John van der Bruggen, 9e Dan (1916-2001) Begon Judo, Jiu-jitsu en Kendo in Indië onder leiding van Taiji Nakada. Hij richtte hij in december 1937 de eerste Budoschool in Rotterdam op, die in 1940 bij het bombardement totaal verwoest werd. Hij startte in september 1941 een dojo in de Zoutmanstraat in Den Haag. Hij importeerde daarmee Judo en Kendo in Nederland. (Jiu-jitsu werd reeds sporadisch in enkele steden beoefend). Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Onderwijs en de Nederlandse Judo en Jiu-jitsu Bond aangewezen om het allereerste lerarencorps op te leiden tot het officiële diploma: erkende Bondstrainer. In 1989 werd hij door de Judo Bond Nederland benoemd tot Bondsridder 1e klasse. Daarna werd hij benoemd tot Topmember of the Executive Budo Council. In april 1993 mocht hij de Koninklijke onderscheiding in de Orde van Oranje-Nassau (goud) ontvangen wegens 67 jaar opoffering voor de Budosport. Op 6 juli 1993 ontving hij van de Tokushima Budo Council Japan de hoge titel 'HANSHI' (grootmeester in de Budosport). Een jaar later werd hem het lidmaatschap van 's werelds grootste Budo organisatie, de Dai Nippon Butoku Kai, verleend. Op 2 November 1996 werd hem door de Tokushima Budo Council en de Dai Nippon Butoku Kai Kyoto, de 9e Dan uitgereikt te Brussel. Sensei Van der Bruggen overleed op 17 januari 2001. In de volgende pagina's schrijven een aantal (oud)leerlingen persoonlijke herinneringen aan deze grootmeester, zodat er een kaleidoscopisch beeld onstaat van een mens die leefde voor de budosport: spartaans en gedisciplineerd.
1
Toespraak op de begrafenis van Johan van der Bruggen Toen ik in 1971 trouwde, woonde ik in de Van Speykstraat. Ik wou iets van Karate leren. Van buurman Sjaak hoorde ik van sportschool Nakada om de hoek. Ik dacht, dat is geweldig, daar loop ik zo heen. Op een zaterdag, ongeveer 3 maanden nadat ik getrouwd was, stapte ik er binnen. En eigenlijk trouwde ik nog eens, maar dan met Johan van der Bruggen. Dat gevoel hebben veel mensen gehad: hij nam deel in je leven. Op de vraag of ik Karate kon doen, was hij zeer kort: "Nee, Jiu-jitsu!" Dat was het beste voor mij. "Kom volgende week maar trainen en neem geld mee." "Zwoegen maar en alleen maar doen wat ik zeg!" Ik deed dat ook nog, Ook nu kan ik dat nog steeds niet begrijpen. Maar het was goed en dat is het nog steeds! Maar o wee, als je niet kwam, dan was de boot aan. Verjaardagen? Niet belangrijk! Feestjes? Hou je maar in je eigen tijd! Trainen moet je! Drinken en roken was net zo slecht als op vakantie gaan, daar word je lui van en is slecht voor je, dus kom nu maar trainen. Die klotevakanties, ik ga toch ook geen 4 weken weg! Jammer, Blonkie, ik kan daar niets tegen doen, maar het is zo tegenwoordig! Toch was iedere leerling hem dierbaar. Die was geweldig, de ander was nog beter. Tijdens het koffiedrinken, praate hij honderduit. Hoe goed iedereen voor hem was en dat hij dat zo waardeerde. Hij zei dat alleen nooit tegen die persoon en dat deed veel zeer. Een sportman van top tot teen. Wij zullen hem nooit vergeten. Sensei Van der Bruggen, arigato gozaimasu! J. Blonk, januari 2001
2
juni 1971 - maart 2001 Het vertrouwen in mijn sensei was groot, soms wat te veel zelfs. Met spierpijn kon je goed bij hem terecht. Met massage: je werd gekneed en gerepareerd waar je bijstond. Johan van der Bruggen zei dan tegen je: "Blonkie, ga maar alvast liggen, ik kom zo bij je." Dus dat deed je dan ook! Als ik opbelde en zei: "Ik heb zo'n nek- of rugpijn", dan moest ik niet zo zeuren en gewoon komen trainen. "Alles gaat vanzelf over en zo niet, dan masseer ik je wel". Ook kwam hij 's avonds op de fiets bij je thuis langs om te masseren. Op de sportschool in de Zoutmanstraat was hij duidelijk en overtuigend de baas. 'Voor' in de winkel kwamen niet zo veel mensen, maar als er iemand kwam, dan praatte hij zo lang dat hij de tijd vergat. Dus, toen Blonk eens met rugpijn op de bank in de dojo moest gaan liggen (met zijn onderbroek op zijn knieën en zijn billen omhoog) en de winkelbel ging, trainden er zo'n zes mensen (ook vrouwen). Die vonden het wel amusant mij zo te zien liggen. Van der Bruggen ging naar zijn bezoek, bleef zo'n drie kwartier weg, kwam dan doodleuk terug met de mededeling: "hard trainen, jongens, zweten maar!". Ik was inmiddels steenkoud geworden en lag al die tijd voor paal. Maar dan kwam toch die massage en ondanks zijn hoge leeftijd, kwam je redelijk geradbraakt, maar tevreden thuis. Lang leve de lol! J.C.G. Blonk, 6e Dan Jiu-Jutsu
3
Veelgehoorde uitspraken "Eerlijk is eerlijk, kinderen, wie niet hoeft te betalen, kan zich gaan omkleden." "Ik telefoneer me rot naar iedereen, ik ben bang dat het lesgeld omhoog moet." "Op de mat, kom op, zweten maar, zolang ik niet moe ben, zijn jullie dat ook niet!" "Eerst was je erg rot, nu ben je gewoon slecht!" (met een lach) In elke sport die je opnoemde, was hij een deskundige of was erin getraind. "Kom op, jullie lijken wel een stel jonge bejaarden!" Na ieder kendoles: "Zo, nu hebben jullie het niet koud meer, hè?" "Niet aan de kraan komen, anders slopen jullie die!" "Niet te lang douchen; weet je wel wat al dat warme water kost? Ga maar koud douchen en niet zo lang, hoor!" Tijdens het koffiedrinken was er geen woord tussen te krijgen, dus je hoorde de verhalen aan, ook als je ze al drie keer gehoord had. "Begrijp jij nou dat ze altijd zo lang op vakantie kunnen?" "Ze snappen niet wat al dat water en licht allemaal kost!" Na zijn 75ste: "Als ik 65 wordt, mag iedereen voor 25 gulden trainen!" "We hebben hele goede mensen, maar dat zeg ik niet anders krijgen ze verbeelding!" "Wat ik allemaal weet, dat is ongelooflijk! Mijn ervaring is niet op te schrijven!"
4
J. V.D. BRUGGEN 1983-2001 Na vele omzwervingen in de wereld van de Martial Arts, ben ik in 1983 terecht gekomen bij V.d. Bruggen in de Zoutmanstraat. Ik kende het pand al jaren. Toen ik nog op de lagere school zat, was ik altijd al gefascineerd door het Japanse harnas dat in de etalage stond. Als het donker was, werd het van onder verlicht, met als gevolg een nog spookachtiger effect dan het normaal al had. Iedere keer als ik er langs liep of vanuit de tram bekeek, fantaseerde ik over wat er allemaal achter de deur plaats vond. Het varieerde van een geheim genootschap als de Vrijmetselaars of een Triade, tot een antiekwinkel met steeds dezelfde uitstalling. Later wist ik dat er vechtsporten/kunsten werden beoefend. Maar misschien door de mysterieuze uitstraling was het er nooit van gekomen om daar eens vrijblijvend te informeren of het iets voor mij zou zijn. Zoals eerder gezegd heb ik vele vechtsporten beoefend maar echt volledige voldoening kreeg ik nooit om de meest uiteenlopende redenen. Eén daarvan was, dat de uitkomst van een sparringspartijtje altijd hypothetisch was, aangezien je elkaar bij de meeste sporten of niet raakte, of er was geen wedstrijdvorm. Ik ben meegenomen/geïntroduceerd door een vriend die altijd veel verhalen had over de leraar die hij altijd “die Ouwe” noemde. Dat “die Ouwe” uit Indië kwam en veel sterke verhalen over knokpartijen had, enzo. Ik haalde hem weleens af op vrijdag avond 10 uur ’s avonds omdat we daarna gelijk door uitgingen. Zodoende kwam ik dus achter de deur terecht waar ik allerlei geheime dingen verwachtte. Het bleek dus gewoon een Sportschool te zijn, gegoten in de vorm van Antiekwinkel annex Museum voor Oriëntaalse Kunst. Van der Bruggen zat altijd achter zijn bureau dat met een beetje fantasie deed denken aan een kasteelmuur vanwaar hij alles in de gaten hield. Ik bleef altijd wachten op één van de stoeltjes aan de voorkant alsof ik in een wachtkamer zat.
5
Op een gegeven moment ben ik aangemoedigd door mijn vriend om met hem Kendo te gaan trainen bij “die Ouwe”. Mijn fascinatie voor Japan in het algemeen en de Samurai in het bijzonder hebben hierbij de doorslag gegeven. Na vele jaren leerde ik “die Ouwe” beetje bij beetje beter kennen. Sommige sterke verhalen had ik zelfs al minstens vijf keer gehoord. Hij vertelde de verhalen meestal in de kleedkamer na het trainen als je helemaal moe en voldaan zat na te genieten. Het waren meestal monologen want als ik weleens wat ter sprake bracht, dan had ik te weinig ervaring of was ik nog te jong om mee te praten. Ook al kon het dan wel eens een onderwerp zijn waar ik beroepsmatig veel van af weet. Verhalen over Indië vroeger, de Oorlog, hoe vroeger alles beter was, de economie in het algemeen, de belastingen, het bankwezen, de horeca, persoonlijke relaties en dan voornamelijk de nadelen daarvan, de gezondheidszorg die niet terzake kundig zou zijn en dan in het bijzonder de fysiotherapie. Kortom een heel arsenaal met een voornamelijk conservatief standpunt. Alles in de wereld had hij weleens meegemaakt en wist er dan veel over te vertellen of had er een uitgesproken mening over. Ik probeerde af en toe te zeggen dat er toch meestal twee kanten aan een verhaal zitten, maar dat zag ik verkeerd omdat ik nog maar weinig ervaring had. Zijn grote ervaring op het gebied van organisaties en verenigingen spreidde hij altijd ten toon als de Judo Bond Nederland weer eens negatief in de kranten kwam. Hij vertelde er dan altijd bij dat hij daarom zijn eigen Bond had. Die later bleek te bestaan uit J. v.d. Bruggen: President, Penningmeester, Secretaris, Tuchtcollege en Raad van Bestuur. Hij bezat ook helende gaven, bij blessures werd je altijd door hem behandeld, door middel van ouderwetse sportmassage. Bij de meest voorkomende blessures had hij je binnen no-time op de been en weer aan het trainen. Hiervoor kwam hij je dan ook regelmatig thuis bezoeken voor een behandeling. Na de behandeling was er weer gelegenheid om de toestand in de wereld te bespreken. Hij had ook veel patiënten die niet verbonden waren aan de Sportschool. De term 'workaholic' zou hem wel goed omschrijven, want alles wat hij deed stond in het teken van de sportschool en alles wat daar omheen zat. Dus ook de kunstwerken die hij in de sportschool ten toon spreidde. Hierover had hij uiteraard ook veel boeiende verhalen en nadere uitleg. lees verder>
6
Voor iemand van zijn leeftijd en ouderwetse inslag was hij, doordat er in de sportschool mensen van allerlei pluimage kwamen, toch wel aardig op de hoogte van allerlei zaken die speelden. Hij stond, ondanks zijn min of meer geïsoleerde positie, toch midden in de wereld. Wanneer ik vertelde dat ik in de Zoutmanstraat trainde, dan was er altijd wel iemand die er ook had getraind of diegene kende weer iemand die bij ons had getraind of nog steeds trainde. Met drie disciplines die er werden beoefend, drie keer per avond en dit vijf dagen, dan had je door de jaren heen een groot gezelschap. Hij was dan ook wereldberoemd in Den Haag. Een feit dat hij altijd regelmatig ter sprake bracht. Ik heb hem maar één maal sprakeloos meegemaakt, dat was op de dag voor Koninginnedag 29 april 1993. Het was het moment dat hij zijn Koninklijke Onderscheiding kreeg uit handen van de Burgemeester van Den Haag. Na een uitgebreide correspondentie met de Gemeente Den Haag, de Judo Bond Nederland en een paar Ministeries was het dan zover. Het is de bedoeling dat de te onderscheiden personen niet op de hoogte zijn van het feit dat zij een Koninklijke Onderscheiding krijgen. Ik heb hemel en aarde moeten bewegen en diverse listen en bedrog moeten verzinnen om hem om 10 uur ’s-ochtends bij het oude Stadhuis te krijgen. Samen met Simon Anderton hadden wij zogenaamd een vergadering op het Stadhuis omtrent een demonstratie Kendo die wij dan een keer wilden gaan doen. Het tijdstip van 10 uur paste niet echt in zijn dagindeling om het voorzichtig uit te drukken. Maar met veel kunst en vliegwerk was hij er dan toch. Hij verbaasde zich om al die vele mensen die zich verzamelden op het plein voor het Stadhuis. Toen hebben wij hem verteld dat al deze mensen een lintje kregen en dat hij er ook één kreeg. Vanaf dat moment was hij helemaal stil, en liet hij zich door ons dirigeren naar de Raadszaal alwaar de ceremonie plaats zou vinden. Bij elk van de gedecoreerden werd vooraf zijn of haar doopceel gelicht door de Burgemeester en dan werden de redenen genoemd waarom diegene in aanmerking kwam voor zijn onderscheiding. Bij dhr vd Bruggen was het feit dat hij altijd voor iedereen klaar stond met raad en daad een goed argument voor deze blijde gebeurtenis. Dat zijn leven in het teken van de Budosport stond en daarmee voor vele mensen een inspiratie was werd ook nader belicht. De hele ceremonie onderging hij met een strak gezicht alsof hij in een droom was.
7 lees verder>
Na afloop zongen we met z’n allen, behalve Simon Anderton, het Wilhelmus. Hierna was er een receptie waar we al gauw merkten dat die Ouwe zich niet op zijn gemak voelde. Ons voorstel om bij Florencia een kopje koffie te gaan drinken werd dan ook gretig aangenomen. Op het terras van Florencia begon hij weer te ontdooien en werd hij weer zichzelf. Hij kreeg zowaar weer wat meer praatjes. Over het feit dat de Burgemeester van Den Haag qua lengte niet echt goed bedeeld was. “Wat een klein mannetje was dat toch”. En erg overtuigd was hij ook niet van zijn zangkwaliteit. “Hij zong ook nog vals!”. Ondertussen toonde hij zijn kersverse onderscheiding aan iedereen die het wilde zien. Dit was weer goed voor enkele rondjes van de zaak, een ijsje mocht ook. Na deze gebeurtenis heb ik hem nooit meer sprakeloos meegemaakt en had hij zoals altijd weer het laatste woord. Je kunt wel zeggen dat mijn jaren in de Zoutmanstraat mij enigzins gevormd hebben, ik denk dat dit voor velen opgaat die een aanzienlijk deel van hun vrije tijd in de Zoutmanstraat hebben doorgebracht. Ik geloof niet dat ik nu nieuwe dingen heb verteld. Het bovenstaande zal iedereen die hem kent bekend voorkomen. Het heeft mijn kijk op de wereld niet veranderd, wel heb ik geleerd dat niks vanzelf gaat en dat je ervoor moet zwoegen, en als je geen hoger doel nastreeft dan is het zwoegen op zich al een doel. Alphons Metselaar beoefent Kendo vanaf 1983
8
Het is tijd! Het enige wat ik in mijn grijze massa kan herinneren is, dat hij boven tv aan het kijken was. Af en toe komt hij naar beneden en dan deden wij natuurlijk glad alles fout. "Neen, neen, neen zo is het niet! Je moet niet denken dat je het weet!" Dan legt hij het nog een keer uit, gaat naar boven om een kop thee te drinken, komt naar beneden en zegt dan: "Mijne heren het is tijd!" Kon je de sauna verlaten met zijn vieren. André Raboen, Voorzitter Nami Kai p.s. ik heb het bij hem maar een jaar kunnen volhouden (1975 - 1976).
Een verstuikte enkel In de eerst maand van 1980 ben ik begonnen met Kendo bij Sensei J.van der Bruggen aan de Zoutmanstraat in Den Haag. Die lessen ben ik blijven volgen, zelfs na zijn dood en hoop ik die voort te zetten tot mijn eigen dood. Kendo is immers een levenslange weg. John was geen makkelijke man. Hij was koppig, egocentrisch, zuinig en in menig opzicht conservatief. Toch heb ik ook een andere kant van hem leren kennen. Op een dag belde ik hem met de mededeling, dat ik zijn lessen tijdelijk moest staken, omdat ik bij een misstap mijn enkel verstuikt had. " Geen probleem", zei hij, "kom maar hierheen, dan zal ik je wel behandelen." Aangezien ik niet op mijn been kon staan en dus ook niet naar hem kon gaan, vroeg hij naar mijn adres. Binnen een half uur zette hij zijn fiets voor mijn huis. Nog nat van de regen, pakte hij zijn plastic tasje met massage-olie uit en begon de zwelling te masseren. Dezelfde avond kwam hij voor de volgende behandeling. Zo is hij dagen achtereen, twee keer per dag langs geweest tot ik in staat was naar hem toe te gaan voor verdere behandeling. Elke keer vroeg ik hem of ik hem voor de behandeling moest betalen en iedere keer kreeg ik hetzelfde antwoord: "Heb je koffie?"
Erik Zürcher beoefent Kendo vanaf 1980
9
Trainers c urs us Voor een kleine groep hooggegradueerden organiseerde Sensei Van der Bruggen (uiteraard tegen betaling) een trainerscursus. Het doel ervan was het verkrijgen van een door hem gegeven getuigschrift als hulptrainer. De cursus bestond uit 3 onderdelen: theorie, praktijk en blessurebehandeling (verbandleer en sportmassage). Iedere sessie duurde 2 uren, eerst een uurtje trainen, dan nog een uur theorie of praktijk. Meestal dicteerde hij uit het hoofd, zodat er weinig systeem in te ontdekken viel. Dat systeem bracht ik er later in de uitgewerkte versie zelf aan. Het legde ook het verschil tussen theorie en praktijk bloot. Om een voorbeeld te noemen: Ben Enthoven stond als trainer voor ons groepje om ons warming-up oefeningen op te geven. Eerst gaf hij ons de oefeningen in de verkeerde volgorde, dan sprak hij te zacht of gebruikte teveel woorden. Dan raakte Van der Bruggen geirriteerd en zei dan: "duidelijke korte commando's". Vervolgens kregen we een uur lang een uiteenzetting over het belang van korte commando's. Een heel uur lang! Een ander voorbeeld: volgens zijn theorie bestaat een training uit: voortraining (warming-up), hoofdtraining en natraining (cooling-down). In de twintig jaren bij Van der Bruggen heb ik nog nooit een natraining meegemaakt. Trouwens de voortraining bij Kendo kan ik me ook niet herinneren. De lessen in sportmassage waren het leukst. Natuurlijk deden we alles verkeerd. Om te beginnen hadden we allen de verkeerde massage-olie gekocht. Wij hadden een fles witte Nivea massage-olie, hij had kleurloze paraffine. Dat was de enig goede, want minder duur. Na eindeloze sessies effleurage, petrisage, frictioneren, tappotement, vibreren, mobiliseren en intermitterend drukken kregen we het hoogtepunt: rugmassage met de voeten. Liggend op mijn buik kreeg ik de volle tachtig kilo's van John Blonk op me. Hij masseerde me, staande op mijn rug, met beide voeten. Dit genoegen mocht ik later op hem uitleven. De les eindigde steevast met een uitnodiging om samen koffie te gaan drinken op de hoek. In de kleedkamer kleedden we ons snel aan en maakten ons uit voeten. Erik Zürcher (beoefent Kendo vanaf 1980)
10
Fiets gestolen John was al over de tachtig toen het gebeurde: zijn oude fiets was gestolen. Het was maar een oudje, die hij ooit voor 40 gulden gekocht had, maar toch! Eerst verontwaardigd over de diefstal, daarna glimlachend: "Maar ik heb alweer een andere: voor maar 45 gulden!" Een grotere rammelkast had ik nog nooit gezien. "John", zei ik, "je hebt toch nog een mooie fiets achter staan, waarom koop je nou zo'n rammelkast?" Ik had er weer eens niets van begrepen. "Die mooie fiets heeft me 250 gulden gekost, deze oude maar 45 gulden, dus als deze gestolen wordt, verlies ik maar 45 gulden. Nee, die mooie fiets blijft mooi achter staan!" John heeft nooit meer van zijn mooie fiets genoten.
Dalai Lama Van der Bruggen praatte soms met mij over filosofie. Meestal sprak hij al snel over het boeddhisme. Hij vond het een boeiende leer, maar niets voor hem. " Veel te moeilijk: om te beginnen mag je geen vlees eten en koffie drinken. Nee, voor westerlingen is het ondoenlijk een boeddhist te zijn." Op een dag vertelde hij me dat de Dalai Lama in Nederland was en dat hij een lezing van hem ging bijwonen. Naderhand vroeg ik hem hoe het geweest was. "Niks an, alles wat de Dalai Lama zei, zo denk ik er al jaren over!"
Safety first Toen ik voor een blessure behandeld werd door Van der Bruggen, was net een Jiu-jutsules bezig. Regelmatig onderbrak hij om een leerling de les te lezen en vervolgens een actie tot in de finesses voor te doen. Hij reageerde zo prompt, bijna agressief, dat ik hem in de kleedkamer vroeg: "Wat ben je toch fel, John, bij kendo doe je nooit zo." "Ach, bij kendo kan toch niets gebeuren, hooguit een gevoelige klap op je elleboog. Maar als ik zie dat een beginneling bij Jiu-Jutsu iets fout dreigt aan te leren, moet ik wel ingrijpen. Je hebt er geen idee van hoe gevaarlijk Jiu-Jutsu is en hoe makkelijk het is om grote schade aan te richten bij een medeleerling.
Erik Zürcher (beoefent Kendo vanaf 1980)
11
Lekker Mijn vrouw kan heel lekker koken en had die dag een aantal Quiche Lorraines gebakken. "Hier, neem er maar eentje mee voor John!" Met een verse, nog warme Quiche ingepakt in folie ging ik naar training. "Met de complimenten van Greetje", zei ik bij binnenkomst, overhandigde de Quiche en liep meteen door naar de kleedkamer. Na de training wachtte hij me op, overhandigde me keurig opgevouwd de overgebleven alluminiumfolie en zei plechtig: "Doe de groeten aan uw vrouw en bedank haar namens mij voor de lekkere pizza!" Briefpapier Op een dag vroeg Van der Bruggen: "Erik, jij als ontwerper kunt toch briefpapier ontwerpen? Kun je voor mij een mooi briefhoofd maken?" "Tuurlijk", zei ik, "geef mij maar je huidige briefpapier mee, dan heb ik meteen alle gegevens die erop moeten." Hij gaf me ook een gekleurde illustratie van een samurai mee. Die zou er mooi op staan! "Het ontwerp krijgt u gratis van me, maar de drukkosten moet u zelf betalen!" Een week later kwam ik met het eerste voorstel. Bovenin pronkte het plaatje met de tekst 'Vrije Nederlandse Budobond. Judo, Jiu-jitsu, Kendo. Onderop stonden de adresgegevens. Op strategische plekken stonden kleine tekens: de bovenste gaf aan, waar de naam en adres van de geadresseerde getypt moest worden. Daaronder een teken waar de briefaanhef moest komen. Dit alles had ik zo uitgemikt, dat na het typen en vouwen van de brief de adresgegevens precies zichtbaar zouden zijn in een vensterenvelop. "Heel mooi", zei hij, "maar er klopt helemaal niets van: mijn adres hoort natuurlijk bovenin en het briefhoofd neemt te veel ruimte in beslag. Zo heb ik te weinig ruimte om te typen!" Om zijn gelijk te demonstreren, toonde hij een oude getypte brief. De letters begonnen uiterst links, zonder marge en eindigden uiterst rechts (ook zonder marge). "Kijk, zo maak je nou een brief. Anders kost het alleen maar papier! Heb je dat niet geleerd, op die opleiding van jou?" Toen ik hem daarna vertelde, dat zijn briefpapier door de kleurige illustratie in 4 kleuren gedrukt moest worden, mompelde hij zachtjes: "Prutswerk." Erik Zürcher (beoefent Kendo vanaf 1980)
12
Zelf gemaakt Van der Bruggen was nooit zo gecharmeerd van kinderen. Zeker niet die van andere mensen. Kinderen van zijn leerlingen waren daar dus niet van uitgesloten. Telkens als iemand dan voor een uurtje zijn of haar kind meenam, kon die dan ook rekenen op een stroom van gemopper en geklaag. Voor veel mensen was dat de reden om, als ze geen oppas konden vinden dan maar een les te verzuimen of, in het uiterste geval, dat gemopper dan maar te trotseren. Aangezien mijn vrouw regelmatig op zaterdag moest werken en ik niet altijd een oppas voor de duur van de training voor mijn dochter kon vinden, vond ik dat ik het gemopper van Van der Bruggen maar op de koop toe moest nemen. Ik geloof dat Melanie ongeveer twee of drie jaar was. Kon al lekker lopen en al wat kletsen. Mijn hele ploegje ging tegelijk met Van der Bruggen, die de deur van de school opende, naar binnen. Terwijl hij zijn inmiddels befaamde regenjas (want hard aan een stomerij beurt toe) uittrok, viel zijn oog op mijn dochter. Hij reageerde als door een wesp gestoken: "Van wie is dat kind?!?" Ik heb de neiging om mijn nogal absurde humor ook in ongepaste situaties te gebruiken en zei dus dat ik dat niet wist, dat ze al voor de deur stond toen wij aankwamen. Zijn ogen puilden bijna uit zijn hoofd en hij begon te foeteren over dat mensen nu al hun kinderen overal lieten slingeren en in wat voor een belachelijke tijd wij leefden. "En dat laat zijn kind maar staan voor mijn dojo!" Om hem in te dammen zei ik tijdens een adempauze dat het maar een grapje was en Melanie mijn dochter was. "Zelf gemaakt" voegde ik er aan toe. "Ja", bouwde Melanie na "Zelf gemaakt". Meteen begon hij met zijn preek dat hij geen kleuter opvang was, maar een serieuze school en dat je toch geen kinderen mee kon nemen...." Hij bond gelukkig wel meteen in toen ik zei dat ik dan maar beter thuis kon blijven als ik geen oppas had, want trainen, dát ging toch voor alles?. "Maar bel daar dan van te voren over op, jongen". Ik dacht er met dat verzoek genadig van af te zijn gekomen. Maar ik had buiten mijn dochter gerekend. Melanie vond dat de kleedkamer stonk. Ze mocht van Van der Bruggen niet over de mat huppelen voor de training. Onze zwaarden maakten te veel lawaai, of dat niet wat minder kon. Daar zat ze dan met haar handen over haar oren. Kinderen! Soms had die ouwe Van der Bruggen wel gelijk. Op zijn manier, uiteraard. lees verder>
13
Omdat ik uit Rijswijk moest komen en nooit zo van de klok was, kwam ik meestal nèt op tijd binnen om mij om te kleden. Hij legde dan nèt de telefoon neer. "Ik heb net je vrouw gebeld, Wagenaar! Ik vroeg of je nog kwam! Volgende keer op tijd, ga omkleden en zwoegen!" Later hoorde ik van mijn vrouw hoe dat dan in zijn werk ging. Precies vier uur, de telefoon. Dat kan alleen Van der Bruggen zijn. Ze neemt op met de volgende tekst: "Met de baas!" Van der Bruggen is echter van de oude stempel en vind dat helemaal niet leuk. "Ja mevrouw, met Van der Bruggen, is Richard al onderweg? Hij is alweer te laat. Kan U daar nou niets aan doen?" Haar advies om er maar mee te leren leven, zoals zij deed, heeft hij nooit opgevolgd. Hij dacht dat het dreigement om het lesgeld wederom te verhogen, om het vele nabellen te compenseren, wél zou werken. Richard Wagenaar (beoefent Kendo sinds 1982).
Zero tolerance Hoewel Van der Bruggen vaak knorrig of snel geirriteerd was, heb ik hem maar een keer echt kwaad meegemaakt. Na een buitentraining in het Westbroekpark liepen we naar onze auto's om naar de Zoutmanstraat te rijden om ons daar om te kleden. Een van de leerlingen - uit privacyoverwegingen zal ik zijn naam niet noemen - stak een sigaret op en deelde blikjes bier uit. Giftig liep hij naar de leerling toe: "Wat je privé uitspookt, interesseert me niets, maar zolang je in sportkleding loopt, tolereer ik geen alcohol of tabak! Ik wil niet dat jullie door omstanders zo gezien worden en dat mijn sportschool geassocieerd wordt met roken of drinken!" Hij voegde er voor de andere leerlingen aan toe: "Hebben jullie dat gehoord? Als jullie op les komen en ik ruik alcohol, dan vlieg je er meteen uit!" Erik Zürcher
14
Wondermiddelen Mijn eerste maanden Kendo waren heftig. Veel slagen van mijn tegenstanders kwamen vaak niet aan op de plek waar ze moesten komen, dus zat ik geregeld onder de blauwe plekken. Eén keer was ik zo hard op mijn arm geslagen dat de tranen in mijn ogen sprongen. Huilend van pijn liep ik naar de kleedkamer. Van der Bruggen had dit in de gaten en kwam met één van zijn wondermiddelen aangelopen en smeerde dit erop. Ik mocht me voorlopig niet douchen, zei hij. Natuurlijke luisterde ik goed naar hem en heb me dan ook een paar dagen niet gedouched. Het heeft geholpen. Fiets binnen of buiten Meestal kwam ik op mijn fiets naar de Zoutmanstraat. Van der Bruggen had er geen bezwaar tegen als ik de fiets binnen zou zetten. Dat deed ik dan ook. Toen ik mijn fiets op de standaard zette en op slot wilde doen, reageerde hij verbolgen. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om hem op slot te zetten. Hij was zwaar beledigd. Dus dat deed ik vanaf dat moment maar niet meer. Later ben ik mijn fiets buiten gaan zetten om zo zijn eeuwig durende gesprekken enigszins te ontlopen, want daar kreeg ik het vaak spaansbenauwd van; er was geen speld tussen te krijgen! Sabine Vanderbroeck (beoefent Kendo vanaf 1990) "Een slechte leraar wil dat zijn leerlingen goed opletten, zodat ze veel van hem kunnen leren. Een goede leraar wil alleen maar dat zijn leerlingen beter worden als hijzelf." "Hoofd boven de schouders, schouders boven de heupen!" Met deze kreet werd je tijdens kendoles erop gewezen je bovenlijf recht te houden voor een optimale balans. "Altijd achter de punt van je shinai blijven!" Deze opmerking lijkt overbodig, maar menig kendoka kreeg een treffer, omdat hij zich niet aan deze wet hield. "Je kunt een paard wel naar de rivier leiden, maar drinken moet-ie zelf!"
15
Vakmanschap is meesterschap Ik kwam in de zomer van 1986 voor het eerst trainen, samen met mijn broer, bij Van der Bruggen aan de Zoutmanstraat. Wij kwamen daar op advies van mijn zus Ineke die er al een tijdje aan judo deed en met enthousiaste verhalen over de dojo thuis kwam. In die tijd deed ik al geruime tijd aan judo bij een club in Leidschendam. De judoleraar daar had een goede naam bij de Nederlandse Judo Bond maar wist vaak niet waarom een bepaalde worp, uitgevoerd bij één persoon wel lukte en bij een ander niet. Ik was toen samen met mijn broer aan het trainen voor de eerste Dan. We hadden de eerste kata er redelijk goed inzitten toen de zomervakantie aanbrak en de accomodatie, gehuurd van de gemeente, voor twee maanden dicht ging. Om de kata kennis een beetje op peil te houden, zijn we toen bij Van der Bruggen gekomen. Gedurende de zomermaanden heeft hij ons toen op zaterdagochtend geleerd hoe de kata echt uitgevoerd moest worden, inclusief het groeten en kleding in orde maken. De eerste les moesten we laten zien hoe wij het geleerd hadden. Daar klopte volgens Van der Bruggen natuurlijk niets van. Vervolgens heeft hij ons heel uitvoerig geleerd hoe je de kata moest uitvoeren en ook waarom het zo moest. De deskundigheid van Van der Bruggen viel mij meteen op. Hij wist ook in een oogopslag te vertellen waarom een worp bij iemand niet lukte. Je moest dan je voeten iets anders plaatsen of je heupen minder ver indraaien of iets verder zakken en dan lukte de worp inderdaad wel. Na een aantal weken trainen zei hij met een glimlach: “Het is een stuk beter geworden. Eerst waren jullie heel erg slecht en nu zijn jullie gewoon slecht”. Na die zomer hebben we eerst onze eerste Dan gehaald bij de judo bond. Daarna zijn wij overgestapt naar Nakada en hebben daar met succes opnieuw examen gedaan voor de eerste Dan.
Marcel Bancken (beoefent judo, jiu-jutsu en kendo sinds 1986)
16
Te oud? Op 40-jarige leeftijd besloot ik te gaan ondernemen wat ik altijd gewild had, maar wat er nooit van gekomen was: judoles nemen. Onder de indruk van een artikel in de krant, waar meneer Van der Bruggen op 78-jarige leeftijd stond, in zijn kimono en daarin de uitspraak deed: "Als ik niet meer train, dan ben ik overleden." Dus belde ik naar de Zoutmanstraat, er rekening mee houdend dat ik wellicht te oud zou zijn om het nog te leren. Na een kort gesprek, want van lange gesprekken over de telefoon was meneer Van der Bruggen niet gediend, vroeg ik of mijn leeftijd geen bezwaar was? "Hoe oud bent u dan?, vroeg hij, "40 jaar? U komt net kijken!" Dezelfde avond meldde ik me voor de les en doe dat na 8 jaar nog steeds met veel plezier. Ramen lappen Eens, toen meneer Van der Bruggen al wat ouder was, vroeg hij me het raam van de etalage aan de buitenzijde eens goed te zemen, alsmede het houtwerk goed schoon te maken. Ik heb dat met de volgende materialen, die hij mij toestopte, zo goed mogelijk proberen uit te voeren. Wat hij me gaf, was het volgende: - een levensgevaarlijk houten trapje, hetgeen ruw geschat van rond 1950 moet zijn. - het gescheurde gele badje, dat in de kleedkamer in de gootsteen stond (en werd gebruikt om vuil water door de WC te spoelen, hetgeen ook kostenbesparend was). Dus geen emmertje met hengsel dat wel zo makkelijk zou werken. Ook geen fatsoenlijke zemen lap of een spons, maar wel: - een oud lapje - een stukje papier, waarvan meneer Van der Bruggen me duidelijk maakte, dat ik er zuinig op moest zijn en als het kapot ging, mocht ik wel een nieuw stukje gebruiken. Zelden heb ik me in de drukke Zoutmanstraat zo klunzig gevoeld, toen ik mijn werkzaamheden met deze attributen aanving. Maar voor meneer Van der Bruggen deed je het toch!
Kees de Jong (beoefent judo en jiu-jutsu vanaf 1993)
17
Lang zal hij leven! Voor de viering van zijn 80-ste verjaardag hadden de mensen van de donderdagavondtraining besloten dit met hem te vieren. Bij Florencia werden we getrakteerd op koffie met gebak. Toch had deze zondagmiddag iets speciaals, ondanks het feit dat er ongeveer negen genodigden waren en er 16 of 17 stoelen in een kring op het plein voor Florencia stonden. Meneer Van der Bruggen wilde geen van deze stoelen prijsgeven. Op beleefde vragen van mensen of de stoelen vrij waren, antwoordde hij zeer luid en beslist: "Bezet" (goed hoorbaar voor het overige publiek). Toen hem zijn cadeau werd aangeboden en het pakje openmaakte en bekeek (een fraai geruit overhemd), zei hij op een zeer menselijke, wat vaderlijke toon - hij was duidelijk geraakt - "Dank je wel, kinderen!" Discipline Net voor een training, toen we in zijn kantoortje zaten te wachten, rinkelde de telefoon: een jonge judoka meldde zich af met de mededeling (zoals meneer Van der Bruggen ons later vertelde) dat hij ziek was. Echter, hij had buiten de waard gerekend: hij had namelijk dezelfde middag in de tram gezeten en met vrienden behoorlijk plezier gemaakt. Het toeval wilde echter, dat meneer Van der Bruggen op de achterbank van dezelfde tram gezeten had en de hele voorstelling had gadegeslagen. Meneer Van der Bruggen deelde hem dit tijdens het telefoongesprek op zeer duidelijke wijze mee. Hij vroeg niet, maar gaf het bevel (op zijn bekende wijze) om direct naar de sportschool te komen. Weigeren durfde de jongeman niet, dus stond hij dezelfde avond weer op de mat. Ja, discipline kon je in de Zoutmanstraat zeker krijgen. Tijdens de training zei meneer Van der Bruggen tegen mij: "De Jong, toen je hier kwam, was je vreselijk stijf, nu ben alleen nog maar heel erg stijf, dus er zit vooruitgang in!" Een andere typische uitspraak was: "Kijk die De Jong eens zweten en zijn best doen, voor zijn baas heeft-ie nog nooit zo hard gewerkt!" Een compliment kon er op zijn tijd gelukkig ook wel af! Kees de Jong (beoefent judo en jiu-jutsu vanaf 1993)
18
Goede ogen Toen ik op een avond de kleedkamer betrad, bevond zich er een schilder bovenop een trap, bezig in de schemering de deurposten te schilderen. Ik maakte meneer Van der Bruggen erop attent, dat de man in het donker stond te werken en daar wel last van zou hebben. "Dat weet ik wel, De Jong", antwoordde meneer Van der Bruggen, "maar ik heb gezien dat hij hele goede ogen heeft". Met andere woorden: laat maar, dat bespaart geld voor licht, het schilderen is al zo duur. Voetbal is oorlog Op een avond, toen de tweede groep net opkwam voor de volgende les, had PSV gevoetbald. Een van de leerlingen vroeg na het afgroeten aan een van de binnentredende leerlingen zachtjes hoe PSV gepresteerd had. Echter, meneer Van der Bruggen hoorde dat en uitte verontwaardigd: "GVD, wat kan mij het verdommen wat PSV gedaan heeft!" De betrokken leerling kon deze woede niet goed plaatsen en vertrok die avond met de mededeling nooit meer te komen. Er hoefde ook niet gebeld of geschreven te worden. Dezelfde avond belde meneer Van der Bruggen toch en de volgende week stond de gedupeerde alweer op de mat! Kees de Jong (beoefent judo en jiu-jutsu vanaf 1993)
19
Een herinnering aan Johan van der Bruggen en Nakada Ik kan me als de dag van gisteren herinneren dat ik voor het eerst binnenstapte bij Nakada - Zoutmanstraat 61a. Dat was in 1975, ik was veertien jaar. Mijn vader vond dat ik op judo moest. Hij wist nog wel een goede school, Nakada in de Zoutmanstraat. Die zat er al sinds de oorlog. Mijn vader ging er van uit (en terecht zoals later zou blijken), dat een judoschool die er al zo lang zat wel goed moest zijn, anders had die het nooit zo lang uitgehouden. Een winkel die het midden hield tussen een Kunst- en Antiekhandel doortrokken van een Oosterse sfeer met een etalage waaruit duidelijk werd dat er geheimzinnige oosterse vechtkunsten onderwezen werden. Achter een bureau zat een tengere man met een streng, enigzins hard gezicht. Dezelfde man die ik - in een lichte regenjas - had zien aankomen op de fiets. Meneer Van der Bruggen sprak met een licht indisch accent, daar had hij ook jiu-jitsu (spreek uit djoe-joetz) en judo (djoedo) geleerd. In de Oost van meneer Tadji Nakada. Vandaar de naam van zijn school. Al met al heb ik er niet heel lang getraind, tot mijn achtiende. Toch zijn meneer Van der Bruggen en Nakada heel belangrijk geweest voor me. Vanaf het moment dat ik voet zette in Nakada, wist ik "Dat wil ik - leraar worden." Nu - zevenentwintig jaar later - ben ik Rijksgediplomeerd jiu-jitsuleraar en vind ik het leuk om er aan te denken dat meneer Van der Bruggen in 1946 leraar is geweest aan de CLO de Centrale Leraars Opleiding voor jiujitsu- en judoleraren en verantwoordelijk is geweest voor de opleiding van de eerste Rijksgediplomeerde jiu-jitsu- en judoleraren in Nederland. Ik denk dan ook altijd met genegenheid en enigzins weemoed terug aan mijn eerste jaren op de mat onder leiding van meneer Van der Bruggen in zijn prachtige school Nakada. Johan Smits
20
Zeldzaam Meneer Van der Bruggen heeft meegewerkt aan twee werken die heel belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van jiu-jitsu en judo in Nederland. In twee boeken van Maurice van Nieuwenhuizen, te weten Jiujitsu en Jiu-jitsu en Judo is fotomateriaal te vinden van meneer Van der Bruggen als jongeman. De beide boeken zijn uitgegeven door A.W. Bruna & Zoon's Uitgevers-mij. N.V. in 1941. Meneer Van der Bruggen is zelf ook auteur van een werkje: Judotechniek, uitgegeven door A.W. Segboers Uitgeversmaatschappij in Den Haag in 1946. Dit werkje omvat de opleiding voor judo- en jiu-jitsuleraar van de C.L.O. De boeken van Maurice van Nieuwenhuizen zijn, alhoewel zeldzaam, af en toe nog wel te vinden bij antiquariaten en tweedehands boekhandels. Het werkje van meneer van der Bruggen is buitengewoon zeldzaam. Johan Smits Droog oefenen Ik woonde in die tijd in de Piet Heinstraat. Dat is op loopafstand van de sportschool. Ik had de gewoonte om op zondagochtend een rondje te trimmen door de Scheveningse bosjes. Ik trimde daar dan door de Van Galenstraat, via het Prins Hendrik plein en de Zoutmanstraat achterlangs het Vredespaleis naar toe. In de zomer stond meneer Van der Bruggen dan soms voor de winkel zijn auto te wassen of zijn ramen te lappen. We groeten elkaar en hij riep me dan altijd een of andere kwinkslag achterna. Op een enig moment voorafgaand aan de les heeft hij me onderhouden over dat hardlopen. Uiteraard was hij daar ook expert in. Hij legde me uit hoe ik thuis moest droog oefenen. Tenen tegen elkaar en met de hielen afwisselen omhoog en met de armen bewegen alsof je echt loopt. Vervolgens volgde een relaas hoe hij op die manier één of ander Aziatisch kampioenschap hardlopen had gewonnen. Ik liet ‘m altijd geduldig uitpraten. Hij ronde af met: maar heb ik je nu meer dan genoeg verteld. Eigenlijk zou ik je extra in rekening moeten brengen voor deze les … Rutger van Wely (Kendo van 1988 tot 1998 en in november 2002 weer opnieuw begonnen)
21
Sensei v/d Bruggen Toen ik voor het eerst bij John van der Bruggen kwam trainen, was hij al een oude man. Oud en trots. Trots op wat hij gedaan en bereikt had in zijn leven. En dat was nogal wat: je kon het zo gek niet bedenken, of hij had het gedaan en nog op hoog niveau ook. Testrijder, radiotelegrafist in het leger, noem maar op. Ik had er wel eens moeite mee om te geloven dat hij op weer een ander vlak ook al een expert was en wellicht overdreef hij wel wat, maar ja, daar zit je dan als twintiger tegenover een tachtiger. Het verschil in levenservaring alleen al is overweldigend als je er goed over nadenkt. Stel je voor, het is een halve eeuw later en je kijkt terug op je eigen leven; wat kan jij dan vertellen? Wat heb je zelf gedaan? Wat heb je bereikt? Tja voor dromers zoals ik was het luisteren naar zijn verhalen misschien niet de meest efficiënte manier om je tijd door te komen, maar wel boeiend. De centrale training die ik een keer heb meegemaakt was ook een ervaring op zich: aan de ene kant krijg je als beginnend broekie van al die zwarte banders een vreselijk pak slaag, en aan de andere kant kregen die zwarte banders weer op hun kop van Van der Bruggen omdat ze mijn fouten niet corrigeerden. Die fouten konden mij immers niet worden aangerekend omdat ik daar nog te kort voor bezig was. Interessante filosofie. Eén keer heb ik hem een lift gegeven met mijn auto. Fietsen ging niet zo goed meer, maar hij moest bij iemand langs om een behandeling te geven. In een drukke winkelstraat op de stoep geparkeerd: ‘blijf maar even wachten, ik ben zo terug’. Ja dat kan wel. Die behandelingen van hem waren kort en intens (maar dat is weer een ander verhaal). Op de terugweg vertelde hij dat hij vroeger nog rij-instructeur geweest was. Hij vond dat ik goed reed. Dank u wel meneer. Wilfred ter Borg (beoefent Kendo sinds 1996)
22
Hoezo vies? Ik weet niet meer welk jaar het was, misschien in 1996 of zo. Een van de keren dat hij nog voor een training naar Hongarije of Engeland ging. Hij begon al ouder te worden en was lichamelijk niet meer in staat om de school schoon te houden. Tijdens een weekend zonder Van der Bruggen zag ik mijn kans schoon en ging, gewapend met mijn eigen stofzuiger, sponzen, emmers en allesreiniger, ruim op tijd naar de Zoutmanstraat. Daar nam ik eerst de Dojo zelf onderhanden. Eerst stofzuigen en ramen lappen. Terwijl ik bezig was de luxaflex van een dikke laag stof te ontdoen, kwam de eerste leerling voor Kendo binnen. Gelijk werd de tweede emmer gevuld en nog een spons in gebruik genomen. Even later waren we allemaal bezig met schoonmaken i.p.v. Kendo. Ook de groep van Jiu-Jitsu heeft niet getraind. Ik geloof dat we met acht man als een witte tornado de school van de voorgevel tot aan de dameskleedkamer helemaal hebben schoongemaakt. Ik heb zelfs met de stofzuiger het harnas wat in de Dojo hing gereinigd. Ik geloof dat iemand van Jiu-Jitsu opmerkte dat dàt waarschijnlijk niet gewaardeerd zou worden. Maar ja, je bent bezig hè? Naar het schijnt was Van der Bruggen zwaar beledigd toen hij terugkwam van zijn reis. De leerlingen die de school schoonmaken! Zijn school! Hij heeft een hele week lopen mokken. Ze hadden zelfs aan zijn harnas gezeten! Zaterdags was hij gelukkig alweer bijgedraaid en bedankte hij ons alsnog. Per slot van rekening heeft het hem natuurlijk niets gekost.
Richard Wagenaar (beoefent Kendo sinds 1982).
23
Logica Toen ik zeker wist dat ik weer wat wilde gaan sporten, wist ik ook dat het geen voetbal, volleybal, hockey of zo kon gaan worden. Vond ik namelijk niet leuk. Ik kon me herinneren dat ik als kind altijd al naar een harnas in de etalage van een raar zaakje in de Zoutmanstraat had staan kijken, iedere dag, wachtend op lijn 3. Dit was een hele echte en heel oud. Daar werd Judo, Jiu-Jitsu en ook Kendo les gegeven en dààrover had ik in een grijs verleden al eens wat gelezen. Ik maakte telefonisch een afspraak met Van der Bruggen. Deze kennismaking liet me in verwarring achter. Wat een merkwaardige man. Zijn redenaties waren niet te volgen en zouden met het verstrijken van de jaren alleen nog maar gekker worden. Zijn antwoord op mijn vraag waarom Kendoles zo duur was, luidde als volgt: "Dat komt omdat jullie mijn harnassen, hakama's en shinais kunnen gebruiken". "Hoeveel kost een harnas dan?" "Ongeveer 700 gulden". "Als ik zelf een harnas koop, is het lesgeld dan lager?" "Nee". Hoewel ik al snel een eigen hakama, handschoenen en bamboezwaard heb aangeschaft, heb ik pas een eigen harnas gekocht na zijn overlijden. Principes zijn principes, niet waar?
Richard Wagenaar (beoefent Kendo sinds 1982).
24
Joh. van der Bruggen (hachidan)1989
25
Kendo- training bij ‘Menéér van der Bruggen’. Of ‘v d Bruggen’. Zo werd hij ook veel genoemd. De man op zijn eeuwige oude fiets, met áltijd een bruine ribfluwelen broek aan en ook áltijd dezelfde morsige overjas. Streng, mopperig, ‘eigen-wijs’, nooit openlijk écht tevreden, het kon áltijd beter, en alles kost een hoop centjes! Tóch kan ik mij zijn guitige uitdrukking met ‘de pret oogjes van een jonge man die een mooie dame voorbij ziet lopen’ (dat kon hij ook waarderen), nog goed herinneren. Eigenlijk maakte hij best vaak grappen. Op zijn manier! Als er nieuwe leerlingen voor kendo kwamen, moest er vooral eerst véél gelopen worden. ‘Goed voor je motorische geheugen!’ Gelijk had hij. En je linkervoet haalt nooit je rechter in. Dus je zet je rechtervoet vóór als je begint. Blijkbaar waren er in verhouding veel mensen die rechts en links door elkaar haalden, want ik hoorde hem herhaaldelijk roepen: ‘Nee, je ándere rechtervoet!’ Dán heb je toch gevoel voor humor! Hij leefde voor zijn school. Hij was zó begaan met zijn leerlingen. Toen ik op een dag aangaf dat ik niet meer op de zaterdagmiddagen kon trainen, en óók niet op de avonden vanwege mijn werk in de horeca, stelde hij voor dat ik dan met Anne-Marie ten Broeke samen op de dinsdag en donderdag ochtenden mocht komen. Zo geschiedde. En ondertussen was hij dan bezig op zijn kantoor, of had klanten die voor een massage kwamen, en af en toe stak hij zijn hoofd om de hoek en riep hij dat hij kon horen dat we niet aan het zweten waren. Of hij sloot ons op, ging hij een boodschap doen. Gelukkig woonde ik om de hoek, en douchen deed ik tóch liever thuis. (Iedereen zal begrijpen waarom) en ik denk dat hij daar al die jaren ook héél tevreden mee was. Regelmatig was hij, zoals bekend, bij ijssalon Florencia te vinden voor zijn kopje koffie.Op een dag zag ik hem weer zitten, en besloot aan te sluiten en te vragen of hij ook nog een bakkie zou willen. Kwam er toch een tirade! Nee, hij bliefde geen koffie meer van Florencia, het was schandalig, het zou de laatste keer zijn dat hij daar kwam! Ze hadden n.l. de prijs van een kopje koffie ‘durven’ verhogen met een dubbeltje!
26
En dat hoorde hij pas toen hij zijn koffie al had besteld en moest afrekenen. Ze hadden het niet eens van te voren gemeld bij de vaste klanten. De koffie kostte toen, als ik het mij goed herinner 1 gulden en 10 cent, of misschien iets meer of minder, maar vréselijk goedkoop in vergelijking met andere horeca. Woedend was hij! Blijkbaar is het Florencia tóch vergeven, want hij is er later nog veel gezien op het terras. En ook van mij wou hij wel een kopje koffie. Een voorstel van Anne-Marie en mij om de boel eens lekker schoon te maken en op te frissen werd ons niet in dank afgenomen. ‘Wat we wel niet dachten! Er was niets aan te merken op zijn dojo, die was picobello in orde!’ We hebben nooit meer zoiets durven voorstellen. Ook nóóit een opmerking gemaakt toen hij later zelf een beetje in verval begon te raken. We hebben ons er wel zorgen over gemaakt. Maar het ging zoals het ging, op zijn manier. Op een dag kwam ik hem tegen in de Zoutmanstraat, op de fiets uiteraard, bij de kruising naar de Elandstraat. Ik stond voor het stoplicht te wachten, écht een link kruispunt dus beter doe je dat maar, hij groette mij en fietste zó door het rode stoplicht! Ik heb niets gezegd maar hield mijn hart vast. Later haalde ik hem in en zei hem dat het wel link was wat hij deed! Krijg ik die beminnelijke glimlach te zien, met de pretoogjes, en hij zei: ‘Ach, ze stoppen wel die auto’s’. Onverbeterlijk! ‘Meneer van der Bruggen’. Een fenomeen in de budowereld! Een ongelooflijke stijfkop, vreselijk op zijn centen, iedereen achter zijn kont aanzitten om te komen trainen of betalen, of op tijd te komen, en altijd voor iedereen klaarstaan. Een man met een groot hart voor zijn leerlingen en zijn NAKADA. Ellie ten Have (Kendo van begin ‘86 tot eind ’93) Den Haag, 28-1-2005
27
Een terugblik In 1987 ben ik bij Dick de Wit in de Fahrenheitstraat met aikido begonnen. Aanvankelijk samen met Ellie ten Have, zij had al eerder met Ger Danse en Rolf bij Nakada getraind. Dick vertelde van alles over de oprichters van diverse budo in Nederland en hij had het ook over een oude man in de Zoutmanstraat. De etalage van het pand kende ik al wel, een wat troebele ruit met een Yoroi (=antiek Japans harnas) er achter en snuisterijen in de etalage. Dat bleek Nakada te zijn. Dick gebruikte vaak de boken bij zijn lessen maar elkaar daarmee slaan, dat ging natuurlijk niet. Uiteindelijk ging ik daar ook maar eens kijken door de enthousiaste, bevlogen maar ook wat mystieke verhalen. Ik begon samen met El op dinsdag en donderdagmorgen. De loopoefeningen, lessen lang, waar ik voor gewaarschuwd was, bleven uit, misschien voldeed het aikido loopje ook wel. El was vooral op techniek gericht en had door de training enige jaren eerder voldoende ervaring om het voor mij snel leuk te maken. Eigenlijk was zij degene die mij les gaf. Ik was wel eens hardleers bij bepaalde bewegingen, dan kwam de uitspraak van vd Bruggen:” als je lichaam niet snapt wat je geest zegt, moet je geest leren te snappen wat je lichaam doet”. Hij pakte mijn arm beet en maakte een bepaalde beweging heel vaak achter elkaar. Heel ongemakkelijk, ik werd scheef getrokken, hij keek scheef en het geheel was bizar, maar….. het werkte. Ik vond het idioot, maar nu weet ik dat je zo inderdaad je motoriek kunt trainen. VD Bruggen had een soort supervisie, dat ging vooral over zwoegen, warm en koud hebben, zeker nooit verzuimen en toen El eenmaal zwanger van Koosje was, gaf dat ook niets, goed voor moeder en kind. ( Ik heb later ook nog wel op vrijdagavond getraind met een zwangere vrouw die schuimplastic om haar do had gebonden omdat ze zwanger was.) Uiteindelijk ben ik naar de avond en zaterdagtrainingen verhuist. Een heel gedoe want de aikido en kendo lessen sloten qua tijden aan dus dat was racen. Na dwars door het verkeer, slechts een kilometer moest ik gaan, overal doorglippend, twee keer de spiegel van een auto had geraakt, liet ik al gauw mijn shinai daar hangen. Gelukkig was hij nogal orakelend ingesteld als de groep zich verzamelde en kon ik meestal ongemerkt er tussen glippen.
28
Alles was ineens anders. Het was verbazend in het begin. Iedereen een ander contributie bedrag, de vrouwen in een soort keuken, ineens overal klappen krijgen, het raarste was nog wel dat ik bleef !!! En nog raarder was dat ik nergens vragen over stelde. Ik kreeg nogal eens wat opmerkingen over me heen omdat ik naast aikido en kendo inmiddels ook bij Kendo kai Den Haag trainde, weliswaar alleen voor jodo en iado, maar de lessen volgende elkaar daar ook op en dat ging toch echt anders. Grappig is dat als zaken heel erg anders zijn, ze ook weer op elkaar gaan lijken. Nou we mochten hier niet stampen en geen kiai geven, lastig want met mijn gewicht is er al gauw gestamp en kiai komt vaak natuurlijk als je vol allure slaat. Dat kon allemaal niet want dan maakte hij zich zorgen over de vloer en de buren. Ik heb inmiddels al in heel wat zalen getraind en die vloer, die volkomen verrot was, een wonder dat we er nooit doorgezakt zijn, was heerlijk voor de gewrichten. De dojovloer was gesitueerd in een soort een huiskamer, dus werd er een metertje gewonnen door schuin te staan en niet door gelopen en gedraaid, maar na de klap achterwaarts teruggelopen met je tegenstander meteen weer achter je aan. Toenemend ingewikkelde series, niet allemaal even reëel in gevechtsverband maar wel heel erg goed voor de conditie. Uiteindelijk blijken de oefeningen veelal elders ook voor te komen, maar wel heel erg onder de hoge school te vallen en in lange jaren nog niet onder de dagelijkse trainingspraktijk. Ik heb wel eens met iemand getraind die enthousiast vertelde over een les en nieuwe technieken van een hoge exclusieve Japanse sensei, en zie daar, de specialiteiten van vd Bruggen kwamen voorbij. Ook zat ik nog eens in Duitsland met Nederlandse kendoka aan tafel die een verhaal ophaalden dat ze ergens hadden getraind met mensen van Nakada en er iemand per ommegaande op zijn kont was beland nadat iemand van Nakada zich “pardoes” door zijn knieën had laten zakken met een wering en een do sloeg. Later hadden ze er een oplossing voor maar dat verhaal duikt dus nog wel op.
29
8 Jaar heb ik er getraind, uiteindelijk ben ik gestopt omdat de contributie zoetjes aan heel erg hoog werd en ik ging studeren dus ook nog minder tijd had. Minder tijd, dat was nooit een beste zaak. Ziekte, vakantie, feesten of familieaangelegenheden, allemaal geen reden om te verzuimen. Blessures, ik werd ten burele geroepen en, eerlijk is eerlijk, het was heel wat sneller over dan bij een reguliere behandelaar. Dat was dan ineens 2 gulden of zo. Deed wel allemachtig zeer!!! Er is ook nog een periode geweest dat we, op uitnodiging, lessen in lesgeven, sportmassage, geschiedenis, techniek etc. kregen. Een soort prive lerarenopleiding. Dat vond ik moeilijk, het was heel leuk en verbindend in de groep, maar strookte toch te weinig met mijn kennis van verpleegkunde, geschiedenis van Budo, shiatsu etc. Ik ben blijven trainen bij KKDH, een kwart van de contributie voor 3 disciplines, ca 12 uur in de week. Daar kwamen soms Nakada leerlingen voorbij, de meesten gingen weer. Dave heb ik nog eens zien komen, hij sloeg meteen bij de eerste de beste partij de leraar snoeihard voor zijn hoofd. Opgeslagen heb ik ook het verhaal dat hij wegens de leeftijd een rijvaardigheidtest moest doen. Precies weet ik het niet meer, maar het ging mis omdat ze zonder hem in te lichten de omstandigheden bij een bepaalde weg hadden veranderd, geweldig. De laatste jaren was meneer van der Bruggen een aantal keren stevig ziek, doordat ik onregelmatig werkte, kon ik nog wel eens langs gaan om te kijken of ik wat voor hem kon doen. Tekenend voor de man die hij was, enorm lastig en eigenwijs, maar met een enorm verbindende kracht in de school, wilde hij nooit hulp, hoogstens wat hapjes, en er was altijd wel iemand aanwezig of net geweest. De laatste 2 jaar zag ik hem alleen nog op straat, met zijn fiets als een step tussen zijn benen, levensgevaarlijk immer gerade aus. Op weg naar Florencia.
Anne-Marie ten Broeke (kendo sinds 1991)
30
Aangenaam kennismaken. Sommige mensen worden na een bepaalde leeftijd te zijn gepasseerd luier en luier. Zo ook dit onfortuinlijke sujet. 1988, Inmiddels de 30 jaren ruim gepasseerd, een carrière opgebouwd, een zittend bestaan op het werk, na het werk met een biertje op, om een uur of elf in je luie stoel, eten en voor de buis een rsi-duim oplopen van het zappen en in slaap vallen, in de weekeinden (die bij mij in de avonden regelmatig al op dinsdag begonnen) jezelf vol laten lopen door de hele binnenstad; Een waarlijk rijk gevuld leven! “Maar je doet toch aan motorsport? Dat is toch ook beweging?” Was de positieve motivatie die me regelmatig goedbedoeld werd toegevoegd. Motorrijden noemt men sportief maar uiteindelijk zit je ook maar op je gat en sleutelen doe je ook niet echt voor de lol. Praatjes die ik anderen voorhield om toch maar een schijn van sportiviteit op te houden; “Ik heb vroeger ook gevoetbald hoor!” Dank je de koekoek, dat was toen 20 jaar geleden voor het laatst! En dat ik zo goed was met atletiek ... op de lagere school! De kogel moest door de kerk! Een nieuw regelmatig leven en sporten. Dát is het, maar wát voor sport. Doelloos aan apparaten sleuren en trekken en duwen is maar niks, ik wilde wat anders! Mijn hele leven zat er al een raar winkeltje in de Zoutmanstraat met een gaaf harnas en allerlei spulletjes, misschien wist El ten Have wel wat dat voor zakie was, die woonde daar vlak achter en ik zat er toch elke zaterdagmiddag koffie te leuten. “Dan gaan we toch gewoon even kijken” stelde ze voor. Om een uur of twee gingen we. Verkneukeld en licht nerveus van zoveel lef openden we voorzichtig de zware deur en een kerstbelletje tingelde zo akelig hard zodat je het gevoel kreeg als van een kat die zich verraadde door dat verdoemde kattebelletje, wat z´n baas in een verschrikkelijke worsteling, ondanks de zware verwondingen die hem aan handen en gelaat werden toegebracht, om zijn nek had weten te knopen.
31
En daar zaten we dan… Geen geluid, zou ik achter één van die deuren durven kijken? Ja, eerste de deur in de hoek? Alleen maar een duister gangetje vol met fietsen voel ik aan de trapper tegen mijn scheenbeen. Dan maar weer zitten. Die andere dan maar? Maar dat is achter het ’bureel’! Nou ja, daar gaat ie dan. Een eigenaardig zaaltje met een bank en interessante spullen achterin en ook dat geurtje van achter die andere deur, maar niemand te bespeuren. “Even kijken hè El?” sprak ik opgewekt en alsof hij op dat seintje had gewacht verscheen hij vanachter de deur die ik net achter me dicht had getrokken. De man nam plaats achter het toonbankje, rommelde wat om zich heen met papiertjes en mopperde iets van “ze leren het nooit…” “Dame en Heer, wat kan ik voor u betekenen!” We schrokken op uit onze verwarde gedachten…“Uhh, wij zijn benieuwd wat dit voor winkeltje is meneer, is het ook een sportschool?” Zoveel naïviteit stond in zijn ogen gelijk met een belediging, verontwaardigd begon hij de volledige geschiedenis van zijn leven, het leven van de hele wereldbevolking, alle beroepen die hij had bedreven en het ontstaan van de sportschool, de conflicten die hij met de verschillende budobonden had, de hebbelijk- en onhebbelijkheden van zijn leerlingen, de waarden van het boeddhisme, christen- en jodendom, de islam, het Chinese gevaar, de eigenaardigheden van japanners, wat de minister-president en de presidenten van de hele wereld verkeerd deden, hoe je honden moest masseren, de vliegtuigen en motoren die hij had bestuurd, vlogen in een orale wervelstorm rond onze hoofden en wat de lessen kostten en dat het een hele organisatie werd om op zaterdagmiddag twee uur een les voor ons tweeën te organiseren en dat het daarom duurder was dan normaal. Afspraak gemaakt en om vijf uur konden we ons losmaken, luisterend en beamend dat iedereen tegenwoordig zo´n haast heeft, konden we bínnen een kwartier de deur bereiken, die zo hardhandig te openen dat het kerstbelletje zijn orakel overstemde en zo luid “Tot volgende week” te wensen dat hij wel moest stoppen.
32
De week daarop begonnen we met Kendo. Het zaterdagmiddaguurtje werd steeds drukker en ik ben later steeds vaker in de week gaan trainen met veel plezier en verboden lol. Na een paar jaar moest Ellie afhaken, ik ben bijna tot zijn dood met af en toe een onderbreking doorgegaan. Nu mis ik het nog steeds. Ik kan nog verder uitwijden over de avonturen die je met hem meemaakte en hoe hij je thuis moést en zou behandelen als je door je rug was gegaan of een muisarm had maar dat hebben de meesten van ons ook meegemaakt en uitgebreid beschreven. Hij was een moeilijke vader. Ik mis hem zoals ik mijn makkelijke vader mis. Ger Danse
33
Een verhaal Ik heb een aantal jaren jiu-jitsu getraind bij Nakada, erg veel plezier aan beleefd, en altijd erg veel bewondering gehad voor het vakmanschap van Van der Bruggen, als je een keer niet kwam, hing hij aan de telefoon of stond hij aan de deur. En als je zei dat je niet kon, dan probeerde hij je altijd nog over te halen met "kom dan zaterdag, dan traint die-en-die ook", waarbij hij een van zijn vrouwelijke leerlingen noemde. Als student had ik niet zoveel geld en een keer zei ik tegen hem: "Ik kan niet komen trainen deze maand, ik heb geen geld voor de contributie". Waarop hij zei, "kom deze maand maar trainen en dan ga je volgende maand maar weer betalen". Iets wat je niet zou verwachten van Van der Bruggen, ik moest wel herhaaldelijk beloven het niet aan andere leerlingen te vertellen, "anders kan straks ineens niemand meer betalen". Soms moest er een karweitje worden gedaan, waar hij dan een van zijn leerlingen voor vroeg, zoals het vervangen van een TL balk… Tijdens de training waren de TL lampen uit. Dit was, omdat er eentje knipperde. Van der Bruggen vroeg of ik na de training even wilde blijven, om het te repareren. Enfin, na de training, eerst een verhandeling over de elektriciteitsrekening, en waarom hij TL balken had i.p.v. lampen, dat was goedkoper. Ik was zo stom om te vragen waarom de "Nakada" neonletters buiten altijd uit stonden (een letter was kapot).... Waarop ik een uitleg kreeg over de torenhoge prijzen van neonletters, de energiekosten, de dure reparateurs, en niet te vergeten, de precariorechten enzovoorts enzovoorts.... Onderhand was het donker geworden, en moest nog steeds de TL worden gerepareerd, het houten trapje werd tevoorschijn gehaald, dit trapje had natuurlijk ook een verhaal, alles bij sportschool Nakada had een verhaal. Dat het trapje aan vervanging toe was durfde ik niet te zeggen, je wist maar nooit wat voor verhaal er verder nog was. Bij het laatste restje daglicht verwisselde ik twee starters en haalde de spinnewebben van de TL balk, ik geloof dat het de oudste TL balk was die ik ooit in mijn handen heb gehad, ik zei: "Deze TL is kapot". Van der Bruggen: "Hoe bedoel je?"
34
Ik: "Nou, deze TL balk, helemaal zwart aan de uiteinden, is kapot" Van der Bruggen: "Kan je hem nog repareren?" Ik: "Eenvoudig, gewoon een nieuwe TL balk er in" Van de Bruggen: "Maar hoe kan hij nou zomaar kapot zijn? Als ik nieuwe moet kopen dan moet ik ze allemaal vervangen, vanwege het kleurverschil, en zij zijn nu veel duurder dan toen ik deze kocht, en deze geven precies de juiste kleur licht, maar ze verkopen ze niet meer, die moderne TL balken zijn veel witter......" Ik: "Ik kan de TL lamp zelf niet repareren, die is kapot, er moet een nieuwe in." Van der Bruggen: "Maar hoe kan hij nou zomaar kapot gaan, hij doet het al 20 jaar!" Ik ben naar huis gegaan, Van der Bruggen achterlatend met zijn TL probleem, bij de volgende training zag ik dat hij toch in staat was geweest exact dezelfde TL balk te vinden, ik heb verder niet gevraagd waar deze vandaan kwam, je wist maar nooit wat voor verhaal er aan vast zat. Jeroen Vriesman
35