Schoolgids 2014-2015 r.k basisschool DE ZEGGEWIJZER Biezelaar 59, 4844 RD Terheijden Postbus 50, 4844 ZH Terheijden T: 076-5938135 E:
[email protected] I: www.zeggewijzer.nl directeur: Léon Ligthart
tel.: 0162-684440
11 groepen, 284 leerlingen en 25 medewerkers
Versie: augustus 2014
Colofon: Uitgave : Basisschool de Zeggewijzer Lay-out & productie : In eigen beheer
2014©
Inhoudsopgave
pagina 4
Inleiding Kenmerken van de school Missie en visie De identiteit van de school De organisatie van het onderwijs Verantwoording afleggen De vakken beter bekeken Gebruik van ICT
5 5 6 6 7 7 14
De organisatie Het schoolbestuur De medezeggenschapsraad De oudervereniging Het personeel: samenstelling en verlof Pestprotocol Klachtenregeling
15 15 16 17 18 18 19
Leerlingenzorg Passend onderwijs Aanmelden van leerlingen met hulpvraag Onze zorgprocedure in een stappenplan Individuele leerlingbegeleiding Regeling diagnose en behandeling dyslexie Overgaan Jeugdgezondheidszorg Logopedie Externe remedial teaching Werken met HB-leerlingen School video interactie begeleiding Signaleringssysteem “Zorg voor jeugd” Centrum voor jeugd & gezin De Meldcode
20 20 20 20 21 24 25 25 26 27 27 27 28 28 29
Onderwijsresultaten en VO Keuzetraject Voortgezet Onderwijs De resultaten van het onderwijs Eindtoetsen Uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs
30 30 30 31 32
Praktische zaken Opvoeden doen we samen Contacten met school Informatie aan gescheiden ouders Leerplicht en verlof Ziek en toch onderwijs Schorsing en verwijdering Tussenschoolse opvang Voor- en naschoolse opvang Kleding
33 33 33 34 35 37 37 37 38 38
2
Ontruimingsplan Verzekeringen Het goede doel Sponsoring Belangrijke adressen
39 39 39 40 40
Bijlagen Bijlage I
43
Activiteiten schooljaar 2013-2014
3
INLEIDING Ook dit schooljaar is ervoor gekozen om de informatie van de school in 2 afzonderlijke uitgaven aan te bieden: de praktische informatie in de vorm van een informatiekalender welke gemakkelijk toegankelijk is en de informatie die meer beleidsmatig gericht is en vaak op meerdere schooljaren van toepassing is. Dat laatste treft u aan in deze schoolgids. Daarbij kunt u ook denken aan beleidsstukken die niet alleen voor de Zeggewijzer van toepassing zijn, maar die ook gelden voor de andere SKOD basisscholen. Verder leggen we in de schoolgids verantwoording af over het gevoerde beleid en worden beleidsvoornemens voor het volgende schooljaar kenbaar gemaakt. De informatiekalender verschijnt dit schooljaar voor het eerst in kleurendruk. Daarnaast zijn kalender en schoolgids voorzien van het nieuwe logo, welke onderdeel uitmaken van de vernieuwde huisstijl van de Zeggewijzer. Wij hopen dat we met kalender en schoolgids over twee documenten beschikken die in een duidelijke behoefte voorzien. Suggesties voor verbetering van opzet en inhoud zijn steeds van harte welkom. Léon Ligthart, directeur.
4
HOOFDSTUK 1 KENMERKEN VAN DE SCHOOL MISSIE EN VISIE Bij het schrijven van het Schoolplan voor de periode van 2011 tot 2015 zijn de teksten voor missie en visie geactualiseerd. Onderwijskundige ontwikkelingen, wisseling van personeel en moderne inzichten maakten dat noodzakelijk. In dat schoolplan wordt uitgebreid stil gestaan bij de missie, de kernwaarden, het devies, de ambitie en de visie van de Zeggewijzer. Voor de volledige teksten verwijs ik graag naar het schoolplan. In de schoolgids volstaan we met de belangrijkste passages daaruit. De missie: “Onze missie bepaalt de opdracht en definiëring van onze organisatie” en luidt als volgt: De Zeggewijzer is een organisatie die katholiek basisonderwijs aanbiedt aan kinderen van gr. 1 t/m groep 8 (leeftijdsindicatie: 4 tot 12 jaar) uit Terheijden en omgeving. Ons doel is het bieden van inspirerend onderwijs, zoveel mogelijk afgestemd op de mogelijkheden van de leerlingen, zodat zij zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Uitgangspunt is dat alle kinderen verschillende kwaliteiten hebben en die proberen we zo optimaal mogelijk te benutten. Samenwerken en van elkaar leren vinden we belangrijk. We werken binnen een veilige en stimulerende leef- en werkomgeving voor kinderen én personeel. Hierbij gaan we uit van gezamenlijke verantwoordelijkheden. Bij het onderwijs dat ons voor ogen staat, dichten we een belangrijke plaats toe aan allerlei ict-middelen en toepassingen. De Kernwaarden: “Waar staan wij voor?” “Dit zijn de uitgangspunten en drijfveren die de kwaliteit van ons werk bepalen. Ze zijn belangrijk voor ons werk en herkenbaar in onze missie en visie”. Dit zijn onze kernwaarden: Enthousiasme en passie Vertrouwen Geborgenheid en Empathie & eerlijkheid Het devies: Vanuit de kernwaarden hebben we het devies van de school als volgt gedefinieerd: “In welzijn leren”. Het is belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. Ze voelen zich daar veilig en gewaardeerd om wie ze zijn. De leerkrachten werken met veel inzet en op professionele wijze, zodat zij vanuit een ontspannen onderwijsleersituatie optimale onderwijskansen kunnen bieden aan hun leerlingen. Het leren zien we als een brede waaier aan ontwikkeling van zowel hoofd, hart en handen.
5
De visie: Onze visie is een gezamenlijk gedragen denkwijze over hoe we willen handelen bij het onderwijs aan en de opvoeding van onze leerlingen. Deze visie beschrijft hoe het team van de Zeggewijzer in de toekomst vorm wil geven aan dit denkkader. Het is een beeld waarnaar we streven; niet alles is reeds gerealiseerd.” Zoals de naam aangeeft is De Zeggewijzer een school die kinderen de goede kant op wijst, ze richting geeft in het leven, instrumenten meegeeft om tot een evenwichtig en flexibel mens uit te groeien. Daarbij streven we ernaar hoofd, hart en handen gelijkwaardig te ontwikkelen. De visie op onderwijs is in het schoolplan verder uitgewerkt op de volgende onderdelen: het pedagogisch handelen, het didactisch handelen, de leerlingenzorg, de organisatie op verschillende niveaus en de wijze waarop de school met de ouders wil samenwerken. Ook de naamgeving en de ambitie van de school staat in het schoolplan nader uitgewerkt. IDENTITEIT In onze scholen vormen alle leerlingen, ouders, leerkrachten en het ondersteunend personeel één grote gemeenschap. Samen dragen we de verantwoordelijkheid voor een aangenaam leer- en leefklimaat waarin kinderen gelukkig zijn, zich geborgen weten en zich thuis voelen. Wij zorgen er voor dat onze leerlingen uitgedaagd en bemoedigd worden om zich ten volle te ontwikkelen. Wij willen in onze scholen zorgen dat kinderen groeien in intellectuele en sociale vaardigheden, creativiteit, eerlijkheid en solidariteit. Zo trachten bestuur en scholen op een eigentijdse wijze gestalte te geven aan haar christelijke identiteit binnen het vormings- en opvoedingsproces. Wij willen kinderen begeleiden bij de ontwikkeling van hun eigen mogelijkheden in respect voor verscheidenheid en ieders begaafdheid. Onze christelijke levensopvatting kleurt de manier waarop wij onze medemens, de werkelijkheid rond ons, andere culturen benaderen en levenswaarden als liefde, vrijheid, gerechtigheid en solidariteit ter sprake brengen. Om al deze doelstellingen te bereiken staan ons de lessen maar ook andere opvoedings- en vormingselementen ter beschikking. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Onze leerlingen zijn gegroepeerd in jaargroepen, waarbij het kan voorkomen dat er groepen gecombineerd worden. Onze kleuters van 4 tot en met 6 jaar zijn daarop een uitzondering: ze zitten structureel bij elkaar in de groepen 1 en 2. In de groepen 1 en 2 staat spelend leren centraal. We differentiëren in alle groepen waar dat nodig en mogelijk is, d.w.z. dat er rekening wordt gehouden met verschillen tussen kinderen. Verder wordt aansluiting met het voortgezet onderwijs bewust nagestreefd. De ontwikkeling van kinderen wordt door alle jaren heen nauwlettend gevolgd. Eén collega, de interne begeleider, houdt zich speciaal bezig met de coördinatie van de leerlingenzorg en de begeleiding van de groepsleerkrachten daarbij. Via o.a. doemiddagen, die gericht zijn op creatieve ontwikkeling en techniek, en bepaalde leesvormen wordt het groepsgebeuren regelmatig doorbroken. Daarnaast zijn projecten en vieringen een wezenlijk onderdeel van ons
6
programma. Ze ontwikkelen het zelfvertrouwen en het sociaal gevoel. De verwachting is dat de school per 1 oktober a.s. 273 leerlingen telt, wat een lichte daling betekent t.o.v. vorig jaar. VERANTWOORDING AFLEGGEN Het schoolplan, deze schoolgids en de klachtenregeling zijn drie documenten die wettelijk verplicht zijn. Scholen leggen in die documenten verantwoording af over het gevoerde beleid en over de toekomstplannen. Over de klachtenregeling kunt u elders in deze gids lezen. Het schoolplan voor de periode 2011-2015 is in te zien via de website: www.zeggewijzer.nl. In de schoolgids willen wij de school aan u voorstellen, ons eigen functioneren beschrijven, rapporteren over de bereikte resultaten en globaal onze onderwijskundige plannen voor volgend schooljaar aan u presenteren. Daarnaast ontvangen de ouders een informatiekalender, waarin de belangrijkste organisatorische zaken bij elkaar staan. Kalender, schoolgids en klachtenregeling zijn in te zien via de website. Vanwege de leesbaarheid van de gids zijn alle activiteiten van het afgelopen schooljaar bij elkaar geplaatst in bijlage 1. Het betreft de onderwijskundige activiteiten, overige schoolse zaken, de bovenschoolse zaken en verdere activiteiten. Planning voor 2014-2015: Het schooljaar 2014-2015 wordt het laatste van vier jaren waarin we de doelstellingen nastreven, zoals die in het schoolpan voor de periode 2011-2015 staan beschreven. Uit dat schoolplan wordt telkens voor de periode van één schooljaar een Jaarplan gehaald, waarin de plannen op een cyclische wijze worden beschreven. Onderstaande punten passen binnen die onderwijskundige ontwikkeling van de Zeggewijzer.
De leerkrachten van de onderbouw werken voor het vierde schooljaar op rij aan de implementatie van het kindvolgsysteem ‘Kijk’. M.i.v. augustus 2014 wordt het systeembeheer verzorgd door ITWorkz. Het draadloze netwerk is gerealiseerd en dat houdt in dat er flexibel met notebooks gewerkt kan worden. De server is uit de school gehaald en dat houdt in dat de Zeggewijzer geheel “vanuit de cloud” werkt. Vanuit de 6 SKOD scholen worden voor de leerjaren 4-5 en 6-7 twee Plusklassen georganiseerd; daarnaast is er de BoVo 8+ klas i.s.m. het Dongemond College (zie verder bij onderwijs aan HB-leerlingen). I.s.m. het Dongemond College wordt een pilot gestart voor een Doeklas, waarin plaats is voor praktisch ingestelde leerlingen; We organiseren de verkeerseducatie vanuit de visie van het Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL), waarvoor we op 10 december 2013 opnieuw voor 3 jaar zijn gecertificeerd. We gaan werken met SCOL als leerlingvolgsysteem op sociaal emotioneel gebied. Vanuit het Schoolondersteuningsplan (SOP) wordt gewerkt aan de voorwaarden voor de basisondersteuning. Belangrijke thema’s daarbij zijn: het werken met onderwijsbehoeften, groepsoverzichten en groepsplannen. Tevens wordt gewerkt met ontwikkelingsperspectieven voor de kinderen die dat nodig hebben. HGPD (handelingsgerichte proces diagnostiek) en
7
opbrengstgericht werken zijn aandachtspunten. We worden daarbij begeleid door een medewerker van Edux. Dit wordt gecombineerd met de competentiegerichte ontwikkeling van de personeelsleden, m.n. het verbeteren van de kwaliteit van de persoonlijke actie en ontwikkelplannen; de nadruk ligt op de ontwikkeling van competenties die met de eerder genoemde “Zorg op maat” te maken hebben. Bovenstaande wordt digitaal verwerkt in het leerlingvolgsysteem van Esis B. Er wordt gewerkt aan de realisatie van het taalbeleidsplan, welke in het vorige schooljaar door de taalcoördinator is geschreven. De leescoördinator zal de bibliotheek up-to-date brengen, enerzijds door een sanering van het boekenbestand, anderzijds door een flinke investering o.a. vanuit de Oud-papier- en-karton-pot van de oudervereniging. Ook wordt de inrichting van de bibliotheek ter hand genomen. Onder deskundige begeleiding zal door team en directie een traject worden gevolgd om de interne en externe communicatie te optimaliseren. Leerkrachten die hulpvragen hebben en hun professionaliteit willen vergroten, kunnen dat doen m.b.v. een traject met zg. “school video interactie begeleiding” (kortweg SVIB). Vanuit de overheid worden nieuwe initiatieven ontplooid om techniek te promoten. Op De Zeggewijzer worden zowel voor onder- als bovenbouw diverse doe-/techniekmiddagen georganiseerd. Groepsleerkrachten voeren met de interne begeleider en de directeur gesprekken over de opbrengsten van het onderwijs. Deze gesprekken vinden plaats na de M(idden-) en E(indtoetsen) van het Cito LOVS. Personeel en directie volgen diverse opleidingen, cursussen en scholingen. Onderwerpen zijn o.a.: ict, oriëntatie op geschiedenismethodes, gymnastiek, interne en externe communicatie, beleidsontwikkeling op schools en bovenschools niveau. Voor het volledige overzicht, zie het professionaliseringsplan voor het schooljaar 2014-2015 op pagina 16. Voor het vak aardrijkskunde wordt de methode ‘Grenzeloos’ voor het eerste jaar in gebruik genomen. Datzelfde geldt voor de methode ‘Klaar over’, 3e editie voor het vak verkeerseducatie.. We werken aan de identiteit van de school + tijdens enkele vieringen, waaronder die met Kerst en met Pasen. + m.b.v. een aantal projecten welke door de V-Heiligen parochie worden aangeboden. Na de positieve ervaringen van vorig schooljaar wordt nogmaals een groep ouders uitgenodigd om met ze in gesprek te gaan. Deze keer zal het gesprek voornamelijk over “communicatie” gaan. In 2015 start een nieuwe schoolplanperiode van 4 jaar. De plannen daarvoor zullen in dit schooljaar ontwikkeld gaan worden, waaronder een herijking van de missie, visie en kernwaarden van de school. Met de Medezeggenschapsraad zal gekeken worden naar de schooltijden en het gevolg zou kunnen zijn dat daarover een voorstel aan de ouders wordt voorgelegd. Er zal een nieuwe website worden gebouwd, welke voldoet aan moderne eisen inzake de communicatie met ouders en andere belangstellenden. Daarin zal de nieuwe huisstijl worden verwerkt.
DE VAKKEN BETER BEKEKEN De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten (zie hieronder) waarborgen de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen.
8
Lezen Goed kunnen lezen is een voorwaarde voor succes op school en in de huidige en toekomstige samenleving. De leeservaringen van kinderen bepalen voor een groot deel het (latere) leesgedrag. Daarom is er aandacht voor kwaliteit van de instructie en begeleiding van het technisch en begrijpend lezen. Het maken van veel leeskilometers is net zo'n belangrijke voorwaarde om goed te leren lezen. Veel leeskilometers maken vraagt om leesmotivatie en dient dus samen te gaan met plezier in lezen. De combinatie van leesmotivatie en leesplezier brengt een duurzame ontwikkeling van een positieve leesattitude tot stand. Om een goede leesontwikkeling bij alle leerlingen te bevorderen wordt gewerkt volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. In de kleutergroepen wordt gebruik gemaakt van diverse hulpmiddelen om de belangstelling voor de geschreven taal te wekken en vaardigheden te ontwikkelen(lettermuur, aanbieden van prentenboeken, rijmen, dram vormen, stempeldozen, computer enz. ) de tussendoelen m.b.t. voorbereidend lezen zijn duidelijk beschreven waardoor de beginnende geletterdheid volop kansen krijgt. In groep 3 wordt het aanvankelijk leesproces opgepakt met de methode "Veilig leren lezen" tweede maanversie. De Veilig Leren Lezen leerkracht assistent (voor digitale schoolbord) wordt daarbij structureel ingezet. Vanaf groep 4 wordt gewerkt met de methode Estafette Nieuw (voortgezet technisch lezen) Het begrijpend en studerend lezen wordt aangeboden d.m.v. methode "Grip" (groep 4 t/m 7) en de digitale methode "Leeslink" (groep 8) We werken aan een uitgebreide en actuele schoolbibliotheek tevens werken we met de thema's uit de Rode Draad. We nemen deel aan de voorleeswedstrijd en de Kinderjury. Nederlandse taal Een goede ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal is erg belangrijk voor schoolsucces en maatschappelijk functioneren. Goed taal-leesonderwijs aan kinderen is daarom essentieel. De school hanteert de visie op interactief taal onderwijs met betekenisvol , krachtig, strategisch en sociaal leren als pijlers. In ons taalonderwijs willen wij ruim aandacht schenken aan de ontwikkeling van de vier taaldomeinen: gesprekken, lezen, schrijven en begrippenlijst/ taalverzorging. Luisteren en spreken moeten de kinderen in staat stellen om anderen te begrijpen. Schriftelijke taal moeten ze kunnen hanteren om taal te begrijpen en zich te kunnen uiten. In de kleutergroepen worden veel gevarieerde situaties gecreëerd, waarin de taalontwikkeling centraal staat. Het uitgangspunt bij de kleuters zijn de tussendoelen beginnende geletterdheid In de groepen 1/2 wordt o.a. gewerkt met Schatkist. In groep 3 wordt de methode 'Veilig Leren Lezen', 2e Maan-versie gebruikt, met daarbij de digibordpakketten. Vanaf groep wordt voor Nederlandse taal en spelling gebruik gemaakt van de methode 'Taal actief 3'.
9
De ontwikkeling van woordenschat loopt door alle domeinen heen en willen we in schooljaar 2014-2015 een extra stimulans geven. Schrijven We maken gebruik van de methode ‘Pennenstreken’. Met schrijfonderwijs willen wij bereiken dat de kinderen een goed en vlot handschrift ontwikkelen dat goed leesbaar is. In de kleuterbouw ligt het accent op de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, o.a. door middel van voorbereidende schrijfoefeningen (o.a. ‘Schrijfdans’ en ‘Pennenstreken’). Vanaf groep drie leren de kinderen met een vulpen schrijven. In de groepen 3 wordt gewerkt met de digibordsoftware van Pennenwijzer. Engelse taal We willen de kinderen graag in contact brengen met de wereldtaal Engels, omdat deze ook in de Nederlandse samenleving een belangrijke rol speelt. Een benadering ‘met veel spreken’ heeft daarbij onze voorkeur. Engels wordt gegeven in de groepen 7 en 8. De methode die gebruikt wordt is de laatst verschenen versie van ‘Real English’. Rekenen en wiskunde In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode Reken Zeker. Als voorloper op Reken Zeker wordt in de kleutergroepen gewerkt volgens de didactische uitgangspunten van ‘Met sprongen vooruit’. Er wordt o.a. gewerkt aan ruimtelijke ordening en ruimtelijke relaties, taal-/rekenbegrippen, meetactiviteiten, oriëntatie in de tijd en ontwikkeling van getalbegrip. Aardrijkskunde Wij vinden het belangrijk dat kinderen inzicht en kennis krijgen over hun eigen land, andere landen, volken en culturen. Functionele topografie hoort daarbij. Wij gebruiken m.i.v. dit schooljaar de digitale methode ‘Grenzeloos’, waarbij de lesboeken ter ondersteuning dienen. De belangrijkste kenmerken van de methode zijn: digitaal, uitnodigend beeldmateriaal, samenwerken en beleven. De leerlingen ervaren, voelen en ontdekken zelf waardoor de lesinhoud tastbaar wordt. Geschiedenis en maatschappelijke verhoudingen Kinderen moeten zich kunnen inleven in situaties van verleden en heden. Ze moeten belangstelling krijgen voor historische gebeurtenissen en deze in de tijd kunnen plaatsen. We hanteren de ‘Wijzer door de tijd’. Voor maatschappelijke verhoudingen maken we gebruik van school t.v., bronnenboeken en naslagwerken. In groep 7 en 8 wordt het School-t.v.-weekjournaal gevolgd. Natuuronderwijs, techniek en gezond gedrag Wij vinden het van belang dat kinderen plezier beleven aan het verkennen van natuur en techniek vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu. Ze moeten kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om op de juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan. Daarbij is een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van natuur en techniek en een gezond leefmilieu ons streven. Ons streven is verder een gezond gedragspatroon voor alle leerlingen dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien.
10
Er wordt gewerkt met de volgende methoden en materialen: ‘Koekeloere’, ‘Nieuws uit de natuur’ (t.v.-lessen) diverse leskisten en ‘Natuniek’. Identiteit We maken gebruik van diverse thema’s uit de methode ‘Hemel & Aarde’. Een ‘denkgroep’, bestaande uit enkele leerkrachten, bereidt enkele keren per schooljaar een thema voor, welk aan het team worden gepresenteerd. Speciale aandacht is er voor de perioden rondom kerkelijke feestdagen. Er wordt dan bijv. extra aandacht besteed aan de voorbereiding en uitvoering van projecten en/of vieringen. Elk jaar wordt voor de diverse groepen een keuze gemaakt uit het aanbod van projecten vanuit de V heiligen parochie. Actief burgerschap en sociale integratie Elke basisschool, ook de Zeggewijzer, staat midden in de samenleving die onderhevig is aan allerlei ontwikkelingen. Een ervan is dat de maatschappij steeds meer gericht is op individualisering. Met de overheid vinden wij dat onze samenleving meer behoefte heeft aan medemenselijke solidariteit, goede omgangsvormen, sociale controle, het kunnen accepteren en omgaan met verschillen tussen mensen van welke aard dan ook en verantwoordelijk optreden. Kortom: Burgerschapsvorming. Met actief burgerschap bedoelen we de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. De basisschool is een vorm van een gemeenschap (een soort minisamenleving) waarin kinderen leren hoe ze een goed ‘burger’ van de school kunnen zijn. Daarbij horen bijvoorbeeld samen de zorg delen om het schoolplein schoon te houden, luisteren naar wat andere kinderen te zeggen hebben, zelf een mening vormen en die op een prettige manier aan anderen kenbaar maken, samenwerken om iets te bereiken enz. Andere voorbeelden van burgerschap zijn: huiswerk brengen naar een ziek klasgenootje of clubblaadjes van je sportclub rondbrengen en, wat verder weg, de sponsorloop voor een school in India en de bijdrage voor een adoptiekind van Edukans. Tenslotte moeten kinderen bij burgerschap leren wat democratie inhoudt en hoe onze samenleving in grote lijnen is georganiseerd. Kennis over en inzicht in belangrijke waarden en normen en weten hoe je daarnaar kunt handelen, zijn voorwaarden om goed te kunnen functioneren in onze samenleving. De Zeggewijzer besteedt aandacht aan burgerschapsvorming vanuit de katholieke levensbeschouwing. Naast de zingeving vanuit deze levensbeschouwing is er ook aandacht voor het ruimere begrip van burgerschapsvorming, er is immers ook aandacht voor andere culturele en politieke perspectieven. We willen er niet alleen maar over praten, maar de leerlingen vooral laten ervaren wat het inhoudt. Aspecten van burgerschapsvorming komen terug in allerlei vakken en lessituaties. In het schoolplan staan voorbeelden genoemd.
11
Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer Het leren omgaan met gevoelens van jezelf en van anderen en op niveau leren deelnemen aan activiteiten in groepsverband vinden wij erg belangrijk. Voor sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van de Kanjertraining. Uitgangspunt is dat kinderen en leerkrachten op een respectvolle manier met elkaar leren omgaan. We leren kinderen zichzelf te accepteren, waardoor ze ook anderen leren accepteren en waarderen. Het programma leert kinderen gedrag te herkennen en te benoemen en verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen handelen. Het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer, is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer. Er wordt gewerkt met de methode: ‘Wijzer door het verkeer’. Kinderen van de groepen 7 nemen deel aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen, waarbij de politie assisteert. Vanaf groep 3 wordt van elke leerling een gedragslijst (Pravoolijst en waar nodig de Licorlijst) ingevuld en een sociogram gemaakt. Brabants Verkeersveiligheidslabel Samen met een kleine 800 andere basisscholen uit Noord Brabant neemt onze school deel aan het project ‘Brabants Verkeersveiligheidslabel’ (BVL). Dat houdt in dat we verkeersonderwijs serieus nemen. In de praktijk betekent het: dat we werken vanuit een jaarlijks activiteitenplan; dat alle kinderen les krijgen m.b.v. moderne materialen (zie boven); dat we aandacht besteden aan praktisch verkeersonderwijs, dat aansluit bij de leeftijd van de kinderen en hun rol in het verkeer; dat we gericht zijn op wat onze schoolomgeving en de school-thuis-route van kinderen aan verantwoord verkeersgedrag vraagt; dat we ouders bij ons verkeersonderwijs betrekken en met hen samenwerken; daarom heeft onze school een werkgroep van verkeersouders. Onze school werkt op haar beurt weer samen met de gemeente, de politie en andere basisscholen in de gemeente Drimmelen. Op 22-03-2006 is de Zeggewijzer BVL gecertificeerd; in 2010 en laatst in 2013 is d.m.v. een audit vastgesteld dat de school het BVL-label mag behouden voor een periode van 3 jaar. (Voorkomen van) pesten en pestprotocol Om de sociale redzaamheid van kinderen te vergroten en om pesten preventief aan te pakken, wordt gewerkt met de Kanjermethode, een door het ministerie van O C & W goedgekeurde methode. Mocht er desondanks sprake zijn van pestgedrag dan is daarvoor een pestprotocol opgesteld dat nauw aansluit op de Kanjermethode. Het pestprotocol ligt op school ter inzage.
12
Muziekonderwijs Muzieklessen Plezier in musiceren staat bij de muzieklessen voorop. Het accent ligt op het zingen, spelen op instrumenten en het bewegen op muziek. Daarnaast leren de kinderen de basisbegrippen uit de muziekleer en de eenvoudige beginselen van het notenschrift. Elke groep krijgt per week een half uur les van een vakleerkracht. Op school is een uitgebreid instrumentarium aanwezig. Tijdens de schoolvieringen laten de leerlingen elkaar zien wat ze allemaal kunnen: zingen, acteren, musiceren, dansen, tekenen etc. In mei/juni vindt de ‘Grote’ Schoolviering plaats. Elke groep presenteert dan het beste optreden van het jaar uit de voorgaande schoolvieringen. De ouders vormen het publiek en de opbrengst van de avond is voor het Goede Doel. Aan het eind van het schooljaar voeren de groepen 8 een musical op waarbij ze behalve acteren en zingen ook zelf de decors maken. Er wordt gewerkt met het programma Luisterland. Dat programma laat kinderen gericht luisteren naar klassieke muziek. Schoolband Vanaf groep 7 kunnen leerlingen meespelen in het schoolorkest. Elke instrumentalist mag gratis meedoen. De kinderen krijgen partijen mee naar huis die ze zelf (of met behulp van hun muziekleraar) oefenen. De schoolband treedt gemiddeld 5 keer per jaar op en staat onder leiding van de vakleerkracht muziek. Blokfluitles Vanaf groep 4 kunnen de leerlingen 1 keer per week blokfluitlessen volgen onder leiding van juf. Renate, de vakleerkracht muziek. De lessen duren 30 minuten, worden in groepsverband gegeven en starten rond de herfstvakantie. Het lesgeld bedraagt € 60 per schooljaar. In deze lessen leren de kinderen het notenschrift aan de hand van de methode ‘Blokfluitfeest’. Daarnaast krijgen ze regelmatig stencils waarop kinderliedjes of popliedjes staan. De kinderen kunnen één proefles volgen. In september ontvangen de leerlingen een inschrijfformulier. Bewegingsonderwijs In de kleuterklassen wordt dagelijks, zowel ’s morgens als ’s middags, bewegingsonderwijs gegeven in de speelzaal of buiten. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen 2 keer per week gymles in de gemeentelijke gymzaal of buiten. De methode die we als leidraad gebruiken: ‘Basislessen bewegingsonderwijs’. Als bronnenboek wordt “Speelkriebels” gebruikt. De groepen 4 en 5 krijgen één keer per week zwemles in het plaatselijke Puzzelbad (i.p.v. gymnastiek). De lessen starten begin mei 2015 en gaan door tot de zomervakantie. Tekenen en handvaardigheid Expressieactiviteiten in de groepen 1/2 hebben vaak een directe relatie met behandelde thema’s of projecten. De rol van de leerkracht bestaat uit het laten ervaren van materialen en technieken, teneinde de kinderen handvatten te bieden om zich beeldend te uiten en tevens hun motorische vaardigheden te ontwikkelen. De methode die als leidraad worden gebruikt in groep 3 t/m 8 is “Uit de kunst”. Tijdens de ‘Doemiddagen’ komen technieken e.d. met een speciaal karakter aan bod, zoals bijv. solderen. Tijdens die groepsdoorbrekende middagen zijn de leerlingen m.b.v. ouders creatief bezig.
13
Cultuurbeleid Een leerkracht coördineert als interne coördinator cultuurbeleid (ICC) alle activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. Daar horen ook de activiteiten van het kunstmenu bij die via Kunstbalie (een provinciale organisatie) worden ingekocht. Dat garandeert dat leerlingen in 8 jaar tijd met de belangrijkste kunstuitingen minimaal één keer in aanraking komen. De coördinator is ook de contactpersoon voor degene die namens de gemeente Drimmelen een marktplaats cultuur heeft opgezet. Deze marktplaats heet Cultuurspot en biedt een aantal lespakketten aan en/of bemiddelt bij het binnen halen van culturele activiteiten. GEBRUIK VAN ICT Computers en het internet horen thuis in het huidige onderwijs. Het educatieve aspect staat uiteraard voorop, maar plezier in het werken met de computer heeft zonder twijfel een positieve invloed op de prestaties en interesses van de leerlingen. Binnen onze school is er daarom een computernetwerk. De hele school is tevens voorzien van draadloos internet. De groepen 1 t/m 4 hebben de beschikking over minimaal drie computers die aangesloten zijn op ons netwerk. De groepen 5 t/m 8 werken met notebooks, waarvan er in elke groep vier aanwezig zijn. Deze notebooks worden ook flexibel ingezet. Op deze manier wordt het mogelijk gemaakt om bijvoorbeeld met de hele groep tegelijk opdrachten op de computer te verwerken. In de algemene ruimtes staan 15 vaste werkstations opgesteld, die iedere dag door leerlingen gebruikt kunnen worden. Tenslotte is ieder lokaal voorzien van een digitaal schoolbord, het betreft hier zg. multi touch screen borden van 55 of 65 inch. Elke les kan daardoor verrijkt worden met internetinformatie of educatieve software en/of filmpjes. De jongste leerlingen leren spelenderwijze omgaan met de bij ons aanwezige apparatuur. Zij werken o.a. met de software Bas gaat digitaal, Bas telt mee en Schatkist woordenschat. Geleidelijk aan leren de kinderen tekstverwerken en het internet en e-mail te gebruiken. Elke leerling vanaf groep 7 krijgt een eigen e-mailadres van de Zeggewijzer. Leerlingen kunnen ook gebruik maken van Word, Excel en PowerPoint. Middels onze methode Op Expeditie, onze leerlijn voor het maken van werkstukken en spreekbeurten, leren kinderen informatie te zoeken op internet, de betrouwbaarheid van bronnen te bepalen en de informatie te verwerken in Word en Powerpoint. De groepen 7 en 8 besteden jaarlijks in de week van de Mediawijsheid aandacht aan mediawijsheid middels het project Mediamasters. Daarnaast gebruiken leerlingen software die het reken-, taal- en zaakvakkenonderwijs ondersteunt. We gebruiken methodegebonden software bij: Reken Zeker, Veilig Leren Lezen, Estafette,Taal Actief, Grenzeloos en KlaarOver. Regelmatig worden aanvullend nog andere programma's ingezet. Algemene informatie, nieuwsfeiten, foto's en informatie over actuele projecten worden geplaatst op de website van de school: www.zeggewijzer.nl
14
HOOFDSTUK II DE ORGANISATIE HET SCHOOLBESTUUR Onderstaande informatie komt van het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen en is van toepassing op de 6 basisscholen onder ons bestuur Onze organisatie Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen (SKOD) heeft zes scholen ieder met zijn eigen directeur. Bij onze stichting werken ongeveer 160 medewerkers. De zes aangesloten scholen worden bezocht door ongeveer 1600 leerlingen. De Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen kunt u vinden op het navolgende adres: Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen Bezoekadres : Lignestraat 60, 4921 EV Made Postadres : Postbus 23, 4920 AA Made Telefoon : 0162 – 684990 E-mail :
[email protected] Website : www.skod.org Als u het bestuur wilt aanspreken kunt u contact zoeken met: Dhr. Robert-Jan Koevoets (directeur-bestuurder) De raad van toezicht van de stichting bestaat uit: Dhr. Paul van Schijndel (voorzitter) Dhr. Henri Peters Mevr. Yvonne Dijkman Mevr. Sylvana Coumans Dhr. Ko Beulens Identiteit De scholen van SKOD geven op eigentijdse wijze invulling aan modern onderwijs vanuit de christelijke identiteit van de stichting. Allereerst door een verbindende factor te zijn met de directe omgeving (de wijk of de kern), maar ook door kinderen te begeleiden bij de ontwikkeling van hun eigen mogelijkheden. Respect voor culturele diversiteit en voor de individuele kwaliteiten van ieder kind, vormen hierbij de uitgangspunten. Missie & Visie Missie en visie Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen stelt zich ten doel inhoudelijk en kwalitatief goed primair onderwijs op de scholen onder haar bestuur te waarborgen. De stichting ziet het tot haar specifieke taak om in de verschillende kernen van de gemeente Drimmelen het katholieke primaire onderwijs in stand te houden en te bevorderen. Dit alles op een bestuurlijk open en financieel gezonde manier. Iedere school binnen SKOD heeft een grote eigen verantwoordelijkheid en een hoge mate van autonomie. Elke directeur geniet de vrijheid om zelf inhoudelijke en onderwijskundige keuzes te maken. Kenmerkend is dat iedere school inzet op het creëren van een prettige sfeer. Dit leidt tot een goed leerklimaat waarin kinderen worden gestimuleerd en gemotiveerd om het beste uit zichzelf te halen.
15
Kernwaarden Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen zet in op een viertal kernwaarden: Verbindend De stichting hecht veel waarde aan de school als verbindende factor met de omgeving. Ouders worden daarnaast actief betrokken bij de groei en de ontwikkeling die hun kinderen op onze scholen doormaken. Verantwoordelijk Vakmanschap De stichting onderscheidt zich door een hoge mate van deskundigheid en warme onderlinge arbeidsrelaties. De samenwerking binnen de stichting wordt gekenmerkt door een structurele, gelijkwaardige, eerlijke en open communicatie. Lerend Ondernemen SKOD probeert organisatiebreed antwoorden te vinden op maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Leren gebeurt voorts binnen alle aspecten van het menselijk bestaan. Vertrouwen De directeuren van de verschillende scholen hebben veel beleidsruimte, evenals de directeur/ bestuurder. Vertrouwen speelt hierin een sleutelrol; vertrouwen in de ontwikkeling en de mogelijkheden van kinderen, vertrouwen in de professionaliteit van leerkrachten.
Het onderwijs. Het onderwijs op de onder ons bestuur staande scholen voldoet qua inhoud aan hetgeen de wet primair onderwijs daarin voorschrijft. De school heeft een grote eigen verantwoordelijkheid en autonomie om eigen inhoudelijke onderwijskundige keuzes te maken. De kwaliteit van het primair proces bepaalt in hoge mate de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspanning van alle medewerkers van het bestuur zal zich vooral moeten richten op dat proces aan de basis, in de groep. Drie elementen zijn daarbij van groot belang. 1. De wijze waarop de leerkracht invulling geeft aan zijn instructie. 2. De manier waarop de leerkracht zijn klas organiseert. 3. De wijze waarop hij de interactie naar leerlingen, ouders en collegae gestalte geeft. Het welbevinden van kinderen, ouders en medewerkers staat hoog in het vaandel. De school dient zelf zijn kwaliteit aan te geven, te bewaken en zo nodig te verbeteren. Het bestuur toetst op basis van legitimiteit en behaalde resultaten. Het bestuur gaat er van uit dat al haar onderwijskundige medewerkers bovenstaande uitgangspunten onderschrijven. DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD De Medezeggenschapsraad (M.R.) is de ondernemingsraad van een school. De M.R. adviseert het management en het bestuur van de school op organisatorisch, financieel en onderwijskundig gebied. Vaak heeft het bestuur/de directie de instemming van de raad nodig om een definitief besluit te kunnen nemen over een aantal beleidszaken.
16
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) behartigt de bovenschoolse belangen van de basisscholen onder het bestuur. Vanaf 2007 wordt de medezeggenschap geregeld via de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). De M.R. van de Zeggewijzer bestaat uit 8 personen: 4 ouders en 4 personeelsleden. Een deel van hen moet ieder schooljaar aftreden en daarvoor in de plaats worden nieuwe leden gekozen, of de oude leden worden herkozen. De ouders kiezen de ‘ouderleden’ en het personeel kiest de ‘personeelsleden’. De zittingsduur is drie jaar. De M.R. heeft bij haar werkzaamheden secretariële ondersteuning van dhr. Christ Verdaasdonk. De M.R. (augustus 2014) bestaat uit: personeel: Nelleke de Regt (secretaris) Thea van Beek Robbert van Elewout Pim Kwaaitaal
ouders: Peter de Jong (voorzitter) Jan Bernard Wevers (penningmeester) Lucien Dantuma Paul van Harmelen
De directie van de school heeft binnen de M.R. een adviserende taak. De vergaderingen van de M.R. zijn openbaar. Mocht u belangstelling hebben voor een vergadering of voor het reglement of wilt u zich verkiesbaar stellen, neem dan gerust contact op met een van de leden van de raad. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de school DE OUDERVERENIGING De oudervereniging is een vereniging van en voor ouders. Het bestuur van de oudervereniging telt ca. 15 leden. Zij proberen hun steentje bij te dragen aan het versterken van het contact tussen ouders en school. De oudervereniging verricht hand- en spandiensten bij de verschillende, vaak jaarlijks terugkerende, activiteiten die samen met de teamleden voor de kinderen worden georganiseerd. Daarbij kunt u denken aan de bosspeldag, schoolreis, paas- en kerstviering, Sinterklaas, carnaval, sportdag, doemiddagen en het schoolfeest. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door de ouderbijdrage en een bijdrage van het schoolbestuur. Door inzet van ouders bij het ophalen van oud papier in onze gemeente ontvangt de oudervereniging ook een bijdrage. Wanneer uw kind op school komt, wordt u om een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks, tijdens de algemene ledenvergadering, vastgesteld door de aanwezigen. Voor kinderen die na 1 februari en voor 1 mei binnenstromen wordt de helft van de ouderbijdrage gevraagd. Zonder deze bijdrage kunnen minder activiteiten worden georganiseerd. De bijdragen voor de schoolreis en schoolverlatersweek worden ook geïnd door de oudervereniging. De oudervereniging is lid van de Landelijke Ouderraad die er is voor alle ouders met schoolgaande kinderen. Het is een landelijk informatiepunt over onderwijs en brengt ouders en oudergroepen met elkaar in contact, versterkt ouderinitiatieven en is namens alle ouders aanspreekpunt voor de
17
onderwijssector en de overheid. De Landelijke Ouderraad is aanvullend op andere, landelijke en regionale, ouderorganisaties en –initiatieven en verbindt en ondersteunt daar waar mogelijk en gewenst. Vragen over onderwijs? Bel op schooldagen tussen 10:00 en 15:00u gratis met 0800-5010 of mail uw vraag naar
[email protected] Ook dit schooljaar willen de leden van de oudervereniging samen met de teamleden ervoor zorgen dat het de kinderen goed gaat op school. Zij hopen weer te kunnen rekenen op uw bijdragen en inzet. Daarnaast ontvangt u in het begin van het schooljaar de brochure „Ouderparticipatie, waarin u kunt aangeven aan welke activiteiten u actief een bijdrage kunt leveren. Wilt u alles eens rustig nalezen, download dan onze Informatiewijzer op de website. Heeft u interesse om bij de oudervereniging te komen of wilt u meer informatie, stuur een mail naar
[email protected]. HET PERSONEEL Samenstelling Op de Zeggewijzer heeft elke groep zijn eigen leerkracht. In enkele groepen werken fulltimers, in de meeste groepen is sprake van een duobaan. Naast groepsleerkrachten zijn de volgende personen werkzaam: een vakleerkracht voor de muzieklessen en een interne begeleider voor de leerlingenzorg. Het managementteam bestaat uit de directeur, de beide bouwcoördinatoren (voor onder- en bovenbouw) en veelal de interne begeleider. Het onderwijsondersteunend personeel wordt gevormd door een conciërge, een onderwijsassistente, twee administratief medewerkers en twee interieurverzorgsters. Leerkrachten en verlof Alle leerkrachten werken 930 lesgebonden uur per schooljaar. Daarnaast zijn er nog veel voorschoolse en naschoolse activiteiten die alle leerkrachten uit moeten voeren. Ook moeten alle leerkrachten voldoen aan een vast aantal nascholingsuren. Het personeel heeft verlof tijdens de schoolvakanties. We streven naar zo min mogelijk lesuitval. In bepaalde gevallen kan het personeel aanspraak maken op extra verlof onder schooltijd. Als een fulltime leerkracht op jaarbasis meer dan 930 lesgebonden uren zou moeten werken, ontvangt deze compensatiedagen. Bij mensen die parttime werken wordt dat evenredig berekend. Leerkrachten kunnen uitvallen door ziekte. In alle gevallen zal de school proberen voor deskundige vervanging te zorgen, bij voorkeur door eigen parttimers of vaste vervangers. In uitzonderlijke gevallen zou het voor kunnen komen dat groepen worden samengevoegd of zelfs naar huis worden gestuurd. PESTPROTOCOL We hanteren de Kanjermethode als één van de ingangen om te werken aan een goede sociaal emotionele ontwikkeling van alle leerlingen. (zie verder op pagina 12 bij Bevordering v/d sociale redzaamheid) Dit programma heeft tevens de bedoeling om in preventieve zin te werken aan het voorkomen van pestgedrag. Toch kan het ondanks deze inspanningen voorkomen dat kinderen gepest worden. In dat geval treedt het pestprotocol in werking. Het omvat een regeling
18
waarmee volgens een vooraf vastgestelde werkwijze het pestgedrag wordt aangepakt. Het pestprotocol ligt op school ter inzage. KLACHTENREGELING De zg. 'Kwaliteitswet' verplicht schoolbesturen sinds 1998 om te beschikken over een klachtenregeling en de behandeling van een klacht bij een klachtencommissie mogelijk maken. De klachtenregeling van SKOD is bedoeld voor klachten van en over alle personen die bij de school betrokken zijn en uiteraard in samenhang met de schoolsituatie. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken zullen in onderling overleg tussen leerlingen, ouders, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Als dit vanwege de aard van de klacht niet mogelijk is, of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op de klachtenregeling. U kunt zich in dit geval met een klacht wenden tot de schoolcontactpersonen. Schoolcontactpersonen Iedere school heeft een of meer contactpersonen bij wie u in eerste instantie terecht kunt met een klacht. Zij zorgen voor de eerste opvang en verwijzen u door naar een vertrouwenspersoon van het bestuur. Voor klachten of vermoedens van machtsmisbruik, ongewenst seksueel gedrag, agressie en geweld kunt u terecht bij de contactpersonen. Op de Zeggewijzer zijn dat Clazien Rethans (tevens intern begeleider) en Anita Schelfhout. Voor alle overige klachten gaat u naar de leerkracht of de directeur. Het bestuur van SKOD Het stichtingsbestuur kan na overleg met de klager de klacht zelf afhandelen of zij kan de indiener van de klacht verwijzen naar een externe vertrouwenspersoon of de klachtencommissie. Het secretariaatsadres is: Postbus 23, 4920 AA Made, tel.: 0162 – 68 49 90. Externe vertrouwenspersonen De onafhankelijke vertrouwenspersoon is de adviseur van de schoolcontactpersonen. Zij onderzoekt de klacht en bekijkt of er door bemiddeling een oplossing kan worden gevonden. Indien nodig of gewenst verwijst de vertrouwenspersoon u door naar de klachtencommissie en naar hulpverlenende instanties. De vertrouwenspersoon zorgt desgewenst ook voor de begeleiding bij de verdere procedure. De externe vertrouwenspersonen van SKOD zijn: - mevr. C. Blondeel - vacature T : 076–5934999 E :
[email protected] Klachtencommissie SKOD is aangesloten bij de Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs. Het adres is: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070 392 55 08 De volledige klachtenregeling ligt op school ter inzage.
19
HOOFDSTUK III LEERLINGENZORG PASSEND ONDERWIJS Inleiding Ons schoolbestuur maakt deel uit van een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs “RSV Breda O.O.K” Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking , een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om zelf beleid te maken. Om dit beleid vorm te geven hebben de scholen gezamenlijk een ondersteuningsplan opgesteld dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit ondersteuningsplan kunt u inzien op www.rsvbreda.nl Zorgplicht. Scholen zorgen er voor dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Schoolondersteuningsprofiel.(SOP) Iedere school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden, als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Verwijzingscommissies Binnen het nieuwe samenwerkingsverband is er een commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. Deze commissie bepaalt de toelaatbaarheid voor plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs. Meer informatie nodig? Over de Wet Passend Onderwijs vindt u meer informatie via deze bronnen: * www.rsvbreda.nl ( website van het eigen samenwerkingsverband) * www.steunpuntpassendonderwijs.nl * www.passendonderwijs.nl Uiteraard kunt u contact opnemen met de directie van de school ONZE ZORGPROCEDURE IN EEN STAPPENPLAN Onze school wil elk kind alle mogelijke kansen bieden voor een goede ontwikkeling, maar dat is niet eenvoudig. Het ene kind heeft namelijk meer begeleiding en zorg nodig dan het andere. Daarom is de zorg in onze basisschool georganiseerd in een stappenplan.
20
Stap 1: De leerkracht gaat aan de slag Als het niet goed gaat met uw kind in de klas zal de leerkracht onderzoeken wat er aan de hand is. Dat gebeurt door te observeren en belemmeringen in de ontwikkeling te signaleren. Er vindt overleg met u plaats om tot een aanpak te komen die voor verbetering zorgt. Stap 2: De interne begeleider en collega’s helpen mee Als de aanpak niet tot verbetering leidt, bespreekt de leerkracht de zorg over uw kind met de intern begeleider (IB’er) van de school, en natuurlijk met u. Vaak werken ook nog andere collega’s mee. Er komt een handelingsplan. De leerkracht en uw kind gaan daarmee aan de slag. Stap 3: Het zorgteam van de school wordt ingeschakeld Soms is meer hulp nodig. De leerkracht en de intern begeleider bespreken de zorg voor uw kind met specialisten die deel uitmaken van het zorgteam van de school. Dit overleg is erop gericht om tot een bijstelling van het handelingsplan te komen. Het gaat daarbij vooral om een werkwijze in de klas die tot betere resultaten kan leiden. Soms is daar een onderzoek voor nodig om de zaken die van belang zijn voor het kind, de leerkracht en de school goed in kaart te brengen. Er komt een duidelijk advies voor de ouders en eventueel aanvullende zorg door specialisten binnen de school. Soms zal hulp gevraagd worden van bijvoorbeeld het centrum voor jeugd en gezin (CJG). Stap 4: Externe specialisten in het ZAT adviseren Als de zorg die de school kan bieden onvoldoende is voor uw kind, vindt overleg met externe specialisten plaats in het zorgadviesteam (ZAT). In het zorgadviesteam kan men advies vragen aan vertegenwoordigers van het speciaal onderwijs, maatschappelijk werk, jeugdzorg en GGD. In dit team wordt besproken wat voor zorg uw kind nodig heeft, hoeveel zorg uw kind krijgt en hoe die nodige zorg geboden kan worden. Dit kan leiden tot nader onderzoek, indicatiestelling door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) en het aanbieden van extra voorzieningen in de eigen basisschool. Ook is mogelijk dat overplaatsing wordt geadviseerd naar een andere school voor basisonderwijs, naar speciaal basisonderwijs (SBO) of naar een REC-school (een Regionaal Expertise Centrum). Dit gebeurt allemaal in overleg met u. Stap 5: Nazorg en evaluatie De zorg voor de kinderen staat nooit stil. Na elke stap in de zorgprocedure wordt bekeken of de voorgestelde aanpak (het handelingsplan) tot succes heeft geleid. Is de zorg geboden? Met het juiste resultaat? Wat kan er verbeterd worden? Wie zijn daarbij betrokken? En hoe gaan we dat organiseren? Door deze nazorg en evaluatie kan de zorg voor onze kinderen steeds beter worden. INDIVIDUELE LEERLINGBEGELEIDING d.m.v. LEERKRACHTCONSULTATIE (tekst: Edux Onderwijsbegeleiding) a. vanuit de school De school kent een gestructureerde didactische toetslijn. Het staat vast op welke momenten voor welke vakken via welke toetsen kinderen in hun ontwikkeling worden gevolgd. Indien een kind daarop grofweg onder de 80% goed scoort, kan dat voor ons een signaal geven om alert te zijn. Moet het kind extra zorg krijgen en zo ja, hoe en door wie? De leerkracht maakt n.a.v. observaties en toetsen een analyse waarbij de verbeterpunten en onderwijsbehoeften zichtbaar worden. Indien dit niet het resultaat heeft wat de leerkracht voor ogen heeft neemt hij
21
contact op met de IB’er. Samen bespreken ze het probleem en maken een plan(netje) hoe het kind geholpen gaat worden door de leerkracht. De achterstand wegwerken met behulp vaneen zgn. handelingsplan kan gebeuren door de eigen groepsleerkracht of, als het probleem wat groter is, door de remedial teacher. In beide gevallen wordt er vooraf contact met de ouders opgenomen. Eveneens wordt ‘zorg’ verleend wanneer een leerling uitzonderlijk goed presteert. Overleg dienaangaande verloopt volgens dezelfde lijnen als beschreven voor zwakkere presteerders. Hier gaat het inhoudelijk echter om zaken als verdieping en verrijking van leerstof. De school volgt behalve de didactische ontwikkeling van een leerling ook de sociaal-emotionele ontwikkeling en zaken als o.a. werkhouding en motivatie. Vragen op dit gebied worden uiteraard eveneens besproken en begeleid. Wanneer, ondanks de geboden begeleiding, problemen niet (geheel) opgelost worden, nemen we na overleg met de ouders contact op met de onderwijsadviseur leerlingenzorg van Edux Onderwijsadvies. Deze kan zowel geconsulteerd worden worden binnen de HGPD-consultaties als binnen het zorgteam. HGPD staat voor handelingsgerichte procesdiagnostiek, waarbij alle belemmerende en stimulerende factoren rondom de ontwikkeling van een kind in kaart gebracht worden om van daaruit tot oplossingsgerichte acties te komen. Daarbij wordt geformuleerd wat de onderwijsbehoeften zijn van deze leerling: wat voor aanpak heeft hij nodig, in welke omgeving functioneert hij het best enz. Het zorgteam heeft tot taak de zorg voor leerlingen te organiseren en de leerkrachten daarin te begeleiden. b. vanuit Edux Onderwijsbegeleiding Edux Onderwijsbegeleiding (hierna Edux te noemen) is een instantie die zich met tal van zaken op het gebied van onderwijs bezighoudt. Aan iedere school zijn enkele vaste onderwijsadviseurs verbonden. Een daarvan is een onderwijsadviseur leerlingenzorg die zich voor een groot gedeelte bezighoudt met vragen rondom de individuele leerlingen op school en de wijze waarop de leerkracht zo goed mogelijk aan de onderwijsbehoeften van de leerling tegemoet kan komen. Daarnaast kijkt de onderwijsadviseur leerlingenzorg op verzoek van de school ook mee naar de zorgstructuur op school. Welke zorg geboden wordt hangt immers af van de wijze waarop de zorgstructuur is vormgegeven. Dit onderwerp kan o.a. in het zorgteam aan de orde komen. Het kan zijn dat de onderwijsgevende zich zorgen maakt of problemen signaleert in de ontwikkeling van een kind. Een kind kan bijvoorbeeld moeite hebben met het leren en onthouden van begrippen, of met het uitvoeren van opdrachten en werkjes op school. Ook bij vragen of problemen rond het gedrag van uw kind kan de onderwijsgevende een beroep doen op de onderwijsadviseur leerlingenzorg (kortweg LLZ) van Edux. Als een kind zich bijvoorbeeld moeilijk kan concentreren of moeite heeft met de contacten met andere kinderen. De problemen of vragen hoeven niet altijd van ernstige aard te zijn. Vervolgens kan middels een zogenaamd HGPDconsultatiegesprek tussen leerkracht / IB-er enerzijds en de onderwijsadviseur LLZ van Edux anderzijds (al of niet in aanwezigheid van ouders) gezocht worden naar mogelijke oplossingen. Voor ons staat het handelen van de leerkracht centraal en proberen we samen met de leerkracht te komen tot nieuwe aanknopingspunten in diens handelen en de begeleiding van de leerling op school, eventueel middels een handelingsplan. Mocht tijdens dit traject blijken dat het verkrijgen van diagnostische informatie wenselijk is ten behoeve van de
22
voortgang dan is aanmelding voor onderzoek mogelijk. Alvorens uiteindelijk aanmelding voor een individueel onderzoek plaatsvindt, kunnen vragen rondom een kind ook in het zorgteam besproken worden, waarin minimaal de IB-er, de consultatiegever van het speciaal basisonderwijs en de onderwijsadviseur LLZ zitting hebben. Als het tot een (onderzoeks)aanmelding komt, vult de onderwijsgevende met de IB-er een aanmeldingsformulier in. Hieruit blijkt wat de reden van aanmelding is en hoe het kind op school functioneert. De onderzoeken worden uitgevoerd door Care to Connect / Edux. Zonder uw toestemming kan uw kind niet aangemeld worden. Toestemming geeft u door het zetten van uw handtekening op het aanmeldingsformulier en onderaan het vragenformulier dat speciaal bestemd is voor ouders en waarin ouders ontwikkeling en functioneren van de leerling beschrijven. Vanaf 2001 geldt de Wet bescherming persoonsgegevens. In het geval er onderzoek moet plaatsvinden, wordt aan de ouders hiervoor vooraf schriftelijk toestemming gevraagd en zijn ze op de hoogte van het feit, dat er gegevens worden verzameld en geregistreerd. Ook voor het vastleggen van leerling gegevens is genoemde wet van toepassing. Ter uitvoering van dit alles is het bestuur van de school en een advies- en begeleidingsinstelling als Care to connect / Edux gehouden aan het vaststellen van een reglement. Wanneer de aanmelding heeft plaatsgevonden vinden, afhankelijk van het type onderzoek, meestal nog (aanvullende) gesprekken plaats met de leerkracht en de ouders/verzorgers om de onderzoeksvragen te formuleren of toe te lichten. De tijd die er zit tussen het moment van aanmelden en de eerste gesprekken is afhankelijk van de wachtlijst die er op dat moment kan zijn. Er wordt naar gestreefd om een onderzoek vanaf de aanmelding binnen een periode variërend van 6 weken tot 9 weken geheel afgewerkt te hebben. Na de gesprekken is het mogelijk dat er observaties plaatsvinden (bijvoorbeeld bij werkhoudings- en gedragsproblemen), en/of individueel onderzoek naar de algemene verstandelijke ontwikkeling, de leervoorwaarden (belangrijk voor het gaan leren lezen, schrijven en rekenen in groep 3), de schoolvorderingen (bijvoorbeeld technisch en begrijpend lezen, rekenen, spellingvaardigheid), persoonsgericht onderzoek (bijvoorbeeld de leermotivatie, sociale ontwikkeling, beleving van alledaagse zaken) etc. Dit kan variëren van een beperkt tot een uitgebreid onderzoek. De resultaten worden zoveel mogelijk persoonlijk met u en de leerkracht doorgesproken en/of schriftelijk weergegeven. In de meeste gevallen vinden vervolgens in het kader van HGPD-consultatie begeleidings- en of evaluatiegesprekken plaats met de leerkracht, al of niet in aanwezigheid van de IB’er of de ouders. De gegeven adviezen zijn uiteenlopend. Deze kunnen zowel bestaan uit een aantal handelingsgerichte suggesties naar de leerkracht toe en adviezen voor de ouders/verzorgers als uit advies tot doubleren of overgang naar een volgende groep, informatie, verwijzing naar andere hulpverleners (bijvoorbeeld logopedist, fysiotherapeut, huisarts, JGZ, maatschappelijk werk) of naar een andere vorm van onderwijs. Als u meer informatie wenst over de werkwijze van Edux, kunt u met vragen terecht bij de onderwijsgevende of bellen naar Care to Connect / Edux (zie
23
‘Belangrijke adressen’). REGELING DIAGNOSE EN BEHANDELING DYSLEXIE Vanaf 1 januari 2009 kunnen leerlingen in aanmerking komen voor door de zorgverzekeraar vergoede diagnostiek en behandeling van dyslexie. Deze regeling geldt voor leerlingen met een ernstig lees- en spellingprobleem, als de zorg is gestart voor het negende levensjaar en de school op basis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie al extra begeleiding heeft gegeven. Elk jaar wordt de leeftijdscategorie met 1 kalenderjaar uitgebreid. Kinderen die vóór 1 januari 2000 zijn geboren, vallen buiten deze regeling. Zij kunnen wel in aanmerking komen voor diagnostiek en behandeling, maar krijgen kosten niet vergoed. Op basis van de onderzoek wordt bepaald welke problemen er zijn en of de aard van het lees- of spellingsprobleem ernstig genoeg is om tot behandeling over te gaan die vergoed wordt. Als blijkt dat de problemen niet ernstig hardnekkig zijn, wordt de diagnostiek wel vergoed, maar de behandeling niet. Afspraken Het bestuur / onze school heeft, om deze regeling goed uit te voeren, ervoor gekozen samen te werken met verschillende partners. Deze partners moeten gecertificeerd zijn door de zorgverzekeraars. Ouders mogen overigens zelf kiezen aan wie zij de vraag naar vergoede diagnostiek en behandeling voorleggen. Het is voor onze school niet mogelijk om haar lesaanbod aan behandelingen van verschillende hulpaanbieders aan te passen. Wij zullen bij de problemen van dyslectische aard, ook als ouders een andere keuze maken ( die wij altijd respecteren) in overleg met de ouders en de behandelaar doorgeven wat wij al aan extra hulp hebben verricht en wat daar over in ons dossier is opgenomen. Praktische zaken Wanneer de behandeling onder schooltijd gebeurt moeten de ouders aan de school vooraf toestemming vragen. De school is niet verplicht hieraan medewerking te verlenen. De school zal hier alleen dan toestemming voor kunnen geven wanneer de behandeling het leren op school kan ondersteunen en de behandeling het doorlopende eerproces op school niet schaadt Wij stellen het op prijs dat er eerst overleg met de school plaatsvindt, voordat wordt overgegaan tot aanvraag van diagnose / behandeling. Bij aanmelding moeten zowel de ouders als de school vragenlijsten invullen. Dit houdt in dat ouders zonder ondersteuning door de school niet zelfstandig zo’n traject in kunnen gaan. In een aantal gevallen kan het zijn dat de school al een Checklist Onderkenning Dyslexie Edux (“CODE”) heeft afgegeven. Er is dan officieel een vermoeden van dyslexie afgegeven. De CODE wordt op school afgegeven in samenwerking met de onderwijsadviseur van Edux. Indien er bij een leerling reeds op school een CODE is afgegeven, kan er bij de aanmelding gebruik gemaakt worden van een verkorte vragenlijst.
24
Indien u informatie wenst over deze regeling en over de manier waarop de school u in dit proces kan helpen, kunt u het beste contact opnemen met de intern begeleider (IB’er) van onze school. Op de school is ook een protocol ter inzage dat de relatie regelt naar de externe aanbieder van deze zorg. ‘OVERGAAN’ Daarmee bedoelen we de overgang naar een volgend leerjaar. In de meeste gevallen gaat dat van een leien dakje, maar soms is het een moeizaam proces en in sommige gevallen niet haalbaar. De school heeft afspraken gemaakt hoe we daar mee omgaan. Afgesproken is in welke gevallen een kind een leerjaar moet overdoen. Ook is vastgelegd welke stappen achtereenvolgens dienen te worden genomen, waarbij zorgvuldigheid naar kinderen en ouders is geboden. Uiteraard wordt de gang van zaken tijdig met de betrokken ouders doorgesproken. Nadat het hele traject is doorlopen, met of zonder adviezen van externe deskundigen, ligt de beslissing uiteindelijk bij de school. JEUGDGEZONDHEIDSZORG (tekst: GGD West-Brabant) Jeugdgezondheidszorg kinderen van 4 t/m 19 jaar De GGD West-Brabant is in de gemeente Drimmelen verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. Wij doen dat onder het motto: ‘ieder kind in beeld’. Wij zetten ons dagelijks in om eventuele gezondheidsproblemen en –risico’s zo snel mogelijk op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via deze gezondheidsonderzoeken houden wij, in nauwe samenwerking met school, zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen in West-Brabant. Gezondheidsonderzoeken De GGD West-Brabant onderzoekt jaarlijks op de basisschool alle kinderen van 56 jaar en van 10-11 jaar. U en uw kind ontvangen automatisch een uitnodiging. De uitkomsten van ieder onderzoek sturen wij u steeds per post toe. Daarnaast noteren wij ze in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg van uw zoon of dochter. Het kan zijn dat wij u en uw kind uitnodigen voor een vervolgafspraak op de GGD. Soms overleggen wij graag met school of een andere partij naar aanleiding van de uitkomsten van het gezondheidsonderzoek. Dat gebeurt uiteraard altijd in overleg met u. Wat doen we tijdens het onderzoek? Het onderzoek vindt plaats op school. U hoeft hierbij niet aanwezig te zijn. De medewerker Jeugd en Gezin controleert bij uw kind de lengte en het gewicht. Op 5/6-jarige leeftijd controleert zij ook het gehoor en de ogen. Dat gebeurt ook bij kinderen van 10/11 jaar als er aanleiding toe is. Voordat de onderzoeken beginnen, legt de medewerker Jeugd en Gezin in de klas uit wat zij gaat doen. Uw vragen en zorgen over de gezondheid en ontwikkeling van uw kind, die u eventueel heeft aangegeven op de vragenlijst, bekijkt zij uiteraard ook. Indien nodig nemen we daarover contact met u op. Wilt u toch graag aanwezig zijn bij het gezondheidsonderzoek? Neemt u dan contact op met het afsprakenbureau Jeugd en Gezin op telefoonnummer 076– 528 2486. Jeugdgezondheidszorg op school
25
Op basisscholen zijn wij onder andere op de volgende manieren actief1: Spreekuren voor leerlingen en hun ouders/verzorgers. Deelname aan Zorg- en adviesteams waarin de leerlingen besproken worden die extra zorg nodig hebben. Voorlichting en advies over en periodieke controle van hygiëne, veiligheid en een goede ventilatie op school. Verschillende activiteiten gericht op onder andere gezonde voeding, beweging, weerbaarheid en seksualiteit. Advies en ondersteuning bij een ingrijpende gebeurtenis. Contact U kunt een afspraak maken via het afsprakenbureau Jeugd en Gezin op telefoonnummer 076–528 2486. Of stuur uw vraag per e-mail naar
[email protected]. Of neem een kijkje op onze website: www.ggdwestbrabant.nl, thema ‘Mijn Kind’. LOGOPEDIE De GGD heeft uit oogpunt van bezuinigingen de preventieve logopedie m.i.v. 1 januari 2012 volledig uit het aanbod gehaald. Wij betreuren dat ten zeerste, omdat het heel zinvol is om kinderen op jonge leeftijd te screenen op spraak/taalontwikkeling. Op jonge leeftijd is het nog goed mogelijk om gesignaleerde problemen in die ontwikkeling* aan te pakken en de kans op succes is relatief groot. Vanwege het belang van vroegtijdige signalering hebben de basisscholen in Terheijden en de hier gevestigde praktijk voor logopedie gezocht naar alternatieve mogelijkheden voor screening. Het resultaat is dat de screening sinds twee jaar door de groepsleerkrachten wordt verzorgd i.s.m. de logopediste. Vooralsnog worden er geen kosten berekend aan de scholen of aan de ouders. Afgesproken is dat de leerkrachten van de groepen 1/2 een signaleringslijst invullen. Als er sprake is van mogelijke problemen in de spraak/taakontwikkeling, gaat de vrijgevestigde logopediste daar nog eens zorgvuldig naar kijken. De ouders worden daarvan vooraf op de hoogte gesteld. Als de logopediste uw kind heeft gezien, dan krijgen zowel ouders als school daarvan een verslag met een advies voor een eventuele behandeling. Vervolgens kunnen zij bij een logopediste naar keuze terecht voor curatieve logopedie. Op dit moment is het zo dat de kosten voor de logopedische behandeling van kinderen tot 18 jaar, nog voor 100% vergoed wordt (bij gecontracteerde zorgverlener) uit het basisverzekeringspakket. Als er een verwijzing van een (huis)arts aanwezig is, worden de kosten van de behandeling vergoed door de verzekeraar. * Enkele voorkomende problemen zijn: hees/schor zijn, afwijkend mondgedrag (duim-/vingerzuigen, mondademen, verkeerd slikken, afwijkende tonghouding), moeilijk verstaanbaar spreken, erg weinig spreken en/of in slecht gevormde zinnen spreken en bepaalde klanken niet of niet correct kunnen uitspreken (bijv. lispelen of slissen, ‘nasaal praten en stotteren). Voor contactgegevens: zie pagina 41
1
Het aanbod per school verschilt en is afhankelijk van de afspraken met gemeenten.
26
EXTERNE REMEDIAL TEACHING Het uitgangspunt voor alle SKOD-scholen is dat remedial teaching door externe personen onder schooltijd niet is toegestaan. Uiteraard staat het ouders vrij om buiten de reguliere schooltijden externe remedial teaching in te schakelen. Het is in dat geval in het belang van het kind dat het aangeboden programma nauw aansluit bij het onderwijsprogramma dat op school wordt gehanteerd. Een uitzondering voor externe remedial teaching maakt de minister van O C & W voor kinderen met zware dyslexie. Deze kinderen kunnen onder schooltijd extra hulp krijgen van een medewerker van de Regionale Instelling Dyslexie, kortweg RID genaamd. Zie de betreffende tekst bij het hoofdstuk ‘Regeling diagnose en behandeling dyslexie. WERKEN MET HB-LEERLINGEN Statistisch gezien is 2% van alle leerlingen die de basisscholen in Nederland bevolken, hoogbegaafd. Soms zijn deze leerlingen al in een vroegtijdig stadium ‘in beeld’ maar vaak komen ouders en/of leerkrachten daar wat later achter. Als er twijfel is omtrent de diagnose, zijn er diverse mogelijkheden om daarover meer zekerheid te krijgen. Hoe dat precies in zijn werk gaat en welke stappen er dan gezet moeten worden door de school, de ouders en eventueel andere instanties, staat te lezen in het protocol Hoogbegaafdheid. Dit protocol ligt op school ter inzage. Sinds enkele jaren organiseert SKOD een Plusklas voor hoogbegaafde leerlingen. De huidige Plusklas is toegankelijk voor de betreffende leerlingen uit de groepen 4 & 5 en 6 & 7. Zij krijgen gedurende 3 perioden van 7 weken op vrijdagochtend uitdagende leerstof aangeboden op basisschool De Stuifhoek in Made. De leerlingen uit leerjaar 8 kunnen op aangeven van de school deelnemen aan de 8+ klas op het Dongemond College te Made. De 8+ klas is een gezamenlijk initiatief van SKOD en het Dongemond College. Ook deze kinderen krijgen gedurende een dagdeel per week gezamenlijk les. Gedurende het hele schooljaar wordt er in de eigen groep verrijkende en verdiepende leerstof aangeboden m.n. op het gebied van Nederlandse taal en rekenen. SCHOOL VIDEO INTERACTIE BEGELEIDING School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun lesgevende taak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen die met de praktische uitvoering van onderwijs(vernieuwing) te maken hebben. Aan onze school is momenteel éé gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er) verbonden. Binnen de stichting zijn er meerdere begeleiders die hiervoor mogelijk schooloverstijgend ingeschakeld kunnen worden. SVIB is een methode van leerkrachtbegeleiding waarbij korte video opnames in de groep worden gemaakt,met als doel leerkrachten te begeleiden bij hun onderwijskundige taak. Er worden slechts korte fragmenten van de opname gebruikt. De video-opnames worden met de leerkracht besproken en samen met de begeleider wordt nagegaan hoe een en ander in de klas verloopt. Soms kan dat aanleiding zijn om leerkrachtgedrag aan te passen of om bijvoorbeeld de
27
organisatie rondom bepaalde zaken aan te pakken. Belangrijke uitgangspunten zijn; de sfeer in de klas, hulp aan individuele leerlingen, de manier waarop de groep werkt, de wijze waarop de interactie leerkracht-leerling(en) verloopt. Net als bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB-er een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden, die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er. Deze beelden worden niet zonder zijn/haar uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leerkracht aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld. ZORG VOOR JEUGD Als basisschool zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0–23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van het kind en zijn ouders/verzorgers, hulp beter op elkaar worden afgestemd. Binnen onze organisatie kunnen de intern begeleider en de directeur een zorgsignaal afgeven in “Zorg voor Jeugd”. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij het kind en/of zijn/haar ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een kind. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over hetzelfde kind, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met het kind en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd. CENTRUM VOOR JEUGD & GEZIN (CJG) Bij het CJG kunnen ouders en kinderen terecht voor informatie en advies over opgroeien en opvoeden. Het kan gaan over gezonde voeding, leerproblemen, puberteit, etcetera. Er zijn veel organisaties die hulp en ondersteuning bieden. Dit aanbod is gebundeld in het CJG. Bij het CJG in de gemeente Drimmelen wordt gewerkt met 2 (nieuwe) functies: • de wijk CJG’er en • de CJG coach De wijk CJG’er vormt het gezicht in de wijken op plaatsen waar ouders en kinderen samenkomen, zoals bijvoorbeeld op basisscholen. Zij inventariseren en verhelderen vragen van ouders/jeugdigen en werken nauw met hen samen bij het zoeken naar antwoorden. Preventie is daarbij het sleutelwoord; hoe eerder problemen worden gesignaleerd, hoe groter de kans dat erger kan worden voorkomen. De CJG coach is inzetbaar als de vraag ingewikkeld is en hij/zij beschikt over meer ondersteuningsmogelijkheden. Tevens kan de inzet langdurig en intensief zijn als de aard van het probleem daarom vraagt. In de gemeente zijn meerdere wijk CJG’ers en CJG coaches werkzaam, met elk hun eigen specifieke deskundigheid. Daarnaast is er nog een jeugdarts en een medewerker
28
uit de ambulante geestelijke gezondheidszorg actief in het CJG. Voor Terheijden is Marianne Steentjes actief als Wijk CJG’er. Voor bereikbaarheid CJG, zie pagina 41 bij ‘Belangrijke adressen’. DE MELDCODE SKOD heeft medio 2012 voor de 6 basisscholen een meldcode vastgelegd. Dat is een protocol waarin beschreven staat hoe om te gaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode is bedoeld ter ondersteuning van alle SKOD medewerkers zodat vastgelegd wordt welke stappen van hen worden verwacht bij dergelijke signalen en welke ondersteuning daarbij kan worden ingeroepen. De volledige meldcode ligt op school ter inzage.
29
HOOFDSTUK IV ONDERWIJSRESULTATEN EN VO KEUZETRAJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Over de schoolkeuze na groep 8 wordt in de loop van het laatste schooljaar een beslissing genomen. In de maanden december en januari organiseert het voortgezet onderwijs in de regio centrale voorlichtingsavonden. In dezelfde maand is er een ouderavond, waarop met u wordt besproken welk schooltype geschikt is voor uw kind. In de maand februari zijn er een aantal open dagen, zodat u zich kunt oriënteren op de diverse scholen. U beslist zelf, samen met uw kind, bij welke school hij/zij wordt aangemeld. De aanmeldingsformulieren worden door de ouders zelf op de door hen gekozen school voor V.O. ingeleverd in de 3e week van maart (centrale inschrijving voor Breda en Made). De formulieren komen bij een toelatingscommissie. Deze commissie houdt niet alleen rekening met uw wensen, maar ook met het advies van de leerkracht(en) van groep 8 en de resultaten die uw kind heeft behaald bij de “Entreetoets Basisonderwijs” van het CITO en het “Drempelonderzoek678”. Dit schooljaar is het voor de eerste keer verplicht om een gecertificeerde centrale toets af te nemen op 21, 22 en 23 april. Op de Zeggewijzer zal dat de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito zijn. De uitslag daarvan zal ook een rol spelen in de uiteindelijke toelating tot het voortgezet onderwijs. In de tweede helft van mei komt er bericht of uw kind al dan niet is toegelaten. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Op school gebruiken we toetsen om de resultaten van onze leerlingen goed in de gaten te houden. Maar we doen er meer mee. We kunnen de resultaten die wij behalen ook vergelijken met de gemiddelde resultaten van andere basisscholen in ons land. Daarmee zien we of ons onderwijs de kwaliteit heeft die wij willen bieden. Zo gebruiken we voor het technische lezen van zinnen de AVI-toetsen, voor het technisch lezen van woorden de Drie-Minuten-Toets en voor de vakgebieden begrijpend lezen, spelling en rekenen de bijbehorende toetsen van het CITO. Dit zijn allemaal methode-onafhankelijke (lees: objectieve) toetsen. Het niveau dat een kind hierop kan halen loopt uiteen van: niveau I: goed tot zeer goed (20% hoogst scorende leerlingen); niveau II: ruim voldoende tot goed (20% net boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen); niveau III: matig tot ruim voldoende (20% net onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen); niveau IV: zwak tot matig (20% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen); niveau V: zeer zwak tot zwak (20% laagst scorende leerlingen). Als een leerling 2 opeenvolgende toetsen D of E scoort wordt er “actie” ondernomen, d.w.z. dat kind wordt door de leerkracht r geholpen. Vaak gaat hier een intern onderzoekje aan vooraf, waarbij ook de bij de toetsen horende “hulpboeken” gebruikt kunnen worden. Toetsgegevens kunnen, naast observaties en andere bronnen, informatie verschaffen over de onderwijsbehoeften van een leerling. M.a.w. wat heeft een leerling nodig om tot leren, tot ontwikkeling te komen. De onderwijsbehoeften van alle leerlingen worden in een zg. groepsoverzicht gezet. Dat dient weer als basis voor een groepsplan, waarin concreet wordt aangegeven hoe de beoogde doelen bij een bepaalde leerling (of liever een groepje leerlingen, een zg. cluster) worden bereikt. Dit hele systeem van toetsingen, scores interpreteren, aanvullende onderzoeken doen en hulp verlenen noemen we het LVS (Leerling Volg Systeem).
30
Kinderen met gedragsproblemen worden begeleid. In overleg met ouders wordt een plan opgesteld om kinderen te helpen bij het beantwoorden van hulpvragen als ‘help mij mezelf te beheersen als ik boos wordt’. In de meeste gevallen kunnen we vaststellen dat de geboden hulp voldoende resultaten oplevert, tot tevredenheid van ouders, de school, maar vooral van het kind zelf. EINDTOETSEN De Cito eindtoets Om de opbrengsten van het onderwijs na 8 jaar op het gebied van de basisvakken, zaakvakken en wereldoriëntatie goed in kaart te kunnen brengen is de CITO-eindtoets in Nederland het meest gebruikte instrument. De Zeggewijzer neemt al jarenlang deel aan deze toets. Naast de individuele resultaten van de leerlingen wordt er ook een schooluitslag bepaald. De school kan zichzelf op de onderdelen Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, informatieverwerking (waaronder begrijpend lezen) en wereldoriëntatie vergelijken met andere basisscholen. Dit schooljaar is het voor de eerste keer verplicht om een centrale eindtoets af te nemen en wel in week 17. De Zeggewijzer heeft gekozen voor de Cito Eindtoets. De totaalgemiddelden van de leerlingen worden aan de hand van een bepaalde formule omgezet in standaardscores, een getal tussen 500 en 550. Door deze omzetting is het mogelijk uitslagen van achtereenvolgende jaren te vergelijken. Het landelijk gemiddelde ligt steeds ongeveer op 535,0. We publiceren de uitslagen van de afgelopen jaren dan ook zonder verder commentaar in het besef dat cijfers alleen niet bepalen of een school succesvol is, daar komen immers veel meer factoren bij kijken. De resultaten van de CITO-eindtoetsen (scores zonder correcties) Jaartal Gemiddelde v/d landelijke scores Scores Z’wijzer
2005 534,5
2006 535,0
2007 535,1
2008 534,9
2009 535,0
2010 534,9
2011 535,1
2012 535,1
2013 534,7
2014 534,4
538,1 543,2 537,2 540,1 537,3 535,5 535,0 536,1 534,8 538,8
Het Drempelonderzoek678 Ook in groep 8, meestal in de maanden november/december, wordt het Drempelonderzoek678 afgenomen. De resultaten die de leerlingen daarbij behalen, geven ook een indicatie voor het voortgezet onderwijs. Tevens laat dit onderzoek zien of en bij welke vakken de leerlingen eventueel een leerachterstand hebben opgebouwd gedurende de basisschoolperiode.
31
UITSTROOM NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Het afgelopen jaren zijn de leerlingen uit groep 8 naar de volgende brugklassen van de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gegaan: schooljaar ’10-‘11 schooltype aantal perc. 1 2,2 % VSO
’11-‘12 aantal perc.
’12-‘13 aantal perc.
’13-‘14 aantal perc.
Gem.
0
0,0 %
0
0,0 %
0
0,0 %
0,6 %
41,2 %
10
33,3 %
9
30,0 %
36,7 %
VMBO
19
42,2 %
14
VMBO/ HAVO HAVO/ VWO VWO
12
26,7 %
7
20,6
9
30,0 %
8
26,7 %
26,0 %
5
11,1 %
8
23,5 %
8
27,7 %
7
23,3 %
21,4 %
8 45
17,8 % 100 %
5 34
14,7 % 100 %
3 30
10,0 % 100 %
6 30
20,0 % 100 %
15,6% 100 %
Totalen
Percentages zijn rekenkundig afgerond. Vanwege afrondingen kan het totaal van de percentages net boven of onder 100 % uitkomen. Dat is m.n. het geval bij de laatste kolom die het gemiddelde van de laatste 4 jaren weergeeft. Gebruikte afkortingen: VSO : Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO : Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs MAVO : Middelbaar Algemeen Vormend Onderwijs Op sommige VO-scholen wordt de term MAVO (weer) gebruikt i.p.v. VMBO-theoretische leerweg HAVO : Hoger Algemeen Vormend Onderwijs VWO : Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs, omvat zowel het categoraal gymnasium als het atheneum.
32
HOOFDSTUK V PRAKTISCHE ZAKEN OPVOEDEN DOEN WE SAMEN School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid als het gaat over de opvoeding van kinderen. U hanteert daarbij bepaalde opvoedingsidealen net als de school. Die zullen niet altijd op elkaar aansluiten. Wij verwachten van u dat u het pedagogisch klimaat dat de school voorstaat mee draagt en ondersteunt. Een voorwaarde voor kinderen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen tijdens schooltijd is dat zij uitgerust zijn en voldoende energie hebben. Als ouders heeft u hierin een belangrijke rol door te zorgen voor voldoende (nacht) rust en een regelmatig en gezond voedingspatroon. Kinderen hebben de verantwoordelijkheid om de sfeer op school goed te houden en positief te beïnvloeden. Wij verwachten van u en uw kind dat ieder zich aan de regels houdt die op onze school zijn afgesproken. Dat betekent dat wij ervan uit gaan dat verschillen worden gerespecteerd; dat onenigheden niet met verbale en / of fysieke bedreigingen of geweld worden opgelost. Leerkrachten treden op tegen pestgedrag in welke vorm dan ook. Doet gedrag wat wij niet toestaan zich voor, dan zullen wij u en uw kind daar altijd op aanspreken. Wij maken het liefst gebruik van een positieve benadering, maar ontkomen er in bepaalde gevallen ook niet aan om kinderen te corrigeren. Wij verwachten daarbij van kind en ouder dat er wordt meegewerkt om eventuele problemen goed op te lossen Een goed contact tussen ouders en school vinden we erg belangrijk. Ten slotte zijn wij, u als ouders en wij als leerkrachten van de school, partners in de opvoeding van de kinderen. Wij proberen daar waar mogelijk aan te sluiten bij uw opvoedingsidealen en wij waarderen het als u meedenkt en meewerkt aan de wijze van de opvoeding op onze school. CONTACTEN MET DE SCHOOL (algemeen) Indien u vragen hebt of een van de leraren/leraressen graag zou willen spreken, zijn zij na schooltijd steeds bereid u te woord te staan. Tijdens de lesuren worden zij liever niet gestoord. Het best kunt u van tevoren een afspraak maken, zodat er voldoende tijd is voor een gesprek. In het geval u een directielid wenst te spreken, vragen wij u, zo mogelijk, ook een afspraak te maken. Als u op bepaalde schooltijden niet thuis bent, raden we u aan het telefoonnummer door te geven, waaronder u bereikbaar bent. Je weet maar nooit en het geeft u en ons een veilig gevoel; dit geldt zeker voor ouders van kinderen die overblijven. In het geval de oppas uw kind van school ophaalt, stellen wij er prijs op, dat door te krijgen. En even voorstellen is natuurlijk ook prima. Het gebeurt nogal eens dat we via formulieren om uw mening en/of medewerking vragen. We verzoeken u om die formulieren steeds binnen een week mee terug te geven, tenzij anders vermeld. Gescheiden ouders die niet met het gezag over hun kinderen zijn belast, krijgen de informatie over de school bij voorkeur van de ouder die wel met dat gezag is belast.
33
Voor kinderen die aangemeld worden bij de PCL (permanente commissie leerlingenzorg), die getest worden door EDUX of een andere instantie, of die de school verlaten, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Ouders hebben te allen tijde het recht op inzage van zo’n rapportage. Drie keer per jaar is het ‘schriftendag’ voor de groepen 3 en 4. U krijgt dan thuis de gelegenheid om de resultaten van uw kind te bewonderen; aub. de schriften ’s maandags weer mee terug geven met getekende schriftendagkaart. Het is niet de bedoeling van schriftendag om u voor te bereiden op een rapport dat komen gaat. De waardering in schriften zegt niet alles over het aanstaande verslag/rapport; zo vertellen schriften u bijvoorbeeld niet hoeveel hulp uw kind tijdens het werk kreeg en of er nog andere werkjes gemaakt zijn voor het verslag. Het rapport “verschijnt” 3 keer per jaar (zie info-kalender en digitale agenda). In maart krijgen de oudste kleuters hun mappen mee naar huis. In de week na het rapport van november/december en maart/april zijn er 10minuten-gesprekken voor de groepen 3 t/m 8, voor de groepen 1/2 zijn de 10minuten gesprekken in november/december en mei. In het begin van het schooljaar hebben de groepen 1 t/m 8 een info-/leerstofavond per groep. INFORMATIE AAN GESCHEIDEN OUDERS Als er sprake is van een mogelijke echtscheiding, is dat voor de kinderen meestal een moeilijke periode. De emoties die ermee gepaard gaan, vinden vaak z’n weerslag in het gedrag en/of de leerprestaties van kinderen. Daarom is het belangrijk dat ouders de betreffende leerkracht tijdig op de hoogte stellen van e.e.a.. De leerkracht kan dan rekening houden met de thuissituatie. Komt het uiteindelijk tot een scheiding, dan is het belangrijk dat beide ouders goed worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind(eren). Als ouders gaan scheiden zijn zij sinds 1 maart 2009 wettelijk verplicht om afspraken over hun kind vast te leggen in een ouderschapsplan. In dit plan kan bijvoorbeeld worden opgenomen hoe ouders elkaar informeren en raadplegen over belangrijke onderwerpen. Bij gezamenlijk ouderlijk gezag zijn beide verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind en moeten ze samen alle belangrijke beslissingen nemen. De school gaat er vanuit dat de ouder waar het kind op dat moment verblijft, de andere ouder op de hoogte houdt van zaken die met de school te maken hebben. Is er sprake van één ouder gezag, dan heeft deze ouder zelf beslissingsbevoegdheid bijv. over de schoolkeuze. De ouder die geen gezag (meer) uitoefent, behoudt wel de volgende rechten en plichten: een onderhoudsplicht totdat het kind 21 jaar wordt recht op omgang, informatie en consultatie Dat laatste houdt in dat de ouder die is belast met het ouderlijk gezag, de verplichting heeft om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke aangelegenheden die het kind betreffen (Burgerlijk Wetboek, boek 1, art. 377c). M.a.w. het is de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. Gegevens over schoolresultaten, zoals rapporten e.d. zouden via de met het gezag belaste ouder verstrekt moeten worden. Voor de informatiekalender geldt dat er 2 hardcopy exemplaren met het kind worden meegegeven. In het belang van het kind vindt de school een actieve houding belangrijk van de met het ouderlijk gezag belaste ouder t.a.v. de informatieverstrekking aan de andere ouder.
34
Mocht dat om wat voor redenen dan ook niet lukken, dan kan de ouder die niet met het gezag is belast de school vragen om de informatie rechtstreeks door te geven2. Voorwaarde is natuurlijk wel, dat van beide ouders de adressen bekend zijn bij de school3. Aan beide ouders wordt dan de volgende informatie verstrekt: het rapport (één originele en één gekopieerde versie) en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor één gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle overige informatie wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt die niet met het ouderlijk gezag is belast. Veel informatie is op de website van de school te vinden, waarbij we van beide ouders een actieve houding verwachten. Een verzoek aan de school om gegevens over het kind aan derden te mogen verstrekken, wordt altijd aan beide ouders gedaan. LEERPLICHT EN VERLOF Ouders, scholen en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de handhaving van de leerplichtwet. Met elkaar moeten wij er voor zorgen dat uw kind zoveel mogelijk doorlopend onderwijs krijgt. Het recht op onderwijs geeft ook plichten. Deze zijn geregeld in de leerplichtwet. Zo moet u als ouders of verzorgers er voor zorgen dat uw kind, van zijn vijfde jaar tot en met het jaar waarin het zestien wordt, naar school gaat. U bent er ook verantwoordelijk voor als uw kind, om welke reden dan ook, niet naar school gaat. Dit moet u melden aan de school. De school is verantwoordelijk voor het registreren van de afwezigheid van uw kind. Ongeoorloofd verzuim wordt bij de gemeente gemeld. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanpak van het schoolverzuim. Ongeoorloofd verzuim De school is verplicht elk ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Ook verzuim dat vermoedelijk ongeoorloofd is, moet gemeld worden. Dat is bijvoorbeeld het geval als een leerling onterecht ziek wordt gemeld. In sommige gevallen is dat ter beoordeling van de school. Wanneer een leerling voortdurend te laat komt of weigert deel te nemen aan lessen, is er duidelijk sprake van ongeoorloofd verzuim. In ieder geval meldt de school het verzuim bij de leerplichtambtenaar als een leerplichtige leerling op drie dagen achtereen verzuimt. Vrijstellingsgronden De leerplichtwet kent een aantal omstandigheden waaronder een leerling
2
De school heeft te maken met de zg. informatieplicht, die voortvloeit uit de artikelen 11 en 13 van de wet op het Primair Onderwijs. Daarin staat dat het bevoegd gezag de ouders rapporteert en informeert over het functioneren van hun kind(eren) op school. 3 De school wil graag weten op welk adres het kind officieel staat ingeschreven i.v.m. de Leerplichtwet. De gegevens van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) zijn namelijk gekoppeld aan Bron, de landelijke instantie waar de in- en uitschrijving van leerlingen aan wordt doorgegeven.
35
geoorloofd afwezig mag zijn. De school kan ( eventueel na overleg met de leerplichtambtenaar) vrijstelling van onderwijs geven in de volgende gevallen: ● De school is gesloten. Vanzelfsprekend kan er dan voorlopig geen onderwijs worden gegeven. Ook kan het gebeuren dat niemand de school in mag, bijvoorbeeld na een brand ● De leerling is geschorst ● De leerling moet in schooltijd voldoen aan verplichtingen vanwege godsdienst of levensovertuiging ● De leerling kan door het beroep van beide ouders slechts op vakantie buiten de schoolperiode ● Als er andere gewichtige omstandigheden zijn ● De leerling is ziek Extra verlof De volgende omstandigheden komen in aanmerking voor extra verlof: ● Verhuizing: maximaal 1 dag ● Huwelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats: maximaal een dag ● Huwelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad buiten de woonplaats: maximaal twee dagen ● 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksdatum van ouders of grootouders: maximaal een dag ● Ernstige ziekte van ouders of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad: periode in overleg met directie ● Overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: maximaal vier dagen ● Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: maximaal twee dagen ● Overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal een dag ● Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen in overleg met de leerplichtambtenaar van de gemeente Verlof voor vakantie Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties wordt zelden gegeven. Slechts één keer per schooljaar wordt hiervoor verlof gegeven. Deze regeling is alleen voor kinderen van ouders met een beroep dat het onmogelijk maakt om binnen de vastgestelde schoolvakanties met vakantie te gaan. De werkgever moet dit kunnen aantonen met een werkgeversverklaring. Ouders moeten het verzoek hiertoe acht weken van tevoren indienen bij de schooldirectie. Verlof voor extra vakantie of voor een bezoek aan het geboorteland van allochtone ouders wordt niet meer gegeven. De eerste twee weken van een schooljaar wordt in ieder geval geen verlof gegeven. Hiermee wordt voorkomen dat een leerling bij de start de aansluiting met de andere leerlingen mist. Een aanvraagformulier voor extra verlof kunt u op school halen of van de website downloaden. U kunt dit formulier inleveren bij de schooldirectie. Binnen een week ontvangt u antwoord. M.i.v. 1 augustus 2012 werken een aantal gemeenten in West-Brabant, waaronder de gemeente Drimmelen, samen in het Regionaal Bureau Leerplicht (voor contactgegevens zie pag. 42) Dat betekent dat een aantal wettelijke taken op het gebied van leerplicht voortaan door het RBL West-Brabant namens deze
36
gemeenten wordt uitgevoerd. ZIEK EN TOCH ONDERWIJS Onderwijs aan zieke leerlingen is belangrijk, omdat zo een onnodige achterstand wordt voorkomen en de zieke leerling houdt contact met klasgenoten en de school. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor sinds augustus 1999 bij de school waar de leerling staat ingeschreven. De school wordt geacht zelf het contact met de zieke leerling te onderhouden en te zorgen voor onderwijs. Dat is niet altijd even gemakkelijk en daarom kunnen scholen voor ondersteuning en begeleiding een beroep doen op de Consulenten Zieke Leerlingen van Edux onderwijsadviseurs uit Breda. Voor meer informatie kunt u terecht bij de school. SCHORSING EN VERWIJDERING Schorsing en / of verwijdering van school komt gelukkig bijna nooit voor. We hopen dan ook dat we nooit een leerling hoeven te schorsen. Als een leerling zich niet gedraagt kan hij of zij in aanmerking komen voor een time out. De leerling wordt dan voor een korte periode, die kan variëren van enkele uren tot maximaal een dag, niet toegelaten tot de groep waar hij / zij zit. Dat besluit neemt de directeur van de school. Hij / zij laat dit aan de ouders weten. De betreffende leerling wordt opgevangen binnen de school. De school zorgt in dat geval voor opdrachten die op school in afzondering moeten worden uitgevoerd. Het lesproces blijft daarbij zo goed mogelijk doorlopen. Als er sprake is van ernstig wangedrag en / of herhaling daarvan kan een leerling worden geschorst. Een schorsing kan één dag tot maximaal één week duren en maximaal met één week worden verlengd. Het besluit tot schorsen wordt door de algemeen directeur gegeven na de ouders gesproken te hebben. Het besluit tot schorsing wordt ook doorgegeven aan de ambtenaar leerplichtzaken. Ook bij schorsing draagt de school zorg voor werk dat thuis wordt uitgevoerd door de leerling. Indien het wangedrag niet stopt en er geen zicht is op verbetering kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering. Het besluit tot verwijderen kan alleen door het bevoegd gezag worden genomen na de ouders gesproken te hebben. Het bevoegd gezag gaat dan met de ambtenaar leerplichtzaken en met de ouders op zoek naar een andere school waar de betreffende leerling geplaatst kan worden. Bij verwijdering wordt ook altijd de inspectie van het primair onderwijs geïnformeerd. Bij gevallen van ernstige bedreiging, fysiek gewelddadige of ongewenste handtastelijkheid, ontvreemding of vernieling van andermans eigendom zullen wij bovendien aangifte doen bij politie. Op alle SKOD-scholen is het protocol inzake schorsing en verwijdering aanwezig en kan, als u dat wilt, door u worden ingezien. TUSSENSCHOOLSE OPVANG / OVERBLIJVEN (tekst: Eskadee) Veel kinderen op de basisschool blijven tussen de middag over. Dat maakt overblijven een belangrijk onderdeel van de schooldag voor kinderen. In de gemeente Drimmelen verzorgt ESKADEE het overblijven bij de SKOD-scholen.
37
Wij vinden het belangrijk dat overblijven in een ontspannen sfeer gebeurt, zodat uw kind in alle rust kan eten. Het overblijven vindt plaats in de grote hal en wordt door het overblijfteam begeleid. De kinderen nemen zelf hun eigen lunch mee in een broodtrommel (graag voorzien van naam). Iedere ouder maakt natuurlijk zelf de keuze wat er in de lunchtrommel gaat. De scholen en ESKADEE hechten eraan te vermelden dat een gezonde en verantwoorde lunch erg belangrijk is. Na het eten kunnen ze, onder begeleiding, binnen of buiten spelen. Kortom: een goede opvang, zodat de kinderen goed aan de middaglessen beginnen. Uw kind kan op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag overblijven. In de schoolvakanties en op studiedagen is er geen overblijven. Elke basisschool heeft een eigen overblijfteam en aanspreekpunt. Het overblijfteam bestaat uit een gediplomeerde beroepskracht en een aantal overblijfkrachten op vrijwillige basis. De aanspreekpunten op de Zeggewijzer zijn mevr. Jacqueline Hüzen en mevr. Inge v/d Akker en zij zijn bereikbaar op schooldagen (m.u.v. woensdag) van 11:00 tot 13:15 uur. T: 076-5938135 E:
[email protected] Aanmelden en Administratie Uw kind kan op een vaste dag of incidenteel overblijven. Wij vragen uw kind in te schrijven. Voor de werkwijze van aan- en afmelden verwijzen wij u naar Murlen Dienstverlening, waarmee ESKADEE samenwerkt m.b.t. administratie en inschrijving. Voor contactgegevens: zie pag. 40. VOOR- & NASCHOOLSE OPVANG EN VAKANTIEOPVANG = BUITENSCHOOLSE OPVANG ( tekst: Eskadee) Het bestuur van Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen heeft met de Stichting Kinderopvang Drimmelen (ESKADEE) een overeenkomst gesloten om de buitenschoolse opvang voor de kinderen van hun scholen te regelen. Voor de kern Terheijden heeft Kinderopvang ESKADEE de BSO Windekind beschikbaar. Kinderopvang ESKADEE verzorgt naast naschoolse opvang, ook vakantieopvang en voorschoolse opvang met ontbijtservice. Als u gebruik wilt maken van buitenschoolse opvang kunt u contact opnemen met Kinderopvang ESKADEE. Ook kunt u surfen naar de website: www.eskadee.nl voor aanvullende informatie. Het centraal bureau van Kinderopvang ESKADEE kunt u vinden: Kerkdijk 9a, 4921 XC Made Postbus 153, 920 AD Made T : 0162 -686179 E :
[email protected] W : www.eskadee.nl KLEDING Niet alle mode is geschikt om op school te dragen. Op school wordt in allerlei werkvormen gewerkt. Daarbij hoort dus kleding die praktisch is en past bij de werksfeer zoals die op school heerst. Wij vragen ouders erop toe te zien dat onze leerlingen correct gekleed op school komen.
38
ONTRUIMINGSPLAN De Bedrijfshulpverleners van de school hebben een ontruimingsplan geschreven voor het geval er een calamiteit plaatsvindt. Voor u - ouders - is het belangrijk te weten waar u uw kind kunt ophalen, nadat een ontruiming heeft plaats gevonden. De kleuters (groepen 1/2 ) verzamelen op de parkeerplaats aan Klein Hulsdonk. De andere groepen gr. 3 t/m 8) verzamelen op het trapveldje oftewel het zg. ‘Blomveldje’. Daar voegen zij zich bij hun groepsleerkracht en wachten verdere instructies af. Overigens hangt dit alles sterk af van de omstandigheden zoals bijv. windrichting en rookontwikkeling. Stelt u zich ter plaatse op de hoogte. Ten minste één keer per jaar wordt het ontruimingsplan geoefend en zonodig bijgesteld. We hopen dat het bij oefenen blijft. VERZEKERINGEN Het schoolbestuur heeft voor de 6 basisscholen hetzelfde verzekeringspakket afgesloten. Het bestaat uit: een bestuursaansprakelijkheidsverzekering (specifiek voor bestuursleden) een algemene aansprakelijkheidsverzekering, ingeval medewerkers worden aangesproken voor schade die door hun nalatigheid is ontstaan een aanvullende inboedelverzekering voor alle inventaris die niet bij de zg. “1e Inrichting” hoort een inzittendenverzekering, ingeval leerlingen op excursie gaan en vervoerd worden met particuliere auto’s van ouders en/of leerkrachten Daarnaast heeft de gemeente Drimmelen verzekeringen afgesloten voor de opstallen en de inboedel (de zg. “1e inrichting”). Wilt u uw kind(eren) tegen ongevallen verzekeren, dan kunt u dat doen op individuele basis bij een verzekeringsagent, een bank of een andere tussenpersoon. Laat u tevoren wel goed inlichten over het nut van een dergelijke verzekering. Voor alle duidelijkheid nog even het volgende: De school is slechts dan aansprakelijk voor schade indien er sprake is van een verwijtbare fout. De school kan bijv. niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan een bril als er tijdens de gymnastiekles een bal tegenaan vliegt. De school is evenmin aansprakelijk voor schade die is ontstaan door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Het gaat dan bijv. om kapotte kleding die het gevolg is van een vechtpartij tussen leerlingen. HET GOEDE DOEL De school ondersteunt wisselende goede doelen. Daarbij is het uitgangspunt om tenminste enkele jaren achtereen hetzelfde goede doel te steunen. Voor de komende jaren is gekozen voor Edukans. Edukans investeert in meer onderwijsmogelijkheden voor kansarme kinderen in Derde Wereld landen. Daarnaast kunnen tussen twee verschillende projecten in, incidenteel bijdragen worden verstrekt aan andere initiatieven op het gebied van goede doelen. Onze enige bron van inkomsten is de zgn.’grote schoolviering’: een uitvoering van allerlei zang-, dans- en muziekacts door de leerlingen van onze school. De ouders die deze viering bezoeken hebben hier graag een financiële bijdrage voor over. Dat geld komt rechtstreeks ten goede aan het Goede Doel.
39
SPONSORING Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in school of bestuursverband. Op dit moment is er binnen de stichting sprake van structurele sponsoring. U moet daarbij denken aan het realiseren van de scholensportdag in Made en Wagenberg. Als incidentele vormen van sponsoring zich voordoen op schoolniveau zal de directeur van de school die het betreft het bestuur daarover direct informeren. Het bestuur zal bij beoordeling van het voorstel de volgende gedragsregels hanteren: de sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school Sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt. Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden. Sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen. Sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/ of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Een incidenteel voorstel tot sponsoring zal op schoolniveau worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de betreffende school en op bestuursniveau aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de SKOD. Zowel de oudergeleding als de personeelsgeleding heeft daarbij instemmingsrecht. Indien ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. BELANGRIJKE ADRESSEN Bestuur Stichting. Katholiek Onderwijs Drimmelen (SKOD) Bezoekadres: Romboutsstraat 72, 4921 EJ Made Postadres: Postbus 23, 4920 AA Made T: 0162-684990 W: www.skod.org E:
[email protected]
Medezeggenschapsraad t.a.v. mevr. N. de Regt, secretaris Postbus 50, 4844 ZH Terheijden T: 076-5932897 E:
[email protected]
Bestuur oudervereniging de Zeggewijzer t.a.v. Dhr. R. de Koning, secretaris Vlasweel 50, 4844 TK Terheijden T: 076-5934697; E:
[email protected]
40
Inspectie van het onderwijs E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: T 0800-8051 (gratis)
GGD West Brabant Dillehof 3, 4907 BG Oosterhout T: 0162-492080 W: www.ggdwestbrabant.nl E:
[email protected]
Logopedie Centrum Terheijden Mevr. A. Cornelissen Markstraat 4 4844 CR Terheijden T: 06-53436858 W: www.logopediecentrum.com E:
[email protected]
Edux Onderwijspartners Bezoekadres: Tolweg 11, 4851 SJ Ulvenhout Postadres: Postbus 75, 4875 AB Ulvenhout Tel.: 076-5245500 E-mail:
[email protected]
Regionaal Bureau Leerplicht Leerplichtambtenaar: mevr. A. Visscher-Bruijns Bezoekadres: Claudius Prinsenlaan 14, 4811 DK Breda Postadres: Postbus 90156, 4800 RH Breda T: 076-5298110 E:
[email protected] W: www.rblwest-brabant.nl Algemene informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs T: 0800-5010 W: www.50tien.nl
Tussenschoolse opvang Eskadee (verzorgt het overblijven op bs de Zeggewijzer) Bezoekadres: Middelmeede 38, 4921 BZ Made Postadres: Postbus 153, 4920 AD Made T: 0162-686179
Buitenschoolse opvang “Windekind” (Eskadee) Adres: Abtslaan 15b, 4844 SL Terheijden Postbus 153, 4920 AD Made T: 0162-686179 W: www.eskadee.nl
Murlen dienstverlening Bezoekadres: Raadhuisstraat 2B, 4844 AC Terheijden Postadres: Postbus 111, 4929 AC Made T: 076-5935684 W: www.murlendienstverlening.com
41
E:
[email protected]
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) gemeente Drimmelen T: 0162-690 120 (24 uur per etmaal) I: www.cjgdrimmelen.nl Wijk CJG’er: mevr. M. Steentjes E:
[email protected]
42
BIJLAGE I Activiteiten schooljaar 2013-2014 Onderwijskundige activiteiten: Een commissie heeft bij de fa. Reinders een voorlichting bijgewoond over aardrijkskundemethoden. Dat heeft geleid tot de aanschaf van ‘Grenzeloos’, een methode die digitaal is opgebouwd met boeken ter ondersteuning. Hieronder worden de belangrijkste teamgerichte nascholingsactiviteiten genoemd; voor het volledige overzicht: zie pagina 14 van het professionaliseringsplan 2014-2015. De leerkrachten van de onderbouw zijn verder gegaan met de implementatie van “Kijk’, een uitgebreid kindvolgsysteem. Zij werden bij de implementatie ondersteund door een medewerker van Edux onderwijsadviseurs. Het hele team, inclusief de onderbouwleerkrachten, hield zich bezig met onderwijsbehoeften, groepsoverzichten, groepsplannen en het onderwijsperspectief als bouwstenen van de 1 Zorg route/HGPD ter voorbereiding op Passend Onderwijs. Een commissie heeft ‘Klaar over’ gekozen als nieuwe methode voor verkeerseducatie. Ter afsluiting van een vijftiental jaren Weer Samen Naar School werd door het hele team deelgenomen aan een studiedag in het Willem II stadion, waar vele workshops en lezingen werden bijgewoond. Naast teamgerichte nascholing werd er op leerkrachtniveau deelgenomen aan vele nascholingsactiviteiten. Deze activiteiten hadden o.a. te maken met: een opleiding tot taalcoördinator, basisbekwaam Magistrum, een opleiding tot gedragsspecialist, Esis B, groepsplan lezen, schoolondersteuningsprofiel mentorenstraining, protocol dyslexie, BHV en faalangstreductietraining. De schoolleiding werkte aan zijn persoonlijke ontwikkeling met een externe deskundige als sparring partner. Daarnaast werden door het schoolmanagement nascholingsactiviteiten gevolgd over de volgende onderwerpen: rekenprotocol, confronterend coachen, , mediation, digitale personele en financiële administratie, handelingsgericht diagnosticeren. Het functioneren van directeur en personeelsleden werd besproken tijdens de zg. ‘resultaat & ontwikkel gesprekken’ waarin ook het persoonlijk ontwikkelplan aan de orde kwam. Dit alles als onderdeel van de gesprekkencyclus. Overige ‘schoolse’ zaken: Het managementteam heeft een gespreksavond georganiseerd met een klankbordgroep ouders over de uitkomsten van het oudertevredenheidsonderzoek. Vanuit het provinciale instituut Kunstbalie werd een kunstmenu afgenomen. Voor alle kinderen was er in de vorm van drama, dans, literatuur, muziek en/of beeldend een activiteit. Het betrof een afwisselend en boeiend programma. De luizenbrigade heeft er mede voor gezorgd dat het luizenprobleem vrijwel onder controle is. De brigade bestaat uit (een) vaste ouder(s) per groep. Na elke vakantie werden alle kinderen gecontroleerd en ouders werden door de leerkracht per omgaande geïnformeerd, indien luizen geconstateerd werden. Gelukkig was dat slechts enkele keren nodig. Tijdens een zestal vergaderingen werden een aantal onderwerpen volgens
43
een rolagenda behandeld in de medezeggenschapsraad. De directeur was daarbij als adviseur aanwezig. Met het bestuur van de oudervereniging was er maandelijks overleg over allerlei organisatorische en andere onderwerpen. Er waren dit jaar diverse stagiaires actief op de Zeggewijzer. Ze kwamen van Avans Hogeschool Pabo Breda, Cios Breda/Goes, het Vitalis College het Dongemond College, en het Newman College.
Bovenschoolse zaken: De heer Robert-Jan Koevoets, de algemeen directeur van SKOD, was regelmatig op school voor bilateraal overleg. De directeuren van SKOD namen deel aan een studie-2-daagse waar de volgende onderwerpen aan bod kwamen: de bestuursstructuur, strategisch beleid en persoonlijk leiderschap. Tijdens het IDO (interscholair directie overleg) overlegden de 6 SKOD directeuren maandelijks over velerlei onderwerpen. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.) kwam 6 keer bij elkaar, steeds op een andere SKOD school. In het kader van de 4e fase Functiemix zijn op de Zeggewijzer twee leerkrachten aan het einde van het schooljaar benoemd in salarisschaal LB. In het samenwerkingsverband van WSNS (Weer Samen Naar School) volgden directeur en interne coördinator leerlingenzorg een aantal vergaderingen van de betreffende netwerken. Ook woonden ze de studiedagen van het samenwerkingsverband bij, welke voornamelijk gericht waren op de voorbereidingen van de invoering van Passend Onderwijs. Belangrijk onderdeel vormde het opstellen van een schoolondersteuningsprofiel. Op basisschool de Stuifhoek in Made kwamen op vrijdagochtend een aantal leerlingen uit de gr. 4/5 en 6/7 van de 6 SKOD basisscholen bij elkaar voor de Plusklas. Het programma bestond uit drie blokken van 7 lessen met cursusachtige onderdelen, welke door specialisten werden gegeven. Vertegenwoordigers van de Zeggewijzer namen deel aan de professionele netwerken van SKOD. Die netwerken zijn er voor directeuren, ict coördinatoren, interne begeleiders, SVIB-ers en de interne cultuurcoördinatoren. Ze treffen elkaar zo’n 2 tot 6 keer per schooljaar. Directeuren en interne begeleiders passen intervisie toe binnen hun gremia. Het Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt een gezicht in de persoon van Marianne Steentjes, een bekende in Terheijden. De Zeggewijzer heeft één signaal doorgezet naar het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd”, een provinciaal digitaal signaleringssysteem waar o.a. basisscholen ernstige zorgen over kinderen kwijt kunnen. Verdere activiteiten De oudervereniging kende een goed jaar waarin samen met het team in een aantal commissies enthousiast werd gewerkt om voor de leerlingen gezellige en sportieve activiteiten op te zetten. Ook als het weer tegenwerkte, en dat gebeurde helaas enkele keren, werd daar flexibel mee omgegaan en werden er snel alternatieve programma’s uitgezet. Na afloop van de jaarvergadering van de OV hield Sabine Louwerens van Edux onderwijsadvies een interessante lezing over de sociaal emotionele ontwikkeling van het oudere basisschoolkin. De oudervereniging bezorgde de leerlingen van groep 3 weer een onvergetelijk feest met de bosspeldag;
44
De ‘versierouders’ hebben het interieur van de school verschillende keren fraai aangepast aan het seizoen of aan de actuele feesten; Dezelfde ouders als in voorgaande jaren gaven vorm aan de Pennewijzer en aan de website; Steeds meer informatie vindt zijn weg naar de ouders via e-mail of via de website van de school; De klussengroep had het wat lastig, de animo om de vrije zaterdag een paar keer e besteden aan klein onderhoud was wat minder. En dat is jammer, want door tijdig zaken te repareren worden hoge kosten voorkomen. De oudervereniging deed mee aan de vrijwilligersactie NL Doet. Met veel groot materieel werd de zandbak leeg gehald en vervolgens voorzien van nieuw zand, dat door NL Doet werd bekostigd. De schoolfotografen maakten het mogelijk dat naast een regelmatige verversing van de sfeerpagina op de website van de school, ook alle foto’s die gemaakt werden digitaal beschikbaar kwamen voor ouders en leerlingen; Alle feesten zoals Sinterklaas, Kerst, Carnaval en Pasen werden in het eigen schoolgebouw gevierd, waarbij de aankleding van het podium er steeds professioneler uit komt te zien. Alle deelnemers van gr. 7 aan de typecursus zijn geslaagd; Veel Zeggewijzer leerlingen en enkele leerkrachten van onze school kleurden het deelnemersveld groen tijdens de Terheijdenloop; De weergoden waren de spel-/sportdag dit jaar niet zo gunstig gezind. De geplande dag in het najaar kon niet doorgaan en werd verzet naar het voorjaar. Uiteindelijk kwam het allemaal nog goed met dank aan de enthousiaste vrijwilligers. We waren met wisselend sportief succes aanwezig bij een aantal toernooien buiten en binnen; Voor de kleuters was het jaarlijkse Juffenfeest een geweldige belevenis; Kinderen van groep 7 slaagden allemaal voor het verkeersexamen (praktisch en theoretisch); De schoolverlaters zorgden voor een fijne sfeer tijdens de drie dagen dat zij op schoolkamp waren in het Kraanven in Kaatsheuvel, waarbij het prachtige weer de stemming nog eens verhoogde. Vele ouders genoten tijdens een druk bezochte Grote Schoolviering van hun kind; de opbrengst was ook dit jaar voor Edukans; Veel leerlingen en ouders liepen mee in de wandelvierdaagse Het schoolfeest vond plaats met mooi weer en dat kwam goed uit met Jungle als thema. De organisatie was dit jaar grotendeels in handen van een aantal jonge studenten van het ROC. Toch konden zij de hulp van veel ouders en leerkrachten heel goed gebruiken. Het resultaat was een prima schoolfeest. Op een gezellige woensdagavond bij een van de leerkrachten thuis, werden alle ouders bedankt die tijdens het schooljaar op de een of andere manier hun steentje hadden bijgedragen; Groep 8 bracht weer een sprankelende afscheidsmusical op het toneel. Met de andere onderdelen van de avond was het een mooi afscheid van de basisschool. Het bestuur van de oudervereniging was de steun en toeverlaat van het personeel bij het organiseren van allerlei leuke activiteiten voor de leerlingen.
45