Vademecum 2014-2015 Semester2 voor vrijstelling op grond van EVK/EVC
Beste cursist, Je zou graag een vrijstelling bekomen voor één of meerdere opleidingsonderdelen van onze lerarenopleiding? Dit vademecum geeft je alle nodige informatie. Alle verdere communicatie m.b.t. de EVKEVCprocedure zal plaatsvinden via het EVKEVC-platform op moodle. Deze procedure is enkel van toepassing voor het tweejarig traject. Het éénjarig en e-learning traject bevat immer geen aparte opleidingsonderdelen, waardoor men niet voor delen kan vrijgesteld worden. Als er in de procedure nog vragen of onduidelijkheden zijn, aarzel dan niet contact op te nemen met onze EVKEVC-begeleider Leen Rubens (
[email protected]).
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 1/23
EVK-EVC-schema (2014-2015): CVO LIMLO, CVO LINO, CVO STEP, CVO DE ORANJERIE V = VRIJSTELLING
A = ASSESSMENT
OMA
LEV
COO
BEG
GRM
PPC
DCA
1. ELDERS VERWORVEN KWALIFICATIES (EVK) die leiden tot een onmiddellijke vrijstelling van het opleidingsonderdeel (enkel voor theorie en opleidingspraktijk) Hoger Onderwijs : niveau professionele bachelor of gelijkgesteld (HBO5) Ergotherapie V V Gezinswetenschappen V Logopedie V V V Onderwijs (BAKO, BALO) V V V V V V Orthopedagogie V V V V Readaptatiewetenschappen V V V V Sociaal Werk V V Toegepaste Psychologie V V V Hoger onderwijs : niveau master of gelijkgesteld Agogische wetenschappen V V V Communicatiewetenschappen V Educatieve Studies V V V V V Lichamelijke Opvoeding en bewegingswetenschappen V Logopedische en audiologische wetenschappen V V V Onderwijspsychologie V V V V V Onderwijssociologie V Pedagogische wetenschappen V V V V V Psychologie V V V V 2. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) VIA OPLEIDING – ASSESSMENT via een proef wat kan leiden tot vrijstelling voor het opleidingsonderdeel (enkel voor theorie en opleidingspraktijk) Hoger Onderwijs : niveau professionele bachelor of gelijkgesteld (HBO5) Communicatiemanagement A Ergotherapie A Gezinswetenschappen A Journalistiek Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Verpleegkunde Vroedkunde
V
V V
V
A
A A A
A A
Hoger onderwijs : niveau master of gelijkgesteld Bedrijfscommunicatie Geneeskunde Lichamelijke Opvoeding en bewegingswetenschappen Onderwijspsychologie Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Verpleegkunde Vroedkunde
A A
A A A
A A A
A A
3. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) VIA MINIMAAL 2 JAAR RELEVANTE BEROEPSERVARING – ASSESSMENT wat kan leiden tot vrijstelling van het opleidingsonderdeel (enkel voor theorie en opleidingspraktijk) Assessment via een uitgebreid stavingsportfolio, eventueel aangevuld met een proef voor COO, PPC en DCA.
4. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) VIA GEVOLGDE EN GESLAAGDE OPLEIDINGSONDERDELEN (deeltrajecten lerarenopleiding, anders dan SLO) – ASSESSMENT wat kan leiden tot vrijstelling voor het opleidingsonderdeel (enkel voor theorie en opleidingspraktijk) Curriculumvergelijking tussen gevolgde/geslaagde opleidingsonderdelen en competenties waaraan het opleidingsonderdeel werkt.
5. Voor de opleidingsonderdelen DCP, DCO en DCS: geen systematische EVK/EVC-procedures
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 2/23
DCP
V
1. ELDERS VERWORVEN KWALIFICATIES (EVK)
GROEP1: ELDERS VERWORVEN KWALIFICATIES (EVK) die leiden tot een onmiddellijke vrijstelling van het SLO-opleidingsonderdeel Kwalificaties zijn studiebewijzen die aangeven dat een formeel leertraject met goed gevolg werd doorlopen. Er is slechts sprake van een kwalificatie wanneer bij het leerproces de doelen vastliggen en deze uiteindelijk worden geëvalueerd. Het resultaat is een formeel attest. Het EVKEVC-schema geeft aan welke diploma’s in aanmerking komen voor een EVK-procedure (zie groep1). Als je diploma voorkomt in deze lijst, krijg je aan onze opleiding vrijstelling voor het ermee corresponderende opleidingsonderdeel. Als je in aanmerking komt, vul je ten laatste op woensdag 18 februari 2015 het ‘EVKEVC Aanvraagformulier 2014-2015’ elektronisch in op het EVKEVC-platform op moodle. Je EVKEVC-aanvraagformulier is enkel geldig, indien: je het aanvraagformulier volledig invult je het aanvraagformulier ondertekent je het aanvraagformulier voorziet van de nodige bewijsstukken Na de deadline, kijkt de EVKEVC-begeleider je aanvraag na en geeft je zo spoedig mogelijk een bevestiging van je vrijstelling.
2. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC)
Een competentie is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen, waardoor iemand in staat is om effectieve kwaliteitsvolle prestaties te leveren gericht op een bepaalde functie of rol. De prestaties zijn zichtbaar in bepaalde handelingen en verbonden met een bepaalde context. Je kunt deze competenties ook verwerven buiten bepaalde opleidingen aan de hogeschool of universiteit. In de ECTS-fiches van de SLO-opleidingsonderdelen (zie bijlage), vind je meer informatie over de inhoud en de minimumvereisten om een EVC-procedure aan te gaan voor ieder opleidingsonderdeel. Hoe onze EVC-procedure verloopt wordt hieronder stapsgewijs uiteengezet. Als je na lezing weloverwogen denkt in aanmerking te komen en je competenties wil laten erkennen, vul je ten laatste op woensdag 18 februari 2015 het ‘EVKEVC Aanvraagformulier 2014-2015’ elektronisch in op het EVKEVC-platform op moodle. Je EVKEVC-aanvraagformulier is enkel geldig, indien: je het aanvraagformulier volledig invult je het aanvraagformulier ondertekent je het aanvraagformulier voorziet van de nodige bewijsstukken Na de deadline, kijkt de EVKEVC-begeleider je aanvraag na en nodigt je uit voor een assessment.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 3/23
Het EVC-assessment wordt opgedeeld in de volgende 3 groepen:
GROEP2. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) VIA OPLEIDING – ASSESSMENT via een proef wat kan leiden tot vrijstelling voor het SLO-opleidingsonderdeel GROEP2 schrijft zich op het EVKEVC-platform op moodle in voor de EVC-proeven. Deze gaan door op vrijdag 20 maart en zaterdag 21 maart 2015. Er zijn 2 mogelijke uitkomsten: a. Vrijstelling. b. Geen vrijstelling: d.w.z. in een volgend semester het opleidingsonderdeel volgen. De EVC-proef voor het opleidingsonderdeel COO is een praktische proef waarin wordt nagegaan of je de doelstellingen van dit opleidingsonderdeel bezit. De EVC-proef voor het opleidingsonderdeel PPC is een schriftelijke proef waarin je aantoont dat je de opleidingsdoelstellingen beheerst. Wie afwezig is bij de EVC-proef, dient het opleidingsonderdeel alsnog te volgen. Wanneer deze afwezigheid gestaafd wordt met een formeel bewijs, kan de cursist het volgende semester opnieuw deelnemen aan de EVC-procedure.
GROEP3. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) via minimaal 2 jaar relevante beroepservaring – ASSESSMENT wat kan leiden tot vrijstelling van het SLO-opleidingsonderdeel (enkel voor theorie + opleidingspraktijk) GROEP3 schrijft zich op het EVKEVC-platform op moodle in voor het intakegesprek. Deze gesprekken gaan door op vrijdag 27 februari en zaterdag 28 februari 2015. In dit intakegesprek worden de competenties van de cursist in kaart gebracht. De EVKEVCbegeleider contacteert vervolgens de opleidingsonderdeelcoördinator en vraagt hem/haar een advies te verlenen. Er zijn 2 mogelijke uitkomsten: a. Een negatief advies: d.w.z. in een volgend semester het opleidingsonderdeel volgen. b. Een positief advies: verdere deelname aan de EVC procedure. Bij een positief advies begeleidt de EVKEVC-begeleider je met het opstellen van een EVCportfolio. Dit EVC-portfolio bestaat uit de volgende rubrieken: cv-gegevens, competentieoverzicht en documentatiemateriaal. Meer informatie vind je op het EVKEVCplatform op moodle. Wanneer je dit semester in aanmerking wilt komen voor een EVC-vrijstelling, is je EVC-portfolio volledig in orde ten laatste op maandag 4 mei 2015. Indien je niet tijdig klaar bent met je EVCportfolio, kan je je EVC-procedure maximaal één semester uitstellen. Je dient dan wel opnieuw een EVC-aanvraag in. De gemaakte afspraken, blijven echter behouden. Wanneer je EVC-portfolio volledig is, contacteert de EVKEVC-begeleider het coördinatieteam en vraagt om een beoordeling van het EVC-portfolio. Indien er onduidelijkheden zijn, kan het coördinatieteam vragen om een EVC-eindgesprek. Er zijn 2 mogelijke uitkomsten: a. Vrijstelling. b. Geen vrijstelling: d.w.z. in een volgend semester het opleidingsonderdeel volgen.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 4/23
GROEP4. ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) VIA GEVOLGDE EN GESLAAGDE OPLEIDINGSONDERDELEN (deeltrajecten lerarenopleiding, anders dan SLO) – ASSESSMENT wat kan leiden tot vrijstelling voor het SLO-opleidingsonderdeel (enkel voor theorie + opleidingspraktijk) GROEP4 schrijft zich op het EVKEVC-platform op moodle in voor het intakegesprek. Deze gesprekken gaan door op vrijdag 27 februari en zaterdag 28 februari 2015. In dit intakegesprek worden de competenties van de cursist in kaart gebracht. De EVKEVCbegeleider contacteert vervolgens de opleidingsonderdeelcoördinator en vraagt hem/haar een advies te verlenen. Er zijn 2 mogelijke uitkomsten: a. Een negatief advies: d.w.z. in een volgend semester het opleidingsonderdeel volgen. b. Een positief advies: verdere deelname aan de EVC procedure. Bij een positief advies begeleidt de EVKEVC-begeleider je met het opstellen van een EVCportfolio. Dit EVC-portfolio bestaat uit de volgende rubrieken: cv-gegevens, curriculumvergelijking en documentatiemateriaal. Meer informatie vind je op het EVKEVCplatform op moodle. Wanneer je dit semester in aanmerking wilt komen voor een EVC-vrijstelling, is je EVC-portfolio volledig in orde ten laatste op maandag 4 mei 2015. Indien je niet tijdig klaar bent met je EVCportfolio, kan je je EVC-procedure maximaal één semester uitstellen. Je dient dan wel opnieuw een EVC-aanvraag in. De gemaakte afspraken, blijven echter behouden Wanneer je EVC-portfolio volledig is, contacteert de EVKEVC-begeleider het coördinatieteam en vraagt om een beoordeling van het EVC-portfolio. Indien er onduidelijkheden zijn, kan het coördinatieteam vragen om een EVC-eindgesprek. Er zijn 2 mogelijke uitkomsten: a. Vrijstelling. b. Geen vrijstelling: d.w.z. in een volgend semester het opleidingsonderdeel volgen.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 5/23
BIJLAGE1: DIDACTISCHE COMPETENTIES ALGEMEEN
DCA: Didactische Competenties Algemeen 1.
Inhoud
Het opleidingsonderdeel DCA is een kennismaking met het onderwijsveld in haar didactische context. Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit contactmomenten en momenten afstandsleren. Tijdens de contactmomenten diepen we de theoretische handvatten uit: leertheorieën, visies op goed onderwijs en het didactisch model. Cursisten leren er de beginsituatie van de groep en individuele leerling inschatten en de doelstellingen daarop afstemmen. Ze kunnen grasduinen in de leerplannen die voor hen relevant zijn. Lectoren reiken de cursisten ook een heleboel activerende werkvormen aan, opdat de betrokkenheid van hun leerlingen altijd zo hoog mogelijk ligt. Tenslotte gaan ze ook op zoek naar adequate, valide en betrouwbare evaluatie-instrumenten. Zodat de (toekomstige) leerkrachten kunnen toetsen of de leerlingen hun doelstellingen bereikt hebben, of ze de beginsituatie wel genoeg in rekening hebben gebracht, of hun werkvorm wel efficiënt was en of hun toets wel valide was. Samenhang in het didactisch model en in de krachtige leeromgeving die ze ontwerpen vormen hier de grote succespeilers. Tijdens de momenten van afstandsleren diepen ze de theorie grondiger uit. Cursisten krijgen doorheen de opleiding een aantal opdrachten om de leerstof zelfstandig te verwerken, waarvoor er soms een afstandsmoment wordt voorzien Volgende thema’s worden behandeld: Subjectieve onderwijstheorie van de leerkracht en belang van kritische reflectie (Korthagen) Het (sociaal) constructivisme en het belang ervan voor onze manier van lesgeven De basiscompetenties van de leraar Factoren van betrokkenheid (Laevers) Het didactisch model o De beginsituatie Leerstijlen van Kolb Meervoudige intelligenties van Gardner o Doelstellingen Leerplannen, eindtermen, vakoverschrijdende eindtermen Het formuleren van concrete lesdoelstellingen De taxonomie van de doelstellingen (Bloom of Romiszowski) o Werkvormen Verkennen, benoemen en kiezen van gepaste werkvormen voor een les Activerende werkvormen o Evaluatie Van test- naar assessment Formatieve en summatieve evaluatie Kwaliteitseisen voor een goede evaluatie Validiteit Betrouwbaarheid Authenticiteit Billijkheid Bruikbaarheid 2.
Basiscompetenties
Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen. 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren. 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren. 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 6/23
1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen. 1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen. 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. 1.8 De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team 1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie 1.11 De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 1.13 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek. Functioneel geheel 2: De leraar als opvoeder 2.1 Samen met het schoolteam een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.2 De emancipatie van de leerling bevorderen. 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. 2.6 Het fysiek en geestelijk welzijn van de leerlingen bevorderen. Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expert 3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden. 3.3 De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen. Functioneel geheel 4: De leraar als organisator 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen. Functioneel geheel 5: De leraar als innovator en onderzoeker 5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk aanwenden en aanbrengen 5.2 De leerkracht kan kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek. 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. Functioneel geheel 9: De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap. 9.2 De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. Attitudes A1 Beslissingsvermogen A2 relationele gerichtheid A3 kritische ingesteldheid A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A6 zin voor samenwerking A7 verantwoordelijkheidszin A8 flexibiliteit
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 7/23
3.
Doelstellingen
Cursisten kunnen alle aspecten eigen aan de basiscompetenties in eigen woorden formuleren en kritisch terugkoppelen naar hun eigen leerproces Cursisten kunnen zelf aangeven wat ‘goed onderwijs’ voor hen betekent en kunnen zichzelf een plaats geven in het licht van de eigen subjectieve onderwijstheorie Cursisten kunnen de samenhang van het didactisch model in eigen woorden weergeven Cursisten kunnen de beginsituatie van leerlingen herkennen, benoemen en er gericht op inspelen. Cursisten grasduinen in leerplannen en zijn in staat voor hun eigen vak, in eigen klas, gerichte open/gesloten doelstellingen te formuleren. Cursisten kunnen adequate, betrokkenheidverhogende en efficiënte werkvormen kiezen die passen bij de beginsituatie van de (individuele) leerlingen en gekozen doelstellingen. Cursisten kunnen betrouwbare, valide evaluatie- en/of assessment instrumenten ontwikkelen die afgestemd zijn op de gekozen werkvormen , de beginsituatie van de (individuele) leerlingen en de doelstellingen. Cursisten kunnen betrouwbare, valide evaluatie- en/of assessment instrumenten ontwikkelen die tevens een leerinstrument zijn Cursisten kunnen gegeven evaluatie-instrumenten kritisch onderzoeken en optimaliseringssuggesties formuleren Cursisten kunnen gegeven theorie kritisch bespreken, de voordelen, nadelen en haalbaarheid gericht verwoorden Cursisten kunnen zichzelf door de didactische bril en aan de hand van de basiscompetenties kritisch bekijken en beschrijven
4.
Werkvormen/Didactisch concept
Over het algemeen worden doceermomenten en onderwijsleergesprekken afgewisseld met een waaier aan activerende werkvormen, afhankelijk van de doelen en de inhoud van de les: Parallel en complementair groepswerk Probleemgestuurd onderwijs Toepassingsopdrachten in groep of via gecombineerd onderwijs Hoekenwerk Groepsdiscussies … 5.
Onderwijs- en leermiddelen
Handboek: Standaert, R., Troch, F., Peeters, I. & Piedfort, S. (2009). Leren en onderwijzen. Inleiding tot de algemene didactiek. Leuven: Acco. Actuele teksten uit onderwijstijdschriften (zoals Klasse). Zelfgeschreven teksten door lectoren op basis van literatuur (zie literatuurlijst onderaan). Actuele bronnen van op het internet via moodle.
6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten. Overalltoets.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 8/23
BIJLAGE2: COMMUNICATIE EN OVERLEG
COO: Communicatie en overleg 1.
Inhoud
Communiceren is een belangrijk onderdeel van vrijwel elk beroep, ook dat van leerkracht. In het opleidingsonderdeel COO oefen je de belangrijkste communicatieve basisvaardigheden zoals: actief luisteren, vragen stellen, samenvatten, concretiseren, feedback en assertiviteit. Je maakt ook kennis met verschillende gespreksvormen (slechtnieuwsgesprek, adviesgesprek, begeleidingsgesprek, oudercontact…) en vergadertechnieken. Je geeft bovendien een individuele presentatie, een van oudsher belangrijk onderdeel in iedere goede lerarenopleiding. Je krijgt ook de nodige achtergrondkennis aangeboden bij het voorgaande. Of communicatieprocessen efficiënt verlopen is niet alleen afhankelijk van technieken, maar vooral van de ‘echtheid’ van je optreden. Een goed communicator heeft (zelf)kennis en is in staat het eigen communiceren bij te sturen op basis van opgedane inzichten. Een peiler van de cursus is: leren uit eigen ervaring door reflectie en door dialoog. Tenslotte wordt er in dit opleidingsonderdeel ook extra de nadruk gelegd op de taalvaardigheid (mondeling +schriftelijk) van de cursist. Kortom, COO is praktisch gericht. Oefeningen hebben als bedoeling een gemeenschappelijke ervaring te creëren als aangrijpingspunt voor dialoog, reflectie, verdieping en leren. Zowel in de theorie als in de opleidingspraktijk staan volgende thema’s centraal: Presenteren Mondeling en schriftelijk feedback geven en ontvangen Zelfreflectie Gesprekstechnieken Vergadertechnieken Taalvaardigheid (mondeling + schriftelijk) 2.
Basiscompetenties
Feedback geven/ontvangen en reflecteren: 1.9, 5.3 1.9. De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. 5.3. De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. Gesprekstechnieken: 2.5, 6.2 (6.3) 2.5. De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden. 6.2. De leerkracht kan met ouders of verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s of externen. Presenteren: 3.2 3.2. De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden. Vergadertechnieken: 7.1 (7.3) 7.1. De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam. Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met leerlingen, ouders en het schoolteam.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 9/23
3.
Doelstellingen
Feedback geven/ontvangen en reflecteren: 1.9, 5.3 De cursist is in staat om op een goede manier feedback te geven/ontvangen en reflecteert op zijn (communicatief) handelen. De cursist evalueert zijn/haar eigen handelen door middel van zelfreflectie en kan zijn troeven en werkpunten benoemen en bijsturen. Gesprekstechnieken: 2.5, 6.2 (6.3) De cursist kan op een adequate manier omgaan met leerlingen (in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden) door het correct toepassen van gesprekstechnieken zoals ondermeer feedback, slechtnieuwsgesprek, assertiviteit,… De cursist beheerst de gesprekstechnieken en is in staat om een degelijk , gestructureerd en goed onderbouwd gesprek te voeren over de leerling met ouders of verzorgers. Presenteren: 3.2 De cursist kan een inhoudelijk sterke presentatie naar voren brengen rekening houdend met de noden en de behoeftes van het doelpubliek. Vergadertechnieken: 7.1 (7.3) De cursist beheerst de nodige vergadertechnieken om op een constructieve manier overleg te plegen binnen het schoolteam. Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De cursist kan vlot en correct communiceren in Standaardnederlands met leerlingen, ouders en het schoolteam, aangepast aan de gesprekssoort, het doel en de gesprekspartners en stuurt bij indien nodig. 4.
Werkvormen/didactisch concept
Aanbiedende werkvormen worden afgewisseld met discussies in groep, hoekenwerk of verwerkingsopdrachten. De aangeleerde technieken worden ingeoefend door middel van rollenspellen en casussen. 5.
Onderwijs- en leermiddelen
Handboek: Meer, K. van, Neijenhof, J. van & Bouwens, M. (2001). Elementaire sociale vaardigheden. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Oefeningbundel Actuele kranten- en tijdschriftartikels Actuele internetbronnen Beeldmateriaal
6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 10/23
BIJLAGE3: PSYCHOPEDAGOGISCHE COMPETENTIES
PPC: Psychopedagogische competenties 1.
Inhoud
Het opleidingsonderdeel krijgt vorm in gecombineerd onderwijs (GeCom) en behandelt boeiende thema’s als motivatiepsychologie, de werking van informatieverwerkingskanalen van o.a. de waarneming en het geheugen. We diepen visies op leren uit, het ontstaan van en omgaan met faalangst, we kijken naar belangrijke thema’s als straffen en belonen en verdiepen ons in de verschillende stromingen die de huidige psychologie mee vorm hebben gegeven. Om sterk voor de klas te staan, moet je als leerkracht ook flink wat inzicht hebben in de (ontwikkelings)psychologie van adolescenten én je moet die inzichten in pedagogisch ondersteunend gedrag weten te vertalen. Het opleidingsonderdeel Psychopedagogische competenties wil in al deze thema’s de weg wijzen. Tijdens contactmomenten hebben we aandacht voor de toepassing van al deze onderwerpen op de concrete onderwijspraktijk. Tijdens momenten van afstandsleren kunnen cursisten deze onderwerpen verder uitdiepen. Zowel in de theorie als in de opleidingspraktijk staan volgende thema’s centraal: 1. Psychologie in de dagelijkse praktijk (Wat is psychologie -Deelgebieden, stromingen en onderzoeksmethoden van de psychologie) 2. Gewaarworden en waarnemen (Functies van waarnemen, Beschrijving en kenmerken van het waarnemingsproces, Waarnemen is betekenis geven aan gewaarworden, Belang van de waarnemingspsychologie in de onderwijspraktijk) 3. Gedragsverandering als gevolg van ontwikkelingsprocessen (Ontwikkelen, groeien, rijpen en leren, Ontwikkelingsfasen (Erik Erikson), Ontwikkelingstaken, Invloed van erfelijkheid en milieu op de ontwikkeling en de interactie daartussen m.a.w. het “nature-nurture” debat., Betekenis en toepassing voor de onderwijspraktijk) 4. Gedragsverandering als gevolg van leerprocessen (Leerprocessen: klassieke en operante conditionering, Inzichtelijk leren, Leren door imiteren (model-leren), Het sociaal-constructivisme: overal en altijd leren, betekenis voor het onderwijs, leerstijlen en meervoudige intelligenties, Toepassing voor de onderwijspraktijk) 5. Motivatie als gids bij gedrag en mentale processen (Motivatiepsychologie, Doelgerichtheid van gedrag, Motivationele conflicten, Motivatietheorieën: bv instincttheorieën, cognitieve theorieën,…. (Freud en Jung), behoefteleer, Toepassing voor de onderwijspraktijk) 6. Emotie als gids bij gedrag en mentale processen (Emotie, temperament, stemming, gevoelsstoornis, Belang van emotie voor ons gedrag, Emotie en cultuur) 7. Toepassing voor de onderwijspraktijk (Ontwikkelingsstoornissen met gevolgen voor het leerproces, ADHD, ADD, Asperger, Dyslexie, Dyscalculie) (Facultatief: NLP, Jung, begeleidingstechnieken: Misc, Feuerstein,….) 2.
Basiscompetenties Psychologie in de dagelijkse praktijk (Wat is psychologie, Deelgebieden, stromingen en onderzoeksmethoden van de psychologie) (1.1) Gewaarworden en waarnemen (Funties van waarnemen, Beschrijving en kenmerken van het waarnemingsproces, Waarnemen is betekenis geven aan gewaarworden, Belang van de waarnemingspsychologie in de onderwijspraktijk) (1.1, 2.5, 6.1) Gedragsverandering als gevolg van ontwikkelingsprocessen (Ontwikkelen, groeien, rijpen en leren, Ontwikkelingsfasen (Erik Erikson), Ontwikkelingstaken, Invloed van erfelijkheid en milieu op de ontwikkeling en de interactie daartussen m.a.w. het “nature-nurture” debat., Betekenis en toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.1, 1.7, 1.12, 2.1, 2.2, 2.5, 6.1) Gedragsverandering als gevolg van leerprocessen (Leerprocessen: klassieke en operante conditionering, Inzichtelijk leren, Leren door imiteren (model-leren), Het sociaal-constructivisme: overal en altijd leren, betekenis voor het onderwijs, Leerstijlen, Meervoudige intelligenties, Toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.1, 1.7, 1.12, 2.2, 4.1, 6.1, 6.2) Emotie als gids bij gedrag en mentale processen (Emotie, temperament, stemming, gevoelsstoornis, Belang van
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 11/23
emotie voor ons gedrag, Emotie en cultuur) (2.1, 2.2, 2.5) Motivatie als gids bij gedrag en mentale processen (Motivatiepsychologie, Doelgerichtheid van gedrag, Motivationele conflicten, Motivatietheorieën: bv instincttheorieën, cognitieve theorieën,…. (Freud en eventueel Jung), behoefteleer., Toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.7) Toepassing voor de onderwijspraktijk (Ontwikkelingsstoornissen met gevolgen voor het leerproces, ADHD, ADD, Asperger, Dyslexie, Dyscalculie) (1.12, 2.2, 2.5, 2.6, 4.1, 6.1, 6.2)
1.1. De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen. De leerkracht kan: 1.1.1. in overleg met teamleden of externen bij de leerlingengroep kenmerken achterhalen die een invloed hebben op de kwaliteit van leren en onderwijzen; 1.1.2. met de hulp van collega’s de heterogeniteit en de diversiteit van de leergroep onderkennen. 1.7. De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. De leerkracht kan: 1.7.1. motiverende leeromgevingen tot stand brengen, die aangepast zijn aan de belangstelling en het verwerkingsniveau van de leerlingen; 1.7.2. leerinhouden inbedden in authentieke, reële situaties die voor de leerlingen betekenisvol zijn; 1.7.3. ICT functioneel integreren bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving; 1.7.4. leerlingen in de gelegenheid stellen om leerinhouden actief te ontdekken en te verwerken; 1.7.5. de leerlingen leren reflecteren over hun leerproces; 1.7.6. samenwerkend leren bevorderen. 1.12. De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep. De leerkracht kan: 1.12.1. in het kader van het zorgbeleid en de handelingsplanning het onderwijsleerproces aanpassen aan de specifieke behoeften en de mogelijkheden van de leerlingen door in te spelen op de verschillen tussen leerlingen, het verstrekken van aangepaste en individuele leerhulp, het aanreiken van hulpmiddelen om een doel te bereiken en leerdoelen die een belangrijke hinderpaal vormen te vervangen door haalbare of specifieke doelen; 1.12.2. rekening houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van leerlingen waaronder de grootstedelijke context. 2.1. De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. De leerkracht kan: 2.1.1. een positieve interactie met de klasgroep opbouwen en een positieve relatie tussen de leerlingen stimuleren; 2.1.2.. over de omgang met de leerlingen en de interactie in de klas reflecteren; 2.1.3.. optreden met respect voor eigenheid en diversiteit en tevens discreet omgaan met gevoelens van leerlingen; 2.1.4. grenzen stellen als de positieve interactie in het gedrang komt. 2.2. De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen. De leerkracht kan: 2.2.1. de diversiteit binnen de leerlingengroep en binnen de samenleving bespreekbaar maken; 2.2.2. leerlingen leren omgaan met diversiteit; 2.2.3. de leerlingen ondersteunen bij het nemen van verantwoordelijkheid. 2.5. De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden. De leerkracht kan: 2.5.1. met de hulp van collega’s, signalen herkennen die kunnen wijzen op problemen van leerlingen; 2.5.2. hulp vragen en/of overleggen om adequaat en discreet met geconstateerde problemen te kunnen omgaan. 2.6. De leerkracht kan de fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen. De leerkracht kan: 2.6.1. aandacht opbrengen voor het bevorderen van de gezondheid van leerlingen en hij kan de fysieke ontplooiing en het bewustzijn dat gezondheid en veiligheid belangrijke waarden zijn, stimuleren; 2.6.2. dringende verzorgingstaken uitvoeren en indien nodig hulp inroepen;
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 12/23
2.6.3. gepast omgaan met leerlingen met gezondheidsproblemen of fysieke beperkingen; 2.6.4. zorg dragen voor het algemene welbevinden van de leerlingen. 4.1. De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen. De leerkracht kan: 4.1.1. vaardigheden en aanpakwijzen van goed klasmanagement hanteren. 6.1. De leerkracht kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling. 6.2. De leerkracht kan met ouders of verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s of externen. De leerkracht kan: 6.2.1. met de hulp van collega’s informatie verstrekken over leervorderingen, studiekeuze en/of beroepskeuze, gedrags- en houdingsaspecten; 6.2.2. in overleg adviezen voor de studieaanpak thuis geven; 6.2.3. doorverwijzen naar interne begeleidingsvoorzieningen. 3.
Doelstellingen
Psychologie in de dagelijkse praktijk (Wat is psychologie -Deelgebieden, stromingen en onderzoeksmethoden van de psychologie) (1.1) De cursist kan het gedrag van leerlingen vanuit verschillende invalshoeken kunnen benaderen. Gewaarworden en waarnemen (Funties van waarnemen, Beschrijving en kenmerken van het waarnemingsproces, Waarnemen is betekenis geven aan gewaarworden, Belang van de waarnemingspsychologie in de onderwijspraktijk) (1.1, 2.5, 6.1) Waarneming corrigeren met besef van de klassieke fouten in de waarneming. De causale attributies van leerlingen door henzelf of door hem kritisch beoordelen en bijsturen. Gedragsverandering als gevolg van ontwikkelingsprocessen (Ontwikkelen, groeien, rijpen en leren, Ontwikkelingsfasen (Erik Erikson), Ontwikkelingstaken, Invloed van erfelijkheid en milieu op de ontwikkeling en de interactie daartussen m.a.w. het “nature-nurture” debat., Betekenis en toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.1, 1.7, 1.12, 2.1, 2.2, 2.5, 6.1) Vanuit zijn achtergrond rond specifieke evoluties in de leeftijdsgroepen tussen 12 en 18 jaar correct communiceren met deze groep. Gedragsverandering als gevolg van leerprocessen (Leerprocessen: klassieke en operante conditionering, Inzichtelijk leren, Leren door imiteren (model-leren), Het sociaal-constructivisme: overal en altijd leren, betekenis voor het onderwijs, ook leerstijlen en meervoudige intelligenties. Toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.1, 1.7, 1.12, 2.2, 4.1, 6.1, 6.2) Vanuit zijn achtergrond m.b.t. leren, leertheorieën, denkprocessen en geheugenwerking het leren van leerlingen faciliteren. Tijdens de lessen verschillende leerstijlen gebruiken, zodat alle leerlingen kunnen aangesproken worden. Vanuit de geboden achtergrond sterkten en zwakten in verschillende vormen van intelligentie (zowel theoretische en praktische intelligentie als emotionele en sociale intelligente) kunnen herkennen en gepast bijsturen / doorverwijzen. Bij de didactische uitwerking van zijn les rekening kunnen houden met het aandachtsverloop. Het didactisch handelen en materiaal zodanig kunnen aanpassen dat het leerlingen helpt bij het memoriseren (opslagen in het LTG) van de leerinhoud en dit via gekende mnemotechnische technieken van structurering, motivering. Motivatie als gids bij gedrag en mentale processen (Motivatiepsychologie, Doelgerichtheid van gedrag, Motivationele conflicten, Motivatietheorieën: bv instincttheorieën, cognitieve theorieën,…. (Freud en eventueel Jung), behoefteleer., Toepassing voor de onderwijspraktijk) (1.7) Vanuit de motivatie-theorieën een leeromgeving opzetten rekening houdend met de beginsituatie en met een mogelijke succesbeleving van de lerenden. Emotie als gids bij gedrag en mentale processen (Emotie, temperament, stemming, gevoelsstoornis, Belang van
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 13/23
emotie voor ons gedrag, Emotie en cultuur) (2.1, 2.2, 2.5) Verschillende vormen van faalangst tijdig detecteren en hierop klassikaal/individueel
bijsturen/doorverwijzen.
Toepassing voor de onderwijspraktijk (Ontwikkelingsstoornissen met gevolgen voor het leerproces, ADHD, ADD, Asperger, Dyslexie, Dyscalculie) (1.12, 2.2, 2.5, 2.6, 4.1, 6.1, 6.2) Eventuele leerproblemen of stoornissen bij zijn leerlingen tijdig herkennen, en didactisch vertalen en zo nodig aan het CLB doorverwijzen. Kunnen reageren op leerlingen met bizar/”storend” gedrag (bv zelfverminking, mid-delengebruik,…)
4.
Werkvormen/didactisch concept
Aanbiedende werkvormen: doceren en onderwijsleergesprek met powerpointpresentaties, groepswerk en oefeningen en discussies in de klas. 5. 6.
Onderwijs- en leermiddelen De Man, L. et Ockerman, E. et Jannssens, G., Psychologie. Inleiding voor de professionele bachelor, De Boeck, Antwerpen, 1ste druk 2008, 2de oplage 2009, 452 pp. Tekstenbundel Moodle: powerpointpresentaties, websites, linken, voorbeelden, filmpjes,…. Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten. Overalltoets.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 14/23
BIJLAGE4: BEGELEIDING
BEG: BEGELEIDING 1.
Inhoud :
Om je basiscompetentie ‘leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’ wat verder uit te diepen, organiseren we het opleidingsonderdeel ‘Begeleiding’. Deze krijgt hoofdzakelijk vorm in projectonderwijs, dat zich over contact- en afstandsonderwijs spreidt. Na de introductieles vorm je groepen van 3 of 4 personen en kiezen jullie een gezamenlijk thema m.b.t. het begeleiden van leerlingen. Jullie werken een project uit dat resulteert in een blokvullende workshop (4u) naar een aantal geïnteresseerde medestudenten en lesgevers tijdens de workshopweek. Concreet betekent dit dat je een projectthema leert afbakenen, dat je concrete objectieven en een bruikbare projectplanning leert opstellen. En we verwachten ook dat je dit projectplan kan uitvoeren, evalueren, en bijsturen, om het zo samen tot een goed einde te brengen. Natuurlijk organiseren we tijdens de contactmomenten gerichte begeleiding. De begeleidingsmomenten verlopen zowel digitaal (tijdens de momenten afstandsonderwijs) als in contacten per deelgroep tijdens de momenten contactonderwijs. Tijdens de momenten afstandsonderwijs kan je ook je nodige ‘uitstappen’ plannen (bv. bezoeken aan scholen, CLB’s, interviews, bezoeken van bibliotheken en documentatiecentra…). Tijdens de momenten contactonderwijs worden de vorderingen per groep besproken en de materialen doorgenomen. Zowel in de theorie als in de opleidingspraktijk staan volgende thema’s centraal: Begeleidingsthemata met focus op handelingsalternatieven voor leerkrachten Projectwerking Feedback: Mondeling en schriftelijk peer-feedback geven en ontvangen Zelfreflectie Vergadertechnieken
2.
Basiscompetenties :
Begeleidingsthemata met focus op handelingsalternatieven voor leerkrachten: 2.4 2.4. Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. Projectwerking: 1.6, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 7.2 1.6 In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen. 4.1 Een gestructureerd werkklimaat kunnen creëren en bevorderen. 4.2 Een soepel en efficiënt dagverloop kunnen creëren, passend in een tijdsplanning. 4.3 Op correcte wijze administratieve taken kunnen uitvoeren. 5.1 Vernieuwende elementen kunnen aanwenden en aanbrengen: dit zowel inhoudelijk als in de praktische aanpak. Bedoeling is niet kennis te reproduceren, maar nieuwe inzichten of benaderingen te brengen en creatief te vertalen naar een beleid of actieprogramma. 7.2 Binnen een team over taakverdeling kunnen overleggen en die naleven. Feedback geven/ontvangen en reflecteren: 1.9, 5.3 1.9. De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. 5.3. De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. Vergadertechnieken: 7.1 7.1. De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 15/23
Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met leerlingen, ouders en het schoolteam. Alle 8 attitudes komen doorheen de verschillende opdrachten aan bod. 3.
Doelstellingen :
Begeleidingsthemata met focus op handelingsalternatieven voor leerkrachten: 2.4 De cursist kan een actueel projectthema uit het (secundair) onderwijs kiezen en afbakenen, rond begeleiding van leerlingen De cursist neemt kennis van bestaande onderzoeksresultaten Projectwerking: 1.6, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 7.2 De cursist past de vergadertechnieken toe die ze in het opleidingsonderdeel COO geleerd hebben. De cursisten stellen in overleg met elkaar concrete objectieven en een bruikbare projectplanning opstellen. De cursisten stellen in overleg met elkaar een helder & transparant logboek/voortgangsrapport op en houdt dit ook bij zodat het team de eigen vorderingen kan evalueren en bijsturen. De cursisten kunnen materiaal & leermiddelen ontwikkelen ten behoeve van het project. De cursisten kunnen werkverdelingstools gebruiken. De cursisent kunnen op een boeiende, op interactie gerichte presentatie van het eigen project geven. De cursisten kunnen hiertoe in overleg een concreet uitgewerkt draaiboek opstellen. Feedback geven/ontvangen en reflecteren: 1.9, 5.3 De cursist is in staat om op een goede manier feedback te geven/ontvangen en reflecteert op zijn (communicatief) handelen. De cursist evalueert zijn/haar eigen handelen door middel van zelfreflectie en kan zijn troeven en werkpunten benoemen en bijsturen. Vergadertechnieken: 7.1 (7.3) De cursist beheerst de nodige vergadertechnieken om op een constructieve manier overleg te plegen binnen het schoolteam. Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De cursist kan vlot en correct communiceren in Standaardnederlands met leerlingen, ouders en het schoolteam, aangepast aan de gesprekssoort, het doel en de gesprekspartners en stuurt bij indien nodig. 4.
Werkvormen/didactisch concept :
Dit opleidingsonderdeel krijgt hoofdzakelijk vorm in projectonderwijs, dat zich over contact- en afstandsonderwijs spreidt. Het opleidingsonderdeel is cursist-gestuurd: deze bepalen de inhouden van de workshop, vanuit eigen noden, expertise en interesses. Tijdens de contactmomenten is er gerichte begeleiding van de lector dat zich focust op het projectmatig werken en op de relevantie van de workshop voor een beginnend leerkracht. 5.
Onderwijs- en leermiddelen
Enerzijds is er een reflectiedocument waarmee het opleidingsonderdeel start en eindigt. Dit is een individueel luik, gecombineerd met een peer-gedeelte. Anderzijds zijn er sjablonen die het projectmatig werken ondersteunen. 6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 16/23
BIJLAGE5: GROEPSMANAGEMENT
GRM: Groepsmanagement 1.
Inhoud :
Groepsmanagement is een ondersteunend opleidingsonderdeel dat zich focust op het omgaan met klasgroepen. Tijdens het afstandsonderwijs verdiepen de cursisten zich in de realiteit: ze gaan op onderzoek naar mogelijke valkuilen bij startende leerkrachten en handige goedepraktijkvoorbeelden voor zichzelf. Om deze informatie te achterhalen interviewen ze een leerkracht. Ter voorbereiding op de overalltoets maken de cursisten een analyse van een reële klassituatie: de preservice cursisten analyseren een onderwijsfilm ahv de theorie, de inservice cursisten maken een analyse van hun eigen klas. De overalltoets behelst een analyse van een klassituatie, een link met de ondersteunende kennis, aangeboden tijdens de contactmomenten, een concrete formulering van handelingsalternatieven. Zowel in de theorie als in de opleidingspraktijk staan volgende thema’s centraal: Klashouden en de indirecte en direct beïnvloedende basiscompetenties en andere opleidingsonderdelen, aangeboden in de SLO. Groepen, groepsdynamische processen, waarden, normen, rollen, groepsdruk, doelen. Ontstaan en begeleiden van groepen Leiderschapstijlen en situationeel leiderschap gekoppeld aan de behoeftetheorie van Maslow Omgaan met weerstanden - conflicthantering – incidentmethode Preventie van ordeverstorend gedrag
2.
Basiscompetenties :
Klashouden en de indirecte en direct beïnvloedende basiscompetenties en andere opleidingsonderdelen, aangeboden in de SLO: 2.4 2.4 Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context Groepen, groepsdynamische processen, waarden, normen, rollen, groepsdruk, doelen: 1.1 1.1 De beginsituatie van de lerenden en de leergroep achterhalen. Ontstaan en begeleiden van groepen & Leiderschapstijlen en situationeel leiderschap gekoppeld aan de behoeftetheorie van Maslow: 2.2, 4.1, 4.2, 5.3 2.2 De emancipatie van de leerlingen bevorderen. 4.1 Een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 Voor de leraar en de leerling een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, dat past in een tijdsplanning. 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. Omgaan met weerstanden - conflicthantering – incidentmethode: 2.2, 5.3 2.2 De emancipatie van de leerlingen bevorderen. 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. Preventie van ordeverstorend gedrag: 1.7, 2.4, 4.1 1.7 Realiseren van een adequate leeromgeving. 2.4 Samen met het schoolteam een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school 4.1 Een gestructureerd werkklimaat bevorderen
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 17/23
Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met leerlingen, ouders en het schoolteam. Alle 8 attitudes komen doorheen de verschillende opdrachten aan bod. 3.
Doelstellingen :
Klashouden en de indirecte en direct beïnvloedende basiscompetenties en andere opleidingsonderdelen, aangeboden in de SLO: 2.4 De cursisten kunnen: die basiscompetenties opnoemen die een directe of indirecte invloed hebben op het klashouden en dit illustreren met concrete voorbeelden die leerinhouden uit andere opleidingsonderdelen opnoemen die een directe of indirecte invloed hebben op het klashouden en dit illustreren met concrete voorbeelden Groepen, groepsdynamische processen, waarden, normen, rollen, groepsdruk, doelen: 1.1 De cursisten kunnen: de kenmerken van groepen aangeven en illustreren met concrete voorbeelden de begrippen normen en waarden toelichten door middel van concrete voorbeelden voorbeelden geven van doelen (informeel, formeel, groeps-, individueel) de begrippen samenhang en structuur van een groep toelichten ahv concrete voorbeelden de verschillende fases in groepsvorming van een klas kunnen benoemen en toelichten met concrete voorbeelden het begrip 'autoriteit toevoegen en weggeven' illustreren binnen elke groepsfase de begrippen 'killig the leader', 'het zwarte schaap' en 'de live groep' illustreren met concrete voorbeelden Ontstaan en begeleiden van groepen & Leiderschapstijlen en situationeel leiderschap gekoppeld aan de behoeftetheorie van Maslow: 2.2, 4.1, 4.2, 5.3 De cursisten kunnen: de verschillende leiderschapstijlen benoemen en toelichten met een concreet voorbeeld het verband leggen tussen de groepsdynamische fase, het competentieniveau van de leerling(en), de behoeftepiramide van Maslow en een adequate leiderschapsstijl Omgaan met weerstanden - conflicthantering – incidentmethode: 2.2, 5.3 De cursisten kunnen: handelingstips formuleren om om te gaan met weerstanden de verschillende manieren van conflicthantering benoemen en toepassen in een concrete situatie hun voornaamste manier van conflicthantering achterhalen door middel van een self-test conflicten verhitten en koelen binnen een geïmproviseerd kader Preventie van ordeverstorend gedrag: 1.7, 2.4, 4.1 De cursisten kunnen: De verschillende onderdelen van Groepsmanagement opsommen en hiervoor gepaste tips formuleren interventietechnieken opsommen voor gegeven cases Taalvaardigheid: bundeling van 1.11, 2.7, 6.5, 6.6, 7.5, 8.4 De cursist kan vlot en correct communiceren in Standaardnederlands met leerlingen, ouders en het schoolteam, aangepast aan de gesprekssoort, het doel en de gesprekspartners en stuurt bij indien nodig. 4.
Werkvormen/didactisch concept :
Tijdens de lessen GRM wordt er vooral cursist-centraal gewerkt. Aan de hand van concrete voorbeelden van onderwijssituaties die de cursisten zelf aangeven, worden de GRM-gerelateerde begrippen aangebracht en toegelicht. De lessen zijn zeer interactief en concreet. Er wordt concreet geoefend om de aangebrachte theorieën in praktijk om te zetten. Vooral de interpersoonlijke en verbaal-linguistische intelligentie staan centraal: er wordt veel gepraat, gediscussieerd en overlegd, in kleine of grote groep. Daarnaast wordt ook de intrapersoonlijke intelligentie aangesproken wanneer de cursisten eerst individueel aangeboden leerstof moeten verwerken en/of analyseren.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 18/23
Met de rollenspelen en oefeningen in de klas wordt ook de motorische intelligentie aangesproken. De docent hanteert naast gerichte opdrachten ook onderwijsleergesprekken om de nieuwe leerinhouden aan te geven of te schematiseren. 5.
Onderwijs- en leermiddelen
Handboek: Klasmanagement. Methodisch werken met de klas als groep. ISBN: 978-90-301-7384-7 . Pagina's: 124 Auteurs: DEKEYSER e.a. Teksten en artikelen i.v.m. Klasmanagement en Orde Houden
6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten. Overalltoets.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 19/23
BIJLAGE6: ONDERWIJS EN MAATSCHAPPIJ
OMA: Onderwijs en maatschappij 1.
Inhoud
Als lid van de onderwijsgemeenschap en als cultuurparticipant neem je in dit opleidingsonderdeel deel aan het maatschappelijk debat over onderwijs en over de plaats van dit beroep in de samenleving. Je verwerft het daarvoor nodige inzicht in het beleid en de organisatie van ons onderwijs met inbegrip van onderwijsgeschiedenis en wetgeving. Maar je leert ook kritisch kijken naar ontwikkelingen op verschillende domeinen (sociaal, politiek, economisch, cultureel, levensbeschouwelijk, wetenschappelijk). Dit opleidingsonderdeel beoogt al je competenties aan te spreken in morele dilemma’s, in een grondig debat over de ethische verantwoordelijkheid en betekenis van leerkrachten in onze samenleving. En het is uiteraard aan jou om met deze handvaten aan de slag te gaan tijdens je stage en je onderwijsloopbaan in de toekomst. Op grond van onderstaande doelstellingen zullen we de cursus de nodige diepgang geven: 1. Cursisten kunnen hun weg vinden in de onderwijsorganisatie en de onderwijsstructuur m.i.v. de relevante onderwijsgeschiedenis en wetgeving 2. Cursisten kunnen het belang van onderwijs binnen maatschappelijke thema’s kaderen en daarbij een kritische terugkoppeling maken naar het eigen functioneren. 3. Cursisten kunnen kennis over onderwijsbeleid, onderwijsorganisatie en onderwijsstructuren gericht toepassen in een theoretische en praktische context 4. Cursisten filosoferen over ‘onderwijs en maatschappij’ De cursus zoekt met andere woorden enerzijds een evenwicht tussen kennis over de onderwijswereld en de subjectieve onderwijstheorie van de individuele deelnemers aan deze cursus anderzijds. We hopen dit evenwicht te vinden in zelfgekozen belanghebbende onderwijsvraagstukken waarin zelfstandig denken, zelfverantwoordelijk leren en dialogeren centraal staan. 2.
Basiscompetenties
2.2: Emancipatie van de leerling bevorderen. 2.3: Overeenkomstig eindtermen/ontwikkelingsdoelen/pedagogisch project leerlingen tot individuele ontplooiing stimuleren en op maatschappelijke participatie voorbereiden. 2.4: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. 5.2: Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk. 9.1: Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's. 9.2: Dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving. 10.1: Actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen rond: het sociaalpolitieke/sociaal-economische/ levensbeschouwelijke/ cultureel-esthetische/cultureel-wetenschappelijke domein
7.1: Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam. 8.1: Contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 20/23
3.
Doelstellingen
2.2: Emancipatie van de leerling bevorderen. o De cursist kan het begrip ‘emancipatie’ koppelen aan enkele belangrijke historische (onderwijs)gebeurtenissen. Verder kan de cursist het verband aantonen tussen het begrip ‘emancipatie’ en de onderwijspraktijk. 2.3: Overeenkomstig eindtermen/ontwikkelingsdoelen/pedagogisch project leerlingen tot individuele ontplooiing stimuleren en op maatschappelijke participatie voorbereiden. o De cursist kan leerlingen motiveren vanuit maatschappelijke thema’s. 2.4: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. o De cursist kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. 5.2: Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk o De cursist neemt kennis van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk. Bovendien hanteert de cursist verschillende mogelijkheden om zichzelf bij te scholen en te informeren. 9.1: Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's. o De cursist neemt deel aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s. De cursist leest het onderwijstijdschrift Klasse, volgt de onderwijsactualiteit op de voet en gebruikt in zijn/haar reflectie over het onderwijs verschillende referentiekaders. 9.2: Dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving. o De cursist kan dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving. Bovendien kan de cursist zijn/haar reflectie koppelen aan de basiscompetenties. 10.1: Actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen rond: het sociaalpolitieke/sociaal-economische/ levensbeschouwelijke/ cultureel-esthetische/cultureel-wetenschappelijke domein o De cursist volgt de actuele maatschappelijke (onderwijs)thema's en ontwikkelingen en kan deze identificeren en kritisch benaderen. 4. Werkvormen/didactisch concept
Gecombineerd onderwijs Begeleid zelfstandig coöperatief leren Ervaringsgerichte theoretische input Zelfvorming in dialoog Samen denken en dialogeren …
5.
Onderwijs- en leermiddelen
Handboek: Van Petegem P. en Imbrecht I., Wegwijs in het Vlaamse onderwijs. Onderwijsorganisatie en -beleid in kaart gebracht, Plantyn, Mechelen, 2010 Elektronische leeromgeving Door cursisten zelf gezocht, gevonden en gepresenteerd materiaal
6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten. Onderwijsvraagstuk
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 21/23
BIJLAGE7: LEERKRACHT EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
LEV: Leerkracht en verantwoordelijkheden 1.
Inhoud
Wanneer neemt een leerkracht zijn verantwoordelijkheid? Wanneer gaat hij bijvoorbeeld op correcte wijze om met leerlingen in probleemsituaties? En wat zijn de grenzen van zijn verantwoordelijkheid? Is het voldoende dat hij weet wat wettelijk, deontologisch en administratief van hem verwacht wordt en daar ook naar kan handelen? Of is daar in de hedendaagse, alsmaar complexer wordende samenleving meer voor nodig? Ligt morele competentie in de eerste plaats in het kennen, begrijpen en naleven (of doen naleven) van de juiste regels, of in het zélf zorgvuldig kunnen maken van ethische overwegingen, in het in een specifieke situatie zélf kunnen uitmaken en verantwoorden wat goed is, en in het stimuleren van anderen (leerlingen of collega’s) om dat ook te doen? In dit opleidingsonderdeel behandelen we drie grote drie delen. Het eerste deel gaat over de ‘onderwijsloopbaan’. Hierin krijg je meer informatie over aspecten als solliciteren, bekwaamheidsbewijzen, vaste benoeming. In het tweede deel, namelijk ‘onderwijsdeontologie’, maak je kennis met je rechten en plichten en met de levensbeschouwelijke grondslag van het Vlaamse onderwijs. Tot slot is er ook het deel ‘toegepaste ethiek' waarin we ethische onderzoeksgesprekken voeren vertrekkende vanuit een moreel dilemma uit je eigen ervaring. Bij dit alles zal het opleidingsonderdeel een evenwicht zoeken tussen theoretische uiteenzettingen, verwerkings- en verdiepingsopdrachten in kleine groepjes en onderzoeksgesprekken (dilemmatraining). De cursus zal vooral een evenwicht zoeken tussen kennen van versus nadenken over onze verantwoordelijkheid als leraar. 2.
Basiscompetenties
1.12: Adequaat omgaan met de heterogeniteit van leerlingengroepen met het oog op het realiseren van gelijke onderwijskansen. 2.1: Samen met het schoolteam een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.2: Emancipatie van de leerling bevorderen. 2.5: Adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en/of met gedragsmoeilijkheden. 4.3: Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. 5.3: Het eigen functioneren bevragen en bijsturen. 7.4: Zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen.
3.
Doelstellingen
1.12: Adequaat omgaan met de heterogeniteit van leerlingengroepen met het oog op het realiseren van gelijke onderwijskansen. o De cursist kan omgaan met diversiteit met het oog op het realiseren van gelijke onderwijskansen. 2.1: Samen met het schoolteam een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. o De cursist kan de leerlingen ondersteunen bij het opnemen van verantwoordelijkheid en stimuleert waardeontwikkeling bij leerlingen in overeenstemming met de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en het pedagogisch project. 2.2: Emancipatie van de leerling bevorderen. o De cursist kan het verband aantonen tussen het begrip ‘emancipatie’ en de onderwijspraktijk. 2.5: Adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en/of met gedragsmoeilijkheden. o De cursist kan adequaat omgaan met leerlingen in probleemsituaties. Bovendien gaat hij discreet om met gegevens van leerlingen en hun leefsituatie.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 22/23
4.3: Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. o De cursist voert op correct wijze administratieve taken uit. 5.3: Het eigen functioneren bevragen en bijsturen. o De cursist kan het eigen functioneren plaatsen binnen het grotere pedagogische en organisatorische geheel. Bovendien reflecteert de cursist over zij/haar eigen waardenpatroon en het lerarenberoep. 7.4: Zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen. o De cursist beschikt over relevante parate kennis en kan informatie terugvinden m.b.t. de eigen rechtspositie en die van zijn/haar leerlingen. 4.
Werkvormen/Didactisch concept
Onderwijsleergesprekken Gecombineerd onderwijs Dilemmatraining Begeleid zelfstandig leren Zelfvorming in dialoog Samen denken en dialogeren …
5.
Onderwijs- en leermiddelen
Handboek: Van Petegem P. en Imbrecht I., Wegwijs in het Vlaamse onderwijs. Onderwijsorganisatie en -beleid in kaart gebracht, Plantyn, Mechelen, 2010 Elektronische leeromgeving Tekst: De plichten van de Vlaamse leerkracht (Lut Lippeveld) Tekst: Minder regels, meer ethiek (Willy Poppelmonde)
6.
Evaluatie
Permanente evaluatie op basis van opdrachten. Dilemmatraining.
EVKEVC-vademecum 2014-2015, Semester2
Pag. 23/23