Sophie Hefti wint schrijfwedstrijd
Donderdagavond 18 december was de apotheose van de schrijfwedstrijd, georganiseerd door ‘Molenhoek schrijft’, in de Brasserie van het Jachtslot. Het was er druk en de sfeer zeer geanimeerd. En dat niet alleen door de kruidige en humoristische verhalen van Thomas Verbogt tijdens een literair diner, waaraan meer dan 40 gasten deelnamen. De stemming steeg naar een hoogtepunt toen in het daarop volgend literair café (70 bezoekers) de vijf genomineerde verhalen werden voorgelezen door leden van de toneelvereniging Molenhoek. Daarna werd het spannend. Wie zou er winnen? Welk verhaal was het beste?
De uitslag
De Gelderlanderjury nomineerde vijf verhalen en koos ‘Kloosterkamer’ van Piro (Piet Roberts) als het beste vanwege: ‘het subtiele van de melancholie en nostalgie’. ‘Toch gelijk’ van Sophie Hefti kreeg de tweede prijs en ‘De oversteek’ van Bussjooffeur (Jos Wagemans) werd derde. Maar waarvoor zou het publiek kiezen? Dat had een duidelijke voorkeur voor ‘Toch gelijk’ van Sophie Hefti. Namens Molenhoek kreeg zij uit handen van de voorzitter van de Dorpsraad, Jacqueline Konings, de publieksprijs. Maar dan? Wie zou de literaire hoofdprijs krijgen? Thomas Verbogt was daarover al enkele dagen met zichzelf in conclaaf gegaan. Hij wees ‘Toch gelijk’ van Josephine (Sophie Hefti) als winnaar aan. Een verhaal dat volgens Thomas Verbogt ‘kordaat van toon is met een glans van melancholie’.
De boekjes zijn te koop bij: Bloemenspeciaalzaak Rikken Jachtslot Mookerheide Serviceapotheek De Vuursteen Prijs: €5,00
Molenhoek schrijft
Molenhoek schrijft is een project in het kader van Molenhoek pakt aan 2. Drijvende krachten achter dit project ook wel de schrijversbende genoemd: Peter Janssen, Erik Dracht, Piet Roberts, Tineke Haegens , Marlies Mezger en Harry Hendrix
Molenhoek schrijft in een notendop Twaalf Molenhoekers deden in september actief mee aan de workshops ‘pakkend en creatief schrijven’. Zestien (oud-)Molenhoekers schreven een verhaal voor de schrijfwedstrijd. De zestien verhalen zijn gebundeld in een boekje van 56 pagina’s (oplage 300). Het project is ondersteund met een evenementensubsidie (€ 300) van de gemeente Mook en Middelaar. Diverse sponsors steunden het project (samen € 350). Een jury van drie journalisten van De Gelderlander nomineerde vijf verhalen. Uit die verhalen koos Thomas Verbogt zijn beste verhaal en dat werd ‘Toch gelijk’ van Sophie Hefti. Het verhaal van Piet Roberts ‘Kloosterkamer’ werd door de Gelderlander uitgeroepen tot beste verhaal. Ongeveer veertig gasten namen deel aan een door Thomas Verbogt humoristisch gekruid literair diner in het Jachtslot Zeventig gasten bezochten het aansluitend literair café en kozen ‘Toch gelijk’ van Sophie Hefti als beste verhaal. De genomineerde verhalen werden naverteld door drie leden van de toneelvereniging Molenhoek.
Nominaties ‘Molenhoek schrijft’
Op een koude druilerige zondagavond in december trekt een delegatie van ‘Molenhoek schrijft’ door Molenhoek om de nominaties voor de schrijfwedstrijd ‘Molenhoek schrijft’ te bezorgen. Hieronder een impressie.
Piet Roberts (Piro): ‘Kloosterkamer’ De voordeur staat open maar niemand reageert op de bel. Piet staat aan de overkant van de straat zijn zoon en kleinkinderen te helpen met het inpakken van de sinterklaaspresentjes. Dus de hele verrassingsceremonie moet even later ‘spontaan’ over. Piet opnieuw naar binnen, deur open en ‘spontaan’ verrast kijken.
Gérard Grubben (Montaigne): ‘Doe mij maar Molenhoek’ Gérard is helemaal confuus wanneer hij hoort dat hij genomineerd is. Een klein druppeltje twinkelt in zijn linkerooghoek. Daar moet natuurlijk op gedronken worden. Gérard vertelt dat op zijn nachtkastje een boek van Montaigne ligt. Zijn pseudoniem heeft hij ontleend aan de naam van deze filosoof.
Ineke van Heusden (Molina): ‘Ode aan de grenssteen’ Ineke doet open; enigszins wantrouwend maar ook uitnodigend. Maar ja, wat wil je: drie vreemde mensen op een druilerige zondagavond in december aan de deur. Ze is verbaasd over de nominatie. Ze nodigt ons uit bij haar binnen te komen. Haar schuilnaam betekent ‘molen’ in het Spaans. Ooit heeft ze Spaans gestudeerd.
Sophie Hefti (Josephine): ‘Toch gelijk’ Sophie is (ex) Molenhoekse en woont verscholen in het bos aan de Bovensteweg in Mook. Ook zij is verbaasd over de nominatie. Ze is aan het koken en het ruikt er naar gebakken paprika’s. Het vuur gaat uit en de wijn komt op tafel. En daarna komt haar persoonlijke verhaal over waarom zij schrijft.
Jos Wagemans (Bussjooffeur): ‘De Oversteek’ Verbaasde blik in de ogen. Wat is dit? Jos is zeer verrast en verguld met de nominatie. Het ruikt er lekker naar boerenkool maar ook hier gaat het vuur uit en komt de wijn op tafel. En dan vertelt Jos uitgebreid en smakelijk over zijn werk als gemeenteambtenaar vroeger en vooral als gepensioneerde ‘bussjooffeur’ op een buurtbus nu.
Grunberg en schrijvende Molenhoekers Column bendeleider Harry Hendrix bij de opening van het literair café
Ik begin de ochtend meestal met de column van Arnon Grunberg op de voorpagina van de Volkskrant. Zijn ongemakkelijke waarheden maken mij vaak pas echt wakker. Bij de columns van Thomas Verbogt , die ik ’s avonds vlak voor het slapen gaan lees, heb ik dat minder. Niet omdat die slaapverwekkend zouden zijn. Integendeel. Zij geven mij meestal het gevoel dat het wel goed komt met de wereld en dat ik rustig kan gaan slapen. Vorige week woensdag citeerde Grunberg de socioloog Jan Willem Duyvendak. Die schreef dat het niet de taak van de overheid is om ervoor te zorgen dat burgers zich thuis voelen in een stad of dorp. Het zijn veel meer gedeelde emoties, je zou ook kunnen zeggen gemeenschapszin, die daarvoor moeten zorgen. Toen ik dat las dacht ik ‘dat zit wel goed in Molenhoek’. Bijna alle ingezonden verhalen geven blijk van gedeelde emoties en gemeenschapszin. Het zijn vrolijke, trotse, emotionele en soms ook ontroerende verhalen over: Molenhoeks Makkie, de Heumense Schans, onze kerk en haar al dan niet luidruchtig klokkengelui, De Mookerhei, een eenzame grenssteen, een actieve Dorpsraad en nog veel meer. Gemeenschapszin is er volop, zo maken de verhalen duidelijk. Maar is er dan geen ongemakkelijke waarheid? Daar zorgt Grunberg wel voor. Hij dient Duyvendak van repliek in zijn column. Hij betwijfelt of een samenleving die gedeelde emoties wel zo nodig heeft als Duyvendak beweert. Grunberg neemt het op voor het individu. ‘Pas wie zichzelf als individu ziet kan de ander als individu beschouwen en niet als vertegenwoordiger van een samenleving’, schrijft hij. En ook dat snijdt hout, lijkt mij. De verhalen van Molenhoekers, die meededen aan de schrijfwedstrijd, zijn toch vooral ook individuele ontboezemingen, die stukjes van de ziel van de schrijver bloot leggen. Misschien is Molenhoek wel hét voorbeeld van een modern dorp waarin gemeenschapszin en individualisme een warme vriendschap gesloten hebben.
Beeldverslag
Piet Roberts Spreekstalmeester literair diner
Humoristisch kruider van het literair diner Thomas Verbogt
Opening literair café Zes verhalenschrijvers
Verhalenverteller José
Verhalenverteller Corrie
Verhalenverteller Richard Wat is het beste verhaal?
Twaalf van de zestien Verhalenschrijvers
Erik Dracht opperspreekstalmeester literair café
Zij is de beste en verdient de literaire hoofdprijs en ……….. de publieksprijs
De Gelderlander beloont Piet Roberts met de Gelderlanderprijs
Nominaties ‘Molenhoek schrijft’ vroeg de Gelderlander vijf verhalen te nomineren voor de literaire hoofdprijs. Roeland Segeren, Hans Peeters en Frank Houtappels lazen de verhalen. In onderstaand juryrapport ‘Stekels en subtiliteiten’ vertellen zij welke verhalen een nominatie verdienen en waarom.
Stekels en subtiliteiten Vraag schrijvers in Molenhoek om te schrijven over Molenhoek, en dan beginnen de verhalen hier. In Molenhoek. Want dat is wat opvalt als je de verhalen leest die zestien mensen schreven voor de schrijfwedstrijd Molenhoek Schrijft. Inspiratie begint letterlijk om de hoek: bij de start van het Molenhoeks Makkie, bij de Kloostertuin, op de betonklinkers van de Jonkerlaan. Dat ligt natuurlijk voor de hand als je als organisatie vraagt om verhalen die zich hier afspelen, maar het kan ook anders, zoals in onze nummer drie. Collega Willie komt uit de bus gevallen, schrijft De Bussjooffeur, en het verhaal begint. Je zit er meteen in. Het is een verhaal in de ik-vorm, we kijken door de ogen van de (of een) buschauffeur. We maken mee wat hij meemaakt op zijn reis, zijn bescheiden reis door de omgeving, en we lezen zijn overpeinzingen. Dat die anno 2014 soms blijk geven van verwondering over andermans huidskleur schuurt, maar zorgt er ook voor dat het een stekel heeft. Die schrijver, die denkt er toch niet echt zo over, toch? De nummer twee is een verhaal dat allesbehalve schuurt. Het is een positief verhaal, een verhaal waarin Josephine haar liefde voor Molenhoek verklaart. Dat lijkt misschien zoet en mild, maar het aardige is dat zij verklaart hoe die liefde zich ondanks de twijfels in haar jeugd ontwikkelt. De kop van het verhaal is wat dat betreft veelzeggend: ‘Toch gelijk!’. De winnaar van de redactie van De Gelderlander kiest voor het subtiele van de melancholie en nostalgie. Het is beeldend geschreven en geeft toch ook blijk van een zekere trots voor het dorp. Die blijft onuitgesproken in de letterlijke zin, maar wordt tussen de regels door toch in woorden gevangen. De schrijver mijmert op straat, peinst onderkoeld komisch over architecten die zijn dorp iets aandoen, en wordt dan plots wakker. Het mooiste verhaal is van Piro: Kloosterkamer. Redactie De Gelderlander – editie Rijk van Nijmegen
1 Kloosterkamer – Piro (Piet Roberts) 2 Toch gelijk! – Josephine (Sophie Hefti) 3 De Oversteek 29 – De Bussjooffeur (Jos Wagemans) 4 Ode aan de grenssteen – Molina (Ineke van Heusden 5 Doe mij maar Molenhoek! – Montaigne (Gerard Grubben)
Wethouder Karin Peters looft het project en laat haar boekje signeren door Thomas Verbogt
Marlies Mezger, gastvrouw en mede-organisator