Schoolondersteuningsprofiel
Inhoudsopgave
INHOUD Hoofdstuk 1. Inleiding .......................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 2. Algemene gegevens ...................................................................................................................... 2 2.1 Contactgegevens ....................................................................................................................................... 2 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept. ................................................................................................................. 2 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen twee schooljaren. ...................... 6 Hoofdstuk 3. Basisondersteuning ....................................................................................................................... 7 3.1 Preventie en lichte curatieve interventies .............................................................................................. 7 3.2 Onderwijsondersteuningsstructuur ......................................................................................................... 8 Hoofdstuk 4. Extra ondersteuning: Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ............................................................................................................................................ 11 4.1 schoolaanpak voor leerlingen die behoefte hebben aan structuur, duidelijkheid, voorspelbaarheid, afgebakende taken en beweging................................................................................. 11 4.2 schoolaanpak voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte vanwege hun oppositionele gedragsstoornis. ............................................................................................................................................. 12 4.3 schoolaanpak voor leerlingen met een lichamelijke beperking. ....................................................... 12 4.4 schoolaanpak voor leerlingen die langdurig ziek zijn. ........................................................................ 13 4.5 schoolaanpak voor leerlingen met beperkte cognitieve ..................................................................... 14 ontwikkelingsmogelijkheden en geringe zelfredzaamheid. ...................................................................... 14 4.6 schoolaanpak voor leerlingen met een visuele beperking. ................................................................ 14 4.7 schoolaanpak voor leerlingen met communicatieve problemen. ...................................................... 15 4.8 schoolaanpak voor leerlingen die meer aankunnen. .......................................................................... 15 Hoofdstuk 5. Planmatig werken ........................................................................................................................ 16 Hoofdstuk 6. Basiskwaliteit van het onderwijs ............................................................................................... 16 6.1 Indicatoren van de basisondersteuning in het kader van het toezichtkader van de Inspectie van Onderwijs......................................................................................................................................................... 17 Hoofdstuk 7. ambities, mogelijkheden en grenzen........................................................................................ 18 7.1 Ambities: ................................................................................................................................................... 18 7.2 mogelijkheden en Grenzen: ................................................................................................................... 18
1
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Dit document beschrijft het schoolondersteuningsprofiel van OBS De Zes Wielen. Deze beschrijving is het uitgangspunt voor het inrichten van het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte, het bepalen van de grenzen van de zorg en het voldoen aan de wettelijke bepalingen die bestaan rondom zorgplicht en ‘passend onderwijs’. Met dit document willen we zoveel mogelijk verheldering scheppen in hoeverre de onderwijsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden van de school. Het schoolondersteuningsprofiel is de basis voor de communicatie met ouders: op basis van het profiel willen we aangeven wat de school voor een kind kan betekenen. Als ouders hun kind aanmelden bij onze school, dient het schoolondersteuningsprofiel als basis voor de afweging of wij de onderwijsondersteuning kunnen bieden waaraan het kind behoefte heeft. Het schoolondersteuningsprofiel ondersteunt het professionaliseringsbeleid van de school. Mede op basis van dit document kan bepaald worden welke competenties leerkrachten moeten beheersen om onderwijs en ondersteuning te verzorgen zoals de school heeft omschreven. Dit schoolondersteuningsprofiel is opgesteld door het team: directie, intern begeleider/zorgcoördinator, leerkrachten en eventueel andere medewerkers. Vaststelling gebeurt na advisering van de Medezeggenschapsraad . Vervolgens stelt het bevoegd gezag het ondersteuningsprofiel van de school vast, minstens eenmaal in de vier jaar.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE GEGEVENS 2.1 CONTACTGEGEVENS OBS De Zes Wielen Munnikenweg 18 1823 DC Alkmaar 072 – 5110291 Dislocaties: Saturnusstraat 50 Oudorperdijkje 66
1829 CZ Alkmaar 072-5119697 1821 AP Alkmaar 072-5117839
2.2 ONDERWIJSVISIE/S CHOOLCONCEPT. Uitgangspunten De openbare basisschool De Zes Wielen is toegankelijk voor ieder kind, ongeacht culturele achtergrond, geloofs- en/of levensovertuiging. In de huidige multiculturele samenleving wil de school een bijdrage leveren aan de acceptatie en integratie van de verschillende culturen. In onze basisschool gaan we allereerst uit van een vertrouwensrelatie tussen leerkracht en leerling. Wij proberen de leerlingen geborgenheid en een gevoel van veiligheid te geven. Dit doen wij door een kindvriendelijke benadering, het benadrukken van onderlinge eerlijkheid en sportiviteit, samen feest vieren en de gezamenlijke verzorging van thema’s en projecten.
2
Doelstellingen De eerste taak van onze basisschool is: zorg dragen voor een onderwijsaanbod van goede kwaliteit. Dit wordt onder meer bereikt door een gevarieerd aanbod van moderne didactische hulpmiddelen en methodes, door het bevorderen van de deskundigheid van de leerkrachten en door het onderhouden van een goede relatie tussen ouders, leerlingen en leerkrachten. Naast de ruime aandacht voor kennisverwerving krijgen ook de creatieve vakken en de ontwikkeling van de culturele en sociale vaardigheden voldoende ruimte binnen de lestijden. Kenmerken van ons onderwijs Onze school werkt met het leerstofjaarklassensysteem. Er ligt een grote nadruk op rust, regelmaat, orde en veiligheid. Ons klassenmanagement bestaat uit: werken met niveaugroepen, stoplicht, roodgroen blokje en rondes lopen. Wij werken met het IGDI model. Ons onderwijs is gericht op het bevorderen van zelfstandigheid van onze leerlingen ten aanzien van leren en werken. Dit geeft ruimte om ook aan de niet-gemiddelde leerling aandacht en zorg te besteden, zowel binnen als buiten de klas. Kinderen die dat nodig hebben krijgen verlengde instructie. De bovengemiddelde leerling werkt met verrijkingsmateriaal, een aantal kinderen maakt gebruik van een plusklas binnen onze school. De doorgaande lijn in de school is op leergebied voor het grootste deel gewaarborgd door de gekozen methoden en het hanteren van de door de overheid vastgestelde kerndoelen. Onderling overleg en gemaakte afspraken hierover worden genotuleerd en vastgelegd. Leerkrachten maken gebruik van elkaars kwaliteiten. Er is veel onderling overleg en we willen vooral ook de plezierige kanten in ons werk blijven signaleren, met name de afwisseling, de gezelligheid, het plezier in het zien van de ontplooiing van de kinderen en de saamhorigheid, kortom: alle aspecten die het werken in het onderwijs met zich meebrengen. Door te werken aan communicatie, eenheid, een goede samenwerking en een steeds grotere deskundigheid bevorderen wij de kwaliteit van ons lesgeven. Wij toetsen regelmatig de voortgang van ons onderwijs en houden ook naar buiten toe een vinger aan de pols door middel van een 2-jaarlijkse ouder enquête (KMPO) en rapportage van het vervolgonderwijs. Meten=weten wordt steeds belangrijker. Vorming In kringgesprekken wordt regelmatig gesproken over normen en waarden in onze samenleving. Actief meedoen aan deze samenleving speelt zich af op verschillende niveaus (klas, school, buurt, vereniging, stad, etc.) Bij het werken aan thema’s of projecten willen wij vanuit ondernemend leren de kinderen stimuleren een actieve rol te spelen binnen die niveaus van onze samenleving. Het aanleren van een democratische houding is hierbij een belangrijk aspect. Twee keer per jaar is er een project met alle kinderen van de school, waarin een schoolbreed gekozen thema centraal staat. Daarnaast geven de actualiteit en de interesses van de kinderen ruimte voor het uitwerken van thema’s op groepsniveau. Hierbij staat een ondernemende en onderzoekende houding centraal. Als werkvorm wordt voornamelijk gekozen voor samenwerkend leren. Onze basisschool bevordert bij elk kind op eigen niveau zelfstandigheid. Door het geven van positieve aandacht proberen wij eventuele onzekerheden bij het kind weg te nemen en het te stimuleren. De identiteit van een leerling wordt gevormd in relatie met anderen. Door leerlingen actief te laten deelnemen aan gesprekken en discussies en ze daarnaast te laten reflecteren op hun eigen gedrag, geven wij ruimte voor het vormen van een eigen identiteit.
3
Verdraagzaamheid: wij streven na begrip op te brengen voor een ieder ongeacht kleur, ras, geloof of herkomst. Democratisch besef: de spelregels van de democratie dienen geleidelijk aan als hoogste waarde met elkaar bereikt te worden. Positief kritische houding: elke kritiek dient uiteindelijk een doel te hebben en mag nooit ten koste gaan van derden. Gelijkwaardigheid: niemand is gelijk, maar wel gelijkwaardig; wij vinden het bijzonder belangrijk als de leerling zijn eigen kunnen, kennen en gevoelens gewaardeerd ziet. Eerlijkheid / sportiviteit: een rechtvaardig beleid van de leerkracht en open, eerlijk en sportief gedrag bij de leerlingen is ons streven. School- en klassenregels zijn gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten. Contact met andere culturen In elke locatie zitten leerlingen uit verschillende culturen. Tijdens kringgesprekken en het werken aan thema’s komen de verschillen in cultuur ter sprake. Niet alleen de godsdienstige achtergrond, ook de verschillen in normen en waarden van de leerlingen komen aan de orde. Door middel van gezamenlijke festiviteiten, sportdagen, schoolreizen en een schoolkamp wordt de ontmoeting tussen de culturen bevorderd. Respect leren hebben voor de andere cultuur is bij deze activiteiten het doel. Wij geven ons onderwijs vorm vanuit het ondernemend leren. Dit houdt aan de ene kant in dat kinderen een onderzoekende houding wordt aangeleerd, aan de andere kant dat kinderen in staat zijn om een onderneming op te zetten. Door samen met de kinderen te werken aan een onderwerp worden ze uitgedaagd hun talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Cyclisch werken Volgens onderstaand stappenplan gaan wij om met Opbrengstgericht werken binnen onze school. Wij maken daarbij gebruik van de principes van HGW (Handelingsgericht werken)
4
Handelingsgericht werken gaat uit van 7 uitgangspunten. Het helpt ons professionals planmatig te werken en systematisch aan te sluiten bij wat kinderen nodig hebben.
De uitgangspunten zijn: 1. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking 3. De leerkracht doet ertoe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. We werken constructief samen 6. Ons handelen is doelgericht 7. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant
We werken met een jaarplanner en een toetskalender. In het kader van handelingsgericht werken wordt er gewerkt met groepshandelingsplannen. Leerlingen worden geclusterd in niveaugroepen, met oog voor het individuele kind. Als een kind qua gedrag of niveau niet binnen het groepshandelingsplan past, wordt er na overleg met IB, zorgteam en ouders overgegaan tot een individueel handelingsplan of een ontwikkelperspectief. Ons streven is om de leerlingen zo lang mogelijk bij de minimumdoelen van de methode te houden. Drie keer per jaar zijn er groepsbesprekingen met de leerkracht en IB-er , gericht op opbrengsten. Twee keer per jaar zijn er groepsbesprekingen, gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Voorafgaand aan de bespreking is er een klassenconsultatie van de IB-er in de groep geweest.
5
Kinderen met speciale onderwijsbehoeften worden in en buiten de klas begeleid. De ontwikkelingen op leerling-, groeps-, en schoolniveau worden geadministreerd in Esis. Om leerlingen goed te kunnen volgen gebruiken we methode gebonden toetsen , nietmethodegebonden toetsen, dyslexieprotocol en observatielijsten van Ik en Ko. Wij gebruiken SCOL om de ontwikkeling op sociaal- emotioneel gebied te volgen. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Het totaalbeeld van de leerling bepaalt de onderwijsbehoefte van de leerling.
2.3 KENGETALLEN LEER LINGENPOPULATIE HUIDIG SCHOOLJAAR EN AFGELOPEN TWEE SCHOOLJAREN.
Telgegevens per 1-10 Aantal leerlingen
2012 2013 2014
432 446 451
Aantal leerlingen met afwijkend leerlinggewicht 0.3 1.2 28 22 25 18 22 16
Uitstroomgegevens Vwo
Havo
Vmbo TL
Vmbo
OPDC
Praktijk
Andere Bao
Totaal
2011 / 2012
6
14
18
16
3
0
9
57 VO 9 BAO
2012 / 2013
8
16
20
15
0
0
8
59 VO 8 BAO
2013 / 2014
8
21
21
15
0
0
11
65 VO 11 BAO
Overzicht leerlingen met een indicatie 2013/2014
Aantal lgf leerlingen 12 VISIO (REC 1): 1 leerling REC 2: 3 leerlingen REC 3: 1 leerling REC 4: 7 leerlingen
Overzicht leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte 2014/2015
Spraak/ taal: 1 leerling Langdurig ziek: 2 leerlingen Gedrag: 6 leerlingen
6
HOOFDSTUK 3 BASISONDERSTEUNING 3.1 PREVENTIE EN LICHTE CURATIEVE INTERVENTIES We hebben verschillende maatregelen genomen om de school- en klassenorganisatie zo aan te passen dat ook kinderen die extra zorg behoeven, een doorgaande ontwikkeling kunnen doormaken: -
het aanpassen van de school- en klassenorganisatie, om de opvang van kinderen met specifieke behoeftes mogelijk te maken het vergroten van pedagogische en didactische vaardigheden van leerkrachten het bewaken van leerlijnen, m.n. op het gebied van rekenen, taal, lezen en ontwikkelingslijnen, het onderwijsaanbod in kaart brengen d.m.v. groepsplannen de onderwijsbehoeften van kinderen in kaart brengen d.m.v. didactisch groepsoverzichten en ontwikkelingsperspectieven groeps- en leerlingenbespreking, leerkracht met IB bespreking tijdens signalerings- en zorg besprekingen met het team (5 x per jaar, gericht op opbrengsten en sociaal emotionele ontwikkeling)
Het vergroten van de didactische en pedagogische vaardigheden van leerkrachten. De volgende maatregelen hiertoe zijn ingevoerd: - volgen van nascholing op team en individueel niveau - regelmatige onderwijskundige teamvergaderingen met het hele team - regelmatig werkoverleg in onder- en bovenbouw en andere deelteams - klassenconsultaties Mochten alle preventieve maatregelen tot onvoldoende resultaat hebben geleid, dan beschikken we over de volgende curatieve middelen: - bespreking in het zorgteam - maken van een individueel handelingsplan, m.b.v. diverse onderwijsmaterialen die ondersteunend werken. Het maken van een ontwikkelingsperspectief (is in ontwikkeling) - individuele begeleiding of begeleiding in een klein groepje - diagnostisch onderzoek door de intern begeleider - specifiek diagnostisch onderzoek (door orthopedagoog van de OBD of onderwijs-expert van het samenwerkingsverband) - onderzoek en/of begeleiding door extern deskundigen Aanbod voor leerlingen met meer of minder gemiddelde intelligentie: Binnen het basisarrangement wordt er gewerkt met 3 niveaugroepen per vakgebied. Het streven is om alle kinderen in te delen binnen de niveaugroepen met een passend onderwijsaanbod voor alle kinderen. Kinderen met een hogere intelligentie dan gemiddeld krijgen verrijkingstaken en worden extra uitgedaagd. Kinderen met een lagere intelligentie dan gemiddeld krijgen verlengde instructie en werken aan de minimumdoelen. Mochten deze doelen te hoog zijn dan wordt in overleg met ouders een eigen leerlijn gestart voor het gebied waar het kind geen aansluiting heeft bij de minimumdoelen. Een individueel handelingsplan en ontwikkelingsperspectief wordt voor deze leerling geschreven.
7
Aanbod voor leerlingen met dyslexie: Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband Zorgniveau 2: Extra zorg in de groepssituatie door de groepsleerkracht (minimaal een uur per week) Zorgniveau 3: Specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door de zorgspecialist in de school Zorgniveau 4: Diagnostiek en behandeling in zorginstituut (RID of ONL) Bij de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen op school is met name de inrichting van de zorgniveaus 2 en 3 van belang. Een leerling komt in aanmerking voor meer intensivering van het lees- en spellingonderwijs (niveau 2) als de lees- en/of spellingprestaties achterblijven. Onderwijs in zorgniveau 2 is erop gericht deze leerlingen de leerstof voldoende te laten beheersen. Hiermee wordt voorkomen dat het verschil tussen de zwakke lezers en de rest van de groep groter wordt. In zorgniveau 2 maakt de leerkracht bij voorkeur gebruik van aanvullende materialen uit de op school gebruikte lees- en spellingsmethodes. Een leerling die onvoldoende vooruit is gegaan na een interventieperiode met extra begeleiding op zorgniveau 2 komt in aanmerking voor begeleiding met een aanvullend lees- en/of spellingprogramma (zorgniveau 3). Deze begeleiding is geen vervanging van de gewone lees- en/of spellingles maar is daarop een extra aanvulling. De leertijd wordt met minimaal drie keer per week 20 minuten uitgebreid. Voorwaarde voor het slagen van onderwijs in zorgniveau 2 en 3 is goed klassenmanagement. Leerkrachten maken hierbij gebruik van het directe instructiemodel. De Landelijke Protocollen Leesproblemen en Dyslexie geven hiervoor duidelijke handreikingen.
3.2 ONDERWIJSONDERSTEUNI NGSSTRUCTUUR Het schoolteam bestaat uit: - directeur / locatieleider - 2 adjuncten / locatieleiders - 3 intern begeleiders - 35 leerkrachten - 1 onderwijsassistent - 3 conciërges - 1 administratief medewerker Daarnaast worden de leerlingen in elke locatie ondersteund door vrijwilligers en studenten. De gemiddelde groepsgrootte is 25. Per groep is 1 FTE beschikbaar aan onderwijsgevend personeel. Gecertificeerde expertise binnen de school: De school beschikt over 2 LB leerkrachten. Verder beschikt de school over: ICT coördinator, dyslexiespecialist, 3 cultuurcoördinatoren, vakleerkracht gym. De directeur en een van de adjunctdirecteuren hebben de schoolleidersopleiding afgerond, de IB-ers zijn gecertificeerd. Expertise binnen de school: Wij hebben op school de ervaring met het werken met kinderen met gedragsproblemen (o.a. ADHD, autisme spectrum stoornis, oppositioneel gedrag), kinderen met een beneden gemiddelde intelligentie, moeilijk lerende kinderen, kinderen met communicatieve problemen, VVE leerlingen, kinderen met visuele beperkingen, kinderen met een lichamelijke beperking en kinderen die langdurig ziek zijn.
8
Aan onze school zijn verbonden/gelieerd: -
Schoolarts Jeugdverpleegkundige Jeugdgezondheidszorg Steunpunt Opvoeding Onderwijs Begeleidings Dienst Inspectie Basisonderwijs Alkmaar Vertrouwensinspecteur Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en gezin / De Wering Netwerk Intern begeleiders Ronduit Externe begeleiders (o.a. logopedist, fysiotherapeut, senso-motorische trainer, begeleider dyslexie leerlingen)
De zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingegaan. Om ieder kind een passende onderwijsplek te bieden, werkt onze school in een regionaal samenwerkingsverband PO NoordKennemerland (zie website http://www.swvponoord-kennemerland.nl ). In dit samenwerkingsverband werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen aan onderwijs voor: kinderen met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige handicap; kinderen die langdurig ziek zijn; kinderen met ernstige gedrags- of psychische stoornissen. Voor de ondersteuning van deze kinderen en de bekostiging ervan heeft de school afspraken gemaakt met het samenwerkingsverband. Deze afspraken maken het mogelijk dat wij op school specifieke ondersteuning en begeleiding kunnen bieden en noodzakelijke aanpassingen kunnen realiseren. Voor kinderen met een visuele of auditieve beperking of met ernstige spraak/taal-moeilijkheden is, in plaats van een samenwerking in het samenwerkingsverband, gekozen voor een landelijke systematiek. (cluster 2 heet nu Viertaal). Voor het hanteren van deze landelijke systematiek zijn een beperkt aantal instellingen ingericht die het onderwijs, de indicatie en de ondersteuning verzorgen. Als het ondanks onze eigen hulp en inspanningen niet goed lukt om in kaart te brengen wat een kind nodig heeft of welke aanpak de juiste is, kan de school de hulp inroepen van een extern deskundige zoals de onderwijsexpert, zorgexpert, psycholoog, maatschappelijk werker, logopedist, schoolarts. Deze kunnen de school adviseren of onderzoek voorstellen. In onze school gebeurt dit tijdens en na het zorgteam overleg. In het Groot Zorgteam zitten: -
De schoolarts Orthopedagoog van de OBD. Schoolmaatschappelijk werkster De directeur De intern begeleiders Eventueel aangevuld met de leerkracht van het te bespreken kind
In het Klein Zorgteam zitten: - Orthopedagoog van de OBD. - De directeur - De intern begeleiders - Eventueel aangevuld met de leerkracht van het te bespreken kind
9
Als de school voor de ontwikkeling van het kind de hulp wil inroepen van een externe deskundige of het zorgteam, dan bespreken we dit altijd vooraf met de ouders/verzorgers. De ouders dienen schriftelijk toestemming te geven voor extern onderzoek. Zij moeten worden geïnformeerd over het traject en de resultaten moeten met hen worden besproken. Op dit niveau kan ook de beslissing vallen dat de leerling een tweede leerlijn gaat volgen. Een OPP (Ontwikkelingsperspectief) wordt opgesteld als verwacht wordt dat het kind de einddoelen van groep 8 niet zal halen. Er wordt dan een individueel einddoel gesteld voor dit kind, met een trajectbeschrijving hoe we die doelen gaan bereiken. Als blijkt dat we een kind niet verder verantwoord kunnen begeleiden raadplegen wij de onderwijsexpert van het Samenwerkingsverband.
Schematisch overzicht van de zorgniveaus. niveau 1: algemene zorg De groepsleerkracht neemt preventieve maatregelen, waardoor problemen bij leerlingen voorkomen worden en legt dit vast in een groepsoverzicht en groepsplan waarin instructiegroepen zijn vastgelegd op basis van onderwijsbehoeften en resultaten. niveau 2: extra zorg Specifiekere onderwijsbehoeften worden gesignaleerd. De groepsleerkracht stelt het groepsplan bij. De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider. De ouders worden altijd geïnformeerd. De aanpak wordt uitgevoerd en geëvalueerd. (na 6 tot 8 weken). Ouders worden op de hoogte gesteld. niveau 3: speciale zorg De groepsleerkracht en de intern begeleider bespreken de problemen. Zij stellen een plan van aanpak op. (bijstellen groepsplan of opstellen van een ontwikkelingsprofiel (= OPP). Het plan wordt met de ouders besproken. Het plan wordt uitgevoerd en geëvalueerd. (periode hooguit 8 weken) Ouders worden op de hoogte gesteld en tekenen het gemaakte OPP. niveau 4: uitgebreide zorg De intern begeleider bespreekt de leerling in het zorgteamoverleg. Er wordt een plan van aanpak besproken. De groepsleerkracht en de intern begeleider leggen dit vast in het groepsplan. Hierin verwijzen wij naar het OPP. Het plan wordt met de ouders besproken en door ouders ondertekend. Het plan wordt uitgevoerd en geëvalueerd. niveau 5: externe zorg In overleg met de ouders wordt de leerling aangemeld bij de onderwijsexpert van het Samenwerkingsverband. Er hiervoor wordt een groeidocument opgesteld.
10
De verdeling van de zorgniveaus staan op de volgende manier in ESIS vermeld: Zorgniveau
Omschrijving 1a Basiszorg - Extra zorg op groepsniveau 1b Basiszorg - Zorgteam 1c Basiszorg - Eigen leerlijn via een OPP 2a Breedtezorg - Ambulante begeleiding 2b Breedtezorg – Begeleiding door een externe instantie 3a Dieptezorg - Verwijzing BAO 3b Dieptezorg - Verwijzing SBO/SO 3c Dieptezorg - Verwijzing REC
Korte naam Basiszorg - extra Basiszorg - zorgteam Basiszorg - leerlijn Breedtezorg - AB Breedtezorg - extern
Code 1a 1b 1c 2a 2b
Dieptezorg - BAO Dieptezorg – SBO/ SO Dieptezorg - REC
3a 3b 3c
HOOFDSTUK 4. EXTRA ONDERSTEUNING: ONDERSTEUNINGSARRANGEMENTE N VOOR LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN 4.1 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN DIE BEHOEFTE HEBBEN AAN STRUCTUUR, DUIDELIJKHEID, VOORSPELBAARHEID, AFGEBAKENDE TAKEN EN BEWEGI NG.
Ondersteuningsbehoefte
Leerlingen met een autistisch spectrum stoornis en ADHD.
Deskundigheid
De school heeft hier ervaring mee opgedaan. Gedragpunt heeft meerdere jaren, vanuit hun expertise, de school en leerkrachten geadviseerd. De intern begeleiders zijn via diverse cursussen geschoold in de aanpak en begeleiding van leerlingen met gedragsproblemen, waaronder autisme en ADHD. Een aantal collega’s heeft de basisworkshop autisme gevolgd.
Aandacht en tijd
De school biedt kwalitatieve ondersteuning door inzet van de intern begeleiders. Daar waar nodig bieden wij gestructureerde time-out faciliteiten.
Voorzieningen
Het klassenmanagement van alle leerkrachten is gebaseerd op het IGDI model. Door de vaste structuren worden leerlingen maximaal ondersteund in een eigen activiteitenprogramma. De time timer wordt ingezet om de taken af te bakenen. Via beloning en complimenten wordt gewenst gedrag gestimuleerd. (Taakspel) Leerlingen leren op basis van een programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling om te gaan met elkaars verschillen, ook wat betreft leerstijl. SOVA en Rots en Watertraining kunnen worden ingezet. Toetsen kunnen in kleinere stukken worden afgenomen om het voor de kinderen overzichtelijk te maken. Voor kinderen die dit nodig hebben worden taken waarbij concentratie en taakgerichtheid urgent zijn afgewisseld met (extra) bewegingsactiviteiten.
Gebouw
De schoolgebouwen hebben prikkelarme werkplekken en overzichtelijke lokalen met materialen op vaste plaatsen.
Samenwerking
De school werkt samen met ouders, een onderwijsexpert uit het Samenwerkingsverband, een interne of externe gedrag specialist en overige betrokken instellingen (o.a. Triversum, Parlan en De Praktijk).
11
4.2 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN MET EEN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE VANWEGE HUN OPPOSITIONELE GEDRAGSSTOORNI S.
Ondersteuningsbehoefte:
Leerlingen met een oppositionele gedragsstoornis hebben behoefte aan structuur, rust en regelmaat.
Deskundigheid
De school heeft hier ervaring mee opgedaan. Gedragpunt heeft meerdere jaren, vanuit hun expertise, de school en leerkrachten geadviseerd. De intern begeleiders hebben via verschillende opleidingen ervaring opgedaan met gedrag problematische leerlingen, waaronder de oppositionele gedragsstoornis.
Aandacht en tijd
Voorop staat dat de veiligheid van alle leerlingen en leerkrachten gegarandeerd is. Zodra de veiligheid niet gegarandeerd kan worden, wordt er naar een passende plek voor de leerling gezocht. Binnen de reguliere setting van de groep moet de ODD-leerling zich meetbaar ontwikkelen. Deze aanpak moet in tijd en energie in acceptabele verhouding zijn met de ontwikkeling van de groepsgenoten. De school biedt kwalitatieve ondersteuning door inzet van de intern begeleiders. Daar waar nodig bieden wij onder toezicht gestructureerde time-out faciliteiten.
Voorzieningen
Het programma is zodanig gestructureerd dat onrust zoveel mogelijk wordt voorkomen. De leerkracht is in staat oppositioneel gedrag te herkennen, preventieve maatregelen te nemen en curatief aan te pakken indien uitingen het leerklimaat in de klas verstoren. De leerling vertoeft in een veilige omgeving. De leerkracht kan te allen tijde beschikken over deskundige assistentie. De leerling moet deel nemen aan gerichte therapieën en trainingen. Op individueel niveau zijn doelen gesteld. Er is tijd en ruimte voor oefenmogelijkheden gericht op werk, vrije tijd en goed burgerschap.
Gebouw
We streven naar een zo veilig mogelijke omgeving binnen onze gebouwen. Bij de inrichting van het lokaal is rekening gehouden met de prikkelgevoeligheid van deze leerlingen.
Samenwerking
Er wordt nauw samengewerkt met de andere medewerkers van de school. Het samenwerkingsverband levert expertise aan de school, gericht op het behalen van de doelen. Speciale aandacht wordt gegeven aan de communicatie en zo nodig instructie en coaching van de ouders om gezamenlijk zoveel mogelijk consistent gedrag richting het kind te laten zien. De school werkt samen met de betrokken hulpverleners rondom het kind. (Eén gezin, één plan.) 4.3 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN MET EEN LICHAMELIJKE BEPERKING.
Ondersteuningsbehoefte:
Kinderen met motorische en lichamelijke beperkingen hebben behoefte aan aanpassingen die gericht zijn op hun beperking.
Deskundigheid
De school heeft ervaring met leerlingen met motorische achterstanden en lichte lichamelijke beperkingen (wel mobiel).
Aandacht en tijd
Leerkrachten zijn in staat om de leerlingen binnen de groep te begeleiden. Begeleiders ondersteunen de leerlingen. Deze aanpak moet in tijd en energie in acceptabele verhouding zijn met de ontwikkeling van de groepsgenoten.
12
Voorzieningen
Aangepast meubilair en aangepast (schrijf)materiaal wordt in overleg met de ergotherapeut aangeschaft. De leerkrachten weten hoe het meubilair gebruikt dient te worden. De bewegingslessen worden gegeven door een (vak)leerkracht die in staat is om sommige (spel)oefeningen aan te passen aan de mogelijkheden van de leerlingen. De school heeft de beschikking over computer, laptop en tablet die ingezet worden als kinderen door hun motorische beperking niet kunnen schrijven.
Gebouw
Er zijn nog geen specifieke voorzieningen in de gebouwen.
Samenwerking
Nieuwe leerkrachten worden ingelicht over de beperkingen van de leerling en de aanpassingen die nodig zijn. Er is regelmatig contact met ouders, experts van het samenwerkingsverband, fysiotherapie, ergotherapie en overige betrokken instellingen. 4.4 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN DIE LANGDURIG ZIEK ZIJN.
Ondersteuningsbehoefte:
Kinderen die langdurig ziek zijn hebben behoefte aan medisch handelen en contact met leeftijdsgenoten en de leerkrachten.
Deskundigheid
De school heeft ervaring met leerlingen die langdurig ziek zijn o.a. met kinderen met hersentumor, diabetes, epilepsie, brandwonden, ernstige allergie. Er is nascholing geweest over de verschillende ziektebeelden en er zijn afspraken gemaakt over het toedienen van medicatie. (zie protocol).
Aandacht en tijd
Leerkrachten zijn in staat om de leerlingen te begeleiden. Eventuele assistenten ondersteunen de leerlingen. Bij ziekte en afwezigheid wordt de lesstof geselecteerd en worden de hoofddoelen aangeboden. Leerlingen kunnen mondeling antwoorden als schrijven te veel energie vergt en om de lesstof sneller te kunnen behandelen. Aanpassingen worden gemaakt in overleg met kinderen, ouders, experts en artsen.
Voorzieningen
Bij ziekenhuisopname wordt de lesstof doorgegeven aan de ziekenhuisschool. Als het kind fysiek in staat is kan het eventueel via skype de lessen volgen en contact houden met zijn klasgenoten. Als het mogelijk is geeft de begeleider van school begeleiding in het ziekenhuis (afhankelijk van opnameplaats). Aanpassingen die nodig zijn qua hygiëne en voeding worden daar waar mogelijk toegepast. Computer, laptop en tablet zijn aanwezig en kunnen zo nodig ingezet worden. Voor iedere leerling wordt een protocol opgesteld. Het protocol wordt met het hele team gedeeld. Via een gele sticker op het bureau van de leerkracht is zichtbaar dat leerlingen met extra medische zorg in de klas aanwezig zijn. Op het eerste blad in de klassenmap staan de naam van het kind en de aanpak. Deze informatie is ook bij directie en IB bekend.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorzieningen in de gebouwen.
Samenwerking
Nieuwe leerkrachten worden ingelicht over de ziekte van de leerling en de aanpassingen die nodig zijn. Er is regelmatig contact met ouders, experts van het samenwerkingsverband, ziekenhuis en overige betrokken instellingen.
13
4.5 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN MET BEPERKTE COGNITIEVE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN EN GERINGE ZE LFREDZAAMHEID.
Ondersteuningsbehoefte:
Hieronder vallen kinderen met een beperkt IQ (tussen de 60 en 80). Zij hebben behoefte aan een meervoudige aanpak, geduld, begrip en herhaling.
Deskundigheid
De school biedt individuele aandacht tijdens de onderwijstijd. De medewerkers hebben specialistische kennis over verstandelijke beperkingen en de gevolgen daarvan. Ook de professionele houding van de medewerkers is hierop afgestemd.
Aandacht en tijd
Vanuit een OPP komen wij tot een programma met veel differentiatie en verlengde instructie op individueel niveau. Extra oefentijd buiten de groep kan gerealiseerd worden door inzet van een onderwijsassistent. Voor deze kinderen wordt een zorgarrangement aangevraagd bij het Samenwerkingsverband.
Voorzieningen
De hulpvraag doet zich momenteel niet voor. Zodra we behoefte aan extra voorzieningen nemen we contact op met de onderwijsexpert en eventueel de zorgexpert.
Gebouw
De school beschikt over ruimtes waar individueel gewerkt kan worden. Sanitaire ruimtes, klaslokaal en speelruimtes worden zo nodig afgestemd en op de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen (gebruik pictogrammen e.d.).
Samenwerking
De medewerkers van de school werken nauw samen met de ouders, Jeugdzorg, zorginstellingen, therapeutische omgevingen, MEE en overige betrokken instanties bij de leerling. 4.6 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN MET EEN VISUELE BEPERKING.
Ondersteuningsbehoefte:
Kinderen met een visuele beperking hebben vaak behoefte aan aangepast leermateriaal en extra ondersteuning bij de instructie en verwerking.
Deskundigheid
De school heeft ervaring met leerlingen met een visuele beperking.
Aandacht en tijd
Leerkrachten zijn in staat om de leerlingen te begeleiden. Begeleiders vanuit Visio ondersteunen en begeleiden de leerling. Materiaal kan worden vergroot (op papier of tablet).
Voorzieningen
Aangepast meubilair om de lichtinval te optimaliseren. Kleurgebruik bij digibord. Vaste plek in de groep met goed zicht op het bord. Per leerling wordt gekeken wat hij/zij nodig heeft en worden zo mogelijk de aanpassingen gerealiseerd.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorzieningen in de gebouwen.
Samenwerking
Nieuwe leerkrachten worden ingelicht over de beperking van de leerling en de aanpassingen die nodig zijn. Er is regelmatig contact met ouders, experts van het samenwerkingsverband en overige betrokken instellingen.
14
4.7 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN MET COMMUNICATIEVE PROBLEMEN.
Ondersteuningsbehoefte:
Kinderen met communicatieve problemen worden in de eerste instantie zorgvuldig onderzocht op hun onderwijsbehoefte. Afhankelijk van hun problematiek zijn er meerdere mogelijkheden.
Deskundigheid
De school heeft ervaring met leerlingen met communicatieve problemen. We hebben goede contacten met de ambulante begeleiding van Viertaal (vroeger REC 2), het audiologisch centrum en logopedisten. Bij eventuele koppeling met ASS kunnen we ook gebruik maken van de deskundigheid van Gedragpunt (vroeger REC 4)
Aandacht en tijd
Leerkrachten zijn in staat om de leerlingen te begeleiden. Assistenten ondersteunen en begeleiden de leerlingen.
Voorzieningen
Zo nodig worden er pictogrammen en gebaren ter ondersteuning gebruikt. Gerichte trainingen gericht op communicatie met anderen kunnen gegeven worden door assistenten. Bij VVE leerlingen is er regelmatig een warme overdracht tussen de voorschool en basisschool.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorzieningen in de gebouwen.
Samenwerking
Nieuwe leerkrachten worden ingelicht over de beperking van de leerling en de aanpassingen die nodig zijn. Expertise vanuit Viertaal of Gedragpunt wordt ingezet. Er is regelmatig contact met ouders, logopedie en overige betrokken instellingen.
4.8 SCHOOLAANPAK VOOR LEERLINGEN DIE MEER AANKUNNEN.
Ondersteuningsbehoefte:
Kinderen die meer aankunnen hebben behoefte uitdaging en een aangepast programma met een hogere moeilijkheidsgraad.
Deskundigheid
De school heeft ervaring met deze leerlingen, die wij onderverdelen in intelligente leerlingen en begaafde leerlingen.
Aandacht en tijd
Leerkrachten zijn in staat om de leerlingen te begeleiden. Er wordt een extra leerkracht ingezet voor de Plusgroep-kinderen. Zij krijgen minimaal een uur per week extra begeleiding buiten de groep. Daarnaast mag een aantal kinderen uit groep 8 meedoen aan een bovenschoolse Masterclass die georganiseerd wordt door het voortgezet onderwijs. Zij zijn gedurende een periode van negen weken een dagdeel buiten de school.
Voorzieningen
De methodes voor rekenen, taal en lezen werken standaard op 3 niveaus. Hierdoor wordt de eerste indeling direct gemaakt bij de start van het schooljaar. Wordt een kind in het moeilijkste niveau geplaatst, dan is er tijd over voor extra uitdagende opdrachten. Zo’n opdracht wordt gegeven in de vorm van een onderzoeksvraag. Het kind gaat dan gedurende 6 tot 8 weken zelfstandig aan de slag, binnen en buiten de groep, om op die onderzoeksvraag antwoorden te krijgen. Wekelijks worden de kinderen begeleid door een leerkracht met deze speciale taak.
15
In hun portfolio houden de kinderen digitaal bij wat ze gedaan hebben, wanneer en hoe ze de opdracht hebben aangepakt. Uiteindelijk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. We maken hierbij gebruik van het boek Dolfijn, Plustaakboekjes en Zinder.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorzieningen in de gebouwen.
Samenwerking
Nieuwe leerkrachten worden ingelicht over de mogelijkheden van de leerling en de aanpassingen die nodig zijn. Ouders worden op de hoogte gesteld van de aanpassing binnen het lesprogramma. We werken samen met het Daltoncollege, Willem Blaeu en het Murmelliusgymnasium bij de Masterclass voor groep 8. 5 PLANMATIG WERKEN Onderstaande standaarden geven weer hoe de school het planmatig werken vormgeeft. -
-
De leerkrachten analyseren de toets- en observatiegegevens van alle leerlingen en leggen hun bevindingen vast in de didactisch groepsoverzichten. De leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders en collega’s. Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en de interesses van de leerlingen, de collega’s en de ouders. Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. Er worden ambitieuze maar reële doelen voor de lange en korte termijn gesteld op school- en groepsniveau. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd. Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, niveaugroepen en individuele leerlingen beschrijven. In deze groepsplannen is zichtbaar hoe de leraren de instructie en de verwerking afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarnaast worden aantekeningen gemaakt in de dagplanning waaruit ook blijkt dat het onderwijs wordt afgestemd. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor iedereen duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is gedaan. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
6 BASISKWALITEIT VAN HET ONDERWIJS De Inspectie van het Onderwijs heeft op 10 en 11 november 2011 een onderzoek uitgevoerd naar aspecten van de kwaliteit van het VVE-onderwijs en de naleving van de wet- en regelgeving. De inspectie heeft een voldoende beoordeling afgegeven. De directie schrijft een jaarverslag en informeert de ouders in de schoolgids over de resultaten van de leerlingen en de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Ieder half jaar worden de resultaten vertaald in een opbrengstendocument. Naar aanleiding van dit document stellen wij onze huidige aanpak bij of we maken een verbeterplan. De eindopbrengsten van onze groepen acht in 2014 waren voldoende. (Zie voor verdere informatie ons Opbrengstendocument.)
16
6.1 INDICATOREN VAN DE B ASISONDERSTEUNING IN HET KADER VAN HET TOEZICHTKADER VAN DE INSPECTIE VAN ONDERW IJS Onze school zorgt ervoor dat in de basisondersteuning de onderstaande indicatoren minimaal voldoende beoordeeld worden: Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. (Zie het KMPO verslag) De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingpopulatie. De school evalueert regelmatig het leerproces. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
17
HOOFDSTUK 7. AMBITIES, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN 7.1 AMBITIES: De ambitie van onze school is een school te zijn waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. We doen daarbij een appèl op hun talenten. Kinderen die extra zorg nodig hebben zijn welkom op onze school. Kinderen doen zo veel mogelijk mee binnen de lesstof van de groep met aanpassing in tijd en hoeveelheid. Kinderen met eigen leerlijn kunnen eventueel instructie volgen bij een andere groep. Er is ruimte voor een individuele aanpak. De methodes zijn aangepast aan de kerndoelen en referentieniveaus. Er is tijd en ruimte beschikbaar voor oefenmogelijkheden op sociaal emotioneel gebied. Het is noodzakelijk dat er regelmatig assistenten aanwezig zijn in de klas. Onze ambitie is om kinderen verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces. Dit willen wij bereiken d.m.v. coöperatief werken. Wij stellen hoge doelen binnen ons onderwijs. Kinderen worden uitgedaagd om het maximale uit zichzelf te halen. Onze ambitie is om per groep minimaal boven de inspectie ondergrens te scoren. Twee keer per jaar worden op individueel-, groeps- en schoolniveau doelen gesteld (zie Opbrengstendocument). Via het CPS zijn wij een verbetertraject ingeslagen t.a.v. technisch lezen en spelling. Het handelen van de leerkracht via het IGDI model staat hier centraal. Meerdere keren per jaar vinden er in iedere groep observaties plaats t.a.v. het IGDI model en het pedagogisch leer- en werkklimaat met behulp van GIP(klassenmanagement). Professionalisering van de leerkrachten wordt hiermee bevorderd. Er wordt nauw samengewerkt met ouders en andere betrokkenen (o.a. TSO, BSO, jeugdzorg, therapeutische instellingen, CJG). In toenemende mate is er sprake van 1 gezin 1 plan (1G1P).
7.2 MOGELIJKHEDEN EN GRE NZEN: Extra zorg is altijd mogelijk geweest door extra financiële middelen vanuit leerling gebonden financiering. Financiële ondersteuning blijft een voorwaarde voor het aanbieden van extra arrangementen. Extra arrangementen worden periodiek geëvalueerd. Wij geven duidelijk aan wanneer in onze deskundigheid een grens wordt bereikt. Veiligheid en welbevinden van kind, groep en leerkracht staat daarbij altijd voorop. Bij de evaluatie kijken wij naar de 3 onderstaande punten: - de leerling is gelukkig op school en ontwikkelt zich naar eigen mogelijkheden - de leerkracht kan organisatorisch de begeleiding aan de groep en leerling verzorgen (de specifieke begeleiding past binnen het klassenmanagement) - de extra belasting heeft voor de groep geen negatieve gevolgen Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan kan de leerling bij ons op school blijven. Centraal staan het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van een kind te ondersteunen. Het kan voorkomen dat wij als school vinden dat wij niet meer in staat zijn om een kind de vereiste ondersteuning te bieden. Het kan zijn dat het ontwikkelingsproces van het kind daardoor stagneert. Uiteraard is dit niet in het belang van het kind en in samenspraak met de ouders zal gekeken worden naar een andere school of een eventuele tussenvoorziening, waar specialistische ondersteuning kan worden geboden. Verwijzing in dit geval naar bijvoorbeeld het speciaal (basis)onderwijs verloopt altijd op basis van gedegen onderzoek en een onderwijskundig rapport, waar de ouder in wordt gekend en waarvoor toestemming gegeven dient te worden. In samenspraak met de ouders/verzorgers en de nieuwe school zal een zorgvuldige overgang plaatsvinden.
18