Toelichting in verband met de tewerkstelling, de uitbetaling en de subsidiëring van de occasionele sporttechnische medewerkers binnen de facultatieve opdracht jeugdsport Wie kan lesgever / sporttechnische medewerker zijn ? Voor wat betreft de overheadkosten facultatieve opdracht jeugdsport kunnen enkel de houders van de in het betrokken uitvoeringsbesluit vereiste kwalificaties en / of diploma’s als occasionele sporttechnische medewerkers in aanmerking komen voor subsidiëring. SOCIAALRECHTERLIJK STATUUT
I.
De lesgever / sporttechnische medewerker wordt aangesteld met een arbeidsovereenkomst Voorwaarden Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst met de lesgever / sporttechnische medewerker waaruit blijkt dat het gaat om een occasionele opdracht in het kader van de betrokken facultatieve opdracht jeugdsport. Aanvaardbare kosten Brutosalaris werknemer RSZ-werkgeversbijdrage Eindejaarstoelage en vakantiegeld Verplaatsingskosten Beperkingen wat subsidiëring betreft FO jeugdsport: de hiernavolgende beperkingen zijn enkel geldig voor de overheadkosten jeugdsport (niet voor de clubsubsidies): o de subsidiëring van het brutosalaris beperkt zich tot de bruto uurlonen van de bij het betrokken uitvoeringsbesluit gevoegde bezoldigingstabel (ter info zie uitgewerkte tabel met simulatie geïndexeerde subsidieerbare uitgaven 2013 toegevoegd als bijlage A). o de subsidiëring van de verplaatsingskosten wordt beperkt tot de kilometervergoeding zoals opgenomen in bijlage A. Ter informatie Vrijstelling van RSZ op basis van art. 17 van het KB van 28/11/1969: onder bepaalde voorwaarden kan een occasionele lesgever / sporttechnische medewerker bij 1 of meerder werkgevers maximum 25 arbeidsdagen op jaarbasis werken met RSZvrijstelling (zie bijlage B). Dit maakt tewerkstelling goedkoper voor de werkgever (omdat hij geen RSZ-werkgeversbijdrage verschuldigd is) en is interessanter voor de werknemer, die meer nettoloon overhoudt (omdat hij geen persoonlijke RSZ-werknemersbijdrage verschuldigd is). Verlaagde RSZ-bijdrage voor tewerkstelling van lesgevers / sporttechnische medewerkers aangeworven met arbeidsovereenkomst voor studenten.
II.
De lesgever / sporttechnische medewerker wordt via VLABUS of via een interim-bureau tewerkgesteld Voorwaarden Er is een aanvraag / factuur van VLABUS of het interim-bureau waaruit blijkt dat het gaat om een opdracht in het kader van de betrokken facultatieve opdracht jeugdsport in het betrokken subsidiejaar.
Aanvaardbare kosten Kosten van de factuur van VLABUS of het interim-bureau waaruit duidelijk blijkt dat het gaat om een opdracht in het kader van de betrokken facultatieve opdracht jeugdsport van het betrokken subsidiejaar met minimaal de vermelding van de naam van de lesgever, de datum en het aantal gepresteerde uren. Beperkingen wat subsidiëring betreft De kosten van de VLABUS-factuur worden integraal aanvaard. De integrale kost (die het brutosalaris en de vervoerskosten omvat) dient geboekt te worden op de post ‘kosten inzake dienstverlening door sporttechnische medewerkers’ nr. 61461050 voor de FO jeugdsport. Uiteraard kunnen dan voor diezelfde opdracht geen vervoerskosten meer geboekt worden op de post ‘verplaatsingskosten sporttechnische medewerkers’, nr. 61210050 (jeugdsport). Wanneer het om een factuur van het interim-bureau gaat wordt de subsidiëring beperkt tot de bedragen van het brutosalaris en de verplaatsingskosten vermeerderd met het bedrag van de RSZ-werkgeversbijdrage, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage die normaal zouden betaald worden wanneer de occasionele sporttechnische medewerker onder een arbeidsovereenkomst zou gewerkt hebben, vermeld in de tabel van de subsidieerbare uitgaven (zie bijlage A).
III. De lesgever / sporttechnische medewerker heeft het statuut van zelfstandige hetzij in hoofdberoep, hetzij in bijberoep Voorwaarden De zelfstandige lesgever maakt een factuur. Aanvaardbare kosten De gefactureerde bedragen waaruit duidelijk blijkt dat het gaat om een opdracht in het kader van de betrokken facultatieve opdracht van het betrokken subsidiejaar met vermelding van de naam van de lesgever, het diploma, de plaats, de datum en het aantal gepresteerde uren en de aparte vermelding van de verplaatsingskosten. Beperkingen wat subsidiëring betreft FO jeugdsport: de hiernavolgende beperkingen zijn enkel geldig voor de overheadkosten jeugdsport (niet voor de clubsubsidies) o de subsidiëring wordt beperkt tot de bedragen van het brutosalaris en de verplaatsingskosten vermeerderd met het bedrag van de RSZwerkgeversbijdrage, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage die normaal zouden betaald worden wanneer de occasionele sporttechnische medewerker met een arbeidsovereenkomst zou gewerkt hebben, vermeld in de tabel van de subsidieerbare uitgaven (voorbeeld voor het jaar 2013 zie bijlage A). Controle De zelfstandige lesgever / sporttechnische medewerker dient in het bezit te zijn van een ondernemingsnummer (geregistreerd in de kruispuntbank voor ondernemingen – KBO).
IV. De lesgever / sporttechnische medewerker is een vrijwilliger Vanaf 2013 wordt de vrijwilligersvergoeding niet meer aanvaard als bestedingsmogelijkheid voor de clubs en mogen de clubs deze dus ook niet meer gebruiken om hun subsidies jeugdsport te verantwoorden.
Geïndexeerde subsidieerbare uitgaven FO Jeugdsport 2013 door het Bloso te subsidiëren voor de prestaties van de occasionele medewerkers in 2013
Categorie Cat I Cat II Cat III Cat IV Cat V
geïndexeerd RSZ bruto werkgeversuurloon bijdrage vakantiegeld * 12,5025 4,1096 0,9585 14,2037 4,6688 1,0890 16,0270 5,2681 1,2287 17,7282 5,8273 1,3592 19,3968 6,3757 1,4871
eindejaarstoelage * 1,0419 1,1836 1,3356 1,4774 1,6164
Bijlage A
RSZ werkgeversbijdrage op eindejaarstoelage * 0,3425 0,3891 0,4390 0,4856 0,5313
indexcoëfficiënt op 1/1/2013: RSZ-werkgeversbijdrage: is per kwartaal veranderlijk en bedraagt ± 33% (per kwartaal informeren bij uw sociaal secretariaat) In deze tabel werd het gemiddelde percentage genomen voor het jaar 2012 (32,87 %) Het definitieve cijfer voor 2013 is nog niet gekend. vakantiegeld: is brutoloon gedeeld door 12 maal 92% is brutoloon gedeeld door eindejaarstoelage: 12 Kilometervergoeding voor de periode vanaf 01/01/2013 tot 30/06/2013 Voor de periode vanaf 01/07/2013 * indien van toepassing
€ 0,3456 / km € 0,3461 / km
Bijlage B Artikel 17 van het K.B. van 28 november 1969 (publicatie B.S. 5/12/1969) 28 NOVEMBER 1969. – Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders … Artikel 17 § 1. Aan de toepassing van de wet worden onttrokken voor zover de bedoelde betrekking in de loop van een kalenderjaar 25 arbeidsdagen niet overschrijdt bij één of meer werkgevers 1°
het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten aangesloten provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, en de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht: a) als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties, de vrije dagen of de gedeelten in het onderwijs, of als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs. b) bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaats hebben na 16 u 30 of tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
2°
de Belgische Radio en Televisie, Nederlandstalige uitzendingen (B.R.T.), de "Radio-Télévision culturelle francaise" (R.T.B.F.) en de "Belgische Rundfunk- und Fernsehnzentrum (B.R.F.)" alsmede de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden;
3°
het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen;
4°
de door de bevoegde overheden erkende organisaties die tot taak hebben socio-culturele vorming en/of sportinitiatie te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider of monitor;
5°
de inrichtende machten van scholen, gesubsidieerd (door een Gemeenschap), en de personen die zij tewerkstellen als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
6°
De inrichters van sportmanifestaties en de personen die zij uitsluitend op de dag van deze manifestaties tewerkstellen. Deze bepaling vindt geen toepassing op de sportbeoefenaars bedoeld in artikel 6 en 6bis.
§ 2. Dit artikel is alleen toepasselijk zo de werkgever vóór elke tewerkstelling aangifte ervan doet bij de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Voorzorg. Het model van de aangifte wordt vastgesteld door Onze Minister die de Sociale Voorzorg in zijn bevoegdheid heeft.) Voor de inrichters van sportmanifestaties bedoeld in § 1, 6, van dit artikel wordt de aangifte, vóór elke tewerkstelling van stadioncontroleurs en andere occasioneel aangestelden van de club
gedaan in een daartoe samengesteld register. Onze Minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft, bepaalt de vorm van dit register, evenals de inlichtingen die er moeten in voorkomen. Dit register moet door de club bewaard worden gedurende 5 jaar vanaf de dag van de laatste aangifte welke er in voorkomt, op de plaats waar zij, overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, deze laatste moet bewaren of zou moeten bewaren indien dit besluit op haar van toepassing zou zijn.