Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden Casestudy’s
Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden Casestudy’s
COLOFON Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden Case Studies Deze publicatie bestaat ook in het Frans en het Engels onder de titels : Innovation sociale en faveur d’un vieillissement actif et en bonne santé, Social Innovation for Active and Healthy Ageing Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel AUTEURS ONDER DE LEIDING VAN MEDEWERKER(S)
COÖRDINATIE VOOR DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING GRAFISCH CONCEPT VORMGEVING PRINT ON DEMAND
Alexander Kesselring, Suzanne Smith, Susanne Dobner, Maria Schrammel Alexander Kesselring (Centre for Social Innovation) Andrea Principi, Georgia Casanova, Marco Socci (Italian National Research Centre on Ageing, INRCA) Suzanne Smith, Rodd Bond, Lucia Carragher (Netwell Centre) Krister Hakansson (Karolinska Institutet) Victoria Holczmann (Centre for Social Innovation) Gerrit Rauws Stefan Schaefers Yves Dario An Van Campenhout PuPiL Tilt Factory Manufast-ABP vzw, een bedrijf voor aangepaste arbeid Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Een afdruk van deze elektronische uitgave kan (gratis) besteld worden: online via www.kbs-frb.be, per e-mail naar
[email protected] of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32-2-500 45 55
Wettelijk depot: BESTELNUMMER:
D/2893/2014/39 3280
Met de steun van de Nationale Loterij, Erste Stiftung, “La Caixa” Foundation en UniCredit Foundation
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
4
VOORWOORD De veroudering van de bevolking is zonder twijfel een van de grootste uitdagingen voor de samenleving aan het begin van de 21ste eeuw. Doordat mensen ouder worden, zal de vraag op het vlak van gezondheid
en
zorg
aanzienlijk
veranderen
en
kan
het
concurrentievermogen en de economische groei van Europa in het gedrang komen, tenzij nieuwe wegen worden gevonden om niet alleen in te spelen op de uitdagingen maar ook op de talloze mogelijkheden die de demografische veranderingen met zich mee brengen. Op dat vlak kan sociale innovatie heel wat kansen bieden. De veroudering is een complex en multidimensioneel gegeven en zowel het onderzoek als de innovatie moet tegemoetkomen aan de noden die in de samenleving bestaan. Sociale innovatie is een veelomvattend concept dat de nadruk legt op specifieke aspecten van het innovatieproces, op de context en de impact ervan. Enkele van de sleutelelementen: aandacht voor sociale noden, problemen en waarden; het invoeren van nieuwe sociale werkwijzen; betrokkenheid en aanvaarding door de gebruikers en het creëren van zowel maatschappelijke als individuele voordelen. Vanuit het inzicht dat sociale innovatie zoveel kansen biedt op het vlak van actief en gezond ouder worden, wilde de Koning Boudewijnstichting - in samenwerking met Fundación La Caixa, Erste Stiftung en UniCredit Foundation - op zoek gaan naar de meest beloftevolle sociale innovaties op dit gebied om na te gaan welke impact ze hebben, op welke belemmeringen ze stuiten en in welke mate ze uit te breiden zijn. Deze publicatie is het resultaat van dit proces en beschrijft twintig veelbelovende initiatieven die de kracht van sociale innovatie onderstrepen. De afzonderlijke casestudy’s die in dit rapport worden voorgesteld, bieden informatie die interessant kan zijn voor personen of instanties die dergelijke initiatieven willen ondersteunen. Voor de meeste projecten vormt financiële hulp de belangrijkste ondersteuning, maar veel initiatieven kunnen ook baat hebben bij andere vormen van steun. Denk maar aan juridisch of beleidsadvies, onderzoek en evaluatie en netwerk- en organisatieontwikkeling. Daarom hopen we dat deze
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
5
casestudy’s voldoende informatie en analyse verschaffen om heel wat ervaren stakeholders te inspireren tot een eventuele samenwerking. De Koning Boudewijnstichting en haar partners zijn bereid om de initiatieven verder te ondersteunen, door de onderlinge uitwisseling te bevorderen, via medefinanciering van individuele projecten of door de initiatieven aan te bevelen bij andere financierende instanties. Deze publicatie zou niet mogelijk zijn geweest zonder de inzet en het uitstekende onderzoekswerk van onze partners in het consortium. Daarom willen we onze dank betuigen aan het Ageing Research Centre van het Karolinska Institutet (Zweden), AGE Platform Europe, Ashoka Innovators for the Public, Zentrum für Soziale Innovation (Oostenrijk), het Istituto Nazionale di Ricovero e Cura per Anziani (Italië) en het Netwell Centre, School of Health & Science van het Dundalk Institute of Technology (Ierland) voor hun actieve medewerking in het afgelopen anderhalf jaar. Bovendien willen wij heel nadrukkelijk onze waardering uitspreken voor de 220 initiatieven die hebben meegedongen naar de Europese Award ‘Social Innovation in Ageing’. Jammer genoeg konden wij slechts twintig initiatieven selecteren voor verdere analyse, maar de overige 200 verdienen ook aandacht en geven een beeld van de grote rijkdom aan activiteiten op het vlak van gezond en actief ouder worden in Europa. Meer informatie over alle initiatieven is te vinden op http://www.changemakers.com/ innovationinageing. Tot slot willen we eveneens de uitvoerders, het personeel, de vrijwilligers en de gebruikers van de twintig geselecteerde initiatieven bedanken voor hun openheid en medewerking tijdens het analyse- en evaluatieproces. Hun dagelijkse werk heeft een diepe indruk op ons gemaakt en geeft ons hoop dat onze samenleving in staat zal zijn om in te spelen op de uitdagingen en kansen die een verouderende bevolking biedt. We kijken alvast uit naar hun toekomstige groei en impact. Koning Boudewijnstichting augustus 2014
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
6
INHOUD COLOFON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 VOORWOORD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 INLEIDING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 1. PROCES EN METHODOLOGIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2. CASESTUDY’S VAN DE 20 FINALISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 3. THEMATISCHE ACTIVITEITEN-CLUSTERS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Gezondheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Siel Bleu Ierland: Keeping your balance – Welzijn door lichaamsbeweging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Learning Centre for Good Dementia Care (Zweden) – Verspreiding van kennis over dementie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Kineage (Spanje) – Aangepast kinectspel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Gezondheid & vrijwilligerswerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Goodgym (Verenigd Koninkrijk) – Lopen voor sociaal welzijn. . . . . . . . . 45 Silver Thread (Italië) – Sociale relaties koesteren . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Gezondheid & empowerment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Passion for Life (Zweden) – Persoonlijke empowerment voor gezondheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Age no barrier (Verenigd Koninkrijk) – De gezondheidsbarrières doorbreken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Intergenerationele relaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Kindred by choice (mütterzentrum) (Duitsland) – Intergenerationele maatschappelijke inzet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Knitting Social Fabric (Nederland) – Intergenerationeel modeproject . . . 76 Intergenerationele relaties & vrijwilligerswerk . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Seniors in Action (Polen) – Sociale actie door senioren. . . . . . . . . . . . . 82 House of the Fruits of Society (Slovenië) – Intergenerationeel vrijwilligerswerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 YOS – Young and Old in School (Duitsland) – Intergenerationele mentoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 House in the Park (Duitsland) – De derde leeftijd heruitgevonden . . . . 105 Werkgelegenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Kestrel (Verenigd Koninkrijk) – Empowerment van oudere werknemers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 50-plus entrepreneurs (Duitsland) – Empowerment van oudere ondernemers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Huisvesting & gezondheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 P3 (protocol 3) (België) – Complexe thuiszorg . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Huisvesting & Intergenerationele relaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135 Abitare Solidale (Italië) – Samenwonen als oplossing . . . . . . . . . . . . 135 Pari Solidaire (Frankrijk) – Intergenerationeel wonen. . . . . . . . . . . . . 141
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
7
Huisvesting & empowerment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 Tubbemodellen (Zweden) – Een samenlevingsmodel . . . . . . . . . . . . . 147 Empowerment. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 Gdynia Dialogue with Seniors (Polen) – Innovatief maatschappelijk engagement. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 4. INZICHTEN UIT DE WORKSHOP OVER DE INITIATIEVEN . . . . . 161 5. STRATEGIEËN OM DE INITIATIEVEN TE VERSPREIDEN . . . . . . . 165 6. CONCLUSIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
8
INLEIDING De gezondheids- en sociale problemen die voortvloeien uit leeftijdgebonden ziekten en kwetsbaarheid hebben geleid tot allerlei verschillende reacties. Vanuit de vrees dat de toekomstige vraag groter zal zijn dan de beschikbare middelen, is het besef gegroeid dat innovatieve oplossingen nodig zijn, omdat de middelen van de overheid en van de privésector hoe langer hoe meer onder druk komen te staan. Daarnaast wordt ook steeds meer de nadruk gelegd op het behoud van een actieve, gezonde levensstijl en van zelfredzaamheid, waardoor de kosten voor zorg kunnen dalen en de ervaring van oudere mensen tegelijk ook een belangrijke rijkdom biedt. Bij actief en gezond ouder worden staat de persoon centraal, vanuit het idee dat iedereen de kans moet hebben om waardig ouder te worden en steun moet krijgen om zo lang mogelijk actief, gezond en zelfstandig te kunnen leven. De klemtoon op waardigheid en zelfredzaamheid geldt voor alle omstandigheden waarin oudere mensen leven en erkent dat senioren de mogelijkheid hebben om volop te leven en op allerlei verschillende manieren te blijven bijdragen aan de samenleving. De groei van de oudere bevolking zal invloed hebben op alle niveaus van de samenleving, van individuen en gezinnen tot gemeenschappen en gewesten, nationale structuren, het beleid en de economie. Oplossingen die de veroudering veeleer zien in termen van kansen dan van ‘lasten’ zullen veranderingen vergen in de maatschappelijke gedragingen en vereisen structuren om te komen tot veranderingen op lange termijn. Duurzame oplossingen zullen sociaal vernieuwend moeten zijn om in te spelen op dergelijke brede en onderling verweven aspecten van de samenleving. Als antwoord op die uitdagingen besliste de Koning Boudewijnstichting om samen met Fundación La Caixa, Erste Stiftung en UniCredit Foundation het project ‘Social Innovation in Active and Healthy Ageing’ te lanceren en te financieren, met als onderdeel daarvan de Europese Award ‘Social Innovation in Ageing’. Die prijs was bedoeld om sociaal vernieuwende initiatieven te leren kennen en te beoordelen; initiatieven die op duurzame en maatschappelijk aanvaarde wijze een oplossing bieden voor sociale problemen en noden in verband met actief en gezond ouder worden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
9
INLEIDING
Door het concept van sociale vernieuwing te combineren met het idee van actief en gezond ouder worden, wilden het project en de prijs in de eerste plaats casestudy’s inzamelen, analyseren en verspreiden om zo: •
vernieuwende benaderingen op het vlak van actief en gezond ouder worden te promoten;
•
relevante informatie over de initiatieven te bieden aan huidige en potentiële stakeholders om ontwikkelingen te ondersteunen op de volgende vier terreinen: beleidsstrategieën, ideeën voor bedrijven, mogelijke investeringen en opties voor bedrijfsincubators.
Dit rapport schetst alle aspecten van de ontwikkeling van het project en blikt terug op het traject van concept tot afsluiting. De enthousiaste samenwerking van de verschillende partners leidde tot een creatieve betrokkenheid en ook tot levendige onderhandelingen over de moeilijke taak om finalisten en uiteindelijk winnaars te kiezen. Die keuze was zo moeilijk door de hoge kwaliteit van de initiatieven en deed denken aan de problemen waarmee beleidsmakers op het terrein voortdurend te maken krijgen wanneer ze moeten kiezen tussen waardevolle projecten over verschillende maar even belangrijke aspecten van actief en gezond ouder worden. Uiteindelijk werden de finalisten en de winnaars gekozen op basis van hun vernieuwende karakter, maatschappelijke impact en de mogelijkheid om de initiatieven ook op een grotere schaal uit te voeren. Naast de stichtingen bestond het projectconsortium uit zes bekende Europese organisaties die werkzaam zijn op het vlak van actief en gezond ouder worden en sociale innovatie: • Ageing Research Centre (ARC), Karolinska Institutet, Zweden • AGE Platform Europe (AGE) • Ashoka Innovators for the Public (Ashoka) • Zentrum für Soziale Innovation (ZSI), Centrum voor Sociale Innovatie (projectcoördinator) (ZSI), Oostenrijk • Istituto Nazionale di Ricovero e Cura per Anziani (INRCA), (Nationaal Onderzoekscentrum over Ouder Worden), Italië • Netwell Centre, School of Health & Science, Dundalk Institute of Technology (DkIT), Ierland
1.1 Sociale innovatie Tot voor kort werd het woord ‘innovatie’ vooral gebruikt voor een nieuw product of een nieuwe dienst die met succes op de markt werd gebracht. In die zin had innovatie vooral betekenis in de economische wereld. Maar inmiddels zijn nieuwe interpretaties van innovatie opgedoken die allemaal enkele kenmerken vertonen: •
Innovatie is een complex proces van sociale interactie, waarbij de ‘resultaten’ van de innovatie zijn uitgebreid van commerciële producten en diensten tot niet-commerciële ‘praktijken’ en ‘instellingen’.
•
Innovatie wordt in verband gebracht met uitdagingen voor de samenleving, zoals de
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
10
INLEIDING
klimaatverandering, demografische veranderingen of sociale ongelijkheid, waarvoor de vrijemarkteconomie momenteel geen oplossing of passende aanpak heeft. •
Innovatieonderzoek gaat na hoe nieuwe oplossingen bestaande producten, diensten en gebruiken veranderen en in vraag stellen. Innovatie maakt deel uit van sociale verandering.
•
De impact wordt niet alleen beoordeeld voor de markt en de consument, maar ook voor de samenleving en het milieu. Dat leidt tot vragen als: Hoe reageert innovatie op maatschappelijke uitdagingen? Hoe verandert innovatie de manier waarop we communiceren en samenwerken? Hoe speelt zij in op onze noden? Is de innovatie duurzaam en zal zij ons in staat stellen om het milieu te beschermen?
‘Sociale innovatie’ is een van de sleutelconcepten die voortvloeien uit deze paradigmaverschuiving. Sociale innovatie spitst zich vooral toe op het scheppen van nieuwe menselijke en technologische vaardigheden om actief in te spelen op noden en problemen in de samenleving. Op die manier zorgt ‘sociale innovatie’ ervoor dat wij innovatie op een andere manier bekijken en beoordelen. Daardoor kan ‘sociale innovatie’ zowel technologisch als niet-technologisch, zowel commercieel als niet-commercieel zijn en uitgaan van de overheid, particulieren of het middelenveld. De grote vraag is echter hoe de elementen van innovatie moeten worden ingevoerd en gecombineerd om in te spelen op noden en problemen, rekening houdend met de complexiteit van de moderne samenleving. Bij de start van het project stelden we enkele ‘basisprincipes’ van sociale innovatie vast, die ons hielpen bij het opstellen van het online formulier om zich kandidaat te stellen voor de award en ook van de evaluatiecriteria. We vatten die principes hieronder kort samen. Basisprincipes van sociale innovatie Oog voor perspectief
… beseffen dat er verschillende gezichtspunten zijn en proberen begrijpen waarom anderen ook menen gelijk te hebben
Dialoog
… beslissingen bespreken en rechtvaardigen in een open forum
Betrokkenheid
… stakeholders laten deelnemen aan het proces van het omschrijven en oplossen van problemen
Samenwerking
… vaardigheden en middelen combineren voor een optimale respons op problemen en noden
Transparantie
… alle relevante informatie delen met stakeholders en met het grote publiek
Zin voor experiment
… nieuwe oplossingen uittesten op kleine schaal vooraleer ze toe te passen op grotere schaal
Evaluatie
… nieuwe oplossingen beoordelen op kleine schaal vooraleer ze toe te passen op grotere schaal
Leren
… de middelen en doelstellingen voortdurend opnieuw evalueren en aanpassen op basis van nieuwe ervaringen en kennis
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
11
1. PROCES EN METHODOLOGIE Het project ‘Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden’ omvatte zeven stappen. Elke stap maakte gebruik van andere middelen en methodes. Het Oostenrijkse Centrum voor Sociale Innovatie (ZSI) had de taak om die middelen en methodes toe te passen in nauwe samenwerking met de overige partners. De prijs werd toegekend via het platform ’Changemakers’ (www.changemakers.com) – een platform van Ashoka dat ruimte biedt voor wedstrijden over de hele wereld. Het consortium wil hierbij de medewerkers van Changemakers graag bedanken voor hun steun bij het uitwerken en uitvoeren van de wedstrijd. Stap 1: Formulier voor ‘Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden’ – Een verzameling casestudy’s
Stap 2: Lancering van de Europese Award ’Social Innovation in Ageing’
Stap 3: Selectie van 20 finalisten uit 220 deelnemers
Stap 4: Terreinbezoeken en casestudy’s van de 20 finalisten
Stap 5: Selectie van drie prijswinnaars
Stap 6: Prijsuitreiking en workshop met de finalisten
Stap 7: Publicatie en verspreiding van het eindrapport
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
13
1. Proces en methodologie
Stap 1: Formulier voor ‘Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden’ ZSI ontwikkelde een online formulier om informatie voor de prijs te verzamelen. In samenwerking met Changemakers werd een wedstrijdpagina ontwikkeld op http://www.changemakers.com/ innovationinageing. Het platform blijft actief als internetarchief waarop alle oorspronkelijke inzendingen te zien zijn. De initiatieven hadden rechtstreeks toegang tot het online formulier, dat informatie vroeg over vijf hoofdthema’s: 1) het initiatief, 2) probleem en oplossing, 3) organisatie en financiering, 4) doelgroep, schaal en impact en 5) informatie aan het publiek en strategie. Om in aanmerking te komen, moesten de kandidaten voldoen aan de volgende criteria: 1. Het initiatief ontwikkelt en realiseert een mogelijk vernieuwende oplossing (product, proces, dienst, praktijk) die op duurzame en sociaal aanvaarde manier inspeelt op problemen en noden van oudere mensen. 2. Het initiatief is momenteel actief en past zijn oplossing toe in een concrete omgeving. 3. Het initiatief is van plan om zijn oplossing op lange termijn uit te werken, te verspreiden en op grotere schaal toe te passen. 4. Het initiatief wordt uitgevoerd in een EU- of EFTA-land en heeft vooral in Europa een sociale impact. 5. Het initiatief is bereid deel te nemen aan een casestudy als het door de jury wordt uitgekozen. De beoordelingscriteria voor de prijs moesten helpen om de meest relevante aspecten van sociale innovatie te beoordelen: 1. Relevantie en coherente probleemomschrijving • Het probleem dat wordt aangepakt, is duidelijk omschreven en houdt rechtstreeks verband met de uitdagingen op het gebied van actief en gezond ouder worden. 2. Innovatief karakter van de oplossing • De oplossing is duidelijk omschreven en onderscheidt zich van andere bestaande oplossingen. • De oplossing heeft een duidelijk vernieuwend potentieel om op duurzame en sociaal aanvaarde wijze in te spelen op sociale problemen en noden. 3. Capaciteit om het initiatief te ontwikkelen, uit te voeren en in stand te houden • Samenstelling en omvang van het team • Kennis en vaardigheden • Structuur van projectleiding en coördinatie 4. De impact van het initiatief • Type en schaal van de bereikte impact • Bewijzen van de bereikte impact 5. Openheid van het innovatieproces • Betrokkenheid van de stakeholders (in het bijzonder van de gebruikers) bij het omschrijven van het probleem en het uitwerken van de oplossing. • Samenwerking met andere organisaties en combinatie van kennis, vaardigheden en middelen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
14
1. Proces en methodologie
• Uitvoering van tests, experimenten en proeven. • Transparante informatie voor het publiek. Stap 2: Lancering van de Europese Award ‘Social Innovation in Ageing’ De oproep werd gelanceerd op 15 mei 2013 en afgesloten op 31 juli van dat jaar (deadline voor inzendingen). Het projectconsortium – onderzoeksinstellingen en stichtingen – verspreidde de oproep om mee te dingen naar de prijs via verschillende kanalen en wist 220 kandidaten uit heel Europa aan te trekken. Stap 3: Selectie van 20 finalisten uit 220 deelnemers Het platform van Changemakers bood een online evaluatietool die beschikbaar was voor de beheerder en voor de jury. De kwantitatieve evaluatie gebeurde aan de hand van de evaluatiecriteria op een schaal van 1 tot 5 (1 = beste). De inzendingen werden voorgelegd aan acht willekeurig samengestelde jurygroepen die elk bestonden uit twee vertegenwoordigers van de verschillende organisaties binnen het consortium. Elke groep beoordeelde ongeveer 50 dossiers. Elke kandidatuur werd onafhankelijk beoordeeld door twee juryleden. De evaluatietool berekende de gemiddelde score voor elk evaluatiecriterium en op basis daarvan werden de kandidaatsdossiers gerangschikt. Dit leverde een shortlist van 50 initiatieven op. Vervolgens kwam de jury in september 2013 bijeen voor een intensieve evaluatieworkshop om de 50 initiatieven van de shortlist tot in de details te bekijken en 20 finalisten te kiezen. Stap 4: Terreinbezoeken en casestudy’s van de 20 finalisten De onderzoeksorganisaties in het consortium voerden ter plaatse diepgaande casestudy’s uit bij de 20 finalisten. Dat gebeurde door de volgende onderzoekers: •
INRCA: Andrea Principi, Georgia Casanova, Marco Socci
•
Netwell Centre: Suzanne Smith, Rodd Bond, Lucia Carragher
•
Karolinska Institutet: Krister Hakansson
•
ZSI: Victoria Holczmann
De bezoeken hadden plaats tussen november 2013 en januari 2014. De terreinbezoeken en de casestudy’s hadden de volgende doelstellingen: •
de informatie uit het online formulier bevestigen en aanvullen;
•
een meer gedetailleerde beschrijving opstellen van de oplossing, van de belangrijkste elementen en de werking – op basis van waarnemingen en bijkomende gesprekken;
•
meer informatie verzamelen over de uitvoerende instantie;
•
informatie zoeken over de strategie van het initiatief met betrekking tot de ontwikkeling van de oplossing, de verspreiding en de duurzaamheid ervan;
•
een SWOT-analyse van de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigingen voorbereiden, om na te gaan welke de grootste uitdagingen zijn en hoe het initiatief kan worden ondersteund.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
15
1. Proces en methodologie
Voor het inzamelen van gegevens waren enkele instrumenten beschikbaar: een protocol voor observaties, een handleiding voor gesprekken met gebruikers, een handleiding voor gesprekken met medewerkers, een handleiding voor gesprekken met initiatiefnemers en een SWOT-sjabloon. De terreinbezoeken duurden twee à drie dagen en omvatten de volgende activiteiten, aangepast aan het bezochte initiatief: •
ontmoeting om kennis te maken met de uitvoerder/initiatiefnemer;
•
observatie van de belangrijkste activiteiten;
•
focusgroepsgesprekken en/of individuele gesprekken met gebruikers;
•
focusgroepsgesprekken en/of individuele gesprekken met personeel en/of vrijwilligers;
•
gesprek met externe stakeholders, bijvoorbeeld bestuursleden;
•
diepgaand interview met de initiatiefnemer.
Stap 5: Selectie van drie prijswinnaars Op basis van de bijkomende informatie uit de terreinbezoeken nomineerde de jury de drie prijswinnaars. In dit stadium werd met nog slechts drie evaluatiecriteria gewerkt: vernieuwend karakter, impact en de mogelijkheid voor toepassing op grotere schaal. De winnaars werden gekozen door de leden van de jury. Stap 6: Prijsuitreiking en workshop met de finalisten De Koning Boudewijnstichting ontving alle finalisten op 25 maart 2014 in Brussel voor een plechtige prijsuitreiking. De volgende dag kwamen alle finalisten samen voor een ‘world café’. Een world café is een methode om in groep ideeën uit te wisselen over verschillende thema’s. De onderzoekspartners hielpen bij het goede verloop van het world café waar alle finalisten hun project voorstelden en ideeën en ervaringen uitwisselden over onder meer de evaluatiecriteria voor de prijs. Stap 7: Publicatie en verspreiding van het eindrapport De publicatie en verspreiding van het rapport is de laatste stap binnen het project ‘Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden’. Het richt zich tot alle voorstanders van sociale innovatie bij onder meer overheidsadministraties, stichtingen, bedrijfsincubators en onderzoeksorganisaties.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
16
2. CASESTUDY’S VAN DE 20 FINALISTEN
De inzendingen vertegenwoordigden een breed scala van organisaties en thema’s in verband met actief en gezond ouder worden en toonden duidelijk aan dat er al ontzettend veel werk wordt verricht op dit terrein. Er werden 220 projecten ingediend via een online formulier. Vijf projecten vielen af omdat ze niet voldeden aan de criteria om in aanmerking te komen, vooral omdat ze actief zijn buiten het afgebakende werkingsgebied (EU + EFTA). Van de resterende 215 projecten uit 29 landen (fig. 1) werden uiteindelijk 20 initiatieven geselecteerd voor een diepgaande analyse op basis van een casestudy en een gestructureerde kwalitatieve onderzoeksmethode. 34 28
25
8
3 2 2 3
4 5
1
3 2
11
7 1
6 5
2 1
4
1 1
Oostenrijk België Bosnië Kroatië Cyprus Tsjechië Denemarken Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Hongarije Ijsland Ierland Italië Letland Luxemburg Nederland Noorwegen Polen Portugal Roemenië Slowakije Slovenië Spanje Zweden Zwitserland Oekraïne Verenigd Koninkrijk
1 1
7
18
16
13
Fig. 1 De landen waar de initiatieven van de 215 toegelaten inzendingen worden uitgevoerd.
De meeste van de 20 finalisten (en ook de meerderheid van alle inzendingen) kwamen uit de zogenaamde derde sector van de niet-gouvernementele en non-profitorganisaties. Voor deze sector schijnt de paradigmaverschuiving naar sociale innovatie bijzonder relevant te zijn. De sector heeft zich altijd toegespitst op de noden en problemen van kansarme personen en groepen en bood ondersteunende diensten op terreinen waar de samenleving soms tekortschiet. In veel landen worden deze diensten voornamelijk gefinancierd door de staat – wat soms leidt tot weinig soepele financierings- en bestuursstructuren. Als gevolg daarvan werd het innovatiepotentieel in deze sector in hoge mate verwaarloosd. De vernieuwing leek elders plaats te vinden – met name in de economische wereld. Door de klemtoon te verleggen naar sociale innovatie, wordt de derde sector wel een middelpunt op het vlak van innovatie. In dit deel bekijken we enkele aspecten van deze verschuiving zoals die werden vastgesteld in de formulieren en vooral bij de initiatieven van de 20 finalisten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
17
2. CASESTUDY’S VAN DE 20 FINALISTEN
Veranderingen in het zelfbeeld: van dienstverlener naar vernieuwer? Uit het aantal inzendingen voor de Award voor ‘Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden’ blijkt duidelijk dat veel van de niet-gouvernementele/non-profitorganisaties zichzelf als vernieuwers zien. Van de 220 inzendingen kwam 40% uit de niet-gouvernementele/non-profitsector. Nog eens 10% omschreef zichzelf als ‘sociale onderneming’.
Universiteit
Sociale onderneming
Overheidsinstantie
Privé bedrijf
Niet-universitaire onderzoeksinstelling
Netwerk
Non-profit/ngo/ middenveldorganisatie
Fig. 2. Uitvoerende instanties
Informele groep
Individu
Stichting
40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
In discussies tijdens het world café werd het concept van innovatie kritisch bekeken. Alle projecten zijn afhankelijk van een goed werkende organisatie, een degelijke financiering en een hoge mate van routine bij de uitvoering, waarbij de verantwoordelijkheid voor de gebruikers en het personeel vooropstaan. De vertegenwoordigers van de initiatieven kwamen tot de conclusie dat het enkel zin heeft om naar innovatie te streven wanneer aan die basisvoorwaarden is voldaan. Zij zien dit meer als een permanent denk-, leer- en ontwikkelingsproces dan als het invoeren van radicale veranderingen. Samenwerking, concurrentie of een nieuwe benadering over de sectorgrenzen heen? Een vernieuwende oplossing kan op verschillende manieren aansluiten bij bestaande oplossingen/ initiatieven (bijvoorbeeld geïnstitutionaliseerde overheidsdiensten). Daarbij werden vier types oplossingen onderscheiden: complementair, aanpassend, vervangend en op zich staand. Deze categorieën zijn niet alleen van nut bij innovatieonderzoek, maar ook om de initiatieven strategisch te positioneren. Complementaire oplossingen: deze oplossingen treden niet rechtstreeks in concurrentie met bestaande oplossingen – ze proberen veeleer ‘gaten op te vullen’ in de dienstverlening en kunnen worden toegepast in samenwerking met de bestaande diensten die ze proberen aan te vullen. Ze hoeven niet per se als superieur te worden beschouwd, maar bieden veeleer ‘toegevoegde waarde’.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
18
2. CASESTUDY’S VAN DE 20 FINALISTEN
Aanpassende oplossingen: deze oplossingen bouwen voort op bestaande oplossingen om die te verbeteren, door nieuwe elementen toe te voegen of bestaande elementen te herschikken. Ze moeten bewijzen dat ze voordeliger zijn dan de vroegere oplossingen. Vervangende oplossingen: deze oplossingen zijn radicaler, omdat ze vaak voortkomen uit kritiek op bestaande oplossingen, trachten die te vervangen en er daardoor rechtstreeks mee in concurrentie staan. Vervangende oplossingen kunnen ook worden omschreven als ‘ontwrichtend’, afhankelijk van de manier waarop de vervanging plaatsvindt. Door hun kritische en competitieve benadering kunnen vervangende oplossingen sterke weerstand oproepen bij gevestigde instellingen. Maar als ze succes hebben, kunnen ze ook tot systematische verandering leiden. Op zich staande oplossingen: deze oplossingen zijn vernieuwingen die uniek zijn qua middelen en doel. Vaak werken ze met een verwaarloosde doelgroep en/of gebruiken ze nieuwe methodes of streven ze nieuwe doelstellingen na. De belangrijkste uitdaging voor op zich staande oplossingen bestaat erin de potentiële stakeholders te overtuigen van hun voordelen, hun relevantie en hun legitimiteit. We vroegen de kandidaten bij wijze van experiment om hun initiatief onder te brengen in een van deze categorieën en we waren ons bewust van de complexiteit van de categorieën en de misverstanden die dit met zich mee kon brengen. De meerderheid van de kandidaten bracht zijn initiatief onder in de categorie van de ‘complementaire’ oplossingen. Verrassend genoeg koos slechts een klein aantal voor de categorie ‘aanpassend’. Gezien het grote aantal initiatieven dat stelde ‘vervangende’ oplossingen toe te passen, hadden we meer radicale innovaties verwacht die bestaande oplossingen in vraag stellen. De prijs trok evenwel erg weinig radicale vernieuwingen aan. Uit de discussies in het world café bleek dit uit de centrale stelling dat innovaties niet groot of radicaal hoeven te zijn om tot een significante verandering te leiden. Wij zagen hierin een gevolg van de open en gebruikersgerichte benadering van de meeste initiatieven. Commerciële innovaties kunnen agressief zijn in de manier waarop ze proberen een markt te creëren of te domineren. Die agressiviteit leek niet aanwezig in de initiatieven om actief en gezond ouder te worden die wij hebben bestudeerd en die hier worden voorgesteld. De initiatieven draaien nog altijd vooral om het welzijn en de persoonlijke vorderingen van de klanten.
66
complementair 99
aanpassend vervangend op zich staand
41
Fig. 3 Type oplossingen
Koning Boudewijnstichting
16
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
19
2. CASESTUDY’S VAN DE 20 FINALISTEN
Financiering Permanente financiële steun is een van de grootste uitdagingen voor de initiatieven en werd in veel gevallen in de SWOT-analyse genoemd als een ‘bedreiging van buitenaf’. De initiatieven maken zich vooral zorgen over de verwachte besparingen bij de overheid. Als reactie hierop proberen de initiatieven niet afhankelijk te zijn van één enkele financieringsbron. Elk van de opgegeven financieringsbronnen werd door circa 50% van de initiatieven aangeduid. Financieringsbronnen aangegeven door de initiatieven
Andere
Bijdragen van deelnemers
Crowdfunding platformen
Giften van bedrijven
Eenmalige giften van particulieren
Stichtingen en filantropische organisaties
Inkomsten uit eigen producten en diensten
Europese overheid
Nationale overheid
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Fig. 4 Type van financiering (meer dan één antwoord mogelijk)
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
20
3. THEMATISCHE ACTIVITEITENCLUSTERS
Bij alle inzendingen en bij de finalisten werden zes belangrijke activiteitenterreinen vastgesteld: Huisvesting: Initiatieven in verband met de leefomgeving van oudere mensen, gaande van oplossingen om thuis te blijven tot de uitbreiding van het traditionele concept van ‘thuis’ tot innovatieve vormen van samenwonen. Intergenerationele relaties: Initiatieven die vooral mikken op het aanmoedigen en ondersteunen van relaties die gebaseerd zijn op samenwerking, leren en/of sociale verantwoordelijkheid tussen senioren en jongeren. Empowerment: Initiatieven die er specifiek naar streven om de persoonlijke empowerment en de verantwoordelijkheid van oudere mensen te bevorderen en te activeren om te komen tot meer persoonlijke zelfstandigheid, onafhankelijkheid en engagement in de samenleving. Werkgelegenheid: Initiatieven in verband met werkgelegenheid voor zowel werkgevers als oudere volwassenen, zoals oplossingen voor werkloosheid, ondernemerschap, het opzetten van een bedrijf, de ontwikkeling van vaardigheden, omgaan met de mogelijkheden van een ouder personeelsbestand en pensioenplanning. Gezondheid: Initiatieven die gericht zijn op strategieën in verband met specifieke of algemene gezondheidsproblemen bij senioren, zowel op fysiek, mentaal als emotioneel vlak. Vrijwilligerswerk: Initiatieven om vrijwilligerswerk door en/of voor individuele senioren en seniorengroepen in de samenleving te promoten, aan te moedigen en te belonen. Een opvallend aspect van de projecten van de finalisten was dat ze moeilijk in één enkele thematische categorie onder te brengen waren. Op het vlak van gezondheidszorg en sociale bijstand is het wellicht niet altijd zinvol om al te zeer in hokjes te denken en deze sociaal vernieuwende initiatieven suggereren dat het zowel noodzakelijk als haalbaar is om die grenzen te doorbreken. Deze holistische benadering bij het oplossen van problemen is van cruciaal belang voor het welslagen van veel van de onderzochte projecten, al wordt het daardoor voor sommige projecten moeilijker om zichzelf duidelijk te omschrijven, al wordt dat vaak gevraagd bij de minder flexibele processen voor het
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
21
3. Thematische activiteiten-clusters
Learning Centre for Good Dementia Care
verkrijgen van externe financiële en overheidssteun. Daarom brengen we de verslagen over de casestudy’s bijeen in multithematische clusters. Op die manier willen we de initiatieven zo goed mogelijk voorstellen en recht doen aan hun complexe en soms veelzijdige karakter. De verslagen van de casestudy’s worden om die reden gegroepeerd in de volgende clusters:
Gezondheid: Siel Bleu: Siel Bleu biedt op onderzoek gebaseerde, goedkope programma’s voor lichaamsbeweging op maat, met aandacht voor zowel de fysieke, mentale als sociale aspecten van de gezondheid voor oudere mensen en hun verzorgers, in groep binnen de eigen gemeenschap of in een instelling. Learning Centre for Good Dementia Care: Het Learning Centre for Good Dementia Care is actief op het vlak van de interdisciplinaire methodologische ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke onderzoeksresulaten die relevant zijn voor patiënten met dementie, alsook voor hun verzorgers en verwanten. Kineage: Kineage is een ‘serious game’, een 3D-spel voor ouderen, dat oefening en ontspanning biedt. Het kan worden aangepast aan allerlei lichamelijke beperkingen en kan ook worden gebruikt door mensen in een rolstoel.
Gezondheid en Vrijwilligerswerk: Good Gym: GoodGym legt een verband tussen mensen die fit willen worden en nuttige karweitjes die nodig zijn in de buurt. Lopers zoeken bijvoorbeeld contact met geïsoleerde en minder mobiele mensen in hun gemeenschap, die ze dan bezoeken terwijl ze hun wekelijkse rondje lopen. Silver Thread: Een nationale vrijwilligersdienst die sociale bijstand verleent aan geïsoleerde oudere mensen via een gratis telefoonnummer en andere dienstverlening. Silver Thread helpt oudere mensen die om hulp vragen om zelf deel te gaan uitmaken van de oplossing voor hun probleem, door hen geleidelijk aan te betrekken bij het initiatief van de organisatie als vrijwilliger en door hun de kans te bieden om contact te leggen met andere mensen.
Gezondheid en Empowerment: Passion for Life: Passion for Life brengt echte en blijvende verandering tot stand in het leven van oudere mensen, doordat zij persoonlijk verantwoordelijkheid nemen voor een gezonde levensstijl. Dit gebeurt via de Plan-Do-Study-Act-benadering (PDSA), in een formule van Levenscafés. Age No Barrier: Age No Barrier wil kwetsbare oudere mensen in staat stellen om doeltreffender om te gaan met toekomstige ingrijpende gebeurtenissen in hun leven door hen te helpen bij de lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen die hen wapenen om tegenslagen beter de baas te kunnen en zich sneller te herstellen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
22
3. Thematische activiteiten-clusters
Intergenerationele Relaties: Kindred by Choice: Als reactie op het verminderde en vaak oppervlakkige contact tussen de verschillende generaties binnen een familie, organiseert dit initiatief aangename ruimten voor kinderopvang, ouderenzorg en maatschappelijk engagement, allemaal onder één dak. Knitting Social Fabric: Het Knitting Social Fabric-project wil eenzaamheid en sociaal isolement van oudere mensen in Nederland verminderen door creatieve sociale interactie te bevorderen tussen ouderen in breigroepen en jonge modeontwerpers via intergenerationeel engagement, in een sociale onderneming die werkt met designbreiwerk.
Intergenerationele Relaties en Vrijwilligerswerk: Seniors in Action: Seniors in action is een innovatieve beurzenwestrijd die senioren aanspoort om in actie te komen via de financiering van sociaal-culturele projecten voor de lokale gemeenschap, zoals initiatieven die intergenerationele samenwerking bevorderen, vrijwilligerswerk van oudere mensen en het betrekken van oudere mensen bij het leven van de lokale gemeenschap. House of the Fruits of Society: Door intergenerationeel vrijwilligerswerk te bevorderen, biedt het House of the fruits of society oudere mensen de kans om tijd door te brengen en activiteiten bij te wonen met jonge mensen en omgekeerd, waardoor een sfeer ontstaat die bevorderlijk is voor belangrijke intergenerationele solidariteit en samenwerking. Young and Old in School (YOS): YOS verenigt leerlingen die zich voorbereiden op een beroepsloopbaan en gepensioneerde vaklui uit mechanische en technische beroepen om samen praktische projecten uit te voeren. Dit bevordert de overdracht van vaardigheden tussen de generaties en biedt de tieners een praktische beroepsopleiding. House in the Park: Het House in the Park stelt de stereotiepe beelden van ouder worden in vraag en promoot een nieuwe kijk op ouder worden door structuren te bieden om vrijwilligerswerk, betrokkenheid en inzet voor culturele en educatieve projecten en activiteiten voor senioren en de bredere lokale gemeenschap te bevorderen.
Werkgelegenheid: Kestrel: Met doelgerichte vormingsprogramma’s maakt Kestrel een belangrijk verschil voor de ervaringen en mogelijkheden van 50-plussers, die op zoek zijn naar werk of werk hebben. De organisatie begeleidt de senioren ook bij het maken van keuzes voor de tijd die volgt na het beroepsleven. 50-plus Entrepreneurs: 50-plus entrepreneurs biedt professionele hulp voor startende bedrijven op maat van oudere mensen, hun interesses en vroegere ervaringen.
Huisvesting en Gezondheid: P3-Protocol 3: Met een ruime keuze van innovatieve zorgverlening wil P3 60-plussers die complexe zorg nodig hebben, in staat stellen om langer in hun eigen huis te blijven, waardoor de opname in een rust- en verzorgingstehuis uitgesteld of vermeden wordt.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
23
3. Thematische activiteiten-clusters
Huisvesting en Intergenerationele Relaties: Abitare Solidale: Door regelingen voor samenwonen te bevorderen, brengt Abitare Solidale oudere mensen die iemand zoeken met wie ze het dagelijks leven kunnen delen in contact met personen met sociaaleconomische moeilijkheden die bereid zijn om hen gezelschap te houden in ruil voor onderdak. Pari Solidaire: Pari Solidaire brengt jonge mensen die betaalbare huisvesting zoeken in Parijs, in contact met senioren die alleen wonen in een woning die voor hen te groot is. De bedoeling is de eenzaamheid van de senioren te verminderen en de intergenerationele relaties te bevorderen.
Huisvesting en Empowerment: Tubbemoddelen: Oudere mensen laten leven zoals ze dat willen, is het centrale idee van het project Tubbemoddelen dat loopt in een innovatief verzorgingstehuis dat wordt beheerd en georganiseerd door de bewoners bijgestaan door het personeel in plaats van omgekeerd.
Empowerment: Gdynia Dialogue with Seniors: Een initiatief van het stadsbestuur van Gdynia in Polen, dat actief en doelgericht in dialoog treedt met de inwoners als middel om de sociale activiteit en het respect voor diversiteit te bevorderen, als noodzakelijke voorafgaande stap bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleidsmaatregelen en initiatieven die gevolgen hebben voor de senioren.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
24
3. Thematische activiteiten-clusters
GEZONDHEID SIEL BLEU IERLAND: KEEPING YOUR BALANCE – WELZIJN DOOR LICHAAMSBEWEGING Onderzoekster: Suzanne Smith, Netwell Centre, Ierland
Cluster
Gezondheid
Naam van de uitvoerder
Siel Bleu Ierland
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Straatsburg, Frankrijk
Naam van het initiatief
Keeping Your Balance – Siel Bleu Ireland
Initiatief actief sinds
1-5 jaar
Stadium van het initiatief
Groei
Partners, type en primaire functie
Nutricia Medica (privébedrijf): gespecialiseerd in de levering van geavanceerde medische voeding voor zieken en ouderen. Arthritis Ireland (non-profit/ngo): verschaft informatie en steun aan mensen met artritis en is actief op het vlak van onderzoek naar artritis. Move4Parkinson’s (non-profit/ngo): vereniging die steun verleent en informatie verstrekt over de ziekte van Parkinson The Carer’s Association (non-profit/ngo): biedt informatie en steun voor mantelzorgers. The Ageing Well Network (netwerk). University College Limerick (universiteit): onderzoekspartner. Werknemers: 13
Medewerkers *cijfers enkel
Vrijwilligers: geen (hoewel filantropische organisaties waar lessen worden gegeven, wel vrijwilligers leveren om te helpen)
voor het Ierse project
Stagiairs: 2 Externe adviseurs en deskundigen: geen Nationale overheid: geen Winst uit eigen producten/diensten: 10%
Financieringsbronnen
Stichtingen en liefdadigheidsorganisaties: 30% + *** Eenmalige giften van particulieren: 30% Giften van privébedrijven: 30%
Webpagina van het initiatief
http://www.sielbleu.com/
Organisatie Siel Bleu is een non-profitorganisatie die oorspronkelijk werd opgericht in 1997 in Straatsburg. In 2013 had Siel Bleu 230 personeelsleden die lessen lichaamsbeweging geven in meer dan 1.700 instellingen in vier landen. Siel Bleu Ierland werd opgericht in 2009 en ontwikkelt programma’s voor aangepaste fysieke activiteit die aansluiten bij de onderzoekstrends en ontwikkelingen op dat gebied. De CEO wordt bijgestaan door twee administratieve krachten, een communicatiemedewerker, een programmaontwikkelaar en zeven bewegingscoaches. De programmaontwikkelaar speelt een sleutelrol
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
25
3. Thematische activiteiten-clusters
bij het uitstippelen van de oefen- en trainingsprogramma’s, het bevorderen en sturen van de interne en externe leerprocessen voor alle stakeholders van Siel Bleu Ierland en het leiden van het team van bewegingscoaches.
Problematiek Tegen 2025 zal het aantal 65-plussers in Ierland bijna verdubbeld zijn. Die ongeziene demografische verandering brengt een ernstig tekort aan programma’s voor ouderenzorg met zich mee. De levensverwachting neemt toe, maar dit betekent niet automatisch dat ook de levenskwaliteit toeneemt. De kans op leeftijdsgerelateerde degeneratie, ziekte en verlies van functioneel vermogen neemt toe met het ouder worden. Wetenschappelijk onderzoek wijst voortdurend op de voordelen van regelmatige lichamelijke activiteit en er zijn onweerlegbare bewijzen dat ouderen hierdoor minder vallen en dus minder letsels oplopen en ook dat lichaamsbeweging doeltreffend is in de primaire en secundaire preventie van verscheidene chronische ziekten als diabetes en kanker. De huidige beleidsmakers investeren nog altijd meer in dure zorgmethodes dan in betaalbare en toegankelijke preventieve oplossingen en veel oudere en kwetsbare volwassenen raken achtergesteld en sociaal uitgesloten door hun lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand. Ierland heeft dringend nood aan oplossingen voor actief ouder worden, want 63% van de senioren leidt een zittend leven en uit cijfers blijkt dat chronische ziekten heel vaak voorkomen. In 2012 bedroegen de Ierse overheidsuitgaven voor gezondheidszorg 13,6 miljard euro en Ierland besteedt het hoogste bedrag aan geneesmiddelen van de hele EU. Preventieve zorg door middel van lichaamsbeweging zou een significante impact kunnen hebben op de levenskwaliteit van de deelnemers, hun familieleden en de samenleving als geheel en tegelijk schaarse financiële middelen kunnen sparen. Siel Bleu Ierland wil meewerken aan een positieve sociale verandering door samen te werken met alle stakeholders om te zorgen voor oplossingen voor actief ouder worden die eventueel kunnen worden uitgebreid op grotere schaal, zoals de programma’s voor aangepaste fysieke activiteit die Siel Bleu Ierland aanbiedt.
Innovatieve oplossing Siel Bleu Ierland heeft partnerschappen met onderzoeksinstellingen en universiteiten om zijn werk te kunnen baseren op de meest recente bevindingen en om de gevolgen van specifieke activiteiten voor het welzijn van de deelnemers te beoordelen. Alle programma’s van Siel Bleu zijn gericht op de noden en vaardigheden van het individu. De oefeningen zijn vaak zo ontworpen dat ze een afspiegeling vormen van de dagelijkse taken en gaan uit van een holistische benadering van welzijn tijdens het hele leven. De combinatie van lichamelijke, geestelijke en sociale aspecten van de gezondheid biedt een zinvol en geïntegreerd kader voor de gekozen oefeningen. Bovendien biedt Siel Bleu goedkope, geïndividualiseerde oefenprogramma’s in groepsverband, iets wat aantrekkelijk is voor veel mensen. Er worden programma’s aangeboden in allerlei instellingen en ook in de thuiszorg, in de gemeenschap en op individuele basis, maar het is altijd de bedoeling om ervoor te zorgen dat de deelnemers worden opgenomen in een sociaal verband en dat elke persoon meetbaar lichamelijk en mentaal voordeel heeft
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
26
3. Thematische activiteiten-clusters
bij de activiteiten. Om te garanderen dat de lessen toegankelijk en betaalbaar zijn, wil Siel Bleu samenwerking met alle mogelijke stakeholders die werken met en voor oudere en kwetsbare volwassenen en ook met mensen die actief zijn in de gezondheidszorg en de sport. Liefdadigheidspartners als Arthritis Ireland, de Carers’ Association enzovoort brengen hun leden in contact met de programma’s van Siel Bleu, artsen verwijzen hun patiënten door naar de oefenlessen, ziekenhuizen verwijzen hun patiënten naar Siel Bleu als deel van hun revalidatieprogramma en kerkparochies organiseren lessen van Siel Bleu als onderdeel van hun pastorale zorg om het vertrouwen, het welbevinden en de lokale gemeenschapszin te bevorderen. Door zijn vernieuwende groeistrategieën slaagt Siel Bleu erin structurele en sociale grenzen voor samenwerking te overstijgen. Zo laat Siel Bleu bijvoorbeeld de gezondheidsverzekering de kosten voor haar klanten betalen, werkt het samen met organisaties die de gezondheid van hun werknemers willen verbeteren of sluit het partnerschappen, zoals met Nutricia Medica Ierland om de boodschap ‘Goed eten + goed bewegen = goed ouder worden’ te verspreiden.
Betrokkenheid van de stakeholders Als organisatie die verandering promoot in de samenleving, werkt Siel Bleu nauw samen met verschillende stakeholders om het bereik en de schaal van de oplossingen zo groot mogelijk te maken. Siel Bleu heeft onder andere een partnerschap met liefdadigheidsorganisaties als Arthritis Ireland, Move4Parkinson’s en de Carers’ Association, die poefprogramma’s voor hun leden hebben uitgevoerd met de bedoeling om die op nationale schaal uit te werken. Voorts maakt Siel Bleu deel uit van het Ageing Well Network, Age Friendly County Initiatives en Older People’s Networks om het publiek te wijzen op het nut van aangepaste fysieke activiteit als onderdeel van strategieën voor actief ouder worden. Door het partnerschap met Nutricia Medica kreeg het project een beurs van drie jaar voor proefprogramma’s waarbij deelnemers aan den lijve het voordeel van aangepaste fysieke activiteit kunnen ervaren. In partnerschap met de universiteit van Limerick werkt Siel Bleu Ierland ook mee aan een onderzoeksprogramma waarbij ook lokale huisartsen betrokken zijn en dat het gunstige effect van aangepaste fysieke activiteit voor hun patiënten nagaat. Daarnaast lopen nog twee onderzoeksprogramma’s die steun krijgen van de Europese Commissie. De partners zijn strategisch geselecteerd om samen te kunnen werken voor specifieke elementen van het initiatief. Siel Bleu Ierland kan ook rekenen op de steun van de moederorganisatie in Frankrijk en de afdelingen in België en Spanje.
Doelgroep De organisatie probeert volwassenen te bereiken die vanwege hun leeftijd, ziekte en structurele of maatschappelijke belemmeringen niet kunnen deelnemen aan ‘gewone’ fysieke activiteiten. De deelnemers uit verzorgingstehuizen zijn tussen 70 en 95 jaar oud, terwijl de leeftijd van deelnemers uit de gemeenschap meestal tussen 55 en 85 jaar ligt. Bij de lessen voor mensen met een bepaalde ziekte, zoals artritis, diabetes of kanker, zijn er deelnemers vanaf 25 jaar. Siel Bleu bereikt circa 1400 volwassenen per week in 13 graafschappen in Ierland en de vraag neemt toe in het hele land.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
27
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Het programma heeft een lichamelijke, geestelijke en sociale impact. Lichamelijke verbeteringen op het vlak van kracht, soepelheid, uithouding en evenwicht gaan vaak samen met een verbeterd geestelijk welzijn, doordat de betrokkenen minder angst, stress en depressiviteit kennen. De deelnemers ervaren een grotere motivatie en meer sociaal welzijn dankzij sociale contacten, mondelinge communicatie en een verminderd isolement. De aangepaste fysieke activiteit vermindert ook de kans op en de impact van chronische ziekten, voorkomt kwalen, vallen en breuken en biedt volwassenen de kans om zo lang mogelijk gelukkig en gezond te leven. Een onderzoek van McKinsey heeft aangetoond dat het tussen 2012 en 2015 mogelijk zou zijn geweest om 69 miljard euro te besparen op de kosten voor de zorg voor slechts twee ziekten, indien Siel Bleu actief zou zijn in vier Europese landen. Dankzij Siel Bleu zijn meer mensen zich bewust van de impact van lichamelijke activiteit als preventieve oplossing voor de gezondheid en het welzijn van oudere volwassenen. De organisatie streeft naar een samenleving waarin iedereen zo onafhankelijk, zelfstandig en sociaal verankerd mogelijk oud kan worden. Dit is niet alleen gunstig voor het indivu, maar ook voor zijn of haar familie en de gemeenschap in haar geheel. Hierdoor zal de financiële en emotionele last van chronische ziekten verder afnemen en zullen er middelen beschikbaar komen voor andere dringende maatschappelijke noden. Siel Bleu Ierland wil dat tegen 2016 meer dan 5000 mensen per week gebruik maken van zijn diensten.
Evaluatie Alle activiteiten en projecten binnen het initiatief zijn gebaseerd op onderzoek en worden permanent gecontroleerd en geëvalueerd. Daarbij blijkt dat deelnemen aan de activiteiten van Siel Bleu een positieve impact heeft op de gezondheid en het sociaal welbevinden. Het is bewezen dat lichamelijke activiteit, een juiste voeding en motivatie gunstig zijn om het risico van terugkerende borstkanker te beperken en proefprogramma’s en studies hebben uitgewezen dat de lichamelijke capaciteiten van senioren toenemen wanneer ze deelnemen aan de lessen van Siel Bleu. Deelnemers wijzen zelf op de positieve gevolgen van de sociale interactie voor hun stemming, hun gevoel van eenzaamheid en hun gezondheidsbesef. Het stigma dat verbonden is met ziekte, wordt kleiner omdat alle deelnemers deel uitmaken van een groep. Verder melden de deelnemers dat ze positieve lichamelijke en geestelijke veranderingen ervaren, plezier beleven aan de sociale inclusie, de taken van het dagelijks leven beter aankunnen en minder last hebben van pijn en angst. Uit verscheidene evaluaties blijkt een toename van kracht, soepelheid en evenwicht bij de deelnemers. Er wordt ook melding gemaakt van verbeteringen op het vlak van vertrouwen, stemming, mondelinge communicatie en sociale interactie omdat de deelnemers beseffen dat ze hun gezondheid positief kunnen beïnvloeden en hun zelstandigheid kunnen behouden of terugwinnen. Deze resultaten werden vastgesteld tijdens een proefprogramma van zes maanden in drie verzorgingstehuizen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
28
3. Thematische activiteiten-clusters
Siel Bleu Ierland voerde een proefprogramma van acht weken uit voor mensen met dementie en hun verzorgers en werkt momenteel samen met de universiteit van Limerick om de effecten van aangepaste fysieke activiteit op de constitutie en de lichamelijke vermogens te meten. Er zijn ook nog andere evaluatieprojecten, zoals een Europees onderzoeksprogramma naar de gevolgen van aangepaste fysieke activiteit voor de deelnemers, voor het welzijn van het personeel en het verzorgingstehuis zelf. In dit kader wordt ook een webportaal ontwikkeld waardoor mensen meer te weten kunnen komen en van thuis uit contact kunnen hebben met hun bewegingscoach. In Ierland heeft Siel Bleu een impact vastgesteld op gezinnen en gemeenschappen in de vorm van betere sociale contacten, minder isolement en eenzaamheid, meer mobiliteit en een beter besef van het nut van lichaamsoefeningen. Het is goed mogelijk dat deze individuele en maatschappelijke veranderingen een invloed kunnen hebben op het zelfbeeld van oudere mensen, dankzij de impact van de verbeterde mobiliteit op het begrip ‘ouder’ en op de ideeën over ouder worden.
Concurrentie Siel Bleu is de enige liefdadigheidsorganisatie in Ierland die aangepaste fysieke activiteit als een preventieve oplossing voor de zorg toepast. Slechts 15% van de oudere volwassenen heeft voldoende lichaamsbeweging om daarvan gezondheidsvoordeel te mogen verwachten. Siel Bleu maakt de bijeenkomsten toegankelijk en betaalbaar en helpt structurele en andere belemmeringen om actief te worden te overwinnen. Het project pakt een wereldwijd probleem aan en heeft ervoor gezorgd dat de 15-jarige ervaring in Frankrijk gemakkelijk en goedkoop kan worden gekopieerd. Er zijn ook commerciële organisaties die fysieke activiteiten aanbieden in zorginstellingen en in de samenleving, maar gezien het percentage stilzittende volwassenen in Ierland zullen alle mogelijke manieren om de mensen bewust te maken van het nut van lichamelijke activiteit helpen om het doel te bereiken dat Siel Bleu nastreeft, namelijk positieve verandering in de samenleving.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Momenteel wordt aangepaste fysieke activiteit niet gepromoot als een vorm van preventieve zorg door beleidsmakers en de samenleving. Siel Bleu wil daarom aan bewustmaking blijven werken door middel van partnerschappen, onderzoeksprogramma’s en proeflessen, zodat de stakeholders rechtstreeks kunnen kennismaken met de vele voordelen ervan. Om die proefprogramma’s te financieren, is het project actief op zoek naar organisaties die als partner willen optreden en blijft het subsidies aanvragen tot het zelfvoorzienend is. Op onderzoek gebaseerde proefprogramma’s in verschillende settings, zoals rust- en verzorgingstehuizen, centra voor dagopvang en gemeenschapscentra, moeten de kijk van Siel Bleu op gezond en actief ouder worden nog bekender maken en meer aandacht vragen voor de diensten van het project bij mogelijke stakeholders als het Departement voor Gezondheid, het Departement voor Vervoer, Toerisme en Sport, de Directie van de Gezondheidsdienst en de Ierse Sportraad. Siel Bleu Ierland zal verder gebruik blijven maken van de bestaande partnerschappen met andere organisaties zoals liefdadigheidsinstellingen die zich toeleggen op informatieverstrekking en bijstand aan mensen
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
29
3. Thematische activiteiten-clusters
met chronische ziekten of met diensten voor oudere volwassenen. Daartoe zal Siel Bleu berichten publiceren in hun nieuwsbrieven, websites met elkaar linken, lezingen houden over de effecten van aangepaste fysieke activiteiten en informatie verstrekken over de toegang tot zijn groeps- of individuele programma’s. Siel Bleu Ierland besteedt met succes een aanzienlijk groter deel van zijn tijd direct in de gemeenschap en aan samenwerking met basisorganisaties en vrijwilligers dan in Frankrijk, waar de aandacht meer is toegespitst op de verzorgingsinstellingen. Uit de Ierse versie van het Siel Bleu-model blijkt dat wanneer het model wordt overgenomen in andere landen de plaatselijke noden en oplossingen moeten bepalen hoe het initiatief het best word uitgevoerd en ondersteund. Een bedachtzaam contact met de stakeholders in elke nieuwe context is de sleutel voor een succesvolle inplanting. Verder zijn financiële steun en netwerking belangrijk bij het kopiëren van het initiatief in andere gebieden.
Financiering Het totale jaarlijkse budget van 145.000 euro bestaat voor 15% uit subsidies van de Europese Unie, voor 55% uit hulp van stichtingen en liefdadigheidsorganisaties, voor 1% uit eenmalige giften van particulieren, voor 11% uit giften van privébedrijven en voor 18% uit bijdragen van deelnemers. Het businessmodel van Siel Bleu Ierland wil tegen 2017 volledig in de eigen behoeften kunnen voorzien, zonder dat het een beroep hoeft te doen op overheidssteun.
Conclusie Siel Bleu Ierland biedt een eenvoudige en innovatieve oplossing binnen de complexe omgeving van gezondheidszorg door de overheid en particuliere initiatieven. De organisatie dankt het succes dat ze tot op vandaag heeft geboekt aan haar visie en de inzet van de directeur en het team, maar ook aan de degelijke kennis waarop het initiatief berust. Een degelijk bedrijfsplan en strategische activiteiten bieden het initiatief kansen om te groeien, maar essentieel voor die groei is de openheid van het project en het vermogen om flexibel te blijven en ook in te spelen op de noden van de geïdentificeerde gebruikers en op de kansen die zich aandienen om te groeien en te leren. Het succes blijkt duidelijk uit de kwantificeerbare gegevens die zijn verzameld, maar blijkt ook onmiskenbaar uit de opgewekte en vrolijke gezichten van de deelnemers en hun enthousiaste verklaringen dat Siel Bleu ‘hun leven heeft veranderd’. Het moet vrij gemakkelijk mogelijk zijn om dit initiatief te kopiëren indien efficiënte routekaarten worden gevolgd en dit zou wel eens tot baanbrekende resultaten kunnen leiden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
30
3. Thematische activiteiten-clusters
LEARNING CENTRE FOR GOOD DEMENTIA CARE (ZWEDEN) – VERSPREIDING VAN KENNIS OVER DEMENTIE Onderzoeker: Krister Hakansson, Karolinska Instituut, Zweden
Cluster
Gezondheid
Naam van de uitvoerder
Gemeente Linköping, Leanlink, Lärcenter
Type uitvoerder
Netwerk
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Linköping, Zweden
Naam van het initiatief
Learning Centre for Good Dementia Care
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op nationale schaal)
Partners, type en primaire functie
International Centre for Social Franchising Werknemers: 6 (Projectteam)
Personeel
Vrijwilligers: geen Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: geen
Financieringsbronnen Webpagina van het initiatief
Nationale overheid: geen Winst uit eigen producten/diensten: geen www.linkoping.se/leanlink/larcenter
Organisatie Het Learning Centre for Good Dementia Care bevindt zich in de gemeente Linköping in Zweden. Het algemene doel van het Leercentrum is de methodologische ontwikkeling en verspreiding van onderzoeksresultaten die relevant zijn voor mensen met dementie, hun verwanten en personen die werkzaam zijn in de zorgberoepen. In de gemeente Linköping bestaan verscheidene organisaties die ouderenzorg aanbieden. Onderlinge samenwerking is noodzakelijk om de best mogelijke zorg te kunnen leveren voor elke betrokkene, in overeenstemming met de nationale richtlijnen van de Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn.
Problematiek Dementie komt steeds meer voor, maar heel wat aspecten van de ziekte zijn nog onbekend bij het brede publiek en ook bij artsen en zorgverleners. Bovendien rust er nog altijd een stigma op dementie en zijn nieuwe benaderingen nodig voor de behandeling van en de interactie met de patiënten. Mensen met dementie raken vaak geïsoleerd en eenzaam door angst en onwetendheid in hun omgeving. Het Learning Centre for Good Dementia Care in Linköping wil de samenleving beter bewust maken van de situatie van mensen met dementie en hun verwanten. Het centrum wil ook de kennis en het begrip bij de beleidsmakers vergroten. Het wijst erop dat mensen met dementie beter zichtbaar moeten zijn en dringt aan op meer begrip in de samenleving, omdat mensen met dementie evenveel recht hebben op
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
31
3. Thematische activiteiten-clusters
waardigheid als andere mensen. Dit wordt gedaan door openlijk over de ziekte te praten en door steun te bieden aan patiënten en hun familieleden. Zorgverleners hebben niet altijd meteen toegang tot nieuwe kennis en het duurt soms lang voor theoretische kennis wordt omgezet in de praktijk en voor die nieuwe kennis invloed heeft op het praktische werk. Ervaren beroepskrachten moeten hun aanvankelijke kennis updaten en nieuwe medewerkers moeten leren en gebruik maken van de ervaring van anderen. Het model van het Learning Centre for Good Dementia Care maakt nieuwe kennis en onderzoek beter beschikbaar en moedigt beroepskrachten aan om zelf een bijdrage te leveren als onderzoeker. Het model zet ook theoretische kennis en praktische ervaring om in concrete methodes en tools, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van bestaande ervaring op het terrein.
Innovatieve oplossing De Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn (Socialstyrelsen) in Zweden heeft specifieke nationale richtlijnen en kernwaarden voor een goede dementiezorg opgesteld. Die leggen de nadruk op een persoonsgerichte benadering in de zorg. De methodes die het Leercentrum gebruikt, berusten op bewijsmateriaal en zijn zorgvuldig gekozen om aan te sluiten bij een persoonsgerichte zorgbenadering. Een belangrijke thema binnen het project is het meten van de autonomie en de levenskwaliteit bij mensen met dementie. De nationale richtlijnen adviseren verder ook om te werken met een multiprofessioneel team om de evaluatie te vergemakkelijken, problemen te identificeren en oplossingen te vinden, zodat op een holistische manier kan worden voldaan aan de zorgnoden. Het project pleit voor interdisciplinaire samenwerking om elke afzonderlijke ontvanger de best mogelijke zorg te verlenen, in overeenstemming met de nationale richtlijnen van de Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn. Het Leercentrum is een belangrijk hulpmiddel voor iedereen die in de gemeente Linköping zorg biedt aan ouderen, doordat het een progressief en positief proces ondersteunt voor degenen die het nauwst te maken hebben met cliënten en hun verwanten. Door samenwerking, ook met verwanten, personeelsleden en patiënten, is een stimulerende en zinvolle behandeling mogelijk via toepassing van verscheidene modellen van het Leercentrum. Om een persoonsgerichte zorg en maximale autonomie voor mensen met dementie mogelijk te maken, zijn tot nu toe al verscheidene modellen en projecten ontwikkeld. Enkele voorbeelden (soms in de vorm van onderzoek en ontwikkeling – O&O): •
Ontwikkeling van een methodologie om verwanten te ondersteunen (O & O-projecten)
•
Opleiding over dementie voor iedereen die werkzaam is in de zorg, ontwikkeld en uitgevoerd door de ‘Dementiezorgontwikkelaars’
•
Documentatie van dementietraining voor personeel in de zorg (O & O-projecten)
•
Mentoraat voor alle werknemers die te maken hebben met de huisvesting van mensen met dementie
•
Opstarten van een Alzheimercafé, voor mensen bij wie zojuist dementie is vastgesteld
•
Beheer van het Dementieplatform voor alle actoren en zorgverleners in Linköping
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
32
3. Thematische activiteiten-clusters
•
Begeleiding van dagactiviteiten voor mensen jonger dan 65 jaar
•
Referentiegroep met mensen die aan dementie lijden
•
Koor voor mensen met dementie en hun verzorgers
•
Levering en verzorging van allerlei dieren, zoals konijnen en kippen
•
Projecten met culturele evenementen in samenwerking met het museum en de bibliotheek
Naast gezamenlijke planning via maandelijkse bijeenkomsten met alle zorgverleners en zesmaandelijkse vergaderingen met alle overige stakeholders heeft het Leercentrum ook een netwerk voor zorgkundigen opgezet om voortdurend feedback te krijgen over de toepassing van methodes en tools – en die verder te ontwikkelen. Om het gebruik van nieuwe methodes en tools te vergemakkelijken en aan te moedigen, is er in elk netwerk één zorgkundige die ook de verantwoordelijkheid heeft van ‘inspirator’. Inspirators hebben de belangrijke taak om het gebruik van nieuwe tools en methodes aan te moedigen via een proces van betrokkenheid op alle niveaus – van mensen met dementie en hun verwanten tot directeuren van zorgafdelingen. Enkele van de tools en methodes: •
Het Levensverhaal (documenteren van ervaringen uit het vroegere en huidige leven van elke patiënt)
•
Muziek en dans (een tool om lichaamsbeweging en taalbeheersing te stimuleren)
•
Familieraad (regelmatige bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de familie van personen met dementie)
•
‘Dienstenkaart’ voor personen met dementie (nu ontwikkeld als online tool, met diensten die beschikbaar zijn voor de verschillende stadia van dementie)
Het centrum biedt ook lezingen aan en de lezing over de tool van het Levensverhaal is daarbij het meest populair. Het centrum probeert ook op flexibele wijze in te spelen op de verschillende noden die zich aandienen. Eén voorbeeld is het bieden van supervisie in verband met agressie, waarbij massage een bruikbaar hulpmiddel is. Voor het oefenen van het geheugen, is het Levensverhaal een erg belangrijke tool. Op basis van het Levensverhaal van de betrokken persoon is het vaak mogelijk om te werken met voorwerpen die voor hem of haar belangrijk zijn en verband houden met vroegere ervaringen en interesses. Soms duiken daarbij voorwerpen op die door de bestaande stereotypen soms onverwacht kunnen lijken. Een voorbeeld: een vrouw toonde bijzondere belangstelling voor de jacht, omdat ze vroeger na de jacht voor het vlees moest zorgen. Een man bleek bijzondere belangstelling te hebben voor handwerk, omdat dit hem aan zijn moeder deed denken. Het Levensverhaal kan ook gebruikt worden om geschikte activiteiten voor iemand te kiezen. Elk document uit het Levensverhaal is ook een belangrijk middel om een optimale zorg te kunnen bieden en het overbrengen van personen met dementie naar een andere zorgafdeling en andere zorgverleners te vergemakkelijken.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
33
3. Thematische activiteiten-clusters
Betrokkenheid van de stakeholders Een van de belangrijke kenmerken van dit initiatief is dat het voortkwam uit een behoefte bij mensen die zelf rechtstreeks zorg verlenen aan mensen met dementie. Het oorspronkelijke initiatief kwam van zorgkundigen en niet van de directie of van externe deskundigen. Het betrekken van de diverse stakeholders (zoals patiënten, personeel en verwanten) bij het dementieplatform was van cruciaal belang om de dialoog te vergemakkelijken. Het platform kan worden gezien als een netwerk van vertegenwoordigers van alle zorgverleners, van de directie en ook van alle andere actoren in hun netwerk. De zorgkundigen hebben hun eigen netwerk met vertegenwoordigers uit elke afdeling van de zorginstellingen. Op die manier hoopt men alle mensen die werken met personen met dementie en ook de mensen die thuiszorg verlenen bij het initiatief te betrekken. Naast de thuiszorg kunnen de netwerken ook nog worden uitgebreid met maatschappelijk werkers, ergotherapeuten, verpleegkundigen en zorgkundigen, operationele managers en thuistherapeuten die het gezichtsvermogen en het gehoor oefenen en anderen.
Doelgroep De doelgroep van het Learning Centre for Good Dementia Care omvat gezondheidswerkers, mensen met dementie en hun verwanten. Door de persoonsgerichte benadering veronderstelt het werk met de patiënten ook een nauwe samenwerking met hun verwanten en het verplegend personeel.
Impact Het Learning Centre for Good Dementia Care probeert de samenleving bewust te maken van de situatie van mensen met dementie en hun familie om stereotypen te helpen bestrijden en de kennis over de ziekte te vergroten. Door openlijk over de ziekte te praten en door steun te bieden aan de patiënten en hun verwanten, helpt het centrum de zieken om te gaan met de grote veranderingen die dementie in hun leven teweegbrengt. Het model van het Leercentrum maakt ook de verspreiding van nieuwe onderzoeksresultaten en verworven kennis mogelijk en moedigt verpleeg- en zorgpersoneel aan om mee te werken met het onderzoek. Het model van het Leercentrum zet theoretische en praktische kennis om in praktische methodes en tools. Door contact met een referentiegroep die aan deze ziekte lijdt en met de verwanten van die mensen is constante feedback mogelijk over de manieren waarop nieuwe kennis een impact kan hebben op het terrein. In 2011 hadden al meer dan 1000 mensen het dementietrainingsprogramma in drie stappen gevolgd. Ongeveer 200 werknemers krijgen permanente coaching. Aanvankelijk bood het Leercentrum opleiding aan alle twaalf zorgverleners in de gemeente die met dementiepatiënten werkten. Rond 2009 deed de Zweedse regering in het hele land investeringen om de dementiezorg te verbeteren en dankzij die middelen was het mogelijk om in Linköping de vorming van het Learning Centre for Good Dementia Care te geven. In totaal hebben ruim 1000 personeelsleden van alle zorgafdelingen deelgenomen aan een vierdaagse cursus in drie stappen. Nieuwe medewerkers krijgen momenteel een miniversie van deze cursus, die anderhalve dag duurt. Door bij de dagelijkse zorg in de afdeling samen te werken met
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
34
3. Thematische activiteiten-clusters
collega’s en deze tools te gebruiken, krijgt het personeel waardevolle kansen om te leren. Bovendien hebben meer dan 200 personeelsleden via het Leercentrum zorgcoaching en permanente vorming gekregen.
Evaluatie Het project is geëvalueerd via zelfbeoordeling op basis van ervaring en feedback, via zelfevaluatie en externe impactevaluatie op basis van kwalitatieve en kwantitatieve methodes. Het Learning Centre for Good Dementia Care speelt sinds 2012 een rol in permanente activiteiten op het vlak van ouderenzorg in de gemeente Linköping. Alles begon in oktober 2007 met een project voor drie jaar voor onderzoek en ontwikkeling met een coördinator van de universiteit. Later werkte het Leercentrum met de steun van aanmoedigingspremies voor onderzoek en ontwikkeling en met middelen van ‘Lean Link to Elderly Care’. In 2011 gaf de Seniorenraad het Leercentrum de opdracht een dementieplatform te ontwikkelen voor alle actoren en aanbieders van ouderenzorg in Linköping. Het project werd opgezet door zorgkundigen met gespecialiseerde kennis en vorming, die werden aangewezen als Dementiezorgontwikkelaars. Zij voeren dit project nu ook uit met een directiecomité/ stuurgroep en deskundigen op het gebied van dementie. De zorgkundigen uit de werkgroep van het Leercentrum werken in allerlei activiteiten ook rechtstreeks met personen met dementie. Om de veranderingen die deze tools tot stand kunnen brengen te illustreren, vertelt Pia Franssson, een van de initiatiefnemers, een verhaal over een afdeling die problemen had en het centrum om hulp vroeg. De mensen met dementie waren meestal onrustig en agressief, en ondanks zwaardere medicatie was de situatie erg moeilijk voor zowel het personeel als de patiënten. De afdeling kende ook een groot verloop bij de directie. Het Leercentrum bood een tweedaagse vorming in goede dementiezorg aan, die werd opgevolgd met regelmatige supervisie van het personeel. Het centrum hield ook planningsvergaderingen met alle personeelsleden over de manier waarop de veranderde routine en andere wijzigingen moesten worden uitgevoerd, zoals het herschikken van het interieur voor de bewoners. Het hierboven beschreven concept van persoonsgerichte zorg en het gebruik van de verscheidene tools werd besproken en gedemonstreerd. Er werd ook beslist om op de afdeling een hond te houden waar de patiënten konden voor zorgen en om een keer per week muziektherapie aan te bieden. Andere deskundigen gaven advies over de sociale relaties tussen de medewerkers en veranderingen in het dieet op de afdeling. Bij de evaluatie werden de volgende effecten gemeld: •
de agressiviteit van de personen met dementie was afgenomen
•
extra personeel tijdens de nacht was niet langer nodig
•
de medicatie kon verminderd worden
•
de verwanten zeiden dat de sfeer aangenamer was
•
het personeel meldde dat enkele van de ouderen die voordien niet erg spraakzaam waren, na de veranderingen begonnen te praten
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
35
3. Thematische activiteiten-clusters
Het Learning Centre for Good Dementia Care is al verschillende keren onderscheiden voor zijn werk. In 2010 ontvingen de Dementiezorgontwikkelaars de prijs voor personeelsbeleid van de gemeente Linköping voor hun inzet om andere werknemers te inspireren en hun kennis met anderen te delen. De Zweedse Vereniging voor Cognitieve Stoornissen kent elk jaar een beurs toe aan één of meer personen die de dementiezorg vooruit helpen. In 2011 ontving het Learning Centre for Good Dementia Care deze prijs.
Concurrentie In Zweden bestaat een relatief vrije markt voor het oprichten van zorgorganisaties. Nieuwe spelers komen terecht in een context die door anderen is ontwikkeld en die niet noodzakelijk overeenstemt met de benadering die zij zelf verkiezen. Het plaatselijke parlement heeft beslist dat het voortaan verplicht is om te werken met de tool van het Levensverhaal uit het programma van het Learning Centre for Good Dementia Care. Daaruit blijkt dat het Learning Centre for Good Dementia Care in de streek wordt erkend als leidinggevende speler in de dementiezorg.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Mogelijke belemmeringen waarmee het project geconfronteerd kan worden, zijn problemen die te maken hebben met geld en tijd. Het projectteam probeert voortdurend het centrum en de al bereikte positieve resultaten beter zichtbaar te maken en hoopt zo meer aandacht en financiële steun te verwerven. Een andere mogelijke uitdaging kan erin bestaan dat er andere zorgaanbieders bij komen. Dit kan belangrijke gevolgen hebben, want sommige van de nieuwere zorgaanbieders willen wellicht niet werken volgens het programma van het Learning Centre for Good Dementia Care. Dit wordt deels ondervangen doordat de politici hebben besloten dat minstens een van de modellen door iedereen moet worden toegepast en deel moet uitmaken van de dementiezorg in de gemeente: het model van het Levensverhaal. Het Learning Centre for Good Dementia Care heeft voor alle mogelijke noden en zorgscenario’s modellen en handleidingen voor velerlei situaties ontwikkeld. Die zijn ook geëvalueerd door de afdeling voor onderzoek en ontwikkeling. Voor de toekomst hoopt het projectteam te kunnen beschikken over een digitale boekenplank, met digitale en via internet beschikbare publicaties – een soort virtuele bibliotheek, zodat verwanten ook toegang hebben tot deze informatie en zo de zorgstrategieën en onderzoeksresultaten beter kunnen begrijpen en zelfs kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkelingen. Veel van de modellen die het Learning Centre for Good Dementia Care heeft ontworpen, kunnen niet alleen in de zorg voor mensen met dementie maar eventueel ook in andere categorieën van langetermijnzorg worden toegepast en kunnen dus ook een bijdrage leveren aan de discussie over zorg in het algemeen. Een toekomstige uitdaging kan ook liggen in het uitbreiden van het educatieve concept via methodes voor leren op afstand. Wellicht zijn sommige delen door te geven met behulp van computertechnologie. Zo zou een specifiek scenario kunnen worden ingevoerd, dat mensen uit de praktijk dan kunnen uittesten en achteraf hun ervaringen bespreken. Deze vorm van kennisverspreiding speelt een rol bij de overwegingen om het initiatief uit te breiden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
36
3. Thematische activiteiten-clusters
Financiering Een groep zorgkundigen, werkzaam in de dementiezorg in de gemeente Linköping, zag mogelijkheden om de zorg voor mensen met dementie te verbeteren. Drie van hen hadden een cursus over gezondheidszorg gevolgd aan de universiteit en wilden enkele van die ideeën toepassen in hun gemeente. Na gesprekken met collega’s en dementiepatiënten schreef operationeel manager Pia Fransson een brief aan de Raad voor Ouderenzorg in de gemeente, waarin ze enkele van de besproken ideeën voorstelde. In dialoog met de raad werden die ideeën verder ontwikkeld. De groep zorgkundigen kreeg van de raad een subsidie van 40.000 Zweedse kronen (ongeveer 5.000 euro) om een ruimere aanvraag in te dienen voor het oprichten van een Leercentrum om de ideeën over de verbetering van dementiezorg te verspreiden en toe te passen in de hele gemeente. Eén kerngedachte was om de verschillende stakeholders (waaronder ook alle openbare en particuliere zorgaanbieders in de gemeente), de dienst onderzoek en ontwikkeling van de gemeente, onderzoekers in sociale wetenschappen van de universiteit van Linköping en vertegenwoordigers van de patiënten en verwanten van mensen met dementie bij het initiatief te betrekken. Ook enkele andere gemeentelijke departementen werden erbij betrokken. De aanvraag werd aanvaard en de groep ontving 1,2 miljoen Zweedse kronen (circa 150.000 euro) gespreid over drie jaar, goed voor het salaris van zorgkundigen voor 1,2 fulltime equivalent. Na drie jaar werd de subsidie in 2010 verlengd en sinds 2013 vormt het project een vast onderdeel van de organisatie van de dementiezorg. De financiering is goed voor het salarissen van vijf personen, allemaal zorgkundigen gespecialiseerd in dementiezorg, die tussen 5% en 50% werken. Ze hebben nu allemaal de titel van Dementiezorgontwikkelaar (demensvårdsutvecklare).
Conclusie Het Learning Centre for Good Dementia Care brengt voorbeelden van een innovatieve benadering van de hulp aan demente patiënten in het dagelijks leven. Een onderzoeker van de afdeling onderzoek en ontwikkeling van het centrum wijst erop dat hij in de loop der jaren veel initiatieven heeft zien komen en gaan, maar dit is het enige initiatief dat behouden is gebleven en tot permanente verandering in de gemeente heeft geleid. Het Leercentrum wil lokaal, regionaal en nationaal een belangrijke invloed hebben op het vlak van kwaliteitsbewaking in de dementiezorg via operationele ontwikkeling. Voor de toekomst voorziet het project een ruimer gebruik van informatie- en communicatietechnologie en de nieuwste technische ontwikkelingen. De ontwikkeling van een virtuele bibliotheek en het gebruik van de iPad als levend fotoalbum zijn slechts twee voorbeelden om nieuwe technologieën te gebruiken. Er leeft ook een idee om te werken met een webportaal voor verwanten van mensen met dementie, die zo snel toegang kunnen krijgen tot materiaal en documenten. Er zijn ook plannen voor meer samenwerking op het gebied van zorg, gezondheid en dementie met docenten en onderzoekers van het Health College van Linköping. De Seniorenraad heeft een ‘dementieplatform’ gevraagd, met gelijkaardige doelstellingen. Om zo’n platform te ontwikkelen en te laten werken, is een speler nodig die voor eenheid en coördinatie zorgt en die ook kan fungeren als drijvende kracht bij het werk dat het Learning Centre for Good Dementia care nog te wachten staat. Samenvattend kunnen we zeggen dat er
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
37
3. Thematische activiteiten-clusters
tot nu toe al heel wat is bereikt, waaronder innovatieve modellen en methodes voor de dementiezorg, en dat er veel plannen zijn geformuleerd voor de toekomst van het initiatief.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
38
3. Thematische activiteiten-clusters
KINEAGE (SPANJE) – AANGEPAST KINECTSPEL Onderzoeker: Krister Hakansson, Karolinska Instituut, Zweden
Cluster
Gezondheid
Naam van de uitvoerder
Deustotech-Life (eVida) van de Universiteit van Deusto
Type uitvoerder
Universiteit
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Bilbao, Spanje
Naam van het initiatief
Kineage – aangepast Kinectspel voor oefening en ontspanning
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
In werking (de vorige stadia doorlopen, succes bewezen)
Partners, type en primaire functie
Geen Werknemers: 30
Medewerkers
Vrijwilligers: geen Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: 2
Financieringsbronnen
Nationale overheid: 100%
Webpagina van het initiatief
http://www.deustotech.deusto.es/
Organisatie Het Deustotech-Life (eVida) onderzoeksteam van de universiteit van Deusto (UD) in Spaans Baskenland, dat bestaat uit ingenieurs telecommunicatie en computerwetenschappen, werd in 2010 door de regering van Baskenland onderscheiden met de B-categorie van uitmuntendheid voor de hoge kwaliteit van zijn onderzoekswerk. Deustotech-Life (eVida) is al meer dan vijf jaar actief en telt 30 vaste medewerkers. De activiteiten van het team zijn gericht op de ontwikkeling van technologische oplossingen voor actief ouder worden en zelfstandig wonen en ook voor mensen met een beperking en personen met neuropsychologische stoornissen. Het accent ligt op telediagnose, telerevalidatie en ‘Serious Games for Health’. Het onderzoeksteam heeft sinds 2002 meegewerkt aan meer dan 50 nationale en internationale onderzoeksprojecten. Een van hun prioriteiten zijn de ‘Serious Games for Health’, waarvan verscheidene projecten worden gefinancierd door de provinciale en regionale Baskische overheid. Het initiatief is actief op het gebied van gepersonaliseerde gezondheidszorg, preventie en vroegtijdige diagnose van functionele en cognitieve achteruitgang en oplossingen voor zelfstandig wonen. Begoña Garcia is hoofd van de onderzoeksgroep. Zij coördineert het werk van de andere onderzoekers bij het ontwerpen en ontwikkelen van de oplossing. Kineage wordt toegepast in het Misericordiaverzorgingstehuis in het centrum van Bilbao. Het tehuis stapte mee in het experiment nadat mensen van Deustotech nieuwe informatietechnologie kwamen voorstellen en bespreken die eventueel interessant kon zijn voor de instelling. De personeelsleden waren aanvankelijk sceptisch, omdat ze die technologie nog niet kende, maar algauw zagen zij in dat de Kineage-oplossing heel wat mogelijkheden bood. Het team dat Kineage ontwikkelt, werkt samen met externe deskundigen van het
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
39
3. Thematische activiteiten-clusters
verzorgingstehuis en vormt zo een multidisciplinaire groep met onder andere ook een kinesitherapeut en een psycholoog. Verder is er voor de ontwikkeling van het initiatief ook nog steun via de samenwerking met openbare en particuliere onderzoeks- en financieringsinstellingen en bedrijven.
Problematiek Doordat de ouder wordende bevolking steeds maar toeneemt en veel senioren niet vertrouwd zijn met nieuwe technologieën, kan het gebeuren dat senioren niet kunnen deelnemen aan en dus uitgesloten zijn van de digitale samenleving. Veel nieuwe technologieën die hun levenskwaliteit zouden kunnen verbeteren, zijn voor hen niet gemakkelijk toegankelijk. Denk maar aan smartphones, computers, videospelletjes, enzovoort. Op die manier zijn oudere mensen het slachtoffer van de digitale kloof. Het is bewezen dat het gebruik van spelletjes gunstig kan zijn voor de levenskwaliteit, de gezondheid en het welzijn van oudere mensen, omdat ze laagdrempelige vrijetijdsactiviteiten aanbieden die meer cognitieve en lichamelijke oefening vergen. Een van de laatste trends op het gebied van videospelletjes is het gebruik van apparaten als de Kinect-sensor, waarvoor geen afstandsbediening nodig is. Die sensor herkent de bewegingen van de gebruiker die het spel controleert met zijn lichaam. Er bestaan al verscheidene Kinect-producten voor oudere mensen. Maar rolstoelgebruikers en andere senioren met lichamelijke gebreken zoals spierdystrofie, van wie de bovenste ledematen weinig beweeglijk zijn, kunnen dit type spel niet gebruiken als het niet is aangepast aan hun speciale behoeften. Er is dus een gebrek aan technologische hulpmiddelen die zijn toegesneden op de specifieke noden van elke gebruiker, waardoor een groot deel van de verouderende bevolking geen gebruik kan maken van producten die hun gezondheid en hun levenskwaliteit zouden verbeteren en hun meer plezier in de vrije tijd zouden bezorgen.
Innovatieve oplossing De oplossing is een 3D-spel om de ouderen te helpen bewegen terwijl ze samen plezier maken. Kineage is een ‘serious game’ voor ouderen, een spel dat kan worden aangepast aan verschillende vormen van fysieke beperking en zelfs voor mensen in een rolstoel, dat tegelijk oefening en ontspanning biedt. Deze oplossing verschilt vooral van de andere producten op de markt, doordat ze zelfs kan worden gebruikt in een rolstoel en kan worden aangepast aan de bijzondere noden van de gebruiker. Op die manier worden lichaamsbeweging, revalidatie en het genieten van een toegankelijk tijdverdrijf bevorderd, terwijl ook de digitale kloof wordt overbrugd. Dat alles gebeurt met behulp van een Kinect-sensor, die de bewegingen van de gebruiker registreert en het mogelijk maakt om het spel te bedienen zonder afstandsbediening. Eenzaamheid en sociaal isolement zijn vaak voorkomende problemen bij oudere mensen. Door dit spel in groep te spelen en er een onderlinge wedstrijd van te maken in een ontspannen en aangename sfeer, wordt daar iets aan gedaan. In groep kunnen de spelers elkaar aanwijzingen geven en aanmoedigen. Het spel bestaat uit drie verschillende niveaus, waarbij de speler met armbewegingen allerlei voorwerpen verzamelt die op het scherm verschijnen en niet mogen ‘vallen’. Op die manier worden zowel de cognitieve processen als de mobiliteit van de gebruiker geactiveerd tijdens de oefening (het
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
40
3. Thematische activiteiten-clusters
spel). Het spel biedt de mogelijkheid om het type gebruiker aan te geven, bijvoorbeeld met of zonder beweeglijkheid van de benen (mensen in een rolstoel) en de speler krijgt de keuze om het spel staand of zittend te spelen. Bovendien hoeft zelfs een beperkt of totaal gebrek aan beweeglijkheid in een van de armen geen belemmering te vormen om mee te spelen. Het spel is zo ontworpen dat de gebruiker kan kiezen om te spelen met één arm (links of rechts) of met beide armen. Het spel bestaat uit drie fases van elk drie minuten, waardoor vermoeidheid bij de oefening vermeden wordt. In de eerste fase volgen de voorwerpen – cupcakes en wijnflessen – een verticale baan. In de tweede fase neemt het aantal voorwerpen toe en in de volgende bewegen ze zich horizontaal. In elke fase tracht de speler een stuk taart te winnen en dat kan na de drie fases een hele taart worden. De Kineage-toepassing bestaat ook in een meer cognitieve versie, met verschillende taken. De beide versies zijn verscheidene keren uitgetest en na feedback aangepast door het team. Zelfs wanneer de gebruikers totaal niets afweten van moderne technologieën, kunnen ze het spel spelen, het gebruik onder de knie krijgen, feedback geven aan de programmeur en op die manier meewerken aan de ontwikkeling van de Kineage-toepassing.
Betrokkenheid van de stakeholders Het project wordt uitgevoerd door deskundigen op verschillende terreinen. Enerzijds is er het onderzoeksteam van Deustotech-Life (eVida) van de universiteit van Deusto (UD), bestaande uit computerwetenschappers en telecommunicatie-ingenieurs. Anderzijds is er het team van het verzorgingstehuis La Misericordia, dat bestaat uit psychologen en kinesitherapeuten, die als externe partners optreden. Het probleem werd geanalyseerd tijdens een aantal vergaderingen van beide groepen, waar de deskundigen van het verzorgingstehuis hun ideeën gaven over de werkelijke noden van de oudere mensen in hun instelling. Om die noden te lenigen onderzocht het onderzoeksteam van Deustotech-Life (eVida) het aanbod aan technologische oplossingen dat beschikbaar is op de markt. Zij analyseerden de voor- en nadelen van al die oplossingen om na te gaan of sommige daarvan tegemoet kwamen aan de noden, maar beslisten een nieuwe tool te ontwerpen op basis van hun eigen ervaring. Het UD-team ontwierp en ontwikkelde het spel door de Kinect-sensor aan te passen aan de specifieke noden van het project. Aan de ontwikkeling werkten zowel de deskundigen van het verzorgingstehuis als de uiteindelijke gebruikers mee, wat garandeerde dat de uiteindelijke oplossing inderdaad aan hun behoeften voldeed.
Doelgroep Het initiatief wil alle senioren van circa 65 jaar en ouder bereiken, hoewel het ook bruikbaar is voor jongere volwassenen. Kineage is specifiek ontworpen voor mensen in een rolstoel of met een andere lichamelijke beperking. Het spel is zeer toegankelijk, zodat mensen die weinig afweten van nieuwe technologieën er ook gebruik van kunnen maken. Omdat het gaat om een oplossing die wordt toegepast in de vrije tijd, is het spel bruikbaar voor mensen in alle situaties, maar het is toch vooral bedoeld voor gebruik in verzorgingstehuizen of privéwoningen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
41
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Oudere mensen met een lichamelijke beperking zoals een verminderde mobiliteit of mensen die een rolstoel nodig hebben, kunnen spellen gebruiken om hun levenskwaliteit op het vlak van gezondheid en welzijn te verbeteren. Door het spelen van dit spel krijgen oudere mensen toegang tot nieuwe technologieën en wordt de digitale kloof verkleind. Bij de ontwikkeling van dit spel werd in alle stadia van het project en dus ook bij het ontwerp rekening gehouden met de inzichten en waarnemingen van de eindgebruikers en deskundigen. Het spel kwam tot stand door actieve medewerking tijdens het hele ontwerp- en ontwikkelingsproces en niet alleen via vragenlijsten om feedback te geven. Dit laat een grotere impact verwachten bij de verspreiding ervan. Een gewenste sociale impact is het verkleinen van de generatiekloof door nieuwe technologieën dichter bij oudere mensen te brengen. Bovendien willen de initiatiefnemers deze technologieën in het bijzonder toegankelijk maken voor mensen met beperkingen, omdat mensen met bepaalde fysieke en cognitieve beperkingen nu niet in staat zijn om gebruik te maken van zulke oplossingen. Het initiatief wil ook actief ouder worden bevorderen via vrijetijdsbesteding, lichaamsbeweging, sociale stimulatie en het gebruik van technologie. Het initiatief is er al in geslaagd om nieuwe technologieën aan te brengen bij oudere mensen en hun angst en gebrek aan kennis is hierdoor afgenomen. Het heeft de senioren ook geholpen om er een gezonde levensstijl op na te houden door aan lichaamsbeweging te doen en tegelijk plezier te hebben. Het resultaat is dat de gebruikers meer beweging nemen dan ze beseffen en tegelijk ook genieten van de bewezen voordelen van plezier beleven voor hun gezondheid en welzijn. Voorbeeld: Leire, een kinesitherapeute, meldt een aantal opmerkelijke waarnemingen. Ze stelde vast dat sommige bewoners zich heel anders gedragen wanneer ze met haar aan het werk zijn dan wanneer ze het Kineagespel spelen. Mensen zeggen bijvoorbeeld dat ze allerlei bewegingen niet kunnen maken, zoals één van hun armen gebruiken of een arm tot een bepaalde hoogte optillen. “Het is alsof ze die beperkingen vergeten wanneer ze Kineage spelen. Ze zijn zo geconcentreerd en ze willen zoveel mogelijk punten scoren. Soms heb ik daarna geweigerd om bewoners te helpen met iets wat ze zogezegd niet kunnen, omdat ik heb gezien dat ze het wel kunnen als ze Kineage spelen.”
Evaluatie De impact van het initiatief is beoordeeld via een externe impactevaluatie op basis van kwalitatieve methodes zoals vraaggesprekken, focusgroepen, enzovoort en door middel van externe evaluaties op basis van kwantitatieve metingen met impactindicatoren.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
42
3. Thematische activiteiten-clusters
Concurrentie In studies van Ganesan en Anthony uit 2012 werd melding gemaakt van een lopend onderzoek naar factoren die een belangrijke rol spelen om oudere volwassenen te motiveren om in beweging te blijven. Verscheidene organisaties en onderzoekscentra hebben producten ontwikkeld die op Kinect gebaseerd zijn en die gericht zijn op het bevorderen van actief ouder worden. Zo helpt Kinelabs (van de universiteit van Hongkong) mensen met een motorische beperking na een beroerte bij hun revalidatie bij het verbeteren van hun levenskwaliteit. ROGER (Realistic Observation in Game and Experiences in Rehabilitation) is een ander ‘serious game’, dat is ontwikkeld door Fishing Cactus en dat gebruik maakt van Kinect voor de medische revalidatie van mensen met een gebrek aan logische en organisatorische vermogens. En er bestaat ook een tool voor revalidatie op basis van een spel voor evenwichtstraining. Kineage is echter nog altijd de enige oplossing, met een grote sociale component, die ontwikkeld is voor gebruik door mensen in een rolstoel met de mogelijkheid om de oefening aan te passen aan de specifieke lichamelijke noden van de gebruiker.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Kineage kan vrij gemakkelijk worden gespeeld in verzorgingstehuizen omdat daar professionele verzorgers aanwezig zijn om de mensen te helpen die het wat moeilijker hebben bij het begin van het spel. Maar deze oplossing kan ook thuis worden gebruikt. Wanneer een persoon met een hogere mate van invaliditeit het spel wil spelen, is het wel nodig dat hij of zij in het begin hulp kan krijgen van iemand anders. Om die barrière op te heffen, bestaan er plannen om nieuwe technieken te ontwikkelen zodat de oplossing nog toegankelijker wordt voor deze gebruikers. Door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën raken systemen snel verouderd. Het Kineageonderzoeksteam werkt dan ook voortdurend met de allermodernste technologieën en ontwikkelt constant nieuwe oplossingen om aan vastgestelde noden te voldoen. De betrokkenheid van de overheid en van particuliere instellingen bij dit onderzoekswerk is van fundamenteel belang om te kunnen blijven rekenen op financiële steun. Financiële beperkingen in verzorgingstehuizen staan de verspreiding van deze oplossing in de weg. Het verzorgingstehuis La Misericordia, waar de proeven met het prototype werden gedaan, heeft slechts één Kinect-sensor, die wordt gebruikt met een computer die is uitgeleend door de universiteit. Hoewel de kosten van het hele pakket maar ongeveer 1000 dollar bedragen en al zou de oplossing veel voordelen bieden, kan dit toch te veel zijn voor veel instellingen. In La Misericordia willen meer bewoners deelnemen aan het Kineage-project, maar zonder extra apparatuur zijn geen extra sessies meer mogelijk. Op die manier kan de groep deelnemers dus verder aangroeien, waardoor de impact van de oplossing niet kan worden uitgebreid.
Financiering Voor de ontwikkeling van het initiatief werkt Deustotech-Life (eVida) samen met openbare en particuliere onderzoeks- en financierende instellingen en met bedrijven. Dit project wordt specifiek
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
43
3. Thematische activiteiten-clusters
gefinancierd door het BIZKAILAB-programma van de gewestregering van Baskenland (afdeling Sociale Diensten) en het jaarlijkse budget bedraagt 30.000 euro.
Conclusie Kineage is een ‘serious game’ voor senioren, dat kan worden aangepast aan verscheidene fysieke beperkingen en ook geschikt is voor rolstoelgebruikers en dat zowel oefening als ontspanning bevordert. Dit initiatief biedt een oplossing voor oudere mensen met een lichamelijke beperking en geringe mobiliteit of mensen die een rolstoel gebruiken om via een spel hun gezondheid en welzijn te bevorderen. Door nieuwe technologieën op deze manier te benaderen, hoopt men ook de digitale kloof tussen oudere en jongere gebruikers van technologie te verminderen. Het personeel op de proeflocatie in het verzorgingstehuis La Misericordia in het centrum van Bilbao stond aanvankelijk wat sceptisch tegenover het spel. Maar dat veranderde gauw toen de medewerkers zagen dat de deelnemers plezier beleven aan Kineage en dat de mobiliteit, gezondheid en het welzijn van de doelgroep er wel bij varen, omdat hun bewegingsvaardigheden verbeteren en ze zelfs bewegingen kunnen maken die hun voordien niet lukten. Door financiële beperkingen kan het verzorgingstehuis echter niet meer Kineage-units voorzien, waardoor het aantal patiënten dat van de oplossing gebruik kan maken beperkt is. Een minimale financiering zou nodig zijn om de impact van het initiatief binnen het verzorgingstehuis te vergroten en ook de verdere ontwikkeling van het product mogelijk te maken. Wanneer de oplossing wordt toegepast in een privéwoning, is er wel iemand nodig om te helpen bij het opstarten van het spel en dat is een beetje in strijd met de beoogde brede toepassing van deze oplossing. Het Kineage-team onderkent dit probleem en werkt verder aan de ontwikkeling van nieuwe technieken die de oplossing toegankelijker maken voor gebruikers in alle omgevingen en met de meest verschillende beperkingen. De snelheid waarmee nieuwe technologieën verouderd raken, is een ander aandachtspunt voor het team, dat zoveel mogelijk probeert te werken met de allermodernste technologieën bij het ontwikkelen van nieuwe oplossingen om te voldoen aan nieuwe noden. Kineage is een unieke en vernieuwende tool die toegankelijke ontspanning bevordert en tegelijk een oplossing biedt om oudere mensen met lichamelijke problemen aan te moedigen om regelmatig aan lichaamsbeweging te doen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
44
3. Thematische activiteiten-clusters
GEZONDHEID & VRIJWILLIGERSWERK GOODGYM (VERENIGD KONINKRIJK) – LOPEN VOOR SOCIAAL WELZIJN Onderzoekster: Suzanne Smith, Netwell Centre, Ierland
Cluster
Gezondheid & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
GoodGym
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Londen, Verenigd Koninkrijk
Naam van het initiatief
GoodGym
Initiatief actief sinds
1-5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op nationale schaal)
Partners, type en primaire functie
Lokale overheid Werknemers: 5
Medewerkers
Vrijwilligers: 2000 Stagiars: geen Externe adviseurs en deskundigen: 12
Financieringsbronnen
Bijdragen van leden Subsidies Contracten voor dienstverlening Inkomsten uit eigen producten/diensten: bijdragen van leden
Webpagina van het initiatief
http://www.goodgym.org/
Organisatie GoodGym is een organisatie zonder winstoogmerk in het Verenigd Koninkrijk, met twee externe directeuren, Paul Miller en Ruth Scott. De dagelijkse leiding berust bij de oprichter Ivo Gormley, technisch directeur Ian Drysdale en bij lokale trainers op de plaatsen waar GoodGym actief is. GoodGym is momenteel beschikbaar voor mensen in de Londense wijken Tower Hamlets, Hackney, Camden, Lambeth en Westminster en ook in Bristol.
Problematiek Het project richt zich op belangrijke maatschappelijke problemen in de steden, zoals eenzaamheid en isolement bij oudere mensen en gezondheidsproblemen als gevolg van obesitas. In het Verenigd Koninkrijk zegt circa 13% van de 65-plussers dat ze zich altijd of vaak eenzaam voelen en 17% van de alleenwonenden ziet familie en vrienden minder dan eenmaal per week. Tegelijk neemt obesitas snel toe: 50% van de bevolking in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zal tegen 2030 obees zijn.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
45
3. Thematische activiteiten-clusters
Daarom zijn betaalbare lichaamsbeweging en een grotere motivatie om te bewegen broodnodig. GoodGym speelt op deze uitdagingen in door mensen die actiever willen zijn, samen te brengen met geïsoleerde ouderen in dezelfde lokale gemeenschap.
Innovatieve oplossing GoodGym brengt mensen met elkaar in contact die fitter willen worden en tegelijk een ‘goede daad’ willen stellen in hun buurt. De lopers hebben een persoonlijke trainer en worden gelinkt aan geïsoleerde en minder mobiele mensen in hun buurt (die coaches worden genoemd). De lopers joggen naar hun huis, hebben daar een praatje en rennen dan weer door. De lopers krijgen vorming over valpreventie en over manieren om het welzijn van oudere mensen te bevorderen. Op die manier raken de lopers fitter omdat ze een goede reden hebben om beweging te nemen en de persoon die bezocht wordt, krijgt wat vriendelijk menselijk contact en bijvoorbeeld een krant, een bibliotheekboek of wat vers fruit. GoodGym werd aanvankelijk ontwikkeld voor ouderen in de Londense wijk Tower Hamlets. Het ontstond uit de samenwerking tussen een hardloper en een oudere persoon als een oplossing voor de behoeften van beiden. Er zit een vertegenwoordiger van de senioren in de stuurgroep van het project, die ook altijd het advies van de ouderen vraagt om te weten waar volgens hen verbeteringen of een grotere impact mogelijk zijn. GoodGym is een gemeenschap van lopers en streeft ernaar dat de leiding in handen blijft van degenen die er gebruik van maken. GoodGym brengt niet alleen jong en oud bijeen in lokale gemeenschappen, maar organiseert ook loopactiviteiten in groep waarbij groepen mensen taken op zich nemen als het opruimen van een braakliggend terrein of het planten van bomen of opdrachten uitvoeren zoals helpen in het huishouden of bij het tuinonderhoud. Op die manier ontstaat een groepssfeer om gezamenlijke doelstellingen na te streven, zoals actiever worden en opruimwerk doen, contact leggen met een oudere persoon, enzovoort.
Betrokkenheid van de stakeholders De betrokkenheid van de belangrijkste stakeholders wordt gegarandeerd door een stuurgroep die door GoodGym is voorzien en waarin vertegenwoordigers van alle stakeholders aanwezig zijn. De belangrijkste stakeholders zijn de hardlopers, de financiers, de Nationale Gezondheidsdienst, de senioren en de partnerorganisaties.
Doelgroep GoodGym richt zich vooral op aan huis gebonden en geïsoleerde oudere mensen. Tot nu toe waren de belangrijkste begunstigden volwassenen van boven de 50 jaar die vaak langdurig minder mobiel zijn. Momenteel probeert het project zijn activiteiten in het volgende jaar uit te breiden tot zeven stadsdelen. Daarbij hoopt het in elk van die buurten 250 ouderen te bereiken die kampen met isolement en eenzaamheid. Een bijkomende doelgroep bestaat uit mensen die actiever willen worden of al graag lopen of sporten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
46
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact GoodGym kiest voor een nieuwe en vernieuwende aanpak bij het zoeken naar doeltreffende strategieën om eenzaamheid en isolement te verminderen. In plaats van een ingewikkelde, dure of hoogst professionele oplossing hanteert het een goedkope, praktische en vraaggerichte benadering om tegelijk het isolement van ouderen en de toenemende obesitas aan te pakken. GoodGym draagt verder bij aan een algemene verandering in de verwachtingen op het vlak van wederzijdse verantwoordelijkheid binnen een gemeenschap, door het begrip tussen de generaties te bevorderen. GoodGym maakt gebruik van de Warwick Edinburgh Wellbeing Score en de EQ5D gezondheidsscore om zijn sociale impact in de verschillende wijken te beoordelen. De impact op de doelgroep in Oost-Londen was bijvoorbeeld dat 250 senioren konden genieten van de GoodGym-activiteiten. Meer dan 170 oudere mensen hadden bezoek gehad van lopers die hen hadden geholpen bij het huishouden of boodschappen voor hen hadden gedaan en 73 senioren kregen wekelijks bezoek van een GoodGym-loper. 73% van alle GoodGym-coaches zijn het er mee eens of volledig mee eens dat ze de hardloper helpen motiveren om te blijven lopen, 60% stelde dat GoodGym hen helpt om meer contact met de buitenwereld te hebben en 33% verklaarde dit zelfs heel nadrukkelijk. Uit de Warwick Edinburgh Score blijkt ook een significante toename van het welzijn. Bovendien schept GoodGym langdurige contacten tussen geïsoleerde oudere mensen en lopers, met een gemiddelde duur van meer dan 18 maanden.
Evaluatie GoodGym werd geëvalueerd met op ervaring gebaseerde zelfbeoordeling en zelfevaluatie. Er zijn bewijzen dat de welzijnsmetingen (volgens de Warwick Edinburgh Wellbeing Score) betere resultaten opleveren voor zowel de lopers-vrijwilligers als voor de oudere mensen (coaches). Daarnaast blijkt uit gegevens die beschikbaar zijn over de activiteiten dat er een grote impact is op de bereidheid tot vrijwilligerswerk en dat heel wat gemeenschapsprojecten kunnen rekenen op steun van de groepsactiviteiten.
Concurrentie Gezien de vele fitness- en andere sportfaciliteiten, zou je kunnen zeggen dat GoodGym heel wat concurrentie heeft. Maar GoodGym is de enige sportorganisatie die de energie van de leden op sociaal werk richt in plaats van op het urenlang trappen op een loopband. Hoewel er veel andere goede projecten zijn in verband met lichamelijke oefening of de steun aan oudere mensen, is het toch de combinatie van die twee doelstellingen die GoodGym uniek maakt in die concurrentiële omgeving. GoodGym streeft er bovendien naar dat geregeld contact met oudere mensen een vast onderdeel wordt in het dagelijks leven van jongeren. Het stelt vrijwilligerswerk voor oudere mensen voor als spannend en aantrekkelijk.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
47
3. Thematische activiteiten-clusters
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Een van de uitdagingen voor GoodGym bestaat erin jonge mensen te vinden en te motiveren en een team te vormen dat inspeelt op de lokale vraag. Het enthousiasme en de inzet van het team en de vrijwilligers zijn essentieel geweest om het initiatief te ontwikkelen. Om informatie te verspreiden en vaart in de zaak te houden, wordt het huidige groeiplatform van het initiatief ondersteund met vaardigheden op het vlak van informatietechnologie en sociale media. GoodGym wil vooral inspelen op vraag en aanbod en kiest voor een structuur met een maximale flexibiliteit die het mogelijk maakt om in te spelen op de noden en de feedback van alle stakeholders. Het heeft een proces ontwikkeld waarmee iedereen op eenvoudige, vraaggerichte manier het project kan opzetten met voldoende kwaliteit en duurzaamheid en dit heeft geleid tot het uittesten en ontwikkelen van een aantal formules die gekopieerd kunnen worden. Andere oplossingen om de kwaliteit en de duurzaamheid van plaatselijke projecten te garanderen, zijn de toepassing van CQImethodes (Consumer Quality Index) bij de projectontwikkeling. Deze benadering bevordert ook de competenties van het personeel. Verder garandeert een strakke omschrijving van de dienst dat er altijd gericht wordt ingespeeld op plaatselijke noden. In plaats van te werken met vooraf vastgelegde actieplannen volgt GoodGym een vraaggerichte benadering, die een snel reagerende dienstverlening mogelijk maakt wanneer de noden en de capaciteiten duidelijk zijn. Financiering en financiële stabiliteit vormen ook een uitdaging, want voor de administratieve functies in het nationale kantoor is langlopende ondersteuning nodig en die is nog niet gegarandeerd. Momenteel wordt de mogelijkheid van bedrijfssponsoring onderzocht en worden ook voortdurend aanvragen ingediend voor financiering door filantropische organisaties en door de overheid. GoodGym meent dat het door verder wetenschappelijk onderzoek naar een manier om de impact van het project te meten, gemakkelijker zal worden om toegang te krijgen tot financiering.
Financiering De financiering komt uit de volgende bronnen: •
10% uit bijdragen van leden: 75% van alle leden betaalt maandelijks 7,95 pond
•
60% uit stichtingen en filantropische organisaties
•
30% uit subsidies van de plaatselijke overheid en contracten voor dienstverlening (30%)
•
Aanmoedigingspremies/contracten voor dienstverlening met lokale overheden om het project op te starten in nieuwe buurten
Het huidige budget voor algemene administratieve kosten bedraagt 160.000 pond. De centrale werking van GoodGym wordt hoofdzakelijk ondersteund door subsidies. De personeelsleden van de centrale administratie zijn ook lokale groepstrainers, die verantwoordelijk zijn voor alle aspecten van hun lokale afdeling. Het werk van de lokale trainers/organisatoren wordt gefinancierd met de bijdragen van de lokale leden en ook met aanmoedigingspremies en/of contracten voor dienstverlening met de lokale overheden die het opstarten van lokale afdelingen van Goodgym ondersteunen. Toekomstige nieuwe
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
48
3. Thematische activiteiten-clusters
lokale afdelingen wordt momenteel gevraagd om te beginnen met een minimum aantal leden, voldoende middelen te verzamelen om gedurende een bepaalde tijd in hun kosten te kunnen voorzien en te voldoen aan criteria die aantonen dat ze binnen drie jaar zelfvoorzienend zullen zijn door de bijdragen van leden. De centrale administratie wordt gefinancierd met geld van particuliere stichtingen of overheidssubsidies, kleine bijdragen van de lokale afdelingen en andere inkomsten uit geldinzamelingen, schenkingen, enzovoort. Naarmate het initiatief groeit, zal de centrale werking alleen gedragen worden door ledenbijdragen en sponsoring van bedrijven.
Conclusie GoodGym is een dynamisch, aantrekkelijk en vernieuwend initiatief, dat geleid wordt door een groep enthousiaste en gedreven jonge mensen met een duidelijke visie, die een verschil willen maken in hun gemeenschap. Door de combinatie van een eenvoudig concept, de lage kosten en het hoogst doeltreffende platform is dit een levendig en veelbelovend project dat concrete voordelen oplevert voor de verschillende stakeholders. Wanneer het initiatief wordt opgezet in een nieuwe buurt, worden de lokale afdelingen verondersteld binnen drie jaar zelfvoorzienend te zijn. Alle buurten zijn goed op weg om dit doel te halen. Door de eenvoud en de lage kosten en ook door de zelfvoorzienendheid van de lokale groepen is het initiatief gemakkelijk te kopiëren. Voor de toekomst heeft GoodGym plannen om zijn werking in de komende 12 maanden uit te breiden naar twee andere steden in het Verenigd Koninkrijk en binnen drie jaar ook naar nieuwe gebieden in het buitenland. Het is duidelijk dat de eenvoud en doeltreffendheid van het model zorgen voor een langdurig en gemakkelijk bruikbare formule. GoodGym biedt veel mogelijkheden om zich snel en succesvol en met beperkte financiële steun te verspreiden over de hele wereld.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
49
3. Thematische activiteiten-clusters
SILVER THREAD (ITALIË) – SOCIALE RELATIES KOESTEREN Onderzoeker: Marco Socci, INRCA, Italië
SOLIDARITY
THE THREAD THAT LINKS US TOGETHER
Silver Thread: 800.99.59.88 “…If I had my life to live over I would travel lighter than I have. I would start bare foot earlier in the spring and stay that way later in the fall. I would go to more dances. I would ride more merry-gorounds. I would pick more daises. I'd try to have nothing else: just moments, one after another, instead of living so many years ahead of each day.” Nadine Stair, “If I had my life to live over” “…There is a difference between having friends and having some volunteers who take care of you” Laura Centemeri: “In search of relational city”
www.auser.it
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
50
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Gezondheid & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
AUSER ONLUS
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Italië, Rome
Naam van het initiatief
Silver Thread (Zilverdraad)
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op regionale of zelfs wereldschaal)
Partners, type en primaire functie
Samenwerking met AUSER-verenigingen, overheidsinstellingen, financiële instellingen, ngo’s Werknemers: 100 Vrijwilligers: 20.000
Medewerkers
Stagiairs: niet te schatten op national niveau Externe adviseurs en deskundigen: ongeveer (naar schatting) 2 of 3 deskundigen in elke regio van Italië, voor de planning van activiteiten en de vorming van vrijwilligers Eenmalige giften van particulieren: 45%
Financieringsbronnen
Nationale overheid: 40% Overige (waaronder bijdragen van AUSER-leden): 15%
Webpagina van het initiatief
http://www.auser.it
Organisatie De uitvoerder van het initiatief Silver Thread (Zilverdraad), AUSER ONLUS, is een Italiaanse nietgouvernementele organisatie die al meer dan vijf jaar actief is in Rome. Zij wil het recht verdedigen van oudere mensen om een actieve rol te spelen in het maatschappelijke en culturele leven door zelf diensten en acties te beheren voor meer solidaire steun. De missie van de vereniging AUSER bestaat erin vrijwilligerswerk van oudere mensen te bevorderen op allerlei terreinen zoals diensten van sociaal nut, vorming en opleiding en internationale solidariteit. AUSER heeft ongeveer 1300 lokale afdelingen in het land die allerlei activiteiten ontplooien. Het netwerk telt 300.000 leden en 45.000 vrijwilligers.
Problematiek Vandaag telt Italië ruim 11 miljoen 65-plussers – dat is ongeveer een vijfde van de bevolking. Drie miljoen van die mensen wonen alleen. De statistieken suggereren dat dit aantal nog verder zal groeien tot 15 miljoen 65-plussers over 12 jaar en 18 miljoen tegen 2051. Door deze groei zal het risico van sociale uitsluiting en isolement bij oudere mensen de komende jaren nog toenemen. Het Silver Threadinitiatief van AUSER en de betrokken vrijwilligers willen hulp bieden aan oudere mensen die alleen wonen. Een ondersteunend netwerk biedt ouderen de mogelijkheid om in hun eigen woning te blijven wonen, zorgt ervoor dat ze steun krijgen in het dagelijks leven, biedt vriendschap en een luisterend oor en de gelegenheid om actief deel te nemen aan het sociale leven.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
51
3. Thematische activiteiten-clusters
Innovatieve oplossing Silver Thread is ontstaan als een telefonische hulpdienst om eenzaamheid te bestrijden. In het begin beschouwde AUSER dit als een vrij marginale activiteit. Want naast Silver Thread had AUSER verschillende andere activiteiten om mensen te helpen, waarbij de klemtoon lag op sociale begeleiding en vervoer. Het initiatief probeerde deze twee elementen te combineren en ze op te nemen in een nationale visie. Het legde zich toe op het oprichten van een nationale vrijwilligersdienst om zwakke oudere mensen te helpen. Tegelijk wilde de uitvoerder het principe bekrachtigen dat oudere mensen kansen moeten krijgen om zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven wonen. Er werd een gratis telefoonnummer met een antwoorddienst in het leven geroepen die elke dag van 8.00 tot 20.00 uur te bereiken was. Het telefoonsysteem werd verdeeld over gedecentraliseerde telefoondistricten in het land. Op die manier ontstond een netwerk van luisterpunten dat samenviel met dat van de plaatselijke AUSER-verenigingen. Via het gratis nummer is het mogelijk om te bellen met de lokale bureaus van het initiatief en in te spelen op de noden van oudere mensen. Het basisidee bestond erin de senioren te laten weten dat ze niet alleen zijn, omdat er bij Silver Thread elke dag van het jaar iemand is aan de andere kant van de lijn die wil luisteren. Er is ook een technologisch platform gecreëerd voor een database die informatie verschaft over lokale diensten. Met deze informatie kan het initiatief beter ingaan op de plaatselijke behoeften van senioren (bijvoorbeeld telefonisch gezelschap, vervoer, bezorging van maaltijden of van geneesmiddelen). Dankzij dit kader dat sinds 2002 bestaat, kreeg Silver Thread een nieuwe impuls en kon het nog beter reageren op de noden van de ouderen die het wil ondersteunen. De sterke punten van Silver Thread zijn de organisatorische structuur en de innovatieve projectstrategie, met het gratis telefoonnummer, het netwerk van luisterpunten, de kantoren van AUSER in de plaatselijke gemeenschappen en het IT-platform van het initiatief. Daarnaast zijn de vrijwilligers van onschatbare waarde, want zij zijn bedreven in het inschatten van de noden van oudere mensen en in het aanbieden van gerichte activiteiten en diensten om in die noden te voorzien. Dankzij de combinatie van die elementen kon het project groeien, door de organisatorische strategie in het hele land te kopiëren, de netwerken te versterken, de samenwerking met instellingen en andere stakeholders (zoals coöperaties en andere vrijwilligersverenigingen) te ontwikkelen en gezamenlijke projecten met activiteiten voor senioren uit te voeren. Het initiatief benadrukt dat mensen met weinig sociale contacten zowel een nood als een antwoord vertegenwoordigen. Oudere mensen die om hulp vragen, gaan deel uitmaken van de oplossing van hun eigen probleem, omdat ze geleidelijk aan bij het initiatief van de organisatie worden betrokken door zich te uiten en zich aan te sluiten bij anderen. Het initiatief biedt hun de gelegenheid om een actieve rol te spelen op sociaal en cultureel gebied door gebruik te maken van hun specifieke ervaring en vaardigheden. Vaak worden senioren ingezet als vrijwilligers op diverse terreinen zoals bij diensten van
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
52
3. Thematische activiteiten-clusters
sociaal nut, vorming en opleiding en internationale solidariteitsacties. Waar vroeger de klemtoon lag op het beschermen van mensen is het initiatief nu uitgebreid en omvat het ook het bevorderen van de sociale inclusie van ouderen. Een sleutel om de geboden oplossing te verbeteren was het accent dat is gelegd op ‘de zorg voor de gebruiker’ door het uitwerken van individuele sociale plannen voor en met de gebruiker.
Betrokkenheid van de stakeholders AUSER heeft circa 1300 lokale verenigingen, waarvan er 800 direct betrokken zijn bij de uitvoering van Silver Thread. Op basis van de gegevens uit telefoongesprekken die Silver Thread ontving, kon AUSER gedetailleerde nationale en lokale rapporten opstellen over de noden van en de kansen voor oudere mensen. Het initiatief Silver Thread van AUSER is daardoor een belangrijke bron voor lokale instellingen, beleidsmakers en de media. Silver Thread werkt zo veel mogelijk samen met openbare instellingen om actoren in het maatschappelijk middenveld, waaronder diensten en non-profitorganisaties met elkaar in contact te brengen, om zo de juiste oplossingen te bieden voor de noden van senioren. In de loop der tijd heeft het initiatief samenwerkingsverbanden aangemoedigd met vooral sociale coöperaties en instellingen als gemeentes. In sommige gebieden sluiten ze zich aan bij de initiatieven van deze stakeholders, zoals projecten voor het ontwikkelen van vrijwilligerswerk en netwerken voor senioren (schoonmaken van woningen, bezorging van maaltijden of vrijwilligerswerk om de sociale contacten van de senioren te bevorderen). Het initiatief heeft ook partnerschappen met bankstichtingen en werkt ook samen met andere verenigingen uit de derde sector, zoals Anteas, Arci, Caritas, Acli of de Sint-Egidiusgemeenschap. De ontwikkeling van een dergelijk kader voor samenwerking biedt mooie beloften voor de verspreiding en uitvoering van Silver Thread in de toekomst. De instellingen bieden vooral financiële steun voor de uitvoering van het initiatief, bijvoorbeeld via economische afspraken. Ze helpen bovendien de relaties tussen het initiatief en de lokale sociale diensten bevorderen. Daardoor krijgt het initiatief een beter inzicht in de diensten voor senioren die in de gemeenschap beschikbaar zijn en in de noden van de oudere bewoners. De bankstichtingen financieren initiatieven voor partnerschappen tussen vrijwilligersorganisaties, sociale coöperaties en instellingen. Silver Thread heeft samen met sociale coöperaties en verenigingen een werkrelatie ontwikkeld om de lokale steun voor oudere mensen beter te structureren en te coördineren. De lokale verenigingen leveren de vrijwilligers middelen om Silver Thread te kunnen uitvoeren in de gemeenschap. Vrijwilligers en medewerkers worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan het initiatief en input te leveren om het aanbod aan activiteiten en diensten te verbeteren.
Doelgroep Het initiatief richt zich op het toenemende aantal mensen van 65 jaar en ouder. Het wil de noden van deze groep leren kennen en daaraan tegemoetkomen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
53
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Een belangrijke troef van Silver Thread is het vermogen om de wensen van de gebruikers te begrijpen en een doeltreffende oplossing te vinden voor hun noden. Het initiatief bevordert en ondersteunt het zelfstandig wonen van oudere mensen door diensten te verlenen zoals gratis vervoer door vrijwilligers. Oudere mensen ontwikkelen graag een vertrouwensband met de mensen die hen regelmatig diensten leveren. Zij kunnen ook een beroep doen op het gratis telefoonnummer voor een vriendelijke stem die op elk ogenblik emotionele en psychologische steun biedt en informatie verstrekt. Vrijwilligers van deze telefoondienst bouwen vaak een band op met de gebruikers en zo ontstaat dan een vertrouwde relatie. Als gevolg daarvan gaan de gebruikers zelfs persoonlijke problemen bespreken met de vrijwilligers.
Evaluatie De impact van het initiatief is beoordeeld via een externe evaluatie op basis van kwalitatieve methodes zoals vraaggesprekken, focusgroepen, enzovoort en via externe evaluatie op basis van kwantitatieve methodes zoals kwantitatieve meting met impactindicatoren. Tot de specifieke sterke punten van Silver Thread behoren: •
Silver Thread is een uniek en innovatief initiatief in Italië, dat tot doel heeft oudere mensen te helpen en dat is gebaseerd op een nationaal gratis telefoonnummer en een geïntegreerd telefoonsysteem over het hele land, dat allerlei activiteiten en diensten aanbiedt om doeltreffende antwoorden te bieden op de noden van oudere mensen.
•
Er wordt een groot aantal interventies geboden (2 miljoen); er zijn veel oudere gebruikers van de diensten (23.000) en een groot aantal contacten komt binnen via het gratis nummer (800.000).
•
Een groot aantal vrijwilligers is betrokken bij het initiatief (20.000). Oudere vrijwilligers ontwikkelen relevante vaardigheden om de noden van oudere mensen doeltreffend te beoordelen en krijgen ervaring in het aanbieden van geschikte oplossingen ‘op maat’ in de vorm van allerlei activiteiten en diensten (bijvoorbeeld telefonisch gezelschap, bezorging van maaltijden, vervoer naar ziekenhuizen en dergelijke).
•
Het initiatief bestrijkt het hele land, dankzij de geïntegreerde telefonische sociale dienst (gratis nummer en telefoonnummers van lokale kantoren van de vereniging), 145 luisterpunten van Silver Thread en 1300 plaatselijke kantoren.
•
Een duidelijke strategie om het initiatief verder te ontwikkelen, door meer de klemtoon te leggen op activiteiten voor sociale promotie, het uitbreiden van de netwerken en het uitbouwen van de samenwerking met verscheidene stakeholders om het welzijnswerk voor oudere mensen te vernieuwen.
Concurrentie Silver Thread staat niet echt in concurrentie met oplossingen van andere organisaties, om de eenvoudige reden dat Silver Thread kansen tot contact aanbiedt aan mensen die opbellen en dus meer dan alleen praktische en sociale ondersteuning biedt. Vanuit het oogpunt van de sociale zorg doet 92%
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
54
3. Thematische activiteiten-clusters
van de gebruikers van Silver Thread nog geen beroep op enig openbaar of particulier gestructureerd steunprogramma. 6% van hen maakt gebruik van openbare sociale diensten en slechts 2% krijgt ook steun van andere particuliere organisaties.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het initiatief staat voor uitdagingen op allerlei terreinen waarvoor het oplossingen en steun kan gebruiken: •
Gebrek aan voldoende financieringsbronnen (vanwege de grote en toenemende vraag naar sociale bijstand).
•
Het is nodig om meer overeenkomsten te tekenen met instellingen om toegang te krijgen tot extra middelen voor activiteiten en diensten.
•
Er zijn te weinig voertuigen beschikbaar om de gebruikers naar ziekenhuizen en andere centra voor gezondheidszorg te vervoeren.
•
Er zijn niet genoeg vrijwilligers, gezien de exponentieel toenemende vraag van oudere gebruikers naar activiteiten en diensten.
•
In bepaalde regio’s (bijvoorbeeld in het zuiden van het land, in afgelegen gebieden en kleine dorpen) is het aanbod en de keuze aan activiteiten en diensten minder goed ontwikkeld dan in andere.
•
Op lokaal vlak is het niet eenvoudig om alle middelen en thema’s op één lijn te brengen (bijvoorbeeld bij openbare diensten, maatschappelijk middenveld, non-profitorganisaties en particuliere organisaties).
•
Om deze uitdagingen aan te pakken, wil het initiatief de activiteiten en het aantal mensen dat met AUSER samenwerkt, uitbreiden. Het wil ook de betrokkenheid van de derde sector bij de besluitvorming op regionaal en lokaal vlak activeren.
Financiering Het initiatief stelt ongeveer 100 mensen te werk en kan rekenen op de steun van circa 20.000 vrijwilligers. Eenmalige giften van particulieren zijn goed voor 45% van de financiering en nog eens 40% is afkomstig van de nationale overheid. 10% van de middelen bestaat uit bijdragen van de leden van AUSER.
Conclusie Het initiatief Silver Thread (Zilverdraad) richt zich op het groeiende aantal 65-plussers. De kernelementen van het initiatief zijn de organisatorische structuur en de vernieuwende projectstrategie. Deze bevorderen de netwerking en de samenwerking met instellingen en andere stakeholders bij het uitvoeren van gezamenlijke werkprojecten voor activiteiten voor oudere mensen. De belangrijkste impact van de activiteiten van het initiatief is dat het leert begrijpen wat de behoeften van de gebruikers zijn en daar een doeltreffende oplossing voor weet te vinden. Via een gratis telefoonnummer
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
55
3. Thematische activiteiten-clusters
biedt het initiatief hulp aan oudere mensen. Hun noden worden onderkend en aangepakt. Het initiatief biedt oudere mensen de gelegenheid om een actieve rol te spelen op sociaal en cultureel vlak door gebruik te maken van hun specifieke ervaring en vaardigheden. Silver Thread is een uniek en vernieuwend initiatief in Italië dat een enorm groot aantal oudere gebruikers bereikt. Met een passende ondersteuning om de uitdagingen aan te gaan, zou dit initiatief zich verder kunnen verspreiden over Italië en zijn sociale impact kunnen vergroten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
56
3. Thematische activiteiten-clusters
GEZONDHEID & EMPOWERMENT PASSION FOR LIFE (ZWEDEN) – PERSOONLIJKE EMPOWERMENT VOOR GEZONDHEID Onderzoeker: Rodd Bond, Netwell Centre, Ierland
Cluster
Gezondheid & Empowerment
Naam van de uitvoerder
Hoort toe aan alle georganiseerde of niet-georganiseerde senioren
Type uitvoerder
Informele groep
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Zweden
Naam van het initiatief
Passion for Life
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op nationale schaal)
Partners, type en primaire functie
Zweedse Vereniging van Lokale Overheden en Regio’s (Overheidsinstantie). Toen Passion for Life 7½ jaar geleden van start ging als proefproject, liep het in samenwerking tussen Qulturum en de Zweedse Vereniging van Lokale Overheden en Regio’s. Werknemers: 3
Medewerkers
Vrijwilligers: ongeveer 1000 kringleiders Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: geen
Financieringsbronnen Webpagina van het initiatief
Nationale overheid: 99% Inkomsten uit eigen producten/diensten: 1% www.lj.se/passionforlivet
Organisatie Passion for Life wordt geleid door Qulturum, een centrum voor leren en innovatie op het vlak van gezondheidszorg in Zuid-Zweden. Qulturum spitst zich toe op het ontwerpen en ontwikkelen van programma’s van preventieve gezondheidszorg en het verbeteren van de individuele kennis via actieve betrokkenheid van de patiënt. Qulturum is actief op regionaal, nationaal en internationaal vlak. Passion for Life haalt zijn informatie uit de thema’s in verband met gezondheid en levenskwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), zoals empowerment, veiligheid in eigen huis, lichaamsbeweging, dieet/voeding en sociale contacten en is stevig verankerd in een context van totaal kwaliteitsbeheer. Het initiatief kiest voor een PDSA-benadering (Plan-Do-Study-Act) om te komen tot daadwerkelijke en blijvende verandering in de levensstijl op het vlak van gezondheid van oudere mensen. Hoewel het programma oorspronkelijk werd ontworpen bij Qulturum, behoort het programma nu toe aan de senioren en wordt het ook door hen geleid. Passion for Life heeft een zorgvuldig uitgewerkt evenwicht bereikt tussen enerzijds het eigenaarschap en de procescontrole door de senioren en anderzijds de ‘lichte’ ondersteuning door de initiatiefnemers van het programma, Qulturum bij de provincieraad van Jönköping. Na bijna acht jaar zijn er nu meer dan 2000 vrijwillige coaches die meer dan 30.000 oudere deelnemers helpen in meer dan 8 landen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
57
3. Thematische activiteiten-clusters
In het begin kreeg Qulturum de steun van twee groepen van senioren die hielpen bij de promotie, validatie en het werven van deelnemers. Tegenwoordig verleent de Zweedse Vereniging van Lokale Overheden en Regio’s (SALAR) hulp bij het verspreiden van het programma Passion for Life over andere provincies en regio’s in heel Zweden en zelfs daarbuiten. SALAR helpt ook mee bij de strategische planning van de mogelijke uitbreiding van Passion for Life door ook de kans te grijpen om hulp te verlenen aan ouderen met complexere behoeften op het vlak van gezondheidszorg. Het initiatief is gevestigd in een prachtig gerenoveerd 19de-eeuws gebouw dat een beetje op een landhuis lijkt en gelegen is op de beboste campus van het Ryhov Ziekenhuis in Jönköping. Qulturum en de omgeving ervan werden ontworpen als een ‘plaats waar mensen elkaar gewoon kunnen ontmoeten en nadenken’. Door de combinatie van flexibele ruimtelijke mogelijkheden kan het zowel dienen als plaats om zich terug te trekken, denktank, vormingcentrum, klaslokaal, conferentiecentrum en eetzaal.
Probleem en oplossing In veel landen leggen de verbeteringsprocessen in de gezondheidszorg, de gemeenschapsontwikkeling en de wetgeving over patiënten een duidelijke klemtoon op de betrokkenheid van de mensen, empowerment en keuze. Tegelijk lijden oudere mensen vaak onder eenzaamheid, isolement en gebrek aan macht en greep op hun levenssituatie. Dit probleem kan nog toenemen naarmate de bevolking verder veroudert. Om de omstandigheden voor oudere mensen te verbeteren, zijn nieuwe trefpunten nodig om elkaar te ontmoeten, te leren en samen te werken. Passion for Life gaat uit van de eigen motivatie en context van het individu. Het project wil vooral iets doen aan het probleem van eenzaamheid bij oudere mensen. De kernactiviteiten van Passion for Life zijn een reeks ‘levenscafés’ die oorspronkelijk gebaseerd zijn op de thema’s en dimensies in verband met gezond ouder worden van de WGO, zoals: •
Empowerment
•
Veiligheid in eigen huis
•
Dieet en voeding
•
Lichaamsbeweging
•
Sociale netwerking
Het hele programma gaat uit van een benadering van een actiegerichte verandering in gedrag en houding, volgens het levenswiel van Plan-Do-Study-Act (PDSA). Normaal hebben de cafés plaats om de twee tot drie weken en in de tijd daartussen testen en meten de deelnemers de veranderingen in hun levensstijl op basis van de beloften tot verbetering die ze hebben gedaan. Daarom omvat de actieagenda van elk levenscafé: •
Een beschouwing over de gemaakte vooruitgang en de bereikte resultaten op het vlak van veranderingen in een aspect van hun welzijn dat tijdens de vorige bijkomst/café aan bod kwam (bijvoorbeeld de veiligheid binnenshuis)
•
Een bespreking/verkenning van een nieuw thema/aspect (bijvoorbeeld voeding)
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
58
3. Thematische activiteiten-clusters
•
Een gelegenheid om een verandering te plannen in het bestaande gedrag – en die uit te testen in de periode tot de volgende bijeenkomst
De eerste en laatste cafés hebben een ietwat verschillende opzet, omdat ze respectievelijk een inleiding, toelichting en empowerment bevatten, en een samenvatting met conclusies. Sinds het oorspronkelijke proefproject in 2006 zijn de algemene benadering en de uitgangspunten behouden, maar de senioren/deelnemers hebben wel mee geholpen om het programma te verbeteren en aan te passen aan de plaatselijke noden en context. Als gevolg daarvan is het niet ongebruikelijk dat meer onderwerpen/thema’s worden besproken tijdens een groter aantal levenscafés. De thema’s kunnen lokaal verschillen, maar er zijn toch enkele nieuwe, populaire thema’s die telkens terugkeren zoals valpreventie, omgaan met chronische pijn en het gebruik van geneesmiddelen. Soms werden de grenzen nog verder verlegd en kwamen ook activiteiten met verschillende generaties of de speciale noden van etnische minderheden aan bod. Passion for Life gaat om het creëren van ruimte voor verandering en het vroeger inbrengen van innovatie in een proces van drastische, op de burger gerichte aanpassing op maat, waarbij mensen samenwerken om elkaar te helpen eigen wegen naar eigen verbeteringen te vinden. Die cultuur van respect en persoonlijke verantwoordelijkheid zit ingebakken in de relaties tussen alle betrokkenen.
Betrokkenheid van de stakeholders Passion for Life hoort toe aan de senioren zelf en de gebruikers krijgen heel veel kansen om problemen en mogelijke oplossingen te omschrijven. De handleiding voor de lesgevers wordt voortdurend geüpdatet met de hulp van de senioren. Het succes van Passion for Life hangt af van de visie, de gedrevenheid en de inzet voor kwaliteit van de leiding. De kracht en eenvoud van het gezamenlijk uitgevoerde PDSA-concept en de gedrevenheid waarmee ouderen hierdoor worden aangetrokken, dragen bij aan het proces. Door de oudere deelnemers zeggenschap te geven en hun energie en middelen vrij te maken, zorgt Passion for Life voor doeltreffende en vrolijke ‘levenscafés’, waar oudere mensen zich ertoe kunnen verbinden daadwerkelijke veranderingen aan te brengen in hun gedrag en hun houding, met concrete resultaten voor hun gezondheid en welzijn
Doelgroep De doelgroep die Passion for Life wil bereiken, zijn senioren van alle leeftijden over de hele wereld, met inbegrip van heel zieke oudere volwassenen, mensen in verzorgingstehuizen en hun verwanten. Deelnemen aan een kring van Passion for Life kan erg zinvol zijn voor de verwanten van zieke oudere mensen in verzorgingstehuizen. Het programma heeft een intrinsieke flexibiliteit en kan worden aangepast aan de behoeften van verschillende doelgroepen. Er zijn ook positieve resultaten gemeld door oudere expats die in Zweden wonen. In de toekomst zou het initiatief ook meer promotie willen maken om zo meer mannen naar de levenscafés te krijgen en ook jongeren te betrekken om de solidariteit tussen de generaties te bevorderen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
59
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Passion for Life biedt een eenvoudig en gebruiksvriendelijk mechanisme om: •
op systematische wijze kennis over te dragen;
•
de juiste sfeer te scheppen om ideeën te laten doordringen;
•
het kader en de infrastructuur te voorzien voor de verspreiding van vaardigheden en kennis.
Hoewel het initiatief in eerste instantie inspeelde op de uitdaging van actief en gezond ouder worden voor senioren, biedt het ook heel wat verdergaande mogelijkheden. Het doel bestaat erin senioren zeggenschap te geven om actief te zijn en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven. Als zodanig is het een uitstekend instrument voor activiteiten op het vlak van preventie en gezondheidspromotie, het verbeteren van de gezondheid en de levenskwaliteit en het verlagen van de vraag naar diensten op het vlak van gezondheidszorg. Enkele positieve resultaten die blijken uit onderzoek van het programma van Passion for Life, wijzen op enkele factoren van succes: • Opgewektheid – In een opgewekte omgeving ontstaat persoonlijke motivatie. Uit vragen die werden gesteld na de bijeenkomsten bleek hoe belangrijk de mensen het vonden om iets te leren in het gezelschap van lotgenoten – dat gaf inspiratie en dieper inzicht. • Nut – De methodes zijn eenvoudig en gebruiksvriendelijk! • Empowerment – Het gevoel van empowerment wordt ervaren en zichtbaar, tastbaar en reëel gemaakt. Dat mensen zelf weer greep krijgen op hun situatie kan het noodzakelijke ingrediënt worden voor effectieve verandering. Kernwoorden die vaak te horen waren, zijn ‘eigen verantwoordelijkheid’, ‘zorg voor jezelf’ en ‘niet opgeven’.
Evaluatie In 1996-1997 begon het provinciebestuur van Jönköping met een programma voor kwaliteitsverbetering, waarbij het ideeën van over de hele wereld naar Zweden en naar Jönköping haalde om ze aan te passen, in de praktijk te brengen en te verbeteren. Op basis van het werk van de ‘Breakthrough Series’ van het Institute for Health Improvement (IHI) in de Verenigde Staten en de inspanningen van Sir John Oldham voor het ontwikkelen van basiszorg binnen de NHS in de Britse stad Manchester, koos Qulturum het samenwerkingsproces als een kader voor verandering – ‘een methode voor verbetering die berust op de verspreiding en aanpassing van bestaande kennis op verschillende plaatsen om een gezamenlijk doel te bereiken’. Dit wordt geschraagd door een Plan-Do-Study-Actbenadering (PDSA), die het antwoord zoekt op de volgende vragen: •
Wat proberen we te bereiken?
•
Hoe zullen we weten of een verandering ook een verbetering is?
•
Welke veranderingen zullen we aanbrengen die zullen leiden tot verbetering?
Binnen het in Jönköping destijds lopende programma van totale kwaliteitsverbetering (TQM) en met de steun van Qulturum en de kennis van het IHI in de VS en de NHS in het Verenigd Koninkrijk startte de eerste fase in 2006 met een proefproject voor een periode van 26 weken. Aanvankelijk werd het project
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
60
3. Thematische activiteiten-clusters
geleid door de projectverantwoordelijke en bestond het uit zes levenscafés over de WGO-thema’s. Er waren 24 deelnemers in dat proefproject, die als ambassadeurs fungeerden. Na een positieve evaluatie werd het project in 2007 aanvaard als programma en werd de ondersteunende infrastructuur voor vorming en verspreiding voorzien. Een belangrijke stap was het rekruteren van twee senioren als ‘leider van verbetering’ en als externe senior coach. De PDSA-benadering werd erkend als cruciaal instrument om individuele vooruitgang op te tekenen en te meten.
Concurrentie Passion for Life is actief in een marktsegment dat zich over verschillende domeinen uitstrekt, waaronder kwaliteitsverbetering, leerkringen, individuele ontwikkeling en groepscoaching. De competitiviteit en het unieke karakter liggen in de keuze en de plaatselijke toepassing van een samenwerkingsmodel, dat mede wordt bepaald door banden met het Institute for Healthcare Innovation in de Verenigde Staten en de ervaringen met het ontwikkelen van basiszorg van de NHS in Manchester. Deze mechanismen zijn aangepast aan de Zweedse nationale en lokale normen en context en ze worden toegepast voor een burgergerichte empowerment van senioren op het gebied van actief en gezond ouder worden en het nastreven van een hogere levenskwaliteit. Door de controle over te laten aan de senioren zelf, heeft het Passion for Life-programma altijd opengestaan voor permanente evolutie en verbetering, al is het wel trouw gebleven aan zijn essentiële principes en waarden.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen •
De innovatie en permanente verbetering ‘fris’ en ‘enthousiast’ houden, naarmate het initiatief meer ‘mainstream’ wordt.
•
Coaches en vrijwilligers (blijven) gemotiveerd houden door erkentelijk te zijn en ze te belonen voor hun inspanningen.
•
Een team voor toezicht en leiding behouden/vernieuwen dat veel invloed heeft op de omstandigheden waarin het model kan bloeien en groeien.
•
Een gevoel behouden dat de senioren eigenaar zijn van het programma, ook wanneer er meer aansluiting komt op de programma’s van ‘beter leven voor oudere zieken’, waar meer professionele, medische hulp een rol gaat spelen.
•
Andere stakeholders in de wereld van gezondheid en welzijn uitnodigen om de controle uit handen te geven of te herverdelen, om oudere mensen meer zeggenschap te geven.
•
Nabootsers en merkverwatering. De integriteit van het programma beschermen wanneer het wordt gekopieerd zonder dat de hoofdprincipes gerespecteerd worden.
Het team van Passion for Life bekijkt nu hoe betere resultaten en meer impact mogelijk zijn voor mensen met (meer risico va) een chronische ziekte. Als voor deze boeiende en noodzakelijke richting wordt gekozen, zal dit een uitdaging vormen voor enkele hoofdprincipes van het programma, omdat het beginsel van gedeeld eigendom en controle door de senioren dan op een creatieve manier moet
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
61
3. Thematische activiteiten-clusters
samengaan met systemen van zorgverlening die doorgaans centraal worden aangestuurd en in handen zijn van professionele krachten.
Financiering Het algemene financiële model bestaat erin een lokale overheid of dienstverlenende organisatie ongeveer 30.000 euro aan te rekenen voor een periode van drie jaar, om daarmee de kosten te dekken voor de vorming, advertentie/rekrutering, opbouw, materiaal en onderhoud/ondersteuning. Daardoor hangt het initiatief alleen af van nationale overheidssteun.
Conclusie Passion for Life is een bijzonder goedkoop programma met een grote impact. Na bijna acht jaar met succes te zijn uitgevoerd, is Passion for Life in de huidige omvang en toepassing een levendig, stabiel programma dat kan worden uitgebreid en goed te financieren blijft en dat ‘eigendom van de senioren’ is, afgezien van een zeer ‘lichte’ bemiddelende rol van Qulturum. Het initiatief heeft tot doel senioren de kracht te geven om actief te zijn en verantwoordelijkheid op te nemen voor hun eigen leven. Daardoor is het een uitstekend instrument voor gezondheidspreventie en -promotie, die een betere gezondheid en levenskwaliteit bevordert en zo de vraag naar diensten op het gebied van gezondheidszorg vermindert. Met zijn klemtoon op ‘beleven’ en ‘doen’ in plaats van ‘praten’ biedt het initiatief een tastbaar en holistisch programma dat gericht is op resultaten en toch gebaseerd blijft op de theorie van organisatorische verandering en op de beste praktijkvoorbeelden. Voor de toekomst zou het ideaal zijn als het project zich kan richten op specifieke terreinen waar verbetering mogelijk is, kan worden erkend door de EU en de intergenerationele mijlpalen kan halen en zijn duurzaamheid kan versterken in een kader van bredere ambities, over onder andere de volgende punten, die ook al vermeld staan in de toekomstplannen: •
Een grotere bijdrage aan de preventie van ziekte en letsels
•
Een beter gebruik van medicatie/farmaceutische producten
•
Meer steun voor mensen die palliatieve zorg nodig hebben
•
Meer steun voor mensen met dementie
•
Een grotere impact op de dienstverlening in de vorm van minder (weder)opnames in ziekenhuizen.
Het zaad voor duurzame verandering is al gezaaid en het platform Passion for Life dat in handen is van de mensen zelf, is heel goed geplaatst om vooruitgang op al deze fronten te ondersteunen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
62
3. Thematische activiteiten-clusters
AGE NO BARRIER (VERENIGD KONINKRIJK) – DE GEZONDHEIDSBARRIÈRES DOORBREKEN Onderzoekster: Suzanne Smith, Netwell Centre, Ierland
Cluster
Gezondheid & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
Rushmoor Healthy Living (RHL)
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Hampshire, Farnborough, Verenigd Koninkrijk
Naam van het initiatief
Age No Barrier
Initiatief actief sinds
Minder dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op nationale schaal) Rushmoor Borough Council (overheidsinstantie): promoot Age No Barrier en biedt voorzieningen om het project te steunen.
Partners, type en primaire functie
First Wessex Housing Association (non-profit/ngo): promoot Age No Barrier en biedt toegang tot bewoners. Step By Step (non-profit/ngo): promoot Age No Barrier en biedt kansen voor activiteiten en voorzieningen om het project te steunen. Rushmoor Voluntary Services (RVS) (non-profit/ngo): biedt toegang tot vrijwilligers en werving van vrijwilligers plus vervoer van senioren. Werknemers: 4
Medewerkers
Vrijwilligers: ongeveer 30 Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: 0
Financieringsbronnen Webpagina van het initiatief
Nationale overheid: geen Inkomsten uit eigen producten/diensten: geen http://www.rhl.org.uk/
Organisatie RHL ‘Improving your Health and Wellbeing’ is een geregistreerde liefdadigheidsorganisatie en een vereniging zonder winstoogmerk. De organisatie ontstond in 2002 door financiering van de Big Lottery, een project bedacht door de Rushmoor Borough Council en de Blackwater Valley Primary Care Trust. Het initiatief wil in de eerste plaats verandering tot stand brengen door kansarme en zieke oudere volwassenen kansen en steun te geven om hun lichamelijk en geestelijk welzijn te verbeteren. Age No Barrier wil er vooral voor zorgen dat leeftijd op zich geen belemmering vormt voor mensen als ze ouder worden, maar wil in het algemeen ook barrières voor oudere mensen aanpakken en wegnemen, zowel bij tastbare belemmeringen (zoals toegang tot het openbaar vervoer) als bij minder tastbare barrières (attitudes of processen). Enkele van de barrières die Age No Barrier probeert weg te nemen, zijn onder meer gebrek aan kennis, een lage scholing, tekort aan financiële middelen, gebrek aan lokale voorzieningen, slechte vervoersmogelijkheden, problemen die verband houden met een etnische achtergrond en een gering gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen bij senioren.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
63
3. Thematische activiteiten-clusters
Problematiek Uit onderzoek door een aantal organisaties (zoals de Hants CC Older Persons Strategic Board) blijkt dat oudere mensen beter uitgerust moeten worden om in te spelen op ingrijpende gebeurtenissen in hun leven, die anders heel schadelijk kunnen zijn voor hun lichamelijke en geestelijke gezondheid, hun sociale relaties en uiteindelijk hun levenskwaliteit. Het schadelijke effect van eenzaamheid en isolement op de fysieke en mentale gezondheid en ook op het welzijn van oudere volwassenen wordt algemeen erkend en uit onderzoek blijkt dit zelfs een even grote bedreiging voor de gezondheid te zijn als roken of obesitas. Eén op de tien oudere mensen ervaart chronische eenzaamheid en brengt soms wel 70 tot 90% van de tijd thuis door – dit neemt nog toe naarmate mensen ouder en zwakker worden. De problemen van isolement en eenzaamheid zijn soms zelfs nog groter voor mensen uit etnische en culturele minderheidsgroepen, omdat die vaak moeilijker toegang hebben tot informatie. Het Older Persons Plan for Rushmoor stelt vast dat niet alle oudere mensen op de hoogte zijn van de diensten en de ondersteuning die in hun omgeving beschikbaar is. Age No Barrier wil werken aan een betere informatie voor oudere volwassenen over de vele goede diensten waarvan zij gebruik kunnen maken. Rushmoor kent significante ruimtelijke gezondheidsverschillen, omdat er armoedige buurten zijn die sterk contrasteren met naburige welvarende wijken. Zo behoren vier buurten nationaal tot de onderste 20% op het vlak van laag inkomen voor oudere mensen volgens de Index of Multiple Deprivation 2010 en negen buurten behoren tot de minst gunstige op het gebied van onderwijs, vaardigheden en opleiding. Twee buurten behoren tot de onderste 10% en drie tot de laagste 20% op het vlak van gezondheid. Bovendien is de levensverwachting voor mannen in de minst kansarme buurten acht jaar hoger dan voor hen die leven in de armste wijken. In Rushmoor wonen veel Nepalese immigranten (+10% van de bevolking), onder wie een groot aandeel ouderen. Uit het onderzoek naar de gezondheidsnoden bij Nepalezen van de NHS bleken de belangrijkste gezondheidsproblemen bij deze groep type 2-diabetes, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk en depressie te zijn en bovendien is een groot deel van deze mensen niet in staat om te communiceren in het Engels.
Innovatieve oplossing Met behulp van een systeem van onderscheidingen dat een beetje lijkt op de ‘Duke of Edinburgh Award’, worden oudere volwassenen aangemoedigd om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen die hen uiteindelijk aansporen en in staat stellen hun gevoel van eigenwaarde, hun gezondheid en welzijn op te krikken en hun isolement te verminderen. Het systeem van de Duke of Edinburgh Award, dat is ontwikkeld voor jongeren, was tot nu toe nooit uitgeprobeerd bij ouderen en daardoor is Age No Barrier een vernieuwende manier om deze bevolkingsgroep te bereiken. Age No Barrier wil kwetsbare (Britse maar vooral Nepalese) ouderen doeltreffender leren omgaan met toekomstige ingrijpende gebeurtenissen in hun leven, door hen te helpen bij lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen die hen op al die gebieden sterker maken en die tot een sneller herstel leiden. Het project mikt vooral op het vergroten van het gevoel van eigenwaarde, het zelfvertrouwen en de geestelijke veerkracht van de deelnemers en tracht ook nieuwe vriendschappen en groepen waarin men elkaar ondersteunt te
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
64
3. Thematische activiteiten-clusters
doen ontstaan. Bovendien is het lokale vrijwilligerswerk door Age No Barrier toegenomen en komt er ook meer aanmoediging binnen de gemeenschap, speciaal ten aanzien van een grotere interactie met de Nepalese bevolkingsgroep. De deelnemers aan het project krijgen ondersteuning van het projectteam bij het uitkiezen en bereiken van doelstellingen in verband met de volgende thema’s: 1. Vrijwilligerswerk 2. Een nieuwe vaardigheid leren 3. Een lichamelijke uitdaging volbrengen 4. Een persoonlijke uitdaging aangaan Bronzen, zilveren en gouden onderscheidingen maken vorderingen mogelijk, want binnen elk thema is het volgende niveau uitdagender dan van het vorige. Enkele activiteiten van Age No Barrier tot nu toe zijn lessen in Engelse taal en cultuur voor de Nepalezen. Die lessen zijn vooral bedoeld om de Nepalese deelnemers de kans te geven om zich beter sociaal te integreren, zodat ze begrijpen hoe ze moeten reageren in dagelijkse situaties zoals boodschappen doen, afspraken maken en tekens en borden herkennen en begrijpen. Nepalese en Engelse lesgevers geven druk bijgewoonde yogalessen en een ruime keuze aan andere lessen in lichamelijke oefening en fitness zoals wandelen, Pilates en Tai Chi. Door de inzet van Nepalees personeel en een groot aantal vrijwilligers uit de Nepalese gemeenschap is de capaciteit voor een doeltreffende dienstverlening binnen de gemeenschap sterk toegenomen. Vrijwilligers krijgen extra vorming en zijn beschikbaar om te helpen als tolk en bij het coördineren en uitvoeren van andere activiteiten, zoals advies en informatie verstrekken over gezondheid en welzijn en wijzen op de gevaren van diabetes en kanker in de lessen en groepsactiviteiten. De flexibiliteit en de openheid van Age No Barrier om in te spelen op de behoeften die de gebruikers zelf vaststellen, zijn cruciaal geweest voor het succes van het project.
Betrokkenheid van de stakeholders De stakeholders (waaronder ook de senioren) en de partners zijn meestal sterk betrokken bij de activiteiten van het project, ook bij het aanmoedigen en kiezen van oplossingen voor vastgestelde noden. Age No Barrier werkt samen met vier strategische hoofdpartners: Rushmoor Borough Council (RBC), Rushmoor Voluntary Services (RVS), Step by Step en First Wessex Housing. Zij werden allemaal geraadpleegd en waren betrokken bij het uitstippelen van het project. Daarna hebben de partners op de volgende wijze meegewerkt: RBC hielp het project promoten; RVS heeft het personeel en de vrijwilligers van het project de kans gegeven doeltreffend gebruik te maken van haar minibussen voor activiteiten en excursies; Step by Step zette projecten op om oudere Nepalezen in contact te brengen met jongeren; First Wessex zorgt ervoor dat de deelnemers in verzorgingstehuizen gemakkelijker bereikt worden en beheerde ook huisvestingsprogramma’s. Een essentieel onderdeel van sociaal vernieuwende initiatieven is de actieve betrokkenheid van de
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
65
3. Thematische activiteiten-clusters
gebruikers bij het omlijnen van het project op alle niveaus. Hiervoor moet er vertrouwen groeien en moeten de stakeholders de kans krijgen om op een zinvolle manier mee te werken. Age No Barrier kon bereiken dat RHL en de gebruikers samen activiteiten gingen opzetten, omdat het voortdurend nadacht over de activiteiten en ze bijstuurde op basis van de input en feedback van de deelnemers. Het eigenaarschap en de autonomie van de deelnemers is ook met succes aangemoedigd, want velen onder hen coördineren nu activiteiten waarvoor alleen nog op de achtergrond ondersteuning van RHL nodig is.
Doelgroep Het project richt zich op kwetsbare 50-plussers. Age No Barrier spitst zich vooral toe op oudere Nepalese immigranten en ook op oudere volwassenen met een laag inkomen die alleen wonen en sociaal geïsoleerd zijn, mensen zonder ondersteunend sociaal of familienetwerk, mensen met (potentiële) (lichamelijke en geestelijke) gezondheidsproblemen en oudere mantelzorgers (bijvoorbeeld mensen die oudere familieleden met dementie verzorgen). In 2013 werden ongeveer 250 oudere volwassenen betrokken bij het Age No Barrier-project en tegen eind juli 2014 werden meer dan 600 deelnemers verwacht.
Impact Tot nu toe heeft het project de grootste impact gehad op de oudere Nepalezen in de gemeenschap. Momenteel bereikt het project 400 deelnemers en vrijwilligers met diverse activiteiten. Van alle deelnemers hebben 25 Nepalezen de vooropgezette doelstellingen bereikt in de lessen Engels en cultuur en ongeveer 30 oudere Britten in verzorgingstehuizen bereikten de doelstelling om te leren haken. Via Age No Barrier komen nu geregeld vier sociale groepen samen – drie wekelijks en één om de veertien dagen. Alle deelnemers hebben aangegeven dat hun gevoel van eigenwaarde en van welbevinden is toegenomen als rechtstreeks gevolg van hun deelname aan de bijeenkomsten en activiteiten. De meeste deelnemers verwerven nieuwe vaardigheden, hun sociale contacten verbeteren en ze ontwikkelen een netwerk waardoor hun isolement vermindert. Dit wordt gemeten aan de hand van de verslagen van de activiteiten en uiteindelijk ook door het bereiken van de onderscheidingen. De gevoelens van persoonlijk isolement bij de individuele ouderen zijn afgenomen, net als het gevoel van isolement als groep bij de Nepalese gemeenschap van ouderen. Er is ook een verandering vastgesteld in de manier waarop de generaties tegenover elkaar staan en bij de contacten tussen jonge Britten en oudere Nepalezen worden minder uitspraken tegen migranten en tegen Nepalezen opgetekend. Op brede schaal bestrijdt Age No Barrier algemeen verspreide vooroordelen en mythes over oudere mensen en ouder worden door te wijzen op de vele manieren waarop senioren een bijdrage kunnen leveren in de familie, de gemeenschap en de burgersamenleving.
Evaluatie Omdat het om een recent project gaat, zijn er nog niet zoveel evaluatieresultaten. Het project wordt geëvalueerd via zelfbeoordeling op basis van ervaringen en van feedback, zelfevaluatie en externe
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
66
3. Thematische activiteiten-clusters
impactevaluatie met kwantitatieve en kwalitatieve methodes. RHL blijft voort overleg plegen met een brede groep van oudere volwassenen en relevante lokale organisaties. Meer dan 300 oudere mensen zijn geraadpleegd via de klankbordgroep van het project, ouderenfora en seniorengroepen. De strategische hoofdpartners die betrokken waren bij het uitstippelen van het project, blijven actief meewerken bij het promoten, uitvoeren en evalueren van Age No Barrier, net als andere organisaties en lokale prominenten, waaronder het Senior Citizens’ Forum en groepen uit de Nepalese gemeenschap. De feedback van alle stakeholders is nog altijd bijzonder positief. RHL en de partners melden dat lokale senioren die de activiteiten bijwonen, vaak uitspraken doen als: ‘Het is voor het eerst sinds lang dat ik heb uitgekeken naar de maandag’ of ‘Het is voor het eerst sinds jaren dat ik op zondag ben buiten gekomen.’ Uit vraaggesprekken met lokale partners blijkt dat RHL langzamerhand wordt gezien als de organisatorische deskundige in verband met de lokale Nepalese gemeenschap.
Concurrentie Zowel de University of the 3rd Age (U3A) en Age UK organiseren in veel gevallen gelijkaardige activiteiten en diensten als Age No Barrier. Door de gelijkenissen tussen alle initiatieven kan het voor Age No Barrier moeilijker zijn om de juiste boodschap over te brengen en te tonen hoe dit project op een andere manier probeert de ouderen te betrekken dan de andere initiatieven. U3A biedt zijn leden bijvoorbeeld allerlei activiteiten aan, waaronder ook lichamelijke en sociale evenementen (wandelingen, excursies, events en clubs). RHL en partners doen erg hun best om ervoor te zorgen dat Age No Barrier zich duidelijk onderscheidt van de overige organisaties, door te beklemtonen dat de belangrijkste doelstellingen van het project betrekking hebben op eenzame en geïsoleerde ouderen. Deze groep zal minder snel contact zoeken met organisaties als U3A, omdat deze mensen wellicht niet de mogelijkheden, middelen of voldoende vertrouwen hebben om lid te worden. Age No Barrier wil niet concurreren met deze organisaties, omdat het project werkt met de lokale Nepalezen en met kwetsbaarder senioren, die niet deelnemen aan activiteiten van bestaande groepen als U3A en Age UK.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Integratie en cohesie vormen een uitdaging op plaatsen waar het heel moeilijk is om oudere mensen van verschillende culturen en etnische afkomst bijeen te brengen, vooral omdat er veel mythes circuleren over de Nepalese cultuur nadat een groot aantal Nepalese ex-soldaten van de Gurkhabrigade zich sinds 2009 in de streek heeft gevestigd. Age No Barrier tracht dit recht te zetten door aandacht te vragen voor de positieve kanten van de Nepalese cultuur, die vaak onbekend zijn. Hiermee hoopt Age No Barrier veel van de vooroordelen uit de wereld te helpen die het gevolg waren van negatieve campagnes tegen de integratie van de Nepalezen in de streek. Het project wil het thema van de integratie specifiek aanpakken door Nepalese deelnemers aan het project op positieve wijze in te schakelen, bijvoorbeeld door inspirerende en informatieve voordrachten voor jongeren in Step by Step, door te wijzen op het werk van vrijwillige tuiniers bij mensen die zelf hun tuin niet kunnen onderhouden en ook door de bevolking attent te maken op de inspanning die veel oudere Nepalezen doen om zich te
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
67
3. Thematische activiteiten-clusters
integreren. Op het vlak van cohesie verwacht het project dat een geplande kampeerclub en een excursieprogramma goed zullen evolueren en de Engelse en Nepalese bewoners op zinvolle wijze dichter bij elkaar zal brengen.
Fondsen Age No Barrier wordt gedurende 18 maanden tot 31 juli 2014 voor 100% gefinancierd door de Big Lottery. Het projectbudget bedraagt 90.000 euro per jaar. De huidige afhankelijkheid van de Big Lottery zal op korte termijn waarschijnlijk blijven bestaan. Momenteel wordt een bedrijfsmodel ontwikkeld voor de bredere context van RHL om bepaalde aspecten van het Age No Barrier-project vooruit te helpen.
Conclusie Age No Barrier is een creatief project dat leeftijdsbarrières en ook belemmeringen voor ouderen binnen bepaalde diensten wil wegnemen. Empowerment, ondersteuning en het opheffen van sociaal isolement maken deel uit van de visie van dit initiatief. Volgens die visie zijn het de oudere volwassenen die hun eigen noden bepalen, helpen bij het ontwikkelen van oplossingen en die aanvankelijk opgezette projecten voortzetten, terwijl ze geleidelijk aan het eigenaarschap en zeggenschap over de activiteiten overnemen. Met hun werk in een relatief kleine maar erg kansarme buurt buiten Londen, hebben RHL en vooral Age No Barrier een belangrijke impact op de leden van zowel de Nepalese als de autochtone Britse gemeenschap door vertrouwen aan te kweken, waakzaam te blijven en doeltreffend tegemoet te komen aan de vastgestelde noden. Omdat het gaat om een jong proefproject, wordt het nu pas mogelijk om de impact op de gezondheid en het sociaal welzijn te meten. Dit is een project om later opnieuw te bekijken, want de lessen uit de activiteiten houden beloften in voor een brede toepassing, vooral bij etnische minderheidsgroepen binnen grote agglomeraties. Tegen eind juli 2014 zullen naar verwachting 600 mensen hebben deelgenomen aan het project en die zullen daardoor meer zelfrespect en zelfvertrouwen hebben gekregen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
68
3. Thematische activiteiten-clusters
INTERGENERATIONELE RELATIES KINDRED BY CHOICE (MÜTTERZENTRUM) (DUITSLAND) – INTERGENERATIONELE MAATSCHAPPELIJKE INZET Onderzoekster: Victoria Holczmann, ZSI, Oostenrijk
KINDRED BY CHOICE How to provide joyful spaces for childcare, the care of elderly people and civil engagement under one roof
Handicrafts connect
All real living is meeting
Togetherness tastes good
Who of the three is senile? There are moments, when it doesn‘t matter. Feeling happy and safe
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
69
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Intergenerationele relaties
Naam van de uitvoerder
SOS-Mütterzentrum
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Salzgitter, Duitsland
Naam van het initiatief
Kindred by Choice
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Groei (het proefproject draait op volle toeren en begint zich uit te breiden)
Partners, type en primaire functie
Mütterzentrum Bundesverband (Non-profit/ngo/middenveldorganisatie) Werknemers: 2 Vrijwilligers: 5
Medewerkers
Stagiairs: 4 Externe adviseurs en deskundigen: 2 Nationale overheid: 80%
Financieringsbronnen
Eenmalige giften van particulieren: 15% Stichtingen en filantropische organisaties: 5%
Webpagina van het initiatief
http://www.sos-kinderdorf.de/muetterzentrum-salzgitter
Organisatie Het project wordt gecoördineerd door het ‘Mütterzentren Bundesverband’ in samenwerking met SOSMüt ter zentrum
Salzgit ter
–
allebei
zijn
non-prof it /ngo/middenveldorganisaties.
De
samenwerkingspartner ondersteunt het initiatief door externe en interne communicatie te bieden over de activiteiten van de Moedercentra, de vorming van de begeleiders te coördineren, met netwerking en door bijeenkomsten en telefoonconferenties te organiseren. De initiatiefneemster Hildegard Schooß is al meer dan vijf jaar actief. Nadat ze was getrouwd, verhuisde ze naar een andere stad en toen ze haar eerste kind had gekregen, voelde ze zich geïsoleerd en eenzaam. Om dat isolement te doorbreken, zocht ze een openbare ruimte om het eerste Moedercentrum op te richten – een openbare zitkamer waar vrouwen en kinderen elkaar konden steunen als leden van een grote familie. Het idee verspreidde zich over Duitsland onder de koepel van de Duitse Federatie van Moedercentra, het ‘Mütterzentren Bundesverband’. Als gevolg van demografische veranderingen in de loop van de tijd werden de bezoekers aan de centra diverser en ook ouder en geleidelijk aan werden de contacten multigenerationeel.
Problematiek Oudere mensen zonder sterke familie- of gemeenschapsbanden worden eenzaam en raken geïsoleerd. Er zijn geen plaatsen of gelegenheden om mensen van alle generaties en achtergronden te ontmoeten zonder dat men verplicht is te consumeren of een georganiseerd evenement bij te wonen. Mensen met dementie, andere cognitieve stoornissen of afnemende validiteit en hun verzorgers kunnen sociaal geïsoleerd raken en er zijn maar weinig alternatieven voor de conventionele verzorgingstehuizen of centra voor dagopvang. Veel families dragen een dubbele of drievoudige last omdat ze zorgen voor
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
70
3. Thematische activiteiten-clusters
kinderen en/of oudere verwanten, het huishouden moeten doen en ook nog betaald werk moeten verrichten. In plaats van de jonge kinderen en de ouderen naar één plek te brengen, moeten ze hen noodgedwongen naar verschillende plaatsen brengen. Bovendien blijkt de scheiding van de generaties bij te dragen tot een grotere intergenerationele intolerantie.
Innovatieve Oplossing Het project Kindred by Choice (verwant uit vrije keuze) wil aangename ruimten ter beschikking stellen voor de verzorging van kinderen en ouderen en ook voor maatschappelijk engagement, allemaal onder één dak. Er zijn ongeveer 400 Moedercentra in Duitsland. De koepelorganisatie is de Federatie van Moedercentra, het ‘Mütterzentren Bundesverband’ in Hamburg. Een van de meest vernieuwende moedercentra, dat zijn ideeën doorgeeft aan andere, is gevestigd in Salzgitter. Het centrum ging dertig jaar geleden van start met het idee om een openbare ruimte te creëren voor vrouwen en kinderen en is nu een modern gebouw van twee verdiepingen met een open architectuur, waar dagelijkse ontmoetingen mogelijk zijn tussen verschillende generaties van beide geslachten en waar wederzijdse hulp en begrip wordt aangemoedigd. Het huis doet denken aan een dorpje waar de mensen rondslenteren, praten, lachen en werken. Het bestaat uit een grote woonkamer, winkeltjes, een peutertuin en een marktplein waar de ouderen van het dagcentrum en de kinderen van de peutertuin elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen eten. Bovendien zijn er ook enkele winkeltjes, zoals een kapper, een winkel voor tweedehandsspullen, een kleermaker, enzovoort. De open architectuur, het glazen dak en de goed verlichte kamers zorgen voor een inspirerende en gezellige sfeer en bevorderen ook het gevoel van samenzijn. De kinderen zijn onderverdeeld in zogenaamde familiegroepen van 0 tot 12 jaar. Aan de andere kant van de verdieping brengen de oudere mensen hun tijd door. Omdat het huis erg groot is, moet je een heel eind lopen van de ene kant naar de andere, maar dat biedt dan weer de gelegenheid om mensen te ontmoeten, een praatje te slaan en even te gaan zitten in een van de vele stoelen die overal staan opgesteld. Er zijn gezonde maaltijden te krijgen voor iedereen, aan grote en kleine tafels, met aandacht voor ieders persoonlijke behoeften. De vrij gekozen vormen van contact ontstaan, groeien en ontwikkelen zich door betrokkenheid en een gezamenlijke besluitvorming. De begeleiders, de zogenaamde ‘GastgeberInnen’ of gastheren en gastvrouwen, zetten de mensen aan tot wederzijdse empathie en interactie. De klemtoon ligt op de vaardigheden van de mensen en niet op hun beperkingen. Het samenzijn van de generaties versterkt het zelfvertrouwen en geeft een goed gevoel. De Moedercentra verlenen diensten om het dagelijks leven te vergemakkelijken van gezinnen, senioren en iedereen die daar nood aan heeft.
Betrokkenheid van de stakeholders Demografische veranderingen, het gebrek aan verplegend personeel en het onlangs ingevoerde recht op een plaats in een dagverblijf voor kinderen onder drie jaar, zijn thema’s die voortdurend aan bod komen in de media. Tot nu toe was de Federatie van Moedercentra de enige organisatie die mensen opleidde om te zorgen voor beide groepen (jong en oud) samen en het Moedercentrum in Salzgitter was een pionier bij het
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
71
3. Thematische activiteiten-clusters
toepassen van dit idee. Kindred by Choice gaat uit van een holistische benadering en denkt niet in termen van categorieën, specialisatie of scheiding van groepen. Het wijst erop dat het tot op een zeker punt mogelijk is om tegelijk te zorgen voor heel jonge en oudere mensen, onder hetzelfde dak en met hetzelfde personeel. Het is belangrijk dat beide groepen gemeenschappelijke interesses en rituelen hebben en dat ze zich ook kunnen terugtrekken. Het Moedercentrum heeft een peutertuin, waardoor alle verzorgers hun kleine kinderen mee kunnen brengen naar het werk. De kinderen hebben zoveel mogelijk gezamenlijke activiteiten met de oudere mensen. Iedereen die naar het Moedercentrum/Meergeneratieshuis komt, kan zelf kiezen of hij of zij actief wil worden en vrijwilligerswerk wil doen, contact wil met andere gebruikers of gewoon in het café wil zitten met vrienden. Bovendien worden de gebruikers aangemoedigd om hun eigen ideeën en aanbevelingen in te brengen en punten van bezorgdheid aan te kaarten. Ook de personeelsleden van het Moedercentrum Salzgitter worden aangemoedigd om hun eigen ideeën in te brengen over aspecten van het initiatief. Het Moedercentrum Salzgitter heeft een uitgebreid netwerk van partners, waaronder het arbeidsbureau, de gemeente, de sociale dienst, verscheidene scholen enzovoort. Afhankelijk van het project leveren enkele partners alleen financiering, terwijl andere bedrijven hun werknemers sturen voor vorming.
Doelgroep De doelgroep van het project zijn gezinnen met kinderen en senioren, onder wie ook mensen met lichamelijke of psychologische problemen, een andere culturele en maatschappelijke achtergrond, mensen met dementie, zorgverleners, politici en iedereen die betrokken is bij (het promoten van) intergenerationele zorg. Momenteel komen circa 20.000 bezoekers, 2000 kinderen en 600 ouderen naar het Moedercentrum.
Impact Kindred by Choice vereenvoudigt het leven van gezinnen die voor de uitdaging staan om tegelijk te zorgen voor de kinderen en voor oudere verwanten en betaald werk te verrichten. Door intergenerationele zorg verbetert de gezondheidstoestand van oudere mensen, zowel emotioneel als lichamelijk. Deze zorg helpt kinderen ook een gevoel van eigenwaarde ontwikkelen en vertrouwd raken met de ‘grootoudergeneratie’. In families is het contact tussen de generaties vaak oppervlakkig, omdat meer en meer gezinnen gedwongen worden flexibel en mobiel te zijn om werk te vinden. Dit initiatief biedt kinderen en ouderen de gelegenheid om verwant te worden uit vrije keuze (‘Kindred by Choice’). Als een bredere impact op de samenleving streeft het project Kindred by Choice ernaar een oplossing te bieden voor de demografische uitdaging waarmee alle leden van onze samenleving geconfronteerd worden, ongeacht hun culturele of financiële achtergrond. Het initiatief wil wederzijdse zorg promoten en de middelen van individuen, gezinnen en instellingen combineren. Het wil huizen inrichten waar kinderen en ouderen zich welkom en thuis voelen. In plaats van de generaties te scheiden, wil het project ze samenbrengen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
72
3. Thematische activiteiten-clusters
Evaluatie Sinds 1990 gaan de Moedercentra uit van het idee dat oud en jong ‘uit vrije keuze verwant worden’ op een openbare plaats. Het Moedercentrum in Salzgitter loopt hierbij voorop en geeft zijn ervaring door aan de andere centra over heel Duitsland, met de hulp van de Federatie van Moedercentra. In Salzgitter zijn de omstandigheden ideaal: een open architectuur, vrijwilligers en beroepsmensen die op gelijke voet samenwerken en samen vergaderen om over het werk na te denken en het te verbeteren. Die situatie biedt alle generaties de gelegenheid om zich bewust te worden van de noden van de anderen. Vaak wordt het centrum bezocht door groepen van bijvoorbeeld maatschappelijk werkers of sociale wetenschappers en mediaspecialisten. Op de website van de Federatie van Moedercentra zijn twee studies over de Moedercentra te vinden. Een student van de universiteit van Cambridge voert momenteel een onderzoek uit naar het effect dat de Moedercentra hebben op alle betrokkenen, dus de vrijwilligers, de bezoekers en de werknemers. Het Moedercentrum is ook geëvalueerd door Phineo, een onafhankelijk, non-profit onderzoeks- en adviesbureau voor doeltreffend maatschappelijk engagement. Verder is de impact van het initiatief geëvalueerd met op ervaring gebaseerde zelfbeoordeling (impact vastgesteld op basis van persoonlijke ervaringen met de doelgroep) en op feedback gebaseerde zelfbeoordeling (impact vastgesteld op basis van feedback uit de doelgroep zonder specifieke methodes), op zelfevaluatie (impact vastgesteld met kwalitatieve en/of kwantitatieve methodes) en externe impactevaluatie op basis van kwantitatieve methodes (kwantitatieve meting van impactindicatoren).
Concurrentie Sinds 1990 laten de Moedercentra zich leiden door het idee dat oud en jong uit vrije keuze verwanten worden op een openbare plek. Het Moedercentrum in Salzgitter wordt hierin als de pionier beschouwd. Het geeft zijn ervaring door aan de andere centra over heel Duitsland, met de hulp van de Federatie van Moedercentra. Er zijn geen organisaties bekend met gelijkaardige ideeën en omstandigheden, behalve één model in Japan, het dagzorgcentrum Showa.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het Moedercentrum Salzgitter stelt dat er een verandering moet komen in de houding tegenover zorg en verzorging. De huidige opleiding van zorgverleners is gericht op specifieke doelgroepen, zoals kinderen of oude mensen, zonder enige uitwisseling tussen de instellingen. Vertegenwoordigers van de Moedercentra wonen maandelijks vergaderingen bij van zorginstellingen voor kinderen of ouderen, maar er zijn geen vergaderingen die de beide groepen bijeenbrengen. Mensen moeten worden opgeleid om tegelijk een opgewekte zorg te bieden aan kinderen en aan senioren en de zorgverleners moeten samenwerken, maar op het ogenblik is er niet genoeg geld om zo’n opleiding te financieren. Er is ook nood aan gebouwen die voor beide groepen kunnen dienen en aan politici die kunnen helpen de wettelijke barrières uit de weg te ruimen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
73
3. Thematische activiteiten-clusters
Het initiatief wil op korte termijn drie mijlpalen bereiken: 1 Opleiding van personeel: helaas is er te weinig geld om dit doel op korte termijn te realiseren; 2. Heraanleg van de tuin: dit werk is bijna klaar 3. Meer ruimte scheppen waar de kinderen van de peutertuin en de ouderen van het dagcentrum elkaar kunnen ontmoeten: er zijn plannen om het gebouw uit te breiden Om de strategie met succes te kunnen uitvoeren, zijn verschillende soorten steun nodig: •
Informatie over mogelijke bronnen van financiële steun
•
Gesprekken met andere organisaties over innovatieve werkmethodes en benaderingen
•
Seminars over projectleiding
•
Diensten voor netwerking
•
Diensten op het vlak van public relations
•
Diensten op het vlak van evaluatie
•
Hulp om de mobiliteit van de gebruikers te verhogen
•
Steun van beleidsmakers en politieke partijen
•
Aanpassing van het wettelijk kader
•
Toegang tot openbare instellingen als universiteiten, scholen, ziekenhuizen, enzovoort
•
Toegang tot particuliere organisaties zoals bedrijven
Financiering De werknemers hebben een officiële opleiding als zorgverlener genoten en zijn speciaal opgeleid om te werken met mensen met dementie. De organisatie gaat uit van het principe van de zelfhulp. Er heerst een vlakke hiërarchie en het initiatief bevordert directe betrokkenheid. Het initiatief besteedt 85.000 euro per jaar om deze oplossingen in de praktijk te brengen. De nationale staat neemt 80% daarvan voor zijn rekening, 5% komt van stichtingen en filantropische organisaties, de resterende 15% is afkomstig van eenmalige giften van particulieren.
Conclusie Kindred by Choice – Moedercentrum is een project met een grote impact. Sinds 1990 gaan de Moedercentra uit van het idee dat oud en jong in een openbare ruimte verwanten worden uit vrije keuze. Het Moedercentrum in Salzgitter wordt beschouwd als de pionier en heeft zijn programma’s al meer dan vijf jaar met succes uitgevoerd. Er zijn nog geen andere organisaties die zo’n project uitvoeren. Met de hulp van de Federatie van Moedercentra geeft het centrum zijn ervaringen door aan de andere centra over heel Duitsland. Het initiatief Kindred by Choice wil wederzijdse zorg promoten en de middelen van individuen, gezinnen en instellingen combineren. Het wil huizen voorzien waar kinderen en senioren zich welkom en thuis voelen. In plaats van de generaties te scheiden, wil het initiatief hen samenbrengen. Met een budget van 85.000 euro per jaar wordt personeel opgeleid en een ruimte voorzien waar kinderen van de peutertuin en oudere mensen van het dagcentrum elkaar kunnen
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
74
3. Thematische activiteiten-clusters
ontmoeten en van elkaar kunnen leren. Door de klemtoon te leggen op het bieden van zorg aan jonge kinderen en senioren, onder wie ook mensen met lichamelijke en psychologische problemen, met een andere culturele en maatschappelijke achtergrond en mensen met dementie, vereenvoudigt het leven van gezinnen die voor de uitdaging staan om voor jonge kinderen en voor oudere familieleden te zorgen en ook betaald werk te verrichten. Bovendien bereikt het programma ook oudere mensen, die het risico lopen van geïsoleerd en eenzaam te worden en het draagt ook bij aan meer intergenerationeel begrip in de samenleving. Het ideale scenario voor de toekomstige ontwikkeling van het initiatief zou erin bestaan dat het normaal wordt gevonden dat kinderzorg en seniorenzorg onder één dak plaatsvinden. Mevrouw Schooß, de oorspronkelijke initiatiefneemster, meent dat kinderen en senioren op die manier iets van elkaar kunnen leren. Haar wens is ook dat alle senioren die niet naar een verzorgingstehuis willen – dat vaak als een eindstation van het leven wordt gezien – een plaats hebben als het ‘Mütterzentrum/ Mehrgenerationenhaus’, waar ze steun kunnen vinden en van het leven kunnen genieten. Daarom wordt er hard gewerkt aan een strategie om het initiatief te verspreiden en middelen te vinden om meer personeel op te leiden en het gebouw uit te breiden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
75
3. Thematische activiteiten-clusters
KNITTING SOCIAL FABRIC (NEDERLAND) – INTERGENERATIONEEL MODEPROJECT Onderzoekster: Georgia Casanova, INRCA, Italië
Cluster
Intergenerationele Relaties & Empowerment
Naam van de uitvoerder
Granny’s Finest
Type uitvoerder
Sociale onderneming (deels economisch zelfvoorzienend via verkoop van producten en diensten, de hoofdopdracht is de oplossing van een maatschappelijk probleem)
Uitvoerder actief sinds
1-5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Nederland, ZH, Rotterdam
Naam van het initiatief
Knitting Social Fabric
Initiatief actief sinds
1-5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op regionale of zelfs wereldschaal)
Partners, type en primaire functie
WorldGranny (Non-profit/ngo/middenveldorganisatie): WorldGranny biedt Granny’s Finest zijn ervaring bij het werken met grootschalige projecten en schaalvergroting van kleine en middelgrote projecten. Werknemers: 2
Personeel
Vrijwilligers: 100 Stagiairs: 4 Externe adviseurs en deskundigen: 10 Stichtingen en filantropische organisaties: 93%
Financieringsbronnen
Inkomsten uit eigen producten/diensten: 6% Nationale overheid: 1%
Webpagina van het initiatief
www.grannysfinest.com
Organisatie Granny’s Finest bevindt zich in Rotterdam. Het doel van dit initiatief is de levenskwaliteit van oudere mensen te verbeteren. Granny’s Finest is een partner van Help Aged International, een wereldwijde organisatie met ongeveer honderd partners in zestig landen. Granny’s Finest is een modemerk met maatschappelijke doeleinden, het biedt senioren de mogelijkheid tot sociaal contact en betrokkenheid bij een sociale onderneming. De ‘grannies’ of oma’s komen een keer per week samen met jonge ontwerpers om breiwerk te ontwerpen van natuurlijk materiaal. Granny’s Finest telt 140 deelnemers. Bij dit project kunnen verschillende generaties van elkaar leren en wordt tegelijk een dam opgeworpen tegen de vereenzaming. Met de opbrengsten van het project kunnen de deelnemers meegaan op excursies en uitstapjes en dit moedigt hen aan om een actiever leven te leiden. De organisatie werkt samen met WorldGranny, de enige Nederlandse ngo voor de verbetering van de levenskwaliteit van oudere mensen in Nederland en daarbuiten. WorldGranny brengt zijn ervaring in bij het werken met grote projecten en schaalvergroting van kleine en middelgrote projecten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
76
3. Thematische activiteiten-clusters
Problematiek Het project Knitting Social Fabric (Breien aan het Maatschappelijk Weefsel) wil het sociale isolement van oudere mensen doorbreken via intergenerationele interactie met de mode-industrie. Senioren worden vaak beschouwd als een last voor hun naasten, voor de mensen die hen moeten verzorgen en vooral voor de belastingbetalers die moeten betalen voor hun zorg en welzijn. In het algemeen worden oudere mensen in de samenleving beschouwd als passief en overbodig. Dat is bijzonder pijnlijk omdat velen van ons langer zullen leven dan ooit tevoren. De passieve rol die oudere mensen krijgen toebedeeld maakt deel uit van een self-fulfilling prophecy. Die begint bij het einde van het beroepsleven met de bijhorende geleidelijke daling van het inkomen, het kleiner worden van het sociale netwerk, een verminderd gevoel van nuttigheid, een minder goede gezondheid en minder welzijn. Daardoor ontstaat een afhankelijkheid van zorgverleners en zijn meer middelen en inspanningen van anderen nodig om het welzijn te behouden en in sommige gevallen lijkt dat een rechtvaardiging om ervan uit te gaan dat de samenleving niet langer kan rekenen op de actieve bijdrage van oudere mensen. Het direct verband tussen sociaal isolement en verminderd welzijn is al uitvoerig aangetoond en het project stelt dat de huidige kosten en inspanningen van de ouderenzorg aanzienlijk kunnen dalen door senioren veerkrachtiger te maken. De initiatiefnemer ontwikkelde dit project vanuit het besef dat de veroudering vaak onderaan de lijst met beleidsprioriteiten staat. Er gaat veel aandacht naar kinderen en jongeren, maar er is een tekort aan initiatieven met specifieke aandacht voor de oudere bevolking. Daarnaast is er ook nood aan programma’s die vanzelf kunnen doorlopen in plaats van op een bepaald moment te stoppen, zoals geldt voor de meeste bestaande projecten.
Innovatieve oplossing Dit initiatief meent dat de samenleving uitgaat van een verkeerde veronderstelling. Mensen die met pensioen zijn, zijn niet noodzakelijk veroordeeld om voortaan niet meer actief te zijn. Veel senioren zijn de drijvende kracht van heel wat invloedrijke initiatieven en ook senioren die gewoon meewerken aan projecten en programma’s blijken daardoor vaak in veel betere gezondheid te verkeren en zich beter te voelen. Een sociaal netwerk in combinatie met een gemeenschappelijk doel en het gevoel nuttig te zijn, blijken belangrijk om een zelfstandig leven te blijven leiden. Knitting Social Fabric is een initiatief dat gebruik maakt van breiwerk om de levenskwaliteit van oudere mensen te verbeteren en tegelijk kansen biedt om opnieuw deel uit te maken van een groep in een sociale context. Door deze aanpak zijn de ouderen beter in staat om voor zichzelf te zorgen. Het Knitting Social Fabric-project verleent steun aan groepen over heel Nederland via het partnerschap met Granny’s Finest. Het project heeft een haalbaar businessplan dat senioren in staat stelt om hun leven in eigen handen te nemen en hun sterker het gevoel geeft dat ze deel uitmaken van de samenleving. Het project is innovatief omdat het niet alleen het probleem van het sociale isolement van ouderen aanpakt, maar ook kansen schept voor een creatieve intergenerationele wisselwerking met jonge modeontwerpers. Via het project worden ‘grannies’ of oma’s de partner van een jonge modeontwerper. Voor jonge ontwerpers is het soms moeilijk om hun ideeën op de markt te brengen, maar het project combineert de traditionele
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
77
3. Thematische activiteiten-clusters
handwerkvaardigheden van de senioren met de plannen van de jongeren. Via dit proces ontstaat ook een ruimer sociaal gebeuren, waarbij een vorm van sociaal erfgoed als het ware wordt heruitgevonden om aan te bieden op de moderne Nederlandse en wereldwijde markt.
Betrokkenheid van de stakeholders De deelnemers aan dit project zijn senioren (oma’s), ontwerpers, stylisten, fotografen, boetiekeigenaars, partners en uiteindelijk consumenten. Door overleg met oudere mensen werden breiclubs opgericht waar de deelnemers één keer per week samenkomen om hun passie voor breiwerk te delen en nauw samen te werken met de jonge ontwerpers. Voor jonge ontwerpers, stylisten en fotografen die moeite hebben om door te dringen tot de mode-industrie biedt het Knitting Social Fabricproject een kans om hun portofolio op te bouwen terwijl ze meewerken met het initiatief van een sociale onderneming. WorldGranny is de samenwerkingspartner van Granny’s Finest in dit project. WorldGranny heeft negen jaar evaring in de schaalvergroting van projecten voor oudere mensen. Voor de winkeleigenaars biedt dit initiatief een duurzame oplossing om hun klanten moderne kleding in natuurlijk materiaal aan te bieden. En voor de consumenten biedt het de kans om te kiezen voor kleding met een positieve maatschappelijke, economische en milieuvriendelijke meerwaarde.
Doelgroep De belangrijkste doelgroep zijn 65-plussers in Nederland. De tweede doelgroep zijn jonge modeprofessionals en consumenten die op zoek zijn naar hoogstaande modeproducten met een mooi verhaal.
Impact Het initiatief wil oudere mensen in staat stellen om zeggenschap te hebben over een bedrijfsmodel dat geschikt voor hen is. Het gaat om een duurzame sociale onderneming die de opbrengsten opnieuw investeert in het bedrijf en sociale activiteiten en uitstapjes voor de oudere deelnemers ondersteunt. Er wordt ook kwantitatief onderzoek gedaan naar de impact van het initiatief op de strijd tegen eenzaamheid. De resultaten van dat onderzoek kunnen dienen als steun bij het vragen van veranderingen in het overheidsbeleid om activiteiten voor het welzijn van senioren te promoten. Het personeel van het project stelt dat het initiatief een ruimte en een aangename activiteit biedt waardoor oudere mensen de kans hebben om elkaar te ontmoeten. Ze wijzen er ook op dat het een creatief platform biedt waar jonge ontwerpers en ouderen met elkaar in contact komen en de jonge ontwerpers kansen krijgen om te leren van de vaardigheden van de senioren. Een hoofddoel van het project is het bestrijden van eenzaamheid en isolement door mensen samen te brengen. Uit interviews met deelnemers blijkt dat de impact wellicht niet zo ingrijpend is als bedoeld of toch anders uitvalt. De oma’s meldden geen grote veranderingen in hun leven door deelname aan het project, maar erkenden dat er iets nuttigs gebeurt voor jongeren en gaven te kennen dat ze vragende partij zijn voor meer
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
78
3. Thematische activiteiten-clusters
intergenerationele uitwisseling. De oudere mensen blijven deelnemen aan het project en vinden het dus blijkbaar wel een waardevol initiatief. Die meerwaarde kan wellicht duidelijker worden bepaald via verder onderzoek.
Evaluatie De impact van het initiatief werd geëvalueerd via op ervaring gebaseerde zelfbeoordeling, op feedback gebaseerde zelfbeoordeling, zelfevaluatie en externe impactevaluatie op basis van kwalitatieve methodes zoals interviews, focusgroepen, enz. Het initiatief heeft een sociale onderneming opgericht in de economische markttraditie van de sector van de wolproducten die het commerciële aspect combineert met een sociaal aspect, door een sociale onderneming op te richten voor een ‘nichemarkt’. De nieuwe technologieën worden doeltreffend ingezet voor bekendmaking over de hele wereld, communicatie en marketing (website, onlineshop). Het initiatief is gebaseerd op traditioneel handwerk (breien) als een vaardigheid die kan worden uitgebreid in de samenleving en op intergenerationele relaties. Verschillende (jongere en oudere) doelgroepen zijn bij dit initiatief betrokken, elk op een andere plaats en met een ander doel. De mogelijkheden voor rechtstreeks contact en intergenerationele relaties zijn momenteel beperkt tot de aanwezigheid van de jonge ontwerpers tijdens de bijeenkomsten van de breiclub. De relaties zijn vaak sterk gebonden aan het breien en het afwerken van het eindproduct. Door ondersteuning bij het ontwikkelen en uitvoeren van bijkomende relatiestrategieën zou het in de toekomst mogelijk moeten zijn om de intergenerationele dimensie beter in te bedden in het initiatief.
Concurrentie In Nederland is er een andere organisatie, het Ouderenfonds, die bepaalde aspecten van het projectmodel heeft gekopieerd en breiclubs heeft opgezet. De organisatie wedijvert met het Knitting Social Fabric-project om dezelfde financiering en investeringen. Het grote verschil tussen beide is het succesvolle modemerk dat Knitting Social Fabric bij zijn model heeft betrokken. Granny’s Finest hanteert de hoogste normen op het vlak van design en branding en heeft daarmee duidelijk succes, zoals blijkt uit de media-aandacht van de afgelopen twee jaar. Het is een echt modemerk met een sociale impact. Op internationaal vlak bestaan er andere initiatieven, zoals Big Knit in Ierland, waar oudere mensen mutsjes breien voor op frisdrankflessen en waarbij een deel van de opbrengst van de verkoop naar een goed doel gaat. Big Knit is een andere manier om gelijkaardige problemen aan te pakken, maar uniek aan het merk Granny’s Finest is dat de belangrijkste actoren (de oma’s) alles in handen hebben en dat Knitting Social Fabric de oudere deelnemers centraal stelt bij dit sociale initiatief dat tracht de problemen aan te pakken die hen het zwaarste treffen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
79
3. Thematische activiteiten-clusters
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het project werkt deels in de klassieke markteconomie. Dat is een sterkte, maar kan ook twee nadelen hebben. Ten eerste bestaat het risico dat er minder tijd is om de ‘sociale dimensie’ van het initiatief te ontwikkelen. Ten tweede is door de economische crisis van de afgelopen jaren de koopkracht van de consumenten gedaald en dat kan op zijn beurt de stabiliteit en duurzaamheid van het initiatief in gevaar brengen, omdat het gedeeltelijk afhankelijk is van de mogelijkheid om producten te verkopen. De demografische structuur van de stad, met een dalend aantal jongeren, kan op termijn ook nieuwe problemen opleveren. Maar ondanks die uitdagingen is de organisatie WorldGranny goed verankerd op het terrein en beschikt ze over een grote deskundigheid op het vlak van activiteiten voor plaatselijke ontwikkeling om traditionele vaardigheden te verbeteren. Het project krijgt veel weerklank in de media (kranten, radio en lokale televisie). Dat biedt het project kansen om uit te breiden van het lokale naar het nationale niveau. Daarnaast slaagt het initiatief er ook goed in om het territoriale netwerk te activeren en diverse organisaties (zoals verpleegtehuizen en andere stakeholders) bij het project te betrekken. Die capaciteit is een kans om het initiatief te versterken en te komen tot een duurzame structurele interventie, ook op lange termijn. De concurrentie met andere organisaties die met en voor ouderen werken is een uitdaging bij het verkrijgen van financiering voor de uitbreiding van het project. Maar intussen is de vraag naar de producten van het merk groter dan het aanbod van de oma’s dat beschikbaar is in de breiclubs. Daarom is een permanente promotie van het initiatief nodig om het bereik te vergroten en de clubs uit te breiden en te decentraliseren. Ideaal gezien zou het initiatief het aantal clubs nationaal en internationaal willen vergroten. Granny’s Finest is actief op zoek naar partners bij regionale overheidsinstanties en zorgagentschappen, zodat het initiatief kan worden overgenomen in andere regio’s met de permanente steun van plaatselijke instellingen. Een andere mogelijke uitdaging is de aanvoer van voldoende basismateriaal en daarvoor is het nodig om op zoek te gaan naar alternatieve toevoerkanalen op internationaal vlak om het model economisch haalbaar en dus duurzaam te houden.
Financiering Het project heeft momenteel twee vaste werknemers, maar er zijn honderd vrijwilligers (oma’s), vier stagiairs en tien externe adviseurs en deskundigen. Het initiatief heeft een jaarlijks budget van 150.000 euro voor de werking. Bijdragen van stichtingen en filantropische organisaties zijn goed voor 93% van de financiering en 6% is afkomstig van de opbrengst van eigen producten of diensten en ten slotte komt ook 1% uit overheidsfinanciering.
Conclusie Het Nederlandse initiatief Knitting Social Fabric wil de eenzaamheid en het isolement van oudere mensen doorbreken en ook de relaties tussen de verschillende generaties bevorderen. Via dit initiatief krijgen ouderen de kans om samen te werken met jonge ontwerpers. Het is de bedoeling dat beide
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
80
3. Thematische activiteiten-clusters
partijen iets van elkaar leren en dat de relaties tussen jong en oud verbeteren. Het initiatief kampt bij zijn werking met een aantal organisatorische problemen, zoals de financiering en de levering van producten. Door deze logistieke problemen dreigt deze kleine organisatie zich minder te kunnen toeleggen op de strategieën die nodig zijn om de aanvankelijke doelstelling te bereiken, namelijk het verminderen van sociaal isolement en eenzaamheid en het verbeteren van de relaties tussen de generaties. Als men de kansen om aan netwerking te doen met gevestigde ondersteunende organisaties kan benutten, zou dat een groot verschil kunnen maken voor dit sociaal innovatieve en ambitieuze project.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
81
3. Thematische activiteiten-clusters
INTERGENERATIONELE RELATIES & VRIJWILLIGERSWERK SENIORS IN ACTION (POLEN) – SOCIALE ACTIE DOOR SENIOREN Onderzoeker: Marco Socci, INRCA, Italië
Cluster
Intergenerationele Relaties & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
Vereniging van Creatieve Initiatieven “ę”
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Warschau, Polen
Naam van het initiatief
Seniors in Action
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op regionale of zelfs wereldschaal) Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting (ngo): strategische partner en economisch steun voor het initiatief.
Partners, type en primaire functie
Instituut voor Toegepaste Wetenschappen, Universiteit van Warschau (universiteit): lanceert een post-graduaat over vrijwilligerswerk en werk met senioren op basis van de beurzenwedstrijd. Het Netwerk van Vliegende Culturele Animatoren en Sociologen (netwerk): 54 coaches die de workshops voor geslaagde kandidaten begeleiden. Portaal van niet-gouvernementele organisaties NGO.pl (ngo): bekendmaking. Werknemers: 6
Personeel
Vrijwilligers: 2 Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: 54 Stichtingen en filantropische organisaties: (100% van de werkingskosten)
Financieringsbronnen
Nationale overheid (bijkomende kleine bedragen) Giften van bedrijven (bijkomende kleine bedragen)
Webpagina van het initiatief
www.e.org.pl
Organisatie De Vereniging van Creatieve Initiatieven “ę” voert sociaal-culturele projecten uit in heel Polen. Eén daarvan is de innovatieve beurzenwedstrijd Seniors in Action, die senioren sterker wil aanzetten om actie te ondernemen. De wedstrijd wordt georganiseerd op nationaal niveau. De beurzen kunnen worden aangevraagd door 60-plussers die sociaal-culturele projecten willen opzetten voor de plaatselijke gemeenschap, zoals initiatieven die de samenwerking tussen de generaties bevorderen, vrijwilligerswerk bij senioren of het betrekken van oudere mensen bij het lokale sociale leven. De vereniging wil ‘een wereld creëren waarin mensen iets kunnen doen met gedrevenheid voor zichzelf en voor anderen’. De missie van de vereniging steunt op waarden als authenticiteit, kwaliteitsvolle innovatieve ideeën en voorstellen en een partnerschap op lange termijn met andere organisaties.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
82
3. Thematische activiteiten-clusters
Aanvankelijk werkte de vereniging vooral met jongeren in de creatieve sector. In dat verband begeleidt de vereniging drie initiatieven: •
’De Coöperatie van Jonge Creatievelingen’: een alternatieve productiestudio waarmee de vereniging een stimulerende omgeving creëert waar jongeren uit de creatieve sector hun ideeën kunnen ontwikkelen.
•
’Burgers in Actie’: een laboratorium voor sociaal-culturele projecten. In het kader van dit labo realiseren animatoren hun eigen projecten in hun buurt of stad. De vereniging organiseert programma’s met beurzen en microbeurzen en richtte het netwerk van ‘Vliegende Culturele Animatoren’ op, dat ervaren lesgevers uit het hele land samenbrengt om plaatselijke leiders te ondersteunen.
•
‘Open Culturele Sector’: een denktank die nieuwe oplossingen bedenkt voor culturele instellingen. De vereniging voert participatieprojecten uit met mensen uit de culturele sector, mensen van de plaatselijke gemeenschap, onderzoekers en het plaatselijke bestuur. Al die betrokkenen werken samen nieuwe strategieën uit voor acties in culturele instellingen (lokale culturele centra, bibliotheken, universiteiten voor de derde leeftijd, enz.).
Het initiatief Seniors in Action werd uit het niets opgericht als onderdeel van het labo ‘Burgers in actie’. Seniors in Action gaat verder dan de klassieke beurzenwedstrijden, want het biedt de deelnemers heel concrete ondersteuning en combineert op die manier de wedstrijd met ‘incubatordiensten’. Seniors in Action was het resultaat van een combinatie van diverse professionele ervaringen. Initiatiefneemster Beata Tokarz-Kaminska schonk de vereniging nieuwe inzichten over discriminatie omwille van leeftijd en de levensomstandigheden van oudere mensen in plaatselijke gemeenschappen en combineerde die kennis met de creatieve diensten die de vereniging al aanbood. “Ik coördineerde ook een intergenerationeel beurzenprogramma en ik besefte dat intergenerationele programma’s eigenlijk meer verdienen dan alleen het klassieke beurzenprogramma dat geen steun biedt aan de mensen die een beurs krijgen. Het leek me beter om een soort ‘incubatorinitiatieven’ te hebben met een vorm van steun aan de mensen die de middelen ontvangen, waardoor de oudere mensen ook betrokken worden en er naar hun noden wordt geluisterd. Ik begreep dat de beste oplossing zou zijn om enkele workshops te beleggen met de begunstigen en hen te helpen door middelen ter beschikking te stellen waarmee ze hun projecten op een kwaliteitsvollere manier kunnen uitvoeren. Nadat ik enkele jaren aan de academie had gewerkt, sloot ik me aan bij ‘de Vereniging van Creatieve Initiatieven ę’. We wilden iets nieuws uittesten op een creatieve manier en door mijn kennis over senioren te combineren met de ervaring van de vereniging in het werken met jonge leiders en jeugdorganisaties legden we de basis voor het nieuwe intergenerationele initiatief Seniors in Action.” (Beata Tokarz-Kamińska, initiatiefneemster van het project). De Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting steunde de start en uitvoering van het project Seniors in Action, omdat ze op zoek was naar nieuwe partners om vrijwilligerswerk te ondersteunen en activiteiten
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
83
3. Thematische activiteiten-clusters
te organiseren met verschillende generaties. De innovatieve benadering van de vereniging steunde op het idee om ‘tandems’ uit verschillende generaties – een jongere en een senior – aan te zetten om van bij het allereerste begin van de ontwikkeling van een project samen te werken. De eerste editie van het initiatief kende onmiddellijk succes, want er waren 500 kandidaten en projectideeën.
Problematiek 60-plussers maken 19% van de Poolse bevolking uit. Polen stappen relatief vroeg uit de arbeidsmarkt (gemiddeld rond hun 58ste), waardoor Polen de jongste gepensioneerden van Europa heeft. Uit onderzoek naar de mogelijkheden van ouderen in Polen blijkt nochtans dat deze groep slechts zelden vrijwilligerswerk verricht en aarzelt om deel te nemen aan initiatieven van de plaatselijke gemeenschap, sportverenigingen of aan culturele activiteiten. Hun sociale inzet beperkt zich meestal tot de naaste familie. Volgens het Rapport over Intellectueel Kapitaal in Polen uit 2008 is maar één op zeven oudere Polen deelnemen aan de een of andere vorm van vorming. Daardoor staat Polen helemaal achteraan in de internationale index voor Actief Ouder Worden (AAI), die nagaat of het potentieel van ouderen al dan niet benut wordt, onder andere ook op het vlak van sociale activiteiten en participatie. Hetzelfde blijkt uit de Global Age Watch-Index (GAW) van de Verenigde Naties, die het welzijn van senioren meet, en daarin staat Polen op de laatste plaats van alle EU-landen. Die statistieken zetten de vereniging ertoe aan doeltreffende oplossingen te zoeken om ouderen te betrekken bij de plaatselijke gemeenschap en hun levenskwaliteit te verbeteren. Naarmate de Poolse samenleving vergrijst, beschouwt de publieke opinie de oudere mensen steeds meer als een probleem en een last voor de samenleving in plaats van als een troef. Door stereotiepe opvattingen denkt men dat oudere mensen gebrekkig en hulpbehoevend zijn, dat ze allerlei diensten nodig hebben en niet dat ze boeiende activiteiten kunnen opstarten en creëren. Die opvatting leidt tot zelfdiscriminatie en een lager zelfbeeld bij de oudere generatie. Een beurs aanvragen voor de ondersteuning van activiteiten voor senioren is ingewikkeld en vergt allerlei procedures en formaliteiten. Dit vormt een serieuze drempel voor senioren en seniorenorganisaties. Er is duidelijk een gebrek aan microbeurzen met eenvoudige procedures voor het toekennen van de beurs en de verslaggeving die beschikbaar zijn voor kleine basisinitiatieven voor zowel individuele als georganiseerde senioren. Een ander kenmerk van de Poolse samenleving is dat steeds minder mensen in een gezin met meerdere generaties wonen en het dus steeds moeilijker is om ruimte en kansen te scheppen voor contacten tussen de verschillende generaties in buurten en gemeenschappen. Organisaties die met jongeren of met senioren werken, sluiten zich steeds vaker op. Ze hebben geen ideeën of methodes om met verschillende leeftijdsgroepen samen te werken. De kloof tussen de generaties wordt groter (volgens een enquête van het CBOS uit 2007 vindt slechts 25% van de senioren dat jonge mensen vriendelijk zijn tegen oudere mensen). Vandaag de dag is de manier waarop een ‘meester’ zich verhoudt tot een ‘leerling’ niet meer gebaseerd op leeftijd, maar op vaardigheden en ervaring – kwaliteiten die mensen uit om het even welke leeftijdsgroep kunnen hebben. Die nieuwe situatie vereist openheid ten opzichte van de veranderende rolpatronen en ook een bereidheid om te luisteren en van elkaar te leren. Zowel in
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
84
3. Thematische activiteiten-clusters
de formele als de informele onderwijsprogramma’s ontbreken vakken over het opstarten van een dialoog tussen de generaties, al is dat een essentiële vaardigheid in een verouderende samenleving.
Innovatieve oplossing Seniors in Action is een unieke open wedstrijd om een beurs te verkrijgen in Polen, die de leiderschapschapsvaardigheden en actiebereidheid van senioren, de samenwerking tussen generaties en vrijwilligerswerk bij oudere mensen wil bevorderen, via het opzetten van sociaal-culturele projecten voor de plaatselijke gemeenschap. De wedstrijd heeft plaats op nationaal niveau in Polen. 60-plussers kunnen een beurs aanvragen wanneer ze een sociaal-cultureel project willen opstarten voor de plaatselijke gemeenschap (initiatieven die de intergenerationele samenwerking of het vrijwilligerswerk van senioren bevorderen en projecten die ouderen betrekken bij het plaatselijke gemeenschapsleven). De senioren kunnen hun projecten individueel inzenden of in samenwerking met iemand die jonger is dan 35 jaar. Elk project wordt uitgevoerd in samenwerking met een instantie van de plaatselijke overheid of een ngo. De beurzen variëren van 1200 tot 3000 euro. De bekroonde projecten duren gemiddeld 10 maanden. De wedstrijd wordt elk jaar aangekondigd en wordt gepromoot via advertenties in kranten, op de radio of op tv, via netwerken van partners, universiteiten en portaalsites voor jongeren. Het is erg belangrijk voor het succes van het initiatief dat de deelnemers en winnaars zorgvuldig worden gekozen. Een comité van deskundigen selecteert de projecten via een procedure met meerdere stappen: 1) evaluatie van ongeveer 300 beginselverklaringen die via mail zijn ingestuurd 2) ontmoetingen in 4 steden met de auteurs van ongeveer 80 van de meest boeiende initiatieven, waar het comité de auteurs interviewt 3) voorbereiding van 35 volledige beursaanvragen na deelname aan workshops. In dit stadium worden maar weinig aanvragen meer verworpen. Het programma is geen gewone wedstrijd om een beurs te winnen. Het werk is gebaseerd op een ‘incubatormodel’. Tijdens workshops van juni tot november ondersteunt het personeel de deelnemers om hun ideeën voor activiteiten verder uit te werken en stimuleert het de deelnemers om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Op die manier verwerven de deelnemers vaardigheden die nodig zijn om samen te werken met de plaatselijke gemeenschap, zoals intergenerationele communicatie, werken met groepen, methodes om aan promotie te doen en creatieve workshops met specifieke animatietechnieken zoals graffiti, guerrillatuinieren, fotografie, enz. Daarnaast biedt het personeel ook nog advies en ondersteuning aan de deelnemers tijdens de hele looptijd van hun project. Elk lid van het team is verantwoordelijk voor 7 of 8 projecten en de deelnemers kunnen ook de steun krijgen van sociologen en animatoren voor een specifiek aspect van hun project, wanneer ze op moeilijkheden stuiten. De vereniging heeft de voorbije twee jaar externe organisaties uitgenodigd op de workshops. Zij koos voor die manier van werken om er zeker van te zijn dat de organisatie (bv. een plaatselijke vereniging/
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
85
3. Thematische activiteiten-clusters
ngo die de projectleider steunt) vóór de concrete uitvoering meer te weten komt over de aard van de geplande activiteiten, om zo van bij het begin de samenwerking te bevorderen tussen de aanvragers/ uitvoerders en de partnerorganisaties. De samenwerking met de vereniging biedt voor veel van deze organisaties een educatieve meerwaarde, doordat ze kunnen kennismaken met interessante werkmethodes en toegang krijgen tot kennis en informatie. Deze investering in samenwerking tussen organisaties heeft geleid tot een waardevolle groep van meer dan 200 organisaties en instellingen in heel Polen, die betrokken werden bij de activiteiten in verband met de beurzenwedstrijd. Voorbeelden: •
Zosia, een grootmoeder met drie kleinkinderen, opende in Lublin een Superomaschool om grootouders te helpen bij het opvoeden van hun kleinkinderen en om vrijwilligerswerk met kinderen te promoten bij senioren. Op basis van het ‘model’ van Zosia – en de beschrijving ervan in het handboek – werden gelijkaardige scholen opgericht in zes andere steden.
•
Na haar pensioen verhuisde Marta van Warschau naar de streek van Kasjoebië. Met haar belangstelling voor de schone kunsten organiseerde zij een aantal workshops voor kinderen van jeugdtehuizen en betrok daarbij zowel senioren als de plaatselijke gemeenschap.
•
Wanda, directrice van een Seniorenclub en Magda, een choreografe – én tegelijk ook moeder en dochter – richtten een intergenerationeel theater voor moderne dans op in Wałbrzych. Er waren optredens en dansvoorstellingen in de open lucht op een festival in Londen en op het Europees Cultuurcongres in Wrocław.
•
Zdzisław werkte in de mijn. Na zijn pensioen begon hij te fietsen en besloot hij een fietspad aan te leggen tussen twee historische wijken in de stad Katowice. Hij betrok zowel kinderen als oudere mannen bij zijn project.
In totaal omvatte het programma meer dan 199 gelijkaardige initiatieven, allemaal acties van oudere en jongere ‘leiders’ die een veranderingsproces op gang brachten op plaatselijk niveau.
Betrokkenheid van de stakeholders In het begin waren de Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting en een netwerk van universiteiten voor de derde leeftijd de partners van Seniors in Action. De Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting, de grootste stichting die plaatselijke initiatieven in Polen ondersteunt, is de belangrijkste partner omdat zij ook langetermijnfinanciering biedt aan het initiatief. Een andere partner is het Netwerk van Vliegende Animatoren en Sociologen. Dit netwerk kwam tot stand voor een ander programma van de vereniging, maar werd een partner die deskundigen levert voor de workshops van de beurzenwedstrijd. Daarnaast waren er nog twee tijdelijke partnerschappen met een Oostenrijks bedrijf dat het initiatief financieel ondersteunde en een Pools bedrijf dat actief is op het vlak van innovatie. In 2011 ging het initiatief ook een samenwerking aan met de Universiteit van Warschau, voor het instellen van een postgraduaat over werken met senioren. Er zijn ook diverse mediapartners die het initiatief steunen, waaronder tv- en radiozenders, ngo-portaalsites en plaatselijke bladen. Het stramien voor het programma ontstond na overleg met de Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting. De uitvoerders komen nog geregeld samen met vertegenwoordigers van deze stichting om verslag uit te
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
86
3. Thematische activiteiten-clusters
brengen over de vorderingen en te onderhandelen over noodzakelijke veranderingen. Er is ook een feedbackmechanisme voorzien, waardoor de initiatiefnemers feedback krijgen over lopende projecten. Ten slotte nodigen de initiatiefnemers ook alumni van het programma uit om deel te nemen aan workshops in de vorm van een masterclass waarin samen wordt overlegd over de verschillende methodes om te werken met de plaatselijke gemeenschap.
Doelgroep •
Actieve 60-plussers met leiderschapstalent of -potentieel, die hun gedrevenheid willen combineren met vrijwilligerswerk voor de plaatselijke gemeenschap.
•
Jongeren onder de 35 jaar die een sociaal project willen opstarten in samenwerking met een oudere leidersfiguur.
•
Minder actieve senioren die sociaal uitgesloten dreigen te worden, als mogelijke deelnemers aan de projecten opgezet door de oudere en jongere leiders in heel Polen.
•
Organisaties/instellingen die werken met senioren of die een bepaald activiteitendomein willen uitbouwen.
•
Een netwerk van 400 universiteiten voor de derde leeftijd.
•
Het programma staat open voor iedereen, ongeacht opleiding, geslacht, nationaliteit of sociale status.
Impact Seniors in Action bereikt 336 oudere en jongere leiders en ongeveer 1.300 personen die deelnemen aan plaatselijke projecten (uit verschillende leeftijdsgroepen) per jaar. De beurzenwedstrijd loopt op nationaal niveau en steunt jaarlijks 35 projecten, die worden uitgevoerd in verschillende gemeenschappen. De doelstellingen van het initiatief zijn: kansen en ruimte bieden aan 60-plussers om sociale projecten uit te voeren; oudere en jongere deelnemers praktische vaardigheden laten verwerven om te werken met de plaatselijke gemeenschap; senioren aanmoedigen om actief deel te nemen aan het gemeenschapsleven, door hun vrije tijd, hun vaardigheden en hun ervaring in te zetten (bv. via vrijwilligerswerk, buurtprojecten of projecten die de grenzen tussen generaties overschrijden en zelfhulpinitiatieven) en ten slotte kansen scheppen voor samenwerking tussen de generaties. Met het oog op het netwerk van partners willen de initiatiefnemers groepen met mensen van verschillende generaties en organisaties die met senioren werken inspireren om nieuwe werkmethodes te gebruiken en de vaardigheden van de leiders van de universiteiten voor de derde leeftijd verbeteren, zodat ze de belangen van senioren beter kunnen verdedigen en beter kunnen samenwerken met de plaatselijke overheid en daarnaast ook het vrijwilligerswerk en de intergenerationele samenwerking ontwikkelen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
87
3. Thematische activiteiten-clusters
Het initiatief wil voorts nog een bredere impact hebben op de samenleving, door: •
de creativiteit en zin voor initiatief bij ouderen te bevorderen
•
de aanwezigheid en de stem van ouderen te versterken bij het oplossen van plaatselijke problemen en het inspelen op de noden van de gemeenschap
•
actief ouder worden te bevorderen als antwoord op demografische problemen.
•
stereotypes over ouderdom aan te pakken en de waardering voor ouderen bij het brede publiek te laten toenemen.
•
geïntegreerde gemeenschappen op te bouwen die gebruik maken van het potentieel van alle generaties en die gevoelig zijn voor de noden van verschillende leeftijdsgroepen
•
animatoren op te leiden die bereid zijn om innovatieve intergenerationele projecten uit te voeren.
Seniors in Action heeft tot nu toe de realisatie gesteund van 199 projecten die over het hele land werden opgestart door oudere leiders of tandems van een senior en een jongere. Naar schatting meer dan 8.000 mensen van alle leeftijden over heel Polen hebben rechtstreeks voordeel gehad bij deze acties. Daarnaast hebben 336 oudere en jongere leiders hun vaardigheden aangescherpt om sociale projecten uit te voeren, zijn 34 alumni opgeleid om hun ervaring te delen en deel te nemen aan workshops voor deskundigen en is de ervaring die werd opgedaan met meer dan 50 projecten schriftelijk opgetekend.
Evaluatie In 2011, toen het programma er al drie jaar op had zitten, werd een externe evaluatie uitgevoerd die diende als basis voor het invoeren van methodologische veranderingen. De deelnemers aan het programma (oudere en jongere leiders en de organisaties waarmee zij samenwerken) gaven hun mening over de efficiëntie van het model voor ondersteuning door de organisatie (via enquêtes, telefonische interviews, persoonlijke gesprekken). Deze evaluatie had ook betrekking op de efficiëntie en stabiliteit van de gefinancierde projecten en gaf de initiatiefnemers waardevolle informatie over de succesfactoren en de moeilijkheden bij het uitvoeren van de projecten. Uit de externe evaluatie bleek dat de oudere leiders door deel te nemen aan de wedstrijd een hogere status krijgen in hun familie en de plaatselijke gemeenschap en dat zij daardoor gemakkelijker samenwerken met jongeren, waardoor blijvende plaatselijke partnerschappen ontstaan.
Concurrentie Polen heeft een heel sterk netwerk van meer dan 400 universiteiten voor de derde leeftijd en die instellingen spitsen zich toe op het verstrekken van educatieve activiteiten voor senioren. De initiatiefnemers werken nauw samen met deze seniorenuniversiteiten en moedigen hen aan om open te staan voor samenwerking met de gemeenschap en vrijwilligerswerk te promoten bij hun studenten. De vereniging moedigt deze studenten aan om hun ideeën in te dienen voor de beurzenwedstrijd en organiseert speciale workshops voor de universiteiten voor de derde leeftijd, waarin de werkmethodes van Seniors in action en van de vereniging worden voorgesteld.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
88
3. Thematische activiteiten-clusters
De jongste jaren zijn in de grote steden tal van gemeentelijke instellingen ontstaan die ‘seniorencentra’ worden genoemd om de stroom aan informatie over activiteiten voor senioren te coördineren. Er bestaat een groot potentieel voor samenwerking tussen die seniorencentra en de alumni van het programma, die het aanbod van de centra kunnen verbreden. In verscheidene Poolse steden is de organisatie ‘Kleine Broeders van de Armen’ met succes actief. Die organisatie voert promotie voor intergenerationeel vrijwilligerswerk voor eenzame oudere mensen. In de toekomst hoopt de vereniging het programma uit te breiden met activiteiten in verzorgingstehuizen en centra voor dagopvang voor senioren. Tot vandaag is dit programma de enige beurzenwedstrijd op nationaal niveau in Polen die strikt gericht is op de ondersteuning van activiteiten voor ouderen en op intergenerationele samenwerking. Maar in 2012 investeerde de overheid veel middelen om dezelfde problematiek aan te pakken. De overheid organiseerde een wedstrijd die veel meer economische steun biedt aan individuele projecten dan Seniors in Action. Om te anticiperen op de afnemende belangstelling voor Seniors in Action, voert de vereniging promotie voor haar vernieuwende niet-financiële steun (workshops, adviesverstrekking, ondersteuning door vliegende animatoren, netwerking voor de deelnemers, studiebezoeken, publiciteit, toegang tot kennis), die de kans biedt om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Daarnaast wijst de vereniging op de toegevoegde waarde van het delen van kennis en ervaringen zoals dat in de projecten gebeurt. De samenwerking met het postgraduaatproject van de Universiteit van Warschau blijkt een goede strategie om te wijzen op de ervaring die is opgedaan met de beurzenwedstrijd en om die ook te onderzoeken.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het initiatief heeft niet zozeer te maken met belemmeringen, maar veeleer met uitdagingen met betrekking tot de organisatie van het werk, het profiel van de deelnemers en de vrij geringe economische steun die de beurzenwedstrijd biedt. Het initiatief zoekt actief naar oplossingen voor al die uitdagingen. Het deelnemen aan de wedstrijd vergt een zekere inspanning (diverse selectiestadia doorlopen, deelnemen aan de workshops, enz.) en bovendien zijn de beurzen niet erg substantieel. Wat het profiel van de deelnemers betreft, staat de wedstrijd voor de uitdaging om meer mannelijke deelnemers te bereiken. Het initiatief is voortdurend op zoek naar manieren om promotie te maken voor het project bij mannen. Bij de projecten komen nieuwe technologieën steeds vaker aan bod, maar het initiatief gebruikt die technologieën maar in beperkte mate om plaatselijke mensen van uiteenlopende leeftijden te betrekken bij het gemeenschapsleven. Op dit vlak missen de deelnemers aan het initiatief de kennis en de middelen en ook het uitvoerende team moet zijn kennis hierover zelf ook uitbreiden. Sommige thema’s die in de bekroonde projecten aan bod komen, hebben te maken met strategieën en acties om de belangen van senioren te verdedigen en hen als burgers sterker te betrekken bij de plaatselijke besluitvorming. Het initiatief heeft op dit moment ook wat te weinig ervaring met deze nieuwe dimensie, die te maken heeft met de politieke instellingen op plaatselijk en regionaal niveau. Een andere uitdaging is de manier waarop wordt omgegaan met ‘afgewezen’ projecten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
89
3. Thematische activiteiten-clusters
De beurzenwedstrijd financiert doorgaans 35 projecten per jaar van in totaal 300 aanvragen en wordt daarom geconfronteerd met een steeds groter aantal ‘afgewezen’ aanvragen, die toch worden beschouwd als een waardevolle bijdrage aan het initiatief. Een culturele uitdaging zijn de vaak voorkomende stereotypen in verband met oudere mensen (die ook leiden tot zelfdiscriminatie bij ouderen), die het voor senioren moeilijk maken om een leidersrol op te nemen in hun plaatselijke gemeenschap. De uitvoerders stellen vast dat gemeenschapsdienst in Polen maar weinig aanzien heeft en dat er niet echt een cultuur van samenwerking bestaat, waardoor de overheid waardevolle projecten die worden uitgevoerd op plaatselijk niveau vaak beschouwt als ‘concurrentie’. De leiders van dergelijke initiatieven stuiten soms op wantrouwen. De vereniging probeert voortdurend dit soort barrières te overwinnen, door communicatie te voeren, door een positief beeld te schetsen van ouderen en door aan te tonen dat gemeenschapsdienst een kans biedt tot zelfontplooiing, om je passie met anderen te delen en om nieuwe vrienden te maken en door ten slotte te tonen dat projecten die bruggen bouwen tussen de generaties, meetbare voordelen opleveren.
Financiering Het initiatief wordt op lange termijn gefinancierd door de Pools-Amerikaanse Vrijheidsstichting met een jaarlijks budget van 260.000 euro per jaar. Daarnaast zijn er kleinere giften van privébedrijven.
Conclusie Seniors in Action heeft een aantal innovatieve kenmerken, zoals het vormen van tandems van een senior en een jongere en het gebruik van complementaire vaardigheden, zoals werk uit de creatieve sector en kennis van senioren. Het project beschikt over een uitstekend netwerk van partners, waaronder ook alumni die masterclasses geven. Op dit moment zijn er 40 actieve alumni, zowel jongeren als senioren, die hun ervaring willen delen op het gebied van samenwerking met senioren en intergenerationele groepen en andere deelnemers aan programma’s voor ouderen, georganiseerd door allerlei ngo’s, ondernemingen en plaatselijke besturen. Daarenboven biedt Seniors in action heel wat mogelijkheden om oudere volwassenen te laten inzien dat zij competent zijn, in staat om dingen te doen, dat zij aandacht kunnen trekken en ook anderen kunnen aantrekken, dat zij iets voor hun gemeenschap kunnen doen en dat zij deel kunnen nemen aan activiteiten waar ze vroeger nooit aan gedacht zouden hebben. Vaak is hun project voor Seniors in Action hun eerste ervaring van plaatselijke of sociale betrokkenheid in hun leven en komen ze ook daardoor voor het eerst in contact met jongeren buiten hun familie. Op die manier blijft het innovatieve initiatief met zijn projecten een zinnige bijdrage leveren aan sociale verandering in de Poolse samenleving.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
90
3. Thematische activiteiten-clusters
HOUSE OF THE FRUITS OF SOCIETY (SLOVENIË) – INTERGENERATIONEEL VRIJWILLIGERSWERK Onderzoeker: Marco Socci, INRCA, Italië
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
91
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Intergenerationele Relaties & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
Sloveense Filantropie
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Slovenië
Naam van het initiatief
House of the Fruits of Society
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op nationaal niveau)
Partners, type en primaire functie
Gemeente Murska Sobota, Centrum voor sociale diensten (overheidsinstantie), Lagere en middelbare scholen, seniorenvereniging in Murska Sobota (ngo), Rode Kruis (humanitaire organisatie) Werknemers: 3
Personeel
Vrijwilligers: 112 Stagiairs: 2 Externe adviseurs en deskundigen: 2 Nationale overheid: 34,04% Europese Unie: 26% Stichtingen en filantropische organisaties: 19,27%
Financieringsbronnen
Eenmalige giften van particulieren: 1% Giften van bedrijven: 8,01% Bijdragen van deelnemers: 0,11% Overige: 2,86% buitenlandse ambassades, 8,71% internationale oproepen
Webpagina van het initiatief
www.filantropija.org
Organisatie Het House of the Fruits of Society is een project van ‘Sloveense Filantropie’, een vereniging die vrijwilligerswerk promoot en sinds 1992 actief is voor het algemeen welzijn. De vereniging beschouwt het promoten van vrijwilligerswerk als haar belangrijkste opdracht, omdat zij ervan overtuigd is dat vrijwilligerswerk kan zorgen voor een betere en verdraagzamere samenleving, met respect voor iedereen ongeacht hun persoonlijke of levensomstandigheden. Daarnaast proberen de activiteiten van de vereniging de levenskwaliteit in de gemeenschap te verbeteren en op te komen voor sociaal achtergestelde groepen of personen. Het verhaal van House of the Fruits of Society begon toen de vereniging een politiek zwaargewicht wist aan te trekken in de persoon van de voormalige president van Slovenië. Zijn belangstelling voor vrijwilligerswerk met mensen van verschillende generaties gaf het thema een stem en leidde tot het idee voor een nieuw programma. Dit was de start voor Sloveense Filantropie om een intergenerationeel vrijwilligersprogramma op te zetten: House of the Fruits of Society. Na discussies met stakeholders en haalbaarheidsstudies werd het programma ingevoerd in Murska Sobota, in de regio Prekmurje. Dankzij die beslissing kon de vereniging een beroep doen op middelen bestemd voor de ontwikkeling van kansarme regio’s in Slovenië. Er werd een netwerk van partners opgezet, met medewerking van de gemeenten, gepensioneerdenverenigingen, sociale centra, een
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
92
3. Thematische activiteiten-clusters
lagere school, een sociaal ondernemer, een publiciteitsagentschap en andere plaatselijke organisaties in Murska Sobota. Het partnernetwerk richtte een stuurgroep op om het programma uit te tekenen en uit te voeren. Die stuurgroep vond nog een andere financieringsbron – een beurs van het Noorse financiële mechanisme REF – en in 2007 werd met succes financiering aangevraagd. Het initiatief ging in 2008 van start als een proefproject en leidde tot het eerste gemeenschapscentrum in Slovenië dat het uitwisselen van kennis tussen de generaties aanmoedigt. Een projectmanager leidt het initiatief: hij coördineert de activiteiten en de financiering en zoekt nieuwe kansen voor gelijkaardige projecten in andere regio’s van Slovenië. Maatschappelijk en gemeenschapswerkers werken rechtstreeks met ouderen en vrijwilligers leiden workshops en bieden hulp en advies bij het voorbereiden van individuele plannen (over de deelname van de gebruikers aan de activiteiten). Vrijwilligers en mentoren zijn direct betrokken bij de voorbereiding van de dagelijkse activiteiten en de mentoren leiden ook allerlei workshops. Vrijwilligers hebben de kans om mentor te worden door een vorming te volgen die de vereniging aanbiedt. Elk jaar kan ook een aantal mensen met een beperking voor het initiatief werken. Zij worden betaald uit overheidsprogramma’s voor steun aan mensen met een beperking (zij bieden bv. extra hulp bij de coördinatie van activiteiten, de dagelijkse activiteiten en promotie voor het Huis).
Problematiek Het initiatief richt zich vooral op twee problemen waar oudere mensen mee kampen. Het eerste is het sociale isolement dat senioren ervaren wanneer ze verdwijnen van de werkvloer, wat kan leiden tot depressie en andere gezondheidsproblemen. Het tweede is het gebrek aan erkenning in de samenleving dat gepensioneerde en oudere mensen nog altijd een actieve bijdrage kunnen leveren. Daarnaast stelden de initiatiefnemers vast dat er weinig kansen zijn voor uitwisseling van kennis tussen de generaties. Zolang ouderen het niet gemakkelijker krijgen of niet worden aangemoedigd om hun ervaring en kennis te delen, is de kans groot dat ze enkel worden gezien als passieve ‘gebruikers’ van diensten.
Innovatieve oplossing Het House of the Fruits of Society steunt op het idee van intergenerationeel vrijwilligerswerk en het aanbieden van contacten en relaties tussen oudere en jongere mensen. Uit een haalbaarheidsstudie bleek dat veel jongeren als vrijwilliger kiezen voor zorgcentra voor ouderen. Het initiatief probeerde dit potentieel ten volle te benutten door een nieuwe en meer open setting aan te bieden voor intergenerationele uitwisseling. De naam ‘House of the Fruits of Society’ wil een positieve sfeer oproepen en verwijst ook naar de mogelijke effecten van sociale uitwisseling en samenwerking. Bij het zoeken naar een geschikte naam werd ook rekening gehouden met de wens om het initiatief bekend te maken bij het brede publiek en het al van bij het begin een positief imago te geven.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
93
3. Thematische activiteiten-clusters
Het initiatief combineert enkele kernelementen, zoals een bijdrage leveren ten dienste van de samenleving, vrijwilligerswerk promoten en intergenerationele uitwisseling mogelijk maken. In Slovenië zijn er veel verenigingen die activiteiten voor senioren aanbieden, maar het Huis probeert de lacunes op te vullen door verschillende organisaties met elkaar te verbinden via een open benadering. Een andere innovatieve aanpak is de succesvolle samenwerking tussen allerlei stakeholders en partners, die de intergenerationele uitwisseling ondersteunt en mensen uit verschillende leeftijdscategorieën betrekt bij vrijwilligersactiviteiten. Het initiatief is sterk ingebed in de plaatselijke gemeenschap van de stad Murska Sobota. Doelstellingen en activiteiten: •
sociale inclusie van senioren door hen te betrekken bij dagelijkse activiteiten.
•
actief ouder worden door als vrijwilliger of mentor deel te nemen aan verschillende werkgroepen en activiteiten voor intergenerationeel leren.
•
intergenerationele uitwisseling van kennis, vaardigheden en ervaringen.
•
training van vaardigheden om betere werkgelegenheidskansen te bieden en zelfstandig wonen mogelijk te maken.
•
creativiteit stimuleren door een flexibele en open ruimte, tijd en intergenerationele uitwisseling te bieden.
De site van het House of the Fruits of Society is opgedeeld in verschillende ateliers: een leerkeuken, een studeerkamer met computers, een ruimte om te leren naaien, potten te bakken en aan houtbewerking te doen en een grote tuin met kruiden en fruitbomen. De deelnemers kunnen zich aansluiten bij de dagelijkse activiteiten, zoals kooklessen, yoga en gym voor senioren, allerlei handwerkateliers, een workshop rond kruiden en tuinieren, enz. Ze kunnen ook mentor worden en hun eigen workshop voorbereiden, zoals naailes of taallessen geven. Het huis biedt de ruimte, de middelen en het materiaal en nodigt de gebruikers uit om deel te nemen aan de workshops. Maar ze kunnen ook gewoon naar het huis komen en er wat tijd doorbrengen. Het House of the Fruits of Society is het eerste in zijn soort in Slovenië. De initiatiefnemers promoten een nieuwe benadering om oudere mensen te steunen, door hen te waarderen als actief scheppende personen en niet enkel als passieve gebruikers van diensten. Het huis biedt een flexibele omgeving voor verschillende activiteiten, die kunnen worden georganiseerd volgens de noden en interesses van de senioren en de jongeren die erbij betrokken zijn. De oudere deelnemers schatten vooral de overdracht van kennis en de mogelijkheid om te leren en actief te blijven naar waarde. Voorbeelden: Gepensioneerde kleermakers en naaisters startten een naaiatelier op, om de jongere generatie een ambacht te leren dat bijna vergeten was na het instorten van de textielindustrie in Slovenië. Terwijl ze les gaven, vertelden ze verhalen over hun jeugd en het speelgoed dat ze toen hadden. Uit die verhalen ontstond het idee voor een ‘lappenpop om zelf te maken’, een product dat de vereniging nu verkoopt. De lappenpop is meer dan een speeltje. Ze vertelt een verhaal, leert naaien en kleermaken en heeft
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
94
3. Thematische activiteiten-clusters
een duurzamer waarde dan plastic speelgoed uit de winkel. Toen de senioren die een workshop leiden, bovendien ontdekten dat hun niet-professionele kennis van koken, kruiden of tuinieren ook naar waarde wordt geschat in het centrum en kan worden overgedragen aan anderen, begonnen ze extra workshops te voorzien die steunen op hun kennis en ervaring. Een deelnemer verwoordt de impact van dit engagement: “Ik had nooit gedacht dat ik opnieuw zo gedreven aan het naaien zou gaan. Ik dacht nooit dat iemand zou geïnteresseerd zijn in wat ik kon.”
Betrokkenheid van de stakeholders De samenwerking met de stakeholders begon met een lagere school in Murska Sobota die partner werd. Het netwerk van partners omvat nu alle scholen in de stad en de omgeving. Het netwerk is door de jaren heen steeds groter geworden. Op dit moment worden nieuwe organisaties benaderd die extra vaardigheden kunnen aanreiken, zoals organisaties die werken met mensen met een beperking. Op die manier zijn het aanbod aan beschikbare competenties en de kanalen om mogelijke doelgroepen te bereiken, breder geworden. Samenwerking met de seniorenvereniging is een basisvoorwaarde om te kunnen werken met oudere volwassenen en de vereniging probeert op dezelfde manier andere organisaties, scholen en sociale diensten te betrekken. Een belangrijk doel van dergelijke partnerschappen is het creëren van kanalen en kansen om mogelijke gebruikers door te verwijzen naar het centrum, waaronder senioren, studenten en leerlingen, sociaal kansarme mensen en mensen met een beperking. Bovendien verstrekken deze organisaties de kennis die nodig is om de noden van de cliënten te begrijpen en bieden zij hulp en begeleiding om doeltreffend tegemoet te komen aan die noden. Het succes van het initiatief blijkt uit het feit dat het Huis vaak wordt geraadpleegd door partnerorganisaties, gaande van scholen die interessante projecten zoeken voor hun leerlingen of sociale dienstverleners die een veilige en motiverende omgeving zoeken voor hun cliënten tot seniorenorganisaties op zoek naar zinvolle activiteiten voor hun leden. Dit hechte netwerk stelt de partners ook in staat om doeltreffend en efficiënt in te spelen op individuele problemen die zich voordoen in de gemeenschap, want de plaatselijke partners in het netwerk wisselen wekelijks informatie uit over dringende noden. Er is ook een actieve interne betrokkenheid van de stakeholders, want de vrijwilligers en mentoren vergaderen elke maand in het centrum om het verrichte werk en nieuwe ideeën te bespreken. Het activiteitenprogramma is op maat afgestemd op de noden die de deelnemers aangeven en de middelen die de vrijwilligers en mentoren kunnen aanbieden. Wanneer iemand naar het centrum komt, gaat een deskundige individueel met hem of haar aan de slag om na te gaan wat zijn of haar interesses en noden zijn, welke passende activiteiten beschikbaar zijn welke kennis en ervaring de nieuwe cliënt voor het centrum kan inbrengen.
Doelgroep De belangrijkste doelgroepen zijn gepensioneerden (65+, 65%), oudere werklozen (55+, 15%) en jongeren (20%). Een groot deel van de gebruikers zijn mensen die het risico lopen om in armoede te belanden. De meeste gebruikers en vrijwilligers zijn vrouwen (70%). De initiatiefnemers gingen ervan
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
95
3. Thematische activiteiten-clusters
uit dat vrouwen vaak vroeger met pensioen gaan en ook sneller aan vrijwilligerswerk doen. Veel vrijwilligers hebben een beroepsopleiding genoten en kunnen specifieke professionele vaardigheden aanbieden. Bij de vrijwilligers zijn er veel gepensioneerde verpleegkundigen en leerkrachten. Het is ook zo dat vrijwilligers hun informele, traditionele kennis inbrengen.
Impact Het initiatief moedigt ouderen aan om actief te blijven of te worden en hun kennis te delen met anderen, om een gevoel van zelfrespect te verwerven, om een bijdrage te leveren aan de samenleving en hun sociale netwerk uit te breiden. Daarnaast probeert het project vooroordelen over leeftijd aan te pakken, door jongeren en ouderen met elkaar in contact te brengen. De beoogde sociale impact is de opbouw van een hechte samenleving, bestrijding van leeftijdsdiscriminatie en het bevorderen van intergenerationele samenwerking en kennisuitwisseling. Het centrum bevindt zich in Murska Sobota, een stad met 11.500 inwoners. Ongeveer 3436 mensen hebben deelgenomen aan activiteiten van het centrum, van wie 2233 senioren. Er zijn momenteel 112 actieve vrijwilligers die het centrum ondersteunen, onder wie 62 oudere mentoren die hun eigen workshop leiden. Er zijn ook jongeren die workshops geven, zoals een workshop computervaardigheid voor senioren. Elk jaar zijn er 380 verschillende activiteiten en er zijn al 30 producten ontwikkeld, die worden verkocht onder de merknaam van de sociale onderneming ‘Fruits of Society’.
Evaluatie Het Sloveense ministerie van Sociale Zaken heeft het initiatief erkend als een voorbeeld van een goede praktijk en heeft de resultaten op het vlak van sociale inclusie de voorbije drie jaar laten monitoren. Het aantal vrijwilligers en de levenskwaliteit bij de senioren zijn elk jaar duidelijk toegenomen, als gevolg van deelname aan de activiteiten van het centrum. Die positieve resultaten zorgen ervoor dat de partners het initiatief blijven steunen.
Concurrentie Hoewel er in Slovenië veel organisaties zijn die diensten en voorzieningen aanbieden voor senioren, zoals centra voor dagopvang, rust- en verzorgingstehuizen, seniorenverenigingen en programma’s voor levenslang leren, is het House of the Fruits of Society uniek omdat het oudere en jongere volwassenen met elkaar in contact brengt. Het centrum biedt niet alleen diensten aan, maar spoort de gebruikers ook aan om hun eigen kennis en ervaringen in te brengen en zo een specifiek aanbod te creëren voor alle deelnemers. Over het algemeen probeert het initiatief iets te doen aan het gebrek aan mogelijkheden om de kennis van senioren over te brengen op jongeren of om wat meer kwaliteitsvolle tijd met elkaar door te brengen. Het Huis vult ook een lacune met programma’s die de senioren helpen om bij zichzelf relevante kennis te ontdekken en hun vaardigheden verder te ontwikkelen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
96
3. Thematische activiteiten-clusters
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het initiatief heeft een comfortabele positie door zijn brede netwerk van stakeholders, de langdurige steun door de plaatselijke gemeenschap van Murska en de erkenning bij het publiek. Het initiatief is erg ambitieus wat uitbreiding betreft. In 2013 werd een extra gemeenschapscentrum opgericht in Vipava en de initiatiefnemers zijn momenteel ook afspraken aan het maken met vijf andere plaatselijke gemeenschappen. De initiatiefnemers verwachten ook bijkomende financiële steun in het kader van de nationale strategie voor sociaal welzijn, waardoor het vermoedelijk mogelijk zal zijn om tegen 2020 15 intergenerationele gemeenschapscentra te voorzien. Daarnaast probeert het initiatief een sociale onderneming op te starten die deels gebaseerd is op de producten die in de workshops worden gemaakt, om zo werk te bieden aan senioren die moeilijk werk vinden. Het blijft een uitdaging om een stabiele financiering te vinden, vooral voor het personeel. De overheidssteun volstaat op dit moment niet om het personeel werkzekerheid te garanderen op lange termijn, al is dat nochtans belangrijk voor de continuïteit en om ervoor te zorgen dat bepaalde competenties aanwezig blijven binnen het initiatief. Er is competent personeel nodig om de intergenerationele activiteiten te coördineren en een juiste benadering te garanderen voor zowel de oudere als de jongere deelnemers. Het materiaal (ICT) is vaak wel niet zo moeilijk te verkrijgen, via privébedrijven die het initiatief steunen. Het initiatief maakt ook gebruik van gerecycleerd materiaal. De strategie voor toekomstige financiering berust op een combinatie van overheidsgeld (van het ministerie van Werk en Sociale Zaken), EU-middelen en geld van de gemeenten. De initiatiefnemers hebben een akkoord met de gemeente Murska, die het initiatief nog minstens 10 jaar zal steunen. De gemeente steunt het project omdat ze heeft ingezien dat het initiatief relevant is voor de plaatselijke gemeenschap en voordelen biedt voor de gebruikers op korte en lange termijn.
Financiering Het initiatief is afhankelijk van een combinatie van middelen, waaronder geld van de nationale overheid (34%), EU-middelen (26%), geld van stichtingen en filantropische organisaties (19%), internationale oproepen (8%), giften van bedrijven (8%) en ten slotte andere bronnen (5%). In 2013 kwamen de meeste middelen van de nationale overheid (92%).
Conclusie Het House of the Fruits of Society heeft een uitstekend netwerk van stakeholders – de meeste partners zijn al van bij het begin nauw bij het project betrokken. De partners staan allemaal achter de missie en de ontwikkelingsdoelstellingen van het project: samenwerking en solidariteit tussen de generaties bevorderen; kennis, vaardigheden en ervaring overdragen tussen de generaties en actief ouder worden promoten via de actieve betrokkenheid van senioren als vrijwilliger en mentor bij workshops. Een ander interessant aspect van het project is dat de vrijwilligers mentor kunnen worden en zo in een andere rol bij het project betrokken kunnen blijven. Senioren krijgen concrete kansen om actief te blijven, nieuwe sociale relaties aan te gaan, deel te nemen aan allerlei activiteiten en hun kennis, ervaring en
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
97
3. Thematische activiteiten-clusters
vaardigheden door te geven aan andere deelnemers. Doordat het project vrijwilligerswerk promoot, bieden veel deelnemers nu in hun plaatselijke gemeenschap steun aan mensen met een beperking of mensen die sociaal vereenzaamd zijn, zowel in plaatselijke centra voor dagopvang als bij hen thuis. Via het project krijgen oudere mensen de kans om tijd door te brengen met jongeren en samen met hen deel te nemen aan activiteiten en vice versa. Op die manier ontstaat een omgeving waarin de broodnodige intergenerationele solidariteit en samenwerking worden gekoesterd.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
98
3. Thematische activiteiten-clusters
YOS – YOUNG AND OLD IN SCHOOL (DUITSLAND) – INTERGENERATIONELE MENTORING Onderzoekster: Victoria Holczmann, ZSI, Oostenrijk
Cluster
Intergenerationele Relaties & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
August-Claas-School
Type uitvoerder
Overheidsinstantie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Harsewinkel, Duitsland
Naam van het initiatief
YOS – Young and Old in School
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op regionale of zelfs wereldschaal) Claas Selbstfahrende Erntemaschinen (Claas SEM CSE GmbH) (privébedrijf): Claas levert al meer dan tien jaar materiaal, gereedschap, machines, gratis opleiding en financiële steun.
Partners, type en primaire functie
De stad Harsewinkel (overheidsinstantie): De stad Harsewinkel biedt financiële steun, helpt bij het uitbouwen van een netwerk en biedt niet-materiële hulp. Gepensioneerde vaklui (informele groep): De gepensioneerde vaklui investeren hun tijd en krijgen er ook wat werk en ervaring bij. Werknemers: 4
Personeel
Vrijwilligers: 15 Stagiars: geen Externe adviseurs en deskundigen: 20 (ook vrijwilligers) Nationale overheid: geen Opbrengst uit eigen producten/diensten: 10%
Financieringsbronnen
Stichtingen en filantropische organisaties: 30% Eenmalige giften van particulieren: 30% Giften van bedrijven: 30%
Contact
[email protected]
Organisatie Het project wordt uitgevoerd en beheerd door de August-Claas-School in Harsewinkel in Duitsland. Het initiatief YOS – Young and Old in School – Jong en Oud in het onderwijs – wordt uitgevoerd op een middelbare school in Harsewinkel met ongeveer 400 leerlingen. Deze school besteedt veel aandacht aan het voorbereiden van de leerlingen op hun toekomstige carrière en beroepsopleiding. De directeur van de school is Hermann Hecker en de technische leiding en coördinatie van het project is in handen van dr. Wolfgang Strotmann.
Problematiek De overgang van de schoolbanken naar het beroepsleven kan op veel manieren een uitdaging zijn voor jongeren. Vaak vragen zij zich af welke loopbaan ze moeten kiezen en welke soorten werk er allemaal
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
99
3. Thematische activiteiten-clusters
bestaan. In veel Duitse scholen bestaat er een kloof tussen de theoretische voorlichting over de beroepskeuze en de praktische praktijkervaring. Daardoor vinden de leerlingen het vaak moeilijk om een beroep te kiezen op basis van een brochure of een voordracht. Maar een meer praktijkgerichte, individuele begeleiding vergt personeel, materiaal, tijd en ruimte, en die zijn niet altijd beschikbaar. YOS biedt de leerlingen een flexibel en realistisch oefenterrein om hun ‘zachte’ vaardigheden als ambitie, volharding, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid te ontwikkelen. Van deelnemers aan dit project wordt verwacht dat ze die vaardigheden elke week oefenen. Een ander thema binnen YOS is intergenerationeel leren en uitwisselen. Vaak ontstaat onwetendheid omdat er te weinig uitwisseling en interactie is tussen de jongere en de oudere generatie. YOS moedigt sociaal leren en een verstandhouding tussen de generaties aan. Jong en oud werken samen aan hetzelfde project, waarbij ze hun vaardigheden combineren om te komen tot een succesvol resultaat. Door de wederzijdse waardering voor elkaars sterke punten en talenten krijgen alle deelnemers opnieuw waardering en respect voor elkaar als partners. Conflicten en onzekerheid tussen de generaties worden op die manier omgezet in een productieve eenheid. Oudere mensen hebben vaak het gevoel dat ze niet meer nuttig zijn. Het YOS-initiatief zorgt ervoor dat ze zich nodig voelen en dat hun eerder verworven vaardigheden op prijs worden gesteld. Bovendien kan het doorgeven van kennis een goed gevoel geven. YOS voedt de publieke discussie die vaak fout of gewoon niet gevoerd wordt over de uitdagingen die jongeren te wachten staan wanneer zij de stap naar het beroepsleven zetten en is meteen ook een modelvoorbeeld van een innovatief project dat enkele problemen van jongeren op dit terrein wil aanpakken.
Innovatieve oplossing YOS brengt leerlingen die een beroep moeten kiezen en gepensioneerde vaklui uit mechanische en technische beroepen samen. Het is de bedoeling dat zij samenwerken aan praktische projecten. Op die manier krijgen de leerlingen advies bij hun beroeps- en levenskeuze en wordt de intergenerationele verstandhouding bevorderd. Drie kernelementen zijn de praktische oriëntatie van de leerlingen, de intergenerationele uitwisseling en wederzijds leren. Eén keer per week werken gepensioneerden uit verschillende beroepen samen met leerlingen in het externe atelier aan concrete en praktische projecten waarbij ze hun vaardigheden moeten gebruiken. Het atelier biedt de leerlingen de kans om even te proeven van de verschillende beroepsdomeinen, zoals tuinieren, schrijnwerk, schilderen, enzovoort. Het YOS-project is uitzonderlijk, omdat het praktisch relevant is. Traditionele mentorprogramma’s brengen ouderen en adolescenten samen in een vrij kunstmatige omgeving, maar bij YOS werken alle deelnemers met veel belangstelling, enthousiasme en competentie mee. De tieners kunnen zelf bepaalde werkdomeinen aanvragen waarin ze praktijkervaring willen opdoen. De gepensioneerden treden op als deskundigen in hun vak. Doordat ze er allebei belang bij hebben, zijn beide partijen tevreden en ontstaat een grote productiviteit. Nadat ze met pensioen zijn gegaan, vinden ambachtslui uit de mechanische of de industriële sector vaak maar moeilijk kansen om actief te blijven en de universiteiten voor senioren noch de vormingsprogramma’s van de overheid komen tegemoet aan
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
100
3. Thematische activiteiten-clusters
de noden van deze doelgroep. Dit project activeert deze groep mensen op langere termijn en laat hen werken in een domein dat hun tijdens hun loopbaan plezier en voldoening heeft geschonken. Op die manier kunnen ze dat goede gevoel opnieuw ervaren tijdens hun pensioen. YOS is uniek in Duitsland doordat het project een stevig regionaal netwerk heeft weten uit te bouwen. Dankzij de betrokkenheid van de gepensioneerden, leerkrachten, firma’s en bedrijven, de gemeenteraad, commerciële groepen, verenigingen, sociale genootschappen en burgers werkt de hele stad mee aan de opleiding van haar eigen jeugd. Iedereen draagt bij met zijn eigen competenties en mogelijkheden. Al die kleine vormen van steun bieden het project een brede en stevige basis.
Betrokkenheid van de stakeholders Veel van de huidige stakeholders zijn al van bij de beginfase bij het project betrokken. De firma Claas SEM CSE GmbH had bijvoorbeeld al inbreng bij het uittekenen van het basisconcept. Aanvankelijk hield de firma zich wel afzijdig bij het plannen en vormgeven van het project om de school de pedagogische en didactische vrijheid te bieden om het concept uit te stippelen. Daarna heeft Claas het YOS-project altijd volop gesteund met materiaal en op logistiek vlak. Doordat er voortdurend overleg is met de personeelsmanagers en de scholingsbegeleiders bij Claas is het mogelijk om nauwkeurig te bepalen wat het atelier nodig heeft en wordt er verder nagedacht over de werking van het project. De gemeente heeft zich ook bij het initiatief aangesloten en bood van bij het begin faciliteiten, logistieke steun en hulp bij het uitbouwen van een netwerk. Natuurlijk werden ook de gepensioneerden van bij het begin bij het project betrokken; zij organiseerden hun eigen werkplek, in overeenstemming met de noden van de leerlingen en namen verantwoordelijkheid op voor de ontwikkeling van de adolescenten
Doelgroep YOS bereikt ongeveer 200 gepensioneerden en leerlingen per jaar met het project. Het initiatief wordt nu volledig uitgevoerd in de stad Harsewinkel en biedt realistische kansen om het project te kopiëren in andere streken van Duitsland en zelfs verder in Europa. De doelgroep bestaat uit scholen (leerlingen, leerkrachten), senioren, overheden en bedrijven (die bv. materiaal leveren). YOS wil steden en gemeenten aanmoedigen om mee te werken aan de voorlichting en ontwikkeling van hun jongere generatie en hun oudere inwoners een zinnig en actief engagement te bieden.
Impact Een van de belangrijkste gevolgen van YOS is dat de leerlingen praktijkervaring kunnen opdoen en op die manier meer kans maken om een stageplaats te vinden, dat ze plezier beleven aan de ateliers en zo de zin ontdekken van wat ze doen, iets wat bij gewone lessen niet altijd evident is. Tegelijk voelen de senioren zich sterk gewaardeerd door de gemeenschap en gemotiveerd door de vorderingen van de leerlingen. Veel leerlingen krijgen een stageplaats nadat ze hebben deelgenomen aan een atelier, vaak doordat de gepensioneerde een leerling aanbeveelt bij een bedrijf. Een ander resultaat dat de leerkrachten vaststellen is dat de leerlingen dankzij het project beseffen hoe belangrijk het is om een
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
101
3. Thematische activiteiten-clusters
beroep te kiezen dat ze hun hele leven lang kunnen uitoefenen en dat ze ook nog graag zullen doen wanneer ze oud zijn. De leerlingen krijgen een breder en realistischer beeld van hun beroepskeuze. Ze krijgen de kans om een brede waaier aan beroepen uit te proberen en ze kunnen praktische werkervaring opdoen. In samenwerking met echte deskundigen op diverse domeinen maken ze kennis met verschillende beroepen. Op die manier kunnen ze hun eigen verwachtingen beter afstemmen op wat ze hebben geleerd en op de vaardigheden die ze hebben ontdekt. En ten slotte – en zeker niet onbelangrijk – leren ze de intergenerationele context van een echte werksituatie kennen.
Evaluatie YOS is al op veel manieren geëvalueerd. Het project is onderscheiden met een hele reeks prijzen en het concept en de werkwijze zijn uitvoerig gedocumenteerd. Het project biedt ook veel mogelijkheden voor wetenschappelijke evaluatie en is dan ook het voorwerp geweest van enkel Bachelor- en Masterproeven. Op dit moment onderzoekt de Universiteit van Osnabrück het project in het kader van een studie op lange termijn. Inmiddels heeft YOS ook internationale aandacht weten te trekken en de coördinatoren zijn uitgenodigd op congressen in Zurich en Brussel. Intergenerationele platforms in de VS en Canada hebben vastgesteld dat het concept echt wel uitzonderlijk is en hebben belangstelling betoond om het idee over te nemen. Alle evaluaties wijzen uit dat het project bijzonder waardevol is op het vlak van effectiviteit, resultaten (voor de leerlingen, de gepensioneerden, de school, de leerkrachten, de ouders, de bedrijven, de verenigingen, de gemeente en de plaatselijke economie), duurzaamheid, welbevinden van de deelnemers, financiële onafhankelijkheid en het promoten van een echte intergenerationele verstandhouding.
Concurrentie Het project is uitzonderlijk in vergelijking met andere mentorprogramma’s in Duitsland en andere landen. De succesvolle uitvoering is te danken aan enkele basisvoorwaarden. Het project begon erg kleinschalig en het lijkt raadzaam om zich eerst toe te leggen op een klein werkgebied met slechts enkele actieve deelnemers, zodat iedereen kan worden ingezet om de structuur uit te bouwen. Zodra alles vlot loopt, kunnen zich andere actieve partners bij het project aansluiten. Verder lijkt het nogal belangrijk dat de leerkrachten ondanks de schoolcontext niet rechtstreeks tussenkomen in de werkrelatie tussen de leerlingen en de gepensioneerden. De gezagspositie van de leerkracht zou een sfeer van concurrentie tussen de leerkracht en de gepensioneerde veroorzaken en dat kan voor die laatste een nadeel zijn. Daarnaast is openheid tegenover alle partners van het netwerk en alle geïnteresseerden van essentieel belang voor het welslagen van het intergenerationele leerproces. Empathie is ook cruciaal voor de context van intergenerationeel werken. Iedereen moet zijn ideeën kunnen inbrengen over de manier waarop de taken en het denkproces verlopen, of het nu om een leerling, een leerkracht of een senior gaat. Wederzijdse empathie en respect vormen de grondslag voor een betrokkenheid vol vertrouwen en zonder conflicten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
102
3. Thematische activiteiten-clusters
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Door het succes van het project en de brede deelname van leerlingen en senioren staat YOS momenteel onder druk om zijn werkterrein uit te breiden, maar er zijn al plannen om een nieuw atelier te bouwen. Het initiatief overweegt ook om het project uit te breiden om meer vakgebieden te kunnen aanbieden, zoals papier- en drukwerk. YOS overweegt ook om kleuterscholen en senioren te betrekken om de doelgroep te vergroten en verschillende leeftijdsgroepen te betrekken. Omdat YOS zo flexibel is, is het mogelijk om voortdurend na te denken over de activiteiten en tegemoet te komen aan de noden van alle betrokkenen. En door die flexibiliteit is het ook mogelijk om een extra activiteit op te nemen in het atelier. Om de senioren betrokken te houden en de dienstverlening te organiseren, is er ook een wachtlijst van senioren die geïnteresseerd zijn om aan het project mee te werken, zodat het mogelijk is om snel een vervanger te vinden wanneer iemand zich uit het project terugtrekt. Op die manier wordt de continuïteit gegarandeerd. Het YOS-project loopt al meer dan 6 jaar en heeft dus zijn duurzaamheid bewezen. Het initiatief geniet de steun van allerlei organisaties en heeft daardoor een vrij stevige financiële basis. De ‘Hauptschule’ zal op termijn worden omgevormd tot een ‘Gesamtschule’ en daarom loopt er nu al een dialoog, zodat het initiatief kan blijven bestaan.
Financiering De staat noch andere overheidsinstellingen stoppen geld in het initiatief. YOS krijgt ook geen nationale of Europese financiering. Door externe partners en andere medestanders bij het project te betrekken, is een volledig onafhankelijke financieringsstructuur mogelijk. De nodige middelen komen uit giften, prijzengeld en de opbrengst van producten die worden gemaakt in het atelier. Het totale jaarlijkse budget bedraagt ongeveer 30000 euro, waarvan 30% afkomstig is van stichtingen en filantropische organisaties, 30% van eenmalige giften van particulieren en 30% van giften door bedrijven.
Conclusie De voorbije jaren is het project erg succesvol gebleken. Het bleef zich toespitsen op de samenwerking tussen jong en oud en op de positieve effecten en het welzijn dat daardoor ontstaat voor beide groepen. YOS bewijst daarnaast dat het in vergelijking met andere mentorprogramma’s in Duitsland uitzonderlijk is door zijn benadering om de kloof tussen de generaties te overbruggen en om theorie aan praktijk te koppelen. Voor de toekomst heeft het initiatief plannen om meer ruimte te voorzien om de toenemende belangstelling bij te benen en het aanbod te verruimen. Er zijn al plannen voor de bouw van een nieuw atelier en de uitbreiding van het project zal waarschijnlijk mogelijk zijn zonder overheidssteun. De gemeente zal een stuk grond ter beschikking stellen en sponsors en donateurs zullen het gebouw financieren. Waarschijnlijk zullen dan ook andere vakken worden opgenomen, zoals papier en druk, waardoor het project ook beroepen als boekbinder of mediaontwerper kan aanbieden. Het achterliggende idee is om naast de traditionele ambachten indien mogelijk ook toekomstgerichte beroepen aan te bieden. Daarnaast wil YOS de waaier aan generaties uitbreiden door een plaatselijke
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
103
3. Thematische activiteiten-clusters
kleuterschool bij het project te betrekken, zodat de kinderen twee keer per jaar het atelier kunnen bezoeken en met de gepensioneerden samen kunnen werken. YOS lijkt een duurzame toekomst te hebben en biedt concrete mogelijkheden om dit doeltreffende model elders over te nemen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
104
3. Thematische activiteiten-clusters
HOUSE IN THE PARK (DUITSLAND) – DE DERDE LEEFTIJD HERUITGEVONDEN Onderzoekster: Victoria Holczmann, ZSI, Oostenrijk
House in the Park Where old age is being reinvented
The house in the Park wants to take both the potential
We are more than a center for senior citizens
We face the challenge
and the resources of older people into account, as
The House in the Park is versatile: it is a cultural and
We focus our activities on the one hand specifically at
well as provide assistance with age-related limitations.
educational center for senior citizens, a neighbourhood
older people, but at the same time, we also have offers
centre with a café, a professional theater and a
that are aimed at all generations. While the House
We cast a new look at old age
physiotherapy. And it is a place for engagement: we
in the Park is very popular with the 65+ generation,
In the House in the Park, we challenge current images
empower participation and engagement and offer
we need to do more to reach »young seniors« from
of aging and cast a new look at old age. With events
structures that make this possible. The volunteers and
50 years. While our offers are now oriented to the needs
and theme campaigns, we provide very different
visitors customize the house through their projects
of this target group (e.g. evening classes or workshops
approaches to the issue of old age – also for people
and activities.
to prepare for retirement), one of our great challenge
who might not have previously dealt with aging.
is to communicate these offers.
We also want to make the supposedly »dark« themes
We network with many partners
of old age, such as dementia, visible in our events and
We work together with many partners in the district:
raise awareness so that people can deal with all facets
with schools, the church, the Health Department, the
of age free from fear.
district administration and other cultural institutions. Through joint events, we are able to reach a large public, with each partner contributing its expertise on the topic of old age. In the same vein, we advise and assist each other in new projects.
BegegnungsCentrum Haus im Park
Telefon +49 · 40 · 2 57 02 – 12
E-Mail
[email protected]
Gräpelweg 8 | 21029 Hamburg
Telefax +49 · 40 · 72 57 02 – 24
www.hausimpark.de
Plakat_Haus_im_Park_Bruessel_140701_ch.indd 1
Koning Boudewijnstichting
01.07.14 12:52
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
105
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Intergenerationele Relaties & Vrijwilligerswerk
Naam van de uitvoerder
House in the Park
Type uitvoerder
Stichting
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Hamburg, Duitsland
Naam van het initiatief
House in the Park – waar de derde leeftijd opnieuw wordt uitgevonden
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op regionale of zelfs wereldschaal)
Partners, type en primaire functie
Geen Werknemers: 40 Vrijwilligers: 100
Personeel
Stagiars: 1 Externe adviseurs en deskundigen: 10 Freelance educatieve medewerkers: 50 Stichtingen en filantropische organisaties: 50%
Financieringsbronnen
Opbrengst uit eigen producten/diensten: 15% Bijdragen van deelnemers: 15%
Wegpagina van het initiatief
www.hausimpark.de
Organisatie Het House in the Park (Huis in het Park) is een project van de afdeling ‘maatschappelijk middenveld’ van de Körber-Stiftung en bestaat sinds meer dan 5 jaar. De projectleiding staat aan het hoofd van de afdelingen fysiotherapie, communicatie, educatie en cultuur en het café. Elke afdeling heeft een aantal werknemers. Meer dan 100 vrijwilligers werken voor de verschillende afdelingen en ondersteunen de structuur van de onafhankelijke projecten van het huis. Het House in the Park bloeit dankzij de inzet van zijn vrijwilligers. Zij zijn actief in alle afdelingen van het huis en passen dat huis aan door hun werk. Naast die 100 vrijwilligers zijn er ook 40 voltijdse werknemers. De werknemers en de vrijwilligers werken volledig samen en er bestaat geen hiërarchisch onderscheid tussen de twee groepen. De werknemers zorgen voor verschillende competenties en professionele achtergronden. Er zijn onderzoekers op het vlak van gezondheidszorg, communicatiemanagers, organisatieontwikkelaars, fysiotherapeuten, theatertechnici en educatieve medewerkers. De huidige manager, Anja Paehlke, heeft ruime ervaring in de omgang met kansengroepen als migranten en werklozen.
Problematiek Het initiatief is actief met betrekking tot de volgende aspecten van actief en gezond ouder worden: gezondheidsgeletterdheid, patiëntenempowerment, individueel gezondheidsmanagement, preventie en vroege diagnose van functionele en cognitieve achteruitgang, sociale inclusie via intergenerationeel werk, werk en vrijwilligerswerk en leeftijdsvriendelijke gebouwen, omgevingen en gemeenschappen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
106
3. Thematische activiteiten-clusters
Het House in the Park wil een veelzijdig beeld schetsen van de derde leeftijd en probeert daarom stereotiepe beelden over ouder worden aan te pakken en een nieuwe kijk te promoten. Het project probeert de mogelijkheden en de middelen van senioren aan te moedigen en ook steun te bieden voor beperkingen die de leeftijd met zich mee brengt. Het wil helpen om de derde leeftijd ‘opnieuw uit te vinden’, want de golf spelende gepensioneerde die op Mallorca woont noch de oudere man op de werkvloer is een realistisch beeld van de generatie van 50-plussers. Via dit initiatief worden oudere mensen aangemoedigd en in staat gesteld om actief deel te hebben aan hun omgeving en verantwoordelijkheid op te nemen. Tegelijk worden de diensten die beschikbaar zijn voor senioren belicht en aangemoedigd. Via allerlei evenementen en inhoudelijke discussies met mensen van alle leeftijden proberen de initiatiefnemers duidelijk te maken dat ouder worden een zaak is van iedereen.
Innovatieve oplossing Het House in the Park biedt uitgebreide en gedifferentieerde ruimte voor het beeld van ouder worden. In dit huis wordt rekening gehouden met de vaardigheden en middelen van oudere mensen en worden die aspecten versterkt. Het is dan ook een veelzijdig huis. Het is een cultuur- en vormingscentrum voor senioren en een buurthuis en cultureel centrum voor de Bergedorfwijk in Hamburg. Er is een caférestaurant en een theater met 470 zitplaatsen, een fysiotherapiepraktijk en een dienst voor patiëntenzorg. In het House in the Park kan iedereen zijn deskundigheid en ideeën inbrengen. Het is een plaats voor engagement. Meer en meer senioren willen toch minstens op kleine schaal betrokken worden. In het House in the Park worden participatie en engagement aangemoedigd en worden structuren voorzien om dit mogelijk te maken. De vrijwilligers en bezoekers maken het huis tot wat het is met hun projecten en activiteiten. In het House in the Park worden de bestaande beelden over ouder worden in vraag gesteld en wordt een nieuwe kijk voorgesteld. In evenementen en campagnes komen heel verschillende benaderingen van de thematiek van ouder worden aan bod, vooral voor mensen die vroeger misschien niet stil stonden bij het onderwerp. Het initiatief probeert ook de zogenaamd ‘donkere’ aspecten van ouder worden, zoals dementie, zichtbaar te maken in de evenementen en geeft voorlichting zodat mensen zonder angst kunnen omgaan met alle facetten van het ouder worden. Een sterk punt van het House in the Park is de familiale en positieve sfeer. Mensen voelen zich er thuis en er is genoeg plaats voor iedereen, zodat ze zich er goed voelen. Verder biedt het House in the Park kwaliteit op elk gebied, zowel in het cursusaanbod, de adviesverstrekking als de dienstverlening. Er is een breed cursusaanbod, van kunst tot zumba. Hierbij is het belangrijk dat de deelnemers weten dat de lessen, bijvoorbeeld de computerlessen, bedoeld zijn voor hun generatie van 50-plussers. Bovendien houden de lesgevers ook bijzonder goed rekening met de noden van oudere gebruikers. Er zijn ook intergenerationele projecten, want het initiatief wil niet alleen inspelen op de noden van ouderen maar ook openstaan voor de jongere generaties.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
107
3. Thematische activiteiten-clusters
Betrokkenheid van de stakeholders Het House in the Park werkt samen met verschillende partners uit de wijk: scholen, de kerk, de gezondheidsdienst, het wijkbestuur en andere culturele instellingen. De partners vormen niet zomaar een netwerk van instellingen die elkaar kennen, maar nemen samen actief deel aan de projecten. Zo worden intergenerationele projecten bijvoorbeeld uitgevoerd in samenwerking met scholen of wordt er ruimte voorzien voor lokale gezondheidslezingen of gezondheidsdagen in samenwerking met de openbare gezondheidsdienst. Voorlichtingsactiviteiten worden georganiseerd in samenwerking met andere vormingsinstellingen of kerkelijke partners en in samenwerking met de dienst sociale zekerheid wordt een modelproject ‘leven met dementie in de wijk’ opgezet. De samenwerking tussen de verschillende partners is dus praktisch georiënteerd. De relatie tussen personeel, vrijwilligers en leidinggevenden en hun betrokkenheid bij het House in the Park is goed, omdat het initiatief een vlakke hiërarchische structuur kent. Het personeel wordt aangemoedigd om nieuwe ideeën aan te reiken op elk denkbaar gebied. De deelnemers in het House in the Park brengen hun eigen vaardigheden in en worden ook aangemoedigd om ideeën of bezwaren mee te delen. Het House in the Park biedt ruimte om vaardigheden aan te brengen en te verwerven en die dan door te geven aan anderen. Voorbeelden: De heer D gebruikt zijn professionele ervaring als kunstenaar voor het House in the Park. De heer C vertelde dat hij voor zijn deelname aan het theater van het House in the Park alleen maar wat amateuristisch met muziek bezig was, maar dat hij zich nu helemaal op muziek kan toeleggen en zich erin kan verdiepen. Hij wijst er ook op dat hij zich voldoende op zijn gemak voelt om zich te uiten wanneer hij een idee of iets te zeggen heeft. Mevrouw B vertelt dat het bij haar precies omgekeerd is: ze leert dingen in het House in the Park en verwerft nieuwe vaardigheden die ze dan kan doorgeven aan anderen in haar omgeving.
Doelgroep Het House in the Park spitst zijn diensten toe op oudere mensen. De initiatiefnemers benadrukken dat de generatie van 50-plussers geen homogene groep is. Een 55-jarige die nog volop in het arbeidsleven staat, kent heel andere behoeften dan iemand van bijna 70 die graag vrijwilligerswerk wil doen of iemand van 86 die zorg of hulp nodig heeft. Via de verschillende diensten probeert het project te voldoen aan de noden van zowel jongere senioren als de erg oude doelgroepen. Daarnaast probeert het initiatief mensen van alle generaties aan te spreken en hen uit te nodigen om na te denken over een nieuw beeld van de derde leeftijd.
Impact Het House in the Park probeert een allesomvattend beeld te geven van ouder worden. De visie van het project is om het ‘opnieuw uitvinden’ van ouderdom aan te moedigen. Participatie en engagement worden bevorderd en er worden structuren opgezet om dit mogelijk te maken. Het initiatief blijft de nieuwe beelden van ouder worden communiceren in publicaties, een website en via partners om een
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
108
3. Thematische activiteiten-clusters
publiek over heel Duitsland te bereiken. Het House in the Park krijgt erkenning als een lokaal project dat kan worden overgeplaatst naar andere gemeenten en regio’s. De jongste jaren evolueert het House in the Park van een ontmoetingsplaats voor senioren naar een centrum voor de hele wijk. Dat is ook te zien in het programma. Het House in the Park profileert zich meer als een open huis en door de nieuwe soorten evenementen en de ruimere openingstijden kunnen mensen van alle generaties deelnemen aan de programma’s. Het project heeft al veel vrijwilligers, bezoekers en gebruikers die hun mogelijkheden kunnen ontwikkelen in het House in the Park. Bovendien wordt het initiatief ook steeds meer beschouwd als een expertisecentrum over kansgericht ouder worden en het krijgt dan ook geregeld vragen van andere instellingen en werkgroepen. Een rechtstreeks resultaat voor de gebruikers van het initiatief is de socialiserende impact. Oudere mensen zijn soms verlegen en onwennig wanneer ze voor de eerste keer naar het huis komen, maar doordat ze vrienden maken en inzien dat ze vrij zijn om elke zwakheid als gevolg van hun leeftijd te uiten en merken dat ze worden aanvaard, krijgen ze meer vertrouwen en vaak komen ze dan vaker naar het House in the Park. Daarom wordt een sfeer gecreëerd en gekoesterd waarin oudere mensen zich goed en thuis voelen.
Evaluatie De impact van het initiatief is geëvalueerd via zelfbeoordeling op basis van feedback. Het House in the Park is er nog niet in geslaagd zijn visie volledig te verwezenlijken en is dus nog niet het open huis dat het wil zijn. Dat heeft deels te maken met de omstandigheden, onder andere de locatie. Het House in the Park is gelegen in een residentiële wijk en daardoor trekt het initiatief vooral meer welvarende gebruikers aan, terwijl gebruikers met een lagere sociaaleconomische status worden afgeschrikt door de locatie. Als reactie daarop probeert het House in the Park een bredere groep aan te trekken via nieuwe lessen en een breder aanbod en overweegt het ook om de deuren tijdens het weekend te openen om meer gebruikers tussen 50 en 65 aan te trekken die nog aan het werk zijn. De grote troef van het initiatief is het brede aanbod, dat ook voortdurend wordt aangepast aan de noden van de gebruikers. Het personeel beschouwt het ook als een troef dat het House in the Park een centrale plaats biedt voor allerlei instellingen onder één dak, waar gebruikers kunnen deelnemen aan fysiotherapie, een les patchwork volgen en daarna kunnen lunchen zonder dat ze daarvoor elders naartoe moeten. Daarnaast zorgen de familiale en positieve sfeer die aangepast is aan oudere mensen ervoor dat de gebruikers zich thuis voelen en zich vereenzelvigen met het project. De familiesfeer is een troef, maar men erkent wel dat dit tegelijk een mogelijke belemmering kan vormen voor mensen die niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van deze ‘familie’ en daarom niet naar het huis komen.
Concurrentie Het House in the Park is een onafhankelijke instantie, die andere oplossingen niet als concurrenten beschouwt, maar als een nuttige aanvulling. Het House in the Park werkt nauw samen met partners in de wijk en beide partijen ondersteunen elkaar bij hun werking. Als duidelijk wordt dat andere partners
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
109
3. Thematische activiteiten-clusters
rond dezelfde thema’s werken, proberen ze samen te bepalen wat precies de deskundigheid is van elke partner om samen gemeenschappelijke oplossingen uit te werken.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Aan de ene kant zijn de activiteiten van het House in the Park specifiek gericht op oudere mensen, maar anderzijds zijn er ook activiteiten voor alle generaties. Het blijkt moeilijk om al die verschillende doelgroepen tegelijk te bereiken. Het House in the Park is erg populair bij de generatie van 65-plussers, maar het initiatief moet werk maken van het bereiken van de ‘jonge senioren’ van 50. Vooral die jongere mensen kunnen het House in the Park wel eens beschouwen als een ‘saai bejaardencentrum’. Om dit probleem aan te pakken, wordt een nieuw aanbod afgestemd op de noden van die jongere doelgroep, bijvoorbeeld met avondlessen of workshops over de voorbereiding van het pensioen, maar om deze doelgroep te bereiken is actieve promotie nodig. Een andere uitdaging voor het House in the Park is dat het moeilijk is om in Duitsland gekwalificeerd personeel te vinden. Bijvoorbeeld voor fysiotherapie is het moeilijk om therapeuten te vinden die in staat en bereid zijn om te werken met oudere patiënten. Voor de toekomst wil het initiatief ook andere gebruikers bereiken, bijvoorbeeld mensen uit etnische minderheidsgroepen en daarom werkt het activiteiten uit op maat van hun interesses en noden. Tegelijk worden de bestaande activiteiten uitgebreid om in te gaan tegen een aantal stereotypen. Sinds 2012 organiseert het Huis workshops houtbewerking voor vrouwen, een domein dat vroeger gedomineerd werd door mannen, en die blijken veel succes te hebben. De strategie om de doelstellingen van het project te bereiken, bestaat erin om het aanbod aan cursussen en de openingsuren te blijven aanpassen om tegemoet te komen aan de toenemende en bredere noden van de gebruikers.
Financiering Op dit moment heeft het House in the Park een jaarlijks budget van 2.000.000 euro, waarvan 1.200.000 euro afkomstig is uit inschrijvingsgeld voor de cursussen, lidgeld of ziekteverzekeringsfondsen. De Körber-Stiftung schenkt jaarlijks 800.000 euro. Een aanzienlijk deel van het budget gaat naar de energiefactuur. Opbrengsten uit eigen producten en diensten maken 35% van het budget uit, 50% komt van stichtingen en filantropische organisaties en 15% uit bijdragen voor deelname.
Sterkten en zwakten De sterke punten van het House in the Park: een prachtig huis; verfijnde architectuur; een ruim aanbod en een brede waaier aan diensten; alles onder één dak; veel vrijwilligers; integratie van kwetsbare groepen; grote financiële steun van een stichting, al zou het initiatief ook kunnen bestaan zonder die stichting; de gebruikers kunnen hun eigen ideeën ontwikkelen en uitvoeren; de sfeer is familiaal en positief.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
110
3. Thematische activiteiten-clusters
De zwakke punten van het House in the Park: het is gelegen in een elegante residentiële omgeving en trekt daardoor vooral welgestelden aan en schrikt mensen met een lagere sociaaleconomische status af; de familiale sfeer is tegelijk een sterkte en een zwakte. Sommigen kunnen het gevoel hebben dat ze niet tot ‘de familie’ behoren en daarom niet naar het huis komen.
Conclusie Het House in the Park is een initiatief waar bijna 200 personen werken (op vrijwillige basis en in dienstverband) en elke dag meer dan 400 mensen op bezoek komen. Het project probeert stereotiepe beelden in vraag te stellen en probeert een nieuwe kijk op ouder worden te bevorderen. Ondanks de samenwerking met veel partners, is het nog altijd moeilijk om ‘jongere senioren’ te bereiken, maar het House in the Park is erg in trek bij zijn primaire doelgroep van 65-plussers, die intensief gebruik wil maken van de diensten. Het initiatief denkt voortdurend na over zijn werking en bekijkt zijn aanbod constant om te zorgen voor een brede groep van gebruikers en activiteiten die de gewenste en werkelijke diversiteit van deze groep weerspiegelen. Met veranderingen in het aanbod en de openingsuren wil het Huis proberen de jongere doelgroep te bereiken, terwijl men ook de bestaande gebruikers blijft bedienen. Alle gebruikers van het House in the Park en ook de partners en het personeel worden uitgenodigd om betrokken te zijn, hun vaardigheden en competenties te delen en hun ideeën en klachten kenbaar te maken. Dit initiatief biedt ruimte om vaardigheden aan te bieden en te verwerven en wil een plaats zijn voor intergenerationele uitwisseling waar oudere mensen zich begrepen en aanvaard voelen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
111
3. Thematische activiteiten-clusters
WERKGELEGENHEID KESTREL (BELFAST, VERENIGD KONINKRIJK) – EMPOWERMENT VAN OUDERE WERKNEMERS Onderzoekster: Lucia Carragher, Netwell Centre, Ierland
as we know it
Retirement isn’t
working
“Challenging perceptions on older people in the workplace, valuing their knowledge, skills and experience, maximising their opportunity for employment, enabling them to positively manage change and transition by understanding and supporting their career development and lifelong learning opportunities”
Older people can fly, don’t clip their wings.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
112
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Werkgelegenheid
Naam van de uitvoerder
GEMS Northern Ireland Limited
Type uitvoerder
Sociale onderneming (deels economisch zelfvoorzienend via verkoop van producten en diensten, de hoofdopdracht is de oplossing van een sociaal probleem)
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Belfast, Verenigd Koninkrijk
Naam van het initiatief
Kestrel
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op regionaal of zelfs wereldniveau)
Partners, type en primaire functie
KANS - Kestrel Age Neutral Solutions: (sociale onderneming) KANS ontstond uit het werkgelegenheidsproject voor senioren van Kestrel, opgericht in 2009 toen GEMS NI vier ‘Age Positive Champions’ aanstelde – senioren die het klassieke pensioenmodel willen doorbreken en keuzes bieden voor veranderingen die een gezond en productief ouder worden bevorderen. Werknemers: 6 Vrijwilligers: 12
Personeel
Stagiars: geen Externe adviseurs en deskundigen: 5 Overige: 4 Age Positive Champions Nationale overheid: 90%
Financieringsbronnen
Europese Unie: 5% Inkomsten uit eigen producten/diensten: 5%
Wegpagina van het initiatief
www.gemsni.org.uk
Organisatie GEMS Northern Ireland is een sociale onderneming in Belfast. De organisatie ontwikkelde zich sinds het begin in 2002 tot een dienst die erkenning geniet om zijn uitstekende dienstverlening en zijn goede praktijken op het vlak van maatregelen voor een betere arbeidsinzetbaarheid van langdurig werklozen, economisch niet-actieve mensen en personen die moeilijkheden ondervinden op de arbeidsmarkt. GEMS NI werkt aan het bevorderen van sociale inclusie op de arbeidsmarkt door vernieuwende producten en diensten te bedenken en te ontwikkelen, die via samenwerking met de plaatselijke gemeenschap, werkgevers en andere belangrijke stakeholders kunnen helpen om positieve actie te ondersteunen, aan te moedigen en mogelijk te maken om mensen aan banen te helpen en banen aan mensen. GEMS NI werkt samen met KANS – Kestrel Age Neutral Solution. KANS ontstond in 2009 uit het werkgelegenheidsproject voor senioren van Kestrel toen GEMS NI vier ‘Age Positive Champions’ aanstelde – senioren die het klassieke pensioenmodel willen doorbreken en keuzes bieden voor veranderingen die een gezond en productief ouder worden bevorderen. Het Kestrel-initiatief wordt beheerd met acht geïntegreerde werkpakketten, die aangeven wie verantwoordelijk is voor welke aspecten van het beheerplan van het project, welke de deadlines zijn om de vooropgezette doelen te behalen, hoe de verslaggeving verloopt en hoe de kwaliteit wordt bewaakt. GEMS NI is gecertificeerd volgens de ISO9001-norm van 2008 en Kestrel werkt volgens dit systeem van kwaliteitsbeheer. Het project staat onder leiding van de algemeen directeur van GEMS NI en de directeuren van de dienst Werkgelegenheid en de dienst Bedrijven zijn verantwoordelijk voor het operationele beheer van het project.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
113
3. Thematische activiteiten-clusters
Problematiek Door het werk van de organisatie met mensen die aan de slag zijn of mensen die door de huidige economische recessie onlangs hun baan hebben verloren, weten de initiatiefnemers dat leeftijd vaak een hinderpaal vormt voor werkenden die de leeftijd van vijftig jaar naderen of overschrijden. Met andere woorden, het kan gebeuren dat sommigen dit beschouwen als een ‘wachtkamer’ voor het pensioen en meer denken aan hun leven als gepensioneerde dan aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling en levenslang leren. De organisatoren benadrukken ook dat ze heel goed weten dat de impact van werkloosheid en economische inactiviteit veel verder gaat dan het financiële vlak. Zij werken met vijftigplussers die een laag zelfbeeld hebben en zich nutteloos en hopeloos voelen en heel kwetsbaar zijn voor lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen, alcohol en andere verslavingen. Sommigen hebben zelfs als gevolg van enkele of al die factoren een lagere levensverwachting. De initiatiefnemers stellen dat al die factoren ook spelen bij mensen die de pensioenleeftijd naderen of net met pensioen zijn, vooral bij mensen voor wie hun werk altijd de belangrijkste vorm van sociale interactie is geweest. We weten dat het personeelsbeleid van veel werkgevers tegenover ouders werknemers zich vooral toespitst op loon en pensioen en de traditionele pensioenleeftijd in plaats van op een aanpak die waarde biedt voor zowel de werknemer als de werkgever en ruimte laat voor levenslang leren en productief ouder worden.
Innovatieve oplossing Het Kestrel-project werd opgezet om een zinvol verschil te maken in de ervaringen en kansen voor vijftigplussers, zowel werkzoekenden als werknemers, en ook in hun keuze van de stappen voor het leven na het werk. Het project heeft een drievoudig doel: 1. Oudere mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt helpen om hun arbeidsinzetbaarheid te verhogen, mogelijkheden bieden om te leren en zich te ontwikkelen en hun kansen op werk en vrijwilligerswerk verhogen. 2. Samenwerken met werkgevers om de waardering voor oudere werknemers op de werkvloer te vergroten, beter in te spelen op hun noden aan ontwikkeling en loopbaanontwikkeling en om te gaan met verandering. 3. Nagaan hoe een persoonlijke planning voor opvolging oudere werknemers die overwegen met pensioen te gaan kan helpen, aanmoedigen en in staat stellen om hun eigen opvattingen over ouder worden in vraag te stellen en kansen te creëren voor levenslang leren en een betere gezondheid en meer welzijn. Het Kestrel-project gaat ervan uit dat vormingsprogramma’s moeten worden aangepast aan iemands leeftijd en omstandigheden. Vooral oudere werknemers worden getroffen door veranderingen op de werkvloer, zoals het toenemend gebruik van technologie, en zij kunnen problemen ondervinden wanneer ze werk zoeken of wanneer ze op het werk een promotie of vormingskansen mislopen of onder druk worden gezet om met pensioen te gaan. Daarom kiest het project voor een drievoudige benadering:
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
114
3. Thematische activiteiten-clusters
1. Mensen vormen, extra vaardigheden bijbrengen of hun vaardigheden aanpassen op het gebied van taal, lezen, schrijven en rekenen, ICT en andere specifieke vorming om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers. 2. Werken aan het gevoel van eigenwaarde van mensen via mentoraat om in te gaan tegen de negatieve invloed van leeftijdsgebonden stereotypes op het zelfvertrouwen en de motivatie van oudere werknemers om werk te vinden. 3. Samenwerken met werkgevers om de arbeidsomstandigheden en het personeelsbeleid te verbeteren en een werkomgeving te creëren die bevorderlijk is voor oudere werknemers. Het Kestrel-model wil het beeld en de vaardigheden van oudere werknemers veranderen en ook de arbeidsomstandigheden en het personeelsbeleid van de werkgevers veranderen om een werkomgeving te creëren die bevorderlijk is voor oudere werknemers en waardoor mensen langer aan het werk kunnen blijven. Deze vorm van innovatie zorgt voor een maatschappelijke en publieke meerwaarde en zal steeds belangrijker worden voor de groei van de EU-lidstaten in de komende decennia.
Betrokkenheid van de stakeholders Bij het ontwikkelen van Kestrel stelden de organisatoren vast dat ze oudere mensen actief moesten betrekken bij alle aspecten van het project. Daarom gingen ze op zoek naar ‘Age-Positive Champions’ (leeftijdsvriendelijke verdedigers) om het Kestrel-proefproject mee te helpen uitstippelen, ontwikkelen en uitvoeren. Deze vernieuwende aanpak kwam er door het besef dat het project niet kon zonder dat de senioren de vaardigheden, ervaring en kennis aanbrachten die nodig waren voor de uitvoering. De ‘Age Positive Champions’ zijn uitstekende rolmodellen voor de Kestrel-cliënten. Ze werden gevonden via het uitgebreide netwerk van GEMS NI en werden geselecteerd op basis van hun specifieke vaardigheden er ervaring in het werken binnen een gemeenschap, in de industrie, het onderwijs en het vormingswezen en hun eigen netwerk van contacten waardoor de doelstellingen van Kestrel gemakkelijker te realiseren zouden zijn. Enkele van hun specifieke taken: •
Onderzoek doen naar leeftijdsvriendelijke gewoonten
•
Kestrel promoten op jobbeurzen en via hun netwerk van contactpersonen
•
De medewerking van bedrijven bevorderen
•
Vrijwilligerswerk promoten
•
De Kestrel-nieuwsbrief opstellen
•
De Kestrel-dvd en website ontwikkelen
•
Pr en media-aandacht verwerven voor het Kestrel-proefproject.
Ook zij hadden voordeel bij hun inzet voor Kestrel omdat ze kansen kregen op het vlak van levenslang leren en allerlei nieuwe ervaringen konden opdoen. Als resultaat van dat alles hebben zij KANS opgericht.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
115
3. Thematische activiteiten-clusters
De projecten houden regelmatig personeelsvergaderingen, zodat het team kan nadenken over de werking van het programma en zijn inbreng kan hebben bij beslissingen die invloed hebben op het werk. De vergaderingen bieden de medewerkers ook de kans om regelmatig en open hun mening te geven. Dit is goed voor het programma en ook inspirerend voor het personeel. In de beginfase van het project organiseerden de ‘Age Positive Champions’ focusgroepen van cliënten/gebruikers om hen aan te moedigen om mee te werken aan de ontwikkeling van het programma. Door die regelmatige feedbacksessies begrijpen de cliënten de activiteiten en kunnen ze actief mee vorm geven aan bepaalde ontwikkelingen. De focusgroepen van gebruikers zijn vaak kleine groepjes van cliënten die het project op informele wijze bespreken en hun mening geven over alle aspecten van het initiatief.
Doelgroep De belangrijkste doelgroep van het initiatief zijn 50-plussers, die verder op te delen zijn in de volgende deelgroepen: •
Werklozen
•
Mensen die niet actief zijn door langdurige ziekte
•
Mantelzorgers
•
Mensen die geïsoleerd staan en gezondheids- en welzijnsproblemen hebben
•
Mensen die hulp nodig hebben om nieuwe vaardigheden voor het werk te leren
•
Werknemers die overwegen om met pensioen te gaan.
Verder bestaat de doelgroep van het initiatief ook uit werkgevers, met wie kan worden samengewerkt om het personeelsbeleid voor oudere werknemers te verbeteren en uit beleidsmakers en mensen die mee willen werken aan sociale veranderingen in verband met senioren en de samenleving.
Impact Het initiatief heeft de volgende impact op de doelgroep: •
Een beter traject naar duurzame werkgelegenheid voor oudere mensen en meer kansen om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten, vrijwilligerswerk en levenslang leren.
•
Een betere gezondheid en meer welzijn en preventie van leeftijdsgebonden problemen, meer greep op de huidige omstandigheden, verbetering van het algemeen welzijn en minder eenzaamheid.
•
Werkgevers krijgen steun om leeftijdsvriendelijke en op verdienste gebaseerde arbeidsplaatsen te creëren.
•
Betere communicatie, meer begrip en respect tussen senioren en jongeren door intergenerationele samenwerking.
Uit focusgroepen met mensen van de doelgroep bleek dat oudere mensen niet altijd de vaardigheden hebben om werk te zoeken. Daarom is het mentoraat binnen het programma nuttig om problemen en belemmeringen te onderkennen en aan te pakken. Dat is dan weer bevorderlijk voor het gevoel van
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
116
3. Thematische activiteiten-clusters
eigenwaarde en vertrouwen, waardoor betere keuzes mogelijk zijn. Bovendien hebben de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen ook een positieve impact voor de respondenten en voor sommigen is dit zelfs heel belangrijk, omdat het hen de praktische ervaring biedt die ze nodig hebben voor een nieuw werkterrein. Daarnaast blijkt uit de focusgroepen dat het programma hen helpt om hun ervaringen te waarderen en in te zien dat levenslang leren belangrijk is. Als bredere impact op de samenleving wil het initiatief: •
Ervoor zorgen dat oudere mensen toegang hebben tot financiële en economische middelen om uitsluiting en isolement te bestrijden
•
Een totaalpakket aan diensten aanbieden dat de gezondheid en levenskwaliteit van oudere burgers verbetert
•
Gelijke kansen promoten voor senioren en ook een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven en leeftijdsgebonden discriminatie bestrijden op alle vlakken
•
Ervoor zorgen dat de overheid de samenwerking tussen departementen en sociale partners coördineert om doeltreffende diensten te leveren aan senioren
Deelnemers aan het Kestrel-proefproject die ouder zijn dan 50 kregen al persoonlijke begeleiding om barrières te overwinnen. Veel deelnemers hebben werk gevonden, hebben meer financiële zekerheid en dragen nu ook bij aan de gemeenschap doordat ze een inkomen hebben en belastingen betalen. Bovendien hebben ze beroepsrelevante opleiding en vorming voor hun persoonlijke ontwikkeling gevolgd en is het welbevinden van de deelnemers aan het proefproject toegenomen. Onderzoek van Kestrel bij werkgevers heeft geleid tot nieuwe ideeën over andere keuzes in verband met het pensioenbeleid.
Evaluatie De impact van het initiatief wordt intern geëvalueerd via op ervaring en op feedback gebaseerde zelfbeoordeling, zelfevaluatie en externe evaluatie met zowel kwalitatieve als kwantitatieve methodes. Een onafhankelijke evaluatie toonde aan dat het initiatief met een tewerkstellingsgraad van 38% goed scoort in vergelijking met reguliere werkgelegenheidsprogramma’s van de overheid zoals Steps to Work, dat 28% haalt. In de drie jaar sinds de start van het project is er naar schatting minimaal 223.402 pond per jaar aan kosten bespaard voor de gemeenschap – doordat mensen werk hebben gevonden en geen uitkering meer nodig hebben. Uit een kosten-batenanalyse bleek dat Kestrel met jaarlijkse projectkosten van ongeveer 200.000 pond een netto winst bereikte van circa 23.000 pond alleen al door besparingen op sociale uitkeringen.
Concurrentie Het Kestrel-project is uniek omdat het zich toespitst op productief ouder worden en de vooroordelen over leeftijd en werkloosheid en opvattingen over oudere werknemers. Kestrel kent momenteel geen
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
117
3. Thematische activiteiten-clusters
rechtstreekse concurrentie. Er zijn wel enkele organisaties die gelijkaardige diensten verlenen voor bepaalde aspecten van de Kestrel-aanpak. Zo voorzien de campagnes op het werk van ‘Business in the Community’ ook een begeleidingsprogramma voor oudere werknemers die de pensioenleeftijd naderen. Maar dat zijn eerder initiatieven die als complementair worden beschouwd en niet als concurrentie voor het unieke model van Kestrel.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het project werd aanvankelijk drie jaar gefinancierd door het ‘Atlantic Philanthropies Ageing Programme’. Dit bood flexibiliteit en vrijheid om te innoveren en te experimenteren zonder een keurslijf van streng omlijnde doelstellingen. Maar de afhankelijkheid van financiering van een filantropische organisatie had ook nadelen, omdat de overheidsmiddelen naar elders werden overgeheveld en het project was kwetsbaar wanneer de financiering ophield. De Commissie voor Werkgelegenheid en Leren vroeg het Departement Werkgelegenheid en Leren om het programma uit te breiden over heel NoordIerland. In overeenstemming met de ‘People and Place’-strategie van de overheid zijn 36 stedelijke buurten in Noord-Ierland aangeduid als ‘Buurtvernieuwingsgebied’ (Neighbourhood Renewal Areas of NRA’s). Dit zijn gemeenschappen met een hoge kansarmoede die centraal staan in de stedelijke reconversieprogramma’s. Het Kestrel-project werd uitgevoerd in de vier NRA’s in Zuid- en Oost-Belfast en leverde betere resultaten dan Steps to Work, dus wanneer de aanvraag bij het departement zou worden aanvaard, zou het Kestrel-programma kunnen worden uitgebreid tot alle NRA’s in Noord-Ierland. Het huidige economische klimaat en de bezuinigingsmaatregelen hebben ongetwijfeld geleid tot meer concurrentie om de verminderde middelen. Senioren worden op de arbeidsmarkt meestal niet gezien als een prioriteit en er wordt vooral getracht de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Maar toch biedt Kestrel een sterke oplossing tegen werkloosheid, voor productief ouder worden, meer gezondheid en welzijn, tegen armoede en eenzaamheid bij oudere mensen en voor gezond ouder worden. Kestrel heeft bij de betrokken overheidsdepartementen voorstellen ingediend om het project op grotere schaal uit te voeren en de dienst aan te bieden in heel Noord-Ierland en onderzoekt ook of het mogelijk is om het model in Europa te delen met anderen. Kestrel is een uitstekend voorbeeld van een project dat preventieve maatregelen biedt die uiteindelijk de noden van ouderen aan sociale bijstand zullen doen afnemen, omdat het hun gezondheid, welzijn en zelfstandigheid bevordert. Voor het initiatief is gezond ouder worden een prioriteit, en Kestrel draagt daar goed toe bij.
Financiering De organisatie heeft zes werknemers in dienst, 12 vrijwilligers, 5 externe adviseurs en deskundigen en 4 ‘Age Positive Champions’. Het initiatief heeft een budget van 295.000 euro per jaar, waarvan 90% van de overheid komt, 5% van de Europese Unie en 5% uit inkomsten uit eigen diensten en producten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
118
3. Thematische activiteiten-clusters
Conclusie De deelname van oudere werknemers aan de arbeidsmarkt verhogen is een belangrijk onderdeel van het antwoord dat Europa wil bieden op de veroudering van de bevolking en het gebrek aan arbeidskrachten. Een rapport van de Europese Commissie wijst erop dat de beroepsbevolking in de meeste lidstaten nu al daalt en in de nabije toekomst nog verder zal afnemen en dat er maar zes lidstaten zijn waar het aantal arbeidskrachten groeit en naar verwachting zal blijven toenemen. Bijgevolg is het in sommige lidstaten dringender nodig dan in andere om de belemmeringen aan te pakken voor oudere werknemers bij het in- en uitstappen op de arbeidsmarkt. Landen met veel jongere werknemers geven voorrang aan het bestrijden van de jeugdwerkloosheid, vaak ten koste van maatregelen om oudere werknemers aan het werk te houden of om passende ondersteuning te bieden om werkloze ouderen aan werk te helpen. Het Kestrel-initiatief biedt een innoverende en bewezen aanpak, die kan worden overgenomen in een omgeving die daar open voor staat.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
119
3. Thematische activiteiten-clusters
50-PLUS ENTREPRENEURS (DUITSLAND) – EMPOWERMENT VAN OUDERE ONDERNEMERS Onderzoekster: Victoria Holczmann, ZSI, Oostenrijk
Cluster
Werkgelegenheid
Naam van de uitvoerder
50-plus Entrepreneurs
Type uitvoerder
Sociale onderneming (deels economisch zelfvoorzienend via verkoop van producten en diensten, de hoofdopdracht is de oplossing van sociale problemen)
Uitvoerder actief sinds
1 - 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Verden (Aller), Duitsland
Naam van het initiatief
50-plus Entrepreneurs. Business start-ups voor armoedepreventie bij senioren en om senioren te laten bijdragen aan de samenleving.
Initiatief actief sinds
5 jaar
Stadium van het initiatief
Groei (het proefproject loopt en begint zich uit te breiden)
Partners, type en primaire functie
Kura M. Schöne, Gaby Barton, Frank Schach, Detlev Scharenberg, Heinr. Scheuerlein, Holger Kopietz e.a., A-K. Schmidt, ... (netwerk)
Personeel
Werknemers: 3 Vrijwilligers: 20 Stagiars: geen Externe adviseurs en deskundigen: 3
Financieringsbronnen
Stichtingen en filantropische organisaties: 75% Inkomsten uit eigen producten/diensten: 20% Europese Unie: 5%
Wegpagina van het initiatief
http://www.gruender50plus.de
Organisatie 50-plus Entrepreneurs (Oprichters 50-plus) probeert professionele hulp te bieden aan beginnende ondernemingen op maat van oudere mensen, hun interesses en vroegere ervaringen. Het programma is ingedeeld in drie blokken van workshops van telkens drie dagen. De deelnemers nemen deel op eigen initiatief en hebben een bedrijfsplan dat in mindere of meerdere mate ontwikkeld is. 50-plus Entrepreneurs is een sociale onderneming, die deels economisch zelfvoorzienend is door de verkoop van producten en diensten, maar de belangrijkste doelstelling is het oplossen van een sociaal probleem. Het non-profitinitiatief helpt dus 50-plussers bij het opstarten van hun eigen bedrijf. De organisatie biedt deskundig advies via start-upadviseurs, die eerst op vrijwillige basis werken. 50-plus Entrepreneurs is zich in Duitsland aan het uitbreiden via een systeem van sociale franchise. Op dit moment werken er drie mensen in vast dienstverband en zijn er twintig vrijwilligers en drie externe adviseurs en deskundigen. De belangrijkste uitvoerder, Ralf Sange, heeft professionele ervaring op het vlak van outplacement, vooral ook met oudere mensen. Hij was zich bewust van de problemen die 50-plussers ondervinden om werk te vinden. Veel van Sanges oudere klanten kozen ervoor hun eigen onderneming op te starten, omdat ze daarvoor de middelen hadden via een ontslagvergoeding, een gouden handdruk, een scholingsbudget, betaalde coaching, enz. Sange begon met het initiatief omdat hij zich afvroeg wat
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
120
3. Thematische activiteiten-clusters
mensen moeten doen die niet zulke privileges genieten. Ralf Sange kan een beroep doen op zijn praktische ervaring op het gebied van coaching en franchising, die hij sinds 1989 heeft verworven als consultant voor beginnende bedrijven en werkt al meer dan vijf jaar deel voor dit initiatief.
Problematiek 50-plus Entrepreneurs is een non-profitinitiatief dat advies en hulp wil bieden aan 50-plussers met beroepservaring die graag zelfstandige willen worden. De organisatie mikt vooral op oudere mensen die graag hun eigen onderneming willen opstarten omdat ze financiële problemen hebben en/of al lang een idee hebben voor een zaak dat ze graag willen verwezenlijken om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Door de demografische en sociale veranderingen moeten steeds meer oudere mensen worden onderhouden door een steeds kleinere beroepsbevolking. Het risico voor senioren om in armoede te vervallen, neemt toe. 50-plus Entrepreneurs probeert dit te vermijden en kansen te creëren voor zijn doelgroep om te komen tot een stabiel bestaan door het opzetten van het juiste bedrijf dat hun een inkomen kan verschaffen en hen tegelijk in staat stelt hun waardevolle kennis en probleemoplossende vaardigheden door te geven aan de volgende generatie.
Innovatieve oplossing De filosofie voor adviesverlening is gebaseerd op de humanistische benadering van 50-plus Entrepreneurs. Mensen krijgen steun om hun persoonlijke potentieel te ontwikkelen. Het bedrijfsconcept is gebaseerd op het onderzoek van prof. Günter Faltin (van de universiteit van Berlijn) en dr. Timothy Clark (Business Model You, Portland, Or., VS). De bedrijfsideeën van de deelnemers hebben een intrinsieke motivatie en zijn niet ‘ingegeven door opportuniteiten’. Ze moeten worden uitgevoerd in een omgeving waarin allerlei actoren weerstand bieden, zoals de familie, de sociale omgeving, banken en instellingen, werkgelegenheidsagentschappen, enz. en vaak vinden ze maar weinig of geen steun. Daarom werd een adviesmethode ontwikkeld die zich toespitst op de fase vóór de bedrijfsvorming. •
Het bedrijfsidee krijgt een impuls door er regelmatig opnieuw over te denken, door het in vraag te stellen en uit te werken.
•
De nadruk ligt op negen belangrijke componenten: klanten, klantenrelaties, distributiekanalen, voordelen voor de klanten, eigen middelen, de eigen prestatie, partners voor samenwerking en uitgaven en inkomsten.
•
Het initiatief biedt advies en ondersteuning op het gebied van ‘marketing en verkoop’ of ‘financiering’, wat vooral belangrijk is voor een snelle en duurzame toegang tot de markt.
•
Niets wordt aan het toeval overgelaten.
De belangrijkste activiteit en oplossing is het samen ontwikkelen van een bedrijfsidee en een concreet bedrijfsplan. Daartoe geeft de lesgever de deelnemers enkele taken, die ze alleen of in groep uitvoeren. Wanneer iedereen zijn taak heeft uitgevoerd, worden de resultaten besproken door de lesgever en de initiatiefnemer. De deelnemers moeten bijvoorbeeld nadenken over de waarde van de producten of diensten die ze willen aanbieden. Bovendien bieden de lesgevers rechtstreekse ondersteuning, vooral
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
121
3. Thematische activiteiten-clusters
door de taken uit te leggen en nuttige input te geven. De lesgevers bieden individuele steun aan de deelnemers, afhankelijk van wat zij nodig hebben. Uit observaties blijkt dat de lesgevers voldoende concreet zijn en constructieve opmerkingen geven over de bedrijfsideeën wanneer dat nodig is, en de deelnemers aanmoedigen om bepaalde aspecten te herbekijken. De belangrijkste aspecten van deze oplossing: het concept van een workshop, de vorderingen in groep, de voortdurende interactie met de doelgroep en het inbrengen van de kennis van de partners. Daardoor is dit model anders dan het klassieke advies voor startende ondernemingen, waarbij de coach vaak oplegt hoe het bedrijf zich moet ontwikkelen. In tegenstelling tot die aanpak mikt 50-plus Entrepreneurs op de eigen ideeën en probeert het elke deelnemer te ondersteunen bij het uitwerken van een authentieke dienst die reële kansen biedt. Op dit moment is 50-plus Entrepreneurs het eerste en enige initiatief voor startende 50-plussers in Duitsland dat zich toelegt op de fase voorafgaand aan de oprichting van een bedrijf.
Betrokkenheid van de stakeholders De partners en de stakeholders (werkgelegenheidsagentschap, bank, sociale dienst, enz.) worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan de besprekingen, het formuleren van de voorstellen en proefprojecten, met de bedoeling om het concept verder uit te werken met de gebruikers. Partners van 50-plus Entrepreneurs zijn Ashoka, Social Impact Lab, de kamers van koophandel en industrie, diensten voor bedrijfspromotie en universiteiten. Die partners verrijken het initiatief met hun (wetenschappelijke) kennis en vaardigheden op het gebied van (sociaal) ondernemen. Sommige van hen steunen het project al sinds de beginfase in 2011.
Doelgroep 50-plus Entrepreneurs wil steun bieden aan twee doelgroepen. Ten eerste mannelijke en vrouwelijke 50-plussers in een kwetsbare economische positie of die het risico lopen van ouderdomsarmoede. Ten tweede 50-plussers die al lang rondlopen met een idee voor een sociale onderneming en dat in de praktijk willen brengen. Het initiatief bereikt op dit moment 10.000 gebruikers en cliënten, verspreid over Duitsland (Berlijn, Bremen, Hamburg, Keulen, Coburg, Hannover, Stuttgart en München).
Impact 50-plus Entrepreneurs biedt steun en aanmoediging aan deelnemers die een bedrijf willen opstarten. Die steun krijgen ze in een vroeg stadium, wanneer ze beslissen of ze al dan niet zullen doorgaan met het idee voor hun bedrijf. Vandaag hebben op die manier 500 deelnemers steun gekregen in hun beslissingsproces en nog eens 20 personen kunnen rekenen op aanmoediging bij het opstarten zelf. Verder maakt het initiatief mensen bewust van de positieve aspecten van ondernemerschap voor de bevolking, via zijn pr-activiteiten en steun bij de aanvankelijke besluitvorming, de uitvoering en de fase na de opleiding. Er wordt ook gestreefd naar een bredere impact op de samenleving doordat het initiatief mikt op een klimaat van sociaal ondernemerschap binnen de generatie van 50-plussers in Duitsland en actief probeert in te gaan tegen het idee dat ouderen per definitie een probleemgroep zijn.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
122
3. Thematische activiteiten-clusters
Voorbeeld: Mevrouw C werkte als bewegingstherapeute en wil nu haar eigen winkel voor spirituele producten openen (kruidengeneesmiddelen, stenen, enz.). Ze leerde 50-plus Entrepreneurs kennen tijdens een beurs en besliste deel te nemen aan de workshops omdat a) het vrij goedkoop was b) het om een non-profitinitiatief gaat en c) de initiatiefnemer en lesgever meevoelden met haar situatie. Nu haar kind 20 jaar is en haar financiële situatie iets stabieler is, heeft ze beslist om haar eigen bedrijf te starten; bij het begin van de workshop had ze eigenlijk twee bedrijfsideeën, maar een van de beide plannen bleek daar beter geschikt dan het andere. Volgens mevrouw C zijn de belangrijkste troeven van het initiatief dat haar idee concreter is geworden en dat zij veel bruikbare tips heeft gekregen over de commerciële aspecten van het opstarten van een zaak. Ze is vol lof over de workshop en stelt dat ze het fijn vond om in groep te werken. Ze stelt ook vast dat haar persoonlijk netwerk dankzij de workshop is uitgebreid en dat ze steun ervaart van de andere deelnemers. Verder zegt ze ook dat ze zelf niet aan sommige activiteiten zou hebben gedacht, zoals een interview met enkele winkeliers, van wie ze te weten kwam hoe ze efficiënt kan omgaan met klanten en met het publiek.
Evaluatie De impact van het initiatief is geëvalueerd met zelfbeoordeling op basis van ervaringen (impactbeoordeling op basis van persoonlijke ervaringen met de doelgroep), zelfbeoordeling op basis van feedback (impactbeoordeling op basis van feedback van de doelgroep, zonder specifieke methodes te gebruiken) en zelfevaluatie (impactbeoordeling met gebruik van kwalitatieve en/of kwantitatieve methodes).
Concurrentie Tot nu toe zijn er in Duitsland geen organisaties die zich specifiek richten op de fase vóór de bedrijfsvorming en advies en hulp bieden aan 50-plussers in Duitsland voor het opstarten van een bedrijf. Er zijn wel andere ondernemingen die zich richten op de concrete uitvoering van de opstart.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Het grootste obstakel voor het initiatief is geldgebrek. Op dit moment wordt het initiatief deels persoonlijk gefinancierd door Ralf Sange, de uitvoerder. Een klein stukje van de financiering komt uit giften. Om het initiatief op fulltimebasis te laten draaien is het erg belangrijk om financiële donateurs of investeerders te vinden. De uitvoerder heeft een klein kantoor, maar geen secretaresse of administratieve medewerkers, wat natuurlijk zijn bereikbaarheid bemoeilijkt wanneer hij onderweg is voor het initiatief. De workshops vinden plaats in gehuurde ruimten, al is het tot nu toe niet echt een probleem geweest om een geschikte locatie te vinden. Het huidige financiële kader remt de groei af en zorgt voor een gebrek aan mankracht. Verder is het initiatief momenteel sterk afhankelijk van de uitvoerder, de heer Sange. Er is extra ondersteuning nodig om het project een duurzame en bredere basis te bieden. De grootste rem op de groei van 50-plus Entrepreneurs is het feit dat de uitvoerder het initiatief niet voltijds kan leiden omdat hij moet werken voor zichzelf, zijn gezin en het initiatief. De heer Sange zoekt
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
123
3. Thematische activiteiten-clusters
een stevige financiële basis om het project te spreiden over de schouders van meerdere personen via franchise, om vorming aan te bieden en aan kwaliteitscontrole te doen. Op korte of middellange termijn wil het initiatief vier mijlpalen proberen bereiken: •
regelmatig deelnemen aan beurzen en conferenties
•
sponsors zoeken en gebruik maken van middelen die beschikbaar zijn als lid van Ashoka
•
meer locaties voorzien: in theorie is het mogelijk om tien extra locaties te voorzien, maar dit overstijgt de capaciteit van de medewerkers en zou bijgevolg niet duurzaam zijn
•
een top over ondernemerschap organiseren en regelmatig lezingen geven en workshops houden
•
om deze strategie met succes uit te voeren, heeft 50-plus Entrepreneurs verschillende vormen van ondersteuning nodig:
•
uitwisseling met andere mensen op het terrein over innovatieve werkmethodes en benaderingen
•
diensten op het vlak van netwerking
•
diensten op het vlak van public relations
•
diensten op het vlak van evaluatie
•
ondersteuning om gebruikers te mobiliseren
•
ondersteuning door en toegang tot openbare instanties als universiteiten, scholen, ziekenhuizen, enz.
•
toegang tot privéorganisaties zoals bedrijven
•
promotie in de massamedia
Financiering Het team van 50-plus Entrepreneurs brengt flink wat ervaring aan voor het initiatief. Sommigen hebben 25 jaar ervaring in managementfuncties of 25 jaar ervaring in de organisatie van kantoorwerk. Anderen hebben ervaring met marketing, adverteren en pr, verkoop of het plannen van seminars. Toch bestaat het team vooral uit vrijwilligers. Het initiatief heeft drie betaalde werknemers, 20 vrijwilligers en drie externe adviseurs en deskundigen. Het totale jaarlijkse budget bedraagt 80.000 euro. 5% daarvan komt van de EU, 20% uit de opbrengst van eigen producten en diensten en 75% via stichtingen en filantropische organisaties. 50-plus Entrepreneurs is voor zijn werking en succes sterk afhankelijk van Ralf Sange en zijn partner Jörg Fot. Als zij zich terugtrekken, zou dat een enorm risico betekenen voor het initiatief. Om het project een duurzame toekomst te garanderen, wordt gestreefd naar een stevige financiële basis en een verdeling van het project over de schouders van meerdere personen via franchise om zo verder vorming en kwaliteitscontrole te kunnen blijven aanbieden.
Conclusie 50-plus Entrepreneurs mikt op professionele ondersteuning voor startende bedrijven, vooral op maat van senioren en gericht op hun interesses en vroegere ervaringen. De deelnemers zorgen zelf voor betrokkenheid bij het initiatief door een idee voor een zaak aan te brengen en het project af te sluiten
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
124
3. Thematische activiteiten-clusters
met een min of meer uitgewerkt bedrijfsplan. De belangrijkste activiteit van het initiatief is het gezamenlijk uitwerken van een idee voor een bedrijf en het opstellen van een concreet bedrijfsplan. De deelnemers krijgen rechtstreekse steun van lesgevers die toelichting geven bij de verschillende stadia en taken bij de ontwikkeling van een bedrijf, constructieve kritiek en nuttige begeleiding geven om er zeker van te zijn dat niets aan het toeval wordt overgelaten. De troeven van dit initiatief zijn de beschikbaarheid van geschikte locaties om te huren, de meevoelende lesgevers die goed inspelen op de noden, het franchisemodel, de aandacht voor de fase vóór het opstarten, een aangename en motiverende sfeer en de permanente aandacht voor de doelgroep en de individuele benadering.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
125
3. Thematische activiteiten-clusters
HUISVESTING & GEZONDHEID P3 (PROTOCOL 3) (BELGIË) – COMPLEXE THUISZORG Onderzoekster: Suzanne Smith, Netwell Centre, Ierland
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
126
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Huisvesting & Gezondheid
Naam van de uitvoerder
Solidariteit voor het Gezin
Type uitvoerder
Sociale onderneming (deels economisch zelfvoorzienend via verkoop van producten en diensten, de hoofdopdracht is de oplossing van een sociaal probleem)
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Gent, België
Naam van het initiatief
P3 – Innovatieve zorg: een gecoördineerd en uitgebreid zorgpakket
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
In werking (de vorige stadia voorbij, succes bewezen) Huisartsenvereniging Gent (netwerk): maakt het project bekend bij huisartsen in Gent. UZ Gent (overheidsinstantie): levert expertise in ouderenzorg en ondersteuning bij ontslagprocedure.
Partners, type en primaire functie
OCMW Destelbergen & Gent (overheidsinstantie): stellen ergotherapeuten te werk die de woning van de patiënten screenen en aanpassingen uitvoeren voor valpreventie. Liever Thuis LM (mantelzorg) (netwerk): een mantelzorgvereniging die elk jaar ongeveer 5 informatiesessies organiseert over thema’s die relevant zijn voor mantelzorgers en zorgbehoevenden. Werknemers: 36
Personeel
Vrijwilligers: 16 Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: 5 Nationale overheid: 97%
Financieringsbronnen
Wegpagina van het initiatief
Inkomsten uit eigen producten/diensten: 1,5% Overige (overheadkosten van de organisatie die niet worden gesubsidieerd door de overheid): 1,5% http://www.svhg.be/Gezondheidszorg.aspx
Organisatie ‘Solidariteit voor het Gezin’ is een onafhankelijke dienst (zonder winstoogmerk) die een brede waaier aan gezondheids- en welzijnsdiensten biedt, met een humanistische visie en een dynamische, klantgerichte aanpak, die inspeelt op de noden van cliënten en daarnaast ook in staat is om waar nodig innovatieve oplossingen uit te werken. De dienst werd in 1976 opgericht in Gent om vormingscursussen te geven aan professionele verleners van ouderenzorg. In 1979 breidde de organisatie haar dienstverlening verder uit met thuisverpleging en schoonmaakdiensten voor senioren in heel Vlaanderen. In 1994 kwam er een gebouw met 90 seniorenflats naast de kantoren in Gent en in 2006 kwam daar nog eens een verzorgingstehuis met 3 verdiepingen en 65 bedden bij, met de naam ‘zorghotel’. Door de voorzieningen uit te breiden met een gemeenschapscentrum voor senioren (voor de bewoners van de flats, het zorghotel en de lokale bewoners) is een dienstverlening mogelijk die uniek is in België. Solidariteit voor het Gezin heeft 5600 werknemers en biedt diensten aan senioren, met 2.500 professionele zorgverleners, 2200 schoonma(a)k(st)ers, 540 thuisverpleegkundigen en een team dat allerlei klusjes verricht bij de senioren thuis. De organisatie heeft ook een afdeling voor vrijwilligers die
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
127
3. Thematische activiteiten-clusters
het werk coördineert van nog eens 1200 vrijwilligers die allerlei ondersteunende diensten bieden. Protocol 3 (P3) is een proefproject dat ontstond als reactie op de eerste van twee projectoproepen vanuit het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv). De opdracht was een innovatieve oplossing te ontwikkelen en uit te testen waardoor oudere risicopatiënten (60+) met chronische aandoeningen als dementie in een vroeg stadium die een brede en geïntegreerde zorg nodig hebben, niet meteen moeten worden opgenomen in een verzorgingstehuis.
Problematiek Dit initiatief wil vooral de opname in een rust- en verzorgingstehuis uitstellen of vermijden. De specifieke doelgroep van P3 is de groep van mensen die het meest kwetsbaar is voor verwijzing naar een verzorgingstehuis. Deze mensen lopen een hoog risico door hun complexe noden aan gezondheidsen sociale zorg, maar niet noodzakelijk door de klinische ernst van hun toestand. De invoering van allerlei innovatieve diensten in de zorgverstrekking wil oudere mensen (60-plussers) in staat stellen om zorg te krijgen en toch langer in de eigen woning te blijven wonen. De diensten die aangeboden worden zijn onder meer nachtrondes door zorgkundigen, professionele alarmdiensten, noodhulp, individueel geplande zorg overdag, advies door ergotherapeuten, schoonmaakdiensten en buddying. Door de zorgdiensten op elkaar af te stemmen, is het mogelijk om de nodige continuïteit te bieden in de zorg voor mensen die complexe en/of langdurige verzorging nodig hebben.
Innovatieve oplossing Bij P3 krijgen alle cliënten een zorgcoach toegewezen, die als aanspreekpunt dient om hen en hun mantelzorgers bij te staan vanaf hun eerste vraag naar zorg tot het eindstadium (opname in een verzorgingstehuis of overlijden). De zorgcoach coördineert alle aspecten van de zorg voor de cliënt, waardoor mantelzorgers of zorgbehoevenden enkel deze coach hoeven aan te spreken om de dienstverlening op te starten, aan te passen of bepaalde diensten te laten toevoegen. P3 is innovatief om verschillende redenen. •
Naast de diensten aan huis van ‘Solidariteit voor het Gezin’ kan de zorgcoach diensten laten opnemen van andere verstrekkers, zelfs concurrenten, als die voldoen aan de behoefte of het verzoek van de cliënt. De coördinatie van de zorg door verschillende zorgverleners en vooral over de zuilen heen, is innovatief in de Belgische context.
•
De zorg die dit project biedt, beperkt zich niet tot de kantooruren (8.00 tot 17.00 uur). P3 biedt ook avondrondes door zorgkundigen tussen 17.00 en 22.00 uur, hulp tijdens het weekend en nachtrondes door zorgkundigen tussen 22.00 en 6.00 uur. De privésector biedt wel een beperkte mogelijkheid voor zorg tijdens de nacht, waarbij mensen komen inslapen, maar na de kantooruren is er in de regio momenteel geen enkele andere dienst die nachtrondes voorziet. Doordat een zorgkundige een of meer keer per nacht langskomt om een incontinentieluier te vervangen of bedlegerige patiënten te draaien om doorligwonden te vermijden, krijgen patiënten de zorg die ze nodig hebben als onderdeel van een standaard zorgplan en niet enkel in nood- of crisissituaties.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
128
3. Thematische activiteiten-clusters
•
Binnen het bestaande systeem van zorgverlening werken de zorgkundigen meestal in blokken van vier uur. Het P3-project biedt diensten aan in blokken van 30 minuten. Daardoor kunnen de diensten worden geleverd wanneer de cliënt ze echt nodig heeft en kunnen ze op die manier beter worden georganiseerd. Wanneer een patiënt bijvoorbeeld vier keer in een tijdsspanne van 24 uur omgedraaid moet worden om doorligwonden te vermijden of te verlichten, kan de P3-zorgkundige vier keer langskomen in de loop van 24 uren, telkens voor 30 minuten, in plaats van één keer vier uur lang in het huis van de patiënt te blijven, waarbij hij of zij de patiënt dan maar twee keer kan omdraaien. Deze flexibele gezinszorg biedt een innovatieve oplossing op het vlak van doorligwonden, maaltijden, medicatie, kinesitherapieoefeningen of lichaamsbeweging, intieme hygiëne, toiletbezoek en allerlei andere persoonlijke of medische verzorging, waarvoor opname in een rust- en verzorgingstehuis nodig zou zijn indien de taken thuis niet efficiënt uitgevoerd konden worden.
•
In België worden gezondheidszorg en sociale dienstverlening verstrekt binnen levensbeschouwelijke zuilen, zoals de katholieke, de socialistische, de liberale zuil, enz. Hoewel de verzuiling minder duidelijk is dan vroeger, gebeurt het nog altijd maar zelden dat zorgbehoevenden en zorgverleners die grenzen overschrijden. P3 werkt niet binnen een zuil en doet een beroep op noodzakelijke externe diensten bij verstrekkers die het best voldoen aan de noden van de cliënt, ongeacht de zuil. Dit is een nieuwe benadering voor het verstrekken en regelen van diensten.
Betrokkenheid van de stakeholders De partners die betrokken zijn bij dit initiatief zijn al vele jaren actief in de eerstelijnszorg. Op basis van hun ervaring hebben zij een klare kijk op de problemen van oudere zorgbehoevenden en op de hiaten in de dienstverlening waardoor mensen al snel moeten worden opgenomen in een verzorgingstehuis. Alle partners zijn betrokken bij de voorbereiding van het project op verschillende niveaus, gaande van het afbakenen van de doelgroep tot het omschrijven en ontwikkelen van de concrete zorgverlening. Het was ook mogelijk om rekening te houden met het belangrijke standpunt van de zorgverleners door samen te werken met een vereniging van mantelzorgers, Liever Thuis LM, die nog altijd vertegenwoordigd is in de stuurgroep.
Doelgroep Omdat het om een proefproject gaat, moeten de deelnemers voldoen aan specifieke criteria: zij moeten 60 jaar of ouder zijn, nood hebben aan complexe of langdurige zorg na een ziekenhuisopname of ernstige gezondheidsklachten hebben waardoor ze op korte termijn moeten worden opgenomen in een rust- en verzorgingstehuis. De patiënt moet bepaalde scores halen op de Katz- en Edmontonschaal en/ of lijden aan een vroege vorm van dementie. Ook mantelzorgers maken deel uit van de doelgroep, wanneer er nood is aan professionele hulp om te vermijden dat de persoon voor wie zij zorgen, moet worden opgenomen in een tehuis. Het project bereikt momenteel ongeveer 110 personen per jaar in Gent, binnen een straal van 12 à 15 km rond het dienstencentrum van de organisatie, in een stedelijk gebied met ongeveer 280 000 inwoners.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
129
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Casestudy: Robert Robert had vroeger een succesvol bedrijf voor de export van bloemen, waarvoor hij veel moest reizen. Hij is nooit getrouwd geweest en heeft geen kinderen of directe verwanten. Omdat hij kanker in de terminale fase heeft, met permanente rugpijn, is hij verlamd vanaf de heupen en aan bed gekluisterd. Toen hij drie jaar geleden werd ontslagen uit het ziekenhuis, verwezen ze hem door naar P3. Het team dat Robert begeleidt, bestaat uit verpleegkundigen, een schoonmaker en professionele zorgkundigen die dag en nacht om de vier uur langskomen om Robert te verplaatsen want hij heeft doorligwonden die niet genezen. Een buur biedt extra hulp door boodschappen te doen, maaltijden te bereiden en Robert gezelschap te houden. Robert heeft het internet leren gebruiken en dat doet hij nu geregeld. Hij geniet van gezelschap en een geanimeerd gesprek. Hij komt nooit meer buiten, maar dankzij de flexibele hulp van het P3-team kan hij nu twee uur per dag uit bed komen, omdat hij dan in een rolstoel geholpen wordt. Robert is erg enthousiast over ‘Solidariteit voor het Gezin’ en het P3-initiatief. ‘Ik ben voor 100% van hen afhankelijk,’ zegt hij, ‘ik ben verlamd, maar ze zorgen voor mij. Ze zijn geweldig!’ Robert koos voor het initiatief van ‘Solidariteit voor het Gezin’ omwille van de nachtrondes. Als je hem vraagt wat er nog kan verbeteren aan het P3-initiatief, antwoordt hij: ‘Het kan niet beter; je moet redelijk blijven!’ Zonder de tussenkomst van P3 zou Robert in een rust- en verzorgingstehuis moeten wonen.
De samenleving staat voor een enorme uitdaging. De kosten voor gezondheidszorg nemen al een flinke hap uit het budget voor medische zorg en sociale zorg en om de gezondheidszorg en de gevolgen van veroudering betaalbaar te houden, zijn nieuwe vormen van zorg nodig. Veel oudere zorgbehoevenden willen graag zo lang mogelijk thuis blijven, in hun vertrouwde omgeving. Maar in de praktijk wonen veel ouderen thuis in onaangepaste en onveilige omstandigheden, omdat de zorgverlening niet is aangepast aan de concrete noden van deze doelgroep. Er is nood aan innovatie om senioren langer thuis te kunnen verzorgen en residentiële zorg te kunnen bieden aan degenen die die zorg het meest nodig hebben. Omdat er nu al een tekort is in de verzorgingstehuizen, kan het invoeren van permanent beschikbare thuiszorg uiteraard een grote impact hebben. Sinds de start van het project hebben oudere zorgbehoevenden hun opname in een instelling met gemiddeld 240 dagen kunnen uitstellen. De hulp van mantelzorgers en een dichte opvolging door zorgcoaches helpt oudere mensen thuis door te voldoen aan hun specifieke noden. Vrijwilligers die bij een zorgbehoevende komen overnachten, kunnen wel veiligheid en comfort bieden, maar geen lichamelijke verzorging. De nachtrondes van P3 verstrekken tijdig lichamelijke zorg die afgestemd is op de noden van de oudere patiënt en bieden op die manier een meerwaarde aan de nachtzorg.
Evaluatie Uit de resultaten tot nu toe blijkt dat het P3-project de opname in een verzorgingstehuis met acht maanden uitstelt – dat is twee maanden langer dan het oorspronkelijke streefdoel (van zes maanden). Andere voordelen die zijn vastgesteld, maar die voor het Riziv niet moeten worden gemeten of gemeld, zijn het toegenomen welzijn, bijvoorbeeld op sociaal gebied, van de cliënten en de mantelzorgers en
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
130
3. Thematische activiteiten-clusters
een verbetering van de Katz-scores van de cliënten. De monitoring en evaluatie van het project gebeurt door een wetenschappelijk consortium van een aantal universiteiten, die gebruik maken van vooraf bepaalde evaluatiecriteria. De tweede projectoproep van het Riziv bevatte meer specifieke doelstellingen die overeenstemmen met het oorspronkelijke project van ‘Solidariteit voor het Gezin’ en die het concept van de zorgcoaches voorzien als een criterium om deel te nemen aan het project. Dit laat vermoeden dat enkele elementen uit het P3-project als geslaagd worden beschouwd, aangezien ze werden opgenomen als criteria voor de tweede projectoproep. Er is een aanvraag ingediend om het P3-proefproject te verlengen tot 2018 met enkele aanpassingen op basis van lessen uit de ervaringen, met een groter aantal deelnemers en met samenwerking tussen de zuilen en tussen concurrenten. Die elementen zijn bedoeld om te tonen dat het concept en het project voldoende degelijk zijn om een grotere complexiteit aan te kunnen, zoals het opnemen van diensten door concurrenten in de zorgplannen, het aanbieden van het project aan cliënten van concurrenten en het samenwerken aan dienstverlening over de grenzen van de zuilen en van teams heen. De succesvolle oplossingen uit de eerste en tweede projectoproep zullen waarschijnlijk over heel België als standaardprocedure worden ingevoerd en zullen kunnen rekenen op de steun de nationale sociale zekerheid.
Concurrentie Andere organisaties spitsen zich toe op slechts één of twee diensten, zoals enkel zorg ‘s avonds (van 17.00 tot 22.00 uur) of enkel zorgcoördinatie, maar zij leveren geen flexibele diensten de klok rond, in combinatie met een zorgcoach die de zorg coördineert. Er zijn in Gent enkele andere projecten die zich toespitsen op het leveren van een deel of slecht één van die diensten, maar niet op hulpverlening de klok rond met zo’n uitgebreid zorgaanbod. De zorgcoach ontwikkelt een individueel zorgpakket, aangepast aan de noden van de zorgbehoevende en de mantelzorger. De diensten in het zorgpakket beperken zich niet tot die van ‘Solidariteit voor het Gezin’ of van P3, maar kunnen ook lopen in samenwerking met andere openbare en particuliere aanbieders. Aanvankelijk was er wat weerstand bij concurrerende zorgverstrekkers, maar nu wordt de zorgcoach aanvaard als een persoon die het opneemt voor de cliënt en de zorg coördineert. De erkenning dat de coach streeft naar daadwerkelijke en gelijkwaardige samenwerking heeft de medewerking van de concurrenten tot nu toe mogelijk gemaakt. De concurrentie voor Solidariteit voor het Gezin of P3 neemt twee vormen aan. In de eerste plaats op het vlak van de omvang van de organisatie en daardoor de mogelijkheid om promotie te maken of aanwezig te zijn op de markt. Zo is bijvoorbeeld een concurrent tien keer groter dan Solidariteit voor het Gezin, maar die biedt alleen verpleging aan en enkel overdag. Ten tweede op het vlak van het Belgische systeem van verzuilde dienstverlening, waarbij de katholieke zuil meer dan 60% marktaandeel heeft, de socialistische ongeveer 20%, de liberale 10% en nog eens 10% voor de overige spelers, waaronder Solidariteit voor het Gezin met het P3-project.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
131
3. Thematische activiteiten-clusters
Wanneer de beide fasen van het proefproject in 2018 zullen zijn afgerond en het concept van de zorgcoach eventueel een officiële standaardprocedure zou worden, zullen alle zorgverleners die rol kunnen ontwikkelen, maar Solidariteit voor het Gezin zal op de Vlaamse markt een voorsprong hebben als initiatiefnemer en ontwikkelaar van het concept en zal ook de enige organisatie zijn die het concept al heeft uitgetest en de efficiëntie ervan heeft geëvalueerd. Een tweede voordeel is het aanbod aan dienstverlening aan huis die Solidariteit voor het Gezin nu al aanbiedt, om de rol van de zorgcoach te ondersteunen. Aanbieders van één enkele dienst, hoe groot ze ook zijn, zullen niet die mogelijkheid hebben en zullen die faciliteiten op de een of andere manier moeten ontwikkelen om de rol van een zorgcoach te ondersteunen.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen De wetten en regels van de Vlaamse Gemeenschap en de Belgische federale overheid zijn niet helemaal op elkaar afgestemd, waardoor het moeilijk is om de zorgverlening te optimaliseren. De verschillende soorten zorgverleners en hun professioneel statuut zijn vaak aan verschillende regels onderworpen, wat vaak een flexibele tewerkstelling van de werknemers bemoeilijkt. Zo kunnen zorgverleners die onder de Vlaamse regelgeving vallen en weekenddiensten leveren, bijvoorbeeld niet vervangen worden wanneer ze ziek worden. Daarom moeten dan mantelzorgers worden gezocht om dit gat te vullen. Maar sommige zorgbehoevenden hebben geen mantelzorgers of soms zijn die niet beschikbaar, waardoor de continuïteit van de zorgverlening in het gedrang komt. In het geval van het P3-publiek zou dit kunnen leiden tot opname in een verzorgingstehuis, aangezien veel van die personen immobiel zijn en niet alleen kunnen eten of een volledige dag zonder hulp voor zichzelf kunnen zorgen. De P3-benadering biedt in dergelijke gevallen een aantal oplossingen: •
Toegang tot de zorgcoach om nieuwe afspraken te vergemakkelijken.
•
Directe communicatie met familieleden en leden van het multidisciplinaire team wanneer nieuwe afspraken nodig zijn.
•
Toewijzing van een team van professionele zorgverleners aan een bepaalde cliënt, in plaats van één enkele zorgverlener. Op die manier kan een beroep worden gedaan op om het even welk lid van het team om op korte termijn in te springen.
•
De klanten beschikken over een hanger met een alarmknop. In België zijn voor dit alarmsysteem vier nummers nodig. Wanneer cliënten van Solidariteit voor het Gezin niet beschikken over vier contactnummers – sommigen hebben zelfs geen enkel nummer – kan het nummer van Solidariteit voor het Gezin sommige of alle contacten vervangen, omdat er gedurende 24 uur dienstverlening beschikbaar is via het personeel van Solidariteit voor het Gezin dat zulke oproepen kan beantwoorden. P3-cliënten kunnen indien nodig ook gebruik maken van die dienstverlening en het personeel van de nachtrondes kan de zaak onmiddellijk opvolgen als dat nodig is.
•
Toegang tot vrijwilligers die willen helpen met eenvoudige zorgtaken wanneer dat nodig is.
•
Er zijn twee bedden beschikbaar in het zorghotel/verzorgingstehuis, uitsluitend voor zorg gedurende de nacht. Wanneer cliënten dag en nacht zorg nodig hebben tijdens het weekend (of gelijk
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
132
3. Thematische activiteiten-clusters
wanneer), kunnen zij daar ook tijdelijk terecht voor crisisopvang, met toegang tot alle aanwezige diensten en voorzieningen. Een tweede mogelijke hinderpaal zijn financiële bezwaren, want de overheidsschuld is de jongste jaren toegenomen en er vallen besparingen te vrezen als gevolg van het nieuwe politieke en economische landschap na de federale en regionale verkiezingen in 2014. Als de zorgcoach en het flexibele zorgconcept de klok rond niet aanvaard worden en niet vertaald worden in een standaardprocedure, zullen dit geen gesubsidieerde of gefinancierde diensten worden en dan zal een ander businessmodel nodig zijn om betaalbaar te blijven. Om hierop voorbereid te zijn, worden het concept van de zorgcoach en een matrixstructuur voor de dienstverlening op dit moment ontwikkeld en geïntegreerd in de bredere organisatie van Solidariteit voor het Gezin, op basis van de lessen uit het P3-project tot nu toe. De manier waarop gezondheidszorg en sociale dienstverlening worden gefinancierd, belemmert een flexibele gezinszorg. Zo wordt de professionele zorg gefinancierd in blokken van vier uur, waarbij de zorgverleners worden verondersteld om vier uur lang bij de cliënt te blijven. De reistijden worden niet vergoed. Dit heeft gevolgen voor P3, want zorgverstrekkers kunnen tot vier verschillende cliënten bezoeken in plaats van vier uur bij één klant te blijven, maar dan moet Solidariteit voor het Gezin instaan voor de tijd die nodig is voor de verplaatsing. Alle zorgverleners hebben recht op 3% subsidie voor ‘variabele zorgkosten’. Die middelen kunnen gebruikt worden om het probleem van de verplaatsingen op te vangen en volstaan eventueel wel voor het beperkte aantal cliënten binnen het P3-proefproject. Maar voor een verdere fase zal dit op een grotere schaal veel minder mogelijk zijn en dan moet de financieringsstructuur worden aangepast om te voldoen aan de noden van de zorgbehoevenden. Wellicht is het ook mogelijk om deze uitdaging aan te pakken door het concept van flexibele gezinszorg te promoten bij de beleidsmakers, vooral in een sociaal-cultureel klimaat waar de zorgverlening in de gemeenschap goed is uitgebouwd en waar de bevolking verwacht tot op hoge leeftijd thuis te kunnen blijven. Het is alleen nog niet duidelijk of mensen ook bereid zullen zijn daarvoor en grotere financiële bijdrage te leveren.
Financiering Het P3-project is een proefproject dat vier jaar lang wordt gefinancierd met een jaarlijks budget van 455.000 euro. Die middelen gaan naar specifieke elementen van de P3-dienstverlening, zoals de zorgcoach en het personeel voor de nachtrondes. De algemene overheadkosten van de organisatie worden niet gesubsidieerd met overheidsgeld. Wanneer de cliënten een beroep doen op diensten die al via andere overheidsmiddelen gefinancierd of gesubsidieerd worden, zijn die kosten niet opgenomen in het bovenvermelde budget. In sommige gevallen betalen de cliënten een deel van een dienst die door de overheid wordt gesubsidieerd en in andere gevallen wordt de dienst voor 100% gesubsidieerd. Een voorbeeld daarvan is de poetsdienst voor cliënten, die een door de overheid gesubsidieerde dienstverlening is voor alle burgers, die zelf een deel van de kosten dragen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
133
3. Thematische activiteiten-clusters
Bij de evaluatie van dit project lag de klemtoon op specifieke gezondheidscriteria zoals de Katz-, Edmonton- en Belrai-scores, waaruit blijkt dat de gezondheid van de P3-deelnemers is verbeterd. De personeelsleden merkten ook belangrijke verbeteringen op sociaal en persoonlijk vlak, maar omdat het gaat om een met federale overheidsmiddelen gefinancierd project met een doel op het vlak van gezondheid, zijn die sociale veranderingen niet gemeten – de financiering voor dergelijke sociale aspecten van de resultaten van dienstverlening is gemeenschapsbevoegdheid en geen federale bevoegdheid. Momenteel wordt onderzocht of het mogelijk is om middelen te vinden om ook de sociale en financiële impact van het initiatief te evalueren.
Conclusie Het Protocol 3-initiatief biedt een innovatieve oplossing voor de grote uitdagingen voor oudere volwassenen met een complexe zorgbehoefte die in hun thuisomgeving ouder willen worden. Via haar initiatieven van ‘Flexibele Gezinszorg’ en de zorgcoach heeft Solidariteit voor het Gezin een creatieve en flexibele invloed op individuen, families en gemeenschappen. De positieve gezondheidsimpact van P3 is gemeten en vastgesteld en hoewel ook overal een sociale impact en effecten op het welzijn worden gemeld, zijn extra middelen nodig om een specifieke evaluatie van die resultaten mogelijk te maken. Enkele aspecten van de ruimere sociale impact van het initiatief: een invloed op de nationale dialoog over thuiszorg en mantelzorg voor senioren die thuis ouder willen worden; een bijdrage aan een nationale politieke en culturele verandering in de manier waarop diensten worden verleend over de bestaande ideologische grenzen heen; en aandacht voor de waarde van een geïntegreerde dienstverlening in plaats van de meer ingeburgerde versnipperde en wat bureaucratische benadering. De oplossingen van Solidariteit voor het Gezin bieden reële mogelijkheden voor toepassing in andere contexten en verdienen verder onderzocht te worden. Noot: Doordat het P3-project de derde plaats veroverde bij de Europese Award voor Sociale Innovatie om Actief en Gezond Ouder te worden, kwam de verlenging van het Gentse project op de eerste plaats te staan op de lijst voor de tweede projectoproep van het Riziv. Het nieuwe P3-project in Tienen (in samenwerking met de Broeders Alexianen) staat op de tweede plaats en het nieuwe project in Oostende (samen met Bond Moyson) kreeg de vierde plaats. De eerste elf projecten zullen tot 2018 volledig gesubsidieerd worden. Bovendien zal de nieuwe verslaggeving door P3 aan het Riziv ook een onderdeel bevatten over de evolutie van het welzijn van de patiënten, een verdienste van P3 die nog niet werd gemeld maar tijdens de casestudy onder de aandacht kwam. Dit zal gebeuren in samenwerking met de Broeders Alexianen en een professor psychologie die gespecialiseerd is in dit soort wetenschappelijk onderzoek.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
134
3. Thematische activiteiten-clusters
HUISVESTING & INTERGENERATIONELE RELATIES ABITARE SOLIDALE (ITALIË) – SAMENWONEN ALS OPLOSSING Onderzoekster: Georgia Casanova, INRCA, Italië
Pensare alla casa, per una comunità più solidale The project addresses social relations and their recreation as a possible answer to the general economic crisis through cohabitation. Cohabitation resolves a multitude of old and new needs such as: - Decreases social expense; - Supports self-sufficiency in aged people and favors the maintaining of their residences and homes - Offers an individual and person-centered environment as well as offers new resources for their upkeep; - Lowers household accidents and risks; - Innovates and potentiates the approaches of public assistance; - encourages a sense of community and its welfare. - Offers integration and optimization between financial and personnel resources between private and public associations; - Develops new professional and transversal figures thanks to the constant interfacing between diverse skill sets; - promotes new social and community oriented actions thanks to the integration in a single project of different fields (housing, assistance, equality and minorities integration); - the project is entirely developed through volunteer workers; - Potentiates loan systems that encourage good active citizenship practices from subjects traditionally considered as outcasts - No other or alternate assistance necessary - The project is transferrable to other fields
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
135
3. Thematische activiteiten-clusters
Cluster
Huisvesting & Intergenerationele Relaties
Naam van de uitvoerder
Abitare solidale onlus en Auser
Type uitvoerder
Non-profit/ngo/middenveldorganisatie
Uitvoerder actief sinds
1-5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Italië
Naam van het initiatief
Abitare Solidale
Initiatief actief sinds
n/a
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op nationale schaal)
Partners, type en primaire functie
Artemisia (Non-profit/ngo/middenveldorganisatie): Artemisia werkt mee aan het project door de volgende activiteiten: communicatie, selectie van kandidaten voor samenwonen (onder wie vrouwelijke slachtoffers van geweld) en ook steun tijdens de fases van nieuwe samenwoonprojecten. Sociale diensten (Gemeente Firenze en andere gemeenten in Toscane): de gemeenten werken mee bij het selecteren van kandidaten voor samenwonen. Werknemers: 2
Personeel
Vrijwilligers: 4 Stagiairs: 3 Externe adviseurs en deskundigen: 8 Nationale overheid: 60%
Financieringsbronnen
Giften van bedrijven: 30% Deelnemersbijdragen: 10%
Wegpagina van het initiatief
http://www1.auser.it/ http://www1.auser.it/IT/Page/t01/view_html?idp=288
Organisatie Abitare Solidale wil regelingen voor samenwonen op basis van solidariteit en wederzijdse hulp bevorderen voor senioren en mensen met een hoog risico van sociale uitsluiting of armoede. Dit project loopt in de Italiaanse provincie Firenze op initiatief van AUSER, een vrijwilligersvereniging die werkt met senioren, in partnerschap met ARTEMISIA, een vrijwilligersvereniging voor de bescherming van vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld. Het initiatief werkt samen met de sociale diensten en verscheidene steden en gemeenten. Het team bestaat uit psychologen, juridisch adviseurs, communicatiespecialisten, consulenten en maatschappelijk werkers. Een geïntegreerde netwerkaanpak voor promotie en externe communicatie maakt gebruik van allerlei media, waaronder ook video’s en youtube, en dat zorgt voor een heel gevarieerde communicatie. Via conferenties is het mogelijk om leden van de overheidsadministratie en mensen uit het werkveld te betrekken en dankzij een breed netwerk van formele en informele stakeholders kan het initiatief gebruikers bereiken uit de twee belangrijkste doelgroepen. Het initiatief wil de sociale uitsluiting van senioren aanpakken en hulp bieden aan mensen met tijdelijke sociaaleconomische problemen en hun sociale inclusie bevorderen. Het initiatief stelt een oplossing voor in de vorm van samenwonen van een senior met een persoon met sociaaleconomische moeilijkheden, waarbij de oudere het huis ter beschikking stelt in ruil voor gezelschap en een gedeelde dagelijkse omgang.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
136
3. Thematische activiteiten-clusters
Er worden vrijwilligers opgeleid die er moeten op toezien dat de interventies relevant zijn om de sociale problemen op te lossen. De vereniging voert ook experimentele projecten uit op het gebied van horizontale subsidiariteit en sociale cohesie en integratie. Er zijn twee coördinatie- en bestuursorganen: 1) het technische team, dat de strategieën moet organiseren en het project moet verbeteren en 2) het uitvoerende team, dat alle praktische activiteiten uitvoert die per week ingepland staan.
Problematiek en innovatieve oplossing De jongste jaren staat het systeem van sociale zorg en sociale bescherming onder druk door de toenemende en steeds diversere vraag en een gelijktijdige daling van de beschikbare middelen. Daardoor volstaat de traditionele beleidsaanpak niet meer. Enkele van de versnipperde en weinig flexibele antwoorden: een inefficiënt woonbeleid en een sociaal beleid dat te weinig doet om werklozen en kwetsbare personen te beschermen. Abitare Solidale biedt een oplossing voor het probleem van isolement en sociale uitsluiting van senioren en van volwassenen met tijdelijke sociaaleconomische problemen. Het biedt ouderen de kans om langer in hun eigen woning te blijven wonen, waardoor zij actiever kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het project verhoogt de mate waarin senioren zelfstandig kunnen wonen en beslissingen kunnen nemen en biedt een oplossing voor eenzaamheid. Het project helpt mensen die op zoek zijn naar betaalbare en degelijke huisvesting waardoor ze actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het biedt een innovatieve oplossing voor nieuwe oorzaken van armoede en sociale uitsluiting zoals onzekere werkgelegenheid, migratie en een moeilijke aansluiting bij sociale bescherming en/of diensten voor openbare bijstand. Het project biedt een alternatief voor het isolement en de stigmatisering van mensen met economische en persoonlijke problemen via het idee van wederzijdse hulp. Abitare Solidale biedt een innovatieve en duurzame oplossing voor oudere mensen die nog voor zichzelf kunnen zorgen maar op zoek zijn naar gezelschap. Het probeert ook mensen te bereiken met economische problemen die een betaalbare en degelijke woning zoeken en ook vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld en op zoek zijn naar tijdelijk onderdak. Het project promoot het idee van samenwonen als nieuwe vorm van dienstverlening en als een geïntegreerd antwoord op verschillende soorten problemen en behoeften, die de klassieke grenzen tussen de sectoren van de sociale dienstverlening overstijgt. Het project is gebaseerd op het idee van wederzijdse hulp en biedt: •
een alternatieve oplossing voor eenzaamheid bij oudere mensen
•
betaalbare en degelijke huisvesting voor mensen die het risico lopen van armoede en uitsluiting of die economische problemen kennen (migrantengezinnen, studenten, werklozen).
•
onderdak voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld
•
oplossingen voor diverse doelgroepen en stakeholders.
•
toegang tot juridische middelen om de formule van samenwonen formeel te regelen (het huisvestingscontract en het vrije gebruik van eigendom).
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
137
3. Thematische activiteiten-clusters
Betrokkenheid van de stakeholders Bij het project zijn de volgende stakeholders betrokken: •
AUSER: een vrijwilligersvereniging die werkt met senioren
•
ARTEMISIA: een vrijwilligersvereniging die vrouwen en kinderen die het slachtoffer zijn van geweld wil beschermen.
•
De gemeentebesturen van Firenze, Bagno a Ripoli, Scandicci, Sesto Fiorentino en Cascina
•
De huisvestingsmaatschappij van de gemeente Firenze (overheidsinstantie)
•
Architectenbureaus die renovatie aanbieden tegen een gunsttarief, omdat ze bepaalde afspraken hebben met de overheid. (spelers uit de privésector).
De vereniging ARTEMISIA werkt mee om doeltreffende procedures te ontwikkelen voor het bieden van onderdak en veiligheid aan vrouwen die huiselijk geweld ondergaan. Daarnaast biedt ARTEMISIA ook psychologische steun in alle stadia van het woonprogramma. De vrijwilligers van ARTEMISIA werken samen met mensen van de sociale diensten om de profielen en de planning van mogelijke belanghebbenden te coördineren.
Doelgroep Het initiatief bereikt momenteel ongeveer 250 mensen, onder wie: •
senioren die in een huis wonen dat te groot of niet aangepast is aan hun noden en die het risico lopen om hun zelfstandigheid te verliezen of geïsoleerd te raken in de samenleving.
•
mensen in een zwakke positie die het risico lopen van armoede en nood hebben aan degelijke en betaalbare huisvesting. Meestal gaat het om migrantengezinnen, werklozen en studenten.
•
vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld en die tijdelijk onderdak nodig hebben om een nieuw leven te kunnen beginnen.
Impact Het belangrijkste resultaat is de sociale inclusie van senioren, die de kans krijgen om een nieuw netwerk van relaties op te bouwen, dat een beetje lijkt op een gezinssituatie. Deze vaak kwetsbare personen hebben de tijd en de gelegenheid om hun eigen persoonlijke mogelijkheden opnieuw te ontdekken en weer economisch en sociaal onafhankelijk te worden in een familiale sfeer. Via het initiatief Abitare Solidale slagen oudere mensen er effectief in minder eenzaam en minder uitgesloten te zijn door hun netwerk van langdurige sociale relaties uit te breiden. De emotionele relatie tussen de oudere persoon die onderdak biedt en de gast stopt vaak niet wanneer de huisvestingsperiode voorbij is. In de praktijk gaat het om een netwerk van een ‘uitgebreide familie’: de oudere persoon, de gast, de betrokken families (als die er zijn) en de mensen van Abitare Solidale die het netwerk coördineren. Hetzelfde effect ontstaat voor de volwassenen die in een kwetsbare situatie verkeren. Zij krijgen weer een sociale identiteit dankzij de relatie met de oudere persoon (en zijn of haar familie), waardoor hun netwerk van persoonlijke relaties aangroeit. De positieve sociale impact van het initiatief wordt bevestigd doordat de interventie zich verspreidt. Over een periode van drie jaar hebben meer dan 300 gebruikers in de regio Toscane zich aangesloten bij Abitare Solidale.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
138
3. Thematische activiteiten-clusters
Evaluatie Het project werd een jaar lang uitgetest om de processen te kunnen omschrijven en controleren en eventuele moeilijkheden op te sporen. Tijdens die periode werden 50 aanvragen bekeken en gingen tien samenwoonprojecten van start. Het resultaat toonde dat de methodes om kandidaten te selecteren goed werkten en dat het samenwonen echt lukte, zoals zowel de ‘gasten’ als de ‘huisbazen’ aangaven. Op het einde van de proefperiode werden de resultaten meegedeeld aan alle stakeholders en partners, als onderdeel van een transparante promotie van het initiatief. Experimenteren en ontwikkelen maken deel uit van de algemene projectaanpak en daarbij worden de gebruikte instrumenten getest en indien nodig aangepast. Deze benadering zorgt ervoor dat de dienst effectief ingaat op de noden die de deelnemers aangeven. De methodes om het project te evalueren zijn onder meer zelfbeoordeling op basis van ervaringen en van feedback en externe impactevaluatie op basis van kwalitatieve methodes.
Concurrentie In de streek waar het initiatief wordt georganiseerd, zijn er geen projecten als Abitare Solidale. Er zijn een paar gelijkaardige initiatieven die proberen een oplossing te bieden voor het huisvestingsprobleem, maar de traditionele beleidsaanpak volstaat niet, omdat die te versnipperd en niet flexibel is. Zowel bij de ‘Armoedeherbergen’ als bij religieuze opvangcentra en bij de ‘miniappartementen’ worden de senioren niet als een sociale kracht beschouwd en krijgen zij niet de gelegenheid om langer thuis te blijven wonen en daardoor gaan er enorm veel overheidsmiddelen verloren. De Universiteit van Firenze probeerde samenwoonprojecten op te starten met studenten en ouderen, maar die hadden geen succes, vooral omdat de noden te divers waren of niet op elkaar werden afgestemd en ook door gebrek aan supervisie en begeleiding.
Belemmeringen en oplossingen De grootste uitdaging is dat een samenwoonregeling plotseling of onverwacht kan worden afgebroken, om allerlei verschillende redenen. In zulke gevallen kan het moeilijk worden om een alternatieve oplossing te vinden, maar Abitare Solidale probeert in te spelen op relationele of andere problemen die na verloop van tijd kunnen ontstaan. De organisatoren werken nauw samen met de stakeholders om snelle en praktische oplossingen uit te werken. Naarmate er steeds meer franchisenemers en partners komen die het idee van samenwonen verspreiden, gaat het grotere aantal gemeenten en individuen die deelnemen en steun verlenen aan Abitare Solidale een breder netwerk vormen waarin oplossingen kunnen worden gezocht voor situaties waarin het samenwonen misloopt.
Financiering Abitare Solidale werd aanvankelijk gefinancierd met een gift van 25.000 euro van het Toscaanse Centrum voor Vrijwilligersdiensten. Na een jaar bleek het initiatief succesvol te zijn en op die manier won het de steun van de stad Firenze en kreeg het opnieuw 25.000 euro. Het initiatief heeft een totaal jaarlijks budget van 25.000 euro, waarvan 60% afkomstig is van de nationale overheid, 30% van giften van bedrijven en 10% van deelnemersbijdragen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
139
3. Thematische activiteiten-clusters
Conclusie Abitare Solidale biedt een oplossing voor twee sociale noden: sociale uitsluiting van oudere mensen en de nood aan sociale integratie van volwassenen met tijdelijke sociaaleconomische problemen. Dit gebeurt door het samenwonen te bevorderen van een oudere persoon en iemand met sociaaleconomische problemen, waarbij de oudere de woning voor het samenwonen ter beschikking stelt in ruil voor gezelschap en een gedeeld dagelijks leven. De oplossing steunt op het idee van een gemeenschap als rijkdom, zowel voor individuen als voor de samenleving, en stimuleert de verspreiding van een nieuw concept van maatschappelijke en intergenerationele solidariteit. Het gaat om een concept van solidariteit binnen een gemeenschap waarbij de oudere persoon niet alleen een zorgbehoevende is, maar wordt gewaardeerd als een kracht die zowel persoonlijke als sociale steun kan bieden. De waardering van de (economische, sociale en persoonlijke) middelen van de gemeenschap zorgt ervoor dat het initiatief doeltreffend blijft zonder effectiviteit te verliezen. De oplossing Abitare Solidale biedt heel wat mogelijkheden om elders over te nemen, omdat het in de eerste plaats gebruik maakt van middelen die al in de gemeenschap aanwezig zijn. Door de flexibele structuur is het initiatief ook gemakkelijk aan te passen aan de omstandigheden in andere steden. Doordat het initiatief inderdaad gemakkelijk over te nemen is, zijn er al vragen om het uit te breiden op andere plaatsen. Het initiatief stamt uit Firenze, maar heeft zich al uitgebreid naar andere steden in Toscane. Daarenboven krijgen de organisatoren van Abitare Solidale aanvragen om het project op te starten in andere streken van Italië, onder meer in Sardinië, Veneto en Piemonte.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
140
3. Thematische activiteiten-clusters
PARI SOLIDAIRE (FRANKRIJK) – INTERGENERATIONEEL WONEN Onderzoekster: Georgia Casanova, INRCA, Italië
Cluster
Intergenerationele Relaties & Huisvesting
Naam van de uitvoerder
Groupe SOS
Type uitvoerder
Sociale onderneming (deels economisch zelfvoorzienend via verkoop van producten en diensten, de hoofdopdracht is de oplossing van sociale problemen)
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Parijs, Frankrijk
Naam van het initiatief
Pari Solidaire
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is uitbreiding van de impact op regionale of zelfs wereldschaal)
Partners, type en primaire functie
Lid van Groupe SOS / partnerschap met immobiliënbedrijf (gespecialiseerd in sociale huisvesting) / partnerschap met rust- en verzorgingstehuizen Werknemers: 4
Personeel
Vrijwilligers: 3 Stagiairs: geen op dit moment (1 vorig jaar) Externe adviseurs en deskundigen: geen Inkomsten uit eigen producten/diensten: 60%
Financieringsbronnen
Giften van bedrijven: 23% Nationale overheid: 14% Overige: 3%
Wegpagina van het initiatief
http://www.leparisolidaire.fr
Organisatie Met meer dan 11.000 werknemers en 330 vestigingen is Groupe SOS een van de belangrijkste sociale ondernemingen in Europa. Al meer dan 30 jaar stelt Groupe SOS een economische meerwaardeschepping in dienst van het algemeen belang. De onderneming biedt antwoorden op problemen in de hedendaagse samenleving door innovatieve oplossingen te ontwikkelen op vijf belangrijke domeinen (werkgelegenheid, gezondheid, solidariteit, senioren en onderwijs). De initiatieven van Groupe SOS hebben elk jaar een invloed op het leven van meer dan 1 miljoen mensen. Pari Solidaire is sinds 2012 een onderdeel van de Groupe SOS. Het team bestaat uit vier voltijdse werkkrachten. De directrice van Pari Solidaire, Aude MESSEAN is een succesvolle leidster met grote sociale vaardigheden en veel onderhandelingstalent, iets wat in haar positie niet onbelangrijk is. Ook de andere leden van het team hebben een aanzienlijke kennis van de sociale economie en het Franse huisvestingsbeleid, waardoor ze een diepgaand inzicht hebben in de context waarin het initiatief wordt uitgevoerd.
Problematiek Volgens het Franse nationale bureau voor statistiek is meer dan 20% van de bevolking van Parijs
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
141
3. Thematische activiteiten-clusters
momenteel ouder dan 60 jaar en meer dan 40% van die 60-plussers woont alleen. Eenzaamheid wordt beschouwd als een probleem waar meer en meer senioren mee te maken krijgen, doordat hun familieleden steeds verder weg wonen en minder tijd hebben om op bezoek te komen. Daardoor verdwijnt het contact tussen de generaties en voelen oudere mensen zich steeds eenzamer. Bovendien hebben mensen boven de 85 meer en meer financiële problemen, omdat hun inkomen op die leeftijd plotseling enorm kan dalen. De initiatiefnemer, Aude Messean, schoot in actie tijdens de Europese hittegolf in 2003, waarbij ongeveer 19.500 oudere mensen overleden in Frankrijk. De meesten van hen stierven in een vreselijke anonimiteit. Pari Solidaire probeert de nieuwe sociale problemen van senioren in Parijs en de voorsteden aan te pakken volgens het model van vergelijkbare activiteiten in Spanje. Het initiatief biedt oudere mensen de mogelijkheid om een kamer aan te bieden of door te verhuren aan een jongere, meestal een student, die huisvesting zoekt in ruil voor wat gezelschap en de geruststellende zekerheid dat er ’s nachts iemand in de buurt is. Zo ontstond Pari Solidaire uit het idee dat de problemen van jongeren en die van ouderen complementair zijn en dat het mogelijk is om ze samen op te lossen.
Innovatieve oplossing Pari Solidaire pakt het probleem van de eenzaamheid en inkomensonzekerheid bij oudere mensen aan door hun de mogelijkheid te bieden hun huis te delen met een jongere die huisvesting zoekt. Via die pragmatische benadering biedt Pari Solidaire een brede waaier aan mogelijke oplossingen, die kunnen worden aangepast aan tal van specifieke noden. De senioren kunnen kiezen tussen twee opties, afhankelijk van hun emotionele of financiële noden: •
de ‘formule conviviale’ biedt de senior de mogelijkheid om een gemeubelde kamer door te verhuren aan een jongere.
•
de ‘formule solidaire’ biedt de senior de optie om onderdak te geven aan een jongere, die dan vijf nachten per week en één weekend op twee aanwezig moet zijn.
De verbintenis wordt officieel wanneer de senior en de jongere een ‘samenwooncontract’ ondertekenen, bij het begin van het akkoord. Dit samenwooncontract bepaalt de regels van het samenwonen en de wederzijdse plichten van de ondertekenaars. Om het succes van het samenwonen te garanderen, gebruikt Pari Solidaire een professionele benadering om de deelnemers aan elkaar te koppelen. Wanneer een kamer wordt aangeboden, gaat een lid van het team op bezoek om na te gaan of de kamer geschikt is en de jongere voldoende comfort zal bieden. Er is ook een gesprek met de jongeren om degenen te selecteren die voldoen aan de specifieke noden en vereisten van de senior. Bovendien houdt het team tijdens de volledige verblijfsperiode contact met de senior en de jongere, om zeker te zijn dat alles goed gaat. De context beïnvloedt deze oplossing op verschillende manieren. Het initiatief probeert de economische belemmeringen van jongeren en ouderen te overwinnen, want er zijn maar heel weinig mogelijkheden om een betaalbare woonst te vinden, zeker als mensen ergens maar een relatief korte tijd gaan verblijven.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
142
3. Thematische activiteiten-clusters
Veel senioren blijven liever in hun eigen huis wanneer ze ouder worden, want ze willen of kunnen niet naar een rust- en verzorgingstehuis. Daardoor wonen veel senioren nog in appartementen die groot genoeg zijn voor een volledig gezin. Het initiatief optimaliseert de kansen voor jongeren om in behoorlijke omstandigheden te wonen en biedt de oudere de kans om in zijn of haar woonst te blijven wonen. De belangrijkste doelstelling van het initiatief is de woonsituatie van senioren aanpakken. Velen van hen zijn met pensioen en kunnen financiële moeilijkheden hebben. Er bestaat een behoefte aan samenwonen waarin kan worden voldaan door jongeren die een betaalbare woonst zoeken in contact te brengen met senioren die een oplossing voor samenwonen zoeken. Het kantoor dat de administratie van het initiatief regelt, biedt mensen de garantie dat er een vast team is en dat het kantoor het hele jaar open is. Als mensen moeilijkheden ervaren, kunnen ze naar het kantoor komen of het opbellen en zijn ze zeker dat er iemand is om hen te helpen. Een ander belangrijk element van de oplossing zijn de administratieve documenten. Om de basiswaarden van de vereniging te steunen, moeten alle jongeren en senioren duidelijk weten wat ze ondertekenen. Pari Solidaire komt niet bij naam voor in de contracten, die rechtstreeks worden gesloten tussen de deelnemers, maar de instelling steunt en begeleidt wel de beide partijen, zodat zij de details en de gevolgen van het contract begrijpen.
Betrokkenheid van de stakeholders Pari Solidaire ontstond in nauwe samenwerking met institutionele partners die vergelijkbare problemen hadden vastgesteld bij senioren in de regio van Parijs en die maar al te blij waren om die te kunnen aanpakken met de oplossing die Pari Solidaire bood. Daardoor werd Pari Solidaire mee opgericht door ICF Habitat (een vastgoedbedrijf) en vooral gefinancierd door het stadsbestuur van Parijs en giften van privébedrijven. Sinds de oprichting heeft Pari Solidaire al verschillende partners gehad, onder meer Ile de France, dat drie jaar lang de werknemers subsidieerde en dat het project helpt promoten via zijn magazine en een aantal congressen. Verder hebben steden, universiteiten en de pers een aanzienlijke bijdrage geleverd om het initiatief beter bekend te maken. Overige partners waren onder meer Paris Emerald Point, het Centrum voor Sociale Actie en een groot aantal seniorenclubs. Vandaag speelt ‘Groupe SOS’ een sleutelrol om het project een stevige basis te geven. Het initiatief probeert open te staan voor de participatie van de gebruikers en biedt kansen voor dialoog en interne procedures voor permanente verbetering. Veel gebruikers hebben geen behoefte om gebruik te maken van die mogelijkheden, terwijl anderen elke maand naar het kantoor komen om het personeel op de hoogte te brengen van nieuwtjes uit hun dagelijks leven. Als ze niet zelf naar het kantoor kunnen komen, kunnen de gebruikers ook opbellen of een e-mail sturen om hun nieuws mee te delen en op die manier kunnen ze ook hun ideeën, aanbevelingen en klachten kenbaar maken.
Doelgroep Het initiatief werd ontwikkeld voor senioren in Parijs en de voorsteden die extra woonruimte beschikbaar hebben voor jongeren. De meeste personen uit de doelgroep zijn ouder dan 65 en wonen alleen. Het
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
143
3. Thematische activiteiten-clusters
initiatief wil enkel emotionele ondersteuning bieden aan de senioren en de jongeren hoeven hun huisbaas/huisbazin niet te verzorgen. Daarom moeten de ouderen die zich bij het initiatief aansluiten, nog voldoende zelfstandig zijn. Op dit moment bereikt het initiatief 2000 mensen die rechtstreeks deel uitmaken van de doelgroep.
Impact Door senioren en jongeren dichter bij elkaar te brengen, probeert het initiatief het contact tussen de verschillende generaties te herstellen en sociale uitsluiting van senioren aan te pakken. Daarnaast stelt het initiatief ouderen in staat om aansluiting te behouden bij hun gemeenschap en bij de samenleving in het algemeen, doordat ze voortdurend in contact blijven met de jongere generaties. Verder wil het initiatief ook aantonen dat solidariteit tussen de generaties de sleutel kan zijn voor de aanpak van veel nieuwe sociale problemen. Daarom proberen de initiatiefnemers andere initiatieven te inspireren om te werken met een intergenerationale aanpak om sociale problemen op te lossen. Sinds zijn oprichting heeft Pari Solidaire al huisvestingsoplossingen aangeboden aan meer dan 2000 jongeren. Elk jaar vinden 300 jongeren een senior bij wie ze onderdak krijgen, wat het succes van de aanpak illustreert. Het initiatief heeft een grote impact op het leven van de deelnemers. Zij geven aan dat de mogelijkheid om geld te besparen en de kans op nieuwe relaties belangrijke redenen zijn om gebruik te maken van Pari Solidaire. Een nieuwe relatie met een jongere biedt een senior de kans om de jongerencultuur en jongeren in het algemeen beter te begrijpen. Door ouder te worden hebben sommige mensen het contact met de jongere generatie verloren. Het initiatief stelt hen in staat om die draad weer op te pakken. Sommige deelnemers geven zelfs te kennen dat het lijkt alsof ze een nieuwe familie hebben en dat zij hun sociale netwerk hebben uitgebreid door hun deelname aan het initiatief.
Evaluatie De impact van het initiatief is geëvalueerd met op ervaringen gebaseerde zelfbeoordeling. Het initiatief is gebaseerd op een vergelijkbaar initiatief uit de vroege jaren 2000 in Spanje. Pari Solidaire keek wat goed liep in Spanje en bouwde vervolgens een eigen initiatief uit op basis van onderzoek over sociale uitsluiting van senioren in Frankrijk. Het programma ontstond in 2004, waardoor het initiatief nu negen jaar ervaring heeft met het aanbieden van zijn oplossing. De grootste troef vandaag is de ervaring met de materie en de stabiele en professionele personeelsstructuur. Pari Solidaire is een vereniging die diensten en voorzieningen aanbiedt die gericht zijn op het samenwonen van mensen van verschillende generaties. Zowel de oudere als de jongere gebruikers betalen een jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage, die twee derde van de kosten van de organisatie dekt. Op die manier is het initiatief voldoende sterk om zichzelf in stand te houden. Bij de evaluatie werd vastgesteld dat de gebruikers, als leden, het initiatief meer gebruiken als een dienst die ze nodig hebben in plaats van als een vereniging waar ze deel van uitmaken. Die visie wordt bevestigd door het gebrek aan betrokkenheid van de gebruikers bij de interne organisatie en de
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
144
3. Thematische activiteiten-clusters
jaarlijkse algemene vergadering is de enige echte mogelijkheid om van gedachten te wisselen. Daarenboven is het initiatief beperkt tot mensen jonger dan 75 jaar, waardoor een groot deel van de doelgroep uitgesloten wordt. Omdat senioren het vaak moeilijk hebben om sociaal betrokken te raken, is dit wellicht iets wat de initiatiefnemers nader moeten bekijken.
Concurrentie Pari Solidaire probeert een aanvulling te bieden bij gelijkaardige initiatieven en niet met hen in concurrentie te treden. Daarom hebben de initiatiefnemers de oprichting van een nationaal netwerk van gelijkaardige initiatieven aangemoedigd, om de begunstigden een geografisch overzicht te bieden van organisaties die een gelijkaardige oplossing aanbieden. Omdat andere, gelijkaardige initiatieven niet in hetzelfde geografische gebied voorkomen, vormen ze geen rechtstreekse bedreiging of concurrentie voor het succes en de groei van Pari Solidaire. Als er in de streek rond of in Parijs gelijkaardige initiatieven zouden ontstaan, zouden die niet zo gemakkelijk met Pari Solidaire kunnen concurreren, want het initiatief hanteert erg hoge normen bij de selectie van deelnemers en het aanbod van woningen en biedt ook individuele en persoonlijke ondersteuning.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen De belangrijkste belemmering voor de groei van Pari Solidaire is de sterke discrepantie tussen vraag en aanbod. Het initiatief krijgt immers meer aanvragen voor woningen dan er aanbod is van mogelijke oudere huisbewoners. Dit valt deels te verklaren door de angst bij oudere mensen om een onbekende toe te laten in hun huis en hun dagelijks leven. Daarom sleutelen de initiatiefnemers aan een nieuwe educatieve benadering om de senioren te helpen om zich aan te passen aan een nieuwe situatie. Bovendien ontwikkelen zij een nieuwe communicatiestrategie om nieuwe senioren aan te trekken. Verder wordt ook onderzocht of het mogelijk is om een nieuw aanbod te creëren, zoals kamers voor jongeren in rust- en verzorgingstehuizen. Op die manier ontstaat contact tussen de generaties zonder dat het dagelijks leven van de oudere persoon verstoord raakt. Een andere belemmering voor Pari Solidaire is dat jongeren liever niet samenwonen met iemand die ouder is dan 70 jaar. Op die manier staan de initiatiefnemers onder druk om vooral jongere senioren te zoeken, tussen 60 en 70 jaar. Een laatste uitdaging heeft te maken met de continuïteit van het lidmaatschap van (zowel de oudere als de jongere) deelnemers, dat meestal maar zo lang duurt als nodig en als er geen andere keuze is. Hoewel de contracten voor drie jaar lopen, betalen de mensen aanvankelijk maar voor één jaar en de twee andere jaren worden betaald wanneer dat nodig is. Het initiatief moet het lidmaatschap van de deelnemers goed beheren en behouden om een efficiënte ‘matching’ en een degelijke supervisie van de samenwoonregeling te kunnen aanbieden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
145
3. Thematische activiteiten-clusters
Financiering De initiatiefnemers besteden 232.546 euro per jaar om hun oplossing uit te voeren. 60% van dit bedrag komt uit opbrengsten van eigen producten en diensten; 23% van giften van bedrijven; 14% van de nationale overheid en 3% uit andere bronnen.
Conclusie Pari Solidaire biedt een oplossing voor de situatie in Parijs waar 20% van de bevolking bestaat uit 60-plussers, van wie meer dan 40% alleen woont. Dit leidt tot een steeds grotere kloof tussen de generaties en een groter gevoel van eenzaamheid bij de senioren. Bovendien kampen senioren naarmate ze ouder worden vaak met financiële problemen. Het initiatief wil de eenzaamheid bij ouderen beperken en de relaties tussen de generaties verbeteren via een innovatieve oplossing, waarbij jongeren die betaalbare huisvesting zoeken in Parijs in contact worden gebracht met senioren die alleen wonen in een gezinswoning. Het initiatief kampt met enkele belemmeringen en uitdagingen, vooral het feit dat de vraag naar woningen het aanbod sterk overstijgt en dat jongeren liever niet bij iemand van ouder dan 70 jaar gaan wonen. Maar de grote ervaring en het brede netwerk van het initiatief laten vermoeden dat het in staat zal zijn om de uitdagingen het hoofd te bieden als ze zich voordoen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
146
3. Thematische activiteiten-clusters
HUISVESTING & EMPOWERMENT TUBBEMODELLEN (ZWEDEN) – EEN SAMENLEVINGSMODEL Onderzoeker: Rodd Bond, Netwell Centre, Ierland
Cluster
Huisvesting & Empowerment
Naam van de uitvoerder
Gemeente Tjörns
Type uitvoerder
Overheidsinstantie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Skärhamn, Zweden
Naam van het initiatief
Tubbemodellen
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
Schaalvergroting (de volgende stap is het uitbreiden van de impact op nationale schaal)
Partners, type en primaire functie
Tubberödshus (appr Tubberöd Housing) Dienst Cultuur (Kulturförvaltningen) in Skärhamn Informatiedienst van de gemeente Skärhamn Werknemers: 26
Personeel
Vrijwilligers: 1 Stagiairs: geen Externe adviseurs en deskundigen: geen
Financieringsbronnen Wegpagina van het initiatief
Nationale overheid 99% Inkomsten uit eigen producten/diensten 1% http://www.tjorn.se/
Organisatie Tubbemodellen, dat werd opgericht in 2009, wordt geleid en georganiseerd door een verzorgingstehuis voor ouderen in de stad Skärhamn (op het eiland Tjörn) in Zweden. Het project wordt uitgevoerd door de gemeente Tjörn – een gemeente met bijna 15000 inwoners, die bestaat uit 1546 eilanden aan de westkust van Zweden. Tjörn is het grootste eiland van de groep en ook het zesde grootste eiland van Zweden. Het project is vooral het resultaat van een politieke beslissing van de gemeente Tjörn om huisvesting te voorzien voor senioren op basis van de pedagogie van Lotte. Het zorgcentrum Tubberödshus is verantwoordelijk voor de werking, de ontwikkeling en het beheer van dit huisvestingsmodel en werkt via een ‘intraprenad’-akkoord binnen de gemeente.
Problematiek Naast financiële beperkingen staat de ouderenzorg ook nog voor andere uitdagingen. Zo is het bijvoorbeeld moeilijk om in deze sector personeel met de juiste kwalificaties te vinden. Als de aanpak niet verandert en werknemers niet meer verantwoordelijkheid of meer inbreng op de werkvloer krijgen, zullen ze voor een andere carrière blijven kiezen. Maar intussen worden de mensen wel alsmaar ouder en iedereen is verschillend en heeft individuele noden. Senioren hebben voorkeuren en eisen over de
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
147
3. Thematische activiteiten-clusters
manier waarop ze willen leven. Velen van hen zijn hoger opgeleid dan vroeger en hebben een professioneel leven achter de rug. Zij dragen dus een rijke ervaring mee uit de vorige fasen van hun leven. Ze weten wat een goed leven inhoudt en wat er nodig is om in goede gezondheid te verkeren. Zij kunnen hun noden formuleren en de publieke sector moet aan die noden tegemoetkomen, rekening houden met de wetgeving over sociale dienstverlening en de beschikbare financiële middelen. Maar de ouderenzorg in instellingen (zoals verzorgingstehuizen) is vaak niet gericht op de noden, eisen en wensen van de oudere mensen zelf. Integendeel, de ouderenzorg is vaak gestandaardiseerd en hiërarchisch georganiseerd, met bovenaan de directeurs en daarna het personeel en onderaan de senioren, die het cliënteel vormen. Tubbemodellen wil werken aan de sociale en politieke betrokkenheid van de bewoners in verzorgingstehuizen en aan de organisatorische middelen die nodig zijn om bewoners beter te betrekken bij de besluitvorming, zodat de bewoners (in grote mate) zo zelfstandig mogelijk hun leven vorm kunnen geven. Het idee van Tubbemodellen is geïnspireerd op het werk van Thyra Frank en het ‘Lotte-model’ met tehuizen die als huizen zijn opgevat, zoals in het Lotte-tehuis in Kopenhagen. Thyra Franks motto is: ‘leven tot je sterft!’. Bovendien is het centrale idee van het Tubberödshus dat de bewoners zelf hun leven regelen en organiseren en daarbij steun krijgen van het personeel, in plaats van omgekeerd.
Innovatieve Oplossing Het model stelt de bewoners duidelijk in het centrum van de aandacht en de actie. De benadering om de senioren te laten wonen zoals ze dat zelf willen, krijgt steeds meer aandacht, al zijn voorbeelden uit de praktijk toch nog zeldzaam. Tubbemodellen probeert deze benadering ook toe te passen via veranderingen in het plaatselijke bestuurskader. De belangrijkste hulpbron bij het uitvoeren van het model van het Tubberödshus is het activeren van menselijke energie om te komen tot een cultuurverandering in de kijk op en de zorg voor senioren. Het is bewezen dat het innovatieve model zelfs beter rendeert dan de mainstreambenadering (de verhouding personeel/bewoners ligt op 0,63, wat lager is dan het regionale gemiddelde). Vanaf de start in 2009 duurde het ongeveer drie jaar vooraleer de werkmethodes op het vlak van organisatie en personeel ingebed raakten. Zij mikken op een cultuur waarbij empowerment, welzijn en het leven zoals de bewoners dat willen leiden centraal staan. Op die manier vallen de activiteiten van zowel de bewoners als het personeel samen in een eengemaakt model dat ‘een actief leven voor iedereen’ ondersteunt. Dit alles heeft zich vertaald in de volgende paradigma’s: alle belangrijke beslissingen worden genomen door een bestuur, met vertegenwoordigers van zowel het personeel als de bewoners. De bewoners worden ook betrokken bij het dagelijkse werk in het tehuis en elk personeelslid heeft een hoge mate van vrijheid en verantwoordelijkheid om zijn werk uit te voeren volgens de pedagogie van Lotte. Het bestuursmodel kan dus worden omschreven als een participatief model. Sinds 2010 werkt het rust- en verzorgingstehuis Tubberödshus’ via een ‘Intraprenad’-akkoord samen met het Centrum voor Maatschappelijk Werk van de gemeente Tjörn. Intraprenad mikt op ‘een betere kwaliteit voor de gebruikers’ en is een speciale manier van bedrijfsvoering binnen de gemeente Tjörn.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
148
3. Thematische activiteiten-clusters
De medewerkers zijn nog altijd gemeentepersoneel en de financiering komt van de gemeente, maar het Intraprenad-kader geeft het Tubberödshus veel operationele autonomie, waarbij alle extra opbrengsten/ winsten gebruikt mogen worden voor de financiering van de interne werking om de kwaliteit verder te verhogen. Als er een tekort is, moet dat binnen het eigen budget worden opgevangen. Door de Intraprenad-formule zijn er kortere beslissingstrajecten tussen de bewoners, het personeel en de bestuurders, waardoor de bewoners veel meer invloed krijgen op de inhoud en de uitvoering van de zorg en de welzijnsvoorzieningen.
Betrokkenheid van de stakeholders Een van de belangrijkste stakeholders bij het project is de gemeenteraad van de gemeente Tjörn. Die besliste als eerste dat de pedagogie van Lotte moest worden toegepast in het verzorgingstehuis. Het project Tubbemodellen ontwikkelde zich als een relatief autonome eenheid, een ‘Intraprenad’, binnen de Sociale Dienst van de gemeente Tjörn, een lokale overheidsinstantie. Een andere stakeholder (en partner) is de Dienst Cultuur (Kulturförvaltningen), die geïnteresseerd is in en helpt bij de organisatie en bekendmaking van activiteiten in het tehuis. Bovendien wordt ook op (inter)nationaal vlak informatie verspreid over het zorgmodel, waardoor veel mensen en organisaties op bezoek komen in Tjörn.
Doelgroep Momenteel wonen er 30 senioren in het Tubberödshus. De meesten komen uit de stad Skärhamn op Tjörn, het grootste eiland van de gemeente. De bewoners zijn 25 vrouwen en 5 mannen, tussen 70 en 98 jaar. De meeste bewoners zijn 85 jaar oud en verscheidene bewoners zijn meer dan 100 jaar geworden. Op sociaal-demografisch vlak krijgen 7 van de huidige bewoners steun van de plaatselijke overheid om de huur te kunnen betalen. De anderen betalen hun verblijf zelf met hun inkomen, geld van de verzekering en pensioen. Het team van 24 all-roundmedewerkers/zorgverleners krijgt steun van een manager van Intraprenad. Elke morgen komt een verpleegkundige langs voor verzorging en medicatie. Die persoon is ook 24 uur op 24 te bereiken als dat nodig zou zijn. Het project wil Tubbemodellen aanbieden als een optie voor de ouderzorg in heel Zweden. Daardoor is de doelgroep tegelijk groter en veel ruimer dan de 30 senioren die momenteel in het Tubberödshus verblijven.
Impact De belangrijkste impact van Tubbemodellen is de verandering van de participatiecultuur in een rust- en verzorgingstehuis. Tubbemodellen wil mensen die zorg krijgen (bewoners) in staat stellen om actief deel te nemen aan de ontwikkeling van hun eigen zorgmodel, waarbij zoveel mogelijk macht en invloed wordt overgedragen aan de senioren zelf. Dit heeft duidelijk niet alleen gevolgen voor de bewoners maar ook voor het personeel, dat het dichtste bij de zorgbehoevenden staat, de bevoegdheid moet krijgen om met verantwoordelijkheid inspraak te hebben in en invloed uit te oefenen op de aard van de zorgactiviteiten. Op plaatselijk en nationaal niveau kan het model steun bieden voor andere
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
149
3. Thematische activiteiten-clusters
gemeentelijke activiteiten op sociaal gebied, omdat het een systematische en uitgeteste benadering biedt voor de empowerment van senioren. Activiteiten en sociale evenementen worden geïntegreerd om een meer relationele benadering van ouderenzorg te kunnen bieden.
Evaluatie Het project werd geëvalueerd via zelfbeoordeling op basis van ervaring en van feedback en door zelfevaluatie. Tot nu toe heeft deze evaluatie aangetoond dat de participatie en de betrokkenheid zijn toegenomen en dat de relatie tussen het personeel en de senioren warmer is geworden. Bovendien heeft de manier waarop de zorg wordt verstrekt ook een meer relationeel karakter gekregen. Het standpunt van het personeel en van de senioren is beter geïntegreerd en er heerst een meer familiale sfeer. Ten slotte zijn veiligheid, het gevoel ergens bij te horen en altijd welkom te zijn nu ingebouwd in een openbare organisatie.
Concurrentie Tubbemodellen is actief in een segment van de markt dat we kunnen omschrijven als ‘residentiële zorgcentra, begeleid wonen of verzorgingstehuizen’. Het project is competitief en uniek doordat het zorgmodel ‘Lotte’ uit Kopenhagen wordt overgenomen en aangepast aan de Zweedse nationale en plaatselijke normen, context en regels. Het model is verbeterd en verfijnd om tegemoet te komen aan de noden en verwachtingen van de bewoners. Enkele unieke kenmerken van het Tubbemodellenproject: •
De mate waarin de senioren betrokken zijn bij de planning en de besluitvorming.
•
De mate waarin de senioren zeggenschap hebben over de kwaliteit van hun eigen woonomstandigheden
•
De manier waarop de personeelsleden/verzorgers verantwoordelijkheid dragen en betrokken zijn bij hun werk
•
De vorm van participerend en procesgericht leiderschap.
•
De manier waarop de verschillen in de rol van personeel en bewoners worden verkleind.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen Na terreinbezoeken werden enkele uitdagingen, van vooral organisatorische aard, vastgesteld en daarom werd via het Tubbemodellen-project een organisatorische herstructurering ingezet. Dit betekent dat het personeel veranderingen moet doorvoeren op het vlak van hiërarchie, werkethos en gewoonten. Het werd een uitdaging genoemd om leidinggevende te zijn in het verzorgingstehuis. Het gaat er niet om voor alles een antwoord te hebben, maar het personeel moet geleidelijk aan meer ruimte krijgen om na te denken over problemen en zijn eigen oplossingen aan te brengen. De leidinggevenden moeten iedereen de ruimte kunnen geven om te innoveren en moeten erkennen dat iedereen risico draagt. Bovendien blijkt het model om op universele manier samen te werken in de ouderenzorg moeilijker te zijn. Je moet oneindig flexibel zijn, heel zorgvuldig plannen, nog meer
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
150
3. Thematische activiteiten-clusters
inspelen op wat zich voordoet en je in de loop van de dag voortdurend kunnen aanpassen. Tijdens een van de interviews stelde iemand: “’dat is mijn werk niet’ is iets wat je hier niet meer hoort – maar het vergt veel werk om de onderlinge afhankelijkheid, het vertrouwen en de wederzijdse steun op te bouwen om alles goed te laten draaien.” Daarnaast moet het personeel ook tijd uittrekken voor de inbreng en participatie van de bewoners, waardoor meer planning en meer papierwerk nodig is. Een andere belangrijke uitdaging is ervoor te zorgen dat die bijkomende werklast niet nefast is voor de kwaliteit van de relaties en de interactie met de bewoners. Een oplossing daarvoor was het opzetten van een kader om te werken op een andere manier, waarbij de beslissingen dichter bij de bewoners of door henzelf worden genomen. Het Intraprenad-model biedt zulk een gedecentraliseerd werkkader. Ook de financiën moeten efficiënt worden beheerd. Met een beter inzicht en meer kennis kunnen werknemers in de zorg beter begrijpen wat belangrijk is voor een oudere persoon en daardoor gemakkelijker een dienst aanbieden die het leven van de cliënten extra kleur kan geven. Via het Intraprenad-model biedt het Tubberödshus een ruimte en een sociale omgeving waar plaats is voor de brede waaier aan vaardigheden van de bewoners en voor persoonlijke ondersteuning om mensen hun leven te laten leiden zoals zij dat wensen. Personeelsleden die voor en na de ‘transformatie’ in het Tubberödshus hebben gewerkt, spreken over een vrij naadloze overgang van de oude structuur naar een nieuwe omgeving waarin zij gemakkelijker een bijdrage kunnen leveren en betrokken zijn. De actieve betrokkenheid van de oudere bewoners bij de planning en organisatie van het Tubberödshus toont daarnaast een openheid voor creativiteit en co-creatie, uitgaande van de vaardigheden en ervaringen van de bewoners om hun acties en activiteiten vorm te geven en te steunen. Om te komen tot actieve participatie en een vraaggericht engagement zijn binnen de organisatie werkgroepen gevormd voor alle domeinen die noodzakelijk zijn voor een moderne ouderenzorg. Alle activiteiten steunen op die groepen en er is vertrouwen dat iedereen zijn rol speelt op het domein dat is toegewezen aan elk van de groepen. Zo werkt de pedagogische groep bijvoorbeeld onder supervisie van een begeleider aan een geschikte zorgbenadering en plannen voor de zorgverlening om ervoor te zorgen dat elke bewoner de steun krijgt die hij nodig heeft. Deze groep werkt ook aan kwaliteitszorg bij het management om vaste handelingen en de veiligheid te controleren en gaat regelmatig (via vragenlijsten) na hoe de senioren de levenskwaliteit in het Tubberödshus ervaren. Een andere groep, de activiteitengroep, werkt in samenspraak met de senioren aan de planning en organisatie van activiteiten om tegemoet te komen aan allerlei noden, zowel wanneer de senioren willen reizen of wanneer iemand zo kwetsbaar is dat het enkel mogelijk is om via aanraking of voeding met hem of haar te communiceren. Om open te blijven staan voor de hele gemeenschap worden regelmatig senioren die niet in Tubberödshus verblijven uitgenodigd voor een bezoek of om deel te nemen aan activiteiten in het huis. De bewoners worden ook betrokken bij de selectie van nieuwe personeelsleden. Eén vertegenwoordiger van elke werkgroep vormt de raad van bestuur van het Tubberödshus, samen met twee vertegenwoordigers van de gemeente en sinds de herfst van 2014 ook vertegenwoordigers van de oudere bewoners.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
151
3. Thematische activiteiten-clusters
Financiering Het project wordt voor 99% gefinancierd door de overheid. De gemeente betaalt hetzelfde bedrag als voor alle andere ouderenzorg (= geen extra kosten). 1% van de financiering komt uit opbrengsten van eigen producten en diensten.
Conclusie Tubberödshus is een voorbeeldig model van sociale innovatie op het vlak van actief en gezond ouder worden binnen de openbare sector, dat gebruik maakt van de autonomie die de Intraprenad-methode biedt. Het succes van dit initiatief vloeit voort uit de kracht en de eenvoud van het idee, de toewijding van de leiding en de gedrevenheid van het personeel. Bij dit project worden actie en sociale activiteit geïntegreerd in een meer relationele benadering van ouderenzorg. Door de energie en de troeven van de bewoners vrij te laten en aan te moedigen wordt Tubberödshus een effectieve, efficiënte, aantrekkelijke en aangename plaats waar senioren hun leven ten volle kunnen leven, die tegelijk duurzaam en kopieerbaar is. Hiertoe is wel een grondige aanpassing en verandering van het werkkader nodig, met onder andere veranderingen in de structuur van de organisatie, de hiërarchie en de manier van werken. Het project Tubbemodellen kan dienen als rolmodel voor kwaliteit en ondernemingszin in de langdurige zorgverlening – een domein dat steeds groter wordt door de verouderende bevolking. Het model van het Tubberödshus wil een optie bieden voor residentiële zorg voor alle 65-plussers in Zweden. Om dat proces mee te bevorderen, is momenteel een toolkit in voorbereiding waarmee het mogelijk moet zijn om het model te kopiëren en over te brengen naar andere residentiële zorgcentra in Tjörn en in naburige gemeenten in Zweden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
152
3. Thematische activiteiten-clusters
EMPOWERMENT GDYNIA DIALOGUE WITH SENIORS (POLEN) – INNOVATIEF MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT Onderzoekster: Krister Hakansson, Karolinska Instituut, Zweden
Cluster
Empowerment
Naam van de uitvoerder
Gemeente Gdynia
Type uitvoerder
Overheidsinstantie
Uitvoerder actief sinds
Meer dan 5 jaar
Uitvoerder gevestigd in
Gdynia, Polen
Naam van het initiatief
Gdynia Dialogue with Seniors
Initiatief actief sinds
Meer dan 5 jaar
Stadium van het initiatief
In werking (de vorige stadia doorlopen, succes bewezen) Departement Sociale Innovatie van het Wetenschaps- en Technologiepark Pommeren-Gdynia (overheidsinstantie): heeft de taak partners bij de overheid, ngo’s en bedrijven met elkaar in contact te brengen en te ondersteunen.
Partners, type en primaire functie
Centrum voor Maatschappelijk Werk Gdynia (MOPS) (overheidsinstantie): de afdeling organiseert en coördineert alle activiteiten voor mensen die bijstand nodig hebben in Gdynia. Stichting voor Sociale Innovatie en Onderzoek Shipyard (non-profit/ngo): een deskundige organisatie uit Warschau met heel wat kennis en ervaring op het vlak van sociaal innovatieve oplossingen en internationale samenwerking voor lokale groei. Werknemers: 35
Personeel
Vrijwilligers: 12 Stagiairs: 7 Externe adviseurs en deskundigen: 5
Financieringsbronnen Wegpagina van het initiatief
Nationale overheid: 80% Europese Unie: 20% www.gdynia.pl www.innowacjespoleczne.gdynia.pl www.ppnt.pl
Organisatie Gdynia werkt actief aan zijn missie om een samenleving en een omgeving te creëren die diversiteit waardeert en een actief sociaal leven voor alle inwoners promoot met respect voor de verschillende noden en prioriteiten. Gdynia stuurt en bevordert innovatieve projecten die de levenskwaliteit van de bewoners ten goede komen. Er wordt gestreefd naar de inclusie van specifieke groepen als senioren, jongeren en mensen met een beperking, vooral wanneer ze het risico lopen van maatschappelijke uitsluiting. In samenwerking met allerlei partners wil Gdynia de stad aantrekkelijker en toegankelijker maken voor alle inwoners. Het initiatief heeft geen banden met een traditionele politieke partij. De voornaamste initiatiefnemer is de burgemeester van Gdynia, Michal Guc. Hij wijst erop dat het uiteraard financieel voordelig zou zijn om banden te hebben met de grootste partij in Polen, maar dat het initiatief
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
153
3. Thematische activiteiten-clusters
een lokaal project is en probeert niet verbonden te zijn met de nationale partijen, om de werking onafhankelijk te houden. Het Departement voor Sociale Innovatie (DSI) van het Wetenschaps- en Technologiepark PommerenGdynia werkt samen met het Centrum voor Maatschappelijk Werk van Gdynia (MOPS) en de Stichting voor Sociale Innovatie en Onderzoek Shipyard. Als financieel departement van het stadsbestuur van Gdynia is het DSI verantwoordelijk voor het beheer van het Wetenschaps- en Technologiepark Pommeren en voert het innovatieve oplossingen uit voor de inwoners van Gdynia. De taak van het DSI bestaat erin partners bij de overheid, ngo’s en andere bedrijven met elkaar in contact te brengen en te ondersteunen. Het Centrum voor Maatschappelijk Werk wil plaatselijke bewoners helpen in moeilijke situaties. De acties van Shipyard spitsen zich toe op drie thema’s: 1) de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschappen 2) sociale innovatie en 3) burgerparticipatie. Shipyard is een organisatie van deskundigen uit Warschau met heel wat en ervaring op het gebied van sociaal innovatieve oplossingen en internationale samenwerking voor lokale groei. Het project ‘Gdynia dialogue with seniors’ maakt deel uit van een ruimer initiatief van de stad om alle burgers te betrekken bij de ontwikkeling van de gemeente, ‘Gdynia voor iedereen’. Het stadsbestuur komt voort uit een niet-politieke organisatie, het Burgercomité, dat tijdens de verkiezingen optreedt als ‘Gdynia Solidariteit’, al wil het zichzelf niet beschouwen als een politieke partij. De belangrijkste ideologische principes van de organisatie zijn zelfbestuur en burgerparticipatie. Zij werd in 1990 opgericht, vooral door mensen met ervaring in de ngo-sector, en is al sinds 1998 aan de macht in de stad. Tijdens de laatste verkiezingen haalde zij 90% van de stemmen.
Problematiek Volgens het EU-rapport ‘Index voor Actief Ouder Worden’ staat Polen jammer genoeg helemaal onderaan van alle 27 EU-landen (vóór 1 juli 2013) op het vlak van werkgelegenheid van senioren, hun betrokkenheid bij burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk (slechts 4,8% in vergelijking met een Europees gemiddelde van 14,9%). Slechts 10% van de senioren besteedt tijd aan vrijwilligerswerk voor andere senioren in Polen. Gdynia wil die situatie veranderen met de hulp van het algemene plaatselijke beleid in samenwerking met individuele initiatieven. Meer dan 34% van de inwoners van Gdynia zijn ouder dan 55 jaar. Het bestuur van Gdynia nam het initiatief om te werken aan een seniorenvriendelijke omgeving en te informeren, mensen te betrekken en een burgerpanel op te richten dat informatie en feedback moet geven over verschillende aspecten van het leven van senioren. Volgens de belangrijkste initiatiefnemer, Michal Guc, was er vroeger geen ruimte voor participatie in Polen, iets wat vooral de senioren hebben ondervonden. Vandaag hebben de mensen meer keuze en meer kansen, bijvoorbeeld om te reizen. Maar om allerlei redenen kunnen veel inwoners nog altijd geen gebruik maken van die nieuwe kansen, bv. door geldgebrek, gezondheidsproblemen of om andere redenen. Michal Guc wil het aanbieden van allerlei activiteiten, zoals het seniorencentrum bevorderen en het schenken van geld aan ngo’s aanmoedigen om meer activiteiten te kunnen aanbieden. Op die manier hoopt men de mensen te kunnen overtuigen dat het mogelijk is om iets te doen en om keuzes te maken.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
154
3. Thematische activiteiten-clusters
Innovatieve oplossing Gdynia voert beleidsmaatregelen en initiatieven uit voor senioren en gebruikt daarbij de dialoog met de burger om sociale activiteit en respect voor diversiteit te bevorderen. Het initiatief heeft betrekking op de volgende aspecten van actief en gezond ouder worden: gezondheidszorg op maat, hulp in het dagelijks leven, oplossingen voor zelfstandig wonen, sociale inclusie (activiteiten, werk en vrijwilligerswerk over de generaties heen) en gebouwen, omgevingen en gemeenschappen met oog voor senioren. Twee complementaire aspecten van het seniorenbeleid van Gdynia worden uitgevoerd in samenwerking met de Stichting voor Sociale Innovatie en Onderzoek Shipyard. Het eerste aspect is het creëren van seniorenvriendelijke en veilige plaatsen in de stad. Tijdens activiteiten en gesprekken met ouderen wordt nagegaan in welke mate stadswijken in verschillende delen van Gdynia aangepast zijn. In dit kader worden onderzoekswandelingen georganiseerd voor mensen met een beperking en ook voor senioren. Tijdens die wandelingen worden senioren aangemoedigd om hun mening te geven over de publieke ruimte, de stedelijke architectuur en de manier waarop Gdynia veiliger kan worden en beter kan voldoen aan de noden van senioren en/of mensen met een beperking. De onderzoekswandelingen sporen belemmeringen op in de stedelijke ruimte en bevorderen een goed beleid dat zorgt voor een geschikte en vriendelijke omgeving voor iedereen. De wandelingen met ouderen zijn bedoeld om na te gaan in welke mate de stedelijke infrastructuur in het centrum van Gdynia beschikbaar is voor senioren. Een tweede aspect van het initiatief is het streven naar een nieuwe vorm van interactieve communicatie met senioren. Er werd een burgerpanel van senioren opgericht om deze mensen aan te moedigen om hun mening te geven over allerlei aspecten van hun leven, zoals hun favoriete informatie- en communicatiekanalen, hun actieve deelname aan het gemeenschapsleven in de plaatselijke omgeving of hun keuze voor diverse activiteiten voor senioren. Het panel is een middel om systematisch de mening te kennen van de senioren en is vrij flexibel op het vlak van de groep respondenten en de thema’s. Elk jaar neemt een representatieve groep van 800 tot 1000 senioren deel aan een burgerpanel. Via dit proces ontstaat een gemeenschappelijk platform, dat de beste communicatie met de senioren mogelijk maakt. Het initiatief wijst erop dat het voor een actieve burgersamenleving van cruciaal belang is om deze mensen te betrekken bij de besluitvorming en hun inbreng naar waarde te schatten. Voor de innovatieve oplossingen van het project zijn vertrouwen en goede relaties tussen de onderzoekers en de deelnemers van groot belang. De dialoog beïnvloedt rechtstreeks de oplossingen die de stad in de praktijk brengt. Het burgerpanel komt vaak tot een besluit via een stemmechanisme. De deelnemers kunnen online stemmen over kleinere projecten in verband met hun leven en de wijken. Zo kunnen kleine groepen bijvoorbeeld projectvoorstellen uittekenen voor een beschikbare post op de begroting. Als het bedrag min of meer geschikt wordt geacht voor de voorgestelde projecten, gaan de initiatiefnemers dat na en dan begint de online stemronde. De kiezers kunnen meer dan één project kiezen, maar het totale budget dat per wijk beschikbaar is, mag niet overschreden worden. De projecten die de meeste stemmen behalen (en die binnen het budget passen) komen in aanmerking voor uitvoering.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
155
3. Thematische activiteiten-clusters
Betrokkenheid van de stakeholders De voorzitter van de gemeenteraad in Gdynia, Michal Guc, heeft een model uitgewerkt voor een brede vorm van participatie, waarbij hij de meer dan 600 ngo’s in de stad gebruikt om verschillende doelgroepen te bereiken voor rechtstreekse participatie bij de stadsplanning en -ontwikkeling. Formeel had hij de leiding van het project ‘Gdynia dialogue with seniors’, maar in werkelijkheid lijkt het project te zijn ontwikkeld en gezamenlijk gedragen door een aantal verschillende actoren uit de gemeente, door ngo’s, groepen van deskundigen en – misschien wel het belangrijkst van allemaal – door de inwoners zelf. Van bij het begin werden alle stakeholdergroepen betrokken bij het actieplan en de testperiode waarin de
middelen
voor
actieve
communicatie
met
de
senioren
werden
ontwikkeld.
De
samenwerkingspartners werden betrokken bij alle activiteiten. Als begrotingsafdeling van het stadsbestuur beheert het Centrum voor Maatschappelijk Werk van Gdynia alle gegevens over de situatie van senioren in moeilijke levensomstandigheden. De partners werken nauw samen met het Innovatiecentrum van Gdynia dat onderzoek doet naar de noden van senioren, informatie verstrekt over de projecten, vrijwilligers werft en instaat voor bepaalde activiteiten. Het meest cruciale deel van het proces is het raadplegen en het betrekken van de senioren (in moeilijke levensomstandigheden). De Stichting voor Sociale Innovatie Shipyard steunt het initiatief door het hele proces voor te bereiden, te plannen en te evalueren. De deskundigen van de stichting bieden middelen en methoden van het hoogste niveau en zij geven de initiatiefnemers de beste praktijkvoorbeelden van oplossingen voor specifieke situaties en thema’s. De initiatiefnemer van het project benadrukt dat alle partners nog altijd van elkaar leren. Shipyard probeert het burgerpanel actief toe te passen in andere steden. Voor de belangrijkste actoren schept het initiatief de ruimte om nieuwe ideeën uit te werken en betrokken te zijn bij alle stappen in het proces, van begin tot einde. Het initiatief kiest voor heel uitgebreide participatie, door ook vrijwilligers en de senioren zelf bij het proces te betrekken. Aanvankelijk werd zo’n uitgebreide betrokkenheid als riskant beschouwd, maar intussen zijn alle stakeholders het erover eens dat dit idee de moeite loonde.
Doelgroep De algemene doelgroep van het initiatief zijn senioren, maar ook mensen met bijzondere noden en in specifieke situaties. De initiatiefnemers erkennen dat het cruciaal is om mensen te bereiken met een beperking, mensen in een moeilijke financiële situatie of met speciale noden. Daarenboven is het belangrijk om actieve groepen van vrijwilligers te bereiken, om hun energie te kanaliseren voor de opbouw van de plaatselijke gemeenschap. Door de zichtbare diversiteit van senioren (in een bepaalde sociale of economische situatie, met een bepaalde opleiding, een bepaalde levenservaring, enz.) in specifieke wijken van de stad, kan het initiatief doeltreffender bepaalde groepen senioren bereiken. Op dit moment bereikt het project 530 personen uit de doelgroep.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
156
3. Thematische activiteiten-clusters
Impact Gdynia probeert haar seniorenbeleid aan te passen door: •
De dialoog te promoten als proces om te werken aan actieve betrokkenheid bij het maatschappelijk leven.
•
Te investeren in dialoog als middel om begrip en tolerantie in de samenleving te bevorderen.
•
Ouderen ertoe aan te zetten om hun mening te geven over maatschappelijke en stedelijke aspecten van de woonomstandigheden in Gdynia.
Als gevolg daarvan kwam er een beter veiligheidsbeleid en een herinrichting van de openbare ruimte, met bijvoorbeeld het opnieuw aanleggen van bushaltes, het voorzien van banken en openbare toiletten. Als bredere impact op de samenleving wil het initiatief een dialoog opzetten als permanent en systematisch beleidsmechanisme voor senioren. De belangrijkste middelen om dit te bereiken zijn: 1) het gebruik van het burgerpanel voor raadpleging en interactieve dialoog over sociale dienstverlening en gezondheidszorg, informatiekanalen, actieve deelname aan het maatschappelijk leven en de plaatselijke omgeving en 2) de onderzoekswandelingen voortzetten als instrument om de stedelijke ruimte te onderzoeken met de actieve betrokkenheid van de senioren. Op basis daarvan wil het project in Gdynia een hoge mate aan actief burgerschap bereiken zoals voorzien in het strategisch beleidsplan, en het seniorenbeleid van de stad verder uittekenen. Wat is al gerealiseerd: •
Een database met problemen die de senioren uit Gdynia hebben vastgesteld; het initiatief heeft een kaart opgesteld, waaruit blijkt dat honderden plaatsen verbeterd kunnen worden. Die kaart wil de inwoners tonen hoeveel werk er nog wacht en wat de resultaten van de onderzoekswandelingen zijn.
•
De ‘Toegankelijkheidsnormen voor Gdynia’, een document dat de toekomstige planning en inrichting van de openbare ruimte in Gdynia moet begeleiden om ze toegankelijk te maken voor alle inwoners. Alle aannemers die voor de overheid werken moeten de regels uit deze standaard volgen en aannemers uit de privésector worden aangemoedigd om dat ook te doen. Dit beleidsdocument geldt vanaf 17 mei 2013.
•
Concrete oplossingen op het gebied van de openbare ruimte en de aanpassing van bepaalde locaties aan de noden van senioren.
•
Er zijn mechanismen opgezet om een permanente dialoog met de senioren als een proces op lange termijn te verzekeren om zo te werken aan engagement en de echte impact te tonen van actief burgerschap van senioren.
De belangrijkste initiatiefnemer wijst erop dat het initiatief zich nog maar in een eerste stadium bevindt. Hij stelt dat er al veel soorten raden zijn met vertegenwoordigers van ngo’s, deskundigen en van de
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
157
3. Thematische activiteiten-clusters
stad, die verschillende thema’s behandelen. Zijn droom is om alle mensen, en niet alleen de senioren, te betrekken bij het proces waarbij het overheidsbeleid wordt besproken en hervormd.
Evaluatie Het project ‘Gdynia dialogue with seniors’ berust op twee belangrijke pijlers: het burgerpanel en de onderzoekswandelingen. De eerste ronde van het burgerpanel is afgerond en geëvalueerd. Die ronde bestond uit interviews met 450 stadsbewoners die ouder zijn dan 55 jaar en had plaats tussen eind 2012 en 2013. De helft van de steekproef werd volledig willekeurig gekozen en de andere helft werd willekeurig verdeeld over verscheidene lagen van de bevolking, om zo een representatieve vertegenwoordiging te krijgen van de relevante leeftijdsgroepen, types beperking, geslacht en regio. Het burgerpanel werkt met een gespreksleidraad en verloopt via thuisbezoek door medewerkers van het stedelijk Centrum voor Maatschappelijk Werk die hiervoor zijn opgeleid. Voor het opstellen van de onderzoeksstrategie en de vragenlijst en voor de evaluatie en het verzamelen van de resultaten werd nauw samengewerkt met de Stichting voor Sociale Innovatie en Onderzoek Shipyard, een nationale non-profitorganisatie met veel ervaring in de materie. Uit de evaluatie van het eerste burgerpanel kwamen punten naar voren die aandacht moeten krijgen, zoals de toestand van de openbare toiletten, de informatieverstrekking en andere problemen aan bushaltes en fysieke belemmeringen voor de mobiliteit van senioren en mensen met een beperking. Het resultaat werd op verschillende manieren opgevolgd. De onderzoekswandelingen zijn een belangrijke controleactiviteit voor het burgerpanel. Daarbij ligt het accent op de fysieke aspecten van de stad, zoals oversteekplaatsen, bushaltes en voetpaden. Een groot aantal ngo’s werkt mee aan die wandelingen. Meestal gaan 2 à 3 senioren op stap met 2 à 3 vrijwilligers. Er worden bepaalde routes uitgestippeld die extra belangrijk zijn en elke route wordt afgelegd door 2 à 3 intergenerationele onderzoeksteams. De methode bestaat erin telkens 20 à 30 meter te wandelen, dan te stoppen en te bespreken of iemand een probleem heeft gezien. Wanneer een probleem wordt vastgesteld, wordt dat genoteerd, worden er foto’s genomen en komt de informatie in een lijst van eerder vastgestelde problemen. De hele lijst, die intussen al meer dan 600 belemmeringen en problemen omvat, wordt vervolgens overhandigd aan de dienst in Gdynia die verantwoordelijk is voor de stedelijke omgeving. Alle vastgestelde problemen worden samen met foto’s ingevoerd op een digitale kaart, een beetje te vergelijken met de kleefbriefjes die mensen gebruiken voor zaken die ze nog moeten regelen. Op die manier kunnen de inwoners, stedelijke diensten en de werknemers van die diensten zien in welk stadium de oplossing van het probleem zich bevindt. Als een probleem volledig verholpen is, komt dat ook op de kaart te staan. Een opvallend detail is dat de voorzitter van de gemeenteraad, Michal Guc, elke onderzoekswandeling officieel inleidt, om zo zijn dankbaarheid te uiten aan de deelnemers dat ze inspanningen leveren om de stad mee te helpen verbeteren. Andere opvolgingsactiviteiten zijn workshops voor de doelgroepen binnen de bevolking, waar verschillende oplossingen voor een probleem worden besproken en dan doorgegeven aan het stadsbestuur, lokale bijeenkomsten met de inwoners om belangrijke renovaties voor te stellen, te
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
158
3. Thematische activiteiten-clusters
bespreken en te wijzigen en een recent beleidsdocument voor alle toekomstige bouwwerken in de stad, de Toegankelijkheidsnormen voor Gdynia. Dit document moet ervoor zorgen dat problemen die het dialoogproject heeft vastgesteld, in de toekomst vermeden zullen worden. De impact van het initiatief is beoordeel via zelfevaluatie (met kwalitatieve en/of kwantitatieve methodes), externe impactevaluatie met kwalitatieve methodes (interviews, focusgroepen, enz.) en externe impactevaluatie met kwantitatieve methodes (kwantitatieve meting van impactindicatoren).
Concurrentie Het idee om met verschillende bevolkingsgroepen actief te communiceren en om hen om raad te vragen, is erg populair geworden in Europese landen. In het Verenigd Koninkrijk zijn daar goede voorbeelden van te vinden, zoals ‘Senior’s Voice’. Door de vroegere politieke situatie heeft Polen nog geen lange traditie in het opbouwen van actief burgerschap bij specifieke bevolkingsgroepen. Gdynia is een voortrekker op het vlak van sociale innovatie en het werk aan actieve participatie.
Belemmeringen, uitdagingen en oplossingen De initiatiefnemers van het project werden geconfronteerd met twee belemmeringen toen ze werkten aan het programma en het actieplan van ‘Gdynia Dialogue with Seniors’ voor Gdynia: 1. Het is soms moeilijk om oudere deelnemers te overtuigen van het grote belang van hun stem in het panel. Om dit op te lossen, werkt het initiatief voortdurend aan een verbetering van de communicatie- en informatiestrategie. Als er na elke panelronde concrete resultaten zijn en oplossingen in de praktijk worden gebracht, leidt dat tot meer betrokkenheid en motivatie bij de senioren om mee te doen als belangrijke partners voor de stad en als essentieel onderdeel van de samenleving. Om de mensen met hun feedback te bereiken, gebruikt het initiatief allerlei instrumenten, zoals plaatselijke kranten, de lokale media, nieuwsbrieven en gepersonaliseerde brieven van de burgemeester van Gdynia om de senioren te bedanken. 2. De onderzoeksgroep was bij het begin van het project niet open genoeg. Om dit aan te pakken, werd een gepersonaliseerde benadering ontwikkeld en dit was een cruciaal element om vertrouwen te wekken en groepen ‘niet-georganiseerde’ senioren te bereiken. Het was al van bij het begin duidelijk hoe belangrijk het voor de mensen was om te voelen dat hun betrokkenheid de zaken deed veranderen. Als mensen wijzen op problemen en het initiatief slaagt er niet in die problemen aan te pakken, is het moeilijk om de mensen te blijven betrekken. Daarom maakt de ‘Gdynia Dialogue with Seniors’ de resultaten van een project eerst bekend bij de deelnemers, om hun motivatie en betrokkenheid te behouden.
Financiering Er is een gezamenlijk budget van 800.000 euro dat wordt verdeeld tussen 22 plaatselijke districten in Gdynia. Het initiatief heeft een jaarlijks budget van 24.000 euro om de oplossing in praktijk te brengen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
159
3. Thematische activiteiten-clusters
80% van dat bedrag komt uit middelen van de nationale overheid en 20% van de Europese Unie. De organisatie heeft 35 personen in dienst. Er zijn daarnaast 12 vrijwilligers en 7 stagiairs die het initiatief ondersteunen.
Conclusie Polen scoort het slechtst van alle 27 EU-lidstaten op het vlak van werkgelegenheid van senioren. Deze groep is in Polen ook nauwelijks betrokken bij burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk. De ‘Gdynia Dialogue with Seniors’ in Gdynia biedt een mechanisme om oudere burgers te betrekken bij het beleid van de wijk waarin ze wonen. Via een burgerpanel en onderzoekswandelingen vond het project manieren om de ideeën en de mening van senioren en van mensen met een beperking te verzamelen. Op basis van de evaluatie van het eerste burgerpanel was het mogelijk om vast te stellen welke thema’s aandacht moesten krijgen. Het ging onder andere om de openbare toiletten, de informatieverstrekking en andere problemen aan bushaltes en fysieke belemmeringen voor de mobiliteit van senioren en mensen met een beperking. De onderzoekswandelingen zijn de belangrijkste opvolgingsactiviteiten van het burgerpanel en daarbij komen vooral de fysieke aspecten van de stad aan bod. Een groot aantal ngo’s werkt mee aan deze wandelingen, waarbij alle belangrijke aspecten die moeten worden aangepast worden genoteerd. Andere opvolgingsactiviteiten zijn workshops voor de doelgroepen waar verschillende oplossingen voor een probleem worden besproken. Het initiatief kampt met enkele uitdagingen, maar heeft die deels al aangepakt en biedt een innovatieve benadering die, als zij elders zou worden overgenomen, een aanzienlijke vooruitgang zou betekenen voor de realisatie en de impact van seniorenvriendelijke gemeenschapsactiviteiten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
160
4. INZICHTEN UIT DE WORKSHOP OVER DE INITIATIEVEN
Op 26 maart 2014 waren de medewerkers van de 20 geselecteerde initiatieven te gast bij de Koning Boudewijnstichting voor een eendaagse workshop georganiseerd door het projectconsortium. De workshop maakte gebruik van de formule van een ‘wereldcafé’ en bood de mensen achter de initiatieven de kans om deel te nemen aan een levendige uitwisseling van ervaringen over thema’s die belangrijk zijn voor de verdere evolutie van de initiatieven: relevantie, innovatie, organisatie, impact, duurzaamheid en schaalvergroting. Tijdens tafelgesprekken in kleine groepen bespraken de deelnemers met elkaar hun bevindingen, ervaringen en strategieën over één van drie mogelijke thema’s. De resultaten werden opgetekend en dit hoofdstuk bevat enkele belangrijke boodschappen waarover de deelnemers het eens waren. Deze stellingen geven een idee van de diepgang en reikwijdte van de kritische reflectie over sociale innovatie door de mensen die dagelijks betrokken zijn bij het toepassen van deze innovatieve oplossingen.
Relevantie Vraag: Hoe zorgen we ervoor dat onze oplossingen tegemoetkomen aan de noden van onze doelgroepen en belangrijke uitdagingen in de samenleving aanpakken? De initiatieven toonden veel waardering voor de rol die de gebruikers spelen bij het ontwerpen, ontwikkelen en evalueren van diensten en drukten de wens uit om externe stakeholders actief te benaderen bij de promotie van het initiatief. Uit deze discussie kwamen twee kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: Maak mensen nieuwsgierig door hen te inspireren en groot te denken. KERNBOODSCHAP: Win geloofwaardigheid via netwerking – toon de relevantie aan anderen.
Innovatie Vraag: Welke methodes gebruiken we om te komen tot innovatieve oplossingen? Hoe kunnen we onze oplossingen innovatiever maken? In de stellingen bleek enige vrees dat de druk om te innoveren bepaalde initiatieven kan overweldigen en verder bleek de nood aan verantwoorde en stapsgewijze ontwikkeling en groei en aan moed om te geloven in de kracht van kleine veranderingen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
161
4. inzichten uit de workshop over de initiatieven
Uit deze discussie kwamen drie kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: ‘Innovatief’ betekent niet altijd ‘nieuw’! Overwegen om geleidelijk aan in plaats van drastisch te innoveren? KERNBOODSCHAP: Heb de moed om te beseffen dat het goudklompje van de innovatie misschien wel klein is, maar een groot verschil kan maken. KERNBOODSCHAP: Blijf gericht werken en verlies het belangrijkste doel van het initiatief niet uit het oog bij het streven naar innovatie. Werk eerst aan consolidatie en dan pas aan schaalvergroting.
Organisatie Vraag: Welk model voor organisatie en netwerking gebruiken we om onze oplossingen toe te passen? Hoe kunnen we de organisationele capaciteit van onze oplossingen verbeteren? De thema’s in verband met organisationele capaciteit werden vooral besproken vanuit de invalshoek van externe samenwerking en netwerking en niet zozeer vanuit het oogpunt van interne organisatieontwikkeling. Het netwerk van partners blijkt essentieel te zijn voor de algemene organisatie van initiatieven. Uit deze discussie kwamen drie kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: Hanteer een vlakke hiërarchie (iedereen brengt kennis in), doe aan permanente evaluatie en zet een netwerk van partners op. KERNBOODSCHAP: Sluit je aan bij een groep van vergelijkbare sociaal innovatieve initiatieven en organiseer elk jaar een ‘academie’ om verbeteringen te bespreken. KERNBOODSCHAP: Creëer een open kennisdatabank met bruikbare instrumenten voor alle stakeholders; zo ontstaat verbondenheid en synergie.
Impact Vraag: Hoe controleren en meten we de impact van onze oplossingen? Hoe kunnen we onze impact nog beter controleren en meten? De impact werd besproken vanuit het oogpunt van evaluatie in functie van een betere dienstverlening en betere externe erkenning. Maar er werd ook op gewezen dat het doel van de evaluatie kritisch moet worden bekeken, omdat evaluatie enkel zin heeft voor toegewijde stakeholders en voor strategische ontwikkeling. Uit deze discussie kwamen drie kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: Verwerf dieper inzicht in WAT je meet, WAAROM, voor WIE en ontwikkel waardevolle manieren om te DELEN. KERNBOODSCHAP: Betrek verschillende stakeholders bij het evaluatieproces (overheid, privésector, gebruikers van diensten, vrijwilligers) – ook mensen die niet rechtstreeks te maken hebben met ouder worden. KERNBOODSCHAP: Combineer kwalitatieve (interviews, video’s) met kwantitatieve (vragenlijsten, indicatoren) methodes om vastgeroeste ideeën te veranderen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
162
4. inzichten uit de workshop over de initiatieven
Duurzaamheid Vraag: Wat doen we om onze oplossingen duurzaam te maken en activiteit op lange termijn te verzekeren? Hoe kunnen we onze oplossingen duurzamer maken? Duurzaamheid moet verankerd worden in een goed functionerend team en organisatie. Het gaat niet om het opzetten van starre structuren en routine, maar wel om het creëren van een open organisatie die kan inspelen op wat zich aandient. Uit deze discussie kwamen drie kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: Wees altijd een pionier (aanpassen aan veranderende noden, samenwerken, betrokkenheid creëren). KERNBOODSCHAP: Het initiatief is niet je ‘troetelkind’ – voed het niet alleen op, maar koester het elke dag samen. KERNBOODSCHAP: Het volledige team moet geloven in de langetermijnstrategie en zich toespitsen op de noden (missieverklaring).
Schaalvergroting Vraag: Welke modellen voor schaalvergroting gebruiken we momenteel? Welke strategieën hebben we nodig voor een nog doeltreffender schaalvergroting van onze oplossingen? Schaalvergroting bleek een van de meest complexe en diverse problemen te zijn, waaruit blijkt dat initiatieven voortdurend op zoek zijn naar nieuwe manieren om hun diensten en werkwijze te verspreiden. Schaalvergroting begint met een goed omschreven dienst of methode en praktische richtlijnen voor de implementatie. De initiatieven vonden veel kleine en goed bruikbare oplossingen om de verspreiding te verbeteren en te versnellen. Uit deze discussie kwamen drie kernboodschappen naar voren: KERNBOODSCHAP: Samenwerking tussen organisaties die goed bij elkaar passen om methodes op internationaal vlak uit te testen. KERNBOODSCHAP: Een consortium van ngo’s/npo’s en onderzoeksorganisaties oprichten om in te gaan op oproepen van ‘EU Horizon 2020’. KERNBOODSCHAP: Maak het gemakkelijker voor een plaatselijke overheid om zich (via financiering) ‘in te kopen’ in een initiatief en creëer mechanismen om initiatieven over te dragen tussen plaatselijke overheden.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
163
5. STRATEGIEËN OM DE INITIATIEVEN TE VERSPREIDEN
Het promoten en verspreiden van een oplossing kan voor kleine organisaties zwaar vallen op financieel vlak, maar ook qua personeel en tijd. Daarom moeten kleinere organisaties aansluiting zoeken bij bestaande netwerken, vaak op Europees niveau. De schaalvergroting kan beperkt blijven tot bepaalde onderdelen van de innovatieve oplossing, waardoor openheid voor aanpassing nodig is bij het overdragen van de oplossing. De overheid als belangrijke stakeholer kan opties bieden om de uitbreiding mogelijk te maken en te financieren, maar om aansluiting te vinden bij de overheid zijn een stevige positie in het werkveld, een duidelijk doel en duidelijke methodes en ook een goed netwerk nodig. Het verspreiden van een innovatieve oplossing kan de kosten voor de centrale administratie gevoelig opdrijven. De vraag is dan ook of de organisatie gecentraliseerd moet blijven werken of moet worden gedecentraliseerd. Er zijn verschillende manieren om een organisatie te decentraliseren, bijvoorbeeld door projecten op te delen in clusters, met het accent op samenwerking in plaats van concurrentie. Een van de meest verrassende bevindingen was waarschijnlijk de brede waaier aan verspreidingsstrategieën bij de 20 finalisten. Dat bevestigt de vaststelling dat deze dienstverleners tegelijk ook vernieuwers zijn. De onderstaande grafiek toont 12 verschillende strategieën voor verspreiding die werden vastgesteld in de 20 casestudy’s. Het is interessant om zien dat initiatieven erg verschillende trajecten kiezen om hun activiteiten en diensten uit te breiden, waardoor de huidige en potentiële partners allerlei keuzes hebben om zich bij een initiatief aan te sluiten.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
165
5. Strategieën om de initiatieven te verspreiden
12. Accreditatie of erkenning als ‘Good Practice’
1. Proef project ontwikkelt kopieerbaar model
2. Lokale groepen oprichten als antwoord op de plaatselijke vraag
11. Een zelfvoorzienend systeem van gebruiker tot gebruiker opzetten
3. Sociale franchise en advies
10. Een formeel netwerk van onafhankelijke organisaties opzetten
4. Nationale en internationale samenwerkingen promotie
Strategieën voor verspreiding
9. Verspreiding via juridische/ wettelijke verankering van de kernelementen van het initiatief
5. Nieuwe voorzieningen opzetten met lokale (overheids)steun
8. Een ‘academie’ oprichten om vrijwilligers aan te trekken en op te leiden
7. Terreinbezoeken en uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus (EU)
6. Het model overdragen naar een gelijkaardige plaats of context
Voorbeelden van verspreidingsstrategieën bij de initiatieven 1. Een proefproject ontwikkelt een kopieerbaar model
AGE NO BARRIER: Het ANB-proefproject wil een werkmodel ontwikkelen dat elders in het Verenigd Koninkrijk kan worden gebruikt en overgenomen. Het project heeft de mogelijkheid om in andere regio’s overgenomen te worden, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met demografische verschillen door de dienstverlening en promotie te verfijnen.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
166
5. Strategieën om de initiatieven te verspreiden
2. Lokale groepen oprichten als antwoord op de plaatselijke vraag
GOOD GYM: De centrale administratie ondersteunt de plaatselijke groepen, maar een van de doelstellingen van de organisatie is om de plaatselijke groepen in staat te stellen hun eigen gemeenschap van lopers, coaches en partners op te richten. Dit model kwam voort uit eerder uitgeteste modellen zoals ‘GoodGym Open’, waar mogelijke groepen op aanvraag basisinformatie kregen over hoe ze een afdeling van GoodGym konden opzetten en dat dan verder zelfstandig moesten doen. Bij dit eerste model bleken er wat problemen te zijn op het vlak van kwaliteit, duurzaamheid, veiligheid en coherentie, wat leidde tot de huidige aanpak van de uitbreiding. Lokale afdelingen moeten na drie jaar op eigen benen kunnen staan, via bijdragen van leden. De centrale administratie wordt gefinancierd met particuliere en/of overheidsmiddelen, kleine bijdragen van de plaatselijke afdelingen en via andere bronnen, zoals sponsoracties, giften, enz.
3. Sociale franchise en advies
50-PLUS ENTREPRENEURS: Het initiatief werkt met zelfstandigen die hun eigen vestiging opzetten. Op dit moment werken die mensen als vrijwilliger tijdens de workshops. Na de workshops is er gelegenheid voor individueel advies en dan kunnen de franchisepartners de gebruikers een vergoeding vragen voor hun deelname.
KESTREL: Een van de initiatiefneemsters nam deel aan een handelsmissie naar Roemenië. Daarbij had zij onder andere de taak een afspraak te maken met de Internationale Ontwikkelingsorganisatie en te kijken naar mogelijkheden voor bedrijven om initiatieven op te zetten voor kansarme gemeenschappen.
KINDRED BY CHOICE: De initiatiefneemster en haar collega’s geven advies aan allerlei organisaties of initiatieven, particulieren, enz., die het concept in hun streek kunnen overnemen.
SENIORS IN ACTION: Het initiatief geeft zijn knowhow door aan andere organisaties en plaatselijke versies van ‘Seniors in Action’. Het initiatief biedt plaatselijke besturen en plaatselijke organisaties knowhow en advies over het organiseren van gelijkaardige projecten en de ondersteuning van seniorenleiders.
4. Nationale en internationale samenwerking en promotie
HOUSE IN THE PARK: Het House in the Park krijgt de steun van de Körber-Stiftung, die het model helpt promoten op een hoger niveau. Vanuit het House in the Park lanceerde de stichting een internationaal netwerk voor samenwerking met steden als Edinburg, Brussel, Utrecht en Rome om ervaringen uit te wisselen.
SIEL BLEU IERLAND: Het initiatief streeft ernaar een actieve partner en pleitbezorger te worden in de nationale gesprekken over oplossingen voor actief en gezond ouder worden in plaats van enkel een ‘onderaannemer voor oefenklasjes’ te zijn. De klemtoon ligt op het uitbouwen van zakelijke en onderzoekspartnerschappen en netwerken om dit doel te verwezenlijken.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
167
5. Strategieën om de initiatieven te verspreiden
5. Nieuwe voorzieningen opzetten met lokale (overheids)steun
HOUSE OF THE FRUITS OF SOCIETY: Het initiatief wil nog tien ‘huizen’ oprichten in Slovenië, met de steun van de plaatselijke gemeenten en heeft al akkoorden ondertekend met drie andere gemeenten.
6. Het model overdragen naar een gelijkaardige plaats en context
YOS – YOUNG AND OLD IN SCHOOL: Het initiatief zocht eerst plaatselijke steun en begon daarna het model geleidelijk aan uit te breiden. Het is de bedoeling het model over te plaatsen naar andere scholen. Er zijn al presentaties van het model gehouden en er is uitwisseling met andere scholen opgezet.
7. Terreinbezoeken en uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus (EU)
KESTREL: Het initiatief probeert zijn model te verspreiden via het Europese Erasmusprogramma en via deelname aan projecten in het kader van het Europese programma Horizon 2020.
TUBBEMODELLEN: Het team heeft het model voorgesteld aan verscheidene stakeholders in Zweden en veel groepen op bezoek gekregen die meer wilden weten over het model.
8. Een ‘academie’ oprichten om vrijwilligers aan te trekken en op te leiden
KNITTING SOCIAL FABRIC: Het initiatief is van plan om een oma-academie op te richten in de vorm van een online platform. Die ‘oma-academie’ wil eerst de doelgroep benaderen vooraleer mogelijke deelnemers rechtstreeks aan te spreken om lid te worden van een breigroep.
9. Verspreiding via juridische/wettelijke verankering van de kernelementen van het initiatief
P3: Het initiatief werd gefinancierd via een overheidsprogramma dat financiering op lange termijn kan bieden en het dienstverleningsmodel een juridisch/wettelijke grondslag kan geven voor invoering over het hele Vlaamse grondgebied. P3 heeft momenteel niet de bedoeling om diensten aan te bieden buiten Vlaanderen door de complexe regelgeving om dit als één enkele organisatie te doen.
10. Een formeel netwerk van onafhankelijke organisaties opzetten
PARI SOLIDAIRE: Het initiatief groeit via een formeel netwerk van organisaties (reseau-CoSi) over het hele land, die dezelfde dienst aanbieden (omdat ze het model hebben overgenomen). Het netwerk omvat op dit moment 21 organisaties en heeft een regionale structuur (noordoosten, noordwesten, zuidwesten, zuidoosten, centrum en de hele regio Parijs).
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
168
5. Strategieën om de initiatieven te verspreiden
11. Een zelfvoorzienend systeem van gebruiker tot gebruiker
PASSION FOR LIFE: Passion for Life stelde richtlijnen op die voortdurend worden aangepast en vertaald om ze gemakkelijker te kunnen overnemen. Maar het basismodel berust op de coaches van de ‘levenscafés’, die centraal worden opgeleid maar ‘levenscafés’ blijven organiseren in hun eigen streek.
12. Accreditatie of erkenning als ‘good practice’
PASSION FOR LIFE: Via het partnerschap met de plaatselijke overheid in Skane werd Passion for Life geaccrediteerd met twee sterren binnen het Europees Partnerschap voor Innovatie op het vlak van Actief en Gezond Ouder Worden (EIP-AHA), waardoor er kanalen ontstonden om het model te kopiëren in de hele EU.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
169
6. CONCLUSIES Een analyse van de 20 geselecteerde initiatieven heeft nuttige informatie opgeleverd over aspecten die belangrijk zijn voor doeltreffende sociale innovatie op het vlak van actief en gezond ouder worden. Sterke innovaties moeten eenvoudig zijn. Everett Rogers (professor, onderzoeker, bekend om zijn theorie van verspreiding van innovatie, uit Iowa in de VS) kwam na decennialang onderzoek tot de conclusie dat de complexiteit van een innovatie omgekeerd evenredig is aan de mate waarin ze wordt aanvaard. De meeste initiatiefnemers zijn zich bewust van de nood aan eenvoud, ondersteuning en begeleiding bij het promoten en uitvoeren van hun diensten om ervoor te zorgen dat de gebruikers niet worden geconfronteerd met de organisatorische complexiteit van een initiatief en zich kunnen toespitsen op hun ervaringen en persoonlijke resultaten. Tijdens het proces voor de Europese award bleek echter dat initiatieven het vaak moeilijk vinden om zich te uiten op een manier die mogelijke voorstanders aanspreekt. Dat kan gebeuren omdat de initiatieven bestaan uit een aantal diensten met gevolgen op velerlei gebieden of omdat ze een combinatie van diensten en benaderingen aanbieden in plaats van één enkele dienst, omdat ze een drukke sociale agenda hebben die moeilijk op te sommen is of doordat de schaarse middelen vaker gericht worden op uitvoering dan op evaluatie, waardoor het initiatief minder goed in staat is om doeltreffend te communiceren over zijn impact. Sterke innovaties moeten hun ‘relatieve voordeel’ ten opzichte van bestaande oplossingen aantonen. De geselecteerde initiatieven zijn allemaal succesvol in het creëren van een positieve ervaring bij de gebruikers en de vrijwilligers. We konden dit resultaat meteen merken en beoordelen tijdens onze terreinbezoeken en onze interviews met medewerkers/vrijwilligers en gebruikers/begunstigden. Maar er zijn maar enkele initiatieven die echt een meetbaar resultaat van hun diensten vergelijken met het resultaat van andere vergelijkbare diensten. Dit heeft te maken met de vraag naar de strategische positionering: is de oplossing die wordt toegepast complementair, aanpassend, vervangend of staat ze los van bestaande oplossingen? Aanpassende en vervangende oplossingen moeten duidelijk een relatief
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
171
6. Conclusies
voordeel hebben tegenover de bestaande praktijk. Sommige modellen van dienstverlening zijn wellicht meteen overtuigend, terwijl andere hun voordeel moeten bewijzen op het vlak van impact. Vooral de vergelijking met openbare diensten kan aantonen wat het echte voordeel van een dienst is en kan financiële ondersteuning vanuit de overheid aanmoedigen. Zowel P3 als Kestrel zijn een voorbeeld van zo’n vergelijking waarbij de netto besparingen van een initiatief werden berekend in vergelijking met gelijkaardige openbare diensten. Innovatieve initiatieven hebben oog voor maatschappelijke uitdagingen en de nood om sociale systemen te vernieuwen in plaats van gewoon hun tekortkomingen te compenseren. De geselecteerde initiatieven hebben een duidelijk inzicht in de bredere context van hun werk. We waren onder de indruk van de manier waarop de initiatieven maatschappelijke uitdagingen beschreven en de manier waarop hun werk daarop inspeelt. Zij omschreven de gevolgen van specifieke politieke agenda’s, gingen in op onderzoeksresultaten, analyseerden ontwikkelingstrends en konden anticiperen op de vraag. Uit de casestudy’s bleek een grote gevoeligheid voor veranderingen in de samenleving en voor de daaruit voortvloeiende noden en problemen. Hoewel veel initiatieven werkzaam zijn op lokaal niveau met specifieke methodes en doelgroepen, slagen zij er toch in om het verband te zien tussen hun werk en veel ruimere thema’s en agenda’s. En hoewel veel initiatieven hun innovaties misschien als ‘complementair’ aan bestaande diensten beschouwen, promoten zij meestal een model van dienstverlening dat ook de gevestigde openbare instellingen en de bestaande praktijk in vraag stelt. Een nieuwe kijk op de gebruiker: van gebreken naar mogelijkheden. De aandacht voor de mogelijkheden in plaats van de gebreken van de gebruiker, die centraal staat bij het concept van actief en gezond ouder worden, wordt duidelijk weerspiegeld in de manier waarop de initiatieven hun diensten plannen en uitvoeren en hun doelstellingen uitdrukken. De empowerment van de gebruikers is een sterke en duidelijk zichtbare component van de meeste geselecteerde initiatieven. Gebruikers zijn ook medevormgevers. Een bijzonder kenmerk van veel initiatieven is dat de activiteiten waarbij ze hun gebruikers betrekken, niet volledig worden bepaald door de dienst of de praktijk. De gebruikers krijgen de kans om hun eigen interesses in te brengen en hun eigen accenten te leggen, waardoor ze de werkwijze zelf mee vormgeven. In dat opzicht proberen de meeste geselecteerde initiatieven de gebruikers te betrekken bij participatieve processen in plaats van bij typische ‘diensten’, die werken met een dienstverlener, een vaststaande dienst en een gebruiker van de dienst. De werkwijze wordt bepaald met een aantal regels die een flexibele aanpassing van de inhoud mogelijk maken, afhankelijk van de noden en de wensen van de gebruikers. Zelfs de vrij specifieke oplossingen, zoals het Kineage-computerspel, laten dit soort flexibiliteit toe. En die flexibiliteit is nog duidelijker bij initiatieven als Age no Barrier en de aanpassing van de Duke of Edinburgh Award, waarbij de deelnemers hun eigen uitdagingen bepalen, of bij Passion for Life, waar de deelnemers zelf beslissen welke thema’s ze willen bespreken en behandelen in hun groep.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
172
6. Conclusies
Samenwoonprojecten als Pari Solidaire en Abitare Solidale laten ook veel ruimte voor flexibele aanpassingen door de gebruikers, want de medebewoners (studenten en senioren of mensen met een beperking) onderhandelen individueel over het akkoord. Het initiatief biedt enkel het juridisch en organisatorisch kader en ook individuele ondersteuning. Betekent dit dat de gebruikers een dienst echt mee vormgeven? We kunnen in ieder geval stellen dat de gebruikers in bijna elk van de 20 geselecteerde gevallen de kans hebben om de werkwijze of de dienst aan te passen aan hun noden. Bovendien krijgen de meeste initiatieven voortdurend feedback van hun gebruikers – informeel of formeel, via interne evaluatie. Wat de initiatieven doorgaans niet bieden, zijn methodes en kansen voor de gebruikers om ook de setting en het kader van de dienst mee vorm te geven en te ontwikkelen. Dit is nog altijd vooral het werk van de professionele medewerkers, die wel voortdurend betrokken zijn bij de gebruikers. Eén uitzondering is het gezamenlijke vormgeven dat we zagen bij het initiatief Tubbemodellen. De participatieve aard van dit model van verzorgingstehuis biedt de cliënten de mogelijkheid om zelf de terreinen van participatie af te bakenen. Daarbij staat zelfs de bestuursstructuur van het verzorgingstehuis open voor een vertegenwoordiging van de gebruikers. Nieuwe vormen van vrijwilligersinzet leiden ook tot nieuwe rollen voor de vrijwilligers. De rol van de vrijwilligers is duidelijk aan het veranderen op het vlak van de voordelen die vrijwilligers leveren voor de gebruikers, maar ook voor zichzelf en voor de gemeenschap. In veel initiatieven gaat de motivatie van de vrijwilligers veel verder dan de wens om mensen met een beperking te helpen. Sommige methodes worden een deel van de levensstijl van de vrijwilligers, zoals bij GoodGym, waar hardlopen, sociale uitwisseling en steun aan senioren worden gecombineerd. Ook hier hebben de vrijwilligers veel vrijheid om de werkwijze aan te passen aan hun interesses en noden, in samenspraak met hun oudere coaches. Initiatieven voor samenwonen herschrijven vaak ook de rol van een ‘vrijwilliger’. Omdat zowel de studenten als de senioren voordeel hebben bij het samenwonen, vervaagt of verdwijnt het onderscheid tussen ‘gebruikers’ en ‘vrijwilligers’. Hetzelfde geldt voor Young and Old in School, het Duitse initiatief voor mentorschap waar oudere vaklui met kansarme studenten werken in speciale ateliers als onderdeel van hun gewone schoolopleiding. De ‘vrijwilligers’ krijgen evenveel waardering en voordelen als de gebruikers, doordat ze hun kennis kunnen overdragen, actief kunnen blijven als vakman en een volledig nieuwe en positieve ervaring opdoen als lesgever. Permanent leren is goed voor de organisatorische ontwikkeling. Alle geselecteerde initiatieven maken gebruik van een systeem van feedback, waardoor ze lessen kunnen trekken uit de ervaringen van gebruikers, vrijwilligers en medewerkers. Twee voorbeelden van initiatieven die dit leermechanisme systematisch hanteren zijn GoodGym, met zijn benadering van permanente kwaliteitsverbetering (CQI), en Passion for Life met zijn PDSA-benadering.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
173
6. Conclusies
Technieken, methodes en diensten die berusten op bewijsmateriaal, leiden tot innovatieve oplossingen. Verscheidene geselecteerde initiatieven zijn gebaseerd op onderzoekswerk. En veel initiatieven worden geëvalueerd of onderzocht door onderzoeksinstellingen en universiteiten, waarvan sommige op lange termijn partner zijn van het initiatief. Het Learning Centre for Good Dementia Care en Kineage zijn daar twee voorbeelden van, terwijl andere, zoals P3 en Siel Bleu Ierland, een partnerschap met onderzoekers zijn aangegaan voor de evaluatie van het project. Een grotere zichtbaarheid laat dienstverlening samengaan met publieke bewustwording. Everett Rogers stelt dat innovatieve oplossingen die zichtbaar zijn, gemakkelijker aanvaard worden. Een oplossing die wordt ingevoerd ‘achter gesloten deuren’, mist dus zichtbaarheid. Afhankelijk van de onderdelen, de context en de doelgroepen van een initiatief hebben de oplossingen plaats in speciale voorzieningen of op een openbare of semiopenbare plaats. Over het algemeen hadden we de indruk dat de meeste initiatieven actief zijn in semiopenbare ruimten, waar de werking te zien is. Voor de hand liggende voorbeelden zijn de intergenerationele en multifunctionele voorzieningen van het House in the Park, het House of the Fruits of Society en Kindred by Choice, waar de gebruikers gemakkelijk toegang hebben tot de diensten en zelf kunnen kiezen in welke mate ze betrokken wensen te zijn, doordat een semiopenbare ruimte ter beschikking wordt gesteld. De zichtbaarheid wordt verhoogd door openbare evenementen, programma’s en tentoonstellingen die een verband leggen tussen de diensten en methodes en het publieke discours over bepaalde maatschappelijke uitdagingen. Contacten tussen gelijken met de nodige begeleiding scheppen ook een veilige omgeving die vlot toegankelijk is. Sociale interactie en samenwerking in combinatie met technologie biedt mogelijkheden voor sociale innovatie (ICT, sociale netwerken, ondersteunende technologie, enz.) In veel initiatieven speelt technologie nog altijd een ondergeschikte rol in veel initiatieven. Informatie- en communicatietechnologie hebben doorgaans eerder een ondersteunende functie en zijn maar zelden een kernelement van de innovatieve oplossingen. Het Kineage-computerspel vormt daarop de enige echte uitzondering. Het spreekt voor zich dat de dienstensector meestal niet rechtstreeks in verband wordt gebracht met technologische ontwikkeling en daarvoor vaak niet over de juiste competenties beschikt. Technologische ontwikkeling is nog altijd duur en niet zonder risico. Daarom is het innovatieve denken vooral gericht op de sociale rol van directe communicatie en interactie met of tussen de gebruikers. Kineage is een voorbeeld van een strategie die het gebruik van technologie door ngo’s/nonprofitorganisaties zou kunnen ondersteunen, doordat het een bestaande commerciële technologie aanpast om te voldoen aan de doelstellingen van het project. Gebruik van meer gesofisticeerde en impactgerichte evaluatie-instrumenten. De impact beoordelen is een complex gegeven; ten eerste omdat sociale of psychologische impact moeilijker te meten is dan financiële impact; ten tweede omdat veel oplossingen allerlei effecten hebben: voor het gevoel van eigenwaarde, het algemeen welzijn, de gezondheid, sociale inclusie, enz. en ten derde
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
174
6. Conclusies
omdat de gebruikers de innovatieve oplossingen op flexibele wijze kunnen aanpassen. Minder standaardisering en een grotere flexibiliteit maken het veel moeilijker om de impact te beoordelen. Er lijkt momenteel meer vraag te zijn naar impactevaluatie vanwege de financierende instanties, omdat openbare instellingen op zoek zijn naar de beste ‘investering’ voor hun slinkende budget. Als gevolg daarvan zien we ook een toegenomen belangstelling voor specifieke methodes van impactevaluatie, zoals experimentele of semi-experimentele plannen (‘sociale experimenten’) of sociaal rendement (‘social return on investment’ – SROI). In de ideale wereld zouden dergelijke methodes overtuigende bewijzen leveren voor de impact, waarop geldschieters hun beslissingen kunnen baseren. Maar in de echte wereld houden dergelijke methodes heel wat uitdagingen in voor kleinere initiatieven. Na de analyse van deze bijzonder doeltreffende initiatieven is de prangende vraag hoe een effectief kader worden geboden voor de evaluatie van dergelijke diverse initiatieven met een erg verschillende en zowel multi- als interdisciplinaire of dienstoverschrijdende opzet. Netwerken uitbreiden en diversifiëren biedt garantie op succes. Voor projecten die streven naar sociale verandering – of ze nu de mentaliteit willen veranderen door maatschappelijke stereotypes over oudere mensen te doorbreken of proberen verandering te brengen in de zorgpraktijk die gebaseerd is op onderzoek en ervaring – kan het verschil tussen succes en ellende zowel schuilen in efficiënte samenwerking en partnerschappen als in het verwerven van extra middelen. De initiatieven van de 20 finalisten zijn afhankelijk van allerlei stakeholders, zowel individuele personen als organisaties. Hun netwerken voor samenwerking zijn verbazingwekkend gesofisticeerd, want de meeste hebben sectoroverschrijdende partnerschappen, met ook bedrijven, overheidsinstanties, onderzoeksinstellingen en andere ngo’s of non-profitorganisaties. De initiatieven nemen strategische beslissingen bij het selecteren van de partners waarmee ze samenwerken. Het aantal ‘samenwerkende partners’ is minder belangrijk dan de kwaliteit van die partners en de aard van hun actieve betrokkenheid. Partnerorganisaties brengen speciale vaardigheden in en hebben een duidelijk omschreven functie binnen de initiatieven, zoals financiering, evaluatie of bekendheid geven aan het initiatief. Specifieke initiatieven als het Learning Centre for Good Dementia Care of P3 vervullen de rol van bruggenbouwer. Zij combineren competenties en hulpbronnen om hun cliënten een geïntegreerde dienst op maat te bieden en leggen daarbij verbindingen tussen veel verschillende ‘stakeholders’. Voor veel andere initiatieven is samenwerking met stakeholders essentieel voor hun werking en bekendmaking. Ongeacht het doel van het project zijn de onmeetbare vastberadenheid, visie, samenwerking, betrokkenheid, toewijding en bijdrage van alle stakeholders, van financiers tot vrijwilligers en van personeel tot gebruikers, essentieel om succes te kunnen boeken. De finalisten hebben bewezen dat de betrokkenheid van veel verschillende stakeholders kan leiden tot innovatieve en creatieve oplossingen en dat een bredere impact mogelijk is dankzij interdisciplinaire samenwerking.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
175
6. Conclusies
De initiatiefnemers willen hun netwerken voor samenwerking graag verder verruimen en sommigen hopen hun project uit te breiden naar nieuwe regio’s door nieuwe partners te betrekken. In het huidige sociale, politieke en economische klimaat is de vraag naar meetbare output en resultaten de norm geworden. Maar toch kunnen innovatieve en nieuwe projecten het moeilijk hebben om hun oplossingen te promoten in de doolhof van financiële, juridische en administratieve structuren. De initiatieven staan allemaal open voor innovatieve partnerschappen die wederzijdse voordelen kunnen opleveren en hopelijk zal de diepgaande analyse van de projecten uit dit rapport het opsporen en het opzetten van constructieve samenwerkingsverbanden bevorderen. Het onderzoeksteam en de jury willen hun waardering uitdrukken voor de uitvoerders, werknemers, vrijwilligers en gebruikers van de 20 geselecteerde initiatieven voor hun geduld, openheid en medewerking tijdens het evaluatieproces, dat alle aspecten van de projecten, processen en resultaten grondig wilde onderzoeken. We kijken er alvast naar uit om te zien hoe deze indrukwekkende projecten verder groeien, samenwerkingsverbanden ontwikkelen en nog meer sociale impact verwerven.
De partners in het consortium: Ageing Research Centre, Karolinska Institutet (ARC), Zweden (http://ki-su-arc.se/) Het Onderzoekscentrum voor Ouder Worden (ARC) is een internationaal bekend multidisciplinair centrum en een samenwerkingsverband tussen het Karolinska Instituut (KI) en de Universiteit van Stockholm. Het onderzoek van het ARC is onder meer gericht op veroudering van de hersenen en dementie, de algemene gezondheid en multimorbiditeit. De belangrijkste opdrachten van het centrum zijn onderzoek, informatieverspreiding en educatie over thema’s in verband met ouder worden. Het centrum heeft een breed vertakt nationaal en internationaal netwerk dat onder andere bestaat uit andere onderzoekscentra, gemeenschappen en beleidsmakers. AGE Platform Europe (AGE) (http://www.age-platform.eu/) Het AGE Platform Europe is een Europees netwerk van meer dan 160 organisaties van 50-plussers. In totaal vertegenwoordigen de leden van AGE ongeveer 28 miljoen senioren in de 27 EU-landen en kandidaat-lidstaten. AGE wil de belangen verwoorden en verdedigen van senioren (de EU telt 150 miljoen 50-plussers) en wil een brug vormen tussen zijn lidorganisaties en de Europese instellingen om zo te garanderen dat de problemen van senioren op de Europese agenda komen en dat er rekening wordt gehouden met hun standpunten bij het uitstippelen van het Europese beleid. Ashoka Innovators for the public (Ashoka) (https://www.ashoka.org/) Ashoka is de wereldwijde vereniging van de meest vooraanstaande sociale ondernemers ter wereld – mensen met oplossingen voor de meest prangende sociale problemen, die het systeem grondig kunnen veranderen. Ashoka hertekent het wereldwijde middenveld door een systeem van samenwerkend ondernemerschap op te bouwen. Door individuele sociale ondernemers in contact te brengen met partners uit het bedrijfsleven, de academische wereld en de overheid, zorgt Ashoka voor een
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
176
6. Conclusies
netwerkeffect dat de sector vaart geeft en nieuwe oplossingen uittekent voor wereldwijde problemen. Zentrum für Soziale Innovation (ZSI) (Centrum voor Sociale Innovatie), Oostenrijk (www.zsi.at) Het ZSI maakt gebruik van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, educatie, advies en netwerking om de kloof te dichten tussen sociale noden en de kansen die de kennismaatschappij biedt. Via interdisciplinaire projecten verleent het centrum steun aan een sociaal, ecologisch en economisch duurzame ontwikkeling van de kennismaatschappij. Istituto Nazionale di Recovero e Cura per Anziani (INCRA) (Nationaal Onderzoekscentrum voor Ouder Worden), Italië (http://www.incra.it) INRCA is de toonaangevende Italiaanse overheidsinstelling op het gebied van gerontologie en geriatrie, die de levenskwaliteit van senioren wil verbeteren via zeven verschillende centra in Italië. Door zijn multidisciplinaire missie richt INRCA zijn onderzoek op de bevordering van het welzijn van senioren en hun mantelzorgers en op het uitvoeren en monitoren van ondersteunende diensten en beleidsmaatregelen om tegemoet te komen aan de noden van de oudere bevolking, vooral van kwetsbare senioren of senioren met een beperking. Netwell Centre, School of Health & Science, Dundalk institute of Technology (DkIT), Ierland (www. netwellcentre.org). Het Netwellcentrum werd opgericht in 2006 binnen de School voor Gezondheid en Wetenschap van het Ierse Dundalk Instituut. Dit centrum spitst zich vooral toe op het ontwikkelen van modellen die mensen de mogelijkheid bieden om ouder te worden in hun eigen omgeving. Het Netwellcentrum heeft een interdisciplinaire vorm en structuur, waarbij psychologie, sociaal beleid, omgevingsontwerp, technologie, sociale zorg en gezondheidszorg samenkomen. Het centrum werkt in een open, sectoroverschrijdend netwerk samen met regionale en plaatselijke besturen, gezondheidsdiensten en andere dienstverleners uit de overheids-, privé- en tertiaire sector.
Koning Boudewijnstichting
S O C I A L E I N N OVAT I E O M AC T I E F E N G E Z O N D O U D E R T E W O R D E N C A S E S T U DI E S
177
www.kbs-frb.be
De Koning Boudewijnstichting is een onafhankelijke en pluralistische stichting die actief is in België en op Europees en internationaal niveau. Meer info over onze projecten, evenementen en publicaties vindt u op www.kbs-frb.be.
We willen de maatschappij ten goede veranderen en investeren daarom in inspirerende projecten of individuen. In 2013 steunden we 2.000 organisaties en individuen voor een
Een e-news houdt u op de hoogte.
totaalbedrag van 28 miljoen euro. 2.000 personen in onafhankelijke
Met vragen kunt u terecht op
jury’s, stuurgroepen en begeleidingscomités stelden vrijwillig hun
[email protected] of 02-500 45 55.
expertise ter beschikking. De Stichting organiseert ook rondetafels over belangrijke maatschappelijke thema’s, deelt onderzoeksresultaten via
Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel 02-511 18 40
(gratis) publicaties, gaat partnerschappen aan en stimuleert filantropie ‘via’ en niet ‘voor’ de Koning Boudewijnstichting. De Stichting werd opgericht in 1976, toen Koning Boudewijn 25 jaar
Giften op onze rekening
koning was.
IBAN: BE10 0000 0000 0404 BIC: BPOTBEB1 zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro.
Dank aan de Nationale Loterij en aan alle schenkers voor hun gewaardeerde steun.
Volg ons op:
pub n° 3280
Sociale innovatie om actief en gezond ouder te worden Case Studies
Volg ons op:
www.kbs-frb.be