1
STADSWANDELING Deze wandeling begint in de centrale hal van het Noordstation en leidt je doorheen het stadscentrum. Onderweg kom je langs een BLOSO-controlepost waar je een deelnameattest met instempel krijgt. Onderweg geven we tips voor de middagpauze en we gaan er van uit dat elke wandelaar onderweg de wegcode respecteert. Draai je rug naar de loketten en verlaat de hal in de richting van de pijl 'M' (metro). Draai voorbij de donkere glazen schuifdeuren links af. Hou rechtdoor aan en verlaat het stationsgebouw langs de uitgang 'Vooruitgangsstraat'. Wandel aan de linkerzijde de hellende toegang af. Aan de linkerzijde van deze helling ligt een brug van zowat 7m hoog, waarop de treinen rijden die in het Noordstation stoppen. 60 jaar geleden reden de treinen echter op grondniveau. Ze stopten in het toenmalige Noordstation aan het Rogierplein, een kopstation. Reeds in de 19de eeuw woedden er discussies over een directe spoorverbinding tussen dat kopstation Noord en het kopstation Zuid. In 1909 werden de werken gestart en in oktober 1953 werd de Noord-zuidspoorverbinding in gebruik genomen. Het stationsgebouw dateert dus ook uit die tijd. Onder de brug zitten een aantal winkelruimten. Eentje daarvan herbergt de fietsverhuur- en -hersteldienst 'Fietspunt Noord'. Hiermee wil de Brusselse overheid reizigers aanzetten om de fiets meer te gebruiken in de stad. zie: <www.recyclo.org> Steek bij de voetgangersverkeerslichten langs het zebrapad de meervoudige straat over en vervolg je weg rechtdoor. Aan de andere kant van de straat staat een beeld van een versteende man: 'La ville en marche' (Stad op stap) uit 2001 van kunstenaar Jean-Michel Folon. Even verder in de Vooruitgangsstraat ligt aan de rechterkant een bouwblok met winkels en appartementen. Het is de Residentie Novalis. Na decennia van verkommering, sloop en kantoorbouw in deze buurt was dit het allereerste project met woningen. Loop de Vooruitgangsstraat af en wandel tot het midden van het Rogierplein. Omdat hier een kopstation stond, groeide het nieuwe stadsplein uit tot een druk scharnierpunt van mensen die aan en af liepen. Die menselijke drukte zette zich meteen om in commercie, met niet alleen hotels, café's en terrassen rond het plein, maar ook met een nieuwe winkelas richting stadscentrum: de Nieuwstraat. Nadat het kopstation einde 1953 buiten dienst werd gesteld, werd het gesloopt en vervangen door de bekende 'Martini'-toren. Die toren werd op zijn beurt in 2001 gesloopt. Op de plaats kwam de veel banalere Dexia-toren. zie: <www.imal.org/martini/> Op het plein zelf zijn graafwerken aan de gang. Het is de bedoeling om de bestaande ondergrondse wandelverbindingen van daglicht te voorzien. Dit gebeurt langs een ruim gat in het plein, dat op zijn beurt zal bekroond worden met een soort glazen koepel die als een enorme paraplu het hele plein zal overspannen. Neem links van het Crowne-Plazahotel de Lazarusstraat en loop door tot bij de volgende straathoek. Links ligt een spoorwegbrug van de Noord-zuidspoorverbinding of 'Jonction'. Even verder verdwijnt dit spoortraject in een tunnel van 2 km lang om vervolgens voorbij de Kapellekerk opnieuw bovengronds te verschijnen en in de vorm van een viaduct verder te lopen tot in het Zuidstation.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
2 Steek langs het zebrapad de Ginestestraat over en wandel de Kruidtuin binnen tot bij de vijver. De vijver is het enige overgebleven stukje van de vroegere stadsgracht. De hogergelegen weg, een deel van de Kleine Ring rond Brussel, ligt ongeveer op de plaats van de vroegere stadswal. In de 17de eeuw werden wallen en grachten uitgebreid met zogenaamde Vauban-wallen: bastions en andere massieve speerpuntvormige bolwerken. Daarom vormt de as van de vijver een hoek van 45 graden met de vroegere stadswal. Het park is de Kruidtuin. Deze werd aangelegd in 1826 op gronden die toen buiten de stad lagen. 15 jaar later verloor de Kruidtuin de helft van zijn oppervlakte door de aanleg van het Rogierplein en het kopstation Noord. Bij de heraanleg van de Kleine Ring in 1957 werd nog eens een 20m brede strook van het park opgeofferd voor de aanleg van een verkeersweg en een tunnel. In de serres bleven bomen en planten echter verder groeien, wat vanaf 1950 tot problemen leidde. Daarom werd beslist de serre-activiteiten te verhuizen naar de 'Plantentuin van Meise'. In de jaren 1970 zorgde de federalisering van de Belgische staat voor boedelscheiding. De Kruidtuin werd eigendom van de Franstalige Gemeenschap die het prachtig verbouwde tot het cultureel centrum 'Le Botanique'. Keer terug tot bij de ingang van het park en volg in het park het pad dat in het verlengde van die ingang ligt. 100m verder leidt een zigzagdoorgang naar een hoger parkniveau. Steek er het pleintje met zitbanken over en loop door tot bij de Sint-Lazaruslaan. Volg er het trottoir naar links. Net voor het eerste kantoorgebouw aan de linkerzijde ligt een oprit met de toegang tot het gebouw. Loop er langsheen tot je uitzicht hebt op de sporenbundel. Deze plek levert een indrukwekkend zicht op de treinen die de 'Jonction' binnen en buiten rijden en op de skyline met kantoorgebouwen in de Noordwijk! Keer via het trottoir en de parkingang terug naar het pleintje met zitbanken. Hou er links aan en volg het wandelpad links, en loop langs een plantsoen in bloemmotief. Verlaat even verder het park bij de uitgang naast een hoge muur en autogeraas. Veel autogeraas. Het komt van de hogergelegen verkeersweg. Deze werd in 1957 aangelegd om de verwachte verkeersdrukte voor Expo 58 op de Brusselse Heizel in goede banen te leiden. De nieuwe verkeersweg bestond uit een reeks tunnels op de Brusselse Kleine Ring aangevuld met een heus 2,5-km-lang autoviaduct richting Basiliek van Koekelberg. Na 1958 geraakte de massa nieuwe Belgische automobilisten gewend aan de aangeboden verkeersinfrastructuur. Mensen bleven per auto naar de stad komen en parkeerden hun wagen in een van de tientallen parkeergarages. Dit alles leidde vanaf de jaren 1990 tot een stedelijk verkeersinfarct. Dit probleem beginnen we stilaan aan te pakken. Overheidsmaatregelen stimuleren ons om meer gebruik te maken van tram of fiets. Volg bij de Sint-Lazaruslaan het trottoir naar rechts. Loop langs het smalle trottoir naast de autorijstrook de tunnel door. Aan het einde van de tunnel leidt een zebrapad naar rechts richting breed trottoir. Volg dit trottoir naar links. Voorbij een plantsoen met bomen en struiken ligt rechts een merkwaardig gebouw met ingangsluifel en trappartij richting ondergrond. De betonnen toren is een ventilatieschacht die de ‘Jonction’ voorziet van verse lucht. Toren en luifel zijn ontworpen door architect Maxime Brunfaut in 1953. Hij paste de modernistische stijl hier bijzonder elegant toe. De bas-reliëfs op de zijkanten van de toren stellen de toenmalige negen Belgische provincies voor. In de ondergrond ligt de Congreshalte, een mini-treinstation op de Jonction. De halte bediende het Rijksadministratief Centrum (RAC) aan de andere kant van de straat. Er stoppen momenteel 3 treinen per uur. De loketten zijn onbemand, het stationsbuffet is gesloten. Misschien verandert dit wanneer het RAC verbouwd is? Over de plannen voor de verbouwing loopt er een tentoonstelling in het station. Keer na het bezoek aan de perrons terug naar de trappen, maar kies niet voor de trap omhoog, maar wel die omlaag. Deze trap leidt richting achterkant van het stationsgebouw. Loop tot bij de Meiboomstraat, steek er langs het zebrapad over, en volg de straat naar links bergopwaarts. Voorbij de zijstraat gaat het terug bergaf. Steek ter hoogte van het café 'De meiboom' de straat over richting monumentale trapdoorgang.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
3 Deze trappartij overbrugt een groot niveauverschil: van het oorspronkelijke grondniveau naar het dak van de Noord-zuid-spoorverbinding met daarnaast allemaal kantoorgebouwen. De meeste daarvan herbergen overheidsdiensten, zoals bvb. de Nationale Bank en het Munthof (de muntslagerij). Het niveau beneden is dat van de aloude Bas-fonds-wijk met haar straten, woningen, bedrijven en café's. De Bas-Fonds groeide in de 19de eeuw uit tot het centrum van Belgische krantenuitgevers, met zowel redacties als drukkerijen. Het café 'De Meiboom' was de plek bij uitstek om onder journalisten de allerlaatste nieuwtjes uit te wisselen. Vandaag bestaat er nog slechts één drukkerij en komen toeristen in de Meiboom een spaghetti eten. De cafénaam zelf verwijst naar een eeuwenoud volksevenement waarbij op 9 augustus een meiboom of vreugdeboom in stoet van op de Grote Markt naar de Zandstraat wordt gebracht en geplant. Links van De Meiboom staat een merkwaardig gebouw. In dit gebouw uit 1931 bevond zich de drukkerij van de socialistische krant 'Le Peuple'. De architect, Maxime Brunfaut, koos voor een radicaal modernistische vormgeving, met een volledige draagstructuur in beton en met een strakke gevel met grote glasoppervlakken en afgewerkt met kleurentegels. Twee bas-reliefs op de gelijkvloerse verdieping tonen de idealistische boodschap: 'Que le peuple lise'. Na jaren van leegstand en verkrotting herbergt het gebouw nu een cultureel centrum van de Spaanse regio Asturias. Loop de straat terug over en wandel rechts van De Meiboom de Zandstraat 20 meter in. Aan de linker straatkant verwijst een gevel naar de drukkerij 'Le Peuple'. Het art-nouveaugebouw dateert van 1905 en is van de hand van architect Richard Pringiers. De drukkerij groeide uit haar voegen en 25 jaar later verbouwde Maxime Brunfaut de gelijkvloerse verdieping en voegde achteraan in de Sint-Laureinsstraat de modernistische vleugel bij. Sinds 2009 vindt de stichting 'Marc Sleen' hier een onderkomen. zie:<www.marc-sleen.be/nl/marc-sleen/marc-sleen-en-de-zandstraat> Aan de overkant, op het nr. 20, staat een nog veel indrukwekkender art-nouveaugebouw: Les Magasins Waucquez (architect Victor Horta, 1906). Stap gerust even binnen. Het gebouw diende tot in de jaren 1970 als stoffenwarenhuis. Links en rechts van de doorgang lagen de stockage-ruimtes. Boven, badend in het licht, werden de stoffen voorgesteld en verkocht. Na grondige restauratie doet het gebouw nu dienst als Belgisch centrum voor het Stripverhaal. Het werd uitgebreid met de aantrekkelijke Brasserie Horta. Tussen hal en brasserie zit een mini-tentoonstelling over art nouveau in Brussel. zie:
Loop de Zandstraat af, steek de Broekstraat over en volg het trottoir naar links. De ‘Bas-Fonds’ lag in het 'droge deel' van de vallei. De Broekstraat vormde de grens tussen het droge en het drassige gebied. Het drassige gebied werd gebruikt voor moestuinen (vandaar straatnamen zoals Peterselieen Koolstraat) of als grasland waar linnen werd gebleekt (vandaar Blekerijstraat). Toen door het gebied straten werden aangelegd, heette eentje daarvan de Lange Nieuwstraat. De voorbije 150 jaar deden de Nieuwstraat evolueren tot drukste winkelstraat van het land. In het gebied achter de winkels kwamen kantoorgebouwen van vooral banken en verzekeringsmaatschappijen. Draai recht het Peterseliestraatje in en loop tot bij de knik in de straat. Net in de knik van de straat, in het huis op nr. 8, is sinds 1877 de vrijmetselaarstempel 'Le Cercle des Amis Philantropes' gevestigd. Achter de naamloze classicistische gevel bevinden zich niet minder dan negen tempels. Twee daarvan hebben een Egyptische stijl (architecten Alban Chambon, Gustave Janlet en Louis Delbeke). Vervolg het Peterseliestraatje tot op het Martelaarsplein. Met het Martelaarsplein werd in Brussel voor de allereerste keer een stedenbouwkundig totaalconcept uitgevoerd. Architect Fisco tekende de plannen voor het plein en de woningen in 1773. De stad Brussel verkocht de gronden aan particulieren en koppelde daaraan de verplichting om volgens Fisco's plannen te bouwen. Het resultaat is een rechthoekig plein met symmetrische zijwanden.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
4 Na de Belgische revolutie van 1830 kwam er in het midden een monumentale crypte voor de gesneuvelden van de Belgische Revolutie, een standbeeld voor Jenneval, de schrijver van de Brabançonne en ten slotte een art-nouveaustandbeeld voor graaf De Mérode. In de jaren 1960 en 1970 waren er grote bouwwerken in de buurt. De grond onder het plein werd onstabiel en de gebouwen verzakten. Als resultaat daarvan kwamen er barsten in de gevels en verlieten de bewoners hun huizen en verkochten ze aan grote vastgoedkantoren. Die lieten de gebouwen verkrotten tot ze de toestemming kregen om er hun zin mee te doen. Vandaag is het plein bijna volledig gerenoveerd, of, correcter: de gevels zijn hersteld, maar de binnenkanten zijn gesloopt en vervangen. De gevel als recipiënt dus: is de inhoud niet meer lekker, gooi hem dan weg en vervang deze door iets anders. De korte pleinwanden herbergen kabinetten van de Vlaamse Regering. In de lange pleinwanden zitten ondermeer een theater van de Franstalige Gemeenschap, een café-restaurant en een knappe boekenwinkel met veel boeken over Brussel. Kies rechtover de Peterseliestraat voor de Sint-Michielsstraat. Sla in de drukke Nieuwstraat rechts af en wandel tot op het pleintje met de Finisterraekerk. De Nieuwstraat is in verschillende fasen aangelegd. In 1617 kwam er een 'nieuwe straat'. Het was één van de eerste met gaslampen verlichte straten. Langs hier kon men 's nachts veilig van en naar de opera gaan. Pas na de bouw van het Noordstation in 1839 werd de straat doorgetrokken tot bij het Rogierplein en werd het een onderdeel van de eerste verbinding tussen het toenmalige Noord- en het Zuidstation. Er kwam heel wat doorgaand verkeer en dit trok winkels aan. Geen wonder dat de Nieuwstraat nu nog steeds de winkelstraat bij uitstek is. Grote kledingketens betalen hoge huurgelden voor één of verschillende vestigingen. Dit is de duurste winkelstraat van België. In de 17de eeuw was de kapel die op het pleintje stond echter nog een kapel 'in de Koolhoven'. 'Finis Terrae', dit wil zeggen: 'aan het einde van de bewoonde wereld'. In de 18de eeuw werd deze vervangen door de kerk die er vandaag staat. Links van de kerk ligt een smal straatje. Loop dat in. Ter hoogte van Hotel Espérance aan de linkerkant van de straat gaat de straat plots even bergop, wordt ze breder en worden de gebouwen hoger. Dat heeft te maken met de overwelving van de rivier de Zenne. Die liep tot de jaren 1860 open door Brussel. Het stadsbestuur vond deze rivier nogal vuil: ze stonk, veroorzaakte ziektes en er woonden mensen rond die niet veel geld hadden: niet goed voor het imago van de stad. De probleemrivier werd onder de grond gestopt. Daarom liet burgemeester Jules Anspach de rivier door een internationale bouwfirma rechttrekken en door een koker stromen. Op de koker legde de firma statige lanen aan en bouwde prestigieuze appartementsgebouwen. Het niveau van de rivierkoker kwam echter iets hoger dan het oude straatniveau te liggen. Daarom moesten alle straten die bij de koker uitkwamen even bergop lopen om te kunnen aansluiten op de nieuwe statige laan op de koker. Brusselaars noemen dit 'den bult van Anspach'. Het hoekgebouw 'Hotel Espérance' dateert van 1874. Architect Govaerts tekende in 1930 voor een nieuw artdeco-interieur. Vandaag is het een charmant hotel met een mooie kleine bar. Loop door tot op de boulevards. De Adolphe Maxlaan is één van de statige lanen bovenop de Zennekoker. Omdat deze lanen dwars door de stad lopen, spreekt men van de Centrale Boulevards. Langs de centrale lanen moesten al even statige appartementsgebouwen komen zodat de rijkere bourgeoisie er zich kon vestigen. De Brusselse burgerij voelde er echter weinig voor om in een appartement te gaan wonen. De verkoop liep dus niet vlot. Daarom schreef het stadsbestuur wedstrijden uit met prijzen voor de ontwerpen van de mooiste gevels. Dat hielp weinig. De projectontwikkelaar ging failliet en de stad Brussel zag zich verplicht om het vastgoed over te nemen. Ook nu nog zijn heel wat appartementsgebouwen langs de centrale lanen bezit van de Stad Brussel. Ze worden verhuurd aan particulieren. Steek langs het zebrapad de Adolphe Maxlaan over en volg het trottoir naar links tot op de scherpe hoek.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
5 Kijk naar het straatnaambordje op het grijze gebouw met de opvallende ronde hoekgevel. Franstaligen vertaalden de de naam 'Bruidsstraat' verkeerdelijk in 'Rue de la Fiancée'. 'Brui' verwijst immers niet naar een verloofde maar naar de stortplaats ('de bruyt') waar Brusselaars tot in de 17de eeuw hun afval kwamen dumpen. Vlakbij de Zenne kon dat afval makkelijk stroomafwaarts worden afgevoerd. Vervolg de Adolphe Maxlaan tot bij de voetgangersverkeerslichten. De Noorddoorgang aan de overkant van de straat is een typisch 19de-eeuwse manier om een bouwblok open te werken. De galerij uit 1882 herbergt vandaag nog winkels op de gelijkvloerse verdieping. Komende uit de Nieuwstraat met zijn monotone kledingwinkels is de winkelvariëteit hier een verademing. Sigaren, bloemen, broodjes, medicijnen, oesters en messen: de veelzijdigheid van de stad zet zich door in het winkelaanbod. De hogere verdiepingen waren oorspronkelijk musea waar bezoekers met allerlei curiositeiten konden kennismaken. Vandaag horen ze bij het Hotel Le Métropole dat ze gebruikt als vergaderzalen. Steek bij de verkeerslichten langs het zebrapad over en neem aan de overkant het trottoir naar rechts. Loop door tot bij het indrukwekkende terras van Le Metropole. Ook het De Brouckèreplein is het resultaat van de overwelving van de Zenne. Hoewel, tot 1893 stond op deze plek de de 17de-eeuwse Augustinuskerk. In de plaats kwam een plein met een fontein. Ondertussen degradeerde het plein tot autoslagader. Aan het plein staan nog steeds enkele Brusselse instituten. Le Métropole is een hotel met standing maar heeft ook een groot terras waar men zich met Brusselse flair kan laten bedienen: met Franse zwier en lichte tegenzin. Aan de overzijde bevindt zich UGC-de Brouckère, de vroegere Cinema Eldorado. Van de Eldorado blijft nog de grote Congo-zaal uit 1933 over met olifanten-afbeeldingen in art-decostijl die verwijzen naar de Belgische kolonie. Vervolg het trottoir voorbij het indrukwekkende terras. Steek bij het kruispunt met de Wolvengracht over en wandel de boulevard verder af tot halfweg het volgende straatstuk. Links bevindt zich de ingang van het administratief Muntcentrum. Bij deze diensten van de stad komen Brusselaars geboorte, verhuis of bouwaanvraag melden. Opvallend is de gelijkenis met het kantoorgebouw aan de andere straatzijde. Beide gebouwen dateren uit de jaren 1960. Ze hebben onderaan een 13-meterhoge sokkel. Kijk binnen in de Muntbuilding en merk dat de eerste 13 meter enkel met de (rol)trap overbrugd kunnen worden. Pas bovenaan de sokkel kan men een lift nemen. Oorspronkelijk was dit onderste deel van het gebouw bedoeld als parkeergarage. De E19-snelweg tussen Antwerpen en Parijs zou dwars door Brussel en tussen beide kantoorgebouwen lopen en wagens zouden vanop de snelweg rechtstreeks de garage binnenrijden. Automobilisten zouden uitstappen, met de trap naar boven gaan en dan de lift nemen naar hun werkplaats. De huidige begane grond werd in dit plan dus eigenlijk gedegradeerd tot verdieping -4 van het gebouw. De gebouwen rond de snelweg zouden via loopbruggen met elkaar verbonden worden. Op dat niveau waren enkel voetgangers welkom. Vervolg het trottoir tot bij het volgende kruispunt. Aan de andere zijde van de straat ligt een metro-ingang. Het is de toegang tot de eerste metrolijn van Brussel. Deze Oost-Westlijn volgt de as van de dwarsstraat bij dit kruispunt. Tijdens de metrograafwerken in 1969 werden meteen heel wat gebouwen in de omgeving gesloopt. Eigenlijk zijn zowel het Administratief Muntcentrum als het Philipsgebouw aan de overzijde samen met de metrolijn gerealiseerd. Steek langs het zebrapad het kruispunt over richting metro-ingang en vervolg het trottoir van de boulevard. Het gebouw aan de linkerzijde was vroeger het grootwarenhuis Les Galeries Anspach. Verbouwingen in de jaren 1980 zorgden voor een onaantrekkelijke winkelgalerij. In 2007 werd het hele complex compleet leeggehaald. Binnen de gevels werd een totaal nieuw winkel- en bureaucomplex opgetrokken.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
6 Halfweg vorig en volgend kruispunt ligt links de ingang van de vernieuwde Anspachgalerij. Wandel deze door tot bij de uitgang aan de andere kant. Steek de straat over richting stadsplein en loop naar het midden van het plein. Het Muntplein dankt haar naam aan het muntatelier uit de 15de en 16de eeuw. Het gebouw met de zuilen is de Muntschouwburg. De aanwezigheid in de jaren 1960 van Maurice Béjart met zijn 'Ballet van de XXste eeuw' promoveerde de Munt een tijdlang tot balletreferentie. Ook de aanwezigheid in de jaren 1980 van directeur Gerard Mortier zorgde voor een zeer hoge operakwaliteit. In 1830 braken hier, na de opvoering van de 'Stomme van Portici' relletjes uit die zouden leiden tot de Belgische Revolutie. Het is ironisch dat het plein nu bezet wordt door nogal wat Vlaamse instellingen. In de straat links bevindt zich een Nederlandstalige boekhandel en even verder bevindt zich de Vlaamse onthaaldienst 'Uit in Brussel' (van Onthaal & Promotie Brussel) en de Nederlandstalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. Kies de Prinsenstraat, links van de Muntschouwburg. Stap bij huis nr. 8 binnen bij de Nederlandstalige Hoofdstedelijke Bib. Dergelijke bibliotheek is al interessant, maar op een van de hogere verdiepingen zit ook 'Uit in Brussel'. Haar onthaaltaak mag u vandaag letterlijk nemen: beneden staat een medewerker klaar om u te verwelkomen. Keer terug naar de Prinsenstraat en loop deze links af tot bij de dwarsstraat. Rechtover het einde van de Prinsenstraat vormt de grote poort de ingang tot het decoratelier en museum van de Muntschouwburg. Regelmatig rijden er gigantische decorstukken heen en weer tussen schouwburg en atelier. Volg de Leopoldstraat naar rechts. Achter de gevels van de linkerkant van de straat schuilt een heel nieuw en prestigieus hotel. De naam ervan verwijst naar het Dominikanenklooster dat op deze plaats stond, maar dat rond 1800 door de Fransen werd onteigend en gesloopt. Net voor het einde van de straat, maar aan de rechterkant zou zo rond september 2010 een bouwwerf moeten starten. MuntPunt wil voor iedereen het startpunt worden in Brussel voor boeken, ontmoetingen en info over Nederlandstalige diensten en evenementen, zodat de kennis, het gebruik en de beleving van Brussel toenemen. Ook de Bib en OPB zullen er hun vaste stek krijgen.
Draai de Schildknaapstraat naar links op. Middagpauze 1 Dit wandelcircuit vorderde reeds 3 km; een derde is dus achter de rug. Tijdens de volgende 4 km bieden zich een massa grote en kleine eet- en drinkmogelijkheden aan. Die eetgelegenheden liggen telkens als clusters gegroepeerd. Telkens zo'n cluster begint, geven we dit aan met Middagpauze 1, 2, enz... Hier begint dus de eerste cluster. Deze loopt over de Sint-Hubertusgalerijen, Agoraplein, Bortier, Sint-Jansplein tot bij het Oud Korenhuis. Dat komt overeen met de eerstvolgende kilometer. Kies maar! Loop door tot waar de straat wat verbreedt, dus bij het beeld van de kat op de fiets. De volgende 2 km lopen op en af tegen de oostelijke helling van de Zennevallei. Het huis nr. 48-52 van de Schildknaapstraat is een breed gebouw met sobere, zwart-marmeren gevelafwerking en grote glaspartijen. Het was het grootwarenhuis Vanderborght (1932, arch. Leon Govaerts & Alex Van Vaerenberg). Na jaren leegstand werd het in de jaren 2000 heringericht als tentoonstellingsruimte 'Espace Vanderborght'. Voorbij de 'fietsende kat' ligt het bekende café 'A la Mort Subite'. Het gebouw dateert van 1902 (arch. Paul Hamesse en F. Seeldraaiers). Op de gelijkvloerse verdieping verraden de grote spiegels tegen de muren dat het toen een kledingwinkel was. Het café A la Mort Subite bevond zich een eindje verder en heette Café
NOODNUMMER 0478/77 02 58
7 Vossen. Omdat het cafépand moest gesloopt worden voor de aanleg van de Noord-Zuidspoorverbinding verhuisde cafébaas Vossen in 1927 naar hier en schoof de café-zitbanken gewoon voor de spiegelwanden. Kies tegenover de fietsende kat de ingang van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen. Deze galerijen zijn de allereerste straatbrede overdekte galerijen in Europa (1848, arch. Jan Pieter Cluysenaer). Met de bouw van winkelgalerijen wilde de overheid handelsactiviteiten uit de straat halen, zodat ruimte vrijkwam voor het sterk toenemend verkeer. Dit soort bouwprojecten deed meteen ook dienst als saneringsmiddel. De toevloed in het begin van de 19de eeuw van mensen en fabrieken degradeerden de binnenstadsbuurten tot broeihaarden van miserie en ziekte. Afbraak en vervanging leken in die tijd de enige oplossing. Eigenlijk vormden dit soort winkelgalerijen een verre voorloper van onze huidige shoppingcentra. De SintHubertusgalerijen bieden bovendien een aantrekkelijke combinatie van handel, appartementen, theater en cinema. 160 jaar later, en zeker na de recente restauratie, hebben de galerijen niets van hun charme verloren. Rechtover het dwarse galerijtje (Prinsengalerij) ligt het charmante tearoom Mokafé. Halfweg de galerijen zit een kleine knik in het verloop. De Beenhouwersstraat dwarst de galerijen en is de hoofdstraat van het Îlot-Sacré, het toeristische gebied rond de Grote Markt. Massatoerisme zwaait hier de plak. Daarbij moeten oog en maag misleid worden. Dat gebeurt met een overaanbod namaakgeveltjes en een restaurantaanbod dat niets met Brussel, of België of zelfs Europa te maken heeft. Alsof toeristen enkel de begrippen 'authentiek en kwaliteit' hebben vervangen door oogverblindende kitsch. Wandel de Beenhouwerstraat bergopwaarts op. Steek bij de Bergstraat over. Namen zoals Beenhouwersstraat, Huidenmarkt, Broodhuis, Grasmarkt (groenselmarkt), Vismarkt, Vleesmarkt vertellen over de middeleeuwse activiteiten in deze buurt. De allerlaatste neringdoenders van dit soort, een winkel met potten en pannen en kookgerief halfweg dit stukje straat, ging einde 2009 onherroepelijk dicht. In het verlengde van de Beenhouwersstraat ligt een voetgangersdoorgang die leidt naar een plein. Loop tot bij het standbeeld van Don Quichotte. !!! Op dit plein vind je de BLOSO-controlepost voor de stadswandeling !!! Wie denkt dat men hier op de begane grond staat, vergist zich. Dit is het dak van een keldergebouw van vijf verdiepingen. Onder het standbeeld van Don Quichotte zit de parking 'Grote Markt'. Wie rondkijkt, ziet de achterkanten van hotels die uitgeven op het Agoraplein en het Europakruispunt. Een dak en achterkanten?? Wie goed oplet, ziet dat dit geen plein is maar een excuus om geld te verdienen aan mensen die hun wagen dichtbij de Grote Markt willen parkeren. Wandel de helling naar beneden tot bij het bomenplein en zoek er de enige boom die in een verhoogde grondbak werd gepland. Dit was Brussel's allereerste op de auto herwonnen voetgangersgebied. Voor de aanleg van dit plein werd in de jaren 1980 een zware strijd geleverd. Parkingbeheerder Charly De Pauw (CDP) beheerde er tegen een symbolische vergoeding van 1 frank per jaar een goed renderende openluchtparking. Een bouwtoelating bood hem de mogelijkheid van een dubbelslag, met een grote ondergrondse parkeergarage en een bovengrondse vastgoedoperatie met hotels en luxe-appartementsgebouwen. Ter compensatie diende CDP af te zien van de oppervlakte van dit te leggen pleintje en enkel 'een boom te redden'. De takken en wortels van die boom werden gedurende twee jaren teruggeknipt. Dan kreeg de stam een aantal oogvijzen ingedraaid en werd het geheel aan kabels op een vrachtwagen geladen en hierheen gedeporteerd. De oogvijzen en kabels zijn nog te zien. Deze 'inspanning' van CDP kostte 25.000 euro. Een beetje buitensporig, want met dergelijke geldsom hadden minstens 1000 jonge boompjes kunnen geplant worden. Op het pleintje staat een fontein. Op de rand zit een koperen man met hond. Het is het standbeeld Charles Buls die burgemeester van Brussel was van 1881 tot 1899.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
8 Hij leest in het boek 'Lof des zotheid' en kijkt naar oude Brusselse straten en huizen. Buls was de grote Brusselse pleitbezorger voor het behoud van de oude stad. Op deze wandeling zullen we hem nog tegenkomen. Loop achter de bomenbak door in de richting van de linker pleinhoek bij het Hotel Novotel. Van op deze trottoirhoek kijk je de smalle straat aan de andere kant recht in. De naam 'Spoormakersstraat' verwijst naar de middeleeuwse spoormakers en harnassmeden. De Brusselse harnassen waren 'wereldberoemd'. Ze waren zo sterk dat ze tegen alles bestand waren. Met de uitvinding van de kruisboog liep het harnassentijdperk ten einde. Van op deze trottoirhoek zijn ook de gevels van de rechterzijde van de Spoormakersstraat te zien. Eentje daarvan is toch wel heel merkwaardig. Het lijkt een trapgevel met daarachter een zadeldak. Bij nader toezien loopt dit zadeldak slechts 2 m door. Deze 'daksuggestie' is dus net zover uitgewerkt tot waar een doorsneetoerist kijkt. Sta je recht tegenover de betrokken gevel, dan wordt zelfs duidelijk dat er helemaal geen huis staat. Het is dus weer een nepgevel. In deze straat staan trouwens nog enkele neptoestanden. Ze horen allemaal tot een bouwproject uit 1958, waarbij in het centrum van het bouwblok een kantoortoren bovenop een winkelgalerij werd opgetrokken. Toeristen mochten dit niet zien en dus werd het geheel verschanst achter pseudo-middeleeuws façadisme. Ben je de Spoormakersstraat ingelopen, keer dan terrug naar het bomenplein en wandel bergopwaarts richting kerktorentje tot op het pleintje met de dubbele rij bomen voor een barokke gevel. Dit is een mooi aangelegd pleintje. De bomen geven schaduw en richten de aandacht op de barokgevel. 80 jaar terug zag het er hier wel helemaal anders uit. De barokgevel hoorde bij de Sint-Annakapel in de Bergstraat, maar die werd wegens de graafwerken voor de Jonction gesloopt. De kapelgevel werd als façade voor een namaak-middeleeuws huis tegen de Magdalenakerk heropgebouwd. Dit is het einde van de zone van Middagpauze 1. Wandel de Magdalenasteenweg omhoog tot voorbij de Magdalenakerk. Kruis de Duquesnoystraat en ga verder bergop. Wandel ter hoogte van het nr. 55 de Bortiergalerij binnen. De Bortiergalerij is een intieme galerij met tweedehandsboekenwinkels en antiquairs. Voorbij de trappen loopt het galerijtje in een boog verder door. De galerij werd ontworpen door dezelfde architect als die van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen. Het vormde eigenlijk de achterbouw van de monumentale Magdalenamarkt in de Ducquesnoystraat. De markthal werd in de jaren 1970 gesloopt maar het galerijtje bleef bestaan. Wandel in de galerij de trapjes op en loop langs de gebogen galerijgang. Kies bij het trottoir van de Sint-Jansstraat rechts en loop bergaf tot op het Sint-Jansplein. Brussel kent heel wat buurten die zich, om een of andere reden, specialiseerden in een bepaald soort winkels. In de Sint-Jansstraat, Zuidstraat en Bijstandswijk zijn dat winkels met muziekinstrumenten en -partituren. Heel wat studenten aan het Muziekconservatorium op de Zavel bevoorraden zich hier. Aan de bovenzijde van het plein staat een groot kantoorgebouw van de Socialistiche Mutualiteiten. Het werd opgetrokken op de plaats van de voormalige Sint-Janshospitalen. Aan de benedenzijde van het plein staat een wat kitscherig hoekgebouw. Het was een grootwinkelbedrijf uit de jaren 1920. Links van dat gebouw en een eindje verder aan de andere kant van de straat staat een gebouw met een merkwaardige constructie op het dak. Dit gebouw was, voor de oprichting van het Brussels Gewest, de ambtswoning van de provinciegouverneur van Brabant. De constructie op het dak omvat het halfrond van het parlement van het Brussels Gewest. In het midden van het plein staat het standbeeld van Gabriëlle Petit, een strijdvaardige vrouw die tijdens de Eerste Wereldoorlog als spionne werd gefusilleerd. Rechts van het standbeeld staat een reeks Villo-fietsen. Iedereen kan voor 1,5 euro voor een hele dag een fiets gebruiken, tenminste wanneer elk fietsritje maximum een half uur duurt en de huurfiets dan weer bij een fietsstation wordt vastgeklonken. Ideaal om even naar de boekenwinkel te fietsen, of tijdens de middagpauze naar de Nieuwstraat te gaan, of snel naar het dichtstbijzijnde metro- of treinstation te rijden. Een jaarabonnement kost 30 euro. Het Brussels Gewest wil met dit project het korteafstandsfietsen in de stad promoten. Op termijn komen er 400 fietsstations met meer dan 5.000 huurfietsen.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
9 Loop het Sint-Jansplein verder diagonaal over en steek bij de voetgangerslichten langs het zebrapad de Lombardstraat over. Kies aan de overkant voor de smalle straat die leidt naar een driehoekig pleintje: het Oud Korenhuis. Middagpauze 2 Kilometerpaal 4 van dit circuit komt in zicht. Vanaf hier begint de tweede cluster met eetgelegenheden; in de eerste straten nog wat spaarzaam, maar naarmate de Zavel wordt bereikt steeds talrijker, maar ook duurder. Het Oud Korenhuis is een bijzonder charmant driehoekig pleintje, met in het midden een mooie boom en een charmante zitbank. In de barokhuizen met grote inrijpoorten zaten in de 17de en 18de eeuw koetsenbedrijven die diligenceritten verzorgden naar andere steden. De naam van het plein verwijst naar een overdekte markt die in 1626 werd gesloopt, waarna de markt verhuisde naar de Oude Graanmarkt. In het huis nr. 11, tussen de boogvormige inkompartij, is de Fondation Jacques Brel gevestigd. Neem bij de bovenzijde van het pleintje rechts de Dinantstraat en wandel tot bij het eerste zijstraatje. Omstreeks 1250 werd rond Brussel een stadswal gebouwd. Die bleek al snel te klein. Vanaf 1350 bouwde Brussel een tweede stadswal. Deze laatste komt overeen met wat we vandaag kennen als 'De Vijfhoek'. De oude wal geraakte in de vergetelheid en werd beetje bij beetje afgebroken en als bouwmateriaal gebruikt voor andere gebouwen. De rest verdween tussen, achter of in nieuwe bouwsels. Met de grootschalige openbare werken in de tweede helft van de 19de eeuw kwamen echter een aantal restanten terug aan de oppervlakte. Zo ook de Villerswal met een stuk walmuur en een van de 50 bewakingstorens. Het barokhuis op de hoek van Villers- en Dinantstraat werd in de jaren 1980 historisch behoorlijk verantwoord gerestaureerd met o.a. pleisterwerk met daarop een patroon van getekende bakstenen. Tot in het midden van de 19de eeuw was het transport van bouwmaterialen immers bijzonder omslachtig en duur. Daarom werd maximaal gerecupereerd. Om van die hele bric-a-brac toch een behoorlijk geheel te maken, bepleisterde men de gevel, om die dan voor te stellen als een mooie baksteengevel. Wandel door tot op het vierkante Dinantplein. Dit pleintje werd in 1696 aangelegd. Vandaag is het een aangenaam zitpleintje met 27 aforismen van Geert Van Bruaene in de tegelstenen en in de parkbalustrade afgewisseld door nep-oude straatlantaarns 'A la Magritte'. Koffiestops Even bergafwaarts, in het huis nr. 55 ligt 'Het Goudblommeke van Papier'. Loop de Cellebroerstraat bergopwaarts op. Neem bij de verkeerslichten de Keizerslaan naar links en steek onmiddellijk langs het zebrapad over. Volg de groene middenberm naar links tot bij de 5 banken waar de tegels op de grond gekruist worden door een kasseistrook. De 'Keizerslaan' is een begrip, met de diensten van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) en met de hoofdzetel van de Parti Socialiste (PS). De Anneessenstoren is een restant van de stadswal uit 1250, die echter op een nogal onhandige manier werd uitgegraven: zijn funderingen lijken nu wel bovengrondse bogen. De lijn van de vroegere wal werd symbolisch doorgetrokken in de vorm van een kasseistrook in de grond. Dat zijn eenvoudige middeltjes die de bezoeker een beter begrip geven van de vroegere situatie. Loop aan de andere zijde van de middenberm terug richting vorig kruispunt. Steek er links langs het zebrapad over en loop rechts de Keizerslaan opnieuw verder af. Wandel dus het zebrapad over en langs een paar oudere huizen bergafwaarts. De straat heet hier Kapellestraat en leidt even verder tot bij een gazon met een paar bomen.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
10 De Jeugdherberg Breughel vormt de hoek van de Kapellestraat en de Heilige Geeststraat. Ze werd in 1981 opgericht n.a.v. de 50ste verjaardag van de Vlaamse Jeugdherbergcentrale. De architectuur van het gebouw, met een sobere baksteengevel, gevarieerde vormgeving en zorgvuldig ingepast op de hoek van twee straten, werd in die tijd beschouwd als 'mooi geïntegreerd'. Het vormde een van de allereerste signalen van herstel in de stad. 1981 is voor Brussel het keerpunt geweest tussen immobiliën en sloop enerzijds en opbouw en creativiteit anderzijds. Volg het trottoir langs de zijgevel van de kerk. Steek voorbij de kerk de volgende dwarsstraat over en gebruik rechts het zebrapad richting geparkeerde auto's aan de overkant. Volg het trottoir 20m naar rechts, draai het skateplein links op en beklim de tribune tot bij de afrastering. Dit skateplein vormt sinds 2006 een prachtige opvulling van een gat in de stad bovenop die toch wel verschrikkelijke Jonction. Keer langs de trottoirs en zebrapaden terug naar de kerk en stap langs het portaal binnen. Hou er bij het binnenstappen van de kerk rekening mee dat je 'toerist' bent in een gebouw dat voor anderen een religieuze plek van eredienst en bezinning is. De Kapellekerk is een van de oudste kerken van Brussel. Het koor dateert nog uit 1250 en is romaans. De hoofd- en zijbeuken dateren uit 1421-1483 en zijn in een lichtere gotiek opgetrokken. De grens tussen het 13de-eeuwse en het 15de-eeuwse stuk is duidelijk te herkennen aan de muur met dat boogvenstertje en die twee steunberen ernaast. Ook de lagere daklijn van de vroegere hoofdbeuk is er nog duidelijk te herkennen. Die twee steunberen vormden de aanzet van een toenmalige vieringstoren die er in 1695 is afgebombardeerd. In een kapel in de rechterzijbeuk bevindt zich een gedenkplaat voor Pieter Brueghel de Oude (1520-1569), die vermoedelijk een tijdje in de Hoogstraat in de Marollen heeft gewoond. Ga langs het hoofdportaal naar buiten en wandel links de kerk verder rond. Steek op het hoogste pleinpunt langs het zebrapad de Hoogstraat over. De Hoogstraat was in de vroege middeleeuwen een belangrijke invalsweg van Brussel. Het was de 'winterweg' richting Halle, Bergen en Parijs, omdat de weg tegen de heuvelhelling lag en ook in de winter berijdbaar bleef. In de zomer, bij mooi en droog weer, gebruikten de handelaars en reizigers de 'zomerweg' in de Zennevallei, want die lag vlak en vroeg dus veel minder inspanning van reizigers, ezels, ossen en paarden. Rond de Hoogstraat ontwikkelde zich een buitenstadswijk. Een eindje hogerop lag het klooster van Mariam Collentes. In de volksmond noemde men de kloosterlingen 'de Maricollen'. Langzaamaan werd dat de naam van de buurt: de Marollen. Vanaf hier gaat het langs het trottoir van de Stevensstraat behoorlijk steil bergop. 50 m verder verbreedt de straat tot een soort rotonde. Aan de overzijde van deze rotonde, op de plek waar nu een hoog, inspiratieloos kantoorgebouw troont, stond vanaf 1899 het Volkshuis van de Belgische Werkliedenpartij. Architect Victor Horta paste er niet alleen zijn sierlijke en zwierige art-nouveaustijl op toe maar slaagde erin om alle statuten en doelstellingen van de Werkliedenpartij en haar coöperatieven in steen en ijzer om te zetten. In 1965 werd het Volkshuis, ondanks internationaal protest, gesloopt. Het schroot verhuisde naar een weiland in Jette waar het nog jaren lag te roesten. Toen de art-nouveaurevival op zijn hoogtepunt geraakte, vochten de gewesten om de restanten van het verroeste ijzer. In Brussel kwam een deel van de balustrade als sierstuk terecht in het metrostation 'Horta' in Sint-Gillis. Een herbruikwedstrijd duidde de brouwerij Palm aan als winnaar waardoor vandaag een paar ijzeren traveeën van de feestzaal op een wat ongelukkige wijze het interieur sieren van het Antwerpse 'Horta Grand café'. zie: <www.ebru.be/Architectuur/archvolkshuis.html> De Stevensstraat vormt de merkwaardige overgang tussen de volkse Marollenbuurt en de sjieke Zavelwijk. Op weg naar boven ruimen tweedehandswinkels en café's de plaats voor antiquairs en dure restaurants. Steek voorbij de rotonde de Stevensstraat over en kies links van de hoogbouw de smalle Duivenstraat. Sla vervolgens rechts de Samaritanessestraat in.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
11 Achter het voormalige volkshuis ligt nog een Marollenbuurt: de Samaritanessebuurt. Het smalle en wat kronkelige stratenpatroon dateert uit de middeleeuwen. Tot 20 jaar terug was dit een van de armste volksbuurten van de Marollen. De speculatieve druk vanuit de rijke Zavelwijk zorgde voor een 'upgrade' met zware renovatieprojecten tot gevolg. Vandaag toont de wijk zich in een merkwaardige combinatie van uitersten. Deze langzame en bijna onzichtbare evolutie noemt men in de Marollen 'Verzaveling' of 'Sablonisation'. Loop door tot bij het eerste kruispuntje en draai er de Kandelaarstraat rechts in. Trapjes op. Straattrappen dateren nog uit de tijd dat er geen auto's waren. Ze hielpen hoogteverschillen te overbruggen. Op deze plek vormt de trap ook de grens tussen armoede en rijkdom. Steek de straat over en volg het trottoir naar links. Steek langs het zebrapad de Watteeustraat over en ga verder in de Miniemenstraat. In de Miniemenstraat staan statige 18de-eeuwse en 19de-eeuwse herenhuizen met daarin antiekzaken. In het huis nr. 21 bevindt zich het Joods museum van België. zie: Even verder rechts leidt een smal kort straatje, de Korte Miniemenstraat, naar een bomenplein. Wandel de Grote Zavel rechts op. Dit is de 'Grote Zavel'. Gekend om zijn antiekzaken, luxe-boetieks en lekkere 'pateekes' van Wittamer (nr. 6) of pralines van Marcolini (nr. 39). Als die enorme openluchtparking zou verdwijnen, zou het plein charme krijgen. Wandel verder door richting kerk. Dit is het einde van de zone van Middagpauze 2. Aan de rechterzijde van de kerk bevindt zich het hoofdkerkportaal. Hou er bij het binnenstappen van de kerk opnieuw rekening mee dat u 'toerist' bent in een gebouw dat voor anderen een religieuze plek is. De O.-L.-Vr.-van-de-Zavelkerk werd gebouwd tussen 1435 en 1579 en geldt als een van de mooiste laatgotische kerken in België. Ze heeft een heel mooi koor, mooie gebrandschilderde glasramen en twee zijkapellen met de graven van de families Thurn & Tassis (sommigen kennen de naam van het rangeergebied Tour & Taxis bij het kanaal) Keer terug naar de hoofdingang. Draai buiten naar links. Kilometerpaal 5 van dit circuit is bereikt. Volg bij de drukkere Regentschapsstraat links het trottoir en steek even verder langs het zebrapad over. De Regentschapsstraat werd in tweemaal aangelegd. Eerst in 1827 als verbinding van het Koningsplein tot bij de toen nog volledig ingebouwde Zavelkerk. 50 jaar later werd het omhulsel van huizen rond de kerk gesloopt en volgde de aanleg van het tweede straatstuk tot bij het Justitiepaleis dat toen in opbouw was. Wandel het kleine stadspark binnen tot bij de zitbanken bij de fontein. Burgemeester Charles Buls realiseerde stadsprojecten op maat van de gebruiker die aansloten bij de bestaande context. De aanleg van het parkje van de Kleine Zavel geldt als een van zijn mooiste realisaties. In het midden staat een fontein met de standbeelden van de graven Egmont en Hoorn, slachtoffers van de Spaanse repressie, die in 1568 op de Grote Markt werden onthoofd. Achter hen staan, in een boog, een hele reeks wetenschappers uit de Renaissance. Het parkje wordt afgesloten door een hekwerk met 48 bronzen beeldjes die de Brusselse gilden voorstellen. Verlaat het park langs de uitgang achter de fontein en steek de straat over. Het Egmontpaleis doet dienst als receptiegebouw van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Tijdens de tweede jaarhelft van 2010 krijgt het n.a.v. het Belgische voorzittersschap van de Europese Unie belangrijk volk over de vloer. Daarom werd het het voorbije jaar volledig gerestaureerd. Dit is een van de weinige nog bestaande 16de-eeuwse paleizen van Brussel.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
12 Volg het trottoir naar rechts. De Wolstraat telt aan de rechterstraatzijde nog enkele 18de-eeuwse gebouwen. Sommige zijn nog altijd paleis. Andere werden omgevormd tot bvb. bejaardentehuis. Soms klinkt uit een venster mooie viool- of pianomuziek, want dit is de achterzijde van het Koninklijk Muziekconservatorium. De andere straatkant was tot 1900 de tuin en het bos van het Egmontpaleis. De straatzijde werd echter verkaveld en toont nu een indrukwekkende reeks statige herenhuizen van arch. Guillaume Low. Ter hoogte van de eerste dwarsstraat is de indrukwekkende reeks huizen even onderbroken. Volg er de voetgangersdoorgang. De Margeritte Yourcenar-doorgang vormt een charmante verbinding tussen de straat en het achterliggende Egmontpark. Rond de trappartij staan citaten uit haar boek 'Het hermetisch zwart' gegraveerd. De Nederlandstalige vertaling staat te lezen op een bord aan de binnenkant van het hek. zie: Wandel het Egmontpark in, en loop tot bij het centrale paviljoentje. Dit is het Egmontpark. Het hoorde vroeger bij het Egmontpaleis, waarvan de tuinzijde links te zien is. Dit park is een verbazend rustige, groene long en verpozingplaats waar de bezoeker zich kan onttrekken aan het stadsleven. Het park combineert veel lig-, zit- en speelruimte met enkele historische overblijfselen. Het centrale paviljoen is de Orangerie die rond 1835 in opdracht van de hertog van Arenberg gebouwd werd. Het is nu een horecazaak met klasse. Achter de Orangerie ligt een heuveltje met daaronder een ijskelder die dateert uit de 18de eeuw. Voor de Orangerie staat een mooi standbeeldje ter ere van Peter Pan. In een uithoek van het park staat ook een gotisch gebouwtje. Het was de Grote Pollepel, een overdekte waterput, die naar hier verplaatst werd bij de aanleg van de Ravensteingalerij nabij het Centraal Station. Over het park verspreid staan er enkele opmerkelijke bomen, zoals twee groene eiken, een gingko biloba, een tulpenboom en twee zwarte notelaars. Volg links van de Orangerie en langs het ijskelderheuveltje het zigzagpad door het park. Even verder, ter hoogte van een kasseiverharding ligt rechts een koetsdoorgang. Deze leidt naar de parkuitgang bij de Kleine Ring. De Kleine Ring rond Brussel ligt op de plaats waar vroeger de tweede stadsmuur lag die Brussel afbakende. Wie de Ring oversteekt, verlaat dus de stad Brussel. Op het einde van de 18de eeuw had de stadsmuur geen militair nut meer en begon de overheid met de sloop. In de plaats ervan kwamen er statige bomendreven, waar men te voet of per koets kon paraderen. De afbraak van de poorten en de afschaffing van het stedelijke tolrecht zorgde ervoor dat de stad openbrak en uitbreidde. Meteen verdween de duidelijke grens tussen stad en platteland. Net voor de wereldtentoonstelling Expo 58 werden de statige ringlanen aangepast aan de automobiliteit. Elke rijrichting kreeg minstens 3 autorijstroken en kruispunten met grote invalswegen werden ondertunneld. Elke automobilist moest zo snel mogelijk tot bij zijn parking geraken. Gevolg: auto's bezetten het midden van de baan en verdringen voetgangers en fietsers naar de periferie. Ze moeten tientallen meters stappen om de Kleine Ring over te steken. Daarmee is de middeleeuwse stadsmuur opnieuw een fysieke barrière. Volg het trottoir even naar rechts. Steek ter hoogte van de parkinguitrit van het Hiltonhotel de volledige Kleine Ring over. Dus, eerst over de laterale weg, dan tussen de geparkeerde wagens, vervolgens langs zebrapad 1 tot bij geparkeerde wagens, en vervolgens weer een reeks zebrapaden tot aan de andere straatkant. Volg er de Guldenvlieslaan naar links. We hebben de Kleine Ring overgestoken en bereiken nu het grondgebied van de gemeente Elsene. Langsheen de Guldenvlieslaan ligt er een grote lap grond braak. Enkele jaren geleden werd het hele bouwblok opgekocht door de Britse projectontwikkelaar Heron die alle huizen sloopte en de kaalslag doorverkocht aan de Nederlandse winkelinrichter Prowinko. Die wil hier een groot winkel- en kantorencentrum bouwen: HeronPlaza. Bewonersverenigingen protesteerden en eisten meer woongelegenheid. Tenslotte volgde een arrest van de Raad van State waardoor de werken al geruime tijd stilliggen.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
13 Sindsdien staan er regelmatig kunstwerken op het terrein. De plaatselijke handelarenvereniging zorgt daarvoor. Zo vermijden ze dat het braakliggende terrein een al te troosteloze indruk zou geven aan dit stadsdeel en dat hun eigen omzet zou dalen. Wandel dit winkelwandeltrottoir bergopwaarts op. Wat verder op de rechterkant is er de eerste ingang van de Guldenvliesgalerijen. Deze galerijen werden in 2010 helemaal gerenoveerd en herbergen, naast een Fnac, ook enkele luxewinkels. Ga verder tot bij het volgende kruispunt met verkeerslichten. Dit kruispunt heet 'Naamsepoort'. Dit is het hoogste punt van de Kleine Ring en dus van de Brusselse Vijfhoek. Het vormt het scharnierpunt tussen de binnenstad en de gemeente Elsene. De verbinding wordt gevormd door de Elsense- en de Waversesteenweg. De Elsensesteenweg is niet alleen een verbinding maar ook een grens. De grens tussen rijk/blank rond de Guldenvlieslaan enerzijds en het volks/gekleurde in Matonge. Middagpauze 3 Vanaf hier begint de derde cluster met eetgelegenheden, met rond de Naamsepoort heel wat snacks en straks, in de Sint-Bonifatiusstraat, vooral restaurants. Na deze derde cluster komt er binnen 1 km nog een vierde en laatse cluster met eet- en drinkgelegenheden rond het Luxemburgplein. Achter de hoek ligt bij de Elsensesteenweg een zebrapad richting metro-ingang aan de andere straatkant. De naam van dit plein is Bastionplein. Bastions of bolwerken zijn militaire termen en horen bij de 17de-eeuwse Vaubanwallen genoemd naar de ingenieur die er ontzettend veel van realiseerde in Frankrijk. zie: Kilometerpaal 6 van dit circuit is bereikt. Achter de metro-ingang bevindt zich, in de uiterste pleinhoek aan de voet van het hoge kantoorgebouw, de ingang van de Naamsepoortgalerij. Loop deze in en door tot bij het trottoir van de Waversesteenweg. De Waversesteenweg is het kloppende hart van Oud-Elsene. Deze steenweg, maar misschien nog meer de Galerie d'Ixelles aan de overzijde vormen de spil van Matonge, de Zwart-Afrikaanse wijk van Brussel. In de voormiddag is het hier nog behoorlijk rustig, maar na 12u neemt, vooral tijdens de tweede weekhelft, de drukte zuiderse proporties aan. De naam Matonge verwijst naar een volkse buurt in het Congolese Kinshasa. Het woord ‘Matonge’ betekent ‘struikje’. Wandel de Waversesteenweg links af. Langs de steenweg liggen vooral drie types Afrikaanse winkels. Veruit de belangrijkste zijn de haarkappers. Voor de Zwart-Afrikaan vormt een kapsalon de ontmoetingsplaats bij uitstek. Naar onze begrippen is het een kruising van een haarkapper met een café. De hele familie gaat mee, drinkt iets en luistert naar muziek, terwijl man- of vrouwlief geknipt wordt. De kapper is dus een sociale ontmoetingsplaats waar al de nieuwtjes worden uitgewisseld. Het kappen kan, afhankelijk van het gewenste model, 3u tot 8u of zelfs meerdere dagen duren. Wanneer er valse vlechten worden ingedraaid, kunnen die meestal een drietal maanden gehouden worden. Dan is het echte haar te veel gegroeid, waardoor de vlechtjes uitvallen. Kappers combineren hun praktijk vaak met de verkoop van cosmetica. Sommige zwarten gebruiken cosmetica om zichzelf minder zwart te maken. Niet zozeer omdat blanken hun voorbeeld zijn maar om zich te onderscheiden van de andere zwarten. Deze producten zijn vaak duur en eenmaal je ze gebruikt moet je ze verder gebruiken. Sommige zwarten gebruiken dan iets goedkopere producten die schadelijk zijn voor de huid. Ook de kledingzaken zijn talrijk. Dikwijls zijn het winkels waar kledingsstoffen worden aangeboden. Meestal gaat het over kleurrijk batik-katoen, origineel afkomstig uit midden Azië, India en Indonesië. Die stoffen hebben een standaardmaat van 1m40 breed en 5 m lang. Na aankoop worden ze in drie gelijke stukken gesneden. Het eerste stuk dient om er een blouse van te maken (meestal door een naaister gemaakt op maat). Het tweede stuk wordt om de lenden gelegd, als een gedrappeerde rok. Het derde stuk wordt in allerlei vormen rond het hoofd gedragen.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
14 Ten slotte zijn er in de buurt ook heel wat groenten- en fruitwinkels. Het Zwart-Afrikaanse eten is behoorlijk pikant. Vlees is er behoorlijk taai. De meest opvallende fruitsoort is natuurlijk de banaan. De kleine worden rauw gegeten, als fruit, de grote gebakken of gefrituurd. De groene worden gestoomd. Als er 10 ZwartAfrikanen samenwonen dan zorgt de Senegalees onder hen gegarandeerd voor het eten. Ze worden weleens beschouwd als 'de Fransen van de Afrikaanse keuken'. De Matonge-commercie bereikt Zwart-Afrikanen in een straal van 300 km, dus tot in Londen, Parijs, Keulen en Amsterdam. Draai bij het kruispunt rechts de Francartstraat in. Dit straatstukje vormt de overgang van Matonge naar de buurt van Sint-Bonifatius, dus de overgang van Zwart-Afrika naar een ‘place-to-be’-buurt voor het jonge, hippe publiek dat vooral op vrijdag- en zaterdagavond terrasjes opzoekt. Wandel vervolgens links de Sint-Bonifatiusstraat in tot ter hoogte van het eerste kruispunt. De huizen rond de Sint-Bonifatiusstraat zijn duidelijk anders dan langs de Waversesteenweg. Deze straten vormen immers een kleine verkaveling van rond 1900. Op de kavels kwamen grotere gezinswoningen en opbrengsteigendommen.Vooral architect Ernest Blérot haalde heel wat bouwopdrachten binnen. Zijn inbreng is duidelijk herkenbaar aan de gebruikte art-nouveaustijl in de gevels. Loop de Sint-Bonifatiusstraat verder af en stap de kerk binnen. De Sint-Bonifatiuskerk werd opgetrokken in 1850. Ze was daarmee de eerste neo-gotische kerk in Brussel. De laatste jaren groeide ze uit tot centrumkerk voor de Zwart-Afrikaanse gemeenschap. Sinds 2009 is de kerk in restauratie. Kies bij het verlaten van de kerk de Vredestraat naar rechts. In de Vredestraat nr. 35 bevindt zich Kuumba, het Vlaams-Afrikaans centrum. Centrumverantwoordelijke Jeroen Marckelbach verwacht u met wat uitleg, een mini-tentoonstelling, een orkestje en wat lekkers. Volg de Vredestraat verder en steek de drukke Waversesteenweg opnieuw over, wandel de Dublinstraat in en sla 20 m verder links de Elzas-Lotharingenstraat in. Langzaam zwakt de Matonge-drukte af. Even verder wordt het zelfs rustig. In het huis nr. 33 bevindt zich La Maison Africaine. Het is een soort studentenhotel dat jaarlijks plaats biedt aan een 80-tal Zwart-Afrikaanse jongeren die willen komen studeren aan Belgische universiteiten of hogescholen. Dit studentenhotel ligt aan de basis van de ontwikkeling van de hele Matonge-buurt. Studenten, al dan niet afgestudeerd, wilden of konden niet meer terug naar Afrika en startten op den duur een of ander handeltje in de omgeving. De oorsprong van dit studentenhotelproject gaat terug tot de wereldtentoonstelling Expo 58. Een adellijke dame, Monique Vanderstraeten, zus van een missionaris in Afrika, organiseerde een Belgisch bezoek voor een Afrikaans kinderkoor, bezocht daarmee Expo 58 en organiseerde her en der kooravonden. Bij het afscheid in Zaventem zei ze, zoals we dat al eens zeggen: 'A la prochaine', en het jaar daarop stonden de zwart-Afrikanen daar terug, en het jaar daarop terug, enz... Een groep adelijke dames trok daar conclusies uit en startte een filantropisch project: La Maison Africaine; eerst in de Dwarsstraat in Sint-Joost-ten-Node, vervolgens in een zijstraat van de Louizalaan in Elsene en ten slotte hier in de Elzas-Lotharingenstraat. Kilometerpaal 7 van dit circuit is bereikt. Op het einde van de straat ligt het Marsveldparkje. Opnieuw een totale verandering, ditmaal zelfs wat choquerend. Het Marsveldparkje vormt de plotse overgang tussen woningen en kantoorgebouwen, maar ook tussen beslotenheid en ruimte, tussen gezellige intimiteit en de harde werkelijkheid. Het begon met de Bank Lambert die in de jaren 1960 een vrij imposant kantoorgebouw optrok aan de andere kant van wat nu het Marsveldparkje is. Na de fusie met de Bank van Brussel werd dat de BBL. Het Brusselse hoofdkantoor werd echter te klein. De bank zag een uitkomst in een mogelijke uitbreiding richting 'Marsveld-woningblok'.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
15 Huizen werden opgekocht en stelselmatig leeggehaald zodat ze verkrotten. Er volgde een jarenlange strijd tussen bank, gemeentebestuur en wijkcomité. Uiteindelijk kwam een 'redelijk' compromis uit de bus. De bank breidde maar half zoveel uit als voorzien. De verkrotte woningen werden afgebroken en het hele bouwblok werd heringericht als buurtpark terwijl de bank wel eigenaar bleef van de grond. Draai op het einde van de Elzas-Lotharingenstraat rechts de Londenstraat in. Terug in een rustige woonstraat. De bepleisterde gevels wijzen op de bouwperiode rond 1850-1870. In het huis nr. 15 bevindt zich het fietsershuis, van waaruit Pro-Velo al jaren activiteiten organiseert. zie: <www.provelo.be> Loop de straat door tot op het Londenplein. Tot voor kort was het Londenplein een van die stereotype pleinen in Brussel. Langs de drie zijden geparkeerde wagens en in het midden een versleten en volgescheten gazon, een kapotte bank en drie onderontwikkelde bomen. De recente herinrichting haakte het middenplein aan de pleinwand. Hierdoor lijkt het meteen driemaal groter. Op een van de pleinhoeken staat een bijzonder indrukwekkende gevel van het Athénée Charles Janssens, waar striptekenaar Hergé nog school heeft gelopen. Wandel vanaf het Londenplein links richting verkeerslichten. Een van beide straathoeken bevat het restaurant 'l'Ancienne Poissonnerie'. Tuur even naar binnen en bewonder de prachtige art nouveau-tegelwand met visserstafereel. Steek op het kruispunt aan de linkerzijde langs het zebrapad de drukke Troonstraat over. Ga vervolgens rechtdoor de Carolystraat bergafwaarts. Aan de linkerstraatkant staat, midden veel groen, een enorm kantoorgebouw. Het werd in 1996 opgetrokken voor de Belgische Staatsveiligheid en wordt nog gebruikt door diensten van de Europese Commissie. In de rest van de straat staan nog mooie herenhuizen met o.a. bij het nr. 19 een art-nouveauwoning uit 1904 van architect Henri Jacobs. Het wordt stilaan duidelijk: de Troonstraat was weer een grens, en wel die tussen Oud-Elsene en de Leopoldwijk. De wandeling bereikt daarmee de buurt waar in de 19de eeuw de Brusselse adel kwam wonen en waar vanaf de jaren 1950 uiteenlopende overheidsdiensten zich vestigden. Wandel bij het kruispunt links de Fleurusstraat in tot bij de De Meeûssquare. Wandel het parkje binnen. De De Meeûssquare is een van de drie rechthoekige pleinen in de Leopoldwijk. De oudste bomen zijn 150 jaar oud, nl. uit de periode waarin de wijk werd aangelegd en volgebouwd. De oudste huizen dateren uit diezelfde tijd. Het waren koetspoortwoningen: hun bewoners hadden niet alleen personeel in dienst, maar beschikten ook over een koets en dus over een koetshuis en paardenstallen achteraan de woning. Vanaf de jaren 1930 werden de eerste 19de-eeuwse herenhuizen gesloopt en vervangen door moderne appartementsgebouwen. De twee hoge modernistische appartementsgebouwen 'Residence Léopold' en 'Residence Albert' aan de rechterzijde van het plein getuigen hiervan. Vanaf de jaren 1950 breidde de sloop zich uit ten voordele van kantoorbouw. Rond de De Meeûssquare zitten een hele reeks ambassades, banken, verzekeringsmaatschappijen, Vlaamse overheidsdiensten, bureaus voor consultants en lobbyisten bij de Europese overheid. Loop naar het midden van het park. Ter hoogte van de overgang tussen de ene en de andere parkzijde staat een kleurrijke informatiekolom met teksten en foto's. Wandel er heen. Deze informatiepanelen werden geplaatst n.a.v. het Belgisch voorzittersschap van de Europese Unie tijdens de tweede jaarhelft van 2010. Dit is er eentje van de 10 in de Leopoldwijk. Lees gerust enkele teksten. Ze hebben betrekking op die zo merkwaardige architecturale vermenging op het plein, in de wijk en in de stad.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
16 De De Meeûssquare heeft de vorm van een rechthoek. Alle straten in de omgeving zijn recht en staan haaks op elkaar. Men noemt dit een dambordstructuur. We kennen het o.a.van de Manhattanwijk in New York (1819). Het eerste ontwerp voor de Brusselse Leopoldwijk dateert van 1835. Door het parkje loopt een straat. Volg deze tussen de twee oudere, hoge appartementsgebouwen in. Loop door tot bij het volgende plein. Middagpauze 3 Rond het Luxemburgplein ligt de vierde en laatste cluster met eetgelegenheden. Opnieuw een rechthoekig plein. Het Luxemburgplein was echter een stationsplein. De as van de Luxemburgstraat komt midden op het voormalige stationsgebouw uit. Het is een van de oudste stationsgebouwen van België en van Europa. Dat station dateert van 1855 en was het kopstation van de lijn Brussel-Konstantinopel, wat we later de Oriënt Express zijn gaan noemen. Deze spoorlijn werd aangelegd door de staalgroep van de Engelse industrieel John Cockerill die er de Waalse mijnen wilde mee ontsluiten. De man staat trouwens in het midden van het Luxemburgplein afgebeeld. De komst van het treinstation zorgde voor veel bezoekers en dus voor de bouw van hotels en café's. Vanaf de jaren 1960 nam het vliegtuig echter de rol van de trein over voor de lange afstandsverbindingen. Het station werd verwaarloosd. De café's en hotels verouderden en sloten hun deuren. Met de komst, vanaf 2000, van een heel nieuw internationaal kantoorpubliek kregen de herbergen opnieuw financiële zuurstof. De laatste vijf jaar onderging het plein een totale transformatie. Vooral de zonnekant barst nu uit zijn voegen van het terrassengeweld. Loop het stationsplein aan de linkerzijde over. Steek voorbij het laatste café-terras de Trierstraat over en wandel naar het voormalige stationsgebouw met een klok in de gevel. Voor het stationsgebouw staat nog een informatiezuil over de ontwikkeling van de Leopoldwijk. In het stationsgebouw zelf loopt een tentoonstelling over de aanwezigheid van heel wat kunstenaarsateliers rond de treinhalte. Pronkstuk op die tentoonstelling is een bas-reliëf van Rodin dat het buurtcomité heeft weten te redden. Wandel naar de achterzijde van dit voormalige stationsgebouw. Deze promenaderuimte omvat het gebied van de voormalige stationsperrons. De treinen rijden nu onder de betonplaat door. Alle gebouwen langs deze promenade zijn kantoorgebouwen van het Europees Parlement. De monumentale inkompartij met trappen is de hoofdingang. De zwevende cirkelgalerij verbindt die verschillende gebouwen met elkaar. Kies voor de doorgang rechts van de monumentale ingang van het Europees Parlement, wandel de trappen of het hellend vlak af. Aan de andere kant van de straat staat het Paul-Henri Spaakgebouw; het eigenlijke Europees Parlement. Het halfrond werd opgetrokken op de plaats van een grote Brusselse brouwerij: de Leopoldbrouwerij. Links en rechts van de Leopoldbrouwerij lag de Wiertzstraat. Langsheen deze straat en in enkele zijstraten stonden er tot in de jaren 1990 heel wat kunstenaarsateliers. De kunstenaars zochten deze locatie op omdat aan de achterzijde van het Leopoldstation een goederenstationnetje lag dat hen bevoorraadde met steen, koper, ijzer, enz... Het Europees halfrond is met een zwevende passerel verbonden met de rest van de parlementsgebouwen. Deze zwevende passerellen zorgen ervoor dat parlementaire medewerkers niet telkens moeten uit- en inchecken wanneer ze naar een ander gebouw lopen. Het is als een stad in de stad. Volg het trottoir naar rechts en draai bij het rondpuntje links de Vautierstraat in. Voor de knik in de straat ligt rechts de ingang van het Wiertzmuseum. Wandel binnen. Het Wiertzmuseum was vroeger het atelier van kunstenaar Antoine Wiertz (1806-1865). Wiertz was een megalomaan exponent van zijn tijd, een schilder met 'Rubensiaanse' pretenties die een combinatie zocht tussen romantische uitbundigheid en nationalistische gevoelens.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
17 De Belgische Staat stelde hem zelfs een atelier en woning ter beschikking op voorwaarde dat ze het na zijn dood zouden krijgen en inrichten als museum. In de hall hangt een klein maar interessant kadertje met een tekst van Wiertz. Daarin fantaseert hij over de groei van Brussel en hoe Parijs zou degraderen tot een Brusselse voorstad... Vanaf 1868 woonde Henri (Hendrik) Conscience in het huis. Hij was er conservator. Keer terug naar de Vautierstraat. Kilometerpaal 8 van deze wandeling is bereikt. Nog 1 km en je bereikt de metrohalte richting eindpunt. Even lager, aan de andere kant van de straat, ligt een doorgang. Sla deze in. In de schaduw van het Europees Parlement staat de directeurswoning van een vroegere plantentuin. Rechts van het pad lag een 18de-eeuws klooster dat later werd omgevormd tot het Natuurhistorisch Museum. Dit museum kennen we van de belangrijke collectie iguanodons. Volg het pad, loop onder een monumentale wilde kastanjelaar door en bereik door een poortje een park. Volg een 10-tal meters het pad naar links, sla vervolgens rechts in, en draai vervolgens nogmaals naar rechts. Het Leopoldpark is een oase in de stad. Midden de 19de eeuw was het de tuin van een man die experimenteerde met biologische tuinbouw. Vanaf 1865 werd het de 'Jardin Zoologique de Bruxelles', de Brusselse botanische en dierentuin. Eind 19de eeuw werd het een publiek park met daarin een hele reeks 'wetenschappelijke instituten' van de Université Libre de Bruxelles (ULB). Zo was het huidige Natuurhistorisch museum toen het Natuurwetenschappelijk Instituut. Uw wandeltraject doorheen dit park komt trouwens nog voorbij enkele andere gebouwen, zoals het voormalige sociologie-instituut, nu beter bekend als de 'Solvay-bibliotheek'. Midden de jaren 1990 was er even sprake om een aantal van deze gebouwen een Europese functie te geven. Meteen overwoog de overheid om dan maar het hele park af te sluiten en in te richten als geprivatiseerde achtertuin van het Europees Parlement. Daartegen kwam ontzettend veel protest. Het Leopoldpark is immers voor heel wat bewoners in het aangrenzende Etterbeek en Elsene hun enige groenalternatief. Geniet dus van de vrijheid dat deze wandeling nog steeds doorheen het Leopoldpark kan gaan. Wandel dit parkpad af, kies bij het bosje de brede trappartij naar links en wandel dat pad opnieuw af. Draai bij de vijvers links mee, en volg de vijverkant. De wandeling bereikt de Maalbeekvallei. Hier lag een visvijver. Bij de aanleg van het Leopoldpark kreeg de vijver een romantische vorm met charmant overhellende treurwilgen en het obligate eilandje met eendjes. Waar het pad naast de vijver uitkomt op een T, neem je links. Verlaat even verder het Leopoldpark. Bedien de drukknoppen om de voetgangerslichten op groen te schakelen, kijk uit voor het drukke verkeer en steek de Belliardstraat over. Het Jean Reyplein is misschien wel best charmant aangelegd, met zijn fonteintjes, zitbanken en bomen, toch ligt het in een stedelijk gat met verkeersassen, parkeergebieden en kantoorgebouwen. Naast het Leopoldpark troont langs de Belliardstraat het kantoorgebouw van het Europees Comité der Regio's en het Sociaal Economisch Comité. Het bakstenen gebouw verraadt met zijn architectuur dat het vroeger een katholieke meisjesschool met het Van Maerlantklooster was. Vandaag biedt het onderdak aan de onthaaldiensten voor nieuwe medewerkers bij de Europese Unie. De mastodont rechts daarvan is het kantoorgebouw van de Europese Ministerraad. Blijf rechtdoor lopen, dus langsheen het Jean Reyplein. Volg voorbij het plein bij de Etterbeeksesteenweg het trottoir naar links. Aan de linkerstraatkant bevindt zich de parking voor EU-bezoekers. Er bestaan al 20 jaar plannen om aan deze kant van het Jean Reyplein woningen op te trekken, maar er komt gewoon niks van. Aan de rechterkant van het Van Maerlantgebouw bevindt zich een gebouwtje in zandsteen. Het is de 18deeeuwse Salazarkapel.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
18 Oorspronkelijk stond ze in de buurt van het huidige Centraal Station in de binnenstad, waar ze rond 1890 steen voor steen werd gedemonteerd en naar hier overgebracht. In de jaren 1990 kocht een groep Europese ambtenaren de kapel en liet ze met steun van invloedrijke politici en kerkgemeenschappen grondig verbouwen tot bezinningshuis. Gebruik ter hoogte van deze kapel het zebrapad om de Etterbeeksesteenweg over te steken en wandel de steenweg aan de overzijde verder af. Het gebouw aan de rechterstraatkant is het onderkomen van de Europese Ministerraad. Het is een van de meest bombastische kantoorgebouwen uit de buurt. Net daarnaast doemt een ouder appartementsgebouw op. Het is de 'Residence Palace' (1922, arch. Michel Polak). Toen na de Eerste Wereldoorlog de loonkosten fors stegen en huispersoneel schaarser werd, ruilde een deel van de burgerij haar herenhuizen in voor het comfort van moderne appartementen. Dit luxueuze artdecopaleis bevatte, naast 180 ruime appartementen, ook een parkeergarage met 200 limousines, een theater, een bank, een pneumatisch postbedelingssysteem, een Turkse sauna en een Pompejaans zwembad, tennisvelden en op het dak een zomer-eethuis. De parlofoon verving de butler en het keukenpersoneel maakte plaats voor een traiteurdienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw opgeëist door de Duitsers en later door de Engelsen. Sinds 1958 wordt de residentie gebruikt door de Belgische overheid. Het theater, het zwembad en enkele statige zalen herinneren nog aan de vergane glorie. Naar aanleiding van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2001 vormde de Belgische regering de Résidence Palace om tot internationaal perscentrum. Loop onder de spoorwegbrug door. Bovenop de brug komt het Oostelijk Ringspoor voorbij. Dit spoor werd rond 1865 aangelegd als verlenging van de spoorlijn Konstantinopel-Leopoldstation, loopt zigzaggend over de Maalbeekvallei en sluit in Schaarbeek aan bij de hoofdspoorlijn door Brussel met daarop het Noord-, Centraal en Zuidstation. Even voorbij deze brug lag een klein treinstationnetje. Het was het privéstation van de Residence Palace. Na de metrowerken onder de Wetstraat in 1969 werd dit het treinstation 'Schuman'. Voorbij de spoorwegbrug ligt rechts een brede trap. Neem deze trap naar boven. Links van de trappartij staat de Lex 2000, met diensten van de Europese Ministerraad. Op de gronden stond sinds de jaren 1950 een kantoorgebouw van de Christelijke Mutualiteiten. Het mutualiteitsbestuur zag een financieel voordeel in de verhuizing van zijn eigen administratie naar een veel minder bereikbare locatie in Schaarbeek en de verkoop van haar gronden hier aan de Europese bouwheer. De trap eindigt bij het trottoir van de Wetstraat. Dit is de stedelijke hoofdas doorheen de Leopoldwijk. Bij de aanleg van de Wetstraat in de 19de eeuw was de straatbreedte geïnspireerd op de draaicirkel van een koets met vier paarden. Vanaf 1958 degradeerde de straat tot een invalsweg met vijf rijstroken richting stadscentrum. Er was een twintig jaar durende discussie nodig eer één van de vijf stroken kon worden opgeofferd voor de verbreding van de trottoirs en de aanleg van een fietspad. Aan deze straatzijde rechts ligt de hoofdingang van de Residence Palace. Aan de andere kant van de straat staat het Karel de Grote-gebouw met de buitenlandse diensten van de Europese Commissie. Kilometerpaal 9 van deze wandeling is bereikt. Even verder op het trottoir bevindt zich een trap naar het metrostation 'Schuman'. Volg in de ondergrondse verdieping de pijlen naar het perron richting 'Lijn 5 - Herrmann-Debroux'. Ontwaard je reisticket in de oranje toestellen en loop tot op het metroperron. Langs dit perron komen twee metrolijnen. Lijn 5 richting 'Herrmann-Debroux' en Lijn 1 richting 'Stokkel'. Een signalisatiepaneel boven het perron geeft aan wanneer en in welke volgorde de volgende metrostellen aankomen. Stap op het eerstvolgende metrostel van Lijn 5 richting ‘Hermann-Debroux’ (staat ook vermeld op de voorkant van het metrostel). De metrorit duurt +/- 5 minuten. De reisweg is te volgen op een schema boven de metrodeuren. Stap af bij de halte 'Hankar'. Verlaat het metrostation. Volg bij de Waversesteenweg het trottoir naar links. Draai even verder de straat links in. Op het einde draai je rechts en onmiddellijk links. Draai op het einde van deze Koninklijke Jachtstraat het trottoir van de Triomflaan rechts op, steek bij het eerstvolgende zebrapad de Triomflaan over en volg de laan langs het trottoir aan de overzijde.
NOODNUMMER 0478/77 02 58
19 Kies 200 m verder de ingang nr. 7 van de VUB-campus. Nog eens 150 m verder staat de BLOSO-stand. Dit is het einde van je wandeling. Dit is het einde van deze stadswandeling. We hopen dat je een boeiende Brusselverkenning achter de rug hebt. We leiden je volgend jaar graag opnieuw rond in Brussel.
__________________________________________________________________________
Dit circuit werd in opdracht van Bloso uitgewerkt door Brukselbinnenstebuiten. Bruksel wil je de stad tonen, te voet, per bus, met de fiets of met openbaar vervoer, en dit verder dan de toeristische neus lang is. Bruksel helpt je je gedachten over Brussel te openen. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78 __________________________________________________________________________
NOODNUMMER 0478/77 02 58