2
Inhoud I COÖRDINATIE ........................................................................................................................................ 5 Coördinatie stedelijke preventiedienst 2013 ...................................................................................... 5 Coördinatie buurtwerk en jeugdpreventiewerk 2013 ........................................................................ 8 Kwaliteitszorg 2013 ........................................................................................................................... 10 II. DADER- EN SLACHTOFFER GEORIËNTEERDE PROJECTEN .................................................................. 13 Reinheid openbaar domein 2013 ...................................................................................................... 13 Positief uitgaansklimaat 2013 ........................................................................................................... 16 Inbraakpreventie 2013 ...................................................................................................................... 18 Fietsdiefstalpreventie 2013 ............................................................................................................... 20 III. GEMEENSCHAPSWACHTEN 2013 ..................................................................................................... 25 Dienst gemeenschapswachten 2013 ................................................................................................. 25 IV. DRUGPREVENTIE .............................................................................................................................. 29 Drugbeleid alcohol en andere drugs – Actieplan 2012-2013 ............................................................ 29 V.BUURTWERK EN JEUGDPREVENTIEWERK .......................................................................................... 34 Buurtcentrum Sint-Pieters 2013........................................................................................................ 34 Buurtcentrum Zeebrugge 2013 ......................................................................................................... 38 Buurtcentrum Sint-Jozef 2013........................................................................................................... 42 Jeugdpreventiewerk 2013 ................................................................................................................. 45 VI.JUSTITIE ............................................................................................................................................. 48 Dispatching autonome werkstraffen 2013 ........................................................................................ 48 VII.VRIJWILLIGERS.................................................................................................................................. 50 Vrijwilligerscentrale 2013 .................................................................................................................. 50
3
4
I. COÖRDINATIE
Coördinatie stedelijke preventiedienst 2013 Algemene doelstelling: De stad Brugge beschikt over een performant strategisch veiligheids- & preventieplan dat integraal en gecoördineerd uitgevoerd wordt. Strategische doelstelling 1. Op lokaal niveau is leefbaarheid en de veiligheid een voortdurende zorg van het beleid. Operationele doelstelling 1.1. Er is een goede communicatie en afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus die betrokken zijn in het veiligheids- en preventieplan. Actie 1.1.1. Regelmatig contact (minstens maandelijks) met kabinet burgemeester Actie 1.1.2. Ad hoc overleg korpschef Actie 1.1.3. Organisatie van stedelijke preventieraad en bijhorende acties. Actie 1.1.4. Deelname extern overleg provinciaal/regionaal: provinciale commissie criminaliteitspreventie. Actie 1.1.5. Aanwezigheid en deelname aan Zonale Veiligheidsraad en aan de voorbereiding en uitwerking van het zonaal veiligheidsplan Actie 1.1.6. Overleg OCMW ifv. Lokaal sociaal beleid. Actie 1.1.7. Overleg / contacten federale overheid SLIV. Actie 1.1.8. Opmaak van een nieuw meerjarenplan Veiligheid en preventie Actie 1.1.9. Algemene vergadering sleutelfiguren veiligheid Actie 1.1.10. MAT (management team) + Afstemmen met stadsdiensten Operationele doelstelling 1.2. Het veiligheids- en preventiebeleid verloopt geïntegreerd en integraal (cfr. principes integrale veiligheidszorg). Actie 1.2.1. Er is een duidelijke visie op integrale veiligheidszorg. Actie 1.2.2. Van een aantal projecten en fenomenen wordt nagegaan in hoeverre ze integraal en geïntegreerd benaderd worden Actie 1.2.3. Van volgende fenomenen wordt een actieplan opgevolgd volgens de principes van integrale veiligheidszorg (ikv. ZVP) o Fietsdiefstal – Gauwdiefstal (lopende plannen opvolgen) o Inbraak o Uitgaansoverlast o Hangjongeren o Discriminatie
5
Actie 1.2.4. Voorbereidende stappen om IV-beleid vanaf 2013 op te starten Operationele doelstelling 1.3. De lokale veiligheidsdiagnose is actueel. Actie 1.3.1. Aanvullen/actualisering lokale veiligheidsdiagnose 2013 Actie 1.3.2. Er wordt een bevraging van Sleutelfiguren georganiseerd ifv. deze opmaak LVD. Strategische doelstelling 2. De stedelijke preventiedienst werkt als een reguliere stadsdienst rond diverse leefbaarheidsbevorderende initiatieven. Operationele doelstelling 2.1. De medewerkers preventiecontract zijn experten in hun deelgebied. Actie 2.1.1. scholen.
van
veiligheids-
en
Medewerkers worden gestimuleerd om zich op meerdere vlakken bij te
Actie 2.1.2. Er worden intern één of meerdere vormingsinitiatieven opgezet. Operationele doelstelling 2.2. De medewerkers in het kader van het veiligheidsen preventieplan beschikken over een goed professioneel statuut. Actie 2.2.1 De verdere invulling van het personeelskader Operationele doelstelling 2.3. De medewerkers in het kader van het veiligheidsen preventieplan worden op een professionele wijze omkaderd. Actie 2.3.1. De materiële omkadering van de mw preventiedienst is optimaal Actie 2.3.2. De immateriële omkadering van de mw. Preventiedienst is optimaal. Actie 2.3.3. Functioneringsgesprekken 2012 Actie 2.3.4. WIJ-dag Actie 2.3.5. Coachingsgesprekken Actie 2.3.6. Afname medewerkerstevredenheidsenquête Operationele doelstelling 2.4. Er is een goede communicatie en samenwerking tussen de verschillende projectmedewerkers van de stedelijke preventiedienst. Actie 2.4.1. Organisatie van de 2-maandelijkse teamvergadering. Actie 2.4.2. Organisatie van het 14-daags coördinatorenoverleg Actie 2.4.3. bevorderen.
Nieuwe instrumenten om interne communicatie tussen collega’s te
Operationele doelstelling 2.5. De administratieve opvolging van het veiligheidsen preventieplan verloopt correct. Actie 2.5.1 De boekhouding verloopt correct (facturen – bestelbons) Actie 2.5.2. De online afrekening van het veiligheids- en preventieplan verloopt correct. Actie 2.5.3. De opmaak cbs en gr-dossiers verloopt correct.
6
Actie 2.5.4. Het tijds- en verlofbeheer verloopt correct. Actie 2.5.5. Bundeling van registratie in de verschillende projecten op de G:/. Actie 2.5.6. Aandacht voor (tijdige) versturing van verjaardags, ziekte, … -kaartjes Operationele doelstelling 2.6. De externe communicatie van de dienst verloopt vlot en georganiseerd. Actie 2.6.1. werkt.
De website van de stedelijke preventiedienst is actueel, aantrekkelijk en
Actie 2.6.2. Er is regelmatig media-aandacht voor de projecten van de stedelijke preventiedienst. Actie 2.6.3. De stedelijke preventiedienst is aanwezig op relevante manifestaties. Actie 2.6.4. De mogelijkheden van nieuwe info-media (facebook, netlog, sms,…) worden verkend en indien mogelijk ingeschakeld in externe communicatie.
7
Coördinatie buurtwerk en jeugdpreventiewerk 2013 Algemene doelstelling: De medewerkers en hun projecten (jeugdpreventiewerk en de buurtwerken Zeebrugge, Sint-Pieters en Sint-Jozef) worden voortdurend verbeterd en vernieuwd met het oog op het behalen de vooropgestelde doelstellingen in functie van de vastgestelde noden en behoeften van de doelgroep, de maatschappij, de partners, het bestuur en het SLIV. Strategische doelstelling 1. De projecten en projectmedewerkers zijn gestuurd, gecoördineerd, georganiseerd. Operationele doelstelling 1.1. De projecten zijn afgestemd op externe en interne partners. Actie 1.1.1. Overleg met preventieambtenaar. Actie 1.1.2. Coco. Actie 1.1.4. Vertegenwoordiging projecten op overleg met andere stadsdiensten. Actie 1.1.5. De coördinator maakt deel uit van de raad van bestuur van Vorming Plus. Actie 1.1.6. Doornemen en afstemmen van buurtwerk/projecten met de diverse bestaande beleidsplannen. Actie 1.1.7. De coördinator maakt deel uit van het dagelijks bestuur van de Raad van buurtwerken. Actie 1.1.8. Jaarlijks overleg met huisvestingsmaatschappij. Actie 1.1.9. Samenwerking OCMW verder uitstippelen Actie 1.1.10. Opvolgen conclusies onderzoek maatschappelijk kwetsbare jongeren en opzetten van een opvolgingsstructuur. Actie 1.1.11. Opvolgen project buurtsport Operationele doelstelling 1.2. Er is regelmatig overleg tussen de coördinator en de projectmedewerker. Actie 1.2.1. Individueel overleg met de verschillende medewerkers Actie 1.2.2. Buurwerkoverleg. Actie 1.2.3. Aandacht voor kwaliteit in de verschillende projecten. Actie 1.2.4. Evaluatiegesprekken (februari - maart). Actie 1.2.5. Afstemming tss buurtwerk Sint-Pieters, jeugdpreventiewerk, buurtsport en eventuele andere jeugdpartners. Operationele doelstelling 1.3. Regelmatige analyse en/of cijfermatige opvolging de fenomenen, de context en de situatie van en in de projecten. Actie 1.3.1. Blijvende update cijfers. Actie 1.3.2. Werkgroep gebiedsgericht werken VVSG.
8
Operationele doelstelling 1.4. De projecten beschikken over de nodige materiële omkadering. Actie 1.4.1. Materiële behoeften van Sint-Pieters. Actie 1.4.2. Materiële behoeften van Sint-Jozef. Actie 1.4.3. Materiële behoeften van Zeebrugge. Actie 1.4.4. Materiële behoeften van jeugdpreventiewerk. Strategische doelstelling 2. Alle projecten genieten doorheen het jaar de nodige praktische en administratieve ondersteuning. Operationele doelstelling 2.1. De medewerkers worden bijgestaan op vlak van (interne en externe) communicatie. Actie 2.2.1. Interne en externe briefwisseling/communicatie Actie 2.2.2. Eindredactie buurtkranten Operationele doelstelling 2.2. De projecten en -medewerkers krijgen voldoende personele ondersteuning. Actie 2.3.1. Inzetten van jobstudenten ten behoeve van het proper houden van parken en pleinen. Actie 2.3.2. Aanwerving lijnspotter. Operationele doelstelling 2.3. De coördinator organiseert een stuurgroep mbt evaluatie en terugkoppeling van info over de 3 buurtcentra. Actie 2.3.1. Stuurgroep. Strategische doelstelling 3. De coördinator buurtwerk staat in voor de integrale aanpak van overlast op parken en (speel)pleinen. Operationele doelstelling 3.1. Maandelijks komt een werkgroep samen om de stand van zaken van diverse parken en pleinen te bespreken en de nodige acties/activiteiten te ondernemen. Actie 3.1.1. Maandelijkse samenkomst van de operationele werkgroep parken en pleinen. Actie 3.1.2. Organiseren van een districtsoverleg Sint-Pieters waarin zowel items parken en pleinen aan bod komen als de pijnpunten rond Duivekete en Tempelhof. Actie 3.1.2. Bekendmaken visietekst. Operationele doelstelling 3.2. 3-maandelijks komt een beleidsmatige groep rond parken en pleinen samen mbt het nemen van beleidsmatige beslissingen en het afstemmen op elkaar van de verschillende, betrokken actoren. Actie 3.2.1. 3-maandelijkse samenkomst van de beleidsmatige groep parken en pleinen. Operationele doelstelling 3.3. De werkgroep maakt jaarlijks een evaluatie en doet concrete aanbevelingen aan het bestuur. Actie 3.4.1. jaarlijkse evaluatie.
9
Kwaliteitszorg 2013 Algemene doelstelling: De projecten van de preventiedienst zijn open, rationele en zelforganiserende systemen waarbij kwaliteitszorg als vanzelfsprekend wordt beschouwd en systematisch wordt uitgevoerd. Definities: Open systeem: Het project wordt beschouwd als een transformatie van inputs (uit de omgeving) in een aantal outputs (in de omgeving). Deze outputs in de omgeving resulteren uiteindelijk in outcomes (resultaten en effecten). Rationeel systeem: Een rationele organisatie ‘weet wat ze wil’ in termen van ‘gewenst merkbaar verschil’ m.a.w. er wordt gewerkt volgens hiërarchisch opgestelde doelen. Het project wordt gezien als een optelsom van projectonderdelen. Zelforganiserende systemen: Hierbij wordt uitgegaan van het feit dat zowel de omgeving als het project geen statische gegevens zijn, maar voortdurend onderhevig zijn aan gewenste en/of ongewenste dynamieken. Het is een blijvende uitdaging om te midden van deze dynamieken zichzelf te herkennen. Kwaliteitszorg: omvat naast het monitoren en evalueren van doelstellingen, verwachtingen en acties, ook aandacht voor de organisatorische en menselijke aspecten van het project zoals bv. klantvriendelijkheid, nauwkeurigheid, respectvolle omgang, … Strategische doelstelling 1. De kwaliteitszorg wordt planmatig, georganiseerd en gecoördineerd. Operationele doelstelling 1.1. Via kwaliteitszorg vorm. Actie 1.1.1. Overleg preventieambtenaar.
overleg
en
samenwerking
krijgt
de
Actie 1.1.2. Overleg andere intern evaluatoren/kwaliteitsverantwoordelijken. Actie 1.1.3. Contact met strategisch analist. Operationele doelstelling 1.2. De kwaliteitsverantwoordelijke heeft een goed zicht op de knelpunten, noden en behoeften van de projecten. Actie 1.2.1. Opmaken kritische reflectie ivm jaarlijkse evaluatie Strategische doelstelling 2. Op dienst- en projectniveau is de kwaliteit van de verschillende organisatie – en resultaatsgebieden verzekerd. Operationele doelstelling 2.1. Er is bewustwording van de verschillende organisatie- en resultaatsgebieden binnen de preventiedienst en de projecten en een stand van zaken wordt opgemaakt. Actie 2.1.1. Verspreiding verbeterbord en pictogrammen onder de projecten om het organisatiegebied ‘processen’ in de picture te plaatsen. Actie 2.1.2. Nagaan mogelijkheden en uitvoeren van een medewerkerstevredenheid bij preventiewerkers. Actie 2.1.3. Ondersteuning bijkomende analyses of analyses updaten. Actie 2.1.4. Ondersteuning evaluaties/projecten op het terrein
10
Operationele doelstelling 2.2. Goede resultaten of good practices worden in de verf gezet. Actie 2.2.1. Opmaak dossier Belgische Prijs Actie 2.2.2. Ontwikkelen van actie om projecten op een leuke manier (intern) in de verf te zetten. Operationele doelstelling 2.3. De preventieambtenaar, coördinatoren en preventiewerkers worden nauwer betrokken bij de uitvoering van kwaliteitszorg. Actie 2.3.1. kwaliteitszorg wordt een vast onderdeel van (het takenpakket van) de coco. Actie 2.3.2. Opzetten van een verbetergroep rond … Operationele doelstelling 2.4. Binnen de preventiedienst staan instrumenten ter beschikking om te rapporteren aan het bestuur, het SLIV en derden over de verschillende organisatie- en resultaatsgebieden. Actie 2.4.1. Opstellen en ter beschikking stellen van projectfiches aan de medewerkers. Actie 2.4.2. Organiseren en uitvoeren van evaluatie- en planningsgesprekken met de projectverantwoordelijken en hun coco, op het einde van het werkjaar. Operationele doelstelling 2.5. Preventiedienst beschikt over een minimaal registratiesysteem. Actie 2.5.1. Elke project beschikt over een minimale registratie. Actie 2.5.2. Opmaken jaarverslag preventiedienst. Actie 2.5.3. Opstellen en bijhouden boordtabellen SLIV. Actie 2.5.4. Opmaken activiteitenverslag SLIV.
11
12
II. DADER- EN SLACHTOFFER GEORIËNTEERDE PROJECTEN
Reinheid openbaar domein 2013 Algemene doelstelling: Een aantal fenomenen met betrekking tot de openbare ruimte genieten een permanente (preventieve) aandacht. Noch de gemeenschapswachten noch andere stadsdiensten beschikken over voldoende capaciteit en/of expertise om deze taken op zich te nemen. Om deze redenen werden de fenomenen graffiti, wildplakken/stickers, aanplakkingen op zuilen, wildplassen, onkruid, hondenpoep en zwerfvuil onder één project ‘Reinheid openbaar domein’ samengebracht waar ze de nodige aandacht en aanpak kunnen krijgen. Strategische doelstelling 1. gecoördineerd.
Het project verloopt planmatig, geïntegreerd en
Operationele doelstelling 1.1. fenomenen.
Er is een goed zicht op de verschillende
Actie 1.1.1. Registratie en verwerking meldingen (ivm graffiti, wildplakken/stickers, aanplakkingen, wildplassen, reine stoep, hondenpoep en zwerfvuil). Actie 1.1.2. Opvolging lokale hiphop-, graffiti- en jongerencultuur. Operationele doelstelling 1.2. Het project is goed omkaderd (qua personeel en materieel). Actie 1.2.1. Aankoop verwijderingsproducten graffiti Actie 1.2.2. Aankoop nieuw lagedruksysteem ter vervanging van het vorige. Operationele doelstelling 1.3. Er is overleg, afstemming en samenwerking zowel intern als extern (met de verschillende partners). Actie 1.3.1. Overleg preventieambtenaar - Tom. Actie 1.3.2. Overleg/info-uitwisseling gemeenschapswachten (ikv graffiti, reine stoep, hondenpoep, wildplakken). Actie 1.3.3. Overleg politie (ikv graffiti, reine stoep, wildplakken). Actie 1.3.4. Overleg dienst Vergunningen (ikv aanplakkingen/wildplakken, wildplassen). Actie 1.3.5. Overleg groendienst (ikv onkruid). Actie 1.3.6. Overleg met jeugdpreventiewerkers Actie 1.3.7. Voorzitten werkgroep publiek sanitair Actie 1.3.8. Deelname aan de werkgroep zwerfvuil.
13
Strategische doelstelling 2. Vervuiling door graffiti, onkruid, wildplassen, … in Brugge wordt maximaal voorkomen. Operationele doelstelling 2.1. Informeren en sensibiliseren van de Brugse bevolking (zowel potentiële daders, slachtoffers als intermediairen). Actie 2.1.1. Pers hondenpoep).
(graffiti,
aanplakkingen/wildplakken,
wildplassen,
reine
stoep,
Actie 2.1.2. Aanschrijven van eigenaars (ikv graffiti). Actie 2.1.3. Overplakken van onreglementaire aanplakkingen. Actie 2.1.5. Aanschrijven organisatoren subsidie plasinfrastructuur. Actie 2.1.6. Sensibilisering hondenbezitters mbt gebruik zakje, hondentoiletten en verwijderen hondenpoep. Actie 2.1.7. Sensibilisering Bruggelingen mbt propere stoep (vnl. op vlak van onkruid). Actie 2.1.8. Uitwerken en uitvoeren nieuwe zwerfvuilcampagne. Actie 2.1.9. Ondersteuning actie hoffelijkheid in het verkeer. Operationele doelstelling 2.2. Aanwezigheid van voldoende en gepaste infrastructuur die tegemoet komt aan de noden en behoeften. Actie 2.2.1. Graffiti-jam – happenings – workshops. Actie 2.2.2. Beheer infrastructuur (site entrepot en Gulden Kamer). Actie 2.2.3. Beheer aanplakzuilen. Actie 2.2.4. Uitbreiding publiek sanitair en signalisatie op relevante plaatsen. Actie 2.2.5. Realiseren van peukenpalen op diverse plaatsen in de binnenstad. Operationele doelstelling 2.3. Opsporen en (alternatief) bestraffen van daders en overtreders ROD. Actie 2.3.1. Wekelijkse digitalisering en maandelijks overmaken van graffitigegevens aan politie. Actie 2.3.2. Opmaken schadeclaims graffiti. Actie 2.3.3. Inschakelen gevatte daders illegale graffiti. Actie 2.3.4. Aanschrijven van meervoudige overtreders aanplakzuilen. Actie 2.3.5. Aanschrijven overtreders reine stoep. Operationele doelstelling 2.4. Zoeken naar structurele oplossingen voor overlastfenomenen binnen het project ROD. Actie 2.4.1. Checken en aanpakken hotspots graffiti, hondenpoep, … Actie 2.4.2. Subsidie/werkingsmiddelen plasinfrastructuur. Strategische doelstelling 3. De gevolgen voor slachtoffers zijn beperkt.
14
Operationele doelstelling 3.1. Stadsdiensten en Bruggelingen weten waar overlast mbt graffiti, illegale aanplakkingen, wildplassen, zwerfvuil, hondenpoep en onkruid kan gemeld worden. Actie 3.1.1. Via de verspreiding van folders/infowijzers. Actie 3.1.2. Via de website van de stad. Operationele doelstelling 3.2. Overlastfenomenen worden binnen de 2 weken aangepakt. Actie 3.2.1. Verwijderen van illegale graffiti, aanplakkingen/wildplakken. Actie 3.2.2. Verwijderen van sneeuw en ijs.
15
Positief uitgaansklimaat 2013 Algemene doelstelling: Er is een positief uitgaansklimaat in Brugge. Strategische doelstelling 1. Het project is planmatig, geïntegreerd en integraal georganiseerd. Operationele doelstelling 1.1. Er is een goed zicht op de fenomenen/problemen in het uitgaansleven. Actie 1.1.1. Verzamelen en analyseren van informatie. Operationele doelstelling 1.2. Implementatie en concretisering van de visietekst positief uitgaansklimaat (in overleg met de verschillende partners). Actie 1.2.1. Opmaak van een meerjarig beleidsplan positief uitgaan. Actie 1.2.2 Iedere maand werkoverleg met Lieven en Koen: bespreken van aankomende initiatieven en overzicht geven van de coachingsbezoeken. Operationele doelstelling 1.3. Er is integratie verschillende partners. Actie 1.3.1. Regelmatig overleg lokale politie.
en
afstemming
met
de
Actie 1.3.2. Overleg leefmilieu ikv protocol geluid. Actie 1.3.3. Werkgroep overlast in uitgangsbuurten (= politionele werkgroep). Actie 1.3.4. Deelname aan de ambtelijke werkgroep plasbeleid. Operationele doelstelling 1.4. Het project Positief Uitgaansklimaat is zowel materiaal als personeel voldoende omkaderd. Actie 1.4.1. Tegemoetkoming materiële noden en behoeften. Actie 1.4.2. Tegemoetkoming personele noden en behoeften. Strategische doelstelling 2. De intermediairen van het uitgaansleven handelen conform de visie/filosofie van het project Postief Uitgaansklimaat. Operationele doelstelling 2.1. De intermediairen worden gestimuleerd en ondersteund om zich in te zetten voor een PU. Actie 2.1.1. Organisatie (adviserende) stuurgroep +café. Actie 2.1.2. Toekenning labels +cafés. Actie 2.1.3. Wekelijkse coachingsbezoeken in horecazaken. Actie 2.1.4. Organisatie van vormingen of infomomenten voor horecauitbaters. Actie 2.1.5. Organisatie algemene vergadering Positief Uitgaan. Actie 2.1.6. Verspreiden thematische brochure.
16
Actie 2.1.7. Organiseren adhoc overlegmomenten (horecauitbaters) naar aanleiding van evenementen en systematisch overleg met de horecauitbaaters van de uitgaansbuurten. Actie 2.1.8. Bemiddelingscoaching, tussenpersoon horeca – stadsdiensten. Actie 2.1.9. Formuleren adviezen (voor evenementen). Actie 2.1.10. Fuifsubsidie positief uitgaansklimaat. Actie 2.1.11. Ondertekenen en opvolgen van rookcharter in horecazaken. Operationele doelstelling 2.2. De intermediairen worden beschikking gesteld om zich in te zetten voor een PU-klimaat. Actie 2.2.1. Aankoop van peukenpalen voor de horecasector.
middelen
ter
Strategische doelstelling 3. Het (algemene) uitgaanspubliek veroorzaakt geen overlast voor, tijdens en na het uitgaan. Operationele doelstelling 3.1. Het uitgaanspubliek wordt geïnformeerd en gesensibiliseerd ivm positief uitgaan. Actie 3.1.1. Sensibiliseringsactie wildplassen. Actie 3.1.2. Sensibiliseringsactie alcohol (en middelengebruik). Actie 3.1.3. Verspreiding Pluspuntenposter (= huisreglement +cafés) naar de +cafés. Actie 3.1.4. Informeren uitgaanspubliek via pers, bruggespraak, internet, … Operationele doelstelling 3.2. In uitgaansmilieu worden (infra)structurele maatregelen genomen of aangebracht die het positief gedrag bevorderen. Actie 3.2.1. Verordening of verbod rond verkoop van alcohol in nachtwinkels. Actie 3.2.2. Opvolgen en stimuleren van het plaatsen en/of onderhoud van urinoirs. Strategische doelstelling 4. Positief uitgaansleven aangewakkerd en gefaciliteerd vanuit de stad.
is
gestimuleerd,
Operationele doelstelling 4.1. Jaarlijks worden acties opgezet met het oog op het stimuleren en/of aanwakkeren van het uitgaansleven. Actie 4.1.1. Dossier ‘fuiven in Brugge’ of werkgroep fuifruimte Actie 4.1.2. Verspreiden Cafégids (opgemaakt eind 2011)
17
Inbraakpreventie 2013 Algemene doelstelling: Voorkomen, reduceren en op een laag niveau houden van verschillende soorten van diefstal (met de nadruk op preventie inbraken in gebouwen) en beperken van de negatieve gevolgen voor slachtoffers door het organiseren van de nazorg. Strategische doelstelling 1. De coördinator politionele preventie en diefstalpreventie adviseur zorgen voor een gecoördineerde, geïntegreerde en integrale aanpak van diefstal en inbraken in gebouwen. Operationele doelstelling 1.1. De diefstalpreventie adviseur heeft duidelijk zicht op de fenomenen die verband houden met diefstal en met ‘inbraken in gebouwen’. Actie 1.1.1. Dagelijks bekijken van de cijfergegevens over diefstal/inbraak in ISLP. Actie 1.1.2. Contacten met de strategisch analist en preventieambtenaar worden onderhouden. Actie 1.1.3. Maandelijks invullen van het meetplan. Actie 1.1.4. Verkennen van de fenomenen winkeldiefstal, gauwdiefstal, diefstal in- en uit voertuigen, … en opmaak van actieplannetjes hieromtrent. Actie 1.1.5. Er wordt een bevraging georganiseerd naar de technopreventief advies zowel bij slachtoffers als niet-slachtoffers.
effectiviteit
van
Operationele doelstelling 1.2. De acties van de technopreventief adviseur worden opgezet en afgestemd in overleg met de verschillende, relevante partners (politie, andere TPA’s, …). Actie 1.2.1. Werkgroep inbraak (ZVP). Actie 1.2.2. Nationaal strategisch technopreventiecomité. Actie 1.2.3. Extern bestaand overleg met andere technopreventief adviseurs en derden. Actie 1.2.4. Overleg LOD. Actie 1.2.5. Stuurgroep Technopreventie (Provincie). Actie 1.2.6. Werkgroep advies op plan. Operationele doelstelling 1.3. De wijkinspecteurs worden gecoached bij het geven van technopreventief advies. Actie 1.3.1. Organiseren stoomcursus voor nieuwe wijkinspecteurs. Actie 1.3.2. Organiseren van terugkomdagen. Actie 1.3.3. Informatiedoorstroming en feedback naar de districten ivm inbraken en hercosi's. Actie 1.3.4. driemaandelijkse briefing/overleg wijkinspecteurs. Actie 1.3.5. Verspreiden van allerhande informatie via mail naar wijkinspecteurs.
18
Strategische doelstelling 2. Risicogedrag van Bruggelingen dat leidt slachtofferschap van diefstal en ‘inbraken in gebouwen’ verminderen.
tot
Operationele doelstelling 2.1. De Brugse bevolking en specifieke doelgroepen (bouwers, verbouwers, leerlingen handel/schrijnwerkerij/architecten, winkeliers, inwoners inbraakgevoelige wijken) zijn geïnformeerd omtrent risico’s tot inbraak en preventiemogelijkheden. Actie 2.1.1. Sensibiliserend materiaal: folders en brochures. Actie 2.1.2. Didactische stand/Inbraakpreventiehoekje. Actie 2.1.3. Aanwezigheid op evenementen en beurzen. Actie 2.1.4. Voordrachten. Strategische doelstelling 3. Brugse woningen zijn beveiligd tegen inbraak. Operationele doelstelling 3.1. Bruggelingen preventieve maatregelen te nemen. Actie 3.1.1. Hercosi
worden
gestimuleerd
om
Actie 3.1.2. Belastingsvermindering voor inbraakpreventieve investeringen (Fiscale aftrek). Actie 3.1.3. De technopreventief adviseur biedt waar opportuun haar advies aan. Actie 3.1.4. Alarmbelprocedure. Operationele doelstelling 3.2. Andere diensten en instanties zijn geactiveerd om toezicht te houden op inbraak. Actie 3.2.1. Afwezigheidsmelding door de politie. Strategische doelstelling 4. krijgen de nodige nazorg.
Slachtoffers van diefstal en inbraak verdienen en
Actie 4.1.1. Verkennen noden en behoeften.
19
Fietsdiefstalpreventie 2013 Algemene doelstelling: Onder coördinatie van de Coördinator Integrale Veiligheid realiseren van een geïntegreerde aanpak rond fietsdiefstallen. Reduceren van het aantal feiten door optimalisering van de preventieve acties ondersteund door een repressief luik. Strategische doelstelling 1. De organisatie geïntegreerd, planmatig en gecoördineerd.
van
het
project
verloopt
Operationele doelstelling 1.1. Er is duidelijk zicht op het fenomeen fietsdiefstal. Actie 1.1.1. Er is een 3 maandelijks gedetailleerd beeld van het aantal fietsdiefstallen in Brugge => Strategisch analist politie Actie 1.1.2. Er is een gedetailleerd beeld van het sluitgedrag van fietsers in Brugge => Gemeenschapswachten Actie 1.1.3. Verzamelen, analyseren en registreren van info over fietsdiefstal. Operationele doelstelling 1.2. Het project verloopt gecoördineerd en in afstemming met interne en externe partners. Actie 1.2.1. Driewekelijks team politionele preventie. Actie 1.2.2. Deelname werkgroep fietsdiefstalpreventie (ZVP). Actie 1.2.3. Overleg gemeenschapswachten. Strategische doelstelling 2. Verbeteren van de infrastructuur. Operationele doelstelling 1.2. Er worden meer fietsdiefstalveilige stallingen geplaatst. => Mobicel, wegendienst, NMBS Operationele doelstelling 2.2. Er zijn meer bewaakte fietsstallingen in Brugge. => Mobicel, NMBS Operationele doelstelling 2.3. Stimuleren van fietsbeugels. => niet Operationele doelstelling 2.4. Aanbieden van studentenfietsen. => Fietspunt Strategische doelstelling 3. Er is meer preventief toezicht op fietsdiefstal. Operationele doelstelling 3.1. Gemeenschapswachten houden toezicht op fietsdiefstalgevoelige plaatsen. => Gemeenschapswachten
regelmatig
Operationele doelstelling 3.2. Fietspunt en gemeenschapswachten houden regelmatig toezicht in de stationsomgeving. => Fietspunt, Gemeenschapswachten Operationele doelstelling 3.3. De mogelijkheden van camerabewaking aan de stationsomgeving worden onderzocht. => Preventiedienst, Lokale politie, NMBS
20
Operationele doelstelling 3.4. De spoorwegpolitie houdt preventief toezicht in de omgeving van de fietsstallingen. => SPC Strategische doelstelling 4. Fietsers worden gestimuleerd om hun fiets degelijk af te sluiten. Operationele doelstelling 4.1. Gemeenschapswachten / Fietspunt verspreiden gericht hangfolders ifv beter sluitgedrag. => Fietspunt, Gemeenschapswachten Operationele doelstelling 4.2. Gemeenschapswachten / Fietspunt spreken burgers gericht aan over sluitgedrag. => Gemeenschapswachten, Fietspunt Operationele doelstelling 4.3. Via de website Brugge.be en de folder is info beschikbaar over belang van een goed slot. Actie 4.3.1. Website. Actie 4.3.2. Folders/affiches. Actie 4.3.3. Professionele Eyecatcher. Actie 4.3.4. Verspreiden van … (vervanging voor fietshangers). Actie 4.3.5. Aanspreken van mensen (ivm sluitgedrag maar ook ivm aangifte) Operationele doelstelling 4.4. Fietshandelaars worden ingeschakeld om goed sluitgedrag te stimuleren. Actie 4.4.1. Samenwerking fietshandelaars. Operationele doelstelling 4.5. Op fietsdiefstalgevoelige sensibiliserende borden aangebracht. Actie 4.5.1. Aanbrengen borden.
plaatsen
worden
Operationele doelstelling 4.6. Gemeenschapswachten (en Fietsendienst) informeren secundaire scholen en hun lln. over het belang van een goed afgesloten fiets. Actie 4.6.1. Sensibilisering scholen ivm sluitgedrag. Actie 4.6.2. ‘Fietsen zonder grenzen … grenzeloos plezier’. Operationele doelstelling 4.7. Goeie, degelijke fietssloten worden op diverse plaatsen aangeboden. Actie 4.7.1. Promoactie en toegankelijk maken van goede sloten. Strategische doelstelling 5. Er worden zoveel mogelijk fietsen voorzien van een uniek merkteken. Operationele doelstelling 5.1. Er zijn vaste markeerpunten waar fietsers frequent terecht kunnen. => Gemeenschapswachten, Fietspunt Operationele doelstelling 5.2. Er zijn regelmatige fietsmarkeeracties op locatie. Actie 5.2.1. Organisatie fietsgraveeracties. Operationele doelstelling 5.3. Fietsers worden gestimuleerd om hun fiets te laten graveren.
21
Actie 5.3.1. Sensibiliseren via folders, affiches, website, borden, fietshangers, … => zie eerder. Operationele doelstelling 5.4. Opzetten van graveeracties in scholen. Actie 5.4.1. Stimuleren scholen ivm graveren. Strategische doelstelling 6. Slachtoffers van fietsdiefstal worden maximaal ondersteund. Operationele doelstelling 6.1. Slachtoffers worden gestimuleerd en aangemoedigd om aangifte te doen van fietsdiefstal (vereenvoudiging van aangifte?). Actie 6.1.1. Sensibiliseren via aanspreken, folders, website, … => zie eerder. Actie 6.1.2. Aangifte via E-loket. Actie 6.1.3. Fietsverkopen (+ afvoeren fietsatelier/schroothandelaar). Actie 6.1.4. Voorzien van gratis leenfietsen gedurende 2 maand na aangifte Operationele doelstelling 6.2. Er is een professioneel en ernstig onthaal van slachtoffers. => politie Operationele doelstelling 6.3. Gevonden fietsen worden maximaal terugbezorgd aan eigenaars. Actie 6.3.1. Terugbezorgen dr. fietsendienst. Actie 6.3.2. Zoekactie naar gestolen fietsen aan station, scholen, … Operationele doelstelling 6.4. Gevonden/gemelde fietsen worden binnen de week opgehaald en naar de fietsendienst gebracht. Actie 6.4.1. Organisatie ophaling. Actie 6.4.2. Beheer fietsendienst. Actie 6.4.3. Permanentie fietsendienst Operationele doelstelling 6.5. De mogelijkheid om gevonden fietsen via het internet te bekijken wordt onderzocht. Actie 6.5.1. Website www.gevondenfietsen.be . Strategische doelstelling 7. Er worden meer fietsdieven betrapt en vervolgd. Operationele doelstelling 7.1. Er worden anonieme toezichten op het station georganiseerd om fietsdieven te betrappen. => Politie Operationele doelstelling 7.2. Er wordt maximaal zachte informatie gewonnen bij informanten ifv. opheldering fietsdiefstallen (stationsomgeving). => niet Operationele doelstelling 7.3. De mogelijkheid voor de inzet van camerabewaking bij de opheldering van fietsdiefstal wordt onderzocht. => Politie, NMBS, Preventieambtenaar
22
Operationele doelstelling 7.4. Met parket worden afspraken gemaakt om fietsdieven te vervolgen. => Preventieambtenaar, Politie Operationele doelstelling 7.5. Inschakelen van fietsdieven in fietsophaling? => Preventieambtenaar, Politie
23
24
III. GEMEENSCHAPSWACHTEN 2013
Dienst gemeenschapswachten 2013 Algemene doelstelling: De gemeenschapswachters verhogen het veiligheidsgevoel van de burger door hun ontradende aanwezigheid in de verschillende wijken van Brugge. Ze vormen de schakel tussen de stad en de bevolking en signaleren problemen waarmee ze te maken krijgen. De gemeenschapswachten voorkomen overlast – en criminaliteitsfenomenen (fietsdiefstal, gauwdiefstal, onkruid, hondenpoep) in Brugge door het uitvoeren van toezichts- en sensibiliseringsopdrachten in samenwerking en goeie verstandhouding met de andere projecten van de preventiedienst, de politie en andere (stads)diensten. Strategische doelstelling 1. De dienst gemeenschapswachten is planmatig georganiseerd en de acties verlopen geïntegreerd en gecoördineerd. Operationele doelstelling 1.1. Er is een goed zicht op de fenomenen die de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel in Brugge aantasten waarrond de gemeenschapswachten actief zijn. Actie 1.1.1. Verzamelen en analyseren van info omtrent de fenomenen. Actie 1.1.2. Registratie van gegevens en meldingen. Operationele doelstelling 1.2. De dienst gemeenschapswachten beschikt over voldoende personeel en aangepaste infrastructuur/accommodatie. Actie 1.2.1. Organiseren gemeenschapswachten.
van
selectie(s)
tot
aanwerving
van
nieuwe
Actie 1.2.2. Voorzien in gepaste en noodzakelijke accommodatie. Operationele doelstelling 1.3. ondersteund.
De gemeenschapswachten worden inhoudelijk
Actie 1.3.1. Organiseren van vormingsmomenten voor gemeenschapswachten. Actie 1.3.2. Individuele opvolging gemeenschapswachten. Actie 1.3.3. Opvolgen groepsdynamiek. Actie 1.3.4. Evaluatiegesprekken. Actie 1.3.5. Organiseren van weekvergaderingen. Actie 1.3.6. Houden gemeenschapswachten.
van
maandelijkse
interne
overlegmomenten
met
Operationele doelstelling 1.4. De dienst gemeenschapswachten is ingekaderd in - en afgestemd met een breder netwerk van diensten en instanties. Actie 1.4.1. Team gemeenschapscoördinatie met preventieambtenaar.
25
Actie 1.4.2. Overleg met politie. Actie 1.4.3. Overleg fietsendienst. Actie 1.4.5. Deep purple – WOSCO. Actie 1.4.6. Deelname aan de werkgroep parken en pleinen. Actie 1.4.7. Deelname aan de werkgroep fietsdiefstal. Actie 1.4.8. Deelname aan de werkgroep gauwdiefstal. Operationele doelstelling 1.5. De administratieve ondersteuning en opvolging van de gemeenschapswachtcoördinatie. Actie 1.5.1. Ten behoeve van gemeenschapswachtopdrachten. Actie 1.5.2. Administratie eigen aan de organisatie en ten behoeve van het personeel. Operationele doelstelling 1.6. Opzetten, uitwerken en beschikken over een goeie coördinatie- en organisatiestructuur. Actie 1.6.1. Uitwerken gemeenschapswachten.
van
een
nieuwe
organisatiestructuur
voor
de
dienst
Strategische doelstelling 2. Brugse inwoners zijn ondersteund en gestimuleerd in hun veiligheidsgevoel en welbevinden en leven in een nette en veilige leefomgeving. Operationele doelstelling 2.1. De gemeenschapswachten zijn duidelijk aanwezig in het straatbeeld en zijn een aanspreekpunt voor de burger. Actie 2.1.1. Patrouilles in de binnenstad. Actie 2.1.2. Wijkwerking. Actie 2.1.3. Speelpleinpatrouilles. Actie 2.1.4. Toezichtopdrachten (nav specifieke evenementen). Operationele doelstelling 2.2. De gemeenschapswachten melden (alle) onveilige situaties. Actie 2.2.1. Meldingen van gemeenschapswachten. Operationele doelstelling 2.3. Gemeenschapswachten worden ingeschakeld in sensibiliserende en toezichthoudende opdrachten mbt diverse thema’s waaronder hondenpoep, zwerfvuil, sluikstorten, reine stoep, verkeersveiligheid, … Actie 2.3.1. Sensibiliseren/toezicht hondenbezitters. Actie 2.3.2. Sensibiliseren/toezicht zwerfvuil. Actie 2.3.3. Sensibiliseren/toezicht sluikstorten. Actie 2.3.4. Sensibiliseren/toezicht reine stoep.
26
Actie 2.3.5. Sensibiliseren/toezicht overlast fietsen. Actie 2.3.5. Sensibiliseren Europese dag van de hoffelijkheid. Strategische doelstelling 3. Onder coördinatie van de Coördinator Integrale Veiligheid realiseren van een geïntegreerde aanpak rond fiets- en gauwdiefstallen met de bedoeling het reduceren van het aantal feiten door optimalisering van de preventieve acties ondersteund door een repressief luik.. Operationele doelstelling 3.1. fietsdiefstal.
Er is een verhoogd toezicht i.v.m. gauw- en
Actie 3.1.1. Aanwezigheid op gauw- en fietsdiefstalgevoelige plaatsen. Operationele doelstelling 3.2. Potentiële slachtoffers (toeristen, Bruggelingen, shoppers, fietsers, …) nemen hun voorzorgen t.o.v. gauw- en fietsdiefstal. Actie 3.2.1. Sensibiliseren gauwdiefstal op hotspots. Actie 3.2.2. Sensibiliseren afsluiten van fietsen. Actie 3.2.3. Markeren van fietsen zowel in de markeerdienst als op locatie. Actie 3.2.4. Promoactie en toegankelijk maken van goede sloten. Operationele doelstelling 3.3. Gestolen fietsen terugbezorgd. Actie 3.3.1. Opvolgen gestolen/teruggevonden fietsen.
worden
aan
de
eigenaar
27
28
IV. DRUGPREVENTIE
Drugbeleid alcohol en andere drugs – Actieplan 2012-2013 Algemene doelstelling: De stad Brugge wil een continu en lokaal beleid alcohol en andere drugs voeren, dat recht doet aan de complexiteit en veelzijdigheid van de alcohol- en andere drugthematiek. De stad waarborgt de ontwikkeling van een integrale en gecoördineerde aanpak, waarbij alle betrokken sectoren en partners zich engageren tot samenwerking en uitvoering. Gebaseerd op éénzelfde visie beoogt de stad een kwaliteitsvolle en gedifferentieerde aanpak die gericht is op de bevordering van het welzijn en de veiligheid van de bevolking. Strategische doelstelling 1. Stad Brugge wil in samenwerking met relevante actoren een integrale en gecoördineerde aanpak van het lokaal beleid alcohol en andere drugs realiseren. Operationele doelstelling 1.1. De Stad Brugge vervult een initiërende rol inzake het beleid alcohol en andere drugs, die relevante actoren mobiliseert, bij elkaar brengt en die hun inspanningen op het beleidsterrein coördineert, faciliteert en stimuleert. Actie 1. Actie 1: De preventiedienst realiseert samenwerking en afstemming tussen betrokken partners via de driemaandelijkse Adviesraad. Actie 2. De preventiedienst volgt op en evalueert i.s.m. de Adviesraad Het Lokaal beleidsplan alcohol en andere drugs 2011-2014, daarnaast is de preventiedienst verantwoordelijk voor de opmaak, de opvolging en de evaluatie van het tweejaarlijkse actieplan. Actie 3. Het CGG Noord West-Vlaanderen (afdeling preventie TAD) begeleidt de drugcoördinator in de uitvoering van haar functie. Actie 4. Er wordt een weddetoelage gegeven aan de gespecialiseerde organisaties CAW Regio Brugge (JAC Brugge), De Sleutel Dagcentrum Brugge en CGG Noord WestVlaanderen in ruil voor inhoudelijke versterking en een concrete uitvoering van het lokaal beleid alcohol en andere drugs. Hiertoe worden protocolovereenkomsten afgesloten tussen de stad en de betrokken organisaties. Actie 5. De preventiedienst realiseert samenwerking en afstemming tussen de professionele (drug)preventiewerkers via een driemaandelijks overleg ter uitvoering van het actieplan. Actie 6. De preventiedienst participeert aan relevante (ad hoc) overlegstructuren i.k.v. beleidsmatige ondersteuning of operationele doelstellingen. Actie 7. De preventiedienst staat in voor de integratie van alcohol- en andere drugpreventie in het project: ‘Positief Uitgaansklimaat’ of het Beleidsplan Uitgaan. Actie 8. De preventiedienst profileert zich als informatief aanspreekpunt alcohol en andere drugs voor organisaties en burgers.
29
Actie 9. De preventiedienst brengt daar waar nodig lokale partners samen rond de alcohol en andere drugthematiek. Actie 10. De preventiedienst neemt initiatief om een draagvlak te ontwikkelen om te werken rond de thema’s vroegdetectie en vroeginterventie met de verschillende organisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Actie 11. De preventiedienst communiceert over de verschillende acties uit ‘Het beleidsplan alcohol en andere drugs 2011-2014’ en andere acties binnen het thema alcohol en andere drugs, naar de burger en organisaties via een nieuwsbrief, de website van stad Brugge en de facebookpagina van de preventiedienst. Operationele doelstelling 1.2 Stad Brugge volgt belangrijke feiten en evoluties met betrekking tot de lokale alcohol en andere drugthematiek op als basis voor het actualiseren van het beleidsplan. Actie 12. De preventiedienst maakt een omgevingsanalyse 2014 samenwerking met de leden van de Adviesraad en haar partners.
op
in
nauwe
Actie 13: De preventiedienst volgt de actualiteit op en adviseert de stedelijke overheid aangaande de prioriteiten en de noden op het vlak van de alcohol- en andere drugthematiek. Strategische doelstelling 2. Stad Brugge wil organisaties inhoudelijk ondersteunen rond preventie van alcohol en andere drugs. Operationele doelstelling 2.1. Stad Brugge stimuleert en ondersteunt organisaties inhoudelijk in het ontwikkelen, implementeren en actualiseren van een beleidsplan alcohol en andere drugs. Actie 14. De preventiedienst stimuleert organisaties tot de opmaak, evaluatie en actualisatie van een eigen beleidsplan alcohol en andere drugs. Actie 15: Stad Brugge ondersteunt organisaties die een beleidsplan alcohol en andere drugs willen ontwikkelen, actualiseren of evalueren. Operationele doelstelling 2.2. Stad Brugge stimuleert Brugse organisaties om zelf preventief aan de slag te gaan met hun doelgroep. Actie 16. De preventiedienst maakt de bestaande preventie- en campagnematerialen en het vormingsaanbod van partners bekend bij de diverse sectoren en Brugse organisaties. Actie 17. De preventiedienst organiseert i.s.m. lokale en regionale partners een uitleendienst van alle bestaande preventiematerialen voor diverse sectoren en organisaties. Actie 18. De preventiedienst sensibiliseert i.s.m. de partners, organisaties over de kwetsbaarheids-, risico- en bevorderingsfactoren bij hun doelgroep jongeren die wijzen op een verhoogd of verlaagd risico op het gebruik van alcohol en andere drugs. Operationele doelstelling 2.3. Stad Brugge biedt instrumenten (m.n.: infosessies, vormingen, trainingen, e.a.) aan intermediairs om deskundiger te worden in het thema alcohol en andere drugs.
30
Actie 19. De preventiedienst organiseert op vraag van een sector/organisaties informatiesessies over specifieke thema’s rond alcohol en andere drugs. Actie 20. De preventiedienst organiseert i.s.m. het CGG Noord West-Vlaanderen, in open aanbod of op vraag van de organisatie, het thematisch modulair vormingsaanbod (module 1 en module 2) voor professionelen. Operationele doelstelling 2.4. Stad Brugge ondersteunt en/of voorziet bestaande, gerichte preventie activiteiten voor de doelgroep van Brugse organisaties en voor bepaalde selectieve doelgroepen jongeren met een verhoogd risico of verhoogde kwetsbaarheid voor het gebruik van alcohol en drugs. Actie 21. De preventiedienst biedt advies en methodische ondersteuning aan organisaties die een preventieve actie willen ontwikkelen rond alcohol en andere drugs. Actie 22. De preventiedienst biedt in samenwerking met de werkgroep Onderwijs jaarlijks preventieve activiteiten aan voor de leerlingen van het basis- en secundair onderwijs. Actie 23. Stad Brugge ondersteunt het CAW Regio Brugge afdeling JAC Brugge in het organiseren en uitvoeren van het project jeugdadviseurs. Actie 24. De preventiedienst zet methodieken in naar intermediairs uit risico-settings die werken met jongeren met een verhoogd risico om middelen te gebruiken, met als doel deze jongeren te stimuleren om de beginleeftijd van alcohol en andere drugs zo lang mogelijk uit te stellen. Actie 25. Stad Brugge ondersteunt De Sleutel Dagcentrum Brugge in het aanbieden van het touwenparcours aan organisaties die werken met kwetsbare jongeren. Actie 26. Stad Brugge ondersteunt De Sleutel Dagcentrum Brugge in het organiseren en uitvoeren van outreachend werken waarbij ze contact houden met de doelgroep. Strategische doelstelling 3. Stad Brugge wil organisaties ondersteunen in het omgaan met alcohol en/of andere druggebruikers. Operationele doelstelling 3.1. Stad Brugge en de partners ondersteunen organisaties in het herkennen van signalen die wijzen op gebruik (vroegdetectie). Actie 27. De preventiedienst organiseert i.s.m. het CGG Noord West-Vlaanderen, in open aanbod of op vraag van de organisatie, de vorming Module 3: “Omgaan met druggebruik”. Actie 28. De Sleutel Dagcentrum Brugge en het CGG Noord West-Vlaanderen (afdeling hulpverlening) bieden aan de organisaties die in contact komen met druggebruikende jongeren consult en advies aan i.k.v. casusbespreking. Operationele doelstelling 3.2. Stad Brugge en de partners ondersteunen organisaties in de risico-inschatting van het druggebruik van de jongere. Actie 29. De preventiedienst biedt i.s.m. de partners inhoudelijke ondersteuning en instrumenten aan organisaties en intermediairs i.k.v. het herkennen van signalen die wijzen op potentieel gebruik (vroegdetectie) en de risico-inschatting, om hierin deskundiger te worden.
31
Actie 30. Het CGG Noord West-Vlaanderen biedt therapeutisch advies aan het parket inzake druggerelateerde dossiers van minderjarigen. Operationele doelstelling 3.3. Stad Brugge en haar partners ondersteunt gezondheids-, welzijns- en eerstelijnsorganisaties in doorverwijzing. Actie 31. De preventiedienst organiseert i.s.m. het CGG Noord West-Vlaanderen de training “Motiverende gespreksvoering” om gebruik bespreekbaar te maken i.f.v een efficiënte doorverwijzing. Operationele doelstelling 3.4. Stad Brugge ondersteunt de organisatie van vroeginterventie programma’s. Actie 32. Het CGG Noord West-Vlaanderen organiseert het programma ViDA, indien er voldoende extra middelen toegekend worden. Actie 33. De Sleutel Dagcentrum Brugge organiseert het programma VIP. Strategische doelstelling 4. Stad Brugge wil de bevolking informeren rond alcohol en andere drugs en organiseert hiervoor sensibiliseringsacties. Actie 34. De preventiedienst organiseert in samenwerking met de lokale politie van Brugge en externe organisaties jaarlijks een sensibiliseringsactie rond alcohol en andere drugs in het verkeer. Actie 35. De preventiedienst organiseert in samenwerking met de jeugdadviseurs van JAC Brugge preventieve acties gericht naar jongeren rond de risico’s en effecten van het gebruik van alcohol en andere drugs. Actie 36. De preventiedienst organiseert jaarlijks een sensibiliseringsactie naar de winkels, cafés en leerlingen tijdens de periode “einde-examens”. Strategische doelstelling 5. Stad Brugge wil een aantal structurele maatregelen inbouwen die preventief (kunnen) werken. Actie 37. Stad Brugge verplicht evenementorganisatoren om het aangeboden sensibiliserend materiaal met preventieve boodschappen inzake het gebruik van alcohol en andere drugs, te gebruiken en bekend te maken naar hun bezoekers. Actie 38. Stad Brugge legt voorwaarden op wat betreft de verkoop en het schenken van alcohol voor evenementen georganiseerd op grondgebied Brugge. Actie 39. De preventiedienst volgt op in samenwerking met de dienst Lokaal Onderwijsbeleid van Stad Brugge en de lokale politie, het onderdeel “Aanpak illegale middelen” uit het protocol “Aanpak van illegale middelen, spijbelen en andere jeugdcriminaliteit in de schoolomgeving binnen de politiezone Brugge”. Actie 40. De preventiedienst volgt de leidraad “Een goede samenwerking tussen de voorzieningen bijzonder jeugdzorg, de lokale politie, het parket en de preventiedienst” op. Strategische doelstelling 6. Stad Brugge wil in samenwerking met de lokale politie en het parket onveiligheidsgevoelens, overlast en criminaliteit die gepaard gaan met alcohol en andere drugs terugdringen en beter beheersen.
32
Actie 41. De preventiedienst participeert aan de Zonale Veiligheidsraad. Actie 42. Binnen het Zonaal Veiligheidsplan is er aandacht voor de gevolgen van alcohol en andere drugs zowel in het verkeer als in het uitgaansleven. Daartoe worden actieplannen ontwikkeld, die in kader van het Zonaal Veiligheidsplan worden opgevolgd. Actie 43. Stad Brugge neemt bestuurlijke maatregelen waar nodig om onveiligheidsgevoelens, overlast en criminaliteit die gepaard gaan met alcohol en andere drugs preventief aan te pakken. Actie 44. Stad Brugge wil in samenwerking met de lokale politie en het parket het fenomeen van openbare dronkenschap aanpakken door samen te werken. Strategische doelstelling 7. Stad Brugge wil het aanbod en de toegang tot kwaliteitsvolle opvang, begeleiding en behandeling van mensen met probleem rond alcohol en andere drugs optimaliseren. Operationele doelstelling 7.1. Stad Brugge detecteert en signaleert knelpunten en hiaten inzake drughulpverlening aan bevoegde instanties. Actie 45. De preventiedienst ondersteunt de vraag naar uitbreiding van de capaciteiten voor cliënten met een justitieel statuut. Actie 46. De preventiedienst bundelt i.s.m. de Adviesraad de tekorten en hiaten inzake drughulpverlening en signaleert deze aan de bevoegde overheden en instanties. Operationele doelstelling 7.2. Stad Brugge stimuleert een uitwisseling en kennismaking tussen de eerstelijnszorg en de (drug)hulpverlening. Actie 47. De preventiedienst maakt i.s.m. het CGG Noord West-Vlaanderen (en ev. i.s.m. de Provincie West-Vlaanderen) een doorverwijsgids op voor professionelen i.f.v. het bekendmaken van de verschillende (drug)hulpverlening en hun aanbod. Actie 48. De preventiedienst organiseert jaarlijks een themamoment voor de eerstelijnszorg en de drughulpverlening, waarbij men elkaars werking beter leert kennen. Operationele doelstelling 7.3. Stad Brugge ondersteunt de drughulpverlening. Actie 49. De sleutel Dagcentrum Brugge en het CGG Noord West-Vlaanderen organiseren een duidelijk onthaal, oriëntatie en toeleiding naar haar gespecialiseerde (drug)hulpverlening. Actie 50. Het parket Brugge en De Sleutel Dagcentrum Brugge werken samen aan een proefproject om te streven naar een optimale begeleiding van druggebruikers.
33
V. BUURTWERK EN JEUGDPREVENTIEWERK
Buurtcentrum Sint-Pieters 2013 Algemene doelstelling: Het buurtcentrum wil, via een nauwe samenwerking tussen diverse diensten (oa buurtwerk, dienstencentrum, bibliotheek, …), een ontmoetingsplek zijn, waar iedereen terecht kan met vragen, problemen of gewoon voor een leuke babbel. Het buurtcentrum beoogt tevens een bijdrage aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in de verschillende wijken van Sint-Pieters. De doelstellingen worden nagestreefd door het uitbouwen van een zo laagdrempelig mogelijk maar kwalitatief aanbod zowel in het buurtcentrum als in de wijken van SintPieters. Het aanbod wordt bovendien zoveel mogelijk afgestemd op de noden en behoeften van bewoners met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Keuzes worden gemaakt op diverse levensdomeinen. Bij het uitvoeren van haar opdracht streeft het buurtcentrum naar een maximale inspraak en participatie van bewoners en organisaties. Daarenboven hanteert zij bij de uitvoering zoveel mogelijk de principes van een integrale benadering. Strategische doelstelling 1. Er is een laagdrempelig aanbod van informatie, dienst- en hulpverlening voor de bewoners van Sint-Pieters, met daarbij speciale aandacht voor de bewoners met minder sociaal en/of economisch kapitaal Operationele doelstelling 1.1. Coördinatie buurtcentrum Actie 1.1.1. De stedelijk buurtwerker staat in voor de algemene coördinatie van het buurtcentrum. Hij organiseert activiteiten en cursussen en houdt overzicht op de geplande activiteiten. Hij staat in voor de afstemming tussen de verschillende gebruikers van het buurtcentrum. Er is een wekelijks overleg met de gastvrouw en een maandelijks overleg met de activiteitenbegeleider van het OCMW. Actie 1.1.2. Dagelijks bestuur: 2-maandelijks komt het dagelijks bestuur samen. Deze vergadering bestaat uit de buurtwerker, coördinator buurtwerken, diensthoofd dienstencentra, activiteitenbegeleider OCMW, gastvrouw. Hier wordt de dagelijkse werking besproken en waar nodig bijgestuurd. Aan de hand van dagelijkse realiteit wordt afstemming gezocht tussen beide besturen. Actie 1.1.3. Verkennen en opzetten van een Klanbordgroep Actie 1.1.3. Stuurgroep: De stuurgroep komt één maal per jaar samen. Op deze vergadering wordt de jaarwerking geëvalueerd en planning voor het volgende jaar voorgesteld. Actie 1.1.4. Vrijwilligerwerking: vw’s worden in diverse deelwerkingen ingezet (buurtkranten, bar, logistieke ondersteuning activiteiten, …; regelmatig overleg met gastvrouw en vaste vrijwilligers van het centrum; jaarlijkse receptie ikv de week van de vrijwilliger.
34
Actie 1.1.5. Buurtwerkoverleg. Operationele doelstelling 1.2. Er is laagdrempelige dienstverlening. Actie 1.2.1. Bewoners van St-Pieters kunnen bij de stedelijk buurtwerker terecht voor allerhande info en doorverwijzing (loketfunctie). Ook de gastvrouw van het OCMW is aanwezig die instaat voor de ontvangst van bezoekers. Actie 1.2.2. Het OCMW organiseert zitdagen van de wijkmaatschappelijk werkers in het buurtcentrum. Het betreft algemene zitdagen en zitdagen van trajectbegeleiding. Actie 1.2.3. Het OCMW organiseert specifieke maandagvoormiddag, kostprijs 10 euro (enkel op afspraak).
zitdagen:
pedicure:
Actie 1.2.4. Zowel in het buurtcentrum als in de buurt worden regelmatig of wanneer nodig inspraak- en infovergaderingen georganiseerd Actie 1.2.5. Dagelijks kunnen inwoners van St-Pieters, die voldoen aan de voorwaarden, een warme maaltijd nuttigen in het buurtcentrum. Actie 1.2.6. Mindermobielencentrale OCMW: voor vervoer van en naar het buurtcentrum kunnen bezoekers, die hiervoor in aanmerking komen, beroep doen op de mindermobielencentrale; Operationele doelstelling 1.3. Het dienstverlenings- en activiteitenaanbod wordt bekend gemaakt in St-Pieters. Actie 1.3.1. Maandelijkse activiteitenkalender: maandelijks wordt er een activiteitenkalender opgemaakt. Deze wordt gelay-out door huisstijl Stad Brugge en gedrukt in de stadsdrukkerij oplage 500 stuks. Actie 1.3.2. 3-maandelijkse buurtkrant: er verschijnen 4 buurtkranten per jaar. Deze worden nu vooral gebust in de sociale woonwijken. Oplage 2200. Actie 1.3.3. balsemboomblad Actie 1.3.4. flyering: specifieke activiteiten worden vaak nog extra in de aandacht gebracht met flyers. Actie 1.3.5. verenigingsgids: voorjaar 2013 wordt een update gemaakt van de verenigingsgids St-Pieters. Actie 1.3.6. Opendeurdag (1 mei). Operationele doelstelling 1.4. De infrastructuur is aangepast aan de werking van het buurtcentrum. Actie 1.4.1. Infrastructuur wordt aangepast aan de noden van de bezoekers. Strategische doelstelling 2. Het sociaal weefsel in de verschillende wijken van Sint-Pieters is in standgehouden en/of versterkt Operationele doelstelling 2.1. Er is een gevarieerd activiteitenaanbod voor alle leeftijden.
35
A. In het buurtcentrum is er divers aanbod van activiteiten Actie 2.1.1 Bloemschikken: maandelijks op woe. Av. Van 19u – 21u30. Actie 2.1.2. Brei- en kantclub: om de twee weken op donderdag van 10u-12u en van 18u tot 21u. Actie 2.1.3. Kaartersclub Actie 2.1.4. instuif: dagelijks kunnen inwoners van St-Pieters terecht in de bar van het buurtcentrum voor een babbeltje en een kop koffie. Er zijn kranten, tijdschriften en gezelschapsspelen aanwezig voor de bezoekers. Actie 2.1.5. koffienamiddag met taart en tombola: maandelijks op vrijnm. 14u – 17u Actie 2.1.6. Gaaibolling: elke laatste vrijnamiddag van de maand is er gaaibolling in het buurtcentrum. Actie 2.1.7. Bingo Actie 2.1.8. BBB: elke mavm 10u – 12u Actie 2.1.9. STEP: elke divm 10u – 11u Actie 2.1.10. jaarlijkse bbq: start van de zomer; Actie 2.1.11. acties georganiseerd door externe organisaties in het buurtcentrum. B. Het buurtcentrum organiseert diverse sportactiviteiten Actie 2.1.12. Voetbal: buurtwerk heeft ondertussen 3 minivoetbalploegjes opgericht. Actie 2.1.13. Buurtwerk organiseert jaarlijks een tornooitje aan mini-pitch Molenwijk. Actie 2.1.14. Badminton: badmintonclub Senna: op vrijdag in sporthal Tempelhof Actie 2.1.15. Buurtsport: het buurtsportproject is ook actief in St-Pieters (woenm 15u17u). Meestal aan de mini-pitch in de Molenwijk. Bij slecht kan men terecht in het buurtcentrum voor bv ping pong, gezelschapsspelen, … Actie 2.1.16. Kindernamiddag. Actie 2.1.17. Speelstraat. Operationele doelstelling 2.2. Er is een vormingsaanbod op maat. Actie 2.2.1. computercursus ism Basiseducatie Actie 2.2.2. jaarlijks cursusaanbod ism Vormingplus. Actie 2.2.3. Schilderclub: elke donderdag komt de schilderclub samen. Actie 2.2.4. Diverse infonamiddagen. Actie 2.2.5. Tai chi: op dinsdagvm. Operationele doelstelling 2.3. Het buurtcentrum bouwt een netwerk uit ifv het versterken of instandhouden van het sociaal weefsel.
36
Actie 2.3.1. Volkstuinen: In de wijk Duivekete en de Molenwijk zijn er telkens 10 volkstuintjes. Deze worden beheerd door een stuurgroep waar de buurtwerker ook deel van uitmaakt. Hij waakt staat in voor de opvolging van de huurcontracten en biedt inhoudelijke ondersteuning aan de stuurgroep. Actie 2.3.2. Contact met diensten, organisaties en verenigingen te Sint-Pieters. Actie 2.3.3. Identiteit-Gemeenschapsvorming Actie 2.3.4. Huisbezoeken en aanwezigheid in de buurt. Actie 2.3.5. Murga Bruga blijven ondersteunen en bekend maken in Sint-Pieters Operationele doelstellingen 2.4. Het stedelijk buurtwerk biedt inhoudelijke ondersteuning aan particuliere buurtwerken. Actie 2.4.1. ’t Meulentje: regelmatig overleg en samenwerkingsprojecten. Actie 2.4.2. De Wissel: regelmatig overleg en samenwerkingsprojecten. Strategische doelstelling 3: De leefbaarheid in de verschillende wijken van SintPieters is instandgehouden en/of versterkt. Operationele doelstelling 3.1. Er worden overlegorganen en samenwerkingsverbanden opgezet omtrent buurtgebonden fenomenen of thema’s. Actie 3.1.1. Milieu: Maand van de Netheid, maart 2012: opkuisactie ism diverse verenigingen; milieukwis; workshops voor kinderen. Actie 3.1.2. Babbelmama’s en papa’s / Kiekendoe Actie 3.1.3. Verkeersoverlegplatform Actie 3.1.4. peters en meters: In St-Pieters zijn er 4 pleinen met peters en meters: Tempelhof, Ter Poele, Jezuïtegoed en Molenwijk. Samen met jeugddienst biedt de buurtwerker inhoudelijke ondersteuning aan de peter en meters. Actie 3.1.5. Tempelhof en Wijk duivekete: in 2010 waren er heel wat klachten en een groot onveiligheidsgevoel bij heel wat inwoners van de wijk Duivekete. Er werd een werkgroep opgericht met een afvaardiging van de buurtbewoners en de diverse betrokken (stads)diensten. Actie 3.1.7. (Verkenning) deelname Letskring Brugge Operationele doelstelling leefbaarheidsdossiers op.
3.2.
Het
stedelijk
buurtwerk
volgt
algemene
Actie 3.2.1. uitbreiding molenwijk – wijk duivekete: in beide wijken is een wijkuitbreiding gepland, dit wordt op de voet gevolgd. Actie 3.2.2. Derde spoor: buurtwerk volgt plannen op. Buurtwerk geeft info via buurtkrant, indien mogelijk kunnen plannen ingekeken worden in buurtcentrum. Actie 3.2.3. wandel-en fietszone oude spoorwegberm: buurtwerk volgt plannen van nabij op ifv opwaardering toegang park Ter Poele ter hoogte van pagode.
37
Buurtcentrum Zeebrugge 2013 Algemene doelstelling: Het buurtcentrum wil, via een nauwe samenwerking tussen diverse diensten (oa buurtwerk, dienstencentrum, bibliotheek, …), een ontmoetingsplek zijn, waar iedereen terecht kan met vragen, problemen of gewoon voor een leuke babbel. Het buurtcentrum beoogt tevens een bijdrage aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in de verschillende wijken van Zeebrugge. De doelstellingen worden nagestreefd door het uitbouwen van een zo laagdrempelig mogelijk maar kwalitatief aanbod zowel in het buurtcentrum als in de wijken van Zeebrugge. Het aanbod wordt bovendien zoveel mogelijk afgestemd op de noden en behoeften van bewoners met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Keuzes worden gemaakt op diverse levensdomeinen. Bij het uitvoeren van haar opdracht streeft het buurtcentrum naar een maximale inspraak en participatie van bewoners en organisaties. Daarenboven hanteert zij bij de uitvoering zoveel mogelijk de principes van een integrale benadering. Strategische Doelstelling 1. Er is een laagdrempelig aanbod van informatie, ontmoeting, dienst- en hulpverlening voor de bewoners van Zeebrugge met speciale aandacht voor de bewoners met minder sociaal en/of economisch kapitaal. Operationele doelstelling 1.1. Het buurtcentrum opent elke dag zijn deuren om buurtbewoners de kans te geven elkaar te ontmoeten. Actie 1.1.1. Permanentie en onthaal elke dag van 11.30u tot 17u en op woensdag tot 19u. Operationele doelstelling 1.2. gecoördineerd.
Het buurtcentrum en zijn activiteiten worden
Actie 1.2.1. Het dagdagelijks bestuur Actie 1.2.2. Teamoverleg Actie 1.2.3. Zop (Zeebrugs Overleg Platform) Actie 1.2.4. Dagelijks bestuur Actie 1.2.5. Stuurgroep Actie 1.2.6. Open vergadering. Operationele doelstelling 1.3. Het buurtcentrum beschikt over de nodige en gepaste infrastructuur en middelen om zijn doelstellingen te realiseren. Actie 1.3.1. Aanpassing infrastructuur en aankoop van de nodige middelen. Operationele doelstelling 1.4. Er is een ver doorgedreven samenwerking met de lokale diensten ZOC@home (die in hetzelfde gebouw huist), de bib en de Zocjes waardoor de verschillende diensten elkaar versterken. Actie 1.4.1. ZOC@home: biedt hulp aan huis in de regio. Actie 1.4.2. Kinderwerking de Zocjes: buitenschoolse kinderopvang in Zeebrugge met een afdeling in Lissewege.
38
Actie 1.4.3. Buurtsport: staat in voor aanbod van aanvullend, laagdrempelig buurtsportaanbod in aandachtswijken en voor het opleiden van doelgroepmedewerkers tot buurtsportanimatoren. Actie 1.4.4. Samenwerking met bibliotheek. Actie 1.4.5. Ondersteuning van bewonersgroepen of verenigingen (bv. Wijk-up groep, toneelgroep feestvarkens, …) Operationele doelstelling informatief aanbod.
1.5.
Het
buurtcentrum
zorgt
voor
een
ruim
Actie 1.5.1. Er is een dagelijkse krant (Het Nieuwsblad), een weekkrant (Brugsch Handelsblad). Actie 1.5.2. In het buurtcentrum is er een affichehoek en informatierek (aanbod allerhande folders). Centraal hangen de affiches van het activiteitenaanbod van het buurtcentrum en het activiteitenaanbod van de plaatselijke verenigingen. Algemene informatieve affiches krijgen een plaats in de inkomhal. Actie 1.5.3. Driemaandelijkse Buurtkrant. Actie 1.5.4. Website Actie 1.5.5. Opmaken van een verenigingsgids Operationele doelstelling 1.6. Het buurtcentrum werkt actief rond het dichten van de digitale kloof. Actie 1.6.1. Een extra kennismakingscursus i.s.m. Open School. Actie 1.6.2. Meewerken aan de digitale week Operationele doelstelling 1.7. In het buurtcentrum worden diverse zitdagen georganiseerd vanuit het buurtwerk, het OCMW en specifieke diensten. Actie 1.7.1. Dienst trajectbegeleiding. Actie 1.7.2. Dienst huisvesting. Actie 1.7.3. Dienst zorgverlening. Actie 1.7.4. Ook op niet regelmatige basis of themagericht vinden er specifieke zitdagen/aanwezigheidsmomenten plaats. Actie 1.7.5. Organiseren van een info-avond mbt groepsaankoop gas-elektriciteit en het vergelijken van energietarieven. Operationele doelstelling 1.8. In het buurtcentrum kunnen inwoners van Zeebrugge terecht voor praktische dienstverlening (zoals vuilniszakken, strooizout, …). Actie 1.8.1. Praktische dienstverlening (verkoop budgetmeterkaart, uitleg brieven of facturen, …).
vuilniszakken,
oplading
39
Operationele doelstelling 1.9. Iedere werkdag biedt het buurtcentrum maaltijden aan, met als specifieke doelgroep senioren en mensen in een moeilijke (financiële) situatie. Actie 1.9.1. Elke weekdag aanbieden kwalitatieve maaltijden. Operationele doelstelling 1.10. Het buurtcentrum d’Oude Staosie is een Eandisoplaadpunt. Actie 1.10.1. Opladen van kaarten voor budgetmeters. Strategische doelstelling 2. Het sociaal weefsel in de verschillende wijken van Zeebrugge wordt in stand gehouden en/of versterkt. Operationele doelstelling 2.1. Het buurtcentrum organiseert een gevarieerd activiteitenaanbod voor alle leeftijdsgroepen. Actie 2.1.1. Algemeen overzicht van de aangeboden activiteiten in 2012 Operationele doelstelling vormingsaanbod op maat.
2.2.
Het
buurtcentrum
organiseert
een
Actie 2.2.1. De computercursussen. Operationele doelstelling 2.3. Het buurtcentrum bouwt een netwerk uit ifv het versterken of instand houden van het sociaal weefsel. Actie 2.3.1. Vanuit het buurtcentrum wordt vaak meegewerkt aan (grotere) organisaties. Operationele doelstelling 2.4. Het buurtcentrum ondersteunt groepen en verenigingen die actief zijn in Zeebrugge. Actie 2.4.1. Praktische en inhoudelijke ondersteuning: vooral ondersteuning van Wijk Up groep en toneelgroep de Feestvarkens. Actie 2.4.2. Ondersteuning via infrastructuur: Het buurtcentrum staat gratis ter beschikking van het plaatselijk verenigingsleven voor activiteiten en/of vergaderingen. Strategische doelstelling 3. De leefbaarheid van de verschillende wijken van Zeebrugge is in stand gehouden en/of versterkt. Operationele doelstelling 3.1. Er worden overlegorganen samenwerkingsverbanden opgezet omtrent buurtgebonden thema’s opvoeding, milieu, erfgoed, verkeer, …).
en (bv.
Actie 3.1.1. Activiteiten/opruimactie ikv de maand van de netheid ism kinderwerking de Zocjes. Operationele doelstelling 3.2. Het buurtcentrum volgt de dossiers Zeebrugge Open en Ship op en vertaalt deze naar de buurtbewoners. Actie 3.3.1. Opvolgen dossier Zeebrugge Open, Schip, Stevin.
40
Strategische doelstelling 4. Verbeterde inzetbaarheid van buurtbewoners/kansengroepen (in de wijk en/of op de arbeidsmarkt) via zinvolle sociale tewerkstelling in functie van het uitbouwen van een kwalitatieve sociale dienstverlening voor de inwoners van Zeebrugge. Actie 4.1.1. Ondersteuning doelgroepmedewerkers
41
Buurtcentrum Sint-Jozef 2013 Algemene doelstelling: Het buurtcentrum wil, via een nauwe samenwerking tussen diverse diensten (oa buurtwerk, dienstencentrum, bibliotheek, …), een ontmoetingsplek zijn, waar iedereen terecht kan met vragen, problemen of gewoon voor een leuke babbel. Het buurtcentrum beoogt tevens een bijdrage aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in de verschillende wijken van Sint-Jozef. De doelstellingen worden nagestreefd door het uitbouwen van een zo laagdrempelig mogelijk maar kwalitatief aanbod zowel in het buurtcentrum als in de buurten van SintJozef. Het aanbod wordt bovendien zoveel mogelijk afgestemd op de noden en behoeften van bewoners met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Keuzes worden gemaakt op diverse levensdomeinen. Bij het uitvoeren van haar opdracht streeft het buurtcentrum naar een maximale inspraak en participatie van bewoners en organisaties. Daarenboven hanteert zij bij de uitvoering zoveel mogelijk de principes van een integrale benadering. Strategische Doelstelling 1. Er is een laagdrempelig aanbod van informatie, dienst- en hulpverlening voor de bewoners van Sint-Jozef met speciale aandacht voor de bewoners met minder sociaal en/of economisch kapitaal. Operationele doelstelling 1.1. gecoördineerd.
Het buurtcentrum en zijn activiteiten worden
Actie 1.1.1. Wekelijks komen de medewerkers van het buurtcentrum samen in het ‘Team De Garve’. Actie 1.1.2. Overleg/contact met andere organisaties/diensten. Actie 1.1.3. Buurtwerkoverleg met de 3 stedelijke buurtwerkers. Actie 1.1.4. Vertegenwoordiging van het buurtwerk op ander overleg (en in andere organisaties). Actie 1.1.5. Individueel overleg met coördinator buurtwerk. Actie 1.1.6. Organisatie stuurgroep Operationele doelstelling 1.2. Het buurtcentrum beschikt over de nodige en gepaste infrastructuur en middelen om zijn doelstellingen te realiseren. Actie 1.2.1. Finaliseren werkzaamheden aan het nieuwe buurtcentrum De Garve. Actie 1.2.2. Het buurtcentrum beschikt over een goed zicht op de noden en behoeften in de buurt. Operationele doelstelling 1.3. Het buurtwerk is een eerstelijns aanspreekpunt zowel in het buurtcentrum zelf als in de buurt. Actie 1.3.1. Huisbezoeken en aanwezigheid in de buurt. Actie 1.3.2. Permanentie.
42
Operationele doelstelling informatief aanbod.
1.4.
Het
buurtcentrum
zorgt
voor
een
ruim
Actie 1.4.1. Buurtkrant/activiteitenkalender. Actie 1.4.2. Opmaken verenigingsgids. Operationele doelstelling 1.5. Zowel in het buurthuis als in de buurt worden regelmatig of wanneer nodig inspraak- en infovergaderingen georganiseerd. Actie 1.5.1. Organiseren van inspraakvergaderingen. Operationele doelstelling 1.6. In het buurtcentrum wordt een laagdrempelig aanbod van hulp- en dienstverlenging aangeboden door het buurtwerk, het OCMW en specifieke diensten. Actie 1.6.1. Organisatie van diverse zitdagen (OCMW). Actie 1.6.2. Behartiging individuele dienstverlenings- en doorverwijzingsdossiers. Actie 1.6.3. Aanbieden praktische dienstverlening (vuilniszakken, inschrijvingen, …) Strategische doelstelling 2. Het sociaal weefsel in de verschillende wijken van Sint-Jozef is instandgehouden en/of versterkt. Operationele doelstelling 2.1. Het buurtwerk organiseert een gevarieerd activiteitenaanbod voor alle leeftijdsgroepen. Actie 2.1.1. Keramiek. Actie 2.1.2.. Aquarel. Actie 2.1.3. Buikdans. Actie 2.1.4. Kinderdans/Kindertoneel Actie 2.1.5. Yoga . Actie 2.1.6. Line- en Countrydance. Actie 2.1.7. Uitstap naar kerstmarkt. Operationele doelstelling 2.2. Het buurtwerk organiseert een vormingsaanbod op maat. Actie 2.2.1. Computercursussen Wijzer. Actie 2.2.2. Aanbod ism vorming+. Operationele doelstelling 2.3. Het buurtwerk bouwt een netwerk uit ifv het versterken of instandhouden van het sociaal weefsel. Actie 2.3.1. Mede organiseren van Wijk-Up via ondersteunen van werkgroep. Actie 2.3.2. Kersthappening.
43
Actie 2.3.3. Benefiet voor Hartekinderen. Actie 2.3.4. Week van de smaak. Actie 2.3.5 Organisatie van lente of zomerdrink voor vrijwilligers van het buurtcentrum Actie 2.3.6. In de kijker plaatsen van 25 jaar buurtwerk, 40 jaar dienstencentra en 1 jaar buurtcentrum. Actie 2.3.7. Organisatie van opendeurdag De Garve. Operationele doelstelling 2.4. Het buurtwerk verenigingen die actief zijn in Sint-Jozef.
ondersteunt
groepen
en
Actie 2.4.1. Ondersteuning Buurtraad St-Jozef (voor samenwerkingsinitiatieven en bij (semi-autonome organisatie) Actie 2.4.2 Samenwerking en ondersteuning Feestcomité. Strategische doelstelling 3. De leefbaarheid van de verschillende wijken van Sint-Jozef is instandgehouden en/of versterkt. Operationele doelstelling 3.1. Er worden overlegorganen samenwerkingsverbanden opgezet omtrent buurtgebonden thema’s opvoeding, milieu, erfgoed, verkeer, …)
en (bv.
Actie 3.1.1. Uitwerken van Maand van de Netheid. Operationele doelstelling 3.2. Het buurtwerk bouwt een netwerk uit ifv het versterken of instandhouden van de leefbaarheid in de verschillende wijken van Sint-Jozef. Actie 3.2.1. Structurele (integrale) aanpak van situaties in Sint-Jozef. Actie 3.2.2. De buurtwerker brengt concrete dossiervragen aan bij diensten en probeert (spontaan of gevraagd) adviezen aan te leveren over specifieke dossiers.
44
Jeugdpreventiewerk 2013 Algemene doelstelling: Het jeugdpreventiewerk beoogt enerzijds maatschappelijk kwetsbare jongeren uit Brugge de kans te bieden zich op alle levensdomeinen te ontplooien, en anderzijds ruimte te creëren voor jongeren binnen het openbaar domein waar ze kunnen rondhangen in harmonie met de omgeving en zijn bewoners. Het jeugdpreventiewerk richt zich voornamelijk naar jongeren tussen 10 en 25 jaar. Strategische doelstelling 1. Project jeugdpreventiewerk verloopt planmatig, gecoördineerd en geïntegreerd. Operationele doelstelling 1.1. Er worden gegevens verzameld en geanalyseerd mbt de maatschappelijke kwetsbaarheid – en hangplaatsen van jongeren in Brugge. Actie 1.1.1. Brugge.
Opmaken en updaten analyse maatschappelijke kwetsbare jongeren in
Actie 1.1.2. Registratie van de situatie en de ondernomen stappen in parken en pleinen in Brugge en van bereikte maatschappelijk kwetsbare jongeren. Operationele 1.2. Er zijn regelmatige en vaste overlegstructuren (intern & extern) ter bevordering van de samenwerking en afstemming met de verschillende partners. Actie 1.2.1. Tweewekelijks is er een (individueel) overleg met de coördinator. Actie 1.2.2. Tweemaandelijkse teamvergadering. Actie 1.2.3. Er is regelmatig overleg met de verschillende districten van de lokale politie Brugge. Actie 1.2.4. De werkgroep parken en pleinen volgt hangplaatsen en pleintjes op. Actie 1.2.5. Aandacht voor skateruimte (zowel indoor als outdoor) in Brugge. Actie 1.2.6. Verzamelen adviezen preventiedienst aanleg parken, pleinen, jeugd- en jongerenvoorzieningen, … Actie 1.2.7. Intervisie – en netwerkvormingsmomenten voor veldwerkers Operationele doelstelling 1.3. Het jeugdpreventiewerk beschikt over de nodige (infra)structurele ondersteuning. Actie 1.3.1. Aanvraag voor een (horeca)budget wordt voorgelegd aan college. Actie 1.3.2. Gsm-abonnement herbekijken mbt het gebruik van smartphones Actie 1.3.3. Streven naar eigen werkstek voor jeugdpreventie Strategische doelstelling 2. De (maatschappelijk kwetsbare) jongeren zijn geactiveerd, aangezet tot verandering en krijgen kansen zich te ontplooien.
45
Operationele doelstelling 2.1. Via vindplaatsgericht werken worden welbepaalde plaatsen wekelijks bezocht door de jeugdpreventiewerkers met het oog op het bevorderen het welzijn van de jongeren en het toezicht op nietproblematische locaties. Actie 2.1.1. Kennismaking en opbouw vertrouwensrelatie. Actie 2.1.2. Toeleiding en bekendmaking regulier en/of alternatief vrijetijdsaanbod. Actie 2.1.3. Oog voor het welzijn van de jongeren. Actie 2.1.4. Doorverwijzing stimuleren en faciliteren Operationele doelstelling 2.2. Organisatie van prikkelende vormingen en workshops in de leefomgeving van jongeren. Actie 3.2.1. Organiseren van graffitiworkshops en/of streetart. Operationele doelstelling 2.3. De jeugdpreventiewerkers zijn mbt deze doelgroep een aanspreekfiguur voor (stads)diensten en brengen boodschappen over. Actie 3.3.1. Vraaggestuurde contacten en acties. Operationele doelstelling 2.4. Aanbieden van activiteiten met het oog op het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Actie 3.4.1. Allerhande activiteiten. Actie 3.4.2. Sportactiviteiten. Strategische doelstelling 3. Het beleid (Stad, OCMW, instellingen,…) heeft aandacht voor de doelgroep. Operationele doelstelling 3.1. Belangenbehartiging van jongeren in stadsstructuren en op overlegmomenten. Actie 3.1.1. Stem of signalen van jongeren vertalen/vertolken in diverse overlegstructuren. Actie 3.1.2. Actieve participatie aan de organisatie van inspraakmomenten voor jongeren. Strategische doelstelling 4. Er is ruimte voor jongeren om rond te hangen in Brugge in harmonie met de omgeving en zijn bewoners. Operationele doelstelling 4.1. Aandachtsbuurten of problematische situaties op parken en pleinen worden op korte en langere termijn aangepakt met de nodige partners, de jongeren en de buurtbewoners. Actie 4.1.1. Opmaak van actieplannen voor problematische situaties op parken en pleinen.
complexe
aandachtsbuurten
of
Actie 4.1.2. Plan van aanpak mbt groepen druggebruikende jongeren. Operationele doelstelling 4.3. Opzetten van preventieve acties los van gemelde overlasthaarden. Actie 4.3.1. Sensibiliserings/preventieve actie
46
Actie 4.3.2. Vormingsmoment(en) voor intermediairen Actie 4.3.3. Campagne hangjongeren.
47
VI. JUSTITIE
Dispatching autonome werkstraffen 2013 Algemene doelstelling: De uitvoering van de autonome werkstraf verloopt in optimale condities voor alle betrokken partijen en is zo georganiseerd dat er een evenwicht is tussen vergelding, preventie, resocialisatie en herstel. Strategische doelstelling 1. De organisatie van het project Brugge verloopt gecoördineerd, geïntegreerd en planmatig. Operationele doelstelling 1.1. Er is duidelijk zicht op (de knelpunten bij) de uitvoering en organisatie van de autonome werkstraffen in Brugge. Actie 1.1.1. Opmaken probleemanalyse en bijhouden cijfergegevens. Actie 1.1.2. Opmaken kwartaalverslagen en maandverslagen. Operationele doelstelling 1.2. De samenwerking en afstemming tussen de dispatchers (onderling) en de justitieassistenten is optimaal. Actie 1.2.1. Wekelijkse (telefonische)contacten. Actie 1.2.2. Maandelijks overleg met JA’en Actie 1.2.3. Maandelijks overleg werkstraffen (dispatchers, BAAB, coördinator en justitieassistenten). Actie 1.2.4. Verbetertraject. Actie 1.2.5. Fedepass (nationaal overleg met dispatchingsprojecten uit andere steden en gemeenten). Operationele doelstelling 1.3. De samenwerking en afstemming tussen de dispatchers en de prestatieplaatsen is optimaal. Actie 1.3.1. Systematisch contact met alle prestatieplaatsen. Actie 1.3.2. Ondersteunende vorming voor prestatieplaatsen of hun medewerkers. Actie 1.3.3. Trefdag. Actie 1.3.4. Update website = continu aandachtspunt Operationele omkaderd.
doelstelling
1.4.
De
uitvoering
is
(infra)structureel
goed
Actie 1.4.1. Gevarieerd aanbod aan prestatieplaatsen. Actie 1.4.2. Opvolgen ondersteunend werkvloerproject van Groep Intro.
48
Actie 1.4.3. Permanentie door middel van GSM en antwoordapparaat zodat dispatchers vlot bereikbaar zijn. Actie 1.4.4. Materiële omkadering dispatchers. Actie 1.4.5. Personele omkadering dispatchers. Strategische doelstelling 2. doorverwijzingen.
Het project beschikt over voldoende en correcte
Operationele doelstelling 2.1. De sleutelfiguren in de straftoemeting hebben kennis van de werking, mogelijkheden, beperkingen en zinvolheid van de werkstraf. Actie 2.1.1. Sensibiliseren advocatuur, magistratuur, … Strategische doelstelling 3. Cliënten voeren de werkstraf correct uit. Operationele doelstelling 3.1. Cliënten weten wat de werkstraf inhoud en zijn op de hoogte van de eventuele gevolgen die de uitvoering met zich meebrengt. Actie 3.1.1. Intakegesprek. Actie 3.1.2. Kennismakingsgesprek. Operationele doelstelling 3.2. werkstraf nauw opgevolgd.
Cliënten worden tijdens de uitvoering van de
Actie 3.2.1. Wekelijkse contacten prestatieplaats en cliënten. Actie 3.2.2. Plaatsbezoeken/Tussentijdse evaluatie.
49
VII. VRIJWILLIGERS
Vrijwilligerscentrale 2013 Algemene doelstelling: De vrijwilligerscentrale wil het vrijwilligerswerk ondersteunen en promoten en vormt onder meer een brug tussen de vrijwilligers en de talrijke organisaties. Strategische doelstelling 1. en gewaardeerd
Het vrijwilligerswerk in brugge wordt gepromoot
Operationele doelstelling 1.1. Organisatie van een wervingsevenement voor 60 organisaties: feestelijke vrijwilligersbeurs Ik Vrijwillig in de Jan Garemijnzaal – 9 maart 2013. Operationele doelstelling 1.2. De derde editie van de Vrijwilligers Cinema (dankavond voor meer dan 800 Brugse vrijwilligers) op de Internationale dag van de vrijwilliger: 5 december 2013. Operationele doelstelling 1.3. Project ‘ook de gemeenteraad vrijwilligt’. Operationele doelstelling 1.4. Promotie van vrijwilligerswerk bij een aantal doelgroepen: gedifferentieerd ‘charme offensief’. Strategische doelstelling 2. Er is in Brugge een Vrijwilligerscentrale Operationele doelstelling 2.1. De werking van de Vrijwilligerscentrale wordt bekend gemaakt: openingsuren, verhuur van de zalen, intakeprocedure, vormingsaanbod… Operationele doelstelling 2.2. Er is tijdens de openingsuren (woensdag: 14u18u en vrijdag: 9u-13u) permanentie voor alle vragen in verband met vrijwilligerswerk, ook intakes kunnen dan gebeuren. Eventueel kunnen intakes buiten de openingsuren ook op afspraak plaatsvinden. Operationele doelstelling 2.3. Evalueren en bijsturen samenwerking met Het Entrepot, dat het gelijkvloers beheert (Factor Club). Operationele doelstelling 2.4. Er is een eenvoudig consulteerbaar aanbod van relevante informatie rond vrijwilligers Operationele doelstelling 2.5. (wetgeving, vergoeding, verzekering…) in de leeszaal. Operationele doelstelling 2.6. De vergaderzaal en de vormingszaal kunnen gehuurd worden door Brugse vrijwilligersorganisaties voor activiteiten die hun vrijwilligerswerking vergemakkelijkt of ten goede zal komen. Operationele doelstelling 2.7. Aan de akoestiek van de zalen wordt in 2013 gewerkt om het vooropgestelde vergadercomfort te kunnen behalen. De galm wordt door huurders als ondraaglijk omschreven.
50
Operationele doelstelling 2.8. Organisaties kunnen hun vrijwilligersbeleid/ afsprakennota/ vrijwilligersovereenkomst voor feedback (t.a.v. de wetgeving bijvoorbeeld) voorleggen aan de Vrijwilligerscentrale: Operationele doelstelling 2.9. Er is een computer met internet ter beschikking van de bezoekers voor het opzoeken van informatie en vrijwilligersvacatures. Operationele doelstelling 2.10. De Vrijwilligerscentrale verkent in 2013 of ze ook nieuwe doelgroepen kan bedienen: vrijwilligers op buurtniveau die zich al dan niet georganiseerd inzetten voor een gezelligere en sociale buurt. Operationele doelstelling 2.11. De definitie van vrijwilligerswerk zou ook op Vlaams niveau verruimd worden, dit heeft repercussies op de doelgroepen van de Vrijwilligerscentrale. Operationele doelstelling 2.12 Een vormingsaanbod voor organisaties wordt uitgewerkt, aanvullend op de vormingen die reeds aangeboden worden door het Provinciaal Steunpunt Vrijwilligerswerk. Operationele doelstelling 2.13. Een vormingsaanbod voor vrijwilligers wordt uitgewerkt in samenwerking met de Brugse vrijwilligersverantwoordelijken uit de aftoetsgroep (dit in navolging van het Decreet betreffende het Vrijwilligerswerk dat vorming voor vrijwilligers verplicht voor organisaties die vallen onder departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). Operationele doelstelling 2.14. Een intern vormingsaanbod voor stadsdiensten wordt uitgewerkt in samenwerking met de vormingsdienst van de stad Brugge (afhankelijk van al dan niet goedkeuren van geharmoniseerd vrijwilligersbeleid voor de stadsdiensten van stad Brugge). Strategische doelstelling 3. De vraag naar en het aanbod van vrijwilligerswerk in Brugge wordt in contact gebracht/afgestemd Operationele doelstelling 3.1. Het gebruik van de www.vrijwilligerswerk.be en de bijhorende vacaturedatabank gestimuleerd, bij zowel vrijwilligers als organisaties.
website worden
Operationele doelstelling 3.2. Ook het zoeken via de eigen website wordt gestimuleerd door alles wat de vrijwilligers(organisatie) zoekt te bundelen op één webadres. Operationele doelstelling 3.3. Vrijwilligerscentrale Brugge is ook te vinden op facebook. Operationele doelstelling 3.4. Burgers die vrijwilligerswerk in Brugge willen verrichten kunnen terecht bij de Vrijwilligerscentrale voor meer informatie en vacatures op maat. Operationele doelstelling 3.5. Organisaties die vrijwilligers zoeken, kunnen hun vraag bekend maken bij de Vrijwilligerscentrale via affiches, flyers, folders. Operationele doelstelling 3.6. Een selectie van de vrijwilligersvacatures verschijnt in Bruggespraak. De burger blijvend herinneren dat ook zij vrijwilligerswerk kunnen verrichten. Operationele doelstelling 3.7. In 2013 zetten we in op betalend adverteren in schrijvende pers: vrijwilligersvacatures in Exit, Streekkrant, Tam-Tam…
51
Strategische doelstelling 4. Het vrijwilligersbeleid van de stad Brugge wordt geharmoniseerd Operationele doelstelling 4.1. Op basis van de resultaten van de bevraging van de diensthoofden over vrijwilligers(werk) worden suggesties naar voor geschoven om waar mogelijk en/ of wenselijk de Vrijwilligerscentrale in te schakelen en hoe het vrijwilligersbeleid van stad Brugge te harmoniseren. Operationele doelstelling 4.2. Er wordt gewerkt aan een positief klimaat voor het ontvangen en inzetten van vrijwilligers binnen de stadsdiensten, onder meer wordt een onthaalbrochure uitgewerkt met tips en weetjes voor het inzetten van vrijwilligers binnen de stadsdiensten in de vorm van een eenvoudig 5-stappenplan: 1.Werven en selecteren 2.Onthaalgesprek + ondertekenen organisatienota 3.Waarderen en bedanken 4.Opvolgend en begeleiden 5.Uit dienst gesprek Operationele doelstelling 4.3. De beheersstructuur (bestaande uit: werkoverleg << stuurgroep << stuurgroep extra <
> aftoetsgroep >> occasionele werkgroepen) wordt geëvalueerd en indien gewenst bijgestuurd.
52