SCHOONMAKEN IN DE GROOTHUISHOUDING TRADITIONEEL Examendraaiboek 2013
Informatie over de examinering van de leerlingen door het SVA Examenbureau en de daaraan voorafgaande voorbereidingen door de school
©KPC Groep Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
1 VOORAF
3
2 DE VOORBEREIDING OP HET EXAMEN
4
2.1 Wie betaalt de kosten van het examen?
4
2.2 Ouders en leerlingen informeren over het belang van de
4
cursus 'Schoonmaken in de groothuishouding' en het belang van het IBI-certificaat
Inhoud
2.3 Zijn de leerlingen geïnstrueerd conform de SVS-richtlijnen?
5
2.4 Het besluit is genomen om leerlingen voor te dragen voor het
6
examen. U neemt een proefexamen af 2.5 U meldt de kandidaten aan voor het examen
7
2.6 Waar meldt u het examen aan?
8
2.7 U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken
8
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE RUIMTEN VOOR HET
9
EXAMEN 3.1 Het gereedmaken van een centrale examenruimte
9
3.2 Wat is in de centrale examenruimte aanwezig?
9
3.3 Het gereedmaken van de aanvullende examenruimten
10
3.4 Het controleren van de werkkast
11
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN
12
4.1 De observant controleert met u of alles in orde is
12
4.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt
12
doorgesproken 4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking het afnemen van
13
het examen 4.4 Evaluatie
13
4.5 Voorbeeld van een examenprogramma
14
5 HET EXAMENREGLEMENT
16
5.1 SVA-certificaat
16
5.2 Organisatie examen
16
5.3 De examenlocatie
16
5.4 Het aantal examengelegenheden
16
5.5 Voorwaarden deelname examen
17
5.6 Afnemen examen
17
5.7 Inzagerecht
17
5.8 Fraudebepaling
17
5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen
18
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET
19
PROEFEXAMEN TRADITIONEEL 7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN
WW3.12.0120 (12070)
39
1 VOORAF Voor u ligt het herziene draaiboek Schoonmaken in de groothuishouding traditioneel, voor het examineren van leerlingen voor het behalen van het IBI-certificaat (= Instructie Bij Introductie). IBI is bedoeld als basisinstructie voor beginnende medewerkers in de schoonmaakbranche (vergelijkbaar niveau van functioneren: niveau 1 mbo). Het draaiboek bevat alle informatie over het examineren van leerlingen van scholen voor praktijkonderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs, evenals van cliënten van dagbestedingcentra, door het SVA Examenbureau op basis van de eindtermen van het arbeidstrainingsprogramma: 'Schoonmaken in de groothuishouding traditioneel' (SVS, Capelle aan den IJssel, 2009). Dit arbeidstrainingsprogramma is door KPC Groep ontwikkeld in samenwerking met Stichting Scholing en Vorming Schoonmaakbedrijven en -diensten (SVS). KPC Groep bewaakt de kwaliteit van het programma en verzorgt de toetsing van de eindtermen. Voor dit laatste is het SVA Examenbureau ingericht.
Pagina 3/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2 DE VOORBEREIDING OP HET EXAMEN 2.1 Wie betaalt de kosten van het examen? Wat zijn de kosten? Het examen moet kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De prijzen die door het SVA Examenbureau worden berekend zijn all-in prijzen (voorbereidende administratieve handelingen, het samenstellen van de examenmap, het reizen, het examen zelf, het gereedmaken van het certificaat, de administratieve afhandeling en de nazorg). De kosten voor een examen bedragen € 350,-- per dagdeel (exclusief 21% btw). Op één dagdeel kunnen vier leerlingen worden geëxamineerd, na overleg maximaal vijf leerlingen. Zie onderstaand kostenoverzicht. Kostenoverzicht (exclusief btw) -
Bij één tot en met vier leerlingen: er wordt op één dagdeel geëxamineerd.
-
Bij vijf leerlingen wordt één dagdeel in rekening gebracht plus € 88,-- voor de vijfde
Kosten totaal: € 350,-- exclusief 21% btw. leerling. Er is overleg met de observant of het examineren van vijf leerlingen op een dagdeel uitvoerbaar is (taakbelasting). Kosten totaal: € 438,-- exclusief 21% btw. -
Bij zes tot en met acht leerlingen: er wordt op twee dagdelen geëxamineerd of op één dagdeel met twee observanten. Het examineren met twee observanten kan alleen in geval de school over twee examenruimten voor het uitvoeren van de opdrachten beschikt (twee sanitaire units, twee kantoorruimten, enzovoort) en twee leerkrachten die het examen bij de kandidaten afnemen. Het examineren met twee observanten kan niet gegarandeerd worden in de maanden mei, juni en juli, vanwege het grote aantal examens in deze periode. Kosten totaal: € 700,-- exclusief 21% btw.
Het financiële aspect van het examen is geregeld Voordat u de leerling aanmeldt voor het examen, informeert u de ouders en de leerling over het belang van het examen. Er moet vooraf duidelijkheid bestaan over de wijze waarop het examen wordt gefinancierd. Scholen voeren hierin een eigen beleid. -
Er zijn scholen die aan de ouders een bijdrage vragen. Het (mee)betalen aan het examen versterkt de betrokkenheid van de ouders bij de scholing, maar vaak behoren ouders tot een financieel niet-draagkrachtige groep.
-
Scholen maken een budget vrij voor het financieren van het examen. In het financiële beleid van de school worden prioriteiten gesteld.
-
Scholen leggen contacten met het UWV/CVI of met een lokale werkgever voor aanvullende middelen. Leerlingen die de school verlaten zonder een vorm van kwalificatie kunnen worden gezien als 'voortijdige schoolverlaters'. UWV/CVI voeren beleid om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
-
Scholen wenden ESF-subsidie aan om de kosten voor het examen te betalen.
-
Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden.
2.2 Ouders en leerlingen informeren over het belang van de cursus 'Schoonmaken in de groothuishouding' en het belang van het IBI-certificaat In de cursus 'Schoonmaken in de groothuishouding' leren de leerlingen vier werkzaamheden uit Pagina 4/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
te voeren die deel uit maken van het dagelijks onderhoud van kantoren. Het gaat om de volgende werkzaamheden.
Stofwissen De leerling leert om losliggend stof en vuil, dat ligt op een vlakke gesloten vloer, met een stofwisser te verwijderen. Enkelvoudig moppen De leerling leert om lichtklevend vuil, dat ligt op een vlakke gesloten vloer of op een tegelvloer, met een mop te verwijderen (enkelvoudig moppen). Interieuronderhoud De leerling leert een kantoor-/vergaderruimte te reinigen (dagelijks onderhoud) waarbij het volgende werkrooster geldt: -
prullenbak legen, zo nodig zak vervangen;
-
vingertasten verwijderen van deuren, lades en lichtschakelaar(s);
-
vensterbanken, het bureau, lage kasten, open vlakken of rekken, de tafel en de stoelleuningen afnemen;
-
telefoontoestel en hoorn afnemen;
-
tippend stofzuigen, rolvegen of stofwissen (valt buiten de toegestane examentijd).
Sanitaironderhoud De leerling leert een sanitaire unit te reinigen (dagelijks onderhoud): deuren en lichtschakelaar(s), wastafel, spiegel, planchet (indien aanwezig), afvalemmer, zeepautomaat, toiletpot en rondom de toiletpot aanwezige items. De praktijk wijst uit dat een leerling met bovenstaande vaardigheden een goede start maakt in elk stagebedrijf en zijn kans op werk vergroot. -
Ongeacht de werkplek van de leerling wordt hij, zeker in het begin, betrokken bij het onderhouden van de werkplek (elke ochtend maakt bijvoorbeeld het winkelpersoneel de winkel schoon).
-
Binnen de schoonmaakbranche is vraag naar gemotiveerd en vooral ook goed opgeleid
-
Er zijn verschillende specialisaties mogelijk binnen de schoonmaakbranche: reiniging na
personeel. calamiteiten, gevelreiniging, facilitair medewerker bij zorg- en welzijnsinstellingen, stationreiniging, treinreiniging, bungalowreiniging, hotelreiniging. Het IBI-certificaat is een door de schoonmaakbranche uitgegeven certificaat, waarmee wordt bevestigd dat de leerling voldoende geïnstrueerd is om ingezet te worden bij het dagelijks onderhoud van kantoren. Een IBI-certificaat is geen garantie voor werk maar wel een goed begin om aan de slag te kunnen. Het IBI-certificaat heeft geen salarisconsequenties. 2.3 Zijn de leerlingen geïnstrueerd conform de SVS-richtlijnen? U heeft zich ervan overtuigd dat de leerlingen zijn geïnstrueerd en getraind conform de richtlijnen van SVS. Belangrijk is dat de nadruk daarbij ligt op leren door doen. Zodra de leerling goed is geïnstrueerd en hij heeft aangetoond het werk te kunnen doen, gaat hij bij voorkeur de praktijk in. De leerling wordt ingezet bij het dagelijks onderhoud van de school of van een vervangend object. De leerling wordt daarbij begeleid en gecoacht, zodat hij zich verder zal bekwamen. Ook kan de leerling veel praktijkervaring opdoen bij een stagebedrijf. Alleen kunnen zich daar een aantal dilemma's voordoen. Het gaat in de praktijk om de volgende dilemma's: Pagina 5/40
-
het stagebedrijf waar de leerling werkt, werkt niet volgens de richtlijnen van SVS;
Januari 2013
-
het stagebedrijf werkt met andere materialen.
WW3.12.0120 (12070)
Het stagebedrijf waar de leerling stage loopt, werkt niet volgens de richtlijnen van SVS Het komt voor dat leerlingen stage lopen bij een schoonmaakbedrijf dat het niet zo nauw neemt met de richtlijnen. Bij het werven van stagebedrijven moet de school zich goed laten informeren over de werkcultuur binnen het bedrijf. Bovendien moet binnen het bedrijf een mogelijkheid zijn voor het geven van begeleiding aan de stagiair. In de scholing van de leerlingen zal men overigens aandacht moeten schenken hoe leerlingen later, als zij werk vinden in de schoonmaakbranche, met dilemma's omgaan: collega's die niet volgens de voorschriften werken of moeten werken met slechte, vervuilde materialen. In de praktijk ziet men: -
dat de werkdoek als een prop in de hand wordt gehouden;
-
dat men een groot aantal stofwisdoeken onder de wisvoet klemt;
-
dat men geen handschoenen gebruikt bij sanitaironderhoud;
-
dat men een groot aantal sanitaire units met een 'Spaanse mop' 'schoon' maakt;
-
dat er met een vervuilde mop gewerkt wordt;
-
dat de materiaalwagen beladen is met allerlei artikelen en middelen die niet specifiek voor een onderhoudstaak nodig zijn;
-
dat het materiaal in algemene zin niet wordt onderhouden of de werkkast niet op orde is.
Soms ontbreekt er een schoonmaakprogramma of is er geen resultaatscontrole. Het stagebedrijf werkt met andere materialen Ook komt het voor dat stagiairs bij bedrijven komen waar men met andere materialen werkt dan men op school gewend was, bijvoorbeeld een 'vlakmop'. Bij het werven van stageplaatsen let de school er op of er afwijkende materialen worden gebruikt, zodat men de leerling daarop kan voorbereiden. Opgelet De scholing 'uitbesteden' aan reguliere schoonmaakmedewerkers is geen garantie dat de leerlingen goed worden geschoold. Vergewist u zich ervan dat deze schoonmakers zijn opgeleid volgens de normen van SVS en overtuig u ervan dat zij de capaciteit hebben leerlingen te trainen. Het leerlingenboek en de opdrachtkaarten SVS ontwikkelt de leermiddelen voor de cursus 'Schoonmaken in de groothuishouding'. Bestellingen kunnen rechtstreeks bij SVS geplaatst worden (zie www.scholingvoorarbeid.nl via het bestelformulier SVS). Het leerlingenboek is voor sommigen 'status' verhogend: je leert iets, want er is een boek. Ook voor ouders is het leerlingenboek vaak een herkenbaar punt: een boek hoort bij het leren op school. 2.4 Het besluit is genomen om leerlingen voor te dragen voor het examen. U neemt een proefexamen af Voor leerlingen uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs is de mogelijkheid gecertificeerd te worden een grote stimulans. Het is niet alleen motiverend voor de leerlingen maar ook voor de leerkracht. Er kan immers gericht gewerkt worden naar een certificerende afronding: het examen. Wij vragen van scholen om slechts die leerlingen voor te dragen voor het examen waarbij men zelf heeft geconstateerd dat zij aan de beschreven norm kunnen voldoen. De beste manier om Pagina 6/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
dit vast te stellen is de in dit draaiboek opgenomen gespreksprotocollen en observatieformulieren zelf eerst bij de leerlingen af te nemen: het proefexamen.
Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: de leerkracht krijgt een beeld welke leerlingen voorgedragen kunnen worden voor het examen en de leerlingen ervaren wat het examen inhoudt. Het proefexamen Zodra het besluit is genomen leerlingen voor te dragen voor het examen neemt u bij alle leerlingen een proefexamen af dat uit alle vier onderdelen bestaat: stofwissen, enkelvoudig moppen, interieuronderhoud en sanitaironderhoud. U maakt daarbij gebruik van zowel de gespreksprotocollen als de observatielijsten. Leerlingen die het proefexamen op alle onderdelen voldoende of goed scoren en die in de praktijk ook goed functioneren mag u voordragen voor het examen. Voor leerlingen die onvoldoende scoren op een of meerdere onderdelen van het proefexamen en die ook in de praktijk niet voldoende functioneren vraagt u geen examen aan. De resultaten van het proefexamen worden door de school per leerling vastgelegd in een verzamelstaat (hoofdstuk 7 van dit draaiboek). Deze verzamelstaat dient bij het examen beschikbaar te zijn voor de observant. De beoordeling van die onderdelen, die niet in het examen zijn opgenomen, wordt uit de resultaten van het proefexamen overgenomen (voor de cijferlijst). Alle onderdelen van het proefexamen dienen dus met voldoende of goed te zijn beoordeeld. Indien dit niet het geval is, wordt bij de betreffende kandidaat geen examen afgenomen. Ongeacht of een leerling wel of niet wordt voorgedragen voor het examen zijn de protocollen en de observatielijsten goede instrumenten in de begeleiding van de leerling gedurende de arbeidstraining. Glazenwassen Het onderdeel 'Glazenwassen', dat wel deel uitmaakt van het programma 'Schoonmaken in de groothuishouding', wordt bij het examen niet betrokken. De reden is dat in de opleidingsstructuur van SVS het glazenwassen een apart scholingstraject is. Bovendien blijkt dat deze activiteit motorisch relatief moeilijk is voor leerlingen. Bij de SVA-programma's 'Werken in de kinderopvang' en 'Werken in de zorg' wordt wel van de leerling verwacht dat hij glazen kan wassen volgens de voorgeschreven werkprocedures. 2.5 U meldt de kandidaten aan voor het examen Voordat u kandidaten gaat aanmelden heeft u zich georiënteerd op de volgende vragen. -
Is het proefexamen afgenomen en zijn de resultaten met voldoende of goed beoordeeld
-
In welke periode kan het examen worden afgenomen? Is er een voorkeursdag?
en per leerling op een verzamelstaat vastgelegd? -
Op welke locatie wordt het examen afgenomen?
-
Heeft men een voorkeur voor een observant?
-
Is er toestemming nodig van de ouders?
In principe kunt u zich het hele jaar door aanmelden voor een examen. De praktijk leert echter dat voor de maanden mei, juni en juli veel scholen een verzoek indienen. Wij spannen ons in om de examens op het voor uw school meest geschikte moment te laten plaatsvinden. Daarom verzoeken wij u om uw kandidaten tenminste twee maanden voor de gewenste examendatum aan te melden. Dit geldt zeker als het examen in de maanden mei, juni of juli gewenst is. Pagina 7/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Belangrijk In overleg met de school stelt het SVA Examenbureau een programma op voor het examen. Aan de school wordt gevraagd of direct aansluitend op het examen, de certificaten worden uitgereikt. De observant kan in dat geval hierbij een rol spelen. Daarover maakt de school eventueel afspraken met de observant. De school wordt erop gewezen dat de school zelf verantwoordelijk is voor de (feestelijke) uitreiking van de certificaten. Ook dient de school erop toe te zien dat er voor de kandidaten, die onverhoopt niet mochten voldoen aan de criteria, een vervangende (school)verklaring beschikbaar is. De school is hiervoor verantwoordelijk. Gelet op de intensiviteit waarmee het examen wordt uitgevoerd, is het aan te bevelen dat voor het afnemen van het examen bij een groot aantal kandidaten, er meer dan één leerkracht beschikbaar is, zodat men kan afwisselen. 2.6 Waar meldt u het examen aan? Aanmelding dient te geschieden bij het SVA Examenbureau, dat ondergebracht is bij KPC Groep. De aanmelding geschiedt via de website van het SVA-project: www.scholingvoorarbeid.nl. U meldt de leerlingen aan die u wilt voordragen voor het examen, tevens reserveert u een of meerdere data waarop het examen bij voorkeur wordt uitgevoerd. Tot zes weken voor de datum waarop het examen is ingepland kunt u nog wijzigingen aanbrengen. Daarna wordt het examen afgenomen zoals is overeengekomen. Belangrijk De school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. De ervaring leert dat de leerlingengegevens zoals deze zijn opgenomen in het leerlingendossier van de school niet altijd correct zijn (gegevens en schrijfwijze). Raadzaam is de gegevens schriftelijk te laten controleren door de ouders/verzorgers van de kandidaat. De gegevens van de kandidaten dienen uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum in bezit te zijn van het SVA Examenbureau. Gezien de ervaringen in het verleden zijn wij helaas genoodzaakt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening te brengen bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum worden € 40,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. 2.7 U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken U informeert ouders over de gang van zaken bij het examen. Het examen bestaat voor alle kandidaten uit het onderdeel sanitaironderhoud en daarnaast een van de overige drie onderdelen (stofwissen, enkelvoudig moppen of interieuronderhoud). De leerling en zijn ouders worden schriftelijk geïnformeerd door de school over:
Pagina 8/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
de datum en de tijd waarop het examen wordt afgenomen;
-
de plaats waar het examen wordt afgenomen;
-
het tijdstip waarop de leerling tenminste aanwezig moet zijn;
-
de ruimte waar de leerling wacht tot het moment waarop het examen start;
-
enkele kledingvoorschriften: gemakkelijke schoenen; goed bedekkende kleding;
-
informatie waar en wanneer de certificaten worden uitgereikt.
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE RUIMTEN VOOR HET EXAMEN De dag voor het examen maakt u de centrale examenruimte en de aanvullende examenruimten in gereedheid. 3.1 Het gereedmaken van een centrale examenruimte Voor het afnemen van het examen moet een examenruimte beschikbaar zijn. De ruimte waarin geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de leerkracht die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. In de examenruimte zijn de gegevens van de kandidaten en de verzamelstaat met de resultaten van het proefexamen aanwezig en in te zien door de observant van het SVA Examenbureau. In de directe nabijheid ervan, worden op een gang van minimaal 2 bij 6 meter (vloeroppervlak is vlak en gesloten) de taak 'stofwissen' uitgevoerd en eventueel ook de taak 'enkelvoudig moppen' (een vlak van 2 bij 4 meter). In de examenruimte worden de taken 'sanitaironderhoud' en 'interieuronderhoud' voorbereid. Ook vindt in de examenruimte de nabespreking van het examen plaats. Tappunt voor water In of in de directe nabijheid van de centrale examenruimte is er gelegenheid voor het tappen van koud (en zo mogelijk ook voor warm) water. Indien dit niet te realiseren is, dan dient dit vooraf aan het SVA Examenbureau te worden gemeld. Er is dan overleg over oplossingen. Voor het examineren van het interieur- en sanitaironderhoud moeten aanvullende examenruimten beschikbaar zijn: kantoorruimte en sanitaire unit. De sanitaire unit wordt tijdens het examen niet gebruikt. 3.2 Wat is in de centrale examenruimte aanwezig? De centrale examenruimte is voor de duur van het gehele examen uitsluitend beschikbaar voor leerkracht, de observant en de kandidaten. Voor derden is dit duidelijk aangegeven. Alle materialen die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken In de examenruimte zijn de verschillende materialen, die tijdens het examen nodig zijn, aanwezig. 1
Enkele reinigingsmiddelen, waaronder tenminste een allesreiniger (of een interieurreinigingsmiddel), een vloerreinigingsmiddel, een sanitairreinigingsmiddel. Op de flacons staat informatie (waaronder een of meer picto' s en de hoeveelheid die men moet gebruiken). De reinigingsmiddelen zitten in doseerflacons. In het geval de school een andere methodiek hanteert met betrekking tot het doseren, dan is dit vooraf aan het SVA Examenbureau gemeld.
2
Alle materialen die nodig zijn voor stofwissen, enkelvoudig moppen, sanitaironderhoud en interieuronderhoud staan uitgestald op de tafel. -
Gele en groene emmer voor interieur, rode en blauwe emmer voor sanitair en enkelvoudig moppen. In het geval de school afwijkt van de gebruikte kleuren, dan is dit vooraf gemeld aan het SVA Examenbureau.
-
Gele en groene werkdoeken voor interieurreiniging; rode en blauwe werkdoeken voor sanitairreiniging. In het geval de school afwijkt van de gebruikte kleuren, dan is dit vooraf gemeld aan het SVA Examenbureau.
Pagina 9/40 Januari 2013
-
Witte handpad.
WW3.12.0120 (12070)
-
Werkhandschoenen (wegwerphandschoenen of gebruikshandschoenen).
-
Toiletborstel (als deze niet in de toiletruimte zelf staat).
-
Navulartikelen: bijvoorbeeld toiletpapier, zeep, papieren handdoekjes, maandverbandzakjes (afhankelijk van wat in de sanitaire voorziening waar de taak wordt uitgevoerd, bijgevuld kan worden).
3
-
Afvalzak(ken).
-
Stofwisdoek(en) in een gesloten verpakking.
-
Stofwisser met een in hoogte verstelbare steel.
-
Pers (op een rolemmercombinatie).
-
Mop (met losse strengen/gestikte strengen) met een in hoogte verstelbare steel.
-
Stoffer en blik.
-
Rolveger of stofzuiger.
In de examenruimte staat verder: -
materiaalwagen interieur;
-
materiaalwagen sanitair;
-
rolemmercombinatie (kan geïntegreerd zijn in de materiaalwagen sanitair).
De school is verantwoordelijk voor de goede staat van de materialen. In de examenruimte is een tafel met tenminste drie stoelen (een voor de leerkracht, een voor de kandidaat en een voor de observant). In de centrale examenruimte is voor de observant in te zien: -
de verzamelstaten met de resultaten van het proefexamen van elke kandidaat;
-
het certificaat van deelname van de docent aan de docententraining 'Schoonmaken in de groothuishouding' of een vervangend document (SVS-vakgeschoold schoonmaker bijvoorbeeld) of een document waaruit blijkt dat de docent vrijstelling heeft gekregen.
Het is mogelijk vrijstelling aan te vragen. U kunt dit verzoek (bijgesloten met kopieën van diploma’s) schriftelijk indienen bij: KPC Groep, secretariaat SVA, Postbus 482, 5201 AL 's-Hertogenbosch. U ontvangt een schriftelijke bevestiging wanneer vrijstelling wordt verleend. 3.3 Het gereedmaken van de aanvullende examenruimten De taak 'enkelvoudig moppen' kan indien daar voor ruimte is ook, naast de taak 'stofwissen', in de centrale examenruimte worden afgenomen. Is in de centrale examenruimte daarvoor te weinig plaats dan wordt een andere locatie gekozen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de examenruimte in een gang of anderszins. Het voordeel van het afnemen van deze taken in de centrale examenruimte is dat de kandidaat tijdens de uitvoering zo min mogelijk wordt gestoord. Voor het examineren van de praktische vaardigheid moet men kunnen beschikken over 'aanvullende examenruimten': een kantoorruimte en een sanitaire unit. Ruimte voor examinering interieuronderhoud De aanvullende examenruimte voor interieuronderhoud is binnen loopafstand van de centrale examenruimte (de afstand is maximaal niet meer dan 50 meter). De ruimte moet tijdens het examen niet door anderen, met uitzondering van hen die daar werken, worden bezocht. Het moet om een 'ruim' kantoor gaan van om en nabij 15 vierkante meter met daarin tenminste de volgende elementen: Pagina 10/40
-
lichtschakelaar;
Januari 2013
-
prullenmand;
WW3.12.0120 (12070)
-
lage/half hoge kasten;
-
vensterbank;
-
bureau met telefoon/bureaustoel;
-
vergadertafel met stoelen.
Personeel dat in de ruimte die wordt gereinigd eventueel werkzaam is, wordt geïnformeerd over het examen. De leerling moet alle handelingen kunnen uitvoeren, inclusief het tippend stofzuigen, rolvegen of stofwissen van de vloer afhankelijk van het materiaal waaruit de vloer is gemaakt. Ruimte voor examinering van sanitaironderhoud De aanvullende examenruimte voor sanitaironderhoud is binnen loopafstand van de centrale examenruimte (de afstand is maximaal 50 meter). Deze unit is vooraf grondig gereinigd en wordt gedurende het examen niet gebruikt. De unit omvat, naast toilet en waterspoeling, zo mogelijk: -
een wastafel;
-
een spiegel;
-
een planchet;
-
een zeep(automaat);
-
een handdoek(automaat);
-
een lichtschakelaar;
-
een prullenbak;
-
een toiletborstel (indien deze ontbreekt dan wordt een toiletborstel op de wagen meegenomen).
Het verkeer in de buurt van de sanitaire unit wordt tijdens het examen zoveel mogelijk beperkt. 3.4 Het controleren van de werkkast Aan het begin van de dag waarop het examen wordt afgenomen kan de observant u verzoeken de werkkast te mogen zien. Een belangrijk aspect in de training is dat de leerlingen leren dat het op orde houden van de werkkast belangrijk is voor de veiligheid, de hygiëne en voor de levensduur van de materialen. De school moet daarin een goed voorbeeld geven. Let u op de volgende punten. -
De ruimte ziet er schoon uit; de vloer is vrij.
-
Er is ventilatie en voldoende (kunst)licht.
-
Er is voldoende ruimte voor het plaatsen van de materiaalwagen/pers.
-
De materialen - zoals stofwissers, mopstelen en rolvegers - hangen aan haken aan de wand.
-
De werkdoeken en de moppen hangen goed uitgespoeld aan haken.
-
De stofwisdoeken zitten in een gesloten zak.
-
De reinigingsmiddelen zijn goed herkenbaar aan het etiket.
-
De emmers zijn schoon.
-
De stofzuiger is opgeruimd, snoer opgerold, de zuigslang is gescheiden van de zuigstang en hangt aan de wand.
-
Er is aflegruimte voor afvalzakken, doekjes voor de stofwisser, reinigingsmiddelen en navulartikelen.
-
Er is plaats voor het opbergen van handschoenen en werkkleding (indien de leerlingen deze gebruiken).
Ideaal is als er ook een toereikend (de hoogte) watertappunt (zo mogelijk ook warm) is in de werkkast of direct daaraan grenzend. Pagina 11/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN 4.1 De observant controleert met u of alles in orde is De observant controleert met de docent de gegevens van de kandidaten. Tevens wordt het examenpakket van elke kandidaat aan de leerkracht bekend gemaakt. De leerkracht beschikt over het draaiboek, inclusief de gespreksprotocollen en observatieformulieren. Met de leerkracht wordt de examenruimte geïnspecteerd. Gecontroleerd wordt of alle middelen/ materialen zoals is voorgeschreven, aanwezig zijn. De observant inspecteert met de leerkracht de ruimten waar interieuronderhoud en sanitaironderhoud worden geëxamineerd. Nagegaan wordt of het tappen van water geen probleem oplevert. Er wordt, als de observant dat aangeeft, ook een bezoek gebracht aan de werkkast. Dit om het belang van een goed ingerichte werkkast te onderstrepen. 4.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt doorgesproken Het examen verloopt als volgt. -
De observant verwelkomt de kandidaat en informeert hem globaal over het verloop van het examen.
-
De observant geeft aan welke opdracht de kandidaat, naast sanitaironderhoud, moet uitvoeren.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de eerste taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de leerling tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de tweede taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de leerling tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
Nabespreking tussen de observant en de leerkracht en vaststellen van de eindbeoordeling.
Aanwijzingen voor de leerkracht tijdens de uitvoering van de opdracht door de kandidaat 1
De leerkracht stelt de vragen die in het gespreksprotocol voorkomen op een dusdanige wijze dat er sprake is van een zo natuurlijk mogelijk gesprek (niet sec een vraag stellen).
2
De leerkracht geeft ondersteuning aan de kandidaat als dit uit oogpunt van de veiligheid noodzakelijk is. De ondersteuning blijft beperkt tot het voorkomen van risico's.
3
Op vragen van de kandidaat geeft de leerkracht antwoord. In het antwoord beperkt de leerkracht zich tot de gestelde vraag.
4
In geval de kandidaat niet meer resultaatgericht werkt, corrigeert en instrueert de leerkracht de kandidaat (geen 'paniek' bij de kandidaat laten ontstaan).
Pagina 12/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking het afnemen van het examen Tijdsbewaking De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd, worden door de observant als 'fout' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de leerkracht start later met het examen dan gepland bijvoorbeeld). De eindbeoordeling van de kandidaat De leerkracht en de observant spreken met elkaar af of de kandidaat na het uitvoeren van de twee taken aansluitend wordt geïnformeerd over de eindbeoordeling of dat men dit doet aan het einde van de examendag. De voorkeur gaat uit naar een aansluitende eindbeoordeling om de spanning niet extra te vergroten voor de kandidaat. In de eindbeoordeling wordt ook aangegeven waar de kandidaat aandacht voor moet hebben. In geval de kandidaat niet aan de beschreven norm voldoet Direct na afloop van ieder examen overleggen de observant en de leerkracht kort over hun bevindingen. Na afloop van het totale examenprogramma is er tussen de leerkracht en de observant meer uitvoerig overleg over die leerlingen waarvan de observant van mening is dat deze niet voldoen aan de criteria. Hierbij kunnen gegevens van het proefexamen worden ingebracht. De observant neemt uiteindelijk een beslissing. In het geval er geen overeenstemming wordt bereikt over de eindbeoordeling beslist de observant. De totaalbeoordeling wordt door leerkracht en observant ondertekend of alleen door de observant. De leerkracht maakt in het laatste geval een notitie op de totaalbeoordeling. Daarin wordt de reden vermeld waarom de totaalbeoordeling niet door de leerkracht is ondertekend. Vervangende verklaring In geval aan een kandidaat geen IBI-certificaat kan worden toegekend, zorgt de school eventueel voor een vervangende (school)verklaring. Er wordt bij uitreiking van de certificaten niet gesproken over 'gezakt zijn': er zijn leerlingen die een IBI-certificaat krijgen en leerlingen die een schoolverklaring ontvangen. 4.4 Evaluatie De school ontvangt na afloop van het examen per e-mail een verzoek tot invullen van een digitaal evaluatieformulier voor het evalueren van het verloop van het examen en de dienstverlening van het SVA Examenbureau. De school wordt nadrukkelijk verzocht dit evaluatieformulier in te vullen. De observant meldt de school op welke punten de aanpak van het programma op school verbetering behoeft (voorzieningen, materialen, instructie). De observant meldt zijn bevindingen bij het SVA Examenbureau.
Pagina 13/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4.5 Voorbeeld van een examenprogramma Voorbeeld van een examenprogramma: dagrooster bij acht kandidaten Tijd
Programma
09.30 uur
Observant en leerkracht zijn aanwezig.
09.30 - 09.45 uur
Observant controleert met de leerkracht de examenruimten en de werkkast.
09.45 - 10.30 uur
Examinering van de vakkennis en de praktische vaardigheden van de eerste kandidaat inclusief een korte nabespreking.
10.30 - 11.15 uur
Examen tweede kandidaat.
11.15 - 12.00 uur
Examen derde kandidaat.
12.00 - 12.45 uur
Examen vierde kandidaat.
12.45 - 13.15 uur
Pauze.
13.15 - 14.00 uur
Examen vijfde kandidaat.
14.00 - 14.45 uur
Examen zesde kandidaat.
14.45 - 15.30 uur
Examen zevende kandidaat.
15.30 - 16.15 uur
Examen achtste kandidaat.
16.15 -
De observant stelt de definitieve uitslag vast. Bekendmaking aan de kandidaten (en eventueel uitreiking van de certificaten). Dit deel van het programma vindt aansluitend plaats na het examen van de laatste kandidaat. Uitreiking van de certificaten.
In elke 45 minuten dat een kandidaat wordt geëxamineerd is er ook een korte nabespreking tussen leerkracht en observant. Het tijdsschema ziet er per kandidaat als volgt uit. Start examen Maximaal vijf minuten
Verwelkoming van de kandidaat door de observant van het SVA Examenbureau, er wordt kort informatie gegeven over het verloop van het examen.
Eerste opdracht: de observant van het SVA Examenbureau observeert en scoort Maximaal vijf minuten
Voorbereidend gesprek door de leerkracht.
Maximaal vijf minuten
Uitvoering van de opdracht (stofwissen, enkelvoudig moppen of interieuronderhoud; deze laatste exclusief het reinigen van de vloer).
Maximaal vijf minuten
Nabespreking door de leerkracht.
Tweede opdracht: de observant van het SVA Examenbureau observeert en scoort
Pagina 14/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Maximaal vijf minuten
Voorbereidend gesprek door de leerkracht.
Maximaal vijf minuten
Uitvoering van de opdracht (sanitaironderhoud)
Maximaal vijf minuten
Nabespreking door de leerkracht.
Afronding (maximaal vijf minuten) De kandidaat verlaat de ruimte. Korte nabespreking van het verloop en de resultaten tussen de leerkracht en de observant.
Het tappen van water Uit milieu oogpunt wordt voor de taken 'enkelvoudig moppen', 'interieurreiniging' en 'sanitairreiniging' (alleen als men met twee aparte materiaalwagens werkt) door de eerste kandidaat die de taak uitvoert water getapt en wordt reinigingsmiddel toegevoegd. Er wordt nieuw water genomen als daartoe aanleiding is. De procedure van watertappen en reinigingsmiddel toevoegen wordt besproken met de kandidaat. In het geval dat door de kandidaat de emmers met water moeten worden gevuld, valt dit buiten de tijdsmeting.
Pagina 15/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
5 HET EXAMENREGLEMENT 5.1 SVA-certificaat Kandidaten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen van het SVA Examenbureau een SVA-certificaat. Een SVA-certificaat heeft betrekking op werknemersvaardigheden in een specifieke branche van de arbeidsmarkt. SVA-certificaten worden door het betreffende kenniscentrum/brancheorganisatie erkend. 5.2 Organisatie examen Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van het examen staan in het examendraaiboek omschreven. 5.3 De examenlocatie De examenlocatie is conform de richtlijnen zoals vermeld in het examendraaiboek ingericht. Indien de examenlocatie niet voldoet aan de omschreven richtlijnen beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd of dat de examenlocatie alsnog binnen beperkte tijd in gereedheid moet worden gemaakt waarna het examen wel kan plaatsvinden. De locatie waar geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de docent die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. 5.4 Het aantal examengelegenheden -
De kandidaat komt één maal in aanmerking voor het maken van het examen.
-
Als een kandidaat niet slaagt voor het examen, kan hij/zij zich opnieuw aanmelden voor
-
Het examen dient minimaal acht weken voor de gewenste examendatum te worden
-
De school is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens van de
het examen. Hieraan zijn extra kosten verbonden. aangevraagd bij het SVA Examenbureau. kandidaten: naam en roepnaam, de geboortedatum en geboorteplaats. Deze gegevens van de kandidaat worden uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum aangeleverd. -
Bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens wordt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. Bij annulering van een examen wordt € 120,-- exclusief 21% btw in rekening gebracht. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum wordt € 40,-exclusief 21% btw in rekening gebracht, mits dit minimaal één week voorafgaand aan de geplande examendatum is gecommuniceerd. Verplaatsingen binnen een week voorafgaand aan de geplande examendatum worden beschouwd als een annulering; de kosten van het examen worden doorberekend.
-
Voor het examen ontvangt de school een oproep van het SVA Examenbureau. De school is verantwoordelijk voor het informeren van de kandidaten en de ouders over: - tijdstip aanvang examen; - gebruik van werkkleding, handschoenen en veiligheidschoenen; - examenlocatie; - het verloop van het examen; - uitreiking certificaten.
-
Kandidaten die te laat komen, mogen het examen uitvoeren binnen de resterende tijd.
-
In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd. Hij overlegt zo spoedig mogelijk aan het SVA Examenbureau een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. Het SVA Examenbureau oordeelt over de geldigheid van het verzuim
Pagina 16/40
en bericht de kandidaat hierover. Voor kandidaten die een geldige reden hadden komt de
Januari 2013
eerst volgende examengelegenheid in de plaats van de verzuimde examengelegenheid.
WW3.12.0120 (12070)
Voor cursisten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde examengelegenheid geldig en worden de kosten van het examen doorberekend. 5.5 Voorwaarden deelname examen Als voorbereiding op het examen door het SVA Examenbureau, neemt de school zelf bij alle kandidaten een proefexamen af. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. De resultaten en de datum van afname worden door de school per kandidaat vermeld op een verzamelstaat. Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn of als de resultaten niet voor alle onderdelen voldoende of goed zijn beoordeeld, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. Om in aanmerking te komen voor een SVA-2 examen is stage een verplicht onderdeel. De stage en het stageverslag dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld door de stagebieder. Bij het examen zijn de beoordelingen door de observant van SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken, onvolledig zijn of de stage niet voldoende of goed beoordeeld is, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. 5.6 Afnemen examen -
Het SVA Examenbureau bepaalt vooraf ad random welke praktijkonderdelen bij elke
-
De docent neemt het examen af bij de kandidaat.
-
De observant ziet er op toe of dit volgens de richtlijnen gebeurt zoals beschreven in het
kandidaat worden geëxamineerd.
examendraaiboek. In onderling overleg kan de observant desgewenst het examen afnemen. -
De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'onvoldoende' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de docent start later met het examen dan gepland is bijvoorbeeld).
-
De observant maakt ter plekke de uitslag van het examen bekend bij de kandidaat.
5.7 Inzagerecht Alle materialen die te maken hebben met het examen inclusief de beoordeling(en) van de observator worden bewaard door het SVA Examenbureau. De bewaartermijn bedraagt een jaar. De termijn gaat in na de einduitslag van het desbetreffende certificaat. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die beroep hebben aangetekend (9) recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van deze periode worden de materialen vernietigd. 5.8 Fraudebepaling Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij het SVA Examenbureau. Het SVA Examenbureau kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van het examen onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat Pagina 17/40
gehoord. Het staat ter beoordeling van het SVA Examenbureau om gedragingen, handelingen
Januari 2013
en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid.
WW3.12.0120 (12070)
Alle partijen worden van de maatregel die het SVA Examenbureau neemt schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen kunnen zijn: -
het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
-
het uitsluiten van (verdere) deelname aan SVA-examens.
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van medewerkers van het SVA Examenbureau of van personen die door het SVA Examenbureau zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen zoals bedoeld onder fraudebepaling slechts toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid. 5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen schriftelijk beroep aantekenen bij het SVA Examenbureau. Het beroepschrift dient binnen drie weken nadat de bestreden beslissing ter kennis aan de kandidaat is gesteld, bij het SVA Examenbureau te worden ingediend. Het beroepsschrift moet door de kandidaat te zijn ondertekend en bevat tenminste: -
naam en adres van de kandidaat;
-
omschrijving en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep/bezwaar is gericht;
-
de gronden van het beroep/bezwaar;
-
dagtekening.
Het beroepschrift wordt voorgelegd aan een beroepscommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de school/instituut, een vertegenwoordiger van de betreffende brancheorganisatie/kenniscentrum en een vertegenwoordiger van het SVA Examenbureau. De uitspraak van deze beroepscommissie is bindend.
Pagina 18/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET PROEFEXAMEN TRADITIONEEL Deze protocollen en observatielijsten worden ook bij het officiële examen gebruikt.
Pagina 19/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
STOFWISSEN Praktijkopdracht De leerling moet losliggend stof en vuil, dat ligt op een vlakke gesloten vloer, met een stofwisser verwijderen. Het gaat om een niet bezette 'vrije' ruimte van minimaal twee bij zes meter. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Stofwissen' Vragen
Pt.
1
Je moet losliggend stof en vuil van de vloer verwijderen. Welk materiaal gebruik je daarvoor? Pak dit materiaal en bevestig deze aan de materiaalwagen. Antwoord: stofwisser. De kandidaat pakt een stofwisser en bevestigt deze aan de materiaalwagen (klem).
0,5
2
Benoem de delen van de stofwisser. Antwoord: steel, frame of zool(plaat), koppeling.
0,5
3
Wat heb je naast de stofwisser nog meer nodig? Pak deze materialen en leg deze op de materiaalwagen. Antwoord: stofwisdoek(en), blik en veger, afvalzak, klamvochtige gele werkdoek voor het verwijderen van eventuele vochtplekken (goed als alle materialen zijn benoemd).
0,5
4
Een goede lichaamshouding is bij het stofwissen belangrijk. Waar moet je op letten als je een stofwisdoek aan de stofwisser vastmaakt? Antwoord: knielstand; hoogte van de steel net iets onder de schouder. De steel van de stofwisser tegen de hals/schouder laten rusten. De doek met de duimen in de klemmen drukken.
0,5
5
Vertel de werkvolgorde bij het stofwissen. Waar begin je? En hoe werk je verder? Antwoord: natte plekken verwijderen. Eerst langs de plinten, dan de vrije ruimte (2 punten als het antwoord van de kandidaat deze elementen bevat). Eindigen waar je begonnen bent en werk controleren, fouten herstellen (nog een punt erbij.)
3
Score
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Termen: in het instructiemateriaal wordt afwisselend gesproken over 'zool(plaat)' of over 'frame' van de stofwisser. Uitgebreide beschrijving van de werkvolgorde
Pagina 20/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
Steel op juiste hoogte instellen.
-
Natte plekken verwijderen met een klamvochtige gele werkdoek.
-
Eén stofwisdoek vastmaken (alleen voorzijde, brede kant is voorkant).
-
Langs de kanten beginnen (naast de stofwisser lopen, korte kant tegen de plint).
-
Vrije ruimte wissen (loop achter de stofwisser).
-
Je werk controleren en eventuele fouten herstellen.
-
Het losliggende vuil en de stofwisdoek opvegen met stoffer en blik en in de afvalzak doen.
-
Materiaal (stofwisser, veger en blik) schoonmaken met klamvochtige gele doek en opruimen.
Observatielijst praktijkopdracht 'Stofwissen' De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft voor het stofwissen van de vloer op een materiaalwagen verzameld. Beoordelingspunten 1
De vloer wordt zichtbaar vooraf gecontroleerd op vocht of grof vuil.
Pt. 2
Eventuele vochtplek wordt met klamvochtige gele werkdoek weggenomen. 2
Het eerste deel van de werkprocedure: de voorbereiding
10
De kandidaat neemt de knielstand aan voor het aanleggen van de stofwisdoek; steel tegen de schouder/hals. De stofwisdoek met duimen in de twee voorste klempunten bevestigen. De stofwisdoek zit strak om de zool en de flappen kunnen hun werk doen. De steel op de juiste hoogte instellen (iets onder de schouders). Score min 2 als niet met beide duimen de wisdoek wordt vastgemaakt. Score min 2 als de stofwisdoek aan de verkeerde zijde wordt vastgemaakt. Score min 5 als de stofwisdoek niet strak om de zool zit. Score min 2 als geen knielstand wordt aangenomen. Score min 2 als de steel niet tegen de schouder rust. Score min 4 als de steel niet op hoogte wordt gebracht. 3
Steel losjes vasthouden op ellebooghoogte, een hand aan de knop.
3
4
Het tweede deel van de werkprocedure: het stofwissen zelf
10
De kandidaat begint aan de kanten en loopt naast de wisser. De zool blijft op de vloer. Na de kanten de vrije ruimte en kandidaat loopt in banen achter de stofwisser. Er is geen grote overlap; er worden geen delen vergeten. Goed: als de hele werkprocedure correct is uitgevoerd. Score min 2 als hij niet naast de wisser loopt. Score min 2 als hij niet juist langs de (denkbeeldige) plint gaat. Score min 4 als de zool het contact met de vloer verliest. Score min 5 als hij delen van de vloer overslaat (niet wist). Score min 2 als bij wissen vrije ruimte niet achter wisser wordt gelopen. Score min 2 als stofwisser verkeerdom wordt gebruikt. 5
Gedurende hele opdracht behoudt kandidaat een goede werkhouding.
3
6
De kandidaat controleert na afloop zichtbaar het werk.
2
7
Het derde deel van de werkprocedure: de afronding
10
Kandidaat neemt knielstand aan; verwijdert stofwisdoek op juiste wijze van de zool; stofwisser wordt bevestigd aan de materiaalwagen. Kandidaat neemt knielstand aan en plaatst het blik op de punt van de stofwisdoek; veegt doek op het blik zonder deze met de handen aan te raken. De stofwisdoek wordt in de afvalzak gedaan. Score min 5 punten als er zichtbaar vuil op de vloer achterblijft. Score min 2 punten als geen knielstand wordt aangenomen. Score min 4 als de kandidaat de stofwisdoek aanraakt met de hand. Score min 2 als stofwisser en veger en blik niet worden schoongemaakt. Score min 4 als de stofwisser niet op de juiste wijze wordt weggezet. Tijdslimiet: 5 minuten Pagina 21/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score maximaal 40 punten
Score
Nabespreking nadat de opdracht 'Stofwissen' is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het stofwissen. De stofwisdoek is opgeveegd en het werk is gecontroleerd. Vragen 1 2
Pt.
Waar let je op bij het opruimen van de stofwisdoeken in de werkkast?
1
Stofwisdoeken die in de werkkast liggen moet je regelmatig omdraaien.
1
Score
Waarvoor is dat? 3
Als je de kanten wist, loop je naast de stofwisser.
1
Waarom doe je dat? 4
Waarom mag je maar één stofwisdoek aan de zool vastmaken en niet
1
meerdere? 5
Waar moet je op letten als je de vuile stofwisdoek opveegt?
1
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Antwoorden nagesprek 'Stofwissen' 1
De zak waar deze in zitten goed afsluiten. (De leerling kan de vraag verwarren met vraag 5, opruimen van vuile stofwisdoeken.)
2
Anders zakt de olie naar de onderste doeken.
3
Dan is de kans groter dat je met een rechte rug werkt. Je kunt ook zo beter de hoeken uitnemen. Deuren in een gang die plotseling open gaan, komen niet tegen je aan (veiligheid).
4
Als je meer dan een stofwisdoek aan de zool vastmaakt worden deze allemaal al vuil en de doeken nemen minder goed het stof op (verspilling).
5
Knielstand aannemen, punt van het blik op de doek plaatsen. De doek nooit met de handen aanraken (laatste element moet genoemd worden voor een 'goed' antwoord).
Pagina 22/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
TOTAALBEOORDELING 'STOFWISSEN' Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de methode 'Stofwissen': Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen IBI-certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 23/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
ENKELVOUDIG MOPPEN Praktijkopdracht De kandidaat moet lichtklevend vuil, dat ligt op een vlakke gesloten vloer of op een tegelvloer, met een mop verwijderen. Tijdens het examen wordt een oppervlakte van twee bij vier meter gemopt. Zo mogelijk in de centrale examenruimte en anders in de directe nabijheid ervan. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Enkelvoudig moppen' De emmers worden bij het eerste examen van een dagdeel door de kandidaat met water gevuld. De volgende kandidaten gebruiken hetzelfde water. Let op: bij het vullen van de emmers geen warm water gebruiken, omdat dit maar gedurende korte tijd effect heeft. Het vullen van de emmers valt buiten de tijdslimiet. In het geval dat de kandidaat de emmers niet hoeft te vullen, vertelt hij hoeveel water en reinigingsmiddel er in de emmer moet. Bij het goede antwoord ook 0,4 punt toekennen. Vragen
Pt.
1
0,2
Je moet lichtklevend vuil, dat op een vlakke gesloten vloer (of tegelvloer) ligt, verwijderen. Welk materiaal heb je daarvoor nodig? Pak dit. Antwoord: een mop.
2
Welk materiaal heb je nog meer nodig? Pak dit materiaal.
0,2
Antwoord: een rolemmercombinatie (het noemen/aanwijzen van 'de kar' is voldoende), met een blauwe en een rode emmer, een reinigingsmiddel, een waarschuwingsbord, veger en blik, vuilniszak, gele werkdoek. 3
Neem van tafel het reinigingsmiddel voor het reinigen van vloeren.
0,2
Antwoord: de leerling pakt de juiste flacon. 4
Staan er picto's op de fles? Wat betekenen deze picto's?
0,5
Antwoord: kandidaat vertelt de betekenis van de op de fles voorkomende picto's (onder andere het picto voor vloerreiniging). 5
Lees op het etiket hoeveel reinigingsmiddel je nodig hebt.
0,5
Antwoord: de leerling leest de hoeveelheid die hij nodig heeft. 6
Op welke wijze voeg je de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel
0,4
aan het water toe? Hoe doe je dat? (In het geval dat de kandidaat de eerste is die het water gebruikt, wordt er reinigingsmiddel aan het water toegevoegd.) Antwoord: het reservoir vol laten lopen en 'over' de rode dop uitschenken (er kunnen ook andere doseermethodes zijn!). 7
Vertel de werkvolgorde bij het enkelvoudig moppen. Waar begin je? En hoe werk je verder? Het antwoord is goed als alle volgende elementen genoemd worden: -
een mop breedte van de (denkbeeldige) plint af het 'vak zetten' daarna langs de plint;
-
hoeken uitnemen;
-
schoonspoelen en uitwringen van de mop;
-
dan het middengedeelte/halverwege de mop keren met lemniscaatbeweging, dus géén banen.
Tijdslimiet: 5 minuten Pagina 24/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score maximaal 5 punten
3
Score
Observatielijst praktijkopdracht 'Enkelvoudig moppen' De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft voor het enkelvoudig moppen verzameld. Beoordelingspunten 1
Emmers met water vullen en reinigingsmiddel toevoegen in blauwe emmer (bij eerste kandidaat). De steel op lengte instellen.
2
2
De rolemmercombinatie wordt voor het vlak geplaatst dat moet worden gemopt. De kandidaat plaatst het waarschuwingsbord en controleert de vloer op zand/modder.
2
3
Deel een van de werkprocedure: uitspoelen en bevochtigen Eerst wordt de mop uitgespoeld in de rode emmer en uitgeperst. De mop wordt voor ¾ in de blauwe emmer gedoopt en uitgedrukt; met rechte rug. Score min 5 punten: de kandidaat spoelt de mop in de blauwe emmer uit. Score min 4 punten als de mop niet op de juiste wijze wordt uitgeperst. Score min 2 punten als de mop te nat is (laat plassen water achter).
6
4
Deel twee van de werkprocedure: het vak 'zetten' Beginnen: een mopbreedte van de kant, kandidaat loopt naast de mop. Dan de mop keren en wisselen van hand. Nu direct langs de kanten. Hoek met de voet uitnemen ('puntje erin' en 'puntje eruit'). Let op: 'puntje eruit' niet vergeten om het vuil uit de hoek te halen. Score min 2 als niet begonnen wordt met een mopbreedte van de kant. Score min 2 als de hoek niet zichtbaar wordt uitgenomen. Score min 2 als de mop op een verkeerde wijze wordt vastgehouden. Score min 2 als de kandidaat bij het 'keren' niet de handen wisselt.
6
5
Deel drie van de werkprocedure: uitspoelen en bevochtigen De mop wordt in de rode emmer uitgespoeld en daarna uitgeperst. De mop wordt voor ¾ in de blauwe emmer gedoopt en uitgedrukt; rechte rug. Score min 4 als hij de mop niet in de rode emmer uitspoelt. Score min 2 als hij niet met een rechte rug de mop uitperst. Score min 2 als de mop te nat is gemaakt.
6
6
Deel vier van de werkprocedure: het middenvlak moppen De mop wordt iets naast het midden van een denkbeeldig vlak (2-4 m) gesleept; er wordt met een lemniscaatbeweging achterwaarts de middenruimte gemopt. Halverwege wordt de mop gekeerd. Score min 4 als er zichtbaar vlakken worden overgeslagen. Score min 2 als er te veel overlap is. Score min 2 als de mop niet wordt gekeerd in het midden. Score min 2 als mop het contact met de vloer tijdens het moppen verliest. Score min 2 bij verkeerde werkhouding (rechte rug).
8
7
De mop wordt licht over de vloer voortbewogen (niet op de vloer drukken) vlak voor de voeten.
2
8
De kandidaat controleert zichtbaar na afloop het werk.
2
9
Afsluitend deel van de procedure: uitspoelen en droog persen De mop wordt eerst in de rode emmer uitgespoeld, dan als laatste in de blauwe emmer en uitgeperst boven de rode emmer; met rechte rug. Score min 5 als hij de mop niet in de rode en blauwe emmer uitspoelt. Score min 2 als hij niet met een rechte rug de mop uitperst. Score min 2 als de mop niet voldoende wordt uitgeperst.
6
Tijdslimiet: 5 minuten Pagina 25/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Pt.
Score maximaal 40 punten
Score
Nabespreking nadat de opdracht 'Enkelvoudig moppen' is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het moppen. De mop is uitgewrongen en het werk is gecontroleerd. Vragen
Pt.
1
Hoe maak je de mop droog voor je deze opbergt?
1
2
Hoe berg je de mop op in de werkkast?
1
3
Wat zeg je tegen mensen die staan te praten in de gang en jij moet de
1
Score
gang moppen? 4
Een vloer die zojuist is gemopt kan glad zijn. Hoe waarschuw je
1
voorbijgaande mensen dat er gevaar is om uit te glijden? 5
Als in de gang waar jij moet moppen zichtbaar zand of modder ligt, wat
1
doe je dan? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Antwoorden nagesprek 'Enkelvoudig moppen' 1
De mop uitspoelen in de blauwe emmer en goed uitpersen boven de rode emmer.
2
Steel aan de muur; de mop uitgespoeld aan een rek te drogen hangen.
3
Vele antwoorden mogelijk. De essentie is dat de leerling andere mensen erop wijst dat hij op die plaats moet werken en of zij daar rekening mee willen houden (ergens anders gaan staan). Beleefd vragen!
4
5
Pagina 26/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Verschillende antwoorden zijn mogelijk: -
de leerling plaatst een waarschuwingsbord;
-
de leerling waarschuwt passanten mondeling.
Het zand/modder wordt eerst verwijderd met veger en blik of met papier of gele werkdoek.
TOTAALBEOORDELING 'ENKELVOUDIG MOPPEN' Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de methode 'Enkelvoudig moppen': Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen IBI-certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 27/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
INTERIEURONDERHOUD Praktijkopdracht De leerling moet een kantoor-/vergaderruimte van minimaal 15 vierkante meter reinigen (dagelijks onderhoud) waarbij het volgende werkrooster geldt: -
prullenbak legen; zo nodig zak vervangen;
-
vingertasten verwijderen van deuren, lichtschakelaar(s), bureaulades;
-
vensterbanken, het bureau, lage kasten, open vlakken of rekken, de tafel en de
-
telefoontoestel en hoorn afnemen;
-
tippend stofzuigen, rolvegen of stofwissen.
stoelleuningen afnemen;
Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Interieuronderhoud' De emmers voor het interieuronderhoud worden bij het eerste examen van een dagdeel door de kandidaat met water gevuld. Dit valt buiten de tijdsmeting. De volgende kandidaten gebruiken hetzelfde water. Beoordelingspunten
Pt.
Je gaat een kantoor reinigen. Je gaat de materiaalwagen klaar maken. 1
Er staan emmers op de materiaalwagen. Welke kleur hebben de emmers
0,2
en waarvoor zijn ze bedoeld? 2
Pak het reinigingsmiddel voor interieuronderhoud.
0,2
3
Staan er picto's op de fles? Wat betekenen deze picto's?
0,4
4
Lees op het etiket hoeveel reinigingsmiddel je nodig hebt.
0,4
Op welke wijze voeg je de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel toe
0,2
5
aan het water in de groene en de gele emmer? Hoe doe je dat? (In het geval dat de kandidaat de eerste is die het water gebruikt, wordt er reinigingsmiddel aan het water toegevoegd.) 6
Pak de groene werkdoek. Wat maak je schoon met de groene werkdoek?
0,2
Leg de werkdoek op de materiaalwagen. Pak de gele werkdoek. Wat maak je daarmee schoon? Leg deze doek op de materiaalwagen. 7
Je moet ook de vloer reinigen. Wat heb je daarvoor nodig?
0,4
(Bij stofzuigen/rolveger: Wat moet je controleren? Hoe doe je dat?) 8
Wat is de werkvolgorde bij het schoonmaken van een kantoor?
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Pagina 28/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
3
Score
Antwoorden voorgesprek 'Interieuronderhoud' Het heeft de voorkeur dat er voor interieur en sanitair twee gescheiden materiaalwagens zijn maar vaak is er maar één wagen op school aanwezig; deze wordt steeds aangepast. 1
Groene emmer: groene werkdoek klamvochtig te maken en uitspoelen. Met de groene werkdoek wordt het stof afgenomen. De gele emmer: gele werkdoek klamvochtig te maken en uitspoelen. Met de gele werkdoek worden vuile plekken weggenomen en het snoer van de stofzuiger gecontroleerd.
2 3
De kandidaat neemt de juiste flacon. De kandidaat vertelt de betekenis van de op de fles voorkomende picto's (onder andere het picto bestemd voor interieurreiniging).
4
De kandidaat leest de hoeveelheid die hij nodig heeft.
5
De groene dop licht losdraaien. Het reservoir onder de groene dop, door in de flacon te knijpen, vol laten lopen tot de dosering is bereikt. Het reinigingsmiddel schuin 'over' de rode dop uitschenken (of andere doseermethode).
6
Met de groene werkdoek maak je het interieur schoon. In geval de afvalbak van binnen vuil is geworden door een kapotte afvalzak, het deksel vuil is, of er een vochtvlek is op de vloer (stofwissen) gebruik je de gele doek. Met de gele werkdoek wordt ook het snoer van de stofzuiger gecontroleerd.
7
Veger en blik; rolveger, stofzuiger of stofwisser. Bij het stofzuigen voor en na gebruik controleren of het snoer veilig is, met de klamvochtige, gele werkdoek. De werkdoek niet vouwen. Het snoer in de hand klemmen met de werkdoek en vanaf de stofzuiger naar de stekker door je hand trekken. Je voelt zo of er een breuk is. Bij de stofzuiger controleer je ook de stofzuigerzak. Bij rolveger controleren of de bakjes waar het vuil in komt, leeg zijn.
8
Er wordt gewerkt van hoog naar laag en van buiten naar binnen. Of: kort benoemen wat schoongemaakt moet worden in de goede volgorde. 1
De emmers vullen met handwarm water.
2
De juiste hoeveelheid reinigingsmiddel in de emmers doen.
3
De prullenbakken legen.
4
De zakken van de prullenbakken vervangen bij klevend vuil of bij gescheurde zakken (binnenkant/deksel zo nodig schoonmaken met de gele werkdoek).
5
De groene werkdoek uitspoelen in groene emmer (om er zeker van te zijn dat deze schoon is), uitwringen en vouwen.
6
Vervolgens deuren, lichtschakelaar(s), telefoontoestellen (vooraf werkvlak wisselen), bureaus en lades, tafels en stoelen, vensterbanken schoonmaken.
Pagina 29/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
7
Niet aan computers en papieren komen.
8
Vlakke vloeren: stofwissen, tapijtvloeren: rolvegen of stofzuigen.
9
De stoelen netjes zetten.
10
Je werk controleren en eventuele fouten herstellen.
11
Alle schoonmaakmaterialen opruimen.
12
Handen wassen.
Observatielijst praktijkopdracht Interieuronderhoud De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft op de materiaalwagen verzameld. De leerling gaat nu naar de ruimte die gereinigd moet worden. Het eventueel vullen van de emmers en het reinigen van de vloer vallen buiten de tijdslimiet. Beoordelingspunten 1
Deel een van de werkprocedure: de voorbereiding
Pt. 5
De leerling kijkt zichtbaar wat het reinigen van het interieur inhoudt. De prullenbak wordt geleegd, indien nodig de afvalzak vervangen (vuil of beschadigd). Indien nodig prullenbak reinigen met gele doek. 2
Onderdeel twee van de werkprocedure: het volgen van een
10
werkroute, het verwijderen van vingertasten en het stof afnemen De werkvolgorde wordt aangehouden (van hoog naar laag; van buiten naar binnen). Vingertasten worden van deuren, lichtschakelaar(s) en bureaulades verwijderd. Vensterbank, telefoontoestel, bureau, tafel, stoelleuningen, lage kasten, open vlakken en rekken worden afgenomen (niets vergeten). Score min 5 als een element wordt overgeslagen dat zichtbaar vuil is. Score min 2 als er niet gewekt wordt van hoog naar laag/buiten naar binnen Score min 2 als de kandidaat de computer/stopcontacten niet ontziet Score min 4 als hij documenten wegneemt en het vlak eronder afneemt. 3
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt (grote vlakken worden in een
4
'wiegende' beweging afgenomen); de polsen worden zoveel mogelijk ontzien. 4
Onderdeel drie van de werkprocedure: het gebruik van het
10
werkdoekje Het werkdoekje wordt op een goede manier opgevouwen. Het werkoppervlak van het doekje (zeker na een vuilplek verwijderd te hebben en voor het reinigen van de hoorn van de telefoon) wordt gewisseld. De vuile werkdoek wordt uitgespoeld en op de juiste wijze uitgewrongen. De klamvochtige werkdoek laat geen sporen na. Score min 5 als hij geen schoon werkvlak neemt voor het reinigen van de telefoon/hoorn/als de kandidaat aan een computer komt. Score min 2 als hij de werkdoek niet volgens voorschrift hanteert. Score min 4 als hij de werkdoek niet op de juiste wijze uitwringt. Score min 2 als de werkdoek watersporen nalaat. 5
Onderdeel vier van de werkprocedure: reinigen vloer
5
Het tapijt wordt tippend gezogen/met rolveger schoongemaakt/met een stofwisser gewist (valt buiten de limiet van 5 minuten). 6
Afronding van het werk
4
De stoelen worden recht gezet. 7
Na afloop wordt het werk zichtbaar gecontroleerd en de handen worden gewassen.
Tijdslimiet: 5 minuten Pagina 30/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score maximaal 40 punten
2
Score
Nabespreking nadat de opdracht 'Interieuronderhoud' is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van het interieur. Hij heeft het werk gecontroleerd. Met de materiaalwagen gaat de kandidaat terug naar de examenruimte. Vragen
Pt.
1
0,8
Wat moet je doen als het bureau en de tafel vol liggen met mappen en
Score
brieven? 2 3
Hoe begroet je iemand die in de kamer, die jij moet schoonmaken, werkt?
0,8
Wat moet je doen als iemand, die op het kantoor werkt, zegt dat je niet
0,8
goed schoonmaakt? 4
Wat moet je doen als iemand zegt dat het schoonmaken van zijn bureau
0,8
nu niet kan? 5
Wat zeg je als iemand je vraagt om ook zijn planten water te geven?
0,8
6
Je maakt een kantoor schoon waarbij je werkt met water. Waar moet je
1,0
daarbij bijzonder opletten? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten; afronden op hele getallen
Antwoorden nagesprek 'Interieuronderhoud' 1
Daar mag je nooit aankomen; eromheen werken.
2
Vele antwoorden mogelijk. De essentie is dat de kandidaat de aanwezige begroet, zegt waarvoor hij komt, vraagt of het uitkomt en aan het werk gaat. Beleefd zijn!
3
De kandidaat gaat niet in discussie. Hij zegt dat daarover contact opgenomen moet worden met de voorvrouw/voorman.
4
De kandidaat gaat niet in discussie, gaat bijvoorbeeld eerst een ander kantoor schoonmaken en meldt dit aan de voorvrouw/voorman. Of de kandidaat komt later terug of vraagt wanneer het schoonmaken wel kan.
5
Dit behoort niet tot de taak van de interieurverzorger. De kandidaat kan antwoorden: zou het graag doen, maar ...
6
Je let op de volgende punten. -
Nooit met vochtige doeken bij stopcontacten komen.
-
Op bureau en werkbladen met een klamvochtige doek het stof afnemen, zonder dat eventuele documenten nat worden.
-
Nooit aan de computer of andere apparatuur (tv, fax, radio) komen.
De kandidaat scoort goed als twee van de drie aandachtspunten worden genoemd. Pagina 31/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
TOTAALBEOORDELING 'INTERIEURONDERHOUD' Naam van de kandidaat: Datum van proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de methode 'Interieuronderhoud': Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen IBI-certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 32/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
SANITAIRONDERHOUD (Vast onderdeel van het examen) Praktijkopdracht De kandidaat moet een sanitaire unit reinigen (dagelijks onderhoud): deuren en lichtschakelaar(s), wastafel, spiegel, planchet (indien aanwezig), afvalemmer, zeepautomaat, toiletpot en rondom de toiletpot aanwezige items (exclusief het reinigen van de vloer). Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Sanitaironderhoud' De emmers voor het sanitaironderhoud worden bij het eerste examen van een dagdeel door de kandidaat met water gevuld; de volgende kandidaten gebruiken hetzelfde water. Vragen
Pt.
Je gaat het sanitair reinigen. Je maakt de wagen die je daarvoor gaat gebruiken gereed. Terwijl je daarmee bezig bent stel ik je enkele vragen. 1
Welke kleur hebben de emmers en waarom verschillen de emmers van
0,2
kleur? 2
Neem van tafel het reinigingsmiddel voor sanitaironderhoud.
0,2
3
Staan er picto's op de fles? Wat betekenen deze picto's?
0,2
4
Lees op het etiket hoeveel reinigingsmiddel je nodig hebt.
0,2
5
Op welke wijze voeg je de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel
0,2
aan het water toe? Hoe doe je dat? (In het geval dat de kandidaat de eerste is die het water gebruikt, wordt er reinigingsmiddel aan het water toegevoegd.) 6
Pak de witte handpad. Waar heb je die voor nodig?
0,2
Leg de handpad op de materiaalwagen. 7
Pak de rode en blauwe werkdoek.
0,2
Wat maak je schoon met de rode werkdoek? Leg de werkdoeken op de materiaalwagen. 8
Controleer de materiaalwagen, welke materialen ontbreken nog?
0,4
Zeg welke materialen nog ontbreken en leg deze op de materiaalwagen. 9
Hygiëne is bij sanitaironderhoud heel belangrijk.
0,2
Noem twee voorbeelden van beschermende kleding. 10
Wat is de werkvolgorde bij het schoonmaken van het sanitair?
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Pagina 33/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
3
Score
Antwoorden voorgesprek 'Sanitaironderhoud' 1
De materiaalwagen sanitaironderhoud (let op: vaak is er maar één wagen op school aanwezig; deze wordt steeds aangepast).
2
Bij sanitaironderhoud wordt een wagen gebruikt met twee emmers: een rode en een blauwe. Daarnaast gebruiken wij voor de vloer een aparte rolemmercombinatie, of zijn er op de wagen aparte mopemmers aanwezig. Voor het examen wordt de vloer niet gereinigd. Toereikend is dus een materiaalwagen met twee emmers. -
In beide emmers wordt een reinigingsmiddel gedaan.
-
Met het sop uit de blauwe emmer wordt het minder vuile deel van het sanitair gereinigd.
-
Met het sop uit de rode emmer wordt het vuilere deel van het sanitair gereinigd (de pot, achterwand enzovoort).
3 4
Voor elke emmer wordt het passende werkdoekje gebruikt.
De kandidaat neemt de juiste flacon. De kandidaat vertelt de betekenis van de op de fles voorkomende picto's (onder andere het picto bestemd voor sanitairreiniging).
5
De kandidaat leest de informatie op het etiket.
6
Met een doseerdop. De doseerdop vol laten lopen en 'over' de ander dop uitschenken (of ander doseersysteem). Eerst water in de emmer, dan het reinigingsmiddel. Dit om overmatig schuimen te voorkomen, waardoor je niet meer de goede hoeveelheid water kunt afmeten.
7
De witte handpad gebruikt men voor het schoonmaken van de kraan, boven- en binnenzijde wastafel, de hendel van de zeepautomaat, het planchet. Je wrijft er het vuil en de kalk mee los.
8
Met de rode werkdoek wordt het volgende schoongemaakt: -
de handgreep en de bovenkant van de toiletborstelhouder;
-
de tegelwand achter de toiletpot;
-
boven- en onderkant toiletbril en -deksel;
-
het waterreservoir;
-
buitenkant en bovenzijde toiletpot;
-
(afvalemmer die in de wc staat; dus niet die bij de wasbak).
9
Veger en blik, bijvulartikelen, handschoenen, (mop).
10
Werkjas en werkhandschoenen.
11
De werkvolgorde is: -
van schoon naar vuil;
-
van buiten naar binnen;
-
van hoog naar laag.
Pagina 34/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Of: -
losliggend vuil verwijderen met veger en blik;
-
aanvullen van artikelen;
-
afvalemmer legen, eventueel zak vervangen;
-
closetpot doorspoelen, met een 'sproeiflacon' wordt wat verdunde sanitairreiniger met een straal in de pot gespoten; even borstelen en laten intrekken, borstel in de pot laten staan;
-
spiegel;
-
met witte handpad: tegelwand boven wastafel, kraan, planchet, boven- en
-
met blauwe werkdoek: tegelwand boven wastafel, kraan, planchet,
binnenzijde wastafel, hendel zeepautomaat; handdoekautomaat, zeepautomaat, wastafel, de prullenbak bij de wastafel, vingertasten, lichtschakelaar, deurknop en kozijn, toiletrolhouder, bovenzijde waterreservoir/druktoets; -
toilet borstelen en doorspoelen;
-
met rode werkdoek: borstelhouder, tegelwand achter toiletpot, waterreservoir, bovenen onderkant toiletbril en -deksel, buiten- en bovenzijde toiletpot, prullenbak bij het toilet;
-
Pagina 35/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
vloer reinigen (wordt niet uitgevoerd tijdens het examen).
Observatielijst praktijkopdracht 'Sanitaironderhoud' De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft op de materiaalwagen verzameld. Beoordelingspunten
Pt.
1
Eerste deel van de werkprocedure: controle, aanvullen en voorbereiding Kandidaat bekijkt de vervuiling. Losliggend vuil opvegen. Navulartikelen controleren en zo nodig aanvullen. Kandidaat werkt met handschoenen. Afvalemmer legen, zak vervangen indien nodig. De wc doorspoelen; verdunde sanitairreiniger met een straal in de pot spuiten, borstelen en de borstel blijft in de pot staan. Score min 2 als het afvalemmertje niet wordt verwijderd; navulartikelen niet worden gecontroleerd. Score min 5 als hij geen handschoenen gebruikt. Score min 2 als het toilet niet wordt doorgespoeld/geborsteld. Score min 2 als de toiletpot niet met reinigingsmiddel wordt ingezet. Score min 2 als de toiletborstel niet in de pot wordt gezet.
10
2
Het tweede deel van de werkprocedure: het minder vuile werk Spiegel reinigen. Hendel zeepautomaat, planchet, kraan, boven- en binnenzijde wastafel, tegelwand boven wastafel met witte handpad schoonmaken. Planchet, handdoek-/papierautomaat, zeepautomaat, onder-, boven- en binnenzijde wastafel, tegelwand boven wastafel, prullenbak bij wastafel, deurknop en kozijn, lichtschakelaar, toiletpapierhouder, bovenzijde waterreservoir/druktoets met blauwe werkdoek schoonmaken. Score min 5: als hij niet met de blauwe werkdoek werkt. Score min 5: als hij een element overslaat dat zichtbaar is vervuild. Score min 2: als hij niet regelmatig wisselt niet van werkvlak, Score min 2: het resultaat spiegel reinigen niet goed is. Score min 2: met handpad niet de juiste elementen worden afgenomen.
10
3
Het derde deel van de werkprocedure: het meer vuile werk Toiletpot wordt geborsteld en doorgespoeld. Borstelhouder, tegelwand achter toiletpot, waterreservoir, toiletbril en -deksel, buiten- en bovenzijde toiletpot, prullenbak bij toilet met rode werkdoek schoonmaken. Score min 5: als hij niet met de rode werkdoek werkt. Score min 5: als hij een element overslaat dat zichtbaar is vervuild. Score min 2: als hij niet regelmatig van werkvlak wisselt Score min 4: als hij niet van schoon naar vuil werkt Score min 2: als hij de toiletpot niet uitborstelt.
10
4
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt: bij afnemen van de onderkant van de toilettafel, de toiletpot en bril vanuit een knielstand.
4
5
De kandidaat werkt op een goede manier met de werkdoeken: goed gevouwen; regelmatig van werkoppervlak gewisseld; regelmatig uitgespoeld en goed uitgewrongen. Juiste doek wordt gebruikt.
4
6
Kandidaat controleert na afloop zichtbaar het werk en wast de handen (eerst met handschoenen - tenzij wegwerphandschoenen worden gebruikt - en daarna de handen zelf).
2
Tijdslimiet: 10 minuten Score maximaal 40 punten Pagina 36/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score
Nabespreking nadat de opdracht 'Sanitaironderhoud' is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van de sanitaire unit. Hij heeft het werk gecontroleerd. Met de materiaalwagen gaat de kandidaat terug naar de examenruimte. Vragen 1
Heb jij je handen gewassen nadat je klaar was? Waarom is dat zo
Pt.
Score
1
belangrijk? 2
Wat zeg je als tijdens het schoonmaken iemand van het toilet gebruik wil
1
maken? 3
Wat doe je als er nog iemand in de sanitaire ruimte aanwezig is als jij er
1
wilt schoonmaken? 4 5
Weet jij hoe vaak je een toilet minimaal moet schoonmaken?
1
Waarom moet je het sanitairreinigingsmiddel met een straal in de toiletpot
1
spuiten en niet sproeien (vernevelen)? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Antwoorden nagesprek 'Sanitaironderhoud' 1
Voor de hygiëne. Met de handschoenen aan de 'handen' wassen. Vervolgens de handschoenen uit doen en dan je handen wassen (behalve bij wegwerphandschoenen).
2
Verschillende antwoorden zijn mogelijk. De essentie is dat de leerling de ander erop wijst dat hij hier moet werken en of de persoon daar rekening mee wil houden: ergens anders naar het toilet gaan, een ander toilet wijzen. Beleefd blijven!
3
Je wacht buiten de unit totdat de persoon het toilet verlaten heeft.
4
Minimaal éénmaal per dag.
5
Wij weten niet of bij het sproeien (vernevelen) er ook middel in de lucht komt dat je zou kunnen inademen.
Pagina 37/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
TOTAALBEOORDELING 'SANITAIRONDERHOUD' Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de methode 'Sanitaironderhoud': Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen IBI-certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 38/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN De resultaten van het proefexamen worden bij het examen in aanwezigheid van een observant van het SVA Examenbureau gebruikt: -
in geval er twijfel is over de mate waarin de leerling de getoetste vaardigheid beheerst;
-
bij duidelijke afwijking van het resultaat van het proefexamen;
-
voor het overnemen van de totaalbeoordeling voor die onderdelen die niet tijdens het examen zijn getoetst.
De school heeft voor elke kandidaat een verzamelstaat ingevuld. Dit overzicht en de scoreformulieren dienen bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal ongeveer twee maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld.
Pagina 39/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN Naam leerling: ............................................................................................................................... Datum van het proefexamen Stofwissen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Datum van het proefexamen Enkelvoudig moppen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Datum van het proefexamen Interieuronderhoud: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Datum van het proefexamen Sanitaironderhoud: Score van de kandidaat
Pagina 40/40 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50