U I T G A V E 2005 - Methodologie
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse
STATISTISCHE INDICATOREN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
U
I
T
METHODOLOGIE G
A
V
E
2
0
0
IR IS 5 U I T G AV E N
STATISTISCHE INDICATOREN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST METHODOLOGIE UITGAVE 2005
De informaties van dit boekdeel „ methodologie ”, evenals van het bijhorende boekdeel „tabellen ”, zijn ook ter beschikking via http://www.brussel.irisnet.be/nl/region/region_de_bruxelles-capitale/statistiques.shtml: de Statistische indicatoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een jaarlijkse publicatie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest MBHG. Alle rechten voorbehouden Het reproduceren is niet toegelaten, noch geheel, noch gedeeltelijk, noch in de oorspronkelijke, noch in de bewerkte vorm, tenzij met schriftelijke machtiging vanwege het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse. Het gebruik van uittreksels van deze publicatie als toelichting of bewijsvoering in een artikel, een boekbespreking of een boek, een bestand is toegestaan, mits de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.
© 2005 Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Alle rechten voorbehouden V.U. : S.Rousseau, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse - Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Kruidtuinlaan, 20, - 1035 Brussel Tel. 02/800.38.61 - Fax 02/800.38.23 -
[email protected] IRIS Uitgaven - D/2005/6374/144
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in cijfers De jaarlijkse publicatie van de statistische indicatoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt een van de pijlers van het statistisch beleid van de Regering. Voor de politieke besluitvormers is dit een bijzonder waardevol instrument aan de hand waarvan zij de relevantie van een maatregel alsook van de gevolgen ervan kunnen beoordelen. Tevens bieden deze indicatoren privé-actoren, zoals onderzoekers, particulieren of bedrijven, een beter zicht op de sociaal-economische situatie in ons Gewest. Deze brochure bevat dus een aantal gegevens over de bevolking, het maatschappelijke leven, economie, vervoer, gezondheid, leefmilieu, ruimtelijke ordening, ... alsook een boekdeel met methodologische analyses. Nochtans zal dit instrument, om werkelijk te kunnen inspelen op de verwachtingen van de privé- en overheidsactoren, in grote mate gemoderniseerd moeten worden. Dit is volgens mij echt wel een belangrijk voornemen, waardoor het Brussels Gewest op termijn moet beschikken over een nog performanter statistisch instrument dat beter is afgestemd op de eigenheden van ons Gewest. Zodoende zal het instrument aangevuld worden met indicatoren die de gewestelijke eigenheden aan het licht brengen. In de toekomstige publicaties moeten dan ook geleidelijk nieuwe indicatoren opgenomen worden die betrekking hebben op het scheppen van werkgelegenheid, de kwalificatie van de werknemers, residentiële verschuivingen, de levensstandaard van de Brusselaars en op de gezondheid van de bedrijven, de investeringen in research and development, het beleid inzake toerisme en congressen, mobiliteit, ... Daarnaast heeft de Regering een nieuwe structuur in het leven geroepen die belast is met economische en financiële analyses en met macro-economische planning en die alle gegevens zal verzamelen die onmisbaar zijn voor het gewestelijke beleid. Tevens zal deze instaan voor de driemaandelijkse publicatie van een gewestelijke barometer met enerzijds een voorstelling van de nationale en internationale conjunctuur en met anderzijds een analyse van de Brusselse sociaal-economische conjunctuur. Tot slot is het belangrijk een nieuw statistisch beleid te bepalen in overleg met de federale overheid en de deelgebieden. Het komt er immers op aan statistische en macro-economische modellen uit te werken die onderling vergelijkbaar blijven. Daarom zal het Brussels Gewest vanaf 2006 met het Federaal Planbureau en de gewestelijke instellingen meewerken aan verscheidene projecten. Als Minister belast met het statistisch beleid van het Brussels Gewest streef ik dan ook naar een ambitieuze hervorming van dit beleid teneinde de instrumenten die onontbeerlijk zijn voor een goed bestuur van ons Gewest, te moderniseren en aan te vullen. Charles Picqué Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De „ Brusselse statistische indicatoren ” zijn verwezenlijkt door : het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Inhoudstafel
VOORWOORD VAN DE HEER MINISTER-PRESIDENT Inhoudstafel Conventionele tekens en afkortingen; gebruikte letterwoorden
Statistische tabellen 17
Vorige uitgave 2004
Hoofdstuk 0 - INDICATOREN voor het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ....................................17
Deze uitgave 2005
Methodologische nota’s
INLEIDING
Nummer en titel van de tabel en van de methodologie
Hoofdstuk I – BEVOLKING EN HUISHOUDENS I.01 I.02
I.01 I.02
I.03
I.03
I.04 I.05 I.06 I.07 I.08 I.09 I.10
I.04 I.05 I.06 I.07 I.08 I.09 I.10
I.11 I.11 a-b-c-d a-b-c-d I.12 I.12 I.13 I.13 I.14a I.14a I.14b
I.14b
I.14c
nieuw
I.15a I.15b
I.15a I.15b
I.16
I.16
- Totale bevolking naar woongemeente : referentiejaren op 1 januari ................................27 - Binnenlandse migraties tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de arrondissementen van de Brabantse provincies en het Rijk: referentiejaren ..................28 - Buitenlandse migraties tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de Brabantse provincies, het Rijk en het buitenland: referentiejaren............29 - Migraties van de totale bevolking tijdens het jaar 2003 ....................................................31 - Migraties van de Belgische bevolking tijdens het jaar 2003 ............................................31 - Migraties van de vreemde bevolking tijdens het jaar 2003 ..............................................31 - Loop van de totale bevolking naar woongemeente tijdens het jaar 2003 ........................33 - Loop van de Belgische bevolking naar woongemeente tijdens het jaar 2003 ..................33 - Loop van de vreemde bevolking naar woongemeente tijdens het jaar 2003....................33 - Belgische, vreemde en totale bevolking per geslacht en naar woongemeente op 1 januari 2004 ..............................................................................................................35 - Totale, Belgische en vreemde bevolking per geslacht en per leeftijdsgroep - naar woongemeente op 1 januari 2004 ............................................................................35 - Vreemde bevolking per nationaliteit: referentiejaren op 1 januari ....................................37 - Vreemde bevolking per nationaliteit en naar woongemeente op 1 januari 2004 ..............37 - Aantal private huishoudens per grootte en aantal collectieve huishoudens: referentiejaren op 1 januari ..............................................................................................39 - Aantal private huishoudens per grootte en aantal collectieve huishoudens naar woongemeente op 1 januari 2004 ............................................................................39 - Aantal private huishoudens per grootte en nationaliteit van de referentiepersoon naar woongemeente op 1 januari 2004 ..........................................................................39 - Aantal private huishoudens per aard en samenstelling: referentiejaren ..........................41 - Aantal private huishoudens per aard en samenstelling naar woongemeente op 1 januari 2004 ..............................................................................................................41 - Aantal personen ingeschreven in het wachtregister naar gemeente op 1 januari : evolutie..............................................................................................................................43
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 44 48 50 51 52 54 55 56
Hoofdstuk II - WERKGEVERS EN WERKNEMERS OPGENOMEN IN DE SOCIALE ZEKERHEID II.01
II.01
II.02
II.02
II.03
II.03
II.04
II.04
- Aantal vestigingen, werknemers en percentage vrouwen op de plaats van tewerkstelling naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel op 30 juni 2000, 2001 en 2002 ....................................................................................................................47 - Aantal vestigingen per grootteklassen naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel op 30 juni 2002 ................................................................................................................47 - Aantal werknemers en percentage vrouwen en hoofdarbeiders op de plaats van tewerkstelling per grootteklasse van de vestigingen naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel op 30 juni 2002 ............................................................................47 - Aantal vestigingen per bedrijfssectie NACE-Bel naar werkgemeente op 30 juni 2002 ....47
58 62 64 70
II.05
II.05
II.06
II.06
II.07
II.07
II.08
II.08
II.09
II.09
II.10
nieuw
- Aantal werknemers per bedrijfssectie NACE-Bel naar werkgemeente op 30 juni 2002 ..............................................................................................................48 - Aantal vestigingen en werknemers naar plaats van tewerkstelling en naar sector (privé- of overheidssector-onderwijs): referentiejaren op 30 juni ..................................48 - Aantal vestigingen en werknemers en percentage vrouwen op de plaats van tewerkstelling per sector (privé- of overheidssector-onderwijs) naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel op 30 juni 2002 ........................................................................48 - Aantal werknemers en percentage vrouwen op de plaats van tewerkstelling naar bedrijfssectie NACE-Bel en naar sector (privé- of overheidssector-onderwijs) op 30 juni 2002 ..............................................................................................................48 - Aantal werknemers en percentage vrouwen van de overheidssector en het onderwijs op de plaats van tewerkstelling naar inrichtende macht en instelling: referentiejaren op 30 juni ..............................................................................................49 - Aantal werknemers in de Brusselse administraties op 30 juni 2003 en 2004 ..............52
Statistische tabellen
Methodologische nota’s
Vorige uitgave 2004
Deze uitgave 2005
Statistische indicatoren 2005
72 74 75 79 81 82
Hoofdstuk III - WERKLOOSHEID III.01 III.02 III.03 III.04
III.01 III.02 III.03 III.04
III.05
III.05
III.06
III.06
III.07
III.07
- Werkzoekenden naar categorie: referentiejaren op 30 juni ..........................................57 - Werkzoekenden per leeftijdsgroep naar categorie op 30 juni 2002, 2003 en 2004 ......57 - Werkzoekenden per nationaliteit naar categorie op 30 juni 2002, 2003 en 2004 ..........59 - Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen per duur van de inactiviteit en naar leeftijdsgroep op 30 juni 2002, 2003 en 2004 ..................................................61 - Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen per leeftijd, geslacht en naar woongemeente op 30 juni 2002, 2003 en 2004 ....................................................61 - Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen per leeftijdsgroep en naar studieniveau op 30 juni 2002, 2003 en 2004 ........................................................63 - Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en ingeschreven niet-werkende werkzoekenden per geslacht en naar bedrijfssector op 30 juni: referentiejaren ................................................................................................................65
84 86 88 91 92 94 96
Hoofdstuk IV - BEROEPSBEVOLKING IV.01
IV.01
IV.02 IV.03
IV.02 IV.03
IV.04
IV.04
- Werkende beroepsbevolking per woonplaats naar bedrijfssecties NACE-Bel: referentiejaren ................................................................................................................69 - Werkende beroepsbevolking per werkplaats naar woonplaats: referentiejaren ............69 - Aantal zelfstandigen in de woonplaats per geslacht naar bedrijfstak: referentiejaren op 31 december ............................................................................................................72 - Aantal zelfstandigen (helpers inbegrepen) per bedrijfstak, per aard van de activiteit en per geslacht naar woongemeente op 31 december 2003 ........................................72
102 103 105 106
Hoofdstuk V - INKOMENS EN UITGAVEN VAN DE HUISHOUDENS V.01
V.01
V.02a
V.02a
V.02b
V.02b
V.03a
V.03a
- Totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar woongemeente: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar....77 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR per inkomensklasse: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar ....77 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR per inkomensklasse en naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ........................................................................................................77 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR van alleenstaanden per aantal personen in het fiscale huishouden naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ............................................................77
110 111 113 115
V.03b
V.03b
V.04a
V.04a
V.04b
V.04b
V.04c
V.04c
V.05
V.05
V.06
V.06
V.07
V.07
V.08
V.08
V.09
V.09
V.10
V.10
V.11
V.11
V.12
V.12
- Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR van echtgenoten per aantal personen in het fiscale huishouden naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ..............................................78 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen BEF of miljoenen EUR per inkomenscategorie en naar woonplaats: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar ......................................................................78 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR per inkomenscategorie en naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ........................................................................................................78 - Aantal aangiften en totaal belastbaar netto-inkomen in miljoenen EUR per type aangifte naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ........................................................................................................79 - Componenten van het gezamenlijk belastbaar inkomen in miljoenen EUR naar woongemeente voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 ........................................................................................................................81 - Gemiddeld totaal belastbaar netto-inkomen per inwoner en per aangever in duizenden BEF of duizenden EUR naar woongemeente: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar ............................................................82 - Gemiddeld totaal belastbaar netto-inkomen per type aangifte in duizenden BEF of duizenden EUR naar woongemeente: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar ....................................................................................82 - Totaal belastbaar netto-mediaaninkomen der aangiften in duizenden BEF of duizenden EUR naar woongemeente: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar ........................................................................................82 - Samenstelling van de totale belasting in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar woongemeente: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomsten van het vorige jaar ................................................................................................................84 - Gemiddelde inkomens per huishouden in EUR - huishoudbudgetonderzoek: referentiejaren ................................................................................................................85 - Gemiddelde uitgaven per huishouden in EUR - huishoudbudgetonderzoek: referentiejaren ..............................................................................................................85 - Prijsindices en inflatiecijfers voor het Rijk van 1980 tot 2004 ........................................89
Statistische tabellen
Methodologische nota’s
Vorige uitgave 2004
Deze uitgave 2005
Inhoudstafel
116 117 119 120 121 122 123 124 125 127 128 130
Hoofdstuk VI - GEZONDHEID VI.01
VI.01
VI.02
VI.02
VI.03
VI.03
VI.04 VI.05 VI.06
VI.04 VI.05 VI.06
VI.07
VI.07
- Aantal erkende algemene en psychiatrische ziekenhuizen (alle campussen) naar capaciteit op 1 januari 2004 ..........................................................................................93 - Aantal ziekenhuizen (hoofdcampussen), bedden op 1 januari, aantal patiënten en aantal ligdagen gedurende het jaar in de erkende algemene en psychiatrische ziekenhuizen (alle campussen): referentiejaren ............................................................94 - Aantal geneesheren, apothekers, tandheelkundigen, vroedvrouwen en verpleegkundigen op 31 december: referentiejaren ....................................................................96 - Doodsoorzaken van personen ouder dan een jaar: 1995, 1996 en 1997......................97 - Levensverwachting en kindersterfte: referentiejaren ....................................................99 - Nederlandstalige en Franstalige opvangvoorzieningen voor jonge kinderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2003 en 2004..........................................................100 - Nederlandstalige en Franstalige opvangvoorzieningen voor jonge kinderen naar gemeente in 2003 en 2004 ............................................................................................100
132 133 135 136 137 138 139
Hoofdstuk VII - ONDERWIJS EN CULTUUR VII.01
VII.01
VII.02
VII.02
- Schoolbevolking in het kleuter, lager, secundair, hogescholen en universitair onderwijs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk (Franstalig en Nederlandstalig onderwijs): referentiejaren ............................................................................................105 - Totale schoolbevolking in het kleuter-, lager en secundair onderwijs naar gemeente : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 ........................................................107
142 143
VII.03
VII.03
VII.04
VII.04
VII.05
VII.05
VII.06
VII.06
VII.07
VII.07
VII.08
VII.08
- Belgische en niet-Belgische schoolbevolking in het Franstalig en Nederlandstalig kleuteronderwijs per geslacht naar gemeente: 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 ................................................................................................................108 - Belgische en niet-Belgische schoolbevolking in het Franstalig en Nederlandstalig lager onderwijs per geslacht naar gemeente: 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 ................................................................................................................109 - Belgische en niet-Belgische schoolbevolking in het Franstalig en Nederlandstalig secundair onderwijs per geslacht naar gemeente: 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 ..............................................................................................110 - Belgische en niet-Belgische schoolbevolking in het Franstalig en Nederlandstalig hogescholenonderwijs per geslacht: 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 ................................................................................................................111 - Studenten aan de universiteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk per geslacht en nationaliteit: 1999-2000, 2000-2001, 2001-2002 en 2002-2003 ........113 - Aantal bioscoopzalen, plaatsen en toeschouwers: referentiejaren ................................114
Statistische tabellen
Methodologische nota’s
Vorige uitgave 2004
Deze uitgave 2005
Statistische indicatoren 2005
144 147 150 153 154 156
Hoofdstuk VIII - PRODUCTIE EN ONDERNEMINGEN VIII.01a
VIII.01a
VIII.01b
nieuw
VIII.01c
nieuw
VIII.01d
VIII.01b
VIII.02
VIII.02
VIII.03
VIII.03
VIII.04
VIII.04
VIII.05
VIII.05
VIII.06
VIII.06
VIII.07.a
VIII.07
VIII.07.b
nieuw
- Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen in lopende prijzen in miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -subsectie NACE-Bel: referentiejaren ........................................117 - Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen in constante prijzen van 2000 in miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -subsectie NACE-Bel: referentiejaren ............120 - Beloning van werknemers in miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -subsectie NACE-Bel: referentiejaren ............................................................................................121 - Inkomensrekeningen van de huishoudens in miljoenen EUR naar middelen en bestedingen ESR95: referentiejaren ..............................................................................124 - Aantal ondernemingen per tewerkstellingsklasse naar bedrijfssectie NACE-Bel: referentiejaren ................................................................................................................127 - Aantal ondernemingen per tewerkstellingsklasse naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel in 2003 ..........................................................................................................127 - Omzet exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel: referentiejaren..........................................................................129 - Investeringen exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel: referentiejaren..........................................................................129 - Uitvoer en aanverwante operaties exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar bedrijfssectie en -afdeling NACE-Bel: referentiejaren ..................................129 - Faillissementen van ondernemingen met personeel en aantal getroffen werknemers naar bedrijfssectie NACE-Bel in 2002, 2003 en 2004....................................................131 - Faillissementen van ondernemingen per juridische vorm in 2001, 2002, 2003 en 2004 ..........................................................................................................................132
158 160 162 164 165 167 169 171 173 175 176
Hoofdstuk IX – ENERGIE EN LEEFMILIEU IX.01 IX.02a IX,02b IX.03 IX.04
IX.01 IX.02 nieuw IX.03 IX.04
IX.05
IX.05
IX.06
IX.06
IX.07
IX.07
- Totale productie en totaal verbruik van elektrische energie: referentiejaren..................135 - Totale productie en totaal verbruik van elektrische energie in 2003 ..............................135 - Totale productie van elektrische energie per primaire energiebron in 2003 ..................137 - Gas- en elektriciteitsdistributie (hoog- en laagspanning): referentiejaren......................138 - Waterverbruik in de Brusselse gemeenten (aantal tellers, aantal abonnees, verbruik in m2): referentiejaren ....................................................................................................139 - Kwaliteit van het leidingwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gemiddelde minerale samenstelling van het water geleverd door de BIWD: referentiejaren ............140 - Ophaling van huishoudelijk afval en gelijkgestelde (ton) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: referentiejaren ..........................................................................141 - Klimatologisch jaaroverzicht te Ukkel: referentiejaren ..................................................142
178 179 180 181 183 184 185 186
Statistische tabellen
Methodologische nota’s
Vorige uitgave 2004
Deze uitgave 2005
Inhoudstafel
Hoofdstuk X – VERVOER EN TOERISME X.01
X.01
X.02
X.02
X.03 X.04
X.03 X.04
X.05
X.05
X.06
X.06
X.07
X.07
X.08
X.08
X.09
X.09
X.10
X.10
X.11
X.11
X.12
X.12
X.13 X.14
X.13 X.14
- Nieuwe en tweedehandse tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen naar woonplaats van de aangever: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .145 - Nieuwe en tweedehandse tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen per soort naar woonplaats van de aangever in 2004 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .145 - Motorvoertuigenpark per soort op 1 augustus: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .146 - Goederenvervoer over de weg. Laden en lossen (1 000 ton) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar bestemming en herkomst van de goederen: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147 - Goederenvervoer over de weg. Laden en lossen (1 000 ton) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest per aard van de goederen (NVS terminologie) naar bestemming en herkomst van de goederen in 2001, 2002 en 2003 . . . . . . . . . . . . . . . .147 - Spoorwegvervoer van goederen. Laden en lossen (1000 ton) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest per aard van de goederen (NVS terminologie): referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .149 - Binnenscheepvaart en transport over zee van goederen. Laden, lossen en transit (1 000 ton) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest per aard van de goederen (NVS terminologie): referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .150 - Personenvervoer (MIVB, TEC, De Lijn) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (metro, tram, bus): referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .151 - Personenvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (metro, tram, bus, trein): referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152 - Spoorwegverkeer van personen. Aantal per dag instappende personen naar station in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .153 - Taxi’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aantal uitbaters, voertuigen, standplaatsen, plaatsen en chauffeurs: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .154 - Taxi’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aantal standplaatsen en plaatsen naar gemeente: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .155 - Aantal hotels en aantal overnachtingen: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .156 - Aantal overnachtingen in de hotels naar het land van verblijf van de bezoekers: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .157
188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201
Hoofdstuk XI - RUIMTELIJKE ORDENING EN ONROEREND GOED XI.01
XI.01
XI.02
XI.02
XI.03 XI.04
XI.03 XI.04
XI.05 XI.06
XI.05 XI.06
XI.07
XI.07
XI.08
XI.08
XI.09
XI.09
XI.10
XI.10
- Bodembezetting naar aard van de percelen in 2003 (aantal percelen en oppervlakte in ha) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .161 - Bodembezetting naar aard van de percelen in 2003 (belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen en totaal in duizend EUR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .161 - Bodembezetting naar aard van de percelen (oppervlakte in ha): referentiejaren . . . . . .161 - Bodembezetting, bebouwde, niet-bebouwde en niet-gekadastreerde oppervlakte (ha) naar gemeente: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .163 - Industrieparken van de GOMB (netto oppervlakte en aantal bedrijven): evolutie . . . . . .164 - Industrieparken en -terreinen, gebouwen voor bedrijfsvestigingen (netto oppervlakte) naar gemeente: referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165 - Gebouwenpark van woongebouwen en niet-woongebouwen naar gemeente : referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .166 - Premies en toelagen bestemd voor woningen, aantal aanvragen en vastgelegde bedragen: evolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167 - Gebouwen en hun parkings, garages of overdekte standplaatsen naar type van gebouw (kadastrale aard): referentiejaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168 - Aantal woningen per type van gebouw (kadastrale aard) naar gemeente in 2003 . . . . .169
204 205 206 208 210 211 212 213 215 216
XI.11a
XI.11
XI.11b
nieuw
XI.12
XI.12
XI.13
XI.13
XI.14
XI.14
XI.15
XI.15
XI.16
XI.16
- Woningpark van sociale huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Openbare Vastgoedmaatschappijen op 31 december: evolutie ....................................170 - Woningpark van sociale huisvesting en grondreserves van de Openbare Vastgoedmaatschppijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar gemeente in 2003: referentiejaren ..................................................................................................171 - Verleende bouwvergunningen, bouwstarts, sloop en verbouwingen van woongebouwen (aantal gebouwen en volume, aantal woningen): referentiejaren ....................172 - Verleende bouwvergunningen, bouwstarts, verbouwingen en sloop van niet-woongebouwen (aantal gebouwen en volume, aantal woningen): referentiejaren ................174 - Verkoop van bouwterreinen (aantal verkopen, verkochte oppervlakte en prijs per m2) naar gemeente: referentiejaren......................................................................................176 - Verkopen van onroerend goed van woongebouwen en niet-woongebouwen naar gemeente: referentiejaren ..............................................................................................177 - Verkopen van onroerend goed van woongebouwen en niet-woongebouwen naar categorie (aantal verkopen, totale prijzen): referentiejaren............................................178
Statistische tabellen
Methodologische nota’s
Vorige uitgave 2004
Deze uitgave 2005
Statistische indicatoren 2005
217 218 219 221 223 224 225
Hoofdstuk XII - VEILIGHEID XII.01
XII.01
XII.02
XII.02
XII.03
XII.03
XII.04
XII.04
XII.05
XII.05
- Verkeersongevallen op de openbare weg (aantal ongevallen en aantal slachtoffers): referentiejaren ................................................................................................................181 - Verkeersongevallen op de openbare weg: aantal slachtoffers naar soort weggebruikers in 2002 ..................................................................................................................181 - Verkeersongevallen op de openbare weg (aantal ongevallen en aantal slachtoffers) naar plaats van het ongeval in 2002 ..............................................................................181 - Tussenkomsten van de brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2004 ..........................................................................................................................183 - Vastgestelde criminele feiten in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2002 ..............................................................................................................184
228 229 230 231 232
Hoofdstuk XIII - OPENBARE FINANCIËN EN VERKIEZINGEN XIII.01
XIII.01
XIII.02 XIII.03
XIII.02 XIII.03
XIII.04
gewijzigd
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Middelen- en uitgavenbegroting van 2002, 2003, 2004 en 2005 ................................................................................................................187 - Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Lopende schuld op 31 december: referentiejaren ....190 - Financiën van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : rekeningen 2003 en begrotingen 2004 en 2005 ............................................................191 - Ontvangsten van de Brusselse administraties in 2002 en 2003 ....................................193
236 238 239 242
BIJLAGEN Bijlage 1 - Statistische NACE-BEL terminologie van de economische activiteiten per sectie ............................197 Bijlage 2 - Statistische NACE-BEL terminologie van de economische activieteiten per afdeling........................197 Bijlage 3 - Nomenclatuur van de bedrijfstakken en codes van de beroepen van de RSVZ ................................199 Bijlage 4 - Transactiecodes ESR 1995 classificatie (uittreksels) ........................................................................200
247 247 249 250
LIJST VAN PUBLICATIES ..................................................................................................................................201
251
Inhoudstafel
CONVENTIONELE TEKENS – AFKORTINGEN - LETTERWOORDEN CONVENTIONELE TEKENS .. gegevens ontbreken, niet meegedeeld, onbekend * voorlopige cijfers nihil, nog niet bestaand 0 wel bekend doch 0,..., 0<0,..., <0,5 < minder dan, respectievelijk kleiner dan > meer dan, respectievelijk groter dan ≤ kleiner of gelijk aan ≥ groter of gelijk aan AFKORTINGEN BEF : Belgische frank EUR : euros GWh : miljoen kilowatt-uur ha : hectare horeca : hotels-restaurants-cafés km : kilometers vierkante meters m2 : m3 : kubieke meters mg/l : milligram per liter microgram per kubieke meter µg/m3 : NB : noorderbreedte n.e.v. : niet elders vermeld m.u.v. : met uitzondering van OL : oosterlengte opp. : oppervlakte TJ : terajoule LETTERWOORDEN BBP Bruto binnenlands product BFB Bestuur Financiën en Begroting BFE Bedrijfsfederatie van Elektriciteitproducenten en -verdelers BGDA Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling BGHGT Brusselse Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gewestelijke Thesaurieën BGHM Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij BHG Brussels Hoofdstedelijk Gewest BIM Brussels Instituut voor Milieubeheer BISA Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse BIWD Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie BIWM Brusselse Intercommunale Watermaatschappij BNP Bruto nationaal produkt BPB Bestuur Plaatselijke Besturen BROH Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting BTK Bijzonder tijdelijk kader BTW Belasting op de Toegevoegde Waarde BVB Belgische Vereniging van Banken BVBA Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid CD Rom Compact Disk read only memory CIB Code op de Inkomstenbelasting CV Coöperatieve venootschappen DAC Derde arbeidscircuit DAS Directie Analyse en Statistiek (heden BISA)
11
Statistische indicatoren 2005
EBB EEG ETNIC EU EUROSTAT EWE FIGAS FOD FOREM FSO GESCO GOMB HRF HVZBV IAB IBF IBSA IHE INR KI KMO LATG MBHG MIVB NACE-70 of NACE : NACE-BEL NACE-rev1 NAVO NFS NIS NMBS NPM NUTS NVS NV OCMW ONE OV PB RIZIV RKW RSVZ RSZ RSZPPO RVA RVP SEC TEC TW TWW UVW UVW-WZ VDAB VTE VZW
12
Enquête naar de Beroepsbevolking Europese Economische Gemeenschap Entreprise publique des Technologies nouvelles de l’Information et de la Communication de la Communauté française (Wallonië) Europese Unie Dienst voor Statistiek van de Europese Gemeenschap Eerste Werkervaring Verbond der Gasnijverheid Federale Overheidsdienst Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l’Emploi Fonds voor Sluiting van Ondernemingen Gesubsidieerde contractuelen Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel Hoge Raad voor Financiën Hulp- en Voorzorgkas voor Zeevarenden onder Belgische vlag Internationaal Arbeidsbureau Interdepartementaal Begrotingsfonds Institut Bruxellois de Statistique et d’Analyse Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie Instituut voor Nationale Rekeningen Kadastraal Inkomen Kleine en Middelgrote Ondernemingen Loon-arbeid tijd gegevens Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel Algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen NACE- Rev.1, Belgische variant Nieuwe versie van de NACE Noord-Atlantische Verdragsorganisatie Netto te financieren saldo Nationaal Instituut voor de Statistiek Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers Nomenclatuur van de Territoriale Statistische Eenheden (Eurostat) Nomenclatuur Vervoerstatistiek Naamloze Venootschap Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Office de la Naissance et de l’Enfance Onroerende Voorheffing Personenbelasting Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Rijksdienst voor Pensioenen Europees systeem van geïntegreerde economische rekeningen Transports en commun (Wallonië) Toegevoegde Waarde Tewerkgestelde werkloze Uitkeringsgerechtigde volledige werklozen Uitkeringsgerechtigde volledige werklozen - Werkzoekenden Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsleiding Voltijdse eenheden Vereniging zonder winstgevend doel
Inleiding
INLEIDING De „ Brusselse statistische indicatoren ” bestaan uit twee nauw met elkaar verbonden delen : - de eigenlijke statistische tabellen - de methodologische nota’s die rechtstreeks betrekking hebben op deze tabellen Deze inleiding legt de opbouw van deze bundel en de algemene voorstelling van de tabellen en methodologische nota’s uit. De uitgave 2005 bevat een verzameling van tabellen die de continuïteit met de meeste series van vorige uitgaven verzekert. Enkele tabellen werden geschrapt, andere tabellen werden toegevoegd. De keuze is het resultaat van opzoekwerk en synthese verwezenlijkt zowel in functie van het belang van de gegevens als van de beschikbaarheid van de bronnen. De nummering van de tabellen en van de bijhorende methodologie is gebaseerd op de vorige uitgave. De overeenkomst met de nummering van de uitgave van het vorige jaar bevindt zich in de inhoudstafel. Een selectie van samenvattende indicatoren, sprekend voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt voor de vierde maal gepubliceerd in de „ blauwe bladen ” voorafgaand aan de tabellen.
I. DE TABELLEN 1. JAREN EN PERIODICITEIT Wanneer de gegevens beschikbaar waren, werd ervoor gekozen om de volgende referentiejaren te nemen: 1990, 1995 en 2000 en bij voorkeur de laatste drie beschikbare jaren, rekening houdend met de door de tabel ingenomen ruimte. Enkele keren wordt zelfs nog het referentiejaar 1985 vermeld. Deze keuze is ingegeven om de mogelijkheden van het „ transversaal lezen ” doorheen de verschillende domeinen te bevorderen. Het gebruik van overeenstemmende jaren en periodes vereist de nodige aandacht. Deze visie primeert op de actualiteit van het gegeven. Voor sommige basisonderwerpen of nieuwe en herrekende series wordt een volledige jaarlijkse evolutie weergegeven vanaf 1995 of 2000. In sommige gevallen is het vanwege wijzigingen in de tellingwijze (bvb. een gewijzigde classificatie) niet mogelijk lange reeksen te publiceren. De tabellen waarin de precieze en gedetailleerde karakteristieken van het bestudeerde domein worden weergegeven hebben betrekking op het laatst beschikbare jaar.
De tabellen waarin de precieze en gedetailleerde karakteristieken van het bestudeerde domein worden weergegeven hebben betrekking op het laatst beschikbare jaar. Totale jaarcijfers zijn ten vroegste beschikbaar in de loop van het jaar volgend op het jaar van de feiten. Bovendien kan de informatie van het verstreken jaar slechts opgemaakt worden als alle eenheden, die het grotere geheel samenstellen, hun detailcijfers hebben overgemaakt. Met dit gegeven zal de lezer bijgevolg steeds rekening houden, bij het beoordelen van de actualiteitswaarde.
2. TERRITORIALE BENADERING: de weerhouden entiteiten Vertrekkend vanuit de continuïteit van de gegevens, hun beschikbaarheid en beleidsbenadering, is de logica van de administratieve indelingen het meest voor de hand liggend ofschoon deze niet noodzakelijk aan „ geografische realiteiten ” beantwoorden. Doel van deze „ indicatoren ” is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bekend te maken en te benadrukken. Het is niet de bedoeling met deze publicatie een vergelijking te maken met de beide andere Belgische gewesten, die niet alleen groter zijn maar bovendien een amalgaam vormen van stedelijke, verstedelijkte en niet-stedelijke functies, economieën en ruimten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is niettemin, al dan niet in haar geheel, kernof deelzone van grotere gehelen, waarvan de grenzen variëren naargelang de gekozen criteria. Zij worden stadskern en -rand (banlieue), morfologische agglomeratie, stadsgewest of stedelijk leefcomplex enz… genoemd. Daarom werd er gekozen voor de logica van de zoom, waarbij men zich beperkt tot de informatie beschikbaar op het administratieve niveau. Men verstrekt dan de statistieken met betrekking tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ofwel in haar geheel ofwel ingedeeld in de 19 gemeenten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen. Die gemeenten zijn onderling heel verschillend in grootte, vorm en ligging; ook daarmee is rekening te houden bij het interpreteren van hun statistieken. Om de onderlinge differentiatie binnen gewest- en gemeentegrenzen te benaderen zijn sommige data beschikbaar – en andere kunnen worden opgebouwd- op buurt- en wijkniveau. De waardevolle informatie daarvan is te omvangrijk (724 buurten) om in deze publicatie opgenomen te worden. 13
Statistische indicatoren 2005
Deze administratieve eenheden leveren een benadering van het hinterland waarin zich het grootste gedeelte van de Brusselse banlieue (verstedelijkte buitenwijken) evenals een belangrijk deel van haar forensenwoonzone situeert. Samen met de geografische agglomeratie, die ruimer is dan het Brusselse hoofdstedelijk gewest, vormen deze ruimtelijke indelingen een Brussels stadsgewest.
De volgorde van de in de tabellen opgesomde gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stemt overeen met de numerieke rangschikking van de gemeentecodes van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie – Directie Statistiek en Economische Informatie (Nationaal Instituut voor de Statistiek - NIS), die op de Franstalige alfabetische volgorde van de gemeenten is geënt. Wanneer de informatie nuttig en beschikbaar is, wordt zij ook verstrekt voor de aangrenzende provincies Vlaams-Brabant, en haar samenstellende arrondissementen (Halle-Vilvoorde, Leuven), en Waals-Brabant, die hetzelfde territorium omvat als haar arrondissement Nijvel. Vóór 1995 omvatte de provincie Brabant deze 3 arrondissementen evenals het arrondissement Brussel-Hoofdstad (dat overeenkwam met het Brussels Hoofdstedelijk gewest).
Zoveel mogelijk worden de gegevens verstrekt voor het Rijk. Doel is dit hoofdstedelijk gewest binnen België te positioneren. Aan de hand van de kaarten die bij deze inleiding gevoegd zijn, kan men zich een beeld vormen van de precieze geografische ligging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovenstaande „ administratieve ” benadering stemt overeen met de „ internationale ” regionale indeling van de Europese Unie : de NUTS „ Nomenclature des unités territoriales statistiques ”. In de Belgische context zijn de niveaus NUTS 1, 2 en 3 respectievelijk de gewesten (regio), de provincies en de arrondissementen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoort voor België, samen met het Vlaams en Waals gewest, tot het NUTS 1 niveau. Tegelijk is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als het ware tegelijk op de 3 niveau’s vermeld, ofschoon het Brussels Hoofdstedelijk gewest geen Belgische provincie is, en NUTS 3 als arrondissement Brussel-Hoofdstad is vermeld. Slechts aldus is de logische hiërarchie tot op het niveau van de kleinste administratieve eenheid - de gemeente- mogelijk. 3. SELECTIE VAN DE GEGEVENS De weergegeven informatie wordt bij voorkeur gehaald uit volledige tellingen. Zij ontstaat meer en meer uit gegevensbestanden, al dan niet losstaand of gekoppeld aan andere en opgesteld voor het beheer van specifieke domeinen.
14
Inleiding
De gegevens afkomstig uit de enquêtes komen slechts in aanmerking indien de enquêtes regelmatig gehouden worden en als de foutmarge voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanvaardbaar is. De gegevens van niet terugkerende enquêtes zijn dus niet opgenomen aangezien ze strikt genomen geen statistische gegevens zijn en er hier enkel gegevens worden weergegeven die we over verschillende jaren kunnen volgen. Sommige gegevens die we in de tabellen voorstellen worden niet gepubliceerd, maar het is mogelijk ze op aanvraag te verkrijgen. Deze gevallen zijn echter vermeld in de methodologische nota’s. Er dient op gewezen dat voor de gemeenschapsmateries (onderwijs, cultuur...) de informatie verschaft wordt die voor de Franse èn de Vlaamse Gemeenschap voorhanden is. 4. FINANCIELE INFORMATIE, SECTORALE CLASSIFICATIES, HERGROEPERINGEN EN AFKORTINGEN - Sinds 1 januari 1999 is de euro (EUR of €) de officiële munteenheid van België. De Belgische frank (BEF) bleef bestaan in zijn fysieke vorm als wisselmunteenheid tot 1 januari 2002, datum waarop hij volledig door de euro werd vervangen. De omrekeningskoers werd vastgelegd op 31 december 1998 : € 1= 40,3399 BEF. Het invoeren van de nieuwe munteenheid heeft gevolgen niet alleen voor het opslaan van de informatie in databanken maar ook voor het publiceren van „in waarde“ uitgedrukte statistieken. Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgt daarbij zoveel mogelijk de instructies van de nationale en Europese statistische instellingen. Gegevens met referentieperiode (periode waarop de op te slaan of te publiceren gegevens betrekking hebben) tot en met 31 december 1998 worden in BEF opgeslagen, deze vanaf 1 januari 1999 worden zo snel mogelijk en zeker vanaf 1 januari 2002 in EUR opgeslagen (en niet in eurocenten maar afgerond naar euro). Vanaf 1 januari 2002 wordt voor de publicatie een onderscheid gemaakt naargelang de referentieperiode : gegevens met betrekking tot een referentieperiode tot en met 31 december 1998 moeten in BEF gepubliceerd worden, vanaf 1 januari 1999 moeten zij in EUR gepubliceerd worden. Dit betekent dat tijdreeksen een breuk vertonen tussen eind 1998 en begin 1999. Aangezien voor de periode vòòr 1 januari 1999 verschillende omrekeningsmethoden mogelijk zijn, elk met hun voor- en nadelen en verschillend naargelang het toepassingsveld, werd geen omrekeningsformule aanbevolen en is het aan de gebruiker
om de formule te gebruiken die het best is aangepast aan zijn situatie. Oplossingen voor vergelijkingen en omrekeningen zullen teruggaan naar de bronleverancier van de gegevens aangezien deze beschikt over de meest gedetailleerde originele waarden, waarop bij voorkeur de omrekeningen moeten gebeuren. Dit geldt ook voor het invoeren en wijzigen van eventuele klassengrenzen gebaseerd op de munteenheden (bvb. inkomensklassen). - Voor de classificatie van de economische activiteiten gebruikt men hoofdzakelijk de NACE BEL, de Belgische variant van de NACE-Rev1 (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne) die normaal gezien door alle lidstaten van de Europese Unie toegepast dient te worden (zie Bijlagen). Niettemin blijven er domeinen bestaan waar de instellingen die de statistieken uitgeven hun eigen terminologie gebruiken. In sommige gevallen hebben we getracht de activiteiten te groeperen en opnieuw te ordenen teneinde de NACE-BEL classificatie te benaderen. In dat geval wordt de groeperingsmethode in de bijlagen vermeld. - Sommige groeperingen op basis van leeftijd, leeftijdsklasse, nationaliteit... worden uitgevoerd om het lezen van de tabellen te vergemakkelijken. - Een lijst van letterwoorden en gebruikelijke afkortingen, samen met hun betekenis en hun vertaling, komt in het begin van elk boekdeel voor. - Teneinde sommige tabellen te vereenvoudigen, worden afgekorte benamingen gebruikt. Toch zal de lezer de volledige benamingen en terminologieën in de eerste pagina’s van elk boekdeel vinden en in de bijlagen op het einde worden de nomenclaturen toegelicht, zoals ze door de bronnen worden gepubliceerd. 5. VOORSTELLING VAN DE TABELLEN Bij elke tabel wordt in de rechterbovenhoek een verklarende tekst (legende) gevoegd waarin volgende gegevens voorkomen : - de statistische eenheid - het nummer van de bijhorende methodologische nota - de instelling die de statistiek vrijgeeft. In het algemeen worden : - op de abscis (eerste lijnen) de jaren aangeduid - op de ordinaat (de linker kolom) de plaatsen, of andere kenmerken zoals het type van economische activiteit, leeftijdsklasse, beroep... aangeduid. 15
Statistische indicatoren 2005
II. DE METHODOLOGISCHE NOTA’S
DE TITELS
Bij elke tabel hoort een methodologische nota die hetzelfde nummer en dezelfde titel draagt.
Naam van het hoofdstuk Eventuele ondertitel Nummer en titel van de tabel In de titel worden de kenmerken opgesomd die in de tabel zijn opgenomen.
Sommige methodologische nota’s verwijzen naar meer dan één tabel : dan worden meerdere tabellennummers met hun bijhorende titels vooraan de nota vermeld. Op deze wijze zijn herhalingen vermeden en komt het onderlinge verband tussen een aantal tabellen beter tot uiting. Alle methodologische nota’s worden op de volgende manier voorgesteld :
Het woord „ per ” verwijst naar de kenmerken verdeeld over de kolommen. Het woord „ naar ” verwijst naar de kenmerken verdeeld over de lijnen.
EEN STANDAARD VERKLARENDE TEKST
Eenheid : de dimensie waarin de statistieken van de tabel uitgedrukt zijn Bron : de instelling(en) die de statistieken publiceert (publiceren) Publicatie : de uitgave(n) van de instelling in dewelke de statistieken gepubliceerd worden; wanneer de gegevens niet uitgegeven werden, staat er „ op aanvraag ” vermeld. Geografische indeling : de vermelde geografische entiteiten in de tabel worden in gewoon lettertype vermeld, terwijl hetgeen bestaat maar niet voorkomt in de tabel, cursief gedrukt staat. Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : de gekozen periodiciteit wordt in gewoon lettertype opgegeven, terwijl hetgeen bestaat maar niet overgenomen wordt in de tabel, cursief gedrukt staat. De termijn voor het bekomen van gegevens wordt in de mate van het mogelijke vermeld.
UITLEG OVER DE STATISTISCHE REEKSEN De uitleg onder de inzet heeft tot doel de gebruikte variabelen te definiëren, de veranderingen te verklaren die tijdens de beschouwde periode zijn opgetreden of soms toelichting te geven over de instelling die de statistieken verstrekt.
16
HOOFDSTUK 0
HOOFDSTUK 0
INDICATOREN VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
HOOFDSTUK 0
INDICATOREN voor het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
De informatie, gepubliceerd in de tabellen van de hoofdstukken I à XIII, bevat gegevens die meestal toelaten het belang van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen het Rijk te evalueren. De informatie wordt ook soms geleverd voor de aangrenzende provincies of arrondissementen (respectievelijk Nuts 2 en 3 in de nomenclatuur van de Europese territoriale eenheden) : een vereenvoudigde benadering van het hinterland waarin het grootste deel van de Brusselse „ banlieue ” en „ forensenwoonzone ” gelegen is. Ingevolge de verdere federalisering van het land, het belang van de regio’s binnen de Europese Unie en de herhaalde vragen naar vergelijkingen, leek het nuttig een aantal indicatoren te berekenen die het specifieke stedelijke karakter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderlijnen. De toekomst van de hierna volgende serie zal worden bepaald door de reacties van de lezers, geïnteresseerd in dit type informatie. Naargelang de benadering van iedere tabel, afzonderlijk of onderling gecombineerd, vallen ontelbare indicatoren te bouwen. Iedere tabel – in se reeds een synthese - laat toe aandelen te berekenen zowel in horizontale, verticale als in diagonale richting. Bovendien zijn vele tabellen transversaal zinvol te verbinden met informatie uit andere domeinen. Daarom behoort tot het opzet van deze reeks gegevens, dat de gebruikte jaartallen doorheen alle domeinen zoveel mogelijk overeenstemmen. Deze visie primeert op de actualiteit van het gegeven. De meest bekende en gemakkelijk interpreteerbare synthesecijfers zijn de chronologische indices, waarbij het basisjaar een belangrijke rol heeft. Dit veronderstelt een transversale lezing doorheen de jaarlijkse publicaties (vierde dimensie). Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse bouwt deze benadering geleidelijk op. Ratios als indicatoren zijn kernachtige samenvattingen: een resultaat van een arbitrage tussen enerzijds de synthese en anderzijds het verlies aan informatie. Hun degelijke interpretatie vereist aandacht te behouden voor de globale informatie, voor de definities en voor de geografische dimensie van de beschouwde territoriale eenheid. De berekeningen leidend tot een aantal synthesecijfers werden toegepast op de bevolking, de tewerkstelling opgenomen in de sociale zekerheid, de beroepsbevolking en de diploma’s, productie, inkomens en -belasting, een deel van het toerisme en op het motorvoertuigenpark, het grondgebied en de onroerende goederen. In hun keuze wordt geprobeerd de eigenheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te onderstrepen. 19
Alle hier berekende indicatoren verwijzen naar de bronnen die in de hoofdstukken van de publicatie zijn vermeld. De definities van de gebruikte kenmerken staan vermeld in de methodologische nota’s die bij deze hoofdstukken horen. De gebruikte bronnen zijn vooreerst deze die voor het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) best bereikbaar zijn, omdat zij ofwel behoren tot de regelmatige publicaties van de leverende instellingen ofwel omdat zij deel uitmaken van die informatie, die door het BISA werd besteld, om de tabellen van de hoofdstukken I à XIII te verwezenlijken. De bereikbaarheid van de bron beïnvloedt het gebruikte referentiejaar bij de onderscheiden domeinen; dit impliceert de hypothese dat de waarden van de structurele indicatoren op enkele jaren na weinig verschillen. Een ander onderscheid naargelang de bron zijn bvb. de grenzen van de leeftijdsgroepen in verschillende domeinen (bevolking, beroepsbevolking, diploma’s); ook dit valt in dit stadium niet te harmoniseren. De meeste berekeningen zijn uitgevoerd door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zoals in de volgende hoofdstukken wordt geen commentaar geleverd bij berekende cijfers. Het komt de lezers toe het belang van het cijfer te waarderen naargelang hun eigen belangstelling. De sectie „ Bevolking ” toont waar het grootste aandeel jongeren, ouderen, vreemdelingen woont en dit naar geslacht. De sectie „ Tewerkstelling opgenomen in de sociale zekerheid ” wijst aan waar deze het belangrijkst is ten opzichte van de woonbevolking. Ook het belang van de openbare sector valt te situeren. Tevens werd het aandeel van grote en kleine vestigingen bekeken (vestigingen en hun tewerkstelling) en dit voor zowel de openbare als de private sector. Voor de sectie „ Beroepsbevolking, werkloosheid en diploma’s ” is de bron de jaarlijkse enquête naar de arbeidskrachten (NIS) en de RVA. Die afgeleide indicatoren zijn te interpreteren als een aanwijzing, gezien zij resulteren uit extrapolaties van de cijfers bekomen uit de ondervraagde steekproef en niet uit een volledige telling. De verschillen in tewerkstellings-, activiteits-, deelnemings- en werkloosheidsgraden, per geslacht en per gewest, zijn af te lezen. Deze cijfers zijn overgenomen uit die enquête naar de arbeidskrachten. Ook de aandelen weinig en hoog gediplomeerden van de meer dan 15-jarigen in elk van de gewesten vallen te waarderen. Deze gegevens worden geconfronteerd met de aandelen weinig en hoog gediplomeerden bij de werklozen. De sectie „ Productie van toegevoegde waarde ” geeft het bruto binnenlands product (BBP) per inwoner. De toegevoegde waarde die in een gewest wordt verwezenlijkt is echter geproduceerd door de personen die er werken. Het is bijgevolg nuttig gebleken deze toegevoegde waarde ook te berekenen per loontrekkende van deze gewesten. Het belang van de forensische
20
HOOFDSTUK 0
arbeid, geleverd door werknemers woonachtig buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beïnvloedt deze waarden. Noteer dat nochtans de zelfstandigen niet in deze statistieken zijn bijgeteld (tenzij in de enquête naar de arbeidskrachten - sectie beroepsbevolking) want de werkplaats van de zelfstandigen is niet gekend (de statistieken opgemaakt omtrent de zelfstandigen gebeuren nog steeds op basis van hun woonadres en slechts steekproeven geven een benadering van hun werkplaats(en)). De vergoeding door de werkgevers aan de werknemers voor hun arbeid is uitgedrukt in hun loon. Die verloning wordt regionaal verdeeld in functie van de vestigingsplaats van de lokale eenheid in analogie met de andere regionale gegevens afgeleid uit de ondernemingsgegevens in de nationale rekeningen. Het leek eveneens nuttig vanuit dezelfde bron – regionale rekeningen - het aandeel van het beschikbaar inkomen in het primaire inkomen te vermelden evenals het aandeel van dit primaire inkomen in dit inkomen inclusief overdrachten. Doel is de verschillen voor de beschouwde administratieve eenheden in de samenstelling van de inkomens van de huishoudens, vanuit deze ‘onrechtstreekse’ bron, te onderlijnen. Deze ratios zijn berekend vanuit de regionale verdeling van de huishoudensrekeningen. De sectie „ Inkomsten- en inkomstenbelasting van natuurlijke personen ” wijst de verdeling aan van de inkomens en de belastingen, wezenlijk deel van de fiscaliteit, evenals het belang van de lage en hoge inkomens in het aantal aangiften en in de netto belastbare inkomens. Het aandeel personen zowel woonachtig in het buitenland als in België en die in hotels overnachten zijn in de sectie „ Overnachtingen in hotels ” voor elk gewest opgegeven. Deze indicator levert zowel inlichtingen van toeristisch-culturele aard als van een aspect van de buitenlandse handel, een domein waarvoor gewestelijke gegevens vrij zeldzaam zijn. (Ter herinnering: De betalingen die gebeuren door een niet in België woonachtige bezoeker of door zijn buitenlands bedrijf ter vereffening van de kosten van zijn tijdelijk verblijf in Belgische „toeristische instellingen” is een uitvoer door België aan dit buitenland.) In de sectie „Motorvoertuigen” is de verdeling van dit voertuigenpark volgens het type per 1 000 inwoners opgegeven. De sectie „Grondgebied en onroerend goed” geeft inzicht in de (bebouwde) oppervlakte en het belang van het kadastraal inkomen. Het gebouwenpark duidt het deel woongebouwen en nietwoongebouwen aan evenals het aantal inwoners per gebouw. De statistiek van de verkopen wijst op de prijs (exclusief de kosten van registratierechten en notaris) van de terreinen en op de aandelen verkochte residentiële onroerende goederen in ieder van de gewesten (de impact van de appartementenverkoop is afzonderlijk weergegeven als typisch verkocht goed binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De bron is meestal fiscaal (Kadaster). Meer inlichtingen zijn te lezen in de methodologie horend bij de overeenstemmende hoofdstukken.
21
INDICATOREN voor het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (1/3) Berekeningen : Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Bevolking op 1.1.2004 Nationaliteit in % van de totale bevolking van de administratieve entiteit Belgen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
73,7 94,1 91,7 95,2 90,9 91,7
Alle vreemdelingen 26,3 5,9 8,3 4,8 9,1 8,3
Vreemdelingen EU 15 14,5 4,4 6,5 3,0 7,3 5,9
Nationaliteit en geslacht in % van de totaale bevolking van de administratieve entiteit Mannen Belgen Vreemdelingen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
34,8 46,0 44,3 46,8 43,8 44,7
13,2 3,0 4,3 2,5 4,7 4,3
Vrouwen Belgen Vreemdelingen 38,8 48,1 47,3 48,4 47,1 47,1
13,1 2,9 4,1 2,3 4,4 4,0
Geslacht, nationaliteit en leeftijd Mannen
Belgen : in % van Belgische mannen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk Vrouwen
18 tot 64 jaar
65 en +
0 tot 17 jaar
18 tot 64 jaar
65 en +
25,3 21,4 25,1 21,0 24,6 22,5
60,4 62,9 61,5 63,5 61,7 62,7
14,4 15,7 13,4 15,5 13,7 14,8
16,5 20,0 17,0 16,7 11,0 14,6
76,4 72,9 74,4 73,6 74,8 74,9
7,1 7,1 8,6 9,7 14,3 10,6
Belgen : in % van Belgische vrouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Vreemdelingen : in % van vreemde mannen
0 tot 17 jaar
Vreemdelingen : in % van vreemde vrouwen
0 tot 17 jaar
18 tot 64 jaar
65 en +
0 tot 17 jaar
18 tot 64 jaar
65 en +
21,7 19,6 22,4 19,4 21,9 20,4
56,2 60,2 59,6 60,3 58,4 59,3
22,1 20,2 17,9 20,3 19,7 20,3
15,9 19,5 17,3 17,6 11,3 14,8
75,4 73,8 73,3 72,8 70,1 72,7
8,7 6,7 9,5 9,6 18,6 12,5
Tewerkstelling opgenomen in de sociale zekerheid in 2002 Tewerkstelling in % van de bevolking
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Totaal
Privé-sector
Overheid en onderwijs
61,6 33,3 26,9 33,9
38,3 25,0 16,5 23,5
23,3 8,3 10,3 10,4
Tewerkstelling in de overheidssector en het onderwijs in % van de totale tewerkstelling van de entiteit Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Vestigingen 6,7 6,5 10,4 7,6
Werknemers 37,8 25,0 38,4 30,7
% van de grote vestigingen (500 tewerkgestelden en meer) in elke entiteit
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Privé-sector Vestigingen Werknemers 0,2 23,6 0,2 15,9 0,1 11,1 0,2 16,0
Overheid en onderwijs Vestigingen Werknemers 4,7 58,8 1,6 32,6 1,6 33,2 2,0 38,4
% van de kleine vestigingen (19 tewerkgestelden en minder) in elke entiteit
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
22
Privé-sector Vestigingen Werknemers 90,2 26,6 90,3 31,6 92,1 37,9 90,8 32,2
Overheid en onderwijs Vestigingen Werknemers 59,7 3,3 60,9 7,2 64,5 7,9 62,1 6,6
HOOFDSTUK 0
INDICATOREN voor het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (2/3) Berekeningen : Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Beroepsbevolking, werkloosheid en diploma’s in 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Tewerkstellingsgraad (%) = werkende beroepsbevolking / bevolking van 15 tot 64 jaar Mannen Vrouwen 59,1 47,4 70,7 55,0 63,5 47,4 67,3 51,8
Activiteitsgraad (%) = actieve bevolking (werkende beroepsbevolking en werklozen IAB)/ bevolking van 15 tot 64 jaar Totaal Mannen Vrouwen 63,1 70,5 55,9 66,8 74,6 58,7 62,3 70,6 53,8 64,9 72,9 56,3
Deelnemingsgraad (%)= beroepsbevolking (werkende beroepsbevolking en werklozen IAB)/ Totale bevolking Totaal Mannen Vrouwen 42,0 48,6 35,9 44,2 50,8 37,8 40,5 47,5 34,0 42,8 49,5 36,4 Bevolking naar diploma in % van de bevolking
Werkloosheidsgraad (%)= werklozen IAB/ beroepsbevolking (werkende beroepsbevolking en werklozen IAB) Totaal Mannen Vrouwen 15,7 16,1 15,3 5,7 5,2 6,3 10,9 10,1 11,9 8,2 7,0 8,9
Totaal 53,2 62,9 55,4 59,6
Werklozen IAB naar diploma in % van het totaal aantal werklozen IAB zonder diploma of met alleen lager onderwijs (1)
van 15 jaar en meer zonder diploma of met alleen lager onderwijs Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Totaal 10,8 8,9 9,1 9,1
Mannen 12,2 9,6 10,4 10,1
Vrouwen 9,1 7,8 7,3 7,8
Totaal 21,6 18,9 16,0 18,2
niet-universitair hoger onderwijs (lange type) of universitair Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Mannen 23,0 21,6 19,9 21,2
Vrouwen 19,6 16,0 11,6 14,8
niet-universitair hoger onderwijs (lange type) of universitair
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
32,2 13,9 15,3 15,9
34,2 15,5 15,9 17,2
29,6 11,8 14,6 14,3
14,7 8,5 6,0 8,6
14,7 10,1 5,2 9,0
14,6 6,7 6,9 8,1
(1) of met een diploma niet door België erkend of niet te rangschikken binnen de Belgische onderwijscategorieën
Productie van toegevoegde waarde in 2002 en 2003 BBP/Inwoner (1000 EUR)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Bruto TW/werknemer (1000 EUR)
Loon per werknemer (1000 EUR)
Lonen in % van de bruto TW
Beschikbaar Beschikbaar inkomen in % inkomen in % van het primaire van het primaire inkomen inkomen + overdrachten
2002
2003
2002
2003
2002
2002
2002
2002
50,70 25,95 24,67 25,00 18,22 25,27
51,88 26,57 24,94 25,72 18,71 25,98
74,21 73,09 79,12 67,64 61,25 67,08
77,66 75,19 81,09 70,36 62,73 69,61
48,09 43,37 43,51 39,25 36,72 40,12
64,8 59,3 55,0 58,0 60,0 59,8
76,7 71,5 72,0 74,3 79,4 76,0
61,0 59,7 59,8 61,1 61,9 61,3
Inkomstenbelastingen van de natuurlijke personen. Aanslagjaar 2003, inkomens 2002
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Aantal inwoners voor 100 aangiften
Gemiddeld inkomen per aangifte
Inkomen van de mediaanaangifte
Totaal belastbaar inkomen per inwoner
Totale belasting per inwoner
Gemeente belasting per inwoner (excl. agglom.)
Staatsbelasting per inwoner
in EUR
in EUR
in EUR
in EUR
in EUR
in EUR
220 205 202 197 203 201
23 776 29 803 28 811 25 620 23 018 24 621
17 588 21 824 19 983 19 764 17 692 18 914
10 805,2 14 556,8 14 227,9 13 001,7 11 342,8 12 252,3
2 943,9 4 259,4 4 101,0 3 472,8 2 763,3 3 191,4
179,4 274,3 244,4 228,3 192,0 211,8
2 737,3 3 985,1 3 856,5 3 244,4 2 571,3 2 977,0
% van de aangiften van minder of meer dan ………. EUR minder dan 10.000 EUR Aangiften
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
19,38 12,63 18,60 15,80 19,00 17,14
meer dan 50.000 EUR
Lonen en wedden
Aangiften
4,73 2,25 3,24 3,33 4,79 3,89
Lonen en wedden
7,85 14,18 13,99 9,60 7,45 8,75
28,39 38,76 41,80 29,06 24,79 27,72
% van de componenten van het gezamenlijk belastbaar inkomen Beroepsinkomsten
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Andere inkomsten
van zelfstandigen
lonen en wedden
pensioenen
10,71 9,76 12,14 10,12 8,87 9,79
57,78 65,75 61,45 62,78 58,63 61,11
20,26 17,51 17,80 19,15 22,19 20,16
werkloosheidsuitkeringen
5,01 1,99 2,72 3,00 4,91 3,75
ziekte- en invaliditeit
2,07 1,74 1,81 2,18 2,67 2,32
uit kapitalen en uit onroerende roerende goederen goederen
0,03 0,01 0,02 0,02 0,01 0,02
diverse
3,87 3,12 3,80 2,64 2,57 2,72
0,28 0,11 0,24 0,10 0,14 0,13
23
INDICATOREN voor het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (3/3) Berekeningen : Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Overnachtingen in de hotelinrichtingen in 2003 Aantal overnachtingen in % van het Rijkstotaal oorsprong : land van gewoon verblijf
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest Waals gewest Rijk (2)
België
andere EU landen
overige landen
10,4 62,5 27,0 4 060 949
35,9 52,1 12,0 8 042 226
55,3 37,6 7,1 2 238 294
Motorvoertuigenpark voor 1 000 inwoners in 2004 Auto’s Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams gewest Waals gewest Rijk
Autobussen Vrachtwagens
490,5 562,5 480,6 505,7 484,2 468,9
2,2 1,2 1,1 1,5 1,5 1,5
Trekkers
67,6 58,0 44,2 61,0 52,4 55,6
Landbouwtrekkers
3,2 5,7 1,8 5,8 3,6 4,6
0,8 16,1 14,0 17,1 21,9 16,0
Overige 2,5 4,5 5,7 5,9 7,0 5,5
Totaal
Moto
566,9 645,8 547,4 597,0 570,6 552,0
20,8 35,2 39,9 34,2 37,8 32,0
Grondgebied en onroerend goed 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest waarvan Vlaams-Brabant Waals gewest waarvan Waals-Brabant Rijk (2)
% in de totale Rijksoppervlakte
0,5 44,3 6,9 55,2 3,6 3 052 792,5
Bebouwde Bebouwde oppervlakte (%) oppervlakte (%) /gekadastreerde /totale oppervlakte oppervlakte
56,3 18,2 18,9 7,6 14,2 12,5
Kadastraal inkomen (KI) % in de Rijkstotaal
44,8 16,9 17,8 7,3 13,5 11,8
14,5 61,5 9,8 24,1 3,6 7 789,82 miljoen EUR
% vrijgesteld KI
Vrijgesteld KI (%)/ Belastbaar KI
14,3 9,5 7,1 9,5 5,7 10,2
16,7 10,5 7,6 10,4 6,1 11,4
Gebouwenpark 2003
Nietwoongebouwen (%)/ gebouwenpark
% nietwoongebouwen in het Rijkstotaal niet-woongebouwen
18,9 17,3 15,2 21,5 14,9 18,9
4,6 53,9 8,1 41,5 2,6 796 125
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest waarvan Vlaams-Brabant Waals gewest waarvan Waals-Brabant Rijk (2)
% woongebouwen in het Rijkstotaal woongebouwen
Aantal inwoners per woongebouw
4,6 60,1 10,6 35,3 3,5 3 423 224
6,3 2,9 2,8 2,8 3,0 3,0
Verkopen van bouwterreinen 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams gewest waarvan Vlaams-Brabant Waals gewest waarvan Waals-Brabant Rijk (2)
% van de gewestelijke (provinciale) oppervlakte
Prijs per m2 in EUR
Aandeel in het Rijkstotaal van de verkopen
Aandeel in het Rijkstotaal van de prijzen
% Verkoop van appartementen (& delen)
0,9 47,4 10,7 51,6 7,1 24 505 032 m2
0,143 0,086 0,125 0,075 0,160 0,080
226,22 86,67 95,94 26,07 52,14 56,70
12,8 58,8 8,3 28,4 3,4 133 395
15,7 61,7 10,6 22,6 4,7 15 727,7 miljoen Eur
59,5 28,2 18,7 12,6 21,3 27,8
(2) Relatieve of absolute waarde naar omstandigheid.
24
% van de verkopen van woongebouwen
% van de totale oppervlakte
HOOFDSTUK I
BEVOLKING EN HUISHOUDENS
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.1
TOTALE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE : referentiejaren op 1 januari
Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Totale en Belgische bevolking op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
Vóór 1988 werden het bevolkingscijfer en de loop van de bevolking bepaald op basis van de gegevens over de loop van de bevolking die elk gemeentebestuur meedeelde. De gegevens over de loop van de bevolking werden jaar na jaar toegevoegd aan het cijfer van de laatste tienjaarlijkse volkstelling.
- de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning.
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben.
De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin
De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden. - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging) - alle personen die illegaal in België verblijven.
27
Statistische indicatoren 2005
TABEL
I.2
BINNENLANDSE MIGRATIES tussen het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en de ARRONDISSEMENTEN van de BRABANTSE PROVINCIES en het RIJK: referentiejaren Statistische eenheid: Aantal personen Bronnen: NIS – berekeningen BISA van het MBHG Publicatie: Demografische statistieken : „Loop van de bevolking en migraties” Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens ; na 1 jaar
Deze tabel vermeldt het aantal personen die het Brussel Hoofdstedelijk Gewest verlaten (of er zich vestigen) met de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), of het Rijk (inclusief de erboven vermelde Brabantse arrondissementen) waar ze naar verhuizen (of van waar ze zich komen vestigen) tijdens de aangeduide jaren. Het saldo is het verschil tussen de personen die zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen vestigen en deze die het Gewest verlaten. Dit saldo is berekend door het BISA. Vóór 1988 werden het bevolkingscijfer en de loop van de bevolking bepaald op basis van de gegevens over de loop van de bevolking die elk gemeentebestuur meedeelde. De gegevens over de loop van de bevolking werden jaar na jaar toegevoegd aan het cijfer van de laatste tienjaarlijkse volkstelling. Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatie en verwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht 28
-
de nationaliteit de hoofdverblijfplaats de plaats en de datum van overlijden het beroep de burgerlijke staat de samenstelling van het gezin de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.3
BUITENLANDSE MIGRATIES tussen het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, de ARRONDISSEMENTEN van de BRABANTSE PROVINCIES, het RIJK en het BUITENLAND : referentiejaren Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS - berekeningen BISA van het MBHG Publicaties: Demografische statistieken : „Loop van de bevolking en migraties” Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens ; na 1 jaar
Deze tabel toont de evolutie van de bevolkingsuitwisselingen tussen het buitenland en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en van Waals-Brabant (Nijvel) en het geheel van het Rijk. De begrippen met betrekking tot de buitenlandse migraties zijn de volgende: - inwijking (of immigratie): inschrijvingen in de gemeente van personen afkomstig uit het buitenland - uitwijking (of emigratie): schrappingen uit de gemeentelijke registers van personen die verhuizen naar het buitenland - migratiesaldo: immigratie — emigratie - (ambtshalve) geschrapte bevolking: dit zijn personen waarvan de verdwijning uit de gemeente werd vastgesteld en die derhalve door de gemeente uit de registers werden geschrapt. Hun adres van bestemming is uiteraard onbekend - heringeschreven bevolking: dit zijn personen die ambtshalve geschrapt waren, maar die het Rijksregister heeft teruggevonden als ingeschreven in dezelfde of in een andere gemeente.
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat, instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie.
Door het verschil te berekenen tussen de ambtshalve geschrapte bevolking en de heringeschreven bevolking bekomt men het aantal personen die het Rijksregister niet heeft teruggevonden. Dit aantal noemt men het saldo van de onbekenden. Aangezien dit saldo de personen betreft die niet binnen België worden teruggevonden, kan men veronderstellen dat ze naar het buitenland zijn vertrokken. Bijgevolg wordt het saldo van de onbekenden veelal opgeteld bij de buitenlandse emigratie.
Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin - de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning.
Vóór 1988 werden het bevolkingscijfer en de loop van de bevolking bepaald op basis van de gegevens over de loop van de bevolking die elk gemeentebestuur meedeelde. De gegevens over de loop van de bevolking werden jaar na jaar toegevoegd aan het cijfer van de laatste tienjaarlijkse volkstelling.
De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. 29
Statistische indicatoren 2005
De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden;
30
- de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.4
MIGRATIES van de TOTALE BEVOLKING tijdens het jaar 2003 TABEL
I.5
MIGRATIES van de BELGISCHE BEVOLKING tijdens het jaar 2003 TABEL
I.6
MIGRATIES van de VREEMDE BEVOLKING tijdens het jaar 2003
Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS - berekeningen BISA van het MBHG Publicaties: Demografische statistieken : „Loop van de bevolking en migraties” Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), rest van Vlaanderen, rest van Wallonië, het Rijk en het buitenland Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; na 1 jaar
Deze tabellen vermelden alle migraties tijdens het jaar tussen alle gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de arrondissementen van de provincies Vlaams- en Waals-Brabant, van elders in Vlaanderen en in Wallonië, en tussen deze eenheden onderling, het totaal voor het Rijk en van en naar het buitenland. De (ambtshalve) geschrapte bevolking betreft de personen waarvan de verdwijning uit de gemeente werd vastgesteld en die derhalve door de gemeente uit de registers werden geschrapt. Hun adres van bestemming is uiteraard onbekend. Onder heringeschreven bevolking verstaat men de personen die ambtshalve geschrapt waren, maar die het Rijksregister heeft teruggevonden als ingeschreven in dezelfde of in een andere gemeente. Door het verschil te berekenen tussen de ambtshalve geschrapte bevolking en de heringeschreven bevolking bekomt men het aantal personen die het Rijksregister niet heeft teruggevonden. Dit aantal noemt men het saldo van de onbekenden. Aangezien dit saldo de personen betreft die niet binnen België worden teruggevonden, kan men veronderstellen dat ze naar het buitenland zijn vertrokken. Bijgevolg wordt het saldo van de onbekenden veelal opgeteld bij de buitenlandse emigratie. Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een sys-
teem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin - de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven 31
Statistische indicatoren 2005
- in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden
32
- de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden. - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven. De statistiek van de Belgische en de vreemde bevolking wordt opgesteld op basis van het juridische criterium van de nationaliteit. Alleen de personen die enkel een buitenlandse nationaliteit hebben, worden tot de vreemde bevolking gerekend. Personen die naast een buitenlandse nationaliteit ook de Belgische nationaliteit bezitten (dit zijn de personen met de zogenaamde dubbele nationaliteit), worden tot de Belgische bevolking gerekend.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.7
LOOP van de TOTALE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003 TABEL
I.8
LOOP van de BELGISCHE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003 TABEL
I.9
LOOP van de VREEMDE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003
Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Loop van de bevolking en migraties” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens ; na 1 jaar
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
- de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven
De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie.
De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben.
Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin
- in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning.
De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij deinstellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden. - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden 33
Statistische indicatoren 2005
ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven
- saldo van de Belgische bevolking: personen die de Belgische nationaliteit verwerven - personen die de Belgische nationaliteit verliezen
De statistiek van de Belgische en de vreemde bevolking wordt opgesteld op basis van het juridische criterium van de nationaliteit. Alleen de personen die enkel een buitenlandse nationaliteit hebben, worden tot de vreemde bevolking gerekend. Personen die naast een buitenlandse nationaliteit ook de Belgische nationaliteit bezitten (dit zijn de personen met de zogenaamde dubbele nationaliteit), worden tot de Belgische bevolking gerekend.
Aanpassingen
Enkele bijzondere definities met betrekking tot de „Loop van de bevolking” Bevolking op 1/1/T - wettelijke bevolking op 1 januari berekend op basis van de cijfers van het Rijksregister Natuurlijke loop - geboorten: geboorten van personen waarvan de moeder in de gemeente verblijft - sterften: overlijdens van personen ingeschreven in de gemeente - natuurlijk saldo: geboorten – sterften Migratieloop - inwijkingen: inschrijvingen in de gemeente van personen afkomstig van een andere Belgische gemeente en/of uit het buitenland - uitwijkingen: schrappingen uit de gemeentelijke registers van personen die verhuizen naar een andere Belgische gemeente of naar het buitenland - migratiesaldo: inwijkingen — uitwijkingen Totaal saldo - totaal saldo: natuurlijk saldo + migratiesaldo Verandering van nationaliteit Deze kolom ontbreekt in de tabel van de totale bevolking omdat nationaliteitswijzigingen de loop van de totale bevolking niet beïnvloeden, maar enkel die van de Belgische en de vreemde bevolking.
34
- saldo van de vreemde bevolking: personen die de Belgische nationaliteit verliezen - personen die de Belgische nationaliteit verwerven
- verandering van register: personen die al in België verbleven maar nog niet in de bevolkingsregisters waren opgenomen. Desgevallend waren ze in het wachtregister opgenomen. Er is dus geen sprake van een natuurlijke loop of een immigratie (Deze kolom bestaat sinds 1998). - heringeschreven: personen die ambtshalve geschrapt waren, maar die het Rijksregister heeft teruggevonden als ingeschreven in dezelfde of in een andere gemeente. (Deze kolom bestaat sinds het in gebruik nemen van het Rijksregister) - ambtshalve geschrapte bevolking: personen waarvan de verdwijning uit de gemeente werd vastgesteld en die derhalve door de gemeente uit de registers werden geschrapt. Hun adres van bestemming is uiteraard onbekend. - statistische aanpassing: vanaf 1989 is deze kolom het saldo van de operaties van het voorgaande jaar dat nog niet werd verrekend door het Rijksregister op het moment van de overdracht van gegevens over de bevolkingsloop van dat jaar naar het NIS. Bevolking op 1/1/T+1 - dit is de bevolking die van rechtswege in ons land verblijft op 1 januari van het volgende jaar zoals berekend op basis van het Rijksregister. Ze is de bevolking op 1/1/T + het natuurlijk saldo + het migratiesaldo + de verandering van register + de heringeschreven bevolking - de geschrapte bevolking + de statistische aanpassing + het saldo van de nationaliteitswijzigingen (enkel van belang voor de bepaling van de Belgische en vreemde bevolking)
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.10
BELGISCHE, VREEMDE en TOTALE BEVOLKING per GESLACHT en naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004 Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Totale en Belgische bevolking op 1 januari” & „Buitenlandse bevolking op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 1 januari ; na 1 jaar
TABEL
I.11 a-b-c-d
TOTALE, BELGISCHE en VREEMDE BEVOLKING per GESLACHT en per LEEFTIJDSGROEP naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004 Statistische eenheid: Aantal personen Bron: NIS - berekeningen BISA van het MBHG Publicaties: Demografische statistieken : „Totale en Belgische bevolking op 1 januari” & „Buitenlandse bevolking op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 1 januari ; na 1 jaar
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep
- de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin - de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden; 35
Statistische indicatoren 2005
- de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging);
36
- alle personen die illegaal in België verblijven. De statistiek van de Belgische en de vreemde bevolking wordt opgesteld op basis van het juridische criterium van de nationaliteit. Alleen de personen die enkel een buitenlandse nationaliteit hebben, worden tot de vreemde bevolking gerekend. Personen die naast een buitenlandse nationaliteit ook de Belgische nationaliteit bezitten (dit zijn de personen met de zogenaamde dubbele nationaliteit), worden tot de Belgische bevolking gerekend.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.12
VREEMDE BEVOLKING per NATIONALITEIT : referentiejaren op 1 januari Statistische eenheid: Aantal personen Bronnen: NIS - berekeningen BISA van het MBHG Publicaties: Demografische statistieken : „Buitenlandse bevolking op 1 januari” Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 1 januari ; na 1 jaar
TABEL
I.13
VREEMDE BEVOLKING per NATIONALITEIT en naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004 Statistische eenheid: Aantal personen Bronnen: NIS - berekeningen BISA van het MBHG Publicaties: Demografische statistieken : „Buitenlandse bevolking op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de andere drie arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven en Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 1 januari ; na 1 jaar
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum - het geslacht - de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de samenstelling van het gezin
- de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning. De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de nietBelgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. 37
Statistische indicatoren 2005
- de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven. De statistiek van de Belgische en de vreemde bevolking wordt opgesteld op basis van het juridische criterium van de nationaliteit. Alleen de personen die enkel een buitenlandse nationaliteit hebben, worden tot de vreemde bevolking gerekend. Personen die naast een buitenlandse nationaliteit ook de Belgische nationaliteit bezitten (dit zijn de personen met de zogenaamde dubbele nationaliteit), worden tot de Belgische bevolking gerekend. Het NIS geeft niet alle bestaande nationaliteiten door, maar voert een voorafgaande hergroepering uit wanneer het aantal personen van dezelfde nationaliteit zich onder een bepaalde drempel bevindt. Tot en met 2002 voerde de DSS een tweede hergroepering door: - „EU”: Tot 1994 bestond de EU (behalve België) uit volgende 11 landen: Denemarken, Duitsland,
38
Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. In 1995 werden ook Finland, Oostenrijk en Zweden opgenomen in de EU. - „Mediterraan” Afrika: Algerije + Marokko + Tunesië - „Mediterraan” Azië . Tot 1994 is dit Israël + Jordanië + Libanon + Turkije, vanaf 1995 Israël + Libanon + Turkije en vanaf 2000 Israël + Turkije. - Noord-Amerika = Canada + USA Vanaf 2003 worden de buitenlandse EU- nationaliteiten afzonderlijk weergegeven. Ook worden de meest vertegenwoordigde nationaliteiten van de andere Europese landen en van de overige continenten afzonderlijk weergegeven. Ten einde de continuïteit met de voorgaande jaren te waarborgen, worden ook de minder vertegenwoordigde nationaliteiten uit de vroeger samengestelde groepen hernomen. Personen waarvan de nationaliteit onbekend is, worden bij de vluchtelingen en de staatlozen geteld.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.14 a
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en AANTAL COLLECTIEVE HUISHOUDENS: referentiejaren op 1 januari
Statistische eenheid: Aantal huishoudens Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Aantal en grootte van de huishoudens in België - Jaarlijkse toestand tussen 1-1-1990 en 1-1-1997”; „Huishoudens en familiekernen op 1 januari” Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
TABEL
I.14 b
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en AANTAL COLLECTIEVE HUISHOUDENS naar woongemeente op 1 januari 2004
Statistische eenheid: Aantal huishoudens Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Aantal en grootte van de huishoudens in België - Jaarlijkse toestand tussen 1-1-1990 en 1-1-1997”; „Huishoudens en familiekernen op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
TABEL
I.14 c
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en NATIONALITEIT van de REFERENTIEPERSOON naar woongemeente op 1 januari 2004 Statistische eenheid: Aantal huishoudens Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Aantal en grootte van de huishoudens in België - Jaarlijkse toestand tussen 1-1-1990 en 1-1-1997”; „Huishoudens en familiekernen op 1 januari” Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters;
- de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum 39
Statistische indicatoren 2005
-
het geslacht de nationaliteit de hoofdverblijfplaats de plaats en de datum van overlijden het beroep de burgerlijke staat de samenstelling van het gezin de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning.
Enkele bijzondere definities met betrekking tot de „Huishoudens”:
De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben.
Referentiepersoon: In elk privaat huishouden moet een referentiepersoon worden aangeduid, teneinde de plaats van elk lid van het huishouden te kunnen bepalen (verwantschap). In principe wordt als referentiepersoon de persoon genomen die werkelijk de belangen van het gezin behartigt of die voor het grootste deel in het onderhoud van het huishouden voorziet. Toch zal in de realiteit de referentiepersoon degene zijn die zich bezig houdt met de administratieve zaken.
De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven.
40
Huishouden: Een huishouden bestaat ofwel uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk éénzelfde woning betrekken en er samenleven. Men mag een huishouden dus niet verwarren met familie. Zo behoren de leden van éénzelfde familie, zelfs wanneer ze gewoonlijk in hetzelfde huis verblijven, tot onderscheiden huishoudens indien ze er niet samenleven. Daarentegen vormen twee of meer personen onder wie geen verwantschap bestaat, slechts één huishouden indien ze samenleven.
Collectief huishouden: Onder collectief huishouden verstaat men kloostergemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- of arbeidershomes, verplegingsinrichtingen en gevangenissen. Een collectief huishouden heeft geen referentiepersoon. Opmerkingen: Er kunnen kleine verschillen optreden in het aantal alleenstaanden omdat bij personen die pas zijn gescheiden of alleen zijn gaan wonen de gezinscode in het rijksregister nog niet is aangepast. De niet aangepaste codes worden geval per geval opgezocht en manueel aangepast. Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.15 a
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per AARD en SAMENSTELLING: referentiejaren Statistische eenheid: Aantal huishoudens Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Huishoudens en familiekernen op 1 januari”; Algemene Volks- en Woningtelling op 1 maart 1991, deel 6: „Huishoudens en Familiekernen”. Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
TABEL
I.15 b
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per AARD en SAMENSTELLING naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004 Statistische eenheid: Aantal huishoudens Bron: NIS Publicaties: Demografische statistieken : „Huishoudens en familiekernen op 1 januari”; Algemene Volks- en Woningtelling op 1 maart 1991, deel 6: „Huishoudens en Familiekernen”. Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 1 januari; na 1 jaar
Het NIS publiceert slechts sinds 1998 de gegevens betreffende de aard van de huishoudens aan de hand van de gegevens van het Rijksregister. De gegevens van het jaar 1991 geven de toestand op 1 maart weer en zijn afkomstig uit de Algemene Volksen Woningtelling, de enige beschikbare bron terzake voor de periode vóór 1998.
- het geslacht
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
- de samenstelling van het gezin
De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit: - de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters; - de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die in het buitenland verblijven; - het wachtregister voor de kandidaat-vluchtelingen en hun familie. Het Rijksregister bevat de volgende wettelijke informatie: - de naam en de voornamen - de geboorteplaats en de –datum
- de nationaliteit - de hoofdverblijfplaats - de plaats en de datum van overlijden - het beroep - de burgerlijke staat - de vermelding van het register en de administratieve toestand voor de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven - in voorkomend geval: het bestaan van het identiteit- en handtekeningencertificaat - de wettelijke samenwoning. De opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens worden met de datum waarop zij uitwerking hebben in het Rijksregister vermeld. De gegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben. De bevolking de jure omvat de personen die ingeschreven zijn in de gemeentelijke bevolkingsregisters, evenals de vreemdelingen werkzaam bij de instellingen van de Europese Unie en de niet-Belgische leden van hun huishouden. 41
Statistische indicatoren 2005
Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in het bevolkingscijfer: - het buitenlands diplomatiek personeel en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de personen verbonden aan andere internationale instellingen dan die van de EU en de nietBelgische leden van hun huishouden; - de kandidaat-vluchtelingen die krachtens de wet van 24 mei 1994 in een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1 februari 1995. - de personen waarvan de verblijfsvergunning onderworpen is aan een onderzoek (vreemdelingen in het kader van een familiehereniging); - alle personen die illegaal in België verblijven. Enkele bijzondere definities met betrekking tot de „Huishoudens”: Huishouden: Een huishouden bestaat ofwel uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk éénzelfde woning betrekken en er samenleven. Men mag een huishouden dus niet verwarren met een familie. Zo behoren de leden van éénzelfde familie, zelfs wanneer ze gewoonlijk in hetzelfde huis verblijven, tot onderscheiden huishoudens indien ze er niet samenleven. Daarentegen vormen twee of meer personen onder wie geen verwantschap bestaat, slechts één huishouden indien ze samenleven. Familiekern: De familiekern is de bevoorrechte cel van het gezin waartoe zij behoort. Een familiekern
42
bestaat uit een wettelijk gehuwd paar met of zonder ongehuwde kinderen, of uit een vader of moeder met één of verscheidene ongehuwde kinderen. Een familiekern kan dus slechts een deel van een huishouden zijn. Personen die geen familiekernen vormen: dit zijn bijvoorbeeld twee mensen van gelijk of verschillend geslacht die officieel samenwonen, of twee broers of zussen die onder hetzelfde dak wonen. Referentiepersoon: In elk privaat huishouden moet een referentiepersoon worden aangeduid, teneinde de plaats van elk lid van het huishouden te kunnen bepalen (verwantschap). In principe wordt als referentiepersoon de persoon genomen die werkelijk de belangen van het gezin behartigt of die voor het grootste deel in het onderhoud van het huishouden voorziet. Toch zal in de realiteit de referentiepersoon degene zijn die zich bezig houdt met de administratieve zaken. Opmerkingen: Er kunnen kleine verschillen optreden in het aantal alleenstaanden omdat bij personen die pas zijn gescheiden of alleen zijn gaan wonen de gezinscode in het rijksregister nog niet is aangepast. De niet aangepaste codes worden geval per geval opgezocht en manueel aangepast. Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.
TABEL
HOOFDSTUK I
Hoofdstuk I : Bevolking en huishoudens
I.16
AANTAL PERSONEN ingeschreven in het WACHTREGISTER naar GEMEENTE op 1 januari: evolutie Statistische eenheid: Aantal personen Bron: Rijksregister Publicatie: Op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit: Jaarlijkse gegevens op 1 januari
Het wachtregister werd ingevoerd bij wet van 24 mei 1994, die op 1 februari 1995 in werking trad. Die wet legt de verplichting op om kandidaat-vluchtelingen in een wachtlijst in te schrijven. Deze wachtlijst mag niet in rekening genomen worden om de totale bevolking te bepalen. Die personen in het wachtregister worden dus per definitie niet tot de bevolking de jure gerekend. Een kandidaat-vluchteling of asielzoeker is een persoon die in België aankomt en ten aanzien van de grensautoriteiten of een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken verklaart dat hij asiel wil krijgen. Tijdens de behandeling van zijn dossier heeft de asielzoeker recht op verblijf in België. De Dienst Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken schrijft de asielzoekers bij binnenkomst in het wachtregister in. Voor de interpretatie van de statistiek van het wachtregister in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het van belang te weten dat de asielzoekers die op het ogenblik van hun aanvraag geen vaste verblijfplaats kunnen opgeven, worden ingeschreven op het adres van de Dienst Vreemdelingenzaken (WTC, Antwerpsesteenweg 59B te 1000 Brussel). In het wachtregister staan enkel de asielzoekers die zich in de procedure tot erkenning van de staat van vluchteling bevinden1. Die procedure
1 Die procedure tot erkenning verloopt in twee opeenvolgende fasen, met name 1° het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de asielaanvraag (door de Dienst Vreemdelingenzaken) en 2° het onderzoek naar de gegrondheid van deze aanvraag. (door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen). In beide fasen van de procedure tot erkenning staan beroepsmogelijkheden open tegen een negatieve beslissing.
mondt uiteindelijk uit in een positieve of een negatieve beslissing voor de kandidaat-vluchteling. In het eerste geval verkrijgt de asielzoeker het statuut van erkende vluchteling en wordt hij van het wachtregister overgeheveld naar de gemeentelijke bevolkingsregisters. In het andere geval bekomt de asielzoeker het vluchtelingenstatuut niet en moet hij het grondgebied verlaten. 2. De niet-erkende asielzoekers worden uit het wachtregister geschrapt op het ogenblik dat zij het Belgisch grondgebied hebben verlaten. Concreet betekent dit dat het wachtregister enkel de stock weergeeft van de personen die zich op, een gegeven moment in de procedure tot de staat van vluchteling bevinden en dat er binnen het wachtregister een regelmatig verloop van personen is. Het aantal personen in het wachtregister is ook afhankelijk van de snelheid waarmee de dossiers worden afgehandeld. Wanneer er vertragingen optreden, stapelen de dossiers zich op en groeit het bestand van personen dat ingeschreven is in het wachtregister. De statistiek van het wachtregister is dus geen weerspiegeling van het aantal nieuwkomers, noch van het totaal aantal vluchtelingen die zich in het Gewest of in het land bevinden.
2 Tegen elke negatieve beslissing betreffende de gegrondheid van de asielaanvraag staat er beroep open bij de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen. Dit beroep heeft van rechtswege een schorsende werking. Dit betekent dat er geen enkele uitwijzingsmaatregel getroffen mag worden voordat er een nieuwe beslissing ten gronde wordt genomen. De asielaanvrager die geweigerd wordt door de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen beschikt nog over een laatste rechtsmiddel, met name het annulatieberoep voor de Raad van State (afdeling Administratie). De Raad van State treedt echter enkel op als cassatierechter in administratieve zaken en controleert dus enkel de wettelijkheid van de bestreden beslissing. Het beroep bij de Raad van State is niet schorsend.
43
HOOFDSTUK II
WERKGEVERS EN WERKNEMERS OPGENOMEN IN DE SOCIALE ZEKERHEID
Hoofdstuk II : Werkgevers en werknemers opgenomen in de sociale zekerheid
II.1
AANTAL VESTIGINGEN, WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2000, 2001 en 2002 Statistische eenheden: Aantal vestigingen, aantal werknemers en % vrouwen Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn : iets meer dan 1 jaar
TABEL
II.2
AANTAL VESTIGINGEN per GROOTTEKLASSEN naar BEDRIJFSSECTIE en-AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002 Statistische eenheid: Aantal vestigingen per grootteklassen (9 klassen in functie van het aantal tewerkgestelde werknemers) Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
TABEL
II.3
AANTAL WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN en HOOFDARBEIDERS op de PLAATS van TEWERKSTELLING per GROOTTEKLASSE van de VESTIGINGEN naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002 Statistische eenheden: Aantal werknemers en % vrouwen en hoofdarbeiders per grootteklassen (9 klassen in functie van het aantal tewerkgestelde werknemers) Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
TABEL
II.4
AANTAL VESTIGINGEN per BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL naar WERKGEMEENTE op 30 juni 2002 Statistische eenheden: Aantal vestigingen Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: jaarlijks; termijn: iets meer dan een jaar
47
HOOFDSTUK II
TABEL
Statistische indicatoren 2005
TABEL
II.5
AANTAL WERKNEMERS per BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL naar WERKGEMEENTE op 30 juni 2002 Statistische eenheden: Aantal werknemers Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: jaarlijks;termijn: iets meer dan een jaar
TABEL
II.6
AANTAL VESTIGINGEN en WERKNEMERS naar PLAATS van TEWERKSTELLING en naar SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs): referentiejaren op 30 juni Statistische eenheden: Aantal vestigingen en aantal werknemers in de privé-sector en in de overheidssector/onderwijs Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur pe sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
TABEL
II.7
AANTAL VESTIGINGEN, WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING per SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs) naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002 Statistische eenheid: Aantal vestigingen, aantal werknemers en % vrouwen in de overheidssector en het onderwijs Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
TABEL
II.8
AANTAL WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL en naar SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs) op 30 juni 2002 Statistische eenheid: Aantal werknemers en % vrouwen in de overheidssector en het onderwijs Bron: RSZ Publicatie: Gedecentraliseerde statistiek in NACE-BEL nomenclatuur per sectie en afdeling op aanvraag Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
Hoofdstuk II : Werkgevers en werknemers opgenomen in de sociale zekerheid
II.9
AANTAL WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN van de OVERHEIDSSECTOR en het ONDERWIJS op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar INRICHTENDE MACHT en INSTELLING: referentiejaren op 30 juni Statistische eenheid: Aantal werknemers en % vrouwen in de overheidssector en het onderwijs Bron: RSZ Publicatie: Aantal werkgevers en werknemers onderworpen aan de sociale zekerheid op 30 juni Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse situatie op 30 juni; termijn: iets meer dan 1 jaar
Gemeenschappelijk voor tabellen II.1 tot II.9 : In de gecentraliseerde statistiek is de werkgever de basiseenheid, maar hij zal meer dan één keer meegeteld worden als hij meer dan één verklaring naar de RSZ opstuurt. De confrontatie van deze gecentraliseerde statistiek met de statistieken van de Administratie van de BTW (zie tabellen VIII.2 en VIII.3) zal het begrip onderneming benadrukken via de hoofdactiviteit en de geografische ligging van de voornaamste uitbatingszetel van elke werkgever. Daarentegen gebruikt de RSZ in de gedecentraliseerde statistiek (die in deze tabel wordt gebruikt) de eenheid „vestiging”, die werknemers verzekeringsplichtig aan de sociale zekerheid tewerkstelt en deze optelt op basis van „het gedecentraliseerde statistiekraam”1. a) De eenheid vestiging: - de termen vestiging en werkgever betekenen hetzelfde als de werkgever één activiteit uitoefent in één enkele uitbatingszetel; - indien de werkgever evenwel in het bezit is van: - minstens twee afzonderlijke uitbatingszetels (bijhuizen of technische afdelingen) die dezelfde activiteit uitoefenen maar gevestigd zijn in verschillende gemeenten, dan zullen er evenveel vestigingen zijn als er verschillende gemeenten zijn. - één uitbatingszetel (bijhuis of technische afdeling) die verschillende activiteiten uitoefent, dan zullen er evenveel vestigingen zijn als er verschillende activiteiten zijn. - meerdere uitbatingszetels die dezelfde activiteit uitoefenen die zich in dezelfde gemeente bevinden, dan zullen deze globaal als één enkele statistische eenheid -één vestiging- worden geteld. 1 Dit gedecentraliseerde statistiekraam is een personeelsstaat die betrekking heeft op het tweede kwartaal van het beschouwde jaar en steunt op de laatste arbeidsdag. Dit raam is bestemd voor alle werkgevers met minstens twee uitbatingszetels, bijkantoren of afzonderlijke afdelingen en/of met verschillende activiteiten. Bepaalde werkgevers sturen hun personeelsstaten op elektronische drager naar de RSZ.
In de RSZ-statistieken heeft het begrip ‘vestiging’ een andere economische betekenis dan deze van de onderneming, vermits deze statistieken elk filiaal, elke afdeling van een grote onderneming als individuele entiteiten beschouwen. b) De eenheid werknemer : Het betreft hier zowel de werknemer aanwezig op het werk als degene wiens arbeidsovereenkomst niet verbroken maar wel geschorst is wegens ziekte of ongeval (gedurende minder dan 1 jaar) ongeacht of hij opgenomen is in het volledige dan wel in het gedeeltelijke stelsel van de sociale zekerheid. De RSZ inventariseert dus de totale werkgelegenheid voor alle werknemers ongeacht hun arbeidsduur, dus zowel voltijdse als deeltijdse. De RSZ deelt de werknemers in zowel volgens de gemeente van de uitbatingszetel of van de technische afdeling die ze werkelijk tewerkstelt als volgens de aard van de activiteit van die zetel. De geografische indeling van de werknemer geschiedt volgens de lokalisatie van de vestiging waar hij tewerkgesteld is. De wijzigingen in de sociale zekerheidswetgeving beïnvloeden deze statistiek rechtstreeks: indien men de evolutie van deze gegevens over een langere periode wil bestuderen moet men met deze wijzigingen rekening houden. Inderdaad, het toepassings- en dus het waarnemingsveld van de gegevens van de sociale zekerheid werden uitgebreid tot: - vanaf 1 oktober 1987, de werknemers die gewoonlijk niet langer dan twee uur per dag presteren; - sinds 1 januari 1991, het vast benoemd personeel van de NMBS2 ; - vanaf 1 juli 1994, de gelegenheidsarbeiders uit de tuinbouwsector die onder bepaalde voorwaarden overgaan van de uitsluiting uit het algemeen stel2 Deze werknemers zijn enkel onderworpen aan de sector geneeskundige verzorging.
49
HOOFDSTUK II
TABEL
Statistische indicatoren 2005
sel van de sociale zekerheid naar een beperkte verzekeringsplicht; - gewezen volledig uitkeringsgerechtigde werklozen (VVW) die bij overeenkomst aangeworven werden in het kader van maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling: • vanaf 1982: het derde arbeidscircuit (DAC); • sinds 1990, de contractuele werknemers van „Prime” programma’s (Waals Gewest), voor het vervullen van taken in de niet-commerciële sector, in VZW’s en instellingen van algemeen nut. Sinds 1989 is het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen uitgebreid tot de gehele overheidssector zodat de personen met een overeenkomst in het „BTK” of „DAC” van statuut hebben kunnen veranderen en dat de „tewerkgestelde werklozen”, die krachtens hun statuut niet in de sociale zekerheid der werknemers waren opgenomen, er nu wel in opgenomen zijn vanaf het ogenblik dat ze als gesubsidieerde contractuelen tewerkgesteld zijn. - effectieven die onder de bevoegdheid vallen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO), het Nationaal Pensioensfonds voor Mijnwerkers (NPM) en de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden onder Belgische Vlag. Voor de gewezen volledig uitkeringsgerechtigde werklozen (VVW) — zoals hierboven vermeld — als voor de gesubsidieerde contractuelen van het onderwijs worden de VDAB, de FOREM en de BGDA als werkgevers beschouwd. Hun aantal is dus ondergebracht in de overheidssector onder de bijzondere sectie Z „Vaag omschreven activiteiten”. Hun plaats van tewerkstelling is de gemeente van het gewestelijk bureau van de VDAB, FOREM en BGDA waarvan zij afhangen. Ook, de uitzendkrachten worden onderverdeeld volgens de classificatiecriteria en volgens de lokalisatie van de zetel(s) van het (de) uitzendbureau(s). Het uitzendbureau en haar werknemers vallen onder de rubriek „Overige zakelijke dienstverlening”. Deze statistieken weerspiegelen slecht de werkelijkheid, omwille van het grote verloop van tewerkstelling in deze sector. De privé-sector bevat ook gegevens in de sectie L „Openbaar bestuur”. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het bestaan van privé-instellingen die zich bezighouden met de verplichte sociale verzekering (ziekenfondsen, gemeenschappelijke verzekeringskassen tegen arbeidsongevallen,...). Vanaf 1993 werd een aantal werknemers van de onderwijssector, onder de bevoegdheid van de pro-
50
vincies en gemeenten, geschrapt om dubbeltellingen te vermijden. Belangrijke transfers van eenheden tussen de privéen openbare sector hebben de laatste jaren plaatsgevonden. Dit is enerzijds gebeurd ten gevolge van de privatisering van overheidsondernemingen en anderzijds ten gevolge van een nieuwe indeling, door de RSZ, van bepaalde ondernemingen binnen de verzekeringssector. Vanaf 2005 werd er in de meeste tabellen van dit hoofdstuk, nl. in de tabellen II.1, II.3, II.7, II.8 en II.9. , een telling van het percentage van vrouwen in de voornaamste aggregaten van het aantal werknemers toegevoegd. c) Belangrijke beperkingen: Het feit dat een werknemer tegelijkertijd verschillende betrekkingen kan bekleden bij verschillende werkgevers en bijgevolg meer dan één keer kan meegeteld worden (dubbeltelling) toont de beperktheid van deze statistiek aan. In andere woorden, niet het aantal werknemers is hier geteld maar wel het aantal RSZ-verklaringen van verzekeringsplicht. Een andere belangrijke beperking bestaat in het geval meerdere uitbatingszetels die dezelfde activiteit uitoefenen zich in dezelfde gemeente bevinden: zij zullen als één enkele vestiging worden geteld. d) de gebruikte nomenclatuur: Sedert 1993 wordt de NACE-BEL als nomenclatuur van de activiteiten gebruikt. Dit is de Belgische variante van de NACE-rev1 classificering (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne), die door de leden van de E.U. dienen gebruikt te worden.(zie Bijlagen 3 en 4) Deze nomenclatuur bevat 17 secties (van A tot Q), subsecties (2 letters), afdelingen (2 cijfers), groepen (3 cijfers), klassen (4 cijfers) en subklassen (5 cijfers). Een activiteitenafdeling sector wordt gedefinieerd door 2 cijfers en de groepering van de afdelingen (divisies ) geeft de subsecties en secties. Zo wordt, bijvoorbeeld, het produceren van geneesmiddelen gekenmerkt door het cijfer 24.421, dat als volgt gedefinieerd wordt: Sectie
Subsectie
Afdeling
Groep
Klasse
Subklasse
D
DG
24
24.4
24.42
24.421
Hoofdstuk II : Werkgevers en werknemers opgenomen in de sociale zekerheid
Bijzonderheid bij de tabel II.9: Enkele ophelderingen betreffende de verschillende inrichtende machten en de aard van de instellingen: - Staat, Gemeenschappen en Gewesten: • Het leger omvat het personeel dat onder de bevoegdheid van het Ministerie van Landsverdediging valt. • De bedrijven zijn overheidsbedrijven afhankelijk van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten. - Gemeenten: • De bedrijven zijn overheidsbedrijven die afhangen van de gemeenten. • Deze omvatten ook het havenpersoneel van de steden zoals Antwerpen, Gent en Oostende.
- Onderwijs (nev. = niet elders vermeld): • Kleuter- en lager onderwijs: het betreft hier de personeelsleden van het gemeentelijk, provinciaal en vrij onderwijs, die hun bezoldigingsubsidie rechtstreeks van de Gemeenschap ontvangen, en de personeelsleden van het vrij onderwijs die aangeworven en bezoldigd worden door de inrichtende macht. • Vrij onderwijs: het personeel van het vrij kleuteren lager onderwijs dat in de voorgaande rubriek vermeld werd, is hier uitgesloten. - Religieus personeel (nev. = niet elders vermeld): leden van de clerus en religieuze gemeenschappen tewerkgesteld in onderwijsinstellingen worden hier niet bijgerekend. - BTK, DAC en Jongerenstages: zie hierboven. - Internationale instellingen: deze instellingen zijn onder andere de E.U., de NAVO, verscheidene internationale organisaties ... (de werknemers gedekt door specifieke verzekeringen en niet door de RSZ zijn hier niet inbegrepen).
3 Een werktuigkundige werkzaam in een textielbedrijf zal bij de textielnijverheid ingedeeld worden.
51
HOOFDSTUK II
De indeling van de werknemers in de NACE code geschiedt volgens de classificatie van de vestiging waar ze tewerkgesteld zijn en niet volgens hun beroep3.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
II.10
AANTAL WERKNEMERS in de BRUSSELSE ADMINISTRATIES op 30 juni 2003 en 2004 Statistische eenheid: Aantal werknemers Bronnen: Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (M.B.H.G.) - BFB Directie begroting -BPB Directie financiën – DSS Directie Gewestelijke Ambtenarenzaken Publicaties: op aanvraag Geografische indeling: Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens
De tewerkstellingsvariabelen zijn verzameld in vijf aggregaten om de verantwoordelijkheden van de Brusselse administraties te definiëren ten aanzien van hun openbare diensten zoals onderwijs en opleiding, gezondheid, politie, vervoer.. Die verantwoordelijkheden kunnen bvb. ook verdeeld worden met private instellingen en met de federale staat. De belangrijkste tewerkstellingsvariabelen zijn niettemin toch weerhouden voor het Urban Audit en zijn eveneens via een Eurostat code vermeld en omgeschreven3 Aangezien de Brusselse de informatie (nog) niet kon verzameld worden voor het specifieke luik onderwijs en opleiding (C12009V) is deze categorie niet in de tabel opgenomen. De vermelde cijfers bevatten zowel de statutaire als de contractueel tewerkgestelden; alleen voor de OCMW’s werden de aantallen in 2003 uitgedrukt in Voltijds Equivalenten (VTE). De verantwoordelijkheden van de (plaatselijke) instellingen bij het verlenen van die openbare diensten kunnen heel sterk uiteenlopen; bijgevolg wordt de vergelijking tussen de stedelijke administratieve een-
3 CI2008V Number of persons directly employed by the local administration in central administration. Die variabele sluit de bedienden van de federale staat uit. C12009V Number of persons directly employed by the local administration in education. Die variabele sluit de leerkrachten uit die afhangen van andere inrichtende machten dan de eigen overheid.. C12010V Number of persons directly employed by the local administration in health and social services. Die variabele bevat ook de contractuele prestaties van privé ondernemingen voor zover die door de plaatselijke overheid zijn ingeleid. C12011V Number of persons directly employed by the local administration in public transport. Die variabele bevat ook de diensten verleend door de vervoersmaatschappijen die gecontroleerd worden door of volledig behoren tot de plaatselijke overheid C12013V Number of persons directly employed by the local administration in other activities. Die variabele bevat al die tewerkgestelden bij de plaatselijke overheid die niet tot de vorige categorieën behoren.
52
heden moeilijk en moet er rekening gehouden worden met de hierboven vermelde elementen. Administratieve niveaus Voor wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de geleverde informatie voorlopig beperkt tot het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tot de voornaamste pararegionale instellingen en de gemeenten. De activiteiten van de gemeenschappen evenals die van de agglomeratie zijn er niet in begrepen. Naast haar administratie – het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de pararegionale instellingen ION- (Instellingen van openbaar nut) met opdrachten van openbare nut. Er bestaan pararegionale instellingen van type A, waarvan het beheer rechtstreeks van de Minister afhangt, en van type B, die beheerd worden door een raad van bestuur of een beheersorgaan onder de voogdij van een of meerdere bevoegde Ministers, en andere instellingen waarvan de statuten en de opdrachten op specifieke wijze werden bepaald. Het aantal personen tewerkgesteld door die pararegionale instellingen zijn grotendeels in de tabel vertegenwoordigd. De tewerkgestelden van elke instelling werden volledig toegewezen aan in één van de vijf vermelde aggregatieniveau’s, namelijk deze die het best aansluit bij de bevoegdheden van die instelling. De gemeenten bevatten (nog) niet de activiteiten van de gemeentelijke onderwijsinstellingen omdat hun informaties te onvolledig of slechts partieel beschikbaar zijn. Het aantal tewerkgestelden in de gemeenten is steeds toegewezen aan het aggregatieniveau: directe tewerkstelling in de centrale administratie ; voor de OCMW’s is de tewerkstelling enerzijds in VTE
voor alle werknemers opgegeven, anderzijds in aantal personen opgenomen in het organiek kader.
de onderlinge verwevenheid van haar diverse beleidsstructuren zeer ingewikkeld is.
De VZW’s van gewestelijk of gemeentelijk belang konden niet in aanmerking genomen worden.
Een ernstige studie is nodig om de ontbrekende informatie aan te vullen; tevens zijn deze dubbeltellingen uitsluiten te wijten aan de overdrachten tussen de verschillende plaatselijke beleidsniveaus. Dergelijke studie vereist een gedetailleerd nazicht van de structuren van de vele instellingen die deel uitmaken van de verschillende ‘gewestelijke besturen’ om temporele reeksen over die tewerkstellings-variabelen te kunnen opbouwen.
De geleverde informatie dient dus met bedachtzaamheid te worden gebruikt rekening houdend met de heterogeniteit van de gegevens en de onvolledigheid van de informatie. Toch kan ze een aanwijzing geven over de indeling van de tewerkstelling in een ‘stads-gewest’ waarvan
53
HOOFDSTUK II
Hoofdstuk II : Werkgevers en werknemers opgenomen in de sociale zekerheid
HOOFDSTUK III
WERKLOOSHEID
Hoofdstuk III : Werkloosheid
TABEL
III.1
WERKZOEKENDEN naar CATEGORIE : referentiejaren op 30 juni
TABEL
HOOFDSTUK III
Statistische eenheid: Aantal werkzoekenden Bronnen: RVA Publicaties: Maandelijks rapport Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Maandelijkse gegevens van het einde van de maand beschikbaar binnen 1 tot 2 maanden
III.2
WERKZOEKENDEN per LEEFTIJDSGROEP naar CATEGORIE op 30 juni 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid: Aantal werkzoekenden Bron: RVA Publicatie: Maandelijks rapport Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Maandelijkse gegevens van het einde van de maand beschikbaar binnen 1 tot 2 maanden
Volgens het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) moet een „werkloze” aan de volgende drie voorwaarden voldoen: - geen werk hebben; - werk zoeken; - beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Voor België komt dit overeen met de ingeschreven niet-werkende werkzoekenden, die volgende categorieën omvatten : 1) de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ): volledig werklozen die niet gebonden zijn door een arbeidscontract en die een werkloosheids- of wachtuitkering genieten, en die ingeschreven zijn als werkzoekenden voor een voltijdse betrekking. Er dient opgemerkt te worden dat deze reeks sinds april 1985 niet meer de oudere, niet-werkzoekende werklozen bevat. Het betreft de werklozen die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben (of 50 jaar indien ze een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid hebben) en meer dan 2 jaar werkloos zijn tijdens de laatste vier jaren en die op hun vraag vrijgesteld worden van de inschrijving als werkzoekende terwijl ze hun rechten op werkloosheidsvergoeding behouden. In uitvoering van het meerjarig tewerkstellingsplan werd de toegang tot dit statuut sedert 1 januari 1996 versoepeld door de voorwaarden voor de 50 tot 54-jarigen te verlichten en door het criterium inactiviteitduur te halveren.
2) de niet-tewerkgestelde jongeren die hun wachttijd vervullen vooraleer zij een werkloosheidsuitkering kunnen ontvangen; 3) de vrij ingeschreven niet-werkende werkzoekenden: het betreft werkzoekenden die geen recht op werkloosheidsuitkering hebben maar die zich vrij laten inschrijven om te kunnen gebruik maken van de plaatsingsdiensten van de BGDA, VDAB en FOREM. 4) de andere ingeschreven niet-werkende werkzoekenden waaronder : • sommige volledig werklozen tijdelijk uitgesloten van werkloosheidsuitkering; • werkzoekenden verwezen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) ; • sommige personen die afhangen van het Vlaams fonds of ‘Fonds communautaire’ voor Sociale Integratie van personen met een handicap die geen recht op werkloosheidsuitkeringen kunnen doen gelden; • volledig werkloos geworden werknemers die uit vrije wil in een betrekking met verkorte werktijd tewerkgesteld waren; • de werklozen die vrijwillig het recht op werkloosheidsuitkeringen verzaken; • jongeren die overbruggingsuitkeringen ontvangen en zijn ingeschreven als werkzoekende voor een deeltijdse betrekking. 57
Statistische indicatoren 2005
De Belgische (beperkte) definitie van werkloosheid voegt aan de definitie van het IAB een vierde voorwaarde toe, nl. uitkeringsgerechtigd zijn. Daardoor worden enkel de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in aanmerking genomen. De RVA registreert evenwel ook de ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden, ongeacht of ze verplicht dan wel vrij ingeschreven zijn. Het betreft de werkzoekenden die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, alsook de deeltijds werkenden, en meer bepaald : 1) de verplicht ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden: • de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Onder bepaalde voorwaarden genieten zij van een inkomensgarantie-uitkering (deze gegevens worden niet meer opgenomen in het maandelijks rapport); • de werkzoekenden die deeltijds werken tijdens de wachttijd; • de in een beschermde werkplaats werkende volledig werklozen en de werkzoekenden die verplicht tewerkgesteld zijn in afwachting van eventuele overbruggingsuitkeringen; 2) de vrij ingeschreven werkende werkzoekenden : het gaat om werknemers die een andere betrekking zoeken dan degene die ze thans uitoefenen. De RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening) werd geherstructureerd op 1 maart 1989. Sindsdien zijn 3 regionale instellingen verantwoordelijk voor de werkzoekenden: de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) voor het Vlaams Gewest, de FOREM (Office Communautaire et Régional de la Formation Professionnelle et de
58
l’Emploi) voor het Waals Gewest, de BGDA (Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De RVA verzamelt nog het merendeel van de regionale gegevens en blijft zorgen voor de statistieken met betrekking tot de werkzoekenden. De VDAB, FOREM en BGDA staan in voor de plaatsing van de werkzoekenden in hun respectievelijke gewesten. De VDAB en de FOREM zijn ook bevoegd voor de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een instituut voor de beroepsopleiding van de Franstalige Brusselse werkzoekenden en werknemers opgericht. Voor de Nederlandstaligen verzorgt de VDAB zelf die opleiding. De RVA heeft volgende bevoegdheden behouden: de werkloosheidsverzekering in de ruime zin van het woord (federale materie), de toepassing van de wetgeving, het conventionele brugpensioen, de loopbaanonderbreking, het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, de speciale en bijkomende sociale zekerheidsbijdrage en bepaalde maatregelen voor de tewerkstelling van werklozen zoals bvb. het inschakelen van gesubsidieerde contractuelen in bepaalde openbare diensten van de federale overheid, het plan ter bevordering van de tewerkstelling en de aanwerving door de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. De gegevens van het maandelijks rapport worden geregistreerd volgens de subgewestelijke tewerkstellingsdienst waar de werkzoekenden zich inschrijven. Van de maandelijkse cijfers werden enkel de gegevens op 30 juni (momentopname van de situatie) gebruikt om ze te kunnen vergelijken met de werkgelegenheidscijfers.
Hoofdstuk III : Werkloosheid
TABEL
III.3
Statistische eenheid: Aantal werkzoekenden Bron: RVA Publicatie: Geografische structuur van de werkloosheid Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), evenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Driemaandelijkse gegevens op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december ; termijn van 1 à 2 maanden
Volgens het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) moet een „werkloze” aan de volgende drie voorwaarden voldoen: - geen werk hebben; - werk zoeken; - beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Voor België komt dit overeen met de ingeschreven niet-werkende werkzoekenden, die volgende categorieën omvatten : 1) de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ): volledig werklozen die niet gebonden zijn door een arbeidscontract en die een werkloosheids- of wachtuitkering genieten, en die ingeschreven zijn als werkzoekenden voor een voltijdse betrekking. Er dient opgemerkt te worden dat deze reeks sinds april 1985 niet meer de oudere, niet-werkzoekende werklozen bevat. Het betreft de werklozen die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben (of 50 jaar indien ze een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid hebben) en meer dan 2 jaar werkloos zijn tijdens de laatste vier jaren en die op hun vraag vrijgesteld worden van de inschrijving als werkzoekende terwijl ze hun rechten op werkloosheidsvergoeding behouden. In uitvoering van het meerjarig tewerkstellingsplan werd de toegang tot dit statuut sedert 1 januari 1996 versoepeld door de voorwaarden voor de 50 tot 54-jarigen te verlichten en door het criterium inactiviteitsduur te halveren. 2) de niet-tewerkgestelde jongeren die hun wachttijd vervullen vooraleer zij een werkloosheidsuitkering kunnen ontvangen; 3) de vrij ingeschreven niet-werkende werkzoekenden : het betreft werkzoekenden die geen recht op werkloosheidsuitkeringen hebben maar die zich vrij laten inschrijven om gebruik te kunnen maken van de plaatsingsdiensten van de BGDA, VDAB en FOREM.
4) de andere ingeschreven niet-werkende werkzoekenden waaronder : • sommige volledig werklozen tijdelijk uitgesloten van werkloosheidsuitkering; • werkzoekenden verwezen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) ; • sommige personen die afhangen van het Vlaams fonds of ‘Fonds communautaire’ voor Sociale Integratie van personen met een handicap die geen recht op werkloosheidsuitkeringen kunnen doen gelden; • volledig werkloos geworden werknemers die uit vrije wil in een betrekking met verkorte werktijd tewerkgesteld waren; • de werklozen die vrijwillig het recht op werkloosheidsuitkeringen verzaken; • jongeren die overbruggingsuitkeringen ontvangen en zijn ingeschreven als werkzoekende voor een deeltijdse betrekking. De Belgische (beperkte) definitie van werkloosheid voegt aan de definitie van het IAB een vierde voorwaarde toe, nl. uitkeringsgerechtigd zijn. Daardoor worden enkel de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in aanmerking genomen. De RVA registreert evenwel ook de ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden, ongeacht of ze verplicht dan wel vrij ingeschreven zijn. Het betreft de werkzoekenden die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, alsook de deeltijds werkenden, en meer bepaald : 1) de verplicht ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden: • de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Onder bepaalde voorwaarden genieten zij van een inkomensgarantie-uitkering (deze gegevens worden niet meer opgenomen in het maandelijks rapport);
59
HOOFDSTUK III
WERKZOEKENDEN per NATIONALITEIT naar CATEGORIE op 30 juni 2002, 2003 en 2004
Statistische indicatoren 2005
• de werkzoekenden die deeltijds werken tijdens de wachttijd; • de in een beschermde werkplaats werkende volledig werklozen en de werkzoekenden die verplicht tewerkgesteld zijn in afwachting van eventuele overbruggingsuitkeringen; 2) de vrij ingeschreven werkende werkzoekenden : het gaat om werknemers die een andere betrekking zoeken dan degene die ze thans uitoefenen. De RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening) werd geherstructureerd op 1 maart 1989. Sindsdien zijn 3 regionale instellingen verantwoordelijk voor de werkzoekenden: de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) voor het Vlaams Gewest, de FOREM (Office Communautaire et Régional de la Formation Professionnelle et de l’Emploi) voor het Waals Gewest, de BGDA (Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De RVA verzamelt nog het merendeel van de regionale gegevens en blijft zorgen voor de statistieken met betrekking tot de werkzoekenden. De VDAB, FOREM en BGDA staan in voor de plaatsing van de werkzoekenden in hun respectievelijke gewesten. De VDAB en de FOREM zijn ook bevoegd voor de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een instituut voor de beroepsopleiding van de Franstalige Brusselse werkzoekenden en werknemers opgericht. Voor de Nederlandstaligen verzorgt de VDAB zelf die opleiding. De RVA heeft volgende bevoegdheden behouden: de werkloosheidsverzekering in de ruime zin van het woord (federale materie), de toepassing van de wet-
60
geving, het conventionele brugpensioen, de loopbaanonderbreking, het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, de speciale en bijkomende sociale zekerheidsbijdrage en bepaalde maatregelen voor de tewerkstelling van werklozen zoals bvb. het inschakelen van gesubsidieerde contractuelen in bepaalde openbare diensten van de federale overheid, het plan ter bevordering van de tewerkstelling en de aanwerving door de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. De gegevens worden hier vermeld volgens de wettelijke woonplaats van de betrokken persoon. De cijfers per arrondissement of gewest verschillen soms van die opgenomen in tabel III.1. Deze verschillen zijn toe te schrijven aan twee factoren ; enerzijds is het zo dat in de „geografische werkloosheidsstructuur” de personen „verblijvend in het buitenland” niet zijn opgenomen in de gegevens per arrondissement en gemeente ; anderzijds is deze rubriek voor de UVW-WZ en voor de verplicht ingeschreven werkzoekenden niet altijd leeg, terwijl zij dat in theorie wel zou moeten zijn. De reden hiervoor is dat sommige werkzoekenden die een gemeentecode kregen die groter is dan de bestaande codes, automatisch in de rubriek „verblijvend in het buitenland” werden opgenomen. In de gegevens op Rijksniveau is deze rubriek „verblijvend in het buitenland” echter in het nationaal totaal opgenomen en is er bijgevolg geen verschil. De gegevens zijn driemaandelijks beschikbaar, maar enkel de gegevens op 30 juni (momentopname) werden gebruikt om ze te kunnen vergelijken met de werkgelegenheidscijfers.
Hoofdstuk III : Werkloosheid
TABEL
III.4
HOOFDSTUK III
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per DUUR van de INACTIVITEIT en naar LEEFTIJDSGROEP op 30 juni 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid: Aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Bronnen: RVA Publicaties: Maandelijks rapport Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Maandelijkse gegevens van het einde van de maand beschikbaar binnen 1 tot 2 maanden
TABEL
III.5
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per LEEFTIJD, GESLACHT en naar WOONGEMEENTE op 30 juni 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid: Aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Bron: RVA Publicatie: Geografische werkloosheidsstructuur Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant, evnenals het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Driemaandelijkse gegevens op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december; termijn van 1 à 2 maanden
Volgens het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) moet een „werkloze” aan de volgende drie voorwaarden voldoen: - geen werk hebben; - werk zoeken; - beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Maar de Belgische definitie van werkloosheid (beperkt) voegt een vierde voorwaarde toe aan de definitie van het IAB: die van uitkeringsgerechtigd te zijn. Deze definitie weerhoudt dus enkel de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen: het betreft hier volledig werklozen die niet gebonden zijn door een arbeidscontract en die werkloosheidsuitkeringen of wachtvergoedingen genieten en ingeschreven zijn als voltijds werkzoekenden. Sinds april 1985 bevat de reeks ingeschreven, nietwerkende werkzoekenden niet meer de oudere, nietwerkzoekende werklozen. Het betreft de werklozen die de leeftijd van 55 jaar (of 50 jaar indien ze een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid hebben) en meer dan 2 jaar werkloos zijn tijdens de laatste vier jaren en die op hun vraag vrijgesteld worden van de inschrijving als werkzoekende terwijl ze hun rechten op werkloosheidsvergoeding behouden. In uitvoering van het meerjarig tewerkstellingsplan
werd de toegang tot dit statuut sedert 1 januari 1996 versoepeld door de voorwaarden voor de 50 tot 54 jarigen te verlichten en door het criterium inactiviteitsduur te halveren. De RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening) werd geherstructureerd op 1 maart 1989. Sindsdien zijn 3 regionale instellingen verantwoordelijk voor de werkzoekenden: de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) voor het Vlaams Gewest, de FOREM (Office Communautaire et Régional de la Formation Professionnelle et de l’Emploi) voor het Waals Gewest, de BGDA (Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die gewestelijke diensten zijn verantwoordelijk voor de plaatsing van de werkzoekenden in hun respectievelijke gewesten. De VDAB en de FOREM zijn ook bevoegd voor de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een instituut voor de beroepsopleiding van de Franstalige Brusselse werkzoekenden en werknemers opgericht. Voor de Nederlandstaligen verzorgt de VDAB de opleiding in afwachting van de oprichting van een dergelijk instituut. De RVA heeft volgende bevoegdheden behouden: de werkloosheidsverzekering in de ruime zin van het 61
Statistische indicatoren 2005
woord blijft een federale materie, de toepassing van de wetgeving, het conventionele brugpensioen, de loopbaanonderbreking, het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, de speciale en bijkomende sociale zekerheidsbijdrage en bepaalde maatregelen voor de tewerkstelling van werklozen zoals bvb. het gebruik van gesubsidieerde contractuelen in bepaalde openbare diensten van de federale overheid, het plan ter bevordering van de tewerkstelling en de aanwerving door de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen.
62
De RVA verzamelt nog het merendeel van de regionale gegevens en de statistieken met betrekking tot de werkzoekenden. De gegevens van het maandelijks rapport worden bijgehouden volgens de subgewestelijke tewerkstellingsdienst waar de werkzoekenden zich inschrijven. Van de maandelijkse cijfers werden enkel de gegevens op 30 juni (momentopname van de situatie) gebruikt om ze te kunnen vergelijken met de werkgelegenheidscijfers.
Hoofdstuk III : Werkloosheid
TABEL
III.6
Statistische eenheid: Aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Bron: RVA Publicatie: Maandelijks rapport Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Maandelijkse gegevens op het einde van de maand; termijn van 1 à 2 maanden
Volgens het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) moet een „werkloze” aan de volgende drie voorwaarden voldoen: -
geen werk hebben;
-
werk zoeken;
-
beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
Maar de Belgische definitie van werkloosheid (beperkt) voegt een vierde voorwaarde toe aan de definitie van het IAB: die van uitkeringsgerechtigd te zijn. Deze definitie weerhoudt enkel de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen: het betreft hier volledig werklozen die niet gebonden zijn door een arbeidscontract en die werkloosheidsuitkeringen of wachtvergoedingen genieten en ingeschreven zijn als voltijds werkzoekenden. Sinds april 1985 bevat de reeks ingeschreven, nietwerkende werkzoekenden niet meer de oudere, nietwerkzoekende werklozen. Het betreft de werklozen die de leeftijd van 55 jaar (of 50 jaar indien ze een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid hebben) en meer dan 2 jaar werkloos zijn tijdens de laatste vier jaren en die op hun vraag vrijgesteld worden van de inschrijving als werkzoekende terwijl ze hun rechten op werkloosheidsvergoeding behouden. In uitvoering van het meerjarig tewerkstellingsplan werd de toegang tot dit statuut sedert 1 januari 1996 versoepeld door de voorwaarden voor de 50 tot 54 jarigen te verlichten en door het criterium inactiviteitsduur te halveren. De inschrijving van de gedane studies van de werkzoekende gebeurt op basis van het behaalde diploma. Enkel in de rubriek „Lager Onderwijs” staan ook de werkzoekenden die dit einddiploma niet hebben gehaald. De rubriek „Andere Studies” groepeert de studies van privé-instellingen die niet voldoen aan vereisten opgelegd aan het georganiseerde onderwijs (Gemeenschappen, Provincie, Gemeenten, Vrije net.). Tevens worden het kunst-, muziek- en
toneelonderwijs in de conservatoria en muziekacademies, alsook de buitenlandse studies, die niet erkend worden in België, hier ondergebracht. De RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening) werd geherstructureerd op 1 maart 1989. Sindsdien zijn 3 regionale instellingen verantwoordelijk voor de werkzoekenden: de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) voor het Vlaams Gewest, de FOREM (Office Communautaire et Régional de la Formation Professionnelle et de l’Emploi) voor het Waals Gewest, de BGDA (Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die gewestelijke diensten zijn verantwoordelijk voor de plaatsing van de werkzoekenden in hun respectieve gewesten. De VDAB en de FOREM zijn ook bevoegd voor de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een instituut voor de beroepsopleiding van de Franstalige Brusselse werkzoekenden en werknemers opgericht. Voor de Nederlandstaligen verzorgt de VDAB de opleiding in afwachting van de oprichting van een dergelijk instituut. De RVA heeft volgende bevoegdheden behouden: de werkloosheidsverzekering in de ruime zin van het woord blijft een federale materie, de toepassing van de wetgeving, het conventionele brugpensioen, de loopbaanonderbreking, het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, de speciale en bijkomende sociale zekerheidsbijdrage en bepaalde maatregelen voor de tewerkstelling van werklozen zoals bvb. het gebruik van gesubsidieerde contractuelen in bepaalde openbare diensten van de federale overheid, het plan ter bevordering van de tewerkstelling en de aanwerving door de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. De RVA verzamelt nog het merendeel van de regionale gegevens en de statistieken met betrekking tot de werkzoekenden.
63
HOOFDSTUK III
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per LEEFTIJDSGROEP en naar STUDIENIVEAU op 30 juni 2002, 2003 en 2004
Statistische indicatoren 2005
De gegevens worden bijgehouden volgens de subgewestelijke tewerkstellingsdienst waar de werkzoekenden zich inschrijven.
64
Van de maandelijkse cijfers werden enkel de gegevens op 30 juni (momentopname van de situatie) gebruikt om ze te kunnen vergelijken met de werkgelegenheidscijfers.
Hoofdstuk III : Werkloosheid
TABEL
III.7
HOOFDSTUK III
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN en INGESCHREVEN NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN per GESLACHT en naar BEDRIJFSSECTOR op 30 juni 1995, 2000, 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid: aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en ingeschreven niet-werkende werkzoekenden Bron: RVA Publicatie: Maandelijks Rapport Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 30 juni, Maandelijkse gegevens op het einde van de maand ; termijn van 1 à 2 maanden
Volgens het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) moet een „werkloze” aan de volgende drie voorwaarden voldoen: - geen werk hebben; - werk zoeken; - beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
de plaatsingsdiensten van de BGDA, VDAB en FOREM.
Voor België komt dit overeen met de ingeschreven niet-werkende werkzoekenden, die volgende categorieën omvatten :
• werkzoekenden verwezen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) ;
1) de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ): volledig werklozen die niet gebonden zijn door een arbeidscontract en die een werkloosheids- of wachtuitkering genieten, en die ingeschreven zijn als werkzoekenden voor een voltijdse betrekking. Er dient opgemerkt te worden dat deze reeks sinds april 1985 niet meer de oudere, niet-werkzoekende werklozen bevat. Het betreft de werklozen die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben (of 50 jaar indien ze een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid hebben) en meer dan 2 jaar werkloos zijn tijdens de laatste vier jaren en die op hun vraag vrijgesteld worden van de inschrijving als werkzoekende terwijl ze hun rechten op werkloosheidsvergoeding behouden. In uitvoering van het meerjarig tewerkstellingsplan werd de toegang tot dit statuut sedert 1 januari 1996 versoepeld door de voorwaarden voor de 50 tot 54-jarigen te verlichten en door het criterium inactiviteitsduur te halveren. 2) de niet-tewerkgestelde jongeren die hun wachttijd vervullen vooraleer zij een werkloosheidsuitkering kunnen ontvangen; 3) de vrij ingeschreven niet-werkende werkzoekenden : het betreft werkzoekenden die geen recht op werkloosheidsuitkeringen hebben maar die zich vrij laten inschrijven om gebruik te kunnen maken van
4) de andere ingeschreven niet-werkende werkzoekenden waaronder : • sommige volledig werklozen tijdelijk uitgesloten van werkloosheidsuitkering;
• sommige personen die afhangen van het Vlaams fonds of ‘Fonds communautaire’ voor Sociale Integratie van personen met een handicap die geen recht op werkloosheidsuitkeringen kunnen doen gelden; • volledig werkloos geworden werknemers die uit vrije wil in een betrekking met verkorte werktijd tewerkgesteld waren; • de werklozen die vrijwillig het recht op werkloosheidsuitkeringen verzaken; • jongeren die overbruggingsuitkeringen ontvangen en zijn ingeschreven als werkzoekende voor een deeltijdse betrekking. De Belgische (beperkte) definitie van werkloosheid voegt aan de definitie van het IAB een vierde voorwaarde toe, nl. uitkeringsgerechtigd zijn. Daardoor worden enkel de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in aanmerking genomen. De gebruikte nomenclatuur voor de activiteitssectoren is die van de RVA. In de mate van het mogelijke werd getracht bepaalde sectoren te groeperen om de NACE-BEL-indeling te benaderen (zie Bijlagen 1 en 2). Er dient te worden opgemerkt dat de activiteitssector betrekking heeft op de laatst uitgeoefende betrekking, ongeacht het beroep. De rubriek „Niet gekende activiteiten” omvat hoofdzakelijk jonge werklozen die nog niet gewerkt hebben.
65
HOOFDSTUK IV
BEROEPSBEVOLKING
Hoofdstuk IV : Beroepsbevolking
TABEL
IV.1
WERKENDE BEROEPSBEVOLKING per WOONPLAATS naar BEDRIJFSSECTIES NACE-BEL : referentiejaren
TABEL
IV.2
Statistische eenheid: Aantal personen met een betrekking Bron: NIS Publicatie: Enquête naar de beroepsbevolking , op aanvraag Geografische indeling: Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, de provincies Vlaams- en Waals-Brabant en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens sedert 1983, tijdens de maand april; termijn minder dan een jaar
Het belangrijkste doel van de enquête naar de arbeidskrachten (EAK) is het opsplitsen van de bevolking op actieve leeftijd (15 jaar en ouder) in drie groepen (personen met een betrekking, werklozen en inactieven), volgens de criteria van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) - ook gekend als International Labour Organization (ILO) -, en het verstrekken van beschrijvende en verklarende gegevens over elk van deze categorieën. Maar voor de hierbij geleverde tabellen wordt alleen aandacht aan de eerste categorie gegeven. Deze steekproefenquête bij de huishoudens, die tussen 1983 en 1998 elke lente werd gehouden, werd doorlopend in januari 1999: de steekproef wordt voortaan gelijkmatig over het jaar gespreid. Bovendien werd de vragenlijst in 1999 gewijzigd. De resultaten van de enquête naar de arbeidskrachten (voorheen enquête naar de beroepsbevolking) worden sinds 1991 jaarlijks gepubliceerd in een speciaal nummer van de reeks „Sociale Statistieken” van het NIS. De Belgische enquête naar de arbeidskrachten bij de huishoudens wordt ingericht in het kader van de communautaire steekproefenquêtes, gecoördineerd door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat), in samenwerking met de nationale instituten voor de statistiek. Er zijn twee belangrijke redenen om dit soort enquêtes te houden : 1) Het opstellen van vergelijkbare statistieken op het niveau van de Europese Unie of op wereldvlak, over de omvang, de structuur en de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid. Administratieve bestanden (voor België die van de RSZ, het RSVZ, de RVA, …) die steunen op bijzon-
dere nationale regelgevingen vormen hiervoor geen geschikte bron. Het doel van een enquête als de EAK is nu net om werkgelegenheid, werkloosheid en inactiviteit te kunnen klasseren volgens de categorieën (definities, overeenkomsten, aanbevelingen) van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), die ook gebruikt worden door Eurostat, en aldus een betere vergelijkbaarheid te verzekeren. 2) Naast de andere beschikbare bronnen voor de statistieken van de werkgelegenheid en de werkloosheid (administratieve bestanden, enquêtes bij bedrijven of de tienjaarlijkse demografische tellingen die met te grote tussenpozen gehouden worden om de snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt goed te kunnen vatten) brengt de enquête een groot aantal originele inlichtingen die elders niet beschikbaar zijn. De EAK biedt bijvoorbeeld een betere kennis van : - de deeltijdse arbeid en de motivering ervan (die vanzelfsprekend niet terug te vinden is in de bestanden); - de arbeidsduur bij de loontrekkenden (eveneens afkomstig van de enquêtes bij de bedrijven) en de niet-loontrekkenden (de EAK vormt hiervoor de enige bron). - de verschillende vormen van tijdelijke arbeid: PWA, interim, afgewisseld met een opleiding, studentencontract, …; - het zoeken van werknemers naar een andere baan, wat zowel op een kwantitatieve (verlangen om meer uren per week te werken) als een kwalitatieve (zoeken naar werk dat beter past bij de kwalificaties of naar betere werkomstandigheden) ondertewerkstelling kan wijzen: «tekort aan werkgelegenheid” of „ongeschikte werkgelegenheid”; 69
HOOFDSTUK IV
WERKENDE BEROEPSBEVOLKING per WERKPLAATS naar WOONPLAATS : referentiejaren
Statistische indicatoren 2005
- ontmoedigde werklozen (personen die zouden willen werken maar denken dat er voor hen geen werk beschikbaar is); - de redenen waarom sommigen, hoewel ze werk zoeken, niet beschikbaar zijn om op korte termijn te beginnen werken, of, omgekeerd, zich bereid verklaren te werken maar geen werk zoeken; - de opleidingen (school- of beroeps-, in of buiten het bedrijf); - de geografische mobiliteit van de werknemers volgens bepaalde individuele kenmerken. Dit laatste punt is het belangrijkste doel van de tabellen hierbij, waarnaar deze nota verwijst. Organisatie en waarnemingsgebied van de enquête De enquête omvat de gehele bevolking in privé-huishoudens, die op het nationale grondgebied wonen. Deze definitie omvat ook personen die wegens studie, verlof, ziekte, een zakenreis, ... gedurende korte tijd afwezig waren. Het huishouden (of gezin) wordt hier gedefinieerd als een enkelvoudige eenheid die ofwel bestaat uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, die, al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en er samenleven. De uitgelote personen zijn verplicht deel te nemen aan de enquête. Ze worden ingedeeld bij één van de groepen (heeft een betrekking, werkloos of niet-actief) op grond van informatie verkregen aan de hand van een vragenlijst die hoofdzakelijk betrekking heeft op hun activiteit in de loop van een gegeven referentieweek (sinds 1999 wordt de steekproef gelijkmatig over de 52 weken van het jaar gespreid). In wezen gaat het om een enquête met een gestructureerd face-to-face-interview, gebaseerd op een individuele vragenlijst die voornamelijk bestaat uit gesloten vragen. Daarnaast worden sinds 1999 personen tussen 15 en 64 jaar drie maanden na het eerste interview een tweede maal korter bevraagd, per post of telefonisch. Met deze tweede bevraging wil men de variaties op korte termijn van de werkgelegenheidsgraad en de werkloosheidsgraad bepalen. Belangrijkste begrippen De betrokken tabellen gebruiken de volgende definities die de EAK weerhouden heeft : Werkgelegenheid Tot de „personen met een betrekking” (soms „werkenden” genoemd) behoren alle personen boven een bepaalde leeftijd (vastgelegd op 15 jaar sinds 1992) die gedurende de referentieweek tot een van de volgende categorieën behoorden: 70
„werkenden in loondienst” - „op het werk aanwezig”: personen die gedurende de referentieperiode enig werk verrichtten (met of zonder formeel contract) voor loon of salaris, in geld of in natura; - „met een baan, maar niet op het werk aanwezig”: personen die wel al in hun huidige werkkring hebben gewerkt, maar gedurende de referentieperiode tijdelijk niet op het werk aanwezig waren (omwille van ziekte, zwangerschapsverlof, vakantie, sociaal conflict, weersomstandigheden of andere redenen) en die een formele band met hun baan hebben; - leerlingen die een vergoeding in geld of in natura hebben ontvangen worden beschouwd als werkenden in loondienst. „zelfstandigen” : - „werkzame personen”: personen die gedurende de referentieperiode enig werk verrichtten voor winst of voor het gezinsinkomen, in geld of in natura (niet betaalde meewerkende familieleden worden beschouwd als zelfstandigen); - „met een bedrijf, maar niet werkzaam”: personen die gedurende de referentieweek een bedrijf hadden (dit kan een industriële onderneming, een handelsonderneming, een landbouwbedrijf of een dienstverlenend bedrijf zijn), maar tijdelijk niet aan het werk waren om een bepaalde reden. In de praktijk wordt het begrip „werk verricht tijdens de referentieweek” geïnterpreteerd als werk gedurende ten minste één uur. Hierdoor worden zelfs werknemers met een erg deeltijdse baan bij de personen met een betrekking ingedeeld. Methodologie De steekproeftrekking van huishoudens gaat de eigenlijke enquête (fase waarin informatie verzameld wordt) vooraf. De enquête zelf wordt gevolgd door de extrapolatie naar de gehele bevolking van de antwoorden van de steekproef. Steekproefplan De doorlopende enquête naar de arbeidskrachten is gebaseerd op een tweetrapssteekproef met stratificatie. De totale steekproef omvat 47.840 huishoudens (effectief hebben 45.786 huishoudens, hetzij 89.381 personen op de actieve leeftijd van 15 jaar en ouder - zonder bovengrens -, deelgenomen aan de enquête van 2000), hetgeen neerkomt op een gemiddelde steekproeffractie van ongeveer 1/90. De steekproef is gebaseerd op het Rijksregister van natuurlijke personen. Het nationale grondgebied wordt ingedeeld in provincies (inclusief het Brussels Hoofdstedelijk
Hoofdstuk IV : Beroepsbevolking
Binnen ieder stratum wordt een steekproef in twee trappen getrokken. De primaire eenheden (PE) bestaan uit statistische wijken. Er zijn 6.192 wijken (hetzij een tiental per gemeente, met een gemiddelde oppervlakte van 5 km2) die uit buurten bestaan (ter gelegenheid van de tienjaarlijkse tellingen afgebakend). Zij worden geselecteerd met een kans die benaderend evenredig is aan hun aantal huishoudens. De secundaire steekproefeenheid is het huishouden. Uit elke primaire steekproefeenheid worden aselect 20 huishoudens getrokken volgens een procedure waarmee het gehele register van de desbetreffende primaire eenheid kan worden doorlopen; hieraan worden de reservehuishoudens toegevoegd, die enkel geënquêteerd worden naarmate de basishuishoudens niet konden deelnemen aan de EAK. De totale steekproeffractie (primaire en secundaire eenheden) is gelijk voor alle gemeenten van een zelfde stratum. Correctiemethoden De extrapolatie naar de totale bevolking en de correctie voor non-respons vinden plaats op basis van de personen. De populatie en de steekproef worden onderworpen aan een poststratificatie naar provincie, geslacht en leeftijd (klassen van 5 jaar, met één klasse voor personen van 75 jaar en ouder). Voor elk van deze categorieën wordt een wegingsfactor berekend met als teller de bevolking op 1 januari 2000 zoals voorhanden in het Rijksregister van natuurlijke personen en als noemer het aantal bruikbare antwoorden uit de enquête. Op die manier kan het aantal individuen van 15 jaar en ouder, 8.434.300 personen, niet behept worden door een steekproeffout, hooguit door de evolutie van het Rijksregister in de loop van het jaar 2000. Precisie van de schattingen Elke steekproefenquête brengt bepaalde soorten fouten (van zeer verscheidene aard of statuut) met zich mee op het gebied van de resultaten (of schattingen): - steekproeffouten te wijten aan het toevallige karakter van de trekking (waarbij, door louter toeval, een mogelijk verschil optreedt tussen de resultaten van een steekproef en de resultaten van een volledige volkstelling);
- fouten te wijten aan het non-responsfenomeen (gezinnen die vaak verhuizen zullen minder waarschijnlijk geënquêteerd worden); - observatiefouten (technische fouten, coderingsfouten, verkeerde verklaringen van de respondent ...) die men eveneens kan vaststellen bij exhaustieve enquêtes (tellingen). Er kan echter wel worden gesteld dat de resultaten van de Belgische steekproefenquête vrij juiste schattingen geven voor de voornaamste deelpopulaties (op het niveau van België en van de gewesten). De geëxtrapoleerde gegevens zijn bijgevolg te interpreteren als waargenomen waarden met een waarschijnlijkheid van x% dat de echte waarde van het kenmerk gelijk is aan de waargenomen waarde op y% na. Voor een gevraagde waarschijnlijkheid kan het betrouwbaarheidsinterval berekend worden. Dit interval is groter, dus een minder nauwkeurig resultaat, naarmate het waargenomen cijfer kleiner is (bvb. als het aantal gekruiste kenmerken hoog is) Vergelijkingen De resultaten van de EAK 1999 en de jaren daarna moeten met de grootste omzichtigheid vergeleken worden met die van voorgaande jaren. Naast de toevalsvariaties, moet men er ook rekening mee houden dat de enquête doorlopend geworden is. De seizoenseffecten op de activiteits- , werkgelegenheids- en werkloosheidsgraden lijken echter klein, een indruk die slechts bevestigd of ontkend kan worden over enkele jaren. Bovendien kunnen d.m.v. de nieuwe vragenlijst, dankzij een beter onderscheid van atypisch werk (deeltijds; gelegenheidswerk, uitzendarbeid, PWA, werk gecombineerd met een opleiding,…), de personen met een betrekking beter geïdentificeerd worden (in het bijzonder deeltijds werkenden in loondienst) dan bij de vorige enquêtes. Vanaf nu klasseert men bijvoorbeeld (volgens de IAB-definities) de studenten die enkele uren per week werken onder de personen met een betrekking, terwijl hen vroeger de keuze werd gelaten, zich als „student” of „werkende” te beschouwen. Daarentegen zijn vergelijkingen tussen de resultaten van 1999 en 2000 zinvol (voor zover de evoluties de toevallige schommelingen overschrijden). Voor meer inlichtingen betreffende deze methodologie is te verwijzen naar de NIS website : http://www.statbel.fgov.be
71
HOOFDSTUK IV
Gewest), die 11 strata vormen. De omvang van de steekproef in elk der provincies (strata) is evenredig aan de vierkantswortel van het aantal huishoudens die er gevestigd zijn; voor de minst bevolkte strata wordt de steekproeffractie echter verhoogd.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
IV.3
AANTAL ZELFSTANDIGEN in de WOONPLAATS per GESLACHT naar BEDRIJFSTAK : referentiejaren op 31 december
TABEL
IV.4
AANTAL ZELFSTANDIGEN (helpers inbegrepen) per BEDRIJFSTAK, per AARD van de ACTIVITEIT en per GESLACHT naar WOONGEMEENTE op 31 december 2003 Statistische eenheid: Aantal zelfstandigen Bron: RSVZ Publicatie: Statistiek van de personen die onder de toepassing vallen van het sociaal statuut van de zelfstandigen Bestaande geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens met de situatie op 31 december; termijn van meer dan 1 jaar
Tot en met 1994 werden de diverse basisgegevens verstrekt, enerzijds door de sociale verzekeringsfondsen (op 31 december) en anderzijds door het algemeen repertorium van de verzekeringsplichtige zelfstandigen (op 30 juni). De zo weergegeven toestand was telkens deze van de actieve verzekeringsplichtigen op de aangegeven data. Sinds 1995 zijn de basisgegevens van de RSVZ verstrekt door de sociale verzekeringskassen, die een aantal gegevens overmaken voor elke persoon die in de loop van het beoogde jaar minstens één kwartaal aangesloten is geweest. Dit maakt het mogelijk tabellen van de actieve verzekeringsplichtigen te publiceren maar eveneens over de personen die hun beroepsactiviteit beëindigen of begonnen in het betreffende jaar. Deze wijzigingen kunnen vergelijkingen tussen 1995 en de voorgaande jaren bemoeilijken. Verzekeringsplichtige: al de personen aan wie het sociaal statuut van zelfstandige verplichtingen oplegt dwz. de zelfstandigen en de helpers, zowel met hoofd- als met bijberoep. Sommige personen die geen zelfstandige beroepsactiviteit meer uitoefenen, kunnen in het stelsel behouden worden met het oog op de vrijwaring van hun rechten op de uitkeringen. Sinds 1 januari 1990 bestaat er een categorie personen die, hoewel niet verzekeringsplichtig als dusdanig, zich niettemin vrijwillig kunnen aansluiten (de onderworpen echtgenoot- of echtgenote-helper). In de loop van 1992 en 1993, werd de aansluiting van bepaalde (vaak niet vergoede) bestuurders van vennootschappen verwezenlijkt, terwijl deze personen voordien als niet onderworpen werden beschouwd.
72
Zelfstandige: iedere natuurlijk persoon die, in België, een beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidscontract of een statuut is verbonden. Help(st)er: valt als helper onder de toepassing van het sociaal statuut van de zelfstandigen, iedere persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden. Sinds 1 januari 2003 zijn naast de zelfstandigen en de helpers ook de meewerkende echtgenoten onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen. Zij moeten zich aansluiten bij het socialeverzekeringsfonds waarbij de geholpen echtgeno(o)t(e) aangesloten is. Er bestaat voor hen een specifieke reglementering. Tot 30 juni 2005 zijn de echtgenoten helpers verplicht onderworpen aan het „mini-statuut” (dat enkel recht geeft op verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en moederschap), maar zij konden zich vrijwillig aansluiten voor het volledig sociaal statuut der zelfstandigen. Vanaf het 3de kwartaal 2005 zijn de meewerkende echtgenoten onderworpen aan het volledige sociaal statuut der zelfstandigen. Deze regeling van de meewerkende echtgenote geldt eveneens voor de helper van een zelfstandige waarmee hij door een contract van wettelijke samenwoning is verbonden.
Hoofdstuk IV : Beroepsbevolking
Vallen niet onder toepassing van het sociaal statuut en zijn bijgevolg niet in de statistiek opgenomen: - de help(st)ers vòòr 1 januari van het jaar in de loop waarvan ze de leeftijd van 20 bereiken (behalve indien ze voor die datum getrouwd zijn) - de personen die slechts toevallig een activiteit als help(st)er uitoefenen. - studenten die vrijwillig helpen binnen familiekring
Er kan nog sprake zijn van een zelfstandig bijberoep wanneer er geen hoofdactiviteit meer wordt uitgeoefend en de betrokken persoon uit de sociale zekerheid een loonvervangend inkomen geniet of zijn pensioenrechten vrijwaart.
De codering naar de beroepsactiviteiten gebeurt overeenkomstig de subbedrijfstak van de verzekeringsplichtige volgens een eigen RSVZ-nomenclatuur (zie Bijlage 3). Wanneer meerder beroepen worden uitgeoefend, wordt de code van 1 activiteit deze waaraan de meeste tijd wordt besteed- toegepast. De RSVZ voorziet op termijn deze nomenclatuur te vervangen door de NACE-BEL activiteitennomenclatuur.
- dit zijn personen die eigenlijk een zelfstandig hoofdberoep uitoefenen maar die gezien de beperkte omvang van de beroepsinkomsten die hieruit voortspruiten, de kans krijgen zich te laten beschouwen als bijberoep.
Bijberoep: wordt beschouwd een zelfstandig bijberoep uit te oefenen, hij die, gelijktijdig met dit beroep, gewoonlijk en hoofdzakelijk, een andere beroepsbezigheid uitoefent dwz. - als werknemer is tewerkgesteld in een arbeidsregeling minstens gelijk aan de helft van de tijd van een voltijds werknemer in een analoge onderneming of bedrijfstak - als statutair ambtenaar is tewerkgesteld en de betrekking over ten minste 8 maanden of 200 dagen loopt en het aantal arbeidsuren per maand minstens overeenkomt met de helft van een halftijdse betrekking. - prestaties in het onderwijs overeenkomend met minsten 6/10 van het volledig bezoldigde uurrooster.
- dit is het geval voor diegenen onder hen die zich reeds op een andere manier gewaarborgd weten van sociale zekerheidsrechten die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het zelfstandigenstatuut. Zij kunnen vragen om gelijkgeschakeld te worden met een bijberoep. - ook studenten komen hiervoor in aanmerking en sinds 1 juli 1992 ook bepaalde politieke mandatarissen. Het totaal aantal zelfstandigen verschilt naargelang de indeling per bedrijfstak of per aard van de activiteit (hoofdberoep, bijberoep, actief na pensioenleeftijd). Dit verschil ontstaat omdat de informatie nodig om de aard van de activiteit van de verzekeringsplichtige te bepalen soms ontbreekt. De geografische spreiding gebeurt overeenkomstig de woonplaats die niet noodzakelijk overeenstemt met de werkplaats, de plaats waar de beroepsactiviteit wordt uitgeoefend.
73
HOOFDSTUK IV
Daarnaast werd in het sociaal statuut ook nog plaats voorzien voor de zelfstandige bijberoepen op aanvraag :
HOOFDSTUK V
INKOMENS EN U I T G AV E N VA N D E HUISHOUDENS
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
TABEL
V.1
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE : referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar
TABEL
HOOFDSTUK V
Statistische eenheden: Miljoenen Belgische frank en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbestanden Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel), en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
V.2 a
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSKLASSE : referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar TABEL
V.2 b
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSKLASSE en naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 Statistische eenheden: Aantal aangiften en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbank en op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens ; termijn van 2 jaar
TABEL
V.3 a
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR van ALLEENSTAANDEN per AANTAL PERSONEN in het FISCALE HUISHOUDEN naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
77
Statistische indicatoren 2005
TABEL
V.3 b
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR van ECHTGENOTEN per AANTAL PERSONEN in het FISCALE HUISHOUDEN naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
Statistische eenheden: Aantal aangiften en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken” en op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens ; termijn van 2 jaar
TABEL
V.4 a
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen BEF of miljoenen EUR per INKOMENSCATEGORIE en naar WOONPLAATS: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar Statistische eenheden: Aantal aangiften , miljoenen Belgische frank en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbestanden en op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel), en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
TABEL
V.4 b
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSCATEGORIE en naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
Statistische eenheden: Aantal aangiften en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, Financiële statistieken, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbank en op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
78
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
TABEL
V.4 c
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per TYPE AANGIFTE naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
De fiscale statistiek wordt opgesteld op basis van de inkomens die werden ingeschreven in het kohier van de personenbelasting voor een bepaald aanslagjaar (X). Ze hebben betrekking op de inkomens van het jaar dat aan het aanslagjaar voorafging (X-1). De personenbelasting wordt geheven op het totale inkomen van de belastingplichtige. De wet rangschikt de in de personenbelasting belastbare inkomsten in vier categorieën - inkomsten van onroerende goederen; - inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen; - beroepsinkomsten (lonen, wedden, pensioenen, winsten, baten vervangingsinkomens); - diverse inkomsten, (betreft in hoofdzaak de uitkeringen tot onderhoud). De personenbelasting heeft een subjectief karakter omdat zij rekening houdt met de persoonlijke toestand van de belastingplichtige, toestand die een weerslag heeft op diens fiscale draagvermogen. Bij het berekenen van de personenbelasting spelen de gezinslasten, sommige persoonlijke bestedingen, de grootte van het inkomen en de aard van de inkomsten een rol. De rijksinwoners zijn onderworpen aan de personenbelasting op grond van al hun belastbare inkomsten, zelfs indien deze in het buitenland zijn behaald of verkregen. De rijksinwoners zijn: - de natuurlijke personen die in België hun woonplaats of de zetel van hun fortuin hebben gevestigd; - de Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het buitenlandzijn geaccrediteerd, alsook hun inwonende gezinsleden;
- de andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland, alsook hun inwonende gezinsleden, met uitzondering van de consulaire ereambtenaren; - de andere ambtenaren, vertegenwoordigers en afgevaardigden van de Belgische Staat, van de Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten of van een Belgisch publiekrechtelijk lichaam die de Belgische nationaliteit bezitten en hun werkzaamheden in een vreemd land uitoefenen waar zij niet duurzaam verblijven. De inkomsten van belastingplichtigen die omwille van hun inkomen of hun gezinslasten niet belastbaar zijn, zijn niet ingeschreven in het kohier en dus ook niet opgenomen in de statistiek. De inkomsten van een van belasting vrijgestelde belastingplichtige waarop een terugbetaalbare voorheffing of voorafbetaling is gebeurd, zijn wel in het kohier opgenomen met het oog op regularisatie door volledige terugbetaling van de geheven belasting en komen dus wel in de statistiek voor. Het aantal aangiften met nul frank of euro totaal belastbaar netto-inkomen is alleen opgenomen in tabel V2. De basis voor de fiscale statistiek is het totaal belastbaar netto-inkomen per aangifte. Het totale belastbare netto-inkomen bestaat uit alle nettoinkomsten verminderd met de aftrekbare uitgaven Het geheel van de netto-inkomsten is de som van alle netto-inkomsten uit de vier categorieën van personenbelasting. De berekening van de nettoinkomsten verschilt voor iedere categorie. Onder aftrekbare uitgaven verstaat men: onderhoudsuitkeringen, giften aan bepaalde instellingen, bezoldigingen aan een huisbediende, uitgaven voor de oppas van kinderen van minder dan 3 jaar, bepaalde uitgaven voor het onderhoud en de restauratie van nietverhuurde en voor het publiek toegankelijke beschermde eigendommen en de interest van hypothecaire leningen. 79
HOOFDSTUK V
Statistische eenheden: Aantal aangiften en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbestanden Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel), en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
Statistische indicatoren 2005
Het totaal van de aangiften komt niet overeen met de som van het aantal aangiften van de vier categorieën van personenbelasting omdat één aangifte meer dan één categorie inkomens kan bevatten. De belastingsadministratie hanteert het begrip fiscaal huishouden. Een fiscaal huishouden is niet hetzelfde als een gewoon huishouden (=de basiseenheid van het huishoudbudgetonderzoek). Een gewoon huishouden bestaat uit alle personen die, al dan niet verbonden door familiebanden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en er samenleven. Er bestaan echter slechts twee types fiscale huishoudens: alleenstaanden en echtgenoten. Die fiscale huishoudens kunnen al dan niet aangevuld zijn met kinderen of andere personen ten laste. Een fiscaal alleenstaande is niet noodzakelijk een persoon die alleen woont. Zo vormt bijvoorbeeld een ongehuwd samenwonend koppel, al dan niet aangevuld met kinderen slechts één gewoon huishouden van x aantal personen maar twee afzonderlijke fiscale huishoudens van alleenstaanden. Op het vlak van de netto-inkomens bestaat er eveneens een belangrijk verschil tussen de fiscale huishoudens (inkomens volgens de aangiftes) en de gewone huishoudens (huishoudbudgetenquête). Fiscaal gezien worden enkel de inkomsten van echtgenoten (hetzij gehuwde paren) samengevoegd, terwijl in het huishoudbudgetonderzoek de inkomens van alle leden van het huishouden in rekening
80
worden gebracht voor zover zij effectief tot de huishoudkas bijdragen. Voorts geven de netto-inkomens uit de fiscale statistiek een onvolledig beeld van de netto-inkomens van de gewone huishoudens. De fiscale statistiek slaat enkel op de belastbare inkomens en houdt dus geen rekening met : - de belastingplichtigen die geen belasting moeten betalen; - de inkomens die vrijgesteld zijn van belastingen (zoals bvb. kinderbijslagen); - de aftrekposten (bvb beroepsonkosten); - de inkomens uit roerend goed die vaak niet op de aangiften voorkomen; - de belastingsontwijking. Wanneer men deze reeksen over een langere periode analyseert, moet men rekening houden met de verschillende veranderingen in de wetgeving Vanaf 1 januari 2002 worden statistische gegevens die in waarde worden uitgedrukt, al naargelang de referentiedatum in BEF of in EUR gepubliceerd. Dit betekent dus dat tijdsreeksen een breuk vertonen. Gegevens met een referentieperiode tot en met 31 december 1998 worden in BEF gepubliceerd en gegevens met een referentiedatum vanaf 1 januari 1999 in euro. Sinds 1 januari 1999 is de euro immers de officiële munt van België met een vaste wisselkoers van 1 EUR = 40,3399 BEF.
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
TABEL
V.5
COMPONENTEN van het GEZAMENLIJK BELASTBAAR INKOMEN in miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
De fiscale statistiek wordt opgesteld op basis van de inkomens die werden ingeschreven in het kohier van de personenbelasting voor een bepaald aanslagjaar (X). Ze hebben betrekking op de inkomens van het jaar dat aan het aanslagjaar voorafging (X-1). De rijksinwoners zijn onderworpen aan de personenbelasting op grond van al hun belastbare inkomsten, zelfs indien deze in het buitenland zijn behaald of verkregen. De rijksinwoners zijn: - de natuurlijke personen die in België hun woonplaats of de zetel van hun fortuin hebben gevestigd; - de Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het buitenland zijn geaccrediteerd, alsook hun inwonende gezinsleden; - de andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland, alsook hun inwonende gezinsleden, met uitzondering van de consulaire ereambtenaren; - de andere ambtenaren, vertegenwoordigers en afgevaardigden van de Belgische Staat, van de Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten of van een Belgisch publiekrechtelijk lichaam die de Belgische nationaliteit bezitten en hun werkzaamheden in een vreemd land uitoefenen waar zij niet duurzaam verblijven. De inkomsten van belastingplichtigen die omwille van hun inkomen of hun gezinslasten niet belastbaar zijn, zijn niet ingeschreven in het kohier en dus ook niet opgenomen in de statistiek. De inkomsten van een van belasting vrijgestelde belastingplichtige waarop een terugbetaalbare voorheffing of voorafbetaling is gebeurd, zijn wel in het kohier opgenomen met het oog op regularisatie door volledige terugbetaling van de geheven belasting en komen dus wel in de statistiek voor. Het aantal aangiften met nul frank of euro netto totaal belastbaar inkomen is opgenomen in tabel V2. Het gezamenlijk belastbaar inkomen is het totaal belastbaar netto-inkomen verminderd met het afzonderlijk belastbaar inkomen Het totaal belastbaar net-
to-inkomen bestaat uit alle netto-inkomsten verminderd met de aftrekbare uitgaven. Het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen is een onderdeel van het gezamenlijk belastbaar inkomen, dat bestaat uit: - inkomsten van onroerende goederen; - inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen; - beroepsinkomsten; - diverse inkomsten. Beroepsinkomsten zijn inkomsten die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit werkzaamheden van alle aard, met name : - bezoldigingen van werknemers; - bezoldigingen van bedrijfsleiders; - landbouw-, nijverheids- en handelswinsten; - baten van vrije beroepen; - winsten en baten in verband met een voorheen uitgeoefend beroep; - vervangingsinkomsten : pensioenen, - brugpensioenen, werkloosheidsuitkeringen, ziekte- en invaliditeitsvergoedingen, enz... Het netto belastbaar beroepsinkomen is het beroepsinkomen na aftrek van: - de sociale zekerheidsbijdragen; - de beroepskosten; - vrijstellingen van economische aard (fiscale maatregelen ter bevordering van investeringen en/of tewerkstelling) - de beroepsverliezen; Het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen is het netto belastbaar beroepsinkomen verminderd met het afzonderlijk belastbaar inkomen. Het afzonderlijk belastbaar inkomen bestaat uit inkomsten verwant met het beroepsinkomen (bijvoorbeeld achterstallen, vergoedingen wegens contractbreuk, vooruitbetaald vakantiegeld...) alsook uit bepaalde diverse inkomsten (winsten of baten verkregen buiten de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, meerwaarden of rechten op niet bebouwde onroerende goederen, prijzen en subsidies, …). 81
HOOFDSTUK V
Statistische eenheden: Miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, Financiële statistieken, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbank en op aanvraag Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
Statistische indicatoren 2005
TABEL
V.6
GEMIDDELD TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN per INWONER en per AANGEVER in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar
TABEL
V.7
GEMIDDELD TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN per TYPE AANGIFTE in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar
TABEL
V.8
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-MEDIAANINKOMEN der AANGIFTEN in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar Statistische eenheden: Duizenden Belgische frank en duizenden euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken”; Gemeentelijke gegevensbestanden Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
De fiscale statistiek wordt opgesteld op basis van de inkomens die werden ingeschreven in het kohier van de personenbelasting voor een bepaald aanslagjaar (X). Ze hebben betrekking op de inkomens van het jaar dat aan het aanslagjaar voorafging (X-1). De personenbelasting wordt geheven op het totale inkomen van de belastingplichtige. De wet rangschikt de in de personenbelasting belastbare inkomsten in vier categorieën - inkomsten van onroerende goederen; - inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen; - beroepsinkomsten (lonen, wedden, pensioenen, winsten, baten, vervangingsinkomens); - diverse inkomsten, (betreft in hoofdzaak de uitkeringen tot onderhoud). De personenbelasting heeft een subjectief karakter omdat zij rekening houdt met de persoonlijke toestand van de belastingplichtige, toestand die een weerslag heeft op diens fiscale draagvermogen. Bij het berekenen van de personenbelasting spelen de gezinslasten, sommige persoonlijke bestedingen, de grootte van het inkomen en de aard van de inkomsten een rol. 82
De rijksinwoners zijn onderworpen aan de personenbelasting op grond van al hun belastbare inkomsten, zelfs indien deze in het buitenland zijn behaald of verkregen. De rijksinwoners zijn: - de natuurlijke personen die in België hun woonplaats of de zetel van hun fortuin hebben gevestigd; - de Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het buitenland zijn geaccrediteerd, alsook hun inwonende gezinsleden; - de andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland, alsook hun inwonende gezinsleden, met uitzondering van de consulaire ereambtenaren; - de andere ambtenaren, vertegenwoordigers en afgevaardigden van de Belgische Staat, van de Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten of van een Belgisch publiekrechtelijk lichaam die de Belgische nationaliteit bezitten en hun werkzaamheden in een vreemd land uitoefenen waar zij niet duurzaam verblijven. De inkomsten van belastingplichtigen die omwille van hun inkomen of hun gezinslasten niet belastbaar zijn, zijn niet ingeschreven in het kohier en dus ook
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
De basis voor de fiscale statistiek is het totaal belastbaar netto-inkomen per aangifte. Het totale belastbare netto-inkomen bestaat uit alle nettoinkomsten verminderd met de aftrekbare uitgaven. Het geheel van de netto-inkomsten is de som van alle netto-inkomsten uit de vier categorieën van personenbelasting. De berekening van de nettoinkomsten verschilt voor iedere categorie. Onder aftrekbare uitgaven verstaat men: onderhoudsuitkeringen, giften aan bepaalde instellingen bezoldigingen aan een huisbediende, uitgaven voor de oppas van kinderen van minder dan 3 jaar, bepaalde uitgaven voor het onderhoud en de restauratie van nietverhuurde en voor het publiek toegankelijke beschermde eigendommen en de interest van hypothecaire leningen. Het gemiddeld inkomen per inwoner van het aanslagjaar t +1 dat betrekking heeft op het inkomen van het jaar t wordt als volgt berekend: totaal belastbaar netto-inkomen van het aanslagjaar t+1 m.b.t. het inkomen van het jaar t gedeeld door de gemiddelde bevolking in t. De bevolking in t is de som van het inwonertal op 1 januari en op 31 december van het jaar t gedeeld door 2. Het gemiddeld inkomen per aangever van het aanslagjaar t +1 dat betrekking heeft op het inkomen van het jaar t wordt als volgt berekend: totaal belastbaar netto-inkomen van het aanslagjaar t+1 m.b.t. het inkomen van het jaar t gedeeld door het aantal aangevers. Het aantal aangevers wordt berekend aan de hand van de aangiftes die ofwel door één persoon zijn ingediend (aangiftes van alleenstaanden) ofwel door twee gehuwde personen (aangiftes van echtgenoten).
Het gemiddeld inkomen per aangifte van het aanslagjaar t+1 dat betrekking heeft op het inkomen van het jaar t wordt als volgt berekend: totaal belastbaar netto-inkomen van het aanslagjaar t+1 m.b.t. het inkomen van het jaar t gedeeld door het totaal aantal aangiften voor het aanslagjaar t+1. Bij de berekening van het gemiddeld inkomen per aangifte worden de aangiftes van gehuwden en alleenstaanden vermengd. Bijgevolg heeft het gemiddeld inkomen per aangifte zowel betrekking op aangiftes met één belastbaar inkomen als op aangiftes met twee belastbare inkomens. Het mediaaninkomen der aangiften is het inkomen van de aangifte die zich in het midden bevindt van de aangiftereeks na rangschikking van alle aangiften volgens het stijgend totaal belastbaar netto-inkomen. De fiscale statistiek onderschat het gemiddelde inkomen per inwoner, per aangever en per aangifte alsook het mediaaninkomen omdat ze betrekking heeft op de belastbare inkomens en dus geen rekening houdt met : - de belastingplichtigen die geen belasting moeten betalen; - de inkomens die vrijgesteld zijn van belastingen (zoals bvb. kinderbijslagen); - de aftrekposten (bvb beroepsonkosten); - de inkomens uit roerend goed die vaak niet op de aangiften voorkomen; - de belastingsontwijking. Wanneer men deze reeksen over een langere periode analyseert, moet men rekening houden met de verschillende veranderingen in de wetgeving Vanaf 1 januari 2002 worden statistische gegevens die in waarde worden uitgedrukt, al naargelang de referentiedatum in BEF of in EUR gepubliceerd. Dit betekent dus dat tijdsreeksen een breuk vertonen. Gegevens met een referentieperiode tot en met 31 december 1998 worden in BEF gepubliceerd en gegevens met een referentiedatum vanaf 1 januari 1999 in euro. Sinds 1 januari 1999 is de euro immers de officiële munt van België met een vaste wisselkoers van 1 EUR = 40,3399 BEF.
83
HOOFDSTUK V
niet opgenomen in de statistiek. De inkomsten van een van belasting vrijgestelde belastingplichtige waarop een terugbetaalbare voorheffing of voorafbetaling is gebeurd, zijn wel in het kohier opgenomen met het oog op regularisatie door volledige terugbetaling van de geheven belasting en komen dus wel in de statistiek voor. Het aantal aangiften met nul frank of euro totaal belastbaar netto-inkomen is alleen opgenomen in tabel V2.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
V.9
SAMENSTELLING van de TOTALE BELASTING in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomsten van het vorige jaar Statistische eenheden: Miljoenen Belgische frank en miljoenen euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken ”. Geografische indeling: De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens; termijn van 2 jaar
De totale belasting voorgesteld in deze tabel steunt op het totaal belastbaar netto-inkomen opgesteld door de Administratie der Directe Belastingen op basis van de aangiften der fiscale huishoudens. De totale belasting is samengesteld uit : - de Staatsbelasting; - de gemeentebelasting; - de agglomeratiebelasting die enkel bestaat voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De weergegeven aanslagvoeten van gemeente- en agglomeratiebelasting golden gedurende het laatste aanslagjaar.
84
Indien men deze reeksen over een langere periode analyseert moet men rekening houden met de verschillende veranderingen in de wetgeving. Vanaf 1 januari 2002 worden statistische gegevens die in waarde worden uitgedrukt, al naargelang de referentiedatum in BEF of in EUR gepubliceerd. Dit betekent dus dat tijdsreeksen een breuk vertonen. Gegevens met een referentieperiode tot en met 31 december 1998 worden in BEF gepubliceerd en gegevens met een referentiedatum vanaf 1 januari 1999 in euro. Sinds 1 januari 1999 is de euro immers de officiële munt van België met een vaste wisselkoers van 1 EUR = 40,3399 BEF.
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
TABEL
V.10
GEMIDDELDE INKOMENS per HUISHOUDEN in EUR HUISHOUDBUDGETONDERZOEK: referentiejaren TABEL
V.11
Statistische eenheden: Euro Bron: NIS Publicaties: Levensstandaard, „Fiscale statistieken ”. Geografische indeling: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens; termijn van 1 jaar
Het huishoudbudgetonderzoek is een statistisch onderzoek naar de omvang en de samenstelling van inkomsten en uitgaven van een representatieve steekproef van private huishoudens. Die huishoudens worden uit het nationaal personenregister geselecteerd. Collectieve huishoudens (zoals rusthuizen en gevangenissen) worden niet in de enquête opgenomen. Een huishouden bestaat uit alle personen die, al dan niet verbonden door familiebanden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en er samenleven. Een persoon die gewoonlijk alleen woont, vormt een huishouden op zichzelf. Tijdelijk afwezige personen (zoals gehospitaliseerde personen of leerlingen in kostscholen) behoren eveneens tot het huishouden. Vanaf 1999 werd een continu systeem van enquêteren ingevoerd, waarbij de evolutie van het ontvangsten bestedingspatroon aan de hand van maandelijkse steekproeven wordt gevolgd. Elke maand worden ruim 300 huishoudens in het ganse land ondervraagd. In de loop van 2001 werden aldus 3.726 huishoudens opgevolgd. De gegevens die de huishoudens in de enquête verstrekten, werden vervolgens geëxtrapoleerd naar de 4,3 miljoen huishoudens die ons land rijk is. De resultaten zijn bijgevolg benaderende waarden. De regionale indeling gebeurt op grond van de hoofdverblijfplaats van het huishouden gedurende de enquête. Zij gebeurt proportioneel met de bevolking van elk gewest om de gegevens tot op gewestniveau (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk Gewest) uit te baten, tenzij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat over een grotere steekproef beschikt. Gegevens die betrekking hebben op
kleinere geografische eenheden zijn statistisch onvoldoende betrouwbaar. Elke maand worden 35 groepen, waarvan 7 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ondervraagd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat elke groep uit 13 huishoudens; in de andere gewesten uit 12 huishoudens. De gegevens worden verzameld met behulp van huishoudboekjes en een vragenlijst voor de huishoudens. Gedurende één maand (de referentiemaand) registreren de deelnemende huishoudens in een huishoudboekje alle ontvangsten en bestedingen onder diverse rubrieken. Op het einde van de referentiemaand vullen de huishoudens tevens een vragenlijst in, waarin zij retrospectief de grote, niet-courante bestedingen over de laatste vier maanden (inclusief de referentiemaand) optekenen. Benevens de vragenlijst voor het huishouden (uitgaven voor duurzame goederen (wagen, televisie, huishoudtoestellen…) van de laatste 4 maanden inclusief de referentiemaand, het bezit van deze goederen, de regelmatige uitgaven, de kenmerken van de woning), is er een individuele vragenlijst die toelaat ieder lid van het huishouden een socio-professioneel profiel en een inkomenscategorie toe te wijzen. Het gemiddeld budget wordt telkens berekend voor het totaal aantal huishoudens dat in de beschouwde groep thuishoort, ongeacht of elk gezin voor elke beschouwde uitgave- of ontvangstrubriek al dan niet voorkomt. Zo is bijvoorbeeld de gemiddelde uitgave voor de aankoop van wagens niet een gemiddelde berekend op de huishoudens die zich tijdens de referentieperiode een wagen aanschaffen, maar wel een gemiddelde over alle huishoudens. Derhalve kan men het gemiddeld budget ook zien als een budget van een fictief huishouden.
85
HOOFDSTUK V
GEMIDDELDE UITGAVEN per HUISHOUDEN in EUR HUISHOUDBUDGETONDERZOEK : referentiejaren
Statistische indicatoren 2005
Bij tabel V10 Het beschikbaar inkomen: omvat enerzijds het inkomen uit economische activiteit en vermogen en anderzijds het inkomen uit sociale zekerheid en het overig overgedragen inkomen. Daarnaast onderscheidt men nog het inkomen van gezinsleden die slechts een gedeelte van hun ontvangsten aan de gemeenschappelijke huishoudkas afstaan. Het inkomen uit economische activiteit omvat: - het inkomen uit de hoofdactiviteit. Dit kan zowel voortkomen uit een activiteit in loonverband als uit een zelfstandige activiteit. Het inkomen voortkomend uit een activiteit in loonverband omvat de lonen en wedden die door de leden van het huishouden geheel of gedeeltelijk in de huishoudkas worden gestort. Het omvat tevens vakantiegeld en andere inkomens uit arbeid (bijvoorbeeld betaling voor overuren, fooien, diverse premies, maaltijdcheques, terugbetaling van transportkosten of andere kosten door de werkgever, enz...). Het gaat hier om netto lonen, exclusief de bijdragen voor sociale zekerheid en de aan de bron ingehouden belastingen. Het inkomen voortkomend uit een zelfstandige activiteit omvat het netto bedrag (exclusief belastingen) dat zelfstandige leden geheel of gedeeltelijk in de gemeenschappelijke huishoudkas storten. Dit bedrag wordt in principe door deze leden zelf berekend of geschat; - de voordelen in natura. Het meest frequente voordeel in natura is de wagen die door de werkgever ter beschikking is gesteld, gevolgd door de woning. Andere voorbeelden zijn de brandstoffen, de maaltijden waarvan leden van het huishouden genieten. Aan het huishouden wordt gevraagd de waarde te schatten van de verleende voordelen; bij ontstentenis schat het NIS deze. De voordelen in natura die door de werkgever zijn verleend omvatten ook de goederen (bvb. wagen) die ter beschikking van het huishouden staan en aangekocht zijn door de beroepskas of door de firma waaraan de zelfstandige verbonden is. De goederen door de zelfstandige ter beschikking gesteld van zijn huishouden worden bij de inkomsten gerangschikt onder „ voordelen in natura afkomstig uit zelfstandige activiteit” en worden ook toegevoegd aan de normale uitgaven. Het is de zelfstandige die aan deze goederen een waarde toekent volgens hun verkoopprijs; - de inkomens uit nevenactiviteiten. Deze omvatten de autoconsumptie (goederen die het huishouden zelf produceert en consumeert of gratis wegschenkt aan derden en die ook bij de uitgaven zijn terug te vinden; hun waarde wordt door het huishouden toegekend of door het NIS volgens de gemiddelde waarde van analoge goederen in dezelfde maand) en de lucratieve nevenactiviteiten (goederen of diensten die worden geleverd en verkocht door het huishouden of waarvoor een gelde86
lijke vergoeding wordt ontvangen zoals het werken als enquêteur na de dagtaak, het beheer van een verzekeringsportefeuille als bijkomstige bezigheid…). Het inkomen uit vermogen omvat : - het netto inkomen uit roerend vermogen: dit zijn de ontvangen intresten, dividenden en andere winstuitkeringen en tantièmes; - het netto inkomen uit onroerend vermogen: dit is gelijk aan het bruto bedrag ontvangen uit pachten en huurgelden van onroerende goederen in België of in het buitenland, verminderd met de onroerende voorheffing, de lasten voor beheer en onderhoud gedragen door de eigenaar en de onkosten voor kleine herstellingen van minder dan 30.000 BEF (743,68 EUR) betaald door de eigenaar. Voor de eigenaars bestaat het netto inkomen uit onroerend vermogen uit de geschatte netto huurwaarde van de eigen woning. Het inkomen uit onroerend vermogen bevat de fictieve huur van de woning bewoond door de eigenaar (dit bevindt zich ook aan de uitgaven-zijde). De schatting van de waarde gebeurt door het NIS op basis van de geschatte prijs die het huishouden zou vragen om zijn woning te verhuren, van de gemiddelde waarde van gelijkaardige woningen (zelfde comfort cfr. vragenformulier voor het huishouden en zelfde ligging (stedelijk, landelijk)) berekend op de waargenomen huurprijzen van de huishoudens die huren en op het kadastraal inkomen. Inkomen uit sociale zekerheid: - Pensioenen: ouderdoms-, rust- en overlevingspensioenen (inbegrepen brugpensioen), invaliditeitspensioenen en andere pensioenen en voordelen in natura toegekend aan gepensioneerden, zoals gratis openbaar vervoer; - Uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid: vergoedingen wegens werkonbekwaamheid of invaliditeit en vergoedingen wegens arbeidsongevallen; - Andere sociale uitkeringen van de overheid en van diverse instellingen: studiebeurzen, toelagen van het OCMW, andere niet eerder genoemde sociale toelagen, alsook de geschatte waarde van de giften in natura afkomstig van openbare instellingen. Het overig overgedragen inkomen bestaat uit : - Transfers tussen huishoudens: dit zijn de ontvangen onderhoudsgelden minus de betaalde, alsook de geschatte huurwaarde van woningen die gratis ter beschikking worden gesteld door andere huishoudens (niet werkgevers); - Uitkeringen van verzekeringen: dit zijn de kapitalen en renten uitgekeerd door levensverzekeringsmaatschappijen en de effectief ontvangen
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
door
verzekeringsmaat-
- Overige overgedragen inkomens: dit zijn de vergoedingen ontvangen van syndicaten (zoals stakingsvergoedingen), geldprijzen bij lotto of andere spelen en weddenschappen en allerlei andere ontvangsten, alsook gevonden geld. Verloren of gestolen geld en terugbetaling van te veel ontvangen bedragen worden van deze rubriek afgetrokken. Inkomenslasten: de belastingen op het inkomen die niet aan de bron werden afgehouden, worden van het beschikbaar inkomen afgetrokken; eventueel teruggetrokken belastingen worden opgeteld. Een andere heel onrechtstreekse benadering van de inkomens van de huishoudens is nu ook bekend via de regionale rekeningen. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen produceerde de ‘regionale verdeling van de huishoudenrekeningen’ gebaseerd op de ESR95:. Zie tabel VIII 1b: inkomensrekeningen van de huishoudens naar middelen en bestedingen. Bij tabel V.11 Onder huishoudelijke consumptie verstaat men alle goederen en diensten, door het huishouden zelf verbruikt of aan een derde geschonken. Giften in natura van andere huishoudens worden niet in de consumptie opgenomen teneinde dubbele opnamen te vermijden. Het verbruik bestaat derhalve uit: a) aangekochte goederen en diensten b) zelf geproduceerde goederen c) goederen ontvangen van de werkgever of van openbare instellingen. De waarde van de elementen onder b) en c) dient te worden toegerekend in het budget. Dit toegerekend verbruik omvat de geschatte waarde van alle goederen die het huishouden zonder betaling verkregen heeft. Voor de landbouw-, tuinbouw- en veeteeltproducten uit eigen bedrijf wordt de totale oogst als verbruik opgenomen, met dien verstande dat de eventuele verkopen van deze producten van de oogst werden afgetrokken. Gekochte producten worden geacht verbruikt te zijn op het ogenblik van de aankoop of van de verwerving, ook al werd een gedeelte ervan aan de voorraad toegevoegd of nooit effectief verbruikt (bijvoorbeeld wegens bederf). Ook op afbetaling gekochte producten worden geacht verbruikt te zijn op het ogenblik van de aankoop. Ieder gedurende het onderzoek gekocht product wordt dus voor zijn volle waarde in het verbruik opgenomen, ongeacht of de koopsom al dan niet volledig afbetaald is op het ein-
de van het onderzoek. De bedragen die gedurende het onderzoek betaald zijn ter afbetaling van aankopen gedaan voor de aanvang van de enquête worden niet in het verbruik opgenomen. Volgens de definitie van het huishoudbudget omvat de consumptie van de zelfstandigen eveneens de goederen die het huishouden uit eigen zaak heeft opgenomen of de producten die het zelf heeft voortgebracht en verbruikt in het kader van de uitoefening van een zelfstandig beroep (zoals een bakker die zijn eigen brood verbruikt). Deze goederen zijn in het onderzoek gewaardeerd tegen verkoopprijs, de prijs waartegen het zelfstandig huishouden ze verkoopt. Kenmerkend in het budget van het zelfstandig huishouden zijn de zogenaamde „gemengde uitgaven”. Het betreft het gebruik van goederen of diensten die gelijktijdig aan het huishouden en het zelfstandig beroep ten goede komen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor uitgaven voor telefoon, elektriciteit, huur, onderhoud van gebouwen of gebruik van wagen. Van dit soort uitgaven mag enkel het deel dat werkelijk op het huishouden betrekking heeft in de consumptie worden opgenomen. De aankoop van een product (vb. een wagen) wordt nooit als gemengd beschouwd; het gebruik ervan (vb. benzine of onderhoudskosten) kan wel „gemengd” zijn. Opmerkingen bij de structuur van de consumptie: Het hoofdstuk „Voeding, dranken, tabak”, heeft enkel betrekking op de thuis verbruikte voedingsmiddelen en dranken. Het verbruik in hotels, restaurants en cafés valt onder „uitgaven in de horecasector”; het verbruik in pensionaten, scholen onder de rubriek „onderwijs” en het verbruik in verzorgingsinstellingen en ziekenhuizen onder de rubriek „Ziekenhuizen en soortgelijke”. De rubriek „bruto huur” omvat de effectief door de huurders betaalde huurgelden en de geschatte netto huurwaarde van de woningen die worden bewoond door de eigenaar of door gezinnen die gratis gehuisvest zijn. Deze netto huurwaarde wordt vermeerderd met de lasten en de gewone onderhouds-, inrichtings- en reparatiekosten tot 30.000 BEF (743,68 EUR), ongeacht of ze door eigenaars of huurders werden betaald. Grote verbouwingskosten boven 30.000 BEF (743,68 EUR) en de delging van hypothecaire leningen (met inbegrip van intrest) worden niet als verbruik, maar als een vorm van sparen beschouwd. Grondbelasting en gemeentebelasting worden enkel in de rubriek „bruto huur” opgenomen in zover ze door de huurders zijn betaald. In dat geval worden ze beschouwd als een supplementaire huur. Door de eigenaars betaalde belastingen worden in mindering gebracht van het bruto-inkomen uit onroerend vermogen (zie tabel V.10). 87
HOOFDSTUK V
schadevergoedingen schappijen;
Statistische indicatoren 2005
Onder het hoofdstuk „gezondheid”, staan de diverse rubrieken met betrekking tot de geneeskundige zorgen en de farmaceutische producten. De bedragen betaald aan geneesheren, apothekers, verzorgingsinstellingen en paramedisch personeel zijn niet verminderd met de terugbetaling van de verplichte en vrije verzekering tegen ziekte en invaliditeit en omgekeerd evenmin verhoogd met de rechtstreeks
88
door de ziekteverzekering aan de sector geneeskunde uitgekeerde sommen. Ze geven dus de rechtstreeks door de huishoudens betaalde bedragen weer en hebben geen betrekking op de totale kosten voor geneeskundige verzorging. Het hoofdstuk: „Vervoer en communicatie” omvat eveneens de diverse verkeersbelastingen.
Hoofdstuk V : Inkomens en uitgaven van de huishoudens
TABEL
V.12
PRIJSINDICES en INFLATIECIJFERS voor het RIJK van 1980 tot 2004
De waarden in werkelijke en in vaste prijzen De waarden in vaste prijzen trachten de invloed van de inflatie uit te schakelen en zo de reële evolutie van de waargenomen aggregaten te beschrijven. Men zal de aangepaste prijsindex gebruiken om waarden in vaste prijzen te bekomen, vertrekkend van waarden in werkelijke prijzen. Met andere woorden, voor elk aggregaat zou men over een specifieke prijsindex moeten kunnen beschikken. De waarden in vaste prijzen worden berekend door de waarden in werkelijke prijzen te deflateren (de invloed van de prijzen uitschakelen) door de prijsindex (de deflator) : waarde in werkelijke prijzen = waarde in vaste prijzen prijsindex De werkelijke prijzen worden teruggebracht tot de prijzen van een referentieperiode of -jaar (basisjaar genoemd). De index van het referentiejaar (de basisperiode) wordt gelijkgesteld aan 100 en bezit geen statistische eenheid : het meet de relatieve wijziging van het prijsniveau. De index van de consumptieprijzen Tot 1968 werd dit de „index van de kleinhandelsprijzen” genoemd. Deze index volgt de prijsevolutie van een korf goederen en diensten door de huishoudens aangekocht, waarvan verondersteld wordt dat hij representatief is voor de consumptie van de huishoudens. De index meet de relatieve wijziging van het prijsniveau van deze korf tussen de referentieperiode of het basisjaar en een andere periode. De index toont dus de verhouding tussen de waargenomen prijzen voor een aantal goederen en diensten op een bepaald ogenblik en op een bepaalde plaats en de prijzen van dezelfde goederen en diensten op dezelfde plaats tijdens de referentie(basis)periode. De index van de consumptieprijzen wordt regelmatig gewijzigd wegens de opkomst van nieuwe goederen en diensten of het verbeteren en wijzigen van bestaande goederen en diensten of omwille van de
evolutie van het koopgedrag van de verbruikers of van veranderingen in de distributiestructuur... Wanneer producten en/of verkoopspunten verdwijnen zullen zij vervangen worden : - door een winkel van hetzelfde type met dezelfde verkoopsmogelijkheden; - door een gelijkwaardig product in dezelfde winkel of door hetzelfde product in een andere winkel van hetzelfde type met dezelfde verkoopsmogelijkheden. Een kwaliteitswijziging zal meestal als een productwijziging worden behandeld Het Belgische indexcijfer, ontstaan in 1920, kende tot nu toe acht hervormingen. De jongste hervorming is eind januari 1998 afgesloten en neemt 1996 als nieuwe basis. Die nieuwe index vervangt deze met basis 1988=100 Elke hervorming start, sinds 1976, met een huishoudbudgetonderzoek onder leiding van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Die bevraging geeft een gedetailleerd beeld van de structuur van de gemiddelde uitgaven voor een huishouden dat in België verblijft. Bij deze indexhervorming liep de budgetenquête van juni 1995 tot mei 1996. De steekproefpopulatie bestond uit 2.724 gezinnen. Vanuit de resultaten van dit huishoudbudgetonderzoek, heeft de Dienst voor het Indexcijfer van het Bestuur Handelsbeleid een weging toegekend aan de 481 „getuigen” die deel uitmaken van de indexkorf. Die producten en diensten werden zo gekozen dat ze zo getrouw mogelijk de verbruiksgewoonten weerspiegelen. Maandelijks op een vast tijdstip, verwerkt de Dienst van het Indexcijfer circa 100.000 prijswaarnemingen opgenomen in bijna 10.000 verkoopspunten gespreid over 65 lokaliteiten1 Berekeningsmethode 1) De gemiddelde maandprijs van een artikel in een
1 Ministerie van Economische Zaken: ”De hervorming van het indexcijfer van de consumptieprijzen, Trefpunt economie, Brussel 1998.
89
HOOFDSTUK V
Statistische eenheid: Geen eenheid en % Bronnen: 1) FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2) NIS, 3) INR Publicaties: 1) Diverse publicaties over de indices, 2) Wekelijkse mededelingen (consumptieprijzen), 3) Nationale rekeningen (prijs van het BBP) Geografische indeling: Het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Index van de consumptieprijzen; jaarlijkse gemiddelden; termijn van 1 à 2 maanden. Maandelijkse indices; termijn van 1 à 2 maanden Prijsindex van het BBP : jaarlijkse gegevens; termijn van 1 à 2 jaar
Statistische indicatoren 2005
gemeente is een gewoon, niet gewogen, rekenkundig gemiddelde van de prijs van dit artikel in de verschillende verkoopspunten van de gemeente. 2) De basisprijs van elk artikel per gemeente is het rekenkundig gemiddelde van de 12 gemiddelde maandprijzen van dit artikel in deze gemeente gedurende het basisjaar (1996 voor de laatste hervorming). 3) De lokale maandindices per artikel voor elke gemeente: =
gemiddelde maandprijs van het artikel in een gemeente (1ste fase) X 100 basis van dit artikel in deze gemeente (2de fase)
4) De lokale indices ontstaan door het samenvoegen op het niveau van de gemeenten van de indices met betrekking tot alle getuigen met behulp van een gewogen rekenkundig gemiddelde waarbij aan de artikels gewichten (van belang) worden toegekend. 5) De Rijksindex wordt daardoor de som van de indices van de 65 gemeenten met behulp van een gewogen rekenkundig gemiddelde waarbij een geografische weging (evenredig met de bevolkingsaantallen per 1 januari van het basisjaar) aan de gemeenten wordt toegekend. Naast het indexcijfer van de consumptieprijzen werd in januari 1994 de gezondheidsindex ingevoerd. Deze dient voor de indexering van salarissen, pensioenen en sociale vergoedingen, voor de jaarlijkse indexering van de huren en voor de toepassing van de loonmatiging. Er bestaan ook prijsindices voor productgroepen: - de voedingsmiddelen;
90
- de niet-voeding; - de diensten; - de huur. Overgang van de ene basis naar de andere In de tabel staan verschillende basisjaren naast elkaar. Het basisjaar dat in het betrokken jaar gangbaar was, is vet gedrukt. Het Ministerie van Economische Zaken levert een omzettingscoëfficiënt. Men kan deze coëfficiënt zelf berekenen als men over de indices van één zelfde jaar in beide bases beschikt : als in basis 1996, 1996 = 100 en in basis 1988, 1996 = 122,7 dan bedraagt de omzettingscoëfficiënt = 100 122,7 Indien men de jaren vòòr 1996 in basis 1988 wil, moet men deze coëfficiënt vermenigvuldigen met de indices van de jaren vòòr 1996 . De gezondheidsindex Om dit indexcijfer te berekenen, zijn 4 producten uit de algemene prijsindex verwijderd, namelijk tabak, alcohol, benzine en diesel, evenals de impact van de energiebijdrage ter financiering van de Maribel-bisoperatie. Het inflatiecijfer Het inflatiecijfer is de jaarlijkse relatieve schommeling van de prijsindices uitgedrukt in % : index tijdens t - index tijdens t-1 X 100 index tijdens t-1 De index van de consumptieprijzen geeft een beeld
HOOFDSTUK VI
GEZONDHEID
Hoofdstuk VI : Gezondheid
TABEL
VI.1
AANTAL ERKENDE ALGEMENE en PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN (alle campussen) naar CAPACITEIT op 1 januari 2004
Een ziekenhuis is een instelling die patiënten opneemt met de bedoeling ze te verzorgen, erkend volgens de ziekenhuiswet gecoördineerd op 7 augustus 1987. De volgende inrichtingen komen niet in aanmerking als ziekenhuis : - de militaire ziekenhuizen en medische centra, - de verzorgingsdiensten in strafinrichtingen, - de preventoria, - de bejaardenhomes, - de rusthuizen en verzorgingstehuizen, - de psychiatrische verzorgingstehuizen, - de initiatieven voor beschut wonen. Ziekenhuisfusies worden als één ziekhuis beschouwd, zelfs wanneer de fusie meerdere campussen omvat. Voor de aantallen ziekenhuizen naar gebudgetteerde bedden worden in deze publicatie vanaf 1.1.1997 alle campussen (hoofd- en bijcampussen) afzonderlijk in overweging genomen. De totale aantallen opgenomen patiënten en verpleegdagen zijn daarentegen geregistreerd in de hoofdcampussen.
De openbare instellingen behoren toe aan de Staat, de Gemeenschappen, de provincies, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en sommige openbare nutsinstellingen. Bij de privé-instellingen wordt om administratieve redenen geen onderscheid gemaakt tussen instellingen die beheerd worden door een religieuze congregatie en deze beheerd door een andere vereniging van privaat recht. De sector van de algemene ziekenhuizen omvat : - de „acute” instelling, of anders gezegd de niet-psychiatrische instelling waar patiënten opgenomen worden die in een kritische fase van hun ziekte verkeren, - de uitsluitend geriatrische instellingen, - de gespecialiseerde instelling. De psychiatrische sector omvat alle instellingen waar uitsluitend neuropsychiatrie beoefend wordt. Psychiatrische diensten die deel uitmaken van algemene ziekenhuizen worden, wat de totale capaciteit en het aantal instellingen betreft, meegerekend bij de algemene ziekenhuizen.
De verzorgingsinstellingen zijn ingedeeld in openbare en privé-instellingen.
93
HOOFDSTUK VI
Statistische eenheden: Aantal erkende, algemene en psychiatrische, openbare en privé-ziekenhuizen (hoofd- en bijcampussen) Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Publicatie: Op aanvraag Geografische indeling: Arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VI.2
AANTAL ZIEKENHUIZEN (hoofdcampussen), BEDDEN op 1 januari, AANTAL PATIËNTEN en AANTAL LIGDAGEN gedurende het jaar in de ERKENDE ALGEMENE en PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN (alle campussen): referentiejaren Statistische eenheid: Aantal ziekenhuizen (hoofdcampussen), aantal bedden, patiënten en ligdagen (alle campussen) Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Publicatie: Op aanvraag Geografische indeling: Provincies, arrondissementen, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien
Een ziekenhuis is een instelling die patiënten opneemt met, de bedoeling ze te verzorgen, erkend volgens de ziekenhuiswet gecoördineerd op 7 augustus 1987. De volgende inrichtingen komen niet in aanmerking als ziekenhuis : - de militaire ziekenhuizen en medische centra, - de verzorgingsdiensten in strafinrichtingen, - de preventoria, - de bejaardenhomes, - de rusthuizen en verzorgingstehuizen, - de psychiatrische verzorgingstehuizen, - de initiatieven voor beschut wonen. Ziekenhuisfusies worden als één ziekenhuis beschouwd, zelfs wanneer de fusie meerdere campussen omvat. Voor de aantallen ziekenhuizen naar gebudgetteerde bedden worden in deze publicatie vanaf 1.1.1997 alle campussen (hoofd- en bijcampussen) afzonderlijk in overweging genomen. De aantallen opgenomen patiënten en verpleegdagen zijn daarentegen geregistreerd in de hoofdcampussen. Het aantal bedden is het aantal gebudgetteerde bedden in een erkende dienst. Volgende bedden zijn niet meegerekend tenzij uitdrukkelijk anders vermeld : noodbedden (brancards), de wiegen voor gezonde zuigelingen en voor zieke zuigelingen in een niet erkende dienst, de kunstmoeders voor prematuren in een niet erkende dienst, de bedden van het personeel, de bedden voor begeleidende familieleden en de bedden in de kraamafdeling. Het aantal patiënten voor de algemene ziekenhuizen wordt geteld als het aantal ontslagen personen na minstens één gefactureerde hospitalisatiedag in een ziekenhuis tijdens het beschouwde jaar (het 94
betreft dus het aantal verblijfsperiodes). De patiënten in dagkliniek en de nieuwgeborenen zijn dus uitgesloten gezien zij geen aanleiding geven tot die facturatie. Het verblijf in algemene ziekenhuizen dat zich volledig situeert in de psychiatrische afdeling zijn niet meegeteld in de tabel tussen 1995 en 2003. Vanaf 2004 zouden ze weer meegeteld moeten worden. Het aantal patiënten voor de psychiatrische ziekenhuizen is het aantal al dan niet afgewerkte verblijven in het beschouwde jaar; alle patiënten aanwezig op 31 december van het beschouwde jaar zijn dus mee opgenomen. Tussen 2000 en 2002 werd de verplichting tot opstellen van de MPG (minimale psychiatrische gegevens) afgeschaft, maar in 2003 werden de gegevens retrospectief weer opgevraagd: dit heeft het resultaat van de aantallen verblijven beïnvloedt (onderschatting). De ligdagen zijn het aantal dagen die door de instelling zijn gefactureerd. Het aantal ligdagen die volledig betrekking hebben op de psychiatrische afdelingen in de algemene ziekenhuizen zijn niet meegeteld tussen 1995 en 2003. Vanaf 2004 zouden ze weer meegeteld moeten worden. Aangezien tussen 2000 en 2002 de verplichting tot opstellen van de MPG (minimale psychiatrische gegevens) werd afgeschaft, maar in 2003 de gegevens retrospectief weer werden opgevraagd heeft dit ook het resultaat van het aantal ligdagen beïnvloedt (onderschatting). Sindsdien en met het oog op het verfijnen van de statistiek, berekent de FOD Volksgezondheid het aantal ligdagen in psychiatrische ziekenhuizen op basis van de facturatie-gegevens (finhosta) in plaats van op de MPG. De informatie gebaseerd op finhosta zijn vollediger en meer betrouwbaar. In de hierbij gevoegde tabel werden de ‘finhosta’- gegevens opgenomen vanaf het jaar 2000. De onderschatting van het aantal ligdagen in psychiatrische ziekenhuizen gepubliceerd in de vorige uitgaven is dus gewist
Hoofdstuk VI : Gezondheid
gatie en deze beheerd door een andere vereniging van privaat recht. De sector van de algemene ziekenhuizen omvat : - de „acute” instelling, of anders gezegd de niet-psychiatrische instelling waar patiënten opgenomen worden die in een kritische fase van hun ziekte verkeren, - de uitsluitend geriatrische instellingen, - de gespecialiseerde instelling. De psychiatrische sector omvat alle instellingen waar uitsluitend neuropsychiatrie beoefend wordt.
HOOFDSTUK VI
(aldaar werden vermeld 270.340 en 240.057 ligdagen respectievelijk in 2000 en 2002 voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest en 4.966.092 (2000) en 4.646.144 (2002) voor het Rijk). De verzorgingsinstellingen zijn ingedeeld in openbare en privé-instellingen. De openbare instellingen behoren toe aan de Staat, de Gemeenschappen, de provincies, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en sommige openbare nutsinstellingen. Bij de privé-instellingen wordt om administratieve redenen geen onderscheid gemaakt tussen instellingen die beheerd worden door een religieuze congre-
95
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VI.3
AANTAL GENEESHEREN, APOTHEKERS, TANDHEELKUNDIGEN, VROEDVROUWEN en VERPLEEGKUNDIGEN op 31 december: referentiejaren Statistische eenheden: Aantal geneesheren, apothekers, tandheelkundigen, vroedvrouwen en verpleegkundigen Bron: RIZIV Publicatie: Op aanvraag Geografische indeling: Gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens beschikbaar op aanvraag
De Minister van Sociale Zaken erkent de geneesheer-specialisten en de huisartsen in toepassing van de wet van 9 april 1963 die een verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit instelt en organiseert. Algemeen geneeskundigen : de personen, ingeschreven bij de Orde der geneesheren en niet voor een bepaald specialisme erkend. Geneesheren-specialisten : de personen, ingeschreven bij de Orde der geneesheren, die door het Ministerie van Volksgezondheid voor een bepaald specialisme erkend zijn. De geneesheer gemachtigd de geneeskunde uit te oefenen is elke geneesheer houder van het Belgische wettelijke diploma van dokter in de genees-, heel- en verloskunde, alsook de geneesheren, onderdanen van een lidstaat van de EU, die in het bezit zijn van een diploma van geneesheer in dat land en die in België, krachtens de richtlijn nr 75/362/EEG van 16 juni 1975, de erkenning of de gelijkstelling ervan met een Belgische titel verworven hebben. Daaraan dienen toegevoegd sommige geneesheren afkomstig van niet EU-landen die gelijkwaardigheid van hun diploma bekwamen en
96
degene die om humanitaire of wetenschappelijke redenen de toelating om de geneeskunde in België te beoefenen, verkregen. Met uitzondering van de geneesheren gebeurt de opgave per werkplaats. Voor de geneesheren in actieve dienst baseert het RIZIV zich op de wettelijke woonplaats (contact adres). Apothekers : de personen die een inschrijvingsnummer als apotheker hebben verkregen bij het Ministerie van Volksgezondheid. Tandheelkundigen : de personen die door de bevoegde provinciale geneeskundige commissies voor tandheelkundigen gemachtigd zijn hun beroep uit te oefenen. Vroedvrouwen : de personen die door de bevoegde provinciale geneeskundige commissies voor vroedvrouwen gemachtigd zijn hun beroep uit te oefenen en van wie daarenboven bij het RIZIV bekend is dat ze hun beroep nog uitoefenen. Verpleegkundigen : de personen die door de Dienst voor geneeskundige verzorging ingeschreven zijn op de lijst van de verpleegkundigen.
Hoofdstuk VI : Gezondheid
TABEL
VI.4
DOODSOORZAKEN van PERSONEN OUDER DAN EEN JAAR: 1995, 1996 en 1997
Vóór de federalisering verzamelden en verwerkten de provinciale gezondheidsinspecties van het Ministerie van Volksgezondheid de medische gedeelten van de geboorte- en overlijdensaangiften. Sindsdien werd dit werk geleidelijk aan overgenomen door de gemeenschappen. Deze wijziging van de administratieve weg heeft grote vertragingen meegebracht bij het versturen van de formulieren naar het NIS. De overlijdensaangifte wordt ingevuld door de behandelende geneesheer. Het gemeentebestuur vult de overige demografische gegevens aan en stuurt het formulier door naar de betreffende gemeenschap. De gemeenschappen verwerken de medische gegevens en sturen de overlijdensaangiften verder door naar het NIS, waar bijkomende controles worden uitgevoerd met de documenten. Bij het opmaken van de statistieken tot en met 31 december 1997 werd gebruik gemaakt van de 9de revisie van de Internationale Classificatie van Ziekten van de Wereldgezondsheidsorganisatie (W.G.O.). Vanaf 1 januari 1998 werden in samenwerking met de Gemeenschappen nieuwe formulieren opgemaakt op basis van de 10de herziening van de Internationale Classificatie van Ziekten van de W.G.O.. De statistiek van de doodsoorzaken wordt aan de hand van een basisdocument opgemaakt. In België wordt het document „Aangifte van overlijden” genoemd. Hiervan bestaan 2 modellen : Model III C, voor aangifte van overlijden van een persoon van één jaar en ouder en Model III D, voor de aangifte van een doodgeboren kind of van een overlijden van een kind jonger dan één jaar (Model III D hier niet van toepassing). Beide modellen omvatten vier stroken : Strook A is een vaststelling van overlijden en geen verlof tot teraardebestelling ; Strook B en D zijn bestemd om door de dienst van de Burgerlijke Stand verstrekte inlichtingen op te nemen ; Strook C is ingevuld door de geneesheer die het overlijden vaststelt en dient om de diagnose van het
overlijden op te vermelden. Deze strook wordt dichtgeplakt ter vrijwaring van het medisch geheim. Ze dient uitsluitend voor het opmaken van de Statistiek van de Doodsoorzaken. • Oorspronkelijke doodsoorzaak : de ziekte die de ziekelijke toestand heeft teweeggebracht en tot het overlijden heeft geleid of de omstandigheden van het ongeval of van de gewelddadigheid die het dodelijk letsel hebben veroorzaakt. • Onmiddellijke doodsoorzaak : de ziekte of letsel die rechtstreeks de dood heeft veroorzaakt. Voorbeeld : Sterfte door schedelfractuur ten gevolge van een auto-ongeval Oorspronkelijke doodsoorzaak : auto-ongeval Onmiddellijke doodsoorzaak : schedelfractuur In de aangifte van overlijden heeft het begrip „gewelddadige dood” een andere betekenis in de strook A dan in de strook C. Bij strook A wordt onderscheid gemaakt tussen „natuurlijke dood” en „gewelddadige dood”. Het gaat om een juridisch begrip waartoe dient verwezen te worden naar het Burgerlijk Wetboek titel II, Hoofdstuk IV, Art. 81 : „Zijn er tekens of aanwijzingen van een gewelddadige dood of andere omstandigheden die zulks laten vermoeden dan mag de teraardebestelling eerst geschieden nadat een officier van politie bijgestaan door een doctor in de geneeskunde of de heelkunde een proces-verbaal heeft opgemaakt.” In de praktijk volstaat het dat de geneesheer op de strook A de woorden „gewelddadige dood” of „verdachte oorzaak” onderlijnt om het optreden van het parket uit te lokken. Bij strook C wordt ook een onderscheid gemaakt tussen „overlijden door ziekte” en „gewelddadige dood”, maar hier bevinden we ons op het medisch-diagnostisch vlak. Met „gewelddadige oorzaak” wordt hier bedoeld de doodsoorzaken die vervat zijn in hoofdstuk XVII van de W.G.O.-nomenclatuur „ongevallen, vergiftigingen en traumata”. Belangrijk onderscheid tussen feitelijke en werkelijke gemeente : De „feitelijke gemeente” is de gemeente waar het overlijden zich heeft voorgedaan. 97
HOOFDSTUK VI
Eenheid: Aantal personen Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) Publicatie: website www.statbel.fgov.be voor Rijk, Brussels Hoofdstedelijk Gewest op aanvraag Geografische indeling: Arrondissementen, provincies, gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: jaarlijks, onbepaald aantal jaar nadien
Statistische indicatoren 2005
De „werkelijke gemeente” is de gemeente waar de persoon in kwestie zijn of haar gewone verblijfplaats heeft. De overlijdensakte wordt opgemaakt door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de feitelijke gemeente en berust definitief bij de Burgerlijke Stand van deze gemeente. De werkelijke gemeente wordt op de hoogte gebracht van het overlijden en werkt haar bevolkingsregisters bij. Bij het opmaken van de statistiek van de doodsoorzaken per gewest, provincie of bestuurlijk arrondis-
98
sement kan worden uitgegaan van de feitelijke of van de werkelijke gemeente. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek heeft sedert 1954 de werkelijke gemeente als uitgangspunt gekozen, d.w.z. dat de sterfgevallen volgens de gewone verblijfplaats worden gerangschikt. Personen die op het ogenblik van overlijden niet in het Rijk verblijven worden volgens feitelijke gemeente gerangschikt (waar persoon is gestorven). De statistiek van de doodsoorzaken per gewest, provincie of bestuurlijk arrondissement wordt naar de oorspronkelijk oorzaak opgemaakt.
Hoofdstuk VI : Gezondheid
TABEL
VI.5
LEVENSVERWACHTING en KINDERSTERFTE: referentiejaren Eenheden: Levensverwachting in aantal jaren, kindersterfte in aantal overlijdens van kinderen tijdens hun eerst levensjaar per duizend levende geboorten Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) Publicatie: Levensverwachting: demografische statistieken. Sterftecijfer: op aanvraag Geografische indeling: Provincies, gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Levensverwachting: tweejaarlijkse gegevens beschikbaar 2 jaar nadien. Sterftecijfer: jaarlijkse gegevens beschikbaar 2 jaar nadien
De levensverwachting op de exacte leeftijd Ex wordt gegeven door de formule :
Ex =
LLx Lx
+0,5
waarbij
LLx
=
Lx
=
het gecumuleerd aantal overlevenden het aantal overlevenden voor 1 miljoen geboorten
De kindersterfte is het aantal overlijdens van kinderen tijdens hun eerste levensjaar per 1000 levend geborenen. Een voorlopige berekening gebeurt op basis van de demografie uit het Rijksregister van de natuurlijke personen. Ongeveer 4 jaar nadien volgt een herberekening op basis van de overlijdensstatistiek.
99
HOOFDSTUK VI
Het NIS levert in zijn demografische statistieken de levensverwachting per geslacht op elke leeftijd van het bestaan. De levensverwachting wordt berekend in jaren en is in deze statistiek opgegeven als levensverwachting bij de geboorte per geslacht wat overeenkomt met de gemiddelde levensduur.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VI.6
NEDERLANDSTALIGE en FRANSTALIGE OPVANGVOORZIENINGEN voor JONGE KINDEREN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST in 2003 en 2004 TABEL
VI.7
NEDERLANDSTALIGE en FRANSTALIGE OPVANGVOORZIENINGEN voor JONGE KINDEREN naar GEMEENTE in 2003 en 2004
Eenheden: Aantal opvangvoorzieningen en (theoretische) capaciteit (aantal jonge kinderen) Bronnen: Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE), Kind en Gezin Publicatie: Op aanvraag Geografische indeling: gemeenten, arrondissement, provincie, gemeenschap Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens: Jaarlijkse gegevens op 31 december
De ONE (Office de la Naissance et de l’Enfance), die ressorteert onder de Franse Gemeenschap, en Kind en Gezin van de Vlaamse Gemeenschap bezorgen op aanvraag het aantal opvangvoorzieningen voor jonge kinderen en hun capaciteit (Kind en Gezin sedert 1994). Voor de ONE en Kind en Gezin is de situatie elk jaar vastgesteld op 31 december. De opvangvoorzieningen zijn ingedeeld in 2 categorieën : de gesubsidieerde en de niet-gesubsidieerde. De ONE of Kind en Gezin subsidiëren volgende diensten : - de crèches die overdag kinderen van 0 tot 3 jaar opvangen. De uitrusting is voorzien op het aantal kinderen en impliceert gediplomeerd personeel. Er worden raadplegingen ter plekke gehouden. - de peutertuin die tijdens de dag kinderen tussen 18 maanden en 3 jaar opvangt. De uitrusting is voorzien op het aantal kinderen en impliceert gediplomeerd personeel. Er worden raadplegingen ter plekke gehouden. - de „ gecontroleerde opvangmoeders/kinderopvang(st)ers onder overeenkomst1” met enerzijds de diensten voor opvangmoeders/ kinderopvang(st)ers georganiseerd door een crèche (of door een peutertuin/gemeentelijk huis voor kinderopvang voor de ONE) en anderzijds de zelfstandige diensten voor kinderopvang(st)ers onder overeenkomst. Aan elke dienst zijn kinderopvang(st)ers verbonden, die tijdens de dag 1 Nieuwe benaming voor de gecontroleerde opvangmoeders voor de ONE – Besluit van 27 februari 2003 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen.
100
1 tot 42 kinderen thuis opvangen. Ze zijn wettelijk verplicht om de kinderen naar een consultatiebureau te brengen. In de cijfers is het aantal diensten opgenomen en niet het aantal opvang(st)ers. Voor de ONE is het gemeentelijk huis voor opvang een gesubsidieerde opvangvoorziening voor kinderen van 0 tot 7 jaar die berust op een partnership met een gemeente, intercommunale of gemeentelijke vzw. Een nieuw type opvangvoorziening is de ouderscrèche (vermeld ter informatie, daar er nog geen dergelijke ouderscrèche operationeel is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De diensten door Kind en Gezin vergund maar niet gesubsidieerd, zijn : - de mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven die op bestendige wijze zorgen voor de gelijktijdige opvang van 6 tot 8 kinderen met een leeftijd van 0 tot 12 jaar (desgevallend eigen kinderen meegerekend) : minstens 6 kinderen jonger dan 6 jaar, eigen kinderen van minder dan 6 jaar meegerekend, waarbij daarnaast kinderen van 6 tot 12 jaar opgevangen mogen worden ofwel minstens 8 kinderen tussen 3 en 12 jaar oud, eigen kinderen jonger dan 12 jaar meegerekend en eventueel gekoppeld aan de opvang van kinderen jonger dan 3 jaar. - de zelfstandige onthaalouders die op bestendige wijze zorgen voor de gelijktijdige opvang van maximum 5 tot 7 kinderen met een leeftijd van 0 tot 12 jaar (desgevallend eigen kinderen meegerekend). 2 Dit cijfer is voor ONE van 3 naar 4 gestegen sinds de inwerkingtreding van voornoemd besluit.
Hoofdstuk VI : Gezondheid
- de kinderhuizen die meer dan 5 kinderen opvangen in een daartoe ingerichte omgeving. De verantwoordelijken worden bijgestaan door help(st)ers. Een raadpleging voor zuigelingen kan er georganiseerd worden.
- de zelfstandige kinderopvang(st)ers die hoogstens 4 (voorheen 3) kinderen van 0 tot 7 jaar oud bij hen thuis. Ze zijn wettelijk verplicht de kinderen aan te melden bij de raadpleging voor zuigelingen die voor het toezicht verantwoordelijk is. - de „haltes-garderies”, voorzieningen voor occasionele opvang van kinderen van 0 tot 6 jaar.
HOOFDSTUK VI
Volgende diensten worden door de ONE vergund maar niet gesubsidieerd :
101
HOOFDSTUK VII
ONDERWIJS EN CULTUUR
Hoofdstuk VII : Onderwijs en cultuur
TABEL
VII.1
SCHOOLBEVOLKING in het KLEUTER, LAGER, SECUNDAIR, HOGESCHOLEN en UNIVERSITAIR ONDERWIJS van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en het RIJK (FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG onderwijs) : referentiejaren
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 3 bronnen : het Ministerie van de Franse Gemeenschap, de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Universitaire Stichting. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap. De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen. De schoolbevolking van de Europese en internationale scholen, gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (meer dan 10 000 leerlingen in 1998), is niet opgenomen in de tabellen. Voor alle onderwijsniveaus zijn de cijfers ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de school behoort en de plaats van de hoofdzetel van de onderwijsinstelling. De cijfers in deze tabel hebben betrekking op het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen of studenten (hogescholen : inschrijvingen; universiteit: hoofdinschrijvingen), jaarlijks geregistreerd op 1 februari voor het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en op 1 oktober (of 1 december voor het hoger onderwijs) voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap De leerlingen van het buitengewoon onderwijs zijn inbegrepen in het leerlingenaantal van het kleuterlager en secundair onderwijs. Dit onderwijs is gericht op kinderen en jongeren waarvan de ontwikkeling wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt. Het basisonderwijs omvat zowel het kleuteronderwijs als het lager onderwijs. Het kleuteronderwijs wordt verstrekt aan kinderen van 2 1/2 tot 6 (uitzonderlijk 7) jaar. Dit onderwijs is niet verplicht, maar wordt door bijna alle kinderen gevolgd. Het lager onderwijs is bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
De leerplichtwet van 1983 bepaalt dat elk kind gedurende 12 volle schooljaren leerplichtig is. Dit is vanaf de maand september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, tot einde juni van het jaar waarin het 18 wordt. De leerplicht geldt zowel voor Belgen als voor niet-Belgen. De leerplicht is voltijds tot de leeftijd van 15 jaar als de leerling het lager onderwijs en minstens de eerste twee jaar van het secundair onderwijs voltooid heeft. In de andere gevallen is ze voltijds tot 16 jaar. Vanaf 15-16 jaar is er een deeltijdse leerplicht. Leerplicht is geen schoolplicht, aangezien theoretisch ook huisonderwijs, voldoend aan de wettelijke vastgestelde vereisten, mogelijk is. Vanaf 1989-1990 werd in het Vlaams secundair onderwijs de nieuwe (eenheids)structuur jaar na jaar ingevoerd. Vanaf dat schooljaar werden de types I (VSO) en II (traditioneel) geleidelijk afgebouwd. Deze herstructurering was voltooid in 199697. Voor het hogescholenonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt het aantal regelmatige inschrijvingen geregistreerd (een student kan meer dan 1 inschrijving hebben). In de tabellen zijn enkel de inschrijvingen in de basisopleidingen en initiële lerarenopleiding opgenomen. IAJ-studenten (= Individueel Aangepast Jaarprogramma) worden slechts eenmaal geregistreerd. Vanaf het academiejaar 1999-2000 worden de studenten in het hoger onderwijs geregistreerd in de Databank Tertiair Onderwijs. Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap bracht grondige wijzigingen in de organisatie van het vroegere hoger onderwijs buiten de universiteit. De respectievelijke indelingen in korte en lange types, categorieën, afdelingen en opties werden met ingang van het jaar 1995-96 geleidelijk, van jaar tot jaar, opgeheven en vervangen door studiegebieden, basisopleidingen van 1 of 2 cycli, opleidingen en opties. Voor de Franse Gemeenschap blijft de term hoger niet-universitair onderwijs gebruikelijk ofschoon sedert 1996-1997 de scholen voor hoger onderwijs 105
HOOFDSTUK VII
Statistische eenheid : Aantal leerlingen of studenten (inschrijvingen) Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap, de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Universitaire Stichting Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Ministerie van de Franse Gemeenschap, jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien. Universitaire Stichting: jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien.
Statistische indicatoren 2005
(kort en lang type) werden gegroepeerd tot „ Hautes Ecoles ” (hogescholen). Benevens deze hogescholen bestaan ook het Institut Supérieur d’Architecture en de kunstscholen van hoger onderwijs. Bij alle wordt het aantal studenten geregistreerd. De hogeschool is in de Vlaamse Gemeenschap een instelling die hoger onderwijs organiseert, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 1994, en bestuurd wordt door één raad van bestuur. In de Franse Gemeenschap worden de „ Hautes écoles ”, bestaand sedert het schooljaar 1996-97, bestuurd door een voorzitter-directeur. Desgevallend bestaan zij uit scholen gelokaliseerd in verschillende administratieve eenheden (zelfs gewesten). Bijgevolg zijn uitsplitsingen voor deze administratieve eenheden ofwel niet ofwel slechts op verzoek beschikbaar. Het structuurdecreet van 4 april 2003 heeft het hoger onderwijs in Vlaanderen grondig hervormd. Het decreet bevat drie grote krachtlijnen : de invoering van de bachelor-masterstructuur, de associatie van een universiteit met één of meer hogescholen en de accreditatie van de opleidingen. De hogescholen en de universiteiten voeren vanaf het academiejaar 2004-2005 gradueel de bachelormasterstructuur in.
- Enkele technische termen, zoals graden, werden geherdefinieerd of vereenvoudigd, de term „ licentie ” verdwijnt volledig. Voortaan zal men aan de universiteit of in het hoger onderwijs van het lange type enkel nog spreken van „ master ” voor alle tweede cycli. - De samenwerkingsmodaliteiten tussen de universiteiten en de andere instellingen zijn gereglementeerd. Voor het universitair onderwijs werd vastgesteld dat bij vorige overzichten in tijdsperspectief voor de academiejaren 1989-90 tot 1991-92 de hoofdinschrijvingen werden vermeld; vanaf 1992-93 tot 1995-96 daarentegen werden alle inschrijvingen (dus inclusief bijkomende inschrijvingen) opgenomen. Heden werden vanaf 1995-96 de hoofdinschrijvingen van de studenten geteld. Voor 1990-91 werden in de gepubliceerde algemene totalen de tweetalige universitaire instellingen niet meegeteld. Zij die niet regelmatig in een studieprogramma zijn ingeschreven (zoals vrije inschrijvingen voor navorsers en afzonderlijke vakken) zijn niet opgenomen. De studenten in alle studie-opleidingen worden meegeteld (academische 1e en 2e cyclus, aanvullende, specialisatie, aggregatie, navorsers, doctoraatsopleidingen en doctoraten).
De belangrijkste lijnen van dit decreet zijn :
Vóór 1999-2000 waren de cijfers afkomstig van de Universitaire Stichting. Vanaf 1999-2000 registreert voor de Vlaamse Gemeenschap het departement Onderwijs het aantal studenten in de Databank Tertiair Onderwijs. Vrije studenten zijn niet opgenomen in de cijfers.
- Alle onderwijstypes zijn duidelijk geïntegreerd : hetzelfde systeem wordt toegepast in het hele net van hoger onderwijs (universiteiten, hogescholen, hogescholen voor kunst en architectuur)
In de uitgave 2005 werden de cijfers voor het academiejaar 2001-2002 aangepast omdat in de uitgave 2004 alle inschrijvingen werden vermeld in plaats van enkel de hoofdinschrijvingen.
Het parlement van de Franse Gemeenschap keurde op 31 maart 2004 het zogenaamde „ Bologne ”decreet, dat het hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap definieert, goed.
106
Hoofdstuk VII : Onderwijs en cultuur
TABEL
VII.2
TOTALE SCHOOLBEVOLKING in het KLEUTER-, LAGER en SECUNDAIR ONDERWIJS naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 Statistische eenheid : Aantal leerlingen Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap en de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap : jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien.
De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen. De schoolbevolking van de Europese en internationale scholen, gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (meer dan 10 000 leerlingen in 1998), is niet opgenomen in de tabellen. Voor alle onderwijsniveaus zijn de cijfers ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de school behoort en de plaats van de hoofdzetel van de onderwijsinstelling. De cijfers in deze tabel hebben betrekking op het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen of studenten (hogescholen : inschrijvingen; universiteit : hoofdinschrijvingen), jaarlijks geregistreerd op 1 februari voor het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en op 1 oktober (of op 1 december voor het hoger onderwijs) voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap. De leerlingen van het buitengewoon onderwijs zijn inbegrepen in het leerlingenaantal van het kleuter,
lager en secundair onderwijs. Dit onderwijs is gericht op kinderen en jongeren waarvan de ontwikkeling wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt. Het basisonderwijs omvat zowel het kleuteronderwijs als het lager onderwijs. Het kleuteronderwijs wordt verstrekt aan kinderen van 2 1/2 tot 6 (uitzonderlijk 7) jaar. Dit onderwijs is niet verplicht, maar wordt door bijna alle kinderen gevolgd. Het lager onderwijs is in principe bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar. De leerplichtwet van 1983 bepaalt dat elk kind gedurende 12 volle schooljaren leerplichtig is. Dit is vanaf de maand september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, tot einde juni van het jaar waarin het 18 wordt. De leerplicht geldt zowel voor Belgen als voor niet-Belgen. De leerplicht is voltijds tot de leeftijd van 15 jaar als de leerling het lager onderwijs en de eerste twee jaar van het secundair onderwijs voltooid heeft. In de andere gevallen is ze voltijds tot 16 jaar. Vanaf 15 - 16 jaar is er een deeltijdse leerplicht. Leerplicht is geen schoolplicht, aangezien theoretisch ook huisonderwijs, voldoend aan de wettelijk vastgestelde vereisten, mogelijk is. Vanaf 1989-1990 werd in het Vlaams secundair onderwijs de nieuwe (eenheids)structuur jaar na jaar ingevoerd. Vanaf dat schooljaar werden de types I (VSO) en II (traditioneel) geleidelijk afgebouwd. Deze herstructurering was voltooid in 1996-97.
107
HOOFDSTUK VII
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 2 bronnen : het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VII.3
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG KLEUTERONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 20032004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 Statistische eenheid : Aantal leerlingen Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap, de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap : jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien.
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 2 bronnen : het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap. De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen. De schoolbevolking van de Europese en internationale scholen, gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is niet opgenomen in de tabellen. De cijfers in deze tabel omtrent het kleuteronderwijs behelzen het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen in het kleuteronderwijs, jaarlijks geregistreerd in de Vlaamse Gemeenschap op 1 februari en in de Franse Gemeenschap op 1 oktober. Zij zijn
108
ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de school behoort en de plaats van de hoofdzetel van de onderwijsinstelling. De leerlingen van het buitengewoon onderwijs zijn inbegrepen in het leerlingenaantal. Dit onderwijs is gericht op kinderen en jongeren waarvan de ontwikkeling wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt. Het basisonderwijs omvat zowel het kleuteronderwijs als het lager onderwijs. Het kleuteronderwijs wordt verstrekt aan kinderen van 2 1/2 tot 6 (uitzonderlijk 7) jaar. Dit onderwijs is niet verplicht, maar wordt door bijna alle kinderen gevolgd. De leerplichtwet van 1983 bepaalt dat elk kind gedurende 12 volle schooljaren leerplichtig is. Dit is vanaf de maand september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, tot einde juni van het jaar waarin het 18 wordt. De leerplicht geldt zowel voor Belgen als voor niet-Belgen.
Hoofdstuk VII : Onderwijs en cultuur
TABEL
VII.4
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG LAGER ONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 2 bronnen : Het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap.
De leerlingen van het buitengewoon onderwijs zijn inbegrepen in het leerlingenaantal Dit onderwijs is gericht op kinderen en jongeren waarvan de ontwikkeling wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt. Het basisonderwijs omvat zowel het kleuteronderwijs als het lager onderwijs. Het lager onderwijs is in principe bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen.
De leerplichtwet van 1983 bepaalt dat elk kind gedurende 12 volle schooljaren leerplichtig is. Dit is vanaf de maand september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, tot einde juni van het jaar waarin het 18 wordt. De leerplicht geldt zowel voor Belgen als voor niet-Belgen. De leerplicht is voltijds tot de leeftijd van 15 jaar als de leerling het lager onderwijs en minstens de eerste twee jaar van het secundair onderwijs voltooid heeft. In de andere gevallen is ze voltijds tot 16 jaar. Vanaf 15 – 16 jaar is er een deeltijdse leerplicht. Leerplicht is geen schoolplicht, aangezien theoretisch ook huisonderwijs, voldoend aan de wettelijk vastgestelde vereisten, mogelijk is.
De schoolbevolking van de Europese en internationale scholen, gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn niet opgenomen in de tabellen. De cijfers in deze tabel omtrent het lager onderwijs behelzen het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen in het lager onderwijs met volledig leerplan, jaarlijks geregistreerd in de Vlaamse Gemeenschap op 1 februari en in de Franse Gemeenschap op 1 oktober. Zij zijn ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de school behoort en de plaats van de hoofdzetel van de onderwijsinstelling.
109
HOOFDSTUK VII
Statistische eenheid : Aantal leerlingen Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap, de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap : jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VII.5
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG SECUNDAIR ONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 20032004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 Statistische eenheid : Aantal leerlingen Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap, de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap : jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 2 bronnen : het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap. De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen. De schoolbevolking van de Europese en internationale scholen, gesitueerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is niet opgenomen in de tabellen. De cijfers in deze tabel omtrent het secundair onderwijs behelzen het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen in het voltijds secundair onderwijs met volledig leerplan, jaarlijks geregistreerd in de Vlaamse Gemeenschap op 1 februari en in de Franse Gemeenschap op 1 oktober. Zij zijn ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de school behoort en de plaats van de hoofdzetel van de onderwijsinstelling.
110
De leerlingen van het buitengewoon onderwijs zijn inbegrepen in het leerlingenaantal. Dit onderwijs is gericht op kinderen en jongeren waarvan de ontwikkeling wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt. De leerplichtwet van 1983 bepaalt dat elk kind gedurende 12 volle schooljaren leerplichtig is. Dit is vanaf de maaand september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, tot einde juni van het jaar waarin het 18 wordt. De leerplicht geldt zowel voor Belgen als voor niet-Belgen. De leerplicht is voltijds tot de leeftijd van 15 jaar als de leerling het lager onderwijs en minstens de eerste twee jaar van het secundair onderwijs voltooid heeft. In de andere gevallen is ze voltijds tot 16 jaar. Vanaf 15 – 16 jaar is er een deeltijdse leerplicht. Leerplicht is geen schoolplicht, aangezien theoretisch ook huisonderwijs, voldoend aan de wettelijk vastgestelde vereisten, mogelijk is. Vanaf 1989-1990 werd in het Vlaams secundair onderwijs de nieuwe (eenheids)structuur jaar na jaar ingevoerd. Vanaf dat schooljaar werden de types I (VSO) en II (traditioneel) geleidelijk afgebouwd. Deze herstructurering was voltooid in 1996-97.
Hoofdstuk VII : Onderwijs en cultuur
TABEL
VII.6
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG HOGESCHOLENONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 Statistische eenheid : Vlaamse Gemeenschap: aantal inschrijvingen; Franse Gemeenschap: aantal studenten Bronnen : Ministerie van de Franse Gemeenschap, de Afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten , provincies, gemeenschappen, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Vlaamse Gemeenschap en Franse Gemeenschap : jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien.
De cijfers hebben enkel betrekking op de erkende en gesubsidieerde of gefinancierde scholen. De cijfers in deze tabel voor het hogescholenonderwijs behelzen het aantal regelmatige inschrijvingen van studenten (een student kan meer dan 1 inschrijving hebben) jaarlijks geregistreerd op 1 februari voor wat betreft de Vlaamse Gemeenschap en het aantal studenten geteld op 1 december voor de Franse Gemeenschap. Zij zijn ingedeeld volgens de Gemeenschap (Franse, Vlaamse) waartoe de hogeschool behoort. In de tabellen zijn enkel de inschrijvingen in de basisopleidingen en initiële lerarenopleiding opgenomen. IAJ-studenten (= Individueel Aangepast Jaarprogramma) worden slechts eenmaal geregistreerd. Vanaf het academiejaar 1999-2000 worden de studenten in het hoger onderwijs geregistreerd in de Databank Tertiair Onderwijs. Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap bracht grondige wijzigingen in de organisatie van het vroegere hoger onderwijs buiten de universiteit. De respectievelijke indelingen in korte en lange type, categorieën, afdelingen en opties werden met ingang van het jaar 1995-96 geleidelijk, van jaar tot jaar, opgeheven en vervangen door studiegebieden, basisopleidingen van 1 of 2 cycli, opleidingen en opties. Voor de Franse Gemeenschap blijft de term hoger niet-universitair onderwijs gebruikelijk ofschoon sedert 1996-1997 de scholen van hoger onderwijs
(korte en lange type) werden gegroepeerd tot „ Hautes Ecoles ” (hogescholen). Benevens deze hogescholen bestaan ook het Institut Supérieur d’Architecture en de kunstscholen van hoger onderwijs. De hogeschool is in de Vlaamse Gemeenschap een instelling die hoger onderwijs organiseert, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 1994, en bestuurd door één raad van bestuur. In de Franse gemeenschap worden de „ Hautes écoles ”, bestaand sedert het schooljaar 1996-97, bestuurd door een voorzitter-directeur. Desgevallend bestaan zij uit scholen gelokaliseerd in verschillende administratieve eenheden (zelfs gewesten). Bijgevolg zijn uitsplitsingen voor deze administratieve eenheden ofwel niet ofwel slechts op verzoek beschikbaar. Het structuurdecreet van 4 april 2003 heeft het hoger onderwijs in Vlaanderen grondig hervormd. Het decreet bevat drie grote krachtlijnen : de invoering van de bachelor-masterstructuur, de associatie van een universiteit met één of meer hogescholen en de accreditatie van de opleidingen. De hogescholen en de universiteiten voeren vanaf het academiejaar 2004-2005 gradueel de bachelormasterstructuur in. Het parlement van de Franse Gemeenschap keurde op 31 maart 2004 het zogenaamde „ Bologne ”-decreet, dat het hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap definieert, goed. De belangrijkste lijnen van dit decreet zijn : - Alle onderwijstypes zijn duidelijk geïntegreerd : hetzelfde systeem wordt toegepast in het hele net van hoger onderwijs (universiteiten, hogescholen, hogescholen voor kunst en architectuur. - Enkele technische termen, zoals graden, werden geherdefinieerd of vereenvoudigd, de term „ licentie ” verdwijnt volledig.
111
HOOFDSTUK VII
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De statistische gegevens zijn geleverd door 2 bronnen : het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de afdeling Begroting en Gegevensbeheer van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. De cijfers voor het Rijk zijn dus exclusief de schoolbevolking van de Duitstalige Gemeenschap.
Statistische indicatoren 2005
- Voortaan zal men aan de universiteit of in het hoger onderwijs van het lange type enkel nog spreken van „ master ” voor alle tweede cycli.
112
- De samenwerkingsmodaliteiten tussen de universiteiten en de andere instellingen zijn gereglementeerd.
Hoofdstuk VII : Onderwijs en cultuur
TABEL
VII.7
STUDENTEN aan de UNIVERSITEITEN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en het RIJK per GESLACHT en NATIONALITEIT : 1999-2000, 2000-2001, 2001-2002 en 2002-2003 Statistische eenheid : Aantal hoofdinschrijvingen Bron : De Universitaire Stichting Publicatie : Jaarverslag op aanvraag Geografische indeling : Instellingen, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 2 jaar nadien
De cijfers in deze tabel hebben betrekking op het aantal regelmatig ingeschreven studenten jaarlijks geregistreerd op 1 februari. Zij die niet regelmatig in een studieprogramma zijn ingeschreven (zoals vrije inschrijvingen voor navorsers en afzonderlijke vakken) zijn niet opgenomen. De studenten in alle studieopleidingen worden meegeteld (academische 1e en 2e cyclus, aanvullende, specialisatie, aggregatie, navorsers, doctoraatsopleidingen en doctoraten). In tabel VII.7 voor het universitair onderwijs zijn de cijfers deze van de hoofdinschrijvingen van de instellingen (Vlaamse universiteiten, Franstalige en tweetalige universitaire instellingen) op het grondgebied
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen en ingedeeld naar geslacht en onderscheid Belgen/ vreemdelingen van de studenten. Deze hoofdinschrijvingen bedragen minimum 92% van alle (hoofd- en bijkomende) inschrijvingen in elk van de instellingen te Brussel : een student kan meer dan 1 inschrijving hebben. Bij het opstellen van de cijfers in tijdsperspectief, werd vastgesteld dat in vorige overzichten voor de academiejaren 1989-90 tot 1991-92 de hoofdinschrijvingen werden vermeld; vanaf 1992-93 tot 1995-96 daarentegen werden alle inschrijvingen (dus inclusief bijkomende inschrijvingen) opgenomen. Sedert 1995-96 zijn de hoofdinschrijvingen van de studenten opgegeven. Voor 1989–90 en 1990-91 werden in de gepubliceerde algemene totalen de tweetalige universitaire instellingen niet meegeteld. In de uitgave 2005 werden de cijfers voor het academiejaar 2001-2002 aangepast omdat in de uitgave 2004 alle inschrijvingen werden vermeld in plaats van enkel de hoofdinschrijvingen. De indeling per studiedomeinen en -opleidingen per instelling is beschikbaar, evenals de eerste inschrijvingen in de eerste kandidatuur en de afgestudeerden naar diploma en dit telkens per studiedomein en naar geslacht, nationaliteit (Belg/vreemdeling) van de studenten.
113
HOOFDSTUK VII
Binnen de huidige Belgische staatsstructuur behoren bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs tot de Gemeenschappen. De recente omschakeling van de Belgische staatsordening heeft de overheveling van bijna alle bevoegdheden inzake onderwijs van de Centrale Overheid naar de Gemeenschappen als gevolg. Die gewijzigde institutionele context leidt tot een statistiek volgens het taalkundig regime, waartoe de universitaire instelling van de student(e) behoort. De statistische gegevens zijn geleverd door de Universitaire Stichting, die ze op haar beurt heeft geharmoniseerd op basis van de informatie van de „ Vlaamse Interuniversitaire Raad ” en de „ Conseil des Recteurs des institutions universitaires francophones ”.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VII.8
AANTAL BIOSCOOPZALEN, PLAATSEN en TOESCHOUWERS : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal bioscoopzalen die films van 35 mm of meer vertonen, plaatsen en toeschouwers Bron : NIS Publicatie : Statistiek van de Diensten, Handel en Vervoer Geografische indeling : Gemeenten en arrondissementen (op aanvraag), provincies, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens
De statistiek van de uitbating van de bioscoopzalen, gepubliceerd in de Statistiek van de Diensten, Handel en Vervoer van het NIS is een jaarlijkse lijst van het aantal bioscopen dat films vertoont van 35 mm of meer, het aantal zalen, plaatsen en het aantal toeschouwers, vertoningen, programma’s per
114
gewest, per provincie en voor het Rijk. Er bestaan ook enkele gegevens nopens de bioscopen die videofilms en 16 mm films vertonen. Het aantal toeschouwers kan ook op een driemaandelijkse basis verkregen worden.
HOOFDSTUK VIII
PRODUCTIE EN ONDERNEMINGEN
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
TABEL
VIII.1a
BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE tegen BASISPRIJZEN tegen LOPENDE PRIJZEN in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -SUBSECTIE NACE-BEL : referentiejaren Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bron : Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) Publicatie : Regionale rekeningen Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkregen na iets meer dan 1 jaar.
In het ESR 1995 wordt de productie en dus ook de toegevoegde waarde uitgedrukt in basisprijzen en in het ESER 1979 in producentenprijzen. De producenten-prijs stemt overeen met het gefactureerd bedrag, terwijl de basisprijs gelijk is aan het gefactureerd bedrag minus het saldo van de productgebonden belastingen en subsidies. In het ESER 1979 werden de accijnzen dus eveneens regionaal verdeeld. De accijnzen op petroleum-producten (ter waarde van 129 miljard BEF in 1997) werden in het ESER 1979 integraal toegekend aan Vlaanderen. In de toegevoegde waarde volgens het ESR 1995 zijn deze accijnzen niet inbegrepen. Deze nieuwe benadering werd ingevoerd samen met het aanboren van nieuwe statistische bronnen (zowel administratieve gegevens als enquêtes). Die inspanningen vormen het draagvlak voor coherente statistische informatie die een exhaustieve raming van de nationale en regionale rekeningen waarborgt en de kwaliteit van de rekeningen aanzienlijk heeft verhoogd. Dat alles kon bereikt worden dankzij de zware inspanningen die het Nationaal Instituut voor de Statistiek, de Nationale Bank van België en het Federaal Planbureau samen hebben geleverd. a) Omschrijving begrip „ toegevoegde waarde” : De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de geproduceerde goederen en diensten enerzijds en de waarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten
anderzijds. De toegevoegde waarde kan ook gedefinieerd worden als de som van de beloningen toegekend aan de productiefactoren, dwz lonen en wedden, winst, … die hun oorsprong vinden in de beschouwde bedrijfstak. De bruto toegevoegde waarde omvat het verbruik van het vast kapitaal te weten de afschrijvingen. De bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen werd voor deze nieuwe tabel weerhouden. De toegevoegde waarde vertegenwoordigt een concept van nationale productie en vindt aansluiting bij het nationaal concept „ bruto binnenlands product ”. Het bruto binnenlands product van de totale volkshuishouding is gelijk aan de som van de bruto toegevoegde waarden van alle bedrijfstakken van alle geografische eenheden, vermeerderd met de BTW op de producten en de indirecte belastingen bij de invoer en verminderd met de subsidies bij de invoer. De toegevoegde waarde toegekend aan een geografische eenheid is deze geproduceerd door de „ ingezeten productie-eenheden ”. Toegepast op regionaal vlak betekent dit dus dat de productieve activiteit binnen de beschouwde regio gemeten wordt ongeacht of de productiefactoren die er bedrijvig zijn, in het bijzonder de arbeiders en eigenaars van de gebruikte kapitaalgoederen, al dan niet in dat gebied verblijven. Anders gezegd : het bruto inkomen dat wordt geraamd is wat ontstaat uit de productie binnen de grenzen van een bepaald gebied en is niet het inkomen dat toevloeit aan de inwoners van dit gebied. Dit onderscheid is van belang bij de interpretatie van de toegevoegde waarde per inwoner. Immers, forenzen verhogen de toegevoegde waarde van het gebied waar ze tewerkgesteld zijn, terwijl ze geteld worden als inwoner van het gebied waar ze woonachtig zijn. Voorlopig zijn de regionale rekeningen voornamelijk volgens de toegevoegde waarde nagekeken en weinig volgens de inkomens. Het inkomen per inwoner is een begrip dat, vanuit economisch standpunt, de mogelijkheid biedt om de rijkdom van een gewest te 117
HOOFDSTK VIII
Sinds begin 2001, heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de nieuwe ESR 1995 methodologie aangenomen. Deze methodologie werd voor de nationale en regionale rekeningen op Europees niveau gedefinieerd. De gegevens volgens de oude ESER 1979-methodologie voor de periode 1975-1997 zijn op aanvraag beschikbaar. Het Europese Systeem voor nationale en regionale Rekeningen (ESR) is een reglementair referentiekader dat gebaseerd is op methoden, definities en nomenclaturen die gemeenschappelijk zijn aan de Europese Lidstaten in hun geheel.
Statistische indicatoren 2005
meten. Dankzij de „ regionale verdeling van de huishoudensrekeningen ”, waarbij de inkomens volgens de woonplaats berekend zijn, wordt deze invalshoek zichtbaar in de hiernavolgende tabel : Inkomensrekeningen van de huishoudens naar middelen en bestedingen SEC95 in miljoenen EUR : evolutie vanaf 1995. Het inkomen per inwoner zou geleidelijk de toegevoegde waarde per inwoner moeten vervangen als parameter voor de verdeling van de subsidies, die in het kader van de structuurfondsen van de Europese Commissie worden toegekend. b) Regionale verdeling: De regionale verdeling wordt bekomen door opsplitsing tot op het niveau van het arrondissement (bestaande administratieve eenheden). Het betreft de NUTS nomenclatuur (Nomenclature des Unités Territoriales Statistiques) die drie niveaus bevat. Voor België zijn dat : - NUTS 1 = 3 gewesten - NUTS 2 = 10 provincies + * - NUTS 3 = 43 arrondissementen. De gegevens worden gepubliceerd volgens de nieuwe gebiedsindeling van 1 januari 1995 ook al hebben de gegevens betrekking op voorgaande perioden. * Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoort tegelijk tot 3 niveaus want zij is zowel een administratief gewest als een administratief arrondissement (NUTS 1 en 3); bovendien is zij een territoriale eenheid waarop provinciale bevoegdheden van toepassing zijn (NUTS 2) maar die niettemin te onderscheiden is van de 10 overige provincies. c) Verdeling naar bedrijfs(sub)secties : Sedert 1993 wordt de NACE-BEL als nomenclatuur van de activiteiten gebruikt. Dit is de Belgische variante van de NACE-rev1 classificering (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne), die door de leden van de E.U. dienen gebruikt te worden. Deze nomenclatuur bevat 17 secties (van A tot Q), subsecties (2 letters), afdelingen (2 cijfers), groepen (3 cijfers), klassen (4 cijfers) en subklassen (5 cijfers). Een activiteitenafdeling sector wordt gedefinieerd door 2 cijfers en de groepering van de afdelingen (divisies) geeft de subsecties en secties. Zo wordt, bijvoorbeeld, het produceren van geneesmiddelen gekenmerkt door het cijfer 24.421, dat als volgt gedefinieerd wordt : Sectie
Subsectie
Afdeling
D
DG
24
118
Groep Klasse 24.4
24.42
Subklasse 24.421
Ofschoon de sectie Industrie niet domineert in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd zij in de tabel aangevuld met het detail van haar subsecties. d) Begrip van EEA en methodologie: Het ESR 1995 schrijft voor dat de lokale eenheid van economische activiteit (lokale EEA) de meest praktische bedrijfseenheid is voor het meten van de stromen in het productieproces en het verbruik van goederen en diensten). De onderneming is de basiseenheid en de activiteitsindeling wordt bepaald door de hoofdactiviteit van de onderneming. Hierdoor krijgen alle lokale eenheden van een onderneming dezelfde NACE-code als die van de hoofdactiviteit van de onderneming. Verschillende technieken worden gebruikt voor de berekening van het aggregaat op het niveau van de lokale eenheid : - bottom-up methode: berekening van het aggregaat op het niveau van de lokale eenheid van economische activiteit; - pseudo-bottom-up methode: gegevens voor de lokale eenheid van economische activiteit worden afgeleid uit gegevens voor de onderneming, de eenheid van economische activiteit of de lokale eenheid (geldt enkel voor multi-arrondissementele en heterogene ondernemingen); - top-down methode: het nationale aggregaat wordt over de geografische gebieden verdeeld volgens een verdeelsleutel (namelijk de lonen en het aantal jobs, met een voorkeur voor de lonen omdat bij deze de band met de toegevoegde waarde directer is) die zo dicht mogelijk bij de te schatten variabele ligt (er wordt dus niet gepoogd om de individuele eenheid te identificeren, deze methode wordt o.a. toegepast op de ondernemingen met eenheden binnen één arrondissement); - gemengde methoden: combinatie van bovenvermelde methoden. e) Repertorium van productie-eenheden : Het repertorium van het INR is het uitgangspunt voor alle berekeningen in de nationale en regionale rekeningen. Het is afgeleid van het ondernemingsregister DBRIS van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en bevat in principe alle productie-eenheden (niveau onderneming) voor een bepaald jaar. De beschikbare gegevens binnen dat repertorium zijn : - de identificatoren van de onderneming (BTWnummer, RSZ-nummer of RSZPPO-nummer, nationaal nummer); - de link tussen deze identificatoren en ook een aantal karakteristieken van de onderneming, o.a. :
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
- sectorcode (wordt toegekend door de nationale rekeningen); - categorie (bepaalt de geprivilegieerde gegevensbron voor de opstelling van de nationale rekeningen: jaarrekeningen, BTW- en RSZ-gegevens); - grootteklasse (op grond van het aantal jobs volgens RSZ); - uni- of multi-arrondissementele onderneming (op basis van het vestigingenbestand RSZ); - Gemeentecode (voor multi-arrondissementele ondernemingen is dit de gemeente van de vestiging met het grootste aantal werknemers). Om het eigenlijke cijfermateriaal, te koppelen aan de gegevens van het repertorium, wordt hoofdzakelijk een beroep gedaan op administratieve gegevensbronnen, die beschikbaar zijn per onderneming (jaarrekeningen, schema’s A voor de kredietinstellingen, BTW-gegevens, RSZ- en RSZPPO-gegevens, structuur-enquête-gegevens, …).
Meer bijzonderheden omtrent de methodologie, vindt de lezer in de publicaties van het INR : „ Regionale rekeningen 1995-1998 ”. Die publicaties zijn op de Internet website van de NBB beschikbaar : http://www.nbb.be. De tabel wordt vervolledigd met de ratio bruto toegevoegde waarde per inwoner. Deze is berekend om vergeleken te worden met de ratio opgenomen in de volgende tabel nl. het inkomen per inwoner. Deze indicatoren benadrukken het verband tussen enerzijds de rijkdom geproduceerd in het gewest (zowel door een deel van haar inwoners als door de beroepsactieven die niet in het gewest wonen, voornamelijk de dagelijkse forensen) en de rijkdom waarover de inwoners van dit gewest beschikken. Het verschil tussen beide is bijna dubbel zo groot voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest als voor het Rijk : dit is zowel te wijten aan het specifiek stedelijk karakter van dit gewest als aan haar kleine opperverlakte. Dit onderscheid in benadering wordt zichtbaar door de tabellen VIII 1a en VIII 1b te bundelen.
HOOFDSTK VIII
- NACE-BEL code (bedrijfstak van de hoofdactiviteit van de onderneming);
119
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VIII.1b
BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE tegen BASISPRIJZEN, tegen CONSTANTE PRIJZEN van 2000 in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en –SUBSECTIE NACE-BEL : referentiejaren Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bron : Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) Publicatie : Regionale rekeningen Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkregen na iets meer dan 1 jaar.
In de nationale rekeningen gebeurt de omzetting van lopende prijzen naar constante prijzen per bedrijfstak, ongeacht de institutionele sector. Per bedrijfstak worden de productie en het intermediair verbruik gedeflateerd met de meest adequate prijsindexcijfers. De bruto toegevoegde waarde tegen constante prijzen wordt dan bekomen als verschil tussen voornoemde gedeflateerde aggregaten. Om de economische expansie van de gewesten, provincies en arrondissementen te kunnen beoorde-
120
len in kwantitatieve termen – dus abstractie gemaakt van de prijsevoluties – wordt de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen tegen constante prijzen per bedrijfstak verdeeld zoals de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen tegen lopende prijzen. Dit houdt in dat voor alle gewesten in een bepaalde bedrijfstak maar één prijsindexcijfer gebruikt wordt, nl. dat van het Rijk. Er wordt m.a.w. geen rekening gehouden met eventuele regionale prijsverschillen binnen een bedrijfstak (het basismateriaal wordt niet vrijgegeven en het detail is niet ter beschikking).
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
TABEL
VIII.1c
BELONING VAN WERKNEMERS in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -SUBSECTIE NACE-BEL : referentiejaren Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bron : Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) Publicatie : Regionale rekeningen Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkregen na iets meer dan 1 jaar.
De beloning van werknemers (D.1) omvat de totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die tijdens de verslagperiode is verricht (ESR 1995, § 4.02). De raming van de beloning van werknemers in de nationale rekeningen is grotendeels gebaseerd op individuele ondernemingsgegevens. Bijgevolg kan de nationale methode in grote mate overgenomen worden in de regionale rekeningen. De verdeling dient steeds te gebeuren in functie van de vestigingsplaats van de producerende lokale eenheid. (Regionale rekeningen- Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard 13) Aangezien de NACE-activiteitencode in de nationale rekeningen deze NACE-code van de onderneming is, moet die in de regionale verdeling behouden blijven. Er wordt dus geen rekening gehouden met een eventueel van de onderneming afwijkende activiteit door een lokale eenheid van die onderneming (cf. supra). De totale beloning van werknemers wordt berekend per sector en binnen elke sector per bedrijfsafdeling. Naargelang de sector kan de werkwijze sterk verschillen. Alle berekeningen op regionaal vlak gebeuren op het niveau SUT- Supply Use Tabel bedrijfstak (A121) (of indien mogelijk op het niveau NACE 3 of 4 digits die met deze takken overeenkomen) en arrondissement.
elementen van de beloning dienen echter geen sociale bijdragen betaald te worden. De loonmassa volgens de RSZ is bijgevolg onvolledig vanuit het standpunt van de nationale en regionale rekeningen en moet opgehoogd worden. Door vergelijking van de loonmassa volgens de RSZ enerzijds en volgens de jaarrekeningen (1) anderzijds voor ondernemingen die in beide bronnen voorkomen voor wat betreft hun personeelskosten, worden per bedrijfstak coëfficiënten geraamd waarmee de RSZ-loonmassa dient te worden opgehoogd. Naargelang het gaat over grote of kleine bedrijven worden er afzonderlijke coëfficiënten berekend. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met ondernemingen waarvoor het boekjaar waarop de jaarrekening slaat, overeenstemt met het kalenderjaar (2). De loonmassa volgens de jaarrekening wordt eveneens gecorrigeerd voor vestigingen in het buitenland op basis van informatie uit de structuurenquête. De ophoging van de RSZ-loonmassa gebeurt dan per onderneming. Groepering van de aldus berekende loonmassa van alle ondernemingen met dezelfde hoofdactiviteit geeft de beloning van de werknemers per bedrijfsafdeling. Aangezien de RSZ-loonmassa per onderneming als basis dient voor de berekeningen bij de nationale rekeningen, kunnen de regionale rekeningen deze werkwijze volledig overnemen. Er dient enkel nog een opsplitsing te gebeuren naar de plaats van productie. Voor uni-arrondissementele ondernemingen (i.e. ondernemingen die niet uit meerdere vestigingen bestaan of waarvan alle vestigingen in hetzelfde
Niet-financiële vennootschappen (sector S.11) De RSZ levert informatie over de loonmassa per individuele onderneming. Het betreft hier alle elementen van de brutolonen en -salarissen waarop sociale bijdragen worden betaald evenals de sociale bijdragen zelf (opgesplitst naar werknemersbijdragen – die reeds opgenomen zijn in de brutolonen en -salarissen – en werkgeversbijdragen). Op bepaalde
(1) Er wordt verondersteld dat rubriek 62 „ Personeelskosten ” uit de jaarrekeningen alle elementen van de beloning - m.u.v. eventuele voordelen in natura, die achteraf toegevoegd worden - bevat. (2) In 1996 bijvoorbeeld, zijn de ophogingscoëfficiënten gebaseerd op 81% van de loonmassa volgens de jaarrekeningen en 68% volgens de RSZ voor ondernemingen in S.11. Over het geheel genomen wordt de RSZ-loonmassa met iets meer dan 8% opgehoogd.
121
HOOFDSTK VIII
Omdat de regionale verdeling van de bruto toegevoegde waarde (cf. infra, punt 3) in sommige gevallen gesteund is op de regionale verdeling van de beloning, wordt deze laatste eerst behandeld.
Statistische indicatoren 2005
arrondissement vallen) kan de opgehoogde loonmassa als dusdanig overgenomen worden (bottomup methode). Om de opgehoogde loonmassa voor multi-arrondissementele ondernemingen (i.e. ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen) te verdelen, dient een verdeelsleutel te worden gezocht. Twee basisbronnen geven informatie per lokale eenheid: de brutolonen en -salarissen en het aantal jobs per lokale eenheid volgens bijlage 1 van de structuurenquête en het aantal jobs per lokale eenheid volgens het vestigingenbestand van de RSZ. Beide bronnen worden gebruikt bij de verdeling (pseudobottom-up methode). Indien een onderneming bijlage 1 van de structuurenquête invult en de erin voorkomende arrondissementen overeenstemmen met die uit het vestigingenbestand van de RSZ, dan gebeurt de verdeling als volgt : - het aantal jobs volgens het vestigingenbestand RSZ wordt overgenomen; - dit aantal jobs wordt vermenigvuldigd met het gemiddeld loon per arrondissement volgens de structuurenquête; - deze theoretische loonmassa per arrondissement is dan de verdeelsleutel om de eigenlijke beloning per onderneming volgens de nationale rekeningen te verdelen over de arrondissementen. Doordat het aantal werknemers per arrondissement volgens de structuurenquête niet steeds overeenstemt met het aantal werknemers per arrondissement volgens het vestigingenbestand van de RSZ, wordt niet het absoluut bedrag van de lonen uit de structuurenquête overgenomen, maar wordt gewerkt via het gemiddelde loon. Indien een onderneming bijlage 1 van de structuurenquête niet invult of indien de erin vermelde arrondissementen niet overeenstemmen met die uit het vestigingenbestand van de RSZ, dan wordt de beloning per onderneming volgens de nationale rekeningen over de arrondissementen verdeeld volgens het aantal jobs uit het vestigingenbestand van de RSZ. Bij deze werkwijze wordt aan alle vestigingen van een onderneming één zelfde gemiddeld loon toegekend. De eventuele loonverschillen tussen ondernemingen worden wel gerespecteerd. Er werd echter vastgesteld dat de kwaliteit van bijlage 1 bij de structuurenquête voor niet-financiële vennootschappen met de jaren afneemt. Daarom werd besloten om die informatiebron voor de berekeningen vanaf het jaar 2000 niet meer te gebruiken. Vanaf 2000 wordt dus enkel nog een beroep gedaan op het vestigingenbestand van de RSZ om de gegevens van multi-arrondissementele ondernemingen 122
uit te splitsen. De impact van die methodologische wijziging op de eindresultaten is zeer beperkt (3). Voor de volledigheid dient hier nog vermeld te worden dat op het niveau van het Rijk de loonmassa bij de NMBS, Belgacom, de Post en de VRT/RTBF/ BRF (4) direct geraamd wordt op basis van de jaarrekeningen en gedetailleerde informatie die deze bedrijven meedelen ten behoeve van de nationale rekeningen. De regionale verdeling van de beloning gebeurt volgens de hierboven omschreven algemene werkwijze. Grosso modo 95% van de totale loonmassa van S.11 wordt volgens de drie bovenstaande methoden verdeeld. In de nationale rekeningen worden dan nog volgende elementen, die niet opgenomen zijn in de loonmassa volgens de RSZ of de jaarrekeningen, toegevoegd : - de loonmassa van de zeelieden en de mijnwerkers (aangesloten bij respectievelijk de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden en het Nationaal pensioenfonds der mijnwerkers; dit laatste is sedert 1 januari 1999 overgenomen door de RSZ); - de beloning van de ondernemingen aangesloten bij de RSZPPO (Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten); - lonen in natura (sociale balans, rubriek „ voordelen bovenop het loon ”); - het persoonlijk gebruik van een firmawagen (vanaf 1997 is er een sociale bijdrage op dit voordeel, aan de hand waarvan het voordeel zelf geraamd kan worden); - fooien (berekend als percentage van de omzet); - het aandeel van werknemers in de winst (rubriek in de jaarrekening);
(3) Op de globale resultaten voor het jaar 2000 bijvoorbeeld, had de overgang van de ene verdeelsleutel naar de andere weinig invloed : het aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de totale beloning van werknemers daalde met 0,2 procentpunt en de aandelen van het Vlaams en Waals Gewest stegen elk met 0,1 procentpunt. Die geringe wijzigingen vloeien uiteraard ook voort uit het feit dat slechts 10% van de totale beloning verdeeld werd door gebruik te maken van de structuurenquêtegegevens. Op het niveau van de SUT-bedrijfstakken in combinatie met de arrondissementen zijn er wel enkele verschuivingen die procentueel gezien significant zijn, maar meestal gaat het hier dan om relatief kleine bedragen in absolute waarde. Uitzondering hierop vormen de SUT-bedrijfstakken "vervoer per spoor" en "telecommunicatie" waarin respectievelijk de NMBS en Belgacom opgenomen zijn. (4) Vanaf de resultaten m.b.t. het jaar 2002 worden de VRT, RTBF en BRF in de nationale en regionale rekeningen opgenomen in de overheidssector (S.13).
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
Bij de regionale verdeling van de elementen die toegevoegd worden aan de opgehoogde RSZ-loonmassa worden onderstaande principes gehanteerd. - is de informatie beschikbaar per onderneming, dan wordt die ook gebruikt. De bedragen voor multi-
arrondissementele ondernemingen worden uitgesplitst zoals hierboven vermeld. Dit geldt o.a. voor de loonmassa aangegeven bij RSZPPO, de voordelen verbonden aan het privé-gebruik van een firmawagen (gekend via RSZ vanaf 1997), de lonen in natura en de lonen opgenomen onder de jaarrekeningenrubriek „ uitzonderlijke kosten ” (bottom up- en pseudo-bottom-up methode - is de informatie niet beschikbaar per onderneming, dan wordt de verdeling van de opgehoogde loonmassa per bedrijfstak als verdeelsleutel gebruikt. Dit geldt o.a. voor de fooien en de beloning voor zwartwerk (top-down methode).
HOOFDSTK VIII
- elementen van de loonmassa die in de jaarrekeningen opgenomen zijn onder de rubriek „ uitzonderlijke kosten ” (detail beschikbaar in de toelichting bij de jaarrekening); - de beloning voor zwartwerk (berekend als percentage van de geraamde toegevoegde waarde „ in hetzwart ”).
123
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VIII.1d
INKOMENSREKENINGEN VAN DE HUISHOUDENS in miljoenen EUR naar MIDDELEN en BESTEDINGEN ESR95 : referentiejaren Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bron : Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) Publicatie : Regionale rekeningen Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkregen na iets meer dan 1 jaar.
De regionale rekeningen werden voorheen voornamelijk volgens de toegevoegde waarde nagekeken en weinig volgens de inkomens. Het inkomen per inwoner is een begrip dat, vanuit economisch standpunt, de mogelijkheid biedt om de rijkdom van een gewest te meten. Dankzij de „ regionale verdeling van de huishoudensrekeningen ”, waarbij de inkomens volgens de woonplaats berekend zijn, wordt deze invalshoek zichtbaar in deze tabel... Het inkomen per inwoner zou geleidelijk de toegevoegde waarde per inwoner moeten vervangen als parameter voor de verdeling van de subsidies, die in het kader van de structuurfondsen van de Europese Commissie worden toegekend. De huishoudensrekeningen per administratieve eenheden zijn verdeeld in primaire en beschikbare inkomens per gewest. Een andere rechtstreekser benadering van de inkomens is bekend uit de onderzoeken naar de huishoudbudgetten; de resultaten daarvan zijn per inkomensklassen en woonplaats opgenomen in de tabellen op het einde van hoofdstuk V. Het Europese Systeem voor nationale en regionale Rekeningen (ESR) is een reglementair referentiekader dat gebaseerd is op methoden, definities en nomenclaturen die gemeenschappelijk zijn aan de Europese Lidstaten in hun geheel. Sinds begin 2001, heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de nieuwe ESR 1995 methodologie aangenomen. Deze methodologie werd voor de nationale en regionale rekeningen op Europees niveau gedefinieerd. Zie bijlage 4. 1 DEFINITIE VAN DE VARIABELEN VAN DE PRIMAIRE INKOMENSVERDELINGREKENING De primaire inkomensverdelingsrekening bestaat uit drie soorten inkomens, waarvan de beloning van werknemers de voornaamste is, en aan de bestedingszijde verminderd met de inkomen uit vermogen. Dit levert dan de saldo primaire inkomens op.
124
1.1 Exploitatieoverschot (B.2n) Het „ exploitatieoverschot ” van huishoudens bevat het inkomen uit woondiensten voor eigen gebruik. Voor de woning die het huishouden als eigenaar betrekt (met inbegrip van de niet verhuurde „ tweede ” woning), is dat de geschatte huur die het zou betalen voor het huren van een vergelijkbare woning. 1.2 Gemengd inkomen (B.3n) Het gemengd inkomen bevat, enerzijds, het door huishoudens behaalde inkomen uit de verhuur van gebouwen en, anderzijds, uit de beloning van zelfstandigen (inclusief van de meehelpende leden van het gezin) die niet kan worden onderscheiden van de als ondernemer gemaakte winst. 1.3 Beloning van werknemers (D.1) Deze variabele, de belangrijkste component van het primaire inkomen van de huishoudens, bestaat uit drie subvariabelen, nl. lonen (D.11), werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers (D.121) en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers (D.122). 1.4 Inkomen uit vermogen (D.4) Deze variabele bestaat, wat de middelen betreft, uit een aantal subvariabelen : - rente (D.41) - winstuitkeringen (D.42), die verder worden onderverdeeld in dividenden (D.421) en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen (D.422); - ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen (D.43); - inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders (D.44); - inkomen uit grond en minerale reserves (D.45). De activa waaraan dit inkomen wordt ontleend, kunnen zich zowel in België als in het buitenland bevinden. Onder dezelfde benaming „ Inkomen uit vermo-
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
gen ” vindt men tevens twee subvariabelen die als besteding voor de huishoudens dienen te worden geregistreerd, nl. rente (D.41), zijnde de debetinteresten op leningen, en inkomen uit grond en minerale reserves (D.45), zijnde voornamelijk betaalde huur voor gebruik van gronden.
2.2.2 Particuliere uitkeringen sociale verzekering met fondsvorming (D.622)
1.5 Saldo primaire inkomens (B.5n)
2.3 Overige inkomensoverdrachten (D.7)
Het primaire inkomen in de nationale rekeningen wordt bepaald als het resultaat van de som van de variabelen aan de middelenzijde verminderd met de som van de variabelen aan de bestedingszijde.
Inkomensoverdrachten van andere sectoren naar de huishoudens vallen uiteen in twee subvariabelen : de schadeverzekeringsuitkeringen (D.72) en de overige inkomens-overdrachten (D.75).
2 DEFINITIE VAN DE VARIABELEN VAN DE SECUNDAIRE INKOMENSVERDELINGREKENING
2.4 Belastingen op inkomen, vermogen (D.5)
2.1 Sociale premies (D.61) De onder deze rubriek vermelde sociale premies hebben enkel betrekking op de toegerekende sociale premies (D.612) die huishoudens-werkgevers hebben betaald aan hun werknemers en die door deze laatsten aan hun werkgevers worden teruggestort. De variabele bestaat, volgens het ESR 1995, aan de middelenzijde uit twee subvariabelen, nl. de werkelijke sociale premies (D.611) en de toegerekende sociale premies (D.612). De beloning van werknemers die aan de middelenzijde is opgenomen in de rekening voor bestemming van primaire inkomens, bevat naast de lonen eveneens de sociale premies ten laste van de werkgevers, zowel de werkelijke als de toegerekende (cf. supra, punt 4.3). Deze premies worden in de secundaire inkomensverdelingsrekening als besteding geboekt (cf. infra, punt 2.5). 2.2 Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura (D.62) De sociale uitkeringen vormen, samen met het overgedragen primaire inkomen, een belangrijk deel van de middelen. Het ESR 1995 onderscheidt in dat verband vier categorieën uitkeringen : de wettelijke uitkeringen sociale verzekering in geld (D.621), de particuliere uitkeringen sociale verzekering met fondsvorming (D.622), de uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers (D.623) en de uitkeringen sociale voorziening in geld (D.624). 2.2.1 Wettelijke uitkeringen sociale verzekering in geld (D.621)
2.2.4 Uitkeringen sociale voorziening in geld (D.624)
De variabele in verband met belastingen bestaat uit een subvariabele betreffende belastingen op inkomens (D.51) en een subvariabele met betrekking tot de belastingen op vermogen (D.59). 2.5 Sociale premies (D.61) De sociale premies worden onderverdeeld in werkelijke sociale premies (D.611) en toegerekende sociale premies (D.612). De werkelijke sociale premies worden verder onderverdeeld in premies die ten laste vallen van de werkgevers (D.6111), van werknemers (D.6112) en van zelfstandigen (D.6113). 2.5.1 Werkelijke sociale premies ten laste van de werkgevers (D.6111) 2.5.2 Sociale premies ten laste van de werknemers (D.6112) 2.5.3 Sociale premies ten laste van de zelfstandigen en niet-werkenden (D.6113) 2.5.4 Toegerekende sociale premies (D.612) 2.6 Overige inkomensoverdrachten (D.7) Inkomensoverdrachten van huishoudens naar andere sectoren zijn opgedeeld naar twee subvariabelen, zijnde schadeverzekeringspremies (D.71) en andere inkomensoverdrachten (D.75). 2.7 Beschikbaar inkomen (B.6n) Het beschikbare inkomen in de nationale rekeningen wordt bepaald als het resultaat van de som van de variabelen aan de middelenzijde verminderd met de som van de variabelen aan de bestedingszijde. 2.8. Beschikbaar inkomen per inwoner Dit werd berekend in deze tabel om het te vergelijken met de bruto toegevoegde waarde per inwoner die in de vorige tabel is berekend. Het belangrijke 125
HOOFDSTK VIII
In de secundaire inkomensverdelingsrekening wordt het primaire inkomen aan de middelenzijde aangevuld met drie soorten inkomens, waarvan de sociale uitkeringen de voornaamste zijn, en aan de bestedingszijde verminderd met vier aanwendingsvormen. Per saldo levert dit het beschikbare inkomen op.
2.2.3 Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers (D.623)
Statistische indicatoren 2005
onderscheid tussen enerzijds de rijkdom geproduceerd in dit gewest en deze die in handen komt van haar inwoners anderzijds wordt aldus duidelijker. 2.9 Andere ratios - Beschikbaar inkomen/ primair inkomen. Deze verhouding laat toe de globale heffing op het inkomen te bepalen. Deze is iets hoger voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest ten opzichte van het
126
gehele Rijk en lijkt er ook trager af te nemen in de tijd. - Beschikbaar inkomen/ primair inkomen + overdrachten Deze verhouding laat toe de globale heffing op de primaire en de herverdeelde inkomens te bepalen. Dezelfde opmerkingen als hierboven zijn geldig maar de afname in de tijd is er voor Brussel en het Rijk vrijwel gelijklopend.
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
TABEL
VIII.2
AANTAL ONDERNEMINGEN per TEWERKSTELLINGSKLASSE naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL : referentiejaren
TABEL
VIII.3
AANTAL ONDERNEMINGEN per TEWERKSTELLINGSKLASSE naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL in 2003 Statistische eenheid : Aantal ondernemingen Bronnen : Administratie van de BTW en RSZ Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar na 2 jaar.
Een goed voorbeeld is de sector van de banken en de grootwarenhuizen : hun decentralisatie biedt geen verklaring voor een schijnbare toename van de kleine en middelgrote ondernemingen. In de RSZ-statistieken heeft het begrip „ vestiging ” een bredere economische betekenis dan deze van de onderneming, vermits deze statistieken elk filiaal, elke afdeling van een grote onderneming als individuele entiteiten beschouwen. Hetzelfde gebeurt wanneer de onderneming meerdere activiteiten ontplooit : elk van deze activiteiten wordt dan als een afzonderlijke vestiging beschouwd, tenzij ze op het grondgebied van dezelfde gemeente plaatsvinden. De confrontatie van de niet-geregionaliseerde gegevens van de RSZ met de statistieken van de Administratie van de BTW laat toe een populatie van ondernemingen te bepalen, waarvan de voornaamste band (uitbatingszetel of hoofdactiviteit) gelokaliseerd is in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Deze ondernemingen worden per tewerkstellings-
klasse als volgt gerangschikt : de BTW-belastingsplichtigen die eveneens RSZ-werkgevers zijn worden gerangschikt naargelang hun RSZ-dimensieklasse van de juridische eenheid „ onderneming ”; de BTW-belastingsplichtigen die geen personeel tewerkstellen, staan in de klasse „ zonder personeel ”(eerste kolom van de tabel VIII.2); de werkgevers die niet BTW-schatplichtig zijn worden niet meegerekend. Bijgevolg wordt het grootste deel van de openbare en para-openbare diensten niet weerhouden. Slechts enkele openbare diensten en staatsbedrijven, die schatplichtig zijn aan de BTW, werden geïnventariseerd zoals de spoorwegen, de buurtspoorwegen, de intercommunale vervoersmaatschappijen, de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, het Belgisch Staatsblad…. In het bijzonder geval van de NMBS zijn enkel de tijdelijke beambten onderworpen aan het stelsel van de sociale zekerheid, de vastbenoemden zijn dit niet. De NMBS, ofschoon ze een BTW-nummer bezit, komt bijgevolg niet voor in de klasse van „ grote ondernemingen die meer dan 1 000 personen tewerkstelt ”. De VZW’s die over een BTW-nummer beschikken en personeel tewerkstellen, worden ook opgenomen. Deze benadering leidt evenwel tot het uitsluiten van de vrije beroepen, die niet schatplichtig zijn aan de BTW bijvoorbeeld de notarissen, advocaten, gerechtsdeurwaarders en dokters. Dit kan een systematische fout invoeren indien een advocaten- of doktersgenootschap (kabinet) functioneert als een kleine onderneming die personeel tewerkstelt. De geografische spreiding van de BTW-belastingsplichtigen steunt op de lokalisatie van de maatschappelijke zetel of van de plaats van voornaamste bedrijvigheid waar de boekhouding van de onderne127
HOOFDSTK VIII
De gegevens over het aantal ondernemingen vertrekken van het begrip werkgever en niet van het begrip vestiging of lokale eenheid. Als men de werkelijkheid omtrent de onderneming, als homogene economische eenheid, wenst te benaderen, dan zijn de gegevens met betrekking tot de vestiging onvoldoende omdat de populatie wordt overschat door versnippering van de ondernemingen over verschillende getelde eenheden. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) benadrukt dit in zijn jaarverslagen als volgt : die eenheid „ vestiging ” (RSZ-term= inrichting), niet te verwarren met het begrip „ werkgever ”, mag in geen geval gebruikt worden wanneer men de evolutie wil nagaan van het aantal eigenlijke ondernemingen, meer bepaald in het kader van de KMO’s.
Statistische indicatoren 2005
ming bijgehouden wordt. Als er activiteiten plaatsvinden in verschillende regio’s, zullen ze geteld worden in de vestiging met de voornaamste activiteit. Deze werkwijze vermijdt dubbele tellingen door geen rekening te houden met filialen, agentschappen of afdelingen. Op deze manier wordt, voor de firma’s met activiteiten in verschillende regio’s, het belang van de economische activiteit inzake werkgelegenheid en toegevoegde waarde geaccentueerd in dat gewest, waar de maatschappelijke zetel of de vestiging met de voornaamste activiteit is gelegen. De verdeling per bedrijfssector steunt op de.NACEBEL nomenclatuur van de activiteiten gebruikt die sedert 1993 wordt gebruikt. Dit is de Belgische variante van de NACE-rev1 classificering (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne), die door de leden van de E.U. dienen gebruikt te worden. Deze nomenclatuur bevat 17 secties (van A tot Q), subsecties (2 letters), afdelingen (2 cijfers), groepen (3 cijfers), klassen (4 cijfers) en subklassen (5 cij-
128
fers). Een activiteitensector wordt gedefinieerd door 2 cijfers (een afdeling). OPMERKING: Als men het cijfer van de ondernemingspopulatie van tabel VIII.2 vergelijkt met het aantal vestigingen gepubliceerd door de RSZ, stelt men enige onregelmatigheden vast. In sommige bedrijfssectoren worden meer ondernemingen geteld dan vestigingen, geïnventariseerd door de RSZ. Dit wordt als volgt verklaard: de gegevensbank, die de RSZ op aanvraag levert om de vergelijking te kunnen maken met de gegevens van de BTW, herneemt de werkgevers die personeel tewerkstellen; de gepubliceerde RSZstatistieken met betrekking tot het aantal vestigingen, daarentegen, hernemen enkel de werkgevers die „ effectief ” hun driemaandelijkse aangifte hebben teruggestuurd. De werkgevers die hun documenten laattijdig hebben ingeleverd of die tijdelijk hun activiteiten hebben gestaakt, worden dus niet meegeteld.
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
TABEL
VIII.4
OMZET exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL : referentiejaren
TABEL
VIII.5
INVESTERINGEN exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL : referentiejaren
TABEL
VIII.6
UITVOER en AANVERWANTE OPERATIES exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL : referentiejaren
Het NIS is begonnen met de toepassing van de BTW-aangiften in EUR en volgens de NACE-BEL nomenclatuur. De gegevens die voorheen volgens de NACE 2 activiteitencodes gepubliceerd werden, zijn vanaf 1995 naar die nieuwe classificatie teruggerekend. Bij tabel VIII.4 De term „ omzet ” van een aangever is de som van de waarde, exclusief BTW, van zijn leveringen van goederen en diensten onderworpen aan de BTW en van zijn uitvoer en met uitvoer gelijkgestelde handelingen, verminderd met het bedrag van de kredietnota’s die op deze elementen van de omzet betrekking hebben. Deze berekening werd uitgevoerd voor elk gepubliceerd jaar. Bij tabel VIII.5 Met „ investering ” bedoelt men in het BTW-stelsel: nieuwbouw voor beroepsdoeleinden, nieuwe en bestaande roerende kapitaalgoederen, diensten die bijdragen tot het produceren, omvormen en het verbeteren van investeringsgoederen. De vermelde bedragen in de tabel zijn deze verwezenlijkt tijdens elk betreffende jaar. Bij tabel VIII.6 Wat de exportgerichtheid betreft, is het aangeraden de cijfers betreffende de uitvoer volgens de BTW-
statistiek met omzichtigheid te gebruiken omdat hierin niet enkel uitvoergegevens vermeld zijn. De cijfers hebben immers betrekking op de rechtstreekse uitvoer en de met uitvoer gelijkgestelde verrichtingen. Deze laatste omvatten : de leveringen van goederen en het verstrekken van diensten die vrijgesteld zijn van de belasting ongeacht de geadresseerde, de indirecte uitvoer, de leveringen met vrijstelling aan belastingplichtige uitvoerders, de verkopen van goederen die zich in het buitenland bevinden en de overdrachten in entrepot. Het gegeven „ uitvoer en aanverwante uitvoeroperaties ” zal dus voor sommige sectoren de werkelijke uitvoer niet vertegenwoordigen. De bedragen die in deze tabel vermeld worden zijn verwezenlijkt gedurende het opgegeven jaar. Gemeenschappelijk bij de tabellen VIII.4, VIII.5 en VIII.6 De gegevens over de omzetcijfers, de investeringen en de uitvoer en aanverwante uitvoeroperaties zijn gebaseerd op de BTW-aangiften per onderneming. Een onderneming met lokale eenheden in meer dan één gewest, geeft bijgevolg het geheel van haar activiteiten aan in dat gewest waar haar maatschappelijke zetel gevestigd is. Teneinde de statistiek te verbeteren tav. de lokalisatie van de activiteit maakt het NIS een gewestelijke raming door de cijfers van de multi-regionale onder129
HOOFDSTK VIII
Statistische eenheid : Miljoenen Belgische frank en miljoenen Euro Bron : NIS Publicatie : BTW-aangiften op aanvraag Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens; beschikbaar na 6 maanden. Maandelijkse, driemaandelijkse en jaarlijkse gegevens
Statistische indicatoren 2005
nemingen over de gewesten te verdelen in verhouding tot de tewerkstelling per gewest van die ondernemingen volgens de RSZ (aantal werknemers tewerkgesteld in elk gewest op 30 juni van het betrokken jaar). De definitieve RSZ-gegevens zijn slechts laattijdig beschikbaar zodat eerst een voorlopige correctie met de laatst beschikbare RSZ-gegevens wordt uitgevoerd. In deze verdeling wordt elke onderneming geteld als zou ze één aangifte doen in elk gewest waar ze één of meerdere vestigingen heeft. De BTW-statistiek is volledig want zij houdt rekening met alle aangiften binnengebracht bij de administratie. Men dient evenwel deze statistieken met de nodige voorzichtigheid te hanteren, want het betreft hier in feite schattingen. Bovendien kan een tijdsverschil optreden tussen de BTW- en RSZ-gegevens. In de gepubliceerde tabellen zijn bvb. de statistieken van 1998, 1999 en 2000 opgesteld op basis van de aangiften aan de BTW voor de desbetreffende jaren. Voor de correctie van deze gegevens moeten we beroep doen op de RSZ-gegevens van 1997. De statistieken van voorgaande jaren worden periodiek verbeterd met de RSZ-aanpassing van het overeenkomstig jaar. Deze statistiek betreft alle BTW-belastingsplichtigen die een aangifte moeten indienen (maandelijks voor een omzet > 495.797 Euro, driemaandelijks voor een omzet < 495.797 Euro en jaarlijks voor een omzet < 74.368 Euro — het gaat hier om bedragen die momenteel geldig zijn). Artikel 4 § 1 van de BTW code definieert de belastingsplichtigen als „ ieder wiens werkzaamheid erin bestaat geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten te verrichten die in dit wetboek zijn omschreven, ongeacht de plaats waar de economische activiteit uitgeoefend wordt ” (1). Sommige ondernemingen zijn niet belastingsplichtig aan de BTW : - de verzekeringsmaatschappijen en -tussenpersonen waarvan de activiteiten enkel betrekking hebben op verzekering van zaken en personen; - de ondernemingen die handels- en industriële panden verhuren, met uitzondering van leasingoperaties van onroerende goederen; ( ) BTW Administratie - BTW Code op 1 januari 1993 1
130
- de vrijgestelde dienstenverstrekkers zoals de medische en paramedische beroepen, de ziekenhuissector, de juridische diensten en het onderwijs; - de Staat, de provincies, de gemeenten en de overheidsdiensten uitgezonderd de transacties en overheidsinstellingen beoogd door het koninklijk besluit no 26. Sommige belastingsplichtigen zijn niet verplicht een aangifte in te dienen : - de belastingsplichtigen die een egalisatiebelasting moeten betalen (het gaat hier maar over een paar sectoren van de kleinhandel en het betreft enkel de verdelers), stelsel afgeschaft sinds 1 januari 1993. - het stelsel voor de landbouwondernemingen. De ondernemingen worden sedert dit jaar ingedeeld in bedrijfssecties en -afdelingen volgens de NACEBEL activiteitennomenclatuur. De indeling in activiteitsklasse, die in functie van hun belangrijkste activiteit gebeurt, betreft de volledige activiteit van de onderneming. Sedert 1993 wordt de NACE-BEL als nomenclatuur van de activiteiten gebruikt. Dit is de Belgische variante van de NACE-rev1 classificering (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne), die door de leden van de E.U. dienen gebruikt te worden. Deze nomenclatuur bevat 17 secties (aangeduid met de letters A tot Q), subsecties (die 31 bedrijfstakken bevatten gecodeerd met 2 letters: CA en CB voor de winning van delfstoffen en DA tot DN voor de industrie), afdelingen (60 bedrijfstakken aangeduid met 2 cijfers), groepen (222 bedrijfstakken met 3 cijfers), klassen (4 cijfers) en subklassen (5 cijfers). Een activiteitensector wordt gedefinieerd door 2 cijfers (een afdeling) en de groepering van de afdelingen geeft de subsecties en secties. Zo wordt, bijvoorbeeld, het produceren van geneesmiddelen gekenmerkt door het cijfer 24.421, dat als volgt gedefinieerd wordt : Sectie
Subsectie
Afdeling
D
DG
24
Groep Klasse
24.4
24.42
Subklasse 24.421
Hoofdstuk VIII : Productie en ondernemingen
TABEL
VIII.7.a
FAILLISSEMENTEN van ONDERNEMINGEN met personeel en AANTAL GETROFFEN WERKNEMERS naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL in 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid : Aantal ondernemingen en werknemers Bron : RVA-FSO Publicatie : Op de website van de RVA of op aanvraag Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijke gegevens met een maand vertraging, jaarlijkse gegevens met een jaar vertraging
Het „ Fonds voor Sluitingen van Ondernemingen ” registreert elke maand in het Belgisch staatsblad die ondernemingen die door de betrokken handelsrechtbanken failliet zijn verklaard. Volgens de bestanden van de RSZ, stelden een aantal failliet verklaarde ondernemingen personeel te werk, waarvan een aantal werknemers hun werk verloren. Dit aantal is bepaald op basis van het aantal werknemers dat minstens één dag bij de RSZ was inge-
schreven gedurende het laatste kwartaal dat aan de faillietverklaring voorafging. Indien die gegevens niet beschikbaar zijn, gaat het Fonds terug naar de meeste recente gegevens (maximum één jaar voor de faillietverklaring). Die gegevens worden aan het Fonds doorgestuurd op basis van de LATG gegevens van de RSZ. Sedert 1993 wordt de NACE-BEL als nomenclatuur van de activiteiten gebruikt. Dit is de Belgische variante van de NACE-rev1 classificering (Nomenclature des Activités économiques dans la Communauté Européenne), die door de leden van de E.U. dienen gebruikt te worden. Deze nomenclatuur bevat secties (van A tot Q), subsecties (2 letters), afdelingen (2 cijfers), groepen (3 cijfers), klassen (4 cijfers) en subklassen (5 cijfers).
131
HOOFDSTK VIII
De cijfers van de sluitingen van ondernemingen die worden geleverd door het “Fonds voor Sluitingen van Ondernemingen” betreffen alleen de natuurlijke en rechtspersonen die personeel in dienst hebben. De ondernemingen en zelfstandigen die geen personeel tewerkstellen, zijn dus niet meegerekend.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
VIII.7.b
FAILLISSEMENTEN van ONDERNEMINGEN per JURIDISCHE VORM in 2001, 2002, 2003 en 2004 Statistische eenheid : Aantal ondernemingen Bron : INS (op basis van het Belgisch staatsblad) Publicatie : Op de website van de RVA of op aanvraag Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijke gegevens met een maand vertraging, jaarlijkse gegevens met een jaar vertraging.
De tabel VIII.7.b. kon opgesteld worden dank zij de samenwerking tussen het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Economische Zaken. Vanaf januari 1998 sturen de rechtbanken van koophandel maandelijks gegevens over de gefailleerden naar het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Het NIS vult deze informatie aan via haar bedrijvenregister (DBRIS) met de activiteit, de grootteklasse van de onderneming, adres en rechtsvorm, en publiceert het resultaat in tabellen die de informatie volgens verschillende classificatiecriteria weergeven. Het adres van de maatschappelijke zetel (of bij éénmanszaken de woonplaats van de betrokkene) bepaalt welke rechtbank bevoegd is voor de behandeling van het faillissement. Dit adres werd ook gebruikt als basis voor de geografische indeling van de faillissementen. De economische bedrijvigheid vindt niet altijd plaats op het adres van de maatschappelijke zetel, zodat enige voorzichtigheid geboden is bij het vergelijken van regionale gegevens. De faillissementen van het Brusselse gerechtelijk arrondissement, dat groter is dan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (het bevat het administratief
132
arrondissement Halle-Vilvoorde en het Brussels hoofdstedelijk gewest) werden volgens ditzelfde criterium verdeeld. Indeling volgens de juridische vorm De ondernemingen met één persoon groeperen voornamelijk de zelfstandige niet opgerichte éénpersoonsvennootschappen. De firma’s groeperen de vennootschappen onder gemeenschappelijke naam : de vennootschap onder firma (V.O.F) en de gewone commanditaire vennootschap (G.C.V.) Onder volgende afkortingen onderscheidt men : N.V. groepeert de naamloze vennootschappen (N.V.) en de commanditaire vennootschappen op aandelen (C.V.A.) B.V.B.A. staat zowel voor de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als voor de éénpersoons-BVBA ‘s (E.B.V.B.A.). C.V. betreft de coöperatieve vennootschappen volgens de vroegere statuten én de nieuwe vormen van coöperatieve venootschappen zoals (C.V.O.H.A.; C.V.O.H.A., C.D.; C.V.B.A., C.V.B.A…, C.D)
HOOFDSTUK IX
ENERGIE EN LEEFMILIEU
Hoofdstuk IX : Energie en leefmilieu
TABEL
IX.1
TOTALE PRODUCTIE en TOTAAL VERBRUIK van ELEKTRISCHE ENERGIE : referentiejaren
TABEL
IX.2a
TOTALE PRODUCTIE en TOTAAL VERBRUIK van ELEKTRISCHE ENERGIE per SECTOR in 2003 Statistische eenheid : Miljoenen kilowattuur (GWh) Bron : Beroepsfederatie van de Producenten en Verdelers van Elektriciteit in België (BFE) Publicatie : BFE : Statistisch jaarboek Geografische indeling : Provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
De Beroepsfederatie van de Producenten en Verdelers van Elektriciteit publiceert elk jaar in juni een Statistisch Jaarboek. Het bevat informatie over de totale productie, het transport, de distributie en het gebruik van elektrische energie in België tijdens het voorbije jaar.
derd of verminderd met het saldo van de invoer/uitvoer en na aftrek van de energie aangewend voor het oppompen) verminderd met de verliezen in de transmissie- en distributienetten.
De jaarlijkse energieproductie per gewest, provincie of voor het Rijk wordt gemeten naar verschillende soorten producenten :
- de door de elektriciteitsbedrijven aan hun eindklanten geleverde elektriciteit in hoogspanning en laagspanning
De kleine oppervlakte van het grondgebied maakt dat de evolutie van de productie per gewest of provincie weinig betekenis heeft in België. Zij wordt beïnvloed door de koppeling der centrales enerzijds en door het dwingend karakter van sommige lokalisaties anderzijds. De productie van een centrale wordt bruto of netto genoemd naar gelang het vermogen nodig voor de hulpdiensten (energie gebruikt voor het pompen) al dan niet inbegrepen is. De effectief door de consumenten verbruikte energie is „ opgevraagde energie ” (netto productie van de verschillende categorieën producenten, vermeer-
- de door de zelfproducenten in hun eigen ondernemingen geproduceerde en verbruikte energie, na aftrek van hun eventuele leveringen aan derden. Het verbruik van hoogspanning gebeurt door de nijverheid (mijnbouwnijverheid, verwerkende nijverheid, openbare werken en bouw), de diensten (verlichting, stuwkracht, trekkracht) en de landbouw. Het verbruik van laagspanning is het huishoudelijk en het professioneel gebruik en het verbruik van openbare gebouwen, alsook de verlichting van openbare wegen. De BFE-statistieken maken geen onderscheid meer tussen professioneel en huishoudelijk gebruik. Betreffende tabel 2: sinds 1998 splitst de BFE het verbruik van hoogspanning in de activiteitsectoren gebaseerd op de NACE -nomenclatuur. Vergelijkingen met de daaraan voorafgaande jaren zijn bijgevolg onvolkomen aangezien deze herklassering verschuivingen tussen de activiteitsectoren veroorzaakte (jaarverslag 1998). Wegens de openstelling van de elektriciteitsmarkt zijn vanaf 2002 de cijfers betreffende het totaal verbruik van elektrische energie per provincie niet meer beschikbaar en kan vanaf 2003 het totaal verbruik van hoogspanning niet meer opgesplitst worden naar industrie, diensten en landbouw.
135
HOOFDSTUK IX
- de elektriciteitsbedrijven (ondernemingen met als voornaamste doel, de produktie, de transmissie, de distributie en/of de levering van elektrische energie) - de zelfproducenten (ondernemingen die, naast hun hoofdactiviteit, elektriciteit produceren die voor eigen gebruik is bestemd; het eventuele overschot wordt aan een derde verkocht) - de autonome producenten (ondernemingen of instellingen, die in het kader van hun hoofdactiviteit (vb. afvalverbranding, beheer van waterlopen) elektrische energie produceren met als doel deze aan een derde te verkopen)
Het energieverbruik van de gebruikers bevat :
Statistische indicatoren2005
Sedert 1 juli 2003 is de volledige elektriciteitsmarkt in het Vlaams Gewest vrijgemaakt. Sedert 1 juli 2004 kunnen alle professionele verbruikers in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vrij hun elektriciteitsleverancier kiezen. De huishoudelijke elektriciteitsmarkt zal in het Waals Gewest vanaf 1 januari 2007 geliberaliseerd worden, terwijl het Brussels Hoofdstedelijke Gewest deze stap zou zet-
136
ten op 1 juli 2007. Hiermee voldoet België aan de Europese Richtlijn van juni 2003, die voorziet dat de elektriciteitsmarkt ten laatste op 1 juli 2007 helemaal moet vrijgemaakt zijn. Globaal bedraagt de openingsgraad van de elektriciteitsmarkt in België momenteel ongeveer 80%.
Hoofdstuk IX : Energie en leefmilieu
TABEL
IX.2b
TOTALE PRODUCTIE van ELEKTRISCHE ENERGIE per primaire ENERGIEBRON in 2003 Statistische eenheid : Miljoenen kilowattuur (GWh) Bron : Beroepsfederatie van de Producenten en Verdelers van Elektriciteit in België (BFE) Publicatie : BFE : Statistisch jaarboek Geografische indeling : Gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vindt de enige plaatselijke productie van elektriciteit plaats in de verbrandingsoven van Neder-Over-Heembeek, alsook in enkele zogenaamde gedecentraliseerde elektriciteitscentrales (hulp- of aanvullende groepen, gecombineerde productie). Vrijwel alle elektrische energie die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt verbruikt, wordt geproduceerd in de twee andere Gewesten.
De energieafhankelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dus zeer groot en wordt nog versterkt door het hoofdzakelijk stedelijk karakter. De progressieve openstelling van de elektriciteitsmarkt gaat gepaard met een ondersteuning van hernieuwbare of meer milieuvriendelijke energievormen. Het systeem van groenestroomcertificaten, opgestart in 2003 in het Vlaamse en Waalse Gewest, werd vanaf 1 juli 2004 ook ingevoerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een opgelegd percentage (quotum) van de verkoopvolumes van de stroomleveranciers dient geproduceerd te zijn op basis van hernieuwbare energie, die wordt gecertificeerd door middel van groenestroomcertificaten. Voor het ontbrekend quotumgedeelte dient een boete betaald te worden.
HOOFDSTUK IX
Per primaire energiebron wordt de elektriciteitsproduktie opgesplitst naar thermische en hydraulische (waterkracht en windkracht) -centrales. Bij de thermische centrales wordt er een verdere verdeling doorgevoerd op basis van de gebruikte grondstof (kernsplijtstof, vloeibare, vaste of gasvormige brandstoffen).
137
Statistische indicatoren2005
TABEL
IX.3
GAS- en ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIE (hoog- en laagspanning) : referentiejaren Statistische eenheden : 1012 joules (Terajoules TJ) voor het gas, miljoenen kilowattuur (GWh) voor de elektriciteit Bronnen : Verbond der Gasnijverheid (FIGAS), Bedrijfsfederatie van Elektriciteitsproducenten en -verdelers (BFE) Publicaties : FIGAS: op de website; BFE: Statistisch jaarboek Geografische indeling : Gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging, maandelijkse en driemaandelijkse gegevens op aanvraag
Het Verbond der Gasnijverheid (FIGAS) voert een meting van de gasverkoop uit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Rijk. De cijfers van FIGAS maken een onderscheid tussen huishoudelijk en niet-huishoudelijk (industrieel) gebruik, die samengevoegd werden in tabel IX.3. Sinds 2001 wordt het verbruik uitgedrukt in GWh, hetgeen een vergelijking met het elektriciteitsverbruik mogelijk maakt. Om de TJ in GWh om te zetten, dient men de GWh met 3.6 te vermenigvuldigen. De elektriciteitsdistributie van hoogspanning betreft de nijverheid (mijnbouwnijverheid, verwerkingsnijverheid, openbare werken en bouw) en de diensten (verlichting, drijf- en trekkracht). De elektriciteitsdistributie van laagspanning omvat het huishoudelijk en het professioneel gebruik en het
138
verbruik van openbare gebouwen, alsook de verlichting van openbare wegen. Het verbruik van hoog- en laagspanning omvat enerzijds de door de elektriciteitsbedrijven aan hun eindklanten geleverde elektriciteit in hoogspanning en laagspanning en anderzijds de door de zelfproducenten in hun eigen ondernemingen geproduceerde en verbruikte energie, na aftrek van hun eventuele leveringen aan derden. De verdeelde elektrische energie in laagspanning, zoals berekend in de BFE-statistieken, komt overeen met het verbruik van laagspanning. De verdeling van hoogspanning, komt overeen met de som van het verbruik en het eigen gebruik verminderd met de eigen productie.
Hoofdstuk IX : Energie en leefmilieu
TABEL
IX.4
WATERVERBRUIK in de BRUSSELSE GEMEENTEN (aantal tellers, aantal abonnees, verbruik in m2) : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal abonnees, aantal tellers, verbruik in m2 Bron : Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD) Publicatie : Jaarlijks activiteitenrapport op de website BIWD Geografische indeling : Gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
sinds 1989. De cijfers geven het aantal tellers in gebruik, het aantal abonnees en het gefactureerde verbruik aan de abonnees weer.
HOOFDSTUK IX
De Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD) publiceert jaarlijks in zijn activiteitenverslag de cijfers over de gemeentelijke distributienetten
139
Statistische indicatoren2005
TABEL
IX.5
KWALITEIT van het LEIDINGWATER in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. GEMIDDELDE MINERALE SAMENSTELLING van het WATER geleverd door de BIWD : referentiejaren Statistische eenheid : mg/liter (milligram per liter) Bron : Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD) Publicatie : Jaarverslag op de website BIWD Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
De Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD) is verantwoordelijk voor de bedeling van drinkwater in het Gewest. Nagenoeg 95% van het verbruikte leidingwater is afkomstig van Wallonië; slechts 4% ongeveer wordt opgevangen onder het Terkamerenbos en in het Zoniënwoud. De gemiddelde minerale samenstelling van het leidingwater wordt verschaft door de Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD). De kwaliteit van het leidingwater wordt gecontroleerd door het laboratorium van de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij (BIWM), - de maatschappij verantwoordelijk voor de uitbating van de intercommunale -, en door het intercommunaal laboratorium van Chemie en Bacteriologie. De vermelde cijfers spruiten voort uit de situatie in het vierde trimester van het jaar dat de publicatie van het Jaarverslag voorafgaat.
140
Er dient opgemerkt te worden dat er tot 23 januari 2002 maxima bestonden voor wat betreft de concentratie van nitraten. De BIMW stelde de „ comfortzone ” op 25 mg/liter, terwijl de EEG-richtlijn 98/83/EG een maximumgrens van 50 mg/liter oplegt. In België is de gemiddelde concentratie 17 mg/liter. In het Zoniënwoud ligt de nitratenconcentratie maar op 2 tot 5 mg/liter. De normen zijn deze van het K.B. van 19 juni 1989 betreffende de kwaliteit van het leidingwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zij werden bij het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater in gewestelijk recht omgezet.
Hoofdstuk IX : Energie en leefmilieu
TABEL
IX.6
OPHALING van HUISHOUDELIJK AFVAL en GELIJKGESTELDE (ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : referentiejaren Statistische eenheid : ton Bron : Net Brussel en Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) (voor het jaar 1999) Publicatie : Gegevens van Net Brussel op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
Het gewone niet recycleerbare huishoudelijk afval wordt in witte zakken opgehaald. Keukenafval hoort eveneens in de witte zak thuis. Voor het recycleerbaar huishoudelijk afval bestaat er een systeem van selectieve huis-aan-huis ophalingen. In alle Brusselse gemeenten gebeurt de selectieve ophaling aan de hand van blauwe zakken en gele zakken. De gele zakken zijn bestemd voor papier en karton; de blauwe zakken voor PMDafval en glas. Onder PMD-afval verstaat men plastic flessen en flacons van voedingswaren, shampoo en schoonmaakproducten, blikjes, aluminium schoteltjes en bakjes, conservendozen en metalen deksels, spuitbussen van voedingswaren en drankkartons. Met glas bedoelt men enkel bokalen, flessen en flacons die voedingswaren hebben bevat. Hoewel glas in kleine hoeveelheden aanvaard wordt in de blauwe zakken, verdienen de glasbollen toch de voorkeur. Glas kan immers gemakkelijker worden gerecycleerd als het in een glasbol gegroepeerd is. Het huishoudelijk chemisch afval moet naar de groene plekjes worden gebracht. Er bestaan mobiele groene plekjes (voertuigen van Net Brussel) en gemeentelijke groene plekjes. Daarnaast zijn er ook fotografen, drogisten en apothekers met een logo groen plekje. De groene plekjes aanvaarden :
- resten van reinigingsmiddelen (bijvoorbeeld detergenten, bleekwater en boenwas); - frituurvet en plantaardige oliën; - oude geneesmiddelen, thermometers en injectienaalden; - verfproducten (bijvoorbeeld vernis, verven, kleurstoffen en verdunningsmiddelen); - pesticiden, insecticiden en chemische meststoffen; - TL-lampen en spaarlampen; - (auto)batterijen, accumulators, motorolie, antivries, brandblussers; - inkt, producten van fotolabo’s, radiografieën,… Gebruikte alkaline, oplaadbare en knoopbatterijen kunnen eveneens in de BEBAT inzameldozen worden gedeponeerd. Witgoed is de verzamelnaam voor grote huishoudelijke apparaten, zoals wasmachines, afwasmachines, koelkasten, diepvriezers,… Bruingoed is de verzamelnaam voor radio’s, televisietoestellen en dergelijke. De categorie grofvuil omvat niet enkel het grofvuil dat aan huis werd opgehaald of naar het containerpark werd gebracht, maar eveneens de sluikstortingen. In de tien „ groene ” gemeenten wordt het tuinafval in groene zakken huis-aan-huis opgehaald. Onder tuinafval verstaat men : dorre bladeren, verwelkte bloemen, snoeisel van hagen en struiken, onkruid, gemaaid gras en takken. In de negen andere Brusselse gemeenten worden er inzamelpunten ter beschikking gesteld van de bewoners. Het tuinafval kan in ongeacht welke verpakking naar de inzamelpunten worden gebracht.
141
HOOFDSTUK IX
De hoeveelheid huishoudelijk afval dat door Net Brussel werd opgehaald is naar soort, ophalingswijze en tonnage samengevat in tabel IX.6. De cijfers omvatten eveneens het afval dat in het gewestelijk containerpark werd ingezameld. Daarentegen is het afval dat in de gemeentelijke containerparken werd ingezameld, slechts in de cijfers vervat in zover dat afval werd opgehaald door Net Brussel.
Statistische indicatoren2005
TABEL
XI.7
KLIMATOLOGISCH JAAROVERZICHT te UKKEL : referentiejaren Statistische eenheden : °C, mm, uren en dagen Bron : KMI Publicatie : op de website van het KMI Geografische indeling : Ukkel Periodiciteit : Dagelijks, jaarlijks
Het klimatologisch jaaroverzicht over de referentiejaren betreft hier telkens de burgerlijke jaren. Een burgerlijk jaar is verschillend van een „ klimatologisch jaar ”, dat wordt gedefinieerd als zijnde de periode van 12 maanden tussen 1 december van het ene jaar (begin van de weerkundige winter) tot 30 november van het volgende jaar (einde van de weerkundige herfst). De normale waarden worden berekend op basis van de volgende referentieperioden : temperaturen : 1833 –1985 neerslag : 1833 – 1979 neerslagdagen : 1833 – 1979 zonneschijnduur : 1887 – 1988 De temperatuur is een maat voor de warmtetoestand van de lucht en heeft betrekking op de meethoogte van 1.5 meter. Temperaturen worden weergegeven in graden Celsius. De ware gemiddelde temperatuur is het gemiddelde van 24 uur waarnemingen in het etmaal. De gemiddelde jaartemperatuur wordt berekend uit de dagelijkse gemiddelden. De gemiddelde maximum temperatuur is het jaargemiddelde van de dagelijks gemeten maximum-
142
temperatuur. De gemiddelde minimum temperatuur is het jaargemiddelde van de dagelijks gemeten minimum temperatuur. Een winterse dag is een dag waarop de maximum temperatuur lager was dan 0 graden Celsius. Een vriesdag is een dag waarop de minimale waarde van 0 graden Celsius of lager werd bereikt. Een zomerse dag is een dag waarop de waarde van 25 graden Celsius werd bereikt of overschreden. Een hittedag is een dag waarop de waarde van 30 graden Celsius werd bereikt of overschreden. Neerslag omvat regen, motregen, onderkoelde regen, sneeuw, hagel, ijsregen, ijsnaalden, neerslag vanuit mist, dauw, enz. De hoeveelheid neerslag wordt uitgedrukt in millimeter. Eén millimeter gevallen neerslag is precies gelijk aan één liter per vierkante meter. Een dag met neerslag is een dag waarop er meetbare neerslag is gevallen, dit wil zeggen minstens 0.1 mm neerslag. Ten slotte wordt de zonneschijnduur, die in feite ook een maat is voor de (afwezigheid van) bewolking overdag, uitgedrukt in aantal uren.
HOOFDSTUK X
VERVOER EN TOERISME
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.1
NIEUWE en TWEEDEHANDSE tot het VERKEER TOEGELATEN MOTORVOERTUIGEN naar WOONPLAATS van de AANGEVER : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen Bron : NIS Publicaties : Statistiek van het Vervoer, Nieuwe gedurende het jaar tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen Geografische indeling : Gemeenten (op aanvraag), arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijkse gegevens verkrijgbaar 3 maanden nadien, jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien
TABEL
X.2
NIEUWE en TWEEDEHANDSE tot het VERKEER TOEGELATEN MOTORVOERTUIGEN per SOORT naar WOONPLAATS van de AANGEVER in 2004
De Directie Inschrijvingen van Voertuigen van de FOD Mobiliteit en Vervoer levert aan het NIS de gegevens over het aantal nieuwe en tweedehandse motorvoertuigen die tot het verkeer zijn toegelaten (nieuwe eigenaars met of zonder verandering van plaat, Belgische en “niet-ingezeten” eigenaars, zoals de ambtenaren van de SHAPE of de EU). Het NIS publiceert de reeks betreffende de nieuwe voertuigen jaarlijks in het jaarboek „ Nieuwe tot het verkeer toegelaten voertuigen in ...” en maandelijks en jaarlijks in de brochure “Statistiek van het Vervoer”. Ze vermeldt de woonplaats van de aangever, het land van herkomst en het merk van het voertuig. De verschillende automerken en het land van herkomst worden in deze tabel niet weerhouden en de verschillende soorten voertuigen die het NIS onderscheidt, zijn samengevoegd: - personenwagens : dit zijn gewone wagens, minibussen, kampeervoertuigen, trage wagens, ambulances, lijkwagens, gemengde wagens (dit
zijn wagens die zowel voor personen- als voor goederenvervoer kunnen dienen); - autobussen en autocars; - voertuigen voor goederenvervoer : vrachtwagens, bestelwagens, tankwagens; - andere gebruiksvoertuigen : tractoren, motorploegen, gereedschapswerktuigen en de speciale voertuigen (kranen, takelwagens, maaimachines, landbouwmateriaal, brandweervoertuigen, lichte pantservoertuigen). De Directie Inschrijving van Voertuigen van het FOD Mobiliteit en Vervoer en Infrastructuur levert aan het NIS ook de cijfers over de tweedehandse ingeschreven en tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen. De reeks betreffende de tweedehandsvoertuigen wordt jaarlijks in de brochure „ Statistiek van het vervoer ” van het NIS gepubliceerd. De indeling naar soorten voertuigen is dezelfde als bij de nieuwe voertuigen. Zowel bij de nieuwe als bij de tweedehandsvoertuigen zijn de motorrijwielen, niet inbegrepen.
145
HOOFDSTUK X
Statistische eenheid : Aantal tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen. Bron : NIS Publicaties : Statistiek van het Vervoer, Nieuwe gedurende het jaar tot het verkeer toegelaten motorvoertuigen Geografische indeling : Gemeenten en arrondissementen (op aanvraag), provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijkse gegevens verkrijgbaar 3 maanden nadien, jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
X.3
MOTORVOERTUIGENPARK per SOORT op 1 augustus : referentiejaren Statistische eenheid : Totaal aantal motorvoertuigen in het verkeer. Bron : NIS Publicatie : Motorvoertuigenpark - Situatie op 1 augustus van elk jaar Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen (op aanvraag), provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien.
Sinds 1 augustus 1966 is de statistiek van het motorvoertuigenpark opgemaakt op basis van de documentatie verstrekt door de FOD Mobiliteit en Vervoer. Deze documentatie behelst alle door de Dienst van het Wegverkeer ingeschreven voertuigen waarvoor al dan niet verkeersbelasting betaald wordt. Ze omvat alle voertuigen, ook deze van de buitenlandse ambtenaren (SHAPE, EU, ...), met uitzondering van de legervoertuigen en de voertuigen met een A, CD of transitplaat. Deze reeks bevat gegevens voor verschillende soorten voertuigen : - personenwagens : dit zijn gewone wagens, minibussen, kampeervoertuigen, trage wagens, ambulances, lijkwagens, gemengde wagens (dit zijn wagens die zowel voor personen- als voor goederenvervoer kunnen dienen); - autobussen en autocars;
146
- voertuigen voor goederenvervoer : vrachtwagens, bestelwagens, tankwagens; - motors : worden als motors of motorrijwielen beschouwd de motorfietsen die de snelheid van 40 km/h overschrijden; - andere gebruiksvoertuigen : tractoren, de landbouwtractoren (de Dienst voor Wegverkeer kan niet altijd uitmaken of een tractor als landbouwtractor of gewoonweg als tractor moet beschouwd worden), motorploegen, gereedschapswerktuigen en de speciale voertuigen (kranen, takelwagens, maaimachines, landbouwmateriaal, brandweervoertuigen, lichte pantservoertuigen). De gegevens zijn eveneens beschikbaar per jaar dat het voertuig voor het eerst in het verkeer gebracht werd, per soort gebruikte brandstof, per jaar waarin de laatste inschrijving gebeurde, per merk en per land van herkomst.
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.4
GOEDERENVERVOER over de WEG. LADEN EN LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar BESTEMMING en HERKOMST van de GOEDEREN : referentiejaren
TABEL
X.5
GOEDERENVERVOER over de WEG. LADEN en LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie) naar BESTEMMING en HERKOMST van de GOEDEREN in 2001, 2002 en 2003 Statistische eenheid : Vervoerd tonnage (1 000 ton) Bron : NIS Publicatie : Bestemming en herkomst van de goederen: op aanvraag Geografische indeling : Gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 2 jaren nadien.
De NIS-statistieken hebben betrekking op het vervoer door Belgische voertuigen met een laadvermogen van ten minste één ton.
groter de kans op fouten.
Zij zijn het resultaat van een jaarlijkse steekproef naargelang het type en laadvermogen van de vrachtwagens; de trekkers worden alle in de enquête opgenomen. Het onderzoek gebeurt op basis van het inschrijvingsregister van de gebruiksvoertuigen dat door de desbetreffende Dienst (DIV- Ministerie van Verkeer en Infrastructuur) wordt bijgehouden.
- Tijdens de periode 1995-’98 werd het NIS niet systematisch op de hoogte gehouden van de bijgewerkte gegevens van de DIV. Aldus werd nog een totaal aantal voertuigen vermeld, die inmiddels verkocht of naar de schroothoop waren afgevoerd, enz. Het reële voertuigenbestand is dus kleiner geworden ten aanzien van het grotere voorheen gebruikte basisregister; de geëxtrapoleerde resultaten van vervoer verminderden bijgevolg
Jaarlijks vergelijkt het NIS de resultaten van haar steekproef met de cijfers van het Instituut van het wegverkeer, die de federatie van de expediteurs vertegenwoordigt. Het Instituut van het wegverkeer ondervraagt een nogal beperkt aantal bedrijven op conjunctureel vlak. De statistiek houdt enkel rekening met de Belgische vrachtwagens. De werkhypothese vertrekt van de veronderstelling dat de prestaties van de Belgen in het buitenland gelijkwaardig zijn aan de prestaties van de buitenlanders in België. Ze houdt geen rekening met het transitverkeer dat in België toch zeer belangrijk is. Deze statistiek is ontworpen om een nationale raming te geven. Ze is geregionaliseerd naargelang de plaats waar het laden/lossen gebeurt. Op het niveau van het arrondissement en ook van het Brusselse gewest kunnen fouten of steekproefproblemen ontstaan : hoe kleiner de verkeersflux, hoe
- Bovendien stelt het NIS een verhoging van „ nonrespons ” en „ verklaringen van niet-actieve voertuigen ” (de aangever verklaart dat zijn voertuig de bewuste week niet heeft gereden, wat eenvoudiger is dan het vragenformulier in te vullen). Om tegemoet te komen aan de nieuwe Europese eisen die door verordening nr. 1172/98 zijn vastgelegd, waarin een aantal bijkomende variabelen zijn opgenomen worden de vragenlijsten steeds ingewikkelder; dit verhoogt de druk op de aangevers en vermindert de kwantiteit en kwaliteit van de antwoorden. De Europese publicaties van Eurostat verschijnen met een vertraging van 3 jaar en leggen de nadruk op internationaal goederenverkeer. Met het oog op een eenmaking van de nationale systemen voor statistische berekening van goederenvervoer over de weg, heeft de EG in het Publicatieblad verordening 1172/98 van de Raad van 25 mei 1998 met betrekking tot de statistische berekening van goederenvervoer over de weg bekendgemaakt. 147
HOOFDSTUK X
Het jaarlijks vervoer wordt berekend door extrapolatie in tijd en ruimte tot het gehele park van voertuigen van minstens 1 ton laadvermogen.
De terugval van de cijfers in 1999 is als volgt te verklaren :
Statistische indicatoren 2005
Die verordening werd gewijzigd door verordening 2691/99 van 17 december 1999 van de Commissie. Deze verordeningen bepalen oa. - dat het noodzakelijk is volledige regionale statistieken op te stellen zowel wat het goederenvervoer als wat de trajecten van de voertuigen betreft; - dat het onder andere noodzakelijk is een omschrijving te geven van de regionale oorsprong en bestemming van de intracommunautaire transporten op dezelfde basis als het nationaal transport, en een verband te leggen tussen het goederenvervoer en de routes van de voertuigen, met een becijfering van de gebruiksintensiteit van de voertuigen waarmee het transport wordt verzorgd.
- gegevens over de goederen (soort van vervoerde goederen; gewicht van de goederen; brutogewicht per 100 kg; soort van vracht; laadplaats van de goederen; losplaats van de goederen; afgelegde afstand, enz...) Voor de tabel X.5 gebruiken zowel de EU als het NIS de uniforme terminologie NVS (Nomenclatuur Vervoerstatistiek) die de goederen als volgt groepeert : Groep 0 : landbouwproducten en levende dieren Groep 1 : voedingsproducten en veevoeders Groep 2 : vaste brandstoffen
De verordening vereist de verzameling van :
Groep 3 : petroleumproducten
- gegevens met betrekking tot het voertuig (ouderdom van het voertuig voor wegverkeer; maximaal toegestaan gewicht per 100 kg; laadvermogen per 100 kg; soort van vervoer - voor derden/voor eigen rekening; totaal aantal afgelegde kilometers tijdens de enquêteperiode; met last; leeg; enz...) - gegevens over de route (soort van route; gewicht van de vervoerde goederen tijdens de route of per etappe van het traject; brutogewicht per 100 kg; plaats van het laden; enz...)
Groep 4 : ertsen en metaalresiduen
148
Groep 5 : metaalproducten Groep 6 : ruwe of verwerkte mineralen en bouwmaterialen Groep 7 : meststoffen Groep 8 : carbochemische en chemische producten Groep 9 : machines, voertuigen, diverse fabrikaten en afgewerkte producten.
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.6
SPOORWEGVERVOER van GOEDEREN. LADEN en LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie) : referentiejaren Statistische eenheid : Vervoerd tonnage (1 000 ton) Bron : NMBS Publicatie : Jaarverslag van de NMBS voor het totaal verkeer, voor het Brussels verkeer op aanvraag Geografische indeling : Brusselse stations (op aanvraag) en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 1 jaar nadien
De NMBS levert op aanvraag de geladen en geloste goederen in de Brusselse stations van Brussel Klein Eiland, Brussel Turn en Taxi’s, Brussel-West, Schaarbeek-Josaphat, Schaarbeek-Voorhaven, Etterbeek, Vorst-Zuid, Haren-Noord en Jette.
Groep 7 : meststoffen
Er dient opgemerkt te worden dat sinds 1989 de stations van Jette en Etterbeek gesloten zijn voor goederenverkeer.
Deze groepen werden als volgt samengevat:
Groep 0 : landbouwproducten en levende dieren Groep 1 : voedingsproducten en veevoeders Groep 2 : vaste brandstoffen Groep 3 : petroleumproducten Groep 4 : ertsen en metaalresiduen Groep 5 : metaalproducten Groep 6 : ruwe of verwerkte mineralen en bouwmaterialen
Groep 9 : machines, voertuigen, diverse fabrikaten en afgewerkte producten.
- de groepen 0 en 1 onder de noemer „ Landbouw en voeding ” - de groepen 2 en 3 onder „ Brandstoffen ” - de groepen 4 en 5 onder „ Metalen ” - de groep 6 wordt „ Mineralen en bouwmaterialen ” - de groepen 7 en 8 worden „ Chemie ” - de groep 9 heet „ Afgewerkte producten ”. Vanaf het jaar 2003 zijn de gegevens van de NMBS geteld en berekend volgens een ander informatica technologisch systeem. Daardoor verschillen de cijfers tussen de oude en de nieuwe tellingswijze. Dit verschil wordt opgenomen in de tabel X.6 (waar zowel de oude als de nieuwe cijfers voor 2003 worden weergegeven). HOOFDSTUK X
Zowel de EU als het NIS gebruiken de uniforme terminologie NVS (Nomenclatuur Vervoerstatistiek) die de goederen als volgt groepeert :
Groep 8 : carbochemische en chemische producten
149
Statistische indicatoren 2005
TABEL
X.7
BINNENSCHEEPVAART en TRANSPORT over ZEE van GOEDEREN. LADEN, LOSSEN en TRANSIT (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie) : referentiejaren Statistische eenheid : Vervoerd tonnage (1 000 ton) Bron : Haven van Brussel Publicatie : Statistisch Jaaroverzicht van de Haven van Brussel Geografische indeling : Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest omvat hier de haven van Brussel en het Brussels deel van het Zeekanaal Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien
Het statistisch Jaaroverzicht van de Haven van Brussel geeft de telling van het vervoerde tonnage door de zeeschepen en binnenschepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit dient als basis voor het innen van de verschuldigde rechten voor het gebruik van de haven, het zeekanaal en het aanpalend domein. Volgende definities worden in dit Jaaroverzicht voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gebruikt : - laden van goederen : alle goederen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgeladen en elders in België of in het buitenland gelost; - lossen van goederen : alle goederen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelost en elders in België of in het buitenland opgeladen; - transit van goederen : alle goederen op doortocht langs de Haven van Brussel en die er niet gelost en opnieuw opgeladen worden („ goederen op doortocht ”). De gegevens geleverd door de Haven van Brussel worden ingezameld aan de sluizen tijdens de doortochten van de schepen. Zowel de EU als het NIS gebruiken de uniforme terminologie NVS (Nomenclatuur Vervoerstatistiek) die de goederen als volgt groepeert:
150
Groep 0 : landbouwproducten en levende dieren Groep 1 : voedingsproducten en veevoeders Groep 2 : vaste brandstoffen Groep 3 : petroleumproducten Groep 4 : ertsen en metaalresiduen Groep 5 : metaalproducten Groep 6 : ruwe of verwerkte mineralen en bouwmaterialen Groep 7 : meststoffen Groep 8 : carbochemische en chemische producten Groep 9 : machines, voertuigen, diverse fabrikaten en afgewerkte producten. Deze groepen werden als volgt samengevat : - de groepen 0 en 1 onder de noemer „ Landbouw en voeding ” - de groepen 2 en 3 onder „ “Brandstoffen ” - de groepen 4 en 5 onder „ Metalen ” - de groep 6 wordt „ Mineralen en bouwmaterialen ” - de groepen 7 en 8 worden „ Chemie ” - de groep 9 heet „ Afgewerkte producten ”.
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.8
PERSONENVERVOER (MIVB, TEC, DE LIJN) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (metro, tram, bus) : referentiejaren
1. MIVB-net Statistische eenheden : aantal lijnen,lengte van de as in km, aantal voertuigen, ritten en reizigers (in miljoenen en duizenden) Bron : MIVB (Maatschappij Intercommunaal Vervoer Brussel) Publicatie : Jaarverslag (Statistische Inlichtingen) verschijnend in september van elk jaar, eerder verkregen gegevens op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
- de exploitatie van het metro-tram-bus net: aantal stations, aantal lijnen, lengte van de assen in km; - de samenstelling van het rollend materieel: aantal metrostellen, aantal voertuigen volgens het type vervoer; - het aantal ritten volgens het vervoersbewijs: biljetten, kaarten, schoolabonnementen, algemene abonnementen, personeel van de Post en Belgacom (waarvoor speciale tarieven van toepassing zijn), speciale transporten, vervoer voor mindervaliden. Sinds 2002 hanteert de MIVB een andere methodiek voor de berekening van het netgebruik. Zo splitst de MIVB de ritten uit per vervoermiddel, lijn en station volgens de ontwaardingen (aan het vertrekpunt van de rit met vervoersbewijzen „ per prestatie ”), op basis van het aantal verkochte ritten (daadwerkelijk verkochte ritten voor de vervoersbewijzen „ per
prestatie ” vermeerderd met een raming voor de forfaitaire vervoersbewijzen zoals de abonnementen, inclusief de gratis abonnementen). Als station wordt beschouwd elke halteplaats van metro of premetro die een eigen naam draagt. Als haltes zijn beschouwd de halteplaatsen voor bus, tram, metro, premetro uitgerust met een schuilplaats (inclusief de (pre)metrostations). De opgegeven lengte van de lijnen betreft de totale aslengte en niet de gecumuleerde lengte van alle geëxploiteerde lijnen. De totale aslengte van alle vervoermiddelen samen verschilt van de som van elk vervoermiddel afzonderlijk gezien sommige (vb. bus en tram) partieel dezelfde assen gebruiken. De fraudecijfers worden berekend door het aantal boetes na de vaststelling van een overtreding en het aantal door het personeel van de dienst Controle en Bewaking gecontroleerde reizigers met elkaar in verband te brengen.
2. Busondernemingen TEC/DE LIJN Statistische eenheden : Aantal lijnen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnenkomen, lengte van de lijnen in km Bronnen : TEC Waals-Brabant/TEC Charleroi, DE LIJN-Vlaams-Brabant Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
Sinds 1 januari 1991 zijn de vervoersdiensten van de vroegere NMVB (Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen) geregionaliseerd. In Wallonië verzekeren 5 lokale autonome maatschappijen (TEC) de verbindingen. Ze worden gecoördineerd door de Sociéte Régionale Wallonne des Transports. In Vlaanderen is de vervoersmaatschappij DE LIJN verantwoordelijk. Hun vervoer binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt uitsluitend per bus.
Het aantal buslijnen van deze vervoersmaatschappijen die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedienen, werd door het BISA geteld op basis van de beschikbare gegevens (analyse van de nieuwe lijnen). De andere cijfers met betrekking tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder het aantal reizigers per lijn, zijn niet beschikbaar.
151
HOOFDSTUK X
Het jaarverslag van de MIVB levert gegevens over :
Statistische indicatoren 2005
TABEL
X.9
PERSONENVERVOER in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (metro, tram, bus, trein) : referentiejaren
1. MIVB-net Statistische eenheid : aantal ritten (in duizendtallen) Bron : MIVB (Maatschappij Intercommunaal Vervoer Brussel) Publicatie : Jaarverslag (Statistische Inlichtingen) verschijnend in september van elk jaar, eerder verkregen gegevens op aanvraag Geografische indeling : Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
Het jaarverslag van de MIVB levert gegevens over : - de exploitatie van het metro-tram-bus net: aantal stations, aantal lijnen, lengte van de assen in km; - de samenstelling van het rollend materieel: aantal metrostellen, aantal voertuigen volgens het type vervoer; - het aantal ritten volgens het vervoersbewijs: biljetten, kaarten, schoolabonnementen, algemene abonnementen, personeel van de Post en Belgacom (waarvoor speciale tarieven van toepassing
zijn), speciale transporten, vervoer voor mindervaliden. Het aantal ritten wordt sinds 2002 berekend op basis van het aantal verkochte ritten (daadwerkelijk verkochte ritten voor de vervoersbewijzen „ per prestatie ”) vermeerderd met een raming van de verkochte ritten voor de forfaitaire vervoersbewijzen zoals abonnementen, met inbegrip van de gratis abonnementen). De MIVB splitst de ritten vervolgens uit per vervoermiddel, lijn en station naar rato van de ontwaardingen (aan het vertrekpunt van de rit met vervoersbewijzen „ per prestatie ”).
2. NMBS-net Statistische eenheid : Aantal ingestapte reizigers per gemiddelde werkdag Bron : NMBS Departement Vervoer Publicatie : Reizigerstellingen - Statistiekenverzameling Geografische indeling : Provincies, gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien.
De gepubliceerde statistieken van de NMBS worden opgesteld op basis van tellingen uitgevoerd in alle Belgische stations gedurende een week van de tweede helft van oktober. Die week wordt als representatief beschouwd voor de gemiddelde trafiek van een gewone week. De visuele telling van het aantal instappende reizigers in elke stopplaats wordt uitgevoerd gedurende 5 opeenvolgende werkdagen. Het stationspersoneel noteert de resultaten van de tellingen op de daarvoor
152
gemaakte listings, die worden ingebracht in de computer. Daar de telling maar gedurende één week wordt uitgevoerd, geven de globale resultaten slechts een grove schatting van de trafiekevolutie van jaar tot jaar. Deze telling verschaft bijkomende informatie over zowel de meest bezochte stations en stopplaatsen, als over de verdeling van het cliënteel over de verschillende soorten treinverbindingen (IC, IR, L en P).
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.10
SPOORWEGVERKEER van PERSONEN. AANTAL per DAG INSTAPPENDE PERSONEN naar STATION in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal instappende reizigers per gemiddelde werkdag Bron : NMBS Departement Vervoer Publicatie : Reizigerstellingen - Statistiekenverzameling Geografische indeling : Alle Belgische stations Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
De visuele telling van het aantal instappende reizigers in elke stopplaats wordt uitgevoerd gedurende 5 opeenvolgende werkdagen. Het stationspersoneel noteert de resultaten van de tellingen op de daarvoor gemaakte listings, die worden ingebracht in de computer. Daar de telling maar gedurende één week wordt uitgevoerd, geven de globale resultaten slechts een grove schatting van de trafiekevolutie van jaar tot jaar. Deze telling verschaft bijkomende informatie over de meest bezochte stations en stopplaatsen, en de verdeling van het cliënteel over de verschillende soorten treinverbindingen (IC, IR, L en P).
De som van alle personen ingestapt in de stations van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verschilt van het totaal aantal ingestapte personen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (verschil ongeveer 2%). De gewestelijke en nationale cijfers bevatten namelijk een aantal extrapolaties die bvb. de verschillen opvangen omwille van het feit dat de tellingen in alle stations niet op dezelfde dag van de week gebeuren. „ Brussel-Verbinding ” groepeert 5 Brusselse stations : Brussel-Noord, Brussel-Congres, Brussel-Centraal, Brussel-Kapellekerk, Brussel-Zuid. De reizigers geteld in het station met naam BrusselNationaal – Luchthaven, zijn ingestapt op het grondgebied van het vliegveld te Zaventem (Brussel Nationaal) en afgestapt in Brussel-Verbinding.
HOOFDSTUK X
De gepubliceerde statistieken van de NMBS worden opgesteld op basis van tellingen uitgevoerd in alle Belgische stations gedurende een week van de tweede helft van oktober. Die week wordt als representatief beschouwd voor de gemiddelde trafiek van een gewone week.
153
Statistische indicatoren 2005
TABEL
X.11
TAXI’S in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. AANTAL UITBATERS, VOERTUIGEN, STANDPLAATSEN, PLAATSEN en CHAUFFEURS : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal uitbaters, aantal voertuigen, aantal standplaatsen, aantal plaatsen, aantal chauffeurs Bron : Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Taxidienst Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
De Taxidienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest levert op aanvraag volgende inlichtingen over de taxi’s in het gewest: aantal voertuigen die de benaming „ Taxi ” dragen, aantal reservevoertuigen, aantal uitbaters, standplaatsen, (die plaatsen voor 1 of meerdere taxi’s bevatten), aantal geïnventariseerde chauffeurs en hun nationaliteit. Een stand-
154
plaats kan zich bevinden op het privaat, gemeentelijk of gewestelijk wegennet of op een combinatie van deze mogelijkheden. Sedert 1994 worden enkel de chauffeurs die hun licentie hebben vernieuwd in rekening gebracht.
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.12
TAXI’S in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. AANTAL STANDPLAATSEN en PLAATSEN naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal standplaatsen, aantal plaatsen Bron : Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Taxidienst Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Punctuele gegevens voor 1986 en 1989, jaarlijkse gegevens vanaf 1992, met 1 jaar vertraging
of meerdere taxi’s kunnen bevatten), aantal geïnventariseerde chauffeurs en hun nationaliteit. Een standplaats kan zich becinden op het privaat, gemeentelijk of gewestelijk wegennet of op een combinatie van deze mogelijkheden.
HOOFDSTUK X
De Taxidienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest levert op aanvraag volgende inlichtingen over de taxi’s in het gewest: aantal voertuigen die de benaming „ Taxi ” dragen, aantal reservevoertuigen, aantal uitbaters, standplaatsen (die plaatsen voor 1
155
Statistische indicatoren 2005
TABEL
X.13
AANTAL HOTELS en AANTAL OVERNACHTINGEN: referentiejaren Statistische eenheden : Aantal hotels, aantal overnachtingen Bron : NIS Publicatie : Statistiek van het Toerisme voor de maandelijkse gegevens en het aantal overnachtingen, de rest op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, toeristische streek en provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien (2 jaar vertraging dit jaar wegens methodologische herzieningen)
Het NIS geeft op aanvraag een overzicht van de logiesverstrekkende bedrijven naar logiesvorm, capaciteit en aantal overnachtingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor het Rijk. De gegevens voor de toeristische streek „ het Brusselse ” zijn niet opgenomen omdat die ook de gemeenten Machelen en Zaventem omvat. Zoals alle gegevens met betrekking tot de hotels, zijn die gegevens het resultaat van een maandelijkse enquête bij alle logiesverstrekkende bedrijven. Naar aard van de logiesvorm wordt het volgende onderscheid gemaakt: - hotel dwz. een inrichting met minstens 4 kamers en een totale capaciteit van minstens 10 personen, waar men ook kan ontbijten en waar dagelijks de kamers worden gekuist en de lakens ververst (dus inclusief pensions, motels,…) - camping - vakantiecentrum - vakantiedorp
156
- logiesvorm voor bepaalde doelgroepen (jeugdlogement, kolonie, kuurcentra). Aangezien de overnachtingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor meer dan 95% in hotels plaatsvinden, worden enkel de overnachtingen in de hotels weerhouden. Alleen de hotels met een activiteit over het gehele jaar worden in aanmerking genomen. De bruto capaciteit van een hotel is het aantal plaatsen equivalent aan het aantal personen dat maximaal in de beschikbare bedden kan slapen. Een dubbelbed heeft een capaciteit van 2 personen. Het is dus niet het aantal bedden dat wordt geteld. Deze bruto capaciteit is in de tabel opgenomen. De netto capaciteit daarentegen is het aantal plaatsen dat het hotel aanbiedt tijdens de maand augustus (enquêtemoment). Dit aantal kan, in het bijzonder in Brussel, lager liggen dan in sommige andere maanden. De cijfers van het NIS zijn als dusdanig overgenomen.
Hoofdstuk X : Vervoer en toerisme
TABEL
X.14
AANTAL OVERNACHTINGEN in de HOTELS naar het LAND van VERBLIJF van de BEZOEKERS : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal overnachtingen Bron : NIS Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, toeristische streek, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens verkrijgbaar 1 jaar nadien (2 jaar vertraging dit jaar wegens methodologische herzieningen)
Deze gegevens, zoals alle andere met betrekking tot de hotels, zijn het resultaat van een maandelijks uitgevoerde enquête bij alle logiesverstrekkende bedrijven zoals hotels, vakantiecentra en –dorpen, jeugdherbergen en kuuroorden. Aangezien de overnachtingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor meer dan 95% in hotels plaatsvinden, werden enkel de overnachtingen in de hotels weerhouden. Eveneens worden alleen de hotels met een activiteit over het gehele jaar in aanmerking genomen. Een hotel is een inrichting met minstens 4 kamers en met een totale capaciteit van minstens 10 personen, waar men kan ontbijten en waar dagelijks de kamers worden gekuist en de lakens ververst (dus inclusief pensions, motels…).
De tabel geeft het aantal overnachtingen en niet het aantal gasten. Bijgevolg wordt het aantal overnachtingen geklasseerd naar land van gewoon verblijf van de geherbergde personen. Deze landen werden als volgt gegroepeerd: België, aangrenzende landen (Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk), andere EU landen (met name de EU van 15 landen minus de voornoemde). Gibraltar (overzees gebied van het Verenigd Koninkrijk) wordt evenwel niet vermeld in deze categorie. Hetzelfde geldt voor de ministaatjes Andorra, Monaco, San Marino en het Vaticaan. Voor de referentiejaren 1985 en 1990 betreft het slechts de 12 landen van de Europese Gemeenschap zoals deze in 1990 was samengesteld (dus inclusief Italië, Denemarken, Ierland, Griekenland, Spanje en Portugal, maar exclusief Finland, Oostenrijk en Zweden). Vervolgens worden de tien landen met de grootste frequentie vermeld evenals het totaal van de „ andere landen buiten de EU ” die nog niet vernoemd zijn. Opmerking : De betalingen die gebeuren door een niet in België woonachtige bezoeker of door zijn buitenlandse geldschieter (bijvoorbeeld onderneming, overheid, onderwijsinstelling,…) ter vereffening van de kosten van zijn tijdelijk verblijf in Belgische toeristische instellingen is een uitvoer door België aan het buitenland.
157
HOOFDSTUK X
Het NIS geeft op aanvraag een overzicht van de logiesverstrekkende bedrijven naar logiesvorm, capaciteit en aantal overnachtingen naar verblijfsland van de gast voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en voor het Rijk. De gegevens voor de toeristische streek „ het Brusselse ” zijn niet opgenomen omdat die ook de gemeenten Machelen en Zaventem omvat.
HOOFDSTUK XI
ONROEREND GOED EN RUIMTELIJKE ORDENING
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.1
BODEMBEZETTING naar AARD van de PERCELEN in 2003 (aantal percelen en oppervlakte in ha) Statistische eenheden : Aantal percelen, oppervlakte in hectaren, percentage van de totale oppervlakte Bron : Administratie van het Kadaster, beschikbaar gesteld door het NIS Publicatie : Statistiek van de bodembezetting op 1 januari 1980 (de andere jaren op aanvraag)- NIS Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : 2-jaarlijkse gegevens vrijgegeven door het NIS, beschikbaar het jaar nadien; Kadaster , beschikbaar het jaar nadien op verzoek
TABEL
XI.2
BODEMBEZETTING naar AARD van de PERCELEN in 2003 (belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen en totaal in duizenden EUR) Statistische eenheid : Duizenden euro Bron : Administratie van het Kadaster, beschikbaar gesteld door het NIS Publicatie : Statistiek van de bodembezetting op 1 januari 1980 (de andere jaren op aanvraag)- NIS Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : 2-jaarlijkse gegevens vrijgegeven door het NIS, beschikbaar het jaar nadien; Kadaster, beschikbaar het jaar nadien op verzoek
TABEL
XI.3
BODEMBEZETTING in OPPERVLAKTE (ha) naar AARD van de PERCELEN : referentiejaren
Het Belgisch Kadaster is één van de eersten geweest dat een gegevensbestand opstelde in verband met bodembezetting. De kadastrale legger bevat inlichtingen omtrent de aard, de oppervlakte en het kadastraal inkomen van alle percelen. De informatisering van deze gegevens heeft het mogelijk gemaakt een algemene statistiek «Bodem» op te stellen. Deze statistiek bestaat voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de gemeenten en vermeldt, volgens aard, het aantal percelen, de belastbare en niet belastbare kadastrale oppervlakten evenals het belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen.
Aan alle percelen met een belastbare oppervlakte wordt een kadastraal inkomen toegekend dat ofwel belastbaar is in de onroerende voorheffing (bv. de meeste woningen), ofwel vrijgesteld is van de onroerende voorheffing (bv. zekere gebouwen bestemd voor onderwijs, woningen die genieten van de tienjaarlijkse vrijstelling, inrichtingen die van vrijstelling genieten wegens economische doeleinden). Aan de percelen met een onbelastbare oppervlakte, bv.zekere percelen die toebehoren aan openbare instellingen (gemeentehuizen, gerechtshoven, militaire gebouwen, bossen toebehorend aan Openbare Domeinen). 161
HOOFDSTUK XI
Statistische eenheid : Oppervlakte in hectaren Bron : Administratie van het Kadaster, beschikbaar gesteld door het NIS Publicatie : Statistiek van de bodembezetting op 1 januari 1980 (de andere jaren op aanvraag) - NIS Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : 2-jaarlijkse gegevens vrijgegeven door het NIS, beschikbaar het jaar nadien; Kadaster , beschikbaar het jaar nadien op verzoek
Statistische indicatoren 2005
Het lezen van deze statistiek vergt enige toelichting : - De vermelde oppervlakten hebben enkel betrekking op de gekadastreerde percelen; met de niet gekadastreerde oppervlakten (openbare wegen, pleinen, waterlopen ...) werd enkel globaal rekening gehouden. - De gegevens werden verzameld op basis van de kadastrale aard vermeld in de kadastrale legger. Wanneer de eigenaar nalaat belangrijke veranderingen van grond of verbouwingen van gebouwen te melden, kunnen de gegevens niet bijgewerkt worden. - De bebouwde percelen kunnen een belangrijk niet bebouwd gedeelte bevatten (tuin, weide ...). Het NIS heeft een samenvattende statistiek Bodembezetting opgesteld, waarbij het aantal kadastrale aarden werd gereduceerd tot 37. In deze tabellen werden die 37 kadastrale aarden verder teruggebracht tot 19. In de rubriek „ Niet Bebouwde Percelen ” werden weerhouden : 1. het bouwland nergens anders vermeld, dat de akkerbouwlanden voorstelt met inbegrip van landbouwgronden voor groenteteelt, 2. de weiden en hooilanden, gegroepeerd met de rubriek boomgaarden, 3. de tuinen en parken, 4. de bossen, 5. de woeste gronden (het betreft hier percelen gaande van moerassen, venen, heiden, rotsen, over duinen en dijken tot slakkenbergen), 6. de recreatieterreinen (sportterreinen, renbanen, speelpleinen, kampeerterreinen), 7. de gekadastreerde waters (poelen, meren, vijvers, greppels, viskwekerijen, kanalen, bassins), 8. de gekadastreerde wegen (wegen, pleinen),
10. de appartementsgebouwen : dit zijn de percelen van appartementen met kadastraal inkomen en zonder oppervlakte, de fictieve percelen van appartementsgebouwen zonder kadastraal inkomen en met oppervlakte en de buildings, 11. de huizen, hoeven en bijgebouwen (bergplaatsen, garages, afdaken, lavatories), 12. de ambachts-, industriële gebouwen : zoals wasserijen, zuivelfabrieken, bakkerijen, vleeswarenfabrieken, slachterijen, drank- en tabaksfabrieken, textielfabrieken, meubel- en speelgoedfabrieken, papierfabrieken, cementfabrieken, zagerijen, cokes- en chemische fabrieken, glasof gasfabrieken, elektrische centrales...) en de opslaggebouwen (hangars, magazijnen), 13.de kantoorgebouwen (banken, beurzen, kantoorruimten), 14. de handelsgebouwen : horeca en andere handelsinrichtingen zoals grootwarenhuizen, service-stations, toonzalen, parkeergebouwen, kiosken.., 15. de openbare gebouwen (gemeentehuizen, koninklijke paleizen, gerechtsgebouwen en strafinrichtingen, militaire en administratieve gebouwen, rijkswachtkazernes) en de uitrustingen van openbaar nut (telefooncellen, vliegvelden, watertorens, waterzuiverings- en afvalverwerkingsinstallaties), 16. gebouwen voor sociale – en ziekenzorg zoals weeshuizen, crèches, rusthuizen, verpleeginrichtingen en welzijnsgebouwen…, 17. de gebouwen voor onderwijs, onderzoek, cultuur (schoolgebouwen, universiteiten, musea, bibliotheken) en voor erediensten (kerken, kapellen, kloosters, synagogen, tempels, moskeeën),
9. de „ Andere ” die bouwgronden, parkings, vliegvelden, militaire domeinen, kerkhoven en koeren groepeert.
18. de gebouwen voor recreatie en sport (feestzalen, jeugdhuizen, theater, spektakelzalen, culturele centra, bioscopen, casino’s),
Als „ Bebouwde percelen ” werden weerhouden de percelen met volgende gebouwen getypeerd naar kadastrale aarden:
19. „ Andere ” groepeert de monumenten, ruïnes, tunnels, alsook alle bebouwde percelen die niet voorkomen in de vermelde categorieën.
162
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.4
BODEMBEZETTING in OPPERVLAKTE (ha): BEBOUWD, NIET-BEBOUWD en NIETGEKADASTREERD naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheid : Oppervlakte in hectaren Bron : Administratie van het Kadaster – N.I.S. Publicatie : Statistiek van de bodembezetting op 1 januari 1980 (de andere jaren op aanvraag) - NIS Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien
De kadastrale legger bevat inlichtingen omtrent de aard, de oppervlakte en het kadastraal inkomen van alle percelen. De informatisering van deze gegevens heeft het mogelijk gemaakt een algemene statistiek „ Bodem ” op te stellen. Deze statistiek bestaat voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de gemeenten en vermeldt, volgens aard, het aantal percelen, de belastbare en niet belastbare kadastrale oppervlakten evenals het belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen. Aan alle percelen met een belastbare oppervlakte wordt een kadastraal inkomen toegekend dat ofwel belastbaar is in de onroerende voorheffing (bv. de meeste woningen), ofwel vrijgesteld is van de onroerende voorheffing (bv. zekere gebouwen bestemd voor onderwijs, woningen die genieten van de tienjaarlijkse vrijstelling, inrichtingen die van vrijstelling genieten wegens economische doeleinden). Aan de percelen met een onbelastbare oppervlakte, bv. zekere percelen die toebehoren aan openbare instellingen (gemeentehuizen, gerechtshoven, militaire gebouwen, bossen toebehorend aan Openbare Domeinen).
Het lezen van deze statistiek vergt enige toelichting. - De vermelde oppervlakten hebben enkel betrekking op de gekadastreerde percelen : met de niet gekadastreerde oppervlakten (openbare wegen, pleinen, waterlopen ...) werd enkel globaal rekening gehouden. - De gegevens werden verzameld op basis van de kadastrale aard vermeld in de kadastrale legger. Wanneer de eigenaar nalaat belangrijke veranderingen in het gebruik van de grond of verbouwingen van gebouwen te melden, kunnen de gegevens niet bijgewerkt worden. - De bebouwde percelen kunnen een belangrijk niet bebouwd gedeelte bevatten (tuin, weide ...). Het NIS heeft een samenvattende statistiek Bodembezetting opgesteld, waarbij het aantal kadastrale aarden werd gereduceerd. Deze tabel geeft de aard van de percelen niet weer, maar maakt het mogelijk per gemeente, de bebouwde oppervlakte (1ste kolom), de niet bebouwde oppervlakte (2de kolom) en de niet gekadastreerde (3de kolom) oppervlakte van elkaar te onderscheiden (uitgedrukt in hectaren).
HOOFDSTUK XI
Het Belgisch Kadaster is één van de eersten geweest dat een gegevensbestand opstelde in verband met bodembezetting.
163
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.5
INDUSTRIEPARKEN van de GOMB (netto oppervlakte en aantal bedrijven) : evolutie Statistische eenheden : Oppervlakte in m2, aantal bedrijven Bron : Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (GOMB) Publicatie : Jaarlijks activiteitenverslag van de GOMB Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
Het Activiteitenverslag van de GOMB is de voornaamste bron voor de studie van de industrie- en researchparken. Het beheer van de bedrijfsparken van de GOMB wordt toevertrouwd aan de Directie voor Economische Expansie, in uitvoering van het onthaal van potentiële investeerders en mogelijk gemaakt door dotaties voor het verwerven en leefbaar maken van industriële en/of wetenschappelijke terreinen. De vestigingsvoorwaarden voor ondernemingen : - in parken met een industriële roeping (d.w.z. behoren tot de industriële of ambachtelijke productie- of verwerkingssector of tot de hoogtechnologische dienstensector, zo mogelijk onderzoeksactiviteiten koppelen aan een hoge toegevoegde waarde, de gewestelijke reglementering inzake de bescherming in het leefmilieu naleven, er voor zorgen dat de werkgelegenheid in verhouding staat tot de vestigingsoppervlakte..), - in industrieparken voor navorsing (wetenschappelijke parken - de kandidaat-bedrijven combineren hun productie met onderzoek en ontwikkeling in samenwerking met universitair onderzoek), - in gemeenschappelijke industriegebouwen, - hebben tot doel sommige sectoren te promoten, kleinere ondernemingen te bevoordelen, evenals de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten door middel van samenwerkingscontracten tussen het industrieel en universitair milieu te bevorderen.
164
Als tegenprestatie stelt de GOMB de terreinen ter beschikking onder de vorm van een erfpacht voor een periode van minstens 27 jaar. De gebouwen opgetrokken op het terrein blijven eigendom van de onderneming tijdens de duur van het contract en van zijn eventuele verlenging. Het Activiteitenverslag van de GOMB geeft de lijst van het bestaande vastgoed van de GOMB als onthaalinfrastructuren (al dan niet nog beschikbaar) en vermeldt voor elk van de industriezones de soort (industriële, wetenschappelijke of gemengde), de oppervlakte (bruto en netto), de vloeroppervlakten ingenomen door de verschillende bedrijven, hun benaming en het type en de duur van het huurcontract. De oppervlakten opgenomen in deze statistiek zijn, voor de industrieterreinen en wetenschappelijke parken, de netto-oppervlakte die uitsluitend de perceelsoppervlakte voor de bedrijfsvestigingen (inclusief de percelen die eerder verkocht werden aan bepaalde er gevestigde bedrijven) omvatten. Vanaf 2003 wordt de oppervlakte van de gebouwen voor bedrijfsvestigingen opgenomen. De GOMB heeft die gebouwen opgetrokken of gerenoveerd. Bovendien is de GOMB eigenaar van bedrijsgebouwen die nog moeten worden gerenoveerd. Deze laatste beslaan een oppervlakte van 95 610 m2. Het Activiteitenverslag laat toe de bedrijven in de betrokken zones te lokaliseren. De zones worden onderscheiden naar hun industrieel, wetenschappelijk of gemengd karakter.
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.6
INDUSTRIEPARKEN en -TERREINEN, Gebouwen voor bedrijfsvestigingen (netto oppervlakte) naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheid : Oppervlakte in m2 Bron : Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (GOMB) Publicatie : Jaarlijks activiteitenverslag van de GOMB Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
Het beheer van de bedrijfsparken van de GOMB wordt toevertrouwd aan de Directie voor Economische Expansie, in uitvoering van het onthaal van potentiële investeerders en mogelijk gemaakt door dotaties voor het verwerven en leefbaar maken van industriële en/of wetenschappelijke terreinen. De vestigingsvoorwaarden voor ondernemingen : - in parken met een industriële roeping (d.w.z. behoren tot de industriële of ambachtelijke productie- of verwerkingssector of tot de hoogtechnologische dienstensector, zo mogelijk onderzoeksactiviteiten koppelen aan een hoge toegevoegde waarde, de gewestelijke reglementering inzake de bescherming in het leefmilieu naleven, er voor zorgen dat de werkgelegenheid in verhouding staat tot de vestigingsoppervlakte..), - in industrieparken voor navorsing (wetenschappelijke parken - de kandidaat-bedrijven combineren hun productie met onderzoek en ontwikkeling in samenwerking met universitair onderzoek), - in gemeenschappelijke industriegebouwen, - hebben tot doel sommige sectoren te promoten, kleinere ondernemingen te bevoordelen, evenals de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten door middel van samenwerkingscontracten tussen het industrieel en universitair milieu te bevorderen.
Als tegenprestatie stelt de GOMB de terreinen ter beschikking onder de vorm van een erfpacht voor een periode van minstens 27 jaar. De gebouwen opgetrokken op het terrein blijven eigendom van de onderneming tijdens de duur van het contract en van zijn eventuele verlenging. Het Activiteitenverslag van de GOMB geeft de lijst van het bestaande vastgoed van de GOMB als onthaalinfrastructuren (al dan niet nog beschikbaar) en vermeldt voor elk van de industriezones de soort (industriële, wetenschappelijke of gemengde), de oppervlakte (bruto en netto), de vloeroppervlakten ingenomen door de verschillende bedrijven, hun benaming en het type en de duur van het huurcontract. De oppervlakten opgenomen in deze statistiek zijn, voor de industrieterreinen en wetenschappelijke parken, de netto-oppervlakte die uitsluitend de perceelsoppervlakte voor de bedrijfsvestigingen (inclusief de percelen die eerder verkocht werden aan bepaalde er gevestigde bedrijven) omvatten. Vanaf 2003 wordt de oppervlakte van de gebouwen voor bedrijfsvestigingen opgenomen. De GOMB heeft die gebouwen opgetrokken of gerenoveerd. Bovendien is de GOMB eigenaar van bedrijsgebouwen die nog moeten worden gerenoveerd. Deze laatste beslaan een oppervlakte van 95 610 m2. Het Activiteitenverslag laat toe de bedrijven in de betrokken zones te lokaliseren. De zones worden onderscheiden naar hun industrieel, wetenschappelijk of gemengd karakter.
165
HOOFDSTUK XI
Het Activiteitenverslag van de GOMB is de voornaamste bron voor de studie van de industrie- en researchparken.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.7
GEBOUWENPARK van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal gebouwen Bron : Kadaster Publicatie : op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens een jaar nadien
Het bestaande gebouwenpark groepeert het geheel van gebouwen zowel voor gebruik als huisvesting als voor ander gebruik. De statistische basiseenheid is het gebouw. Deze bevat, behalve het hoofdgebouw, de bijgebouwen en aanhorigheden die samen een geheel vormen op hetzelfde perceel. De Belgische statistiek onderscheidt de gebouwen naar hun gebruik. De woongebouwen zijn gebouwen die - uitsluitend bestemd zijn voor huisvesting, of anders gezegd waarvan 100% van de oppervlakte voor bewoning dient, - hoofdzakelijk bestemd zijn voor huisvesting, waarmee bedoeld wordt dat meer dan 50% van de oppervlakte voor bewoning dient en de rest lokalen omvat die voor het uitoefenen van een beroep ingericht zijn.
166
De niet-woongebouwen zijn de gebouwen die - uitsluitend bestemd zijn voor een ander gebruik dan huisvesting, dat wil zeggen dat 100% van de oppervlakte aangewend wordt voor dit ander gebruik, - hoofdzakelijk bestemd zijn voor een ander gebruik dan huisvesting, waarbij, in dit geval, meer dan 50% van de oppervlakte voor dit ander gebruik wordt aangewend en de rest is ingenomen door woningen voor personen die doorgaans een bedrijvigheid in het betrokken gebouw uitoefenen (conservator, toezichter, huisbewaarder, directeur ...). De informatie van het kadaster is de basis geworden voor de gegevens 1998 en niet meer de berekening van het NIS gebaseerd op de teruggestuurde formulieren van de gemeenten. Deze wijziging van de bron verklaart de afname van het aantal woongebouwen en de toename van de niet-woongebouwen.
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.8
PREMIES en TOELAGEN voor WONINGEN : aantal AANVRAGEN en VASTGELEGDE BEDRAGEN : referentiejaren Statistische eenheid : aantal aangevraagde premies, BEF, EUR Bron : Dienst Huisvesting van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het MBHG Publicatie : op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van de gegevens : Jaarlijkse gegeven een jaar nadien
De premie wordt toegekend op basis van betalingsbewijzen voor aanvaarde werken (vernieuwingen, verfraaiing van gevels); de toelagen worden toegekend gedurende een periode (10 jaar bij ongezonde woningen, levenslang bij ouderlingen of gehandicapten) op basis van de toekenningsvoorwaarden en mits het behoud van die voorwaarden (geen eigenaar worden, in het BHG wonen…) De verhuis- en installatietoelagen, huurtoelagen (VIHT) worden gestort aan personen die aan de criteria van inkomen, vermogen, toestand van het huishouden en van de woning beantwoorden. Deze laatste kan ongezond, onaangepast of overbevolkt zijn. De toelagen vervolledigen de inkomens van de begunstigden opdat zij een fatsoenlijke woning (gezond of aangepast) zouden kunnen betrekken. De premie voor renovatie van het woonmilieu beoogt het verbeteren van de woningen door financiële steun te verlenen bij de kosten van sommige werken, voor zover de begunstigde (eigenaar – natuurlijke of rechtspersoon- of huurder) beantwoordt aan de inkomensvoorwaarden en het goed aan de liggingsvoorwaarden binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Naar gelang de wijzigingen in de wetgeving had de ligging binnen het Gewest ofwel geen belang ofwel diende zij zich in bepaalde gebieden te situeren : de
„ Perimeter ” of „ Ruimte ” voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en renovatie (PVIH of RVOHR) voorzien het het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP). Verhoogde tussenkomsten zijn voorzien voor woningen gelegen in wijkcontracten (tussenkomsten beheerd door de Directie Stadsvernieuwing van het BROH die de herwaardering van het openbaar domein en van de sociale cohesie tot doel hebben). De evolutie van de aanvragen is beïnvloed door de opeenvolgende wetswijzigingen van 1990,1996 en 2002. waarbij de premies werden georiënteerd volgens de beleidsvoorkeuren en de beschikbare budgettaire middelen. De premie voor de verfraaiing van gevels volgt dezelfde logica als de renovatiepremie maar beperkt zich, zoals haar naam aanduidt, tot de gevel van de gebouwen. Wijzigingen in de voorschriften dateren van 1990,1997, 2000 en 2002. De verwervingspremie richtte zich tot kandidaateigenaars binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar werd in 2002 opgeheven. Benevens de voorwaarden van inkomen, mochten de aanvragers geen ander onroerend goed bezitten. In de tabel wordt het aantal aanvragen weergegeven (één aanvraag = één woning; één gebouw kan meerdere woningen omvatten) die zijn ingediend bij de Directie Huisvesting van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting. Volgens de Directie Huisvesting wordt aan het merendeel van de ingediende aanvragen een gunstig gevolg gegeven.
167
HOOFDSTUK XI
De vermelde gegevens betreffen de aanvragen voor premies of toelagen bij de Directie Huisvesting van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting (BROH) evenals de bedragen vastgelegd in het budget om die opdrachten van dit bestuur te vervullen.
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.9
GEBOUWEN en hun PARKINGS, GARAGES en OVERDEKTE STANDPLAATSEN naar TYPE van gebouw (kadastrale aard) : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal garages, parkings en overdekte standplaatsen, aantal gebouwen waarin ze gelegen zijn Bron : Administratie van het Kadaster, beschikbaar gesteld door het NIS Publicatie : Kadastrale Statistiek van het gebouwenbestand Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : 3-jaarlijkse gegevens vrijgegeven door het NIS, beschikbaar het jaar nadien; Kadaster : beschikbaar het jaar nadien op verzoek
Het Belgisch Kadaster is één van de eersten geweest die een gegevensbestand opstelde in verband met bodembezetting. De kadastrale legger bevat inlichtingen omtrent de aard, de oppervlakte en het kadastraal inkomen van alle percelen. De informatisering van deze gegevens heeft het mogelijk gemaakt een algemene statistiek „ Bodem ” op te stellen. Deze statistiek bestaat voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de gemeenten en vermeldt, volgens aard, het aantal percelen, de belastbare en niet belastbare kadastrale oppervlakten evenals het belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen. Sinds 1984 worden alle gebouwde percelen voorzien van een code genaamd „ constructiecode ” die een aantal termen omvat die de meest karakteristieke kenmerken van de gebouwen beschrijven, onder andere de bouwwijze (gesloten, half-gesloten, open), het aantal bouwlagen, het bouwjaar, de aanwezigheid van centrale verwarming, badkamer(s) en garages, het aantal zelfstandige woongelegenheden. Ook het aantal verhuurde woongelegheden in het gebouw is opgenomen: men oordeelt of een woning al dan niet verhuurd is, naargelang het adres van de eigenaar verschillend of gelijk is als het adres van het gebouwd perceel. (niet meer beschikbaar sinds 2002). In de tabel XI.9 bedoelt men met - „ Huizen van het gesloten type ”, huizen tussen twee puntgevels,
168
- „ Huizen van het half-gesloten type ”, huizen met één puntgevel, - „ Huizen van het open type”, alleenstaande huizen, kastelen, boerderijen, - „ Appartementsgebouwen”, buildings of appartementsgebouwen waarin de appartementen aan één of aan verschillende eigenaars toebehoren en de opeengestapelde woongelegenheden zonder interne communicatiemogelijkheden en met voor elk van hen een aparte ingang, - „ Handels- en nijverheidsgebouwen ” handelszaken, grootwarenhuizen maar ook kleine horecagelegenheden, en bankagentschappen… - „ Gebouwen met dienstenfunctie ” : zoals grotere hotels, restaurants en feestzalen maar ook banken, financiële dienstgebouwen en alle kantoorgebouwen en andere dienstgebouwen als scholen, administratieve, culturele, verplegingsgebouwen… - „ Andere”, alle andere ingeschreven gebouwen die een andere functie hebben dan degene vermeld in de voorgaande rubrieken. De statistiek heeft betrekking op gebouwen die daadwerkelijk geboekt waren in de kadastrale legger op 1-1-1995. Met de gesloopte en niet vòòr deze datum heropgebouwde gebouwen en de na die datum in gebruik genomen gebouwen (evenals die waarvan de oprichting door de eigenaar laattijdig of niet werd aangegeven) werd geen rekening gehouden.
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.10
AANTAL WONINGEN per TYPE van GEBOUW (kadastrale aard) naar GEMEENTE in 2003 Statistische eenheid : Aantal gebouwen Bron : Administratie van het Kadaster, beschikbaar gesteld door het NIS Publicatie : Kadastrale Statistiek van het gebouwenbestand Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten, het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : 3-jaarlijkse gegevens vrijgegeven door het NIS, beschikbaar het jaar nadien; Kadaster : beschikbaar het jaar nadien op verzoek
De kadastrale legger bevat inlichtingen omtrent de aard, de oppervlakte en het kadastraal inkomen van alle percelen. De informatisering van deze gegevens heeft het mogelijk gemaakt een algemene statistiek „ Bodem ” op te stellen. Deze statistiek bestaat voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de gemeenten en vermeldt, volgens aard, het aantal percelen, de belastbare en niet belastbare kadastrale oppervlakten evenals het belastbaar en vrijgesteld kadastraal inkomen. Sinds 1984 worden alle gebouwde percelen voorzien van een code genaamd «constructiecode» die een aantal termen omvat die de meest karakteristieke kenmerken van de gebouwen beschrijven, onder andere de bouwwijze (gesloten, half-gesloten, open), het aantal bouwlagen, het bouwjaar, de aanwezigheid van centrale verwarming, badkamer(s) en garages, het aantal zelfstandige woongelegenheden. Ook het aantal verhuurde woongelegheden in het gebouw is opgenomen : men oordeelt of een woning al dan niet verhuurd is, naargelang het adres van de eigenaar verschillend of gelijk is als het adres van het gebouwd perceel (dit gegeven is niet meer beschikbaar sinds 2002).
In de tabel XI.10 bedoelt men met - „ Huizen van het gesloten type ”, huizen tussen twee puntgevels, - „ Huizen van het half-gesloten type ”, huizen met één puntgevel, - „ Huizen van het open type ”, alleenstaande huizen, kastelen, boerderijen, - „ Appartementsgebouwen ”, buildings of appartementsgebouwen waarin de appartementen aan één of aan verschillende eigenaars toebehoren en de opeengestapelde woongelegenheden zonder interne communicatiemogelijkheden en met voor elk van hen een aparte ingang, - „ Handels- en nijverheidsgebouwen ” handelszaken, grootwarenhuizen maar ook kleine horecagelegenheden, en bankagentschappen… Deze rubriek bevat in deze tabel ook de „ Gebouwen met dienstenfunctie ” zoals grotere hotels, restaurants en feestzalen maar ook banken, financiële en alle kantoorgebouwen, en andere dienstgebouwen als scholen, administratieve, culturele, verplegingsgebouwen… - „ Andere ”, alle andere ingeschreven gebouwen die een andere functie hebben dan degene vermeld in de voorgaande rubrieken.
HOOFDSTUK XI
Het Belgisch Kadaster is één van de eersten geweest die een gegevensbestand opstelde in verband met bodembezetting.
169
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.11a
WONINGPARK van SOCIALE HUISVESTING in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Openbare Vastgoedmaatschappijen op 31 december : referentiejaren Statistische eenheid : aantal woningen Bron : Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) Publicatie : Jaarverslag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar met 2 jaar vertraging
De opdracht van de BGHM bestaat erin te investeren in sociale woningen in het BHG (bouw, herwaardering en renovatie). De BGHM oefent controle en administratief toezicht uit op de activiteiten en het beheer van de 34 erkende Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM). De OVM’s zijn Naamloze Vennootschappen (5), Coöperatieve Vennootschappen (18) of Coöperatieve Huurdersverenigingen (11). Het aandelenkapitaal van de OVM’s is verdeeld, in volgorde van belang over particulieren, Gemeenten, het Gewest, de OCMW’s en andere aandeelhouders. Sommige van deze OVM’s hebben een actiedomein dat zich tot een gemeente beperkt; andere zijn werkzaam in verschillende gemeenten of zelfs in het hele BHG. De BGHM is een inventaris van de sociale woningen in Brussel aan het opmaken om een overzicht te krijgen van de grond- en woningreserves per gemeente. Rekening houdend met de verouderde staat van een aanzienlijk deel van het woningenbestand, wordt thans 75 % van het budget voor sociale woningen gebruikt voor de renovatie en de normering (bestrijding van koolstofmonoxide) van de bestaande woningen.
170
De postnummers met betrekking tot het actieterrein van de OVM’s stemmen sedert 1 maart 1996 overeen met volgende gemeenten of delen van gemeenten : 1000 1020 1030 1040 1050 1060 1070 1080 1081 1082 1083 1090 1120 1130 1140 1150 1160 1170 1180 1190 1200 1210
Vijfhoek (gemeente Brussel) Laken (gemeente Brussel) Schaarbeek Etterbeek Elsene Sint-Gillis Anderlecht Sint-Jans-Molenbeek Koekelberg Sint-Agatha-Berchem Ganshoren Jette Neder-Over-Heembeek (gemeente Brussel) Haren (gemeente Brussel) Evere Sint-Pieters Woluwe Oudergem Watermaal-Bosvoorde Ukkel Vorst Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Joost-ten-Node
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABEL
XI.11b
WONINGPARK van SOCIALE HUISVESTING en GRONDRESERVES van de OPENBARE VASTGOEDMAATSCHAPPIJEN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar GEMEENTE in 2003 Statistische eenheid : aantal woningen, m2 Bron : Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) Publicatie : Le logement social bruxellois 1989-2004 Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gemeenten Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : ...
De berekening van de IBSA maakt het mogelijk het gewicht van het sociale woningenpark in het totale woningenpark van de gemeenten te bepalen. Voor de onderlinge gemeentelijke verschillen (van 3.2% voor Elsene tot 19% voor Watermaal-Bosvoorde), zijn diverse redenen zoals de keuze van de politieke meerderheden om te investeren in sociale woningen en de dichtheid van de bestaande bebouwing.
HOOFDSTUK XI
Naar aanleiding van de verwezenlijking van het sociaal woningenkadaster in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de BGHM de uitsplitsing van het woningenpark en de beschikbare grondreserves voor de bouw van nieuwe woningen naar gemeente gepubliceerd.
171
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.12
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN, BOUWSTARTS, SLOOP EN VERBOUWINGEN van WOONGEBOUWEN (aantal gebouwen en volume, aantal woningen) - referentiejaren Statistische eenheid : Aantal gebouwen, aantal woningen, m3 Bron : NIS Publicatie : „ Industriële productie en bouwnijverheid ”, meer gedetailleerde cijfers op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten (op aanvraag), arrondissementen, provincies, gewesten, Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijkse gegevens (op aanvraag), jaarlijkse gegevens een jaar nadien
De statistische basiseenheid is het gebouw. Deze bevat, behalve het hoofdgebouw, de bijgebouwen en aanhorigheden die samen een geheel vormen op hetzelfde perceel. Woongebouwen zijn gebouwen die - uitsluitend bestemd zijn voor huisvesting, of anders gezegd waarvan 100% van de oppervlakte voor bewoning dient, - hoofdzakelijk bestemd zijn voor huisvesting, waarmee bedoeld wordt dat meer dan 50% van de oppervlakte voor bewoning dient en de rest lokalen omvat die voor het uitoefenen van een beroep ingericht zijn. Het NIS deelt de woongebouwen in naar volgende bestemmingscategorieën : 1- verblijf van één of meer particuliere gezinnen, 2- verblijf van een collectief gezin (weeshuizen, kloostergemeenschappen, godshuizen of bejaardentehuizen, falanstères, fabriekskantines, kazernes, gevangenissen), 3- toevallig verblijf voor vakantiegangers, reizigers, toeristen (hotels, motels, jeugdherbergen), 4- toevallig verblijf voor personen in behandeling, (ziekenhuizen, klinieken, kraamklinieken, sanatoria) 5- toevallig verblijf voor leerlingen of studenten (kostscholen, studentenwijken). Wij hebben enkel rekening gehouden met de eerste categorie, die voor Brussel de meest relevante is. Men beschouwt als woning het gebouw(huis) of het deel van een gebouw (huis), de ambulante woning (boot, woonwagen) of de noodwoning (barakkenkamp, ...) bestemd voor de huisvesting van een huishouden en als dusdanig gebruikt. Een gebouw kan bijgevolg meerdere woningen bevatten.
172
De bouwvergunning wordt voor bouw- of verbouwingsplannen krachtens de bouwreglementering verleend. De bouwstart stemt overeen met de aanvang van de uitvoering van de bouwvergunning ; dit is de fase waarin het gebouw wordt opgetrokken. Verbouwingen slaan op werken die : - een stijging of een vermindering van het beschikbare aantal woningen in het gebouw veroorzaken, - een stijging of een vermindering van het volume of de oppervlakte van het gebouw veroorzaken, - een verandering in de bestemming van het gebouw veroorzaken. Verbouwingen die geen van bovengenoemde wijzigingen veroorzaken, worden niet in de statistiek opgenomen (bvb. de veranderingen aan een gevel, bouw of afbraak van een scheidingsmuur, het verbreden van een deur, ...). De verbouwingen omvatten zowel de gedeeltelijke herbouw als de eigenlijke verbouwingen. Gedeeltelijke herbouw verwijst naar werken die betrekking hebben op een belangrijk deel van het oorspronkelijk gebouw. De eigenlijke verbouwingen zijn wijzigingen aangebracht aan de binnen- of buitenstructuur van het gebouw De wijzigingen aan buitenstructuur kunnen ook van het hoofdgebouw gescheiden uitbreidingen omvatten, op voorwaarde dat het kleine gebouwen op hetzelfde perceel betreft (garage, bergplaats). Sloop is de volledige afbraak van een woning of van een gebouw om ongeacht welke reden, voor zover
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
tot de halve hoogte van het dak of, ingeval van een plat dak, tot de bovenzijde van het dak.
Het volume van een gebouw wordt verkregen door de oppervlakte ervan, buitenmuren inbegrepen, te vermenigvuldigen met de hoogte, berekend vanaf de bovenzijde van de vloer van de benedenverdieping
De volumes van de kelders, bijgebouwen en aanhorigheden worden op dezelfde manier berekend en bij het totaal opgeteld. De niet-overdekte binnenruimten worden niet meegeteld.
HOOFDSTUK XI
deze niet gevolgd werd door een wederopbouw tijdens hetzelfde jaar.
173
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.13
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN, BOUWSTARTS, VERBOUWINGEN en SLOOP van NIET-WOONGEBOUWEN (aantal gebouwen en volume, aantal woningen) - referentiejaren Statistische eenheden : Aantal gebouwen, aantal woningen, m3 Bron : NIS Publicatie : „ Industriële productie en bouwnijverheid ”, meer gedetailleerde cijfers op aanvraag Geografische indeling : provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens een jaar nadien.
De statistische basiseenheid is het gebouw. Deze bevat, behalve het hoofdgebouw, de bijgebouwen en aanhorigheden die samen een geheel vormen op hetzelfde perceel.
15- Gebouw voor cultureel gebruik (onderwijs, kunst, wetenschap)
De geregistreerde niet-woongebouwen zijn de gebouwen die
17- Gebouw voor herstelling en onderhoud van auto’s voor derden
- uitsluitend bestemd zijn voor een ander gebruik dan huisvesting, dat wil zeggen dat 100% van de oppervlakte aangewend wordt voor dit ander gebruik, - hoofdzakelijk bestemd zijn voor een ander gebruik dan huisvesting, waarbij, in dit geval, meer dan 50% van de oppervlakte voor dit ander gebruik wordt aangewend en de rest is ingenomen door woningen voor personen die doorgaans een bedrijvigheid in het betrokken gebouw uitoefenen (conservator, directeur, toezichter, huisbewaarder, ...).
18- Eigenlijke garage: individuele of collectieve bergplaats voor private auto’s
Het NIS deelt de niet-woongebouwen in naar volgende bestemmingscategorieën:
15 en 16 worden „ Gebouwen voor cultureel en sportief gebruik ”;
6- Gebouw voor landbouw, tuinbouw of veeteelt
6, 17, 18 en 19 worden „ Andere ”.
7- Gebouw voor nijverheid en ambacht
Men beschouwt als woning het gebouw (huis) of het deel van een gebouw (huis), de ambulante woning (boot, woonwagen) of de noodwoning (barakkenkamp ...) bestemd voor de huisvesting van een huishouden en als dusdanig gebruikt. Een gebouw kan bijgevolg meerdere woningen bevatten.
8- Gebouw voor opslag, behandeling en vervoer (openbare bedrijven) 9- Gebouw voor opslag, behandeling en vervoer (private bedrijven) 10- Gebouw voor handels-, bank-, financie- en verzekeringsverrichtingen 11- Gebouw voor vertoningen, ontspanning, audities 12- Gebouw voor personenverzorging en -diensten (inrichtingen waar niet-bedlegerige patiënten behandeld worden : poliklinieken, dispensaria, evenals kinderdagverblijven, kap-, manicure-, pedicure- en schoonheidssalons, drankgelegenheden, enz.) 13- Gebouw voor openbare besturen en parastatale instellingen (kantoren) 14- Gebouw voor particuliere administraties (kantoren) 174
16- Gebouw voor sportbeoefening
19- Gebouw voor ander gebruik (kerk, kapel, tempel enz.). De categorieën werden als volgt gegroepeerd : 8 en 9 worden één rubriek „ Gebouwen voor opslag, behandeling en vervoer ”; 13 en 14 worden „ Gebouwen voor administratie (kantoren) ”;
De bouwvergunning wordt verleend door de gemeente voor bouw- of verbouwingsplannen krachtens de bouwreglementering. De bouwstart stemt overeen met de aanvang van de uitvoering van de bouwvergunning; dit is de fase waarin het gebouw wordt opgetrokken. Verbouwingen slaan op werken die : - een stijging of een vermindering van het beschikbare aantal woningen in het gebouw veroorzaken, - een stijging of een vermindering van het volume of de oppervlakte van het gebouw veroorzaken, - een verandering in de bestemming van het gebouw veroorzaken.
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
De verbouwingen omvatten zowel de gedeeltelijke herbouw als de eigenlijke verbouwingen. Gedeeltelijke herbouw verwijst naar werken die betrekking hebben op een belangrijk deel van het oorspronkelijk gebouw. De eigenlijke verbouwingen zijn wijzigingen aangebracht aan de binnen- of buitenstructuur van het gebouw De wijzigingen aan buitenstructuur kunnen ook van het hoofdgebouw gescheiden uitbreidingen omvat-
ten, op voorwaarde dat het kleine gebouwen op hetzelfde perceel betreft (garage, bergplaats). Sloop is de volledige afbraak van een woning of van een gebouw om ongeacht welke reden, voor zover deze niet gevolgd werd door een wederopbouw tijdens hetzelfde jaar. Het volume van een gebouw wordt verkregen door de oppervlakte ervan, buitenmuren inbegrepen, te vermenigvuldigen met de hoogte, berekend vanaf de bovenzijde van de vloer van de benedenverdieping tot de halve hoogte van het dak of, ingeval van een plat dak, tot de bovenzijde van het dak. De volumes van de kelders, bijgebouwen en aanhorigheden worden op dezelfde manier berekend en bij het totaal opgeteld. De niet-overdekte binnenruimten worden niet meegeteld.
HOOFDSTUK XI
Verbouwingen die geen van bovengenoemde wijzigingen veroorzaken, worden niet in de statistiek opgenomen (bvb. de veranderingen aan een gevel, bouw of afbraak van een scheidingsmuur, het verbreden van een deur, ...).
175
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.14
VERKOOP van BOUWTERREINEN (aantal verkopen, verkochte oppervlakte en prijs per m2) naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal verkopen, verkochte oppervlakte in duizend m2, prijs per m2 (in Belgische frank en euro) Bronnen : NIS, berekeningen IBSA van het MBHG Publicatie : „ Financiële Statistieken ” - Rubriek „ Verkopen van onroerende goederen ” Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijkse gegevens (op aanvraag), jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
De overdracht ten bezwarende titel van een onroerend goed moet noodzakelijk bekrachtigd worden door een notariële akte, die aan de registratieformaliteit onderworpen is. De minuut van de akte levert de statistische inlichtingen over de openbare en over de verkopen uit de hand. We beschikken in de publicatie van het NIS («Verkopen van onroerende goederen») over gegevens betreffende de openbare en verkopen uit de hand van bouw-, nijverheids- en andere gronden per arrondissement. Deze gegevens geven het aantal overgedragen loten (kavels) en percelen weer, al dan niet met de bedoeling te bebouwen, evenals hun totale oppervlakte en hun totale verkoopprijs. Wanneer slechts 1 verkoop is geregistreerd binnen een administratieve eenheid zijn de gegevens over
176
deze verkoop niet opgenomen wegens de vertrouwelijkheid van de gegevens. Teneinde het totaal volume van verkopen en de evolutie van de gemiddelde prijs te verklaren, werden de gemeentelijke cijfers gebruikt van de openbare verkopen en de verkopen uit de hand van bouwgronden (de kolom „ Aantal verkopen ” = aantal kavels) en de prijs per m2 voor de vijf beschouwde jaartallen berekend (kolommen „ Prijs per m2 ”). De prijs per m2 (in Belgische frank of euro) voor een bouwgrond in een gemeente wordt verkregen door de totale verkoopprijs te delen door het totaal van de verkochte oppervlakten tijdens het betrokken jaar. De totale verkoopprijs bevat noch de registratierechten noch de notariskosten.
Hoofdstuk XI : Onroerend goed en ruimtelijke ordening
TABELL
XI.15
VERKOPEN van ONROEREND GOED van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar GEMEENTE : referentiejaren Statistische eenheid : Aantal verkopen van onroerend goed (aankoop/verkoopoperaties) Bron : NIS Publicatie : „ Financiële Statistieken ” - Rubriek „ Verkopen van onroerende goederen ” Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen , gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Maandelijkse gegevens (op aanvraag), jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
De overdracht ten bezwarende titel van een onroerend goed moet noodzakelijk bekrachtigd worden door een notariële akte, die aan de registratieformaliteit onderworpen is. De minuut van de akte levert de statistische inlichtingen over de openbare verkopen en over de verkopen uit de hand. Het aantal verkopen van onroerend goed wordt bepaald op basis van het aantal ingediende notariële akten bij de registratie die betrekking hebben op de toewijzing of overdracht, tegen vergoeding, van onroerende eigendom. Tabel XI.15 groepeert de openbare verkopen en de verkopen uit de hand.
- de „ andere ” woonhuizen, die de opbrengsthuizen, herenhuizen en -woningen en de villa’s bevatten, - de appartementen en gedeelten van woongebouwen, bestemd voor huisvesting of voor andere niet commerciële doeleinden of gedeelten zoals kelders, kamers, zolders, garages, bergplaatsen, standplaatsen voor auto’s, - de handels- en nijverheidsgebouwen en gedeelten ervan, met andere woorden de kleinhandelszaken, winkels, de hotels, de restaurants en de cafés, handelszaken, de delen van de gebouwen bestemd voor commercieel gebruik, de kantoorgebouwen en delen van gebouwen met een kantoorbestemming, de andere gebouwen met een commercieel of een industrieel karakter. De eerste 3 categorieën worden verzameld onder de noemer „ Woongebouwen ”, de laatste onder die van „ Niet-woongebouwen ”.
- de gewone woonhuizen die de arbeiders-, bedienden-, renteniers- en burgerhuizen alsook de landelijke huizen waarvan de oppervlakte minder dan 5 are bedraagt, groeperen,
Er rest een kleine categorie verkopen „ Andere gebouwen ” die niet is opgenomen en die diverse gebouwen omvat die niet boven zijn vermeld evenals geteisterde gebouwen en puinen.
HOOFDSTUK XI
Hij voegt de diverse classificatiecategorieën van het NIS samen dat een onderscheid maakt tussen verschillende types gebouwen :
177
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XI.16
VERKOPEN van ONROEREND GOED van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar CATEGORIE (aantal verkopen, totale prijzen) : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal verkopen van onroerend goed (aankoop-/verkoopoperaties), totale prijzen in miljoen Belgische frank, berekening in EUR door IBSA. Bron : NIS Publicatie : „ Financiële Statistieken ” - Rubriek „ Verkopen van onroerende goederen ” Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens beschikbaar 1 jaar nadien
De overdracht ten bezwarende titel van een onroerend goed moet noodzakelijk bekrachtigd worden door een notariële akte, die aan de registratieformaliteit onderworpen is. De minuut van de akte levert de statistische inlichtingen over de openbare verkopen en over de verkopen uit de hand. Het aantal verkopen van onroerend goed wordt bepaald op basis van het aantal ingediende notariële akten bij de registratie die betrekking hebben op de toewijzing of overdracht, tegen vergoeding, van onroerende eigendom. Tabel XI.16 groepeert de openbare en verkopen uit de hand. Hij voegt de diverse classificatiecategorieën van het NIS samen dat een onderscheid maakt tussen verschillende types gebouwen : - de woongebouwen : • de gewone woonhuizen die de arbeiders-, bedienden-, renteniers- en burgerhuizen alsook de landelijke huizen waarvan de oppervlakte minder dan 5 are bedraagt, groeperen, • de «andere» woonhuizen, die de opbrengsthuizen, herenhuizen en -woningen en de villa’s bevatten, • de appartementen en gedeelten van woongebouwen, bestemd voor huisvesting of voor an-
178
dere niet commerciële doeleinden of gedeelten zoals kelders, kamers, zolders, garages, bergplaatsen, standplaatsen voor auto’s; - en de niet-woongebouwen : • de gebouwen voor commercieel gebruik, te weten de kleinhandelszaken, winkels, de hotels, restaurants en cafés, handelszaken, de delen van de gebouwen bestemd voor commercieel gebruik, de kantoorgebouwen en delen van gebouwen bestemd voor kantoorgebruik, de andere gebouwen met een commercieel karakter (banken, bioscopen, schouwburgen, feestzalen,...), • de gebouwen bestemd voor industrieel gebruik en hun bijgebouwen, bijvoorbeeld industrieel complex, fabriek, atelier. Ten gevolge van een gebrek aan samenhang in de NIS-uitgave 2002 kunnen we de veranderingen aan niet-woongebouwen niet verder onderscheiden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er rest een kleine categorie verkopen „ Andere gebouwen ” die niet is opgenomen en die diverse gebouwen omvat die niet boven zijn vermeld evenals geteisterde gebouwen en puinen. De totale verkoopprijs bevat noch de registratierechten noch de notariskosten.
HOOFDSTUK XII
VEILIGHEID
Hoofdstuk XII : Veiligheid
TABEL
XII.1
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG (aantal ongevallen en aantal slachtoffers) : referentiejaren Statistische eenheden : Aantal ongevallen, aantal slachtoffers. Bron : NIS Publicatie : Verkeersongevallen op de openbare weg met doden of gewonden Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien
TABEL
XII.2
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG : AANTAL SLACHTOFFERS naar SOORT WEGGEBRUIKERS in 2002 Statistische eenheid : Aantal slachtoffers Bron : NIS Publicatie : Verkeersongevallen op de openbare weg met doden of gewonden Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien
TABEL
XII.3
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG (aantal ongevallen en aantal slachtoffers) naar PLAATS van het ONGEVAL in 2002
De statistiek van de verkeersongevallen betreft enkel de ongelukken die zich voordeden op de openbare weg, vastgesteld door de politiediensten en die lichamelijke letsels veroorzaakt hebben. De ongevallen die enkel materiële schade veroorzaken, en de ongevallen die zich voordoen op privé-terreinen worden niet in deze statistiek opgenomen.
herberekenen. Dit gebeurt met behulp van verschillende indicatoren, zoals het totaal aantal processenverbaal van ongevallen met lichamelijk letsel in politiezones met een „ abnormale ” daling van het aantal ongevallen, inlichtingen van de parketten en een analyse in de tijd van het aantal ongevallen per politiezone.
Een ongeval waarbij twee of meer weggebruikers betrokken zijn wordt beschouwd als één statistische eenheid.
De gegevens met betrekking tot de voorgaande jaren worden niet herberekend. Bijgevolg is waakzaamheid geboden bij de interpretatie van de statistiek van de verkeersongevallen in de loop der jaren.
Het NIS stelt deze statistiek op aan de hand van een formulier dat de politiediensten invullen. Het NIS heeft vastgesteld dat een groot aantal ongevallen niet in dit document werden opgenomen, en heeft daarom besloten de statistiek vanaf het jaar 2002 te
Als slachtoffers worden enkel de personen opgenomen, betrokken in een verkeersongeval op de openbare weg en waarvan het proces-verbaal ter plaatse vastgesteld werd door de politiediensten. 181
HOOFDSTUK XII
Statistische eenheid : Aantal ongevallen, aantal slachtoffers Bron : NIS Publicatie : Verkeersongevallen op de openbare weg met doden of gewonden Geografische indeling : Gemeenten, arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien
Statistische indicatoren 2005
De statistiek van het NIS maakt een onderscheid naar de ernst van het ongeval : de dode is elke persoon betrokken in een verkeersongeval die op slag dood is of overlijdt vóór zijn opname in het ziekenhuis; de dodelijk gewonde is elke persoon die overlijdt binnen de 30 dagen volgend op het ongeval; de zwaargewonde is elke persoon waarvan de toestand een opname van meer dan 24 uur in het ziekenhuis noodzakelijk maakt; de lichtgewonde is elke persoon waarop de definities van dodelijk of zwaargewonde niet van toepassing zijn.
182
Voor tabel XII.2 Het NIS levert op aanvraag het aantal slachtoffers, gezeten in voertuigen, volgens het soort weggebruiker, te weten: reiswagens, gemengde wagens, vrachtwagens, bestelwagens, tractors, trams, autocars, minibussen, motorfietsen, fietsen en voetgangers. Het aantal slachtoffers wordt bovendien onderverdeeld in bestuurders en passagiers. De voetgangers worden gerangschikt na de voertuigen en worden beschouwd als bestuurders.
Hoofdstuk XII : Veiligheid
TABEL
XII.4
TUSSENKOMSTEN van de BRANDWEERDIENST van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST in 2004 Statistische eenheid : Aantal tussenkomsten volgens type Bron : Brandweerdienst van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : Gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens met 1 jaar vertraging
De dienst brandbestrijding in het Brussels Gewest is niet alleen actief in de 19 Brusselse gemeenten maar eveneens in de periferie : Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, SintPieters-Leeuw, Ruisbroek, Vilvoorde, Wemmel, Zaventem.
10° Het stutten van muren en gevels van gebouwen die dreigen in te storten.
Het totaal aantal tussenkomsten bedroeg 9641 in 2000.
13° Het legen van waterpartijen (vijvers, zwembaden).
De rubriek „ ongevallen ” die vroeger in de tabellen stond werd vervangen door „ allerlei tussenkomsten ”; ze hebben alle betrekking op tussenkomsten die niets te maken hebben met brandbestrijding maar die wel tot de opdrachten van Brandweer en dringende medische hulp behoren :
14° Het legen en ontstoppen van straatkolken/riolen ingevolge overstromingen.
2° 3° 4° 5° 6° 7° 8° 9°
Het vastzetten of het wegnemen van delen van schoorstenen, lichtgevende uithangborden, schuttingen of andere materialen die op de openbare weg dreigen te vallen. Het weghalen van ontwortelde of gebroken bomen die de openbare weg overbelasten. Het vastzetten of wegnemen van televisieantennes die op de openbare weg dreigen te vallen. Het doven van oververhitte kachels en verwarmingsketels (olie/gas). Het droogmaken van overstroomde lokalen en kelders. Het dichten van lekken : gas, samengeperste lucht, ammoniak. Het ontruimen van de openbare weg ingevolge allerlei ongevallen. Het weghalen van voertuigen die de openbare weg overbelasten. Het opvissen van voertuigen die in het kanaal zijn gevallen.
12° Het redden van schepen die dreigen te zinken (lozen van ruimen).
15° Het weghalen van bijen- of wespenzwermen. 16° Het stilleggen van alarmsignalen die ongegrond of om een of andere reden in werking zijn getreden. 17° Bijstand van vliegtuigen in moeilijkheden. 18° Het wegruimen van olievlekken of andere op de openbare weg. 19° Het weghalen van brokstukken na een ontploffing of een instorting. 20° Het ventileren van lokalen met gevaarlijke stoom, rook of gas. 21° Het ontstoppen van verstopte riolen. 22° Het openen van een appartementsdeur met gebruik van een ladder. 23° Het opvissen van een drenkeling (vlottend lichaam). 24° Het gebruiken van een brandweerladder of luchtladder t.b.v. politieinspectie. 25° Het redden van dieren. 26° Bijstand aan ziekenwagens. 27° Diversen.
HOOFDSTUK XII
1°
11° Het opsporen van gaslekken.
183
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XII.5
VASTGESTELDE CRIMINELE FEITEN in de GEMEENTEN van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : referentiejaren. Statistische eenheid : Aantal vastgestelde feiten overgemaakt aan het parket Bron : Federale Politie – Directie van de nationale gegevensbank Publicatie : Politiële criminaliteitsstatistieken (CD-rom) – www.polfed.be (de inhoud van de CD-rom is beschikbaar op deze website) Geografische indeling : Gemeenten (op aanvraag), arrondissementen, provincies, gewesten en het Rijk Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens 2 jaar nadien (de gegevens omtrent het jaar 2003 werden niet tijdig geleverd)
Het begin van de politiehervorming op 01/01/02 bracht de integratie van de afdeling politie-beleidsondersteuning binnen de directie van de geïntegreerde werking van de federale politie met zich mee. Teneinde een uniform systeem te verkrijgen weerhield de minister van Binnenlandse Zaken het informaticasysteem ISLP voor de lokale politiezones en het Feedis systeem voor de diensten van de federale politie. Deze systemen hebben tot doel een algemene nationale databank tot stand te brengen (ANG). De bron van de Politiële politiestatistieken is het aanvankelijk proces-verbaal (PV) dat door de diensten van de geïntegreerde politie wordt opgesteld en dat aan het parket wordt bezorgd, ongeacht of het om een gepleegd misdrijf of om een poging gaat. De teleenheid is het geregistreerde feit en niet het proces-verbaal. Een PV kan immers betrekking hebben op meerdere feiten die dan alle afzonderlijk in rekening worden gebracht. De misdrijven in het kader van het wegverkeer worden niet in de Politiële criminaliteits-statistieken opgenomen. In 2004 werd de toegepaste methode bovendien verfijnd door een beroep te doen op archiefdatabanken om een zo volledig mogelijke gegevensbank voor 2000, 2001, 2002 en 2003 te bekomen. Zo kan de vergelijkbaarheid van de gegevens in de toekomst gewaarborgd worden.
184
De vermelde gemeente is die waar het feit werd gepleegd. Het huidig systeem vertoont een enige en uniforme nomenclatuur van de feiten die classificatie mogelijk maakt op basis van een lijst van alle misdrijven waarvoor de politiediensten proces-verbaal dienen op te maken. Deze nomenclatuur berust hoofdzakelijk op een juridische classificatie (strafwetboek, wetten, enz.) en omvat meer dan 800 feiten De nomenclatuur omvat 41 rubrieken en 65 subrubrieken, die verder onderverdeeld zijn in 122 categorieën. Uit deze 41 rubrieken werden volgende categorieën opgenomen: 1. Diefstal en afpersing met twee subcategorieën (onderling niet exclusief) - Diefstal met braak (al dan niet met geweld en al dan niet gelukt) - Autodiefstallen (al dan niet met braak en/of geweld) 2. Gewelddadige misdrijven tegen eigendom (o.a. vernieling, brandstichting, ... ) 3. Bedrogmisdrijven tegen eigendom (oplichting, verduistering, heling, misbruik van vertrouwen,…) 4. Verdovende middelen (zowel bezit, gebruik, fabricatie als handel) 5. Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit (o.a. slagen en verwondingen buiten en binnen familieverband, aanranding van eerbaarheid,…)
HOOFDSTUK XIII
OPENBARE FINANCIËN
Hoofdstuk XIII : Openbare financiën
TABEL
XIII.1
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MIDDELEN- en UITGAVENBEGROTING van 2002, 2003, 2004 en 2005 Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bron : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (M.B.H.G) – BFB Directie Begroting Publicaties : Op aanvraag Geografische indeling : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens
De middelenbegroting Het financieringsstelsel van de gemeenschappen en de gewesten wordt geregeld door de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten. Deze wet werd een eerste maal gewijzigd in 1993, in uitvoering van de beslissingen van het zogenaamde SintMichielsakkoord. De meeste wijzigingen traden in werking met ingang van het begrotingsjaar 1993. De toegewezen gedeelten van de personenbelasting werden zowel voor de gewesten als voor de gemeenschappen met een forfaitair vastgesteld bedrag verhoogd en bovendien met ingang van het begrotingsjaar 1994 gedeeltelijk aan de economische groei gekoppeld. Het kijk- en luistergeld werd een gemeenschapsbelasting waarvan de opbrengst met terugwerkende kracht vanaf 1992 integraal aan de gemeenschappen werd toegewezen. Aan de gewesten werden bijkomende middelen overgedragen die verband hielden met de regionalisering van een aantal landbouwbevoegdheden.
De inzet van die hervorming is belangrijk want een deel van de dotatie PB, waarvan de evolutie in de tijd duidelijk voorspelbaar is (groei gekoppeld aan het Bruto Nationaal Inkomen, aan de inflatie en aan het gewestelijk aandeel in de federale ontvangsten uit de PB), wordt vervangen door inkomsten uit belastingen waarover het Gewest voortaan de volledige bevoegdheid heeft (met uitzondering van enkele belastingen die een samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten vergen) maar waarvan de evolutie duidelijk vluchtiger is. De cyclische en onstabiele aard van de opbrengst van de gewestbelastingen heeft de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er toe aangezet om een Reservefonds op te richten waarvan het voornaamste doel is de inkomsten van het Gewest te stabiliseren. In jaren van stijging van ontvangsten zal dit fonds gespijsd worden met dotaties van het Gewest en zullen de reserves die zo worden opgebouwd, in jaren van daling weer in de begroting opgenomen worden. Detail van de ontvangsten 1. De algemene ontvangsten
De bijzondere financieringswet werd recentelijk een tweede maal gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten. Laatstgenoemde bijzondere wet vormt samen met de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen de concretisering van het in oktober 2000 afgesloten Lambermontakkoord en het in mei 2001 afgesloten Lombardakkoord voor wat de Brusselse instellingen betreft.
a. De gewestbelastingen Naast de ” oudere ” belastingen treft men vanaf 2002 een reeks „ nieuwe ” belastingen aan waarvan de opbrengst werd geregionaliseerd ten gevolge van de Lambermontakkoorden. Het gaat hier voornamelijk over de registratierechten op schenkingen, de registratierechten op de samenstelling van hypotheken op een onroerend goed en op de gedeeltelijke of volledige herverdeling van onroerende goederen, de overdrachten ten bezwarende titel tussen medeeigenaars van onverdeelde eigendomsdelen, de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeersstelling, het Eurovignet en het kijk- en luistergeld.
De uitbreiding van de fiscale autonomie aan de Gewesten toegekend door de Lambermontakkoorden, brengt vanaf het begrotingsjaar 2002 een belangrijke wijziging in de begrotingsstructuur van de ontvangsten van het Brussels Gewest.
b. De autonome gewesttaksen De twee grootste posten van deze taksen zijn samengesteld uit de forfaitaire regionale taks ten laste van de gezinshoofden en vooral deze die betrekking heeft op de gebouwen en die de bedrijven treft. 187
HOOFDSTUK XIII
Een nieuwe opmaak van de posten van de Middelenbegroting is voor de rekening van de oorspronkelijk begroting 2002 aangenomen; de opmaak van de Uitgavenbegroting blijft onveranderd.
Statistische indicatoren 2005
c. Het toegekend gedeelte van de personenbelasting (PB) is gewijzigd vanaf 2002 Van de opbrengsten van de personenbelasting, die als rijksbelasting op een uniforme wijze over het gehele grondgebied van het Rijk wordt geheven, wordt een bepaald gedeelte (dotatie) toegewezen aan de Gewesten
De kolom “betaalmiddelen” omvat de kredieten nodig voor de betaling van de lopende programma’s:
d. Niet-fiscale ontvangsten eigen aan het Gewest Te vermelden zijn : - de totale overdracht afkomstig van de Brusselse agglomeratie; - de dotatie dode hand: zij vertegenwoordigt de compensatie door de federale overheid van de onroerende voorheffing, die niet geïnd werd omwille van de vrijstelling van sommige gebouwen omdat zij eigendom zijn van de federale Staat of van buitenlandse of internationale Staten of organisaties; - de federale dotatie voor de wedertewerkstelling; - de storting aan het Reservefonds (zie hoger); - de dotaties van de federale Staat voor de nieuwe bevoegdheden overgedragen ingevolge de Lambermontakkoorden.
Vanaf 1998 worden de variabele kredieten (organieke fondsen) vermeld bij de bevoegdheden waarop ze betrekking hebben en niet langer gegroepeerd onderaan de tabel. Dit heeft tot gevolg dat de tabellen vanaf 1998 niet rechtstreeks vergeleken kunnen worden met de tabellen van vorige uitgaven.
2. De ontvangsten bestemd voor de organieke fondsen Het gaat hier over ontvangsten die bestemd zijn voor specifieke uitgaven (een belangrijke ontvangst is de belasting op het lozen van afvalwater; zij is bestemd voor het Fonds voor het beheer ter sanering van afval- en regenwater). Ook wordt het variabel krediet van 7 miljard dat actief schuldbeheer moet mogelijk maken hier in aanmerking genomen De uitgavenbegroting Vanaf uitgave 1998 van de regionale statistieken wordt, voor de duidelijkheid, de uitgavenbegroting voorgesteld vanuit het oogpunt „ werkmiddelen ” enerzijds en „ betaalmiddelen ” anderzijds. Ingeval een investeringsprogramma over meerdere jaren loopt, is het immers nodig in het eerste jaar voldoende kredieten uit te trekken om het volledige bedrag dat nodig is voor de financiering van het programma te kunnen vastleggen (reserveren). Men heeft het dan over vastleggingskredieten. De vereiste kredieten voor ordonnanceringen (betalingen) komen daarentegen enkel voor in de begroting van het jaar waarin deze ordonnanceringen zullen plaatsvinden. In de kolom „ werkmiddelen ” worden alle kredieten gegroepeerd die de Regering in staat stellen nieuwe beleidsinitiatieven te nemen : niet-gesplitste kredieten + vastleggingskredieten op gesplitste kredieten + vastleggingskredieten op variabele kredieten + kredieten voor vorige jaren 188
niet-gesplitste kredieten + ordonnanceringskredieten op gesplitste kredieten + ordonnanceringskredieten op variabele kredieten + kredieten voor vorige jaren
De regels in de tabel van de uitgaven stemmen overeen met de afdelingen van de begroting, die op hun beurt overeenstemmen met de grote groepen van bevoegdheden die naar de gewesten overgeheveld werden in het kader van de achtereenvolgende fasen van de Staatshervorming. Het gaat om de volgende groepen : - Hoofdstedelijke Raad, Hoofdstedelijke Regering en openbare administraties : het Gewest beslist over de samenstelling, werking, controle en bevoegdheden van de gedecentraliseerde diensten, instellingen en ondernemingen die toebehoren aan het Gewest. Sinds begrotingsjaar 1994 worden de personeels- en werkingskosten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verdeeld onder de organieke afdelingen. Hier worden enkel de personeelskosten vermeld van de gemeenschappelijke diensten van het Ministerie (algemene diensten, financiële diensten) en de werkingskosten die men besloten heeft niet te verdelen. Bovendien werden een aantal overdrachten van andere overheden, zoals de gemeenschapscommissies, aangerekend ten laste van deze afdeling. De bedragen vermeld op de regel „ administratie ” geven dus niet exact de kosten van de diensten van de Regering weer. - economische ontwikkeling : de bevoegdheden van het Gewest hebben betrekking op wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling, buitenlandse handel, de uitbating van de rijkdommen van de ondergrond, diverse subsidies voor economische expansie, de herstructurering van het openbaar industrieel beleid en bijkomstig op de toegang tot beroepen in de toeristische sector. - uitrusting en verkeer : het Gewest moet instaan voor investeringen en onderhoud inzake wegen, waterwegen, havens, luchthavens en openbaar vervoer. In tabel XIII.1 wordt aangegeven welk gedeelte specifiek voor het openbaar vervoer bestemd is : het gaat daarbij om de werkingsdotatie aan de MIVB en de dotaties ter dekking van de intrest- en aflossingslasten en de infrastructuurwerken die rechtstreeks door het Gewest ten laste worden genomen.
Hoofdstuk XIII : Openbare financiën
-
-
-
-
-
dering „ radioactief afval ” vervangen door een beschikking die de bevoegdheid van de federale overheid op het vlak van de bescherming tegen ioniserende straling bevestigt. waterbeleid : het Gewest beslist over de waterwinning en -distributie, over de bouw en het beheer van openbare waterwerken, over de technische reglementeringen, alsook over de zuivering van het afvalwater. energiebeleid : het betreft hier vooral het rationeel gebruik van energie, energiedistributie en de uitgaven voor niet-nucleair onderzoek. de externe betrekkingen : dit betreft het financieren en het nemen van initiatieven die het imago van Brussel bevorderen. de rechtstreekse regionale schuld : deze post omvat hoofdzakelijk de aflossingen en de intresten op de schuld. Evenals bij de ontvangsten, werd het variabel krediet van 7 miljard BEF, dat actief schuldbeheer moet mogelijk maken, in aanmerking genomen. het niet-economisch onderzoek heeft tot doel het potentieel van universitaire onderzoekscentra, inzake aangelegenheden die kaderen in de gewestelijke bevoegdheden, te promoten en te ontwikkelen.
Begrotingsevenwicht : Het totaal van de ontvangsten verminderd met het totaal van de uitgaven vormt het bruto te financieren saldo. Na aftrek van de aflossingen van de rechtstreekse schuld en de netto herbudgetteringen bekomt men het netto te financieren saldo (NFS) of gecorrigeerd tekort. Het is laatstgenoemd saldo dat dient te beantwoorden aan de norm bepaald door de Hoge Raad voor Financiën (HRF); deze norm is zodanig berekend dat de begrotingen van de diverse federale en deelentiteiten in overeenstemming zijn met de Maastrichtnorm.
HOOFDSTUK XIII
- tewerkstellingsbeleid : het betreft hier de ontwikkeling en financiering van tewerkstellingsprogramma’s, de subsidies aan de werkloosheids- en plaatsingsdiensten, de kosten voor studies, experimenten en publicaties in verband met werkgelegenheid. - lokale besturen : het Gewest is bevoegd geworden inzake de financiering van de gemeenten. Het Gewest oefent het administratief toezicht uit over de gemeenten en de intercommunales en heeft het Brusselse Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gewestelijke Thesaurieën (BGHGT) opgericht. - huisvesting : het Gewest houdt zich bezig met het huisvestingsbeleid zoals de financiering van sociale woningen, het toekennen van subsidies en de openbare huisvestingsmaatschappijen. - ruimtelijke ordening : het gewest levert bouw- en verkavelingsvergunningen af, stelt gewestelijke en sectoriële plannen op, alsook de rooiplannen voor het gemeentelijk wegennet, verricht onteigeningen en verleent premies in het kader van stadsvernieuwing en de renovatie van afgedankte bedrijfsruimten. - monumenten en landschappen : dit programma voorziet in bewustmaking voor de bescherming van het erfgoed, de verwezenlijking van archeologische opgravingen door externe instellingen en (openbare en privé-) restauratiewerken, teneinde de monumenten en landschappen te beschermen. - leefmilieu : het betreft hier natuurbescherming, de strijd tegen milieuhinder, het behoud van de groene ruimten... Een nieuwe tekst van de bijzondere wet legt een verband tussen het leefmilieu en het waterbeleid, die vanaf nu niet meer afzonderlijk behandeld zullen worden. Bovendien werd het afvalbeleid volledig geregionaliseerd door het afschaffen van de uitzondering inzake de invoer en uitvoer van afval (uitzondering werd behouden wat betreft de doorvoer). Zo werd ook de oude uitzon-
189
Statistische indicatoren 2005
TABEL
XIII.2
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST LOPENDE SCHULD op 31 december : referentiejaren Statistische eenheid : Miljoenen BEF en miljoenen EUR Bronnen : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (M.B.H.G) – BFB directie Schuldbeheer Publicaties : Jaarverslag van de Hoge Raad voor Financiën en op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens
De gewestelijke schuld bestaat uit drie soorten schuld (gegroepeerd in twee soorten in deze tabel) : - de rechtstreekse schuld : leningen aangegaan door het Gewest teneinde de werking van het Gewest te financieren (het betreft hoofdzakelijk korte-termijn- en thesaurieleningen die de thesaurietekorten van het Gewest financieren); - de onrechtstreekse schuld : leningen aangegaan door andere overheden, maar waarvoor het Gewest de betaling van de aflossingen en de intresten ten laste neemt, evenals het beheer ervan; - de gedebudgetteerde schuld : som van de leningen aangegaan ten voordele van andere overheden en die niet door het Gewest beheerd worden, maar waarvoor het Gewest wel de betaling van de aflossingen en intresten ten laste neemt door middel van subsidies. De rechtstreekse gewestelijke schuld wordt in drie secties onderverdeeld : - de geconsolideerde schuld : dit is de lange-termijnschuld die het Gewest rechtstreeks heeft aangegaan om te voorzien in zijn eigen behoeften; - de vlottende schuld (korte-termijnleningen) : bestaat uit het tekort op de lopende rekening, de voorschotten met vaste termijn en thesauriebewijzen. - de rechtstreekse schuld overgenomen van andere entiteiten. In 1996 werd over de schulden van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid (Net Brussel), de Gewestelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, de ex-Provincie Brabant en de Agglomeratie opnieuw onderhandeld. Uit deze onderhandelingen resulteerde dat al deze schulden rechtstreekse schulden werden van het Gewest. De onrechtstreekse gewestelijke schuld is samengevoegd met de gedebudgetteerde schuld. Eind 1997 zijn de belangrijkste posten de volgende : MIVB, leningen van het Brussels Gewestelijk Fonds ter Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesau190
rieën, huisvesting, gesubsidieerde werken en leningen van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel. Wat betreft de post MIVB, levert het Gewest enkel nog zijn waarborg voor leningen die door deze maatschappij werden aangegaan in 1997. Nieuwe leningen zijn niet opgenomen in de schuldtabel. De in aanmerking genomen aflossing betreft de budgettaire aflossing voor dat jaar. „ Het Brusselse Gewestelijk Fonds ter Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesaurieën ” (BGFHGT) werd in 1993 opgericht, teneinde de consolidatie en de afschrijving van de aangegane leningen ten voordele van de gemeenten (1) ten laste te nemen. Dit fonds wordt onder de onrechtstreekse schuld geboekt ten belope van het netto schuldsaldo van de oorspronkelijke leningen, die in naam van het Gewest werden aangegaan om de leningen terug te betalen. De samenstelling van deze post is evenwel complex, daar bepaalde leningen als gewaarborgde leningen beschouwd worden, terwijl andere geïntegreerd zijn in de onrechtstreekse schuld. Het is bijvoorbeeld zo dat een lening aangegaan door het fonds, maar waarvoor een schuldvordering wordt uitgeschreven ten laste van een gemeente, beschouwd wordt als een schuld van die gemeente, gewaarborgd door het Gewest. In onze tabel zijn de onrechtstreekse en de gewaarborgde schuld zonder onderscheid onder de post BGFHGT opgenomen. Wat de post huisvesting betreft, deze houdtgeen rekening met woningen die terugbetaalbaar zijn door de plaatselijke huisvestingsmaatschappijen, aangezien deze niet ten laste vallen van het Gewest.
(1) Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Voorafbeelding van de resultaten van de uitvoering van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 1994-A18/1-S.E.1995 p.44.
Hoofdstuk XIII : Openbare financiën
TABEL
XIII.3
FINANCIËN van de 19 GEMEENTEN van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : rekeningen 2002 en begrotingen 2003 en 2004 Statistische eenheid : Miljoenen BEF en miljoenen EUR Bron : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (M.B.H.G) – BPB Directie Financiën Publicatie : Op aanvraag Geografische indeling : De 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens
De begroting is een jaarlijks document dat de raming en het bedrag van alle ontvangsten en uitgaven die zich kunnen voordoen tijdens het jaar, voorstelt. Het wordt gestemd door de gemeenteraad, die het ter goedkeuring voorlegt aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat het administratief toezicht op de Brusselse gemeenten uitoefent. Tijdens het begrotingsjaar kan de gemeenteraad er wijzigingen in aanbrengen, in het bijzonder om onverwachte uitgaven te kunnen opvangen. De rekening weerspiegelt de uitvoering van de begroting en haar wijzigingen. Ze geeft dus een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven die daadwerkelijk verwezenlijkt werden tijdens het beschouwde jaar. De gewone dienst kan gedefinieerd worden als het geheel van de ontvangsten en uitgaven die minstens één keer voorkomen tijdens elk financieel boekjaar en die de gemeenten regelmatige ontvangsten en een normale werking verzekeren. Hierin is eveneens de periodieke terugbetaling van de schuld begrepen. De gewone ontvangsten zijn in drie groepen verdeeld : - de ontvangsten uit prestaties, die betrekking hebben op alle ontvangsten uit gemeentelijke goederen (huurgelden, concessies voor het gebruik van openbare eigendom...) en uit diensten verstrekt door de gemeente (aflevering van documenten, kinderoppas in gemeentelijke crèches, schoolvervoer, politieprestaties, toegangsgeld voor zwembaden, enz.). - de ontvangsten uit overdrachten, die bestaan uit de algemene dotatie aan de gemeenten, de gemeentelijke belastingen (waaronder de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en deze van de opcentiemen op de personenbelasting) en de subsidies van andere overheden.
- de ontvangsten uit schulden, die de ontvangsten uit schuldvorderingen en het erfgoed van de gemeente omvatten (kredietintresten, dividenden of participaties in intercommunales en het Gemeentekrediet van België, intresten op belegde kapitalen, enz.). De gewone uitgaven worden in vier categorieën gerangschikt : - de personeelsuitgaven die het geheel van de personeelskosten omvatten (lonen, pensioenen...). - de werkingskosten die de uitgaven groeperen die onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de gemeente, met uitzondering van de personeelslasten (energie- en waterverbruik, kosten voor telecommunicatie), informatica- en kantoorbenodigdheden, enz. - de overdrachtsuitgaven die in hoofdzaak de wettelijk verplichte financiële tegemoetkomingen (OCMW, tekorten van de ziekenhuizen en van de regie, kerkfabrieken) en de facultatieve subsidies aan diverse sportieve, culturele, liefdadigheids- en andere verenigingen omvatten. - de schulduitgaven die vooral gevormd worden door de jaarlijkse aflossings- en intrestlasten van leningen aangegaan door de gemeente (1). Deze tabel bevat eveneens een kolom „ Gecumuleerde resultaten ”, die het saldo van de jaren voorafgaand aan het beschouwde jaar weergeeft, met andere woorden de som van de overschotten of tekorten van de gewone dienst (en de buitengewone dienst voor sommige gemeenten) van de voorgaande jaren. De gemeentelijke organen omvatten : - de gemeenteraad die de wetgevende functie binnen de gemeente uitoefent. Hij is het beslissings(1) Sinds de oprichting van de politie zones (2002), bevatten de gemeentebegrotingen vrijwel alleen nog een toelage aan de politiezone (vermeld in de overdrachtsuitgaven). Vanaf 2002 zijn er dus in de gemeentebegrotingen geen personeelsuitgaven meer noch werkingsuitgaven en schulden betreffende de politie. Vergelijkingen in eventuele tijdreeksen zullen daarmee rekening moeten houden.
191
HOOFDSTUK XIII
In deze tabel, stellen we de Rekeningen 2002 en de Begrotingen 2003 en 2004 van de Brusselse gemeenten voor (gewone dienst).
Statistische indicatoren 2005
orgaan van de gemeente en is samengesteld uit raadsleden die om de zes jaar verkozen worden via het algemeen stemrecht. - het college van burgemeester en schepenen is het uitvoerend orgaan van de gemeente. Het voert de beslissingen van de gemeenteraad uit en staat in voor het dagelijks beheer van de gemeente. De schepenen worden door de gemeenteraad onder zijn leden verkozen. Zoals voor de gemeenteraadsleden, wordt het aantal schepenen bij wet vastgelegd. Het aantal schepenen is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. - de burgemeester is het hoofd van de gemeente. Hij zit de vergaderingen van de gemeenteraad en van het college voor. Hij is eveneens de vertegenwoordiger van de federale overheid binnen zijn gemeente. In die hoedanigheid is hij onder meer belast met de uitvoering van de wetten en besluiten van de federale administratie en met het handhaven van de orde, veiligheid en rust binnen de gemeente. Hij wordt benoemd door de Koning, onder de leden van de gemeenteraad (die gewoonlijk een kandidaat voor deze benoeming voordraagt). - het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) is een gespecialiseerde instelling betreffende sociale hulpverlening, op gemeentelijk vlak georganiseerd door de wet van 8 juli 1976. Het beschikt over eigen instellingen : een raad voor maatschappelijk welzijn, samengesteld uit raadsleden verkozen door de gemeenteraad en een executieve samengesteld uit een voorzitter en van een permanent bureau waarvan de leden,
192
evenals de voorzitter, onder zijn leden door de raad voor maatschappelijk welzijn verkozen worden. De gemeente oefent het administratief toezicht op haar OCMW uit. Op financieel gebied is de gemeente wettelijk verplicht tekorten van het OCMW te dekken en, in voorkomend geval, de tekorten ten laste te nemen van de ziekenhuizen die onder de bevoegdheid van het OCMW ressorteren. De opdrachten van de gemeente zijn verscheiden. Ze bevatten alles wat het gemeentelijk belang aangaat en alles wat de wettelijke bepalingen aan de gemeenten hebben toevertrouwd. We vermelden hier onder meer : - beheren van de goederen en inkomsten van de gemeente - regelen van de plaatselijke uitgaven - laten uitvoeren van openbare werken (gemeentelijke reinigingsdienst, rioleringen...) - beheren van de instellingen die tot de gemeenten behoren (scholen, zwembad, crèche, enz.) - waarborgen van de openbare veiligheid en rust - bijhouden van de bevolkingsregisters - opstellen van de verkiezingslijsten en de lijst van gezworenen - instaan voor het basisonderwijs - tegemoetkomen in de financiële tekorten van het OCMW - zorgen voor de openbare verlichting en de water-, gas- en elektriciteitsdistributie (thans via intercommunales of concessies), enz.
Hoofdstuk XIII : Openbare financiën
TABEL
XIII.4
ONTVANGSTEN in 2002 en 2003 in de BRUSSELSE ADMINISTRATIES Statistische eenheid : Miljoenen EUR Bronnen : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (M.B.H.G.) - BFB Directie begroting -BPB Directie financiën Publicaties : op aanvraag Geografische indeling : Brussels Hoofdstedelijk Gewest Periodiciteit en termijn voor het verkrijgen van gegevens : Jaarlijkse gegevens
De volgende tabellen werden opgesteld op vraag van het Urban Audit II project van de Europese Commissie dat voor België gecoördineerd werd door de Directie Statistiek en Economische informatie (NIS) van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
overheden waarvan ze afhangen betaald ofschoon daarnaast de gemeenten de verplichting dragen minimum hun eigen lager onderwijsnet in te richten. Leerkrachten hangen dus af van verscheidene beleidsniveaus en zullen beschouwd worden als verbonden aan de instelling(en) waarvan ze afhangen.
Urban Audit II is een samenwerkingsproject van de Algemene Directie van de Regionale Politiek en van het bureau voor statistiek (Eurostat) van de Europese Gemeenschap en poogt een statistisch informatiesysteem uit te werken voor een selectie van Europese „ steden ”.
Betreffende de ontvangsten, definieerde het Urban Audit II project een aantal aggregatieniveaus waarin de resultaten dienden te worden voorgesteld. Die aggregaten voor de ontvangsten van de (plaatselijke) besturen werden weerhouden met het oog op het evalueren van de handelingsmogelijkheden, het beslissings-, en ontwikkelingsvermogen van het (lokaal) beleid. Vier aggregaten situeren aldus de oorsprong van die ontvangsten. Een onderscheid wordt gemaakt tussen de eigen fiscale ontvangsten en de ontvangsten van overdrachten die komen van de federale staat of van andere instellingen. Voor de niet-fiscale ontvangsten, worden de ontvangsten afkomstig uit heffingen en diensten verleend in het kader van de uitoefening van eigen bevoegdheden onderscheiden van de overige „ andere ” ontvangsten.
In het geval van Brussel, dat behoort tot een stadsgewest, wordt het begrip „ stad ” niet sensu stricto enkel tot de gemeente Brussel beperkt, maar worden de negentien gemeenten, die samen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen, als het geheel van de multifunctionele stad beschouwd. Dergelijk concept valt beter te vergelijken met andere steden zoals Gent, Luik en Antwerpen waar rekening gehouden werd met het begrip „ gemeente ” (en er rekening mee houdend dat omwille van de vroegere fusies van gemeenten de nieuwe gefusioneerde gemeenten min of meer het begrip van stedelijke agglomeratie benaderen). Het bestaan van verscheidene beleidsniveaus in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die elkaar soms gedeeltelijk overlappen, bemoeilijkt de vergelijking met andere, institutioneel homogene steden. Voorbeelden : Alle Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) ingesteld door de gemeenten zijn medegefinancierd door de federale overheid voor sommige prestaties. De leerkrachten die binnen de (stedelijke) gemeenten werken worden door de gemeenschappelijke
Die 4 types ontvangsten zijn via een Eurostat code vermeld en omschreven (2).
(2) CI2002V (Municipality) Authority Income derived from local taxation. Die variabele bevat de fiscale ontvangsten met betrekking tot de belastingen en autonome taksen van plaatselijke overheden. C12003V (Municipality) Authority Income transferred from national or regional government. Die variabele bevat de niet- fiscale ontvangsten met betrekking tot het deel van de personenbelastingen toegekend aan de plaatselijke overheden. C12004V (Municipality) Authority Income transferred from charges for services. Die variabele bevat de niet-fiscale ontvangsten eigen aan de plaatselijke overheden en in het bijzonder afkomstig omwille van het uitvoeren van hun bevoegdheden. C12005V (Municipality) Authority Income derived from other sources. Die variabele bevat de ontvangsten afkomstig van verschillende andere bronnen niet opgenomen in de vorige categorieën en toegekend aan de plaatselijke overheden C12001V (Municipality) Auhority Income. Die variabele is de som van de vorige variabelen.
193
HOOFDSTUK XIII
Doorheen heel Europa werden 164 steden ondervraagd en voor België werden 6 steden weerhouden : Antwerpen, Brugge, Brussel, Charleroi, Gent en Luik.
Statistische indicatoren 2005
Administratieve niveaus Voor wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is de geleverde informatie voorlopig beperkt tot het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tot de voornaamste pararegionale instellingen en de gemeenten. De activiteiten van de gemeenschappen evenals die van de agglomeratie zijn er niet in begrepen. Naast haar administratie – het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de pararegionale instellingen ION- (Instellingen van openbaar nut) met opdrachten van openbare nut. Er bestaan pararegionale instellingen van type A, waarvan het beheer rechtstreeks van de Minister afhangt, en van type B, die beheerd worden door een raad van bestuur of een beheersorgaan onder de voogdij van een of meerdere bevoegde Ministers, en andere instellingen waarvan de statuten en de opdrachten op specifieke wijze werden bepaald. De ontvangsten van die pararegionale instellingen zijn grotendeels in de tabel vertegenwoordigd voor de jaren 2002 en 2003. We beschikken voorlopig niet over de informatie betreffende het financieringsfonds voor het waterbeleid, dat rechtstreeks afhangt van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De informatie is voorgesteld zowel voor het totaal als voor elk van de instellingen en dit gespreid over de vier rubrieken van ontvangsten.
194
De gemeenten bevatten (nog) niet de activiteiten de gemeentelijke onderwijsinstellingen omdat hun informaties te onvolledig of slechts partiëel beschikbaar zijn. Ook voor de gemeenten zijn de cijfers zowel voor het totaal als voor elk van de gemeenten afzonderlijk opgenomen. Voor de ontvangsten zijn zij verdeeld over de vier rubrieken van ontvangsten. De VZW’s van gewestelijk of gemeentelijk belang kunnen nog niet aanmerking genomen worden. De aggregatie van de drie administratieve niveau’s in de berekeningen is opgemaakt voor het jaar 2002 (2001 voor de gemeenten) en 2003 (voor alle instellingen). De geleverde informatie dient dus met bedachtzaamheid te worden gebruikt rekening houdend met de heterogeniteit van de gegevens en de onvolledigheid van de informatie. Toch kan ze een aanwijzing geven over de indeling van de ontvangsten in een „ stads-gewest ” waarvan de onderlinge verwevenheid van haar diverse beleidsstructuren zeer ingewikkeld is. Een ernstige studie is nodig om de ontbrekende informatie aan te vullen; tevens zal deze dubbeltellingen uitsluiten te wijten aan de overdrachten tussen de verscheidene plaatselijke beleidsniveaus. Dergelijke studie vereist een gedetailleerd nazicht van de rekeningen en de structuren van de vele instellingen die deel uitmaken van de verschillende gewestelijke besturen om temporele reeksen over die ontvangstvariabelen te kunnen opbouwen.
STATISTISCHE INDICATOREN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TABELLEN UITGAVE 2005
HOOFDSTUK I
BEVOLKING EN HUISHOUDENS
HOOFDSTUK I
26
TABEL
I.1
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.1 Bron : NIS
TOTALE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE: referentiejaren op 1 januari
TOTALE BEVOLKING OP 1 JANUARI 1980 Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
1985
1990 (1)
969 174 792 957 650 772 314 593 545 361 129 958 932 749 005 861 965 823 166
91 053 29 449 18 811 136 569 44 898 30 574 49 254 21 059 75 665 39 011 16 259 70 590 42 301 20 746 104 984 75 964 24 725 48 414 39 870
89 231 29 143 18 566 136 706 39 641 29 685 47 178 20 581 73 128 38 769 16 096 68 904 43 579 21 511 104 768 75 402 24 960 48 141 38 396
87 29 18 135 38 29 45 20 72 38 16 68 42 21 102 74 24 47 37
920 316 653 681 727 819 577 003 309 855 176 406 663 522 599 040 543 077 694
87 812 28 804 18 735 133 859 39 404 31 348 45 555 19 757 73 174 39 749 16 211 71 219 42 458 22 097 105 692 74 221 24 773 46 528 37 922
88 28 19 134 39 31 46 19 72 40 16 72 42 22 106 74 24 46 37
1 008 715
980 196
964 385
951 580
959 318
964 405
520 419 939 297
533 429 963 315
549 446 995 336
95 31 18 143 46 29 51 21 76 40 16 70 47 21 109 75 24 46 39
513 412 926 285
977 240 217 767
9 855 110
164 538 702 547
9 857 721
719 564 283 358
9 947 782
(1) Vanaf 1988, treedt een methodologische wijziging op bij het opstellen van de bevolkingscijfers. (2) Vanaf 1995 werden in de totale bevolkingscijfers de kandidaat-vluchtelingen geschrapt.
1995
165 101 266 505
10 130 574
2000 (2)
558 456 1 014 349
220 484 704 884
10 239 085
2001
560 458 1 018 352
822 916 037 395 634 610 048 861 898 075 343 380 254 208 641 668 609 215 791
138 265 403 018
10 263 414
2002 90 29 19 136 40 32 46 20 74 40 16 74 42 22 107 74 24 46 37
134 000 320 730 378 089 812 034 377 893 716 662 682 750 736 952 652 706 761
978 384 563 459 1 022 355
370 451 821 207
10 309 725
2003 91 28 19 139 41 32 47 20 75 41 17 76 43 23 109 75 24 47 37
759 992 478 501 019 703 313 247 841 569 021 177 395 070 138 433 420 225 740
992 041 565 462 1 027 358
2004 92 29 19 141 41 32 47 20 76 41 17 78 43 23 110 75 24 47 37
755 088 641 312 342 718 426 492 092 938 317 087 897 047 253 122 298 332 742
999 899
759 080 839 012
568 791 463 113 1 031 904 360 717
10 355 844
10 396 421
Oppervlakte in km2
Dichtheid/ km2 op 1.1.2005
808 265 968 853 097 069 555 609 729 250 721 520 733 142 375 976 314 845 920
17.7 9.0 2.9 32.6 3.1 5.0 6.2 2.5 6.3 5.0 1.2 5.9 2.5 1.1 8.1 22.9 12.9 7.2 8.9
5 286.7 3 239.6 6 769.8 4 381.2 13 049.5 6 589.9 7 611.1 8 394.0 12 251.2 8 377.4 15 114.2 13 327.0 17 321.8 20 259.2 13 559.6 3 272.6 1 880.0 6 622.3 4 284.1
1 006 749
161.4
6 238.3
697 089 786 776
942.9 1 163.2 2 106 1 090.6
607.4 399.8 492.7 333.6
10 445 852
30 527.9
342.2
2005 93 29 19 142 41 33 47 20 77 42 17 78 43 23 110 74 24 47 37
572 465 1 037 363
TABEL
I.2
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.2 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
BINNENLANDSE MIGRATIES tussen het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en de ARRONDISSEMENTEN van de BRABANTSE PROVINCIES en het RIJK: referentiejaren
1980
1985
1990 (1)
1995
2000 (2)
2002
2003
BHG naar arr.Halle-Vilvoorde arr.Halle-Vilvoorde naar BHG Saldo
(1) (2) (3) = (2) - (1)
10 756 7 114 -3 642
9 350 6 834 -2 516
10 021 5 361 -4 660
10 410 6 604 -3 806
9 811 6 225 -3 586
10 727 6 389 -4 338
11 448 6 384 -5 064
BHG naar arr.Leuven arr.Leuven naar BHG Saldo
(4) (5) (6) = (5) - (4)
1 661 1 149 -512
1 317 1 094 -223
1 442 941 -501
1 516 1 053 -463
1 070 1 024 -46
1 202 1 084 -118
1 300 945 -355
BHG naar Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant naar BHG Saldo
(1)+(4) (2)+(5) (3)+(6)
12 417 8 263 -4 154
10 667 7 928 -2 739
11 463 6 302 -5 161
11 926 7 657 -4 269
10 881 7 249 -3 632
11 929 7 473 -4 456
12 748 7 329 -5 419
BHG naar Waals-Brabant /arr.Nijvel Waals-Brabant /arr.Nijvel naar BHG Saldo
(7) (8) (9) = (8) - (7)
6 957 3 644 -3 313
5 055 4 198 -857
6 847 3 042 -3 805
6 204 4 083 -2 121
5 821 3 858 -1 963
6 281 3 988 -2 293
6 214 3 829 -2 385
BHG naar Rijk Rijk naar BHG Saldo
(10) (11) (12) = (11) - (10)
31 142 22 538 -8 604
25 119 22 203 -2 916
30 734 17 431 -13 303
29 585 22 040 -7 545
27 218 21 357 -5 861
29 537 21 448 -8 089
31 190 21 055 -10 135
Migraties binnen BHG
13
57 460
49 531
41 940
48 896
48 046
50 288
53 365
BHG = Brussels Hoofdstedelijk Gewest Saldo = Aantal inwijkingen min aantal uitwijkingen voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (1) Vanaf 1988 treedt een methodologische wijziging op bij het opstellen van de bevolkingscijfers. (2) Vanaf 1995 werden in de totale bevolkingscijfers de kandidaat-vluchtelingen geschrapt.
27 HOOFDSTUK I
28
TABEL
I.3
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.3 Bron : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
BUITENLANDSE MIGRATIES tussen het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, de ARRONDISSEMENTEN van de BRABANTSE PROVINCIES, het RIJK en het BUITENLAND : referentiejaren
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
arr. Halle-Vilvoorde
arr. Leuven
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant / arr. Nijvel
Rijk
Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking Uitwijkingen Inwijkingen Saldo Heringeschreven bevolking Geschrapte bevolking
Saldo = inwijkingen - uitwijkingen (1) Vanaf 1988 treedt een methodologische wijziging op bij het opstellen van de bevolkingscijfers. (2) Vanaf 1995 werden in de totale bevolkingscijfers de kandidaat-vluchtelingen geschrapt.
(1) (2) (3) = (2) - (1) (4) (5) (6) (7) (8) = (7) - (6) (9) (10) (11) (12) (13) = (12) - (11) (14) (15) (6)+(11) (7)+(12) (8) +(13) (9)+(14) (10)+(15) (16) (17) (18) = (17) - (16) (19) (20) (26) (27) (28) = (27) - (26) (29) (30)
1980
1985
9 655 17 052 7 397 7 260 2 839 2 507 -332 688 1 233 1 939 706 576 4 072 4 446 374 1 264 2 648 2 721 73 466 41 274 54 694 13 420 16 938
8 081 13 767 5 686 7 892 2 441 2 489 48 548 1 496 2 037 541 575 3 937 4 526 589 1 123 2 389 2 701 312 604 37 144 47 042 9 898 16 877
1990 (1) 7 17 10 2 5 2 3 1
1 2 1
3 6 2 1 2 3 1
32 62 30 6 16
284 658 374 264 332 036 405 369 210 539 327 683 356 149 622 363 088 725 359 161 189 735 546 293 616 502 662 160 267 744
1995 7 18 10 2 8 2 3
1 2 1 1 4 6 1 1 2 3
36 62 26 8 22
748 274 526 346 479 715 226 511 267 670 865 942 077 203 040 580 168 588 470 710 725 179 454 275 781 044 950 906 613 140
2000 (2) 10 21 11 4 10 3 3
1 2 3 1
5 6 1 1 2 3 3
1 43 68 25 18 31
184 976 792 496 312 281 539 258 697 168 045 317 272 443 985 326 856 530 140 153 201 500 299 636 200 487 616 129 841 833
2002 9 27 17 6 9 2 3
881 537 656 197 513 999 224 225 813 1 209 2 110 3 840 1 730 600 957 5 109 7 064 1 955 1 413 2 166 2 711 3 493 782 695 1 260 41 349 82 655 41 306 24 397 34 611
2003 10 26 16 5 11 2 3
1 2 3 1 2 4 7 2 1 3 2 3
1 41 81 40 25 37
160 436 276 945 041 729 328 599 925 282 242 775 533 690 579 971 103 132 615 861 823 498 675 791 230 897 913 016 276 502
TABEL
I.4
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.4 Bron : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
MIGRATIES van de TOTALE BEVOLKING tijdens het jaar 2003
BESTEMMING WaalsBrabant / Andere arr. Nijvel Vlaanderen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Arr. HalleVilvoorde
Arr. Leuven
Vlaams Brabant
53 365
11 448
1 300
12 748
6 214
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
6 384 945 7 329 3 829
10 247 1 505 11 752 924
1 918 11 278 13 196 319
12 12 24 1
165 783 948 243
Andere Vlaanderen Andere Wallonië
3 278 6 619
4 076 881
5 605 278
Rijk
74 420
29 081
Buitenland
26 436
HERKOMST Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TOTAAL
Andere Wallonië
Rijk
Buitenland
TOTAAL
Ambtshalve geschrapte bevolking
4 060
8 168
84 555
10 160
94 715
11 041
1 596 422 2 018 9 374
5 291 5 226 10 517 300
1 504 378 1 882 5 338
26 19 46 20
9 681 1 159
395 3 893
159 846 2 968
3 389 128 134
176 589 142 773
12 503 11 440
189 092 154 213
12 836 8 534
20 698
49 779
21 894
177 691
146 911
470 695
41 897
512 592
37 502
3 328
3 775
7 103
3 498
27 519
17 357
81 913
-
-
-
100 856
32 409
24 473
56 882
25 392
205 210
164 268
552 608
-
-
-
5 945
925
690
1 615
791
9 525
7 400
25 276
-
-
-
Heringeschreven bevolking
940 754 694 084
2 2 4 2
729 242 971 823
29 21 51 22
669 996 665 907
1 2 3 1
282 579 861 230
Andere Vlaanderen = Vlaams Gewest min Halle-Vilvoorde en Leuven Andere Wallonië = Waals Gewest min Nijvel
29 HOOFDSTUK I
30
TABEL
I.5
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.5 Bron : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
MIGRATIES van de BELGISCHE BEVOLKING tijdens het jaar 2003
BESTEMMING WaalsBrabant / Andere arr. Nijvel Vlaanderen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Arr. HalleVilvoorde
Arr. Leuven
Vlaams Brabant
36 026
9 312
990
10 302
5 290
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
5 300 706 6 006 3 208
9 650 1 353 11 003 827
1 717 10 800 12 517 284
11 367 12 153 23 520 1 111
Andere Vlaanderen Andere Wallonië
2 451 5 491
3 910 800
5 313 229
53 182
25 852
2 429
HERKOMST Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk Buitenland TOTAAL Heringeschreven bevolking
Andere Vlaanderen = Vlaams Gewest min Halle-Vilvoorde en Leuven Andere Wallonië = Waals Gewest min Nijvel
Andere Wallonië
Rijk
Buitenland
TOTAAL
Ambtshalve geschrapte bevolking
3 046
6 906
61 570
3 181
64 751
4 816
1 408 380 1 788 8 634
5 076 4 930 10 006 257
1 382 343 1 725 4 981
24 18 43 18
533 512 045 191
874 682 1 556 1 221
25 19 44 19
407 194 601 412
811 600 1 411 788
9 223 1 029
351 3 666
152 037 2 465
2 857 118 226
166 919 130 877
6 078 6 418
172 997 137 295
8 474 6 240
19 333
45 185
19 729
167 811
134 695
420 602
18 454
439 056
21 729
586
535
1 121
836
4 658
4 069
13 113
-
-
-
55 611
26 438
19 868
46 306
20 565
172 469
138 764
433 715
-
-
-
3 769
751
588
1 339
658
8 092
6 123
19 981
-
-
-
TABEL
I.6
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.6 Bron : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
MIGRATIES van de VREEMDE BEVOLKING tijdens het jaar 2003
BESTEMMING WaalsBrabant / Andere arr. Nijvel Vlaanderen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Arr. HalleVilvoorde
Arr. Leuven
Vlaams Brabant
17 339
2 136
310
2 446
924
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
1 084 239 1 323 621
597 152 749 97
201 478 679 35
798 630 1 428 132
Andere Vlaanderen Andere Wallonië
827 1 128
166 81
292 49
Rijk
21 238
3 229
Buitenland
24 007
TOTAAL
HERKOMST Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Andere Wallonië
Rijk
Buitenland
TOTAAL
Ambtshalve geschrapte bevolking
1 014
1 262
22 985
6 979
29 964
6 225
188 42 230 740
215 296 511 43
122 35 157 357
458 130
44 227
7 809 503
532 9 908
9 670 11 896
1 365
4 594
2 165
9 880
12 216
2 742
3 240
5 982
2 662
22 861
45 245
5 971
4 605
10 576
4 827
2 176
174
102
276
133
Heringeschreven bevolking
2 1 3 1
407 242 649 893
1 1 3 1
855 560 415 602
4 2 7 3
262 802 064 495
471 1 979 2 450 442
6 425 5 022
16 095 16 918
4 362 2 294
50 093
23 443
73 536
15 773
13 288
68 800
-
-
-
32 741
25 504
118 893
-
-
-
1 433
1 277
5 295
-
-
-
Andere Vlaanderen = Vlaams Gewest min Halle-Vilvoorde en Leuven Andere Wallonië = Waals Gewest min Nijvel
31 HOOFDSTUK I
32
TABEL
I.7
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.7 Bron : NIS
LOOP van de TOTALE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003
Bevolking op 1/1/2003
Natuurlijke loop Geboorten Sterftes
Natuurlijk saldo
Migratieloop Inwijking Uitwijking
Migratiesaldo
Totaal saldo
verandering van register
Aanpassingen heringe- geschrapt schreven
statistische aanpassing
Bevolking op 1/1/2004 *
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
91 28 19 139 41 32 47 20 75 41 17 76 43 23 109 75 24 47 37
759 992 478 501 019 703 313 247 841 569 021 177 395 070 138 433 420 225 740
1 400 329 238 2 183 536 415 765 248 986 600 313 1 582 757 449 1 990 785 209 539 344
1 060 345 248 1 414 415 391 446 295 619 539 187 847 355 179 960 893 341 472 337
340 -16 -10 769 121 24 319 -47 367 61 126 735 402 270 1 030 -108 -132 67 7
7 686 2 678 1 826 15 269 5 333 3 170 4 693 2 093 9 769 4 155 2 360 7 466 5 411 2 462 9 778 6 752 1 833 4 674 3 448
7 026 2 489 1 662 14 033 4 911 3 208 4 667 1 780 9 077 3 733 2 151 6 687 5 149 2 638 9 727 6 293 1 796 4 371 3 317
660 189 164 1 236 422 -38 26 313 692 422 209 779 262 -176 51 459 37 303 131
1 000 173 154 2 005 543 -14 345 266 1 059 483 335 1 514 664 94 1 081 351 -95 370 138
147 12 23 246 72 45 20 6 60 50 40 220 58 68 238 29 3 24 5
612 94 92 1 289 219 139 325 97 558 192 136 373 420 184 658 285 55 136 81
845 195 122 1 894 596 183 626 128 1 635 351 244 277 719 426 937 1 009 87 467 300
82 12 16 165 85 28 49 4 209 -5 29 80 79 57 75 33 2 44 78
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
992 041
14 668
10 343
4 325
100 856
94 715
6 141
10 466
1 366
5 945
11 041
1 122
999 899
29 21 51 22
2 2 5 2
063 769 832 080
177 122 299 64
925 690 1 615 791
149 31 180 0
568 791 463 113 1 031 904 360 717
45 126
4 871
25 276
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
565 462 1 027 358
759 080 839 012
10 355 844
5 4 10 3
671 754 425 858
112 149
5 4 9 3
348 462 810 263
323 292 615 595
107 039
5 110
32 24 56 25
409 473 882 392
552 608
669 996 665 907
512 592
* Bevolking op 1/1/04 = bevolking op 1/1/03 + natuurlijk saldo + migratiesaldo + heringeschreven - geschrapt + statistische aanpassing (aangezien het hier gaat om de totale bevolking, moet er geen rekening gehouden worden met de veranderingen van nationaliteit)
740 477 217 485
40 016
3 2 5 3
1 2 3 1
282 579 861 230
37 502
92 29 19 141 41 32 47 20 76 41 17 78 43 23 110 75 24 47 37
755 088 641 312 342 718 426 492 092 938 317 087 897 047 253 122 298 332 742
2 806 10 396 421
TABEL
I.8
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.8 Bron : NIS
LOOP van de BELGISCHE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003
Bevolking Natuurlijke loop op Geboorten Sterftes 1/1/2003
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
532 544 997 146 145 780 766 086 339 802 554 713 751 047 124 126 661 019 640
1 173 272 205 1 713 403 357 631 230 699 519 266 1 275 542 342 1 635 615 170 434 254
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
731 772
11 735
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
526 440 967 328
Rijk
70 23 16 99 28 27 34 18 47 35 13 55 25 15 78 57 20 36 27
883 266 149 291
9 505 767
5 4 9 3
352 556 908 642
104 947
Natuurlijk saldo
978 326 226 1 261 380 377 385 277 540 502 177 746 268 146 827 838 326 447 316
195 -54 -21 452 23 -20 246 -47 159 17 89 529 274 196 808 -223 -156 -13 -62
9 343
2 392
5 4 9 3
203 403 606 129
149 153 302 513
101 498
3 449
Migratieloop Inwijking Uitwijking
Migratiesaldo
Totaal saldo
4 992 1 758 1 363 9 241 3 164 2 569 3 184 1 509 5 730 2 983 1 552 4 566 3 058 1 532 6 953 4 371 1 317 2 911 1 998
-724 -62 9 -1 403 -590 -553 -489 33 -850 -114 -28 -511 -533 -523 -1 787 -439 -54 -398 -124
-529 -116 -12 -951 -567 -573 -243 -14 -691 -97 61 18 -259 -327 -979 -662 -210 -411 -186
1 412 113 128 2 297 308 300 604 144 555 322 240 1 773 628 713 2 093 381 64 181 86
13 1 0 15 10 4 1 1 4 2 0 9 4 3 19 1 0 4 0
425 68 73 845 118 90 218 68 353 143 86 222 190 86 421 192 38 80 53
474 119 85 946 172 108 359 95 678 218 164 105 201 154 467 181 38 185 67
55 611
64 751
26 19 46 20
25 19 44 19
4 1 1 7 2 2 2 1 4 2 1 4 2 1 5 3 1 2 1
268 696 372 838 574 016 695 542 880 869 524 055 525 009 166 932 263 513 874
438 868 306 565
433 715
Verandering van Verandering nationaliteit: van register saldo
Aanpassingen Herin- Geschrapt geschreven
Statistische aanpassing
Bevolking op 1/1/2004 *
-3 2 2 19 1 -14 19 -2 -7 -17 -2 13 23 11 -10 -1 1 -1 4
-9 140
-6 748
12 342
91
3 769
4 816
38
407 194 601 412
1 031 674 1 705 1 153
1 180 827 2 007 1 666
908 667 1 575 799
2 5 7 19
751 588 1 339 658
811 600 1 411 788
20 -8 12 -16
439 056
-5 341
-1 892
33 633
220
19 981
21 729
71 23 17 100 27 27 35 18 46 35 13 57 26 15 79 56 20 35 27
376 493 103 425 843 479 006 188 875 937 775 643 136 379 201 856 516 687 530
736 448 528 441 970 330
933 745 678 629
154 9 536 134
Verandering van nationaliteit (saldo : vreemdeling wordt Belg - Belg wordt vreemdeling) * Bevolking op 1/1/04 = bev. op 1/1/03 + natuurlijk saldo + migratiesaldo + verandering van nationaliteit + heringeschreven - geschrapt + statistische aanpassing
33 HOOFDSTUK I
34
TABEL
I.9
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.9 Bron : NIS
LOOP van de VREEMDE BEVOLKING naar WOONGEMEENTE tijdens het jaar 2003
Bevolking op 1/1/2003
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Natuurlijk saldo
Migratieloop Inwijking Uitwijking
Migratiesaldo
Totaal saldo
Verandering van nationaliteit: saldo
Verandering van register
Aanpassingen Herin- Geschrapt geschreven
Statistische aanpassing
227 448 481 355 874 923 547 161 502 767 467 464 644 023 014 307 759 206 100
227 57 33 470 133 58 134 18 287 81 47 307 215 107 355 170 39 105 90
82 19 22 153 35 14 61 18 79 37 10 101 87 33 133 55 15 25 21
145 38 11 317 98 44 73 0 208 44 37 206 128 74 222 115 24 80 69
3 418 982 454 7 431 2 759 1 154 1 998 551 4 889 1 286 836 3 411 2 886 1 453 4 612 2 820 570 2 161 1 574
2 034 731 299 4 792 1 747 639 1 483 271 3 347 750 599 2 121 2 091 1 106 2 774 1 922 479 1 460 1 319
1 384 251 155 2 639 1 012 515 515 280 1 542 536 237 1 290 795 347 1 838 898 91 701 255
1 529 289 166 2 956 1 110 559 588 280 1 750 580 274 1 496 923 421 2 060 1 013 115 781 324
-1 412 -113 -128 -2 297 -308 -300 -604 -144 -555 -322 -240 -1 773 -628 -713 -2 093 -381 -64 -181 -86
134 11 23 231 62 41 19 5 56 48 40 211 54 65 219 28 3 20 5
187 26 19 444 101 49 107 29 205 49 50 151 230 98 237 93 17 56 28
371 76 37 948 424 75 267 33 957 133 80 172 518 272 470 828 49 282 233
85 10 14 146 84 42 30 6 216 12 31 67 56 46 85 34 1 45 74
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 260 269
2 933
1 000
1 933
45 245
29 964
15 281
17 214
-12 342
1 275
2 176
6 225
1 084
876 814 690 721
319 198 517 216
145 59 204 134
174 139 313 82
883 942 825 414
-908 -667 -1 575 -799
175 117 292 45
174 102 276 133
471 1 979 2 450 442
129 39 168 16
850 077
7 202
5 541
1 661
47 018
-33 633
4 651
5 295
15 773
2 652
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
21 5 2 40 12 4 12 2 28 5 3 20 17 8 31 18 3 11 10
Natuurlijke loop Geboorten Sterftes
38 21 60 29
5 4 10 4
971 605 576 827
118 893
4 2 7 3
262 802 064 495
73 536
1 1 3 1
709 803 512 332
45 357
1 1 3 1
Verandering van nationaliteit (saldo : Belg wordt vreemdeling - vreemdeling wordt Belg) * Bevolking op 1/1/04 = bevolking op 1/1/03 + natuurlijk saldo + migratie saldo + verandering nationaliteit + heringeschreven - geschrapt + statistische aanpassing
Bevolking op 1/1/2004 *
21 5 2 40 13 5 12 2 29 6 3 20 17 7 31 18 3 11 10
379 595 538 887 499 239 420 304 217 001 542 444 761 668 052 266 782 645 212
263 451
39 21 61 30
858 368 226 088
860 287
TABEL
I.10
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.10 Bron : NIS
BELGISCHE, VREEMDE en TOTALE BEVOLKING per GESLACHT en naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Mannen Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
33 916 10 892 7 995 49 356 13 042 12 573 16 251 8 042 22 502 16 478 6 541 27 798 13 084 7 787 38 471 25 711 9 357 15 798 12 545
BELGISCHE Vrouwen 37 12 9 51 14 14 18 10 24 19 7 29 13 7 40 31 11 19 14
460 601 108 069 801 906 755 146 373 459 234 845 052 592 730 145 159 889 985
Totaal 71 23 17 100 27 27 35 18 46 35 13 57 26 15 79 56 20 35 27
376 493 103 425 843 479 006 188 875 937 775 643 136 379 201 856 516 687 530
11 131 2 727 1 261 21 049 6 358 2 581 6 249 1 118 14 630 2 937 1 781 10 766 9 121 3 975 15 644 8 696 1 822 5 484 4 865 132 195
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
348 139
388 309
736 448
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
256 854 217 411 474 265 159 882
272 224 496 170
528 441 970 330
Rijk
4 644 537
079 334 413 747
4 891 597
Mannen
933 745 678 629
9 536 134
20 11 31 15
006 074 080 365
442 639
VREEMDE Vrouwen 10 2 1 19 7 2 6 1 14 3 1 9 8 3 15 9 1 6 5
248 868 277 838 141 658 171 186 587 064 761 678 640 693 408 570 960 161 347
131 256 19 10 30 14
852 294 146 723
417 648
Mannen
TOTALE Vrouwen
379 595 538 887 499 239 420 304 217 001 542 444 761 668 052 266 782 645 212
45 047 13 619 9 256 70 405 19 400 15 154 22 500 9 160 37 132 19 415 8 322 38 564 22 205 11 762 54 115 34 407 11 179 21 282 17 410
47 708 15 469 10 385 70 907 21 942 17 564 24 926 11 332 38 960 22 523 8 995 39 523 21 692 11 285 56 138 40 715 13 119 26 050 20 332
263 451
480 334
519 565
276 228 505 175
291 234 526 185
Totaal 21 5 2 40 13 5 12 2 29 6 3 20 17 7 31 18 3 11 10
39 21 61 30
858 368 226 088
860 287
860 485 345 247
5 087 176
TOTAAL 92 29 19 141 41 32 47 20 76 41 17 78 43 23 110 75 24 47 37
755 088 641 312 342 718 426 492 092 938 317 087 897 047 253 122 298 332 742
999 899
931 628 559 470
568 791 463 113 1 031 904 360 717
5 309 245
10 396 421
35 HOOFDSTUK I
36
TABEL
I.11a
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.11 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
TOTALE BEVOLKING van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per LEEFTIJDSGROEP en GESLACHT naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht 3 Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel 5 Etterbeek 1 Evere 1 Vorst 1 Ganshoren Elsene 2 Jette 1 Koekelberg St-Jans-Molenbeek 3 St-Gillis 1 St-Joost-ten-Node 1 Schaarbeek 4 Ukkel 1 Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe1 St-Pieters-Woluwe 1
422 864 652 144 286 058 686 605 073 347 734 545 559 040 410 953 654 296 017
2 914 842 653 4 390 1 050 1 019 1 443 522 1 622 1 246 533 2 842 1 294 910 3 756 2 138 656 1 123 1 082
2 808 818 629 4 211 999 1 055 1 324 534 1 532 1 199 430 2 708 1 106 801 3 410 2 226 758 1 185 1 046
2 704 760 532 3 954 992 933 1 191 485 1 468 1 096 425 2 595 1 074 821 3 242 2 146 722 1 251 1 158
3 149 849 527 4 590 1 361 950 1 483 510 2 569 1 213 551 2 703 1 574 956 3 850 2 227 648 1 503 1 029
3 388 911 553 6 298 2 191 1 008 1 896 583 4 834 1 370 732 3 124 2 568 1 217 5 311 2 310 619 1 679 1 010
3 688 1 027 679 6 866 2 106 1 113 2 238 672 4 715 1 683 789 3 526 2 793 1 226 5 645 2 545 724 1 663 1 212
3 760 1 073 717 6 433 1 728 1 195 1 978 722 3 871 1 581 733 3 183 2 205 1 042 4 807 2 418 855 1 711 1 265
3 287 1 073 707 5 424 1 454 1 130 1 623 692 3 122 1 482 599 2 602 1 769 865 3 912 2 516 840 1 517 1 308
2 888 997 638 4 790 1 270 1 014 1 339 577 2 513 1 279 529 2 244 1 334 675 3 252 2 477 816 1 434 1 235
2 551 879 604 4 250 1 189 928 1 276 536 2 214 1 135 445 1 915 1 161 568 2 805 2 400 809 1 473 1 263
2 351 805 531 3 671 1 028 840 1 252 572 1 884 1 041 450 1 759 973 474 2 450 2 121 740 1 291 1 111
1 909 540 428 2 865 675 680 887 420 1 318 842 305 1 484 808 383 2 021 1 568 535 861 775
1 845 529 402 2 359 579 624 865 445 1 079 815 312 1 427 730 310 1 730 1 400 472 757 706
1 743 558 367 2 088 528 596 707 475 834 728 273 1 175 546 207 1 411 1 350 472 868 711
1 366 518 315 1 581 451 499 624 409 670 697 228 867 365 143 992 1 216 421 779 716
878 386 222 1 001 328 348 479 281 500 445 166 591 223 88 723 934 297 619 494
271 130 68 309 114 106 141 78 192 148 50 186 71 26 252 282 101 187 174
106 53 27 160 62 52 54 39 100 54 31 74 42 8 105 150 30 76 84
34 345 30 035 28 779 27 549 32 242 41 602 44 910 41 277 35 922 31 301 28 401 25 344 19 304 17 386 15 637 12 857
9 003
2 886
1 307
Mannen
90-94 95 en + 19 7 5 21 9 6 14 3 22 14 7 14 10 2 31 30 10 9 14
Totaal 45 047 13 619 9 256 70 405 19 400 15 154 22 500 9 160 37 132 19 415 8 322 38 564 22 205 11 762 54 115 34 407 11 179 21 282 17 410
247 480 334
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht 3 Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel 4 Etterbeek 1 Evere 1 Vorst 1 Ganshoren Elsene 1 Jette 1 Koekelberg St-Jans-Molenbeek 3 St-Gillis 1 St-Joost-ten-Node Schaarbeek 4 Ukkel 1 Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe1 St-Pieters-Woluwe 1
248 791 624 781 169 076 691 615 896 356 669 403 576 999 446 944 648 202 072
2 844 808 551 4 165 1 008 994 1 401 533 1 473 1 089 507 2 760 1 181 819 3 653 1 959 652 1 145 970
2 684 787 589 4 014 948 963 1 255 509 1 425 1 212 471 2 537 1 051 800 3 276 2 022 703 1 142 1 040
2 657 703 523 3 887 935 973 1 206 507 1 455 1 098 430 2 404 1 118 803 3 289 2 069 684 1 255 1 070
3 293 869 585 5 098 1 695 954 1 587 547 3 008 1 344 627 2 993 1 684 1 032 4 367 2 238 640 1 641 1 084
3 458 975 602 6 614 2 505 1 060 2 087 673 5 009 1 520 794 3 070 2 584 1 092 5 293 2 551 651 1 811 1 141
3 306 1 072 694 6 259 2 154 1 203 2 113 721 4 476 1 655 807 3 029 2 382 997 5 070 2 678 797 1 829 1 280
3 281 1 090 768 5 217 1 721 1 239 1 883 760 3 414 1 567 602 2 638 1 791 812 4 098 2 879 941 1 862 1 398
3 059 1 101 747 4 768 1 482 1 262 1 605 723 2 752 1 588 533 2 353 1 451 774 3 659 2 809 994 1 866 1 463
2 880 1 124 688 4 367 1 382 1 110 1 474 709 2 338 1 392 516 2 188 1 274 655 3 304 2 859 977 1 787 1 456
2 581 1 059 618 3 983 1 233 1 132 1 503 666 2 181 1 308 453 1 918 1 094 493 2 969 2 789 928 1 771 1 415
2 496 894 598 3 479 1 126 1 035 1 418 694 1 999 1 277 496 1 893 966 432 2 543 2 587 883 1 570 1 263
2 136 658 492 2 742 811 834 1 069 571 1 447 1 026 376 1 583 786 413 2 126 1 948 671 1 150 951
2 273 729 503 2 640 733 810 991 632 1 151 1 043 369 1 566 671 299 1 854 1 965 618 1 216 947
2 316 794 554 2 610 809 933 1 096 721 1 240 1 151 373 1 572 634 277 1 788 2 062 696 1 325 1 103
2 113 860 495 2 473 823 855 987 737 1 345 1 108 351 1 378 558 201 1 722 2 033 675 1 431 1 099
1 788 703 434 2 112 736 687 937 573 1 195 989 346 1 212 474 207 1 460 1 807 516 1 178 868
741 249 186 954 358 272 366 265 641 473 163 545 214 112 707 804 247 487 397
464 169 109 576 226 139 205 138 386 246 86 368 167 51 369 547 155 291 239
33 206 28 512 27 428 27 066 35 286 43 490 42 522 37 961 34 989 32 480 30 094 27 649 21 790 21 010 22 054 21 244 18 222
8 181
4 931
Vrouwen
90-94 95 en + 90 34 25 168 88 33 52 38 129 81 26 113 36 17 145 165 43 91 76
Totaal 47 708 15 469 10 385 70 907 21 942 17 564 24 926 11 332 38 960 22 523 8 995 39 523 21 692 11 285 56 138 40 715 13 119 26 050 20 332
1 450 519 565
37 HOOFDSTUK I
38
TABEL
I.11b
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.11 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
BELGISCHE BEVOLKING van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per LEEFTIJDSGROEP en GESLACHT naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht 2 910 Oudergem 692 St-Agatha-Berchem 601 Brussel 4 173 Etterbeek 917 Evere 918 Vorst 1 380 Ganshoren 567 Elsene 1 444 Jette 1 220 Koekelberg 637 St-Jans-Molenbeek 2 959 St-Gillis 1 114 St-Joost-ten-Node 842 Schaarbeek 3 709 Ukkel 1 475 Watermaal-Bosvoorde 530 St-Lambrechts-Woluwe 966 St-Pieters-Woluwe 647
2 474 667 601 3 594 784 881 1 172 470 1 144 1 129 461 2 329 893 717 3 128 1 544 543 828 711
2 345 665 566 3 386 778 907 1 044 491 1 121 1 093 368 2 176 732 619 2 793 1 609 648 939 723
2 165 637 481 3 108 738 796 931 447 1 064 977 360 2 041 730 643 2 549 1 626 614 977 879
2 242 680 448 3 115 920 780 973 453 1 608 995 428 1 914 941 640 2 769 1 708 570 1 046 819
2 101 710 405 3 776 1 303 752 1 188 464 2 737 1 013 493 1 842 1 381 677 3 368 1 695 505 1 202 787
2 303 724 520 3 978 1 172 795 1 426 523 2 270 1 254 539 1 941 1 419 654 3 398 1 749 563 1 052 778
2 490 731 560 3 789 951 890 1 205 582 1 798 1 240 511 1 932 1 144 562 2 867 1 600 612 1 030 732
2 270 771 580 3 537 891 889 1 068 589 1 636 1 206 431 1 703 926 523 2 579 1 691 643 993 818
2 113 777 555 3 281 817 821 931 482 1 473 1 070 405 1 554 782 429 2 194 1 700 653 1 038 834
1 952 697 522 3 020 795 777 949 472 1 384 963 356 1 417 716 381 1 990 1 769 694 1 086 872
1 822 667 473 2 609 685 730 962 509 1 215 920 375 1 328 576 312 1 755 1 608 634 981 773
1 475 446 383 2 033 503 588 658 377 899 748 247 1 143 466 249 1 390 1 210 457 669 571
1 458 482 363 1 735 473 551 656 407 782 724 263 1 071 403 197 1 222 1 166 439 648 594
1 431 516 332 1 594 443 539 560 438 667 656 226 927 319 135 1 013 1 187 438 780 634
1 172 484 292 1 314 406 471 537 387 557 646 201 738 260 106 790 1 101 404 723 656
817 363 219 871 296 334 423 268 429 413 157 533 171 71 628 849 277 584 463
258 123 65 274 104 100 128 76 166 143 47 171 66 21 216 258 94 174 160
100 53 24 149 58 49 46 37 90 54 29 66 38 7 90 140 29 74 81
27 701 24 070 23 003 21 763 23 049 26 399 27 058 25 226 23 744 21 909 20 812 18 934 14 512 13 634 12 835 11 245
8 166
2 644
1 214
Mannen
90-94 95 en + 18 7 5 20 8 5 14 3 18 14 7 13 7 2 23 26 10 8 13
Totaal 33 916 10 892 7 995 49 356 13 042 12 573 16 251 8 042 22 502 16 478 6 541 27 798 13 084 7 787 38 471 25 711 9 357 15 798 12 545
221 348 139
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht 2 Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel 3 Etterbeek Evere Vorst 1 Ganshoren Elsene 1 Jette 1 Koekelberg St-Jans-Molenbeek 2 St-Gillis 1 St-Joost-ten-Node Schaarbeek 3 Ukkel 1 Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
747 629 568 831 822 923 376 573 365 209 587 824 149 825 702 441 520 880 708
2 429 609 512 3 423 757 854 1 151 488 1 063 977 435 2 271 830 684 3 017 1 402 525 845 633
2 261 624 526 3 267 703 829 1 013 474 1 053 1 093 393 2 054 743 649 2 671 1 458 620 883 751
2 072 596 466 3 043 690 821 893 473 1 025 962 358 1 829 759 585 2 503 1 539 583 985 819
2 282 674 479 3 313 979 760 1 080 447 1 655 1 031 454 2 019 953 612 3 035 1 609 534 1 098 796
2 291 725 478 3 858 1 387 805 1 377 529 2 557 1 128 558 2 000 1 349 598 3 512 1 757 504 1 222 786
2 149 768 551 3 604 1 103 902 1 365 579 1 991 1 238 571 1 962 1 175 592 3 183 1 760 589 1 115 740
2 331 736 608 3 235 905 916 1 238 619 1 579 1 240 435 1 744 894 463 2 588 1 842 675 1 113 765
2 240 807 634 3 260 904 1 026 1 102 631 1 497 1 344 399 1 649 807 488 2 355 1 880 789 1 248 906
2 201 887 602 3 096 936 930 1 060 638 1 431 1 223 418 1 600 781 406 2 297 2 094 833 1 321 997
2 012 879 550 2 883 868 977 1 131 593 1 486 1 160 366 1 432 652 328 2 057 2 143 800 1 399 1 032
2 033 746 539 2 513 791 914 1 136 633 1 417 1 168 407 1 486 562 263 1 791 2 077 792 1 252 956
1 719 575 437 1 988 627 740 823 516 1 031 917 307 1 194 435 257 1 460 1 614 619 957 742
1 837 663 451 1 965 592 733 766 598 907 944 304 1 149 373 175 1 314 1 699 568 1 083 817
2 000 749 514 2 116 694 872 918 679 1 040 1 058 332 1 278 422 186 1 366 1 863 650 1 210 1 015
1 921 818 470 2 170 734 816 875 703 1 183 1 040 317 1 241 410 147 1 445 1 859 640 1 339 1 029
1 690 684 414 1 949 681 659 876 553 1 050 950 329 1 134 396 175 1 314 1 685 500 1 116 816
706 238 181 871 336 263 333 249 578 462 158 518 180 103 644 760 231 463 381
452 162 104 523 209 134 192 133 354 237 83 353 148 43 343 509 145 273 223
26 679 22 905 22 065 21 001 23 810 27 421 25 937 23 926 23 966 23 751 22 748 21 476 16 958 16 938 18 962 19 157 16 971
7 655
4 620
Vrouwen
90-94 95 en + 87 32 24 161 83 32 50 38 111 78 23 108 34 13 133 154 42 87 73
Totaal 37 12 9 51 14 14 18 10 24 19 7 29 13 7 40 31 11 19 14
460 601 108 069 801 906 755 146 373 459 234 845 052 592 730 145 159 889 985
1 363 388 309
39 HOOFDSTUK I
40
TABEL
I.11c
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.11 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
VREEMDE BEVOLKING van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per LEEFTIJDSGROEP en GESLACHT naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
512 172 51 971 369 140 306 38 629 127 97 586 445 198 701 478 124 330 370
440 175 52 796 266 138 271 52 478 117 72 513 401 193 628 594 113 295 371
463 153 63 825 221 148 280 43 411 106 62 532 374 182 617 617 110 246 323
539 123 51 846 254 137 260 38 404 119 65 554 344 178 693 520 108 274 279
907 169 79 1 475 441 170 510 57 961 218 123 789 633 316 1 081 519 78 457 210
1 287 201 148 2 522 888 256 708 119 2 097 357 239 1 282 1 187 540 1 943 615 114 477 223
1 385 303 159 2 888 934 318 812 149 2 445 429 250 1 585 1 374 572 2 247 796 161 611 434
1 270 342 157 2 644 777 305 773 140 2 073 341 222 1 251 1 061 480 1 940 818 243 681 533
1 017 302 127 1 887 563 241 555 103 1 486 276 168 899 843 342 1 333 825 197 524 490
775 220 83 1 509 453 193 408 95 1 040 209 124 690 552 246 1 058 777 163 396 401
599 182 82 1 230 394 151 327 64 830 172 89 498 445 187 815 631 115 387 391
529 138 58 1 062 343 110 290 63 669 121 75 431 397 162 695 513 106 310 338
434 94 45 832 172 92 229 43 419 94 58 341 342 134 631 358 78 192 204
387 47 39 624 106 73 209 38 297 91 49 356 327 113 508 234 33 109 112
312 42 35 494 85 57 147 37 167 72 47 248 227 72 398 163 34 88 77
194 34 23 267 45 28 87 22 113 51 27 129 105 37 202 115 17 56 60
61 23 3 130 32 14 56 13 71 32 9 58 52 17 95 85 20 35 31
13 7 3 35 10 6 13 2 26 5 3 15 5 5 36 24 7 13 14
6 0 3 11 4 3 8 2 10 0 2 8 4 1 15 10 1 2 3
6 644
5 965
5 776
5 786
9 193 15 203 17 852 16 051 12 178
9 392
7 589
6 410
4 792
3 752
2 802
1 612
837
242
93
Mannen
90-94 95 en + 1 0 0 1 1 1 0 0 4 0 0 1 3 0 8 4 0 1 1
Totaal 11 131 2 727 1 261 21 049 6 358 2 581 6 249 1 118 14 630 2 937 1 781 10 766 9 121 3 975 15 644 8 696 1 822 5 484 4 865
26 132 195
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
501 162 56 950 347 153 315 42 531 147 82 579 427 174 744 503 128 322 364
415 199 39 742 251 140 250 45 410 112 72 489 351 135 636 557 127 300 337
423 163 63 747 245 134 242 35 372 119 78 483 308 151 605 564 83 259 289
585 107 57 844 245 152 313 34 430 136 72 575 359 218 786 530 101 270 251
1 011 195 106 1 785 716 194 507 100 1 353 313 173 974 731 420 1 332 629 106 543 288
1 167 250 124 2 756 1 118 255 710 144 2 452 392 236 1 070 1 235 494 1 781 794 147 589 355
1 157 304 143 2 655 1 051 301 748 142 2 485 417 236 1 067 1 207 405 1 887 918 208 714 540
950 354 160 982 816 323 645 141 835 327 167 894 897 349 510 037 266 749 633
819 294 113 1 508 578 236 503 92 1 255 244 134 704 644 286 1 304 929 205 618 557
679 237 86 1 271 446 180 414 71 907 169 98 588 493 249 1 007 765 144 466 459
569 180 68 1 100 365 155 372 73 695 148 87 486 442 165 912 646 128 372 383
463 148 59 966 335 121 282 61 582 109 89 407 404 169 752 510 91 318 307
417 83 55 754 184 94 246 55 416 109 69 389 351 156 666 334 52 193 209
436 66 52 675 141 77 225 34 244 99 65 417 298 124 540 266 50 133 130
316 45 40 494 115 61 178 42 200 93 41 294 212 91 422 199 46 115 88
192 42 25 303 89 39 112 34 162 68 34 137 148 54 277 174 35 92 70
98 19 20 163 55 28 61 20 145 39 17 78 78 32 146 122 16 62 52
35 11 5 83 22 9 33 16 63 11 5 27 34 9 63 44 16 24 16
12 7 5 53 17 5 13 5 32 9 3 15 19 8 26 38 10 18 16
6 527
5 607
5 363
6 065 11 476 16 069 16 585 14 035 11 023
8 729
7 346
6 173
4 832
4 072
3 092
2 087
1 251
526
311
Vrouwen
1
1
1 1
90-94 95 en + 3 2 1 7 5 1 2 0 18 3 3 5 2 4 12 11 1 4 3
Totaal 10 2 1 19 7 2 6 1 14 3 1 9 8 3 15 9 1 6 5
248 868 277 838 141 658 171 186 587 064 761 678 640 693 408 570 960 161 347
87 131 256
41 HOOFDSTUK I
42
TABEL
I.11d
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.11 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
TOTALE, BELGISCHE en VREEMDE BEVOLKING per LEEFTIJDSGROEP en GESLACHT 1 januari 2004
Leeftijdsgroepen
80-84
85-89
90-94 95 en +
245 8 166 612 837 857 9 003 157 16 971 087 1 251 244 18 222
2 644 242 2 886 7 655 526 8 181
1 214 93 1 307 4 620 311 4 931
221 26 247 1 363 87 1 450
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 67 551 58 547 56 207 54 615 67 528 85 092 87 432 79 238 70 911 63 781 58 495 52 993 41 094 38 396 37 691 34 101 27 225 11 067
6 238
1 697 999 899
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
14 607 983 15 590 14 098 942 15 040
5 199 168 5 367 8 634 179 8 813
1 535 47 1 582 3 292 52 3 344
556 10 566 1 895 33 1 928
78 2 80 461 9 470
Arrondissement Halle-Vilvoorde
30 630 33 843 35 952 33 302 32 808 30 126 36 745 43 805 47 091 44 062 38 749 35 881 27 548 28 203 26 953 20 943 14 180
4 926
2 494
550 568 791
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
11 592 598 12 190 11 310 574 11 884
4 470 51 4 521 7 310 59 7 369
1 357 15 1 372 3 050 22 3 072
509 11 520 1 732 7 1 739
75 0 75 425 3 428
Arrondissement Leuven
24 074 25 068 26 157 24 606 27 674 29 709 32 832 36 747 37 534 35 332 31 759 28 634 22 548 22 223 21 611 17 509 11 890
4 444
2 259
503 463 113
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
0-4 27 6 34 26 6 33
701 644 345 679 527 206
5-9 24 5 30 22 5 28
070 965 035 905 607 512
15 943 1261 17 204 15 474 1 165 16 639
12 323 567 12 890 11 632 546 12 178
10-14 23 5 28 22 5 27
003 776 779 065 363 428
17 168 1212 18 380 16 372 1 200 17 572
12 807 560 13 367 12 306 484 12 790
15-19 21 5 27 21 6 27
763 786 549 001 065 066
15 734 1195 16 929 15 265 1 108 16 373
12 191 494 12 685 11 394 527 11 921
20-24 23 9 32 23 11 35
049 193 242 810 476 286
15 808 1036 16 844 14 704 1 260 15 964
12 979 960 13 939 12 525 1 210 13 735
25-29 26 15 41 27 16 43
399 203 602 421 069 490
13 781 1131 14 912 13 749 1 465 15 214
13 651 1383 15 034 13 277 1 398 14 675
30-34 27 17 44 25 16 42
058 852 910 937 585 522
16 284 1623 17 907 16 893 1 945 18 838
15 359 1283 16 642 14 879 1 311 16 190
35-39 25 16 41 23 14 37
226 051 277 926 035 961
19 392 2139 21 531 19 890 2 384 22 274
17 314 1260 18 574 17 071 1 102 18 173
40-44 23 12 35 23 11 34
744 178 922 966 023 989
21 106 2130 23 236 21 672 2 183 23 855
18 087 981 19 068 17 633 833 18 466
45-49 21 9 31 23 8 32
909 392 301 751 729 480
19 977 1967 21 944 20 468 1 650 22 118
16 997 802 17 799 16 918 615 17 533
50-54 20 7 28 22 7 30
812 589 401 748 346 094
17 604 1596 19 200 18 291 1 258 19 549
15 419 668 16 087 15 180 492 15 672
55-59 18 6 25 21 6 27
934 410 344 476 173 649
16 554 1311 17 865 16 982 1 034 18 016
13 986 540 14 526 13 703 405 14 108
60-64 14 4 19 16 4 21
512 792 304 958 832 790
12 495 817 13 312 13 500 736 14 236
10 844 363 11 207 11 047 294 11 341
65-69 13 3 17 16 4 21
634 752 386 938 072 010
12 679 601 13 280 14 384 539 14 923
70-74 12 2 15 18 3 22
835 802 637 962 092 054
75-79 11 1 12 19 2 21
11 749 8 605 465 312 12 214 8 917 14 347 11 708 392 318 14 739 12 026
10 380 9 686 7 276 163 10 656 9 849 7 11 387 11 623 9 180 139 11 567 11 762 10
385 99 484 932 93 025
Totaal 348 139 132 195 480 334 388 309 131 256 519 565
256 854 20 006 276 860 272 079 19 852 291 931
217 411 11 074 228 485 224 334 10 294 234 628
Leeftijdsgroepen
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
90-94 95 en +
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
26 199 1581 27 780 25 408 1 516 26 924
28 266 1828 30 094 27 106 1 711 28 817
29 975 1772 31 747 28 678 1 684 30 362
27 925 1689 29 614 26 659 1 635 28 294
28 787 1996 30 783 27 229 2 470 29 699
27 432 2514 29 946 27 026 2 863 29 889
31 643 2906 34 549 31 772 3 256 35 028
36 706 3399 40 105 36 961 3 486 40 447
39 193 3111 42 304 39 305 3 016 42 321
36 974 2769 39 743 37 386 2 265 39 651
33 023 2264 35 287 33 471 1 750 35 221
30 540 1851 32 391 30 685 1 439 32 124
23 339 1180 24 519 24 547 1 030 25 577
23 059 877 23 936 25 771 719 26 490
21 435 628 22 063 25 970 531 26 501
15 990 411 16 401 21 640 411 22 051
9 669 219 9 888 15 944 238 16 182
2 892 62 2 954 6 342 74 6 416
1 065 21 1 086 3 627 40 3 667
153 2 155 886 12 898
Vlaams-Brabant
54 704
58 911
62 109
57 908
60 482
59 835
69 577
80 552
84 625
79 394
70 508
64 515
50 096
50 426
48 564
38 452
26 070
9 370
4 753
1 053
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
10 066 655 10 721 9 752 618 10 370
11 031 742 11 773 10 447 760 11 207
11 959 779 12 738 11 539 727 12 266
11 393 719 12 112 10 704 729 11 433
10 484 887 11 371 9 543 1 124 10 667
9 115 1 032 10 147 8 714 1 190 9 904
10 1 11 10 1 12
11 1 12 11 1 13
12 1 14 13 1 14
11 1 13 12 1 13
11 1 12 11
069 235 304 959 917 12 876
10 1 11 11
463 081 544 451 839 12 290
7 232 717 7 949 7 894 572 8 466
6 667 492 7 159 7 577 442 8 019
6 119 369 6 488 7 680 349 8 029
4 586 252 4 838 6 485 268 6 753
2 835 154 2 989 5 145 203 5 348
883 42 925 2 157 83 2 240
316 17 333 1 241 37 1 278
42 1 43 351 10 361
159 15 175 170 14 185
Waals-Brabant/ Arr. Nijvel
21 091
22 980
25 004
23 545
22 038
20 051
23 479
26 489
28 767
27 041
25 180
23 834
16 415
15 178
14 517
11 591
8 337
3 165
1 611
404
360 717
Belgische mannen Vreemde mannen Mannen: totaal Belgische vrouwen Vreemde vrouwen Vrouwen: totaal
273 982 17839 291 821 262 446 17 107 279 553
284 177 17517 301 694 271 752 16 626 288 378
307 066 18020 325 086 293 736 17 171 310 907
293 425 18544 311 969 279 534 19 514 299 048
298 934 26797 325 731 287 178 32 097 319 275
289 262 39224 328 486 282 460 41 093 323 553
322 717 47722 370 439 316 329 45 551 361 880
351 903 48276 400 179 345 110 43 427 388 537
365 395 42817 408 212 363 785 36 511 400 296
344 275 37733 382 008 347 526 29 955 377 481
317 387 32393 349 780 319 586 25 809 345 395
290 050 28077 318 127 297 835 22 460 320 295
216 808 20829 237 637 232 476 18 058 250 534
215 497 17113 232 610 245 083 16 274 261 357
196 526 13720 210 246 249 035 13 881 262 916
10 985 1 766 426 86 11 411 1 852 38 106 9 831 1 310 349 39 416 10 180
4 644 537 442 639 5 087 176 4 891 597 417 648 5 309 245
Rijk
571 374 590 072 635 993 611 017 645 006 652 039 732 319 788 716 808 508 759 489 695 175 638 422 488 171 493 967 473 162 384 354 267 180 98 598 50 827 12 032 10 396 421
050 382 432 552 495 047
176 700 876 896 717 613
476 694 170 030 567 597
920 415 335 630 076 706
146 723 90 456 27 203 9386 4873 1247 156 109 95 329 28 450 217 237 164 911 67 641 11 008 6 940 2 507 228 245 171 851 70 148
Totaal 474 31 505 496 30 526
265 080 345 413 146 559
1 031 904 882 365 247 747 723 470
43 HOOFDSTUK I
44
TABEL
I.12
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.12 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
VREEMDE BEVOLKING per NATIONALITEIT : referentiejaren op 1 januari
Europa Europese Unie Duitsland Denemarken Frankrijk
Brussels 1990 Hoofdstedelijk 1995 Gewest 2000
Verenigd Koninkrijk
Luxemburg
Nederland
2002 2003 2004
4 5 6 7 7 7
662 798 774 145 505 778
1 064 1 458 1 569 1 657 1 709 1 711
26 30 34 36 38 39
025 215 497 967 176 138
6 7 8 8 9 9
466 999 572 936 192 230
1 616 1 450 1 375 1 311 1 295 1 268
4 4 4 5 5 5
487 771 991 154 326 443
1990 1995 2000 2002 2003 2004
2 548 2 912 2 956 2 962 2 911 2 989
478 566 564 537 515 483
2 3 3 4 4 4
964 317 967 261 381 408
2 3 3 3 3 3
788 428 486 428 241 172
269 281 246 217 210 207
3 4 4 4 4 4
arr. Leuven
1990 1995 2000 2002 2003 2004
1 1 1 1 1 1
202 553 694 697 717 692
101 185 188 207 208 187
562 682 794 843 879 892
1 2 2 2 2 2
968 636 867 855 833 795
62 69 62 62 62 57
VlaamsBrabant
1990 1995 2000 2002 2003 2004
3 4 4 4 4 4
750 465 650 659 628 681
579 751 752 744 723 670
526 999 761 104 260 300
4 6 6 6 6 5
756 064 353 283 074 967
331 350 308 279 272 264
arr. HalleVilvoorde
3 3 4 5 5 5
Ierland
1 1 1 1 1 1
Italië Griekenland
049 697 780 791 829 859
31 29 28 28 28 27
981 784 951 508 297 953
826 227 273 298 323 354
320 486 500 546 552 555
3 4 4 4 5 5
280 140 787 959 042 153
3 4 4 4 4 4
228 227 270 335 454 363
161 284 310 300 322 296
722 864 992 1 043 1 059 1 015
7 8 8 8 8 8
054 454 543 633 777 717
481 770 810 846 874 851
4 5 5 6 6 6
002 004 779 002 101 168
Spanje
Portugal Oostenrijk
Polen
Andere landen
584 086 255 376 417 467
780 1 117 1 926 3 540 4 522 5 412
4 6 8 9 10 11
891 759 761 163 252 682 554 828 252 333 412 564
670 397 529 124 957 922
26 23 21 20 20 20
380 737 442 847 672 428
9 14 15 15 15 15
216 474 801 627 687 958
1 1 1 1
506 897 152 241 285 315
2 3 3 3 3 3
669 267 599 663 639 665
1 1 1 1 1
623 052 354 513 590 692
113 126 186 232 237 236
83 211 322 412 469 477
320 377 399 399 406 402
77 240 252 317 372 470
1 1 1 1
119 218 329 360 361 361
38 63 116 108 108 92
22 59 91 81 95 97
31 83 155 142 90 141
62 72 202 260 309 310
182 588 931 1 169 1 406 1 493
742 270 683 873 951 053
151 189 302 340 345 328
105 270 413 493 564 574
351 460 554 541 559 543
139 312 454 577 681 780
1 2 2 2 3
1 1 1 1 1
110 203 199 188 219 201
222 366 515 630 687 561
616 100 351 429 504 516
2 891 3 633 4 114 4 293 4 326 4 226
1 1 1 1 2
1 1 1 1
145 391 767 863 893 893
Zweden
10 10 9 9 8 8
1 1 1 1
327 403 053 125 207 231
Finland
1 2 2 2 2
736 416 183 502 818 057
Europa Europese Unie Duitsland Denemarken
WaalsBrabant/ Arr. Nijvel
1990 1995 2000 2002 2003 2004
Rijk
1990 1995 2000 2002 2003 2004
653 715 816 819 819 828 26 31 34 34 35 35
673 041 321 660 087 530
2 3 3 3 3 3
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
223 315 304 314 331 354
4 4 5 5 6 6
091 637 504 888 087 171
2 2 2 2 2 2
258 872 613 606 556 595
371 092 240 353 370 394
92 98 107 111 113 114
207 731 240 146 037 943
21 25 26 26 26 26
955 862 156 363 247 183
Luxemburg
274 289 296 302 303 300 4 4 4 4 4 4
701 582 353 269 299 312
Nederland
Ierland
918 949 984 1 034 1 053 1 059 62 75 85 92 96 100
397 029 763 561 643 700
2 3 3 3 3 3
Italië
Griekenland
Spanje
153 200 214 211 226 220
6 6 6 6 6 6
383 244 145 038 020 069
227 316 363 377 362 370
1 1 1 1 1 1
230 533 645 647 689 752
016 152 295 394 453 466
240 213 200 190 187 183
469 526 281 792 021 021
20 718 20 112 18 386 17 578 17 288 17 096
52 48 45 44 44 43
399 937 917 958 460 802
Portugal Oostenrijk
539 836 987 1 062 1 077 1 101 15 23 25 25 26 26
137 033 560 753 033 802
Finland
Zweden
Polen
Andere landen
108 166 202 172 213 176
566 799 834 716 734 721
135 171 216 225 254 282
1 1 1 1
458 804 010 017 128 224
852 938 284 282 404 437
4 689 5 211 6 749 8 875 10 354 11 570
11 18 27 27 30 33
449 799 543 256 430 865
43 55 62 73 74 89 1 1 2 2 2 2
032 190 072 208 307 349
1 2 2 3 2
516 101 688 855 016 976
1 2 4 4 4 4
45 HOOFDSTUK I
46
Afrika Marokko Algerije en Tunesië Brussels 1990 Hoofdstedelijk 1995 Gewest 2000
2002 2003 2004
76 76 62 47 43 41
360 424 278 657 253 987
arr. HalleVilvoorde
1990 1995 2000 2002 2003 2004
2 3 2 2 2 2
494 072 749 389 177 251
193 248 170 161 152 176
595 849 766 741 794 930
arr. Leuven
1990 1995 2000 2002 2003 2004
894 1 023 1 025 826 778 695
93 112 92 88 98 99
172 249 167 151 161 151
1990 1995 2000 2002 2003 2004
3 4 3 3 2 2
286 360 262 249 250 275
767 1 098 933 892 955 1 081
VlaamsBrabant
388 095 774 215 955 946
5 4 3 3 3 3
360 974 980 464 410 447
Azië
Congo
5 7 6 6 7 7
969 295 369 785 178 300
Andere landen 4 5 5 6 7 8
1 1 1 1 1
241 596 370 538 643 366
Turkije
20 21 18 13 12 11
Israël
Amerika
Japan
China
Filippijnen
2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1
614 027 090 371 801 977
…. 967 378 601 624 648
135 583 514 481 544 650
Andere landen
Canada
636 026 374 968 601 202
2 454 2 929 3 119 3 057 3 053 3 050
434 620 737 874 882 892
1 1 1 1 1 1
159 358 424 368 281 256
496 828 386 577 126 595
701 804 546 523 512 449
359 474 563 712 788 832
212 452 356 392 399 423
25 66 63 74 78 79
151 282 292 276 260 248
48 127 115 136 172 189
…. 91 125 132 141 141
572 755 624 764 800 865
339 552 746 800 947 881
689 960 708 484 462 450
9 13 17 33 31 23
80 110 121 117 153 176
223 332 436 579 924 1 115
…. 93 150 137 132 132
1 1 1 1
731 960 020 122 286 337
698 026 309 512 735 713
901 1 412 1 064 876 861 873
34 79 80 107 109 102
231 392 413 393 413 424
271 459 551 715 1 096 1 304
… 184 275 269 273 273
1 1 1 1 2 2
303 715 644 886 086 202
1 1 1 1
5 6 5 5 6 7
USA
1 2 2 2 2 2
Andere landen 2 2 3 4 4 4
Oceanië
160 779 272 047 550 878
153 201 280 322 328 324
115 157 186 319 207 218
247 363 438 354 494 531
610 830 878 901 960 834
58 84 96 205 154 132
769 188 302 269 241 090
173 241 282 524 361 350
Vluchtel.& TOTAAL staatlozen 10 10 7 6 5 5
713 082 877 641 828 313
267 285 273 260 260 263
769 671 613 040 269 451
67 103 86 105 101 103
602 751 798 572 447 474
28 35 38 38 38 39
257 503 050 813 876 858
239 280 324 323 495 485
38 48 70 83 80 78
325 336 616 432 281 227
13 18 20 20 21 21
292 134 181 561 814 368
486 643 762 677 989 1 016
105 151 156 188 181 181
927 1 087 1 414 1 004 728 701
41 53 58 59 60 61
549 637 231 374 690 226
Afrika Marokko Algerije en Tunesië WaalsBrabant/ Arr. Nijvel
1990 1995 2000 2002 2003 2004
2 2 2 1 1 1
598 729 198 502 329 300
Rijk
1990 1995 2000 2002 2003 2004
138 143 121 90 83 81
417 969 984 642 631 763
257 273 226 209 229 228 16 15 12 10 10 10
891 715 472 540 484 664
Azië
Amerika
Congo
Andere landen
Turkije
Israël
Japan
China
Filippijnen
Andere landen
1 219 1 459 975 838 833 844
708 903 757 832 801 856
163 162 93 91 96 89
38 76 84 78 68 75
60 46 87 103 113 119
115 151 166 190 319 315
…. 41 48 44 38 30
412 507 403 465 465 507
1 1 1 1 1 1
870 604 704 691 776 958
2 168 3 291 3 604 4 472 6 011 6 883
847 750 945 466 610 910
11 11 12 11 11 11
11 16 12 12 13 13
186 542 458 913 572 823
10 14 14 17 19 21
166 415 145 215 984 900
81 85 69 45 42 41
775 981 183 866 562 336
1 1 1 1 1 1
729 985 688 602 609 592
2 3 3 3 3 3
2 3 3 3 3
…. 099 074 276 374 405
13 15 14 17 19 21
USA
Canada
Andere landen
Oceanië
369 387 559 289 165 082
135 151 256 236 246 270
800 827 677 686 704 724
38 42 70 72 69 77
489 735 235 814 709 582
1 559 1 846 2 152 2 413 2 511 2 601
513 993 215 447 345 860
448 646 791 871 891 914
5 6 8 9 10 10
Vluchtel.& TOTAAL staatlozen 634 611 595 381 320 261 22 21 18 14 12 12
173 431 612 212 559 650
26 30 30 29 29 30
805 266 389 517 721 088
880 812 922 338 897 110 846 743 850 077 860 287
47 HOOFDSTUK I
48
TABEL
I.13
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.13 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
VREEMDE BEVOLKING per NATIONALITEIT en naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Europa Europese Unie Duitsland
Denemarken
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Luxemburg
Nederland
Ierland
Italië Griekenland Spanje
Portugal Oostenrijk
Finland
Zweden
Polen Andere landen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
76 358 27 1 099 647 113 172 30 1 355 55 25 93 311 90 682 718 233 714 980
7 96 5 268 167 11 35 1 328 8 3 15 55 21 119 263 80 104 125
1 783 1 046 325 5 143 2 320 636 1 589 404 6 128 788 483 2 046 2 282 585 2 986 5 939 791 2 149 1 715
151 323 24 1 429 812 116 233 34 1 842 58 37 104 418 113 776 915 354 681 810
52 54 9 123 73 24 48 12 256 37 15 30 49 14 98 130 31 122 91
227 125 56 990 305 94 160 52 780 132 44 241 250 102 545 499 150 299 392
10 91 13 280 199 17 23 2 381 10 6 9 60 22 213 114 72 183 154
3 672 542 399 3 681 1 349 778 2 149 363 2 558 802 385 2 109 1 780 502 2 624 1 712 352 1 213 983
1 028 182 102 1 519 349 126 465 66 694 168 159 466 873 84 1 183 378 90 534 456
2 375 411 327 3 170 1 051 354 1 385 273 1 687 565 307 1 211 2 119 317 1 778 1 231 214 849 804
1542 307 121 1 310 909 285 1 305 101 2 050 257 182 540 2 840 174 1 425 1 188 151 747 524
7 47 2 228 149 14 29 5 205 13 4 5 42 7 93 113 31 97 140
9 89 5 315 227 9 12 2 298 5 5 16 55 21 104 80 65 291 285
12 64 2 396 239 15 46 2 685 5 4 16 158 22 95 223 75 208 200
486 88 50 689 534 174 274 46 557 156 60 255 468 135 760 322 33 181 144
616 165 151 1 756 728 514 323 97 1 408 290 229 857 403 310 1 681 990 132 582 450
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
7 778
1 711
39 138
9 230
1 268
5 443
1 859
27 953
8 922
20 428
15 958
1 231
1 893
2 467
5 412
11 682
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
2 989 1 692 4 681 828
483 187 670 354
4 408 892 5 300 6 171
153 015 168 069
1 315 201 1 516 370
3 665 561 4 226 1 752
1 692 361 2 053 1 101
236 92 328 89
477 97 574 176
402 141 543 721
470 310 780 282
35 530
3 394
114 943
183 021
17 096
43 802
26 802
2 349
2 976
4 437
Rijk
3 2 5 2
172 795 967 595
207 57 264 300
26 183
4 312
4 4 8 1
354 363 717 059
555 296 851 220
100 700
3 466
5 1 6 6
1 1 3 1
564 493 057 224
11 570 33 865
Afrika Marokko Algerije en Tunesië Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Azië
Amerika
Congo
Andere landen
Turkije
Israël
Japan
China
Filippijnen
Andere landen
USA
Canada
Andere Oceanië landen
5 364 111 380 8 835 604 663 2 430 266 1 537 935 858 8 248 2 916 1 808 6 270 453 57 190 62
350 32 34 651 153 44 167 47 345 115 69 299 304 137 372 217 13 51 47
641 88 178 1 157 266 376 275 115 562 419 119 983 247 276 752 375 69 310 92
906 167 64 1 387 518 121 328 81 1 050 218 102 718 441 335 985 376 83 356 130
799 19 45 1 526 94 217 84 37 167 132 157 788 181 1 824 5 253 115 15 74 68
12 3 . 33 10 8 51 5 69 1 3 7 14 1 9 204 6 11 2
4 576 1 217 67 23 16 5 256 3 8 10 36 24 28 128 259 410 579
78 128 19 295 295 27 22 35 338 94 48 83 60 35 150 64 38 91 77
27 19 7 137 70 15 76 4 483 22 6 52 202 20 181 253 7 21 46
437 207 66 979 653 202 179 101 1 126 387 77 587 318 213 470 396 76 439 289
24 91 5 483 170 53 77 7 723 27 13 20 97 15 144 366 139 364 232
10 25 2 127 66 25 17 3 187 7 6 4 38 8 72 84 47 67 97
246 80 54 720 273 67 230 57 808 105 60 131 505 202 646 268 60 212 154
5 4 1 43 19 3 10 2 85 1 1 4 9 3 26 23 18 22 45
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 41 987
3 447
7 300
8 366
11 595
449
2 650
1977
1 648
7 202
3 050
892
4 878
324
2 251 695 2 946 1 300
176 99 275 228
930 151 1 081 844
832 881 1 713 856
423 450 873 89
79 23 102 75
248 176 424 119
189 1115 1 304 315
141 132 273 30
865 1 337 2 202 507
1256 834 2 090 1 082
218 132 350 270
531 485 1 016 724
103 78 181 77
81 763
10 664
13 823
21 900
41 336
1 592
3 958
6 883
3 405
21 910
11 582
2 601
10 860
914
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
Vluchtel.& TOTAAL staatlozen 423 57 64 1 901 183 115 210 49 269 186 67 497 230 248 532 129 41 73 39
21 5 2 40 13 5 12 2 29 6 3 20 17 7 31 18 3 11 10
379 595 538 887 499 239 420 304 217 001 542 444 761 668 052 266 782 645 212
5 313 263 451
474 227 701 261
39 21 61 30
858 368 226 088
12 650 860 287
49 HOOFDSTUK I
50
TABEL
I.14a
Eenheid : aantal huishoudens Methodologische nota I.14a Bronnen : NIS
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en AANTAL COLLECTIEVE HUISHOUDENS : referentiejaren op 1 januari
1990 Alleenwonende mannen Alleenwonende vrouwen 2 personen 3 personen 4 personen 5 personen 6 personen 7 personen 8 personen en meer
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1999 2000 2002 2003 108 126 113 52 38 16 7 3 2
449 478 344 710 254 475 141 070 978
113 128 114 53 39 17 7 3 2
472 544 592 485 140 297 487 172 891
116 128 115 53 39 17 7 3 2
235 647 936 790 973 690 762 203 861
116 128 116 54 40 18 7 3 2
946 732 666 433 469 088 845 264 760
1990 479 681 1 147 732 593 221 67 20 14
751 419 150 448 541 667 997 741 091
1995
103 873 130 687 113 429 54 262 37 843 15 111 6 500 2 975 3 200
108 127 112 52 37 16 6 3 3
Totaal private huishoudens (1) 479 732
467 880
468 287
468 899
480 080
486 097
489 203
3 958 805
4 094 587
624
688
630
631
624
648
647
5 938
480 356
468 568
468 917
469 530
480 704
486 745
489 850
3 964 743
TOTAAL AANTAL HUISHOUDENS
331 408 916 533 998 169 882 034 016
2004
372 193 042 494 863 687 979 885 217
Totaal collectieve huishoudens
106 142 111 55 37 14 5 2 3
1995
520 693 1 236 728 599 218 64 18 13
777 492 547 388 748 776 556 810 493
1999 578 722 1 301 709 587 215 63 18 12
446 074 546 858 652 655 024 137 662
RIJK 2000 591 729 1 317 705 585 214 63 18 12
2002
2003
2004
626 973 807 376 067 339 057 013 517
626 990 755 363 1 351 188 700 378 579 402 212 656 62 728 18 118 12 217
646 766 1 368 698 578 211 62 18 12
759 664 514 027 776 831 155 1 384 068 613 697 804 220 576 330 050 210 275 592 62 058 270 18 298 199 12 129
4 209 054
4 237 775
4 319 040
4 361 885 4 402 307
6 718
6 427
6 356
6 450
4 101 305
4 215 481
4 244 131
4 325 490
6 399
6 388
4 368 284 4 408 695
(1) Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15
TABEL
I.14b
Eenheid : aantal huishoudens Methodologische nota I.14b Bronnen : NIS
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en AANTAL COLLECTIEVE HUISHOUDENS naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Alleenwonende Alleenwonende mannen vrouwen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
9 2 1 20 5 2 4 1 14 3 1 7 7 3 13 6 2 4 2
785 612 409 657 962 743 863 712 948 468 802 605 200 127 197 298 245 547 766
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 116 946 arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
24 26 50 17
741 132 873 690
664 514
9 3 1 18 7 3 5 3 14 5 1 7 5 2 11 9 3 7 4
926 734 985 415 210 954 736 013 949 036 931 563 796 238 915 861 346 483 641
128 732 34 31 65 22
488 032 520 868
776 831
2 personen
3 personen
11 3 2 15 4 4 5 3 8 5 2 8 4 1 10 9 3 6 4
5 1 1 7 2 1 2 1 3 2 1 4 2 1 5 4 1 2 2
Totaal 8 personen private en meer huishoudens (1)
4 personen
5 personen
6 personen
7 personen
364 780 174 048 077 936 850 244 607 533 028 175 284 004 646 412 357 738 176
3 807 1 434 974 5 213 1 448 1 392 1 980 852 2 400 1 740 628 2 948 1 596 858 4 385 3 614 1 263 2 017 1 920
1 716 481 379 2 577 662 557 806 287 900 713 335 1 609 693 600 2 337 1 464 417 766 789
828 141 126 1 284 244 251 358 97 326 278 155 992 333 336 1 169 398 89 190 250
336 31 47 599 75 93 147 32 101 111 42 528 149 147 588 93 26 72 47
244 19 36 544 61 60 112 17 70 75 50 496 130 151 598 52 6 21 18
116 666
54 433
40 469
18 088
7 845
3 264
2 760
76 63 139 43
40 31 71 24
35 26 62 21
630 864 494 633
12 047 9 611 21 658 9 134
3 2 5 2
156 495 651 790
816 598 1 414 750
453 307 760 372
576 330
210 275
62 058
18 298
12 129
309 932 580 120 787 392 881 065 489 699 190 164 693 780 637 618 072 368 890
204 727 931 249
1 384 068
173 784 957 223
697 804
43 14 8 71 22 15 22 10 45 19 8 34 22 10 50 35 11 24 17
TOTAAL Collectieve AANTAL huishoudens HUISHOUDENS
315 164 710 457 526 378 733 319 790 653 161 080 874 241 472 810 821 202 497
40 18 12 58 45 9 17 18 52 34 10 20 39 41 79 72 21 34 28
43 14 8 71 22 15 22 10 45 19 8 34 22 10 50 35 11 24 17
355 182 722 515 571 387 750 337 842 687 171 100 913 282 551 882 842 236 525
489 203
647
489 850
227 192 420 142
708 550 258 709
229 280 509 184
227 192 420 142
4 402 307
6 388
937 830 767 893
4 408 695
(1) Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15
51 HOOFDSTUK I
52
TABEL
I.14c
Eenheid : aantal huishoudens Methodologische nota I.14c Bronnen : NIS
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per GROOTTE en NATIONALITEIT van de REFERENTIEPERSOON naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Alleenwonende mannen Belgische
Alleenwonende vrouwen
vreemde Belgische
vreemde
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
6 1 1 12 3 2 3 1 7 2 1 4 4 1 8 4 1 3 1
761 999 209 742 639 196 432 466 873 859 342 756 187 740 399 793 861 141 994
3 024 613 200 7 915 2 323 547 1 431 246 7 075 609 460 2 849 3 013 1 387 4 798 1 505 384 1 406 772
8 231 3 156 1 803 12 816 4 628 3 514 4 679 2 787 8 563 4 504 1 654 6 264 3 623 1 407 8 774 8 115 2 923 5 755 3 653
1 695 578 182 5 599 2 582 440 1 057 226 6 386 532 277 1 299 2 173 831 3 141 1 746 423 1 728 988
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
76 389
40 557
96 849
31 883
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
22 23 46 15
Rijk
828 367 195 531
567 978
1 2 4 2
913 765 678 159
96 536
32 29 62 21
885 125 010 160
706 101
1 1 3 1
603 907 510 708
70 730
2 personen Belgische
3 personen
4 personen
5 personen
vreemde
Belgische
vreemde
Belgische
vreemde
Belgische
vreemde
132 383 293 260 387 839 508 787 622 042 780 216 797 148 920 818 730 123 832
2 177 549 287 3 860 1 400 553 1 373 278 2 867 657 410 1 948 1 896 632 2 717 1 800 342 1 245 1 058
3 915 1 397 983 4 991 1 341 1 608 1 964 1 049 2 277 2 073 767 2 878 1 217 674 3 919 3 227 1 121 1 980 1 488
1 449 383 191 2 057 736 328 886 195 1 330 460 261 1 297 1 067 330 1 727 1 185 236 758 688
2 639 1 052 815 3 707 915 1 107 1 316 734 1 482 1 422 471 2 060 811 584 3 071 2 465 972 1 402 1 204
1 168 382 159 1 506 533 285 664 118 918 318 157 888 785 274 1 314 1 149 291 615 716
1 246 370 297 1 896 491 445 570 246 620 581 255 1 143 407 427 1 682 968 329 577 560
470 111 82 681 171 112 236 41 280 132 80 466 286 173 655 496 88 189 229
90 617
26 049
38 869
15 564
28 229
12 240
13 110
4 978
10 9 19 8
622 079 701 084
1 425 532 1 957 1 050
188 390
21 885
9 3 2 11 3 3 4 2 5 5 1 6 2 1 7 7 2 5 3
72 61 134 40
561 769 330 290
1 281 854
3 1 5 2
643 958 601 959
102 214
37 30 67 22
324 609 933 026
636 591
2 1 4 2
849 175 024 197
61 213
32 25 57 19
197 568 765 089
523 535
3 1 4 2
433 296 729 544
52 795
6 personen
7 personen
8 personen en meer
TOTAAL AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS (1)
Belgische
vreemde
Belgische
vreemde
Belgische
vreemde
612 116 106 963 183 207 251 82 226 225 114 686 235 252 824 261 70 149 189
216 25 20 321 61 44 107 15 100 53 41 306 98 84 345 137 19 41 61
242 26 39 427 60 75 108 26 76 87 34 387 103 110 412 75 22 60 33
94 5 8 172 15 18 39 6 25 24 8 141 46 37 176 18 4 12 14
169 15 30 385 47 41 77 14 54 60 40 369 92 102 376 34 4 17 11
75 4 6 159 14 19 35 3 16 15 10 127 38 49 222 18 2 4 7
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
5 751
2 094
2 402
862
1 937
823
354 153
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
2 2 5 2
750 338 088 484
406 157 563 306
690 547 1 237 666
126 51 177 84
374 278 652 316
79 29 108 56
212 231 182 680 394 911 129 646
54 228
7 830
15 277
3 021
9 495
2 634
3 983 449
Andelecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk
Belgische 32 11 7 49 14 13 16 9 26 16 6 24 13 6 35 27 10 18 12
947 514 575 187 691 032 905 191 793 853 457 759 472 444 377 756 032 204 964
vreemde 10 2 1 22 7 2 5 1 18 2 1 9 9 3 15 8 1 5 4
368 650 135 270 835 346 828 128 997 800 704 321 402 797 095 054 789 998 533
135 050 15 9 25 13
477 870 347 063
418 858
totaal 43 14 8 71 22 15 22 10 45 19 8 34 22 10 50 35 11 24 17
315 164 710 457 526 378 733 319 790 653 161 080 874 241 472 810 821 202 497
489 203 227 192 420 142
708 550 258 709
4 402 307
(1) Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15
53 HOOFDSTUK I
54
TABEL
I.15a
Eenheid : aantal huishoudens Methodologische nota I.15 Bronnen : NIS
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per AARD en SAMENSTELLING : referentiejaren
1991
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1999 2000 2002 2003 472 544 888 904 950 660 149 480 745
116 128 22 267 66 86 13 48 2
235 647 327 209 506 507 727 946 981
116 128 23 268 65 86 14 50 3
946 732 107 785 953 408 229 221 251
466 657 119 1 243 903 1 409 73 288 32
169 502 805 476 616 931 076 774 407
1999 578 722 178 1 479 942 1 299 105 349 32
446 074 940 460 008 008 363 107 583
RIJK 2000 591 729 189 1 511 942 1 278 112 358 32
626 973 795 394 905 484 619 240 622
2002 626 755 212 1 595 944 1 233 130 380 33
986 366 837 189 220 154 187 999 602
2003 646 766 224 1 636 944 1 209 138 394 34
759 027 107 893 795 966 895 954 573
2004
94 127 11 234 77 98 9 39 1
944 762 607 313 279 061 070 929 385
108 331 127 408 17 234 252 973 69 613 87 946 11 119 44 144 2 353
108 126 18 253 68 87 11 44 2
Familiale huishoudens
225 724
215 175
215 373
216 984
218 667
220 062
2 707 804
2 728 069
2 724 870
2 722 162
2 723 183
2 724 489
54
139
139
192
221
216
1 845
1 525
1 511
1 689
1 823
1 860
460 091
468 287
468 899
480 080
486 097
489 063
3 953 125
4 209 054
4 237 775
4 319 040
4 361 899
4 401 392
TOTAAL (1)
113 128 20 262 66 86 13 47 2
1991
Alleenwonende mannen Alleenwonende vrouwen Personen die geen familiekernen vormen Niet-familiale huishoudens Echtparen zonder kinderen Echtparen met ongehuwde kinderen Vaders met ongehuwde kinderen Moeders met ongehuwde kinderen Huishoudens met meerdere familiekernen
Type huishouden onbekend
449 478 460 387 694 537 646 993 503
2004
664 776 233 1 675 945 1 185 149 409 35
514 831 698 043 121 998 177 065 128
Bron: 1991, Volks- en woningtelling NIS (toestand op 1 maart); vanaf 1998, Rijksregister (toestand op 1 januari) - berekeningen NIS. (1) Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15
TABEL
I.15b
Eenheid : aantal huishoudens Methodologische nota I.15 Bronnen : NIS - Berekeningen BISA/MBHG
AANTAL PRIVATE HUISHOUDENS per AARD en SAMENSTELLING naar WOONGEMEENTE op 1 januari 2004
Niet-familiale huishoudens
Alleenwonende mannen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
9 2 1 20 5 2 4 1 14 3 1 7 7 3 13 6 2 4 2
785 612 409 657 962 743 863 712 948 468 802 605 200 127 197 298 245 547 766
116 946 24 26 50 17
741 132 873 690
664 514
Alleenwonende vrouwen
9 3 1 18 7 3 5 3 14 5 1 7 5 2 11 9 3 7 4
Personen die geen familiekernen vormen
926 734 985 415 210 954 736 013 949 036 931 563 796 238 915 861 346 483 641
1 784 695 472 3 271 1 227 721 1 264 503 2 333 1 192 456 1 398 1 332 332 1 987 1 864 415 1 117 744
128 732 34 31 65 22
488 032 520 868
776 831
Familiale huishoudens
Totaal
495 041 866 343 399 418 863 228 230 696 189 566 328 697 099 023 006 147 151
6 895 2 493 1 575 8 171 2 488 2 632 3 206 1 874 4 021 3 254 1 242 4 820 2 112 884 5 715 5 626 1 930 3 816 3 199
23 107
268 785
65 953
12 11 23 7
71 68 140 48
475 221 696 678
233 698
21 7 3 42 14 7 11 5 32 9 4 16 14 5 27 18 6 13 8
Echtparen zonder kinderen
704 385 089 236
1 675 043
54 45 100 28
414 954 368 781
945 121
Echtparen met ongehuwde kinderen
8 2 1 11 3 2 4 1 5 3 1 7 3 2 10 6 2 4 3
Vaders met ongehuwde kinderen
Huihoudens met 2 of meer familiekernen
Totaal
874 403 009 817 888 935 657 231 363 393 914 771 099 048 349 005 340 503 622
192 49 65 519 49 77 136 54 122 118 46 309 138 220 812 175 45 55 70
21 788 7 108 4 840 29 074 8 116 7 947 10 851 5 089 13 539 9 940 3 958 17 470 8 518 4 531 23 336 17 768 5 810 11 046 9 333
13 10 3 30 6 6 14 1 8 15 10 28 9 12 24 13 3 5 6
Moeders met ongehuwde kinderen
471 672 827 685 155 786 146 592 004 508 519 532 472 106 062 825 042 039 965
1 356 491 364 1 882 536 517 706 338 1 029 667 237 1 038 697 273 1 398 1 137 453 633 477
86 408
14 229
50 221
3 251
220 062
216
489 063
8 5 14 6
20 14 35 15
2 1 3 1
155 124 279 94
107 83 190 86
227 192 420 142
70 56 126 42
120 664 784 136
1 185 998
622 648 270 595
149 177
4 1 1 6 1 1 2 1 3 2
Type huishouden onbekend TOTAAL (1)
3 2 1 5 4 1 2 1
722 319 041 424
409 065
002 469 471 417
35 128
880 054 934 353
2 724 489
43 14 8 71 22 15 22 10 45 19 8 34 22 10 50 35 11 24 17
296 159 709 447 521 371 728 318 777 651 157 064 855 240 459 804 819 198 490
691 522 213 675
Gemiddelde Aantal grootte personen van de in private private huishoudens huishoudens
91 28 19 141 40 32 47 20 75 41 17 78 43 22 109 73 23 46 37
830 986 272 224 775 463 108 391 239 172 135 053 443 907 359 983 843 795 352
2.12 2.04 2.21 1.97 1.81 2.11 2.07 1.97 1.64 2.09 2.09 2.29 1.89 2.23 2.16 2.06 2.01 1.93 2.13
991 330
2.02
563 457 1 021 357
842 530 372 356
2.47 2.37 2.42 2.50
1 860 4 401 392 10 274 870
2.33
(1) Bij de omzetting van de private huishoudens per grootte op 1 januari 2004 naar de private huishoudens per aard en samenstelling op 1 januari 2004 werd een fout gegenereerd, waardoor de som van het aantal private huishoudens in de tabellen I 14 verschilt van deze in de tabellen I.15
55 HOOFDSTUK I
56
TABEL
I.16
AANTAL PERSONEN ingeschreven in het WACHTREGISTER naar GEMEENTE op 1 januari: evolutie
Eenheid : aantal personen Methodologische nota I.16 Bron : Rijksregister
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
22 52 53 2 730 243 91 14 6 814 160 102 407 55 210 188 79 23 87 21
120 20 38 2 075 356 79 50 2 765 116 42 657 123 309 473 65 15 63 20
134 15 33 2 937 270 74 47 7 741 40 37 547 97 290 574 58 14 49 20
397 23 46 8 703 312 150 135 23 731 64 179 1 247 148 415 1 094 62 18 54 19
939 40 84 20 460 566 242 239 52 895 164 293 2 207 469 649 2 649 100 25 61 77
2 414 112 199 23 883 1 128 518 783 149 1 570 490 530 3 756 1 361 1 625 5 182 315 42 182 77
2 543 117 174 13 320 1 156 413 1 030 203 1 707 619 630 3 388 1 327 1 652 5 676 301 44 227 74
2 488 108 163 14 930 1 063 406 911 208 1 654 660 590 3 088 1 178 1 507 5 266 285 65 197 88
2 396 104 168 8 166 890 348 781 181 1 497 618 397 2 693 1 064 1 394 5 004 296 63 175 75
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
5 357
5 388
5 984
13 820
30 211
44 316
34 601
34 855
26 310
500 232 732 284
319 341 660 168
379 302 681 207
752 582 1 334 279
1 366 1 150 2 516 419
2 270 2 006 4 276 718
2 517 2 067 4 584 818
2 817 2 026 4 843 933
3 072 1 899 4 971 918
15 433
15 567
13 383
25 062
56 015
88 386
91 591
95 677
83 172
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
HOOFDSTUK II
WERKGEVERS EN WERKNEMERS OPGENOMEN IN DE SOCIALE ZEKERHEID
HOOFDSTUK II
58
TABEL
II.1
Eenheden : aantal vestigingen, aantal werknemers, % vrouwen Methodologische nota II.1 Bron : RSZ
NAANTAL VESTIGINGEN, WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2000, 2001 en 2002
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN 2000
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST AANTAL AANTAL VESTIGINGEN WERKNEMERS 2001 2002 2000 2001
2002 %V
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van steenkool, bruinkool en turf Winning van metaalertsen Overige winning van delfstoffen Winning van delfstoffen Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding en bontnijverheid Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk Papier- en kartonnijverheid Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Chemische nijverheid Rubber- en kunststofnijverheid Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Metallurgie Vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van elektrische machines en apparaten Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers Vervaardiging van overige transportmiddelen Vervaardiging van meubels; overige industrie Recuperatie van recycleerbaar afval Industrie
85 2 87 0 0 0 2 2 412 4 46 138 32 33 38 550 3 86 36 50 13 187 75 1 44 10
90 2 92 0 0 0 2 2 404 1 46 130 31 34 36 534 2 91 36 42 13 178 64 1 45 8
94 1 95 0 0 0 2 2 385 1 43 119 28 33 31 501 2 89 33 46 11 170 60 1 39 9
291 4 295 0 0 0 51 51 894 640 218 324 224 294 763 747 29 985 332 135 416 173 373 8 248 521
292 4 296 0 0 0 51 51 5 144 427 255 1 267 221 301 735 6 498 57 5 706 345 1 112 422 3 731 2 528 9 2 207 1 172
77
75
70
431
17 8 154 21 2 035
19 9 153 19 1 971
18 13 148 21 1 871
8 120 2 078 1 098 182 43 233
4 1
6 4 1 4 2 2
295 2 297 0 0 0 50 50 160 159 234 156 202 305 704 273 140 507 368 037 349 176 396 9 185 031
14 100 15 34 0 0 34 34 32 35 50 56 56 22 24 38 37 43 46 26 32 9 12 33 16 21
440
468
31
7 649 1 985 1.019 133 43 363
6 542 2 089 988 133 41 611
6 4 13 15 25
5 1
6 5 1 4 2 2 1
40 41
E. F.
G. H.
I.
J.
K. L. M. N.
O. P. Q. Z.
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water 45 Bouwnijverheid 50 Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen 51 Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen 52 Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen 55 Hotels en restaurants 60 Vervoer te land 61 Vervoer over water (1) 62 Luchtvaart 63 Vervoerondersteunende activiteiten 64 Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie 65 Financiële instellingen 66 Verzekeringswezen 67 Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen 70 Verhuur en handel in onroerende goederen 71 Verhuur zonder bedieningspersoneel 72 Informatica en aanverwante activiteiten 73 Speur- en ontwikkelingswerk 74 Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 75 Openbaar bestuur 80 Onderwijs 85 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 90 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging 91 Diverse verenigingen 92 Recreatie, cultuur en sport 93 Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten 95 Particuliere huishoudens met werknemers 99 Extraterritoriale organisaties en lichamen 98 Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
14 8 22 1 624
13 8 21 1 686
13 9 22 1 634
3 1 4 16
372 418 790 589
869
869
815
6 825
3 254
3 177
3 099
3 999 8 122 2 743 526 1 59 432 299 1 317 483 125 482 1 090 2 211 162 591 108 4 533 7 605 617 940 2 185 44 1 875 1 257 871 4 047 701 232 3 33 372
4 071 8 117 2 812 550 4 53 424 313 1 344 467 122 463 1 052 2 215 157 649 101 4 645 7 767 635 920 2 202 50 1 920 1 258 878 4 106 717 234 3 33 681
4 054 7 968 2 812 582 4 52 408 308 1 354 431 119 456 1 006 2 193 159 624 115 4 620 7 711 605 936 2 199 47 1 983 1 292 855 4 177 710 244 3 33 349
600 547 147 969
25 18 23 7
6 651
6 560
17
38 146
37 449
36 782
35
25 70 21 15
26 71 21 16
27 70 21 16
62 44 42 14 17 56 54 32 28 44 46 48 45 58 37 26 49 52 49 45 62 74 6 57 43 71 48 70 67 72 46
878 849 194 703 2 1 018 4 348 24 378 45 449 44 403 16 913 4 783 66 099 5 804 1 560 8 970 1 893 66 105 84 332 94 616 49 160 50 342 2 252 12 278 16 629 2.975 34 134 1 002 2 777 4 387 589 299
3 1 4 17
482 494 976 640
999 099 341 496 7 1 079 4 288 25 472 47 342 42 338 16 658 5 131 64 127 5 532 1 602 10 072 2 240 70 283 89 729 97 182 49 176 52 522 2 641 12 675 16 824 2.935 35 075 1 039 2 895 1 340 599 193
3 1 5 16
021 363 690 751 6 1 052 4 008 25 182 46 999 47 742 16 688 5 222 69 652 5.589 1.600 10.530 2 429 63 657 83 805 101 417 50 407 52 929 2 680 13 181 16 889 2.900 35 650 1 045 3 353 1 187 602 571
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
59 HOOFDSTUK II
60
(VERVOLG 59)
RIJK NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN 2000
AANTAL VESTIGINGEN 2001
2002
2000
AANTAL WERKNEMERS 2001
2002 %V
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 6 357 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 224 Landbouw, jacht en bosbouw 6 581 Visserij 139 Winning van steenkool, bruinkool en turf 13 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 190 Winning van delfstoffen 203 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 6 509 Vervaardiging van tabaksproducten 35 Vervaardiging van textiel 1 267 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 742 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 119 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 916 Papier- en kartonnijverheid 297 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 2 505 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 29 Chemische nijverheid 751 Rubber- en kunststofnijverheid 683 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 1 263 Metallurgie 245 Vervaardiging van producten van metaal 3 791 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 1 291 Vervaardiging van kantoormachines en computers 16 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 474 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 112 Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken 626 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 406 Vervaardiging van overige transportmiddelen 192 Vervaardiging van meubels; overige industrie 1 971 Recuperatie van recycleerbaar afval 292 Industrie 24 532
6 319 226 6 545 140 14 0 174 188 6 334 30 1 226 692 110 882 286 2 477 28 774 679 1 241 247 3 808 1 305 18 467 109 616 400 187 1 957 289 24 162
6 389 214 6 603 136 12 0 172 184 6 222 30 1 165 642 103 853 278 2 418 26 744 661 1 242 231 3 817 1 292 21 440 109 616 402 180 1 900 281 23 673
29 512 611 30 123 555 81 0 4 099 4 180 86 477 2 802 41 287 10 699 2 135 11 635 17 088 32 138 3 693 70 230 26 836 32 900 38 224 60 018 42 483 477 24 640 19 620 6 622 55 603 17 736 23 386 3 558 630 287
29 088 601 29 689 828 70 0 3 289 3 359 86 955 2 661 38 744 9 544 2 046 11 761 16 046 32 432 3 819 72 827 26 242 33 116 39 137 61 670 43 383 428 25 875 19 542 7 436 56 460 17 549 24 949 3 159 635 781
29 039 576 29 615 632 64 0 3 060 3 124 87 585 2 303 36 978 8 684 1 858 11 598 15 401 30 934 4 033 71 465 24 548 32 465 37 785 60 537 42 028 437 24 580 17 219 7 319 53 863 16 747 23 736 3 130 615 233
31 13 31 6 8 0 9 9 35 58 40 83 49 13 20 37 15 26 22 11 7 11 11 42 22 31 34 12 6 24 22 23
40 41 E. F.
45 50 51 52
G. H. 55 60 61 62 63 64 I. 65 66 67 J. 70 71 72 73 74 K. L. 75 M. 80 N. 85 90 91 92 93 O. P. 95 Q. 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water (1) Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
212 151 363 27 169 10 019 21 590 37 650 69 259 21 192 6 152 177 119 3 115 1 543 11 106 4 612 349 3 753 8 714 7 747 999 2 586 393 21 962 33 687 7 058 7 837 14 537 674 7 973 6 107 7 109 21 863 2 282 251 43 256 816
217 144 361 27 163 9 879 21 422 37 434 68 735 21 458 6 230 186 118 3 142 1 581 11 257 4 742 343 3 717 8 802 7 741 1 002 2 864 382 22 305 34 294 7 210 7 785 14 569 721 8 100 6 267 7 090 22 178 2 214 253 43 257 357
192 147 339 26 842 9 730 21 270 37 529 68 .529 21 767 6 234 193 120 3 161 1 562 11 270 4 648 341 3 760 8 749 7 702 1 045 2 878 399 22 700 34 724 7 107 7 782 14 654 728 8 193 6 376 7 079 22 376 2 334 262 42 257 373
19 017 7 166 26 183 193 054 55 902 178 509 199 761 434 172 108 197 105 727 1 936 12 398 42 959 80 699 243 719 90 056 26 762 14 126 130 944 18 471 6 142 37 185 12 249 286 423 360 470 372 974 347 545 374 043 14 517 37 247 53 670 24 795 130 229 3 071 3 239 18 797 3 411 782
18 434 7 346 25 780 195 770 57 188 181 548 205 791 444 527 114 616 108 812 1 870 11 520 47 995 83 370 253 567 90 181 26 807 15 039 132 027 18 283 6 451 42 006 12 191 295 116 374 047 374 565 353 621 395 400 14 893 37 736 56 898 25 285 134 812 3 062 3 370 12 462 3 487 283
17 995 7 426 25 421 193 074 58 235 180 837 208 459 447 531 117 110 110 608 1 785 6 904 47 805 81 968 249 070 90 846 26 772 15 958 133 576 18 536 6 699 41 550 12 971 296 057 375 813 380 472 361 484 405 625 14 955 38 427 57 806 25 335 136 523 3 294 3 839 11 732 3 493 168
16 18 17 5 18 33 68 47 53 10 20 39 37 30 23 47 49 60 49 58 33 26 43 49 46 44 65 79 12 55 47 73 50 68 62 69 44
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
61 HOOFDSTUK II
62
TABEL
II.2
Eenheid : aantal vestigingen Methodologische nota II.2 Bron : RSZ
AANTAL VESTIGINGEN per GROOTTEKLASSEN naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002
GROOTTEKLASSEN : VAN ... TOT ... WERKNEMERS NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
1à4
10 à 19 5à9
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 72 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 1 Landbouw, jacht en bosbouw 73 Visserij 0 Winning van steenkool, bruinkool en turf 0 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 1 Winning van delfstoffen 1 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 232 Vervaardiging van tabaksproducten 0 Vervaardiging van textiel 29 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 70 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 15 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 21 Papier- en kartonnijverheid 11 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 301 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 0 Chemische nijverheid 24 Rubber- en kunststofnijverheid 16 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 23 Metallurgie 3 Vervaardiging van producten van metaal 84 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 20 Vervaardiging van kantoormachines en computers 0 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 14 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 3 Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken 50 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 6 Vervaardiging van overige transportmiddelen 2 Vervaardiging van meubels; overige industrie 112 Recuperatie van recycleerbaar afval 11 Industrie 1 047
50 à 99 20 à 49
200 à 499 > 1000 100 à 199 500 à 999
14 0 14 0 0 0 0 0 71 0 7 24 9 5 5 76 0 15 5 5 3 32 9 1 3
6 0 6 0 0 0 0 0 38 0 4 14 3 4 9 52 1 13 5 9 2 23 11 0 9 1
1 0 1 0 0 0 1 1 25 0 2 9 0 1 4 42 0 13 6 6 2 18 7 0 8 2
1 0 1 0 0 0 0 0 9 0 1 0 1 2 0 14 0 11 1 0 0 3 5 0 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 6 1 0 1 0 0 1 13 1 5 0 2 0 3 5 0 0 0
10
5
3
1
1
3 1 20 6 310
2 2 10 1 218
2 1 4 3 158
2 2 0 0 54
1 2 1 0 43
0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 1 0 0 1 2 0 6 0 1 1 3 3 0 3 1
1 2 1 0 29
Brussels Hoofdsted. Gewest
Rijk
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 2 0 0 0 4 0 0 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
94 1 95 0 0 0 2 2 385 1 43 119 28 33 31 501 2 89 33 46 11 170 60 1 39 9
6 389 214 6 603 136 12 0 172 184 6 222 30 1 165 642 103 853 278 2 418 26 744 661 1 242 231 3 817 1 292 21 440 109
0
0
70
616
0 1 0 0 11
1 0 0 0 1
18 13 148 21 1 871
402 180 1 900 281 23 673
40 41 E. F.
45 50 51 52
G. H. 55 60 61 62 63 64 I. 65 66 67 J. 70 71 72 73 74 K. L. 75 M. 80 N. 85 90 91 92 93 O. P. 95 Q. 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 5 Winning, zuivering en distributie van water 2 Productie en distributie van elektriciteit, gas en water 7 Bouwnijverheid 990 Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen 551 Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen 1 878 Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen 3 018 Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huisartikelen 5 447 Hotels en restaurants 1 858 Vervoer te land 366 Vervoer over water (1) 4 Luchtvaart 15 Vervoerondersteunende activiteiten 250 Post en telecommunicatie 168 Vervoer, opslag en communicatie 803 Financiële instellingen 190 Verzekeringswezen 33 Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen 332 Financiële instellingen 555 Verhuur en handel in onroerende goederen 2 026 Verhuur zonder bedieningspersoneel 96 Informatica en aanverwante activiteiten 359 Speur- en ontwikkelingswerk 58 Overige zakelijke dienstverlening 3 056 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 5 595 Openbaar bestuur 161 Onderwijs 295 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 1 108 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging 12 Diverse verenigingen 1 334 Recreatie, cultuur en sport 853 Overige diensten 708 Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten 2 907 Particuliere huishoudens met werknemers 677 Extraterritoriale organisaties en lichamen 162 Slecht gedefinieerde activiteiten 0 TOTAAL Brussels Hoofdstedelijk Gewest 21 686 TOTAAL Rijk 164 413
0 0 0 284
2 0 2 190
1 2 3 108
1 1 2 34
1 1 2 15
2 2 4 8
0 1 1 2
1 0 1 3
13 9 22 1 634
192 147 339 26 842
129
79
37
8
6
3
1
1
815
9 730
533
308
250
67
36
22
4
1
3,099
21 270
569 1 231 480 82 0 16 79 41 218 52 13 61 126 83 29 109 19 582 822 60 153 341 2 331 190 93 616 19 39 0 4,713 40 094
274 661 260 60 0 13 35 31 139 51 13 26 90 32 16 66 17 392 523 67 139 312 9 183 129 36 357 10 29 0 3,003 23 528
120 407 156 48 0 6 31 21 106 65 18 19 102 38 8 41 8 348 443 93 141 259 9 106 79 16 210 4 9 0 2,201 17 440
39 114 24 10 0 1 5 19 35 27 11 10 48 13 8 23 8 110 162 59 86 84 9 21 18 1 49 0 0 0 752 5 987
19 61 22 3 0 0 7 14 24 22 13 4 39 1 2 17 3 74 97 52 63 40 2 5 10 1 18 0 3 1 480 3 221
11 36 11 4 0 0 1 5 10 11 9 3 23 0 0 8 2 42 52 61 49 34 3 3 10 0 16 0 0 1 334 1 846
2 7 0 3 0 1 0 3 7 4 5
2 4 1 6 0 0 0 6 12 9 4 1 14 0 0 0 0 2 2 25 3 14 0 0 2 0 2 0 2 0 84 324
4,054 7,968 2 812 582 4 52 408 308 1 354 431 119 456 1 006 2 193 159 624 115 4 620 7 711 605 936 2 199 47 1 983 1 292 855 4 177 710 244 3 33 349
9 0 0 1 0 14 15 27 7 7 1 0 1 0 2 0 0 1 96 520
37 68 21 6
529 529 767 234 193 120 3 161 1 562 11 270 4 648 341 3 760 8 749 7 702 1 045 2 878 399 22 700 34 724 7,107 7,782 14,654 728 8,193 6,376 7,079 22,376 2,334 262 42 257,373
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
63 HOOFDSTUK II
64
TABEL
II.3
Eenheden : aantal werknemers en % vrouwen, hoofdarbeiders Methologische nota II.3 Bron : RSZ
AANTAL WERKNEMERS PERCENTAGE VROUWEN en HOOFDARBEIDERS op de PLAATS van TEWERKSTELLING per GROOTTEKLASSE van de VESTIGINGEN naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002
GROOTTEKLASSEN : VAN ... TOT ... WERKNEMERS EN % VROUWEN en HOOFDARBEIDERS NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
1-4 % V*
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 128 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 2 Landbouw, jacht en bosbouw 130 Visserij 0 Winning van steenkool, bruinkool en turf 0 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 4 Winning van delfstoffen 4 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 461 Vervaardiging van tabaksproducten 0 Vervaardiging van textiel 56 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 130 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 38 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 32 Papier- en kartonnijverheid 25 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 539 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 0 Chemische nijverheid 48 Rubber- en kunststofnijverheid 33 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 45 Metallurgie 7 Vervaardiging van producten van metaal 179 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 44 Vervaardiging van kantoormachines en computers 0 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 25 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 2 Vervaardiging van med.apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en uurwerken 90 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 11 Vervaardiging van overige transportmiddelen 3 Vervaardiging van meubels; overige industrie 203 Recuperatie van recycleerbaar afval 16 Industrie 1 987
5-9 % I**
10 - 19
%V
%I
20 - 49
%V
%I
%V
%I
9 100 10 0 0 45 0 61 61 37 28 36 49 44 36 13 14 11 23 0 20 0 34
9 100 11 100 100 41 23 37 13 16 44 76 63 39 27 0 20 34 24 0 14
72 0 72 0 0 0 0 0 463 0 39 145 50 32 33 488 0 103 30 32 17 203 60 9 22 0 64
29 0 29 0 0 46 0 72 61 62 9 52 41 0 42 40 16 29 13 17 33 9 0 31
21 21 45 26 13 26 9 21 66 69 40 19 88 22 33 100 32 47
69 0 69 0 0 0 0 0 515 0 33 159 48 57 137 710 18 202 71 118 32 318 138 0 115 4 62
9 0 9 0 0 40 0 24 62 67 5 34 33 17 37 31 14 6 18 17 0 18 0 18
9 9 35 48 31 35 18 33 55 0 72 46 27 9 30 38 30 0 58
22 0 22 0 0 0 46 46 717 0 52 194 0 41 116 1 252 0 426 174 174 72 559 212 0 252 68 118
18 0 18 37 37 29 0 71 39 0 24 21 40 0 45 65 40 8 11 16 0 16 24 24
27 27 100 100 26 29 19 56 41 71 74 61 75 31 29 51 41 76 84
9 33 24 13 39
0 67 24 31 43
21 9 124 36 1 980
10 0 16 22 37
52 100 19 36 43
25 27 105 9 2 903
4 11 27 22 31
28 67 60 44 43
69 37 79 72 4 684
7 8 13 11 31
67 100 16 8 51
➧
40 41 E. F.
45 50 51 52
G. H. 55 60 61 62 63 64 I. 65 66 67 J. 70 71 72 73 74 K. L. 75 M. 80 N. 85 90 91 92 93 O. P. 95 Q. 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 12 Winning, zuivering en distributie van water 3 Productie en distributie van elektriciteit, gas en water 15 Bouwnijverheid 1 745 Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen 999 Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen 3 472 Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen 5 306 Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen 9 777 Hotels en restaurants 3 324 Vervoer te land 618 Vervoer over water (1) 6 Luchtvaart 31 Vervoerondersteunende activiteiten 524 Post en telecommunicatie 256 Vervoer, opslag en communicatie 1 435 Financiële instellingen 387 Verzekeringswezen 59 Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen 606 Financiële instellingen 1 052 Verhuur en handel in onroerende goederen 2 568 Verhuur zonder bedieningspersoneel 174 Informatica en aanverwante activiteiten 618 Speur- en ontwikkelingswerk 111 Overige zakelijke dienstverlening 5 191 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 8 662 Openbaar bestuur 311 Onderwijs 568 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 2 021 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging 18 Diverse verenigingen 2 567 Recreatie, cultuur en sport 1 345 Overige diensten 1 207 Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten 5 137 Particuliere huishoudens met werknemers 832 Extraterritoriale organisaties en lichamen 313 Slecht gedefinieerde activiteiten 0 TOTAAL Brussels Hoofdstedelijk Gewest 37 313 TOTAAL Rijk 293 171
17 100 33 7
92 100 93 14
0 0 0 1 832
0 0 0 6
14
28 0 28 2 369
43 0 43 6
100 100 14
44 40 84 2 952
7 0 4 6
100 100 100 21
13
32
828
17
36
990
14
43
1 050
13
48
82 3,455 79 3,479 76 7 762 7 3 061 11 537 33 0 100 108 94 529 68 270 53 1 444 94 344 100 85 97 404 96 833 30 511 78 196 97 724 95 124 86 3 723 70 5 278 90 396 66 1 018 88 2 239 22 11 95 2 168 87 1 237 21 596 75 4 012 42 79 87 247 0 63 30 253 50 253 193
38 66 48 36 10 0 65 61 34 37 52 51 56 54 54 33 30 55 61 55 55 68 74 18 62 50 78 61 56 59 0 49 44
049 410 449 418 771 0 182 475 401 829 681 179 365 225 429 220 923 249 223 044 938 847 168 81 449 678 472 680 73 397 0 437 837
40 67 48 38 8 0 59 57 27 30 47 52 45 47 43 26 27 51 52 48 46 64 75 12 61 47 66 55 49 54 0 47 42
83 7 88 3 80 11 14 4 12 1 99 90 72 54 3 98 2 98 99 98 3 74 1 61 98 1 99 84 10 85 13 94 3 66 4 84 7 54 95 3 83 2 17 82 5 64 91 68 64 52 509
39 63 44 41 9 0 65 56 22 30 49 51 48 49 44 49 25 40 49 46 45 70 74 1 57 42 57 49 51 62 0 47 42
85 95 85 17 16 100 80 90 56 99 99 99 99 67 99 98 100 82 83 96 88 75 49 92 72 40 80 33 95 73 56
42 62 50 47 7 17 55 64 23 32 58 53 67 63 72 34 34 74 66 65 58 68 83 11 64 51 77 63 74 74 67 55 51
79 4 84 3 76 8 10 3 21 96 95 94 67 1 99 99 96 97 1 76 73 97 100 86 5 87 7 96 61 1 87 4 64 94 2 83 1 27 81 4 46 87 67 39 50 304
220 464 734 450 321 0 170 976 657 124 066 581 572 219 163 252 260 300 375 350 035 403 577 213 047 150 404 814 61 246 0 801 884
➧
* % V = % vrouwen ** % I = % hoofdarbeiders (1) uitgezonderd koopvaardij en binnenscheepvaart
65 HOOFDSTUK II
66
GROOTTEKLASSEN : VAN ... TOT ... WERKNEMERS EN % VROUWEN en HOOFDARBEIDERS NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 4 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 0 Landbouw, jacht en bosbouw 0 Visserij 4 Winning van steenkool, bruinkool en turf 0 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 0 Winning van delfstoffen 0 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 542 Vervaardiging van tabaksproducten 0 Vervaardiging van textiel 54 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 0 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 66 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 143 Papier- en kartonnijverheid 0 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 960 0 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Chemische nijverheid 752 Rubber- en kunststofnijverheid 60 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 0 Metallurgie 0 Vervaardiging van producten van metaal 196 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 323 Vervaardiging van kantoormachines en computers 0 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 82 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 95 Vervaardiging van med.apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en uurwerken 66 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 144 Vervaardiging van overige transportmiddelen 168 Vervaardiging van meubels; overige industrie 0 Recuperatie van recycleerbaar afva 0 Industrie 3 651
50 - 99
100 - 199
%V
%I
0 0 0 0 0 38 0 17 0 56 30 0 45 0 47 20 0 0 26 18 0 9 18 58
0 0 48 15 11 45 75 90 87 14 55 30 100 85
3 5 0 0 35
18 48 62
200 - 499
%V
%I
0 0 0 0 0 0 0 0 865 159 0 41 0 0 154 1 670 122 734 0 344 0 448 671 0 0 0 68
0 0 0 0 0 20 35 0 80 0 0 13 26 40 45 0 22 0 6 8 0 0 0 24
42 0 71 33 63 100 81 61 31 35 87
107 278 138 0 5 799
5 1 9 0 22
10 6 74 54
500 - 999
%V
%I
0 0 0 0 0 0 0 0 773 0 0 487 0 0 239 591 0 1 985 0 324 221 753 948 0 917 269 0
0 0 0 0 0 46 0 0 56 0 0 21 57 0 48 0 30 44 6 12 0 29 29 0
41 98 36 74 92 99 99 21 45 76 30 -
211 858 339 0 8 915
12 2 3 0 30
18 94 8 66
%V
%I
0 0 0 0 0 0 0 0 824 0 0 0 0 0 0 63 0 1 257 0 0 0 1 520 0 0 772 593 0
0 0 0 0 0 12 0 0 0 0 0 0 19 0 34 0 0 0 7 0 0 2 19 0
74 0 100 40 32 98 -
0 709 0 0 5 738
0 9 0 0 15
58 65
➧
40 41 E. F.
45 50 51 52
G. H. 55 60 61 62 63 64 I. 65 66 67 J. 70 71 72 73 74 K. L. 75 M. 80 N. 85 90 91 92 93 O. P. 95 Q. 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 77 Winning, zuivering en distributie van water 65 Productie en distributie van elektriciteit, gas en water 142 Bouwnijverheid 2 311 Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen 523 Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen. 4 666 Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen 2 292 Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen 7 481 Hotels en restaurants 1 641 Vervoer te land 644 Vervoer over water (1) 0 Luchtvaart 60 Vervoerondersteunende activiteiten 375 Post en telecommunicatie 1 392 Vervoer, opslag en communicatie 2 471 Financiële instellingen 1 966 Verzekeringswezen 836 Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen 737 Financiële instellingen 3 539 Verhuur en handel in onroerende goederen 803 Verhuur zonder bedieningspersoneel 523 Informatica en aanverwante activiteiten 1 517 Speur- en ontwikkelingswerk 644 Overige zakelijke dienstverlening 7 014 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 10 501 Openbaar bestuur 4.215 Onderwijs 6 107 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 5 573 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging 584 Diverse verenigingen 1 539 Recreatie, cultuur en sport 1 123 Overige diensten 87 Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten3 333 Particuliere huishoudens met werknemers 0 Extraterritoriale organisaties en lichamen 0 Slecht gedefinieerde activiteiten 0 TOTAAL Brussels Hoofdstedelijk Gewest 50 969 TOTAAL Rijk 401 836
32 8 21 7
100 100 100 34
107 100 207 1 598
21 20 21 8
100 100 100 41
800 539 1 339 1 275
28 29 28 12
100 95 98 79
0 800 800 1 708
0 11 11 7
94 94 99
12
61
796
23
79
796
22
70
547
20
75
34
84
4 920
32
87
5 379
33
96
2 253
26
100
99 1 604 95 4 404 28 0 31 1 776 0 501 100 0 97 2 501 69 4 778 100 2 957 100 3 204 100 0 100 6 161 0 0 100 706 89 0 72 9 605 77 10 311 89 19 294 99 5 022 76 3 474 40 675 100 0 81 624 0 76 1 299 0 0 50 750 84 63 739 68 308 481
49 34 0 7 0 55 0 33 25 50 45 0 47 0 0 40 0 52 51 42 50 81 9 0 44 0 26 0 0 70 41 43
100 97 49 100 98 80 100 100 100 100 72 74 88 99 92 35 95 64 48 85 74
62 41 43 5 0 8 42 32 26 50 56 56 52 43 35 25 52 48 44 47 65 73 7 52 46 57 42 0 0 0 47 46
94 2 86 8 30 2 30 100 80 98 2 78 3 100 3 100 1 99 100 5 62 81 100 2 97 80 8 83 12 92 7 95 9 70 4 54 98 75 1 36 81 2 79 64 62 426
781 497 785 531 0 0 815 030 376 106 742 570 418 115 235 461 479 853 143 233 152 817 256 721 429 134 540 0 472 120 157 540
57 39 46 20 0 0 38 25 27 49 45 41 47 70 43 25 50 49 44 50 70 71 8 49 35 51 37 0 51 67 46 45
91 3 87 9 28 3 50 1 95 96 1 88 2 99 3 99 2 100 99 6 23 100 100 2 100 84 11 87 13 88 18 96 15 73 7 59 98 97 2 27 90 4 100 83 82 93 65 505
594 769 009 271 0 0 314 371 956 452 330 843 625 0 0 321 522 079 922 138 141 741 842 690 566 0 098 0 0 317 245 137
64 44 42 12 0 0 72 29 26 46 47 49 47 0 0 23 43 49 44 52 65 77 1 31 49 0 36 0 0 78 49 46
➧
* % V = % vrouwen ** % I = % hoofdarbeiders (1) uitgezonderd koopvaardij en binnenscheepvaart
67 HOOFDSTUK II
68
GROOTTEKLASSEN : VAN ... TOT ... WERKNEMERS EN % VROUWEN en HOOFDARBEIDERS NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
>1000 %V
01 02 A. B.
05 10 13 14
C. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D.
Landbouw, jacht en aanverwante diensten Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van steenkool, bruinkool en turf Winning van metaalertsen Overige winning van delfstoffen Winning van delfstoffen Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding en bontnijverheid Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk Papier- en kartonnijverheid Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Chemische nijverheid Rubber- en kunststofnijverheid Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Metallurgie Vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van elektrische machines en apparaten Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Vervaardiging van med.apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en uurwerken Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers Vervaardiging van overige transportmiddelen Vervaardiging van meubels; overige industrie Recuperatie van recycleerbaar afval Industrie
Total Rijk
Total Brussels Hoofdstedelijk Gewest
%I
%V
%I
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-
295 2 297 0 0 0 50 50 5 160 159 234 1 156 202 305 704 6 273 140 5 507 368 1 037 349 4 176 2 396 9 2 185 1 031 468
14 100 15 34 0 0 34 34 32 35 50 56 56 22 24 38 37 43 46 26 32 9 12 33 16 21 31
13 100 14 100 100 45 94 26 57 21 34 35 67 87 89 59 69 74 30 43 100 51 79 63
5 954 0 0 0 5 954
6 0 0 0 6
12 12
6 542 2 089 988 133 41 611
6 4 13 15 25
13 66 28 21 51
29 039 576 29 615 632 64 0 3 060 3 124 87 585 2 303 36 978 8 684 1 858 11 598 15 401 30 934 4 033 71 465 24 548 32 465 37 785 60 537 42 028 437 24 580 17 219 7 319 53 16 23 3 615
863 747 736 130 233
%V
%I
31 13 31 6 8 0 9 9 35 58 40 83 49 13 20 37 15 26 22 11 7 11 11 42 22 31 34
6 14 6 5 20 23 23 33 34 16 25 24 19 26 54 75 57 31 25 29 22 33 72 38 61 47
12 6 24 22 23
15 66 19 18 34
40 41 E. F.
45 50 51 52
G. H. 55 60 61 62 63 64 I. 65 66 67 J. 70 71 72 73 74 K. L. 75 M. 80 N. 85 90 91 92 93 O. P. 95 Q. 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water (1) Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL Brussels Hoofdstedelijk Gewest TOTAAL Rijk
2 532 0 2 532 1 179
24 0 24 6
100 100 45
31
26
1 368 1 091 2 490 2 9 282 0 0 0 16 304 25 586 32 783 7 672 1 125 41 580 0 0 0 0 2 594 2 594 47 857 7 149 15 319 0 0 4 737 0 4 737 0 1 678 0 158 657 490 089
3 1 5 16
600 547 147 969
25 18 23 7
100 95 99 36
100
6 560
17
22
100
36 782
53 36 0 17 0 0 0 33 27 41 46 32 42 0 0 0 0 56 56 43 42 72 0 0 36 0 36 0 76 0 41 41
99 100 0 70 98 88 100 98 100 100 45 45 95 100 94 99 99 100 91 74
27 70 21 16 1 4 25 46 47 16 5 69 5 1 10 2 63 83 101 50 52 2 13 16 2 35 1 3 1 602
021 363 690 751 6 052 008 182 999 742 688 222 652 589 600 530 429 657 805 417 407 929 680 181 889 900 650 045 353 187 571
17 7 25 193
995 426 421 074
16 18 17 5
100 93 98 19
53
58 235
18
41
35
87
180 837
33
72
62 44 42 14 17 56 54 32 28 44 46 48 45 58 37 26 49 52 49 45 62 74 6 57 43 71 48 70 67 72 46 0
90 85 18 52 33 100 89 97 80 100 99 99 99 50 83 99 96 78 79 92 95 83 45 95 87 25 82 43 96 52 81 0 3
208 459 447 531 117 110 110 608 1 785 6 904 47 805 81 968 249 070 90 846 26 772 15 958 133 576 18 536 6 699 41 550 12 971 296 057 375 813 380 472 361 484 405 625 14 955 38 427 57 806 25 335 136 523 3 294 3 839 11 732
68 47 53 10 20 39 37 30 23 47 49 60 49 58 33 26 43 49 46 44 65 79 12 55 47 73 50 68 62 69 0 44
83 73 10 34 61 87 72 93 63 99 99 96 98 50 67 98 96 57 62 83 93 74 43 85 74 15 63 37 89 62 0 62
493 168
* % V = % vrouwen ** % I = % hoofdarbeiders (1) uitgezonderd koopvaardij en binnenscheepvaart
69 HOOFDSTUK II
70
TABEL
II.4
Eenheid : aantal vestigingen Methodologische nota II.4 Bron : RSZ
AANTAL VESTIGINGEN per BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL naar WERKGEMEENTE op 30 juni 2002
A et B Landbouw, jacht en bosbouw, visserij
C Winning van delfstoffen
E Electriciteit, gas, water
313 40 27 348 73 61 108 25 139 83 35 150 69 27 146 125 16 53 33
1
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
5 17 6 5 7
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
95
2
1 871
284 297 581 266
2 0 2 6
6 739
184
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
4 2 4 12 1 1 6 4 9 3 2 4 3
D Industrie
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
1
1
AANTAL VESTIGINGEN F G Bouwnijverheid Handel, reparatie auto's & huishoudel art.
H Hotels, restaurants
I Vervoer (1), opslag, communicatie
J Financiële instellingen
205 63 34 272 79 54 113 26 108 57 20 82 61 21 175 120 37 64 43
902 189 124 2 109 286 174 294 79 735 210 59 438 333 108 584 630 101 386 227
174 61 34 998 108 54 41 31 350 70 16 62 168 72 173 187 49 105 59
103 32 24 385 52 43 64 19 110 43 18 99 50 42 108 77 20 41 24
52 34 16 376 39 22 21 12 69 18 11 31 32 30 46 62 41 52 42
22
1 634
7 968
2 812
1 354
1 006
1 024 699 1 723 661
23 14 37 12
1 198 941 2 139 910
3 2 6 2
819 626 445 426
866 895 1 761 543
911 381 1 292 297
417 355 772 269
23 673
339
26 842
68 529
21 767
11 270
8 749
1 13 2
2
2 1
AANTAL VESTIGINGEN N O Gezondheid, Gemeensch., maatschappel. sociale en persoons dienstverl. voorzieningen
K Onroer. goed.,huur, diensten aan bedrijven
L Openbaar bestuur
M Onderwijs
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
404 232 75 2 020 336 175 300 68 823 149 83 286 321 135 564 741 217 441 341
27 21 13 202 32 25 27 11 31 19 7 25 30 29 33 26 9 20 18
61 30 23 191 51 19 34 23 82 29 21 45 43 26 82 58 22 53 43
126 45 35 472 130 24 90 38 223 80 19 104 133 73 179 181 44 115 88
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
7 711
605
936
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
1 1 3 1
876 299 175 397
386 305 691 313
34 724
7 107
Rijk
PQZ Overige
TOTAAL
186 78 39 1 543 164 64 105 46 405 84 37 143 196 120 370 225 61 183 128
2 15 1 388 42 7 12 1 99 2 3 7 14 21 29 170 23 29 92
2 560 842 450 9 330 1 395 723 1 215 383 3 185 847 331 1 476 1 453 704 2 494 2 621 646 1 549 1 145
2 199
4 177
957
33 349
346 366 712 292
546 600 1 146 511
813 774 1 587 754
188 86 274 166
12 9 22 8
7 782
14 654
22 376
2 638
699 638 337 823
257 373
71 HOOFDSTUK II
72
TABEL
II.5
Eenheid : aantal werknemers Methodologische nota II.5 Bron : RSZ
AANTAL WERKNEMERS per BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL naar WERKGEMEENTE op 30 juni 2002
A en B Landbouw, jacht en bosbouw, visserij
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
C Winning van delfstoffen
24 15 9 34 0 1 15 4 22 7 5 14 8 17 36 35 32 19
4
46
297
50
1 108 1 532 2 640 740
22 0 22 124
30 247
3 124
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
D Industrie
E Electriciteit, gas, water
5 730 409 217 8 772 1 103 1 873 8 638 462 2 518 959 482 1 945 1 150 163 1 590 3 218 661 1 311 410
44 3 4 879 85
5
120 11
AANTAL WERKNEMERS F G Bouwnijverheid Handel, reparatie. auto's & huishoudel. art. 1 542 748 424 4 969 458 736 1 265 250 799 219 169 583 1 322 130 1 321 736 248 819 231
10 2 1 19 1 5 2 4 1 3 2 4 3 1 4 1
H Hotels, restaurants
I Vervoer (1), opslag, communicatie
J Financiële instellingen
252 017 167 816 314 132 729 362 874 474 177 657 185 648 123 830 039 337 230
1 056 793 166 9 573 935 475 222 187 1 933 320 25 402 1 483 1 079 602 1 168 229 715 327
4 577 1 422 142 19 133 427 4 077 824 69 2 595 269 395 1 656 2 208 629 6 453 555 179 1 074 315
939 1 130 139 41 754 3 388 953 180 130 2 409 153 36 7 033 556 4 248 301 608 3 919 783 993 69 652
41 611
5 147
16 969
70 363
21 690
46 999
26 15 42 15
591 714 305 376
641 857 1 498 519
6 5 12 5
46 16 62 16
6 4 11 3
26 7 33 5
615 233
25 421
890 653 543 301
193 074
304 350 654 404
447 531
394 647 041 247
117 110
769 163 932 599
2 859 5 251 8 110 1 655
249 070
133 576
AANTAL WERKNEMERS N O Gezondheid, Gemeensch., maatschappel. sociale en persoons dienstverl. voorzieningen
K Onroer. goed.,huur, diensten aan bedrijven
L Openbaar bestuur
M Onderwijs
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
5 372 3 294 448 31 059 3 181 3 136 1 858 337 7 169 1 285 302 2 338 2 688 1 112 5 894 4 115 1 855 6 392 1 970
1 615 547 311 56 919 5 299 7 652 1 818 329 6 221 708 243 3 658 4 351 2 940 3 392 1 825 477 1 341 1 771
3 764 935 520 17 294 1 931 561 1 013 722 4 709 1 756 609 1 580 1 513 763 3 114 2 893 991 3 689 2 050
5 579 397 1 151 12 776 3 701 437 938 675 3 730 3 705 212 1 935 1 903 1 409 2 466 4 181 871 6 145 718
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
83 805
101 417
50 407
52 929
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
40 14 54 10
11 19 30 13
10 22 32 9
Rijk
535 058 593 529
375 813
13 12 26 9
393 762 155 967
380 472
043 534 577 693
361 484
654 046 700 339
405 625
PQZ Overige
TOTAAL
943 592 260 14 851 701 375 642 215 2 200 307 84 998 1 262 766 7 525 1 114 265 1 262 1 288
3 54 1 4 566 136 16 25 1 175 5 2 12 32 41 47 227 48 43 151
41 440 12 353 4 958 246 399 22 659 25 424 20 167 3 743 39 359 11 167 2 741 25 811 20 661 13 928 36 845 24 626 10 817 28 000 11 473
35 650
5 585
602 571
4 5 9 3
613 102 715 596
292 218 510 838
136 523
18 865
198 130 328 96
108 887 995 927
3 493 168
73 HOOFDSTUK II
74
TABEL
II.6
Eenheden : aantal vestigingen en aantal werknemers Methodologische nota II.6 Bron : RSZ
AANTAL VESTIGINGEN en WERKNEMERS naar PLAATS van TEWERKSTELLING en naar SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs) : referentiejaren op 30 jun WERKPLAATS
SECTOREN 1990
AANTAL VESTIGINGEN (1) 1995 2000 2001
2002
1990
AANTAL WERKNEMERS (1) 1995 2000 2001
2002
Brussels Hoofdstedel. Gewest
privé overheid en onderwijs totaal
31 937 1 789 33 726
30 690 2 115 32 805
31 211 2 161 33 372
31 485 2 196 33 681
31 128 2 221 33 349
378 731 203 998 582 729
338 268 221 979 560 247
382 637 206 662 589 299
376 792 222 401 599 193
374 782 227 789 602 571
arr. Halle-Vilvoorde
privé overheid en onderwijs totaal
9 715 910 10 625
10 848 962 11 810
11 734 932 12 666
11 810 936 12 746
11 787 912 12 699
116 454 36 687 153 141
126 268 37 808 164 076
166 911 29 747 196 658
172 935 30 662 203 597
166 909 31 199 198 108
arr. Leuven
privé overheid en onderwijs totaal
7 297 807 8 104
8 026 872 8 898
8 721 829 9 550
8 684 852 9 536
8 788 850 9 638
69 068 41 489 110 557
72 082 44 026 116 108
89 019 39 006 128 025
85 811 45 980 131 791
84 389 46 498 130 887
Vlaams-Brabant
privé overheid en onderwijs totaal
17 012 1 717 18 729
18 874 1 834 20 708
20 455 1 761 22 216
20 494 1 788 22 282
20 575 1 762 22 337
185 522 78 176 263 698
198 350 81 834 280 184
255 930 68 753 324 683
258 746 76 642 335 388
251 298 77 697 328 995
Waals-Brabant / arr. Nijvel
privé overheid en onderwijs totaal privé overheid en onderwijs totaal
6 219 676 6 895 216 239 18 503 234 742
6 900 774 7 674 226 081 20 436 246 517
7 810 743 8 553 237 467 19 349 256 816
7 986 754 8 740 237 812 19 545 257 357
8 062 761 8 823 237 835 19 538 257 373
Rijk
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
49 22 72 2 197 946 3 144
998 895 893 259 772 031
55 25 80 2 171 1 015 3 186
443 486 929 007 700 707
65 27 92 2 395 1 016 3 411
412 258 670 364 418 782
67 28 95 2 434 1 052 3 487
785 147 932 335 948 283
67 29 96 2 421 1 071 3 493
800 127 927 744 424 168
TABEL
II.7
Eenheden : aantal vestigingen, aantal werknemers en % vrouwen Methodologische nota II.7 Bron : RSZ
NAANTAL VESTIGINGEN, WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING per SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs) naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL op 30 juni 2002
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
AANTAL VESTIGINGEN PRIVE OPENBAAR
TOTAAL
AANTAL WERKNEMERS PRIVE
OPENBAAR %V
1 2 A B
5 10 13 14
C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 94 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 1 Landbouw, jacht en bosbouw 95 Visserij 0 Winning van steenkool, bruinkool en turf 0 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 2 Winning van delfstoffen 2 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 385 Vervaardiging van tabaksproducten 1 Vervaardiging van textiel 43 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 119 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 28 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 33 Papier- en kartonnijverheid 31 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 499 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 2 Chemische nijverheid 89 Rubber- en kunststofnijverheid 33 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 46 Metallurgie 11 Vervaardiging van producten van metaal 170 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 60 Vervaardiging van kantoormachines en computers 1 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 39 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 9 Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken 70 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 18 Vervaardiging van overige transportmiddelen 6 Vervaardiging van meubels; overige industrie 147 Recuperatie van recycleerbaar afval 21 Industrie 1 861
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 7 1 0 10
94 1 95 0 0 0 2 2 385 1 43 119 28 33 31 501 2 89 33 46 11 170 60 1 39 9 70 18 13 148 21 1 871
295 2 297 0 0 0 50 50 5 160 159 234 1 156 202 305 704 6 008 140 5 507 368 1 037 349 4 176 2 396 9 2 185 1 031 468 6 542 748 850 133 39 867
14 100 15 0 0 0 34 34 32 35 50 56 56 22 24 39 37 43 46 26 32 9 12 33 16 21 31 6 9 14 15 25
TOTAAL %V
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 265 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 341 138 1 744
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 28 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 9 0 6
%V
295 2 297 0 0 0 50 50 5 160 159 234 1 156 202 305 704 6 273 140 5 507 368 1 037 349 4 176 2 396 9 2 185 1 031 468 6 542 2 089 988 133 41 611
14 100 15 0 0 0 34 34 32 35 50 56 56 22 24 38 37 43 46 26 32 9 12 33 16 21 31 6 4 13 15 25
75 HOOFDSTUK II
76
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
AANTAL VESTIGINGEN PRIVE OPENBAAR
TOTAAL
AANTAL WERKNEMERS PRIVE
OPENBAAR %V
40 41 E F
G H
45 50 51 52 55 60 61 62 63 64
I 65 66 67 J 70 71 72 73 74 K L M N
O P Q Z.
75 80 85 90 91 92 93 95 99 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water (1) Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
12 2 14 1 629 815 3 099 4 054 7 968 2 804 555 3 52 404 251 1 265 419 116 456 991 2 192 159 621 92 4 596 7 660 107 0 2 025 21 1 937 1 205 833 3 996 710 1 0 31 128
1 7 8 5 0 0 0 0 8 27 1 0 4 57 89 12 3 0 15 1 0 3 23 24 51 498 936 174 26 46 87 22 181 0 243 3 2 221
13 9 22 1 634 815 3 099 4 054 7 968 2 812 582 4 52 408 308 1 354 431 119 456 1 006 2 193 159 624 115 4 620 7 711 605 936 2 199 47 1 983 1 292 855 4 177 710 244 3 33 349
3 599 3 3 602 14 962 6 560 36 782 27 021 70 363 21 644 3 992 4 1 052 3 623 7 722 16 393 45 027 16 332 5 222 66 581 5 511 1 600 10 381 934 61 280 79 706 5 038 0 30 694 328 12 669 8 820 2 722 24 539 1 045 1 374 782
25 100 25 7 17 35 62 44 42 9 25 56 57 35 35 44 46 48 45 58 37 26 58 52 49 57 0 74 13 59 43 75 54 70 0 0 44
TOTAAL %V
1 1 2
12
17 30 2
1 544 545 007 0 0 0 0 46 759 2 0 385 460 606 715 356
3 071 78 0 149 1 495 2 377 4 099 96 379 50 407 22 235 2 352 512 8 069 178 11 111 0 3 352 1 187 227 789
0 17 17 6 0 0 0 0 67 15 0 0 31 31 24 40 49 0 41 58 0 25 44 61 53 45 62 75 4 17 43 7 33 0 67 72 48
%V
3 1 5 16 6 36 27 70 21 16 1 4 25 46 47 16 5 69 5 1 10 2 63 83 101 50 52 2 13 16 2 35 1 3 1 602
600 547 147 969 560 782 021 363 690 751 6 052 008 182 999 742 688 222 652 589 600 530 429 657 805 417 407 929 680 181 889 900 650 045 353 187 571
25 18 23 7 17 35 62 44 42 14 17 56 54 32 28 44 46 48 45 58 37 26 49 52 49 45 62 74 6 57 43 71 48 70 67 72 46
TABEL II.7 (vervolg) RIJK NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
AANTAL VESTIGINGEN PRIVE OPENBAAR
TOTAAL
AANTAL WERKNEMERS PRIVE
OPENBAAR %V
1 2 A B
5 10 13 14
C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 6 389 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 213 Landbouw, jacht en bosbouw 6 602 Visserij 135 Winning van steenkool, bruinkool en turf 12 Winning van metaalertsen 0 Overige winning van delfstoffen 171 Winning van delfstoffen 183 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 6 213 Vervaardiging van tabaksproducten 30 Vervaardiging van textiel 1 165 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 642 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 103 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 853 Papier- en kartonnijverheid 278 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 2 416 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 26 Chemische nijverheid 744 Rubber- en kunststofnijverheid 661 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 1 242 Metallurgie 231 Vervaardiging van producten van metaal 3 817 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 1 292 Vervaardiging van kantoormachines en computers 21 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 440 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 109 Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken 616 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 402 Vervaardiging van overige transportmiddelen 153 Vervaardiging van meubels; overige industrie 1 899 Recuperatie van recycleerbaar afval 279 Industrie 23 632
0 1 1 1 0 0 1 1 9 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 27 1 2 41
6 389 214 6 603 136 12 0 172 184 6 222 30 1 165 642 103 853 278 2 418 26 744 661 1 242 231 3 817 1 292 21 440 109 616 402 180 1 900 281 23 673
29 039 575 29 614 630 64 0 3 040 3 104 87 513 2 303 36 978 8 684 1 858 11 598 15 401 30 669 4 033 71 465 24 548 32 465 37 785 60 537 42 028 437 24 580 17 219 7 319 53 863 9 430 23 598 3 126 607 437
31 13 31 6 8 0 9 9 35 58 40 83 49 13 20 37 15 26 22 11 7 11 11 42 22 31 34 12 10 24 22 23
TOTAAL %V
0 1 1 2 0 0 20 20 72 0 0 0 0 0 0 265 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 7 317 138 4 7 796
0 100 100 50 0 0 10 10 19 0 0 0 0 0 0 28 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 9 0 3
%V
29 039 576 29 615 632 64 0 3 060 3 124 87 585 2 303 36 978 8 684 1 858 11 598 15 401 30 934 4 033 71 465 24 548 32 465 37 785 60 537 42 028 437 24 580 17 219 7 319 53 863 16 747 23 736 3 130 615 233
31 13 31 6 8 0 9 9 35 58 40 83 49 13 20 37 15 26 22 11 7 11 11 42 22 31 34 12 6 24 22 23
77 HOOFDSTUK II
78
RIJK NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
AANTAL VESTIGINGEN PRIVE OPENBAAR
TOTAAL
AANTAL WERKNEMERS PRIVE
OPENBAAR %V
40 41 E F
G H
45 50 51 52 55 60 61 62 63 64
I 65 66 67 J 70 71 72 73 74 K L M N
O P Q Z.
75 80 85 90 91 92 93 95 99 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water (1) Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
164 7 171 26 816 9 730 21 270 37 529 68 529 21 694 5 891 188 120 3 007 792 9 998 4 620 304 3 759 8 683 7 690 1 045 2 866 332 22 627 34 560 1 003 0 13 176 515 7 572 5 271 6 959 20 317 2 334 1 1 237 835
28 140 168 26 0 0 0
1
6 7 1
1 2
19
73 343 5 0 154 770 272 28 37 1 66 12 0 12 67 73 164 104 782 478 213 621 105 120 059 0 261 41 538
192 15 249 147 17 339 15 266 26 842 183 818 9 730 58 235 21 270 180 837 37 529 208 459 68 529 447 531 21 767 116 577 6 234 67 877 193 1 545 120 6 904 3 161 41 354 1 562 17 632 11 270 135 312 4 648 87 490 341 25 110 3 760 15 952 8 749 128 552 7 702 18 146 1 045 6 699 2 878 40 576 399 6 728 22 700 286 706 34 724 358 855 7 107 16 447 7 782 0 14 654 276 700 728 7 003 8 193 34 446 6 376 32 548 7 079 24 606 22 376 98 603 2 334 3 294 262 1 42 3 257 373 2 421 744
17 29 17 5 18 33 68 47 52 10 23 39 40 33 24 47 50 61 49 58 33 26 43 48 46 62 0 78 16 60 44 74 55 68 0 0 40 1
TOTAAL %V
2 7 10 9
746 409 155 256 0 0 0
533 42 731 240 0 6 451 64 336 113 758 3 356 1 662 6 5 024 390 0 974 6 243 9 351 16 958 364 025 361 484 128 925 7 952 3 981 25 258 729 37 920 0 3 838 11 729 071 424
13 18 17 3 0 0 0 0 73 11 5 0 20 30 22 41 43 50 42 52 0 34 42 63 53 43 65 80 8 13 50 11 37 0 62 69 52 3
%V
17 995 7 426 25 421 193 074 58 235 180 837 208 459 447 531 117 110 110 608 1 785 6 904 47 805 81 968 249 070 90 846 26 772 15 958 133 576 18 536 6 699 41 550 12 971 296 057 375 813 380 472 361 484 405 625 14 955 38 427 57 806 25 335 136 523 3 294 3 839 11 732 493 168
16 18 17 5 18 33 68 47 53 10 20 39 37 30 23 47 49 60 49 58 33 26 43 49 46 44 65 79 12 55 47 73 50 68 62 69 44
TABEL
II.8
Eenheden : aantal werknemers en % vrouwen Methodologische nota II.8 Bron : RSZ
AANTAL WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL en naar SECTOR (privé- of overheidssector-onderwijs op 30 juni 2002
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES TOTAAL
%V
TOTAAL
%V
privé openbaar TOTAL
297 0 297
15 0 15
29 614 1 29 615
31 100 31
privé openbaar TOTAAL
0 0 0
0 0 0
630 2 632
6 50 6
C WINNING VAN DELFSTOFFEN
privé openbaar TOTAAL
50 0 50
34 0 34
3 104 20 3 124
9 10 9
D INDUSTRIE
privé openbaar TOTAAL
39 867 1 744 41 611
25 6 25
607 437 7 796 615 233
23 3 23
E
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, GAS EN WATER
privé openbaar TOTAAL
3 602 1 545 5 147
25 17 23
15 266 10 155 25 421
17 17 17
F
BOUWNIJVERHEID
privé openbaar TOTAAL
14 962 2 007 16 969
7 6 7
183 818 9 256 193 074
5 3 5
G GROOT- EN KLEINHANDEL; REPARATIE VAN AUTO'S EN HUISHOUDEL. ART.
privé openbaar TOTAAL
70 363 0 70 363
44 0 44
447 531 0 447 531
47 0 47
H HOTELS EN RESTAURANTS
privé openbaar TOTAAL
21 644 46 21 690
42 67 42
116 577 533 117 110
52 73 53
A
B
LANDBOUW, JACHT EN BOSBOUW
VISSERIJ
79 HOOFDSTUK II
80
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES I
VERVOER, OPSLAG EN COMMUNICATIE (1)
TOTAAL
%V
TOTAAL
%V
privé openbaar TOTAAL
16 393 30 606 46 999
35 24 28
135 312 113 758 249 070
24 22 23
J
FINANCIËLE INSTELLINGEN
privé openbaar TOTAAL
66 581 3 071 69 652
45 41 45
128 552 5 024 133 576
49 42 49
K
ONROERENDE GOEDEREN, VERHUUR EN DIENSTEN AAN BEDRIJVEN
privé openbaar TOTAAL
79 706 4 099 83 805
49 53 49
358 855 16 958 375 813
46 53 46
L
OPENBAAR BESTUUR
privé openbaar TOTAAL
5 038 96 379 101 417
57 45 45
16 447 364 025 380 472
62 43 44
M ONDERWIJS
privé openbaar TOTAAL
0 50 407 50 407
0 62 62
0 361 484 361 484
0 65 65
N GEZONDHEIDSZORG EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
privé openbaar TOTAAL
30 694 22 235 52 929
74 75 74
276 700 128 925 405 625
78 80 79
O GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN, SOCIAAL-CULT. EN PERS. DIENSTEN
privé openbaar TOTAAL
24 539 11 111 35 650
54 33 48
98 603 37 920 136 523
55 37 50
P
privé openbaar TOTAAL
1 045 0 1 045
70 0 70
3 294 0 3 294
68 0 68
Q EXTRATERRITORIALE ORGANISATIES EN LICHAMEN
privé openbaar TOTAAL
1 3 352 3 353
0 67 67
1 3 838 3 839
0 62 62
Z
privé openbaar TOTAAL
0 1 187 1 187
0 72 72
3 11 729 11 732
0 69 69
privé openbaar TOTAAL
374 782 227 789 602 571
44 48 46
2 421 744 1 071 424 3 493 168
40 52 44
PARTICULIERE HUISHOUDENS MET WERKNEMERS
VAAG OMSCHREVEN ACTIVITEITEN
TOTAAL
(1) uitgezonderd koopvaardij, binnenscheepvaart en de sportmonitoren bij BLOSO en ADEPS
TABEL
II.9
Eenheid : aantal werknemers en % vrouwen van de overheidssector en het onderwijs Methodologische nota II.9 Bron : RSZ
AANTAL WERKNEMERS en PERCENTAGE VROUWEN van de OVERHEIDSSECTOR en het ONDERWIJS op de PLAATS van TEWERKSTELLING naar INRICHTENDE MACHT en INSTELLING : referentiejaren op 30 juni INRICHTENDE MACHTEN
INSTELLINGEN 1990
Staat, gemeenschappen en gewesten
leger rijkswacht administratie onderwijs ondernemingen andere diensten federale autonome overheidsbedrijven totaal
Provinciën (1):
Gemeenten (1):
Onderwijs nev (2):
Religieus personeel nev (2):
11 5 42 7 45 17
680 234 524 688 433 131
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2001 2002 %V 10 5 47 10 49 11
548 245 525 722 734 338
10 8 47 9 11 13 28
134 063 153 043 493 578 042
9 8 47 8 17 16 27
1990
966 050 855 937 030 145 788
10 011 8 685 50 847 9 185 16 628 15 782 27 777
19 21 52 60 27 48 26
44 17 101 77 130 41
851 019 708 455 509 432
1995
47 17 110 86 165 35
476 266 240 376 031 763
ROYAUME 2000 2001
45 21 114 88 28 39 107
066 527 407 869 250 667 764
44 21 116 90 36 44 107
047 924 208 891 433 200 707
2002 %V 44 20 119 92 36 45 108
217 912 741 348 691 164 150
11 13 49 62 23 58 21
129 690
135 112
127 506
135 771
138 915
39
412 974
462 152
445 550
461 410
467 223
39
administratie onderwijs
1 569 595
6 50
127 0
127 0
113 0
59 0
11 239 11 983
10 076 3 531
17 261 1 442
17 250 1 549
17 698 1 666
57 62
totaal
2 164
56
127
127
113
59
23 222
13 607
18 703
18 799
19 364
57
078 036 810 375
43 83 18 70
83 21 17 112
administratie onderwijs ondernemingen OCMW en andere diensten
11 4 1 14
996 833 337 341
11 2 1 14
879 990 327 571
15 2 1 13
346 015 639 720
16 1 2 13
189 916 250 935
16 2 1 15
134 463 851 663
82 17 17 116
220 371 171 076
111 10 17 135
107 451 316 476
totaal
32 507
30 767
32 720
34 290
35 299
56
235 111
232 838
274 350
kleuter en lager ander
7 413 26 594
9 012 36 279
9 663 28 028
9 871 36 627
10 134 37 320
83 60
74 879 166 076
85 910 190 889
totaal
34 007
45 291
37 691
46 498
47 454
65
240 955
276 799
109 10 24 135
913 939 275 459
114 11 18 142
764 385 382 263
39 83 30 76
280 586
286 794
59
90 092 160 323
92 406 178 618
95 201 182 023
82 59
250 415
271 024
277 224
67
600
548
471
444
448
8
4 849
4 297
3 728
3 596
3 495
6
BTK, DAC en jongerenstage (3)
2 510
7 032
4 387
1 340
1 187
72
24 030
21 724
18 796
12 462
11 729
69
Internationale instellingen
2 520
3 173
3 760
3 931
4 373
68
5 631
4 283
4 876
5 071
5 595
66
203 998
221 979
206 662
222 401
227 789
48
946 772 1 015 700 1 016 418 1 052 948
1 071 424
52
TOTAAL
(1) De cijfers met betrekking op de provincies en de gemeenten zijn het resultaat van schattingen, die werden aangepast als gevolg van de splitsing van Brabant. (2) nev : niet elders vermeld (3) BTK = Bijzonder Tijdelijk Kader ; DAC = Derde Arbeidscircuit
81 HOOFDSTUK II
82
TABEL
II.10
Eenheid: aantal werknemers Methodologische nota II.10 Bronnen : MBHG- Directie Gewestelijke Ambtenarenzaken en Bestuur Plaatselijke besturen
AANTAL WERKNEMERS in de BRUSSELSE ADMINISTRATIES (2) op 30 Juni 2003 en 2004
rechtstreeks in de centrale administratie Ministerie NB CIBG BGHGT BIM DBDMH BGHM BGDA Haven van Brussel GOMB GIMB MIVB
Pararegionale Instellingen (1) Anderlecht Ouderghem Sint-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg Sint-Jans-Molenbeek Sint-Gillis Sint-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe
Gemeenten
2003 1 412 150
2004 1 477
onderwijs en opleidings-diensten (2) 2003
2004
2003
2004
1 897
2 039
1 142 79 649
1 012 84 639
openbaar vervoer 2003
2004
andere diensten (buiten opleiding) 2003
Totaal
2004
2003
164
121 15
119 16
286 ADM 1 215 329 325 3 211 586 381 570 161 1 308 556 159 599 638 649 1 077 694 303 994 522 14 277
299 ADM 1 237 330 203 3 376 583 464 589 155 1 343 492 160 1 011 731 437 1 102 714 262 491 557 14 237
15 975
16 013
3 767 OCMV (3) 345 111 258 1 787 369 151 247 152 447 195 93 416 356 205 403 320 136 96 171
Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (3)
TOTAAL BRUSSELSE ADMINISTRATIES
sociale diensten en gezondheidsdiensten
..
..
3 774 OCMV (3) 347 79 95 1 184 369 109 144 122 315 121 73 318 171 134 210 213 118 35 119
6 258
4 277
10 025
8 051
6 041 6 041
6 014 6 014
586
615
133
127
719
742 ADM 1 215 329 325 3 211 586 381 570 161 1 308 556 159 599 638 649 1 077 694 303 994 522 14 277
6 041
6 014
719
742
2004
1 412 1 897 150 0 586 1 142 79 649 133 121 15 6 041 10 813 OCMV (3) 345 111 258 1 787 369 151 247 152 447 195 93 416 356 205 403 320 136 96 171
ADM 1 237 330 203 3 376 583 464 589 155 1 343 492 160 1 011 731 437 1 102 714 262 491 557 14 237
1 477 2 039 164 0 615 1 012 84 639 127 119 16 6 014 10 829 OCMV (3) 347 79 95 1 184 369 109 144 122 315 121 73 318 171 134 210 213 118 35 119
6 258
4 277
32 760
30 820
(1) Net Brussel NB - Centrum voor Informatica voor het Brusselse gewest CIBG - Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën BGHGT - Brussels Instituut voor Milieubeheer BIM - Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp DBDMH - Brusselse Gewestelijke Huisverstingsmaatschappij BGHM Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling BGDA - Gewestelijke Venootschap van de Haven van Brussel - Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het BHG GOMB - Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel GIMB - Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel MIVB (2) Behalve de tewerkstelling in het gewestelijk en gemeentelijk onderwijs (3) Volledige tewerkstelling in voltijdse eenheden in 2003 en organiek kader in 2004
HOOFDSTUK III
WERKLOOSHEID
HOOFDSTUK III
Erratum Tabel III.7 blz. 96
Uitgave 2005 Eenheid : aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en ingeschreven niet werkende werkzoekenden Methodologische nota III.7 Bron : RVA
Tabel III.7 WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN en INGESCHREVEN NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN per GESLACHT en naar BEDRIJFSSECTOR op 30 juni: referentiejaren WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
BEDRIJFSTAKKEN VAN DE LAATSTE BETREKKING
1995 M
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij
2000
V
T
M
2002
V
T
H
2003
F
T
M
2004
V
T
M
V
T
154
29
183
160
34
194
167
33
200
172
26
198
191
21
212
43
22
65
23
17
40
17
11
28
21
13
34
28
13
41
6.200
3.460
9.660
3.897
2.123
6.020
3.243
1.676
4.919
3.342
1.760
5.102
3.372
1.801
5.173
55
41
96
45
20
65
57
13
70
76
11
87
93
14
107
Bouwnijverheid
4.448
333
4.781
3.103
173
3.276
2.877
147
3.024
3.066
151
3.217
3.311
177
3.488
Handel (1) reparatie auto’s en huishoudelijke artik.
2.828
4.828
7.656
1.867
3.313
5.180
1.723
2.606
4.329
1.853
2.967
4.820
1.942
3.095
5.037
Hotels en restaurants
2.524
2.286
4.810
2.219
2.038
4.257
2.001
1.632
3.633
2.199
1.877
4.076
2.421
1.969
4.390
Vervoer, opslag en communicatie
1.561
281
1.842
1.127
198
1.325
1.490
365
1.855
1.466
365
1.831
1.656
355
2.011
601
896
1.497
311
503
814
306
394
700
363
428
791
381
470
851
3.881
6.205
10.086
4.408
6.607
11.015
5.846
6.784
12.630
7.949
8.511
16.460
8.466
9.079
17.545
Openbaar bestuur
939
1.132
2.071
642
792
1.434
580
662
1.242
686
804
1.490
857
899
1.756
Onderwijs
294
708
1.002
195
527
722
210
448
658
280
593
873
313
667
980
Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas & water
Financiële instellingen Onroerende goed., verhuur & diensten aan bedrijven
Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeensch. voorzien., soc.-cultur. en pers. diensten
656
2.224
2.880
547
1.761
2.308
500
1.454
1.954
1.284
1.844
3.128
607
1.809
2.416
1.364
2.780
4.144
1.124
1.902
3.026
1.062
1.643
2.705
550
1.700
2.250
1.389
1.993
3.382
97
177
274
83
148
231
74
125
199
82
119
201
75
137
212
Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde en ongekende activiteit (2) TOTAAL
4.583
5.014
9.597
6.369
8.180
14.549
7.803
9.055
16.858
8.085
8.856
16.941
10.242
10.641
20.883
30.228
30.416
60.644
26.120
28.336
54.456
27.956
27.048
55.004
31.474
30.025
61.499
35.344
33.140
68.484
(1) Groot- en kleinhandel (2) Deze rubriek slaat vooral op de jonge werklozen die nog niet hebben gewerkt
84
TABEL
III.1
Eenheid : aantal werkzoekenden Methodologische nota III.1 Bron : RVA
WERKZOEKENDEN naar CATEGORIE : referentiejaren op 30 juni
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
1990
2000
2002
2003
2004
1990
2000
2002
2003
2004
40 864
54 456
55 004
61 499
68 484
331 767
361 764
363 370
407 011
428 920
712
3 548
4 346
4 382
4 097
9 891
21 701
23 779
26 054
28 893
• Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden
1 189
5 362
10 863
10 283
11 115
8 401
25 957
37 201
38 940
44 582
• Andere
1 384
3 373
5 440
5 571
5 808
14 637
29 726
31 276
34 966
40 327
44 149
66 739
75 653
81 735
89 504
364 696
439 148
455 626
506 971
542 722
WERKZOEKENDEN • Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW) • Jongeren in wachttijd
Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest.
22 435
5 987
5 647
6 124
7 216
207 280
74 869
77 251
62 773
76 936
110
1 975
1 941
1 525
2 116
7 900
50 306
51 570
43 846
52 278
Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden
22 545
7 962
7 588
7 649
9 332
215 180
125 175
128 821
106 619
129 214
TOTAAL WERKZOEKENDEN
66 694
74 701
83 241
89 384
98 836
579 876
564 323
584 447
613 590
671 936
• Vrijwill. ingeschr. tewerkgest.
VLAAMS BRABANT
WAALS BRABANT
ARR. HALLE-VILVOORDE
ARR. LEUVEN
ARR. NIJVEL
1990
2000
2002
2003
2004
1990
2000
2002
2003
2004
1990
2000
2002
2003
2004
8 718
7 801
9 421
10 739
11 096
9 488
6 958
7 542
9 364
9 571
8 312
12 260
10 472
12 713
13 677
212
492
738
932
1 153
348
648
801
900
953
343
942
882
1 083
1 405
238
459
797
888
1 178
222
841
1 070
986
1 065
305
945
878
1 331
1 396
78
432
398
601
897
255
925
655
761
900
270
1 121
952
1 132
1 285
9 246
9 184
11 354
13 160
14 324
10 313
9 372
10 068
12 011
12 489
9 230
15 268
13 184
16 259
17 763
WERKZOEKENDEN • Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW) • Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest.
10 842
1 809
1 919
1 489
1 897
9 311
1 937
2 187
1 566
2 333
4 804
2 077
2 420
2 369
2 642
214
1 608
1 881
1 539
1 679
537
2 777
2 588
2 775
2 825
122
519
592
952
820
Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden 11 056
3 417
3 800
3 028
3 576
9 848
4 714
4 775
4 341
5 158
4 926
2 596
3 012
3 321
3 462
12 601
15 154
16 188
17 900
20 161
14 086
14 843
16 352
17 647
14 156
17 864
16 196
19 580
21 225
• Vrijwill. ingeschr. tewerkgest.
TOTAAL WERKZOEKENDEN
20 302
85 HOOFDSTUK III
86
TABEL
III.2
Eenheid : aantal werkzoekenden Methodologische nota III.2 Bron : RVA
WERKZOEKENDEN per LEEFTIJDSGROEP naar CATEGORIE op 30 juni 2002, 2003 en 2004
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2002
2003
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
2004
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
WERKZOEKENDEN • Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW)
8 764
29 136
13 681
3 423
55 004
9 962
32 245
14 621
4 671
61 499
10 443
35 562
16 102
6 377
68 484
3 249
1 097
0
0
4 346
3 103
1 279
0
0
4 382
2 881
1 216
0
0
4 097
1 361
6 687
2 157
658
10 863
1 321
6 160
2 095
707
10 283
1 331
6 624
2 335
825
11 115
437
3 007
1 524
472
5 440
419
3 023
1 555
574
5 571
402
3 023
1 640
743
5 808
Ingeschreven niet werkende werkzoekenden 13 811
39 927
17 362
4 553
75 653
14 805
42 707
18 271
5 952
81 735
15 057
46 425
20 077
7 945
89 504
1 059
2 847
1 255
486
5 647
1 113
3 081
1 387
543
6 124
1 577
3 441
1 572
626
7 216
362
1 064
406
109
1 941
291
828
309
97
1 525
587
1 045
356
128
2 116
Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden 1 421
3 911
1 661
595
7 588
1 404
3 909
1 696
640
7 649
2 164
4 486
1 928
754
9 332
43 838
19 023
5 148
83 241
16 209
46 616
19 967
6 592
89 384
17 221
50 911
22 005
8 699
98 836
• Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere
• Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest.
TOTAAL WERKZOEKENDEN
15 232
RIJK 2002
2003
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
2004
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
<25
25-40
40-50
50 en +
Totaal
WERKZOEKENDEN • Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW)
67 177
175 308
97 232
23 653
363 370
76 781
192 660
104 981
32 589
407 011
77 673
197 676
109 026
44 545
428 920
20 853
3 926
0
0
23 779
22 776
3 278
0
0
26 054
25 044
3 849
0
0
28 893
6 501
19 907
7 827
2 966
37 201
7 396
20 244
7 930
3 370
38 940
8 644
22 729
9 197
4 012
44 582
3 650
14 490
9 391
3 745
31 276
4 125
15 632
10 453
4 756
34 966
4 832
17 260
11 814
6 421
40 327
Ingeschreven niet werkende werkzoekenden98 181
213 631
114 450
30 364
455 626
111 078
231 814
123 364
40 715
506 971
116 193
241 514
130 037
54 978
542 722
• Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere
• Verplicht ingeschr. tewerkgest.
17 146
37 135
17 522
5 448
77 251
15 666
29 055
13 673
4 379
62 773
17 321
35 641
18 125
5 849
76 936
• Vrijwill. ingeschr. tewerkgest.
12 489
24 111
11 774
3 196
51 570
11 264
18 724
10 746
3 112
43 846
17 005
19 396
12 079
3 798
52 278
29 635
61 246
29 296
8 644
128 821
26 930
47 779
24 419
7 491
106 619
34 326
55 037
30 204
9 647
129 214
127 816
274 877
143 746
39 008
584 447
138 008
279 593
147 783
48 206
613 590
150 519
296 551
160 241
64 625
671 936
Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden TOTAAL WERKZOEKENDEN
87 HOOFDSTUK III
88
TABEL
III.3
Eenheid : aantal werkzoekenden Methodologische nota III.3 Bron : RVA
WERKZOEKENDEN per NATIONALITEIT naar CATEGORIE op 30 juni 2002, 2003 en 2004
2002
BELGEN 2003
2004
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VREEMDELINGEN 2002 2003 2004
2002
TOTAAL 2003
2004
WERKZOEKENDEN • UVW (1) • Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest. Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden TOTAAL WERKZOEKENDEN
36 761 2 922
42 866 3 172
49 033 2 901
18 243 1 424
18 633 1 210
19 451 1 196
55 004 4 346
61 499 4 382
68 484 4 097
2 207 2 210
2 550 2 504
3 167 2 878
8 656 3 230
7 733 3 067
7 948 2 930
10 863 5 440
10 283 5 571
11 115 5 808
44 100
51 092
57 979
31 553
30 643
31 525
75 653
81 735
89 504
4 067 1 240
4 358 926
5 384 1 339
1 580 701
1 766 599
1 832 777
5 647 1 941
6 124 1 525
7 216 2 116
5 307
5 284
6 723
2 281
2 365
2 609
7 588
7 649
9 332
49 407
56 376
64 702
33 834
33 008
34 134
83 241
89 384
98 836
2004
2002
2002
BELGEN 2003
2004
2002
RIJK VREEMDELINGEN 2003
TOTAAL 2003
2004
WERKZOEKENDEN • UVW (1) • Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere
306 984 21 471
346 959 23 961
366 982 26 523
56 386 2 308
60 052 2 093
61 938 2 370
363 370 23 779
407 011 26 054
428 920 28 893
19 031 20 032
20 665 21 539
24 935 24 856
18 170 11 244
18 275 13 427
19 647 15 471
37 201 31 276
38 940 34 966
44 582 40 327
367 518
413 124
443 296
88 108
93 847
99 426
455 626
506 971
542 722
71 033 47 474
57 041 40 078
70 463 47 478
6 218 4 096
5 732 3 768
6 473 4 800
77 251 51 570
62 773 43 846
76 936 52 278
Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden 118 507
97 119
117 941
10 314
9 500
11 273
128 821
106 619
129 214
510 243
561 237
98 422
103 347
110 699
584 447
613 590
671 936
Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest.
TOTAAL WERKZOEKENDEN (1) UVW = Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen
486 025
VLAAMS BRABANT: ARR. HALLE-VILVOORDE VREEMDELINGEN 2002 2003 2004
BELGEN 2003
2004
389 696 564 242
9 565 898 606 361
9 810 1 088 848 573
1 032 42 233 156
1 174 34 282 240
1 286 65 330 324
9 421 738 797 398
10 739 932 888 601
11 096 1 153 1 178 897
9 891
11 430
12 319
1 463
1 730
2 005
11 354
13 160
14 324
1 820 1 798
1 387 1 449
1 766 1 577
99 83
102 90
131 102
1 919 1 881
1 489 1 539
1 897 1 679
3 618
2 836
3 343
182
192
233
3 800
3 028
3 576
13 509
14 266
15 662
1 645
1 922
2 238
15 154
16 188
17 900
VLAAMS BRABANT: ARR. LEUVEN VREEMDELINGEN 2002 2003 2004
2002
TOTAAL 2003
2004
2002
2002
TOTAAL 2003
2004
WERKZOEKENDEN • UVW (1) 8 • Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest. Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden TOTAAL WERKZOEKENDEN
BELGEN 2003
2004
142 789 760 342
8 879 883 691 399
9 034 924 737 524
400 12 310 313
485 17 295 362
537 29 328 376
7 542 801 1 070 655
9 364 900 986 761
9 571 953 1 065 900
9 033
10 852
11 219
1 035
1 159
1 270
10 068
12 011
12 489
2 121 2 455
1 522 2 609
2 258 2 644
66 133
44 166
75 181
2 187 2 588
1 566 2 775
2 333 2 825
4 576
4 131
4 902
199
210
256
4 775
4 341
5 158
13 609
14 983
16 121
1 234
1 369
1 526
14 843
16 352
17 647
2002 WERKZOEKENDEN • UVW (1) 7 • Jongeren in wachttijd • Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden • Andere Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest. Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden TOTAAL WERKZOEKENDEN (1) UVW = Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen
89 HOOFDSTUK III
90
WAALS BRABANT: ARR.NIJVEL BELGEN
VREEMDELINGEN
TOTAAL
2002
2003
2004
2002
2003
2004
2002
2003
2004
WERKZOEKENDEN • UVW (1)
9 454
11 540
12 418
1 018
1 173
1 259
10 472
12 713
13 677
• Jongeren in wachttijd
845
1 054
1 360
37
29
45
882
1 083
1 405
• Niet werkende vrij ingeschreven werkzoekenden
617
962
971
261
369
425
878
1 331
1 396
• Andere
685
808
899
267
324
386
952
1 132
1 285
11 601
14 364
15 648
1 583
1 895
2 115
13 184
16 259
17 763
2 261
2 219
2 474
159
150
168
2 420
2 369
2 642
526
859
745
66
93
75
592
952
820
2 787
3 078
3 219
225
243
243
3 012
3 321
3 462
14 388
17 442
18 867
1 808
2 138
2 358
16 196
19 580
21 225
Ingeschreven niet werkende werkzoekenden • Verplicht ingeschr. tewerkgest. • Vrijwill. ingeschr. tewerkgest. Ingeschreven tewerkgestelde werkzoekenden TOTAAL WERKZOEKENDEN
TABEL
III.4
Eenheid : aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Methodologische nota III.4 Bron : RVA
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per DUUR van de INACTIVITEIT en naar LEEFTIJDSGROEP op 30 juni 2002, 2003 en 2004
<6 maand LEEFTIJDSKLASSEN < 25 jaar 25 - 30 30 - 35 35 - 40 40 - 45 45 - 50 > 50 jaar
2 2 2 1 1
100 884 490 798 273 943 1 087
TOTAAL 12 575
6<12 maand
2 1 1 1
157 884 566 182 817 684 668
2002 2<5 jaar
1<2 jaar
2 2 1 1 1
291 085 770 395 085 893 512
8 958 10 031
2 2 2 2 1 1
029 503 257 019 575 540 421
12 344
5<10 jaar
>10 TOTAAL <6 jaar maand
187 164 550 565 548 518 440
0 47 347 630 859 946 295
7 972
3 124
1 1 1 1 1
8 10 9 8 7 6 3
764 567 980 589 157 524 423
2 3 2 1 1 1 1
269 067 553 925 396 026 260
55 004 13 496
WERKLOOSHEIDSDUUR BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2003 6<12 1<2 2<5 5<10 >10 TOTAAL <6 maand jaar jaar jaar jaar maand
2 2 1 1 1
745 382 938 431 102 765 806
11 169
2 2 2 1 1 1
521 598 196 685 287 034 975
2 2 2 2 1 1
216 647 534 191 735 560 689
12 296 13 572
211 122 389 431 412 412 537
0 45 396 715 881 1 011 404
9 11 11 9 7 6 4
7 514
3 452
61 499 14 466
1 1 1 1 1
962 861 006 378 813 808 671
2 3 2 2 1 1 1
156 239 804 138 626 186 317
6<12 maand
2 2 1 1
542 082 561 233 884 690 815
2004 2<5 jaar
1<2 jaar
3 3 2 2 1 1 1
025 219 635 135 601 215 390
9 807 15 220
2 3 3 2 2 1 1
527 440 086 627 187 844 514
5<10 jaar
>10 TOTAAL jaar
193 189 453 453 360 388 698
0 37 449 782 967 1 154 643
10 13 11 10 8 7 6
7 734
4 032
68 484
845 1 317 563 7 256 152 7 857 861 7 850 614 8 089 476 14 645 303 8379
0 418 689 615 354 623 577
17 225
1 1 1 1 1
443 206 988 368 625 477 377
RIJK < 25 jaar 25 - 30 30 - 35 35 - 40 40 - 45 45 - 50 > 50 jaar
22 19 15 12 9 8 7
175 257 915 840 843 058 908
TOTAAL 95 996
16 11 9 7 6 5 5
520 14 483 086 10 721 150 9 466 696 8 286 213 6 867 219 5 971 519 3 351
61 403 59 145
12 12 11 10 9 9 2
583 560 678 950 712 750 321
69 554
1 7 8 9 9 10 2
416 617 450 013 002 179 224
3 6 7 8 2
0 534 817 272 675 743 330
47 901 29 371
67 61 58 55 49 47 23
177 775 476 057 312 920 653
21 19 16 13 10 8 8
435 595 234 541 619 451 385
363 370 98 260
22 13 11 9 7 6 6
528 670 124 428 966 689 681
78 086
18 13 12 10 8 7 6
029 828 268 203 650 574 684
13 13 12 11 10 9 4
338 227 874 845 255 927 045
1 7 8 8 8 9 3
451 435 168 452 442 223 198
77 236 75 511 46 369
3 6 8 9 3
0 439 748 581 025 160 596
31 549
76 68 64 60 53 51 32
781 194 416 050 957 024 589
20 19 16 13 11 8 8
732 751 261 639 076 799 940
407 011 99 198
21 12 9 8 6 5 6
138 431 718 291 669 713 466
19 15 12 11 9 8 9
641 103 882 339 670 298 880
70 426 86 813
14 15 15 13 12 5 5
82 814 55 393
3 6 8 9 5
77 70 65 61 56 52 44
673 522 559 595 472 554 545
34 276 428 920
91 HOOFDSTUK III
92
TABEL
III.5
Eenheid : aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Methodologische nota III.5 Bron : RVA
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per LEEFDTIJD, GESLACHT en naar WOONGEMEENTE op 30 juni 2002, 2003 en 2004
M Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
2002 V
T
MINDER DAN 25 JAAR 2003 M V T
M
2004 V
T
M
2002 V
25 JAAR EN MEER 2003 M V T
T
2004 V
M
T
527 30 50 660 116 90 159 41 243 147 95 477 225 235 704 121 46 72 36
593 34 68 756 131 94 214 55 205 164 100 683 261 214 843 124 31 77 43
1 120 64 118 1 416 247 184 373 96 448 311 195 1 160 486 449 1 547 245 77 149 79
595 55 61 815 129 89 208 49 263 168 110 556 251 254 816 143 56 84 47
663 46 83 846 122 110 247 72 270 168 123 715 292 218 904 165 37 86 46
1 258 101 144 1 661 251 199 455 121 533 336 233 1 271 543 472 1 720 308 93 170 93
616 61 81 885 157 140 194 43 290 191 109 557 289 271 836 161 50 111 64
664 66 71 815 150 127 236 77 268 208 141 752 284 231 917 157 29 89 55
1 280 127 152 1 700 307 267 430 120 558 399 250 1 309 573 502 1 753 318 79 200 119
2 518 340 273 4 189 753 512 1 219 315 1 702 799 477 2 417 1 651 959 3 819 923 295 437 284
2 443 358 376 3 413 716 684 1 238 433 1 340 918 487 2 045 1 255 771 3 252 1 270 353 647 359
4 961 698 649 7 602 1 469 1 196 2 457 748 3 042 1 717 964 4 462 2 906 1 730 7 071 2 193 648 1 084 643
2 881 356 362 4 808 746 499 1 339 377 1 884 866 582 2 715 1 826 1 005 4 173 1 083 328 549 346
2 728 378 464 3 870 724 591 1 410 486 1 630 948 567 2 321 1 433 799 3 631 1 353 412 690 377
5 609 734 826 8 678 1 470 1 090 2 749 863 3 514 1 814 1 149 5 036 3 259 1 804 7 804 2 436 740 1 239 723
3 033 449 444 5 287 977 660 1 450 460 2 335 1 085 654 2 911 2 150 1 229 4 435 1 210 362 675 432
2 935 493 528 4 204 907 819 1 516 560 1 994 1 157 627 2 555 1 518 855 3 910 1 507 449 798 471
5 968 942 972 9 491 1 884 1 479 2 966 1 020 4 329 2 242 1 281 5 466 3 668 2 084 8 345 2 717 811 1 473 903
BRUSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 074
4 690
8 764
4 749
5 213
9 962
5 106
5 337
10 443
23 882
22 358
46 240
26 725
24 812
51 537
30 238
27 803
58 041
Arr. Halle-Vilvoorde Arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals Brabant/ Arr.Nijvel
730 677 1 407 791
671 598 1 269 875
1 1 2 1
880 895 1 775 1 087
729 793 1 522 1 031
1 609 1 688 3 297 2 118
909 915 1 824 1 235
730 723 1 453 1 106
31 293
35 884
67 177 36 989 39 792 76 781 37 627
40 046
RIJK
401 275 676 666
1 1 3 2
639 638 277 341
77 673
3 2 6 3
422 855 277 592
133 533
4 3 8 5
598 412 010 214
8 6 14 8
020 267 287 806
162 660 296 193
3 3 7 4
909 487 396 416
152 007
5 4 9 6
221 189 410 179
178 223
9 7 16 10
130 676 806 595
330 230
4 3 7 4
144 729 873 837
164 716
5 4 9 6
313 204 517 499
9 7 17 11
457 933 390 336
186 531 351247
2002 V
M Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe BRUSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Arr. Halle-Vilvoorde Arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals Brabant/ Arr.Nijvel RIJK
T
M
TOTAAL 2003 V
T
M
2004 V
T
3 045 370 323 4 849 869 602 1 378 356 1 945 946 572 2 894 1 876 1 194 4 523 1 044 341 509 320
3 036 392 444 4 169 847 778 1 452 488 1 545 1 082 587 2 728 1 516 985 4 095 1 394 384 724 402
6 081 762 767 9 018 1 716 1 380 2 830 844 3 490 2 028 1 159 5 622 3 392 2 179 8 618 2 438 725 1 233 722
3 476 411 423 5 623 875 588 1 547 426 2 147 1 034 692 3 271 2 077 1 259 4 989 1 226 384 633 393
3 391 424 547 4 716 846 701 1 657 558 1 900 1 116 690 3 036 1 725 1 017 4 535 1 518 449 776 423
6 867 835 970 10 339 1 721 1 289 3 204 984 4 047 2 150 1 382 6 307 3 802 2 276 9 524 2 744 833 1 409 816
3 649 510 525 6 172 1 134 800 1 644 503 2 625 1 276 763 3 468 2 439 1 500 5 271 1 371 412 786 496
3 599 559 599 5 019 1 057 946 1 752 637 2 262 1 365 768 3 307 1 802 1 086 4 827 1 664 478 887 526
27 956
27 048
55 004
31 474
30 025
61 499
35 344
33 140
68 484
5 4 10 7
10 9 20 12
6 4 10 7
11 9 20 13
4 3 7 4
152 532 684 383
164 826
5 4 9 6
269 010 279 089
198 544
9 7 16 10
421 542 963 472
363 370
4 4 9 5
789 382 171 503
188 996
950 982 932 210
218 015
739 364 103 713
407 011
5 4 9 6
053 644 697 072
202 343
043 927 970 605
226 577
7 1 1 11 2 1 3 1 4 2 1 6 4 2 10 3
248 069 124 191 191 746 396 140 887 641 531 775 241 586 098 035 890 1 673 1 022
096 571 667 677
428 920
93 HOOFDSTUK III
94
TABEL
III.6
Eenheid : aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Methodologische nota III.6 Bron : RVA
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN per LEEFTIJDSGROEP en naar STUDIENIVEAU op 30 juni 2002, 2003 en 2004
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST < 25
25 - 40
2002 40 - 50
Lager (1)
1 429
5 694
3 418
733
Algemeen lager secundair Kwal.schr. 4e j. techn., kunst. en ber. onderw. (2)
1 054 2 450
2 137 4 146
1 110 928
Totaal lager secundair
3 504
6 283
Algemeen hoger secundair onderwijs Kwal.schr. 6e j. techn., kunst. en ber. onderw. (2)
907 1 892
Totaal hoger secundair
2 799
> 50 TOTAAL
2003 40 - 50
< 25
25 - 40
2004 40 - 50
11 614
1 481
5 747
3 668
1 311
12 207
523 212
5 185 8 417
1 351 2 661
2 457 5 052
1 267 1 173
707 287
5 782 9 173
2 187
735
13 602
4 012
7 509
2 440
994
14 955
3 078 4 657
953 794
520 323
5 620 8 046
1 110 2 435
3 598 5 087
1 122 911
645 437
6 475 8 870
7 735
1 747
843
13 666
3 545
8 685
2 033
1 082
15 345
< 25
25 - 40
> 50 TOTAAL
11 274
1 462
5 581
3 564
1 007
438 147
4 739 7 671
1 239 2 597
2 275 4 569
1 148 1 039
2 038
585
12 410
3 836
6 844
2 674 3 849
840 690
405 252
4 826 6 683
1 069 2 272
6 523
1 530
657
11 509
3 341
> 50 TOTAAL
NIVEAU VAN DE GEDANE STUDIES
Aanvullend beroepsonderwijs en sociale promotie
52
226
158
36
472
81
247
161
64
553
81
258
185
84
608
6 355
13 032
3 726
1 278
24 391
7 258
14 826
4 095
1 642
27 821
7 638
16 452
4 658
2 160
30 908
1e en 2e graad hoger onderwijs 3e graad hoger onderwijs en universitair onderwijs
278 146
2 026 1 810
598 555
242 248
3 144 2 759
298 249
2 340 2 236
719 646
312 312
3 669 3 443
345 240
2 679 2 664
852 727
445 390
4 321 4 021
Totaal hoger
424
3 836
1 153
490
5 903
547
4 576
1 365
624
7 112
585
5 343
1 579
835
8 342
Beëindigd leercontract Andere studies
224 332
498 6 076
131 5 253
22 900
875 12 561
302 393
568 6 694
146 5 451
34 1 364
1 050 13 902
321 418
612 7 408
158 6 039
44 2027
1 135 15 892
8 764
29 136
13 681
3 423
55 004
9 962
32 245
14 621
4 671
61 499
10 443
35 562
16 102
6 377
68 484
Totaal secundair
TOTAAL
(1) Beëindigd of niet (2) Kwal.schr. 4e (6e) j. techn., kunst. en ber. onderw. = kwalificatiegetuigschrift van het 4e (6e) jaar technisch, kunst- en beroepsonderwijs
< 25
25 - 40
RIJK 2003 40 - 50
92 948
11 992
37 448
40 141
12 133
2 145 3 065
19 753 81 260
3 067 21 767
6 056 45 924
4 187 20 283
23 460
5 210
101 013
24 834
51 980
11 965 37 022
4 692 10 065
1 701 2 815
23 706 70 857
6 182 24 116
26 303
48 987
14 757
4 516
94 563
554
2 957
2 421
684
49 195
101 949
40 638
1e en 2e graad hoger onderwijs 3e graad hoger onderwijs en universitair onderwijs
2 774 939
11 986 6 492
Totaal hoger
3 713
Beëindigd leercontract Andere studies
<25
25 - 40
2002 40 - 50
<25
25 - 40
2004 40 - 50
>50 TOTAAL
Lager (1)
10 850
35 808
37 991
8 299
101 714
11 419
36 489
39 279
16 647 103 834
Algemeen lager secundair Kwal.schr. 4e j. techn., kunst. en ber. onderw. (2)
3 271 19 067
8 005 42 000
6 332 17 128
1 827 4 958
15 137 92 932
3 277 22 131
6 360 46 006
4 350 21 464
2 436 6 887
Totaal lager secundair
22 338
50 005
24 470
6 785
108 069
25 408
52 366
25 814
9 323 112 911
Algemeen hoger secundair onderwijs Kwal.schr. 6e j. techn., kunst. en ber. onderw. (2)
5 348 20 955
13 878 42 834
5 378 11 545
2 261 3 850
27 699 82 345
6 462 24 280
15 021 44 622
5 947 12 663
3 009 5 277
Totaal hoger secundair
30 298
56 712
16 923
6 111
110 044
30 742
59 643
18 610
8 286 117 281
6 616
759
3 101
2 621
945
7 426
679
3 018
2 567
10 410
202 192
55 891
111 793
44 014
13 841
225 539
56 829
115 027
46 991
4 334 2 173
1 613 1 036
20 707 10 640
3 639 1 473
13 615 8 827
5 005 2 873
1 975 1 419
24 234 14 592
3 996 1 609
14 707 9 965
5 561 3 254
2 691 1 829
26 955 16 657
18 478
6 507
2 649
31 347
5 112
22 442
7 878
3 394
38 826
5 605
24 672
8 815
4 520
43 612
2 474 945
6 472 12 601
2 238 9 858
470 1 825
11 654 25 229
2 829 957
7 185 13 792
2 609 10 339
640 2 581
13 263 27 669
2 882 938
7 055 14 433
2 866 11 075
928 3656
13 731 30 102
67 177
175 308
97 232
23 653
363 370
76 781
192 660
104 981
32 589
407 011
77 673
197 676
109 026
>50 TOTAAL
>50 TOTAAL
NIVEAU VAN DE GEDANE STUDIES
Aanvullend beroepsonderwijs en sociale promotie Totaal secundair
TOTAAL
1 185
16 423 96 488
30 439 86 842
7 449
18 794 237 641
44 545 428 920
(1) Beëindigd of niet (2) Kwal.schr. 4e (6e) j. techn., kunst. en ber. onderw. = kwalificatiegetuigschrift van het 4e (6e) jaar technisch, kunst- en beroepsonderwijs
95 HOOFDSTUK III
96
TABEL
III.7
Eenheid : aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en ingeschreven niet werkende werkzoekenden Methodologische nota III.7 Bron : RVA
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN en INGESCHREVEN NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN per GESLACHT en naar BEDRIJFSSECTOR op 30 juni: referentiejaren WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 V
M
T
M
2000 V
T
M
2002 V
T
M
2003 V
T
M
2004 V
T
BEDRIJFSTAKKEN VAN DE LAATSTE BETREKKING Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas & water Bouwnijverheid Handel (1) reparatie auto’s en huishoudelijke artik. Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroerende goed., verhuur & diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeensch. voorzien., soc.-cultur. en pers. diensten Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde en ongekende activiteit (2) TOTAAL
154 43 6 200
29 22 3 460
183 65 9 660
160 23 3 897
34 17 2 123
194 40 6 020
167 17 3 243
33 11 1 676
200 28 4 919
172 21 3 342
26 13 1 760
198 34 5 102
191 28 3 372
21 13 1 801
212 41 5 173
55 4 448
41 333
96 4 781
45 3 103
20 173
65 3 276
57 2 877
13 147
70 3 024
76 3 066
11 151
87 3 217
93 3 311
14 177
107 3 488
942 421 656 466
3 095 1 969 355 9 079
5 037 4 390 2 011 17 545
2 2 1 3
828 524 561 881
4 828 2 286 281 6 205
939 294
1 132 708
656
867 219 127 408
3 313 2 038 198 6 607
2 071 1 002
642 195
792 527
2 224
2 880
547
1 364 97
2 780 177
4 144 274
4 583
5 014
30 228
30 416
(1) Groot- en kleinhandel (2) Deze rubriek slaat vooral op de jonge werklozen die nog niet hebben gewerkt
7 4 1 10
656 810 842 086
1 2 1 4
5 4 1 11
180 257 325 015
1 2 1 5
723 001 490 846
2 606 1 632 365 6 784
1 434 722
580 210
662 448
1 761
2 308
500
1 124 83
1 902 148
3 026 231
9 597
6 369
8 180
60 644
26 120
28 336
4 3 1 12
329 633 855 630
1 2 1 7
853 199 466 949
2 967 1 877 365 8 511
4 4 1 16
820 076 831 460
1 2 1 8
1 242 658
686 280
804 593
1 490 873
857 313
899 667
1 756 980
1 454
1 954
1 284
1 844
3 128
607
1 809
2 416
1 062 74
1 643 125
2 705 199
550 82
1 700 119
2 250 201
1 389 75
1 993 137
3 382 212`
14 549
7 803
9 055
16 858
8 085
8 856
16 941
10 242
10 641
20 883
54 456
27 956
27 048
55 004
31 474
30 025
61 499
35 344
33 140
68 484
WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN 1995 V
M
T
M
2000 V
T
M
RIJK 2002 V
T
M
2003 V
T
M
2004 V
T
BEDRIJFSTAKKEN VAN DE LAATSTE BETREKKING
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas & water Bouwnijverheid Handel (1) reparatie auto’s en huishoudelijke artik. Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroerende goed., verhuur & diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeensch. voorzien., soc.-cultur. en pers. diensten Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde en ongekende activiteit (2) TOTAAL
2 478 2 093 57 703
1 265 210 65 930
3 743 2 303 123 633
1 898 875 30 422
832 114 28 019
2 730 989 58 441
1 943 697 30 342
850 85 24 180
2 793 782 54 522
2 135 685 33 900
961 88 26 995
3 096 773 60 895
2 245 676 35 195
1 021 89 27 009
3 266 765 62 204
716 33 569
442 2 548
1 158 36 117
453 20 428
244 1 551
697 21 979
854 20 712
595 1 518
1 449 22 230
1 016 23 009
595 1 750
1 611 24 759
999 23 903
567 1 830
1 566 25 733
60 23 14 7
12 6 6 1
12 6 8 1
39 16 12 5
12 7 9 2
40 17 13 5
12 8 10 2
15 8 10 2
459 249 139 518
45 15 4 5
493 102 342 299
952 351 481 817
187 248 995 653
30 711 9 552 3 000 3 543
42 15 9 5
898 800 995 196
081 419 989 809
27 9 3 3
446 688 993 242
527 107 982 051
828 253 809 101
27 10 4 3
801 589 121 574
629 842 930 675
856 096 522 186
27 11 4 3
204 323 008 669
40 19 14 5
060 419 530 855
19 476 9 629 2 615
24 800 14 865 10 404
44 276 24 494 13 019
18 016 7 594 1 848
20 448 10 711 7 156
38 464 18 305 9 004
21 713 8 203 1 957
21 290 10 435 6 320
43 003 18 638 8 277
26 867 9 349 2 423
24 928 11 754 7 443
51 795 21 103 9 866
27 958 10 274 2 741
25 512 12 491 7 973
53 470 22 765 10 714
5 571
25 018
30 589
7 481
27 081
34 562
6 228
20 018
26 246
7 028
22 620
29 648
7 812
23 960
31 772
5 938 211
15 923 359
21 861 570
7 740 183
15 219 277
22 959 460
7 318 1 586
13 202 1 792
20 520 3 378
7 729 4 646
13 093 5 165
20 822 9 811
8 011 6 137
13 035 7 121
21 046 13 258
31 199
50 734
81 933
32 141
56 148
88 289
33 975
53 890
87 865
38 218
56 538
94 756
42 732
59 765 102 497
207 563
282 734
490 297
156 162
214 606
370 768
164 826
198 544
363 370
188 996
218 015
407 011
202 343
226 577 428 920
(1) Groot- en kleinhandel (2) Deze rubriek slaat vooral op de jonge werklozen die nog niet hebben gewerkt
97 HOOFDSTUK III
98
INGESCHREVEN NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST M
1995 V
T
M
2000 V
T
M
2002 V
T
M
2003 V
T
M
2004 V
T
BEDRIJFSTAKKEN VAN DE LAATSTE BETREKKING Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas & water Bouwnijverheid Handel (1) reparatie auto’s en huishoudelijke artik. Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroerende goed., verhuur & diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeensch. voorzien., soc.-cultur. en pers. diensten Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde en ongekende activiteit (2) TOTAAL
216 49 6 825
37 22 3 714
253 71 10 539
229 27 4 252
37 19 2 277
266 46 6 529
240 23 3 606
43 12 1 892
283 35 5 498
244 23 3 642
35 14 1 919
279 37 5 561
258 31 3 721
37 14 1 995
295 45 5 716
62 5 164
44 363
106 5 527
55 3 558
21 195
76 3 753
66 3 578
13 196
79 3 774
93 3 656
12 181
105 3 837
118 3 893
15 217
133 4 110
3 252 3 133 1 755 662
5 176 2 700 309 951
8 5 2 1
428 833 064 613
2 165 2 624 1 278 340
3 556 2 285 219 524
5 721 4 909 1 497 864
2 090 2 566 1 783 344
3 042 2 049 416 438
5 132 4 615 2 199 782
2 163 2 723 1 741 399
3 369 2 277 409 478
5 532 5 000 2 150 877
2 230 2 998 1 953 418
3 549 2 446 396 518
5 779 5 444 2 349 936
4 493 1 070 356
6 836 1 201 779
11 329 2 271 1 135
5 381 734 282
7 694 854 605
13 075 1 588 887
8 367 675 291
9 653 747 566
18 020 1 422 857
10 489 766 341
11 505 895 714
21 994 1 661 1 055
10 749 952 391
12 190 1 009 801
22 939 1 961 1 192
782
2 432
3 214
647
1 966
2 613
617
1 773
2 390
660
1 990
2 650
718
2 185
2 903
1 570 114
3 065 198
4 635 312
1 241 100
2 046 165
3 287 265
1 242 88
1 876 143
3 118 231
1 434 99
2 068 129
3 502 228
1 579 89
2 248 151
3 827 240
7 745
7 349
15 094
9 965
11 398
21 363
13 417
13 801
27 218
13 639
13 628
27 267
15 772
15 863
31 635
37 248
35 176
72 424
32 878
33 861
66 739
38 993
36 660
75 653
42 112
39 623
81 735
45 870
43 634
89 504
(1) Groot- en kleinhandel (2) Deze rubriek slaat vooral op de jonge werklozen die nog niet hebben gewerkt
INGESCHREVEN NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN RIJK 1995 V
M
T
M
2000 V
T
M
2002 V
T
M
2003 V
T
M
2004 V
T
BEDRIJFSTAKKEN VAN DE LAATSTE BETREKKING Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas & water Bouwnijverheid Handel (1) reparatie auto’s en huishoudelijke artik. Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroerende goed., verhuur & diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeensch. voorzien., soc.-cultur. en pers. diensten Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde en ongekende activiteit (2) TOTAAL
2 860 2 211 60 715
1 394 223 69 209
4 254 2 434 129 924
2 225 923 32 591
963 132 30 366
3 188 1 055 62 957
2 316 735 32 983
990 102 26 584
3 306 837 59 567
2 537 724 36 619
1 142 109 29 708
3 679 833 66 327
2 706 701 38 643
1 260 109 30 480
3 966 810 69 123
769 35 916
460 2 719
1 229 38 635
485 22 180
262 1 739
747 23 919
943 22 792
653 1 770
1 596 24 562
1 135 25 020
649 2 024
1 784 27 044
1 132 26 057
632 2 184
1 764 28 241
66 26 15 8
13 7 7 1
48 18 11 5
13 7 10 2
45 19 14 5
14 8 10 2
46 21 15 6
14 9 11 2
17 9 11 2
023 698 008 740
49 16 4 5
370 899 676 718
393 597 684 458
878 419 791 858
34 10 3 3
146 847 357 954
024 266 148 812
873 820 210 044
31 11 4 3
382 245 443 688
255 065 653 732
461 681 989 367
31 12 4 4
817 319 605 068
278 000 594 435
589 864 809 471
31 13 4 4
887 571 521 245
46 23 16 6
476 435 330 716
21 241 10 434 2 845
26 957 15 894 11 311
48 198 26 328 14 156
20 203 8 427 2 181
23 049 11 808 8 168
43 252 20 235 10 349
25 816 9 075 2 281
26 057 11 626 7 330
51 873 20 701 9 611
31 059 10 213 2 761
30 077 13 037 8 720
61 136 23 250 11 481
32 359 11 279 3 173
31 321 14 113 9 558
63 680 25 392 12 731
6 039
27 097
33 136
8 332
30 131
38 463
6 857
22 436
29 293
7 709
25 381
33 090
8 606
27 512
36 118
6 559 234
17 372 399
23 931 633
8 884 211
17 200 314
26 084 525
8 449 1 813
15 118 2 031
23 567 3 844
8 721 5 251
14 975 5 832
23 696 11 083
9 136 7 056
15 239 8 357
24 375 15 413
48 090
67 172
115 262
55 918
79 555
135 473
61 666
80 498
142 164
68 750
85 511
154 261
75 287
92 865 168 152
238 382
316 870
555 252
193 506
255 991
449 497
209 673
254 953
455 626
236 997
269 974
506 971
254 868
287 854 542 722
(1) Groot- en kleinhandel (2) Deze rubriek slaat vooral op de jonge werklozen die nog niet hebben gewerkt
99 HOOFDSTUK III
HOOFDSTUK IV
BEROEPSBEVOLKING
HOOFDSTUK IV
102
TABEL
IV.1
Eenheid : aantal personen met een betrekking Methodologische nota IV.1 Bron : NIS
WERKENDE BEROEPSBEVOLKING per WOONPLAATS naar BEDRIJFSSECTIES NACE-BEL : referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
BEDRIJFSSECTIES NACE-BEL
A-B C D E F G
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen H Hotels en restaurants I Vervoer, opslag en communicatie J-K Financiële instellingen - Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven L-M-N-O Openb. bestuur - Onderwijs - Gezondheidszorg en maatsch. dienstverl. - Gemeenschapsvoorzieningen P-Q Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties TOTAAL
1995
2000
2001
2002
2003
2004
1995
193 358 34 409 1 994 13 740
0 262 31 935 2 400 15 239
1 259 352 32 590 1 858 16 806
213 194 27 726 1 620 16 692
381 332 21 558 1 291 15 722
60 198 20 782 2 304 15 554
101 12 763 34 261
52 661 16 561 22 681
46 152 17 774 24 526
44 563 20 388 25 675
48 109 18 849 23 983
49 949 18 390 20 910
49 636 18 932 22 963
577 539 124 895 282 765
572 374 132 788 317 661
554 398 129 526 325 532
582 915 138 998 313 419
560 260 132 899 311 696
565 273 132 048 313 310
57 142
77 760
70 996
84 062
86 946
86 746
378 411
512 459
519 761
526 675
536 934
530 938
110 082
114 315
116 967
127 639
136 428
137 859
1 238 167
1 371 310
1 371 165
8 926
17 535
10 481
3 845
298
6 839
19 526
37 129
30 561
318 747
347 898
341 935
352 932
352 205
361 871
3 794 618
4 092 183
4 051 200
594 432 496 578 215
2000 72 7 772 34 261
350 672 530 627 283
2001 66 6 756 30 260
175 736 207 905 234
2002 69 6 737 30 260
278 815 248 481 148
2003 71 5 714 32 259
966 788 286 134 148
2004 81 6 718 32 272
976 821 496 320 603
1 382 121 1 427 021 1 458 786 21 733
18 224
26 601
4 069 831 4 070 356 4 139 173
TABEL
IV.2
Eenheid : aantal personen met een betrekking Methodologische nota IV.2 Bron : NIS
WERKENDE BEROEPSBEVOLKING per WERKPLAATS naar WOONPLAATS : referentiejaren
WOONPLAATS (2)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Provincie Brabant
Vlaams Brabant
Waals Brabant
WERKPLAATS (2) Vlaams Waals gewest gewest
Rijk
Buitenland
Rest (1)
TOTAAL
1990 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
290 871
313 062
-
-
22 828
8 648
322 347
2 086
2 140
326 573
Provincie Brabant
454 324
775 291
-
-
292 421
83 226
829 971
4 530
4 448
838 949
Vlaams Gewest
208 757
478 430
-
-
1 945 068
14 530
2 168 355
25 030
5 672
2 199 057
Waals Gewest
109 645
192 989
-
-
18 711
953 481
1 081 837
27 303
1 989
1 111 129
Rijk
609 273
984 481
-
-
1 986 607
976 659
3 572 539
54 419
9 801
3 636 759
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
277 615
-
20 084
7 947
25 180
13 598
316 393
2 347
-
318 740
Vlaams-Brabant
119 055
-
247 067
6 419
287 428
8 631
415 114
1 690
-
416 804
Waals-Brabant
43 211
-
6 873
66 677
8 621
75 570
127 402
933
-
128 335
Vlaams Gewest
218 503
-
292 760
7 960
2 073 483
20 339
2 312 325
30 744
-
2 343 069
Waals Gewest
112 878
-
14 140
78 483
31 719
955 167
1 099 764
32 924
-
1 132 688
Rijk
608 996
-
326 984
94 390
2 130 382
989 104
3 728 482
66 015
-
3 794 497
1995
2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
296 491
-
28 349
8 610
34 904
12 869
344 264
3 391
-
347 655
Vlaams-Brabant
136 660
-
256 905
6 650
302 111
11 286
450 057
2 872
-
452 929
Waals-Brabant
47 897
-
7 805
73 879
8 838
82 507
139 242
1 071
-
140 313
Vlaams Gewest
237 450
-
319 766
8 734
2 230 364
23 277
2 491 091
36 848
-
2 527 939
Waals Gewest
124 847
-
21 331
97 636
35 676
1 013 154
1 173 677
41 973
-
1 215 650
Rijk
658 788
-
369 446
114 980
2 300 944
1 049 300
4 009 032
82 212
-
4 091 244
(1) Werkplaats die niet kon geklasseerd worden in de voorgaande kolommen (2) Sinds 1 januari 1995, is de provincie Brabant gesplitst in 3 afzonderlijke delen: het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de provincie Vlaams Brabant en de provincie Waals Brabant. De cijfers van deze beide provincies zijn ook opgenomen in het respectievelijk Vlaams en Waals gewest.
103 HOOFDSTUK IV
104
WOONPLAATS (2)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Brabant
Waals Brabant
Vlaams gewest
WERKPLAATS (2) Waals gewest
Rijk
Buitenland
TOTAAL
2001 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Rijk
290 125 49 235 126 652
491 133 166 035 599 125
28 264 8 335 19 383
830 321 128 520 015 365
8 174 5 678 71 011 7 667 93 713 109 554
34 311 9 2 211 35 2 282
531 843 758 712 765 008
13 8 80 20 1 004 1 038
341 286 891 803 821 965
338 445 139 2 467 1 167 3 973
363 262 815 550 185 098
3 2 1 36 38 78
572 774 325 526 006 104
341 448 141 2 504 1 205 4 051
935 036 140 076 191 202
298 124 45 230 124 652
203 740 143 216 445 864
28 265 9 336 20 385
558 319 091 822 034 414
9 6 71 9 98 118
998 791 623 822 828 648
36 197 312 911 10 438 2 218 636 37 167 2 292 000
15 10 82 26 991 1 034
951 034 777 426 932 309
350 447 138 2 475 1 153 3 979
351 685 358 278 544 173
2 2 1 40 47 90
580 794 378 900 180 660
352 450 139 2 516 1 200 4 069
931 479 736 178 724 833
298 125 50 223 127 649
541 446 296 713 019 273
27 253 8 320 20 369
501 493 973 584 933 018
9 6 70 9 98 118
881 819 436 959 867 707
33 304 10 2 209 38 2 281
696 351 271 243 126 065
16 11 80 25 1 012 1 054
288 790 554 553 886 727
348 441 141 2 458 1 178 3 985
525 587 121 509 031 065
3 3 1 41 39 85
679 756 628 899 709 287
352 445 142 2 500 1 217 4 070
204 343 749 408 740 352
309 119 47 219 125 653
357 714 801 382 069 807
27 273 8 338 17 382
280 684 003 035 669 983
9 5 74 8 103 121
520 934 552 910 280 710
33 324 9 2 274 33 2 342
787 657 097 776 924 487
14 9 86 19 1 021 1 055
338 625 404 493 401 232
357 453 143 2 513 1 180 4 051
482 996 302 651 394 526
4 2 1 46 36 87
390 475 138 651 606 647
361 456 144 2 560 1 217 4 139
871 472 439 301 000 173
2002 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Rijk
2003 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Rijk
2004 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Rijk
(2) Sinds 1 januari 1995, is de provincie Brabant gesplitst in 3 afzonderlijke delen: het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de provincie Vlaams Brabant en de provincie Waals Brabant. De cijfers van deze beide provincies zijn ook opgenomen in het respectievelijk Vlaams en Waals gewest.
TABEL
IV.3
Eenheid : aantal zelfstandigen Methodologische nota IV.3 Bron : RSVZ
AANTAL ZELFSTANDIGEN per WOONPLAATS en per GESLACHT (2003) naar BEDRIJFSTAK: referentiejaren op 31 december
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK (1)
BEDRIJFSTAKKEN 1990 (2)
1995
2000
2001
2002
2003 M
LANDBOUW EN VISSERIJ 631 INDUSTRIE EN AMBACHT 16 050 Groot- en kleinhandel 9 741 Tussenpersonen 5 414 Foor- en marktkramers 601 Horeca 3 634 Banken - verzekeringen 1 908 Vermakelijkheden 881 Bestuurders van vennootschappen 2 882 HANDEL 25 061 Medische: geneesheren, tandartsen 7 206 Onderwijs, wetenschap, letteren... 2 870 Advocaten, notarissen, deurwaarders2 055 Landmeters, ingenieurs, architecten 2 508 Diverse intellectuele beroepen 2 196 Bestuurders van vennootschappen (*) VRIJE BEROEPEN 16 835 Schoonheidszorgen: haarkappers... 1 746 Diversen 2 647 Bestuurders van vennootschappen (*) DIENSTEN 4 393 Diverse nog niet ondergebracht 2 162 Bestuurders van vennootschappen (*) DIVERSE BEROEPEN 2 162 TOTAAL 65 132
496 14 369 8 525 4 656 591 2 894 1 308 581 7 164 25 719 6 670 3 375 2 554 2 626 2 744 176 18 145 1 512 2 007 125 3 644 556 40 596 62 969
558 12 796 6 345 4 470 604 2 488 1 038 577 12 674 28 196 7 496 3 899 3 009 3 153 3 370 295 21 222 1 395 2 096 186 3 677 185 98 283 66 732
547 12 176 5 973 4 434 605 2 360 962 589 13 617 28 540 7 513 3 930 3 125 3 205 3 493 338 21 604 1 356 1 963 186 3 505 166 85 251 66 623
537 11 823 5 736 4 222 590 2 239 885 602 14 705 28 979 7 546 3 952 3 249 3 249 3 489 414 21 899 1 311 1 935 212 3 458 166 43 209 66 905
466 9 764 3 960 3 013 483 1 501 643 404 12 228 22 232 3 852 2 207 1 930 2 450 2 398 395 13 232 482 1 435 183 2 100 122 28 150 47 944
V
181 2 452 1 974 1 263 182 975 199 238 4 021 8 852 3 995 1 846 1 499 862 1 148 121 9 471 879 600 64 1 543 57 16 73 22 572
1990 (2)
1995
2000
2001
2002
TOTAAL
647 12 216 5 934 4 276 665 2 476 842 642 16 249 31 084 7 847 4 053 3 429 3 312 3 546 516 22 703 1 361 2 035 247 3 643 179 44 223 70 516
2003 M
98 160 115 38 7 33 27 10 30 263 56 12 10 16 10 106 23 30 54 19 19 702
935 263 368 365 805 721 343 647 234 483 098 003 633 315 978 027 490 791 281 103 103 092
89 164 114 38 8 34 24 8 76 305 62 16 13 19 16
874 831 271 859 092 745 150 521 696 334 637 098 718 522 375 995 129 345 24 456 36 445 1 394 62 295 4 667 449 5 116 756 795
83 161 99 36 8 33 18 8 118 324 72 20 15 22 20 2 154 25 41 2 69 1 1 2 794
387 084 419 974 267 878 784 586 228 136 402 875 046 931 750 638 642 497 168 408 073 502 099 601 923
81 158 95 36 7 33 17 8 124 323 73 21 15 23 21 3 158 25 40 2 68 1 1 2 793
882 794 172 737 869 098 549 336 443 204 250 250 327 142 553 482 004 462 736 764 962 528 107 635 481
80 158 91 36 7 32 16 8 126 318 73 21 15 23 21 4 160 25 40 3 68 1 1 2 789
393 452 394 030 582 072 428 168 632 306 396 722 847 171 994 509 639 594 127 228 949 216 101 317 056
62 935 134 875 59 938 24 662 5 530 19 894 11 589 4 903 92 905 219 421 37 593 13 122 10 313 18 309 16 631 4 469 100 437 6 065 33 116 2 537 41 718 912 813 1 725 561 111
V
28 35 38 13 3 16 4 3 41 121 40 9 6 5 6 1 71 20 9 1 31
294 515 659 029 194 549 338 931 521 221 907 795 723 882 620 844 771 736 975 247 958 392 337 729 289 488
TOTAAL
91 170 98 37 8 36 15 8 134 340 78 22 17 24 23 6 172 26 43 3 73 1 1 2 850
229 390 597 691 724 443 927 834 426 642 500 917 036 191 251 313 208 801 091 784 676 304 150 454 599
(1) waaronder buitenland en onvolledig adres (2) Sinds 1995 worden de gegevens verzameld op 31 december in plaats van op 30 juni (*) nieuwe rubriek op 31.12.95
105 HOOFDSTUK IV
106
TABEL
IV.4
Eenheid : aantal zelfstandigen Methodologische nota IV.4 Bron : RSVZ
AANTAL ZELFSTANDIGEN (helpers inbegrepen) per BEDRIJFSTAK, per AARD van de ACTIVITEIT en per GESLACHT, naar WOONGEMEENTE op 31 december 2003
WOONGEMEENTE
Landbouw
Visserij
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
45 22 13 82 19 5 21 11 47 25 6 19 14 8 33 58 16 32 26
4 6 2 25 4 2 7 7 10 4 2 4 10 9 3 25 3 11 7
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
502
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr.Nijvel
3 4 7 2
Rijk (1)
89 603
(1) waaronder Buitenland en onvolledig adres
887 036 923 256
Industrie en ambachten
BEDRIJFSTAKKEN Handel
995 414 235 651 482 270 625 226 102 471 182 661 615 217 089 559 345 532 545
2 538 807 523 4 794 1 130 772 1 534 617 2 782 1 083 477 1 956 1 465 812 2 997 3 352 767 1 426 1 252
145
12 216
242 94 336 98
9 6 15 6
1 626
1
1
1 1
535 175 710 801
170 390
Vrije beroepen
Diensten
Diversen
TOTAAL
975 841 366 747 182 401 357 343 755 737 258 642 081 249 877 257 981 394 260
311 131 82 495 144 124 189 83 303 151 70 232 160 72 349 347 105 177 118
16 5 3 34 7 1 10 1 20 5 3 14 9 8 19 38 4 13 13
31 084
22 703
3 643
223
70 516
20 15 36 13
11 9 20 9
4 4 8 2
280 062 342 259
122 72 194 88
49 768 39 118 88 886 34 907
73 676
2 454
850 599
672 584 256 861
340 642
2 1 1 2
1 1 3 1 1
030 095 125 544
172 208
4 2 1 9 2 1 3 1 7 2 3 3 1 6 8 2 3 3
884 226 224 828 968 575 743 288 019 476 998 528 354 375 367 636 221 585 221
AARD van de ACTIVITEIT Bijberoep
Hoofdberoep
Actief na pensioenleeftijd
TOTAAL
M
V
TOTAAL
M
V
TOTAAL
M
V
TOTAAL
M
V
TOTAAL
2 837 1 117 636 5 450 1 557 828 2 045 660 3 767 1 278 545 1 970 1 961 830 3 474 4 399 1 112 1 821 1 548
1 100 604 290 2 324 796 412 949 321 1 927 617 222 769 805 303 1 525 2 477 612 939 881
3 937 1 721 926 7 774 2 353 1 240 2 994 981 5 694 1 895 767 2 739 2 766 1 133 4 999 6 876 1 724 2 760 2 429
441 226 141 1 009 270 180 335 131 506 279 104 404 282 123 675 602 200 340 297
193 121 71 425 162 77 182 57 324 133 56 142 163 51 327 401 137 190 153
634 347 212 1 434 432 257 517 188 830 412 160 546 445 174 1 002 1 003 337 530 450
233 110 65 465 131 55 165 83 356 123 51 183 95 39 275 552 113 214 256
80 48 21 155 52 23 67 36 139 46 20 60 48 29 91 205 47 81 86
313 158 86 620 183 78 232 119 495 169 71 243 143 68 366 757 160 295 342
3 511 1 453 842 6 924 1 958 1 063 2 545 874 4 629 1 680 700 2 557 2 338 992 4 424 5 553 1 425 2 375 2 101
1 373 773 382 2 904 1 010 512 1 198 414 2 390 796 298 971 1 016 383 1 943 3 083 796 1 210 1 120
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
37 835
17 873
55 708
6 545
3 365
9 910
3 564
1 334
4 898
47 944
22 572
70 516
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr.Nijvel
24 17 41 18
12 10 23 8
37 27 64 26
2 1 4 1
845 982 827 660
844 703 1 547 564
3 2 6 2
33 25 59 23
16 13 29 11
172 518 690 194
49 768 39 118 88 886 34 907
43 167
15 090
289 488
850 599
WOONGEMEENTE Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk (1)
403 204 607 035
404 444
662 344 006 871
232 764
065 548 613 906
637 208
6 6 12 4
348 414 762 018
113 500
2 2 5 1
666 471 137 759
41 634
9 8 17 5
014 885 899 777
155 134
689 685 374 224
58 257
596 600 196 713
561 111
4 2 1 9 2 1 3 1 7 2 3 3 1 6 8 2 3 3
884 226 224 828 968 575 743 288 019 476 998 528 354 375 367 636 221 585 221
(1) waaronder Buitenland en onvolledig adres
107 HOOFDSTUK IV
HOOFDSTUK V
INKOMENS EN UITGAVEN VAN DE HUISHOUDENS
HOOFDSTUK V
110
TABEL
V.1
Eenheid : miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota V.1 Bron : NIS
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE : referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar 1985 (1)
1990 (1)
1995 (1)
21 213,9 9 253,2 5 165,8 30 116,3 10 182,1 8 398,0 12 057,0 6 320,8 18 669,7 11 299,1 3 986,9 14 149,3 7 792,5 3 172,9 21 580,5 24 139,2 7 958,4 14 724,0 12 541,1
23 781,6 11 047,4 6 443,7 34 383,6 11 273,0 9 767,2 13 896,6 7 334,0 20 678,8 13 135,9 4 680,6 16 117,1 8 711,3 3 511,5 25 505,6 28 628,9 9 465,8 17 788,3 15 442,4
27 12 7 39 12 11 15 8 23 15 5 18 10 3 28 32 10 20 17
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
242 720,5
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
139 102 242 79
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk (1) (in miljoenen BEF)
509,0 879,4 388,4 194,7
2 290 992,0
2000
2001
2002
2003
492,0 738,6 735,8 406,8 722,9 221,7 664,1 245,2 994,0 322,6 367,5 468,7 208,7 903,3 695,1 673,5 820,3 034,4 463,2
759,78 368,54 215,73 1 114,51 375,49 325,40 460,13 226,43 716,88 437,77 154,52 542,60 302,30 114,76 854,76 955,52 313,00 562,00 493,67
783,57 375,78 224,26 1 159,89 391,47 334,28 465,05 235,16 747,54 447,93 156,92 571,55 325,56 127,34 892,16 951,16 325,12 570,66 495,40
832,67 401,11 235,46 1 258,76 413,42 362,33 498,92 240,98 793,22 468,68 168,46 601,49 354,66 139,96 958,57 1 053,82 334,71 607,36 534,90
870,65 404,65 241,15 1 290,57 428,46 375,67 530,88 251,03 841,23 492,80 177,39 621,15 366,11 147,83 995,59 1 085,36 346,23 626,92 551,79
281 593,4
322 178,4
9 293,79
9 580,79
10 259,48
10 645,44
180 134 315 104
237 181 418 139
8 6 14 4
8 6 14 5
601,0 472,0 073,0 669,8
2 828 150,4
548,9 329,6 878,5 177,6
3 608 874,8
7 5 12 4
232,55 671,70 904,25 328,43
109 112,33
7 5 13 4
473,50 924,54 398,04 494,63
113 404,06
028,60 314,87 343,46 821,71
121 128,51
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
TABEL
V.2a
Eenheden : aantal aangiften, EUR en miljoenen EUR Methodologische nota V.2 Bron : NIS
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSKLASSE refererntieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar Belastbaar netto-inkomen nul
<5.000
5.00110.000
10.00120.000
AANTAL AANGIFTEN Inkomensklassen in EUR 20.00130.00140.00130.000 40.000 50.000
50.00175.000
75.001100.000
>100.000
5 634
4 728
414 112
4 3 7 3
260 214 474 157
TOTAAL
AANSLAGJAAR 2001 INKOMENS 2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 322
27 765
50 047
164 433
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
704 435 1 139 522
13 10 23 9
153 302 455 779
18 988 16 411 35 399 14 703
89 75 165 53
20 714
282 611
474 903
1 855 778
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 821
30 199
51 034
164 742
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
678 412 1 090 506
13 10 24 10
18 15 33 14
88 74 162 53
Rijk
Rijk
966 617 583 332
610 288 898 165
725 703 428 788
285 133 418 927
27 586
303 362
481 388
1 837 751
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
3 336
33 325
53 437
170 618
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
965 555 1 520 6 899
15 12 28 15
18 16 34 16
87 73 160 55
Rijk
81 891
810 494 304 967
361 327
716 220 936 795
520 084
320 475 795 367
1 865 680
84 778 54 46 100 30
357 169 526 763
37 885
19 493
19 349
30 501 25 010 55 511 16 883
20 167 16 044 36 211 11 159
22 530 16 954 39 484 13 211
993 207 503 151 281 117 AANSLAGJAAR 2002 INKOMENS 2001 88 821 56 48 104 32
671 099 770 157
90 989 58 50 109 33
997 078 075 209
1 089 291
327 322 649 648
41 835
4 747 506
6 398
5 558
429 414
5 3 9 4
267 218 486 162
21 070
31 25 57 17
20 16 37 11
24 18 43 14
1 045 926 524 410 302 772 AANSLAGJAAR 2003 INKOMENS 2002
606 134 740 269
57 947
20 993 698 797 495 532
300 595 895 093
256 957
40 599 513 843 356 478
6 4 10 4
765 656 421 373
7 5 12 4
209 338 547 541
697 891 588 013
414 662 076 518
290 640
68 566
50 808
4 905 623
6 767
6 016
447 748
42 432
21 786
22 378
31 26 58 18
922 357 279 317
21 268 17 143 38 411 11 807
26 111 20 203 46 314 15 228
539 281
316 216
317 402
7 5 13 5
977 979 956 080
76 991
6 4 10 4
267 464 731 334
55 739
274 226 500 176
388 413 801 104
5 142 011
111 HOOFDSTUK V
112
<5.000
5.00110.000
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN (in miljoenen EUR) Inkomensklassen in EUR 10.00120.00130.00140.00150.00120.000 30.000 40.000 50.000 75.000
75.001100.000
>100.000
TOTAAL
9 580,79
AANSLAGJAAR 2001 INKOMENS 2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
71,15
389,96
2 411,39
2 059,31
1 302,82
866,53
1 153,30
480,04
846,28
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
31,45 24,40 55,85 23,83
147,99 128,13 276,11 114,14
1 348,45 1 136,46 2 484,91 797,80
1 323,80 1 123,14 2 446,94 750,78
1 057,70 865,53 1 923,23 583,83
900,68 714,88 1 615,56 498,35
1 348,06 1 012,99 2 361,05 793,72
536,23 390,84 927,08 349,41
779,14 528,17 1 307,31 582,76
664,95
3 738,12
27 477,86
15 241,71
4 916,60
7 374,56
113 404,09
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
74,32
401,67
2 412,23
2 165,89
1 391,35
934,33
1 259,63
545,52
1 074,54
10 259,48
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
31,91 24,03 55,94 24,17
145,24 120,11 265,35 110,42
1 327,48 1 114,31 2 441,78 800,62
1 380,85 1 170,91 2 551,77 785,50
1 092,30 894,25 1 986,55 604,72
924,66 749,50 1 674,16 515,47
1 486,00 1 117,39 2 603,39 864,67
613,46 453,91 1 067,37 387,39
1 026,70 670,45 1 697,15 728,76
8 6 14 4
676,91
3 823,09
27 165,48
17 281,59
5 819,42
9 376,40
121 128,51
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
79,06
424,51
2 474,81
2 216,59
1 458,79
969,02
1 340,59
576,43
1 105,64
10 645,44
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
34,24 26,50 60,75 32,06
147,05 128,43 275,48 132,49
1 312,73 1 101,10 2 413,82 816,69
1 436,82 1 220,47 2 657,29 810,82
1 105,64 911,69 2 017,33 633,24
949,94 765,48 1 715,42 527,74
1 570,49 1 212,35 2 782,84 918,23
679,75 508,29 1 188,04 433,53
1 079,76 734,79 1 814,56 769,02
8 6 14 5
752,85
4 169,28
27 422,72
26 447,51
18 632,69
14 085,10
18 908,33
6 533,73
9 648,20
Rijk
Rijk
Rijk
24 107,90 17 373,14 12 509,24 AANSLAGJAAR 2002 INKOMENS 2001
25 382,41 18 120,60 13 482,61 AANSLAGJAAR 2003 INKOMENS 2002
7 5 13 4
473,50 924,54 398,04 494,63
028,60 314,87 343,46 821,71
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
TABEL
V.2b
Eenheden : aantal aangiften en miljoenen EUR Methodologische nota V.2 Bron : NIS
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSKLASSE en naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002 Belastbaar netto-inkomen nul
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
<5.000
5.00110.000
187 59 29 418 106 154 259 31 258 41 22 574 220 110 424 171 45 80 148
2 652 1 489 444 4 126 1 145 1 310 1 826 501 2 743 1 062 488 2 176 1 689 853 4 876 2 747 695 1 446 1 057
4 022 1 505 684 6 493 1 849 1 977 3 199 836 4 667 1 687 840 4 494 2 872 1 646 8 194 4 154 864 1 948 1 506
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
3 336
33 325
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
965 555 1 520 6 899
15 12 28 15
Rijk
81 891
810 494 304 967
361 327
10.00120.000
50.00175.000
75.001100.000
>100.000
TOTAAL
178 689 352 197 416 087 186 212 632 253 424 618 905 831 231 832 642 157 776
8 729 2 979 2 058 11 806 3 887 3 546 4 847 2 270 6 766 4 672 1 708 6 114 3 655 1 467 9 271 6 824 2 386 4 726 3 278
3 686 1 601 1 003 5 199 1 898 1 587 2 182 1 114 3 391 2 165 767 2 361 1 383 543 3 970 3 712 1 453 2 565 1 852
1 685 996 569 2 561 975 867 1 048 549 1 777 1 106 351 1 163 577 194 1 797 2 086 829 1 448 1 208
1 491 1 103 631 2 469 884 861 994 592 1 764 1 090 330 979 489 143 1 755 2 560 1 018 1 715 1 510
308 364 180 723 240 206 298 150 603 274 79 231 166 38 503 924 315 564 601
260 274 133 632 248 123 253 94 587 176 56 158 127 24 342 1 117 300 477 635
41 011 15 000 9 054 57 206 17 542 16 564 23 833 10 318 33 930 20 485 8 043 31 294 18 863 8 739 49 939 35 956 11 502 22 046 16 423
53 437
170 618
90 989
42 432
21 786
22 378
6 767
6 016
447 748
18 16 34 16
87 73 160 55
31 26 58 18
922 357 279 317
21 268 17 143 38 411 11 807
26 111 20 203 46 314 15 228
539 281
316 216
317 402
716 220 936 795
520 084
18 4 3 23 6 6 9 4 11 8 3 13 7 3 19 11 3 7 4
AANTAL AANGIFTEN Inkomensklassen in EUR 20.00130.00140.00130.000 40.000 50.000
320 475 795 367
1 865 680
58 50 109 33
997 078 075 209
1 089 291
7 5 13 5
977 979 956 080
76 991
6 4 10 4
267 464 731 334
55 739
274 226 500 176
388 413 801 104
5 142 011
113 HOOFDSTUK V
114
<5.000
5.00110.000
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN (in miljoenen EUR) Inkomensklassen in EUR 10.00120.00130.00140.00150.00120.000 30.000 40.000 50.000 75.000
75.001100.000
>100.000
TOTAAL
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
6,31 2,94 1,09 10,16 2,89 2,80 4,29 1,22 6,81 2,67 1,29 5,44 4,23 2,03 10,95 6,53 1,55 3,33 2,53
32,06 11,84 5,41 50,97 14,39 16,15 25,65 6,73 36,59 13,35 6,69 36,22 22,65 13,34 66,32 32,51 6,70 15,25 11,70
264,45 69,55 49,72 334,91 94,70 88,84 132,14 61,92 168,22 121,15 49,59 194,59 113,30 53,85 273,95 173,11 54,34 105,65 70,82
211,15 73,04 50,12 287,22 94,85 86,38 117,69 55,19 165,78 113,61 41,50 148,09 88,60 35,51 225,57 167,69 58,03 116,12 80,45
126,28 55,16 34,48 178,75 65,38 54,63 74,87 38,45 116,73 74,40 26,26 80,92 47,32 18,45 136,30 128,18 50,00 88,24 63,98
74,79 44,36 25,39 113,71 43,34 38,51 46,67 24,40 79,13 49,14 15,59 51,50 25,45 8,67 79,99 92,91 36,99 64,47 54,00
88,13 66,40 37,91 147,95 52,78 51,14 59,80 35,52 105,66 65,02 19,73 58,23 28,99 8,63 104,84 154,40 61,08 102,76 91,61
26,01 31,05 15,39 61,63 20,50 17,60 25,41 12,75 51,42 23,23 6,53 19,68 14,06 3,21 42,60 78,95 26,68 48,30 51,42
41,47 50,30 21,64 105,28 39,63 19,62 44,35 14,86 110,89 30,22 10,19 26,47 21,50 4,15 55,06 251,08 50,85 82,80 125,27
870,65 404,65 241,15 1 290,57 428,46 375,67 530,88 251,03 841,23 492,80 177,39 621,15 366,11 147,83 995,59 1 085,36 346,23 626,92 551,79
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
79,06
424,51
2 474,81
2 216,59
1 458,79
969,02
1 340,59
576,43
1 105,64
10 645,44
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
34,24 26,50 60,75 32,06
147,05 128,43 275,48 132,49
1 312,73 1 101,10 2 413,82 816,69
1 436,82 1 220,47 2 657,29 810,82
1 105,64 911,69 2 017,33 633,24
949,94 765,48 1 715,42 527,74
1 570,49 1 212,35 2 782,84 918,23
679,75 508,29 1 188,04 433,53
1 079,76 734,79 1 814,56 769,02
8 6 14 5
752,85
4 169,28
27 422,72
26 447,51
18 632,69
14 085,10
18 908,33
6 533,73
9 648,20
Rijk
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
TABEL
V.3a
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR van ALLEENSTAANDEN per AANTAL PERSONEN in het FISCALE HUISHOUDEN naar WOONGEMEENTE voor het AANSLAGJAAR 2003 met betrekking tot de INKOMENS van 2002 AANTAL AANGIFTEN Aantal personen in het fiscale huishouden 2 3 4 5 en meer
1 Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
491 026 881 508 618 666 394 898 087 955 624 203 003 833 604 806 606 536 431
2 359 840 553 3 125 946 1 060 1 434 726 1 818 1 266 522 1 587 1 184 401 2 649 2 013 721 1 338 804
1 202 487 328 1 631 439 484 710 328 794 657 222 791 536 243 1 360 1 196 509 629 520
372 104 88 569 119 157 191 75 236 166 69 246 166 115 414 287 127 186 124
163 23 29 217 43 63 60 28 52 56 26 109 68 53 186 77 29 53 41
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 268 170
25 346
13 066
3 811
1 376
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
12 7 20 9
7 4 11 5
1 1 2 1
Rijk
22 9 4 34 11 9 14 5 24 11 4 17 12 4 29 21 6 13 9
132 115 112 943 245 058 89 481 2 661 529
109 920 029 523
224 515
291 161 452 542
115 261
799 157 956 654
457 329 786 514
32 037
10 204
Totaal 26 10 5 40 13 11 16 7 26 14 5 19 13 5 34 25 7 15 10
1
Eenheden : aantal aangiften en miljoenen EUR Methodologische nota V.3 Bron : NIS
BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Aantal personen in het fiscale huishouden 2 3 4 5 en meer
Totaal
587 480 879 050 165 430 789 055 987 100 463 936 957 645 213 379 992 742 920
364,08 166,45 93,22 642,15 229,16 164,74 249,92 110,21 487,28 221,71 82,35 268,88 202,36 70,47 472,69 450,39 144,92 281,46 210,42
40,85 20,02 11,16 60,58 19,43 21,00 27,65 14,31 43,42 25,25 9,65 27,82 20,67 5,76 49,75 47,52 18,77 33,15 21,31
21,78 13,93 7,96 32,73 10,50 10,00 15,11 7,03 20,30 13,60 3,70 13,30 9,97 3,48 26,53 36,55 14,72 17,24 18,36
5,98 2,42 1,93 9,70 2,82 2,87 3,43 1,34 5,80 3,17 1,24 3,39 2,66 1,49 7,69 8,76 3,40 4,85 4,78
2,13 0,37 0,47 3,29 0,87 0,83 0,91 0,50 0,90 0,84 0,39 1,38 1,00 0,76 2,90 2,11 0,86 0,91 2,43
434,83 203,19 114,73 748,45 262,77 199,44 297,02 133,39 557,69 264,57 97,34 314,77 236,66 81,97 559,56 545,33 182,68 337,61 257,31
311 769
4 912,86
518,07
296,79
77,71
23,85
5 829,29
153 126 280 106
2 2 4 1
465,51 082,80 548,31 517,59
295,77 177,14 472,90 222,19
195,42 105,73 301,14 141,97
49,48 32,55 82,04 41,87
10,88 7,34 18,22 13,58
3 2 5 1
43 245,05
4 388,50
2 407,18
640,44
187,50
771 510 281 714
3 043 546
017,05 405,56 422,61 937,20
50 868,66
115 HOOFDSTUK V
116
TABEL
V.3b
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR van ECHTGENOTEN per AANTAL PERSONEN in het FISCALE HUISHOUDEN naar WOONGEMEENTE voor het AANSLAGJAAR 2003 met betrekking tot de INKOMENS van 2002 AANTAL AANGIFTEN Aantal personen in het fiscale huishouden 3 4 5 6 en meer
2 Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
7 364 2 611 1 655 7 525 2 141 2 844 3 580 1 953 3 499 3 423 1 276 5 291 2 046 1 049 6 597 5 944 1 954 3 645 2 992
2 582 706 517 3 173 807 839 1 295 497 1 361 1 109 486 1 946 1 060 619 2 980 1 680 508 983 877
2 471 791 653 3 149 814 830 1 257 543 1 281 1 100 440 1 792 984 605 3 071 1 911 727 1 031 987
1 152 298 230 1 804 412 369 523 183 543 463 236 1 088 464 454 1 734 770 244 476 463
855 114 120 1 505 203 252 389 87 259 290 142 1 241 352 367 1 344 272 77 169 184
67 389
24 025
24 437
11 906
20 17 37 11
391 073 464 895
24 170 19 123 43 293 14 311
7 6 14 6
368 890
405 438
65 54 120 34
623 882 505 436
1 123 125
990 784 774 348
146 836
Totaal
BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Aantal personen in het fiscale huishouden 3 4 5 6 en meer
Totaal
424 520 175 156 377 134 044 263 943 385 580 358 906 094 726 577 510 304 503
215,99 96,19 57,91 240,17 73,06 91,52 111,04 64,45 132,09 115,86 40,78 151,86 51,73 22,45 176,65 249,44 75,19 142,59 128,30
82,98 35,27 23,13 105,60 31,69 33,77 45,50 19,57 55,95 42,13 15,88 56,10 27,86 13,15 84,90 99,03 27,44 51,67 53,85
85,32 46,85 31,87 110,58 35,68 33,63 48,08 24,11 60,61 46,12 13,96 49,84 30,72 13,52 93,21 124,92 42,27 58,67 65,28
33,43 16,83 9,59 53,26 18,36 11,56 18,26 6,57 27,23 16,49 6,32 24,91 12,17 9,68 50,27 51,62 14,27 27,52 33,19
18,10 6,32 3,92 32,52 6,90 5,75 10,99 2,95 7,66 7,64 3,12 23,67 6,97 7,05 31,02 15,02 4,37 8,85 13,87
435,82 201,46 126,42 542,12 165,68 176,23 233,86 117,65 283,53 228,24 80,05 306,38 129,45 65,86 436,03 540,03 163,54 289,30 294,48
8 222
135 979
2 237,26
905,47
1 015,23
441,52
216,66
4 816,15
2 2 4 2
120 99 220 69
2 1 4 1
345,45 843,35 188,80 296,71
1 030,41 812,90 1 843,31 586,32
1 348,39 1 034,93 2 383,32 782,52
457,28 403,62 860,90 351,16
117,84 108,74 226,58 119,91
5 4 9 3
34 148,24
14 948,78
18 138,07
6 538,70
1 957,98
443 041 484 400
54 176
14 4 3 17 4 5 7 3 6 6 2 11 4 3 15 10 3 6 5
2
Eenheden : aantal aangiften en miljoenen EUR Methodologische nota V.3 Bron : NIS
617 903 520 390
2 098 465
299,37 203,54 502,91 136,62
75 731,76
TABEL
V.4a
Eenheden : aantal aangiften, miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota V.4 Bron : NIS
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen BEF of miljoenen EUR per INKOMENSCATEGORIE en naar WOONPLAATS: referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar
beroepsinkomens
AANTAL AANGIFTEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaaldiversen goederen roerende goederen
TOTAAL
beroepsinkomens
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaal- diversen TOTAL goederen roerende belastbaar goederen nettoinkomen
AANSLAGJAAR 1995 INKOMENS 1994 (1) Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
367 885 227 110 185 044 412 154 131 329 4 065 159
103 93 73 166 59
408 250 645 895 307
2 183 907 805 1 712 704
1 495 078
20 129
11 3 3 7 3
262 874 434 308 393
62 940
370 228 185 413 132
863 057 697 754 242
4 079 895
314 235 180 415 137
185,2 058,2 421,5 479,6 775,6
594,1 462,3 221,9 684,2 539,3
201,4 64,5 45,0 109,5 65,0
1 511,6 455,9 356,4 812,3 526,6
102 302,0
1 235,7
7 490,0
051,77 126,48 628,19 754,67 262,85
387,63 259,88 161,44 421,32 175,96
3,75 1,01 0,76 1,77 1,19
38,65 20,42 9,42 29,84 16,35
107 799,25
3 215,84
22,56
241,19
330,85 362,60 869,59 232,19 415,42
384,07 260,76 162,49 423,25 181,22
3,57 1,01 0,76 1,77 1,35
37,22 13,74 9,59 23,33 16,48
111 669,96
3 220,62
20,93
220,76
3 577 484,3
13 8 5 13 5
322 237 181 418 139
178,4 548,9 329,6 878,5 177,6
3 608 874,8
AANSLAGJAAR 2000 INKOMENS 1999 Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
404 255 210 465 153
790 512 235 747 045
4 631 772
119 110 88 198 69
413 352 143 495 991
1 540 598 493 1 091 501
1 784 129
12 795
12 4 4 9 3
016 938 076 014 951
78 719
408 256 211 467 154
234 839 041 880 185
4 652 121
9 7 5 12 4
9 7 5 12 4
293,79 232,55 671,70 904,25 328,43
109 112,33
AANSLAGJAAR 2001 INKOMENS 2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk
410 259 213 472 156
839 056 566 622 491
4 727 508
119 111 89 200 70
494 415 103 518 838
1 445 575 425 1 000 513
1 794 206
11 478
12 4 4 9 4
010 890 187 077 040
414 112 260 327 214 322 474 649 157 648
78 786
4 747 506
9 7 5 13 4
9 7 5 13 4
580,79 473,50 924,54 398,04 494,63
113 404,06
(1): miljoenen BEF onroerende goederen = inkomens uit onroerende goederen kapitaal-roerende goederen = inkomens uit kapitaal en roerende goederen
117 HOOFDSTUK V
118
beroepsinkomens
AANTAL AANGIFTEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaaldiversen goederen roerende goederen
TOTAAL
beroepsinkomens
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaal- diversen TOTAAL goederen roerende belastbaar goederen nettoinkomen
AANSLAGJAAR 2002 INKOMENS 2001 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
425 934
122 455
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
266 217 483 161
122 113 235 72
Rijk
032 960 992 405
4 885 991
1 343
455 530 985 318
524 401 925 483
1 835 860
10 401
12 000 4 4 9 4
906 153 059 018
78 595
429 414
10 000,62
402,08
3,45
37,66
10 259,48
266 217 484 161
7 6 14 4
919,36 253,91 173,27 751,35
271,42 176,99 448,41 183,77
1,07 0,79 1,86 1,24
16,22 10,08 26,30 12,49
8 6 14 4
119 618,83
3 352,19
20,49
222,41
121 128,51
055 985 040 446
4 933 209
028,60 314,87 343,46 821,71
AANSLAGJAAR 2003 INKOMENS 2002 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
443 715
126 572
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
272 225 498 173
116 93 210 74
Rijk
957 628 585 993
5 118 866
(1) miljoenen BEF onroerende goederen = inkomens uit onroerende goederen kapitaal-roerende goederen = inkomens uit kapitaal en roerende goederen
1 294
781 443 224 655
505 376 881 457
1 890 436
9 755
12 457 4 4 9 5
958 064 022 209
81 798
451 084
10 410,35
404,23
3,18
37,75
10 645,44
275 226 502 183
8 6 14 5
213,42 563,63 777,04 006,09
280,61 173,79 858,63 186,75
1,11 0,71 1,82 1,11
13,77 9,86 23,63 17,05
8 6 14 5
125 318,44
3 399,19
19,53
223,96
353 968 321 003
5 223 902
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
TABEL
V.4b
Eenheden : aantal aangiften en miljoenen EUR Methodologische nota V.4 Bron : NIS
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per INKOMENSCATEGORIE en naar WOONGEMEENTE voor het aanslagjaar 2003 met betrekking tot de inkomens van 2002
beroepsinkomens
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
40 898 14 706 9 033 56 825 17 416 16 368 23 688 10 286 33 456 20 426 8 026 31 177 18 752 8 709 49 560 35 121 11 403 21 751 16 114
AANTAL AANGIFTEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaaldiversen goederen roerende goederen
10 4 3 14 4 4 6 2 9 6 2 7 4 2 12 12 3 6 6
951 875 156 277 762 247 606 945 012 566 403 669 091 108 878 774 804 862 586
45 56 10 135 56 14 54 22 182 36 15 38 33 16 79 210 48 115 130 1 294
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
443 715
126 572
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
272 225 498 173
116 93 210 74
Rijk
957 628 585 993
5 118 866
781 443 224 655
505 376 881 457
1 890 436
9 755
1
1
1 1
564 629 136 312 531 478 617 184 509 394 186 433 530 143 135 768 486 784 638
12 457 4 4 9 5
958 064 022 209
81 798
TOTAAL
41 15 9 57 17 16 24 10 34 20 8 31 19 8 50 36 11 22 16
beroepsinkomens
198 059 083 624 648 718 092 349 188 526 065 868 083 849 363 127 547 126 571
861,83 397,12 238,45 1 262,14 420,11 372,15 521,40 248,62 812,57 487,41 175,64 614,65 359,68 146,33 983,95 1 027,72 339,07 610,13 531,39
451 084 275 226 502 183
353 968 321 003
5 223 902
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Inkomenscategorieën onroerende kapitaal- diversen TOTAAL goederen roerende belastbaar goederen nettoinkomen 26,51 13,99 8,28 50,29 14,75 10,38 19,09 6,74 34,28 15,11 5,76 18,74 11,15 5,47 34,29 63,28 12,63 24,06 29,41
0,07 0,10 0,03 0,37 0,12 0,02 0,13 0,02 0,60 0,05 0,02 0,05 0,09 0,03 0,16 0,59 0,09 0,31 0,32
1,34 1,81 0,30 3,84 1,53 0,99 1,54 0,50 4,73 1,33 0,45 1,27 1,35 0,32 2,67 7,40 1,43 2,39 2,58
870,65 404,65 241,15 1 290,57 428,46 375,67 530,88 251,03 841,23 492,80 177,39 621,15 366,11 147,83 995,59 1 085,36 346,23 626,92 551,79
10 410,35
404,23
8 6 14 5
213,42 563,63 777,04 006,09
280,61 173,79 454,40 186,75
3,18
37,75
10 645,44
1,11 0,71 1,82 1,11
13,77 9,86 23,63 17,05
8 6 14 5
125 318,44
3 399,19
19,53
223,96
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
onroerende goederen = inkomens uit onroerende goederen kapitaal-roerende goederen = inkomens van kapitalen en roerende goederen
119 HOOFDSTUK V
120
TABEL
V.4c
AANTAL AANGIFTEN en TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN in miljoenen EUR per TYPE AANGIFTE naar WOONGEMEENTE voor het AANSLAGJAAR 2003 met betrekking tot de INKOMENS van 2002
AANTAL AANGIFTEN Echtgenoten
Alleenstaanden
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
BELASTBAAR NETTO-INKOMEN Echtgenoten
Zonder beroepsinkomen
Met één beroepsinkomen
Zonder beroepsinkomen
Met één beroepsinkomen
Met twee beroepsinkomen
Zonder beroepsinkomen
Met één beroepsinkomen
Zonder beroepsinkomen
Met één beroepsinkomen
Met twee beroepsinkomen
.. .. .. 324 116 .. 132 .. 433 .. .. 111 .. .. 355 751 87 282 272
.. .. .. 726 049 .. 657 .. 554 .. .. 825 .. .. 858 628 905 460 648
.. .. .. 53 13 .. 15 .. 46 .. .. 13 .. .. 31 90 17 17 38
.. .. .. 875 339 .. 213 .. 412 .. .. 264 .. .. 738 303 906 801 846
.. .. .. 228 025 .. 816 .. 485 .. .. 081 .. .. 957 184 587 486 619
.. .. .. 3,51 1,13 .. 1,06 .. 6,26 .. .. 0,68 .. .. 1,51 8,45 0,94 2,57 2,05
.. .. .. 744,94 261,64 .. 295,96 .. 551,43 .. .. 314,08 .. .. 558,05 536,88 181,74 335,04 255,25
.. .. .. 2,49 0,23 .. 0,22 .. 2,27 .. .. 0,19 .. .. 0,46 10,51 0,25 0,20 1,63
.. .. .. 122,86 36,47 .. 51,60 .. 73,48 .. .. 73,89 .. .. 105,12 149,18 32,20 65,62 92,17
.. .. .. 416,77 128,99 .. 182,04 .. 207,78 .. .. 232,30 .. .. 330,45 380,34 131,10 223,49 200,67
92 307
32,97
5 796,32
19,07
1 102,91
3 694,17
324 288 612 040
8,31 5,69 14,00 10,95
3 2 5 1
008,74 399,87 408,61 926,24
2,93 1,58 4,51 5,16
880,60 750,43 1 631,03 677,43
4 3 7 2
1 473 517
147,95
50 720,71
95,73
15 923,72
39 13 16 26
19
33 24 7 15 10
5 1 2 2
4
5 3 1 1
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
3 710
308 059
383
43 289
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
1 253 700 1 953 1 992
152 125 278 104
518 810 328 722
183 101 284 194
28 110 25 514 53 624 19 156
3 023 062
3289
621 659
Rijk
Alleenstaanden
Eenheden : aantal aangiften en miljoenen EUR Methodologische nota V.4 Bron : NIS
20 484
11 3 4 4
7
9 7 2 4 3
92 74 166 50
(1) De resultaten kunnen kleine afwijkingen vertonen t.o.v. de resultaten in tabel 4a omdat niet volledig dezelfde rubrieken in aanmerking werden genomen voor de berekening van de beroepsinkomens" (2) Omwille van het statistisch geheim worden sommige waarden weergegeven met "..".
415,84 451,53 867,37 454,03
59 712,31
TABEL
V.5
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota V.5 Bron : NIS
COMPONENTEN van het GEZAMENLIJK BELASTBAAR INKOMEN in miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE voor het AANSLAGJAAR 2003 met betrekking tot de INKOMENS van 2002
GEZAMENLIJK BELASTBAAR BEROEPSINKOMEN Pensioenen WerkloosheidsZiekte- en Totaal uitkeringen invaliditeitsuitkeringen
Zelfstandigen
Lonen en wedden
56,80 40,68 18,69 137,67 46,66 19,50 57,08 15,02 127,52 32,27 11,19 37,42 40,25 9,88 81,99 200,98 41,02 62,53 74,53
495,88 229,89 145,48 761,35 264,78 218,15 292,68 142,58 478,64 293,34 105,71 344,18 222,88 83,90 573,00 508,62 192,69 356,96 287,52
200,19 93,52 49,77 217,86 72,86 92,12 105,50 68,45 126,87 111,74 35,72 139,44 46,66 20,00 175,84 211,27 75,84 140,79 118,96
53,37 10,02 8,42 73,16 13,87 18,14 30,54 9,34 31,88 19,28 11,33 52,24 28,11 20,26 85,79 25,30 7,13 13,57 8,49
25,05 5,43 3,75 27,71 5,91 7,70 12,80 3,84 10,91 9,36 4,46 20,27 9,86 8,21 32,72 11,92 3,33 6,92 4,67
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 111,67
5 998,24
2 103,39
520,24
214,82
arr.Hal-Vilvorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
839,88 579,69 1 419,57 594,18
5 4 9 3
255,82 304,14 559,96 006,67
1 404,73 1 141,06 2 545,79 871,02
156,97 133,03 290,00 133,28
120,21 133,20 253,41 88,39
76 012,73
25 082,70
4 662,22
2 884,81
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk
12 180,11
Overige gezamenlijk belastbaar inkomen
Totaal gezamenlijk belastbaar inkomen
Totaal belastbaar nettoinkomen
831,29 379,54 226,11 1 217,74 404,08 355,61 498,61 239,23 775,82 465,98 168,42 593,55 347,76 142,25 949,34 958,09 320,01 580,77 494,17
27,56 15,19 8,55 52,88 15,89 11,23 20,31 7,10 38,32 16,08 6,11 19,79 12,08 5,65 36,32 69,17 13,63 26,33 31,44
858,86 394,73 234,66 1 270,62 419,97 366,83 518,91 246,33 814,14 482,06 174,53 613,35 359,84 147,91 985,66 1 027,26 333,64 607,10 525,61
870,65 404,65 241,15 1 290,57 428,46 375,67 530,88 251,03 841,23 492,80 177,39 621,15 366,11 147,83 995,59 1 085,36 346,23 626,92 551,79
9 948,36
433,63
10 381,99
10 645,44
777,60 291,12 068,72 693,54
290,77 180,32 471,08 199,01
8 6 14 4
8 6 14 5
120 822,56
3 567,76
7 6 14 4
068,37 471,43 539,80 892,55
124 390,32
316,42 609,10 925,52 073,82
126 600,42
121 HOOFDSTUK V
122
TABEL
V.6
Eenheid : duizenden BEF en duizenden EUR Methodologische nota V.6 Bron : NIS
GEMIDDELD TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN per INWONER en per AANGEVER in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE : referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar INKOMEN PER INWONER 1995 (1) 2000 2001
2002
2003
INKOMEN PER AANGEVER 2001 2002 2003
8,87 13,02 11,87 8,65 9,91 10,62 10,15 11,87 10,24 11,22 9,64 7,96 7,69 5,75 8,40 12,78 13,17 12,31 13,09
9,31 13,85 12,28 9,29 10,33 11,38 10,75 12,08 10,77 11,58 10,19 8,18 8,35 6,23 8,94 14,09 13,59 13,07 14,16
9,57 13,96 12,43 9,34 10,53 11,60 11,28 12,46 11,20 11,95 10,52 8,24 8,51 6,45 9,18 14,43 14,11 13,35 14,62
15,24 19,68 18,53 16,65 18,47 17,38 17,12 18,00 19,77 17,57 16,15 14,41 14,67 12,72 15,37 21,56 21,80 20,82 22,91
15,76 20,85 19,25 17,97 19,05 17,29 17,90 18,30 20,47 18,10 16,73 14,69 15,66 12,46 15,30 22,71 22,42 21,63 24,52
15,71 20,73 19,72 17,36 19,55 17,31 17,19 18,48 20,58 18,34 16,70 14,56 15,40 12,49 15,16 23,32 23,06 22,11 25,17
9,71
9,96
10,56
10,81
17,61
18,27
18,24
433,6 408,0 422,1 415,8
12,95 12,44 12,74 12,41
13,37 12,95 13,18 12,81
14,29 13,76 14,05 13,64
14,73 14,34 14,56 14,23
19,63 18,86 19,28 19,90
20,69 19,83 20,30 20,87
21,05 20,25 20,69 20,67
356,8
10,67
11,19
11,78
12,25
16,64
17,33
17,49
1985 (1)
1990 (1)
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
232,0 311,5 276,2 220,0 228,4 275,1 244,4 298,7 248,5 288,5 246,4 199,7 183,2 154,4 205,2 318,2 321,6 302,4 312,9
266,0 378,5 346,2 250,4 283,1 328,1 293,5 354,7 281,1 338,2 291,9 234,5 195,7 164,8 243,3 377,6 378,8 369,0 401,4
312,4 437,1 415,3 291,3 329,4 380,6 342,6 409,7 332,2 396,2 332,8 270,5 240,0 181,7 280,0 441,8 441,9 424,4 461,5
8,67 12,77 11,53 8,31 9,56 10,47 10,11 11,44 9,84 11,10 9,59 7,68 7,13 5,20 8,12 12,86 12,64 12,14 13,03
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
247,3
291,1
339,0
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
268,2 245,5 .. 266,8
339,1 313,5 .. 334,4
Rijk
232,5
284,6
(1) in duizenden BEF
TABEL
V.7
Eenheid : duizenden BEF en duizenden EUR Methodologische nota V.7 Bron : NIS
GEMIDDELD TOTAAL BELASTBAAR NETTO-INKOMEN per AANGIFTE in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar 1985 (1)
1990 (1)
1995 (1)
2000
2001
2002
Alleenstaanden
Echtgenoten
Alle aangiftes
Alleen- Echtgenoten staanden
2003 Alle aangiftes
Alleenstaanden
Echtgenoten
Alle aangiftes
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
590,9 704,0 663,6 582,3 589,3 636,7 611,6 652,9 596,0 630,9 594,1 603,7 492,1 498,7 573,4 748,0 705,3 689,1 809,8
647,9 818,8 747,7 664,8 661,7 709,1 689,2 731,4 685,8 710,9 659,9 643,8 558,5 541,6 636,1 877,9 820,7 810,3 954,3
798,1 1019,7 938,6 799,8 832,5 898,1 837,3 873,4 848,9 879,2 811,4 788,0 688,8 648,5 777,6 1 031,9 1 029,6 998,4 1 182,9
20,38 25,28 24,53 21,12 22,68 22,75 22,71 23,58 23,05 22,90 21,55 19,47 18,14 17,29 19,71 28,49 27,81 26,38 30,72
15,80 18,94 18,31 17,44 18,76 18,03 17,90 18,15 19,75 17,82 17,25 15,56 15,94 14,79 16,69 20,54 21,58 20,58 21,58
29,48 40,98 37,45 31,44 36,09 33,53 32,59 35,67 39,62 34,63 30,09 26,83 25,72 21,71 28,02 45,42 44,06 42,21 48,40
20,73 25,87 25,31 21,62 23,15 23,41 22,61 24,01 23,99 23,26 21,49 19,71 18,47 17,27 20,39 28,23 28,76 27,04 30,71
16,25 19,41 18,82 18,90 19,41 17,43 18,79 18,64 20,75 18,40 17,84 15,92 16,65 14,34 16,46 21,49 22,42 20,90 23,06
30,63 44,83 39,31 33,71 37,05 34,29 33,83 35,92 39,91 35,57 31,18 27,20 28,41 21,44 28,10 48,27 44,84 45,02 51,86
21,32 27,42 26,01 23,29 23,79 22,83 23,51 24,30 24,77 23,85 22,19 20,01 19,66 16,83 20,17 29,49 29,57 27,98 32,86
16,36 19,39 19,52 18,69 19,96 17,45 17,69 18,91 20,67 18,76 17,82 15,79 16,96 14,52 16,36 21,49 22,86 21,45 23,56
30,22 44,57 39,82 31,60 37,85 34,33 33,20 36,06 40,84 35,75 31,03 26,97 26,39 21,29 27,73 51,06 46,59 45,89 53,51
21,23 26,98 26,63 22,56 24,42 22,68 22,27 24,33 24,79 24,06 22,05 19,85 19,41 16,92 19,94 30,19 30,10 28,44 33,60
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
625,5
709,8
868,7
22,77
18,07
34,22
23,14
18,69
35,61
23,89
18,70
35,42
23,78
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
678,6 614,8 .. 694,1
798,6 728,9 .. 817,9
1 041,6 976,5 1 012,4 1 052,4
28,16 26,87 27,58 28,07
18,45 17,81 18,16 18,12
40,61 38,91 39,84 42,11
28,71 27,64 28,22 28,51
19,36 18,77 19,09 18,99
43,01 40,93 42,07 44,31
30,02 28,88 29,51 29,67
19,62 19,01 19,35 18,15
43,94 42,08 43,09 45,20
30,31 29,19 29,80 28,81
Rijk
593,6
690,6
884,6
23,45
16,25
33,77
23,89
16,79
35,39
24,69
16,71
36,09
24,62
(1) in duizenden BEF
123 HOOFDSTUK V
124
TABEL
V.8
Eenheid : duizenden BEF en duizenden EUR Methodologische nota V.8 Bron : NIS
TOTAAL BELASTBAAR NETTO-MEDIAANINKOMEN der AANGIFTEN in duizenden BEF of duizenden EUR naar WOONGEMEENTE referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar 1985 (1)
1990 (1)
1995 (1)
2000
2001
2002
2003
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
500,8 565,1 546,1 463,9 481,5 542,9 501,1 529,3 460,4 518,6 488,4 497,5 415,2 434,5 478,4 547,1 565,6 551,7 601,1
531,9 629,7 589,5 509,5 523,3 583,2 548,6 571,5 516,3 569,2 531,7 519,2 466,7 462,8 512,9 592,9 628,5 612,4 656,5
651,7 780,6 724,6 619,6 655,7 726,9 659,0 688,1 629,8 699,4 647,0 632,9 565,9 561,4 627,4 702,7 792,2 754,1 815,2
16,61 18,55 18,63 16,21 17,57 18,45 17,14 18,25 16,94 18,03 16,85 15,39 14,76 14,59 15,58 18,60 20,58 19,66 21,00
16,91 19,18 19,39 16,61 17,89 18,93 17,61 18,56 17,52 18,31 17,20 15,57 14,81 14,33 16,17 18,89 20,96 20,20 21,24
17,20 19,70 19,61 17,39 18,48 18,06 18,00 18,89 18,30 18,86 17,55 15,81 15,33 13,38 15,61 18,88 21,62 20,61 22,05
17,10 19,56 20,15 17,16 18,82 17,96 16,81 18,90 17,73 18,88 17,30 15,66 15,23 13,48 15,22 19,18 21,74 20,85 22,24
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
498,9
543,3
663,1
17,10
17,48
17,74
17,59
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
555,4 520,1 .. 547,5
621,6 586,1 .. 608,7
792,1 769,2 781,3 773,5
20,68 20,27 20,48 19,82
21,08 20,72 20,91 20,13
21,70 21,43 21,57 20,65
21,96 21,67 21,82 19,98
Rijk
501,0
562,4
708,4
18,23
18,53
18,96
18,91
(1) in duizenden BEF
TABEL
V.9
Eenheid : miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota V.9 Bron : NIS
SAMENSTELLING van de TOTALE BELASTING in miljoenen BEF of miljoenen EUR naar WOONGEMEENTE : referentieaanslagjaren met betrekking tot de inkomens van het vorige jaar SAMENSTELLING VAN DE TOTALE BELASTING 1985 (1) Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
600,5 949,5 553,6 394,6 874,7 419,3 396,5 899,5 612,5 274,6 090,0 852,3 837,0 741,6 758,6 079,4 589,4 694,6 509,5
5 515,4 3 038,8 1 698,6 8 611,0 2 869,8 2 480,8 3 526,6 1 892,3 5 674,0 3 358,3 1 119,5 3 772,7 1 905,2 702,8 6 123,5 8 418,6 2 744,0 5 006,7 4 616,6
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 71 127,7
73 075,1
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
48 33 81 28
Rijk
5 2 1 8 2 2 3 1 5 3 1 3 1
1990 (1)
5 8 2 4 4
41 28 69 24
581,6 070,5 652,0 102,1
607 236,4
038,2 303,2 341,4 336,2
670 550,3
Totale belasting 1995 (1) 2000 2001 6 3 2 10 3 3 4 2 7 4 1 4 2
2002
2003
1985 (1)
790,3 747,1 159,4 312,8 529,6 020,7 191,1 247,6 058,7 172,1 394,0 552,0 470,7 823,1 292,9 877,3 355,7 948,6 394,5
190,08 110,92 61,64 301,44 110,13 87,83 126,22 62,87 219,47 119,52 40,74 131,92 76,53 25,07 219,93 298,97 99,71 175,19 161,55
196,82 114,75 65,16 317,92 115,76 90,79 130,75 65,43 229,48 123,29 41,49 137,50 84,09 27,77 233,00 302,05 104,07 178,23 162,50
208,20 121,23 68,76 351,65 122,07 97,22 140,14 67,28 245,58 129,50 44,08 141,97 91,40 29,18 241,43 329,65 106,73 187,78 173,60
209,30 119,31 68,06 341,88 124,61 97,11 139,98 68,06 250,46 132,73 44,40 141,10 91,31 29,24 241,80 328,82 107,13 190,11 174,96
88 338,1
2 619,72
2 720,84
2 897,44
2 900,37
66 004,2
67 747,8
2 1 3 1
2 1 3 1
2 1 4 1
2 1 4 1
39 26 65 22
45 31 76 26
7 9 3 5 5
67 49 117 39
549,5 994,3 543,9 939,6
926 301,3
136,49 644,20 780,69 282,74
28 928,29
230,60 741,55 972,14 341,75
30 386,28
407,42 878,34 285,77 434,59
32 524,49
442,68 924,58 367,26 462,44
32 976,13
5 2 1 7 2 2 3 1 5 3 1 3 1 5 7 2 4 4
186,9 731,6 438,7 776,0 662,2 240,2 145,4 758,9 198,6 032,9 009,6 567,7 718,0 680,7 333,1 622,8 376,0 387,4 137,4
1990 (1)
042,1 212,6 254,7 688,8
566 541,5
5 2 1 7 2 2 3 1 5 3 1 3 1 5 7 2 4 4
106,5 840,0 580,0 974,6 632,6 296,8 265,7 760,2 206,2 109,4 046,3 509,9 765,2 657,0 619,2 867,9 517,6 678,7 313,9
321,6 218,6 540,3 700,6
626 718,6
1995 (1) 6 3 2 9 3 2 3 2 6 3 1 4 2
Staatsbelasting 2000 2001
2002
2003
358,8 508,6 012,7 658,5 245,9 828,4 889,0 085,5 492,7 871,3 305,3 243,5 294,2 763,9 767,9 247,9 085,8 569,8 120,4
176,36 103,85 57,19 282,25 101,73 82,23 117,12 58,33 202,74 111,40 37,97 122,46 71,01 23,27 203,19 279,94 92,52 164,03 151,26
182,55 107,42 60,44 297,61 106,89 84,98 121,29 60,69 211,93 114,88 38,66 127,57 78,00 25,76 215,21 282,77 96,55 166,85 152,13
192,98 113,42 63,73 329,00 112,63 90,36 129,90 62,36 226,64 119,50 41,05 132,20 84,72 27,06 224,83 308,42 98,95 175,68 162,42
193,89 111,56 63,05 319,67 114,91 90,21 129,68 63,05 230,98 122,40 41,32 131,33 84,60 27,08 225,05 307,46 99,25 177,76 163,60
82 350,1
2 438,86
2 532,18
2 695,84
2 696,84
2 1 3 1
2 1 3 1
2 1 4 1
263,95 752,34 016,29 350,48
2 292,49 1 793,54 4 086,02 1 375,27
30 375,47
30 760,46
6 9 3 5 5
63 46 110 37
727,2 941,7 668,9 694,9
867 348,5
017,69 546,23 563,92 209,63
27 102,15
103,44 635,32 738,76 264,06
28 433,42
(1) in miljoenen BEF
125 HOOFDSTUK V
126
SAMENSTELLING VAN DE TOTALE BELASTING (vervolg) Gemeentebelasting
Agglomeratiebelasting
1985 (1)
1990 (1)
1995 (1)
2000
2001
2002
gemeentelijke opcentiemen
2003
1985 (1)
1990 (1)
1995 (1)
2000
2001
2002
opcentiemen agglomeratie
2003
361,9 190,7 100,5 541,3 185,9 156,7 219,8 123,0 362,2 211,5 70,4 249,0 102,0 54,1 372,3 380,5 189,7 263,3 330,7
357,7 170,5 102,8 556,8 210,8 161,0 228,3 114,5 415,8 217,8 62,7 227,8 122,5 39,3 448,3 472,0 201,3 281,2 259,5
369,9 204,4 127,1 560,9 252,2 164,9 264,4 141,8 503,1 263,2 76,1 267,4 154,4 51,8 459,4 539,5 239,8 324,7 224,2
12,00 6,06 3,89 16,45 7,42 4,80 7,96 3,97 14,77 7,04 2,40 8,28 4,83 1,58 14,76 16,31 6,29 9,57 8,82
12,48 6,28 4,13 17,40 7,82 4,98 8,28 4,15 15,48 7,29 2,45 8,69 5,33 1,76 15,70 16,53 6,58 9,76 8,89
13,32 6,69 4,39 19,41 8,33 5,97 8,96 4,30 16,72 8,83 2,63 8,46 5,85 1,86 14,39 18,20 6,81 10,37 9,59
7,0 6,0 7,0 6,0 7,5 6,7 7,0 7,0 7,5 7,5 6,5 6,5 7,0 7,0 6,5 6,0 7,0 6,0 6,0
13,49 6,64 4,38 19,04 8,56 6,01 9,02 4,39 17,19 9,12 2,67 8,47 5,88 1,88 14,52 18,30 6,89 10,58 9,74
51,7 27,2 14,4 77,3 26,6 22,4 31,4 17,6 51,7 30,2 10,1 35,6 17,0 6,8 53,2 76,1 23,7 43,9 41,3
51,1 28,4 15,8 79,6 26,4 23,0 32,6 17,6 52,0 31,1 10,5 35,0 17,5 6,5 56,0 78,7 25,2 46,9 43,2
61,6 34,1 19,6 93,5 31,5 27,5 37,8 20,3 62,9 37,6 12,7 41,1 22,1 7,4 65,6 89,9 30,0 54,1 49,8
1,71 1,01 0,56 2,74 0,99 0,80 1,14 0,57 1,97 1,08 0,37 1,18 0,69 0,23 1,97 2,72 0,90 1,59 1,47
1,78 1,05 0,59 2,90 1,04 0,83 1,18 0,59 2,06 1,12 0,38 1,24 0,76 0,25 2,09 2,76 0,94 1,63 1,48
1,90 1,12 0,63 3,24 1,11 0,89 1,28 0,61 2,23 1,18 0,40 1,30 0,84 0,27 2,21 3,03 0,97 1,73 1,60
1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
1,93 1,11 0,63 3,17 1,14 0,90 1,29 0,63 2,29 1,22 0,41 1,30 0,84 0,27 2,23 3,05 0,98 1,76 1,62
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
4 465,4
4 650,3
5 189,1
157,18
163,97
175,07
-
176,76
658,1
677,0
799,0
23,68
24,68
26,54
-
26,77
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel
2 1 4 1
2 2 4 1
3 3 6 2
822,3 052,6 874,9 244,7
118,80 97,96 216,77 73,11
127,16 106,22 233,38 77,68
143,47 126,01 269,48 84,11
-
150,19 131,05 281,24 87,17
-
-
-
-
-
-
-
-
58 153,8
1 802,46
1 928,19
2 122,48
-
2 188,90
658,1
677,0
799,0
23,68
24,68
26,54
-
26,77
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk (1) in miljoenen BEF
539,5 857,8 397,4 412,3
40 036,8
716,6 084,6 801,2 635,5
43 154,7
TABEL
V.10
Eenheid : EUR Methodologische nota V.10 Bron : NIS
GEMIDDELDE INKOMSTEN per HUISHOUDEN in EUR - HUISHOUDBUDGETONDERZOEK : referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
Benaming 1999
2000
2001
2002
1999
2000
2001
2002
Inkomen uit de hoofdactiviteit Voordelen in natura Inkomen uit nevenactiviteiten
16 157,14 475,08 173,66
16 884,62 402,83 376,48
15 632,83 716,17 127,25
18 020,60 536,84 198,05
18 688,45 383,95 277,40
18 852,77 388,99 234,19
17 687,90 544,12 253,36
18 782,28 470,72 244,65
Inkomen uit economische activiteit
16 805,88
17 663,95
16 476,25
18 755,49
19 349,80
19 475,95
18 485,39
19 497,65
Netto-inkomen uit onroerend vermogen Netto-inkomen uit roerend vermogen
3 594,03 192,38
3 937,39 316,04
4 081,19 221,42
3 991,18 479,80
4 157,38 228,99
4 462,38 251,49
4 483,94 206,97
4 685,26 311,90
Inkomen uit vermogen
3 786,40
4 253,43
4 302,60
4 470,99
4 386,37
4 713,84
4 690,91
4 997,16
Pensioenen Werkloosheidsuitkering Uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid Kinderbijslag en premies Uitbetalingen door het ziekenfonds Andere sociale uitkeringen
4 645,32 1 219,36 260,17 1 136,71 382,64 272,91
4 629,51 1 263,98 351,41 1 053,99 302,45 572,96
4 967,82 1 278,28 372,18 1 096,77 470,48 407,98
4 547,12 1 608,57 382,41 1 138,09 396,44 442,16
4 720,87 920,41 544,41 1 251,04 402,61 267,13
4 881,02 1 022,07 532,95 1 216,54 374,27 240,18
5 140,56 1 089,26 447,90 1 292,80 470,89 171,39
4 935,96 1 320,83 581,35 1 263,10 442,67 287,57
Inkomen uit sociale uitkeringen
7 917,10
8 174,29
8 593,51
8 514,79
8 106,47
8 267,00
8 612,80
8 831,46
Transfers tussen huishoudens Ontvangen vergoedingen uitgekeerd door verzekeringen Overig overgedragen inkomen
85,28 146,19 10,63
108,23 146,88 47,65
-17,49 278,27 67,71
44,41 1 994,58 161,77
2,03 214,98 72,48
48,51 216,24 115,34
24,90 166,35 104,58
24,84 387,56 230,35
Overgedragen inkomen
242,10
302,75
328,49
2 200,76
289,49
380,10
295,83
642,74
Inkomenslasten (verrekening belastingen)
-119,55
-177,49
-136,50
268,38
-47,80
-164,75
-67,57
115,46
28 631,93
30 216,93
29 564,34
34 210,41
32 084,33
32 672,17
32 017,35
34 084,47
TOTAAL BESCHIKBAAR INKOMEN
127 HOOFDSTUK V
128
TABEL
V.11
Eenheid : EUR Methodologische nota V.11 Bron : NIS
GEMIDDELDE UITGAVEN per HUISHOUDEN in EUR - HUISHOUDBUDGETONDERZOEK : referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
Benaming 1999
2000
2001
2002
1999
2000
2001
2002
Voedingsproducten Dranken Tabakswaren
2 952,78 744,39 262,70
3 017,93 713,26 227,94
3 160,02 779,57 265,40
3 260,02 830,37 292,65
3 316,72 756,71 230,81
3 370,71 812,77 237,61
3 526,59 783,20 251,61
3 626,34 811,02 253,37
Voeding, dranken, tabak
3 959,86
3 959,16
4 204,98
4 383,04
4 304,24
4 421,08
4 561,41
4 690,74
905,78 229,63
1 094,35 229,50
985,81 242,16
952,24 212,50
1 175,44 276,86
1 123,40 256,79
1 100,63 261,48
1 143,79 266,88
Kleding en schoeisel
1 135,41
1 323,85
1 227,98
1 164,74
1 452,30
1 380,20
1 362,11
1 410,67
Bruto huur Verwarming, verlichting en water
6 593,43 1 143,47
6 878,55 1 245,49
6 902,19 1 152,89
7 102,38 1 208,23
5 789,96 1 330,26
5 901,70 1 501,74
6 027,85 1 563,11
6 177,23 1 565,02
Eerste of tweede woning
7 736,90
8 124,04
8 055,08
8 310,61
7 120,22
7 403,44
7 590,96
7 742,25
503,07 77,82 108,00 78,67 71,08 517,61
465,10 187,61 213,54 77,76 71,00 510,14
475,29 88,06 251,74 80,33 59,88 498,91
358,92 90,97 197,26 71,52 65,00 547,94
559,79 177,90 230,33 87,95 137,29 586,29
695,04 151,69 275,73 81,36 132,42 534,24
560,26 142,82 282,11 93,50 121,84 540,39
463,75 156,17 290,44 85,52 144,93 563,12
1 356,25
1 525,16
1 454,20
1 331,61
1 779,54
1 870,51
1 740,92
1 703,94
377,23 106,14 820,86 153,57
396,36 80,17 648,64 113,68
385,10 117,07 813,82 299,27
426,41 226,14 726,44 144,49
341,97 168,99 628,63 135,43
370,01 112,37 555,18 150,30
410,07 127,86 653,12 145,19
409,79 161,65 656,89 135,33
1 457,79
1 238,87
1 615,27
1 523,49
1 275,02
1 187,86
1 336,25
1 363,66
Kleding Schoeisel (laarzen inbegrepen)
Meubelen en vaste toebehoren Huishoudartikelen in textiel Grote huishoudtoestellen Vaatwerk, huishoudelijke voorwerpen Gereedschap voor de woning en de tuin Onderhoud van het huis Meubelen en huishoudtoestellen Farmaceutische producten Therapeutische apparaten Medische en paramedische sector Ziekenhuizen en soortgelijke Gezondheid
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
Benaming 1999
2000
2001
2002
1999
2000
2001
2002
Aankoop van voertuigen Verbruiksuitgaven voor voertuigen Vervoerdiensten Post en telecommunicatie
633,58 1 482,90 312,92 676,39
1 687,26 1 697,38 320,08 782,50
791,75 1 568,79 365,75 762,14
1 412,77 1 675,02 408,35 797,49
1 332,67 1 858,69 193,68 575,85
1 783,59 1 966,96 194,32 663,26
1 635,41 1 938,59 203,18 674,07
1 572,88 2 005,18 269,89 767,63
Vervoer en communicatie
3 105,78
4 487,22
3 488,43
4 293,62
3 960,89
4 608,14
4 451,26
4 615,58
759,48 934,90 447,30 340,76
816,07 917,50 498,04 216,53
741,08 794,87 422,77 243,71
905,75 800,37 489,00 209,34
865,07 959,89 405,54 237,88
906,77 967,13 405,16 226,57
949,17 965,77 382,41 230,44
1 004,00 897,00 424,01 201,89
Cultuur, ontspanning en onderwijs
2 482,44
2 448,12
2 202,43
2 404,46
2 468,38
2 505,63
2 527,80
2 526,90
Lichaamsverzorging Persoonlijke artikelen n.e.g. Uitgaven in de horecasector Toeristische reizen Financiële diensten, verzekeringen Andere diensten n.e.g. Niet gepreciseerd verbruik
471,16 127,30 1 335,09 641,99 1 332,45 551,18 207,73
568,64 168,79 1 277,89 1 025,44 1 131,68 436,02 201,29
557,74 186,14 1 241,09 954,99 932,13 782,04 213,22
560,44 159,59 1 437,41 876,00 1 018,93 443,89 262,40
527,72 121,66 1 350,64 856,66 1 323,14 495,36 272,30
533,42 120,75 1 408,56 846,56 1 336,74 443,80 277,02
542,11 142,48 1 398,71 860,33 1 348,13 503,46 287,43
573,10 138,12 1 482,38 885,64 1 440,12 473,59 376,22
Andere goederen en diensten
4 666,90
4 809,78
4 867,33
4 758,66
4 947,48
4 966,84
5 082,64
5 369,17
TOTALE CONSUMPTIE
25 901,34
27 916,18
27 115,70
28 170,23
27 308,09
28 343,67
28 653,34
29 422,92
Beschikbaar inkomen Saldo
28 631,93 2 730,59
30 216,93 2 300,75
29 564,34 2 448,64
34 210,41 6 040,18
32 084,33 4 776,25
32 672,17 4 328,49
32 017,35 3 364,01
34 084,47 4 661,55
Toestellen en accessoires Culturele- en sportdiensten Boeken, kranten en tijdschriften, papier Onderwijs
129 HOOFDSTUK V
130
TABEL
V.12
Eenheid : geen eenheid en % Methodologische nota V.12 Bronnen : FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
PRIJSINDICES en INFLATIECIJFERS van de CONSUMPTIEPRIJZEN voor het RIJK van 1980 tot 2004
INDEX VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN
INFLATIECIJFER in %
GEZONDHEIDSINDEXCIJFER
1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
1974/75=100
1981=100
1988=100
1996=100
142,4 153,2 166,6 179,3 190,7 200,0 202,6 205,8 208,1 214,6 222,0 229,1 234,7 241,2 246,9 250,5 255,7 259,9 262,3 265,3 272,0 278,8 283,3 287,8 293,9
92,4 100,0 108,2 116,5 123,8 129,9 131,6 133,6 135,2 139,4 144,2 148,8 152,4 156,6 160,3 162,7 166,0 168,7 170,4 172,3 176,6 181,0 184,0 186,9 190,8
68,3 73,9 80,0 86,1 91,6 96,0 97,2 98,8 100,0 103,0 106,6 110,0 112,7 115,8 118,5 120,3 122,7 124,7 125,9 127,3 130,6 133,8 136,0 138,2 141,1
55,7 60,2 65,1 70,1 74,6 78,2 79,2 80,5 81,4 83,9 86,8 89,6 91,8 94,3 96,6 98,0 100,0 101,6 102,6 103,8 106,4 109,0 110,8 112,6 114,9
6,7 8,2 8,2 7,7 6,3 4,9 1,3 1,6 1,2 3,1 3,5 3,2 2,4 2,8 2,4 1,5 2,0 1,6 1,0 1,1 2,6 2,5 1,7 1,6 2,1
1988=100
1996=100
116,8 118,6 120,5 122,1 123,7 124,8 127,2 130,7 133,0 134,9 137,14
96,8 98,3 100,0 101,3 102,6 103,5 105,6 108,4 110,3 111,9 113,7
HOOFDSTUK VI
GEZONDHEID
HOOFDSTUK VI
132
TABEL
VI.1
Eenheden : aantal erkende algemene en psychiatrische ziekenhuizen (hoofd- en bijcampussen) Methodologische nota VI.1 Bron : FOD Volksgezondheid
AANTAL ERKENDE ALGEMENE en PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN (alle campussen) naar CAPACITEIT op 1 januari 2004
Algemene ziekenhuizen Psychiatrische ziekenhuizen
TOTAAL
Capaciteit (aantal bedden)
Algemene ziekenhuizen Psychiatrische ziekenhuizen TOTAAL Capaciteit (aantal bedden)
Privé
Openbare
Privé
Openbare
Privé
Openbare
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 - 149 150 - 249 250 - 349 350 - 499 > 500 TOTAAL
3 0 1 2 5 11
4 2 0 1 2 9
7 1 1 0 0 9
2 2 2 2 1 9
0 0 0 0 0 0
Openbare
22 17 12 5 2 58
2 2 1 3 2 10
52 48 35 37 42 214
2 1 0 0 0 3
1 0 0 0 0 1
4 3 0 1 0 8
Rijk 0 1 0 0 0 1
14 4 2 3 7 30
1 - 149 150 - 249 250 - 349 350 - 499 > 500 TOTAAL
19 23 13 18 24 97
Vlaams-Brabant 1 - 149 150 - 249 250 - 349 350 - 499 > 500 TOTAAL
Privé
9 6 9 11 14 49 Waals-Brabant
3 3 1 1 0 8
1 0 0 0 0 1
6 5 3 3 1 18
1 - 149 150 - 249 250 - 349 350 - 499 > 500 TOTAAL
1 2 0 1 0 4
0 0 0 0 0 0
TABEL
VI.2
AANTAL ZIEKENHUIZEN (hoofdcampussen), BEDDEN op 1 januari, AANTAL PATIËNTEN en AANTAL LIGDAGEN gedurende het jaar in de ERKENDE ALGEMENE en PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN (alle campussen) : referentiejaren
Eenheden : aantal ziekenhuizen (hoofdcampussen), aantal bedden, aantal patiënten en aantal ligdagen (alle campussen) Methodologische nota VI.2 Bron : FOD Volksgezondheid
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
VLAAMS-BRABANT
1995
2000
2002
2003
2004
1995
2000
2002
2003
2004
35 20 15 8 249 238 906 2 263 015
22 13 9 7 991 243 145 2 229 472
20 11 9 8 186 243 957 2 180 729
20 11 9 8 174 241 911 2 150 010
20 11 9 8 174 .. ..
17 13 4 4 205 114 516 1 144 512
13 11 2 4 024 118 640 1 095 225
10 10 0 3 708 108 830 974 974
10 10 0 3 738 108 246 971 178
9 9 0 3 738 .. ..
10 9 1 1 109 7 320 327 700
10 9 1 1 109 6 190 311 762
10 9 1 1 036 6 051 298 033
10 9 1 1 036 5 477 289 782
10 9 1 1 040 .. ..
9 8 1 1 881 9 376 623 704
9 8 1 1 761 6 824 548 458
9 8 1 1 659 6 773 462 391
9 8 1 1 659 6 605 454 123
9 8 1 1 659 .. ..
45 29 16 9 358 246 226 2 590 715
32 22 10 9 100 249 335 2 499 812
30 20 10 9 222 250 008 ..
30 20 10 9 210 247 388 ..
30 20 10 9 214 .. ..
26 21 5 6 086 123 892 1 768 216
22 19 3 5 785 125 464 1 648 812
19 18 1 5 367 115 603 ..
19 18 1 5 397 114 851 ..
18 17 1 5 397 .. ..
Algemene ziekenhuizen Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen Psychiatrische ziekenhuizen Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen TOTAAL Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen (1) Situatie op 1 januari volgend op het aangeduide jaar
133 HOOFDSTUK VI
134
WAALS-BRABANT
RIJK
1995
2000
2002
2003
2004
1995
2000
2002
2003
2004
6 4 2 1 169 30 049 303 986
5 4 1 1 192 24 464 251 338
4 3 1 967 24 064 241 475
4 3 1 967 24 485 236 593
4 4 0 967 .. ..
224 138 86 58 382 1 666 600 15 815 268
164 100 60 56 549 1 712 871 15 210 722
152 96 56 55 981 1 697 687 14 816 252
149 95 54 55 687 1 693 936 14 636 612
146 97 49 55 644 .. ..
4 3 1 388 2 467 115 585
4 3 1 388 1 466 110 211
4 3 1 391 1 548 103 599
4 3 1 391 1 594 108 638
4 3 1 391 .. ..
70 59 11 16 767 86 566 5 518 608
68 58 10 16 303 59 957 5 459 656
67 57 10 15 402 60 155 5 152 290
69 58 11 15 381 60 357 5 116 714
68 58 10 15 375 .. ..
10 7 3 1 557 32 516 419 571
9 7 2 1 580 25 930 340 389
8 6 2 1 358 25 612 ..
8 6 2 1 358 26 079 ..
8 7 1 1 358 .. ..
294 197 97 75 149 1 753 166 21 333 876
228 158 70 72 852 1 772 828 20 176 814
219 153 66 71 383 1 757 842 ..
218 153 65 71 068 1 754 293 ..
214 155 59 71 019 .. ..
Algemene ziekenhuizen Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen Psychiatrische ziekenhuizen Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen TOTAAL Aantal ziekenhuizen (1) . privé . openbaar Aantal bedden (1) Aantal patiënten Aantal ligdagen (1) Situatie op 1 januari volgend op het aangeduide jaar
TABEL
VI.3
Eenheid: aantal geneesheren, apothekers, tandheelkundigen, vroedvrouwen en verpleegkundigen Methodologische nota VI.3 Bron : RIZIV
AANTAL GENEESHEREN, APOTHEKERS, TANDHEELKUNDIGEN, VROEDVROUWEN en VERPLEEGKUNDIGEN op 31 december: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 Geneesheren (1)
2000
2002
2003
RIJK 2004
1995
2000
2002
2003
2004
5 707
5 953
6 175
6 244
6 134
35 947
39 519
40 763
41 446
41 734
waarvan Algemeen Geneeskundigen
2 232
2 390
2 455
2 454
2 352
16 515
17 974
18 244
18 298
18 377
waarvan Geneesheren-specialisten
2 812
2 883
3 018
3 048
3 055
16 049
18 104
19 065
19 461
19 836
663
680
702
742
727
3 383
3 441
3 454
3 687
3 521
Apothekers (2)
1 253
1 379
1 426
1 437
1 450
9 499
10 724
11 191
11 389
11 618
Tandheelkundigen (2)
1 153
1 260
1 247
1 236
1 246
7 852
8 465
8 553
8 597
8 660
293
251
238
245
246
4 026
4 508
4 734
4 912
5 084
3 860
3 006
2 827
2 889
3 127
48 639
55 406
58 306
60 142
62 211
waarvan Geneesheren-stagiairs
Vroedvrouwen (2) Verpleegkundigen (2) (1) naar woonplaats (2) naar werkplaats
135 HOOFDSTUK VI
136
TABEL
VI.4
Eenheid : aantal personen Methodologische nota VI.4 Bron : NIS
DOODSOORZAKEN van PERSONEN OUDER DAN EEN JAAR : 1995, 1996 en 1997
1995
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1996 1997
RIJK 1996
1995
1997
M
V
Totaal
M
V
Totaal
M
V
Totaal
M
V
Totaal
M
V
Totaal
M
V
Totaal
Infectieuze en parasitaire ziekten waaronder Aids Kanker waaronder Kanker spijsverteringsorganen waaronder maagkanker waaronder dikkedarmkanker waaronder kanker ademhalingsorganen waaronder Borstkanker (1) waaronder Prostaatkanker Ziekten zenuwstelsel en zintuigen Ziekten bloedsomlooporganen waaronder Ischemische hartziekten (2) waaronder Cerebrovasculaire aandoeningen (3) Ziekten ademhalingsorganen Ziekten spijsverteringsorganen Overige natuurlijke dood
148 .. 1 489 370 51 103 471 1 180 174 1 688 633
123 .. 1 343 391 48 133 154 273 336 2 249 546
271 .. 2 832 761 99 236 625 274 180 510 3 937 1 179
115 .. 1 413 336 47 93 502 6 163 177 1 507 554
96 .. 1 250 387 46 145 136 246 368 2 042 513
211 .. 2 663 723 93 238 638 252 163 545 3 549 1 067
96 .. 1 377 310 42 91 508 0 183 218 1 464 554
107 .. 1 289 383 45 129 173 220 375 1 948 485
203 .. 2 666 693 87 220 681 220 183 593 3 412 1 039
1 1 17 6
848 171 341 975 689 191 276 20 846 225 619 915
1 21 5
735 50 009 588 494 277 068 565 775 457 407
1 583 221 28 350 7 563 1 183 2 468 7 344 2 585 1 846 3 000 39 076 12 322
1 1 17 6
722 131 053 917 647 150 006 29 796 185 749 732
1 21 5
763 52 753 652 501 335 054 494 889 423 503
1 485 183 27 806 7 569 1 148 2 485 7 060 2 523 1 796 3 074 39 172 12 235
1 1 17 6
645 65 136 918 644 192 206 17 924 365 031 723
2 20 5
776 23 905 618 499 303 205 416 054 923 256
1 421 88 28 041 7 536 1 143 2 495 7 411 2 433 1 924 3 419 37 954 11 979
333 505 248 503
592 484 288 815
925 989 536 1 318
365 530 242 551
593 504 265 875
958 1 034 507 1 426
347 534 237 572
617 505 291 839
964 1 039 528 1 411
3 6 2 4
691 130 033 633
5 4 2 7
755 020 272 306
9 10 4 11
3 6 1 4
892 382 961 454
5 4 2 7
701 388 327 022
9 10 4 11
3 6 2 4
652 225 094 338
5 4 2 7
801 447 425 144
9 10 4 11
Totaal natuurlijke dood
16 3 1 6
12 3 1 1 2
4 755
5 638
10 393
4 535
5 400
9 935
4 498
5 354
9 852
48 829
49 574
Verkeersongeval Accidentele val Zelfmoord Overige gewelddadige dood
62 35 126 120
25 41 75 60
87 76 201 180
59 75 111 130
22 122 51 90
81 197 162 220
48 67 133 131
20 110 56 93
68 177 189 224
1 183 528 1 550 946
409 724 605 549
Totaal gewelddadige dood
343
201
544
375
285
660
379
279
658
4 207
5 098
5 839
10 937
4 910
5 685
10 595
4 877
5 633
10 510
53 036
TOTAAL
(1) bij mannen „ maligne neoplasma van de mannelijke manna ”; bij vrouwen „maligne neoplasma van de vrouwelijke manna ” (2) voornamelijk infarcten (3) beroerten
446 150 305 939
98 403
16 3 1 6
11 3 1 1 2
48 506
49 565
592 252 155 495
1 098 559 1 458 893
385 762 555 589
2 287
6 494
4 008
2 291
51 861
104 897
52 514
1 1 2 1
593 770 288 476
98 071
16 3 1 6
11 3 1 1 2
453 672 519 482
47 834
49 674
483 321 013 482
1 066 565 1 551 872
387 728 595 528
6 299
4 054
2 238
6 292
51 856 104 370
51 888
51 912
103 800
1 1 2 1
97 508 1 1 2 1
453 293 146 400
TABEL
VI.5
Eenheden : levensverwachting in aantal jaren, kindersterfte in aantal overlijdens van kinderen tijdens hun eerste levensjaar per duizend levende geboorten Methodologische nota VI.5 Bron : NIS
LEVENSVERWACHTING en KINDERSTERFTE: referentiejaren
LEVENSVERWACHTING IN JAREN VANAF DE LEEFTIJD 0 Periode 1988 tot 1990 Brussels Hoofdstedelijk
Rijk
Gewest
1995 Brussels Hoofdstedelijk
2000 Rijk
2002
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest
Rijk
Gewest
Brussels Hoofdstedelijk
2003 Rijk
Gewest
Brussels Hoofdstedelijk
Rijk
Gewest
MANNEN
72,26
72,43
73,56
73,91
75,12
75,08
75,31
75,58
75,75
75,85
VROUWEN
78,83
79,13
80,52
80,73
81,39
81,42
81,50
81,69
81,12
81,69
KINDERSTERFTE PER 1000 LEVENDE GEBOORTEN Jaar
Brussels Hoofdstedelijk
Rijk
Gewest 1980
12,99
12,15
1985
10,94
9,82
1990
6,22
6,53
1995
6,37
6,00
2000
5,43
4,82
2001
4,63
5,08
2002
4,95
4,85
(voorlopige cijfers)
2003
4,87
4,78
(voorlopige cijfers)
137 HOOFDSTUK VI
138
TABEL
VI.6
Eenheden : aantal opvangvoorzieningen en capaciteit Methodologische nota VI.6 Bronnen : ONE, Kind en Gezin
NEDERLANDSTALIGE en FRANSTALIGE OPVANGVOORZIENINGEN voor JONGE KINDEREN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST in 2003 en 2004
2003
Opvangvoorzieningen
2004
FRANSTALIG
NEDERLANDSTALIG
TOTAAL
FRANSTALIG
NEDERLANDSTALIG
aantal capaciteit
aantal capaciteit
aantal capaciteit
aantal capaciteit
aantal capaciteit
TOTAAL aantal capaciteit
Gesubsidieerd waarvan 149 Creches 101 Peutertuin 32 Gemeentelijk tehuis „ Accueil de l'Enfance ” 4 Zelfstandige dienst voor opvanggezinnen/Kinderopvang(st)ers onder overkomst (1) 12
5 485 4 337 743 48 357
51 49 1 0 1
1 934 1 874 20 0 40
200 150 33 4 13
7 419 6 211 763 48 397
149 101 32 4 12
5 497 4 337 743 60 357
52 50 1 0 1
1 965 1 905 20 0 40
201 151 33 4 13
7 462 6 242 763 60 397
Niet gesubsidieerd waarvan Mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven Zelfstandige onthaalouders/Zelfstandige kinderopvang(st)ers „ Haltes-Garderies ”
163 109 34 20
2 408 2 044 108 256
151 122 29 0
3 569 3 414 155 0
314 231 63 20
5 977 5 458 263 256
169 112 34 23
2 551 2 124 124 303
168 136 32 0
3 929 3 747 182 0
337 248 66 23
6 480 5 871 306 303
312
7 893
202
5 503
514
13 396
318
8 048
220
5 894
538
13 942
TOTAAL (1) zie methodologische nota
TABEL
VI.7
Eenheden : aantal opvangvoorzieningen en capaciteit Methodologische nota VI.7 Bronnen : ONE, Kind en Gezin
NEDERLANDSTALIGE en FRANSTALIGE OPVANGVOORZIENINGEN voor JONGE KINDEREN naar GEMEENTE in 2003 en 2004
2003 FRANSTALIG Gemeente Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rijk Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap
Subs. 9 4 2 26 8 6 8 2 15 4 1 6 4 2 12 14 3 10 13 149
AANTAL Geen subs. 14 12 3 19 9 2 11 4 11 6 1 3 7 3 7 17 4 20 10 163
NEDERLANDSTALIG
Totaal 23 16 5 45 17 8 19 6 26 10 2 9 11 5 19 31 7 30 23 312
Subs. 330 150 54 1 032 276 166 266 126 686 152 42 230 161 90 434 506 133 381 270 5.485 (1)
CAPACITEIT Geen subs. 143 95 32 388 126 26 206 45 158 88 15 24 129 54 106 368 36 268 101 2 408
Totaal 473 245 86 1 420 402 192 472 171 844 240 57 254 290 144 540 874 169 649 371 7 893
63 -
148 -
211 -
2.871 (1) -
1 579 -
4 450 -
461
1 054
1 515
21.820 (1)
8 941
30 761
Subs.. 5 1 0 12 1 2 2 3 2 3 0 6 1 1 3 3 1 3 2 51 51 49 100 474
AANTAL Geen subs. 18 14 7 16 11 2 5 3 8 7 3 8 7 0 12 12 7 7 4 151 208 165 373 1 961
Totaal 23 15 7 28 12 4 7 6 10 10 3 14 8 1 15 15 8 10 6 202 259 214 473
Subs.. 170 37 0 466 49 75 46 93 86 157 0 247 23 28 104 134 49 114 56 1 934 3 677 3 770 7 447
CAPACITEIT Geen subs. 259 332 115 1 115 308 45 63 72 143 86 64 131 145 0 200 224 88 97 82 3 569 1 887 1 776 3 663
Totaal 429 369 115 1 581 357 120 109 165 229 243 64 378 168 28 304 358 137 211 138 5 503 5 564 5 546 11 110
2 435
41 920
18 123
60 043
Subs. = ontvangt subsidies (1) De capaciteit van de opvangvoorzieningen gelijkgesteld met gesubsidieerde plaatsen (dit zijn de erkende maar niet-gesubsidieerde plaatsen bij ONE en de beschermde plaatsen van het Solidariteitsfonds Luik 2) kan hierbij opgeteld worden. In 2003 omdat deze capaciteit voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 155 eenheden, voor Waals-Brabant 231 eenheden en voor het Franse Gewest 1568 eenheden. In 2004 omdat deze capaciteit voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 236 eenheden, voor Waals-Brabant 129 eenheden en voor het Franse Gewest 1319 eenheden.
139 HOOFDSTUK VI
140
2004 FRANSTALIG Gemeente Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant / arr. Nijvel Rjk Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap
Subs. 9 4 2 26 8 6 8 2 15 4 1 6 4 2 12 14 3 10 13 149
AANTAL Geen subs. 14 12 3 19 10 2 12 4 11 6 1 4 7 3 9 19 4 20 9 169
NEDERLANDSTALIG
Totaal 23 16 5 45 18 8 20 6 26 10 2 10 11 5 21 33 7 30 22 318
Subs. 330 150 54 1 032 276 178 266 126 686 152 42 230 161 90 434 506 133 381 270 5497 (1)
CAPACITEIT Geen subs. 148 90 33 408 188 26 223 45 125 88 21 39 135 54 136 379 39 272 102 2 551
Totaal 478 240 87 1 440 464 204 489 171 811 240 63 269 296 144 570 885 172 653 372 2 551
63 -
158 -
221 -
2 732 (1) -
1 654 -
4 386 -
461
1 108
1 569
20 608 (1)
9 215
29 823
Subs.. 5 1 1 12 1 2 2 2 2 3 0 6 1 1 4 3 1 3 2 52 52 50 102 478
AANTAL Geen subs. 21 16 6 18 11 3 5 5 9 8 3 8 9 0 14 13 6 10 3 168 221 175 396 1 966
Totaal 26 17 7 30 12 5 7 7 11 11 3 14 10 1 18 16 7 13 5 220 273 225 498
Subs.. 170 37 28 471 47 75 46 65 86 157 0 247 23 28 132 134 49 114 56 1 965 3 747 3 870 7 617
CAPACITEIT Geen subs. 341 360 110 1 173 306 64 63 96 175 104 64 131 163 0 249 236 81 146 67 3 929 2 231 2 067 4 298
Totaal 511 397 138 1 644 353 139 109 161 261 261 64 378 186 28 381 370 130 260 123 5 894 5 978 5 937 11 915
2 444
43 197
19 621
62 818
Subs. = ontvangt subsidies (1) De capaciteit van de opvangvoorzieningen gelijkgesteld met gesubsidieerde plaatsen (dit zijn de erkende maar niet-gesubsidieerde plaatsen bij ONE en de beschermde plaatsen van het Solidariteitsfonds Luik 2) kan hierbij opgeteld worden. In 2003 omdat deze capaciteit voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 155 eenheden, voor Waals-Brabant 231 eenheden en voor het Franse Gewest 1568 eenheden. In 2004 omdat deze capaciteit voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 236 eenheden, voor Waals-Brabant 129 eenheden en voor het Franse Gewest 1319 eenheden..
HOOFDSTUK VII
ONDERWIJS EN CULTUUR
HOOFDSTUK VII
Erratum
Tabel VII.2 blz.143
Uitgave 2005
TABEL VII.2 TOTALE SCHOOLBEVOLKING in het KLEUTER-, LAGER en SECUNDAIR ONDERWIJS naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004
Gemeenten Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Kleuter 4.153 1.020 858 7.479 1.545 1.397 1.919 1.089 2.105 2.052 792 3.215 1.245 756 4.206 3.719 1.027 2.769 1.736 43.082 396.917
2000-2001 Lager 7.602 1.957 1.150 13.599 3.114 2.310 3.163 1.852 3.784 3.947 1.516 5.674 2.007 1.227 7.386 6.933 1.560 4.637 3.308 76.726 751.397
Secundair 8.268 1.562 405 18.699 6.232 440 1.686 2.141 6.155 3.528 1.129 2.448 2.807 1.115 6.417 5.713 1.890 3.633 5.016 79.284 760.662
Kleuter 4.274 1.026 907 7.642 1.617 1.428 1.964 1.121 2.150 2.064 797 3.244 1.259 792 4.338 3.755 1.077 2.905 1.728 44.088 398.199
Eenheid : aantal leerlingen Methodologische nota: VII.2 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
2001-2002 Lager 8.102 2.195 1.183 14.491 3.303 2.364 3.460 1.912 4.008 4.137 1.534 5.846 2.149 1.335 7.579 7.313 1.645 4.821 3.358 80.735 761.457
Secundair 8.431 1.995 434 18.873 6.344 490 1.669 2.174 6.934 3.725 1.075 2.455 2.792 1.139 6.499 6.034 2.025 3.727 4.949 81.764 778.542
Kleuter 4.470 1.031 934 7.775 1.626 1.430 1.998 1.120 2.226 2.144 874 3.403 1.385 824 4.457 3.743 1.060 2.937 1.793 45.230 399.168
2002-2003 Lager 8.186 2.127 1.191 14.626 3.319 2.345 3.452 2.138 3.957 4.088 1.525 3.599 2.277 1.314 7.639 7.337 1.667 4.909 3.347 79.043 755.447
Secundair 8.950 2.016 447 18.941 6.536 876 1.820 2.222 7.059 3.734 1.150 2.538 2.969 1.169 6.699 6.187 2.041 3.780 4.916 84.050 795.589
Kleuter 4.566 1.094 924 7.869 1.779 1.441 2.023 1.140 2.128 2.229 905 3.527 1.403 835 4.503 3.865 1.065 3.078 1.783 46.157 399.437
2003-2004 Lager 8.151 2.111 1.254 15.060 3.565 2.388 3.418 2.156 3.512 4.136 1.580 5.883 2.319 1.300 7.790 7.363 1.624 4.862 3.343 81.815 747.111
Secundair 9.141 2.058 387 18.279 7.187 1.005 1.980 2.297 7.126 3.797 1.206 2.666 3.233 1.257 7.668 6.280 2.076 3.781 4.998 86.422 812.346
Erratum
Tabel VII.3 blz.146
Uitgave 2005 2003-2004 Mannen
Belgen F
N 1.321 362 254 2.511 441 444 693 326 672 749 243 912 282 231 1.420 1.400 355 969 473 14.058 75.971
Vrouwen Niet-Belgen
F 624 116 219 859 150 214 104 199 119 280 149 468 119 83 360 203 132 272 215 4.885 113.705
Totaal
N 348 89 35 670 195 59 188 35 314 115 75 307 270 88 497 382 76 320 193 4.256 7.604
71 12 12 97 38 19 22 13 13 13 16 57 31 10 54 9 5 15 18 525 7.132
2.364 579 520 4.137 824 736 1.007 573 1.118 1.157 483 1.744 702 412 2.331 1.994 568 1.576 899 23.724 204.412
Belgen F
N 1.212 312 169 2.228 525 426 695 325 591 684 177 961 312 246 1.308 1.322 322 966 451 13.232 71.836
TOTAAL Niet-Belgen
F 592 111 199 776 156 196 120 196 116 278 145 415 109 67 326 174 100 226 200 4.502 108.858
Totaal
N 336 79 24 630 240 69 186 31 290 89 79 331 253 103 475 363 68 294 217 4.157 7.355
62 13 12 98 34 14 15 15 13 21 21 76 27 7 63 12 7 16 16 542 6.976
2.202 515 404 3.732 955 705 1.016 567 1.010 1.072 422 1.783 701 423 2.172 1.871 497 1.502 884 22.433 195.025
F
N 3.217 842 482 6.039 1.401 998 1.762 717 1.867 1.637 574 2.511 1.117 668 3.700 3.467 821 2.549 1.334 35.703 162.766
1.349 252 442 1.830 378 443 261 423 261 592 331 1.016 286 167 803 398 244 529 449 10.454 236.671
Erratum
Tabel VII.4 blz.149
Uitgave 2005 2003-2004 Mannen
Belgen F
N 2.603 849 321 4.981 1.105 788 1.218 740 1.286 1.485 457 1.666 520 317 2.611 3.110 588 1.825 1.112 27.582 148.888
Vrouwen Niet-Belgen
F 748 130 242 1.028 241 265 85 235 103 366 159 437 52 38 291 227 171 301 362 5.481 203.557
Totaal
N 715 93 61 1.514 335 100 351 97 491 291 154 703 604 212 1.033 586 75 320 262 7.997 15.984
111 12 15 237 94 30 30 18 11 38 43 163 42 28 120 17 5 11 20 1.045 14.014
4.177 1.084 639 7.760 1.775 1.183 1.684 1.090 1.891 2.180 813 2.969 1.218 595 4.055 3.940 839 2.457 1.756 42.105 382.443
Belgen F
N 2.446 774 291 4.650 1.060 800 1.240 706 1.114 1.329 374 1.656 502 422 2.440 2.613 574 1.809 1.005 25.805 141.313
TOTAAL Niet-Belgen
F 734 131 252 1.057 269 257 114 241 78 384 185 434 44 44 302 264 136 283 324 5.533 195.695
Total
N 682 118 61 1.364 384 112 345 91 412 214 153 674 529 202 897 536 70 299 247 7.390 14.359
112 4 11 229 77 36 35 28 17 29 55 150 26 37 96 10 5 14 11 982 13.301
3.974 1.027 615 7.300 1.790 1.205 1.734 1.066 1.621 1.956 767 2.914 1.101 705 3.735 3.423 785 2.405 1.587 39.710 364.668
F
N 6.446 1.834 734 12.509 2.884 1.800 3.154 1.634 3.303 3.319 1.138 4.699 2.155 1.153 6.981 6.845 1.307 4.253 2.626 68.774 320.544
1.705 277 520 2.551 681 588 264 522 209 817 442 1.184 164 147 809 518 317 609 717 13.041 426.567
Erratum
Tabel VII.5 blz.152
Uitgave 2005 2003-2004 Mannen
Belgen F
N 2.888 908 15 5.016 2.878 477 821 843 3.009 1.151 296 616 931 128 2.412 2.579 1.015 1.478 1.886 29.347 165.730
Vrouwen Niet-Belgen
F 872 133 191 1.777 298 0 0 70 0 340 244 96 0 0 400 145 0 59 693 5.318 216.676
Total
N 1.021 164 4 1.456 606 217 252 105 710 116 53 448 763 184 827 439 64 222 351 8.002 22.023
114 8 44 184 23 0 0 59 0 14 5 18 0 0 32 21 0 1 45 568 10.795
4.895 1.213 254 8.433 3.805 694 1.073 1.077 3.719 1.621 598 1.178 1.694 312 3.671 3.184 1.079 1.760 2.975 43.235 415.224
Belgen F
N 2.483 583 27 5.864 2.549 213 660 953 2.756 1.369 279 797 842 555 2.690 2.522 915 1.742 1.216 29.015 158.479
TOTAAL Niet-Belgen
F 850 155 80 2.082 313 0 0 86 0 597 233 133 0 0 380 152 0 36 606 5.703 207.519
Totaal
N 787 102 6 1.723 493 98 247 123 651 182 85 541 697 390 881 407 82 239 164 7.898 21.400
126 5 20 177 27 0 0 58 0 28 11 17 0 0 46 15 0 4 37 571 9.724
4.246 845 133 9.846 3.382 311 907 1.220 3.407 2.176 608 1.488 1.539 945 3.997 3.096 997 2.021 2.023 43.187 397.122
F
N 7.179 1.757 52 14.059 6.526 1.005 1.980 2.024 7.126 2.818 713 2.402 3.233 1.257 6.810 5.947 2.076 3.681 3.617 74.262 367.632
1.962 301 335 4.220 661 0 0 273 0 979 493 264 0 0 858 333 0 100 1.381 12.160 444.714
142
TABEL
VII.1
Eenheid : aantal leerlingen, studenten (inschrijvingen) Methodologische nota VII.1 Bronnen : Communauté Française, Vlaamse Gemeenschap en Universitaire Stichting
SCHOOLBEVOLKING in het KLEUTER-, LAGER, SECUNDAIR, HOGESCHOLENen UNIVERSITAIR ONDERWIJS van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en het RIJK (FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG onderwijs) : referentiejaren BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
1990-1991
1995-1996
2000-2001
2001-2002
2002-2003
2003-2004
1990-1991
1995-1996
2000-2001
2001-2002
2002-2003
2003-2004
32 150 7 076
33 753 8 807
33 048 10 034
33 989 10 099
34 980 10 250
35 703 10 454
159 642 214 102
169 059 255 703
156 335 240 582
158 695 239 504
161 025 238 143
162 766 236 671
66 790 9 739
65 548 10 124
64 416 12 310
68 159 12 576
66 251 12 792
68 774 13 041
314 304 430 578
324 142 413 022
315 862 435 535
327 137 434 320
324 238 431 209
320 544 426 567
71 132 13 146
70 891 12 573
67 332 11 952
70 035 11 729
72 071 11 979
74 262 12 160
353 163 440 159
348 532 450 973
331 556 429 106
348 379 430 163
359 808 435 781
367 632 444 714
20 339 10 548
26 588 13 427
27 352 11 924
27 628 11 975
27 813 12 112
26 817 12 370
55 030 82 149
74 767 91 231
77 516 99 258
78 831 99 339
79 279 99 661
81 096 100 178
21 866 8 819
24 086 9 038
24 349 9 874
24.716 (1) 10.108 (1)
24 901 10 203
.. ..
56 678 55 167
62 766 64 721
60 607 68 486
61.584 (1) 70.187 (1)
62 631 71 961
.. ..
Kleuter Franstalig Nederlandstalig Lager Franstalig Nederlandstalig Secundair Franstalig Nederlandstalig Hogescholen Franstalig Nederlandstalig Universitair Franstalig Nederlandstalig (1) aangepaste cijfers
TABEL
VII.2
TOTALE SCHOOLBEVOLKING in het KLEUTER-, LAGER en SECUNDAIR ONDERWIJS naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004
2000-2001
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
2001-2002
Kleuter
Lager
Secundair
Kleuter
4 153 1 020 858 7 479 1 545 1 397 1 919 1 089 2 105 2 052 792 3 215 1 245 756 4 206 3 719 1 027 2 769 1 736
7 602 1 957 1 150 13 599 3 114 2 310 3 163 1 852 3 784 3 947 1 516 5 674 2 007 1 227 7 386 6 933 1 560 4 637 3 308
8 268 1 562 405 18 699 6 232 440 1 686 2 141 6 155 3 528 1 129 2 448 2 807 1 115 6 417 5 713 1 890 3 633 5 016
4 274 1 026 907 7 642 1 617 1 428 1 964 1 121 2 150 2 064 797 3 244 1 259 792 4 338 3 755 1 077 2 905 1 728
43 082
76 726
79 284
396 917
751 397
760 662
Lager
2002-2003 Secundair
Kleuter
102 195 183 491 303 364 460 912 008 137 534 846 149 335 579 313 645 821 358
8 431 1 995 434 18 873 6 344 490 1 669 2 174 6 934 3 725 1 075 2 455 2 792 1 139 6 499 6 034 2 025 3 727 4 949
4 470 1 031 934 7 775 1 626 1 430 1 998 1 120 2 226 2 144 874 3 403 1 385 824 4 457 3 743 1 060 2 937 1 793
44 088
80 735
81 764
398 199
761 457
778 542
8 2 1 14 3 2 3 1 4 4 1 5 2 1 7 7 1 4 3
Eenheid : aantal leerlingen Methodologische nota: VII.2 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
Lager
2003-2004 Secundair
Kleuter
Lager
Secundair
186 127 191 626 319 345 452 138 957 088 525 599 277 314 639 337 667 909 347
8 950 2 016 447 18 941 6 536 876 1 820 2 222 7 059 3 734 1 150 2 538 2 969 1 169 6 699 6 187 2 041 3 780 4 916
4 566 2 672 743 6 417 1 844 1 421 2 354 1 048 2 119 2 440 1 016 2 797 2 133 835 4 229 3 916 1 219 2 810 1 578
8 151 4 385 943 13 190 3 472 2 322 3 971 2 076 3 580 4 128 1 658 4 863 3 339 1 300 7 590 7 562 1 825 4 517 2 943
9 141 5 977 52 14 720 6 526 1 278 2 959 2 517 7 427 3 676 1 048 2 402 3 497 1 257 6 910 7 328 2 409 3 681 3 617
45 230
79 043
84 050
46 157
81 815
86 422
399 168
755 447
795 589
399 437
747 111
812 346
8 2 1 14 3 2 3 2 3 4 1 3 2 1 7 7 1 4 3
143 HOOFDSTUK VII
144
TABEL
VII.3
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG KLEUTER ONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 2000-2001 Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Eenheid : aantal leerlingen Methodologische nota : VII.3 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
2001-2002
Niet-Belgen
TOTAAL
Belgen
Niet-Belgen
TOTAAL
F (1)
N
F (1)
N
F (1)
N
F
N
F
N
F
N
2 023 622 349 3 718 801 787 1 171 618 1 211 1 141 297 1 312 385 278 2 132 2 655 635 1 725 946
1 114 251 418 1 383 273 380 217 347 231 540 216 702 199 117 648 355 228 472 358
840 122 79 2 007 381 187 483 95 637 327 207 914 593 313 1 248 687 155 555 412
176 25 12 371 90 43 48 29 26 44 72 287 68 48 178 22 9 17 20
2 863 744 428 5 725 1 182 974 1 654 713 1 848 1 468 504 2 226 978 591 3 380 3 342 790 2 280 1 358
1 290 276 430 1 754 363 423 265 376 257 584 288 989 267 165 826 377 237 489 378
2 093 607 366 3 871 882 807 1 236 625 1 229 1 189 306 1 437 426 324 2 274 2 658 679 1 840 912
1 133 252 443 1 471 284 407 226 370 238 529 231 749 200 129 674 365 222 478 365
881 146 89 1 987 370 175 469 98 662 304 191 851 568 300 1 255 717 170 568 427
167 21 9 313 81 39 33 28 21 42 69 207 65 39 135 15 6 19 24
2 974 753 455 5 858 1 252 982 1 705 723 1 891 1 493 497 2 288 994 624 3 529 3 375 849 2 408 1 339
1 300 273 452 1 784 365 446 259 398 259 571 300 956 265 168 809 380 228 497 389
22 806
8 449
10 242
1 585
33 048
10 034
23 761
8 766
10 228
1 333
33 989
10 099
138 682
224 851
17 653
15 731
156 335
240 582
141 285
224 470
17 410
15 034
158 695
239 504
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat dat heden niet per gemeente is in te delen.
2002-2003 Mannen Belgen
Vrouwen
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
1 260 315 238 2 441 420 429 705 329 691 698 218 872 253 221 1 430 1 390 350 932 501
598 131 232 780 148 222 107 208 133 256 141 426 106 77 363 198 125 257 194
369 82 45 715 158 71 203 37 352 124 84 331 300 120 461 354 74 288 200
69 5 3 126 42 13 21 11 17 24 21 76 43 16 62 8 4 4 18
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
13 693
4 702
4 368
Rijk
75 276
114 181
7 777
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Belgen
TOTAAL
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
F
N
2 296 533 518 4 062 768 735 1 036 585 1 193 1 102 464 1 705 702 434 2 316 1 950 553 1 481 913
1 157 300 166 2 133 470 407 650 312 613 632 166 903 268 229 1 283 1 283 346 933 431
585 103 215 772 152 195 111 182 114 283 131 371 103 64 323 166 94 216 197
354 84 26 687 201 75 190 29 296 109 82 338 273 86 477 332 63 294 241
78 11 9 121 35 18 11 12 10 18 31 86 39 11 58 12 4 13 11
2 174 498 416 3 713 858 695 962 535 1 033 1 042 410 1 698 683 390 2 141 1 793 507 1 456 880
3 140 781 475 5 976 1 249 982 1 748 707 1 952 1 563 550 2 444 1 094 656 3 651 3 359 833 2 447 1 373
1 330 250 459 1 799 377 448 250 413 274 581 324 959 291 168 806 384 227 490 420
583
23 346
12 682
4 377
4 237
588
21 884
34 980
10 250
7 405
204 639
70 539
109 465
7 433
7 092
194 529
161 025
238 143
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat dat heden niet per gemeente is in te delen.
145 HOOFDSTUK VII
146
2003-2004 Mannen Belgen
Vrouwen
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
1 321 362 254 2 511 441 444 693 326 672 749 243 912 282 231 1 420 1 400 355 969 473
624 859 119 150 214 199 280 149 116 360 219 119 468 83 272 215 203 104 132
348 89 35 670 195 59 188 35 314 115 75 307 270 88 497 382 76 320 193
71 97 13 38 19 13 13 16 12 54 12 31 57 10 15 18 9 22 5
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
14 058
4 885
4 256
Rijk
75 971
113 705
7 604
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat dat heden niet per gemeente is in te delen.
Belgen
TOTAAL
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
F
N
2 364 1 407 421 3 369 869 715 1 174 526 1 114 1 278 549 1 369 1 077 412 2 204 2 015 643 1 415 803
1 212 312 169 2 228 525 426 695 325 591 684 177 961 312 246 1 308 1 322 322 966 451
592 776 116 156 196 196 278 145 111 326 199 109 415 67 226 200 174 120 100
336 79 24 630 240 69 186 31 290 89 79 331 253 103 475 363 68 294 217
62 98 13 34 14 15 21 21 13 63 12 27 76 7 16 16 12 15 7
2 202 1 265 322 3 048 975 706 1 180 522 1 005 1 162 467 1 428 1 056 423 2 025 1 901 576 1 395 775
3 217 842 482 6 039 1 401 998 1 762 717 1 867 1 637 574 2 511 1 117 668 3 700 3 467 821 2 549 1 334
1 349 1 830 261 378 443 423 592 331 252 803 442 286 1 016 167 529 449 398 261 244
525
23 724
13 232
4 502
4 157
542
22 433
35 703
10 454
7 132
204 412
71 836
108 858
7 355
6 976
195 025
162 766
236 671
TABEL
VII.4
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG LAGER ONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004
Eenheid : aantal leerlingen Methodologische nota : VII.4 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
2000-2001 Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
2001-2002
Niet-Belgen
TOTAAL
Belgen
Niet-Belgen
TOTAAL
F (1)
N
F (1)
N
F (1)
N
F
N
F
N
F
N
3 998 1 417 534 6 571 1 725 1 402 2 031 1 147 2 464 2 326 555 2 472 560 320 3 564 5 301 1 086 3 487 2 160
1 387 292 421 1 926 443 449 178 443 175 676 259 717 88 65 479 439 336 495 652
1 957 237 156 4 535 779 408 892 224 1 116 880 592 2 053 1 291 746 3 046 1 164 128 630 462
260 11 39 567 167 51 62 38 29 65 110 432 68 96 297 29 10 25 34
5 955 1 654 690 11 106 2 504 1 810 2 923 1 371 3 580 3 206 1 147 4 525 1 851 1 066 6 610 6 465 1 214 4 117 2 622
1 647 303 460 2 493 610 500 240 481 204 741 369 1 149 156 161 776 468 346 520 686
4 339 1 649 538 7 307 1 828 1 474 2 221 1 169 2 653 2 513 589 2 777 644 401 3 832 5 610 1 147 3 600 2 159
1 462 281 433 1 999 487 490 177 446 175 715 292 779 82 69 511 439 340 511 624
2 052 253 183 4 627 822 342 1 003 256 1 150 851 548 1 910 1 353 774 2 972 1 235 151 686 541
249 12 29 558 166 58 59 41 30 58 105 380 70 91 264 29 7 24 34
6 391 1 902 721 11 934 2 650 1 816 3 224 1 425 3 803 3 364 1 137 4 687 1 997 1 175 6 804 6 845 1 298 4 286 2 700
1 711 293 462 2 557 653 548 236 487 205 773 397 1 159 152 160 775 468 347 535 658
43 120
9 920
21 296
2 390
64 416
12 310
46 450
10 312
21 709
2 264
68 159
12 576
277 487
406 941
38 375
28 594
315 862
435 535
287 547
406 380
39 590
27 940
327 137
434 320
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat heden niet per gemeente is in te delen.
147 HOOFDSTUK VII
148
2002-2003 Mannen Niet-Belgen
Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Totaal
F
N
F
N
2 524 854 311 4 607 1 021 768 1 239 740 1 471 1 448 424 -661 476 288 2 471 3 038 600 1 858 1 135
778 138 228 1 033 245 253 86 218 95 353 143 416 40 37 259 232 189 285 331
802 96 64 1 621 364 113 390 103 518 328 176 747 615 215 1 069 608 81 311 263
133 10 9 268 87 29 30 20 11 34 45 192 43 37 136 19 5 14 21
24 612
5 359
8 484
150 529
206 102
16 825
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat heden niet per gemeente is in te delen.
Vrouwen Niet-Belgen
Belgen
TOTAAL Totaal
F
N
F
N
F
N
4 237 1 098 612 7 529 1 717 1 163 1 745 1 081 2 095 2 163 788 694 1 174 577 3 935 3 897 875 2 468 1 750
2 398 785 282 4 373 945 798 1 230 694 1 323 1 294 354 1 606 483 427 2 378 2 648 570 1 827 1 053
683 127 226 988 268 246 104 246 86 359 165 396 46 42 275 237 154 269 304
744 111 56 1 470 322 111 338 91 439 247 166 710 549 225 942 544 63 331 228
124 6 15 266 67 27 35 26 14 25 52 193 25 43 109 11 5 14 12
3 949 1 029 579 7 097 1 602 1 182 1 707 1 057 1 862 1 925 737 2 905 1 103 737 3 704 3 440 792 2 441 1 597
6 468 1 846 713 12 071 2 652 1 790 3 197 1 628 3 751 3 317 1 120 2 402 2 123 1 155 6 860 6 838 1 314 4 327 2 679
1 718 281 478 2 555 667 555 255 510 206 771 405 1 197 154 159 779 499 353 582 668
1 143
39 598
25 468
5 221
7 687
1 069
39 445
66 251
12 792
14 329
387 785
141 919
197 323
14 965
13 455
367 662
324 238
431 209
2003-2004 Mannen Niet-Belgen
Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Totaal
F
N
F
N
2 603 849 321 4 981 1 105 788 1 218 740 1 286 1 485 457 1 666 520 317 2 611 3 110 588 1 825 1 112
748 1 028 103 241 265 235 366 159 130 291 242 52 437 38 301 362 227 85 171
715 93 61 1 514 335 100 351 97 491 291 154 703 604 212 1 033 586 75 320 262
111 237 11 94 30 18 38 43 12 120 15 42 163 28 11 20 17 30 5
27 582
5 481
7 997
148 888
203 557
15 984
Vrouwen Niet-Belgen
Belgen
TOTAAL Totaal
F
N
F
N
F
N
4 177 2 207 496 6 830 1 735 1 141 1 973 1 039 1 919 2 187 868 2 463 1 724 595 3 956 4 078 907 2 260 1 550
2 446 774 291 4 650 1 060 800 1 240 706 1 114 1 329 374 1 656 502 422 2 440 2 613 574 1 809 1 005
734 1 057 78 269 257 241 384 185 131 302 252 44 434 44 283 324 264 114 136
682 118 61 1 364 384 112 345 91 412 214 153 674 529 202 897 536 70 299 247
112 229 17 77 36 28 29 55 4 96 11 26 150 37 14 11 10 35 5
3 974 2 178 447 6 360 1 737 1 181 1 998 1 037 1 661 1 941 790 2 400 1 615 705 3 634 3 484 918 2 257 1 393
6 446 1 834 734 12 509 2 884 1 800 3 154 1 634 3 303 3 319 1 138 4 699 2 155 1 153 6 981 6 845 1 307 4 253 2 626
1 705 2 551 209 681 588 522 817 442 277 809 520 164 1 184 147 609 717 518 264 317
1 045
42 105
25 805
5 533
7 390
982
39 710
68 774
13 041
14 014
382 443
141 313
195 695
14 359
13 301
364 668
320 544
426 567
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs (1) De gegevens zijn exclusief het buitengewoon onderwijs, dat heden niet per gemeente is in te delen.
149 HOOFDSTUK VII
150
TABEL
VII.5
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG SECUNDAIR ONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) naar GEMEENTE : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004
Eenheid : aantal leerlingen Methodologische nota : VII.5 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
2000-2001 Belgen
2001-2002
Niet-Belgen
TOTAAL
Belgen
Niet-Belgen
TOTAAL
F (1)
N
F (1)
N
F (1)
N
F
N
F
N
F
N
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
4 327 1 095 0 10 455 4 427 232 1 047 1 568 4 699 2 233 523 1 084 1 355 494 3 740 4 571 1 770 3 072 3 019
1 754 270 326 3 767 520 0 0 178 0 891 355 246 0 0 837 314 0 89 1 365
1 986 191 0 4 098 1 246 208 639 341 1 456 347 242 1 088 1 452 621 1 753 797 120 469 567
201 6 79 379 39 0 0 54 0 57 9 30 0 0 87 31 0 3 65
6 313 1 286 0 14 553 5 673 440 1 686 1 909 6 155 2 580 765 2 172 2 807 1 115 5 493 5 368 1 890 3 541 3 586
1 955 276 405 4 146 559 0 0 232 0 948 364 276 0 0 924 345 0 92 1 430
4 513 1 412 36 10 949 4 519 277 1 135 1 636 5 387 2 372 535 1 203 1 420 582 4 038 4 767 1 879 3 163 3 014
1 768 277 308 3 707 548 0 0 154 0 929 371 230 0 0 716 348 0 83 1 323
1 914 300 22 3 914 1 234 213 534 313 1 547 371 153 994 1 372 557 1 703 892 146 478 541
236 6 68 303 43 0 0 71 0 53 16 28 0 0 42 27 0 3 71
6 427 1 712 58 14 863 5 753 490 1 669 1 949 6 934 2 743 688 2 197 2 792 1 139 5 741 5 659 2 025 3 641 3 555
2 004 283 376 4 010 591 0 0 225 0 982 387 258 0 0 758 375 0 86 1 394
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
49 711
10 912
17 621
1 040
67 332
11 952
52 837
10 762
17 198
967
70 035
11 729
287 435
409 313
44 121
19 793
331 556
429 106
303 645
410 927
44 734
19 236
348 379
430 163
Rijk F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs
(1) Voor het secundair onderijs zijn de gegevens Belg/niet-Belg niet beschikbaar voor het bijzonder onderwijs in 1999-2001; de gegevens zijn dus exclusief het buitengewoon onderwijs. Het betreft de gemeenten Oudergem, St-Agatha-Berchem, Brussel, Elsene, Jette, Schaarbeek, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Lambrechts-Woluwe
2002-2003 Mannen Niet-Belgen
Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Totaal
F
N
F
N
2 741 860 20 5 292 2 517 377 720 809 2 979 1 141 287 578 824 115 2 088 2 509 985 1 477 1 765
898 113 223 1 736 273 0 0 69 0 336 219 93 0 0 355 158 0 58 721
1 041 181 11 1 439 704 232 261 133 734 116 51 434 704 174 713 440 72 233 346
125 6 49 168 22 0 0 40 0 17 7 12 0 0 31 21 0 0 37
28 084
5 252
8 019
161 964
211 980
22 232
Vrouwen Niet-Belgen
Belgen
TOTAAL Totaal
F
N
F
N
F
N
4 805 1 160 303 8 635 3 516 609 981 1 051 3 713 1 610 564 1 117 1 528 289 3 187 3 128 1 057 1 768 2 869
2 378 567 11 6 225 2 141 169 585 918 2 683 1 331 278 772 764 531 2 281 2 461 911 1 726 1 236
877 158 104 2 052 303 0 0 79 0 571 216 126 0 0 378 147 0 29 616
762 128 9 1 862 552 98 254 127 663 193 82 511 677 349 805 438 73 254 163
128 3 20 167 24 0 0 47 0 29 10 12 0 0 48 13 0 3 32
4 145 856 144 10 306 3 020 267 839 1 171 3 346 2 124 586 1 421 1 441 880 3 512 3 059 984 2 012 2 047
6 922 1 736 51 14 818 5 914 876 1 820 1 987 7 059 2 781 698 2 295 2 969 1 169 5 887 5 848 2 041 3 690 3 510
2 028 280 396 4 123 622 0 0 235 0 953 452 243 0 0 812 339 0 90 1 406
535
41 890
27 968
5 656
8 000
536
42 160
72 071
11 979
10 352
406 528
154 482
203 981
21 130
9 468
389 061
359 808
435 781
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs
(1) Voor het secundair onderijs zijn de gegevens Belg/niet-Belg niet beschikbaar voor het bijzonder onderwijs in 1999-2001; de gegevens zijn dus exclusief het buitengewoon onderwijs. Het betreft de gemeenten Oudergem, St-Agatha-Berchem, Brussel, Elsene, Jette, Schaarbeek, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Lambrechts-Woluwe
151 HOOFDSTUK VII
152
2003-2004 Mannen Niet-Belgen
Belgen
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Totaal
F
N
F
N
2 888 908 15 5 016 2 878 477 821 843 3 009 1 151 296 616 931 128 2 412 2 579 1 015 1 478 1 886
872 1 777 0 298 0 70 340 244 133 400 191 0 96 0 59 693 145 0 0
1 021 164 4 1 456 606 217 252 105 710 116 53 448 763 184 827 439 64 222 351
114 184 0 23 0 59 14 5 8 32 44 0 18 0 1 45 21 0 0
29 347
5 318
8 002
165 730
216 676
22 023
Vrouwen Niet-Belgen
Belgen
TOTAAL Totaal
F
N
F
N
4 895 3 033 19 6 793 3 484 823 1 427 1 197 3 860 1 699 584 1 064 1 808 312 3 299 3 756 1 245 1 700 2 237
2 483 583 27 5 864 2 549 213 660 953 2 756 1 369 279 797 842 555 2 690 2 522 915 1 742 1 216
850 2 082 0 313 0 86 597 233 155 380 80 0 133 0 36 606 152 0 0
787 102 6 1 723 493 98 247 123 651 182 85 541 697 390 881 407 82 239 164
126 177 0 27 0 58 28 11 5 46 20 0 17 0 4 37 15 0 0
568
43 235
29 015
5 703
7 898
10 795
415 224
158 479
207 519
21 400
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs
(1) Voor het secundair onderijs zijn de gegevens Belg/niet-Belg niet beschikbaar voor het bijzonder onderwijs in 1999-2001; de gegevens zijn dus exclusief het buitengewoon onderwijs. Het betreft de gemeenten Oudergem, St-Agatha-Berchem, Brussel, Elsene, Jette, Schaarbeek, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Lambrechts-Woluwe
F
N
4 246 2 944 33 7 927 3 042 455 1 532 1 320 3 567 1 977 464 1 338 1 689 945 3 611 3 572 1 164 1 981 1 380
7 179 1 757 52 14 059 6 526 1 005 1 980 2 024 7 126 2 818 713 2 402 3 233 1 257 6 810 5 947 2 076 3 681 3 617
1 962 4 220 0 661 0 273 979 493 301 858 335 0 264 0 100 1 381 333 0 0
571
43 187
74 262
12 160
9 724
397 122
367 632
444 714
TABEL
VII.6
Eenheid : aantal inschrijvingen (Vl.Gem.), studenten (Fr.Gem.) Methodologische nota : VII.6 Bronnen : Communauté Française en Vlaamse Gemeenschap
BELGISCHE en NIET-BELGISCHE SCHOOLBEVOLKING in het FRANSTALIG en NEDERLANDSTALIG HOGESCHOLENONDERWIJS per GESLACHT (2002-2003 en 2003-2004) : 2000-2001, 2001-2002, 2002-2003 en 2003-2004 2000-2001 Belgen
2001-2002
Niet-Belgen
TOTAAL
Belgen
Niet-Belgen
TOTAAL
F
N
F
N
F
N
F
N
F
N
F
N
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
21 650
11 518
5 702
406
27 352
11 924
21 788
11 559
5 840
416
27 628
11 975
Rijk
64 379
97 423
13 137
1 835
77 516
99 258
65 247
97 397
13 584
1 942
78 831
99 339
2002-2003 Mannen Belgen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Vrouwen
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
9 437
5 831
2 300
219
28 573
45 198
5 272
927
Belgen
TOTAAL
Niet-Belgen
Total
F
N
F
N
17 787
12 526
5 785
3 550
277
79 970
36 821
52 215
8 613
1 321
F
N
22 138
27 813
12 112
98 970
79 279
99 661
2003-2004 Mannen Belgen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rijk
Vrouwen
Niet-Belgen
Totaal
F
N
F
N
8 615
5 956
2 417
230
28 891
44 902
5 708
1 096
Belgen
TOTAAL
Niet-Belgen
Total
F
N
F
N
17 218
12 037
5 900
3 748
284
80 597
37 138
52 653
9 359
1 527
F
N
21 969
26 817
12 370
100 677
81 096
100 178
F = franstalig onderwijs N = nederlandstalig onderwijs
153 HOOFDSTUK VII
154
TABEL
VII.7
Eenheid : aantal hoofdinschrijvingen Methodologische nota VII.7 Bron : Universitaire Stichting
STUDENTEN aan de UNIVERSITEITEN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST en het RIJK per GESLACHT en NATIONALITEIT : 1999-2000, 2000-2001, 2001-2002 en 2002-2003
1999-2000
2000-2001
Mannen
Vrouwen
TOTAAL
waarvan Vreemdel
Mannen
Vrouwen
TOTAAL
waarvan Vreemdel
8 817 2 041 690 30 200
8 710 2 860 624 8 35
17 527 4 901 1 314 38 235
4 832 1 032 223 26 37
8 862 1 992 676 29 243
8 879 2 936 685 9 38
17 741 4 928 1 361 38 281
4 698 1 072 199 26 48
Totaal van de Franstalige universiteiten en afdelingen in Brussel
11 778
12 237
24 015
6 150
11 802
12 547
24 349
6 043
Totaal van de Franstalige universiteiten en afdelingen van het Rijk
29 997
29 985
59 982
11 508
30 126
30 481
60 607
11 483
Vrije Universiteit Brussel Katholieke Universiteit Brussel Universitaire Protestantse Theologische Faculteit (studies in Nederlands) Koninklijke Militaire School (studies in Nederlands)
4 496 353 20 218
4 410 329 5 41
8 906 682 25 259
1 196 42 17 17
4 394 323 22 236
4 547 299 5 48
8 941 622 27 284
1 195 31 16 16
Totaal aantal studenten van de Nederlandstalige universiteiten en afdelingen in Brussel
5 087
4 785
9 872
1 272
4 975
4 899
9 874
1 258
Totaal van de Nederlandstalige universiteiten en afdelingen van het Rijk
33 040
35 212
68 252
4 929
32 645
35 841
68 486
4 943
Totaal aantal universiteitsstudenten in Brussel
16 865
17 022
33 887
7 422
16 777
17 446
34 223
7 301
Totaal van het Rijk
63 037
65 197
128 234
16 437
62 771
66 322
129 093
16 426
Université Libre de Bruxelles Université Catholique de Louvain (Medische wetenschappen) Facultés Universitaires Saint-Louis Faculté Universitaire de Théologie Protestante (studies in het Frans) Ecole Royale Militaire (studies in het Frans)
2001-2002 (1)
2002-2003
Mannen
Vrouwen
TOTAAL
waarvan Vreemdel
Mannen
Vrouwen
TOTAAL
waarvan Vreemdel
9 007 1 902 677 31 241
9 170 2 886 757 7 38
18 177 4 788 1 434 38 279
4 714 1 043 257 27 49
8 868 1 911 683 31 295
9 285 2 948 828 10 42
18 153 4 859 1 511 41 337
4 587 1 067 257 21 38
Totaal van de Franstalige universiteiten en afdelingen in Brussel
11 858
12 858
24 716
6 090
11 788
13 113
24 901
5 970
Totaal van de Franstalige universiteiten en afdelingen van het Rijk
30 295
31 289
61 584
11 812
30 470
32 161
62 631
11 819
Vrije Universiteit Brussel Katholieke Universiteit Brussel Universitaire Protestantse Theologische Faculteit (studies in het Nederlands) Koninklijke Militaire School (studies in het Nederlands)
4 492 303 19 223
4 718 297 6 50
9 210 600 25 273
1 252 38 15 15
4 477 362 26 255
4 738 290 5 50
9 215 652 31 305
1 259 38 22 22
Totaal aantal studenten van de Nederlandstalige universiteiten en afdelingen in Brussel
5 037
5 071
10 108
1 320
5 120
5 083
10 203
1 341
Totaal van de Nederlandstalige universiteiten en afdelingen van het Rijk
33 037
37 150
70 187
5 228
33 661
38 300
71 961
5 785
Totaal aantal universiteitsstudenten in Brussel
16 895
17 929
34 824
7 410
16 908
18 196
35 104
7 311
Totaal van het Rijk
63 332
68 439
131 771
17 040
64 131
70 461
134 592
17 604
Université Libre de Bruxelles Université Catholique de Louvain (Medische wetenschappen) Facultés Universitaires Saint-Louis Faculté Universitaire de Théologie Protestante (studies in het Frans) Ecole Royale Militaire (studies in het Frans)
(1) aangepaste cijfers
155 HOOFDSTUK VII
156
TABEL
VII.8
Eenheid : aantal bioscoopzalen, plaatsen en toeschouwers Methodologische nota : VII.8 Bron : NIS
AANTAL BIOSCOOPZALEN, PLAATSEN en TOESCHOUWERS : referentiejaren
1990
1995
2000
2001
2002
2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Aantal zalen Aantal plaatsen Aantal bezoekers
81
60
59
61
68
70
20 347
15 141
14 284
15 514
15 969
16 372
5 290 399
4 751 687
4 791 959
4 965 369
5 081 155
4 587 850
21
36
33
33
30
29
Vlaams-Brabant Aantal zalen Aantal plaatsen Aantal bezoekers
5 003
8 242
7 780
7 838
7 483
6 719
746 023
1 140 226
1 176 154
1 178 823
1 158 527
1 077 250
9
11
22
34
35
31
Waals-Brabant Aantal zalen Aantal plaatsen Aantal bezoekers
2 024
2 155
4 977
7 580
7 406
6 340
304 627
360 926
981 851
1 088 892
1 500 651
1 362 211
Rijk Aantal zalen Aantal plaatsen Aantal bezoekers
411
423
465
492
505
503
98 251
100 508
106 633
112 911
113 095
110 799
17 100 466
19 239 233
23 548 387
24 034 737
24 378 961
22 712 734
HOOFDSTUK VIII
PRODUCTIE EN ONDERNEMINGEN
HOOFDSTUK VIII
158
TABEL
VIII.1a
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota VIII.1.a Bron : INR
BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE tegen BASISPRIJZEN, tegen LOPENDE PRIJZEN in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -SUBSECTIE NACE-BEL: referentiejaren *
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
A+B C
D E F G H I J K L
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen DA Vervaardiging van voedings- en genotmiddelen DB Vervaardiging van textiel en kleding DC Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel DD Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout DE Papier- en kartonnijverheid, uitgeverijen en drukkerijen DF Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieprodukten en splijt- en kweekstoffen DG+DH Chemische nijverheid rubber- en kunststofnijverheid DI Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale produkten DJ Metallurgie en vervaardiging van produkten van metaal DK Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van elektrische en elektronische apparaten en instrumenten DL DM Vervaardiging van transport-middelen DN Overige industrie Industrie 2 Productie en distributie van elektriciteit, gas en water 1 Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparaties van auto's en consumentenartikelen 4 Hotels en restaurants Vervoer en communicatie 2 Financiële instellingen 6 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 8 Openbaar bestuur 3
1995
2000
2001
2002
2003
1995
2000
2001
2002
2003
23,1 8,5 472,1 105,7 9,7 14,6 449,8
17,3 7,1 437,9 143,5 6,9 12,8 573,6
16,1 9,2 446,7 161,0 7,1 13,9 501,2
15,1 9,8 468,4 143,3 7,1 13,3 484,7
16,5 10,0 457,6 113,6 6,3 11,2 477,3
3 045,1 331,4 5 059,7 2 162,1 117,9 557,4 2 968,7
3 233,1 351,3 5 557,6 2 287,6 96,0 673,1 3 526,4
3 209,3 306,5 5 715,8 2 230,7 95,1 742,8 3 414,1
2 987,4 319,2 5 868,7 2 239,1 95,5 737,2 3 382,3
3 328,6 307,7 6 105,2 1 999,3 88,9 695,0 3 364,4
133,1 500,8 124,7 218,7 175,5 280,7 456,6 33,1 503,0 078,5 887,2 305,2 584,7 580,4 074,2 209,2 884,3
295,2 499,6 108,8 190,2 144,0 205,5 534,2 51,8 766,1 281,2 936,2 391,9 835,8 654,1 435,7 690,6 939,8
478,6 503,2 106,1 177,9 154,6 263,0 494,7 43,2 904,5 409,4 044,0 817,9 880,9 072,0 004,6 067,7 066,8
264,0 484,4 107,2 214,6 159,6 220,7 498,6 69,6 667,1 497,6 960,7 007,0 832,5 392,0 497,4 875,3 332,1
300,5 459,4 109,0 212,4 148,0 206,3 465,8 64,7 574,5 341,6 074,9 087,5 825,7 637,6 034,8 248,9 632,0
832,4 8 367,5 2 160,0 5 799,9 2 180,9 3 211,9 3 639,1 1 151,3 38 208,8 5 365,4 9 812,5 22 494,1 3 044,3 13 199,7 11 737,9 37 523,6 15 211,9
2 1 4 3 7 10 4
2 1 1 4 4 7 11 5
2 1 5 4 7 10 5
2 1 1 5 4 8 11 5
1 9 2 6 2 3 3 1 44 6 11 26 3 15 13 50 18
337,8 990,6 283,0 360,8 892,9 838,0 922,5 357,6 123,9 019,5 395,1 246,1 854,6 417,1 708,5 515,9 222,6
1 10 2 5 2 3 3 1 43 6 11 27 3 16 12 53 18
327,5 134,8 325,6 919,9 825,3 493,4 960,3 457,2 642,5 026,8 659,2 551,1 935,3 179,1 945,0 765,2 825,4
1 10 2 6 2 3 3 1 44 5 11 29 4 16 13 54 19
178,8 523,6 404,1 209,3 832,3 272,8 909,8 374,4 027,9 948,1 695,0 407,7 092,9 497,5 585,1 515,9 614,0
1 330,3 10 508,3 2 366,7 6 154,6 2 707,3 3 072,7 3 808,2 1 353,8 43 554,7 5 801,0 11 990,4 30 403,5 4 067,0 17 327,9 14 534,6 56 902,3 20 490,5
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
M N O P Q
1995
2000
2001
2002
2003
1995
2000
2001
2002
2003
Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)
1 883,1 1 569,5
2 162,8 2 017,7
2 306,1 2 097,6
2 434,8 2 275,9
2 463,7 2 435,7
12 717,8 11 798,5
14 382,0 14 923,0
15 158,6 15 701,5
16 013,0 16 720,2
16 604,5 17 759,8
1 690,1 238,4 -1 560,4
1 862,0 310,1 -1 606,0
1 766,9 339,7 -1 580,0
1 687,2 352,9 -1 733,6
1 711,2 362,9 -1 724,1
4 539,8 1 049,4 -8 241,1
5 285,2 1 199,7 -8 402,3
5 287,1 1 272,0 -8 221,9
5 319,4 1 334,4 -9 062,8
5 498,6 1 372,1 -8 993,4
Bruto toegevoegde waarde
34 431,1
42 140,3
43 670,1
44 572,2
46 191,0
181 839,1
220 475,3
227 242,7
233 014,9
240 949,8
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
36 249,0
43 811,0
44 956,0
45 241,0
46 378,0
17 938,0
21 507,0
22 091,0
22 551,0
23 222,0
Bruto binnenlands product **
38 272,9
47 386,7
48 841,8
49 949,2
51 673,2
202 128,8
247 924,2
254 153,0
261 123,6
269 546,0
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
40 294,0
49 266,0
50 280,0
50 699,0
51 882,0
19 940,0
24 185,0
24 707,0
25 271,0
25 977,0
VLAAMS BRABANT
WAALS BRABANT
Bruto toegevoegde waarde
17 526,3
22 431,7
23 667,8
23 747,3
24 463,3
5 384,8
7 146,5
7 527,5
7 851,0
8 012,7
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
17 575,0
22 066,0
23 190,0
23 161,0
23 754,0
15 942,0
20 363,0
21 287,0
22 016,0
22 297,0
Bruto binnenlands product **
19 481,9
25 223,9
26 471,2
26 611,4
27 366,1
5 985,6
8 036,5
8 418,4
8 797,9
8 963,8
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
19 536,0
24 813,0
25 937,0
25 954,0
26 572,0
17 720,0
22 899,0
23 807,0
24 671,0
24 943,0
* Nieuwe ESR 1995-methodologie voor de nationale en regionale rekeningen aangenomen door het IRN ** De methodologische nota VIII.I herhaalt het verschil tussen de concepten toegevoegde waarde en bruto binnenlands product
159 HOOFDSTUK VIII
160
TABEL
VIII.1b
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota VIII.1.b Bron : INR
BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE tegen BASISPRIJZEN, tegen CONSTANTE PRIJZEN van 2000 in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -SUBSECTIE NACE-BEL: referentiejaren *
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
A+B C
D E F G H I J K L
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen DA Vervaardiging van voedings- en genotmiddelen DB Vervaardiging van textiel en kleding DC Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel DD Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout DE Papier- en kartonnijverheid, uitgeverijen en drukkerijen DF Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieprodukten en splijt- en kweekstoffen DG+DH Chemische nijverheid, rubber- en kunststofnijverheid DI Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale produkten DJ Metallurgie en vervaardiging van produkten van metaal DK Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van elektrische en elektronische apparaten en instrumenten DL DM Vervaardiging van transport-middelen DN Overige industrie Industrie 2 Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparaties van auto's en consumentenartikelen 4 Hotels en restaurants Vervoer en communicatie 2 Financiële instellingen 6 Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 9 Openbaar bestuur 4
1995
2000
2001
2002
2003
1995
2000
2001
2002
2003
21,8 9,3 529,9 100,6 10,4 14,4 503,5
17,3 7,1 437,9 143,5 6,9 12,8 573,6
14,4 8,5 479,6 165,6 7,0 13,5 500,2
16,3 8,5 470,7 144,3 6,8 12,6 482,9
15,5 8,5 483,3 115,8 6,1 12,2 523,1
2 871,4 363,7 5 679,5 2 057,1 127,0 550,4 3 323,4
3 233,1 351,3 5 557,6 2 287,6 96,0 673,1 3 526,4
2 866,8 283,0 6 136,4 2 294,3 94,2 719,0 3 407,0
3 230,5 277,6 5 897,6 2 254,6 91,9 699,2 3 369,7
3 125,9 262,1 6 448,3 2 038,4 86,4 755,1 3 687,1
338,2 462,1 138,4 201,7 172,3 223,0 398,0 32,6 510,3 909,1 931,0 845,4 709,2 719,2 487,3 079,4 247,8
295,2 499,6 108,8 190,2 144,0 205,5 534,2 51,8 766,1 281,2 936,2 391,9 835,8 654,1 435,7 690,6 939,8
390,7 505,5 101,7 191,3 144,6 251,8 525,7 42,1 936,7 387,6 032,8 672,1 831,4 062,7 841,9 833,7 937,1
239,2 482,7 100,1 227,1 143,5 223,6 548,8 66,8 675,6 454,1 932,9 825,9 754,7 298,8 299,6 390,9 994,5
255,1 472,6 101,0 234,0 133,9 203,7 462,3 63,5 631,6 227,6 014,1 758,7 687,7 487,1 156,6 738,8 145,9
2 115,0 7 720,9 2 397,7 5 349,6 2 141,3 2 551,1 3 172,1 1 135,5 38 320,6 4 522,6 10 296,8 25 316,8 3 692,5 13 909,5 12 536,1 41 501,1 16 635,5
2 1 4 3 7 10 4
2 1 1 4 4 6 10 4
2 1 4 4 7 10 4
2 1 1 4 4 7 10 5
1 9 2 6 2 3 3 1 44 6 11 26 3 15 13 50 18
337,8 990,6 283,0 360,8 892,9 838,0 922,5 357,6 123,9 019,5 395,1 246,1 854,6 417,1 708,5 515,9 222,6
1 10 2 6 2 3 4 1 44 5 11 26 3 16 12 52 18
083,7 180,4 228,2 367,0 642,8 344,6 208,3 420,7 126,6 933,5 534,4 717,1 714,0 142,0 644,3 628,6 343,4
1 10 2 6 2 3 4 1 44 5 11 28 3 16 13 52 18
068,0 487,1 244,6 570,1 545,9 315,4 303,8 319,9 167,8 775,5 356,6 343,9 710,2 147,5 226,6 087,8 372,2
1 129,5 10 809,7 2 192,8 6 781,8 2 450,2 3 033,9 3 779,6 1 328,4 44 521,2 5 308,1 11 312,3 28 438,6 3 387,2 16 765,4 12 946,0 54 321,9 18 722,1
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
M N O P Q
1995
2000
2001
2002
2003
1995
2000
2001
2002
2003
Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)
2 052,6 1 792,0
2 162,8 2 017,7
2 241,1 2 046,1
2 268,6 2 134,4
2 239,8 2 216,4
13 862,4 13 471,3
14 382,0 14 923,0
14 731,4 15 315,9
14 920,1 15 680,9
15 095,4 16 160,5
1 859,8 258,2 -1 629,2
1 862,0 310,1 -1 606,0
1 704,9 323,4 -1 541,6
1 586,5 321,0 -1 664,1
1 522,5 321,0 -1 629,0
4 995,6 1 136,4 -8 604,3
5 285,2 1 199,7 -8 402,3
5 101,7 1 211,1 -8 022,0
5 001,9 1 213,6 -8 699,7
4 892,4 1 213,6 -8 497,4
Bruto toegevoegde waarde
36 890,5
42 140,3
42 907,0
43 003,3
43 703,8
194 827,9
220 475,3
223 271,6
224 812,8
227 975,4
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
38 838,3
43 811,0
44 170,4
43 648,5
43 880,7
19 219,3
21 507,0
21 705,0
21 757,2
21 971,6
Bruto binnenlands product **
41 004,3
47 386,7
47 987,2
48 196,9
48 910,5
216 553,9
247 924,2
249 706,0
251 963,0
255 134,7
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
43 169,6
49 266,0
49 400,2
48 920,4
49 108,1
21 363,0
24 185,0
24 274,7
24 384,5
24 588,1
VLAAMS BRABANT
WAALS BRABANT
Bruto toegevoegde waarde
18 778,2
22 431,7
23 254,2
22 911,4
23 146,0
5 769,4
7 146,5
7 527,5
7 851,0
8 012,7
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
18 830,4
22 066,0
22 784,8
22 345,7
22 474,9
17 080,7
20 363,0
21 287,0
22 016,0
22 297,0
Bruto binnenlands product **
20 872,2
25 223,9
26 008,0
25 677,8
25 903,0
6 412,8
8 036,5
8 271,1
8 489,3
8 484,5
Bruto toegevoegde waarde (in EUR) /inwoner
20 930,2
24 813,0
25 483,2
25 043,5
25 151,3
18 984,6
22 899,0
23 390,4
23 805,5
23 609,4
* Nieuwe ESR 1995-methodologie voor de nationale en regionale rekeningen aangenomen door het INR ** De methodologische nota VIII.I herhaalt het verschil tussen de concepten toegevoegde waarde en bruto binnenlands product
161 HOOFDSTUK VIII
162
TABEL
VIII.1c
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota VIII.1.c Bron : INR
BELONING VAN WERKNEMERS in miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -SUBSECTIE NACE-BEL: referentiejaren *
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
A+B C
CB+DI DA DB+DC DD+DE DF+DN DG DH DJ DK+DL+DM
D E F G H I J K L
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen, vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale produkten Vervaardiging van voedings- en genotmiddelen Vervaardiging van textiel en kleding, leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, papier- en kartonnijverheid, uitgeverijen en drukkerijen Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieprodukten en splijt- en kweekstoffen, overige industrie Chemische nijverheid Rubber- en kunststofnijverheid Metallurgie en vervaardiging van produkten van metaal Vervaardiging van machines, van elektrische en elektronische apparaten en instrumenten en van transport-middelen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparaties van auto's en consumentenartikelen Hotels en restaurants Vervoer en communicatie Financiële instellingen Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur
1995
2000
2001
2002
1995
2000
2001
2002
7,7
8,4
8,1
8,3
316,6
388,6
415,8
446,0
65,9 256,4 63,7
66,0 235,8 67,9
68,5 280,6 77,9
61,4 281,4 71,8
1 424,7 2 789,2 1 577,3
1 543,8 3 085,0 1 539,6
1 611,2 3 254,9 1 518,8
1 600,9 3 260,4 1 476,4
327,9
353,9
365,8
364,2
2 273,2
2 488,4
2 585,0
2 555,8
71,7 342,1 15,9 172,0
92,4 358,4 13,4 144,1
104,1 364,8 23,7 146,5
119,8 331,0 37,9 182,4
1 241,8 3 807,0 853,7 4 006,3
1 4 1 4
233,3 449,3 020,1 310,1
1 4 1 4
339,6 593,3 188,6 455,4
1 4 1 4
334,3 638,4 191,7 571,3
631,0 1 880,7 387,4 588,7 2 759,7 420,4 1 493,9 3 660,4 2 681,5 3 230,3
690,0 1 955,9 415,0 628,2 2 938,4 489,2 2 077,8 4 312,2 3 746,5 4 159,8
748,8 2 112,2 486,2 694,8 3 151,2 499,1 2 285,0 4 468,5 4 071,8 4 277,1
699,0 2 087,5 474,7 644,4 3 320,8 512,8 2 303,5 4 873,8 3 971,6 4 516,8
7 25 2 6 14 1 10 8 13 15
313,6 439,4 088,2 395,8 419,0 834,7 126,9 010,3 564,0 225,5
7 26 2 6 15 1 10 8 14 15
617,9 553,5 156,9 658,4 452,7 930,1 751,9 203,3 912,8 754,2
7 26 2 6 16 2 10 8 15 16
395,2 423,5 268,3 684,8 591,6 054,3 927,8 396,8 162,3 456,0
6 23 1 5 12 1 8 7 8 12
539,6 088,1 846,3 549,9 289,9 585,3 090,8 016,9 356,2 703,0
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
NACE-BEL SECTIES en SUBSECTIES
M N O P
1995
2000
2001
2002
1 713,4 1 162,0 954,4 238,5
2 004,0 1 490,4 1 180,5 310,1
2 142,4 1 597,3 1 198,2 339,7
2 261,9 1 715,1 1 305,4 352,9
Beloning van werknemers
21 244,9
25 782,4
27 400,1
28 410,9
105 199,0
126 838,0
134 070,2
138 675,6
Beloning (en EUR) /werknemer
38 850,5
44 265,2
46 038,1
47 847,8
33 517,3
37 306,3
38 685,1
40 117,7
Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers
1995 11 7 2 1
558,9 808,6 514,4 049,4
VLAAMS BRABANT
2000 13 10 3 1
341,4 226,1 034,6 199,7
2001 14 11 3 1
093,2 130,1 174,1 272,0
2002 14 12 3 1
907,5 003,4 418,0 334,4
WAALS BRABANT
Beloning van werknemers
10 051,7
13 182,4
14 130,8
14 310,0
2 864,5
3 745,9
4 073,5
4 280,6
Beloning (en EUR) /werknemer
36 269,0
40 558,4
42 230,7
43 674,3
35 428,9
40 037,8
41 590,5
43 359,7
* Nieuwe ESR 1995-methodologie voor de nationale en regionale rekeningen aangenomen door het INR
163 HOOFDSTUK VIII
164
TABEL
VIII.1d
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota VIII.1.d Bron : INR
INKOMENSREKENINGEN van de HUISHOUDENS in miljoenen EUR naar MIDDELEN en BESTEDINGEN ESR95: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
MIDDELEN EN BESTEDINGEN ESR95
B.2-3n D.1 D.4 D.4 B.5n
B.5n D.62 D.7 D.5 D.61 D.7 B.6n
1995 Rekening voor bestemming van primaire inkomens Middelen Exploitatieoverschot en gemengd inkomen Beloning van werknemers Inkomen uit vermogen Bestedingen Inkomen uit vermogen Saldo primaire inkomens Secundaire inkomensverdelingsrekening Middelen Saldo primaire inkomens Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura) Overige inkomensoverdrachten Bestedingen Belastingen op inkomen, vermogen, ... Sociale premies Overige inkomensoverdrachten Beschikbaar inkomen Beschikbaar inkomen (in EUR) /inwoner Beschikbaar inkomen /primair inkomen (%) Beschikbaar inkomen /primair inkomen+overdrachten (%)
2000
2001
2002
1995
inkomen inkomen (in EUR) /inwoner inkomen /primair inkomen (%) inkomen /primair inkomen+overdrachten (%)
* Nieuwe ESR 1995-methodologie voor de nationale en regionale rekeningen aangenomen door het INR
2001
2002
15 2 9 2 15
362,3 746,0 864,3 752,0 362,3 474,1 14 888,1
17 2 11 2 17
803,7 921,1 970,2 912,4 803,7 446,0 17 357,7
18 2 12 3 18
681,7 960,7 651,2 069,7 681,7 433,6 18 248,0
19 2 13 3 19
084,2 919,1 096,3 068,8 084,2 460,7 18 623,5
162 27 107 27 162 5 156
798,7 152,9 872,4 773,4 798,7 942,1 856,6
189 30 129 29 189 6 183
539,2 345,7 789,2 404,3 539,2 021,3 517,9
198 30 137 30 198 5 192
844,9 673,1 188,3 983,5 844,9 899,3 945,6
203 30 141 31 203 6 197
538,7 514,8 942,4 081,5 538,7 155,4 383,3
19 333,4 14 888,1 4 004,5 440,7 19 333,4 2 678,9 3 885,3 764,2 12 004,9 12 638,9 78,1 62,1
22 234,5 17 357,7 4 395,7 481,1 22 234,5 3 075,7 4 522,3 1 004,8 13 631,7 14 172,2 76,6 61,3
23 381,5 18 248,0 4 576,6 556,9 23 381,5 3 244,5 4 784,0 959,0 14 393,9 14 817,8 77,0 61,6
24 002,3 18 623,5 4 847,5 531,3 24 002,3 3 379,3 5 075,4 916,0 14 631,5 14 851,1 76,7 61,0
200 156 39 4 200 28 41 4 126 12
808,3 856,6 776,8 174,9 808,3 624,6 402,6 712,9 068,2 436,7 77,4 62,8
232 183 44 4 232 34 48 5 144 14
999,4 517,9 900,2 581,3 999,4 365,0 407,1 814,2 413,1 087,3 76,2 62,0
245 255,1 192 945,6 47 116,7 5 192,8 245 255,1 36 249,4 51 271,1 5 861,6 151 873,0 14 764,2 76,4 61,9
252 197 49 5 252 37 54 5 154 14
248,4 383,3 856,7 008,4 248,4 233,4 522,9 853,4 638,7 965,8 76,0 61,3
VLAAMS-BRABANT Beschikbaar Beschikbaar Beschikbaar Beschikbaar
2000
14 601,3 14 641,9 72,1 61,1
17 193,7 16 913,7 71,4 60,3
18 111,3 17 745,5 71,3 60,0
WAALS-BRABANT 18 606,4 18 146,7 71,5 59,7
4 834,7 14 313,1 72,3 60,9
5 771,6 16 445,6 71,6 60,6
6 041,4 17 084,9 72,1 60,4
6 202,8 17 393,9 72,0 59,8
TABEL
VIII.2
Eenheid : aantal ondernemingen Methodologische nota VIII.2 Bron : kruising RSZ-BTW
AANTAL ONDERNEMINGEN per TEWERKSTELLINGSKLASSE en naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL : referentiejaren
1995
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN (Aantal arbeiders)
2000
zonder personeel
1-4
5-19
20-99
100 en +
330 5 335
84 0 84
13 0 13
5 0 5
0 0 0
432 5 437
27 3 061 27 4 062 7 177
1 1 370 1 1 012 2 384
3 595 1 339 938
0 232 1 106 339
2 115 3 36 156
G Groot- en kleinhandel, reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen 17 752 H Hotels en restaurants 3 742 I Vervoer, opslag en communicatie 2 217 J Financiele instellingen 426 K Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 17 994 L Openbaar bestuur 31 M Onderwijs 220 N Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 488 O Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten 5 362 P Particuliere huishoudens met werknemers 20 Q Extraterritoriale organisaties en lichamen 9 Z Slecht gedefinieerde activiteiten 0 Totaal TERTIAIR 48 261
5 677 2 114 595 121 3 041 0 33 16 1 176 7 0 0 12 780
1 655 567 241 75 870 0 14 6 239 0 0 0 3 667
460 113 97 52 377 1 0 8 62 0 0 0 1 170
TOTAAL
15 248
4 618
1 514
A Landbouw, jacht en bosbouw B Visserij Totaal PRIMAIR C Winning van delfstoffen D Industrie E Produktie en distributie van elektriciteit, gas en warm water F Bouwnijverheid Totaal SECUNDAIR
55 773
zonder TOTAAL personeel
1-4
5-19
20-99
100 en + TOTAAL
277 7 284
89 0 89
21 0 21
1 0 1
0 0 0
388 7 395
33 5 373 33 5 555 10 994
35 2 966 46 3 961 7 008
0 1 174 1 1 077 2 252
2 512 1 321 836
0 202 2 90 294
3 93 4 27 127
40 4 947 54 5 476 10 517
96 23 24 44 114 1 1 6 19 0 0 0 328
25 640 6 559 3 174 718 22 396 33 268 524 6 858 27 9 0 66 206
14 525 3 027 2 338 350 18 800 54 207 484 4 911 23 4 0 44 723
5 183 2 033 775 178 3 177 4 52 51 1 324 6 0 0 12 783
1 441 607 246 87 948 1 34 25 396 0 1 0 3 786
435 132 107 78 425 5 6 27 104 0 0 0 1 319
96 24 23 63 116 12 4 20 22 0 0 0 380
21 680 5 823 3 489 756 23 466 76 303 607 6 757 29 5 0 62 991
484
77 637
52 015
15 124
4 643
1 614
507
73 903
165 HOOFDSTUK VIII
166
2002
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN (Aantal arbeiders) zonder personeel
2003 zonder TOTAAL personeel
1-4
5-19
20-99
100 en +
286 5 291
86 86
15 0 15
2 0 2
0 0 0
389 5 394
24 2 839 49 3 968 6 880
0 1 047 2 1 028 2 077
3 466 2 336 807
0 184 0 92 276
3 89 6 28 126
G Groot- en kleinhandel, reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen 13 795 H Hotels en restaurants 2 925 I Vervoer, opslag en communicatie 2 380 J Financiele instellingen 363 K Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven 19 329 L Openbaar bestuur 62 M Onderwijs 252 N Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 534 O Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten 4 860 P Particuliere huishoudens met werknemers 17 Q Extraterritoriale organisaties en lichamen 2 Z Slecht gedefinieerde activiteiten 0 Totaal TERTIAIR 44 519
4 963 2 100 774 177 3 168 4 57 45 1 322 3 0 12 613
1 408 634 256 92 1 001 2 33 23 398 0 0 0 3 847
459 143 118 78 470 6 6 25 112 0 0 0 1 417
TOTAAL
14 776
4 669
1 695
A Landbouw, jacht en bosbouw B Visserij Totaal PRIMAIR C Winning van delfstoffen D Industrie E Produktie en distributie van elektriciteit, gas en warm water F Bouwnijverheid Totaal SECUNDAIR
51 690
1-4
5-19
20-99
100 en + TOTAAL
282 6 288
89 0 89
16 0 16
2 0 2
0 0 0
389 6 395
30 4 625 59 5 452 10 166
23 2 752 50 4 062 6 887
0 1 001 2 1 062 2 065
1 440 2 321 764
1 171 0 91 263
3 82 6 30 121
28 4 446 60 5 566 10 100
97 27 31 58 129 14 5 22 23 0 0 0 406
20 722 5 829 3 559 768 24 097 88 353 649 6 715 20 2 0 62 802
13 525 2 854 2 311 358 19 312 59 251 548 4 804 11 2 0 44 035
4 909 2 140 840 174 3 220 5 52 48 1 368 7 1 0 12 764
1 388 648 264 87 978 3 34 28 404 0 0 0 3 834
431 146 103 87 459 5 8 25 118 0 0 0 1 382
98 30 30 64 133 14 5 25 25 0 0 0 424
20 351 5 818 3 548 770 24 102 86 350 674 6 719 18 3 0 62 439
532
73 362
51 210
14 918
4 614
1 647
545
72 934
TABEL
VIII.3
Eenheid : aantal ondernemingen Methodologische nota VIII.3 Bron : kruising RSZ-BTW
AANTAL ONDERNEMINGEN per TEWERKSTELLINGSKLASSE naar BEDRIJFSSECTIE en AFDELING NACE-BEL in 2003
NACE-BEL BEDRIJFSSECTIES en AFDELINGEN (Aantal arbeiders)
1 2 A B
5 10 11 13 14
C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
zonder personeel
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 253 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 29 Landbouw, jacht en bosbouw 282 Visserij 6 Winning van steenkool, bruinkool en turf 4 Winning van aardolie en aardgas en aanverwante diensten 4 Winning van metaalertsen 6 Overige winning van delfstoffen 9 Winning van delfstoffen 23 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 182 Vervaardiging van tabaksproducten 0 Vervaardiging van textiel 63 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 184 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel 28 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 83 Papier- en kartonnijverheid 31 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 948 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 16 Chemische nijverheid 93 Rubber- en kunststofnijverheid 34 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 72 Metallurgie 34 Vervaardiging van producten van metaal 179 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 115 Vervaardiging van kantoormachines en computers 24 Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 93 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 43 Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken 114 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 16 Vervaardiging van overige transportmiddelen 24 Vervaardiging van meubels; overige industrie 358 Recuperatie van recycleerbaar afval 18 Industrie 2 752
1-4
5-9 10-19
82 12 7 0 89 12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 230 53 0 0 20 5 65 22 13 8 23 6 7 6 300 75 1 0 24 11 21 5 20 7 3 1 72 33 24 8 0 1 15 2 2 0 49 9 5 3 2 0 96 20 9 6 1 001 281
4 0 4 0 0 0 0 1 1 30 0 3 10 1 4 8 43 1 9 4 4 0 16 10 0 8 1 2 0 0 4 1 159
20-49
2 0 2 0 0 0 0 1 1 26 0 6 8 1 1 3 31 0 7 6 5 2 15 7 0 7 0 4 1 0 4 2 136
50-99 100-199 200-499 500-999 1000 en +
0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 2 1 0 1 8 0 5 0 2 0 5 3 0 1 0 2 1 0 0 0 35
0 0 0 0 0 0 0 3 3 9 1 0 0 0 0 1 8 0 4 1 1 0 1 2 0 0 0 0 1 0 1 0 30
0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0 1 1 1 1 5 2 0 1 2 4 0 3 0 0 1 0 0 0 26
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 2 1 3 1 2 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 12
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 2 2 1 1 1 0 0 3 1 0 1 1 0 0 14
TOTAAL Brus.Hfdst. Gew.
TOTAAL Rijk
353 36 389 6 4 4 6 14 28 540 1 97 292 52 118 58 1 416 20 163 76 114 42 324 174 25 132 47 180 29 27 483 36 4 446
66 939 2 597 69 536 305 31 11 11 276 329 9 433 37 2 025 1 761 220 2 196 391 7 496 57 1 066 973 2 097 515 8 177 2 412 192 907 338 1 715 563 434 5 397 508 48 910
167 HOOFDSTUK VIII
168
NACE-BEL BEDRIJFSSECTIES en AFDELINGEN (Aantal arbeiders)
40 41 E F 45 50 51 52 G H 55 60 61 62 63 64 I 65 66 67 J 70 71 72 73 74 K L 75 M 80 N 85 90 91 92 93 O P 95 Q 99 Z. 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL Brussels Hoofdstedelijk Gewest TOTAAL Rijk
zonder personeel
1-4
5-9 10-19
20-49
39 2 1 0 11 0 0 1 50 2 1 1 4 062 1 062 213 108 1 492 536 106 66 5 710 1 589 442 238 6 323 2 784 371 165 13 525 4 909 919 469 2 854 2 140 419 229 972 434 66 52 24 2 1 0 27 11 12 10 342 188 55 24 946 205 31 13 2 311 840 165 99 162 62 20 20 11 5 3 2 185 107 23 19 358 174 46 41 2 142 515 60 22 329 104 22 11 2 011 365 93 56 68 18 11 11 14 762 2 218 402 290 19 312 3 220 588 390 59 5 1 2 251 52 21 13 548 48 21 7 26 5 2 2 251 240 85 49 2 425 478 103 50 2 102 645 82 31 4 804 1 368 272 132 11 7 0 0 2 1 0 0 0 0 0 0 51 210 14 918 2 959 1 655 498 475 133 287 26 674 14 559
0 0 0 67 38 212 102 352 127 29 0 9 22 11 71 36 10 12 58 26 10 38 5 272 351 2 6 11 2 40 43 15 100 0 0 0 1 284 9 711
50-99 100-199 200-499 500-999 1000 en +
0 0 0 24 5 54 20 79 19 11 0 4 7 10 32 17 6 6 29 11 5 18 1 73 108 3 2 14 3 7 7 1 18 0 0 0 363 2 537
2 0 2 14 4 31 10 45 18 1 0 0 4 7 12 10 6 4 20 2 3 13 5 43 66 2 1 16 0 4 7 1 12 0 0 0 241 1 290
0 0 0 11 5 20 12 37 6 1 0 0 3 3 7 10 6 4 20 0 0 6 0 35 41 5 2 3 0 2 7 0 9 0 0 0 167 782
1 0 1 3 1 5 2 8 3 1 0 1 1 0 3 4 5 1 10 0 0 4 1 10 15 4 2 0 0 2 0 2 0 0 0 63 255
2 1 3 2 1 1 6 8 3 2 0 1 5 8 7 5 2 14 0 0 0 0 11 11 3 2 4 0 0 2 0 2 0 0 0 74 192
TOTAAL Brus.Hfdst. Gew.
TOTAAL Rijk
47 13 60 5 566 2 254 8 302 9 795 20 351 5 818 1 569 27 74 647 1 231 3 548 348 59 363 770 2 778 484 2 604 120 18 116 24 102 86 350 674 40 678 3 124 2 877 6 719 18 3 0 72 934
197 84 281 82 007 26 182 64 744 97 107 188 033 54 945 12 529 1 766 269 5 427 4 696 24 687 1 243 91 2 505 3 839 17 866 4 771 15 714 526 103 166 142 043 456 2 777 8 135 647 1 879 23 947 34 842 61 315 157 7 0 687 762
TABEL
VIII.4
Eenheid : miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota VIII.4 Bron : NIS
OMZET exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
1 2 A B
5 10 11 13 14
C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 1 240 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 62 Landbouw, jacht en bosbouw 1 302 Visserij .. Winning van steenkool, bruinkool en turf .. Winning van aardolie en aardgas en aanverwante diensten .. Winning van metaalertsen .. Overige winning van delfstoffen .. Winning van delfstoffen .. Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken .. Vervaardiging van tabaksproducten .. Vervaardiging van textiel 2 842 Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 13 451 Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 1 658 Papier- en kartonnijverheid 6 590 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 47 072 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen .. Chemische nijverheid 141 582 Rubber- en kunststofnijverheid 7 791 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 13 668 Metallurgie 11 161 Vervaardiging van producten van metaal 21 888 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 22 111 Vervaardiging van kantoormachines en computers .. Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 27 341 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur .. Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken .. Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 125 673 Vervaardiging van overige transportmiddelen 9 647 Vervaardiging van meubels; overige industrie 3 727 Recuperatie van recycleerbaar afval 2 321 Industrie 794 283
1 386 130 1 517 .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 1 668 10 038 55 821 .. 122 942 14 935 29 897 10 332 26 027 20 164 .. 35 572 .. 7 522 .. .. 10 351 2 290 1 092 128
37,64 2,04 39,68 .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 47,53 135,28 1 416,51 0,00 3 181,01 245,37 458,82 244,48 477,32 529,24 0,00 676,44 0,00 112,11 .. .. 219,61 53,85 23 273,33
1 4 3
23
20,87 1,57 22,44 0,04 .. .. .. .. 77,01 .. .. 8,03 57,60 .. 49,92 124,94 331,06 842,90 281,40 198,75 469,28 247,19 406,54 571,66 6,55 783,98 258,41 42,30 .. .. 142,50 64,37 523,10
36,67 3,09 39,75 .. .. .. .. 79,92 .. .. .. .. .. 54,97 258,83 1 337,26 .. 3 668,08 216,28 523,76 161,11 237,52 489,57 .. 806,72 47,37 .. 846,95 39,30 95,30 103,98 27 430,76
1995 2000 miljoenen BEF 160 234 9 639 169 872 5 373 1 848 2 869 2 982 32 151 39 850 964 343 59 800 256 482 89 869 14 423 90 286 146 048 215 520 350 461 964 572 213 084 251 803 450 021 298 331 309 385 15 872 189 966 136 613 41 019 676 857 50 038 177 312 38 695 6 000 800
RIJK 2002 2003 miljoenen EUR
2004
211 210 5 418,85 5 651,11 5 885,36 10 758 246,54 257,37 276,42 221 968 5 665,40 5 908,48 6 161,78 6 342 163,27 168,18 150,75 1 003 23,64 13,14 15,65 9 906 367,70 306,89 .. 2 034 31,01 15,58 .. 30 917 831,14 814,96 845,39 43 861 1 253,49 1 150,57 1 246,23 1 075 485 29 949,57 30 416,07 30 952,24 88 087 1 491,33 1 608,38 1 586,34 300 737 1 706,46 6 609,56 6 678,29 83 224 2 080,93 2 196,02 1 869,31 19 174 502,67 458,95 498,77 113 761 3 003,54 3 027,40 3 250,44 208 487 5 015,87 4 880,77 5 126,84 272 238 6 667,15 6 657,63 6 688,75 723 279 15 698,36 17 554,41 23 319,60 1 302 650 36 719,53 36 502,47 37 546,55 325 725 8 013,22 7 840,83 8 390,64 294 997 7 556,58 7 388,30 7 665,02 582 363 13 714,95 13 520,60 16 642,14 412 180 9 803,11 9 725,44 10 439,36 404 531 9 206,45 9 166,75 9 553,72 10 228 651,07 1 040,10 1 066,82 224 200 5 439,41 5 241,64 5 488,02 256 422 4 885,96 4 302,13 4 396,58 54 755 1 310,26 1 269,81 1 404,18 741 767 18 236,35 19 566,24 21 037,90 68 438 1 685,56 1 517,53 1 782,46 229 740 5 744,06 5 462,20 5 693,26 59 128 1 437,92 1 543,01 2 097,35 7 851 598 190 520,33 197 496,24 213 174,58
169 HOOFDSTUK VIII
170
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN 40 41 E F
G H
45 50 51 52 55 60 61 62 63 64
I 65 66 67 J 70 71 72 73 74 K L M N
O P Q Z.
75 80 85 90 91 92 93 95 99 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR 281 298 12 055 293 353 120 051 371 319 1 053 178 340 683 1 765 179 48 178 56 034 .. .. 78 237 57 020 223 766 97 303 988 9 751 108 041 31 793 86 142 34 703 2 336 384 348 539 322 1 2 2 13 39 10 66
333 070 351 908 009 737 004 .. .. 0 3 970 378
1995 2000 miljoenen BEF
RIJK 2002 2003 miljoenen EUR
2004
342 854 14 597,30 13 202,17 16 668,73 767 826 1 007 329 36 626,71 33 727,62 35 814,41 12 595 337,84 334,47 356,38 40 202 46 320 1 223,93 1 274,78 1 402,63 355 449 14 935,14 13 536,64 17 025,11 808 029 1 053 650 37 850,64 35 002,40 37 217,04 121 616 2 955,08 3 389,89 3 670,26 924 965 1 197 100 30 398,94 31 462,99 33 737,42 561 229 15 222,39 10 268,60 10 889,44 1 298 060 2 138 588 57 872,26 53 849,91 57 729,64 1 353 035 38 159,22 40 279,60 46 511,12 4 847 012 7 396 031 205 408,20 220 690,79 247 221,27 265 807 7 395,16 7 574,18 8 381,20 1 698 652 2 090 064 64 282,47 59 448,16 62 526,68 2 180 070 60 776,77 58 122,38 65 781,76 7 843 724 11 624 683 327 562,93 333 988,86 367 477,59 66 240 1 548,94 1 594,11 1 643,91 245 540 313 187 8 195,35 8 471,15 8 748,07 38 084 966,19 1 048,93 1 029,88 382 316 449 810 11 984,56 12 330,79 12 538,84 .. .. .. .. 41 725 81 492 1 892,03 2 271,41 2 885,00 .. .. .. .. 94 324 185 978 2 360,11 2 745,67 2 680,28 140 946 3 656,93 3 862,93 3 999,67 681 960 1 157 401 29 317,47 31 759,64 35 878,70 195 242 6 063,07 6 488,64 6 509,95 182 903 390 461 12 664,87 11 910,78 12 416,02 405 395 11 519,06 12 062,58 12 214,54 1 383 228 2 265 143 58 195,27 61 018,30 66 398,84 154 494 3 740,53 4 803,45 4 483,81 160 505 245 831 6 601,50 7 520,06 7 539,59 2 696 90,97 70,71 53,88 1 675 4 745 126,88 108,37 81,38 27 397 1 174,22 1 443,99 1 520,62 14 756 53 367 1 924,24 2 486,99 2 383,35 184 587 5 005,72 6 318,14 6 058,31 176 936 303 942 8 652,62 10 115,42 10 004,32 36 745 913,04 1 206,32 1 360,20 85 813 116 458 3 186,34 3 626,26 4 111,76 111 780 2 532,71 2 065,12 2 236,80 155 356 253 687 6 712,28 6 503,77 6 921,54 74 654 2 380,10 2 255,94 2 442,49 115 935 298 302 8 112,96 7 624,53 8 074,98 7 225 118,74 85,72 95,90 16 125 32 072 984,69 1 076,83 1 186,25 572 669 23 612,19 28 170,41 32 213,66 878 226 1 566 576 52 734,98 60 821,92 71 804,12 803 073 29 556,78 33 783,51 38 349,04 1 251 455 2 267 096 71 731,25 79 653,32 92 098,66 1 674 123,47 62,98 118,64 11 193 8 215 257,39 248,07 428,21 5 094 69,87 73,21 76,63 6 495 15 363 353,41 377,61 412,05 5 003 146,66 166,72 194,68 28 034 42 454 1 322,48 1 453,37 1 628,56 2 760 120,72 147,38 140,04 39 233 75 052 2 224,60 2 206,04 2 264,00 17 358 645,68 663,73 692,52 21 809 26 992 916,02 931,30 971,59 51 351 1 314,58 1 382,28 1 564,79 99 160 145 755 3 862,15 4 099,35 4 569,87 10 576 230,92 231,12 241,63 57 854 65 328 1 786,94 1 872,14 1 935,28 82 046 2 311,90 2 424,51 2 638,99 218 056 313 126 8 789,71 9 108,83 9 740,74 .. .. .. 0,19 .. 195 4,75 3,39 4,27 .. .. .. .. .. 30 0,46 0,30 0,51 0 0,00 0,00 0,00 0 0 0,00 0,00 0,00 5 314 054 152 465,38 155 164,42 175 677,24 19 113 980 27 527 955 750 917,69 775 628,40 848 629,63
TABEL
VIII.5
Eenheid : miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota VIII.5 Bron : NIS
INVESTERINGEN exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
1 2 A B
5 10 11 13 14
C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
Landbouw, jacht en aanverwante diensten Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van steenkool, bruinkool en turf Winning van aardolie en aardgas en aanverwante diensten Winning van metaalertsen Overige winning van delfstoffen Winning van delfstoffen Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding en bontnijverheid Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk Papier- en kartonnijverheid Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 2 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Chemische nijverheid 3 Rubber- en kunststofnijverheid Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Metallurgie Vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van elektrische machines en apparaten Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 2 Vervaardiging van overige transportmiddelen 4 Vervaardiging van meubels; overige industrie Recuperatie van recycleerbaar afval Industrie 25
111,04 5,44 116,48 .. .. .. .. .. .. .. .. 48,19 151,28 .. 31,41 142,92 462,38 2 .. 514,06 3 636,42 669,16 1 185,77 542,57 367,55 .. 974,20 .. .. 743,06 581,07 186,17 64,74 502,48 20
154,04 10,82 164,87 .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 64,67 289,23 339,34 .. 348,37 120,65 402,05 135,90 437,32 517,07 .. 489,54 .. 68,43 .. .. 190,99 71,89 810,80
3,20 0,16 3,36 .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 1,22 4,71 33,75 .. 109,28 9,06 35,54 5,07 7,99 21,36 .. 7,32 .. 1,35 .. .. 3,58 1,79 488,43
1,23 0,01 1,24 .. .. .. .. .. 6,42 .. .. 0,36 0,33 .. 0,68 4,90 30,33 8,21 75,70 2,92 36,02 3,74 12,84 16,41 0,77 21,82 12,67 0,67 .. .. 2,64 1,90 435,16
2,87 0,51 3,38 .. .. .. .. .. 0,62 .. .. .. .. .. 1,04 15,47 36,66 .. 167,54 2,25 36,11 1,21 6,00 10,07 .. 16,54 1,29 .. 32,50 2,42 3,49 2,24 517,98
1995 2000 miljoenen BEF 18 553,96 806,20 19 360,16 331,73 137,32 18,95 14,07 1 866,44 2 036,78 38 525,46 599,18 12 590,51 1 424,71 412,05 4 134,09 8 958,69 12 173,38 5 945,91 51 838,75 9 975,22 17 599,96 16 589,52 14 912,55 7 880,48 86,14 7 805,49 10 180,69 1 363,62 16 494,92 5 389,63 5 102,06 1 992,77 251 975,75
22 866,38 1 265,48 24 131,86 975,90 60,50 0,44 0,41 2 449,06 2 510,41 41 793,86 1 027,30 15 337,31 1 178,14 482,02 6 644,55 9 417,86 16 690,62 8 657,86 54 117,94 15 408,40 15 852,37 27 325,32 21 670,98 10 045,13 208,01 7 163,98 13 524,29 1 795,91 37 032,53 2 988,18 6 391,44 2 696,53 317 450,49
RIJK 2002
652,12 24,18 676,30 6,95 2,13 0,10 0,03 51,09 53,35 1 079,36 21,97 255,08 26,73 8,57 123,03 442,20 241,58 164,67 1 614,85 287,10 400,90 499,40 407,26 229,36 3,84 125,53 210,64 41,51 523,68 71,45 130,04 62,96 6 971,69
2003 miljoenen EUR 596,42 28,17 624,59 3,90 0,76 3,36 0,12 36,92 41,15 1 033,76 17,04 231,25 22,73 8,23 148,52 341,16 245,38 138,13 1 473,03 276,22 350,84 481,33 374,48 267,41 3,29 162,77 166,36 36,70 672,48 52,82 123,03 95,20 6 722,16
2004
666,46 30,52 696,98 6,25 2,20 .. .. 43,16 48,32 1 040,19 23,34 185,88 20,66 8,32 156,01 184,19 280,39 187,18 1 473,09 278,91 361,73 355,15 444,91 231,43 5,96 180,55 104,97 45,68 474,61 68,14 121,25 107,81 6 340,35
171 HOOFDSTUK VIII
172
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN 40 41 E F
G H
45 50 51 52 55 60 61 62 63 64
I 65 66 67 J 70 71 72 73 74 K L M N
O P Q Z.
75 80 85 90 91 92 93 95 99 98
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer te land Vervoer over water Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Financiële instellingen Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR 56 048,52 917,78 56 966,31 4 162,95 2 313,06 29 371,85 7 493,25 39 178,15 3 528,32 9 956,84 .. .. 3 359,06 12 964,85 26 422,90 26 810,09 944,65 1 069,38 28 824,12 8 507,26 30 003,39 1 582,12 163,76 11 159,29 51 415,82 0,00 59,64 167,22 26,38 292,98 6 201,14 633,61 7 154,11 .. .. 0,00 243 598,43
10 741,57 1 225,80 11 967,37 3 333,67 2 206,70 17 506,96 7 718,03 27 431,70 3 941,16 10 519,67 .. .. 1 981,78 32 094,64 44 731,71 51 896,50 609,70 1 229,51 53 735,71 7 502,76 49 983,76 4 311,50 353,96 14 095,26 76 247,23 59,24 753,46 365,32 187,23 492,97 3 389,29 651,49 4 720,98 .. .. 0,00 248 507,26
324,52 29,32 353,84 73,96 49,44 260,74 185,44 495,62 107,28 383,44 .. .. 60,94 485,43 930,79 1 220,97 21,99 47,14 1 290,10 308,05 1 539,16 110,83 4,82 337,06 2 299,91 14,78 17,37 20,22 30,69 14,73 80,90 16,41 142,73 .. .. 0,00 6 247,21
319,07 29,29 348,37 72,34 58,05 195,77 178,11 431,94 93,88 353,05 .. .. 43,77 473,74 871,59 1 341,96 6,60 41,99 1 390,54 487,18 1 344,12 90,60 7,43 331,18 2 260,52 8,20 14,61 14,07 62,06 19,83 65,29 33,00 180,17 .. .. 0,00 6 146,14
367,48 35,10 402,58 71,94 40,77 231,53 197,85 470,15 85,91 419,13 .. .. 58,02 504,39 982,50 1 367,29 6,17 71,48 1 444,93 485,04 1 339,23 115,00 9,39 276,44 2 225,10 23,46 18,54 9,97 97,63 15,20 78,66 23,83 215,32 0,02 .. 0,00 6 483,00
1995 2000 miljoenen BEF 86 920,14 48 497,02 5 043,18 6 583,98 91 963,32 55 081,00 43 052,42 56 029,15 17 479,84 21 244,46 79 602,83 78 870,04 49 754,46 58 469,17 146 837,13 158 583,67 25 630,33 26 392,38 62 904,06 66 918,50 6 430,42 1 535,53 5 581,45 12 863,36 19 561,43 32 362,24 38 302,84 66 413,87 132 780,19 180 093,50 45 932,49 69 407,55 1 042,19 1 573,94 1 973,57 2 612,34 48 948,25 73 593,82 21 472,55 29 057,56 62 296,87 124 796,71 5 916,11 17 850,36 1 669,99 4 521,38 44 913,27 64 172,35 136 268,79 240 398,36 3 412,74 4 825,47 541,14 1 824,03 3 206,67 4 413,07 14 093,35 30 110,51 1 630,53 1 176,02 16 169,90 16 128,77 5 674,65 6 764,87 37 568,43 54 180,17 .. 26,30 .. 17,26 0,00 0,00 943 942,17 1 200 526,82
RIJK 2002 1 356,46 164,19 1 520,64 1 361,87 603,38 1 789,61 1 489,72 3 882,71 698,00 2 114,64 43,45 44,43 834,83 1 334,87 4 372,22 1 658,82 50,69 98,41 1 807,92 808,25 3 458,02 377,93 90,43 1 680,06 6 414,70 105,46 69,61 123,96 527,79 32,80 570,60 199,28 1 330,47 0,32 0,03 0,00 29 396,21
2003 miljoenen EUR 1 185,18 141,65 1 326,83 1 342,52 572,66 2 114,83 1 559,62 4 247,10 641,97 1 992,08 346,13 34,70 685,54 837,02 3 895,46 1 877,69 26,57 76,07 1 980,33 1 025,38 3 390,38 336,86 133,09 1 606,80 6 492,51 215,09 68,02 126,83 461,89 43,90 363,21 195,47 1 064,47 0,09 0,01 0,00 28 793,07
2004
1 460,85 160,13 1 620,98 1 385,29 532,48 1 997,05 1 676,13 4 205,67 671,60 2 026,33 870,50 75,15 1 000,56 799,13 4 771,68 1 948,11 11,18 123,85 2 083,15 1 124,08 3 564,26 313,66 183,53 1 683,19 6 868,73 278,23 81,68 126,20 425,99 31,97 462,04 204,19 1 124,19 0,32 0,02 0,00 30 309,62
TABEL
VIII.6
UITVOER en AANVERWANTE OPERATIES exclusief BTW in miljoenen BEF en miljoenen EUR naar BEDRIJFSSECTIE en -AFDELING NACE-BEL: referentiejaren
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN
1 2 A B 5 10 11 13 14 C 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 D
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR
Landbouw, jacht en aanverwante diensten 159,53 97,77 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten 10,63 88,98 Landbouw, jacht en bosbouw 170,16 186,75 Visserij .. .. Winning van steenkool, bruinkool en turf .. .. Winning van aardolie en aardgas en aanverwante diensten .. .. Winning van metaalertsen .. .. Overige winning van delfstoffen .. .. Winning van delfstoffen .. .. Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken .. .. Vervaardiging van tabaksproducten .. .. Vervaardiging van textiel 1 588,20 .. Vervaardiging van kleding en bontnijverheid 8 959,96 .. Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel .. .. Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 176,85 207,92 Industrie du papier et du carton 2 493,18 5 622,16 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 8 124,44 9 649,34 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen .. .. Chemische nijverheid 91 346,52 80 951,77 3 Rubber- en kunststofnijverheid 4 564,69 9 070,35 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 4 246,62 17 449,34 Metallurgie 7 579,21 8 468,94 Vervaardiging van producten van metaal 8 496,53 9 380,25 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 4 722,53 7 643,68 Vervaardiging van kantoormachines en computers .. .. Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 13 521,39 16 423,87 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur .. .. Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken .. 4 709,02 Vervaardiging en assemblage van auto's, aanhangwagens en opleggers 111 821,42 .. Vervaardiging van overige transportmiddelen 4 557,84 .. Vervaardiging van meubels; overige industrie -2 196,98 553,23 Recuperatie van recycleerbaar afval 881,87 1 039,16 Industrie 450 589,09 777 571,13 18
6,50 0,95 7,45 .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 9,85 46,63 334,76 .. 3 934,87 2 163,88 130,03 225,59 205,21 204,55 .. 335,47 0,00 28,32 .. 0,00 31,72 19,06 592,53 16
1,83 0,88 2,70 .. .. .. .. .. 13,22 .. .. 2,11 126,40 .. 8,72 38,98 296,39 698,98 804,75 2 135,40 112,36 223,74 168,22 270,40 3,27 462,22 247,70 5,39 .. .. 16,42 22,08 913,53 21
3,63 1,17 4,81 .. .. .. .. .. 49,47 .. .. .. .. .. 13,81 152,35 318,54 .. 680,70 144,71 153,30 150,65 95,49 189,04 .. 405,91 34,67 .. 770,27 24,88 21,55 42,85 732,76 3
Eenheid : miljoenen BEF en miljoenen EUR Methodologische nota VIII.6 Bron : NIS
1995 2000 miljoenen BEF 17 747,73 20 860,96 2 066,69 3 370,08 19 814,42 24 231,03 2 756,89 3 702,07 36,43 255,38 1 103,42 7 510,63 1 346,66 707,54 9 512,93 11 396,87 11 999,43 19 870,42 354 810,16 446 100,77 17 037,15 29 081,52 169 367,05 213 211,05 61 187,61 58 904,18 9 021,75 14 638,85 30 384,87 48 644,21 83 899,82 128 125,77 39 620,27 52 282,25 205 205,23 607 210,32 679 098,33 931 482,98 140 559,06 245 175,89 97 974,74 122P 786,60 389 396,01 515 555,57 104 435,63 169 603,13 209 090,07 289 699,02 10 573,18 6 263,19 116 326,89 122 633,70 103 429,42 224 145,99 21 801,85 33 187,90 553 176,38 598 951,90 31 976,03 67 183,48 99 248,34 156 053,69 19 204,15 31 389,71 546 823,99 5 112 311,64
RIJK 2002
570,23 65,35 635,58 97,61 5,36 135,48 16,13 326,61 483,59 13 711,01 479,24 5 367,89 1 506,88 379,99 1 447,32 2 870,69 1 388,11 12 783,11 31 944,13 6 394,40 3 488,96 12 227,21 3 958,19 6 724,10 534,39 3 261,83 4 402,87 738,34 14 553,19 1 581,78 3 586,75 770,69 134 101,04
2003 miljoenen EUR 571,91 67,54 639,45 103,33 3,80 166,79 8,37 320,32 499,27 13 745,02 474,25 4 950,07 1 757,67 341,86 1 443,21 2 703,62 1 366,62 13 554,92 28 739,72 6 063,53 2 943,97 11 719,66 3 833,38 6 722,65 837,68 3 054,60 3 473,31 752,92 15 021,92 1 359,92 3 478,11 824,03 129 162,66
2004
605,31 72,17 677,48 84,04 3,57 .. .. 307,00 556,58 13 850,24 479,15 5 004,57 1 339,79 377,08 1 578,80 2 834,43 1 385,06 20 539,81 28 163,33 6 585,96 3 170,17 14 970,05 4 095,63 7 011,10 849,03 3 259,60 3 292,11 862,40 16 075,65 1 581,00 3 691,24 1 117,68 142 113,87
173 HOOFDSTUK VIII
174
NACE-BEL SECTIES en AFDELINGEN 40 41
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water E Productie en distributie van elektriciteit, gas en water F 45 Bouwnijverheid 50 Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen 51 Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen 52 Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen G Groot- en kleinhandel; reparatie van auto's en huishoudelijke artikelen H 55 Hotels en restaurants 60 Vervoer te land 61 Vervoer over water 62 Luchtvaart 63 Vervoerondersteunende activiteiten 64 Post en telecommunicatie I Vervoer, opslag en communicatie 65 Financiële instellingen 66 Verzekeringswezen 67 Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen J Financiële instellingen 70 Verhuur en handel in onroerende goederen 71 Verhuur zonder bedieningspersoneel 72 Informatica en aanverwante activiteiten 73 Speur- en ontwikkelingswerk 74 Overige zakelijke dienstverlening K Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven L 75 Openbaar bestuur M 80 Onderwijs N 85 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 90 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging 91 Diverse verenigingen 92 Recreatie, cultuur en sport 93 Overige diensten O Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten P 95 Particuliere huishoudens met werknemers Q 99 Extraterritoriale organisaties en lichamen Z 98 Slecht gedefinieerde activiteiten TOTAAL Groeipercentage
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1995 2000 2002 2003 2004 miljoenen BEF miljoenen EUR 12 522,98 64,03 12 587,01 8 497,77 212 545,53 397 546,48 8 216,98 618 308,99 1 488,44 6 736,63 .. .. 40 799,46 3 618,07 79 292,36 35 782,97 106,07 1 629,12 37 518,15 1 664,16 17 761,53 10 274,11 1 677,08 132 435,32 163 812,20 0,00 187,18 102,88 72,75 2 737,65 5 220,16 953,52 8 984,09 .. .. 0,00 1 384 138,01 1995-2000:
23 665,84 60,90 23 726,73 10 891,94 303 549,60 551 891,48 19 279,38 874 720,45 7 174,53 7 174,18 .. .. 87 023,88 23 859,30 148 587,16 46 516,64 1 363,20 6 527,65 54 407,49 1 600,37 7 562,71 27 046,95 6 617,65 294 874,65 337 702,32 808,70 2 134,90 482,77 355,55 6 181,46 7 952,71 638,45 15 128,16 .. .. 0,00 2 258 365,34 12,6
3 814,00 8,88 3 822,88 306,47 5 525,60 19 701,66 794,12 26 021,37 67,97 245,70 .. .. 2 349,45 1 022,86 4 406,01 703,90 57,54 650,40 1 411,84 59,81 285,75 848,69 99,10 16 518,82 17 812,17 3,06 32,04 16,83 7,74 251,55 245,54 11,09 515,92 .. .. 0,00 73 079,82 jaarlijks:
3 964,23 3,74 3 967,97 353,10 6 016,14 21 908,12 6 291,55 34 215,81 115,33 300,17 .. .. 2 530,93 1 101,64 4 558,22 1 741,89 28,30 895,08 2 665,27 105,16 290,70 685,91 65,54 21 456,57 22 603,88 10,66 33,00 20,71 5,90 270,00 235,02 12,84 523,76 .. .. 0,00 86 005,58 17,7
1995 2000 miljoenen BEF
RIJK 2002
2003 miljoenen EUR
2004
5 556,20 20 437,42 54 177,13 10 607,79 12 509,97 13 745,34 2,30 206,36 544,35 18,36 12,70 9,78 5 558,50 20 643,78 54 721,48 10 626,15 12 522,67 13 755,12 350,45 40 526,95 74 206,32 2 038,78 2 188,41 2 339,85 4 747,87 415 787,61 808 985,18 20 869,93 21 914,01 21 684,80 32 714,33 2 065 723,78 3 904 591,46 119 794,15 134 791,50 167 317,67 1 103,99 50 648,15 88 125,58 2 882,56 8 314,71 3 099,76 38 566,19 2 532 159,55 4 801 702,21 143 546,63 165 020,23 192 102,23 94,75 4 500,53 10 876,57 200,95 286,74 273,29 179,09 90 059,10 116 124,32 3 364,61 3 934,99 3 429,67 .. 37 416,21 82 804,50 1 960,59 2 408,87 3 063,59 .. 88 623,08 181 563,40 2 347,32 2 821,80 2 951,34 2 870,41 566 624,35 1 219 114,20 24 045,39 26 668,56 30 884,48 1 142,69 31 275,01 98 597,02 3 945,03 2 905,78 3 034,96 4 852,18 813 997,75 1 698 203,44 35 662,94 38 739,99 43 364,04 1 123,00 57 296,67 68 657,79 1 735,95 2 851,00 2 214,14 23,80 171,62 2 512,69 75,35 47,84 34,98 1 095,70 2 981,51 24 553,85 1 167,59 1 673,62 2 464,73 2 242,50 60 449,81 95 724,34 2 978,90 4 572,46 4 713,85 87,27 4 287,09 13 878,49 251,59 211,55 208,87 215,81 23 829,74 34 197,28 1 117,85 1 294,83 1 149,18 867,04 25 824,15 154 386,81 2 515,81 2 314,56 2 478,30 72,02 9 703,85 23 022,18 814,67 745,45 828,49 25 943,37 259 398,46 669 375,02 29 186,76 36 597,80 43 729,41 27 185,51 323 043,28 894 859,78 33 886,68 41 164,18 48 394,25 17,44 7 283,71 913,10 3,56 19,58 19,17 32,87 793,85 4 073,56 86,27 100,55 115,38 31,81 2 353,84 4 551,57 307,00 389,04 475,28 4,72 1 414,27 2 492,75 86,68 91,01 91,37 445,98 3 174,89 6 865,57 -1 674,43 285,99 466,04 295,65 9 935,53 19 654,61 549,27 532,89 581,58 13,05 2 222,97 2 543,87 79,92 126,39 88,91 759,39 16 747,65 31 556,80 -958,56 1 036,27 1 227,90 .. .. 1,56 0,05 0,03 0,03 .. .. 9,42 0,26 0,21 0,41 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 101 664,10 7 403 895,43 12 831 504,32 363 697,44 396 445,15 450 212,76 18,2 1995-2000: 14,7 jaarlijks: 9,0 13,6
TABEL
VIII.7
Eenheden : Aantal ondernemingen en werknemers Methodologische nota VIII.7 Bron : RVA - FSO
FAILLISSEMENTEN van ONDERNEMINGEN met personeel en AANTAL GETROFFEN WERKNEMERS naar BEDRIJFSSECTIE NACE-BEL in 2002, 2003 en 2004.
NACE-BEL SECTIES A+B C D E F G+H+I J K-Q
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Faillissementen Werknemers 2002 2003 2004 2002 2003 2004
RIJK Faillissementen 2002 2003 2004
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Handel, financiële instellingen en verzekeringswezen Vervoer en communicatie Diensten
1 0 39 0 49 246 34 97
0 0 46 0 52 253 35 192
2 0 34 1 47 214 44 115
10 11 266 0 626 1 380 356 1 116
0 0 797 0 415 1 533 279 2 104
5 0 404 1 476 992 1 012 963
26 6 308 0 473 807 233 787
47 0 352 0 509 1 303 250 546
29 0 317 1 508 1 383 240 480
TOTAAL
466
578
457
3 765
5 128
3 853
2 640
3 007
2 958
2002
5 4 5 2 3
315 70 122 0 254 387 578 673
21 399
Werknemers 2003 2004 306 0 484 0 195 298 495 900
149 0 4 112 1 4 862 6 148 2 846 3 929
24 678
22 047
5 5 6 2 4
175 HOOFDSTUK VIII
176
TABEL
VIII.7b
Eenheden : Aantal ondernemingen Methodologische nota VIII.7 Bron : NIS (basis: Belgisch Staatsblad)
FAILLISSEMENTEN van ONDERNEMINGEN per JURIDISCHE VORM in 2001, 2002, 2003 en 2004
Faillissementen BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
JURIDISCHE VORM TYPE
BVBA NV CV
Ondernemingen met een persoon Firma's Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Naamloze Venootschap Coöperatieve venootschappen Anderen TOTAAL
2001
2002
2003
2004
83 1 172 695 352 114 11 1 255
65 1 211 788 289 123 11 1 276
87 1 258 831 299 110 18 1 345
104 1 296 864 271 142 19 1 400
2001 1 5 3 1
345 610 599 414 475 122 6 955
2002 1 5 3 1
255 975 969 398 479 129 7 230
2003 1 6 4 1
384 245 305 414 386 140 7 629
2004 1 6 4 1
486 539 603 391 403 142 8 025
HOOFDSTUK IX
ENERGIE EN LEEFMILIEU
HOOFDSTUK IX
178
TABEL
IX.1
Eenheid : GWh (miljoenen kWh) Methodologische nota IX.1 Bron : BFE
TOTALE PRODUCTIE en TOTAAL VERBRUIK van ELEKTRISCHE ENERGIE: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning VLAAMS GEWEST Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning waarvan :Vlaams-Brabant Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning WAALS GEWEST Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning waarvan :Waals-Brabant Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning RIJK Totale productie Totaal verbruik Hoogspanning Laagspanning
1990
1995
2000
2001
2002 (1)(3)
2003
262,4 4 090,9 2 490,0 1 600,9
282,2 4 658,0 2 802,5 1 855,5
254,3 5 245,3 3 214,2 2 031,1
328,6 5 440,9 3 333,9 2 107,0
337,6 5 492,7 3 356,8 2 135,9
315,1 5 512,4 3 325,1 2 187,3
35 475,9 33 411,8 23 634,1 9 777,7 BRABANT excl.BHG 2 364,3 5 047,1 2 621,8 2 425,3
(1) de gegevens zijn niet meer beschikbaar voor de arrondissementen en de provincies (2) de opmerkelijke produktiedaling is voornamelijk te wijten aan de sluiting van de Forges de Clabecq (3) herziene cijfers
29 16 11 5
058,9 558,4 230,1 328,3 .. .. .. ..
67 59 39 19
161,5 108,2 976,0 132,2
40 44 29 14
135,7 028,0 705,2 322,8
46 50 35 15
466,2 338,0 145,7 192,3
45 51 35 15
571,7 096,7 404,4 692,3
3 4 2 2
742,3 364,1 104,5 259,6
2 5 2 2
288,3 009,9 547,5 462,4
3 5 2 2
535,6 182,2 578,8 603,4
30 21 14 7
212,9 143,4 062,7 080,7
33 23 15 7
439,1 582,9 850,1 732,8
30 23 15 7
184,6 278,1 315,5 962,6
205,5 1 782,9 947,0 835,9 70 69 46 23
630,8 829,4 570,4 259,0
362,5 2 032,5 1 114,0 918,5 80 79 54 24
159,6 166,2 210,0 956,2
280,8 2 048,8 1 099,3 949,5 76 79 54 25
084,9 815,7 053,8 761,9
46 51 35 15
232,5 725,4 967,8 757,6
4 379,6 .. .. .. 31 23 15 8
572,6 220,0 193,6 026,4
48 52 36 15
4 638,9 .. .. .. 31 23 15 8
90,5 (2) .. .. .. 78 80 54 25
142,7 438,1 518,2 919,9
696,7 831,3 982,0 849,3
794,8 669,9 547,5 122,4 85,4 .. .. ..
80 82 55 26
806,6 013,6 854,6 159,0
TABEL
IX.2a
Eenheid : GWh (miljoenen kWh) Methodologische nota IX.2 Bron : BFE
TOTALE PRODUCTIE en TOTAAL VERBRUIK van ELEKTRISCHE ENERGIE per SECTOR in 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Rijk
Totale productie
315,1
48 696,7
31 794,8
80 806,6
ELEKTRICITEITSBEDRIJVEN
304,3
47 734,5
31 088,9
79 127,7
ZELFPRODUCENTEN Industrie Handel en openbare diensten Landbouw
10,8
AUTONOME PRODUCENTEN Energie Handel en openbare diensten
0,0
Totaal verbruik
808,2
288,8
3,4 7,4 0,0
758,8 35,3 14,1 154,0
417,1
0,0 0,0 5 512,4
Energie Landbouw Industrie Vervoer Openbare verlichting Handel en openbare diensten Residentieel
16,6 137,4 52 831,3
22,5 0,0 768,4 377,5 77,0 2 990,5 1 276,5
1 107,8 286,1 2,7 0,0 571,1 25,7 391,4
23 669,6 2 1 27 1
098,7 104,6 424,6 122,9 549,8 9 652,0 10 878,7
1 048,3 45,4 14,1
42,3 528,8 82 013,6
137,6 401,2 11 856,7 684,7 387,0 4 410,4 5 792,3
2 1 40 2 1 17 17
258,8 505,8 049,7 185,1 013,8 052,9 947,5
179 HOOFDSTUK IX
180
TABEL
IX.2b
Eenheid : GWh (miljoenen kWh) Methodologische nota IX.2 Bron : BFE
TOTALE PRODUKTIE van ELEKTRISCHE ENERGIE per primaire ENERGIEBRON in 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Totale productie
315,1
THERMISCH Kernsplijtstof Vloeibare brandstoffen Vaste brandstoffen Aardgas Biogas Andere gassen (1) Afval en recuperatiestoom
315,1
85,6
WINDKRACHT
0,0
81,9
1,6
44 1 9 21
1 301,0
1 990,7 994,2 1 302,6
240,5 1 060,5 28,3
920,3 078,2 037,7 227,2
167,5 947,8 203,8
1,6 0,0 59,9
79 415,8 23 140,6 238,9 1 236,0 4 616,5
1 042,9 510,3
0,0 0,0
80 806,6
30 465,5 21 779,7 837,3 7 801,7 16 577,7
0,0 280,1
Rijk
31 794,8
48 635,2
0,0
0,0
Waals Gewest
48 696,7
0,0 2,0 0,0 33,0
WATERKRACHT Waterloop-en stuwdamcentrales Accumulatiecentrales
(1) hoogoven- cokes- en raffinaderijgas inbegrepen
Vlaams Gewest
242,1 1 060,5 88,2
TABEL
IX.3
Eenheden : TJ (1012 Joules) en GWh (miljoenen kWh) Methodologische nota IX.3 Bronnen : FIGAS en BFE
GAS- en ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIE (hoog- en laagspanning): referentiejaren
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Rijk
GAS (in TJ) ELEKTRICITEIT (in GWh)
GAS (in TJ) ELEKTRICITEIT (in GWh)
GAS (in TJ) ELEKTRICITEIT (in GWh)
GAS (in TJ) ELEKTRICITEIT (in GWh)
1990
1995
2000
2001 (1)
2002 (1) (2)
2003 (1)
Laagspanning Hoogspanning
30 509,0 1 600,9 2 490,0
35 767,0 1 855,5 2 802,5
36 325,0 2 031,1 3 214,2
10 989,0 2 107,0 3 333,9
10 322,0 2 135,9 3 356,9
10 560,0 2 187,3 3 325,1
Laagspanning Hoogspanning
.. 11 575,6 25 413,2
295 159,0 14 322,8 29 705,2
404 576,0 15 192,3 35 145,7
111 450,0 15 692,3 35 404,4
118 544,0 15 757,6 35 967,5
129 284,0 15 849,3 36 982,0
Laagspanning Hoogspanning
.. 5 955,7 12 072,8
162 874,0 7 080,7 14 062,7
181 969,0 7 732,8 15 850,1
48 407,0 7 962,6 15 315,5
45 059,0 8 026,4 15 193,5
45 033,0 8 122,4 15 547,5
Laagspanning Hoogspanning
378 590,0 19 132,2 39 976,0
493 801,0 23 259,0 46 570,4
622 870,0 24 956,2 54 210,0
170 846,0 25 761,9 54 053,8
173 925,0 25 920,2 54 517,9
184 877,0 26 159,0 55 854,6
(1) Om de TJ in GWh om te zetten, dient men de GWh met 3.6 te vermenigvuldigen (2) herziene cijfers
181 HOOFDSTUK IX
182
TABEL
IX.4
WATERVERBRUIK in de BRUSSELSE GEMEENTEN (aantal tellers, aantal abonnees, verbruik in m3): referentiejaren (evolutie)
1995 Tellers
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
23 9 5 42 12 7 13 6 24 12 4 16 11 4 26 23 7 13 11
839 754 934 241 397 047 233 184 330 153 435 412 060 879 291 339 865 760 881
277 034
Eenheden : aantal tellers, abonnees, m3 Methodologische nota IX.4 Bron : BIWD
2000
Abonnees
23 9 5 40 12 7 13 6 23 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
Verbruik (m3)
574 742 851 841 322 019 046 161 965 051 397 099 765 800 057 095 829 617 804
4 145 250 1 592 297 798 147 12 300 146 2 198 942 1 443 038 2 435 334 843 570 4 392 226 1 805 693 686 045 3 125 128 2 421 374 1 313 264 4 511 863 4 323 555 1 596 997 2 661 375 2 165 954
273 035
54 760 198
Tellers
2001
Abonnees
Verbruik (m3)
868 772 015 144 396 139 185 185 300 202 461 442 976 816 325 533 943 707 959
23 650 9 763 5 923 40 647 12 335 7 127 13 012 6 187 23 831 12 115 4 431 16 135 10 664 4 767 26 052 23 277 7 907 13 552 11 858
4 172 702 1 491 392 830 889 11 809 292 2 243 173 1 392 430 2 252 503 835 060 4 491 931 1 723 113 710 541 3 269 038 2 542 723 1 326 205 4 942 519 4 126 117 1 290 324 2 479 470 2 106 181
277 368
273 233
54 035 603
23 9 6 42 12 7 13 6 24 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
Tellers
23 9 6 41 12 7 13 6 24 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
868 771 021 938 377 150 165 205 304 218 464 442 940 822 314 531 891 721 969
277 111
Abonnees
23 9 5 40 12 7 13 6 23 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
Verbruik. (m3)
671 758 950 476 323 130 013 213 846 132 439 142 628 771 047 256 860 573 864
4 261 314 1 478 398 847 872 12 039 129 2 207 662 1 492 993 2 381 357 839 388 4 644 349 1 764 232 747 961 3 374 400 2 663 149 1 404 681 5 206 398 4 188 861 1 266 235 2 571 132 2 112 390
273 092
55 491 901
2002 Tellers
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
23 9 6 41 12 7 13 6 24 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
907 784 044 887 400 186 195 245 279 233 467 519 946 810 358 603 890 755 997
277 505
2003
Abonnees
2004
Verbruik (m3)
Tellers
Abonnees
730 771 976 410 354 166 029 251 840 149 439 189 645 773 096 330 864 587 895
4 253 635 1 489 342 823 077 12 126 964 2 196 896 1 434 850 2 432 244 854 983 4 652 584 1 811 568 756 348 3 429 505 2 689 482 1 400 582 5 136 830 4 206 717 1 263 177 2 532 272 2 060 712
23 895 9 811 6 085 42 023 12 455 7 247 13 278 6 254 24 490 12 294 4 461 16 641 11 009 4 836 26 539 23 738 7 907 13 812 12 054
23 9 6 40 12 7 13 6 24 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
273 494
55 551 768
278 829
23 9 5 40 12 7 13 6 23 12 4 16 10 4 26 23 7 13 11
Verbruik (m3)
Tellers
Abonnees
Verbruik (m3)
791 808 025 604 406 267 097 269 048 228 437 382 743 805 316 494 883 637 954
4 524 935 1 518 697 822 262 12 584 737 2 307 554 1 520 653 2 480 214 838 441 4 718 581 1 843 863 762 239 3 526 318 2 687 652 1 469 081 5 159 965 4 212 988 1 229 035 2 575 661 2 093 147
24 207 9 858 6 132 42 245 12 526 7 349 13 411 6 276 24 813 12 387 4 490 16 944 11 179 4 883 26 786 23 934 7 949 13 867 12 119
24 164 9 861 6 138 40 888 12 469 7 346 13 240 6 346 24 452 12 346 4 464 16 697 10 911 4 846 26 582 23 783 7 923 13 706 12 029
4 634 342 1 483 558 845 924 12 835 076 2 291 737 1 439 276 2 486 507 865 031 4 734 465 1 839 719 801 636 3 679 260 2 763 557 1 465 061 5 278 309 4 194 550 1 188 312 2 542 293 2 122 111
275 194
56 876 023
281 355
278 191
57 490 724
183 HOOFDSTUK IX
184
TABEL
IX.5
Eenheid : mg/l Methodologische nota IX 5 Bron : BIWD
KWALITEIT van het LEIDINGWATER in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. GEMIDDELDE MINERALE SAMENSTELLING van het WATER geleverd door de BIWD: referentiejaren
HOEVEELHEDEN (mg/l) Reservoir Callois Samenstelling
Chloriden Calcium Magnesium Kalium Natrium Ammonium Sulfaten Nitrieten Nitraten pH Totaal Coliformen Fecale Coliformen Fecale Streptokokken
MAXIMUM-GRENZEN (mg/l)* 250 270 50 geen norm 200 0,5 250 0,1 50 6,5 < pH < 9,2 0/100ml 0/100ml 0/100ml
Overige reservoirs
1990
1995
2000
2001
2002
2003
2004
1995
2000
2001
2002
2003
2004
34 113 16 4 16 0 71 0 19 8 0 0 0
14 64 5 2 19 <0,01 53 <0,01 10 8 0 0 0
16 71 6 2 21 <0,05 61 <0,02 13 8 0 0 0
15 73 7 2 19 <0,05 55 <0,02 14 8 0 0 0
17 71 7 2 19 <0,05 58 <0,02 14 8 0 0 0
19 71 7 3 23 <0,05 62 <0,02 13 8 0 0 0
20 66 6 3 25 <0,05 64 <0,02 14 8 0 0 0
27 111 17 2 13 <0,01 66 <0,01 17 8 0 0 0
31 119 18 2 13 <0,05 65 <0,02 23 8 0 0 0
31 117 19 2 13 <0,05 69 <0,02 21 8 0 0 0
32 117 18 2 14 <0,05 78 <0,02 22 8 0 0 0
32 117,8 18 2 14 <0,05 72 <0,02 23 8 0 0 0
33 119,2 17 2 14 <0,05 73 <0,02 23 8 0 0 0
* Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater
TABEL
IX.6
Eenheid: ton Methodologische nota IX.6 Bron: Net Brussel/BIM
OPHALING van HUISHOUDELIJK AFVAL en GELIJKGESTELDE (ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : referentiejaren
OPGEHAALDE TONNAGES SOORT AFVAL
Huishoudelijk afval en gelijkaardig afval
OPHALINGSWIJZE
Witte zakken (1)
1996
1999
2000
2001
2002
2003
2004
-
228 087
395 157
389 133
385 053
360 222
360 107
186
900
909
823
680
600
766
5 323
35 145
35 034
36 421
36 838
39 279
42 399
-
-
10 572
11 175
11 059
11 790
13 096
Selectieve ophalingen waarvan papier en karton
Containers Gele zakken (2) In de ondernemingen Verenigingen
5 158
-
-
-
-
-
glas
Glasbollen
7 355
8 812
9 100
9 457
9 933
10 858
-
-
3 121
3 696
4 212
4 633
4 758
PMD (+glas)
Blauwe zakken
5 650
12 362
12 196
11 491
11 306
13 183
13 601
textiel
Verenigingen
1 657
2 593
-
-
-
-
-
huishoudelijk chemisch afval
Groene plekjes; in de ondernemingen
286
401
304
492
398
528
509
batterijen
BEBAT-inzameldozen
-
-
148
177
158
160
129
-
-
174
529
948
1 238
1 896
-
25 198
27 000
30 000
16 421
12 659
14 063
-
-
206 (3)
189 (3)
185
225
241
Horeca
wit- en bruingoed grofvuil tuinafval
kerstbomen
11 259
groene zakken
-
-
-
-
3 321
5 986
9 180
inzamelpunten
-
-
-
-
342
716
496
-
-
-
105
2 237
2 797
3 196
5 298
8
-
-
-
-
-
andere (onderhoud groene ruimtes, parken…) overige (1) tot 31.12.2002 : grijze zakken (2) vanaf 1999 inclusief telefoonboeken (3) enkel kerstbomen
185 HOOFDSTUK IX
186
TABEL
IX.7
Eenheid: °C, mm, uren en dagen Methodologische nota IX.7 Bron: KMI
KLIMATOLOGISCH JAAROVERZICHT te UKKEL: referentiejaren
Normale Gemeten variabele
waarde
1990
1995
2000
2001
2002
2003
2004
9,8
11,2
10,9
11,2
10,7
11,2
11,1
10,7
Gemiddelde maximumtemperatuur in °C
13,5
16,5
14,7
14,5
14,2
14,7
15,1
14,3
Gemiddelde minimumtemperatuur in °C
6,3
7,2
7,3
7,7
7,1
7,7
7
7
52,6
4
52
29
52
26
51
48
9,9
1
7
1
3
4
7
3
21,3
3
43
20
30
14
43
24
3,3
0
13
2
5
4
9
1
Ware gemiddelde temperatuur (0-24u) in °C
Aantal vriesdagen (min < 0°C) Aantal winterse dagen (max < 0°C) Aantal zomerse dagen (max >= 25°C) Aantal hittedagen (max >= 30°C) Neerslagtotaal (in mm)
780
760
763
852
1 089
1 077,8
670,7
914,0
Aantal dagen met neerslag (neerslag >= 0,1 mm)
203
178
180
224
201
196
157
198
1 555
1 717
1 636
1 392
1 455
1 480
1 987
1 537
Zonneschijnduur (in uren) Metingen in Ukkel (50.48 N.B. , 4.20 O.L.)
HOOFDSTUK X
VERVOER EN TOERISME
HOOFDSTUK X
188
TABEL
X.1
Eenheid : aantal inverkeerstellingen Methodologische nota X.1 Bron : NIS
NIEUWE en TWEEDEHANDSE tot het VERKEER TOEGELATEN MOTORVOERTUIGEN naar WOONPLAATS van de AANGEVER: referentiejaren
1990
1995
2000
2002
2003
2004
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
99 243
79 785
114 913
95 110
93 241
96 604
Vlaams-Brabant
60 534
53 510
91 758
82 026
80 729
87 368
Waals-Brabant
20 199
14 261
19 608
18 112
18 043
20 463
548 318
414 540
589 675
534 100
519 789
561 975
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
72 846
85 606
80 600
80 179
77 983
77 684
Vlaams-Brabant
54 428
62 647
67 583
71 380
66 401
67 807
Waals-Brabant
20 571
24 168
25 932
26 363
26 030
26 706
639 812
715 378
763 492
769 834
758 507
772 104
NIEUWE VOERTUIGEN
RIJK
TWEEDEHANDSE VOERTUIGEN
RIJK
TABEL
X.2
Eenheid : aantal inverkeerstellingen Methodologische nota X.2 Bron : NIS
NIEUWE en TWEEDEHANDSE tot het VERKEER TOEGELATEN MOTORVOERTUIGEN per SOORT naar WOONPLAATS van de AANGEVER in 2004
Personenwagens
Autobussen en autocars
Voertuigen voor goederenvervoer
Andere gebruiksvoertuigen
TOTAAL
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
86 648
28
9 639
289
96 604
Vlaams-Brabant
78 452
85
7 756
1 075
87 368
Waals-Brabant
18 193
30
1 988
252
20 463
487 917
911
63 847
9 300
561 975
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
69 865
78
7 521
220
77 684
Vlaams-Brabant
59 541
109
7 036
1 121
67 807
Waals-Brabant
23 861
33
2 574
238
26 706
675 384
906
84 434
11 380
772 104
NIEUWE VOERTUIGEN
RIJK
TWEEDEHANDSE VOERTUIGEN
RIJK
189 HOOFDSTUK X
190
TABEL
X.3
Eenheid : totaal aantal motorvoertuigen in het verkeer Methodologische nota X.3 Bron : NIS
MOTORVOERTUIGENPARK per SOORT op 1 augustus: referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
RIJK
1990
1995
2000
2002
2003
2004
1990
1995
2000
2002
412 865
430 406
491 789
496 562
491 592
490 462
3 864 159
4 273 451
4 678 376
4 787 359
4 951
2 936
2 327
2 267
2 252
2 206
15 644
14 667
14 722
14 769
15 060
15 328
Voertuigen voor goederenvervoer
48 193
51 688
66 012
71 092
69 102
67 593
343 241
402 389
502 979
540 637
556 397
578 124
Motors
12 487
13 885
17 366
19 300
20 036
20 781
139 174
200 258
277 838
305 510
319 480
332 762
4 059
5 125
8 307
8 650
7 546
6 580
231 840
245 577
261 119
265 472
268 624
271 185
482 555
504 040
585 801
597 871
590 528
589 626
4 594 058
5 136 342
5 735 034
5 913 747
Personenwagens Autobussen en autocars
Andere gebruiksvoertuigen TOTAAL
Brabant (excl. BHG)
Vlaams-Brabant
2003
2004
4 820 868 4 874 426
5 980 429 6 071 825
Waals-Brabant
1990
1995
2000
2002
2003
2004
1995
2000
2002
2003
2004
544 381
473 740
548 882
572 376
576 679
580 461
149 437
162 930
167 400
169 818
173 361
1 481
1 201
1 161
1 146
1 214
1 199
370
376
392
407
408
Voertuigen voor goederenvervoer
40 007
38 386
54 864
57 821
58 448
59 804
10 736
13 268
14 245
15 072
15 937
Motors
19 004
20 458
30 391
33 511
34 933
36 284
7 791
11 417
13 098
13 696
14 397
Andere gebruiksvoertuigen
29 756
24 419
27 303
27 495
27 427
27 169
7 335
7 502
7 539
7 622
7 735
634 629
558 204
662 601
692 349
698 701
706 921
175 669
195 493
202 674
206 615
213 842
Personenwagens Autobussen en autocars
TOTAAL
TABEL
X.4
Eenheid : duizend ton Methodologische nota X.4 Bron : NIS
GOEDERENVERVOER over de WEG. LADEN en LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar BESTEMMING en HERKOMST van de GOEDEREN: referentiejaren LADINGEN NAAR … (1 000 ton)
Bestemming/Herkomst
LOSSINGEN VANUIT … (1 000 ton)
1991
1995
2000
2001
2002
2003
1991
1995
2000
2001
2002
2003
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
3 703
4 245
4 441
4 029
3 166
2 822
3 703
4 245
4 441
4 029
3 166
2 822
Vlaams Gewest
3 806
3 946
3 656
3 018
3 044
3 084
4 974
4 992
4 207
4 203
3 902
3 549
Waals Gewest
2 379
1 832
1 636
1 408
1 597
1 537
2 385
2 137
1 797
1 252
1 279
1 320
RIJK
9 888
10 023
9 733
8 455
7 807
7 444
11 062
11 374
10 445
9 484
8 347
7 691
191 HOOFDSTUK X
192
TABEL
X.5
Eenheid : duizend ton Methodologische nota X.5 Bron : NIS
GOEDERENVERVOER over de WEG. LADEN en LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie) naar BESTEMMING en HERKOMST van de GOEDEREN in 2001, 2002 en 2003 Landbouwproducten en levend vee
Voedingswaren en voeders
Vaste Olieproducten minerale brandstoffen
Mineralen en afvalstoffen voor de metaalindustrie
Metaal- Onafgewerkte producten of afgewerkte mineralen en bouwmaterialen
Meststoffen Scheikundige Machines, producten voertuigen en goederen n.e.g.
TOTAAL
2001 LADINGEN Bestemming Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
2001 70 273 343
271 518 789
0 0 0
330 527 857
152 42 194
15 111 126
1 630 1 688 3 318
977 301 1 278
38 163 201
546 803 1 349
4 029 4 426 8 455
LOSSINGEN Herkomst Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
70 308 378
271 784 1 055
0 3 3
330 158 488
152 109 261
15 93 108
1 630 2 612 4 242
977 101 1 078
38 99 137
546 1 188 1 734
4 029 5 455 9 484
2002 LADINGEN Bestemming Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
2002 139 345 484
298 378 676
4 2 6
328 428 756
73 104 177
11 82 93
978 2 003 2 981
263 182 445
107 126 233
965 991 1 956
3 166 4 641 7 807
LOSSINGEN Herkomst Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
139 335 474
298 900 1 198
4 2 6
328 243 571
73 23 96
11 92 103
978 1 882 2 860
263 426 689
107 183 290
965 1 095 2 060
3 166 5 181 8 347
2003 LADINGEN Bestemming Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
2003 83 266 349
536 396 932
0 20 20
206 306 512
28 29 57
102 94 196
967 2 503 3 470
136 59 195
84 165 249
680 784 1 464
2 822 4 622 7 444
LOSSINGEN Herkomst Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rest van het Rijk TOTAAL RIJK
83 336 419
536 858 1 394
0 7 7
206 300 506
28 33 61
102 101 203
967 1 726 2 693
136 181 317
84 276 360
680 1 051 1 731
2 822 4 869 7 691
TABEL
X.6
Eenheid : duizend ton Methodologische nota X.6 Bron : NMBS
SPOORWEGVERVOER van GOEDEREN. LADEN en LOSSEN (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie): referentiejaren Landbouw en voeding Tellingswijze
vorige
nieuwe
Brandstoffen vorige
nieuwe
Metalen vorige
nieuwe
Mineralen en bouwmaterialen vorige
1990
nieuwe
Chemie vorige
nieuwe
Afgewerkte producten vorige
nieuwe
TOTAAL vorige
nieuwe
1990 LADEN LOSSEN TOTAAL
15 46 61
586 1 052 1 638
120 125 245
0 5 5
LADEN LOSSEN TOTAAL
30 54 84
15 458 473
12 69 81
42 23 65
LADEN LOSSEN TOTAAL
61 56 117
0 0 0
41 71 113
0 9 9
1995
0 7 7
294 359 653
1 015 1 594 2 609
0 0 0
208 270 478
307 874 1 181
0 0 0
311 372 683
413 509 921
0
229 227 456
292 302 594
1995
2000
2000
2002
2002 LADEN LOSSEN TOTAAL
54 36 90
0
9 38 47
1 1
2003
2003 LADEN LOSSEN TOTAAL
17 29 46
53 31 84
0
0
30 3 33
1 10 11
2004
24 24
0 0 0
0
0
53 137 190
154 151 306
124 169 293
208 192 400
2004 LADEN LOSSEN TOTAAL
24 90 114
0
1 35 36
0 188 189
0
169 169 338
194 482 676
193 HOOFDSTUK X
194
TABEL
X.7
Eenheid : duizend ton Methodologische nota X.7 Bron : Haven van Brussel
BINNENSCHEEPVAART en TRANSPORT over ZEE van GOEDEREN. LADEN, LOSSEN en TRANSIT (1 000 ton) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST per AARD van de GOEDEREN (NVS terminologie): referentiejaren Landbouw en voeding
Brandstoffen
Metalen
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
198 251 449 23
20 1 604 1 624 321
124 72 196 107
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
206 230 436 34
5 1 439 1 444 386
140 136 276 323
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
247 372 618 90
2 922 924 778
74 66 140 539
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
221 356 577 59
0 1 208 1 208 852
125 85 211 731
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
177 294 471 79
0 1 237 1 237 759
146 88 234 335
LADEN LOSSEN TOTAAL TRANSIT (1)
244 334 578 135
0 1 276 1 276 1 092
176 108 284 401
1990
Mineralen en bouwmaterialen
Chemie
Afgewerkte produkten
TOTAAL
16 1 285 1 301 433
2 3 5 295
0 0 0 7
359 3 216 3 575 1 186
9 1 337 1 346 630
0 7 7 232
0 0 0 8
360 3 149 3 509 1 613
107 1 667 1 773 732
0 0 0 302
0 0 0 4
429 3 026 3 456 2 444
308 1 444 1 752 1 170
0 0 0 338
0 0 0 47
655 3 093 3 747 3 197
354 1 547 1 901 1 221
0 0 0 289
0 0 0 49
677 3 166 3 843 2 732
420 1 700 2 120 1 414
1 0 1 326
15 5 19 69
855 3 422 4 278 3 436
1990
1995
1995
2000
2000
2002
2002
2003
2003
2004
2004
(1) transit zonder lossen-laden
TABEL
X.8
Eenheden : aantal lijnen, lengte van de as in km, aantal voertuigen, ritten en reizigers (in miljoenen en duizenden) Methodologische nota X.8 Bronnen : MIVB, TEC, DE LIJN
PERSONENVERVOER (MIVB, TEC, De LIJN) in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (metro, tram, bus) : referentiejaren
1990
1995 BUS METRO
TRAM
2000 BUS METRO
TRAM
2002 BUS METRO
2003
TRAM
BUS METRO
TRAM
2004
METRO
TRAM
BUS METRO
TRAM
BUS
3
14
37
3
15
41
3
17
43
3
16
47
3
16
45
0
4
10
0
5
10
0
5
10
0
4
…
0
…
…
3
17
45
0
4
9
32,3
132,8
282,8
33,9
133,6
304,9
34,7
131,0
313,7
36,3
131,0
351,1
39
128,3
0
13,4
22,2
0
13,4
22,2
0
13,4
22,2
…
…
…
…
…
348,8
39
128,6
348,8
…
0
7,39
79
271
496
80
300 (1) 536
90
291 (1) 569
90
292 (2) 571
90
38,58
292 (2) 571
90
81,7
57,5
53,7
85,3
MIVB Aantal lijnen waarvan buiten BHG Aslengten van de as in km waarvan buiten BHG Aantal voertuigen Aantal ritten Gemiddeleld afstand tussen de halten (in m) Personeel (totaal personeelsbestand) Coëfficient van zichtbare fraude
65,7
63,4
78,1
47,5
44,4
96,6
57,7
50
102,5
63,5
54,4
105,5
290 (2) 571 66,4
402
417
417
417
421
424
5 312
5 500
5 879
6 041
6 014
6 149
..
..
4,5%
5,7%
6,0%
4,4%
67,3
TEC Aantal buslijnen in BHG
5
5
5
6
6
6
27
27
46
54
56
57
De LIJN Aantal buslijnen in BHG (1) waarvan 17 minibussen voor gehandicapten (2) waarvan 18 minibussen voor gehandicapten
195 HOOFDSTUK X
196
TABEL
X.9
Eenheden : aantal ritten (MIVB), aantal per dag instappende reizigers (NMBS) Methodologische nota X.9 Bronnen : MIVB, NMBS
PERSONENVERVOER in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (metro, tram, bus, trein): referentiejaren
1980
1985
1990
1995
2000
2002
2003
2004
212 597
192 374
192 883
213 462
170 102
204 300
220 400
239 200
188 162
182 016
174 779
166 358
195 549
172 968
170 907
184 671
MIVB Aantal ritten (x 1 000) NMBS Aantal instappende reizigers per gemiddelde werkdag
TABEL
X.10
Eenheid : aantal per gemiddelde werkdag instappende personen Methodologische nota X.10 Bron : NMBS
SPOORWEGVERKEER van PERSONEN. AANTAL per DAG instappende PERSONEN naar STATION in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : referentiejaren
1 .St-Agatha-Berchem 2. Bockstael 3. Boondaal 4. Bosvoorde 5. Bordet 6. Brussel-Verbinding 7. Brussel Leopoldswijk 8. Brussel Schuman 9. Brussel West 10. Buda 11. Delta 12. Etterbeek 13. Evere 14. Vorst Oost 15. Vorst Zuid 16. Haren 17. Haren Zuid 18. Jette 19. Meiser 20. Mérode 21. St -Job 22. Schaarbeek 23. Ukkel Kalevoet 24. Ukkel Stalle 25. Watermaal BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Brussel-Nationaal Luchthaven (1) Vlaams-Brabant Waals-Brabant RIJK (2)
1985
1990
1995
2000
2002
2003
2004
734 1 307 131 469 67 147 782 9 667 7 712 0 361 54 2 091 60 299 459 63 252 2 455 60 111 186 4 069 973 257 217
436 940 159 458 95 267 192 248 0 165 47 260 99 311 302 42 174 024 87 161 236 284 797 292 152
323 876 442 582 272 628 599 941 0 111 383 792 190 277 212 95 114 982 163 596 558 687 892 308 154
487 1 167 630 855 569 160 963 7 542 8 343 0 186 447 3 859 379 308 198 222 134 2 140 356 886 725 3 478 1 235 252 188
445 1 019 596 709 476 142 638 6 033 6 906 0 116 501 4 675 349 233 173 211 126 1 992 340 935 617 2 630 866 215 167
533 1 080 621 665 602 139 498 6 102 7 044 0 137 488 4 922 372 250 216 227 84 2 112 382 968 690 2 740 786 210 178
557 1 130 769 794 715 149 372 6 121 7 331 0 108 498 5 233 462 312 195 336 136 2 140 444 1 147 797 2 815 842 225 188
149 6 5
1
2
3
135 6 6
2
1
2
179 836
172 228
163 177
195 549
172 968
170 907
184 671
2 180 74 084 37 527
2 551 67 328 35 329
3 181 69 529 45 010
6 220 79 812 43 266
5 072 67 278 41 831
4 911 69 116 41 562
4 648 70 371 44 958
742 445
684 215
694 091
751 821
701 803
706 810
729 020
(1) Aantal reizigers dat instapt in het station 'Brussel-Nationaal luchthaven' en afstapt in 'Brussel-Verbinding'. Ze werden geteld bij Vlaams Brabant. (2) Binnenstations; grensoverschrijdingen niet inbegrepen.
197 HOOFDSTUK X
198
TABEL
X.11
TAXI'S in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. AANTAL UITBATERS, VOERTUIGEN, STANDPLAATSEN, PLAATSEN en CHAUFFEURS: referentiejaren
Eenheden : aantal uitbaters, voertuigen, standplaatsen, plaatsen en chauffeurs Methodologische nota X.11 Bron : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1990
1996
2000
2002
2003
2004
923
980
892
853
828
825
1 473
1 403
1 283
1 230
1 224
1 246
Aantal standplaatsen
190
197
171
127
122
130
Aantal plaatsen
769
834
799
645
628
605
3 500
3 962
3 093
3 080
3 173
2 776
Aantal uitbaters Aantal voertuigen
Aantal chauffeurs (1)
(1) Aantal erkende chauffeurs: sedert 1994 wordt enkel rekening gehouden met de chauffeurs die hun licentie vernieuwd hebben
TABEL
X.12
Eenheden : aantal standplaatsen, aantal plaatsen Methodologische nota X.12 Bron : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TAXI'S in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST AANTAL STANDPLAATSEN en PLAATSEN naar GEMEENTE: referentiejaren
1989 Standplaatsen
1997 Plaatsen Standplaatsen
2000 Plaatsen Standplaatsen
2002 Plaatsen Standplaatsen
2003 Plaatsen Standplaatsen
2004 Plaatsen Standplaatsen
Plaatsen
Anderlecht
6
22
6
21
4
15
3
13
3
13
3
13
Oudergem
4
15
5
17
4
13
3
14
2
12
3
13
St-Agatha-Berchem
1
2
2
3
2
3
2
4
1
2
1
2
56
304
64
316
63
288
42
249
42
242
47
227
Etterbeek
6
30
6
27
5
32
4
20
4
20
4
20
Evere
5
9
7
24
7
24
5
10
5
10
5
10
Vorst
7
24
7
24
7
18
4
11
4
11
4
11
Ganshoren
4
8
3
9
3
9
2
7
1
5
1
5
Brussel
Elsene
19
106
20
88
19
94
14
82
14
80
14
70
Jette
9
29
6
24
6
26
5
20
5
20
5
20
Koekelberg
4
8
3
6
1
2
1
2
1
2
1
2
St-Jans-Molenbeek
6
14
8
20
6
15
3
9
3
9
3
9
St-Gillis
8
51
8
60
9
50
7
72
7
75
7
75
St-Joost-ten-Node
8
60
4
23
9
105
4
24
4
24
4
20
Schaarbeek
11
54
11
60
4
24
9
43
9
41
9
43
Ukkel
19
71
14
45
12
44
9
26
8
25
9
27
Watermaal-Bosvoorde
5
12
5
11
2
5
2
5
1
3
1
3
St-Lambrechts-Woluwe
6
20
7
25
6
22
6
24
6
24
6
24
St-Pieters-Woluwe
6
17
3
11
2
10
2
10
2
10
3
11
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 190
856
189
814
171
799
127
645
122
628
130
605
199 HOOFDSTUK X
200
TABEL
X.13
Eenheden : aantal hotels, aantal overnachtingen Methodologische nota X.13 Bron : NIS
AANTAL HOTELS en AANTAL OVERNACHTINGEN : referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Aantal hotels
Aantal overnachtingen
RIJK
1985
1990
1995
2000
2001
2002
2003
1985
1990
1995
2000
2001
2002
2003
174
166
177
166
171
172
173
2 517
2 459
1 984
1 955
1 936
1 975
1 915
2 531 878
2 950 224
3 302 099
4 320 628
4 220 734
4 437 039
4 548 447
7 907 862
9 580 467 10 949 053 14 228 971 14 068 593 14 500 351 14 341 486
TABEL
X.14
Eenheid : aantal overnachtingen Methodologische nota X.14 Bron : NIS
AANTAL OVERNACHTINGEN in de HOTELS naar LAND van VERBLIJF van de BEZOEKERS: referentiejaren
Land van verblijf
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1990
België
1995
2000
2001
2002
RIJK 2003
1990
1995
2000
2001
2002
2003
120 320
155 455
398 369
446 203
405 447
424 100
2 706 939
3 053 572
4 045 372
4 057 418
4 090 564
4 060 949
1 119 110
1 366 557
1 854 919
1 890 671
1 941 961
2 035 959
3 959 249
4 769 355
6 431 422
6 539 606
6 703 047
6 607 314
547 182
763 461
792 711
708 208
798 203
850 057
887 745
1 141 004
1 333 632
1 209 185
1 337 933
1 434 912
1 786 612
2 285 473
3 045 999
3 045 082
3 145 611
3 310 116
7 553 933
8 963 931
11 810 426
11 806 209
12 131 544
12 103 175
V.S.A.
301 924
284 777
350 411
324 830
308 574
298 520
586 137
543 992
697 019
652 730
625 823
574 153
Japan
205 441
Aangrenz. land. + GB Andere E.U. Totaal E.U.
88 553
133 500
150 642
106 209
147 705
108 005
155 174
238 384
292 245
236 049
276 962
Zwitserland
,,
61 636
49 999
43 274
61 186
61 584
,,
110 559
96 711
83 147
105 942
103 777
China
,,
19 347
53 105
64 879
108 376
101 948
,,
35 253
75 714
90 024
138 376
132 410
Rusland
,,
31 398
32 935
30 248
31 964
29 705
,,
67 053
77 253
78 899
76 320
65 945
Noorwegen
,,
37 135
38 407
32 178
39 636
42 667
,,
58 668
72 108
55 644
63 744
66 724
Canada
,,
27 132
39 340
36 392
32 996
35 101
,,
53 463
75 397
75 528
70 426
72 165
Israël
,,
24 519
25 413
22 085
19 708
20 527
,,
52 055
69 331
67 156
64 382
65 394
Turkije
,,
16 725
27 131
20 089
29 385
22 542
,,
26 936
42 892
34 726
42 845
48 273
Polen
,,
27 834
29 354
29 251
28 628
34 686
,,
67 074
76 818
82 795
88 121
82 579
773 135
352 623
477 892
466 217
483 270
483 046
1 285 223
731 685
843 057
805 686
815 866
821 450
Totaal buiten E.U.
1 163 612
1 016 626
1 274 629
1 175 652
1 291 428
1 238 331
2 026 534
1 985 122
2 418 545
2 262 384
2 368 807
2 238 311
TOTAAL
2 950 224
3 302 099
4 320 628
4 220 734
4 437 039
4 548 447
9 580 467
10 949 053
14 228 971
14 068 593
Andere landen (1)
14 500 351 14 341 486
(1) 1990 andere landen: inclusief de overnachtingen van de personen uit de bovenvermelde landen waarvan de aantallen niet opgegeven zijn
201 HOOFDSTUK X
HOOFDSTUK XI
ONROEREND GOED EN RUIMTELIJKE ORDENING
HOOFDSTUK XI
204
TABEL
XI.1
Eenheden : aantal percelen, oppervlakte in ha, % van de totale oppervlakte Methodologische nota XI.1 Bronnen : Kadaster - NIS
BODEMBEZETTING naar AARD van de PERCELEN in 2004: aantal PERCELEN en OPPERVLAKTE in ha
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Aard der percelen
1. Bouwland 2. Weiden, hooilanden, boomgaarden 3. Tuinen, parken
Aantal percelen
Oppervl. (ha)
VLAAMS BRABANT
% totale oppervl.
Aantal percelen
Oppervl. (ha)
WAALS BRABANT
% totale oppervl.
Aantal percelen
Oppervl. (ha)
RIJK % totale oppervl.
Aantal percelen
Oppervl. (ha)
% totale oppervl.
2 766
658,5
4,1
169 678
80 370,1
38,2
72 944
54 873,8
50,3
1 588 012
959 410,7
31,4
687
236,3
1,5
92 175
43 737,6
20,8
32 324
17 410,1
16,0
1 362 661
722 999,8
23,7
8 164
1 408,9
8,7
40 646
4 596,7
2,2
16 695
1 707,2
1,6
343 290
33 688,9
1,1
4. Bos
228
1 839,4
11,4
30 700
21 503,2
10,2
10 240
9 799,9
9,0
522 268
606 536,2
19,9
5. Woeste gronden
532
108,5
0,7
6 824
1 890,8
0,9
3 646
1 107,4
1,0
193 181
94 649,9
3,1
6. Recreatie, sport
284
263,0
1,6
1 085
834,4
0,4
605
800,9
0,7
9 497
8 259,6
0,3
85
88,9
0,6
1 937
915,1
0,4
763
396,4
0,4
30 589
12 697,2
0,4 0,4
7. Gekadastreerde waters 8. Gekadastreerde wegen 9. Andere Totaal onbebouwde percelen
912
107,1
0,7
5 996
631,6
0,3
3 640
307,9
0,3
94 406
11 345,0
6 594
866,1
5,4
36 255
5 495,3
2,6
11 265
2 284,4
2,1
309 891
60 270,0
2,0
20 252
5 576,7
34,6
385 296
159 974,8
76,0
152 122
88 688,1
81,3
4 453 795 2 509 857,2
82,2
10. Appartementen en buildings
235 294
1 450,6
9,0
56 677
726,3
0,3
21 909
239,1
0,2
907 484
7 727,9
0,3
11. Huizen, hoeven en bijgebouwen (vb serre)
136 582
2 973,0
18,4
379 599
29 418,5
14,0
126 506
11 828,0
10,8
3 637 331
259 767,4
8,5
12. Ambachts-, industriële en opslaggebouwen
5 804
773,3
4,8
8 582
3 187,9
1,5
2 591
1 142,5
1,0
109 677
43 657,9
1,4
13. Banken en kantoren
1 525
298,0
1,8
1 007
314,9
0,1
337
88,6
0,1
10 990
1 884,2
0,1
20 382
499,6
3,1
15 336
1 193,4
0,6
4 327
356,5
0,3
194 537
12 798,5
0,4
14. HORECA en allerlei handelsinrichtingen 15. Gebouwen voor nutsvoorzieningen 16. Gebouwen voor sociale zorg en ziekenzorg 17. Gebouwen voor onderwijs, eredienst en cultuur
1 287
334,4
2,1
5 458
725,9
0,3
2 247
168,5
0,2
56 996
8 588,1
0,3
556
199,2
1,2
647
379,0
0,2
270
141,2
0,1
7 883
4 183,3
0,1
1 517
508,3
3,1
2 748
835,9
0,4
1 232
483,4
0,4
33 754
9 396,3
0,3
18. Recreatie en sport
646
171,1
1,1
5 375
867,6
0,4
1 202
291,1
0,3
73 700
12 954,9
0,4
19. Andere
620
51,5
0,3
895
124,2
0,1
709
131,0
0,1
14 352
1 796,7
0,1
404 213
7 258,9
45,0
476 324
37 773,8
17,9
161 330
14 869,7
13,6
5 046 704
362 755,1
11,9
131
211,9
0,0
9 500 630 2 872 824,2
94,1
Totaal bebouwde percelen Niet genormaliseerde percelen Gekadastreerde oppervlakte
1
0,2
0,0
5
9,9
0,0
9
37,3
0,0
424 466
12 835,8
79,5
861 625
197 758,5
93,9
313 461
103 595,1
95,0
Niet-gekadastreerde oppervlakte
..
3 302,4
20,5
..
12 856,1
6,1
..
5 460,7
5,0
TOTAAL
..
16 138,2
100,0
..
210 614,6
100,0
..
109 055,9
100,0
..
179 968,3
5,9
.. 3 052 792,5
100,0
TABEL
XI.2
Eenheid : duizend EUR Methodologische nota XI.2 Bronnen : Kadaster - NIS
BODEMBEZETTING naar AARD van de PERCELEN in 2004: belastbaar en vrijgesteld KADASTRAAL INKOMEN en totaal in duizend EUR
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Aard der percelen
Kadastraal inkomen (1000 EUR) belastbaar
Totaal
30,25
3,85
34,09
9,27
1,79
11,06
3. Tuinen, parken
53,04
71,62
124,66
4. Bos
68,23
4,27
72,50
5. Woeste gronden
0,08
0,03
6. Recreatie, sport
7,36
12,17
2. Weiden, hooilanden, boomgaarden
WAALS BRABANT
Kadastraal inkomen (1000 EUR)
vrijgesteld
1. Bouwland
VLAAMS BRABANT
belastbaar
RIJK
Kadastraal inkomen (1000 EUR) belastbaar
vrijgesteld
Kadastraal inkomen (1000 EUR)
vrijgesteld
Totaal
Totaal
belastbaar
vrijgesteld
Totaal
3 948,72
26,18
3 974,90
3 310,27
19,07
3 329,34
48 877,85
428,41
49 306,27
2 089,02
25,29
2 114,32
1 009,18
12,47
1 021,65
34 718,77
371,22
35 090,00
269,87
61,47
331,34
116,94
14,72
131,66
1 998,28
518,94
2 517,22
474,11
54,74
528,85
243,95
6,25
250,20
8 733,10
171,62
8 904,72
0,11
1,66
0,39
2,05
1,15
0,13
1,27
106,43
32,78
139,21
19,53
30,84
13,79
44,63
46,29
5,38
51,66
338,00
148,37
486,38
7. Gekadastreerde waters
0,79
1,24
2,03
8,63
6,21
14,84
7,83
1,31
9,14
117,17
55,90
173,07
8. Gekadastreerde wegen
1,22
1,21
2,43
7,54
2,70
10,24
5,43
1,15
6,58
146,70
48,27
194,97
9. Andere
1 905,25
1 244,21
3 149,46
2 678,65
742,29
3 420,94
609,74
225,25
834,99
36 560,64
7 262,93
43 823,58
Totaal onbebouwde percelen
2 075,49
1 340,38
3 415,87
9 509,04
933,06
10 442,10
5 350,77
285,72
5 636,49
131 596,96
9 038,45
140 635,40
10. Appartementen en buildings
405 243,19
32 256,75
437 499,94
73 289,45
1 615,73
74 905,18
25 237,16
1 651,76
26 888,91 1 105 176,59
11. Huizen, hoeven en bijgebouwen (vb serre)
221 949,06
2 377,06
224 326,12
435 757,13
1 323,61
437 080,74
173 238,06
498,42
173 736,48 2 921 750,58
12 871,11 2 934 621,69
12. Ambachts-, industriële en opslaggebouwen
57 756,21
3 946,44
61 702,65
110 298,64
14 778,80
125 077,44
28 515,82
1 421,29
29 937,10 1 390 601,62
224 758,31 1 615 359,93
13. Banken en kantoren
56 146,29 1 161 322,87
189 025,02
323,51
189 348,53
27 927,22
433,79
28 361,01
7 006,67
68,11
7 074,78
301 344,11
3 481,71
14. HORECA en allerlei handelsinrichtingen
75 607,72
1 619,49
77 227,21
42 873,82
685,69
43 559,51
14 186,80
109,28
14 296,09
471 340,30
10 655,79
481 996,09
15. Gebouwen voor nutsvoorzieningen
12 887,74
81 501,87
94 389,61
14 497,08
11 780,21
26 277,29
1 712,54
3 643,28
5 355,82
82 421,76
218 540,80
300 962,56
16. Gebouwen voor sociale zorg en ziekenzorg
4 480,56
10 612,47
15 093,03
1 340,56
8 769,45
10 110,00
979,07
1 614,25
2 593,32
17 773,20
84 902,56
102 675,77
17. Gebouwen voor onderwijs, eredienst en cultuur
1 719,83
23 252,55
24 972,38
3 828,75
13 271,66
17 100,41
4 371,18
5 657,85
10 029,03
18 670,93
157 528,02
176 198,95
18. Recreatie en sport
2 860,17
2 082,98
4 943,16
4 255,30
2 411,67
6 666,98
1 411,34
726,37
2 137,71
58 419,03
26 265,61
84 684,63
254,15
51,50
305,65
680,96
71,53
752,50
553,01
45,26
598,27
4 769,01
1 165,25
5 934,26
19. Andere
304 825,82
Totaal bebouwde percelen
971 783,65
158 024,62 1 129 808,27
714 748,91
55 142,14
769 891,04
257 211,65
15 435,86
272 647,50 6 372 267,13
796 315,44 7 168 582,57
Gekadastreerde oppervlakte
973 859,14
159 374,58 1 133 233,72
724 257,97
56 077,96
780 335,93
262 591,78
15 722,78
278 314,55 6 503 963,81
805 411,19 7 309 375,00
205 HOOFDSTUK XI
206
TABEL
XI.3
Eenheid : oppervlakte in ha Methodologische nota XI.3 Bronnen : Kadaster - NIS
BODEMBEZETTING naar AARD van de PERCELEN (OPPERVLAKTE in ha) : referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Aard der percelen
RIJK
1990
1995
2000
2002
2003
2004
1990
1. Bouwland 2. Weiden, hooilanden, boomgaarden 3. Tuinen, parken 4. Bos 5. Woeste gronden 6. Rekreatie, sport 7. Gekadastreerde waters 8. Gekadastreerde wegen 9. Andere
894 296 1 527 1 817 146 250 113 100 937
767 262 1 487 1 828 129 259 87 103 931
704 250 1 440 1 825 119 258 87 107 900
683 246 1 416 1 841 112 262 88 107 881
675 241 1 413 1 839 110 263 89 107 868
658 236 1 409 1 839 108 263 89 107 866
1 001 763 40 609 97 7 11 11 54
Totaal onbebouwde percelen
6 080
5 853
5 691
5 637
5 604
5 577
2 596 713
10. Appartementen en buildings 11. Huizen, hoeven en bijgebouwen (vb serre) 12. Ambachts-, industriële en opslaggebouwen 13. Banken en kantoren 14. HORECA en allerlei handelsinrichtingen 15. Gebouwen voor nutsvoorzieningen 16. Gebouwen voor sociale zorg en ziekenzorg 17. Gebouwen voor onderwijs, eredienst en cultuur 18. Recreatie en sport 19. Andere
1 120 2 900 837 198 498 302 195 516 156 40
1 221 2 924 809 267 497 308 195 523 165 40
1 349 2 956 793 282 510 331 199 514 168 41
1 394 2 963 787 289 504 332 201 514 171 39
1 416 2 967 782 295 502 335 200 515 174 42
1 451 2 973 773 298 500 334 199 508 171 51
4 600 201 797 33 308 927 10 554 6 494 3 254 8 921 10 430 1 882
5 225 38 1 11 7 3 9 11 1
Totaal bebouwde percelen
6 760
6 949
7 143
7 195
7 229
7 259
282 166
316 381
346 103
354 721
Niet genormaliseerde percelen (aantal) Gekadastreerde oppervlakte Niet gekadastreerde oppervlakte
0 12 840 3 298
0 12 802 3 336
0 12 835 3 304
0 12 833 3 305
0 12 833 3 305
0 12 836 3 302
5 2 878 878 173 909
77 2 876 326 176 389
191 2 873 896 178 704
211 2 873 297 179 284
212 212 2 872 954 2 872 824 179 626 179 968
TOTALE OPPERVLAKTE
16 138
16 138
16 138
16 138
16 138
16 138
3 052 792
3 052 792
3 052 792
3 052 793
3 052 793 3 052 793
167 037 330 744 752 312 525 561 284
1995 980 747 37 608 96 8 11 11 58
967 718 437 345 091 075 812 331 169
2 559 945 533 590 057 375 776 741 653 198 653 805
2000 967 732 35 607 95 8 12 11 58
166 620 268 192 355 284 228 354 325
2 527 793 6 247 41 1 12 8 4 9 12 1
715 067 873 678 532 439 028 350 591 831
2002 962 728 34 607 94 8 12 11 59
999 010 414 013 880 277 465 398 121
2 518 576 7 253 42 1 12 8 4 9 12 1
187 598 944 772 705 540 096 362 733 785
2003 960 725 34 606 94 8 12 11 59
887 342 022 835 809 263 689 353 867
2004 959 411 723 000 33 689 606 536 94 650 8 260 12 697 11 345 60 270
2 514 067 2 509 857 7 256 43 1 12 8 4 9 12 1
448 934 099 838 751 637 128 399 877 776
358 888
7 259 43 1 12 8 4 9 12 1
728 767 658 884 798 588 183 396 955 797
362 755
Provincie BRABANT Aard der percelen
1990
VLAAMS BRABANT 1995 83 45 5 21 1
124 704 144 665 947 814 909 764 5 263
2000 81 44 4 21 1
596 491 857 535 921 819 907 707 5 233
2002 81 44 4 21 1
100 195 704 500 891 821 913 697 5 122
WAALS BRABANT 2003 80 43 4 21 1
576 867 644 499 883 830 918 631 5 521
2004 80 43 4 21 1
370 738 597 503 891 834 915 632 5 495
1995
2000
2002
2003
2004
55 18 1 9 1
743 432 940 915 105 758 391 296 2 152
55 095 18 585 956 9 852 1 113 814 399 302 2 276
54 937 17 564 1 736 9 823 1 114 817 397 300 2 351
54 928 17 467 1 718 9 813 1 112 801 396 304 2 290
54 17 1 9 1
1. Bouwland 2. Weiden, hooilanden, boomgaarden 3. Tuinen, parken 4. Bos 5. Woeste gronden 6. Recreatie, sport 7. Gekadastreerde waters 8. Gekadastreerde wegen 9. Andere
142 831 66 391 9 229 33 556 3 329 1 605 1 413 1 211 8 153
874 410 707 800 107 801 396 308 2 284
Totaal onbebouwde percelen
267 717
165 334
162 066
160 944
160 368
159 975
90 732
89 393
89 040
88 830
88 688
10. Appartementen en buildings 11. Huizen, hoeven en bijgebouwen (vb serre) 12. Ambachts-, industriële en opslaggebouwen 13. Banken en kantoren 14. HORECA en allerlei handelsinrichtingen 15. Gebouwen voor nutsvoorzieningen 16. Gebouwen voor sociale zorg en ziekenzorg 17. Gebouwen voor onderwijs, eredienst en cultuur 18. Recreatie en sport 19. Andere
1 628 34 275 4 313 346 1 737 1 030 592 1 746 1 128 340
486 25 399 2 850 213 1 084 647 318 821 799 101
629 27 871 2 971 261 1 175 699 364 829 857 105
684 28 692 3 083 294 1 183 697 374 836 866 110
697 29 196 3 114 304 1 183 697 375 839 864 126
726 29 419 3 188 315 1 193 726 379 836 868 124
166 10 167 1 042 63 319 133 133 469 249 188
204 11 202 1 102 83 335 150 142 486 293 197
225 11 532 1 131 88 349 155 144 474 291 148
235 11 703 1 149 89 356 155 143 483 290 132
239 11 828 1 142 89 356 169 141 483 291 131
Totaal bebouwde percelen
47 135
32 718
35 761
36 819
37 395
37 774
12 929
14 193
14 537
14 735
14 870
Niet genormaliseerde percelen (aantal) Gekadastreerde oppervlakte Niet gekadastreerde oppervlakte
1 314 853 20 955
1 198 052 12 562
10 197 827 12 778
10 197 764 12 841
10 197 764 12 841
10 197 758 12 856
37 103 661 5 358
37 103 586 5 432
37 103 576 5 442
37 103 565 5 454
37 103 595 5 461
TOTALE OPPERVLAKTE
335 809
210 615
210 615
210 615
210 615
210 615
109 056
109 056
109 056
109 056
109 056
207 HOOFDSTUK XI
208
TABEL
XI.4
BODEMBEZETTING, BEBOUWDE, NIET-BEBOUWDE en NIET-GEKADASTREERDE OPPERVLAKTE (ha) naar GEMEENTE: referentiejaren
1990
Eenheid: oppervlakte in ha Methodologische nota XI.4 Bronnen : Kadaster - NIS
1995
2000
Bebouwd
Niet bebouwd
Niet gekadastr.
Bebouwd
Niet bebouwd
Niet gekadastr.
Bebouwd
Niet bebouwd
Niet gekadastr.
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
657 256 137 1 292 211 203 305 106 390 246 62 287 162 70 435 909 236 353 442
707 498 109 1 124 21 184 154 84 103 174 22 167 10 13 110 1 135 956 220 289
411 149 49 846 83 115 166 56 141 84 33 135 80 31 269 247 101 149 154
686 267 144 1 315 210 213 310 103 388 251 64 297 162 69 439 957 246 368 459
680 486 103 1 063 22 170 149 87 106 171 19 157 10 14 106 1 086 946 206 272
408 150 48 882 83 119 166 56 140 82 34 135 80 31 269 249 102 149 155
736 271 150 1 365 209 218 320 106 387 257 65 303 161 70 440 984 256 377 468
642 484 96 1 035 23 163 142 84 107 166 18 151 11 13 105 1 058 936 197 261
397 149 49 861 83 121 163 56 140 82 34 135 80 31 270 249 102 148 156
Brussels Hoofdsted. Gewest (1)
6 759
6 080
3 298
6 949
5 853
3 336
7 143
5 691
3 304
20 955
32 718 12 929
165 334 90 732
12 562 5 358
35 761 14 193
162 066 89 393
12 778 5 432
173 909
316 381
2 559 945
176 389
346 103
2 527 793
178 704
Vlaams-Brabant (1) Waals-Brabant (1) Rijk (1) (1) exclusief de niet-genormaliseerde oppervlakken
47 135
Province du Brabant 267 717
282 166
2 596 713
2002
2003
2004
Bebouwd
Niet bebouwd
Niet gekadastr.
Bebouwd
Niet bebouwd
Niet gekadastr.
Bebouwd
Niet bebouwd
637 481 95 1 030 22 161 138 82 103 164 18 149 10 12 106 1 045 933 195 257
740 273 151 1 369 210 219 325 107 391 258 66 305 162 71 441 996 259 380 473
397 149 49 862 83 122 163 56 140 82 34 135 80 31 267 249 102 148 155
748 273 151 1 376 210 220 327 108 392 259 66 306 163 70 440 1 003 259 384 473
630 481 95 1 023 22 159 135 81 102 163 17 147 10 13 106 1 039 934 191 256
397 150 49 862 83 122 163 56 140 82 34 135 80 31 267 250 100 148 155
749 275 153 1 385 210 222 326 109 392 260 66 308 163 70 441 1 008 260 385 475
628 479 93 1 017 22 157 135 80 102 162 17 146 10 13 105 1 033 933 190 254
397 149 49 858 83 122 164 56 140 82 34 136 80 31 267 250 100 148 156
1 774 903 295 3 261 315 502 625 246 634 504 117 589 252 114 814 2 291 1 293 722 885
Brussels Hoofdsted. Gewest (1) 7 195
5 637
3 305
7 229
5 604
3 305
7 259
5 577
3 302
16 138
36 819 14 537
160 944 89 040
12 841 5 442
37 395 14 735
160 378 88 867
12 841 5 454
37 774 14 870
159 975 88 688
12 856 5 461
210 615 109 056
354 721
2 518 576
179 284
358 888
2 514 067
179 626
362 755
2 509 857
179 968
3 052 793
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Vlaams-Brabant (1) Waals-Brabant (1) Rijk (1)
Niet TOTALE gekadastr. OPPERVLAKTE
(1) exclusief de niet-genormaliseerde oppervlakken
209 HOOFDSTUK XI
210
TABEL
XI.5
Eenheden : oppervlakte in m2, aantal bedrijven Methodologische nota XI.5 Bron : GOMB
INDUSTRIEPARKEN van de GOMB (netto oppervlakte en aantal bedrijven): evolutie INDUSTRIEPARKEN Oppervlakte (m2)
WETENSCHAPSPARKEN Oppervlakte (m2)
Oppervlakte (m2)
TOTAAL Aantal bedrijven
1990
775 507
567 513
1 343 020
122
1995
896 145
577 900
1 474 045
178
1996
894 663
577 900
1 472 563
194
1997
854 713
555 000
1 409 713
178
1998
938 101
502 633
1 440 734
186
1999
941 805
502 602
1 444 407
191
2000
918 426
502 602
1 421 028
198
2001
914 399
502 602
1 417 001
199
2002
912 961
502 602
1 415 563
206
2003
901 160
502 602
1 403 762
215
TABEL
XI.6
Eenheid : oppervlakte in m2 Methodologische nota XI.6 Bron : GOMB
INDUSTRIEPARKEN en –TERREINEN, Gebouwen voor bedrijfsvestigingen (netto oppervlakte) naar GEMEENTE : referentiejaren
1995
2000
2002
2003
Parken en terreinen
waarvan wetenschapsparken
Parken en terreinen
waarvan wetenschaps parken
Parken en terreinen
waarvan wetenschaps parken
Parken en terreinen
waarvan wetenschaps parken
Gebouwen*
295 454
120 000
336 547
70 706
336 547
70 706
336 547
70 706
17 222
22 635
0
27 122
0
27 122
0
27 122
0
5 414
462 787
172 513
383 963
149 242
383 963
149 242
383 963
149 242
11 218
10 866
0
10 864
0
10 864
0
10 864
0
9 692
Evere
462 409
250 387
438 516
247 654
438 516
247 654
438 516
247 654
8 111
Vorst
44 262
0
44 065
0
44 065
0
44 065
0
0
Ganshoren
59 998
0
65 754
0
65 754
0
65 754
0
0
Jette
19 749
0
18 897
0
19 347
0
19 347
0
0
St-Jans-Molenbeek
9 942
0
9 942
0
4 027
0
4 027
0
14 660
Schaarbeek
8 707
0
8 904
0
8 904
0
8 904
0
0
Ukkel
8 898
0
11 001
0
11 001
0
11 001
0
1 650
68 338
35 000
65 453
35 000
65 453
35 000
65 453
35 000
6 380
577 900
1 421 028
502 602
1 415 563
502 602
1 415 563
502 602
74 347
Anderlecht St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek
St-Lambrechts-Woluwe TOTAAL
1 474 045 2
2
* de GOMB heeft totale oppervlakte van 169.957m in eigendom, waarvan 95.610m zal worden gerenoveerd.
211 HOOFDSTUK XI
212
TABEL
XI.7
Eenheid : aantal gebouwen Methodologische nota XI.7 Bron : NIS-Kadaster
GEBOUWENPARK van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar GEMEENTE : referentiejaren
WOONGEBOUWEN
NIET-WOONGEBOUWEN
1985
1990
1995
2000
2002
2003
1985
1990
1995
2000
2002
2003
Anderlecht
16 664
16 734
16 875
14 508
14 577
14 614
1 955
2 022
2 074
3 964
3 938
3 912
Oudergem
7 231
7 295
7 282
7 060
7 073
7 082
432
442
452
819
815
809
St-Agatha-Berchem
4 007
4 115
4 189
4 023
4 056
4 079
269
276
280
528
523
519
24 520
24 283
24 221
18 959
19 017
19 130
4 320
4 284
4 267
8 524
8 334
8 257 1 378
Brussel Etterbeek
7 523
7 499
7 485
6 496
6 513
6 519
689
707
691
1 400
1 385
Evere
4 853
4 964
5 063
4 628
4 660
4 682
579
628
647
753
754
757
Vorst
7 521
7 523
7 520
6 940
6 970
6 985
831
845
845
1 470
1 454
1 446
Ganshoren
3 143
3 150
3 174
3 000
3 028
3 061
181
187
196
332
324
322
Elsene
13 483
13 425
13 311
10 900
10 961
10 979
1 236
1 256
1 276
3 652
3 598
3 571
Jette
6 518
6 565
6 682
6 223
6 255
6 286
604
616
623
1 061
1 051
1 041
Koekelberg
2 302
2 313
2 317
2 121
2 141
2 151
215
215
216
413
404
398
St-Jans-Molenbeek
9 849
9 979
9 957
7 964
8 005
8 018
1 619
1 645
1 657
2 758
2 700
2 697 2 076
St-Gillis
7 384
7 385
7 411
5 505
5 521
5 534
597
591
605
2 138
2 100
St-Joost-ten-Node
3 505
3 484
3 380
2 677
2 676
2 671
444
444
446
929
923
916
Schaarbeek
18 102
18 104
18 102
15 590
15 646
15 668
1 640
1 660
1 672
3 699
3 612
3 561
Ukkel
16 283
16 683
16 891
15 558
15 653
15 704
1 440
1 499
1 544
2 586
2 528
2 525
Watermaal-Bosvoorde
6 446
6 525
6 602
6 284
6 314
6 316
255
261
269
636
617
612
St-Lambrechts-Woluwe
8 422
8 682
8 759
8 304
8 330
8 348
439
486
504
972
933
923
St-Pieters-Woluwe
8 889
9 103
9 231
8 851
8 873
8 882
417
420
428
748
745
744
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
176 645
177 811
178 452
155 591
156 269
156 709
18 162
18 484
18 692
37 382
36 738
36 464
arr.Halle-Vilvoorde
167 529
177 819
187 231
193 058
195 779
196 576
21 826
24 119
25 911
32 057
31 805
32 175
arr.Leuven
143 037
151 568
160 910
164 657
167 012
165 320
18 388
19 986
21 856
30 110
29 858
32 502
Vlaams Brabant
310 566
329 387
348 141
357 715
362 791
361 896
40 214
44 105
47 767
62 167
61 663
64 677
98 967
106 448
112 856
116 526
118 795
119 306
13 863
15 316
16 447
20 234
20 285
20 877
3 163 931
3 297 460
3 445 866
3 407 472
3 453 355
3 423 224
525 963
584 868
644 516
744 247
744 734
796 125
Waals Brabant / arr.Nijvel Rijk
TABEL
XI.8
PREMIES en TOELAGEN bestemd voor HUISVESTING, aantal AANVRAGEN en VASTGELEGDE BEDRAGEN: evolutie
Eenheid: aantal aanvragen, vastleggingen in BEF, EUR Methodologische nota: XI.8 Bron: BROH - Dienst Huisvesting
aantal aanvragen voor premies en toelagen 1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
464
577
590
656
667
770
827
850
Renovatiepremie
5 835
4 741
2 634
2 369
2 097
2 363
1 862
1 696
Premie voor gevelverfraaiing
2 948
2 870
947
598
542
500
455
515
Verwervingspremie
2 034
1 506
1 294
126
165
241
192
254
Verhuis- en installatietoelagen, huurtoelagen .
vastgelegde bedragen 1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
90 053 213
67 644 896
72 082 910
84 376 781
76 466 486
92 499 939
100 902 273
117 007 665
279 586 178
474 676 946
527 570 718
389 102 305
308 954 184
272 913 755
219 026 078
219 545 010
83 081 889
149 853 414
124 220 229
42 058 340
25 955 864
15 661 426
23 199 824
19 298 322
170 991 448
127 954 420
143 070 738
54 371 389
27 085 304
59 892 256
40 939 838
60 289 887
Verhuis- en installatietoelagen, huurtoelagen Renovatiepremie Premie voor gevelverfraaiing Verwervingspremie
213 HOOFDSTUK XI
214
aantal aanvragen voor premies en toelagen 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
969
1 069
982
1 077
911
1 104
1 382
1 439
1 089
1 303
1 151
1 127
1 098
1 133
1 096
998
Premie voor gevelverfraaiing
440
471
488
775
980
829
960
790
Verwervingspremie
302
159
271
242
238
67
0
0
Verhuis- en installatietoelagen, huurtoelagen Renovatiepremie
vastgelegde bedragen 1997
1998
1999
2000
2001
2002 (EUR)
2003(EUR)
2004 (EUR)
huurtoelagen
113 913 019
105 956 910
96 933 099
138 066 563
112 894 212
2 811 775,55
3 196 011,40
3 744 882,07
Renovatiepremie
234 611 083
180 199 393
128 840 417
164 084 519
118 090 094
4 348 897,31
4 283 686,82
4 411 172,29
Premie voor gevelverfraaiing
17 744 197
14 122 640
9 392 747
10 528 709
13 205 082
861 723,23
1 338 514,04
337 534,47
Verwervingspremie
40 437 826
64 873 597
46 814 779
45 421 041
53 096 069
247 612,27
228 315,74
0,00
Verhuis- en installatietoelagen,
TABEL
XI.9
Eenheden : aantal gebouwen waarvan met garage(s) en aantal standplaatsen Methodologische nota XI.9 Bronnen : Kadaster en NIS
GEBOUWEN en hun PARKINGS, GARAGES of OVERDEKTE STANDPLAATSEN naar TYPE van GEBOUW (kadastrale aard ): referentiejaren
Gebouwentype naar kadastrale aard
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Aantal gebouwen met minstens één garage, parking of overdekte standplaats
Totaal aantal gebouwen
Aantal garages, parkings of overdekte standplaatsen
1995
2000
2002
2003
1995
2000
2002
2003
1995
2000
2002
2003
112 182
111 131
110 843
110 752
31 627
31 763
31 783
31 846
37 327
37 509
37 480
37 522
14 760
14 932
15 030
15 090
9 299
9 483
9 571
9 629
10 882
10 990
11 085
11 156
5 531
5 589
5 610
5 626
4 802
4 851
4 867
4 889
6 788
6 955
7 028
7 117
Appartementsgebouwen
21 816
23 933
24 780
25 241
12 117
12 895
13 224
13 392
145 057
159 069
165 787
169 315
Handelshuizen
28 439
27 269
26 734
26 514
1 787
1 688
1 651
1 628
7 036
7 919
8 025
7 984
Gebouwen met een dienstfunctie
4 833
5 028
5 064
5 091
1 513
1 626
1 666
1 674
67 026
77 455
81 137
81 927
Andere gebouwen
5 231
5 091
4 946
4 859
3 623
3 528
3 446
3 420
22 615
21 506
21 081
20 722
192 792
192 973
193 007
193 173
64 768
65 834
66 208
66 478
296 731
321 403
331 623
335 743
Huizen van het gesloten type Huizen van het half-gesloten type Huizen van het open type
TOTAAL
Gebouwentype naar kadastrale aard
Huizen van het gesloten type Huizen van het half-gesloten type Huizen van het open type Appartementsgebouwen Handelshuizen Gebouwen met een dienstfunctie Andere gebouwen TOTAAL
RIJK Aantal gebouwen met minstens één garage, parking of overdekte standplaats
Totaal aantal gebouwen
Aantal garages, parkings of overdekte standplaatsen
1995
2000
2002
2003
1995
2000
2002
2003
1995
2000
2002
2003
1 147 013
1 150 792
1 152 304
1 153 550
388 452
402 349
407 529
410 502
422 268
440 691
447 304
451 066
835 674
860 888
869 975
874 809
558 370
587 566
598 132
603 844
604 036
643 133
656 781
664 348
1 125 810
1 227 868
1 258 348
1 271 153
947 270
1 051 673
1 083 038
1 096 611
1 091 280
1 242 113
1 289 411
1 310 978
99 255
115 111
120 576
123 712
55 446
64 278
67 335
69 060
491 823
579 472
614 593
632 063
424 488
427 690
426 455
425 291
58 834
57 332
56 350
55 606
82 233
87 445
87 067
85 561
86 249
90 254
91 272
91 730
16 722
17 753
18 010
18 113
150 019
180 491
193 208
197 369
273 906
279 116
279 159
279 104
152 619
148 256
160 259
160 871
390 466
384 791
397 390
397 405
3 992 395
4 151 719
4 198 089
4 219 349
2 177 713
2 329 207
2 390 653
2 414 607
3 232 125
3 558 136
3 685 754
3 738 790
215 HOOFDSTUK XI
216
TABEL
XI.10
Eenheid : aantal woningen Methodologische nota XI.10 Bronnen : Kadaster en NIS
AANTAL WONINGEN volgens de KADASTRALE AARD van de GEBOUWEN naar GEMEENTE in 2003
AANTAL WONINGEN IN Huizen gesloten type
Huizen half geslotetype
Huizen open type
22 117 6 035 3 365 25 841 9 314 4 790 9 900 2 547 18 215 8 193 3 149 12 712 13 776 4 091 28 868 10 430 4 195 7 660 5 049
1 906 1 459 472 955 202 620 496 257 461 365 29 134 54 6 619 3 093 1 805 1 455 2 679
305 438 105 429 6 12 56 15 45 106 2 92 0 5 56 2 189 460 195 1 449
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
200 247
17 067
5 965
arr.Halle-Vilvoorde arr.Leuven Vlaams Brabant Waals Brabant / arr.Nijvel
63 116 38 268 101 384 24 359
53 38 91 30
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
Rijk
1 321 919
587 266 853 691
888 528
76 86 163 63
Appartementsgebouwen
Handels-, nijvh. -dienstengeb.
Andere gebouwen
374 216 838 322 660 747 650 835 551 539 286 899 355 392 389 320 686 100 349
4 734 714 529 10 746 1 879 873 1 682 436 5 181 1 694 707 2 974 4 457 1 030 5 657 2 351 423 1 155 847
10 7 1 42 6 0 4 0 9 6 2 22 26 13 7 13 2 0 9
245 508
48 069
179
16 7 4 38 12 9 12 7 20 11 5 18 7 3 17 21 4 16 9
584 928 512 710
34 461 34 270 68 731 25 011
1 282 040
946 759
9 8 17 4
187 625 812 979
790 3 392 4 182 804
251 252
91 562
TOTAAL
45 15 9 76 24 16 24 11 44 21 9 34 25 8 52 39 11 26 19
446 869 310 335 067 042 788 090 462 903 175 833 668 537 596 396 571 565 382
517 035 237 209 447 149
725 749 474 554
4 782 060
TABEL
XI.11-a
Eenheid : aantal woningen Methodologische nota XI.11 Bronnen : BGHM
WONINGPARK van SOCIALE HUISVESTING in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar OPENBARE VASTGOEDMAATSCHAPPIJEN op 31 december : evolutie
Werkingsgebied (postcodes)
1990
1996
1998
1999
2000
2001
2002
2003
SISP
1000 1000 1030 1040 1050 1060 1070 1070 1080 1081 1083 1090 1140 1140 1150 1150 1160 1170 1170 1170 1180 1180 1190 1200 1200 1210 1000-1040-1050-1060-1070-1082-1090-1140-1150-1160-1170-1180 1000-1070-1080 1000-1083 1000-1140 1081-1082 1150-1200 1180-1190 RBC
2 724 2 910 2 139 909 997 927 3 736 456 3 193 464 1 298 1 092 768 1 108 315 329 707 747 1 046 391 580 971 754 1 672 275 833 908 1 106 277 362 687 739 338 1 441
2 902 2 982 2 172 915 1 058 922 3 648 443 3 243 509 1 288 1 165 769 1 112 325 329 710 731 1 058 452 556 962 880 1 766 283 830 1 007 1 091 278 409 698 742 340 1 461
2 870 2 987 2 176 995 1 136 989 3 648 443 3 343 517 1 305 1 165 795 1 111 676 .. 708 734 1 056 435 552 965 923 1 760 283 833 1 085 1 220 278 470 702 742 340 1 440
2 870 2 986 2 185 994 1 199 992 3 573 443 3 343 514 1 304 1 165 795 1 111 670 .. 708 730 1 056 435 557 964 916 1 763 283 833 1 085 1 219 278 470 683 742 340 1 440
2 883 2 987 2 210 991 1 249 983 3 573 443 3 342 514 1 303 1 165 795 1 112 674 .. 707 730 1 056 435 552 964 916 1 774 284 833 1 085 1 221 275 469 681 742 340 1 440
2 897 2 988 2 193 994 1 247 994 3 573 440 3 342 514 1 311 1 165 794 1 112 672 .. 708 729 1 056 435 551 964 916 1 811 283 824 1 085 1 217 276 469 689 742 340 1 440
2 897 2 982 2 192 994 1 239 1 036 3 629 440 3 341 517 1 319 1 165 794 1 099 672 .. 707 729 1 056 435 551 964 916 1 807 283 816 1 088 1 219 276 468 689 742 339 1 440
2 753 2 992 2 173 989 1 239 1 064 3 736 456 3 377 526 1 298 1 175 797 1 108 341 329 766 747 1 046 439 580 971 1 035 1 805 292 845 1 089 1 231 277 438 687 739 338 1 441
Brusselse Haard Lakense Haard De Schaarbeekse Haard Etterbeekse Haard Elsense Haard Le Foyer Saint-Gillois De Anderlechtse Haard Les Foyers Collectifs De Molenbeekse Woning Koekelbergse Haard Villas van Ganshoren De Jetse Haard Germinal Ieder zijn Huis Sam. Mij. Bouw. Soc. Won. SPW Vriendschapswijk HLS van Oudergem Floréal Le Logis Ville et Forêt Cobralo UMH Vorstse Haard De Moderne Woning De Verenigde Huurders GW van St Joost-ten-Node Sorelo Home van Ganshoren Brussels Thuis Assam Cité Moderne Kapelleveld Messidor SCLAB (LOREBRU)
37 199
38 036
38 682
38 646
38 728
38 771
38 841
39 119
TOTAAL
217 HOOFDSTUK XI
218
TABEL
XI.11-b
WONINGPARK van SOCIALE HUISVESTING en GRONDRESERVES van de OPENBARE VASTGOEDMAATSCHAPPIJEN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar GEMEENTE
Gemeenten
Eenheid : aantal woningen, m2 Methodologische nota X.11 Bron: BGHM
grondreserves m2
aantal woningen 2003
woningpark 2003**
% sociale woningen
Anderlecht
35 114
5 131
45 446
11,3%
Oudergem
1 252
811
15 869
5,1%
St-Agatha-Berchem
43 748
675
9 310
7,3%
Brussel
22 511
7 781
76 335
10,2%
667
1 465
24 067
6,1%
Evere
37 041
2 202
16 042
13,7%
Vorst
4 425
1 322
24 788
5,3%
18 411
1 344
11 090
12,1%
..
1 427
44 462
3,2%
Jette
6 210
1 303
21 903
5,9%
Koekelberg
2 836
538
9 175
5,9%
89 526
3 476
34 833
10,0%
..
1 075
25 668
4,2%
437
853
8 537
10,0%
..
2 216
52 596
4,2%
Etterbeek
Ganshoren Elsene
St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel
21 677
1 611
39 396
4,1%
Watermaal-Bosvoorde
99 833
2 193
11 571
19,0%
St-Lambrechts-Woluwe
34 593
914
26 565
3,4%
1 284
2 608
19 382
13,5%
419 565
38 945
517 035
7,5%
St-Pieters-Woluwe Brussels Hoofdstedelijk Gewest * op 25/5/2003 ** bron: Kadaster (tab 10)
TABEL
XI.12
Eenheden : aantal gebouwen, volume in 1000 m2, aantal woningen Methodologische nota XI.12 Bron : NIS
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN, BOUWSTARTS, SLOOP EN VERBOUWINGEN van WOONGEBOUWEN (aantal gebouwen en volume, aantal woningen) - referentiejaren
BOUW : BOUWVERGUNNINGEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
659
4 281
233
2 124
297
2 322
294
1 910
403
2 759
392
2 872
Vlaams-Brabant
4 523
5 630
3 325
4 423
2 865
3 820
2 684
3 884
2 801
3 845
3 244
4 994
Waals-Brabant
1 939
2 687
1 053
1 561
1 200
1 794
999
1 692
1 167
1 761
1 029
1 892
33 855
51 009
29 063
44 014
26 514
42 750
23 558
41 429
25 157
45 096
28 282
52 218
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
Woningen
BOUW : BEGONNEN BOUWWERKEN
Gebouwen
1990
1995
2000
Volume Woningen Gebouwen
Volume Woningen Gebouwen
Volume Woningen Gebouwen
(1)
(1)
2002
(1)
2003
Volume Woningen Gebouwen
(1)
2004
Volume Woningen Gebouwen
(1)
Volume Woningen
(1)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
490
1 210
2 328
223
1 066
2 033
253
999
2 000
239
888
1 840
359
1 152
2 258
371
1 232
2 400
waarvan verblijf van één of meer particuliere gezinnen
479
..
2 317
217
..
2 027
250
..
1 996
235
..
1 838
357
..
2 256
369
..
2 398
Vlaams-Brabant
4 198
3 624
5 042
3 899
3 665
5 395
2 749
2 686
3 703
2 387
2 384
3 301
2 557
2 564
3 531
2 996
2 818
4 195
Waals-Brabant
1 689
1 155
2 017
1 452
1 325
2 285
1 147
1 102
1 709
980
1 025
1 730
1 011
985
1 612
1 031
1 079
1 713
30 116
26 785
41 064
37 703
34 102
55 795
25 728
25 242
40 262
20 976
21 743
35 524
22 091
23 464
38 608
24 791
Rijk
26 382 44 464
(1) x 1000 m3
219 HOOFDSTUK XI
220
VERBOUWINGEN : BOUWVERGUNNINGEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
1 211
2 663
807
2 290
1 031
1 364
736
1 270
924
1 508
1 215
2 061
Vlaams-Brabant
..
..
1 862
2 368
2 402
2 502
2 069
2 147
2 669
2 867
2 772
3 131
Waals-Brabant
..
..
873
2 600
1 062
1 096
817
965
1 036
1 155
1 202
1 392
19 759
..
20 180
29 153
25 652
27 483
25 117
27 919
28 703
31 909
28 024
32 838
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
Woningen
VERBOUWINGEN : BEGONNEN BOUWWERKEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
784
1 482
522
1 094
956
1 274
648
709
480
779
1 096
1 783
Vlaams-Brabant
..
..
1 227
1 492
2 262
2 354
1 793
1 505
1 710
1 814
2 594
2 887
Waals-Brabant
..
..
691
895
1 034
1 072
741
699
648
694
1 082
1 222
13 938
..
14 933
18 782
23 559
25 302
20 479
18 303
19 352
21 237
25 362
29 024
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
Woningen
AFBRAAK VERGUNNINGEN
BEGONNEN BOUWWERKEN
1990
1995
2000
2002
2003
1990
1995
2000
2002
111
52
42
67
42
49
23
21
49
14
Vlaams-Brabant
..
215
353
395
331
..
203
192
212
198
Waals-Brabant
..
36
37
22
27
..
37
16
7
8
Rijk
..
2 111
4 242
4 362
4 678
..
2 187
2 312
2 408
2 693
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
2003
TABEL
XI.13
Eenheden : aantal gebouwen, volume in 1000 m2, aantal woningen Methodologische nota XI.13 Bron : NIS
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN, BOUWSTARTS, VERBOUWINGEN en SLOOP van NIET-WOONGEBOUWEN (aantal gebouwen en volume, aantal woningen) - referentiejaren
BOUW : BOUWVERGUNNINGEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
145
162
47
15
59
138
45
67
39
22
44
202
Vlaams-Brabant
606
112
516
68
395
87
168
68
131
31
152
118
Waals-Brabant
257
31
180
20
158
16
65
18
57
19
78
36
9 834
1 219
7 496
942
6 384
995
4 502
853
3 868
856
4 265
1 525
Rijk
Woningen
BOUW : BEGONNEN BOUWWERKEN 1990 Gebouwen
volume
1995 Woningen Gebouwen
(1) Brussels Hoofdstedelijk Gewest
106
(1)
volume
2002 Woningen Gebouwen
(1)
volume
2003 Woningen Gebouwen
(1)
volume
2004 Woningen Gebouwen
(1)
volume
Woningen
(1)
133
41
575
61
57
818
64
43
1 088
50
41
736
35
42
1 401
187
274
..
5
51
..
15
184
..
10
89
..
12
91
..
14
137
..
130
..
5
44
..
0
0
..
0
0
..
0
0
..
2
6
..
611 0 30 517 107 19
.. .. .. .. .. ..
7 0 3 8 7 6
142 0 4 233 14 87
.. .. .. .. .. ..
10 6 3 14 3 6
31 34 20 535 14 20
.. .. .. .. .. ..
5 4 5 16
85 61 26 700
3
126
.. .. .. .. .. ..
4 3 6 13 1 2
15 23 25 543 8 30
.. .. .. .. .. ..
6 3 1 14 2 2
370 65 2 774 43 7
.. .. .. .. .. ..
3 071 874
95 16
518 275
2 998 980
75 28
371 144
3 707 1 268
75 14
165 80
1 528 870
64 14
119 44
1 850 378
47 18
137 71
1 458 1 565
104 43
7 837 36 690
923
9 781 44 928
1 150
6 016 42 813
911
4 196 31 395
792
3 423 26 394
745
3 762 33 532
1 252
Vlaams-Brabant Waals-Brabant
(1) x 1000 m
2000 Woningen Gebouwen
1 687
waarvan (1) Gebouwen voor nijverheid en ambacht 17 (2) Gebouwen voor opslag, behandeling, vervoer 16 (3) Geb. voor handel, bank- en verzekeringswezen, geldhandel 16 (4) Gebouwen voor voorstellingen, ontspanning 1 (5) Gebouwen voor persoonlijke zorgen en diensten7 (6) Gebouwen voor administratie (kantoren) 24 (7) Gebouwen voor cultureel en sportief gebruik 15 (8) Andere 10
Rijk
volume
531 201
3
221 HOOFDSTUK XI
222
VERBOUWINGEN : BOUWVERGUNNINGEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Gebouwen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
236
121
189
119
183
131
180
102
143
229
Vlaams-Brabant
..
450
490
137
466
78
457
85
501
61
Waals-Brabant
..
129
167
14
166
16
127
13
125
19
6 333
5 451
6 132
987
6 113
1 148
6 378
1 113
6 335
1 167
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
Woningen
VERBOUWINGEN : BEGONNEN BOUWWERKEN 1990
1995
2000
2002
2003
2004
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
Gebouwen
Woningen
148
69
194
194
175
82
110
54
168
214
Vlaams-Brabant
..
179
463
111
420
51
304
62
456
72
Waals-Brabant
..
84
148
11
145
10
98
12
119
15
4 258
3 441
5 784
925
5 348
767
4 480
757
5 762
1 080
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
AFBRAAK VERGUNNINGEN
BEGONNEN BOUWWERKEN
1990
1995
2000
2002
2003
1990
1995
2000
2002
2003
120
54
62
11
23
78
68
22
22
20
Vlaams-Brabant
..
203
350
144
140
..
120
137
123
85
Waals-Brabant
..
69
64
21
22
..
38
31
13
7
Rijk
..
1 992
3 265
2 118
2 739
1 475
1 984
1 621
1 616
1 545
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TABEL
XI.14
Eenheden : aantal verkopen, oppervlakte in 1000 m2, prijs per m2 in BEF en EUR Methodologische nota XI.14 Bron : NIS, berekeningen BISA/MBHG
VERKOOP van BOUWTERREINEN (aantal verkopen, verkochte oppervlakte en prijs per m2) naar GEMEENTE: referentiejaren
AANTAL VERKOPEN
Anderlecht
VERKOCHTE OPPERVLAKTE (1000 m2)
PRIJS per m2 in BEF
PRIJS per m2 in EUR
1990
1995
2000
2002
2003
1990
1995
2000
2002
2003
1990
1995
2000
2000
2002
53
23
29
20
18
124,1
31,0
46,3
12,7
5,8
2 807
2 393
2 873
71,22
161,11
2003
185,73
Oudergem
39
9
9
6
9
29,7
5,5
6,0
1,4
4,1
9 088
5 364
13 979
346,52
364,00
269,24
St-Agatha-Berchem
34
17
19
42
22
11,6
5,2
26,6
20,2
11,4
4 277
5 470
3 853
95,50
208,83
148,99
Brussel
95
42
94
53
72
73,3
80,6
89,6
26,2
41,0
9 262
3 701
5 707
141,48
228,83
248,54
8
5
6
4
3
17,0
2,8
2,2
1,8
6,2
12 070
9 431
17 642
437,34
92,47
74,43
Evere
77
12
21
19
20
212,2
7,3
12,7
11,7
16,4
3 825
4 255
9 928
246,10
203,92
217,29
Vorst
15
5
14
13
18
19,3
8,1
25,6
8,6
20,4
7 530
3 923
2 601
64,48
100,50
113,62
5
6
15
20
30
13,8
4,8
9,5
2,8
11,7
3 518
2 708
5 161
127,93
209,44
210,95
14
3
10
4
8
6,8
1,8
12,6
2,4
6,4
7 981
7 545
22 544
558,85 1 148,18
658,14
Jette
23
6
11
10
18
42,1
7,2
3,7
3,9
5,2
3 265
5 357
6 069
150,44
179,61
200,33
Koekelberg
13
3
5
7
2
5,7
6,2
4,0
3,3
0,3
9 684
8 215
15 038
372,79
346,59
196,28
St-Jans-Molenbeek
53
12
15
14
19
23,5
3,3
11,4
5,5
9,6
5 053
6 341
11 728
290,72
139,94
300,43
6
31
3
20
..
1,1
13,3
4,4
8,9
..
18 554
4 671
7 595
188,26 1 141,55
..
Etterbeek
Ganshoren Elsene
St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek
4
..
..
3
..
5,1
..
..
5,2
..
10 940
..
..
..
478,01
..
21
8
18
17
14
8,6
4,3
16,0
7,0
5,4
9 749
6 001
12 131
300,72
390,21
451,64
44
110,8
24,5
49,6
54,7
67,6
4 856
5 149
7 030
174,26
194,72
192,00
6,8
7,9
4,5
2,9
3 641
3 336
6 757
167,51
323,23
Ukkel
79
24
56
81
Watermaal-Bosvoorde
14
23
9
8
St-Lambrechts-Woluwe
49
7
10
19
8
64,4
5,5
46,5
10,3
5,9
5 403
10 718
4 435
109,94
257,91
432,61
St-Pieters-Woluwe
34
17
11
16
9
23,4
12,2
11,9
8,1
12,2
5 920
7 646
10 613
263,08
236,92
231,85
636
253
355
376
314
799,3
231,4
383,0
197,7
229,6
5 101
4 531
6 733
166,91
271,83
226,22
arr.Halle-Vilvoorde
2 975
1 839
1 540
1 450
1 449
3 769,9
1 923,1
1 713,1
1 463,9
1 293,7
1 396
1 844
2 825
70,04
93,90
107,52
arr. Leuven
2 455
1 703
1 220
1 090
1 215
3 483,8
2 440,6
1 495,1
1 272,6
1 336,8
867
1 189
2 211
54,81
70,87
84,74
Vlaams Brabant
5 430
3 542
2 760
2 540
2 664
7 253,7
4 363,7
3 208,3
2 736,5
2 630,5
1 132
1 517
2 539
62,94
83,19
95,94
Waals Brabant / arr. Nijvel
2 123
1 185
1 305
1 088
1 176
4 539,5
1 907,9
2 573,5
2 006,2
1 741,8
774
1 099
1 435
35,58
45,26
52,14
42 950
30 880
25 981
21 588
21 242 56 280,1 39 769,7 38 422,9 26 104,3 24 505,0
854
1 083
1 552
38,47
51,79
56,70
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Rijk
223 HOOFDSTUK XI
224
TABEL
XI.15
Eenheid : aantal verkopen van onroerend goed Methodologische nota XI.15 Bron : NIS
VERKOPEN van ONROEREND GOED van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar GEMEENTE : referentiejaren
"WOONGEBOUWEN
NIET-WOONGEBOUWEN
1990
1995
2000
2001
2002
2003
Anderlecht
980
841
1 101
1 205
1 132
Oudergem
359
322
401
417
580
St-Agatha-Berchem Brussel
1990
1995
2000
2001
2002
2003
1 288
95
104
112
100
132
139
448
17
9
21
26
31
36
226
210
264
261
263
331
15
14
12
18
16
22
1 969
1 605
2 242
2 178
2 088
2 158
443
239
384
443
359
349
Etterbeek
606
479
691
723
697
1 049
51
34
57
46
78
57
Evere
421
389
504
516
592
659
22
18
24
22
24
21
Vorst
587
533
675
764
824
726
57
41
50
54
29
64
Ganshoren
229
288
316
299
358
355
8
6
12
16
8
17
1 140
928
1 213
1 469
1 438
1 737
157
91
125
122
159
146
649
548
782
798
774
767
25
21
31
43
45
35
Elsene Jette Koekelberg
235
179
303
327
418
419
16
8
24
20
17
10
St-Jans-Molenbeek
839
774
908
915
1 026
1 108
100
53
86
129
106
78
St-Gillis
573
372
571
734
505
584
86
58
72
68
80
70
St-Joost-ten-Node
387
225
280
321
222
222
124
74
93
35
57
41
Schaarbeek
1 230
1 067
1 228
1 510
1 283
1 519
119
71
110
110
126
140
Ukkel
1 315
972
1 373
1 414
1 531
1 523
62
55
70
93
112
100
Watermaal-Bosvoorde
354
251
289
329
331
273
14
13
15
8
10
9
St-Lambrechts-Woluwe
662
545
800
949
1 271
1 206
36
23
33
32
25
28
St-Pieters-Woluwe
646
561
586
679
612
658
14
18
27
21
23
31
13 407
11 089
14 527
15 808
15 945
17 030
1 461
950
1 358
1 406
1 437
1 393
4 450
4 380
5 351
5 283
5 913
6 170
321
299
340
358
375
341
Brussels Hoofdstedelijk Gewest arr.Halle-Vilvoorde arr. Leuven
3 482
3 807
4 210
4 293
4 622
4 744
240
219
308
290
310
328
Vlaams Brabant
7 932
8 187
9 561
9 576
10 535
10 914
561
518
648
648
685
669
Waals Brabant / arr. Nijvel
3 342
3 599
4 292
4 309
4 952
4 544
204
194
268
235
244
222
107 296
102 801
118 682
120 593
127 791
132 345
8 714
8 204
9 645
9 697
9 773
9 555
Rijk
TABEL
XI.16
Eenheden : aantal verkopen, prijs in miljoen BEF, EUR Methodologische nota XI.16 Bron : NIS
VERKOPEN van ONROEREND GOED van WOONGEBOUWEN en NIET-WOONGEBOUWEN naar CATEGORIE (aantal verkopen, totale prijzen): referentiejaren
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1990 Categorie
1995
2000
Verkopen Totale prijzen*
Verkopen Totale prijzen*
BEF
BEF
Verkopen
2001 Totale prijzen*
BEF
Verkopen
BEF
2002
2003
Totale prijzen*
Verkopen Totale prijzen*
EUR
EUR
Verkopen
Totale prijzen*
EUR
EUR
WOONGEBOUWEN (1) Woonhuizen nev
4 183
12 731
3 336
13 148
3 174
14 502
359,5
3 137
378,9
2 575
326,9
2 412
340,1
(2) Herenhuizen, villa's
2 120
26 448
876
10 290
1 866
24 503
607,4
1 986
631,9
2 325
783,1
2 525
910,3
7 104
16 976
6 878
17 598
9 487
29 609
734,0
10 685
855,7
11 045
971,4
12 093
1 212,2
13 407
56 155
11 090
41 036
14 527
68 614
1 700,9
15 808
1 866,5
15 945
2 081,4
17 030
2 462,6
1 295
30 469
867
15 245
1 244
21 867
542,1
1 301
564,9
..
..
..
..
125
3 549
66
804
109
2 706
67,1
105
58,1
..
..
..
..
41
444
17
90
5
26
0,6
0
0,0
..
..
..
..
1 461
34 462
950
16 139
1 358
24 599
609,8
1 406
622,9
1 437
1 082,2
1 393
945,0
14 868
90 617
12 040
57 175
15 885
93 213
2 310,7
17 214
2 489,4
17 382
3 163,6
18 423
3 407,6
(3) Appartementen en delen van woongelegenheden Totaal woongebouwen
NIET-WOONGEBOUWEN (4) Gebouwen voor commercieel gebruik (5) Gebouwen voor industrieel gebruik (6) Andere Totaal niet-woongebouwen TOTAAL * in miljoen
225 HOOFDSTUK XI
226
Categorie
VLAAMS-BRABANT
WAALS-BRABANT
RIJK
2003
2003
2003
Verkopen
Totale prijzen* EUR
Verkopen
Totale prijzen* EUR
Verkopen
Totale prijzen* EUR
6 212
743,78
2 258
290,8
71 246
6 852,5
WOONGEBOUWEN (1) Woonhuizen nev (2) Herenhuizen, villa's
2 336
680,90
1 092
384,6
15 772
4 560,8
(3) Appartementen en delen van woongelegenheden
2 366
228,96
1 194
106,3
45 327
4 161,7
10 914
1 653,64
4 544
781,8
132 345
15 575,0
(4) Gebouwen voor commercieel gebruik
563
138,39
190
38,8
8 334
2 363,2
(5) Gebouwen voor industrieel gebruik
106
58,94
32
14,7
1 221
501,7
(6) Andere
121
9,54
77
8
3 661
216,4
Totaal niet-woongebouwen
790
206,9
299
61,3
13 216
3 081,3
11 704
1 861
4 843
843
145 561
18 656
Totaal woongebouwen NIET-WOONGEBOUWENL
TOTAAL * in miljoen
HOOFDSTUK XII
VEILIGHEID
HOODFSTUK XII
228
TABEL
XII.1
Eenheden : aantal ongevallen, aantal slachtoffers Methodologische nota XII.1 Bron : NIS
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG (aantal ongevallen en aantal slachtoffers): referentiejaren
1990
1995
2000
2001
2002
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
ongevallen
slachtoffers
ongevallen
slachtoffers
ongevallen
slachtoffers
ongevallen
slachtoffers
ongevallen
slachtoffers
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
4 503
5 888
2 762
3 595
2 707
3 621
2 231
2 982
1 901
2 449
Vlaams-Brabant
5 667
8 120
5 120
7 285
5 165
7 205
4 614
6 476
4 477
6 206
Waals-Brabant
1 792
2 637
1 444
2 120
1 398
1 978
1 265
1 786
1 316
1 896
62 446
88 160
50 744
71 754
49 065
69 431
47 444
66 780
47 619
66 300
RIJK
TABEL
XII.2
Eenheid : aantal slachtoffers Methodologische nota XII.2 Bron : NIS
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG: AANTAL SLACHTOFFERS naar SOORT WEGGEBRUIKERS in 2002
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Soort weggebruikers
VLAAMS-BRABANT
Aantal slachtoffers
WAALS-BRABANT
Aantal slachtoffers
RIJK
Aantal slachtoffers
Aantal slachtoffers
Bestuurders
Passagiers
TOTAAL
Bestuurders
Passagiers
TOTAAL
Bestuurders
Passagiers
TOTAAL
Bestuurders
Passagiers
TOTAAL
Personenwagens
800
350
1 150
2 307
985
3 292
775
309
1 083
24 052
11 290
35 342
Gemengde wagens
143
71
215
316
169
484
156
77
233
2 657
1 549
4 206
Voetgangers (1)
536
536
286
286
116
116
3 875
Vrachtwagens
7
2
9
28
7
35
4
0
4
270
71
341
Bestelwagens
39
17
56
153
47
200
39
24
63
1 580
591
2 171
4
0
4
37
10
47
7
2
9
417
58
475
Bussen, cars, trolley's
9
14
23
6
21
27
0
0
0
60
291
351
Minibussen
4
5
9
11
8
19
2
6
8
112
129
241
303
41
345
1 023
108
1 130
265
31
296
10 558
1 363
11 921
94
3
97
669
5
675
79
3
82
7 135
70
7 205
2
2
4
7
3
10
1
1
2
115
58
174
1 943
506
2 449
4 843
1 363
6 206
1 444
452
1 896
50 830
15 470
66 300
Tractors
Motorfietsen Fietsen Andere weggebruikers TOTAAL
3 875
(1) De voetgangers zijn gerangschikt onder de bestuurders.
229 HOOFDSTUK XII
230
TABEL
XII.3
Eenheden : aantal ongevallen, aantal slachtoffers Methodologische nota XII.3 Bron : NIS
VERKEERSONGEVALLEN op de OPENBARE WEG (aantal ongevallen en aantal slachtoffers) naar PLAATS van het ONGEVAL in 2002
AANTAL SLACHTOFFERS Zwaargewonden Lichtgewonden
AANTAL ONGEVALLEN
Doden en dodelijk gewonden
159 104 24 575 84 47 43 26 82 62 24 109 77 26 137 105 40 107 72
7 2 1 13 2 0 1 0 1 2 0 0 1 1 0 1 1 2 2
8 11 3 46 9 10 0 1 6 4 4 13 8 7 3 5 4 7 11
178 103 24 704 92 54 64 33 93 66 30 132 93 22 162 129 46 134 90
192 116 28 763 103 64 65 34 100 72 34 145 103 31 166 135 51 143 103
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
1 901
37
162
2 249
2 449
arr. Halle-Vilvoorde arr. Leuven Vlaams-Brabant Waals-Brabant/ arr. Nijvel
2 2 4 1
336 141 477 316
65 43 108 62
316 352 668 145
2 2 5 1
3 2 6 1
47 619
1 352
8 225
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
RIJK
832 599 431 689
56 723
TOTAAL
213 994 206 896
66 300
TABEL
XII.4
Eenheid : aantal tussenkomsten Methodologische nota XII.4 Bron : Brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TUSSENKOMSTEN van de BRANDWEERDIENST van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST in 2004
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Buiten BHG Totaal
BRAND
VERSCHEIDENE OPTREDENS
ONGEVALLEN
VALS ALARM goed bedoeld
VALS ALARM kwaad bedoeld
TOTAAL
229 43 30 494 62 65 61 30 171 83 21 172 117 54 194 115 40 58 44
2 6 0 9 1 0 3 0 7 1 0 1 1 0 4 5 3 0 2
618 198 88 1 144 143 146 215 76 432 147 70 297 207 117 504 437 110 172 185
151 38 22 445 34 41 62 19 160 49 23 85 98 45 138 88 19 60 35
9 1 0 24 2 1 2 0 6 2 0 17 4 4 9 6 0 0 0
1 009 286 140 2 116 242 253 343 125 776 282 114 572 427 220 849 651 172 290 266
2 083
45
5 306
1 612
87
9 133
111
14
492
68
2
687
2 194
59
5 798
1 680
89
9 820
231 HOOFDSTUK XII
TABEL
XII.5
VASTGESTELDE CRIMINELE FEITEN in de GEMEENTEN van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: referentiejaren.
OPGELET : Ten gevolge van de vaststelling van verkeerde gegevens werd deze tabel verwijderd uit de publicatie (maart 2006)
HOOFDSTUK XIII
OPENBARE FINANCIËN
HOOFDSTUK XIII
236
TABEL
XIII.1
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota XIII.1 Bron : MBHG-BFB Dir.Begroting
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MIDDELEN- en UITGAVENBEGROTING van 2002, 2003, 2004 en 2005
MIDDELENBEGROTING
1. Algemene Ontvangsten De fiscale ontvangsten: a) de gewestelijke belastingen waaronder Overdracht ten bezwarende titel van onroerende goederen Successierechten Verkeersbelasting op de autovoertuigen Kijk- en luistergeld Belasting op de inverkeerstelling Vestiging van hypotheken, verdelingen en overdrachten b) de autonome gewestbelastingen waaronder Gewestbelasting op eigenaars van bebouwde eigendommen Forfaitaire gewestbelasting ten laste van gezinshoofden, bedrijven en zelfstandigen De niet fiscale ontvangsten: c) toegekend gedeelte van de Personenbelasting d) niet-fiscale ontvangsten eigen aan het Gewest waaronder Uitoefening van de bevoegdheden van de Agglomeratie Stortingen aan het Reservefonds Wedertewerkstelling van de werklozen: federale dotatie Dode hand 2. Voor de organieke fondsen bestemde Ontvangsten waaronder Leningopbrengsten gereserveerd voor het beheer van de schuld (3) TOTAAL MIDDELEN Bruto te financieren saldo Kapitaalaflossingen Herbudgettering Andere begrotingsoperaties Netto te financieren saldo (en HRF-norm) HRF-norm
2002 aangepast
2003 aangepast
2004 aangepast
2005 initiaal
712,23 300,70 205,25 99 814 0,00 32,42 25,91 136,90 62,69 68,75
780,22 355,31 196,06 110,52 0,00 38,77 26,01 133,69 65,30 63,04
860,52 400,498 280,03 106,30 0,00 37,98 35,72 136,61 70,20 60,90
893,36 434,73 275,58 108,34 0,00 38,71 36,01 142,13 69,60 66,00
555,11 287,01 123,77 62,32 37,93 25,04
591,91 222,74 124,25 0,00 38,92 26,60
620,97 379,97 166,52 0,00 38,92 27,97
696,03 329,90 160,27 0,00 39,66 56,94
214,31 173,53 1 905,57 -273,51 107,39 10,95 75,46 -79,71 -54,54
224,44 173,53 1 953,01 -440,25 129,13 2,28 75,46 (4) (4)
218,66 173,53 2 216,72 -78,66 116,07 0,00 74,06 (4) (4)
218,61 173,53 2 280,02 -215,2 114,7 0,0 102,2 (4) (4)
UITGAVENBEGROTING
Hoofdstedelijke Raad Ministeriële kabinetten Administratie Economische ontwikkeling Uitrusting en verkeer waaronder openbaar vervoer Tewerkstellingsbeleid Lokale besturen Huisvesting Ruimtelijke ordening Monumenten en landschappen Leefmilieu - Waterbeleid Energiebeleid Externe betrekkingen Regionale schuld waaronder gereserveerde Leningopbrengsten (3) Niet-economisch onderzoek Informatica TOTAAL UITGAVEN
2002 aangepast WerkBetaalmiddelen (1) middelen (2)
2003 aangepast WerkBetaalmiddelen (1) middelen (2)
2004 aangepast WerkBetaalmiddelen (1) middelen (2)
2005 initiaal WerkBetaalmiddelen (1) middelen (2)
25,06 17,62 360,65 79,66 599,39 464,17 151,95 273,54 230,60 111,69 16,73 202,64 1,53 7,50 356,73 173,53 4,09
25,06 17,62 360,94 71,81 575,62 460,36 151,95 279,52 78,68 40,18 15,17 193,38 1,53 7,55 356,73 173,53 3,35
40,30 18,04 386,79 75,28 480,91 337,36 163,76 292,46 300,03 56,75 17,51 175,63 2,18 6,98 374,04 173,53 4,09
40,30 18,04 386,17 73,40 469,03 339,39 163,80 299,15 319,88 47,29 14,78 174,16 2,18 6,98 374,04 173,53 4,06
19,00 32,56 403,17 103,36 750,70 573,96 177,69 335,12 77,78 60,93 17,10 183,24 3,49 7,66 360,83 173,53 4,24
19,00 32,56 403,14 78,95 568,23 427,08 177,73 313,76 88,07 61,78 14,36 187,04 2,61 7,66 360,83 173,53 4,34
33,20 56,86 410,83 95,14 645,53 478,02 185,84 328,71 264,86 72,68 17,41 194,04 4,93 7,98 200,05 173,53 4,44 34,40
33,20 56,86 405,42 76,59 616,94 456,69 185,84 326,01 102,17 61,86 20,30 193,67 3,95 7,98 200,05 173,53 4,53 26,34
2 439,39
2 179,08
2 394,75
2 393,26
2 536,87
2 320,06
2 730,42
2 495,23
(1) Werkmiddelen = niet-gesplitste kredieten + vastleggingskredieten op gesplitste kredieten + vastleggingskredieten op variabele kredieten + kredieten voor vorige jaren. (2) Betalingsmiddelen = niet-gesplitste kredieten + ordonnanceringskredieten op gesplitste kredieten + ordonnanceringskredieten op variabele kredieten + kredieten voor vorige jaren. (3) Het bedrag van 173,5 miljoenen EUR (7 miljard BEF) gewoonlijk gereserveerd voor het beheer van de schuld zal voortaan opgenomen zijn in het Totaal Middelen Het betreft instellingen die volgens de economische indeling van het Europees systeem van Nationale en Regionale Rekeningen (ESR 95) deel uitmaken van de openbare sector (sectoriele code 1312) De resultaten van het Gewest als dusdanig en andere organismen worden geconsolideerd; dit geconsolideerde resultaat wordt onderzocht door de Hoge Raad van Financiën.
237 HOOFDSTUK XIII
238
TABEL
XIII.2
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota XIII.2 Bron : MBHG-BFB Dir. Schuldbeheer
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST LOPENDE SCHULD op 31 december: referentiejaren
REGIONALE SCHULD
2000
2002
2003
2004
941,09 249,31 (102,24)
977,77 276,37 (105,90)
1 063,51 165,16 (89,27)
1 136,21 351,93 (77,30)
27,09 82,06 1 299,55
24,47 82,06 1 360,67
22,96 43,81 1 295,44
9,87 43,81 1 541,82
243,22
161,58
136,69
112,65
119,87
139,46
163,20
185,96
23,27
17,75
15,50
13,21
1,13 0,08 85,26
0,03 48,32
0,00 0,00
0,00 0,00
472,82
367,14
315,39
311,82
TOTAAL waarvan: historische schuld van de MIVB (3)
1 772,37 243,22
1 727,81 161,58
1 610,83 136,69
1 853,64 112,65
TOTAAL REGIONALE SCHULD
1 529,15
1 566,23
1 474,14
1 740,99
1. Rechtstreekse gewestelijke schuld Lange-termijn gewestelijke leningen Korte-termijn gewestelijke leningen (Aflossing van de geconsolideerde schuld) Rechtstreekse schuld van de andere eenheden Ex-Provincie Brabant Agglo., Net Brussel, Brandweer totaal 2. Onrechtstreekse en gedebudgetteerde gewestelijke schuld MIVB Gemeentelijke leningen Thesaurieleningen van 1,9 miljard (1977) (1) Thesaurieleningen van 4,7 miljard (1982) (1) Leningen van 9 miljard („Hatry 1”) (1983) (1) Fonds 208 (1) Leningen FBGHGT (2) Gesubsidieerde werken Openbare werken, hygiëne, water GOMB (Gew. Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel) Verwerving van industriegronden Militair hospitaal CIBE Huisvesting Agglo. Investeringsleningen Herfinanciering door thesaurieleningen Gebouwen ex-Agglo. Net Brussel Brandweer Economische expansie Ex-Provincie Brabant totaal
(1) Vanaf 1993, via het Fonds van het Brussels Gewest voor de Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesaurieën (FBGHGT) (2) Fonds van het Brussels Gewest voor de Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesaurieën (3) MIVB: van 1997 tot 1999 werd er rekening gehouden met de begrotingsafschrijving van de MIVB. Vanaf 2000 is er rekening gehouden met de reëele afschrijving.
TABEL
XIII.3
Eenheid : miljoenen EUR Methodologische nota XIII.3 Bron : MBHG-BPB Dir.Financiën
FINANCIËN van de 19 GEMEENTEN van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: rekeningen 2003 en begrotingen 2004 en 2005 REKENINGEN 2003 ONTVANGSTEN VOOR …(2)
TOTAAL ONTVANGSTEN (2)
prestaties
overdracht
schuld
Anderlecht (4) Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek (3) Ukkel Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
3,59 1,68 1,00 31,95 2,63 1,75 1,45 0,28 6,74 1,92 0,40 2,04 1,71 2,75 3,75 3,44 1,12 4,70 2,28
81,57 25,60 16,10 380,38 47,80 33,05 47,18 15,42 96,69 35,46 16,25 79,76 55,07 38,96 108,55 64,13 25,04 45,96 36,21
9,41 3,17 1,49 23,90 3,84 3,50 4,09 1,33 9,63 3,33 1,28 5,04 4,65 3,20 6,70 7,24 2,70 5,41 3,81
94,57 30,44 18,59 436,22 54,27 38,30 52,72 17,03 113,05 40,72 17,93 86,85 61,42 44,91 119,01 74,81 28,86 56,07 42,30
TOTAAL
75,20
1 249,16
103,70
1 428,06
UITGAVEN VOOR ... (2)
personeel (1)
TOTAAL UITGAVEN (2)
RESULTATEN ontvangsten uitgaven (2)
GECUMUL. RESULTATEN (3)
werking
overdracht
schuld
50,44 16,54 7,61 160,30 24,01 16,07 23,66 6,84 52,19 20,14 7,90 34,92 24,55 19,08 45,90 36,42 12,35 24,29 18,84
10,60 3,03 1,92 51,79 5,99 4,25 4,68 1,28 12,25 3,70 1,62 6,33 5,84 4,59 8,19 8,11 4,48 7,91 5,20
29,09 9,03 6,97 161,11 18,80 12,57 17,38 8,60 33,90 13,71 5,98 34,02 23,90 16,77 56,19 24,49 9,67 15,92 11,02
4,80 1,92 3,64 50,82 8,52 2,74 3,77 1,43 7,94 4,66 0,54 6,47 5,25 4,12 11,17 5,26 3,25 4,96 4,11
94,93 30,52 20,14 424,01 57,31 35,62 49,49 18,16 106,28 42,20 16,04 81,74 59,55 44,56 121,44 74,28 29,74 53,07 39,18
-0,36 -0,07 -1,55 12,21 -3,05 2,68 3,23 -1,13 6,77 -1,48 1,89 5,11 1,88 0,35 -2,43 0,53 -0,89 3,00 3,13
1,21 0,27 1,48 24,12 -0,01 3,59 11,76 -3,02 31,71 -24,23 14,74 5,97 -7,51 2,95 0,81 12,49 7,50 10,71 2,33
602,03
151,74
509,12
135,36
1 398,26
29,80
96,85
(1) Het gesubsidieerd onderwijzend personeel uitgezonderd (2) exclusief de ontvangsten vanwege de verkoop van aandelen van het Gemeentekrediet en van hun aanwending (3) voetnoot 2 is slechts gedeeltelijk van toepassing
239 HOOFDSTUK XIII
240
vervolg van pagine 239 BEGROTING 2004 ONTVANGSTEN VOOR ...
TOTAAL ONTVANGSTEN (2)
UITGAVEN VOOR ...
werking
overdracht
RESULTATEN ontvangsten uitgaven (2)
GECUMUL. RESULTATEN (3)
prestaties
overdracht
schuld
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Uccle Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
3,97 1,85 1,30 17,88 2,76 1,75 1,60 0,46 7,57 2,08 0,46 2,16 2,31 2,95 4,35 4,17 1,22 4,73 2,06
86,87 25,59 17,11 397,42 49,03 33,50 47,76 16,88 96,10 37,36 16,16 74,65 56,83 43,77 104,59 65,40 25,89 46,65 36,64
8,68 3,35 1,09 24,19 3,56 3,84 3,64 1,39 11,06 2,96 1,15 5,69 5,02 2,49 7,60 8,26 2,60 5,34 3,86
99,53 30,79 19,50 439,49 55,36 39,09 53,00 18,73 114,72 42,39 17,77 82,50 64,15 49,21 116,54 77,83 29,71 56,72 42,56
48,20 15,36 7,38 153,90 25,80 17,56 25,41 7,26 55,84 21,13 8,61 35,54 28,85 21,89 47,81 38,41 13,24 26,77 19,86
12,17 3,30 2,48 63,66 6,43 5,70 5,60 1,57 16,30 4,29 2,31 6,91 6,79 6,21 9,70 9,34 5,02 9,09 5,76
33,25 9,83 7,93 156,01 19,49 14,01 19,91 8,95 42,01 13,76 6,68 33,84 30,74 16,62 53,22 24,78 9,44 16,36 12,37
5,68 2,11 3,65 56,81 8,40 2,98 3,61 1,78 9,62 5,07 0,41 6,14 6,13 4,44 11,93 5,47 3,81 4,99 4,79
99,30 30,60 21,44 430,38 60,12 40,24 54,53 19,57 123,78 44,25 18,02 82,43 72,52 49,16 122,66 78,00 31,50 57,21 42,77
0,23 0,19 -1,94 9,11 -4,77 -1,15 -1,53 -0,85 -9,05 -1,86 -0,25 0,07 -8,36 0,05 -6,11 -0,17 -1,79 -0,49 -0,21
1,43 0,46 -0,56 19,30 -3,94 1,49 10,23 -3,87 21,54 -24,26 13,97 6,04 -12,50 2,98 -6,37 12,26 5,41 3,00 1,44
TOTAAL
65,60
1 278,22
105,76
1 449,58
618,84
182,64
529,18
147,81
1 478,47
-28,89
48,06
(1) Het gesubsidieerd onderwijzend personeel uitgezonderd (2) Buiten afhoudingen (3) Inclusief afhoudingen
personeel (1)
TOTAAL UITGAVEN (2) schuld
BEGROTING 2005 ONTVANGSTEN VOOR ...
TOTAAL ONTVANGSTEN (2)
UITGAVEN VOOR ...
personeel (1)
werking
overdracht
TOTAAL UITGAVEN (2)
RESULTATEN ontvangsten uitgaven (2)
GECUMUL. RESULTATEN (3)
prestaties
overdracht
schuld
schuld
Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Joost-ten-Node Schaarbeek Uccle Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe
5,10 1,80 1,22 18,04 3,15 1,78 1,72 0,46 8,50 1,91 0,52 2,18 2,95 2,73 4,75 4,48 1,35 5,15 2,55
88,38 26,12 17,22 388,78 50,57 35,46 48,04 16,98 97,31 38,73 16,48 75,57 57,37 46,95 107,03 66,23 26,77 46,73 37,17
8,07 3,14 1,30 24,43 3,38 3,53 3,72 1,17 9,24 3,02 1,20 5,69 4,41 2,93 7,69 7,62 2,25 5,04 3,66
101,56 31,05 19,74 431,24 57,10 40,77 53,48 18,60 115,04 43,67 18,20 83,44 64,73 52,61 119,48 78,33 30,38 56,92 43,37
48,88 15,82 7,98 162,16 27,28 18,78 26,56 7,47 55,99 22,02 9,11 35,28 30,55 22,72 52,29 38,93 13,84 27,71 20,91
11,77 3,16 2,75 59,48 6,37 5,93 5,00 1,57 16,99 4,14 2,30 7,37 7,16 6,42 8,94 9,40 4,72 9,08 5,79
33,21 9,69 7,55 155,36 19,66 14,01 19,69 9,01 35,92 14,32 6,64 34,25 25,15 17,40 55,54 26,21 10,56 17,05 12,66
7,05 2,37 3,50 61,54 8,10 2,98 3,56 1,92 10,05 5,47 0,78 6,39 6,74 4,46 12,86 5,76 3,70 5,11 4,21
100,91 31,04 21,77 438,55 61,42 41,70 54,81 19,98 118,96 45,94 18,82 83,28 69,58 50,98 129,62 80,30 32,83 58,94 43,57
0,64 0,01 -2,04 -7,30 -4,32 -0,93 -1,33 -1,38 -3,91 -2,28 -0,62 0,16 -4,85 1,62 -10,14 -1,98 -2,45 -2,02 -0,20
1,59 0,47 -2,59 11,80 -8,25 0,50 8,90 -5,24 14,41 -24,26 13,34 6,19 -17,35 3,01 -16,52 10,29 2,96 2,90 1,47
TOTAAL
70,35
1 287,88
101,48
1 459,70
644,28
178,33
523,87
156,54
1 503,02
-43,32
3,60
(1) Het gesubsidieerd onderwijzend personeel uitgezonderd (2) Buiten afhoudingen (3) Inclusief afhoudingen
241 HOOFDSTUK XIII
242
TABEL
XIII.4
Eenheid: miljoenen EUR en aantal werknemers Methodologische nota XIII.4 Bronnen : MBHG-BFB Directie Begroting BPB Directie Financiën
ONTVANGSTEN van de BRUSSELSE ADMINISTRATIES in 2002 en 2003
2002 Ministerie NB CIBG BGHGT BIM DBDMH BGHM BGDA Haven van Brussel GOMB GIMB MIVB Pararegionale Instellingen (1) Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Josse-ten-Noode Schaarbeek Uccle Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Gemeenten Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn TOTAAL BRUSSELSE ADMINISTRATIES
997,11 ADM 40,55 22,92 10,59 216,78 26,98 21,42 32,23 10,09 66,48 21,24 5,96 29,65 24,98 23,17 54,91 51,06 20,85 39,17 31,01 750,04 .. 1 747,15
Fiscale ontvangsten 2003
ADM 44,28 20,42 11,64 210,64 29,16 24,30 32,68 10,83 66,30 23,58 7,08 35,38 27,40 21,55 57,01 52,24 19,89 38,78 28,63 761,80
Overdracht van federale of andere instellingen 2002 2003 1 065,91 OCMW -
646,67 65,07 17,05 12,56 39,44 57,25 5,24 152,78 6,59 10,71 0,00 298,61 665,32 ADM 9,98 3,37 1,52 23,73 3,16 3,87 4,42 1,54 9,38 2,70 1,37 4,91 4,64 3,90 7,29 6,85 2,68 5,43 3,91 104,65 ..
1 827,71
1 416,63
ADM 9,41 3,17 1,49 23,90 3,84 3,50 4,09 1,33 9,63 3,33 1,28 5,04 4,65 3,20 6,70 7,24 2,70 5,41 3,81 103,70
691,25 76,42 14,84 10,55 48,92 65,92 6,82 165,85 6,52 10,31 0,00 366,86 773,01 OCMW 36,85 7,67 6,37 100,91 21,31 11,89 16,60 6,82 40,12 14,54 6,40 43,66 30,63 21,44 49,61 24,41 8,37 11,60 10,23
Bijdragen voor geleverde diensten 2002 2003
469,44
0,56 41,32 0,05 151,63 0,30 4,27 1,56 1,11 10,25 9,59 1,31 108,56 329,94 ADM 4,02 1,64 0,63 34,00 2,92 1,70 1,43 0,29 6,24 1,87 0,42 2,05 1,64 1,21 3,77 3,21 1,17 5,43 2,31 75,95 ..
2 037,40
406,46
ADM 3,59 1,68 1,00 31,95 2,63 1,75 1,45 0,28 6,74 1,92 0,40 2,04 1,71 2,75 3,75 3,44 1,12 4,70 2,28 75,20
1,47 41,28 0,05 177,30 0,20 3,56 1,61 1,01 10,84 10,41 1,28 121,51 369,05 OCMW 4,05 1,76 1,85 46,23 6,85 1,48 3,05 3,81 3,51 2,32 0,94 4,47 5,32 2,23 7,20 2,58 2,72 2,78 3,42 106,57 552,29
(1) Net Brussel NB - Centrum voor Informatica voor het Brusselse gewest CIBG - Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën BGHGT - Brussels Instituut voor Milieubeheer BIM - Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp DBDMH - Brusselse Gewestelijke Huisverstingsmaatschappij BGHM - Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling BGDA - Gewestelijke Venootschap van de Haven van Brussel - Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het BHG GOMB - Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel GIMB - Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel MIVB
2002 Ministerie NB CIBG BGHGT BIM DBDMH BGHM BGDA Haven van Brussel GOMB GIMB MIVB Pararegionale Instellingen (1) Anderlecht Oudergem St-Agatha-Berchem Brussel Etterbeek Evere Vorst Ganshoren Elsene Jette Koekelberg St-Jans-Molenbeek St-Gillis St-Josse-ten-Noode Schaarbeek Uccle Watermaal-Bosvoorde St-Lambrechts-Woluwe St-Pieters-Woluwe Gemeenten Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn
99,95 13,68 0,14 0,00 1,17 0,63 0,07 4,17 0,70 1,11 3,43 3,91 28,32 ADM 34,69 4,76 4,48 180,79 17,80 6,79 13,71 4,17 27,89 11,33 9,00 41,39 27,90 16,59 49,45 11,72 5,36 6,93 7,90 482,65 ..
TOTAAL BRUSSELSE ADMINISTRATIES
610,92
Andere ontvangsten 2003
ADM 37,29 5,18 4,46 169,73 18,64 8,75 14,50 4,58 30,39 11,88 9,17 44,39 27,66 17,41 51,55 11,89 5,14 7,18 7,58 487,37
Totaal 2002 19,77 16,21 0,14 16,94 0,76 0,92 0,02 3,10 0,13 0,66 2,15 4,04 45,06 OCMW 0,68 0,13 0,23 81,70 0,68 2,80 1,84 0,20 0,74 1,65 0,07 0,28 1,37 3,41 18,13 1,23 0,79 0,09 2,05 118,07
1 744,29 120,08 17,25 164,19 40,92 62,14 6,87 158,07 17,54 21,41 4,74 411,07 1 023,58 ADM 89,25 32,68 17,22 455,30 50,86 33,78 51,78 16,10 109,98 37,13 16,75 78,00 59,16 44,88 115,42 72,85 30,06 56,96 45,13 1 413,29 ..
670,27
4 181,16
2003
ADM 94,57 30,44 18,59 436,22 54,27 38,30 52,72 17,03 113,05 40,72 17,93 86,85 61,42 44,91 119,01 74,81 28,86 56,07 42,30 1 428,06
1 778,39 133,91 15,02 204,80 49,88 70,39 8,45 169,97 17,49 21,38 3,43 492,41 1 187,13 OCMW 41,58 9,55 8,45 228,84 28,83 16,17 21,49 10,82 44,37 18,51 7,42 48,41 37,32 27,08 74,94 28,23 11,88 14,47 15,71 694,09 5 087,67
243 HOOFDSTUK XIII
HOOFDSTUK XIV
BIJLAGEN XIVV
BIJLAGEN
Bijlagen
BIJLAGE
1
STATISTISCHE NACE-BEL TERMINOLOGIE VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN per SECTIE Sectie A Sectie B Sectie C Sectie D Sectie E Sectie F Sectie G Sectie H Sectie I Sectie J Sectie K Sectie L Sectie M Sectie N Sectie O Sectie P Sectie Q
BIJLAGE
Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparatie van auto’s en huishoudelijke artikelen Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Openbaar bestuur, algemene collectieve diensten en verplichte sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen
2
STATISTISCHE NACE-BEL TERMINOLOGIE VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN per AFDELING Landbouw, jacht en bosbouw Landbouw, jacht en aanverwante diensten Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten Visserij Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren Winning van delfstoffen Winning van steenkool, bruinkool en turf Winning van aardolie en aardgas en aanverwante diensten Winning van uranium- en thoriumerts Winning van metaalertsen Overige winning van delfstoffen Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding en bontnijverheid Leernijverheid en vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk Papier- en kartonnijverheid Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Chemische nijverheid Rubber- en kunststofnijverheid Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Metallurgie Vervaardiging van producten van metaal
247
BIJLAGEN XIVV
Sectie A 01 02 Sectie B 05 Sectie C 10 11 12 13 14 Sectie D 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Statistische indicatoren 2005
29 30 31 32 33 34 35 36 37 Sectie E 40 41 Sectie F 45 Sectie G 50 51 52 Sectie H 55 Sectie I 60 61 62 63 64 Sectie J 65 66 67 Sectie K 70 71 72 73 74 Sectie L 75 Sectie M 80 Sectie N 85 Sectie O 90 91 92 93 Sectie P 95 Sectie Q 99 Sectie Z 98
248
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van elektrische machines en apparaten Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en van uurwerken Vervaardiging en assemblage van auto’s, aanhangwagens en opleggers Vervaardiging van overige transportmiddelen Vervaardiging van meubels; overige industrie Recuperatie van recycleerbaar afval Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water Winning, zuivering en distributie van water Bouwnijverheid Bouwnijverheid Groot- en kleinhandel; reparatie van auto’s en huishoudelijke artikelen Verkoop en reparatie van auto’s en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto’s en motorrijwielen Kleinhandel, exclusief auto’s en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen Hotels en restaurants Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Vervoer te land Vervoer over water Luchtvaart Vervoerondersteunende activiteiten Post en telecommunicatie Financiële instellingen Financiële instellingen Verzekeringswezen Hulpbedrijven i.v.m. financiële instellingen Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven Verhuur en handel in onroerende goederen Verhuur zonder bedieningspersoneel Informatica en aanverwante activiteiten Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur, algemene collectieve diensten en verplichte sociale verzekering Openbaar bestuur, algemene collectieve diensten en verplichte sociale verzekering Onderwijs Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging Diverse verenigingen Recreatie, cultuur en sport Overige diensten Particuliere huishoudens met werknemers Particuliere huishoudens met werknemers Extraterritoriale organisaties en lichamen Extraterritoriale organisaties en lichamen Onnauwkeurig bepaalde activiteiten Onnauwkeurig bepaalde activiteiten
Bijlagen
BIJLAGE
3
NOMENCLATUUR VAN BEDRIJFSTAKKEN EN CODES VAN DE BEROEPEN VAN DE RSVZ
249
BIJLAGEN XIVV
van 101 tot 106 Landbouw 130-136 Bestuurders van landbouwvennootschappen LANDBOUW 201+202 Visserij 230-235 Bestuurders van visserijvennootschappen VISSERIJ 301 Mijnen 302 Steengroeven 303 Metaalnijverheid 304+305 Keramiek- en glasnijverheid 306 Chemie 307 Voedingsnijverheid 308+309 Textiel- en kledingnijverheid 310 Bouw 311 Hout- en meubelnijverheid 312 Huid- en ledernijverheid 313 Tabaksnijverheid 314+315 Papier- en boekdruknijverheid 316 Kunst- en precisienijverheid 317+318+319 Vervoer, binnenscheepvaart en uitbaters van sleepboten 330-335 Bestuurders van nijverheids- of ambachtsvennootschappen NIJVERHEID EN AMBACHTEN (PRODUCTIE) 401+402+403 Groot- en kleinhandel: aankoop, verkoop en verhuur van industrieproducten 404+405 Bankwezen en verzekeringsmaatschappijen 406 Tussenpersonen: handelsreizigers - makelaars ... 407 Horeca: hotels - restaurants - koffiehuizen 408 Vermakelijkheden 409+410 Foorkramers, marktkramers, leurders 430-435 Bestuurders van handelsvennootschappen HANDEL de 501 à 505 Medische en paramedische beroepen de 506 à 509 Beroepen i.v.m. onderwijs, wetenschap, kunst en letteren 514+515+516 Advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders 517+518 Landmeters, experten, ingenieurs, architecten 519 Diverse intellectuele beroepen 530-535 Bestuurders van vennootschappen VRIJE (EN INTELLECTUELE) BEROEPEN 601 Schoonheidszorgen: Haarkappers, manicures, pedicures 602 Diverse beroepen van manuele aard 630-635 Bestuurders van dienstenvennootschappen DIENSTEN 000 Beroep (nog) niet gekend of niet onder te brengen onder een andere beroepscode 030-035 Bestuurders van vennootschappen voor diversen DIVERSEN
Statistische indicatoren 2005
BIJLAGE
4
TRANSACTIECODES ESR 1995 CLASSIFICATIE (uittreksels) B.2n B.3n B.5n B.6n D.1 D.11 D.12 D.121 D.122 D.4 D.41 D.42 D.421 D.422 D.43 D.44 D.45 D.5 D.51 D.59 D.6 D.61 D.61 D.6111 D.6112 D.6113 D.612 D.62 D.621 D.622 D.623 D.624 D.7 D.72 D.75
250
Exploitatieoverschot Gemengd inkomen Primaire inkomens (overgedragen saldo) Beschikbaar inkomen (per saldo) Beloning van werknemers Lonen Sociale premies Werkelijke sociale premies ten laste van werkgevers Toegerekende sociale premies ten laste van werkgevers Inkomen uit vermogen Rente Winstuitkeringen Dividenden Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen Ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen Inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders Inkomen uit grond en minerale reserves Belastingen op inkomen, vermogen Belastingen op inkomens Belastingen op vermogen Sociale premies en uitkeringen Sociale premies Werkelijke sociale premies Werkelijke sociale premies ten laste van de werkgevers Sociale premies ten laste van de werknemers Sociale premies ten laste van de zelfstandigen en niet-werkenden Toegerekende sociale premies Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura Wettelijke uitkeringen sociale verzekering in geld Particuliere uitkeringen sociale verzekering met fondsvorming Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers Uitkeringen sociale voorziening in geld Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringsuitkeringen Overige inkomensoverdrachten
Bijlagen
LIJST VAN DE PUBLICATIES VAN HET BRUSSELS INSTITUUT VOOR STATISTIEK EN ANALYSE VAN HET MINISTERIE VAN HET BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJK GEWEST Zie ook http://www.brussel.irisnet.be/nl/region/region_de_bruxelles-capitale/statistiques.shtml Statistische Indicatoren van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Uitgave per jaar 1991, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996, 1997, 1998, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005 Tabellen en methodologie, 2 boekdelen
approx. 260 blz. per boekdeel
Mini-Bru Statistisch overzicht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zakformaat
28 blz.
Jaarlijks sinds 1998
Bru 19 (in voorbereiding) Statistisch overzicht van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zakformaat
40 blz.
Dossiers Publicaties 1991 Dossier nr 1 : De invloedzone van de Brusselse ziekenhuizen M. TAYMANS, CERB (Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises) Dossier nr 2 : De werkloosheid in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest A. VANHEERSWYNGHELS, Institut de Sociologie de l’ULB Dossier nr 3 : De inkomens van de Brusselse bevolking J. DEGADT, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 4 : Huisvesting in Brussel: het geval van de leegstaande woningen Chr. OST en Chr. SCHAUT, ICHEC (Institut Catholique des Hautes Etudes Commerciales) Dossier nr 5 : Analyse en raming van de bruto toegevoegde waarde per bedrijfstak van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest N. FASQUELLE, DULBEA (Département d’Economie Appliquée de l’ULB) Dossier nr 6 : Migraties in het Brusselse stadsgewest 1980-1990 R. DE BRUYN en W. DE LANNOY, VUB (Vrije Universiteit Brussel)
27 blz. 15 blz. 28 blz. 36 blz. 24 blz. 35 blz.
Publicaties 1992 25 blz. 19 blz. 27 blz.
30 blz.
251
BIJLAGEN XIVV
Dossier nr 7 : Profiel van de zelfstandige beroepsbevolking in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest J. DEGADT en M. COTTYN, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 8 : De problematiek van het hotelwezen te Brussel C. HAMAIDE, ICHEC (Institut Catholique des Hautes Etudes Commerciales) Dossier nr 9 : Structuur van de gezondheidskosten in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest C. KESTENS, J.-M. LAASMAN en Chr. LUCET, DULBEA (Département d’Economie Appliquée de l’ULB) Dossier nr 10 : De Brusselse ondernemingen A.-M. KUMPS en M. TAYMANS, CERB (Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises)
Statistische indicatoren 2005
Dossier nr 11 : Verbruiks- en belevingswaarde van openbaar groen groen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest W. VAN DEN PANHUYZEN en S. DE HERTOG, VUB (Vrije Universiteit Brussel) Dossier nr 12 : De problematiek van het huishoudelijk afval: het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest R.PATESSON, Institut de Sociologie de l’ULB
22 blz.
16 blz.
Publicaties 1993 Dossier nr 13 : De personenbelasting in de Brusselse gemeenten: een bedreigde grondslag? 23 blz. B. HEYNDELS, CEMS (Centrum voor Ekonometrie en Management Science), VUB Dossier nr 14 : Huisvesting in Brussel: een beschouwing over het geval van de tweede verblijven 18 blz. Chr. SCHAUT en N. VAN DROOGENBROECK, ICHEC (Inst. Catholique des Hautes Etudes Commerciales) Dossier nr 15 : De tewerkstelling van de Brusselaars en de werkgelegenheid in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest 21 blz. A.-M. KUMPS en M. TAYMANS, CERB (Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises) Dossier nr 16 : Impact van de huurprijs op de koopkracht van de Brusselse bevolking 29 blz. J. DEGADT en M. COTTYN, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 17 : Studie van de appartementenmarkt te Brussel 17 blz. E. HESPEL en M. VAN ELEGEM, DULBEA (Département d’Economie Appliquée de l’ULB) Dossier nr 18 : De inschakeling in de arbeidsmarkt van jongeren van vreemde afkomst 16 blz. A. REA en N. OUALI, CESR (Centre de Sociologie et d’Economie Régionales), ULB Publicaties 1994 Dossier nr 19 : Een economische benadering van het Brussels architectonisch erfgoed N. VAN DROOGENBROECK, ICHEC (Inst. Catholique des Hautes Etudes Commerciales) Dossier nr 20 : Diagnose van de Brusselse economie op middellange termijn E. HESPEL, DULBEA (Département d’Economie Appliquée de l’ULB) Dossier nr 21 : De schepping van ondernemingen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest A.-M. KUMPS en M. TAYMANS, CERB (Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises) Dossier nr 22 : De vrije beroepen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest J. DEGADT, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 23 : De migranten en de huisvestingsproblematiek in het Brusselse Brusselse Hoofdstedelijk Gewest M.-N. BEAUCHESNE, Institut de Sociologie de l’ULB Dossier nr 24 : Milieu-effectrapportering voor stedelijke omgevingen: het schatten van de leefbaarheid van een plaats D. DEVUYST en L. HENS, (Eenheid Menselijke Ecologie), VUB
19 blz. 29 blz. 21 blz. 29 blz.
42 blz.
25 blz.
Publicaties 1995 Dossier nr 25 : De atmosferische vervuiling, effecten en onkosten in het Brusselse H.Gewest S. FALLY, D. JOANNES, D. LEDUC et M.F. SCHARLL, ULB Dossier nr 26 : Ongelijkheidsindicatoren in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest C. SCHUPP, DULBEA (Departement d’Economie Appliquée de l’ULB) Dossier nr 27 : Ontwikkeling van de tertiaire sector in het Brusselse H. Gewest de HORECAsector A.-M. KUMPS en M. TAYMANS, CERB (Centre d’Etudes Régionales Bruxelloises) Dossier nr 28 : Impact van het zakentoerisme op de gewestelijke economie van Brussel C. HAMAIDE, ICHEC (Inst. Catholique des Hautes Etudes Commerciales)
252
35 blz. 34 blz.
25 blz. 20 blz.
Bijlagen
Dossier nr 29 : Structuur van het secundair onderwijs te Brussel: een sociaal-economische analyse J. DEGADT, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 30 : De congres-functie van Brussel S. DENDAUW en W. VAN DEN PANHUYZEN, (Centrum voor Bedrijfsbeheer), VUB
24 blz. 22 blz.
Publicaties 1996 Dossier nr 31 : De afhandeling van drugszaken in Brussel in 1993 en 1994 44 blz. W. DE PAUW, (School voor Criminologie), VUB Dossier nr 32 : Sectorale spreiding en pendel van de zelfstandige beroepsbevolking in het BHG 28 blz. J. DEGADT, KUB (Katholieke Universiteit Brussel) Dossier nr 33 : Aanwerving, „ etniciteit ”, privéleven 35 blz. B. SMEESTERS en A. NAYER, CERP (Créations et Recherche Pluridisciplinaire), ULB Publicaties 1997 Dossier nr 34 : Veiligheids- en samenlevingscontracten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest D. DEFRAENE, K. LALIEUX, Ph. MARY, S. SMEETS (Ecole des sciences crim., Centre de sociologie du droit et de la justice), ULB Dossier nr 35 : KMO’s en het scheppen van werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest J. DEGADT, KUB (Katholieke Universiteit Brussel)
49 blz.
61 blz.
Publicatie 1998 Dossier nr 36 : Werkloosheidsgraden en ondertewerkstellingsgraad in het Brussels H. Gewest 43 blz. M. DE VILLERS (Dienst Studies en Regionale Statistiek - Ministerie Brussels Hoofdstedelijk Gewest) Publicatie 2000 Dossier nr 37 : Atlas van de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het einde van de 20ste eeuw S. ROUSSEAU (Dienst Studiën en Regionale Statistiek - Ministerie Brussels H. Gewest)
163 blz.
Publicatie 2002 Dossier nr 38 : De recente demografie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest A.HENAU (Directie Studies en Statistiek - Ministerie Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
64 blz.
Publicatie 2003 Dossier nr 39 : De private huurmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Analyse van de gevraagde huurprijzen E.DENY (Directie Studies en Statistiek - Ministerie Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
56 blz.
Publicatie 2004 Dossier nr 40 : Doelstelling 2 in het Brussels Hoofdstedelijk gewest – De Europese structuurfondsen in het teken van de stad. E.DENY & S.ROUSSEAU (Directie Studies en Statistiek - Ministerie Brussels H. Gewest)
66 blz.
Publicatie 2005
253
BIJLAGEN XIVV
Dossier nr 41 (te verschijnen) : Recente evoluties van structuren en flexibiliteit in de tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk gewest – Diagnose over het onbestendigen van de tewerkstelling. 60 blz. + bijlagen H.DEVILLÉ. (Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse Ministerie Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
U I T G A V E 2005 - Tabellen
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse
STATISTISCHE INDICATOREN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
U
I
T
TA B E L L E N G
A
V
E
2
0
0
IR IS 5 U I T G AV E N