stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf Jaarverslag 2013
colofon administrateur Syntrus Achmea Pensioénbehèer N,V, Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern Postbus 3183, 3502 GD Utrecht telefoon 088 - 008 40 04
Inhoud 1
Kerncijfers
5
2
Algemene gegevens
7
3
Verslag
9
3.1
Inleiding
9
3.2
CAO, statuten en reglement
9
3.3
Inhoud van de regeling
9
3.4
VUT-breuk
10
3.5
Vrijstelling van premiebetaling
11
3.6
Premie
1'
3.7
Begroting
1'
3.8
VUT-uitkeringen
1'
3.9
Financieel beleid
1'
3.10
Risicomanagement en beleggingsbeleid
12
3.11
Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum
12
3.12
Toekomstparagraaf
12
3.13
Slotopmerkingen
13
4
Jaarrekening
14
4.1
Balans per 31 december 2013 na resultaatverdeling
14
4.2
Staat van baten en lasten over het boekjaar 2013
16
4.3
Algemene toelichting
17
4.4
Toelichting op de balans
19
4.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
23
Overige gegevens
26
5.1
Bestemming van het saldo van baten en lasten
26
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
26
5.3
Statutaire liquidatieregelingen
26
5.4
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
27
1 Kerncijfers Meerjarenoverzicht
2013
2012
2011
2010
2009
Lopende uitkeringen (ultimojaar)
200
413
603
749
709
Toegekende VUT-uitkeringen
9
21
243
155
168
Aantallen
VUT-gerechtigde leeftijd
60 jaar
60 jaar
60 jaar
60 jaar
60 jaar
7 maanden ^
7 maanden ^
7 maanden ^
7 maanden ^
7 maanden ^
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Premiebaten
-4
-76
-70
-293
1,658
Beleggingsopbrengsten
43
210
490
306
822
Uitkeringslasten
4,772
8,004
11.433
13,972
22,809
Saldo boekjaar
3,071
1,462
-301
9,062
-19,917
Eigen vermogen
21,105
18,033
16,571
16,873
7,811
VUT-verplichtingen
4,280
12,155
21,631
32,373
55,241
Premiepercentage Financiële gegevens (x € 1.000)
1
^
Uittreedleeftijd voor deelnemers geboren in 1949,
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 5 j 29
2 Algemene gegevens Naam en vestigingsplaats Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf is statutair gevestigd te Utrecht, Bestuur Het bestuur is paritair samengesteld. Per 31 december 2013 bestond het bestuur uit de volgende leden: Leden werkgevers
Plaatsvervangers
Benoemende organisatie
Datum aftreden
H.H. van der Geest
mr, P,E,H, Hoogstraaten
1)
01-01-2016
drs, P J, Verhoog
drs. J. Kat
2)
01-01-2014
G,W, Wegh
H.J. Boer
3)
01-01-2015
Leden werknemers
Plaatsvervangers
Benoemende organisatie
Datum aftreden
H.B.M. Grutters
4)
01-01-2015
J.M.J.J, de Keijzer
4)
01-01-2016
drs, F,A.M. Monsma
5)
01-01-2014
In het verslagjaar hebben de volgende wijzigingen in de bestuurssamenstelling plaats gevonden Mevrouw I. van Duijn- Pennenburg is per 1 januari 2013 teruggetreden als bestuurslid van de Stichting en opgevolgd doorde heer H.B.M. Grutters. In 2013 is de heer J.M.J.J. de Keijzer herbenoemd in het bestuur namens FNV Bondgenoten. In 2013 fungeerde de heer H.H. van der Geest als voorzitter van de Stichting en de heer J.M.J,J, de Keijzer als vice-voorzitter,, In 2014 is de heer H,H, van der Geest teruggetreden als bestuurslid en opgevolgd door de heer H, ten Have, In het verslagjaar kwam het bestuur driemaal in vergadering bijeen en wel op 28 maart, 26 september en 14 november 2013, Organisaties 1)
Vakcentrum Levensmiddelen Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden Telefoon (0348) 41 97 71
2)
Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen Postbus 182 2260 AD Leidschendam Telefoon (070) 444 25 87
3)
Nederlandse Vereniging van Coöperatieve Werkgevers Adriaan van Ostadelaan 122 3583 AM Utrecht Telefoon (030) 251 15 19
4)
FNV Bondgenoten Postbus 9239 1006AE AMSTERDAM Telefoon (020) 585 6000
Stictiting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 7 | 29
5)
CNV Dienstenbond Postbus 3135 2130 KC Hoofddorp Telefoon (023) 565 10 52
Accountant KPMG Accountants N,V, Administrateur Syntrus Achmea Pensioénbehèer N,V, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te De Meern,
r Jaarverslag 2013
pagina 8 j 29
3 Verslag Verslag over het vierendertigste boekjaar lopende van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013,
3.1
Inleiding
Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2013 van Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf In dit verslag wordt de inhoud van de VUT-regeling uiteengezet. Daarnaast komen de wijzigingen in de statuten en reglement die in 2013 zijn doorgevoerd aan de orde. Tevens wordt aandacht besteed aan de premie-inning en wordt een overzicht gegeven van het aantal (toegekende) VUT-uitkeringen,
3.2 CAO, statuten en reglement De CAO voor het Levensmiddelenbedrijf inzake Vervroegd Uittreden is tezamen met de statuten en het reglement van de Stichting - die een integrerend deel uitmaken van deze CAO - algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2014, Dit is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 december 2010,
3.3 Inhoud van de regeling Het doel van Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf is om oudere werknemers in het levensmiddelenbedrijf in de gelegenheid te stellen vervroegd uit het arbeidsproces te treden, door het toekennen van een inkomensvervangende uitkering. Per 1 januari 2004 is een gewijzigde pensioenregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf in werking getreden. Deze regeling bevat een prepensioenregeling die een reële uittreding op 62-jarige leeftijd mogelijk maakt, In tegenstelling tot de VUT-regeling bouwen werknemers in de prepensioenregeling een persoonlijk recht op om voor het 65^ levensjaar te kunnen stoppen met werken. Per 1 januari 2006 is wederom de pensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf gewijzigd. Deelnemers geboren voor 1950 blijven echter deelnemen aan de regeling die per 1 januari 2004 in werking is getreden. Voor deelnemers geboren na 1949 is de VUT afgeschaft. De VUT uitkering bedraagt bruto 100/108ste van 80% van het loon over het kalenderjaar vóór de ingangsdatum van de uitkering, vermeerderd met eventuele Cao-verhogingen in het lopende kalenderjaar tot de dag van uittreden. Deze uitkering is tenminste gelijk aan het wettelijk minimumloon, verminderd met het werknemersaandeel in de - na uittreding - niet meer verschuldigde sociale verzekeringspremies, en ten hoogste gelijk aan een twaalfde van 100/108ste van 80% van de premiegrens voorde sociale werknemersverzekeringen. De vakantietoeslag wordt in de maand mei uitgekeerd. Voor werknemers die tussen 1944 en 1949 geboren zijn, is de prepensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf of de Stichting Coöp Pensioenfonds van toepassing. De standaardleeftijd om met prepensioen te gaan is 62 jaar. Omdat niet iedereen individueel.voldoende.prepensioen, heeft opgebouwd, gelden een aantal overgangsmaatregelen. De eerste overgangsmaatregel is de geleidelijke afbouw van de VUT-regeling. Deze maatregel compenseert de afschaffing van VUT door een VUT-uitkering te verstrekken tot 62 jaar Deelnemers die geboren zijn tussen 1 augustus 1948 en 31 december 1948 hebben, wanneer zij voldoen aan de reglementaire eisen, vanaf de leeftijd van 60 jaar en vijf maanden recht op deze VUT-uitkering. Deelnemers die geboren zijn tussen 1 januari 1949 en 31 mei 1949 hebben, wanneer zij voldoen aan de reglementaire eisen, vanafde leeftijd van 60 jaar en zeven maanden recht op deze VUT-uitkering.
r Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 9 j 29
^
De tweede overgangsmaatregel betreft de opbouw van aanvullend prepensioen. Deze maatregel is van toepassing voor de werknemers die op 31 december 2003 en 1 januari 2004 deelnemer waren bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf en wordt vanuit het pensioenfonds gefinancierd. Deze maatregel compenseert de gemiste opbouwjaren prepensioen door voor ieder jaar dat de werknemer vanaf 1 januari 2004 deelnemer blijft een extra opbouw van maximaal 2% toe te kennen. De derde overgangsmaatregel, geldt voor werknemers geboren in 1946, is de aanvulling prepensioen tot VUT-niveau. Deze maatregel compenseert het bruto verschil tussen de hoogte van de prepensioen- en de VUT-uitkering door het opgebouwde prepensioen en aanvullend prepensioen aan te vullen tot 80% van het laatstverdiende (pensioengevend) loon. Deze VUT-aanvulling wordt alleen verstrekt wanneer het deelnemerschap zonder onderbreking wordt voortgezet tot 62 jaar en de deelnemer 10 jaar onafgebroken deelnemer is geweest bij Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf De vierde overgangsmaatregel is de aanvulling ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Deze maatregel compenseert de gemiste opbouw ouderdoms- en nabestaandenpensioen tussen 62 en 65 jaar, ln de nieuwe regeling stopt de opbouw immers drie jaar eerder, op 62-jarige leeftijd. Wanneer de deelnemer in aanmerking komt voor een VUT-aanvulling op het prepensioen, dan wordt tijdens de prepensioenperiode de opbouw van het ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen voortgezet. De staffel met uittreedleeftijden is als volgt vastgesteld: Geboren voor 1946:
60 jaar
Geboren in 1946:
60 jaar en 1 maand
Geboren in 1947:
60 jaar en 3 maanden
Geboren in 1948:
60 jaar en 5 maanden
Geboren in 1949:
60 jaar en 7 maanden
De werknemers geboren in de jaren zoals in de staffel opgenomen hebben recht op een VUT-uitkering tot 62 jaar (laatste uitkeringsjaar was 2011), Van 62- tot 65-jarige leeftijd hebben zij recht op een VUT-aanvulling op de prepensioenuitkering. Ingaande 1 april 2012 is de AOW-ingangsdatum gewijzigd van de eerste van de maand waarin de betrokkene 65 jaar wordt naar de verjaardag zelf Deze wijziging heeft gevolgen voor de inkomenssituatie van de uitkeringsgerechtigden bij de Stichting, Voor deelnemers in de VUT- regeling ontstaat een AOW-gat in de periode tussen het einde van de VUT-aanvullingsuitkering inclusief prepensioen en het begin van de AOW-uitkering, Dit gemis is maximaal één maand. Het bestuur van Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf heeft in 2012 besloten dit gemis aan inkomsten eenmalig te compenseren
3.4 VUT-breuk Het komt voor dat een werknemer pas op latere leeftijd gaat werken voor een werkgever die valt onder de VUT-regeling terwijl deze werknemer daarvóór werkzaam was bij een werkgever vallend onder de werkingssfeer van een andere VUT-regeling, De kans is daardoor aanwezig dat deze werknemer niet voldoet aan de 10-jaren eis. Het gevolg is een zogenaamde VUT-breuk, Dit probleem speelt in het levensmiddelenbedrijf des te meer, omdat binnen deze branche verschillende VUT-regelingen van toepassing zijn ofwaren. Gevolg van één en ander is dat werknemers die wel altijd in het levensmiddelenbedrijf werkzaam zijn geweest, met de nadelige gevolgen van VUT-breuk kunnen worden geconfronteerd. De Stichting streeft er naar de nadelige gevolgen van VUT-breuk zoveel mogelijk te voorkomen. Met Stichting Vervroegd Uittreden Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit en Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche is daartoe een wederkerigheidovereenkomst gesloten. Bestaat er geen wederkerigheidovereenkomst, dan kan door de Stichting, als de omstandigheden van de situatie daartoe aanleiding geven, een eenmalige oplossing worden gezocht in de vorm van een kostenverdeling. De VUT-lasten worden dan naar evenredigheid verdeeld over de Stichting en het andere VUT-fonds waar betrokkene voorheen onder viel.
r Jaarverslag 2013
pagina 10 j 29
Op basis van afspraken inzake de kostenverdeling voor uitkeringontvangers die in de Iaatste tien jaar voor de ingangsdatum van de uitkering ook onder een ander VUT-fonds vielen (zogenaamde wederkerigheidsafspraken), had de Stichting ultimo 2013 € 284.814 aan schulden en € 268.971 aan vorderingen op andere VUT-stichtingen,
3.5 Vrijsteiiing van premiebetaling Op grond van artikel 16 van de statuten kan een werkgever die zelf een VUT-regeling heeft getroffen, op zijn verzoek onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van de verplichting tot betaling van een bijdrage aan de Stichting, Eveneens kan worden vrijgesteld een werkgever in of voor wiens ondememing een pensioenregeUng geldt op grond waarvan aan alle personeelsleden in de onderneming een ouderdomspensioen in uitzicht wordt gesteld, dat uiterlijk ingaat op de eerste dag van de maand volgend op die waarin voor het eerst aanspraak op een uitkering krachtens de regeling van de Stichting kan worden gemaakt.
3.6 Premie De door de werkgever voor het jaar 2013 aan de Stichting afte dragen bijdrage was vastgesteld op 0,00% (2012: 0,00%) van het premieplichtig loon van alle werknemers in de onderneming.
3.7 Begroting Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient de Stichting de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor onze Stichting het geval.
3.8 VUT-uitkeringen Het hierna volgende overzicht geeft de ontwikkeling van het aantal aanvragen en uitkeringen in 2012 weer. Ontwikkeling van het aantal uitkeringen
Lopende uitkeringen/ aanvullingen per 31 december 2012
413
VUT aanvullingen toegekend in 2013
9
VUT beëindigd in 2013
-222
Lopende uitkeringen/ aanvullingen per 31 december 2013
200
3.9 Financieel beleid Bij het VUT-fonds is eind 2013 een voorziening getroffen voor toekomstige VUT-verplichtingen van in totaal € 4.279.908. Deze voorziening bestaat uit verplichtingen voor twee groepen deelnemers. 1. 2.
voor deelnemers die al een uitkering krijgen vanuit de Stichting: € 1.449,501. voor werknemers waarvan wordt ven/vacht dat zij binnen de CAO-periode (tot en met 31 december 2014) alsnog gebruik zullen maken van de VUT-regeling: € 2,830,407,
r Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 11 j 29
'
Dit bedrag is bepaald op basis van het aantal deelnemers dat al voldoet aan de voonwaarden voor een uitkering, maar daar nog geen gebruik van maakt, of in deze periode zal gaan voldoen aan de voorwaarden voor een uitkering.
3.10 Risicomanagement en beleggingsbeleid Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om de risico's die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering(marktrisico) ofde financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Om dit risico te mitigeren zijn de liquide middelen reeds verspreid over meerdere banken. Het restant risico acht het bestuur zeer klein. De VUT-regeling eindigt ultimo 2014, Het risico kan zich voordoen dat de Stichting niet alle uitkeringen kan voldoen. Het bestuur van de Stichting heeft het afgelopen jaar regelmatig prognoses opgesteld van de toekomstige kasstromen. Het bestuur venwacht dat ultimo 2014 een overschot resteert, en acht het risico dat niet alle uitkeringen kunnen worden voldaan zeer laag. Beleggingsbeleid Het fonds belegt haar overtollige gelden. Het bestuur heeft gekozen voor liquiditeitsfondsen en vastrentende waarden (fondsen). Beleggen brengt risico's met zich mee, zoals markt- en kredietrisico's. Als gevolg van ontwikkelingen in de markt kan de waarde zowel stijgen als dalep. Tevens brengt het beleggen in fondsen kredietrisico's met zich mee, mogelijkenwijs kunnen de fondsen niet tijdig liquide gemaakt worden. Het bestuur acht de risico's echter aanvaardbaar laag. Het fonds belegt niet (direct) in financiële derivaten.
3.11 Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum Er zijn geen belangrijke bestuurlijke voomemens geuit of besluiten genomen na balansdatum die de financiële positie per einde 2013 beïnvloeden.
3.12
Toekomstparagraaf
Ultimo 2014 eindigt de VUT-regeling, De venwachting van het bestuur is dat alle uitkeringen tot het einde van de regeling betaald kunnen worden. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een overschot venwacht aan het eind van de looptijd van de regeling. Naar verwachting zal het fonds in 2015 geliquideerd worden. Het bestuur beraad zich over het advies aan sociale partners over de bestemming van het batig saldo.
r Jaarverslag 2013
pagina 12 j 29
3.13 Slotopmerkingen Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting,
Utrecht, 3 juni 2014 Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf Namens het bestuur
J.M,J,J, de Keijzer, voorzitter
^ Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
H,B,M, ten Have, vice-voorzitter
pagina 13 | 29
4 Jaarrekening 4.1
Balans per 31 december 2013 na resultaatverdeling
Activa Toelichting Beleggingen Liquiditeitenfonds
*) 4.4.1 4.4.1.1
2013
2012
EUR
EUR
25,278,322
30,287,528 25,278,322
Vorderingen Premiedebiteuren Nog te ontvangen interest Wederkerigheid Overige vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen
Totaal
4.4.2 4.4.2.1 4.4.2.2 4.4.2.3 4.4.2.4
4.4.3
9.732 53 268.486 42.590
30,287,528
18.276 95 509.377 78.620 320.861
606.368
501.207
136.688
26.100.390
31.030.584
*) De nummering venwijst naar de toelichting
J a a r v e r s l a g 2013
pagina 14 j 29
Passiva Toelichting Eigen vermogen Overige reserve
Voorzieningen VUT-verplichtingen Schulden Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenpremie Wederkerigheid Overige schulden
4.4.4 4.4.4.1
21.082.762
2012 EUR 18.033,389
21,082.762
18.033.389
4.279.908
12.155.389
4.4.5
4.4.6 4.4.6.1 4.4.6.2 4.4,6,3
Totaai
'
2013 EUR
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
127.054 285,216 303,753 21,697
80,064 28,118 634,819 98,805 737,720
841.806
26.100.390
31.030.584
pagina 15 j 29
4.2
S t a a t van baten en lasten over het boekjaar 2013
Toelichting
2013
2012
EUR
EUR
Premiebaten
4.5.1.1
-3,658
-75:794
Beleggingsopbrengsten
4.5.1.2
42,722
210,473
Overige baten
4.5.1.3
100,291
26,789
7,875,481
9,475,113
Onttrekking aan de voorziening VUT-verplichtingen Baten '
'
Uitkeringslasten
: Sociale lasten en pensioenpremies Wederkerigheid Overige bedrijfskosten
8.014,836
4,5,2,1 4,5,2,2 4,5,2,3 4.5,2,4
Lasten Financiële baten en lasten Totaal
Jaarverslag 2013
4,5,3
4,349,809 422,145 19,423 173,138
9,636,581
7,020.736 912,613 70,210 152,121 4,964.515
8,155,680
-948
-18,573
3.049.373
1.462.328
pagina 16 j 29
4.3
Algemene toelichting
Doel Het doel van de Stichting is om overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Levensmiddelenbedrijf inzake Vervroegd Uittreden, de statuten en het reglement, voor bepaalde groepen werknemers de mogelijkheid te openen tot vrijwillige vervroegde uittreding uit het arbeidsproces. Door de Stichting wordt dan een inkomensvervangende uitkering toegekend. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Ingevolge Richtlijn 640, lid 305, dient de Stichting de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor onze Stichting het geval.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling op grond van richtlijn170 discontinuïteit en ernstige onzekerheid over continuïteit, paragraaf 102a en 301 (Richtlijn voor de jaarverslaggeving, jaareditie 2013), Hierin wordt gesteld dat de jaarrekening opgesteld kan worden uitgaande van de continuïteitsveronderstelling als de liquidatie zich voltrekt bij volgens een bij oprichting dan wel bij dat besluit bepaald scenario waarin de rechtspersoon naar verwachting aan al zijn verplichtingen zal voldoen. Dit is van toepassing op deze stichting. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voorzover niet anders vermeld, ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Beleggingen Het liquiditeitenfonds is gewaardeerd tegen marktwaarde. De bij verkoop gerealiseerde resultaten, alsmede gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties worden rechtstreeks verantwoord onder 'rente liquiditeitenfonds'. Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uit handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden bij de eerste opname venwerkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegén reële waarde met'verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare • transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Liquide middelen Onderde liquide middelen worden banktegoeden opgenomen welke onmiddellijk opeisbaar zijn. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 17 j 29
'
Overige Reserve Deze resen/e is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een speeifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Indien in enig jaar sprake is van een negatieve Overige Reserve vindt presentatie plaats als Financieringstekort. Voorziening VUT- verplichtingen De voorziening VUT- verplichtingen heeft betrekking op: 1)
deelnemers die reeds hebben geopteerd voor de VUT-regeling;
2)
deelnemers die onder de bestaande CAO kunnen opteren voor vervroegde uittreding maar dat nog niet hebben gedaan;
3)
deelnemers die nog niet kunnen opteren voor deelname maar dat tijdens de looptijd van de bestaande CAO in de toekomst yi/el kunnen doen;
4)
deelnemers die, vanuit het VUT-fonds recht hebben op een aanvulling op prepensioen.
i
Alle categorieën zijn volledig in de voorziening opgenomen. De uitkeringenizijn contant gemaakt tegen een rekenrente van 3% en een indexatie van 2%. Omdat de contante waarde berekend dient te worden als een gemiddelde van een jaar is hier voor het eerste jaar de helft van berekend. De contante waarde bedraagt hierna 1,0%.Voorts is een opslag sociale lasten gehanteerd. De opslag is gebaseerd op de werkelijke sociale lasten over het huidige boekjaar. Er is geen rekening gehouden met sterfte. Schulden op kórte termijn Alle schulden hebben een looptijd korterdan één jaar. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. In het algemeen geldt dat blj het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. Met name geldt dit voor de venwerking van deelnemersgegevens. De effecten hien/an worden dan in het volgend jaar verantwoord. Resultaatbestemming Het saldo van tiaten en lasten wordt gedoteerd aan of geput uit het eigen vermogen.
Jaarverslag 2013
pagina 18 | 29
4.4
Toelichting op de balans
4.4.1 Beleggingen
4.4.1.1
Liquidlteltenfonds
Dit betreft een positie in het Syntrus Achmea Vermogensbeheer Geldmarkt Pool (v/h Interpolis Geldmarktfonds).
Stand per 1 januari
2013
2012
EUR
EUR
30.287.528
38.073.412
Correcties vorig boekjaar
-634.786
Verkopen
-5.052.331
-7,996,357
Gerealiseerde henwaardering
116.651
164,890
Ongerealiseerde henwaardering
-73.526
680,369
Stand per 31 december
25.278.322
30.287.528
Het doel van de Pool is een rendement te behalen dat 0,15% boven de benchmark (Eonia) uitkomt. Ten aanzien van het risico is de Pool gericht op vermogensbehoud, zodat de Geldmarktpool een goed alternatief is voor de bestaande beleggingen in liquide middelen. Daarom zal de gemiddelde looptijd van de beleggingen in de Geldmarktpool nooit hoger zijn dan 0,5 jaar, 4.4.2
Vorderingen
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde, 4.4.2.1
Premiedebiteuren
De post premiedebiteuren is als volgt opgebouwd: 2013
2012
EUR
EUR
Openstaande facturen
19,458
63.319
Voorziening dubieuze debiteuren
-9,726
-45.043
Totaal
9.732
18.276
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. In 2013 is een bedrag van € 3.090 vrijgevallen van de voorziening. (2012: € 26.789 vrijval). Erwerd een bedrag van € 32.227 aan premies overde voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2012: € 15.375 ).
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
p a g i n a 19 j 2 9
4.4.2.2
Nog te ontvangen Interest
De nog te ontvangen interest is als volgt opgebouwd:
4.4,2,3
2013
2012
EUR
EUR
Rente obligaties/deposito's
53
95
Totaal
53
95
Wederkerigheid 2013
2012
EUR
EUR
Te vorderen uit hoofde van wederkerigheid
283,486
609,377
Voorziening voor oninbaarheid
-15,000
-100.000
Totaal
268.486
509.377
Dit betreft een te ontvangen bedrag van één of meerdere andere VUT- stichtingen inzake een kostenverdeling voor uitkeringsontvangers, die in de laatste 10 jaar voor ingangsdatum van de VUT- uitkering ook onder het andere VUT- fonds vielen. 4.4.2.4
I
Overige vorderingen en overlopende activa
2013
2012
EUR
EUR
Stichting BPF Levensmiddelen
3.032
Excassodebiteuren
589
589
Diversen
42.001
29.499
Te vorderen kosten vermogensbeheer 2011 Totaal
J a a r v e r s l a g 2013
45.500 42.590
pagina 20 j 29
78.620
4.4.3
Liquide middelen
De samenstelling van de liquide middelen is als volgt:
ING Bank Kas Bank Totaai
2013 EUR
2012 EUR
496.258 4.949 501.207
133.666 3.022 136.688
Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn. 4.4.4
Eigen vermogen
Overige reserves Het verloop is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari Dotatie Stand per 31 december
2013 EUR 18.033,389 3,049,373 21.082.762
2012 EUR 16,571,061 1,462,328 18.033.389
De overige reserves dienen overeenkomstig het doel van de stichting ter financiering van een inkomensvervangende uitkering bij vrijwillige vervroegde uittreding uit het arbeidsproces.
4.4.5
Voorzieningen
De voorziening VUT- verplichtingen heeft betrekking op lopende en toekomstige VUT- uitkeringen. Mogelijke toekomstige deelnemers zijn volledig in de voorziening meegenomen; Bij vaststelling van de voorziening VUT- verplichtingen is uitgegaan van een opslag voorsociale lasten van 10,0% (2012: 9,8%), Bij de berekening van de voorziening is rekening gehouden met een geprognosticeerde indexatie van 2% en rekenrente van 3%, Omdat de contante waarde berekend dient te worden als een gemiddelde van een jaar is hier voor het eerste jaar de helft van berekend. De contantewaarde bedraagt hierna 1,0% (2012: 1,0%),
Stand per 1 januari Mutatie voorziening Stand per 31 december
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
2013 EUR
2012 EUR
12,155,389 -7,875.481 4.279.908
21,630,502 -9,475.113 12.155.389
pagina 21 | 29
4.4.6
Schulden
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde.
4.4.6.1
Uitkéringen, belastingen en premies sociale verzekeringen
De post is als volgt gespecificeerd:
4.4.6.2
2013
2012
EUR
EUR
Loonheffing en premies zvw
127,054
80,064
Totaal
127.054
80.064
Wederkerigheid
Dit betreft een aan één of meerdere andere VUT- stichtingen te betalen bedrag inzake een kostenverdeling voor uitkeringontvangers, die in de laatste 10 jaar voor de ingangsdatum van de VUT-uitkering ook onder het eigen VUT-fonds vielen, 4.4.6.3
Overige schulden
De post is als volgt gespecificeerd: 2013
2012
EUR
EUR
Kosten accountant
7,628
7,442
Administratiekosten
4,801
38,974
Terug te betalen premies aan werkgevers
14,551
Te betalen kosten vermogensbeheer
7,000
Diversen
2,268
12.199
Totaal
21.697
98.805
4.4.7 Niet in dé balans opgenomen verplichtingen
Per jaareinde zijn er geen verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
J a a r v e r s l a g 2013
pagina 22 | 29
25,639
4.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
4.5.1
Baten
4.5.1.1.
Premiebaten
De premiebaten zijn als volgt opgebouwd: 2013
2012
EUR
EUR
Premie voorgaande jaren
-3,658
-75,794
Totaal
-3.658
-75.794
De premiebaten voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven. Het premiepercentage voor 2013 is evenals in 2012 0,00%,
4.5.1.2
Beleggingsopbrengsten 2013
2012
EUR
EUR
Rente liquiditeitenfonds
43,125
210,473
Af: Beleggingskosten
-403
Totaal
42.722
210.473
Naast de gerealiseerde rentebaten worden hieronder tevens de gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties verantwoord.
4.5.1.3
Overige baten
2013
2012
EUR
EUR
Vrijval voorziening van dubieuze premiedebiteuren
3,091
26,789
Baten uit hoofde van wederkerigheden
85,000
Overig
12,201
Totaal
100.291
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
pagina 23 j 29
26.789
4.5.2
Lasten
4.5.2.1
Uitkeringslasten
Hieronder zijn de aan het verslagjaar toegerekende uitkeringen opgenomen. Het komende jaar 2014 is het laatste jaar dat er sprake is van uitkeringslasten. De VUT regeling eindigt per 31 december 2014, 4.5.2.2
Sociale lasten en pensioenpremies
Deze post is als volgt opgebouwd:
4.5.2.3
2013
2012
EUR
EUR
Sociale lasten
57
76
Pensioenpremies
422,088
912,537
Totaal
422.145
912.613
Wederkerigheid
Dit betreft de last inzake een aan één of meerdere andere VUT- stichtingen te betalen bedrag inzake een kostenverdeling voor uitkeringsontvangers, die in de laatste 10 jaar voor de ingangsdatum van de VUT- uitkering ook onder het eigen VUT-fonds vielen. 4.5.2.4
Overige bedrijfskosten
Deze post is als volgt gespecificeerd: 2013
2012
EUR
EUR
Administratiekosten
126.253
157.608
Fee Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V, 2012
28.048
Fee Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V, 2010 Kosten accountant; controle van dejaarrekening Bestuurskosten
7.628
7.442
6.720
6.038
Bureaukosten
8.819
Overige baten en lasten
4.489
575
Totaal
173.138
152.121
Bestuurdersbezoldiging Onderde bestuurskosten is een bedrag van € 6.150 aan vacatiegelden verantwoord (2012: € 5,330),
J a a r v e r s l a g 2013
25.639 -54.000
pagina 24 | 29
Personee/ Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheeractiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioénbehèer dan wel de vermogensbeheerder,
4.5.3
4.5.4
Financiële baten en lasten
2013
2012
EUR
EUR
Rente liquide middelen
62
2,346
Rente premiedebiteuren
-1,270
-12,314
Diverse rentebaten en rentelasten
261
-8,605
Totaal
-948
-18.573
Transacties met verbonden partijen
Het VUT reglement is vastgesteld door de CAO partijen als vertegenwoordiging van de werkgevers in de branch. De Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf geeft uitvoering aan deze regeling, CAO partijen en werkgevers in de branch zijn daardoor verbonden partijen. De transacties met deze partijen bestaan uit ontvangst van premie zoals deze is overeengekomen in het reglement. De premie die toe te rekenen is aan het boekjaar is verantwoord in de staat van baten en lasten,
(Voormalige) bestuursleden van de Stichting zijn eveneens verbonden met Stichting VUT Vervroegd Levensmiddelenbedrijf De vacatiegelden en overige vergoedingen aan bestuursleden zijn opgenomen in paragraaf 4,5.2,4 van de toelichting op dejaarrekening. Er is ultimo 2013 evenals voorgaand jaar geen sprake van leningen aan of vorderingen op (voormalige) bestuursleden. De bestuursleden zijn geen deelnemer aan de VUT regeling tegen de reglementsvoorwaarden.
Utrecht, 3 juni 2014 Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelen Namens het bestuur.
J,M,J,J. de Keijzer, voorzitter
Stichting Vervroegd Uittreden Levensmiddelenbedrijf
H,B,M. ten Have, vice-voorzitter
pagina 25 | 29
Overige gegevens 5.1
Bestemming van het saldo van baten en Iasten
Het bestuur stélt jaarlijks hetjaarverslag, rekening en verantwoording vast conform art. 10 van de CAO. Het bestuur heeft besioten het resultaat van het boekjaar te doteren aan de overige reserves:
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatuhi hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting.
5.3
Statutaire liquidatieregelingen
1. Besluiten tot wijziging der statuten, alsook een besluit tot ontbinding van de Stichting kunnen alleen door het bestuur worden genomen in eèn bijzonderlijk daartoe uitgeschreven vergadering, waar tenminste vier bestuursleden aanwezig zi/n, en indien ten minste twee/derde der ter vergadering uitgebrachte geldige stemmen zich daarvóór verklaart.
2. Voorstellen Itot ontbinding van de Stichting worden niet in behandeling genomen dan nadat daarover schriftelijk advies Is ingewonneri van de in artikel 5, eerste lid, genoemde organisaties. Voor het uitbrengen van deze adviezen moet een termijn van minstens één maand worden gegeven. 3. Een besluit tpt wijziging van de statuten treedt niet in werking alvorens een volledig exemplaar van de gewijzigde tekst, door het bestuur ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van de rechtbank, sector kanton te Utrecht. In 2014 zal naar venwachting worden besloten dat het fonds in het najaar van 2014 zal worden geliquideerd.
Jaarverslag 2013
pagina 26 j 29