SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL
SWV De Delta Bovenschoolse voorziening van Samenwerkingsverband Passend onderwijs VO 2801
2014-2015
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Inleiding: Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel van de bovenschoolse voorziening van het SWV Passend onderwijs VO 2801; SWV De Delta. De school heeft dit schoolondersteuningsprofiel opgesteld conform de wet Passend Onderwijs. Met het schoolondersteuningsprofiel beoogt onze school de ouders, leerlingen, medewerkers en andere belanghebbenden inzicht te geven in de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast beschrijven wij in dit profiel onze ambities voor de toekomst in de ondersteuning van leerlingen met specifieke leerbehoeften. Het ondersteuningsprofiel is opgesteld door de schoolleiding en de zorgcoördinatoren van de school. De ouders, docenten en leerlingen in de Medezeggenschapsraad hebben voorafgaand aan de vaststelling advies gegeven over de inrichting van het ondersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsprofiel is voor 4 jaar vastgesteld. Zo nodig kan het tussentijds worden aangepast. Bij het opstellen van het profiel zijn wij uitgegaan van het Referentiekader Passend Onderwijs. Het referentiekader werkt de Wet Passend Onderwijs uit en geeft richtlijnen en handvatten voor de uitvoering. In het profiel wordt een onderscheid gemaakt tussen de basisondersteuning en de extra ondersteuning die de school kan aanbieden. Onze school werkt voor passend onderwijs samen met de andere scholen in de regio. Daarover hebben de scholen in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801.* afspraken met elkaar gemaakt. Het samenwerkingsverband legt de ondersteuningsprofielen van de aangesloten scholen bij elkaar in het Ondersteuningsplan met het doel een dekkend aanbod voor alle leerlingen in de regio te realiseren. De rol van de bovenschoolse voorziening is hierin een belangrijke omdat daar de ondersteuning kan worden gezocht die de school zelf niet kan bieden. Daarbij gaat het vaak om de ondersteuning op meerdere gebieden en niet altijd om de specifieke ondersteuning op een gebied. Wij verwijzen in het ondersteuningsprofiel veelvuldig naar de andere documenten van de school zoals de Schoolgids, het Zorgplan en diverse protocollen, waaronder het dyslexieprotocol en het pestprotocol. U kunt deze op onze website raadplegen. Wij hopen dat dit ondersteuningsprofiel u op weg helpt in het vinden van de juiste zorg. Met vragen over het ondersteuningsprofiel of suggesties ter verbetering kunt u zich het beste wenden tot de zorgcoördinator van de school. U vindt zijn/haar en andere belangrijke contactgegevens in de bijlage bij dit profiel. Met vriendelijke groet, Schoolleiding en zorgteam van SWV De Delta
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
*Tot dit samenwerkingsverband horen de vo en vso scholen in Leiden, Leiderdorp, Kaag en Brasem, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude.
A) Algemeen Contactgegevens Naam
SWV De Delta
Adres
Da Costastraat 104
Postcode en plaats
2321 AR Leiden
Telefoonnummer
071-5790537
Mailadres
[email protected]
Zorgcoördinator (of contactpersoon)
Dhr. D.P.R. Pardon
Naam rector (of directeur)
Dhr. H. van Hooff
Bevoegd Gezag
Bestuur van SWV Passend onderwijs VO 2801
Onderwijsvisie Visie Onze overtuiging is dat, na thuis, de school het vertrekpunt is als het gaat om de toekomst van de jongere. Elke jongere heeft recht op onderwijs en ondersteuning op het niveau dat past bij aanleg en mogelijkheden. Goede scholen met aantrekkelijk onderwijs en aandacht voor de leerling maken het verschil. Vanuit deze gedachte formuleren wij onze visie: In ons Samenwerkingsverband is aandacht voor elke jongere. Elke school die aangesloten is bij het Samenwerkingsverband gaat uit van de talenten en mogelijkheden van de leerlingen en zoekt hierbij actief naar een passend aanbod voor haar leerlingen. Gezamenlijk hebben de scholen een antwoord op de onderwijs en ondersteuningsvragen in onze regio.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Visie op de ondersteuning van leerling
Onze visie laat zich vertalen in drie hoofddoelstellingen: 1.
Elke school zorgt actief voor een passend onderwijs-en ondersteuningsaanbod voor haar leerlingen,
2.
Het Samenwerkingsverband zorgt actief voor een dekkend onderwijs-en ondersteuningsaanbod voor alle leerlingen in de regio,
3.
Elke leerling op de juiste plek.
Het niveau van het gegeven onderwijs is het VMBO-LWOO.
De Delta vervult een rol in het realiseren van de hoofddoelstellingen van het Samenwerkingsverband. Op De Delta worden leerlingen opgevangen die niet voldoende ondersteuning kunnen krijgen op een van de reguliere scholen. De reden voor plaatsing op De Delta is vaak dat er sprake is van problematiek en ondersteuningsbehoefte op meerdere gebieden; zowel op het gebied van leren (wegwerken van leerachterstanden), sociaal emotioneel en in het systeem van opvoeden en opgroeien. Hoofddoel op De Delta is om leerlingen te behouden en (weer) kansrijk te maken voor een onderwijstraject en door te plaatsen naar de reguliere school waar dat te realiseren is.
Opleidingsmogelijkheden Schooltypen
leerjaren
bijzonderheden
toelatingscriteria brugklas*
VMBO bbl
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
VMBO bbl met lwoo
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
VMBO kbl
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
VMBO kbl met LWOO
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
VMBO tl/MAVO
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
VMBO tl met lwoo
1 t/m 4
OPP voor behoefte extra ondersteuning
Toestemming PCL nodig
OPP voor behoefte extra ondersteuning In kort traject tijdelijke opvang OPP voor behoefte extra ondersteuning In kort traject tijdelijke opvang
Toestemming PCL nodig
HAVO
VWO
Toestemming PCL nodig
* Op de websites van De Delta en van het Samenwerkingsverband vindt u de stappen in de toeleiding naar De Delta.
Een verblijf op De Delta is in principe tijdelijk, in de onderbouw wordt gewerkt naar een voortzetting van het opleidingstraject in het V(S)O. De doelen die worden nagestreefd zijn het wegwerken van leerachterstanden in combinatie met het versterken op sociaal emotioneel vlak. Leerlingen die via zijinstroom geplaatst worden in de bovenbouw; klas 3 die kunnen op VMBO B/K/TL niveau worden begeleid naar examinering. Na examinering worden de leerlingen begeleid naar een opleiding MBO. Een andere groep is de groep leerlingen die vastloopt in het regulier VMBO examentraject en waarvoor toch mogelijkheden worden gecreëerd om in te stromen in MBO niveau 2. Deze leerlingen volgen het traject van de ENTREE opleiding. De ENTREE opleiding is een samenwerking met het MBO.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Kengetallen leerling populatie huidig schooljaar en afgelopen drie schooljaren*) a) Totaal aantal leerlingen
b) Aantal leerlingen met een leerlinggebonden financiering
2011
223
2012
224
2013
204
2014
177
2011 6 2012 8 2013 13 2014
c) Aantal leerlingen met gediagnosticeerde dyslexie
2011 65 2012 53 2013 46 2014
d) Aantal leerlingen met gediagnosticeerde dyscalculie
2011 2012 2013 2014
e) Aantal leerlingen met gediagnosticeerde ADHD
2011 2012 2013 2014
f) Aantal leerlingen met gediagnosticeerde ASS
2011 2012 2013
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
2014 g) Aantal leerlingen met gediagnosticeerde angststoornissen
*)Een groot aantal leerlingen dat op De Delta wordt geplaatst vertoont kenmerken van problematiek en stoornissen echter door het uitblijven van onderzoek is er vaak geen diagnose gesteld. Daarbij is er bij een aantal leerlingen sprake van co-morbiditeit.
Teldatum
Totaal aantal leerlingen *) per school
Totaal aantal Leerlingen LWOO/PRO
Totaal Lgf Cluster 1
Totaal lgf Cluster 2
Totaal lgf Cluster 3
Totaal lgf Cluster 4
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014
212 223 224 204 177
161 175 174 154 134
0 0 0 0 0
1 0 0 1 1
1 0 1 5
4 6 7 7
Totaal aantal Leerlingen met dyslexieverklaring 54 65 53 46
*)Het totaal leerlingenaantal op De Delta is variabel: Er is een groep leerlingen die instroomt en na een kort traject weer teruggaat naar de eigen school. Zo’n traject kan een periode van enkele maanden duren tot een jaar. Daarbij is er ook nog sprake van zijinstroom; leerlingen die vastlopen in het Voortgezet onderwijs en hun schoolcarrière voor een of twee jaar vervolgen op De Delta. De laatste groep leerlingen die hier niet in is meegenomen is de MBO groep; dat is een groep van 12 leerlingen die de Entreeopleiding voor instroom MBO op De Delta volgen. Deze leerlingen lopen drie dagen per week stage in een bedrijf en komen twee dagen per week naar De Delta voor AVO (taal en rekenen) en burgerschap.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
B) Basisondersteuning I.
Inleiding: Wat is basisondersteuning?
Onder basisondersteuning wordt verstaan het geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijs ondersteuningsstructuur van de school – eventueel in samenwerking met anderen – kunnen worden uitgevoerd. De basisondersteuning is in principe beschikbaar voor alle leerlingen van de school. Wel kan het zo zijn dat voor het gebruik van een voorziening voorwaarden gelden zoals bijvoorbeeld een gecertificeerde verklaring die aantoont dat de leerling een bepaalde specifieke leerbehoefte heeft.
II.
Het aanbod aan basisondersteuning van onze school Op De Delta komen leerlingen die een ondersteuningsbehoefte hebben die de school voor VO niet kan bieden. Het betreft vaak een veelheid en complexiteit van ondersteuning zoals het ondersteunen op meerdere gebieden in combinatie met het intensief werken aan het verkleinen van de leerachterstanden op meerdere gebieden. Met behulp van de ondersteuning worden leerlingen begeleid naar een V(S)O school of via diplomering naar een MBO opleiding.
II.1.
Preventieve ondersteuningsmaatregelen
Veilig schoolklimaat
Op De Delta is een veilig schoolklimaat gerealiseerd door verschillende keuzes: * Kleine klassen met een beperkt aantal docenten * Per klas is een mentor en bij sommige ook een co-mentor aanwezig. * Een heldere en complete overleg- en begeleidingsstructuur. * Duidelijke schoolregels. * Pauzes met surveillance zowel buiten als binnen. * Korte lijn met thuis en eventuele jeugdhulpverlening. * Protocol en gedragsregels bij ongewenst gedrag en pesten.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
De belangrijkste functionarissen op dit gebied: Mentoren; docenten; teamleiders; psycholoog; coaches; BPO-ers. Waar nodig zijn zowel jeugdhulpverleners als de wijkagent personen die snel geconsulteerd kunnen worden. De Delta is een kleine school waar leerlingen allemaal op naam gekend worden. Mede door de zorgvuldige toeleiding met complete informatie uit een OPP is het mogelijk om alle collega’s te informeren over de leerlingen. Hierdoor is het mogelijk om gepast te reageren en handelen. Tijdens het verblijf op De Delta wordt gewerkt in het leerlingvolgsysteem via Magister. Via dit leerlingvolgsysteem worden vorderingen, opvallende zaken, aandachtspunten en testgegevens opgeslagen en worden de betrokken collega’s geïnformeerd. Voor uitgebreidere informatie zie de bijlagen: Bijlagen: 1) instroom en schakelen 2) Werken met het ontwikkelingsperspectief 3) Begeleiding onderbouw De Delta 4) Begeleiding bovenbouw De Delta 5) Kort traject De Delta 6) Kort traject MBO groep 7) Mentoraat 8) Informatie pestprotocol
Toegankelijkheid van het gebouw De Delta is een schoolgebouw uitgerust voor ongeveer 200 leerlingen. Het gebouw heeft twee verdiepingen. De Delta heeft de beschikking over een personenlift.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Interventies om vroegtijdig leerproblemen te vast stellen Onder instroom: Leerlingen die op De Delta worden geplaatst in de onder instroom zijn getest in het POVO traject van het samenwerkingsverband. De overdracht na de VO school vindt plaats met een onderwijskundig rapport in Onderwijs transparant en een ontwikkelingsperspectief (OPP). Zowel de ondersteuningsbehoeften op leergebied als op het sociaal emotionele vlak worden geïnventariseerd. De leerachterstanden op lezen (technisch en begrijpend), op spelling en rekenen worden in procenten en dle aangeleverd. Er is ook getoetst op intelligentie (IQ) en op sociaal emotioneel (CBSK en NPVJ). Het ontwikkelingsperspectief wordt besproken met en ondertekend door ouders en leerling. Bij de bespreking kan ook de VO school aanwezig zijn. Vanuit het samenwerkingsverband wordt ook een warme overdracht georganiseerd. In voorkomende gevallen wordt nog aanvullend getoetst. Op De Delta vindt een intakegesprek plaats met ouders, leerling, psycholoog, teamleider en eventueel ook begeleiders van leerling, ouders of gezin. Tijdens het intakegesprek worden de eerste doelstellingen geformuleerd en vastgelegd. Zij instroom en korte trajecten: Leerlingen die later instromen worden via het loket passend onderwijs naar De Delta geleid. Voor de leerlingen die dit betreft is door de school een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin de ondersteuningsbehoeften zijn vastgelegd. Bij de zij instroom en bij de korte trajecten vindt ook de intake plaats in het bijzijn van leerling, ouders, vertegenwoordigers van stamschool, loket passend onderwijs en eventueel van leerplichtambtenaar. Voor de bepaling van het niveau of andere ondersteuningsbehoeften wordt eventueel getest bij het loket passend onderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Interventies om vroegtijdig opgroei- en opvoedproblemen te onderkennen De Delta onderhoudt contact het de jeugdarts en verpleegkundige van de GGD. De leerlingen worden als 14- jarige opgeroepen voor onderzoek. De onderzoeken vinden plaats op school. In voorkomende gevallen wordt de jeugdarts ingeschakeld om bepaalde signalen te bespreken of te onderzoeken. Op De Delta bestaat de mogelijkheid voor begeleiding via schoolmaatschappelijk werk (SMW). II.2. Licht curatieve interventies Ondersteuningsmaatregelen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie Dyslexie: Voor leerlingen met dyslexie is het de bedoeling er voor te zorgen dat de leerling zo min mogelijk belemmeringen ondervindt door de dyslexie. Daarbij wordt gewerkt om leerlingen zo redzaam mogelijk te maken. In de onder instroom wordt in eerste instantie nog ingedeeld in klassen waarbij leerlingen met dyslexie in een klas komen waar vaker wordt voorgelezen of samen gewerkt. Voor alle leerlingen met dyslexie wordt buiten de steunlessen om nog bezien of er noodzaak is voor remedial teaching. Tevens bestaat de mogelijkheid om te werken met computer ondersteuningsprogramma’s. De meesten werken met Kurzweil. Om Kurzweil op school te gebruiken kunnen leerlingen laptoppen lenen; voor thuis zijn licenties aan te vragen. Om de schoolboeken digitaal aangeleverd te krijgen worden dedicon schijfjes besteld aanvullend op het boekenpakket. Dyscalculie: Voor leerlingen met dyscalculie en/of met ernstige rekenproblemen bestaat de mogelijkheid om naast de steunlessen extra rekenondersteuning via remedial teaching te krijgen. Regelmatig wordt getoetst welke onderdelen nog moeten worden ondersteund. Bijlagen: 9) Dyslexie 10) Taalbeleid 11) Rekenbeleid
Het aanbod remedial teaching
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Op De Delta is het mogelijk om remedial teaching zowel in de klas als buiten de klas in een kleine groep of individueel te krijgen. De remedial teaching in de klas vindt plaats in de steunlessen. De indeling van de steunlessen is op basis van de ondersteuningsbehoefte die afgeleid is uit de toetsen. De leerlingen worden drie keer per jaar getoetst om nieuwe indelingen te maken. Op basis van het ontwikkelingsperspectief wordt aan leerlingen ook individueel buiten het lesrooster om remedial teaching aangeboden. Dat kan zijn om leerlingen wegwijs te maken met bijvoorbeeld Kurzweil of een rekenmachine. Leerlingen werken tijdens remedial teaching ook vaak aan leergebieden war ze heel zwak bij zijn. Tevens worden de uren ingezet voor pre teaching. Remedial teaching kan ook worden geboden op sociaal emotioneel of motorisch gebied. De gymdocenten screenen de leerlingen en bieden waar nodig pre teaching of extra oefeningen motoriek. De docenten lichamelijke opvoeding begeleiden ook bij gym+ en sportend coachen. Bijlagen: 12) Gym+/Sportend coachen/rots en water (MRT)
Ondersteuning voor bepaalde vakken De onderbouw van De Delta kent een huiswerkuur. Leerlingen die extra tijd nodig hebben kunnen via de docent of de mentor extra uitleg krijgen.
Ondersteuning aan leerlingen met een taalachterstand Voor leerlingen die met een taalachterstand binnenkomen wordt remedial teaching ingezet om de leerlingen zo goed en zo snel mogelijk adequaat redzaam te maken binnen het taalgebied.
Faalangsttraining/examenstresstraining
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Faalangstreductietraining is een vast onderdeel in de vaardighedentraining van het onderbouwprogramma. Voor een beperkte groep leerlingen wordt ook nog een aparte cursus georganiseerd. Bovenbouwleerlingen gaan veelal in een persoonlijk traject met een collega die ook faalangstreductietrainer is. In de examenklassen wordt een coaching traject voor faalangstreductie eerst klassikaal en daar waar noodzakelijk op maat gelopen. Bijlagen: 13) Faalangstreductietraining 14) Examentraining
Aanbod voor leerlingen specifieke ondersteuningsbehoeften op sociaal emotioneel vlak De opvanggroep De opvanggroep is een manier om leerlingen te ontlasten of om de klas te ontlasten en tegelijkertijd de leerling in de opvanggroep te motiveren/succesmogelijkheden te bieden. Voor de opvanggroep is een leerling vier keer per week twee uren buiten de klas in een aparte kleine groep. De aandacht in die uren gaat voornamelijk naar competenties als plannen, organiseren, samenwerken. Activiteiten tijdens deze uren zijn sport, koken, techniek en creatief. Ik ben speciaal De psycholoog en een docent werken met leerlingen met een ASS aan een programma dat inzicht biedt in het omgaan met ASS en kennis nemen van wat ASS met de leerlingen en de omgeving doet. Meiden groep Een speciale groep binnen De Delta waar meisjes van ongeveer dezelfde leeftijd een keer per maand bijeen komen om te praten over “meidenzaken”. Dit gebeurt onder begeleiding van een docent en een psycholoog. Onderwerpen zijn: kleding, uiterlijk, seksualiteit, grenzen aangeven, vriendinnen, sociale media.
Rots en water Twee docenten van De Delta draaien in een geselecteerde groep de cursus Rots en Water. De leerlingen in de groep zijn daar voor geselecteerd door mentor en teamleider. Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
(zie bijlage Gym+) Sociale vaardigheden: Naast het programma in de klas is er ook een cursus sociale vaardigheden voor leerlingen die op dat gebeid niet leeftijdsadequaat kunnen functioneren. Samen met twee trainers worden allerlei situaties op maat geoefend. In het korte traject wordt voor sociale vaardigheden de methodiek lagerhuis gebruikt. Bijlagen: 15) Opvanggroep 16) Ik ben speciaal 17) Meidengroep 18) Sociale vaardigheden 19) Het lagerhuis
III.
De ondersteuningsstructuur van onze school
Teamleiders: Teamleider onderbouw is de centrale persoon in de begeleiding en ondersteuning in de onderbouw. Coördineert overleggen als: mentor overleg, groepsbesprekingen, contacten met hulpverlening Is zorg coördinator Coördineert schakelen van leerlingen Contactpersoon toelatingen onderbouw Contactpersoon leerplicht Contact persoon met stamschool i.v.m. voortgang OPP
Teamleider bovenbouw is de centrale persoon in de begeleiding en ondersteuning in de bovenbouw. Coördineert overleggen als: mentor overleg, groepsbesprekingen, contacten met hulpverlening, overleg over korte trajecten en MBO groep Coördineert schakelen van leerlingen Contactpersoon toelatingen zij instroom korte trajecten Contactpersoon leerplicht Mentoren: Begeleiding van de leerlingen uit de mentorgroep Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Verantwoordelijk voor uitvoering ondersteuning (OPP) in en om de klas Onderhouden contacten met ouders Relevante informatie en signalen delen in overleg met teamleider en psycholoog Bijhouden leerlingvolgsysteem Psycholoog: Deelname aan overleggen met mentoren, groepsbesprekingen Lid commissie van toelating Uitvoeren onderzoeken (capaciteiten en persoonlijkheid) Adviseren mentoren en teamleiders Adviseren van zorg coördinator Maken, beheren en overleggen met stamscholen over handelingsplannen en ondersteunings vragen uit OPP Verzorgen van leerlingbegeleiding in onderdelen als: ik ben speciaal en meidengroep Uitvoeren van observaties Opstellen aanvragen TLV Coördinatoren RT (taal en rekenen): Coördineren en indelen van RT activiteiten Toetsen van leerlingen Indelen steunactiviteiten Trajectbegeleider: Begeleiding van leerlingen die niet meer op De Delta zitten; zowel in VMBO als MBO
IV.
Planmatig werken
De school gaat uit van de indicatoren Ondersteuning en begeleiding, zoals die door de Inspectie van het Onderwijs zijn vastgelegd in het toezichtkader voortgezet onderwijs zijn vastgelegd: Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Ondersteuning en begeleiding (Toezichtskader VO: kwaliteitsaspect 9) De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) (De school bestrijdt effectief achterstanden.) 9.1
9.2
9.3
9.4
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen door middel van: -
Toetsen Drempelonderzoek (DRO 678)
-
Toetsen muiswerk (twee keer per schooljaar)
-
Schooltoetsen
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen door middel van: -
Screening op dyslexie en leerachterstanden van alle leerlingen
-
Toetsen sociaal emotioneel (CBSA/CBSK en NPVJ en PMTK)
-
Op basis van het OPP wordt een handelingsplan opgesteld waarin de doelen voor de leerling zijn geformuleerd. Er vindt twee keer per jaar een evaluatie plaats en de vorderingen en bijstellingen worden met leerlingen, ouders en stamschool besproken.
De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden. -
De leerlingen behalen het gewenste niveau (2F) van de referentiekaders voor Nederlands
-
De leerlingen behalen het gewenste niveau (2F) van de referentiekaders voor rekenen
-
Leerlingen krijgen op maat steunlessen en remedial teaching
De school voert de ondersteuning planmatig uit door -
de registratie van de ondersteuningsgegevens in het leerlingvolgsysteem
-
de evaluatie van de doelen op twee momenten in het schooljaar
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
V.
Kwaliteit van de basis
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt of de kwaliteit van de school voldoende is. Als een school in het voortgezet onderwijs aan de kwaliteitseisen van de Inspectie van het Onderwijs voldoet krijgt de school een zogenaamd basistoezicht. Dit geeft aan dat de school het vertrouwen van de Inspectie heeft. De beoordeling is per afdeling. Als bovenschoolse voorziening van het Samenwerkingsverband is voor De Delta nog geen onderzoek van de inspectie geweest. Daardoor is er ook geen beoordeling. Het basistoezicht geeft aan dat de opbrengsten (de leerprestaties) volgens het oordeel van de Inspectie voldoende zijn. De Inspectie geeft haar oordeel over de opbrengsten weer in de jaarlijkse opbrengstenkaart en in het driejaarlijkse meerjaren opbrengstenoordeel. Deze zijn te vinden op de website van de Inspectie http://www.onderwijsinspectie.nl/.
VI.
Het kwaliteitsniveau van de basisondersteuning
In het samenwerkingsverband Passend Onderwijs hebben de scholen afspraken gemaakt over het niveau van de basisondersteuning. Deze betreffen het (minimale) aanbod aan basisondersteuning, de hantering van de bovengenoemde door de Inspectie gehanteerde eisen aan Ondersteuning en Begeleiding en het voldoen van het onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel van de school aan de van toepassing zijnde bekwaamheidseisen. Conform de afspraken in het samenwerkingsverband heeft de school de volgende functies c.q. taken bij intern of externe functionarissen belegd; -
Zorgcoördinator
intern
-
Schoolmaatschappelijke werk
extern
-
Dyslexiespecialist
intern
-
Rekenspecialist
intern
-
Vertrouwenspersoon
intern en extern
-
Contactpersoon Primair onderwijs intern
-
Contactpersoon vervolgonderwijs
intern
Het bevoegd gezag van de scholen ziet toe op het kwaliteitsniveau van de basisondersteuning op de onder haar ressorterende scholen. Het bevoegd gezag van De Delta is het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend onderwijs VO 2801. Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
C) Extra Ondersteuning I.
Wat is extra ondersteuning?
De extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van een arrangement. Ondersteuningsarrangementen kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Afhankelijk van de specifieke leerbehoefte c.q. leerbelemmeringen van de leerling en de mogelijkheden van de school wordt de extra ondersteuning op de reguliere school of daarbuiten georganiseerd. Extra ondersteuning in de reguliere school kan bijvoorbeeld mogelijk zijn door de tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de leraar/ het team of een budget waarmee de school aan de specifieke ondersteuningsbehoefte van een specifieke leerling tegemoet kan komen. Extra ondersteuning buiten de reguliere school is bijvoorbeeld een (tijdelijke) plaats of observatie in het voortgezet speciaal onderwijs.
II.
Wat kan onze school bieden aan extra ondersteuning in de school?
De Delta wordt bezocht door leerlingen die niet succesvol konden zijn in het regulier VO. Alle leerlingen komen met een ontwikkelingsperspectief op De Delta en de ondersteuning die geboden wordt is in alle gevallen een combinatie van basisondersteuning en extra ondersteuning. Aangezien alle beschikbare ondersteuning op De Delta voor alle leerlingen bereikbaar is zijn de meeste mogelijkheden ingedeeld in de basisondersteuning. De ondersteuning op De Delta is in principe altijd meervoudig en veelal complex en intensief. Daar waar het nodig is wordt gekozen voor op maat gerealiseerde individuele ondersteuning. Voor de korte trajecten zijn er verschillende extra ondersteuningsactiviteiten op het gebied van sociale vaardigheden en coaching.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
III.
Hoe werkt onze school in de organisatie van extra ondersteuning?
De school onderzoekt of zij over de mogelijkheid beschikt om aan de specifieke leerling met de specifieke leerbehoefte een passend arrangement op de reguliere school te bieden. Indien dit het geval is zal de school in overleg met de ouders het arrangement opstellen. De school hanteert bij het opstellen van het arrangement de aanwijzingen van kwaliteitsaspect 10 in het Toezichtskader VO van de Inspectie van het Onderwijs. Dat houdt het volgende in:
De school begeleidt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben effectief aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief. (extra ondersteuning) 10.1
Het bevoegd gezag stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.
10.2
De leerling ontvangt onderwijs zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief.
10.3
De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.
IV.
Wat kan het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs de leerling en de ouders bieden?
De Delta is een onderdeel van het Samenwerkingsverband Passend onderwijs VO 2801. (www.swv2801.nl)
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
D) Tenslotte: onze ambities De belangrijkste ambitie van De Delta is om het laatste puzzelstukje te zijn in de puzzel die leidt tot een dekkend aanbod voor leerlingen binnen het samenwerkingsverband. Als De Delta in deze ambitie slaagt draagt het bij aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Om het dekkend aanbod te realiseren is er voor De Delta ruimte om ontwikkeltrajecten in te zetten en daarin de leerlingen te begeleiden die nog geen passende plaats hebben. Contactgegevens bij schoolondersteuningsprofiel
I. Intern Coördinator o Dhr. H. van Hooff Zorgcoördinator o Dhr. D.P.R. Pardon Vertrouwens/contact personen o Dhr. D.P.R. Pardon o Mw. P. Wervelman Remedial teachers o Mw. C. Ruygrok (taal) o Mw. J. Schepers (taal) o Mw. P. Wervelman (taal) o Mw. J. van Dijk (rekenen) o Mw. N. Duijnstee (MRT) Decaan o Dhr. M.F.M. van Klink Afdelingsleiders o Dhr. D.P.R. Pardon (onderbouw) o Mw. M. IJntema (bovenbouw en korte trajecten) Psycholoog o Mw. E. Foudraine
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
II. Extern Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Voor relevante informatie zie website: www.swv2801.nl Jeugdgezondheidszorg o CJG contactpersoon: Mw. R. v.d Steeg Externe vertrouwenspersoon o Vacature Leerplichtambtenaar o Mw. K. Amptmeijer Begeleiders Passend onderwijs o Mw. M. Assink o Mw. A. de Vries Inspectie van het Onderwijs o De Delta valt onder de inspectie onderzoeken die gelden voor het samenwerkingsverband
Bijlagen: In het volgende deel treft u de bijlagen die worden genoemd in het schoolondersteuningsprofiel. Net als het schoolondersteuningsprofiel zijn de documenten uitgangspunten waar mee gewerkt wordt en die regelmatig worden aangepast.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 1 Instroom Op SWV De Delta komen leerlingen vanuit de onder instroom of zijinstroom binnen. De onder instroom bestaat uit leerlingen die uit het basisonderwijs of het speciaal basisonderwijs komen. Deze leerlingen starten allemaal in de brugklas. Al onze leerlingen hebben een OPP (ontwikkelingsperspectiefplan) opgesteld door de VO-school waar zij zich aangemeld hebben. Zij blijven ook leerling van de school van inschrijving en zijn tijdelijk geplaatst op De Delta. Er is minimaal 2 keer per jaar overleg tussen de stamschool en De Delta over de vorderingen van de leerlingen en de mogelijkheden om te schakelen naar de stamschool. Tevens onderhoudt De Delta contact met de stamschool om te zien of de terugplaatsing succesvol is geweest en of er nog ondersteuning vanuit De Delta nodig is. De leerlingen vanuit de onder instroom blijven minimaal 1 jaar op De Delta. De zijinstroom bestaat uit leerlingen die al in het V(S)O gestart zijn. Als duidelijk is geworden dat de school niet voldoende ondersteuning kan bieden (regulier VO) wordt deze leerlingen tijdelijk een andere plaats aangeboden. In het OPP wordt aangegeven welke ondersteuningsbehoeften voor deze leerlingen belangrijk zijn. Leerlingen kunnen voor een kort traject, 3 maanden tot een jaar, of een lang traject, 1 tot 2 jaar, een plek op De Delta krijgen. Ook bij deze leerlingen is er regelmatig contact met de stamschool en wordt er bij terugplaatsing nog ondersteuning vanuit De Delta aangeboden. Leerlingen vanuit het VSO laten soms zien dat zij de zware ondersteuning niet nodig hebben en worden dan, als tussenstap, op De Delta geplaatst om daarna door te stromen naar het regulier VO. Deze leerlingen zitten 1 of 2 jaar op De Delta. Ook bij deze leerlingen is er regelmatig contact met de school van herkomst en wordt er nazorg geboden om de teruggang succesvol te laten verlopen. Bij de leerlingen die maar enkele maanden op De Delta verblijven wordt de teruggang soms gefaseerd ingevoerd. Schakelen Voor alle leerlingen op De Delta geldt dat een plek op De Delta een tijdelijke lesplaats is. Leerlingen volgen een kort of lang traject, altijd met het doel te schakelen naar een andere school. Dat kan de school van herkomst of aanmelding zijn, maar ook een school voor VSO of een Mbo-opleiding. Tijdens het verblijf op De Delta wordt constant gekeken naar de ontwikkelingen van de leerling, zowel op sociaal emotioneel als op didactisch gebied. Als de in het OPP gestelde doelen geheel of grotendeels behaald zijn zal, met eventuele nazorg, de leerling teruggaan naar zijn of haar stamschool. Als op De Delta blijkt dat, ondanks de extra ondersteuning, de leerling niet voldoende in staat wordt geacht het reguliere onderwijs succesvol af te ronden, wordt gezocht naar een passende oplossing. Dit kan een MBO- of leerwerktraject zijn, maar ook een overgang naar het VSO. Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 2
Werken met het Ontwikkelingsperspectief Op De Delta werken we met een ontwikkelingsperspectief (OPP). Dit is een document dat is opgesteld door de VO- school waar uw kind staat ingeschreven. Het OPP bevat naast intelligentieen toets gegevens ook belemmerende en stimulerende factoren die het functioneren en presteren van de leerling kunnen beïnvloeden. Op basis van deze gegevens worden doelen voor de leerling opgesteld. Deze doelen vormen het uitgangspunt voor de ondersteuning op De Delta. Tijdens mentor overleguren die wekelijks plaatsvinden tussen de mentor, teamleider en schoolpsycholoog worden deze doelen besproken en geëvalueerd. Met elkaar maken we afspraken welke hulpmiddelen of methoden we kunnen gebruiken om deze doelen te realiseren. De doelen, de bijstellingen en de vorderingen worden tijdens oudercontacten besproken met ouders en leerling. Twee keer per jaar wordt de VO school uitgenodigd op school om de voortgang van de leerling te bespreken.
Onderzoek Er is op De Delta de mogelijkheid tot het doen van onderzoek naar de sociaal emotionele ontwikkeling. In de brugklas wordt bijvoorbeeld bij de leerlingen middels een vragenlijst gekeken naar de competentiebeleving op verschillende gebieden. In de klas worden regelmatig observaties gedaan naar het gedrag van kinderen. Bij opvallend gedrag kunnen we, in overleg met ouders, het gedrag in kaart brengen middels een gedragsobservatielijst. Ook maken we soms gebruik van vragenlijsten die faalangst, prestatiemotivatie en de persoonlijkheid van kinderen in beeld brengen. Gedurende het traject op De Delta kan soms besloten worden opnieuw de intelligentie te meten. Op deze manier krijgen we een goed beeld van de mogelijkheden van een leerling en kunnen we een goed advies geven betreffende passend onderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 3 Begeleiding onderbouw SWV De Delta Op De Delta wordt in de onderbouw in kleine teams ( 5 a 8 docenten) lesgegeven. Spil in dit geheel is de mentor. Hij/zij geeft tussen de 10 en 15 lesuren les aan de eigen mentorklas en is de contactpersoon tussen school en ouders/verzorgers. De mentor wordt begeleid door de schoolpsycholoog en de teamleider onderbouw. Zij vormen samen de indicatiecommissie (IC) en volgen de leerlingen van intake tot aan de uitstroom van school. 1 lesuur per week is er overleg tussen de IC en de mentor. Tijdens dat uur worden de vorderingen van de leerlingen besproken, zowel didactisch als sociaal emotioneel, en worden de doelen zoals beschreven in het OPP geëvalueerd. Een aantal keer per jaar, tijdens de groepsbesprekingen en de rapportbesprekingen, worden de leerlingen in het team van vakdocenten en mentor, onder begeleiding van de IC besproken, waarbij bij de rapportbespreking de nadruk ligt op de didactische vorderingen. Al deze overlegmomenten, rapportcijfers en contacten worden vastgelegd in Magister. De IC zorgt ook voor de contacten met de hulpverleningsinstanties, denk daarbij aan GGZ, Curium, Centrum Autisme, maatschappelijk werk, Kristal, schoolarts, e.d. Ook coördineren zij de schoolse extra ondersteuning: SoVa, FRT, Rots en Water, MRT, Opvang, Sportend Coachen, Gym+, Meidengroep, ‘Ik ben speciaal’ en de BPO-er. De IC heeft 2 keer per jaar (november/maart) overleg met de zorgcoördinatoren van de stamscholen van de leerlingen om de voortgang en eventuele teruggang naar de school van aanmelding te bespreken en goed te laten verlopen. Doel van de begeleiding is om constant te monitoren of de leerling vorderingen maakt, zowel sociaal emotioneel als didactisch, en of de leerling toe is aan schakelen naar het regulier onderwijs of dat een vervolg in het VSO een betere optie is.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 4 Begeleiding bovenbouw De Delta Op De Delta wordt in de bovenbouw in kleine teams (8 tot 10 docenten) lesgegeven. Spil in dit geheel is de mentor. Hij/zij geeft tussen de 10 en 15 lesuren aan de eigen mentorklas en is de contactpersoon tussen school en ouders/verzorgers. De mentor wordt begeleid door de schoolpsycholoog en de teamleider bovenbouw. Zij vormen samen de indicatiecommissie (IC) en volgen de leerlingen van intake tot aan de uitstroom van school. 1 lesuur per week is er overleg tussen de IC en de mentor. Tijdens dat uur worden de vorderingen van de leerlingen besproken, zowel didactisch als sociaal emotioneel, en worden de doelen zoals beschreven in het OPP geëvalueerd. Een aantal keren per jaar, tijdens de groepsbesprekingen , worden de leerlingen in het team van vakdocenten en mentor, onder begeleiding van de IC besproken. In de bovenbouw, vanaf de 3e klas , start het PTA (Programma Toetsing Afname) en ontvangen de leerlingen en hun ouders aan het einde van elke PTA-periode de examenkaart met daarop de behaalde resultaten. Twee tot drie keer per jaar vinden hierover ouderleerling gesprekken met de mentor plaats. Op 2/3 deel van het schooljaar is een overleg met mentoren en vakdocenten waarin wordt besproken of leerlingen van de 3e klas op grond van hun cijfers en inzet door zullen kunnen stromen naar het eindexamenjaar. Al deze overlegmomenten, cijferlijsten en contacten worden vastgelegd in Magister. De IC zorgt ook voor de contacten met de hulpverleningsinstanties, denk daarbij aan plus coaching ( Cardea),GGZ, Curium, Centrum Autisme, maatschappelijk werk, Kristal, schoolarts, e.d. Ook coördineren zij de schoolse extra ondersteuning: SoVa, FRT, Rots en Water, MRT, Opvang, Sportend Coachen, Gym+, Meidengroep, ‘Ik ben speciaal’ en de BPOer. De IC geeft 2 keer per jaar (november/maart) een terugkoppeling naar de zorgcoördinatoren van de stamscholen . Doel van de begeleiding is om constant te monitoren of de leerling vorderingen maakt, zowel didactisch als sociaal emotioneel . Er wordt toegewerkt naar een succesvolle overstap naar het MBO. Zie ook: decanaat.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 5 Kort traject De Delta Binnen het Kort traject Delta worden leerlingen geplaatst die op hun eigen school zijn vastgelopen. Dit korte traject biedt een ‘time out’-plek voor een periode van minimaal 13 weken en maximaal een schooljaar; leerlingen kunnen fulltime of parttime worden geplaatst. De reden van aanmelding ligt in problemen in de omgang met docenten of medeleerlingen en/of met werkhouding en leren. Daarnaast worden leerlingen geplaatst voor extra begeleiding in het eindexamentraject of het opnieuw opbouwen van de schoolgang na ernstig verzuim. Er wordt oplossingsgericht gewerkt met aandacht voor leren, werkhouding en gedrag; de leerling wordt begeleid door een korttraject- mentor, een coach, een klasse mentor en vakdocenten. Per leerling wordt bekeken of de verantwoordelijkheid voor de lesstof blijft liggen bij de eigen school, de ‘stamschool’, of tijdelijk wordt overgedragen naar de Delta. In alle gevallen blijft de stamschool vanaf het begin van het traject betrokken bij de leerling door middel van contact met de mentor of zorgcoördinator van de stamschool en evaluatie-besprekingen. Afspraken over de terugkeer naar de stamschool – de start van terugkomdagen, welke dagen, hoe snel – worden gemaakt tijdens de evaluatie-besprekingen. De ouders worden nauw betrokken bij de plaatsing in het kort traject; tijdens de plaatsing is er contact over de dagelijkse gang van zaken en ouders zijn aanwezig bij de evaluatiebesprekingen. Zo nodig wordt contact gehouden met hulpverlening in de thuissituatie. Na terugplaatsing op de stamschool wordt vanuit het korte traject nazorg in de vorm van trajectbegeleiding verzorgd. De korttraject-mentor ( tevens trajectbegeleider) houdt contact met de klasse mentor en begeleidt de leerling bij het plannen en organiseren van het schoolwerk; de kt-mentor is beschikbaar voor overleg met het docententeam van de stamschool. Daarnaast wordt de coaching na terugplaatsing voor korte tijd voortgezet om de overgang te vergemakkelijken; zo nodig wordt de coaching overgedragen aan een coach van de stamschool. methodiek: uitgangspunt Vanuit onze (oplossingsgerichte) visie op het werken met leerlingen in een kort traject, is onze verwachting van de leerling: 1. Je neemt zélf de verantwoordelijkheid voor je leerproces én voor je gedrag. 2. Je hoeft het niet alleen te doen 3. Fouten maken mag werkvormen in het kort traject Samen met leerling opstellen en evalueren Plan van Aanpak (doelen m.b.t. leren en gedrag), gebruiken thermometer (vanuit oplossingsgericht werken) Tip&top-lijsten om het ‘doel van de week’ te evalueren (doelen op gebied van werkhouding en gedrag). Leren plannen en organiseren van het schoolwerk. Individuele instructie/begeleiding bij bepaalde schoolvakken door kt-mentoren en vakdocenten. Sova-training door coach en korttraject-mentor. Lagerhuis Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
werkvormen (deels nog in ontwikkeling) nazorg traject : Trajectbegeleiding Voorlichting ‘in het algemeen’ – presentatie in team- of docentenvergadering; gesprek met zorg coördinator. Voorlichting over korte traject op de Delta aan betrokken mentor en docenten. Voorlichting aan de klas waarin de leerling komt – door de leerling of door de Deltadocent – algemeen over traject/Delta of specifiek over deze leerling. Gesprek met de mentor/begeleider over de leerling: bespreken ondersteuningsbehoefte en vertaalslag maken naar de mogelijkheden van de betreffende school. Gesprek met de leerling: wat heeft hij/zij nodig en hoe valt dat (blijvend) te organiseren. Gesprek met de leerling om te helpen om geleerde vaardigheden toe te passen in de nieuwe omgeving; hierdoor de overstap soepeler laten verlopen. Zie ook de bijlagen: Lagerhuis; SOVA
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 6 Kort traject De Delta MBO-groep Op de MBO-groep in het Kort Traject Delta worden leerlingen geplaatst voor wie het behalen van een regulier VO-diploma niet (meer) tot de mogelijkheden hoort. Deze leerlingen worden via een alternatieve route toe geleid naar het MBO, niveau 1 of 2. Per leerling wordt bekeken of instroom op niveau 2 MBO mogelijk is ; hiervoor moeten de leerlingen voldoen aan de huidige opgestelde criteria Passend Onderwijs. In samenwerking met het ROC wordt in 2015 een convenant opgesteld zodat dit traject officieel een Entree-opleiding wordt. De voorbereidingen hierop zijn in gang gezet. De leerlingen volgen momenteel in dit traject twee dagen per week onderwijs op De Delta en lopen drie dagen per week stage in een erkend leerbedrijf. Een stagebegeleider van de “stamschool” begeleidt dit. De leerlingen volgen naast Loopbaan & Burgerschap, de vakken Nederlands, Engels en wiskunde; gestreefd wordt naar niveau 2F. De lessen worden gegeven door twee vaste docenten. Naast de lessen in de schoolvakken is er aandacht voor sociale vaardigheden en de ontwikkeling van arbeidsvaardigheden. De ouders worden nauw betrokken bij de plaatsing in het MBO-groep; tijdens het traject is er contact over de dagelijkse gang van zaken. Ouders, stagebegeleider en eventuele andere betrokkenen (coach/ bureau leerplicht/ BJZ ) zijn desgewenst aanwezig bij de evaluatiebesprekingen. Zo nodig wordt contact gehouden met hulpverlening in de thuissituatie. methodiek: uitgangspunt Vanuit onze (oplossingsgerichte) visie op het werken met leerlingen in een kort traject, is onze verwachting van de leerling: 4. Je neemt zélf de verantwoordelijkheid voor je leerproces én voor je gedrag. 5. Je hoeft het niet alleen te doen. 6. Fouten maken mag. werkvormen in het traject van de MBO-groep Groepsgewijze instructie, individuele instructie indien nodig. Samen met leerling opstellen en evalueren Plan van Aanpak (doelen m.b.t. leren en gedrag), gebruiken thermometer (vanuit oplossingsgericht werken). Leren plannen en organiseren van het schoolwerk. Sova-training door coach en docent. Rots & water Werkvorm nazorg: trajectbegeleiding Gesprek met de leerling: wat heeft hij/zij nodig en hoe valt dat (blijvend) te organiseren. In gesprek met de leerling en de SLB-er ( studie-loopbaanbegeleider) om te helpen om geleerde vaardigheden toe te passen in de nieuwe omgeving; hierdoor de overstap soepeler laten verlopen. Zie ook bijlagen: SOVA; Rots en Water; trajectbegeleiding Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 7 Mentoraat In de normjaartaak zijn 260 uren gereserveerd voor het mentoraat. Deze uren worden besteed aan: Persoonlijke gesprekken met leerlingen over doelstellingen en voortgang op school. Bij eventuele achterstanden regelen van RT. Coaching bij sociale en emotionele problematiek. Bespreking en oplossen van incidentele problemen op school. Aanspreekpunt voor ouders en collega’s. Contactpersoon/aanspreekpunt voor externe zorginstanties. Bespreken van de leerling in het wekelijks overleg uur met (zorg) coördinator en jeugdpsycholoog. Leiding geven aan groepsbesprekingen over de didactische en sociaal-emotionele voortgang van de leerlingen. Implementatie en uitwerking van de subdoelen op sociaal-emotioneel en didactisch gebied. Meerdere keren per jaar hebben van oudergesprekken. Onderwijskundige eindverslagen schrijven en contactpersoon met de nieuwe school. Contact onderhouden met oud-leerlingen en docenten van de nieuwe school. Alle relevante informatie wordt vastgelegd in Magister. Op deze wijze kunnen docenten voortbouwen op eerder gedeelde ervaringen, aangeboden oplossingen en gemaakte afspraken.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 8 Informatie pestprotocol: Het pestprotocol van De Delta te Leiden bevat richtlijnen voor geconstateerd pestgedrag. Tevens bevat het voorwaarden om het pestgedrag te voorkomen. Uitgangspunt voor de Delta is dat een ieder zich veilig voelt op school. Op De Delta is er ruimte voor een ieder, die de afgesproken regels hanteert en de persoonlijke grenzen niet overschrijdt. Bij pesten overschrijd je iemands persoonlijke grens en dat past niet in een veilig en prettig klimaat. Het is van groot belang dat de gepeste leerling serieus genomen wordt bij signalering en/of melding van pestgedrag. De leerling moet gehoord worden en zich gesteund voelen. Het protocol is erop gericht om personeel, ouders en leerlingen op de hoogte te brengen van alles wat de school wil doen om een zo veilig mogelijk schoolklimaat te scheppen. De Delta is continu in beweging. Afhankelijk van alle andere ontwikkelingen binnen de school zal ook het handelen rond pesten zich verder ontwikkelen. In dat geval zal het protocol aangepast worden. De opbouw van het protocol is als volgt: Wat is pesten. Het omgaan met pestgedrag Competenties van het personeel( Onderwijzend personeel /Niet onderwijzend personeel) De gepeste leerling Behandelplan Begeleiding van de gepeste leerling. Begeleiding van de pester. Preventieve maatregelen door de school Planmatig handelen Protocollaire procedure Nationaal onderwijs protocol Bijlage ouders en verzorgers: -Informatie voor ouders van gepeste kinderen. -Informatie voor ouders van pestende kinderen . Bijlage digitaal pesten
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 9 Dyslexie: De definitie van dyslexie is: 'een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren van het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau'. De hardnekkigheid van de leesproblemen is een belangrijke aanwijzing voor dyslexie. Dit is pas aan te tonen als de leesproblemen zijn gesignaleerd en aangepakt met behulp van het onderwijsprotocol leesproblemen en dyslexie. Wordt hiermee geen vooruitgang geboekt, dan noemt men dit didactische resistentie. Van didactische resistentie is sprake als er systematisch een half jaar lang, tenminste driemaal per week twintig minuten, extra instructie is gegeven voor het technisch leren lezen door een leerkracht of remedial teacher De diagnose wordt vastgesteld door een dyslexiedeskundige op basis van het Protocol Diagnostiek van Dyslexie. Voor het vaststellen van dyslexie is een combinatie van verschillende onderzoeken nodig. Als de diagnose dyslexie wordt vastgesteld, stelt een deskundige een dyslexieverklaring op. Deze verklaring geeft recht op verschillende faciliteiten (zowel compenserend als dispenserend). De faciliteiten worden op maat ingezet. Op de Delta bieden we alle dyslectische leerlingen met een verklaring het Kurzweilprogramma aan. Daarnaast worden er Dedicon-schijfjes aangeschaft. De dyslectische leerlingen hebben daarnaast recht op extra hulp tijdens de steunlessen en van de remedial teacher. Zij krijgen tijdverlenging in de klas bij proefwerken en worden niet op hun spelling afgerekend. De toetsing van de vreemde talen mag mondeling worden afgenomen. Bij het vermoeden van dyslexie bij een leerling wordt door verwezen naar gekwalificeerde bureaus. Alwaar zij een verklaring kunnen krijgen.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 10
Taalbeleid De Delta
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Het algemene doel: Taalbeleid is gericht op de structurele en strategische poging om de dagelijkse onderwijspraktijk aan te passen aan de taalbehoeften van alle leerlingen met het oog op het verbeteren van hun onderwijsresultaten.
Het specifieke doel: Het verkleinen van achterstanden op het gebied van technisch en begrijpend lezen, woordenschat, spelling en werkwoordspelling.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Taalbeleid De Delta 2014-2015 In dit stuk wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken van het taalonderwijs op De Delta. Daarnaast wordt er een aantal punten beschreven die het taalonderwijs kunnen verbeteren.
Huidige stand van zaken: *In het eerste leerjaar (de brugklas) wordt er twee uur in de week steun spelling en twee uur in de week steun lezen aangeboden. De klassen A en B worden allebei in twee niveaugroepen verdeeld. Op elke groep staat een docent. Het bepalen van het niveau gebeurt door het afnemen van de testen van Muiswerk. De leerlingen worden drie keer per jaar getoetst. De eerste keer in september, de tweede keer in januari en de derde keer in mei. De uitslag geeft een referentieniveau aan, bijv. 1F of 2F en het percentage dat behaald is op lezen, luisteren, taalverzorging, spelling, werkwoordspelling, grammatica en leestekens. De vorderingen n.a.v. de steunlessen worden twee keer per jaar opgeschreven in het HAV onder het kopje steun of testresultaten. De uitslag van de testen aan het eind van jaar wordt gebruikt per leerling om de behoefte voor het nieuwe schooljaar te bepalen. *In het tussenjaar ( de eerste klas) wordt 2 uur spelling en 1 uur lezen gegeven. Op basis van de toets aan het eind van de brugklas worden de leerlingen verdeeld. Het streven is om de leerlingen na dit schooljaar (niveau einde brugklas) op niveau 1F te hebben. Het materiaal dat gebruikt wordt: Begrijpend lezen:
Nieuwsbegrip Reality reeks Goed begrepen Boeken boeien
Spelling :
Spelling in de Lift Spel-direct Deltas werkwoorden Vakt-fun methode Leesvlinder
Woordenschat:
Station Posterproject Woordenschat werkboeken Testen:
3x per jaar (sinds 2014) Muiswerk 2x per jaar EMT Zonodig: APW, Klepel, TAK, DUIM, DMT, dictee ’t Wonderlijk weer, Peabody woordenschattest
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
*In de tweede klas krijgen de leerlingen 1 uur steun, waarbij de nadruk ligt op het begrijpend
lezen. De groepen worden in tweeën verdeeld, sterke en zwakke begrijpend lezers. Daarnaast is er ook een module grammatica en werkwoordspelling in de Tl/kader klassen. In de basisklassen wordt er ook extra aandacht besteed aan woordenschat. Daarnaast is er ruimte om andere moeilijk onderdelen uit het Nederlands boek te oefenen of te herhalen. Dit gaat altijd in overleg met de betreffende docent. De toetsing in de tweede klas verloopt ook middels Muiswerk. Het materiaal dat gebruikt wordt zijn kopieën uit bestaand materiaal. Bij begrijpend lezen wordt gebruik gemaakt van de methode “probleemloos lezen” door de kader/ tl leerlingen. De basis leerlingen maken gebruik van het werkschrift begrijpend lezen. Daarnaast wordt in beide groepen gewerkt met nieuwsbegrip. Bij woordenschat wordt er gebruik gemaakt van goed begrepen. Bij ww-spelling wordt door de kader/tl leerlingen gebruik gemaakt van het werkschrift spelling. Het werkboek B van Kinheim wordt gebruikt als verdiepingsmateriaal voor de sterkste groep. *De derde en de vierde klas heeft geen taalsteun meer. Bij behoefte aan extra hulp wordt dan een beroep gedaan op de remedial teacher. *Nieuwe zij-instromers in klas 2, 3 of 4 worden bij binnenkomst getest om te bezien of er toch behoefte bestaat om extra hulp op het gebied van taal te krijgen. Kerndoelen Nederlands 1. De leerling leert zicht mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang in te zien van die conventies. 3. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, lezen en schrijven) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Extra begeleiding dyslexie: Dyslectische leerlingen krijgen extra hulp doordat zij gebruik op elk gewenst moment kunnen maken van Kurzweil. De leerlingen geven zelf aan wanneer zij dit willen gebruiken en bij welke vakken zij ook andere ondersteuning nodig hebben, zoals Dediconschijfjes. Dit wordt per leerling, per schooljaar besproken. Voor taal in het algemeen en het leren omgaan met dyslexie in het bijzonder werken we met: Taal in blokjes, Kurzweil, Flits, Bloon, Logo-art, kranten en verschillende methodes uit het PO. Voor pre-teaching maken we gebruik van verschillend lesmateriaal, zoals de lesboeken geschiedenis/biologie/aardrijkskunde etc.
Verantwoordelijk voor de steun/ RT: onderwerp coördinator Lezen/woordenschat José Schepers onderbouw Spelling Christa Ruygrok onderbouw Nederlands Petra Wervelman bovenbouw( 2-de, 3de en 4-de klas)
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Opmerking: RT. onderbouw lln Nederlands/Engels RT. onderbouw lln Nederlands/Engels RT. bovenbouw lln Nederlands/Engels
Voor de komende jaren: Het verbeteren van het taalonderwijs Door docenten: Te begeleiden/scholen in het omgaan met Kurzweil. meer aan te sturen. beter te informeren over de behoefte van de leerling. Materiaal aan te bieden. En door: Resultaten structureel vast te leggen ( meten is weten). Opzoek te blijven naar nieuw en uitdagend materiaal. Inzet RT. te laten aansluiten op steun. Een basisopzet per les te geven aan de docenten. Het vergroten van de inzet/mogelijkheden van hulpmiddelen voor dyslectische leerlingen. Op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Beleid ontwikkelingen t.a.v. dyslexie
Scholing Kurzweil: 2013/2014 Doel: De docent kan omgaan met Kurzweil en kan de leerling tijdens de lessituatie ook helpen. Actie: Scholing van het team en meer aansturing. Wie is er nodig: Lexima Wat is er nodig: Twee bijeenkomsten om de docenten wegwijs te maken met Kurzweil en aan te leren hoe documenten te scannen en te bewerken. Evaluatie: Doet iedereen mee? Wat hebben de docenten geleerd? Kunnen de docenten de kennis toepassen in de les? 2014/2015 Het doel is behaald. Inmiddels kunnen alle docenten omgaan met het programma Kurzweil. Zij kunnen de benodigde documenten scannen en bewerken en zij kunnen er met de leerlingen mee werken.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Inhoud steunlessen: 2013/2014 Doel: Door docenten meer aan te sturen op wat de leerlingen nodig hebben zal het niveau van de les omhoog gaan. Actie: het organiseren van een bijeenkomst waarbij de vorderingen van de leerling en het gebruikte materiaal centraal staan. Wie is er nodig: De RT.-docenten en de vakdocenten Wat is er nodig: Elk jaar een bijeenkomst waarbij de docenten bij elkaar komen om de belangrijkste punten van de steun door te nemen. Evaluatie: Hoe ervaren de docenten de bijeenkomsten? Moeten de bijeenkomsten aangepast worden qua aantal en/of inhoud? 2014/2015 Het doel is nog niet behaald. We hebben nog geen algemene bijeenkomst gehouden. Wel worden de vorderingen minstens twee keer per jaar besproken. De docent en steun coördinator bezien steeds tussentijds wat er nog nodig is voor het optimaliseren van de lessen.
Materiaal aan bieden: 2013/2014 Doel: Door docenten materialen aan te bieden is hij/zij instaat om afwisseling aan te brengen in zijn taallessen. Niet elke docent hoeft daar zelf naar opzoek. Actie: Via mail en de bijeenkomsten worden nieuwtjes/sites/tips enz. uitgewisseld. Wie is er nodig: Alle docenten + specialist Wat is er nodig: Opzoek blijven naar nieuw materiaal. Evaluatie: Wie komt er met materiaal? Welk materiaal wordt er gebruikt? Is er nog behoefte aan specifiek materiaal? 2014/2015 Doel is deels behaald en een lopend doel voor de komende jaren. De R.T. sectie /coördinator Nederlands komt met nieuw materiaal. De derde klas is dit jaar begonnen met een nieuwe methode voor Nederlands: Talent. Komend schooljaar zal de vierde klas hier ook mee starten. Materiaal dat vernieuwd dient te worden zijn de woordenboeken.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Resultaten structureel vast leggen ( meten is weten) 2013/2014 Doel: Door de resultaten van de leerlingen vast te leggen is duidelijk welke ontwikkeling de leerling doormaakt. Actie: Dit gebeurt al grotendeels. In het HAV en in de testgegevens staan de nodige resultaten. Er is nog wel aandacht nodig voor het verzamelen van de DLE’s van de leerling. Wie is er nodig: Een docent die de toetsing controleert en organiseert, tijdsinvestering 40 uur. Wat is er nodig: Een nieuwe toets. Evaluatie: Is het gelukt om alle DLE’s van de leerlingen te weten te komen? Als dat niet zo is: hoe kunnen we daar aan komen. 2014/2015 D.m.v. de Muiswerktoetsten die vanaf 2014 worden afgenomen, kunnen we nu percentages berekenen en de vooruitgangen per schooljaar goed vergelijken.
Inzet RT. laten aansluiten op steun 2013/2014 en 2014/2015: Doel: Probleemoplossend werken. Actie: Bezien wat de leerlingen met de steun doen en de R.T. hier op aan laten sluiten. Dit gebeurt al , maar kan nog verbeterd worden. Wat is er nodig: Inzet van Remedial teachers Wie is er nodig: Remedial teachers Evaluatie : Is het probleem opgelost? Kan deze leerling verder? Zijn er andere aanpassingen nodig in de omgeving van de leerling? Zijn er externe oorzaken waardoor het niet lukt?
Een basisopzet per les te geven aan de docenten. 2013/2014 en 2014/2015: Doel: Docent weet precies wat er van hem/ haar verwacht wordt. Actie: het schrijven en klaar leggen van de basisopzet. Wat is er nodig: Tijd en inspanning 15 minuten per les. Wie is er nodig Docent/RT.-er Evaluatie : Kon de docent met het aangebodene uit de voeten? Heeft de docent zelf aanvullingen en/of ideeën?
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Het vergroten van de inzet/mogelijkheden van hulpmiddelen voor dyslectische leerlingen 2013/2014 en 2014/2015: Doel: Meer leerlingen kunnen gebruik maken van de hulpmiddelen. Actie: aanschaf van hulpmiddelen en mogelijkheden voor gebruik van Kurzweil in lokalen vergroten. Wat is er nodig: extra laptoppen of plekken waar men direct op Kurzweil kan. Wie is er nodig Evaluatie : Werkt dit goed? Kan een leerling hiermee uit de voeten?
Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen 2013/2014 en 2014/2015: Doel: Het op de hoogte blijven de ontwikkelingen op het gebied van taalbeleid en dyslexie. Actie: Het lezen van vakliteratuur en het bijwonen van informatiedagen/cursussen. Wat is er nodig: budget Wie is er nodig: Docenten en RT.-ers die zich willen verdiepen. Evaluatie: Was het zinvol? Wat heb je er van geleerd? Kunnen wij dit toepassen in de onderwijspraktijk.
Beleid ontwikkelingen t.a.v. dyslexie 2013/2014 – 2014/2015 Doel: het blijven volgen van de veranderingen op het gebied van dyslexie en het steeds meer gebruik laten maken van Kurzweil tijdens de lessen. Actie: Leerlingen duidelijker vertellen wat de voordelen zijn van Kurzweil en ze er een periode mee laten werken. Wat is er nodig: Investeren van tijd in het leren omgaan met Kurzweil. Wie is er nodig: de remedial teacher. Evaluatie : Gaan na verloop van tijd meer leerlingen gebruik maken van Kurzweil? Hoe gaan de leerlingen er me om? Moet de docent daar ook in investeren?
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 11
De Delta Rekenbeleid 2013-2017
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Rekenbeleid De Delta In dit stuk wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken van het rekenonderwijs op De Delta. Een beschrijving van de steun en de rt. Daarnaast worden er een aantal punten beschreven die het rekenonderwijs kunnen verbeteren.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Steun Huidige stand van zaken ( 2013-2014): In de eerste klassen wordt er twee uur steun-rekenen gegeven. De klassen A, B en C in tweeën gedeeld. Het bepalen van het niveau van de groepen is op basis van de OPDC-toets, die gericht is op het toetsen van de basisvaardigheden. En de gegevens van het basisonderwijs. Na ongeveer 10 weken wordt een onderwerp afgesloten en getoetst. De informatie komt in het HAV, bij de steun, of bij de testresultaten. Aan het einde van het schooljaar worden de leerlingen weer getoetst. Hiervoor gebruiken we de ABC-toets van Mieke van Groenestein. De uitslag wordt gebruikt om per leerling de behoefte te bepalen. Het materiaal wat gebruikt wordt komt van het SLO en de breukenbode. Daarnaast werken de leerlingen aan de rekentuin ( www.rekentuin.nl), daarin oefenen de leerlingen hun basisvaardigheden. Er is veel aandacht voor de basisvaardigheden, daarnaast wordt er gewerkt aan het begrip van breuken, procenten en metriek. In het tussenjaar wordt één uur steun gegeven. Op basis van de uitslag van de toets aan het einde van het brugjaar worden de leerlingen van de 1A,1B en 1Cin twee groepen verdeeld. Ook hier worden er toetsen gemaakt die in het HAV verwerkt worden. Het materiaal zijn kopieën uit andere methodes. En uit de basisschoolmethode Alles telt. Aan het eind van het jaar maken de leerlingen weer de ABC-toets. Het streven is om de leerlingen op 1F niveau te hebben. In de tweede klas krijgen de leerlingen één uur steun. Op grond van de uitslag is de klas in tweeën gedeeld, sterke en zwakke rekenaars. Breuken, procenten en metriek krijgen meer aandacht. Daarnaast is er ruimte om moeilijke onderwerpen uit de wiskunde te herhalen of te oefenen. Aan het einde van het jaar worden de leerlingen weer getoetst met de ABC-toets. Het materiaal dat gebruikt wordt zijn kopieën uit bestaand materiaal. In de derde klas hebben we in 2012-2013 voor het eerst mee gedaan aan de pilot van de rekentoets. Klas 3B (basis/kader) heeft op elke donderdag rekenen gehad. 3A (theoretische leerweg)niet. Vanuit de resultaten kunnen we concluderen dat we op het gemiddelde van het landelijk niveau zitten. En dat de meeste leerlingen in staat zijn om de rekentoets voldoende af te
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
ronden, ook de basisleerlingen. De problemen zitten vooral bij de zij-instromers en de leerlingen waarvan het vermoeden bestaat dat zij dyscalculie hebben. Klas 4AB heeft niet meegedaan aan de rekentoets en ook geen uur rekenen op het rooster. De leerlingen hebben t/m klas 2 steun-rekenen gevolgd. Voor de leerlingen uit klas 3 en 4 zijn er wel RT-uren beschikbaar.
2014-2015 In klas A en B zijn we dit jaar begonnen met de methode Start rekenen van Deviant. We hebben de leerlingen 15 leerlingen uit één klas verdeelt in twee groepen. De indeling is gemaakt op basis van een zelf gemaakte toets, waar de basisvaardigheden worden getoetst en de gegevens van het Drempelonderzoek. Bij de methode zijn een aantal toetsen die we afnemen, de gegevens komen in de “steunmap” in magister. Aan het einde van het schooljaar maken de leerlingen nogmaals het Drempelonderzoek. Omdat er wordt lesgegeven in kleine groepen kan de docent aansluiten bij de behoefte van de leerling, die staat beschreven in de steunmap. Mocht een leerling nog steeds achterstanden hebben kan de RT worden ingeschakeld. Ook in het tussenjaar werken we met de methode Start rekenen van Deviant. De leerlingen maken gedurende het jaar de toetsen die bij de methode horen. Aan het einde van het schooljaar maken de leerlingen de ABC-toets. Deze gegevens worden gebruikt om de leerlingen in te delen voor leerjaar twee en om leerlingen die nog hiaten hebben eruit te filteren. In leerjaar twee werken we met de rekenmethode die bij de wiskunde methode Getal en Ruimte hoort. Ook hier horen toetsen bij. Aan het einde van het jaar maken de leerlingen de ABC-toets. In klas 3 en 4 zijn er geen steunuren, wel worden leerlingen die uitvallen bij rekenen en/of wiskunde in kleine groepjes ondersteunt ( RT).
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Voor de komende jaren (2013-2017) Het verbeteren van het rekenonderwijs. Door docenten: te scholen. meer aan te sturen. beter te informeren over de behoefte van de leerling. Materiaal aan te bieden. En door:
Resultaten structureel vast te leggen ( meten is weten). Cijfers te geven voor rekenen ( 2012-2013) Meer overlegtijd voor rekenen in het rooster op te nemen ( 2012-2013) Een methode aan te schaffen voor klas 3 en 4 ( 2012-2013) Rekenen op het rooster van de bovenbouw te zetten ( 2012-2013) Inzet RT laten aansluiten op steun en wiskunde (2014-2015) Een basisopzet per les te geven aan de docenten. Afspraken te maken over rekenen bij de andere vakken. Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Beleid ontwikkelen t.a.v. dyscalculie (2014-2015)
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Scholing: Doel: De docent is meer rekenbewust. Dit betekent dat hij in zijn les mogelijkheden ziet om rekenen vorm te geven, diverse strategieën kan gebruiken. En kan aansluiten bij de behoefte van de leerling. Actie: Scholing van het team, er ligt een aanbod van het SLO. Wie is er nodig: - Iemand die de scholing organiseert, tijdsinvestering 30 uur. - Docenten die scholing volgen - Management die docenten faciliteert en de organisatie ondersteunt Wat is er nodig: Een scholingsbudget, studiemiddagen. Evaluatie: -
Doet iedereen mee. Wat hebben de docenten geleerd over rekenen. Kunnen de docenten de kennis toepassen in de les.
2013-2014 Er zijn twee bijeenkomsten geweest van het SLO. Daarin werd een bepaalde aanpak uitgeprobeerd ( Afpelmethode). Een aantal docenten heeft hier aan meegedaan. Er werden vragen met de leerlingen gemaakt, dit werd gefilmd en besproken. Het analyseren van wat de leerlingen doen levert aardige gesprekken op. Het dieper ingaan op de basisvaardigheden van de leerlingen is door tijdsgebrek niet gelukt. Doen: Docenten af en toe een vraag geven voor de leerling en of ze dat op de afpelmanier willen bespreken. Aandacht geven aan de basisvaardigheden die leerlingen moeten beheersen. Een bijeenkomst waarin de manier waarop leerlingen rekenen wordt besproken en getoond ( er nog materiaal van). Uitleg van het moderne optellen/aftrekken en delen. 2014-2015 Er zijn dit schooljaar meerdere docenten die RT geven. Door een aantal bijeenkomsten te organiseren en daarin het moderne rekenonderwijs te bespreken komen er meer docenten die op de hoogte zijn van de nieuwe manier van rekenen. En meer docenten die betrokken zijn bij het rekenen binnen school.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Beter te informeren over de behoefte van de leerling Doel: Doordat de docent beter op de hoogte is van de hiaten van de leerling is het makkelijker om daar in de les op aan te sluiten. Actie: De verzamelde gegevens uit magister moeten bij de docent terecht komen. Evaluatie: Zijn de gegevens compleet. Zijn het voldoende gegevens Kan de docent met deze gegevens zijn rekenlessen verbeteren? 2013-2014 De docenten die lesgeven in klas 1ABC of 2ABCD hebben een mapje gekregen waarin de testresultaten en de gegevens van de steun van vorig jaar instaan. De docenten vullen dit zelf aan. In november/december wordt de steun in magister weer aangevuld. 2014-2015 De mapjes met informatie over het rekenniveau van de leerling werkte niet goed. Het uitgangspunt vanaf dit jaar is dat de mentor, via magister, op de hoogte is van het rekenniveau van de leerling en dit ook met de ouders bespreekt. In vergaderingen en groepsbesprekingen wordt hier aandacht aan besteed.
Materiaal aan te bieden Doel: Door docenten materialen aan te bieden is hij/zij instaat om afwisseling aan te brengen in zijn rekenlessen. Niet elke docent hoeft daar dan zelf naar opzoek. Actie: Via mail en de bijeenkomsten worden nieuwtjes/sites/tips enz uitgewisseld. Evaluatie: Wie komt er met materiaal Welk materiaal wordt er gebruikt Is er nog behoefte aan specifiek materiaal 2014-2015 www.beterrekenen.nl www.rekenweb.nl
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Resultaten structureel vast te leggen ( meten is weten). Doel: Door de resultaten van de leerlingen vast te leggen is duidelijk welke ontwikkeling de leerling doormaakt. Actie: Dit gebeurt al grotendeels. In het HAV en in de testgegevens staan de nodige resultaten. Er is nog wel aandacht nodig voor het verzamelen van de DLE’s van de leerling. Evaluatie: Is het gelukt om alle DLE’s van de leerlingen te weten te komen? Als dat niet zo is: hoe kunnen we daar aan komen. Toetsing: ABC
begin tijdens eind
OPDC-toets toets geld, procenten en metriek OPDC-toets, drempelonderzoek
1ABC begin tijdens eind
resultaten toets einde brugjaar toetsen uit het boek, Alles telt. Twee keer per jaar. ABC-toets, versie 1F
2ABCD begin tijdens eind
resultaten toets einde jaar 1ABC toetsen die bij de methode horen 2AB, versie 1s. 2CD versie 1F van de ABC-toets.
3AB
begin tijdens eind
resultaten einde jaar 2 toetsen die bij de methode horen, elk PTA-periode 1
4AB
begin tijdens Einde
toetsen die bij de methode horen, elk PTA-periode 1.
2014-2015 In het onderstaande schema staat welke toetsen we gebruiken. Aan het begin van het schooljaar gebruiken we de resultaten van het einde van het vorig jaar om de leerlingen in te delen in de steungroepen of om ze voor RT in aanmerking te laten komen. Brugjaar Verlengde Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 brugklas begin Drempelonderzoek OPDC-toets Tijdens Toetsen bij de Toetsen bij Toetsen bij Toetsen bij de Toetsen bij methode de methode de methode methode de methode einde Drempelonderzoek ABC-toets, ABC-toets, Toets Cito 2Fversie 1F 2AB, versie samengesteld toets 1s. 2CD, uit de cito versie 1f voorbeeld opgaven. Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Cijfers te geven voor rekenen. Doel: Door cijfers te geven gaan de leerlingen harder werken. Actie: In de klas 1ABC, 2ABCD en 3AB komt er op het rapport een cijfer voor rekenen. Wie is er nodig: Alle docenten. Als de toetsen bij de methode zitten is dat een kleine klus. Mocht dat niet het geval zijn dan voor één jaar iemand de toetsen laten maken. 15 uur Wat is er nodig: overleg met Henk. Evaluatie: Zijn de leerlingen meer gemotiveerd om zich in te zetten voor rekenen. 2012-2013 Na overleg met Henk hebben we besloten om in de eerste klas te werken met een letterbeoordeling voor rekenen. In de verlengde brugklas en de tweede klas worden cijfers gegeven. In klas 3 en 4 maakt het deel uit van het PTA. 2013-2014 Voorstel: ABC-klassen krijgen een letter op het rapport. Zwak, voldoende of goed. 1ABC krijgen een cijfer op het rapport. 2ABCD krijgen een cijfer op het rapport. 3AB krijgen per toets periode een rekentoets die vermeld staat in het PTA bij het vak wiskunde.. 4AB dit schooljaar staat er nog niets in het PTA. Moet volgend jaar wel. Nodig: In magister een kolom zodat de docenten cijfers kunnen invullen ( Alexander, Dick). Docenten gaan ook voor rekenen de groepsbesprekingsformulieren in magister invullen. De rapporten moeten aangepast worden ( Alexander, Dick). Er komen toetsen voor rekenen. Voor 2ABCD is die bij de methode geleverd. Wat gaan we leerlingen meegeven die gaan schakelen? Doen: -afspraak met Dick en Alexander. - toetsen maken/verzamelen. In het schooljaar 2014-2015 gaan we hier mee aan de slag. 2014-2015 We geven de leerlingen wel toetsen met cijfers, maar deze resultaten komen niet op het rapport. Wel schrijven de mentoren aan het einde van het schooljaar het niveau van de leerling op het rapport. In de onderbouwvergadering gaan we hier nogmaals over van gedachten wisselen.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Een methode aan te schaffen Doel: Door een methode aan te schaffen zijn de verticale leerlijnen gewaarborgd en is het duidelijker welke stof er eigen gemaakt moet worden door de leerling. Er is beter een beeld te vormen van het niveau van de leerling. Actie: In de eerste klas blijft het programma zoals het is. In het tussenjaar werken we met de methode Alles telt ( die hebben we nog), waarbij de steuncoördinator extra materiaal aandraagt als dat nodig is. Van klas 2 t/m klas 4 schaffen we een methode aan. Wie is er nodig: een docent die een methode uitzoekt. Dat moet dit schooljaar als gebeuren. Wat is er nodig: Toestemming om een methode aan te schaffen. Evaluatie: Is het door het gebruik van het boek duidelijker waar de leerling op uitvalt? Wordt er door de docenten extra materiaal gevraagd. Schooljaar 2012-2013 Er wordt een methode aangeschaft voor klas 2. Klas 3 mag ook. 2013-2014 Klas 2ABCD en klas 3AB en 4AB werken met de rekenmethode die bij getal en ruimte hoort. De tweede klassen doen dat bij de steunlessen. Klas 3A werkt er bij economie aan. Klas 3b bij wiskunde. Vierde klas ??? 2014-2015 In de brugklas en het tussenjaar wordt gebruik gemaakt van Start rekenen van Deviant.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Rekenen op het rooster van de bovenbouw te zetten. Doel: Door rekenen op het rooster te zetten zijn de bovenbouwleerlingen meer gericht op het oefenen met rekenen, zodat ze betere slagingskansen op de toets hebben en beter voorbereid zijn op het MBO. Actie: De coördinatoren bekijken of dit mogelijk en/of wenselijk is. Wie is er nodig: Coördinatoren. Wat is er nodig: In een vergadering deze mogelijkheid bespreken en tot afspraken komen. Evaluatie: Hoeveel procent van de leerlingen is geslaagd. Zijn er nog andere manieren waarop we het rekenen vorm kunnen geven in de bovenbouw? Schooljaar 2012-2013 In een gesprek met Henk hebben we besloten dat de 4A gaat rekenen bij economie. De basisleerlingen bij wiskunde. Voor de kader-leerlingen wordt er overlegd met docent wiskunde.
Inzet RT laten aansluiten op steun en wiskunde Doel: Wat er bij de RT gedaan wordt met een leerling sluit aan bij zijn werk voor steunrekenen en/of wiskunde. Actie: Wat is er nodig Wie is er nodig: De RT-er en de docent maken afspraken over het werk dat gedaan wordt. Evaluatie 2013-2014 De leerlingen die RT volgen krijgen ander werk waar ze bij de steunles aan werken. Of het werk van de steunles (wat de meeste leerlingen hebben) wordt besproken tijdens het RTuur. Daarnaast is er ook tijd om te kijken hoe het met wiskunde gaat. 2014-2015 Rekenzwakke leerlingen krijgen hulp met het werk wat ze bij de steunles maken. De RTdocent bespreekt het gemaakte werk en bekijkt het werk wat voor de komende week op het programma staat.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Afspraken te maken over rekenen bij de andere vakken Doel: Rekenen bij de vakken op dezelfde manier aanbieden. Actie: Inventariseren bij welke vakken gerekend wordt en op welke manier. De docenten bevragen over hun manier om bepaalde onderwerpen uit te leggen ( b.v. procenten). Komen tot een gezamenlijke manier van aanbieden. Wat is er nodig: Tijd om deze informatie te achterhalen Wie is er nodig: Een docent die deze activiteit op zich wil nemen. Evaluatie : Kunnen leerlingen uit de voeten met de eenduidige manier van aanpakken? Kunnen/willen de docenten hun manier aanpassen?
Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen Doel: Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op rekengebied. Actie: Ik bezoek de bijeenkomsten van het Steunpunt taal- en rekenen. Daarnaast hou ik hun website in de gaten.
Beleid ontwikkelingen t.a.v. dyscalculie Doel: Leerlingen met een vermoeden van dyscalculie tijdig in beeld krijgen. Actie: Leerlingen met een dle van onder de 30 die weinig progressie maken, onderzoeken en bij vermoeden van dyscalculie aanmelden bij onderzoeksbureau. Wat is er nodig: Een goede test. De Zareki of de NDS, dit zijn de twee tests die gebruikt worden om een vermoeden van dyscalculie te onderzoeken. 2014-2015 Op dit moment is het bezitten van een dyscalculie-verklaring niet nodig om de speciale versie van de rekentoets te mogen maken. De school mag zelf beslissen welke leerlingen deze toets gaan maken. Ook rekenzwakke leerlingen mogen de aangepaste toets maken. Zij moeten dan wel aanwijsbaar extra ondersteuning hebben gehad in de voorgaande leerjaren. Dyscalculie zal de komende jaren een belangrijkere rol gaan spelen in het rekenonderwijs. Daarom wil ik wel graag gaan onderzoeken welke test we kunnen gaan gebruiken en hoe we leerlingen kunnen aanmelden voor een dyscalculie-onderzoek. Dit jaar is er een gesprek geweest met een onderzoeksbureau. Daarin is de huidige stand van zaken besproken. En hebben we kunnen concluderen dat een dyscalculie-verklaring nu nog niet bijdraagt aan een meer succesvolle schoolloopbaan. Daarnaast heb ik de afspraak gemaakt om eens een leerling samen te bespreken.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
RT Leerlingen kunnen op verschillende manieren bij de RT-sectie terecht komen: Bij binnenkomst hebben ze een DLE onder de 30. De mentor/vakdocent geeft aan dat de leerling vast loopt bij wiskunde/rekenen. De leerling zelf vraagt om hulp. Toetsing onvoldoende. Bij leerlingen die een lage DLE ( onder de 20) hebben wordt eerst onderzocht waar de leerling vastloopt. D.m.v. het “klein rekenonderzoek” van ……. Wordt vastgesteld waar de belemmeringen van de leerling zitten. Vervolgens wordt er een doel geformuleerd en een plan op gesteld. Dit wordt vastgelegd in magister bij het onderdeel RT ( in het logboek). Een aantal keer worden de vorderingen in magister vastgelegd. Soms komen leerlingen een aantal weken, soms het hele jaar. Leerlingen met een DLE tussen de 20 en de 30 worden in de RT geplaatst. Een docent spreekt één keer per week met de leerling af. Er wordt dan gekeken naar het werk van de afgelopen week, ging het goed, zijn er nog vragen die je nog maal wilt bespreken. De docent bekijkt of de leerling de lesstof begrijpt. En er wordt gekeken naar het werk van de komende weken, wat gaat er behandelt worden in de les tijdens rekenen en/of wiskunde. Als de docent/mentor een leerling aanmeld is dit voornamelijk omdat deze leerling bij wiskunde vastloopt. De RT bestaat voornamelijk uit het ondersteunen van de wiskundestof. Als de leerling zelf om hulp vraagt dan helpen wij. Meestal gaat dit om wiskunde/economie. We bekijken de stof in het boek, beantwoorden de vragen. En geven de leerling handvatten om zelf aan de slag te kunnen. Een voorwaarde is een actieve houding in de les. En de bereidheid om thuis huiswerk te maken, zeker in de bovenbouw. Als leerlingen de ABC-toets onvoldoende maken kunnen ze ook voor RT in aanmerking komen. De leerling wordt dan ondersteund bij zijn wiskunde en het rekenen uit de steunles. Aan het einde van het jaar wordt er een advies gegeven voor het volgende schooljaar.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 12 Gym+ Gym+ is geen sportklas of een andere organisatie structuur, die er opgericht is kinderen een groter sportaanbod te bieden dan de reguliere lessen Lichamelijke opvoeding. Gym+ is een ondersteuningsstructuur/zorgprogramma. De hieronder genoemde onderdelen vallen onder dit zorgaanbod. Motorische Remedial Teaching Motorisch remedial teaching (MRT) is een zorgprogramma voor leerlingen die een
achterstand hebben in de bewegingsontwikkeling, concentratiemoeilijkheden en bewegingsonrust. Ook hebben ze weinig zelfvertrouwen tijdens bewegen of kunnen ze schrijfproblemen hebben (fijne motoriek). MRT zorgt voor balans tussen de beide hersenhelften, ontwikkeling, stimulering en samenwerking van de hersenen. Voor alle dagelijkse activiteiten moeten beide hersenhelften goed ontwikkeld zijn en goed kunnen samenwerken. MRT zorgt voor de gehele ontwikkeling op motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel niveau. Doelen van MRT:
stimuleren, ontwikkelen en beter laten samenwerken van de hersenen balans tussen beide hersenhelften reflexrestanten weg trainen beter kunnen meekomen tijdens LO les beter kunnen bewegen en leren zelfvertrouwen vergroten tijdens het bewegen positieve instelling tegenover bewegen bewegingsplezier ontwikkelen/vergroten bewegingsachterstand optimaliseren naar de ontwikkeling van die leerling
Werkwijze: Er kan wekelijks individueel gewerkt worden met de leerling maar ook in kleine groepjes van 3 tot 8 leerlingen. Een combinatie van beiden is ook mogelijk. De leerlingen krijgen ook opdrachten mee om thuis te oefenen. Tussentijdse testen en eindtesten worden afgenomen om het ontwikkelingsproces te monitoren.
Aanpak: Door middel van de motorische test ziet de docent waar de leerling zich bevind in het motorische ontwikkelingsproces en waar achterstand is in de ontwikkeling. Meestal is er sprake van reflexrestanten of het hebben van een verkeerde voorkeurshand.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Tijdens elke training wordt er gewerkt aan een combinatie van de probleemgebieden namelijk de reflexen, grote motoriek, kleine motoriek en de oogmotoriek. Dit zijn oefeningen waarin de volgende zaken aan de orde komen: lichaamsbesef ruimtelijke oriëntatie evenwicht spierspanning oog-handcoördinatie grote motoriek fijne motoriek ( schrijfoefeningen) geheugen spelletjes reactiespelletjes concentratie spelletjes
Indicatie om te ondersteunen: Door middel van de screening Movement ABC-2 test wordt in beeld gebracht hoe ver de motorische achterstand is. Aan de hand van deze resultaten kan er een persoonlijk behandelingsplan gemaakt worden. Pré-teaching Het voorbereiden van bepaalde bewegingsvaardigheden met één of meer zwakke leerlingen, zodat ze wanneer dezelfde stof in de klas aan de orde is, succeservaringen op kunnen doen en bovendien hun instructietijd wordt verlengd. Pre-teaching is een steeds vaker voorkomende vorm van remedial teaching. Met de zwakkere leerlingen worden de opdrachten en de strategieën die in de les aan de orde komen, voorbereid. Rots en Water In het Rots & Waterprogramma gaat het om bewustwording van eigen kracht en mogelijkheden en het vermogen om met andere mensen samen te spelen, samen te werken en samen te leven in een snel veranderende, multiculturele samenleving. De leerlingen leren hun eigen gevoelens beter onderkennen en er op een handige manier uiting aan te geven. Ze oefenen met effectieve reacties op mogelijk bedreigende situaties. Doordat we in deze training de zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, en communicatieve en sociale vaardigheden verbeteren zal uw kind sociaal weerbaarder worden. Specifiek voor meisjes is er aandacht voor het bewustzijn van het eigen lichaam, houding, emoties, en reactie op jongens. Ook zullen ze de eigen persoonlijke ruimte ervaren, leren en durven te bewaken en aan te geven. En tot slot leren ze in actie te komen in ‘verlammende’ situaties.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Sportend coachen Voor kinderen die : • Naast een gesprekje ook een beetje beweging nodig hebben om zicht te openen. • Het lastig hebben. • Je zo maar over het hoofd zou kunnen zien. • Aanwijzingen nodig hebben om minder in conflict te komen. • Andere zaken die de leerling belemmeren. • Niet lekker in hun vel zitten Hoe: 1 op 1 Waar: Fitnessruimte, gymzaal en buiten op het veld. Voorwaarde(n) Er is een hulpvraag vanuit de mentor en na overleg met de zorgcommissie. De leerling staat er open voor. Met wie: Een van de docenten Lichamelijke Opvoeding Wanneer Wij bieden 2 momenten in de week. Er is een rooster En verder Er is een gym uur te realiseren voor kinderen die nog niet toe zijn aan lessen met 15 - 30 leerlingen. Er is een mogelijkheid voor een om aan te sluiten in een bestaande les, om even een beetje uit te razen. Dit natuurlijk in overleg met de docenten Lichamelijke opvoeding. De bedoeling is, dat de betreffende leerling stoom kan af blazen om vervolgens daarna weer deel te nemen in de klassensituatie. De sectie Lichamelijke opvoeding is continue op weg om nieuwe zorgarrangementen te ontwikkelen.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 13 Faalangstreductietraining: De spanning en angst die ontstaat op het moment dat van jou een prestatie wordt verwacht waarvan je denkt dat je er niet veel van terecht zult brengen. Vaak niet gebaseerd op reële gronden. Te denken valt aan: Angst om af te gaan voor een publiek, angst om niet voor een examen te slagen, angst bij het leveren van een (sport)prestatie of angst bij het geven van een spreekbeurt. Op de Delta wordt er een training geven om deze angst te reduceren. De training vindt meerdere keren per jaar plaats en bestaat uit 8 bijeenkomsten. Een groep bestaat uit maximaal 6 leerlingen. Tijdens deze bijeenkomsten komen de volgende onderwerpen aan bod: -Wat is faalangst? - Hoe ga ik om met faalangst? - Advertentie voor jezelf maken. (jezelf presenteren) - Het G-denken ( Je eigen gedachten beïnvloeden) - Nee zeggen/ keuzes maken. - Kwaliteitenspel ( Hoe denken anderen over jou) - Marktkoopman (Presenteren voor de groep) Ook is er een mogelijkheid om faalangst specifiek aan te bieden voor leerlingen met dyslexie. De “dyslexie de baas”-training wordt in kleine groepjes en soms ook individueel aangeboden.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 14 Examentraining: Na de afsluiting van PTA periode 6 en de definitieve vaststelling van het schoolexamencijfer hebben de leerlingen nog 2 weken school. Om een nuttige invulling te hebben voor deze periode en om de examenkandidaten zo goed mogelijk voor te bereiden op het Centraal Schriftelijk Examen (theoretische leerweg) en het Digitaal Examen (basis- en kaderberoepsgerichte leerweg) hebben we in de laatste periode voor het examen een alternatief rooster gemaakt. De kandidaten komen die dagen volgens een door school gemaakt rooster naar school. De kandidaten trainen dan examens, de basis- en kaderleerlingen oefenen naast de schriftelijke examens ook enkele examens digitaal. De kandidaten die serieus gewerkt hebben mogen na het 2e examen naar huis. De leerlingen die dat niet doen krijgen ´s middags extra oefenstof. De leerlingen kijken de examens zelf na en leveren deze in. Deze examens gaan vervolgens naar de verschillende vakdocenten, ook zij zullen de examens nakijken en de examenkandidaten die dat nodig hebben ´s middags uitnodigen om vraagstukken individueel of in kleine groepjes te bespreken. De laatste dagen voor het examen worden de leerlingen op school uitgenodigd en worden de gemaakte examens besproken. In deze periode gaan we ook met alle leerlingen naar het Da Vinci College om te kijken waar het examen plaats vindt en om het digitale examen te oefenen.
Bijlage 15 Opvang: Eén van de extra ondersteuningsmogelijkheden van De Delta is de ´Opvang´ voor leerlingen die tijdelijk behoefte hebben aan een aangepast programma. De redenen zijn verschillend, maar de behoefte is gelijk: een ander programma in een kleine groep. Vanuit de groepsbespreking of vanuit het mentor overleguur met de IC worden leerlingen aangemeld om voor een periode van 8 weken `Opvang´ te volgen. In een kleine groep van maximaal 8 leerlingen worden andere (concrete) activiteiten gepland om de druk van het leren en presteren wat weg te nemen en succeservaringen op te doen. Gedurende 2 lesuren per dag, m.u.v. de woensdag, zit de leerling in de Opvanggroep en volgt hij/zij niet de lessen van de klas. Na 8 weken wordt het proces geëvalueerd en meestal afgesloten of in een enkel geval verlengd met nog een periode van 8 weken. De activiteiten in de opvanggroep zijn vaak op het gebied van praktisch bezig zijn om te leren. Activiteiten die regelmatig worden ingezet zijn op het gebied van sport, techniek, koken en creativiteit. Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 16 Ik Ben Speciaal: psycho-educatie voor kinderen met autisme De training zal bestaan uit ongeveer 10 bijeenkomsten. Het uitgangspunt is de training, Ik ben speciaal van Peter Vermeulen. De training zal in een klein groepje plaatsvinden, onder leiding van mw. Ruygrok (docent) en mw. Foudraine (schoolpsycholoog). Deelnemers aan de cursus zijn leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum (ASS, PDD-NOS) Het doel van de training is om deze groep kinderen zelfkennis bij te brengen, kennis van het (eigen) autisme en hoe ermee om te gaan. Tijdens de 10 bijeenkomsten van de cursus “Ik Ben Speciaal” werken we met de werkmap “Dit ben ik”. Onderwerpen die ter sprake komen zijn o.a.: De werking van de hersenen, de kenmerken van autisme, de omgang met andere mensen, het overbrengen van boodschappen, het soepel zijn in denken en doen. Daarbij kan de leerling uit eigen ervaringen putten, luisteren en nadenken over de ervaringen van de andere leerlingen en zij kunnen elkaar tips geven. Ook kijken we naar sterke kanten/talenten die ingezet kunnen worden bij problemen die ontstaan als gevolg van autisme.
Bijlage 17 Meidengroep: Wie: docent; trainer sociale vaardigheden en schoolpsycholoog en kleine groep meisjes. Wat: In een kleinschalige ongedwongen setting praten over zaken die de (meisjes)leerlingen bezig houden. Doel: in gezamenlijkheid proberen we gedrag te spiegelen, inzichten te verschaffen en de meisjes vaardiger te maken. Onderwerpen van gesprek kunnen zijn: de liefde (grenzen aangeven), omgangsvormen, school, thuissituatie, omgaan met regels thuis, kledingkeuze, gedrag. Hoe vaak: Elke groep is gemiddeld 3 á 4 keer per jaar aan de beurt.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 18 Sociale vaardigheden: Sociale vaardigheid ook wel sociale zelfredzaamheid genoemd betreft de vaardigheid om goed met je medemens om te kunnen gaan. Op De Delta vullen we dit op 2 manieren in. We bieden een vaardigheidstraining op maat aan. In een groep zitten tussen de 6 en 8 leerlingen. Deze leerlingen krijgen in de training een aantal vaardigheden aangeboden, zodat zij zich op school en daar buiten staande kunnen houden. De training bestaat uit een aantal hoofdonderwerpen: * Contacten leggen * omgaan met autoriteiten * het leren geven van kritiek * omgaan met het krijgen van kritiek * omgaan met je kwaliteiten * pesten * het opkomen voor jezelf De theorie wordt aangeboden, maar in dezelfde les ook in uitvoering gebracht door een rollenspel. Bij dit spel kunnen fiches verdient worden waardoor de leerlingen enorm gedreven zijn te winnen en dus bereid zijn veel opdrachten uit te voeren( dus goed te oefenen!). Daarnaast wordt er ook een klassikaal lesprogramma aangeboden in het tweede leerjaar ( klas 1A en 1B) Een aantal onderwerpen die daar aan de orde komen zijn; - Respect - Pesten - Loverboys - De digitale wereld - Verslaving - Kritiek geven en krijgen - Puberteit - Hoe kijk je naar jezelf?
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 19 Het Lagerhuis; kort traject Algemene beschrijving: Het Lagerhuis is afgeleid van het televisieprogramma uit de jaren negentig. De opzet is om jongeren kennis te laten maken met actuele onderwerpen. Ook leren de jongeren om hun mening te onderbouwen met argumenten, te luisteren naar elkaar en om op een goede manier met elkaar in discussie te gaan. Aanpak: Twee leerlingen bereiden een actueel onderwerp uit de krant of van het internet voor. De bedoeling is dat er twee groepen gevormd worden met voor – en tegenstanders. De beide leerlingen die het onderwerp hebben voorbereid leiden de discussie. Zij letten daarbij op dat iedereen zijn mening kan geven, letten op taalgebruik, mensen uit laten praten en letten op stemgebruik en houding. De docent observeert de groep en grijpt in, indien nodig is en aan het einde evalueert hij/zij hoe het proces verlopen is. Basisvaardigheden SOVA (sociale vaardigheidstraining ) De leerlingen in het korte traject krijgen één keer in de week sociale vaardigheidstraining. Tijdens deze training leren zij de basisvaardigheden die zij zelf kunnen toepassen in hun dagelijkse leven en ook tijdens het Lagerhuis. De volgende basisvaardigheden zijn van toepassing: -
Houding Aankijken Luisteren Stemgebruik
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 20 Trajectbegeleiding Algemene beschrijving: De afgelopen jaren hebben wij van oud-leerlingen de feedback gekregen dat de overstap richting het MBO vanuit De Delta als groot wordt ervaren. Om de leerlingen te helpen deze overstap te maken krijgen zij begeleiding van een trajectbegeleider van De Delta. Deze leerkracht kent de leerling en zijn problematiek goed en kan zowel de leerling als de studieloopbaanbegeleider adviseren binnen de opleiding. Hierdoor wordt vroegtijdig uitval voorkomen. Taken trajectbegeleider: De trajectbegeleider is breed inzetbaar. Tijdens de gesprekken wordt besproken wat de trajectbegeleider kan betekenen voor de leerling. Daarbij kan hij meteen informatie en ervaringen delen met de studieloopbaanbegeleider. Vaak wordt de trajectbegeleider als coach ingezet. Dit houdt in dat er regelmatig gesprekken zijn met de leerling waarbij zowel persoonlijke als schoolse zaken worden besproken. Aangezien de trajectbegeleider een bekende is, zal de leerling sneller aangeven wanneer er zaken niet goed gaan. Hierdoor worden problemen in een vroeg stadium gesignaleerd en kan er snel worden gereageerd. Een tweede taak die vaak voorkomt ondersteuning bieden bij het plannen en organiseren van huis- en leerwerk. Zeker in het begin is het lastig om voor studenten om een overzicht te krijgen van wat er van hen wordt verwacht. Door samen het organiseren en plannen aan te pakken is de ervaring dat studenten sneller in de structuur van de school passen. Soms vragen scholen om onze ervaringen met de leerlingen. Het komt voor dat leerlingen niet gepast gedrag vertonen en dan kan de trajectbegeleider aangeven wat een positieve uitwerking kan hebben op het functioneren van een leerling. Een overleg met de studieloopbaanbegeleider, student, eventuele andere begeleiders en de trajectbegeleider is dan een eerste vereiste, zodat er gezamenlijke afspraken gemaakt kunnen worden. Het tweede voordeel is dat de gedeelde informatie en de afspraken voor iedereen transparant zijn. Verslaglegging: Regelmatig zijn er gesprekken met leerlingen en de trajectbegeleider. Vaak zijn er externe instanties betrokken bij een leerling. Daarbij zullen gesprekken wisselend alleen met een leerlingen worden gedaan en een andere keer is de studieloopbaanbegeleider wel aanwezig bij het gesprek. Een goede en transparante verslaglegging is essentieel, zodat elke betrokken instantie weet wat er is besproken en wat de afspraken zijn. Van elk gesprek die de trajectbegeleider heeft gehad, wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt gemaild naar de leerling, ouder(s), studieloopbaanbegeleider en eventuele andere instanties. In het verslag staat een samenvatting van het gesprek, de doelen waaraan gewerkt wordt en de gemaakte afspraken. Dit geeft een duidelijk overzicht van de begeleiding en zijn de resultaten gemakkelijker te monitoren.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Ervaringen tot nu toe: Sinds een half jaar is dit traject gestart en de ervaringen zijn positief. Vanuit de leerlingen krijgen wij de feedback dat zij het fijn vinden een vertrouwd gezicht te zien binnen een voor hun vreemde omgeving. De drempel om ervaringen en problemen te delen binnen de nieuwe school wordt hierdoor verlaagd en sneller aangepakt. De bovenstaande beschreven taken geven de leerlingen meer rust en zelfvertrouwen wat ten goede komt aan de onderwijsprestaties. De meeste leerlingen geven aan geregeld af te willen spreken. Dit gebeurt dan buiten schooltijd, zodat er geen onderwijstijd verloren gaat. De begeleiders van de MBO-opleidingen geven aan dat zij de samenwerking als prettig ervaren. Het verlicht de taak van de studieloopbaanbegeleider, omdat deze minder tijd nodig heeft om te bekijken welke methode goed werkt bij een student. Daarbij kan de trajectbegeleider aangeven welke instanties betrokken zijn of zijn geweest bij de begeleiding van de student. Deze zouden dan snel betrokken kunnen worden in het proces om een eventuele terugval te voorkomen. De trajectbegeleiding heeft een zichtbaar positief resultaat op de houding van de student in de klas. Verwachting: De verwachting is dat door regelmatig begeleiding te bieden aan leerlingen, de uitval binnen het MBO wordt verminderd. Door de brede inzetbaarheid van de trajectbegeleider is hij een nuttige aanvulling binnen het MBO. Door regelmatig contact te hebben met de opleiding worden wederzijdse ervaringen gewisseld die weer te gebruiken zijn binnen De Delta en het MBO. Vanwege de positieve reacties en feedback die wij krijgen van de vervolgopleiding is de verwachting dat dit traject verder zal worden ontwikkeld. In de toekomst zal het traject meer op maat ontworpen worden om te voldoen aan wat de leerling nodig heeft, zodat de overstap richting het MBO zo klein mogelijk wordt.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 21 Stagebegeleiding Algemene beschrijving: De stagebegeleider is verantwoordelijk voor de communicatie tussen school en het stage bedrijf. Daarbij begeleidt hij de leerling met opdrachten die uitgevoerd moeten worden binnen de stage. Regelmatig brengt hij een bezoek aan het stage bedrijf en zijn er gesprekken met de leerling en stage mentor(begeleider vanuit het bedrijf). Taken stagebegeleider: De stagebegeleider voert regelmatig gesprekken met de stage mentor en de leerling. Tijdens het kennismakingsgesprek wordt er een warme overdracht gegeven om het bedrijf alvast kennis te laten maken met de leerling. De stagebegeleider bespreekt regelmatig met de stage mentor wat de vorderingen en verbeterpunten zijn. Mochten er problemen zijn dan is het de taak van de stagebegeleider om dit op te pakken en samen met de leerling op te lossen. De communicatielijnen met het stage bedrijf zijn kort en direct, zodat de begeleider op de hoogte is van het verloop van de stage. Tijdens evaluatiegesprekken wordt dit besproken met ouders. Gedurende de stage moet de leerling opdrachten uitvoeren en verwerken in zijn protfolio. Dit mag tijdens de lessen op school verder worden uitgewerkt. Vanuit de stage kunnen er ook opdrachten worden gegeven. Deze worden dan ingepast in de begeleiding vanuit school. Door regelmatig op bezoek te gaan, kan een stagebegeleider waar nodig opdrachten aanpassen. Hierdoor wordt de stage meer efficiënt en op maat gemaakt voor de stagiaire. Verslaglegging: Een goede en transparante verslaglegging is essentieel om de vorderingen van de stagiaire te meten. Dit verslag wordt gemaild naar de leerling, ouder(s), klassenmentoren en stage mentor. In het verslag staat een samenvatting van het gesprek, de doelen waaraan gewerkt wordt en de gemaakte afspraken. Dit geeft een duidelijk overzicht van de begeleiding. Deze verslagen kunnen als bewijs worden overgedragen bij de aanmelding voor een vervolgopleiding. Ervaringen: De leerlingen geven aan het prettig te vinden om regelmatig ervaringen te delen met de begeleider. Daarbij zijn de contacten met de stage mentor nuttig en worden deze ervaringen meegenomen voor de begeleiding van de leerling. De stage bedrijven geven aan dat het regelmatige contacteffectief is, zodat de stage goed wordt besproken en eventuele zaken direct aangepakt kunnen worden. Dit komt weer ten goede van de begeleiding van de stagiaire Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 22 Decanaat: Op onze school is er een decaan aanwezig. Deze houdt zich o.a. bezig met de volgende zaken: Organiseren van de BeroepenInteresseTest bij de tweede klassen Coördineren van de deelname aan de Praktische Sector Oriëntatie dagen voor de tweede klassen Begeleiden van leerlingen en ouders/verzorgers bij de keuze van de vervolgopleiding na het VMBO Coördineren van deelname aan oriëntatie dagen bij de Mbo-scholen Verstrekken van alle benodigde informatie, zowel in groepsverband als individueel Ondersteunen van de mentoren van de 4e klassen bij aanmeldingen bij de MBO Monitoren van de aanmeldingen van de eindexamenleerlingen bij de Mbo’s via INTERGRIP Vertegenwoordigen van onze school binnen het decanennetwerk. Verzamelen van voorlichtingsmaterialen voor de diverse vervolgopleidingen en studiefinancieringen. Informeren en ondersteunen van mentoren bij activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie van leerlingen.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015
Bijlage 23 Project GGD gezond gedrag Dit schooljaar gaan we een nieuw GGD project opzetten omtrent gezond gedrag voor de leerlingen van de 1e en 2e klas. Het programma is breed inzetbaar. We werken vakoverschrijdend met de verschillende deelgebieden samen (mens en natuur, bewegingsonderwijs, zorg en welzijn). We zijn nog in de oriënterende fase bezig door middel van het uitzoeken van lesstof wat het beste zal aansluiten bij ons type leerlingen. We denken in ieder geval aan de onderwerpen als: Weet wat je eet, Over gewicht en Actieve leefstijl. Dit project zal in een projectweek gehouden worden waar de middaglessen in het teken zullen staan van gezond gedrag. Weet wat je eet Doelgroep: Leerlingen 12 t/m 18 jaar Door de lessen ‘Weet wat je eet’ wordt de leerling zich bewust van de invloed die (on)gezonde voeding en beweging uitoefent tijdens de dagelijkse gang van zaken. De leerlingen krijgen inzicht in de voedingsstoffen-balans en de energiebalans van het eigen lichaam door de dag heen. Ze leren kritisch te spelen met de wisselwerking van meer eten, minder eten en genoeg bewegen. Ook is er aandacht voor de invloed van eten op mens, dier en omgeving. Verder zijn er keuzelessen die de mogelijkheid geven meer te leren over diverse onderwerpen, zoals gezond eten, veilig eten, voedselherkomst en duurzaamheid, over voedsel kopen, gezond kiezen in de schoolkantine, voedsel bereiden, gentechnologie en over borstvoeding. Over Gewicht Doelgroep: Klas 1 en 2 vmbo. Dit lespakket wil jongeren inzicht geven in eet- en beweeggewoonten, en de gevolgen van een (on)gezonde leefstijl met betrekking tot voeding en beweging bijbrengen. Actieve leefstijl Doelgroep: Leerlingen onderbouw vmbo. Bewegen is goed voor iedereen. Maar helaas bewegen we te weinig, ook jongeren. Dit pakket wil jongeren bewust maken van het nut en plezier van meer bewegen en het positieve effect dat dit op lichaam en gezondheid heeft. Door de leerlingen eigen onderzoek te laten doen probeert het de leerling op een nietbelerende manier te bewegen tot een actieve leefstijl.
Schoolondersteuningsprofiel De Delta 2014-2015