EUROPESE UNIE
Stichting Empowerment centre EVC
Europees Sociaal Fonds
INVENTARISATIE
1. Inleiding
Erkennen van Verworven Competenties
Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland
1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC) aangewezen als expertisegebied binnen de organisatie. Het ontwikkelen van de expertise betreffende EVC en het structureren en dissemineren ervan ligt binnen de ambities die de Nuffic zich gesteld heeft. Met betrekking tot de invulling van het expertisegebied EVC richt de Nuffic zich op drie kerntaken: a) Expertise opbouw en ontwikkeling b) Het bevorderen van de instroom van hoog opgeleide buitenlanders in arbeidsmarkt en onderwijs door EVC c) Het aanzetten tot internationale waardering en erkenning van informeel en non-formeel leren Voorliggende inventarisatie sluit aan bij doelstellingen a en b. Om instroom van hoog opgeleide buitenlanders in arbeidsmarkt en onderwijs te bevorderen, was er in eerste instantie een behoefte aan meer informatie over de stand van zaken op dit moment. Voorliggend onderzoek is dan ook inventariserend van aard, er werd gekeken naar aantallen hoog opgeleide buitenlanders binnen de bestaande EVC trajecten en of die trajecten een toegevoegde waarde bieden voor hoog opgeleide buitenlanders. 1.2. Kwaliteitscode EVC Het Kenniscentrum EVC is de autoriteit in Nederland op het gebied van het erkennen van verworven competenties. De doelstelling van het kenniscentrum betrekt zich op het stimuleren van EVC door het delen van kennis. Daarnaast is een belangrijke doelstelling het verhogen van de kwaliteit van de EVC procedures. Het Kenniscentrum EVC werkt samen met diverse partners aan deze doelstellingen, zoals bijvoorbeeld CINOP, STOAS en KBA. Het Kenniscentrum voert haar werkzaamheden uit in opdracht van de Projectdirectie Leren en Werken van de ministeries van OCW en SZW. In 2006 is de Kwaliteitscode EVC ontwikkeld. Tijdens de landelijke EVC dag in november 2006 hebben diverse partijen een convenant ondertekend waarmee zij zich committeren aan het stimuleren van het gebruik van de kwaliteitscode EVC. De partijen die ondertekend hebben waren, voor wat betreft het hoger onderwijs, de HBO Raad, Open Universiteit Nederland en PAEPON. In de kwaliteitscode zijn zaken beschreven zoals hoe de toolbox EVC kan het Kenniscentrum werkt, hoe een competentieprofiel van een assessor en een begeleider eruitziet, hoe een deelnemersevaluatie uitgevoerd dient te worden en er is een checklist opgenomen voor organisaties die een EVC procedure willen opzetten. De convenant-partners zullen zich ervoor inzetten dat de kwaliteitscode gebruikt wordt, dat er altijd individuele afspraken over het doel worden gemaakt bij de start van een EVC procedure, dat de EVC procedure wordt afgesloten met een EVC Rapportage en dat er continu aandacht is voor kwaliteitsverbetering.
A. Hartman, november 2007
1
EUROPESE UNIE
Stichting Empowerment centre EVC
Europees Sociaal Fonds De hierboven genoemde EVC Rapportage zal de status krijgen van een certificaat waarmee de waarde van de verworven competenties is vastgelegd. In de rapportage zal informatie terug te vinden zijn over het doel van de EVC procedure, de gebruikte standaard, de vorm van de EVC procedure en de gebruikte instrumenten, de erkende competenties en het uiteindelijke advies dat moet aansluiten op de doelstelling. Op het moment van schrijven is het format nog in ontwikkeling en wordt het document in samenspraak met de partners van het Kenniscentrum EVC verder vorm gegeven.1 Erkennen van Verworven Competenties
1.3. Erkende EVC aanbieders Het Kenniscentrum beheert een database met erkende EVC aanbieders. Een organisatie kan zich laten registreren als erkende aanbieder indien zij werkt volgens de EVC kwaliteitscode. Om te zien of een organisatie in aanmerking komt, of zich op de registratie wil voorbereiden, kan zij de eerder genoemde checklist van de toolbox EVC gebruiken. De organisatie laat haar procedures vervolgens beoordelen door een door de convenant-partners gemandateerde organisatie om een advies over de kwaliteit van de procedures uit te brengen. Bij een positief advies kan de organisatie zich via de website van het kenniscentrum EVC laten registreren als erkende EVC aanbieder. Belangstellenden kunnen op de website dan diverse gegevens vinden over de procedure, de opleidingen, de kosten en de contactpersonen.2
1.4. Projectdirectie Leren en Werken In de projectdirectie Leren en Werken werken de ministeries van OCW, SZW, LNV en EZ samen aan de implementatie Leven Lang Leren en subsidieert ook projecten in het kader van EVC voor het hoger onderwijs. De projectdirectie is tevens vertegenwoordigd bij het EVC-platform voor het hoger onderwijs van het Kenniscentrum EVC. De deelnemende hogescholen werken aan de implementatie van EVC procedures binnen de gesubsidieerde projecten (stimuleringsmaatregelen)3. 2. Inventarisatie 2.1. Doelstellingen De doelstelling van deze inventarisatie was om een soort nul-meting te maken van de status van het aantal hoog opgeleide buitenlanders die EVC trajecten volgen of in de periode 2006-2007 gevolgd hebben. Een verdere stap moest aan het licht brengen of de gevolgde trajecten ook daadwerkelijk tot voordeel voor de potentiële student of werknemer hadden geleid. De resultaten van de inventarisatie moesten leiden tot het beantwoorden van de hoofdvraag en (een aantal) deelvragen. 2.2. Hoofdvraag en deelvragen De hoofdvraag binnen deze inventarisatie was: Bieden bestaande EVC trajecten binnen hoger onderwijsinstellingen een toegevoegde waarde voor hoog opgeleide buitenlanders? Als er bekend is dat hoog opgeleide buitenlanders deelnemen of hebben genomen aan de EVC trajecten, kunnen de volgende vragen beantwoord worden: 1. Hoe is het EVC traject ingericht? 2. Wat zijn de mogelijkheden en/of beperkingen bij dit EVC traject voor hoog opgeleide buitenlanders? 3. Wat is het civiel effect (toegang tot onderwijs, vrijstelling, werk, etc) voor een hoog opgeleide buitenlander na het doorlopen van een EVC traject?
A. Hartman, november 2007
2
EUROPESE UNIE
Stichting Empowerment centre EVC
Europees Sociaal Fonds
Erkennen van Verworven Competenties
2.1. Methode Door de grote hoeveelheid contactpersonen en instellingen is er in twee rondes contact gezocht. In de eerste ronde werden de contactpersonen benaderd per e-mail, en in de tweede ronde zijn er telefonische gesprekken geweest. In de e-mailberichten zijn een aantal kernvragen gesteld, die moesten leiden tot een eerste schifting in de bruikbare informatie. Ook hadden de contactpersonen hier de mogelijkheid om aan te geven als er geen hoog opgeleide buitenlanders aan de trajecten deelnamen of als die gegevens niet achterhaald konden worden. De kernvragen waren: 1. Hoeveel deelnemers hebben een EVC traject doorlopen in 2006 en 2007? 2. Hoeveel van deze deelnemers zijn/waren hoog opgeleide buitenlanders? 3. Wat zijn de mogelijkheden en/of beperkingen bij de EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders? 4. Wat was het doel van het volgen van een EVC traject? (toegang tot de opleiding, vrijstelling/maatwerk, anders) 5. Wat heeft het volgen van een EVC traject voor de hoog opgeleide buitenlanders opgeleverd (civiel effect)? 6. Hoe is het EVC traject ingericht? Is er een aparte procedure voor hoog opgeleide buitenlanders? In de telefonische gesprekken is naderhand dieper op de ontvangen informatie ingegaan. 2.2. Doelgroep Doelgroep van deze inventarisatie waren hoger onderwijsinstellingen die bij het Kenniscentrum EVC geregistreerd staan als (voorlopig) erkend EVC aanbieder. Dit resulteerde in een lijst met 13 aanbieders, waarvan 12 hogescholen en één universiteit4. Onder hoog opgeleide buitenlanders wordt verstaan: mensen die in het buitenland reeds een bachelor of master gedaan hebben en zich bij de instellingen aangemeld hebben voor het volgen van een EVC procedure. Het deelnemen aan een EVC traject hoeft niet tot het volgen van een opleiding te leiden, het kan ook zijn dat iemand de procedure wil volgen voor toetreding tot de arbeidsmarkt of andere doeleinden. De discussie over of de instellingen de EVC procedure alleen aanbieden als dit tot inschrijving voor een opleiding leidt (na de poort genaamd), of dat het EVC traject ook los van het onderwijs gevolgd kan worden (voor de poort genaamd), wordt nog uitgebreid gevoerd. Knelpunten bij deze discussie zijn bijvoorbeeld de bekostiging van de EVC procedures en de juridische implicaties voor de onderwijsinstelling. 3. Resultaten 3.1. Algemeen Van de 13 instellingen die benaderd zijn voor deze inventarisatie gaven er 8 aan geen hoog opgeleide buitenlanders in hun EVC bestanden te hebben. Van de 5 overgebleven instellingen kwam het volgende naar voren: - De Christelijke Hogeschool Nederland heeft voor elke opleiding een andere contactpersoon. Alleen de opleiding Creatieve Therapie gaf aan twee hoog opgeleide buitenlanders in het EVC traject te hebben in 2007. - Christelijke Hogeschool Windesheim gaf aan 1 hoog opgeleide buitenlander in het EVC bestand te hebben. - De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gaf aan enkele hoog opgeleide buitenlanders te hebben als uitwisselingsstudenten voor de Lerarenopleiding Duits. - Fontys Hogeschool gaf aan naar schatting ongeveer 5 hoog opgeleide buitenlanders te hebben, maar dit aantal kon niet achterhaald worden in de bestanden.
A. Hartman, november 2007
3
EUROPESE UNIE
Stichting Empowerment centre EVC
Europees Sociaal Fonds Een aantal instellingen (4) gaf aan dat het nog te vroeg was voor een dergelijk onderzoek, omdat de instellingen zich nu richten op de implementatie van EVC trajecten. Daarbij ligt de focus op de reguliere student en wordt er nog geen rekening gehouden met hoog opgeleide buitenlanders. Ook is taalbeheersing een probleem. Hoog opgeleide buitenlanders kunnen een EVC traject vaak niet volgen omdat zij de Nederlandse taal niet beheersen. Erkennen van Verworven Competenties
Wel is het zo dat enkele instellingen plannen hebben om EVC trajecten ook toegankelijk te maken voor anderstaligen. Om deze groep te bedienen wordt er gedacht aan het vertalen van de procedure of het aanbieden van taalcursussen Nederlands als onderdeel van het traject. Ook binnen de projecten van de Projectdirectie Leren en Werken wordt er aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor hoog opgeleide buitenlanders en anderstaligen. Eén instelling is in gesprek met buitenlandse hogescholen en universiteiten om ook voor hun studenten EVC procedures uit te voeren, met name in het kader van uitwisselingsprogramma’s. 3.2. Hoofdvraag en deelvragen Gezien het feit dat de verzamelde informatie geen basis biedt voor een gedegen onderzoek, wordt hieronder kort iets gezegd over de ontwikkelingen in relatie tot de deelvragen. Naar schatting zal een inventarisatie als deze meer resultaten opleveren als het over 1 of 2 jaar nog eens uitgevoerd wordt. Als de instellingen de gelegenheid hebben gehad om de EVC procedures te implementeren, zal er ook ruimte en aandacht zijn voor de groep hoog opgeleide buitenlanders. Zoals eerder genoemd staan dergelijke projecten reeds in de planning. Op het moment dat instellingen ook deze groep kunnen bedienen, zal EVC een toegevoegde waarde kunnen hebben voor de kandidaten. De toegevoegde waarde kan zich uiten in snellere toegang tot de arbeidsmarkt (door de EVC Rapportage) en toegang en/of vrijstelling bij de onderwijsinstellingen. Obstakels die in de weg liggen voor hoog opgeleide buitenlanders, zoals de taalbarrière, zullen met projecten die binnen afzienbare tijd gaan starten uit de weg kunnen worden geruimd. Hoog opgeleide buitenlanders zullen daardoor makkelijker en sneller kunnen instromen in onderwijs of arbeidsmarkt en studietijd kan verkort worden. Het civiel effect zal tot uiting komen middels de EVC Rapportage. Ook dit document is nog in ontwikkeling, maar het zal hoog opgeleide buitenlanders een houvast bieden waarmee zij naar instellingen en werkgevers kunnen stappen (zie ook 1.2). 4. Conclusies en aanbevelingen
De volgende conclusies kunnen naar aanleiding van bovenstaande getrokken worden: 1. De benaderde instellingen zijn druk bezig met de implementatie van EVC procedures. Hierbij richten zij zich in eerste instantie op de reguliere (potentiële) student. De instellingen geven over het algemeen aan a. geen hoog opgeleide buitenlanders in de trajecten te hebben of b. niet de gegevens paraat te hebben om dit te kunnen achterhalen. Concluderend kan gesteld worden dat het tijdstip voor deze inventarisatie te vroeg is. 2. Een aantal instellingen noemt dat er projecten en activiteiten gepland staan die aansluiten bij de doelstellingen van dit onderzoek. Dit geeft aan dat het thema van dit document speelt en dat er in de nabije toekomst meer ontwikkelingen zullen zijn.
A. Hartman, november 2007
4
Stichting Empowerment centre EVC
EUROPESE UNIE
Europees Sociaal Fonds Aanbevelingen Om de inventarisatie in de toekomst opnieuw uit te voeren, is het raadzaam om de contacten aan te houden en regelmatig na te gaan wat de ontwikkelingen bij de instellingen zijn. Over 1 of 2 jaar kunnen betere resultaten behaald worden en is er ook meer informatie beschikbaar. Het is aan te bevelen om deze inventarisatie dan te herhalen en uit te breiden met een meer diepgaand onderzoek. Erkennen van Verworven Competenties
1
Zie http://www.kenniscentrumevc.nl/evc_nl/4aa53d558e2463daf66ead4b3c9346fd.php
2
Zie http://www.kenniscentrumevc.nl/evc_nl/7258c3e363ab0dcc1c78fd19c80c842d.php
3
Zie www.leren-werken.nl
4
Benaderde instellingen: • Christelijke Hogeschool Ede • Christelijke Hogeschool Nederland • Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten • Christelijke Hogeschool Windesheim • Haagse Hogeschool • Hogeschool van Arnhem en Nijmegen • Hogeschool Utrecht • Fontys Hogescholen • Hogeschool NOVI / NTH • Hogeschool van Amsterdam • Noordelijke Hogeschool Leeuwarden • Saxion Hogescholen • Open Universiteit Nederland
A. Hartman, november 2007
5