Speel op veilig
Veiligheid is kwaliteit in scouting.
Speel op veilig
2
Zes uur, ze komen aan op het terrein, de activiteit zit erop voor vandaag. Een meute jongens en meisjes, in uniform, van top tot teen besmeurd met modder en schmink. Lachend, joelend, zingend, kibbelend. Nog volop in de sfeer van het spel en helemaal in de ban van elkaar. Een gezellige boel, dat is wel duidelijk. “En? Leuke vergadering gehad?” vraag ik. “De allerbeste van ‘t jaar!” Zo’n antwoord krijg ik week op week: “Wijs! Supercool. De beste!” Ik glimlach. Wat maakt die ‘alledaagse’ activiteit toch zo bijzonder? Hoe ging dat ook alweer? Ik heb het zelf ook beleefd, ik zou toch moeten weten hoe een toffe vergadering in elkaar zit? En die gedachte is al genoeg om in mijn hoofd nog even na te genieten van de heerlijke momenten die we meemaakten: in de tent, ergens onder een boom, met de voeten in de beek of gewoon in het lokaal. Inkleding, heel veel fantasie en creativiteit. Scouteske extraatjes zoals een kampvuur of op stap gaan. En ook vriendschap, nieuwsgierigheid en aandacht. Daarmee ontpopt vrijwel elke bescheiden activiteit zich telkens weer tot een unieke ervaring voor leden en leiding. Ongetwijfeld steekt het daar ook de kop op: de neiging om een beetje verder te gaan, of hoger. Dat was vroeger niet anders. Herkenbaar, begrijpelijk,… Toch hoop ik vurig dat ze met mijn zoon geen risico’s nemen, zelfs niet het kleinste. Dat ze veiligheid au sérieux nemen. Toch zijn we elke week weer op post. Mijn zoon vol enthousiasme en ikzelf vol vertrouwen in de leiding en in het spel van scouting. De allerbeste vergadering dus… Deze leiding heeft het alvast begrepen. Het recept voor een geslaagde activiteit. En ook dat waaghalzerij en uitdaging peperdure ingrediënten zijn, met grote zorg en met mate toe te voegen aan het recept van de activiteit. Petje af voor deze leiding. En ook voor de leden natuurlijk. Wat zouden de plannen zijn voor volgende week?
De moeder van een welp.
speel op veilig
3
Beste leider, beste leidster, Deze brief zegt genoeg. Ouders van leden zijn soms bezorgd, maar vol vertrouwen. We delen met de ouders zorg en liefde voor de kinderen en jongeren die aan ons worden toevertrouwd. Daarom deze warme oproep: besef dat je als leiding verantwoordelijkheid draagt, tijdens het spelen, ervoor en erna. Bereid activiteiten goed voor. Hou het creatief, speels en avontuurlijk. En uiteraard: veilig, doordacht en verantwoord. Het zijn basisbegrippen voor elke scout en gids. Prent ze in je hoofd en handel ernaar. We hebben er alle vertrouwen in dat jullie er het beste van maken. De nationale leiding
7 8 9 14 17 18 24 30 36 42 54 60 71 72 74 78 80 85 93 96
Inleiding Een veilige activiteit Verzekeringen en aansprakelijkheid bij activiteiten Wegwijs in deze brochure Regels, richtlijnen, risico’s en suggesties voor veiligheid bij het spel van scouting Vuur Water Hoogte Materiaal Verkeer Drugs, tabak & alcohol Andere risico’s Vragen en antwoorden Op kamp Op tocht Koken, vuur maken en hout hakken Allerlei Crisis- en noodsituaties Jouw aanvullingen Colofon
speel op veilig
Inhoud
5
6
speel op veilig
7
Inleiding
8
Een veilige activiteit Scouting veilig maken is een grote uitdaging. Hierbij een aantal suggesties: informeer je over de bestaande veiligheidsvoorschriften en -regels. Gebruik steeds je gezond verstand, zowel bij de voorbereiding als tijdens de activiteit. Evalueer regelmatig de activiteiten, luister daarbij naar feedback van leden, medeleiding, groepsleiding en ouders. Bespreek de kwaliteit van je activiteiten ook met je leidingsploeg en durf streng te zijn voor jezelf.
Checklist voor een veilige activiteit Je handelt als leiding op een veilige manier als je deze voorwaarden kan aanvinken: OO De activiteit is fysiek en emotioneel haalbaar voor elke deelnemer. OO De deelnemers krijgen de kans om ‘neen’ te zeggen tegen de activiteit. OO De deelnemers voelen zich veilig in de groep. OO De activiteit past bij het ontwikkelingsniveau van de deelnemers. OO De verantwoordelijken van de activiteit zijn in staat om de activiteit goed te leiden. OO De omkadering van de activiteit is veilig. OO De activiteit is niet gewelddadig.
Scouts en Gidsen Vlaanderen kent twee soorten activiteiten: scoutsen gidsenactiviteiten en gespecialiseerde activiteiten. Om al die activiteiten veilig en dus kwalitatief te organiseren, geldt een aantal principes.
Scouts- en gidsenactiviteit Die activiteit is toegankelijk voor elke scout en gids. Ze wordt begeleid door leid(st)ers die handelen volgens het principe van de goede huisvader (zie ook bladzijde 12). Alle gewone scouts- en gidsenactiviteiten vallen onder deze noemer (bos- en pleinspelen, zwemmen, fietstochten, enzovoort).
Gespecialiseerde activiteit Voor gespecialiseerde activiteiten vinden we het noodzakelijk dat de begeleiding doordacht en met kennis van zaken handelt. Gespecialiseerde activiteiten moeten daarom begeleid worden door een professionele of door Scouts en Gidsen Vlaanderen erkende organisatie. Door het verhoogd risico dat aan deze activiteiten verbonden is, moeten deelnemers minstens gids of (zee)verkenner zijn.1 Het gaat om: ›› Speleologie ›› Rots- en indoorklimmen; acrobranche; canyoning; abseilen ›› Judo; karate; gevechtssporten ›› Niet-gemotoriseerde watersporten zoals windsurfen, zeilen, raften, roeien, canyoning (voor zeescouting gelden andere normen) ›› Glijden op zand en alle afgeleiden ervan
1
Wanneer we in deze brochure verwijzen we naar een tak, dan bedoelen we daarmee de leeftijdsgebonden opdeling van leden volgens de spelregels van Scouts en Gidsen Vlaanderen.
speel op veilig
9
10
Verboden activiteiten Dit zijn activiteiten waar Scouts en Gidsen Vlaanderen niet achter staat en daarom zijn leden en leiding hiervoor niet verzekerd. Vanuit het verbond kan dat aan ouders gecommuniceerd worden. We sluiten volgende activiteiten uit: ›› ›› ›› ›› ›› ›› ››
Luchtsport Skiën Benjispringen Gemotoriseerde sporten Outdoor-paintball Officiële competitiewedstrijden Schietsport Wie zich aan een van deze activiteiten wil wagen, kan zich het best elders laten verzekeren.
12
Verzekeringen en aansprakelijkheid bij activiteiten
De goede huisvader = organisatieplicht + toezichtsplicht Het principe van de goede huisvader is een juridische term. Het betekent dat je ‘het goed’ beheert naar je beste vermogen. Je beheert het zoals een huisvader zijn gezin zou beheren. Dat betekent dat je een tocht zelf uitstapt, vooraleer je je jonggivers de baan opstuurt. Het betekent ook dat je je auto niet vollaadt met welpen, maar je beperkt tot drie welpen, zoals de wet het voorschrijft. Als je je organisatieplicht vervuld hebt en ook je toezichtsplicht ter harte hebt genomen, heb je je dus als een goede huisvader gedragen.
Organisatieplicht = doordachte zorg vooraf We hebben als leiding de wettelijke plicht om zoveel mogelijk gevaren te voorzien en uit te sluiten. Het betekent dat we bij de voorbereiding van een activiteit voldoende aandacht hebben voor de mogelijke gevaren en heel concrete voorzorgen nemen. Als we gaan houthakken, moeten we onze jonggidsen aanleren hoe dat veilig kan, moeten we ervoor zorgen dat de bijlen niet los aan de steel zitten, enzovoort.
Toezichtsplicht = wakende aandacht ter plaatse tijdens de activiteit We zien erop toe dat onze leden zichzelf niet in gevaar brengen en moeten daar actief op toekijken. Als verkenners met bijlen beginnen te spelen, zijn we verplicht om in te grijpen. Als kapoenen in een boom willen klimmen, is het belangrijk om een oogje in het zeil te houden en ervoor te zorgen dat ze voorzichtig zijn.
Verzekeringen Voor het betalen van een schadevergoeding zijn we verzekerd. Maar als uit de feiten van een ongeluk blijkt dat je je niet als goede huisvader hebt gedragen (toezichtsplicht en/of organisatieplicht niet ter harte genomen), kan het zijn dat de kosten voor schade op jou persoonlijk worden verhaald. Meer informatie over verzekeringen en aansprakelijkheid lees je in de publicaties Goed verzekerd? en Aansprakelijkheid, te vinden op onze website.
14
Wegwijs in deze brochure In de volgende hoofdstukken bespreken we een aantal risicofactoren die de veiligheid in gevaar kunnen brengen. Elk hoofdstuk beschrijft de wet, de regels en richtlijnen van Scouts en Gidsen Vlaanderen, enkele risico’s en suggesties en een verwijzing naar waar je meer kunt vinden over het thema.
Wet De wet is wet. Daar kunnen we niet onderuit. Verschillende wet gevende instanties maken een, al dan niet kindvriendelijke, wet geving op. Je hoeft geen wandelend wetboek te zijn om je legaal te kunnen gedragen. Wel is het een burgerplicht om je zo goed mogelijk te informeren. Met deze brochure helpen we je een stukje verder. Bij elk thema noteren we de belangrijkste wettelijke bepalingen. Wetgeving is echter voortdurend in verandering en er kunnen ook verschillen of onduidelijkheden in zitten. Wetgeving is meestal regionaal gebonden. Informeer je daarover als je naar het buitenland gaat. Het internationaal kampvisum kan daarvoor een gids zijn. Als je twijfelt over een bepaalde wetgeving, kan je steeds terecht op het nationaal secretariaat (03/231.16.20 of
[email protected]).
Die regels zijn verplichtingen waar je als scout of gids niet omheen kan; ze zijn samen de ‘norm’ voor veiligheid binnen onze jeugdbeweging. Wie deze regels negeert, brengt leden en/of leiding rechtstreeks of onrechtstreeks in gevaar. Je hebt daarom het recht om je medeleiding aan te spreken op hun gedrag; de groepsleiding kan jou op de vingers te tikken; de districtscommissaris kan de problemen in jouw groep ter sprake te brengen,… Overtreed je de regels bewust, dan kan dat aanleiding zijn voor een sanctie, bijvoorbeeld schorsing of uitsluiting. Meer daarover in de spelregels van Scouts en Gidsen Vlaanderen.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen Onze richtlijnen zijn minder bindend, maar daarom niet minder belangrijk. Het zijn pedagogische adviezen (bijvoorbeeld vanuit progressiewerking) in het kader van veiligheid. We kiezen ervoor om duidelijk te communiceren over richtlijnen omdat ze kwaliteit in scouting bevorderen. De opgesomde richtlijnen zijn niet limitatief. Vul ze aan in overleg met je groep.
Risico’s en suggesties Onder die hoofding vermelden we bijkomende informatie waarmee activiteiten grondig kunnen worden voorbereid. Gebruik daarvoor ook de checklist op bladzijde 8.
Meer weten? Tot slot geven we nog een aantal verwijzingen op het einde van elk hoofdstuk. Zo vind je er publicaties, websites en organisaties die dieper ingaan op een het thema. We raden volgende basiswerken aan voor wie meer wil weten over een aantal aspecten van scouting: Kijk op scouting, Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum.
15 speel op veilig
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen
speel op veilig
17
Regels, richtlijnen, risicos en suggesties voor veiligheid bij het spel van scouting
vuur
1
Voor hete vuren Een vuurtje stoken is meestal spannend om te doen. Maar het kan ook voor gevaarlijke situaties zorgen. Vuur is moeilijk te voorspellen en ontstaat vaak waar of wanneer je het niet verwacht. Wees dus altijd voorbereid en aandachtig als je vuur maakt.
Wet
19
In het algemeen is de wet over vuur maken zeer streng, maar er zijn in Vlaanderen en Wallonië een aantal uitzonderingen. Een vuur van ‘plantaardige brandstof’ kan, mits een aantal duidelijke afspraken met de boswachter én de eigenaar van het terrein.
speel op veilig
Art. 89, 8° van het Belgische veldwetboek verbiedt het maken van vuur binnen een afstand van honderd meter van huizen, bossen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of van plaatsen waar vlas te drogen is gelegd. Ook in die gevallen bestaan er uitzonderingen waarvoor je uitdrukkelijk de toestemming nodig hebt. Vraag info bij de boswachter en/of de eigenaar van het terrein. In het Strafwetboek zijn vanaf artikel 510 verschillende bepalingen terug te vinden omtrent brandstichting. Artikel 519 behandelt de accidentele brand en bepaalt onder meer dat wie door onvoldoen de voorzorgsmaatregelen te nemen een brand veroorzaakt, een strafbaar feit pleegt. De Vlaamse Wegcode zegt dat je het verkeer niet mag hinderen of onveilig maken door het zicht op de openbare weg te belemmeren door rook of stoom (art. 7.3 Wegcode). De Vlarem-wetgeving, het Bosdecreet, het Afvalstoffendecreet en het Milieuvergunningsdecreet leggen allerhande regels op omtrent het verbranden van afvalstoffen en het aansteken van kampvuren.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Bij Scouts en Gidsen Vlaanderen mogen leden pas vanaf de jonggidsen, jongverkenners, scheepsmakkers zelf vuur maken. De leiding zorgt mee voor veilige omstandigheden om vuur te maken. Kapoenen, zeehondjes, kabouters en (zee)welpen mogen geen vuur maken, laat ze ook nooit alleen bij een vuur. ›› Spelen met brandende voorwerpen, eventueel gedrenkt in brandversnellers en chemische stoffen is niet toestaan2. Ook vuurspuwen is een verboden activiteit. 2
Fakkels mogen gebruikt worden voor een fakkeltocht of inkleding. Spelen met fakkels mag niet.
VUUR
20
›› Gebruik nooit benzine, stookolie (mazout), spiritus of andere vloeibare licht ontvlambare producten om een houtvuur aan te maken of aan te wakkeren. ›› Het is verboden om over vuur te springen.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Voorzie binnen handbereik voldoende blusmateriaal, afhankelijk van de grootte van het vuur. Minimum een emmer water en een emmer zand. ›› Maak een vaste stookplaats en hou minstens twee meter rondom vrij van brandbare voorwerpen. ›› Vuur is onvoorspelbaar en soms moeilijk in de hand te houden. Maak het vuur niet te groot en laat de vlammen niet te hoog oplaaien. Onderzoek onmiddellijk verdachte rook of geur. Grijp zonder aarzelen in als het uit de hand dreigt te lopen, evacueer en/of blus bij het minste vermoeden van brand. ›› Laat brandend of uitdovend vuur of vuurrest nooit onbewaakt achter. ›› Maak tafelvuren aangepast aan de hoogte van de gebruikers. Die moeten de inhoud van de pot kunnen zien zonder opstapje. Zet de rooster op hoogte tussen knie en bekken van het kleinste lid. Zorg dat de roosters stevig bevestigd zijn, voorkom kantelen. Zorg dat de sjorringen stevig zijn en buiten het bereik van het vuur liggen. ›› Heet frituurvet is zeer ontvlambaar. Frituur nooit op houtvuur.
›› Wind kan brandende gensters honderden meters met zich meedragen. Hou vuur altijd uit de buurt van tenten en andere brandbare materialen. Hou rekening met de windrichting en -sterkte. ›› Vuur verplaatst zich ook onder de grond. Maak nooit vuur op een plek waar er wortels in de grond zitten. Wees extra aandachtig tijdens periodes van droogte. Ook steen en beton kunnen een gevaarlijke ondergrond zijn omdat er stukjes kunnen van af springen, vooral als ze nat zijn. ›› Synthetische kledij, ook fleece, vat gemakkelijk vuur of kan smelten, waarbij het in de huid kleeft. Hou zulke kledij, slaapzakken en andere attributen ver genoeg uit de buurt van het vuur. ›› Ook kleine vuren kunnen een brand aansteken. Een vuur is pas uitgedoofd als je de resten met de blote hand kan aanraken. Loop niet met fakkels onder bomen, ga er ook niet mee in een graanveld, in een gebouw of in een tent staan. ›› De organisatie rond het vuur is belangrijk. Maak duidelijke afspraken met iedereen: wie kookt, wie stookt, waar staat het water, waar ligt het blusdeken. ›› Hou pannen vetvrij aan de buitenkant om inslaand vuur te voorkomen. Slaat de vlam toch in de pan, blus dan door een natte doek over de pan te leggen. Gooi niet met water, dat doet brandend vet uiteen spatten en veroorzaakt een steekvlam. ›› Veel brandwonden ontstaan door stoom bij het afgieten van bijvoorbeeld aardappelen; gebruik handschoenen of droge doeken. Draag ze ook om potten van het vuur te halen. ›› Bij brand gaat vaak kostbare tijd verloren door paniek en onduidelijkheid. Wat moet er gebeuren, wie doet wat? Maak een evacuatieplan voor het (kamp)lokaal en oefen het in.
21 speel op veilig
Risico’s en suggesties
VUUR
22
Meer weten? ›› Over brandwonden: eerst veel stromend water (tien minuten!), de rest komt later ›› Over vuur maken en blussen: in het Buitenboek ›› Over vuur:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over het bosdecreet: www.bosspel.be ›› Over brandveiligheid in en rond je lokaal: Brochure jeugdlokalen en brandveiligheid, Kampvisum en www.jeugdlokalen.be ›› Over aanbevelingen en wetgeving rond het stoken van vuurtjes en het verbranden van afval: www.OVAM.be ›› Over noodnummers van de brandwondencentra en richtlijnen over handelen bij ongevallen met brandwonden: www.brandwonden.be
WATER
2
Eén pot nat Water is een zeer complexe risicofactor. Te koud, te warm, te diep, te ondiep, vaak verraderlijk en soms zwaar vervuild. Redenen genoeg om niet zomaar met de voeten in het nat te gaan staan. Wees steeds op je hoede voor de risico’s die water met zich meebrengt.
Zwemmen is op vele plaatsen onverantwoord en soms zelfs verboden. De meeste K.B.’s die de bevaarbaarheid van de Belgische kanalen behandelen, vermelden een zwemverbod voor dat kanaal. Ook is het verboden om in havens te zwemmen (zie o.m. art. 43 van het K.B. houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust). Voor vlotten geldt dezelfde reglementering als voor kayaks. Wie in open water, (zwem)vijvers of rivieren wil zwemmen moet rekening houden met de kwaliteit van het oppervlaktewater. Zwem enkel in zones die aangeduid worden met een blauwe vlag (witte cirkel met blauwe golven). Die vlag geeft een veilige en gezonde zwemzone aan. In de meeste lokale (politie)reglementen zijn er regels over zwemmen en varen. Informeer je daarover bij de gemeente. Aan de kust mag je enkel in bewaakte zones zwemmen en dien je de kleur van de vlag te respecteren (groen = veilig, geel = opletten en geen luchtmatrassen en dergelijke mee in zee, rood = verboden te zwemmen).
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Voor zeescouting gelden specifieke richtlijnen die omschreven worden in het handboek ‘Nautische vaardigheden’. ›› Respecteer elke officiële signalisatie. Vaar en zwem aan zee uitsluitend in bewaakte zones. ›› Zwem nooit in stuwmeren, bij sluizen, nabij boten, sterke stroomversnellingen of watervallen. Hinder de scheepvaart op rivieren niet. ›› Spring niet van bruggen of rotsen, want je kan niet inschatten wat zich onder het wateroppervlakte bevindt.
25 speel op veilig
Wet
26
›› Bouw nooit een (tenten)kamp op oevers of in een droogstaande rivierbedding. ›› Stap niet over ijsvlaktes zonder de uitdrukkelijke toestemming van plaatselijke opzichters. ›› Draag steeds een zwemvest wanneer je op een vlot op het water zit.
water
›› Hou steeds toezicht, zowel van op het water als van op de oever. ›› Informeer vooraf bij de ouders of voogd wie van de leden kan zwemmen. ›› Ga steeds de kwaliteit na van het water dat je wil gebruiken om te drinken of te koken.
›› Situaties met water zijn moeilijk in te schatten. Meerdere factoren beïnvloeden het risico. Hou rekening met veranderende weersomstandigheden, de stroming, de diepte, de temperatuur, de wettelijke toestemming die je al dan niet nodig hebt, de zwemcapaciteiten van je leden, de zichtbare vervuiling,… ›› De reacties en het uithoudingsvermogen van leden die niet (goed) kunnen zwemmen zijn onvoorspelbaar. Voorzie altijd de nodige begeleiding in het water en op de kant. Ga regelmatig na of je nog toezicht hebt op alle leden. ›› Stilstaand water kan zelfs op geringe diepte soms verrassend koud zijn. In water verlies je veel meer warmte dan erbuiten en dan loop je kans op onderkoeling. ›› Stromend water kan gevaarlijk en verraderlijk zijn. ›› Stap niet in een ogenschijnlijk ongebruikte afwateringstunnel; vaak verbinden die tunnels meren of kanalen en kunnen ze onverwacht in werking treden. ›› Controleer een vlot steeds op veiligheid. Zorg ervoor dat niemand onverwacht onder het vlot terechtkomt. ›› Heet water en stoom kunnen brandwonden veroorzaken. Hou daar rekening mee tijdens het koken. ›› Voor water uit waterputten moet de eigenaar je een attest bezorgen. Als je water uit de rivier gebruikt, ga dan zeker vooraf na hoe het zit met de kwaliteit ervan. Niet alle water is bruikbaar om je tanden mee te poetsen. Drink in België nooit van oppervlaktewater. Drinkwater moet stromend water zijn. Breng je water met een tuinslang op het terrein? Drink dan niet van de eerste liters, dat water heeft soms te lang stilgestaan en is niet zuiver meer.
27 speel op veilig
Risico’s en suggesties
water
28
Meer weten? ›› Over water:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over nautische vaardigheden:
[email protected], www.scoutsengidsenvlaanderen.be ›› Over regels voor vlotten: dat zijn dezelfde regels als voor kajaks: informeer vooraf om te weten waar je mag vlotten/kajakken. 0800 13845 ‘Info kajak’ geeft dagelijks aangepaste info over waar je mag varen met vlotten en kajaks. Een geprogrammeerde speaker geeft inlichting bij de rivier naar keuze. Een kaartje en de nodige regels en uitleg op de Site ‘Kayak Wallonie’: kayak.environnement.wallonie.be ›› Over zwemmen: www.kwaliteitzwemwater.be – daar kan je een folder over veilig zwemmen downloaden ›› Over de blauwe vlag: www.bondbeterleefmilieu.be/blauwevlag/index.php/411
speel op veilig
29
›› Over de vlaggen aan het strand en andere signalisatie: www.ikwv.be ›› Over veilige vlotten: Het Tochtenboek, een uitgave van Chirojeugd Vlaanderen. ›› Over zwemvesten: ze zijn vaak gratis uitleenbaar bij de jeugddienst ›› Over scheepsvaartwetgeving en watertoerisme: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Maritiem Vervoer, 02 233 13 21,
[email protected], www.mobilit.fgov.be of www.binnenvaart.be, www.descheepvaart.be ›› Over waterbeleid, waterstanden en bedieningstijden van sluizen en bruggen: Administratie Waterwegen en Zeewezen, 02 553 77 66, www.lin.vlaanderen.be ›› Over onbevaarbare waterwegen: afdeling ‘water’ van AMINAL, 02 553 21 11,
[email protected]
HOOGTE
3
Me Jane, you Tarzan! Hoogte heeft een onvoorstelbare aantrekkingskracht. Omdat de top schoonheid belooft, omdat het een kick geeft om iets moeilijks te bereiken, of omdat het een uitdaging is om je angst voor hoogtes te overwinnen. Waarvoor je het ook doet, er is een goeie reden waarom veel mensen hoogtevrees hebben. Het is een waarschuwing van ons lichaam voor de mogelijke gevaren van hoogte. Wees dus alert en neem steeds de nodige voorzorgen.
Er is geen wetgeving over hoogte. Hier geldt dus het principe van de goede huisvader en organisatieplicht. Daarover vind je meer op pagina 12. Het is belangrijk om de situatie realistisch in te schatten en gepast te reageren. Een gouden raad: bezin voor je begint en wees liever te streng dan te laks. ‘Men’ zegt wel eens dat je tot drie meter vrij kan klimmen en klauteren. Dat is niet zo, je moet altijd de nodige veiligheids voorschriften in acht nemen: of een lid nu in een boom klimt, op een rots klautert of over een beekje springt.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Bij elke activiteit die met hoogte te maken heeft, is elke indivi duele deelnemer beveiligd met degelijk materiaal. Dat geldt voor gespecialiseerde activiteiten en ook voor torens sjorren, commandoparcours, enzovoort. ›› Activiteiten in de hoogte worden altijd door minstens twee leid(st)ers begeleid. Handel niet alleen, want iedereen maakt fouten en die kunnen nefast zijn.3 ›› Gespecialiseerde activiteiten mogen enkel onder leiding van erkende deskundige begeleiding. Denk bijvoorbeeld aan rots- en indoorklimmen, speleologie, touwenparcours,… Meer info op bladzijde 9. ›› Activiteiten in een hooggebergte of afgelegen gebieden vereisen voorbereiding. Volg het advies van een erkend deskundige en zorg dat je actuele informatie hebt.
3
Vanuit de hoogte heb je een ander perspectief. Meestal heb je veel concentratie nodig voor wat je aan het doen bent. Eén persoon kan leiding en instructies geven van op de grond. De ander begeleidt in de hoogte.
31 speel op veilig
Wet
32
›› Elke kabelbaanactiviteit moet begeleid worden door minstens twee begeleid(st)ers waarvan er minstens één de vorming ‘kabelbanen’ volgde bij ploeg Technieken. Een kabelbaan valt onder ‘gespeciali seerd materiaal’. ›› Enkel het gebruik van een tijdelijke kabelbaan aangekocht in een Hopper-winkel is toegestaan.
hoogte
›› Alle death-rides, ook die onder begeleiding van specialisten, zijn verboden.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› De leiding houdt altijd toezicht op spontaan klimwerk, bijvoorbeeld in bomen. Het is je plicht als goede huisvader om toe te zien en in te grijpen waar leden gevaarlijke dingen doen. ›› Onvoldoende onderhouden materiaal verhoogt het risico op ongevallen. Heb je twijfels over het materiaal of over de deskundigheid van de begeleiding, neem dan geen risico’s en gelast de activiteit af. ›› Draag zowel in de hoogte als op de grond een helm. ›› Het is gevaarlijk om touwen over rijwegen of rivieren te spannen. Iemand die met snelheid tegen het touw rijdt of vaart kan zich hier ernstig aan kwetsen. ›› Een kabelbaan moet steeds onder toezicht staan, ook indien niet in gebruik. ›› Vaste kabelbanen vallen in het KB onder de norm van speeltuigen en zijn daarom verboden. Zie bladzijde 9 voor meer informatie. ›› Neem elk signaal van hoogtevrees ernstig. Moedig leden aan om in de hoogte of diepte te gaan, maar negeer hun angst niet.
speel op veilig
33
Risico’s en suggesties ›› Ook op de grond zijn er gevaren. Let op de ondergrond (andere mensen, scherpe of harde voorwerpen,…). Werp nooit materiaal omhoog of vanuit een constructie naar omlaag… ›› Sommige leden houden van klimmen en schatten daarbij de risico’s niet goed in. Dode en jonge bomen, rotte takken, gladde oppervlakten,… Bespreek met je leden welke bomen goeie klimbomen zijn en waarom. Spreek af in welke bomen ze mogen klimmen en in welke niet. Hou de klimmers steeds in het oog. ›› Het is beter om een driepikkel te gebruiken dan palen die je met een hamer in de grond slaat. Sjor hoge constructies bij voorkeur op de grond, en trek ze daarna recht. Indien je toch in de hoogte sjort, zorg dan voor beveiliging. Voor de afbraak leg je een hoge constructie beter plat. ›› Span touwen nooit op met behulp van voertuigen of mechanische lieren (tire-fort). De krachten die je daardoor ontwikkelt, kan je enkel inschatten na een degelijke technische opleiding. ›› Graaf geen putten waar ‘s nachts mensen passeren. Maak na het kamp alle gemaakte putten dicht.
hoogte
34
Meer weten? ›› Over hoogte:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over ploeg SOLL ‘Service Open Lucht Leven’:
[email protected] ›› Over bergsport: Klim-en Bergsportfederatie, 03/830 75 00,
[email protected] ›› Over speleologie: Verbond van Vlaamse Speleologen (VVS), 016/23 78 99,
[email protected], www.speleovvs.be
MATERIAAL
4
Spijkers met koppen Scouts en gidsen houden van actie, uitdaging en vernieuwing. Allerlei materialen worden erbij gehaald om te verbouwen, verkleden, bewerken, creëren. Veiligheid begint bij degelijk materiaal dat goed onder houden is. Ongevallen kunnen vermeden worden door consequent te handelen: verstandige aankopen, regelmatig controleren en correct gebruik.
Er bestaat geen specifieke wetgeving rond het veilig gebruik van materiaal. De meeste materialen moeten aan wettelijke normen voldoen, daarmee moet de fabrikant rekening houden. De plicht die hier geldt is die van de goede huisvader, meer daarover vind je op bladzijde 12. Die plicht houdt in dat materiaal onderhouden moet zijn en dat de gebruiker met kennis van zaken te werk gaat. Als je dus gespecialiseerd materiaal aankoopt, neem dan de handleiding grondig door voordat je het materiaal gebruikt. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Zo vermijd je ongevallen en zorg je ervoor dat je niet aansprakelijk kan gesteld worden bij eventuele ongevallen. Voor speeltuigen, schommels, klimrekken of glijbanen bestaan strenge veiligheidsnormen, die vastgelegd werden in een K.B. van 28 maart 2001. Als je groep eigenaar is van zulke toestellen, lees dan zeker de informatie daarover op de website van Scouts en Gidsen Vlaanderen.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Bijlen, zakmessen en zagen mogen niet gebruikt worden door kapoenen en zeehondjes, (zee)welpen en kabouters.
37 speel op veilig
Wet
38
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Gebruik enkel kwalitatief materiaal dat je kan kopen bij gespecialiseerde handelaars. ›› Gebruik enkel materiaal waarvan je weet hoe het werkt. Lees handleidingen, volg vorming, informeer je grondig. Als je niet weet hoe iets werkt, vraag raad aan iemand met kennis van zaken. ›› Jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers moeten altijd begeleid worden als ze werken met zakmessen, hamers, zagen en bijlen.
materiaal
›› Niet alle materialen zijn geschikt voor gebruik in een spel. Vermijd deze materialen in je activiteiten: verf met giftige stoffen, alcoholstiften, klein gevaarlijk afval,… Bekijk de instructies die meegegeven worden door de fabrikant. ›› Gas kan ontploffen. Controleer de gasleidingen van bekkens steeds op defecten of slechte aansluitingen. Gebruik daarvoor nooit een lucifer of aansteker maar wel zeepsop. ›› Laat nooit iemand in de onmiddellijke omgeving lopen van hakof slagbewegingen: voorzie voldoende vrije ruimte rondom de werkplaats. Hak niet blootsvoets, op sandalen, sportschoenen of rubberlaarzen, maar draag stevig schoeisel.
›› Het is je verantwoordelijkheid als leiding om voor elke activiteit aangepast materiaal te voorzien. Neem kordaat materiaal uit omloop als het niet veilig of bruikbaar is. ›› Probeer het gebruik van bijlen zoveel mogelijk te vermijden. Zagen is veiliger dan hakken. ›› Vele jongeren maken via de scouts en gidsen voor het eerst kennis met zulke materialen en hebben op dat moment veel te leren. Op kamp is er veel afleiding terwijl concentratie echt nodig is bij het omgaan met materiaal. Begeleid vooraf oefeningen in het hakken. Maak van een introductiecursus ‘Hamer, Bijl & Zaag’ een vast item in de takwerking van jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers. ›› Botte materialen zijn lastig in gebruik en gevaarlijk. Controleer bijlen, zagen en messen vooraf: zorg dat de stelen stevig en veerkrachtig zijn en niet loszitten. Zorg dat de bijlen voldoende scherp zijn; een scherpe bijl is minder gevaarlijk dan een botte omdat ze trefzekerder hakt. ›› Materiaal heb je doorheen het jaar nodig, soms onverwacht. Om ervoor te zorgen dat je dan veilig materiaal beschikbaar hebt, controleer je het best regelmatig al het materiaal. Als dat niet kan, voorzie dan in de voorbereiding van je activiteit, weekend of kamp voldoende tijd om het materiaal grondig na te kijken. ›› Rondslingerend materiaal is gevaarlijk. Je kan erop trappen, het gaat kapot of het kan gevonden worden door leden die er nog niet mee kunnen omgaan. Laat materialen dus nooit rondslingeren; berg ze op. ›› Gesjorde constructies moeten vaak veel gewicht dragen.4
4
Zorg voor degelijk materiaal. Sterk, jong hout, dat goed opgeslagen ligt en stevig touw. Sjor met touw van polypropyleen. Polypropyleen rot niet, wordt niet wak en is dus veiliger. Het is bovendien een goedkopere keuze dan sisaltouw omdat het lang kan (her)gebruikt worden.
39 speel op veilig
Risico’s en suggesties
40
›› Zet je tent niet onder bomen. Maak spantouwen en piketten zichtbaar. Hang waslijnen hoog genoeg en zorg dat ze zichtbaar zijn, ook ‘s nachts.
materiaal
›› Afdankertjes die men aan een scouts- of gidsengroep schenkt of die je op straat vindt, moeten kritisch onderzocht worden voor je ze binnenhaalt. In een zetel kan ongedierte leven, een oude koelkast kan een broeihaard zijn van bacteriën en een radio kan kortsluiting veroorzaken.
Meer weten? ›› Over materiaal:
[email protected]; www. scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over speelterreinen en wetgeving: www.scoutsengidsenvlaanderen.be bij de formulieren
VERKEER
5
Met toeters en bellen Het speelterrein van scouts en gidsen is groot en gaat verder dan het eigen lokaal. Altijd op pad, op verkenning in de buurt of verder van huis. En daarbij zijn we niet onkwetsbaar. Ook scouts en gidsen lopen onderweg gevaar, bijvoorbeeld in het verkeer. Verkeersregels zijn daarom van levensbelang. In het verkeer krijg je maar één kans.
Alle wetten inzake verkeer hier opsommen, is een onbegonnen taak. De Belgische wetgeving heeft daarover enorm veel regels. Een volledig overzicht vind je op www.wegcode.be
Wet voor voetgangers Wandel steeds op het trottoir, dat is de veiligste plek voor voet gangers. Is er geen trottoir? Loop op de verhoogde berm, de gelijkgrondse berm of het fietspad (verleen voorrang aan fietsers en bromfietsers). Pas als het niet anders kan, loop je links allemaal achter elkaar of rechts per twee op de rijbaan (art. 40 tot 44 Verkeerswetgeving). Autosnelwegen en autowegen zijn verboden voor voetgangers. Je moet het zebrapad gebruiken als dat op minder dan dertig meter ligt van de plaats waar je wilt oversteken. Je mag niet talmen, slenteren of even stilstaan tijdens het oversteken. Zijn er geen zebrapaden? Zorg dat je oversteekt op een veilige en zichtbare plaats (niet in een bocht, op een helling,…)(art. 42.4.1 Verkeerswetgeving). Wie een groep begeleidt, kan met een ‘verkeersbord C3’ (een witte cirkel met rode rand) signaleren dat er een groep oversteekt. Opgelet: een gemachtigd opzichter kan hiermee het verkeer doen stoppen, dat mag jij als leider niet. Je moet dus steeds een veilig oversteekmoment afwachten voordat je de groep laat oversteken. Als het rood wordt, moet je stoppen en wachten tot het groen wordt, ook al is een deel van de groep al aan de overkant. Volgens de wet moet je altijd goed zichtbaar zijn in het verkeer. Groepen vanaf vijf personen moeten verplicht tussen valavond en zonsopgang een wit licht links vooraan en een rood licht links achteraan dragen als ze rechts stappen en als ze links lopen een rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan (art. 42.3 Verkeerswetgeving).
43 speel op veilig
Wet over verkeer
44
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Kapoenen, (zee)welpen en kabouters worden op de openbare weg steeds begeleid.5 ›› Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal. ›› Liften is verboden voor scouts en gidsen.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Draag steeds fluomateriaal wanneer je met de groep op de openbare weg komt. Ook bij goede zichtbaarheid.
VERKEER
›› Loop waar mogelijk steeds op het trottoir. Als je op de rijbaan moet gaan, loop dan uiterst links en achter elkaar. Je ziet dan het verkeer aankomen. De voorste persoon draagt dan een rood licht en de achterste persoon een wit licht. ›› Informeer je leden over de verkeersregels en afspraken. Ook bij een dorps- of stadsspel ben je op de openbare weg, en daaraan zijn risico’s verbonden.
5
De ideale verhouding voor het aantal leden per leid(st)er is bij zeehondjes, kapoenen, kabouters en welpen één leid(st)er per vijf leden. Bij jonggidsen, jongverkenners, scheepsmakkers, gidsen, (zee) zeeverkenners, jins en loodsen is dat één leid(st)er per zes leden. Voor akabe raden we één leid(st)er aan per drie leden. En voor Open Kamp één leid(st)er per drie deelnemers. Voor elke tak geldt een minimum van twee leid(st)ers.
speel op veilig
45
Risico’s en suggesties ›› Een grote groep is moeilijk te overzien en bij elkaar te houden. Hou de groep waarmee je op stap gaat zo klein mogelijk. Onderweg zijn er verschillende risico’s: drukke wegen, geen voetpad, beperkte zichtbaarheid,… Stippel op voorhand je reisweg uit, ga ter plaatse kijken. Zoek een route met zo weinig mogelijk risico’s. ›› Laat iedereen klimmen en dalen op eigen tempo. Breng de groep bij elkaar op regelmatige rustpunten en rust gezamenlijk uit, ook nadat de laatste is aangekomen.
46
OVER DROPPING
6
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Avond- en nachtdroppings zijn een activiteit voor gidsen, (zee)verkenners, jins, loodsen en leiding. Het einduur van een dropping voor scheepsmakkers, jonggidsen en jongverkenners is niet later dan 22 uur. ›› Avond- en nachtdropping langs verharde openbare wegen7 zijn tijdens weekendnachten verboden. ›› De deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Elke dropping is voorbereid aan de hand van de brochure Speel op Veilig. ›› Iedere deelnemer draagt reflecterend materiaal. De leiding is verplicht om toe te zien op het gebruik ervan.
VERKEER
›› De leden hebben een contactnummer voor in geval van nood. ›› De deelnemers worden niet geblinddoekt in de auto. ›› Je blijft verantwoordelijk voor de leden van je groep, ook al zijn ze op tocht. Zorg dat je weet waar je leden zich bevinden, voorzie bemande controleposten en stel vragen over het verloop van de tocht, de sfeer in de groep, mogelijke fysieke klachten en beperkingen.
6 7
Dropping is het achterlaten van mensen op een voor hen onbekende plaats, met als opdracht op eigen houtje de weg terug te vinden. Per uitzonderingen mogen verharde openbare wegen gekruist worden of over korte afstand (enkele honderd meters) bewandeld worden om de verbinding te maken tussen twee niet verharde wegen. Kies bij deze uitzonderingen voor verharde wegen in de stad of een goed verlichte dorpskern. Loop waar mogelijk op het voetpad en voorzie controle.
Risico’s en suggesties ›› Hou rekening met de risico’s voor voetgangers. ›› Op verharde openbare wegen zijn voetgangers zwakke weggebruikers. Zoek voor een dropping naar een regio waar veel onverharde wegen zijn. Gebruik verharde wegen zo weinig mogelijk en liefst enkel over een korte afstand (enkele honderden meters), bijvoorbeeld om een verbinding te maken tussen twee niet verharde wegen. Gebruik bij het maken van een verbinding bij voorkeur wegen die goed verlicht zijn en/of in een bebouwde kom liggen. ›› In grote groepen is het moeilijk om afspraken te maken. Maak indien mogelijk kleine groepjes van minstens twee, hoogstens zeven personen. ›› Spreek af wie op het verkeer let en wie signaleert met een zaklamp. ›› Zorg als leiding voor EHBO, de gegevens van nabijgelegen hulpdiensten en ongevalformulieren.
speel op veilig
47
48
Wet voor fietsers De wet maakt bij fietsers onderscheid tussen drie soorten groepen (art. 43bis Wegcode). Fiets je met minder dan vijftien fietsers? Dan moet je de regels van de individuele fietser volgen en dus steeds op het fietspad rijden. Is er geen fietspad? Dan mag je fietsen op parkeerzones en gelijkgrondse bermen aan de rechterkant. Bij gebrek aan andere oplossingen rij je rechts op de rijbaan. Je mag per twee naast elkaar rijden als je niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Zorg ervoor dat gemotoriseerd verkeer altijd nog kan voorbijsteken.
VERKEER
Een groep van vijftien tot vijftig fietsers hoeft het fietspad niet te volgen. Fietsers mogen per twee rechts op de rijbaan rijden als dat niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Zorg ervoor dat gemotoriseerd verkeer altijd nog kan voorbijsteken. Een groep van zulke grootte mag vergezeld worden door twee wegkapiteins, maar dat is niet verplicht. Een wegkapitein is ten minste eenentwintig jaar en draagt een band met de nationale driekleur en het woord ‘wegkapitein’ om de linkerarm. Wegkapiteins kunnen met een bordje aanwijzingen geven en het verkeer stilleggen aan kruispunten zonder lichten. Zo’n groep fietsers mag voorafgegaan en gevolgd worden door een begeleidende auto, op een afstand van ongeveer dertig meter. Indien er slechts één begeleidende auto is, moet die de groep volgen. Een groep van meer dan vijftig fietsers hoeft ook het fietspad niet te volgen. Fietsers mogen per twee rechts op de rijbaan rijden, maar ze moeten in groep blijven. Zo’n groep moet begeleid worden door twee wegkapiteins en twee begeleidende auto’s met een speciaal bord (driehoek met uitroepteken en eronder het symbool van een fiets) dat goed zichtbaar is voor de andere weggebruikers.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Fiets tijdens activiteiten niet met zeehondjes en kapoenen op de openbare weg.8 ›› Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens een activiteit op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› We raden het sterk af om met kabouters en (zee)welpen tijdens een activiteit te fietsen op de openbare weg.9 ›› Fiets altijd op één lijn, ook al mag je in bepaalde gebieden met twee naast elkaar fietsen. ›› Als je in groep fietst (vijftien personen of meer), probeer dan in één groep te blijven. Vermijd opsplitsing in kleine groepjes. Het verhoogt de risicofactor en het werkt demotiverend voor de achterblijvers.
8 9
Een activiteit met de fiets op het terrein mag dus wel. Onderzoek wijst uit dat kinderen pas vanaf tien jaar min of meer in groep kunnen fietsen. Dan pas kunnen ze reageren op risico´s, koers houden op de fiets, achterom kijken en richting aangeven zonder te slingeren. Op de leeftijd van twaalf jaar kunnen ze een ingewikkelde verkeerssituatie met meerdere auto’s beoordelen, en pas een jaar later kunnen ze langzaam fietsen zonder te slingeren. Het vermogen om je aandacht ergens bij te houden en om informatie te verwerken ontwikkelt zich nog verder tot een kind vijftien jaar is.
speel op veilig
49
50
Risico’s en suggesties ›› Fietsen die niet in orde zijn, vergroten de kans op een ongeval. Controleer steeds voor een fietsactiviteit of de fietsen van je leden wettelijk in orde zijn: goede remmen, lichten en reflectoren zijn cruciaal. Geef hen de tijd om herstellingen uit te voeren. ›› Vervoer bagage steeds door ze op een juiste manier te bevestigen. Een slecht geladen of overladen fiets is een gevaar voor de fietser zelf en voor andere weggebruikers. ›› Onderweg zijn er verschillende risico’s: drukke wegen, geen voetpad, beperkte zichtbaarheid,… Stippel op voorhand je reisweg uit. Zoek een route met zo weinig mogelijk risico’s. ›› Geef duidelijke instructies bij het begin van de tocht. Vraag correct gedrag en voldoende concentratie, wijs ook op mogelijke gevaren tijdens de tocht.
VERKEER
›› Een fietser draagt het best steeds een fietshelm om de kans op hoofdletsels te verminderen bij een val.
Wet over autogebruik
51
Om een wagen te mogen besturen op de openbare weg heb je een rijbewijs B nodig. Wie zich met de auto op de weg begeeft, moet de volgende documenten bij hebben: rijbewijs; identiteitskaart; verzekeringsbewijs; keuringsbewijs; inschrijvingsbewijs.
speel op veilig
Als autobestuurder ben je onderhevig aan het Belgische verkeersreglement. Volgens de verkeerswetgeving moeten kinderen die kleiner zijn dan 1,35 meter in een geschikt kinderbeveiligingssysteem vervoerd worden in de wagen. Grotere passagiers moeten in ieder geval een veiligheidsgordel dragen. Kinderen mogen, ongeacht hun leeftijd, voorin op de passagiers stoel zitten, op voorwaarde dat ze vastgemaakt worden zoals de wet het voorschrijft (art. 35.1 Verkeerswetgeving).
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Als bestuurder ben je nuchter. Hou steeds rekening met de mogelijkheid dat je onverwacht met de auto de weg op moet.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Overschrijd het maximum aantal zitplaatsen niet. Per gordel één persoon is de regel, ook voor kinderen.
52
Risico’s en suggesties ›› Gebruik de auto zo weinig mogelijk in scouts- en gidsenverband. ›› Een verstrooide of vermoeide chauffeur is een gevaar op de weg. Vermijd om in zo’n toestand te rijden. Probeer om elke twee uur een pauze te nemen of te wisselen van chauffeur. ›› Een voertuig dat je niet gewend bent, draait en remt waarschijnlijk anders. Let ook extra op met zwaar beladen wagens, want die hebben een langere remafstand.
VERKEER
Meer weten? ›› Over het verkeer:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over politieke besluiten omtrent verkeer en veiligheid: www.wegcode.be: Wegwijs in het Belgisch verkeersreglement met behulp van een zoekmachine ›› Over verkeersveiligheid: Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV), 1130 Brussel, 02 244 15 11,
[email protected], www.bivv.be ›› Over verkeersopvoeding: Verkeerspedagogisch instituut, 8800 Roeselaere, 051 21 04 17,
[email protected], www.verkeervpi.be
DRUGS, TABAK & ALCOHOL
6
In een roes Gebruik van drugs, tabak of alcohol zorgt voor problemen in de samenleving en dus ook in scouting. Het is daarom een uitdaging voor scouts en gidsen om bij te dragen in het verantwoord leren omgaan met legale middelen. We bieden een kader met duidelijke grenzen en streven naar een omgeving die ondersteunend is voor wie nee wil zeggen tegen verslavende middelen.
Wet over drugs
55
De wet maakt een onderscheid tussen cannabis en andere illegale drugs maar het zijn allemaal verboden producten. Wie zulke drugs gebruikt of bezit, kan dus een straf krijgen. Voor minderjarigen is daarover geen twijfel, want het is in alle omstandigheden verboden.
speel op veilig
Het is ook verboden om cannabis of andere drugs te verkopen of gratis uit te delen (dealen). Je mag ook niet rijden onder invloed van drugs.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen over drugs ›› Maak met je groep afspraken voor leiding en leden over drugs gebruik. Onderstaande regels zijn een minimum. ›› Het gebruik en bezit van illegale middelen (ook cannabis) is verboden in of rond de infrastructuur van de groep. Het is verboden om onder invloed te zijn van die middelen tijdens activiteiten. Wie herkenbaar als scout of gids (al dan niet in groep) die regel niet volgt, wordt uitgesloten.
56
Wet over tabak Het Koninklijk Besluit van 13 december 2005 tot het verbieden van het roken in openbare plaatsen schrijft voor: “Het is verboden te roken in gesloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn. Aan de ingang van elke plaats moeten verbodstekens worden aangebracht zodat iedereen er kennis van kan nemen. In het bijzonder worden instellingen bedoeld waar kinderen of schoolgaande jongeren onthaald, ondergebracht of verzorgd worden.” Aan elke ingang van het lokaal moet dus een rookverbodsteken worden aangebracht. In het lokaal mag nergens gerookt worden, ook niet in het materiaalkot of de wc’s. Roken kan enkel nog buiten het lokaal.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen over tabak ›› Maak met je groep afspraken voor leiding en leden over roken voor tijdens en na de activiteiten. Onderstaande regel is een minimum.
DRUGS, TABAK EN ALCOHOL
›› Kapoenen en zeehondjes, kabouters en (zee)welpen, jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers mogen niet roken. In de buurt van die leden mag ook door gidsen, (zee)verkenners, jins, loodsen, leiding en foeriers niet gerookt worden.
ERRATA 2015 57
Openbare dronkenschap is strafbaar volgens de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van dronkenschap. Het is verboden om alcohol te verkopen, te schenken of aan te bieden aan -16-jarigen. Met alcohol bedoelt men alle alcoholhoudende dranken van meer dan 0.5% vol. o.a. bier, wijn,…. Sterke drank mag men niet verkopen, schenken of aanbieden aan -18-jarigen. Alcopops zoals breezers, of cocktails met iets van sterke drank erin worden door de wet beschouwd als sterke drank. De wet verbiedt ook het opdienen van alcoholische dranken aan iemand die zichtbaar dronken is, iemand opzettelijk tot dronkenschap brengen, of uitdagingen tot drinken voorstellen of aanvaarden. De wet verbiedt ook het opdienen van alcoholische dranken aan iemand die zichtbaar dronken is, iemand opzettelijk tot dronkenschap brengen, of uitdagingen tot drinken voorstellen of aanvaarden.
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen over alcohol aak met je groep afspraken10 voor leiding en leden over alcholgeM bruik voor, tijdens en na de activiteiten. Onderstaande regels zijn een minimum. Kapoenen en zeehondjes, kabouters en (zee)welpen, jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers mogen geen alcholische dranken gebruiken. Ook leden jonger dan 16 jaar bij gidsen en verkenners mogen nooit alcohol nuttigen; jins jonger dan 18 jaar geen sterke drank.
Tijdens activiteiten, op weekend of op kamp blijven per tak altijd minimum twee leid(st)ers nuchter. Ook de rest van de leiding heeft op die momenten een voorbeeldfunctie, zelfs als de leden niet in de buurt zijn.
10 Gebruik daarbij steeds je gezond verstand, evalueer regelmatig, luister naar feedback van leden, leiding en ouders. Bespreek de kwaliteit van de afspraken en regels en durf daarbij streng te zijn voor jezelf.
SPEEL OP VEILIG
Wet over alcohol
58
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen over alcohol Tijdens de activiteiten gedraagt de leiding zich volgens de regels die gelden voor de leden van haar tak. Iedere leid(st)er is op elk moment verantwoordelijk voor de leden die hem/haar zijn toevertrouwd. Dat geldt dus ook als de leden met iets anders bezig zijn of slapen. Scouts en Gidsen Vlaanderen adviseert om in gidsen- en verkennertakken, waar zowel leden jonger als ouder dan 16 jaar zijn, alcohol te verbieden voor iedereen die lid is binnen deze zelfde tak. Scouts en Gidsen Vlaanderen adviseert om in jintakken, waar zowel leden jonger als ouder dan 18 jaar zijn, sterke drank te verbieden voor iedereen die lid is binnen deze zelfde tak.
Risico’s en suggesties et gebruik van drugs, roken en drinken kan voor kleine en grote proH blemen zorgen en de groep ernstige schade toebrengen. De gebruikers gaan zich afzonderen, sommige jongeren bezwijken onder de sociale druk om er toch maar bij te kunnen horen, anderen worden uitgesloten. Activiteiten verlopen daardoor minder vlot. De kwaliteit van de groep kan daardoor in het gedrang komen. Kinderen en jongeren dagen elkaar uit, zetten elkaar aan tot experimenteren. Groepsdruk is soms heel moeilijk te weerstaan. Wees alert voor zulk gedrag en grijp op tijd in. Leiding draagt verantwoordelijkheid voor haar leden. Als leden betrapt worden op het gebruik van illegale middelen, is de leiding strafrechterlijk aansprakelijk en dat is niet verzekerd. Door drugs als taboe te beschouwen creëer je verwarring over de grenzen. Maak het thema bespreekbaar. Communiceer duidelijk dat drugs verboden zijn. Richt tijdens occasionele activiteiten zoals een bezoekdag of een groepsfeest een afgebakende rokerszone in die uit het zicht ligt van niet-rokers. Een waterpijp roken is even schadelijk als sigaretten roken. Eén uur waterpijp roken komt overeen met ongeveer twee pakjes sigaretten.
speel op veilig
59
Meer weten? ›› Over sterke drank: Voor het schenken van sterke dranken heb je een vergunning nodig. Je kan die vergunning aanvragen bij je gemeente die eerst een aantal voorwaarden zal controleren. De gemeente maakt zelf de vergunning op en kan op eigen initiatief een moraliteitsattest vragen aan de organisator. ›› Over (geen) drugs in scouting: ‘Scouting: kicken zonder drugs’, de drugmap van Scouts en Gidsen Vlaanderen, ook te vinden op www.scoutengidsenvlaanderen.be ›› Over drugs, tabak en alcohol:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; Kiesvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over fuiven: www.partywise.be ›› Over drugs: www.druglijn.be, 078 15 10 20 ›› Over drugs in de jeugdbeweging: www.drugsinbeweging.be ›› Over de Vereniging voor alcohol- en andere drugproblemen (VAD): 1020 Brussel, 02 423 03 33
[email protected], www.vad.be ›› Over alcohol: bekijk het nuchter: www.acoolworld.be
ANDERE RISICO’S
7
Dat goed gevoel… Als scouts en gidsen willen wij op elk moment goed met elkaar omgaan. Een veilige situatie hoort daar ook bij. Door vermoeidheid, je niet lekker voelen in je vel, groepsdruk,… neemt de kans op een ongeval toe. Je bent dan namelijk minder oplettend of je durft niet te zeggen wat er niet in orde is. Het is aan de leiding om alert te zijn voor die risico’s en te streven naar het welzijn van de leden.
De wetgeving over het welzijn van kinderen en minderjarigen is zeer uitgebreid, zonder specifieke regels voor het jeugdwerk. Het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind is wel belangrijk voor ons. Je kan het integraal nalezen op de website van de kinderrechtenwinkel (www.kinderrechtswinkel.be – infotheek). De spelregels, ons huishoudelijk reglement dus, zijn kwaliteits normen waar alle leden en leiding in Scouts en Gidsen Vlaande ren zich toe verbinden. Leden zijn minstens zes jaar vóór 1 januari van het lopende scoutsjaar of zitten in het eerste leerjaar. Takleiding is minstens achttien jaar of bereikt die leeftijd in de loop van het scoutsjaar. Groepsleiding is minimum eenentwintig jaar. Op elk kamp is minstens één eenentwintigjarige aanwezig. Dat is een pedagogische ‘regel’ die invloed heeft op het welzijn van alle leden. De minimumleeftijd voor seksueel verkeer is wettelijk bepaald. Vanaf zestien jaar is seksueel contact toegestaan. Volwassenen mogen geen seksuele relatie aangaan met iemand die jonger is dan zestien jaar. Seks met iemand die jonger is dan zestien is strafbaar. Seks met iemand die jonger is dan veertien jaar wordt beschouwd als verkrachting. Een seksuele relatie met een jongen of meisje tussen zestien en achttien jaar is dus niet verboden. Maar samenwonen met iemand van die leeftijd kan beschouwd worden als ontvoering van een minderjarige.
61 speel op veilig
Wet
62
Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Realistische schrikaanjagende activiteiten, zoals een ontvoering, zijn bij Scouts en Gidsen Vlaanderen verboden. ›› Seksueel misbruik is verboden. Er is sprake van seksueel misbruik, wanneer iemand “een beleving van seksualiteit opdringt aan een ander”. En wanneer men iemand onder druk zet en gebruikt omwille van de eigen genotsbeleving.
Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen ›› Zorg voor spannende en uitdagende activiteiten zonder dat je leden werkelijk bang worden. Heb oog voor de grenzen van de leden en respecteer hun keuze. Laat een ander niet ondergaan wat je zelf niet zou willen meemaken. ›› Machtsmisbruik, vernedering en pesterijen maken geen deel uit van onze werking. Als leid(st)er moet je ingrijpen wanneer zulk gedrag zich voordoet. ›› Kapoenen gaan maximum zes dagen op kamp. ›› Kabouters en welpen gaan bij voorkeur minder dan tien dagen. ›› Jonggidsen en jongverkenners kamperen niet langer dan twaalf dagen.
ANDERE
›› Gidsen, verkenners en jins gaan maximum veertien dagen op kamp. ›› Voorgeschreven medicatie mag enkel toegediend worden mits een schriftelijke toelating van de ouders of een doktersattest.
Risico’s en suggesties die te maken hebben met angst
63
›› Angst voor het donker, schrik om alleen te zijn, hoogtevrees,… Die angsten zijn soms niet realistisch maar hebben wel een betekenis. Het is niet aan de leiding om het kind hiervan te ‘genezen’, dat kan soms vergaande gevolgen hebben.
speel op veilig
›› Groepsdruk maakt het nog moeilijker om angst te tonen. Wees alert voor aanwijzingen. Stoere binken hebben vaak ook een klein hartje. De houding van de leiding kan heel wat invloed hebben op de groepsdruk.
64
Risico’s die te maken hebben met een ander levensritme ›› Onduidelijkheid, spanning, onvoldoende rust en andere dagindeling kunnen belastend zijn. Pas de duurtijd van het kamp aan de leeftijd van je leden aan. Wanneer een kamp te lang duurt, boet het vaak in aan kwaliteit. ›› Zorg voor voldoende nachtrust, zowel voor je leden als voor jezelf. Vermoeidheid en onoplettendheid verhogen de kans op ongevallen. Kinderen onder de twaalf hebben gemiddeld negen tot tien uur slaap nodig, oudere leden ongeveer acht uur. Bepaal als leiding mee hoe laat je gidsen/verkenners gaan slapen. Gun je leden voldoende recuperatietijd na nachtactiviteiten en tochten. ›› Met een kampuur kies je voor een alternatieve uurtelling. Het is iets vroeger donker op kamp. Zorg er wel voor dat je ‘kampuur’ niet meer dan één uur verschilt van het gewone uur. Zo haal je het bioritme van je leden niet te veel overhoop. ›› Leden mogen gemengd slapen, maar niets moet. Wees aandachtig en peil naar de mening van je leden en hun ouders. ›› Wees attent voor symptomen van ziekte, voorzie een goed ingerichte ziekenruimte die niet te ver ligt van de rest van de groep en treuzel nooit om een dokter te raadplegen. ›› Tochten zijn leuk, avontuurlijk en leerrijk. Maar pas de lengte van je tochten aan de leeftijd en de conditie van je leden aan. Een goed gemiddelde tot veertien jaar is: de leeftijd van de leden = het aantal kilometers van de tocht.
ANDERE
›› Onregelmatig eten en eenzijdige voeding verzwakken het lichaam. Zorg op kamp voor afwisselende en evenwichtige maaltijden.
speel op veilig
65
Risico’s en suggesties die te maken hebben met onvoldoende hygiëne ›› Zorg voor een propere keuken en foeragetent. Verwijder afval zo snel mogelijk. Reinig regelmatig de ruimte waarin je werkt, bewaar voedsel in een koele ruimte. Was af met warm water en detergent, was je handen voordat je met eten in aanraking komt. Laat iedereen voor het eten hun handen wassen met zeep. ›› Verlucht dagelijks de slaaptent of -ruimte. Probeer voor elke activiteit een aparte ruimte te voorzien. Het is niet altijd mogelijk, maar om kleren te laten drogen, voorzie je het best een aparte ruimte, net als voor slapen, eten, koken,… ›› Vuile, vochtige kleren en slaapzakken zijn een broeihaard voor ziektes. Hou de bagage van kapoenen, zeehondjes, (zee)welpen en kabouters zelf ook in de gaten. Ga regelmatig na of je iets te drogen moet hangen en of de leden tijdig van ondergoed wisselen. ›› Tijdens een kamp moeten toiletten elke dag schoongemaakt worden. Voorzie ook genoeg toiletten (plus toiletpapier) en wasplaatsen. ›› Controleer dagelijks op teken. ›› Gebruik geen gas-, hout- of kolenkachels in slaapvertrekken.
66
Risico’s en suggesties die te maken hebben met onvoldoende aandacht en zorg ›› Scouts en gidsen leven graag en veel in groep. Toch willen we elk individu de nodige aandacht geven. Dat kan maar als er voor elke vijftien leden minimum een leid(st)er is. De ideale verhouding is een leid(st)er per vijf kapoenen, kabouters of welpen en een leid(st) er per zes (jong)givers. ›› Grote groepen laten zich niet goed kennen. Ken je het verantwoor delijkheidsgevoel van elk van je leden? Kan je de angsthazen van de Zorro’s onderscheiden? Weet je wie zelfstandig beslissingen kan nemen? Het is belangrijk om je groep juist in te schatten. Dat helpt om voor die leden verantwoorde en zinvolle activiteiten te organiseren. ›› Jonge kinderen hebben nood aan duidelijkheid en veiligheid. Ze moeten nog veel leren en kunnen gebeurtenissen om zich heen nog niet juist plaatsen. Blijf dus zo veel mogelijk bereikbaar voor kapoenen, welpen en kabouters, zowel overdag als ’s nachts.
ANDERE
›› Sommige kinderen hebben het thuis of op school moeilijk en dat kan aanleiding geven voor ongewoon gedrag bij de scouts. Hou hiermee rekening in je omgang met die leden. Als je vermoedens hebt van misbruik, signaleer die dan. Meer daarover bij het onderstaande risico.
speel op veilig
67
Risico’s en suggesties die te maken hebben met lichamelijkheid en relaties ›› In een groep is het vaak aangenamer als er duidelijke afspraken zijn, ook over relaties en seksualiteit. Maak met de nodige dosis gezond verstand regels en afspraken, afhankelijk van de concrete situatie. ›› Relaties binnen de jeugdbeweging zorgen vaak voor spannende momenten. Soms krijgt de omstandigheid een problematisch tintje en moet je als leid(st)er ingrijpen in delicate situaties. ›› Soms is het verwarrend en bedreigend voor andere leiding wanneer er binnen de leidingsploeg een koppel is. Spreek hierover aan het begin van het jaar, maak afspraken als de ploeg daar nood aan heeft. ›› Lichamelijkheid, liefdesverdriet, voorbehoedsmiddelen,… mogen geen taboe zijn. Spreek erover, zorg dat leden en leiding zich een mening vormen en op die manier verantwoordelijkheid leren opnemen. ›› Seksueel misbruik is vaak niet objectief vast te stellen. Meestal gaat het om vermoedens en persoonlijke interpretatie. Denk goed na voor je ze bekend maakt. Vermijd sensatie en roddels. Als je de indruk hebt dat er iets niet pluis is, contacteer dan een gespecialiseerde organisatie. Zij helpen je om de situatie op de juiste manier aan te pakken.
68
Meer weten? ›› Over andere risico’s:
[email protected]; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) ›› Over kinderrechten en -welzijn: Unicef België, 02 230 59 70, www.unicef.be; Kinderrechtencoalitie Vlaanderen, 09 225 90 25, www.kinderrechtencoalitie.be; Kinderrechtswinkel, www.kinderrechtswinkel.be
ANDERE
›› Over lichamelijkheid en seksualiteit: Levende Lijven, handboek van Jeugd en Seksualiteit, te koop in de Hopper; Jeugd en Seksualiteit, 015 20 69 68, www.jeugdenseksualiteit.be; In Petto, 03 366 15 20, www.jongereninformatie.be; Wel jong, niet hetero, 09 269 28 17, www.weljongniethetero.be; Sensoa, Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en HIV, 078 15 15 15, www.sensoa.be ›› Over vertrouwenscentra: te contacteren bij vermoeden van misbruik of mishandeling: www.kindermishandeling.be
speel op veilig
71
Vragen en antwoorden = Hierover hebben we een regel.
72
Op kamp Hoelang mag een kamp duren? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Maximum zes dagen en vijf nachten Maximum tien dagen Maximum twaalf dagen, als het kamp korter is dan tien dagen gaat er veel te veel tijd naar opbouw en afbraak. Maximum veertien dagen. Een kamp dat langer duurt verliest mogelijks aan kwaliteit en lijkt meer op een vakantie dan een kamp. Maximum veertien dagen. Een kamp dat langer duurt verliest mogelijks aan kwaliteit en lijkt meer op een vakantie dan een kamp.
Welke leden mogen op tentenkamp? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/welpen
Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen Ja, het tentenkamp moet opgesteld zijn voor de leden aankomen en er moeten echte wc’s zijn, geen HUDO’s. De leden moeten op één plaats binnen kunnen spelen. Ja Ja Ja
Mogen meisjes en jongens in dezelfde ruimte slapen? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Ja Ja Ja, maar het moet niet, ook niet voor een gemengde groep. Forceer niets. Vraag ook aan de leden wat ze ervan denken. Ja, maar het moet niet, ook niet voor een gemengde groep. Forceer niets. Vraag ook aan de leden wat ze ervan denken. Ja
Moet leiding in dezelfde ruimte slapen als de leden? Kapoenen/zeehondjes
Kabouters/(zee)welpen
Jonggidsen/jongverkenners scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Ja, minstens één leid(st)er moet in dezelfde slaapruimte slapen. Zo ben je er snel bij als er een kapoen ‘s nachts bijvoorbeeld heimwee heeft of naar het toilet moet. Neen, maar leiding moet binnen gehoorsafstand liggen en de leden moeten zonder schrik bij de leiding kunnen geraken. Laat bijvoorbeeld het licht branden in de gang. Neen. De leiding slaapt wel op hetzelfde terrein/lokaal. Neen Neen
Hoeveel uren slaap hebben leden per nacht nodig? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Ongeveer tien uur. De leiding bepaalt het slaapuur. Gemiddeld acht tot negen uur. De leiding bepaalt het slaapuur. Gemiddeld acht tot negen uur. De leiding bepaalt het slaapuur. Gemiddeld acht uur. Leden en leiding spreken samen af hoe laat de leden gaan slapen. Gemiddeld acht uur. Iedereen moet de kans hebben om acht uur te slapen. Jins bepalen wel zelf wanneer ze gaan slapen. Iedereen doet mee aan de activiteiten in de voormiddag.
speel op veilig
73
74
Op tocht Mogen leden zonder leiding overdag op tocht? Kapoenen/zeehondjes/ kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen, kapoenen/zeehondjes/kabouters/ (zee)welpen worden op de openbare weg steeds begeleid. Ja, als er minstens twee bemande controleposten zijn. De leiding heeft een veilige route gekozen en die ook verkend. De groep heeft een noodbrief, de plaats van eindbestemming en een telefoonnummer waarop de leiding kan bereikt worden. Voorzie reflecterend materiaal voor het geval dat de tocht uitloopt. Ja, als er voldoende controle is en de leiding de leden kan bereiken. Leiding moet voor de leden ook steeds bereikbaar zijn. Voorzie reflecterend materiaal voor het geval dat de tocht uitloopt. Ja, als er voldoende controle is en de leiding de leden kan bereiken. Leiding moet voor de leden ook steeds bereikbaar zijn. Voorzie best reflecterend materiaal voor het geval dat de tocht uitloopt.
Mogen leden zonder leiding ‘s avonds op tocht? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen Neen Neen Ja, als er voldoende controle is en de leiding de leden kan bereiken. Leiding moet voor de leden ook steeds bereikbaar zijn. Voorzie reflecterend materiaal. Ja, als er voldoende controle is en de leiding de leden kan bereiken. Leiding moet voor de leden ook steeds bereikbaar zijn. Voorzie reflecterend materiaal.
Mogen leden zonder leiding op de openbare weg? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen Neen Ja. De deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Ja. De deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Ja. De deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen.
Mogen leden fietsen op de openbare weg? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen Wij raden het ten stelligste af Ja. Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal. Ja. Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal. Ja. Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal.
Mag er gelift worden? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen, liften is verboden voor scouts en gidsen. Neen, liften is verboden voor scouts en gidsen. Neen, liften is verboden voor scouts en gidsen. Neen, liften is verboden voor scouts en gidsen. Neen, liften is verboden voor scouts en gidsen.
speel op veilig
75
76
Mogen leden op nachtdropping? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/ (zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Leiding
Neen Neen Neen. Het einduur van een dropping voor scheepsmakkers, jonggidsen en jongverkenners is niet later dan 22 uur. Ja, deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Avond- en nachtdropping langs verharde openbare wegen zijn tijdens weekendnachten verboden. Ja, deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Avond- en nachtdropping langs verharde openbare wegen zijn tijdens weekendnachten verboden. Ja, deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Avond- en nachtdropping langs verharde openbare wegen zijn tijdens weekendnachten verboden.
Mogen leden zonder leiding op twee- of driedaagse? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen Neen Ja, tweedaagse mag. Leden mogen overdag zonder leiding stappen mits minstens twee bemande controleposten. De leiding zorgt voor een slaapplaats en is ‘s nachts ter plaatse. Ja, ook op driedaagse, maar de leiding moet de leden kunnen bereiken en zelf bereikbaar zijn. De leiding controleert de slaapplaats ter plaatse. Ja, ook op driedaagse, maar de leiding moet de leden kunnen bereiken en zelf bereikbaar zijn.
Mogen leden op twee- of driedaagse zelf een slaapplaats zoeken? Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen, de leiding zorgt voor een slaapplaats en slaapt ter plaatse. Ja, de leiding gaat ter plaatse controleren. Ja
Mogen leden op twee- of driedaagse zonder leiding slapen? Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen, leiding moet onmiddellijk bereikbaar zijn voor problemen zoals ziekte en voor de controle ’s nachts. Ja, maar leiding en leden kunnen elkaar bereiken. Ja, maar leiding en leden kunnen elkaar bereiken.
speel op veilig
77
78
Koken, vuur maken en hout hakken Mogen leden zelf koken op kamp of op weekend? Kapoenen/zeehondjes
Kabouters/(zee)welpen
Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Niet zelfstandig, maar ze kunnen wel helpen met de voorbereidingen en met de opruim of afwas. Niet zelfstandig, maar ze kunnen wel helpen met de voorbereidingen en met de opruim of afwas. Ja, maar steeds onder toezicht van de leiding. Ja Ja
Mogen leden op een houtvuur koken? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen
Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen, de foeriers op kamp of weekend wel. Neen, de foeriers op kamp of weekend wel. Kabouters en welpen mogen onder begeleiding van de leiding een woudloperskeuken doen. Ja, maar steeds onder toezicht van de leiding. Ja Ja
Mogen leden houthakken en hout zagen? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Neen Neen Ja, als ze op de hoogte zijn van de basisregels over veiligheid en als de leiding de activiteit begeleidt en zorgt voor een veilige situatie. Ja Ja
Mogen leden vuur maken? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen, kapoenen, zeehondjes, kabouters en (zee)welpen mogen geen vuur maken, laat ze ook nooit alleen bij een vuur. Ja, de leiding zorgt ervoor dat het in gecontroleerde omstandigheden gebeurt. Ja, de leiding zorgt ervoor dat het in gecontroleerde omstandigheden kan gebeuren. Spelen met brandende voorwerpen, vuurspuwen en over vuur springen zijn verboden activiteiten. Ja. Spelen met brandende voorwerpen, vuurspuwen en over vuur springen zijn verboden activiteiten.
speel op veilig
79
80
Allerlei Mag je leden als straf naar huis sturen? Alle takken
Neen. Uitzonderlijk kan dat in zeer extreme omstandigheden en in onderling overleg tussen lid en leiding. Informeer steeds de ouders van het gestrafte lid over de beslissing.
Mag je met je leden in het donker spelen? Kapoenen/zeehondjes
Kabouters/(zee)welpen
jonggidsen/jongverkenners/ /scheepsmakkers/ gidsen/(zee)verkenners/ jins/loodsen/leiding
Ja, om aan het donker te wennen. Spelen met als doel ‘schrik aanjagen’ of een spel spelen waardoor leden schrik krijgen, mag niet. De leiding is er steeds bij. Spannende en uitdagende activiteiten aangepast aan de leeftijd kunnen wel. Verplicht nooit iemand om hieraan deel te nemen. Ja, om aan het donker te wennen. Spelen met als doel ‘schrik aanjagen’ of een spel spelen waardoor leden schrik krijgen, mag niet. De leiding is er steeds bij. Spannende en uitdagende activiteiten aangepast aan de leeftijd kunnen wel. Verplicht nooit iemand om hieraan deel te nemen. Spelen met als doel ‘schrik aanjagen’ of een spel spelen waardoor leden schrik krijgen, mag niet. De leiding is er steeds bij. Spannende en uitdagende activiteiten kunnen wel. Verplicht nooit iemand om hieraan deel te nemen.
Wat is de ideale verhouding tussen het aantal leden en het aantal leiding? Kapoenen/zeehondjes Kabouters/(zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen Akabe Open Kamp
1 leid(st)er per 5 kapoenen. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 5 kabouters/welpen. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 6 jonggidsen/-verkenners. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 6 Gidsen/(zee)verkenners. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 6 jins. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 3 leden. Minimum 2 per tak. 1 leid(st)er per 3 deelnemers. Minimum 2 per tak.
Is een buitenlands kamp zinvol? Kapoenen/zeehondjes
Kabouters/(zee)welpen
Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners
Jins/loodsen
Neen, op kamp gaan is voor leden van deze leeftijd sowieso een avontuur, het maakt niet uit of ze ver of dichtbij gaan. Neen, op kamp gaan is voor leden van deze leeftijd sowieso een avontuur, het maakt niet uit of ze ver of dichtbij gaan. Neen, wanneer jonggidsen of jongverkenners in hun nieuwe tak komen, is er voldoende avontuur en maken ze met veel nieuwe dingen kennis (zelf koken, in tenten slapen, alleen op tocht,…). Een buitenlandskamp kan een meerwaarde zijn, maar beperk het tot eens om de drie jaar. Zo’n kamp is eerder iets voor jins. Ja
speel op veilig
81
82
Mogen leden en leiding een pintje drinken? Kapoenen/zeehondjes kabouters & (zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Leiding
Neen, kapoenen en zeehondjes, kabouters en (zee)welpen, jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers mogen geen alcoholische drank gebruiken. Gidsen, verkenners en jins mogen in besloten kring occasioneel iets drinken, maar dronkenschap is niet toegestaan. Wanneer alcohol wordt aangeboden moet er steeds een volwaardig alternatief zijn, dus niet enkel bier of water. Twee leid(st)ers blijven nuchter op meerdaagse activiteiten. Alle leiding heeft een voorbeeldfunctie. Als bestuurder ben je nuchter. Maak met je groep afspraken voor leiding en leden over alcoholgebruik voor tijdens en na de activiteiten.
Mogen leden en leiding roken? Kapoenen/zeehondjes Kabouters & (zee)welpen Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners Jins/loodsen
Leiding
Kapoenen en zeehondjes, kabouters en (zee)welpen, jonggidsen, jongverkenners en scheepsmakkers mogen niet roken. In de buurt van die leden mag ook door gidsen, (zee)verkenners, jins, loodsen, leiding en foeriers niet gerookt worden. Er worden binnen de tak afspraken over gemaakt. Indien er jongere leden aanwezig zijn, gedraagt men zich volgens de regels die voor de jongste aanwezigen gelden. Heeft steeds een voorbeeldfunctie en gedraagt zich in aanwezigheid van leden volgens de regels die voor de jongste aanwezigen gelden.
Mogen leden werken uitvoeren aan het lokaal? Kapoenen/zeehondjes/ kabouters & (zee)welpen
Jonggidsen/jongverkenners/ scheepsmakkers
Gidsen/(zee)verkenners, Jins/loodsen & leiding
Ja, mits het om verfraaiingwerken of onderhoud van het lokaal gaat, maar ze mogen geen gespecialiseerd materiaal gebruiken waarvoor specifieke kennis nodig is. Voor timmeren, zagen, snijden zijn ze te jong. Ja, mits het om verfraaiingwerken of onderhoud van het lokaal gaat, en er geen specifieke kennis vereist is voor het materiaal dat ze gebruiken. Ook voor machines zijn ze te jong. Ja, mits het om verfraaiingwerken of onderhoud van het lokaal gaat. Verbouwingen en nieuwbouw zijn onderhevig aan andere regels.
Mogen leden deelnemen aan een kabelbaanactiviteit? Alle leden en leiding
Ja, op voorwaarde dat de activiteit begeleid is door minstens twee begeleid(st)ers waarvan er minstens één de vorming ‘kabelbanen’ volgde bij ploeg Technieken. Enkel een tijdelijke kabelbaan aangekocht in een Hopper-winkel is toegestaan. Alle death-rides zijn verboden. Elke deelnemer is beveiligd met degelijk materiaal.
speel op veilig
83
speel op veilig
85
Wanneer er iets misloopt… CRISIS- EN NOODSITUATIES
86
Als de nood het hoogst is Een jeugdbeweging is – het woord zegt het zelf – jeugd in beweging. Scouting vraagt om inzet en actie: bouwen, op stap gaan, vuur maken, klimmen,… We kennen de risico’s van het vak en schenken daarom aandacht aan preventie. Ook al heb je voldoende maatregelen genomen, een ongeluk kan altijd gebeuren. En dan moet je onmiddellijk handelen.
›› Blijf rustig, probeer een overzicht te krijgen van de situatie en maak voor jezelf een onderscheid tussen wat belangrijk of minder belangrijk is. Wat moet je eerst aanpakken? Hoe beperk je negatieve gevolgen van de situatie? ›› Zorg voor een veilige situatie voor je leden en andere aanwezigen. ›› Maak afspraken met je medeleiding. Wie doet wat en hoe gaat het nu verder? ›› Laat een gewonde nooit alleen! ›› Verwittig onmiddellijk de hulpdiensten als het over een grotere noodsituatie gaat.
EHBO, belangrijke en dringende zaken eerst Op de juiste manier en onmiddellijk handelen is vaak belangrijk bij een ongeval. Niet iedereen moet een specialist zijn in EHBO, maar het is toch handig dat de meesten over een zekere basiskennis beschikken. In het lokaal beschik je het best steeds over een fatsoenlijk onderhouden EHBO-koffer die voor alle leiding toegankelijk is. Meer over EHBO en de EHBO-koffer lees je bij ‘Meer weten?’ op bladzijde 92.
87 speel op veilig
Hou overzicht over de situatie
88
Raadpleeg een dokter Sommige verwondingen hebben meer verzorging nodig dan wat EHBO. Soms is de ernst van de situatie onduidelijk. Ga naar de dokter wanneer je twijfelt. De echte verzorging en toediening van medicatie is sowieso voorbehouden aan dokters. Andere personen die medicijnen geven, zijn wettelijk strafbaar, ook al is het middel zonder voorschrift te verkrijgen, zoals pijnstillers en koortswerende middelen. Een dokter van wacht behandelt noodsituaties en verwijst indien nodig naar specialisten of een spoeddienst in het ziekenhuis. Een goede voorbereiding helpt je tijd winnen bij een ongeval. Denk vooraf goed na over de risico’s en wat je bij een ongeval moet doen. Waar je ook bent, zorg dat je altijd een dokter kunt bereiken. Denk ook aan een lijst van telefoonnummers voor in de EHBO-koffer van het lokaal. In het kampvisum heb je plaats voor het noteren van telefoonnummers. Leg informatiefiches van leden en leiding op een centrale bereikbare plaats, zodat je de nodige info bij de hand hebt als er medisch moet ingegrepen worden.
speel op veilig
89
Grotere crisis- of noodsituaties Sommige crisissituaties veroorzaken meer acuut fysieke, mentale of materiële schade dan je als leiding aankan. Je zal misschien moeten improviseren over de aanpak tot de hulpdiensten aanwezig zijn. Denk daarbij aan het volgende: ›› Bel onmiddellijk het noodnummer van Scouts en Gidsen Vlaanderen: 0474 26 14 01. Iemand van de verbondsleiding zal je dan bijstaan in je crisissituatie. Dat nummer is enkel voor noodsituaties. ›› Als er ernstig gewonden of doden zijn, informeer dan snel en duidelijk de familie. Probeer te vermijden dat ze informatie van derden moeten vernemen. ›› Verlies getuigen niet uit het oog.
90
Communicatieplan In crisissituaties is duidelijke communicatie belangrijk. Crisiscommunicatie is intensiever en complexer dan gewone communicatie, dus wees steeds op je hoede. Communicatie over de gebeurtenissen kan pas als de noodsituatie onder controle is, als je weet wat er gebeurd is en iedereen in veiligheid is. Hou bij het opstellen van een communicatieplan rekening met volgende tips: ›› Wat was de juiste aanleiding voor de crisis? Breng de situatie in kaart. Bekijk de verschillende elementen van de crisis objectief. Als een auto op een groepje van je leden is ingereden, ga dan na of jullie aan de juiste kant van de straat liepen. Toonde de chauffeur sporen van dronkenschap? Droegen je leden veiligheidsvestjes? Zet alle belangrijke punten op een rijtje. ›› Spreek met de andere leiding. Het geeft je een klaardere kijk op de situatie en je voorkomt dat verschillende verhalen een eigen leven gaan leiden. Verzin geen onwaarheden. ›› Duid een woordvoerder aan die weet welke informatie correct is. Over de rol die de woordvoerder dient te spelen, vind je meer informatie in de publicatie ‘Blauw licht’.
›› Bij ernstige noodsituaties zal de pers naar je toekomen. Probeer bij het begin enkel feiten te geven, zonder eigen interpretaties. Stap niet zelf naar de media, want de pers vergroot een crisis uit en dat maakt handelen vaak moeilijker. ›› Later kan de woordvoerder van de groep ingaan op de feiten. Wij raden je aan om via het verbondscentrum van Scouts en Gidsen Vlaanderen contact op te nemen met de dienst PR en communicatie. Zij staan je bij in je omgang met de pers.
Andere wegen Niet elke crisis haalt de nationale of regionale media. Evenmin is het zo dat elk probleem een crisis is. Toch is het vaak noodzakelijk om duidelijk te communiceren met betrokken. Hiervoor bestaan verschillende strategieën: een omzendbrief met verduidelijkende informatie, toelichting, een oproep, een rechtzetting,…
›› ›› ›› ›› ››
Via: het groepsblad een ouderavond een ‘open’ groepsraad waarop je buitenstaanders inviteert een website van de groep persoonlijk contact, ouderbezoek, uitnodiging voor onderhoud Je kan die strategieën vaak gebruiken om een crisis te voorkomen. Genezen is vaak duurder dan preventief te werk gaan. Luister naar de vragen van ouders en leden. Geef duidelijke informatie en probeer te vermijden dat de zaak opgeblazen wordt of uit de hand loopt.
91 speel op veilig
Media
92
Meer weten? ›› Over de EHBO-koffer: geneesmiddelen voor uitwendig gebruik: insectensteken, spierpijn, verstuiking, zonnebrand, brandwonden; ontsmettingsmiddel; verbanden: kleefpleisters, steriel wondverband, zwachtels, driehoeksverband; koortsthermometer; schaartje, pincet, veiligheidsspelden; EHBO-gids; lijst met telefoonnummers voor in nood Steeds bij de hand: Info- en medische fiches van je leden ›› Over crisiscommunicatie: Blauw Licht, Scouts en Gidsen Vlaanderen-brochure over crisiscommunicatie in groepen ›› Over Eerste Hulp, initiatie voor jeugdleiders, Rode Kruis Vlaanderen, 015 44 33 22, www.rodekruis.be ›› Noodnummer Scouts en Gidsen Vlaanderen: 0474 26 14 01 ›› Medische spoeddienst: 100 ›› Lokale en federale politie: 101 ›› Europees noodoproepnummer: 112 ›› Brandwondencentra: www.brandwondencentra.be ›› Antigifcentrum: 070 245 245 ›› Child Focus: 110 ›› Zelfmoordpreventie: 02 649 95 55 ›› Kinder- en jongerentelefoon: 078 15 14 13 ›› Nationale inlichtingendienst: 1207 ›› Over hoe en wanneer bel je de hulpdienst: www.belgium.be. Klik op Gezondheid en Leefmilieu, Hulp en Wachtdiensten, Hulpdiensten.
De nummers die vetgedrukt staan kan je met de gsm altijd bereiken. Ook wanneer je gsm-provider geen bereik heeft. Bij noodnummers schakel je dan over op een ander netwerk.
speel op veilig
93
Jouw aanvullingen
94
speel op veilig
95
Colofon “Speel op veilig” is een initiatief van de Pedagogische commissie.
Redactie
Input
Taalcorrectie
Fotografie
Johanna Verpoort Ruth Bosmans, Piet Termont, Koen Thijs, Veerle Janssens, Ria Janssens, Sabine De Schutter, Kim Gebruers, Christine Spilauer, Annemie Claeys, Eveline Reusens, Thibalt Bonte, Tom Van Den Borne, Christophe Lambrechts, Janina Maes, Christel Rogiers, Marc Hens, An Laenen, Johanna Verpoort, Jan Van Reusel, Kris Lamberts, Ethias en de Pedagogische, Beheers- & Verbondscommissie Tine Lassuyt Tim De Weerdt, Jo Haegeman, Sarah Symons, Wouter Van Espen, Luc Van De Vreken, Joris Bulckens, Erwin De Blanger
Vormgeving
Pieter Willems (www.pjotr.be)
Productie
An Laenen en Jan Van Reusel
Scouts en Gidsen Vlaanderen vzw, Christophe Lambrechts, Lange Kievitstraat 74, 2018 Antwerpen
V.U.
© 2011
Missie van Scouts en Gidsen Vlaanderen Wij zijn scouts en gidsen, meisjes en jongens, elk met een eigen verhaal. Iedereen kan erbij. We gaan samen op verkenning en durven tuimelen in het leven. De natuur is onze troef. We geloven in onszelf, in elkaar en in iets meer. We spelen een spel dat niet luchtledig is, in vrije tijd die niet vrijblijvend is. Met groot plezier en kleine daden komen we op voor onze omgeving en voor een kleurrijk Vlaanderen. Zo dromen we luidop van gelukkige mensen in een rechtvaardige wereld.
speel op veilig
97
www.scoutsengidsenvlaanderen.be
98
www.scoutsengidsenvlaanderen.be