Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (in liquidatie)

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (in liquidatie)

jaarverslag 2014

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (in liquidatie) Jaarverslag 2014

Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche

Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Postbus 40050, 7300 AX APELDOORN telefoon: 088 008 40 58

datum 19 juni 2015

Inhoud 1

Kerncijfers

3

2

Algemene gegevens

4

Colleges en vertegenwoordigingen

4

2.1 2.1.1

Samenstelling van het bestuur tot 31 december 2014

4

2.1.2

Vertegenwoordiging in de Klantenraad van Syntrus Achmea

4

2.1.3

Accountant

4

2.1.4

Administrateur

4

3

Verslag

5

3.1

Inleiding

5

3.2

Inhoud van de regeling

5

3.3

Cao, statuten en reglement

6

3.4

Vrijstelling van premiebetaling

6

3.5

Begroting

7

3.6

VUT-uitkeringen

7

3.6.1

Aantal uittreders

7

3.6.2

Aantal aangesloten ondernemingen

7

3.7

Financieel beleid

7

3.7.1

Totale uitkeringslast

7

3.7.2

Verhoging uitkeringen

7

3.8

Bestuursbesluiten

7

3.9

Belangrijks bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum

8

3.10

Toekomstparagraaf

8

3.11

Slotwoord

9

4

Jaarrekening

10

4.1

Liquidatiebalans na resultaatverdeling

10

4.2

Staat van baten en lasten

11

4.3

Algemene toelichting

12

4.4

Toelichting op de liquidatiebalans

14

4.5

Toelichting op de staat van baten en lasten

16

5

Overige gegevens

19

5.1

Statutaire liquidatieregelingen

19

5.2

Bestemming van het saldo van baten en lasten

19

5.3

Gebeurtenissen na balansdatum

19

5.4

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

20

Jaarverslag 2014

pagina 2 | 21

1 Kerncijfers (x EUR 1.000,--)

2014

2013

2012

2011

2010

715

676

663

513

489

Aantal aangesloten ondernemingen (ultimo boekjaar)

Bijdragepercentage Suppletieregeling

Totale uitkeringslast Overgangsregeling

0%

239

1%

1.033

2,55%

2.316

4,9%

3.901

6,4%

5.218

(excl. overkook)

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche in liquidatie

pagina 3 | 21

2 Algemene gegevens 2.1 Colleges en vertegenwoordigingen 2.1.1 Samenstelling van het bestuur tot 31 december 2014 Leden werkgevers:

Plaatsvervangend lid werkgevers:

Ruud Spuijbroek, voorzitter

1)

Carel Bikkers, plv voorzitter

1)

Aad van den Berg

1)

Leden werknemers:

Wim van de Pavert

1)

Plaatsvervangend lid werknemers:

Hans Schaacke, plv. secretaris

2)

vacature

2)

Ed Lecomte, secretaris

3)

vacature

3)

Arie Kasper

4)

vacature

4)

Aangewezen door: 1)

Vereniging VACO, Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche

2)

FNV

3)

De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening

4)

CNV Dienstenbond

Tijdens de ontbindingsvergadering zijn de heren Spuijbroek en Lecomte per 31 december 2014 benoemd als vereffenaar en gemeld aan de KvK. Vanaf die datum is het bestuur opgeheven.

2.1.2 Vertegenwoordiging in de Klantenraad van Syntrus Achmea In de Klantenraad van Syntrus Achmea wordt de Stichting vertegenwoordigd door Ruud Spuijbroek en Ed Lecomte.

2.1.3 Accountant De heer M. Ferwerda RA PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5, 1066 JR Amsterdam

2.1.4 Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Bezoekadres: Rijnzathe 10, 3454 PV, De Meern Postadres: Postbus 40050, 7300 AX Apeldoorn

Jaarverslag 2014

pagina 4 | 21

3 Verslag 3.1 Inleiding Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2014 van Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche in liquidatie (hierna: het fonds).

3.2 Inhoud van de regeling Overgangsregeling Uittredingsregeling en financiering vanaf 1-1-2006 Voor deelnemers geboren vóór 1 januari 1950 is, in het kader van de Wet aanpassing fiscale behandeling vut/prepensioen en de introductie van de levensloopregeling (de Wet VPL), met ingang van 1 januari 2006 de overbruggingsregeling komen te vervallen en is de suppletieregeling aangepast. Tot 1 juli 2006 konden deze deelnemers nog vervroegd uittreden op basis van de oude uittredingsleeftijden. Te weten op 60, 59 en 57,5 jarige leeftijd. Vanaf de tweede helft van 2006 is de uittredingsleeftijd voor deze groep stapsgewijs verhoogd. Deelnemers die gebruik maken van de mogelijkheid om vervroegd uit te treden dienen hun ouderdomspensioen te vervroegen naar 62-jarige leeftijd. Vanaf 62-jarige leeftijd bestaat de uitkering uit een deel vervroegd ouderdomspensioen bestaande uit de omgezette prepensioenaanspraken, en het verschil in opbouw vanaf 1-1-2006 tussen de oude en de nieuwe regeling. De pensioenopbouw stopt voor deze deelnemers op 62-jarige leeftijd of bij latere uittreding maar uiterlijk op 65-jarige leeftijd. Spaarvut Indien een deelnemer de ingangsdatum van de uitkering uit de overgangsregeling uitstelt, wordt de uitkering uit de overgangsregeling verhoogd. De wet schrijft voor op welke manier dat moet gebeuren; er moeten algemeen aanvaarde actuariële grondslagen worden gebruikt. Dat houdt in dat onafhankelijk van de ingangsdatum van de uitkering, de totale waarde van alle uitgekeerde termijnen gelijk moet blijven. Vanaf 1 januari 2008 hoeft de uitkering wettelijk bij uitstel nog maar te worden verhoogd met 50% van de verhoging die met gebruikmaking van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen zou zijn vastgesteld. Cao-partijen hebben in 2008 besloten, om de spaarvutbepaling, overeenkomstig bovenstaande regeling, met 50% te versoepelen. Daarbij is tevens, op advies van het bestuur, besloten om een overgangsrecht toe te passen. Het overgangsrecht houdt in dat in gevallen waarbij de uitkering had kunnen ingaan vóór 1 januari 2009, de hoogte van de uitkering in twee stappen wordt vastgesteld. Eerst wordt de uitkering vanaf de vroegst mogelijke ingangsdatum tot de wijzigingsdatum verhoogd op basis van gebruikelijke actuariële factoren. Vervolgens wordt de op deze manier vastgestelde uitkering vanaf de wijzigingsdatum tot de datum van feitelijke ingang verhoogd met de nieuwe, lagere, factoren. Overkook In het reglement is bepaald dat de hierboven weergegeven actuariële verhoging plaatsvindt tot een hoogte van 100% van het laatste salaris. Het meerdere wordt overgeheveld naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche (hierna: het pensioenfonds) ten behoeve van het pensioen. Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 is naast de overbruggingsregeling ook de overgangsregeling komen te vervallen. Eerder stoppen met werken blijft voor deze groep deelnemers mogelijk door het ouderdomspensioen te vervroegen.


pagina 5 | 21

Extra ouderdomspensioen komt beschikbaar door: •

een verbetering van de ouderdomspensioenregeling vanaf 1 januari 2006; door een verhoging van het opbouwpercentage en een verlaging van de franchise wordt er meer pensioen opgebouwd;

•

de omzetting van het tot 31 december 2005 opgebouwd prepensioen in extra ouderdomspensioen;

•

de, onder voorwaarde, toegezegde voorwaardelijke aanspraken ouderdomspensioen uit de overgangsregeling voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950.

De overgangsregeling voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 betreft een vertaling van de oude suppletieregeling in extra aanspraken ouderdomspensioen. Dit is nodig omdat deze groep nog niet voldoende kan opbouwen in de nieuwe regeling om eerder dan op 65-jarige leeftijd met pensioen te kunnen gaan. Er zal pas sprake zijn van extra aanspraken op het moment dat deze ook daadwerkelijk gefinancierd zijn. Wanneer een deelnemer voor die tijd de bedrijfstak verlaat, bestaan er geen rechten op extra aanspraken. De overgangsregeling voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 is een regeling van het pensioenfonds. Financiering vanaf 1-1-2006 Het VUT-bestuur en het BPF- bestuur hebben eind 2009, mede ook naar aanleiding van opmerkingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en De Nederlandsche Bank, besloten de bijdrageverdeling voor de komende jaren anders vorm te geven. Vanaf 1 januari 2010 wordt vooraf vastgesteld welke bijdrage nodig is voor de financiering van de uitkerings- en uitvoeringslasten van de VUT-Stichting in dat jaar. Zie hoofdstuk 3.4. Looptijd regelingen Uiterlijk 31 december 2014 worden de laatste deelnemers 65 jaar. De regelingen worden dan beëindigd. In de vergadering van 19 december 2013 heeft het bestuur formeel besloten tot liquidatie per 31 december 2014.

3.3 Cao, statuten en reglement De uittredingsregeling voor 2014 is vastgelegd in een tussen werkgevers en werknemers overeengekomen Cao inzake het vervroegd uittreden voor de Banden- en Wielenbranche (VUT-CAO). De VUT-CAO is per 1 januari 2006 aangepast in het kader van de Wet VPL en had een looptijd tot en met 31 december 2010. In verband met een reglementswijziging inzake de wijze van premieheffing is in 2010 door Cao-partijen besloten vervroegd een nieuw AVV verzoek in te dienen bij het Ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid. Dit verzoek is in 2010 toegewezen. De nieuwe AVV heeft een looptijd tot en met 31 december 2014. Geen AVV, dan alleen premieheffing bij georganiseerde werkgevers Georganiseerde werkgevers betalen premie voor de VUT-Stichting op grond van de VUT-CAO ‘Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche’. Ongeorganiseerde werkgevers zijn verplicht premie te betalen op grond van de algemeen verbindend verklaring (AVV) van deze Cao. Het Ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid heeft vastgesteld dat er fondsen zijn die bij hun premieheffing geen onderscheid maken tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. In een AVV-loze periode mag het fonds geen premie in rekening brengen bij ongeorganiseerde werkgevers. Daarom is voorgeschreven dat de (incasso)administratie van het fonds gescheiden moet zijn in georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. Het fonds heeft deze scheiding doorgevoerd en heeft de administratie zodanig ingericht dat deze scheiding periodiek geactualiseerd wordt.

3.4 Vrijstelling van premiebetaling Met ingang van het premiejaar 2014 wordt er geen premie meer geïnd bij werkgevers. Er zijn vanaf deze datum ook geen nota’s meer verzonden, alleen betrekking hebbend op voorgaande jaren. Een voorziening van ingegane en nakomende verplichtingen is aanwezig en in de balans opgenomen. Op grond van berekeningen is er voldoende vermogen aanwezig voor het doen van alle uitkeringen. Jaarverslag 2014

pagina 6 | 21

3.5 Begroting Ingevolge richtlijn 640, lid 350, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor dit fonds het geval.

3.6 VUT-uitkeringen 3.6.1 Aantal uittreders Het aantal uitkeringen uit de overgangsregeling (overbrugging- en suppletie): Aantal lopende uitkeringen per 31 december 2013

22

Bij

aantal toegekende uitkeringen

+/+

6

Af

aantal beëindigde uitkeringen wegens pensionering

-/-

27

aantal beëindigde uitkeringen wegens overlijden

-/-

1

Aantal lopende uitkeringen per 31 december 2014

0

3.6.2 Aantal aangesloten ondernemingen Het aantal aangesloten ondernemingen ultimo 2014 bedroeg 712. Ultimo 2013 was het aantal 676.

3.7 Financieel beleid 3.7.1 Totale uitkeringslast De uitkeringslast inclusief de overkook bedroeg in 2014 EUR 0,7 en in 2013 EUR 2,2 miljoen. De voorziening voor nakomende verplichtingen voor de ingegane en niet-ingegane uitkeringen uit de overgangsregeling verminderde van EUR 0,8 miljoen ultimo 2013 naar EUR 0,5 miljoen ultimo 2014.

3.7.2 Verhoging uitkeringen De uitkeringen uit de overgangsregeling zijn in het verslag jaar niet verhoogd. Deze lopen gelijk met de pensioenuitkeringen welke per 1 januari 2014 niet zijn geïndexeerd.

3.8 Bestuursbesluiten In het verslagjaar kwam het bestuur driemaal in vergadering bijeen. Deze vergaderingen vonden plaats op 11 juni, 23 juni en 18 december 2014. In de vergaderingen zijn de volgende punten aan de orde gekomen: •

financiële situatie en uitkeringen;

•

besluit tot liquidatie

•

jaarverslag 2013;


pagina 7 | 21

•

administratiekosten;

Financiële situatie en uitkeringen De uittredingsregeling eindigt op 31 december 2014. De algemene reserve wordt ultimo boekjaar nul als gevolg van schenking. Door de stichting is in het verleden een lange termijn prognose opgesteld van de vermogens- en liquidatiepositie van de stichting, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies. Zoals verwacht konden alle uitkeringen tot het eind van de regeling betaald worden. Ultimo 2014 is geen financieringstekort aanwezig. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een overschot verwacht aan het eind van de looptijd van de regeling. In de statuten is aangegeven dat een batig saldo zoveel mogelijk dient te worden besteed conform de oorspronkelijke doelstelling. Het bestuur heeft in verband hiermee op 18 december 2013 besloten om het batig saldo te schenken aan het pensioenfonds. Hierbij heeft het bestuur de wens geuit dat het batig saldo aangewend wordt ter verhoging van de algemene reserve van het pensioenfonds. Het bestuur heeft in verband hiermee besloten een dotatie van EUR 1,2 miljoen aan het gelieerde pensioenfonds te doen. Besluit tot liquidatie In december 2014 vinden de laatste uitkeringen vanuit het fonds plaats. Hierna zijn er geen deelnemers meer die recht hebben op een VUT-uitkering. De cao voor het fonds loopt op 31 december 2014 af. In de bestuursvergadering van december 2013 is besloten een (groot) deel van het vermogen van het fonds reeds in 2013 over te hevelen naar het pensioenfonds. De feitelijke eindafrekening van het batig saldo zal bij liquidatie plaatsvinden. Na uitvoerig overleg tussen de besturen van de fondsen en de externe adviseurs, is besloten om een dotatie van EUR 1,2 miljoen aan het gelieerde pensioenfonds te doen op het verwacht toekomstig batig saldo. In de vergaderingen van 2014 is het liquidatieproces verder uitgekristalliseerd en zijn de vereffenaars aangewezen. Het fonds wordt ontbonden per 31 december 2014. Jaarverslag 2013 In de vergaderingen van 11 en 23 juni 2014 kwam het jaarverslag over 2013 aan de orde. Het bestuur is, na verwerking van de opmerkingen en errata, akkoord gegaan met het jaarverslag. Administratiekosten De afrekening van de administratiekosten 2013 en de toelichting daarop zijn besproken in de vergadering van 11 juni 2014. Het bestuur heeft kennisgenomen van de administratiekosten en is akkoord gegaan met de toelichting. De begroting van de administratiekosten 2014 is alsmede vastgesteld in de vergadering van 11 juni 2014.

3.9 Belangrijks bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen belangrijke stellige bestuurlijke voornemens en besluiten voorgedaan.

3.10 Toekomstparagraaf Het bestuur is in 2013 overgegaan tot besluitvorming over de ontbinding van het fonds en, in overleg met cao-partijen, de bestemming van het naar verwachting batig saldo. Het bestuur streefde ernaar om een eventueel batig saldo zo laag mogelijk te laten zijn. Op 11 juni 2014 vond de ontbindingsvergadering van de stichting plaats, waarna het fonds formeel per 31 december 2014 in liquidatie is. Tijdens de vergadering van 11 juni zijn twee leden van het bestuur benoemd tot vereffenaars. Tenslotte wordt in 2015 een liquidatieverslag gemaakt over 2014. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de stichting.

Jaarverslag 2014

pagina 8 | 21

3.11 Slotwoord Nadere gegevens met betrekking tot financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina’s opgenomen jaarrekening. Wij danken iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van het fonds. Leiden, 19 juni 2015

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden en Wielenbranche in liquidatie Namens de vereffenaars,

Ed Lecomte

Ruud Spuijbroek

Vereffenaar

Vereffenaar


pagina 9 | 21

4 Jaarrekening 4.1 Liquidatiebalans na resultaatverdeling

Activa

(x € 1.000) Vorderingen Overige vorderingen en overlopende activa

Liquide middelen

Toelichting

2014

2013

*)

EUR

EUR

4

587

304

416

308

1.003

2014

2013

EUR

EUR

-

236

-

750

308

17

308

1.003

4.4.1 4.4.1.1

4.4.2

Totaal

*) De nummering verwijst naar de toelichting

Passiva

(x € 1.000)

Toelichting Eigen vermogen

4.4.3

Algemene reserve

4.4.3.1

Voorzieningen Voorziening voor nakomende verplichtingen Schulden op korte termijn Overige schulden

Totaal

Jaarverslag 2014

4.4.4 4.4.4.1 4.4.5 4.4.5.1

pagina 10 | 21

4.2 Staat van baten en lasten

(x € 1.000)

Toelichting

2014

2013

EUR

EUR

Premiebijdragen

4.5.1.1

-14

1.159

Mutatie voorziening voor nakomende verplichtingen

4.5.1.2

750

2.138 736

Baten

3.297

Uitkeringslasten

4.5.2.1

692

2.088

Sociale lasten en pensioenpremies

4.5.2.2

-

82

Overige bedrijfskosten

4.5.2.3

97

59

Overige lasten

4.5.2.4

183

1.200

Lasten Financiële baten en lasten Totaal

4.5.3

972

3.429

-

99

-236

-33

-236

-33

Bestem m ing van het saldo van baten en lasten Algemene reserve


pagina 11 | 21

4.3 Algemene toelichting Doel Het doel van de Stichting is de mogelijkheid bieden om vervroegd uit het arbeidsproces te treden door het doen van uitkeringen aan werknemers die vervroegd uit het arbeidsproces treden of uitkeringen te verstrekken aan werknemers als aanvulling op prepensioen. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Ingevolge Richtlijn 640, lid 305, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. Alle bedragen zijn vermeld in euro x 1.000, tenzij anders zijn vermeld. Discontinuïteit Het bestuur van de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (hierna ‘het fonds’), heeft in juni 2013 besloten om per 31 december 2014 conform artikel 10 van de statuten tot ontbinding van de stichting over te gaan. Het fonds is in liquidatie per 31 december 2014. In 2014 zijn twee leden van het bestuur benoemd tot vereffenaars. In 2015 is een liquidatieverslag gemaakt over 2014. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de stichting. Het batige saldo wordt geschonken aan de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche in 2015. De stichting maakt gebruik van de vervroegde toepassing van de continuïteitsveronderstelling op grond van richtlijn170 discontinuïteit en ernstige onzekerheid over continuïteit, paragraaf 102a en 301. Hierin wordt gesteld dat de jaarrekening opgesteld kan worden uitgaande van de continuïteitsveronderstelling als de liquidatie zich voltrekt bij volgens een bij oprichting dan wel bij dat besluit bepaald scenario waarin de rechtspersoon naar verwachting aan al zijn verplichtingen zal voldoen. De kosten voor de liquidatie van het fonds bedragen EUR 45.653 als gevolg van het genomen liquidatiebesluit. Hierdoor is het resultaat gedaald van EUR 190.347 (negatief) naar EUR 236.000 (negatief). Het vermogen is eveneens gedaald van EUR 45.653 naar EUR 0. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uit handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Liquide middelen Onder de liquide middelen worden banktegoeden opgenomen welke onmiddellijk opeisbaar zijn. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Jaarverslag 2014

pagina 12 | 21

Algemene Reserve Deze reserve is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Voorziening voor nakomende verplichtingen De voorziening voor nakomende verplichtingen is ultimo boekjaar nihil. Er kunnen geen deelnemers meer gebruik maken van de vutregeling. De laatste uitkeringen hebben plaats gevonden in 2014. Schulden op korte termijn Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Deze posten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Grondslagen van resultaatbepaling Algemene grondslagen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Premiebijdragen De premiebijdragen voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven in het verslagjaar 2014. Uitkeringslasten Hieronder zijn opgenomen de door het fonds in het boekjaar verstrekte uitkeringen en toegerekende overkook. Het fonds maakt gebruik van de mogelijkheid in het Belastingplan 2006 waarin is opgenomen om een onder het overgangsrecht vallend recht op VUT-uitkeringen (spaarvut) geheel of gedeeltelijk om te zetten in een hoger ouderdomspensioen. Indien het ouderdomspensioen na de omzetting meer bedraagt dan 100% van het pensioengevend loon, dan is de overkookregeling van toepassing. Overige bedrijfskosten Hieronder zijn de administratiekosten inclusief liquidatiekosten opgenomen die toegerekend worden aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Overige lasten Hieronder is opgenomen het batige saldo dat wordt geschonken aan de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche. Resultaatbestemming Het saldo van baten en lasten wordt gedoteerd aan of geput uit het eigen vermogen.


pagina 13 | 21

4.4 Toelichting op de liquidatiebalans 4.4.1 Vorderingen Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.1.1 Overige vorderingen en overlopende activa

(x € 1.000)

4.4.2

2014

2013

EUR

EUR

Administratiekosten

4

-

Vordering op gelieerd BPF-fonds

-

587

Totaal

4

587

Liquide middelen

De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: (x € 1.000)

Staalbankiers

2014

2013

EUR

EUR

304

416

Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn.

4.4.3

Eigen vermogen

Algemene reserve Het verloop is als volgt weer te geven:

(x € 1.000)

Jaarverslag 2014

2014

2013

EUR

EUR

Stand per 1 januari

236

269

Resultaatbestemming

-236

-33

Stand per 31 de cem ber

-

236

pagina 14 | 21

4.4.4

Voorzieningen

De voorziening VUT-verplichtingen ultimo boekjaar bedraagt nihil. Er vinden geen lopende of toekomstige uitkeringen meer plaats.

(x € 1.000)

4.4.5

2014

2013

EUR

EUR

Stand per 1 januari

750

2.888


-750

-2.138

Stand per 31 de cem ber

-

750

Schulden op korte termijn

Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.5.1 Overige schulden De post is als volgt gespecificeerd: (x € 1.000)

2014

2013

EUR

EUR 11

Accountantskosten

6

Schulden aan gelieerd BPF-fonds

301

-

Overige schulden

1

6

Totaal

308

17

In schulden aan gelieerd BPF-fonds is het liquidatiesaldo EUR 183.000 opgenomen. 4.4.6

Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Per jaareinde zijn er geen verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.


pagina 15 | 21

4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten

4.5.1

Baten

4.5.1.1.

Premiebijdragen

De premiebijdragen zijn als volgt opgebouwd: (x € 1.000)

2014

2013

EUR

EUR 1.162

Premie boekjaar

-

Premie voorgaande jaren

-14

-

Mutatie inzake voorziening dubieuze debiteuren

-

-3

Totaal

-14

1.159

De premiebaten voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven. Het premiepercentage van 2014 is 0,0% (2013:1,0%).

4.5.1.2


(x € 1.000)

4.5.2 4.5.2.1

2014

2013

EUR

EUR 1.291

Onttrekking voorziening voor nakomende verplichtingen

266

Onttrekking nakomende verplichtiging niet-ingegane uitkeringen

484

847

Totaal

750

2.138

Lasten Uitkeringslasten

Hieronder zijn de aan het verslagjaar toegerekende uitkeringen opgenomen. (x € 1.000)

2014

2013

EUR

EUR

(Bruto) uitkeringen aanvullingsregeling

239

951

Overkook

453

1.137

Totaal

692

2.088

Ultimo 2014 zijn er geen lopende uitkeringen meer. 4.5.2.2 Sociale lasten en pensioenpremies Deze post is als volgt opgebouwd: (x € 1.000)

Sociale lasten

2014

2013

EUR

EUR

-

82

4.5.2.3 Overige bedrijfskosten Jaarverslag 2014

pagina 16 | 21

Deze post is als volgt gespecificeerd: (x € 1.000)

2014

2013

EUR

EUR

Administratiekosten

87

41

Kosten onaf hankelijke accountant; controle van de jaarrekening

6

11

Bestuurskosten

6

3

Overige kosten

-2

4

Totaal

97

59

De administratiekosten ad EUR 87.000 zijn inclusief de liquidatiekosten van EUR 45.653. De liquidatiekosten bestaan uit administratiekosten EUR 19.505 voor de werkzaamheid van o.a. bestuursondersteuning, juridisch advies en opmaak van het liquidatieverslag, kosten van voorbereidende werkzaamheden inzake liquidatie EUR 15.820, kosten voor archief EUR 2.500 en de overige kosten EUR 10.828. Bestuurdersbezoldiging Onder de bestuurskosten is een bedrag van EUR 6.000 aan vacatiegelden verantwoord (2013: EUR 3.000) Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheeractiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheerder 4.5.2.4 Overige lasten (x € 1.000)

4.5.3

2014

2013

EUR

EUR

Schenking aan gelieerd BPF f onds

183

1.200

Totaal

183

1.200

Financiële baten en lasten

(x € 1.000)

2014

2013

EUR

EUR

Interest rekening courant gelieerd BPF

4.5.4

-

99

Verbonden partijen en transacties met verbonden partijen

Op grond van de definitie zoals opgenomen in Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn de bestuursleden aan te merken als een verbonden partij. In 2014 hebben zich, met uitzondering van bestuurdersbezoldiging, geen transacties met bestuursleden voorgedaan. Het fonds heeft geen andere verbonden partijen.


pagina 17 | 21

Leiden, 19 juni 2015 Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden en Wielenbranche in liquidatie Namens de vereffenaars,

Ed Lecomte

Ruud Spuijbroek

Vereffenaar

Vereffenaar

Jaarverslag 2014

pagina 18 | 21

5 Overige gegevens 5.1 Statutaire liquidatieregelingen In artikel 10 van de statuten is voor de ontbinding van het fonds het volgende vermeld: 1.

Besluiten tot wijziging van de statuten respectievelijk ontbinding van de Stichting kunnen slechts worden genomen met

2.

Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming

algemene stemmen in een vergadering waarin tenminste vier bestuursleden aanwezig zijn. zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de Stichting.

5.2 Bestemming van het saldo van baten en lasten Het resultaat boekjaar is onttrokken uit de algemene reserve.

5.3 Gebeurtenissen na balansdatum De vereffenaars hebben tot taak uitvoering te geven aan de bestuursbesluiten en tot bestemming van het batig saldo. Deze taak wordt in 2015 uitgevoerd bij de liquidatie van het fonds.


pagina 19 | 21

5.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het college van vereffenaars van Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche in liquidatie Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche in liquidatie te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 en de toelichting waarin zijn opgenomen: een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het college van vereffenaars Het college van vereffenaars van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen. Het college van vereffenaars is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het college van vereffenaars noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het college van vereffenaars van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche in liquidatie per 31 december 2014 en van het saldo van baten en lasten over 2014 in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven lasten juist zijn aangewend ten behoeve van het bestedingsdoel/de activiteit welke aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen.

Jaarverslag 2014

pagina 20 | 21

Benadrukking omtrent discontinuïteit van de stichting Wij vestigen de aandacht op paragraaf ‘discontinuïteit’ zoals opgenomen in de toelichting van de jaarrekening, waarin het besluit van het college van vereffenaars om Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche te liquideren is vermeld en dat het bestuur verwacht aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het college van de vereffenaars, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het college van vereffenaars, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 19 juni 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. M. Ferwerda RA


pagina 21 | 21

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (in liquidatie)

Recommend Documents