwerkplatteland.nl > werkwijze > samenwerken
Lezersenquête
Zo’n vijftig lezers vulden de enquête in, waarin we vroegen naar hun leesgedrag en waardering voor STREEK. In grote meerderheid waren de respondenten hoger opgeleid en velen hebben in hun werk te maken met plattelandsontwikkeling. Dit blad wordt intensief gelezen: meer dan de helft van de respondenten las alle nummers van een jaargang en drie van de vier lezen meer dan de helft van de artikelen. De rubrieken korte berichten en de agenda zijn populair. Een overgrote meerderheid is tevreden over de diepgang van de artikelen en vindt dat er voldoende variatie in het blad zit. De enquête leverde ook vele suggesties op voor thema’s en invalshoeken die nog onvoldoende aan bod zijn gekomen, zoals oplossingen voor planologische problemen, de rol van de plaatselijke en provinciale overheden, burgerparticipatie, de rol van water en bodem in gebiedsontwikkeling, de invloed van Natura 2000, jongeren op het platteland, mobiliteit en ITC. Er is ook behoefte bij de lezers aan mogelijkheden voor directe kennisuitwisseling en informatie die kan leiden tot participatie, netwerken en samenwerking. Wij nemen de suggesties mee. Alle respondenten hartelijk dank!
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Naar een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) In juli werd de maatschappelijke consultatie naar de toekomst van het Europese GLB afgesloten. Netwerk Platteland heeft hieraan bijgedragen door discussiebijeenkomsten te organiseren met vertegenwoordigers van vele maatschappelijke organisaties. De discussies werden gevoerd aan de hand van een discussiepaper, dat aanzette tot een open discussie over de doelen en instrumenten van het GLB, bijvoorbeeld met de vraag: ‘Stel, er is geen inkomenssteun meer vanuit het GLB’. Dat roept vragen op als: hoe staat het dan met de voedselzekerheid in Nederland, Europa en de rest van de wereld? Kan de markt dat opvangen? Het zal leiden tot grootschaliger bedrijven en wellicht tot lagere grondprijzen. Zijn er maatschappelijke waarden – zoals een aantrekkelijk landschap – waarvoor de overheid moet betalen, of geldt ook hier het primaat van de markt? Een andere vraag was, welk beleid op welk niveau moet worden bepaald. Voedselzekerheid, gezondheidsregels voor voedsel en een toegankelijk platteland zag men als onderwerpen voor Europees beleid. Maar steun voor maatschappelijke waarden moet een taak zijn van een zo laag mogelijke (nationale of regionale) overheid. Meer informatie: www.netwerkplatteland.nl > het speelveld > beleid > GLB
AG E NDA 29.09.2010 > Standplaats PL: Terreinbeheerder en boer sluiten recreatieverbond Logeren op het kasteel, eten bij de boer, wandelen door bos en beemd; plattelandsrecreatie vaart wel bij samenwerking tussen de aanbieders. In deze ‘Standplaats PL’ bezoeken we twee locaties waar de samenwerking tussen agrarische ondernemers en natuurbeheerders goed op gang is gekomen. Vertrek per bus vanaf station het Harde Kosten: € 50,www.netwerkplatteland.nl/standplaatspl
30.09.2010 > Linking rural
development and social farming
Tweedaagse conferentie over het samengaan van plattelandsontwikkeling met zorgboerderijen. 30.09 – 01.10 2010 Locatie: Mechelen (B) www.ruraalnetwerk.be
04.10.2010 > Leergang Gebiedsgericht werken
Leergang van de School voor Gebieds gericht werken (SVGW) voor mensen die beroepsmatig met projecten en processen in wijken en gebieden werken. Acht modules van twee dagen, start 4 oktober 2010 Kosten: € 5800,-Locatie: Zeist www.svgw.nl
17.11.2010 > Cursus Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Tweedaagse cursus over de actualiteit en het toekomstperspectief van natuurbeheer door agrariërs en particulieren. 17 en 18.11.2010 Locatie: Wageningen www.wbs.wur.nl
18.11.2010 > Kempenconferentie: ondernemers maken werk van de regio Tweedaagse conferentie over ondernemerschap en regionale ontwikkeling. Hoe kunnen ondernemers en overheden met de streekidentiteit als uitgangspunt, kwaliteit verbeteren, krachten bundelen en inspelen op nieuwe kansen? Zie ook pagina 6. Op 19.11 is de voertaal Engels. 18 en 19.11.2010 Locatie: Oud Turnhout (B) www.kempenconferentie.eu
07.12.2010 > Cursus Gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied Tweedaagse cursus waarin een beeld wordt gegeven van de specifieke kansen en mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied. 07 en 08.12.2010 Locatie: Utrecht Kosten € 1.445,- vrijgesteld van BTW www.geoplan.nl