Schoolgids Joost van den Vondel Schooljaar 2015-2016
website: www.vondel.net
Voorwoord De tijd die een kind op de basisschool doorbrengt is een belangrijke periode. Een belangrijke periode voor kinderen, maar ook voor u als ouder. Er verandert veel: uw kind gaat nu overdag naar school en u geeft een stukje verantwoordelijkheid uit handen. Daarom is het zo belangrijk dat u een school kiest waar u als ouder ook alle vertrouwen in heeft. Deze schoolgids is bestemd voor de ouders en verzorgers van leerlingen van onze school, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen. De richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn leidraad geweest bij de samenstelling van de gids. De schoolgids wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld en daarna wordt de Medezeggenschapsraad om instemming gevraagd. Vervolgens wordt de schoolgids op de website geplaatst. Ouders die een papieren versie willen ontvangen, kunnen deze opvragen bij de administratie. In deze schoolgids kunt u lezen wat u van de Joost van den Vondel mag verwachten. We vertellen over de dingen die wij belangrijk vinden en waar wij trots op zijn, hoe wij werken met de kinderen en over de kwaliteit van het onderwijs dat we geven. Hoe meer u weet over de dingen die we doen op school, hoe beter we kunnen samenwerken op het gebied van opvoeding en onderwijs. Naast de schoolgids krijgt iedere ouder aan het begin van het schooljaar een schoolfolder uitgereikt. In deze folder vindt u alle belangrijke zaken die in dat cursusjaar aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan: studiedagen, de gesprekken op maat en nieuwe jaarbijeenkomst, projecten en vakanties. Wij hopen u op deze manier een zo volledig mogelijk beeld van het schooljaar te geven, zodat u niet ineens voor verrassingen komt te staan. Ons streven is om zo weinig mogelijk van de jaarkalender af te wijken. Als u na het lezen van de schoolgids nog vragen heeft, kunt u natuurlijk altijd terecht bij de directie en het team van de school. Augustus 2015, Alex van den Berg Directeur Viola Walsma Adjunct-directeur
2
Inhoud Voorwoord ......................................................................................................................... 2 1. De school ................................................................................................................................ 5 1.1 Schoolgegevens openbare basisschool Joost van den Vondel ..................................... 5 1.2 Gegevens groepsleerkrachten ....................................................................................... 6 1.3 Gegevens medezeggenschapsraad ................................................................................ 7 1.4 Gegevens oudervereniging ........................................................................................... 7 1.5 Gegevens Meerkring .................................................................................................... 8 2. Historie en achtergrond .......................................................................................................... 9 2.1 Historie ......................................................................................................................... 9 2.2 Huisvesting ................................................................................................................... 9 2.3 Stichting Meerkring...................................................................................................... 9 3. Waar staat de Joost van den Vondelschool voor? ................................................................ 10 3.1 Missie en visie (omschreven in schoolplan 2015-2019) ............................................ 10 3.2 Aansluiting bij missie en visie van Meerkring ........................................................... 14 3.3 Onderwijs ................................................................................................................... 15 3.4 Pedagogisch klimaat - Gedragsregels en pestprotocol ............................................... 17 3.5 Overzicht van de door de school gebruikte methoden ............................................... 18 4. De schoolorganisatie ............................................................................................................ 19 4.1 Team / Personeel ........................................................................................................ 19 4.2 Beleid groepsindeling ................................................................................................. 20 4.3 Schooltijden en schoolvakanties ................................................................................ 20 4.4 Aanname van nieuwe leerlingen ................................................................................ 21 4.5 Leerplicht ................................................................................................................... 23 4.6 Omgaan met privacygegevens ................................................................................... 24 4.7 Sponsoring en reclame ............................................................................................... 24 5. Het onderwijs ....................................................................................................................... 25 5.1 Resultaten ................................................................................................................... 25 5.3 Taal ............................................................................................................................. 27 5.4 Rekenen ...................................................................................................................... 27 5.5 Zaakvakken en Engels ................................................................................................ 27 5.6 Huiswerk .................................................................................................................... 28 5.7 Computers en techniek ............................................................................................... 28 5.8 Sport ........................................................................................................................... 28 5.9 Levensbeschouwing en godsdienst ............................................................................ 29 5.10 Zorg .......................................................................................................................... 29 6. Het personeel ........................................................................................................................ 32 6.1 Personeelsbeleid ......................................................................................................... 32 6.2 Vervanging bij ziekte en afwezigheid ........................................................................ 32 6.3 Opleidingsschool (begeleiding en inzet van stagiaires) ............................................. 32 6.4 Nascholing .................................................................................................................. 33 7. De ouders.............................................................................................................................. 34 7.1 Betrokkenheid en meewerken .................................................................................... 34 7.2 Oudervereniging (OV) ............................................................................................... 34 7.3 Informatieverstrekking en communicatie ................................................................... 36 8. Medezeggenschapsraad (MR) .............................................................................................. 39 9. Andere schoolspecifieke zaken ............................................................................................ 40 9.1 Schoolactiviteiten ....................................................................................................... 40 3
9.2 Eten in de pauze ......................................................................................................... 40 9.3 Klachtenregeling/oplossen van problemen ................................................................ 40 9.4 Schoolverzekeringen en aansprakelijkheid ................................................................ 41 9.5 Buitenschoolse opvang ............................................................................................... 41 9.6 Da Vinci-klas .............................................................................................................. 42 9.7 Masterclass bij het Corderius College ........................................................................ 42 9.8 Wisseling van school .................................................................................................. 42 10. Afkortingen ........................................................................................................................ 44 Bijlage 1 De GGD voor kinderen in het basisonderwijs .................................................. 46 Bijlage 2 Afspraken bij tussentijdse wisseling van basisschool ...................................... 48
4
1. De school 1.1 Schoolgegevens openbare basisschool Joost van den Vondel Adres school Openbare Basisschool Joost van den Vondel Huijgenslaan 41 3818 WB Amersfoort tel. 033-4617997 e-mail:
[email protected] www.vondel.net Functie Directeur Adjunct Bouwcoördinator gr 1-2 Bouwcoördinator gr 3,4,5 Bouwcoördinator gr 6,7,8 Intern begeleider (gr 1 t/m 4) Intern begeleider (gr 5 t/m 8) Administratief medewerker Schoolopleider Schooltijden Groep 1 t/m 3
Groep 4 t/m 8
Wie Alex van den Berg Viola Walsma Marianne van Linschooten Stance Grasveld Reinoud Bos Jolanda Bouman Karin van Dijk Jan Peek Lidewij Boekenoogen
Ma, Di, Do Wo, Vr
8.30 - 14.45 uur 8.30 - 12.15 uur
Ma, Di, Do, Vr Wo
8.30 - 14.45 uur 8.30 - 12.15 uur
Kleine Pauze Groep 1 en 2 3, 4 en 5 6,7, en 8
Grote pauze Groep 1, 2, 3 en 4 gr 4 en 5 op vrijdag 5 t/m 8
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Tijd 9.00-10.00 uur/11.00-12.00 uur 10.35-10.50 uur, tot Kerst groep 3 tot 11.05 10.15-10.30 uur
Lunch 12.15-12.45 uur 12.35-13.05 uur 12.00-12.15 uur
5
Buitenspelen 12.45-13.15 uur 13.05-13.35 uur 12.15-12.45 uur
Gymnastiekrooster Tijd 8.30 9.15 9.15 10.00 10.00 10.45 10.45 11.30 11.3012.15 12.15 13.00
- 8a
Dinsdag Tijd 8.309.15 9.15-10.00
- 7a
10.00-10.15
- 7b
10.15-11.00
6b
11.00-11.45
- 6a
11.45-12.30
Groep – 8b
Pauze
13.15 14.00 14.00 14.45
- 5b
Woensdag Groep Tijd Groep Kleuters groepen 2 in 8.304a grote zaal 9.15 (2e les) Kleuters groepen 2 in 9.154b grote zaal 10.00 (2e les) Pauze/zaal ombouwen 10.00- MRT 10.45 4a 10.45- 3a 11.30 (2e les) 5a 11.30- 3b 12.15 (2e les) 6a
Donderdag Tijd 8.30-9.15
Groep 4b
9.15-10.00
5b
10.00-10.15 10.15-11.00
6b
11.00-11.45
7a
11.45-12.30
7b
12.30-13.15
Zaal om bouw 3b 3a
Pauze
13.15-14.00 14.00-14.45
8b 8a
13.15-14.00 14.00-14.45
– 5a
Opmerkingen: • Gymlessen op dinsdag, woensdag en donderdag door vakleerkracht • 2x les van vakleerkracht: groepen 3 en 4 • Twee halve groepen 1-2 samengevoegd tot een groep 2 voor gymles
1.2 Gegevens groepsleerkrachten Leerkracht Bernadette Reijmers Jitske Bouwman Marianne van Linschooten Lianne Snoeij Saskia Slootweg Bianca Kas Cecille van den Hoogen Reina Klouwen-Kuizinga Manon Schuyling Ashley Bosch Ak Schimmel Stance Grasveld Gerry Staarink-Rothman Deborah Mulder Leonie Obijn
Groep 1-2a (ma, di, do en vr) 1-2a (wo) + 1-2c (do, vr) 1-2b (ma, di, wo) 1-2b (do, vr) 1-2c (ma, di, wo) 1-2d (ma t/m vr) 3a (ma, di, wo) 3a (do, vr) 3b (ma, di, wo) 3b (do, vr) 4a (ma, di, wo, vr) 4a (do) + 4b (ma, di) 4b (wo, do, vr) 5a (ma, di) 5a (wo, do en vr)
6
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] b.kas@vondel
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Marita Nijboer Jos Horsting-van Pol Piet Dukker Bertine Stoop Eida Osinga Nena Gresnigt Emma Beeker Cindy van Eekelen Esther Slijpen Lotte Mulderij Reinoud Bos Cynthia Liebregt Lidewij Boekenoogen
5b (ma, di, wo en vr) 5b (do) 6a (ma, di, wo) 6a (do, vr) 6b (ma, di, wo) 6b (do, vr) 7a (ma, di, wo) 7b (do, vr) 7b (ma, di) 7b (wo, do, vr) 8a (ma t/m vr) 8b (ma, di en vr) 8b (wo, do)
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Suze van den Boogert Aleida Nota Jan Peek
extra werkzaamheden Vakleerkracht beweging administratie
[email protected] [email protected] [email protected]
1.3 Gegevens medezeggenschapsraad Functie Voorzitter, Ouderlid Ouderlid Ouderlid Ouderlid Ouderlid Lid personeel Lid personeel Lid personeel Lid personeel Lid personeel
Lid Jonas Kramer Ilse Meesterburrie Xeno Yurtgulu Annemarie Viergever Frank Boelsma Manon Schuyling Lotte Mulderij Emma Beeker Gerry Staarink Aleida Nota
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
1.4 Gegevens oudervereniging Functie Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid TSO Lid Commissies
Lid Jeroen van Wijk Miriam Wiltinge Robert Jan Wasch Khadija Moussaoui Frans Boers
OV Joost
[email protected] Tussenschoolse opvang
[email protected] Commissies OV Joost
[email protected] De commissies en de samenstelling daarvan wordt op de website geplaatst
7
Voor contact met of vragen aan commissies, wijzigingen in de commissiesamenstelling, telefoonnummers of emailadressen, kunt u contact opnemen met de coördinator van alle commissies: Frans Boers via
[email protected]. Voor alle overige vragen kunt u mailen naar
[email protected]
1.5 Gegevens Meerkring Adres Meerkring Amsterdamseweg 41 3812 RP Amersfoort tel. 033-4799817 e-mail:
[email protected] www.meerkring.nl College van Bestuur Functie Wie Werkveld Algemeen Directeur Willem Kuijpers Aansturing schooldirecteuren Adjunct Directeur Christian van den Brink Interne bedrijfsvoering, stafbureau Stafmedewerker Louwiek Moltmaker P&O Stafmedewerker Coen Peeren Organisatie en Beheer Stafmedewerker Else Rietveld Management assistent Stafmedewerker Marc Beekuizen Financiën Peter Sels De Raad van Toezicht Functie Voorzitter Vice-voorzitter lid lid Lid Lid Lid
Wie Petra Hoogerwerf Marton de Pinth Liesbeth Hörmann Ingrid Groenendijk Lex van Eindhoven vacature vacature
8
aansturing
2. Historie en achtergrond 2.1 Historie De school heeft een rijke historie. In 1931 is de school gebouwd. Voor die tijd was er aan ‘het laantje’ tussen de Vondellaan en de Huijgenslaan een ‘Derde Openbare Lagere school’. De school werd in de volksmond ook wel ‘de school aan het laantje’ genoemd. In 1977 werd er een nieuwbouwvleugel aangezet met vier lokalen en een kleuterspeelzaal. In 2007 is met veel verve het 75-jarig jubileum gevierd. In de jaren negentig steeg het leerlingaantal explosief en was er in 1993 een noodlokaal op het schoolplein nodig om de toestroom van leerlingen op te vangen. In het schooljaar 2000-2001 heeft de Vondelschool een tweede verdieping gekregen om ruimte te bieden aan 14 groepen. In 2005 zijn een tweetal lokalen en een teamkamer aangebouwd als souterrain. Het hoofdgebouw bestaat op dat moment uit 14 groepslokalen, een gemeenschappelijke ruimte en een speellokaal voor de kleuters. Direct naast het gebouw aan de Huijgenslaan ligt onze gymzaal. Sinds 2000 heeft de school gebruik gemaakt van verschillende dependances, eerst aan de Boslaan vervolgens aan de Van Marnixlaan en tenslotte aan de Beetslaan. In de periode mei t/m augustus 2013 zijn er opnieuw twee lokalen op de hoofdlocatie bijgebouwd, waardoor er vanaf het schooljaar 2013-2014 geen gebruik meer gemaakt hoeft te worden van de dependance. Op de teldatum van 1 oktober 2014 telde de school 406 leerlingen De kinderen komen uit het Bergkwartier, Leusderkwartier en het Vermeerkwartier, maar ook uit de binnenstad en het Soesterkwartier. De helft van de kinderen woont binnen loopafstand van de school, de andere kinderen wonen verder weg. De school heeft mede daarom een verkorte schooldag ingevoerd.
2.2 Huisvesting De Joost van den Vondel ligt in Amersfoort-Zuid. Het nabije voedingsgebied van de school wordt begrensd door de Leusderweg, Utrechtseweg en Hugo de Grootlaan. Het gebouw ligt in de wijk Nederberg. De locatie is gelegen in een bosrijke omgeving, ‘Klein Zwitserland’ en ‘Nimmerdor’ zijn vlakbij.
2.3 Stichting Meerkring Onze school valt samen met nog 16 andere scholen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van Stichting Meerkring. Het bestuur van Meerkring is het bevoegd gezag van onze school. Meerkringscholen zorgen voor maatschappelijk betrokken en eigentijds hoogwaardig onderwijs in een veilige leeromgeving en in een inspirerende sfeer. Dit doen ze door te bouwen en te vertrouwen op de kracht van leerlingen, leerkrachten, ouders en samenleving. Kinderen halen het beste uit zichzelf en weten wat inzet en respect voor elkaar betekenen. Alle Meerkringscholen hebben typische en unieke eigenschappen, en bieden in gezamenlijkheid het meest passende onderwijs voor alle kinderen uit Amersfoort en de regio. Meerkring staat voor: ontwikkelen - ontmoeten - ontplooien. Wilt u weten wat Meerkring voor onze school en uw kind betekent, kunt u dit vinden op de website www.meerkring.nl
9
3. Waar staat de Joost van den Vondelschool voor? 3.1 Missie en visie (omschreven in schoolplan 2015-2019) Openbare basisschool Joost van den Vondel is een plek waar iedereen zo veel mogelijk zijn talenten en vaardigheden kan ontplooien en ontwikkelen en waar men elkaar in een veilige omgeving kan ontmoeten. We zorgen voor eigentijds, maatschappelijk betrokken onderwijs in een veilige leeromgeving. We begeleiden onze leerlingen tot verantwoordelijke- , zelfstandige- en evenwichtige personen die zo goed mogelijk hun plaats kunnen vinden in de maatschappij. Ze kijken terug op een warme en fijne basisschooltijd waarin eisen zijn gesteld, maar waar ook veel gelachen is. Kernwaarden Op de Joost van den Vondel hechten we de meeste waarde aan de volgende kernwaarden: - Kwaliteit - Open houding - Samen verantwoordelijk - Klassikaal onderwijs met aandacht voor verschillen en respect voor jezelf, elkaar en de omgeving Geloven in ieders kracht Kinderen worden gestimuleerd te ontdekken wie ze zijn, wat ze kunnen en wat ze willen. Leerkrachten geven ieder kind persoonlijke aandacht en betrekken ouders bij de ontwikkeling van het kind. De kinderen leren van elkaars verschillen en die diversiteit mag er zijn. We leveren hoogstaande onderwijskwaliteit en onze Cito-scores van groep 8 zijn boven het landelijk gemiddelde. Naast het werken aan de cognitieve ontwikkeling stimuleren we ook de sociaal- emotionele- en motorische ontwikkeling van het kind. Uitgaan van gezamenlijke verantwoordelijkheid Samen wordt gewerkt aan een inspirerende sfeer die enthousiaste en trotse kinderen oplevert. Kinderen die het beste uit zichzelf halen, weten wat inzet, respect voor elkaar en een gezamenlijke verantwoordelijkheid betekent. De Joost van den Vondel bouwt en vertrouwt op de kracht van samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten, ouders en samenleving. We brengen kinderen respect bij, voor zichzelf, voor de mensen om zich heen en voor de natuur. Onze ouders helpen veel in de school. We hebben een prachtige schooltuin in de binnenplaats en geven extra activiteiten samen vorm in onder andere projecten, het kunstmenu, de koningsspelen en met sinterklaas en kerst. Het team van de Joost van den Vondelschool heeft uitgesproken dat de basis van het onderwijs op de school ligt in de vragen: ‘Wat kunnen wij voor het kind betekenen?’ en ‘Hoe kunnen wij de beste voorwaarden voor de ontwikkeling van het kind scheppen?’ De rol van de leerkracht is hierbij het belangrijkst. Deze gedachte wordt weergegeven in de volgende uitspraak:
10
3.1.1. De ambities en strategische beleidsdoelen van onze school Onze ambities Om richting te kunnen geven aan de ontwikkeling van de Joost van den Vondel in de komende jaren is de missie tot aan het einde van de schoolplanperiode 2015-2019 aangescherpt en in doelstellingen aangegeven. Onze plannen en activiteiten zijn er op gericht om de OBS Joost van Vondel aan het einde van de schoolplanperiode herkenbaar te laten zijn als: Een school waar kinderen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leren. Zij stellen samen met leerkrachten en ouders hun onderwijsarrangement vast aan de hand van de landelijk afgesproken doelen, hun intelligentie en hun talenten. Een school waar een veilig, prettig klimaat heerst. Dit wordt bereikt doordat kinderen, leerkrachten en ouders samen optrekken. Er zijn duidelijke afspraken en iedere geleding voelt zich daar verantwoordelijk voor. Een school die aantoonbaar hoge opbrengsten behaalt op cognitief gebied. Zichtbaar gemaakt in de vaardigheidsscores van ieder kind. Een school die zich profileert als een school die maatschappelijk betrokken is en zich richt op een duurzame samenleving. Zaakvakken en projecten zijn daarop gericht en kunnen daaraan gerelateerd worden, gericht op kansen en bedreigingen voor de toekomst van de kinderen. Een school met een creatief aanbod dat ook extern zowel ondersteunt als uitgedragen wordt (workshops, tentoonstellingen, optredens, schooltuin)
11
Een school waar het bewegingsonderwijs een hoge prioriteit heeft en zoveel mogelijk lessen gegeven worden door een vakleerkracht. Een school met (in principe) homogene groepen waarin de nadruk ligt op verdieping en verbreding i.p.v. versnelling. Een school waar kinderen en leerkrachten gebruik kunnen maken van nieuwe technologieën (uiteraard afhankelijk van de financiële mogelijkheden). Een school waarin leerkrachten zich ontwikkeld hebben als programmaontwerpers, begeleiders van leertrajecten en uitdagende lesgevers. Een school waar het team gebruik maakt van elkaars talenten en zich verantwoordelijk voelt voor het geheel. Een school waar voor zoveel mogelijk kinderen plaats is. Voor kinderen waarvoor geen passend onderwijsarrangement mogelijk is, wordt samen met ouders een andere school gezocht. Een school die het belangrijk vindt dat er goede nieuwe collega’s in het onderwijs komen. De school is daarom gecertificeerd als opleidingsschool/academische basisschool. Een school waarin het team zich laat inspireren door en openstaat voor nieuwe, bewezen inzichten. Om de visie en missie daadwerkelijk vorm te kunnen geven, gaat het team van twee basisvoorwaarden uit: Vertrouwen tussen alle geledingen (leerlingen, ouders, team, bestuur) Rust, orde en netheid binnen de school. Voor zover deze nog niet of niet in voldoende mate aanwezig zijn, zal hieraan eerst gewerkt moeten worden. 3.1.2 Onze strategische beleidsdoelstellingen Om het streefbeeld van 2019 waar te kunnen maken, hebben we voor iedere geleding een aantal verwachtingen geformuleerd. Ook hier geldt dat voor zover deze nog niet of niet in voldoende mate vervuld zijn, hier eerst aan gewerkt moeten worden. Onze verwachtingen zijn: Kinderen: die medeverantwoordelijk zijn voor de regels en afspraken in de groep die inbreng hebben in het lesprogramma die zelfstandig aan taken kunnen werken, zowel met als zonder toezicht van de leerkracht die verantwoordelijk leren te zijn voor hun werk – wel of geen instructie volgen, zelf nakijken, aan eisen leren voldoen. Een team: dat de missie/visie onderschrijft, er invulling aan wil geven en uitdraagt naar buiten dat met passie en plezier les geeft dat er voor de kinderen wil zijn dat zich verantwoordelijk voelt voor de lesstof dat een uitdagende leeromgeving weet te creëren
12
dat in staat is om professioneel samen te werken en vertrouwen heeft in elkaar dat een goede balans weet te vinden tussen gevoel en rede dat zich gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de kinderen en de resultaten dat positief over kinderen en hun mogelijkheden praat en denkt dat ouders als partners ziet in het inhoud geven aan de ontwikkeling van het kind dat zich onderwijsinhoudelijk blijft ontwikkelen (een leven lang leren) en de blik ook naar buiten heeft.
Ouders: die kennis hebben van de missie/visie van de school die kennis hebben van en zich houden aan de schoolafspraken die de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school weten/kennen die mede zorg dragen voor een goede communicatie die school als partner zien in het inhoud geven aan de ontwikkeling van hun kind. Een managementteam: dat de missie/visie bewaakt en levend houdt dat veranderingen/aanpassingen gestructureerd doorvoert (draagvlak, belasting) dat leerkrachten ondersteunt, coacht, begeleidt, aanspreekt dat zorgt voor scholingsmogelijkheden dat zorgt voor een verantwoord taakbeleid dat waakt over de sfeer en teamvormende activiteiten organiseert dat er voor zorgt dat successen gevierd worden, zowel intern als extern dat zorgdraagt voor een verantwoorde administratieve belasting van de leerkracht. dat de helikopterview heeft en waar nodig bijstuurt dat zorgt draagt voor een goede uitvoering van de gesprekkencyclus dat de missie/visie uitdraagt en behartigt bij het bestuur dat zichtbaar in de school aanwezig is dat zorgt voor balans in vernieuwen en borgen dat de facilitaire mogelijkheden en onmogelijkheden duidelijk aangeeft dat mogelijkheden en onmogelijkheden van het bestuur aan het team duidelijk maakt. Een bestuur: dat oog heeft voor de ontwikkeling van de school zorgt voor een goed personeelsbeleid facilitair ondersteunt en meedenkt. 3.1.3 Onze voornemens voor de komende vier jaar De komende vier jaar gaan we ons richten op: Project Ouderbetrokkenheid (Samen optrekken) uitbouwen. Het project leidt tot certificering van de stichting LLO (Leerling Leerkracht Ouder) Opbrengstgericht werken en zorg voor leerlingen. Ervaringen en resultaten rondom leerlingen verfijnen. Uit ParnasSys en eigen analyses, zaken toepassen en verder uitbouwen. Zodat opbrengstgericht werken, leerresultaten volgen en inspelen op individuele onderwijsbehoeften van leerlingen geen loze beloften worden.
13
Leerkrachten hebben het klassenmanagement geprofessionaliseerd, zodat directe instructie geven, met dag- weektaken werken, en werken in projecten geen geheimen meer voor ons heeft. Het aanvullen van het beleid voor meer- en hoogbegaafden. Verdere expertiseontwikkeling bij het team, voorlichting en samenwerking met ouders, materialen en keuzemogelijkheden voor kinderen en samenwerking met Da Vinci-klas. Koppeling met dag- en weektaken. Onderwijsaanbod aanpassen. Invoeren van nieuwe methodes, werken met projecten. Pedagogisch klimaat: Vreedzame School, voeren van kindgesprekken Opleidingsschool verder uitbouwen. 21e Century skills – waaronder het toepassen van nieuwe mogelijkheden op ICT/technologie gebied binnen het onderwijs. De blik van buiten naar binnen halen. Modern onderwijs geven.
3.2 Aansluiting bij missie en visie van Meerkring Als openbare basisschool in Amersfoort, zijn wij onderdeel van de Stichting Meerkring. De missie en visie van Meerkring is omschreven aan de hand van 6 O’s Ontwikkelen Meerkringscholen dragen de nodige kennis aan om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op vervolgonderwijs. De leerkrachten leren kinderen gebruik te maken van hun talenten en kwaliteiten en stimuleren hen deze verder te ontwikkelen. Veel aandacht is er voor cognitieve en sociale ontwikkeling. En daarnaast ook de creatieve, expressieve, motorische en muzikale ontwikkeling. Uitgangspunt is wat het kind kan, niet wat het kind niet kan. Ontmoeten Op Meerkringscholen wordt de ontmoeting actief gestimuleerd. Ontmoeting tussen de veelkleurigheid in de maatschappij, cultuur en levensbeschouwing van mensen; kinderen, leerkrachten, ouders en de wereld om hen heen. In Meerkringscholen hebben verschillen juist een meerwaarde en is er ruimte en respect voor ieders overtuiging. Kinderen worden rijker van deze ontmoetingen en leren denken in gelijkwaardigheid. Ontplooien Meerkringscholen laten kinderen zien dat de wereld groter is dan thuis en school. Kinderen worden opgevoed naar democratisch burgerschap en voorbereid op de uitdagingen van de maatschappij waarin ze leven. Zodanig dat ze zich erin thuis voelen en er volwaardig aan deelnemen. Meerkringscholen vinden het belangrijk dat kinderen leren nadenken en leren hoe ze hun eigen gefundeerde mening kunnen vormen. Zo beginnen kinderen hun eigen leven zelf vorm te geven. Opvoeding Meerkringscholen vinden dat opvoeden in beginsel de taak is van ouders. Op school komen kinderen echter andere omstandigheden tegen dan thuis. Meerkringscholen zien zichzelf als verlengstuk van ouders en zien het als taak een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het sociale en emotionele gedrag van kinderen. Meerkringscholen weten wat normen en waarden betekenen, zoals verdraagzaamheid en solidariteit. En hoe je daarmee omgaat in de klas, op school en daarbuiten.
14
Omgeving en veiligheid Meerkringscholen zorgen voor een veilige omgeving. Een plek waar wordt geluisterd en waar iedereen serieus wordt genomen. Een plek die ruimte biedt aan iedereen. Waar aandacht is voor gezondheid, sporten en verantwoord eten. Een sfeervolle omgeving met duidelijke leefregels en structuur, waar iedereen zich prettig voelt. Opvang en zorg Meerkringscholen volgen ieder kind op de voet en zorgen voor een persoonlijke, zorgvuldige opvang en begeleiding. Elk kind is verschillend, heeft een ander tempo of temperament, is soms hoogbegaafd of misschien zwakker begaafd, heeft dyslexie of een (lichte) vorm van autisme. Meerkringscholen zorgen voor passend onderwijs dat nauw aansluit bij de behoefte van ieder kind. Kernwaarden voor Meerkringscholen zijn: Open - Contrastrijk - Verfrissend - Samenwerkend Stimulerend - Zelfredzaam – Kwaliteit
3.3 Onderwijs 3.3.1 Huidige aanbod onderwijs Activiteiten in de kleuterfase Ons onderwijs voor kinderen in de groepen 1 en 2 gaat er van uit dat het kind door zijn spel de wereld om zich heen leert begrijpen en zijn plaats daarin leert vinden. Wij bieden daarom de kinderen die spelsituaties aan, die uitnodigen tot gevarieerde spelervaringen. Op het gebied van taal, denken, bewegen, muziek en expressie gebeurt dit in nauw contact en samenwerking met andere kinderen. De dagindeling van een kleutergroep ziet er als volgt uit: Elke ochtend en middag wordt een uur bewegingsonderwijs gegeven en een uur gewerkt met materialen. Werken met materialen doen de kinderen alleen of in groepjes. Iedereen krijgt hiervoor instructies. Er wordt gewerkt met ontwikkelingsmateriaal zoals puzzels, lotto’s en constructie speelgoed, of met expressiemateriaal zoals klei, verf en papier, waarbij de opdrachten vrij of gebonden kunnen zijn. Ook kunnen kinderen in de bouwhoek, de poppenhoek of op de gang bezig zijn (timmeren, poppenkast), of boeken lezen. Daarnaast zijn er taal- en rekenactiviteiten en wordt er muzikale, beeldende en culturele vorming geboden. Bewegingsonderwijs bestaat naast gymnastieklessen uit bewegen op muziek, spelletjes doen en buitenspelen. Bewegingsonderwijs wordt in de groepen 1 en 2 door de eigen leerkracht gegeven, n.a.v. de methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. De taal van kinderen wordt gestimuleerd door hen aandachtig en gericht te leren luisteren naar bijvoorbeeld verhalen, opdrachten en versjes, maar nog meer door hen zelf actief te laten praten in allerlei kring- en spelsituaties. Het is op zo’n moment dan ook niet stil in de klas, er is een gezellig gepraat. Nieuwe ouders die een kijkje komen nemen in de klas als er gewerkt wordt, vinden het vaak een hele drukte. In een weekoverzicht wordt bijgehouden welke activiteiten elk kind heeft gedaan. Schatkist De methode voor taalontwikkeling ‘Schatkist Taal’ gebruiken wij als bronnenboek. Wij werken vanuit een thema of project, zoals de straat, de kinderboerderij, de familie, en dan passen wij de verschillende activiteiten aan dit onderwerp aan. Ouders kunnen bij dit projectonderwijs een belangrijke schakel vormen en meehelpen inhoud te geven aan de
15
projecten door materialen te verzamelen en met hun kind over het onderwerp te praten. De ouders worden hierop geattendeerd door middel van briefjes die op de deur van de klas worden opgehangen. Het gebruik van de methode ‘Schatkist’ als bronnenboek past uitstekend bij het vervolg ‘Veilig Leren Lezen’ in groep 3 en ‘Taalleesland’ in de volgende groepen. Er is veel aandacht voor het voorbereidende leesonderwijs naar aanleiding van het protocol leesproblemen en dyslexie. Schrijfdans en schrijven zonder pen In de kleutergroepen wordt gewerkt met schrijfoefeningen van de methode “Schrijfdans” en de methode “Schrijven zonder pen”. Het verwerven van basisvaardigheden vanaf groep 3 In de derde groep wordt bij de leeractiviteiten zoals lezen, schrijven en rekenen voornamelijk klassikaal gewerkt, maar ook in groepjes. De leerstof wordt aangeboden aan groepen kinderen van dezelfde leeftijd. Daarbij hebben wij vanaf groep 3 gekozen voor een werkwijze die de kinderen een duidelijke structuur biedt om de leerstof te verwerken. Deze houdt het midden tussen een klassikale en individuele benadering. In blokken van 3 weken wordt bepaalde leerstof aan alle kinderen aangeboden. Een blok begint met een klassikale instructie, waarna de kinderen alleen of in groepjes de leerstof uitwerken. Daarbij is differentiatie in tempo en “kunnen” mogelijk. Kinderen die meer aankunnen krijgen van dezelfde stof meer aangeboden, terwijl de kinderen die moeite met de stof hebben extra hulp krijgen. Alle kinderen hebben aan het eind van een blok dezelfde basisstof verwerkt. Het blok wordt afgesloten met een toets. Veilig leren lezen In groep 3 werken de kinderen met de Taal/Lees methode ‘Veilig Leren lezen’, tweede maanversie. Lees maar Het ‘technisch lezen’ (het leren lezen als techniek) vindt plaats aan de hand van de methode ‘Lees Maar Door’, die is ingevoerd voor de groepen 4, 5 en 6. De toetsing vindt voor alle leerlingen in de groepen 3, 4 en 5 plaats met de AVI en de Drie-Minuten-Toets. In de groepen 6 t/m 8 wordt de AVI en DMT-toets afgenomen bij kinderen die een IV of V-score hebben. Pennenstreken Wat betreft het schrijven is ons belangrijkste doel dat de kinderen aan het eind van de school een verbonden, duidelijk en ontspannen handschrift hebben ontwikkeld. Wij beginnen in de derde groep met de letters van het verbonden schrift met de methode ‘Pennenstreken’. Het verwerven van voortgezette basisvaardigheden Vanaf groep 4 krijgt het onderwijs vorm door het werken met de volgende methodes: • stimuleren van leesvaardigheden : Lees Maar Door • stimuleren van taal: Zin in taal • stimuleren van spelling: Zin in spelling • stimuleren van rekenen : Alles Telt • methoden voor de stimulering van sociaal emotionele ontwikkeling en de creatieve ontwikkeling.
16
De helft van de uren in de groepen 3 t/m 8 wordt besteed aan taal / lezen (8 à 9 uur per week) en rekenen (5/6 uur per week). Deze activiteiten vinden voornamelijk in de ochtend plaats omdat de kinderen zich dan beter kunnen concentreren. Zaakvakken De zaakvakken en creatieve vakken nemen, samen met gymnastiek, de rest van het totaal aantal uren per week in (groep 1-3: 23 uur, groep 4 - 8: 25,5 uur). 3.3.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling & ontwikkeling waarden en normen Vreedzame School Wij besteden veel aandacht aan een goed schoolklimaat: ‘gezonde’ competitie tussen de kinderen, bewust omgaan met gedrag ten opzichte van elkaar (gevoelens, waarden, normen), het bieden van een veilige huiselijke omgeving. Sinds schooljaar 2008/2009 werkt het team met de sociaal-emotionele methode ‘de Vreedzame School’. De ervaringen hiermee zijn zeer positief. Door middel van deze methode wordt er actief gewerkt aan de sfeer in de groep en de school. Kinderen leren daar hun verantwoordelijkheid in te nemen, er wordt een grote gemeenschapszin ontwikkeld, de communicatie wordt bevorderd en er wordt preventief gewerkt aan omgaan met conflicten. Grote waarde hechten wij aan deelname van de ouders aan allerlei activiteiten (zie ook hoofdstuk ouderhulp). 3.3.3 Motorische ontwikkeling Alle groepen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. De lessen worden verzorgd door onze vakleerkracht Aleida Nota en/of door de groepsleerkracht. De kinderen hebben hiervoor gymkleding nodig (korte broek en T-shirt of gympakje en gymschoenen voor in de zaal). Vanwege de veiligheid is het niet toegestaan sieraden te dragen tijdens de bewegingslessen! 3.3.4 Ontwikkeling van creativiteit Ook de expressievakken zoals muziek, handvaardigheid, tekenen en dramatische vorming krijgen de aandacht omdat het van belang is dat de kinderen zich leren uit te drukken in woorden en gebaren, beelden en vormen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan kunst en cultuur. Jaarlijks staat de projectweek in het thema van Kunst en Cultureel erfgoed. Moet je doen! De methode ‘Moet je doen!’ wordt gehanteerd als leidraad zodat vaardigheden afwisselend en opbouwend aangeboden worden.
3.4 Pedagogisch klimaat - Gedragsregels en pestprotocol Het is belangrijk het onderscheid te maken tussen plagen en pesten. Plagen is vaak een incidenteel, onbezonnen en spontaan soms negatief gedrag. Humor kan hierbij een rol spelen. Er is geen sprake van een zich herhalend en langdurig patroon en de plager staat doorgaans in een gelijke relatie met de geplaagde. Dat is anders dan bij pesten. Als een kind het slachtoffer wordt van pesten, ervaart het dat wat het ook doet, het nooit goed is in de ogen van de pester. Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische- en/of fysieke mishandeling door een
17
kind of een groep kinderen van 1 kind dat niet in staat is zichzelf te verdedigen. Pesten wordt niet getolereerd op de Joost van den Vondel. De lessen van de Vreedzame School zijn belangrijke, voorwaarden scheppende, lessen om pestgedrag preventief tegen te gaan en om, wanneer er mogelijk toch sprake zou zijn van pestgedrag handvatten te bieden om pesten uit te bannen. Elke klas formuleert in dit kader omgangsregels voor een respectvolle en vreedzame omgang met elkaar. De Joost van den Vondel heeft één pestprotocol.
3.5 Overzicht van de door de school gebruikte methoden Vak Taal Rekenen Rekenen Lezen Technisch leren lezen Schrijven Taal Spelling Begrijpend lezen Aardrijkskunde Geschiedenis Sociaal emotionele ontwikkeling Engels
Groep Groep 1 en 2 Groep 1 en 2 Groep 3 tm 8 Groep 3 Groep 3 tm 6 Groep 3 t/m 8 Groep 4 tm 8 Groep 4 tm 8 Groep 4 tm 8 Groep 5 tm 8 Groep 5 tm 8 Groep 1 tm 8
Methode Schatkist Schatkist Alles Telt Veilig leren lezen Taalleesland Pennenstreken Zin in Taal Zin in spelling Overal tekst Grenzeloos Speurtocht Vreedzame school
Groep 1 tm 8
Culturele vorming Muziek Beeldende vorming Verkeer Natuur en Milieu
Groep 1 tm 8 Groep 1 tm 8 Groep 1 tm 8 Groep 4 tm 8 Groep 1 tm 8
Techniek Bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs
Groep 1 tm 8 Groep 1 en 2 Groep 3 en 8
Groove me (1 t/m 4) Take it easy ( 5 t/m 8) Moet je doen Moet je doen Moet je doen Rondje verkeer NME, leskisten en lesbrieven, schooltv Techniektorens Bewegingonderwijs in het speellokaal Planmatig bewegingsonderwijs
Waar mogelijk worden de digitale programma’s bij de methodes gebruikt.
18
4. De schoolorganisatie 4.1 Team / Personeel Het team bestaat uit 31 personen. Binnen het team zijn verschillende taken en functies: Directeur De eindverantwoordelijke persoon voor inhoud en organisatie op school. Adjunct Ondersteunt de directeur in de inhoudelijke en organisatorische zaken en vervangt hem bij afwezigheid. Bouwcoördinator De bouwcoördinator is de eerst aanspreekbare persoon, voor de medewerkers die in de betreffende bouw werkzaam zijn, in zaken die op de bouw betrekking hebben. Hij/zij zorgt samen met het managementteam voor de organisatorische aansturing van aspecten, welke het functioneren van de bouw aangaan en verbeteren. Tevens draagt de bouwcoördinator mede zorg voor de pedagogische en onderwijsinhoudelijke voortgang ten aanzien van de onderlinge afstemming binnen de groepen van de bouw. Intern begeleider (IB’er) De intern begeleiders zijn belast met de coördinatie en ten dele de uitvoering van de leerlingenzorg ten behoeve van de leerkrachten. Groepsleerkracht Is de verantwoordelijke persoon voor het onderwijs van een groep. Vakleerkracht Is de leerkracht die belast is met de lessen in een specifiek vak en die daarvoor speciaal opgeleid is. Schoolopleider Is de leerkracht die zowel de stagiaires van de Hogeschool Utrecht, als de mentoren van de school begeleidt. De schoolopleider stuurt het traject aan dat leidt tot certificering als Opleidingsschool. De schoolopleider is hiervoor opgeleid en een dagdeel in de week vrij geroosterd. Coördinator Naast de taken als groepsleerkracht is deze belast met speciale opdracht zoals bijv.: schoolsport, natuur en milieu, schooltuin, niveau lezen. Administratief medewerker Is belast met de leerlingenadministratie, post en telefoon. Directie, MT, beleidsgroep, bouwteam Directie De directie bestaat uit de Directeur en de Adjunct-directeur. Samen zorgen zij voor aanwezigheid op school over de volledige schoolweek. 19
Management Team (MT) Het MT bestaat uit de directeur, de adjunct-directeur en wordt bij zorgvraagstukken aangevuld met de Interne Begeleiders. Beleidsgroep De beleidsgroep komt eenmaal in de 6 weken bij elkaar en bestaat uit de directie, de 3 bouwcoördinatoren, de 2 interne begeleiders, aangevuld afhankelijk van de onderwerpen met de benodigde expertise van bijvoorbeeld de rekencoördinator, de schoolopleider, de ICT coördinator, de bewegingsleerkracht etc. Bouwteam Het bouwteam bestaat uit alle leerkrachten uit de betreffende bouw (Onderbouw, middenbouw, bovenbouw) en wordt geleid door de bouwcoördinator. De Joost van den Vondel heeft een bouwcoördinator groep 1-2, bouwcoördinator groep 3, 4 en 5, en een bouwcoördinator groep 6, 7 en 8.
4.2 Beleid groepsindeling De Joost van den Vondel heeft 16 groepen en start met een instroomgroep op het moment dat er voldoende aanmeldingen zijn. We hanteren het leerstofjaarklassensysteem, dat wil zeggen dat kinderen van dezelfde leeftijd in één groep zitten en in principe dezelfde leerstof aangeboden krijgen. De school heeft drie bouwen, de instroomgroep en groepen 1, 2 vormen de onderbouw, de groepen 3, 4 en 5 de middenbouw, en de bovenbouw bestaat uit de groepen 6 t/m 8. De groepen tellen gemiddeld 28 leerlingen. Bij het formatieproces worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. De groepen 1 en 2 zijn gecombineerd. Dit schooljaar zijn er vier groepen 1-2 Vanaf groep 3 streven we naar zoveel mogelijk homogene groepen en zo min mogelijk combinatiegroepen. Het leerlingenaantal in een leeftijdsgroep of bijzondere omstandigheden kunnen echter toch vragen om een combinatiegroep. Verandering van samenstelling van groepen wordt voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad Er wordt naar een groepsgrootte gestreefd van 30 kinderen voor de groepen 1-2 en 32 voor de groepen 3 t/m 8. Er wordt gestreefd naar niet meer dan twee vaste leerkrachten per groep. Enkele groepen hebben de hele week dezelfde leerkracht. Doordat er veel leerkrachten met een parttimebaan zijn, hebben de meeste groepen twee leerkrachten, die elk op vaste dagen van de week in de groep aanwezig zijn. Het komt voor dat vanwege BAPOverlof of studieverlof en natuurlijk in het geval van ziekte, er incidenteel een derde leerkracht voor de groep staat. De vakleerkracht gymnastiek wordt altijd toegevoegd aan het aantal leerkrachten voor de groep.
4.3 Schooltijden en schoolvakanties De schooltijden zijn te vinden onder hoofdstuk 1.1. De schoolvakanties en studiedagen waarop uw kinderen vrij zijn, kunt u vinden in de jaarplanning die ook terug te vinden op onze website www.vondel.net.
20
4.4 Aanname van nieuwe leerlingen Aanmeldings- en toelatingsprocedure (vanuit het bestuur) 4.4.1 Aanmelding De ouders van een kind zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en ontwikkeling van het kind. Zij kiezen voor hun kind de naar hun mening meest passende school. De aanmeldcriteria die gelden zijn: Het kind is niet aangemeld op een andere school; Indien het kind reeds op een school zit, voldoet aanmelding aan de criteria van het Convenant Tussentijds Overstappen (zie bijlage 2). Ouders respecteren of onderschrijven de grondslag van de school (conform artikel 46 uit de WPO –zie bijlage 1– en de identiteitsnota van Meerkring); Er is plaatsruimte op de school; Indien de school ‘vol’ is kan een kind wel op de wachtlijst worden geplaatst. Ouders verklaren volledige gegevens en naar waarheid te in te vullen. Ouders mogen hun kind maar bij één school aanmelden, de school van hun eerste voorkeur. Indien voldaan is aan alle aanmeldcriteria, zoals hierboven beschreven, dan is het kind formeel aangemeld en heeft deze school de zorgplicht. Via het aanmeldformulier kunnen ouders hun kind aanmelden. Zij vullen dit formulier volledig en naar waarheid in. Ouders moeten bij aanmelding tekenen voor hun plicht tot volledige informatievoorziening aan de school over hun kind. De school bepaalt uiteindelijk of er sprake is van extra ondersteuningsbehoefte. 4.4.2 Intake Nadat ouders hun kind hebben aangemeld, nodigt de school de ouders uit voor een intakegesprek. Ouders vullen hiervoor, al dan niet samen met de school, het intakeformulier in. Op grond van alle relevante informatie beslist de directeur of de school het kind kan toelaten en indien nodig de juiste onderwijsondersteuning kan bieden of op zoek gaat naar een passende school. Volledige informatievoorziening vanuit ouders is verplicht en noodzakelijk zodat de school een goede beoordeling kan maken. Indien ouders geen volledige informatie willen verstrekken kan dit een reden zijn om toelating te weigeren. Indien een school een kind met extra zorgbehoefte niet kan plaatsen op de eigen school zal een onderwijsondersteuner van het SWV De Eem de school begeleiden bij het vinden van een andere passende school. 4.4.3 Inschrijving Indien aan alle aanmeld- en toelatingscriteria is voldaan beslist de directeur om een kind definitief in te schrijven. Dit gebeurt op basis van de datum waarop de aanmelding ontvangen is. De ouders ontvangen een bewijs van inschrijving en de school informeert ouders over het reilen en zeilen op school, maakt afspraken over wennen etc. Een kind wordt tijdelijk ingeschreven indien de formele termijnen om de toelaatbaarheid te bepalen zijn overschreden. Dat wil zeggen: Er is nog geen passende school gevonden, binnen de termijn van tien weken. Het kind wordt dan tijdelijk geplaatst op de school, waar het kind aangemeld is en die de zorgplicht heeft.
21
Broertjes/zusjes uit één gezin worden altijd geplaatst op dezelfde school, mits er sprake is van extra ondersteuningsbehoefte waar de school niet aan kan voldoen. 4.4.4 Termijnen Aanmelden kan vanaf het moment dat het kind geboren is. Tot aan de leeftijd van drie jaar gaat het om een vooraanmelding en wordt de leerling op een aanmeldingslijst geplaatst. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste tien weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd. De start van de toelatingsprocedure gebeurt op het moment dat het kind drie jaar wordt, of binnen 8 weken na aanmelding (als de school het aanmeldingsmoment heeft vervroegd) of direct bij aanmelding als het kind ouder is dan drie jaar. De school heeft na aanmelding van een leerling zes weken om te bekijken of een leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan door de school met maximaal vier weken worden verlengd. Dit zijn gewone weken, niet schoolweken. De zorgplicht voor schoolbesturen is van kracht. Dit betekent dat besturen verplicht worden om (bij aanmelding van een leerling) binnen zes tot tien weken een zo passend mogelijk aanbod op de school van aanmelding, een andere reguliere of een speciale school binnen de regio te regelen. De termijn om een passende plek voor een leerling te vinden, gaat in vanaf het moment dat de toelatingsprocedure is gestart. Heeft het bestuur na tien weken nog geen besluit genomen, dan heeft de leerling recht op tijdelijke plaatsing op de school van aanmelding tot de school wel een goede plek heeft gevonden. Zijn ouders het niet eens met de toelatingsbeslissing van de school, dan kunnen ze een beroep doen op ondersteuning door een onderwijsconsulent. Onderwijsconsulenten bemiddelen kosteloos tussen ouders en de school. Als dat niet werkt, kunnen ouders terecht bij de (tijdelijke) landelijke geschillencommissie passend onderwijs. 4.4.5 Verhuizing Verhuizing met extra ondersteuning Indien een leerling, die extra ondersteuning nodig heeft, gaat verhuizen, dan melden de ouders de leerling aan op de school van hun voorkeur. Deze school schat op basis van de ontvangen informatie van ouders en de huidige school in of de leerling ook op de nieuwe school extra ondersteuning nodig heeft. Het kan per school verschillen hoe deze extra ondersteuning wordt ingericht. Elke school maakt zelf opnieuw de inschatting of de leerling inderdaad extra ondersteuning nodig heeft en hoe de school die het beste kan invullen. 4.4.6 Praktijk Kinderen kunnen op twee manieren de basisschool binnenkomen: als 4-jarige of als oudere leerling. Kinderen kunnen tot de school worden toegelaten zodra zij vier jaar zijn. Wettelijk gezien is het toegestaan dat een kind vanaf de leeftijd van drie jaar en tien maanden een aantal dagdelen (maximaal tien) mag komen wennen. Wij hanteren in principe de regel dat kinderen vier ochtenden mogen komen wennen. Voor de eerste wenochtend krijgt uw kind een briefkaart met de uitnodiging om te komen wennen. Kinderen die in de laatste weken voor de zomervakantie voor het eerst op school zouden kunnen beginnen, laten wij ná de zomervakantie beginnen. Vóór de vakantie is het aantal leerlingen per groep veel groter dan daarna en vaak is dan ook nog niet bekend bij welke leerkracht het kind in de groep komt. Na de vakantie kan de leerkracht het kind alle aandacht geven die het nodig heeft.
22
Wanneer meerdere kinderen uit één gezin aangemeld worden, plaatsen wij deze kinderen, indien mogelijk, in verschillende groepen. Dit heeft een stimulerend effect op de onafhankelijke ontwikkeling van de kinderen. Een randvoorwaarde om te kunnen worden toegelaten op de school is dat de kinderen die worden aangemeld zindelijk zijn. Indien uw kind van een andere basisschool komt, is het belangrijk dat u een onderwijskundig rapport meebrengt. In deze situaties wordt altijd eerst gekeken of er ruimte is in de groep(en) waar het kind voor in aanmerking komt en of de benodigde zorg geboden kan worden. Hiervoor wordt informatie ingewonnen bij de school waar het kind op dat moment zit. Ook oudere kinderen kunnen op afspraak komen ‘wennen’.
4.5 Leerplicht 4.5.1 Ziek melden Indien uw kind door ziekte of anderszins niet naar school kan komen, wordt u verzocht om dit zo spoedig mogelijk aan de school te melden. Dit kan telefonisch vóór schooltijd. U voorkomt dan ongerustheid en onzekerheid. Hoewel het niet altijd mogelijk is, verzoeken we u om afspraken met dokters of andere specialisten zoveel mogelijk buiten de schooluren te laten plaatsvinden. 4.5.2 Schoolverzuim en -verlof Kinderen zijn leerplichtig op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin het kind 5 jaar wordt. Voor speciale familieomstandigheden mag hooguit twee dagen verlof worden aangevraagd, echter niet als vakantie verlenging. Extra vakantieverlof is slechts mogelijk, indien de specifieke aard van het beroep van een der ouders daartoe aanleiding geeft. Ouders zullen dit moeten aantonen bijvoorbeeld met behulp van een werkgeversverklaring. Afspraken met collegae, vakantieroosters door werkgevers vastgesteld of andere werk gerelateerde redenen om vakantie buiten de schoolvakanties te plannen, zijn geen redenen om vrijstelling wegens vakantie te verlenen. Ook andere vormen van schoolverzuim zijn gebonden aan de leerplichtwet. De school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim direct te melden bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente Amersfoort. Formulieren om verlof aan de vragen vindt u op onze website en in de centrale hal; dit moet ingevuld worden ingeleverd bij de directeur. Mailtjes met verlofaanvragen kunnen niet behandeld worden. 4.5.3 Schorsen en verwijderen Schorsen Indien het gedrag van een leerling daartoe aanleiding geeft, kan de directeur van de school besluiten voor één of enkele dagen die leerling de toegang tot de school te ontzeggen. Voor een schorsing van langere duur doet de directeur een voorstel aan het bevoegd gezag. Een beslissing op dit voorstel wordt pas genomen, nadat de ouders in de gelegenheid zijn geweest hun visie hierop te geven. Bij een kind met terugkerende gedragsproblemen kan de directeur besluiten tot een gedragsprotocol. Dit wordt vooraf met de ouders besproken en houdt in, dat als het kind niet in staat is gewenst gedrag te vertonen, de ouders gebeld worden om het kind verplicht te komen halen. Indien de ouders zich niet houden aan het voorgeschreven gedragsprotocol, kan dit tot schorsing van het kind tot gevolg hebben. Verwijderen Wanneer een kind wegens ernstige gedragsproblematiek niet langer op de school is te
23
handhaven of wanneer uit onderzoek is gebleken, dat het kind niet langer op school kan blijven, maar zal zijn aangewezen op een andere vorm van speciaal (basis)onderwijs, wordt in overleg met de ouders gezocht naar een meer passende school die bereid is de leerling toe te laten. Indien een dergelijke school binnen een termijn van 8 weken niet kan worden gevonden of wanneer de ouders niet bereid zijn aan een kennelijk noodzakelijke verandering van school mee te werken, kan een besluit genomen worden tot verwijdering van de leerling. De directeur doet hiertoe een voorstel aan het bevoegd gezag. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de ouders in de gelegenheid zijn geweest hun visie hierop te geven.
4.6 Omgaan met privacygegevens Meerkring heeft beleid vastgesteld hoe wordt omgegaan met de privacybelangen van uw kind. Beleid is ter inzage op school.
4.7 Sponsoring en reclame Meerkring houdt zich aan het landelijke convenant sponsoring ‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ dat in 2009 door het ministerie van OCW en partners uit het onderwijs is vastgesteld.
24
5. Het onderwijs 5.1 Resultaten 5.1.1 Imago-onderzoek en oudertevredenheid Een imago-onderzoek brengt het beeld dat de buitenwereld (ouders, leerlingen, leerkrachten en andere betrokkenen) van een organisatie heeft in kaart. Dit onderzoek gaat veelal gepaard met een tevredenheidonderzoek door middel van een enquête. Voor een imago-onderzoek kan zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve methode worden gebruikt. Kwantitatief onderzoek geeft cijfermatige informatie over het imago, in termen van hoeveelheid (hoeveel ouders vinden onze organisatie professioneel, et cetera). Kwalitatief onderzoek geeft inzicht in achtergronden van meningen, gedachten over een organisatie en in het beeld van de organisatie. Afhankelijk van het doel van het onderzoek kan de organisatie ervoor kiezen om een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek of alleen één van beide. In januari 2015 is het laatste tevredenheidonderzoek afgenomen. De adviezen van ouders worden door het team en directie meegenomen in beleidsvoornemens voor de komende schoolplanperiode. Op de website kunt u de uitkomsten van het laatste tevredenheidsonderzoek inkijken. 5.1.2 Onderwijsinspectie Leerlingen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit aanbiedt. De inspectie houdt toezicht op de onderwijskwaliteit van scholen. Daarnaast houdt de inspectie toezicht op de naleving van de wettelijke vereisten, de rechtmatige besteding van middelen, het financieel beheer en de financiële positie van scholen. Ieder jaar kijkt de inspectie of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van een risicoanalyse en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een school nodig heeft. Via hun website www. onderwijsinspectie.nl vindt u de beoordeling van de inspectie. De school verantwoordt de onderwijstijd aan de inspectie en het college van bestuur van de Meerkring. Het maken van de jaarplanning en de toekenning van vakanties en studiedagen vindt plaats in samenwerking met de Medezeggenschapsraad. De onderwijsinspectie heeft in juni 2011 getoetst en geconcludeerd dat de resultaten naar voldoende tevredenheid zijn om het basisarrangement te blijven handhaven. Een nieuw bezoek staat in het schooljaar 2015-2016 gepland. 5.1.3 Leerlingvolgsysteem Door het regelmatig afnemen van observaties en toetsen wordt de ontwikkelingslijn van kinderen in beeld gebracht. We gebruiken hiervoor de methodetoetsen naast de landelijke toetsen en observatiemiddelen (zoals CITO en AVI). In de groepen 1 en 2 wordt naast CITO ook het observatie-instrument van ‘Kijk’ gebruikt. Hierdoor kan de school vroegtijdig signaleren. Voor het sociaal emotionele gedeelte wordt dit schooljaar een start gemaakt met het invoeren van het observatie-instrument ‘Zien’ voor de groepen 3 t/m 8. De leerkrachten kunnen met deze instrumenten gerichte hulp in de klas bieden. Alle gegevens worden opgeslagen in ons administratieprogramma ParnasSys. 5.1.4 Cito toetsen Het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) omvat diverse toetsen, zoals de bekendste ‘De Cito-toets’ oftewel eindtoets basisonderwijs (in groep 8) en de entreetoets (in groep 7) en de verschillende de leerlingvolgsysteemtoetsen (van groep 1 t/m 8) op diverse
25
leergebieden. Met de toetsen van het LOVS zijn de vorderingen van individuele leerlingen, groepen leerlingen en het onderwijs op uw school te volgen. Meer informatie kunt u ook vinden op de website van het cito: www.cito.nl In het voortgezet onderwijs (VO) doen onze kinderen het goed, in de CITO-eindscore zit de school boven het landelijke gemiddelde. Hieronder vindt u een overzicht met uitleg van de laatste vijf jaar. Informatie over de uitstroom kunt u vinden op de website www.scholenopdekaart.nl. Via de postcode kunt u onze school op deze site vinden en bij het kopje ‘resultaten’ staan diverse overzichten. jaar 2011 2012 2013 2014 2015
Ongecorrigeerde score landelijk 535,1 535,1 534,7 534,4 534,8
Ongecorrigeerde score Vondel 539,5 540,4 539,9 538,0 538,7
Gecorrigeerde score landelijk 535,3 535,3 534,8 534,4 534,9
Gecorrigeerde score Vondel 537,4 538,1 537,4 535,8 536,6
Vergelijkbare scholen (schoolgroep 2, gegevens van de laatste vier jaar beschikbaar) Jaar ondergrens gemiddeld bovengrens Vondel 2012 534,9 536,9 538,9 540,4 2013 534,9 536.9 538,9 539,9 2014 535,1 537,1 539,1 538,0 2015 534,9 536,9 538,9 538,7
Uitleg bij bovenstaand schema: Bij de ongecorrigeerde score worden de gemiddelden van de school vergeleken met de gemiddelden van alle deelnemende scholen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de kenmerken van de school en van z’n leerlingen. Bij de gecorrigeerde score wordt rekening gehouden met de gewichtenregeling. Scholen met veel gewichtenleerlingen hebben vaak een relatief lage score. Zij hebben ‘nadeel’ van het grote aantal gewichtenleerlingen; hun lage score wordt niet veroorzaakt doordat ze mogelijk minder goed onderwijs hebben gegeven, maar door de sociaal-culturele achtergrond van de leerlingen. Bij scholen met veel gewichtenleerlingen is de gecorrigeerde gemiddelde standaardscore dan ook vaak hoger dan de ongecorrigeerde gemiddelde standaardscore. Bij scholen met weinig gewichtenleerlingen is dat net andersom. Hun gecorrigeerde gemiddelde standaardscore wordt naar beneden bijgesteld, omdat de school ‘voordeel’ heeft van het feit dat de meeste leerlingen een gewicht van 0,0 (geen gewicht) hebben. Dit laatste geldt dus voor onze school. In de tabel met vergelijkbare scholen wordt de ongecorrigeerde gemiddelde standaardscore van de school vergeleken met de schoolgroep waartoe de school behoort. Indien de ongecorrigeerde gemiddelde standaardscore op de ondergrens of tussen de onder- en bovengrens van de schoolgroep valt, dan scoort de school conform de verwachting op basis van het percentage gewichtenleerlingen. Indien de ongecorrigeerde gemiddelde standaardscore onder de ondergrens van de schoolgroep valt, dan scoort de school onder de verwachting op basis van het percentage gewichten leerlingen. Een schoolscore op of boven de bovengrens van de schoolgroep, betekent dat de school boven de verwachting op basis van het percentage gewichtenleerlingen heeft gescoord. 26
5.1.5 Naar het Voortgezet Onderwijs Stichting Meerkring heeft in de zomer van 2015 een informatiebulletin opgesteld over hoe het basisschooladvies voor het Voortgezet Onderwijs op Meerkringscholen, dus ook de Joost van den Vondel, tot stand komt en hoe de procedure er naar toe is. Dit informatiebulletin wordt bij de schoolgids op de website www.vondel.net geplaatst.
5.3 Taal Bij het taalonderwijs werken wij vanaf groep 4 met de geïntegreerde taalmethode, leesbegrip en stellen; ‘Zin in taal’. Methode ‘Zin in taal’ besteedt veel aandacht aan communicatief taalgebruik zowel schriftelijk als mondeling, bijvoorbeeld door het maken van gedichtjes, het verzinnen van een eigen eind aan een verhaal, het maken van een geheel eigen verhaal en het spelen en maken van dialogen. Verder besteedt deze taalmethode heel gestructureerd aandacht aan het leren spelen met taal en uitbreiden van de woordenschat van met name de kinderen met een andere culturele achtergrond dan de Nederlandse. Elke week wordt aan de hand van een woordenpakket geoefend met voor die week uitgekozen woordgroepen (bijv. s-z, ch-g, a-aa). Ook hier zorgt een goed toetsingssysteem voor een helder beeld van de vorderingen van de leerlingen. Tevens besteedt de methode aandacht aan begrijpend en leesbeleving zodat er een goede samenhang is tussen lees- en taalonderwijs.
5.4 Rekenen Dit schooljaar 2015-2016 wordt op rekengebied in de groepen 3 t/m 8 met de rekenmethode ‘Alles Telt’ gewerkt. ‘Alles Telt’ is zo opgezet dat de leerkracht optimaal kan differentiëren. De rekenmethode biedt daarvoor drie heldere leerroutes in het basismateriaal: minimum, regulier en plus. De leerlingen kunnen zo hun eigen leerroute volgen door een herkenbare aanduiding van de moeilijkheidsgraad bij elke opgave. De adaptieve toets- en oefensoftware is op maat voor iedere leerling.
5.5 Zaakvakken en Engels Onder zaakvakken vallen de gebieden van wereldoriëntatie, zoals: geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, verkeer, techniek en Engels. Onze school kiest ervoor de zaakvakken deels geïntegreerd (onderbouw) en cursorisch (bovenbouw) aan te bieden. Zo wordt er vanaf groep 5 naast wereldverkenning ook natuur- en milieueducatie, geschiedenis (‘Speurtocht’), aardrijkskunde (‘Grenzeloos’), verkeer (de verkeerskrant van 3VO) en gezond gedrag als belangrijk onderdeel van de voorbereiding op de samenleving gegeven. In het schooljaar 2015-2016 is een keuze gemaakt om in alle groepen Engels les te gaan geven. In de onderbouw werken we met de methode ‘Groove me’ (groep 1 t/m 4) en in de bovenbouw met de methode ‘Take it easy’ (groep 5 t/m 8). Binnen ‘Groove me’ wordt er met acht thema’s gewerkt voor groep 1-2 en zestien thema’s voor groep 3-4. Deze sluiten aan op de onderwerpen die in groep 1 t/m 4 aan bod komen. Bijvoorbeeld de vier seizoenen, je lichaam en je familie. Door de aansluiting op gangbare thema’s in de onderbouw is de methode heel gemakkelijk inzetbaar. Met liedjes, filmpjes en dans wordt Engels al spelenderwijs gegeven en leren kleuters en jonge leerlingen op een natuurlijke manier Engels. Bij de methode ‘Take it easy’ in groep 5 t/m 8 staat het digibord staat centraal. Deze methode Engels dompelt leerlingen daarmee onder in de Engelse taal: van begin tot het einde van de Engelse les wordt Engels gesproken. Door onderdompeling en herhaling, stijgt het taalniveau van de leerlingen snel. Deze methode zorgt voor een goede aansluiting met het Voortgezet Onderwijs. 27
5.6 Huiswerk Soms is het fijn om thuis nog even wat te bekijken of te oefenen met de leerstof. Zo krijgen leerlingen vanaf groep 4 spelling mee als huiswerk. Daarnaast krijgen een aantal kinderen in groep 4 en 5 extra leeswerk mee naar huis (wordt geadviseerd in het dyslexie-protocol) In de bovenbouw gebeurt dit meer structureel zodat de kinderen met huiswerk vertrouwd raken. Met name bij de zaakvakken wordt de leerstof voor een toets meegegeven. In groep 8 leren de kinderen met een agenda te werken. Soms krijgen de kinderen ook extra oefenstof mee naar huis. Dit noemen we geen huiswerk, maar “thuiswerk”, vooral bij de vakken spelling en rekenen kan dat het geval zijn. Het team besteedt dit schooljaar extra aandacht aan het één lijn te trekken in alle groepen en bouw bij huiswerk , welke vakken en wanneer dan. Die lijn bespreken we ook graag met de ouders door in het ‘Samen optrekken’ project.
5.7 Computers en techniek Computers worden vooral gebruikt als aanvulling op de lesmethoden die we in de groepen gebruiken en om kinderen informatie te laten zoeken op internet. Daarnaast kunnen alle groepen dagelijks gebruik maken van het digitale schoolbord. Techniekonderwijs Techniek op de Joost van den Vondel voldoet aan de kerndoelen uit het domein Natuur en techniek: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. De leerlingen leren bij producten uit hun omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.” De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.” Naast bovengenoemde kerndoelen zijn de volgende doelen voor de Joost van den Vondel ook belangrijk:
De leerlingen ervaren dat techniek leuk is. De leerlingen leren hoe algemene technische “huis, tuin en keuken voorwerpen” functioneren. De leerlingen ervaren dat techniek niet moeilijk is: iedereen kan iets met techniek.
Techniekonderwijs wordt sinds 2008 gegeven aan de hand van de Techniektorens. Dit is een compleet lesconcept dat de kerndoelen voor techniek in de basisschool dekt. De kinderen zijn o.a. bezig met het maken van constructies, het overbrengen van beweging en kracht, besturingen en het omzetten van beweging en energie.
5.8 Sport 5.8.1 Gym Als methode gebruiken we m.i.v. het schooljaar 2015-2016: ‘Basislessen’ door: Wim van Gelder, Hans Stroes en Bastiaan Goedhart. De groepen 2 t/m 8 hebben één maal per week les van een vakleerkracht bewegingsonderwijs. In een schooljaar komen zoveel mogelijk verschillende onderwerpen aan bod: van spel tot ritmiek en van balanceren tot voetbal. De tweede les wordt door de eigen leerkracht van de groep gegeven (1½ uur lichamelijke oefening per week). De groepen 1 en 2 hebben een eigen speellokaal. De
28
groepen 3 t/m 8 krijgen les in de aangrenzende gymzaal. 5.8.2 Schoolzwemmen Het schoolzwemmen bestaat niet meer. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het regelen van zwemles, buiten schooltijd. Ouders die dit niet kunnen betalen, kunnen een beroep doen op het Jeugd Sport en Cultuur Fonds, via de sociale dienst van de gemeente Amersfoort. Dit geldt voor ouders die niet meer dan 110% procent van het wettelijk sociaal minimum verdienen. Alleen voor kinderen tussen 6 en 16 jaar kan een bijdrage worden aangevraagd.
5.9 Levensbeschouwing en godsdienst De kerndoelen die godsdienst en levensbeschouwing betreffen worden met ingang van 2010 - 2011 door ons eigen team per groep ingevuld aan de hand van vijf wereldreligies. Zo nemen de kinderen kennis van elkaars culturen achtergrond en leren zij van elkaar.
5.10 Zorg 5.10.1 Omgaan met verschillen Sommige kinderen hebben bijzondere aandacht nodig, omdat ze meer moeite met leren hebben of juist meer kunnen dan de andere kinderen. Voor korte of langere tijd kunnen de leerlingen een aangepast programma krijgen binnen de groep. Daarnaast krijgen enkele leerlingen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het werken met een OPP helpt om passend onderwijs te realiseren voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Vanaf midden groep 5 kan er een OPP worden gemaakt. Een OPP wordt alleen gemaakt voor die leerlingen waarvan de verwachting is, dat zij ten hoogste eindniveau groep 7 gaan halen. Het betreft hier de onderdelen rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. Ieder half jaar vindt er een evaluatie plaats, dit gesprek wordt gevoerd met ouders, leerkracht en IB-er. Ook kan het nodig zijn dat zij hulp moeten krijgen buiten de groep (bijv. van logopedist, psycholoog of ambulante begeleider). In beide gevallen vindt overleg plaats tussen leerkracht, interne begeleider en ouders. Afspraken worden in een handelingsplan of groepsplan vastgelegd. De leerkracht die belast is met het geven van extra hulp, werkt volgens de afspraken die in het plan omschreven staan. 5.10.2 Zitten blijven en versneld doorstromen Als een kind aan het eind van het cursusjaar niet voldoet aan de gestelde eisen en onvoldoende kansen heeft om met goed gevolg de les in het volgende leerjaar te begrijpen, kan het zinvol zijn om het leerjaar nog eens over te doen en te doubleren. Bij (hoog)begaafde kinderen streven we ernaar om ze in hun eigen groep extra leerstof ter verrijking en verdieping te geven. Als blijkt dat dit onvoldoende uitdaging biedt en het kind sociaal emotioneel stevig genoeg is, kan het een groep overslaan (versnellen). Het wel of niet vertragen en versnellen wordt binnen het team en met de ouders besproken. Het besluit wordt door de directeur genomen. 5.10.3 Verwijzen naar een andere school Een kind kan op verschillende manieren de basisschool verlaten: door ontwikkeling- of gedragsproblemen naar een speciale school voor basis of voortgezet onderwijs. 29
doordat het kind na acht jaar basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs gaat doordat het kind de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt.
In alle gevallen stelt de school een onderwijskundig rapport op voor de ontvangende school. Voor een verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs gelden plaatsingregels binnen het SWV De Eem. De permanente commissie leerlingenzorg (PCL) toetst de aanvraag voor plaatsing. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers uit het basisonderwijs (BO), speciaal basisonderwijs (SBO), maatschappelijk werk, begeleidingsdiensten en een psych agnosticus. De beoordelingsfunctie van de commissie is gericht op de vraag of plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs beslist noodzakelijk is. De PCL zal bij het afgeven van een beschikking tot plaatsing in het SBO ook een advies geven m.b.t. de gewenste locatie, de aanvraag geschiedt door de ouders, de school biedt ondersteuning. 5.10.4 Verwijsindex Risicojongeren (VIR) Het kan voorkomen dat er gedurende de schoolloopbaan van uw kind zorgen ontstaan. Bijvoorbeeld, zorgen over leerprestaties of het gedrag. Indien er zorgen zijn, bespreken we die binnen de interne zorgstructuur en natuurlijk met u als ouder. Een hulpmiddel binnen onze zorgstructuur is de Verwijsindex. De verwijsindex is een hulpmiddel voor school en ouders om bij zorgen een kind snel contact te kunnen laten leggen met eventuele overige betrokkenen. Vanaf 2011 kunnen de interne begeleiders van onze school gebruik maken van de Verwijsindex. Wat is de Verwijsindex? De VIR is een landelijke internetapplicatie waarin een professional een jeugdige (0-23 jaar) kan registeren als hij/zij redelijkerwijs vermoedt dat de jeugdige een risico loopt in zijn lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling naar volwassenheid. Waarom de Verwijsindex? De Verwijsindex is er in de eerste plaats om de hulpverlening aan jeugdigen te verbeteren. Vaak zijn meerdere instanties, uit verschillende disciplines en gemeenten bij een bepaalde jongere betrokken. Voor een goede hulpverlening is het van belang dat zij dit in een vroeg stadium van elkaar weten. Ze kunnen dan informatie uitwisselen en hun krachten bundelen om de jongere te helpen. De Verwijsindex doet dit door hulpverleners die met dezelfde kinderen werken en waar zorgen over zijn zo vroeg mogelijk met elkaar in contact te brengen. Natuurlijk zult u daar als ouders van op de hoogte zijn en daar waar mogelijk bij betrokken worden. Welke gegevens? In de Verwijsindex wordt alleen geregistreerd dat er een melding is gedaan. De aard van de melding en de behandeling worden in de Verwijsindex niet bijgehouden. Die informatie blijft in het dossier van de desbetreffende hulpverlener. Een signaal in de Verwijsindex omvat daarom alleen: • Identificatiegegevens van de jongere • Identificatiegegevens van de meldende instantie • Datum van de melding • Contactgegevens van de meldende instantie Privacy
Alle betrokkenen moeten erop kunnen vertrouwen dat met de gegevens van de Verwijsindex zorgvuldig wordt omgegaan. Door een aantal maatregelen wordt dit gewaarborgd. Denk
30
hierbij aan een wettelijke grondslag voor het gebruik van de Verwijsindex op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (wpb), een adequaat niveau van beveiliging en het zorgvuldig vastleggen van gegevens over transacties en mutaties in de gegevens. Welke rechten heeft een jeugdige? De jeugdige en zijn ouders worden geïnformeerd over signalen in de verwijsindex. Als ouders of jeugdige dat willen mogen ze de geregistreerde gegevens inzien. Ze kunnen bezwaar aantekenen tegen opname in de Verwijsindex. Hiervoor dienen ouders of jeugdige een schriftelijk bezwaar in te dienen bij het college van Burgemeester en Wethouders in de gemeente waarin zij wonen. Kijk voor meer informatie op: www.samenwerkenvoordejeugd.nl 5.11 Externe begeleiding De Meerkring heeft een eigen Onderwijsexpertisecentrum (OEC). Het OEC ondersteunt basisscholen met expertise die binnen en buiten de Meerkring aanwezig is. Het OEC ondersteunt met: onderzoek en diagnostiek, indien de ontwikkeling van het kind niet naar verwachting verloopt en wanneer onduidelijk is wat de onderwijsbehoeften zijn van een kind begeleiding en training schoolontwikkeling: opbouw en verdere ontwikkeling van expertise van basisscholen in het kader van passend onderwijs interim IB en rapportage aangepast onderwijs aan hoogbegaafden.
31
6. Het personeel 6.1 Personeelsbeleid Het bestuur voert een actief personeelsbeleid, waarin kwaliteit centraal staat. Het begrip kwaliteit heeft betrekking op de school als organisatie, ontwikkeling van individuele competenties, van schoolteam als geheel en management. Kortom goed onderwijs door goed personeel. Het bestuur kiest voor een samenhangend personeelsbeleid, waarbij de belangen van alle betrokken partijen worden gewogen, maar binnen de mogelijkheden die de regelgeving biedt. Belangrijk aandachtspunt is het gebruikmaken van specifieke deskundigheid en het ontwikkelen daarvan via verschillende scholingsmogelijkheden. Personeelsbeleid betekent voorwaarden scheppen voor leraren om goed te functioneren. De arbeidsomstandigheden dienen zodanig te zijn, dat de onderwijsgevenden zich wel bevinden in een gezonde en veilige omgeving. Om zicht te hebben op het welbevinden van het personeel worden door directie, intern begeleider en teamleiders groepsbezoeken gedaan. Daarnaast is er een cyclus van ontwikkelingsgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Op alle scholen wordt daartoe o.a. taakbeleid gevoerd, waarbij de taakbelasting speerpunt is. Het is immers van groot belang dat de leraar elke dag weer uitgerust voor de groep staat. Het bestuur kenschetst haar personeelsbeleid met de begrippen zorg en verantwoordelijkheid.
6.2 Vervanging bij ziekte en afwezigheid Wanneer een van de personeelsleden afwezig is, proberen we een zo goed mogelijke oplossing te vinden. Wanneer een invalkracht beschikbaar is, wordt deze door een personeelslid op de hoogte gesteld van de te verrichten werkzaamheden, afspraken in de groep, de bijzonderheden op het lesrooster en de regels van de school. Indien geen vervanger gevonden kan worden, wordt een groep verdeeld of gecombineerd met een andere groep, in principe gedurende één dag. In het uiterste geval wordt vrij gegeven. De kinderen krijgen wanneer dat vooraf bekend is een briefje mee. Wanneer er thuis geen opvang is, mogen ze op school blijven.
6.3 Opleidingsschool (begeleiding en inzet van stagiaires) Onze school biedt studenten van het HBO (PABO en ALO lerarenopleiding), het MBO (ROC opleiding voor onderwijs- / klassenassistent) en managementopleidingen gelegenheid om stage te lopen op de school. Onze school streeft er naar om aan het einde van het schooljaar een officiële ‘Opleidingsschool’ te zijn. De interne Schoolopleider verzorgt hiervoor training en begeleiding aan de leerkrachten (mentoren), begeleidt de studenten en onderhoudt de contacten met de Hogeschool Utrecht (PABO). Er wordt in dit traject samengewerkt met andere Meerkringscholen. De vakleerkracht Bewegingsonderwijs begeleidt studenten van Academie voor Lichamelijke Opvoeding, de directeur de stagiaires voor het management vak. De stagiaires worden betrokken bij alle aspecten van de school. Onze groepsleerkrachten blijven altijd verantwoordelijk voor activiteiten in de klas.
32
6.4 Nascholing De personeelsleden scholen zich jaarlijks in hun vak. Hiertoe kunnen de leerkrachten zich op eigen verzoek of op aanwijzing van directie van de school, inschrijven voor cursussen. Dit gebeurt individueel en/of in deelteams. Ook worden er teamscholingen en scholingen op bestuursniveau georganiseerd. De school heeft een nascholingsplan dat regelmatig wordt bijgesteld. Doel van de nascholing is de kwaliteit van het onderwijs en het functioneren en welbevinden van de leerkrachten te verbeteren.
33
7. De ouders 7.1 Betrokkenheid en meewerken We zijn op de Joost van den Vondel met ouders het project Samen optrekken gestart, omdat we de samenwerking tussen ouders en school bij de schoolontwikkeling van de leerling belangrijk vinden. Bij deze ouderbetrokkenheid nieuwe stijl, ook wel ouderbetrokkenheid 3.0 genoemd, zoeken de twee partijen met elkaar naar nieuwe inzichten die het beste zijn voor de ontplooiing van het kind. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken toonden herhaaldelijk aan dat kinderen hogere prestaties leveren wanneer hun ouders en leraren samen steeds het beste voor hen zoeken. De leerlingen zitten beter in hun vel. Daarnaast heeft het een positief effect op het voorkomen van schooluitval, pesten etc. Kortom: leerlingen worden er beter van! Vanuit het ouderbetrokkenheidproject hebben we bijvoorbeeld gekozen om een nieuwe invulling te geven aan de leerlinggesprekken. Waarom? Omdat de tienminutengesprekken vaak ervaren worden als een verplichting, vaak tijd te kort, ze gaan te veel over het rapport en zijn te veel eenrichtingsverkeer. De leerling wordt hiermee tekort gedaan. Vorig schooljaar is gestart met deze vernieuwde vorm van gesprekken voeren. Maar betrokkenheid kan ook in de vorm van meewerken bij allerlei activiteiten in de school en bij het onderwijs in de groep, bijvoorbeeld helpen bij handvaardigheid, schoolreizen en wat al niet meer. Actief meepraten en meedenken in ouderraad en medezeggenschapsraad zijn ook goede mogelijkheden om de school weer van een andere kant te leren kennen. Activiteiten waaraan ouders op onze school kunnen deelnemen zijn: bibliotheek, feestcommissie, overblijfhulp, hulp bij schoolreisjes, sportactiviteiten, in klassen, enz. Ouders die hiervoor belangstelling hebben kunnen dat kenbaar maken bij de groepsleerkracht of oudervereniging. Groepsouders Per groep zijn er één of twee groepsouders. Deze zijn voor de leerkracht het eerste aanspreekpunt en regelen hulp bij het organiseren van allerlei activiteiten op school en bij excursies.
7.2 Oudervereniging (OV) De oudervereniging organiseert samen met het schoolteam verschillende activiteiten die buiten het reguliere onderwijs en buiten het reguliere schoolbudget vallen. Dit kunnen feestelijke activiteiten zijn zoals Sinterklaas en kerst, sportactiviteiten, maar de oudervereniging organiseert ook de tussenschoolse opvang in de middagpauze. Daarnaast ondersteunt de oudervereniging de school ook bij praktische zaken zoals onderhoud van het groen rond de school, kleine reparaties of klusjes, extra schoonmaak van klaslokalen en speelgoed. Het bestuur van de oudervereniging bestaat uit ouders/verzorgers. Indien er een vacature ontstaat, ontvangen alle leden hiervan bericht en wordt dit ook kenbaar gemaakt in onze nieuwsbrief. Jaarlijks worden tijdens de algemene ledenvergadering bestuursleden gekozen of herkozen. 7.2.1 Tussenschoolse opvang De school werkt met een verkorte schooldag. Dit houdt in dat de kinderen van half negen tot kwart voor drie op school zijn en tussen de middag gezamenlijk eten en buiten spelen. Hiervoor is gekozen omdat in de loop van de jaren steeds meer kinderen de hele dag op school bleven. Nu is de middagpauze verkort en blijven alle kinderen op school; dit komt de 34
rust ten goede. Voor het dagelijks overblijven van uw kind wordt een bijdrage gevraagd van € 80,00 per jaar. Om het overblijven goed te laten verlopen, zijn er overblijfkrachten (veelal ouders) aanwezig. Zij assisteren in de groepen. Het overblijven is als volgt georganiseerd: De kinderen eten met de eigen leerkracht en een overblijfkracht in het eigen klaslokaal. Als ouders dit wensen kunnen de kinderen hun handen wassen en hun tanden poetsen. Na het eten spelen de kinderen buiten met een beperkt aantal groepen tegelijk. Dit gebeurt onder toezicht van één leerkracht en de overblijfkrachten. Voor groep 1 t/m 4 duurt de middagpauze van 12.15 - 13.15 uur, voor groep 5 t/m 8 van 12.00 - 12.45 uur. Gebleken is dat voor de allerjongste kinderen de aaneengesloten schooldag erg vermoeiend is. Het overblijven wordt georganiseerd door de overblijfcommissie. De overblijfcommissie valt onder de oudervereniging. Het overblijven brengt kosten met zich mee. De overblijfhulp krijgt een vergoeding, er zijn extra kosten voor spelmateriaal, schoonmaakmiddelen en administratie. Het tarief wordt jaarlijks vastgesteld door de OV Joost in overleg met de directie. Komt uw kind ná 1 januari op school dan wordt de helft van de bijdrage gevraagd. U wordt verzocht dit bedrag te betalen met behulp van de factuur die u ontvangt van de oudervereniging. 7.2.2 Schoolbibliotheek Wekelijks kunnen de kinderen van groep 4 t/m 8 in de schoolbibliotheek boeken lenen. De uitleen gebeurt onder begeleiding van ouders. In de bibliotheek kunnen leerlingen ook materiaal vinden voor spreekbeurten en werkstukken. De leerkrachten kunnen hier materiaal voor hun lessen vinden. De bibliotheek bevat boeken over bepaalde onderwerpen, encyclopedieën, foto’s, diaseries en een hele verzameling voorwerpen (stenen, honingraten, vogelnestjes, skeletten en nog veel meer). De werkgroep, die zich met de bibliotheek bezighoudt, draagt zorg voor de aanschaf en het onderhoud van nieuwe boeken, het bijhouden van het opzoeksysteem, het uitbreiden van het fotomateriaal en de voorwerpenverzameling en natuurlijk met het uitlenen; duizend en één dingen dus. Het documentatiecentrum kan altijd aanvullingen gebruiken. 7.2.3 Tuingroep Al een flink aantal jaren werken leerlingen in de tuin. De kinderen maken zo kennis met het kweken van gewassen (het zaaien, poten en oogsten) en het onderhouden van tuin (wieden, spitten en harken). Zij ervaren tevens op welke wijze voor hen bekende producten als graan, aardappels, snijbloemen etc. groeien en verwerkt worden. De tuin levert zo een belangrijke bijdrage aan wereldverkennend onderwijs. De tuin is door de tuingroep aangelegd en wordt ook door hen onderhouden. Er zijn jaarlijks diverse tuinwerkdagen waarbij ouders worden opgeroepen om hierbij te helpen. Zie de jaarplanning voor de data. 7.2.4 Feestcommissies Deze werkgroepen organiseren, de naam zegt het al, de feesten op school: voor het sinterklaasfeest en het kerstfeest zijn werkgroepen, die in samenwerking met de Oudervereniging beide feesten voorbereiden en organiseren.
35
7.2.5 Sportcommissie De sportcommissie verzorgt de organisatie van toernooien van diverse sportonderdelen. Ook zijn zij nauw betrokken bij de avondvierdaagse. De school loopt met deze wandeltocht mee vanaf groep 4. 7.2.6 Verkeerscommissie De verkeerscommissie houdt zich bezig met een verkeersveilige schoolomgeving. Een project van deze commissie is de afsluiting van een gedeelte van de Huijgenslaan voor auto’s rond haal- en brengtijden. Het gedeelte dat is afgesloten loopt vanaf het kruispunt met de Tesselschadelaan tot aan het Da Costaplein. Deze afsluiting is wettelijk. Indien u uw kind met de auto naar school brengt, bent u dan ook verplicht uw zoon of dochter af te zetten op een plek buiten het afgesloten gedeelte van de Huijgenslaan. U kunt ons verder helpen met het scheppen van een verkeersveilige schoolomgeving door zoveel mogelijk op de fiets of lopend naar school te komen. De verkeerscommissie organiseert ook elk jaar een fietscontrole waaraan uw kind kan deelnemen. 7.2.7 Kluscommissie De kluscommissie helpt het schoolteam met het aanbrengen en onderhouden van praktische en/of technische voorzieningen in en om de school. 7.2.8. Ouderbijdragen Het basisonderwijs in Nederland wordt betaald door de overheid. Voor activiteiten die niet primair met het onderwijs te maken hebben, zoals bijvoorbeeld het sinterklaasfeest wordt geen geld beschikbaar gesteld. Hiervoor vraagt de oudervereniging een bijdrage van € 25 van haar leden om de te maken kosten te dekken. De oudervereniging int en beheert de vrijwillige ouderbijdrage. Hieruit worden uitgaven betaald voor activiteiten, die niet tot het wettelijke verplichte schoolprogramma behoren. U moet hierbij denken aan: • eerdergenoemde feesten, sporttoernooien, schoolkranten en alle andere activiteiten van de verschillende commissies. • ouderavonden over inhoudelijke onderwerpen U begrijpt, dat zonder financiële middelen hier niets van gerealiseerd zou kunnen worden. De hoogte van deze vrijwillige bijdrage wordt jaarlijks vermeld in de schoolkalender. De kosten voor schoolkampen, schoolreisjes en deelname aan de avondvierdaagse vallen niet onder deze ouderbijdrage.
7.3 Informatieverstrekking en communicatie 7.3.1 Wie kunt u het beste raadplegen bij vragen of kritiek Als u vragen heeft over uw kind of over de groep wend u zich dan eerst tot de groepsleerkracht. Het grootste gedeelte van de vragen kunnen dan vermoedelijk worden opgelost. Indien dat niet het geval is kunt voor onderwijskundige zaken terecht bij de intern begeleider. Indien er vervolgens nog steeds vragen zijn of verschil van mening bestaat, dan kunt u zich wenden tot de directie. U kunt de directie bereiken via de mail:
[email protected] Indien met de directie niet tot overeenstemming kunt komen, dan kunt u zich nog wenden tot de medezeggenschapsraad (
[email protected]) en eventueel de Meerkring (
[email protected]). Afgesproken is dat deze volgorde in de communicatie wordt aangehouden. 36
7.3.2 Website U vindt de website van de Joost van den Vondel te Amersfoort op www.vondel.net. Hier kunt u direct bij de voor u belangrijkste informatie zoals nieuwsbrief en foto’s en ander nieuws. Maar ook voor informatie over diverse commissies en praktische informatie. En via downloads kunt u (vakantie)roosters, de schoolgids en diverse formulieren downloaden. Mocht u nog tips voor onze website hebben, mail deze dan gerust door naar
[email protected]. 7.3.3 Nieuwsbrief Tweewekelijks verschijnt er een digitale nieuwsbrief. Hierin staan vooral die mededelingen over de organisatie en het beleid die alle ouders en de leerlingen aangaan. Ook geven de oudervereniging en de medezeggenschapsraad in de nieuwsbrief informatie over de onderwerpen die in hun vergaderingen aan de orde komen. U kunt voor informatie ook de website raadplegen (www.vondel.net). 7.3.4 Contactavonden Persoonlijk contact met de ouders vinden wij heel belangrijk. Sinds het vorig schooljaar hebben wij een vernieuwde gesprekcyclus, die wij samen met de ouders hebben ontwikkeld. Dit ziet er als volgt uit. We starten aan het begin van het schooljaar met een startgesprek, waarbij de leerling ook aanwezig is. De kinderen vanaf groep 5 zijn aanwezig bij het start en slotgesprek. Bij groep 7 en 8 is dit verplicht. Bij de andere gesprekken is het facultatief. In de onderbouwgroepen 1 t/m 4 is het de keuze aan de ouders om de leerlingen mee te nemen. School draagt er zorg voor dat er meerdere keuzemogelijkheden voor de ouders zijn qua moment en tijdstip om dit startgesprek te voeren. Dit kan in de middag of in de avond zijn. Liefst met beide ouders. Bij de start en slotgesprekken zijn beide leerkrachten aanwezig als er in duo’s wordt gewerkt. Bij de voortgangsgesprekken en rapportgesprekken (februari) kan dit verdeeld worden onder de leerkrachten (bij duo’s). De start en slotgesprekken duren 15 minuten. School zorgt ervoor dat aan het einde van het schooljaar de data en tijdstippen van de startgesprekken voor het nieuwe schooljaar vaststaan en worden gecommuniceerd naar de ouders. Bij zij-instromers wordt 6 weken na het startgesprek een tweede gesprek gehouden door de leerkracht, bij duo’s door één leerkracht. Voordat we het startgesprek in gaan hebben de ouders van school een formulier ontvangen. Hierop staan een aantal vragen die de ouders thuis vantevoren invullen en eventueel kunnen bespreken met hun kind. Tijdens het startgesprek wordt er vooral gekeken naar wat het kind nodig heeft. Ouders, leerling en school informeren elkaar over de leerling, waardoor de leerling zich optimaal kan ontplooien in zijn/haar ontwikkeling tijdens dat schooljaar en zijn/haar verdere schoolcarrière. Tijdens het startgesprek komen minimaal de volgende vier punten aan bod: Wat waren de conclusies in het slotgesprek in het voorgaande schooljaar? Welke afspraken zijn er in dat slotgesprek gemaakt? Welk kind krijg ik in de groep? Waar moet ik op letten? Welke afspraken maken we rondom het gespreksarrangement, wat is de gewenste manier van communiceren (van beide kanten). Gespreksmodel groep 1 t/m 7 (aangepast vanaf schooljaar 2015-2016) Startgesprek – tussengesprek – rapportgesprek - eindgesprek
37
Tijdens het startgesprek (september) wordt een ritme van gesprekken afgesproken. Er is tussen school en ouders afgesproken dat er minimaal vier momenten in één schooljaar zijn, waarbij de ouders en school elkaar spreken over de leerling. Het startgesprek, een tussengesprek, een rapportgesprek en een eindgesprek. Tijdens de ouderbetrokkenheidbijeenkomst (speed dating) van maandag 23 maart 2015 hebben de ouders aangegeven dat zij het op prijs stellen als er in november (facultatief) ook een moment komt om in gesprek te kunnen gaan. Bij de gesprekken zijn dus ook de leerlingen aanwezig (vanaf groep 5, groep 7 en 8 verplicht). Mochten ouders of leerkracht bepaalde zaken willen bespreken zonder kind erbij, dan is dat ook altijd mogelijk om af te spreken. De contactmomenten worden door de leerkracht en ouders bepaald. Wat is nodig voor dit specifieke kind? Een gespreksarrangement op maat noemen wij dit. Bij het eindgesprek voor groep 7 wordt de uitslag van de entreetoets gegeven en uitgelegd. Ook het schooladvies wat hieruit voortvloeit wordt tijdens dit gesprek besproken. Het gespreksarrangement wordt vastgelegd en de afspraken worden meegegeven aan de ouders. School legt dit verder vast in het leerlingvolgsysteem. In het nieuwe leerlingvolgsysteem worden alle ontwikkelingen van een kind vastgelegd, en in de nabije toekomst kunnen ouders hier straks ook bij. Gespreksmodel groep 8 Startgesprek – adviesgesprek VO - eindgesprek Het gespreksmodel voor groep 8 begint met het startgesprek. In november vindt er een adviesgesprek plaats. In dit gesprek wordt besproken welk niveau de leerling heeft en welk advies school gaat uitbrengen voor de middelbare school. Er bestaat voor ouders en leerlingen ruimte om extra gesprekken met de groepsleerkracht te plannen. Na het afnemen van de eind CITO in april is er een eindgesprek waar de uitslag van deze eind CITO wordt besproken. 7.3.5 Nieuwe jaar bijeenkomsten In het begin van het schooljaar wordt een ‘Nieuwe jaar bijeenkomst’ gehouden waarop u kunt kennismaken met de leerkracht, andere ouders en diverse zaken die te maken hebben met de groep van uw kind en de school in het algemeen. Elke groep kiest hiervoor zijn eigen vorm, variërend van een gezamenlijke lunch, spelmiddag tot informatieavond. Vanaf groep 4 zijn ook de kinderen bij deze bijeenkomsten aanwezig.
38
8. Medezeggenschapsraad (MR) Ingevolge de wet op de medezeggenschap heeft elke school een medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad is een inspraakorgaan, waarvan de leden zijn samengesteld uit voor de helft ouders en voor de helft leerkrachten. De leden worden voor een periode van drie jaar gekozen en kunnen zich herkiesbaar stellen. Voor de verkiezingsprocedure wordt een aparte commissie in het leven geroepen. De directeur is als adviseur aan de MR verbonden. De MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden van de school. Zij is bevoegd over deze aangelegenheden aan de directeur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De MR bevordert naar vermogen openheid en onderling overleg in de school. De medezeggenschapsraad heeft op een groot aantal punten advies- of instemmingsrecht bij beleidsvraagstukken. De bevoegdheden zijn vastgelegd in een reglement. Ze hebben betrekking op het beleid dat de school voert op allerlei terreinen, zoals bijvoorbeeld onderwijs, organisatie, werkwijze en veiligheid. Daarbij speelt de raad ook in op besluiten, die de Meerkring ten behoeve van de school voorbereidt. Naast de MR van elke school die is aangesloten bij de Stichting Meerkring is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Elke school levert een lid voor de GMR. Dat kan een ouder of een leerkracht zijn. Meestal is het GMR-lid een van de MR-leden. De bespreekpunten van de GMR hebben een schooloverstijgend karakter. Voornemens van het bestuur voor alle scholen komen in deze raad ter sprake. Ook voor dit inspraakorgaan zijn de bevoegdheden geregeld in een reglement. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. De data worden van tevoren kenbaar gemaakt op de website van de school. Voor meer informatie over de MR kunt u terecht bij een van de leden van de medezeggenschapsraad of
[email protected]
39
9. Andere schoolspecifieke zaken 9.1 Schoolactiviteiten Regelmatig gaan we er onder schooltijd op uit. De kinderen gaan bijvoorbeeld naar een museum, een theatervoorstelling, een excursie, op schoolreis (groepen t/m 7) of op kamp (groep 8). Sommige lessen worden buiten gegeven: sport en spel, natuur en milieueducatie en verkeer. Onze school neemt deel aan de Amersfoortse Schoolsportkampioenschappen. Dit betekent deelname aan diverse sporttoernooien zoals waterpolo, dammen, voetbal, volleybal en handbal. De gemeente (SRO) draagt, samen met de sportverenigingen, zorg voor de organisatie en houdt een “overall-klassement” bij. Deze toernooien vinden op woensdagmiddag en/of zaterdag plaats. De leerkrachten en ouders zorgen voor begeleiding.
9.2 Eten in de pauze Als school bieden wij een omgeving aan waarin kinderen gezonde eetgewoonten aanleren. Dit begint bij de kleine pauze. Het beleid rond het eten in de kleine pauze op onze school is dat de kinderen een portie fruit of groente (schoongemaakt) meekrijgen. Dit wordt gezamenlijk in de klas gegeten. Wij vinden het wenselijk dat u fruit en/of groente meegeeft aan uw kind. Eventueel geeft u iets anders kleins mee, zoals een volkoren boterham dun besmeerd met gezond beleg. Ook voor de grote pauze en voor traktaties verwachten wij dat u denkt aan gezonde voeding! Op school wordt zo min mogelijk gesnoept! Dit beleid zien wij als een waardevolle investering in de gezondheid van de leerlingen nu én later als ze groot zijn.
9.3 Klachtenregeling/oplossen van problemen Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen. Ook op een school. Wij gaan ervan uit dat veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school kunnen worden afgehandeld in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding. Als dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Met deze regeling wordt bedoeld een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen en ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat) worden bediend. Deze klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. De klachtenregeling voorziet in: Het aanwezig zijn van één of meerdere contactpersonen per school, waarmee de klager contact kan opnemen en die kunnen bemiddelen in een conflict of de klager kunnen doorverwijzen naar een externe en onafhankelijke vertrouwenspersoon. Het aanwezig zijn van een of meer vertrouwenspersonen, die kan worden aangesproken als klachten door bemiddeling in eerste instantie niet kunnen worden opgelost. Deze vertrouwenspersoon kan de klager eventueel doorverwijzen naar de Landelijke Klachtencommissie (LKC). Deze vertrouwenspersonen zijn te bereiken via het bestuurskantoor van Meerkring, 033-4799817 of
[email protected]. De klachtenregeling is te vinden op de website van Meerkring: www.meerkring.nl.
40
De school heeft zelf ook twee vertrouwenspersonen. Desgewenst kan bij een klacht ook eerst één van de vertrouwenspersonen van de school worden benaderd. De vertrouwenspersonen in de school zijn Aleida Nota (
[email protected]) en Marita Nijboer (
[email protected])
9.4 Schoolverzekeringen en aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
9.5 Buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang dient door de ouders zelf geregeld te worden. BSO biedt opvang voor schooltijd, na schooltijd en in schoolvakanties voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De buitenschoolse opvang is open in aansluiting op schooltijden en hele dagen in de schoolvakanties. Incidenteel extra opvang behoort ook tot de mogelijkheden. De Joost van den Vondel heeft met Partou de SKA (Stichting Kinderopvang Amersfoort) en kindercentrum Panta Rhei, De Boshut en BSO Sport een samenwerkingsverband voor buitenschoolse opvang. Partou verzorgt voor 3 dagen per week de BSO binnen de school. Vanaf het schooljaar 20132014 maakt Partou gebruik van de twee nieuwe lokalen die gezamenlijk met het bestuur van de school zijn ingericht voor dubbel gebruik. U kunt via de websites van deze organisaties de werkwijze m.b.t. voor- en naschoolse opvang lezen: www.partou.nl; www.ska.nl (o.a. De Boshut), www. kcpantarhei.nl. Bij de Boshut zijn ook mogelijkheden voor Voorschoolse Opvang.
41
9.6 Da Vinci-klas Op de Joost van den Vondelschool in Amersfoort-Zuid, De Gondelier in Vathorst en op de openbare basisschool De Egelantier in Soest bestaat de mogelijkheid om uw hoogbegaafde kind te laten deelnemen aan een Plusklas. De Da Vinci-klas is een plusklas voor hoogbegaafde kinderen uit de groep 1 t/m 8 van de basisschool, met een IQ hoger dan 130. De lessen vinden onder schooltijd plaats, één dagdeel per week. De Da Vinci-klas is bedoeld voor (hoog)begaafde leerlingen die de lesstof ver vooruit zijn. De Da Vinci-klas heeft als doel (hoog)begaafde kinderen met elkaar in contact te brengen en hen te laten werken op projectbasis aan verrijkende opdrachten. Er wordt cognitieve uitdaging geboden in de vorm van verschillende projecten, gericht op kennis en vaardigheden. Daarnaast worden groepsgerichte activiteiten gedaan die gericht zijn op de sociale, emotionele en culturele ontwikkeling. Indien u van mening bent dat uw kind in aanmerking komt voor deelname aan een van de Da Vinci klassen, kun u contact opnemen met de leerkracht, Marjolein Kraal (
[email protected]). U moet er rekening mee houden dat deze kosten voor eigen rekening zijn. De rol van de Joost van den Vondelschool is dat zij de mogelijkheid van een Da Vinci klas van harte ondersteunt en qua ruimte faciliteert. De betreffende kinderen gaan een ochtend niet naar hun eigen klas.
9.7 Masterclass bij het Corderius College Er is nog een andere mogelijkheid voor leerlingen van groep 8 die toe zijn aan extra uitdaging: Zij komen een jaar lang één middag naar de Masterclass van het Corderius College. Daar verdiepen ze zich onder leiding van vakdocenten in een aantal onderwerpen zoals wiskunde, biologie, sterrenkunde en taalkunde. De masterclass spitst zich vooral toe op vakken die in het voortgezet onderwijs worden gegeven. Voor veel van deze leerlingen is het erg fijn om andere kinderen te ontmoeten die ook graag dingen uitzoeken en bij willen leren. De masterclass is voor slimme leerlingen die niet hoogbegaafd behoeven te zijn. Wat is er voor nodig: Een positief en onderbouwd advies van de leerkracht van groep 7 van de Joost van den Vondelschool en toelating door het Corderius College. De kosten van de Masterclass zijn voor rekening van de ouders.
9.8 Wisseling van school De schoolbesturen in Amersfoort hebben een afspraak gemaakt over het wisselen van school tijdens het schooljaar. Uit ervaring blijkt dat tussentijds wisselen meestal niet in het belang van de leerling is. Afgesproken is daarom dat besturen hier alleen meewerken als: - er sprake is van een verhuizing - de oude school niet het onderwijs kan bieden dat de leerling nodig heeft. De directeuren van de oude én de nieuwe school zijn het daar dan over eens - er sprake is van een onoplosbaar conflict tussen ouders en de school. In dat geval bepaalt de school waarvan de leerling vertrekt de exacte datum waarop dat gebeurt, waarbij het de voorkeur geniet dat dit na een vakantie plaatsvindt. Dit in overleg met de ouders/verzorgers en de ontvangende school. Wanneer ouders contact opnemen met een school over de plaatsing van een leerling lopende het schooljaar, dan verwijst de directeur de ouders/verzorgers altijd terug naar de eigen
42
school, daarbij verwijzend naar bovenstaande afspraken. De besturen vinden keuzevrijheid van ouders belangrijk; wisselen van school kan daarom wel aan het einde van het schooljaar.
43
10. Afkortingen ABC-school AK AO Arbo AZC/UV BIO BSO CAO GGD GMR HVO IHP IPB KDV LEGO LKC LIO LWOO LZ MG MIP MKD MOP MR NIS NME NSO OBD obs OCW OV OSG PCL PO PvA PSZ Reactys REC REC-3 REC-4 RT SBO SO TSO
Amersfoort Brede School combinatie Administratiekantoor Administratief-Organisatorisch (processen) Arbeidsomstandigheden Asielzoekerscentrum / uitgenodigde vluchtelingen Wet beroepen in het onderwijs Buitenschoolse opvang (= VSO + NSO) Collectieve Arbeidsovereenkomst Gemeentelijke Geneeskundige dienst Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Humanistisch vormend onderwijs Integraal huisvestingsbeleid Integraal personeelsbeleid Kinder(dag)opvang Levensbeschouwelijk en godsdienstig onderwijs Landelijke Klachten Commissie Leraar in Opleiding Leerweg Ondersteunend Onderwijs Langdurig zieke kinderen Meervoudig gehandicapte kinderen Meerjareninvesteringsplan Medisch kinderdagverblijf Meerjarenonderhoudsplan Medezeggenschapsraad (schoolniveau) Nieuw Interzuilair Samenwerkingsverband organisatie Natuur- en milieueducatie Naschoolse opvang Onderwijsbegeleidingsdienst openbare basisschool (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Oudervereniging Onderwijs Service Groep (AK van Meerkring) Permanente Commissie Leerlingzorg Primair Onderwijs Plan van Aanpak Peuterspeelzaal Samenwerkingsverband organisatie i.k.v. leerlingenzorg speciaal onderwijs Regionaal expertisecentrum (m.b.t. SO/VSO) REC voor leerlingen met een indicatie voor cluster 3 (waaronder ZMLleerlingen en gehandicapte leerlingen) REC voor leerlingen met een indicatie voor cluster 4 (ZMOK-leerlingen) Remedial Teaching Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs Tussenschoolse opvang 44
VHO VO VSO VSO VvE VVE WEC WMS WOT WPO WRS WSNS ZML/ZMLK ZMOK BRIN
Verordening huisvesting onderwijsvoorzieningen Voortgezet Onderwijs Voorschoolse opvang Voortgezet speciaal onderwijs Vereniging van Eigenaren Voor- en vroegschoolse educatie Wet op de expertisecentra Wet medezeggenschap onderwijs Wet op onderwijstoezicht Wet primair onderwijs Wettelijke regeling schoolbegeleiding Weer samen naar school (samenwerkingsverband i.k.v. leerlingenzorg basisonderwijs) Zeer moeilijk lerende (kinderen) Zeer moeilijk opvoedbare kinderen School Wijk Soort school
45
Bijlage 1 De GGD voor kinderen in het basisonderwijs
De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD regio Utrecht ondersteunt en adviseert ouders, kinderen en jongeren bij het gezond opgroeien. Daarom onderzoekt de GGD alle kinderen op verschillende leeftijden, om zodoende kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op tijd te signaleren. De GGD werkt nauw samen met andere professionals die zich inzetten voor de gezondheid, groei en ontwikkeling van de jeugd. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een assistente JGZ. Gezondheidsonderzoeken U krijgt als ouder van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op school. In principe is het eerste onderzoek in de basisschoolleeftijd het onderzoek in groep 2, daarna in groep 7. Na het onderzoek wordt u schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of er nog een vervolgafspraak wordt aangeboden met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen. De GGD verwijst als dat nodig is door naar de huisarts of andere instanties. Spreekuur jeugdarts / jeugdverpleegkundige De spreekuren vinden plaats op de GGD locatie. Alle ouders en kinderen kunnen gebruik maken van het spreekuur. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of gezondheid van de kinderen of voor onderzoek of een gesprek. U kunt gebruik maken van het spreekuur, als: U zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind Het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is De leerkracht zich zorgen maakt, en in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD. Het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek In het eerste geval maakt u zelf een afspraak door te bellen met de GGD. In de overige drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van de GGD. Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact met de GGD opnemen van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden. U wordt dan zo mogelijk dezelfde dag nog teruggebeld door een jeugdverpleegkundige. U kunt de GGD bereiken op telefoonnummer 033 – 4600046. De GGD biedt ook opvoedondersteuning via de e-mail:
[email protected] en de mogelijkheid om te twitteren met de jeugdarts via @deschoolarts. Vaccinaties DTP en BMR De GGD voert het rijksvaccinatieprogramma uit, waarbij kinderen worden ingeënt tegen een aantal infectieziekten zoals bof, mazelen, rode hond, difterie, tetanus en polio.In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond.
46
Wilt u meer weten? Voor meer informatie over het werk van de GGD of voor het maken van een afspraak kunt u bellen naar 033 – 4600046. Kijk ook eens op onze website: www.ggdru.nl of mail naar
[email protected]
47
Bijlage 2 Afspraken bij tussentijdse wisseling van basisschool Januari 2012 Stichting Meerkring Stichting KPOA Stichting PCBO Platform Zelfstandige Scholen Inter Bestuurlijk Overleg PO Inleiding De schoolbesturen in Amersfoort hebben besloten om onderstaande afspraken over de (tussentijdse) wisseling en overdracht van leerlingen tussen basisscholen vast te leggen. Deze afspraken komen overeen met het bestaande gentlemen’s agreement. De afspraken gaan in per schooljaar 2012/2013 en worden standaard opgenomen in de schoolgids. Afspraken bij tussentijdse wisseling van basisschool De schoolbesturen in Amersfoort maken de volgende afspraak over de tussentijdse wisseling van basisschool door leerlingen: Wanneer ouders/verzorgers contact opnemen met een school over de plaatsing van een leerling lopende het schooljaar, dan verwijst de directeur de ouders/verzorgers terug naar de eigen school, tenzij: de leerling verhuist naar een andere wijk binnen Amersfoort of vanuit een andere plaats naar Amersfoort. de overgang in het directe belang van de leerling is, omdat de vorige school niet kan voorzien in de onderwijsbehoefte van de leerling, terwijl de nieuwe school dat wel kan. De beide directeuren zijn het er dan over eens dat de tussentijdse overgang een goede stap is. Achtergrond van deze afspraken is dat uit ervaring blijkt dat met een tussentijdse overgang vaak niet het belang van de leerling is gediend. Keuzevrijheid van ouders/verzorgers vinden de schoolbesturen een belangrijke zaak, daarom geldt bovenstaande afspraak niet voor een overgang aan het einde van het schooljaar. Het kan zijn dat er sprake is van een onoplosbaar conflict tussen de school en de ouders/verzorgers, waardoor een tussentijdse overgang naar een andere school de beste optie is. In dat geval bepaalt de school waarvan de leerling vertrekt de exacte datum waarop dat gebeurt, waarbij het de voorkeur geniet dat dit na een vakantie plaatsvindt. Dit in overleg met de ouders/verzorgers en de ontvangende school. Afspraken bij overdracht tussen basisscholen Het is een wettelijke verplichting dat de directeur van de aanleverende school in overleg met het onderwijzend personeel een onderwijskundig rapport over de betreffende leerling opstelt voor de nieuwe school. Het is eveneens verplicht dat een afschrift daarvan naar de ouders/verzorgers gaat (Wet Primair Onderwijs, artikel 42). Bovenop deze verplichtingen spreken de schoolbesturen in Amersfoort in het belang van de doorgaande ontwikkeling van de leerling af dat: directeuren elkaar altijd spreken bij de overgang van een leerling. directeuren het onderwijskundig rapport dusdanig opstellen dat de ontvangende school doelgericht verder kan werken met de leerling. 48
intern begeleiders elkaar altijd spreken bij de overgang van een leerling, dit om een ononderbroken ontwikkeling van de leerling te waarborgen. Deze laatste afspraken gelden zowel bij tussentijdse wisseling, als bij wisseling aan het einde van het schooljaar.
49