Signalen uit de binnenstad jaarpublicatie 2013
Alleen door samenwerking en krachtenbundeling van gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren kan een stadscentrum doelmatig ontwikkeld, beheerd en gepromoot worden. Het Platform Binnenstadsmanagement stimuleert en professionaliseert als onafhankelijke organisatie sinds 1995 het binnenstadsmanagement in Nederland. Het Platform bereikt dit door netwerkvorming, kennisontwikkeling en kennisuitwisseling. Aan de Stichting zijn 68 deelnemers en 10 begunstigers verbonden.
jaarpublicatie 2013
Signalen uit de binnenstad
Signalen uit de binnenstad jaarpublicatie 2013
H2 Binnenstad De veranderende in perspectief binnenstad
22
3
Voorwoord
Signalen uit de binnenstad 2013 Felix Wigman, voorzitter Platform Binnenstadsmanagement
De nieuwe ’Signalen uit de binnenstad’ ligt voor u, een jaar is snel voorbij. Is er ten opzichte van vorig jaar iets veranderd in de binnensteden? Er verdwijnen nog steeds winkels uit het straatbeeld, eigenaren nemen de verliezen als gevolg van de waardevermindering van de panden en spraakmakende binnenstadsontwikkelaars reduceren fors in omvang of verdwijnen van het podium. Geen lichtpuntjes dit jaar dan? Jawel! Het begrip ’beleving’ krijgt meer vorm en inhoud in de binnensteden. Steden investeren meer in evenementen, aankleding, inrichting, verlichting, groen, etc. Opvallend is dat we als Platform Binnenstadsmanagement een aantal bedrijven hebben mogen verwelkomen als begunstiger die in deze markt actief zijn. ’Het Nieuwe Winkelen’ als tegenhanger van de alleen op internet actieve ’pure players’ maakt een sterke ontwikkeling door, waardoor je zou kunnen spreken van een 2.0 versie van dit project. In deze uitgave is er een apart hoofdstuk aan gewijd. Het Platform Binnenstadsmanagement wil voor het thema Het Nieuwe Winkelen in 2014 een belangrijke rol gaan spelen. De groeiende belangstelling voor dit onderwerp leidt tot een sterke groei van aanbieders van producten, gericht op de nieuwe technische mogelijkheden in de relatie tussen binnenstadsondernemer en klant. Veel aan het Platform deelnemende steden geven aan door de bomen het bos niet meer te zien. We zien het als een rol voor het Platform om een bijdrage te leveren aan kennis- en ervaringsuitwisseling op dit gebied. Een ander thema dat veel wordt besproken als het gaat over binnensteden is ’functie- en vastgoedtransformatie’, mede in relatie tot leegstand. De meningen hierover lopen sterk uiteen. Sommigen pleiten voor een sterke overheidssturing tot en met een trekkersrol voor gemeenten, als het gaat om stedelijke herverkaveling. Anderen vinden het een zaak van de markt die vraag en aanbod bij elkaar moet brengen. Alles staat of valt natuurlijk met het op basis van feiten in kaart brengen van de werkelijke situatie. Net als voor Het Nieuwe Winkelen zien we voor functie- en vastgoedtransformatie in 2014 een rol voor het Platform om de informatie-uitwisseling op te pakken. Tot slot wil ik nog even stilstaan bij de doorstart van de Verkiezing Beste Binnenstad. Na de boodschap van Detailhandel Nederland eind 2012 over terugtrekking als medeorganisator van de verkiezing, hebben we zeer veel reacties uit de steden ontvangen met het verzoek het initiatief te continueren. We zijn op zoek gegaan naar partners om het financieel mogelijk te maken. Dit is gelukt, waarbij we tevens een professionaliseringsslag hebben kunnen realiseren. Wij zijn de partners die dit hebben mogelijk gemaakt, Redevco, Vastned, NRW, BRO, Shopping Centre News, Stenden Hogeschool en Locatus, veel dank verschuldigd. Maar natuurlijk ook de breed samengestelde groep juryleden die zich belangeloos hebben ingezet voor dit initiatief. We hopen dat we ook voor de komende jaren deze tweejaarlijkse verkiezing kunnen voortzetten. Wij wensen u veel plezier met deze uitgave van ’Signalen uit de binnenstad’. Mede namens het secretariaat van het Platform Binnenstadsmanagement: Nadja Bressers, Janny van Empel, Nienke van Gerwen, Eefje van der Velden en Stefan van Aarle.
Inhoud Voorwoord Deelnemers en begunstigers Hoofdstuk 1 Platform Binnenstadsmanagement
3 7 9
Hét kennisplatform en netwerk voor binnenstadsmanagement Vlaams Platform Centrummanagement brengt retail, vastgoed en bestuur samen
10 14
Hoofdstuk 2 Binnenstad in perspectief
17
Beleving en gemak moeten hand in hand gaan De toekomst van winkelen: Look, Listen, Learn Actief management van een binnenstedelijk winkelgebied
18 21 26
Hoofdstuk 3 Het Nieuwe Winkelen
29
Het Nieuwe Winkelen - Vijf Sterren Model Maak de binnenstad internetproof Het Nieuwe Winkelen is niet zaligmakend
30 37 40
Hoofdstuk 4 Binnenstadsprojecten uitgelicht
43
Wet Bedrijven Investeringszone zet stap in goede richting Kunst en cultuur als waardemakers voor de stad Voorbeelden van beleving in de openbare ruimte
44 47 50
Hoofdstuk 5 Beste Binnenstad 2013 – 2015
55
Vernieuwde verkiezing Beste Binnenstad 2013 - 2015 Juryrapport Beste Binnenstad 2013 - 2015 Terugblik beste binnensteden 2011 - 2013
56 60 62
Hoofdstuk 6 Binnenstadsbarometer
65
Sturing geven aan de binnenstad: inzicht in functioneren van binnensteden steeds belangrijker! Binnenstadsbarometer 2013
66 68
6
7
Deelnemers Groningen
Leeuwarden
Oldambt Assen
Súdwest-Fryslân Den Helder
Schagen
Alkmaar
Steenwijkerland Hoorn
Purmerend
Zwolle
Zaanstad Haarlem
Almere
Almelo Harderwijk
Haarlemmermeer
Leiden Woerden Utrecht
Delft
Gouda Rotterdam
Vlaardingen
Leerdam
Dordrecht Gorinchem
Oud-Beijerland Oosterhout Bergen op Zoom Roosendaal
Middelburg
Zutphen
Veenendaal Ede Nieuwegein Arnhem Wageningen Culemborg
Vlissingen Goes
Breda
Tilburg
Doetinchem
Tiel Nijmegen Oss
‘s-Hertogenbosch
Hulst
Boxtel Helmond Eindhoven
Antwerpen Sint-Niklaas
Centrummanagement Helmond Gemeente Hengelo Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Hilversum Stichting Centrummanagement Hoogeveen Gemeente Hoorn Stichting Bezoekersmanagement Hulst Gemeente Leerdam Gemeente Leeuwarden Centrummanagement Leiden Centrummanagement Maastricht Gemeente Middelburg Gemeente Nijmegen Gemeente Noordwijk Gemeente Oldambt Gemeente Oosterhout Gemeente Oud-Beijerland Stichting Centrummanagement Roermond Gemeente Roosendaal Bureau Binnenstad Rotterdam Stadsmanagement Schagen Gemeente Schiedam Stichting Centrummanagement Schiedam Stad Sint-Niklaas Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Sluis Gemeente Steenwijkerland Gemeente Súdwest-Fryslân
Uden
Venlo
Sluis
Hengelo Enschede
Apeldoorn
Zeist
Den Haag
a Maassluis
Deventer
Weesp Hilversum
Noordwijk
Schiedam
Hoogeveen
Gemeente Alkmaar Gemeente Almelo Gemeente Almere Stad Antwerpen Gemeente Apeldoorn Stichting Binnenstadsmanagement Arnhem Gemeente Assen Gemeente Bergen Op Zoom Gemeente Boxtel Gemeente Breda Gemeente Brunssum Gemeente Delft Bureau Binnenstad Den Haag Gemeente Den Helder Stichting Deventer Binnenstadsmanagement Gemeente Dordrecht Gemeente Ede Eindhoven365 Gemeente Eindhoven Gemeente Enschede Gemeente Goes Stichting Binnenstadsmanagement Gorinchem Gemeente Gouda Gemeente Groningen Centrum Management Groep Haarlem Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Harderwijk
Begunstigers
Weert Roermond
Sittard-Geleen Brunssum Maastricht
AM Real Estate Avontuur Thema Vormgevers BRO Corio Nederland Retail B.V. Darthuizer Oase-Lease
Flower and Shower MAB Development MK Illumination Synchroon Projectontwikkeling Syntrus Achmea Vastgoed
Gemeente Tiel Gemeente Tilburg Stichting Uden Promotie Gemeente Utrecht Platform Binnenstadsmanagement Veenendaal Gemeente Venlo Gemeente Vlaardingen Gemeente Wageningen Stichting Centrummanagement Weert Gemeente Weesp Gemeente Woerden Gemeente Zaanstad Gemeente Zeist Gemeente Zutphen Gemeente Zwolle
9
01 Platform Binnenstads management
H2 Platform H1 De veranderende Binnenstadsmanagement binnenstad
Hét kennisplatform en netwerk voor binnenstadsmanagement
10 10
11
Platform Centrummanagement Vlaanderen Wij zijn er trots op dat we eind 2012 aan de wieg hebben mogen staan van de oprichting van het Platform Centrummanagement Vlaanderen. Dit Platform lijkt sterk op het Nederlandse Platform Binnenstadsmanagement, maar met eigen accenten en een andere ontstaansgeschiedenis. Meer over Platform Centrummanagement Vlaanderen leest u in deze publicatie. Verkiezing Beste Binnenstad Het Platform Binnenstadsmanagement is sinds de start van de Verkiezing Beste Binnenstad in 2003 betrokken bij de uitvoering. Na het besluit van Detailhandel Nederland om geen nieuwe editie te organiseren, heeft het Platform Binnenstadsmanagement zich ingezet om de titel te behouden. In samenwerking met verschillende partners heeft het Platform Binnenstadsmanagement een doorstart kunnen realiseren. De Verkiezing Beste Binnenstad wordt breed uitgelicht in hoofdstuk 5. Nieuwe initiatieven Platform Binnenstadsmanagement staat steeds vaker op het netvlies als potentiële inhoudelijke partner. Dit jaar hebben we als gevolg hiervan in samenwerking met diverse partijen interessante initiatieven kunnen ontplooien. Voorbeelden zijn Wonen boven Winkels, de Nationale Pandenbank, Nieuwe Rijkdom en Het Nieuwe Winkelen. In dit hoofdstuk blikken we zoals gebruikelijk terug op de activiteiten van het afgelopen jaar en geven we een doorkijk naar de activiteiten in 2014.
Het Platform Binnenstadsmanagement stimuleert en professionaliseert sinds 1995 als onafhankelijke organisatie de samenwerking in centrumgebieden in Nederland en Vlaanderen. Speerpunt hierbij is de ontwikkeling en uitwisseling van kennis en ervaringen. Dit gebeurt onder meer door het organiseren van diverse activiteiten met speciale aandacht voor de ontwikkeling van binnensteden. In totaal zijn er 68 deelnemers en 10 begunstigers aangesloten bij het Platform. Het jaar 2013 stond bol van nieuwe ontwikkelingen zoals de oprichting van Platform Centrummanagement Vlaanderen, de doorstart van de Verkiezing Beste Binnenstad en vele andere nieuwe initiatieven. We staan graag wat langer stil bij de dynamiek van het afgelopen jaar.
Bezoek gaststad Leeuwarden Een start van het programma in 2013 is gemaakt met het bezoek aan de gaststad Leeuwarden op 11 april jl. Ten tijde van de bijeenkomst was Leeuwarden volop in de strijd met Eindhoven en Maastricht om de titel Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Inmiddels is bekend dat Leeuwarden deze titel in 2018 mag dragen! Daarnaast mag Leeuwarden dit jaar het Glazen Huis ontvangen en is het vernieuwde Fries Museum geopend. Genoeg redenen om een bezoek te brengen aan de zelfbenoemde hoofdstad van het Noorden. Belangrijke thema’s gedurende de dag waren de stadsmarketing, het project Nieuw Zaailand en de meerwaarde van verkiezingen voor binnensteden. De Kleine Kerkstraat in Leeuwarden heeft immers de titel Leukste Winkelstraat gewonnen. Middels een stadswandeling en bezoek aan verschillende locaties hebben de deelnemers een gegrond oordeel kunnen geven over de Leeuwarder binnenstad.
Themabijeenkomst ’Uw centrum: een online en offline beleving’ Met dank aan de gastvrijheid van de gemeente Veenendaal vond op 29 mei in het theater de Lampegiet de themabijeenkomst ’Uw centrum: een online en offline beleving’ plaats. Gedurende het ochtendprogramma werd er vanuit verschillende invalshoeken ingezoomd op consumentenbeleving in de binnenstad. Tijdens het workshopprogramma in de middag werden handvatten geboden hoe dit concreet in de binnenstad toe te passen. Aangezien de bijeenkomst plaatsvond in Veenendaal mocht het project ’Het Nieuwe Winkelen’ niet ontbreken. Tijdens ’Expeditie Winkelstad’ zijn de gasten met behulp van gratis Wi-Fi in de binnenstad van Veenendaal met de smartphone in de hand op speurtocht gegaan. Feestelijk najaarscongres en uitreiking titel Beste Binnenstad 2013-2015 In samenwerking met de organisaties NRW en SSM is een grootse bijeenkomst georganiseerd in Eindhoven, winnaar van de Verkiezing Beste Binnenstad 20112013. De ochtend is vormgegeven met een inhoudelijk programma, waarin de uitkomsten van het vijfjaarlijkse onderzoek ’Look Listen Learn’ centraal stonden. Het feestelijke middagprogramma stond in het teken van de uitreiking van de titel Beste Binnenstad 2013-2015 aan de winnaars Den Haag en Venlo. Praktijkbijeenkomsten Naast de algemene bijeenkomsten heeft het Platform Binnenstadsmanagement ook dit jaar een viertal praktijkbijeenkomsten georganiseerd in Almere, Steenwijk, Venlo en Tiel. Tijdens deze bijeenkomsten staat het leren van elkaars ervaringen centraal. Met een kleinschalig gezelschap wordt dieper ingezoomd op binnenstedelijke thema’s. In 2013 is er onder andere aandacht geweest voor bedrijveninvesteringszones, juridisch-planologische instrumenten, Het Nieuwe Winkelen, stadsmarketing en acquisitie-strategieën. Er is dit jaar veel aandacht besteed aan het betrekken van nieuwe stads- en dorpscentra bij het Platform. Dit heeft geresulteerd in acht nieuwe deelnemers aan de praktijkbijeenkomsten, te weten Súdwest-Fryslân, Almelo, Hengelo, Goes, Hilversum, Tiel, Woerden en Weesp. Winterevent Waar is beter een dynamisch jaar af te sluiten dan in een dynamische stad? Het jaar 2013 wordt op 17 december op een rondvaartboot afgesloten in Amsterdam. In een informele setting is een interessante presentatie gehouden over de evenementen en marketing van
12 12
H2 Platform H1 De veranderende Binnenstadsmanagement binnenstad
de stad Amsterdam. Dit is de derde keer dat het kalenderjaar wordt afgesloten met het winterevent. De doelstellingen Het Platform Binnenstadsmanagement heeft een drietal stichtingsdoelstellingen. Per doelstelling wordt hieronder toegelicht wat er dit jaar bereikt is. 1 Ontmoetingsplek en netwerk voor steden en marktpartijen Wij zijn verheugd te vermelden dat nieuwe begunstigers zich verbinden aan het Platform. Het gaat om Flower and Shower en Avontuur Thema Vormgevers, een aanvulling op het netwerk van Platform Binnenstadsmanagement. Door het organiseren van een bijeenkomst in samenwerking met de Nederlandse Raad van Winkelcentra en SSM Retailplatform hebben overheid, vastgoedpartijen en de retailsector de mogelijkheid gekregen in contact te treden met elkaar. 2 Kenniscentrum voor binnensteden en binnenstadsmanagement Ook dit jaar heeft het Platform Binnenstadsmanagement haar rol als kenniscentrum verder weten uit te breiden. Tijdens de diverse activiteiten stonden ook dit jaar weer een groot aantal binnenstedelijke thema’s centraal. Door verslaglegging na afloop van de bijeenkomsten, wordt de opgedane kennis geborgd en is deze via de website www.binnenstadsmanagement.org te allen tijde raadpleegbaar. 3 Professionalisering van binnenstadsmanagement en binnenstedelijke ontwikkeling Tot en met eind 2011 bestond de mogelijkheid voor het oprichten van een Bedrijven Investeringszone (BIZ) op basis van de experimentenwet. Het Platform Binnenstadsmanagement is betrokken geweest bij de evaluatie van deze wet en heeft enkele verbeterpunten aangedragen. Eind 2012 heeft Minister Kamp een brief gestuurd naar de Tweede Kamer met daarin grote terughoudendheid ten aanzien van verbeteringen voor de permanente wet. Naar aanleiding van de brief hebben verschillende partijen contact gezocht met het Ministerie. Ook het Platform Binnenstadsmanagement heeft begin april van dit jaar een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers van het Ministerie. We hebben in navolging hierop in samenwerking met de deelnemers en begunstigers een formele reactie op het voorstel op de Wet op de Bedrijveninvesteringszones ingediend. In afwachting
van nadere besluitvorming blijven we de ontwikkelingen volgen. In hoofdstuk 4 wordt eveneens aandacht besteed aan dit onderwerp. Ambities en vooruitblik Met enthousiasme zullen wij ook in 2014 meerdere activiteiten organiseren waarbij de ontwikkeling van binnensteden en binnenstadsmanagement centraal staat. Met publicaties, informatie- en netwerkbijeenkomsten ontstaan mogelijkheden voor deelnemers en begunstigers om kennis te ontwikkelen en uit te wisselen. Het reguliere programma bestaat uit een bezoek aan een gaststad en twee themabijeenkomsten. Over de inhoud van het complete programma wordt u begin 2014 ingelicht.
13
H2 De veranderende binnenstad
Vlaams Platform Centrummanagement brengt retail, vastgoed en bestuur samen Jan Boots, BRO België
14 14
15
Waarom een Platform Centrummanagement? In Vlaanderen komt de dialoog tussen stadsbesturen en marktpartijen die betrokken zijn bij de binnenstedelijke dynamiek nog onvoldoende tot stand. Toch is het noodzakelijk om als lokaal bestuur een goed inzicht te hebben in de verzuchtingen van de verschillende marktpartijen als het gaat om stedelijk en economisch beleid en regelgeving. Zonder dit inzicht en de bijbehorende affiniteit dreigen initiatieven onvoldoende afgestemd te zijn op de noden of mogelijkheden van de marktspelers en dreigt een beleid ineffectief of zelfs contraproductief te zijn. Op geaggregeerd niveau kan deze dialoog wel georganiseerd worden, op een wijze die haalbaar is voor zowel lokale besturen als de marktpartijen. Daarom nam de VVSG het initiatief om een Platform Centrummanagement op te richten, als opstart voor een intensievere dialoog en samenwerking in elke Vlaamse stad. Doelstelling van het Platform Het Platform wil de Vlaamse steden en gemeenten beter in staat stellen om de kwaliteit en de aantrekkingskracht van hun detailhandelsapparaat en hun centrumgebieden te versterken. Dit kan enkel in samenwerking met de private partners. Daarom wordt er een dialoog georganiseerd tussen de gemeentebesturen, de retail- en de vastgoedsector om hen te stimuleren tot samenwerking. Door krachten te bundelen en bruggen te slaan, wordt er samen werk gemaakt van winkelsteden met toekomst.
De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) heeft met steun van het Agentschap Ondernemen het initiatief genomen om voor Vlaanderen een kennis- en netwerkorganisatie voor binnensteden op te zetten: het Platform Centrummanagement. Om het Platform handen en voeten te geven is BRO België in de hand genomen, met de ervaringen vanuit het Nederlands Platform Binnenstadsmanagement in het achterhoofd. Voor 2 jaar zijn er vanuit de VVSG en het Agentschap Ondernemen budgetten vrijgemaakt om het Platform op te bouwen. Doelstelling is om na 2 jaar een zelfstandig Platform te hebben staan. Nu, ongeveer een jaar na de opstart, lichten wij u in over de stand van zaken en blikken we vooruit.
Vliegende start 2012 – 2013 Het Platform organiseert drie bijeenkomsten per jaar, telkens opgehangen aan een concrete uitdaging met het oog op een versterkte (binnen-)stedelijke dynamiek. In november 2012 vond de startbijeenkomst in Mechelen plaats, die in ieder geval een groot succes werd. Een honderdtal deelnemers gingen met elkaar in debat onder het thema ’Stad, retail en vastgoed: samen trekken aan dezelfde (winkel)kar’. De tweede bijeenkomst in Roeselare in april van dit jaar stond volledig in het teken van de samenwerking tussen retail en stad: koele minnaars of sterke tandem? Hiermee werd een blik geworpen op de interne keuken van de retailers, de (on)zin van actieve acquisitie en samenwerking met de grote ketens. Op verzoek van de deelnemers werd in juni een bezoek gebracht aan Maastricht. Bij het publiek werd goed tussen de oren geknoopt waarom keuzes maken zo belangrijk is en wat de mogelijkheden zijn met centrummanagement 2.0. 2013 werd afgesloten met een bijeenkomst in Lier waar met een vergrootglas naar het centrummanagement in de Vlaamse steden en gemeenten werd gekeken.
Hoe nu verder? In 2014 worden er in ieder geval nog drie bijeenkomsten georganiseerd waarin onder andere de thema’s samenwerking met de vastgoedsector en leegstandsbestrijding aan de kaak worden gesteld. We onderzoeken de mogelijkheid voor een gezamenlijke bijeenkomst met het Nederlandse Platform. Doelstelling is dat na twee jaar de stakeholders (gemeentebesturen, de retail- en de vastgoedsector) de meerwaarde inzien van het Platform en dat zij bereid zijn hiervoor een financiële bijdrage te leveren. Wanneer deze commitment er is, is er een mooie basis aanwezig om het Platform Centrummanagement zelfstandig te laten groeien en te professionaliseren.
02 2 Binnenstad Visie in perspectief De binnenstad in perspectief
18
H2 Binnenstad in perspectief
Beleving en gemak moeten hand in hand gaan Dr.ir.ing. Ingrid Janssen, Associate Professor Real Estate Management TiasNimbas Business School
19
goed bereikbare parkeergelegenheden zijn een must voor elke binnenstad. Maar ik bedoel méér als ik het heb over gemak. Immers, ook gemak is een vorm van beleving. Ik zal u mijn veronderstelling verder uitleggen door het begrip belevingswaarde in de context van de winkelomgeving te ontrafelen. Hiervoor maak ik onderscheid tussen extrinsieke en intrinsieke waarden die een consument kan ontlenen aan een winkelbezoek.
Het verhogen van de esthetische waarde, het toevoegen van sfeerbepalende elementen die de zintuigen prikkelen en het organiseren van evenementen zijn goede voorbeelden om de intrinsieke belevingswaarde te vergroten. In de strijd om de consument moet de belevingswaarde van binnenstedelijke winkelgebieden worden verhoogd. Een uitspraak waar weinig retail- en vastgoedexperts iets tegenin te brengen hebben. Maar hoe verhogen we de belevingswaarde? En vergeten we dan niet dat de binnenstad ook een plek moet zijn waar efficiënt gewinkeld moet kunnen worden? Beleving versus gemak De positie van het binnenstedelijke winkelgebied staat steeds meer onder druk. De winkelleegstand is de afgelopen twee jaar met ruim 17% gestegen. De winkelsector staat voor een grote uitdaging. Hoe kan, gegeven de hevige concurrentie tussen binnensteden onderling en met het online winkelkanaal, de klant weer naar de binnenstad worden getrokken? Een veelgehoord statement is dat het vergroten van de belevingswaarde de oplossing zou zijn. Immers, de motivatie van de consument om de binnenstad te bezoeken hangt samen met het feit of er, naast het gebruikelijke winkelaanbod, wat te beleven is. De oorsprong van deze veronderstelling vinden we terug in de theorie over de belevingseconomie. Pine & Gillmore, de grondleggers van deze theorie, stellen dat ons welvaartsniveau leidt tot nieuwe, emotionele behoeften. Zo kan een kopje koffie in een vijfsterren restaurant veel duurder zijn dan eenzelfde kopje koffie geserveerd in de kantine van
een sportcomplex. Het vijfsterren restaurant voorziet in een andere sfeer en beleving waarvoor de consument bereid is extra te betalen. Juist een winkelomgeving kan op deze toegenomen emotionele behoeften inspelen. Binnensteden kunnen zich hiermee onderscheiden wat uiteindelijk bijdraagt tot verlenging van de verblijfsduur en verhoging van de consumentenbestedingen.
Naast beleving is gemak een noodzakelijk en onderscheidend ingrediënt in een tijd waar fysiek winkelen met online winkelen wordt gecombineerd. Desondanks ben ik van mening dat er meer nodig is om de consument aan de binnenstad te binden. Naast beleving is gemak een noodzakelijk en onderscheidend ingrediënt in een tijd waar fysiek winkelen met online winkelen wordt gecombineerd. Intrinsieke versus extrinsieke belevingswaarde Niets nieuws, zult u denken. Al jaren weten we dat de basis van ieder winkelcentrum goed moet zijn. Ruime,
Extrinsieke waarden hebben betrekking op de bevrediging die de consument ervaart met de aankoop zelf. Deze waarden worden vaak geassocieerd met de runshopper die blij is indien hij eenvoudigweg zijn winkel kan vinden, vervolgens niet teleurgesteld wordt in het winkelaanbod en goed en snel geholpen wordt. Een binnenstad met een hoge extrinsieke belevingswaarde is een binnenstad met een compleet en gevarieerd winkelaanbod en een service van de retailer die de verwachtingen van de consument overstijgt. Daarentegen hangt de intrinsieke belevingswaarde van de binnenstad samen met het plezier dat het winkelen als activiteit met zich meebrengt. Het winkelen kan de consument het gevoel geven even onttrokken te worden uit de dagelijkse werkelijkheid. Met het winkelen worden dan vergelijkbare behoeften vervuld als een bezoek aan een festival of pretpark. Een binnenstad kan op veel verschillende manieren haar intrinsieke belevingswaarde vergroten. Het verhogen van de esthetische waarde, het toevoegen van sfeerbepalende elementen die de zintuigen prikkelen en het organiseren van evenementen zijn hier goede voorbeelden van. De mogelijkheden voor de binnenstadsmanager om hierop te sturen zijn talrijk. Maar waar moeten we nu het accent op leggen? Is dit de intrinsieke belevingswaarde of de extrinsieke belevingswaarde van de binnenstad? Dit zal sterk afhangen van de motivatie van de consument die als gevolg van smartphone en internet is veranderd.
Een mix van winkelmotivaties Wie dacht dat de binnenstad hoofdzakelijk bezocht wordt door funshoppers, ofwel consumenten die plezier beleven aan het winkelen op zich, heeft het mis. Samen met collega’s en studenten van de Technische Universiteit Eindhoven deed ik onderzoek in 5 Nederlandse binnensteden onder ruim 2.000 consumenten. Wij vroegen onder andere naar hun winkelmotivatie. In de wetenschappelijke literatuur spreekt men niet over de begrippen fun- en runshoppen maar over respectievelijk hedonische en utilitaire winkelmotivaties. In ons onderzoek legden we consumenten een aantal stellingen voor om ze op basis van hun uitspraken te kunnen classificeren als hedonisch of utilitair gemotiveerde consument. Na analyse van onze resultaten blijkt inderdaad de grootste groep bezoekers (ongeveer 40%) een hedonische winkelmotivatie te hebben. Zij ervaren winkelen als een plezierige activiteit. Echter, maar liefst 30% had een duidelijke utilitaire of doelgerichte winkelmotivatie. Voor deze groep consumenten zou juist gemak voorop moeten staan. De resterende 30% van de consumenten was moeilijk in te delen of had een combinatie van de twee motieven. Dat bijna een derde van de consumenten niet een eenduidige winkelmotivatie hebben, bewijst dat de scheidslijn tussen hedonisch/ utilitair (of fun/run) niet zo scherp is. Een consument kan zelfs meerdere behoeften in één winkeltrip verenigen. Om aan beide winkelmotivaties tegemoet te komen, vraagt het hele spectrum van belevingswaarden aandacht. Als het om gemak gaat, moeten we wel verder denken dan een goede routing en bereikbaarheid. Na de auto is het nu de smartphone die een revolutie in winkelgedrag met zich meebrengt. Consumenten combineren online en fysiek winkelen en gebruiken hun smartphone tijdens hun winkelbezoek. Binnensteden kunnen gratis WiFi aanbieden, maar dat is slechts een begin. Het gebruik van het online winkelkanaal en sociale media is niet meer weg te denken in het totale beslissingsproces van een consument. We zullen consumenten daarom zo moeten faciliteren dat zij zich uitgenodigd voelen de binnenstad te bezoeken, als onderdeel van de totale aankoopbeslissing. Dit is de uitdaging waar retailers en binnenstadsmanagement voor staan.
21
H2 Binnenstad in perspectief
De toekomst van winkelen: Look, Listen, Learn Henk Gianotten, Panteia
Het is vrijdagmiddag. Mijn vrouw en dochter staan op het punt te vertrekken. “Waar gaan jullie naar toe?”, vraag ik. “Naar de stad” antwoorden ze. Voor mij is meteen duidelijk dat ze naar de binnenstad gaan om te winkelen. Nu kunnen ze ook naar de stad gaan om uit eten te gaan, of naar de bioscoop of een museum. Maar als ze dát gaan doen, dan noemen ze de activiteit, dan zeggen ze niet dat ze ’naar de stad’ gaan. Winkelen is dus erg met de stad verbonden. De binnenstad staat voor vrijetijdbesteding en winkelen maakt daar het belangrijkste onderdeel van uit. Waar zou de stad zijn zonder winkels? Kunnen we ons dat voorstellen? Als er geen winkels meer zijn, gaan we dan nog vaak naar ’de stad’? Niet alleen onze eigen stad, maar ook als we een stedentripje maken naar Milaan, Londen, Brussel of Madrid? Dat hangt natuurlijk heel erg af van de toekomstige ontwikkelingen en dan met name die van de winkels in de stad en van het consumentengedrag. Goeroes en insiders voorspellen sombere toekomst retail Nadat mijn vrouw en dochter naar de stad zijn vertrokken lees ik op RetailNews.nl een interview met Coolbluedirecteur Pieter Zwart. Hij legt uit dat de traditionele winkels steeds minder toegevoegde waarde hebben
omdat zij hun rol verliezen in de oriëntatiefase van consumenten en in het sturen van het koopproces. En nu de transactie- en distributiefunctie voor een deel worden overgenomen door de webwinkels, voorziet Pieter een hele zware toekomst voor de traditionele retailers. “Bij die nieuwe rol van traditionele retailers hoort een andere margestructuur en ze kunnen de kapitaalinvesteringen niet doen om die nieuwe rol winstgevend te kunnen vervullen”. Ook legt hij uit, dat Coolblue cross channel gaat en eigen winkels heeft geopend om de klanten de spullen te laten ruiken, om ze te laten zien of horen of te proeven. “In de fysieke winkels kan Coolblue de sensopatische beleving verder invullen” zegt hij. Uitstekend interview, maar toch blijft er wat hangen. Kennelijk vervullen de Coolblue-winkels toch ook een rol in de oriëntatiefase. En aangenomen mag worden, dat Coolblue het koopproces aanstuurt over alle kanalen heen, dus over zowel de stenen winkels als over de webshops. Ondertussen komt de wekelijkse email van Amazon. com met de weekenddeals binnen. Amazon.com biedt inmiddels 250 miljoen verschillende producten aan en heeft al in 11 landen een eigen webwinkel. Hoewel het nu al makkelijk is bij Amerikaanse, Engelse of Duitse webwinkels van Amazon te kopen (tip: de Duitse Amazon verzendt gratis naar Nederland), zal het niet lang meer duren voor Amazon.nl ook in Nederland geopend wordt.
22
H2 Binnenstad in perspectief
Internet kent geen grenzen en het is de vraag of onze veelal nationaal gerichte internetretailers straks op kunnen tegen de enorme schaalvoordelen van Amazon, eBay en Google. Met een omzet van $ 61 miljard in 2012 is Amazon bijna 400 keer zo groot als Coolblue. Ga er maar aanstaan. Want één van de grote gevolgen van internet is de enorme prijstransparantie van de markt. En dat legt niet alleen een enorme druk op de marges van merkfabrikanten, maar ook op die van álle retailers, of het nu traditionele retailers zijn, pure players of cross channel retailers.
Wat zou de stad zijn zonder winkels? Al met al wordt door veel goeroes en insiders een sombere toekomst voor de retail voorspeld. Zonder onze kop in het zand te willen steken, zijn er minstens twee factoren die door de rationele technocraten over het hoofd worden gezien. Althans, er wordt weinig of in het geheel geen aandacht aan gegeven. In de eerste plaats is dat het consumentengedrag. De consument vindt winkelen leuk Door de Stichting Studiecentrum Marktontwikkeling is dit jaar na een editie in 2003 en 2008 voor de derde keer het onderzoek ’Look Listen Learn – kijken luisteren en leren van de consument’ uitgevoerd. Uit het dit jaar uitgevoerde onderzoek, dat wij in samenwerking met het bureau van Maurice de Hond hebben uitgevoerd, blijkt dat 56% van alle consumenten winkelen leuk vindt. Van alle consumenten heeft 10% er een hekel aan en de rest is neutraal. Deze percentages blijven al jarenlang stabiel. Consumenten vinden ook kopen bij webshops leuk. Toch maken ze met elkaar 9,6 miljoen winkeltrips per dag, ofwel 4,8 miljoen winkelbezoeken (Bron: CBS). Per jaar zijn dat bijna 3,5 miljard trips en 1,75 miljard winkelbezoeken. Dit zijn cijfers voor 2012. Laat er vanwege de crisis in 2013 zo’n 10% zijn afgegaan, dan is het nog heel veel. Winkelen staat tot op de dag van vandaag na sport en recreatie op de derde plaats van onze vrijetijdsactiviteiten. Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is, dat iets wat mensen leuk vinden, waar zij plezier in hebben en waar zij hun vrije tijd aan besteden, economische meerwaarde creëert. Innovatievermogen retailsector Natuurlijk is het aan de retailsector zelf hoe deze toegevoegde waarde wordt omgezet in omzet. Daar
zijn heel andere verdienmodellen voor nodig, maar het brengt ons wel bij de tweede factor. En dat is het aanpassingsvermogen – of innovatievermogen – van de sector zelf. In de VS zijn 16 van de top-25 internet retailers webwinkels van de traditionele detailhandel, 4 van fabrikanten (Apple, Dell, Sony en HP), 3 van multimedia bedrijven (Liberty, Netflix en CDW) en slechts 2 van pure players (Amazon en Newegg). Nu staat Amazon wel op de eerste plaats, maar het zegt ook iets over het aanpassingsvermogen van traditionele retailers. En om dichter bij huis te blijven, niet de website van Coolblue, Wehkamp of Bol, maar die van C&A stond onlangs op de tweede plaats van de ranglijst van beste websites van alle retailers ter wereld. Toekomstplanning aan de hand van scenario’s Wat zeggen die twee factoren over de toekomstige ontwikkeling van de sector? Ten eerste, dat de toekomst onzeker is. Een open deur, maar het is nu eenmaal zo. Wat kan helpen bij het denken over die onzekere toekomst, zijn scenario’s. We kunnen gerust stellen, dat de hiervoor genoemde factoren voor een groot deel van invloed zullen zijn op die onzekere toekomst. In het boek ’Het Nederlandse winkellandschap in transitie’ zijn 4 scenario’s geschetst (Gianotten, 2012). De scenario’s worden bepaald door twee dimensies. De dynamiek van het consumentengedrag en de dynamiek van de retailsector. In de figuur zijn de scenario’s weergegeven. De beide scenario’s aan de linkerkant (verwaarloosde consument en marktverval) worden gekenmerkt door een geringe dynamiek van de sector. Retailers wachten af en zijn niet geneigd zich aan te passen bij de gewijzigde omstandigheden. In beide scenario’s aan de rechterzijde (renaissance en kopersstaking) is het omgekeerde het geval. De sector innoveert, versleten formules en verouderde winkelmeters worden aan de kant geschoven, er wordt volop ingezet op cross channel over de volle breedte van de retail mix en samenwerking. Marktverval versus Retail Renaissance Indien de consumptieve bestedingen niet aantrekken en consumenten terughoudend blijven consumeren, zal in combinatie met een apathische winkelsector sprake zijn van het scenario ’Marktverval’. Het gevolg zal zijn dat consumentenbestedingen blijven stagneren, grote delen van de winkelmarkt verloederen, vernieuwing niet van de grond komt en als gevolg van een combinatie van economische en technologische ontwikkeling grote leegstand ontstaat. Met alle gevolgen van dien voor faillissementen, het rendement op winkelvastgoed, het aanzien van binnensteden, de winkelstraten etc. De leegstand zal zich vooral gaan voordoen in het
23
middensegment van de markt (winkelformules zonder duidelijke meerwaarde zullen verdwijnen), op slechte locaties (C-milieus, kleine strips en buurtcentra, aanloopstraten) en ook veel winkels van zelfstandigen zullen het niet kunnen bolwerken. Het vinden van alternatieve bestemmingen voor vrijkomende winkelruimte biedt enig, maar onvoldoende soelaas om de leegstand op te vangen.
Marktherstel moet van de consument komen, maar wel gedreven door de dynamiek van de detailhandel en door vernieuwing van de hele sector. Het meest gunstige scenario is Retail Renaissance. Dit scenario kenmerkt zich door een innovatieve winkelsector (veel nieuwe formules en winkelconcepten), door internet dat volledig geïntegreerd is in de bedrijfsvoering van retailers, consumenten die na een periode van inkomensdruk hun hand weer van de knip halen en een actieve sanering van verouderde winkelmeters. Dit laatste is ook nodig om ruimte te geven aan vernieuwing (c.q.
vervanging) van het winkelvastgoed, waarvan weer volop gebruik wordt gemaakt. Hoe om te gaan met scenario’s? Een vraag die gesteld mag worden is hoe met deze scenarioanalyses omgegaan moet worden. In de eerste plaats moet opgemerkt worden dat moeilijk voorspeld kan worden welk scenario zich zal voordoen. Er zijn tienduizenden winkels, miljoenen consumenten, honderden (binnen)steden, een paar duizend winkelconcentraties, tientallen ontwikkelaars en beleggers en ontelbaar veel keuzemogelijkheden en toch zijn er maar vier scenario’s. Ook wordt de toekomst bepaald door gebeurtenissen die elders – buiten de scenario’s om – plaatsvinden. Stel dat de Euro alsnog instort of stel dat zich een nieuwe doorbraaktechnologie ontwikkelt. Het is maar de vraag wat er dan gebeurt. Elk scenario heeft de kans om uit te komen en geen enkel individu kan zijn keuzes zo maken, of zijn beleid zo inrichten dat een bepaald scenario werkelijkheid wordt. In de tweede plaats kan opgemerkt worden dat de situatie van vandaag past binnen het scenario marktverval. De weg omhoog loopt maar in één richting, namelijk de richting die met de groene pijlen is aangegeven in de figuur. Marktherstel moet van de consument komen, maar wel gedreven door de dynamiek van de detailhandel en door vernieuwing van de hele sector.
grote dynamiek consument
Verwaarloosde consument
Retail Renaissance
grote dynamiek detailhandel
geringe dynamiek detailhandel
Kopersstaking
Marktverval
geringe dynamiek consument
H2 De veranderende binnenstad
24
25
26
H2 Binnenstad in perspectief
Actief management van een binnenstedelijk winkelgebied Egbert Nijmeijer, Senior Portefeuille Manager Real Estate bij Kempen Capital Management
De kwaliteit van het winkelgebied in Nederlandse binnensteden gaat achteruit. Vaak wordt daarbij naar leegstand gekeken, maar leegstand zegt feitelijk niets over de kwalitatieve achteruitgang waarmee binnensteden te maken hebben. Het winkelaanbod is veelal eentonig en ontbeert een duidelijke profilering. Er is sprake van een hoge mate van versnippering van winkellocaties. Veelal doordat winkelpositionering historisch gevormd is en weinig samenhang kent. Het aantal winkel vierkante meters is te groot. De Nederlander beschikt over twee keer zo veel vierkante meter winkeloppervlak dan bijvoorbeeld haar Duitse buurman. Kwaliteit merknaam is leidend De kwalitatieve achteruitgang van binnenstedelijke winkelgebieden vindt plaats juist op een moment dat de producent (de eigenaar van een merk) meer dan ooit belang hecht aan de kwaliteit van de omgeving waarin haar product verkocht wordt. ’Branding’ en ’merchandising’ zijn belangrijker dan ooit. De consument is zeer kritisch en weet door de beschikbaarheid aan informatie via het internet wat hij wil. Voor discretionaire goederen (de niet alledaagse boodschappen) wordt veelal gekozen voor een specifiek merk of productkarakteristieken. Deze merkeigenaren benaderen gericht de voor hun relevante consumenten via social
media en fysieke kanalen. Verkoop vindt zowel online als fysiek plaats en het onderscheid is niet relevant. Het beschermen van de kwaliteit van de merknaam daarentegen is belangrijker dan ooit.
27
Retail bijvoorbeeld. Minutieus beheerde omgevingen waar kwalitatief hoogwaardige retailers als Agent Provocateur, Paul Smith en Prada een outlet vestigen. De binnenstad van Leeds is nog zo’n voorbeeld. Leeds heeft de afgelopen jaren haar oude industrieverleden gemoderniseerd. Het binnenstedelijk winkelgebied is zowel in omvang als kwaliteit verbeterd met de komst van Trinity Leeds en de uitbreiding van Victoria Quarters. Een dergelijke kwaliteit trekt internationale retailers als Hollister, Harvey Nichols, Karen Millen, Superdry en Victoria’s Secret. Daarmee is dit winkelgebied in staat jaarlijks meer dan twintig miljoen bezoekers te trekken. Binnen dergelijke winkelgebieden geldt één gemeenschappelijke succesfactor: continue integraal actief management van het winkelgebied.
Retailers waarvoor de bescherming van de merknaam kritisch is, kiezen uitsluitend voor integraal gereguleerde winkelomgevingen die zich constant aanpassen aan de consument.
Integraal gereguleerde winkelomgevingen hebben de toekomst De recent aangekondigde strategie van de Bijenkorf is een voorbeeld welke past binnen deze trend. Er wordt uitsluitend (fors) geïnvesteerd in die locaties die voldoen aan de hoge kwaliteit winkelbeleving die Bijenkorf voor ogen heeft. Overige winkels worden gesloten. Door nog meer te investeren in het shop-in-shop concept weet Bijenkorf die retailers aan te trekken die veel bezoekers zullen opleveren. Omgekeerd creëert en beheert Bijenkorf een kwalitatief hoogwaardige winkelomgeving waar leidende merken zich durven te vestigen, omdat deze zeker weten dat in een dergelijk gereguleerde omgeving hun merknaam optimaal tot uiting komt.
Doelstellingen om hiertoe te komen Integraal actief management van een winkelgebied werkt het eenvoudigst wanneer het aantal bepalende partijen beperkt is. Dat is niet altijd het geval en in Nederland eerder uitzondering dan regel. Intensieve samenwerking tussen vastgoedeigenaren, winkeliers en de provincie/ gemeente is daarom noodzakelijk. Het gevoel van urgentie voor samenwerking onder deze partijen lijkt echter nauwelijks aanwezig. Dit terwijl in sommige steden de leegstand meer dan 10% bedraagt en de kwaliteit van de winkelomgeving sterk verslechterd. Een voorbode voor aanzienlijk meer leegstand. De belanghebbenden zullen minimaal de volgende doelstellingen moeten nastreven.
Continue integraal actief management is de sleutel tot succes Retailers waarvoor de bescherming van de merknaam kritisch is, kiezen uitsluitend voor integraal gereguleerde winkelomgevingen die zich constant aanpassen aan de consument. Naast het Bijenkorf voorbeeld zijn buiten Nederland meer voorbeelden te vinden van dergelijke strategieën. De outlet centres van Value
1 D enk met alle belanghebbenden na over een integrale aanpak van het winkelgebied. Schuw niet het nemen van ingrijpende beslissingen zoals winkels verplaatsen van locatie wanneer het groter geheel erop vooruitgaat. Investeer en richt in voor de lange termijn. Kies voor kwaliteit en originaliteit. Zowel in de bebouwde omgeving als in het aanbod richting de consument. Niemand zit te wachten op nog een ’dertien in het
dozijn winkelketen’ in een volstrekt onaantrekkelijk pand omdat de vastgoedeigenaar denkt dat hij niet hoeft te investeren om een aantrekkelijke omgeving voor zijn huurder te bieden. En een winkelier die niet wil verhuizen omdat zijn pand zijn pensioen is, houdt zichzelf voor de gek. Het winkelpand is onverkoopbaar wanneer het gehele winkelgebied niet in kwaliteit verbeterd. 2 Stem de omvang van het binnenstedelijk winkelgebied af op de vraag. Zowel in vierkante meters als in retailaanbod. Dit betekent in veel gevallen aanzienlijke inkrimping en concentratie van winkelaanbod. De gemeente en de provincie zullen hier onaantrekkelijke besluiten moeten nemen. Ga versnippering tegen. Breng winkels die nu aan de rand van een stad zitten naar het centrum. Kies als binnenstad daarbij een profiel. Wordt herkenbaar voor de consument. Zorg voor diversiteit binnen een provincie. De consument is mobiel en wil niet alleen in zijn woonstad winkelen. De leus ’weet waar je koopt’ gebezigd door enkele Nederlandse steden is misplaatst. De consument laat zich niet voorschrijven. 3 Zorg voor ’buzz’ in de stad. Dus niet alleen winkels. In Trinity Leeds is leisure 30% van het totaal. Originele horeca (als pop-up eetgelegenheden), kleine intieme bioscoop formats (in plaats van grote zalen), (straat) theater (neem een voorbeeld aan de Parade), een live opera-zanger die door de winkelstraten galmt, pop-up stores gericht op jongeren (verkoop van kleding van een populaire boy band wat tot communicatie op social media leidt) enzovoort.
29
03 2 Het nieuwe Visie winkelen
De binnenstad in perspectief
30
H3 Het nieuwe winkelen
Het Nieuwe Winkelen Vijf Sterren Model Drs. Jan-Willem Janssen, Innovatie adviseur Hoofdbedrijfschap Detailhandel
31
evenementen en activiteiten over de gehele wereld; • L okaal: het toenemende vermogen van bedrijven en andere organisaties om in te spelen op de exacte locatie waar een persoon zich bevindt en de activiteiten die deze persoon daar op dat moment uitvoert; • Mobiel: de mobiele technologie die ervoor zorgt dat personen altijd en overal beschikbaar en aanwezig zijn. Mobiele technologie maakt het personen mogelijk om op elke gewenste plek actief te zijn en tegelijkertijd verbonden te zijn met alle personen in hun sociale netwerk en hierdoor ook met hun meningen en adviezen. Het voordeel voor fysieke winkels is dat SoLoMo hen in staat stelt om sommige nadelen van fysiek winkelen ten opzichte van online winkelen te overbruggen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het vergelijkend winkelen via een mobiele telefoon, het online bestellen en thuis laten bezorgen van niet op voorraad zijnde artikelen in fysieke winkels of het online bestellen van artikelen en deze afhalen in een winkel in de buurt (click & collect).
Sinds Veenendaal in januari 2011 door Hoofdbedrijfschap Detailhandel is gekozen als pilot stad voor haar project ’Het Nieuwe Winkelen in de binnenstad’, zijn er over heel Nederland 21 initiatieven gestart onder de vlag van ’Het Nieuwe Winkelen’. De aanleiding voor HBD om met eerdergenoemd project in Veenendaal te starten was de enorme impact die HBD voorzag van de opkomst van het (mobiele) internet op de manier waarop consumenten in de (nabije) toekomst gaan winkelen. In eerste instantie heeft de massale opkomst van het internet ervoor gezorgd dat de virtuele wereld van consumenten explosief is gegroeid. En vervolgens heeft deze virtuele wereld zich verspreid van de zolderkamer van consumenten naar hun gehele fysieke wereld dankzij de groei van het mobiele internet en mobiele computers (smartphones, tablets), en hiervan afgeleide zaken als social media, online winkelen en mobiel betalen. Deze ontwikkelingen zullen een enorme invloed hebben op het (koop) gedrag van consumenten in hun lokale, fysieke omgeving.
Wat verstaat HBD onder ’Het Nieuwe Winkelen’? Het begrip ’Het Nieuwe Winkelen’ is sinds 2011 een verzamelbegrip geworden van allerlei projecten en ontwikkelingen die ’iets’ met online winkelen te maken hebben. Hoewel het verschijnsel zelf de komende vijf jaar nog wel relevant zal blijven, heeft het begrip ’Het Nieuwe Winkelen’ hierdoor veel aan relevantie ingeleverd en loopt dit begrip het risico dat haar ’houdbaarheidsdatum’ verstrijkt. HBD ziet ’Het Nieuwe Winkelen’ als een verandering in het koopproces van consumenten, waardoor consumenten niet meer vanaf het begin tot het einde van hun koopproces in één enkel aankoopkanaal (de winkel) blijven, maar tijdens dit proces continu van aankoopkanaal wisselen. De consument is hierdoor beter geïnformeerd en weet beter wat hij wil en wat hij kan krijgen, waardoor zijn servicevraag aan het winkelpersoneel ook hoger is. De verandering in het koopproces van consumenten wordt in belangrijke mate veroorzaakt door drie belangrijke ontwikkelingen die steeds meer met elkaar samensmelten (SoLoMo): • Sociaal: de opkomst van social media die ervoor zorgen dat mensen altijd en overal verbonden zijn met personen,
Het doel van ’Het Nieuwe Winkelen in de binnenstad’ Het doel van het project was ten eerste om te leren hoe ondernemingen in de binnenstad optimaal kunnen inspelen op het veranderende koopproces van consumenten en ten tweede te leren welke infrastructuur, condities en samenwerkingsvormen nodig zijn om op het grootschalige gebiedsniveau van een binnenstad optimaal in te spelen op dit veranderende koopproces. De belangrijkste uitdaging voor de ondernemers in de binnenstad is het op winstgevende wijze faciliteren van de voorkeuren van consumenten voor verschillende kanalen in de verschillende stappen van hun koopproces. Samenwerken met andere ondernemers in de binnenstad is volgens HBD een van de manieren om deze uitdaging succesvol aan te gaan. Met name voor kleine, zelfstandige ondernemers is het erg lastig om dit alleen te doen. Vijfsterren model HBD heeft een ’vijfsterren’ model voor het Nieuwe Winkelen ontwikkeld in samenwerking met Van Reincke (www.vanreincke.nl). Via dit model kunnen initiatiefnemers in een binnenstad of ander winkelgebied zelf bepalen hoeveel ’sterren’ van het Nieuwe Winkelen zij kunnen en willen realiseren (min of meer vergelijkbaar met de sterren van KVO-projecten). HBD heeft dit model ontwikkeld om initiatiefnemers te ondersteunen bij het creëren van de kaders waarbinnen hun projecten gerealiseerd moeten worden (denk hierbij aan het formuleren van concrete doelstellingen, opdrachten en randvoorwaarden) en zich niet te laten leiden (beperken) tot de (on)mogelijkheden
van de platforms die zij krijgen aangeboden van ICTdienstverleners en andere (vaak lokale) partijen. Het vijfsterren model bestaat in hoofdlijnen uit de volgende vijf onderdelen: 1 Lokale vindbaarheid: de focus ligt hier op het verbeteren van de online vindbaarheid van bedrijven (winkels, horeca e.d.), merken en producten/ diensten op lokaal niveau binnen het betreffende winkelgebied. De ondernemers in het winkelgebied zoeken verbinding met hun bezoekers en klanten en proberen contact met hen te leggen. Om dit goed voor elkaar te krijgen is het niet alleen van belang dat bedrijven, maar ook hun merken en hun producten/ diensten goed te vinden zijn via zoekmachines, sociale netwerken, vergelijkingssites, winkelgidsen, reviewsites en locatiediensten. Het is tevens van groot belang dat de (profiel)informatie kwalitatief hoogwaardig, correct, actueel en relevant is voor de consument.
De belangrijkste uitdaging voor de ondernemers in de binnenstad is het op winstgevende wijze faciliteren van de voorkeuren van consumenten voor verschillende kanalen in de verschillende stappen van hun koopproces. M et name voor de zelfstandige ondernemers is het hierbij van belang dat zij deze informatie bij voorkeur op één centrale plek kunnen afleveren. Om zo’n centrale plek te realiseren is voor grotere winkelgebieden het lanceren van een eigen ’platform’, dat de beschikbare (profiel)informatie koppelt aan eerdergenoemde landelijke platforms, doorgaans een goede keuze. Op het niveau van bedrijfsprofielen en merken moeten in principe alle bedrijven in de binnenstad vindbaar zijn. Dit vraagt om een collectieve investering in tijd en geld van alle ondernemers. Op het niveau van producten en diensten is uitsluitend de participatie nodig van bedrijven die deze informatie kunnen leveren. Ook voor alle overige sterren van het vijfsterren model geldt dat hiervoor uitsluitend participatie nodig is van bedrijven die echt willen en kunnen.
32
H3 Het nieuwe winkelen
Daarnaast geldt dat consumenten niet meer uitsluitend vanaf hun computer op zoek zijn naar dergelijke informatie. Consumenten zoeken naar dergelijke informatie terwijl ze rondlopen in een winkelgebied of winkel en raadplegen deze via hun mobiele apparaten (smartphone, tablet). Om deze reden is het voor veel winkelgebieden interessant om gratis draadloos internet aan te bieden aan hun bezoekers. Via het 3G-netwerk kost het opzoeken en raadplegen van informatie geld en de snelheid en bereikbaarheid laat vaak te wensen over. De nieuwe 4G/LTE-standaard dient zich overigens al aan, maar tussentijdse oplossingen via gebiedsgerichte Wi-Fi bieden op dit moment kansen voor winkelgebieden. Voorbeelden van initiatieven die zich op dit moment hoofdzakelijk op deze eerste ster richten zijn Alkmaar (winkelsalkmaar.nl), Veenendaal (winkelstadveenendaal.nl), Leeuwarden (winkels-leeuwarden.nl), Deventer (winkelen. deventer.nl) en Arnhem (Arnhem app).
2 Interactie: de focus ligt hier op het onderhouden van contact met de klanten. Hun mening wordt gevraagd en er wordt - uiteraard met instemming van de klant en met inachtneming van hun privacy - kennis van de klant verzameld. De klanten worden gestimuleerd om ambassadeur van het winkelgebied en individuele bedrijven binnen dit gebied te worden. Effectief en efficiënt gebruik van social media staat hier centraal. De meeste lokale ondernemers beschikken over onvoldoende kennis, ervaring en tijd om hun klanten te bereiken via alle relevante sociale kanalen. Vandaar dat een centraal platform, waardoor ondernemers op een effectieve manier kunnen communiceren naar alle relevante sociale kanalen die hun klanten gebruiken, doorgaans gewenst is. Dit is tijdbesparend en daarnaast kunnen ze centraal ondersteund worden met kennis en ervaring in het omgaan met deze sociale kanalen. Ook het gebruik van reviews voor hun vestigingen (winkels, restaurants e.d.), merken en producten/diensten staat bij deze tweede ster van het vijfsterren model centraal.
33
Er zijn helaas nog weinig voorbeelden van winkelgebieden die op deze ster heel actief zijn. Bij de meeste initiatieven beperkt men zich tot het linken naar de eigen pagina’s van bedrijven op sociale netwerken als Facebook, Twitter, Pinterest, Foursquare en Google+.
3 A ffiliatie: hier gaan de binnenstadsondernemers pas echt rechtstreeks geld verdienen. Hun aanbiedingen, producten en diensten worden rechtstreeks gekoppeld aan landingspagina’s op hun (mobiele) webwinkels en eventueel mobiele apps, indien zij hierover beschikken. Via e-couponing kan de consument uiteraard ook verwezen worden naar fysieke winkels van de deelnemers. Een risico bij deze ster is dat de e-commerce capaciteiten van de deelnemende bedrijven (webshop - catalogus, productpagina’s, het verwerken van online bestellingen, inclusief thuisbezorging, retouren van bestelde artikelen, etc.) nog niet op volle sterkte zijn en dat slechte prestaties van deze deelnemers op dit terrein een negatieve impact hebben op het ’merk’ c.q. imago van het betreffende winkelgebied. Voorbeelden van initiatieven die zich ook op deze ster richten zijn: Tiel (winkelenintiel.nl), Oss (webshopcentrumoss.nl) en Ede (www.edecentrum.nl). Bron: Estimote (www.estimote.com)
4 F acilitatie: de samenwerking tussen de ondernemers gaat hier nog een stap verder. Er wordt een gezamenlijke online marktplaats (warenhuis) ingericht die alle benodigde e-commerce faciliteiten op een professioneel niveau aanbiedt aan alle lokale ondernemers die hier gebruik van willen maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan één gezamenlijke webshop met één gezamenlijke kassa, waardoor online kopers slechts op één punt al hun aankopen hoeven af te rekenen. En denk hierbij ook aan het uit handen nemen van alle back-end processen, zoals voorraadbeheer, orderverwerking, financiële afhandeling, klantenservice, projectmanagement en kwaliteitsmanagement. Doordat de lokale ondernemers deze faciliteiten gezamenlijk willen uitbesteden, worden zij bij voldoende deelnemers een interessante partij voor allerlei aanbieders en neemt hun inkoopkracht en onderhandelingsmacht toe. Een winkelgebied waarin 150 vestigingen voor deze optie
kiezen is voor e-commerce dienstverleners vergelijkbaar met een grote landelijke winkelketen. De ondernemers delen elkaars klantgegevens en maken gebruik van een centraal artikelbestand voor alle productinformatie. De marketingcampagnes worden ook gezamenlijk uitgevoerd. Een voorbeeld van een winkelgebied waar de focus op deze vierde ster ligt is de 9 Straatjes in Amsterdam (9straatjesonline.com). Specifiek voor dit winkelgebied is wel dat deze webwinkel zich ook in belangrijke mate richt op internationale klanten, die als toerist kennis hebben gemaakt met deze winkels en na thuiskomst nog steeds iets kunnen kopen.
5 I nspiratie: de vijfde ster heeft met name betrekking op het gezamenlijk gebruik van nieuwe (mobiele) technologie ter verbetering van de winkelervaring (beleving) tijdens een bezoek aan het winkelgebied. Op basis van het koop- en winkelgedrag van consumenten worden hun profielen up-to-date gehouden en gebruikt om bezoekers van het winkelgebied (zowel online als offline) te voorzien van relevante informatie, aanbiedingen en inspiratie ’op maat’. Deze nieuwe technologie wordt zowel in winkels als in de openbare ruimte gebruikt om de consument een optimale winkelbeleving te bieden, waardoor deze graag nog eens terugkomt. Voorbeelden van dergelijke nieuwe technologie zijn ’near field communication’ (NFC) en iBeacon (van Apple) die zaken als indoor mapping (navigeren door winkels en overdekte winkelcentra), mobiel betalen, locatie
34
H3 Het nieuwe winkelen
gebonden diensten en in-store marketing mogelijk maken die exact inspeelt op de juiste context. Of interactieve etalages die 24/7 een verkoopgesprek met consumenten kunnen aangaan en de consument kunnen verleiden tot een aankoop. De afbeelding laat zien hoe dergelijke technologie in fysieke winkels kan worden gebruikt.
Zelf een platform bouwen? Het vijfsterren model van HBD vereist niet dat lokale ondernemers in samenwerking met andere stakeholders (gemeenten, gebiedsmanagement (binnenstads- of centrummanagement), vastgoedbeleggers en -managers, VVV) een eigen platform voor het winkelgebied gaan ontwikkelen en lanceren. Dit is één van de strategische keuzes die de initiatiefnemers moeten maken bij de start van een project. Het voordeel van een eigen platform is dat deze veel meer het eigen DNA van het winkelgebied zullen bevatten en het eigen merk van het winkelgebied hierdoor in hogere mate kunnen versterken. Daarnaast is men minder afhankelijk van derden om te bepalen wat men precies gaat doen. Hier staat tegenover dat de stakeholders meer zelf verantwoordelijk zullen zijn voor exploitatie en beheer van zo’n platform, zeker als er geen budget beschikbaar is om het beheer van een eigen platform goed uit te besteden. In dit licht is het met name voor kleine dorpskernen en buurtwinkelcentra wellicht verstandiger dat zij zich beperken tot het actief gebruik van landelijke platforms als Google+ Lokaal, NLstreets, Shopgids.nl, Beslist.nl, Voradius, Todaysplace, Facebook, Twitter, Pinterest, Foursquare, Google Shopping, Wugly, etc. Echter, ook de winkelgebieden die wel kiezen voor een eigen platform zullen vaak gebruik willen en moeten maken van de hiervoor genoemde landelijke platforms. Geleerde lessen door ervaring Sinds begin 2011 zijn veel binnensteden en andere winkelgebieden actief bezig met Het Nieuwe Winkelen. De lessen die geleerd zijn van deze initiatieven zijn als volgt samengevat: 1 Veel initiatieven starten vanuit de technologie (vaak aangeboden via een lokale partij), zonder dat er vooraf de juiste kaders (doelstellingen, opdrachten en randvoorwaarden) zijn gecreëerd om Het Nieuwe Winkelen op een duurzame en haalbare manier te introduceren in een winkelgebied. Een goede voorbereiding is noodzakelijk om deze kaders te kunnen creëren. De gemeente kan in samenwerking met vastgoedpartijen en ondernemersvereniging(en) een belangrijke rol spelen bij deze voorbereiding. Om een goed plan voor zo’n initiatief op te kunnen stellen
is een scan nodig om de scope van het project te bepalen, die minimaal bestaat uit de volgende zaken: • Het uitvoeren van een ’HNW-readyness-scan’ onder een representatieve groep ondernemers in het winkelgebied. Via een standaardvragenlijst wordt in kaart gebracht in hoeverre de ondernemers klaar zijn voor Het Nieuwe Winkelen. • Het uitvoeren van een ’HNW-readyness-scan’ onder een representatieve groep consumenten die regelmatig het betreffende winkelgebied bezoeken. • Het uitvoeren van een stakeholdersanalyse (welke stakeholders hebben welke belangen bij het initiatief). • Het organiseren van een groepsdiscussie met vertegenwoordigers van alle stakeholders (inclusief consumenten) om de factoren vast te stellen die het onderscheidend vermogen van het winkelgebied ten opzichte van de concurrerende winkelgebieden bepalen. Bij veel initiatieven blijkt namelijk dat er onvoldoende nagedacht is over het realiseren van onderscheidend vermogen. • Het in kaart brengen van alle financieringsmogelijkheden en geldstromen die mogelijk gebruikt kunnen worden om zowel ontwikkeling als exploitatie van het initiatief te financieren.
lke fase van het project moet voldoende 2 E draagkracht hebben bij de ondernemers. De andere stakeholders kunnen vanuit hun belang uiteraard een en ander mee financieren en de start eenvoudiger maken (aanjaagfunctie), maar uiteindelijk zullen de ondernemers eigenaarschap en eindverantwoordelijkheid voor het initiatief moeten voelen, anders gaat het nooit iets worden. Deze draagkracht moet herhaaldelijk kritisch worden getoetst. 3 Inhoud (in de juiste context) staat voorop bij Het Nieuwe Winkelen. Zonder kwalitatief hoogwaardige bedrijfsprofielen, merkprofielen en productinformatie wordt het niets. Ondernemers zijn niet de partij die deze inhoud kunnen leveren. Hiervoor moet samenwerking worden gezocht met leveranciers en brancheorganisaties. 4 Alleen bij de eerste ster van Het Nieuwe Winkelen is participatie van ALLE ondernemers in een winkelgebied noodzakelijk. Uitsluitend voor deze eerste ster is dus collectieve financiering (via bijvoorbeeld een ondernemersfonds) noodzakelijk omdat het een utopie is dat alle ondernemers in een winkelgebied vrijwillig
35
gaan meebetalen aan deze ster. Het voordeel is wel dat deze ster relatief goedkoop te realiseren is. 5 Een binnenstad is een gebied waar niet alleen winkelen plaatsvindt, maar ook wonen, werken en recreëren. Echter, als al deze zaken op een virtueel platform bij elkaar staan, zonder dat de consument de focus op een van deze aspecten kan leggen, dan gaat dit niet werken voor de consument. Een consument die op zoek is naar een knoflookpers in Den Bosch heeft op dat moment geen behoefte aan een overzicht van te koop staande woningen in de binnenstad van Den Bosch. In het kader van de vindbaarheid zou het goed zijn als elke gemeente de domeinnaam van een stad of dorp (bijvoorbeeld www.utrecht.nl) niet exclusief voor haar eigen informatie zou gebruiken, maar deze ook ter beschikking stelt aan alle ondernemers die actief zijn in de betreffende stad of binnenstad. Via subdomeinen zou men de consument kunnen helpen bij het ’filteren’ van de juiste informatie (bijvoorbeeld winkelen.utrecht. nl, werken.utrecht.nl etc.) et wiel wordt door de verschillende winkelgebieden 6 H in Nederland erg vaak opnieuw uitgevonden. Het is jammer dat het gezamenlijk delen van kennis en infrastructuur zo moeilijk van de grond komt. Een goed voorbeeld hiervan is gratis Wi-Fi in de binnenstad. Vrijwel elk gebied kiest haar eigen oplossing. Vaak is het een oplossing waarin gratis WiFi wordt aangeboden in de openbare ruimte van een binnenstad. Echter, binnen de winkels is deze toegang weg. En de financiering en het beheer ligt vaak voor een belangrijk deel bij de gemeente, die ook haar eigen gebruiksopties wenst voor deze infrastructuur.
Het is jammer dat het gezamenlijk delen van kennis en infrastructuur zo moeilijk van de grond komt. Als het gaat om het aanbieden van gratis Wi-Fi aan consumenten ten behoeve van winkelen zou het wel eens kunnen zijn (ik weet dit helaas niet 100% zeker) dat dit beter niet door de gemeente of een vastgoedpartij wordt aangeboden. Een betere optie is wellicht dat de ondernemers zelf vanuit ondernemersverenigingen publiek Wi-Fi creëren door elk een versterkende schakel
te zijn. Elke winkel doet een relatief kleine investering met als resultaat een groot gebiedsbereik. Voor de andere stakeholders (gemeente, vastgoed) is het vooral van belang dat zij mogelijkheden bieden en barrières wegnemen. Dat kan bijvoorbeeld door regelgeving en oude afspraken aan te passen. Ook bij de keuze van een geschikt platform is het goed om de exploitatie en verdere ontwikkeling van dit platform mee te nemen bij het kiezen van de juiste oplossing. enslotte is het uiteraard ook van groot belang dat 7 T er eerst een goede requirementsanalyse wordt uitgevoerd, voordat er gekozen wordt voor technologie. Requirements vertellen wat het te ontwikkelen of te implementeren systeem moet kunnen. Als het bij de start van een initiatief niet lukt om alle requirements goed boven tafel te halen, maakt het niet meer uit hoe goed of slecht de overige stappen worden uitgevoerd. Het initiatief is dan gedoemd te mislukken. In veel gevallen hebben de stakeholders (gemeente, vastgoedpartijen, ondernemersverenigingen) moeite om zelfstandig een requirementsanalyse uit te voeren en is professionele ondersteuning nodig. Ik hoop dat in de komende jaren veel winkelgebieden gaan experimenteren met Het Nieuwe Winkelen, en dat we van elkaar blijven leren, om zo uiteindelijk de levensvatbaarheid van binnensteden en andere winkelgebieden in Nederland ook in de toekomst te garanderen.
H3 Het nieuwe winkelen
36
37
Maak de binnenstad internetproof Eefje van der Velden en Nienke van Gerwen, coördinatoren Platform Binnenstadsmanagement
E-commerce wordt een grote toekomst toegedicht. In de fysieke winkel, en dan met name in specifieke branches zoals elektronica, media en schoenen, is deze ontwikkeling al pijnlijk voelbaar. Noodlijdend toezien hoe internethandel langzaamaan een deel van onze winkelstraten leegzuigt is geen optie. Om binnensteden vitaal te houden, dienen kansen op het gebied van internet aangegrepen te worden. Maar ook beleidsmatige kaders ten aanzien van internethandel zijn van belang om onze binnensteden extra zuurstof te geven.
Vernieuwing in de fysieke winkel door internet Internet kan in meerdere opzichten zorgen voor meer dynamiek en vernieuwing in de binnenstad. Online mogelijkheden worden ingezet om de fysieke winkel een boost te geven. Recente voorbeelden hiervan zijn de vestiging van Marks & Spencer in Amsterdam en de Shoeby Smart Store in Eindhoven. Bij Marks & Spencer kunnen consumenten producten ter plekke kopen, maar er is ook een E-Boutique. De E-Boutique biedt ruimte aan een Virtual Rail - een integratie van digitale en fysieke moderekken.
Beleving is het toverwoord in de concurrentie met internet Online winkelen is aantrekkelijk voor consumenten vanwege lagere prijzen, gemak, een ruimer assortiment en het doen van aankopen op een tijdstip dat voor de consument het beste uitkomt. Wat het internet niet kan bieden is beleving. De reden waarom offline ofwel het fysieke winkelen aantrekkelijk blijft, is vanwege de mogelijkheid tot het proberen, zien, voelen, ruiken en proeven van het product. Naast de productbeleving biedt de binnenstad als geheel een belevingservaring. De binnenstad is immers een ontmoetingsplek vol sfeer en vermaak. Zowel de extrinsieke als de intrinsieke beleving van een binnenstad, zoals benoemd in het artikel van Ingrid Janssen, dienen optimaal te zijn.
Noodlijdend toezien hoe internethandel langzaamaan een deel van onze winkelstraten leegzuigt is geen optie. Consumenten kunnen hun aankopen bestellen via de bestelschermen in de winkel, via de adviseurs die uitgerust zijn met iPads of via de eigen smartphone. De onbemande en onbevoorrade Shoeby Smart Store in Eindhoven bestaat uit een winkeletalage met een interactieve bestelzuil. Via de zuil krijgen voorbijgangers toegang tot de webshop van Shoeby waar zij producten kunnen bestellen. De bestelling wordt vervolgens binnen enkele dagen thuisbezorgd.
38
H3 Het nieuwe winkelen
Pure-players openen fysieke winkels Tot nu toe minder bekend, is de omgekeerde beweging dat online ondernemers in toenemende mate fysieke vestigingen openen. De echte internetwinkels die eerder slechts online acteerden, de zogeheten ’pure players’, gaan hun bakens verzetten als gevolg van marktontwikkelingen. Sinds enkele jaren wordt dan ook steeds bewuster de omslag van pure player naar omnichannel player gemaakt. Bekende voorbeelden hiervan zijn CoolBlue en Zalando en het oorspronkelijke online lingeriemerk SAM Friday met nu fysieke brandstores in Alkmaar, Antwerpen, Amsterdam, Rotterdam en Haarlem.
winkel, kunnen afhaalpunten in binnensteden voor meer traffic zorgen waarvan andere winkels kunnen profteren. Als de klant dan toch in de binnenstad is, is de kans op meer (impuls)aankopen groot. Tevens kan op een goed ontsloten locatie aan de rand van de binnenstad ook een centraal afhaalpunt voorzien worden voor alle ondernemers in de binnenstad. Op deze manier hebben consumenten de mogelijkheid tot het ophalen van hun online bestelde producten of aangekochte producten op een centraal ingerichte plek. Zo’n centraal afhaalpunt kan slim gecombineerd worden met een oplossing voor collectieve stedelijke distributie.
Daarnaast zijn pop-up stores erg in trek. Kortstondige (internet)winkels die letterlijk als paddenstoelen uit de grond schieten om tijdelijk een leegstaand pand te betrekken. Het voordeel is drieledig; de consument wordt verrast met nieuw aanbod, de uitstraling van het pand verbetert en de internetwinkel genereert meer naamsbekendheid. Een voorbeeld is de One Day Shop, een kantoorruimte aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam die op vrijdag en zaterdag als pop-up winkel wordt verhuurd. Op de website en facebookpagina wordt vooraf aangekondigd welk concept er haar intrek zal nemen.
Zorgvuldig beleid Beleid voor internethandel staat veelal nog in de kinderschoenen. Omdat internethandel over het algemeen niet onder de begripsomschrijving ’detailhandel’ valt, zien we steeds meer internetwinkels met een showroomfunctie opkomen buiten winkelgebieden, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen. Meestal is dit niet wenselijk omdat dit de concurrentiekracht van de perspectiefrijke winkelgebieden aantast. Om te kunnen sturen op internethandel, dient de gemeente een visie te hebben op inpassing van internethandel in de voorzieningenstructuur; welk type internethandel is geschikt op welk type locatie? Zeker wanneer een gemeente ook kansen ziet weggelegd voor internethandel in het centrum, dan is beleid hieromtrent wenselijk.
Afhaalpunten en binnenstedelijke distributie Ook afhaalpunten van internetwinkels zijn sterk in opkomst. Op beter bereikbare plekken, bijvoorbeeld in aanloopstraten, en als ondersteunende functie in de
39
40
H3 Het nieuwe winkelen
41
Het Nieuwe Winkelen is niet zaligmakend
De behoefte aan winkelmeters zal met 30 procent dalen, voorspelt professor Molenaar. Dat creëert ruimte voor vernieuwing: goede ambachtslieden of mensen met een sterk concept zullen zich sneller kunnen vestigen tegen lagere kosten, wat ook goed zal zijn voor de klanten.
Rupert Parker Brady, hoofdredacteur Retail Visie
Proeftuin voor de binnenstad van de toekomst is Veghel. Ondanks de nabijheid van Den Bosch en Eindhoven kent het stadje een zeer ruim detailhandelsaanbod, ver boven het landelijke gemiddelde. Er zijn hooggespannen verwachtingen van de inzet van technologie en internet op de winkel- en koopbereidheid in een stadje met 25.000 inwoners waar bijna twee derde van de bestedingen in de detailhandel van de eigen bevolking komt en de rest van bewoners in gemeenten uit de directe omgeving. Niet zaligmakend ’Veghel Bruist’ heet de multichannel belofte waarmee een kopgroep van ondernemers samen met het gemeentebestuur en centrummanagement een kwalitatieve impuls willen geven aan de economisch kwakkelende binnenstad.
Het hart van steden moet kloppen, daar zijn experts, bezoekers, retailers en bewoners het unaniem over eens. De grootste binnenstedelijke winkelgebieden van Nederland blijven ons verleiden vanwege hun gevarieerde aanbod, woonaantrekkelijkheid, groeipotentie en vernieuwingskracht. Maar wat zijn de overlevingskansen voor de kleinere steden die vechten tegen het spook van de leegstand, de dominantie van de ’Bol dotcoms’ van deze wereld, minder bezoekers en dalende bestedingen? Een fenomeen als ’Het Nieuwe Winkelen’ probeert daar een antwoord op te geven. Is een cocktail van technologie en internet wel het meest probate wondermiddel dat je als centrum moet innemen om aantrekkelijk te blijven voor het verwende publiek? De laatste jaren raken steeds meer steden besmet met ’Het Nieuwe Winkelen’. Dit virus is door experts omineus bestempeld als het laatste redmiddel voor fysieke winkels om de snelle veranderingen in het koop- en winkelgedrag van consumenten het hoofd te bieden. Dankzij dit onheilsscenario is een gevoel van urgentie gecreëerd bij middelgrote en kleine steden. Zo zetten Veenendaal, Deventer, Veldhoven, Leeuwarden, Enschede, Alkmaar en Goes de tering naar de nering om hun centra makkelijker en plezieriger te maken met onder andere
gratis Wi-Fi, mobiele applicaties en Facebook pagina’s van winkelstraten. Eind 2013 gaat ook Arnhem van start met een nieuwe site voor de binnenstad met het aanbod van 1.100 middenstanders. Het is nog te vroeg om vast te stellen of het creëren van een ’unieke winkelbeleving’ voor de consument ook op de lange termijn leidt tot meer terugkerende klanten die tevreden zijn, en voor ondernemers zowel online als offline een hogere omzet betekent. Het korte termijneffect is in elk geval dat de hervonden gemeenschapszin ervoor heeft gezorgd dat door een collectief online aanbod de perceptie van een binnenstad of winkelcentrum in positieve zin kan veranderen, en bewoners meer bewust zijn van hun directe winkelomgeving. De binnenstad van de toekomst Een zeer recent initiatief dat inspeelt op de megatrends sociaal, lokaal en mobiel is ’de binnenstad van de toekomst’. Het brein achter deze geformuleerde ambitie is online retailtovenaar Cor Molenaar, die nu met zijn nieuwste boek ’Actie! Noodplan voor de retail’ volle dorpszalen trekt. De eigentijdse versie van de ’Wizard of Oz’ maakt terecht het punt dat er aanzienlijk minder ruimte nodig is om een nieuwe winkel te openen dan vroeger. Ook moet er veel minder in voorraad worden geïnvesteerd omdat het aanbod van producten met een lage omloopsnelheid online ter beschikking kan worden gesteld door middel van schermen in winkels.
Gemeentebesturen zullen zich niet blind moeten staren op ’Het Nieuwe Winkelen’ en de ’Binnenstad voor de toekomst’ als zaligmakend. Een snelle bezorgservice, speelse verlichting (Philips), digitale stadsmuren, tablets waarop mensen hun weg naar winkels kunnen vinden, per winkel aangepaste muziek, een online platform en eenvoudige mobiele betalingsmethoden. Alles is mogelijk en het gemeentebestuur leent zich graag voor een high profile experiment in het kader van het ’Masterplan Veghel-centrum 2030’. Er wordt zelfs gedacht aan het plaatsen van zogenoemde ’internet ramen’, waar van een winkel slechts de etalage over blijft met artikelen die met een smartphone gescand, betaald en thuis bezorgd kunnen worden. Een bijkomend effect is dat Veghel de komende maanden plat zal worden gelopen door vastgoedpartijen en stadsbestuurders die – met de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 in het verschiet – de vernieuwingsagenda voor hun winkelgebieden willen toetsen aan een live consumentenexperiment.
Een kritische noot bij zoveel goede intenties en politieke daadkracht is dat de innovaties grotendeels cosmetisch van aard en zeer trendgevoelig zijn. Wat er wordt ontwikkeld, veroudert snel en biedt geen garanties voor de toekomst. Gemeentebesturen zullen zich niet blind moeten staren op ’Het Nieuwe Winkelen’ en de ’Binnenstad van de toekomst’ als zaligmakend. Als het profiel van een stad niet voldoende onderscheidend is, is het dweilen met de kraan open. Het is belangrijk dat overheden, ondernemers, vastgoedeigenaren en andere stakeholders beseffen dat de vitaliteit en aantrekkelijkheid van een binnenstad door veel meer factoren en partijen wordt bepaald dan ’slechts’ het winkelbestand en de winkeliers. Bovenal klopt het hart van binnensteden alleen als mensen er zich thuis (blijven) voelen.
04 Binnenstads projecten uitgelicht 43
44
H4 Binnenstadsprojecten uitgelicht
Wet Bedrijven Investeringszone zet stap in goede richting Stefan van Aarle, Coördinator Platform Binnenstadsmanagement
Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft op 15 juli 2013 een wetsvoorstel gepubliceerd welke de Experimentenwet Bedrijven Investeringszone (kortweg BIZ) definitief maakt. Vanaf de start is het Platform Binnenstadsmanagement in 2009 direct betrokken bij de uitvoering van de experimentenwet. Zo is er in het voorjaar van 2013 een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers van het Ministerie naar aanleiding van de resultaten van de evaluatie van de experimentenwet door Bureau Berenschot. Het nu gepubliceerde voorstel laat een aantal positieve verbeteringen zien ten opzichte van de brief van de Minister aan de Tweede Kamer (vergaderjaar 20122013, 33 511, nr. 1) van 28 december 2012. Die brief ademde grote terughoudendheid ten aanzien van verbeteringen voor de permanente wet. Het Platform Binnenstadsmanagement is verheugd te constateren dat: 1 De vrijheid om activiteiten uit te voeren op basis van de BIZ-heffing vergroot wordt. De permanente wet biedt de mogelijkheid om projecten op het gebied van het Nieuwe Winkelen en inzet van social media deel uit te laten maken van de activiteiten. Ook gebiedspromotie valt onder de doelstellingen, mits het een publiek belang heeft. Er ontstaat dus meer ruimte om de uitvoeringsovereenkomst ondernemersgericht in te vullen.
De vrijheid om activiteiten uit te voeren op basis van de BIZ-heffing wordt vergroot. De gemeenteraad krijgt een grotere vrijheid om lokale keuzes te maken. De vraag is wel hoe dit in de praktijk zal uitwerken. 2 Ook eigenaren of een combinatie van eigenaren en gebruikers kunnen bij de BIZ betrokken worden. Hiermee wordt een grote wens definitief bekrachtigd. Echter, de nog steeds hoge drempel om een BIZ te kunnen starten zal er waarschijnlijk toe leiden dat een BIZ waarin eigenaren participeren moeilijk van de grond komt. Eigenaren zijn over het algemeen moeilijk te benaderen. Daar waar het slaagt, zal het om zeer compacte gebieden gaan, met een beperkt aantal eigenaren. 3 De drempel om een BIZ voor 5 jaar te verlengen wordt verlaagd. Een BIZ die naar tevredenheid werkt kan met een enkelvoudige meerderheid van de bijdrageplichtigen gecontinueerd worden. 4 De drempel om de BIZ voortijdig te kunnen beëindigen wordt vergroot. Dit biedt meer zekerheid als het gaat om voortgang van de projecten die in een BIZ worden aangepakt.
45
In de zomer heeft een consultatieronde plaatsgevonden waarbij tal van verbeterpunten zijn ingebracht. Het Platform Binnenstadsmanagement adviseert de Minister te luisteren naar de praktijkervaringen, zodat kan worden voorkomen dat gemeentelijke overheden op verzoek van ondernemers gebruik gaan maken van andere belastinginstrumenten. Niemand zit te wachten op onnodige bureaucratie. Naar verwachting zal de behandeling van de wet en het voorstel van de Minister nog in 2013 plaatsvinden. Daarna zal de Eerste Kamer zich erover buigen. Bij voldoende steun wordt de wet vanaf 1 januari 2015 van kracht.
Het Platform Binnenstadsmanagement adviseert de Minister te luisteren naar de praktijkervaringen, zodat kan worden voorkomen dat gemeentelijke overheden op verzoek van ondernemers gebruik gaan maken van andere belastinginstrumenten. Reactie Kamer van Koophandel De Kamers van Koophandel in Nederland hebben de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met het opzetten van Bedrijven Investeringszones en andere ondernemersfondsen. De betrokkenheid stoelt op de overtuiging dat sterke ondernemerscollectieven van groot belang zijn voor een sterke regionale economie en dat een professioneel, goed functionerend ondernemerscollectief alleen mogelijk is als daar een structurele en stabiele financiering aan ten grondslag ligt. Op basis van de opgedane ervaringen zijn voorstellen gedaan die de toepasbaarheid van de BIZ op lokaal niveau zouden vergoten. Een belangrijke wens vanuit lokale initiatieven is om de bestedingsdoelen te verruimen. Helaas komt de nieuwe wet daarin niet tegemoet. Slechts op het vlak van het internet is meer mogelijk gemaakt. De indruk bestaat dat als de wet op dit punt niet verandert, ondernemers in winkelgebieden massaal zullen kiezen voor fondsvorming
via een reclamebelasting, zelfs in gebieden waar nu een BIZ-experiment loopt. De Minister is op dit punt geadviseerd nader onderzoek te doen en de ervaringen bij andere fondsvormen en in het buitenland daarin mee te nemen. Ook het pleidooi om de draagvlakeisen aan te passen door de uitgebrachte stemmen als uitgangspunt te nemen, in plaats van het totaal aantal stemmen, is niet overgenomen. Ook biedt de nieuwe wet geen oplossing voor het knelpunt van de bedrijfsverzamelgebouwen. Verdergaande aanpassingen op bovenstaande punten zouden de BIZ echt tot het beste alternatief maken. Reactie gemeente Den Haag De gemeente Den Haag en de Haagse ondernemers zijn zeer content met het bestaan van Bedrijven Investeringszones. De inspanningen hebben in de experimentele fase geresulteerd in 20 BI-zones, die gezamenlijk voor circa € 5 miljoen aan private investeringen in de winkelstraten en bedrijventerreinen zorgen. Het bericht dat er een permanente wet zal komen, is enthousiast ontvangen in Den Haag. Met name het openstellen van de BIZ voor vastgoedeigenaren en strengere voorwaarden aan de herstemming zijn voorstellen die Den Haag ondersteunt. Echter, Den Haag geeft aan dat zij niet zitten niet te wachten op onnodige betutteling, bemoeienis en bureaucratie bij de overheid. In de essentie is de BIZ nu een belastinginstrument (letter van de wet) in plaats van een instrument ván, vóór en door ondernemers (geest van de wet). Daarom hebben de gemeente en de ondernemers in Den Haag twee essentiële verbeterwensen. 1 Geef geen inperking van de inhoudelijke doelstellingen, behalve dat BIZ-activiteiten niet strijdig mogen zijn met het publiek belang. 2 Maak de BIZ volledig zelf verantwoordelijk voor de keuze, uitvoering en verantwoording van de verrichte activiteiten en beperk de gemeentelijke rol tot de stemming, inning en subsidieverstrekking, ook wat betreft bezwaar en beroep. Als de BIZ-wet in zijn voorgestelde vorm permanent wordt en de gewenste verbetervoorstellen niet worden overgenomen verwacht Den Haag dat veel gemeenten zullen overstappen op alternatieve instrumenten, waar de genoemde beperkingen niet meespelen.
H4 Binnenstadsprojecten uitgelicht
46
47
Kunst en cultuur als waardemakers voor de stad Team Nieuwe Rijkdom, Jeroen Saris – Eigenaar De Stad BV, CP Berbée – Beeldend kunstenaar / Kunstproject Leve het Zaailand, Jan Brouwer – Eigenaar ABF Cultuur, Hildegard Assies – Eigenaar UrbanRetail
Onze steden ondergaan een nieuwe metamorfose. In de tijd dat Nederland van 6 naar 17 miljoen inwoners groeide, liepen de steden leeg en vulden zich de groeikernen en het platteland. Stadscentra verschraalden tot er enkel ’koopgoten’ en winkelcentra overbleven. Nu de belangstelling voor de stad weer toeneemt en steeds meer mensen woonruimte zoeken in de steden, staan de functies van binnensteden opnieuw onder druk. Nieuwe bewoners en consumenten vragen iets anders en gedragen zich anders. Waar het heen gaat? Dat is nog niet te overzien. Maar zeker is dat beleving en betekenis een voorname rol zullen spelen. Steden en winkelcentra zullen hun identiteit opnieuw moeten definiëren. Door bewoners en bezoekers te verrassen, aandacht te geven, verwennen en te belonen, in te spelen op nieuwe behoeften en veranderd gedrag, kunnen ze een persoonlijke verbinding met hen aangaan en van de binnenstad een beleving maken. Kunst en cultuur kan hierin een belangrijke rol spelen. De rol van kunst en cultuur Kunst en cultuur maken trots, bieden levendigheid, geven plekken uitstraling, verrassen en dagen uit, zetten aan het denken en geven een middel om te laten zien wie je bent, om ergens bij te horen. Door kunst en cultuur te verbinden op persoonlijk niveau, wordt het een reden
om naar de binnenstad te gaan, om er te wonen of te verblijven. Kunst en cultuur verrijken de beleving van een plek door betekenis te geven aan tijd en ruimte. En daardoor aan de omgeving, aan de ontmoeting en het verblijf. Dat is wat kunst en cultuur teweeg kunnen brengen en dat is wat de binnenstad nodig heeft. Onze binnensteden transformeren en kunst en cultuur zijn een probaat middel om een cultuurverandering te bevorderen. De binnenstad wordt podium en publieksruimte tegelijkertijd.
Kunst en cultuur verrijken de beleving van een plek door betekenis te geven aan tijd en ruimte. En daardoor aan de omgeving, aan de ontmoeting en het verblijf. Verrijking van de binnenstad Investeringen in cultuur betalen zich dubbel en dwars terug. Hoe aantrekkelijker het aanbod van kunst en cultuur, hoe hoger de belevings- en verblijfswaarde van het gebied. Hoe groter de aantrekkingskracht op
48
H4 Binnenstadsprojecten uitgelicht
Investeringen in cultuur betalen zich dubbel dwars terug; hoe aantrekkelijker het aanbod van kunst en cultuur, hoe hoger de belevings- en verblijfswaarde van het gebied. bezoekers met een hoger bestedingspatroon, hoe hoger de economische (materiële) waarde van het gebied op termijn zal stijgen. De nieuwe economische waarde wordt op haar beurt de financieringsbron voor het culturele programma. Een onderscheidende identiteit en een specifieke belevingswaarde zijn voorwaarden voor een grote publieke aantrekkingskracht. Omvang, duurzaamheid en continuïteit van het programma zijn van doorslaggevend belang voor de effectiviteit. Nieuwe Rijkdom: een eigenzinnig initiatief Nieuwe Rijkdom is een initiatief van vier partijen met uiteenlopende achtergronden, die hun expertise en talenten hebben gebundeld. We delen onze passie voor de stad en het geloof in de verbindende kracht van kunst en cultuur. In Leeuwarden is nu al aangetoond dat deze aanpak veel losmaakt bij winkeliers, kennisinstellingen en kunstenaars. Nieuwe Rijkdom fungeert als aanjager, versneller, inspirator en regisseur van vernieuwing van binnensteden. Wij brengen nieuwe kansen aan het licht door anders naar de stad en haar functies te kijken. Dit doen we door vooral niet in hokjes te denken, door creativiteit in te zetten en door binnen een stad nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Hierbij houden we altijd de belangen van alle betrokken doelgroepen in ons achterhoofd en beschouwen we elke ruimte als een plek met een identiteit. Om deze identiteit te ontdekken zetten we kunst en cultuur in als nieuwe zoekmachine. Culturele interventies & samenwerking Door het project uit te breiden naar ten minste drie kansrijke binnensteden kan getest worden welke cultuur projecten het meest effectief zijn en hoe kunst de belevingswaarde van binnensteden het beste kan aanjagen. De deelnemende steden ontwikkelen gezamenlijk een meerjarig experiment met culturele interventies dat begeleid wordt met een gezamenlijk leerprogramma. Zo kunnen deze steden van elkaar leren en met elkaar de effectiviteit van de aanpak beproeven en
evalueren. Door samen te werken verwachten we dat elke stad sneller leert wat werkt en wat niet, dat er objectiever geëvalueerd kan worden en dat landelijke instellingen (branche organisaties, KvK, Ministerie EZ en fondsen) eerder geneigd zullen zijn daarvoor budget vrij te maken omdat de kans op succes groter is dan bij incidentele lokale projecten. Nieuwe Rijkdom in de praktijk Begin 2013 is Nieuwe Rijkdom van start gegaan in Leeuwarden in opdracht van de Kamer van Koophandel en wethouders culturele zaken en economische zaken. Hier is de ambitie om gezamenlijk, vooruitlopend op de Culturele Hoofdstad 2018, de identiteit en de belevingswaarde van Leeuwarden een flinke impuls te geven. Nieuwe Rijkdom laat in Leeuwarden zien dat in een bredere behoefte wordt voorzien: winkeliers, eigenaren en bewoners zoeken mee naar de betekenis van de binnenstad. Het toont aan dat kunst ook buiten de museale muren (cultureel kapitaal) mensen beweegt tot culturele participatie (cultureel vermogen). Leeuwarden heeft zichzelf een cadeautje gegeven door op deze wijze projectvoorstellen te genereren. Daarbij is door ontwerpers, kunstenaars en architecten gereageerd op de thema’s die door de binnenstad, instellingen, winkeliers, restaurateurs en bewoners zijn aangedragen. Dat cultureel vermogen om samen culturele ruimte en beleving te maken, is essentieel. Deze aanpak, waarbij het culturele vermogen ontwikkeld wordt, stelt individuen en groepen veel beter in staat om zich voor te bereiden op verandering en te anticiperen op de toekomst met nieuwe initiatieven. De lessen van Leeuwarden zijn nu al nuttig en leerzaam voor de brancheorganisaties in de retail, voor het MKB, voor de cultuurfondsen, voor de VNG en een inspiratie voor gemeenten elders in het land.
49
50
H4 Binnenstadsprojecten uitgelicht
Consumenten maken tegenwoordig een weloverwogen keuze om een binnenstad te bezoeken. Aspecten als de kwaliteit van het aanbod, de functiemix, de inrichting van de openbare ruimte, bereikbaarheid en sfeer bepalen in belangrijke mate deze keuze. Beleving is echter vaak de doorslaggevende factor. Onderzoek heeft uitgewezen dat een positieve winkelbeleving meer klantenwerving, vervolgaankopen en klantenbinding tot gevolg heeft. Welke ingrediënten maken deze fysieke beleving?
Avontuur Thema Vormgevers
51
Verlichting kan een positieve invloed hebben op de winkelbeleving. Licht is een flexibel ingrediënt dat kan worden aangepast aan de doelgroep, de context, het seizoen, het tijdstip van de dag, de drukte in de winkel etc. Verlichting bepaalt hoe we producten zien (functionele rol), hoe we ons voelen in de winkel (affectieve rol) en welke associaties worden opgewekt (cognitieve rol). Dit is van invloed op het koopgedrag van de consument, optimalisatie van de verlichting heeft dan ook vaak een omzetstijging tot gevolg.
Kwantiteit en kwaliteit van het aanwezige groen wordt in binnensteden uitermate belangrijk gevonden. Groen zorgt voor sfeer, wat vervolgens de verblijfsduur verlengt en herhalingsbezoek bevordert. De opbrengst van stadsgroen kan maar liefst 100 keer groter zijn dan het budget dat er jaarlijks voor wordt vrijgemaakt. Denk hierbij aan een stijging van de waarde van onroerend goed, de toename van stadstoerisme, een betere volksgezondheid en meer sociale samenhang.
Bij beleving wordt vaak de meeste aandacht besteed aan de visuele aspecten. De beleving wordt echter door een totaalbeeld bepaald. Een vaak vergeten, maar belangrijk onderdeel hierin is de geur. Deze wordt vaak onbewust waargenomen. Hersenen verwerken echter de bewuste en onbewuste waarnemingen en komen in een gemoedstoestand die leidt tot het wel of niet aankopen van producten. In winkels met een aangename geur neemt de totale verblijfsduur toe, groeit de aankoopbereidheid en daarmee de omzet.
De beleving in binnensteden wordt vooral in de donkere maanden voor een groot deel bepaald door de verlichting. Consumenten geven aan eerder naar een winkelgebied te gaan als er feestverlichting en decoratie in het winkelgebied aanwezig is. Bovendien zorgt een mooi verlicht winkelgebied voor een langere verblijfsduur en draagt het bij aan het gevoel van veiligheid.
Beleving is via verschillende kanalen te ervaren, zowel op winkel- als binnenstadsniveau. Technologie kan de beleving intensiveren met als gevolg een verbetering van de bedrijfsresultaten. Zo kan het tonen van een korte film over een product de productbeleving vergroten en de verblijfsduur in de winkel verlengen. Interactieve digitale toepassingen kunnen bovendien de conversie verbeteren door bijvoorbeeld consumenten op basis van gestelde vragen naar het juiste schap te navigeren.
MK Illumination
Darthuizer Oase Lease
H2 De veranderende binnenstad
52
53
05 Beste Binnenstad 2013 – 2015 55
56
H5 Beste Binnenstad 2013-2015
Vernieuwde verkiezing Beste Binnenstad 2013 - 2015
57
Binnenstadsmanagement betreft de titel Beste Binnenstad ook in de toekomst zal worden toegekend. Ambitie is om de Verkiezing elke editie weer in samenwerking met diverse partijen inhoudelijk vorm te geven en waar nodig verder te verfijnen. Pijler voor de eerstvolgende editie van de Verkiezing Beste Binnenstad is het opnieuw opnemen van de categorie kleine binnensteden/dorpskernen.
Nadja Bressers, Coördinator Platform Binnenstadsmanagement
Binnensteden zijn de plekken waar de veranderingen in de economische ontwikkeling en de voorkeuren van de consument het meest duidelijk zichtbaar zijn. Het zijn de plekken waar de verschillende vormen van voorzieningen van winkels tot horeca en cultuur samenkomen. Het zijn de meest waardevolle gebieden van een stad. BRO draagt deze plekken een warm hart toe en steunt de initiatieven om de binnensteden op de kaart te zetten. De Verkiezing Beste Binnenstad draagt daar in belangrijke mate aan bij. De titel Beste Binnenstad is een kwaliteitslabel. Tijdens de Verkiezing Beste Binnenstad worden alle facetten van de binnenstad onder de loep genomen. De Beste Binnenstad is niet de binnenstad met het leukste winkelaanbod of de meest spraakmakende architectuur, maar onderscheidt zich in de volle breedte van andere binnensteden. Zowel vanuit de optiek van de consument als het bedrijfsleven, bewoners en bezoekers. Uitgangspunt van de Verkiezing Beste Binnenstad is de ontwikkeling die een binnenstad binnen een periode van twee tot drie jaar heeft doorgemaakt. De titel Beste Binnenstad beloont innovatie en dynamiek. Bredere insteek editie 2013-2015 Ook de organisatie van de Verkiezing Beste Binnenstad heeft de afgelopen periode de nodige dynamiek gekend en ontwikkelingen doorgemaakt. Zo is de organisatie van de Verkiezing 2013-2015 volledig in handen van Platform Binnenstadsmanagement. In samenwerking met de partners NRW, Vastned, Redevco, Shopping Centre News, Locatus, BRO en Stenden Hogeschool is deze editie tot stand gekomen en gedeeltelijk in een nieuw jasje gestoken. Allereerst is het logo vernieuwd, inmiddels naar wij hopen voor een ieder herkenbaar als hét beeldmerk van
Verkiezing Beste Binnenstad. Hiermee samenhangend heeft ook de website een facelift gekregen. Niet alleen de verschijningsvorm van de Verkiezing Beste Binnenstad is veranderd, ook enkele inhoudelijke en procesmatige aspecten zijn bijgeschaafd. Binnensteden worden in tegenstelling tot eerdere edities niet meer gecategoriseerd op basis van aantal inwoners, maar op basis van het aantal winkels in de betreffende binnenstad. Deze editie richt zich op twee categorieën: middelgrote binnensteden met 200 tot en met 325 winkels en grote binnensteden met meer dan 325 winkels. Naast een open inschrijving is tevens op basis van objectieve criteria een voorselectie van binnensteden gemaakt. Reden hiervoor is de constatering in eerdere edities dat niet alle potentiële kanshebbers zich inschrijven. Bovendien wordt op deze manier waardering uitgesproken voor de meetbare positieve ontwikkeling van de binnenstad. Tot slot is de jurering transparanter geworden, middels een bezoek aan de vier finalisten. Doorkijk naar 2015 Kijkende naar het enthousiasme van de Nederlandse binnensteden, het feit dat positieve aandacht voor de kwaliteit van binnensteden juist in deze tijd waardevol is, de enorme spin off voor zowel de genomineerde als winnende binnensteden maakt dat wat Platform
Redevco is een onafhankelijke vastgoedonderneming gespecialiseerd in retail. Als beheerder van een van de grootste portefeuilles van winkelpanden in Europa heeft de ontwikkeling van binnensteden onze volle aandacht. Wij geloven in lange termijn investeringen waarbij kwaliteit en duurzaamheid leidend zijn. Hierbij gaat het niet alleen om het maximaliseren van milieuvriendelijkheid in onze panden, maar ook om het verbeteren van de leefbaarheid in de straat of stad. De positieve aandacht die de Verkiezing Beste Binnenstad voor de centra in de Nederlandse steden genereert, levert een waardevolle bijdrage aan het topic dat bij Redevco hoog op de agenda staat.
Binnensteden zijn van origine de plaats waar het allemaal gebeurt. Historische binnensteden met tal van winkels, musea, restaurants en andere activiteiten zijn nog steeds een geliefde bestemming onder het winkelende publiek voor een dagje uit. Bovendien trekken steeds meer mensen naar de steden om daar te wonen. Ook zij zien vele voordelen. Vastned ondersteunt het initiatief Verkiezing Beste Binnenstad, omdat wij het van belang vinden dat binnensteden deze rol behouden.
NRW onderschrijft van harte de visie van Platform Binnenstadsmanagement dat juist in deze tijd, waarin binnensteden onder druk staan, positieve aandacht voor de kwaliteit van de binnenstad waardevol is. Bovendien levert de titel ’Beste Binnenstad’ een belangrijke bijdrage aan de economie van de binnenstad, zo leren de recente ervaringen in Eindhoven en Hoogeveen. Een succesvolle binnenstad is vaak ook een binnenstad met een aantrekkelijk en economische sterk winkelbestand. Samen met alle belanghebbenden werkt NRW graag mee aan de verkiezing van 2013 om zo het belang van de winkelsector positief onder de aandacht te brengen.
59
beeld beste binnenstad
60
H5 Beste Binnenstad 2013-2015
Juryrapport DEN HAAG WINNAAR CATEGORIE GROTE BINNENSTAD Den Haag toont lef en volharding De jury heeft Den Haag uitgeroepen tot Beste Binnenstad 2013-2015 in de categorie ‘grote binnensteden’. Deze prijs heeft Den Haag vooral te danken aan de consequente (door)ontwikkeling van de stad. Den Haag heeft met visie, samenwerking en doorzettingsvermogen toegewerkt naar een complete attractieve binnenstad. Het feit dat de binnenstad van Den Haag ook tijdens vorige edities lang in de strijd was voor de titel, bewijst de goede koers die jaren geleden is ingezet. Nu is de jury van mening dat de Haagse binnenstad de titel meer dan ooit verdient. Woorden én daden Den Haag heeft volharding getoond bij de integrale ontwikkeling van de binnenstad. De stad behoort inmiddels tot de nationale winkeltop en is uitgegroeid tot een ‘must see’ bestemming. Van onderaf wordt hier gezamenlijk met diverse partijen professioneel aan gewerkt. Het ‘Binnenstadsplan’ is hiervan de grondlegger. De jury heeft dan ook haar waardering uitgesproken voor het organiserend vermogen in de stad. Bureau Binnenstad Den Haag is een voorbeeld van professioneel centrummanagement in een grote binnenstad. Met alleen al 5 Bedrijven Investeringszones (BIZ) in de binnenstad en 20 in totaal in de gemeente, loopt Den Haag voorop. De resultaten zijn er dan ook naar: Den Haag trekt nieuwe (inter)nationale retail, horeca en hotelformules naar de binnenstad, diverse private partijen investeren in herontwikkelingen op beeldbepalende plekken en er zijn diverse projecten gerealiseerd. Denk aan het multifunctionele New Babylon, de Spuimarkt met een combinatie van retail en leisure, het lokale tramnet en de opwaardering van de Haagsche Passage. Kortom, de dynamiek is groot. Van mono- naar multifunctionaliteit De Haagse binnenstad biedt bezoekers een mix van historische, kleinschalige sfeer en moderne, binnenstedelijke grootschaligheid. De stad heeft actief ingezet op het acquireren van winkels en horecaformules en ruimte gecreëerd om grootschalige formules te faciliteren binnen de compacte winkelkern. Een voorbeeld voor andere grote steden. Rondom het hart van de binnenstad
61
VENLO WINNAAR CATEGORIE MIDDELGROTE BINNENSTAD
worden diverse sfeergebieden versterkt met elk een eigen identiteit, doelgroep en positionering. Bovendien biedt de binnenstad meer dan winkelen alleen. Den Haag investeert fors in huisvesting en terugplaatsing van functies in de binnenstad, zoals wonen en studeren. Stond de Haagse binnenstad twee decennia geleden bekend als monofunctioneel, anno 2013 is Den Haag een echte ’destination’. De binnenstad heeft duidelijk meer betekenis gekregen op het gebied van horeca, werken, cultuur, evenementen, wonen en studeren. Nooit af… Den Haag gaat verder met het versterken van de multifunctionele binnenstad. Alleen al in de Grote Marktstraat is een drietal grote projecten in ontwikkeling. Nieuwe internationale retailers staan in de rij. Ondanks of dankzij het feit dat de stad voortdurend in transitie is, is 2013 het jaar dat de continuïteit van de ontwikkelingen in Den Haag beloond wordt. Zilver: Amsterdam De jury prijst de ontwikkeling die Amsterdam de laatste jaren heeft doorgemaakt. Het is meer en meer een stad met internationale allure, niet in de minste plaats door de recente opening van de musea en de ontwikkelingen aan de oevers van het IJ. Met de ontwikkelingen rondom het IJ en de Noord-Zuidlijn worden de grenzen van de (binnen)stad opgerekt en nieuwe woon- en leefmilieus gecreëerd. Ook het organiserend vermogen van Amsterdam heeft de laatste jaren een flinke slag gemaakt, met onder andere ‘Centrum XL’. Kanttekening van de jury is echter het feit dat de ‘oorspronkelijke’ binnenstad binnen de grachtengordels nog een slag kan en gaat maken, onder meer met de realisatie van de Noord-Zuidlijn. Het creëren van de Rode Loper, de entree van de stad - van het CS naar het Rokin - is mede om die reden nog niet voltooid. Bovendien is de jury benieuwd naar de wijze waarop de stad in de toekomst omgaat met de toenemende bezoekersstromen. Dat vraagt om innovatie en scherpe keuzes. Amsterdam is hard op weg maar de titel komt te vroeg. Desondanks is het bewonderenswaardig om te zien wat er de laatste jaren is gerealiseerd.
Een historische euregionale binnenstad De titel Beste Binnenstad 2013-2015 in de categorie ‘middelgrote binnensteden’ komt volgens de jury toe aan de gemeente Venlo. De jury beloont met deze titel de ontwikkeling die het centrum in de breedte heeft doorgemaakt. Venlo heeft tegen de conjuncturele trend in hét moment gepakt om te investeren in de binnenstad. Het resultaat is een binnenstad die ‘staat als een huis’ in de euregio. Realisatie grootstedelijke voorzieningen De afgelopen jaren is in de binnenstad van Venlo een ware metamorfose voltrokken. Er is in aansluiting op de historische binnenstad een schaalsprong gemaakt. Niet alleen ruimtelijk maar ook functioneel. De jury prijst de diversiteit aan landelijke ketens en (nieuw) lokaal ondernemerschap. De nieuwe Maasboulevard biedt ruimte aan grootschalige winkelformules en met het stadspark en de passantenhaven is een plek in de binnenstad gecreëerd om te verblijven. Op inspirerende wijze is het water betrokken bij de binnenstad. Dat ook de markt de ontwikkeling weet te waarderen, bewijst de komst van Primark medio 2014. Ook op cultureel gebied is een slag gemaakt: theater de Maaspoort werd gemoderniseerd en uitgebreid en het Kloosterkwartier is nieuw leven ingeblazen met cultuurpodium Domani. Tot slot is de bereikbaarheid van de binnenstad verbeterd door de recente ondertunneling van het Koninginneplein. Faciliteren van vernieuwende concepten De vernieuwing komt niet alleen tot uiting in ruimtelijke ingrepen. Ook een flexibel bestemmingsplan waardoor ingespeeld kan worden op de dynamiek in de binnenstad is hier een voorbeeld van. Zo is een leegstaand winkelpand aan de rand van het winkelgebied nu een onderwijslocatie van HAS Hogeschool. Een vernieuwend concept is Shifting Balances / Retail 2.0. Met omzetgerelateerde huur, flexibele huurperiodes en lage inrichtingskosten ontstaat ruimte voor retailers om zich op laagdrempelige wijze op proef in de binnenstad te vestigen en wordt tegelijkertijd leegstand bestreden. Bovendien biedt het de consument verrassing en vernieuwing. De jury is overtuigd door de voortvarende en innovatieve aanpak van de stad in deze tijd. Hechte samenwerkingsverbanden Een ander in het oog springend aspect is de krachtige samenwerking, met een sterke vertrouwensrelatie tussen publiek en privaat als basis. Organische groei van steeds
hechtere samenwerkingsverbanden voortkomend uit succesverhalen lijkt hier het adagium. Enkele voorbeelden zijn Taskforce Binnenstad, city-marketingorganisatie Venlo Partners en ondernemersvereniging Venlostad.com. Een concreet en vooruitstrevend project voortkomend uit samenwerking tussen gemeente, retailers, (potentiële) ondernemers en vastgoedeigenaren is het tegengaan van leegstand middels de digitale pandenbank. Vertel het voort In de binnenstad van Venlo zijn dankzij de continue inzet van verschillende instrumenten aansprekende resultaten geboekt waardoor Venlo zichtzelf zowel lokaal als regionaal op de kaart heeft gezet. Nu rest de uitdaging dit wereldkundig te maken, de jury is alvast overtuigd! Zilver: Zaandam Niemand kan voorbij aan de transformatie die de binnenstad van Zaandam heeft doorgemaakt. Het project ‘Inverdan’ heeft Zaandam een nieuwe identiteit gegeven en weer op de kaart gezet. Eigen inwoners en de regio weten de weg weer te vinden. Ondernemers bevestigen de toegenomen bezoekersaantallen en omzetcijfers. De jury acht het bewonderenswaardig dat met de stadsvernieuwing het centrum nieuw leven is ingeblazen. Hierbij plaatst de jury echter tegelijkertijd een kanttekening; kan de revitalisering van het kernwinkelgebied op lange termijn ook de overige delen naar een hoger niveau tillen? Daarvan is de jury nu nog niet overtuigd. Bovendien is het project ‘Inverdan’ nog niet voltooid, er komt een decennium met nieuwe uitdagingen. Daarbij adviseert de jury om naast de ‘hardware’ te investeren in de ‘software’. Denk daarbij aan citymarketing, publiekprivate financiering, acquisitie van formules etc. Met betrekking tot deze aspecten is Venlo enkele stappen verder.
62
H5 Beste Binnenstad 2013-2015
Terugblik beste binnensteden 2011 - 2013
Met de Verkiezing Beste Binnenstad wordt aandacht gevraagd voor de kwaliteit en ontwikkeling van onze binnensteden. Het winnen van de titel Beste Binnenstad is van grote waarde en levert landelijke erkenning op. Aan het woord de drie winnaars van de Verkiezing Beste Binnenstad 2011-2013. Grote binnenstad – Eindhoven Zes oktober 2011 was het eindelijk zo ver: Eindhoven mocht zich met trots twee jaar de Beste Binnenstad van Nederland noemen. Drie maal is scheepsrecht, want het was inmiddels de derde keer dat we meededen in de race om deze titel. Behalve dat het winnen van een wedstrijd mooi is, was het meedoen op zichzelf ook erg waardevol. Het is namelijk goed samenwerken als je met je partners in de stad een helder doel voor ogen hebt. De winst zelf maakte ook het nodige los. Omdat veel mensen ’beste’ verwarren met ’mooi’ en omdat ’mooi’ in relatie tot steden over het algemeen ’historisch’ betekent, mochten we vaak uitleggen waarom we hadden gewonnen. Tientallen keren hebben we dit mogen doen, zowel in onze stad zelf als aan de vele bezoekende delegaties uit het land (zoals gemeenten, ondernemersverenigingen en retailorganisaties). Dit was een buitenkans want het juryrapport stipte juist die zaken aan waarop we in Eindhoven al jaren focussen. Zaken als de vernieuwing in Eindhoven, de internationale waardering voor Brainport
63
uithangbord voor de ’quality of life’ in Brainport Eindhoven. Een regio die een vaste plaats wil bemachtigen in de top-10 van de meest innovatieve regio’s van de wereld en de top-3 van Europa. Dat betekent het maken van scherpe keuzes in doelgroepen, positionering en activiteiten. Een eenduidig, kloppend en onderscheidend imago draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de regio voor bedrijfsinvesteringen en bezoekersbestedingen en daarmee tot een grotere werkgelegenheid. Zo profiteren uiteindelijk de bewoners van de stad Eindhoven. Want wie kiest, wordt gekozen.
Eindhoven en aansprekende evenementen als Dutch Design Week, Glow en het toen nog nagloeiende Glazen Huis van 3FM. Wat we in Eindhoven het meest waardeerden in de beoordeling van de jury was de erkenning van onze heldere positionering van de stad en de vastberadenheid van publieke en private partners om de stad verder te ontwikkelen. ’Technologie’, ’Design’ en ’Kennis’ zijn onze kernwaarden en die bieden voortdurend houvast en geven richting. Kernwaarden die worden opgepakt door creatieve en innovatieve ondernemers waardoor regelmatig nieuwe retail- en horecaconcepten worden gepresenteerd aan het publiek. Onze stad is voortdurend in beweging en de prijs zien we als erkenning hiervan. Ook Eindhoven365 voert een heldere citymarketingstrategie op basis van deze kernwaarden. Deze strategie geeft richting aan de activiteiten die worden ontplooid om Eindhoven verder op de kaart te zetten en aan de ontwikkeling van de stad zelf. Technologie, Design en Kennis zijn de kracht van Eindhoven en werken (in)direct als een magneet die talenten, studenten, start-ups en internationaal publiek naar Eindhoven trekt. Daarom vormt de strategie, organisatie en communicatie van Eindhoven365 zich rond deze drie pijlers. Een binnenstad, en zeker die van Eindhoven, is nooit af. We blijven vooruit kijken. De binnenstad is immers een
Wat we het meest waarderen in de jurybeoordeling is de erkenning van onze heldere positionering van de stad en de vastberadenheid van publieke en private partners om de stad verder te ontwikkelen. Middelgrote binnenstad – Hoogeveen De integrale aanpak van de gemeente en ondernemers vormden in Hoogeveen de sleutel tot succes. Met de titel op zak is de samenwerking tussen het centrummanagement en de gemeente verder geïntensiveerd. Bij elke activiteit in de binnenstad worden inwoners, regiobezoekers en toeristen uitgenodigd om de Beste Binnenstad van Nederland te bezoeken. Via een nieuwe website, banieren, advertenties, flyers en posters is en wordt dit gepromoot. Ook tijdens grote onderscheidende evenementen (zoals de Pulledagen in de zomer en de Noorderlichtjesparade in de kerstperiode) wordt de titel ’Beste Binnenstad
van Nederland’ uitgedragen. Hiervan zijn de resultaten zichtbaar: niet alleen komen er bezoekers vanuit de regio, maar ook vanuit de Randstad en Zuid-Nederland komen consumenten Hoogeveen bezoeken, doordat men gehoord heeft van de dynamiek, sfeer en reuring die de binnenstad van Hoogeveen te bieden heeft. De binnenstad van Hoogeveen blijft het dan ook relatief goed doen. De leegstand is gering en het aantal passanten in het kernwinkelgebied is het afgelopen jaar toegenomen. Dorpskern – Venray De titel Beste Binnenstad bleek een krachtig middel om de kwaliteiten en aantrekkingskracht van Venray en haar centrum breder onder de aandacht te brengen en te houden. Venray kreeg met de titel erkenning als kleine plaats met een prachtige dorpskern. Het logo kreeg een prominente plaats in alle reclame-uitingen en -campagnes. Vooral de guerrilla marketing campagne, zoals de 3-D tekening op het Schouwburgplein en Revers Graffiti in omliggende gemeenten, bleken spraakmakend en eigentijds.
Venray kreeg met de titel erkenning als kleine plaats met een prachtige dorpskern. De vele werkbezoeken van andere gemeentebesturen, centrumvertegenwoordigers en makelaars hebben bijgedragen aan het steeds kritisch blijven kijken naar de mogelijkheden voor vernieuwingen. De samenwerking tussen ondernemers, horeca en gemeente is verder geïntensiveerd in de overkoepelende overlegstructuur Venray Bloeit. De samenwerkende partijen blijven werken aan een gezellige, bruisende, veilige en gastvrije stad, waar bezoekers en inwoners van Venray heerlijk kunnen vertoeven.
06 Binnenstads barometer 65
66
H6 Binnenstadsbarometer
67
Sturing geven aan de binnenstad: inzicht in functioneren van binnensteden steeds belangrijker! Eefje van der Velden, Coördinator Platform Binnenstadsmanagement
Binnensteden zijn aan verandering onderhevig. Het monitoren van verandering is van essentieel belang om te kunnen sturen op verandering en zo het (economisch) functioneren van de gebieden te verbeteren. Daarnaast is het voor stakeholders in binnensteden van belang inzicht te hebben in de effectiviteit van investeringen. Gemeentebestuurders en ondernemersorganisaties wensen, zeker in tijden van economische crisis, helder inzicht in de behaalde resultaten om de juiste keuzen te maken ten aanzien van de projecten. Welke gegevens zijn interessant? Om te kunnen sturen op ontwikkelingen, leveren in ieder geval de volgende gegevens interessante informatie op: • Veranderend consumentengedrag. De consument is minder grijpbaar. Winkelgebieden worden makkelijker uitgewisseld vanwege de toegenomen mobiliteit, de beschikbare informatie (o.a. via internet) en de hoge eisen van de consument. Het meest nabijgelegen winkelgebied is niet per definitie meer het best bezochte winkelgebied van de consument. Als gevolg hiervan is inzicht in doelgroepen en bezoekersaantallen steeds belangrijker om de marketingstrategie te kunnen bepalen: waar komen onze bezoekers vandaan? Onder welke doelgroepen is onze binnenstad populair? Waar liggen gerichte marketingkansen?
Het monitoren van verandering is van essentieel belang om te kunnen sturen op verandering en zo het (economisch) functioneren van de gebieden te verbeteren. eranderende loopstromen. Een logische routing, een • V goede doorbloeding van het centrum, is sterk bepalend voor de beleving. Tevens bepaalt de routing ook de richting van de investeringen in een binnenstad; hoe meer bezoekers op een bepaalde locatie, hoe hoger de wens en de noodzaak om te investeren. Inzicht in de loopstromen is om deze redenen van groot belang om investeringen richting te geven. • D alende bestedingen. De consumentenbestedingen staan als gevolg van de economische crisis en een laag consumentenvertrouwen al geruime tijd onder druk. Consumenten moeten dus verleid worden om (meer) te besteden. Inzicht krijgen in de behoeften en voorkeuren van de bezoeker levert o.a. om deze reden interessante informatie op. oenemende leegstand. Om leegstand te kunnen • T aanpakken, staat voorop dat er een goed inzicht moet
zijn in de feitelijke situatie ten aanzien van leegstand. Hoe groot en problematisch is de leegstand, welk typen panden staan er leeg, wat zijn de mogelijkheden van deze panden qua locatie, pandomvang en prijs? Naar welke panden is er in de markt belangstelling? Een pandenbank kan hiervoor een interessant hulpmiddel zijn.
De kennis van de samenhang tussen deze data is bepalend voor het gewenste inzicht en de daaraan gekoppelde maatregelen om de positie van de binnenstad te versterken. Integraal inzicht in het functioneren van de binnenstad noodzakelijk om keuzen te maken Binnensteden kunnen ontwikkelingen op zijn beloop laten of het heft in eigen handen nemen door in te grijpen. Vooruitstrevende binnensteden die inspelen op trends en ontwikkelingen zullen vitaal blijven, het zijn de winnaars van de toekomst. Maar om sturing te kunnen geven is integraal inzicht in het functioneren van de binnenstad noodzakelijk. Veelal worden data over het functioneren
sectoraal verzameld, bijvoorbeeld over de ontwikkeling van het winkelaanbod, de leegstandontwikkeling, parkeerbezettingsgraden, druktebeelden in winkelstraten, bezoekersherkomst, etc. De kennis van de samenhang tussen deze data is bepalend voor het gewenste inzicht en de daaraan gekoppelde maatregelen om de positie van de binnenstad te versterken. Zonder integrale kennis en informatie kan geen richting worden gegeven. Meten is tenslotte weten! Pilot Binnenstadsmonitor eind 2013 gereed Het Platform Binnenstadsmanagement is met zes deelnemers van start gegaan om de Binnenstadsmonitor op te zetten. De Binnenstadsmonitor biedt inzicht in het functioneren en de ontwikkeling van de binnenstad. De monitor is gebaseerd op de principes van een geografisch informatiesysteem. Doordat de informatie over de binnenstad digitaal gecombineerd en ontsloten wordt, is het mogelijk om deze informatie uit te wisselen, te analyseren en de kwaliteit van de binnensteden onderling online te benchmarken. De pilotsteden Den Haag, Deventer, Dordrecht, Nijmegen, Roermond en Tiel brengen vragen in waar zij een concreet antwoord op zoeken als het gaat om de ontwikkeling en het beheer van de binnenstad. Voor de participerende steden wordt in de pilotfase een globaal basismodel voor de eigen stad ingericht. Deze is eind 2013 gereed.
68
H6 Binnenstadsbarometer 2013
Winkelaanbod in het hoofdwinkelgebied in m² wvo x1000 (Bron: Locatus) verschil 2013 t.o.v. 2011 0 Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
150
100
150
200
% Leegstand (wvo) in het hoofdwinkelgebied verschil 2013 t.o.v. 2011 0 Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
9.523 13.108 4.400 -10.209 579 62.344 -3.672 -4.597 -1.536 -253 -6.171 -2.508 -658 428 1.706 -1.470 -1.254 -2.742 -6.376 -3.609 -4.161 -82 1.144 -2.663 1.401 467 6.883 -1.732 -619 -389 1.283 1.023 -2.418 477 519 3.674 -3.886 519 -166 -1.197 -3.492 208 -1.165 -193 -1.153 -1.661 -64 -633 -3.489 199 -145 -716 1.222 -2.186 -842 861 -948 899 1.838 2.048 774 -4.580 110 1.541 -547 -1.570 1.995 -719 -783 987 -521 -142 16 615 604 78 -191
0
150
100
150
200
% m² wvo aan mode & luxe winkels in het hoofdwinkelgebied (Bron: Locatus)
(Bron: Locatus) (Bron: Locatus)
250
250
125%
50%
75%
0
100%
-0,7% 0,9% 0,6% -1,5% -0,1% -0,4% 0,4% 1,4% 0,9% 0,9% 0,0% 1,2% -0,6% -3,1% 1,9% -1,9% 1,0% 2,0% 2,3% 2,3% 2,1% -1,2% 2,6% 1,3% -4,0% 5,9% -5,7% 2,0% -0,2% 0,4% -1,7% 3,4% 4,7% 4,0% 6,2% -3,4% 1,7% -1,7% -2,3% 1,0% 4,4% 2,5% -0,1% -2,3% -0,6% -0,3% 1,6% -1,2% 0,5% 0,3% 0,0% 3,0% -2,5% 1,5% 2,1% 1,6%
125%
50%
75%
-1,8% -4,0% 0,7% 1,8% -2,6% -4,5% 2,8% -1,2% 0,3%
0
125%
50%
75%
100%
% m² wvo aan foodwinkels in het hoofdwinkelgebied (Bron: Locatus)
100%
0
125%
50%
75%
100%
0
125%
50%
75%
100%
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
2,6% -4,2% 1,4% 3,1% -0,8% 7,7% -0,7% -3,3% 1,0% 3,6% -3,3% -1,8%
0,05
69
0
125%
50%
75%
100%
70
H6 Binnenstadsbarometer 2013
Gemiddelde omvang winkels nietdagelijkse artikelensector in m² wvo in het hoofdwinkelgebied (Bron: Locatus) 0
150
100
150
200
250
300
% keten- en filiaalbedrijven in aantal winkels in het hoofdwinkelgebied (Bron: Locatus) 0
350
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
125%
50%
75%
150
100
150
200
250
300
350
% aantal horecazaken in het hoofdwinkelgebied t.o.v. het totale commerciele aanbod (Bron: Locatus)
100%
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
0
71
0
125%
50%
75%
100%
125%
50%
75%
100%
0
1100
200
300
400
500
600
0
1100
200
300
400
500
600
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
0
Aantal kooplieden op de grootste weekmarkt in de binnenstad (Bron: CVAH, warenmarktgids 2010)
0
125%
50%
75%
100%
72
H6 Binnenstadsbarometer 2013
Aantal bezoekers per week in het hoofdwinkelgebied x1000 (Bron: Locatus) verschil 2013 t.o.v. 2011 0 Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
1200
400
Hoogste huurniveau in het hoofdwinkelgebied (Bron: Cushman & Wakefield en Almanak Winkelvastgoed)
600
verschil 2013 t.o.v. 2011 0 Amsterdam Antwerpen (België) Rotterdam ´s-Gravenhage Utrecht Hoofddorp Groningen Eindhoven Arnhem Maastricht Breda Nijmegen 's-Hertogenbosch Haarlem Almere Enschede Apeldoorn Leiden Tilburg Hilversum Heerlen Alkmaar Leeuwarden Dordrecht Venlo Assen Zaandam Zwolle Veenendaal Amersfoort Roosendaal Doetinchem Emmen Deventer Ede (Gld) Roermond Uden Hoogeveen Sittard Zeist Rijswijk (ZH) Drachten Middelburg Bergen op Zoom Amstelveen Hoorn (NH) Hengelo (Overijssel) Delft Weert Gouda Oosterhout (NB) Zoetermeer Leidschendam Oss Almelo Meppel Spijkenisse Goes Zutphen Vlaardingen Sneek Winschoten Sint-Niklaas (België) Gorinchem Helmond Waalwijk Den Helder Tiel Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Brunssum Leerdam Boxtel Steenwijk Noordwijk (ZH) Oostburg Hulst Weesp
-10.300 62.900 50.200 -90.000 -77.200 -6.900 29.200 32.100 -61.800 18.500 -2.300 -16.900 -16.900 -3.100 -28.200 -25.900 -23.100 16.600 -14.500 7.900 15.800 -36.100 -13.900 -29.500 -19.100 11.400 46.200 -37.600 8.400 -7.700 -13.400 -41.000 -4.100 -7.600 -13.900 -2.100 -20.100 -13.100 -13.700 -9.600 -21.400 -2.900 -11.900 46.300 2.500 -27.900 -40.600 -12.600 -17.800 -3.900 -12.200 3.800 2.800 -10.200 -6.200 -23.700 -29.300 2.000 -9.900 -40.900 -300 -14.100 -2.900 13.000 11.000 -13.700 -3.000 0 -12.200 -5.700 -300
0
1200
400
600
1500
1.000
1.500
2.000
73
Aantal koopzondagen in de praktijk in de binnenstad per jaar (Bron: lokale bron gemeente)
2.500
0
110
20
30
40
Meest gangbare parkeer uurtarief gebouwde voorzieningen in euro’s (Bron: lokale bron gemeente)
50
´s-Gravenhage Hoofddorp Eindhoven Arnhem Nijmegen ’s-Hertogenbosch Hilversum Leeuwarden Zwolle Veenendaal Roermond Uden Hoogeveen Bergen op Zoom Hoorn (Noord-Holland) Weert Gouda Oosterhout (Noord-Brabant) Almelo Goes Vlaardingen Sneek Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Steenwijk Oostburg Weesp
400 0 50 -100 0 -150 100 50 -200 0 -200 0 0 -100 -250 -25 0 -200 -100 -100 -100 -50 0 -100 0 -50 0 0 -175 0 25 0 0 0 0 -150 25 0 25 -25 0 -25 -25 50 0 0 0 25 0 -100 -50 25 -50 0 0 25
0
110
20
0
10,5
1
1,5
2
2,5
3
0,1% van de WOZ waarde
Eindhoven
Reclameheffing
500.000
550
-
400.000
3,80%
OZB
800.000
650
-
-
-
BIZ
90.000
400
OZB
160.000
5,5%
-
-
-
Reclameheffing
150.000
500
BIZ
299.000
545
Reclameheffing
220.000
666
Bijdrage marktgelden
312.500
750
BIZ
219.000
300
Reclameheffing
230.000
-
-
-
-
OZB
60.000
5%
BIZ
110.000
450
Reclameheffing
128.000
500
Goes
-
-
-
Vlaardingen
-
-
-
BIZ
100.000
-
Reclameheffing
95.000
360
Bijdrage gemeente
60.000
-
Reclameheffing
110.000
575
BIZ
160.000
500
Uden Hoogeveen Bergen op Zoom Hoorn (Noord-Holland) Weert Gouda Oosterhout (Noord-Brabant) Almelo
Sneek Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk
(Bron: lokale bron gemeente)
(Bron: lokale bron gemeente)
Reclameheffing
130.000
500
Steenwijk
BIZ
150.000
500
Oostburg
Reclameheffing
-
-
-
-
-
Weesp
2.500
50
390.000
Roermond
2.000
40
BIZ
Veenendaal
1.500
30
Hoofddorp
Zwolle
1.000
3
-
Leeuwarden
1500
2,5
BIZ
Hilversum
0
2
´s-Gravenhage
's-Hertogenbosch
-10 100
1,5
Gemiddelde bijdrage per individuele ondernemer
Arnhem
-25
1
Totaalbudget ondernemersfonds in de binnenstad
Nijmegen
-350 -25 0 50 120 0
10,5
Instrument ondernemersfonds in de binnenstad (Bron: lokale bron gemeente)
0 -25 0 0 25 -150 -25 -75 0 -25 10 25
0 ´s-Gravenhage Hoofddorp Eindhoven Arnhem Nijmegen ’s-Hertogenbosch Hilversum Leeuwarden Zwolle Veenendaal Roermond Uden Hoogeveen Bergen op Zoom Hoorn (Noord-Holland) Weert Gouda Oosterhout (Noord-Brabant) Almelo Goes Vlaardingen Sneek Schiedam Sluis Wageningen Woerden Harderwijk Steenwijk Oostburg Weesp
75
b e l e g g e n , fi n a n c i e re n , o nt w i k ke l e n
Colofon Dit is een publicatie van: Stichting Platform Binnenstadsmanagement uitgave november 2013 Eindredactie Stichting Platform Binnenstadsmanagement, Boxtel Vormgeving Buro de Kuijper visuele communicatie, ‘s-Hertogenbosch Druk Drukkerij Tielen, Boxtel Omslagfoto Bert Kaufmann Fotografie Buro de Kuijper, p. 2, 11, 20, 39, 50, 63, 68, Metro Centric p. 4, Rene Mensen p. 58, Marga van de Merwe p. 8, Thomas van de Vosse p. 24, Roel Wijnants, p. 67 Platform Binnenstadsmanagement Postbus 4 5280 AA Boxtel Telefoon: +31 (0) 411 - 850 599 Fax: +31 (0) 411 - 850 401 E-mail:
[email protected] Website: www.binnenstadsmanagement.org Twitter: @Platform_BSM Voor vragen en / of opmerkingen over het Platform Binnenstadsmanagement, de activiteiten en / of deze publicatie kunt u contact opnemen met Eefje van der Velden, Nadja Bressers, Nienke van Gerwen of Stefan van Aarle. Hoewel aan de inhoud van deze publicatie de grootst mogelijke zorg is besteed, aanvaardt het Platform Binnenstadsmanagement geen enkele aansprakelijkheid voor de (gevolgen van) onjuistheden of het ontbreken van informatie. Het overnemen en / of gebruiken van de inhoud van deze publicatie is uitsluitend toegestaan met correcte bronvermelding. Met dank aan de adverteerders die deze publicatie mogelijk maakten, de auteurs die een bijdrage aan deze publicatie hebben geleverd en degenen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de verschillende artikelen.