Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum
69
mei 2009
Madonnamedisch.nl voor zelfbewuste vrouwen Antidepressiva en hoge bloeddruk Melden van incidenten. Openbaar of niet?
Stop aanmaak nieuwe bloedvaten rond tumor!
02
03
04 Tumoren uithongeren In VUmc Cancer Center Amsterdam zoekt Tom Würdinger met zijn collega’s naar betere diagnose en behandeling van hersentumoren.
08 Voor de zelfbewuste vrouw Betrouwbare en actuele informatie over gynaecologische
aandoeningen zijn na de zomer te vinden op www.madonnamedisch.nl, een website van VUmc.
10 P ortret Gert Kwakkel over neurorevalidatie: ‘Elke neurologische patiënt is een puzzel.’
04
13 Moeten MIP-meldingen openbaar zijn? Drie reacties in Uitgelicht.
14 Pacemakerproef VUmc beoordeelt vooraf of patiënten baat bij een pace maker hebben. Dat scheelt onnodige operaties.
18 Hulp bij zorgvernieuwing ZonMW kende Han Anema een Implementatie Fellowship toe. ‘Betrek patiënten, artsen en verpleegkundigen bij de ontwikkelfase van innovaties.’
20 Antidepressiva en hart- en vaatziekten Carmilla Licht onderzoekt de relatie tussen antidepressi vagebruik en hartslag, hartslagvariabiliteit en bloeddruk.
10
23 Heilig huisbezoek VUmc en GGZ inGeest willen psychogeriatrische zorg beter laten aansluiten bij patiënten met een niet-Neder landse cultuur.
EN VERDER: 03 Eureka!
Promovenda Tessa van den Kommer onderzoekt risicofactoren voor cognitieve problemen bij ouderen.
07 Kort en column 16 Kort en agenda 19 Samenwerking
VUmc-bestralingskliniek in Hoorn
22 Kort GGZ inGeest 24 Toen & Nu
Narcosemiddelen
Opmerkelijk Sinds kort heeft VUmc een operatiekamer – met een aangrenzend stamcellaboratorium – die speciaal geschikt is voor stamceloperaties. Dit is uniek in Nederland.
20 Synaps
Nummer 69
Lees meer op pagina
16
Colofon Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt 5 keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren. Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Mariet Bolluijt, Edith Krab, Marcel Licher, Jan Spee Adviescommissie Sietske Grol, Erna Alberts, Gerrit Veen Tekst Rob Buiter, Leendert van der Ent, Sanne Hijlkema, Laura Jansma, Liesbeth Kuipers, Wilma Mik, Mirjam Schöttelndreier, Ursula Wopereis Beeld Mark van den Brink, DigiDaan, Aad Goudappel, Marc de Haan, Harry Meijer, Ivar Pel, ShutterStock, Universiteitsmuseum Groningen, Varian, VUmc, Dannes Wegman, Wynants & Van Bronkhorst Coverfoto: Harry Meijer Verder werkten mee Benno Baksteen, John Beer, Lothar Schwarte en Marieke Visser Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 Fax (020) 444 3450 E-mail:
[email protected]
Wie zijn deze mensen en wat doen ze? Bij de Longitudinal Aging
Study Amsterdam onderzoekt psychologe Tessa van den Kommer of je kunt voorspellen of iemand op latere leeftijd cognitieve problemen zal krijgen.
‘Geen taboe op vette vis’
W Wat onderzoek je?
Wat zijn andere risicofactoren?
‘Sinds 1992 verzamelt de Longitudinal Aging
‘Voor wat betreft de bloedwaarden is een
Study Amsterdam (LASA) gegevens van een
hoger gehalte homocysteïne in combinatie
groot aantal ouderen. Om de drie jaar worden
met verhoogde ontstekingsfactoren een dui-
verschillende sociale, cognitieve, lichamelijke
delijke risicofactor voor cognitieve problemen.
en emotionele aspecten bekeken bij – aanvan-
Uit mijn analyses blijkt ook een sterk verband
kelijk – ruim drieduizend mensen tussen 55 en
tussen cognitieve problemen en hoge leeftijd.
85 jaar oud. Uit die meetreeks heb ik een aan-
Dat is natuurlijk niet zo vreemd. Mensen met
tal bloedwaarden naast zaken als geheugen
een grotere kans op dementie op latere leef-
en de prestatie op andere cognitieve functies
tijd blijken in de jaren daarvoor ook meer
gelegd.’
geheugenklachten te uiten. Bovendien blijken zij een lager opleidingsniveau te hebben.' Heb je nu voorspellers voor dementie te
‘Met name huisartsen kunnen wat met de resultaten’
pakken? ‘Een 1 op 1 relatie is het natuurlijk niet, maar deze factoren laten wel zien of iemand een verhoogde kans heeft of niet. We hebben onze analyses ook herhaald met de gegevens uit de Zweedse OCTO-Twin studie, waar gericht naar “dementie” is gekeken. Wat we daar vinden
Heeft dat zin, in het bloed zoeken naar een
blijkt erg goed overeen te komen met wat we
relatie met geheugen?
bij LASA vonden.’
‘Jazeker! De literatuur suggereert verschillende risicofactoren. Daarvan heb ik onder ande-
Wat was je grootste ‘Eureka-moment’?
Naam:
re cholesterol, Apoe ε4 en het aminozuur
‘Noem het liever een ontnuchteringsmoment.
Tessa van den Kommer
Adreswijzigingen [email protected]
homocysteïne bekeken. Uit de analyse van de
Aan het begin van mijn onderzoek verkeerde
01-02-1979, Delft
LASA-gegevens blijkt bijvoorbeeld dat nota
ik nog in de veronderstelling dat je dit soort
Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps
bene een laag cholesterolgehalte samenhangt
gegevens op een standaard manier kunt ana-
met een hoger risico op cognitieve proble-
lyseren voor het beste resultaat. Ik vond het
men. Maar dat is waarschijnlijk geen causaal
ontnuchterend om te merken hoeveel discus-
verband. Het is dus niet zo dat vette vis
sie er nog kan zijn over een ogenschijnlijk
opeens taboe is vanwege de cholesterolverla-
recht-toe-recht-aan onderzoeksopzet. Maar
Predictors of cognitive decline in elderly
gende onverzadigde vetten, en dat ouderen
dat neemt niet weg dat met name de huisart-
Promotoren:
massaal aan de vette friet met mayo moeten
sen wel wat kunnen met de resultaten.
om hun risico op dementie te verkleinen.
Uiteindelijk kunnen zij werken met de door
Waarschijnlijk is het lage cholesterol vooral
ons gevonden risicoprofielen om zodoende de
een uiting van een algehele verhoogde kwets-
groep patiënten met het hoogste risico op
baarheid.’
dementie beter te kunnen volgen.’
VU medisch centrum en GGZ inGeest zijn partners. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl © VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Paspoort
16
Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers aan VUmc.
EUREKA!
inhoud
Synaps 69, mei 2009, vijftiende jaargang
Geboren: Opleiding:
Klinische - en gezondheidspsychologie, RUL, en klinische neuropsychologie met accent op volwassenen, VU. Naast de huidige promotie:
Post-doctorale opleiding tot GZ-psycholoog. Promotieonderzoek:
Prof.dr. Dorly Deeg, Prof.dr. Cees Jonker Promotiedatum:
2010 Ambitie:
‘Ik combineer mijn promotieonderzoek met een baan als psycholoog in de verpleeg- en verzorgingshuiszorg. Ik hoop dat ik die combinatie van onderzoek en klinische zorg kan volhouden na mijn promotie.’
mei 2009
Synaps
neuro-oncologie
Micro-RNA 296 als mogelijk target voor chemotherapie
tumoren uithongeren In VUmc Cancer Center Amsterdam zoeken Tom Würdinger (rechts op de foto) en collega’s naar betere diagnose en behandeling van hersentumoren. Tumoren uithongeren door de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes te remmen, is slechts één van de focuspunten. ‘Ons onderzoek is noodgedwongen net zo divers als de tumoren zelf.’
Jaarlijks krijgen 800 tot 1.000 Nederlanders te horen dat ze een multi forme glioblastoom hebben. Deze meest voorkomende versie van een hersentu mor is ook meteen de meest agressieve. Wat betreft de prognose windt neurochi rurg dr. David Noske er dan ook geen doekjes om: ‘Vanaf het moment dat de diagnose wordt gesteld heeft een patiënt gemiddeld nog iets meer dan een jaar te leven. En dat is dan nog dankzij medisch ingrijpen. In het algemeen proberen we bij deze mensen eerst de bulk van een tumor chirurgisch weg te nemen, vooral om de druk op omliggend hersenweefsel te verlichten. Daarna volgt bestraling en chemotherapie. Doen we dat niet, dan is de levenverwachting niet meer dan een paar maanden.’ Het grootste probleem van de gliobasto men blijkt hun grillige karakter. ‘We hebben het hier niet over een “mooie” ingekapselde tumor, maar eentje met veel uitlopers, tot diep in het omliggen de hersenweefsel’, aldus Noske. En ook de inhoud van de tumorcellen blijkt gril lig van karakter, zegt dr. Tom Würdinger, projectleider van de Neuro-oncology Research Group (NRG) van VUmc en onderzoeker aan Harvard University. ‘Het zijn verschillende typen cellen, die binnen één type ook nog sterk kunnen verschillen qua genetica.’ De NRG maakt onderdeel uit van het
Synaps
Nummer 69
J
05
Jaarlijks krijgen 800 tot 1.000 Neder landers te horen dat ze een multiforme glioblastoom hebben. Deze meest voor komende versie van een hersentumor is ook meteen de meest agressieve. Wat betreft de prognose windt neurochirurg dr. David Noske er dan ook geen doekjes om: ‘Vanaf het moment dat de diagnose wordt gesteld heeft een patiënt gemid deld nog iets meer dan een jaar te leven. En dat is dan nog dankzij medisch ingrijpen. In het algemeen proberen we bij deze mensen eerst de bulk van een tumor chirurgisch weg te nemen, vooral
om de druk op omliggend hersenweef sel te verlichten. Daarna volgt bestra ling en chemotherapie. Doen we dat niet, dan is de levenverwachting niet meer dan een paar maanden.’ Het grootste probleem van de gliobasto men blijkt hun grillige karakter. ‘We hebben het hier niet over een “mooie” ingekapselde tumor, maar eentje met veel uitlopers, tot diep in het omliggen de hersenweefsel’, aldus Noske. En ook de inhoud van de tumorcellen blijkt grillig van karakter, zegt dr. Tom Würdinger, projectleider van de Neurooncology Research Group (NRG) van VUmc en onderzoeker aan Harvard University. ‘Het zijn verschillende typen cellen, die binnen één type ook nog sterk kunnen verschillen qua genetica.’ De NRG maakt onderdeel uit van het Cancer Center Amsterdam, een consor tium van oncologische specialismen binnen VU medisch centrum, die in nauwe samenwerking tussen kliniek en laboratorium zoeken naar oplossingen voor kanker. Die samenwerking is cruci aal, benadrukken Noske en Würdinger haast in koor. ‘Ik kan letterlijk met een koelbox oversteken naar de kliniek om hersenweefsel op te halen zodra dat door de neurochirurgen is verwijderd’, zegt Würdinger. ‘Die nauwe samenwer king is – vreemd genoeg – vrij bijzonder in de wereld’, vult Noske aan. ‘Zelfs de meest prestigieuze oncologische labora toria in de wereld hebben niet zo’n strakke samenwerking met de kliniek als VUmc CCA.’
neuro-oncologie
04
MRI van de hersenen met een multiforme glioblastoom in de temporaalkwab. Het grootste probleem van de gliobastomen blijkt hun grillige karakter. Desondanks probeert VUmc Neurooncology Research Group de tumoren te analyseren om uiteindelijk tot betere therapieën te kunnen komen.
Beeld VUmc
Kweek Van een fors deel van de tumoren die in het lab van Würdinger worden verza meld, proberen de onderzoekers cel lijnen te kweken. Die cellen worden onder meer getest op hun gevoeligheid voor een heel scala aan potentiële medi cijnen. Eén van de onderzoekslijnen richt zich op de aanpak van de ‘voedsel voorziening’ van tumorcellen. ‘Angiogeneseremming is al heel lang een belofte in het kankeronderzoek’, licht neurochirurg Noske toe. ‘Simpel gezegd: als je de angiogenese – dus de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes – kunt remmen, dan honger je een tumor uit. Door hun snelle groei hebben tumo ren immers meer bloed met voedings stoffen nodig dan gezonde cellen. Maar de praktijk, zeker bij hersentumoren, blijkt weerbarstig. Er is zelfs al onder zoek gepubliceerd dat suggereert dat die ‘hongerende tumorcellen’ eerder uitzaai en dan tumoren die niet met angiogene seremmers worden behandeld.’ Ondanks die complexiteit van het pro bleem, zien de onderzoekers wel moge lijkheden voor een therapie op niveau van de bloedvoorziening. ‘We hebben recent een regulator in de cel ontdekt die onder andere een centrale rol speelt in de aanmaak van bloedvaten’,
‘Met internisten in de regio werken we aan
een lokale richtlijn voor cardiovasculair risicomanagement bij reumapatiënten’ ‘Onze nauwe samenwerking tussen oncologisch lab en kliniek is – vreemd genoeg – vrij bijzonder in de wereld’
mei 2009
Synaps
Betere diagnose door blaasjesonderzoek
onTSnAPPinGen
In het prestigieuze Nature Cell Biology publiceerden Tom Würdinger en col-
Vroeger hadden wij journalisten een karton-
vooruitgang lijkt voor de samenwerkende
lega’s van de Harvard medical School and massachusetts General Hospital,
nen kaartje in onze la – voor de jongste desk-
zorgverleners en hun instanties. enerzijds.
in Boston (VS), onlangs een baanbrekend artikel met mogelijk verstrek-
werkers onder ons: dat is een verschuifbare
Dat het ook een hel van misinterpretaties
kende gevolgen voor de diagnose van hersentumoren. Würdinger: ‘We heb-
opbergdoos onder je bureau – waarop stond
tussen allerlei mensen wordt en/of een berg
ben ontdekt dat je in exosomen – een soort blaasjes die door tumorcellen
hoeveel vakantiedagen je, nog, had. Wie op
loze informatie geeft omdat er uit privacy-
worden uitgescheiden – heel veel karakteristieken van tumoren kunt her-
pad wilde gaan, liep langs de chef, nam het
bescherming alleen nog gecodeerde extrac-
kennen. De genetische vingerafdruk van een cel is helemaal terug te vinden
vakantieplan door en schreef vervolgens de
ties van alles wat menselijk is, in staan, laat
in zo’n exosoom. Die blaasjes worden naar de bloedbaan uitgescheiden. Dat
geplande dagen af. Handtekening van beiden
zich raden.
betekent dat je ook zonder chirurgie al van alles te weten kunt komen over
eronder: klaar.
Hoe al dat soort informatie dan wel moet
de aard, en misschien zelfs de omvang van een tumor. Eén van de dingen
nu beschikken we bij de redactie over een
worden gecommuniceerd? De geschiedenis
die we nu onderzoeken is of we drempelwaarden kunnen onderscheiden
all in-computersysteem voor allerhande ver-
leert dat hoe groter de bureaucratie, des te
voor recidiverende tumoren. Het lijkt er op dat een groeiende tumor ook
lofdagen, declaratiesoorten en persoonlijke
gehaaider de ontsnappingen. Zo had ooit
salarislijnen waarmee de iCT ons verbluft
iedere Rus werk in de heilstaat, maar hield
steeds meer exosomen uitscheidt. mogelijk kunnen we dus in het bloed
mirjam Schöttelndreier
herkennen of een tumor terugkeert na operatie.’
studeerde wijsgerig-historische pedagogiek en
heeft doen staan, hemel, wat knap, en dat
de facto zijn eigen groententuin bij.
‘Die techniek zou een waardevolle aanvulling zijn op radiodiagnostiek’,
is redacteur van de Volkskrant. in Synaps bekijkt
allemaal op zo’n klein chipje! Dat in het bril-
Doktoren gaan dus memo’s in laatjes leggen
zegt neurochirurg David Noske. ‘op een scan kan het lijken dat het tumor-
en becommentarieert zij de zorg vanuit het
jante systeem eenvoudige dingen niet kun-
en even tussen de ePD’s door een vertrou-
weefsel weer terugkomt. maar in eenderde van de gevallen is dat eigenlijk
oogpunt van een consument.
nen, van alles zoekraakt en dramatisch vast-
welijk collegiaal belletje plegen.
Als je de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes kunt
“slechts” necrotisch hersenweefsel dat overblijft na bestraling.’
loopt, en chef zich vaak geen raad weet,
Zoals degene die tegen een vastgelopen
remmen, honger je de tumor uit. Hier zijn bloed-
ook bij het bepalen van de mogelijkheden voor chemotherapie zouden
spreekt.
verlofsysteem aanloopt, dan maar buiten
vat-endotheelcellen (rood) samen te zien met
de exosomen in de toekomst waardevolle informatie kunnen leveren.
maar hoe kom ik daar op? omdat ik me
het systeem om op vakantie gaat. Hou je
tumorcellen (groen).
Noske: ‘Veel genetische karakteristieken zitten in die blaasjes, dus wel-
onlangs verdiepte in het elektronisch patiën-
digitaal nog lekker wat dagen over ook.
< foto Ivar Pel>
licht kunnen we ooit maatwerk gaan leveren met chemotherapie voor een
tendossier (ePD), wat me een juweel van
individuele patiënt in plaats van “confectie”. Nu moeten we nog vertrou-
Kort
wen op standaardprotocollen.’
vertelt Würdinger. Het is een zoge noemd microRNA, met de fantasievolle naam 296. ‘MicroRNA’s zijn stoffen die ingrijpen in de productie van eiwitten, doordat ze een andere vorm van RNA, boodschapperRNA, kunnen blokkeren. Bloedvaten worden aangemaakt na een signaal van verschillende groeifactoren. Normaal worden de receptoren voor die groeifactoren op een gegeven moment weer afgebroken door een ander eiwit, waarna de aanmaak stopt. Maar als dat afbraakeiwit niet wordt aangemaakt, omdat er te veel microRNA 296 in de cel zit, dan ontstaat een probleem. Wij hebben laten zien dat veel hersentumo ren inderdaad te veel van dat micro RNA hebben. Daarmee is het een moge lijk “target” voor chemotherapie geworden.’
Gevoeligheid voor straling Een andere lijn van onderzoek richt zich op de gevoeligheid van tumorcellen voor straling. Würdinger: ‘Sommige, trager groeiende cellen hebben een heel effectief mechanisme om de schade na bestraling te herstellen. Daarmee wor den die cellen ongevoelig voor radio SyNapS
NUmmer 69
therapie. Maar wij hebben nu een stof gevonden die een “hersteleiwit” blok keert, waardoor ook deze radioresistente cellen potentieel gevoelig worden voor bestraling.’ Je zou kunnen denken dat het ‘blokkeren van herstelmechanismen in cellen’ potentieel veel bijwerkingen kent, maar dat valt in de praktijk erg mee, zegt Würdinger. ‘Er zijn twee ver schillende hersteleiwitten. Gezonde cel len maken vooral gebruik van het ene type, terwijl tumorcelen juist het andere gebruiken. Uiteraard blokkeren wij alleen die laatste. Bij muizen is deze stra tegie al heel effectief gebleken.’
kinderoncologie Binnen de neuroonologie vormen kin deren met hersentumoren een extra complexe categorie. Het kinderbrein is volop in ontwikkeling en is dan ook extra gevoelig voor schade door bestra ling of chemotherapie. Würdinger: ‘Na leukemie zijn tumoren in de hersenstam de meest voorkomende vorm van kanker bij kinderen. Voor die vorm van kanker hebben we meegewerkt aan de ontwik keling van convection enhanced delivery. Daarbij wordt gedurende een aantal
dagen chemotherapie via een katheter in de tumor toegediend. Het voordeel is dat je door die langzame manier van strikt lokale toediening een veel groter en gerichter deel van de tumor kunt bereiken, dan wanneer je chemotherapie systemisch, dus via de bloedbaan toe dient.’
Word lid van de alumnikring geneeskunde VUmc!
De mondige patiënt
Sinds begin dit jaar is de alumnikring genees-
De geïnformeerde
kunde VUmc actief met activiteiten voor
mondige patiënt wordt
afgestudeerden van de faculteit geneeskun-
gezien als de basis van
de VU (nu VU medisch centrum). De alum-
een marktgerichte
nikring organiseert bijeenkomsten, nodigt u
gezondheidszorg. maar
uit voor concerten en houdt u op de hoogte
klopt het beeld van
Geduld
van de ontwikkelingen in VU medisch cen-
deze patiënt als een
Deze verschillende onderzoekslijnen van de Neurooncology Research Group bevinden zich nog niet in de fase van daadwerkelijk klinisch onderzoek met patiënten. ‘Op zijn vroegst in de loop van volgend jaar kunnen we voor een aantal projecten starten met patiënten onderzoek’, vertelt Noske. ‘Ik wil dan ook zeker geen valse verwachtingen wekken. We hebben het hier over tumo ren die sneller ontwikkelen dan ons onderzoek. Dat neemt niet weg dat we op termijn wel hoge verwachtingen heb ben van het onderzoek. En niet alleen voor de neurooncologie. Van bijvoor beeld het extra gevoelig maken van tumoren voor straling kunnen ook andere patiënten profiteren, zoals die met long of borstkanker.’
trum. omgekeerd kunt u met uw kennis en
kleur bekennen
ervaring helpen als gastspreker, stagecontact
nieuw fenomeen? in het boek De mondige patiënt gaan frans
De educatieve film Kleur bekennen –
of als voorlichter
meijman en Stephen Snelders, beiden verbon-
gemaakt door medewerkers van VUmc en
van aankomende
den aan VUmc, op zoek naar de geïnformeer-
bedoeld voor zorgverleners – behandelt de
studenten.
de en eigenzinnige patiënt in het verleden.
palliatieve zorg aan moslimpatiënten.
kijk voor meer
en die vinden zij: ‘met behulp van moeder,
De film geeft inzicht in de problematiek die
info en een aan-
buurvrouw, medische encyclopedie of
kan ontstaan bij moslimpatiënten in de
meldformulier
libelle zocht ook vroeger de medische leek
palliatieve fase in een westers ziekenhuis.
op www.vumc.
tussen eigen inzichten en medische voor-
ook krijgt de kijker een beeld van culturele
nl/alumni
lichting pragmatisch de weg naar de eigen
en religieuze gebruiken rondom ziekte en
gezondheid.’
dood. De film en bijbehorende brochure
De mondige patiënt. Historische kijk
kunt u bestellen voor 10 euro. een bedrag
op een mythe; Isbn 978-90-35133-48-8;
dat ten goede komt aan het VUmc fonds,
€ 17,95.
dat projecten financiert die de kwaliteit van
www.uitgeverijbertbakker.nl
zorg verbeteren. Stuur een e-mail
NieUWS
colUmN
07
NeUro-oNcoloGie
06
naar [email protected] o.v.v. film
té kort door de bocht voor u?
Kleur bekennen.
meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
mei 2009
SyNapS
09 Madonna Medisch:
Hoe kun je vrouwen meer betrekken bij hun behan-
Virtuele polikliniek in de startblokken
deling en welke moderne middelen kun je daarvoor aanwenden? Verloskunde & gynaecologie van VUmc is drie jaar geleden gestart met het opzetten van een virtuele polikliniek. Deels ingegeven door ongenoegen met de lopende gang van zaken, deels door persoonlijke interesse, maar bovenal vanuit een diepgevoeld verlangen bij te dragen aan empowerment van hun klanten. Het resultaat: Madonna Medisch, dat na de zomer operationeel wordt.
H
Het zorgproces voor vrouwen met gynaecologische klachten kan een stuk beter en handiger, meende gynaecoloog Peter Kenemans. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van internet en ICT. Hans van der Slikke, die het stokje van hem overnam: ‘Vooral vrouwen zoeken op internet naar informatie over gezondheid. Ze komen met flinke uit draaien bij ons op het spreekuur. Dan kun je twee dingen doen: negeren of zorgen dat je zelf betere informatie voorhanden hebt. Wij hebben voor het laatste gekozen.’ Dat de plannen in vruchtbare aarde vielen, blijkt uit de aanzienlijke subsidie die het ministerie van VWS eraan toekende.
Interactief Het opzetten van het webportal begon met vakinhoudelijke zaken, waarbij geput kon worden uit de professionele richtlijnen van de beroepsvereniging NVOG. En ook de voorlichtingsfolders die daarop zijn geënt, waren voorhan den. Maar om deze te bewerken zodat ze voldoen aan het ideaalbeeld van de VUmc-gynaecologen, kostte veel hoofd brekens én tijd. Van der Slikke: ‘Met Madonna Medisch willen we echt een interactieve en voor patiënten goed toe gankelijke site maken. Dat vergt veel meer dan alleen het bestaande materiaal Synaps
Nummer 69
toepassen.’ Als eerste stap zijn op de site drie zorgpaden verwerkt voor veelvoor komende thema’s: het afwijkende uit strijkje, post-menopauzaal bloedverlies, en preconceptueel advies. Van der Slikke legt uit hoe de site gebruikt kan worden. ‘Een vrouw heeft bijvoorbeeld bericht gekregen van een afwijkend uitstrijkje bij het bevolkingsonderzoek met de uit slag ‘3B’. Dat zegt haar niets. Op haar speurtocht op internet naar informatie belandt ze op onze site. Als ze daar 3B intikt, ziet ze de uitleg over deze waarde en welke acties ze moet ondernemen. Ze kan via de site ook meteen een afspraak maken voor een consult en ter voorbe reiding daarop een vragenlijst invullen. Met de antwoorden kan het systeem al zien of extra onderzoek nodig is. Dat wordt zodanig gepland dat de klant maar een keer naar de polikliniek hoeft te komen.’
gynaecologie
gynaecologie
08
Madonna Vrouwen die willen begrijpen wat er in hun lichaam gebeurt, waarom
Plezier
bepaalde diagnoses worden gesteld, en wat de vervolgstappen zullen
De meerwaarde van dit systeem is dat er betere kwaliteit van zorg komt met min der moeite, meer plezier en beter contact met de patiënt, zegt Van der Slikke. Meer plezier? ‘Ja. Met die van tevoren ingevul
zijn, kunnen terecht op de interactieve website Madonna Medisch. Daar vinden ze betrouwbare en actuele informatie over verschillende gynaecologische aandoeningen, symptomen en behandelingen. Ze kunnen zelf hun dossier inzien en bijwerken, en raken meer betrokken bij hun zorgproces. Bovendien levert het een hogere kwaliteit van zorg en aanzienlijke tijdwinst voor patiënt en arts. Elke huisarts die dat wil – en toestemming krijgt van de patiënt – kan erop inloggen en meekijken. Uiteraard gebeurt dit allemaal via een beveiligde internetomgeving. De naam is geïnspireerd op de
‘Vooral vrouwen zoeken
Madonna als klassiek beeld voor de diepe relatie tussen moeder en kind, maar ook op Madonna als symbool voor de zelfbewuste vrouw van vandaag
op internet naar infor-
die haar eigen weg gaat. www.madonnamedisch.nl wordt na de zomer 2009 op bescheiden schaal
matie over gezondheid’ de vragenlijst kunnen we meteen ter zake komen en bovendien meer aan dacht besteden aan de persoon zelf. We voorkomen veel gedoe: een zoekgeraakte status, weer een vrouw die eigenlijk niet bij ons hoort, telkens diezelfde vragen – daar gaat het grootste deel van het eerste consult aan op. Madonna Medisch maakt het werk een stuk leuker.’ Voordeel is ook dat de ingevulde vragen lijst via een soort triagesysteem leidt tot een specifiek op deze patiënt toegesne den advies. Dat kan betekenen dat ze zonder een medisch consult zelf iets kan ondernemen, of dat ze wordt verwezen naar de meest geëigende polikliniek: VU medisch centrum of partnerziekenhuis Sint Lucas Andreas Ziekenhuis.
operationeel, daarna volgt stapsgewijze uitbreiding.
Bijzonder Madonna Medisch is op een aantal vlak ken uniek, meent interim-projectleider en relatieve buitenstaander David Jongste. Juist vanwege de mogelijkheid voor de patiënt om zelf haar eigen dos sier te kunnen bekijken en aanvullen, in combinatie met de extra mogelijkheden die het artsen biedt. ‘Interessant is ook de manier waarop voorlichtingsmateri aal is gekoppeld aan uitslagen van onderzoek. Dat is een belangrijke meer waarde boven andere patiëntenportals. Die geven ook onderzoeksresultaten maar zonder vertaalslag naar de leek. Ik vind het bijzonder hoe verloskunde en gynaecologie nadenkt over de presenta tie van deze site. Die is geheel geënt op
het patiëntenperspectief. Dat klinkt heel logisch en simpel maar om dat goed uit te denken en verwerken, is een hele klus en raakt ook aan organisatorische veran deringen in de polikliniek.’ Wat in de tweede helft van dit jaar wordt gepresenteerd is een tussenstap. Gaandeweg vindt uitbreiding plaats, bij voorbeeld met meerdere zorgpaden, of met andere partners in de regio. Voor andere afdelingen die ook deze kant op willen gaan, komt een soort draaiboek beschikbaar.
mei 2009
Synaps
‘We weten nog niet goed wát we revalideren ’ Hij is de enige hoogleraar neurorevalidatie in Nederland en bedient een relatief nieuw en sterk groeiend vakgebied. De kersverse professor Gert Kwakkel bekritiseert de eenheidsworstbenadering voor diagnosegroepen en wil fundamenteel onderzoek klinisch interpreteren. ‘Wat is de functionele betekenis van de veranderingen in het brein die we tijdens revalidatie meten?’
< t e k s t S a n n e H i j l ke m a f o t o Harr y Meijer>
Nummer 69
P
Patiënten met een neurologische aan doening kunnen veel baat hebben bij revalidatietherapie. Die neurorevalidatie is een sterk groeiend vakgebied dat heel anders is dan de algemene revalidatiege neeskunde, benadrukt hoogleraar neu rorevalidatie Gert Kwakkel. ‘Als de her senen zijn aangedaan gelden er andere wetmatigheden dan bij bijvoorbeeld een beenbreuk. Een neurologisch defect brengt meestal complexe veranderingen teweeg in onder andere de cognitie en de bewegingssturing. Dat vraagt speci fieke kennis van de hulpverlener’, aldus de fysiotherapeut en bewegingsweten schapper. Die complexiteit boeit hem enorm: ‘Elke neurologische patiënt is een puzzel en dat vond ik in de kliniek al fantastisch interessant. Het is net als de weersvoor spelling: je wilt begrijpen wat er gaat komen.’ Zijn leerstoel, waarvoor hij op 25 maart jl. zijn oratie uitsprak, is uniek in Nederland. Naast wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, is hij betrok ken bij vooral de complexe patiënten zorg voor bijvoorbeeld CVA-patiënten.
Nieuwe uitgroeisels Tot tien jaar geleden dichtte de weten schap de hersenen weinig plasticiteit toe. Maar de menselijke bovenkamer blijkt zich vaak wel degelijk aan een neurologisch defect te kunnen aanpas sen. Kwakkel: ‘Onder invloed van erva ringen passen de hersenen de commu nicatienetwerken voortdurend aan. Als gevolg van motorisch leren ontstaan er nieuwe verbindingen, die de efficiëntie van informatieoverdracht tussen de betrokken neuronen verhoogt.’ Over de functionele betekenis van die veranderde activatiepatronen op her senscans tasten wetenschappers nog in het duister. ‘De vraag blijft voortdurend wat de veranderingen in die netwerken, die we tegenwoordig macroscopisch zichtbaar kunnen maken met beeldvor mende technieken zoals functionele Magnetische Resonantie Imaging – fMRI – en MagnetoEncefaloGrafie – MEG – werkelijk betekenen voor het functioneren van de patiënt. Zijn ze gunstig, zijn ze bijzaak?’
Normaal bewegen Om dergelijke vragen te beantwoorden is translationeel onderzoek een must, meent hij. De afstand tussen prekliniek en kliniek is nog groot. Het multidisci plinaire VU/VUmc-onderzoeksinstituut MOVE zet een stap in de goede richting (zie kader). Ook de Dutch Society of Neuro-rehabilitiation, waarvan Kwakkel voorzitter is, beoogt het gat tussen fun damenteel en toegepast onderzoek te overbruggen. Het interuniversitaire pro ject Explicit-stroke naar de hersenplasti citeit en armrevalidatie na een beroerte
stijfheid van het bewegingsapparaat voor de hersenactiviteit die we met fMRI meten?’ Daarmee verschaft Explicit-stroke inzicht in wat en hoe een patiënt precies leert wanneer hij succesvol revalideert. Herstellen de hersenfuncties zelf, of is het meer het leren omgaan met functie verlies en spelen andere aanpassingsme chanismen een rol? ‘We weten nog niet goed wát we revalideren’, aldus Kwakkel. ‘Van een patiënt die na een beroerte weer loopt, weten we niet welke mecha nismen hem weer aan het lopen brach
neurorevalidatie
Hoogleraar neurorevalidatie Gert Kwakkel:
11
‘Neurorevalidatie vraagt specifieke kennis van de hulpverlener’ focust eveneens op translationeel onder zoek. Kwakkel ontwierp dat onderzoek: ‘We combineren kinematica, neurome chanica, hersenscans en klinisch onder zoek bij individuele patiënten. Daardoor krijgen we hopelijk meer inzicht in hoe de veranderingen zich na een beroerte tot elkaar verhouden. Wat betekent de
ten. Als we achterhalen wat de patiënt leert bij het terugwinnen van vaardig heden, kunnen we het revalidatiepro ces beter aansturen. Daarbij moeten we ons realiseren dat “normaal bewegen” geen goed referentiekader biedt voor het begrijpen van afwijkend bewe gingsgedrag.’
MOVE Het VU/VUmc-onderzoeksinstituut MOVE streeft ernaar het bewegingsapparaat van zieke en gezonde mensen beter te begrijpen en te optimaliseren. VUmc, de Faculteit der Bewegingswetenschappen en ACTA bundelen hun kracht binnen zowel basaal onderzoek naar bijvoorbeeld de regeneratie van spier- en botweefsel, als ook toegepaste studies naar bijvoorbeeld het effect van hoogtetraining op zwemprestaties. Professor Kwakkel: ‘MOVE zal in de toekomst ook de neurologie, neurofysiologie en neurobiologie gaan betrekken. Ik denk zelf vanuit een klinisch oogpunt mee met de onderzoeksgroep coördinatiedynamica, die de timing en kwaliteit van bewegingen onderzoekt. Ik geef invulling aan de selectie van patiënten en de opdracht die ze krijgen.’ www.move.vu.nl
mei 2009
Synaps
12
13 Qua behandeling op maat schiet de neurorevalidatie tekort, meent Kwakkel. ‘Patiënten uit verschillende diagnosegroepen worden te vaak als eenheidsworst behandeld. De functio nele prognose verschilt echter per patiënt en bepaalt welke behandeling geschikt is. Maar die kennis staat nog in de kinderschoenen omdat onderzoe ken vaak te kleine en te heterogene populaties betreffen.’ De eindeloze waslijst aan meetinstru menten ter evaluatie van neurorevali datie moet bovendien teruggedrongen worden, aldus de hoogleraar. ‘De behandelrichtlijnen zouden een beperkt aantal meetinstrumenten moeten aanbevelen, om onderzoeken beter vergelijkbaar te maken. Daarover zou mondiale afstemming moeten komen.’ ‘De neurorevalidatie van VUmc is de laatste jaren steeds meer op kop gaan lopen in Europa’, merkt hij op. Hij is al sinds 1982 aan VUmc verbonden: ‘Ik werk ook deels in het UMC Utrecht, maar binnen VUmc zijn de divisies en mensen makkelijker bereikbaar door dat de organisatie minder verticaal is. Daardoor kun je veel beter dwarsver banden met verschillende vakgroepen maken.’ Wat hem na al die jaren wellicht het best is bijgebleven is het moment waar op hij als promovendus zijn belangrijk
Zorginstellingen moedigen het melden van incidenten aan door ‘veilig melden’, een garantie dat de melding niet kan resulteren in een individuele maatregel tegen de melder. Inzage krijgen in de gegevens van een Melding Incident Patiëntenzorg (MIP) is nu niet mogelijk, behalve in uitzonderlijke gevallen door tussenkomst van de rechtbank. Drie reacties op de stelling:
‘Normaal’ reiken
‘ MIP-meldingen moeten openbaar zijn’
‘Abnormaal’ reiken
spreken en waarin men leert van incidenten en bijna-incidenten. Deze twee
revalidatieproces beter aansturen. Daarbij moeten we ons realiseren dat “normaal bewegen” geen
< b e e l d V U m c>
Dr. Marieke Visser voorzitter meldingscommissie incidenten patiëntenzorg VUmc ‘Een veilige omgeving is een omgeving waarin men elkaar durft aan te
‘Als we achterhalen wát de patiënt leert bij het terugwinnen van vaardigheden, kunnen we het
goed referentiekader biedt voor het begrijpen van afwijkend bewegingsgedrag’, aldus Gert Kwakkel.
uitgelicht
neurorevalidatie
Waslijst meetinstrumenten
Reageren?
elementen moeten naast elkaar bestaan. Om het melden te be-
Mail naar [email protected]
vorderen moet dit laagdrempelig en veilig gebeuren en zonder repercussies voor de betrokkenen. Wel kunnen er acties worden afgesproken, waarbij de betreffenden om een toelichting en om oplossingen worden gevraagd om
ste onderzoeksresultaten kon inkijken: ‘Jarenlang had ik een geblindeerde, lon gitudinale studie gedaan waarbij ik ruim honderd patiënten met achttien herhaalde metingen in de tijd volgde. Vlak voordat we de sleutel van randomi satie doorbraken, ging ik geld pinnen.
Ik deed mijn pas er in, pinde tweehon derd gulden en liep zonder geld het zie kenhuis weer in. Zó spannend vond ik het … De resultaten verschenen in The Lancet en inmiddels begeleid ik zelf acht promovendi.’
dergelijke incidenten en bijna-incidenten in de toekomst te voorkomen. MIP-meldingen kunnen daarom niet openbaar zijn, want mogen niet rechtstreeks terug te leiden zijn naar melder en andere betrokkenen. Alleen zo wordt het veilig melden gegarandeerd en gestimuleerd. Wel moet er een rapportage zijn van de meldingen en van de acties van de MIP-commissie.’
Mr. John Beer advocaat en voormalig voorzitter van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) ‘Het is van belang dat medische fouten aan het licht komen. Zowel voor verbetering van de kwaliteit van de zorg als voor de rechtstreeks benadeel-
‘De neurorevalidatie in VU medisch centrum
den die met de gevolgen blijven zitten. In juridisch opzicht is het duidelijk. Artsen en verpleegkundigen hebben zowel tegenover de patiënt (of diens
is de laatste jaren steeds meer op kop gaan
nabestaanden) als tegenover de instelling waar zij werken de plicht om
lopen in Europa’
onrechtmatig. ‘Veilig melden’ is een concessie aan professionals die maat-
medische fouten te melden. Zorgverleners die niet melden handelen dus schappelijk onwenselijk gedrag vertonen door eigen fouten niet te melden. Tenslotte is het zeer de vraag of werkelijk kan worden gegarandeerd dat melding niet zal resulteren in enige individuele maatregel tegen de betrokkene.’
‘Een impressie van het aantal meet instrumenten dat is gebruikt in 356
Pathologie
gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep op het gebied van revalidatie bij patiënten met een beroerte. De eindeloze waslijst aan meetinstrumenten ter evaluatie van neurorevalidatie moet teruggedrongen worden’, aldus Kwakkel. ‘Een beperkt aantal meetinstrumenten maakt onder zoeken beter vergelijkbaar’. < b e e l d V U m c>
Beroerte n=356
Anatomische eigenschappen en functies • • • • • • • • • • • • • •
MRC scale Motricity Index Brunnstrom Stages Fugl-Meyer Assessment Score Notthingham Sensory Assessment (modified) Ashworth scale Chedoke McMaster Motor Assessment Stroke Scale Tardieu Scale Rivermead Motor Assessment Scandinavian Stroke Scale NIHSS Cincinnati Stroke Scale Trunk Impairment Scale Hemispheric Stroke Scale
Activiteiten
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Functional Reach Berg-Balance Scale Timed-Balance Test Timed-Get-up & Go 10-meter gait speed 1, 5, 6, 12 min walking tests Trunk Control Test Nine Hole Peg Test Action Research Arm test Frenchay Arm Test Box and Block test Jebsen handfunction test ABIL-hand Functional Ambulation Categories (FAC) Rivermead Mobility Index (RMI) Barthel Index (BI); mBI FIM modified Rankin Scale SIS (vs. 2.0 & 3.0)
Participatie
• • • • • • • • • • • •
FSS, MFI, CIS-20r HADS SIP-136, SIP-68, SIP-30 SF-36 EuroQoL-5D SIS (vs. 2.0 & 3.0) SA-SIP-30 SSQL Rankin Scale Frenchay Activities Index Nottingham Extended ADL (NEADL) • Notthingham Health Profile
Benno Baksteen voorzitter Platform Duurzame Luchtvaart ‘Incidentmeldingen moeten leiden tot systeemverbeteringen. Daarvoor moet wat mis gaat worden gemeld en geanalyseerd. Wat, indien nodig, leidt tot systeemaanpassingen. Meldingen worden alleen gedaan als dat onbekommerd kan. Dus zonder angst voor beschuldigingen en sancties. Die hebben alleen een rol bij opzet of grove nalatigheid. Bijvoorbeeld: onder invloed aan het werk gaan. Hoe verder een systeem is ontwikkeld, hoe complexer de analyse van incidenten. De benadering ‘fouten verdienen straf’ is een ontkenning van de complexiteit van de echte wereld. Maar het is wel de maatschappelijke tendens, die het Openbaar Ministerie lijkt te volgen. Het antwoord is dus: ‘nee’. Wel moet het proces openbaar zijn. Het moet dus duidelijk zijn dat een ziekenhuis een actief MIP-systeem heeft, en tot welke aanpassingen dit leidt.’
Synaps
Nummer 69
mei 2009
Synaps
14
15
cardiologie
cardiologie
Nabootsen van werking pacemakers voorkomt onnodige plaatsing
Pacemakerproef Mensen waarvan beide hartkamers niet gelijktijdig samentrekken krijgen vaak een pacemaker. Die moet voor 'resynchronisatie' zorgen. Bij zestig tot zeventig procent van de patiënten gebeurt dat ook; zij knappen merkbaar op. Maar bij de overige patiënten brengen de betrekkelijk ingrijpende operatie en het kostbare apparaat geen verbetering. Daarom beoordeelt VUmc vooraf of de patiënt er iets aan zal hebben.
I
In Nederland lijden 200.000 mensen aan hartfalen. Elk jaar groeit deze groep met tien procent. Dit slechte nieuws is het gevolg van goed nieuws, zegt cardio loog Carel de Cock: ‘De behandeling van hartinfarcten verbetert voortdu rend. In tien jaar tijd is het percentage overlevenden na een hartinfarct verdub beld. Dat heeft als neveneffect dat er veel mensen doorleven met een bescha digd hart. Daarnaast worden we met zijn allen ouder en wordt de pomp op hoge leeftijd gewoon minder.’ Er is een groep patiënten met hartfalen waarvan de beide hartkamers niet gelijktijdig samentrekken. Voor hen behoort sinds eind jaren negentig Cardiale Resynchronisatie Therapie (CRT) tot de mogelijkheden. Zij krijgen een zogeheten biventriculaire pacema ker, die beide hartkamers stimuleert met een gelijk signaal. Afhankelijk van de uitvoering kost zo'n apparaat tien- tot twintigduizend euro, maar als dat de situatie aanmerkelijk verbetert, is dat natuurlijk de moeite waard. ‘Maar helaas schiet dertig tot veertig procent van die patiënten er niets mee op’, zegt De Cock. ‘De helft van hen merkt geen verbetering, terwijl de andere helft zelfs
Synaps
Nummer 69
van een verslechtering spreekt. Bij die groep loopt het tijdsverschil in het pompen van beide kamers alleen maar op.’ Vermoedelijk heeft dat te maken met de langzame geleiding van het stroomsignaal door het hart. Als de draad dan niet op de goede plek kan worden aangesloten, blijft het pompen uit de pas lopen. De Cock: ‘Bij die groep schakelen we de pacemaker uiteindelijk weer uit. Er is hard gezocht naar criteria om die groep er vooraf uit te pikken, maar na tien jaar zoeken is dat nog niet gelukt.’
Arbeidsintentief VUmc legt zich niet neer bij de zinloze plaatsing van pacemakers. De Cock: ‘We kunnen niet vooraf zien bij wie het zal werken, maar we kunnen de werking van de pacemakers wel tijdelijk naboot sen bij patiënten. In een onderzoek schuiven we via de aders enkele draden naar het hart. Daarmee stimuleren we beide hartkamers. En met een speciale meetkatheter meten we of en hoeveel verbetering daardoor in de pompwer king optreedt. De totale duur van dit onderzoek is ongeveer anderhalf uur.’
Voordelen voor patiënt én arts ‘Het feit dat ons onderzoek per saldo geld bespaart, is natuurlijk beter dan dat het geld kost’, merkt De Cock op, ‘maar dit is zeker niet het enige voordeel. Het bespaart die patiënten een vervelende ingreep en een ding in hun lijf waar ze niets aan hebben. Zelf vind ik dat er ook voor de arts een voordeel is. Het is niet prettig mensen met een apparaat op te zadelen waarvan je niet weet of het werkt. Daarnaast maakt wat meer zekerheid de communicatie met de patiënt overzichtelijker en prettiger. Je hoeft niet meer te zeggen: “het zou kunnen dat u er iets aan heeft, maar misschien ook niet.” Bovendien hoeft de patiënt ook zelf geen afweging meer te maken over het nut van de ingreep.’
Dit tamelijk (arbeids)intensieve onder zoek maakt duidelijk welke patiënten baat zullen hebben van de pacemaker. Sinds een jaar of acht is dit onderzoek inmiddels aan zo'n duizend patiënten uitgevoerd. De Cock: ‘94% van de patiënten die na deze screening een pacemaker geplaatst krijgt, vertoont zowel een objectieve als een subjectieve verbetering.’ De eenmalige meetkatheter en de inzet van artsen, verpleegkundi gen en een technicus maken dit onder zoek kostbaar. Toch zorgt het voorkó men van onnodige ingrepen uiteindelijk voor een ‘batig saldo’. VUmc voerde het onderzoek als eerste in Nederland in. Verder vindt het ook nog op zeer beperkte schaal in de Verenigde Staten plaats. Maar de positieve resulta ten voor patiënt, arts en financiën heb ben zeker tot massale navolging geleid? De Cock: ‘Helaas... Er is naast ons nog
één ziekenhuis in Nederland dat de behandeling ook aanbiedt. Een ander ziekenhuis is ermee gestopt. Het is natuurlijk arbeidsintensief onderzoek; ik vrees dat we de oorzaak van de geringe navolging ergens in het vergoedingen stelsel moeten zoeken. Ik betreur dat wel.’
‘Het voorkómen van onnodige operaties zorgt uiteindelijk voor een batig saldo’
Hoopvol Wellicht kan de populariteit van derge lijk preventief onderzoek toenemen als er non-invasieve methoden voor beschikbaar komen. De Cock: ‘De voor uitgang in de beeldvormende technie ken is spectaculair. Echografie blijkt tot nu toe niet geschikt, maar mogelijk is binnenkort met de MRI-scanner het tijdsverschil in het samentrekken van de beide hartkamers meetbaar. Het onder zoek naar nieuwe mogelijkheden gaat door.’ De Cock is hoopvol gestemd dat deze op termijn het huidige dure en complexe onderzoeksproces kunnen vervangen. ‘Wij blijven dit onderzoek ondertussen uitvoeren. Met de toename van hartfa len groeit het belang van dit onderzoek alleen maar.’
mei 2009
Synaps
Kort
een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied
aGeNda
té kort door de bocht voor u?
een selectie uit cursussen, symposia, congressen, promoties en oraties.
meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
laatste levensfase
CURSUSSEN/SYmPoSIA
PRomoTIES EN oRATIES VUmC
fiek gericht op een bepaalde discipline, bij-
Persoonlijke waardigheid en de wensen van
13 mei 2009
in een oK-complex één ruimte speciaal
voorbeeld neurologie. Direct daarna kunnen
patiënten staan centraal in de nieuwe onder-
geschikt voor de toepassing van intra-operati-
de studenten hun nieuw geleerde vaardighe-
zoeklijn van mw. dr. Bregje onwuteaka-
28 en 29 mei 2009 25 en 26 juni 2009 24 en 25 september 2009
oneel stamceltherapie. Researcher en ortho-
den in diverse opleidingsziekenhuizen in de
Philipsen van VUmc. in de laatste levensfase
opleidingsprogramma Teach the teacher
of children and their environment in relation
pedist marco Helder: ‘Binnen één operatie
praktijk brengen.
moeten medische zorg en behandeling vooral
voor de opleiders en leden van opleidings-
to (re)-offending’
kunnen wij uit vetweefsel stamcellen halen,
gericht zijn op een zo goed mogelijke kwaliteit
groepen van VUmc en de partnerzieken-
Aanvang 13.45 uur, Auditorium Vrije
deze in het speciale stamcellaboratorium
van leven en sterven. De toekenning van een
huizen binnen oZon-verband
Universiteit
opzuiveren en de capaciteit gebruiken om bij-
ViCi-subsidie aan onwuteaka-Philipsen maakt
Cursus 1: didactische basisprincipes
voorbeeld wervels te fuseren.’ De eerste
dit onderzoek naar het patiëntenperspectief in
locatie: Aristo Zalencomplex, Amsterdam
stamceloperatie zal naar verwachting dit jaar
de laatste levensfase mogelijk.
plaatsvinden.
Door op meerdere momenten in een ziekte-
14 mei 2009
Titel: ‘escape from Surveillance. How leuke-
proces gesprekken met patiënten te houden,
VAR-symposium Somatiek en
mic cells subvert the immune system’
ontstaat een uniek inzicht in het patiëntenper-
psychiatrie
Aanvang 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
oefening baart kunst
spectief in de laatste levensfase. De nieuwe
'Heeft uw geest ook zo'n last van uw
Afgelopen april opende VU medisch centrum
onderzoekslijn is onderdeel van het expertise-
lichaam?'
19 mei 2009
een klinisch trainingscentrum voor de oplei-
centrum Palliatieve Zorg. De ViCi-subsidie
locatie: felix meritis, Amsterdam
Promotie l.i.i.K. lim
ding geneeskunde. Hier worden studenten
bestaat uit een geldbedrag van 1,25 miljoen
info: [email protected]
Titel: ‘Rehabilitation in Parkinson's disease:
intensief voorbereid op hun eerste klinische
euro.
en www.ggzingeest.nl
Strategies for cueing’
met vooruitstrevend onderzoek. Daarom is er
17
NieUWS
NieUWS
16
Promotie: l. van Domburgh Titel: ‘Very young offenders: characteristics
15 mei 2009 Promotie: m.e.D. Chamuleau
Stamceloperatiekamer
stages en patiëntencontacten. Studenten
Sinds kort heeft VUmc een operatiekamer –
leren klinische en medisch-technische vaar-
2 juni 2009
met een aangrenzend stamcellaboratorium –
digheden zoals het afnemen van een anamne-
Symposium Psychiatrie. lichaam en
20 mei 2009
die speciaal geschikt is voor stamcelopera-
se, het verrichten van lichamelijk onderzoek
geest: als het samenspel ontspoort
Promotie: S.m. Slootmaker
ties. Dit is uniek in nederland. op het gebied
en technische vaardigheden zoals bijvoor-
met onder andere de volgende onderwer-
Titel: ‘Promoting physical activity using an
van stamceltherapie is VUmc al jaren bezig
beeld infuus prikken. De trainingen zijn speci-
pen: ‘De relatie tussen hiv en psychiatrie’;
activity monitor and a tailored web-based
‘De polikliniek psychiatrie: het samenspel
advice’
weer op de rails?’ en ‘neuropsychiatrie
Aanvang 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
Aanvang 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
bij Parkinson: de neuro en de psych’.
Wetenschappelijke samenwerking VUmc en VU
27 mei 2009
de poli psychiatrie VUmc.
Promotie: m.m. van der Krogt
locatie: Amstelzaal, VU medisch centrum
Titel: ‘Gait deviations in children with cerbral
Hoogwaardig, internationaal wetenschappelijk
epidemiologen, gezondheidswetenschap-
Doctor 2 Doctor is het project van het VUmc
onderzoek. Dat is waar het om draait in de
pers, gedragswetenschappers en bewegings-
fonds waarin kinderartsen en verpleegkundi-
twee nieuwe interfacultaire onderzoeksinsti-
en voedingsexperts.
gen van VUmc hun collega’s in eldoret, Kenia
29 juni 2009
palsy: a modeling approach’ Aanvang 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
neuroscience Campus Amsterdam is een
trainen. op die manier dragen zij bij aan bete-
emGo+ en neuroscience Campus Amsterdam.
unieke campusbrede integratie van zo’n 400
Smile!
re gezondheidszorg voor Keniaanse kinderen.
neuroradiologie
29 mei 2009
Het emGo instituut van VU medisch centrum
neurowetenschappers uit de biomedische,
VU medisch centrum
Dat trainen doen VUmc-medewerkers in het
Het doel van deze cursus is de relatie te
Promotie: J.A.P. leijte
is samengegaan met de afdeling
biofysische, psychologische en klinische neu-
heeft van de stichting
opleidingsziekenhuis het moi Teaching and
leggen tussen de humane hersenanato-
Titel: ‘Staging, treatment and follow-up of
Gezondheidswetenschappen van de faculteit
rologie. De missie is de bestudering van
Kind en Ziekenhuis twee
Referral Hospital. Daarnaast worden artsen
mie, inclusief de omhullende hersenvlie-
penile carcinoma’
der Aard- en levenswetenschappen en ver-
mechanismen die ten grondslag liggen aan
Smiley’s gekregen. VUmc voldoet
uit eldoret uitgenodigd om in VUmc hun ken-
zen en de aan- en afvoerende bloedvaten
Aanvang 10.45 uur, Aula Vrije Universiteit
schillende afdelingen van de faculteit
hersenziekten, zoals neuropsychiatrische
aan de criteria die Kind en Ziekenhuis stelt
nis te vergroten. omdat het een opleidings-
Psychologie en Pedagogiek van de Vrije
afwijkingen, dementie en wittestofziekten,
aan de zorg op de kinderafdelingen én aan
ziekenhuis is met een verzorgingsgebied van
Universiteit. emGo+ heeft een duidelijke mis-
door middel van een integrale aanpak die
de zorg voor kinderen in dagbehandeling.
ongeveer 12 miljoen mensen, wordt de opge-
sie. Het instituut wil wetenschappelijk onder-
zich uitstrekt van molecuul tot aan het bed
Zo kunnen ouders aanwezig zijn bij de inlei-
dane kennis steeds overgedragen aan artsen
zoek stimuleren, initiëren, uitvoeren en publi-
van de patiënt. er wordt intensief samenge-
ding van en het ontwaken uit de narcose
in opleiding. onlangs is het samenwerkings-
ceren op het gebied van gezondheid en zorg.
werkt met het Alzheimer Centrum, het mS
van hun kind, ook bij een spoedingreep.
verband tussen VUmc en het moi Teaching and
Dit kan door de krachten te bundelen van zo’n
Centrum en GGZ inGeest.
VUmc is het eerste UmC dat van de
Referral Hospital in eldoret, Kenia voor de
stichting twee Smiley’s krijgt.
komende drie jaar vastgelegd.
NUmmer 69
tuten van VUmc en de Vrije Universiteit:
Cursus praktische neuroanatomie en
300 wetenschappers, zoals arts-onderzoekers,
SyNapS
Aansluitend vindt de opening plaats van
Doctor 2 Doctor
en datgene wat met moderne imaging technieken met betrekking tot structuur en functie van het zenuwstelsel kan worden gevisualiseerd. locatie: medische faculteit VUmc
Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo mei 2009
SyNapS
18
19
SameNWerKiNG
iNNoVatie
VAn THeoRie nAAR PRAKTiJK
VUmc streeft naar een nauwe samenwerking met andere organisaties op zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal niveau. in 2011 opent VUmc een bestralingskliniek naast het Westfriesgasthuis in Hoorn.
Zonmw heeft aan Han Anema, sociaal geneeskundige en senioronderzoeker bij de afdeling sociale geneeskunde
oNcoloGiSche ZorG dichtbiJ hUiS
VUmc, een implementatie fellowship toegekend. Hij gaat collega-professionals en onderzoekers helpen bij het implementeren van hun onderzoeksresultaten.
V
Veel onderzoeksresultaten in de zorg worden niet in de praktijk ingevoerd. Soms is de innovatie te ingewikkeld, soms brengt de vernieuwing een te grote verandering in de routine teweeg of het roept weerstand op bij de gebruikers, denkt Anema. En dat is jammer. De per soonsgebonden subsidie van ZonMW geeft Anema de kans om onderzoekers te begeleiden om hun bewezen effectie ve en kosteneffectieve resultaten ook daadwerkelijk in de zorgpraktijk in te voeren.
Erkenning Anema houdt zich al langer bezig met zorginnovatie en implementatie. Als coördinator academisering in de sociale geneeskunde zet hij multidisciplinaire samenwerkingsverbanden en projecten op. In samenwerking met zorgaanbie ders en bedrijven organiseert hij acade mische werkplaatsen voor zorginnova tie, onderzoek en implementatie. Daarnaast organiseert hij workshops kennisoverdracht voor professionals, binnen en buiten VUmc. Anema: ‘VUmc heeft een duidelijke visie op de academisering en implementatie van evidence based transmurale zorg en wil een brug slaan tussen de kliniek en bijvoorbeeld de huisartsgeneeskunde en de bedrijfsgezondheidszorg. Ik zie het Implementatie Fellowship als een erken ning voor ons commitment. VUmc SyNapS
NUmmer 69
beschikt over een uitgebreid academisch netwerk. We richten ons niet alleen op de kliniek, maar zoeken op het gebied van implementatie(onderzoek) juist de samenwerking met de extramurale vak gebieden en gezondheidsbevorderende instellingen, zoals bijvoorbeeld het Trimbos Instituut. Met deze subsidie kunnen we, samen met de professionals, meer onderzoek doen naar het implemen teren van evidence based innovaties.’
Chronisch lage rugpijn ‘Om alle aspecten van een implementa tietraject in kaart te brengen en bijvoor beeld patiënten, artsen en verpleegkun digen te betrekken bij de ontwikkelfase van innovaties, maak ik veel gebruik van context analyse en intervention mapping. Op basis van een evaluatie van alle belemmerende of bevorderende factoren kan daarmee een succesvolle strategie ontwikkeld worden. Vanzelfsprekend wordt ook de imple mentatie zelf geëvalueerd’, aldus Anema.
‘Vumc wil een brug slaan tussen de kliniek en bijvoorbeeld de huisartsgeneeskunde’
Tot 2012 zal Anema jaarlijks tenminste twee subsidievoorstellen indienen. Als voorbeeld noemt hij het transmuraal zorgpad voor chronische lage rugpijn, dat is ontwikkeld door een multidiscipli nair samenwerkingsverband van specia listen in de kliniek en professionals in de eerste lijn. ‘De centrale vraag in dit onderzoek was hoe je zowel chronische pijnklachten effectief kunt behandelen als de arbeids en maatschappelijke reva lidatie kosteneffectief kunt organiseren. Het zorgpad is – naast de klinische behandeling – ook gericht op snelle en duurzame revalidatie van patiënten met chronische rugpijn. Het is erg effectief gebleken. Door werkaanpassingen en cognitieve gedragstherapie kunnen deze patiënten weer duurzaam in het arbeids proces en het maatschappelijke proces meedraaien.’ Snelle en gedegen invoe ring van dit zorgpad is dus zinvol.
Patrick Edgar, arts mBA
Prof. dr. Ben Slotman,
Raad van bestuur Westfriesgasthuis Hoorn
Hoofd afdeling radiotherapie VUmc
‘Als regionaal ziekenhuis kun je geen radio-
‘Patiënten uit Waterland, Zaanstreek en
therapeutische zorg leveren. onze patiënten
Westfriesland hoeven vanaf 2011 niet meer in
worden daarom bestraald in het medisch
de file om radiotherapie en optimale oncologi-
Centrum Alkmaar (mCA). Zij moeten dus –
sche zorg te krijgen. met deze samenwerking
ziek als ze zijn – gemiddeld wel vijftien keer
kunnen we de oncologische zorg in deze regio
op en neer reizen, vaak per ambulance. Voor
geweldig versterken. De multidisciplinaire
patiënten uit andere regionale ziekenhuizen
samenwerking zal sterker worden.
geldt hetzelfde. landelijk zie je dan ook de
Kankerpatiënten van het Westfriesgasthuis
trend dat streekziekenhuizen in samenwer-
worden dan immers onder één dak behandeld,
king met bestaande radiotherapeutische insti-
waarbij de chirurg, radiotherapeut en medisch
tuten bestralingssatellieten bouwen, zodat
oncoloog in gezamenlijk overleg bepalen wat
patiënten dichtbij huis bestraald kunnen wor-
de beste behandeling is. in de andere twee
den. Wij vormden met drie regionale zieken-
esperanz-huizen houden we multidisciplinaire
huizen het oncologisch samenwerkingsver-
spreekuren. We zullen daarnaast binnen
band ‘esperanz’. met esperanz bundelen we
esperanz ook regelmatig besprekingen en
onze expertise op het gebied van oncologi-
videoconferenties organiseren, waarbij patiën-
sche zorg. ook streven we ernaar zoveel
ten met eenzelfde tumorcategorie aan bod
mogelijk zorg in het plaatselijke ziekenhuis
komen. Je kan kennis en expertise rond de
aan te bieden. Door de samenwerking tussen
behandeling van mensen met specifieke soor-
VUmc en esperanz kunnen kankerpatiënten
ten tumoren beter clusteren. Doordat het
uit Waterland, Zaanstreek en Westfriesland
volume van minder vaak voorkomende tumo-
binnenkort in Hoorn radiotherapeutische zorg
ren groter is, heb je ook meer mogelijkheden
krijgen. Bovendien biedt de schaalvergroting
om onderzoek te doen. Voor VUmc is het een
kansen voor sterkere multidisciplinaire
geweldige uitdaging om dit allemaal goed te
samenwerking, onderzoek en onderwijs. De
organiseren. Het betekent op jaarbasis onge-
bestralingskliniek komt naast ons ziekenhuis
veer vijfhonderd extra patiënten. De radiothe-
te staan, maar wordt geëxploiteerd door
rapiesatelliet wordt een volwaardig deel van
VUmc. VUmc draagt verantwoordelijkheid
onze radiotherapieafdeling. een stukje VUmc
voor het medisch beleid. Dat is bij dit acade-
in Hoorn waar specialisten van het Westfries-
misch centrum, dat zoveel oncologische
gasthuis en radiotherapeuten van VUmc onder
expertise in huis heeft, in goede handen.’
één dak samenwerken.’
mei 2009
SyNapS
20
angststoornis hebben op zich niet meer risico op een hoge bloeddruk dan hun gezonde leeftijdgenoten. Maar dat verandert als zij bepaalde antidepressiva gebruiken. Dit blijkt uit de eerste resultaten van het promotie onderzoek van NESDAonderzoeker Carmilla Licht.
Hoge bloeddruk door antidepressiva?
W
Wat is de invloed van depressie en angststoornissen op het risico op harten vaatziekten? Deze vraag staat cen traal in het onderzoek van Carmilla Licht, promovenda bij de vakgroep psy chiatrie. Haar onderzoek naar de biolo gische kenmerken van angst en depres sie is onderdeel van de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA, zie kader). ‘Mensen met depressie en/of angststoor nissen hebben ook vaak hart- en vaat aandoeningen’, verklaart Carmilla Licht het belang van haar onderzoek. ‘Er is al veel onderzoek verricht naar de invloed van depressie en angststoornissen op hart- en vaatziekten, en andersom. Depressie en/of angststoornissen heb Nummer 69
ben effect op het autonome zenuwstel sel. Dat zorgt voor de automatische lichaamsprocessen waaronder de hart slag en de hartslagvariabiliteit, de varia tie in hartslagfrequentie. Beide zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten.’ Opmerkelijk
Carmilla Licht onderzocht dan ook eerst of depressie en/of angststoornissen inderdaad ook bij de bijna 3.000 deelne mers aan NESDA van invloed zijn op het autonome zenuwstelsel. Zij vergeleek de hartslag en hartslagvariabiliteit van 2.282 mensen met een depressie en/of angststoornis met die van 524 gezonde personen. ‘De resultaten komen overeen met de eerdere onderzoeken. Vergeleken
met de gezonde personen hebben men sen met depressie en/of angststoornis sen een hogere hartslag en een lagere hartslagvariabiliteit, en daarmee een hoger risico op hart- en vaatziekten dan gezonde personen.’ Maar hoe ontstaat dit verschil? Eerder, maar veel kleiner onderzoek laat zien dat ook antidepressiva – die zowel bij depressie als angst worden voorgeschre ven – een behoorlijk effect hebben op het autonome zenuwstelsel. Carmilla Licht besloot daarom de mensen met depressie en/of angststoornissen uit te splitsen naar antidepressivagebruik. Het resultaat is opmerkelijk. ‘De mensen met depressie en/of angststoornissen die geen antidepressiva gebruikten, hadden
een vergelijkbare hartslag en hartslagvariabiliteit als die van gezonde proef personen. Terwijl antidepressivagebrui kers een hogere hartslag en lagere hartslagvariabiliteit hadden ten opzich te van de gezonde proefpersonen. Het gebruik van antidepressiva lijkt dat ver schil dan ook volkomen te verklaren.’ Bloeddruk
De promovenda richtte zich vervolgens ook op het effect van antidepressiva op de bloeddruk, een andere risicofactor voor hart- en vaatziekten. Daarbij onderzocht zij de mogelijke verschillen tussen de soorten antidepressiva. ‘Mensen die tricyclische antidepressiva en noradrenerg- en serotonerg-werken de antidepressiva gebruikten, hadden niet alleen een verlaagde hartslagvaria biliteit, maar ook een hogere bloeddruk dan de gezonde proefpersonen. Wie deze zware antidepressiva niet gebruik te, had een lagere bloeddruk dan de gezondere proefpersonen. En bij het gebruik van de veel voorgeschreven SSRI’s, die minder zwaar zijn, laten mensen geen verhoogde bloeddruk maar wel een verlaagde hartslagvariabi liteit zien.’
144 146
systolische bloeddruk mmHg
142 144
Psychiatrie
Psychiatrie
Mensen met een depressie of
Synaps
21
146
140 142 138 140 136 138 134 136 132 134 130 132
controles
angst in verleden
angst huidig
MDD in verleden
MDD huidig
TCA
SSRI
NS-werkende antidepressiva
controles
angst in verleden
angst huidig
MDD in verleden
MDD huidig
TCA
SSRI
NS-werkende antidepressiva
MDD huidig
TCA
SSRI
NS-werkende antidepressiva
130
90
diastolische bloeddruk mmHg
88 90 86 88 84 86 82 84 80 82 78 80 76 78 74 76
74
controles
angst in verleden
angst huidig
MDD in verleden
De controles figuur laat de gemiddelde (onderdruk) bloeddruk angst angstsystolische MDD (bovendruk) MDD en diastolische TCA SSRI NS-werkende in verleden
huidig
in verleden
huidig
antidepressiva
zien voor gezonde proefpersonen en voor groepen mensen met een huidige depressie en/of angststoornis of een diagnose in het verleden die geen antidepressiva gebruiken, en groe-
Voorzichting met voorschrijven
pen die wel medicatie gebruiken. De figuur laat zien dat depressieven zonder antidepressiva
Met longitudinale analyses hoopt Carmilla Licht het vermoedelijke effect van antidepressivagebruik op de hartslag(variabiliteit) en hoge bloed druk definitief aan te tonen. ‘We onder zoeken bij de antidepressivagebruikers momenteel het verschil tussen de hart slagvariabiliteit en de bloeddruk voor, tijdens en na het gebruik van antide pressiva. Het bewijs is er, als blijkt dat de hartslagvariabiliteit daalt en de bloeddruk stijgt zodra mensen antide pressiva gaan gebruiken, of als deze zich weer herstellen zodra mensen stop pen met antidepressivagebruik.’ Mocht er inderdaad een direct effect zijn, dan zal dit voor psychiaters een aanleiding zijn om voorzichtig te zijn met het voorschrijven van antidepressi va bij mensen die al een hoge bloed druk of hart- en vaataandoeningen heb ben, verwacht Carmilla Licht. ‘Zij lopen dan immers extra risico.’ De resultaten van de longitudinale NESDA-onderzoeken worden deze zomer bekend gemaakt.
een lagere (systolische) bloeddruk hebben dan gezonde controles en dat gebruikers van TCA's en NS-antidepressiva een verhoogde bloeddruk hebben vergeleken met controles. Beeld NESDA
Over NESDA Prof. dr. Brenda Penninx, vakgroep psychiatrie VUmc en hoofdonderzoeker NESDA: ‘Het doel van NESDA is gegevens te verzamelen over het beloop van depressie en angststoornissen. Bij 2.981 personen worden acht jaar lang zowel biologische en genetische als sociale en klinische aspecten onderzocht. Wat maakt mensen gevoelig voor angststoornissen of depressies? Welke gevolgen hebben deze aandoeningen voor het inkomen en werk? Binnen NESDA verrichten meer dan 30 mensen promotieonderzoek naar dit soort vragen.’ Psychiatrische problematiek heeft een grote invloed op de algemene gezondheid in de populatie, maar het onderzoek naar angst en depressie is relatief nog niet vergevorderd. Brenda Penninx: ‘Het gaat om chronische stoornissen die op vroege leeftijd ontstaan, veel voorkomen en veel impact hebben op het functioneren. Hopelijk vinden we aanknopingspunten voor een betere zorg.’ De NESDA-studie is een samenwerking tussen VUmc, UMCG, LUMC, diverse GGZ-instellingen, Trimbos, NIVEL, IQ Healthcare en cliëntenorganisaties. NESDA wordt gesubsidieerd door het Geestkracht-programma van ZonMw, met het doel psychiatrisch onderzoek en infrastructuur te stimuleren. www.nesda.nl
mei 2009
Synaps
23
Kort
PSyCHoGeRiATRiSCHe ZoRG AAn AlloCHTonen
HUiSBeZoeKen HeiliG
een selectie uit opvallend nieuws vanuit GGZ inGeest
niet alle zorg in nederland sluit goed aan op de belevingswereld van mensen met een niet-nederlandse cultuur. Dit blijkt uit onderzoek van VUmc en GGZ inGeest naar onder meer de psychogeriatrische zorg. ‘Wij leggen nu andere accenten in de communicatie.’
Website over angst en depressie op www.nesda.nl/nad - een gezamenlijk initi-
pSychoGeriatrie
NieUWS
22
atief van neSDA, nedKAD en het Trimbosinstituut - vindt u het meest recente nieuws over angst en depressie. De website is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is
Psychose bij jongeren
in nieuws over angst en depressie, zowel pro-
Per jaar krijgen zo’n 3.000 jongeren in neder-
fessionals, patiënten als overige geïnteres-
land te maken met een eerste psychose. Vaak
seerden. op deze website wordt nieuws van-
wordt de diagnose pas laat gesteld. Daardoor
uit de genoemde organisaties gepubliceerd,
komen de jongeren ook laat bij de hulpverle-
maar er zijn ook andere wetenschappelijke
ning in beeld. Dat maakt de kans op maat-
berichten over angst en depressie te vinden.
schappelijke uitval groter; jongeren gaan zich-
ook is er aandacht voor wat depressie en
zelf, hun werk of opleiding en hun sociale con-
angst nu eigenlijk inhouden en wat de moge-
tacten verwaarlozen. Jeugdriagg noord-
lijkheden van hulpverlening zijn.
Holland Zuid en GGZ inGeest bundelen hun
V
krachten om deze jongeren al in een vroeg stadium intensief te behandelen en te begeleiden. Vanaf 1 juni starten zij een ViP-team (Vroege interventie Psychose), gericht op jon-
landen. in de grote steden zijn al langer hulp-
Nieuwe therapie voor patiënten met ernstige dwangstoornis
verleningsteams actief voor jongeren met een
Patiënten met een obsessieve Compulsieve
psychose. De aanpak van deze teams blijkt
Stoornis (oCS) met gering inzicht, die erg
goed te werken. Zo is er bij GGZ inGeest een
overtuigd zijn van hun oCS-ideeën, hebben
team actief voor jongeren in Amsterdam-West.
een slechte behandelprognose. Voor deze
geren van 15 tot 30 jaar in de regio ZuidKennemerland en Amstelland en de meer-
groep patiënten is een nieuwe cognitieve therapie ontwikkeld die in Canadees onderzoek effectiever bleek dan Cognitieve
migranten met depressieveen angststoornissen
Gedragstherapie (CGT). Deze nieuwe therapie,
in juni 2009 gaat op poliklinieken van GGZ
vanuit dat de patiënt werkelijkheid en ver-
inGeest en Arkin de ‘migranten met depres-
beelding verwart, doordat hij zintuiglijk waar-
sie- en angststoornissen studie’ (miDA)
neembare informatie niet integreert in zijn
van start, een interventiestudie voor
oordeelsvorming. Dr. Patricia van oppen leidt
marokkaanse en Turkse patiënten. Zonmw
binnen GGZ inGeest een onderzoek om te
heeft hiervoor subsidie verleent in het pro-
bepalen of iBA ook in nederland effectiever is
gramma Geestkracht, interculturaliteit.
dan CGT bij patiënten met oCS met gering
Drs. Annelies van loon onderzoekt in een
inzicht.
een interculturele module voor therapeuten, toegevoegd aan de bestaande behandelrichtlijnen, het drop-out percentage verlaagt en leidt tot betere toepassing van de behandelrichtlijnen.
SyNapS
NUmmer 69
gerandomiseerde, gecontroleerde studie of
de inference Based Approach (iBA) gaat er
VUmc hield begin dit jaar vier zorgpa den – het pad dat een patiënt binnen de zorg aflegt – tegen het licht in het kader van het VUmcproject Intercultura lisatie. Annetje Bootsma, sociaal geriater bij GGZ inGeest, verkende samen met onderzoekers van VUmcafdeling meta medica of het zorgpad psychogeriatrie goed aansluit bij ouderen van Hindoes taanse komaf. ‘Vrijwel alle mensen die door huisarts of GGZinstelling worden aangemeld, bezoeken wij thuis. Niet alleen voor onderzoek van de geheugen functie en de psychosociale en lichame lijke klachten. Ook voor de zorgbehoef te. Vooral bij ouderen met een niet westerse achtergrond zijn deze huisbe zoeken heilig; alleen dan kunnen we een goede inschatting maken van de thuissituatie en het steunsysteem.’ onbekend
Mensen met een Hindoestaanse achter grond zijn vaak minder bekend met dementie, observeerde Bootsma. ‘Er rust vaak een taboe op de ziekte, net als op andere psychische problemen. Deze worden gesomatiseerd. Je bent niet gedeprimeerd, maar hebt hoofdpijn en kunt niet goed lopen. We leggen in de
‘de hele familie is betrokken bij het behandelplan’ communicatie daarom meer accent op de lichamelijke factoren.’ Bij Hindoestanen staan de familieban den en het begeleiden en voorlichten van de mantelzorgers meer op de voor grond dan bij de meeste Nederlanders. Dat is van invloed op het behandelplan. Annetje Bootsma: ‘De hele familie is betrokken bij het plan. Bovendien is de mantelzorg vaak al goed geregeld omdat zonen of dochters, die meestal bij hun ouders inwonen, het vaak vanzelfspre kend vinden zich over hun vader of moeder te ontfermen.’
Bootsma. ‘In de ogen van Hindoestaanse families heb je gefaald als je iemand naar een verzorgingshuis brengt. Het is dan ook moeilijk hen te overtuigen dat wel te doen. Wellicht is dit makkelijker als er dagactiviteiten speciaal voor men sen met een Hindoestaanse achtergrond worden georganiseerd.’
Film interculturalisatie Reina Steenwijk, projectleider Interculturalisatie, licht toe: ‘VUmc wil een organisatie zijn waarin medewerkers, studenten en patiënten uit een grote verscheidenheid aan culturen en religies tot hun recht komen. met het programma willen wij culturele verschillen bespreekbaar maken en inzetten bij het verbeteren van de kwaliteit van de patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en personeelsbeleid.’
Dagactiviteiten
In dit kader heeft VUmc voor de medische
Echter, het volgen van dagactiviteiten in een verzorgings of verpleeghuis – een belangrijk onderdeel van het psychoge riatrische zorgpad omdat het structuur en professionele begeleiding biedt – schiet er vaak bij in, vervolgt Annetje
opleiding een korte film gemaakt over de rol van culturele verschillen bij de psychogeriatrische zorg. De film beleeft zijn première tijdens het VUmc-symposium ‘kleurrijke zorgpaden’ op donderdag 28 mei 2009.
mei 2009
SyNapS
toeN & NU
24
Juiste dosering < t e k s t C a r o l i n e A r p s f o t o Universiteitsmuseum Groningen>
SyNapS
NUmmer 69
Dr. lothar Schwarte,
het masker en het instrument
chef de clinique
om terugvallen van een “slappe
anesthesiologie:
tong” te voor komen.
‘Algehele anesthesie is de basis
Terugkijkend op de geschiede-
voor veel chirurgische ingrepen.
nis van de anesthesie kunnen
De anesthesioloog en zijn team
we zien dat we heel ver geko-
brengen en houden de patiënt
men zijn. Het leert ons ook dat
veilig in slaap (hypnosis) en
het geen stilstaand vak is en
zorgen ook voor een adequate
dat we zeker door moeten gaan
pijnbestrijding (analgesie) en
met onderzoek en ontwikkeling
spierontspanning (relaxatie)
van de anesthesiologie.’
tijdens de ingreep. De anesthesioloog gebruikt voor deze drie taken verschillende, zeer specialistische medicijnen. Vroeger werkte men met veel eenvoudiger middelen, bijvoorbeeld chloroform of ether. Deze middelen werden toegepast via een masker zoals afgebeeld. omdat deze methode eenvoudig in gebruik is, wordt deze vorm van anesthesie, hetzij wat aangepast, ook vandaag de dag nog toegepast in de derde wereld. Sommige elementen uit de historie zijn nog te herkennen in de huidige anesthesie. Bijvoorbeeld
Tot zo’n 150 jaar geleden werden er zelden operaties uitgevoerd, onder andere omdat er geen goede nar cosemiddelen bestonden. Methoden zoals iemand bewusteloos slaan of wurgen, waren natuurlijk niet zonder risico. In de tweede helft van de 19de eeuw kwamen ether en chloroform als narcosemiddel in zwang. Deze draagbare set – met kap, druppelflesje en tongtang – is populair gemaakt door de Duitse oorlogschirurg Von Esmarch (1823 – 1908). De set komt uit een oude dokterstas en is ook voor ingrepen op locatie gebruikt. De huisarts kon tegen betaling narcoses in een ziekenhuis verzorgen. Het kapje was tot na de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Het gaaskapje bedekte de neus en de mond van de patiënt. Uit het flesje werd hierop chloroform gedruppeld waardoor de patiënt in slaap viel. De tongtang voorkwam dat de tong naar achteren zakte en de patiënt stikte. Ook aan deze methode kleefden risico’s. Bij overdo sering stokte de ademhaling en kon de patiënt over lijden. Te weinig chloroform kon een vreselijk pijn lijke operatie betekenen. De juiste dosering – meer of minder druppels ether of chloroform – werd onder andere bepaald aan de hand van de ademha ling, polsslag, huidkleur en pupilreacties. Ervaring van de toediener speelde dus een grote rol bij een succesvolle narcose.