L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 2
SPECIAL
EQUAL
-PROJECTEN
EERSTE TRANCHE
Nieuwskrant In dit nummer Een betere toekomst voor slachtoffers van mensenhandel
•
PA G I N A 2
Sociale veiligheid op school voor homodocenten
•
PA G I N A 3
Asielzoekers kunnen actief aan hun toekomst werken
•
PA G I N A 4
Verstandelijk gehandicapten leren zelf de regie over hun leven te voeren
•
PA G I N A 5
Zorg en werk valt ook voor alleenstaande ouders te combineren
•
PA G I N A 6
‘We zien mensen als oplossing, niet als probleemgeval’
•
PA G I N A 7
Beroepsopleidingen ambachtelijke branches versterkt
•
PA G I N A 8
‘Scholing verbetert de toekomstperspectieven van asielzoekers’
T W E E VO O R Z I T T E R S OV E R D E N T N ’ S
“Een goed project mag niet verdampen!” Het wordt een pittig jaar voor de vijf Nationaal Thematische Netwerken, oftewel de NTN’s. Op 15 november a.s. zullen veel projecten van de eerste tranche zijn afgerond. De NTN’s hebben de opdracht om goede projectvoorbeelden boven tafel te krijgen die opgenomen kunnen worden in het bestaande beleid. Maar hoe doe je dat? Twee NTN-voorzitters schetsen hun aanpak. “Het gebeurt in Nederland veel te vaak dat een good practice van een project na afloop verdampt, dat er dus niets mee wordt gedaan”, is de ervaring van Henk Jan Bierling, voorzitter van de NTN Asielzoekers. Bierling werkt als adviseur bij een adviesbureau op het gebied van inburgering en integratie. Hij vindt het ‘essentieel’
Henk Jan Bierling, voorzitter NTN Asielzoekers
“Het is essentieel dat een goede methodiek ook elders wordt toegepast.”
dat de beschikbare middelen efficiënt worden gebruikt en dat een goede methodiek elders wordt toegepast. Hij legt uit: “Scholing van asielzoekers zorgt voor een betere inburgering in Nederland. Gaat een asielzoeker toch terug, dan neemt hij zijn kwalificaties mee voor een herstart in het land van herkomst.” Daarmee komt hij op de belangrijkste reden om ‘ja’ te zeggen tegen het voorzitterschap. “Het zou toch vanzelfsprekend moeten zijn dat een succesvolle, innovatieve methodiek wordt ingebed in beleid?”
Intensief contact De meeste NTN’s zijn in 2003 begonnen met het samenstellen van hun netwerk, Margriet Jongerius, voorzitter van de NTN Inzetbaarheid, heeft deskundigen van verschillende terreinen uitgenodigd. “Allemaal mensen die verstand hebben van de doelgroep en van de arbeidsmarkt.” In de NTN van Bierling zitten, behalve deskundigen, ook de vertegenwoordigers van de projecten. Hij legt uit: “Bij onze
Nationale Thematische Netwerken (NTN’s) De politiek, overheidsorganisaties, het bedrijfsleven en maatschappelijk organisaties hebben een belangrijke rol in én belang bij het slagen van disseminatie en mainstreaming van de projectresultaten. Hun betrokkenheid in een vroeg stadium is dan ook noodzakelijk voor het succes. Om de verspreiding van resultaten gestalte te geven, zijn door het ministerie van SZW vijf Nationale Thematische Netwerken (NTN’s) opgericht. Per EQUAL-pijler en voor het thema Asielzoekers is een dergelijk netwerk opgezet waarin vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) het ministerie van SZW, één of meer bij de regeling betrokken ministeries, het Agentschap SZW en andere deskundigen participeren.
EQUAL en deze nieuwskrant EQUAL is een transnationaal programma van de Europese Unie dat is gericht op het creëren van gelijke kansen en het bestrijden van discriminatie op de arbeidsmarkt. De projecten hebben een innovatief karakter en zijn bedoeld voor het ontwikkelen van nieuwe methoden. Met EQUAL-subsidie wordt discriminatie op grond van bijvoorbeeld geslacht, ras, etnische afkomst, godsdienst, levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bestreden. Ook is er aandacht voor de integratie van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De regeling loopt van 2000 tot en met 2006 en is opgedeeld in twee tranches van drie jaar. De uitvoerders van EQUAL-projecten zijn sinds 2002 bezig met het experimenteren met vernieuwende methodieken. De eerste resultaten van hun arbeid worden zichtbaar. Het publiceren van uitkomsten en ervaringen, zoals bijvoorbeeld in deze krant, draagt bij aan het realiseren van belangrijke EQUAL-doelstellingen: het breed bekendmaken van vernieuwingen (disseminatie) en uiteindelijk integratie van nieuwe methodieken in regulier beleid (mainstreaming). In deze krant laat het Agentschap SZW voorbeelden zien van uitwerkingen van projecten rondom de begrippen Transnationaliteit, Empowerment, Mainstreaming, Samenwerking binnen OP’s, Disseminatie, Experiment en Gendermainstreaming. De interviews en beschrijvingen kunnen als inspiratiebron dienen voor iedereen die zich bezighoudt met arbeidsmarktprojecten.
NTN horen zes projecten. Dat maakt het mogelijk om intensief contact met de projectuitvoerders te onderhouden. Afgelopen jaar zijn we vijf keer bij elkaar geweest. We hebben ervaringen uitgewisseld en meteen al gesproken over hoe we goede projecten kunnen identificeren en vertalen naar beleid. Het valt mij op dat de projectuitvoerders heel enthousiast zijn. Ze bereiden momenteel met elkaar een studiedag voor. Tegelijk zijn de NTN-leden die geen project hebben bezig met het vaststellen van een selectieprocedure en criteria voor de selectie van good practices.”
Fikse klus En dat laatste is, geven de voorzitters aan, nog een fikse klus. Want waar selecteer je een goed project op? Jongerius geeft een voorbeeld. “Wij vinden het belangrijk dat een project uniek is. Maar daarmee ben je er niet. Een project kan uniek zijn omdat één persoon daarvoor zorgt. Dat is dus niet overdraagbaar. Overdraagbaarheid is het criterium. Dan gaat het om de vraag: is een project uniek omdat het over te dragen is aan anderen?” Ook in de NTN van Bierling staat inbedding voorop. “Ik vind het daarnaast belangrijk dat een lees verder op pagina 2
1
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 3
Nieuwskrant
SPECIAL
EQUAL-PROJECTEN
Transnationaliteit
T R A N S N AT I O N A L I T E I T
Betere toekomst voor slachtoffers mensenhandel en prostitutie Slachtoffers van mensenhandel en gedwongen prostitutie hebben het zwaar.
in afwachting van hun procedure binnen het EQUAL-project hun toekomstige arbeidsmogelijkheden vergroten.
nen in het land van herkomst veel betekenen voor preventie van mensenhandel en hulp aan teruggekeerde slachtoffers. Een ander project is speciaal gestart voor een groep slachtoffers van mensenhandel uit Oost-Europa die zich binnen de prostitutie in Nederland willen vestigen als zelfstandig ondernemer en hun Nederlands willen verbeteren. Ten slotte is er voor Afrikaanse vrouwen in Amsterdam een cursus waarbij computervaardigheden, culturele activiteiten en Nederlandse les geïntegreerd zijn.”
Van taalles tot beroepsopleiding “Het EQUAL-project richt zich op het verbeteren van scholing en arbeidsmogelijkheden,” aldus Sandra Claassen, projectleider en werkzaam bij de vereniging Humanitas. “Voor de meeste deelnemers wordt een individueel traject uitgezet. Achtergrond, opleiding, ervaring en mogelijkheden van de vrouwen verschillen zo sterk dat maatwerk beslist nodig is. Het cursusaanbod varieert van taalles (Nederlands, Engels of een andere taal), computerles, een cursus zelfstandig ondernemen of een specifieke beroepsopleiding zoals kapper, confectie en verzorging. Maar we verzorgen ook gerichte scholing zoals een cursus ‘Peer educator’, waarbij vrouwen worden opgeleid tot voorlichtster voor prostituees. De nadruk ligt tijdens de cursus op traumaverwerking, gezondheidsinformatie en het aanleren van specifieke sociale vaardigheden. Deze peer educators kun-
Transnationale samenwerking Binnen het EQUAL-project is transnationale samenwerking gezocht met Oostenrijk en Italië. De Italiaanse projecten richten zich op slachtoffers van mensenhandel, in Oostenrijk ligt de nadruk meer op prostitutie. “Met onze buitenlandse partners hebben wij vier bijeenkomsten gehad om ervaringen uit te wisselen,” vertelt Claassen. “Je doet direct ideeën op voor je eigen project en voor toekomstige plannen. Dat is inspirerend. De projecten zijn daar bovendien anders georganiseerd dan hier. Wij zijn bijvoorbeeld klein, maar maken gebruik van een groot netwerk van politie en hulpverleners. Turijn is heel lokaal gericht en in Pisa is de coördinatie in overheidshanden. Daardoor ligt de nadruk meer op de formaliteit. Van die verschillen kun je leren. De Italiaanse benadering bijvoorbeeld laat zien hoe belangrijk het is om zaken als verantwoordelijkheden en taken goed vast te leg-
Als ze aangifte hebben gedaan verblijven ze met een tijdelijke verblijfsvergunning in ons land en kunnen niet gemakkelijk terugkeren naar het land van herkomst. Ondersteuning gericht op het verbeteren van de toekomstmogelijkheden hier of elders is dan ook zeer welkom. In 1999 is door Humanitas en Novib het programma Bonded Labour in Nederland (BLinN) opgezet voor slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Het EQUAL-project ‘Improving
Projectnaam Improving future job opportunities for victims of trafficking in persons Projectnummer 2001/EQA/0028 Looptijd project 15-07-2002 t/m 30-06-2004 Aanvrager Vereniging Humanitas Project Bonded Labour in Nederland Sarphatistraat 4-6 1017 WS Amsterdam www.humanitas.nl www.blinn.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Novib • Humanitas • Tampep International Foundation Transnationale partners • Italië: Progetto Strada: recupero soc.-lavor: per le donne ogetto di tratta • Oostenrijk: Niederschwellige Beratung und Qualifizirung für weibliche Prostituierte • Italië: Liberta’ Femminile
future job opportunities for victims of trafficking in persons’ sluit hier goed op aan. De EQUAL-subsidie maakt een uitbreiding van de werkzaamheden en samenwerking met de internationale organisatie Tampep mogelijk. Tampep is een netwerkorganisatie die zich bezighoudt met gezondheidsvoorlichting voor migrantenprostituees. De deelneemsters aan het EQUAL-project zijn slachtoffers van mensenhandel die in Nederland tot prostitutie zijn gedwongen. Zij hebben een tijdelijke verblijfsstatus op basis van een specifieke regeling (B-9). De vrouwen bevinden zich in een bedenktijdfase, een periode van drie maanden waarin zij kunnen beslissen of zij aangifte willen doen. Of zij wachten na aangifte op het onderzoek en strafproces. Hun verblijfsvergunning is dan geldig voor de duur van de rechtszaak. In de eerste zorg - huisvesting, uitkering en ziekenfondsverzekering - is voorzien. De kans is groot dat de vrouwen na afloop van de rechtszaak terug moeten naar hun eigen land, waar exprostituees het vaak niet gemakkelijk hebben. Daarom kunnen ze
vervolg van pagina 1
project de methodiek helder formuleert. Dat maakt het voor derden makkelijker om het over te nemen.” Een actieve houding is komende maanden een ‘must’. De voorzitters zullen zelf ook niet stil zitten. Jongerius: “Alle leden van de NTN hebben een eigen netwerk. Dat netwerk is belangrijk bij de verspreiding van de good practices. Ik ben zelf bijvoorbeeld voorzitter van de directie van een hogeschool.
Als er een goede methodiek voor het onderwijs aankomt, ben ik daar zeer in geïnteresseerd. Daarnaast onderhouden we contact met de Europese NTN’s (European Thematic Groups).”
Leereffect De NTN van Margriet Jongerius – goed voor 32 projecten – is momenteel bezig met het bezoeken van enkele projecten. “We hebben geen tijd om alle projecten te bekijken. Daarom organiseren we een uitwisselingsbijeen-
komst. De 32 projecten kunnen zich dan presenteren en ervaringen uitwisselen. Daarnaast lezen we natuurlijk de monitorverslagen.” NTN’s hebben overigens niet alleen aandacht voor de succesformules, maar ook voor de minder geslaagde kanten van projecten. Met nadruk stelt Jongerius: “Het leereffect, dáár gaat het om. Het is voor ons als NTN net zo goed interessant als er iets uitkomt dat niet werkt. Dat wil zeggen: mits projecten dat kunnen onderbouwen. Wat
De vijf NTN’s per EQUAL-pijler NTN Inzetbaarheid Ondernemerschap Aanpassingsvermogen Gelijke kansen v/m Asielzoekers
Voorzitter (extern deskundige) Margriet Jongerius Brigitte van der Burg Dirk Duijzer Mathilde van den Brink Henk Jan Bierling
Inhoudelijk secretaris SZW Kees Verhaar Maureen Pepping Kees Verhaar Marjan Engels Julie McCreedy
Technisch secretaris Agentschap SZW Beate van den Berg Sandra de Wit Renate Beausoleil Farah Bandhoe Ilse Dirckx
Wilt u met een van deze voorzitters of secretarissen in contact komen? Een telefoonnummer of e-mailadres kunt u opvragen bij de consultants van het Agentschap.
2
Ontwikkelingspartnerschappen in de diverse lidstaten, bij voorkeur werkzaam op hetzelfde thematische terrein, zetten een transnationaal samenwerkingsverband op. Transnationale samenwerking in EQUAL kan vernieuwende impulsen in het nationale en Europese werkgelegenheidsbeleid bewerkstelligen. De landen kunnen leren van elkaars ervaringen.
hebben ze gedaan? Wat heeft het opgeleverd? Wat is de oorzaak als het niet is gelukt?” Bierling sluit zich hierbij aan: “Ik kan me voorstellen dat er obstakels zijn in wet- en regelgeving. Zet dat helder op papier, wij kunnen dan een aanbeveling doen.”
Tips voor projecten Nog meer tips? Bierling: “Denk vanaf het begin na over de vraag hoe je straks je good practice wilt verkopen. Welke partijen heb je daarbij nodig?” Jongerius: “Volg je project kritisch en blijf niet alleen bezig met je eigen project. Evalueer je werkwijze, kijk hoe iets beter kan en probeer dat uit.” Dat is ook in je eigen belang als projecttrekker, vindt Jongerius. “Over een paar jaar zie je misschien jouw methodiek op andere plekken verschijnen. Daar doe je het toch ook voor?”
Margriet Jongerius, voorzitter NTN Inzetbaarheid
“Het netwerk van de NTN-leden is belangrijk voor de verspreiding van de good practices.”
gen. In die zin hebben we trouwens ook geleerd van de strakke regelgeving binnen EQUAL zelf. Verder steken we veel op van de wetgeving in andere landen en wat je binnen die wetskaders kunt bereiken. In Italië mogen de deelnemers betaalde arbeid verrichten en kunnen zij een permanente verblijfsvergunning krijgen. In Nederland en Oostenrijk is dat niet zo, vooral omdat men bang is dat daar misbruik van gemaakt kan worden. Toch merken ze van dat misbruik in Italië niet veel. Dat gegeven is belangrijk omdat wij ons er sterk voor maken dat slachtoffers van mensenhandel hier kunnen blijven. De samenwerking met de transnationale partners is cruciaal voor het opzetten van een gezamenlijke Europese lobby. Binnen de EU bestaat een initiatief voor Europees beleid inzake slachtoffers van mensenhandel. Wij hebben door onze samenwerking een brede kijk op de problematiek ontwikkeld en kunnen goed beargumenteren waarom een bepaald beleid effectief is. Waar we bovendien vanaf willen is dat deze vrouwen alleen in strafrechtelijke zin lijken te bestaan. Een vrouw die geen aangifte kan of wil doen, wordt door de wetgever niet gezien als slachtoffer van mensenhandel. Het is goed om deze denkwijze op Europees niveau om te buigen, zodat de rechten van de vrouwen zelf voorop komen te staan. Daarvoor is samenwerking met buitenlandse partners onontbeerlijk.”
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 4
E M P OW E R M E N T André Temming:“De deelnemers krijgen controle en macht over hun eigen leven.”
Een leven lang leren voor mensen met een verstandelijke beperking
Zelf de regie voeren over je eigen leven Voor jongeren met een verstandelijke beperking is doorleren niet gebruikelijk.Toch moeten ook zij de mogelijkheid krijgen om zich verder te ontwikkelen, en hun eigen kracht en verantwoordelijkheid ontdekken. Dat gebeurt in het project ‘Een leven lang leren’. Een project met unieke samenwerkingsverbanden waarin de leervraag van de deelnemer leidend is voor het onderwijs.
Projectnaam Een leven lang leren Projectnummer 2001/EQE/0058 Looptijd project 16-05-2002 t/m 15-10-2004 Aanvrager Stichting De Lichtenvoorde Het Brook 2 7132 EJ Lichtenvoorde www.delichtenvoorde.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Stichting De Lichtenvoorde • Nederlands Instituut Zorg en Welzijn (NIZW) • Stichting Talant • Stichting Maaskring • Vereniging van ouders en verwanten van mensen met een verstandelijke handicap (VOGG) • Landelijke Federatie van Belangenvereniging Onderling Sterk
“Met ‘Een leven lang leren’, geven we deelnemers de regie over hun eigen leven”, vertelt projectleider André Temming van de Stichting De Lichtenvoorde “We vragen de deelnemers wat ze willen leren. Ze komen soms wel met dertig leervragen, variërend van Engels tot internetten, pinnen, lezen of koken. De betrokken onderwijsinstelling ontwikkelt vervolgens een cursus op basis van die leervraag. Denk aan computerles, lezen/rekenen/schrijven, sociale vaardigheden, koken of dierverzorging. Het onderwijs gaat groepsgewijs, maar de docent volgt het individuele niveau en laat zich leiden door de vragen die de deelnemers hebben. Als bijvoorbeeld tijdens een kookcursus blijkt dat de jongeren niet begrijpen hoe de weegschaal werkt dan besteedt de docent daar aandacht aan. Het credo is: houd het simpel.” Als iemand bij een boer of een kinderboerderij
wil werken, dan richten we ons daarop en komen niet met een standaardprogramma.”
Empowerment Kernwoord binnen het project is empowerment, het gevoel van macht en controle over je eigen leven. Temming: “Zelfredzaamheid, zelf aangeven wat je wilt en zorgen dat je het krijgt, dat is belangrijk. De deelnemers hoeven zich nu niet aan te passen
“Wie is er nu eigenlijk gehandicapt, de deelnemer of de maatschappij?” aan een lessysteem, maar de school past zich aan bij hun leervragen. Want wie is er nu eigenlijk gehandicapt: de deelnemer of de maatschappij? De deelnemers leren dat ze zelf zeggenschap hebben over hun eigen leven. Vaak kunnen ze uitstekend een simpele taak uitvoeren, maar ze zijn onbemiddelbaar vanwege
alle zaken die om het werk heen spelen, zoals contact leggen met collega’s, een werktempo volhouden of op tijd op het werk komen. We maken de deelnemers weerbaarder en werken aan hun zelfredzaamheid. Kom je te laat op je werk omdat je geen treinkaartje kunt kopen? Vraag dan bij de kaartjesautomaat of iemand wil helpen. Natuurlijk kan iemand er dan met je geld vandoor gaan, maar ook daar word je weerbaar van. Het gaat erom dat je zélf invloed kunt uitoefenen op wat er gebeurt. Ben je aan het werk en kun je niet verder omdat je materiaal op is, dan kun je daar zelf wat aan doen. Kun je het zelf niet zeggen, dan stoot je een collega aan die je verder kan helpen. Dat is zelfredzaamheid, je zet zelf een keten van activiteit in werking.”
Resultaten Inmiddels volgen zo’n 75 deelnemers de cursussen verdeeld over de regio’s Rotterdam, Friesland en Oost-Gelderland. Gedurende het project worden de deelnemers gevolgd in hun vorderingen. Temming: “De resultaten van het project zijn moeilijk af te lezen uit kerngetallen en rapportages. De meerwaarde van het project zit in de kwaliteit van het leven van de deelnemers. In de regel
hebben de deelnemers slechte ervaringen met school. Zij associëren het met ‘apart zijn’ en dingen leren die je niet begrijpt. Met ‘Een leven lang leren’ wordt leren weer leuk. Onze deelnemers zijn heel enthousiast.”
Zo gaat dat in de praktijk… Op het AOC Friesland volgt een groep van zo’n 10 tot 15 deelnemers een cursus Dierverzorging. Het AOC heeft er bewust voor gekozen de lestijden in de ‘normale’ lesuren te laten vallen, zodat leerlingen van het ‘reguliere onderwijs’ en de deelnemers aan het EQUAL-project elkaar kunnen ontmoeten. In het begin moet iedereen hieraan wennen. Leerlingen van het reguliere programma reageren vaak met: “Hé, wat doen die gekken hier?”. Ze doen stoer en negeren ze. Een paar dagen later ontstaat er toch wat nieuwsgierigheid. “Kunnen ze dat eigenlijk, dierverzorging?” Weer een paar dagen later is er het eerste contact. Een deelnemer pakt een gevulde koek zonder te betalen. In de zorg mag je immers gewoon pakken… Een leerling die naast hem staat, legt uit dat dit hier niet zo gaat en zegt: “Kom maar mee, ik zal het voordoen.” Het ijs is gebroken en inmiddels zijn onze jongeren geaccepteerd in de kantine, ze horen erbij.
Empowerment van deelnemers De deelnemers worden, als direct belanghebbenden bij de implementatie van de projectactiviteiten, betrokken bij de besluitvorming rondom de opzet en uitvoering van het project.
Kracht van de samenwerking Stichting De Lichtenvoorde is hoofduitvoerder en trekker van het project ‘Een leven lang leren’. Het project kent een bijzonder samenwerkingsverband. Drie zorginstellingen – De Lichtenvoorde in OostGelderland,Talant in Friesland en PameijerKeerkring in Rotterdam - en het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn) werken nauw samen in het project. Daarnaast is betrokkenheid van belangenverenigingen (cliëntenvereniging LFB Onderling Sterk en oudervereniging VOGG) geborgd middels uitwisseling en periodiek overleg. In elke regio werken de zorginstellingen op hun beurt samen met opleidingscentra, sociale werkvoorzieningen en dagactiviteitencentra. “De samenwerking in drie regio’s biedt meer vergelijkingsmateriaal”, stelt Temming,“onder meer tussen stedelijk en landelijk gebied. Bovendien werken we op deze manier aan ontschotting. Daarmee bedoel ik dat door samen te werken als zorginstellingen, door andere partijen erbij te betrekken en door het landelijk aan te pakken, we de traditionele hokjes doorbreken.” Het netwerk is opgericht voor ‘Een leven lang leren’, maar is inmiddels ook waardevol gebleken voor de ontwikkeling van andere initiatieven. Regionaal zijn er ook contacten tussen bijvoorbeeld dagcentra, sociale werkvoorziening en onderwijs.
Ervaringen van een deelnemer In de nieuwsbrief van ‘Een leven lang leren’, staan de ervaringen van Astrid. Zij woont zelfstandig en krijgt twee uur per week begeleiding van De Lichtenvoorde. Ze volgt de cursussen sociale vaardigheden en lezen/rekenen/schrijven bij het Graafschap College. Ze heeft geleerd dat je bij een kennismaking iemand een hand geeft en aankijkt. Ook nee-zeggen en voor zichzelf opkomen kan ze inmiddels beter. Zo heeft ze bij de sociale werkvoorziening geregeld dat ze een kwartier eerder naar huis mag omdat ze anders niet op tijd is voor haar lessen. De cursus lezen/rekenen/schrijven vindt Astrid wel moeilijk. Ze hoopt dat ze aan het eind van de cursus moeilijke woorden kan lezen en schrijven en dat ze post van bijvoorbeeld de gemeente kan begrijpen.
3
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 5
Nieuwskrant
SPECIAL
EQUAL-PROJECTEN
MAINSTREAMING
Werken aan je toekomst, hier of elders De problemen van een asielzoeker in een opvanglocatie zijn heel specifiek. Omdat niet zeker is of je kunt blijven, weet je ook niet wat voor toekomst je te wachten staat. Het project Hersteld Vertrouwen in de Toekomst
Tijdens de kapperslessen leren asielzoekers ook sociale vaardigheden.
(HIT) in Limburg wil het karakter van het asielverblijf daarom ombuigen. Niet meer gedwongen passief afwachten, maar een actieve en doelgerichte voorbereiding op de toekomst.
Scholing speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de toekomstperspectieven van asielzoekers, los van de vraag of die toekomst in Nederland ligt of elders. “Wij bieden daarom een
Projectnaam Hersteld vertrouwen in de toekomst (HIT) Projectnummer 2001/EQI/0001 Looptijd project 15-05-2002 t/m 15-11-2004 Aanvrager Centraal Orgaan opvang Asielzoekers Postbus 3002 228- ME Rijswijk www.coa.nl www.hitlimburg.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Centraal Orgaan opvang Asielzoekers • FNV Bondgenoten Regiowerk Zuid-Oost Nederland • Gemeente Heerlen • Gemeente Maastricht • Gemeente Venlo • Internationale Organisatie voor Migratie • Limburgse Organisatie Zelfstandige Ondernemers • Limburgse Werkgeversvereniging • Provincie Limburg • Stichting Hersteld vertrouwen in de Toekomst
kortdurend en geïntegreerd scholingstraject aan,” vertelt Frans Bastiaens, projectleider van HIT. “Het voordeel is dat je als asielzoeker niet eerst de Nederlandse taal hoeft te leren om daarna een opleiding te kunnen volgen. Nee, je begint met een beroepsopleiding en door de praktische lessen leer je niet alleen beroepsvaardigheden, maar in samenhang daarmee ook een taal en sociale vaardigheden. Het is een nieuwe onderwijsvorm waarvoor nog geen bestaande methodiek voorhanden is. Een van de doelen van HIT is dan ook de ontwikkeling van een methodiek om anderstaligen snel beroepsonderwijs te kunnen laten volgen. Docenten in reguliere onderwijsinstellingen met veel ervaring en gevoel voor didactiek spelen daarbij een belangrijke rol. Ze zijn enthousiast over het idee en proberen in de praktijk uit hoe dergelijke scholing vorm gegeven kan worden. Een kwestie van experimenteren dus. Zij worden daarbij ondersteund door de Universiteit van Amsterdam die op een wetenschappelijke manier de methodiek test en verder ontwikkelt.”
Aandacht voor terugkeer De opleidingen die HIT aanbiedt sluiten aan op de behoeften van de asielzoekers en bieden meer perspectief op de arbeidsmarkt, waar ook ter wereld. Er lopen zeven beroepsrichtingen, onder meer in het kappersvak, de zorg, de autotechniek en de administratie. De lessen staan niet alleen in het teken van functionele vaardigheden. Alle deelnemers aan het project krijgen direct of indirect te maken met terugkeer. “Je kunt dat onderwerp niet uit de weg gaan,” aldus Bastiaens. “Terugkeer moet daarom ook in het onderwijs een plaats krijgen en wordt bespreekbaar gemaakt in de lessen. Als bijvoorbeeld een medeleerling moet vertrekken wordt dat aangegrepen om te praten over de gevoelens, spanningen en verwachtingen die dat bericht oproept. Belangrijk is duidelijkheid: dit project is voor jouw toekomst, maar de kans dat die niet in Nederland ligt is groot. Wees realistisch en ga na welke scholing jou het beste verder helpt.
Frans Bastiaens: “Duidelijkheid is belangrijk. Daarom moet ook terugkeer in de lessen besproken worden.”
Wat in Nederland is geleerd, kan in principe overal ter wereld in praktijk gebracht worden.
Mainstreaming Een van de uitgangspunten van EQUAL is mainstreaming: opname in het reguliere beleid en de manier van werken van organisaties. “Zowel bij onze partners maar ook op landelijk en op Europees niveau laten we flink van ons horen om mainstreaming te bevorderen,” vertelt Bastiaens. “Specifiek voor de Europese mainstreaming organiseren we samen met onze transnationale partners op 17 september aanstaande een eindconferentie in Maastricht. We bieden daar aan educatiedeskundigen uit heel Europa onder andere een boekje aan met ‘tips and tricks’ voor onderwijs aan asielzoekers. Verder nemen we actief deel aan de European Thematic Group die bezig is op Europees niveau van verschillende thema’s – dus ook asielzoekers – best practices te verzamelen. Daar hebben we de kans om uit te leggen hoe de HITmethodiek in Europees beleid kan worden geïmplementeerd.
Mainstreaming
4
Het doel van mainstreaming is de instrumenten en werkwijzen die in de projecten ontwikkeld worden op te nemen in het reguliere beleid van organisaties en instanties.
Ook op nationaal niveau timmeren we aan de weg. Bij onze ketenpartners zoals het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W), het Centrum voor Werk en Inkomen en de Internationale Organisatie voor Migratie hebben wij een signaleringsfunctie. Het ministerie van OC&W baseert bijvoorbeeld de financiering voor een opleiding onder meer op het aantal leerlingen dat op de peildatum 1 oktober staat ingeschreven. Maar asielzoekers stromen op verschillende momenten in het jaar in. Financieel kom je dan niet uit en dat is voor ROC’s soms een reden om af te haken. Wij wijzen het ministerie daar op. Ten slotte vindt er actieve mainstreaming plaats op regionaal niveau. Verschillende gemeentes hebben bijvoorbeeld aangegeven dat ze onze aanpak interessant vinden voor een bredere doelgroep. Niet alleen voor asielzoekers dus, maar ook voor nieuwkomers of voor autochtonen die moeilijk aan werk kunnen komen. Mainstreaming is voor HIT absoluut belangrijk. Succes op dat gebied betekent dat je met je project in de goede richting zit.”
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 6
D I S S E M I N AT I E
Het rapport ‘Beter voor de klas, beter voor de school’ maakt duidelijk dat homodocenten regelmatig discriminatie ervaren. Minister Van der Hoeven neemt het boekje in ontvangst uit handen van Henk Beerten, voorzitter COC Nederland (rechts) en Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (midden).
Projectnaam Enabling Safety for LesBiGay Teachers Projectnummer 2001/EQA/0110 Looptijd project 15-07-2002 t/m 15-11-2004
Kan een school een betere sociale veiligheid waarborgen? Buitensluiten, belachelijk maken, na-apen van lopen en praten, eigendommen vernielen. Sinds enkele jaren lijkt het sociale schoolklimaat in Nederland minder veilig voor homo- en biseksuele leerkrachten.Wat doet dat met de betrokken
Aanvrager COC Nederland Rozenstraat 8 1016 NX Amsterdam www.coc.nl www.lesbigayteachers.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • COC Nederland • Algemeen Pedagogisch Studiecentrum • Algemene Onderwijsbond Transnationale partners • Finland: Sexual and Gender Minorities at Work • Zweden: Normgiving diversity • Zweden: Sexual Indentity in Working life, problem or succes
docenten en hoe kan een school een betere sociale veiligheid waarborgen?
Disseminatie Het breed verspreiden van projectresultaten.
In 2001 startte het COC, samen met de Algemene Onderwijsbond (Aob) en het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) met het EQUAL-project Enabling Safety for LesBiGay Teachers. Doel is de positie van homo- en biseksuele mannen en vrouwen in het onderwijs te verbeteren. “Allereerst hebben we onderzocht hoe het staat met de werkbeleving van homo- en biseksuele leerkrachten,” vertelt Jorina Horzelenberg, projectcoördinator bij het COC. “Wordt er bijvoorbeeld discriminatie ervaren en hoe beïnvloedt dat de werkbelasting en de gezondheid van docenten? En is er wat dat betreft verschil tussen homoseksuele en heteroseksuele leerkrachten? De resultaten van het onderzoek laten zien dat de werkbeleving van homoseksuele docenten positiever was naarmate er meer aandacht was voor diversiteitsbeleid op scholen. Een negatieve werkbeleving leidde bovendien tot gezondheidsklachten. Met name op Vmbo-scholen ondervonden homoseksuele mannen meer problemen in de relatie met hun collega’s dan heteroseksuelen.”
De pilot verbreden Horzelenberg:“We zoeken ook pilotscholen die projecten willen beginnen om de veiligheid voor homo’s op school te verbeteren. Helaas blijken onvoldoende scholen enthousiast te zijn om aan een homospecifiek experiment mee te doen. Daarom hebben we besloten de pilot breder te trekken: gericht op een sociaal veilige omgeving voor iedereen, inclusief homo’s en lesbo’s. We hopen toch via ‘een omweg’ de scholen te prikkelen specifiek iets te doen voor homoseksuele docenten. Zo heeft het APS koepelorganisaties, zoals bestuursorganisaties en docentenvakbonden, gevraagd hierover afspraken te maken met scholen en zich ook te committeren. Er wordt gecontroleerd of de koepelorganisaties die afspraken inderdaad hebben gemaakt. Lang niet alle organisaties zijn op het verzoek van het APS ingegaan. De antwoorden die binnenkwamen zijn gebundeld in het boekje ‘Een regenboog van kansen’. En de Onderwijsinspectie heeft recentelijk richtlijnen ontwikkeld om discriminatie van homoseksuele leraren
tegen te gaan. Daarover gaan zij het komende jaar met scholen in gesprek. Ten slotte zijn er verschillende protocollen die een veiligere werkomgeving moeten creëren in het onderwijs. Wij hebben geïnventariseerd wat er op dit gebied is en hoe men aandacht besteedt aan veiligheid voor homoseksuele leraren. We hebben ervan afgezien zelf een sluitend protocol op te stellen over deze kwestie. Althans niet in de vorm van strikte regels of een stappenplan. We hebben ervoor gekozen een boekje te maken met voorbeelden en tips hoe je de veiligheid voor homoleerkrachten op school kunt verbeteren.”
Disseminatie “Voor het verspreiden van informatie over sociale veiligheid voor homoseksuele leerkrachten is een vorig jaar gehouden bijeenkomst van groot belang geweest. Belangrijk omdat verschillende partijen die met het onderwerp te maken hebben daar bij elkaar kwamen, elk met resultaten vanuit hun eigen invalshoek. Voor ons waren dat natuurlijk onze onderzoeksresultaten. De
APS kwam met de gebundelde antwoorden van de koepelorganisaties en de Onderwijsinspectie had de richtlijnen voor verbetering van sociale veiligheid van homodocenten op een rijtje gezet. Alles werd uitgereikt aan minister van der Hoeven van
www.lesbigayteachers.nl is van alles te vinden over het EQUALproject. Ook zullen we diverse instrumenten voor deskundigheidsbevordering maken om de pilotscholen te ondersteunen bij het uitwerken van hun projecten. Ten slotte bieden we workshops
“De werkbeleving van homodocenten is positiever naarmate er op de werkplek meer oog is voor diversiteit binnen de school.” onderwijs en de bijeenkomst kreeg landelijke aandacht. Verder hebben we in het kader van disseminatie samen met de docentenvakbond en het APS plannen voor een helpdesk, gericht op docenten en management. Daar kunnen zij informatie krijgen bijvoorbeeld over reglementen en protocollen. En natuurlijk moet ons boekje met tips en voorbeelden veranderaars in het onderwijs ideeën aanreiken voor verbetering van het schoolklimaat. Op onze website
5
aan voor de medewerkers op de pilotscholen die meedoen aan een project. Daar wordt niet alleen informatie gegeven, maar ook gericht getraind op hoe schoolmanagers homoseksualiteit in hun team kunnen bespreken. Om beleidsmakers, managers en docenten in het onderwijs te betrekken bij het probleem van sociale veiligheid voor homoseksuele leraren, moet je de kwestie op meerdere manieren onder de aandacht brengen.
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 7
Nieuwskrant
SPECIAL
EQUAL-PROJECTEN
SAMENWERKING BINNEN OP’S
Trudy van der Hoek:“Alleenstaande moeders zijn er trots op dat ze het alleen weten te redden.”
Projectnaam Flexcentrum Projectnummer 2001/EQG/0007 Looptijd project 15-05-2002 t/m 15-11-2004 Aanvrager Stichting Bedrijven Ontwikkel Punt (BOP) Hanzeweg 46 7419 AT Deventer
Flexcentrum: zorg voor werk Alleenstaande ouders of mensen die om andere redenen een forse zorgtaak thuis
Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Stichting Bedrijven Ontwikkel Punt • Stichting Arcon • Stichting Flexkwadraat • Gemeente Deventer
hebben, hebben vaak moeite met het vinden of behouden van werk. De meeste werkgevers hebben weinig boodschap aan de thuissituatie en daarmee ligt er meteen een grote drempel voor zogenoemde ‘taakcombineerders’. Het Flexcentrum in Deventer neemt die drempel weg door juist die thuissituatie als uitgangspunt te nemen en het werk daarop aan te passen. Een methode die werkt, zo blijkt.
Ontwikkelingspartnerschappen (OP’s) Bij EQUAL moet er gewerkt worden in zogenoemde ontwikkelingspartnerschappen (OP’s). Projectuitvoerders werken samen met bijvoorbeeld overheidsinstellingen, arbeidsmarkttoeleiders, nietgouvermentele organisaties (NGO’s), het bedrijfsleven, belangenorganisaties en de sociale partners. De bedoeling van de partnerschappen is om gezamenlijk door middel van innovatieve methoden een geformuleerd probleem aan te pakken op het gebied van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt in de onderhavige sector of regio. De samenwerking tussen OP’s vergemakkelijkt het mainstreamingsproces en de verspreiding van ontwikkelde vernieuwingen naar een groter publiek.
Projectleider Trudy van der Hoek: “Het Flexcentrum ondersteunt werkzoekenden en werkenden die door hun zorgtaken problemen hebben met werk. We adviseren enerzijds de werkgevers en de gemeenten; anderzijds begeleiden en trainen we de (aanstaande) werknemers. Sinds de oprichting twee jaar geleden hebben we rond de 130 alleenstaande moeders geholpen in een traject richting arbeidsmarkt. Het slagingspercentage is 55%,
Gezamenlijke verantwoordelijkheid Het Flexcentrum is één van de initiatieven van de Stichting Bedrijven Ontwikkel Punt (BOP) waarin een groot aantal bedrijven uit Deventer samenwerkt op het gebied van mobiliteit. Van der Hoek: “Sectorgewijs zie je deze samenwerkingsvorm wel vaker, maar hier is de regionale verbondenheid de basis voor de samenwerking.” Naast de aangesloten bedrijven werken ook
“combinatie zorg/werk is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bedrijven, gemeenten en werknemers” dat is hoog gezien de meervoudige problematiek van de doelgroep. De methodiek hiervoor staat en loopt goed. De komende jaren willen we ons actiever richten op mensen die al werk hebben. We hebben incidenteel mensen geholpen waarvan de partner of kinderen ziek werden, maar we willen met de bedrijven komen tot meer structurele oplossingen. Bijvoorbeeld bij het vinden van de balans tussen zorg en werk of het houden van binding tijdens een zwangerschapsverlof.”
6
de gemeente Deventer aan het Flexcentrum mee en de stichting Flex (hier treden de deelnemers in dienst totdat ze een contract bij een werkgever krijgen) en Arcon (belangenbehartiging voor WAO’ers) aan het Flexcentrum mee. “De projectgroep is heel informeel georganiseerd”, vertelt Van der Hoek. “We weten elkaar te vinden en zoeken elkaar op als we elkaar nodig hebben. Een paar keer per jaar is er formeel overleg. De privaatrechtelijke en publiekrechtelijke samenwerking in het collectief levert veel meer-
waarde op. De partijen leren over de eigen grenzen heen te kijken. Er ontstaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De bedrijven hebben BOP als platform. De P&O-ers bespreken de knelpunten in hun beleid voor taakcombineerders en oplossingen worden uitgewisseld. De gesignaleerde knelpunten worden gezamenlijk besproken en een ieder onderzoekt wat de oplossingsmogelijkheden zijn vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Zo nodig, kan de stichting Flex hierop haar methodiek aanpassen. Ook aan de gemeenten wordt teruggekoppeld. Positief is dat partijen elkaar kennen en samen zoeken naar oplossingen. Enorme meerwaarde is dat schotten zijn doorbroken. Er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
Balanstraining Het Flexcentrum helpt op dit moment voornamelijk alleenstaande moeders. Van der Hoek onderscheidt twee aspecten: “Enerzijds het vinden van een passende baan; anderzijds het mentale stuk. Deze vrouwen hebben de overtuiging dat ze er altijd moeten zijn voor de kinde-
ren; ze hebben een sterk zorgethos. Het opleidingsniveau is vaak laag, evenals hun eigenwaarde. Toch zijn het krachtige vrouwen, want ze moeten het alleen redden. Het is de kunst om die power constructief in te zetten.” Het Flexcentrum begint daartoe met een balanstraining, van twee dagdelen gedurende vijf weken. “Hier brengen we de kwaliteiten in kaart en bepalen we hoeveel uur iemand zou kunnen werken. We bezoeken centra voor kinderopvang en gaan op huisbezoek.” Voor deze groep vrouwen, die veelal vrij geïsoleerd leeft, is het groepsproces tijdens de balanstraining ook heel belangrijk: “De deelnemers stimuleren elkaar, maar helpen elkaar ook in praktische zin. Ze passen bijvoorbeeld op elkaars kinderen en rijden met elkaar mee.”
Flexibiliteit van twee kanten Aan het einde van de balanstraining heeft elke deelnemer een soort ondernemingsplan met doelen, waarna een individueel traject volgt. Het Flexcentrum zorgt voor werk met werktijden die passen bij de thuissituatie. Van der Hoek: “Sommige vrouwen bouwen het hele jaar door uren op om zo de vakanties vrij te zijn. De werkgever stelt zich dus flexibel op, maar we benadrukken dat de flexibiliteit van twee kanten moet komen. Je kunt niet alles laten vallen op het moment dat je kind ziek is. Dat is echt moeilijk voor deze vrou-
wen die hun eigenwaarde veelal ontlenen aan hun moederrol. Het werk is vaak op laag niveau en doet dus weinig voor die eigenwaarde. Maar door te werken, zit de Sociale Dienst niet meer op je dak. Je kunt trots zijn dat je het alleen redt. Wij laten ze ervaren hoe dat voelt. De vrouwen komen er sterker uit. Ze komen in een positieve spiraal, hun zelfvertrouwen groeit en de kinderen zijn trots op ze. Prachtige bijkomstigheid is dat het hele gezin met hen meelift.”
Werken en zorgen Van der Hoek onderkent dat de aandacht voor de zorg-werkcombinatie in deze tijden van laagconjunctuur wat verslapt. “Werkgevers hebben nu aanbod genoeg, dus zullen zij kiezen voor werknemers waarmee zij het minste risico lopen. Aan de andere kant is de combinatie zorg en werk een structureel probleem en blijven bedrijven bereid om te investeren in het behoud van hun menselijke kapitaal. Bovendien geldt sinds 1 januari van dit jaar de sollicitatieplicht ook voor alleenstaande moeders met kinderen onder de vijf jaar. Zij hebben zeker hulp nodig. Overigens moet daarvoor ook nog het nodige veranderen in het beleid voor bijstandsgerechtigden. Dit maakt mensen vaak juist passief, houdt hen in een slachtofferrol. Wij helpen hen om die slag wel te maken. Zo werken we er op alle fronten aan om de combinatie van zorg en werk mogelijk te maken.“
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 8
EXPERIMENT
De Schalm: Direct Access to Work
‘We zien mensen als oplossing, niet als probleemgeval’ ‘Versterking van de sociale economie, daar gaat het om.’ Aan het woord is Frans Huissen, directeur van De Schalm. De Schalm is als kringloopbedrijf al 29 jaar actief op de reïntegratiemarkt. Met het EQUAL-project Direct Access to Work pakt het bedrijf reïntegratie op een nieuwe manier aan.Wie aan het project meedoet, gaat vanaf dag één aan de slag.
Frans Huissen: “De sociale economie hangt als het ware onder de reguliere arbeidsmarkt. Volgens dezelfde normen en waarden, maar met een sociaalmaatschappelijk doel. Het is een plek waar langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten (tijdelijk) actief zijn, omdat ze in het reguliere bedrijfsleven vaak geen kans maken op werk. Europese en Nederlandse beleidsmakers vinden die sociale economie te zwak en onvoldoende professioneel georganiseerd. Het is onze uitdaging om daar verandering in te brengen. Door nieuwe bedrijfsinitiatieven te beginnen bijvoorbeeld, die bedrijfsmatig op te zetten en na te denken over marketing en hoe we ons profileren.”
Directe toegang tot werk Hoe je dat aanpakt? Door brutaal af te wijken van de normale ‘reïntegratieroutine’. Mensen niet benaderen op hun arbeidsongeschiktheid, dus. En niet eerst trainen en dan een passende
bezigheid zoeken. “Wij creëren aantrekkelijk werk, maken dat in Haarlem en omgeving bekend en houden de drempel laag. De mensen komen daar zelf op af, niet omdat ze moeten, omdat ze zielig zijn of een probleemgeval. Iemand solliciteert bij ons en wordt in principe ook aangenomen. Daarna is hij een gewone werknemer, iemand die iets kan en krijgt hij goede begeleiding. Stel dat iemand steeds een grote mond heeft en niet naar collega’s luistert. Dat werkt niet in een bedrijf, dat merkt diegene zelf ook wel. De werkbegeleider spreekt hem daar dan op een heel natuurlijke manier op aan.”
Brand Huissen zette een bedrijvencomplex op in Haarlem-Noord. Daar vond onder veel publiciteit in 2002 de aftrap plaats van het project Direct Access To Work, met de opening van De Koppeling, een reparatiewerkplaats voor oldtimers. “Een prachtbedrijf, professioneel opgezet, met
Dit geeft je leven weer kleur “Ik zag de aankondiging in een blaadje van RODAS”, zegt Rinus. Hij werd na 33 jaar bij dezelfde baas via de kantonrechter ‘gedumpt’ en kwam wegens depressies bij De Geestgronden terecht, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. “Ik ben gek op oude auto’s, dus ik heb me gemeld. Ik zie mensen hier weer lol krijgen, samen een mooi product neerzetten.” Clemens, ex-verslaafde:“Die brand was heel emotioneel; mensen kwamen op straat te staan. Ik kon zelf een tijdje naar de winkel, maar dat was niks: teveel prikkels, ik miste de structuur, de begeleiding van Jos en Ben. Binnen de kortste tijd gebruikte ik weer. Ik ben blij dat ik terug kon.” Rinus: “Als iemand een moeilijk moment heeft, motiveren we elkaar.” Clemens: “We hebben een goede ploeg. En we leren hier van alles!” Rinus: “Je staat soms versteld.We hebben hier een ex-banketbakker, die maakt plaatwerk!” Met gepaste trots laat hij zijn eigen werk zien: een nieuwe bodem in een Fiat 500. “Niet gek voor een ex-PTT’er, hè? Als je nog eens een oldtimer wilt laten repareren, weet je ons te vinden!”
12 werknemers en een ijzersterke bedrijfsleiding, zowel op technisch als op psychologisch vlak. Die leiding kost natuurlijk geld, dus het bedrijf moet voldoende omzet en deelnemersvergoedingen genereren. Met de start van elektronicareparatiebedrijf De Schakeling in mei 2003 lagen we helemaal op schema. Tot het geheel in juli 2003 in vlammen opging. Een enorm verlies. En een klap voor de deelnemers. We hebben diezelfde avond nog alle deelnemers op de hoogte gebracht. We wilden voorkomen dat iemand de volgende ochtend onvoorbereid tegen de politielinten aan zou lopen.” De Koppeling kon na de brand niet direct door, maar voor De Schakeling werd een aparte hoek vrijgemaakt achterin de kringloopwinkel. Uiteindelijk kon voor iedereen ander werk gevonden worden, bij De Schakeling of in de kringloopwinkel. “Een paar mensen zijn toen afgehaakt, die zagen de overgang van de garage naar de winkel niet zitten. Bij de rest zag je de wil om er samen doorheen te komen. Die hielpen met verbouwen en verhuizen.” Na korte tijd werd ook voor De Koppeling een tijdelijke locatie gevonden, een voormalige garage. Binnenkort is de herbouw van het uitgebrande pand klaar en zitten De Koppeling en De Schakeling weer samen. Hoe veerkrachtig De Schalm is, blijkt tijdens een bezoek aan de tijdelijke locatie. Mannen in overalls leven zich hier uit op klassieke Saabs en Fiats. Huissen: “Een echte bedrijfscultuur is heel belangrijk. De deelnemers worden opgenomen in een groep van collega’s. Ze krijgen bedrijfskleding, doen gewoon hun werk, eten samen hun boterham in de kantine, krijgen kwartaalbesprekingen over de omzet en bedrijfsuitjes. Ze moeten het gevoel hebben in een ‘echt’ bedrijf te werken, als ‘volwaardig’ behandeld te worden. Dat geeft hen zelfvertrouwen. Je ziet ze daardoor snel groeien in hun werknemersgedrag. Ziedaar onze empowermentstrategie!”
Projectnaam Direct Access to Work (DATW)) Projectnummer 2001/EQD/0002 Looptijd project 15-05-2002 t/m 15-11-2004 Aanvrager Stichting Andere Werkvormen/De Schalm Postbus 8 2000 AA Haarlem www.de-schalm.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Stichting Andere Werkvormen/De Schalm • Gemeente Haarlem, afdeling Sociale Economische Zaken • Gemeente Haarlem, afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid • Provincie Noord-Holland • Stichting Collusie • Stichting Onbekende Kwaliteiten C.B.B. • Stichting Arbeidsrehabilitatie/RODAS
Frans Huissen, directeur Financiering Mooi natuurlijk, zo’n project, maar hoe zit het met de bekostiging? Huissen: “Of het nu gaat om de uitkeringsinstanties, sociale diensten, de WAO of de sociale werkvoorziening (WSW), de sociale instellingen van nu zijn domweg niet ingesteld op mensen die zelf op werk afstappen. Dat levert gevechten op over de financiering. Iedereen ziet dat de uitbesteding aan commerciële reïntegratiebedrijven is mislukt – tenminste voor deze moeilijke groep. We gebruiken de EQUAL-periode daarom ook om de kracht van onze aanpak onder de aandacht te brengen, plus de noodzaak van een andere financieringsstructuur. Minister de Geus heeft per 1 januari het persoonlijk budget geïntroduceerd (Individuele Reïntegratie Opdracht). Dat opent nieuwe perspectieven.”
Workshops voor Haarlemse ondernemers De Schalm doet van alles om het contact met de reguliere arbeidsmarkt te onderhouden. In Haarlem is het bedrijf een begrip; ondernemers zien De Schalm als collega. “We organiseren nu workshops voor ondernemers. Om ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren. Vanuit de overtuiging dat we het denken over omgaan met mensen met een handicap of beperking kunnen veranderen. Doel is niet dat de reguliere arbeidsmarkt uiteindelijk voldoende plaats heeft voor alle langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten. Er blijft altijd behoefte aan een sociale economie. Maar goede communicatie tussen de twee gebieden en een zekere overlap is onontbeerlijk. Want we streven naar meer banen voor deze groep mensen – zowel op de sociale als op de reguliere arbeidsmarkt.”
7
van De Schalm: ‘Versterking van de sociale economie, daar gaat het om.’
L-SZW-SpecialEQUAL A3 krant/feb
04-03-2004
09:46
Pagina 1
GENDERMAINSTREAMING
Gendermainstreaming
Een ambacht voor iedereen
Gendermainstreaming betekent: rekening houden met relevante verschillen tussen mannen en vrouwen, zodat het beleid niet alleen in kwaliteit verbetert, maar ook effectiever wordt. EQUALprojecten die oog hebben voor relevante sekseverschillen en daar in hun aanpak rekening mee houden, dragen daarmee bij aan een goed overheidsbeleid.
Wat moet een straatmaker kunnen na het afronden van de opleiding? En een zilversmid of een grimeur? Hoe zorg je dat het beroep en de opleiding meer mensen aanspreken, zowel mannen als vrouwen? Het begint allemaal bij een evenwichtig beroepscompetentieprofiel, met ‘sekseneutrale’ omschrijvingen van de gewenste vaardigheden. Dat klinkt misschien vaag, maar het EQUAL-project Competence Coach brengt het in praktijk. Over gendermainstreaming, genderruis en de genderzoomlens.
Projectnaam Competence Coach Projectnummer 2001/EQE/0025 Looptijd project 15-05-2002 t/m 15-11-2004 Aanvrager Hoofdbedrijfschap Ambachten Postbus 895 2700 AW Zoetermeer www.hba.nl Samenstelling ontwikkelingspartnerschap • Hoofdbedrijfschap Ambachten • Baronie College • Bouwradius Groep • Hout- en Bouwbond CNV • KOC Nederland • Nederlandse Juweliers- en Uurwerkenbranche (NJU) • Nederlandse Unie van Optiekbedrijven (NUVO) • Ondernemersvereniging van Glazeniers (OVG) • Ondernemingsvereniging Bestratingsbedrijven Nederland (OBN) • ROC ASA SBBO • ROC Zadkine College • ROC Zeeland, Goes • Stichting Beroepsonderwijs Grond-,Weg-,Waterbouw (SBW) • Stichting Opleidings- & Ontwikkelingsfonds Vlakglasbranche (STOOV) • Stichting Beroepsopleidingen Dakdekkingsbranche (SBD) • Stichting Vakopleiding Gezondheidstechnische Beroepen (SVGB) • Vereniging Dakbedekkingsbranche (Vebidak) • Vereniging van Goud- & Zilversmeden (VGZ)
De aanvrager van dit EQUALproject, het Hoofdbedrijfschap Ambachten, vertegenwoordigt diverse ambachtelijke branches. Van dakbedekkers tot straatmakers, van schoonheidsspecialisten tot zilversmeden. Veel ambachtelijke branches zijn relatief klein. Nederland heeft bijvoorbeeld maar één opleiding voor gouden zilversmeden en die is in Schoonhoven. Dat maakt zo’n branche kwetsbaar. Gerrie Oggel, plaatsvervangend algemeen secretaris: “Waarom zou een leerling uit Groningen bijvoorbeeld kiezen voor die ene opleiding in Schoonhoven?” Die kwetsbaarheid was één van de redenen om het EQUAL-project Competence Coach te starten: “Doel van het project is onder andere het versterken van de beroepsopleidingen. Hoe bereik je dat? Door ‘typische’ mannen- en vrouwenberoepen te doorbreken en door met de opleiding in te spelen op
vernieuwingen in de dagelijkse praktijk en in het onderwijs.”
Geschikt voor mannen én vrouwen Nieuwe beroepscompetentieprofielen, daar ligt de basis van het project. Liever gezegd ‘genderneutrale’ beroepscompetentieprofielen, dus gericht op zowel mannen als vrouwen. Gerrie Oggel licht het toe: “De bestaande beroepsprofielen in onze sector waren niet compleet. Vakkennis en technische vaardigheden werden overgewaardeerd, terwijl sociaal-communicatieve en commerciële vaardigheden onderbelicht bleven. Onterecht, want die competenties zijn wel gewenst. Bovendien sluit je daardoor bij voorbaat mensen uit, zoals bijvoorbeeld vrouwen die een puur technisch beroep niet interessant vinden, of die denken dat ze niet geschikt zijn voor een mannenberoep. Omgekeerd geldt het-
8
zelfde: besteed in het profiel van ‘typische’ vrouwenberoepen als kapper, grimeur of schoonheidsspecialist juist meer aandacht aan de vaktechnische aspecten.”
Inzoomen op genderruis De deelnemende branches aan het project – bitumineuze dakbedekkers, straatmakers en glazeniers – stelden zelf de nieuwe profielen op. Elke branche vormde daarvoor een werkgroep, samen met de sociale partners. Met behulp van de zogenaamde ‘genderzoomlens’ formuleerde iedere werkgroep evenwichtiger beroepseisen voor de ambachten. De profielen voldoen daarnaast aan het vaste format dat het ministerie van OCenW eist. Gerrie Oggel: “De genderzoomlens is een uniek onderzoeksinstrument waarmee je kunt bepalen op welke punten een beroepsprofiel nog ‘genderruis’ vertoont.“ In september 2003 presenteerden de branches de vruchten van hun arbeid. De volgende stap ligt bij de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven; zij werken de competentieprofielen nader uit in kwalificatieprofielen, samen met het onderwijs en het bedrijfsleven. De onderwijsinstellingen vertalen die kwalificatieprofielen uiteindelijk in adequaat lesmateriaal. De opgestelde competentieprofielen dienen ook als basis voor deel twee en drie van het EQUAL-project; een interactief ICT-leerlingvolg- en begeleidingsysteem en de Erkenning van eerder Verworven Competenties (EVC). De benoemde competenties uit de beroepscompetentie-
profielen worden namelijk ook als ‘content’ in deze deelprojecten gebruikt. De interactieve COach in de PRAktijk, kortweg COPRA, wordt nu getest in leerbedrijven. Het systeem moet zich in de praktijk nog bewijzen, maar de eerste reacties vanuit het onderwijs zijn lovend. Ook medewerkers van het ministerie van OCenW zijn positief over wat ze gezien hebben: COPRA is laagdrempelig en gebruikersvriendelijk. Voor EVC is een structuur opgesteld die inmiddels is uitgezet in een drietal pilots.
Nieuw onderzoek Alle reden tot tevredenheid, zou je denken. Oggel: “Toch hebben we het vermoeden dat genderruis nog steeds mogelijk is, ondanks de nieuwe beroepscompetentieprofielen die voor alle opleidingen in Nederland moeten worden gemaakt. In de ene competentie worden de succescriteria bijvoorbeeld gedetailleerder beschreven dan in de andere. Ook bij de uitwerking van de beroepscompetentieprofielen in kwalificatieprofielen bestaat daardoor nog steeds het risico op genderruis. In een aantal profielen blijken de kwalificaties te veel vakmatig uitgewerkt en zijn de houdingsaspecten alsnog onderbelicht. Dat ver-
moeden willen we nu onderzoeken, mogelijk samen met de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (onderdeel van het ministerie van SZW). De eerste contacten zijn gelegd en de directie heeft interesse in het onderwerp. Als de huidige competentieprofielen en kwalificatieprofielen inderdaad niet ruisvrij blijken – dat kan zelfs voor de onze opgaan – dan moeten we als de wiedeweerga een tweedegeneratie genderzoomlens ontwikkelen die dat effectief bestrijdt. Nog zat te doen, dus.”
Wanneer komen die vrouwen? Directeur De Vries van OBN, de Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland: “Als kleine ambachtelijke branche schuif je normaliter niet zomaar aan bij het departement, laat staan dat je zoveel invloed kunt uitoefenen op je eigen beroepscompetentieprofiel. Ja, die genderkwestie was een heuse uitdaging. Ook ík dacht: ‘dit is een typische mannenwereld’. Maar het kwartje is gevallen. Iedereen beseft nu welke voordelen genderneutrale beroepscompetenties kunnen hebben voor de branche.”
Elders verworven competenties (EVC) EVC is een systematiek waarmee competenties inzichtelijk kunnen worden gemaakt en erkend. Het gaat bij EVC om de erkenning van elders c.q. buiten het reguliere onderwijs verworven competenties, bijvoorbeeld via werkervaring, zelfstudie en hobby’s.
Gerrie Oggel, plaatsvervangend algemeen secretaris van het Hoofdbedrijfschap Ambachten: “Bestaande beroepsprofielen in onze sector waren niet compleet.”
COLOFON
Redactie Team EQUAL Farah Bandhoe Ilse Dirckx Renate Beausoleil Karin van Reeuwijk Sandra de Wit Redactiecommissie Hans Cramer (voorzitter) Beate van den Berg Jasper Geselschap Frans Frederiks Maarten Wegerif Miranda van Crey (eindredacteur)
[email protected] Teksten, vormgeving en productie Taalent communicatie, Utrecht Fotografie Henx Fotografie Visual Design Mark Prins Adres Agentschap SZW Team EQUAL Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag Postbus 93249 2509 AE Den Haag T 070 333 57 95 (EQUAL) F 070 333 43 34
Het Agentschap SZW is een onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waaraan de Ministers van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid EUROPESE UNIE de status van baten-lastenEuropees Sociaal Fonds dienst hebben verleend. Aan de inhoud van deze nieuwskrant kunnen geen rechten worden ontleend. Maart 2004.