Stagehandleiding
Geschiedenis
Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen www.fhk.eur.nl/stage/
[email protected] versie: voorjaar 2010
Voorwoord Deze stagehandleiding is bedoeld voor studenten Geschiedenis die hun stage gaan voorbereiden of nu stage lopen. Studenten die op zoek gaan naar een geschikte stageplaats moeten beginnen deze stagehandleiding grondig te lezen. In de handleiding wordt ingegaan op alle aspecten van een stage: van de voorbereiding voor je stage tot en met de afronding van je stage door middel van je stageverslag en een eindgesprek. Bovendien kun je in deze handleiding veel extra informatie vinden, zoals internetadressen en de ‘open sollicitatieprocedure’, waarmee je doelgericht op zoek kunt gaan naar een stageplaats die aansluit bij je interessegebied. Maak in elk geval even een afspraak met de stagecoördinator, dr. Dick van Lente, wanneer je deze stagehandleiding helemaal hebt doorgelezen. Hij begeleidt je bij het zoeken naar een stageplaats en zorgt voor verdere begeleiding door een stagedocent (een van de docenten van de FHKW). De student-assistent van het stagecoördinaat, Louise Kranenburg, helpt je bij het opstellen van je sollicitatiebrief en CV. Als je vragen hebt of tegen problemen oploopt, kun je altijd contact opnemen met de stagecoördinator.
Een uitgave van: Stagecoördinaat Geschiedenis Dr. Dick van Lente Louise Kranenburg (student-assistent) Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam Postbus 1738 3000 DR Rotterdam
[email protected] Rotterdam, mei 2010
2
3
Inhoudsopgave 1
Het stageproject en de studieplanning
6
2
Waarom een stage?
8
3
Voorbeelden van organisaties waar stage is gelopen
9
Stappenplan voor een soepele stage
12
4
Stagevoorbereiding 4.1 Eisen aan een stageplaats 4.2 Het zoeken naar een stageplaats 4.3 Het goedkeuren van een stage middels stageplan en stageovereenkomst
14 14 15 16
5
Begeleiding tijdens de stage
19
6
Afronding van de stage
21
7
Een stage in het buitenland
23
8
Adressen
24
Bijlagen I
Sollicitatiebrief
26
II
Curriculum Vitae
32
III
Open Sollicitatie
36
IV
Sollicitatiegesprek
42
V
Stageplan
46
VI
Stageovereenkomst
50
VII
Tussentijds beoordelingsformulier
54
VIII
Eindbeoordelingsformulier
58
IX
Stageverslag
62
4
5
1. Het stageproject en de studieplanning In het studiejaar 2009-2010 neemt de stage binnen de studie Geschiedenis een belangrijke plek in. De meeste derdejaars Geschiedenisstudenten zullen in dit jaar een stage gaan lopen: het volgen van een stage is in principe voor alle studenten verplicht. In hoofdstuk 2 wordt uitgelegd waarom een stage zo belangrijk wordt geacht en welke voordelen het voor jou kan hebben. Het is dan wel belangrijk dat de stage goed aansluit bij jouw interesses, ambities, ervaringen en talenten en dat de stageplaats aan bepaalde eisen voldoet (zie hoofdstuk 4). De stage heeft een omvang van 15 ECTS, ofwel 420 uur, en past binnen het bachelorprogramma van Geschiedenis. De stage vindt in principe plaats in blok 4, maar in overleg kan hier eventueel van worden afgeweken. Je kunt namelijk zowel fulltime als parttime stage lopen. Fulltime is ongeveer 10,5 weken van 40 werkuren (5 dagen) per week. Parttime is bijvoorbeeld ongeveer 13 weken van elk 32 werkuren (4 dagen) of 17,5 weken van elk 24 werkuren (3 dagen) per week. Definitieve afspraken over de duur van je stage en het aantal uren dat je per week zult gaan werken worden in overleg met de stagebiedende organisatie gemaakt. Natuurlijk moet je hierbij rekening houden met je studieplanning. Parttime stagelopen wordt door ons van harte aanbevolen. Je behoudt daarbij het contact met de universiteit en de omschakeling naar een ander werkritme is veel minder lastig dan bij een fulltime stage. Bovendien ben je bij een parttime stage gedurende een langere periode bij een bedrijf of organisatie, waardoor je het bedrijf beter leert kennen, en je je uiteindelijk meer op je plek voelt. Het is zinvol zowel je stage als de vakken die je gaat volgen ver van tevoren en in goed overleg met de stagecoördinator en eventueel de studieadviseur te kiezen. Omdat voor sommige stages bepaalde vakken zeer relevant kunnen zijn en die vakken maar in beperkte perioden worden aangeboden, is een goede planning vereist. Ook kan het zijn dat voor enkele stages een langere of specifieke stageperiode vereist wordt. Bovendien moet je misschien een paar maal solliciteren voordat je een geschikte plaats hebt gevonden, en daar kan veel tijd mee heengaan. Het Onderwijs- en Examenreglement biedt de mogelijkheid om vrijstelling te krijgen van de stage, op bepaalde voorwaarden (zie Onderwijs- en examenreglement, artikel 18): - Je hebt een loopbaan op het oog waarvoor het veel nuttiger is bepaalde vakken (minstens 15 ects) te volgen dan een stage te lopen. - Je volgt een educatieve minor (zie hierna). - Je volgt een door de faculteit goedgekeurd studieprogramma aan een buitenlandse universiteit. - Je hebt eerder een voor je latere loopbaan relevante werkervaring opgedaan danwel stage gelopen. Als je voor vrijstelling in aanmerking wilt komen, moet je een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie. In dat verzoek moet je aangeven waarom je, met het oog op je verdere loopbaan, wilt kiezen voor een alternatief voor de stage. Je moet ook aangeven wat dat alternatief inhoudt en of dat ook mogelijk is gezien het rooster en je andere verplichtingen. Raadpleeg eventueel de studieadviseur. Sommige studenten hebben tijd over nadat ze al hun studiepunten in de Bachelor behaald hebben, en willen de rest van het jaar graag gebruiken voor een stage. Dat 6
kan en we zorgen ook voor begeleiding. Ook wordt in dat geval de stage vermeld op je Bachelor-bul. Een tweede stage wordt door de faculteit niet ondersteund, wat je er natuurlijk niet van hoeft te weerhouden om er een te lopen. Vanaf september 2010 biedt de FHKW in samenwerking met de Hogeschool Rotterdam een educatieve minor aan. Dat is een korte opleiding, die een onderwijsstage omvat en die een tweedegraads lesbevoegdheid oplevert. De organisatie daarvan is niet in handen van dit stagecoördinaat. Als je geïnteresseerd bent, kun je je wenden tot prof. Dr. C.A.M. van Boxtel:,
[email protected]
7
2. Waarom een stage? Het volgen van een stage is in het studiejaar 2009-2010 in principe voor alle studenten verplicht, omdat de faculteit het belangrijk vindt dat je je in het laatste jaar van de Bachelorstudie oriënteert op je latere beroepsmogelijkheden. Je kunt er dan voor kiezen, na de Bachelor de arbeidsmarkt op te gaan; je kunt ook een gerichter keuze maken voor een bepaalde Masteropleiding. Bovendien biedt een stage je de kans om de de kennis en (academische) vaardigheden die je tijdens je studie hebt verworven, toe te passen in de praktijk. Je vergaart er ook nieuwe kennis door en leert nieuwe vaardigheden aan. Je zult merken dat bij sommige werkzaamheden de afstand tussen je studie en de beroepspraktijk groot is; bij andere sluit het een beter aan op het ander. Daarom raden we je aan om een stage te zoeken die goed aansluit op het door jou gekozen themagebied. De stage biedt je de gelegenheid om praktijkervaring op te doen, om een instelling te leren kennen en om je eigen geschiktheid voor een bepaalde functie te toetsen. Je kunt alvast een mogelijke werkplek verkennen: wil je na je afstuderen dit soort werk doen, of juist niet? Tijdens je stage leer je nieuwe mensen kennen, en leg je de basis voor een netwerk waar je na afloop van je studie wellicht nog veel aan zult hebben. Je stage kan bijvoorbeeld aanleiding vormen voor de betreffende instelling om je een baan aan te bieden.
8
3. Voorbeelden van stages Onderstaand een aantal voorbeelden van organisaties waar stage gelopen kan worden (en in het jaar 2009-2010 en 2010-2011 ook veelal stage gelopen is), uitgesplitst per themagebied en per soort organisaties. Voor meer mogelijkheden: neem contact op met de stagecoördinator en kijk op de vacaturewebsite (www.fhk.eur.nl/stage)
3.1 Per themagebied Mogelijke stages aansluitend bij het themagebied Multiculturele Wereld: Novib Ministerie van Buitenlandse Zaken Het Prins Claus fonds het International Institute for Asian Studies (IIAS) Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, Amsterdam Wereldmuseum, Rotterdam Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging Turkije Instituut, Den Haag Mogelijke stages aansluitend bij het themagebied Internationale Betrekkingen: Ministerie van Buitenlandse Zaken Amnesty International Europese Beweging Nederland, Den Haag Vluchtelingenwerk Natuur en Milieu Greenpeace Buitenlandspecialisten van politieke partijen Afdeling Internationale Betrekkingen van grote gemeenten Roosevelt Study Centre, Middelburg COT Instituut voor Crisis- en Veiligheidsmanagement Ambassades Mogelijke stages aansluitend bij het themagebied Media en Communicatie: Evangelische Omroep, Hilversum Stichting Beeld en Geluid, Hilversum Historisch Niewsblad, Diemen Endemol, Hilversum RTV Rijnmond, Rotterdam Persbureau ANP, Rijswijk Politie Zuid-Holland RVU, Radio 5. Diverse dagbladen Ahoy en andere organisaties: gedenkboeken, tentoonstellingen, etc. De meeste mediastages in Hilversum en omstreken gaan via de website www.mediastages.nl . Als je een mediastage ambieert, is het ten sterkste aan te raden je op deze website te abonneren. De meeste mediabedrijven doen alleen stageverzoeken via dit bedrijf, en accepteren geen verzoeken hierbuiten.
9
3.2 Per soort organisatie Scholen voor Voortgezet Onderwijs Melanchton College, Schiebroek Teylingen College, locatie Leeuwenhorst Stedelijk Dalton Lyceum Dordrecht Scholengemeenschap Nieuw-Zuid, Rotterdam St.-Antoniuscollege John Mottstraat De meeste studenten vinden een stageplaats op hun eigen oude middelbare school. N.B. vanaf dit jaar wordt ook een educatieve minor aangeboden. Zie de website van de faculteit. Historische instellingen Gemeentearchief Rotterdam Gemeentearchief Roosendaal Gemeentearchief Schiedam Gemeentearchief Dordrecht Gemeentearchief Den Haag Erfgoed Delft, archief Zie voor een overzicht van archieven www.archief.startpagina.nl Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, Amsterdam Nationaal archief, Den Haag Centrale Bibliotheek Rotterdam, Erasmuscollectie Erfgoedcentrum DiEP, Dordrecht Stichting Historisch Charlois, Rotterdam Musea Oorlogs- en verzetsmuseum, Rotterdam Wereldmuseum, Rotterdam Historisch Museum, Rotterdam Mariniersmuseum, Rotterdam Nederlands Fotomuseum, Rotterdam Huis Doorn Zie voor een overzicht van historische musea http://www.museumserver.nl/nederland/ Uitgeverijen Adriaan Heinen Uitgeverijen, Den Bosch Overheid en politiek Kenniscentrum D66, Den Haag PvdA fractie Tweede Kamer, Den Haag SP Tweede Kamerfractie, Den Haag Nederlandse ambassade, Madrid Kieskompas Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving, Gemeente Rotterdam D66 Gemeenteraadsfractie Rotterdam Pact op Zuid, Rotterdam NGO’s Zie voor meer NGO’s de niet-complete lijst van NGO’s in Nederland en andere landen op http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_niet-gouvernementele_organisaties .
10
11
Stappenplan voor een stage 1. Intakegesprek. Aan het begin van het nieuwe studiejaar ontvangen alle studenten die aan de BA3 beginnen een uitnodiging voor een intakegesprek met de stagecoördinator, Dick van Lente. Inschrijving voor dat gesprek vindt plaats met behulp van een elektronische agenda op SIN online (let op dat je ingeschreven staat op het channel ‘FHK 2e & 3e jaars Studenten Geschiedenis’!). Ter voorbereiding op het gesprek neem je de stagehandleiding door. Je kunt die afhalen bij het Bureau Onderwijs, of downloaden van de website van de faculteit. Naar het gesprek neem je een curriculum vitae mee, opgesteld volgens de regels die in de handleiding zijn aangegeven (zie bijlage II). Je neemt ook een lijstje mee met instellingen waar je eventueel stage zou willen lopen. Als je wilt kiezen voor een alternatief voor de stage, dan neem je een voorstel daartoe mee. Tijdens het gesprek nemen we je plannen door en zetten we een traject uit voor het vinden van een stageplaats.
2. Het zoekproces Het zoeken naar een geschikte stageplaats kan veel tijd in beslag nemen. Wanneer het aanbod op de FHKW-stagevacaturewebsite, het aanbod op andere websites zoals besproken in hoofdstuk 8, of de voorbeelden in hoofdstuk 3 niets interessants voor je opleveren, zul je verder moeten zoeken. Veel instellingen zetten stagevacatures wel op hun eigen site, maar verspreiden deze verder niet. Om gericht te kunnen zoeken, zul je moeten bedenken in welk werkveld je stage wilt lopen. Vervolgens zul je uit moeten zoeken welke organisaties daar bij horen. Via hun sites kun je zien of er stages beschikbaar zijn. Ook kun je ervoor kiezen een open sollicitatie te starten (zie bijlage III). Soms duurt het een lange tijd, voordat je vindt wat je zoekt. Start het zoekproces daarom minstens een half jaar tot een jaar van tevoren, en reserveer nog meer tijd wanneer je naar het buitenland wilt. Je kunt vrijwel altijd lang van te voren solliciteren, zeker bij instellingen die structureel met stagiairs werken.
3. Sollicitatieproces Als je een stageplaats op het oog hebt begint het sollicitatieproces. Laat je sollicitatiebrief en je CV controleren door Louise Kranenburg, de student-assistent van het stagecoördinaat (via
[email protected]) om de laatste fouten eruit te halen. Een sterke brief is een voorwaarde om voor een gesprek uitgenodigd te worden. Voor elke sollicitatie moet je je CV aanpassen: relevante vakken, ervaring en vaardigheden wisselen per sollicitatie. Zie ook bijlagen I t/m IV voor tips bij het opstellen van je sollicitatiebrief en je CV, de aanpak van een open sollicitatie en het voorbereiden van een sollicitatiegesprek.
4. Eisen aan de stageplaats De organisatie waarbij je stage gaat lopen moet voldoen aan een aantal eisen: - het moet een professionele organisatie zijn; - je werkzaamheden moeten op het terrein van je studie liggen en bij voorkeur op het terrein van je themagebied; - er moet deskundige begeleiding aanwezig zijn, in de persoon van een praktijkbegeleider. - je moet een eigen werkplek hebben binnen de organisatie.
12
5. Eisen aan de stageopdracht Ook de stageopdracht moet aan een aantal eisen voldoen: - de stageopdracht moet voor aanvang van de stage helder en concreet zijn; - de werkzaamheden die je uitvoert moeten op WO-niveau zijn; - je moet zelfstandig je eigen taken kunnen uitvoeren; - de omvang van je stage als geheel is minimaal 420 uur, inclusief het solliciteren, begeleidingsgesprekken en het maken van je stageverslag.
6. Stageplan In het stageplan leg je formeel vast wat je gaat doen, wat je wilt leren en wat je motivatie is. Stel je stageplan op volgens de richtlijnen in hoofdstuk 4.3 en in bijlage V van de stagehandleiding. Leg het plan ook voor aan de jou toegewezen stagedocent.
7. Stageovereenkomst In je stageovereenkomst leg je de formele en juridische aspecten van je stage vast. Zie ook bijlage VI van de stagehandleiding.
8. Stage laten goedkeuren en ondertekenen Nadat je concept-stageplan is goedgekeurd door de stagecoördinator en gelezen door de stagedocent, moet het in drievoud worden ondertekend: door de praktijkbegeleider, de stagecoördinator en door jou zelf. Dat geldt ook voor de stageovereenkomst. Beide stukken moeten ondertekend zijn voor de aanvang van de stage. Zorg voor drie exemplaren, zodat elk van deze partijen een eigen exemplaar in bezit heeft. De stagecoördinator draagt dan de begeleiding over aan de stagedocent.
9. Stagelopen Tijdens het stagelopen voer je natuurlijk de werkzaamheden uit die in je stageplan zijn vastgelegd. Daarnaast werk je ook alvast aan het stageverslag. Over de voortgang van de stage heb je regelmatig overleg met de praktijkbegeleider. Halverwege je stage moet je een tussentijdse evaluatie houden met je praktijkbegeleider. Laat het tussentijds beoordelingsformulier (bijlage VII) door je praktijkbegeleider invullen en stuur een kopie aan de stagedocent en aan de stagecoördinator. Bij eventuele problemen kun je altijd terecht bij je stagedocent.
10. Eindevaluatie met praktijkbegeleider In de slotfase van je stage of direct na afloop dien je een eindevaluatiegesprek te houden met je praktijkbegeleider. Laat hiervoor het eindbeoordelingsformulier (bijlage VIII) door je praktijkbegeleider invullen. Je praktijkbegeleider dient het stageverslag dat je hebt geschreven inhoudelijk goed te keuren, voordat je het inlevert bij de stagedocent.
11. Inleveren stageverslag bij de stagedocent Je dient het stageverslag (zie ook bijlage IX), dat al is goedgekeurd door de praktijkbegeleider, tenminste één week voor je eindgesprek met de stagedocent in te leveren.
12. Eindgesprek met de stagedocent Tijdens dit gesprek evalueer je de stage met de stagedocent aan de hand van je stageverslag en het door de praktijkbegeleider ingevulde eindbeoordelingsformulier (bijlage VIII). De stagedocent vult het tentamenbriefje in stuurt dit naar BOS. Verder stuurt de stagedocent het stageverslag en het beooordelingsformulier ter archivering aan de stagecoördinator. 13
4. Stagevoorbereiding 4.1 Eisen aan een stageplaats Een stageplaats moet aan een aantal algemene voorwaarden voldoen om goedgekeurd te kunnen worden. Deze voorwaarden zijn gesteld om een stage op academisch niveau te waarborgen. •
Eisen aan de stagebiedende organisatie:
De organisatie waar je stage loopt moet een professionele organisatie zijn. Je moet de gelegenheid krijgen om de organisatie te leren kennen en je moet weten wat jouw rol zal zijn binnen de organisatie. Tijdens de gehele stageperiode moet er deskundige begeleiding aanwezig zijn, in de persoon van een praktijkbegeleider, bij wie je terecht kunt met eventuele vragen en bij problemen. Tevens moet er een werkplek tot je beschikking komen te staan bij de organisatie. •
Eisen aan de stageopdracht:
Het niveau van de werkzaamheden moet aansluiten bij je studie. Dit betekent dat je werkzaamheden van academisch denk- en werkniveau moeten zijn. Je moet duidelijk omschreven taken verrichten, en daarin een geheel eigen inbreng hebben. Deze taken dien je grotendeels zelfstandig te verrichten. Bij een stage bij een mediabedrijf is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat je de persberichten die je begeleider aanlevert alleen maar uitwerkt en verstuurt. Het is de bedoeling dat je zelf nadenkt waarom er al dan niet een persbericht moet komen, wat de inhoud daarvan moet zijn en naar wie het verstuurd dient te worden.
14
4.2 Het zoeken naar een stageplaats •
Vooraf:
Het zoeken naar een geschikte stageplaats kost tijd: zowel het bedenken wat je wilt doen als het daaropvolgende zoeken naar een stageplaats. Houd dus van tevoren rekening met een periode van ongeveer drie tot zes maanden die je nodig hebt om een stageplaats te vinden in Nederland. Voor het vinden van een stageplaats in het buitenland heb je gemiddeld zes tot twaalf maanden nodig. Begin dus tijdig na te denken over een stage. Een goede voorbereiding is essentieel voor het welslagen van een stage. Je moet weten wat je wilt, zodat je gericht kunt zoeken naar een geschikte stageplaats. De meeste stageplaatsen zijn niet onwrikbaar: je geeft als student in overleg met de stagebiedende organisatie en het stagecoördinaat richting aan je stage. Bedenk dat je maar één keer stage kunt lopen tijdens je studie, en dat een stage veel kan betekenen voor je toekomst. •
Het zoeken:
De stagevacatures die bij de faculteit binnen komen worden vrijwel direct op internet gepubliceerd: http://www.fhk.eur.nl/stage. Deze vacatures sluiten echter wellicht niet aan op jouw wensen. Dan is het belangrijk zelf op zoek te gaan. De stagecoördinator kan je hierbij helpen, maar het is in eerste instantie van belang dat je zelf goed gaat zoeken. In hoofdstuk 8 worden enkele websites aangegeven die hierbij kunnen helpen. Ook kun je inspiratie opdoen in hoofdstuk 3. Een ieder die stage gaat lopen, dient hiervoor een afspraak te maken met dr. Dick van Lente. Een oproep hiervoor krijg je begin september via SIN-online. Let op dat je ingeschreven staat op het Channel ‘FHK 2e & 3e jaars Studenten Geschiedenis’! Het is je eigen verantwoordelijkheid deze afspraak te maken. In het daaropvolgende intake-gesprek worden je wensen en ambities duidelijk. Neem voor dit gesprek altijd je CV mee, opgesteld volgens de Geschiedenisrichtlijnen (zie bijlage II) en neem enkele vacatures of informatie mee van organisaties die jouw interesse hebben. Kun je geen geschikte stage vinden tussen de stagevacatures en heb je zelf geen concreet stagevoorstel, oriënteer je dan op organisaties in het werkveld waarin je geïnteresseerd bent. Raapleeg de betreffende websites en neem eventueel telefonisch contact op. In bijlage III van deze stagehandleiding worden tips gegeven voor een zogenaamde ‘open sollicitatie’. Als je nog steeds problemen hebt een geschikte plaats te vinden, maak dan opnieuw een afspraak met de stagecoördinator. Eigen initiatief wordt vaak gewaardeerd door organisaties, dus schroom niet! Zelf contacten leggen kun je op de volgende manieren aanpakken: -
-
Vraag aan medestudenten, docenten, vrienden, familie of bijvoorbeeld collega’s van een bijbaan of zij een suggestie hebben. Misschien kan één van hen je op een idee brengen of in contact brengen met een organisatie waar je stage wilt lopen; Neem contact op met bemiddelingsorganisaties of stagevacaturebanken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Integrand, de wetenschapswinkel of de media-academie. Veel van deze bedrijven zijn goed via internet te bereiken; Lees vakbladen, weekbladen en dagbladen en kijk op internet. Doe mee aan de Arbeidsmarktorientatie (AMO), die door de faculteitsvereniging Histartes wordt georganiseerd. 15
In bijlage III is uitgebreide informatie te vinden over de wijze waarop je een open sollicitatie het best kunt aanpakken. •
Het solliciteren:
De sollicitatieprocedure is een belangrijke stap in het stageproject. De stagebiedende organisatie wil graag van je horen wat je motivatie is, wat je precies verwacht van de stageplaats, je taken en de begeleiding, en wat je zelf te bieden hebt. Om een goede indruk achter te laten, en zo de kans om te worden aangenomen te vergroten, moet je deze stap goed voorbereiden. De stagecoördinator helpt je op weg en begeleidt je hierbij, en het is raadzaam je CV en sollicitatiebrief na te laten kijken door de studentassistent. Zorg ervoor dat je goed geïnformeerd bent over de organisatie. Lees de beschikbare informatie op internet, in brochures, in het jaarverslag of in het verslag van een eerdere stage goed door en praat zo mogelijk met mensen die de organisatie kennen. Wees er zeker van dat je je motivatie, je leerdoelen en de relatie tussen je studie en de werkzaamheden tijdens je stage goed onder woorden kunt brengen. Besef dat een bedrijf of instelling verschillende redenen kan hebben om een stagiair aan te nemen. Behalve de arbeidskracht die een stagiair levert, kan een bedrijf of instelling stagiair(e)s aannemen om potentiële werknemers te screenen. De indruk die je achterlaat is dus van groot belang. Na de voorbereiding kun je de organisatie telefonisch of schriftelijk benaderen. Wanneer er geen stagevacature is, is het gebruikelijk om eerst telefonisch te informeren of er stageplaatsen beschikbaar zijn en zo ja, wie je daarvoor moet benaderen. Soms is het ook mogelijk een open sollicitatie te versturen (zie bijlage III). Bij een positief antwoord stuur je een sollicitatiebrief en een curriculum vitae op. Voor een goed voorbeeld van een sollicitatiebrief en curriculum vitae, zie bijlage I en II van deze handleiding. In de brief geef je duidelijk en concreet aan welke studie je volgt, waarom je bij die organisatie stage wilt lopen en wat je tijdens je stage wilt leren. In het curriculum vitae dien je je persoonlijke gegevens, opleiding, (werk)ervaring en eventuele bijzonderheden te vermelden. Doel van je brief en curriculum vitae is het verkrijgen van een kennismakingsgesprek, om je sollicitatie mondeling nader toe te lichten. Bereid het kennismakingsgesprek eveneens goed voor. Bedenk dat er meerdere kandidaten kunnen zijn voor een stageplaats. In het gesprek zullen onder andere je motivatie, je verwachtingen, je studie en je (werk)ervaring aan de orde komen. Je zult uitleg krijgen over de organisatie en over de mogelijke stageopdracht(en) en natuurlijk kun je zelf ook vragen stellen tijdens het gesprek. Mede op basis van het sollicitatiegesprek beslist de stagebiedende organisatie of zij jou een stageplaats aanbiedt. •
Stagevergoeding en verzekering:
Wanneer je een goede stageplaats gevonden hebt, komt meestal ook de stagevergoeding ter sprake. Als je gesprekspartner bij het bedrijf of de instelling er niet over begint, kun je hier gerust zelf naar informeren. Een stagevergoeding is een blijk van waardering voor je inzet en helpt de kosten die aan je stage verbonden zijn te dekken. Besef wel dat een stagevergoeding niet hetzelfde is als een salaris, maar probeer wel een zekere vergoeding af te dwingen (tenminste kostendekkend). Een landelijke regeling voor de stagevergoeding voor het Wetenschappelijk Onderwijs bestaat niet. De Rijksoverheid hanteert een norm van ongeveer € 250,netto per maand bij een fulltime werkweek. Organisaties in de non-profit sector zijn 16
soms niet in staat een stagevergoeding te geven, omdat zij met een zeer beperkt budget moeten werken. Sommige non-profit organisaties vergoeden echter wel bepaalde kosten, zoals reiskosten of OV-vergoeding à ongeveer € 50,- per maand. Zoals in de stageovereenkomst (bijlage VI) staat, moet je ervoor zorgen dat je zelf WA verzekerd bent. Controleer altijd of je WA verzekerd bent. Wanneer je niet WA verzekerd bent, ben je verplicht voor aanvang van je stage een verzekering af te sluiten. Een WA-verzekering is er om het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid te dekken. Als je op je stageplaats bijvoorbeeld per ongeluk een computer, een raam of een camera kapot maakt, kan de verzekering de schade dekken. Vraag ook altijd of het bedrijf of de instelling waar je stage gaat lopen een Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering heeft, en of stagiair(e)s daarin meeverzekerd zijn.
17
4.3 Het goedkeuren van een stage middels stageplan en stageovereenkomst Wanneer je een stageplaats gevonden hebt, dient deze voor aanvang van de stage goedgekeurd te worden door de stagecoördinator middels een handtekening op het stageplan (bijlage V) en op de stageovereenkomst (bijlage VI). Hiertoe onderneem je de volgende stappen: •
Je benadert de stagecoördinator.
•
De stagecoördinator wijst je een stagedocent toe.
•
Je stelt een concept-stageplan op volgens het model in de bijlage bij deze handleiding. In het stageplan worden de werkzaamheden die je tijdens je stage verricht nader toegelicht. Het gaat daarbij vooral om een duidelijke en concrete omschrijving van de stageopdracht, je leerdoelen, de begeleiding en je motivatie. Let op: het stageplan maakt onlosmakelijk deel uit van de stageovereenkomst. Bij de omschrijving van de stageopdracht dien je woorden als ‘ondersteunen’ en ‘assisteren’ zoveel mogelijk te vermijden, omdat die vaak duiden op werk van onvoldoende niveau. In je planning dien je ook de inleverdatum van je stageverslag te vermelden.
•
Je bespreekt het concept-stageplan met de stagecoordinator , met je begeleider bij de stagebiedende organisatie, de praktijkbegeleider en eventueel met de stagedocent. Eventueel commentaar verwerk je in het definitieve stageplan.
•
Na goedkeuring van het stageplan door de stagecoördinator en je praktijkbegeleider stel je een definitief stageplan op. Het definitieve stageplan onderteken je zelf en laat je ter goedkeuring ondertekenen door de stagecoördinator en je praktijkbegeleider. Zorg voor drie exemplaren: één voor elke partij. Zonder een in drievoud ondertekend stageplan is je stage officieel nog niet begonnen, begin hier dus op tijd mee.
•
De financiële en juridische aspecten van je stage regel je in de stageovereenkomst. Vraag aan je praktijkbegeleider of de stagebiedende organisatie een eigen stageovereenkomst heeft. Als dat niet het geval is, gebruik je de stageovereenkomst van de faculteit. Een voorbeeld hiervan staat in bijlage VI en op onze stagewebsite. Zorg ook hierbij voor drie exemplaren!
18
5. Begeleiding tijdens de stage De stage is een onderdeel van je studie waarbij het leeraspect voorop staat. De begeleiding tijdens je stage moet daarom goed geregeld zijn. Bij elke stage zijn er twee begeleiders: één namens de stagebiedende organisatie, namelijk de praktijkbegeleider, en één namens de faculteit, namelijk de stagedocent (een docent van de opleiding Geschiedenis). •
De praktijkbegeleider:
Voor de dagelijkse gang van zaken tijdens de stage heb je vooral te maken met de praktijkbegeleider. Deze introduceert je binnen de organisatie, zorgt voor de benodigde faciliteiten en begeleidt je inhoudelijk bij de werkzaamheden. Aan de hand van het stageplan overleg je regelmatig met je praktijkbegeleider over de voortgang van je stage. Dit overleg kan variëren van één keer per dag tot één keer per week of per twee weken. Uit de praktijk is gebleken dat het belangrijk is dat je goed wordt ingewerkt in de eerste weken van je stage en dat het – zeker in die eerste weken – verstandig is een vast moment af te spreken voor het overleg, tenminste één keer per week. Ongeveer halverwege de stage dien je een tussentijds evaluatiegesprek te houden met je praktijkbegeleider, volgens de opzet van het tussentijds beoordelingsformulier dat de praktijkbegeleider moet invullen (zie bijlage VII). Deze evaluatie is een goede aanleiding om de stagedocent uit te nodigen voor een stagebezoek. Hier is niet altijd tijd en ruimte voor, maar in de meeste gevallen zal de stagedocent proberen een bezoek te brengen. Voor aanvang van de stage maak je afspraken met je praktijkbegeleider over de frequentie van de begeleiding. De gemaakte afspraken leg je vast in het stageplan. Aan het eind van je stage rond je binnen twee weken je stageverslag af. Dit verslag geef je ter inzage aan zowel de praktijkbegeleider als de stagedocent. Samen met het eindbeoordelingsformulier (bijlage VIII) dat de praktijkbegeleider aan het einde van je stage invult, vormt het stageverslag de basis voor de eindbeoordeling door de stagedocent Zie voor meer informatie hierover ook hoofdstuk 6. •
De stagecoördinator:
De stagecoördinator, dr. Dick van Lente, is je eerste aanspreekpunt wanneer je op zoek gaat naar een stage. Hij begeleidt je bij het vinden van een stage en het opstellen van een stageplan en blijft daarna op de achtergrond beschikbaar. De begeleiding van de stagecoördinator bestaat in ieder geval uit: • Het helpen opstarten van je zoekproces • Het bespreken van het stageplan voorafgaand aan de stage • Het goedkeuren van het stageplan • Het aanwijzen van een stagedocent die je tijdens de uitvoering van je stage begeleidt • Het oplossen van problemen die niet kunnen worden opgelost door de praktijkbegeleider en de stagedocent.
19
•
De stagedocent:
De stagedocent houdt de vorderingen tijdens je stage bij. De begeleiding van de stagedocent bestaat in ieder geval uit: • Eventueel commentaar geven op het concept-stageplan (de stagecoördinator moet het plan echter goedkeuren) • Het opnemen van contact met de praktijkbegeleider voor eventueel overleg over de voortgang van de stage en het functioneren van de student. Dit contact zal meestal telefonisch of via e-mail plaatsvinden. Indien mogelijk zal de stagedocent de werkplek bezoeken. Een goed moment hiervoor is vlak na de tussentijdse evaluatie met je praktijkbegeleider; • Individueel contact onderhouden met de student over de voortgang van de stage. De student neemt zelf het initiatief voor dit contact, door tenminste eenmaal per maand een e-mail te sturen naar de stagedocent met daarin een korte evaluatie van de afgelopen periode. Indien nodig of gewenst kun je ook een afspraak maken met de stagedocent voor een voortgangsgesprek. • Het bemiddelen bij eventuele problemen tussen de stagebiedende organisatie en de stagiair(e); • Het bespreken en beoordelen van het stageverslag; • Het houden van een eindgesprek met de stagiair(e) en eventueel de praktijkbegeleider waarin de stage in zijn geheel geëvalueerd wordt. De stagedocent voert dit gesprek op basis van het door de praktijkbegeleider goedgekeurde stageverslag en de schriftelijke beoordeling van de praktijkbegeleider. •
Het bijhouden van een logboek:
Het is aan te raden om tijdens je stage een logboek bij te houden. Schrijf daarin bijvoorbeeld over je werkzaamheden en de voortgang van je stage; de bereikte of (nog) niet bereikte leerdoelen; verwachtingen die je hebt of had en die al dan niet zijn uitgekomen; opmerkingen over je functioneren of over je begeleiding en bovenal je persoonlijke ervaringen met bepaalde aspecten van je stage. Een logboek vormt een goede voorbereiding op de voortgangsgesprekken met de praktijkbegeleider en de stagecoördinator en is een bron van informatie bij het schrijven van het stageverslag. Daarnaast is het gewoon leuk om terug te lezen hoe je in het begin tegen bepaalde dingen aankeek die je later heel anders bent gaan bekijken.
20
6. Afronding van de stage Het stageverslag vormt samen met de beoordeling van de praktijkbegeleider en het eindgesprek met de stagedocent de afronding van je stage. Na een succesvolle afronding van de stage krijg je een tentamenbriefje van de stagedocent voor de toekenning van de studiepunten. Voor stages geldt alleen de kwalificatie ‘voldaan’; er wordt geen cijfer gegeven. •
Stageverslag:
Tijdens je stage begin je al met het schrijven van je stageverslag. Daarin beschrijf je je werkzaamheden en ervaringen en evalueer je je eigen leerproces. Gebruik je stageplan als leidraad. Uiterlijk twee weken na het einde van de stage lever je een concept-stageverslag in bij de stagedocent en bij de praktijkbegeleider. Beide kunnen aanvullingen op of opmerkingen over het concept-stageverslag hebben. Dit commentaar verwerk je in de definitieve versie van je stageverslag. Het definitieve stageverslag ziet er uiteraard verzorgd uit en is taalkundig correct. Je levert een exemplaar van het definitieve stageverslag in bij je praktijkbegeleider en bij de stagedocent. Met je stageverslag leg je verantwoording af aan de faculteit en aan de stagebiedende organisatie. Het verslag moet de stagedocent voldoende inzicht bieden in het verloop van de stage, in het realiseren van de stageopdracht en de leerdoelen en in jouw functioneren bij de stagebiedende organisatie. Het is de bedoeling dat je een kritisch verslag van je stageperiode schrijft, waarin je duidelijk de relatie tussen je studie en je stage naar voren laat komen. De omvang van het stageverslag bedraagt 10 tot 15 A4 (exclusief de bijlagen). Je stageverslag moet zijn opgebouwd volgens het voorbeeld dat als bijlage bij deze handleiding is opgenomen (bijlage IX). Alle genoemde onderdelen moeten in elk geval worden behandeld in je stageverslag. Je kunt natuurlijk altijd zelf nog onderdelen toevoegen. •
Beoordeling en eindgesprekken
Terwijl je werkt aan de definitieve versie van het stageverslag, maak je twee afspraken voor een eindgesprek: één met je praktijkbegeleider en één met de stagedocent. In de eindgesprekken wordt de stage geëvalueerd en beoordeeld op de volgende punten: kwaliteit van de uitgevoerde stageopdracht, je functioneren, bereikte leerdoelen, en het eventuele eindproduct. Deze punten komen ook aan de orde in de beoordelingsformulieren die de praktijkbegeleider tijdens je stage van je heeft gekregen (bijlage VII en VIII). Het stageverslag en het door de praktijkbegeleider ingevulde beoordelingsformulier vormen de basis voor het eindgesprek met de stagedocent. In bijzondere gevallen vindt er één gezamenlijk eindgesprek plaats, waarin de praktijkbegeleider en de stagedocent samen met de student de stage evalueren. •
Tentamenbriefje en evaluatie
Na het eindgesprek ontvang je, bij een voldoende beoordeling van zowel je praktijkbegeleider als de stagedocent, een tentamenbriefje. Het tentamenbriefje wordt met de beoordeling ‘voldaan’ ondertekend door de stagedocent en vertegenwoordigt 15 ECTS. Bij de ondertekening van het tentamenbriefje geeft de stagedocent je een evaluatieformulier voor de stage. Om de stages goed te kunnen 21
evalueren is er van iedere stagiair een evaluatie nodig. Wij verzoeken je dringend om de evaluatie in te vullen en in te leveren bij Bureau Onderwijs, kamer L3-33 op de derde verdieping van het L-gebouw.
22
7. Een stage in het buitenland Een stage in het buitenland kan aantrekkelijk zijn, want je kunt het opdoen van praktijkervaring combineren met het werken en wonen in een ander land met een andere cultuur. Bij een stage in het buitenland is het vrijwel zonder uitzondering van belang dat je de taal van het gastland in woord en geschrift goed beheerst en dat je je thuis voelt in de cultuur van het betreffende land. Wanneer je een stage in het buitenland overweegt, kijk dan bijvoorbeeld eens op www.wilweg.nl of op www.nuffic.nl. Een buitenlandstage vraagt een gedegen voorbereiding. Maak ongeveer een jaar voordat je stage wilt gaan lopen een afspraak met de stagecoördinator, zeker als je geen contacten in het betreffende land hebt. Stagevacatures in het buitenland zijn er zelden vanuit het stagecoördinaat. Het benaderen van organisaties voor een stageplaats moet je zelf doen in overleg met de stagecoördinator. Zodra je een stage in het buitenland gevonden hebt, zijn er vele praktische zaken die je moet regelen. De meest voorkomende zijn: een visum voor landen buiten de EU; huisvesting en eventueel verhuur van je woonruimte in Nederland; financiële zaken in orde maken; nagaan of je voldoende verzekerd bent en zonodig een aanvullende verzekering afsluiten. Je kunt via www.beursopener.nl bekijken of je in aanmerking komt voor een (studie)beurs. Wanneer je voldoet aan alle voorwaarden die door de faculteit worden gesteld, kun je ook via de universiteit aanspraak maken op een beurs van het Stimuleringsfonds Internationalisering (www.fhk.eur.nl/internationalisering/financien ). Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met de coördinator Internationalisering, mevrouw Doodkorte (
[email protected]/) Je doet er goed aan om in een vroeg stadium alvast eens goed te kijken naar de situatie in het land van je bestemming. Op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl) kun je zien of er een negatief reisadvies geldt voor dat land, of dat je rekening moet houden met bepaalde zaken. Het is altijd verstandig om je plannen met een aantal mensen om je heen (zoals je vrienden, je ouders) te bespreken voordat je knopen doorhakt. De goedkeuring, begeleiding en afronding van een stage in het buitenland verloopt in principe hetzelfde als die van een stage in Nederland. Het is van groot belang het stageplan zeer zorgvuldig op te stellen en van tevoren goed met de stagecoördinator door te spreken. Je moet ook goede afspraken maken over de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. Alhoewel afhankelijk van de beschikbare communicatiemiddelen is dat meestal per e-mail. Het stageplan en het stageverslag schrijf je meestal in het Engels of in een andere taal als daar een uitgesproken voorkeur naar uitgaat. Een stageovereenkomst en een beoordelingsformulier in het Engels zijn verkrijgbaar bij de stagecoördinator en de student-assistent, via
[email protected] .
23
8. Adressen Stagecoördinator Geschiedenis 2006/2007 Dr. Dick van Lente Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen L-gebouw, Kamer L4-69 Postbus 1738 3000 DR ROTTERDAM Telefoon: 010-4082509 Fax: 010-4089135 E-mail:
[email protected] en
[email protected] E-mail student-assistent, Louise Kranenburg:
[email protected], Kamer L2-015 Internet: www.fhk.eur.nl/ stage
• Bureau Onderwijs (BOS) Kamer L3-33 Telefoon: 010-4082482 Zie voor openingstijden het rooster • Studieadviseur Geschiedenis Mw. drs. E.J. Hazewinkel, kamer: L3-41, telefoonnummer: 010-4082512, e-mail:
[email protected] Telefonisch spreekuur: maandag 10.00-11.00 uur Inloopspreekuur: donderdag 13.00-14.00 uur, hierbuiten op afspraak. Een afspraak kun je maken via Bureau Onderwijs: 010-4082482. • Coördinator Internationalisering: Mw. Sabai Doodkorte MA, kamer: L3-43, telefoonnummer 010-508 28 74, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur: donderdag 13.00-14.00uur, hierbuiten op afspraak. Een afspraak kun je maken via Bureau Onderwijs: 010-4082482. Zie ook www.fhk.eur.nl/internationalisering/stage • Fondsen voor stage lopen en studeren in het buitenland: Te vinden op de website van de Erasmus Universiteit Rotterdam, www.eur.nl/studerenbuitenland/mogelijkheden/internship • Mediastages Dit bedrijf bemiddelt in alle stages in de mediasector in Hilversum en omstreken. Als je dus een stage ambieert in de mediasector, schrijf je dan in op: www.mediastages.nl
24
Internet Algemene Informatie: stage.pagina.nl de startpagina voor algemene informatie over stages. www.megajobs.nl verzamelpagina met (stage)vacatures. www.stagehulp.nl pagina met aanbod van stageplaatsen. www.integrand.nl overzicht van academische stages. www.stage-in-nederland.nl overzicht van stagebemiddelaars, stageorganisaties en meer. Buitenlandstages: www.nuffic.nl voor informatie over stages en studeren in het buitenland. www.wilweg.nl voor informatie over stages en studeren in het buitenland. www.fulbright.nl voor informatie over studie en stage in de VS. www.councilexchanges.org/jobsusa over werk en stage in de VS. www.aiesec.com voor informatie over werkervaringsplaatsen wereldwijd. www.minbuza.nl voor actueel reisadvies over het land van bestemming. Overheid: www.werkenbijdeoverheid.nl banen bij overheidsinstellingen, waaronder ook enkele stages www.werkenbijhetrijk.nl/stage stages bij het Rijk www.minbuza.nl het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt met een aparte stageafdeling www.gemeentebanen.nl vacatures bij alle Nederlandse gemeenten www.rotterdam.nl vacatures bij de Gemeente Rotterdam. Via deze website kun je ook een stageverzoek indienen. Ook voor andere gemeentes kun je zoeken op de betreffende gemeentewebsite.
25
Bijlage I Sollicitatiebrief
26
27
Sollicitatiebrief Door middel van je sollicitatiebrief moet je de stagebiedende organisatie ervan overtuigen dat jij een gesprek waard bent. Je brief moet een duidelijke motivatie bevatten voor de reden van je sollicitatie, en je moet voldoende toelichting geven op je, bijgevoegde, Curriculum Vitae. Hieronder een aantal zaken waar je extra aandacht aan moet besteden: Aanhef van brief
Voor je een eerste indruk kan maken in een gesprek heb je al een allereerste indruk gemaakt met je brief. En de aller-allereerste indruk start bij de aanhef aan de juiste persoon. Het getuigt van nauwkeurigheid dat je je brief gericht stuurt naar een persoon. Vermeld, zo mogelijk, ook functie en afdeling van de geadresseerde.
Betreft-rubriek
Vergeet ook niet om bovenaan je brief een betreft-rubriek te voorzien waar je het doel van je schrijven verduidelijkt en eventueel de referentie van de vacature weergeeft.
Openingszin
Cruciaal voor je sollicitatiebrief is de openingszin. Het is de bedoeling dat je opvalt tussen de vele reacties. Opvallen lukt niet met clichématige zinnen als "Naar aanleiding van uw advertentie..." of "Langs deze weg zou ik mij graag kandidaat stellen..." Vermijd dus clichétaal en oubollige uitdrukkingen maar maak je openingszin persoonlijk, origineel en enthousiast.
Motivatie
Vergeet vooral niet om uit te leggen waarom je solliciteert. Leg uit wat je aantrekt in het bedrijf, de functie, de sector etc.
Afsluiter
Sluit de brief niet af met een dooddoener. De laatste indruk die nablijft is even belangrijk als de eerste. Zeg bijvoorbeeld niet 'Met welgemeende hoogachting van de allerhoogste plank groet ik u, weledele heer...'. Zorg dat de afsluiter ook niet te vrijblijvend is: je wilt graag worden uitgenodigd op gesprek. Dit mag je ook zo noemen!
Hou het kort
Houd het kort. Je brief mag maximaal 1 pagina A4 lang zijn. Je brengt je boodschap het best in korte, dynamische zinnen met veel actieve werkwoorden.
Ken je iemand?
Werkt een vriend of kennis voor het bedrijf waar jij gaat werken? Vermeld dit gerust in je brief. Uiteraard enkel indien deze persoon ermee akkoord gaat.
Positieve ervaring
Heb je een positieve ervaring gehad met het bedrijf (bijvoorbeeld als bezoeker van een tentoonstelling, of als oud-leerling van de school), aarzel dan zeker niet om dat aan te halen in je brief.
Persoonlijk
Pas je brief en dus de inhoud aan de functie waarvoor je solliciteert en aan het bedrijf aan. 28
Taal
Lees je brief grondig na op taal- en tikfouten. Ze geven een slordige indruk, over je brief en over jou. Laat je brief door iemand anders nalezen, want zelf lees je nogal snel over je eigen fouten heen. De student-assistent is altijd bereid je brieven grondig na te kijken en van eventueel commentaar te voorzien. Stuur dan altijd de vacature en je CV mee. Gebruik dynamische en actieve werkwoorden zoals organiseren, voorzitten, doceren. Te bescheiden woorden zoals misschien, eventueel, menen laat je het best achterwege. Zoek naar een gulden middenweg, want met de deur in huis vallen dat jij dé ideale persoon bent en dat de rekruteerder wel gek zou zijn mocht hij deze kans voorbij laten gaan getuigt niet alleen van een uitgesproken enthousiasme, maar ook van een serieuze hoeveelheid arrogantie.
Geld
Praat niet over geld in een brief. Dat wekt een negatieve indruk.
Periode
Je hoeft nog niet al te diep in te gaan op praktische zaken zoals de precieze periode en dagen waarop je beschikbaar bent. Houd dit in je brief redelijk open en stel dat dit voor onderhandeling vatbaar is.
Ervaring
Als je niet over de gevraagde dosis ervaring of de gewenste opleiding beschikt, vermeld dan niet je onervarenheid maar zeker wel je vermogen om snel kennis te vergaren en snel te leren. Wees altijd positief over jezelf.
Eigen brief
Maak zelf je brief. Sollicitatiehandleidingen staan vaak bol van de voorbeeldbrieven maar het is niet de bedoeling dat je ze klakkeloos gaat kopiëren. Doe je dat toch, dan ga je verloren tussen de rest van de inspiratieloze brieven.
Eén functie per keer
Solliciteer nooit voor meer dan één functie in dezelfde brief. Dat wekt de indruk dat je niet kunt kiezen en dan maar voor alles solliciteert. Maak voor jezelf op voorhand uit welke richting je uit wilt met je job.
Versturen
Verstuur je CV en sollicitatiebrief niet alleen per e-mail, maar ook per brief, tenzij er specifiek om wordt gevraagd alleen elektronisch te solliciteren.
29
Opbouw sollicitatiebrief Eerste alinea: In je eerste alinea vermeld je het doel van je brief. Dat doe je zo: - Je noemt de vindplaats van de advertentie; - Vervolgens zeg je expliciet dat je naar de geboden functie solliciteert. (Denk erom: je brief is een reactie op een vacature en je solliciteert naar een functie. Je solliciteert dus niet naar een vacature.)
Tweede alinea: In de tweede alinea leg je uit waarom jij naar deze functie solliciteert. Je wilt graag stage lopen. Zorg dat je altijd positief en enthousiast overkomt. Je loopt geen stage omdat dat nu eenmaal verplicht is gesteld in de Bacheloropleiding Geschiedenis, maar omdat je het bijvoorbeeld als een goede aanvulling ziet op je theoretische kennis, een goede leerervaring, of een moment waarop je het geleerde in de praktijk kunt brengen. Wees hierin persoonlijk en enthousiast. Derde alinea: In de derde alinea leg je uit waarom jij juist naar deze functie solliciteert. Het is hier onbelangrijk vanuit welke positie je komt, het gaat er nu om dat je duidelijk maakt dat je kwaliteiten je uiterst geschikt maken voor de geboden functie, dat deze functie je op het lijf geschreven is. En ook dat de functie je aanspreekt om bepaalde redenen. Noem die redenen specifiek. Zorg dat je brief altijd goed aansluit op de vacature, door bijvoorbeeld specifieke taken of werkzaamheden te noemen die je aanspreken. Verwijs naar je CV en werk bijvoorbeeld één (of twee) aspecten heel kort uit. Soms kun je in deze alinea uitleggen waarom je juist bij dit bedrijf wilt werken. Laat hierin doorklinken dat je je hebt verdiept in de organisatie en hun werkzaamheden of projecten. Waarom wil je nu juist deze functie bij deze organisatie doen, en niet bij een soortgelijke organisatie? Vierde alinea: In de vierde alinea leg je uit wat jou tot de meest geschikte kandidaat maakt. Dat heb je natuurlijk ook al in de derde alinea gezegd, maar: houd er rekening mee dat er tientallen andere gegadigden zijn die net als jij voldoende gekwalificeerd zijn. Jij moet dus iets extra's hebben. Wat maakt jou tot de meest geschikte kandidaat? Spreek over persoonlijke kwaliteiten zoals: - vermogen tot samenwerking - inzet - doorzettingsvermogen en stressbestendigheid - bereidheid tot verdere studie 30
Hoe dan ook: toon je vooral enthousiast. Blijf bescheiden, realistisch en zorg ervoor dat je niet als een opschepper overkomt. Zorg er tevens voor dat je beweringen wel ‘bewezen’ kunnen worden, dat wil zeggen: dat ze altijd gelinkt kunnen worden aan eerdere ervaringen binnen je studie, bijbaantjes of nevenactiviteiten. Iedereen kan wel beweren dat hij/zij ‘sociaal’ is, maar kun je dit ook aantonen doordat je bijvoorbeeld altijd veel in teamverband hebt gewerkt? Dat soort ‘bewijzen’ moet je proberen door je gehele brief te leveren, want het zal je onderscheiden van brieven van andere studenten. De gegevens van de tweede, derde en vierde alinea kun je combineren tot één alinea. Het voordeel is dat je je brief dan lekker kort houdt. Laatste alinea: Tot slot vermeld je wat je wilt: je hoopt uitgenodigd te worden voor een nadere kennismaking - en dat was je doel! Ten slotte: Let er goed op dat je niet in herhaling vervalt. Er is een subtiel onderscheid tussen de inhoud van de verschillende alinea’s, die elkaar aanvullen en nuanceren. Pas op voor langdradige zinnen, en vermeld geen onwaarheden.
31
Bijlage II Curriculum Vitae
32
33
Curriculum Vitae Personalia Achternaam: Voornamen: Geboortedatum: Geboorteplaats: Adres: Telefoon: Mobiele telefoon: E-mail: Burgerlijke staat: Nationaliteit:
Erasmus Desiderius 28 oktober 1466 Rotterdam Burg. Oudlaan 50 3000 DR Rotterdam 010-1234567 06-12345678
[email protected] Ongehuwd Nederlandse
Opleidingen 2005 – heden
[Bijvoorbeeld studie, vermeld ook kort de relevante vakken! De meest recente opleiding staat bovenaan.] [Vermeld middelbare schoolopleiding, eventuele overige opleidingen en/of cursussen. Denk aan talencursussen etc.]
Werkervaring Organisatie: Periode: Functie: Taken:
[De meest recente werkervaring staat bovenaan.]
[Vermeld eventueel je taken, als deze niet duidelijk genoeg zijn uit je functienaam.]
Organisatie: Periode: Functie: Taken: Organisatie: Periode: Functie: Taken:
Nevenactiviteiten [Vermeld hier bijvoorbeeld een functie bij een studievereniging, activiteiten voor een sportvereniging o.i.d. De meest recente activiteiten staan altijd bovenaan!] Organisatie: Periode: Functie: Toelichting:
34
Talen [Vermeld alle talen, mits relevant. Als je alleen ‘ciao’ kan zeggen in het Italiaans, vermeld je dit natuurlijk niet.]
Nederlands Engels Frans Duits
Spreken
Luisteren
Schrijven
Lezen
moedertaal goed gemiddeld basis
moedertaal goed gemiddeld basis
moedertaal goed gemiddeld basis
moedertaal goed gemiddeld basis
Interesses Sport, lezen, dansen, reizen [Alleen vermelden als je denkt dat dit iets toevoegt aan je CV!] Overig In bezit van Rijbewijs B. [Vermeld bijvoorbeeld dat je een duikbrevet hebt, of dat je gecertificeerd beveiligingsbeambte bent, mits relevant.] [Onthoud dat je voor iedere sollicitatie een aparte CV maakt. Je vermeldt namelijk alleen de relevante gegevens voor één bepaalde functie – en die kunnen natuurlijk verschillen van de relevante zaken voor een andere functie. Dit CV is slechts een voorbeeld van hoe een goed CV eruit kan zien!]
35
Bijlage III Open Sollicitatie
36
37
Open sollicitatie Een open sollicitatie is de perfecte manier om aan een stage of baan te komen die helemaal bij jouw wensen past. Met een open sollicitatie boor je de onzichtbare arbeidsmarkt aan, die groter is dan de zichtbare arbeidsmarkt (de daadwerkelijk gepubliceerde vacatures). De zichtbare arbeidsmarkt maakt ongeveer 20% uit van de vacaturemarkt voor hoger opgeleiden. Met de open sollicitatie open je de deuren die de overige 80% verbergen: de onzichtbare arbeidsmarkt. Het is onbekend of dit overeenkomt met de percentages in de markt voor stages. Toch is het open solliciteren voor een stage vaak zinvol: lang niet alle organisaties geven aan dat er stageplaatsen zijn. Open solliciteren vereist echter wel een kleine aanpassing aan je sollicitatieprocedure. Bovendien vereist deze methode meer moed, brutaliteit en creativiteit. Ook hier geldt: solliciteren is verkopen, en daarbij is een goede voorbereiding noodzakelijk. Voorbereiding/ netwerken Elke sollicitatie begint met een goede zelfanalyse. Pas wanneer je weet wat je wilt, wie je bent, waar je sterke en zwakke punten liggen en wat je belangrijk vindt om te leren van een stageplaats, kun je specifieker zoeken naar bedrijven die hierbij aansluiten. Maak daarbij zoveel mogelijk gebruik van je eigen netwerk (familie, vrienden, studiegenoten, docenten, collega’s van bijbaantjes, etc.) en volg het nieuws in de krant, vakbladen en internetsites. Op die manier kun je ook de behoefte van een instelling achterhalen. Een uitbreiding kan bijvoorbeeld wijzen op een behoefte aan stagiaires of plek voor nieuwe functies. Belangrijk is dat je niet in het wilde weg gaat solliciteren. Besteed dus veel aandacht aan de selectie van de organisatie. Verzamel informatie en schrijf een op de organisatie toegespitste brief en CV. Telefoongesprek Om te achterhalen of er bij een door jouw geselecteerde instelling of organisatie behoefte is aan een stagiair, is het belangrijk de betreffende organisatie allereerst te bellen. Je CV houd je tijdens dit telefoongesprek bij de hand, op die manier kun je vragen snel en adequaat beantwoorden. - Nadat je bent doorverbonden naar de persoon die verantwoordelijk is over stages, stel je jezelf voor. Dit mag uitgebreider dan alleen je naam: noem ook je studie, de studiefase waarin je zit, en eventueel een korte uitleg van je studie. - Schrijf de naam op (vraag naar de juiste spelling indien onduidelijk) van degene met wie je belt. Dit kun je later gebruiken in je sollicitatiebrief. - Bedenk dat de telefoon een indringend medium is. Vraag daarom altijd of het gelegen komt of je belt en zo niet, vraag dan wanneer je terug kan bellen. - Houd zelf het initiatief, laat je nooit terugbellen. Je weet immers niet of je wordt teruggebeld en wanneer. Het zou vervelend zijn als je op een ongelegen moment wordt teruggebeld, wanneer je onvoorbereid bent of in een onrustige omgeving bent. - Geef de reden aan van je telefoongesprek. Je vraagt je af of een bepaalde organisatie ook stageplekken aanbiedt voor universitaire studenten en zo ja, hoe hiernaar te solliciteren. - Bedank de persoon aan het einde van het gesprek voor zijn/haar tijd, informatie en moeite. - Als het duidelijk is dat de organisatie geen behoefte heeft aan stagiaires, vraag dan naar tips of doorverwijzingen naar een andere organisatie. 38
Tips: waar moet je op letten tijdens het telefoongesprek? - De tijd. Het begin van de ochtend en het begin van de middag komt het meest gelegen bij de meeste organisaties. - Laat je doorverbinden met de juiste persoon: het hoofd van de afdeling is verantwoordelijk, heeft beslissingsbevoegdheid en is goed op de hoogte. - Noteer de naam van de persoon die je aan de telefoon hebt. Deze kun je in je sollicitatiebrief vermelden - Zorg dat je in een rustige omgeving belt, zonder afleidingen. - Houd je CV, agenda, pen en papier bij de hand. Aanpassen van de sollicitatiebrief De sollicitatiebrief bij een open sollicitatie wijkt van een ‘gewone’ sollicitatiebrief af door een andere opening en afsluiting van de brief. Houd daarom bijlage I aan voor de opbouw van de brief en pas hem aan volgens onderstaande tips over de opening en de afsluiting. Stuur tegelijkertijd met je sollicitatiebrief ook je CV op, die je al had opgesteld voor het telefoongesprek. Verander deze op zo’n manier, dat deze meer aansluit bij de wensen en de aard van de organisatie. Opening
In de eerste alinea vermeld je de aanleiding van je brief. Deze aanleiding is nu het telefoongesprek dat je gevoerd hebt. Je verwijst naar het prettige telefoongesprek met mevrouw of meneer X op datum ..-..-20.. Richt de brief aan één persoon (bijvoorbeeld het hoofd van de afdeling of personeelszaken).
Mogelijke openingszinnen
-‘Na ons telefoongesprek van … jongstleden lijkt het mij nuttig u wat extra informatie te sturen over mijzelf en te solliciteren bij uw organisatie.’ -‘Onder verwijzing naar ons telefoongesprek van … jongstleden ontvangt u hierbij volgens afspraak mijn sollicitatie.’ -‘Hierbij wil ik graag mijn wens kenbaar maken bij .. te komen werken als stagiair … . Vooral het informatieve telefoongesprek met de heer/mevrouw .. heeft mij in deze overtuiging gesterkt.’
Afsluiting
Je sluit je brief af met de mededeling dat je zelf contact zal opnemen voor het maken van een afspraak en/of na te gaan wat de mogelijkheden zijn in een tijdbestek van 10-14 dagen. Hiermee houd je zelf het initiatief, zit je niet in spanning over een mogelijk antwoord, en bespaar je de organisatie energie en tijd.
Mogelijke slotzinnen
-‘Mijn enthousiasme voor een functie in uw organisatie zou ik graag mondeling toelichten. Ik zal u in week .. telefonisch benaderen voor een oriënterend gesprek.’ -‘Ik hoop dat ik de kans krijg u van mijn kwaliteiten te overtuigen in een gesprek. In week .. neem ik met u contact op om uw reactie te vernemen.’ -‘Ik wil graag in een nader gesprek met u over mijn mogelijkheden bij .. van gedachten wisselen. Ik zal over 14 dagen contact met u opnemen.
39
Brief weg, en dan? Houd zelf het initiatief door in je brief te noemen wanneer je contact zal opnemen met de organisatie. Na de gestelde tijd neem je contact op met de organisatie, en in het bijzonder met de persoon naar wie je de brief gestuurd hebt. Hopelijk word je uitgenodigd voor een gesprek. Zo niet, vraag of er een mogelijkheid is dat er later een stageplaats beschikbaar komt. Als je te horen krijgt dat je niet past binnen de organisatie, probeer dan helder te krijgen waarom, wat er aan schort, wat ze missen, etc. Vraag in ieder geval om adviezen en tips en eventueel naar namen van andere bedrijven waar je mogelijk beter zou passen.
40
41
Bijlage IV Sollicitatiegesprek
42
43
Sollicitatiegesprek Net als de andere sollicitatieactiviteiten (het opstellen van je sollicitatiebrief en CV), is het sollicitatiegesprek bij uitstek geschikt om jezelf te verkopen als capabele medewerker of stagiair. Ook het sollicitatiegesprek kun je goed voorbereiden. Lees je in Bestudering van relevante informatie over de organisatie is een belangrijk onderdeel van je voorbereiding. Vooral internet is een bruikbare bron om meer te weten te komen van een instelling. Beperk je hierbij niet alleen tot de website van de organisatie zelf, maar zoek ook verder naar andere sites of vraag het jaarverslag op. Jaarverslagen van gesubsidieerde instellingen zijn openbaar en te vinden op internet of op te vragen bij de organisatie zelf. Door bestudering van de organisatie kun je vragen tijdens het sollicitatiegesprek beter en concreter beantwoorden en loop je minder gevaar dat je voor verrassingen komt te staan. Wees ook niet bang om je eigen vragen te stellen over dingen die je bent tegengekomen op je zoektocht. Dit geeft aan dat je geïnteresseerd bent en, bovendien, dat je goed voorbereid op gesprek bent gekomen. Lees als laatste onderdeel van je voorbereiding je CV, sollicitatiebrief en de advertentie nog eens door om goed voor jezelf op een rijtje te krijgen wat jouw specifieke verkooppunten zijn, en op welke manier die punten passen bij de functie en de organisatie. Presentatie Als solliciteren verkopen is, is je presentatie zeer belangrijk als onderdeel van je verkooptactiek. - Kleed je netjes en verzorgd. Kleed je naar de cultuur van de organisatie. Als je twijfelt, kun je beter iets overdressed dan underdressed gaan. Dan blijkt in ieder geval dat je het gesprek en je gesprekspartner serieus neemt. - Kom op tijd. Houd rekening met treinvertragingen, files en onduidelijke routebeschrijvingen. Als je tijd overhoudt – je meldt je niet eerder dan 10 à 15 minuten voor aanvang van het gesprek – drink je een kopje koffie of maak je een wandeling. - Meenemen: sollicitatiebrief en CV, schrijfgerei, eventueel informatie van de zaken die je hebt vermeld in je CV of sollicitatiebrief (zoals een essay dat je hebt geschreven of bijvoorbeeld de contactgegevens van je referenties) - Wees niet te afwachtend of bedeesd, maar ook niet overheersend. Wees je bewust van de manier waarop je overkomt, neem bijvoorbeeld een actieve zithouding aan, maak oogcontact en vergeet niet af en toen te glimlachen. Humor kan en mag tijdens sollicitatiegesprekken. Maar ook hierbij geldt: houd het in toom! Het gesprek In het sollicitatiegesprek is een interviewer in grote lijnen op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen: wie ben je (kennis, vaardigheden, persoon), wat wil je, wat weet je van de functie/organisatie en passen jouw wensen in de functie/organisatie waarnaar je solliciteert. Op de volgende pagina staan enkele vragen die je kunnen helpen in je voorbereiding. Bedenk daarbij, dat je bij beantwoording van deze vragen wijst naar ervaringen op je CV of voorbeelden kan noemen uit eerdere werk- of leerervaringen. Natuurlijk mag je zelf ook vragen stellen, maar maak nooit de fout om in een te vroeg stadium zelf te beginnen met het stellen van vragen over salaris of 44
stagevergoeding, vrije dagen en andere voorwaarden. Pas nadat je bent aangenomen onderhandel je hierover, om vervolgens de voorwaarden vast te leggen in je stageplan. Vaakgestelde vragen in sollicitatiegesprekken Deze vragen zijn eerder van toepassing bij een sollicitatiegesprek naar een baan dan bij een stagegesprek. Vragen bij stagegesprekken blijven meestal meer op de vlakte. -
Vertel eens wat over jezelf. Waarom solliciteer je bij ons (en niet bij een soortgelijke organisatie of instelling)? Met welke taken denk je de meeste moeite te zullen hebben? Wat zijn je sterke kanten? Wat zijn je plannen op de lange termijn? Hoe zie je je toekomst? Welke ambities heb je? Wat heb je bij je vorige werkgever of bij je laatste parttime werk gedaan? Heb je dit soort werk al vaker gedaan? Welke binding heb je met de sector waarin wij werken?
45
Bijlage V Stageplan
46
47
Stageplan Zakelijke gegevens Stagiair(e): Naam, adres, postcode en plaats, e-mailadres, telefoonnummer, studienummer, studierichting. Stage-biedende organisatie: Naam, adres, postcode en plaats, e-mailadres, telefoonnummer, afdeling waar stage wordt gelopen. Praktijkbegeleider: Naam, functie, e-mailadres, toestelnummer. Stagecoördinator: Naam, adres, e-mailadres (
[email protected] en
[email protected] ), telefoon. Stagedocent Naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer. Stageperiode: Periode, aantal uren per dag, aantal dagen per week, werktijden, totaal aantal uren met berekening (minimaal 420 uur). Inleverdatum stageverslag Uiterlijk twee weken na de laatste stagedag Overige noodzakelijke informatie Korte omschrijving van de organisatie Duidelijke omschrijving van de stageopdracht met het doel van de stage, taken, eigen verantwoordelijkheden, tijdsplanning en verwacht eindproduct van de stagewerkzaamheden. Eventuele onvoorziene werkzaamheden Motivering van de keuze van de stage Persoonlijke leerdoelen Aard en omvang van de begeleiding van de stagedocent Zie voor informatie over de begeleiding ook pagina 14 en 15 van de stagehandleiding. Aard en omvang van de begeleiding van de praktijkbegeleider Zie voor informatie over de begeleiding ook pagina 14 en 15 van de stagehandleiding. Zorg ervoor dat er onderaan je stageplan genoeg ruimte is voor de ondertekening door de praktijkbegeleider, de stagecoördinator en jezelf (vermeld datum, naam en plaats, en laat ruimte open voor de handtekeningen). Bespreek de conceptversie van het stageplan altijd eerst met de stagecoördinator en met de praktijkbegeleider. Voeg altijd een exemplaar van het eindbeoordelingsformulier van je stage bij (zie ook bijlage VIII)! 48
49
Bijlage VI Stageovereenkomst
50
51
Stageovereenkomst De Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (hierna te noemen: stagevrager) hierbij vertegenwoordigd door de stagecoördinator, dr. Dick van Lente, kamer L3-47, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam, e-mail:
[email protected] , telefoonnummer 010-4082509 en de stagebiedende organisatie (hierna te noemen: stagegever) naam:............................................................................................................................................ afdeling: ........................................................................................................................................ adres:............................................................................................................................................ postcode en plaats: ...................................................................................................................... telefoon:........................................................................................................................................ hierbij vertegenwoordigd door (naam en functie): ........................................................................ en de student (hierna te noemen: stagiair(e)): naam:............................................................................................................................................ adres:............................................................................................................................................ postcode en plaats: ...................................................................................................................... telefoon:........................................................................................................................................ studienummer:.............................................................................................................................. komen het volgende overeen:
Artikel 1 De stagegever stelt bovengenoemde stagiair(e) in de gelegenheid in het kader van zijn/haar studie Geschiedenis stage te lopen, welke nader inhoudelijk wordt omschreven in het bijgevoegde stageplan.
Artikel 2 Gedurende de stage blijft de stagiair(e) student van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen.
Artikel 3 De stageperiode loopt van …… (d/m/j) tot …… (d/m/j) waarbij gemiddeld …… uren per week gewerkt wordt. De werktijden zijn van …... uur tot …... uur. De stagiair(e) heeft recht op …... verlofdag(en) per maand.
Artikel 4 Voor aanvang van de stage stellen stagevrager en stagegever elkaar via het stageplan in kennis welke personen de stagiair(e) zullen begeleiden. De stagevoortgang wordt regelmatig besproken door begeleider en stagiair(e).
Artikel 5 De stagegever zal de stagiair(e) slechts werkzaamheden opdragen die passen binnen het kader van de stage, zoals omschreven in het stageplan. De stagiair(e) zal de opgedragen werkzaamheden naar behoren verrichten en zich gedragen volgens de regels die binnen de organisatie van de stagegever gelden.
52
Artikel 6 De stagiair(e) is verplicht tot geheimhouding van vertrouwelijke informatie.
Artikel 7 Voor de duur van zijn/haar stage kan de stagiair(e) gebruik maken van de faciliteiten van de stagegever en wordt hij/zij bij alle voor de stageopdracht relevante vergaderingen en bijeenkomsten uitgenodigd.
Artikel 8 Stagevrager en stagegever aanvaarden geen aansprakelijkheid voor letsel of schade welke de stagiair(e) mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar werkzaamheden, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de zijde van de stagevrager of stagegever of het personeel daarvan. Ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiende uit een gebeurtenis waarvoor de stagiair(e) wettelijk aansprakelijk kan worden gesteld, wordt de stagiair(e) dringend geadviseerd een particuliere WA-verzekering af te sluiten.
Artikel 9 Alle door de stagiair(e) gemaakte reis- en onkosten t.b.v. de stage zullen - na overhandiging van de betaalbewijzen - door de stagegever worden vergoed. De stagiair(e) ontvangt van de stagegever een stagevergoeding van € ...........….. (bruto/netto) per maand.
Artikel 10 De stage wordt afgerond met een door de stagiair(e) te schrijven stageverslag volgens de richtlijnen van de stagevrager, gevolgd door een eindgesprek tussen de begeleiders van de stagevrager en de stagiair(e) en, indien mogelijk, in het bijzijn van de begeleiders van de stagegever.
Artikel 11 Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair(e) zich allereerst tot de begeleider bij de stagegever. Geschillen tussen stagiair(e) en stagegever worden voorgelegd aan de stagevrager. Indien de stagegever, de stagevrager en de stagiair(e) niet tot een oplossing kunnen komen, wordt het geschil voorgelegd aan de Examencommissie van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam, welke een voor alle partijen bindende beslissing neemt.
Artikel 12 Deze overeenkomst kan op initiatief van de stagevrager, de stagegever of de stagiair(e) na overleg worden onderbroken, verlengd of bekort, mits daarover tussen alle betrokken partijen overeenstemming is bereikt. Aldus opgemaakt en ondertekend: Naam
Datum
Handtekening
Stagiair(e):
Stagegever:
Stagevrager: 53
Bijlage VII Tussentijds beoordelingsformulier
54
55
Tussentijds beoordelingsformulier Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Wij verzoeken de praktijkbegeleider dit beoordelingsformulier over de stagiair(e) in te vullen halverwege de stage van de stage en te bespreken met de stagiair(e) en eventueel met de stagecoördinator. Wij vragen u uw antwoorden zo nauwkeurig mogelijk toe te lichten. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking. Datum: Stagiair(e): Stagebiedende organisatie: Praktijkbegeleider: Handtekening praktijkbegeleider: Stageopdracht Kunt u de stageopdracht kort in eigen woorden omschrijven?
Verloopt de uitvoering van de stageopdracht zoals gepland? Zo nee, waarom niet?
Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de tot nu toe door de stagiair(e) uitgevoerde stageopdracht of stagetaken?
Waren de kennis en vaardigheden van de stagiair(e) bij aanvang van de stage voldoende? Om welke kennis en vaardigheden gaat het hierbij met name?
Stageplan Heeft u het stageplan ervaren als een nuttige voorbereiding op de stage?
Gebruikt u het stageplan als leidraad tijdens de stage?
56
Functioneren Hoe functioneert de stagiair(e) binnen uw organisatie? (U kunt daarbij denken aan: zelfstandig werken, samenwerken, communiceren, vindingrijkheid, initiatief nemen, productiviteit, efficiëntie en flexibiliteit, etc.)
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) met name uitblinkt?
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) zichzelf nog kan verbeteren?
Begeleiding Verloopt de stagebegeleiding gemakkelijk en naar ieders tevredenheid? Zo nee, waarom niet?
Contact met de universiteit Heeft u al contact gehad met de stagedocent en/of stagecoördinator? Zo ja, hoe heeft u dat contact ervan?
Opmerkingen/aanbevelingen Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen?
57
Bijlage VIII Eindbeoordelingsformulier
58
59
Eindbeoordelingsformulier Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Wij verzoeken de praktijkbegeleider dit beoordelingsformulier over de stagiair(e) in te vullen na afloop van de stage en te bespreken met de stagiair(e) en eventueel met de stagecoördinator. Wij vragen u uw antwoorden zo nauwkeurig mogelijk toe te lichten. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking. Datum invullen: Einddatum stage: Stagiair(e): Stagebiedende organisatie: Praktijkbegeleider: Handtekening praktijkbegeleider: Stageopdracht Is de stageopdracht in de loop van de stage aangepast? Zo ja, wat is er veranderd en waarom?
Is de stageopdracht uitgevoerd zoals van tevoren gepland? Zo nee, waarom niet?
Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de door de stagiair(e) uitgevoerde taken?
Stageplan Heeft u het stageplan tijdens de gehele stage gebruikt als leidraad voor de werkzaamheden van de stagiair?
Functioneren Hoe heeft de stagiair(e) binnen uw organisatie gefunctioneerd? (U kunt daarbij denken aan: zelfstandig werken, samenwerken, communiceren, vindingrijkheid, initiatief nemen, productiviteit, efficiëntie en flexibiliteit, etc.)
60
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) met name uitblinkt?
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) zichzelf nog kan verbeteren?
Begeleiding Is de stagebegeleiding naar ieders tevredenheid verlopen? Zo nee, waarom niet? Hoe is, denkt u, de begeleiding vanuit de universiteit verlopen?
Contact met de universiteit Hoe heeft u het contact met de stagecoördinator en/of stagedcoent van de universiteit ervaren?
Opmerkingen/aanbevelingen Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen?
61
-
Bijlage IX Stageverslag
62
63
Stageverslag De opbouw van je stageverslag ziet eruit als in het onderstaande voorbeeld, en moet tenminste de genoemde onderdelen bevatten. 1. Omslag 2. Titelpagina: • de titel van het verslag • je naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer en studentnummer • de naam van de universiteit, faculteit, studie, stagedocent en stagecoördinator en het e-mailadres van het stagecoördinaat (
[email protected]) • de naam van de stagebiedende organisatie, en de naam van de praktijkbegeleider, inclusief afdeling, met e-mailadres en doorkiesnummer • stageperiode 3. Inhoudsopgave 4. Inleiding: • stageplaats (organisatie en stageopdracht) • hoe heb je de stageplaats gevonden? • motivatie (wat is de relatie met je studie?) • leerdoelen • begeleiders • opzet van het verslag 5. De stagebiedende organisatie: • gedetailleerde karakterisering van de organisatie • doel en taken/producten van de organisatie • structuur en omvang van de organisatie • plaats van jouw afdeling binnen de organisatie 6. Het verloop van de stage: • wat was het doel van de stageopdracht? • omschrijving van de inhoud van de stageopdracht • voor welke aanpak heb je gekozen, waarom en hoe verliep dat? • tot welk eindproduct heeft dit geleid en wat gebeurt er met het eindproduct? 7. De evaluatie van de stage: • een kritische beschouwing van je functioneren • zijn de leerdoelen bereikt? • welke kennis en vaardigheden uit je studie heb je kunnen benutten? • welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan? • wat is de belangrijkste (persoonlijke) winst van je stage? • hoe was de begeleiding van de praktijkbegeleider en van de stagecoördinator? 8. Eventueel: literatuuropgave en noten 9. Bijlagen: • het goedgekeurde stageplan • het onderzoeksrapport of vervaardigde eindproducten zoals folders en brochures.
64